Citizen SR-270X Handleiding

Categorie
Rekenmachines
Type
Handleiding
D – 1
File name : HDB0R100721_Dutch_text_100426.doc
version : 10/04/26
Algemene inleiding .........................................3
Aan- en uitzetten ............................................3
De batterijen vervangen .................................3
Automatisch uitschakelen
(Auto Power-Off).............................................3
Het opnieuw instellen.....................................3
Het contrast bijregelen...................................4
Het beeldscherm.............................................4
Alvorens het uitvoeren van berekeningen..... 5
De " MODE " toets gebruiken .........................5
De " SET UP " toetsen gebruiken ...................5
De wiskundige modus gebruiken...................6
De " 2nd " " ALPHA " toetsen gebruiken........6
Verbeteringen maken tijdens het
intoetsen.........................................................6
Foutieve invoer weergeven ............................7
De herhaalfunctie ...........................................7
Berekeningen met het geheugen ...................7
Volgorde van de bewerkingen........................8
Nauwkeurigheid en capaciteit........................8
Foutmeldingen.............................................. 10
Basisbewerkingen ........................................ 11
Rekenkundige bewerkingen......................... 11
Berekeningen met haakjes........................... 11
Procentberekening ....................................... 11
Weergavenotaties ......................................... 12
Antwoordfunctie ........................................... 12
Wetenschappelijke functieberekeningen..... 12
Logaritmische en exponentiële functies...... 12
Bewerkingen met breuken ...........................13
Hoekconversies............................................13
Sexagesimale
decimale transformatie ....13
Trigonometrische / inverse
trigonometrische functies............................14
D – 2
File name : HDB0R100721_Dutch_text_100426.doc
version : 10/04/26
Hyperbolische / inverse hyperbolische
functies.........................................................14
Coördinaattransformatie ..............................14
Waarschijnlijkheid ........................................14
Andere functies (
,
3
,
X
, x
-1
,
x
2
,
x
3
, x
y
, Abs, RND ) .........................................15
Meervoudige uitdrukkingen
(Multi-statement)...........................................15
Statistische bewerkingen..............................15
Gegevens voor statistische analyse
invoeren........................................................ 16
De ingevoerde gegevens analyseren ...........16
De gegevens bekijken of veranderen...........18
Functietabel...................................................18
D – 3
File name : HDB0R100721_Dutch_text_100426.doc
version : 10/04/26
Algemene inleiding
Aan- en uitzetten
To turn the calculator on, press [ ON ]; To turn the calculator off,
press [ 2nd ] [ OFF ].
De batterijen vervangen
De SR-270X wordt gevoed door één knopbatterij (G13 of L1154) en
één zonnecel. Als het beeldscherm zwakker wordt en de gegevens
moeilijk leesbaar worden, moet u de batterij zo snel mogelijk
vervangen.
Het vervangen van de batterijen:
1) Draai de schroef los en verwijder het achterdeksel.
2) Verwijder de oude batterij en plaats de nieuwe batterij zoals
aangegeven wordt op het polariteitschema dat is aangebracht in
het batterijcompartiment en plaats vervolgens het achterdeksel
terug.
3) Na het vervangen van de batterij, dient u een fijn, puntig
voorwerp te gebruiken om de reset-knop, aan de achterkant van
de rekenmachine, in te drukken.
Automatisch uitschakelen (Auto Power-Off)
Deze rekenmachine schakelt automatisch uit na ongeveer 3~9
minuten zonder activiteit. Zet de rekenmachine opnieuw aan door op
de toets [ ON ] te drukken. Het beeldscherm, het geheugen en de
instellingen worden onthouden en zullen niet beïnvloed worden
wanneer de rekenmachine automatisch uitschakelt.
Het opnieuw instellen
Wanneer de rekenmachine tijdens de werking niet reageert of
ongewone resultaten vertoont, drukt u op [ 2nd ] [ CLR ]. Op het
beeldscherm zal nu een bericht verschijnen dat u vraagt of u al dan
niet de rekenmachine opnieuw wil instellen en de geheugeninhoud
wil wissen na het selecteren van [ 3 ].
[ 3 ]
Reset All?
[ = ] : Yes
[AC] : Cancel
Clear?
1: Setup 2:Memory
3: All
Druk op [ = ] om alle variabelen, wachtende taken, statistische
gegevens, antwoorden, vorige invoer en geheugen te wissen. Om
het opnieuw instellen van de rekenmachine te annuleren, drukt u op
[ AC ].
Wanneer de rekenmachine geblokkeerd is en niet op
toetsaanslagen reageert, gebruik dan een fijn, puntig voorwerp om
de reset-knop, aan de achterkant van de rekenmachine, in te
drukken en deze situatie te verhelpen. Deze handeling zal alle
instellingen terugzetten naar de standaardinstellingen.
D – 4
File name : HDB0R100721_Dutch_text_100426.doc
version : 10/04/26
Het contrast bijregelen
Druk op [ 2nd ] [ SET UP ] [
T
] [ 5 ] (
W
CONT
X
) en druk vervolgens
op [
W
] of [
X
] om het contrast te verlagen of te verhogen. Hou één
van beide toetsen ingedrukt om het beeldscherm donkerder of
lichter te maken. Na het voltooien van de instelling, drukt u op [ AC ]
om af te sluiten.
Het beeldscherm
Het beeldscherm bestaat uit de invoerregel, de resultaatregel, en de
indicators.
D
12369x7532x
10
32
9. 3163308
x10
39
Invoerregel
Indicator
Resultaatregel
Math
c
Invoerregel
De SR-270X kan ingevoerde getallen weergeven met
maximaal 99 cijfers. De ingevoerde getallen beginnen
aan de linkerkant; getallen met meer dan 15 cijfers
schuiven op naar links. Druk op [
X
] of [
W
] om de
cursor doorheen een ingevoerd getal te verplaatsen.
Wanneer u het 89ste cijfer van een berekening invoert
dan verandert de cursor van "
" in " " om u te
informeren dat het geheugen bijna vol is. Indien u nog
meer wenst in te voeren, moet u uw berekening
opsplitsen in twee of meerdere delen.
Resultaatregel
Het beeldscherm kan een resultaat met 10 cijfers,
weergeven in decimale vorm, met een minteken, met
een " x10 " indicator en met een positieve of negatieve
exponent van 2 cijfers.
Indicators
De volgende indicators verschijnen op het
beeldscherm om de huidige status van de
rekenmachine aan te geven.
Indicator Betekenis
2nd De tweede functietoets is actief.
A De alfabetische toetsen zijn actief
M Er is een getal in het geheugen opgeslagen
STO De modus voor het opslaan van een variabele is actief
RCL De modus voor het opvragen van een variabele is actief
STAT De statistische modus is actief
Math De wiskundige stijl is geselecteerd als invoer /
uitvoerformaat
D R G Hoekmodus: Graden, Radialen, of Decimale graden
(Grad)
FIX Het aantal decimalen dat getoond wordt staat vast
SCI De wetenschappelijke notatie is actief
TS
Er zijn vroegere of latere resultaten die weergegeven
kunnen worden
Disp De weergegeven waarde is een tussenresultaat tijdens
het uitvoeren van functies met meerdere uitdrukkingen
D – 5
File name : HDB0R100721_Dutch_text_100426.doc
version : 10/04/26
Alvorens het uitvoeren van berekeningen
De " MODE " toets gebruiken
Druk op de [ MODE ] toets om: een menu weer te geven voor het
bepalen van de werkingsmodus ( " 1: COMP ", " 2: STAT ", " 3:
TABLE " ).
COMP : Gebruik deze modus om algemene berekeningen,
inclusief wetenschappelijke berekeningen uit te voeren.
(dit is de standaardinstelling)
STAT : Gebruik deze modus om statistische en
regressieberekeningen met één en twee variabelen
uit te voeren.
TABLE : Gebruik deze modus om een gedefinieerde functie in
een tabelvorm weer te geven.
Laten we de modus " 2: STAT " als een voorbeeld nemen:
Methode : Druk op [ MODE ] en toets vervolgens het nummer van
de modus, in dit geval [ 2 ], in om rechtstreeks de
gewenste modus te selecteren.
De " SET UP " toetsen gebruiken
Druk op [ 2nd ] [ SET UP ] om het menu weer te geven waar u het in-
en uitvoerformaat kunt instellen. In dit menu kunt u de hoekmodus,
de numerieke notatie, de statistische instellingen of het contrast
regelen. Het menu bestaat uit twee schermen die u kunt selecteren
aan de hand van [
T
] en [
S
].
d
c
1: ab/c 2: d/c
3:
STAT
4: Disp
5:
_
CONT
`
c
1: MthIO 2: LineIO
3: Deg 4: Rad
5: Gra 6: Fix
7: Sci 8: Norm
T
MthIO : De wiskundige modus geeft invoer en uitvoer weer
zoals in de schoolboeken. (dit is de
standaardinstelling)
LineIO : De lineair modus geeft invoer en uitvoer weer op één
regel
Deg : De graden modus stelt de eenheid van de hoek in op
graden (dit is de standaardinstelling).
Rad : De radialen modus stelt de eenheid van de hoek in
op radialen.
Gra : De decimale graden modus stelt de eenheid van de
hoek in op decimale graden.
Fix : Vast aantal decimalen (0 tot 9)
Sci : Wetenschappelijke notatie (0 tot 9)
Norm : Norm specificeert het bereik (Norm1, Norm2) waarin
de resultaten weergegeven worden in de
exponentiële vorm of in de niet-exponentiële vorm
(Norm1 is de standaardinstelling)
ab/c : ab/c geeft de breuk weer als een gemengd getal
d/c : d/c geeft de breuk weer als een onechte breuk (dit is
de standaardinstelling)
D – 6
File name : HDB0R100721_Dutch_text_100426.doc
version : 10/04/26
STAT : STAT stelt het scherm van de statistische
gegevensbewerking in om de kolom FREQ weer te
geven of te verbergen
Disp : Disp stelt de decimale komma in op een punt ( . ) of
een komma ( , ) (punt is de standaardinstelling)
W
CONT
X
: Contrastregeling
De wiskundige modus gebruiken
Druk op [ 2nd ] [ SET UP ] [ 1 ] om de wiskundige modus te openen.
In de wiskundige modus, kunnen de waarden voor functies, zoals
e
d
, A
c
b
, log
a
b, Abs, 10
x
, e
X
,
,
3
,
X
2
,
X
3
,
X
1
,
X
y
,
x
....ingevoerd en weergegeven worden op een wiskundige
schrijfwijze. Standaard staat de SR-270X ingesteld in de wiskundige
modus. Zie voorbeelden 1~2.
De " 2nd " " ALPHA " toetsen gebruiken
Wanneer u op de [ 2nd ] toets drukt, zal de " 2nd " indicator op het
beeldscherm verschijnen om u te verwittigen dat u de tweede functie
gaat selecteren van de volgende toets die u indrukt. Indien u per
ongeluk op de [ 2nd ] toets drukt, druk dan nogmaals op de [ 2nd ]
toets om de " 2nd " indicator te verwijderen.
Wanneer u op de [ ALPHA ] toets drukt, zal de " A " indicator op het
beeldscherm verschijnen om u te verwittigen dat u de alfabetische
functie gaat selecteren van de volgende toets die u indrukt. Indien u
per ongeluk op de [ ALPHA ] toets drukt, druk dan nogmaals op de
[ ALPHA ] toets om de " A " indicator te verwijderen.
Verbeteringen maken tijdens het intoetsen
De verticaal knipperende cursor " " betekent dat de rekenmachine
zich in de invoermodus bevindt. De horizontaal knipperende cursor
"
" betekent dat de rekenmachine zich in de overschrijfmodus
bevindt.
Standaard staat de rekenmachine ingesteld op de invoermodus. In
het lineair formaat, kunt u op [ 2nd ] [ INS ] drukken om te schakelen
tussen de twee modi; in het wiskundig formaat kunt u enkel de
invoermodus gebruiken.
In de invoermodus, zal het teken dat zich voor de cursor " " bevindt,
gewist of ingevoegd worden door de [ DEL ] toets in te drukken of
een nieuw teken in te voeren.
In de overschrijfmodus, zal het karakter dat zich op de plaats van de
cursor " " bevindt, gewist worden door de [ DEL ] toets in te
drukken of vervangen worden door het nieuwe door u ingevoerde
karakter.
D – 7
File name : HDB0R100721_Dutch_text_100426.doc
version : 10/04/26
Om alle tekens te wissen, kunt u in beide modi gewoonweg op [ AC ]
drukken.
Foutieve invoer weergeven
Wanneer er een ongeldige rekenkundige bewerking wordt
uitgevoerd dan zal er een foutmelding ( Zie < Foutmeldingen > )
verschijnen en zal de cursor u tonen waar de fout is. Druk op [] of
[] om de cursor te verplaatsen en maak de nodige verbeteringen
alvorens de bewerking opnieuw uit te voeren. Zie voorbeeld 3.
De herhaalfunctie
De herhaalfunctie (Replay) slaat bewerkingen op die het laatst
uitgevoerd werden in de COMP modus. Nadat de bewerking is
uitgevoerd kunt u op de [
T
] of [
S
] toets drukken om de bewerking
vanaf het begin of het einde weer te geven.
U kunt de cursor verder verplaatsen door op [
W
] of [
X
] te drukken
en zodoende kunt u vorige invoerstappen weergeven en waarden of
opdrachten bewerken voor latere uitvoer.
De bewerkingen in het geheugenregister worden gewist wanneer u
de rekenmachine uitschakelt, op de [ ON ] toets drukt, het opnieuw
instellen " reset " uitvoert, of het weergaveformaat of de
bewerkingsmodus verandert.
Wanneer het geheugen vol is zullen de oudste bewerking en
automatisch gewist worden en vervangen worden door nieuwe. Zie
voorbeeld 4.
Berekeningen met het geheugen
Geheugenvariabele
De rekenmachine heeft zeven geheugenvariabelen voor
herhaaldelijk gebruik -- A, B, C, D, M, X, Y. U kunt een werkelijk
getal in de zeven geheugenvariabelen opslaan. Zie voorbeeld 5.
[ 2nd ] [ STO ] + [ A ] ~ [ D ], [ M ], [ X ] ~ [ Y ] slaat de waarden op
in de variabelen.
• [ RCL ] + [ A ] ~ [ D ], [ M ], [ X ] ~ [ Y ] vraagt de waarde van de
variabele op.
• [ 0 ] [ 2nd ] [ STO ] + [ A ] ~ [ D ], [ M ], [ X ] ~ [ Y ] verwijdert de
inhoud van een opgegeven geheugenvariabele.
• [ ALPHA ] + " geheugenvariabele " plaatst de toepasselijke
variabelen in een bewerking.
[ 2nd ] [ CLR ] [ 2 ] [ = ] verwijdert alle variabelen.
Actief geheugen
U moet de volgende regels in acht nemen wanneer u het actief
geheugen gebruikt. Zie voorbeeld 6.
• Druk op [ M+ ] om een resultaat aan het actieve geheugen toe te
voegen. De " M " indicator zal op het scherm verschijnen wanneer
er een getal in het geheugen opgeslagen is. Druk op [ RCL ] [ M ]
om de waarde in het actief geheugen op te vragen.
D – 8
File name : HDB0R100721_Dutch_text_100426.doc
version : 10/04/26
• Het opvragen van de inhoud van het actief geheugen door op de
toets [ RCL ] [ M ] te drukken, zal de inhoud van het actief
geheugen niet beïnvloeden.
Het actief geheugen is niet beschikbaar in de statistische modus.
• De geheugenvariabele M en het actief geheugen gebruiken
hetzelfde geheugengebied.
• Druk achtereenvolgens op [ 2nd ] [ STO ] [ M ] om de inhoud van
het actief geheugen te vervangen door het weergegeven getal.
Druk achtereenvolgens op [ 0 ] [ 2nd ] [ STO ] [ M ] om de inhoud
van het actief geheugen te wissen.
(Opmerking) : U kunt niet alleen waarden opslaan door op de
[ 2nd ] [ STO ] [ M ] toets te drukken, maar u kunt
ook waarden toewijzen aan de geheugenvariabele
M door op [ M+ ] te drukken. Wanneer u [ 2nd ]
[ STO ] [ M ] gebruikt dan zal de huidige waarde
die in de variabele M opgeslagen is, verwijderd en
vervangen worden door de nieuwe toegewezen
waarde. Wanneer u [ M+ ] gebruikt, dan zal de
waarde toegevoegd worden aan de huidige som in
het geheugen.
Volgorde van de bewerkingen
Elke berekening wordt van links naar rechts uitgevoerd in de
volgende prioriteitsvolgorde:
1) Uitdrukking tussen haakjes.
2) Functies met haakjes:
PR, R P
sin, cos, tan, sin
–1
, cos
–1
, tan
–1
, sinh, cosh, tanh, sinh
–1
,
cosh
–1
, tanh
–1
,
log, ln,
,
3
, 10
X
, e
X
, Abs, RND
3) Functies die voorafgegaan worden door waarden,
machtsverheffingen, power roots, bijvoorbeeld: x
2
, x
3
, x
–1
, x!,
DMS, ° , r , g , x
y
,
X
, %
4) Breuken
5) Negaties ( – )
6) Statistische geschatte waardeberekeningen:
x
ˆ
,
y
ˆ
,
1x
ˆ
,
2x
ˆ
7) nPr, nCr
8) x ,
Bewerkingen met een weggelaten vermenigvuldigingsteken
onmiddellijk voor
π
,
e, een variabele, een functie met een
haakjes, bijvoorbeeld: 3
π
, 5B, Asin(30)
9) +,
Nauwkeurigheid en capaciteit
Uitvoer: tot 10 cijfers
Berekening: tot 16 cijfers
In het algemeen wordt elke logische berekening weergegeven door
een mantisse (het getal dat voor de exponent staat) met maximum
D – 9
File name : HDB0R100721_Dutch_text_100426.doc
version : 10/04/26
10 cijfers of een mantisse met 10 cijfers plus een exponent met 2
cijfers tot 10
± 99
.
De ingevoerde getallen moeten zich bevinden in het bereik van de
onderstaande functies:
Functies
Invoerbereik
sin x
cos x
Deg : 0
x
< 9 x 10
9
Rad : 0
x
< 157079632.7
Grad : 0
x
< 1 x 10
10
tan x
Hetzelfde als sin x, uitgezonderd wanneer
Deg :
x
= 90 (2n-1)
Rad :
x
=
2
π
(2n-1)
Grad :
x
= 100 (2n-1)
sin
–1
x,
cos
–1
x
0
x
1
tan
–1
x
0
x
< 1 x 10
100
sinh x, cosh x
0
x
230.2585092
tanh x
0
x
< 1 x 10
100
sinh
–1
x
0
x
< 5 x 10
99
cosh
–1
x
1 x < 5 x 10
99
tanh
–1
x
0
x
< 1
log x, ln x
0 < x < 1 x 10
100
10
x
–1 x 10
100
x 100
e
x
–1 x 10
100
x 230.2585092
x
0 x < 1 x 10
100
x
2
x
< 1 x 10
50
x
3
x
2.15443469003 x 10
33
x
-1
x
1 x 10
100
, x0
3
x
x
< 1 x 10
100
X !
0 x 69 ( x is een geheel getal)
nPr
0 r n, 0 n<1 x 10
10
(n,r zijn gehele
getallen)
1 {n!/(n-r)!} <1 x 10
100
nCr
0 r n, 0 n < 1 x 10
10
(n,r zijn
gehele getallen)
1n!/r!<1 x 10
100
of 1{n!/(n-r)!}<1 x 10
100
R P
x
,
y
1 x 10
100
22
y+x
1 x 10
100
P R
0 r 1 x 10
100
D – 10
File name : HDB0R100721_Dutch_text_100426.doc
version : 10/04/26
θ: hetzelfde als sin x
DMS
D, M, S 1 x 10
100
, 0 M, S
eDMS
x
< 1 x 10
100
Decimale Q Sexagesimale conversies
0
0
׀
0
׀ ׀
x
9999999
59
׀
59
׀ ׀
x
y
x > 0 : –1 x 10
100
< y log x < 100
x = 0 : y > 0
x < 0 : y = n, m/(2n+1) (m, n zijn gehele
getallen)
maar –1 x 10
100
< y log x < 100
x
y
y > 0 : x 0, –1 x 10
100
<
x
1
log y < 100
y = 0 : x > 0
y < 0 : x = 2n+1, (2n+1)/m (m0, m, n zijn
gehele getallen)
maar –1 x 10
100
<
x
1
log y < 100
A
b
/c
Het aantal cijfers van het geheel getal, teller
en noemer mag niet meer dan 10 zijn
(scheidingsteken inbegrepen)
STAT
1VAR :
a. n 80 regels (wanneer de kolom FREQ
uitgeschakeld is (OFF))
b. n 40 regels (wanneer de kolom FREQ
ingeschakeld is (ON))
2VAR :
a. n 40 regels (wanneer de kolom FREQ
uitgeschakeld is (OFF))
b. n 26 regels (wanneer de kolom FREQ
ingeschakeld is (ON))
Foutmeldingen
Een foutmelding zal op het beeldscherm verschijnen en verdere
berekeningen zullen onmogelijk worden wanneer er zich één van de
onderstaande situaties voordoet.
Indicator Betekenis
Math ERROR
(1) U hebt geprobeerd een deling door 0 uit te
voeren
(2) Wanneer het toegelaten invoerbereik van
de functieberekeningen het opgegeven
bereik overschrijdt
(3) Wanneer het resultaat van de
functieberekeningen het opgegeven bereik
overschrijdt.
(4) Wanneer een opgegeven argument buiten
het geldig bereik van de functie ligt.
Syntax ERROR
(1) Er werden invoerfouten gemaakt,
bijvoorbeeld een foute syntaxis
D – 11
File name : HDB0R100721_Dutch_text_100426.doc
version : 10/04/26
(2) Wanneer onjuiste argumenten gebruikt
worden in opdrachten of functies.
Stack ERROR
Wanneer een berekeningsuitdrukking de
capaciteit van de numerieke stapel of de
operatorstapel overschrijdt.
Wanneer in één enkele uitdrukking in de
lineaire modus meer dan 25 niveaus van
opeenvolgende haakjes [ ( ] gebruikt worden.
Insufficient MEM
Error
Wanneer er onvoldoende geheugen is om
gegevens op te slaan of berekeningen uit te
voeren.
Druk op [
W
] [
X
] om uw fout te corrigeren, druk op [ AC ] om uw
berekening te annuleren, of druk gewoonweg op [ ON ] om de
rekenmachine opnieuw aan te zetten.
Basisbewerkingen
Gebruik COMP ( [ MODE ] 1 ( COMP ) ) modus voor
basisbewerkingen.
Rekenkundige bewerkingen
Rekenkundige bewerkingen worden uitgevoerd door de toetsen in te
drukken in dezelfde volgorde als de uitdrukking. Zie voorbeeld 7.
Voor negatieve waarden, drukt u op [ (–) ] alvorens het invoeren van
de waarde op; U kunt een getal in mantisse en de exponentiële vorm
invoeren aan de hand van de [ x10
x
] toets. Zie voorbeeld 8.
Resultaten die groter zijn dan 10
10
of kleiner zijn dan 10
-9
worden
weergegeven in de exponentiële vorm. Zie voorbeeld 9.
Berekeningen met haakjes
Bewerkingen binnen de haakjes worden altijd eerst uitgevoerd. De
SR-270X
kan in de wiskundige modus 24 en in de lineaire modus 25
niveaus van opeenvolgende haakjes in een enkele berekening
verwerken.
Gesloten haakjes die zich onmiddellijk na de bewerking van de [ ) ]
toets bevinden, kunnen weggelaten worden, ongeacht hoeveel er
vereist zijn. Zie voorbeeld 10.
(Opmerking) : Een vermenigvuldigingsteken " x " dat zich
onmiddellijk voor een open haakje bevindt kan
weggelaten worden.
Het correcte resultaat kan niet afgeleid worden door [ ( ] 2 [ + ] 3 [ ) ]
[ x10
x
] 2 in te voeren. U moet [ x ] invoeren tussen [ ) ] en [ x10
x
] in
voorbeeld 11.
Procentberekening
Druk op [ 2nd ] [ % ] om het getal op het beeldscherm te delen door
100. Gebruik deze knop om percentages, intresten, kortingen en
percentageverhoudingen te berekenen. Zie voorbeelden 12~13.
D – 12
File name : HDB0R100721_Dutch_text_100426.doc
version : 10/04/26
Weergavenotaties
De rekenmachine heeft de volgende weergavenotaties voor het
weergeven van de waarden. Zie voorbeeld 14.
Vaste komma notatie
Om het aantal decimale plaatsen in te stellen, drukt u op [ 2nd ]
[ SET UP ] [ 6 ] en toetst u een waarde in voor het aantal decimale
plaatsen ( 0~9 ). De waarden worden afgerond op het ingestelde
aantal decimale plaatsen.
Wetenschappelijke notatie
De wetenschappelijke notatie geeft getallen weer met één cijfer aan
de linkerkant van het decimaal getal en de juiste macht van 10.
Om de wetenschappelijke notatie te selecteren, drukt u op [ 2nd ]
[ SET UP ] [ 7 ], en toetst u een waarde in (0~9) om het aantal
decimale plaatsen te bepalen. De waarden worden afgerond op het
ingestelde aantal decimale plaatsen.
Norm notatie
Druk op [ 2nd ] [ SET UP ] [ 8 ] en selecteer vervolgens Norm1 (de
standaardinstelling) of Norm2 om het bereik te bepalen waarin het
resultaat zal weergegeven worden in het niet-exponentieel formaat
(binnen het bereik) of het exponentieel formaat (buiten het bereik).
Norm1:
x
<
10
-2
,
x
10
10
Norm2:
x
<
10
-9
,
x
10
10
Engineering notatie
Door op [ ENG ] of [ 2nd ] [
e
ENG ] te drukken zal het weergegeven
exponentgedeelte steeds een veelvoud van drie zijn.
Antwoordfunctie
De antwoordfunctie slaat het meest recente resultaat op. Het
resultaat wordt zelfs bewaard wanneer u de rekenmachine afzet.
Eens dat er een numerieke waarde of een numerieke uitdrukking
ingevoerd wordt en u drukt op [ M+ ], [ 2nd
] [ M– ], [ RCL ], [ 2nd
]
[ STO ] of [ = ], wordt het resultaat opgeslagen door deze functie. Zie
voorbeeld 15.
(Opmerking) : Zelfs wanneer de uitvoering van een berekening
resulteert in een fout wordt de huidige waarde
toch nog bewaard in het antwoordgeheugen.
Wetenschappelijke functieberekeningen
Gebruik COMP ( [ MODE ] 1 ( COMP ) ) modus voor
wetenschappelijke berekeningen.
Logaritmische en exponentiële functies
De rekenmachine kan algemene en natuurlijke logaritmes en
machtsverheffingen berekenen aan de hand van de toetsen [ log ],
[ ln ], [log
a
b], [ 2nd ] [ 10
x
], en [ 2nd ] [ e
x
]. Zie voorbeelden 16~17.
D – 13
File name : HDB0R100721_Dutch_text_100426.doc
version : 10/04/26
Bewerkingen met breuken
Breuken worden als volgt op het beeldscherm voorgesteld:
Onechte breuk Gemengd getal
Wiskundig
formaat:
5
12
56
12
5
Lineair
formaat:
12
5 56
5
12
(Opmerking) : Waarden worden automatisch in de decimale
vorm weergegeven wanneer het totaal aantal
cijfers van een breukwaarde ( geheel getal + teller
+ noemer + scheidingsteken) 10 overschrijdt.
Om in de lineaire modus een gemengd getal in te voeren toetst u het
geheel getal in, drukt u op [ d/
e
], toetst u de teller in, drukt u op
[ d/
e
], en toetst u de noemer in; Om een onechte breuk in te voeren,
toetst u de teller in, drukt u op [ d/
e
], en toets u de noemer in. Zie
voorbeeld 18.
Wanneer u tijdens een bewerking met een breuk op de [ = ] toets
drukt, zal de breuk zoveel mogelijk vereenvoudigd worden. Het
standaard weergaveformaat van een breukresultaat is een onechte
breuk. Door op [ 2nd ] [ A
b
/
c
_`
d
/
e
] te drukken kunt u het
weergaveformaat echter overschakelen naar een gemengd getal en
omgekeerd. Om de weergave van het resultaat over te schakelen
tussen een decimaal en een breuk, drukt u op [ F
_`
D ]. Zie
voorbeeld 19.
Berekeningen die zowel breuken als decimale getallen bevatten
worden berekend in decimaal formaat. Zie voorbeeld 20.
Hoekconversies
De eenheid van de hoek (
Deg
,
Rad
,
Grad
) wordt ingesteld in het
Setup menu door op [ 2nd ] [ SET UP ] te drukken. De resultaten
zullen weergegeven worden overeenkomstig met uw instelling.
De verhouding tussen de drie hoekeenheden is:
180 ° =
π
rad = 200 grad
Hoekconversie: (Zie voorbeeld 21.):
1) Verander de standaard hoekinstelling (
Deg
) naar de eenheid
waarnaar u wilt converteren.
2) Voer de waarde van de te converteren eenheid in.
3) Druk op [ 2nd ] [ DRG
f
] om het menu weer te geven. De
eenheden die u kunt selecteren zijn ° (
graden
), r (
radialen
), g
(
decimale graden
).
4) Selecteer de eenheid waarvan u wilt converteren, en druk op
[ = ].
Sexagesimale
decimale transformatie
Met deze rekenmachine kunt u berekeningen uitvoeren met
sexagesimale getallen (graden, minuten en seconden) en kunt u
aan de hand van de toetsen [ DMS ] of [ 2nd ] [
e
DMS ] getallen
D – 14
File name : HDB0R100721_Dutch_text_100426.doc
version : 10/04/26
converteren van de sexagesimale notatie naar de decimale notatie,
en omgekeerd. Zie voorbeelden 22~23.
De sexagesimale waarde wordt als volgt weergegeven:
125
45
׀
30
׀ ׀
Stelt 125 graden (D),
45 minuten (M) en 30 seconden (S)
voor
Trigonometrische / inverse trigonometrische
functies
De SR-270X is voorzien van de standaard trigonometrische functies
en inverse trigonometrische functies: sin, cos, tan, sin
–1
, cos
–1
en
tan
–1
. Zie voorbeelden 24~26.
(Opmerking) : Wanneer u deze toetsen gebruikt, moet u ervoor
zorgen dat de rekenmachine ingesteld staat op de
gewenste hoekeenheid.
Hyperbolische / inverse hyperbolische functies
De SR-270X gebruikt [ HYP ] om de hyperbolische en inverse
hyperbolische functies: sinh, cosh, tanh, sinh
–1
, cosh
–1
en tanh
–1
te
berekenen. Druk op [ HYP ] om het menu weer te geven en
selecteer vervolgens het overeenkomstige getal om de gewenste
functie uit te voeren. Zie voorbeelden 27~28.
(Opmerking) : Wanneer u deze toetsen gebruikt, moet u ervoor
zorgen dat de rekenmachine ingesteld staat op de
gewenste hoekeenheid.
Coördinaattransformatie
Rechthoekige coördinaten Polaire coördinaten
x + y i = r (cos
θ
+ i sin
θ
)
(Opmerking) : Wanneer u deze toetsen gebruikt, moet u ervoor
zorgen dat de rekenmachine ingesteld staat op de
gewenste hoekeenheid.
Deze rekenmachine kan de conversie uitvoeren van rechthoekige
coördinaten naar polaire coördinaten of omgekeerd door op [ 2nd ]
[ P R ] en [ 2nd ] [ R P ] te drukken. Zie voorbeelden 29~30.
Waarschijnlijkheid
Deze rekenmachine is voorzien van de volgende
waarschijnlijkheidsfuncties (Zie voorbeelden 31~34.):
D – 15
File name : HDB0R100721_Dutch_text_100426.doc
version : 10/04/26
[ nPr ] Berekent het aantal mogelijke permutaties van r uit n
objecten.
[ nCr ] Berekent het aantal mogelijke combinaties van r uit n
objecten.
[ x ! ] Berekent de faculteit van een opgegeven geheel getal n ,
waarbij n
69.
[
RANDM
] Genereert een willekeurig getal tussen 0.000 en 0.999.
Andere functies (
,
3
,
X
, x
-1
,
x
2
, x
3
, x
y
, Abs,
RND )
Met de rekenmachine kunt u ook de volgende functies uitvoeren:
inverse functie ( [ x
-1
] ), vierkantswortel ( [
] ), 3
de
machtswortel
( [ 2nd ] [
3
] ), universele wortel ( [ 2nd ] [
X
] ), kwadraat ([ x
2
]),
3
de
macht ( [ x
3
] ), en exponentiële ( [ x
y
] ) functies. Zie
voorbeelden 35~39.
Abs
Genereert de absolute waarde van een reëel getal
RND
Genereert de afgeronde waarde van een gegeven getal
Meervoudige uitdrukkingen (Multi-statement)
Een meervoudige uitdrukking is een aantal individuele uitdrukkingen
die aan elkaar gekoppeld zijn met op het scherm weergegeven
resultaatopdrachten (
) voor opeenvolgende uitvoering. Wanneer de
uitvoering het einde van de uitdrukking bereikt, gevolgd door (
),
stopt de uitvoering en wordt het tussenresultaat met een " Disp "
pictogram op het beeldscherm weergegeven. U kunt de uitvoering
verder zetten door op [ = ] te drukken. Het " Disp " pictogram
verdwijnt wanneer de laatste uidrukking uitgevoerd wordt. Zie
voorbeeld 40.
Statistische bewerkingen
Gebruik de STAT ( [ MODE ] 2 ( STAT ) ) modus voor statistische
bewerkingen.
Wanneer u de STAT modus opent, kunt u in het STAT menu één
van de acht onderstaande soorten statische bewerkingen
selecteren:
Statistieken met één enkel variabele
1: 1–VAR Statistieken met één enkele variabele
Statistieken met gepaarde variabelen / regressie statistieken
2: A+BX Lineaire regressie Y = A + BX
3: _+CX
2
Kwadratische regressie Y = A + B X + C X
2
4: ln X Logaritmische regressie Y = A + B lnX
5: e^X e exponentiële regressie Y = A • e
BX
6: A•B^X ab exponentiële regressie Y = A • B
X
7: A•X^B Machtsregressie Y = A • X
B
8: 1/X Inverse regressie Y = A + B / X
D – 16
File name : HDB0R100721_Dutch_text_100426.doc
version : 10/04/26
Gegevens voor statistische analyse invoeren
Alvorens de gegevens in te voeren, drukt u achtereenvolgens op
[ 2nd ] [ SET UP ] [
T
] [ 3 ] om de Frequentie kolom in of uit te
schakelen. Aan de hand van de de
FREQ
kolom kunt u het aantal
keer dat éénzelfde waarde zich herhaalt invoeren. Zie voorbeeld 41.
1. In de STAT menu kiest u een soort statische bewerking. Er zijn
twee formaten voor de gegevensbewerking (
1–VAR
of
2–VAR /
regressiegegevens)
, afhankelijk van de geselecteerde soort.
2. Voer een x -waarde in en druk [ = ].
3. Voer de frequentie (
FREQ
) van de x-waarde in (in de
1–VAR
modus) of de overeenkomstige y-waarde ( in de
2–VAR
modus )
en druk op [ = ].
4. Om meer gegevens in te voeren, repeat from step 3.
5. Om de gegevensbewerking modus af te sluiten en de
resultaatweergave modus te openen, drukt u eerst op [ AC ] en
vervolgens op [ 2nd ] [ STATVAR ]. Nu zal het STATVAR menu
weergegeven worden (zie de onderstaande tabel).
De ingevoerde gegevens analyseren
Eens dat u uw gegevens ingevoerd heeft, kunt u de functies in het
STATVAR menu gebruiken door op [ 2nd ] [ STATVAR ] te drukken:
STATVAR Menu Betekenis
1: Type Het menu Soort statische bewerking, zie de 8
soorten zoals voordien vermeld in het STAT
menu
2: Data Het scherm Gegevensbewerking
3: Edit Het submenu Opdrachten bewerken: [Ins],[Del-A]
4: Sum Het submenu Som
5: Var Het submenu Statistische variabele
6: MinMax Het submenu Maximum/minimum
7: Reg (2-VAR) Het submenu Regressie
Gebruik opties 1~3 om uw gegevens weer te geven of te veranderen.
Gebruik opties 4~7 om de gewenste variabele voor het analyseren
van uw gegevens te selecteren.
De waarden van de statistische variabelen zijn afhankelijk van de
ingevoerde gegevens. U kunt ze opvragen door op de toetsen te
drukken die in de onderstaande tabel getoond worden.
Statistische bewerkingen met één enkel variabele
Variabelen Toetsen Betekenis
Σ
x
2
[4: Sum] [ 1 ] De som van alle x
2
-waarden
Σ
x
[4: Sum] [ 2 ] De som van alle x-waarden
n [5: Var] [ 1 ] Het aantal ingevoerde x-waarden
x
[5: Var] [ 2 ] Gemiddelde van de x-waarden
x
σ
n
[5: Var] [ 3 ] Standaardafwijking van de populatie
van de x-waarden
D – 17
File name : HDB0R100721_Dutch_text_100426.doc
version : 10/04/26
x
σ
n-1
[5: Var] [ 4 ] Standaardafwijking van de steekproef
van de x-waarden
minX [6: MinMax] [ 1 ] Minimum van x-waarde
maxX [6: MinMax] [ 2 ] Maximum van x-waarde
Statistische bewerkingen met gepaarde variabelen /
Regressieberekeningen
Variabelen Toetsen Betekenis
Σ
x
Σ
y
[4: Sum] [ 2 ]
[4: Sum] [ 4 ]
De som van alle x-waarden of
y-waarden
Σ
x
2
Σ
y
2
[4: Sum] [ 1 ]
[4: Sum] [ 3 ]
De som van alle x
2
-waarden of y
2
-waarden
Σ
x
3
Σ
x
4
[4: Sum] [ 6 ]
[4: Sum] [ 8 ]
De som van alle x
3
-waarden of x
4
-waarden
Σ
x y
[4: Sum] [ 5 ] De som van ( x • y ) voor alle x-y paren
Σ
x
2
y
[4: Sum] [ 7 ] De som van ( x
2
• y ) voor alle x-y
paren
n [5: Var] [ 1 ] Het aantal ingevoerde x-y paren
x
y
[5: Var] [ 2 ]
[5: Var] [ 5 ]
Gemiddelde van de x-waarden of
y-waarden
x
σ
n-1
y
σ
n-1
[5: Var] [ 4 ]
[5: Var] [ 7 ]
Standaardafwijking van de steekproef
van de x-waarden of y-waarden
x
σ
n
y
σ
n
[5: Var] [ 3 ]
[5: Var] [ 6 ]
Standaardafwijking van de populatie
van de x-waarden of y-waarden
minX [6: MinMax] [ 1 ] Minimum van x-waarde
maxX [6: MinMax] [ 2 ] Maximum van x-waarde
minY [6: MinMax] [ 3 ] Minimum van y-waarde
maxY [6: MinMax] [ 4 ] Maximum van y-waarde
A [7: Reg] [ 1 ] Constante term A van de
regressiecoëfficiënt
B [7: Reg] [ 2 ] Regressiecoëfficiënt B
Voor niet- kwadratische regressie :
r [7: Reg] [ 3 ] Correlatiecoëfficiënt r
x
ˆ
[7: Reg] [ 4 ] De geschatte waarde van x
y
ˆ
[7: Reg] [ 5 ] De geschatte waarde van y
Enkel voor kwadratische regressie (_+CX
2
):
C [7: Reg] [ 3 ] Kwadratische coëfficiënt C van de
regressiecoëfficiënt
1
ˆ
x
[7: Reg] [ 4 ] De geschatte waarde van x1
2
ˆ
x
[7: Reg] [ 5 ] De geschatte waarde van x2
D – 18
File name : HDB0R100721_Dutch_text_100426.doc
version : 10/04/26
y
ˆ
[7: Reg] [ 6 ] De geschatte waarde van y
U kunt steeds nieuwe gegevens invoeren. Elke keer dat u op [ = ]
drukt en nieuwe gegevens invoert, zal de rekenmachine
automatisch de statistieken opnieuw berekenen.
De gegevens bekijken of veranderen
1. Druk op [ 2nd ] [ STATVAR ] [ 2 ] om het bewerkingsscherm te
openen.
2. Druk op [
T
] of [
S
] om doorheen alle ingevoerde gegevens te
schuiven.
3. Om een ingevoerd gegeven te
veranderen
, geeft u het weer en
voert u de nieuwe waarde in. De nieuwe waarde zal de oude
waarde overschrijven. Druk op [ = ] om de verandering op te
slaan.
4. Om een ingevoerd gegeven te
verwijderen
, plaatst u de cursor
op de regel die u wenst te verwijderen en drukt u op [ DEL ].
5. Om een nieuwe gegeven
in te voegen
, plaatst u de cursor op
de regel waarboven u de nieuwe waarde wilt invoegen. Druk op
[ 2nd ] [ STATVAR ] [ 3 ] en selecteer vervolgens [ 1 ] (Ins) om
een nieuw leeg veld te creëren. Vul de nieuwe waarde in het
leeg veld in en druk op [ = ].
6. Om alle ingevoerde gegevens
te verwijderen
, drukt u op [ 2nd ]
[ STATVAR ] [ 3 ] en selecteert u vervolgens [ 2 ] (Del-A) om alle
gegevens op het bewerkingsscherm te wissen.
(Opmerking) : Statistische gegevens en resultaten worden
bewaard wanneer de rekenmachine uitgeschakeld
is, maar worden gewist wanneer u de soort
statische bewerking verandert, de FREQ instelling
veranderd, of de gegevens wist aan de hand van
de opdracht Del-A in het STATVAR menu.
Functietabel
Gebruik de TABLE ( [ MODE ] 3 ( TABLE ) ) modus voor het
genereren van een functietabel.
Met de modus TABLE kunt u een functie bepalen en het uitdrukken
in een tabelvorm. Volg de onderstaande stappen om een
functietabel op te stellen. (Zie voorbeeld 42.)
1. Druk op [ MODE ] [3] (TABLE)
2. Voer een functie in, en druk op [ = ]
3. Voer de start-, eind-, en stapwaarde van X in en druk vervolgens
op [ = ]
4. Na stap 3, zal er een tabel gegenereerd worden met daarin elke
invoer, X en de overeenkomstige uitvoer f(X).
(Opmerking) : 1. Enkel de variabele X is beschikbaar voor
gebruik in deze functie.
2. De door u opgegeven start-, eind-, en
stapwaarde moet een tabel creëren die niet meer
dan 30 X-waarden bevat.

Documenttranscriptie

Algemene inleiding ......................................... 3  Aan- en uitzetten ............................................ 3  De batterijen vervangen ................................. 3  Automatisch uitschakelen (Auto Power-Off)............................................. 3  Het opnieuw instellen..................................... 3  Het contrast bijregelen ................................... 4  Het beeldscherm............................................. 4 Alvorens het uitvoeren van berekeningen ..... 5  De " MODE " toets gebruiken ......................... 5  De " SET UP " toetsen gebruiken ................... 5  De wiskundige modus gebruiken................... 6  De " 2nd " " ALPHA " toetsen gebruiken........ 6  Verbeteringen maken tijdens het intoetsen ......................................................... 6  Foutieve invoer weergeven ............................ 7  De herhaalfunctie ........................................... 7  Berekeningen met het geheugen ................... 7  Volgorde van de bewerkingen ........................ 8  Nauwkeurigheid en capaciteit ........................ 8  Foutmeldingen.............................................. 10 Basisbewerkingen ........................................ 11  Rekenkundige bewerkingen ......................... 11  Berekeningen met haakjes ........................... 11  Procentberekening ....................................... 11  Weergavenotaties ......................................... 12  Antwoordfunctie ........................................... 12 Wetenschappelijke functieberekeningen..... 12  Logaritmische en exponentiële functies...... 12  Bewerkingen met breuken ........................... 13  Hoekconversies ............................................ 13  Sexagesimale ↔ decimale transformatie .... 13  Trigonometrische / inverse trigonometrische functies ............................ 14 D–1 File name : HDB0R100721_Dutch_text_100426.doc version : 10/04/26  Hyperbolische / inverse hyperbolische functies ......................................................... 14  Coördinaattransformatie .............................. 14  Waarschijnlijkheid ........................................ 14  -1 2 Andere functies ( √, 3 , X , x , x , 3 y x , x , Abs, RND ) ......................................... 15  Meervoudige uitdrukkingen (Multi-statement)........................................... 15 Statistische bewerkingen..............................15  Gegevens voor statistische analyse invoeren ........................................................ 16  De ingevoerde gegevens analyseren ........... 16  De gegevens bekijken of veranderen ........... 18 Functietabel ...................................................18 D–2 File name : HDB0R100721_Dutch_text_100426.doc version : 10/04/26 Algemene inleiding „ Aan- en uitzetten To turn the calculator on, press [ ON ]; To turn the calculator off, press [ 2nd ] [ OFF ]. „ De batterijen vervangen De SR-270X wordt gevoed door één knopbatterij (G13 of L1154) en één zonnecel. Als het beeldscherm zwakker wordt en de gegevens moeilijk leesbaar worden, moet u de batterij zo snel mogelijk vervangen. Het vervangen van de batterijen: 1) Draai de schroef los en verwijder het achterdeksel. 2) Verwijder de oude batterij en plaats de nieuwe batterij zoals aangegeven wordt op het polariteitschema dat is aangebracht in het batterijcompartiment en plaats vervolgens het achterdeksel terug. 3) Na het vervangen van de batterij, dient u een fijn, puntig voorwerp te gebruiken om de reset-knop, aan de achterkant van de rekenmachine, in te drukken. „ Automatisch uitschakelen (Auto Power-Off) Deze rekenmachine schakelt automatisch uit na ongeveer 3~9 minuten zonder activiteit. Zet de rekenmachine opnieuw aan door op de toets [ ON ] te drukken. Het beeldscherm, het geheugen en de instellingen worden onthouden en zullen niet beïnvloed worden wanneer de rekenmachine automatisch uitschakelt. „ Het opnieuw instellen Wanneer de rekenmachine tijdens de werking niet reageert of ongewone resultaten vertoont, drukt u op [ 2nd ] [ CLR ]. Op het beeldscherm zal nu een bericht verschijnen dat u vraagt of u al dan niet de rekenmachine opnieuw wil instellen en de geheugeninhoud wil wissen na het selecteren van [ 3 ]. C lear? 1: S etup 2:M em ory 3: A ll [3 ] R eset All? [= ] : Y es [A C ] : C ancel Druk op [ = ] om alle variabelen, wachtende taken, statistische gegevens, antwoorden, vorige invoer en geheugen te wissen. Om het opnieuw instellen van de rekenmachine te annuleren, drukt u op [ AC ]. Wanneer de rekenmachine geblokkeerd is en niet op toetsaanslagen reageert, gebruik dan een fijn, puntig voorwerp om de reset-knop, aan de achterkant van de rekenmachine, in te drukken en deze situatie te verhelpen. Deze handeling zal alle instellingen terugzetten naar de standaardinstellingen. D–3 File name : HDB0R100721_Dutch_text_100426.doc version : 10/04/26 „ Het contrast bijregelen Druk op [ 2nd ] [ SET UP ] [ T ] [ 5 ] (WCONTX) en druk vervolgens op [ W ] of [ X ] om het contrast te verlagen of te verhogen. Hou één van beide toetsen ingedrukt om het beeldscherm donkerder of lichter te maken. Na het voltooien van de instelling, drukt u op [ AC ] om af te sluiten. „ Het beeldscherm Het beeldscherm bestaat uit de invoerregel, de resultaatregel, en de indicators. M at h Invoerregel D c Indicator 12369x7532 x1 0 32 9 . 31 6 3 30 8 x1039 Resultaatregel Invoerregel De SR-270X kan ingevoerde getallen weergeven met maximaal 99 cijfers. De ingevoerde getallen beginnen aan de linkerkant; getallen met meer dan 15 cijfers schuiven op naar links. Druk op [ X ] of [ W ] om de cursor doorheen een ingevoerd getal te verplaatsen. Wanneer u het 89ste cijfer van een berekening invoert dan verandert de cursor van " " in " " om u te informeren dat het geheugen bijna vol is. Indien u nog meer wenst in te voeren, moet u uw berekening opsplitsen in twee of meerdere delen. Resultaatregel Het beeldscherm kan een resultaat met 10 cijfers, weergeven in decimale vorm, met een minteken, met een " x10 " indicator en met een positieve of negatieve exponent van 2 cijfers. Indicators De volgende indicators verschijnen beeldscherm om de huidige status rekenmachine aan te geven. Indicator 2nd A M STO RCL STAT Math DRG FIX SCI TS Disp op het van de Betekenis De tweede functietoets is actief. De alfabetische toetsen zijn actief Er is een getal in het geheugen opgeslagen De modus voor het opslaan van een variabele is actief De modus voor het opvragen van een variabele is actief De statistische modus is actief De wiskundige stijl is geselecteerd als invoer / uitvoerformaat Hoekmodus: Graden, Radialen, of Decimale graden (Grad) Het aantal decimalen dat getoond wordt staat vast De wetenschappelijke notatie is actief Er zijn vroegere of latere resultaten die weergegeven kunnen worden De weergegeven waarde is een tussenresultaat tijdens het uitvoeren van functies met meerdere uitdrukkingen D–4 File name : HDB0R100721_Dutch_text_100426.doc version : 10/04/26 Alvorens het uitvoeren van berekeningen „ De " MODE " toets gebruiken Druk op de [ MODE ] toets om: een menu weer te geven voor het bepalen van de werkingsmodus ( " 1: COMP ", " 2: STAT ", " 3: TABLE " ). COMP : Gebruik deze modus om algemene berekeningen, inclusief wetenschappelijke berekeningen uit te voeren. (dit is de standaardinstelling) STAT : Gebruik deze modus om statistische en regressieberekeningen met één en twee variabelen uit te voeren. TABLE : Gebruik deze modus om een gedefinieerde functie in een tabelvorm weer te geven. Laten we de modus " 2: STAT " als een voorbeeld nemen: Methode : Druk op [ MODE ] en toets vervolgens het nummer van de modus, in dit geval [ 2 ], in om rechtstreeks de gewenste modus te selecteren. „ De " SET UP " toetsen gebruiken Druk op [ 2nd ] [ SET UP ] om het menu weer te geven waar u het inen uitvoerformaat kunt instellen. In dit menu kunt u de hoekmodus, de numerieke notatie, de statistische instellingen of het contrast regelen. Het menu bestaat uit twee schermen die u kunt selecteren aan de hand van [ T ] en [ S ]. 1: 3: 5: 7: M thIO D eg G ra S ci MthIO : LineIO : Deg : Rad : Gra : Fix : Sci : Norm : ab/c : d/c : 2: 4: 6: 8: T LineIO R ad F ix N orm d c 1: ab/c 2: d/c 3: S TA T 4: D isp 5: _ C O N T ` c De wiskundige modus geeft invoer en uitvoer weer zoals in de schoolboeken. (dit is de standaardinstelling) De lineair modus geeft invoer en uitvoer weer op één regel De graden modus stelt de eenheid van de hoek in op graden (dit is de standaardinstelling). De radialen modus stelt de eenheid van de hoek in op radialen. De decimale graden modus stelt de eenheid van de hoek in op decimale graden. Vast aantal decimalen (0 tot 9) Wetenschappelijke notatie (0 tot 9) Norm specificeert het bereik (Norm1, Norm2) waarin de resultaten weergegeven worden in de exponentiële vorm of in de niet-exponentiële vorm (Norm1 is de standaardinstelling) ab/c geeft de breuk weer als een gemengd getal d/c geeft de breuk weer als een onechte breuk (dit is de standaardinstelling) D–5 File name : HDB0R100721_Dutch_text_100426.doc version : 10/04/26 STAT : STAT stelt het scherm van de statistische gegevensbewerking in om de kolom FREQ weer te geven of te verbergen Disp : Disp stelt de decimale komma in op een punt ( . ) of een komma ( , ) (punt is de standaardinstelling) : Contrastregeling WCONTX „ De wiskundige modus gebruiken Druk op [ 2nd ] [ SET UP ] [ 1 ] om de wiskundige modus te openen. In de wiskundige modus, kunnen de waarden voor functies, zoals 2 3 −1 y d , A b , log b, Abs, 10x, e X, √, 3 , a X , X , X , X , e c x ....ingevoerd en weergegeven worden op een wiskundige schrijfwijze. Standaard staat de SR-270X ingesteld in de wiskundige modus. Zie voorbeelden 1~2. „ De " 2nd " " ALPHA " toetsen gebruiken Wanneer u op de [ 2nd ] toets drukt, zal de " 2nd " indicator op het beeldscherm verschijnen om u te verwittigen dat u de tweede functie gaat selecteren van de volgende toets die u indrukt. Indien u per ongeluk op de [ 2nd ] toets drukt, druk dan nogmaals op de [ 2nd ] toets om de " 2nd " indicator te verwijderen. Wanneer u op de [ ALPHA ] toets drukt, zal de " A " indicator op het beeldscherm verschijnen om u te verwittigen dat u de alfabetische functie gaat selecteren van de volgende toets die u indrukt. Indien u per ongeluk op de [ ALPHA ] toets drukt, druk dan nogmaals op de [ ALPHA ] toets om de " A " indicator te verwijderen. „ Verbeteringen maken tijdens het intoetsen De verticaal knipperende cursor " " betekent dat de rekenmachine zich in de invoermodus bevindt. De horizontaal knipperende cursor " " betekent dat de rekenmachine zich in de overschrijfmodus bevindt. Standaard staat de rekenmachine ingesteld op de invoermodus. In het lineair formaat, kunt u op [ 2nd ] [ INS ] drukken om te schakelen tussen de twee modi; in het wiskundig formaat kunt u enkel de invoermodus gebruiken. In de invoermodus, zal het teken dat zich voor de cursor " " bevindt, gewist of ingevoegd worden door de [ DEL ] toets in te drukken of een nieuw teken in te voeren. In de overschrijfmodus, zal het karakter dat zich op de plaats van de cursor " " bevindt, gewist worden door de [ DEL ] toets in te drukken of vervangen worden door het nieuwe door u ingevoerde karakter. D–6 File name : HDB0R100721_Dutch_text_100426.doc version : 10/04/26 Om alle tekens te wissen, kunt u in beide modi gewoonweg op [ AC ] drukken. „ Foutieve invoer weergeven Wanneer er een ongeldige rekenkundige bewerking wordt uitgevoerd dan zal er een foutmelding ( Zie < Foutmeldingen > ) verschijnen en zal de cursor u tonen waar de fout is. Druk op [►] of [◄] om de cursor te verplaatsen en maak de nodige verbeteringen alvorens de bewerking opnieuw uit te voeren. Zie voorbeeld 3. „ De herhaalfunctie De herhaalfunctie (Replay) slaat bewerkingen op die het laatst uitgevoerd werden in de COMP modus. Nadat de bewerking is uitgevoerd kunt u op de [ T ] of [ S ] toets drukken om de bewerking vanaf het begin of het einde weer te geven. U kunt de cursor verder verplaatsen door op [ W ] of [ X] te drukken en zodoende kunt u vorige invoerstappen weergeven en waarden of opdrachten bewerken voor latere uitvoer. De bewerkingen in het geheugenregister worden gewist wanneer u de rekenmachine uitschakelt, op de [ ON ] toets drukt, het opnieuw instellen " reset " uitvoert, of het weergaveformaat of de bewerkingsmodus verandert. Wanneer het geheugen vol is zullen de oudste bewerking en automatisch gewist worden en vervangen worden door nieuwe. Zie voorbeeld 4. „ Berekeningen met het geheugen Geheugenvariabele De rekenmachine heeft zeven geheugenvariabelen voor herhaaldelijk gebruik -- A, B, C, D, M, X, Y. U kunt een werkelijk getal in de zeven geheugenvariabelen opslaan. Zie voorbeeld 5. • [ 2nd ] [ STO ] + [ A ] ~ [ D ], [ M ], [ X ] ~ [ Y ] slaat de waarden op in de variabelen. • [ RCL ] + [ A ] ~ [ D ], [ M ], [ X ] ~ [ Y ] vraagt de waarde van de variabele op. • [ 0 ] [ 2nd ] [ STO ] + [ A ] ~ [ D ], [ M ], [ X ] ~ [ Y ] verwijdert de inhoud van een opgegeven geheugenvariabele. • [ ALPHA ] + " geheugenvariabele " plaatst de toepasselijke variabelen in een bewerking. • [ 2nd ] [ CLR ] [ 2 ] [ = ] verwijdert alle variabelen. Actief geheugen U moet de volgende regels in acht nemen wanneer u het actief geheugen gebruikt. Zie voorbeeld 6. • Druk op [ M+ ] om een resultaat aan het actieve geheugen toe te voegen. De " M " indicator zal op het scherm verschijnen wanneer er een getal in het geheugen opgeslagen is. Druk op [ RCL ] [ M ] om de waarde in het actief geheugen op te vragen. D–7 File name : HDB0R100721_Dutch_text_100426.doc version : 10/04/26 • Het opvragen van de inhoud van het actief geheugen door op de toets [ RCL ] [ M ] te drukken, zal de inhoud van het actief geheugen niet beïnvloeden. • Het actief geheugen is niet beschikbaar in de statistische modus. • De geheugenvariabele M en het actief geheugen gebruiken hetzelfde geheugengebied. • Druk achtereenvolgens op [ 2nd ] [ STO ] [ M ] om de inhoud van het actief geheugen te vervangen door het weergegeven getal. • Druk achtereenvolgens op [ 0 ] [ 2nd ] [ STO ] [ M ] om de inhoud van het actief geheugen te wissen. (Opmerking) : U kunt niet alleen waarden opslaan door op de [ 2nd ] [ STO ] [ M ] toets te drukken, maar u kunt ook waarden toewijzen aan de geheugenvariabele M door op [ M+ ] te drukken. Wanneer u [ 2nd ] [ STO ] [ M ] gebruikt dan zal de huidige waarde die in de variabele M opgeslagen is, verwijderd en vervangen worden door de nieuwe toegewezen waarde. Wanneer u [ M+ ] gebruikt, dan zal de waarde toegevoegd worden aan de huidige som in het geheugen. „ Volgorde van de bewerkingen Elke berekening wordt van links naar rechts uitgevoerd in de volgende prioriteitsvolgorde: 1) 2) 4) 5) Uitdrukking tussen haakjes. Functies met haakjes: P R, R P –1 –1 –1 –1 sin, cos, tan, sin , cos , tan , sinh, cosh, tanh, sinh , –1 –1 cosh , tanh , X X log, ln, √, 3 , 10 , e , Abs, RND Functies die voorafgegaan worden door waarden, 2 3 –1 machtsverheffingen, power roots, bijvoorbeeld: x , x , x , x!, y X DMS, ° , r , g , x , ,% Breuken Negaties ( – ) 6) Statistische geschatte waardeberekeningen: x̂ , ŷ , x̂1 , x̂2 7) 8) nPr, nCr x, Bewerkingen met een weggelaten vermenigvuldigingsteken onmiddellijk voor π, e, een variabele, een functie met een haakjes, bijvoorbeeld: 3π, 5B, Asin(30) +, – 3) 9) „ Nauwkeurigheid en capaciteit Uitvoer: tot 10 cijfers Berekening: tot 16 cijfers In het algemeen wordt elke logische berekening weergegeven door een mantisse (het getal dat voor de exponent staat) met maximum D–8 File name : HDB0R100721_Dutch_text_100426.doc version : 10/04/26 10 cijfers of een mantisse met 10 cijfers plus een exponent met 2 ± 99 cijfers tot 10 . De ingevoerde getallen moeten zich bevinden in het bereik van de onderstaande functies: Functies sin x cos x tan x Invoerbereik x < 9 x 10 9 Rad : 0 ≦ x < 157079632.7 Grad : 0 ≦ x < 1 x 10 10 Deg : 0 ≦ Hetzelfde als sin x, uitgezonderd wanneer Deg : x = 90 (2n-1) π x = 2 (2n-1) Grad : x = 100 (2n-1) Rad : sin –1 x, cos –1 x tan –1 x 0 ≦ x ≦ 1 0 ≦ x < 1 x 10 100 sinh x, cosh x 0 ≦ x ≦ 230.2585092 tanh x 0 ≦ x < 1 x 10 100 sinh –1 x 0 ≦ x < 5 x 10 99 cosh –1 x tanh –1 x 1 ≦ x < 5 x 10 log x, ln x 10 x ex x x2 0 ≦ 99 x <1 0 < x < 1 x 10 100 –1 x 10 100 < x < 100 –1 x 10 100 < x ≦ 230.2585092 0 ≦ x < 1 x 10 100 x < 1 x 10 50 x3 x ≦ 2.15443469003 x 10 33 x -1 x <1 x 10 100, x≠0 3 x X! nPr nCr R P x < 1 x 10 100 0 ≦ x ≦ 69 ( x is een geheel getal) 0 ≦ r ≦ n, 0 ≦ n<1 x 10 10 (n,r zijn gehele getallen) 1 ≦ {n!/(n-r)!} <1 x 10 100 0 ≦ r ≦ n, 0 ≦ n < 1 x 10 10 (n,r zijn gehele getallen) 1≦n!/r!<1 x 10 100 of 1≦{n!/(n-r)!}<1 x 10 100 x , y < 1 x 10 100 100 x 2 + y 2 < 1 x 10 P R 0 ≦ r < 1 x 10 100 D–9 File name : HDB0R100721_Dutch_text_100426.doc version : 10/04/26 DMS eDMS θ: hetzelfde als sin x │D│, M, S < 1 x 10 100, 0 ≦ M, S x < 1 x 10 100 Decimale Q Sexagesimale conversies 0 … 0 ‫ ׀‬0 ‫≦ ׀׀‬ xy x y A b/c STAT „ x ≦ 9999999 … 59 ‫ ׀‬59 ‫׀ ׀‬ x > 0 : –1 x 10 100 < y log x < 100 x=0:y>0 x < 0 : y = n, m/(2n+1) (m, n zijn gehele getallen) maar –1 x 10 100 < y log ⏐x⏐ < 100 1 y > 0 : x ≠ 0, –1 x 10 100 < log y < 100 x y=0:x>0 y < 0 : x = 2n+1, (2n+1)/m (m≠0, m, n zijn gehele getallen) 1 maar –1 x 10 100 < log ⏐y⏐ < 100 x Het aantal cijfers van het geheel getal, teller en noemer mag niet meer dan 10 zijn (scheidingsteken inbegrepen) 1–VAR : a. n ≦ 80 regels (wanneer de kolom FREQ uitgeschakeld is (OFF)) b. n ≦ 40 regels (wanneer de kolom FREQ ingeschakeld is (ON)) 2–VAR : a. n ≦ 40 regels (wanneer de kolom FREQ uitgeschakeld is (OFF)) b. n ≦ 26 regels (wanneer de kolom FREQ ingeschakeld is (ON)) Foutmeldingen Een foutmelding zal op het beeldscherm verschijnen en verdere berekeningen zullen onmogelijk worden wanneer er zich één van de onderstaande situaties voordoet. Indicator Betekenis (1) U hebt geprobeerd een deling door 0 uit te Math ERROR voeren (2) Wanneer het toegelaten invoerbereik van de functieberekeningen het opgegeven bereik overschrijdt (3) Wanneer het resultaat van de functieberekeningen het opgegeven bereik overschrijdt. (4) Wanneer een opgegeven argument buiten het geldig bereik van de functie ligt. Syntax ERROR (1) Er werden invoerfouten gemaakt, bijvoorbeeld een foute syntaxis D – 10 File name : HDB0R100721_Dutch_text_100426.doc version : 10/04/26 (2) Wanneer onjuiste argumenten gebruikt worden in opdrachten of functies. Wanneer een berekeningsuitdrukking de capaciteit van de numerieke stapel of de operatorstapel overschrijdt. Wanneer in één enkele uitdrukking in de lineaire modus meer dan 25 niveaus van opeenvolgende haakjes [ ( ] gebruikt worden. Insufficient MEM Wanneer er onvoldoende geheugen is om gegevens op te slaan of berekeningen uit te Error voeren. Druk op [ W ] [ X ] om uw fout te corrigeren, druk op [ AC ] om uw berekening te annuleren, of druk gewoonweg op [ ON ] om de rekenmachine opnieuw aan te zetten. Stack ERROR Basisbewerkingen Gebruik COMP ( [ MODE ] 1 ( COMP ) ) modus voor basisbewerkingen. „ Rekenkundige bewerkingen Rekenkundige bewerkingen worden uitgevoerd door de toetsen in te drukken in dezelfde volgorde als de uitdrukking. Zie voorbeeld 7. Voor negatieve waarden, drukt u op [ (–) ] alvorens het invoeren van de waarde op; U kunt een getal in mantisse en de exponentiële vorm x invoeren aan de hand van de [ x10 ] toets. Zie voorbeeld 8. 10 Resultaten die groter zijn dan 10 of kleiner zijn dan 10 weergegeven in de exponentiële vorm. Zie voorbeeld 9. „ -9 worden Berekeningen met haakjes Bewerkingen binnen de haakjes worden altijd eerst uitgevoerd. De SR-270X kan in de wiskundige modus 24 en in de lineaire modus 25 niveaus van opeenvolgende haakjes in een enkele berekening verwerken. Gesloten haakjes die zich onmiddellijk na de bewerking van de [ ) ] toets bevinden, kunnen weggelaten worden, ongeacht hoeveel er vereist zijn. Zie voorbeeld 10. (Opmerking) : Een vermenigvuldigingsteken " x " dat zich onmiddellijk voor een open haakje bevindt kan weggelaten worden. Het correcte resultaat kan niet afgeleid worden door [ ( ] 2 [ + ] 3 [ ) ] x x [ x10 ] 2 in te voeren. U moet [ x ] invoeren tussen [ ) ] en [ x10 ] in voorbeeld 11. „ Procentberekening Druk op [ 2nd ] [ % ] om het getal op het beeldscherm te delen door 100. Gebruik deze knop om percentages, intresten, kortingen en percentageverhoudingen te berekenen. Zie voorbeelden 12~13. D – 11 File name : HDB0R100721_Dutch_text_100426.doc version : 10/04/26 „ Weergavenotaties De rekenmachine heeft de volgende weergavenotaties voor het weergeven van de waarden. Zie voorbeeld 14. Vaste komma notatie Om het aantal decimale plaatsen in te stellen, drukt u op [ 2nd ] [ SET UP ] [ 6 ] en toetst u een waarde in voor het aantal decimale plaatsen ( 0~9 ). De waarden worden afgerond op het ingestelde aantal decimale plaatsen. Wetenschappelijke notatie De wetenschappelijke notatie geeft getallen weer met één cijfer aan de linkerkant van het decimaal getal en de juiste macht van 10. Om de wetenschappelijke notatie te selecteren, drukt u op [ 2nd ] [ SET UP ] [ 7 ], en toetst u een waarde in (0~9) om het aantal decimale plaatsen te bepalen. De waarden worden afgerond op het ingestelde aantal decimale plaatsen. Norm notatie Druk op [ 2nd ] [ SET UP ] [ 8 ] en selecteer vervolgens Norm1 (de standaardinstelling) of Norm2 om het bereik te bepalen waarin het resultaat zal weergegeven worden in het niet-exponentieel formaat (binnen het bereik) of het exponentieel formaat (buiten het bereik). Norm1: Norm2: x < 10 -2, -9 x < 10 , x ≧10 10 x ≧10 10 Engineering notatie Door op [ ENG ] of [ 2nd ] [ eENG ] te drukken zal het weergegeven exponentgedeelte steeds een veelvoud van drie zijn. „ Antwoordfunctie De antwoordfunctie slaat het meest recente resultaat op. Het resultaat wordt zelfs bewaard wanneer u de rekenmachine afzet. Eens dat er een numerieke waarde of een numerieke uitdrukking ingevoerd wordt en u drukt op [ M+ ], [ 2nd ] [ M– ], [ RCL ], [ 2nd ] [ STO ] of [ = ], wordt het resultaat opgeslagen door deze functie. Zie voorbeeld 15. (Opmerking) : Zelfs wanneer de uitvoering van een berekening resulteert in een fout wordt de huidige waarde toch nog bewaard in het antwoordgeheugen. Wetenschappelijke functieberekeningen Gebruik COMP ( [ MODE ] 1 ( COMP ) ) modus voor wetenschappelijke berekeningen. „ Logaritmische en exponentiële functies De rekenmachine kan algemene en natuurlijke logaritmes en machtsverheffingen berekenen aan de hand van de toetsen [ log ], x x [ ln ], [log a b], [ 2nd ] [ 10 ], en [ 2nd ] [ e ]. Zie voorbeelden 16~17. D – 12 File name : HDB0R100721_Dutch_text_100426.doc version : 10/04/26 „ Bewerkingen met breuken Breuken worden als volgt op het beeldscherm voorgesteld: Onechte breuk Gemengd getal 12 5 Wiskundig formaat: Lineair formaat: 12 」5 56 5 12 56 」5 」12 (Opmerking) : Waarden worden automatisch in de decimale vorm weergegeven wanneer het totaal aantal cijfers van een breukwaarde ( geheel getal + teller + noemer + scheidingsteken) 10 overschrijdt. Om in de lineaire modus een gemengd getal in te voeren toetst u het geheel getal in, drukt u op [ d/e ], toetst u de teller in, drukt u op [ d/e ], en toetst u de noemer in; Om een onechte breuk in te voeren, toetst u de teller in, drukt u op [ d/e ], en toets u de noemer in. Zie voorbeeld 18. Wanneer u tijdens een bewerking met een breuk op de [ = ] toets drukt, zal de breuk zoveel mogelijk vereenvoudigd worden. Het standaard weergaveformaat van een breukresultaat is een onechte breuk. Door op [ 2nd ] [ A b/c_`d/e ] te drukken kunt u het weergaveformaat echter overschakelen naar een gemengd getal en omgekeerd. Om de weergave van het resultaat over te schakelen tussen een decimaal en een breuk, drukt u op [ F_`D ]. Zie voorbeeld 19. Berekeningen die zowel breuken als decimale getallen bevatten worden berekend in decimaal formaat. Zie voorbeeld 20. „ Hoekconversies De eenheid van de hoek (Deg, Rad, Grad) wordt ingesteld in het Setup menu door op [ 2nd ] [ SET UP ] te drukken. De resultaten zullen weergegeven worden overeenkomstig met uw instelling. De verhouding tussen de drie hoekeenheden is: 180 ° =πrad = 200 grad Hoekconversie: (Zie voorbeeld 21.): 1) Verander de standaard hoekinstelling (Deg) naar de eenheid waarnaar u wilt converteren. 2) Voer de waarde van de te converteren eenheid in. 3) Druk op [ 2nd ] [ DRGf] om het menu weer te geven. De eenheden die u kunt selecteren zijn ° (graden), r (radialen), g (decimale graden). 4) Selecteer de eenheid waarvan u wilt converteren, en druk op [ = ]. „ Sexagesimale ↔ decimale transformatie Met deze rekenmachine kunt u berekeningen uitvoeren met sexagesimale getallen (graden, minuten en seconden) en kunt u aan de hand van de toetsen [ DMS ] of [ 2nd ] [ eDMS ] getallen D – 13 File name : HDB0R100721_Dutch_text_100426.doc version : 10/04/26 converteren van de sexagesimale notatie naar de decimale notatie, en omgekeerd. Zie voorbeelden 22~23. De sexagesimale waarde wordt als volgt weergegeven: ‫׀‬ 125 … 45 30 „ ‫׀׀‬ Stelt 125 graden (D), 45 minuten (M) en 30 seconden (S) voor Trigonometrische / inverse trigonometrische functies De SR-270X is voorzien van de standaard trigonometrische functies –1 –1 en inverse trigonometrische functies: sin, cos, tan, sin , cos en –1 tan . Zie voorbeelden 24~26. (Opmerking) : Wanneer u deze toetsen gebruikt, moet u ervoor zorgen dat de rekenmachine ingesteld staat op de gewenste hoekeenheid. „ Hyperbolische / inverse hyperbolische functies De SR-270X gebruikt [ HYP ] om de hyperbolische en inverse –1 –1 –1 hyperbolische functies: sinh, cosh, tanh, sinh , cosh en tanh te berekenen. Druk op [ HYP ] om het menu weer te geven en selecteer vervolgens het overeenkomstige getal om de gewenste functie uit te voeren. Zie voorbeelden 27~28. (Opmerking) : Wanneer u deze toetsen gebruikt, moet u ervoor zorgen dat de rekenmachine ingesteld staat op de gewenste hoekeenheid. „ Coördinaattransformatie Rechthoekige coördinaten Polaire coördinaten x + y i = r (cosθ+ i sinθ) (Opmerking) : Wanneer u deze toetsen gebruikt, moet u ervoor zorgen dat de rekenmachine ingesteld staat op de gewenste hoekeenheid. Deze rekenmachine kan de conversie uitvoeren van rechthoekige coördinaten naar polaire coördinaten of omgekeerd door op [ 2nd ] [ P R ] en [ 2nd ] [ R P ] te drukken. Zie voorbeelden 29~30. „ Waarschijnlijkheid Deze rekenmachine is voorzien van de waarschijnlijkheidsfuncties (Zie voorbeelden 31~34.): D – 14 File name : HDB0R100721_Dutch_text_100426.doc version : 10/04/26 volgende [ nPr ] Berekent het aantal mogelijke permutaties van r uit n objecten. Berekent het aantal mogelijke combinaties van r uit n objecten. [x!] Berekent de faculteit van een opgegeven geheel getal n , waarbij n≦69. [ RANDM ] Genereert een willekeurig getal tussen 0.000 en 0.999. [ nCr ] „ Andere functies ( √, RND ) 3 , X , x-1, x2, x3, xy , Abs, Met de rekenmachine kunt u ook de volgende functies uitvoeren: -1 de inverse functie ( [ x ] ), vierkantswortel ( [ √ ] ), 3 machtswortel 2 ( [ 2nd ] [ 3 ] ), universele wortel ( [ 2nd ] [ X ] ), kwadraat ([ x ]), de 3 y 3 macht ( [ x ] ), en exponentiële ( [ x ] ) functies. Zie voorbeelden 35~39. Abs RND „ Genereert de absolute waarde van een reëel getal Genereert de afgeronde waarde van een gegeven getal Meervoudige uitdrukkingen (Multi-statement) Een meervoudige uitdrukking is een aantal individuele uitdrukkingen die aan elkaar gekoppeld zijn met op het scherm weergegeven resultaatopdrachten (:) voor opeenvolgende uitvoering. Wanneer de uitvoering het einde van de uitdrukking bereikt, gevolgd door (:), stopt de uitvoering en wordt het tussenresultaat met een " Disp " pictogram op het beeldscherm weergegeven. U kunt de uitvoering verder zetten door op [ = ] te drukken. Het " Disp " pictogram verdwijnt wanneer de laatste uidrukking uitgevoerd wordt. Zie voorbeeld 40. Statistische bewerkingen Gebruik de STAT ( [ MODE ] 2 ( STAT ) ) modus voor statistische bewerkingen. Wanneer u de STAT modus opent, kunt u in het STAT menu één van de acht onderstaande soorten statische bewerkingen selecteren: Statistieken met één enkel variabele 1: 1–VAR Statistieken met één enkele variabele Statistieken met gepaarde variabelen / regressie statistieken 2: A+BX Lineaire regressie Y = A + BX 2 2 3: _+CX Kwadratische regressie Y=A+BX+CX 4: ln X Logaritmische regressie Y = A + B lnX BX 5: e^X e exponentiële regressie Y=A•e X 6: A•B^X ab exponentiële regressie Y=A•B B 7: A•X^B Machtsregressie Y=A•X 8: 1/X Inverse regressie Y=A+B/X D – 15 File name : HDB0R100721_Dutch_text_100426.doc version : 10/04/26 „ Gegevens voor statistische analyse invoeren Alvorens de gegevens in te voeren, drukt u achtereenvolgens op [ 2nd ] [ SET UP ] [ T ] [ 3 ] om de Frequentie kolom in of uit te schakelen. Aan de hand van de de FREQ kolom kunt u het aantal keer dat éénzelfde waarde zich herhaalt invoeren. Zie voorbeeld 41. 1. 2. 3. 4. 5. In de STAT menu kiest u een soort statische bewerking. Er zijn twee formaten voor de gegevensbewerking (1–VAR of 2–VAR / regressiegegevens), afhankelijk van de geselecteerde soort. Voer een x -waarde in en druk [ = ]. Voer de frequentie ( FREQ ) van de x-waarde in (in de 1–VAR modus) of de overeenkomstige y-waarde ( in de 2–VAR modus ) en druk op [ = ]. Om meer gegevens in te voeren, repeat from step 3. Om de gegevensbewerking modus af te sluiten en de resultaatweergave modus te openen, drukt u eerst op [ AC ] en vervolgens op [ 2nd ] [ STATVAR ]. Nu zal het STATVAR menu weergegeven worden (zie de onderstaande tabel). „ De ingevoerde gegevens analyseren Eens dat u uw gegevens ingevoerd heeft, kunt u de functies in het STATVAR menu gebruiken door op [ 2nd ] [ STATVAR ] te drukken: STATVAR Menu 1: Type Betekenis Het menu Soort statische bewerking, zie de 8 soorten zoals voordien vermeld in het STAT menu Het scherm Gegevensbewerking Het submenu Opdrachten bewerken: [Ins],[Del-A] Het submenu Som Het submenu Statistische variabele 2: Data 3: Edit 4: Sum 5: Var 6: MinMax Het submenu Maximum/minimum 7: Reg (2-VAR) Het submenu Regressie Gebruik opties 1~3 om uw gegevens weer te geven of te veranderen. Gebruik opties 4~7 om de gewenste variabele voor het analyseren van uw gegevens te selecteren. De waarden van de statistische variabelen zijn afhankelijk van de ingevoerde gegevens. U kunt ze opvragen door op de toetsen te drukken die in de onderstaande tabel getoond worden. Statistische bewerkingen met één enkel variabele Variabelen Toetsen Betekenis 2 Σx 2 [4: Sum] [ 1 ] De som van alle x -waarden Σx [4: Sum] [ 2 ] De som van alle x-waarden n x [5: Var] [ 1 ] [5: Var] [ 2 ] Het aantal ingevoerde x-waarden Gemiddelde van de x-waarden xσn [5: Var] [ 3 ] Standaardafwijking van de populatie van de x-waarden D – 16 File name : HDB0R100721_Dutch_text_100426.doc version : 10/04/26 xσn-1 minX maxX [5: Var] [ 4 ] Standaardafwijking van de steekproef van de x-waarden [6: MinMax] [ 1 ] Minimum van x-waarde [6: MinMax] [ 2 ] Maximum van x-waarde Statistische bewerkingen met gepaarde variabelen / Regressieberekeningen Variabelen Toetsen Betekenis Σx Σy [4: Sum] [ 2 ] [4: Sum] [ 4 ] De som van alle x-waarden of y-waarden Σx 2 Σy 2 [4: Sum] [ 1 ] [4: Sum] [ 3 ] De som van alle x -waarden of y -waarden Σx 3 Σx 4 [4: Sum] [ 6 ] [4: Sum] [ 8 ] De som van alle x -waarden of x -waarden Σx y [4: Sum] [ 5 ] De som van ( x • y ) voor alle x-y paren Σx 2 y [4: Sum] [ 7 ] n x y [5: Var] [ 1 ] [5: Var] [ 2 ] [5: Var] [ 5 ] De som van ( x • y ) voor alle x-y paren Het aantal ingevoerde x-y paren Gemiddelde van de x-waarden of y-waarden xσn-1 yσn-1 [5: Var] [ 4 ] [5: Var] [ 7 ] Standaardafwijking van de steekproef van de x-waarden of y-waarden xσn yσn [5: Var] [ 3 ] [5: Var] [ 6 ] Standaardafwijking van de populatie van de x-waarden of y-waarden minX maxX minY maxY A [6: MinMax] [ 1 ] [6: MinMax] [ 2 ] [6: MinMax] [ 3 ] [6: MinMax] [ 4 ] [7: Reg] [ 1 ] Minimum van x-waarde Maximum van x-waarde Minimum van y-waarde Maximum van y-waarde Constante term A van de regressiecoëfficiënt B [7: Reg] [ 2 ] Regressiecoëfficiënt B 2 3 2 4 2 Voor niet- kwadratische regressie : r [7: Reg] [ 3 ] Correlatiecoëfficiënt r x̂ [7: Reg] [ 4 ] De geschatte waarde van x ŷ [7: Reg] [ 5 ] De geschatte waarde van y Enkel voor kwadratische regressie (_+CX2): C [7: Reg] [ 3 ] x̂1 [7: Reg] [ 4 ] Kwadratische coëfficiënt C van de regressiecoëfficiënt De geschatte waarde van x1 x̂ 2 [7: Reg] [ 5 ] De geschatte waarde van x2 D – 17 File name : HDB0R100721_Dutch_text_100426.doc version : 10/04/26 [7: Reg] [ 6 ] ŷ De geschatte waarde van y U kunt steeds nieuwe gegevens invoeren. Elke keer dat u op [ = ] drukt en nieuwe gegevens invoert, zal de rekenmachine automatisch de statistieken opnieuw berekenen. „ De gegevens bekijken of veranderen 1. Druk op [ 2nd ] [ STATVAR ] [ 2 ] om het bewerkingsscherm te openen. 2. Druk op [ T ] of [ S ] om doorheen alle ingevoerde gegevens te schuiven. 3. Om een ingevoerd gegeven te veranderen, geeft u het weer en voert u de nieuwe waarde in. De nieuwe waarde zal de oude waarde overschrijven. Druk op [ = ] om de verandering op te slaan. 4. Om een ingevoerd gegeven te verwijderen, plaatst u de cursor op de regel die u wenst te verwijderen en drukt u op [ DEL ]. 5. Om een nieuwe gegeven in te voegen, plaatst u de cursor op de regel waarboven u de nieuwe waarde wilt invoegen. Druk op [ 2nd ] [ STATVAR ] [ 3 ] en selecteer vervolgens [ 1 ] (Ins) om een nieuw leeg veld te creëren. Vul de nieuwe waarde in het leeg veld in en druk op [ = ]. 6. Om alle ingevoerde gegevens te verwijderen, drukt u op [ 2nd ] [ STATVAR ] [ 3 ] en selecteert u vervolgens [ 2 ] (Del-A) om alle gegevens op het bewerkingsscherm te wissen. (Opmerking) : Statistische gegevens en resultaten worden bewaard wanneer de rekenmachine uitgeschakeld is, maar worden gewist wanneer u de soort statische bewerking verandert, de FREQ instelling veranderd, of de gegevens wist aan de hand van de opdracht Del-A in het STATVAR menu. Functietabel Gebruik de TABLE ( [ MODE ] 3 ( TABLE ) ) modus voor het genereren van een functietabel. Met de modus TABLE kunt u een functie bepalen en het uitdrukken in een tabelvorm. Volg de onderstaande stappen om een functietabel op te stellen. (Zie voorbeeld 42.) 1. Druk op [ MODE ] [3] (TABLE) 2. Voer een functie in, en druk op [ = ] 3. Voer de start-, eind-, en stapwaarde van X in en druk vervolgens op [ = ] 4. Na stap 3, zal er een tabel gegenereerd worden met daarin elke invoer, X en de overeenkomstige uitvoer f(X). (Opmerking) : 1. Enkel de variabele X is beschikbaar voor gebruik in deze functie. 2. De door u opgegeven start-, eind-, en stapwaarde moet een tabel creëren die niet meer dan 30 X-waarden bevat. D – 18 File name : HDB0R100721_Dutch_text_100426.doc version : 10/04/26
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129

Citizen SR-270X Handleiding

Categorie
Rekenmachines
Type
Handleiding