60
NEDERLANDS NEDERLANDS
4.2. Klemmenbord J7 - Voeding (fig. 2)
VOEDING (klemmen PE-N-L):
PE: Aardaansluiting
N:Voeding (nulleiding)
L:Voeding (lijn)
Nota bene: voor een goede werking is het verplicht de kaart te
verbinden met de aardgeleider die in de installatie aanwezig
is. Zorg bovenstrooms van het systeem voor een goede
magnetothermische differentieelschakelaar.
4.3.
Klemmenbord J6 - Motoren en waarschuwingslamp (fig. 2)
MOTOR - (klemmen 17-18-19): aansluiting motor.
Zie paragraaf 4.7 voor de juiste aansluiting van de apparatuur
op de interfacekaart in de aandrijving.
LAMP - (klemmen 20-21): uitgang waarschuwingslamp
230Vac max 60W.
4.4. Klemmenbord J1 - Accessoires (fig. 2)
Zie de tabel van de logica's voor een gedetailleerde beschrijving
van de werking van de ingangen.
OPEN A - Commando "Totale opening" (klem 1): hiermee wordt
een willekeurige impulsgever bedoeld die door sluiting
van een contact het commando tot totale opening en/
of totale sluiting van de vleugel van de deur geeft.
Om meerdere impulsgevers voor totale opening te
installeren moeten de arbeidscontacten parallel worden
aangesloten (fig. 14).
OPEN B - Commando tot "Gedeeltelijke opening" of "Sluiting"
(klem 2): hiermee wordt een willekeurige impulsgever
bedoeld (sleutelschakelaar, detector, enz.) die door
sluiting van een contact het commando tot gedeeltelijke
opening en/of sluiting van de vleugel van de deur geeft.
Bij de logica's B en C geeft hij altijd het commando tot
sluiting van de deur.
Om meerdere impulsgevers voor gedeeltelijke opening
te installeren moeten de arbeidscontacten parallel
worden aangesloten (fig. 14).
FSW OP - Contact veiligheden bij opening (klem 3): de veiligheden
bij opening hebben tot taak het gebied waarin de vleugel
zich in de openingsfase beweegt, te beschermen. Bij de
logica's A-AP-S-E-EP keren de veiligheden tijdens de
openingsfase de beweging van de deur om, of stoppen en
hervatten de beweging wanneer ze gedeactiveerd
worden (zie de geavanceerde programmering in par. 5.2.).
Bij de logica's B en C onderbreken zij de beweging tijdens
de openingscyclus. Ze grijpen nooit in tijdens de
sluitingscyclus.
Als de veiligheden bij opening worden geactiveerd terwijl de
deur gesloten is, verhinderen zij de openende beweging.
Om meerdere veiligheidsvoorzieningen te installeren moeten
de rustcontacten in serie worden aangesloten (fig. 4).
Nota bene: als er geen veiligheidsvoorzieningen bij opening
worden aangesloten, moet een brug worden aangebracht
tussen de klemmen FSW OP en -TX FSW (fig. 5).
FSW CL - Contact veiligheden bij sluiting (klem 4): de veiligheden
bij sluiting hebben tot taak het gebied waarin de deur zich
in de sluitingsfase beweegt, te beschermen.Bij de logica's
A-AP-S-E-EP keren de veiligheden tijdens de sluitingsfase
de beweging van de deur om, of stoppen en keren ze de
beweging om wanneer ze gedeactiveerd worden (zie de
geavanceerde programmering in par. 5.2.). Bij de logica's
B en C onderbreken zij de beweging tijdens de
sluitingscyclus. Ze grijpen nooit in tijdens de openingscyclus.
Als de Veiligheden bij sluiting worden ingeschakeld terwijl
het hek open is, verhinderen zij de sluitende beweging.
Om meerdere veiligheidsvoorzieningen te installeren, moeten
de rustcontacten in serie worden aangesloten (fig. 4).
Nota bene: als er geen veiligheidsvoorzieningen bij sluiting
worden aangesloten, moet een brug worden gemaakt
tussen de klemmen FSW CL en -TX FSW (fig. 5).
STOP - STOP-contact (klem 5): hiermee wordt een willekeurige
voorziening (b.v. sleutelschakelaar) bedoeld die de
beweging van de deur laat stoppen bij opening van een
contact.
Om meerdere STOP-voorzieningen te installeren, moeten
de rustcontacten in serie worden aangesloten (fig. 4).
Nota bene: als er geen STOP-voorzieningen worden
aangesloten, moet een brug worden gemaakt tussen de
klemmen STOP en –.
SAFE - Veiligheidscontact VEILIGHEIDSLIJST (klem 6): de
voorziening "veiligheidslijst" heeft tot taak het gebied waarin
de vleugel zich in de openings-/sluitingsfase beweegt, te
beschermen. Bij alle logica's keert de veiligheidsvoorziening
de beweging van de deur gedurende 2 seconden om,
zowel tijdens het openen als tijdens het sluiten. Als de
veiligheidsvoorziening nogmaals ingrijpt tijdens de 2
seconden omkering, stopt hij de beweging (STOP) zonder
een omkering uit te voeren.
Als de Veiligheidslijst wordt geactiveerd terwijl de deur gesloten
of open is, verhindert hij dat de duer kan bewegen.
Om meerdere veiligheidsvoorzieningen te installeren, moeten
de rustcontacten in serie worden aangesloten (fig. 4).
Nota bene: als er geen veiligheidsvoorzieningen
"veiligheidslijst" worden aangesloten, moet een brug
worden gemaakt tussen de klemmen SAFE en –. (fig. 5).
FC1 / FC2- Contacten van de eindschakelaar bij opening en
sluiting (klemmen 7 en 8): De eindschakelaars bij opening
en sluiting hebben tot taak het referentiepunt te bepalen
voor de stopzetting, voor het begin van de verlangzaming
(voor en na de eindschakelaar), of voor het remmen van
de aandrijving (zie de geavanceerde programmering, par.
5.2). De eindschakelaar moet een rustcontact hebben dat
moet worden verbonden tussen de ingang (FC1 of FC2) en
de klem - van de apparatuur (zie Fig. 2).
Zie paragraaf 4.7 voor de juiste aansluiting van de
eindschakelaars en van de motor.
ENCODER - Contact van de controlesensor van de motorrotatie
(klem 9): Deze ingang is bestemd voor aansluiting van de
encodersensor. De aanwezigheid van de encoder wordt
gesignaleerd, wanneer de motorvertraging in werking is,
door het knipperen van de led "ENC" op de kaart. Door
gebruik te maken van de encoder kent de apparatuur
exact de positie van de deur tijdens de hele beweging.
Zodoende kunnen enkele functies, zoals de gedeeltelijke
opening en de verlangzamingen, nauwkeuriger worden
bestuurd (zie de geavanceerde programmering, par.
5.2).
–
Negatieve voor voeding accessoires (klemmen 10, 11 en 12)
+ 24 Vdc - Positieve voor voeding accessoires (klemmen
13 en 14)
Let op: de maximale belasting van de accessoires is 500 mA.
Om de stroomopnamen te berekenen, zie de instructies
voor de afzonderlijke accessoires.
TX -FSW - Negatieve voor voeding fotocelzenders (klem15)
Door deze klem te gebruiken voor de aansluiting van de
negatieve voor voeding van de fotocelzenders, kan
eventueel de functie FAILSAFE worden gebruikt (zie
geavanceerde programmering, par. 5.2).
Als de functie wordt vrijgegeven controleert de
apparatuur de werking van de fotocellen vóór elke
openings- of sluitingscyclus.
W.L. - Voeding controlelampje/tijdsgeschakelde uitgang/
commando elektroslot (klem 16)
Verbind tussen deze klem en de +24V eventueel een
controlelampje (24 Vdc - 3 W max), of een besturingsrelais
(24 Vdc - 3 W max) als u hem wilt gebruiken als
tijdsgeschakelde uitgang of voor bediening van het
elektroslot (zie geavanceerde programmering, par. 5.2).
Om het systeem op de juiste manier te laten werken mag
het aangegeven vermogen
niet worden overschreden.