Inventum AC125W Handleiding

Type
Handleiding
Nederlands
English
1. veiligheidsvoorschriften pagina 4
2. productomschrijving pagina 17
3. vóór het eerste gebruik pagina 18
4. de bediening van de airconditioner pagina 20
5. tips voor efficient gebruik pagina 23
6. condensvocht afvoeren pagina 23
7. reiniging en onderhoud pagina 24
8. problemen en oplossingen pagina 24
9. technische specificaties pagina 25
algemene service- en garantievoorwaarden pagina 92
Deutsch
Français
3
1. safety instructions page 26
2. product description page 38
3. before using for the first time page 39
4. operation of the air conditioner page 41
5. tips for efficient use page 44
6. draining condensation water page 44
7. cleaning and maintenance page 45
8. problems and solutions page 45
9. technical specifications page 46
general service and warranty conditions page 94
1. Sicherheitsvorschriften Seite 47
2. Produktbeschreibung Seite 61
3. Vor der ersten Verwendung Seite 62
4. Bedienung des Klimageräts Seite 64
5. Tipps für eine effiziente Verwendung Seite 67
6. Ableiten von Kondensat Seite 67
7. Reinigung und Wartung Seite 68
8. Störungen und Lösungen Seite 68
9. Technische Daten Seite 69
Allgemeine Service- und Garantiebedingungen Seite 96
1. consignes de sécurité page 70
2. description du produit page 83
3. avant la toute première utilisation page 84
4. commande du climatiseur page 86
5. conseils pour une utilisation efficace page 89
6. évacuation de la condensation page 89
7. nettoyage et entretien page 90
8. problèmes et solutions page 90
9. spécifications techniques page 91
conditions générales de garantie et de service page 98
Lees eerst de gebruiksaanwijzing aandachtig en geheel
door voordat u het apparaat gaat gebruiken en bewaar
deze zorgvuldig voor latere raadpleging.
Gebruik geen middelen die het ontdooiproces versnellen
of reinigingsmiddelen, dan deze die door de fabrikant zijn
aanbevolen.
Berg het apparaat op in een ruimte zonder continu
werkende ontstekingsbronnen (bijv. een open vlam,
ingeschakeld gastoestel of een ingeschakeld elektrisch
verwarmingstoestel).
Niet doorboren of verbranden.
Opgelet, bepaalde koelmiddelen bevatten geen geur.
• Installeer, gebruik en bewaar het apparaat in een ruimte met
een vloeroppervlak van minstens 21 m
2
(voor 12000Btu/h).
Installeer dit apparaat enkel wanneer het voldoet aan de lokale/
nationale wetgeving, regelgeving en normen.
BELANGRIJK
Dit apparaat is bedoeld om gebruikt te worden als
een airconditioner in woningen en is alleen geschikt
voor gebruik binnenshuis in woonkamers, keukens en
garages op droge plaatsen, in normale huishoudelijke
omstandigheden.
Gebruik het apparaat nooit met een beschadigd snoer of
stekker. Klem het snoer nooit af en voorkom contact met
scherpe kanten.
De installatie moet volledig in overeenstemming zijn met
de ter plaatse geldende voorschriften, bepalingen en
normen.
Het apparaat is uitsluitend geschikt voor gebruik op droge
plaatsen, binnenshuis.
Controleer de netspanning.
Dit apparaat is uitsluitend geschikt voor een geaard
stopcontact, aansluitspanning 220-240 Volt/ ~50 Hz.
Het apparaat MOET altijd geaard worden aangesloten.
Nederlands
veiligheidsvoorschriften
1
4 Nederlands
Als de stroomvoorziening niet geaard is, mag u het
apparaat absoluut niet aansluiten.
De stekker moet altijd makkelijk toegankelijk zijn als het
apparaat is aangesloten.
Vervoer het apparaat altijd rechtop en plaats deze op een
stabiele, vlakke ondergrond tijdens het gebruik. Als het apparaat
liggend is vervoerd, dient u deze gedurende 6 uur recht op te
laten rusten voordat u de stekker in het stopcontact steekt.
• Laat de elektrische installatie controleren door een erkend
vakman als u er niet zeker van bent dat alles in orde is.
• Installeer het apparaat op een stevige, vlakke vloer die sterk
genoeg is om een gewicht tot 50 kg te dragen. Installatie op
een zwakke of oneven vloer kan resulteren in schade aan uw
eigendommen of persoonlijk letsel.
• De luchtinlaten en luchtuitlaten nooit afdekken.
• Leeg het waterreservoir via het wateraftappunt voordat u het
apparaat verplaatst.
• Breng het apparaat nooit in contact met chemicaliën.
Steek geen vingers of voorwerpen in de openingen van het apparaat.
• Breng het apparaat nooit in contact met water. Het apparaat
niet met water besproeien of onderdompelen in verband
met kortsluitingsgevaar.
• Haal altijd eerst de stekker uit het stopcontact voordat het
apparaat of een onderdeel ervan moet worden schoongemaakt
of vervangen.
• Sluit het apparaat NOOIT aan met behulp van een verlengsnoer.
Is een geschikt geaard stopcontact niet voorhanden, laat dit
dan installeren door een erkend elektricien.
• Wees uit veiligheidsoverwegingen altijd voorzichtig met
kinderen in de buurt van dit apparaat, zoals met ieder elektrisch
apparaat.
• Gebruik het apparaat niet wanneer de stekker, het snoer of het
apparaat beschadigd is, of wanneer het apparaat niet meer
naar behoren functioneert of wanneer het gevallen of op een
andere manier beschadigd is. Raadpleeg dan de winkelier of
onze technische dienst. In geen geval de stekker of het snoer
zelf vervangen.
• Haal altijd de stekker uit het stopcontact als het apparaat niet
wordt gebruikt.
Nederlands 5
• Een beschadigd elektriciteitssnoer alleen laten vervangen door
de leverancier of een bevoegd persoon/servicepunt.
• Het apparaat buiten bereik van kinderen houden. Kinderen
beseffen de gevaren niet, die kunnen ontstaan bij het omgaan
met elektrische apparaten. Laat kinde ren daarom nooit zonder
toezicht met elektrische apparaten werken. Houd het apparaat
en het snoer buiten bereik van kinderen jonger dan 8 jaar.
Het apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8 jaar en
ouder en door personen met beperkte fysieke, zintuiglijke of
mentale vermogens of gebrek aan ervaring of kennis, wanneer
zij het apparaat onder toezicht gebruiken of zijn geïnstrueerd
over het veilige gebruik ervan en zij de daaruit voortkomende
gevaren begrijpen.
• Kinderen mogen niet met het apparaat spelen.
• Het apparaat mag niet door kinderen worden gereinigd
of onderhouden, tenzij dit onder toezicht gebeurt.
LET OP!
De ruimte waarin dit apparaat wordt gebruikt nooit volledig
luchtdicht afsluiten. Dit voorkomt onderdruk in deze
ruimte. Negatieve druk (=onderdruk) de veilige werking van
geisers, afzuigkappen, ovens e.d. ontregelen.
Het niet volgen van de aanwijzingen kan leiden tot het
vervallen van de garantie op het apparaat.
Til het toestel altijd met twee personen.
• Zorg er altijd voor dat het apparaat op een stevige, vlakke
ondergrond staat.
• Laat het apparaat niet onbeheerd achter indien het apparaat
in werking is.
• Indien u het apparaat wilt verplaatsen, dient u ervoor te zorgen
dat het apparaat uitgeschakeld is. U dient bij het verplaatsen
van het apparaat beide handen te gebruiken.
• Het apparaat nooit gebruiken met onderdelen die niet door
de fabrikant zijn aanbevolen of geleverd.
• Niet aan het snoer c.q. het apparaat trekken om de stekker
uit de wandcontactdoos te halen. Het apparaat nooit met natte
of vochtige handen aanraken.
• Indien het apparaat na het inschakelen niet functioneert,
dan kan de zekering of de aardlekschakelaar in de elektra
verdeelkast zijn aangesproken. De groep kan te zwaar zijn belast
of een aardlekstroom kan zijn opgetreden.
6 Nederlands
• Ga bij storing nooit zelf repareren; het doorslaan van de
beveiliging in het apparaat kan duiden op een defect, dat niet
wordt verholpen door verwijdering of vervanging van deze
beveiliging. Het is noodzakelijk dat er uitsluitend originele
onderdelen gebruikt worden.
Dompel het apparaat, het snoer of de stekker nooit onder
in water.
• Dit apparaat is uitsluitend geschikt voor huishoudelijk gebruik.
Wanneer het apparaat oneigenlijk gebruikt wordt, kan er bij
eventuele defecten geen aanspraak op schadevergoeding
worden gemaakt en vervalt het recht op garantie.
Als u besluit het apparaat, vanwege een defect, niet langer
te gebruiken, adviseren wij u, nadat u de stekker uit het
stopcontact heeft verwijderd, het snoer af te knippen.
Huishoudelijke apparaten horen niet in de vuilnisbak.
Breng ze naar de betreffende afvalverwerkingsafdeling
van uw gemeente.
WAARSCHUWING
Specifieke informatie voor apparaten met R290 koelgas.
• Lees alle waarschuwingen grondig door.
• Tijdens het ontdooien en reinigen van het apparaat, gebruik
alleen gereedschap dat door de fabrikant is aanbevolen.
• Plaats het apparaat in een ruimte zonder continu werkende
ontstekingsbronnen (bijv. een open vlam, ingeschakeld
elektrisch of gastoestel).
• Niet doorboren of verbranden.
• Installeer, gebruik en bewaar het apparaat in een ruimte met
een vloeroppervlak van minstens 21 m
2
.
• Dit apparaat bevat 235 gram R290 koelgas (zie het typeplaatje
aan de achterkant van het toestel).
• R290 is een koelgas dat in overeenstemming is met de
Europese milieurichtlijnen. Doorboor geen enkel deel van
het koelcircuit.
• Als het apparaat wordt geïnstalleerd, bediend of bewaard in een
ruimte zonder ventilatie, moet de ruimte aldus zijn ingericht dat
de ophoping van koelmiddel door een lek wordt vermeden.
Dit kan leiden tot brand- of explosiegevaar door het ontsteken
van het koelmiddel door een elektrisch verwarmingstoestel,
fornuis of andere ontstekingsbron.
Nederlands 7
• Bewaar het apparaat op een dergelijke wijze zodat mechanische
storing wordt vermeden.
• Personen die het koelcircuit bedienen of er aan werken,
moeten in het bezit zijn van een gepast certificaat van een
bevoegde organisatie, zodat deze personen bevoegd zijn
om koelmiddelen op een veilige manier te behandelen
overeenkomstig de specificaties die in industrie van kracht zijn.
• Reparaties mogen alleen worden uitgevoerd zoals aanbevolen
door de fabrikant van het apparaat. Onderhoud en reparatie die
de hulp van ander opgeleid personeel vereisen, moeten worden
uitgevoerd onder het toezicht van een persoon die weet hoe
brandbare koelmiddelen te gebruiken.
KOELMIDDEL
(CE) N 842/2006: Deze airconditioner bevat het koelmiddel R290.
De hoeveelheid koelmiddel is minder dan 1 kg en bevindt zich in een gesloten
koelcircuit. Het koelmiddel heeft geen zonafbrekend vermogen. Het is echter
een broeikasgas onder het Kyoto protocol en kan aldus bijdragen aan de globale
opwarming van de aarde wanneer het in de atmosfeer vrijkomt. Alleen opgeleide
technici met een gepast koelmiddelcertificaat mogen het toestel vullen of legen.
Uw airconditioner dient bij een juist gebruik en een onbeschadigd koelmiddelcircuit
niet te worden bijgevuld met koelmiddel. GWP: R290: 3.
8 Nederlands
Specifieke informatie over apparaten die R290/R32 koelgas
bevatten
Lees alle waarschuwingen aandachtig door.
Gebruik voor het ontdooien en reinigen van het apparaat geen ander gereedschap
dan door de fabrikant wordt aanbevolen.
Plaats het apparaat in een ruimte zonder ontstekingsbronnen (denk hierbij aan:
open vuur, gasapparaten of elektrische apparaten die vonken kunnen veroorzaken).
Niet doorboren en niet verbranden.
Koelgassen kunnen reukloos zijn.
Het apparaat moet worden geïnstalleerd, gebruikt en opgeslagen in een ruimte die
groter is dan 13 m
2
.
R290/R32 is een koelgas dat voldoet aan de Europese milieurichtlijnen. Doorboor
geen enkel deel van het koelcircuit.
Als het apparaat wordt geïnstalleerd, gebruikt of opgeslagen in een niet-
geventileerde ruimte, moet de ruimte zodanig zijn ontworpen dat lekkend koelgas
zich niet kan ophopen. Dit om het ontstaan van brand of explosies als gevolg
van ontsteking van het koelmiddel door elektrische kachels, branders of andere
ontstekingsbronnen te voorkomen.
Sla het apparaat zodanig op dat er geen mechanische defecten kunnen ontstaan.
Personen die aan of met het koelmiddelcircuit werken, moeten de juiste
certificering hebben die is uitgegeven door een erkende organisatie die
deskundigheid garandeert in de omgang met koelmiddelen volgens specifieke
certificeringsafspraken in de bedrijfstak.
Neem bij reparaties altijd de aanbevelingen van de fabrikant in acht.
Onderhoud en reparaties die de hulp van ander gekwalificeerd personeel vereisen,
moeten worden uitgevoerd onder toezicht van een persoon die is gecertificeerd in
de omgang met ontvlambare koelmiddelen.
Gebruik geen andere middelen om het ontdooiproces te versnellen of om schoon
te maken dan die door de fabrikant worden aanbevolen.
Het apparaat moet worden opgeslagen in een ruimte zonder continu werkende
ontstekingsbronnen (bijvoorbeeld: open vuur, een werkend gasapparaat of een
werkende elektrische kachel).
Niet doorboren of verbranden.
Houd er rekening mee dat koelmiddelen geurloos kunnen zijn.
Neem altijd de nationale wet- en regelgeving voor gassen in acht.
Blokkeer de ventilatieopeningen niet.
Sla het apparaat zodanig op dat er geen mechanische beschadigingen kunnen
ontstaan.
Breng een waarschuwing aan dat het apparaat moet worden opgeslagen in een
goed geventileerde ruimte waarvan de afmetingen overeenkomen met de ruimte
die is gespecificeerd voor gebruik.
Nederlands 9
Elke persoon die betrokken is bij het werken aan, of het demonteren van een
koelmiddelcircuit, moet in het bezit zijn van een geldig certificaat van een door de
bedrijfstak erkende beoordelingsinstantie, die hun competentie aantoont in de
veilige omgang met koelmiddelen volgens de erkende certificeringsafspraken in de
bedrijfstak.
Onderhoud mag alleen worden uitgevoerd volgens de aanbevelingen van de
fabrikant van de apparatuur.
Onderhoud en reparaties die de hulp van ander gekwalificeerd personeel vereisen,
moeten worden uitgevoerd onder toezicht van een deskundige persoon die is
gecertificeerd in de omgang met ontvlambare koelmiddelen.
Het apparaat moet worden geïnstalleerd, gebruikt en opgeslagen in een ruimte
met een vloeroppervlak groter dan 13 m
2
.
WAARSCHUWING: Dit systeem bevat koelmiddel onder
zeer hoge druk. Het systeem mag alleen door gekwalificeerd
personeel worden onderhouden.
1. Transport van apparatuur die ontvlambare koelmiddelen bevat (Bijlage CC.1)
Neem de transportvoorschriften in acht.
2. Markering van apparatuur met behulp van borden (Bijlage CC.2)
Neem de lokale regelgeving in acht.
3. Afvoeren van apparatuur die ontvlambare koelmiddelen bevat (Bijlage CC.3)
Neem de nationale regelgeving in acht.
4. Opslag van apparatuur/apparaten (Bijlage CC.4)
Sla de apparatuur op volgens de aanwijzingen van de fabrikant.
5. Opslag van verpakte (onverkochte) apparatuur (Bijlage CC.5)
De opslagverpakking dient zodanig stevig te zijn ontworpen dat er bij mechanische
beschadiging van de apparatuur in de verpakking geen koelmiddel kan gaan lekken.
Plaatselijke voorschriften bepalen het maximale aantal apparaten dat in één
ruimte mag worden opgeslagen.
10 Nederlands
6. Informatie over onderhoud (Bijlage DD.3)
1) Controleer de omgeving
Voorafgaand aan werkzaamheden aan systemen die ontvlambare koelmiddelen
bevatten, zijn veiligheidscontroles noodzakelijk om ervoor te zorgen dat het
risico van ontsteking tot een minimum wordt beperkt. Neem bij reparaties aan
koelsystemen de volgende voorzorgsmaatregelen voordat werkzaamheden aan het
systeem worden uitgevoerd.
2) Werkprocedure
Voer de werkzaamheden uit volgens een gereguleerde procedure om het risico op
het vrijkomen van ontvlambare gassen of dampen tijdens de werkzaamheden te
minimaliseren.
3) Algemeen werkgebied
Breng al het onderhoudspersoneel en anderen die in de omgeving werken op de
hoogte over de aard van de werkzaamheden die worden uitgevoerd. Vermijd het
werken in besloten ruimtes. Zet het gebied rondom de werkplek af. Zorg dat het
werkgebied veilig is door te controleren op de aanwezigheid van brandbaar materiaal
en ontstekingsbronnen.
4) Controleer op de aanwezigheid van koelmiddel
Controleer het gebied vóór en tijdens het werk met een geschikte
koelmiddeldetector, die de monteur waarschuwt voor de aanwezigheid van mogelijk
ontvlambare omgevingslucht. Gebruik alleen lekdetectieapparatuur die geschikt is
voor gebruik met ontvlambare koelmiddelen, d.w.z. vonkvrij, adequaat afgeschermd
of intrinsiek veilig.
5) Houd een brandblusser onder handbereik
Als er hete werkzaamheden aan de koelapparatuur of aanverwante onderdelen
moeten worden uitgevoerd, dienen geschikte blusmiddelen onder handbereik
aanwezig te zijn. Hang direct naast het vulgebied een poederblusser of een CO2-
blusser op.
6) Houd ontstekingsbronnen weg
Iedereen die werkzaamheden uitvoert aan een koelsysteem waarbij leidingen bloot
komen te liggen die ontvlambaar koelmiddel bevatten of ooit hebben bevat, mag
geen ontstekingsbronnen gebruiken die een brand of explosie kunnen veroorzaken.
Houd alle mogelijke ontstekingsbronnen, waaronder aangestoken sigaretten,
voldoende ver verwijderd van de plaats van installatie, reparatie, verwijdering of
afvoer, waar er ontvlambaar koelmiddel in de omgeving kan vrijkomen. Controleer
vóór het uitvoeren van de werkzaamheden of er geen ontvlambare materialen of
ontstekingsbronnen aanwezig zijn in het gebied rond de apparatuur.
Hang waarschuwingsborden met de tekst "Verboden te roken" op.
7) Zorg voor ventilatie
Werk in de open lucht of zorg dat het werkgebied voldoende geventileerd is voordat
u het systeem openmaakt of heet werk uitvoert. Zorg continu voor voldoende
ventilatie tijdens het uitvoeren van de werkzaamheden. De ventilatie moet eventueel
vrijkomend koelmiddel naar een veilige plek wegblazen en bij voorkeur afvoeren naar
de buitenlucht.
Nederlands 11
8) Controleer de koelapparatuur
Vervang elektrische componenten alleen door soortgelijke onderdelen die
voldoen aan de juiste specificaties. Neem altijd de richtlijnen voor onderhoud en
reparatie van de fabrikant in acht. Neem bij twijfel contact op met de technische
ondersteuning van de fabrikant voor assistentie.
Controleer installaties die ontvlambare koelmiddelen gebruiken op de volgende
punten:
- Het vulvolume moet overeenkomen met de afmetingen van de ruimte waarin de
koelmiddelhoudende onderdelen zijn geïnstalleerd;
- De ventilatieapparatuur en -afvoeren moeten naar behoren werken en mogen niet
zijn geblokkeerd;
- Als er een indirect koelcircuit wordt gebruikt, moet het secundaire circuit worden
gecontroleerd op de aanwezigheid van koelmiddel;
- Alle markeringen op de apparatuur moeten zichtbaar en leesbaar zijn. Herstel
vooraf alle onleesbaar geworden markeringen en borden;
- De koelleidingen en componenten die koelmiddelen bevatten moeten zodanig
zijn geïnstalleerd dat het onwaarschijnlijk is dat ze worden blootgesteld aan
stoffen die ze kunnen aantasten, voor zover de componenten niet zijn gemaakt
van materialen die inherent bestand zijn tegen corrosie, of adequaat zijn
beschermd tegen corrosie.
9) Controleer elektrische apparaten
Controleer bij reparatie en onderhoud van elektrische componenten altijd eerst
op veiligheid, en neem de inspectieprocedures voor de componenten in acht.
Als er sprake is van een storing die de veiligheid in gevaar kan brengen, mag er
geen elektrische voeding op het circuit worden aangesloten voordat deze storing
is verholpen. Als de storing niet onmiddellijk kan worden verholpen maar het
apparaat moet wel in bedrijf blijven, dan dient er een geschikte tijdelijke oplossing
te worden gerealiseerd. Meld dit altijd aan de eigenaar van de apparatuur, zodat alle
betrokkenen op de hoogte zijn.
Tot de veiligheidscontroles vooraf behoort:
Het ontladen van condensatoren: dit moet op een veilige manier gebeuren om
vonkvorming te voorkomen;
Controleer of er geen onder spanning staande elektrische componenten en
bedrading blootliggen tijdens het vullen, aftappen of spoelen van het systeem;
Controleer of de continuïteit van de aardverbindingen is gewaarborgd.
7. Reparaties aan afgeschermde componenten (Bijlage DD.4)
1) Koppel tijdens reparaties aan afgeschermde componenten alle elektrische
voedingen los van de apparatuur waaraan wordt gewerkt, voordat afdekplaten
en dergelijke worden verwijderd. Als het absoluut noodzakelijk is om de
stroomvoorziening ingeschakeld te laten tijdens onderhoud aan apparatuur, moet
er een permanent werkende lekdetector worden geplaatst op het meest kritieke
punt om te waarschuwen voor het ontstaan van mogelijk gevaarlijke situaties.
2) Besteed extra aandacht aan de volgende punten om te zorgen dat bij de
werkzaamheden aan elektrische componenten de behuizing niet zodanig wordt
gewijzigd dat het beschermingsniveau wordt beïnvloed.
12 Nederlands
Denk hierbij aan beschadigde kabels, het maken van te veel verbindingen per
aansluiting, klemmen die niet aan de oorspronkelijke specificaties voldoen,
beschadigde afdichtingen, onjuiste montage van pakkingen, enz.
Zorg dat het apparaat stevig is bevestigd.
Controleer of afdichtingen en afdichtingsmaterialen nog steeds voldoende in staat
zijn om te voorkomen dat ontvlambare omgevingslucht binnendringt. Gebruik
uitsluitend vervangende onderdelen die voldoen aan de specificaties van de
fabrikant.
LET OP: Het gebruik van siliconenhoudende afdichtmiddelen kan de werking
van sommige soorten lekdetectieapparatuur verstoren. Intrinsiek veilige
componenten hoeven niet te worden losgekoppeld voordat eraan wordt gewerkt.
8. Reparaties aan intrinsiek veilige componenten (Bijlage DD.5)
Sluit geen permanente inductieve of capacitieve belastingen aan op het circuit
zonder te controleren of daarmee de toegestane spanningen en stromen voor de
gebruikte apparatuur worden overschreden.
Intrinsiek veilige componenten zijn de enige typen componenten waaraan gewerkt
mag worden terwijl ze onder spanning staan in de aanwezigheid van ontvlambare
omgevingslucht. Gebruik uitsluitend testapparatuur met de juiste certificeringen.
Vervang componenten alleen door onderdelen die overeenkomen met de
specificaties van de fabrikant. Het gebruik van afwijkende onderdelen kan brand
veroorzaken wanneer er koelmiddel door lekkage naar de omgevingslucht ontsnapt.
9. Kabels (Bijlage DD.6)
Controleer of de kabels niet zijn blootgesteld aan slijtage, corrosie, overmatige druk,
trillingen, scherpe randen of andere nadelige omgevingsinvloeden. Houd bij de
controle ook rekening met de gevolgen van veroudering en voortdurende trillingen
van compressoren of ventilatoren.
10. Detectie van ontvlambare koelmiddelen (Bijlage DD.7)
Gebruik nooit potentiële ontstekingsbronnen bij het zoeken naar, of opsporen van
koelmiddellekken. Gebruik geen halogeenlamp (of een andere detector met een
open vlam).
11. Lekdetectiemethoden (Bijlage DD.8)
De volgende lekdetectiemethoden mogen worden gebruikt voor systemen die
ontvlambare koelmiddelen bevatten.
Gebruik bij voorkeur elektronische lekdetectoren om ontvlambare koelmiddelen
te detecteren. Soms is de gevoeligheid van dergelijke apparatuur echter
niet toereikend, of moeten ze opnieuw worden gekalibreerd. (Kalibreer
detectieapparatuur altijd in een koelmiddelvrije ruimte.) Controleer of de detector
geen potentiële ontstekingsbron is, en of hij geschikt is voor het gebruikte
koelmiddel. Stel de lekdetectieapparatuur in op een percentage van de LFL
(onderste ontvlammingsgrens) van het koelmiddel en kalibreer de apparatuur op het
gebruikte koelmiddel en het juiste gaspercentage (maximaal 25%).
Ook lekdetectievloeistoffen zijn geschikt voor gebruik met de meeste koelmiddelen,
maar vermijd het gebruik van chloorhoudende stoffen omdat het chloor kan
reageren met het koelmiddel en het koperen leidingwerk kan aantasten.
Als een lek wordt vermoed, moeten alle open vlammen worden gedoofd of verwijderd.
Nederlands 13
Als er een koelmiddellek wordt gevonden dat solderen vereist, moet eerst al het
koelmiddel uit het systeem worden afgetapt, of moet het koelmiddel worden
geïsoleerd (door middel van afsluiters) in een deel van het systeem op afstand van
het lek. Spoel het systeem vervolgens met zuurstofvrije stikstof (OFN), zowel vóór
als tijdens het soldeerproces.
12. Aftappen en leegmaken (Bijlage DD.9)
Bij het openmaken van een koelcircuit om reparaties uit te voeren - alsmede voor
alle andere doeleinden - moeten altijd de juiste voorschriften en procedures
worden nageleefd. Probeer daarnaast altijd zo veilig mogelijk te werken vanwege de
ontvlambaarheid van koelmiddelen. Hanteer daarom altijd de volgende procedure:
Verwijder het koelmiddel;
Spoel het circuit met inert gas;
Maak het systeem leeg;
Spoel nogmaals met inert gas;
Open het circuit door te zagen of te solderen.
Vang het koelmiddel op in een geschikte opslagcilinder. Spoel het systeem met OFN
(zuurstofvrije stikstof) om de installatie veilig te maken. Mogelijk moet u dit proces
enkele keren herhalen. Gebruik nooit perslucht of zuurstof om een installatie te
spoelen.
Spoel het vacuümsysteem door er OFN in te laten stromen, en vul het systeem
daarna met OFN totdat de werkdruk is bereikt. Laat dit vervolgens naar de atmosfeer
ontsnappen en trek het systeem opnieuw vacuüm. Herhaal dit proces totdat er geen
koelmiddel meer in het systeem zit. Na de laatste OFN-spoeling, moet het systeem
worden ontlucht tot atmosferische druk om werkzaamheden mogelijk te maken. Dit
is een absoluut noodzakelijke voorwaarde als er soldeerwerkzaamheden aan het
leidingwerk moeten plaatsvinden.
Zorg dat de uitlaat van de vacuümpomp niet in de buurt van ontstekingsbronnen ligt
en dat de omgeving voldoende wordt geventileerd.
13. Vulprocedures (Bijlage DD.10)
Neem bij het vullen naast de standaardprocedures ook de volgende vereisten in acht.
- Voorkom bij het gebruik van de vulapparatuur dat er verschillende koelmiddelen
met elkaar vermengd raken. Slangen en leidingen moeten zo kort mogelijk zijn om
de hoeveelheid koelmiddel die ze bevatten te minimaliseren.
- Zet cilinders altijd rechtop.
- Aard het koelsysteem voordat u het systeem vult met koelmiddel.
- Markeer het systeem dat het is gevuld (als dit nog niet eerder is gedaan).
- Let goed op dat het koelsysteem niet overmatig wordt gevuld.
Voer een druktest uit met OFN (zuurstofvrije stikstof) voordat het systeem
wordt gevuld. Controleer het systeem op lekken na het vullen, maar vóór de
inbedrijfstelling. Voer altijd een laatste lektest uit voordat u de locatie verlaat.
14 Nederlands
14. Buitengebruikstelling (Bijlage DD.11)
Om deze procedure uit te voeren, is het essentieel dat de monteur zich vooraf
volledig vertrouwd heeft gemaakt met de apparatuur en alle onderdelen ervan.
Het wordt standaard aanbevolen om gebruikte koelmiddelen altijd veilig af te
tappen en af te voeren. Neem voorafgaand aan de werkzaamheden een olie- en
koelmiddelmonster wanneer hergebruik van het afgetapte koelmiddel een analyse
vooraf vereist. Het is essentieel om te controleren of er een stroomvoorziening
aanwezig is voordat met de werkzaamheden wordt begonnen.
a) Maak uzelf vertrouwd met de apparatuur en de werking ervan.
b) Verbreek de elektrische aansluiting tussen het systeem en de stroomtoevoer.
c) Controleer voor aanvang van de werkzaamheden of aan de volgende punten is
voldaan:
Alle vereiste mechanische voorzieningen zijn aanwezig, bijv. om de
koelmiddelcilinders te hanteren;
Alle persoonlijke beschermingsmiddelen zijn aanwezig en worden correct gebruikt;
Er is te allen tijde een competente persoon aanwezig die toezicht houdt op het
aftapproces;
Alle aftapapparatuur en opslagcilinders voldoen aan de geldende normen.
d) Pomp bij voorkeur het koelsysteem leeg, indien dit mogelijk is.
e) Is leegpompen niet mogelijk, gebruik dan een passend verdeelstuk om zo veel
mogelijk koelmiddel uit de verschillende delen van het systeem te verwijderen.
f) Plaats de cilinder op de weegschaal voordat het aftappen begint.
g) Start de aftapinstallatie en werk volgens de instructies van de fabrikant.
h) Vul cilinders nooit meer dan is toegestaan. (Maximaal 80% vloeistofvolume).
i) Overschrijd nooit de maximale werkdruk van de cilinder, zelfs niet kortstondig.
j) Wanneer de cilinders correct zijn gevuld en het proces is voltooid, verwijder dan
onmiddellijk alle cilinders en apparatuur van de locatie en sluit alle afsluiters van de
apparatuur.
k) Vul nooit afgetapt koelmiddel in een ander koelsysteem voordat het eerst is
gereinigd en gecontroleerd.
15. Markeringen (Bijlage DD.12)
Breng markeringen aan op de apparatuur met de vermelding dat deze buiten bedrijf
is gesteld en is ontdaan van koelmiddel. Zet de datum op de markering, én uw
naam. Breng markeringen aan op de apparatuur die aangeven dat de apparatuur
ontvlambaar koelmiddel bevat.
16. Aftappen (Bijlage DD.13)
Bij het verwijderen van koelmiddel uit een systeem, voor onderhoud of
buitenbedrijfstelling, verdient het de aanbeveling om alle koelmiddelen veilig te
verwijderen. Gebruik bij het aftappen van koelmiddel alleen cilinders die geschikt
zijn voor het opslaan van koelmiddel. Zorg dat er genoeg cilinders beschikbaar
zijn om de totale inhoud van het koelsysteem in op te slaan. Gebruik uitsluitend
cilinders die geschikt zijn voor het opslaan van het af te tappen koelmiddel en
breng er markeringen op aan welk koelmiddel ze bevatten (gebruik dus speciale
opslagcilinders). De cilinders moeten compleet zijn, inclusief goed werkende
overdrukventielen en afsluiters. Pomp lege opslagcilinders vacuüm en koel ze af,
Nederlands 15
indien mogelijk, voordat er gas in wordt opgeslagen.
De aftapinstallatie moet in goede staat verkeren en over een handleiding beschikken
die de gebruikte apparatuur beschrijft, en moet geschikt zijn voor het opvangen
van ontvlambare koelmiddelen. Daarnaast moet er een gekalibreerde weegschaal
beschikbaar zijn die correct werkt. Alle slangen dienen te zijn voorzien van lekvrije
koppelingen die correct werken. Controleer voor gebruik van de aftapinstallatie
of deze in goede staat verkeert, goed is onderhouden en of alle bijbehorende
elektrische componenten voldoende zijn afgeschermd om ontsteking te voorkomen
in geval van een koelmiddellekkage. Raadpleeg bij twijfel de fabrikant.
Lever het opgevangen koelmiddel in de juiste opslagcilinder in bij de
koelmiddelleverancier en vraag om een ontvangstbewijs voor de ingeleverde
afvalstoffen. Combineer geen koelmiddelen met elkaar in de aftapinstallatie en zeker
niet in de cilinders.
Als compressoren of compressoroliën moeten worden verwijderd, maak het
apparaat dan eerst leeg tot een niveau waarop er geen ontvlambaar koelmiddel
in het smeermiddel achterblijft. Het leegmaken moet gebeuren voordat de
compressor naar de leverancier wordt teruggestuurd. Het compressorlichaam mag
alleen elektrisch worden verwarmd om dit proces te versnellen (niet met een open
vlam). Wanneer er olie uit een systeem moet worden verwijderd, doe dit dan op een
veilige manier.
16 Nederlands
productomschrijving
2
1. Sensor voor afstandsbediening
2. Luchtuitlaat met lamellen
3. Bedieningspaneel
4. Handgreep
5. Zwenkwielen
6. Aansluitsnoer met stekker
7. Luchtuitlaat - warme lucht
8. Luchtinlaat
9. Schroefdop voor waterafvoer
1
Nederlands 17
2
4
3
5
6
8
9
10
11
12 1716151413
7
10. Luchtinlaat
11. Condenswaterafvoer
12. Aansluitstuk
13. Aansluitstuk
14. Afvoerslang - lucht
15. Afvoerslang - water
16. Flexibele raamafdichtingset
17. Afstandsbediening met batterijen
vóór het eerste gebruik
3
Voordat u het apparaat voor de eerste maal in gebruik neemt, dient u als volgt te werk te gaan: pak de airconditioner en alle
accessoires voorzichtig uit en verwijder al het verpakkingsmateriaal en eventuele promotionele stickers.
De verpakking (plastic zakken en karton) buiten het bereik van kinderen houden.
Controleer na het uitpakken het apparaat zorgvuldig op uiterlijke schade, mogelijk ontstaan tijdens transport.
Plaats het apparaat op een stevige, vlakke ondergrond en let op dat er genoeg ruimte omheen is voor voldoende ventilatie.
Controleer of alle genoemde accessoires meegeleverd zijn.
Reinig de airconditioner met een licht vochtige doek.
Controleer vóór het aansluiten van het apparaat of:
de aansluitspanning overeenkomt met die op het typeplaatje;
stopcontact en stroomvoorziening geschikt zijn voor het apparaat;
de stekker van het snoer in het stopcontact past;
het apparaat op een stabiele en vlakke ondergrond staat.
HET PLAATSEN VAN DE AIRCONDITIONER
Het apparaat moet geplaatst worden op een stevige, vlakke ondergrond
met voldoende vrije ruimte erom heen.
Blokkeer de luchtuitlaat niet en zorg voor een vrije ruimte van minimaal 45 cm
rondom het apparaat.
Laat het apparaat nadat het rechtop geplaatst is, minimaal 2 uur staan voordat
u de stekker in het stopcontact steekt.
Om het apparaat eenvoudig te (ver)plaatsen, is deze voorzien van zwenkwielen.
Rol het apparaat rustig over de vloer. Let op dat de vloer vlak is en probeer
niet over dingen heen te rijden.
OPMERKING: Het optimaal functioneren van het apparaat is afhankelijk van de lengte
van de afvoerslang en het aantal bochten. Probeer beide te beperken. De bijgeleverde
flexibele afvoerslang heeft een maximale lengte van ca. 150 cm en is berekend op
de capaciteit van het apparaat. Het gebruik van andere slangen of verlengstukken
kan storingen aan het apparaat veroorzaken. De lucht moet ongehinderd kunnen
stromen, anders kan dit oververhitting van het apparaat of condensatie van water in de
luchtafvoerslang tot gevolg hebben. Zorg er daarom voor dat er geen knikken of scherpe
bochten in de afvoerslang zitten. Om een optimaal resultaat te verkrijgen, dient de
afvoerslang tijdens gebruik van het apparaat korter gehouden te worden dan 1 meter.
HET INSTALLEREN VAN DE LUCHTAFVOERSLANG
Plaats het apparaat in de buurt van een raam of opening zodat de warme lucht naar buiten
kan stromen via de afvoerslang.
1. Trek voorzichtig de afvoerslang uit tot de gewenste lengte.
2. Draai het verbindingsstuk op de afvoerslang aan een uiteinde.
3. Draai het andere verbindingsstuk op het andere uiteinde van de afvoerslang.
4. Bevestig de afvoerslang aan de luchtuitlaat aan de achterzijde van het apparaat.
18 Nederlands
5. Hang het andere uiteinde van de afvoerslang naar buiten. Zorg voor een vrije doorgang van de slang. Sluit hierbij het raam
of de deur zover mogelijk. Maak eventueel gebruik van de raamafdichtingsset.
Fig. 1
Fig. 2
Fig. 3
1. schuif aan
2. draai vast
Nederlands 19
INSTALLATIE VAN DE RAAMAFDICHTINGSSET
De flexibele raamafdichtingsset is geschikt voor veel ramen. Bijvoorbeeld: draai-kiepramen, naar buiten en naar binnen
draaiende ramen. Het zorgt ervoor dat u de afvoerslang naar buiten kunt hangen, zonder dat de warme lucht weer naar
binnen stroomt of dat u last krijgt van insecten.
Voor naar buiten draaiende ramen adviseren wij om alle vier de zijden (a+b+c+d) om het raam te plakken en voor naar
binnen draaiende ramen maar drie zijden (a+b+c).
Plak het meegeleverde dubbelzijdige plakband op het raamkozijn en het raam volgens één van de onderstaande
tekeningen die op uw situatie lijkt.
Bevestig vervolgens het doek op het plakband wat u in de openingen heeft geplakt.
1. Plak het meegeleverde dubbelzijdige tape op het raamkozijn.
2. Plak vervolgens dubbelzijdig tape op het raam.
3. Snijd de overtollige tape af.
4. Zorg dat de tape op de hoeken elkaar goed overlapt om een goede afdichting te krijgen.
5. Bevestig het doek op de tape die op het raamkozijn en het raam geplakt zijn.
6. Zorg ervoor dat het doek aan beide zijden netjes op de tape geplakt wordt.
7. Rits het doek open.
8. Steek de afvoerslang door de opening en rits het doek dicht om een goede afdichting te krijgen.
Fig. 1 Fig. 2 Fig. 3
Fig. 4 Fig. 5 Fig. 6
Fig. 7 Fig. 8
de bediening van de airconditioner
4
De airconditioner heeft naast het koelen nog twee andere functies, namelijk luchtcirculatie en lucht ontvochtigen.
De airconditioner kan bedient worden via het bedieningspaneel op het apparaat en met de bijgeleverde afstandsbediening.
Kies een locatie waar een stopcontact in de buurt is.
Installeer de afvoerslang volgens de afbeeldingen en zorg dat het raam zover als mogelijk gesloten is.
Steek de stekker in een geaard stopcontact.
Druk op de aan/uit toets
om de airconditioner aan te zetten. De lamellen van de luchtuitlaat openen automatisch.
Het temperatuurbereik van de airconditioner is: 18 tot 32°C.
Controleer of de afvoerslang correct is gemonteerd.
Deel het stopcontact niet met andere apparaten.
KOELEN
Druk op de functie toets [ mode /
] totdat het indicatie lampje - koelen - brandt. In het display verschijnt de ingestelde
temperatuur.
Druk op de toetsen [ temp en temp ] om de gewenste kamertemperatuur in te stellen (tussen de 18°C en 32°C).
Druk op de toets [ speed /
] om de windsnelheid in te stellen. Er zijn vier ventilatiestanden: hoog, middel, laag en
automatisch.
De beste temperatuur gedurende de zomer zal tussen de 21 en 24°C zijn. De snelheid van de ventilator zal op de
luchtciruclatie stand beter voelbaar zijn dan op de koelen stand.
ONTVOCHTIGEN
Druk op de functie toets [ mode / ] totdat het indicatie lampje - ontvochtigen - brandt. In het display verschijnt .
De windsnelheid staat op automatisch en kan niet veranderd worden.
Tijdens het gebruik van deze stand moet er een tuinslang (niet meegeleverd) of iets dergelijks worden aangesloten om het
condensvocht af te voeren.
Draai de schroefdop aan de achterzijde van het apparaat los.
Monteer het uiteinde van een tuinslang of soortgelijke afvoerslang op de afvoer en leg het andere uiteinde in een
verzamelbak die lager gesitueerd is dan de afvoer van het apparaat zodat het condenswater goed afgevoerd kan worden.
1. Functie toets voor [ mode /
]
2. Timer toets
3. Temperatuur omhoog
4. Temperatuur omlaag
5. Selectie toets voor windsnelheid [ speed /
]
6. aan-/ uit toets
7. Indicatie lampje - koelen
8. Indicatie lampje - ontvochtigen
9. Indicatie lampje - luchtcirculatie
10. Indicatie lampje - timer
11. Display
12. Indicatie lampje - ventilatie snelheid
13. Indicatie lampje - auto functie
1 65432
7 1398 11 1210
schroefdop
tuinslang of
afvoerslang
20 Nederlands
Nederlands 21
Let op:
Er kan condensvocht uit de afvoer lopen als de schroefdop
verwijderd wordt en het apparaat is gebruikt op de stand koelen.
Houdt een lekbakje bij de hand als de schroefdop verwijderd wordt
om het condensvocht op te vangen.
Zorg ervoor dat de afvoerslang voor het condensvocht goed afloopt
en niet hoger hangt dan de afvoer van het apparaat.
Bij het gebruik van de stand koelen wordt geadviseerd om het
condenswater niet continue af te voeren, maar om de schroefdop
weer te sluiten. Zo kan het apparaat maximaal presteren.
LUCHTCIRCULATIE
Bij het gebruik van deze stand hoeft de luchtafvoerslang niet aangesloten te zijn.
Druk op de functie toets [ mode / ] totdat het indicatie lampje - luchtcirculatie - brandt.
Druk op de toets [ speed /
] om de windsnelheid - hoog , middel of laag - in te stellen.
Dit wordt als volgt op het display weergegeven:
hoge snelheid, gemiddelde snelheid, lage snelheid.
AUTOMATISCHE STAND
Bij het gebruik van de auto stand selecteer het apparaat zelf of deze moet koelen of de lucht moet circuleren. Dit is afhankelijk
van de kamertemperatuur.
Druk op de functie toets [ mode / ] totdat het indicatie lampje - auto - brandt. In het display verschijnt het volgende:
De windsnelheid kan wel ingesteld worden. Druk op de toets [ speed /
] om de gewenste windsnelheid te selecteren.
Als de kamertemperatuur onder de 23°C is, zal het apparaat de lucht laten circuleren en boven de 23°C zal het apparaat koelen.
DE TIMER INSTELLEN
-
De timerfunctie kan gebruikt worden om het apparaat automatisch aan te laten gaan (uitgestelde start) of om deze
automatisch op een ingestelde tijd uit te laten gaan (automatische uitschakeling).
Uitgestelde start
Zet het apparaat aan en selecteer de stand die u wilt gebruiken.
Zet het apparaat uit. Het apparaat onthoudt de laatste instelling en zal op de stand/temperatuur aan gaan.
Druk op de timer toets
als het apparaat uit staat.
Druk herhaaldelijk op de timer toets totdat de gewenste tijd in het display staat. Wacht 5 seconden tot de timer is
bevestigd. Het indicatie lampje van de timer brandt en het timer symbool staat in het display.
Zodra de ingestelde uren voorbij zijn, zal het apparaat automatisch inschakelen.
Om de uitgestelde start te annuleren, drukt u nogmaals op de timer toets of op de aan-/ uit toets .
Automatische uitschakeling
Druk op de timer toets
als het apparaat aan staat. Het display zal uren aangeven.
Druk herhaaldelijk op de timer toets totdat de gewenste tijd in het display staat. Wacht 5 seconden tot de timer is
bevestigd. Het indicatie lampje van de timer brandt en het timer symbool staat in het display.
Zodra de ingestelde uren voorbij zijn, zal het apparaat automatisch uitschakelen.
Om de automatische uitschakeling te annuleren, drukt u nogmaals op de timer toets of op de aan-/ uit toets .
DE AFSTANDSBEDIENING
aan- / uit toets windsnelheid toets
omhoog toets mode toets
omlaag toets swing toets
timer toets slaap functie
toets voor temperatuureenheid
Richt de afstandsbediening op de sensor van het apparaat. Het bereik
van de afstandsbediening is ca. 7 meter (zonder obstakels tussen het
apparaat en de afstandsbediening).
Plaats de twee meegeleverde AAA 1,5 Volt batterijen in de afstandsbediening
volgens de tekening. Let op de plus- en minpooltekens aan de binnenkant
van de afstandsbediening.
Opmerking:
Als de afstandsbediening vervangen of niet langer gebruikt wordt,
moeten de batterijen worden verwijderd en afgevoerd volgens de
geldende wetgeving omdat ze schadelijk zijn voor het milieu.
Gebruik geen oude en nieuwe batterije door elkaar. Gebruik geen alkaline,
standaard (carbon-zinc) of oplaadbare (nikkel-cadmium) batterijen door
elkaar.
Batterijen kunnen exploderen of lekken bij blootstelling aan open vuur.
Lever batterijen in bij een milieaustraat of erkend inleverpunt.
Verwijder de batterijen uit de afstandsbediening als het apparaat
gedurende langere tijd niet wordt gebruikt (winter opslag) en bewaar
ze op een koele, droge plaats.
Overige functies
Met de afstandsbediening kunt u dezelfde functies bedienen als hiervoor beschreven zijn. Via de afstandsbediening kunt
u nog twee extra functies bedienen, namelijk de swing- en slaap functie.
SWING FUNCTIE
Met de swing functie kunt u het op en neer bewegen van de lamellen bepalen en daarmee de luchtstroom.
Zet het apparaat aan op de gewenste stand (koelen, luchtcirculatie of ontvochtigen).
Druk op de swing toets
en de lamellen stoppen met bewegen in verschillende posities of de lamellen bewegen
continue.
SLAAP FUNCTIE
Gebruik de slaap functie als u het apparaat ‘s nachts wilt gebruiken. Het apparaat functioneert langzaam aan steeds minder.
Het display dimt automatisch en de windsnelheid staat op de laagste stand.
Zet het apparaat aan op de stand - koelen.
Druk op de slaap toets
. Het display dimt automatisch en de windsnelheid gaat naar de laagste stand.
De slaap functie handhaaft de optimale temperatuur in de kamer zonder excessieve schommelingen in temperatuur of
luchtvochtigheid met een stille werking. De windsnelheid is altijd laag, terwijl de kamertemperatuur en luchtvochtigheid licht
variëren om ervoor te zorgen dat de kamer comfortabel blijft.
De geselecteerde temperatuur zal ieder uur 1°C omhoog gaan gedurende een periode van twee uur. Deze nieuwe
temperatuur blijft gehandhaafd gedurende de volgende 6 uren. Daarna zal het apparaat automatisch uitschakelen.
De slaap functie kan geannuleerd worden door op de toets slaap
, mode of windsnelheid te drukken.
Bij het gebruik van de standen luchtcirculatie en ontvochtigen kan de slaap functie niet gebruikt worden.
max. 7 meter
22 Nederlands
Wanneer er overtollig condensvocht in het apparaat zit, zal het apparaat automatisch uitschakelen en in het display
verschijnt
om aan te geven dat de interne watertank vol is. Het overtollige condensvocht kan op de volgende manieren
verwijderd worden:
Handmatige afvoer - bij het gebruik van het apparaat in een ruimte met een
hoge luchtvochtigheid.
1. Verwijder de stekker uit het stopcontact.
2. Plaats een laag bakje onder de onderste uitloop voor condenswaterafvoer.
Zie de tekening.
3. Verwijder het afdekdopje.
4. Het water zal uit de afvoer stromen in het bakje.
5. Plaats het afdekdopje terug zodra er geen water meer uit stroomt.
6. Zet het apparaat weer aan.
Continue afvoer - advies bij het gebruik van de stand ontvochtigen.
1. Verwijder de stekker uit het stopcontact.
2. Verwijder het afdekdopje. Houdt een lekbakje in de buurt als het
afdekdopje verwijderd wordt om condensvocht op te vangen wat uit
de uitloop kan komen.
3. Sluit de afvoerslang (1/2” of 12.7 mm) aan. Zie tekening.
4. Het water zal continue afgevoerd worden via de afvoerslang.
5. Zet het apparaat weer aan.
Condensvocht afvoeren kan ook op de manier zoals deze omschreven staat
op pagina 12 bij het paragraaf ONTVOCHTIGEN.
VERANDEREN VAN TEMPERATUUREENHEID CELSIUS
/
FAHRENHEIT
Druk op de toets °C/°F als het apparaat stand-by staat om de weergave van de temperatuureenheid te veranderen.
Voorbeeld: het apparaat staat op KOELEN 24°C dan zal het display 24 aangeven zoals
hiernaast. Als u het apparaat weer aan zet na het veranderen van de temperatuureenheid,
zal het display 75 aangeven.
tips voor efficient gebruik
5
Om het apparaat maximaal te laten presteren, volgt u de onderstaande aanbevelingen:
Sluit ramen en deuren van de ruimte die gekoeld moet worden. Wanneer u het apparaat wilt laten
staan in een ruimte, adviseren wij u om een deur op een kier te laten staan ( 1cm ) zodat er goed
geventileerd kan worden.
Sluit gordijnen en/of jaloeziëen om de zon te weren, zodat het apparaat minder hoeft te koelen en
zo energiezuiniger is.
Plaats niets op het apparaat.
Dek de luchtuitlaat en - inlaten niet af. Zorg dat de roosters onbedekt zijn.
Zorg ervoor dat er geen warmtebronnen in de ruimte zijn.
Gebruik het apparaat niet in hele vochtige ruimtes, zoals een badkamer of wasruimte.
Gebruik het apparaat nooit buitenshuis.
Zorg ervoor dat het apparaat op een vlakke, stabiele ondergrond staat.
condensvocht afvoeren
6
afdekdopje
uitloop
afdekdopje
afvoerslang
uitloop
Nederlands 23
reiniging en onderhoud
7
Zet voordat u uw airconditioner wilt reinigen het apparaat uit met de aan-/ uit toets, wacht een paar minuten en verwijder
de stekker uit het stopcontact.
Het reinigen van de buitenkant
Reinig de buitenkant van het apparaat met een vochtige doek en droog na met een droge doek. Indien noodzakelijk kunt
u de buitenkant van het apparaat met behulp van een mild afwasmiddel reinigen.
Was het apparaat nooit met water. Dit kan gevaarlijk zijn.
Gebruik geen benzine, alcohol of soortgelijke oplosmiddelen om het apparaat schoon te maken.
Spuit nooit met insectensprays of soortgelijke middelen.
Gebruik geen agressieve of schurende schoonmaakmiddelen om het apparaat te reinigen.
Dompel het apparaat, het snoer of de stekker nooit in water of een andere vloeistof onder.
Het reinigen van het luchtfilter
Om het apparaat optimaal te laten functioneren, adviseren wij om het luchtfilter elke week
te reinigen. Het luchtfilter kan namelijk verstopt raken met stof en vuil. Verwijder het luchtfilter
zoals getoond wordt in de tekening.
Gebruik een stofzuiger om al het stof van het luchtfilter te verwijderen.
Als het luchtfilter erg vies is, mag deze met lauwwarm water gereinigd worden.
Dompel het luchtfilter in lauwwarm water (max. 40°C) met een zacht reinigingsmiddel.
Spoel het luchtfilter een aantal malen en laat het aan de lucht drogen. Leg het luchtfilter
niet in de zon of op de verwarming om te drogen.
Plaats het luchtfilter terug. Controleer of deze volledig droog is voordat het apparaat weer
gebruikt wordt.
Het reinigen van de luchtinlaten
Om het apparaat optimaal te laten functioneren, kunt u de luchtinlaten reinigen met behulp
van een stofzuiger met een zachte borstelzuigmond.
Start of einde van het seizoen
Controleer aan de start van het seizoen of het snoer en de stekker onbeschadigd zijn. Volg de installatie instructies om het
apparaat te plaatsen.
Zorg er aan het einde van het seizoen voor dat er geen condensvocht meer in het apparaat zit. Voer het vocht af volgens
de instructies in het hoofdstuk CONDENSVOCHT AFVOEREN en zorg er voor dat het luchtfilter schoon is voordat u het
apparaat opbergt.
problemen en oplossingen
8
Controleer eerst het onderstaande voordat u de airconditioner inlevert voor reparatie.
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
Het apparaat gaat niet aan.
• De stroom is uitgevallen
• De stekker zit niet in het stopcontact
• De beveiliging is geactiveerd
• Controleer de stroomtoevoer
• Steek de stekker in het stopcontact
• Wacht 30 minuten voordat u het
apparaat opnieuw inschakelt. Als het
probleem blijft, neem dan contact op
met de klantenservice.
Het apparaat werkt maar gedurende
een korte periode
• De luchtafvoerslang is geknikt
• De luchtuitlaat/ - afvoer is
geblokkeerd
• Plaats de luchtafvoerslang volgens
de voorschriften. Zo kort mogelijk
en bij voorkeur zonder bochten.
• Controleer of de lucht vrij
kan uitstromen
Het apparaat koelt niet genoeg.
• Niet alle deuren en ramen zijn gesloten. • Zorg ervoor dat alle deuren en ramen
gesloten zijn.
• Er zijn warmtebronnen in de kamer
actief.
• Verwijder de warmtebronnen of zet
deze uit indien mogelijk.
• De luchtafvoerslang is los geraakt
van het apparaat
• Monteer de luchtafvoerslang aan
de achterzijde van het apparaat
• Het apparaat is niet geschikt voor
de ruimte waarin deze staat
24 Nederlands
Typenummer AC125W
Voltage 220-240Volt ~50Hz
Aansluitwaarde 1350 Watt
Koelcapaciteit* 12000Btu/h (3.2 kW)
EE Class* A
EER* 2,6
Opgenomen vermogen kW 1,2
Opgenomen vermogen Standby W 0,5
Stroomverbruik nom. A 5,3
Luchtverplaatsing max. m
3
/h 300
Ontvochtiging max. ** L/24h 36
Geschikt voor m
3
105
Koelmiddel / GWP type/gr R-290 / 3 /235 g.
Thermostaat range °C 18 - 32
Ventilatorsnelheden 3
Max. geluidsniveau dB(A) 65 dB
Afmetingen (hxbxd) 715 x 445 x 370 mm
Netto gewicht 31 kg
Beschermingsklasse IPX0
Afstandsbediening ja
technische specificaties
9
Nederlands 25
Het apparaat ruikt onaangenaam
tijdens het gebruik
• Het luchtfilter is vies/ zit verstopt • Reinig het luchtfilter volgens
de voorschriften
Het apparaat gaat niet aan gedurende
3 minuten nadat deze opnieuw
aan gezet is
• De interne beveiliging van de
compressor voorkomt dat het
apparaat aan gezet worden totdat
er 3 minuten voorbij zijn nadat
het apparaat uit gezet is.
• Deze vertraging is normaal en het
apparaat zal normaal functioneren
zodat de 3 minuten voorbij zijn
Display code
• Lage temperatuur - vorstbeveiliging • Het apparaat is voorzien van een
vorstbeveiliging om te voorkomen dat
er overmatig ijs vormt. Het apparaat
start automatisch opnieuw op zodat
het ontdooiproces afgerond is.
• Probe fout - sensor defect • Als deze code in het display
verschijnt, neem dan contact op met
de klantenservice.
• Volle watertank • Leeg de interne watertank. Volgens
de instructies in hoofstuk 6 -
condensvocht afvoeren
Hoe belangrijk service is, hoeven we je niet te vertellen. We ontwikkelen onze producten zodat je er jarenlang
onbezorgd plezier van kan hebben. Ontstaat er toch een probleem, dan vinden we dat je direct een oplossing mag
verwachten. Daarom bieden we je op onze producten een omruilservice, bovenop de rechten en vorderingen die je
op grond van de wet toekomen. Door een product of onderdeel om te ruilen, besparen we je tijd, moeite en kosten.
2 jaar volledige fabrieksgarantie
1. Op alle producten van Inventum krijg je als consument standaard 2 jaar volledige fabrieksgarantie. Binnen deze periode
wordt een defect product of onderdeel altijd gratis omgeruild voor een nieuw exemplaar. Om aanspraak te maken op de
2 jaar volledige fabrieksgarantie, kun je teruggaan naar de winkel waar je het product hebt gekocht of contact opnemen
met de consumentenservice van Inventum via het contactformulier op www.inventum.eu/service-aanvraag.
2. De garantieperiode van 2 jaar begint te lopen op de datum van aankoop van het product.
3. Voor het recht op garantie dien je een kopie van het originele aankoopbewijs te kunnen overleggen.
4. De garantie geldt uitsluitend bij normaal huishoudelijk gebruik van de Inventum producten binnen Nederland.
5 jaar Inventum garantie
1. Op de meeste groot huishoudelijke apparatuur en een selectie klein huishoudelijke producten biedt Inventum
de 5 jaar Inventum garantie. Deze 5 jaar Inventum garantie bestaat uit de 2 jaar volledige fabrieksgarantie en daarna
3 jaar aanvullende garantie. Het enige dat je hoeft te doen voor het recht op 3 jaar aanvullende garantie is het product
te registreren binnen 45 dagen na aankoop. In de volgende paragraaf lees je meer over het registreren van het product.
2. Voor de 5 jaar Inventum garantie geldt dat een defect product of onderdeel gedurende de eerste 2 jaar altijd gratis wordt
omgeruild voor een nieuw exemplaar. Gedurende het 3e tot en met het 5e jaar betaal je alleen de omruilkosten.
De actuele omruilkosten kun je terugvinden op www.inventum.eu/omruilkosten.
3. Om aanspraak te maken op de 5 jaar Inventum garantie kun je teruggaan naar de winkel waar je het product hebt gekocht of
contact opnemen met de consumentenservice van Inventum via het formulier op www.inventum.eu/service-aanvraag.
4. De garantieperiode van 5 jaar begint te lopen op de datum van aankoop van het product.
5. Voor het recht op garantie dien je een kopie van het originele aankoopbewijs te kunnen overleggen.
6. De garantie geldt uitsluitend bij normaal huishoudelijk gebruik van de Inventum producten binnen Nederland.
Productregistratie
1. De 3 jaar aanvullende garantie is eenvoudig en kosteloos te regelen door het product binnen 45 dagen na aankoop
te registreren via de website www.inventum.eu/garantieregistratie. Wanneer je het product niet binnen 45 dagen na
aankoop hebt geregistreerd, heb je nog tot 2 jaar na aankoop de tijd om dit te regelen. Er zijn dan wel kosten aan deze
registratie verbonden. De eenmalige registratiekosten bedragen € 89,- voor elk afzonderlijk product. Registreren is alleen
mogelijk voor producten waar de 5 jaar Inventum garantie op van toepassing is. Of het product in aanmerking komt voor
de 5 jaar Inventum garantie vind je in de gebruiksaanwijzing van het product en bij de informatie over het product op de
website van Inventum.
2. De garantieperiode begint steeds te lopen vanaf de datum van aankoop van het product. Ook wanneer het product
pas later voor aanvullende garantie wordt geregistreerd, wordt de garantieperiode vanaf de originele aankoopdatum
berekend.
3. De 3 jaar aanvullende garantie kun je alleen aanvragen als je beschikt over een kopie van het originele aankoopbewijs
en het Inventum 5 jaar garantiecertificaat.
Groot huishoudelijke apparatuur
1. Storingen of defecten aan groot huishoudelijke apparatuur (vrijstaand- en inbouw witgoed) kunnen worden gemeld via het
formulier op www.inventum.eu/service-aanvraag, telefonisch bij de consumentenservice van Inventum of via de winkel waar
je de apparatuur hebt gekocht. Het telefoonnummer van de consumentenservice vind je op www.inventum.eu.
2. Bij gemelde storingen of defecten aan groot huishoudelijke apparatuur heeft Inventum de mogelijkheid om ter plaatse
bij de consument in Nederland een witgoedmonteur het defecte apparaat te laten onderzoeken en vervolgens een
reparatie uit te laten voeren. De consumentenservice van Inventum kan ook besluiten dat het apparaat wordt omgeruild.
3. Als je een storing of defect aan groot huishoudelijke apparatuur meldt in de eerste 2 jaar vanaf de datum van aankoop,
brengt Inventum geen kosten in rekening voor omruilen, voorrijden, onderdelen, materiaalgebruik en arbeidsloon.
4. Als je het product op de hiervoor beschreven wijze hebt geregistreerd op www.inventum.eu/garantie-registratie en je
vervolgens een storing aan groot huishoudelijke apparatuur meldt in het 3e t/m 5e jaar vanaf de datum van aankoop, dan
is de 5 jaar Inventum garantie van toepassing en wordt het apparaat kosteloos gerepareerd of omgeruild. Je bent dan bij
reparatie of omruiling van het apparaat alleen omruilkosten verschuldigd. De actuele omruilkosten kun je terugvinden op
www.inventum.eu/omruilkosten. Indien je het product niet hebt geregistreerd, dan is de 3 jaar aanvullende garantie niet
van toepassing.
algemene service- en garantievoorwaarden
92 Nederlands
Nederlands 93
5. Bij een melding van een storing of defect zal een monteur binnen 1 werkdag contact opnemen voor het maken van een
bezoekafspraak. Bij melding in het weekend of op feestdagen is dit de eerstvolgende werkdag.
6. Indien je een storing of defect meldt via het formulier op www.inventum.eu/service-aanvraag, word je via mobiele
berichten en e-mail op de hoogte gehouden van de voortgang.
7. De garantieperiode begint te lopen op de datum van aankoop van het product.
8. Voor het recht op garantie dien je een kopie van het originele aankoopbewijs en het Inventum 5 jaar garantiecertificaat
te kunnen overleggen.
9. De garantie geldt uitsluitend bij normaal huishoudelijk gebruik van de Inventum producten binnen Nederland.
Storingen of defecten buiten de garantieperiode
1. In geval van storingen of defecten aan klein huishoudelijke apparatuur of groot huishoudelijke apparatuur buiten
de garantieperiode, kan hiervan melding worden gemaakt bij de consumentenservice via het contactformulier
www.inventum.eu/service-aanvraag of door te bellen met de consumentenservice.
2. De consumentenservice kan je vragen het product voor onderzoek of reparatie op te sturen. De kosten van verzending
zijn voor jouw rekening.
3. Aan het onderzoek naar de mogelijkheid tot repareren zijn kosten verbonden. Je moet hier vooraf toestemming voor
geven.
4. Bij groot huishoudelijke apparatuur kan Inventum op jouw verzoek een witgoedmonteur sturen. De voorrijkosten,
onderdeel- en materiaalkosten en arbeidsloon worden dan aan je in rekening gebracht.
5. In geval van opdracht tot reparatie moeten de reparatiekosten vooraf worden voldaan. Bij reparatie door een
witgoedmonteur, dienen de kosten van de reparatie ter plaatse bij de monteur, bij voorkeur via pinbetaling, te worden
afgerekend.
Uitgesloten van garantie
1. De hiervoor genoemde garanties gelden niet in geval van:
• normale slijtage;
• onoordeelkundig of oneigenlijk gebruik;
• onvoldoende onderhoud;
• het niet in acht nemen van de bedienings- en onderhoudsvoorschriften;
• ondeskundige montage of reparatie door derden of door de consument zelf;
• door de consument toegepaste niet originele onderdelen;
• zakelijk of bedrijfsmatig gebruik;
• het serienummer en/of rating-label is verwijderd.
2. Tevens geldt de garantie niet voor normale verbruiksartikelen, zoals:
• kneedhaken, bakblikken, (koolstof)filters, etc.;
• batterijen, lampjes, koolstoffilters, vetfilters enz.;
• externe verbindingskabels;
• glazen accessoires en glazen delen zoals ovendeuren;
• en soortgelijke zaken.
3. Buiten de garantie vallen transportschades, voor zover deze niet door Inventum zijn veroorzaakt. Controleer daarom je
nieuwe apparatuur voordat je deze in gebruik neemt. Als je beschadigingen aantreft, dien je deze binnen 5 werkdagen na
aankoop te melden bij de winkel waar je het product hebt gekocht, of bij de consumentenservice van Inventum via het
contactformulier op de website www.inventum.eu/service-aanvraag. Indien transportschades niet binnen deze termijn
worden gemeld, aanvaardt Inventum geen enkele aansprakelijkheid ter zake.
4. Van garantie en/of vervanging zijn uitgesloten: defecten aan, verlies en beschadiging aan het apparaat als gevolg van een
gebeurtenis die gewoonlijk verzekerd is onder de inboedelverzekering.
Van belang om te weten
1. Vervanging of herstel van een defect product of een onderdeel daarvan leidt niet tot verlenging van de oorspronkelijke
garantietermijn.
2. Vervangen onderdelen, verpakkingsmateriaal en omgewisselde apparaten worden meegenomen door de
witgoedmonteur en worden eigendom van Inventum.
3. Indien een klacht ongegrond is, komen alle kosten die daardoor zijn ontstaan voor rekening van de consument.
4. Na verloop van de garantietermijn worden alle kosten voor herstel of vervanging, inclusief administratie-, verzend-
en voorrijkosten aan de consument in rekening gebracht.
5. Inventum is niet aansprakelijk voor schade die is ontstaan als gevolg van onjuiste inbouwsituaties.
6. Inventum is niet aansprakelijk voor schade veroorzaakt door van buiten het apparaat ontstane oorzaken, tenzij deze
aansprakelijkheid voortvloeit uit dwingendrechtelijke bepalingen.
7. Op deze garantie- en servicevoorwaarden is Nederlands recht van toepassing. Geschillen zullen uitsluitend worden
berecht door de bevoegde Nederlandse rechter.
AC125W/02.0420V
Wijzigingen en drukfouten voorbehouden/ Änderungen und Druckfehler vorbehalten/
Sous réserve de modification / Modifications and printing errors reserved
persoonlijke verzorgingklein huishoudelijk witgoed inbouwwitgoed vrijstaand
Inventum Huishoudelijke
Apparaten B.V.
Meander 901
6825 MH Arnhem
Tel: 0800-4583688
info@inventum.eu
www.inventum.eu
facebook.com/inventum1908
youtube.com/inventum1908

Documenttranscriptie

Nederlands 1. veiligheidsvoorschriften 2. productomschrijving 3. vóór het eerste gebruik 4. de bediening van de airconditioner 5. tips voor efficient gebruik 6. condensvocht afvoeren 7. reiniging en onderhoud 8. problemen en oplossingen 9. technische specificaties algemene service- en garantievoorwaarden pagina 4 pagina 17 pagina 18 pagina 20 pagina 23 pagina 23 pagina 24 pagina 24 pagina 25 pagina 92 English 1. safety instructions 2. product description 3. before using for the first time 4. operation of the air conditioner 5. tips for efficient use 6. draining condensation water 7. cleaning and maintenance 8. problems and solutions 9. technical specifications general service and warranty conditions page 26 page 38 page 39 page 41 page 44 page 44 page 45 page 45 page 46 page 94 Deutsch 1. Sicherheitsvorschriften 2. Produktbeschreibung 3. Vor der ersten Verwendung 4. Bedienung des Klimageräts 5. Tipps für eine effiziente Verwendung 6. Ableiten von Kondensat 7. Reinigung und Wartung 8. Störungen und Lösungen 9. Technische Daten Allgemeine Service- und Garantiebedingungen Seite 47 Seite 61 Seite 62 Seite 64 Seite 67 Seite 67 Seite 68 Seite 68 Seite 69 Seite 96 Français 1. consignes de sécurité 2. description du produit 3. avant la toute première utilisation 4. commande du climatiseur 5. conseils pour une utilisation efficace 6. évacuation de la condensation 7. nettoyage et entretien 8. problèmes et solutions 9. spécifications techniques conditions générales de garantie et de service page 70 page 83 page 84 page 86 page 89 page 89 page 90 page 90 page 91 page 98 •3 Nederlands 1 veiligheidsvoorschriften • Lees eerst de gebruiksaanwijzing aandachtig en geheel door voordat u het apparaat gaat gebruiken en bewaar deze zorgvuldig voor latere raadpleging. • Gebruik geen middelen die het ontdooiproces versnellen of reinigingsmiddelen, dan deze die door de fabrikant zijn aanbevolen. • Berg het apparaat op in een ruimte zonder continu werkende ontstekingsbronnen (bijv. een open vlam, ingeschakeld gastoestel of een ingeschakeld elektrisch verwarmingstoestel). • Niet doorboren of verbranden. • Opgelet, bepaalde koelmiddelen bevatten geen geur. • Installeer, gebruik en bewaar het apparaat in een ruimte met een vloeroppervlak van minstens 21 m2 (voor 12000Btu/h). • Installeer dit apparaat enkel wanneer het voldoet aan de lokale/ nationale wetgeving, regelgeving en normen. BELANGRIJK • Dit apparaat is bedoeld om gebruikt te worden als een airconditioner in woningen en is alleen geschikt voor gebruik binnenshuis in woonkamers, keukens en garages op droge plaatsen, in normale huishoudelijke omstandigheden. • Gebruik het apparaat nooit met een beschadigd snoer of stekker. Klem het snoer nooit af en voorkom contact met scherpe kanten. • De installatie moet volledig in overeenstemming zijn met de ter plaatse geldende voorschriften, bepalingen en normen. • Het apparaat is uitsluitend geschikt voor gebruik op droge plaatsen, binnenshuis. • Controleer de netspanning. • Dit apparaat is uitsluitend geschikt voor een geaard stopcontact, aansluitspanning 220-240 Volt/ ~50 Hz. • Het apparaat MOET altijd geaard worden aangesloten. 4 • Nederlands • • • • • • • • • • • • • Als de stroomvoorziening niet geaard is, mag u het apparaat absoluut niet aansluiten. • De stekker moet altijd makkelijk toegankelijk zijn als het apparaat is aangesloten. Vervoer het apparaat altijd rechtop en plaats deze op een stabiele, vlakke ondergrond tijdens het gebruik. Als het apparaat liggend is vervoerd, dient u deze gedurende 6 uur recht op te laten rusten voordat u de stekker in het stopcontact steekt. Laat de elektrische installatie controleren door een erkend vakman als u er niet zeker van bent dat alles in orde is. Installeer het apparaat op een stevige, vlakke vloer die sterk genoeg is om een gewicht tot 50 kg te dragen. Installatie op een zwakke of oneven vloer kan resulteren in schade aan uw eigendommen of persoonlijk letsel. De luchtinlaten en luchtuitlaten nooit afdekken. Leeg het waterreservoir via het wateraftappunt voordat u het apparaat verplaatst. Breng het apparaat nooit in contact met chemicaliën. Steek geen vingers of voorwerpen in de openingen van het apparaat. Breng het apparaat nooit in contact met water. Het apparaat niet met water besproeien of onderdompelen in verband met kortsluitingsgevaar. Haal altijd eerst de stekker uit het stopcontact voordat het apparaat of een onderdeel ervan moet worden schoongemaakt of vervangen. Sluit het apparaat NOOIT aan met behulp van een verlengsnoer. Is een geschikt geaard stopcontact niet voorhanden, laat dit dan installeren door een erkend elektricien. Wees uit veiligheidsoverwegingen altijd voorzichtig met kinderen in de buurt van dit apparaat, zoals met ieder elektrisch apparaat. Gebruik het apparaat niet wanneer de stekker, het snoer of het apparaat beschadigd is, of wanneer het apparaat niet meer naar behoren functioneert of wanneer het gevallen of op een andere manier beschadigd is. Raadpleeg dan de winkelier of onze technische dienst. In geen geval de stekker of het snoer zelf vervangen. Haal altijd de stekker uit het stopcontact als het apparaat niet wordt gebruikt. Nederlands • 5 • Een beschadigd elektriciteitssnoer alleen laten vervangen door de leverancier of een bevoegd persoon/servicepunt. • Het apparaat buiten bereik van kinderen houden. Kinderen beseffen de gevaren niet, die kunnen ontstaan bij het omgaan met elektrische apparaten. Laat kinde­ren daarom nooit zonder toezicht met elektrische apparaten werken. Houd het apparaat en het snoer buiten bereik van kinderen jonger dan 8 jaar. • Het apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8 jaar en ouder en door personen met beperkte fysieke, zintuiglijke of mentale vermogens of gebrek aan ervaring of kennis, wanneer zij het apparaat onder toezicht gebruiken of zijn geïnstrueerd over het veilige gebruik ervan en zij de daaruit voortkomende gevaren begrijpen. • Kinderen mogen niet met het apparaat spelen. • Het apparaat mag niet door kinderen worden gereinigd of onderhouden, tenzij dit onder toezicht gebeurt. LET OP! • De ruimte waarin dit apparaat wordt gebruikt nooit volledig luchtdicht afsluiten. Dit voorkomt onderdruk in deze ruimte. Negatieve druk (=onderdruk) de veilige werking van geisers, afzuigkappen, ovens e.d. ontregelen. • Het niet volgen van de aanwijzingen kan leiden tot het vervallen van de garantie op het apparaat. • Til het toestel altijd met twee personen. • Zorg er altijd voor dat het apparaat op een stevige, vlakke ondergrond staat. • Laat het apparaat niet onbeheerd achter indien het apparaat in werking is. • Indien u het apparaat wilt verplaatsen, dient u ervoor te zorgen dat het apparaat uitgeschakeld is. U dient bij het verplaatsen van het apparaat beide handen te gebruiken. • Het apparaat nooit gebruiken met onderdelen die niet door de fabrikant zijn aanbevolen of geleverd. • Niet aan het snoer c.q. het apparaat trekken om de stekker uit de wandcontactdoos te halen. Het apparaat nooit met natte of vochtige handen aanraken. • Indien het apparaat na het inschakelen niet functioneert, dan kan de zekering of de aardlekschakelaar in de elektra verdeelkast zijn aangesproken. De groep kan te zwaar zijn belast of een aardlekstroom kan zijn opgetreden. 6 • Nederlands • Ga bij storing nooit zelf repareren; het doorslaan van de beveiliging in het apparaat kan duiden op een defect, dat niet wordt verholpen door verwijdering of vervanging van deze beveiliging. Het is noodzakelijk dat er uitsluitend originele onderdelen gebruikt worden. • Dompel het apparaat, het snoer of de stekker nooit onder in water. • Dit apparaat is uitsluitend geschikt voor huishoudelijk gebruik. Wanneer het apparaat oneigenlijk gebruikt wordt, kan er bij eventuele defecten geen aanspraak op schadevergoeding worden gemaakt en vervalt het recht op garantie. • Als u besluit het apparaat, vanwege een defect, niet langer te gebruiken, adviseren wij u, nadat u de stekker uit het stopcontact heeft verwijderd, het snoer af te knippen. Huishoudelijke apparaten horen niet in de vuilnisbak. Breng ze naar de betreffende afvalverwerkingsafdeling van uw gemeente. WAARSCHUWING Specifieke informatie voor apparaten met R290 koelgas. • Lees alle waarschuwingen grondig door. • Tijdens het ontdooien en reinigen van het apparaat, gebruik alleen gereedschap dat door de fabrikant is aanbevolen. • Plaats het apparaat in een ruimte zonder continu werkende ontstekingsbronnen (bijv. een open vlam, ingeschakeld elektrisch of gastoestel). • Niet doorboren of verbranden. • Installeer, gebruik en bewaar het apparaat in een ruimte met een vloeroppervlak van minstens 21 m2. • Dit apparaat bevat 235 gram R290 koelgas (zie het typeplaatje aan de achterkant van het toestel). • R290 is een koelgas dat in overeenstemming is met de Europese milieurichtlijnen. Doorboor geen enkel deel van het koelcircuit. • Als het apparaat wordt geïnstalleerd, bediend of bewaard in een ruimte zonder ventilatie, moet de ruimte aldus zijn ingericht dat de ophoping van koelmiddel door een lek wordt vermeden. Dit kan leiden tot brand- of explosiegevaar door het ontsteken van het koelmiddel door een elektrisch verwarmingstoestel, fornuis of andere ontstekingsbron. Nederlands • 7 • Bewaar het apparaat op een dergelijke wijze zodat mechanische storing wordt vermeden. • Personen die het koelcircuit bedienen of er aan werken, moeten in het bezit zijn van een gepast certificaat van een bevoegde organisatie, zodat deze personen bevoegd zijn om koelmiddelen op een veilige manier te behandelen overeenkomstig de specificaties die in industrie van kracht zijn. • Reparaties mogen alleen worden uitgevoerd zoals aanbevolen door de fabrikant van het apparaat. Onderhoud en reparatie die de hulp van ander opgeleid personeel vereisen, moeten worden uitgevoerd onder het toezicht van een persoon die weet hoe brandbare koelmiddelen te gebruiken. KOELMIDDEL (CE) N 842/2006: Deze airconditioner bevat het koelmiddel R290. De hoeveelheid koelmiddel is minder dan 1 kg en bevindt zich in een gesloten koelcircuit. Het koelmiddel heeft geen zonafbrekend vermogen. Het is echter een broeikasgas onder het Kyoto protocol en kan aldus bijdragen aan de globale opwarming van de aarde wanneer het in de atmosfeer vrijkomt. Alleen opgeleide technici met een gepast koelmiddelcertificaat mogen het toestel vullen of legen. Uw airconditioner dient bij een juist gebruik en een onbeschadigd koelmiddelcircuit niet te worden bijgevuld met koelmiddel. GWP: R290: 3. 8 • Nederlands Specifieke informatie over apparaten die R290/R32 koelgas bevatten • Lees alle waarschuwingen aandachtig door. • Gebruik voor het ontdooien en reinigen van het apparaat geen ander gereedschap dan door de fabrikant wordt aanbevolen. • Plaats het apparaat in een ruimte zonder ontstekingsbronnen (denk hierbij aan: open vuur, gasapparaten of elektrische apparaten die vonken kunnen veroorzaken). • Niet doorboren en niet verbranden. • Koelgassen kunnen reukloos zijn. • Het apparaat moet worden geïnstalleerd, gebruikt en opgeslagen in een ruimte die groter is dan 13 m2. • R290/R32 is een koelgas dat voldoet aan de Europese milieurichtlijnen. Doorboor geen enkel deel van het koelcircuit. • Als het apparaat wordt geïnstalleerd, gebruikt of opgeslagen in een nietgeventileerde ruimte, moet de ruimte zodanig zijn ontworpen dat lekkend koelgas zich niet kan ophopen. Dit om het ontstaan van brand of explosies als gevolg van ontsteking van het koelmiddel door elektrische kachels, branders of andere ontstekingsbronnen te voorkomen. • Sla het apparaat zodanig op dat er geen mechanische defecten kunnen ontstaan. • Personen die aan of met het koelmiddelcircuit werken, moeten de juiste certificering hebben die is uitgegeven door een erkende organisatie die deskundigheid garandeert in de omgang met koelmiddelen volgens specifieke certificeringsafspraken in de bedrijfstak. • Neem bij reparaties altijd de aanbevelingen van de fabrikant in acht. • Onderhoud en reparaties die de hulp van ander gekwalificeerd personeel vereisen, moeten worden uitgevoerd onder toezicht van een persoon die is gecertificeerd in de omgang met ontvlambare koelmiddelen. • Gebruik geen andere middelen om het ontdooiproces te versnellen of om schoon te maken dan die door de fabrikant worden aanbevolen. • Het apparaat moet worden opgeslagen in een ruimte zonder continu werkende ontstekingsbronnen (bijvoorbeeld: open vuur, een werkend gasapparaat of een werkende elektrische kachel). • Niet doorboren of verbranden. • Houd er rekening mee dat koelmiddelen geurloos kunnen zijn. • Neem altijd de nationale wet- en regelgeving voor gassen in acht. • Blokkeer de ventilatieopeningen niet. • Sla het apparaat zodanig op dat er geen mechanische beschadigingen kunnen ontstaan. • Breng een waarschuwing aan dat het apparaat moet worden opgeslagen in een goed geventileerde ruimte waarvan de afmetingen overeenkomen met de ruimte die is gespecificeerd voor gebruik. Nederlands • 9 • Elke persoon die betrokken is bij het werken aan, of het demonteren van een koelmiddelcircuit, moet in het bezit zijn van een geldig certificaat van een door de bedrijfstak erkende beoordelingsinstantie, die hun competentie aantoont in de veilige omgang met koelmiddelen volgens de erkende certificeringsafspraken in de bedrijfstak. • Onderhoud mag alleen worden uitgevoerd volgens de aanbevelingen van de fabrikant van de apparatuur. • Onderhoud en reparaties die de hulp van ander gekwalificeerd personeel vereisen, moeten worden uitgevoerd onder toezicht van een deskundige persoon die is gecertificeerd in de omgang met ontvlambare koelmiddelen. • Het apparaat moet worden geïnstalleerd, gebruikt en opgeslagen in een ruimte met een vloeroppervlak groter dan 13 m2. WAARSCHUWING: Dit systeem bevat koelmiddel onder zeer hoge druk. Het systeem mag alleen door gekwalificeerd personeel worden onderhouden. 1. Transport van apparatuur die ontvlambare koelmiddelen bevat (Bijlage CC.1) Neem de transportvoorschriften in acht. 2. Markering van apparatuur met behulp van borden (Bijlage CC.2) Neem de lokale regelgeving in acht. 3. Afvoeren van apparatuur die ontvlambare koelmiddelen bevat (Bijlage CC.3) Neem de nationale regelgeving in acht. 4. Opslag van apparatuur/apparaten (Bijlage CC.4) Sla de apparatuur op volgens de aanwijzingen van de fabrikant. 5. Opslag van verpakte (onverkochte) apparatuur (Bijlage CC.5) De opslagverpakking dient zodanig stevig te zijn ontworpen dat er bij mechanische beschadiging van de apparatuur in de verpakking geen koelmiddel kan gaan lekken. Plaatselijke voorschriften bepalen het maximale aantal apparaten dat in één ruimte mag worden opgeslagen. 10 • Nederlands 6. Informatie over onderhoud (Bijlage DD.3) 1) Controleer de omgeving Voorafgaand aan werkzaamheden aan systemen die ontvlambare koelmiddelen bevatten, zijn veiligheidscontroles noodzakelijk om ervoor te zorgen dat het risico van ontsteking tot een minimum wordt beperkt. Neem bij reparaties aan koelsystemen de volgende voorzorgsmaatregelen voordat werkzaamheden aan het systeem worden uitgevoerd. 2) Werkprocedure Voer de werkzaamheden uit volgens een gereguleerde procedure om het risico op het vrijkomen van ontvlambare gassen of dampen tijdens de werkzaamheden te minimaliseren. 3) Algemeen werkgebied Breng al het onderhoudspersoneel en anderen die in de omgeving werken op de hoogte over de aard van de werkzaamheden die worden uitgevoerd. Vermijd het werken in besloten ruimtes. Zet het gebied rondom de werkplek af. Zorg dat het werkgebied veilig is door te controleren op de aanwezigheid van brandbaar materiaal en ontstekingsbronnen. 4) Controleer op de aanwezigheid van koelmiddel Controleer het gebied vóór en tijdens het werk met een geschikte koelmiddeldetector, die de monteur waarschuwt voor de aanwezigheid van mogelijk ontvlambare omgevingslucht. Gebruik alleen lekdetectieapparatuur die geschikt is voor gebruik met ontvlambare koelmiddelen, d.w.z. vonkvrij, adequaat afgeschermd of intrinsiek veilig. 5) Houd een brandblusser onder handbereik Als er hete werkzaamheden aan de koelapparatuur of aanverwante onderdelen moeten worden uitgevoerd, dienen geschikte blusmiddelen onder handbereik aanwezig te zijn. Hang direct naast het vulgebied een poederblusser of een CO2blusser op. 6) Houd ontstekingsbronnen weg Iedereen die werkzaamheden uitvoert aan een koelsysteem waarbij leidingen bloot komen te liggen die ontvlambaar koelmiddel bevatten of ooit hebben bevat, mag geen ontstekingsbronnen gebruiken die een brand of explosie kunnen veroorzaken. Houd alle mogelijke ontstekingsbronnen, waaronder aangestoken sigaretten, voldoende ver verwijderd van de plaats van installatie, reparatie, verwijdering of afvoer, waar er ontvlambaar koelmiddel in de omgeving kan vrijkomen. Controleer vóór het uitvoeren van de werkzaamheden of er geen ontvlambare materialen of ontstekingsbronnen aanwezig zijn in het gebied rond de apparatuur. Hang waarschuwingsborden met de tekst "Verboden te roken" op. 7) Zorg voor ventilatie Werk in de open lucht of zorg dat het werkgebied voldoende geventileerd is voordat u het systeem openmaakt of heet werk uitvoert. Zorg continu voor voldoende ventilatie tijdens het uitvoeren van de werkzaamheden. De ventilatie moet eventueel vrijkomend koelmiddel naar een veilige plek wegblazen en bij voorkeur afvoeren naar de buitenlucht. Nederlands • 11 8) Controleer de koelapparatuur Vervang elektrische componenten alleen door soortgelijke onderdelen die voldoen aan de juiste specificaties. Neem altijd de richtlijnen voor onderhoud en reparatie van de fabrikant in acht. Neem bij twijfel contact op met de technische ondersteuning van de fabrikant voor assistentie. Controleer installaties die ontvlambare koelmiddelen gebruiken op de volgende punten: - Het vulvolume moet overeenkomen met de afmetingen van de ruimte waarin de koelmiddelhoudende onderdelen zijn geïnstalleerd; - De ventilatieapparatuur en -afvoeren moeten naar behoren werken en mogen niet zijn geblokkeerd; - Als er een indirect koelcircuit wordt gebruikt, moet het secundaire circuit worden gecontroleerd op de aanwezigheid van koelmiddel; - Alle markeringen op de apparatuur moeten zichtbaar en leesbaar zijn. Herstel vooraf alle onleesbaar geworden markeringen en borden; - De koelleidingen en componenten die koelmiddelen bevatten moeten zodanig zijn geïnstalleerd dat het onwaarschijnlijk is dat ze worden blootgesteld aan stoffen die ze kunnen aantasten, voor zover de componenten niet zijn gemaakt van materialen die inherent bestand zijn tegen corrosie, of adequaat zijn beschermd tegen corrosie. 9) Controleer elektrische apparaten Controleer bij reparatie en onderhoud van elektrische componenten altijd eerst op veiligheid, en neem de inspectieprocedures voor de componenten in acht. Als er sprake is van een storing die de veiligheid in gevaar kan brengen, mag er geen elektrische voeding op het circuit worden aangesloten voordat deze storing is verholpen. Als de storing niet onmiddellijk kan worden verholpen maar het apparaat moet wel in bedrijf blijven, dan dient er een geschikte tijdelijke oplossing te worden gerealiseerd. Meld dit altijd aan de eigenaar van de apparatuur, zodat alle betrokkenen op de hoogte zijn. Tot de veiligheidscontroles vooraf behoort: • Het ontladen van condensatoren: dit moet op een veilige manier gebeuren om vonkvorming te voorkomen; • Controleer of er geen onder spanning staande elektrische componenten en bedrading blootliggen tijdens het vullen, aftappen of spoelen van het systeem; • Controleer of de continuïteit van de aardverbindingen is gewaarborgd. 7. Reparaties aan afgeschermde componenten (Bijlage DD.4) 1) Koppel tijdens reparaties aan afgeschermde componenten alle elektrische voedingen los van de apparatuur waaraan wordt gewerkt, voordat afdekplaten en dergelijke worden verwijderd. Als het absoluut noodzakelijk is om de stroomvoorziening ingeschakeld te laten tijdens onderhoud aan apparatuur, moet er een permanent werkende lekdetector worden geplaatst op het meest kritieke punt om te waarschuwen voor het ontstaan van mogelijk gevaarlijke situaties. 2) Besteed extra aandacht aan de volgende punten om te zorgen dat bij de werkzaamheden aan elektrische componenten de behuizing niet zodanig wordt gewijzigd dat het beschermingsniveau wordt beïnvloed. 12 • Nederlands Denk hierbij aan beschadigde kabels, het maken van te veel verbindingen per aansluiting, klemmen die niet aan de oorspronkelijke specificaties voldoen, beschadigde afdichtingen, onjuiste montage van pakkingen, enz. Zorg dat het apparaat stevig is bevestigd. Controleer of afdichtingen en afdichtingsmaterialen nog steeds voldoende in staat zijn om te voorkomen dat ontvlambare omgevingslucht binnendringt. Gebruik uitsluitend vervangende onderdelen die voldoen aan de specificaties van de fabrikant. LET OP: Het gebruik van siliconenhoudende afdichtmiddelen kan de werking van sommige soorten lekdetectieapparatuur verstoren. Intrinsiek veilige componenten hoeven niet te worden losgekoppeld voordat eraan wordt gewerkt. 8. Reparaties aan intrinsiek veilige componenten (Bijlage DD.5) Sluit geen permanente inductieve of capacitieve belastingen aan op het circuit zonder te controleren of daarmee de toegestane spanningen en stromen voor de gebruikte apparatuur worden overschreden. Intrinsiek veilige componenten zijn de enige typen componenten waaraan gewerkt mag worden terwijl ze onder spanning staan in de aanwezigheid van ontvlambare omgevingslucht. Gebruik uitsluitend testapparatuur met de juiste certificeringen. Vervang componenten alleen door onderdelen die overeenkomen met de specificaties van de fabrikant. Het gebruik van afwijkende onderdelen kan brand veroorzaken wanneer er koelmiddel door lekkage naar de omgevingslucht ontsnapt. 9. Kabels (Bijlage DD.6) Controleer of de kabels niet zijn blootgesteld aan slijtage, corrosie, overmatige druk, trillingen, scherpe randen of andere nadelige omgevingsinvloeden. Houd bij de controle ook rekening met de gevolgen van veroudering en voortdurende trillingen van compressoren of ventilatoren. 10. Detectie van ontvlambare koelmiddelen (Bijlage DD.7) Gebruik nooit potentiële ontstekingsbronnen bij het zoeken naar, of opsporen van koelmiddellekken. Gebruik geen halogeenlamp (of een andere detector met een open vlam). 11. Lekdetectiemethoden (Bijlage DD.8) De volgende lekdetectiemethoden mogen worden gebruikt voor systemen die ontvlambare koelmiddelen bevatten. Gebruik bij voorkeur elektronische lekdetectoren om ontvlambare koelmiddelen te detecteren. Soms is de gevoeligheid van dergelijke apparatuur echter niet toereikend, of moeten ze opnieuw worden gekalibreerd. (Kalibreer detectieapparatuur altijd in een koelmiddelvrije ruimte.) Controleer of de detector geen potentiële ontstekingsbron is, en of hij geschikt is voor het gebruikte koelmiddel. Stel de lekdetectieapparatuur in op een percentage van de LFL (onderste ontvlammingsgrens) van het koelmiddel en kalibreer de apparatuur op het gebruikte koelmiddel en het juiste gaspercentage (maximaal 25%). Ook lekdetectievloeistoffen zijn geschikt voor gebruik met de meeste koelmiddelen, maar vermijd het gebruik van chloorhoudende stoffen omdat het chloor kan reageren met het koelmiddel en het koperen leidingwerk kan aantasten. Als een lek wordt vermoed, moeten alle open vlammen worden gedoofd of verwijderd. Nederlands • 13 Als er een koelmiddellek wordt gevonden dat solderen vereist, moet eerst al het koelmiddel uit het systeem worden afgetapt, of moet het koelmiddel worden geïsoleerd (door middel van afsluiters) in een deel van het systeem op afstand van het lek. Spoel het systeem vervolgens met zuurstofvrije stikstof (OFN), zowel vóór als tijdens het soldeerproces. 12. Aftappen en leegmaken (Bijlage DD.9) Bij het openmaken van een koelcircuit om reparaties uit te voeren - alsmede voor alle andere doeleinden - moeten altijd de juiste voorschriften en procedures worden nageleefd. Probeer daarnaast altijd zo veilig mogelijk te werken vanwege de ontvlambaarheid van koelmiddelen. Hanteer daarom altijd de volgende procedure: • Verwijder het koelmiddel; • Spoel het circuit met inert gas; • Maak het systeem leeg; • Spoel nogmaals met inert gas; • Open het circuit door te zagen of te solderen. Vang het koelmiddel op in een geschikte opslagcilinder. Spoel het systeem met OFN (zuurstofvrije stikstof) om de installatie veilig te maken. Mogelijk moet u dit proces enkele keren herhalen. Gebruik nooit perslucht of zuurstof om een installatie te spoelen. Spoel het vacuümsysteem door er OFN in te laten stromen, en vul het systeem daarna met OFN totdat de werkdruk is bereikt. Laat dit vervolgens naar de atmosfeer ontsnappen en trek het systeem opnieuw vacuüm. Herhaal dit proces totdat er geen koelmiddel meer in het systeem zit. Na de laatste OFN-spoeling, moet het systeem worden ontlucht tot atmosferische druk om werkzaamheden mogelijk te maken. Dit is een absoluut noodzakelijke voorwaarde als er soldeerwerkzaamheden aan het leidingwerk moeten plaatsvinden. Zorg dat de uitlaat van de vacuümpomp niet in de buurt van ontstekingsbronnen ligt en dat de omgeving voldoende wordt geventileerd. 13. Vulprocedures (Bijlage DD.10) Neem bij het vullen naast de standaardprocedures ook de volgende vereisten in acht. - Voorkom bij het gebruik van de vulapparatuur dat er verschillende koelmiddelen met elkaar vermengd raken. Slangen en leidingen moeten zo kort mogelijk zijn om de hoeveelheid koelmiddel die ze bevatten te minimaliseren. - Zet cilinders altijd rechtop. - Aard het koelsysteem voordat u het systeem vult met koelmiddel. - Markeer het systeem dat het is gevuld (als dit nog niet eerder is gedaan). - Let goed op dat het koelsysteem niet overmatig wordt gevuld. Voer een druktest uit met OFN (zuurstofvrije stikstof) voordat het systeem wordt gevuld. Controleer het systeem op lekken na het vullen, maar vóór de inbedrijfstelling. Voer altijd een laatste lektest uit voordat u de locatie verlaat. 14 • Nederlands 14. Buitengebruikstelling (Bijlage DD.11) Om deze procedure uit te voeren, is het essentieel dat de monteur zich vooraf volledig vertrouwd heeft gemaakt met de apparatuur en alle onderdelen ervan. Het wordt standaard aanbevolen om gebruikte koelmiddelen altijd veilig af te tappen en af te voeren. Neem voorafgaand aan de werkzaamheden een olie- en koelmiddelmonster wanneer hergebruik van het afgetapte koelmiddel een analyse vooraf vereist. Het is essentieel om te controleren of er een stroomvoorziening aanwezig is voordat met de werkzaamheden wordt begonnen. a) Maak uzelf vertrouwd met de apparatuur en de werking ervan. b) Verbreek de elektrische aansluiting tussen het systeem en de stroomtoevoer. c) Controleer voor aanvang van de werkzaamheden of aan de volgende punten is voldaan: • Alle vereiste mechanische voorzieningen zijn aanwezig, bijv. om de koelmiddelcilinders te hanteren; • Alle persoonlijke beschermingsmiddelen zijn aanwezig en worden correct gebruikt; • Er is te allen tijde een competente persoon aanwezig die toezicht houdt op het aftapproces; • Alle aftapapparatuur en opslagcilinders voldoen aan de geldende normen. d) Pomp bij voorkeur het koelsysteem leeg, indien dit mogelijk is. e) Is leegpompen niet mogelijk, gebruik dan een passend verdeelstuk om zo veel mogelijk koelmiddel uit de verschillende delen van het systeem te verwijderen. f) Plaats de cilinder op de weegschaal voordat het aftappen begint. g) Start de aftapinstallatie en werk volgens de instructies van de fabrikant. h) Vul cilinders nooit meer dan is toegestaan. (Maximaal 80% vloeistofvolume). i) Overschrijd nooit de maximale werkdruk van de cilinder, zelfs niet kortstondig. j) Wanneer de cilinders correct zijn gevuld en het proces is voltooid, verwijder dan onmiddellijk alle cilinders en apparatuur van de locatie en sluit alle afsluiters van de apparatuur. k) Vul nooit afgetapt koelmiddel in een ander koelsysteem voordat het eerst is gereinigd en gecontroleerd. 15. Markeringen (Bijlage DD.12) Breng markeringen aan op de apparatuur met de vermelding dat deze buiten bedrijf is gesteld en is ontdaan van koelmiddel. Zet de datum op de markering, én uw naam. Breng markeringen aan op de apparatuur die aangeven dat de apparatuur ontvlambaar koelmiddel bevat. 16. Aftappen (Bijlage DD.13) Bij het verwijderen van koelmiddel uit een systeem, voor onderhoud of buitenbedrijfstelling, verdient het de aanbeveling om alle koelmiddelen veilig te verwijderen. Gebruik bij het aftappen van koelmiddel alleen cilinders die geschikt zijn voor het opslaan van koelmiddel. Zorg dat er genoeg cilinders beschikbaar zijn om de totale inhoud van het koelsysteem in op te slaan. Gebruik uitsluitend cilinders die geschikt zijn voor het opslaan van het af te tappen koelmiddel en breng er markeringen op aan welk koelmiddel ze bevatten (gebruik dus speciale opslagcilinders). De cilinders moeten compleet zijn, inclusief goed werkende overdrukventielen en afsluiters. Pomp lege opslagcilinders vacuüm en koel ze af, Nederlands • 15 indien mogelijk, voordat er gas in wordt opgeslagen. De aftapinstallatie moet in goede staat verkeren en over een handleiding beschikken die de gebruikte apparatuur beschrijft, en moet geschikt zijn voor het opvangen van ontvlambare koelmiddelen. Daarnaast moet er een gekalibreerde weegschaal beschikbaar zijn die correct werkt. Alle slangen dienen te zijn voorzien van lekvrije koppelingen die correct werken. Controleer voor gebruik van de aftapinstallatie of deze in goede staat verkeert, goed is onderhouden en of alle bijbehorende elektrische componenten voldoende zijn afgeschermd om ontsteking te voorkomen in geval van een koelmiddellekkage. Raadpleeg bij twijfel de fabrikant. Lever het opgevangen koelmiddel in de juiste opslagcilinder in bij de koelmiddelleverancier en vraag om een ontvangstbewijs voor de ingeleverde afvalstoffen. Combineer geen koelmiddelen met elkaar in de aftapinstallatie en zeker niet in de cilinders. Als compressoren of compressoroliën moeten worden verwijderd, maak het apparaat dan eerst leeg tot een niveau waarop er geen ontvlambaar koelmiddel in het smeermiddel achterblijft. Het leegmaken moet gebeuren voordat de compressor naar de leverancier wordt teruggestuurd. Het compressorlichaam mag alleen elektrisch worden verwarmd om dit proces te versnellen (niet met een open vlam). Wanneer er olie uit een systeem moet worden verwijderd, doe dit dan op een veilige manier. 16 • Nederlands 2 productomschrijving 3 2 1 4 8 9 7 10 5 12 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 13 Sensor voor afstandsbediening Luchtuitlaat met lamellen Bedieningspaneel Handgreep Zwenkwielen Aansluitsnoer met stekker Luchtuitlaat - warme lucht Luchtinlaat Schroefdop voor waterafvoer 6 14 11 15 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 16 17 Luchtinlaat Condenswaterafvoer Aansluitstuk Aansluitstuk Afvoerslang - lucht Afvoerslang - water Flexibele raamafdichtingset Afstandsbediening met batterijen Nederlands • 17 3 vóór het eerste gebruik Voordat u het apparaat voor de eerste maal in gebruik neemt, dient u als volgt te werk te gaan: pak de airconditioner en alle accessoires voorzichtig uit en verwijder al het verpakkingsmateriaal en eventuele promotionele stickers. De verpakking (plastic zakken en karton) buiten het bereik van kinderen houden. Controleer na het uitpakken het apparaat zorgvuldig op uiterlijke schade, mogelijk ontstaan tijdens transport. Plaats het apparaat op een stevige, vlakke ondergrond en let op dat er genoeg ruimte omheen is voor voldoende ventilatie. Controleer of alle genoemde accessoires meegeleverd zijn. Reinig de airconditioner met een licht vochtige doek. Controleer vóór het aansluiten van het apparaat of: • de aansluitspanning overeenkomt met die op het typeplaatje; • stopcontact en stroomvoorziening geschikt zijn voor het apparaat; • de stekker van het snoer in het stopcontact past; • het apparaat op een stabiele en vlakke ondergrond staat. HET PLAATSEN VAN DE AIRCONDITIONER • Het apparaat moet geplaatst worden op een stevige, vlakke ondergrond met voldoende vrije ruimte erom heen. • Blokkeer de luchtuitlaat niet en zorg voor een vrije ruimte van minimaal 45 cm rondom het apparaat. • Laat het apparaat nadat het rechtop geplaatst is, minimaal 2 uur staan voordat u de stekker in het stopcontact steekt. • Om het apparaat eenvoudig te (ver)plaatsen, is deze voorzien van zwenkwielen. Rol het apparaat rustig over de vloer. Let op dat de vloer vlak is en probeer niet over dingen heen te rijden. • OPMERKING: Het optimaal functioneren van het apparaat is afhankelijk van de lengte van de afvoerslang en het aantal bochten. Probeer beide te beperken. De bijgeleverde flexibele afvoerslang heeft een maximale lengte van ca. 150 cm en is berekend op de capaciteit van het apparaat. Het gebruik van andere slangen of verlengstukken kan storingen aan het apparaat veroorzaken. De lucht moet ongehinderd kunnen stromen, anders kan dit oververhitting van het apparaat of condensatie van water in de luchtafvoerslang tot gevolg hebben. Zorg er daarom voor dat er geen knikken of scherpe bochten in de afvoerslang zitten. Om een optimaal resultaat te verkrijgen, dient de afvoerslang tijdens gebruik van het apparaat korter gehouden te worden dan 1 meter. HET INSTALLEREN VAN DE LUCHTAFVOERSLANG Plaats het apparaat in de buurt van een raam of opening zodat de warme lucht naar buiten kan stromen via de afvoerslang. 1. Trek voorzichtig de afvoerslang uit tot de gewenste lengte. 2. Draai het verbindingsstuk op de afvoerslang aan een uiteinde. 3. Draai het andere verbindingsstuk op het andere uiteinde van de afvoerslang. 4. Bevestig de afvoerslang aan de luchtuitlaat aan de achterzijde van het apparaat. 2. draai vast Fig. 1 Fig. 2 Fig. 3 1. schuif aan 5. Hang het andere uiteinde van de afvoerslang naar buiten. Zorg voor een vrije doorgang van de slang. Sluit hierbij het raam of de deur zover mogelijk. Maak eventueel gebruik van de raamafdichtingsset. 18 • Nederlands INSTALLATIE VAN DE RAAMAFDICHTINGSSET De flexibele raamafdichtingsset is geschikt voor veel ramen. Bijvoorbeeld: draai-kiepramen, naar buiten en naar binnen draaiende ramen. Het zorgt ervoor dat u de afvoerslang naar buiten kunt hangen, zonder dat de warme lucht weer naar binnen stroomt of dat u last krijgt van insecten. Voor naar buiten draaiende ramen adviseren wij om alle vier de zijden (a+b+c+d) om het raam te plakken en voor naar binnen draaiende ramen maar drie zijden (a+b+c). • Plak het meegeleverde dubbelzijdige plakband op het raamkozijn en het raam volgens één van de onderstaande tekeningen die op uw situatie lijkt. • Bevestig vervolgens het doek op het plakband wat u in de openingen heeft geplakt. Fig. 1 Fig. 2 Fig. 3 Fig. 4 Fig. 5 Fig. 6 Fig. 7 Fig. 8 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. Plak het meegeleverde dubbelzijdige tape op het raamkozijn. Plak vervolgens dubbelzijdig tape op het raam. Snijd de overtollige tape af. Zorg dat de tape op de hoeken elkaar goed overlapt om een goede afdichting te krijgen. Bevestig het doek op de tape die op het raamkozijn en het raam geplakt zijn. Zorg ervoor dat het doek aan beide zijden netjes op de tape geplakt wordt. Rits het doek open. Steek de afvoerslang door de opening en rits het doek dicht om een goede afdichting te krijgen. Nederlands • 19 4 de bediening van de airconditioner 7 1 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8 9 10 2 ] Functie toets voor [ mode / Timer toets Temperatuur omhoog Temperatuur omlaag Selectie toets voor windsnelheid [ speed / aan-/ uit toets Indicatie lampje - koelen 11 12 3 ] 4 8. 9. 10. 11. 12. 13. 13 5 6 Indicatie lampje - ontvochtigen Indicatie lampje - luchtcirculatie Indicatie lampje - timer Display Indicatie lampje - ventilatie snelheid Indicatie lampje - auto functie De airconditioner heeft naast het koelen nog twee andere functies, namelijk luchtcirculatie en lucht ontvochtigen. De airconditioner kan bedient worden via het bedieningspaneel op het apparaat en met de bijgeleverde afstandsbediening. • • • • • • • Kies een locatie waar een stopcontact in de buurt is. Installeer de afvoerslang volgens de afbeeldingen en zorg dat het raam zover als mogelijk gesloten is. Steek de stekker in een geaard stopcontact. Druk op de aan/uit toets om de airconditioner aan te zetten. De lamellen van de luchtuitlaat openen automatisch. Het temperatuurbereik van de airconditioner is: 18 tot 32°C. Controleer of de afvoerslang correct is gemonteerd. Deel het stopcontact niet met andere apparaten. KOELEN • Druk op de functie toets [ mode / ] totdat het indicatie lampje - koelen - brandt. In het display verschijnt de ingestelde temperatuur. • Druk op de toetsen [ temp en temp ] om de gewenste kamertemperatuur in te stellen (tussen de 18°C en 32°C). • Druk op de toets [ speed / ] om de windsnelheid in te stellen. Er zijn vier ventilatiestanden: hoog, middel, laag en automatisch. De beste temperatuur gedurende de zomer zal tussen de 21 en 24°C zijn. De snelheid van de ventilator zal op de luchtciruclatie stand beter voelbaar zijn dan op de koelen stand. ONTVOCHTIGEN ] totdat het indicatie lampje - ontvochtigen - brandt. In het display verschijnt . • Druk op de functie toets [ mode / • De windsnelheid staat op automatisch en kan niet veranderd worden. Tijdens het gebruik van deze stand moet er een tuinslang (niet meegeleverd) of iets dergelijks worden aangesloten om het condensvocht af te voeren. • Draai de schroefdop aan de achterzijde van het apparaat los. • Monteer het uiteinde van een tuinslang of soortgelijke afvoerslang op de afvoer en leg het andere uiteinde in een verzamelbak die lager gesitueerd is dan de afvoer van het apparaat zodat het condenswater goed afgevoerd kan worden. tuinslang of afvoerslang schroefdop 20 • Nederlands Let op: • Er kan condensvocht uit de afvoer lopen als de schroefdop verwijderd wordt en het apparaat is gebruikt op de stand koelen. Houdt een lekbakje bij de hand als de schroefdop verwijderd wordt om het condensvocht op te vangen. • Zorg ervoor dat de afvoerslang voor het condensvocht goed afloopt en niet hoger hangt dan de afvoer van het apparaat. • Bij het gebruik van de stand koelen wordt geadviseerd om het condenswater niet continue af te voeren, maar om de schroefdop weer te sluiten. Zo kan het apparaat maximaal presteren. LUCHTCIRCULATIE Bij het gebruik van deze stand hoeft de luchtafvoerslang niet aangesloten te zijn. • Druk op de functie toets [ mode / ] totdat het indicatie lampje - luchtcirculatie - brandt. • Druk op de toets [ speed / ] om de windsnelheid - hoog , middel of laag - in te stellen. hoge snelheid, gemiddelde snelheid, lage snelheid. Dit wordt als volgt op het display weergegeven: AUTOMATISCHE STAND Bij het gebruik van de auto stand selecteer het apparaat zelf of deze moet koelen of de lucht moet circuleren. Dit is afhankelijk van de kamertemperatuur. • Druk op de functie toets [ mode / ] totdat het indicatie lampje - auto - brandt. In het display verschijnt het volgende: • De windsnelheid kan wel ingesteld worden. Druk op de toets [ speed / ] om de gewenste windsnelheid te selecteren. Als de kamertemperatuur onder de 23°C is, zal het apparaat de lucht laten circuleren en boven de 23°C zal het apparaat koelen. DE TIMER INSTELLEN De timerfunctie kan gebruikt worden om het apparaat automatisch aan te laten gaan (uitgestelde start) of om deze automatisch op een ingestelde tijd uit te laten gaan (automatische uitschakeling). Uitgestelde start • Zet het apparaat aan en selecteer de stand die u wilt gebruiken. • Zet het apparaat uit. Het apparaat onthoudt de laatste instelling en zal op de stand/temperatuur aan gaan. als het apparaat uit staat. • Druk op de timer toets • Druk herhaaldelijk op de timer toets totdat de gewenste tijd in het display staat. Wacht 5 seconden tot de timer is bevestigd. Het indicatie lampje van de timer brandt en het timer symbool staat in het display. • Zodra de ingestelde uren voorbij zijn, zal het apparaat automatisch inschakelen. Om de uitgestelde start te annuleren, drukt u nogmaals op de timer toets of op de aan-/ uit toets . Automatische uitschakeling als het apparaat aan staat. Het display zal uren aangeven. • Druk op de timer toets • Druk herhaaldelijk op de timer toets totdat de gewenste tijd in het display staat. Wacht 5 seconden tot de timer is bevestigd. Het indicatie lampje van de timer brandt en het timer symbool staat in het display. • Zodra de ingestelde uren voorbij zijn, zal het apparaat automatisch uitschakelen. Om de automatische uitschakeling te annuleren, drukt u nogmaals op de timer toets of op de aan-/ uit toets . Nederlands • 21 DE AFSTANDSBEDIENING aan- / uit toets windsnelheid toets omhoog toets mode toets omlaag toets swing toets timer toets slaap functie toets voor temperatuureenheid max. 7 meter Richt de afstandsbediening op de sensor van het apparaat. Het bereik van de afstandsbediening is ca. 7 meter (zonder obstakels tussen het apparaat en de afstandsbediening). Plaats de twee meegeleverde AAA 1,5 Volt batterijen in de afstandsbediening volgens de tekening. Let op de plus- en minpooltekens aan de binnenkant van de afstandsbediening. Opmerking: • Als de afstandsbediening vervangen of niet langer gebruikt wordt, moeten de batterijen worden verwijderd en afgevoerd volgens de geldende wetgeving omdat ze schadelijk zijn voor het milieu. • Gebruik geen oude en nieuwe batterije door elkaar. Gebruik geen alkaline, standaard (carbon-zinc) of oplaadbare (nikkel-cadmium) batterijen door elkaar. • Batterijen kunnen exploderen of lekken bij blootstelling aan open vuur. Lever batterijen in bij een milieaustraat of erkend inleverpunt. • Verwijder de batterijen uit de afstandsbediening als het apparaat gedurende langere tijd niet wordt gebruikt (winter opslag) en bewaar ze op een koele, droge plaats. Overige functies Met de afstandsbediening kunt u dezelfde functies bedienen als hiervoor beschreven zijn. Via de afstandsbediening kunt u nog twee extra functies bedienen, namelijk de swing- en slaap functie. SWING FUNCTIE Met de swing functie kunt u het op en neer bewegen van de lamellen bepalen en daarmee de luchtstroom. • Zet het apparaat aan op de gewenste stand (koelen, luchtcirculatie of ontvochtigen). en de lamellen stoppen met bewegen in verschillende posities of de lamellen bewegen • Druk op de swing toets continue. SLAAP FUNCTIE Gebruik de slaap functie als u het apparaat ‘s nachts wilt gebruiken. Het apparaat functioneert langzaam aan steeds minder. Het display dimt automatisch en de windsnelheid staat op de laagste stand. • Zet het apparaat aan op de stand - koelen. . Het display dimt automatisch en de windsnelheid gaat naar de laagste stand. • Druk op de slaap toets De slaap functie handhaaft de optimale temperatuur in de kamer zonder excessieve schommelingen in temperatuur of luchtvochtigheid met een stille werking. De windsnelheid is altijd laag, terwijl de kamertemperatuur en luchtvochtigheid licht variëren om ervoor te zorgen dat de kamer comfortabel blijft. De geselecteerde temperatuur zal ieder uur 1°C omhoog gaan gedurende een periode van twee uur. Deze nieuwe temperatuur blijft gehandhaafd gedurende de volgende 6 uren. Daarna zal het apparaat automatisch uitschakelen. De slaap functie kan geannuleerd worden door op de toets slaap , mode of windsnelheid te drukken. Bij het gebruik van de standen luchtcirculatie en ontvochtigen kan de slaap functie niet gebruikt worden. 22 • Nederlands VERANDEREN VAN TEMPERATUUREENHEID CELSIUS / FAHRENHEIT Druk op de toets °C/°F als het apparaat stand-by staat om de weergave van de temperatuureenheid te veranderen. Voorbeeld: het apparaat staat op KOELEN 24°C dan zal het display 24 aangeven zoals hiernaast. Als u het apparaat weer aan zet na het veranderen van de temperatuureenheid, zal het display 75 aangeven. 5 tips voor efficient gebruik Om het apparaat maximaal te laten presteren, volgt u de onderstaande aanbevelingen: • Sluit ramen en deuren van de ruimte die gekoeld moet worden. Wanneer u het apparaat wilt laten staan in een ruimte, adviseren wij u om een deur op een kier te laten staan ( 1cm ) zodat er goed geventileerd kan worden. • Sluit gordijnen en/of jaloeziëen om de zon te weren, zodat het apparaat minder hoeft te koelen en zo energiezuiniger is. • Plaats niets op het apparaat. • Dek de luchtuitlaat en - inlaten niet af. Zorg dat de roosters onbedekt zijn. • Zorg ervoor dat er geen warmtebronnen in de ruimte zijn. • Gebruik het apparaat niet in hele vochtige ruimtes, zoals een badkamer of wasruimte. • Gebruik het apparaat nooit buitenshuis. • Zorg ervoor dat het apparaat op een vlakke, stabiele ondergrond staat. 6 condensvocht afvoeren Wanneer er overtollig condensvocht in het apparaat zit, zal het apparaat automatisch uitschakelen en in het display om aan te geven dat de interne watertank vol is. Het overtollige condensvocht kan op de volgende manieren verschijnt verwijderd worden: Handmatige afvoer - bij het gebruik van het apparaat in een ruimte met een hoge luchtvochtigheid. 1. Verwijder de stekker uit het stopcontact. 2. Plaats een laag bakje onder de onderste uitloop voor condenswaterafvoer. Zie de tekening. 3. Verwijder het afdekdopje. 4. Het water zal uit de afvoer stromen in het bakje. 5. Plaats het afdekdopje terug zodra er geen water meer uit stroomt. 6. Zet het apparaat weer aan. Continue afvoer - advies bij het gebruik van de stand ontvochtigen. 1. Verwijder de stekker uit het stopcontact. 2. Verwijder het afdekdopje. Houdt een lekbakje in de buurt als het afdekdopje verwijderd wordt om condensvocht op te vangen wat uit de uitloop kan komen. 3. Sluit de afvoerslang (1/2” of 12.7 mm) aan. Zie tekening. 4. Het water zal continue afgevoerd worden via de afvoerslang. 5. Zet het apparaat weer aan. Condensvocht afvoeren kan ook op de manier zoals deze omschreven staat op pagina 12 bij het paragraaf ONTVOCHTIGEN. uitloop afdekdopje afdekdopje uitloop afvoerslang Nederlands • 23 7 reiniging en onderhoud Zet voordat u uw airconditioner wilt reinigen het apparaat uit met de aan-/ uit toets, wacht een paar minuten en verwijder de stekker uit het stopcontact. Het reinigen van de buitenkant Reinig de buitenkant van het apparaat met een vochtige doek en droog na met een droge doek. Indien noodzakelijk kunt u de buitenkant van het apparaat met behulp van een mild afwasmiddel reinigen. • Was het apparaat nooit met water. Dit kan gevaarlijk zijn. • Gebruik geen benzine, alcohol of soortgelijke oplosmiddelen om het apparaat schoon te maken. • Spuit nooit met insectensprays of soortgelijke middelen. • Gebruik geen agressieve of schurende schoonmaakmiddelen om het apparaat te reinigen. • Dompel het apparaat, het snoer of de stekker nooit in water of een andere vloeistof onder. Het reinigen van het luchtfilter Om het apparaat optimaal te laten functioneren, adviseren wij om het luchtfilter elke week te reinigen. Het luchtfilter kan namelijk verstopt raken met stof en vuil. Verwijder het luchtfilter zoals getoond wordt in de tekening. Gebruik een stofzuiger om al het stof van het luchtfilter te verwijderen. Als het luchtfilter erg vies is, mag deze met lauwwarm water gereinigd worden. • Dompel het luchtfilter in lauwwarm water (max. 40°C) met een zacht reinigingsmiddel. Spoel het luchtfilter een aantal malen en laat het aan de lucht drogen. Leg het luchtfilter niet in de zon of op de verwarming om te drogen. • Plaats het luchtfilter terug. Controleer of deze volledig droog is voordat het apparaat weer gebruikt wordt. Het reinigen van de luchtinlaten Om het apparaat optimaal te laten functioneren, kunt u de luchtinlaten reinigen met behulp van een stofzuiger met een zachte borstelzuigmond. Start of einde van het seizoen Controleer aan de start van het seizoen of het snoer en de stekker onbeschadigd zijn. Volg de installatie instructies om het apparaat te plaatsen. Zorg er aan het einde van het seizoen voor dat er geen condensvocht meer in het apparaat zit. Voer het vocht af volgens de instructies in het hoofdstuk CONDENSVOCHT AFVOEREN en zorg er voor dat het luchtfilter schoon is voordat u het apparaat opbergt. 8 problemen en oplossingen Controleer eerst het onderstaande voordat u de airconditioner inlevert voor reparatie. Probleem Het apparaat gaat niet aan. Het apparaat werkt maar gedurende een korte periode Mogelijke oorzaak Oplossing • De stroom is uitgevallen • De stekker zit niet in het stopcontact • De beveiliging is geactiveerd • Controleer de stroomtoevoer • Steek de stekker in het stopcontact • Wacht 30 minuten voordat u het apparaat opnieuw inschakelt. Als het probleem blijft, neem dan contact op met de klantenservice. • De luchtafvoerslang is geknikt • Plaats de luchtafvoerslang volgens de voorschriften. Zo kort mogelijk en bij voorkeur zonder bochten. • Controleer of de lucht vrij kan uitstromen • De luchtuitlaat/ - afvoer is geblokkeerd • Niet alle deuren en ramen zijn gesloten. • Zorg ervoor dat alle deuren en ramen gesloten zijn. Het apparaat koelt niet genoeg. 24 • Nederlands • Er zijn warmtebronnen in de kamer actief. • Verwijder de warmtebronnen of zet deze uit indien mogelijk. • De luchtafvoerslang is los geraakt van het apparaat • Monteer de luchtafvoerslang aan de achterzijde van het apparaat • Het apparaat is niet geschikt voor de ruimte waarin deze staat Het apparaat ruikt onaangenaam tijdens het gebruik • Het luchtfilter is vies/ zit verstopt • Reinig het luchtfilter volgens de voorschriften Het apparaat gaat niet aan gedurende 3 minuten nadat deze opnieuw aan gezet is • De interne beveiliging van de compressor voorkomt dat het apparaat aan gezet worden totdat er 3 minuten voorbij zijn nadat het apparaat uit gezet is. • Deze vertraging is normaal en het apparaat zal normaal functioneren zodat de 3 minuten voorbij zijn • Lage temperatuur - vorstbeveiliging • Het apparaat is voorzien van een vorstbeveiliging om te voorkomen dat er overmatig ijs vormt. Het apparaat start automatisch opnieuw op zodat het ontdooiproces afgerond is. • Probe fout - sensor defect • Als deze code in het display verschijnt, neem dan contact op met de klantenservice. • Volle watertank • Leeg de interne watertank. Volgens de instructies in hoofstuk 6 condensvocht afvoeren Display code 9 technische specificaties Typenummer Voltage Aansluitwaarde Koelcapaciteit* EE Class* EER* Opgenomen vermogen kW Opgenomen vermogen Standby W Stroomverbruik nom. A Luchtverplaatsing max. m3/h Ontvochtiging max. ** L/24h Geschikt voor m3 Koelmiddel / GWP type/gr Thermostaat range °C Ventilatorsnelheden Max. geluidsniveau dB(A) Afmetingen (hxbxd) Netto gewicht Beschermingsklasse Afstandsbediening AC125W 220-240Volt ~50Hz 1350 Watt 12000Btu/h (3.2 kW) A 2,6 1,2 0,5 5,3 300 36 105 R-290 / 3 /235 g. 18 - 32 3 65 dB 715 x 445 x 370 mm 31 kg IPX0 ja Nederlands • 25 algemene service- en garantievoorwaarden Hoe belangrijk service is, hoeven we je niet te vertellen. We ontwikkelen onze producten zodat je er jarenlang onbezorgd plezier van kan hebben. Ontstaat er toch een probleem, dan vinden we dat je direct een oplossing mag verwachten. Daarom bieden we je op onze producten een omruilservice, bovenop de rechten en vorderingen die je op grond van de wet toekomen. Door een product of onderdeel om te ruilen, besparen we je tijd, moeite en kosten. 2 jaar volledige fabrieksgarantie 1. Op alle producten van Inventum krijg je als consument standaard 2 jaar volledige fabrieksgarantie. Binnen deze periode wordt een defect product of onderdeel altijd gratis omgeruild voor een nieuw exemplaar. Om aanspraak te maken op de 2 jaar volledige fabrieksgarantie, kun je teruggaan naar de winkel waar je het product hebt gekocht of contact opnemen met de consumentenservice van Inventum via het contactformulier op www.inventum.eu/service-aanvraag. 2. De garantieperiode van 2 jaar begint te lopen op de datum van aankoop van het product. 3. Voor het recht op garantie dien je een kopie van het originele aankoopbewijs te kunnen overleggen. 4. De garantie geldt uitsluitend bij normaal huishoudelijk gebruik van de Inventum producten binnen Nederland. 5 jaar Inventum garantie 1. Op de meeste groot huishoudelijke apparatuur en een selectie klein huishoudelijke producten biedt Inventum de 5 jaar Inventum garantie. Deze 5 jaar Inventum garantie bestaat uit de 2 jaar volledige fabrieksgarantie en daarna 3 jaar aanvullende garantie. Het enige dat je hoeft te doen voor het recht op 3 jaar aanvullende garantie is het product te registreren binnen 45 dagen na aankoop. In de volgende paragraaf lees je meer over het registreren van het product. 2. Voor de 5 jaar Inventum garantie geldt dat een defect product of onderdeel gedurende de eerste 2 jaar altijd gratis wordt omgeruild voor een nieuw exemplaar. Gedurende het 3e tot en met het 5e jaar betaal je alleen de omruilkosten. De actuele omruilkosten kun je terugvinden op www.inventum.eu/omruilkosten. 3. Om aanspraak te maken op de 5 jaar Inventum garantie kun je teruggaan naar de winkel waar je het product hebt gekocht of contact opnemen met de consumentenservice van Inventum via het formulier op www.inventum.eu/service-aanvraag. 4. De garantieperiode van 5 jaar begint te lopen op de datum van aankoop van het product. 5. Voor het recht op garantie dien je een kopie van het originele aankoopbewijs te kunnen overleggen. 6. De garantie geldt uitsluitend bij normaal huishoudelijk gebruik van de Inventum producten binnen Nederland. Productregistratie 1. De 3 jaar aanvullende garantie is eenvoudig en kosteloos te regelen door het product binnen 45 dagen na aankoop te registreren via de website www.inventum.eu/garantieregistratie. Wanneer je het product niet binnen 45 dagen na aankoop hebt geregistreerd, heb je nog tot 2 jaar na aankoop de tijd om dit te regelen. Er zijn dan wel kosten aan deze registratie verbonden. De eenmalige registratiekosten bedragen € 89,- voor elk afzonderlijk product. Registreren is alleen mogelijk voor producten waar de 5 jaar Inventum garantie op van toepassing is. Of het product in aanmerking komt voor de 5 jaar Inventum garantie vind je in de gebruiksaanwijzing van het product en bij de informatie over het product op de website van Inventum. 2. De garantieperiode begint steeds te lopen vanaf de datum van aankoop van het product. Ook wanneer het product pas later voor aanvullende garantie wordt geregistreerd, wordt de garantieperiode vanaf de originele aankoopdatum berekend. 3. De 3 jaar aanvullende garantie kun je alleen aanvragen als je beschikt over een kopie van het originele aankoopbewijs en het Inventum 5 jaar garantiecertificaat. Groot huishoudelijke apparatuur 1. Storingen of defecten aan groot huishoudelijke apparatuur (vrijstaand- en inbouw witgoed) kunnen worden gemeld via het formulier op www.inventum.eu/service-aanvraag, telefonisch bij de consumentenservice van Inventum of via de winkel waar je de apparatuur hebt gekocht. Het telefoonnummer van de consumentenservice vind je op www.inventum.eu. 2. Bij gemelde storingen of defecten aan groot huishoudelijke apparatuur heeft Inventum de mogelijkheid om ter plaatse bij de consument in Nederland een witgoedmonteur het defecte apparaat te laten onderzoeken en vervolgens een reparatie uit te laten voeren. De consumentenservice van Inventum kan ook besluiten dat het apparaat wordt omgeruild. 3. Als je een storing of defect aan groot huishoudelijke apparatuur meldt in de eerste 2 jaar vanaf de datum van aankoop, brengt Inventum geen kosten in rekening voor omruilen, voorrijden, onderdelen, materiaalgebruik en arbeidsloon. 4. Als je het product op de hiervoor beschreven wijze hebt geregistreerd op www.inventum.eu/garantie-registratie en je vervolgens een storing aan groot huishoudelijke apparatuur meldt in het 3e t/m 5e jaar vanaf de datum van aankoop, dan is de 5 jaar Inventum garantie van toepassing en wordt het apparaat kosteloos gerepareerd of omgeruild. Je bent dan bij reparatie of omruiling van het apparaat alleen omruilkosten verschuldigd. De actuele omruilkosten kun je terugvinden op www.inventum.eu/omruilkosten. Indien je het product niet hebt geregistreerd, dan is de 3 jaar aanvullende garantie niet van toepassing. 92 • Nederlands 5. Bij een melding van een storing of defect zal een monteur binnen 1 werkdag contact opnemen voor het maken van een bezoekafspraak. Bij melding in het weekend of op feestdagen is dit de eerstvolgende werkdag. 6. Indien je een storing of defect meldt via het formulier op www.inventum.eu/service-aanvraag, word je via mobiele berichten en e-mail op de hoogte gehouden van de voortgang. 7. De garantieperiode begint te lopen op de datum van aankoop van het product. 8. Voor het recht op garantie dien je een kopie van het originele aankoopbewijs en het Inventum 5 jaar garantiecertificaat te kunnen overleggen. 9. De garantie geldt uitsluitend bij normaal huishoudelijk gebruik van de Inventum producten binnen Nederland. Storingen of defecten buiten de garantieperiode 1. In geval van storingen of defecten aan klein huishoudelijke apparatuur of groot huishoudelijke apparatuur buiten de garantieperiode, kan hiervan melding worden gemaakt bij de consumentenservice via het contactformulier www.inventum.eu/service-aanvraag of door te bellen met de consumentenservice. 2. De consumentenservice kan je vragen het product voor onderzoek of reparatie op te sturen. De kosten van verzending zijn voor jouw rekening. 3. Aan het onderzoek naar de mogelijkheid tot repareren zijn kosten verbonden. Je moet hier vooraf toestemming voor geven. 4. Bij groot huishoudelijke apparatuur kan Inventum op jouw verzoek een witgoedmonteur sturen. De voorrijkosten, onderdeel- en materiaalkosten en arbeidsloon worden dan aan je in rekening gebracht. 5. In geval van opdracht tot reparatie moeten de reparatiekosten vooraf worden voldaan. Bij reparatie door een witgoedmonteur, dienen de kosten van de reparatie ter plaatse bij de monteur, bij voorkeur via pinbetaling, te worden afgerekend. Uitgesloten van garantie 1. De hiervoor genoemde garanties gelden niet in geval van: • normale slijtage; • onoordeelkundig of oneigenlijk gebruik; • onvoldoende onderhoud; • het niet in acht nemen van de bedienings- en onderhoudsvoorschriften; • ondeskundige montage of reparatie door derden of door de consument zelf; • door de consument toegepaste niet originele onderdelen; • zakelijk of bedrijfsmatig gebruik; • het serienummer en/of rating-label is verwijderd. 2. Tevens geldt de garantie niet voor normale verbruiksartikelen, zoals: • kneedhaken, bakblikken, (koolstof)filters, etc.; • batterijen, lampjes, koolstoffilters, vetfilters enz.; • externe verbindingskabels; • glazen accessoires en glazen delen zoals ovendeuren; • en soortgelijke zaken. 3. Buiten de garantie vallen transportschades, voor zover deze niet door Inventum zijn veroorzaakt. Controleer daarom je nieuwe apparatuur voordat je deze in gebruik neemt. Als je beschadigingen aantreft, dien je deze binnen 5 werkdagen na aankoop te melden bij de winkel waar je het product hebt gekocht, of bij de consumentenservice van Inventum via het contactformulier op de website www.inventum.eu/service-aanvraag. Indien transportschades niet binnen deze termijn worden gemeld, aanvaardt Inventum geen enkele aansprakelijkheid ter zake. 4. Van garantie en/of vervanging zijn uitgesloten: defecten aan, verlies en beschadiging aan het apparaat als gevolg van een gebeurtenis die gewoonlijk verzekerd is onder de inboedelverzekering. Van belang om te weten 1. Vervanging of herstel van een defect product of een onderdeel daarvan leidt niet tot verlenging van de oorspronkelijke garantietermijn. 2. Vervangen onderdelen, verpakkingsmateriaal en omgewisselde apparaten worden meegenomen door de witgoedmonteur en worden eigendom van Inventum. 3. Indien een klacht ongegrond is, komen alle kosten die daardoor zijn ontstaan voor rekening van de consument. 4. Na verloop van de garantietermijn worden alle kosten voor herstel of vervanging, inclusief administratie-, verzenden voorrijkosten aan de consument in rekening gebracht. 5. Inventum is niet aansprakelijk voor schade die is ontstaan als gevolg van onjuiste inbouwsituaties. 6. Inventum is niet aansprakelijk voor schade veroorzaakt door van buiten het apparaat ontstane oorzaken, tenzij deze aansprakelijkheid voortvloeit uit dwingendrechtelijke bepalingen. 7. Op deze garantie- en servicevoorwaarden is Nederlands recht van toepassing. Geschillen zullen uitsluitend worden berecht door de bevoegde Nederlandse rechter. Nederlands • 93 klein huishoudelijk witgoed vrijstaand witgoed inbouw persoonlijke verzorging Inventum Huishoudelijke Apparaten B.V. Meander 901 6825 MH Arnhem Tel: 0800-4583688 [email protected] www.inventum.eu facebook.com/inventum1908 youtube.com/inventum1908 AC125W/02.0420V Wijzigingen en drukfouten voorbehouden/ Änderungen und Druckfehler vorbehalten/ Sous réserve de modification / Modifications and printing errors reserved
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100

Inventum AC125W Handleiding

Type
Handleiding