Genius GEO 04 Handleiding

  • Hallo! Ik ben een AI-chatbot die speciaal is getraind om je te helpen met de Genius GEO 04 Handleiding. Ik heb het document al doorgenomen en kan je duidelijke en eenvoudige antwoorden geven.
56
NEDERLANDS NEDERLANDS
CE-VERKLARING VAN OVEREENSTEMMING
Fabrikant: GENIUS S.p.A.
Adres: Via Padre Elzi, 32 - 24050 - Grassobbio - BERGAMO - ITALIE
Verklaart dat: de elektronische apparatuur GEO 04
• voldoet aan de fundamentele veiligheidseisen van de volgende richtlijnen:
73/23/EEG en latere wijziging 93/68/EEG .
89/336/EEG en latere wijzigingen 92/31/EEG en 93/68/EEG
Aanvullende opmerking:
Dit product is getest in een gebruikelijke, homogene configuratie
(alle producten gebouwd door GENIUS S.p.A.).
Grassobbio, 01-06-2005
De President-directeur
D. Gianantoni
1) LET OP! Het is belangrijk voor de veiligheid dat deze hele instructie zorgvuldig wordt
opgevolgd. Een onjuiste installatie of foutief gebruik van het product kunnen ernstig
persoonlijk letsel veroorzaken.
2) Lees de instructies aandachtig door alvorens te beginnen met de installatie van het
product.
3) De verpakkingsmaterialen (plastic, polystyreen, enz.) mogen niet binnen het bereik van
kinderen worden gelaten, want zij vormen een mogelijke bron van gevaar.
4) Bewaar de instructies voor raadpleging in de toekomst.
5) Dit product is uitsluitend ontworpen en gebouwd voor het doel dat in deze
documentatie wordt aangegeven. Elk ander gebruik, dat niet uitdrukkelijk wordt
vermeld, zou het product kunnen beschadigen en/of een bron van gevaar kunnen
vormen.
6) GENIUS aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor schade die ontstaat uit
oneigenlijk gebruik of ander gebruik dan waarvoor het automatische systeem is
bedoeld.
7) Installeer het apparaat niet in een explosiegevaarlijke omgeving: de aanwezigheid
van ontvlambare gassen of dampen vormt een ernstig gevaar voor de veiligheid.
8) De mechanische bouwelementen moeten in overeenstemming zijn met de
bepalingen van de normen EN 12604 en EN 12605.
Voor niet-EEG landen moeten, om een goed veiligheidsniveau te bereiken, behalve
de nationale voorschriften ook de bovenstaande normen in acht worden genomen.
9) GENIUS is niet aansprakelijk als de regels der goede techniek niet in acht genomen
zijn bij de bouw van het sluitwerk dat gemotoriseerd moet worden, noch voor
vervormingen die zouden kunnen ontstaan bij het gebruik.
10) De installatie dient te geschieden in overeenstemming met de normen EN 12453 en
EN 12445.
Voor niet-EEG landen moeten, om een goed veiligheidsniveau te bereiken, behalve
de nationale voorschriften ook de bovenstaande normen in acht worden genomen.
11) Alvorens ingrepen te gaan verrichten op de installatie moet de elektrische voeding
worden weggenomen en moeten de batterijen worden afgekoppeld.
12) Zorg op het voedingsnet van het automatische systeem voor een meerpolige
schakelaar met een opening tussen de contacten van 3 mm of meer. Het wordt
geadviseerd een magnetothermische schakelaar van 6A te gebruiken met
meerpolige onderbreking.
13) Controleer of er bovenstrooms van de installatie een differentieelschakelaar is
geplaatst met een limiet van 0,03 A.
14) Controleer of de aardingsinstallatie vakkundig is aangelegd en sluit er de metalen
delen van het sluitsysteem op aan.
15) De veiligheidsvoorzieningen (norm EN 12978) maken het mogelijk eventuele
gevaarlijke gebieden te beschermen tegen Mechanische gevaren door beweging,
zoals bijvoorbeeld inklemming, meesleuren of amputatie.
16) Het wordt voor elke installatie geadviseerd minstens één lichtsignaal te gebruiken
(b.v. GUARD) alsook een waarschuwingsbord dat goed op de constructie van het
hang- en sluitwerk dient te worden bevestigd, afgezien nog van de voorzieningen
die genoemd zijn onder punt “15”.
17) GENIUS aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor wat betreft de veiligheid en
de goede werking van het automatische systeem, als er in de installatie gebruik
gemaakt wordt van componenten die niet door GENIUS zijn geproduceerd.
18) Gebruik voor het onderhoud uitsluitend originele GENIUS-onderdelen.
19) Verricht geen wijzigingen op componenten die deel uitmaken van het automatische
systeem.
20) De installateur dient alle informatie te verstrekken over de handbediening van het
systeem in noodgevallen, en moet de gebruiker van de installatie het bij het product
geleverde boekje met aanwijzingen overhandigen.
21) Sta het niet toe dat kinderen of volwassenen zich ophouden in de buurt van het
product terwijl dit in werking is.
22) Houd radio-afstandsbedieningen of alle andere impulsgevers buiten het bereik van
kinderen, om te voorkomen dat het automatische systeem onopzettelijk kan worden
aangedreven.
23) Men mag alleen passeren wanneer het automatische systeem helemaal
stilstaat
24) De gebruiker mag geen pogingen tot reparatie doen of directe ingrepen plegen, en
dient zich uitsluitend te wenden tot gekwalificeerd personeel.
25) Onderhoud: de werking van de installatie dient minstens eenmaal per half jaar te
worden gecontroleerd. Hierbij dient bijzondere aandacht te worden besteed aan de
veiligheidsvoorzieningen (inclusief, waar voorzien, de duwkracht van de aandrijving)
en de ontgrendelmechanismen.
26) Alles wat niet uitdrukkelijk in deze instructies wordt aangegeven, is niet toegestaan
WAARSCHUWINGEN VOOR DE INSTALLATEUR
ALGEMENE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
57
NEDERLANDSNEDERLANDS
ELEKTRONISCHE APPARATUUR GEO 04
DL DISPLAY VOOR SIGNALERING EN PROGRAMMERING
Led CONTROLELED STATUS INGANGEN
J1 LAAGSPANNINGSKLEMMENBORD
J2 CONNECTOR ONTVANGER
J6 KLEMMENBORD AANSLUITING MOTOREN EN WAARSCHUWINGSLAMP
J7 VOEDINGSKLEMMENBORD 230Vac
F1 ZEKERING MOTOREN EN PRIMAIRE WIKK. TRANSF. (F 5A)
F2 ZEKERING LAAGSPANNING EN ACCESSOIRES (T 800mA)
F PROGRAMMEERKNOP "F"
PROGRAMMEERKNOP "–"
+ PROGRAMMEERKNOP "+"
2.TECHNISCHE EIGENSCHAPPEN
4.ELEKTRISCHE AANSLUITINGEN
3.LAY-OUT EN COMPONENTEN
1. WAARSCHUWINGEN
Let op: alvorens werkzaamheden op de apparatuur te verrichten
(verbindingen, onderhoud) moet altijd eerst de elektrische voeding
worden weggenomen.
- Breng bovenstrooms van de installatie een magnetothermische
differentieelschakelaar met een geschikte inschakellimiet aan.
- Sluit de aardkabel aan op de daarvoor bestemde klem op de
connector J7 van de apparatuur (zie fig. 2).
- Houd de voedingskabels gescheiden van de bedienings- en
veiligheidskabels (sleutelschakelaar, ontvanger, fotocellen enz.).
Om elektrische storingen te vermijden dienen gescheiden hulzen
of afgeschermde kabels te worden gebruikt (met de afscherming
verbonden met de aarde).
Voedingsspanning V~ (+6% -10%) 230
Opgenomen vermogen (W) 10
Max. motorbelasting (W) 1000
Max. belasting accessoires (A) 0.5
Omgevingstemperatuur -20 °C +55 °C
Veiligheidszekeringen 2 (zie fig. 1)
Bedrijfslogica's: Automatisch / Automatisch “stap voor stap” / Halfautomatisch
/ Veiligheid / Halfautomatisch B / Dead man C / Halfautomatisch “stap voor
stap”
Werktijd Programmeerbaar (van 0 tot 4 min.)
Pauzetijd Programmeerbaar (van 0 tot 4 min.)
Duwkracht Regelbaar op 50 niveaus
Ingangen op klemmenbord: Open - Gedeeltelijk open - Veiligheden bij
opening - Veiligheden bij sluiting - Stop - Veiligheidslijst - Voeding +Aarde -
Eindschakelaars bij opening en sluiting - Encoder
Uitgangen op klemmenbord: Waarschuwingslamp - Motor - Voeding acces.
24 Vdc - Controlelampje 24 Vdc / Tijdsgeschakelde uitgang / Commando
elektroslot - Failsafe
Snelkoppeling
Connector voor 5 pins-ontvanger
Programmering 3 toetsen (+, -, F) en display, "basis" of "geavanceerde" mode
Programmeerbare functies basismode: Bedrijfslogica - Pauzetijd - Duwkracht -
Richting opening-sluiting
Programmeerbare functies geavanceerde mode: Koppelmoment - Remming -
Failsafe - Voorknipperfunctie - Controlelampje/Tijdsgeschakelde uitgang/
Commando elektroslot - Logica veiligheden bij opening en sluiting - Encoder/
Gevoeligheid beveiliging tegen inklemming - Verlangzamingen - Tijd
gedeeltelijke opening - Werktijd - Verzoek assistentie - Cyclusteller
Fig. 2
BLU
230 Vac
(max. 60W)
230Vac
50-60Hz
Nota bene: de condensator wordt bij de aandrijving geleverd.
GEHEEL
OPEN
GEDEELTELIJK
OPEN
STOP
Voor de aansluiting van
de fotocellen en de
veiligheidsvoorzieningen,
zie paragraaf 4.1.
EINDSCHAKELAAR
ENCODER
Fig. 1
F
F1
F2
J1
J2
J6
DL
+
Led
J7
58
NEDERLANDS NEDERLANDS
Aansluiting van een veiligheidsvoorziening bij sluiting en
een veiligheidsvoorziening bij opening
Fig. 6
Aansluiting zonder veiligheidsvoorzieningen
Fig. 5
Fig. 4
Aansluiting van twee rustcontacten in serie
(b.v.: fotocellen, stop, veiligheidslijst, enz.)
Aansluiting van een veiligheidslijst
Fig. 7
Fig. 8
Aansluiting van een paar fotocellen bij opening
Aansluiting van een paar fotocellen bij sluiting
Fig. 9
4.1. Aansluiting fotocellen en veiligheidsvoorzieningen
Alvorens de veiligheidsvoorzieningen en de fotocellen aan te
sluiten, is het nuttig het type werking te kiezen op basis van het
gebied dat ze moeten beschermen (zie het voorbeeld van fig.
3):
Veiligheden bij opening:
grijpen in als ze een obstakel detecteren
tijdens de opening van de deur. Zij veroorzaken
onmiddellijke sluiting of hervatting van de openende
beweging wanneer ze gedeactiveerd worden (zie de
programmering, par. 5.2.)
Veiligheden bij sluiting:
grijpen in als ze een obstakel detecteren
tijdens de sluitende beweging van de deur. Zij
veroorzaken de opening onmiddellijk of wanneer ze
gedeactiveerd worden (zie de programmering, par.
5.2.)
Veiligheden bij opening/sluiting:
grijpen in tijdens opening en
sluiting van de deur. Zij veroorzaken stopzetting en
hervatting van de beweging wanneer ze gedeactiveerd
worden.
Veiligheidslijsten:
grijpen in tijdens opening en sluiting van de
deur. Zij veroorzaken onmiddellijke omkering van de
beweging, en stopzetting na twee seconden.
Encoder:
Door gebruik te maken van de encoder kent de
apparatuur exact de positie van de deur tijdens de hele
beweging. Zodoende kunnen enkele functies, zoals de
gedeeltelijke opening en de verlangzamingen,
nauwkeuriger worden bestuurd (zie de geavanceerde
programmering, par. 5.2).
N.B. Als twee of meer veiligheidsvoorzieningen dezelfde functie
hebben (opening, sluiting, opening en sluiting, veiligheidslijst),
moeten de contacten onderling in serie worden geschakeld
(fig. 4).
Er moeten rustcontacten worden gebruikt.
N.B. Als er geen veiligheidsvoorzieningen worden gebruikt,
moeten de klemmen worden overbrugd zoals op fig. 5.
Hieronder staan de meest voorkomende aansluitschema's van
fotocellen en veiligheidsvoorzieningen (van fig. 6 tot en met fig.
13).
OPMERKING: de apparatuur GEO 04 kan elektromechanische
aandrijvingen voor sectionaaldeuren in de industriële sector
bedienen.
Fotocellen bij
sluiting
Fotocellen bij sluiting
Fotocellen bij
opening of
opening/sluiting
Fig. 3
Veiligheidslijst
59
NEDERLANDSNEDERLANDS
Fig. 14
Parallelle aansluiting van twee arbeidscontacten
(b.v.: Open A, Open B)
Aansluiting van een paar fotocellen bij sluiting en
een paar bij opening/sluiting
Fig. 13
Aansluiting van een paar fotocellen bij sluiting,
een paar bij opening en een paar bij opening/sluiting
Fig. 12
Aansluiting van een paar fotocellen bij opening,
een paar bij sluiting en een veiligheidslijst
Fig. 10
Fig. 11
Aansluiting van twee paar fotocellen bij sluiting en
twee veiligheidslijsten
60
NEDERLANDS NEDERLANDS
4.2. Klemmenbord J7 - Voeding (fig. 2)
VOEDING (klemmen PE-N-L):
PE: Aardaansluiting
N:Voeding (nulleiding)
L:Voeding (lijn)
Nota bene: voor een goede werking is het verplicht de kaart te
verbinden met de aardgeleider die in de installatie aanwezig
is. Zorg bovenstrooms van het systeem voor een goede
magnetothermische differentieelschakelaar.
4.3.
Klemmenbord J6 - Motoren en waarschuwingslamp (fig. 2)
MOTOR - (klemmen 17-18-19): aansluiting motor.
Zie paragraaf 4.7 voor de juiste aansluiting van de apparatuur
op de interfacekaart in de aandrijving.
LAMP - (klemmen 20-21): uitgang waarschuwingslamp
230Vac max 60W.
4.4. Klemmenbord J1 - Accessoires (fig. 2)
Zie de tabel van de logica's voor een gedetailleerde beschrijving
van de werking van de ingangen.
OPEN A - Commando "Totale opening" (klem 1): hiermee wordt
een willekeurige impulsgever bedoeld die door sluiting
van een contact het commando tot totale opening en/
of totale sluiting van de vleugel van de deur geeft.
Om meerdere impulsgevers voor totale opening te
installeren moeten de arbeidscontacten parallel worden
aangesloten (fig. 14).
OPEN B - Commando tot "Gedeeltelijke opening" of "Sluiting"
(klem 2): hiermee wordt een willekeurige impulsgever
bedoeld (sleutelschakelaar, detector, enz.) die door
sluiting van een contact het commando tot gedeeltelijke
opening en/of sluiting van de vleugel van de deur geeft.
Bij de logica's B en C geeft hij altijd het commando tot
sluiting van de deur.
Om meerdere impulsgevers voor gedeeltelijke opening
te installeren moeten de arbeidscontacten parallel
worden aangesloten (fig. 14).
FSW OP - Contact veiligheden bij opening (klem 3): de veiligheden
bij opening hebben tot taak het gebied waarin de vleugel
zich in de openingsfase beweegt, te beschermen. Bij de
logica's A-AP-S-E-EP keren de veiligheden tijdens de
openingsfase de beweging van de deur om, of stoppen en
hervatten de beweging wanneer ze gedeactiveerd
worden (zie de geavanceerde programmering in par. 5.2.).
Bij de logica's B en C onderbreken zij de beweging tijdens
de openingscyclus. Ze grijpen nooit in tijdens de
sluitingscyclus.
Als de veiligheden bij opening worden geactiveerd terwijl de
deur gesloten is, verhinderen zij de openende beweging.
Om meerdere veiligheidsvoorzieningen te installeren moeten
de rustcontacten in serie worden aangesloten (fig. 4).
Nota bene: als er geen veiligheidsvoorzieningen bij opening
worden aangesloten, moet een brug worden aangebracht
tussen de klemmen FSW OP en -TX FSW (fig. 5).
FSW CL - Contact veiligheden bij sluiting (klem 4): de veiligheden
bij sluiting hebben tot taak het gebied waarin de deur zich
in de sluitingsfase beweegt, te beschermen.Bij de logica's
A-AP-S-E-EP keren de veiligheden tijdens de sluitingsfase
de beweging van de deur om, of stoppen en keren ze de
beweging om wanneer ze gedeactiveerd worden (zie de
geavanceerde programmering in par. 5.2.). Bij de logica's
B en C onderbreken zij de beweging tijdens de
sluitingscyclus. Ze grijpen nooit in tijdens de openingscyclus.
Als de Veiligheden bij sluiting worden ingeschakeld terwijl
het hek open is, verhinderen zij de sluitende beweging.
Om meerdere veiligheidsvoorzieningen te installeren, moeten
de rustcontacten in serie worden aangesloten (fig. 4).
Nota bene: als er geen veiligheidsvoorzieningen bij sluiting
worden aangesloten, moet een brug worden gemaakt
tussen de klemmen FSW CL en -TX FSW (fig. 5).
STOP - STOP-contact (klem 5): hiermee wordt een willekeurige
voorziening (b.v. sleutelschakelaar) bedoeld die de
beweging van de deur laat stoppen bij opening van een
contact.
Om meerdere STOP-voorzieningen te installeren, moeten
de rustcontacten in serie worden aangesloten (fig. 4).
Nota bene: als er geen STOP-voorzieningen worden
aangesloten, moet een brug worden gemaakt tussen de
klemmen STOP en.
SAFE - Veiligheidscontact VEILIGHEIDSLIJST (klem 6): de
voorziening "veiligheidslijst" heeft tot taak het gebied waarin
de vleugel zich in de openings-/sluitingsfase beweegt, te
beschermen. Bij alle logica's keert de veiligheidsvoorziening
de beweging van de deur gedurende 2 seconden om,
zowel tijdens het openen als tijdens het sluiten. Als de
veiligheidsvoorziening nogmaals ingrijpt tijdens de 2
seconden omkering, stopt hij de beweging (STOP) zonder
een omkering uit te voeren.
Als de Veiligheidslijst wordt geactiveerd terwijl de deur gesloten
of open is, verhindert hij dat de duer kan bewegen.
Om meerdere veiligheidsvoorzieningen te installeren, moeten
de rustcontacten in serie worden aangesloten (fig. 4).
Nota bene: als er geen veiligheidsvoorzieningen
"veiligheidslijst" worden aangesloten, moet een brug
worden gemaakt tussen de klemmen SAFE en –. (fig. 5).
FC1 / FC2- Contacten van de eindschakelaar bij opening en
sluiting (klemmen 7 en 8): De eindschakelaars bij opening
en sluiting hebben tot taak het referentiepunt te bepalen
voor de stopzetting, voor het begin van de verlangzaming
(voor en na de eindschakelaar), of voor het remmen van
de aandrijving (zie de geavanceerde programmering, par.
5.2). De eindschakelaar moet een rustcontact hebben dat
moet worden verbonden tussen de ingang (FC1 of FC2) en
de klem - van de apparatuur (zie Fig. 2).
Zie paragraaf 4.7 voor de juiste aansluiting van de
eindschakelaars en van de motor.
ENCODER - Contact van de controlesensor van de motorrotatie
(klem 9): Deze ingang is bestemd voor aansluiting van de
encodersensor. De aanwezigheid van de encoder wordt
gesignaleerd, wanneer de motorvertraging in werking is,
door het knipperen van de led "ENC" op de kaart. Door
gebruik te maken van de encoder kent de apparatuur
exact de positie van de deur tijdens de hele beweging.
Zodoende kunnen enkele functies, zoals de gedeeltelijke
opening en de verlangzamingen, nauwkeuriger worden
bestuurd (zie de geavanceerde programmering, par.
5.2).
Negatieve voor voeding accessoires (klemmen 10, 11 en 12)
+ 24 Vdc - Positieve voor voeding accessoires (klemmen
13 en 14)
Let op: de maximale belasting van de accessoires is 500 mA.
Om de stroomopnamen te berekenen, zie de instructies
voor de afzonderlijke accessoires.
TX -FSW - Negatieve voor voeding fotocelzenders (klem15)
Door deze klem te gebruiken voor de aansluiting van de
negatieve voor voeding van de fotocelzenders, kan
eventueel de functie FAILSAFE worden gebruikt (zie
geavanceerde programmering, par. 5.2).
Als de functie wordt vrijgegeven controleert de
apparatuur de werking van de fotocellen vóór elke
openings- of sluitingscyclus.
W.L. - Voeding controlelampje/tijdsgeschakelde uitgang/
commando elektroslot (klem 16)
Verbind tussen deze klem en de +24V eventueel een
controlelampje (24 Vdc - 3 W max), of een besturingsrelais
(24 Vdc - 3 W max) als u hem wilt gebruiken als
tijdsgeschakelde uitgang of voor bediening van het
elektroslot (zie geavanceerde programmering, par. 5.2).
Om het systeem op de juiste manier te laten werken mag
het aangegeven vermogen
niet worden overschreden.
61
NEDERLANDSNEDERLANDS
Fig. 16
Fig. 15
4.5.
Aansluiting Kaarten Ontvangerkaar
Steek de Kaarten Ontvangerkaar in de kamconnector J2 (fig.
1) zoals aangegeven op fig. 15.
Voor de programmering van de decodeerkaarten volgt u de
afzonderlijke instructies.
4.7. Aansluiting van de aandrijving Mercury
Maak de verbindingen tussen de apparatuur GEO 04 en de
verbindingskaart die op de aandrijving gemonteerd is, volgens
het schema van afbeelding 19.
Een eventuele STOP-knop moet in serie geschakeld worden
met de verbinding tussen de ingang STOP van de GEO 04 en
SAFETY van de INTERFACE. Zie paragraaf 6.3. voor de
inbedrijfstelling.
62
NEDERLANDS NEDERLANDS
GEAVANC. PROGRAMMERING
F
+
+
Display Functie Default
BASISPROGRAMMERING
F
Display Functie Default
5. PROGRAMMERING
Om de werking van het automatische systeem te programmeren moet
de mode
"PROGRAMMERING"
worden opgeroepen.
De programmering bestaat uit twee delen:
BASISPROGRAMMERING
en
GEAVANCEERDE PROGRAMMERING
5.1. BASISPROGRAMMERING
De BASISPROGRAMMERING wordt opgeroepen met de drukknop F.
•door hem in te drukken (en ingedrukt te houden) laat het display de
naam van de eerste functie zien.
•als de knop wordt losgelaten, verschijnt de waarde van de functie
op het display; deze kan worden gewijzigd met de toetsen + en -.
•door opnieuw op F te drukken (en ingedrukt te houden) laat het
display de naam van de volgende functie zien, enz.
•aangekomen bij de laatste functie zult u de programmering verlaten
als u opnieuw op F drukt, en geeft het display de e status van de duer
opnieuw weer.
In de volgende tabel wordt de sequens van functies gegeven die
kunnen worden opgeroepen bij de BASISPROGRAMMERING:
5.2. GEAVANCEERDE PROGRAMMERING
Om toegang te krijgen tot de GEAVANCEERDE PROGRAMMERING moet
op de knop F worden gedrukt, en terwijl deze ingedrukt gehouden
wordt, op de knop +:
•als de knop + wordt losgelaten, verschijnt de naam van de eerste
functie op het display.
•als ook de knop F wordt losgelaten, verschijnt de waarde van de functie
op het display; deze kan worden gewijzigd met de toetsen + en -.
•door op de toets F te drukken (en hem ingedrukt te houden) verschijnt
de naam van de volgende functie; als hij wordt losgelaten verschijnt
de waarde die kan worden gewijzigd met de toetsen + en -.
•aangekomen bij de laatste functie zult u de programmering verlaten
als u opnieuw op F drukt, en hervat het display de weergave van
de status van de deur.
In de volgende tabel wordt de sequens van functies gegeven die
kunnen worden opgeroepen bij de GEAVANCEERDE PROGRAMMERING:
BEDRIJFSLOGICA'S (zie tab. 1/a - g):
= Automatisch
= Automatisch "stap voor stap"
= Automatisch "Veiligheid"
= Halfautomatisch
= Halfautomatisch "stap voor stap"
= Dead man
= Halfautomatisch "B"
PAUZETIJD:
heeft alleen effect als een automatische logica
is geselecteerd. Regelbaar van
tot
seconden in stappen van een seconde.
Vervolgens verandert de weergave in minuten
en tientallen seconden (gescheiden door een
punt) en wordt de tijd geregeld in stappen van
10 seconden, tot de maximumwaarde van
minuten.
B.v.: als het display
aangeeft, correspondeert
de pauzetijd met 2 min. en 50 sec.
KRACHT:
Regelt de duwkracht van de motor.
= minimum kracht
= maximumkracht
MAX. KOPPELMOMENT:
aan het begin van de beweging werkt de motor met
het maximale koppel (en houdt hierbij geen rekening
met de instelling van het koppel) . Nuttig voor zware
vleugels.
= Actief
= Uitgeschakeld
REMMING AAN EINDE:
wanneer de deur de eindschakelaar activeert bij
opening of sluiting, is het mogelijk een rembeweging
in te stellen om te garanderen dat de vleugel
onmiddellijk stilhoudt. Als er verlangzamingen
geselecteerd zijn, zal de remming aan het eind
hiervan beginnen.
Met de waarde
is de remming buiten werking.
De tijd kan worden ingesteld tussen
en
steps, in stappen van 0,01 seconden.
= remming uitgeschakeld
van tot = tijdsgeschakelde remming
FAIL SAFE:
als deze functie geactiveerd wordt, wordt vóór elke
beweging van het hek een bedrijfstest van de
fotocellen uitgevoerd. Als de test niet goed afloopt
(fotocellen buiten werking, gesignaleerd door de
waarde
op het display), begint de deur de
beweging niet.
= Actief
= Uitgeschakeld
VOORKNIPPERFUNCTIE (5 sec.):
hiermee kan de voorknipperfunctie voor het begin
van de beweging 5 sec. lang worden geactiveerd.
= Actief
= Uitgeschakeld
OPENINGSRICHTING:
geeft aan in welke richting de deur opengaat,
en maakt het mogelijk de aansluitingen op het
klemmenbord van de motor en van de
eindschakelaars niet te hoeven veranderen.
= standaard openingsbeweging
= omgekeerde openingsbeweging
STATUS VAN HET AUTOMATISCHE SYSTEEM:
Verlaten van de programmering, opslag van de
gegevens en terugkeer naar weergave van de
status van de deur.
= Gesloten
= Gaat open
= op "STOP"
= Open
= In pauze
= Ingreep door "FAIL SAFE"
= Gaat dicht
= Keert om
= ingreep fotocellen
Opmerking: de gewijzigde programmeringsparameters treden
onmiddellijk in werking, terwijl de definitieve opslag in het geheugen
pas plaatsvindt wanneer de programmering wordt afgesloten en
teruggekeerd wordt naar de weergave van de status van de
deur. Als de voeding naar de apparatuur wordt afgekoppeld
vóór terugkeer naar weergave van de status, gaan alle
aangebrachte wijzigingen verloren.
Om de default-instellingen van de programmering te herstellen
moet het klemmenbord J1 worden afgekoppeld, en moeten de
toetsen +, - en F gedurende 5 seconden tegelijkertijd worden
ingedrukt.
63
NEDERLANDSNEDERLANDS
Display Functie Default Display Functie Default
LOGICA FOTOCELLEN SLUITING:
selecteer de wijze waarop de fotocellen bij sluiting
ingrijpen.
Grijpen alleen in op de sluitende beweging:
blokkeren de beweging en keren hem om wanneer
ze gedeactiveerd worden, of keren hem
onmiddellijk om.
= Omkering bij deactivering
= Onmiddellijke omkering in opening
LOGICA FOTOCELLEN OPENING:
selecteer de wijze waarop de fotocellen bij opening
ingrijpen.
Grijpen alleen in op de openende beweging:
blokkeren de beweging en keren hem om wanneer
ze gedeactiveerd worden, of keren hem
onmiddellijk om.
= Onmiddellijke omkering in sluiting
= Omkering bij deactivering
GEDEELTELIJKE OPENING:
Het is mogelijk de breedte van de gedeeltelijke
opening van de vleugel te regelen.
De tijd kan worden ingesteld tussen
en
steps, in stappen van 1 seconde.
Als het gebruik van de encoder voorzien is, wordt de
regeling niet bepaald door de tijd maar door het
toerental van de motor, zodat een grotere
nauwkeurigheid van de gedeeltelijke opening wordt
bereikt.
WERKTIJD (time-out):
het is wenselijk een waarde van 5÷10 seconden meer
in te stellen dan de tijd die de deur nodig heeft om
van de eindschakelaar bij sluiting naar de
eindschakelaar bij opening te komen, en
omgekeerd.
Regelbaar van
tot seconden in stappen
van een seconde.
Vervolgens verandert de weergave in minuten en
tienden van seconden (gescheiden door een punt)
en wordt de tijd geregeld in stappen van 10 seconden,
tot de maximumwaarde van minuten.
B.v.: als het display
aangeeft, correspondeert
de werktijd met 2 min. en 50 sec.
VERZOEK ASSISTENTIE (in combinatie met de
volgende functie):
als deze functie geactiveerd wordt, zal de
voorknipperfunctie aan het einde van het aftellen
(dat kan worden ingesteld met de volgende functie
"Programmering cycli") bij elke Open-impuls
(verzoek om ingreep) gedurende 2 sec. werken. Dit
kan nuttig zijn voor het instellen van
geprogrammeerd onderhoud.
= Actief
= Uitgeschakeld
CONTROLELAMPJE:
door selectie van functioneert de uitgang
als standaard controlelampje (dat brandt bij
opening en pauze, knippert bij sluiting, uit is als
het hek gesloten is).
Verlichting: Andere cijfers corresponderen met
de tijdsgeschakelde activering van de uitgang,
die kan worden gebruikt (via een relais) om de
verlichting te voeden. De tijd kan worden
ingesteld van tot sec. met stappen van
1 sec., en van tot minuten met
stappen van 10 sec.
Commando elektroslot (door middel van relais):
Als vanuit instelling de toets - wordt
ingedrukt, wordt het commando voor het
elektroslot voor sluiting geactiveerd;
door opnieuw op - te drukken wordt het com-
mando voor het elektroslot voor sluiting en
opening geactiveerd.
= standaard controlelampje
van tot = tijdsgeschakelde uitgang.
= commando elektroslot vóór de
openingsbeweging
= commando elektroslot vóór de
openings- en sluitingsbeweging
ENCODER:
indien het gebruik van de encoder voorzien is, kan
de aanwezigheid ervan worden geselecteerd.
Als hij aanwezig en actief is, worden de
"verlangzamingen" en "gedeeltelijke opening" door
de encoder bestuurd (zie de desbetreffende
paragrafen).
Als de sensor niet aanwezig is, moet de parameter
op
worden gezet. Als de encoder aanwezig is,
moet de gevoeligheid van het systeem tegen
inklemming worden geregeld door de parameter in
te stellen tussen
(maximale gevoeligheid) en
(minimale gevoeligheid).
van
tot = encoder actief en regeling
gevoeligheid
= encoder uitgeschakeld
VERLANGZAMING vóór de eindschakelaar:
het is mogelijk de verlangzaming van de deur vóór
de ingreep van de eindschakelaars bij opening en
sluiting in te stellen.
De tijd kan worden ingesteld van
tot
met stappen van 0,04 sec.,
Als het gebruik van de encoder voorzien is, wordt de
regeling niet bepaald door de tijd maar door het
toerental van de motor, zodat een grotere
nauwkeurigheid van de verlangzaming wordt
bereikt.
= verlangzaming uitgeschakeld
van tot = verlangzaming actief
VERLANGZAMING na de eindschakelaar:
het is mogelijk de verlangzaming van de deur na de
ingreep van de eindschakelaars bij opening en
sluiting in te stellen.
De tijd kan worden ingesteld van
tot
met
stappen van 0,02 sec.,
Als het gebruik van de encoder voorzien is, wordt de
regeling niet bepaald door de tijd maar door het
toerental van de motor, zodat een grotere
nauwkeurigheid van de verlangzaming wordt
bereikt.
= verlangzaming uitgeschakeld
van
tot = verlangzaming actief
64
NEDERLANDS NEDERLANDS
Display Functie Default
PROGRAMMERING CYCLI:
hiermee kan het aftellen van het aantal door de
installatie verrichte bedrijfscycli worden ingesteld.
Instelbaar (in duizenden) van
tot duizend
cycli.
De weergegeven waarde wordt bijgewerkt
naarmate de cycli plaatsvinden.
De functie kan worden benut om het gebruik van de
kaart na te gaan of om gebruik te maken van de
functie "Verzoek om assistentie".
STATUS DEUR:
verlaten van de programmering en terugkeer
naar weergave van de status van de deur (zie
par. 5.1).
Nota bene:
•De conditie van de leds als de deur gesloten en in ruststand is,
zijn vet gedrukt.
•Als er geen encodersensor is, blijft de led ENC altijd uit.
•Als de omgekeerde openingsrichting wordt gekozen (zie Par.
5.1), is ook de werking van de eindschakelaars omgekeerd. In
gesloten toestand is dus eindschakelaar FC1 ingeschakeld (Led
uit).
6.3. Installatie met aandrijving Mercury
Nadat de aansluitingen tussen de apparatuur GEO 04 en de
interfacekaart in de aandrijving zijn gemaakt en de
eindschakelaarplaatjes geregeld zijn (zie de instructies van de
aandrijving), moet de openingsrichting van de eindschakelaars als
volgt worden gecontroleerd:
•Koppel de voeding naar de installatie af.
•Ontgrendel de aandrijving en open de deur gedeeltelijk.
•Vergrendel de aandrijving, geef de installatie weer voeding en
geef een commando voor opening. Als de deur een sluitende
beweging begint, moet de openingsrichting worden veranderd
(zie par. 5.1). Nadat de verandering is aangebracht gaat u terug
naar weergave van de status van het automatische systeem, en
koppelt u de voeding naar de apparatuur af en weer aan.
OPMERKING-
Voor de optimale installatie van de apparatuur GEO
04 met de aandrijving voor sectionaaldeuren Mercury moet op de
volgende aspecten worden gelet:
VERLANGZAMING BIJ OPENING:
de snelheidsmindering van de
aandrijving tijdens de verlangzamingsfase heeft ook tot gevolg dat
de kracht die zij kan afgeven afneemt. Als de deur niet gebalanceerd
is, kan het gebeuren dat de Mercury niet in staat is de verlangzaming
uit te voeren aan het einde van de opening (de deur heeft sterk de
neiging weer dicht te gaan) of de sluiting (de deur heeft sterk de
neiging weer opening te gaan), omdat de afgegeven kracht
onvoldoende is om het onevenwicht te overwinnen. In dat geval
moet de waarde van de verlangzamingen voor en na de
eindschakelaars beslist op 0 worden ingesteld (zie de geavanceerde
programmering in par. 5.2), aangezien een andere waarde tot
gevolg zou hebben dat de eindschakelaar niet wordt bereikt of dat
de beweging wordt omgekeerd na een ingreep van de beveiliging
tegen inklemming.
BEVEILIGING TEGEN INKLEMMING TIJDENS DE SLUITING:
hoewel
de aandrijving Mercury is voorzien van een encodersensor, biedt hij
geen intrinsieke garantie voor deze beveiliging, aangezien hij niet
rechtstreeks op de deur wordt toegepast maar op de kabelas werkt.
Het kan dus zijn dat de eventuele aanwezigheid van een obstakel
tijdens de sluiting niet wordt gedetecteerd met de ENCODER-sensor.
Hierom wordt het geadviseerd, in de zin van de geldende
voorschriften, voor een goede bescherming van de onderkant van
de deur te zorgen.
7. AFSLUITENDE HANDELINGEN
Voer aan het einde van de programmering enkele complete cycli uit
om na te gaan of het automatische systeem en de hiermee verbonden
accessoires correct functioneren, en let in het bijzonder op de
veiligheidsvoorzieningen, de regelingen van de duwkracht van de
aandrijving en van de beveiliging tegen inklemming (encodersensor).
LEDS BRANDT UIT
OP-A commando geactiveerd commando non-actief
OP-B commando geactiveerd commando non-actief
FC1 eindschakelaar vrij
eindschakelaar ingeschakeld
FC2 eindschakelaar vrij
eindschakelaar ingeschakeld
FW OP veiligheden gedeactiveerd veiligheden geactiveerd
FW CL veiligheden gedeactiveerd veiligheden geactiveerd
STOP commando non-actief commando geactiveerd
SAFE veiligheden gedeactiveerd veiligheden geactiveerd
ENC knippert als de motor draait
6. INBEDRIJFSTELLING
6.1. CONTROLE VAN DE INGANGEN
In de onderstaande tabel wordt de status van de leds gegeven
in relatie tot de status van de ingangen.
Let erop dat:
L
ED
BRANDT
= contact gesloten
L
ED
UIT
= contact open
Controleer de status van de signaleringsleds aan de hand van
de tabel.
Werking statussignaleringsleds
65
NEDERLANDSNEDERLANDS
GEBLOKKEERD
Tab. 1/c
LOGICA "S"
IMPULSEN
GESLOTEN
STATUS DEUR
OPEN-A
OPEN-B
STOP
VEILIGHEDEN OPENING
VEILIGHEDEN SLUITING
VEILIGHEID OP/SL.
Opent de vleugels en sluit weer
na de pauzetijd
Opent de vleugel voor de gedeeltelijke
openingstijd en sluit hem weer na de pauzetijd
Geen effect (OPEN onderdrukt)
Geen effect
Geen effect (OPEN onderdrukt)
GEOPEND in PAUZE
Sluit de vleugel onmiddellijk weer (3)
Geen effect (bij gedeelt. opening, OPEN A onderdrukt)
Bij deact. sluit hij na 5" (OPEN onderdrukt)
GAAT DICHT
Opent de vleugel onmiddellijk weer
Geen effect (slaat OPEN in het geheugen op) zie paragraaf 5.2
Blokkeert en bij deactivering keert hij om en gaat hij open
GAAT OPEN
Sluit de vleugel onmiddellijk weer (3)
Blokkeert
de werking
zie paragraaf 5.2
Geen effect (slaat OPEN in het geheugen op)
Blokkeert en bij deactivering blijft hij opengaan
Sluit de vleugel (3)
Geen effect (OPEN onderdrukt)
Geen effect
Geen effect (OPEN onderdrukt)
VEILIGHEIDSLIJST
Begint de pauzetijd (1) weer OPEN onderdrukt
Keert om in opening gedurende 2" (2)
Keert om in sluiting gedurende 2" (2)
Tab. 1/a
LOGICA "A"
IMPULSEN
STATUS DEUR
OPEN-A
VEILIGHEID OP/SL.VEILIGHEDEN SLUITINGVEILIGHEDEN OPENING
STOP
VEILIGHEIDSLIJST
Opent de vleugel, en sluit weer
na de pauzetijd (1)
Opent de vleugel voor de gedeeltelijke openingstijd en
sluit hem weer na de pauzetijd (1)
GEOPEND in
PAUZE
Begint de pauzetijd (1) (3) weer
OPEN-B
Geen effect (bij gedeelt. opening, OPEN A onderdrukt)
Begint de pauzetijd (1) weer (OPEN onderdrukt)
Begint de pauzetijd (1) weer OPEN onderdrukt
GESLOTEN
Geen effect
Geen effect (OPEN onderdrukt)
GAAT DICHT
Opent de vleugel onmiddellijk weer (1)
zie paragraaf 5.2 Keert om in opening gedurende 2" (2)
GAAT OPEN
Geen effect (1) (3)
zie paragraaf 5.2
Geen effect
Blokkeert en bij deactivering blijft hij opengaan
Keert om in sluiting gedurende 2" (2)
Blokkeert
de werking
GEBLOKKEERD
Sluit de vleugel (3)
Geen effect (OPEN onderdrukt)
Geen effect Geen effect (OPEN onderdrukt)
Geen effect (OPEN onderdrukt)
Blokkeert en bij deactivering keert hij om en gaat hij open
Geen effect (slaat OPEN in het geheugen op)
Tab. 1/d
LOGICA "E"
IMPULSEN
STATUS DEUR
OPEN-A
OPEN-B
STOP
VEILIGHEDEN OPENING
VEILIGHEDEN SLUITING
VEILIGHEID OP/SL.
GESLOTEN
Opent de vleugel
Opent de vleugel gedurende de tijd voor gedeeltelijke
opening
Geen effect (OPEN onderdrukt)
Geen effect
Geen effect (OPEN onderdrukt)
OPEN
Sluit de vleugel onmiddellijk weer (3)
Geen effect (OPEN onderdrukt)
Geen effect (bij gedeelt. opening, OPEN A onderdrukt)
GAAT DICHT
Opent de vleugel onmiddellijk weer Geen effect (slaat OPEN in het geheugen op)
zie paragraaf 5.2
GAAT OPEN
Blokkeert de werking (3) zie paragraaf 5.2
Geen effect
Blokkeert en bij deactivering blijft hij opengaan
Blokkeert
de werking
GEBLOKKEERD
Sluit de vleugel
(als de veiligheden bij sluiting geactiveerd zijn, gaat hij open bij de 2e impuls) (3)
Geen effect (OPEN onderdrukt) Geen effect Geen effect (OPEN onderdrukt)
VEILIGHEIDSLIJST
Keert om in opening gedurende 2" (2)
Keert om in sluiting gedurende 2" (2)
Blokkeert en bij deactivering keert hij om en gaat hij open
Tab. 1/b
LOGICA "AP"
IMPULSEN
STATUS DEUR
OPEN-A
VEILIGHEID OP/SL.VEILIGHEDEN SLUITINGVEILIGHEDEN OPENING
STOP
VEILIGHEIDSLIJST
Opent de vleugel, en sluit weer
na de pauzetijd
Opent de vleugel voor de gedeeltelijke openingstijd
en sluit hem weer na de pauzetijd
GEOPEND in
PAUZE
OPEN-B
Geen effect (bij gedeelt. opening, OPEN A onderdrukt)
Begint de pauzetijd weer (OPEN onderdrukt)
Begint de pauzetijd weer - OPEN onderdrukt
GESLOTEN
Geen effect
Geen effect (OPEN onderdrukt)
GAAT DICHT
Opent de vleugel onmiddellijk weer
zie paragraaf 5.2
Keert om in opening gedurende 2" (2)
GAAT OPEN
Blokkeert de werking (3)
zie paragraaf 5.2
Geen effect
Blokkeert en bij deactivering blijft hij opengaan
Keert om in sluiting gedurende 2" (2)
Blokkeert
de werking
GEBLOKKEERD
Sluit de vleugel (als de veiligheden bij sluiting geactiveerd zijn, gaat hij open bij de 2e impuls) (3)
Geen effect (OPEN onderdrukt)
Geen effect
Geen effect (OPEN onderdrukt)
Geen effect (OPEN onderdrukt)
Blokkeert en bij deactivering keert hij om en gaat hij open
Geen effect (slaat OPEN in het geheugen op)
Blokkeert de werking (3)
Begint de pauzetijd (1) (3) weer
Begint de pauzetijd (3) weer - OPEN onderdrukt
Bij deact. sluit hij na 5" (OPEN onderdrukt) (3)
Geen effect (OPEN onderdrukt) (3)
66
NEDERLANDS NEDERLANDS
(1) Indien hij ingedrukt gehouden wordt, houdt de pauze aan totdat het commando gedeactiveerd wordt (timerfunctie).
(2) Bij een nieuwe impuls binnen twee seconden omkering wordt de werking onmiddellijk geblokkeerd.
(3) Tijdens de cyclus voor gedeeltelijke opening veroorzaakt een impuls OPEN A volledige opening.
NOTA BENE: Tussen haakjes de effecten op de andere ingangen wanneer de impuls actief is.
Tab. 1/g
GESLOTEN
OPEN
GAAT DICHT
Geen effect
(OPEN-A/B onderdrukt)
Opent de vleugel
GEBLOKKEERD
GAAT OPEN
Geen effect
LOGICA "B"
STATUS DEUR
OPEN-A (opening)
Geen effect
(OPEN-A onderdrukt)
Geen effect (OPEN-B onderdrukt)
Geen effect
(OPEN-A onderdrukt)
VEILIGHEID OP/SL.VEILIGHEDEN SLUITINGVEILIGHEDEN OPENING
STOP
OPEN-B (sluiting)
Blokkeert de werking
(OPEN-A/B onderdrukt)
Geen effect
Opent de vleugel
Geen effect
keert om in opening
Geen effect
Blokkeert de werking
(OPEN-A onderdrukt)
Geen effect
(OPEN-B onderdrukt)
Geen effect
(OPEN-A/B onderdrukt)
Sluit de vleugel
Geen effect
Geen effect
Sluit de vleugel
Blokkeert
de werking
Geen effect
(OPEN-B onderdrukt)
Geen effect
Geen effect
(slaat OPEN A in het geheugen op)
IMPULSEN
Geen effect
(OPEN-B onderdrukt)
Blokkeert de werking
(OPEN-B onderdrukt)
Blokkeert de werking
(OPEN-A/B onderdrukt)
Geen effect
Geen effect
(OPEN-A onderdrukt)
Geen effect
(OPEN-A onderdrukt)
VEILIGHEIDSLIJST
Geen effect (OPEN-A/B onderdrukt)
Geen effect (OPEN-A onderdrukt)
Keert om in opening gedurende 2" (2)
Keert om in sluiting gedurende 2" (2)
Geen effect (OPEN-A/B onderdrukt)
Tab. 1/f
GESLOTEN
OPEN
GAAT DICHT
GAAT OPEN
LOGICA "C"
STATUS DEUR
OPEN-A (opening)
VEILIGHEID OP/SL.VEILIGHEDEN SLUITINGVEILIGHEDEN OPENING
STOP
OPEN-B (sluiting)
Blokkeert de werking
(OPEN-A/B onderdrukt)
Geen effect
Opent de vleugel
Geen effect (OPEN-A onderdrukt)
Blokkeert de werking
Geen effect (OPEN B onderdrukt)
Blokkeert de werking
(OPEN-A onderdrukt)
Geen effect
(OPEN-B onderdrukt)
Sluit de vleugel
Blokkeert de werking
Blokkeert
de werking
Geen effect
(OPEN-A onderdrukt)
Geen effect
BEDIENINGEN ALTIJD
INGEDRUKT
Geen effect
(OPEN-B onderdrukt)
Geen effect
Geen effect
(OPEN-A onderdrukt)
Geen effect
(OPEN-A onderdrukt)
Geen effect
(OPEN-A onderdrukt)
Geen effect
(OPEN-A/B onderdrukt)
Blokkeert de werking
(OPEN-A/B onderdrukt)
Blokkeert de werking
(OPEN-B onderdrukt)
IMPULSEN
VEILIGHEIDSLIJST
Geen effect(OPEN-A/B onderdrukt)
Geen effect (OPEN-A onderdrukt)
Keert om in opening gedurende 2" (2)
Keert om in sluiting gedurende 2" (2)
Tab. 1/e
GESLOTEN
LOGICA "EP"
IMPULSEN
STATUS DEUR
OPEN-A
OPEN-B
STOP
VEILIGHEDEN OPENING
VEILIGHEDEN SLUITING VEILIGHEID OP/SL.
Opent de vleugel gedurende de tijd voor
gedeeltelijke opening
Opent de vleugel
Geen effect (OPEN onderdrukt)
Geen effect
Geen effect (OPEN onderdrukt)
OPEN
Sluit de vleugel onmiddellijk weer (3)
Geen effect (OPEN onderdrukt)
GAAT DICHT
Blokkeert de werking
zie paragraaf 5.2
Blokkeert en bij deactivering keert hij om en gaat hij open
GAAT OPEN
Blokkeert de werking (3)
Blokkeert
de werking
zie paragraaf 5.2
Geen effect
Blokkeert en bij deactivering blijft hij opengaan
Geen effect
(als hij moet sluiten, onderdrukt hij OPEN)
GEBLOKKEERD
Hervat de beweging in tegengestelde richting (3)
(na een Stop sluit hij altijd)
Geen effect (OPEN onderdrukt)
Geen effect (als hij moet openen, verhindert hij OPEN)
Geen effect (OPEN onderdrukt)
Geen effect (bij gedeelt. opening, OPEN A onderdrukt)
Geen effect (slaat OPEN in het geheugen op)
VEILIGHEIDSLIJST
Keert om in opening gedurende 2" (2)
Keert om in sluiting gedurende 2" (2)
Geen effect (OPEN onderdrukt) (3)
I0378 Rev.0
GENIUS S.p.A.
Via Padre Elzi, 32
24050 - Grassobbio
BERGAMO-ITALY
tel. 0039.035.4242511
fax. 0039.035.4242600
www.geniusg.com
Timbro rivenditore: / Distributor’s stamp: / Timbre de l’agent: / Sello del revendedor: / Fachhändlerstempel: / Stempel dealer:
Le descrizioni e le illustrazioni del presente manuale non sono impegnative. GENIUS si riserva il diritto, lasciando inalterate le
caratteristiche essenziali dell’apparecchiatura, di apportare in qualunque momento e senza impegnarsi ad aggiornare la
presente pubblicazione, le modifiche che essa ritiene convenienti per miglioramenti tecnici o per qualsiasi altra esigenza di
carattere costruttivo o commerciale.
The descriptions and illustrations contained in the present manual are not binding. GENIUS reserves the right, whils leaving the main
features of the equipments unaltered, to undertake any modifications to holds necessary for either technical or commercial reasons,
at any time and without revising the present publication.
Les descriptions et les illustrations du présent manuel sont fournies à titre indicatif. GENIUS se réserve le droit d’apporter à tout moment
les modifications qu’elle jugera utiles sur ce produit tout en conservant les caractéristiques essentielles, sans devoir pour autant
mettre à jour cette publication .
Las descripciones y las ilustraciones de este manual no comportan compromiso alguno. GENIUS se reserva el derecho, dejando
inmutadas las características esenciales de los aparatos, de aportar, en cualquier momento y sin comprometerse a poner al día
la presente publicación, todas las modificaciones que considere oportunas para el perfeccionamiento técnico o para cualquier
otro tipo de exigencia de carácter constructivo o comercial.
Die Beschreibungen und Abbildungen in vorliegendem Handbuch sind unverbindlich. GENIUS behält sich das Recht vor, ohne die
wesentlichen Eigenschaften dieses Gerätes zu verändern und ohne Verbindlichkeiten in Bezung auf die Neufassung der
vorliegenden Anleitungen, technisch bzw, konstruktiv / kommerziell bedingte Verbesserungen vorzunehmen.
De beschrijvingen in deze handleiding zijn niet bindend. GENIUS behoudt zich het recht voor op elk willekeurig moment de
veranderingen aan te brengen die het bedrijf nuttig acht met het oog op technische verbeteringen of alle mogelijke andere
productie- of commerciële eisen, waarbij de fundamentele eigenschappen van het apparaat gehandhaafd blijven, zonder zich
daardoor te verplichten deze publicatie bij te werken.
/