Documenttranscriptie
Algemene inleiding ......................................... 3
Aan- en uitzetten ............................................ 3
De batterijen vervangen ................................. 3
Automatisch uitschakelen
(Auto Power-Off)............................................. 3
Het opnieuw instellen..................................... 3
Het contrast bijregelen ................................... 4
Het beeldscherm............................................. 4
Alvorens het uitvoeren van berekeningen ..... 5
De " MODE " toets gebruiken ......................... 5
De " SET UP " toetsen gebruiken ................... 5
De wiskundige modus gebruiken................... 6
De " 2nd " " ALPHA " toetsen gebruiken........ 6
Verbeteringen maken tijdens het
intoetsen ......................................................... 6
Foutieve invoer weergeven ............................ 7
De herhaalfunctie ........................................... 7
Berekeningen met het geheugen ................... 7
Volgorde van de bewerkingen ........................ 8
Nauwkeurigheid en capaciteit ........................ 8
Foutmeldingen.............................................. 10
Basisbewerkingen ........................................ 11
Rekenkundige bewerkingen ......................... 11
Berekeningen met haakjes ........................... 11
Procentberekening ....................................... 11
Weergavenotaties ......................................... 12
Antwoordfunctie ........................................... 12
Wetenschappelijke functieberekeningen..... 12
Logaritmische en exponentiële functies...... 12
Bewerkingen met breuken ........................... 13
Hoekconversies ............................................ 13
Sexagesimale ↔ decimale transformatie .... 13
Trigonometrische / inverse
trigonometrische functies ............................ 14
D–1
File name : HDB0R100721_Dutch_text_100426.doc
version : 10/04/26
Hyperbolische / inverse hyperbolische
functies ......................................................... 14
Coördinaattransformatie .............................. 14
Waarschijnlijkheid ........................................ 14
-1
2
Andere functies ( √, 3 , X , x , x ,
3
y
x , x , Abs, RND ) ......................................... 15
Meervoudige uitdrukkingen
(Multi-statement)........................................... 15
Statistische bewerkingen..............................15
Gegevens voor statistische analyse
invoeren ........................................................ 16
De ingevoerde gegevens analyseren ........... 16
De gegevens bekijken of veranderen ........... 18
Functietabel ...................................................18
D–2
File name : HDB0R100721_Dutch_text_100426.doc
version : 10/04/26
Algemene inleiding
Aan- en uitzetten
To turn the calculator on, press [ ON ]; To turn the calculator off,
press [ 2nd ] [ OFF ].
De batterijen vervangen
De SR-270X wordt gevoed door één knopbatterij (G13 of L1154) en
één zonnecel. Als het beeldscherm zwakker wordt en de gegevens
moeilijk leesbaar worden, moet u de batterij zo snel mogelijk
vervangen.
Het vervangen van de batterijen:
1) Draai de schroef los en verwijder het achterdeksel.
2) Verwijder de oude batterij en plaats de nieuwe batterij zoals
aangegeven wordt op het polariteitschema dat is aangebracht in
het batterijcompartiment en plaats vervolgens het achterdeksel
terug.
3) Na het vervangen van de batterij, dient u een fijn, puntig
voorwerp te gebruiken om de reset-knop, aan de achterkant van
de rekenmachine, in te drukken.
Automatisch uitschakelen (Auto Power-Off)
Deze rekenmachine schakelt automatisch uit na ongeveer 3~9
minuten zonder activiteit. Zet de rekenmachine opnieuw aan door op
de toets [ ON ] te drukken. Het beeldscherm, het geheugen en de
instellingen worden onthouden en zullen niet beïnvloed worden
wanneer de rekenmachine automatisch uitschakelt.
Het opnieuw instellen
Wanneer de rekenmachine tijdens de werking niet reageert of
ongewone resultaten vertoont, drukt u op [ 2nd ] [ CLR ]. Op het
beeldscherm zal nu een bericht verschijnen dat u vraagt of u al dan
niet de rekenmachine opnieuw wil instellen en de geheugeninhoud
wil wissen na het selecteren van [ 3 ].
C lear?
1: S etup 2:M em ory
3: A ll
[3 ]
R eset All?
[= ]
: Y es
[A C ]
: C ancel
Druk op [ = ] om alle variabelen, wachtende taken, statistische
gegevens, antwoorden, vorige invoer en geheugen te wissen. Om
het opnieuw instellen van de rekenmachine te annuleren, drukt u op
[ AC ].
Wanneer de rekenmachine geblokkeerd is en niet op
toetsaanslagen reageert, gebruik dan een fijn, puntig voorwerp om
de reset-knop, aan de achterkant van de rekenmachine, in te
drukken en deze situatie te verhelpen. Deze handeling zal alle
instellingen terugzetten naar de standaardinstellingen.
D–3
File name : HDB0R100721_Dutch_text_100426.doc
version : 10/04/26
Het contrast bijregelen
Druk op [ 2nd ] [ SET UP ] [ T ] [ 5 ] (WCONTX) en druk vervolgens
op [ W ] of [ X ] om het contrast te verlagen of te verhogen. Hou één
van beide toetsen ingedrukt om het beeldscherm donkerder of
lichter te maken. Na het voltooien van de instelling, drukt u op [ AC ]
om af te sluiten.
Het beeldscherm
Het beeldscherm bestaat uit de invoerregel, de resultaatregel, en de
indicators.
M at h
Invoerregel
D
c
Indicator
12369x7532 x1 0 32
9 . 31 6 3 30 8 x1039
Resultaatregel
Invoerregel De SR-270X kan ingevoerde getallen weergeven met
maximaal 99 cijfers. De ingevoerde getallen beginnen
aan de linkerkant; getallen met meer dan 15 cijfers
schuiven op naar links. Druk op [ X ] of [ W ] om de
cursor doorheen een ingevoerd getal te verplaatsen.
Wanneer u het 89ste cijfer van een berekening invoert
dan verandert de cursor van " " in " " om u te
informeren dat het geheugen bijna vol is. Indien u nog
meer wenst in te voeren, moet u uw berekening
opsplitsen in twee of meerdere delen.
Resultaatregel
Het beeldscherm kan een resultaat met 10 cijfers,
weergeven in decimale vorm, met een minteken, met
een " x10 " indicator en met een positieve of negatieve
exponent van 2 cijfers.
Indicators
De volgende indicators verschijnen
beeldscherm om de huidige status
rekenmachine aan te geven.
Indicator
2nd
A
M
STO
RCL
STAT
Math
DRG
FIX
SCI
TS
Disp
op het
van de
Betekenis
De tweede functietoets is actief.
De alfabetische toetsen zijn actief
Er is een getal in het geheugen opgeslagen
De modus voor het opslaan van een variabele is actief
De modus voor het opvragen van een variabele is actief
De statistische modus is actief
De wiskundige stijl is geselecteerd als invoer /
uitvoerformaat
Hoekmodus: Graden, Radialen, of Decimale graden
(Grad)
Het aantal decimalen dat getoond wordt staat vast
De wetenschappelijke notatie is actief
Er zijn vroegere of latere resultaten die weergegeven
kunnen worden
De weergegeven waarde is een tussenresultaat tijdens
het uitvoeren van functies met meerdere uitdrukkingen
D–4
File name : HDB0R100721_Dutch_text_100426.doc
version : 10/04/26
Alvorens het uitvoeren van berekeningen
De " MODE " toets gebruiken
Druk op de [ MODE ] toets om: een menu weer te geven voor het
bepalen van de werkingsmodus ( " 1: COMP ", " 2: STAT ", " 3:
TABLE " ).
COMP : Gebruik deze modus om algemene berekeningen,
inclusief wetenschappelijke berekeningen uit te voeren.
(dit is de standaardinstelling)
STAT :
Gebruik deze modus om statistische en
regressieberekeningen met één en twee variabelen
uit te voeren.
TABLE : Gebruik deze modus om een gedefinieerde functie in
een tabelvorm weer te geven.
Laten we de modus " 2: STAT " als een voorbeeld nemen:
Methode : Druk op [ MODE ] en toets vervolgens het nummer van
de modus, in dit geval [ 2 ], in om rechtstreeks de
gewenste modus te selecteren.
De " SET UP " toetsen gebruiken
Druk op [ 2nd ] [ SET UP ] om het menu weer te geven waar u het inen uitvoerformaat kunt instellen. In dit menu kunt u de hoekmodus,
de numerieke notatie, de statistische instellingen of het contrast
regelen. Het menu bestaat uit twee schermen die u kunt selecteren
aan de hand van [ T ] en [ S ].
1:
3:
5:
7:
M thIO
D eg
G ra
S ci
MthIO :
LineIO :
Deg :
Rad :
Gra :
Fix :
Sci :
Norm :
ab/c :
d/c :
2:
4:
6:
8:
T
LineIO
R ad
F ix
N orm
d
c
1: ab/c
2: d/c
3: S TA T 4: D isp
5: _ C O N T `
c
De wiskundige modus geeft invoer en uitvoer weer
zoals in de schoolboeken. (dit is de
standaardinstelling)
De lineair modus geeft invoer en uitvoer weer op één
regel
De graden modus stelt de eenheid van de hoek in op
graden (dit is de standaardinstelling).
De radialen modus stelt de eenheid van de hoek in
op radialen.
De decimale graden modus stelt de eenheid van de
hoek in op decimale graden.
Vast aantal decimalen (0 tot 9)
Wetenschappelijke notatie (0 tot 9)
Norm specificeert het bereik (Norm1, Norm2) waarin
de resultaten weergegeven worden in de
exponentiële vorm of in de niet-exponentiële vorm
(Norm1 is de standaardinstelling)
ab/c geeft de breuk weer als een gemengd getal
d/c geeft de breuk weer als een onechte breuk (dit is
de standaardinstelling)
D–5
File name : HDB0R100721_Dutch_text_100426.doc
version : 10/04/26
STAT :
STAT stelt het scherm van de statistische
gegevensbewerking in om de kolom FREQ weer te
geven of te verbergen
Disp :
Disp stelt de decimale komma in op een punt ( . ) of
een komma ( , ) (punt is de standaardinstelling)
:
Contrastregeling
WCONTX
De wiskundige modus gebruiken
Druk op [ 2nd ] [ SET UP ] [ 1 ] om de wiskundige modus te openen.
In de wiskundige modus, kunnen de waarden voor functies, zoals
2
3
−1
y
d , A b , log b, Abs, 10x, e X, √, 3 ,
a
X , X , X , X ,
e
c
x
....ingevoerd en weergegeven worden op een wiskundige
schrijfwijze. Standaard staat de SR-270X ingesteld in de wiskundige
modus. Zie voorbeelden 1~2.
De " 2nd " " ALPHA " toetsen gebruiken
Wanneer u op de [ 2nd ] toets drukt, zal de " 2nd " indicator op het
beeldscherm verschijnen om u te verwittigen dat u de tweede functie
gaat selecteren van de volgende toets die u indrukt. Indien u per
ongeluk op de [ 2nd ] toets drukt, druk dan nogmaals op de [ 2nd ]
toets om de " 2nd " indicator te verwijderen.
Wanneer u op de [ ALPHA ] toets drukt, zal de " A " indicator op het
beeldscherm verschijnen om u te verwittigen dat u de alfabetische
functie gaat selecteren van de volgende toets die u indrukt. Indien u
per ongeluk op de [ ALPHA ] toets drukt, druk dan nogmaals op de
[ ALPHA ] toets om de " A " indicator te verwijderen.
Verbeteringen maken tijdens het intoetsen
De verticaal knipperende cursor " " betekent dat de rekenmachine
zich in de invoermodus bevindt. De horizontaal knipperende cursor
" " betekent dat de rekenmachine zich in de overschrijfmodus
bevindt.
Standaard staat de rekenmachine ingesteld op de invoermodus. In
het lineair formaat, kunt u op [ 2nd ] [ INS ] drukken om te schakelen
tussen de twee modi; in het wiskundig formaat kunt u enkel de
invoermodus gebruiken.
In de invoermodus, zal het teken dat zich voor de cursor " " bevindt,
gewist of ingevoegd worden door de [ DEL ] toets in te drukken of
een nieuw teken in te voeren.
In de overschrijfmodus, zal het karakter dat zich op de plaats van de
cursor " " bevindt, gewist worden door de [ DEL ] toets in te
drukken of vervangen worden door het nieuwe door u ingevoerde
karakter.
D–6
File name : HDB0R100721_Dutch_text_100426.doc
version : 10/04/26
Om alle tekens te wissen, kunt u in beide modi gewoonweg op [ AC ]
drukken.
Foutieve invoer weergeven
Wanneer er een ongeldige rekenkundige bewerking wordt
uitgevoerd dan zal er een foutmelding ( Zie < Foutmeldingen > )
verschijnen en zal de cursor u tonen waar de fout is. Druk op [►] of
[◄] om de cursor te verplaatsen en maak de nodige verbeteringen
alvorens de bewerking opnieuw uit te voeren. Zie voorbeeld 3.
De herhaalfunctie
De herhaalfunctie (Replay) slaat bewerkingen op die het laatst
uitgevoerd werden in de COMP modus. Nadat de bewerking is
uitgevoerd kunt u op de [ T ] of [ S ] toets drukken om de bewerking
vanaf het begin of het einde weer te geven.
U kunt de cursor verder verplaatsen door op [ W ] of [ X] te drukken
en zodoende kunt u vorige invoerstappen weergeven en waarden of
opdrachten bewerken voor latere uitvoer.
De bewerkingen in het geheugenregister worden gewist wanneer u
de rekenmachine uitschakelt, op de [ ON ] toets drukt, het opnieuw
instellen " reset " uitvoert, of het weergaveformaat of de
bewerkingsmodus verandert.
Wanneer het geheugen vol is zullen de oudste bewerking en
automatisch gewist worden en vervangen worden door nieuwe. Zie
voorbeeld 4.
Berekeningen met het geheugen
Geheugenvariabele
De rekenmachine heeft zeven geheugenvariabelen voor
herhaaldelijk gebruik -- A, B, C, D, M, X, Y. U kunt een werkelijk
getal in de zeven geheugenvariabelen opslaan. Zie voorbeeld 5.
• [ 2nd ] [ STO ] + [ A ] ~ [ D ], [ M ], [ X ] ~ [ Y ] slaat de waarden op
in de variabelen.
• [ RCL ] + [ A ] ~ [ D ], [ M ], [ X ] ~ [ Y ] vraagt de waarde van de
variabele op.
• [ 0 ] [ 2nd ] [ STO ] + [ A ] ~ [ D ], [ M ], [ X ] ~ [ Y ] verwijdert de
inhoud van een opgegeven geheugenvariabele.
• [ ALPHA ] + " geheugenvariabele " plaatst de toepasselijke
variabelen in een bewerking.
• [ 2nd ] [ CLR ] [ 2 ] [ = ] verwijdert alle variabelen.
Actief geheugen
U moet de volgende regels in acht nemen wanneer u het actief
geheugen gebruikt. Zie voorbeeld 6.
• Druk op [ M+ ] om een resultaat aan het actieve geheugen toe te
voegen. De " M " indicator zal op het scherm verschijnen wanneer
er een getal in het geheugen opgeslagen is. Druk op [ RCL ] [ M ]
om de waarde in het actief geheugen op te vragen.
D–7
File name : HDB0R100721_Dutch_text_100426.doc
version : 10/04/26
• Het opvragen van de inhoud van het actief geheugen door op de
toets [ RCL ] [ M ] te drukken, zal de inhoud van het actief
geheugen niet beïnvloeden.
• Het actief geheugen is niet beschikbaar in de statistische modus.
• De geheugenvariabele M en het actief geheugen gebruiken
hetzelfde geheugengebied.
• Druk achtereenvolgens op [ 2nd ] [ STO ] [ M ] om de inhoud van
het actief geheugen te vervangen door het weergegeven getal.
• Druk achtereenvolgens op [ 0 ] [ 2nd ] [ STO ] [ M ] om de inhoud
van het actief geheugen te wissen.
(Opmerking) : U kunt niet alleen waarden opslaan door op de
[ 2nd ] [ STO ] [ M ] toets te drukken, maar u kunt
ook waarden toewijzen aan de geheugenvariabele
M door op [ M+ ] te drukken. Wanneer u [ 2nd ]
[ STO ] [ M ] gebruikt dan zal de huidige waarde
die in de variabele M opgeslagen is, verwijderd en
vervangen worden door de nieuwe toegewezen
waarde. Wanneer u [ M+ ] gebruikt, dan zal de
waarde toegevoegd worden aan de huidige som in
het geheugen.
Volgorde van de bewerkingen
Elke berekening wordt van links naar rechts uitgevoerd in de
volgende prioriteitsvolgorde:
1)
2)
4)
5)
Uitdrukking tussen haakjes.
Functies met haakjes:
P R, R P
–1
–1
–1
–1
sin, cos, tan, sin , cos , tan , sinh, cosh, tanh, sinh ,
–1
–1
cosh , tanh ,
X
X
log, ln, √, 3 , 10 , e , Abs, RND
Functies
die
voorafgegaan
worden
door
waarden,
2
3
–1
machtsverheffingen, power roots, bijvoorbeeld: x , x , x , x!,
y X
DMS, ° , r , g , x ,
,%
Breuken
Negaties ( – )
6)
Statistische geschatte waardeberekeningen: x̂ , ŷ , x̂1 , x̂2
7)
8)
nPr, nCr
x,
Bewerkingen met een weggelaten vermenigvuldigingsteken
onmiddellijk voor π, e, een variabele, een functie met een
haakjes, bijvoorbeeld: 3π, 5B, Asin(30)
+, –
3)
9)
Nauwkeurigheid en capaciteit
Uitvoer: tot 10 cijfers
Berekening: tot 16 cijfers
In het algemeen wordt elke logische berekening weergegeven door
een mantisse (het getal dat voor de exponent staat) met maximum
D–8
File name : HDB0R100721_Dutch_text_100426.doc
version : 10/04/26
10 cijfers of een mantisse met 10 cijfers plus een exponent met 2
± 99
cijfers tot 10
.
De ingevoerde getallen moeten zich bevinden in het bereik van de
onderstaande functies:
Functies
sin x
cos x
tan x
Invoerbereik
x < 9 x 10 9
Rad : 0 ≦ x < 157079632.7
Grad : 0 ≦ x < 1 x 10 10
Deg : 0 ≦
Hetzelfde als sin x, uitgezonderd wanneer
Deg :
x = 90 (2n-1)
π
x = 2 (2n-1)
Grad : x = 100 (2n-1)
Rad :
sin –1 x,
cos –1 x
tan –1 x
0 ≦
x ≦ 1
0 ≦
x < 1 x 10 100
sinh x, cosh x
0 ≦
x ≦ 230.2585092
tanh x
0 ≦
x < 1 x 10 100
sinh –1 x
0 ≦
x < 5 x 10 99
cosh –1 x
tanh –1 x
1 ≦ x < 5 x 10
log x, ln x
10 x
ex
x
x2
0 ≦
99
x <1
0 < x < 1 x 10 100
–1 x 10 100 < x < 100
–1 x 10 100 < x ≦ 230.2585092
0 ≦ x < 1 x 10 100
x < 1 x 10 50
x3
x ≦ 2.15443469003 x 10 33
x -1
x <1 x 10 100, x≠0
3
x
X!
nPr
nCr
R P
x < 1 x 10 100
0 ≦ x ≦ 69 ( x is een geheel getal)
0 ≦ r ≦ n, 0 ≦ n<1 x 10 10 (n,r zijn gehele
getallen)
1 ≦ {n!/(n-r)!} <1 x 10 100
0 ≦ r ≦ n, 0 ≦ n < 1 x 10 10 (n,r zijn
gehele getallen)
1≦n!/r!<1 x 10 100 of 1≦{n!/(n-r)!}<1 x 10 100
x ,
y < 1 x 10 100
100
x 2 + y 2 < 1 x 10
P R
0 ≦ r < 1 x 10 100
D–9
File name : HDB0R100721_Dutch_text_100426.doc
version : 10/04/26
DMS
eDMS
θ: hetzelfde als sin x
│D│, M, S < 1 x 10 100, 0 ≦ M, S
x < 1 x 10 100
Decimale Q Sexagesimale conversies
0
0 ׀0 ≦ ׀׀
xy
x
y
A b/c
STAT
x ≦ 9999999
59 ׀59 ׀ ׀
x > 0 : –1 x 10 100 < y log x < 100
x=0:y>0
x < 0 : y = n, m/(2n+1) (m, n zijn gehele
getallen)
maar –1 x 10 100 < y log ⏐x⏐ < 100
1
y > 0 : x ≠ 0, –1 x 10 100 <
log y < 100
x
y=0:x>0
y < 0 : x = 2n+1, (2n+1)/m (m≠0, m, n zijn
gehele getallen)
1
maar –1 x 10 100 <
log ⏐y⏐ < 100
x
Het aantal cijfers van het geheel getal, teller
en noemer mag niet meer dan 10 zijn
(scheidingsteken inbegrepen)
1–VAR :
a. n ≦ 80 regels (wanneer de kolom FREQ
uitgeschakeld is (OFF))
b. n ≦ 40 regels (wanneer de kolom FREQ
ingeschakeld is (ON))
2–VAR :
a. n ≦ 40 regels (wanneer de kolom FREQ
uitgeschakeld is (OFF))
b. n ≦ 26 regels (wanneer de kolom FREQ
ingeschakeld is (ON))
Foutmeldingen
Een foutmelding zal op het beeldscherm verschijnen en verdere
berekeningen zullen onmogelijk worden wanneer er zich één van de
onderstaande situaties voordoet.
Indicator
Betekenis
(1) U hebt geprobeerd een deling door 0 uit te
Math ERROR
voeren
(2) Wanneer het toegelaten invoerbereik van
de functieberekeningen het opgegeven
bereik overschrijdt
(3) Wanneer het resultaat van de
functieberekeningen het opgegeven bereik
overschrijdt.
(4) Wanneer een opgegeven argument buiten
het geldig bereik van de functie ligt.
Syntax ERROR (1) Er werden invoerfouten gemaakt,
bijvoorbeeld een foute syntaxis
D – 10
File name : HDB0R100721_Dutch_text_100426.doc
version : 10/04/26
(2) Wanneer onjuiste argumenten gebruikt
worden in opdrachten of functies.
Wanneer een berekeningsuitdrukking de
capaciteit van de numerieke stapel of de
operatorstapel overschrijdt.
Wanneer in één enkele uitdrukking in de
lineaire modus meer dan 25 niveaus van
opeenvolgende haakjes [ ( ] gebruikt worden.
Insufficient MEM Wanneer er onvoldoende geheugen is om
gegevens op te slaan of berekeningen uit te
Error
voeren.
Druk op [ W ] [ X ] om uw fout te corrigeren, druk op [ AC ] om uw
berekening te annuleren, of druk gewoonweg op [ ON ] om de
rekenmachine opnieuw aan te zetten.
Stack ERROR
Basisbewerkingen
Gebruik COMP ( [ MODE ] 1 ( COMP ) ) modus voor
basisbewerkingen.
Rekenkundige bewerkingen
Rekenkundige bewerkingen worden uitgevoerd door de toetsen in te
drukken in dezelfde volgorde als de uitdrukking. Zie voorbeeld 7.
Voor negatieve waarden, drukt u op [ (–) ] alvorens het invoeren van
de waarde op; U kunt een getal in mantisse en de exponentiële vorm
x
invoeren aan de hand van de [ x10 ] toets. Zie voorbeeld 8.
10
Resultaten die groter zijn dan 10 of kleiner zijn dan 10
weergegeven in de exponentiële vorm. Zie voorbeeld 9.
-9
worden
Berekeningen met haakjes
Bewerkingen binnen de haakjes worden altijd eerst uitgevoerd. De
SR-270X kan in de wiskundige modus 24 en in de lineaire modus 25
niveaus van opeenvolgende haakjes in een enkele berekening
verwerken.
Gesloten haakjes die zich onmiddellijk na de bewerking van de [ ) ]
toets bevinden, kunnen weggelaten worden, ongeacht hoeveel er
vereist zijn. Zie voorbeeld 10.
(Opmerking) : Een vermenigvuldigingsteken " x " dat zich
onmiddellijk voor een open haakje bevindt kan
weggelaten worden.
Het correcte resultaat kan niet afgeleid worden door [ ( ] 2 [ + ] 3 [ ) ]
x
x
[ x10 ] 2 in te voeren. U moet [ x ] invoeren tussen [ ) ] en [ x10 ] in
voorbeeld 11.
Procentberekening
Druk op [ 2nd ] [ % ] om het getal op het beeldscherm te delen door
100. Gebruik deze knop om percentages, intresten, kortingen en
percentageverhoudingen te berekenen. Zie voorbeelden 12~13.
D – 11
File name : HDB0R100721_Dutch_text_100426.doc
version : 10/04/26
Weergavenotaties
De rekenmachine heeft de volgende weergavenotaties voor het
weergeven van de waarden. Zie voorbeeld 14.
Vaste komma notatie
Om het aantal decimale plaatsen in te stellen, drukt u op [ 2nd ]
[ SET UP ] [ 6 ] en toetst u een waarde in voor het aantal decimale
plaatsen ( 0~9 ). De waarden worden afgerond op het ingestelde
aantal decimale plaatsen.
Wetenschappelijke notatie
De wetenschappelijke notatie geeft getallen weer met één cijfer aan
de linkerkant van het decimaal getal en de juiste macht van 10.
Om de wetenschappelijke notatie te selecteren, drukt u op [ 2nd ]
[ SET UP ] [ 7 ], en toetst u een waarde in (0~9) om het aantal
decimale plaatsen te bepalen. De waarden worden afgerond op het
ingestelde aantal decimale plaatsen.
Norm notatie
Druk op [ 2nd ] [ SET UP ] [ 8 ] en selecteer vervolgens Norm1 (de
standaardinstelling) of Norm2 om het bereik te bepalen waarin het
resultaat zal weergegeven worden in het niet-exponentieel formaat
(binnen het bereik) of het exponentieel formaat (buiten het bereik).
Norm1:
Norm2:
x < 10 -2,
-9
x < 10 ,
x ≧10 10
x ≧10 10
Engineering notatie
Door op [ ENG ] of [ 2nd ] [ eENG ] te drukken zal het weergegeven
exponentgedeelte steeds een veelvoud van drie zijn.
Antwoordfunctie
De antwoordfunctie slaat het meest recente resultaat op. Het
resultaat wordt zelfs bewaard wanneer u de rekenmachine afzet.
Eens dat er een numerieke waarde of een numerieke uitdrukking
ingevoerd wordt en u drukt op [ M+ ], [ 2nd ] [ M– ], [ RCL ], [ 2nd ]
[ STO ] of [ = ], wordt het resultaat opgeslagen door deze functie. Zie
voorbeeld 15.
(Opmerking) : Zelfs wanneer de uitvoering van een berekening
resulteert in een fout wordt de huidige waarde
toch nog bewaard in het antwoordgeheugen.
Wetenschappelijke functieberekeningen
Gebruik COMP ( [ MODE ] 1 ( COMP ) ) modus voor
wetenschappelijke berekeningen.
Logaritmische en exponentiële functies
De rekenmachine kan algemene en natuurlijke logaritmes en
machtsverheffingen berekenen aan de hand van de toetsen [ log ],
x
x
[ ln ], [log a b], [ 2nd ] [ 10 ], en [ 2nd ] [ e ]. Zie voorbeelden 16~17.
D – 12
File name : HDB0R100721_Dutch_text_100426.doc
version : 10/04/26
Bewerkingen met breuken
Breuken worden als volgt op het beeldscherm voorgesteld:
Onechte breuk
Gemengd getal
12
5
Wiskundig
formaat:
Lineair
formaat:
12 」5
56
5
12
56 」5 」12
(Opmerking) : Waarden worden automatisch in de decimale
vorm weergegeven wanneer het totaal aantal
cijfers van een breukwaarde ( geheel getal + teller
+ noemer + scheidingsteken) 10 overschrijdt.
Om in de lineaire modus een gemengd getal in te voeren toetst u het
geheel getal in, drukt u op [ d/e ], toetst u de teller in, drukt u op
[ d/e ], en toetst u de noemer in; Om een onechte breuk in te voeren,
toetst u de teller in, drukt u op [ d/e ], en toets u de noemer in. Zie
voorbeeld 18.
Wanneer u tijdens een bewerking met een breuk op de [ = ] toets
drukt, zal de breuk zoveel mogelijk vereenvoudigd worden. Het
standaard weergaveformaat van een breukresultaat is een onechte
breuk. Door op [ 2nd ] [ A b/c_`d/e ] te drukken kunt u het
weergaveformaat echter overschakelen naar een gemengd getal en
omgekeerd. Om de weergave van het resultaat over te schakelen
tussen een decimaal en een breuk, drukt u op [ F_`D ]. Zie
voorbeeld 19.
Berekeningen die zowel breuken als decimale getallen bevatten
worden berekend in decimaal formaat. Zie voorbeeld 20.
Hoekconversies
De eenheid van de hoek (Deg, Rad, Grad) wordt ingesteld in het
Setup menu door op [ 2nd ] [ SET UP ] te drukken. De resultaten
zullen weergegeven worden overeenkomstig met uw instelling.
De verhouding tussen de drie hoekeenheden is:
180 ° =πrad = 200 grad
Hoekconversie: (Zie voorbeeld 21.):
1) Verander de standaard hoekinstelling (Deg) naar de eenheid
waarnaar u wilt converteren.
2) Voer de waarde van de te converteren eenheid in.
3) Druk op [ 2nd ] [ DRGf] om het menu weer te geven. De
eenheden die u kunt selecteren zijn ° (graden), r (radialen), g
(decimale graden).
4) Selecteer de eenheid waarvan u wilt converteren, en druk op
[ = ].
Sexagesimale ↔ decimale transformatie
Met deze rekenmachine kunt u berekeningen uitvoeren met
sexagesimale getallen (graden, minuten en seconden) en kunt u
aan de hand van de toetsen [ DMS ] of [ 2nd ] [ eDMS ] getallen
D – 13
File name : HDB0R100721_Dutch_text_100426.doc
version : 10/04/26
converteren van de sexagesimale notatie naar de decimale notatie,
en omgekeerd. Zie voorbeelden 22~23.
De sexagesimale waarde wordt als volgt weergegeven:
׀
125
45 30
׀׀
Stelt 125 graden (D),
45 minuten (M) en 30 seconden (S)
voor
Trigonometrische / inverse trigonometrische
functies
De SR-270X is voorzien van de standaard trigonometrische functies
–1
–1
en inverse trigonometrische functies: sin, cos, tan, sin , cos en
–1
tan . Zie voorbeelden 24~26.
(Opmerking) : Wanneer u deze toetsen gebruikt, moet u ervoor
zorgen dat de rekenmachine ingesteld staat op de
gewenste hoekeenheid.
Hyperbolische / inverse hyperbolische functies
De SR-270X gebruikt [ HYP ] om de hyperbolische en inverse
–1
–1
–1
hyperbolische functies: sinh, cosh, tanh, sinh , cosh en tanh te
berekenen. Druk op [ HYP ] om het menu weer te geven en
selecteer vervolgens het overeenkomstige getal om de gewenste
functie uit te voeren. Zie voorbeelden 27~28.
(Opmerking) : Wanneer u deze toetsen gebruikt, moet u ervoor
zorgen dat de rekenmachine ingesteld staat op de
gewenste hoekeenheid.
Coördinaattransformatie
Rechthoekige coördinaten
Polaire coördinaten
x + y i = r (cosθ+ i sinθ)
(Opmerking) : Wanneer u deze toetsen gebruikt, moet u ervoor
zorgen dat de rekenmachine ingesteld staat op de
gewenste hoekeenheid.
Deze rekenmachine kan de conversie uitvoeren van rechthoekige
coördinaten naar polaire coördinaten of omgekeerd door op [ 2nd ]
[ P R ] en [ 2nd ] [ R P ] te drukken. Zie voorbeelden 29~30.
Waarschijnlijkheid
Deze
rekenmachine
is
voorzien
van
de
waarschijnlijkheidsfuncties (Zie voorbeelden 31~34.):
D – 14
File name : HDB0R100721_Dutch_text_100426.doc
version : 10/04/26
volgende
[ nPr ]
Berekent het aantal mogelijke permutaties van r uit n
objecten.
Berekent het aantal mogelijke combinaties van r uit n
objecten.
[x!]
Berekent de faculteit van een opgegeven geheel getal n ,
waarbij n≦69.
[ RANDM ] Genereert een willekeurig getal tussen 0.000 en 0.999.
[ nCr ]
Andere functies ( √,
RND )
3
,
X
, x-1, x2, x3, xy , Abs,
Met de rekenmachine kunt u ook de volgende functies uitvoeren:
-1
de
inverse functie ( [ x ] ), vierkantswortel ( [ √ ] ), 3 machtswortel
2
( [ 2nd ] [ 3 ] ), universele wortel ( [ 2nd ] [ X ] ), kwadraat ([ x ]),
de
3
y
3 macht ( [ x
] ), en exponentiële ( [ x ] ) functies. Zie
voorbeelden 35~39.
Abs
RND
Genereert de absolute waarde van een reëel getal
Genereert de afgeronde waarde van een gegeven getal
Meervoudige uitdrukkingen (Multi-statement)
Een meervoudige uitdrukking is een aantal individuele uitdrukkingen
die aan elkaar gekoppeld zijn met op het scherm weergegeven
resultaatopdrachten (:) voor opeenvolgende uitvoering. Wanneer de
uitvoering het einde van de uitdrukking bereikt, gevolgd door (:),
stopt de uitvoering en wordt het tussenresultaat met een " Disp "
pictogram op het beeldscherm weergegeven. U kunt de uitvoering
verder zetten door op [ = ] te drukken. Het " Disp " pictogram
verdwijnt wanneer de laatste uidrukking uitgevoerd wordt. Zie
voorbeeld 40.
Statistische bewerkingen
Gebruik de STAT ( [ MODE ] 2 ( STAT ) ) modus voor statistische
bewerkingen.
Wanneer u de STAT modus opent, kunt u in het STAT menu één
van de acht onderstaande soorten statische bewerkingen
selecteren:
Statistieken met één enkel variabele
1: 1–VAR
Statistieken met één enkele variabele
Statistieken met gepaarde variabelen / regressie statistieken
2: A+BX
Lineaire regressie
Y = A + BX
2
2
3: _+CX
Kwadratische regressie
Y=A+BX+CX
4: ln X
Logaritmische regressie
Y = A + B lnX
BX
5: e^X
e exponentiële regressie
Y=A•e
X
6: A•B^X
ab exponentiële regressie
Y=A•B
B
7: A•X^B
Machtsregressie
Y=A•X
8: 1/X
Inverse regressie
Y=A+B/X
D – 15
File name : HDB0R100721_Dutch_text_100426.doc
version : 10/04/26
Gegevens voor statistische analyse invoeren
Alvorens de gegevens in te voeren, drukt u achtereenvolgens op
[ 2nd ] [ SET UP ] [ T ] [ 3 ] om de Frequentie kolom in of uit te
schakelen. Aan de hand van de de FREQ kolom kunt u het aantal
keer dat éénzelfde waarde zich herhaalt invoeren. Zie voorbeeld 41.
1.
2.
3.
4.
5.
In de STAT menu kiest u een soort statische bewerking. Er zijn
twee formaten voor de gegevensbewerking (1–VAR of 2–VAR /
regressiegegevens), afhankelijk van de geselecteerde soort.
Voer een x -waarde in en druk [ = ].
Voer de frequentie ( FREQ ) van de x-waarde in (in de 1–VAR
modus) of de overeenkomstige y-waarde ( in de 2–VAR modus )
en druk op [ = ].
Om meer gegevens in te voeren, repeat from step 3.
Om de gegevensbewerking modus af te sluiten en de
resultaatweergave modus te openen, drukt u eerst op [ AC ] en
vervolgens op [ 2nd ] [ STATVAR ]. Nu zal het STATVAR menu
weergegeven worden (zie de onderstaande tabel).
De ingevoerde gegevens analyseren
Eens dat u uw gegevens ingevoerd heeft, kunt u de functies in het
STATVAR menu gebruiken door op [ 2nd ] [ STATVAR ] te drukken:
STATVAR Menu
1: Type
Betekenis
Het menu Soort statische bewerking, zie de 8
soorten zoals voordien vermeld in het STAT
menu
Het scherm Gegevensbewerking
Het submenu Opdrachten bewerken: [Ins],[Del-A]
Het submenu Som
Het submenu Statistische variabele
2: Data
3: Edit
4: Sum
5: Var
6: MinMax
Het submenu Maximum/minimum
7: Reg (2-VAR) Het submenu Regressie
Gebruik opties 1~3 om uw gegevens weer te geven of te veranderen.
Gebruik opties 4~7 om de gewenste variabele voor het analyseren
van uw gegevens te selecteren.
De waarden van de statistische variabelen zijn afhankelijk van de
ingevoerde gegevens. U kunt ze opvragen door op de toetsen te
drukken die in de onderstaande tabel getoond worden.
Statistische bewerkingen met één enkel variabele
Variabelen
Toetsen
Betekenis
2
Σx 2
[4: Sum] [ 1 ]
De som van alle x -waarden
Σx
[4: Sum] [ 2 ]
De som van alle x-waarden
n
x
[5: Var] [ 1 ]
[5: Var] [ 2 ]
Het aantal ingevoerde x-waarden
Gemiddelde van de x-waarden
xσn
[5: Var] [ 3 ]
Standaardafwijking van de populatie
van de x-waarden
D – 16
File name : HDB0R100721_Dutch_text_100426.doc
version : 10/04/26
xσn-1
minX
maxX
[5: Var] [ 4 ]
Standaardafwijking van de steekproef
van de x-waarden
[6: MinMax] [ 1 ] Minimum van x-waarde
[6: MinMax] [ 2 ] Maximum van x-waarde
Statistische bewerkingen met gepaarde variabelen /
Regressieberekeningen
Variabelen
Toetsen
Betekenis
Σx
Σy
[4: Sum] [ 2 ]
[4: Sum] [ 4 ]
De som van alle x-waarden of
y-waarden
Σx 2
Σy 2
[4: Sum] [ 1 ]
[4: Sum] [ 3 ]
De som van alle x -waarden of y
-waarden
Σx 3
Σx 4
[4: Sum] [ 6 ]
[4: Sum] [ 8 ]
De som van alle x -waarden of x
-waarden
Σx y
[4: Sum] [ 5 ]
De som van ( x • y ) voor alle x-y paren
Σx 2 y
[4: Sum] [ 7 ]
n
x
y
[5: Var] [ 1 ]
[5: Var] [ 2 ]
[5: Var] [ 5 ]
De som van ( x • y ) voor alle x-y
paren
Het aantal ingevoerde x-y paren
Gemiddelde van de x-waarden of
y-waarden
xσn-1
yσn-1
[5: Var] [ 4 ]
[5: Var] [ 7 ]
Standaardafwijking van de steekproef
van de x-waarden of y-waarden
xσn
yσn
[5: Var] [ 3 ]
[5: Var] [ 6 ]
Standaardafwijking van de populatie
van de x-waarden of y-waarden
minX
maxX
minY
maxY
A
[6: MinMax] [ 1 ]
[6: MinMax] [ 2 ]
[6: MinMax] [ 3 ]
[6: MinMax] [ 4 ]
[7: Reg] [ 1 ]
Minimum van x-waarde
Maximum van x-waarde
Minimum van y-waarde
Maximum van y-waarde
Constante term A van de
regressiecoëfficiënt
B
[7: Reg] [ 2 ]
Regressiecoëfficiënt B
2
3
2
4
2
Voor niet- kwadratische regressie :
r
[7: Reg] [ 3 ]
Correlatiecoëfficiënt r
x̂
[7: Reg] [ 4 ]
De geschatte waarde van x
ŷ
[7: Reg] [ 5 ]
De geschatte waarde van y
Enkel voor kwadratische regressie (_+CX2):
C
[7: Reg] [ 3 ]
x̂1
[7: Reg] [ 4 ]
Kwadratische coëfficiënt C van de
regressiecoëfficiënt
De geschatte waarde van x1
x̂ 2
[7: Reg] [ 5 ]
De geschatte waarde van x2
D – 17
File name : HDB0R100721_Dutch_text_100426.doc
version : 10/04/26
[7: Reg] [ 6 ]
ŷ
De geschatte waarde van y
U kunt steeds nieuwe gegevens invoeren. Elke keer dat u op [ = ]
drukt en nieuwe gegevens invoert, zal de rekenmachine
automatisch de statistieken opnieuw berekenen.
De gegevens bekijken of veranderen
1. Druk op [ 2nd ] [ STATVAR ] [ 2 ] om het bewerkingsscherm te
openen.
2. Druk op [ T ] of [ S ] om doorheen alle ingevoerde gegevens te
schuiven.
3. Om een ingevoerd gegeven te veranderen, geeft u het weer en
voert u de nieuwe waarde in. De nieuwe waarde zal de oude
waarde overschrijven. Druk op [ = ] om de verandering op te
slaan.
4. Om een ingevoerd gegeven te verwijderen, plaatst u de cursor
op de regel die u wenst te verwijderen en drukt u op [ DEL ].
5. Om een nieuwe gegeven in te voegen, plaatst u de cursor op
de regel waarboven u de nieuwe waarde wilt invoegen. Druk op
[ 2nd ] [ STATVAR ] [ 3 ] en selecteer vervolgens [ 1 ] (Ins) om
een nieuw leeg veld te creëren. Vul de nieuwe waarde in het
leeg veld in en druk op [ = ].
6. Om alle ingevoerde gegevens te verwijderen, drukt u op [ 2nd ]
[ STATVAR ] [ 3 ] en selecteert u vervolgens [ 2 ] (Del-A) om alle
gegevens op het bewerkingsscherm te wissen.
(Opmerking) : Statistische gegevens en resultaten worden
bewaard wanneer de rekenmachine uitgeschakeld
is, maar worden gewist wanneer u de soort
statische bewerking verandert, de FREQ instelling
veranderd, of de gegevens wist aan de hand van
de opdracht Del-A in het STATVAR menu.
Functietabel
Gebruik de TABLE ( [ MODE ] 3 ( TABLE ) ) modus voor het
genereren van een functietabel.
Met de modus TABLE kunt u een functie bepalen en het uitdrukken
in een tabelvorm. Volg de onderstaande stappen om een
functietabel op te stellen. (Zie voorbeeld 42.)
1. Druk op [ MODE ] [3] (TABLE)
2. Voer een functie in, en druk op [ = ]
3. Voer de start-, eind-, en stapwaarde van X in en druk vervolgens
op [ = ]
4. Na stap 3, zal er een tabel gegenereerd worden met daarin elke
invoer, X en de overeenkomstige uitvoer f(X).
(Opmerking) : 1. Enkel de variabele X is beschikbaar voor
gebruik in deze functie.
2. De door u opgegeven start-, eind-, en
stapwaarde moet een tabel creëren die niet meer
dan 30 X-waarden bevat.
D – 18
File name : HDB0R100721_Dutch_text_100426.doc
version : 10/04/26