Dolmar MS-253 Handleiding

Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

Instructions d’emploi d’origine
Originalbetriebsanleitung
Originele gebruiksaanwijzing
Important :
Veuillez lire attentivement ce mode demploi avant dutiliser la débroussailleuse thermique, et observez strictement les consignes de sécurité !
Conservez soigneusement ce manuel d’instructions !
Wichtig:
Lesen Sie vor Verwendung der Motorsense/des Motor-Rasentrimmers diese Bedienungsanleitung aufmerksam durch und halten Sie die
Sicherheitsregeln strikt ein! Bewahren Sie diese Betriebsanleitung sorgfältig auf!
Belangrijk:
Lees deze gebruiksaanwijzing aandachtig door voordat u de bosmaaier/graskantmaaier in gebruik neemt en houdt u te allen tijde aan de
veiligheidsinstructies! Bewaar deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig!
MS-252 MS-253
NEDERLANDS (Originele instructies)
Hartelijk dank voor uw aankoop van deze bosmaaier/graskantmaaier van DOLMAR.
Met trots bevelen wij u deze bosmaaier/graskantmaaier van DOLMAR van harte
aan als resultaat van een langdurig ontwikkelingsprogramma en jarenlange kennis
en ervaring.
Lees deze handleiding met daarin nauwkeurige beschrijvingen van de diverse
punten die zijn hoogstaande prestaties demonstreren. Hierdoor bent u in staat
de best mogelijke resultaten te behalen die de bosmaaier/graskantmaaier van
DOLMAR u kan bieden.
SYMBOLEN
Let op de volgende symbolen wanneer u de gebruiksaanwijzing leest.
Lees de gebruiksaanwijzing
Draag oog- en gehoorbescherming
(alleen voor graskantmaaier)
Besteed bijzondere zorg en aandacht
Draag een veiligheidshelm, oog- en oor-
bescherming (alleen voor bosmaaier)
Verboden
Gebruik geen metalen snijbladen
(alleen voor graskantmaaier)
Houd afstand Toegestaan maximumtoerental
Gevaar voor rondvliegende objecten Benzine-oliemengsel
Verboden te roken Motor handmatig starten
Geen open vuur Noodstop
Veiligheidshandschoenen vereist EHBO
Terugslag AAN/START
Houd mensen en huisdieren weg van
het werkgebied
UIT/STOP
Draag stevige schoenen met
antislipzolen. Veiiligheidsschoenen met
stalen neuzen worden aanbevolen.
Inhoud Pagina
Symbolen.....................................................................38
Veiligheidsinstructies ...................................................39
Technische gegevens..................................................43
Namen van onderdelen ...............................................44
De motor en schacht monteren ...................................45
De handgreep monteren..............................................46
De beschermkap monteren .........................................47
Het snijblad of de nylondraad-snijkop monteren .........48
Brandstof en bijvullen ..................................................49
Correct omgaan met het gereedschap ........................50
Tips voor gebruik en procedure voor stoppen .............50
Het snijgarnituur slijpen ...............................................51
Onderhoudsinstructies.................................................53
Opslag .........................................................................55
38
(1)
(3)
(2)
(4)
(5)
(6)
Algemene instructies
Voor een correcte gebruik dient de gebruiker deze gebruiksaanwijzing te
lezen om zichzelf bekend te maken met de juiste manier van omgaan met de
bosmaaier/graskantmaaier. Gebruikers die onvoldoende geïnformeerd zijn, lopen
de kans zichzelf en anderen in gevaar te brengen als gevolg van onjuist omgaan
met het gereedschap.
Het verdient aanbeveling de bosmaaier/graskantmaaier uitsluitend uit te lenen
aan mensen die b wezen hebben ervaren te zijn met het gebruik van een
bosmaaier/graskantmaaier.
Geef altijd de gebruiksaanwijzing mee.
Onervaren gebruikers dienen de dealer te vragen om basisinstructies om zichzelf
bekend te maken met het omgaan met een multifunctioneel aandrijfsysteem.
Laat geen kinderen of jonge mensen die jonger zijn dan 18 jaar met de
bosmaaier/graskantmaaier werken. Jongeren die ouder zijn dan 16 jaar mogen
echter het gereedschap gebruiken om te oefenen, maar alleen onder toezicht van
een gekwalificeerde begeleider.
Gebruik bosmaaiers/graskantmaaiers met de grootst mogelijke zorg en aandacht.
Gebruik de bosmaaier/graskantmaaier alleen als u in goede lichamelijke conditie
bent. Werk altijd rustig en voorzichtig. De gebruiker is aansprakelijk ten opzichte
van anderen.
Gebruik nooit de bosmaaier/graskantmaaier nadat u alcohol of geneesmiddelen
hebt gebruikt of als u zich moe of ziek voelt.
Het gebruik van het gereedschap kan landelijk gereglementeerd zijn.
Bedoeld gebruik van het gereedschap
De bosmaaier/graskantmaaier is alleen bedoeld voor het maaien van gras,
onkruid, struiken en ondergroei. Hij mag niet worden gebruikt voor andere
doeleinden, zoals randen bijwerken of heggen snoeien, aangezien dit tot letsel
kan leiden.
Persoonlijke-veiligheidsuitrusting
De te dragen kleding dient functioneel en geschikt te zijn, d.w.z. nauwsluitend
zonder te hinderen. Draag geen juwelen of kleding die in de struiken verstrikt
kunnen raken.
Om tijdens het gebruik letsels aan hoofd, ogen, handen of voeten te voorkomen
en uw gehoor te beschermen, moeten de volgende veiligheidsuitrusting
en beschermende kleding worden gebruikt terwijl u met de bosmaaier/
graskantmaaier werkt.
Draag altijd een helm wanneer het risico bestaat op vallende objecten. U moet de
veiligheidshelm (1) regelmatig controleren op schade en uiterlijk na 5 jaar worden
vervangen. Gebruik alleen goedgekeurde veiligheidshelmen.
Het spatscherm (2) van de helm (of de veiligheidsbril) beschermt het gezicht
tegen rondvliegend afval en opspringende stenen. Draag altijd een veiligheidsbril
of een vizier wanneer u de bosmaaier/graskantmaaier gebruikt om oogletsel te
voorkomen.
Draag geschikte uitrusting om u te beschermen tegen het lawaai en
gehoorbeschadiging te voorkomen (oorbeschermers (3), oordopjes, enz.).
Een werkoverall (4) beschermt tegen rondvliegend afval en opspringende stenen.
Wij raden u sterk aan een werkoverall te dragen.
Speciale handschoenen (5) in dik leer maken deel uit van de voorgeschreven
uitrusting en moeten altijd worden gedragen tijdens het gebruik van de bosmaaier/
graskantmaaier.
Draag altijd stevige schoenen (6) met een antislipzool wanneer u de bosmaaier/
graskantmaaier gebruikt. Dit beschermt u tegen letsel en garandeert dat u stevig
staat.
De bosmaaier starten
Controleer of er geen kinderen of andere mensen aanwezig zijn binnen een
werkbereik van 15 meter en let ook op of er geen dieren in de werkomgeving zijn.
Controleer vóór het gebruik altijd of de bosmaaier/graskantmaaier veilig is voor
gebruik:
Controleer de bevestiging van de snijgarnituur, controleer of de
bedieningshendel gemakkelijk kan worden bediend, en controleer of de
bedieningshendelvergrendeling goed werkt.
Het snijgarnituur mag niet draaien bij stationair motortoerental. Neem bij twijfel
contact op met uw dealer voor afstelling. Controleer of de handgrepen schoon en
droog zijn en test de werking van de stopschakelaar.
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
Schematische voorstelling
15 meter
39
Start de bosmaaier/graskantmaaier alleen in overeenstemming met de instructies.
Gebruik geen enkele andere methode om de motor te starten!
Gebruik de bosmaaier/graskantmaaier en de gereedschappen uitsluitend voor de
beschreven toepassingen.
Start de motor van de bosmaaier/graskantmaaier alleen nadat deze volledig
is gemonteerd. Het gereedschap mag uitsluitend worden gebruikt nadat alle
toepasselijke toebehoren zijn gemonteerd!
Controleer vóór het starten of het snijgarnituur geen contact maakt met harde
voorwerpen, zoals takken, stenen, enz., omdat tijdens het starten het snijgarnituur
zal ronddraaien.
De motor moet onmiddellijk uitgeschakeld worden in geval van enige
motorstoring.
Als het snijgarnituur stenen of andere harde voorwerpen raakt, moet u de motor
onmiddellijk uitschakelen en het snijgarnituur controleren.
Controleer het snijgarnituur regelmatig op beschadiging (inspecteren op
haarscheurtjes met de klopgeluidentest).
Gebruik de bosmaaier/graskantmaaier alleen wanneer de schouderriem is
bevestigd, die goed moet worden afgesteld voordat de bosmaaier/graskantmaaier
wordt gebruikt. Het is belangrijk de schouderriem af te stellen overeenkomstig de
lichaamsgrootte van de gebruiker om vermoeidheid tijdens gebruik te voorkomen.
Houd het multifunctionele aandrijfsysteem nooit met slechts één hand vast tijdens
het gebruik.
Houd de bosmaaier/graskantmaaier altijd met beide handen vast tijdens het
gebruik. Zorg er altijd voor dat u stevig staat.
Gebruik de bosmaaier/graskantmaaier zo, dat u geen uitlaatgassen kunt
inademen. Laat de motor nooit draaien in een gesloten vertrek (kans op
gasverstikking). Koolmonoxide is een geurloos gas.
Schakel de motor uit tijdens pauzes en wanneer u de bosmaaier/graskantmaaier
onbeheerd achterlaat, en leg hem op een veilige plaats om gevaar voor anderen
en beschadiging van het gereedschap te voorkomen.
Leg nooit een warme bosmaaier/graskantmaaier op droog gras of ontvlambare
materialen.
Het snijgarnituur moet zijn uitgerust met zijn bijbehorende beschermkap.
Gebruik de maaier nooit zonder deze beschermkap.
De hele veiligheidsuitrusting en alle beschermkappen die bij het gereedschap zijn
geleverd, moeten tijdens het werk worden gebruikt.
Laat de motor nooit lopen met een defecte uitlaatdemper.
Schakel de motor uit tijdens het vervoer.
Wanneer u het gereedschap vervoert, bevestigt u altijd de beschermkap op het
snijblad.
Leg tijdens vervoer per auto de bosmaaier/graskantmaaier op een veilige plaats
om te voorkomen dat er brandstof uit lekt.
Wanneer u de bosmaaier/graskantmaaier vervoert, moet u ervoor zorgen dat de
brandstoftank volledig leeg is.
Let erop dat bij het uitladen van de bosmaaier/graskantmaaier uit de auto de
motor niet op de grond valt omdat hierdoor de brandstoftank ernstig kan worden
beschadigd.
Behalve in noodgevallen mag u de bosmaaier/graskantmaaier nooit laten vallen of
op de grond gooien omdat dit ernstige schade aan de bosmaaier/graskantmaaier
kan veroorzaken.
Let erop dat u het volledige gereedschap van de grond tilt wanneer u het
verplaatst. Het is bijzonder gevaarlijk de brandstoftank over de grond te slepen en
dit zal beschadiging en lekkage veroorzaken die kan leiden tot brand.
Nadat tegen het gereedschap is gestoten of het is gevallen, controleert u de
conditie van het gereedschap voordat u de werkzaamheden hervat. Controleer
het brandstofsysteem op brandstoflekkage, en de bedieningselementen en
veiligheidsvoorzieningen op een juiste werking. Als enige beschadiging zichtbaar
is of u twijfelt, vraagt u ons erkende servicecentrum om inspectie en reparatie.
Brandstof bijvullen
Schakel de motor uit tijdens het bijvullen van brandstof, houd het gereedschap uit
de buurt van open vuur en rook niet.
Vermijd huidcontact met minerale-olieproducten. Adem de brandstofdampen niet
in. Draag altijd veiligheidshandschoenen tijdens het bijvullen van de brandstof.
Zorg dat u de beschermende kledij regelmatig vervangt en reinigt.
Wees voorzichtig geen brandstof of olie te morsen om bodemverontreiniging
te voorkomen (milieubescherming). Reinig de bosmaaier/graskantmaaier
onmiddellijk nadat brandstof erop is gemorst.
Vermijd dat brandstof in aanraking komt met uw kleding. Kleed u onmiddellijk om
als brandstof op uw kleding is gemorst (om te voorkomen dat de kleding vlam
vat).
Inspecteer de brandstofvuldop regelmatig om zeker te zijn dat de dop stevig kan
worden aangedraaid en niet lekt.
Draai de brandstofvuldop stevig vast. Verplaats de heggenschaar voordat u de
motor start (tenminste 3 meter afstand tot de plaats waar brandstof is bijgevuld).
Vul nooit brandstof bij in een gesloten vertrek. Brandstofdampen verzamelen zich
vlak boven de vloer (risico van explosie.)
Vervoer en bewaar brandstof alleen in goedgekeurde tanks. Zorg dat de
opgeslagen brandstof niet toegankelijk is voor kinderen.
Rusten•
Vervoeren•
Brandstof bijvullen•
Onderhoud•
Vervanging onderdelen•
3 meter
40
12
2
Gebruiksmethode
Gebruik de bosmaaier/graskantmaaier alleen bij een goede verlichting en
zichtbaarheid. Wees in de winter bedacht op gladde of natte plaatsen, ijs en
sneeuw (gevaar voor uitglijden). Zorg er altijd voor dat u stevig staat.
Maai nooit boven heuphoogte.
Sta nooit op een ladder terwijl u de bosmaaier/graskantmaaier gebruikt.
Klim nooit in een boom om daar de bosmaaier/graskantmaaier te gebruiken.
Werk nooit op onstabiele oppervlakken.
Verwijder zand, stenen, nagels, enz. die u binnen uw werkbereik vindt.
Vreemde voorwerpen kunnen het snijgarnituur beschadigen en gevaarlijke
terugslagen veroorzaken.
Voordat u begint te werken, moet het snijgarnituur op maximaal toerental draaien.
Als gras of takken bekneld raken tussen het snijgarnituur en de beschermkap,
zet u altijd de motor uit voordat u ze verwijdert. Als u dat toch doet, kan door
onbedoeld draaien van het snijgarnituur ernstig letsel ontstaan.
Neem een pauze om te voorkomen dat u door vermoeidheid de controle over het
gereedschap verliest. Wij adviseren u ieder uur 10 tot 20 minuten te rusten.
Let op:
Terugslag
Schematische
voorstelling
Schematische
voorstelling
Terugslag voorkomen
Houd rekening met het volgende om terugslag te voorkomen:
Maaien binnen het snijbladsegment tussen 12 en 2 uur levert risico op, met name
bij gebruik van metalen snijgarnituur.
Maaien binnen het snijbladsegment tussen 11 en 12 uur of tussen 2 en 5 uur mag
alleen worden uitgevoerd door opgeleide en ervaren gebruikers, en dit alleen op
eigen risico.
Gemakkelijk maaien met nagenoeg geen kans op terugslag is mogelijk binnen
het snijbladsegment tussen 8 en 11 uur.
Snijgarnituren
Gebruik uitsluitend het juiste snijgarnituur voor de geplande werkzaamheden.
MS-252 met snijblad (sterrenblad (4 tanden), wervelblad (8 tanden)), MS-253 met
nylondraad-snijkop.
Gebruik nooit andere snijbladen, waaronder metalen meerdelige kettingen en
vlegelmessen. Als u zich hier niet aan houdt, kan ernstig letsel ontstaan.
Voor het maaien van dik materiaal, zoals onkruid, hoog gras, struiken, heesters,
bosjes, ondergroei, enz. (max. 2 cm diameter). U kunt maaien door de bosmaaier
gelijkmatig in halve cirkels van rechts naar links te zwaaien (op de manier waarop u
een zeis gebruikt).
Onderhoudsinstructies
Laat uw gereedschap onderhouden door ons erkende servicecentrum dat altijd
uitsluitend gebruikmaakt van originele vervangingsonderdelen. Onjuiste reparatie
en slecht onderhoud kan de levensduur van het gereedschap verkorten en de
kans op ongevallen vergroten.
De toestand van de maaier, met name van het snijgarnituur en de
veiligheidsuitrusting, naast de schouderriem, moeten worden gecontroleerd voor
aanvang van de werkzaamheden. Besteed bijzondere aandacht aan snijbladen,
die correct moeten worden geslepen.
Schakel de motor uit en trek de bougiekap eraf wanneer u het snijgarnituur
vervangt of slijpt, en wanneer u de maaier of het snijgarnituur schoonmaakt.
Terugslag (stoot van het snijblad)
Wanneer u de bosmaaier gebruikt, kan ongecontroleerde terugslag optreden.
Dit is met name het geval wanneer u begint met maaien binnen het
snijbladsegment van de benzinebosmaaier tussen 12 en 2 uur.
Gebruik de bosmaaier nooit binnen het snijbladsegment tussen 12 en 2 uur.
Zorg ervoor dat dit snijbladsegment van de bosmaaier nooit in aanraking komt
met harde voorwerpen, zoals stuiken, bomen, enz., met een diameter van 3 cm of
meer omdat anders de bosmaaier met grote kracht wordt teruggeslagen met kans
op letsel.
41
Probeer nooit een beschadigd snijgarnituur recht te maken
of te lassen.
Gebruik de bosmaaier/graskantmaaier met zo weinig mogelijk lawaai en
vervuiling. Controleer met name de carburateur op een verkeerde afstelling.
Maak de bosmaaier/graskantmaaier regelmatig schoon en controleer of alle
schroeven en moeren stevig zijn vastgemaakt.
Onderhoud of bewaar de bosmaaier/graskantmaaier niet in de buurt van open
vuur.
Bewaar de bosmaaier/graskantmaaier altijd in een afgesloten ruimte en met een
leeggemaakte brandstoftank.
Wanneer u het gereedschap reinigt, onderhoudt of opbergt, bevestigt u altijd de
beschermkap op het snijblad.
Volg de relevante instructies voor het voorkomen van ongevallen die door de
relevante beroepsverenigingen en verzekeringsmaatschappijen zijn uitgegeven.
Breng geen wijzigingen aan de bosmaaier/graskantmaaier aan, omdat u op die
manier uw veiligheid in gevaar brengt.
Het uitvoeren van onderhoud of reparaties door de gebruiker is beperkt tot
de activiteiten die in de gebruiksaanwijzing zijn beschreven. Alle andere
werkzaamheden moet worden uitgevoerd door een erkend servicecentrum. Gebruik
uitsluitend originele vervangingsonderdelen en accessoires die zijn vervaardigd en
geleverd door DOLMAR.
Het gebruik van niet-goedgekeurde accessoires en gereedschappen leidt tot een
verhoogde kans op ongevallen.
DOLMAR aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor ongevallen of
schade veroorzaakt door het gebruik van niet-goedgekeurde snijgarnituren,
bevestigingsmiddelen voor snijgarnituren of accessoires.
EHBO
Zorg dat er altijd een EHBO-doos beschikbaar is in de buurt waar er wordt gemaaid
om eerste hulp te bieden bij eventuele ongevallen. Vervang onmiddellijk elk item dat
uit de EHBO-doos is genomen.
Geef de volgende informatie wanneer u hulp inroept:
Plaats van het ongeval
Beschrijving van het ongeval
Aantal gewonden
Soort letsels
Uw naam
Trillingen
Personen met een slechte bloedsomloop die worden blootgesteld aan sterke
trillingen, kunnen verwondingen aan bloedvaten of het zenuwstelsel oplopen.
Trillingen kunnen de volgende symptomen veroorzaken in de vingers, handen of
polsen: “slapen” (ongevoeligheid), tintellingen, pijn, stekend gevoel, veranderen
van huidskleur of van de huid. Als een van deze symptomen zich voordoet,
raadpleegt u uw huisarts!
Om de kans op deze “witte-vingerziekte” te verkleinen, houdt u uw handen warm
tijdens het werk en onderhoudt u het gereedschap en de accessoires goed.
42
Alleen voor Europese landen
EU-verklaring van conformiteit
Ondergetekenden, Tamiro Kishima en Rainer Bergfeld, als erkende vertegenwoordigers van Dolmar GmbH, verklaren dat de
DOLMAR-machine(s):
Aanduiding van de machine: Bosmaaier/graskantmaaier
Modelnr./Type: MS-252 en MS-253
Technische gegevens: zie de tabel “TECHNISCHE GEGEVENS”
in serie zijn geproduceerd en
Voldoen aan de volgende Europese richtlijnen:
2000/14/EC en 2006/42/EC
En zijn gefabriceerd in overeenstemming met de volgende normen of genormaliseerd documenten:
EN ISO 11806-1
De technische documentatie wordt bewaard door:
Dolmar GmbH,
Jenfelder Straße 38, Abteilung FZ, D-22045 Hamburg
De conformiteitsbeoordelingsprocedure vereist door Richtlijn 2000/14/EC was in Overeenstemming met annex V.
Gemeten geluidsvermogenniveau: 109,1 dB
Gegarandeerd geluidsvermogenniveau: 111 dB
3. 11. 2009
Tamiro Kishima
Hoofddirecteur
Rainer Bergfeld
Hoofddirecteur
TECHNISCHE GEGEVENS MS-252 EN MS-253
Model
MS-252 MS-253
U-handgreep Beugelhandgreep
Afmetingen: lengte x breedte x hoogte (zonder snijblad) mm 1.770 x 620 x 410 1.770 x 340 x 220
Gewicht (zonder kunststofbeschermkap en snijblad) kg 4,5 4,4
Volume (brandstoftank) l 0,5
Cilinderinhoud cm
3
24,5
Maximaal motorvermogen kW 0,73 bij 7.000 min
-1
Motortoerental bij aanbevolen max. astoerental min
-1
8.800
Maximaal astoerental (bijbehorend) min
-1
6.000
Maximaal brandstofverbruik kg/u
Maximaal specifiek brandstofverbruik g/kwh
Stationair toerental min
-1
2.600
Toerental op aangrijppunt van koppeling min
-1
3.600
Carburateur type WALBRO WYJ
Ontstekingssysteem type Transistorontsteking
Bougie type NGK BM7A
Elektrodenafstand mm 0,6 – 0,7
Trillingen volgens
ISO 22867
Rechterhandgreep
(Achterhandgreep)
a
hv eq
m/s
2
3,8 3,8
Onzekerheid (K) m/s
2
0,7 0,7
Linkerhandgreep
(Voorhandgreep)
a
hv eq
m/s
2
5,5 4,8
Onzekerheid (K) m/s
2
0,6 1,2
Gemiddeld geluidsdrukniveau volgens
ISO 22868
L
PA eq
dB (A) 91,2 94,5
Onzekerheid (K) dB (A) 1,8 2,4
Gemiddeld geluidsvermogenniveau
volgens ISO 22868
L
WA eq
dB (A) 102,9 106,1
Onzekerheid (K) dB (A) 1,7 1,8
Brandstof
Mengsmering
(benzine : originele DOLMAR tweetaktmotorolie = 50 : 1)
Overbrengingsverhouding van tandwielen 14/19
43
NAMEN VAN ONDERDELEN
NL NAMEN VAN ONDERDELEN
1 Brandstoftank
2 Trekstartinrichting
3 Luchtfilter
4 I-O-schakelaar (START - STOP)
5 Bougie
6 Uitlaatdemper
7 Koppelingshuis
8 Achterhandgreep
9 Bevestigingsoog
10 Handgreep
11 Bedieningshendel
12 Gaskabel
13 Schacht
14 Beschermkap van snijgarnituur
15 Tandwielhuis
16 Handgreepbevestiging
17 Snijblad
18 Nylondraad-snijkop
19 Brandstofvuldop
20 Trekstarthandgreep
21
Brandstofhandpomp
22
Chokehendel
23
Uitlaatpijp
24
Heupkusssen
(7)
(3)
(19)
(1)
(21)
(5)
(22)
(20)
(2)
(6)
(23)
MS-252
Type met U-handgreep
MS-253
Type met beugelhandgreep
44
DE MOTOR EN SCHACHT MONTEREN
LET OP: Voordat u werkzaamheden uitvoert aan de bosmaaier, moet u altijd de
motor uitzetten en de bougiekap van de bougie aftrekken.
Draag altijd veiligheidshandschoenen.
LET OP: Start de bosmaaier alleen nadat hij volledig is gemonteerd.
Draai de twee bouten (1) los en steek de hoofdbuis (2) in het koppelingshuis (3).
Steek hem erin tot aan het pijlmerkteken. (Raadpleeg de afbeelding rechts.)
Als het insteken niet lukt, verdraait u de as (4) en klein stukje en probeert u het
opnieuw.
Draai de twee bouten (1) links en rechts gelijkmatig vast met behulp van de
bijgeleverde inbussleutel.
Pijlmerkteken
Wartel
Gaskabel
Rond gat
Eindbeslag
Stekkers
De gaskabel bevestigen
Verwijder de luchtfilterkap.
Steek de gaskabel (5) in de kabelverstelling (6). Verplaats de wartel (7) en leg de
kabel in de gleuf van de wartel. Let er op dat moment op dat het ronde gat in de
wartel aan de kant zit van het eindbeslag op de binnenkabel.
Laat de wartel los en controleer of het eindbeslag op de binnenkabel in het ronde
gat valt.
Breng de luchtfilterkap aan.
De draden van de schakelaar aansluiten
Sluit de twee draden van de schakelaar aan op de twee draden van de motor
door de één in de andere te steken.
Bevestig de draadstekkers met de klem.
Inleggen
45
DE HANDGREEP MONTEREN
LET OP: Voordat u werkzaamheden uitvoert aan de bosmaaier, moet u altijd de
motor uitzetten en de bougiekap van de bougie aftrekken.
Draag altijd veiligheidshandschoenen!
LET OP: Start de bosmaaier alleen nadat hij volledig is gemonteerd.
MS-252
MS-252
MS-253
naar motor
Pijlmerkteken
Voor modellen met een beugelhandgreep
Monteer een bescherming aan de linkerkant van het gereedschap tezamen met
de handgreep ter bescherming van de gebruiker.
Zorg ervoor dat de handgreep/bescherming wordt gemonteerd tussen de
afstandshouder en de pijlmarkeringen.
WAARSCHUWING: Verwijder of verkort de afstandshouder niet. De afstandshouder
zorgt voor een bepaalde afstand tussen beide handen. Als de
handgreep/bescherming dichter op het andere handvat zou
staan dan de lengte van de afstandshouder, kunt u de controle
over het gereedschap verliezen waardoor ernstig persoonlijk
letsel kan ontstaan.
Voor modellen met een U-handgreep
Plaats de handgreepbevestiging zodanig dat het handvat met de
bedieningshendel aan de rechterkant zit (rechterhandvat) gezien vanaf de kant
van de motor, en het andere handvat aan de linkerkant.
Plaats de groef in de handgreepbevestiging tegen het uiteinde van de handgreep.
Bevestig het geheel voorlopig met de bijgeleverde inbusbouten.
Stel de handgreep in een gebruiksvriendelijke positie en draai de vier inbusbouten
gelijkmatig rechts en links vast met een inbussleutel.
Wikkel het heupkussen rond de schacht zodat het bevestigingsoog (1) door
de sleuf in het heupkussen steekt terwijl de gaskabel en de draden van de
schakelaar (3) zich onder het heupkussen (2) bevinden.
46
DE BESCHERMKAP MONTEREN
In naleving van de toepasselijke veiligheidsregels mogen uitsluitend de
gereedschap/beschermkap-combinaties worden gebruikt die in de afbeelding
worden aangegeven.
Verzekeruervanuitsluitendoriginelesnijbladenofnylondraadsnijkoppen
van DOLMAR te gebruiken.
Het snijblad moet goed geslepen zijn en vrij zijn van barsten of breuken. Als
het snijblad tijdens het gebruik een steen raakt, moet u de motor onmiddellijk
uitschakelen en het snijblad controleren.
Slijp of vervang het snijblad na elke drie uur gebruik.
Als de nylondraad-snijkop een steen raakt tijdens het gebruik, moet u de motor
onmiddellijk uitzetten en de nylondraad-snijknop controleren.
Sterrenblad Wervelblad
LET OP: Voor uw veiligheid en om te voldoen aan de voorschriften voor
ongevallenpreventie, moet u altijd de geschikte beschermkap installeren.
Het is verboden het gereedschap te gebruiken zonder dat de beschermkap
is gemonteerd.
Bevestig de beschermkap (1) met twee bouten M6 x 30 (2) aan de klem (3).
Beschermkap voor metalen
snijblad
Nylondraad-snijkop Beschermkap voor
kabelsnijder
Wanneer u de draadkop gebruikt, moet u de beschermkap (6) in de beschermkap
(1) installeren en deze vastmaken met twee moeren (5) en twee schroeven (4).
47
HET SNIJBLAD OF DE NYLONDRAAD-SNIJKOP MONTEREN
Draai het gereedschap ondersteboven zodat u het snijblad of de nylondraad-snijkop
gemakkelijk kunt vervangen.
Losdraaien Vastdraaien
Inbussleutel
Inbussleutel
Vastdraaien
Losdraaien
Draairichting
Steek de inbussleutel in de opening van het tandwielhuis en draai de
ontvangerring (3) met de inbussleutel tot deze vergrendeld wordt.
Maak de moer (1) (met linksdraaiend schroefdraad) los met de dopsleutel en
verwijder de moer (1) en de klemring (2).
Terwijl de inbussleutel nog op zijn plaats zit.
Monteer het snijblad op de schacht zodat de nok op de ontvangerring (3) past in
de uitsparing in het asgat van het snijblad. Monter de klemring (2) en bevestig het
snijblad met de moer (1).
[Aanhaalkoppel: 13 - 23 Nm]
OPMERKING: Draag altijd veiligheidshandschoenen wanneer u het snijblad
hanteert.
OPMERKING: De bevestigingsmoer van het snijblad (met veerring) is een
verbruiksartikel. Als u slijtage of vervorming van de veerring opmerkt,
moet u de moer vervangen.
OPMERKING: De klemring (2) en de moer (1) zijn niet nodig voor het monteren
van de nylondraad-snijkop. De nylondraad-snijkop moet bovenop de
ontvangerring komen (3).
Schroef de nylondraad-snijkop op de schacht.
Zorg ervoor dat het snijblad met de goede kant omhoog wijst voor linksom
draaien.
48
BRANDSTOF EN BIJVULLEN
Omgaan met brandstof
Tijdens het omgaan met brandstoffen moet u uiterste voorzichtigheid betrachten.
Brandstof kan stoffen bevatten die ook in oplosmiddelen voorkomen. Tank alleen bij
in een goed geventileerde ruimte of buitenshuis. Adem de brandstofdampen niet in
en vermijd dat de benzine of olie in aanraking komt met uw huid.
Minerale-olieproducten ontvetten uw huid. Als uw huid bij herhaling en gedurende
een langere tijdsduur in aanraking komt met deze stoffen, zal hij uitdrogen.
Dit kan leiden tot diverse huidaandoeningen. Daarnaast kunnen er ook allergische
reacties optreden.
Uw ogen kunnen geïrriteerd raken door contact met olie. Als er olie in uw ogen
terecht komt, moet u ze onmiddellijk spoelen met helder water. Als uw ogen dan
nog steeds geïrriteerd zijn, moet u onmiddellijk een dokter raadplegen.
Benzine-oliemengsel
De motor van de bosmaaier is een zeer efficiënte tweetaktmotor. Hij loopt op een
mengsel van benzine en tweetaktmotorolie. De motor is ontworpen voor gewone
loodvrije benzine met een minimaal octaangehalte van 91 RON. In het geval
dergelijke benzine niet beschikbaar is, mag u benzine met een hoger octaangehalte
gebruiken. Dit zal geen effect hebben op de motor, maar kan wel leiden tot slecht
gedrag tijdens het gebruik.
Een vergelijkbare situatie doet zich voor bij gebruik van loodhoudende benzine.
Voor een optimale werking van de motor en om uw gezondheid en het milieu te
beschermen, gebruikt u alleen loodvrije benzine!
Om de motor te smeren gebruikt u een tweetaktmotorolie (kwaliteitsklasse TC-3)
en voegt u deze toe aan de benzine. De motor is ontworpen voor gebruik met de
gespecificeerde tweetaktmotorolie bij een mengverhouding van 50 : 1 om het milieu
te beschermen. Daarnaast wordt een lange levensduur en een betrouwbare werking
met een minimale uitstoot aan uitlaatgassen gegarandeerd. Het is van het grootste
belang dat u de mengverhouding 50 : 1 (voor gespecificeerde tweetaktmotorolie)
aanhoudt omdat anders de betrouwbare werking van de bosmaaier niet kan worden
gegarandeerd.
Houdt u aan de veiligheidsinstructies op pagina 40.
25:1
+
Benzine
1.000 cm
3
(1 liter)
5.000 cm
3
(5 liter)
10.000 cm
3
(10 liter)
20 cm
3
40 cm
3
100 cm
3
200 cm
3
200 cm
3
400 cm
3
50:1 25:1
De juiste mengverhouding:
Benzine: Gespecificeerde tweetaktmotorolie = 50 : 1 of
Benzine: Tweetaktmotorolie van een andere fabrikant = 25 : 1
aanbevolen
Opmerking: Om het benzine-oliemengsel te maken, mengt u eerst de volledige
hoeveelheid olie met de helft van de vereiste benzine en voegt u daarna
de resterende benzine toe. Schud het mengsel stevig voordat u het in
de tank van de bosmaaier giet. Het is met het oog op de veilige werking
onverstandig om meer motorolie toe te voegen dan gespecificeerd is.
Dit leidt alleen maar tot een hogere productie van verbrandingsresten
die het milieu vervuilen en zowel het uitlaatkanaal in de cilinder als de
uitlaatdemper verstoppen. Bovendien zal het brandstofverbruik oplopen
en zullen de motorprestaties afnemen.
Brandstof bijvullen
De motor moet worden uitgezet.
Maak het gebied rond de brandstofvuldop (2) grondig schoon om te voorkomen
dat er vuil in de brandstoftank (1) terechtkomt.
Draai de brandstofvuldop (2) los en vul brandstof bij in de tank.
Draai de brandstofvuldop (2) stevig vast.
Maak de brandstofvuldop (2) en de tank schoon na het bijvullen.
Opslag van brandstof
Brandstof kan niet voor een onbeperkte tijd worden opgeslagen.
Koop slechts de hoeveelheid die nodig is voor een gebruiksperiode van 4 weken.
Gebruik alleen goedgekeurde brandstofopslagtanks.
49
CORRECT OMGAAN MET HET GEREEDSCHAP
De schouderriem bevestigen
Pas de lengte van de schouderriem zo aan, dat het snijblad parallel aan de grond
kan worden gehouden.
Bevestigingsoog
TIPS VOOR GEBRUIK EN PROCEDURE VOOR STOPPEN
Volg de toepasselijke voorschriften voor ongevallenpreventie.
Starten
Houd tenminste 3 meters afstand tot de plaats waar brandstof is bijgevuld. Plaats
de bosmaaier op een schoon stuk grond en zorg ervoor dat het snijgarnituur niet in
contact komt met de grond of andere objecten.
Koude start
Voor modellen met een U-handgreep of beugelhandgreep
Duw de I-O-schakelaar (1) in de richting die wordt aangegeven door de pijl.
Losmaken
In geval van nood, druk de knoppen (1) aan beide zijkanten in zodat het
gereedschap los komt van uw lichaam.
Let er goed op dat u op dat moment de controle over het gereedschap behoudt.
Zorg ervoor dat het gereedschap zich niet in uw richting of in de richting van
iemand die in de buurt staat beweegt.
WAARSCHUWING: Als u geen complete controle over het gereedschap behoudt,
kan dit ernstige lichamelijk letsels of de DOOD veroorzaken.
Plaats het gereedschap eerst op de grond.
Druk meerdere keren (7 tot 10 keer) voorzichtig op de brandstofhandpomp (2)
totdat de brandstof in de brandstofhandpomp stroomt.
Duw de chokehendel (3) naar de stand “
”.
Houd het koppelingshuis met uw linkerhand vast, zoals afgebeeld.
Trek langzaam aan de trekstarthandgreep tot u weerstand voelt en trek daarna
krachtig door.
Trek het startkoord niet over zijn volledige lengte eruit en laat de
trekstarthandgreep niet ongecontroleerd terugschieten, maar zorg ervoor dat het
langzaam teruggetrokken wordt.
Herhaal de startbediening tot u de eerste ontstekingen hoort.
Nadat de motor is gestart, zet u de chokehendel terug in de stand “
”. Merk
op dat de chokehendel automatisch terugkeert naar de stand “ ” wanneer de
gashendel wordt ingeknepen en de gasklep wordt geopend.
(3)
(2)
50
Laat de motor ongeveer 1 minuut draaien op een gemiddeld toerental voordat u volgas geeft.
Opmerking:
Als herhaaldelijk aan de trekstarthandgreep wordt getrokken terwijl de chokehendel in de stand “
” staat, zal de motor niet
gemakkelijk starten vanwege een overmatige brandstoftoevoer.
In geval van een overmatige brandstoftoevoer, verwijdert u de bougie en trekt u langzaam aan de trekstarthandgreep om
overtollige brandstof te verwijderen. Maak ook de elektroden van de bougie droog.
Voorzichtig tijdens gebruik:
Als de gashendel volledig wordt ingeknepen tijdens onbelast bedrijf, neemt het motortoerental toe tot 10.000 toeren min
-1
of meer. Laat de motor
nooit draaien op een hoger toerental dan nodig is of met een toerental van 6.000 tot 8.000 toeren min
-1
.
Een warme motor starten
Op dezelfde manier als hiervoor beschreven, echter zonder de chokehendel te gebruiken (de chokehendel blijft in de stand “
” staan).
HET SNIJGARNITUUR SLIJPEN
STOP
Laat de gashendel (6) volledig los en nadat het motortoerental is afgenomen, duw
de I-O-schakelaar (1) naar de positie “O” om de motor uit te zetten.
Let erop dat het snijgarnituur wellicht niet onmiddellijk stopt en laat het volledig
uitdraaien.
LET OP: De hieronder vermelde snijgarnituren mogen alleen worden geslepen
door een erkend servicecentrum. Het handmatig slijpen zal resulteren in
onbalans van het snijgarnituur, waardoor trillingen zullen ontstaan en het
gereedschap schade kan oplopen.
snijblad (sterrenblad (4 tanden), wervelblad (8 tanden))
De erkende sevicecentra bieden een professionele service voor het slijpen en
uitbalanceren.
OPMERKING: Om de levensduur van het snijblad (sterrenblad, wervelblad) te
verlengen, kan dit eenmalig worden omgekeerd, totdat beide
snijranden bot zijn geworden.
HET LAAG TOERENTAL (VOOR STATIONAIR DRAAIEN) AFSTELLEN
Het snijblad of de nylondraad-snijkop mag niet draaien wanneer de bedieningshendel volledig is losgelaten. Stel zo nodig het stationair toerental
af met behulp van de stelschroef voor stationair draaien.
Het stationair toerental controleren
Het stationair toerental moet zijn ingesteld op 2.600 toeren min
-1
.
Stel zo nodig het stationair toerental af met behulp van de stelschroef voor
stationair draaien (het snijblad of de nylondraad-snijkop mag niet draaien
wanneer de motor op stationair toerental draait).
Door de schroef (1) in te draaien zal het motortoerental toenemen, en door de
schroef uit te draaien zal het motortoerental afnemen.
Laag Hoog
51
NYLONDRAAD-SNIJKOP
De nylondraad-snijkop is een dubbele-draadkop voor de graskantmaaier die is
uitgerust met zowel een automatisch draadaanvoermechanisme als een stoot-
aanvoermechanisme.
De nylondraad-snijkop voert automatisch de juiste lengte nylondraad aan
overeenkomstig van veranderingen in de centrifugale kracht die wordt veroorzaakt
door een toenemend of afnemend toerental. Om zacht gras efficiënter te maaien,
stoot u de nylondraad-snijkop tegen de grond om extra nylondraad aan te voeren,
zoals beschreven onder het kopje Bediening.
Bediening
Verhoog het toerental van de nylondraad-snijkop naar ongeveer 6.000 toeren min
-1
.
Een laag toerental (lager dan 4.800 toeren min
-1
) is niet geschikt omdat de
nylondraad bij een laag toerental niet goed aangevoerd wordt.
Het meest effectieve maaigebied wordt aangegeven door het gearceerde deel in
de afbeelding.
Ga als volgt te werk als de nylondraad niet automatisch wordt aangevoerd:
1. Laat de gashendel los zodat de motor stationair draait en knijp de gashendel
vervolgens volledig in. Herhaal deze procedure tot de nylondraad tot de juiste
lengte is aangevoerd.
2. Als de nylondraad te kort is om automatisch met behulp van de bovenstaande
procedure aan te voeren, stoot u de stootknop van de nylondraad-snijkop tegen
de grond om de nylondraad aan te voeren.
3. Als de nylondraad niet met behulp van procedure 2 kan worden aangevoerd,
volgt u de procedures die zijn beschreven onder “De nylondraad vervangen” om
de nylondraad opnieuw op te wikkelen of te vervangen.
De nylondraad vervangen
Schakel eerst de motor uit.
Druk de vergrendelnokken van de behuizing naar binnen om de afdekking eraf te
tillen en verwijder vervolgens de draadspoel.
Meest effectieve maaigebied
Stationair toerental Maximaal toerental
Knop
Deksel
Vergrendelnokken
Drukken
Drukken
Draadspoel
80 mm (3-1/8”)
Voor linksom draaien
Draadspoel
100 mm (3-15/16”)
Inkepingen
Oogjes
Haak het midden van de totale lengte van de nieuwe nylondraad in de inkeping in
het midden van de draadspoel en zorg ervoor dat één uiteinde ongeveer 80 mm
langer is dan het andere.
Wikkel vervolgens beide draadhelften rond de draadspoel in de draairichting van
de snijkop (de wikkelrichting linksom wordt aangegeven door de pijl LH, en de
wikkelrichting rechtsom wordt aangegeven door de pijl RH op de zijkant van de
draadspoel).
Wikkel op 100 mm na de volledige lengte van de nylondraad op de draadspoel,
en haak de uiteinden tijdelijk in de inkeping in de zijkant van de draadspoel.
Plaats de draadspoel zodanig in de behuizing dat de groeven en uitsteeksels
op de draadspoel overeenkomen met die in de behuizing. Zorg ervoor dat de
zijkant van de draadspoel waarop de letters staan naar buiten wijst. Maak nu de
uiteinden van de nylondraad los uit hun tijdelijke positie en voer de nylondraden
door de oogjes zodat ze uit de behuizing steken.
52
Lijn het uitsteeksel op de onderkant van het deksel uit met de sleuven naar
de oogjes. Druk daarna het deksel stevig op de behuizing zodat hij wordt
vergrendeld.
ONDERHOUDSINSTRUCTIES
LET OP: Voordat u werkzaamheden uitvoert aan de bosmaaier, moet u altijd de
motor uitzetten en de bougiekap van de bougie aftrekken (zie “De bougie
controleren”).
Draag altijd veiligheidshandschoenen.
LET OP: Verwijder nooit zelf de trekstarthandgreep omdat hierdoor een ongeval
kan worden veroorzaakt. Dit dient te worden gedaan door een erkend
servicecentrum.
Om een lange levensduur te garanderen en eventuele schade aan het gereedschap te voorkomen, moeten de volgende
onderhoudswerkzaamheden regelmatig uitgevoerd worden.
Dagelijkse controle en onderhoud
Controleer het gereedschap voor het gebruik op losse bouten of ontbrekende onderdelen. Let vooral op of het snijblad of de nylondraad-
snijkop stevig is bevestigd.
Controleer voor gebruik altijd op verstopping van de koelluchtinlaatopening en de koelribben van de cilinder.
Maak ze schoon indien dat nodig is.
Voer de volgende werkzaamheden dagelijks uit na het gebruik:
Maak de buitenkant van de bosmaaier schoon en inspecteer op schade.
Maak het luchtfilter schoon. Als onder extreem stoffige omstandigheden wordt gewerkt, moet het filter meerdere keren per dag worden
schoongemaakt.
Controleer het snijblad of de nylondraad-snijkop op schade en controleer of het snijblad of de snijkop stevig bevestigd is.
Controleer of er voldoende verschil is tussen het stationair toerental en het aangrijptoerental om zeker te zijn dat het snijgarnituur stilstaat
wanneer de motor stationair draait (verlaag zo nodig het stationair toerental).
In het geval het hulpstuk bij stationair toerental blijft draaien, neemt u contact op met het dichtstbijzijnde, erkende servicecentrum.
Controleer de werking van de I-O-schakelaar, de uit-vergrendelhendel, de bedieningshendel, en de vergrendelingsknop.
Het luchtlter schoonmaken
Maak de schroef (1) los.
Verwijder het deksel van de luchtfilter (3).
Haal het sponselement (2) eruit, was het in lauw water en laat het volledig
drogen.
Plaats het deksel van de luchtfilter (3) na het reinigen terug en maak het vast met
de schroef (1).
OPMERKING: Als er overmatig stof of vuil aan de luchtfilter blijft plakken, moet u
deze dagelijks schoonmaken. Een verstopt luchtfilter kan het moeilijk
of onmogelijk maken om de motor te starten of om het toerental van
de motor te laten toenemen.
Deksel
Uitsteeksel
Sleuf van oogje
53
De bougie controleren
Gebruik alleen de bijgeleverde moersleutel om de bougie te verwijderen of te
installeren.
De afstand tussen de twee elektroden van de bougie moet 0,6 – 0,7 mm
bedragen. Als de afstand te groot of te klein is, moet u deze aanpassen. Als
de bougie verstopt zit met roet of vuil, moet u deze grondig schoonmaken of
vervangen.
LET OP: Raak de bougiekap nooit aan terwijl de motor draait (gevaar van
elektrische schok door hoogspanning).
0,6 mm – 0,7 mm
(0,024” – 0,028”)
Alle onderhouds- of aanpassingswerkzaamheden die niet in deze gebruiksaanwijzing zijn beschreven, mogen alleen worden uitgevoerd door
erkende servicecentra.
Smeeropening
Toevoer van smeervet aan het tandwielhuis
Breng elke 30 bedrijfsuren smeervet (Shell Alvania 3 of gelijkwaardig) aan in het
tandwielhuis via de smeeropening. (Origineel DOLMAR-smeervet kan worden
aangeschaft bij uw DOLMAR-dealer.)
Zuigkop in brandstoftank
Het brandstoffilter (5) van de zuigkop wordt gebruikt om de brandstof te filteren
die door de carburateur wordt aangezogen.
Het brandstoffilter moet regelmatig visueel worden gecontroleerd. Hiertoe draait
u de brandstofvuldop eraf en gebruikt u een draadhaak om de zuigkop uit de
brandstofvulopening te trekken. Als het brandstoffilter hard is geworden, of
vervuild of verstopt is, moet het worden vervangen.
Onvoldoende brandstoftoevoer kan ervoor zorgen dat het maximale toegelaten
toerental wordt overschreden. Het is daarom belangrijk het brandstoffilter iedere
drie maanden te vervangen om verzekerd te zijn van een goede brandstoftoevoer
naar de carburateur.
De uitlaatpoort van de uitlaatdemper schoonmaken
Controleer de uitlaatpoort van de uitlaatdemper (6) regelmatig.
Als deze verstopt is met koolafzettingen, schrapt u de afzettingen voorzichtig weg
met een geschikt gereedschap.
54
Als u het gereedschap gedurende een lange tijd opslaat, tapt u de brandstof
uit de brandstoftank en carburateur als volgt af: Tap alle brandstof af uit de
brandstoftank. Gooi dit op correcte wijze weg volgens de lokale regelgeving.
Verwijder de bougie en breng enkele druppels olie via het bougiegat in de cilinder.
Trek vervolgens voorzichtig aan de trekstarthandgreep zodat de olie de
binnenkant van de motor bedekt, en draai de bougie weer vast.
Verwijder vuil en stof vanaf de snijbladen en de buitenkant van de motor, veeg
erover met een in olie doordrenkte doek, en sla het gereedschap op een zo droog
mogelijke plaats op.
Brandstof
aftappen
Vocht
Storingzoeken
Probleem Systeem Waarneming Oorzaak
Motor start niet of
moeilijk
Ontstekingssysteem Ontstekingsvonk OK Fout in brandstoftoevoer of compressiesysteem, mechanisch
defect
Geen
ontstekingsvonk
aanwezig
I-O-schakelaar ingeschakeld, bedradingsfout of kortsluiting,
bougie of bougiekap defect, storing in ontstekingsmodule
Brandstoftoevoersysteem Brandstoftank is vol Onjuiste stand van chokehendel, carburateur defect,
brandstofleiding geknikt of verstopt, brandstof vuil
Compressie Geen compressie bij
aantrekken
Cilindervoetpakking defect, krukasafdichtingen beschadigd,
cilinder of zuigerveren defect, of slechte afdichting van bougie
Mechanisch defect Starter grijpt niet aan Gebroken startveer, gebroken onderdelen binnenin de motor
Problemen bij
starten van warme
motor
Brandstoftank vol,
ontstekingsvonk
aanwezig
Carburator vervuild, moet worden schoongemaakt
Motor start, maar
slaat af
Brandstoftoevoersysteem Brandstoftank is vol Verkeerde afstelling van stationair toerental of carburateur is
vervuild
Ontluchting van de brandstoftank is defect, brandstofleiding is
onderbroken, kabel of I-O-schakelaar is defect
Onvoldoende
prestaties
Mogelijk zijn meerdere
systemen tegelijk de
oorzaak
Slecht stationair
lopen
Luchtfilter is vervuild, carburateur is vervuild, uitlaatdemper is
verstopt, uitlaatkanaal in de cilinder is verstopt
Onderhoudsschema
Algemeen Motormontage, schroeven en
moeren
Visuele inspectie op beschadiging en bevestigingen
Controleer de algemene toestand en veiligheid
Iedere keer na het bijvullen
van brandstof
Bedieningshendel
I-O-schakelaar
Controleren van de werking
Controleren van de werking
Dagelijks Luchtfilter
Koelluchtinlaatkanaal
Snijgarnituur
Stationair toerental
Maak schoon
Maak schoon
Controle op schade en scherpte
Inspecteer (snijgarnituur mag niet bewegen)
Wekelijks Bougie
Uitlaatdemper
Inspecteer en vervang zo nodig
Controleer en maak zo nodig de opening schoon
Iedere 3 maanden Zuigkop
Brandstoftank
Vervang
Maak schoon
Uitschakelprocedure Brandstoftank
Carburateur
Maak de brandstoftank leeg
Laat de motor draaien tot de brandstof op is
OPSLAG
55

Documenttranscriptie

Instructions d’emploi d’origine Originalbetriebsanleitung Originele gebruiksaanwijzing Important : Veuillez lire attentivement ce mode d’emploi avant d’utiliser la débroussailleuse thermique, et observez strictement les consignes de sécurité ! Conservez soigneusement ce manuel d’instructions ! Wichtig: Lesen Sie vor Verwendung der Motorsense/des Motor-Rasentrimmers diese Bedienungsanleitung aufmerksam durch und halten Sie die Sicherheitsregeln strikt ein! Bewahren Sie diese Betriebsanleitung sorgfältig auf! Belangrijk: Lees deze gebruiksaanwijzing aandachtig door voordat u de bosmaaier/graskantmaaier in gebruik neemt en houdt u te allen tijde aan de veiligheidsinstructies! Bewaar deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig! MS-252 MS-253 NEDERLANDS (Originele instructies) Inhoud Hartelijk dank voor uw aankoop van deze bosmaaier/graskantmaaier van DOLMAR. Met trots bevelen wij u deze bosmaaier/graskantmaaier van DOLMAR van harte aan als resultaat van een langdurig ontwikkelingsprogramma en jarenlange kennis en ervaring. Lees deze handleiding met daarin nauwkeurige beschrijvingen van de diverse punten die zijn hoogstaande prestaties demonstreren. Hierdoor bent u in staat de best mogelijke resultaten te behalen die de bosmaaier/graskantmaaier van DOLMAR u kan bieden. Symbolen.....................................................................38 Veiligheidsinstructies ...................................................39 Technische gegevens..................................................43 Namen van onderdelen ...............................................44 De motor en schacht monteren ...................................45 De handgreep monteren..............................................46 De beschermkap monteren .........................................47 Het snijblad of de nylondraad-snijkop monteren .........48 Brandstof en bijvullen ..................................................49 Correct omgaan met het gereedschap ........................50 Tips voor gebruik en procedure voor stoppen .............50 Het snijgarnituur slijpen ...............................................51 Onderhoudsinstructies.................................................53 Opslag .........................................................................55 Pagina SYMBOLEN Let op de volgende symbolen wanneer u de gebruiksaanwijzing leest. Lees de gebruiksaanwijzing Draag oog- en gehoorbescherming (alleen voor graskantmaaier) Besteed bijzondere zorg en aandacht Draag een veiligheidshelm, oog- en oorbescherming (alleen voor bosmaaier) Verboden Gebruik geen metalen snijbladen (alleen voor graskantmaaier) Houd afstand Toegestaan maximumtoerental Gevaar voor rondvliegende objecten Benzine-oliemengsel Verboden te roken Motor handmatig starten Geen open vuur Noodstop Veiligheidshandschoenen vereist EHBO Terugslag AAN/START Houd mensen en huisdieren weg van het werkgebied UIT/STOP Draag stevige schoenen met antislipzolen. Veiiligheidsschoenen met stalen neuzen worden aanbevolen. 38 VEILIGHEIDSINSTRUCTIES Algemene instructies – Voor een correcte gebruik dient de gebruiker deze gebruiksaanwijzing te lezen om zichzelf bekend te maken met de juiste manier van omgaan met de bosmaaier/graskantmaaier. Gebruikers die onvoldoende geïnformeerd zijn, lopen de kans zichzelf en anderen in gevaar te brengen als gevolg van onjuist omgaan met het gereedschap. – Het verdient aanbeveling de bosmaaier/graskantmaaier uitsluitend uit te lenen aan mensen die b wezen hebben ervaren te zijn met het gebruik van een bosmaaier/graskantmaaier. Geef altijd de gebruiksaanwijzing mee. – Onervaren gebruikers dienen de dealer te vragen om basisinstructies om zichzelf bekend te maken met het omgaan met een multifunctioneel aandrijfsysteem. – Laat geen kinderen of jonge mensen die jonger zijn dan 18 jaar met de bosmaaier/graskantmaaier werken. Jongeren die ouder zijn dan 16 jaar mogen echter het gereedschap gebruiken om te oefenen, maar alleen onder toezicht van een gekwalificeerde begeleider. – Gebruik bosmaaiers/graskantmaaiers met de grootst mogelijke zorg en aandacht. – Gebruik de bosmaaier/graskantmaaier alleen als u in goede lichamelijke conditie bent. Werk altijd rustig en voorzichtig. De gebruiker is aansprakelijk ten opzichte van anderen. – Gebruik nooit de bosmaaier/graskantmaaier nadat u alcohol of geneesmiddelen hebt gebruikt of als u zich moe of ziek voelt. – Het gebruik van het gereedschap kan landelijk gereglementeerd zijn. Bedoeld gebruik van het gereedschap – De bosmaaier/graskantmaaier is alleen bedoeld voor het maaien van gras, onkruid, struiken en ondergroei. Hij mag niet worden gebruikt voor andere doeleinden, zoals randen bijwerken of heggen snoeien, aangezien dit tot letsel kan leiden. (1) Persoonlijke-veiligheidsuitrusting – De te dragen kleding dient functioneel en geschikt te zijn, d.w.z. nauwsluitend zonder te hinderen. Draag geen juwelen of kleding die in de struiken verstrikt kunnen raken. – Om tijdens het gebruik letsels aan hoofd, ogen, handen of voeten te voorkomen en uw gehoor te beschermen, moeten de volgende veiligheidsuitrusting en beschermende kleding worden gebruikt terwijl u met de bosmaaier/ graskantmaaier werkt. – Draag altijd een helm wanneer het risico bestaat op vallende objecten. U moet de veiligheidshelm (1) regelmatig controleren op schade en uiterlijk na 5 jaar worden vervangen. Gebruik alleen goedgekeurde veiligheidshelmen. – Het spatscherm (2) van de helm (of de veiligheidsbril) beschermt het gezicht tegen rondvliegend afval en opspringende stenen. Draag altijd een veiligheidsbril of een vizier wanneer u de bosmaaier/graskantmaaier gebruikt om oogletsel te voorkomen. – Draag geschikte uitrusting om u te beschermen tegen het lawaai en gehoorbeschadiging te voorkomen (oorbeschermers (3), oordopjes, enz.). – Een werkoverall (4) beschermt tegen rondvliegend afval en opspringende stenen. Wij raden u sterk aan een werkoverall te dragen. – Speciale handschoenen (5) in dik leer maken deel uit van de voorgeschreven uitrusting en moeten altijd worden gedragen tijdens het gebruik van de bosmaaier/ graskantmaaier. – Draag altijd stevige schoenen (6) met een antislipzool wanneer u de bosmaaier/ graskantmaaier gebruikt. Dit beschermt u tegen letsel en garandeert dat u stevig staat. De bosmaaier starten (2) (3) (4) (5) Schematische voorstelling 15 meter – Controleer of er geen kinderen of andere mensen aanwezig zijn binnen een werkbereik van 15 meter en let ook op of er geen dieren in de werkomgeving zijn. – Controleer vóór het gebruik altijd of de bosmaaier/graskantmaaier veilig is voor gebruik: Controleer de bevestiging van de snijgarnituur, controleer of de bedieningshendel gemakkelijk kan worden bediend, en controleer of de bedieningshendelvergrendeling goed werkt. – Het snijgarnituur mag niet draaien bij stationair motortoerental. Neem bij twijfel contact op met uw dealer voor afstelling. Controleer of de handgrepen schoon en droog zijn en test de werking van de stopschakelaar. 39 (6) Start de bosmaaier/graskantmaaier alleen in overeenstemming met de instructies. – Gebruik geen enkele andere methode om de motor te starten! – Gebruik de bosmaaier/graskantmaaier en de gereedschappen uitsluitend voor de beschreven toepassingen. – Start de motor van de bosmaaier/graskantmaaier alleen nadat deze volledig is gemonteerd. Het gereedschap mag uitsluitend worden gebruikt nadat alle toepasselijke toebehoren zijn gemonteerd! – Controleer vóór het starten of het snijgarnituur geen contact maakt met harde voorwerpen, zoals takken, stenen, enz., omdat tijdens het starten het snijgarnituur zal ronddraaien. – De motor moet onmiddellijk uitgeschakeld worden in geval van enige motorstoring. – Als het snijgarnituur stenen of andere harde voorwerpen raakt, moet u de motor onmiddellijk uitschakelen en het snijgarnituur controleren. – Controleer het snijgarnituur regelmatig op beschadiging (inspecteren op haarscheurtjes met de klopgeluidentest). – Gebruik de bosmaaier/graskantmaaier alleen wanneer de schouderriem is bevestigd, die goed moet worden afgesteld voordat de bosmaaier/graskantmaaier wordt gebruikt. Het is belangrijk de schouderriem af te stellen overeenkomstig de lichaamsgrootte van de gebruiker om vermoeidheid tijdens gebruik te voorkomen. Houd het multifunctionele aandrijfsysteem nooit met slechts één hand vast tijdens het gebruik. – Houd de bosmaaier/graskantmaaier altijd met beide handen vast tijdens het gebruik. Zorg er altijd voor dat u stevig staat. – Gebruik de bosmaaier/graskantmaaier zo, dat u geen uitlaatgassen kunt inademen. Laat de motor nooit draaien in een gesloten vertrek (kans op gasverstikking). Koolmonoxide is een geurloos gas. – Schakel de motor uit tijdens pauzes en wanneer u de bosmaaier/graskantmaaier onbeheerd achterlaat, en leg hem op een veilige plaats om gevaar voor anderen en beschadiging van het gereedschap te voorkomen. – Leg nooit een warme bosmaaier/graskantmaaier op droog gras of ontvlambare materialen. – Het snijgarnituur moet zijn uitgerust met zijn bijbehorende beschermkap. Gebruik de maaier nooit zonder deze beschermkap. – De hele veiligheidsuitrusting en alle beschermkappen die bij het gereedschap zijn geleverd, moeten tijdens het werk worden gebruikt. – Laat de motor nooit lopen met een defecte uitlaatdemper. – Schakel de motor uit tijdens het vervoer. – Wanneer u het gereedschap vervoert, bevestigt u altijd de beschermkap op het snijblad. – Leg tijdens vervoer per auto de bosmaaier/graskantmaaier op een veilige plaats om te voorkomen dat er brandstof uit lekt. – Wanneer u de bosmaaier/graskantmaaier vervoert, moet u ervoor zorgen dat de brandstoftank volledig leeg is. – Let erop dat bij het uitladen van de bosmaaier/graskantmaaier uit de auto de motor niet op de grond valt omdat hierdoor de brandstoftank ernstig kan worden beschadigd. – Behalve in noodgevallen mag u de bosmaaier/graskantmaaier nooit laten vallen of op de grond gooien omdat dit ernstige schade aan de bosmaaier/graskantmaaier kan veroorzaken. – Let erop dat u het volledige gereedschap van de grond tilt wanneer u het verplaatst. Het is bijzonder gevaarlijk de brandstoftank over de grond te slepen en dit zal beschadiging en lekkage veroorzaken die kan leiden tot brand. – Nadat tegen het gereedschap is gestoten of het is gevallen, controleert u de conditie van het gereedschap voordat u de werkzaamheden hervat. Controleer het brandstofsysteem op brandstoflekkage, en de bedieningselementen en veiligheidsvoorzieningen op een juiste werking. Als enige beschadiging zichtbaar is of u twijfelt, vraagt u ons erkende servicecentrum om inspectie en reparatie. •   •   •   •   •   Rusten Vervoeren Brandstof bijvullen Onderhoud Vervanging onderdelen Brandstof bijvullen – Schakel de motor uit tijdens het bijvullen van brandstof, houd het gereedschap uit de buurt van open vuur en rook niet. – Vermijd huidcontact met minerale-olieproducten. Adem de brandstofdampen niet in. Draag altijd veiligheidshandschoenen tijdens het bijvullen van de brandstof. Zorg dat u de beschermende kledij regelmatig vervangt en reinigt. – Wees voorzichtig geen brandstof of olie te morsen om bodemverontreiniging te voorkomen (milieubescherming). Reinig de bosmaaier/graskantmaaier onmiddellijk nadat brandstof erop is gemorst. – Vermijd dat brandstof in aanraking komt met uw kleding. Kleed u onmiddellijk om als brandstof op uw kleding is gemorst (om te voorkomen dat de kleding vlam vat). – Inspecteer de brandstofvuldop regelmatig om zeker te zijn dat de dop stevig kan worden aangedraaid en niet lekt. – Draai de brandstofvuldop stevig vast. Verplaats de heggenschaar voordat u de motor start (tenminste 3 meter afstand tot de plaats waar brandstof is bijgevuld). – Vul nooit brandstof bij in een gesloten vertrek. Brandstofdampen verzamelen zich vlak boven de vloer (risico van explosie.) – Vervoer en bewaar brandstof alleen in goedgekeurde tanks. Zorg dat de opgeslagen brandstof niet toegankelijk is voor kinderen. 40 rs te 3 meter e 3m Gebruiksmethode – Gebruik de bosmaaier/graskantmaaier alleen bij een goede verlichting en zichtbaarheid. Wees in de winter bedacht op gladde of natte plaatsen, ijs en sneeuw (gevaar voor uitglijden). Zorg er altijd voor dat u stevig staat. – Maai nooit boven heuphoogte. – Sta nooit op een ladder terwijl u de bosmaaier/graskantmaaier gebruikt. – Klim nooit in een boom om daar de bosmaaier/graskantmaaier te gebruiken. – Werk nooit op onstabiele oppervlakken. – Verwijder zand, stenen, nagels, enz. die u binnen uw werkbereik vindt. Vreemde voorwerpen kunnen het snijgarnituur beschadigen en gevaarlijke terugslagen veroorzaken. – Voordat u begint te werken, moet het snijgarnituur op maximaal toerental draaien. – Als gras of takken bekneld raken tussen het snijgarnituur en de beschermkap, zet u altijd de motor uit voordat u ze verwijdert. Als u dat toch doet, kan door onbedoeld draaien van het snijgarnituur ernstig letsel ontstaan. – Neem een pauze om te voorkomen dat u door vermoeidheid de controle over het gereedschap verliest. Wij adviseren u ieder uur 10 tot 20 minuten te rusten. Terugslag (stoot van het snijblad) – Wanneer u de bosmaaier gebruikt, kan ongecontroleerde terugslag optreden. – Dit is met name het geval wanneer u begint met maaien binnen het snijbladsegment van de benzinebosmaaier tussen 12 en 2 uur. – Gebruik de bosmaaier nooit binnen het snijbladsegment tussen 12 en 2 uur. – Zorg ervoor dat dit snijbladsegment van de bosmaaier nooit in aanraking komt met harde voorwerpen, zoals stuiken, bomen, enz., met een diameter van 3 cm of meer omdat anders de bosmaaier met grote kracht wordt teruggeslagen met kans op letsel. 12 2 Let op: Terugslag Schematische voorstelling Terugslag voorkomen Houd rekening met het volgende om terugslag te voorkomen: – Maaien binnen het snijbladsegment tussen 12 en 2 uur levert risico op, met name bij gebruik van metalen snijgarnituur. – Maaien binnen het snijbladsegment tussen 11 en 12 uur of tussen 2 en 5 uur mag alleen worden uitgevoerd door opgeleide en ervaren gebruikers, en dit alleen op eigen risico. Gemakkelijk maaien met nagenoeg geen kans op terugslag is mogelijk binnen het snijbladsegment tussen 8 en 11 uur. Snijgarnituren Gebruik uitsluitend het juiste snijgarnituur voor de geplande werkzaamheden. MS-252 met snijblad (sterrenblad (4 tanden), wervelblad (8 tanden)), MS-253 met nylondraad-snijkop. Gebruik nooit andere snijbladen, waaronder metalen meerdelige kettingen en vlegelmessen. Als u zich hier niet aan houdt, kan ernstig letsel ontstaan. Voor het maaien van dik materiaal, zoals onkruid, hoog gras, struiken, heesters, bosjes, ondergroei, enz. (max. 2 cm diameter). U kunt maaien door de bosmaaier gelijkmatig in halve cirkels van rechts naar links te zwaaien (op de manier waarop u een zeis gebruikt). Onderhoudsinstructies – Laat uw gereedschap onderhouden door ons erkende servicecentrum dat altijd uitsluitend gebruikmaakt van originele vervangingsonderdelen. Onjuiste reparatie en slecht onderhoud kan de levensduur van het gereedschap verkorten en de kans op ongevallen vergroten. – De toestand van de maaier, met name van het snijgarnituur en de veiligheidsuitrusting, naast de schouderriem, moeten worden gecontroleerd voor aanvang van de werkzaamheden. Besteed bijzondere aandacht aan snijbladen, die correct moeten worden geslepen. – Schakel de motor uit en trek de bougiekap eraf wanneer u het snijgarnituur vervangt of slijpt, en wanneer u de maaier of het snijgarnituur schoonmaakt. 41 Schematische voorstelling Probeer nooit een beschadigd snijgarnituur recht te maken of te lassen. – Gebruik de bosmaaier/graskantmaaier met zo weinig mogelijk lawaai en vervuiling. Controleer met name de carburateur op een verkeerde afstelling. – Maak de bosmaaier/graskantmaaier regelmatig schoon en controleer of alle schroeven en moeren stevig zijn vastgemaakt. – Onderhoud of bewaar de bosmaaier/graskantmaaier niet in de buurt van open vuur. – Bewaar de bosmaaier/graskantmaaier altijd in een afgesloten ruimte en met een leeggemaakte brandstoftank. – Wanneer u het gereedschap reinigt, onderhoudt of opbergt, bevestigt u altijd de beschermkap op het snijblad. Volg de relevante instructies voor het voorkomen van ongevallen die door de relevante beroepsverenigingen en verzekeringsmaatschappijen zijn uitgegeven. Breng geen wijzigingen aan de bosmaaier/graskantmaaier aan, omdat u op die manier uw veiligheid in gevaar brengt. Het uitvoeren van onderhoud of reparaties door de gebruiker is beperkt tot de activiteiten die in de gebruiksaanwijzing zijn beschreven. Alle andere werkzaamheden moet worden uitgevoerd door een erkend servicecentrum. Gebruik uitsluitend originele vervangingsonderdelen en accessoires die zijn vervaardigd en geleverd door DOLMAR. Het gebruik van niet-goedgekeurde accessoires en gereedschappen leidt tot een verhoogde kans op ongevallen. DOLMAR aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor ongevallen of schade veroorzaakt door het gebruik van niet-goedgekeurde snijgarnituren, bevestigingsmiddelen voor snijgarnituren of accessoires. EHBO Zorg dat er altijd een EHBO-doos beschikbaar is in de buurt waar er wordt gemaaid om eerste hulp te bieden bij eventuele ongevallen. Vervang onmiddellijk elk item dat uit de EHBO-doos is genomen. Geef de volgende informatie wanneer u hulp inroept: – – – – – Plaats van het ongeval Beschrijving van het ongeval Aantal gewonden Soort letsels Uw naam Trillingen – Personen met een slechte bloedsomloop die worden blootgesteld aan sterke trillingen, kunnen verwondingen aan bloedvaten of het zenuwstelsel oplopen. Trillingen kunnen de volgende symptomen veroorzaken in de vingers, handen of polsen: “slapen” (ongevoeligheid), tintellingen, pijn, stekend gevoel, veranderen van huidskleur of van de huid. Als een van deze symptomen zich voordoet, raadpleegt u uw huisarts! – Om de kans op deze “witte-vingerziekte” te verkleinen, houdt u uw handen warm tijdens het werk en onderhoudt u het gereedschap en de accessoires goed. Alleen voor Europese landen EU-verklaring van conformiteit Ondergetekenden, Tamiro Kishima en Rainer Bergfeld, als erkende vertegenwoordigers van Dolmar GmbH, verklaren dat de DOLMAR-machine(s): Aanduiding van de machine: Bosmaaier/graskantmaaier Modelnr./Type: MS-252 en MS-253 Technische gegevens: zie de tabel “TECHNISCHE GEGEVENS” in serie zijn geproduceerd en Voldoen aan de volgende Europese richtlijnen: 2000/14/EC en 2006/42/EC En zijn gefabriceerd in overeenstemming met de volgende normen of genormaliseerd documenten: EN ISO 11806-1 De technische documentatie wordt bewaard door: Dolmar GmbH, Jenfelder Straße 38, Abteilung FZ, D-22045 Hamburg De conformiteitsbeoordelingsprocedure vereist door Richtlijn 2000/14/EC was in Overeenstemming met annex V. Gemeten geluidsvermogenniveau: 109,1 dB Gegarandeerd geluidsvermogenniveau: 111 dB 3. 11. 2009 Tamiro Kishima Hoofddirecteur Rainer Bergfeld Hoofddirecteur 42 TECHNISCHE GEGEVENS MS-252 EN MS-253 MS-252 MS-253 U-handgreep Beugelhandgreep 1.770 x 620 x 410 1.770 x 340 x 220 4,5 4,4 Model Afmetingen: lengte x breedte x hoogte (zonder snijblad) mm Gewicht (zonder kunststofbeschermkap en snijblad) kg Volume (brandstoftank) l 0,5 Cilinderinhoud cm3 24,5 Maximaal motorvermogen kW 0,73 bij 7.000 min-1 Motortoerental bij aanbevolen max. astoerental min-1 8.800 Maximaal astoerental (bijbehorend) min-1 6.000 Maximaal brandstofverbruik kg/u — g/kwh — min-1 2.600 -1 3.600 Maximaal specifiek brandstofverbruik Stationair toerental Toerental op aangrijppunt van koppeling min Carburateur type WALBRO WYJ Ontstekingssysteem type Transistorontsteking Bougie type NGK BM7A Elektrodenafstand mm 0,6 – 0,7 Rechterhandgreep (Achterhandgreep) Trillingen volgens ISO 22867 Linkerhandgreep (Voorhandgreep) Gemiddeld geluidsdrukniveau volgens ISO 22868 Gemiddeld geluidsvermogenniveau volgens ISO 22868 m/s2 3,8 3,8 Onzekerheid (K) m/s 2 0,7 0,7 ahv eq m/s2 5,5 4,8 Onzekerheid (K) m/s2 0,6 1,2 LPA eq dB (A) 91,2 94,5 Onzekerheid (K) dB (A) 1,8 2,4 LWA eq dB (A) 102,9 106,1 Onzekerheid (K) dB (A) 1,7 1,8 ahv eq Mengsmering (benzine : originele DOLMAR tweetaktmotorolie = 50 : 1) Brandstof Overbrengingsverhouding van tandwielen 14/19 43 NAMEN VAN ONDERDELEN MS-252 Type met U-handgreep MS-253 Type met beugelhandgreep (3) NL (7) (19) (5) (21) (22) (1) (6) (20) (23) (2) 44 NAMEN VAN ONDERDELEN 1 Brandstoftank 2 Trekstartinrichting 3 Luchtfilter 4 I-O-schakelaar (START - STOP) 5 Bougie 6 Uitlaatdemper 7 Koppelingshuis 8 Achterhandgreep 9 Bevestigingsoog 10 Handgreep 11 Bedieningshendel 12 Gaskabel 13 Schacht 14 Beschermkap van snijgarnituur 15 Tandwielhuis 16 Handgreepbevestiging 17 Snijblad 18 Nylondraad-snijkop 19 Brandstofvuldop 20 Trekstarthandgreep 21 Brandstofhandpomp 22 Chokehendel 23 Uitlaatpijp 24 Heupkusssen DE MOTOR EN SCHACHT MONTEREN LET OP: Voordat u werkzaamheden uitvoert aan de bosmaaier, moet u altijd de motor uitzetten en de bougiekap van de bougie aftrekken. Draag altijd veiligheidshandschoenen. LET OP: Start de bosmaaier alleen nadat hij volledig is gemonteerd. – Draai de twee bouten (1) los en steek de hoofdbuis (2) in het koppelingshuis (3). – Steek hem erin tot aan het pijlmerkteken. (Raadpleeg de afbeelding rechts.) Als het insteken niet lukt, verdraait u de as (4) en klein stukje en probeert u het opnieuw. – Draai de twee bouten (1) links en rechts gelijkmatig vast met behulp van de bijgeleverde inbussleutel. Pijlmerkteken De gaskabel bevestigen – Verwijder de luchtfilterkap. – Steek de gaskabel (5) in de kabelverstelling (6). Verplaats de wartel (7) en leg de kabel in de gleuf van de wartel. Let er op dat moment op dat het ronde gat in de wartel aan de kant zit van het eindbeslag op de binnenkabel. – Laat de wartel los en controleer of het eindbeslag op de binnenkabel in het ronde gat valt. – Breng de luchtfilterkap aan. Wartel Gaskabel Inleggen Rond gat Eindbeslag De draden van de schakelaar aansluiten – Sluit de twee draden van de schakelaar aan op de twee draden van de motor door de één in de andere te steken. – Bevestig de draadstekkers met de klem. Stekkers 45 DE HANDGREEP MONTEREN LET OP: Voordat u werkzaamheden uitvoert aan de bosmaaier, moet u altijd de motor uitzetten en de bougiekap van de bougie aftrekken. Draag altijd veiligheidshandschoenen! LET OP: Start de bosmaaier alleen nadat hij volledig is gemonteerd. Voor modellen met een U-handgreep – Plaats de handgreepbevestiging zodanig dat het handvat met de bedieningshendel aan de rechterkant zit (rechterhandvat) gezien vanaf de kant van de motor, en het andere handvat aan de linkerkant. – Plaats de groef in de handgreepbevestiging tegen het uiteinde van de handgreep. Bevestig het geheel voorlopig met de bijgeleverde inbusbouten. – Stel de handgreep in een gebruiksvriendelijke positie en draai de vier inbusbouten gelijkmatig rechts en links vast met een inbussleutel. MS-252 – Wikkel het heupkussen rond de schacht zodat het bevestigingsoog (1) door de sleuf in het heupkussen steekt terwijl de gaskabel en de draden van de schakelaar (3) zich onder het heupkussen (2) bevinden. MS-252 Voor modellen met een beugelhandgreep – Monteer een bescherming aan de linkerkant van het gereedschap tezamen met de handgreep ter bescherming van de gebruiker. – Zorg ervoor dat de handgreep/bescherming wordt gemonteerd tussen de afstandshouder en de pijlmarkeringen. WAARSCHUWING: Verwijder of verkort de afstandshouder niet. De afstandshouder zorgt voor een bepaalde afstand tussen beide handen. Als de handgreep/bescherming dichter op het andere handvat zou staan dan de lengte van de afstandshouder, kunt u de controle over het gereedschap verliezen waardoor ernstig persoonlijk letsel kan ontstaan. Pijlmerkteken naar motor MS-253 46 DE BESCHERMKAP MONTEREN In naleving van de toepasselijke veiligheidsregels mogen uitsluitend de gereedschap/beschermkap-combinaties worden gebruikt die in de afbeelding worden aangegeven. Verzeker  u  ervan  uitsluitend  originele  snijbladen  of  nylondraad-­snijkoppen   van DOLMAR te gebruiken. – Het snijblad moet goed geslepen zijn en vrij zijn van barsten of breuken. Als het snijblad tijdens het gebruik een steen raakt, moet u de motor onmiddellijk uitschakelen en het snijblad controleren. – Slijp of vervang het snijblad na elke drie uur gebruik. – Als de nylondraad-snijkop een steen raakt tijdens het gebruik, moet u de motor onmiddellijk uitzetten en de nylondraad-snijknop controleren. Sterrenblad Wervelblad Beschermkap voor metalen snijblad LET OP: Voor uw veiligheid en om te voldoen aan de voorschriften voor ongevallenpreventie, moet u altijd de geschikte beschermkap installeren. Het is verboden het gereedschap te gebruiken zonder dat de beschermkap is gemonteerd. – Bevestig de beschermkap (1) met twee bouten M6 x 30 (2) aan de klem (3). – Wanneer u de draadkop gebruikt, moet u de beschermkap (6) in de beschermkap (1) installeren en deze vastmaken met twee moeren (5) en twee schroeven (4). 47 Nylondraad-snijkop Beschermkap voor kabelsnijder HET SNIJBLAD OF DE NYLONDRAAD-SNIJKOP MONTEREN Draai het gereedschap ondersteboven zodat u het snijblad of de nylondraad-snijkop gemakkelijk kunt vervangen. – Steek de inbussleutel in de opening van het tandwielhuis en draai de ontvangerring (3) met de inbussleutel tot deze vergrendeld wordt. – Maak de moer (1) (met linksdraaiend schroefdraad) los met de dopsleutel en verwijder de moer (1) en de klemring (2). Terwijl de inbussleutel nog op zijn plaats zit. – Monteer het snijblad op de schacht zodat de nok op de ontvangerring (3) past in de uitsparing in het asgat van het snijblad. Monter de klemring (2) en bevestig het snijblad met de moer (1). [Aanhaalkoppel: 13 - 23 Nm] Losdraaien OPMERKING: Draag altijd veiligheidshandschoenen wanneer u het snijblad hanteert. OPMERKING: De bevestigingsmoer van het snijblad (met veerring) is een verbruiksartikel. Als u slijtage of vervorming van de veerring opmerkt, moet u de moer vervangen. Vastdraaien Inbussleutel OPMERKING: De klemring (2) en de moer (1) zijn niet nodig voor het monteren van de nylondraad-snijkop. De nylondraad-snijkop moet bovenop de ontvangerring komen (3). – Schroef de nylondraad-snijkop op de schacht. Vastdraaien Losdraaien Inbussleutel – Zorg ervoor dat het snijblad met de goede kant omhoog wijst voor linksom draaien. 48 Draairichting BRANDSTOF EN BIJVULLEN Omgaan met brandstof Tijdens het omgaan met brandstoffen moet u uiterste voorzichtigheid betrachten. Brandstof kan stoffen bevatten die ook in oplosmiddelen voorkomen. Tank alleen bij in een goed geventileerde ruimte of buitenshuis. Adem de brandstofdampen niet in en vermijd dat de benzine of olie in aanraking komt met uw huid. Minerale-olieproducten ontvetten uw huid. Als uw huid bij herhaling en gedurende een langere tijdsduur in aanraking komt met deze stoffen, zal hij uitdrogen. Dit kan leiden tot diverse huidaandoeningen. Daarnaast kunnen er ook allergische reacties optreden. Uw ogen kunnen geïrriteerd raken door contact met olie. Als er olie in uw ogen terecht komt, moet u ze onmiddellijk spoelen met helder water. Als uw ogen dan nog steeds geïrriteerd zijn, moet u onmiddellijk een dokter raadplegen. Houdt u aan de veiligheidsinstructies op pagina 40. Benzine-oliemengsel De motor van de bosmaaier is een zeer efficiënte tweetaktmotor. Hij loopt op een mengsel van benzine en tweetaktmotorolie. De motor is ontworpen voor gewone loodvrije benzine met een minimaal octaangehalte van 91 RON. In het geval dergelijke benzine niet beschikbaar is, mag u benzine met een hoger octaangehalte gebruiken. Dit zal geen effect hebben op de motor, maar kan wel leiden tot slecht gedrag tijdens het gebruik. Een vergelijkbare situatie doet zich voor bij gebruik van loodhoudende benzine. Voor een optimale werking van de motor en om uw gezondheid en het milieu te beschermen, gebruikt u alleen loodvrije benzine! Om de motor te smeren gebruikt u een tweetaktmotorolie (kwaliteitsklasse TC-3) en voegt u deze toe aan de benzine. De motor is ontworpen voor gebruik met de gespecificeerde tweetaktmotorolie bij een mengverhouding van 50 : 1 om het milieu te beschermen. Daarnaast wordt een lange levensduur en een betrouwbare werking met een minimale uitstoot aan uitlaatgassen gegarandeerd. Het is van het grootste belang dat u de mengverhouding 50 : 1 (voor gespecificeerde tweetaktmotorolie) aanhoudt omdat anders de betrouwbare werking van de bosmaaier niet kan worden gegarandeerd. De juiste mengverhouding: Benzine: Gespecificeerde tweetaktmotorolie = 50 : 1 of Benzine: Tweetaktmotorolie van een andere fabrikant = 25 : 1 aanbevolen 50:1 25:1 25:1 Benzine Opmerking: Om het benzine-oliemengsel te maken, mengt u eerst de volledige hoeveelheid olie met de helft van de vereiste benzine en voegt u daarna de resterende benzine toe. Schud het mengsel stevig voordat u het in de tank van de bosmaaier giet. Het is met het oog op de veilige werking onverstandig om meer motorolie toe te voegen dan gespecificeerd is. Dit leidt alleen maar tot een hogere productie van verbrandingsresten die het milieu vervuilen en zowel het uitlaatkanaal in de cilinder als de uitlaatdemper verstoppen. Bovendien zal het brandstofverbruik oplopen en zullen de motorprestaties afnemen. Brandstof bijvullen De motor moet worden uitgezet. – Maak het gebied rond de brandstofvuldop (2) grondig schoon om te voorkomen dat er vuil in de brandstoftank (1) terechtkomt. – Draai de brandstofvuldop (2) los en vul brandstof bij in de tank. – Draai de brandstofvuldop (2) stevig vast. – Maak de brandstofvuldop (2) en de tank schoon na het bijvullen. Opslag van brandstof Brandstof kan niet voor een onbeperkte tijd worden opgeslagen. Koop slechts de hoeveelheid die nodig is voor een gebruiksperiode van 4 weken. Gebruik alleen goedgekeurde brandstofopslagtanks. 49 + 1.000 cm3 5.000 cm3 10.000 cm3 (1 liter) (5 liter) (10 liter) 20 cm3 100 cm3 200 cm3 40 cm3 200 cm3 400 cm3 CORRECT OMGAAN MET HET GEREEDSCHAP De schouderriem bevestigen – Pas de lengte van de schouderriem zo aan, dat het snijblad parallel aan de grond kan worden gehouden. Losmaken – In geval van nood, druk de knoppen (1) aan beide zijkanten in zodat het gereedschap los komt van uw lichaam. Let er goed op dat u op dat moment de controle over het gereedschap behoudt. Zorg ervoor dat het gereedschap zich niet in uw richting of in de richting van iemand die in de buurt staat beweegt. WAARSCHUWING: Als u geen complete controle over het gereedschap behoudt, kan dit ernstige lichamelijk letsels of de DOOD veroorzaken. (1) Bevestigingsoog TIPS VOOR GEBRUIK EN PROCEDURE VOOR STOPPEN Volg de toepasselijke voorschriften voor ongevallenpreventie. Starten Houd tenminste 3 meters afstand tot de plaats waar brandstof is bijgevuld. Plaats de bosmaaier op een schoon stuk grond en zorg ervoor dat het snijgarnituur niet in contact komt met de grond of andere objecten. Koude start Voor modellen met een U-handgreep of beugelhandgreep – Duw de I-O-schakelaar (1) in de richting die wordt aangegeven door de pijl. – Plaats het gereedschap eerst op de grond. – Druk meerdere keren (7 tot 10 keer) voorzichtig op de brandstofhandpomp (2) totdat de brandstof in de brandstofhandpomp stroomt. – Duw de chokehendel (3) naar de stand “ ”. (3) (2) – Houd het koppelingshuis met uw linkerhand vast, zoals afgebeeld. – Trek langzaam aan de trekstarthandgreep tot u weerstand voelt en trek daarna krachtig door. – Trek het startkoord niet over zijn volledige lengte eruit en laat de trekstarthandgreep niet ongecontroleerd terugschieten, maar zorg ervoor dat het langzaam teruggetrokken wordt. – Herhaal de startbediening tot u de eerste ontstekingen hoort. – Nadat de motor is gestart, zet u de chokehendel terug in de stand “ ”. Merk op dat de chokehendel automatisch terugkeert naar de stand “ ” wanneer de gashendel wordt ingeknepen en de gasklep wordt geopend. 50 – Laat de motor ongeveer 1 minuut draaien op een gemiddeld toerental voordat u volgas geeft. Opmerking: – Als herhaaldelijk aan de trekstarthandgreep wordt getrokken terwijl de chokehendel in de stand “ ” staat, zal de motor niet gemakkelijk starten vanwege een overmatige brandstoftoevoer. – In geval van een overmatige brandstoftoevoer, verwijdert u de bougie en trekt u langzaam aan de trekstarthandgreep om overtollige brandstof te verwijderen. Maak ook de elektroden van de bougie droog. Voorzichtig tijdens gebruik: Als de gashendel volledig wordt ingeknepen tijdens onbelast bedrijf, neemt het motortoerental toe tot 10.000 toeren min-1 of meer. Laat de motor nooit draaien op een hoger toerental dan nodig is of met een toerental van 6.000 tot 8.000 toeren min-1. Een warme motor starten – Op dezelfde manier als hiervoor beschreven, echter zonder de chokehendel te gebruiken (de chokehendel blijft in de stand “ ” staan). STOP – Laat de gashendel (6) volledig los en nadat het motortoerental is afgenomen, duw de I-O-schakelaar (1) naar de positie “O” om de motor uit te zetten. – Let erop dat het snijgarnituur wellicht niet onmiddellijk stopt en laat het volledig uitdraaien. HET LAAG TOERENTAL (VOOR STATIONAIR DRAAIEN) AFSTELLEN Het snijblad of de nylondraad-snijkop mag niet draaien wanneer de bedieningshendel volledig is losgelaten. Stel zo nodig het stationair toerental af met behulp van de stelschroef voor stationair draaien. Het stationair toerental controleren – Het stationair toerental moet zijn ingesteld op 2.600 toeren min-1. Stel zo nodig het stationair toerental af met behulp van de stelschroef voor stationair draaien (het snijblad of de nylondraad-snijkop mag niet draaien wanneer de motor op stationair toerental draait). Door de schroef (1) in te draaien zal het motortoerental toenemen, en door de schroef uit te draaien zal het motortoerental afnemen. Laag HET SNIJGARNITUUR SLIJPEN LET OP: De hieronder vermelde snijgarnituren mogen alleen worden geslepen door een erkend servicecentrum. Het handmatig slijpen zal resulteren in onbalans van het snijgarnituur, waardoor trillingen zullen ontstaan en het gereedschap schade kan oplopen. – snijblad (sterrenblad (4 tanden), wervelblad (8 tanden)) De erkende sevicecentra bieden een professionele service voor het slijpen en uitbalanceren. OPMERKING: Om de levensduur van het snijblad (sterrenblad, wervelblad) te verlengen, kan dit eenmalig worden omgekeerd, totdat beide snijranden bot zijn geworden. 51 Hoog NYLONDRAAD-SNIJKOP Meest effectieve maaigebied De nylondraad-snijkop is een dubbele-draadkop voor de graskantmaaier die is uitgerust met zowel een automatisch draadaanvoermechanisme als een stootaanvoermechanisme. De nylondraad-snijkop voert automatisch de juiste lengte nylondraad aan overeenkomstig van veranderingen in de centrifugale kracht die wordt veroorzaakt door een toenemend of afnemend toerental. Om zacht gras efficiënter te maaien, stoot u de nylondraad-snijkop tegen de grond om extra nylondraad aan te voeren, zoals beschreven onder het kopje Bediening. Bediening – Verhoog het toerental van de nylondraad-snijkop naar ongeveer 6.000 toeren min-1. Een laag toerental (lager dan 4.800 toeren min-1) is niet geschikt omdat de nylondraad bij een laag toerental niet goed aangevoerd wordt. – Het meest effectieve maaigebied wordt aangegeven door het gearceerde deel in de afbeelding. Stationair toerental Ga als volgt te werk als de nylondraad niet automatisch wordt aangevoerd: 1. Laat de gashendel los zodat de motor stationair draait en knijp de gashendel vervolgens volledig in. Herhaal deze procedure tot de nylondraad tot de juiste lengte is aangevoerd. 2. Als de nylondraad te kort is om automatisch met behulp van de bovenstaande procedure aan te voeren, stoot u de stootknop van de nylondraad-snijkop tegen de grond om de nylondraad aan te voeren. 3. Als de nylondraad niet met behulp van procedure 2 kan worden aangevoerd, volgt u de procedures die zijn beschreven onder “De nylondraad vervangen” om de nylondraad opnieuw op te wikkelen of te vervangen. Knop Deksel De nylondraad vervangen – Schakel eerst de motor uit. – Druk de vergrendelnokken van de behuizing naar binnen om de afdekking eraf te tillen en verwijder vervolgens de draadspoel. – Haak het midden van de totale lengte van de nieuwe nylondraad in de inkeping in het midden van de draadspoel en zorg ervoor dat één uiteinde ongeveer 80 mm langer is dan het andere. Wikkel vervolgens beide draadhelften rond de draadspoel in de draairichting van de snijkop (de wikkelrichting linksom wordt aangegeven door de pijl LH, en de wikkelrichting rechtsom wordt aangegeven door de pijl RH op de zijkant van de draadspoel). Maximaal toerental Vergrendelnokken Drukken Drukken Draadspoel 80 mm (3-1/8”) Voor linksom draaien Draadspoel – Wikkel op 100 mm na de volledige lengte van de nylondraad op de draadspoel, en haak de uiteinden tijdelijk in de inkeping in de zijkant van de draadspoel. 100 mm (3-15/16”) Inkepingen – Plaats de draadspoel zodanig in de behuizing dat de groeven en uitsteeksels op de draadspoel overeenkomen met die in de behuizing. Zorg ervoor dat de zijkant van de draadspoel waarop de letters staan naar buiten wijst. Maak nu de uiteinden van de nylondraad los uit hun tijdelijke positie en voer de nylondraden door de oogjes zodat ze uit de behuizing steken. 52 Oogjes – Lijn het uitsteeksel op de onderkant van het deksel uit met de sleuven naar de oogjes. Druk daarna het deksel stevig op de behuizing zodat hij wordt vergrendeld. Deksel Uitsteeksel Sleuf van oogje ONDERHOUDSINSTRUCTIES LET OP: Voordat u werkzaamheden uitvoert aan de bosmaaier, moet u altijd de motor uitzetten en de bougiekap van de bougie aftrekken (zie “De bougie controleren”). Draag altijd veiligheidshandschoenen. LET OP: Verwijder nooit zelf de trekstarthandgreep omdat hierdoor een ongeval kan worden veroorzaakt. Dit dient te worden gedaan door een erkend servicecentrum. Om een lange levensduur te garanderen en eventuele schade aan het gereedschap te voorkomen, moeten de volgende onderhoudswerkzaamheden regelmatig uitgevoerd worden. Dagelijkse controle en onderhoud – Controleer het gereedschap voor het gebruik op losse bouten of ontbrekende onderdelen. Let vooral op of het snijblad of de nylondraadsnijkop stevig is bevestigd. – Controleer voor gebruik altijd op verstopping van de koelluchtinlaatopening en de koelribben van de cilinder. Maak ze schoon indien dat nodig is. – Voer de volgende werkzaamheden dagelijks uit na het gebruik: • Maak de buitenkant van de bosmaaier schoon en inspecteer op schade. • Maak het luchtfilter schoon. Als onder extreem stoffige omstandigheden wordt gewerkt, moet het filter meerdere keren per dag worden schoongemaakt. • Controleer het snijblad of de nylondraad-snijkop op schade en controleer of het snijblad of de snijkop stevig bevestigd is. • Controleer of er voldoende verschil is tussen het stationair toerental en het aangrijptoerental om zeker te zijn dat het snijgarnituur stilstaat wanneer de motor stationair draait (verlaag zo nodig het stationair toerental). In het geval het hulpstuk bij stationair toerental blijft draaien, neemt u contact op met het dichtstbijzijnde, erkende servicecentrum. – Controleer de werking van de I-O-schakelaar, de uit-vergrendelhendel, de bedieningshendel, en de vergrendelingsknop. Het luchtfilter schoonmaken – Maak de schroef (1) los. – Verwijder het deksel van de luchtfilter (3). – Haal het sponselement (2) eruit, was het in lauw water en laat het volledig drogen. – Plaats het deksel van de luchtfilter (3) na het reinigen terug en maak het vast met de schroef (1). OPMERKING: Als er overmatig stof of vuil aan de luchtfilter blijft plakken, moet u deze dagelijks schoonmaken. Een verstopt luchtfilter kan het moeilijk of onmogelijk maken om de motor te starten of om het toerental van de motor te laten toenemen. 53 De bougie controleren – Gebruik alleen de bijgeleverde moersleutel om de bougie te verwijderen of te installeren. – De afstand tussen de twee elektroden van de bougie moet 0,6 – 0,7 mm bedragen. Als de afstand te groot of te klein is, moet u deze aanpassen. Als de bougie verstopt zit met roet of vuil, moet u deze grondig schoonmaken of vervangen. LET OP: Raak de bougiekap nooit aan terwijl de motor draait (gevaar van elektrische schok door hoogspanning). Toevoer van smeervet aan het tandwielhuis – Breng elke 30 bedrijfsuren smeervet (Shell Alvania 3 of gelijkwaardig) aan in het tandwielhuis via de smeeropening. (Origineel DOLMAR-smeervet kan worden aangeschaft bij uw DOLMAR-dealer.) 0,6 mm – 0,7 mm (0,024” – 0,028”) Smeeropening Zuigkop in brandstoftank – Het brandstoffilter (5) van de zuigkop wordt gebruikt om de brandstof te filteren die door de carburateur wordt aangezogen. – Het brandstoffilter moet regelmatig visueel worden gecontroleerd. Hiertoe draait u de brandstofvuldop eraf en gebruikt u een draadhaak om de zuigkop uit de brandstofvulopening te trekken. Als het brandstoffilter hard is geworden, of vervuild of verstopt is, moet het worden vervangen. – Onvoldoende brandstoftoevoer kan ervoor zorgen dat het maximale toegelaten toerental wordt overschreden. Het is daarom belangrijk het brandstoffilter iedere drie maanden te vervangen om verzekerd te zijn van een goede brandstoftoevoer naar de carburateur. De uitlaatpoort van de uitlaatdemper schoonmaken – Controleer de uitlaatpoort van de uitlaatdemper (6) regelmatig. – Als deze verstopt is met koolafzettingen, schrapt u de afzettingen voorzichtig weg met een geschikt gereedschap. Alle onderhouds- of aanpassingswerkzaamheden die niet in deze gebruiksaanwijzing zijn beschreven, mogen alleen worden uitgevoerd door erkende servicecentra. 54 OPSLAG – Als u het gereedschap gedurende een lange tijd opslaat, tapt u de brandstof uit de brandstoftank en carburateur als volgt af: Tap alle brandstof af uit de brandstoftank. Gooi dit op correcte wijze weg volgens de lokale regelgeving. – Verwijder de bougie en breng enkele druppels olie via het bougiegat in de cilinder. Trek vervolgens voorzichtig aan de trekstarthandgreep zodat de olie de binnenkant van de motor bedekt, en draai de bougie weer vast. – Verwijder vuil en stof vanaf de snijbladen en de buitenkant van de motor, veeg erover met een in olie doordrenkte doek, en sla het gereedschap op een zo droog mogelijke plaats op. Brandstof aftappen Vocht Onderhoudsschema Algemeen Motormontage, schroeven en moeren Visuele inspectie op beschadiging en bevestigingen Controleer de algemene toestand en veiligheid Iedere keer na het bijvullen van brandstof Bedieningshendel I-O-schakelaar Controleren van de werking Controleren van de werking Dagelijks Luchtfilter Koelluchtinlaatkanaal Snijgarnituur Stationair toerental Maak schoon Maak schoon Controle op schade en scherpte Inspecteer (snijgarnituur mag niet bewegen) Wekelijks Bougie Uitlaatdemper Inspecteer en vervang zo nodig Controleer en maak zo nodig de opening schoon Iedere 3 maanden Zuigkop Brandstoftank Vervang Maak schoon Uitschakelprocedure Brandstoftank Carburateur Maak de brandstoftank leeg Laat de motor draaien tot de brandstof op is Storingzoeken Probleem Systeem Waarneming Oorzaak Motor start niet of moeilijk Ontstekingssysteem Ontstekingsvonk OK Fout in brandstoftoevoer of compressiesysteem, mechanisch defect Geen ontstekingsvonk aanwezig I-O-schakelaar ingeschakeld, bedradingsfout of kortsluiting, bougie of bougiekap defect, storing in ontstekingsmodule Brandstoftoevoersysteem Brandstoftank is vol Onjuiste stand van chokehendel, carburateur defect, brandstofleiding geknikt of verstopt, brandstof vuil Compressie Geen compressie bij aantrekken Cilindervoetpakking defect, krukasafdichtingen beschadigd, cilinder of zuigerveren defect, of slechte afdichting van bougie Mechanisch defect Starter grijpt niet aan Gebroken startveer, gebroken onderdelen binnenin de motor Brandstoftank vol, ontstekingsvonk aanwezig Carburator vervuild, moet worden schoongemaakt Brandstoftank is vol Verkeerde afstelling van stationair toerental of carburateur is vervuild Problemen bij starten van warme motor Motor start, maar slaat af Brandstoftoevoersysteem Ontluchting van de brandstoftank is defect, brandstofleiding is onderbroken, kabel of I-O-schakelaar is defect Onvoldoende prestaties Mogelijk zijn meerdere systemen tegelijk de oorzaak Slecht stationair lopen 55 Luchtfilter is vervuild, carburateur is vervuild, uitlaatdemper is verstopt, uitlaatkanaal in de cilinder is verstopt
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56

Dolmar MS-253 Handleiding

Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor