Manitowoc Ice Q Model Owner Instruction Manual

Type
Owner Instruction Manual
MANITOWOC ICE, INC. 2110 S. 26
th
ST., PO Box 1720, Manitowoc, WI. 54221-1720 USA P/N 80-1081-3
920-682-0161 Fax 920-683-7585 Website - www.manitowocice.com 12/06
Q-model
IJsmachines
Installatie
Plaats van de ijsmachine
De plaats die voor de ijsmachine wordt gekozen, moet aan de
volgende criteria voldoen. Indien niet aan deze criteria wordt
voldaan, moet een andere plaats worden gekozen.
De plaats moet binnenshuis zijn.
Er mogen geen door de lucht aangevoerde of andere
verontreinigende deeltjes op deze plaats voorkomen.
De luchttemperatuur moet ten minste 1,6°C zijn, maar mag
niet hoger worden dan 43°C.
De plaats mag niet in de buurt van warmteproducerende
apparatuur of in direct zonlicht zijn.
Er moet genoeg ruimte zijn voor de water-, afvoer- en
elektrische aansluitingen op de achterkant van de
ijsmachine.
Op deze plaats mag de luchtstroom door en rondom de
ijsmachine nergens worden belemmerd. Zie de onderstaande
tabel voor de afstandsvereisten.
Zelfstandig
aangedreven
luchtgekoeld
Watergekoeld
en met
afstandsbediening
Bovenkant/
zijkanten
203mm *127mm
Achterkant 127mm *127mm
* Er is geen mininale afstandsvereiste. Deze waarde wordt uitsluitend
aanbevolen voor efficiënt bedrijf en onderhoud.
OPGELET
De ijsmachine moet worden beschermd indien deze wordt
blootgesteld aan temperaturen van minder dan 0°C. Storing
veroorzaakt door blootstelling aan vriestemperaturen valt niet
onder de garantie.
Elektrisch
WAARSCHUWING
Alle bedrading moet aan de plaatselijke en landelijke
voorschriften voldoen.
Spanning
De maximaal toelaatbare spanningsverandering is ± 10% van de
nominale spanning bij het opstarten van de ijsmachine (wanneer
de elektrische belasting het hoogst is).
WAARSCHUWING
De ijsmachine moet geaard worden overeenkomstig de
plaatselijke en landelijke elektriciteitsvoorschriften.
Zekering/stroomverbreker
Er moet worden voorzien in een aparte elektrische
hoofdschakelaar, die alle polen uitschakelt en een
contactopening van 3 mm heeft, voor de vaste bedrading.
Minimale ampère-capaciteit van circuit
De minimale ampère-capaciteit van het circuit wordt gebruikt om
de draaddikte van de elektrische aansluiting te helpen selecteren.
(De minimale ampère-capaciteit van het circuit is niet de
ampèrebelasting tijdens bedrijf van de ijsmachine.)
De draaddikte (ook wel ‘gauge’ genoemd) is tevens afhankelijk
van de plaats, de gebruikte materialen, de benodigde lengte enz.,
dus moet deze worden bepaald door een erkende elektricien.
(Zie de tabel op de volgende pagina voor elektrische gegevens.)
2
Elektrische gegevens voor ijsmachines
Spanning/ Luchtgekoeld Watergekoeld Met afstandsbediening
IJsmachine fase/cyclus Maximale
zekering/stroom
verbreker
Minimale
stroomsterkte
van circuit
Maximale
zekering/stroom
verbreker
Minimale
stroomsterkte
van circuit
Maximale
zekering/stroo
mverbreker
Minimale
stroomsterkte
van circuit
115/1/60 20 12,6 20 11,7 NVT NVT
Q280
208-230/1/60 15 5,7 15 5,2 NVT NVT
230/1/50 15 5,7 15 5,2 NVT NVT
115/1/60 15 11,2 15 10,5 NVT NVT
Q320
208-230/1/60 15 4,8 15 4,2 NVT NVT
230/1/50 15 5,2 15 4,7 NVT NVT
115/1/60 20 12,3 20 11,4 NVT NVT
Q420
208-230/1/60 15 7,8 15 7,4 NVT NVT
230/1/50 15 6,3 15 5,9 NVT NVT
115/1/60 20 12,8 20 11,9 20 13,6
Q450
208-230/1/60 15 7,8 15 7,4 NVT NVT
230/1/50 15 6,1 15 5,7 NVT NVT
Q600
208-230/1/60 15 9,2 15 8,7 15 9,3
230/1/50 15 9,2 15 8,8 15 9,4
208-230/1/60 20 12,1 20 11,4 20 11,9
Q800
208-230/3/60 15 8,9 15 8,2 15 8,9
230/1/50 20 12,0 20 10,6 20 11,2
208-230/1/60 20 14,3 20 13,2 20 14,2
Q1000
208-230/3/60 15 9,8 15 8,8 15 9,9
230/1/50 20 15,6 20 14,2 20 14,6
208-230/1/60 30 19,5 30 18,1 30 19,8
Q1300
208-230/3/60 20 13,1 20 11,6 20 12,7
230/1/50 30 15,7 30 14,3 30 14,7
380-415/3/50 NVT NVT NVT NVT 15 7,3
208-230/1/60 NVT NVT 30 17.2 30 18.2
Q1600
208-230/3/60 NVT NVT 20 11.0 20 12.0
230/1/50 NVT NVT NVT NVT NVT NVT
380-415/3/50 NVT NVT NVT NVT NVT NVT
208-230/1/60 40 28,1 40 26,7 40 26,9
Q1800
208-230/3/60 20 15,5 20 14,1 20 13,9
230/1/50 40 23,3 40 21,9 40 22,2
380-415/3/50 NVT NVT NVT NVT 15 9,1
Maten/aansluitingen van watertoevoer- en afvoerleiding
WAARSCHUWING
Alleen aansluiten op de drinkwaterinlaat van de ijsmachine.
Alle leidingen moeten aan de plaatselijke
en landelijke voorschriften voldoen.
Niet aansluiten op de warmwatertoevoer.
Een waterafsluitkraan installeren.
Water- en
afvoerleidingen isoleren
om condensaat te
voorkomen.
Plaats
Watertemperatuur Waterdruk
Aansluiting
van ijsmachine
Tubing Size Up to Ice
Machine Fitting
Waterinlaat voor
ijsmaken
Min. 0,6°C
Max. 32,2°C
Min. 137,9 kPa
Max. 551,5 kPa
3/8" vrouwelijke
schroefdraad
inwendige diameter
minimaal 9,5 mm
Afvoer van water voor
ijsmaken
--- ---
1/2" vrouwelijke
schroefdraad
inwendige diameter
minimaal 12,7 mm
Waterinlaat voor
condensator
Min. 0,6°C
Max. 32,2°C
Min. 137,9 kPa
Max. 1034,2 kPa
Q1300/Q1600/Q1800 – 1/2" vrouwelijke schroefdraad
Alle overige – 3/8" vrouwelijke schroefdraad
Afvoer van water
van condensator
--- ---
1/2" vrouwelijke
schroefdraad
inwendige diameter
minimaal 12,7 mm
Afvoer van bak
--- ---
3/4" vrouwelijke
schroefdraad
inwendige diameter
minimaal 19,1 mm
1
Min. = Minimum
2
Max. = Maximum
3
Bediening en onderhoud
IJsdikte
Na een oogstcyclus moeten de ijsblokjes in de
ijsbewaarbak worden geïnspecteerd. De ijsdiktemeetkop
is in de fabriek zodanig ingesteld dat hij een ijsbrug van
3,2 mm in stand houdt. Indien een bijstelling nodig is,
verricht dan de volgende handelingen:
1. Draai de instelschroef van de ijsdiktemeetkop naar
rechts om een dikkere ijsbrug te verkrijgen of naar
links om een dunnere ijsbrug te verkrijgen.
De ijsdikte bijstellen
Zorg dat de draad en beugel van de ijsdiktemeetkop
de beweging van de meetkop niet belemmeren.
Waterniveau
De waterniveausensor is zodanig ingesteld dat hij het
juiste waterniveau boven het waterpomphuis in stand
houdt. Het waterniveau is niet instelbaar.
Indien het waterniveau niet juist is, controleer dan of de
waterniveaumeetkop beschadigd is (meetkop verbogen
enz.). Repareer of vervang de meetkop zo nodig.
SV1616
WATERPOMP
MEETKOP VAN
WATERNIVEAUSENSOR
INSTELSCHROEF
WATERNIVEAU
BOVEN
WATERPOMP-
VERDRINGERHUIS
Waterniveaumeetkop
SV1208
3,2 MM
IJSDIKTE
POMPAFVOER
110°
4
Bedieningsprocedure bij het ijsmaken
AANVANKELIJK OPSTARTEN OF OPSTARTEN
NA AUTOMATISCHE UITSCHAKELING
1. Verwijderen van water
Voordat de compressor start, zijn de waterpomp en de
waterlozingssolenoïde 45 seconden lang geactiveerd om
oud water uit de ijsmachine te verwijderen. Hierdoor wordt
gezorgd dat de ijsmaakcyclus met schoon water begint.
Ook de heetgas-klep is tijdens het verwijderen van het
water geactiveerd, alhoewel deze een extra 5 seconden
aan blijft (in het totaal 50 seconden) tijdens het
aanvankelijk opstarten van het koelsysteem.
2. Opstarten van het koelsysteem
De compressor start na de 45 seconden durende
verwijdering van oud water en blijft vervolgens
gedurende de gehele vries- en oogstprocedure aan staan.
De heetgas-klep blijft 5 seconden aan tijdens het
aanvankelijk opstarten van de compressor en wordt
daarna uitgeschakeld.
De watervulklep wordt tegelijk met de compressor
geactiveerd.
Wanneer de compressor start, wordt tegelijk de motor
van de condensatorventilator (bij luchtgekoelde
modellen) van stroom voorzien gedurende de gehele
vries- en oogstprocedure. De ventilatormotor is bedraad
via een ventilatorcyclusdrukregelaar en kan daarom aan-
en afslaan. (De compressor en de motor van de
condensatorventilator zijn via de schakelaar bedraad. Als
gevolg daarvan ontvangen de compressor en de
ventilatormotor voeding, wanneer de schakelaarspoel
wordt geactiveerd.)
VRIESPROCEDURE
3. Voorkoelen
De compressor staat 30 seconden aan voordat er water
stroomt om de verdamper voor te koelen. De
watervulklep blijft aan totdat de waterniveaumeetkop
genoeg water heeft gemeten.
4. Vriezen
De waterpomp start opnieuw na het 30 seconden durend
voorkoelen. Er wordt een gelijkmatige stroom water
over de verdamper en in elke blokjescel gericht, waar het
water bevriest. De watervulklep kan zo nodig nog een
paar malen worden geactiveerd om de waterbak te
vullen.
Wanneer er voldoende ijs is gevormd, maakt de
waterstroom (niet het ijs) contact met de
ijsdiktemeetkop. Nadat er ongeveer 7 seconden lang
continu contact met het water is gemaakt, wordt de
oogstprocedure ingeleid. De ijsmachine kan pas een
oogstprocedure inleiden wanneer er een 6 minuten
durende vriesvergrendeling heeft plaatsgevonden.
Vriesprocedure
5
OOGSTPROCEDURE
5. Water verwijderen
De waterpomp blijft lopen en de waterlozingsklep wordt
45 seconden lang geactiveerd om het water uit de
opvangbak te verwijderen. De watervulklep is de laatste
15 seconden van de 45 seconden durende
waterverwijdering geactiveerd.
Na de 45 seconden durende waterverwijdering worden
de watervulklep, de waterpomp en de lozingsklep
gedesactiveerd.
De heetgas-klep opent ook bij het begin van de
waterverwijdering om heet koelgas naar de verdamper af
te leiden.
6. Oogsten
De heetgasklep blijft open en het koelgas verwarmt de
verdamper waardoor de blokjes als een blad van de
verdamper af de bewaarbak in glijden. De glijdende
blokjes doen het watergordijn naar buiten zwaaien,
waardoor de bakschakelaar opent.
Door het kortstondig openen en opnieuw sluiten van de
bakschakelaar wordt de oogstprocedure beëindigd en gaat
de ijsmachine weer over op de vriesprocedure (stap 3-4).
Oogstprocedure
AUTOMATISCHE UITSCHAKELING
7. Automatische uitschakeling
Wanneer de bewaarbak aan het einde van een
oogstprocedure vol is, komt het blad ijsblokjes niet
verder dan het watergordijn, waardoor dit watergordijn
open blijft. Nadat het watergordijn 7 seconden is
opengehouden, wordt de ijsmachine uitgeschakeld. De
ijsmachine blijft 3 minuten uit voordat hij automatisch
opnieuw kan starten.
De ijsmachine blijft uit totdat er genoeg ijs uit de
bewaarbak is verwijderd dat het ijs voorbij het
watergordijn kan vallen. Wanneer het watergordijn weer
de bedrijfsstand inneemt, sluit de bakschakelaar opnieuw
en start de ijsmachine opnieuw (stap 1-2), mits de 3
minuten durende vertragingstijd verstreken is.
Automatische uitschakeling
6
De binnenkant reinigen en desinfecteren
ALGEMEEN
Reinig de ijsmachine eens in de zes maanden en
desinfecteer hem opdat hij efficiënt blijft werken. Indien
de ijsmachine vaker gereinigd en gedesinfecteerd moet
worden, raadpleeg dan een erkend servicebedrijf om de
kwaliteit van het water te testen en de juiste
waterbehandeling of de installatie van de AuCS
®
accessoire (automatisch reinigingssysteem) aan te
bevelen. Zo nodig kan een uitermate vervuilde
ijsmachine uiteen worden genomen om gereinigd en
gedesinfecteerd te worden.
OPGELET
Uitsluitend door Manitowoc goedgekeurd Ice Machine
Cleaner (reinigingsmiddel voor ijsmachines)
(onderdeelnummer 94-0546-3) en Sanitizer
(desinfecteermiddel) (onderdeelnummer 94-0565-3)
gebruiken. Het is een overtreding van de Amerikaanse
federale wetgeving deze oplossingen te gebruiken op
een wijze die strijdig is met hun etikettering. Alle
etiketten die op de flessen zijn afgedrukt, lezen en
begrijpen alvorens de flessen te gebruiken.
OPGELET
Ice Machine Cleaner en Sanitizer niet door elkaar
gebruiken. Het is een overtreding van de Amerikaanse
federale wetgeving deze oplossingen te gebruiken op
een wijze die strijdig is met hun etikettering.
WAARSCHUWING
Rubber handschoenen en een veiligheidsbril (en/of
gelaatsscherm) dragen tijdens het gebruik van Ice
Machine Cleaner of Sanitizer.
ZELFREINIGINGSPROCEDURE (SeCs
®
)
Ice Machine Cleaner wordt gebruikt om kalkaanslag of
andere mineraalafzettingen te verwijderen. Het product
wordt niet gebruikt om algen of slijm te verwijderen.
Raadpleeg "Zelfdesinfecteerprocedure" op de volgende
pagina voor het verwijderen van algen en slijm.
Stap 1 Stel de tuimelschakelaar op de stand OFF (Uit) in
nadat er ijs van de verdamper is gevallen aan het einde van
een oogstcyclus. Of stel de schakelaar op de stand OFF in en
laat het ijs van de verdamper afsmelten.
OPGELET
Nooit iets gebruiken om ijs met kracht van de
verdamper af te krijgen. Dit kan beschadiging tot gevolg
hebben.
Stap 2 Om het zelfreinigen te starten zet u de
tuimelschakelaar op de stand CLEAN (Reinigen). Het
water stroomt door de waterlozingsklep en vervolgens
door de afvoer omlaag.
Stap 3 Wacht ongeveer één minuut of totdat er water
over de verdamper begint te stromen
Stap 4 Voeg de juiste hoeveelheid Manitowoc Ice
Machine Cleaner aan de waterbak toe
Model Hoeveelheid
reinigingsmiddel
Q200 Q320 Q370 Q420 90 ml
Q450 Q600 Q800 150 ml
Q1000 Q1300 Q1600 Q1800 270 ml
Stap 5 De ijsmachine verricht automatisch een tien
minuten durende reinigingscyclus, gevolgd door zes
spoelcyclussen en stopt vervolgens. Deze gehele cyclus
duurt ongeveer 25 minuten.
Stap 6 Wanneer het zelfreinigingsproces stopt, zet u de
tuimelschakelaar op de stand OFF. Zie
"Zelfdesinfecteerprocedure" op de volgende pagina.
Stap 7
A. De ijsmachine kan zodanig worden ingesteld
dat hij een zelfreinigingsprocedure start en
beëindigt en vervolgens automatisch weer
ijs begint te maken.
B. Wacht ongeveer één minuut wanneer de
reinigingscyclus is begonnen (totdat er
water over de verdamper begint te stromen)
en zet de schakelaar vervolgens van CLEAN
op ON (Aan).
C. Wanneer de zelfreinigingscyclus is voltooid,
begint er automatisch een ijsmaakprocedure.
OPMERKING: Indien de tuimelschakelaar op de stand
ICE (IJs) wordt gezet, wordt de reinigingsprocedure
onderbroken door het openen van de gordijnschakelaar.
De procedure wordt hervat op het punt waar deze
onderbroken werd wanneer de gordijnschakelaar
gesloten wordt.
7
ZELFDESINFECTEERPROCEDURE
Stap 8
Gebruik Sanitizer, het desinfecteermiddel, om algen of
slijm te verwijderen. Gebruik het niet om kalkaanslag of
andere mineraalafzettingen te verwijderen.
A. De ijsmachine kan zodanig worden ingesteld dat
hij een zelfdesinfecteerprocedure start en
beëindigt en vervolgens automatisch weer ijs
begint te maken.
Stap 1 Stel de tuimelschakelaar op de stand OFF (Uit) in
nadat er ijs van de verdamper is gevallen aan het einde
van een oogstcyclus. Of stel de schakelaar op de stand
OFF in en laat het ijs van de verdamper afsmelten.
B. Wacht ongeveer één minuut wanneer de
desinfecteercyclus is begonnen (totdat er water
over de verdamper begint te stromen) en zet de
schakelaar vervolgens van CLEAN op ON
(Aan).
OPGELET
Nooit iets gebruiken om ijs met kracht van de
verdamper af te krijgen. Dit kan beschadiging tot gevolg
hebben.
C. Wanneer de zelfdesinfecteercyclus is voltooid,
begint er automatisch een ijsmaakprocedure.
OPMERKING: Nadat de tuimelschakelaar op de stand
ICE (IJs) is gezet, wordt de desinfecteerprocedure
onderbroken door het openen van de gordijnschakelaar.
De procedure wordt hervat op het punt waar deze
onderbroken werd wanneer de gordijnschakelaar
gesloten wordt.
Stap 2 Om het zelfdesinfecteren te starten zet u de
tuimelschakelaar op de stand CLEAN (Reinigen). Het
water stroomt door de waterlozingsklep en vervolgens
door de afvoer omlaag.
Stap 3 Wacht ongeveer één minuut of totdat er water
over de verdamper begint te stromen.
PROCEDURE OM EEN ZELFREINIGINGS- OF
ZELFDESINFECTEERCYCLUS TE ANNULEREN
WANNEER DEZE BEGONNEN IS
Stap 4 Voeg de juiste hoeveelheid Manitowoc Ice
Machine Sanitizer aan de waterbak toe.
Model Hoeveelheid
desinfecteermiddel
Q200 Q320 Q370 Q420 90 ml
Q450 Q600 Q800 90 ml
Q1000 Q1300 Q1400 Q1600
Q1800
180 ml
Indien de cyclus minder dan 45 seconden eerder is
gestart:
Zet de tuimelschakelaar op de stand OFF (Uit). De
cyclus is nu geannuleerd.
Indien de cyclus meer dan 45 seconden eerder is gestart:
Stap 1 Zet de tuimelschakelaar op de stand OFF Uit).
Stap 5 De ijsmachine verricht automatisch een tien
minuten durende desinfecteercyclus, gevolgd door zes
spoelcyclussen en stopt vervolgens. Deze gehele cyclus
duurt ongeveer 25 minuten.
Stap 2 Zet de tuimelschakelaar op de stand ON (Aan).
Stap 3 Zet de tuimelschakelaar op de stand OFF (Uit).
De cyclus is nu geannuleerd.
Stap 6 Indien de bak gedesinfecteerd moet worden,
verwijder dan al het ijs en desinfecteer de bak met een
oplossing van 120 ml Sanitizer (desinfecteermiddel) en
tot op 23 l water.
Gesteriliseerde ruimtes niet naspoelen s.v.p.
Stap 7 Wanneer het zelfdesinfecteerproces stopt, zet u de
tuimelschakelaar op de stand ICE (IJs) om weer te
beginnen met ijsmaken.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8

Manitowoc Ice Q Model Owner Instruction Manual

Type
Owner Instruction Manual