Magnetek IMPULSE G+ Mini Snelstartgids

Type
Snelstartgids
OVERZICHT
De volgende procedure is een aanvulling op andere documentatie die beschikbaar
is voor de aandrijving met variabele frequentie (VFD) IMPULSE•G+ Mini. Aan de
hand hiervan kan de gebruiker het systeem op de juiste wijze installeren en
instellen. Alvorens de VFD-gestuurde apparatuur te gebruiken moet de bediener de
bedieningshandleiding van de hijsmachine lezen, ervoor opgeleid zijn en alle risico’s
kennen m.b.t. het bedienen van hijskranen, takels of hefwerktuigen.
Hanteer bij het installeren van het systeem een goede werkwijze bij het aansluiten
van de bedrading en houd u aan alle toepasselijke elektrotechnische voorschriften.
Vergewis u ervan dat alle componenten stevig en veilig gemonteerd zijn en dat
omgevingsomstandigheiden, zoals overmatig vocht, slechte ventilatie, enz., niet tot
een vermindering van de functionaliteit van het systeem zullen leiden.
Lees dit document grondig door alvorens tot installatie over te gaan. Raadpleeg de
technische handleiding. Ga hiervoor naar: www.columbusmckinnon.com/magnetek.
Stap 1
Motor- en lijnvoeding aansluiten
Op figuur 1 ziet u de elektrische aansluitingen voor de ingaande voeding en de
motoraansluitingen op de IMPULSE•G+ Mini. Breng de juiste aansluitingen, met de
stroom uitgeschakeld, tot stand. Hanteer een goede werkwijze bij het aansluiten van
de bedrading en houd u aan alle toepasselijke elektrotechnische voorschriften. Zorg
ervoor dat de apparatuur goed geaard is, zoals afgebeeld.
Figuur 1: Ingaande voedings- en uitgaande motoraansluitingen
GEVAAR! ER HEERSEN GEVAARLIJKE SPANNINGEN WANNEER DE VFD
INGESCHAKELD IS. Het niet goed aansluiten van de draden kan leiden
tot lichamelijk letsel en schade aan de apparatuur. Voordat u de
IMPULSE•G+ Mini inschakelt, moet u ervoor zorgen dat alle afdekkappen
zijn bevestigd en dat alle draadverbindingen goed vastzitten. Wacht na
het uitschakelen van de stroom minstens 5 minuten tot de laadindicator
volledig gedoofd is voordat u bedrading, printplaten of componenten
aanraakt.
WAARSCHUWING: LEG GEEN VAN DE VOLGENDE
AANSLUITKLEMMEN AAN AARDE.
DRIEFASIGE
INGANG
IMPULSE•G+
MINI
B1 B2 + +1 +2
R/L1 S/L2 T/L3 U/T1 V/T2 W/T3
(R/L1) (S/L2) (U/T1) (V/T2)(T/L3)
(W/T3)
Ingangsbeveiliging
(zekering of C8)
Aansluiten
op de
aarding
van het
chassis
Om de draairichting van
de motor te veranderen
verwisselt u om het even
welke twee van de drie
motorkabels (zie stap 1).
L1 L2 L3
3
Ø
-ingangsvermogen
Frame aan
aarde
leggen
3Ø-inductiemotor
Stap 2
Kenmerkend aansluitschema
In deze stap worden een kenmerkend bedradingsschema en aansluitpunten voor de
IMPULSE•G+ Mini getoond. De bedrading mag alleen worden aangesloten door daarvoor
opgeleid en bevoegd personeel wanneer de stroom naar de VFD is uitgeschakeld.
* 24VDC-interface is standaard. 120 VAC, 42-48 VAC en 24 VAC is optioneel.
** De optionele P3S2-OUT2-kaart beschikt over twee 240VAC-, 1,5A- halfgeleiderrelaisuitgangen
(op paneel gemonteerd).
*** In overeenstemming met UL508C, NEN-EN-ISO 13849-1 (Cat. 3, PL d) en NEN-EN-IEC 61800-5-
2 (SIL2).
Figuur 2: Kenmerkend aansluitschema
DRIEFASIGE
LIJNSPANNINGSVOEDING IN
SMOORSPOEL
DC-BUS (OPTIE)
DYNAMISCHE
REMWEERSTAND
MULTIFUNCTIONELE OPTISCHE-
KOPPELINGUITGANG 1**
48 VDC, 50 mA of minder
MULTIFUNCTIONELE OPTISCHE-
KOPPELINGUITGANG 2**
48 VDC, 50 mA of minder
MULTIFUNCTIONELE
GEMEENSCHAPPELIJKE UITGANG
0 tot 32 kHz
(MAX.)
0 tot 32 mHz
BELASTINGSSMOORSPOEL
(OPTIE)
MOTOR
VEILIGHEIDSSCHAKELAAR***
(OPTIE)
DRAADBRUG
LIJNSMOORSPOEL
(OPTIE)
INTER-
FACE-
KAART*
G+M-IF-Karte
SC gemeenschappelijk
S1 MFDI 1
S2 MFDI 2
S3 MFDI 3
S4 MFDI 4
S5 MFDI 5
S6 MFDI 6
S7 MFDI 7 (indien aanwezig)
H2 (indien aanwezig)
H1
HC
+V 10,5 VDC, 20mA
A1 Analoge ingang 0~10 VDC
A2 Analoge ingang 4~20 mA
AC Analoog gemeenschappelijk
RS485/422-
communicatie
RP Pulstreiningang
Pulstreinuitgang
Analoge uitgang
Analoge gemeenschappelijke
STROOMPIEKBEVEILIGING
REMSCHAKELAAR
Stap 3
Wijzigen van parameters en bewaking
In deze stap wordt getoond hoe u een parameter kunt benaderen en wijzigen en hoe u
signalen zoals de uitgangsfrequentie en de motorstroom kunt bewaken.
Zorg dat alle afdekkappen weer zijn bevestigd en dat de stroom is ingeschakeld.
LAAT DE MOTOR NIET DRAAIEN.
Toegang tot het parametermenu en wijzigen van parameters
Figuur 3: Inschakeltoestand digitale operator
Druk op totdat de digitale operator het parametermenu (PAr) weergeeft en druk
vervolgens op .
Figuur 4: Parametermenu selecteren
Druk op om het cijfer te selecteren dat u wilt wijzigen. Selecteer vervolgens de
parametergroep, subgroep of nummer met en .
Figuur 5: Parameter selecteren
Wijzig de parameterwaarde met en . Druk op om op te slaan.
Figuur 6: Parameterwaarde wijzigen
Druk verscheidene keren op ESC om naar het hoofddisplay terug te keren.
N49 W13650 Campbell Drive
Menomonee Falls, WI 53051
Telefoon: 262.783.3500
Telefoon (gratis nummer): 800.288.8178
Voor vragen over service of technische informatie kunt u contact opnemen met:
1.866.MAG.SERV (1.866.624.7378)
Buiten de VS en Canada: bel 1.262.783.3500, druk op 3
www.columbusmckinnon.com/magnetek
IMPULSE•G+ Mini Quick Start Guide Dutch
144-25577 R1
Augustus 2020 © Copyright 2020 Magnetek
Aandrijving met variabele frequentie IMPULSE
®
•G+ Mini
Beknopte handleiding
Motorfrequentie en motorstroom bewaken
Figuur 7: Hoofddisplay digitale operator
Druk op totdat de FOUT-LED oplicht. Nu wordt de werkelijke
uitgangsfrequentie in Hz op het display weergegeven.
Figuur 8: Uitgangsfrequentie
Door nogmaals op te drukken wordt de uitgangsstroom van de motor in
ampère weergegeven.
OPM.: Raadpleeg de technische handleiding voor toegang tot andere
aandrijfmonitoren.
Figuur 9: Motorstroom
Stap 4
Een besturingsmethode en -beweging selecteren
In deze stap wordt uitgelegd hoe de VFD voor een takel- of traversetoepassing moet
worden geconfigureerd. Voor hijstoepassingen mag de IMPULSE•G+ Mini alleen
worden gebruikt om een takel met een mechanische lastrem te besturen.
Traverse:
Stel parameter A01.03 = 0 (traverse) in.
Het is aanbevolen de besturingsmethode op V/f (A01.02 = 0) in te stellen.
Stel A01.02 = 2 in als Open Loop Vector gewenst is.
Takel (met mechanische lastrem):
Stel parameter A01.03 = 1 (takel) in.
Het is aanbevolen de besturingsmethode op V/f (A01.02 = 0) in te stellen.
Stel A01.02 = 2 in als Open Loop Vector gewenst is.
OPM.: Autotuning wordt aanbevolen bij gebruik van de Open Loop Vector-
besturingsmethode of takelbeweging.
Stap 5
Een snelheidsreferentie selecteren
In deze stap wordt een overzicht gegeven van de snelheidsreferentie-instellingen
die met parameter A01.04 worden geselecteerd.
OPM.: De standaardsnelheidsinstellingen zullen automatisch worden toegepast via X-
Press Programming™. Raadpleeg de technische handleiding voor meer informatie en
bedradingsvoorschriften.
Stap 6
Autotuning met motor
In deze stap wordt de IMPULSE•G+ Mini ingesteld voor gebruik
met de motor. Zorg dat alle afdekkappen weer zijn bevestigd en
schakel dan de IMPULSE•G+ Mini in. LAAT DE MOTOR NIET
DRAAIEN.
Druk op totdat de digitale operator het menu Autotuning (A.
Tun) weergeeft en druk vervolgens op .
V/f:
Stel T01.01 = 2 in (afsluitweerstand)
Open Loop Vector:
Ontkoppel de motor van de last en zet de rem vrij.
Stel T01.01 = 0 in (standaardtuning)
Druk op totdat de digitale operator parameter T01.02 weergeeft en druk vervolgens
op .
Voor Europa: Motorvermogen in kW opgeven
Voor de Verenigde Staten: Motorvermogen in pk opgeven
Druk op om het cijfer te selecteren dat u wilt wijzigen en stel de waarde in met
en en druk vervolgens op om de waarde op te slaan.
Druk op om de volgende parameter te selecteren en volg dezelfde procedure als
hierboven beschreven om de waarde ervan in te stellen.
Druk na het instellen van parameter T01.07 op om de opdracht Autotuning te
selecteren.
Druk daarna op op de digitale operator. De IMPULSE•G+ Mini zal nu de autotuning-
procedure starten.
Op het display wordt weergegeven wanneer de autotuningprocedure met succes
is voltooid. Raadpleeg de technische handleiding van de IMPULSE•G+ Mini of herhaal de
autotuningprocedure als op het display een foutmelding verschijnt.
2 snelheden, meerdere stappen: A01.04 = 0 2 stappen, traploos regelbaar: A01.04 = 3
3 snelheden, meerdere stappen: A01.04 = 1 3 stappen, traploos regelbaar: A01.04 = 4
5 snelheden, meerdere stappen: A01.04 = 2 Unipolair analoog: A01.04 = 5
Nominale motorspanning (bijv. 230 V, 460 V)
Nominale motorstroom (bijv. 22,0 A)
Nominale motorfrequentie (bijv. 60,0 Hz)
Motorpolen (bijv. 4 polen)
Nominale motorsnelheid (bijv. 1750 tpm)
WAARSCHUWING! GEVAAR DOOR PLOTSELINGE BEWEGING. Het kan
voorkomen dat de IMPULSE•G+ Mini en motor onverwachts starten tij-
dens autotuning.
WAARSCHUWING! GEVAAR VOOR ELEKTRISCHE SCHOK. Bij het uit-
voeren van autotuning wordt er een hoge spanning aan de motor
geleverd. Raak de motor niet aan.
Stap 7
Snelstartparameters
In onderstaande tabel staat een overzicht van de frequent gebruikte parameters en staan
enkele veelgestelde vragen.
Veelgestelde vragen
Vraag: Hoe kan ik de aandrijving terugzetten naar de fabrieksinstellingen?
Antwoord: Ga naar parameter A01.05 en voer 1110 in.
Vraag: Hoe kan ik de tijd instellen die de beweging nodig heeft om te versnellen of te
vertragen?
Antwoord: Stel parameter B05.01 voor de versnellingstijd en parameter B05.02 voor de
vertragingstijd in.
Vraag: Hoe voorkom ik dat mijn aandrijving uitschakelt wegens een OV-fout
(overspanning) terwijl mijn motor uitloopt?
Antwoord:
Verhoog de parameter voor de vertragingstijd B05.02 en controleer de
remweerstand.
Vraag: Hoe voorkom ik dat mijn aandrijving uitschakelt wegens een OL1-fout
(overbelasting) terwijl mijn motor uitloopt?
Antwoord: Controleer parameter E02.01 voor de nominale motorstroom en parameter
L01.02 voor de motoroverbelastingsbeveiligingstijd.
Vraag: Hoe kan ik mijn motor boven het nominale motortoerental laten draaien?
Antwoord: Verhoog de waarde van parameter E01.04 Maximale frequentie.
Controleer of de motor en het systeem dit toelaten.
Vraag: Hoe kan ik de draairichting van de motor veranderen zonder de motorkabels te
verwisselen?
Antwoord: Stel de parameter B03.04 in op 1 (fasen verwisselen).
Vraag: Waar vind ik informatie over het oplossen van problemen m.b.t. storingen en
alarmen?
Antwoord: Raadpleeg de technische handleiding.
Parameter Omschrijving Instellingen Opmerking
A01.01 Toegangsniveau
0 = Gebruiker
1 = Elementair
2 = Geavanceerd
A01.02 Besturingsmethode
0 = V/f
2 = Open loop vector*
* Autotuning
aanbevolen
A01.03 Beweging
0 = Traverse
1 = Takel
4 = Braketronic
A01.04 Snelheidsreferentie
0 = Twee snelheden, meerdere stappen
1 = Drie snelheden, meerdere stappen
2 = Vijf snelheden, meerdere stappen
3 = Twee stappen, traploos regelbaar
4 = Drie stappen, traploos regelbaar
5 = Unipolair analoog (0-10 VDC, 4-20 mA)
B01.01 - 16 Snelheidsreferenties 0,00 - 150,00 Hz
Begrensd door
E01.04
B05.01 Versnellingstijd 0,0 - 25,5 seconden
B05.02 Vertragingstijd 0,0 - 25,5 seconden
E01.01 Ingangsspanning
155 - 255 VAC (200 VAC-modellen)
310 - 510 VAC (400 VAC-modellen)
Lijnspanning
E02.01
Nominaal FLA van
motor
0,01 - 70,0 A Zie motortypeplaatje
H01.xx Digitale ingangen
Zie de technische handleiding voor opties.
Klemmen S1 - S7
H02.xx Digitale uitgangen
Klemmen MA/MB,
P1, P2
H03.xx Analoge ingangen Klemmen A1, A2
H04.xx Analoge uitgang Klem AM
N49 W13650 Campbell Drive
Menomonee Falls, WI 53051
Telefoon: 262.783.3500
Telefoon (gratis nummer): 800.288.8178
Voor vragen over service of technische informatie kunt u contact opnemen met:
1.866.MAG.SERV (1.866.624.7378)
Buiten de VS en Canada: bel 1.262.783.3500, druk op 3
www.columbusmckinnon.com/magnetek
IMPULSE•G+ Mini Quick Start Guide Dutch
144-25577 R1
Augustus 2020 © Copyright 2020 Magnetek
Aandrijving met variabele frequentie IMPULSE
®
•G+ Mini
Beknopte handleiding
  • Page 1 1
  • Page 2 2

Magnetek IMPULSE G+ Mini Snelstartgids

Type
Snelstartgids