Gossen MetraWatt MetraMachine 439/5,4 Handleiding

Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

Gebruiksaanwijzing
PROFITEST 204, 204HP, 204HV
Testinstrument EN 60204 / DIN VDE 0113
3-348-781-05
4/9.08
Dit testinstrument mag,
vanwege de toegepaste
levensgevaarlijke hoge
testspanningen, alleen
door of onder toezicht
van elektrotechnisch
bevoegd en deskundig
personeel worden
bediend.
2 GMC-I Gossen-Metrawatt GmbH
SETUP
OFF
TEST
RUN
RS232
12356
7
8
9
10 11
PROFITEST 204
PRINTER
OK / FAILED
STORE
EN 60204
DIN VDE 0113
START
MENU
4
15
14
13
12
17
13
16
12
22
23
18
Aansluitzijde
24
Basisinstrument PROFITEST 204
GMC-I Gossen-Metrawatt GmbH 3
Let op!
!
De ventilatiegleuven (24) aan de onderkant van de behui-
zing en aan de aansluitzijde van het basisinstrument
mogen niet afgedekt worden!
1 Funktieschakelaar
2 Drukknop
3 Drukknop
4 Bus voor aansluiting printer
5 Bus voor aansluiting RS232 interface
6LCD Display
7 Signaallamp voor test goedgekeurd (groen) / afgekeurd (rood)
8 Drukknop MENU
9 Drukknop voor HELP en opslaan
10 Drukknop START voor de gekozen meting
11 Signaallamp RUN (geel)
12 Drukknoppen (links en rechts) om de draagbeugel te ontgrendelen
13 Drukknoppen (links en rechts) om het deksel te ontgrendelen
14 Deksel
15 SECUTEST PSI
16 Draaggreep, tevens beugel voor gekantelde opstelling
17 Sonde met geintegreerde besturingseenheid
18 Sonde met geintegreerde zekering
19 Drukknop om meting op te slaan
20 Drukknop voor start meting beschermingsleiding R
sl
21 Drukknop voor start meting isolatieweestand R
iso
22 Netaansluiting
23 Netaansluiting hoogspanningsmodule (max. 6 A)
24 Ventilatiegleuven
11
18
START R
ISO
START R
SL
Testpennen van PROFITEST 204
STORE
7
21
20
19
17
Besturingseenheid
4 GMC-I Gossen-Metrawatt GmbH
1 Steker voor voedingsspanning van de hoogspanningsmodule met smeltvei-
ligheid
2 Sleutelschakelaar tegen onbevoegd inschakelen
3 Aansluiting voor externe signaallampen, zie hoofdst. 3.1.3, blz. 15
4 Signaallamp groen brandt, hoogspanningsmodule is bedrijfsklaar
5 Signaallamp rood brandt, hoogspanningsmodule is startklaar
VOORZICHTIG GEVAAR!
6 Vast aangesloten meetkabels
7 Trekker (schakelaar)
Het hoogspanningspistool met schakelaar is in tegenstelling tot het hoog-
spanningspistool zonder schakelaar aan de onderkant van de handgreep
geel gemarkeerd.
8 Verzonken veiligheidstestpen
0
I
!
5
4
1
2
3
Hoogspanningsmodule PROFITEST 204 HP/HV
aansluitzijde
6
8
7
Schakelaar – hoogspanningspistool
GMC-I Gossen-Metrawatt GmbH 5
Opmerking leveringsomvang
Indien U het testinstrument PROFITEST 204 en de hoogspannings-
module PROFITEST 204HP/HV niet tegelijkertijd heeft gekocht
(aparte leveringen):
Vergelijk s.v.p. de softwareversie van de diskette, die samen met
het testinstrument geleverd werd, met de softwareversie van de
hoogspanningsmodule.
Indien de softwareversie van de diskette van de hoogspanningsmodule
aktueler is (hogere versie):
Laad deze versie in het basisinstrument,
zie hoofdst. 3.7.5, blz. 23.
Laad vervolgens de taal opnieuw, ook wanneer de juiste taal
reeds wordt weergegeven . Hierdoor wordt het menu geaktuali-
seerd.
Bezit U twee verschillende gebruiksaanwijzingen, gebruik dan uitsluitend
het aktuelere exemplaar.
De drukversie vindt u op het voorblad onder het bestelnummer.
b.v.:
Bestelnummer 3-348-781.xx
4/9.08 betekent 4e versie in september 2008.
Aanwijzing bij gebruiksaanwijzing SECUTEST PSI
De PSI-module is samen met de PROFITEST 204 uitsluitend
bedoeld om de meetwaarden te printen en voor het ingeven van
omschrijvingen/kommentaren d.m.v. het alfanumerieke toetsen-
bord.
De volgende hoofdstukken van de gebruiksaanwijzing
SECUTEST PSI zijn voor het werken met PROFITEST 204
relevant:
Hoofdst. 2, Veiligheidsvoorschriften en -maatregelen
Hoofdst. 3.1 en 3.2, Plaatsen batterijen en PSI-module
Hoofdst. 12, Technische gegevens
Hoofdst. 13, Onderhoud
Hoofdst. 14, Reparatie en reserve onderdelen (service)
Volgende funkties zijn hier NIET AKTIEF resp. slechts samen met de
SECUTEST 0701/0702S zinvol:
Rapport weergeven, printen en opslaan
Statistiek
Gebruik met barcodelezer
Inhoud Inhoud
6 GMC-I Gossen-Metrawatt GmbH
1 Gebruik .........................................................................................8
2 Veiligheidsvoorschriften en -maatregelen ....................................9
2.1 Betekenis van symbolen ................................................................10
2.1.1 Symbolen op het instrument ..........................................................10
2.1.2 Symbolen in de gebruiksaanwijzing ................................................10
2.1.3 Symbolen gebruikerinformatie PROFITEST 204 ..............................10
2.1.4 Symbolen in de gebruikerinformatie
van de hoogspanningsmodule PROFITEST 204 HP/HV .....................11
2.2 Speciale veiligheidsmaatregelen en aanwijzingen
voor hoogspanningsmodule PROFITEST 204HP/HV .........................12
3 Inbedrijfname .............................................................................14
3.1 Inbedrijfname hoogspanningsmodule (optie) ...................................14
3.1.1 Montage hoogspanningsmodule aan basisinstrument ......................14
3.1.2 Sleutelschakelaar ..........................................................................15
3.1.3 Signaleren van bedrijfstoestanden ..................................................15
3.2 Bevestigen instrumenten op de transportwagen (optie) ....................16
3.3 Aansluiten PROFITEST 204 op het 230 V net ..................................17
3.4 Aansluiten van de hoogspanningsmodule op het 230 V net .............17
3.5 Gebruikerinformatie .......................................................................18
3.6 Helpfunktie ...................................................................................18
3.7 SETUP ..........................................................................................19
3.7.1 Instellen kontrast en LCD-verlichting ..............................................19
3.7.2 Instellen datum en tijd ...................................................................20
3.7.3 Instellen beeper ............................................................................20
3.7.4 Uitvoeren zelftest ..........................................................................21
3.7.5 Taal instellen/software update .......................................................23
4 Testen van machines volgens EN 60204/DIN VDE 0113 ...........26
4.1 Test beschermingsleiding ..............................................................26
4.1.1 Instellen testparameters ................................................................27
4.1.2 Test starten ..................................................................................27
4.2 Test isolatieweerstand ...................................................................28
4.2.1 Instellen testparameters ................................................................29
4.2.2 Test starten ..................................................................................29
4.3 Test lekstroom (kontrole spanningloosheid) ....................................30
4.3.1 Instellen testparameters ................................................................30
4.3.2 Test starten ..................................................................................30
4.4 Restspanningsmeting (beveiliging tegen restspanningen) ................32
4.4.1 Instellen testparameters ................................................................33
4.4.2 Test starten ..................................................................................33
4.5 Spanningstest (optie PROFITEST 204HV/HP) ...................................34
4.5.1 Funktietest (testvoorbereiding) .......................................................34
4.5.2 Instellen testparameters ................................................................36
4.5.3 Testprocedure ..............................................................................37
4.5.4 Pulsbedrijf ....................................................................................39
4.5.5 Beeindiging spanningstest .............................................................39
5 Gegevens verwerken, overdragen en wissen ............................40
5.1 Object kiezen ................................................................................40
5.1.1 Invoer omschrijving .......................................................................41
5.1.2 Kopieren omschrijving ...................................................................41
5.1.3 Wissen omschrijving .....................................................................41
5.2 Data bewerken (kontroleren meetwaarden) .....................................42
5.3 Data beheer .................................................................................42
5.3.1 Wissen protokolgegevens ..............................................................42
5.3.2 Geheugen testen ..........................................................................43
5.4 Geheugen wissen .........................................................................43
5.5 Data overdracht ............................................................................44
GMC-I Gossen-Metrawatt GmbH 7
Inhoud Inhoud
6 Formulieren laden, protokollen printen ...................................... 46
6.1 Uitprinten (PSI) / protokol afdrukken ............................................... 46
6.2 Protokolformulier kiezen ................................................................ 47
6.3 Protokolformulier(en) laden ........................................................... 48
6.4 Programma ter vervaardiging van protokol ..................................... 50
6.4.1 Lijst met codewoorden en hun betekenis ....................................... 50
6.4.2 Protokolvormgeving ...................................................................... 51
6.4.3 Protokol naar testinstrument overdragen ........................................ 51
7 Technische gegevens ................................................................ 52
7.1 PROFITEST 204 ........................................................................... 52
7.2 PROFITEST 204HP ...................................................................... 52
7.3 PROFITEST 204HV ...................................................................... 52
8 Tabel parameters en normwaarden
volgens EN 60204/ DIN VDE ....................................................... 53
8.1 PROFITEST 204 ........................................................................... 53
8.2 PROFITEST 204HP ...................................................................... 53
8.3 PROFITEST 204HV ...................................................................... 53
9 Interface ..................................................................................... 56
9.1 RS 232 interface .......................................................................... 56
9.1.1 Uitwerken van de testresultaten m.b.v. software ............................. 56
9.1.2 Interfacedefinitie en -protokol ........................................................ 56
9.1.3 Kontaktbezetting .......................................................................... 56
9.2 Printer interface ............................................................................ 56
9.2.1 Kontaktbezetting .......................................................................... 56
10 Foutmeldingen – oorzaken – verhelpen ................................... 57
11 Onderhoud ................................................................................. 58
11.1 Zekeringen vervangen .................................................................. 58
11.1.1 Netzekering vervangen ................................................................. 58
11.1.2 Meetcircuitzekering in testsonde
van de PROFITEST 204 vervangen ................................................ 58
11.2 Behuizing en testsondes/pennen ................................................... 58
11.3 Meetkabels PROFITEST 204 ......................................................... 58
11.4 Testkabels PROFITEST 204 HP/HV ................................................ 59
11.5 Reparatie, vervangen onderdelen en instrument kalibreren ............. 59
11.5.1 Reinigen optische interface ........................................................... 59
11.5.2 Vervangen signaallampen / verwijderen
hoogspanningsmodule .................................................................. 59
11.5.3 Vervangen lampen in de externe signaallichten .............................. 60
11.6 Software ...................................................................................... 60
12 Annex ......................................................................................... 61
12.1 Checklist voor hoogspanningstest .................................................. 61
12.2 Minimale aanwijzing, rekening houdend met gebruiksfout ............... 62
13 Kalibratie, reparatie en onderdelen ........................................... 62
14 Produktondersteuning/helpdesk ................................................ 62
15 Workshops ................................................................................. 63
8 GMC-I Gossen-Metrawatt GmbH
1Gebruik
Met het meet- en testinstrument PROFITEST 204 kunt U snel en
efficient elektrische en elektronische installaties en systemen van
machines volgens DIN VDE 0113 / EN 60204-1 testen.
Overeenkomstig de voorschriften moeten de volgende metingen
en herhalingstests worden uitgevoerd:
Doorgaande verbinding van beschermingssysteem met 10A
meetstroom
Isolatieweerstandtest
Spanningstests (optie PROFITEST 204HP/HV)
Opsporen restspanningen
Verder kunnen ook tests worden uitgevoerd, die weliswaar niet
voor de veiligheid der elektrische installatie van machines verplicht
zijn, maar die het instrument zinvol kompleteren:
weerstandsmetingen volgens DIN VDE 0701
isolatieweerstandsmetingen volgens DIN VDE 0701
meting geleiding elektrostatische spanning voor vloerbedek-
king volgens DIN 51953
meting lekstroom als bewijs voor spanningloosheid
spannings- en frequentiemetingen
Alle voor een inspektieverslag benodigde waarden kunt U met dit
apparaat meten.
De module SECUTEST PSI (optie), een in het deksel te plaatsen
printer met geintegreerd interface en toetsenbord, optimaliseert
het toepassingsgebied van de PROFITEST 204.
Met het meet- en testprotokol , dat direkt of via een PC te printen
is, kunnen alle waarden gearchiveerd worden. Dit is m.b.t. de
„produktaansprakelijkheid“ van groot belang.
GMC-I Gossen-Metrawatt GmbH 9
2 Veiligheidsvoorschriften en -maatregelen
De meet- en testinstrumenten PROFITEST 204, 204 HP en 204
HV zijn overeenkomstig de volgende veiligheidsvoorschriften
geproduceerd en getest:
IEC 1010-1 / DIN EN 61010-1 / VDE 0411-1,
DIN VDE 0413 deel 1 en EN 60204 / DIN VDE 0113
Bij doelmatig gebruik is de veiligheid van de gebruiker, het instru-
ment en het te testen objekt gewaarborgd.
Lees voor ingebruikname de komplete gebruiksaanwijzing zorgvuldig
door. Volg deze altijd punktueel. Stel de gebruiksaanwijzing aan alle
gebruikers ter beschikking.
Let altijd op de volgende veiligheidsmaatregelen:
Het instrument mag alleen aan een 230 V net, dat met een be-
veiliging van max. 16 A nom. is voorbeveiligd, aangesloten
worden.
Er dient rekening mee gehouden te worden, dat aan te testen
apparaten onvoorziene spanningen kunnen optreden. (Kon-
densatoren b.v. kunnen gevaarlijk hoog opgeladen zijn).
Kontroleer of de aansluit-, meet- en testsnoeren niet door de-
fekte isolatie, onderbreking etc. beschadigd zijn.
Gebruik het instrument uitsluitend binnenshuis.
In een net met 230/400 V van de kategorie II moet rekening
met stootspanningen tot 2,5 kV gehouden worden.
Het basisapparaat PROFITEST 204 en de hoogspanningsmodule
PROFITEST 204HP en HV mogen niet gebruikt worden wanneer:
Deze zichtbaar beschadigd zijn
De aansluit-, meet- en testsnoeren beschadigd zijn
Deze niet meer korrekt funktioneren
De signaallampen defekt zijn
De funktietest niet succesvol is afgesloten,
zie hoofdst. 4.5.1, blz. 34
In deze gevallen moet het instrument direkt uit bedrijf worden
genomen en ter reparatie retour worden gezonden aan GMC-
Instruments Nederland B.V. (zie hoofdst. 13, blz. 62).
10 GMC-I Gossen-Metrawatt GmbH
2.1 Betekenis van symbolen
2.1.1 Symbolen op het instrument
De symbolen op het instrument hebben volgende betekenis:
Toegelaten keurmerken EU
Keumerkteken door VDE instantie
voor PROFITEST 204 en 204HP
Waarschuwing voor een gevaar
(Let op, gebruiksaanwijzing raadplegen !)
Protokolfunkties
Data bestandsbeheer
2.1.2 Symbolen in de gebruiksaanwijzing
Levensgevaar voor de gebruiker bij niet nakomen
van de instructie.
Gevaar voor de gebruiker en instrument bij niet
nakomen van de instructie.
2.1.3 Symbolen gebruikerinformatie PROFITEST 204
Waarschuwing voor een gevaar
b.v. spanning aan testsonde > 25 V
Timerfunktie. Symboliseert testduur
Beschermingsleiding- en isolatieweerstandmeting:
op de testpennen staat een vreemde spanning.
Meting beschermingsleiding afgekeurd,
aangezien teststroom < 10 A.
Vrijgave na test isolatieweerstand:
Spanning aan testsonde < 25 V.
Waarschuwing bij test lekstroom:
De spanning mag 250 V niet overschrijden.
!
!
GMC-I Gossen-Metrawatt GmbH 11
Melding bestandsbeheer:
Dataoverdracht succesvol uitgevoerd
en beeindigd.
Temperatuur in testinstrument te hoog
(test beschermingsleiding)
Instrument ca. 10 min. laten afkoelen.
De interne temperatuurbewaking is defekt.
Instrument ter reparatie retourzenden
naar GMC-Instruments Nederland B.V.
Na beeindiging van de spanningsmeting verschijnt
nevenstaand symbool, zie hoofdst. 4.4, blz. 32.
2.1.4 Symbolen in de gebruikerinformatie van de hoogspan-
ningsmodule PROFITEST 204 HP/HV
Hoogspanningsoptie startklaar
Op de testsondes van de hoogspanningsmodule
bevindt zich een levensgevaarlijke hoogspanning
tot 5kV
Test met succes beeindigd.
Restspanning < 25 V.
De voorgeschreven grenswaarde I
MAX
werd over-
schreden. De stroombegrenzing heeft het instru-
ment in de bedrijfstoestand „startklaar“ gescha-
keld. Hierbij is het echter mogelijk, dat de aangegeven
waarde voor I
p
kleiner als I
MAX
is, omdat de laatst gemeten
waarde wordt weergegeven.
Instrument defekt! / Kommunikatiestoring tussen
PROFITEST 204 en optie 204HP/HV.
Temperatuur in testinstrument te hoog
(hoogspanningstest)
Instrument ca. 10 min. laten afkoelen.
12 GMC-I Gossen-Metrawatt GmbH
2.2 Speciale veiligheidsmaatregelen en aanwijzingen voor hoogspanningsmodule PROFITEST 204HP/HV
Maatregelen tegen onbevoegd inschakelen
Sleutelschakelaar
Maatregelen tegen abusievelijk inschakelen
Meerknopbediening:
Voordat de testspanning via de trekker van het hoogspan-
ningspistool op de testpen geschakeld kan worden, moet de
knop START op het basisinstrument ingedrukt worden.
Tweehandsbediening:
De hoogspanningspistolen hebben elk een trekker. Pas als
beide trekkers tegelijkertijd bediend worden, zijn beide test-
pennen vrij toegankelijk.
Schakelaar-hoogspanningspistool (pistool met gele markering)
met dubbele veiligheid:
Wordt de trekker van het schakelaar-hoogspanningspistool tot
de eerste mechanische weerstand ingedrukt, wordt alleen de
testpen zichtbaar. Pas bij verder indrukken en overwinnen van
dit moment wordt de hoogspanning, bij startklaar instrument,
op de testpen geschakeld.
Algemene veiligheidsmaatregelen
Geintegreerde signaallampen geven de bedrijfstoestand van het
testinstrument aan.
Galvanische scheiding tussen de testspanning en het voedende
net. Hierdoor wordt voorkomen dat grote stromen van het
schakelaar-hoogspanningspistool naar aarde kunnen vloeien.
Stroombegrenzing bij overslag:
Wordt de ingestelde stroombegrenzing bij overslag overschre-
den, dan wordt automatisch naar de bedrijfstoestand „start-
klaar“ overgeschakeld.
•Bij terugkeer van de netspanning na spanningsuitval wordt automa-
tisch naar de bedrijfstoestand „starklaar“ overgeschakeld.
Let op!
!
De ventilatiegleuven in de bodem van de hoogspan-
ningsmodule alsmede de gleuven aan de zijkant van het
basisinstrument moeten vrij blijven.
Let op!
!
Volg altijd de voorschriften/instrukties voor elektrische testin-
strumenten/opstellingen.
GMC-I Gossen-Metrawatt GmbH 13
Let op!
!
Volg de voorschriften volgens DIN VDE 0104 „Errichten
und Betreiben elektrischer Prüfanlagen“ op.
Let op!
!
Voor gebruik van de veiligheidstestpennen dient de ge-
bruiker zich te overtuigen van een veilige toestand van
zowel testpennen als bijbehorende testkabels.
Voor gebruik dienen alle bedrijfsmiddelen op zichtbare
bechadigingen en defekten te controleren. Zie hoofdst.
11.2, blz. 58 t/m hoofdst. 11.4, blz. 59
Let op!
!
Voor starten van een test dienen alle toegangswegen naar
de gevaarlijke testzone gesloten te zijn en alle niet be-
voegde personen deze te hebben verlaten.
Let op hoogspanning!
Wordt de trekker van het schakelaar-hoogspanningspis-
tool tot de eerste aanslag ingedrukt, dan wordt de test-
pen zichtbaar. Indien de hoogspanningsmodule in de
bedrijfstoestand„startklaar“ staat, wordt bij verder in-
drukken (mechanische weerstand overwinnen) de hoog-
spanning op de testpennen geschakeld.
Let op hoogspanning!
Tijdens de spanningstest noch de testpennen, noch het te
testen objekt aanraken.
Er staat zich een levensgevaarlijke hoogspanning van max.
5kV op de testpennen van de hoogspanningsmodule.!
14 GMC-I Gossen-Metrawatt GmbH
3 Inbedrijfname
3.1 Inbedrijfname hoogspanningsmodule (optie)
3.1.1 Montage hoogspanningsmodule aan basisinstrument
Alvorens het instrument in bedrijf te nemen, moet de hoogspan-
ningsmodule HP of HV aan het testapparaat PROFITEST 204
gemonteerd worden.
Bij korrekte montage is is een correcte optische kommunikatie
tussen beide instrumenten gewaarborgd, zie hoofdst. 3.7.4 "Uit-
voeren zelftest" .
Let op!
!
Basisinstrument en de hoogspanningsmodule moeten
bij montage van het net en het meetcircuit gescheiden
zijn.
¼ Sluit deksel basisinstrument.
¼ Basisinstrument ondersteboven op zachte ondergrond, ten-
einde beschadigingen te voorkomen, leggen.
¼ Verwijder van de bodem van het basisinstrument die twee van
de vier rubberstoppen waaronder zich de boorgaten bevinden.
¼ Plaats de hoogspanningsmodule zo, dat zich de aansluitingen
resp. de kabels van beide instrumenten aan dezelfde kant be-
vinden.
¼ Verwijder van de bodem van de hoogspanningsmodule die
twee van de vier rubberstoppen waaronder zich de boorgaten
bevinden.
¼ Plaats de vier schroefdraadpinnen in de boorgaten, zie schets.
¼ Draai de schroefdraadpinnen met een schroevedraaier
(maat 4,5) vast.
¼ Breng de twee van te voren verwijderde rubberstoppen op de
boorgaten van de hoogspanningsmodule aan.
Achterkant hoogspanningsmodule
Verwijderen
rubberstoppen !
mogelijk knelgevaar !
GMC-I Gossen-Metrawatt GmbH 15
3.1.2 Sleutelschakelaar
De sleutelschakelaar voorkomt het onbevoegd inschakelen van
de hoogspanningsmodule. Bewaar de sleutel op een veilige,
alleen voor daartoe bevoegd personeel toegankelijke, plaats.
Verwijder steeds na beeindiging van de test de sleutel in positie
„0“.
3.1.3 Signaleren van bedrijfstoestanden
Signaallampen
De in de hoogspanningsmodule geintegreerde signaallampen sig-
naleren twee bedrijfstoestanden:
GROEN: Testinstrument startklaar
Sleutelschakelaar in positie „I“ (ON).
Voedingsspanning voor signaal- en stuurstroomcircuit van de
hoogspanningsmodule is ingeschakeld.
De spanningstoevoer van de testspanning is nog uitgescha-
keld en nog tegen abusievelijk inschakelen beveiligd.
Let op!
!
Voor het betreden van de gevarenzone moeten alle
noodzakelijke veiligheidsmaatregelen, zoals het plaatsen
van waarschuwingsborden WS1 en ZS2 volgens
DIN 40008 deel 3, getroffen zijn.
ROOD: Testinstrument startklaar, GEVAAR!
U heeft het menu voor de start van de spanningstest gekozen
en vervolgens de knop START gedrukt.
De spanningstoevoer naar de veiligheidstestpen is nog uitge-
schakeld zolang de trekker aan het hoogspanningspistool niet
is ingedrukt.
De testsondes zijn tegen onwilkeurig aanraken beveiligd zo-
lang de trekkers aan de hoogspanningspistolen niet zijn inge-
drukt.
Let op!
!
In de positie „startklaar“ moeten alle toegangwegen tot
de gevarenzone beveiligd zijn!
Voor vervangen der lampen zie hoofdst. 11.5.2, blz. 59
Externe signaallampen
De externe signaallampen signaleren dezelfde bedrijfstoestanden
als de in de hoogspanningsmodule geintegreerde signaallampen.
Ze dienen bovendien ter beveiliging van de testplaats en moeten
buiten de grenzen van de gevarenzone goed zichtbaar zijn.
De externe signaallampen kunnen direkt aan de hoogspannings-
module aangesloten worden.
Aanwijzing
Om veiligheidsredenen dienen uitsluitend de signaallam-
pen Z504D van GMC-I Gossen-Metrawatt GmbH
gebruikt te worden.
Voor vervangen van lampem zie hoofdst. 11.5.3, blz. 60
16 GMC-I Gossen-Metrawatt GmbH
3.2 Bevestigen instrumenten op de transportwagen (optie)
¼ Plaats het basisinstrument en de hoogspanningsmodule dus-
danig op het platvorm (1) van de transportwagen, dat het dek-
sel van het basisinstrument verder geopend kan worden.
¼ Fixeer de draaggreep van het basisinstrument (3) aan de verti-
kale beugels. Draai hiervoor de schroeven van de draaggrepen
(9) m.b.v. een zeskantsleutel 4 mm los.
¼ Schuif de draaggrepen (3) op de greep en draai de schroeven
(9) vast.
¼ Wikkel eerst de beide snoeren van de veiligheidstestsondes
van de hoogspanningsmodule op de onderste kabelsteun
(2, onder).
¼ Wikkel vervolgens de beide snoeren van de testpennen van
het basisinstrument op de bovenste kabelsteun (2, boven).
¼ Fixeer de snoeren en testpennen met de meegeleverde rub-
berbanden (12).
Let op!
!
Volg altijd de voorschriften voor niet stationaire testin-
stallaties volgens DIN VDE 014 (3.6).
Aanwijzing
Wikkel de testsnoeren van veiligheidstestpennen na ieder
gebruik op de daarvoor bestemde steunen aan de ach-
terkant van de transportwagen op. De testsnoeren
mogen onder geen enkele voorwaarde mechanisch
belast of geknikt worden.
Let op!
!
Kontroleer voor elk gebruik van de hoogspanningsmo-
dule de testsnoeren op mechanische beschadigingen.
10
11
8
2
3
2
5
6/7
1
4
9
Pos Omschrijving Stuk Bestel nr.
1 Platform 1 3-117-193-01
2 Kabelsteunen 2 3-326-653-01
3
Beugels voor
draaggreep
2 3-326-652-01
4 Spatbord 2 3-164-609-01
5 Wiel 2 3-419-038-01
6 Schijf 4 3-740-013-01
7 Ring 2 3-743-024-59
8 Schroef 6 3-712-007-10
9 Zeskantmoer 6 3-730-119-12
10 Schroef 2 3-716-018-24
11 Draaggreep 1 3-121-111-01
12 Rubberband 2 3-326-627-01
13 Beschermhoes 1 3-171-302-01
Transportwagen Caddy 204
GMC-I Gossen-Metrawatt GmbH 17
3.3 Aansluiten PROFITEST 204 op het 230 V net
¼ Sluit het testinstrument met de netsteker (16) op het 230 V
voedingsnet aan.
Indien geen wandkontaktdoos of alleen een draaistroomaan-
sluiting aanwezig is, kan de aansluiting van fase, nul en aarde
m.b.v. de koppelkontaktstop gerealiseerd worden. Deze heeft
drie vaste aansluitsnoeren en is onderdeel van de als optie le-
verbare kabelset KS 13.
Let op!
!
De aansluitklemmen van de koppelkontaktstop mogen
alleen in spanningsloze toestand worden aangesloten!
Let op!
!
De extra contra-netentree op het basisinstrument is t.b.v.
de stroomvoorziening van de hoogspanningsmodule
HP/HV.
Wordt deze voor andere doeleinden gebruikt, dan mag
de opgenomen stroom niet meer dan 6A bedragen.
3.4 Aansluiten van de hoogspanningsmodule op het 230 V net
Verbind de contra-netentree van het basisinstrument met de
netentree van de hoogspanningsmodule via de meegeleverde
kabel. Een aparte aansluiting op het 230 V net is eveneens moge-
lijk.
L1
N
groen-geel
groen-geel
PE
L1
L2
L3
N
PE
L1
L2
L3
N
groen-geel
U
L–N
= 230 V
18 GMC-I Gossen-Metrawatt GmbH
3.5 Gebruikerinformatie
Het meten en testen met de PROFITEST 204 gaat eenvoudig en
snel. De geintegreerde gebruiksaanwijzing informeert U in alle
meetfunkties omtrent noodzakelijke stappen, bedieningsfouten,
gemeten waarden, etc. Alle informatie en meetwaarden worden
op het puntmatrix LCD-display als tekst weergegeven.
Voor de meeste tests en metingen voldoet de geintegreerde
gebruiksaanwijzing, echter de meegeleverde gebruiksaanwijzing
moet ten alle tijden gelezen en opgevolgd worden.
3.6 Helpfunktie
Bij alle meet- en testfunkties en bij bijna alle instellingen kunnen
help-teksten in het LCD-display zichtbaar worden gemaakt.
Voorbeeld funktie kontrastinstelling
SETUP
Positie schakelaar
¼ Druk knop STORE om de HELP-funktie te starten:
STORE
Starten HELP
¼ Druk nogmaals op de knop STORE resp. MENU om de HELP-
funktie te verlaten:
MENU
Verlaten HELP
of
¼ Start de gekozen funktie direkt uit help-menu met de knop
START:
START
Starten funktie
GMC-I Gossen-Metrawatt GmbH 19
3.7 SETUP
Verschillende basisinstellingen van het testinstrument kunnen
onder SETUP ingesteld worden.
SETUP
Kiezen parameters
MENU
Oproepen instellen parameters
Alle in de menus „setup“ ingegeven instellingen en wijzigingen
worden automatisch opgeslagen en blijven ook dan gehand-
haafd, wanneer het testinstrument wordt uigeschakeld.
MENU
Beeindigen
3.7.1 Instellen kontrast en LCD-verlichting
Het kontrast kan hier verhoogd of verlaagd worden.
Bovendien kan de verlichting in- of uitgeschakeld worden.
SETUP
MENU
Instellen kontrast
START
Displayverlichting in- of uitschakelen *
* Bij niet gebruik schakelt het instrument na 2,5 min. het licht uit. Het bedienen van
een willekeurige knop aktiveert de verlichting voor minimaal 2,5 min.
20 GMC-I Gossen-Metrawatt GmbH
3.7.2 Instellen datum en tijd
Hier kan de interne klok van het testinstrument ingesteld worden.
De klok funktioneert ook wanneer het instrument is uitgeschakeld.
Datum en tijd worden op het protokol aangegeven.
Het formaat is DD.MM.JJJJ (dag, maand, jaar).
SETUP
MENU
MENU
Datum of tijd kiezen
START
Kiezen positie
Veranderen waarden
3.7.3 Instellen beeper
Bij „METING” en „IN“ worden bij het gebruik van de hoogspan-
ningsmodule verschillende signaaltonen gebruikt, die de bedrijf-
stoestand van de hoogspanningsmodule aangeven.
Meting: Een pos. meting wordt door een lange, een neg.
meting door drie korte tonen gesignaleerd.
In: Iedere knopdruk wordt akustisch gesignaleerd.
Uit: Er worden helemaal geen signaaltonen gegeven.
SETUP
MENU
In/ Uit / Meting
GMC-I Gossen-Metrawatt GmbH 21
3.7.4 Uitvoeren zelftest
Hier worden display, lampen/led’s, relaisfunkties, alsmede de aan-
wezige opties automatisch getest en het resultaat op het display
zichtbaar gemaakt.
Aanwijzing
Voor het uitvoeren van de zelftest dienen beide testspen-
nen van een evt. aangesloten testobjekt alsmede van
elkaar verwijderd te worden. Kontroleer of de testpennen
geen spanning voeren.
SETUP
MENU
Foutmeldingen en hun betekenis
Resultaat goedgekeurd of optie geinstalleerd (hoogspan-
ningsmodule)
Foutmelding: Test afgekeurd, objekt defekt c.q. optie niet
geinstalleerd
ROM-pariteit
Evt. is er een software fout opgetreden. De meegeleverde
syteemsoftware nogmaals in Uw testinstrument laden.
Bij problemen kontakt opnemen met serviceafdeling
ABB Componenten BV.
CAL-pariteit
Hier wordt de kalibratiecomponent getest.
Indien de funktie CAL-pariteit als OK wordt weergegeven, bete-
kent dit niet dat het volledige instrument nog voldoet aan zijn
specificaties. Herleidbare periodieke kalibratie blijft noodzakelijk.
Indien de funktie CAL-pariteit als niet OK wordt weergegeven,
dan is het noodzakelijk dat het instrument ter herkalibratie wordt
retour gezonden.
Temperatuur testinstrument
De temperatuur van het testinstrument werd kortstondig over-
schreden. De meetfunktie wordt zo lang geblokkeerd totdat de
temperatuur weer als geoorloofd gemeld wordt.
Wacht met de volgende meting totdat voor de temperatuur OK
wordt aangegeven.
Hoogspanningsmodule
Een aangesloten hoogspanningsmodule wordt automatisch her-
kend. Verschijnt ondanks aangesloten hoogspanningsmodule
toch een foutmelding, kontroleer dan de aansluitingen van beide
instrumenten.
22 GMC-I Gossen-Metrawatt GmbH
LCD-test
Tijdens de twee volgende testen worden, zich naast elkaar bevin-
dende, horizontale of vertikale elementen van het LCD-display
gescheiden weergegeven. Zijn een aantal matrixpunten niet zicht-
baar, dan moet het instrument ter reparatie retour gezondden
worden.
START
Doorgaan met test
START
Doorgaan met test
START
Doorgaan met test
Aanwijzing
De LED´s moeten uit en aan gaan en de interne relais
moeten hoorbaar schakelen, voordat deze op het display
als OK aangegeven kunnen worden.
GMC-I Gossen-Metrawatt GmbH 23
3.7.5 Taal instellen/software update
Indien een andere dan de meegeleverde display taal gewenst is,
bestaat de mogelijkheid deze met behulp van het PC-programma
PROFI204 te wijzigen. Hierbij wordt een bestand met de
gewenste taal via RS232 interface naar het testinstrument over-
gedragen. De bestaande display taal wordt hierbij overschreven.
Onafhankelijk van de geladen taal kan een software update met
behulp van hetzelfde programma uitgevoerd worden.
Aanwijzing
Om de taal naar het testinstrument over te dragen, kunt
U gebruik maken van de PC software PROFI204 , die
deel uitmaakt van de standaard leveringsomvang PRO-
FITEST 204. Deze software biedt alle funkties, die U voor
kommunicatie tussen PROFITEST204 en PC nodig heeft.
Een beschrijving van het programma zit als online-hand-
leiding bij het PROFI204 programma.
DOS-programma
PROFI204
A Programma PROFI204 op PC installeren en starten
¼ Installeer eerst de PC-software op Uw PC.
A:\INSTALL
ENTER
Met ENTER geeft U aan, in welke taal de gebruikerinformatie
van het PC-programma PROFI204 weer-gegeven, in welke di-
rectory de bestanden gekopieerd en in welke taal het testin-
strument geprogrammeerd dient te worden.
¼ Na het installeren wisselt het programma automatisch naar de
nieuwe directory. Start daar het programma PROFI204:
C:\PROFI204\>PROFI204
Volgende funkties staan in het PC-programma PROFI204 ter
beschikking:
Zoeken interface, waaraan het testinstrument PROFITEST 204
aangesloten is.
Afroepen informaties m.b.t. aktuele software versie
Zenden of ontvangen databestanden
Printen gegevens
Bewerken of zenden protokolformulieren
Laden taal of software update
Weergeven of printen handleiding
(hier vindt U informaties over het PC-programma, die niet in
deze gebruiksaanwijzing vermeld zijn)
24 GMC-I Gossen-Metrawatt GmbH
B Voorwaarde voor het overdragen van gegevens
naar het testinstrument
¼ Breng een verbinding aan tussen PC en PROFITEST 204
Gebruik hiervoor kabel Z3241
¼ Schakel beide apparaten in
C Starten overdracht
¼ PC: Kies funktie LANGUAGE TRANSFER of SOFTWARE in menu
UPDATE. Volg de aanwijzingen op het beeldscherm.
Let op!
!
Reeds opgeslagen meetwaarden gaan bij Update verlo-
ren. U dient dus Uw meetwaarden van te voren m.b.v.
de PC/PROFI204 op te slaan.
¼ PC: Met OK start U de overdracht.
De duur van de overdracht bedraagt, afhankelijk van de gebruikte
PC, ca. 1 - 2 minuten.
In het infovlak verschijnt de melding
„Overdracht“.
De groene LED meldt „Ontvangbereid“. Bij
korrekte synchronisatie van het testinstru-
ment en de PC brandt de gele LED, de
groene LED gaat uit. Tijdens de program-
meringssequenties brandt de rode LED. Na overdracht gaat de LED uit, de mel-
ding „Overdracht beeindigd“ verschijnt.
Let op!
!
Tijdens de overdracht mag het testinstrument niet uitge-
schakeld of de netsteker verwijderd worden!
GMC-I Gossen-Metrawatt GmbH 25
26 GMC-I Gossen-Metrawatt GmbH
4 Testen van machines volgens EN 60204/DIN VDE 0113
Elk van de volgende testen wordt automatisch onder het betref-
fende object nummer gerangschikt. Wordt de betreffende test
opgeslagen met knop,, STORE“, dan vindt dit plaats onder
genoemd nummer. Het object nummer kan in het menu „Object
kiezen” ingegeven worden, zie hoofdst. 5.1, blz. 40.
De meting werkt conform volgend schema:
•Kiezen test
Ingeven testparameters (indien nodig)
Start meting of stap terug naar menu
Opslaan gegevens
en ingave van een beschrijving (indien gewenst)
De test beschermingsleiding, de test isolatieweerstand alsmede
het opslaan van de waarden kunnen zowel op het instrument als
ook via de drukknoppen op de teststeker (17) worden gestart.
Testparameters en grenswaarden volgens DIN VDE
Aanwijzing
Wij adviseren voor het testen van een nieuwe machine en
wanneer U de testparameters en grenswaarden veran-
derd heeft, deze weer volgens de geldende voorschriften
in te stellen. Het instrument is uitgerust met de mogelijk-
heid om in 1 keer de standaard fabrieksinstellingen weer
in te programmeren.
Schakel hiervoor het testinstrument uit. Druk de knop MENU en draai
vervolgens de funktieschakelaar in de positie TEST. Hierdoor worden
de standaardwaarden volgens EN 60204-1/VDE ingesteld. U vindt
de normwaarden volgens DIN VDE in een tabel in hoofdst. 8, blz. 53.
Instelbereiken parameters PROFITEST 204
U vindt de laagste en de hoogste instelwaarden voor de parame-
ters in de tabel in hoofdst. 8, blz. 53.
4.1 Test beschermingsleiding
Hierbij wordt de doorgaande verbinding van een beschermingslei-
dingsysteem getest, door een teststroom van minstens 10 A bij
een netfrequentie van 50 Hz. De test dient tussen de centrale PE-
klem en diverse punten van de beschermingsleidingketen uitge-
voerd te worden.
Bij weerstandswaarden kleiner dan 1,0 Ω wordt de spanningsval
ΔU over de beschermingsleidingweerstand aangegeven. Dit is de vol-
gens DIN VDE 0113 op 10A teststroom omgerekende spannings-
waarde.
Bij weerstandswaarden tussen 1,00 Ω en 25,0 Ω en bij meetbe-
reikoverschrijding > 25,0 Ω wordt de spanning op de testpennen
aangegeven, gezien het feit dat de spanningsval ΔU omgerekend
op 10A in dit geval tot onrealistisch hoge meetwaarden zou lei-
den.
Na afloop van de testtijd toont het display de hoogst gemeten
beschermingsleidingweerstand en de bijbehorende spanningsval
aan.
Voor met de test gestart wordt, dient een goed contact tot het te
testen objekt tot stand te worden gebracht. De test kan, indien
gewenst, met knop (20) op de teststeker (17) gestart worden.
Daalt de teststroom gedurende de ingestelde testduur onder de
waarde van 10 A, dan wordt de test afgebroken en verschijnt een
melding in het display.
Indien er zich na de start van de meting op de testpennen een
vreemde spanning bevindt, wordt er niet gemeten. In het display
verschijnt de waarschuiwing SPANNING, tegelijkertijd wordt een
STOP-signaal getoond.
GMC-I Gossen-Metrawatt GmbH 27
TEST
Kiezen test
MENU
Oproepen instellen parameters
4.1.1 Instellen testparameters
De testduur kan aangepast worden.
Testduur volgens EN 60204-1/DIN VDE 0113: 10 sek.
De grenswaarde van de spanningsval kan, afhankelijk van de
gekozen kabeldoorsnede, veranderd worden.
MENU
Kiezen parameters
Waarde wijzigen
4.1.2 Test starten
START
of
Aanwijzing
Vanuit de testparameter pagina kan de test alleen via de
knop START op het testinstrument geaktiveerd worden.
STORE
Kort drukken: Opslaan waarden
Lang drukken: Opslaan waarden en aktiveren invoerveld.
U kunt max. 15 tekens als testomschrijving
in het info/invoerveld links onder ingeven.
Voor ingave zie hoofdst. 5.1.1.
of
STORE
Kort drukken: Opslaan waarden
De signaallamp groen/rood gaat kortstondig
ter bevestiging uit.
28 GMC-I Gossen-Metrawatt GmbH
4.2 Test isolatieweerstand
Volgens EN 60204/DIN VDE 0113 mag de isolatieweerstand, die
met 500V DC tussen de fasen van alle stroomkringen en het
beschermingsleidingsysteem gemeten wordt, niet kleiner zijn dan
1MΩ .
Voor deze test staan in de PROFITEST 204 vier nominale span-
ningsbereiken van 100 V, 250 V, 500 V en 1000 V ter beschikking.
Deze kunnen, evenals de toegelaten grenswaarde van de isolatie-
weerstand, als testparameters ingesteld worden.
De meting kan het beste met de knop (21) op de teststeker (17)
gestart worden. Bij testobjekten, die capaciteiten of lange kabels
hebben drukt U de knop (21) of (10), tot stabiele waarden zicht-
baar worden. Het instrument voert bij kontinue ingedrukte knop
START een duurmeting i.p.v. een afzonderlijke meting uit.
In het LCD wordt naast de gemeten isolatieweerstand ook de
spanning op het testobjekt aangegeven.
Na beeindiging van de meting wordt het testobjekt automatisch
ontladen, om een spanningvrij meetobject te garanderen. Tijdens
het ontladen kan de spanningsval op het display gevolgd worden.
De gemeten waarde van de isolatieweerstand blijft gedurende
deze tijd opgeslagen.
Bevindt zich na de start van de meting een vreemde
spanning aan de testpennen, dan wordt er niet
gemeten. In het display verschijnt de waarschuwing
SPANNING, tegelijkertijd wordt een STOP-signaal
getoond.
Let op!
!
Raak de testpennen tijdens de meting niet aan!
Tussen de testspennen bevindt zich een gelijkspanning
van max. 1000 V.
TEST
Kiezen test
MENU
Oproepen submenu
GMC-I Gossen-Metrawatt GmbH 29
4.2.1 Instellen testparameters
Een van vier nominale spanningen (testspanning) kan gekozen wor-
den en zodoende aan de plaatselijke omstandigheden worden
aangepast. De toegelaten grenswaarde van de isolatieweerstand
kan eveneens veranderd worden.
MENU
Kiezen parameters
Waarde wijzigen
4.2.2 Test starten
START
of
Aanwijzing
Van de testparameter pagina kan de test alleen via de
knop START op het testinstrument geaktiveerd worden.
STORE
Kort drukken: Opslaan waarden
Lang drukken: Opslaan waarden en aktiveren invoerveld
U kunt max. 15 tekens als testomschrijving
in het invoer- resp. infoveld links onder ingeven.
Voor invoer zie hoofdst. 5.1.1.
of
STORE
Kort drukken: Opslaan waarden
De signaallamp groen/rood gaat kortstondig
ter bevestiging uit.
30 GMC-I Gossen-Metrawatt GmbH
4.3 Test lekstroom (kontrole spanningloosheid)
Deze test is volgens DIN VDE 0701 deel 240 voor dataverwerken-
den apparatuur en bureau machines verplicht en biedt de moge-
lijkheid apparaten, machines en installaties op spanningloosheid
door lekstroommeting te testen.
Gemeten worden de lekstroom en de spanningsval, die deze
stroom aan een 2 kΩ 0 weerstand (menselijk lichaam) produceert.
Aanwijzing
Treedt aan de testpennen een grotere spanning dan 20 V
op, dan wordt de lekstroommeting uitgeschakeld. De
belastingsweerstand van 2 kΩ wordt eveneens uitge-
schakeld.
De aktuele spanning ΔU blijft zichtbaar.
Let op!
!
De vreemde spanning mag max. 250 V bedragen.
TEST
Kiezen test
MENU
Oproepen submenu
4.3.1 Instellen testparameters
De grenswaarde (max. lekstroom) kan veranderd worden.
MENU
Kiezen parameters
Waarde wijzigen
4.3.2 Test starten
START
Aanwijzing
De lekstroomtest kan alleen via de knop START op het
testinstrument geaktiveerd worden.
GMC-I Gossen-Metrawatt GmbH 31
STORE
Kort drukken: Opslaan waarden
Lang drukken: Opslaan waarden en aktiveren invoerveld.
U kunt max. 15 tekens als testomschrijving
in het invoer- resp. infoveld links onder ingeven.
Voor invoer zie hoofdst. 5.1.1.
of
STORE
Kort drukken: Opslaan waarden
De signaallamp groen/rood gaat kortstondig
ter bevestiging uit.
32 GMC-I Gossen-Metrawatt GmbH
4.4 Restspanningsmeting (beveiliging tegen restspanningen)
De norm EN 60204 verlangt, dat elk aanraakbaar metalen machi-
neonderdeel, waarop tijdens het in bedrijf zijn een spanning >
60 V staat, na het afschakelen van de voedingsspanning, de rest-
spanning binnen 5 sek. op een waarde van 60 V of lager gedaald
moet zijn.
Met de PROFITEST 204 vindt d.m.v. een spanningsmeting een
test op spanningloosheid plaats, waarbij tevens de ontladingstijd
gemeten wordt. Tijdens het ontladen wordt in het display de tijd
kontunue weergegeven, die na het afschakelen van de voedings-
spanning verstrijkt totdat de grenswaarde van 60 V is bereikt.
Naast de spanningsvorm (AC, DC of AC+DC) wordt ook hun fre-
quentie gemeten en weergegeven. De gemiddelde waarde wordt
steeds weergegeven.
Naast spanning en frequentie wordt ook de spanningsvorm (AC,
DC of AC+DC) in het symbolenveld rechts onder in het display
weergegeven.
Daalt de spanningswaarde tijdens een spanningsmeting, met een
meetwaarde van meer dan 60 V, meer dan 5% van de gemeten
waarde binnen een tijdsbestek van ca. 0,7 sek., dan wordt de
tijdmeting voor het testen van de beveiliging tegen restspanning,
automatisch gestart. De tijdmeting kan in het symbolenveld in het
display gevolgd worden. Komt de meetwaarde beneden de 60 V
grens, wordt de tijdmeting gestopt. In het display is de tijd, waarin
de ontlading tot 60 V plaatsvond, in sek. aangegeven. De span-
ningsmeting wordt net zo lang voortgezet, totdat de max. toege-
stane tijd (normaal 5 sek.) is bereikt. Daarna wordt de spannings-
meting „vastgehouden“ en in het display verschijnt het symbool
DATA HOLD. Wordt de 60V grens niet binnen de toegestane ont-
ladingstijd bereikt, dan wordt de spanningsmeting „vastgehou-
den“ en de tijdmeting gaat door totdat de 10 sek.-grens bereikt
is. Ligt de spanningswaarde na 10 sek. nog steeds boven 60 V,
dan wordt de test afgebroken en begint het instrument weer met
de spanningsmeting.
Bij melding „DATA HOLD”“ wordt de spanningsmeting pas weer
geaktiveerd wanneer:
de knop START ingedrukt wordt,
de meting m.b.v. de knop i/Store wordt opgeslagen,
de spanningsmeting via het menu weer opnieuw wordt ge-
start,
de spanning op de testpennen weer op een waarde >60 V
stijgt, resp. bij een laatst gemeten meetwaarde van >60 V de
volgende meetwaarde hoger ligt, m.a.w. indien een stijging van
de spanning is vast te stellen .
Met i/Store worden zowel de tijd, als ook de spanningswaarde na
de toegestane ontladingstijd opgeslagen. Vindt er geen ontlading
plaats, dan wordt alleen de spanningswaarde opgeslagen.
Aanwijzing
Worden bij het uitschakelen van een machine – b.v. door
het onderbreken van de stekerverbindingen – geleiders
vrijgelegd, die niet beveiligd zijn tegen direkt aanraking,
dan bedraagt de max. toegestane ontladingstijd 1 sek.!
GMC-I Gossen-Metrawatt GmbH 33
TEST
Kiezen test
MENU
Oproepen submenu
4.4.1 Instellen testparameters
De ontladingstijd, de tijd waarin de spanningswaarde tot de onge-
vaarlijke waarde van < 60 V moet dalen, kan aangegeven worden:
0 ... 9 sek. Het bereiken van deze grens wordt onder vermelding
van „Restspanning < 60 V !“ op het display weergegeven.
Instellen ontladingstijd
4.4.2 Test starten
START
Aanwijzing
De restspanningsmeting kan alleen via de knop START
op het testinstrument geaktiveerd worden.
STORE
Kort drukken:Opslaan waarden
Lang drukken: Opslaan waarden en aktiveren invoerveld.
U kunt max. 15 tekens als testomschrijving
in het invoer- resp. infoveld links onder ingeven.
Voor invoer zie hoofdst. 5.1.1.
of
STORE
Kort drukken:Opslaan waarden
De signaallamp groen/rood gaat kortstondig
ter bevestiging uit.
34 GMC-I Gossen-Metrawatt GmbH
4.5 Spanningstest (optie PROFITEST 204HV/HP)
De elektrische uitrusting van een machine moet gedurende een
periode van tenminste 1 s bestand zijn tegen een beproevingsspan-
ning tussen de stroomgeleiders van alle stroomketens en de
beschermingsleiding-keten. De waarde van de testspanning moet
het tweevoudige van de normspanning van de uitrusting of 1000V, al
naar gelang welke waarde de grootste is, bedragen. De testspanning
moet tevens een frequentie van 50 Hz hebben en door een tranforma-
tor met een capaciteit van minstens 500 VA geproduceerd worden.
Aanwijzing
Voor de test volgens EN 60204/DIN VDE 0113 moet
PROFITEST 204 met de hoogspanningsmodule
PROFITEST 204HP worden uitgebreid.
Voor tests tot 5kV is de hoogspanningsmodule
PROFITEST 204HV noodzakelijk.
PROFITEST 204 herkent automatisch het type aangesloten hoogspanningsmo-
dule. De kommunikatie tussen basisinstrument en hoogspanningsmodule kan
zoals in hoofdst. 3.7.4 beschreven getest worden.
Let op!
!
Voor elke ingebruikname moeten testinstrument, hoog-
spanningskabel en hoogspanningspistolen op een deug-
delijke toestand gekontroleerd worden, zie ook hoofdst.
11.4, blz. 59.
4.5.1 Funktietest (testvoorbereiding)
Voer de volgende funktietest in de aangegeven volgorde
van a) tot e) uit.
a) Sleutelschakelaar
¼ Draai de sleutelschakelaar op „O“.
Noch de signaallampen „groen“, noch „rood“ mogen branden.
b) Spanningstest
¼ Draai de sleutelschakelaar op „I“.
De signaallampen „groen“ moeten branden.
¼ Kies met de knoppen
de spanningstest.
TEST
Kiezen test
MENU
Oproepen submenu
¼ Stel de gewenste parameters voor de testduur, testspanning,
uitschakelstroom I
max
en stijgtijd in, zie hoofdst. 4.5.2, blz. 36.
Aanwijzing
Stel I
MAX
niet op pulsbedrijf in!
¼ Druk knop START.
De signaallampen „rood“ moeten branden.
De LCD toont volgende waarden:
U
P
= –––V
I
P
=–––mA
volgend symbool verschijnt:
GMC-I Gossen-Metrawatt GmbH 35
Let op hoogspanning!
Raak tijdens de spanningstest de testpennen alsmede
het de testen objekt niet aan!
Op de testpennen van de hoogspanningsmodule staat
een levensgevaarlijke hoogspanning van max. 5 kV.
¼ Druk het gemarkeerde schakelaar-hoogspanningspistool in tot
aan de eerste aanslag.
Het LCD toont volgende waarden
U
p
= gekozen waarde
I
p
= 00,0 mA resp. 0,00 mA
volgend symbool verschijnt:
¼ Laat de trekker (schakelaar) weer los.
Na de ingestelde testtijd wordt de testspanning automatisch
uitgeschakeld.
c) Uitschakelfunkties
¼ Sluit beide hoogspanningspistolen kort.
¼ Druk het gemarkeerde schakelaar-hoogspanningspistool in tot
aan de aanslag.
Het instrument wordt meteen uitgeschakeld.
De signaallampen „groen“ moeten branden,
„rood“ mogen niet branden
Het LCD toont volgende waarden:
U
P
= XXX V
I
P
= > XXX mA
De laatst gemeten spanningswaarde voor het overschrijden van de uitscha-
kelstroom, alsmede de uitschakelstroomgrens I
MAX
wordt aangegeven.
volgend symbool verschijnt:
d) Onderbreking net
¼ Druk knop START
De signaallampen „rood“ moeten branden.
¼ Draai de sleutelschakelaar op „O“ en wacht minstens 1 sek..
¼ Draai de sleutelschakelaar op „I“.
De signaallampen „groen“ moeten branden, „rood“ mogen niet
branden.
e) Signaallampen
Voor het signaleren van de bedrijfstoestand zijn diagonaal 2 lam-
pen in het testinstrument aangebracht. Vallen beide lampen uit
voor de bedrijfstoestand „klaar om in te schakelen“ (ROOD), dan
wordt er geen testspanning meer geproduceerd.
Start de spanningstest alleen wanneer door alle signaallampen
aangegeven wordt, dat alles in orde is.
Defekte lampen dienen, zoals in hoofdst. 11.5.2, blz. 59 beschre-
ven, direkt verwisseld te worden.
Akustische signalering (signaaltoon „aan“ of „ meetbedrijf“)
Ter aktivering zie hoofdst. 3.7.3, blz. 20
0
t [s]
1
2
3
0
t [s]
1
2
3
0
t [s]
1
2
3
Startklaar
Test vindt plaats
I
P
>I
MAX
Toon periodiek
Toon eenmalig
Toon periodiek
36 GMC-I Gossen-Metrawatt GmbH
4.5.2 Instellen testparameters
In de bedrijfstoestand „startklaar“ (de signaallampen „groen“
branden) kunnen volgende parameters ingesteld worden:
Testduur: Tijd waarin de testspanning aanwezig is.
Invoerbegrenzing: 1,00 ... 120 sek., het symbool
voor continubedrijf >>>>>>>
kunt U onder 1 sek.
via de knop kiezen
Testspanning: Waarde van de testspanning
Invoerbegrenzing: HP: 250 V ... 2,00 kV
HV: 650 V ... 5,00 kV
I
MAX:
Max. stroom, die mag vloeien,
voordat de hoogspanning uitgeschakeld wordt.
Invoerbegrenzing: HP: 10,0 ... 250mA
HV: 0,50 ... 10,0mA,
het symbool voor pulsmodus
>>>>>>> kunt U
onder 10,0 resp. 0,50 mA
via de knop kiezen.
Stijgtijd: Tijd, waarin de testspanning naar de ingestelde
waarde moet stijgen .
Invoerbegrenzing: 100 ms ... 99,9 s
Een tabel met diverse invoerbegrenzingen en normwaarden vindt
U in hoofdst. 8, blz. 53
MENU
Kiezen parameters
Instellen waarde
Tes t-
spanning
stijgtijd
testduur afvaltijd *
testtijd
tijd
* konstant = 0,1 s
U
P
GMC-I Gossen-Metrawatt GmbH 37
4.5.3 Testprocedure
Let op!
!
Voor het starten van de test dienen alle toegangswegen
naar de gevarenzone gesloten te zijn en alle niet be-
voegde personen deze zone te hebben verlaten.
¼ Draai sleutelschakelaar in positie „I“
Het testinstrument schakelt in de toestand „startklaar“.
De groene signaallampen branden.
¼ Kontroleer de testparameters.
¼ Druk knop START
Het testinstrument schakelt van toestand „startklaar“ naar „klaar
voor inschakelen“. De rode signaallampen branden.
START
Let op hoogspanning!
Tijdens de spanningstest de testpennen en het te testen
objekt niet aanraken.
Er staat een levengevaarlijke hoogspanning van max. 5kV
op de testpennen van de hoogspanningsmodule!
¼ Breng de hoogspanningpistolen naar het de testen objekt.
¼ Druk beide trekkers van de schakelaar-hoogspanningspistolen
in tot aan de eerste aanslag.
Beide testpennen zijn nu zichtbaar en toegankelijk.
¼ Raak met beide hoogspannings-testpennen het de testen ob-
jekt aan.
¼ Druk beide trekkers van de schakelaar-hoogspanningspistolen
tot aan de eindaanslag.
De hoogspanning wordt nu op de testpennen geschakeld. De
test vindt plaats, tot dat de ingestelde totale testtijd is verstreken.
De testtijd wordt door de (inschakelbare) beeper akustisch gesig-
naleerd.
¼ Laat, om vervolgens andere stroomkringen te testen, beide
trekkers weer tot de eersteaanslag los; raak met beide test-
pennen het volgende te testen stroomcircuit aan en start de
volgende test door beide trekkers tot aan de eindaanslag in te
drukken.
38 GMC-I Gossen-Metrawatt GmbH
Opslaan meetwaarden
Na afloop van de test blijven de laatste meetwaarden Up en Ip in
het display opgeslagen. U kunt het resultaat met of zonder kom-
mentaar opslaan. Hierbij wordt steeds een oplopend testnummer,
dat automatisch verder telt , aangegeven.
U kunt max. 15 tekens als meetomschrijving in het invoer- resp.
infoveld links onder ingeven.
Voor invoer zie hoofdst. 5.1.1, blz. 41.
Bij het starten van een volgende test worden de waarden in het
display overschreven.
STORE
kort drukken: resultaat opslaan
lang drukken: resultaat opslaan
en invoerveld aktiveren.
In continubedrijf (testduur ingesteld op >>>>>>>) worden geen
waarden voor U
P
en I
P
opgeslagen.
Voortijdige beeindiging van de test
Een voortijdige beeindiging van de test is altijd mogelijk door het
loslaten van de trekker van het schakelaar-hoogspanningspistool
(gele markering).
Wordt de test, door het loslaten van de trekker van het schake-
laar-hoogspanningspistool, voor afloop van de gekozen testduur
beeindigd, dan kunnen ten gevolge van het onderbreken van test-
procedure de aangegeven waarden voor U
P
en I
P
afwijken t.o.v.
de laatst gemeten waarden.
Aanwijzing
Voor doorslagspanning
Wordt de ingestelde uitschakelstroom I
MAX
voor bereiken van de gekozen testspanning
overschreden, dan wordt in het display de op
dat tijdstip gemeten testspanning Up en de
stroom I
MAX
voorzien van een „>„-teken in het display
aangegeven en opgeslagen. Tegelijkertijd verschijnt het
bijbehorende symbool.
GMC-I Gossen-Metrawatt GmbH 39
4.5.4 Pulsbedrijf
Om fouten op te sporen adviseren wij, het pulsbedrijf te kiezen.
Gedurende het pulsbedrijf is de uitschakelstroom I
MAX
constant
op ca. 125 mA ingesteld. Wordt deze waarde overschreden,
wordt de testspanning binnen 0,5 msek. uitgeschakeld. Na ca.
0,6 sek. wordt de testspanning binnen 0,2 sek. van 0 tot de inge-
stelde eindwaarde opgevoerd of bij bereiken van de uitschakel-
stroom weer uitgeschakeld.
¼ Kies voor pulsbedrijf I
MAX
= >>>>>>>,
zie hoofdst. 4.5.2, blz. 36.
¼ Wenst U continubedrijf, dan kies voor testduur >>>>>>>,
zie hoofdst. 4.5.2, blz. 36.
4.5.5 Beeindiging spanningstest
¼ Laat de trekkers van de hoogspanningspistolen los.
¼ Druk de knop MENU
¼ De signaallampen wisselen van rood naar groen.
¼ Bij verlaten van de testzone moet de bedrijfstoestand
„buiten bedrijf“ (signaallampen UIT) aangeven.
¼ Trek de sleutel van de sleutelschakelaar in positie „O“ er uit om
onbevoegd gebruik van het instrument te voorkomen.
testpauzestijgtijd
U
P
t
0,6 s
0,2 s
40 GMC-I Gossen-Metrawatt GmbH
5 Gegevens verwerken, overdragen en wissen
Wanneer de knop op de positie databank staat kunnen reeds
opgeslagen gegevens of het databestanden bewerkt worden.
Volgende funkties zijn mogelijk:
Object kiezen
Hier kan een objectnummer gekozen worden, om metingen
onder dit nummer op te slaan. Bovendien kan een objectom-
schrijving toegevoegd worden.
Data bewerken
Hier kunnen de gedetailleerde gegevens van een meting (b.v.
beschermingsleidingtest) van een gekozen object zichtbaar
worden gemaakt en vervolgens, indien noodzakelijk, gewist
worden.
Data beheer
Hier kunnen reeds geprotokoleerde objecten uit het geheugen
gewist, resp. de geheugeninhoud getest worden.
Geheugen wissen
Deze opdracht wist het volledige geheugen van de Profitest
204. Een leeg geheugen staat weer ter beschikking.
Data overdracht
Hier kunnen meetgegevens (de komplete geheugeninhoud van
de PROFITEST 204) naar de PC worden overgedragen, met
als doel deze daar later te bewerken, b.v. met de programma´s
PROFI204 of EXCEL. Ook reeds op de PC opgeslagen
(meet)gegevens kunnen naar het testinstrument overgedragen
worden (up-load).
Geheugenbezetting
De aktuele bezetting van het geheugen wordt bij de eerste drie
funkties kontinue d.m.v. een balkendiagram aangegeven.
Afhankelijk van het aantal opgeslagen objecten (max. 254) kun-
nen tot max. 2800 metingen opgeslagen worden.
5.1 Object kiezen
Object kiezen
MENU
Submenu
Nummer.
Nummer wijzigen
Status: Een gevulde lade geeft aan, dat voor het betreffende
object reeds gegevens zijn opgeslagen.
GMC-I Gossen-Metrawatt GmbH 41
5.1.1 Invoer omschrijving
MENU
Omschrijving
Omschrijving:
Hier kan een omschrijving ingegeven worden, die bij keuze van
het object zichtbaar en vervolgens ook afgedrukt kan worden.
Twee invoermogelijkheden staan ter beschikking:
komfortabele invoer via PSI-module (optie)
hier kunnen omschrijvingen via het alfanumerieke toetsenbord
van de PSI-module ingegeven worden.
Zie gebruiksaanwijzing SECUTEST PSI.
Invoer via toetsen op PROFITEST 204
Letters, getallen of tekens uitkiezen
STORE
Invoercursor naar links bewegen
START
Invoercursor naar rechts bewegen
Met de knop MENU moet de invoer afgesloten worden.
De ingegeven gegevens worden hierdoor opgeslagen. Als alter-
natief kan de knop „Store“ op de PSI-module ingedrukt worden.
Max. 255 tekens kunnen ingegeven worden. De tekstregel stapt
automatisch door.
Op dezelfde wijze kan bij ieder testpunt direkt na de test een
kommentaar ingegeven worden. De lengte van het kommentaar
is echter tot max. 15 tekens beperkt.
5.1.2 Kopieren omschrijving
¼ Kies het object met de te kopieren omschrijving en druk 3 x de
knop MENU.
¼ Kies het nieuwe object en druk op de knop MENU.
De gekopieerde tekst verschijnt en kan eventueel aangepast wor-
den.
5.1.3 Wissen omschrijving
¼ Druk de knoppen i/STORE en START tegelijkertijd in.
De omschrijving is nu gewist en de cursor gaat naar de eerste
invoerpositie van het omschrijvingsveld.
42 GMC-I Gossen-Metrawatt GmbH
5.2 Data bewerken (kontroleren meetwaarden)
Hier kunt U zowel meetwaarden kontroleren als ook afzonderlijke
metingen wissen.
Opdracht kiezen
MENU
Meting uitkiezen
STORE
Meting wissen
Na het starten van het wissen van de betr. meting verschijnt op
het display “ Gegevens gewist “.
Om abusievelijk wissen te voorkomen moet de knop „i/Store“ ca.
1 sek. lang ingedrukt worden. Wordt deze knop daarna niet los-
gelaten, dan worden opeenvolgende metingen per sekonde
gewist.
5.3 Data beheer
5.3.1 Wissen protokolgegevens
Bestaande protokolgegevens van meetobjecten kunnen, indien
gewenst, gewist worden. Dit geldt ook voor objecten die nog
geen meetgegevens bevatten.
Opdracht kiezen
MENU
Submenu
STORE
Gegevens wissen
Vóór het definitief wissen van de databestanden van een bepaald
object, vraagt de Profitest 204 om een bevestiging. Zodra alle
protokolgegevens gewist zijn, wordt dit aangegeven. Door het
opnieuw indrukken van START verschijnt een lijst met alle overige
objecten, waarvan meetgegevens zijn opgeslagen.
GMC-I Gossen-Metrawatt GmbH 43
5.3.2 Geheugen testen
Hierbij wordt het geheugen op fouten onderzocht. Het korrigeren
van fouten is mogelijk. Volg de aanwijzingen op het display zorg-
vuldig op.
MENU
START
Geheugentest
5.4 Geheugen wissen
Deze opdracht wist het gehele Profitest 204 geheugen. Vervol-
gens staat weer een geheel leeg geheugen ter beschikking.
Let op!
!
Vóór het wissen van de inhoud van het geheugen, moet
U deze eerst naar de PC overdragen en daar opslaan!
Opdracht kiezen
MENU
Submenu
START
Opdracht uitvoeren
Vóór het wissen van de komplete geheugeninhoud vraagt de
Profitest 204 om een bevestiging. Het definitieve wissen wordt
door i/STORE gestart.
44 GMC-I Gossen-Metrawatt GmbH
5.5 Data overdracht
Wanneer de draaiknop in de positie Databank staat en via het dis-
play de keuze is gemaakt voor dataoverdracht, kan de komplete
geheugeninhoud van de PROFITEST 204 naar de PC overgedra-
gen worden, met als doel deze later te bewerken. Ook behoort
overdracht van meetgegevens vanuit de PC naar het testinstru-
ment tot de mogelijkheden.
Aanwijzing
Om meetgegevens van het testinstrument naar de PC en
visa versa over te dragen, kunt U gebruik maken van de
PC software PROFI204, welke standaard wordt meege-
leverd met de PROFITEST 204.
Deze software biedt alle funkties, die U voor kommunica-
tie tussen PROFITEST 204 en PC nodig heeft. Een
beschrijving van dit programma zit als online-handleiding
bij het programma PROFI204.
A Programma PROFI204 op PC installeren en starten
¼ Installeer het programma, voor zover dit nog niet is gebeurd ,
zoals onder hoofdst. 3.7.5 deel A beschreven.
¼ Ga naar de directory , waarin het programma PROFI204 is
geinstallerd en start deze met:
C:\PROFI204\>PROFI204
B Voorwaarden voor dataoverdracht
¼ Breng een verbinding tussen PC en testinstrument tot stand.
Gebruik hiervoor de kabel Z3241.
¼ Schakel beide apparaten in en zet draaiknop Profitest 204 in
stand “Databank”.
C Gegevens van testinstrument naar PC overdragen
¼ PC: Kies onder de menubalk FILE de funktie “Download Data
Volg de aanwijzingen op het beeldscherm.
¼ PC: Kies een directorynaam, naar welke het gegevensbestand
overgedragen moet worden.
¼ PC: Voer een bestandsnaam in (b.v. TEST.DAT), de extensie
.DAT wordt automatisch toegevoegd.
¼ PC: Met OK wordt de overdracht gestart.
Er worden 3 bestanden aangemaakt, die slechts door hun gege-
vensformaat en de daarbij behorende extensie verschillen:
NAAM.DAT: bestand in Profitest 204 formaat
NAAM.TAB: bestand in ASCII formaat
NAAM.XLK: bestand in EXCEL formaat
Aanwijzing
De overdracht van de meetgegevens naar het testinstru-
ment terug kan uitsluitend in Profitest 204 formaat plaats-
vinden.
GMC-I Gossen-Metrawatt GmbH 45
D Dataoverdracht van PC naar testinstrument
¼ PC: Kies onder menubalk FILE de funktie Upload Data .
Volg de aanwijzingen op het beeldscherm nauwkeurig.
¼ PC: Kies de naam van het bestand, van welke meetgegevens
naar het testinstrument overgedragen moeten worden:
NAAM.DAT.
¼ PC: Met OK wordt de overdracht gestart.
Aanwijzing
Om de meetgegevens van de PC naar het testinstrument
over te dragen dienen deze zich in dezelfde directory te
bevinden als het programma PROFI204.
46 GMC-I Gossen-Metrawatt GmbH
6 Formulieren laden, protokollen printen
Wanneer de draaiknop in de positie PRINTER staat kunnen de
protokolfunkties van het testinstrument geaktiveerd worden. Vol-
gende funkties zijn mogelijk:
Gegevens printen (PSI):
De (meet)waarden van een te kiezen object kunnen via de RS
232 interface op de PSI-module (optie) geprint worden.
Protokol printen:
Hierbij wordt een protokol van een gekozen object via de pa-
rallelle interface „PRINTER“ uitgeprint Iedere in de handel ver-
krijgbare printer met parallel-CENTRONICS-interface kan
gebruikt worden.
Het protokolnummer, objectnummer, omschrijving, datum en tijd alsmede
meetwaarden en soort meting worden door het testinstrument op het geko-
zen formulier afgedrukt. Vonden meerdere metingen per soort meting
plaats, dan worden deze oplopend doorgenummerd.
Protocol kiezen:
Hier kan uit drie, vooraf geladen, protokolformulieren gekozen
worden.
Formulier laden van PC:
De lay-out van een protokol kan door de gebruiker zelf be-
paald/aangepast worden. Als basis hiervoor hoort een stan-
daard protocolformulier met adres, teksten en
handtekeningen. Een door de gebruiker in de PC ontworpen
protokolformulier kan via de RS 232 interface naar het testin-
strument overgedragen worden.
6.1 Uitprinten (PSI) / protokol afdrukken
Opdracht kiezen
MENU
Object Nr. kiezen
START
Starten afdrukkken *
Status: Een gevulde lade geeft aan, dat voor dit objectnum-
mer reeds gegevens zijn opgeslagen.
Tijdens het overdragen van gegevens naar de printer
verschijnt een printer symbool.
* Een eenmaal gestarte printopdracht kan alleen door het verdraaien van de keuzes-
chakelaar worden onderbroken. Als de printer niet funktionert, dan verschijnt er
een foutmelding. De printopdracht moet opnieuw gegeven worden.
GMC-I Gossen-Metrawatt GmbH 47
6.2 Protokolformulier kiezen
Hier kan uit drie reeds geladen protokolformulieren gekozen wor-
den, waarop de (meet)gegevens m.b.v. een externe printer afge-
drukt kunnen worden.
Aanwijzing
Een aantal standaard protokolformulieren zijn reeds bij
levering geladen. Het opschrift van de protokolformulie-
ren en de lay-out zijn wellicht voor uw toepassing niet
correct. Voor het wijzigen van deze protokolformulieren
verwijzen wij naar het volgende hoofdstuk.
Opdracht kiezen
MENU
MENU
Protokol kiezen
START
Protokol bevestigen
48 GMC-I Gossen-Metrawatt GmbH
6.3 Protokolformulier(en) laden
Protokolformulieren kunnen m.b.v. het programma PROFI204
vervaardigd, gewijzigd en naar de PROFITEST 204 overgedragen
worden. PROFI204 stelt hiervoor een editor ter beschikking.
U kunt echter ook iedere andere gewenste editor, zoals b.v. EDIT,
die in staat is ASCI-teksten te verwerken, gebruiken.
Aanwijzing
Alvorens een protokolformulier te laden, dient het
opschrift naar Uw wens te worden ontworpen, zie
hoofdst. 6.4.2, blz. 51.
Let op!
!
Tijdens het laden van een protokolformulier gaan alle op-
geslagen meetgegevens verloren!
Bij het laden van een protokolformulier zijn twee manieren aan te
bevelen:
1. Laden protokolformulier
2. Uitvoeren metingen
3. Printen protokol
of
1. Uitvoeren metingen
2. Overdragen meetgegevens naar PC en aldaar opslaan
3. Laden protokolformulier
4. Terug laden gegevens naar de PROFITEST 204
5. Printen protokol
A Programma PROFI204 op PC installeren en starten
¼ Installeer het programma zoals onder hoofdst. 3.7.5 deel A be-
schreven
¼ Ga naar de directory, waarin het programma PROFI204 gein-
stalleerd is en start:
C:\PROFI204\>PROFI204
B Voorwaarden voor dataoverdracht
¼ Breng de verbinding tussen PC en testinstrument tot stand.
Gebruik hiervoor kabel Z3241.
¼ Schakel PC en testinstrument in
GMC-I Gossen-Metrawatt GmbH 49
C Overdragen protokolformulieren van PC naar testinstrument
Aanwijzing
Om de protokolformulieren van de PC naar het testinstru-
ment over te dragen, dienen deze zich in dezelfde direc-
tory als het programma PROFI204 te bevinden.
¼ PC: Kies in demenubalk onder PROTOCOL de funktie Send Proto-
col Form
Volg hierna de aanwijzingen
op het beeldscherm.
D Vervaardigen van protokollen op een PC
Aanwijzing
Voorwaarde om op deze manier protokollen te vervaardi-
gen is, dat de meetwaarden van het testinstrument als
bestand aanwezig zijn op de harde schijf van de PC.
Volgende stappen moeten op de PC worden uitgevoerd:
¼ Kies in de menubalk onder FILE de funktie Print Data.
¼ Kies het gewenste bestand en bevestig met OK
¼ Kruis het gewenste object aan.
¼ Kies een protokolformulier
– Drukken protokol
¼ Kies interface LPT 1, 2 of 3 waarop Uw printer is aangesloten
¼ Start afdrukken met OK
– Protokol uit bestand drukken en wijzigen
¼ Kies funktie FILE. Het bestand NAAM.XXX wordt automatisch
aangelegd, waarbij voor XXX het gekozen objectnummer
wordt aangegeven (b.v. TEST.001). Sluit af met OK
¼ Kies in de menubalk onder File de funktie Call Editor
¼ Open, onder menubalk File,
het bestand NAAM.XXX. (b.v.TEST.001)
Met deze aktieve editorfunktie kunt U naar wens dit printbe-
stand wijzigen en/of kompleteren.
¼ Sla dit gewijzigde bestand op onder een nieuwe bestands-
naam op. (menubalk File, Save as) noteer deze bestands-
naam.(wordt later niet in keuzelijst opgenomen)
¼ Sluit de teksteditor door Exit Edit onder menubalk FILE.
– Gewijzigd protokol afdrukken
¼ Kies in menubalk onder FILE de funktie Print Data
¼ Geef de nieuwe bestandsnaam via het toetsenbord in.
Deze verschijnt namelijk niet in de afgebeelde lijst.
¼ Kies interface LPT 1, 2 of 3
¼ Met OK start U het afdrukkken op de aangesloten printer.
50 GMC-I Gossen-Metrawatt GmbH
6.4 Programma ter vervaardiging van protokol
De protokolformulieren kunnen met het programma PROFI204 of
iedere andere editor ontworpen en veranderd worden. De inhoud
mag ook over besturingstekens (tabs, marges etc.) voor de aan-
gesloten printer beschikken.
Op de meegeleverde diskette bevinden zich meerdere demo
bestanden, die als voorbeeld voor het protokolformulier kunnen
dienen.
Met behulp van het programma PROFI204 kunnen vervolgens
alle drie protokolformulieren naar het testinstrument overgedra-
gen worden.
6.4.1 Lijst met codewoorden en hun betekenis
De positie voor meetwaarden en andere objectinformatie kan in
de protokollen door „positie codewoorden“ gereserveerd worden.
Deze positiecodewoorden beginnen deze met „@„.
@DATE Op deze plaats in de tekst wordt in kontinentaal for-
maat de testdatum gedrukt. DD.MM.JJJJ
@TIME Op deze plaats in de tekst wordt de testtijd in 24 h for-
maat gedrukt. HH:MM
@NAME Geeft het testinstrument
(PROFITEST 204 of OEM naam) aan.
@SER Geeft het geladen serienummer van het instrument in
het formaat „M 1234 5678“ aan.
@MAC Geeft het object nummer (3-cijferig) aan.
@DESC Geeft de objectomschrijving (max. 255 tekens) aan.
@VAL ( ) Alle meetwaarden van een te kiezen test in een object,
die door Profitest204 zijn vastgelegd
Voor de meetsoort, die in haakjes aangegeven moet
worden, geldt volgende klassificering:
1: Beschermingsleiding
2: Isolatieweerstand
3: Lekstroom
4: Restspanning
5: Spanningstest AC
De meetwaarden en parameters van deze testen wor-
den conform volgend schema op een lijn naast elkaar
geprint.
Binnen een regel zijn geen verdere aanvullingen op de
tekst meer mogelijk, d.w.z. evt. toelichtingen of
omschrijvingen moeten vóór of na de meetwaarden in
het protokol aangegeven worden.
Beschermingsleidingstest:
1: Max. spanningsval over de beschermingsleiding
2: Max. waarde weerst. van de beschermingsleiding
3: Testduur beschermingsleidingstst.
4: Grenswaarde spanningsval beschermingsleiding
Isolatieweerstandtest:
1: Waarde isolatieweerstand
2: Nominale waarde testspanning
3: Grenswaarde isolatieweerstand
Lekstroomtest:
1: Lekstroom
2: Spanning op de testpennen tijdens de meting
3: Grenswaarde lekstroom
GMC-I Gossen-Metrawatt GmbH 51
Restspanningstest:
1: Spanning op de testpennen
2: Frequentie
3: Tijd in sek., tot spanning < 60 V
4: Grenswaarde tijd tot spanning < 60 V
Spanningstest:
1: Testspanning (meetwaarde)
2: Teststroom
3: Testduur
4: Nominale testspanning
Voor iedere test kan een kommentaar geschreven worden.
@BAD ( ) Alleen de afgekeurde meetwaarden incl. parameters
en grenswaarden in de volgorde
zoals bij @VAL
De gebruiker moet hierna beslissen of de test al dan
niet succesvol was.
@NUM ( ) Aantal opgeslagen metingen per soort meting. Soort
meting wordt tussen haakjes aangegeven.
Voor meetsoort geldt de volgorde zoals bij @VAL.
@RESULT ( ) Zodra er binnen een soort meting minstens een
afgekeurde meetwaarde voorkomt, voegt result
het woord „niet“ in de tekst in, zie @VAL ( ).
@RESULT (O) Zodra er binnen een testobjekt minstens een afge-
keurde meetwaarde voorkomt, voegt result het
woord „niet“ in de tekst in.
Met de beide positiecodewoorden @RESULT zijn volautomati-
sche protokolbeoordelingen mogelijk.
6.4.2 Protokolvormgeving
Ter individuele vormgeving van het protokol kunt U het protokol-
opschrift, de tekst tussen de regels met meetwaarden en het
protokoleinde vrij bestemmen.
Verder kunt U de positie van de meetwaarden vastleggen en voor
een duidelijker overzicht met de slechtste waarde kompleteren.
Eveneens kunt U datum, tijd, testinstrument etc. op iedere
gewenste plaats in het protokol toevoegen.
De regelvolgorde van de meetwaarden is vastgelegd en niet te
wijzigen.
De goed-/slecht-beslissing moet U zelf nemen en in het protokol
vastleggen.
6.4.3 Protokol naar testinstrument overdragen
De vervaardigde protokolformulieren bezitten afwijkende maxi-
male lengten:
1. formulier: uitvoerig protokol, 16 kB,
filename: PROTO_V1.PRN
2. en 3. formulier: beknopt protokol, ieder 8 kB
filename: PROTO_V2.PRN
en PROTO_V3.PRN
Voor uitvoering zie hoofdst. 6.3
52 GMC-I Gossen-Metrawatt GmbH
7 Technische gegevens
7.1 PROFITEST 204
* uitgaande van 10 A nominale stroom
7.2 PROFITEST 204HP
7.3 PROFITEST 204HV
Meetgrootheid Meetbereik
Nom.
meetbereik-
omvang
Reso-
lutie
Nom. spanning
U
N
Nullast-
spanning
U
0
Nom.
stroom
I
N
Kortsl.-
stroom
I
K
Inw.
weerst.
R
I
Gebruiksfout Eigen afwijking
Overbelasting
waarde duur
Weerstand
beschermings-
leiding R
SL
0 ... 85 mΩ
10 ... 330 mΩ
100 μΩ
12 V 10 A 12 A
±(8,6 % v.M.+6 Digit)
±(3 % v.M.+5 Digit)
Zekering:
16 A/1000 V
Afschakelvermogen:
5kA
85 ... 999 mΩ 1mΩ
1,00 ... 9,99 Ω
10 mΩ
12 V ±(3 % v.M.+10 Digit)
10,0 ... 25,0 Ω 100 mΩ
ΔU *
0 ... 9,99 V*
0,01 V
12 V 10 A 12 A
——
±(2 % v.M.+3 Digit)
10,0 ... 12,0 V 0,1 V 12 V ±(10 % v.M.+3 Digit)
Isolatie-
weerstand
R
ISO
0 ... 999 kΩ
0,050 ... 50 MΩ
1kΩ
100/250/500/1000 V
max.
1,3 • U
N
1mA
max.
1,6 mA
±(5,5 % v.M.+4 Digit)
von
0,05 MΩ ... 50 MΩ
±(3 % v.M. +2 Digit)
1200 V continu
1,00 ... 9,99 MΩ 10 kΩ
10,0 ... 99,9 MΩ 100 kΩ
100 ... 499 MΩ
1MΩ
250 V
±(8 % v.M. +2 Digit)
500/1000 V ±(5 % v.M. +2 Digit)
500 ... 999 MΩ 1MΩ 500/1000V ±(10 % v.M. +2 Digit)
1 ... 3 GΩ 10 MΩ 1000 V ±(20 % v.M. +2 Digit)
Lekstroom
ΔI
0,00 ... 9,99 mA 0,2 ... 9,9 mA 0,01 mA 2 kΩ±(8,6 % v.M.+9 Digit) ±(5 % v.M.+5 Digit) 250 V continu
Spanning
U DC/AC
0,0 ... 99,9 V
1,0 ... 1000 V
0,1 V
——20MΩ±(8,6 % v.M.+9 Digit) ±(5 % v.M.+5 Digit)
1200 V continu
100 ... 999 V 1 V
1,00 ... 1,2 kV 0,01 kV
Frequentie f
8,0 ... 99,9 Hz
10 ... 1000 Hz
0,1 Hz
——20MΩ±(8,6 % v.M.+2 Digit) ±(2 % v.M.+1 Digit)
100 ... 999 Hz 1 Hz
Nom.
meetbereikomvang
Reso-
lutie
Gebruiksfout Eigen afwijking
Testspanning
U AC
250 V ... 2,00 kV
1V
10 V
±(5 % v. M. + 5 Digit) ±(2,5 % v. M. + 5 Digit)
Teststroom
I AC
10,0 ... 250 mA
0,1 mA
1mA
±(7 % v. M.+ 5 Digit) ±(5 % v. M. + 5 Digit)
Nom.
meetbereikomvang
Reso-
lutie
Gebruiksfout Eigen afwijking
Testspanning
U AC
650 V ... 1,00 kV
1,00 kV ... 5,00 kV
1V
10 V
+2 ... –7% v. M.
+2 ... –5% v. M.
0 ... –5 % v. M.
0 ... –3 % v. M.
Teststroom
I AC
1,0 ... 10,0 mA
0,01 mA
0,1 mA
±(7 % v.M.+ 5 Digit) ±(5 % v. M. + 5 Digit)
GMC-I Gossen-Metrawatt GmbH 53
8 Tabel parameters en normwaarden volgens EN 60204/ DIN VDE
8.1 PROFITEST 204
* Afhankelijk van aanwezige hoogspanningsdeel HP/HV
8.2 PROFITEST 204HP
* aanbevolen
**de hoogste waarde toepassen
8.3 PROFITEST 204HV
* aanbevolen
Meting Parameters Teken Ondergrens Nominale waarde Bovengrens Bijzondere instelling
Test
beschermingsleiding
testduur 1 s 10 s 120 s continumeting
ader ø
spanningsval
6,0 mm² / 1,0 V
4,0 mm² / 1,4 V
2,5 mm² / 1,9 V
1,5 mm² / 2,6 V
1,0 mm² / 3,3 V
Isolatieweerstand
nominale spanning 100 V 500 V 1000 V
weerstand grenswaarde 10 kΩ 1MΩ 3GΩ
Lekstroom lekstroom ΔI 0,1 mA 2,0 mA 9,9 mA
Restspanning ontladingstijd 1 s 5 s 9 s
Spanningstest
testduur 1 s 1 s 120 s continumeting
testspanning * 250 V / 650 V 2 kV / 5 kV
afschakelstroom I
MAX
10 mA / 0,5 mA 250 mA / 10 mA
stijgtijd 100 ms 99,9 s
Parameters Ondergrens
Nominale
waarde
Bovengrens
Bijzondere
instelling
Testduur 1 s 1 s 120 s continumeting
Testspanning 250 V
1kV
bzw. 2 x U
N
**
2kV
Afschakelstroom I
MAX
10 mA 250 mA
Stijgtijd 100 ms 1 s * 99,9 s
Parameters Ondergrens
Nominale
waarde
Bovengrens
Bijzondere
instelling
Testduur 1 s 120 s continumeting
Testspanning 650 V 5 kV
Afschakelstroom I
MAX
1mA 10mA
Stijgtijd 100 ms 1 s * 99,9 s
54 GMC-I Gossen-Metrawatt GmbH
Referentieomstandigheden
Netspanning 230 V ± 1%
Netfrequentie 50 Hz ± 0,1%
Golfvorm sinus (afwijking tussen effektieve en
gelijkgerichte waarde < 1%)
Omgevingstemperatuur + 23°C ± 2K
Relatieve luchtvochtigheid 45% ... 55%
Belastingsweerstanden ohmse
Nominale gebruiksgebied
Netspanning 207 V ... 253 V
Netfrequentie 45 Hz ... 65 Hz
Golfvorm van de netsp. sinus
Temperatuurbereik 0 °C ... + 40 °C
Temperatuurbereiken / klimaatklasse
Opslagtemperatuur –20 °C ... + 60 °C
Werktemperatuur –5 °C ... + 40 °C
Nauwkeurigheid 0°C ... + 40°C
Max. rel. luchtvochtigheid 75%, vochtig worden is te vermijden
Klimaatklasse 2z/0/50/-20/75 %
(in navolging van VDI/VDE 3540)
Peil boven NN tot 2000 m
Voedingsspanning
Netspanning 207 V ... 253 V
Netfrequentie 45 Hz ... 65 Hz
Opgenomen vermogen 204: ca. 180 VA zonder opties
204HP: max. 700VA
204HV: max. 100VA
Max. lekstroom 0,5mA basisinstrum. met 204HP of HV
Opgenomen stroom max. 6 Abasisinstrum. met 204HP of HV
Interface RS232
Soort RS 232C, serieel, volg. DIN 19241
Formaat 9600, 8, N, 1
Aansluiting 9 polige D-SUB-bus
Elektrische veiligheid
Beschermingsklasse 204:II
204HP/HV: I
volgens IEC 1010-1/EN 61010-1/
VDE 0411-1
Nominale spanning 230 V
Testspanning 204 5,55 kV 50 Hz
Testspanning 204HP/HV
net / PE / sleutelschakelaar / sig-
naallampen extern tegen hoog-
spanningsmeetaansluitingen
204HP: 4,1 kV AC 50Hz
204HV: 7,5 kV AC 50Hz
Netvoeding/ PE:
1,35 kV AC
Netvoeding/externe signaallampen:
2,3 kV AC
Overspanningskategorie II
Vervuilingsgraad 2
EMV (zenden) EN 50081-1
EMV (ontvangen) EN 50082-1
Veiligheidsafschakeling bij te hoge temp. van instrument
Zekeringen 204:
net: T 1,6/250
testsonde: T 16/1000
204HP/HV:
net: F 3,15/250
GMC-I Gossen-Metrawatt GmbH 55
Mechanische opbouw
Soort bescherming IP 40 volgens DIN VDE 0470 deel 1/
EN 60529
Afmetingen 204:
255 mm x 133 mm x 240 mm
204HP/HV:
254 mm x 130 mm x 285 mm
Hoogte kompleet gemonteerd:
490 mm
Gewicht 204: ca. 5,1 kg
204HP/HV:ca. 8 kg
56 GMC-I Gossen-Metrawatt GmbH
9Interface
9.1 RS 232 interface
De bus ( 5 ) voor de interface dient als aansluiting voor de in het
deksel van de PROFITEST 204 integreerbare module SECUTEST
PSI (optie). De resultaten kunnen aldaar als meetwaardeprotokol
afgedrukt worden. (alleen meetwaarden).
De verbinding om gegevens met een PC uit te wisselen, vindt via
dezelfde bus plaats.
Pen 9 mag niet met pen 5 kortgesloten worden!
9.1.1 Uitwerken van de testresultaten m.b.v. software
Via het meegeleverde sotfware programma PROFI204 kunnen
testprotokollen makkelijk met de PC vervaardigd en in het testin-
strument geladen worden.
9.1.2 Interfacedefinitie en -protokol
Interface van de PROFITEST 204 is volgens de RS 232-norm.
Technische gegevens:
Baudrate 9600 Baud fix
Databits 8 Bit
Pariteit nee
Stopbit 1
Dataprotokol volgens DIN 19 244
X_ON/X_OFF-Protokol
Alle bedieningsfunkties van de PROFITEST 204 zijn via deze inter-
face op afstand te bedienen. Verder kunnen signaal- en meet-
waarden uitgelezen worden.
Een beschrijving van deze interfaceprotokollen alsmede de com-
mandoopdrachten en syntax kunt U bij GMC-Instruments Neder-
land B.V. opvragen.
9.1.3 Kontaktbezetting
9.2 Printer interface
Aan bus ( 4 ) van deze interface kan iedere in de handel verkrijg-
bare printer met parallel CENTRONICS-interface aangesloten
worden. Via deze printer kunnen gedetailleerde protokollen, mee-
geleverd met de PROFI204 software, afgedrukt worden.
9.2.1 Kontaktbezetting
1: NC
2: TxD
3: RxD
4: NC 6
5: GND
6: NC 4
7: NC 8
8: NC 7
9: +9 V
9876
5 4321
RxD TxD
GND
+9V
1: Strobe
2...9: D0-D7
10: ACK
11: BUSY
12: Paper Empty
13: NC
14: NC
15: Fault
16: Init Printer
17: NC
18...25:GND
25
13
14
1
GMC-I Gossen-Metrawatt GmbH 57
10 Foutmeldingen – oorzaken – verhelpen
Foutmelding Oorzaken Verhelpen
PROFITEST 204
LCD licht niet op
– Netkabel niet aangebracht
– Netzekering defekt
– Netkabel insteken, hoofdst. 4.3, blz. 30
– Netzekering vervangen, hoofdst. 11.1.1, blz. 58
Beschermingsleiding- en isolatiemeting
niet uit te voeren
– Zekering in testsonde defekt – Zekering testsonde vervangen, hoofdst. 11.1.2, blz. 58
Temperatuur in testinstrument
te hoog
Kontinubedrijf bij beschermingsleidingtest Instrument ca 10min. laten afkoelen
De interne temperatuurbewa-
king is defekt.
Hardwarefout Stuur de Profitest 204 kompleet op ter reparatie
Opslaan niet zinvol
– Geen meting uitgevoerd
– meting werd reeds opgeslagen
– de knop van de besturingseenheid (7) werd langer dan noodzakelijk gedrukt
PROFITEST 204HP/HV
Signaallampen „groen“ branden niet
– Netkabel niet aangebracht
– Sleutelschakelaar staat op „O“
– Zekering defekt
– Signaallamp defekt
– Netkabel insteken, hoofdst. 4.4, blz. 32
– Sleutelschakelaar op „I“ draaien
– Zekering vervangen
– Signaallamp vervangen
Signaallampen „rood“ branden niet
– Overdracht tussen PROFITEST 204 en 204HP/HV onderbroken
– Signaallamp defekt
– zie foutmelding „instrument defekt“
– Signaallamp vervangen, hoofdst. 11.5.2, blz. 59
Temperatuur in testinstrument
te hoog
Kontinubedrijf met hoog testvermogen bij de hoogspanningstest Instrument ca. 10 min laten afkoelen
Instrument defekt!
Overdracht tussen PROFITEST 204 en 204HP/HV onderbroken
– Instrument niet juist gemonteerd
– na vervangen van lamp: de reflek-toren werden niet gemonteerd
– Kontroleer de aansluitingen van beide instrumenten
– Kontroleer signaalbuisjes
– Monteer de reflektoren
– evt. stof of vuil op de zend- en ontvangdioden in
basisinstrument verwijderen, hoofdst. 11.5.1, blz. 59
58 GMC-I Gossen-Metrawatt GmbH
11 Onderhoud
De interne Profitest 204 beveiligingssystemen moeten jaarlijks door de
serviceafdeling van ABB Componenten op de juiste werking worden ge-
controleerd. Gelijktijdig kan dan een herkalibratie plaatsvinden.
11.1 Zekeringen vervangen
Let op!
!
Vóór het openen van het deksel van het zekeringsvak
moet het instrument volledig van het meetcircuit en de
netvoedingen worden losgekoppeld!
Let op!
!
Gebruik uitsluitend de voorgeschreven originele zekeringen!
Zekeringen overbruggen c.q. repareren is niet toege-
staan!
Het gebruik van zekeringen met een andere nominale
stroom, afschakelvermogen of -karakteristiek kan ern-
stige gevolgen hebben voor zowel gebruiker als instru-
ment !
11.1.1 Netzekering vervangen
¼ Open met een schroevedraaier het zekeringsvak.
¼ Vervang de defekte zekering door een nieuwe van hetzelfde
type.
¼ Sluit het zekeringsvak weer.
11.1.2 Meetcircuitzekering in testsonde
van de PROFITEST 204 vervangen
Let op hoogspanning!
Bij gebruik van andere zekeringen in het meetcirquit
(proefsonde) bestaat levensgevaar bij verkeerde bedie-
ning (kortsluitgevaar)!
¼ Open de proefsonde met een schroevedraaier.
¼ Vervang de defekte zekering (T16/1000)
¼ Proefsonde weer juist monteren.
11.2 Behuizing en testsondes/pennen
Bijzonder onderhoud is niet nodig. Let op een schoon en droog
oppervlak. Gebruik om te reinigen een vochtige doek (geen
poetsmiddelen).
Let op!
!
Sluit vochtig worden van de hoogspanningsmodule,
testkabels en het testobjekt strikt uit. Door de hoogspan-
ning kan aan de oppervlakte een lekstroom ontstaan.
Ook geisoleerde delen kunnen hierdoor onder hoog-
spanning komen te staan.
11.3 Meetkabels PROFITEST 204
Kontroleer regelmatig de meetkabels op mechanische beschadi-
gingen.
GMC-I Gossen-Metrawatt GmbH 59
11.4 Testkabels PROFITEST 204 HP/HV
Wikkel de testsnoeren van de veiligheidstestsondes na ieder
gebruik op de daarvoor bestemde steunen aan de achterkant van
de transportwagen (optie) op. De testsnoeren mogen onder geen
enkele voorwaarde mechanisch belast of geknikt worden.
Kontroleer de testkabels en hoogspanningspistolen voor elk
gebruik van de hoogspanningsmodule op mechanische bescha-
digingen.
Let op!
!
Reeds bij de minste beschadiging van de testkabels en
hoogspanningspistolen adviseren wij deze direkt naar de
serviceafdeling van GMC-Instruments Nederland B.V. re-
tour te zenden.
11.5 Reparatie, vervangen onderdelen en instrument kalibreren
Bij het openen van het instrument kunnen onder spanning
staande delen blootgelegd worden. Voor onderhoud, reparatie en
justeren moet het instrument van de netvoeding verwijderd zijn.
Als voor reparatie of voor justeringen dit om technische redenen
niet mogelijk is, dan mogen deze werkzaamheden alleen worden
uitgevoerd door daartoe bevoegde personen, zich bewust van
het aanwezige gevaar.
11.5.1 Reinigen optische interface
Wordt het basisinstrument PROFITEST 204 langere tijd zonder
hoogspanningsmodule gebruikt, dan kan de infra-rood kommuni-
katie vervuild raken. Verwijder voor een nieuwe montage van de
hoogspanninsmodule de bodemafdekking en reinig de 4 dioden
met een zachte kwast. Breng vervolgens de bodemafdekking
weer aan.
11.5.2 Vervangen signaallampen / verwijderen
hoogspanningsmodule
Voor het vervangen van de lampen in de signaallichten, moet de
hoogspanningsmodule van het basisinstrument verwijderd wor-
den.
Let op!
!
Het basisinstrument en de hoogspanningsmodule moe-
ten tijdens de (de)montage van het net en het meetcir-
cuit gescheiden zijn.
¼ Sluit deksel basisinstrument
¼ Testinstrument ondersteboven, op zachte ondergrond ten-
einde beschadigingen te voorkomen, leggen.
¼ Schroef de 4 schroefpinnen met een schroevedraaier (4,5) los.
(zie hoofdst. 3.1.1)
¼ Verwijder nu de hoogspanningsmodule.
¼ Leg deze op de bodem
¼ Draai de zich binnen bevindende zeskant-moer (8,0) van de
betreffende reflektor los.
¼ Verwijder de reflektor.
¼ Verwijder de defekte lamp uit de bajonet-sluiting en breng een
nieuwe (type 12 ... 15 V/2 W, norm BA9s, b.v. OSRAM Mini-
watt T10 Nr. 3453B) aan.
¼ Monteer de reflektor weer.
¼ De montage van de hoogspanningsmodule op het basisinstru-
ment geschiedt zoals in hoofdst. 3.1.1 beschreven.
60 GMC-I Gossen-Metrawatt GmbH
11.5.3 Vervangen lampen in de externe signaallichten
Let op!
!
Alvorens de lampen in de externe signaallichten te ver-
vangen, dient U:
de externe signaallichten van de aansluiting (3)
van de hoogspanningsmodule te verwijderen
of
de hoogspanningsmodule van het net en
van het meetcircuit te verwijderen.
¼ Verwijder, door linksom te draaien , de rode resp. groene af-
dekking.
¼ verwijder de defekte lamp uit de bajonet-sluiting en breng een
nieuwe (type 12 ... 15V/2W, norm BA9s,
b.v. OSRAM Miniwatt T10 Nr. 3453B) aan.
¼ Breng, door rechtsom te draaien, de afdekking weer aan.
11.6 Software
Een update van de interne software van het testinstrument kan
m.b.v. een PC met 3 1/2“ diskettestation en een interfacekabel via
de RS 232 interface plaatsvinden.
De software wordt hierbij in de flash-EPROMs van het testinstru-
ment PROFITEST 204 geladen.
M.b.v. de update funktie van het programma PROFI204 wordt dit
update-bestand met de gewenste software versie via de seriele
interface naar het testinstrument overgedragen. De reeds geladen
software wordt hierbij overschreven. Aan te bevelen is om dit door
de reparatieafdeling van GMC-Instruments Nederland B.V. te
laten uitvoeren.
Voorwaarde overdracht
¼ Breng de verbinding tussen PC en PROFITEST 204 tot stand.
¼ Schakel PC en PROFITEST 204 aan.
Verder verloop volgens beschrijving onder hoofdst. 3.7.5, blz. 23
GMC-I Gossen-Metrawatt GmbH 61
12 Annex
12.1 Checklist voor hoogspanningstest
Veiligheidsmaatregelen voor personen
¼ Machine uitschakelen en tegen herinschakelen beveiligen.
¼ Beschermingsleiding- en isolatieweerstandmeting uitvoeren.
¼ Kontroleren, of machine/object geaard is.
¼ Gevarenzone d.m.v. barrières beveiligen, ook geen smalle
doorgangen laten bestaan.
¼ Waarschuwingsborden goed zichtbaar aanbrengen.
¼ Waarschuwingslampen goed zichtbaar plaatsen.
¼ Nooduitschakelaar goed zichtbaar aanbrengen.
¼ Personen, die zich in de buurt bevinden, op mogelijke gevaren
attenderen.
¼ Bij verlaten van de zone, het testinstrument altijd via de sleutel-
schakelaar uitschakelen en deze verwijderen.
Veiligheidsmaatregelen voor machine/object (advies)
¼ Schakelschema´s zorgvuldig bestuderen en alle stroomkringen
noteren.
¼ Iedere stroomkring kortsluiten.
¼ Stuurstroomkringen met overspanningsafleiders afklemmen.
¼ PELV-kringen afkoppelen (hier is geen hoogspanningstest no-
dig, de isolatieweerstandmeting moet echter met 500V uitge-
voerd worden).
¼ Iedere stroomkring met 1000V op isolatieweerstand testen (in-
dien dit in orde is dan mag bij de hoogspanningstest geen fout
optreden).
Instellen testinstrument
Zie hoofdst. 8 "Tabel parameters en normwaarden volgens EN 60204/ DIN
VDE".
Hoogspanningstest
¼ Alle stroomkringen (aders) tegen beschermingsleiding testen
(alle schakelaars in het netcircuit moeten ingeschakeld zijn, bij
relais voor en achter het relais testen).
¼ Na de test alle kortsluitingsverbindigingen weerverwijderen.
Test zonder kortgesloten stroomkringen
¼ De aders van alle stroomkringen apart tegen beschermingslei-
ding testen (bij overslag bestaat gevaar dat de machine be-
schadigd wordt).
Funktietest
¼ Na de hoogspanningstest moet het testobject op funktie en in
het bijzonder op veiligheidsfunkties getest worden.
62 GMC-I Gossen-Metrawatt GmbH
12.2 Minimale aanwijzing, rekening houdend met gebruiksfout
Tabel ter vaststelling van de minimale aanwijswaarden voor de
beschermingsleidingweerstand, isolatieweerstand zowel als voor
verschilstroom, rekening houdend met de gebruiksfout van het
instrument.
13 Kalibratie, reparatie en onderdelen
Neem voor kalibratie,reparatie en onderdelen kontakt op met:
GMC-Instruments Nederland B.V.
Afd. Service en kalibratie
Postbus 323, 3440 AH Woerden
Daggeldersweg 18, 3449 JD Woerden
Fon: +31 348 42 11 55
Fax:+31 348 42 25 28
E-mail
14 Produktondersteuning/helpdesk
Neem voor specifieke produktondersteuning kontakt op met:
GMC-Instruments Nederland B.V.
Afd. Service en kalibratie
Postbus 323, 3440 AH Woerden
Daggeldersweg 18, 3449 JD Woerden
Fon: +31 348 42 11 55
Fax:+31 348 42 25 28
E-mail
R
SL
[mΩ] R
iso
[MΩ] ΔI [mA]
Grenswaarde
Max.
aanwijzing
Grenswaarde
Min.
aanwijzing
Grenswaarde
Max.
aanwijzing
17 10 0 0,05 0,31 0,2
28 20 0,03 0,1 0,36 0,25
39 30 0,08 0,15 0,42 0,3
49 40 0,12 0,2 0,52 0,4
60 50 0,17 0,25 0,63 0,5
71 60 0,21 0,3 0,74 0,6
82 70 0,31 0,4 0,85 0,7
93 80 0,40 0,5 0,96 0,8
104 90 0,49 0,6 1,07 0,9
115 100 0,58 0,7 1,18 1,0
125 110 0,67 0,8 1,72 1,5
136 120 0,76 0,9 2,26 2,0
147 130 0,85 1,0 2,81 2,5
158 140 1,31 1,5 3,35 3,0
169 150 1,77 2,0 4,43 4,0
180 160 2,23 2,5 5,52 5,0
191 170 2,68 3,0 6,61 6,0
201 180 3,60 4,0 7,69 7,0
212 190 4,51 5,0 8,78 8,0
223 200 5,42 6,0 9,86 9,0
234 210 6,34 7,0
245 220 7,25 8,0
256 230 8,17 9,0
267 240 8,54 10
278 250 13,1 15
288 260 17,7 20
299 270 22,3 25
310 280 26,8 30
321 290 36,0 40
332 300 45,1 50
GMC-I Gossen-Metrawatt GmbH 63
15 Workshops
GMC-Instruments Nederland B.V. organiseert workshops voor
diverse hardware/software produkten. Voor meer informatie kunt
u kontakt opnemen met het bovenstaande adres.
Gedrukt in Duitsland • Wijzigingen vourbehouden
GMC-Instruments Nederland B.V.
Daggeldersweg 18
NL-3449 JD Woerden
Telefoon: +31 348 42 11 55
Fax: +31 348 42 25 28
E-mail: info@gmc-instruments.nl
www.gmc-instruments.nl
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64

Gossen MetraWatt MetraMachine 439/5,4 Handleiding

Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor

Andere documenten