Nederlands - 5
NL
5.2 – Een zender in het geheugen opslaan volgens
“Procedure II”
01. Kies uit de lijst van de “Procedure II” de functie die u
wilt programmeren (bijv. “Functie 8”).
02. Druk op de ontvanger net zo vaak op toets P1 als het
identificatienummer van de gekozen functie (in ons voor-
beeld, 8 maal). Na afloop zal de groene led DL1 net zo
vaak kort knipperen als er op de toets werd gedrukt (in
ons voorbeeld, 8 korte knipperingen);
03. Binnen 10 seconden dient u op de zender de toets inge-
drukt te houden die u wilt opslaan, totdat de groene led
DL1 van de ontvanger de eerste van 3 lange knipperin-
gen laat zien, die aangeven dat de zender in het geheu-
gen werd opgeslagen. Wanneer de led klaar is met knip-
peren dient u, als u met dezelfde functie een nieuwe
toets wilt opslaan (ook van een andere zender), binnen
10 seconden (gele led DL2 brandt) op deze nieuwe
toets te drukken.
04. Als u probeert een zender op te slaan die reeds in het
geheugen zit, zal de groene led DL1 één keer knipperen
om dit aan te geven.
5.3 – Alle opgeslagen zenders annuleren
01. Houd de toets P1 van de besturingseenheid lang inge-
drukt en observeer de statusveranderingen van de groe-
ne Led DL1.
02. Na circa 4 seconden gaat hij aan...
03. Na circa 4 seconden gaat hij uit...
04. Na circa 4 seconden begint hij te knipperen
...
Op dit punt:
05. Om de opgeslagen zenders te annuleren laat u de toets
van de ontvanger precies tijdens de 3de knippering van
de groene led DL1 los;
06. Om het volledige geheugen te wissen (inclusief de confi-
guraties en de coderingsfamilie van de zenders), laat u
de toets precies tijdens de 5de knippering
van de groe-
ne led DL1 los.
07. Om een afzonderlijke zender te annuleren laat u de toets
precies tijdens de 7de knippering
los. Op dit punt drukt u op
een toets (*) van de zender die u uit het geheugen wilt ver-
wijderen. Binnen tien seconden (gele led DL2 brandt) na de
annulering zal de groene led DL1 5 keer snel knipperen.
08. Herhaal de werkwijze binnen tien seconden (gele led
DL2 brandt) om een andere zender te annuleren.
(*) Opmerking – Als de zender wordt opgeslagen volgens “Proce-
dure I”, drukt u op een willekeurige toets; als de zender echter wordt
opgeslagen volgens “Procedure II”, drukt u op de opgeslagen
toets; als er meerdere toetsen worden opgeslagen, dient u de proce-
dure voor elk van deze toetsen te herhalen.
5.4 – Communicatieprotocol
CMD [XX] [YY] [AA] [Veld optionele gegevens] [Carriage Return]
Opmerking – De velden zijn met een spatie van elkaar ge -
scheiden.
[CMD] Veld van 3 karakters. Volgens de stan-
daardregels zullen deze in het geval van
versturing van instructies naar de T4-
bus/TTBUS altijd “CMD” zijn.
[XX] [YY] Dit zijn twee velden van twee karakters
die elk in volgorde het adres en het