Chamberlain LiftMaster LM3800 A-2 de handleiding

Type
de handleiding
Anleitungen - Garagentorantrieb Modell LM3800A
Instructions - Modèle LM3800A de ouvre-porte de garage
Instructions - Garage Door Operator Model LM3800A
Instruktioner - Model LM3800A Garageportsåbner
Instrucciones - Abridor de la puerta de garage Modelo LM3800A
Istruzioni - Apriporta per garage Modello LM3800A
Instruksjonene - Garasjeportåpner Modell LM3800A
Instrukties - Model LM3800A Garagedeuropener
Instruções - Operador automático de porta Modelo LM3800A
Instruktioner - Garageportöppnare Modell LM3800A
Ohjeet - Autotallin oven avaaja Malli LM3800A
Návody - Pohon garážových vrat model LM3800A
Obrázky - Otvárač garážových vrát model LM3800A
Útmutatók - A LM3800A as modell garázsajtók haitós
Upute - Uređaj za otvaranje garažnih vrata Model LM3800A
Instrukcje - Napęd drzwi garażowych model LM3800A
Instrucţiuni - Dispozitiv de deschis uşa garajului modelul LN3800A
Инструция - Привод гаражных ворот модель LM3800A
Chamberlain GmbH
Alfred-Nobel-Strasse 4
D66793 Saarwellingen
www.chamberlain.de
Optional
Accessory
Available
de
en
fr
nl
es
pt
it
sv
no
fi
da
cz
sk
hu
hr
pl
ro
ru
1-nl
INLEIDING
Veiligheidssymbolen en signaalwoorden
Wanneer u in deze handleiding op veiligheidssymbolen en
signaalwoorden stoot, wijzen die er op dat er gevaar voor zware of
dodelijke verwondingen bestaat, wanneer u deze aanwijzingen niet volgt.
De gevaren ontstaan door mechanische omstandigheden of elektrische
schokken. Lees deze waarschuwingen aandachtig.
Wanneer u in deze handleiding op dit signaalwoord stoot, wordt u er op
gewezen dat er schade aan de poort en de aandrijving kan ontstaan,
wanneer u deze veiligheidsaanwijzingen niet opvolgt. Lees ook deze
aanwijzingen aandachtig.
Deze poortaandrijving werd ontworpen en getest om een maximale veiligheid te garanderen, wanneer ze onder strikte NALEVING van de
voorschriften IN DEZE HANDLEIDING wordt geïnstalleerd, gebruikt, onderhouden en getest.
MECHANISCH
ELEKTRISCH
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
PAS OP
Het beveiligingssysteem moet geïnstalleerd zijn
wanneer de kracht bij de rand van de sluitende deur
groter is dan 400 N (40 kg). Een te hoge kracht
beïnvloedt de juiste werking van het
veiligheidsomkeersysteem of beschadigt de
garagedeur.
Bevestig het let op-etiket naast de aan de wand
gemonteerde bedieningsknop voor de garagedeur als
herinnering aan veilige bedieningsprocedures.
Open alle aanwezige garagedeursloten om schade aan
de garagedeur te voorkomen.
Monteer de verlichte deurbedieningsknop (of andere
drukknoppen) op een locatie waar de garagedeur
zichtbaar is, op een hoogte van minimaal 1,5 m en
buiten bereik van kinderen. Sta kinderen het
bedienen van de drukknop(pen) of
afstandsbediening(en) niet toe. Ernstig persoonlijk
letsel kan het gevolg zijn van het misbruik van de opener.
Activeer de opener alleen wanneer u de deur vol in
het zicht heeft, vrij van obstakels is en de opener
juist is ingesteld. Niemand mag de garage in- of
uitgaan wanneer de deur in beweging is. Sta kinderen
niet toe om bij de deur te spelen.
Gebruik de handmatige ontkoppeling alleen om de trolley
vrij te maken en, indien mogelijk, alleen als de deur
gesloten is. Gebruik het rode handvat niet om de deur
te openen of te sluiten.
Maak de stroomtoevoer van de garagedeuropener los
voordat u reparaties uit gaat voeren of de
afscherming verwijdert.
Dit product is voorzien van een speciaal ontworpen
voedingkabel die, in geval van beschadiging, moet worden
vervangen door een voedingskabel van hetzelfde type; een
dergelijke voedingskabel is verkrijgbaar bij een specialist en
kan door hem worden geïnstalleerd.
Deze installatie mag niet worden bediend door
personen (incl. kinderen) met lichamelijke of geestelijke
gebreken of met een gebrek aan omgangservaring met
de installatie, zolang ze niet onder toezicht staan van of
zijn opgeleid in de omgang met de installatie door een
persoon die voor hun veiligheid verantwoordelijk is.
Het niet navolgen van de volgende veiligheidsregels kan resulteren in ernstige persoonlijke of materiele schade.
Lees deze instructies zorgvuldig.
De garagedeuropener is ontworpen en getest voor een goede, veilige werking, mits deze strikt
geïnstalleerd en bediend wordt conform de instructies in deze handleiding.
Deze veiligheidssymbolen betekenen WAARSCHUWING - een instructie voor persoonlijke veiligheid of ter
voorkoming van schade. Lees deze instructies zorgvuldig.
Houd de garagedeur in evenwicht. Zorg ervoor dat de
garagedeuropener geen aanlopende of klemmende delen
heeft. Klemmende of aanlopende deuren moeten
gerepareerd worden. Garagedeuren, drangers, kabels,
kabelwielen, bevestigingsbeugels en het
bevestigingsmateriaal staan onder extreme spanning en
kunnen ernstig persoonlijk letsel veroorzaken. Probeer niet
om ze los te draaien, te verplaatsen of af te stellen. Bel
een garagedeur monteur.
Draag geen ringen, horloges of los zittende kleding
tijdens het installeren van of onderhoud aan een
garagedeuropener.
Om ernstig persoonlijk letsel door verstrikking te
voorkomen, dienen alle touwen die vastzitten aan de
garagedeur verwijderd te worden voordat men begint
met het installeren van de deuropener.
Installatie en bedrading moeten overeenkomstig de bij u
geldende regels worden uitgevoerd.
Lichtgewicht deuren van fiberglas, aluminium of staal
moeten flink verstevigd worden om schade aan de deur
te voorkomen. (zie pagina 3.) De beste oplossing is om bij
uw garagedeurfabrikant te informeren naar een
verstevigingsset voor opener- installatie.
De veiligheids-open-systeem test is erg belangrijk. Uw
garagedeur MOET weer openen bij contact met een
voorwerp van 50mm dat zich op de vloer bevindt.
Verzuimen de opener correct in te stellen kan resulteren in
ernstig letsel door een sluitende garagedeur. Herhaal
deze test eenmaal per maand en stel zonodig het
systeem bij.
Het systeem mag niet geïnstalleerd worden in een
vochtige of natte ruimte.
De deur moet tijdens het functioneren niet uitsteken
over de openbare weg.
BEGIN MET HET LEZEN VAN DEZE BELANGRIJKE VEILIGHEIDSREGELS
WAARSCHUWING
Indien er zich een toegangspoort in de garagedeur
bevindt, mag de aandrijving niet starten of doorlopen
wanneer deze poort niet goed is gesloten.
Om te voorkomen dat kinderen met de installatie spelen,
mag u ze niet uit het oog verliezen.
2-nl
Inleiding
Veiligheidssymbolen en signaalwoorden
Planning
Voorbereiden van de poort
Gereedschappen
Doosinhoud
Installatieaccessoires
Montage
Bevestigen van de losse flens
Bevestigen van het montagelager aan de motor
Inbouw
Veiligheidsvoorschriften voor de inbouw
Positioneren van de aandrijving
Bevestigen van de noodontgrendeling (kabel en handvat)
Montage van het elektrisch deurslot
Bevestigen van de slappekabelschakelaar (vereist)
Elektrische vereisten
Montage van het draadloze wandtoestel
Extra aansluitingen
Monteren van de „Ever charge“-batterij (niet inbegrepen)
Montage van het Protector System (foto-elektrische beveiliging)
Instelling
Programmeren van de eindposities
Aanleren van de kracht
Test van de kabelspanningstester
Test van het elektrisch deurslot
Testen van het veiligheidsomkeersysteem
Test van het Protector System
Manueel openen van de poort
Gebruik
Veiligheidsinstructies voor gebruik
Gebruik van uw garagepoortaandrijving
Onderhoud van uw garagepoortaandrijving
Gebruik van de handzender
Diagnosetabel
Vervangen van de batterij
Programmeren
Toevoegen of herprogrammeren van een handzender
Alle codes uit het geheugen wissen
Programmeren van draadloze codesloten
Fouten oplossen
Reserveonderdelen
Onderdelen voor de montage
Onderdelen voor de montage van de motor
Technische gegevens
Garantie
INHOUDSOPGAVE
PLANNING
Controleer op de plaats van installatie of alle hieronder genoemde
voorwaarden voor de montage vervuld zijn. Er kan extra materiaal nodig
zijn. Het kan nuttig zijn om deze pagina tijdens de installatie te
raadplegen.
In bijzondere montagesituaties kunnen bij sommige montagestappen
materialen of kleine onderdelen nodig zijn die niet werden meegeleverd.
Deze aandrijving is compatibel met:
• Poorten met een as of veren en niet hoger dan 4,2m.
• 80mm – 178mm wikkeltrommels, NIET GEBRUIKEN met conische
wikkeltrommels van meer dan 152mm
• Hoog geplaatste en standaard sectiepoorten tot 4,2m hoogte
• Poorten tot 5,5m breed
• Poorten tot 16m²
• assen van slechts 25mm (1”)
• Controleer de voorziene installatieplaats. De aandrijving kan links of
rechts van de poort worden gemonteerd. Kies de pagina die
overeenstemt met de hieronder vermelde vereisten.
• er moet minstens 64mm plaats zijn tussen wand en as
• er moet minstens 76mm plaats zijn tussen het plafond en het
middelpunt van de as
• er moet minstens 203mm plaats zijn tussen de zijwand en het einde
van de as.
• de as moet minstens 25 - 100mm voorbij de draagplaat kunnen
uitschuiven
• Er moet een stopcontact binnen een omtrek van 1m aanwezig zijn.
Mocht dat niet het geval zijn, vraag dan een elektricien.
• Door de bouwkundige situatie kunnen extra hoeken of houtconstructies
nodig zijn voor de installatie van de foto-elektrische beveiliging.
• Een CM475 „Ever Charge“-batterij wordt ten stelligste aangeraden,
wanneer er geen deur naar het gebouw is, aangezien deze aandrijving
niet met een extern ontgrendelingsmechanisme kan worden
ontgrendeld.
• een spleet tussen de onderkant van de poort en de bodem mag niet
groter dan 5mm zijn, aangezien de foto-elektrische beveiliging anders
mogelijks niet correct functioneert.
• niet gebruiken met omgekeerde wikkeltrommels (zie afbeelding )
• voor de installatie zijn inbussleutels in INCH vereist
Ter info: Houd de as goed in de gaten bij het neerlaten en optrekken
van de poort. Het is belangrijk dat er nauwelijks speling naar boven,
onderen, links of rechts is. Als de speling niet wordt weggewerkt, dan
heeft dat een grote invloed op de levensduur van de aandrijving.
1 2
2
3-nl
VOORBEREIDEN VAN DE POORT
Vooraleer u begint:
• Sloten verwijderen
• Verwijder alle kabels die met de poort verbonden zijn
• Voer de volgende test uit om te controleren of de poort in evenwicht is
en ze niet stokt of verbuigt tijdens het bewegen.
1. Trek de poort tot ongeveer halverwege op, zoals geïllustreerd. Als ze
goed uitgebalanceerd is, moet ze op deze plaats blijven staan, enkel
opgehouden door de veren.
2. Trek de poort op en laat ze neer om vast te stellen of ze eventueel
stokt of verbuigt.
WANNEER UW POORT VERBUIGT, STOKT OF NIET UITGE-
BALANCEERD IS, MOET U EEN POORTSPECIALIST RAADPLEGEN.
3. Controleer de kabelspanning aan beide zijden van de poort. De
kabelspanning moet gelijk blijven tijdens de volledige beweging van de
poort.
BENODIGDE GEREEDSCHAPPEN
Tijdens de montage, installatie en instelling zijn de afgebeelde
gereedschappen vereist.
3
4
• dit toestel mag niet door kinderen of onbevoegden worden gebruikt.
• Kinderen mogen niet met de aandrijving of de afstandsbedieningen
spelen.
WAARSCHUWING
DOOSINHOUD
Uw aandrijving is in een doos verpakt, met daarin de motor en de
afgebeelde onderdelen. Houd er rekening met dat accessoires afhangen
van het aangeschafte model. Mocht er iets ontbreken, controleer dan
voorzichtig het verpakkingsmateriaal.
MEEGELEVERDE KLEINE
ONDERDELEN
Kleine onderdelen voor de installatie
Inbusschroef 14-10x1-7/8“ (4x)
Schroef 6x1“ (2x)
Platkopschroef 8x1“ (2x)
Tapschroef 10-32 (2x)
Plug (4x)
Ontgrendelingsgreep (1x)
Ontgrendelingskabel (1x)
Nagelklemmen (20)
Montagelager (1)
Bit (1x)
5
6
MONTAGESTAP 1
De losse flens aan de motor bevestigen
Om problemen bij de installatie te vermijden, schakelt u de
aandrijving pas in, wanneer dat wordt gevraagd in de handleiding.
• Draai de schroeven van de losse flens los
• Bevestig de losse flens rechts of links aan de motor. Controleer of de
losse flens volledig op de motoras zit tot de stop bereikt is.
• Positioneer de flens zo dat de schroeven naar boven wijzen
(toegankelijk wanneer ze aan de as bevestigd zijn).
• Trek de flensschroeven langs beide zijden gelijk aan, om de
flens aan de motoreenheid te bevestigen (16Nm-19Nm koppel)
Ter info: Bij de meeste installaties moeten de schroeven naar boven
wijzen, om vlot toegankelijk te zijn. Draai de schroeven pas vast aan,
wanneer daarop wordt gewezen.
7 8
8
MONTAGESTAP 2
Bevestigen van het montagelager aan de motoreenheid
• Met de meegeleverde zelfsnijdende schroeven het montagelager met
de geslepen zijde los op dezelfde zijde als de flens op de motor
aanbrengen.
• voor de installatie zijn inbussleutels in INCH vereist
Ter info: Draai de schroeven pas vast aan, wanneer daarop wordt
gewezen. In de afbeelding wordt de linksmontage weergegeven.
Om eventuele zware of dodelijke verwondingen te vermijden, moet de
flens correct worden opgeschroefd. De poort kan mogelijks niet
omkeren als gevolg van een verschuivende flens, of de eindposities
zouden verloren kunnen gaan.
WAARSCHUWING
Set voor alternatieve montage
(480LM optional)
Met deze set kan de LM3800A onder de as worden gemonteerd,
wanneer deze niet rond is en de gebruikelijke montageplaats niet
toegankelijk is.
9
9a
4-nl
INSTALLATIE
BELANGRIJKE INSTRUCTIES VOOR DE INSTALLATIE
Om zware of dodelijke verwondingen te vermijden:
WAARSCHUWING
1. Lees en volg alle installatie-instructies en waarschuwingen
2. Installeer de poortaandrijving enkel op correct uitgebalanceerde en
gesmeerde poorten. Een niet uitgebalanceerde poort kan in geval
van nood niet omkeren en zodoende zware of dodelijke
verwondingen veroorzaken.
3. Alle herstellingen aan kabels, veren of andere onderdelen moeten
vóór de installatie worden uitgevoerd door gekwalificeerde
poortspecialisten.
4. Deactiveer alle sloten en verwijder alle kabels die met de poort zijn
verbonden, vooraleer u de poortaandrijving installeert of in gebruik
neemt. Zo vermijdt u gevaar door verstrengeling met de kabel.
5. De noodontgrendelingsgreep niet hoger dan 1,8m aanbrengen.
6. De aandrijving NOOIT op een stroombron aansluiten vooraleer u
daartoe wordt geïnstrueerd.
7. Geen horloges, ringen of losse kleding dragen tijdens de installatie of
het onderhoud.
Die kunnen aan de poort of in het aandrijvingsmechanisme blijven
hangen.
8. Installeer de wandschakelaar:
• op gezichtsafstand van de poort
• buiten het bereik van kinderen op een hoogte van 1,5m
• buiten het bereik van bewegende onderdelen van de poort
9. Plaats de sticker met de waarschuwingen voor knelgevaar op de
muur naast de wandschakelaar.
10. Plaats de sticker met de ontgrendelingsinstructies/de veiligheidstest
voor het omkeersysteem goed zichtbaar op de binnenkant van de
poort.
11. Zodra de installatie is voltooid, test u het veiligheidsomkeersysteem.
De poort MOET bij contact met een op de grond liggend voorwerp met
een hoogte van 50mm meteen omkeren.
MONTAGESTAP 1
Positioneren van de aandrijving
Ter info: Voor extra opties voor de ophanging raadpleegt u de pagina
Accessoires.
1. De poort volledig sluiten
2. Schuif de aandrijving met de flens over het uiteinde van de as. Zorg
dat de flens niet tegen de draagplaat komt. Controleer of het
montagelager op een stabiel oppervlak zoals hout, beton of een
drager kan worden aangebracht. Draai de schroeven van de flens met
de hand aan, om de aandrijving correct te kunnen richten. Markeer de
lagergaten. Het kan nodig zijn om de as in te korten, wanneer ze te
lang of beschadigd is.
3. Draai de flensschroeven los en trek de aandrijving weer af. Boor
op de gemarkeerde plaatsen gaten van 5mm. Boor door de staal
plaat, indien nodig.
4. Plaats de aandrijving terug door de flens over de as te trekken tot het
lager op het voorgeboorde gat is gericht. Flensschroeven die op de as
zijn aangebracht goed vastdraaien met koppel 16Nm-19Nm. De
aanslagschroeven goed vastdraaien, zonder de motor te beschadigen.
5. Met de 14-10x1-7/8“ schroeven het lager goed vastdraaien. Alle
montageschroeven vastschroeven.
Ter info: De motor moet niet gelijk met de muur liggen.
10
11
11
Om eventuele zware of dodelijke verwondingen te vermijden:
• Wanneer het lager in het muurwerk wordt gemonteerd, moeten er
betonpluggen gebruikt worden.
• Raadpleeg enkel een poortspecialist, wanneer de poort verbuigt,
stokt of niet uitgebalanceerd is. Een niet uitgebalanceerde poort
keert mogelijk niet om, indien vereist.
• Probeer nooit om poortveren, kabels, kabelrollen, lagers of
onderdelen daarvan los te maken, te bewegen of te verstellen.
Alle deze componenten staan onder extreme spanning.
• De aandrijving MOET in de juiste hoek tegenover de torsiestaafveer
worden gemonteerd om voortijdige slijtage van de flens te
voorkomen.
WAARSCHUWING
MONTAGESTAP 2
Aanbrengen van de noodontgrendeling (kabel en handvat)
• Steek een uiteinde van de kabel door het bovenste gat van het
handvat, zodat „Notice“ goed leesbaar is. Maak een knoop op ongeveer
25mm van het einde van de kabel, om te verhinderen dat het handvat
doorslipt.
• Steek het andere uiteinde van de kabel door de opening in de
noodontgrendelingskabel.
• Pas de kabellengte zo aan dat het handvat zich niet meer dan 1,8m
boven de grond bevindt. Maak een tweede knoop om de kabel aan de
kabel te bevestigen.
Ter info: Wanneer de kabel moet worden gesneden, brandt u hem met
een aansteker of lucifer dicht om te voorkomen dat hij uitrafelt.
12
MONTAGESTAP 3
MONTAGE VAN HET ELEKTRISCH DEURSLOT
Het slot verhindert dat een gesloten poort manueel kan worden
opgetrokken.
1. Kies een poortrol uit om het slot boven te monteren. Let op de afstand.
Kies een poortrol aan de motorzijde, indien mogelijk. De tweede rol
boven de grond is bij de meeste installaties ideaal.
2. Vergewis u ervan dat het oppervlak van de poortrail proper is
en houd de boormal met het onderste einde boven het hoogste
punt van de rol.
3. Boor de gaten zoals ze op de mal zijn gemarkeerd.
4. Schroef het elektrisch deurslot op de buitenkant van de poortrail vast
met de meegeleverde schroeven.
5. Verleg de beldraad naar de motor. Gebruik nagelklemmen om de
draad op verscheidene plaatsen vast te maken.
6. Steek de stekker aan de motor in.
Ter info: Het slot moet binnen een omtrek van 3m van de motor
geïnstalleerd worden.
13 14 15
13
13
14
15
5-nl
1. Positioneer de slappekabelschakelaar zoals in de
illustratie. De slappekabelschakelaar moet zo dicht
mogelijk bij de wikkeltrommel geplaatst zijn.
Ter info: Er mogen op de montageplaats geen hindernissen zijn die
verhinderen dat de slappekabelschakelaar of de kabel zelf normaal
functioneren, wanneer de kabel doorslipt of doorhangt.
2. Zorg ervoor dat de slappekabelschakelaar boven een houten drager
geplaatst is.
Ter info: Wanneer de slappekabelschakelaar niet met de meegeleverde
schroeven op hout kan worden gemonteerd, kan hij in gips (25mm of
dieper) worden gemonteerd. Gebruik hiervoor de meegeleverde
pluggen en de 8 inch inbusschroeven.
3. Markeer de gaten voor de schroeven en boor 5mm voor. (pluggen
moeten niet worden voorgeboord.)
4. Monteer de slappekabelschakelaar met de meegeleverde
schroeven op de muur. Let er op dat de rol op de kabel ligt.
5. Verleg de beldraad naar de motor. Gebruik nagelklemmen om de
draad op verscheidene plaatsen vast te maken.
6. Verbind de beldraad met de groene snelklemmen (polariteit
is van geen belang).
Ter info: De kabel moet het hele traject gespannen blijven. Let er op dat
de kabel langs de andere kant van de poort niet doorslipt/doorhangt bij
normaal gebruik. Mocht dat het geval zijn, regel dan de kabel bij.
18
16
19
MONTAGESTAP 4
AANBRENGEN VAN DE SLAPPEKABELSCHAKELAAR
(VEREIST)
Deze aandrijving wordt standaard met een slappekabelschakelaar
geleverd. Die controleert of de kabel niet slipt of doorhangt en zorgt
ervoor dat de poort wordt omgekeerd als de kabel te veel slipt of
doorhangt. Dat voorkomt telefoontjes naar de hotline.
De slappekabelschakelaar MOET aangesloten en correct
gemonteerd zijn vooraleer de aandrijving in neerwaarts gaat.
Ter info: In de schakelaar is een controleweerstand van 1K Ohm
aanwezig ter controle of deze aangesloten is. Als de schakelaar niet
gebruikt wordt, moet de klem op de besturing met een gelijkwaardige
weerstand overbrugd worden. Opgelet: het kan levensgevaarlijk zijn als
de poort niet beveiligd is tegen vallen bij het breken van de kabel.
Ter info: De slappekabelschakelaar is voorzien voor linksmontage. Hij
wordt bij voorkeur aangebracht aan dezelfde kant als de aandrijving.
Indien nodig, kan hij ook aan de andere kant worden gemonteerd.
Verwijder de borgring die de rol tegenhoudt en monteer de rol op de
andere kant van de slappekabelschakelaar.
16 17 18
19
Mocht er een vaste bekabeling nodig zijn, ga dan als volgt te werk.
Een vaste bekabeling maken door de 22mm opening in de achterwand
van de motor (overeenkomstig de plaatselijke voorschriften):
• Verwijder de aandrijving van de as, open de behuizing en leg ze opzij.
• Verwijder de groen/gele aardingsklem
• Snijd de zwarte en witte draad 7,6cm voor de vorkvormige kabelkous af
en strip 1,3cm van de draden af.
• Verwijder het netsnoer van de motor
• Installeer een kabelkanaal van 90° of een flexibele kabeladapter aan de
22mm opening. De aandrijving weer op de as monteren.
Leg de kabels door het kabelkanaal, snijd ze voldoende lang en strip ze af.
• Verbind de kabels met het meegeleverde kroonsteentje.
• Doe isolatieband rond de draden, zodat ze niet in contact komen met
bewegende onderdelen.
• Schroef de behuizing weer op
Om problemen bij de installatie te vermijden, de aandrijving nog
niet aansluiten en inschakelen.
Om eventuele zware of dodelijke verwondingen door een vallende
poort te vermijden:
• Indien mogelijk de noodontgrendeling enkel gebruiken, wanneer de
poort gesloten is.
• Door zwakke of beschadigde veren alsook een niet uitgebalan-
ceerde poort kan een geopende poort onverwacht en snel omlaag
vallen.
• Gebruik de noodontgrendeling NOOIT wanneer er zich personen of
hindernissen in het poortbereik bevinden.
WAARSCHUWING
MONTAGESTAP 6 (OPTIONAL)
INSTALLEREN VAN HET DRAADLOZE WANDTOESTEL (128LM)
Het draadloze wandtoestel moet buiten het bereik van kinderen op
een hoogte van 1,5m op gezichtsafstand van de poort worden
aangebracht.
• Vergewis u ervan dat de aandrijving tijdens de installatie van het
draadloze wandtoestel is uitgeschakeld, zodat u de aandrijving niet per
ongeluk activeert.
• Verwijder de afdekking van de 128LM
• Monteer de 128LM zoals geïllustreerd met de meegeleverde schroeven
op een opbouwcontactdoos (niet meegeleverd).
• Gebruik de pluggen (meegeleverd), om de 128LM direct op de muur
aan te brengen.
• De afdekking terugplaatsen en de waarschuwingssticker naast het
wandtoestel aanbrengen. Kleef de noodontgrendelingssticker naast de
aandrijving.
20
16 17
MONTAGESTAP 5
ELEKTRISCHE VEREISTEN
Om problemen bij de installatie te vermijden, de aandrijving nog
niet aansluiten en inschakelen.
Om het risico op elektrische schokken tot een minimum te beperken, is
uw aandrijving met een randaardestekker uitgerust. Deze stekker past
enkel in geaarde stopcontacten. Mocht de stekker bij u niet in het
stopcontact passen, vraag dan een elektricien om een gepast
stopcontact te plaatsen.
INSTALLEER DE DEURBEDIENING
Plaats de deurbediening op een punt waar de garagedeur zichtbaar
is, uit de buurt van de deur en buiten bereik van kinderen.
Tenminste 1,5 m boven de vloer monteren Door misbruik van de
opener kan een bewegende garagedeur ernstig letsel veroorzaken.
Voorkom dat kinderen de deurbediening of de afstandsbediening
gebruiken.
Bevestig een waarschuwingsetiket op de wand nabij de
deurbediening als herinnering aan veilige bedieningsprocedures.
Aan de achterzijde van de deurbediening (2) bevinden zich twee
aansluitingen (1).
Verwijder ca. 6mm isolatiemateriaal van de beldraad (4). Scheid de
draden ver genoeg zodat de wit/rode draad op de aansluiting 1 RED en
de witte draad op de aansluiting 2 WHT kan worden aangesloten.
Bevestig de deurbediening binnen aan de garagewand met de
meegeleverde plaatschroeven (3). Boor gaten van 4mm en gebruik de
pluggen wanneer de installatie op een gemetselde muur plaats vindt. Een
goede plaats is naast de onderhoudsdeur en buiten bereik van kinderen.
Leid de beldraad langs de muur omhoog en over het plafond naar de
garagedeuropener. Gebruik geïsoleerde nietjes (5) om de draad te
bevestigen. De snelaansluitingen van de ontvanger bevinden zich achter
de lichtkap van de opener.
Sluit de beldraad als volgt aan op de aansluitingen: wit/rood op rood (1)
en wit op wit (2).
Bediening van de deurbediening
Indrukken om de deur te openen of te sluiten. Opnieuw indrukken om de
deur te stoppen terwijl deze beweegt.
21
6-nl
Multifunctionele deurbediening (78LM accessoire optioneel)
Druk op het witte vierkant om de deur te openen of te sluiten. Druk
nogmaals om een bewegende deur stil te zetten.
Verlichting: Druk op de lichtknop om het licht van de opener aan of uit te
schakelen. Als u na het inschakelen van het licht de deur bedient, zal het
licht gedurende 2,5 minuut blijven branden. Druk nogmaals op de
lichtknop om het licht eerder te doven. De verlichting kan niet met de
lichtknop worden bediend wanneer de deur in beweging is.
Bedieningsvergrendeling: Verhindert bediening van de deur door middel
van draagbare afstandsbedieningen. De deur kan echter nog steeds
worden bediend met de deurbedieningsdrukknop, de sleutelschakelaar
buiten en de sleutelloze bediening.
• Houd de vergrendelingsknop gedurende 2 seconden ingedrukt. Zolang
de vergrendeling in werking is, knippert de verlichting van de drukknop.
Uitschakelen: Houd de vergrendelingsknop nogmaals gedurende
2 seconden ingedrukt. De verlichting van de drukknop houdt op te
knipperen. De bedieningsvergrendeling wordt ook uitgeschakeld
wanneer de knop “LEARN” op het bedieningspaneel wordt ingedrukt.
MONTAGESTAP 7
MONTAGE VAN DE CM475 „EVER CHARGE“-
BATTERIJ (NIET INBEGREPEN)
Wanneer de CM475 batterij tot uw installatie behoort, moet ze nu worden
ingebouwd.
• De batterij kan aan het plafond of een muur, maar binnen 1m afstand
van de aandrijving worden geïnstalleerd.
• Positioneer de batterij zoals gewenst op een dragende component
(plafondbalk of muurpijler)
• Bevestig de batterij met behulp van de montagegaten aan elke zijde
van de batterij.
• Maak de batterij vast met de meegeleverde schroeven.
• Steek de batterijkabel in de stekker aan de onderste uiteinde van de
aandrijving.
• Volg alle instructies bij de CM475 voor een correct gebruik en een test
van de batterij.
MONTAGESTAP 8
Installatie van het beveiligingssysteem “Protector
System™” (optional)
23
De uitgeoefende kracht, zoals gemeten op de sluitende rand van de
deur, mag niet hoger zijn dan 400N (40kg). Als de sluitkracht op een
waarde wordt afgesteld die hoger is dan 400N, dan moet het
Protector System geïnstalleerd worden.
Nadat de opener geïnstalleerd en afgesteld is, kan het
Beveiligingssysteem geïnstalleerd worden. De installatie-instructies vindt
u in de verpakking van dit apparaat.
Het Beveiligingssysteem zorgt voor een extra beveiliging tegen het
beklemd raken van kleine kinderen onder de garagedeur. Het
systeem werkt met een onzichtbare lichtstraal, die als hij door een
obstakel onderbroken wordt, maakt dat een sluitende deur weer
opengaat en verhindert dat een opengaande deur sluit. Dit apparaat
wordt ten zeerste AANBEVOLEN voor huiseigenaren met kleine
kinderen.
INSTELLING STAP 1
PROGRAMMEREN VAN DE EINDPOSITIES
Eindposities regelen de punten waarop de poort stopt na een op- of
neerwaartse beweging. Volg onderstaande stappen om de
eindposities in te stellen.
Om de eindposities te programmeren:
Stel de poortpositie in met behulp van de zwarte of oranje toetsen. Met
zwart gaat de poort omhoog (OPEN) en met oranje gaat ze omlaag
(GESLOTEN).
24 25 26 27 28
1. Instellen van de OPEN-positie: Druk de zwarte toets in en houd ze
ingedrukt tot de gele LED langzaam begint te knipperen. Laat dan los.
2. Druk de zwarte toets in en houd ze ingedrukt tot de poort de gewenste
OPEN-positie bereikt heeft.
OPMERKING: Controleer of de poort voldoende ver open gaat voor uw
voertuig.
3. Druk op de handzender of het wandtoestel. Daardoor wordt de
eindpositie OMHOOG (open) ingesteld en de sluitmodus geactiveerd.
OPMERKING: Als de motor te veel beweegt, leidt dat tot voortijdige
slijtage. Zie Problemen oplossen
4. Zodra de poort begint te sluiten, drukt u kort op de zwarte of oranje
toets. Dat brengt de poort tot stilstand.
5. Instellen van de GESLOTEN-positie: Druk de oranje toets in en houd
ze ingedrukt tot de poort de gewenste GESLOTEN-positie bereikt
heeft.
6. Zodra de poort gesloten is, controleert u de druk op de poort (u moet
de poort ca. 1/16 inch met de hand naar onderen kunnen drukken).
Als er te veel druk op de poort is, moet u ze heen en weer bewegen
met de zwarte en oranje toetsen om de poort in de gewenste positie
te krijgen.
7. Druk op de handzender of het wandtoestel. Hierdoor wordt de
GESLOTEN-eindpositie ingesteld en moet de poort weer opengaan.
• wanneer de aandrijving niet precies stop waar u dat wilt, herhaalt u stap
1 tot 7 en programmeert u de eindposities opnieuw
• wanneer de aandrijving in de twee gewenste posities OPEN en
GESLOTEN stop, gaat u verder met stap 2 van de instelprocedure:
Instellen van de kracht
• Nooit krachten of eindpunten aanleren, wanneer de poort klemt of
vastzit. U moet de poort eerst repareren.
• Een verkeerde instelling van de eindposities van de poort beïnvloedt
de werking of het veiligheidsomkeersysteem.
• Na ELKE instelling moet het veiligheidsomkeersysteem worden
gecontroleerd. De poort MOET omkeren, zodra ze in contact komt
met een voorwerp met een hoogte van 50mm (of kanthout dat plat
op de grond ligt).
WAARSCHUWING
Om eventuele schade aan voertuigen te vermijden, moet u
controleren of het voertuig onder de poort kan wanneer ze volledig
geopend is.
PAS OP
22
KNIPPERLAMP EN CONTACT
VOETGANGERSDEUR
Aansluiting van de knipperlamp (FLA230 optioneel
toebehoren)
De lamp zo hoog mogelijk en goed zichtbaar buiten aan de garage
aanbrengen. De bekabeling gebeurt zoals op de tekening getoond:de
stroomvoorziening is afzonderlijk (zie handleiding FLA230).
Aansluiting van de deur-in-poort-schakelaar
(voetgangersdeur) (16200LM optioneel toebehoren)
Verhindert het starten van de aandrijving bij open poort. De bekabeling
gebeurt zoals op de tekening getoond wordt:. er is ander materiaal
noodzakelijk (bv. spiraalkabel).
21b
7-nl
INSTELLING STAP 3
Testen van de slappekabelschakelaar
Als uw slappekabelschakelaar werd geactiveerd, zal de aandrijving 9x
klikken.
INSTELLING STAP 4
Testen van het elektrisch slot
• bij volledig gesloten poort moet de grendel van het slot door de rail
steken.
• Laat de poort in OPEN-richting lopen. Het elektrisch slot moet intrekken
vooraleer de poort in beweging komt.
• Laat de poort in GESLOTEN-richting lopen. Zodra de poort volledig
gesloten is, moet het elektrisch slot automatisch worden geactiveerd
om de poort op slot te doen.
Opmerking : Wanneer het elektrisch slot niet functioneert, kan het met
de hand worden ontgrendeld door de noodontgrendeling te activeren.
30
INSTELLING STAP 5
TESTEN VAN HET VEILIGHEIDSOMKEERSYSTEEM
Test
• Open de poort volledig en leg een 50mm hoge plank (of kanthout dat
plat op de grond ligt) op de grond, centraal onder de poort.
• Laat de poort in GESLOTEN-richting lopen. De poort moet omkeren
zodra ze het obstakel raakt. Wanneer de test voor de
veiligheidsomkering met succes is afgerond, gaat u verder met stap 4
van de instelprocedure.
Instellen
• Wanneer de poort stopt bij contact met het obstakel, dan gaat de poort
niet ver genoeg omlaag. Complete instelling stap 1 en 2 –
Programmeren van de eindposities en de kracht herhalen.
• Herhalen en testen.
• Wanneer de poort omkeert bij een obstakel van 50mm (of kanthout dat
plat op de grond ligt), verwijdert u het obstakel en laat u de aandrijving
3-4 keer een volledige cyclus doorlopen om de instelling te testen.
• Wanneer de aandrijving de veiligheidsomkeringstest herhaaldelijk niet
doorstaat, neemt u contact op met een poortspecialist.
Belangrijke veiligheidstest:
Test het veiligheidsomkeersysteem na:
• elke instelling van de eindposities of de kracht
• elke herstelling of instelling van de poort (incl. veren en kleine
onderdelen)
• elke herstelling of vervorming van de bodem
• elke herstelling of instelling van de aandrijving
31
INSTELLING STAP 2
Instellen van de kracht
De krachtinstellingstoets bevindt op de voorste afdekplaat.
De krachtinstelling mist de nodige kracht om de poort te openen en
te sluiten.
1. Zoek de oranje toets op de aandrijving.
2. Druk 2x op de oranje toets om de krachtinstellingsmodus te activeren.
De LED knippert snel.
29
3. Druk op de handzender of het wandtoestel. De poort gaat naar de
GESLOTEN-positie. Druk opnieuw op de handzender of het
wandtoestel; de poort gaat in OPEN-positie. Druk een derde keer op
de handzender of het wandtoestel om de poort in de GESLOTEN-
positie te brengen. De LED stopt met knipperen, wanneer de kracht is
aangeleerd.
De aandrijving heeft de kracht geleerd die ze nodig heeft om de poort te
openen en te sluiten.
De poort moet een volledige cyclus doorlopen, OPEN en GESLOTEN,
opdat de kracht juist is ingesteld. Wanneer de aandrijving niet volledig
kan openen of sluiten, controleert u of de poort is uitgebalanceerd en niet
klemt of vastzit. Zie side 3 Voorbereiden van de poort.
8-nl
NOODONTGRENDELING
INSTELLING STAP 6
DE POORT MET DE HAND BEDIENEN
Ontgrendel het poortslot vooraleer u vertrekt. Indien mogelijk, moet de poort volledig gesloten zijn. Trek de noodontgrendeling omlaag tot u een
klikkend geluid in de aandrijving hoort en til de poort met de hand op. Om de poort weer op de aandrijving aan te sluiten, trekt u de noodontgrendeling
een tweede keer omlaag tot u een klikkend geluid in de aandrijving hoort. De poort wordt weer vergrendeld bij de volgende OPENING of SLUITING.
Testen van de noodontgrendeling:
• Zorg ervoor dat de poort gesloten is.
• Trek aan de noodontgrendeling. De poort kan normaliter met de hand worden geopend.
• Breng de poort weer in de GESLOTEN-positie.
• Trek een tweede keer aan de noodontgrendeling.
• Sluit de poort weer op de aandrijving aan.
Om eventuele zware of dodelijke verwondingen door een vallende poort te vermijden:
• Indien mogelijk de noodontgrendeling enkel gebruiken, wanneer de poort gesloten is. Door zwakke of beschadigde veren alsook een niet
uitgebalanceerde poort kan een geopende poort onverwacht en snel omlaag vallen.
• Gebruik de noodontgrendeling NOOIT wanneer er zich personen of hindernissen in het poortbereik bevinden.
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
32
GEBRUIK VAN UW POORTAANDRIJVING
Uw aandrijving en handzender zijn vooraf ingesteld op dezelfde code, die
verandert telkens wanneer u ze gebruikt, en zodoende een toevallige
code kiest uit meer dan 100 miljard nieuwe codes.
Uw aandrijving werkt met maximaal 64 handzenders en een draadloos
codeslot. Wanneer u een nieuwe handzender koopt of een handzender
wilt deactiveren, volgt u de aanwijzingen in het hoofdstuk
“Programmeren”.
Uw aandrijving kan als volgt worden gebruikt:
• met de handzender: houd de bovenste, middelste toets ingedrukt tot de
aandrijving begint te lopen.
• Met het draadloze wandtoestel 128LM: houd de grote ronde toets
ingedrukt tot de aandrijving begint te lopen.
• Met draadloos codeslot (zie accessoires): indien geleverd met de
aandrijving, moet die vóór gebruik geprogrammeerd worden.
Wanneer de aandrijving geactiveerd is (met correct gemonteerde en
uitgerichte foto-elektrische beveiliging)
1. Als de poort open is, wordt ze gesloten. Als de poort gesloten is, wordt
ze geopend.
2. Als ze juist aan het sluiten is, wordt de beweging omgekeerd.
3. Als ze juist aan het openen is, wordt de poort gestopt.
4. Als de poort in een deels geopende positie wordt gestopt, wordt ze
gesloten.
5. Wanneer ze tijdens het sluiten wordt geblokkeerd, wordt de beweging
van de poort omgekeerd. Als een obstakel de straal van de foto-
elektrische beveiliging onderbreekt, zal de aandrijving gedurende 5
seconden klikken.
6. Als de poort bij het openen wordt geblokkeerd, zal ze stoppen.
7. Als de poort volledig geopend is, zal ze niet sluiten wanneer de foto-
elektrische beveiliging geblokkeerd is. De foto-elektrische beveiliging
heeft geen effect op de openingsprocedure.
Als de foto-elektrische beveiliging niet gemonteerd of verkeerd afgesteld
is, zal de poort niet sluiten met de handzender. U kunt de poort echter
sluiten met het wandtoestel, de externe sleutelschakelaar of het
draadloze codeslot, wanneer u deze tijdens het sluiten activeert. Wanneer
u ze te vroeg loslaat, zal de poort omkeren.
3433
AUTOMATISCH SLUITEN
Ter info: Hiervoor moet het Protector System (foto-elektrische
beveiliging) worden gemonteerd. Mocht u het Protector System (voor de
eerste keer) enkel monteren om de functie Automatisch Sluiten te
activeren, installeer het dan dicht bij de poort en wacht 5 minuten.
U hebt dan een multifunctionele wandconsole (78LM) nodig om de
functie Automatisch Sluiten in of uit te schakelen.
Inschakelen: houd de blokkeertoets op de multifunctionele wandconsole
ingedrukt. De toets loslaten, zodra het elektrisch slot twee keer activeert.
Let ondertussen op de LED in het midden van de grote toets van de
multifunctionele wandconsole.
1x knipperen = na 10 seconden sluit de poort automatisch
2x knipperen = na 45 seconden sluit de poort automatisch
3x knipperen = na 2 minuten…
4x knipperen = na 3 minuten…
5x knipperen = automatisch sluiten is uitgeschakeld
Herhaal de procedure tot de LED de gewenste tijd aangeeft.
In de fabrieksinstelling is Automatisch Sluiten uitgeschakeld.
ONDERHOUD VAN UW POORTAANDRIJVING
ONDERHOUDSPLAN:
1x per maand
• bedien de poort met de hand. Wanneer ze niet uitgebalanceerd is of
klemt, neemt u contact op met een poortspecialist.
• Controleer of de poort volledig opent en sluit. Geef de eindposities en/of
kracht aan, indien nodig. (zie montagestappen 1 en 2)
• Herhaal de veiligheidsomkeringstest. Breng de nodige aanpassingen
aan (zie montagestap 5).
1x per jaar
• Olie de poortrollen, bevestigingen en scharnieren. De aandrijving hoeft
verder niet te worden gesmeerd. De looprails niet invetten.
GEBRUIK
9-nl
Uw poortaandrijving is uitgerust met een programma voor zelfdiagnose. De leertoets/diagnose LED gaat enkele keren branden en stopt om aan te
geven dat er een mogelijke oorzaak werd gevonden. Raadpleeg daarvoor de volgende diagnosetabel:
DIAGNOSETABEL
Symptoom: Een of beide LED’s van de foto-elektrische beveiliging branden niet constant.
• controleer de kabels op kortsluiting (nagelklem door kabel), corrigeer de polariteit van de kabels
(zwarte/witte kabels verwisseld), defecte of gebroken kabels; vervang deze of sluit ze opnieuw aan,
naargelang de oorzaak.
• verwijder alle kabels van de achterzijde van de motor
• neem de sensoren uit de bevestigingen en verkort de kabels tot 30-60mm
achter elke sensor.
• Verbind de uitgangssensor opnieuw met de motor met behulp van de ingekorte kabels. Wanneer de LED
van de uitgangssensor constant brandt, sluit u de ontvangstsensor aan.
• richt de sensoren, wanneer de LED’s branden verwisselt u de kabels van de sensoren. Wanneer de
LED’s niet branden, vervangt u de foto-elektrische beveiliging.
Symptoom: LED van het wandtoestel brandt niet
• Controleer het wandtoestel of de kabel op kortsluiting, indien nodig vervangen.
• Verwijder de kabels van het wandtoestel. Houd de kabels tegen elkaar. Wanneer de aandrijving begint te
lopen, vervangt u het wandtoestel.
• Wanneer de aandrijving niet begint te lopen, klemt u de kabels van het wandtoestel van de motor. Sluit
de rode en witte kabel tijdelijk kort met behulp van een overbrugging. Wanneer de aandrijving begint te
lopen, vervangt u de kabels van het wandtoestel.
Symptoom: Uitgangs-LED brandt constant, ontvangst-LED brandt zwak of knippert
• richt de ontvangstsensor opnieuw, maak de lens schoon en bevestig de hoeken.
• Controleer of de poortrail stevig aan de muur bevestigd is en niet beweegt.
Symptoom: omkeersensor = te kort traject 150-200mm
• Koppel de aandrijving van het net voor een reset. Probeer de aandrijving opnieuw te bedienen,
controleer de diagnosecode opnieuw.
• als het lampje nog altijd 5x knippert en de aandrijving 150-200mm beweegt, is het mogelijk dat de APE
(Absolute Positioning Encoder) moet worden vervangen. Neem contact op met uw Chamberlain-dealer
voor meer informatie.
Symptoom: De poort keert om tijdens het sluiten.
• Controleer of een hindernis de poort blokkeert en verwijder het obstakel.
• Controleer of de slappekabelschakelaar correct op de aandrijving is aangesloten.
• Vervang de slappekabelschakelaar.
De slappekabelschake-
laar wordt geactiveerd
Mogelijk defect van de
omkeersensor
Foto-elektrische beveiliging
verkeerd gericht (LED brandt
of knippert zwak)
Kortsluiting in
wandtoestel of kabel
Kortsluiting in de fotoelek-
trische beveiliging of zwarte
en witte kabel verwisseld
Kabel van de foto-
elektrische beveiliging open
(beschadigd of verbinding
onderbroken)
1x knipperen
2x knipperen
3x knipperen
4x knipperen
5x knipperen
9x knipperen
OF
35
Uw aandrijving is in de fabriek zo ingesteld dat ze met uw handzender
kan worden bediend. De poort opent en sluit, wanneer u de grote toets
indrukt.
Onderaan vindt u instructies om uw aandrijving met extra handzenders te
bedienen.
1. Druk de oranjee leertoets aan de aandrijving in en laat ze dan los. De
leer-LED brandt constant gedurende 30 seconden.
2. Binnen deze 30 seconden drukt u een toets van de handzender in die
u wilt aanleren, en houd ze ingedrukt.
3. Laat de toets van de handzender los, wanneer de aandrijvings-LED 2x
klikt.
Toevoegen of programmeren van
handzenders
Met de leertoets
PROGRAMMERING
Codes van alle afstandsbedieningen wissen
Om een ongewenste afstandsbediening uit te schakelen, eerst alle
codes wissen: Houd de oranje "LEARN"-knop op de opener ingedrukt
tot de programmeerindicatorlamp uitgaat (circa 6 - 9 seconden).
Alle vorige codes zijn nu gewist. Programmeer elke afstandsbediening
of sleutelloze toegang opnieuw die u wilt gebruiken.
Om eventuele zware of dodelijke verwondingen te vermijden:
• Laat NOOIT kleine kinderen in de buurt van de batterijen komen.
• Raadpleeg meteen een arts, wanneer een batterij wordt ingeslikt
WAARSCHUWING
DE BATTERIJ VAN DE HANDZENDER
37
36
10-nl
• Verwijder ijs of sneeuw van de grond op de plaats waar de poort sluit.
• Controleer montagestap 2. Herhaal de veiligheidsomkeringstest na elke
instelling.
9. De poort keert om zonder aanwijsbare reden en de aandrijvings-
LED knippert gedurende 5 seconden na het omkeren.
• Controleer de foto-elektrische beveiliging. Verwijder alle hindernissen of
richt de ontvangstsensor opnieuw.
10. De aandrijving raakt vast bij het bedienen van de poort.
• De poort is mogelijks niet in evenwicht of de veren kunnen defect zijn.
Sluit de poort en activeer de noodontgrendeling. Open en sluit de poort
manueel. Een correct uitgebalanceerde poort wordt in elke positie
alleen door de veren in positie gehouden. Als dat niet het geval is,
ontgrendelt u de poort en raadpleegt u een poortspecialist.
11. De aandrijving bromt kort, maar werkt dan niet.
• De poortveren kunnen defect zijn (zie boven).
Als het probleem bij de eerste activering van de aandrijving opduikt, is
de poort mogelijks nog vergrendeld. Ontgrendel het elektrische
poortslot.
12. De aandrijving functioneert niet door een stroomstoring.
• Open het elektrische poortslot met de hand
• Gebruik de noodontgrendeling om de poort te ontgrendelen. De poort
kan manueel worden geopend en gesloten. Als er weer stroom is, trekt
u een tweede keer aan de manuele noodontgrendeling.
Als er een EverCharge-batterij is aangesloten, moet de aandrijving tot
20 keer zonder stroom functioneren.
13. De poort verliest haar eindposities
Losse flens niet vast genoeg aangedraaid. Draai ze vast aan (zie
montage – stappen 1 en 2) en stel de eindposities opnieuw in (zie
instelling stap 1)
14. De aandrijving beweegt wanneer de poort wordt geactiveerd
• een beetje beweging is normaal bij dit product. Is er te veel beweging,
dan zal de losse flens snel verslijten
• controleer of de as niet te veel naar rechts/links beweegt
• controleer of de as niet zichtbaar naar boven en onderen beweegt
terwijl ze roteert
• controleer of de aandrijving in een rechte hoek tegenover de as is
aangebracht. Als dat niet het geval is, verandert u de positie van het
montagelager.
15. Elektrisch slot maakt lawaai tijdens gebruik
• Neem contact op met uw Chamberlain LiftMaster-verdeler voor een
ander elektrisch slot.
FOUTEN OPLOSSEN
1. De aandrijving functioneert noch met het wandtoestel noch met
de handzender.
• heeft de aandrijving stroom? Steek een lamp in het stopcontact. Als ze
niet brandt, controleer dan de zekeringskast of de
veiligheidsschakelaar. (veel stopcontacten zijn met schakelaars
beveiligd.)
• Hebt u alle poortsloten uitgeschakeld? Neem de montagehandleiding
nog even door.
• Heeft er zich eis of sneeuw onder de poort verzameld? Is de poort
eventueel aan de grond vastgevroren? Verwijder alle mogelijke
hindernissen.
• De poortveer kan defect zijn. In dat geval moet ze worden vervangen .
2. De aandrijving functioneert met de handzender, maar niet met het
draadloze wandtoestel.
• Controleer of de LED van het wandtoestel gaat branden, wanneer er
een toets wordt ingedrukt.
Wanneer de LED slechts zwak of helemaal niet brandt, vervangt u de
batterijen. (Verwijder het batterijdeksel en zet de juiste batterijen in.)
• Wanneer de LED duidelijk brandt, controleert u of het wandtoestel werd
aangeleerd.
3. De poort functioneert met het wandtoestel, maar niet met de
handzender.
• Brandt de drukknop van het wandtoestel? Indien wel, dan is de
blokkeermodus geactiveerd. Schakel deze uit door de toets gedurende
2 seconden in te drukken.
• Programmeer de aandrijving, zodat ze overeenstemt met de code van
de handzender (zie handleiding bij de Motorschaltleiste). Herhaal de
procedure voor alle handzenders.
4. De handzender heeft slechts een beperkt bereik.
• Verander de positie van de handzender in uw wagen.
• Controleer of de antenne aan de achterzijde van de aandrijving
helemaal naar onderen is uitgeschoven.
• Veel installaties hebben een korter bereik door metalen toiletten, isolatie
met folieafdekking of metalen bekleding.
5. De poort opent en sluit zelfstandig.
• Controleer of alle handzenderknoppen uitgeschakeld zijn.
• Verwijder de beldraad van de klemmen van de aandrijving en gebruik
enkel de handzender. Als het probleem zo kan worden verholpen, is het
wandtoestel defect (vervangen) of is de kabel tussen wandtoestel en
aandrijving tijdelijk kortgesloten.
• Geheugen wissen en alle handzenders opnieuw programmeren.
6. De poort gaat niet volledig open.
• Controleer het elektrische poortslot.
• Wordt de poort geblokkeerd door een hindernis? Is ze uit evenwicht of
zijn de veren defect?
Verwijder de hindernis en repareer de poort.
7. De poort gaat open, maar sluit niet.
• Controleer de slappekabelschakelaar (zie montagestap 4).
• Controleer de foto-elektrische beveiliging wanneer de aandrijving klikt.
• Raadpleeg Instelling stap 2, wanneer de aandrijving niet klikt en het
een nieuwe installatie is.
Zie hieronder voor een reeds bestaande installatie.
Herhaal de veiligheidsomkeringstest nadat de instelling werd uitgevoerd.
8. De poort keert om zonder aanwijsbare reden en de aandrijvings-
LED knippert niet.
• Controleer de slappekabelschakelaar (zie montagestap 4).
• Wordt de poort geblokkeerd door een hindernis? Activeer de
noodontgrendeling en beweeg de poort manueel. Wanneer ze niet in
evenwicht is of klemt, neemt u contact op met een poortspecialist.
RESERVEONDERDELEN
38
Installatieonderdelen
POS.NR. DEELNR. BESCHRIJVING
1 41A6102-1 Elektrisch slot
2 94335E 3-kanaals mini-zender
3 41A6388 Losse flens met stelschroeven
4 41A4582 Noodontgrendelingskabel en -
hefboom montage
5 41A6104-1 Slappekabelschakelaar
6 41C0902 Montagelager
7 041A6298-3 Hardwaretas
11-nl
ACCESSOIRES
39
TECHNISCHE GEGEVENS
(1) Model 94330E Enkelvoudige afstandsbediening
(2) Model 94333E 3-kanaals afstandsbediening
(3) Model 94335E Mini-afstandbediening met 3 functies
(4) Model 94334E Mini-afstandbediening met 4 functies
(5) Model 975EML Laserparkeerhulp voor de garage
(6) Model 128LM 2-kanaals draadloze drukknop
(7) Model 9747E Sleutelloos bedieningssysteem
(8) Model 78LM Multifunctioneel bedieningspaneel
(9) Model 760E Sleutelschakelaar buiten
(10) Model 770E Het Beveiligingssysteem “Protector System™”
(11) Model 100041 Sleutelschakellaar, 2 functie
(100034 – inbouw montage)
(12) Model FLA230 Knipperlamp
(13) Model 16200LM Deur-in-poort-schakelaar
GARANTIEVOORWAARDEN DEUROPENER
Ten aanzien van de oorspronkelijke koper garandeert Chamberlain GmbH dit produkt (LM3800A) gedurende een periode van 24 maanden (2 jaar) vanaf de datum van aankoop tegen materiaal- en/of fabricagefouten. De
oorspronkelijke koper is verplicht het produkt op het moment van in ontvangstname op zichtbare defecten te onderzoeken.
Voorwaarden: Deze garantie is voor de koper het enig mogelijke verhaal voor een actie in rechte wegens eventuele schade met betrekking tot of voortvloeiende uit een defect onderdeel en/of produkt. De
garantie is strikt beperkt tot reparatie of vervanging van de als defect erkende onderdelen van dit produkt.
Deze garantie is niet van toepassing: op schade die niet veroorzaakt is door een defect maar door onredelijk gebruik (hieronder vallen: gebruik dat niet volledig overeenstemt met Chamberlain's installatie-,
bedienings- en onderhoudsinstructies; het niet uitvoeren van de nodige onderhoudswerkzaamheden en bijstellingen, evenals aan de produkten aangebrachte aanpassingen of veranderingen); op arbeidsloon voor
het demonteren of opnieuw installeren van een gerepareerd of vervangen apparaat of andere batterijen. Een produkt waarvan tijdens de garantieperiode wordt vastgesteld dat het materiaal- en/of fabricagefouten
vertoont, wordt (naar keuze van Chamberlain) gerepareerd of vervangen, zonder kosten voor de eigenaar voor reparatie en/of vervanging van onderdelen en/of het apparaat. Defecte onderdelen worden (naar
keuze van Chamberlain) gerepareerd of vervangen door nieuwe of in de fabriek vernieuwde onderdelen. Als het produkt tijdens de garantieperiode defect lijkt te zijn, neem dan contact op met de zaak waar u het
apparaat oorspronkelijk gekocht heeft.
Deze garantie is niet van invloed op de wettelijke rechten van de koper onder de van toepassing zijnde, geldende nationale wetgeving, evenmin als op de uit het contract van koop en verkoop voortvloeiende
rechten van de koper ten opzichte van de wederverkoper. Bij ontbreken van toepasselijke nationale of Europese wetgeving, vormen deze garantievoorwaarden het enige en uitsluitende rechtsmiddel; noch
Chamberlain, noch haar filialen of distributeurs zijn aansprakelijk voor enige secundaire of indirect volgende schade betreffende uitdrukkelijke of geïmpliceerde garanties met betrekking tot dit produkt.
Geen enkele vertegenwoordiger of andere persoon is gemachtigd om de aansprakelijkheid van Chamberlain in verband met de verkoop van dit produkt te wijzigen of uit te breiden.
DEELEN
40
AFMETINGEN
41
Ingangsspanning 230-240 VAC, 50Hz
Nom. trekkracht 10Nm
Max. trekkracht 40Nm
Vermogen 145W
Standby-voeding 5W
Motor Type Gelijkstroomtandwielmotor met
permanente smering.
Geluidsniveau 57dB
Loopsnelheid 24rpm ( ), 36rpm ( )
Veiligheidsvoorzieningen
Personen Toetsdruk en automatische stop bij
omlaagbeweging. Toetsdruk en
automatische stop bij omkeerfunctie.
Elektronisch Automatische krachtinstelling.
Elektrisch Transformator met overbelastings-
beveiliging en laagspanningsbedrading
met drukknop.
Afstelling eindstanden Elektronisch, semi-automatisch en
volautomatisch.
Startcircuit Laagspanningscircuit met drukknop.
Uitgangen Deur-in-poort-schakelaar
(voetgangersdeur, knipperlamp, foto-
elektrische lichtcel, knop
(sleutelschakelaar, console), slappe
kabelschakelaar, elektrisch slot
Batterij 24V aansluiting van een accukit
Afmetingen (zie afbeelding)
Max. poorthoogte: 4,2m
Max. poortbreedte: 5,5m
Max. poortoppervlak: 16m²
Maximumdiameter kabeltrommel: 80 - 178mm Niet geschikt voor
conische wikkeltrommels
Asdiameter (Poort) 1 duim
Plaatsbehoefte zijkant: min. 203mm
Plaatsbehoefte hoogte: min. 76mm
Plaatsbehoefte diepte: min. 64mm
Aansluitkabel: 1m
Hangend gewicht ca.11kg
Geheugenregisters 64x
Bedieningsfrequentie 433,92MHz
N.B: .Chamberlain adviseert met nadruk dat het beveiligingssysteem
op alle garagedeuropeners moet worden geïnstalleerd.

Documenttranscriptie

l iona Opt ssory e Acc ilable Ava de Anleitungen - Garagentorantrieb Modell LM3800A fr Instructions - Modèle LM3800A de ouvre-porte de garage en Instructions - Garage Door Operator Model LM3800A da Instruktioner - Model LM3800A Garageportsåbner es Instrucciones - Abridor de la puerta de garage Modelo LM3800A it Istruzioni - Apriporta per garage Modello LM3800A no Instruksjonene - Garasjeportåpner Modell LM3800A nl Instrukties - Model LM3800A Garagedeuropener pt Instruções - Operador automático de porta Modelo LM3800A sv Instruktioner - Garageportöppnare Modell LM3800A fi Ohjeet - Autotallin oven avaaja Malli LM3800A cz Návody - Pohon garážových vrat model LM3800A sk Obrázky - Otvárač garážových vrát model LM3800A hu Útmutatók - A LM3800A as modell garázsajtók haitós hr Upute - Uređaj za otvaranje garažnih vrata Model LM3800A pl Instrukcje - Napęd drzwi garażowych model LM3800A ro Instrucţiuni - Dispozitiv de deschis uşa garajului modelul LN3800A ru Инструция - Привод гаражных ворот модель LM3800A Chamberlain GmbH Alfred-Nobel-Strasse 4 D66793 Saarwellingen www.chamberlain.de [email protected] BEGIN MET HET LEZEN VAN DEZE BELANGRIJKE VEILIGHEIDSREGELS Het niet navolgen van de volgende veiligheidsregels kan resulteren in ernstige persoonlijke of materiele schade. • Lees deze instructies zorgvuldig. • De garagedeuropener is ontworpen en getest voor een goede, veilige werking, mits deze strikt geïnstalleerd en bediend wordt conform de instructies in deze handleiding. Deze veiligheidssymbolen betekenen WAARSCHUWING - een instructie voor persoonlijke veiligheid of ter voorkoming van schade. Lees deze instructies zorgvuldig. Houd de garagedeur in evenwicht. Zorg ervoor dat de garagedeuropener geen aanlopende of klemmende delen heeft. Klemmende of aanlopende deuren moeten gerepareerd worden. Garagedeuren, drangers, kabels, kabelwielen, bevestigingsbeugels en het bevestigingsmateriaal staan onder extreme spanning en kunnen ernstig persoonlijk letsel veroorzaken. Probeer niet om ze los te draaien, te verplaatsen of af te stellen. Bel een garagedeur monteur. Draag geen ringen, horloges of los zittende kleding tijdens het installeren van of onderhoud aan een garagedeuropener. Om ernstig persoonlijk letsel door verstrikking te voorkomen, dienen alle touwen die vastzitten aan de garagedeur verwijderd te worden voordat men begint met het installeren van de deuropener. Installatie en bedrading moeten overeenkomstig de bij u geldende regels worden uitgevoerd. Lichtgewicht deuren van fiberglas, aluminium of staal moeten flink verstevigd worden om schade aan de deur te voorkomen. (zie pagina 3.) De beste oplossing is om bij uw garagedeurfabrikant te informeren naar een verstevigingsset voor opener- installatie. De veiligheids-open-systeem test is erg belangrijk. Uw garagedeur MOET weer openen bij contact met een voorwerp van 50mm dat zich op de vloer bevindt. Verzuimen de opener correct in te stellen kan resulteren in ernstig letsel door een sluitende garagedeur. Herhaal deze test eenmaal per maand en stel zonodig het systeem bij. Het systeem mag niet geïnstalleerd worden in een vochtige of natte ruimte. De deur moet tijdens het functioneren niet uitsteken over de openbare weg. Indien er zich een toegangspoort in de garagedeur bevindt, mag de aandrijving niet starten of doorlopen wanneer deze poort niet goed is gesloten. Om te voorkomen dat kinderen met de installatie spelen, mag u ze niet uit het oog verliezen. Het beveiligingssysteem moet geïnstalleerd zijn wanneer de kracht bij de rand van de sluitende deur groter is dan 400 N (40 kg). Een te hoge kracht beïnvloedt de juiste werking van het veiligheidsomkeersysteem of beschadigt de garagedeur. Bevestig het let op-etiket naast de aan de wand gemonteerde bedieningsknop voor de garagedeur als herinnering aan veilige bedieningsprocedures. Open alle aanwezige garagedeursloten om schade aan de garagedeur te voorkomen. Monteer de verlichte deurbedieningsknop (of andere drukknoppen) op een locatie waar de garagedeur zichtbaar is, op een hoogte van minimaal 1,5 m en buiten bereik van kinderen. Sta kinderen het bedienen van de drukknop(pen) of afstandsbediening(en) niet toe. Ernstig persoonlijk letsel kan het gevolg zijn van het misbruik van de opener. Activeer de opener alleen wanneer u de deur vol in het zicht heeft, vrij van obstakels is en de opener juist is ingesteld. Niemand mag de garage in- of uitgaan wanneer de deur in beweging is. Sta kinderen niet toe om bij de deur te spelen. Gebruik de handmatige ontkoppeling alleen om de trolley vrij te maken en, indien mogelijk, alleen als de deur gesloten is. Gebruik het rode handvat niet om de deur te openen of te sluiten. Maak de stroomtoevoer van de garagedeuropener los voordat u reparaties uit gaat voeren of de afscherming verwijdert. Dit product is voorzien van een speciaal ontworpen voedingkabel die, in geval van beschadiging, moet worden vervangen door een voedingskabel van hetzelfde type; een dergelijke voedingskabel is verkrijgbaar bij een specialist en kan door hem worden geïnstalleerd. Deze installatie mag niet worden bediend door personen (incl. kinderen) met lichamelijke of geestelijke gebreken of met een gebrek aan omgangservaring met de installatie, zolang ze niet onder toezicht staan van of zijn opgeleid in de omgang met de installatie door een persoon die voor hun veiligheid verantwoordelijk is. INLEIDING Veiligheidssymbolen en signaalwoorden Deze poortaandrijving werd ontworpen en getest om een maximale veiligheid te garanderen, wanneer ze onder strikte NALEVING van de voorschriften IN DEZE HANDLEIDING wordt geïnstalleerd, gebruikt, onderhouden en getest. WAARSCHUWING MECHANISCH WAARSCHUWING Wanneer u in deze handleiding op veiligheidssymbolen en signaalwoorden stoot, wijzen die er op dat er gevaar voor zware of dodelijke verwondingen bestaat, wanneer u deze aanwijzingen niet volgt. De gevaren ontstaan door mechanische omstandigheden of elektrische schokken. Lees deze waarschuwingen aandachtig. ELEKTRISCH PAS OP Wanneer u in deze handleiding op dit signaalwoord stoot, wordt u er op gewezen dat er schade aan de poort en de aandrijving kan ontstaan, wanneer u deze veiligheidsaanwijzingen niet opvolgt. Lees ook deze aanwijzingen aandachtig. 1-nl WAARSCHUWING Inleiding Veiligheidssymbolen en signaalwoorden Planning Voorbereiden van de poort Gereedschappen Doosinhoud Installatieaccessoires Montage Bevestigen van de losse flens Bevestigen van het montagelager aan de motor Inbouw PLANNING 1 2 Controleer op de plaats van installatie of alle hieronder genoemde voorwaarden voor de montage vervuld zijn. Er kan extra materiaal nodig zijn. Het kan nuttig zijn om deze pagina tijdens de installatie te raadplegen. In bijzondere montagesituaties kunnen bij sommige montagestappen materialen of kleine onderdelen nodig zijn die niet werden meegeleverd. Deze aandrijving is compatibel met: • Poorten met een as of veren en niet hoger dan 4,2m. • 80mm – 178mm wikkeltrommels, NIET GEBRUIKEN met conische wikkeltrommels van meer dan 152mm • Hoog geplaatste en standaard sectiepoorten tot 4,2m hoogte • Poorten tot 5,5m breed • Poorten tot 16m² • assen van slechts 25mm (1”) Positioneren van de aandrijving • Controleer de voorziene installatieplaats. De aandrijving kan links of rechts van de poort worden gemonteerd. Kies de pagina die overeenstemt met de hieronder vermelde vereisten. Bevestigen van de noodontgrendeling (kabel en handvat) • er moet minstens 64mm plaats zijn tussen wand en as Montage van het elektrisch deurslot • er moet minstens 76mm plaats zijn tussen het plafond en het middelpunt van de as Veiligheidsvoorschriften voor de inbouw Bevestigen van de slappekabelschakelaar (vereist) Elektrische vereisten Montage van het draadloze wandtoestel Extra aansluitingen Monteren van de „Ever charge“-batterij (niet inbegrepen) • er moet minstens 203mm plaats zijn tussen de zijwand en het einde van de as. • de as moet minstens 25 - 100mm voorbij de draagplaat kunnen uitschuiven Montage van het Protector System (foto-elektrische beveiliging) • Er moet een stopcontact binnen een omtrek van 1m aanwezig zijn. Mocht dat niet het geval zijn, vraag dan een elektricien. Instelling • Door de bouwkundige situatie kunnen extra hoeken of houtconstructies nodig zijn voor de installatie van de foto-elektrische beveiliging. Programmeren van de eindposities Aanleren van de kracht Test van de kabelspanningstester Test van het elektrisch deurslot Testen van het veiligheidsomkeersysteem Test van het Protector System Manueel openen van de poort Gebruik Veiligheidsinstructies voor gebruik Gebruik van uw garagepoortaandrijving Onderhoud van uw garagepoortaandrijving Gebruik van de handzender Diagnosetabel Vervangen van de batterij Programmeren Toevoegen of herprogrammeren van een handzender Alle codes uit het geheugen wissen Programmeren van draadloze codesloten Fouten oplossen Reserveonderdelen Onderdelen voor de montage Onderdelen voor de montage van de motor Technische gegevens Garantie • Een CM475 „Ever Charge“-batterij wordt ten stelligste aangeraden, wanneer er geen deur naar het gebouw is, aangezien deze aandrijving niet met een extern ontgrendelingsmechanisme kan worden ontgrendeld. • een spleet tussen de onderkant van de poort en de bodem mag niet groter dan 5mm zijn, aangezien de foto-elektrische beveiliging anders mogelijks niet correct functioneert. • niet gebruiken met omgekeerde wikkeltrommels (zie afbeelding 2 • voor de installatie zijn inbussleutels in INCH vereist Ter info: Houd de as goed in de gaten bij het neerlaten en optrekken van de poort. Het is belangrijk dat er nauwelijks speling naar boven, onderen, links of rechts is. Als de speling niet wordt weggewerkt, dan heeft dat een grote invloed op de levensduur van de aandrijving. ) 2-nl INHOUDSOPGAVE VOORBEREIDEN VAN DE POORT 3 MONTAGESTAP 1 Vooraleer u begint: De losse flens aan de motor bevestigen • Sloten verwijderen • Verwijder alle kabels die met de poort verbonden zijn • Voer de volgende test uit om te controleren of de poort in evenwicht is en ze niet stokt of verbuigt tijdens het bewegen. 1. Trek de poort tot ongeveer halverwege op, zoals geïllustreerd. Als ze goed uitgebalanceerd is, moet ze op deze plaats blijven staan, enkel opgehouden door de veren. 2. Trek de poort op en laat ze neer om vast te stellen of ze eventueel stokt of verbuigt. WANNEER UW POORT VERBUIGT, STOKT OF NIET UITGEBALANCEERD IS, MOET U EEN POORTSPECIALIST RAADPLEGEN. 3. Controleer de kabelspanning aan beide zijden van de poort. De kabelspanning moet gelijk blijven tijdens de volledige beweging van de poort. BENODIGDE GEREEDSCHAPPEN 4 Tijdens de montage, installatie en instelling zijn de afgebeelde gereedschappen vereist. WAARSCHUWING • dit toestel mag niet door kinderen of onbevoegden worden gebruikt. • Kinderen mogen niet met de aandrijving of de afstandsbedieningen spelen. DOOSINHOUD 5 Uw aandrijving is in een doos verpakt, met daarin de motor en de afgebeelde onderdelen. Houd er rekening met dat accessoires afhangen van het aangeschafte model. Mocht er iets ontbreken, controleer dan voorzichtig het verpakkingsmateriaal. MEEGELEVERDE KLEINE 6 ONDERDELEN Kleine onderdelen voor de installatie Inbusschroef 14-10x1-7/8“ (4x) Schroef 6x1“ (2x) Platkopschroef 8x1“ (2x) Tapschroef 10-32 (2x) Plug (4x) Ontgrendelingsgreep (1x) Ontgrendelingskabel (1x) Nagelklemmen (20) Montagelager (1) Bit (1x) 8 3-nl 7 Om problemen bij de installatie te vermijden, schakelt u de aandrijving pas in, wanneer dat wordt gevraagd in de handleiding. • Draai de schroeven van de losse flens los • Bevestig de losse flens rechts of links aan de motor. Controleer of de losse flens volledig op de motoras zit tot de stop bereikt is. • Positioneer de flens zo dat de schroeven naar boven wijzen (toegankelijk wanneer ze aan de as bevestigd zijn). • Trek de flensschroeven langs beide zijden gelijk aan, om de flens aan de motoreenheid te bevestigen (16Nm-19Nm koppel) 8 Ter info: Bij de meeste installaties moeten de schroeven naar boven wijzen, om vlot toegankelijk te zijn. Draai de schroeven pas vast aan, wanneer daarop wordt gewezen. MONTAGESTAP 2 9 Bevestigen van het montagelager aan de motoreenheid • Met de meegeleverde zelfsnijdende schroeven het montagelager met de geslepen zijde los op dezelfde zijde als de flens op de motor aanbrengen. • voor de installatie zijn inbussleutels in INCH vereist Ter info: Draai de schroeven pas vast aan, wanneer daarop wordt gewezen. In de afbeelding wordt de linksmontage weergegeven. Set voor alternatieve montage 9a (480LM optional) Met deze set kan de LM3800A onder de as worden gemonteerd, wanneer deze niet rond is en de gebruikelijke montageplaats niet toegankelijk is. WAARSCHUWING Om eventuele zware of dodelijke verwondingen te vermijden, moet de flens correct worden opgeschroefd. De poort kan mogelijks niet omkeren als gevolg van een verschuivende flens, of de eindposities zouden verloren kunnen gaan. 4-nl INSTALLATIE BELANGRIJKE INSTRUCTIES VOOR DE INSTALLATIE WAARSCHUWING Om zware of dodelijke verwondingen te vermijden: 1. Lees en volg alle installatie-instructies en waarschuwingen 2. Installeer de poortaandrijving enkel op correct uitgebalanceerde en gesmeerde poorten. Een niet uitgebalanceerde poort kan in geval van nood niet omkeren en zodoende zware of dodelijke verwondingen veroorzaken. 3. Alle herstellingen aan kabels, veren of andere onderdelen moeten vóór de installatie worden uitgevoerd door gekwalificeerde poortspecialisten. 4. Deactiveer alle sloten en verwijder alle kabels die met de poort zijn verbonden, vooraleer u de poortaandrijving installeert of in gebruik neemt. Zo vermijdt u gevaar door verstrengeling met de kabel. 5. De noodontgrendelingsgreep niet hoger dan 1,8m aanbrengen. 6. De aandrijving NOOIT op een stroombron aansluiten vooraleer u daartoe wordt geïnstrueerd. 7. Geen horloges, ringen of losse kleding dragen tijdens de installatie of het onderhoud. Die kunnen aan de poort of in het aandrijvingsmechanisme blijven hangen. 8. Installeer de wandschakelaar: • op gezichtsafstand van de poort • buiten het bereik van kinderen op een hoogte van 1,5m • buiten het bereik van bewegende onderdelen van de poort 9. Plaats de sticker met de waarschuwingen voor knelgevaar op de muur naast de wandschakelaar. 10. Plaats de sticker met de ontgrendelingsinstructies/de veiligheidstest voor het omkeersysteem goed zichtbaar op de binnenkant van de poort. 11. Zodra de installatie is voltooid, test u het veiligheidsomkeersysteem. De poort MOET bij contact met een op de grond liggend voorwerp met een hoogte van 50mm meteen omkeren. MONTAGESTAP 1 10 11 MONTAGESTAP 2 12 Positioneren van de aandrijving Aanbrengen van de noodontgrendeling (kabel en handvat) Ter info: Voor extra opties voor de ophanging raadpleegt u de pagina Accessoires. • Steek een uiteinde van de kabel door het bovenste gat van het handvat, zodat „Notice“ goed leesbaar is. Maak een knoop op ongeveer 25mm van het einde van de kabel, om te verhinderen dat het handvat doorslipt. 1. De poort volledig sluiten 2. Schuif de aandrijving met de flens over het uiteinde van de as. Zorg dat de flens niet tegen de draagplaat komt. Controleer of het montagelager op een stabiel oppervlak zoals hout, beton of een drager kan worden aangebracht. Draai de schroeven van de flens met de hand aan, om de aandrijving correct te kunnen richten. Markeer de lagergaten. Het kan nodig zijn om de as in te korten, wanneer ze te lang of beschadigd is. 3. Draai de flensschroeven los en trek de aandrijving weer af. Boor 11 op de gemarkeerde plaatsen gaten van 5mm. Boor door de staal plaat, indien nodig. 4. Plaats de aandrijving terug door de flens over de as te trekken tot het lager op het voorgeboorde gat is gericht. Flensschroeven die op de as zijn aangebracht goed vastdraaien met koppel 16Nm-19Nm. De aanslagschroeven goed vastdraaien, zonder de motor te beschadigen. 5. Met de 14-10x1-7/8“ schroeven het lager goed vastdraaien. Alle montageschroeven vastschroeven. Ter info: De motor moet niet gelijk met de muur liggen. • Steek het andere uiteinde van de kabel door de opening in de noodontgrendelingskabel. • Pas de kabellengte zo aan dat het handvat zich niet meer dan 1,8m boven de grond bevindt. Maak een tweede knoop om de kabel aan de kabel te bevestigen. Ter info: Wanneer de kabel moet worden gesneden, brandt u hem met een aansteker of lucifer dicht om te voorkomen dat hij uitrafelt. MONTAGESTAP 3 13 14 15 MONTAGE VAN HET ELEKTRISCH DEURSLOT Het slot verhindert dat een gesloten poort manueel kan worden opgetrokken. 1. Kies een poortrol uit om het slot boven te monteren. Let op de afstand. Kies een poortrol aan de motorzijde, indien mogelijk. De tweede rol boven de grond is bij de meeste installaties ideaal. WAARSCHUWING Om eventuele zware of dodelijke verwondingen te vermijden: • Wanneer het lager in het muurwerk wordt gemonteerd, moeten er betonpluggen gebruikt worden. • Raadpleeg enkel een poortspecialist, wanneer de poort verbuigt, stokt of niet uitgebalanceerd is. Een niet uitgebalanceerde poort keert mogelijk niet om, indien vereist. • Probeer nooit om poortveren, kabels, kabelrollen, lagers of onderdelen daarvan los te maken, te bewegen of te verstellen. Alle deze componenten staan onder extreme spanning. • De aandrijving MOET in de juiste hoek tegenover de torsiestaafveer worden gemonteerd om voortijdige slijtage van de flens te voorkomen. 2. Vergewis u ervan dat het oppervlak van de poortrail proper is en houd de boormal met het onderste einde boven het hoogste 13 punt van de rol. 3. Boor de gaten zoals ze op de mal zijn gemarkeerd. 13 4. Schroef het elektrisch deurslot op de buitenkant van de poortrail vast met de meegeleverde schroeven. 14 5. Verleg de beldraad naar de motor. Gebruik nagelklemmen om de draad op verscheidene plaatsen vast te maken. 6. Steek de stekker aan de motor in. 15 Ter info: Het slot moet binnen een omtrek van 3m van de motor geïnstalleerd worden. WAARSCHUWING Om eventuele zware of dodelijke verwondingen door een vallende poort te vermijden: • Indien mogelijk de noodontgrendeling enkel gebruiken, wanneer de poort gesloten is. • Door zwakke of beschadigde veren alsook een niet uitgebalanceerde poort kan een geopende poort onverwacht en snel omlaag vallen. • Gebruik de noodontgrendeling NOOIT wanneer er zich personen of hindernissen in het poortbereik bevinden. Een vaste bekabeling maken door de 22mm opening in de achterwand van de motor (overeenkomstig de plaatselijke voorschriften): • Verwijder de aandrijving van de as, open de behuizing en leg ze opzij. • Verwijder de groen/gele aardingsklem • Snijd de zwarte en witte draad 7,6cm voor de vorkvormige kabelkous af en strip 1,3cm van de draden af. • Verwijder het netsnoer van de motor • Installeer een kabelkanaal van 90° of een flexibele kabeladapter aan de 22mm opening. De aandrijving weer op de as monteren. • Leg de kabels door het kabelkanaal, snijd ze voldoende lang en strip ze af. MONTAGESTAP 4 16 17 18 19 • Verbind de kabels met het meegeleverde kroonsteentje. AANBRENGEN VAN DE SLAPPEKABELSCHAKELAAR (VEREIST) • Doe isolatieband rond de draden, zodat ze niet in contact komen met bewegende onderdelen. Deze aandrijving wordt standaard met een slappekabelschakelaar geleverd. Die controleert of de kabel niet slipt of doorhangt en zorgt ervoor dat de poort wordt omgekeerd als de kabel te veel slipt of doorhangt. Dat voorkomt telefoontjes naar de hotline. De slappekabelschakelaar MOET aangesloten en correct gemonteerd zijn vooraleer de aandrijving in neerwaarts gaat. Om problemen bij de installatie te vermijden, de aandrijving nog niet aansluiten en inschakelen. Ter info: In de schakelaar is een controleweerstand van 1K Ohm aanwezig ter controle of deze aangesloten is. Als de schakelaar niet gebruikt wordt, moet de klem op de besturing met een gelijkwaardige weerstand overbrugd worden. Opgelet: het kan levensgevaarlijk zijn als de poort niet beveiligd is tegen vallen bij het breken van de kabel. Ter info: De slappekabelschakelaar is voorzien voor linksmontage. Hij wordt bij voorkeur aangebracht aan dezelfde kant als de aandrijving. Indien nodig, kan hij ook aan de andere kant worden gemonteerd. Verwijder de borgring die de rol tegenhoudt en monteer de rol op de andere kant van de slappekabelschakelaar. 1. Positioneer de slappekabelschakelaar zoals in de illustratie. De slappekabelschakelaar moet zo dicht mogelijk bij de wikkeltrommel geplaatst zijn. 16 17 • Schroef de behuizing weer op MONTAGESTAP 6 (OPTIONAL) 20 INSTALLEREN VAN HET DRAADLOZE WANDTOESTEL (128LM) Het draadloze wandtoestel moet buiten het bereik van kinderen op een hoogte van 1,5m op gezichtsafstand van de poort worden aangebracht. • Vergewis u ervan dat de aandrijving tijdens de installatie van het draadloze wandtoestel is uitgeschakeld, zodat u de aandrijving niet per ongeluk activeert. • Verwijder de afdekking van de 128LM • Monteer de 128LM zoals geïllustreerd met de meegeleverde schroeven op een opbouwcontactdoos (niet meegeleverd). • Gebruik de pluggen (meegeleverd), om de 128LM direct op de muur aan te brengen. Ter info: Er mogen op de montageplaats geen hindernissen zijn die verhinderen dat de slappekabelschakelaar of de kabel zelf normaal functioneren, wanneer de kabel doorslipt of doorhangt. • De afdekking terugplaatsen en de waarschuwingssticker naast het wandtoestel aanbrengen. Kleef de noodontgrendelingssticker naast de aandrijving. 2. Zorg ervoor dat de slappekabelschakelaar boven een houten drager geplaatst is. INSTALLEER DE DEURBEDIENING 21 Ter info: Wanneer de slappekabelschakelaar niet met de meegeleverde schroeven op hout kan worden gemonteerd, kan hij in gips (25mm of dieper) worden gemonteerd. Gebruik hiervoor de meegeleverde 18 pluggen en de 8 inch inbusschroeven. Plaats de deurbediening op een punt waar de garagedeur zichtbaar is, uit de buurt van de deur en buiten bereik van kinderen. Tenminste 1,5 m boven de vloer monteren Door misbruik van de opener kan een bewegende garagedeur ernstig letsel veroorzaken. Voorkom dat kinderen de deurbediening of de afstandsbediening gebruiken. 3. Markeer de gaten voor de schroeven en boor 5mm voor. (pluggen moeten niet worden voorgeboord.) 4. Monteer de slappekabelschakelaar met de meegeleverde schroeven op de muur. Let er op dat de rol op de kabel ligt. 16 5. Verleg de beldraad naar de motor. Gebruik nagelklemmen om de draad op verscheidene plaatsen vast te maken. 6. Verbind de beldraad met de groene snelklemmen (polariteit is van geen belang). 19 Ter info: De kabel moet het hele traject gespannen blijven. Let er op dat de kabel langs de andere kant van de poort niet doorslipt/doorhangt bij normaal gebruik. Mocht dat het geval zijn, regel dan de kabel bij. MONTAGESTAP 5 ELEKTRISCHE VEREISTEN Om problemen bij de installatie te vermijden, de aandrijving nog niet aansluiten en inschakelen. Om het risico op elektrische schokken tot een minimum te beperken, is uw aandrijving met een randaardestekker uitgerust. Deze stekker past enkel in geaarde stopcontacten. Mocht de stekker bij u niet in het stopcontact passen, vraag dan een elektricien om een gepast stopcontact te plaatsen. Bevestig een waarschuwingsetiket op de wand nabij de deurbediening als herinnering aan veilige bedieningsprocedures. Aan de achterzijde van de deurbediening (2) bevinden zich twee aansluitingen (1). Verwijder ca. 6mm isolatiemateriaal van de beldraad (4). Scheid de draden ver genoeg zodat de wit/rode draad op de aansluiting 1 RED en de witte draad op de aansluiting 2 WHT kan worden aangesloten. Bevestig de deurbediening binnen aan de garagewand met de meegeleverde plaatschroeven (3). Boor gaten van 4mm en gebruik de pluggen wanneer de installatie op een gemetselde muur plaats vindt. Een goede plaats is naast de onderhoudsdeur en buiten bereik van kinderen. Leid de beldraad langs de muur omhoog en over het plafond naar de garagedeuropener. Gebruik geïsoleerde nietjes (5) om de draad te bevestigen. De snelaansluitingen van de ontvanger bevinden zich achter de lichtkap van de opener. Sluit de beldraad als volgt aan op de aansluitingen: wit/rood op rood (1) en wit op wit (2). Bediening van de deurbediening Indrukken om de deur te openen of te sluiten. Opnieuw indrukken om de deur te stoppen terwijl deze beweegt. 5-nl Mocht er een vaste bekabeling nodig zijn, ga dan als volgt te werk. Druk op het witte vierkant om de deur te openen of te sluiten. Druk nogmaals om een bewegende deur stil te zetten. INSTELLING STAP 1 24 25 26 27 28 Verlichting: Druk op de lichtknop om het licht van de opener aan of uit te schakelen. Als u na het inschakelen van het licht de deur bedient, zal het licht gedurende 2,5 minuut blijven branden. Druk nogmaals op de lichtknop om het licht eerder te doven. De verlichting kan niet met de lichtknop worden bediend wanneer de deur in beweging is. PROGRAMMEREN VAN DE EINDPOSITIES Bedieningsvergrendeling: Verhindert bediening van de deur door middel van draagbare afstandsbedieningen. De deur kan echter nog steeds worden bediend met de deurbedieningsdrukknop, de sleutelschakelaar buiten en de sleutelloze bediening. Om de eindposities te programmeren: • Houd de vergrendelingsknop gedurende 2 seconden ingedrukt. Zolang de vergrendeling in werking is, knippert de verlichting van de drukknop. 1. Instellen van de OPEN-positie: Druk de zwarte toets in en houd ze ingedrukt tot de gele LED langzaam begint te knipperen. Laat dan los. • Uitschakelen: Houd de vergrendelingsknop nogmaals gedurende 2 seconden ingedrukt. De verlichting van de drukknop houdt op te knipperen. De bedieningsvergrendeling wordt ook uitgeschakeld wanneer de knop “LEARN” op het bedieningspaneel wordt ingedrukt. 2. Druk de zwarte toets in en houd ze ingedrukt tot de poort de gewenste OPEN-positie bereikt heeft. KNIPPERLAMP EN CONTACT VOETGANGERSDEUR 21b Aansluiting van de knipperlamp (FLA230 optioneel toebehoren) Eindposities regelen de punten waarop de poort stopt na een op- of neerwaartse beweging. Volg onderstaande stappen om de eindposities in te stellen. Stel de poortpositie in met behulp van de zwarte of oranje toetsen. Met zwart gaat de poort omhoog (OPEN) en met oranje gaat ze omlaag (GESLOTEN). OPMERKING: Controleer of de poort voldoende ver open gaat voor uw voertuig. 3. Druk op de handzender of het wandtoestel. Daardoor wordt de eindpositie OMHOOG (open) ingesteld en de sluitmodus geactiveerd. OPMERKING: Als de motor te veel beweegt, leidt dat tot voortijdige slijtage. Zie Problemen oplossen 4. Zodra de poort begint te sluiten, drukt u kort op de zwarte of oranje toets. Dat brengt de poort tot stilstand. De lamp zo hoog mogelijk en goed zichtbaar buiten aan de garage aanbrengen. De bekabeling gebeurt zoals op de tekening getoond:de stroomvoorziening is afzonderlijk (zie handleiding FLA230). 5. Instellen van de GESLOTEN-positie: Druk de oranje toets in en houd ze ingedrukt tot de poort de gewenste GESLOTEN-positie bereikt heeft. Aansluiting van de deur-in-poort-schakelaar (voetgangersdeur) (16200LM optioneel toebehoren) 6. Zodra de poort gesloten is, controleert u de druk op de poort (u moet de poort ca. 1/16 inch met de hand naar onderen kunnen drukken). Als er te veel druk op de poort is, moet u ze heen en weer bewegen met de zwarte en oranje toetsen om de poort in de gewenste positie te krijgen. Verhindert het starten van de aandrijving bij open poort. De bekabeling gebeurt zoals op de tekening getoond wordt:. er is ander materiaal noodzakelijk (bv. spiraalkabel). MONTAGESTAP 7 22 MONTAGE VAN DE CM475 „EVER CHARGE“BATTERIJ (NIET INBEGREPEN) Wanneer de CM475 batterij tot uw installatie behoort, moet ze nu worden ingebouwd. • De batterij kan aan het plafond of een muur, maar binnen 1m afstand van de aandrijving worden geïnstalleerd. • Positioneer de batterij zoals gewenst op een dragende component (plafondbalk of muurpijler) • Bevestig de batterij met behulp van de montagegaten aan elke zijde van de batterij. • Maak de batterij vast met de meegeleverde schroeven. • Steek de batterijkabel in de stekker aan de onderste uiteinde van de aandrijving. • Volg alle instructies bij de CM475 voor een correct gebruik en een test van de batterij. MONTAGESTAP 8 23 Installatie van het beveiligingssysteem “Protector System™” (optional) De uitgeoefende kracht, zoals gemeten op de sluitende rand van de deur, mag niet hoger zijn dan 400N (40kg). Als de sluitkracht op een waarde wordt afgesteld die hoger is dan 400N, dan moet het Protector System geïnstalleerd worden. Nadat de opener geïnstalleerd en afgesteld is, kan het Beveiligingssysteem geïnstalleerd worden. De installatie-instructies vindt u in de verpakking van dit apparaat. Het Beveiligingssysteem zorgt voor een extra beveiliging tegen het beklemd raken van kleine kinderen onder de garagedeur. Het systeem werkt met een onzichtbare lichtstraal, die als hij door een obstakel onderbroken wordt, maakt dat een sluitende deur weer opengaat en verhindert dat een opengaande deur sluit. Dit apparaat wordt ten zeerste AANBEVOLEN voor huiseigenaren met kleine kinderen. 7. Druk op de handzender of het wandtoestel. Hierdoor wordt de GESLOTEN-eindpositie ingesteld en moet de poort weer opengaan. • wanneer de aandrijving niet precies stop waar u dat wilt, herhaalt u stap 1 tot 7 en programmeert u de eindposities opnieuw • wanneer de aandrijving in de twee gewenste posities OPEN en GESLOTEN stop, gaat u verder met stap 2 van de instelprocedure: Instellen van de kracht WAARSCHUWING • Nooit krachten of eindpunten aanleren, wanneer de poort klemt of vastzit. U moet de poort eerst repareren. • Een verkeerde instelling van de eindposities van de poort beïnvloedt de werking of het veiligheidsomkeersysteem. • Na ELKE instelling moet het veiligheidsomkeersysteem worden gecontroleerd. De poort MOET omkeren, zodra ze in contact komt met een voorwerp met een hoogte van 50mm (of kanthout dat plat op de grond ligt). PAS OP Om eventuele schade aan voertuigen te vermijden, moet u controleren of het voertuig onder de poort kan wanneer ze volledig geopend is. 6-nl Multifunctionele deurbediening (78LM accessoire optioneel) INSTELLING STAP 5 31 Instellen van de kracht TESTEN VAN HET VEILIGHEIDSOMKEERSYSTEEM De krachtinstellingstoets bevindt op de voorste afdekplaat. De krachtinstelling mist de nodige kracht om de poort te openen en te sluiten. 1. Zoek de oranje toets op de aandrijving. 2. Druk 2x op de oranje toets om de krachtinstellingsmodus te activeren. De LED knippert snel. Test 3. Druk op de handzender of het wandtoestel. De poort gaat naar de GESLOTEN-positie. Druk opnieuw op de handzender of het wandtoestel; de poort gaat in OPEN-positie. Druk een derde keer op de handzender of het wandtoestel om de poort in de GESLOTENpositie te brengen. De LED stopt met knipperen, wanneer de kracht is aangeleerd. De aandrijving heeft de kracht geleerd die ze nodig heeft om de poort te openen en te sluiten. De poort moet een volledige cyclus doorlopen, OPEN en GESLOTEN, opdat de kracht juist is ingesteld. Wanneer de aandrijving niet volledig kan openen of sluiten, controleert u of de poort is uitgebalanceerd en niet klemt of vastzit. Zie side 3 Voorbereiden van de poort. • Open de poort volledig en leg een 50mm hoge plank (of kanthout dat plat op de grond ligt) op de grond, centraal onder de poort. • Laat de poort in GESLOTEN-richting lopen. De poort moet omkeren zodra ze het obstakel raakt. Wanneer de test voor de veiligheidsomkering met succes is afgerond, gaat u verder met stap 4 van de instelprocedure. Instellen • Wanneer de poort stopt bij contact met het obstakel, dan gaat de poort niet ver genoeg omlaag. Complete instelling stap 1 en 2 – Programmeren van de eindposities en de kracht herhalen. • Herhalen en testen. • Wanneer de poort omkeert bij een obstakel van 50mm (of kanthout dat plat op de grond ligt), verwijdert u het obstakel en laat u de aandrijving 3-4 keer een volledige cyclus doorlopen om de instelling te testen. • Wanneer de aandrijving de veiligheidsomkeringstest herhaaldelijk niet doorstaat, neemt u contact op met een poortspecialist. Belangrijke veiligheidstest: INSTELLING STAP 3 Test het veiligheidsomkeersysteem na: Testen van de slappekabelschakelaar • elke instelling van de eindposities of de kracht Als uw slappekabelschakelaar werd geactiveerd, zal de aandrijving 9x klikken. • elke herstelling of instelling van de poort (incl. veren en kleine onderdelen) • elke herstelling of vervorming van de bodem INSTELLING STAP 4 30 Testen van het elektrisch slot • bij volledig gesloten poort moet de grendel van het slot door de rail steken. • Laat de poort in OPEN-richting lopen. Het elektrisch slot moet intrekken vooraleer de poort in beweging komt. • Laat de poort in GESLOTEN-richting lopen. Zodra de poort volledig gesloten is, moet het elektrisch slot automatisch worden geactiveerd om de poort op slot te doen. Opmerking : Wanneer het elektrisch slot niet functioneert, kan het met de hand worden ontgrendeld door de noodontgrendeling te activeren. • elke herstelling of instelling van de aandrijving 7-nl INSTELLING STAP 2 29 8-nl GEBRUIK NOODONTGRENDELING WAARSCHUWING WAARSCHUWING Om eventuele zware of dodelijke verwondingen door een vallende poort te vermijden: • Indien mogelijk de noodontgrendeling enkel gebruiken, wanneer de poort gesloten is. Door zwakke of beschadigde veren alsook een niet uitgebalanceerde poort kan een geopende poort onverwacht en snel omlaag vallen. • Gebruik de noodontgrendeling NOOIT wanneer er zich personen of hindernissen in het poortbereik bevinden. INSTELLING STAP 6 32 DE POORT MET DE HAND BEDIENEN Ontgrendel het poortslot vooraleer u vertrekt. Indien mogelijk, moet de poort volledig gesloten zijn. Trek de noodontgrendeling omlaag tot u een klikkend geluid in de aandrijving hoort en til de poort met de hand op. Om de poort weer op de aandrijving aan te sluiten, trekt u de noodontgrendeling een tweede keer omlaag tot u een klikkend geluid in de aandrijving hoort. De poort wordt weer vergrendeld bij de volgende OPENING of SLUITING. Testen van de noodontgrendeling: • Zorg ervoor dat de poort gesloten is. • Trek aan de noodontgrendeling. De poort kan normaliter met de hand worden geopend. • Breng de poort weer in de GESLOTEN-positie. • Trek een tweede keer aan de noodontgrendeling. • Sluit de poort weer op de aandrijving aan. GEBRUIK VAN UW POORTAANDRIJVING 33 34 Uw aandrijving en handzender zijn vooraf ingesteld op dezelfde code, die verandert telkens wanneer u ze gebruikt, en zodoende een toevallige code kiest uit meer dan 100 miljard nieuwe codes. Uw aandrijving werkt met maximaal 64 handzenders en een draadloos codeslot. Wanneer u een nieuwe handzender koopt of een handzender wilt deactiveren, volgt u de aanwijzingen in het hoofdstuk “Programmeren”. Uw aandrijving kan als volgt worden gebruikt: • met de handzender: houd de bovenste, middelste toets ingedrukt tot de aandrijving begint te lopen. • Met het draadloze wandtoestel 128LM: houd de grote ronde toets ingedrukt tot de aandrijving begint te lopen. • Met draadloos codeslot (zie accessoires): indien geleverd met de aandrijving, moet die vóór gebruik geprogrammeerd worden. AUTOMATISCH SLUITEN Ter info: Hiervoor moet het Protector System (foto-elektrische beveiliging) worden gemonteerd. Mocht u het Protector System (voor de eerste keer) enkel monteren om de functie Automatisch Sluiten te activeren, installeer het dan dicht bij de poort en wacht 5 minuten. U hebt dan een multifunctionele wandconsole (78LM) nodig om de functie Automatisch Sluiten in of uit te schakelen. Inschakelen: houd de blokkeertoets op de multifunctionele wandconsole ingedrukt. De toets loslaten, zodra het elektrisch slot twee keer activeert. Let ondertussen op de LED in het midden van de grote toets van de multifunctionele wandconsole. 1x knipperen = na 10 seconden sluit de poort automatisch 2x knipperen = na 45 seconden sluit de poort automatisch 3x knipperen = na 2 minuten… 4x knipperen = na 3 minuten… 5x knipperen = automatisch sluiten is uitgeschakeld Herhaal de procedure tot de LED de gewenste tijd aangeeft. In de fabrieksinstelling is Automatisch Sluiten uitgeschakeld. Wanneer de aandrijving geactiveerd is (met correct gemonteerde en uitgerichte foto-elektrische beveiliging) ONDERHOUD VAN UW POORTAANDRIJVING 1. Als de poort open is, wordt ze gesloten. Als de poort gesloten is, wordt ze geopend. ONDERHOUDSPLAN: 2. Als ze juist aan het sluiten is, wordt de beweging omgekeerd. 3. Als ze juist aan het openen is, wordt de poort gestopt. • bedien de poort met de hand. Wanneer ze niet uitgebalanceerd is of klemt, neemt u contact op met een poortspecialist. 4. Als de poort in een deels geopende positie wordt gestopt, wordt ze gesloten. • Controleer of de poort volledig opent en sluit. Geef de eindposities en/of kracht aan, indien nodig. (zie montagestappen 1 en 2) 5. Wanneer ze tijdens het sluiten wordt geblokkeerd, wordt de beweging van de poort omgekeerd. Als een obstakel de straal van de fotoelektrische beveiliging onderbreekt, zal de aandrijving gedurende 5 seconden klikken. • Herhaal de veiligheidsomkeringstest. Breng de nodige aanpassingen aan (zie montagestap 5). 6. Als de poort bij het openen wordt geblokkeerd, zal ze stoppen. 7. Als de poort volledig geopend is, zal ze niet sluiten wanneer de fotoelektrische beveiliging geblokkeerd is. De foto-elektrische beveiliging heeft geen effect op de openingsprocedure. Als de foto-elektrische beveiliging niet gemonteerd of verkeerd afgesteld is, zal de poort niet sluiten met de handzender. U kunt de poort echter sluiten met het wandtoestel, de externe sleutelschakelaar of het draadloze codeslot, wanneer u deze tijdens het sluiten activeert. Wanneer u ze te vroeg loslaat, zal de poort omkeren. 1x per maand 1x per jaar • Olie de poortrollen, bevestigingen en scharnieren. De aandrijving hoeft verder niet te worden gesmeerd. De looprails niet invetten. 35 Uw poortaandrijving is uitgerust met een programma voor zelfdiagnose. De leertoets/diagnose LED gaat enkele keren branden en stopt om aan te geven dat er een mogelijke oorzaak werd gevonden. Raadpleeg daarvoor de volgende diagnosetabel: 1x knipperen Kabel van de fotoelektrische beveiliging open (beschadigd of verbinding onderbroken) OF 2x knipperen Kortsluiting in de fotoelektrische beveiliging of zwarte en witte kabel verwisseld 3x knipperen Kortsluiting in wandtoestel of kabel Symptoom: Een of beide LED’s van de foto-elektrische beveiliging branden niet constant. • controleer de kabels op kortsluiting (nagelklem door kabel), corrigeer de polariteit van de kabels (zwarte/witte kabels verwisseld), defecte of gebroken kabels; vervang deze of sluit ze opnieuw aan, naargelang de oorzaak. • verwijder alle kabels van de achterzijde van de motor • neem de sensoren uit de bevestigingen en verkort de kabels tot 30-60mm achter elke sensor. • Verbind de uitgangssensor opnieuw met de motor met behulp van de ingekorte kabels. Wanneer de LED van de uitgangssensor constant brandt, sluit u de ontvangstsensor aan. • richt de sensoren, wanneer de LED’s branden verwisselt u de kabels van de sensoren. Wanneer de LED’s niet branden, vervangt u de foto-elektrische beveiliging. Symptoom: LED van het wandtoestel brandt niet • Controleer het wandtoestel of de kabel op kortsluiting, indien nodig vervangen. • Verwijder de kabels van het wandtoestel. Houd de kabels tegen elkaar. Wanneer de aandrijving begint te lopen, vervangt u het wandtoestel. • Wanneer de aandrijving niet begint te lopen, klemt u de kabels van het wandtoestel van de motor. Sluit de rode en witte kabel tijdelijk kort met behulp van een overbrugging. Wanneer de aandrijving begint te lopen, vervangt u de kabels van het wandtoestel. 4x knipperen Foto-elektrische beveiliging verkeerd gericht (LED brandt of knippert zwak) 5x knipperen Mogelijk defect van de omkeersensor 9x knipperen De slappekabelschakelaar wordt geactiveerd Symptoom: Uitgangs-LED brandt constant, ontvangst-LED brandt zwak of knippert • richt de ontvangstsensor opnieuw, maak de lens schoon en bevestig de hoeken. • Controleer of de poortrail stevig aan de muur bevestigd is en niet beweegt. Symptoom: omkeersensor = te kort traject 150-200mm • Koppel de aandrijving van het net voor een reset. Probeer de aandrijving opnieuw te bedienen, controleer de diagnosecode opnieuw. • als het lampje nog altijd 5x knippert en de aandrijving 150-200mm beweegt, is het mogelijk dat de APE (Absolute Positioning Encoder) moet worden vervangen. Neem contact op met uw Chamberlain-dealer voor meer informatie. Symptoom: De poort keert om tijdens het sluiten. • Controleer of een hindernis de poort blokkeert en verwijder het obstakel. • Controleer of de slappekabelschakelaar correct op de aandrijving is aangesloten. • Vervang de slappekabelschakelaar. PROGRAMMERING 36 37 Uw aandrijving is in de fabriek zo ingesteld dat ze met uw handzender kan worden bediend. De poort opent en sluit, wanneer u de grote toets indrukt. Onderaan vindt u instructies om uw aandrijving met extra handzenders te bedienen. Toevoegen of programmeren van handzenders Met de leertoets 1. Druk de oranjee leertoets aan de aandrijving in en laat ze dan los. De leer-LED brandt constant gedurende 30 seconden. 2. Binnen deze 30 seconden drukt u een toets van de handzender in die u wilt aanleren, en houd ze ingedrukt. 3. Laat de toets van de handzender los, wanneer de aandrijvings-LED 2x klikt. Codes van alle afstandsbedieningen wissen Om een ongewenste afstandsbediening uit te schakelen, eerst alle codes wissen: Houd de oranje "LEARN"-knop op de opener ingedrukt tot de programmeerindicatorlamp uitgaat (circa 6 - 9 seconden). Alle vorige codes zijn nu gewist. Programmeer elke afstandsbediening of sleutelloze toegang opnieuw die u wilt gebruiken. DE BATTERIJ VAN DE HANDZENDER WAARSCHUWING Om eventuele zware of dodelijke verwondingen te vermijden: • Laat NOOIT kleine kinderen in de buurt van de batterijen komen. • Raadpleeg meteen een arts, wanneer een batterij wordt ingeslikt 9-nl DIAGNOSETABEL 1. De aandrijving functioneert noch met het wandtoestel noch met de handzender. • heeft de aandrijving stroom? Steek een lamp in het stopcontact. Als ze niet brandt, controleer dan de zekeringskast of de veiligheidsschakelaar. (veel stopcontacten zijn met schakelaars beveiligd.) • Hebt u alle poortsloten uitgeschakeld? Neem de montagehandleiding nog even door. • Heeft er zich eis of sneeuw onder de poort verzameld? Is de poort eventueel aan de grond vastgevroren? Verwijder alle mogelijke hindernissen. • De poortveer kan defect zijn. In dat geval moet ze worden vervangen . 2. De aandrijving functioneert met de handzender, maar niet met het draadloze wandtoestel. • Controleer of de LED van het wandtoestel gaat branden, wanneer er een toets wordt ingedrukt. Wanneer de LED slechts zwak of helemaal niet brandt, vervangt u de batterijen. (Verwijder het batterijdeksel en zet de juiste batterijen in.) • Wanneer de LED duidelijk brandt, controleert u of het wandtoestel werd aangeleerd. 3. De poort functioneert met het wandtoestel, maar niet met de handzender. • Verwijder ijs of sneeuw van de grond op de plaats waar de poort sluit. • Controleer montagestap 2. Herhaal de veiligheidsomkeringstest na elke instelling. 9. De poort keert om zonder aanwijsbare reden en de aandrijvingsLED knippert gedurende 5 seconden na het omkeren. • Controleer de foto-elektrische beveiliging. Verwijder alle hindernissen of richt de ontvangstsensor opnieuw. 10. De aandrijving raakt vast bij het bedienen van de poort. • De poort is mogelijks niet in evenwicht of de veren kunnen defect zijn. Sluit de poort en activeer de noodontgrendeling. Open en sluit de poort manueel. Een correct uitgebalanceerde poort wordt in elke positie alleen door de veren in positie gehouden. Als dat niet het geval is, ontgrendelt u de poort en raadpleegt u een poortspecialist. 11. De aandrijving bromt kort, maar werkt dan niet. • De poortveren kunnen defect zijn (zie boven). • Als het probleem bij de eerste activering van de aandrijving opduikt, is de poort mogelijks nog vergrendeld. Ontgrendel het elektrische poortslot. 12. De aandrijving functioneert niet door een stroomstoring. • Open het elektrische poortslot met de hand • Gebruik de noodontgrendeling om de poort te ontgrendelen. De poort kan manueel worden geopend en gesloten. Als er weer stroom is, trekt u een tweede keer aan de manuele noodontgrendeling. • Brandt de drukknop van het wandtoestel? Indien wel, dan is de blokkeermodus geactiveerd. Schakel deze uit door de toets gedurende 2 seconden in te drukken. • Als er een EverCharge-batterij is aangesloten, moet de aandrijving tot 20 keer zonder stroom functioneren. • Programmeer de aandrijving, zodat ze overeenstemt met de code van de handzender (zie handleiding bij de Motorschaltleiste). Herhaal de procedure voor alle handzenders. Losse flens niet vast genoeg aangedraaid. Draai ze vast aan (zie montage – stappen 1 en 2) en stel de eindposities opnieuw in (zie instelling stap 1) 4. De handzender heeft slechts een beperkt bereik. 14. De aandrijving beweegt wanneer de poort wordt geactiveerd • Verander de positie van de handzender in uw wagen. • een beetje beweging is normaal bij dit product. Is er te veel beweging, dan zal de losse flens snel verslijten • Controleer of de antenne aan de achterzijde van de aandrijving helemaal naar onderen is uitgeschoven. 13. De poort verliest haar eindposities • controleer of de as niet te veel naar rechts/links beweegt • Veel installaties hebben een korter bereik door metalen toiletten, isolatie met folieafdekking of metalen bekleding. • controleer of de as niet zichtbaar naar boven en onderen beweegt terwijl ze roteert 5. De poort opent en sluit zelfstandig. • controleer of de aandrijving in een rechte hoek tegenover de as is aangebracht. Als dat niet het geval is, verandert u de positie van het montagelager. • Controleer of alle handzenderknoppen uitgeschakeld zijn. • Verwijder de beldraad van de klemmen van de aandrijving en gebruik enkel de handzender. Als het probleem zo kan worden verholpen, is het wandtoestel defect (vervangen) of is de kabel tussen wandtoestel en aandrijving tijdelijk kortgesloten. 15. Elektrisch slot maakt lawaai tijdens gebruik • Neem contact op met uw Chamberlain LiftMaster-verdeler voor een ander elektrisch slot. • Geheugen wissen en alle handzenders opnieuw programmeren. 6. De poort gaat niet volledig open. • Controleer het elektrische poortslot. • Wordt de poort geblokkeerd door een hindernis? Is ze uit evenwicht of zijn de veren defect? RESERVEONDERDELEN 38 Verwijder de hindernis en repareer de poort. 7. De poort gaat open, maar sluit niet. Installatieonderdelen • Controleer de slappekabelschakelaar (zie montagestap 4). • Controleer de foto-elektrische beveiliging wanneer de aandrijving klikt. POS.NR. DEELNR. BESCHRIJVING • Raadpleeg Instelling stap 2, wanneer de aandrijving niet klikt en het een nieuwe installatie is. 1 41A6102-1 Elektrisch slot 2 94335E 3-kanaals mini-zender Herhaal de veiligheidsomkeringstest nadat de instelling werd uitgevoerd. 3 41A6388 Losse flens met stelschroeven 8. De poort keert om zonder aanwijsbare reden en de aandrijvingsLED knippert niet. 4 41A4582 Noodontgrendelingskabel en hefboom montage • Controleer de slappekabelschakelaar (zie montagestap 4). 5 41A6104-1 Slappekabelschakelaar • Wordt de poort geblokkeerd door een hindernis? Activeer de noodontgrendeling en beweeg de poort manueel. Wanneer ze niet in evenwicht is of klemt, neemt u contact op met een poortspecialist. 6 41C0902 Montagelager 7 041A6298-3 Hardwaretas Zie hieronder voor een reeds bestaande installatie. 10-nl FOUTEN OPLOSSEN TECHNISCHE GEGEVENS (1) Model 94330E (2) Model 94333E (3) Model 94335E (4) Model 94334E (5) Model 975EML (6) Model 128LM (7) Model 9747E (8) Model 78LM (9) Model 760E (10) Model 770E (11) Model 100041 Ingangsspanning Nom. trekkracht Max. trekkracht Vermogen Standby-voeding Motor Type (12) Model FLA230 (13) Model 16200LM Enkelvoudige afstandsbediening 3-kanaals afstandsbediening Mini-afstandbediening met 3 functies Mini-afstandbediening met 4 functies Laserparkeerhulp voor de garage 2-kanaals draadloze drukknop Sleutelloos bedieningssysteem Multifunctioneel bedieningspaneel Sleutelschakelaar buiten Het Beveiligingssysteem “Protector System™” Sleutelschakellaar, 2 functie (100034 – inbouw montage) Knipperlamp Deur-in-poort-schakelaar Geluidsniveau Loopsnelheid Veiligheidsvoorzieningen Personen Elektronisch Elektrisch Afstelling eindstanden DEELEN Startcircuit Uitgangen 40 Batterij AFMETINGEN 41 230-240 VAC, 50Hz 10Nm 40Nm 145W 5W Gelijkstroomtandwielmotor met permanente smering. 57dB 24rpm ( ), 36rpm ( ) Toetsdruk en automatische stop bij omlaagbeweging. Toetsdruk en automatische stop bij omkeerfunctie. Automatische krachtinstelling. Transformator met overbelastingsbeveiliging en laagspanningsbedrading met drukknop. Elektronisch, semi-automatisch en volautomatisch. Laagspanningscircuit met drukknop. Deur-in-poort-schakelaar (voetgangersdeur, knipperlamp, fotoelektrische lichtcel, knop (sleutelschakelaar, console), slappe kabelschakelaar, elektrisch slot 24V aansluiting van een accukit Afmetingen (zie afbeelding) Max. poorthoogte: 4,2m Max. poortbreedte: 5,5m Max. poortoppervlak: 16m² Maximumdiameter kabeltrommel: 80 - 178mm Niet geschikt voor conische wikkeltrommels Asdiameter (Poort) 1 duim Plaatsbehoefte zijkant: min. 203mm Plaatsbehoefte hoogte: min. 76mm Plaatsbehoefte diepte: min. 64mm Aansluitkabel: 1m Hangend gewicht ca.11kg Geheugenregisters 64x Bedieningsfrequentie 433,92MHz N.B: .Chamberlain adviseert met nadruk dat het beveiligingssysteem op alle garagedeuropeners moet worden geïnstalleerd. GARANTIEVOORWAARDEN DEUROPENER Ten aanzien van de oorspronkelijke koper garandeert Chamberlain GmbH dit produkt (LM3800A) gedurende een periode van 24 maanden (2 jaar) vanaf de datum van aankoop tegen materiaal- en/of fabricagefouten. De oorspronkelijke koper is verplicht het produkt op het moment van in ontvangstname op zichtbare defecten te onderzoeken. Voorwaarden: Deze garantie is voor de koper het enig mogelijke verhaal voor een actie in rechte wegens eventuele schade met betrekking tot of voortvloeiende uit een defect onderdeel en/of produkt. De garantie is strikt beperkt tot reparatie of vervanging van de als defect erkende onderdelen van dit produkt. Deze garantie is niet van toepassing: op schade die niet veroorzaakt is door een defect maar door onredelijk gebruik (hieronder vallen: gebruik dat niet volledig overeenstemt met Chamberlain's installatie-, bedienings- en onderhoudsinstructies; het niet uitvoeren van de nodige onderhoudswerkzaamheden en bijstellingen, evenals aan de produkten aangebrachte aanpassingen of veranderingen); op arbeidsloon voor het demonteren of opnieuw installeren van een gerepareerd of vervangen apparaat of andere batterijen. Een produkt waarvan tijdens de garantieperiode wordt vastgesteld dat het materiaal- en/of fabricagefouten vertoont, wordt (naar keuze van Chamberlain) gerepareerd of vervangen, zonder kosten voor de eigenaar voor reparatie en/of vervanging van onderdelen en/of het apparaat. Defecte onderdelen worden (naar keuze van Chamberlain) gerepareerd of vervangen door nieuwe of in de fabriek vernieuwde onderdelen. Als het produkt tijdens de garantieperiode defect lijkt te zijn, neem dan contact op met de zaak waar u het apparaat oorspronkelijk gekocht heeft. Deze garantie is niet van invloed op de wettelijke rechten van de koper onder de van toepassing zijnde, geldende nationale wetgeving, evenmin als op de uit het contract van koop en verkoop voortvloeiende rechten van de koper ten opzichte van de wederverkoper. Bij ontbreken van toepasselijke nationale of Europese wetgeving, vormen deze garantievoorwaarden het enige en uitsluitende rechtsmiddel; noch Chamberlain, noch haar filialen of distributeurs zijn aansprakelijk voor enige secundaire of indirect volgende schade betreffende uitdrukkelijke of geïmpliceerde garanties met betrekking tot dit produkt. Geen enkele vertegenwoordiger of andere persoon is gemachtigd om de aansprakelijkheid van Chamberlain in verband met de verkoop van dit produkt te wijzigen of uit te breiden. 11-nl ACCESSOIRES 39
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132
  • Page 133 133
  • Page 134 134
  • Page 135 135
  • Page 136 136
  • Page 137 137
  • Page 138 138
  • Page 139 139
  • Page 140 140
  • Page 141 141
  • Page 142 142
  • Page 143 143
  • Page 144 144
  • Page 145 145
  • Page 146 146
  • Page 147 147
  • Page 148 148
  • Page 149 149
  • Page 150 150
  • Page 151 151
  • Page 152 152
  • Page 153 153
  • Page 154 154
  • Page 155 155
  • Page 156 156
  • Page 157 157
  • Page 158 158
  • Page 159 159
  • Page 160 160
  • Page 161 161
  • Page 162 162
  • Page 163 163
  • Page 164 164
  • Page 165 165
  • Page 166 166
  • Page 167 167
  • Page 168 168
  • Page 169 169
  • Page 170 170
  • Page 171 171
  • Page 172 172
  • Page 173 173
  • Page 174 174
  • Page 175 175
  • Page 176 176
  • Page 177 177
  • Page 178 178
  • Page 179 179
  • Page 180 180
  • Page 181 181
  • Page 182 182
  • Page 183 183
  • Page 184 184
  • Page 185 185
  • Page 186 186
  • Page 187 187
  • Page 188 188
  • Page 189 189
  • Page 190 190
  • Page 191 191
  • Page 192 192
  • Page 193 193
  • Page 194 194
  • Page 195 195
  • Page 196 196
  • Page 197 197
  • Page 198 198
  • Page 199 199
  • Page 200 200
  • Page 201 201
  • Page 202 202

Chamberlain LiftMaster LM3800 A-2 de handleiding

Type
de handleiding