Documenttranscriptie
Nederlands
1. veiligheidsvoorschriften
2. productomschrijving
3. vóór het eerste gebruik
4. de bediening van de airconditioner
5. tips voor efficient gebruik
6. condensvocht afvoeren
7. reiniging en onderhoud
8. problemen en oplossingen
9. technische specificaties
algemene service- en garantievoorwaarden
pagina 4
pagina 17
pagina 18
pagina 20
pagina 23
pagina 23
pagina 24
pagina 24
pagina 25
pagina 92
English
1. safety instructions
2. product description
3. before using for the first time
4. operation of the air conditioner
5. tips for efficient use
6. draining condensation water
7. cleaning and maintenance
8. problems and solutions
9. technical specifications
general service and warranty conditions
page 26
page 38
page 39
page 41
page 44
page 44
page 45
page 45
page 46
page 94
Deutsch
1. Sicherheitsvorschriften
2. Produktbeschreibung
3. Vor der ersten Verwendung
4. Bedienung des Klimageräts
5. Tipps für eine effiziente Verwendung
6. Ableiten von Kondensat
7. Reinigung und Wartung
8. Störungen und Lösungen
9. Technische Daten
Allgemeine Service- und Garantiebedingungen
Seite 47
Seite 61
Seite 62
Seite 64
Seite 67
Seite 67
Seite 68
Seite 68
Seite 69
Seite 96
Français
1. consignes de sécurité
2. description du produit
3. avant la toute première utilisation
4. commande du climatiseur
5. conseils pour une utilisation efficace
6. évacuation de la condensation
7. nettoyage et entretien
8. problèmes et solutions
9. spécifications techniques
conditions générales de garantie et de service
page 70
page 83
page 84
page 86
page 89
page 89
page 90
page 90
page 91
page 98
•3
Nederlands
1
veiligheidsvoorschriften
• Lees eerst de gebruiksaanwijzing aandachtig en geheel
door voordat u het apparaat gaat gebruiken en bewaar
deze zorgvuldig voor latere raadpleging.
• Gebruik geen middelen die het ontdooiproces versnellen
of reinigingsmiddelen, dan deze die door de fabrikant zijn
aanbevolen.
• Berg het apparaat op in een ruimte zonder continu
werkende ontstekingsbronnen (bijv. een open vlam,
ingeschakeld gastoestel of een ingeschakeld elektrisch
verwarmingstoestel).
• Niet doorboren of verbranden.
• Opgelet, bepaalde koelmiddelen bevatten geen geur.
• Installeer, gebruik en bewaar het apparaat in een ruimte met
een vloeroppervlak van minstens 21 m2 (voor 12000Btu/h).
• Installeer dit apparaat enkel wanneer het voldoet aan de lokale/
nationale wetgeving, regelgeving en normen.
BELANGRIJK
• Dit apparaat is bedoeld om gebruikt te worden als
een airconditioner in woningen en is alleen geschikt
voor gebruik binnenshuis in woonkamers, keukens en
garages op droge plaatsen, in normale huishoudelijke
omstandigheden.
• Gebruik het apparaat nooit met een beschadigd snoer of
stekker. Klem het snoer nooit af en voorkom contact met
scherpe kanten.
• De installatie moet volledig in overeenstemming zijn met
de ter plaatse geldende voorschriften, bepalingen en
normen.
• Het apparaat is uitsluitend geschikt voor gebruik op droge
plaatsen, binnenshuis.
• Controleer de netspanning.
• Dit apparaat is uitsluitend geschikt voor een geaard
stopcontact, aansluitspanning 220-240 Volt/ ~50 Hz.
• Het apparaat MOET altijd geaard worden aangesloten.
4 • Nederlands
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
Als de stroomvoorziening niet geaard is, mag u het
apparaat absoluut niet aansluiten.
• De stekker moet altijd makkelijk toegankelijk zijn als het
apparaat is aangesloten.
Vervoer het apparaat altijd rechtop en plaats deze op een
stabiele, vlakke ondergrond tijdens het gebruik. Als het apparaat
liggend is vervoerd, dient u deze gedurende 6 uur recht op te
laten rusten voordat u de stekker in het stopcontact steekt.
Laat de elektrische installatie controleren door een erkend
vakman als u er niet zeker van bent dat alles in orde is.
Installeer het apparaat op een stevige, vlakke vloer die sterk
genoeg is om een gewicht tot 50 kg te dragen. Installatie op
een zwakke of oneven vloer kan resulteren in schade aan uw
eigendommen of persoonlijk letsel.
De luchtinlaten en luchtuitlaten nooit afdekken.
Leeg het waterreservoir via het wateraftappunt voordat u het
apparaat verplaatst.
Breng het apparaat nooit in contact met chemicaliën.
Steek geen vingers of voorwerpen in de openingen van het apparaat.
Breng het apparaat nooit in contact met water. Het apparaat
niet met water besproeien of onderdompelen in verband
met kortsluitingsgevaar.
Haal altijd eerst de stekker uit het stopcontact voordat het
apparaat of een onderdeel ervan moet worden schoongemaakt
of vervangen.
Sluit het apparaat NOOIT aan met behulp van een verlengsnoer.
Is een geschikt geaard stopcontact niet voorhanden, laat dit
dan installeren door een erkend elektricien.
Wees uit veiligheidsoverwegingen altijd voorzichtig met
kinderen in de buurt van dit apparaat, zoals met ieder elektrisch
apparaat.
Gebruik het apparaat niet wanneer de stekker, het snoer of het
apparaat beschadigd is, of wanneer het apparaat niet meer
naar behoren functioneert of wanneer het gevallen of op een
andere manier beschadigd is. Raadpleeg dan de winkelier of
onze technische dienst. In geen geval de stekker of het snoer
zelf vervangen.
Haal altijd de stekker uit het stopcontact als het apparaat niet
wordt gebruikt.
Nederlands • 5
• Een beschadigd elektriciteitssnoer alleen laten vervangen door
de leverancier of een bevoegd persoon/servicepunt.
• Het apparaat buiten bereik van kinderen houden. Kinderen
beseffen de gevaren niet, die kunnen ontstaan bij het omgaan
met elektrische apparaten. Laat kinderen daarom nooit zonder
toezicht met elektrische apparaten werken. Houd het apparaat
en het snoer buiten bereik van kinderen jonger dan 8 jaar.
• Het apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8 jaar en
ouder en door personen met beperkte fysieke, zintuiglijke of
mentale vermogens of gebrek aan ervaring of kennis, wanneer
zij het apparaat onder toezicht gebruiken of zijn geïnstrueerd
over het veilige gebruik ervan en zij de daaruit voortkomende
gevaren begrijpen.
• Kinderen mogen niet met het apparaat spelen.
• Het apparaat mag niet door kinderen worden gereinigd
of onderhouden, tenzij dit onder toezicht gebeurt.
LET OP!
• De ruimte waarin dit apparaat wordt gebruikt nooit volledig
luchtdicht afsluiten. Dit voorkomt onderdruk in deze
ruimte. Negatieve druk (=onderdruk) de veilige werking van
geisers, afzuigkappen, ovens e.d. ontregelen.
• Het niet volgen van de aanwijzingen kan leiden tot het
vervallen van de garantie op het apparaat.
• Til het toestel altijd met twee personen.
• Zorg er altijd voor dat het apparaat op een stevige, vlakke
ondergrond staat.
• Laat het apparaat niet onbeheerd achter indien het apparaat
in werking is.
• Indien u het apparaat wilt verplaatsen, dient u ervoor te zorgen
dat het apparaat uitgeschakeld is. U dient bij het verplaatsen
van het apparaat beide handen te gebruiken.
• Het apparaat nooit gebruiken met onderdelen die niet door
de fabrikant zijn aanbevolen of geleverd.
• Niet aan het snoer c.q. het apparaat trekken om de stekker
uit de wandcontactdoos te halen. Het apparaat nooit met natte
of vochtige handen aanraken.
• Indien het apparaat na het inschakelen niet functioneert,
dan kan de zekering of de aardlekschakelaar in de elektra
verdeelkast zijn aangesproken. De groep kan te zwaar zijn belast
of een aardlekstroom kan zijn opgetreden.
6 • Nederlands
• Ga bij storing nooit zelf repareren; het doorslaan van de
beveiliging in het apparaat kan duiden op een defect, dat niet
wordt verholpen door verwijdering of vervanging van deze
beveiliging. Het is noodzakelijk dat er uitsluitend originele
onderdelen gebruikt worden.
• Dompel het apparaat, het snoer of de stekker nooit onder
in water.
• Dit apparaat is uitsluitend geschikt voor huishoudelijk gebruik.
Wanneer het apparaat oneigenlijk gebruikt wordt, kan er bij
eventuele defecten geen aanspraak op schadevergoeding
worden gemaakt en vervalt het recht op garantie.
•
Als u besluit het apparaat, vanwege een defect, niet langer
te gebruiken, adviseren wij u, nadat u de stekker uit het
stopcontact heeft verwijderd, het snoer af te knippen.
Huishoudelijke apparaten horen niet in de vuilnisbak.
Breng ze naar de betreffende afvalverwerkingsafdeling
van uw gemeente.
WAARSCHUWING
Specifieke informatie voor apparaten met R290 koelgas.
• Lees alle waarschuwingen grondig door.
• Tijdens het ontdooien en reinigen van het apparaat, gebruik
alleen gereedschap dat door de fabrikant is aanbevolen.
• Plaats het apparaat in een ruimte zonder continu werkende
ontstekingsbronnen (bijv. een open vlam, ingeschakeld
elektrisch of gastoestel).
• Niet doorboren of verbranden.
• Installeer, gebruik en bewaar het apparaat in een ruimte met
een vloeroppervlak van minstens 21 m2.
• Dit apparaat bevat 235 gram R290 koelgas (zie het typeplaatje
aan de achterkant van het toestel).
• R290 is een koelgas dat in overeenstemming is met de
Europese milieurichtlijnen. Doorboor geen enkel deel van
het koelcircuit.
• Als het apparaat wordt geïnstalleerd, bediend of bewaard in een
ruimte zonder ventilatie, moet de ruimte aldus zijn ingericht dat
de ophoping van koelmiddel door een lek wordt vermeden.
Dit kan leiden tot brand- of explosiegevaar door het ontsteken
van het koelmiddel door een elektrisch verwarmingstoestel,
fornuis of andere ontstekingsbron.
Nederlands • 7
• Bewaar het apparaat op een dergelijke wijze zodat mechanische
storing wordt vermeden.
• Personen die het koelcircuit bedienen of er aan werken,
moeten in het bezit zijn van een gepast certificaat van een
bevoegde organisatie, zodat deze personen bevoegd zijn
om koelmiddelen op een veilige manier te behandelen
overeenkomstig de specificaties die in industrie van kracht zijn.
• Reparaties mogen alleen worden uitgevoerd zoals aanbevolen
door de fabrikant van het apparaat. Onderhoud en reparatie die
de hulp van ander opgeleid personeel vereisen, moeten worden
uitgevoerd onder het toezicht van een persoon die weet hoe
brandbare koelmiddelen te gebruiken.
KOELMIDDEL
(CE) N 842/2006: Deze airconditioner bevat het koelmiddel R290.
De hoeveelheid koelmiddel is minder dan 1 kg en bevindt zich in een gesloten
koelcircuit. Het koelmiddel heeft geen zonafbrekend vermogen. Het is echter
een broeikasgas onder het Kyoto protocol en kan aldus bijdragen aan de globale
opwarming van de aarde wanneer het in de atmosfeer vrijkomt. Alleen opgeleide
technici met een gepast koelmiddelcertificaat mogen het toestel vullen of legen.
Uw airconditioner dient bij een juist gebruik en een onbeschadigd koelmiddelcircuit
niet te worden bijgevuld met koelmiddel. GWP: R290: 3.
8 • Nederlands
Specifieke informatie over apparaten die R290/R32 koelgas
bevatten
• Lees alle waarschuwingen aandachtig door.
• Gebruik voor het ontdooien en reinigen van het apparaat geen ander gereedschap
dan door de fabrikant wordt aanbevolen.
• Plaats het apparaat in een ruimte zonder ontstekingsbronnen (denk hierbij aan:
open vuur, gasapparaten of elektrische apparaten die vonken kunnen veroorzaken).
• Niet doorboren en niet verbranden.
• Koelgassen kunnen reukloos zijn.
• Het apparaat moet worden geïnstalleerd, gebruikt en opgeslagen in een ruimte die
groter is dan 13 m2.
• R290/R32 is een koelgas dat voldoet aan de Europese milieurichtlijnen. Doorboor
geen enkel deel van het koelcircuit.
• Als het apparaat wordt geïnstalleerd, gebruikt of opgeslagen in een nietgeventileerde ruimte, moet de ruimte zodanig zijn ontworpen dat lekkend koelgas
zich niet kan ophopen. Dit om het ontstaan van brand of explosies als gevolg
van ontsteking van het koelmiddel door elektrische kachels, branders of andere
ontstekingsbronnen te voorkomen.
• Sla het apparaat zodanig op dat er geen mechanische defecten kunnen ontstaan.
• Personen die aan of met het koelmiddelcircuit werken, moeten de juiste
certificering hebben die is uitgegeven door een erkende organisatie die
deskundigheid garandeert in de omgang met koelmiddelen volgens specifieke
certificeringsafspraken in de bedrijfstak.
• Neem bij reparaties altijd de aanbevelingen van de fabrikant in acht.
• Onderhoud en reparaties die de hulp van ander gekwalificeerd personeel vereisen,
moeten worden uitgevoerd onder toezicht van een persoon die is gecertificeerd in
de omgang met ontvlambare koelmiddelen.
• Gebruik geen andere middelen om het ontdooiproces te versnellen of om schoon
te maken dan die door de fabrikant worden aanbevolen.
• Het apparaat moet worden opgeslagen in een ruimte zonder continu werkende
ontstekingsbronnen (bijvoorbeeld: open vuur, een werkend gasapparaat of een
werkende elektrische kachel).
• Niet doorboren of verbranden.
• Houd er rekening mee dat koelmiddelen geurloos kunnen zijn.
• Neem altijd de nationale wet- en regelgeving voor gassen in acht.
• Blokkeer de ventilatieopeningen niet.
• Sla het apparaat zodanig op dat er geen mechanische beschadigingen kunnen
ontstaan.
• Breng een waarschuwing aan dat het apparaat moet worden opgeslagen in een
goed geventileerde ruimte waarvan de afmetingen overeenkomen met de ruimte
die is gespecificeerd voor gebruik.
Nederlands • 9
• Elke persoon die betrokken is bij het werken aan, of het demonteren van een
koelmiddelcircuit, moet in het bezit zijn van een geldig certificaat van een door de
bedrijfstak erkende beoordelingsinstantie, die hun competentie aantoont in de
veilige omgang met koelmiddelen volgens de erkende certificeringsafspraken in de
bedrijfstak.
• Onderhoud mag alleen worden uitgevoerd volgens de aanbevelingen van de
fabrikant van de apparatuur.
• Onderhoud en reparaties die de hulp van ander gekwalificeerd personeel vereisen,
moeten worden uitgevoerd onder toezicht van een deskundige persoon die is
gecertificeerd in de omgang met ontvlambare koelmiddelen.
• Het apparaat moet worden geïnstalleerd, gebruikt en opgeslagen in een ruimte
met een vloeroppervlak groter dan 13 m2.
WAARSCHUWING: Dit systeem bevat koelmiddel onder
zeer hoge druk. Het systeem mag alleen door gekwalificeerd
personeel worden onderhouden.
1. Transport van apparatuur die ontvlambare koelmiddelen bevat (Bijlage CC.1)
Neem de transportvoorschriften in acht.
2. Markering van apparatuur met behulp van borden (Bijlage CC.2)
Neem de lokale regelgeving in acht.
3. Afvoeren van apparatuur die ontvlambare koelmiddelen bevat (Bijlage CC.3)
Neem de nationale regelgeving in acht.
4. Opslag van apparatuur/apparaten (Bijlage CC.4)
Sla de apparatuur op volgens de aanwijzingen van de fabrikant.
5. Opslag van verpakte (onverkochte) apparatuur (Bijlage CC.5)
De opslagverpakking dient zodanig stevig te zijn ontworpen dat er bij mechanische
beschadiging van de apparatuur in de verpakking geen koelmiddel kan gaan lekken.
Plaatselijke voorschriften bepalen het maximale aantal apparaten dat in één
ruimte mag worden opgeslagen.
10 • Nederlands
6. Informatie over onderhoud (Bijlage DD.3)
1) Controleer de omgeving
Voorafgaand aan werkzaamheden aan systemen die ontvlambare koelmiddelen
bevatten, zijn veiligheidscontroles noodzakelijk om ervoor te zorgen dat het
risico van ontsteking tot een minimum wordt beperkt. Neem bij reparaties aan
koelsystemen de volgende voorzorgsmaatregelen voordat werkzaamheden aan het
systeem worden uitgevoerd.
2) Werkprocedure
Voer de werkzaamheden uit volgens een gereguleerde procedure om het risico op
het vrijkomen van ontvlambare gassen of dampen tijdens de werkzaamheden te
minimaliseren.
3) Algemeen werkgebied
Breng al het onderhoudspersoneel en anderen die in de omgeving werken op de
hoogte over de aard van de werkzaamheden die worden uitgevoerd. Vermijd het
werken in besloten ruimtes. Zet het gebied rondom de werkplek af. Zorg dat het
werkgebied veilig is door te controleren op de aanwezigheid van brandbaar materiaal
en ontstekingsbronnen.
4) Controleer op de aanwezigheid van koelmiddel
Controleer het gebied vóór en tijdens het werk met een geschikte
koelmiddeldetector, die de monteur waarschuwt voor de aanwezigheid van mogelijk
ontvlambare omgevingslucht. Gebruik alleen lekdetectieapparatuur die geschikt is
voor gebruik met ontvlambare koelmiddelen, d.w.z. vonkvrij, adequaat afgeschermd
of intrinsiek veilig.
5) Houd een brandblusser onder handbereik
Als er hete werkzaamheden aan de koelapparatuur of aanverwante onderdelen
moeten worden uitgevoerd, dienen geschikte blusmiddelen onder handbereik
aanwezig te zijn. Hang direct naast het vulgebied een poederblusser of een CO2blusser op.
6) Houd ontstekingsbronnen weg
Iedereen die werkzaamheden uitvoert aan een koelsysteem waarbij leidingen bloot
komen te liggen die ontvlambaar koelmiddel bevatten of ooit hebben bevat, mag
geen ontstekingsbronnen gebruiken die een brand of explosie kunnen veroorzaken.
Houd alle mogelijke ontstekingsbronnen, waaronder aangestoken sigaretten,
voldoende ver verwijderd van de plaats van installatie, reparatie, verwijdering of
afvoer, waar er ontvlambaar koelmiddel in de omgeving kan vrijkomen. Controleer
vóór het uitvoeren van de werkzaamheden of er geen ontvlambare materialen of
ontstekingsbronnen aanwezig zijn in het gebied rond de apparatuur.
Hang waarschuwingsborden met de tekst "Verboden te roken" op.
7) Zorg voor ventilatie
Werk in de open lucht of zorg dat het werkgebied voldoende geventileerd is voordat
u het systeem openmaakt of heet werk uitvoert. Zorg continu voor voldoende
ventilatie tijdens het uitvoeren van de werkzaamheden. De ventilatie moet eventueel
vrijkomend koelmiddel naar een veilige plek wegblazen en bij voorkeur afvoeren naar
de buitenlucht.
Nederlands • 11
8) Controleer de koelapparatuur
Vervang elektrische componenten alleen door soortgelijke onderdelen die
voldoen aan de juiste specificaties. Neem altijd de richtlijnen voor onderhoud en
reparatie van de fabrikant in acht. Neem bij twijfel contact op met de technische
ondersteuning van de fabrikant voor assistentie.
Controleer installaties die ontvlambare koelmiddelen gebruiken op de volgende
punten:
- Het vulvolume moet overeenkomen met de afmetingen van de ruimte waarin de
koelmiddelhoudende onderdelen zijn geïnstalleerd;
- De ventilatieapparatuur en -afvoeren moeten naar behoren werken en mogen niet
zijn geblokkeerd;
- Als er een indirect koelcircuit wordt gebruikt, moet het secundaire circuit worden
gecontroleerd op de aanwezigheid van koelmiddel;
- Alle markeringen op de apparatuur moeten zichtbaar en leesbaar zijn. Herstel
vooraf alle onleesbaar geworden markeringen en borden;
- De koelleidingen en componenten die koelmiddelen bevatten moeten zodanig
zijn geïnstalleerd dat het onwaarschijnlijk is dat ze worden blootgesteld aan
stoffen die ze kunnen aantasten, voor zover de componenten niet zijn gemaakt
van materialen die inherent bestand zijn tegen corrosie, of adequaat zijn
beschermd tegen corrosie.
9) Controleer elektrische apparaten
Controleer bij reparatie en onderhoud van elektrische componenten altijd eerst
op veiligheid, en neem de inspectieprocedures voor de componenten in acht.
Als er sprake is van een storing die de veiligheid in gevaar kan brengen, mag er
geen elektrische voeding op het circuit worden aangesloten voordat deze storing
is verholpen. Als de storing niet onmiddellijk kan worden verholpen maar het
apparaat moet wel in bedrijf blijven, dan dient er een geschikte tijdelijke oplossing
te worden gerealiseerd. Meld dit altijd aan de eigenaar van de apparatuur, zodat alle
betrokkenen op de hoogte zijn.
Tot de veiligheidscontroles vooraf behoort:
• Het ontladen van condensatoren: dit moet op een veilige manier gebeuren om
vonkvorming te voorkomen;
• Controleer of er geen onder spanning staande elektrische componenten en
bedrading blootliggen tijdens het vullen, aftappen of spoelen van het systeem;
• Controleer of de continuïteit van de aardverbindingen is gewaarborgd.
7. Reparaties aan afgeschermde componenten (Bijlage DD.4)
1) Koppel tijdens reparaties aan afgeschermde componenten alle elektrische
voedingen los van de apparatuur waaraan wordt gewerkt, voordat afdekplaten
en dergelijke worden verwijderd. Als het absoluut noodzakelijk is om de
stroomvoorziening ingeschakeld te laten tijdens onderhoud aan apparatuur, moet
er een permanent werkende lekdetector worden geplaatst op het meest kritieke
punt om te waarschuwen voor het ontstaan van mogelijk gevaarlijke situaties.
2) Besteed extra aandacht aan de volgende punten om te zorgen dat bij de
werkzaamheden aan elektrische componenten de behuizing niet zodanig wordt
gewijzigd dat het beschermingsniveau wordt beïnvloed.
12 • Nederlands
Denk hierbij aan beschadigde kabels, het maken van te veel verbindingen per
aansluiting, klemmen die niet aan de oorspronkelijke specificaties voldoen,
beschadigde afdichtingen, onjuiste montage van pakkingen, enz.
Zorg dat het apparaat stevig is bevestigd.
Controleer of afdichtingen en afdichtingsmaterialen nog steeds voldoende in staat
zijn om te voorkomen dat ontvlambare omgevingslucht binnendringt. Gebruik
uitsluitend vervangende onderdelen die voldoen aan de specificaties van de
fabrikant.
LET OP: Het gebruik van siliconenhoudende afdichtmiddelen kan de werking
van sommige soorten lekdetectieapparatuur verstoren. Intrinsiek veilige
componenten hoeven niet te worden losgekoppeld voordat eraan wordt gewerkt.
8. Reparaties aan intrinsiek veilige componenten (Bijlage DD.5)
Sluit geen permanente inductieve of capacitieve belastingen aan op het circuit
zonder te controleren of daarmee de toegestane spanningen en stromen voor de
gebruikte apparatuur worden overschreden.
Intrinsiek veilige componenten zijn de enige typen componenten waaraan gewerkt
mag worden terwijl ze onder spanning staan in de aanwezigheid van ontvlambare
omgevingslucht. Gebruik uitsluitend testapparatuur met de juiste certificeringen.
Vervang componenten alleen door onderdelen die overeenkomen met de
specificaties van de fabrikant. Het gebruik van afwijkende onderdelen kan brand
veroorzaken wanneer er koelmiddel door lekkage naar de omgevingslucht ontsnapt.
9. Kabels (Bijlage DD.6)
Controleer of de kabels niet zijn blootgesteld aan slijtage, corrosie, overmatige druk,
trillingen, scherpe randen of andere nadelige omgevingsinvloeden. Houd bij de
controle ook rekening met de gevolgen van veroudering en voortdurende trillingen
van compressoren of ventilatoren.
10. Detectie van ontvlambare koelmiddelen (Bijlage DD.7)
Gebruik nooit potentiële ontstekingsbronnen bij het zoeken naar, of opsporen van
koelmiddellekken. Gebruik geen halogeenlamp (of een andere detector met een
open vlam).
11. Lekdetectiemethoden (Bijlage DD.8)
De volgende lekdetectiemethoden mogen worden gebruikt voor systemen die
ontvlambare koelmiddelen bevatten.
Gebruik bij voorkeur elektronische lekdetectoren om ontvlambare koelmiddelen
te detecteren. Soms is de gevoeligheid van dergelijke apparatuur echter
niet toereikend, of moeten ze opnieuw worden gekalibreerd. (Kalibreer
detectieapparatuur altijd in een koelmiddelvrije ruimte.) Controleer of de detector
geen potentiële ontstekingsbron is, en of hij geschikt is voor het gebruikte
koelmiddel. Stel de lekdetectieapparatuur in op een percentage van de LFL
(onderste ontvlammingsgrens) van het koelmiddel en kalibreer de apparatuur op het
gebruikte koelmiddel en het juiste gaspercentage (maximaal 25%).
Ook lekdetectievloeistoffen zijn geschikt voor gebruik met de meeste koelmiddelen,
maar vermijd het gebruik van chloorhoudende stoffen omdat het chloor kan
reageren met het koelmiddel en het koperen leidingwerk kan aantasten.
Als een lek wordt vermoed, moeten alle open vlammen worden gedoofd of verwijderd.
Nederlands • 13
Als er een koelmiddellek wordt gevonden dat solderen vereist, moet eerst al het
koelmiddel uit het systeem worden afgetapt, of moet het koelmiddel worden
geïsoleerd (door middel van afsluiters) in een deel van het systeem op afstand van
het lek. Spoel het systeem vervolgens met zuurstofvrije stikstof (OFN), zowel vóór
als tijdens het soldeerproces.
12. Aftappen en leegmaken (Bijlage DD.9)
Bij het openmaken van een koelcircuit om reparaties uit te voeren - alsmede voor
alle andere doeleinden - moeten altijd de juiste voorschriften en procedures
worden nageleefd. Probeer daarnaast altijd zo veilig mogelijk te werken vanwege de
ontvlambaarheid van koelmiddelen. Hanteer daarom altijd de volgende procedure:
• Verwijder het koelmiddel;
• Spoel het circuit met inert gas;
• Maak het systeem leeg;
• Spoel nogmaals met inert gas;
• Open het circuit door te zagen of te solderen.
Vang het koelmiddel op in een geschikte opslagcilinder. Spoel het systeem met OFN
(zuurstofvrije stikstof) om de installatie veilig te maken. Mogelijk moet u dit proces
enkele keren herhalen. Gebruik nooit perslucht of zuurstof om een installatie te
spoelen.
Spoel het vacuümsysteem door er OFN in te laten stromen, en vul het systeem
daarna met OFN totdat de werkdruk is bereikt. Laat dit vervolgens naar de atmosfeer
ontsnappen en trek het systeem opnieuw vacuüm. Herhaal dit proces totdat er geen
koelmiddel meer in het systeem zit. Na de laatste OFN-spoeling, moet het systeem
worden ontlucht tot atmosferische druk om werkzaamheden mogelijk te maken. Dit
is een absoluut noodzakelijke voorwaarde als er soldeerwerkzaamheden aan het
leidingwerk moeten plaatsvinden.
Zorg dat de uitlaat van de vacuümpomp niet in de buurt van ontstekingsbronnen ligt
en dat de omgeving voldoende wordt geventileerd.
13. Vulprocedures (Bijlage DD.10)
Neem bij het vullen naast de standaardprocedures ook de volgende vereisten in acht.
- Voorkom bij het gebruik van de vulapparatuur dat er verschillende koelmiddelen
met elkaar vermengd raken. Slangen en leidingen moeten zo kort mogelijk zijn om
de hoeveelheid koelmiddel die ze bevatten te minimaliseren.
- Zet cilinders altijd rechtop.
- Aard het koelsysteem voordat u het systeem vult met koelmiddel.
- Markeer het systeem dat het is gevuld (als dit nog niet eerder is gedaan).
- Let goed op dat het koelsysteem niet overmatig wordt gevuld.
Voer een druktest uit met OFN (zuurstofvrije stikstof) voordat het systeem
wordt gevuld. Controleer het systeem op lekken na het vullen, maar vóór de
inbedrijfstelling. Voer altijd een laatste lektest uit voordat u de locatie verlaat.
14 • Nederlands
14. Buitengebruikstelling (Bijlage DD.11)
Om deze procedure uit te voeren, is het essentieel dat de monteur zich vooraf
volledig vertrouwd heeft gemaakt met de apparatuur en alle onderdelen ervan.
Het wordt standaard aanbevolen om gebruikte koelmiddelen altijd veilig af te
tappen en af te voeren. Neem voorafgaand aan de werkzaamheden een olie- en
koelmiddelmonster wanneer hergebruik van het afgetapte koelmiddel een analyse
vooraf vereist. Het is essentieel om te controleren of er een stroomvoorziening
aanwezig is voordat met de werkzaamheden wordt begonnen.
a) Maak uzelf vertrouwd met de apparatuur en de werking ervan.
b) Verbreek de elektrische aansluiting tussen het systeem en de stroomtoevoer.
c) Controleer voor aanvang van de werkzaamheden of aan de volgende punten is
voldaan:
• Alle vereiste mechanische voorzieningen zijn aanwezig, bijv. om de
koelmiddelcilinders te hanteren;
• Alle persoonlijke beschermingsmiddelen zijn aanwezig en worden correct gebruikt;
• Er is te allen tijde een competente persoon aanwezig die toezicht houdt op het
aftapproces;
• Alle aftapapparatuur en opslagcilinders voldoen aan de geldende normen.
d) Pomp bij voorkeur het koelsysteem leeg, indien dit mogelijk is.
e) Is leegpompen niet mogelijk, gebruik dan een passend verdeelstuk om zo veel
mogelijk koelmiddel uit de verschillende delen van het systeem te verwijderen.
f) Plaats de cilinder op de weegschaal voordat het aftappen begint.
g) Start de aftapinstallatie en werk volgens de instructies van de fabrikant.
h) Vul cilinders nooit meer dan is toegestaan. (Maximaal 80% vloeistofvolume).
i) Overschrijd nooit de maximale werkdruk van de cilinder, zelfs niet kortstondig.
j) Wanneer de cilinders correct zijn gevuld en het proces is voltooid, verwijder dan
onmiddellijk alle cilinders en apparatuur van de locatie en sluit alle afsluiters van de
apparatuur.
k) Vul nooit afgetapt koelmiddel in een ander koelsysteem voordat het eerst is
gereinigd en gecontroleerd.
15. Markeringen (Bijlage DD.12)
Breng markeringen aan op de apparatuur met de vermelding dat deze buiten bedrijf
is gesteld en is ontdaan van koelmiddel. Zet de datum op de markering, én uw
naam. Breng markeringen aan op de apparatuur die aangeven dat de apparatuur
ontvlambaar koelmiddel bevat.
16. Aftappen (Bijlage DD.13)
Bij het verwijderen van koelmiddel uit een systeem, voor onderhoud of
buitenbedrijfstelling, verdient het de aanbeveling om alle koelmiddelen veilig te
verwijderen. Gebruik bij het aftappen van koelmiddel alleen cilinders die geschikt
zijn voor het opslaan van koelmiddel. Zorg dat er genoeg cilinders beschikbaar
zijn om de totale inhoud van het koelsysteem in op te slaan. Gebruik uitsluitend
cilinders die geschikt zijn voor het opslaan van het af te tappen koelmiddel en
breng er markeringen op aan welk koelmiddel ze bevatten (gebruik dus speciale
opslagcilinders). De cilinders moeten compleet zijn, inclusief goed werkende
overdrukventielen en afsluiters. Pomp lege opslagcilinders vacuüm en koel ze af,
Nederlands • 15
indien mogelijk, voordat er gas in wordt opgeslagen.
De aftapinstallatie moet in goede staat verkeren en over een handleiding beschikken
die de gebruikte apparatuur beschrijft, en moet geschikt zijn voor het opvangen
van ontvlambare koelmiddelen. Daarnaast moet er een gekalibreerde weegschaal
beschikbaar zijn die correct werkt. Alle slangen dienen te zijn voorzien van lekvrije
koppelingen die correct werken. Controleer voor gebruik van de aftapinstallatie
of deze in goede staat verkeert, goed is onderhouden en of alle bijbehorende
elektrische componenten voldoende zijn afgeschermd om ontsteking te voorkomen
in geval van een koelmiddellekkage. Raadpleeg bij twijfel de fabrikant.
Lever het opgevangen koelmiddel in de juiste opslagcilinder in bij de
koelmiddelleverancier en vraag om een ontvangstbewijs voor de ingeleverde
afvalstoffen. Combineer geen koelmiddelen met elkaar in de aftapinstallatie en zeker
niet in de cilinders.
Als compressoren of compressoroliën moeten worden verwijderd, maak het
apparaat dan eerst leeg tot een niveau waarop er geen ontvlambaar koelmiddel
in het smeermiddel achterblijft. Het leegmaken moet gebeuren voordat de
compressor naar de leverancier wordt teruggestuurd. Het compressorlichaam mag
alleen elektrisch worden verwarmd om dit proces te versnellen (niet met een open
vlam). Wanneer er olie uit een systeem moet worden verwijderd, doe dit dan op een
veilige manier.
16 • Nederlands
2
productomschrijving
3
2
1
4
8
9
7
10
5
12
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
13
Sensor voor afstandsbediening
Luchtuitlaat met lamellen
Bedieningspaneel
Handgreep
Zwenkwielen
Aansluitsnoer met stekker
Luchtuitlaat - warme lucht
Luchtinlaat
Schroefdop voor waterafvoer
6
14
11
15
10.
11.
12.
13.
14.
15.
16.
17.
16
17
Luchtinlaat
Condenswaterafvoer
Aansluitstuk
Aansluitstuk
Afvoerslang - lucht
Afvoerslang - water
Flexibele raamafdichtingset
Afstandsbediening met batterijen
Nederlands • 17
3
vóór het eerste gebruik
Voordat u het apparaat voor de eerste maal in gebruik neemt, dient u als volgt te werk te gaan: pak de airconditioner en alle
accessoires voorzichtig uit en verwijder al het verpakkingsmateriaal en eventuele promotionele stickers.
De verpakking (plastic zakken en karton) buiten het bereik van kinderen houden.
Controleer na het uitpakken het apparaat zorgvuldig op uiterlijke schade, mogelijk ontstaan tijdens transport.
Plaats het apparaat op een stevige, vlakke ondergrond en let op dat er genoeg ruimte omheen is voor voldoende ventilatie.
Controleer of alle genoemde accessoires meegeleverd zijn.
Reinig de airconditioner met een licht vochtige doek.
Controleer vóór het aansluiten van het apparaat of:
• de aansluitspanning overeenkomt met die op het typeplaatje;
• stopcontact en stroomvoorziening geschikt zijn voor het apparaat;
• de stekker van het snoer in het stopcontact past;
• het apparaat op een stabiele en vlakke ondergrond staat.
HET PLAATSEN VAN DE AIRCONDITIONER
• Het apparaat moet geplaatst worden op een stevige, vlakke ondergrond
met voldoende vrije ruimte erom heen.
• Blokkeer de luchtuitlaat niet en zorg voor een vrije ruimte van minimaal 45 cm
rondom het apparaat.
• Laat het apparaat nadat het rechtop geplaatst is, minimaal 2 uur staan voordat
u de stekker in het stopcontact steekt.
• Om het apparaat eenvoudig te (ver)plaatsen, is deze voorzien van zwenkwielen.
Rol het apparaat rustig over de vloer. Let op dat de vloer vlak is en probeer
niet over dingen heen te rijden.
• OPMERKING: Het optimaal functioneren van het apparaat is afhankelijk van de lengte
van de afvoerslang en het aantal bochten. Probeer beide te beperken. De bijgeleverde
flexibele afvoerslang heeft een maximale lengte van ca. 150 cm en is berekend op
de capaciteit van het apparaat. Het gebruik van andere slangen of verlengstukken
kan storingen aan het apparaat veroorzaken. De lucht moet ongehinderd kunnen
stromen, anders kan dit oververhitting van het apparaat of condensatie van water in de
luchtafvoerslang tot gevolg hebben. Zorg er daarom voor dat er geen knikken of scherpe
bochten in de afvoerslang zitten. Om een optimaal resultaat te verkrijgen, dient de
afvoerslang tijdens gebruik van het apparaat korter gehouden te worden dan 1 meter.
HET INSTALLEREN VAN DE LUCHTAFVOERSLANG
Plaats het apparaat in de buurt van een raam of opening zodat de warme lucht naar buiten
kan stromen via de afvoerslang.
1. Trek voorzichtig de afvoerslang uit tot de gewenste lengte.
2. Draai het verbindingsstuk op de afvoerslang aan een uiteinde.
3. Draai het andere verbindingsstuk op het andere uiteinde van de afvoerslang.
4. Bevestig de afvoerslang aan de luchtuitlaat aan de achterzijde van het apparaat.
2. draai vast
Fig. 1
Fig. 2
Fig. 3
1. schuif aan
5. Hang het andere uiteinde van de afvoerslang naar buiten. Zorg voor een vrije doorgang van de slang. Sluit hierbij het raam
of de deur zover mogelijk. Maak eventueel gebruik van de raamafdichtingsset.
18 • Nederlands
INSTALLATIE VAN DE RAAMAFDICHTINGSSET
De flexibele raamafdichtingsset is geschikt voor veel ramen. Bijvoorbeeld: draai-kiepramen, naar buiten en naar binnen
draaiende ramen. Het zorgt ervoor dat u de afvoerslang naar buiten kunt hangen, zonder dat de warme lucht weer naar
binnen stroomt of dat u last krijgt van insecten.
Voor naar buiten draaiende ramen adviseren wij om alle vier de zijden (a+b+c+d) om het raam te plakken en voor naar
binnen draaiende ramen maar drie zijden (a+b+c).
• Plak het meegeleverde dubbelzijdige plakband op het raamkozijn en het raam volgens één van de onderstaande
tekeningen die op uw situatie lijkt.
• Bevestig vervolgens het doek op het plakband wat u in de openingen heeft geplakt.
Fig. 1
Fig. 2
Fig. 3
Fig. 4
Fig. 5
Fig. 6
Fig. 7
Fig. 8
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
Plak het meegeleverde dubbelzijdige tape op het raamkozijn.
Plak vervolgens dubbelzijdig tape op het raam.
Snijd de overtollige tape af.
Zorg dat de tape op de hoeken elkaar goed overlapt om een goede afdichting te krijgen.
Bevestig het doek op de tape die op het raamkozijn en het raam geplakt zijn.
Zorg ervoor dat het doek aan beide zijden netjes op de tape geplakt wordt.
Rits het doek open.
Steek de afvoerslang door de opening en rits het doek dicht om een goede afdichting te krijgen.
Nederlands • 19
4
de bediening van de airconditioner
7
1
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8
9
10
2
]
Functie toets voor [ mode /
Timer toets
Temperatuur omhoog
Temperatuur omlaag
Selectie toets voor windsnelheid [ speed /
aan-/ uit toets
Indicatie lampje - koelen
11
12
3
]
4
8.
9.
10.
11.
12.
13.
13
5
6
Indicatie lampje - ontvochtigen
Indicatie lampje - luchtcirculatie
Indicatie lampje - timer
Display
Indicatie lampje - ventilatie snelheid
Indicatie lampje - auto functie
De airconditioner heeft naast het koelen nog twee andere functies, namelijk luchtcirculatie en lucht ontvochtigen.
De airconditioner kan bedient worden via het bedieningspaneel op het apparaat en met de bijgeleverde afstandsbediening.
•
•
•
•
•
•
•
Kies een locatie waar een stopcontact in de buurt is.
Installeer de afvoerslang volgens de afbeeldingen en zorg dat het raam zover als mogelijk gesloten is.
Steek de stekker in een geaard stopcontact.
Druk op de aan/uit toets om de airconditioner aan te zetten. De lamellen van de luchtuitlaat openen automatisch.
Het temperatuurbereik van de airconditioner is: 18 tot 32°C.
Controleer of de afvoerslang correct is gemonteerd.
Deel het stopcontact niet met andere apparaten.
KOELEN
• Druk op de functie toets [ mode /
] totdat het indicatie lampje - koelen - brandt. In het display verschijnt de ingestelde
temperatuur.
• Druk op de toetsen [ temp en temp ] om de gewenste kamertemperatuur in te stellen (tussen de 18°C en 32°C).
• Druk op de toets [ speed /
] om de windsnelheid in te stellen. Er zijn vier ventilatiestanden: hoog, middel, laag en
automatisch.
De beste temperatuur gedurende de zomer zal tussen de 21 en 24°C zijn. De snelheid van de ventilator zal op de
luchtciruclatie stand beter voelbaar zijn dan op de koelen stand.
ONTVOCHTIGEN
] totdat het indicatie lampje - ontvochtigen - brandt. In het display verschijnt .
• Druk op de functie toets [ mode /
• De windsnelheid staat op automatisch en kan niet veranderd worden.
Tijdens het gebruik van deze stand moet er een tuinslang (niet meegeleverd) of iets dergelijks worden aangesloten om het
condensvocht af te voeren.
• Draai de schroefdop aan de achterzijde van het apparaat los.
• Monteer het uiteinde van een tuinslang of soortgelijke afvoerslang op de afvoer en leg het andere uiteinde in een
verzamelbak die lager gesitueerd is dan de afvoer van het apparaat zodat het condenswater goed afgevoerd kan worden.
tuinslang of
afvoerslang
schroefdop
20 • Nederlands
Let op:
• Er kan condensvocht uit de afvoer lopen als de schroefdop
verwijderd wordt en het apparaat is gebruikt op de stand koelen.
Houdt een lekbakje bij de hand als de schroefdop verwijderd wordt
om het condensvocht op te vangen.
• Zorg ervoor dat de afvoerslang voor het condensvocht goed afloopt
en niet hoger hangt dan de afvoer van het apparaat.
• Bij het gebruik van de stand koelen wordt geadviseerd om het
condenswater niet continue af te voeren, maar om de schroefdop
weer te sluiten. Zo kan het apparaat maximaal presteren.
LUCHTCIRCULATIE
Bij het gebruik van deze stand hoeft de luchtafvoerslang niet aangesloten te zijn.
• Druk op de functie toets [ mode /
] totdat het indicatie lampje - luchtcirculatie - brandt.
• Druk op de toets [ speed /
] om de windsnelheid - hoog
, middel
of laag - in te stellen.
hoge snelheid,
gemiddelde snelheid,
lage snelheid.
Dit wordt als volgt op het display weergegeven:
AUTOMATISCHE STAND
Bij het gebruik van de auto stand selecteer het apparaat zelf of deze moet koelen of de lucht moet circuleren. Dit is afhankelijk
van de kamertemperatuur.
• Druk op de functie toets [ mode /
] totdat het indicatie lampje - auto - brandt. In het display verschijnt het volgende:
• De windsnelheid kan wel ingesteld worden. Druk op de toets [ speed /
] om de gewenste windsnelheid te selecteren.
Als de kamertemperatuur onder de 23°C is, zal het apparaat de lucht laten circuleren en boven de 23°C zal het apparaat koelen.
DE TIMER INSTELLEN De timerfunctie kan gebruikt worden om het apparaat automatisch aan te laten gaan (uitgestelde start) of om deze
automatisch op een ingestelde tijd uit te laten gaan (automatische uitschakeling).
Uitgestelde start
• Zet het apparaat aan en selecteer de stand die u wilt gebruiken.
• Zet het apparaat uit. Het apparaat onthoudt de laatste instelling en zal op de stand/temperatuur aan gaan.
als het apparaat uit staat.
• Druk op de timer toets
• Druk herhaaldelijk op de timer toets
totdat de gewenste tijd in het display staat. Wacht 5 seconden tot de timer is
bevestigd. Het indicatie lampje van de timer brandt en het timer symbool staat in het display.
• Zodra de ingestelde uren voorbij zijn, zal het apparaat automatisch inschakelen.
Om de uitgestelde start te annuleren, drukt u nogmaals op de timer toets
of op de aan-/ uit toets .
Automatische uitschakeling
als het apparaat aan staat. Het display zal uren aangeven.
• Druk op de timer toets
• Druk herhaaldelijk op de timer toets
totdat de gewenste tijd in het display staat. Wacht 5 seconden tot de timer is
bevestigd. Het indicatie lampje van de timer brandt en het timer symbool staat in het display.
• Zodra de ingestelde uren voorbij zijn, zal het apparaat automatisch uitschakelen.
Om de automatische uitschakeling te annuleren, drukt u nogmaals op de timer toets
of op de aan-/ uit toets .
Nederlands • 21
DE AFSTANDSBEDIENING
aan- / uit toets
windsnelheid toets
omhoog toets
mode toets
omlaag toets
swing toets
timer toets
slaap functie
toets voor temperatuureenheid
max. 7 meter
Richt de afstandsbediening op de sensor van het apparaat. Het bereik
van de afstandsbediening is ca. 7 meter (zonder obstakels tussen het
apparaat en de afstandsbediening).
Plaats de twee meegeleverde AAA 1,5 Volt batterijen in de afstandsbediening
volgens de tekening. Let op de plus- en minpooltekens aan de binnenkant
van de afstandsbediening.
Opmerking:
• Als de afstandsbediening vervangen of niet langer gebruikt wordt,
moeten de batterijen worden verwijderd en afgevoerd volgens de
geldende wetgeving omdat ze schadelijk zijn voor het milieu.
• Gebruik geen oude en nieuwe batterije door elkaar. Gebruik geen alkaline,
standaard (carbon-zinc) of oplaadbare (nikkel-cadmium) batterijen door
elkaar.
• Batterijen kunnen exploderen of lekken bij blootstelling aan open vuur.
Lever batterijen in bij een milieaustraat of erkend inleverpunt.
• Verwijder de batterijen uit de afstandsbediening als het apparaat
gedurende langere tijd niet wordt gebruikt (winter opslag) en bewaar
ze op een koele, droge plaats.
Overige functies
Met de afstandsbediening kunt u dezelfde functies bedienen als hiervoor beschreven zijn. Via de afstandsbediening kunt
u nog twee extra functies bedienen, namelijk de swing- en slaap functie.
SWING FUNCTIE
Met de swing functie kunt u het op en neer bewegen van de lamellen bepalen en daarmee de luchtstroom.
• Zet het apparaat aan op de gewenste stand (koelen, luchtcirculatie of ontvochtigen).
en de lamellen stoppen met bewegen in verschillende posities of de lamellen bewegen
• Druk op de swing toets
continue.
SLAAP FUNCTIE
Gebruik de slaap functie als u het apparaat ‘s nachts wilt gebruiken. Het apparaat functioneert langzaam aan steeds minder.
Het display dimt automatisch en de windsnelheid staat op de laagste stand.
• Zet het apparaat aan op de stand - koelen.
. Het display dimt automatisch en de windsnelheid gaat naar de laagste stand.
• Druk op de slaap toets
De slaap functie handhaaft de optimale temperatuur in de kamer zonder excessieve schommelingen in temperatuur of
luchtvochtigheid met een stille werking. De windsnelheid is altijd laag, terwijl de kamertemperatuur en luchtvochtigheid licht
variëren om ervoor te zorgen dat de kamer comfortabel blijft.
De geselecteerde temperatuur zal ieder uur 1°C omhoog gaan gedurende een periode van twee uur. Deze nieuwe
temperatuur blijft gehandhaafd gedurende de volgende 6 uren. Daarna zal het apparaat automatisch uitschakelen.
De slaap functie kan geannuleerd worden door op de toets slaap
, mode
of windsnelheid
te drukken.
Bij het gebruik van de standen luchtcirculatie en ontvochtigen kan de slaap functie niet gebruikt worden.
22 • Nederlands
VERANDEREN VAN TEMPERATUUREENHEID CELSIUS / FAHRENHEIT
Druk op de toets °C/°F als het apparaat stand-by staat om de weergave van de temperatuureenheid te veranderen.
Voorbeeld: het apparaat staat op KOELEN 24°C dan zal het display 24 aangeven zoals
hiernaast. Als u het apparaat weer aan zet na het veranderen van de temperatuureenheid,
zal het display 75 aangeven.
5
tips voor efficient gebruik
Om het apparaat maximaal te laten presteren, volgt u de onderstaande aanbevelingen:
• Sluit ramen en deuren van de ruimte die gekoeld moet worden. Wanneer u het apparaat wilt laten
staan in een ruimte, adviseren wij u om een deur op een kier te laten staan ( 1cm ) zodat er goed
geventileerd kan worden.
• Sluit gordijnen en/of jaloeziëen om de zon te weren, zodat het apparaat minder hoeft te koelen en
zo energiezuiniger is.
• Plaats niets op het apparaat.
• Dek de luchtuitlaat en - inlaten niet af. Zorg dat de roosters onbedekt zijn.
• Zorg ervoor dat er geen warmtebronnen in de ruimte zijn.
• Gebruik het apparaat niet in hele vochtige ruimtes, zoals een badkamer of wasruimte.
• Gebruik het apparaat nooit buitenshuis.
• Zorg ervoor dat het apparaat op een vlakke, stabiele ondergrond staat.
6
condensvocht afvoeren
Wanneer er overtollig condensvocht in het apparaat zit, zal het apparaat automatisch uitschakelen en in het display
om aan te geven dat de interne watertank vol is. Het overtollige condensvocht kan op de volgende manieren
verschijnt
verwijderd worden:
Handmatige afvoer - bij het gebruik van het apparaat in een ruimte met een
hoge luchtvochtigheid.
1. Verwijder de stekker uit het stopcontact.
2. Plaats een laag bakje onder de onderste uitloop voor condenswaterafvoer.
Zie de tekening.
3. Verwijder het afdekdopje.
4. Het water zal uit de afvoer stromen in het bakje.
5. Plaats het afdekdopje terug zodra er geen water meer uit stroomt.
6. Zet het apparaat weer aan.
Continue afvoer - advies bij het gebruik van de stand ontvochtigen.
1. Verwijder de stekker uit het stopcontact.
2. Verwijder het afdekdopje. Houdt een lekbakje in de buurt als het
afdekdopje verwijderd wordt om condensvocht op te vangen wat uit
de uitloop kan komen.
3. Sluit de afvoerslang (1/2” of 12.7 mm) aan. Zie tekening.
4. Het water zal continue afgevoerd worden via de afvoerslang.
5. Zet het apparaat weer aan.
Condensvocht afvoeren kan ook op de manier zoals deze omschreven staat
op pagina 12 bij het paragraaf ONTVOCHTIGEN.
uitloop
afdekdopje
afdekdopje
uitloop afvoerslang
Nederlands • 23
7
reiniging en onderhoud
Zet voordat u uw airconditioner wilt reinigen het apparaat uit met de aan-/ uit toets, wacht een paar minuten en verwijder
de stekker uit het stopcontact.
Het reinigen van de buitenkant
Reinig de buitenkant van het apparaat met een vochtige doek en droog na met een droge doek. Indien noodzakelijk kunt
u de buitenkant van het apparaat met behulp van een mild afwasmiddel reinigen.
• Was het apparaat nooit met water. Dit kan gevaarlijk zijn.
• Gebruik geen benzine, alcohol of soortgelijke oplosmiddelen om het apparaat schoon te maken.
• Spuit nooit met insectensprays of soortgelijke middelen.
• Gebruik geen agressieve of schurende schoonmaakmiddelen om het apparaat te reinigen.
• Dompel het apparaat, het snoer of de stekker nooit in water of een andere vloeistof onder.
Het reinigen van het luchtfilter
Om het apparaat optimaal te laten functioneren, adviseren wij om het luchtfilter elke week
te reinigen. Het luchtfilter kan namelijk verstopt raken met stof en vuil. Verwijder het luchtfilter
zoals getoond wordt in de tekening.
Gebruik een stofzuiger om al het stof van het luchtfilter te verwijderen.
Als het luchtfilter erg vies is, mag deze met lauwwarm water gereinigd worden.
• Dompel het luchtfilter in lauwwarm water (max. 40°C) met een zacht reinigingsmiddel.
Spoel het luchtfilter een aantal malen en laat het aan de lucht drogen. Leg het luchtfilter
niet in de zon of op de verwarming om te drogen.
• Plaats het luchtfilter terug. Controleer of deze volledig droog is voordat het apparaat weer
gebruikt wordt.
Het reinigen van de luchtinlaten
Om het apparaat optimaal te laten functioneren, kunt u de luchtinlaten reinigen met behulp
van een stofzuiger met een zachte borstelzuigmond.
Start of einde van het seizoen
Controleer aan de start van het seizoen of het snoer en de stekker onbeschadigd zijn. Volg de installatie instructies om het
apparaat te plaatsen.
Zorg er aan het einde van het seizoen voor dat er geen condensvocht meer in het apparaat zit. Voer het vocht af volgens
de instructies in het hoofdstuk CONDENSVOCHT AFVOEREN en zorg er voor dat het luchtfilter schoon is voordat u het
apparaat opbergt.
8
problemen en oplossingen
Controleer eerst het onderstaande voordat u de airconditioner inlevert voor reparatie.
Probleem
Het apparaat gaat niet aan.
Het apparaat werkt maar gedurende
een korte periode
Mogelijke oorzaak
Oplossing
• De stroom is uitgevallen
• De stekker zit niet in het stopcontact
• De beveiliging is geactiveerd
• Controleer de stroomtoevoer
• Steek de stekker in het stopcontact
• Wacht 30 minuten voordat u het
apparaat opnieuw inschakelt. Als het
probleem blijft, neem dan contact op
met de klantenservice.
• De luchtafvoerslang is geknikt
• Plaats de luchtafvoerslang volgens
de voorschriften. Zo kort mogelijk
en bij voorkeur zonder bochten.
• Controleer of de lucht vrij
kan uitstromen
• De luchtuitlaat/ - afvoer is
geblokkeerd
• Niet alle deuren en ramen zijn gesloten. • Zorg ervoor dat alle deuren en ramen
gesloten zijn.
Het apparaat koelt niet genoeg.
24 • Nederlands
• Er zijn warmtebronnen in de kamer
actief.
• Verwijder de warmtebronnen of zet
deze uit indien mogelijk.
• De luchtafvoerslang is los geraakt
van het apparaat
• Monteer de luchtafvoerslang aan
de achterzijde van het apparaat
• Het apparaat is niet geschikt voor
de ruimte waarin deze staat
Het apparaat ruikt onaangenaam
tijdens het gebruik
• Het luchtfilter is vies/ zit verstopt
• Reinig het luchtfilter volgens
de voorschriften
Het apparaat gaat niet aan gedurende
3 minuten nadat deze opnieuw
aan gezet is
• De interne beveiliging van de
compressor voorkomt dat het
apparaat aan gezet worden totdat
er 3 minuten voorbij zijn nadat
het apparaat uit gezet is.
• Deze vertraging is normaal en het
apparaat zal normaal functioneren
zodat de 3 minuten voorbij zijn
• Lage temperatuur - vorstbeveiliging
• Het apparaat is voorzien van een
vorstbeveiliging om te voorkomen dat
er overmatig ijs vormt. Het apparaat
start automatisch opnieuw op zodat
het ontdooiproces afgerond is.
• Probe fout - sensor defect
• Als deze code in het display
verschijnt, neem dan contact op met
de klantenservice.
• Volle watertank
• Leeg de interne watertank. Volgens
de instructies in hoofstuk 6 condensvocht afvoeren
Display code
9
technische specificaties
Typenummer
Voltage
Aansluitwaarde
Koelcapaciteit*
EE Class*
EER*
Opgenomen vermogen kW
Opgenomen vermogen Standby W
Stroomverbruik nom. A
Luchtverplaatsing max. m3/h
Ontvochtiging max. ** L/24h
Geschikt voor m3
Koelmiddel / GWP type/gr
Thermostaat range °C
Ventilatorsnelheden
Max. geluidsniveau dB(A)
Afmetingen (hxbxd)
Netto gewicht
Beschermingsklasse
Afstandsbediening
AC125W
220-240Volt ~50Hz
1350 Watt
12000Btu/h (3.2 kW)
A
2,6
1,2
0,5
5,3
300
36
105
R-290 / 3 /235 g.
18 - 32
3
65 dB
715 x 445 x 370 mm
31 kg
IPX0
ja
Nederlands • 25
algemene service- en garantievoorwaarden
Hoe belangrijk service is, hoeven we je niet te vertellen. We ontwikkelen onze producten zodat je er jarenlang
onbezorgd plezier van kan hebben. Ontstaat er toch een probleem, dan vinden we dat je direct een oplossing mag
verwachten. Daarom bieden we je op onze producten een omruilservice, bovenop de rechten en vorderingen die je
op grond van de wet toekomen. Door een product of onderdeel om te ruilen, besparen we je tijd, moeite en kosten.
2 jaar volledige fabrieksgarantie
1. Op alle producten van Inventum krijg je als consument standaard 2 jaar volledige fabrieksgarantie. Binnen deze periode
wordt een defect product of onderdeel altijd gratis omgeruild voor een nieuw exemplaar. Om aanspraak te maken op de
2 jaar volledige fabrieksgarantie, kun je teruggaan naar de winkel waar je het product hebt gekocht of contact opnemen
met de consumentenservice van Inventum via het contactformulier op www.inventum.eu/service-aanvraag.
2. De garantieperiode van 2 jaar begint te lopen op de datum van aankoop van het product.
3. Voor het recht op garantie dien je een kopie van het originele aankoopbewijs te kunnen overleggen.
4. De garantie geldt uitsluitend bij normaal huishoudelijk gebruik van de Inventum producten binnen Nederland.
5 jaar Inventum garantie
1. Op de meeste groot huishoudelijke apparatuur en een selectie klein huishoudelijke producten biedt Inventum
de 5 jaar Inventum garantie. Deze 5 jaar Inventum garantie bestaat uit de 2 jaar volledige fabrieksgarantie en daarna
3 jaar aanvullende garantie. Het enige dat je hoeft te doen voor het recht op 3 jaar aanvullende garantie is het product
te registreren binnen 45 dagen na aankoop. In de volgende paragraaf lees je meer over het registreren van het product.
2. Voor de 5 jaar Inventum garantie geldt dat een defect product of onderdeel gedurende de eerste 2 jaar altijd gratis wordt
omgeruild voor een nieuw exemplaar. Gedurende het 3e tot en met het 5e jaar betaal je alleen de omruilkosten.
De actuele omruilkosten kun je terugvinden op www.inventum.eu/omruilkosten.
3. Om aanspraak te maken op de 5 jaar Inventum garantie kun je teruggaan naar de winkel waar je het product hebt gekocht of
contact opnemen met de consumentenservice van Inventum via het formulier op www.inventum.eu/service-aanvraag.
4. De garantieperiode van 5 jaar begint te lopen op de datum van aankoop van het product.
5. Voor het recht op garantie dien je een kopie van het originele aankoopbewijs te kunnen overleggen.
6. De garantie geldt uitsluitend bij normaal huishoudelijk gebruik van de Inventum producten binnen Nederland.
Productregistratie
1. De 3 jaar aanvullende garantie is eenvoudig en kosteloos te regelen door het product binnen 45 dagen na aankoop
te registreren via de website www.inventum.eu/garantieregistratie. Wanneer je het product niet binnen 45 dagen na
aankoop hebt geregistreerd, heb je nog tot 2 jaar na aankoop de tijd om dit te regelen. Er zijn dan wel kosten aan deze
registratie verbonden. De eenmalige registratiekosten bedragen € 89,- voor elk afzonderlijk product. Registreren is alleen
mogelijk voor producten waar de 5 jaar Inventum garantie op van toepassing is. Of het product in aanmerking komt voor
de 5 jaar Inventum garantie vind je in de gebruiksaanwijzing van het product en bij de informatie over het product op de
website van Inventum.
2. De garantieperiode begint steeds te lopen vanaf de datum van aankoop van het product. Ook wanneer het product
pas later voor aanvullende garantie wordt geregistreerd, wordt de garantieperiode vanaf de originele aankoopdatum
berekend.
3. De 3 jaar aanvullende garantie kun je alleen aanvragen als je beschikt over een kopie van het originele aankoopbewijs
en het Inventum 5 jaar garantiecertificaat.
Groot huishoudelijke apparatuur
1. Storingen of defecten aan groot huishoudelijke apparatuur (vrijstaand- en inbouw witgoed) kunnen worden gemeld via het
formulier op www.inventum.eu/service-aanvraag, telefonisch bij de consumentenservice van Inventum of via de winkel waar
je de apparatuur hebt gekocht. Het telefoonnummer van de consumentenservice vind je op www.inventum.eu.
2. Bij gemelde storingen of defecten aan groot huishoudelijke apparatuur heeft Inventum de mogelijkheid om ter plaatse
bij de consument in Nederland een witgoedmonteur het defecte apparaat te laten onderzoeken en vervolgens een
reparatie uit te laten voeren. De consumentenservice van Inventum kan ook besluiten dat het apparaat wordt omgeruild.
3. Als je een storing of defect aan groot huishoudelijke apparatuur meldt in de eerste 2 jaar vanaf de datum van aankoop,
brengt Inventum geen kosten in rekening voor omruilen, voorrijden, onderdelen, materiaalgebruik en arbeidsloon.
4. Als je het product op de hiervoor beschreven wijze hebt geregistreerd op www.inventum.eu/garantie-registratie en je
vervolgens een storing aan groot huishoudelijke apparatuur meldt in het 3e t/m 5e jaar vanaf de datum van aankoop, dan
is de 5 jaar Inventum garantie van toepassing en wordt het apparaat kosteloos gerepareerd of omgeruild. Je bent dan bij
reparatie of omruiling van het apparaat alleen omruilkosten verschuldigd. De actuele omruilkosten kun je terugvinden op
www.inventum.eu/omruilkosten. Indien je het product niet hebt geregistreerd, dan is de 3 jaar aanvullende garantie niet
van toepassing.
92 • Nederlands
5. Bij een melding van een storing of defect zal een monteur binnen 1 werkdag contact opnemen voor het maken van een
bezoekafspraak. Bij melding in het weekend of op feestdagen is dit de eerstvolgende werkdag.
6. Indien je een storing of defect meldt via het formulier op www.inventum.eu/service-aanvraag, word je via mobiele
berichten en e-mail op de hoogte gehouden van de voortgang.
7. De garantieperiode begint te lopen op de datum van aankoop van het product.
8. Voor het recht op garantie dien je een kopie van het originele aankoopbewijs en het Inventum 5 jaar garantiecertificaat
te kunnen overleggen.
9. De garantie geldt uitsluitend bij normaal huishoudelijk gebruik van de Inventum producten binnen Nederland.
Storingen of defecten buiten de garantieperiode
1. In geval van storingen of defecten aan klein huishoudelijke apparatuur of groot huishoudelijke apparatuur buiten
de garantieperiode, kan hiervan melding worden gemaakt bij de consumentenservice via het contactformulier
www.inventum.eu/service-aanvraag of door te bellen met de consumentenservice.
2. De consumentenservice kan je vragen het product voor onderzoek of reparatie op te sturen. De kosten van verzending
zijn voor jouw rekening.
3. Aan het onderzoek naar de mogelijkheid tot repareren zijn kosten verbonden. Je moet hier vooraf toestemming voor
geven.
4. Bij groot huishoudelijke apparatuur kan Inventum op jouw verzoek een witgoedmonteur sturen. De voorrijkosten,
onderdeel- en materiaalkosten en arbeidsloon worden dan aan je in rekening gebracht.
5. In geval van opdracht tot reparatie moeten de reparatiekosten vooraf worden voldaan. Bij reparatie door een
witgoedmonteur, dienen de kosten van de reparatie ter plaatse bij de monteur, bij voorkeur via pinbetaling, te worden
afgerekend.
Uitgesloten van garantie
1. De hiervoor genoemde garanties gelden niet in geval van:
• normale slijtage;
• onoordeelkundig of oneigenlijk gebruik;
• onvoldoende onderhoud;
• het niet in acht nemen van de bedienings- en onderhoudsvoorschriften;
• ondeskundige montage of reparatie door derden of door de consument zelf;
• door de consument toegepaste niet originele onderdelen;
• zakelijk of bedrijfsmatig gebruik;
• het serienummer en/of rating-label is verwijderd.
2. Tevens geldt de garantie niet voor normale verbruiksartikelen, zoals:
• kneedhaken, bakblikken, (koolstof)filters, etc.;
• batterijen, lampjes, koolstoffilters, vetfilters enz.;
• externe verbindingskabels;
• glazen accessoires en glazen delen zoals ovendeuren;
• en soortgelijke zaken.
3. Buiten de garantie vallen transportschades, voor zover deze niet door Inventum zijn veroorzaakt. Controleer daarom je
nieuwe apparatuur voordat je deze in gebruik neemt. Als je beschadigingen aantreft, dien je deze binnen 5 werkdagen na
aankoop te melden bij de winkel waar je het product hebt gekocht, of bij de consumentenservice van Inventum via het
contactformulier op de website www.inventum.eu/service-aanvraag. Indien transportschades niet binnen deze termijn
worden gemeld, aanvaardt Inventum geen enkele aansprakelijkheid ter zake.
4. Van garantie en/of vervanging zijn uitgesloten: defecten aan, verlies en beschadiging aan het apparaat als gevolg van een
gebeurtenis die gewoonlijk verzekerd is onder de inboedelverzekering.
Van belang om te weten
1. Vervanging of herstel van een defect product of een onderdeel daarvan leidt niet tot verlenging van de oorspronkelijke
garantietermijn.
2. Vervangen onderdelen, verpakkingsmateriaal en omgewisselde apparaten worden meegenomen door de
witgoedmonteur en worden eigendom van Inventum.
3. Indien een klacht ongegrond is, komen alle kosten die daardoor zijn ontstaan voor rekening van de consument.
4. Na verloop van de garantietermijn worden alle kosten voor herstel of vervanging, inclusief administratie-, verzenden voorrijkosten aan de consument in rekening gebracht.
5. Inventum is niet aansprakelijk voor schade die is ontstaan als gevolg van onjuiste inbouwsituaties.
6. Inventum is niet aansprakelijk voor schade veroorzaakt door van buiten het apparaat ontstane oorzaken, tenzij deze
aansprakelijkheid voortvloeit uit dwingendrechtelijke bepalingen.
7. Op deze garantie- en servicevoorwaarden is Nederlands recht van toepassing. Geschillen zullen uitsluitend worden
berecht door de bevoegde Nederlandse rechter.
Nederlands • 93
klein huishoudelijk
witgoed vrijstaand
witgoed inbouw
persoonlijke verzorging
Inventum Huishoudelijke
Apparaten B.V.
Meander 901
6825 MH Arnhem
Tel: 0800-4583688
[email protected]
www.inventum.eu
facebook.com/inventum1908
youtube.com/inventum1908
AC125W/02.0420V
Wijzigingen en drukfouten voorbehouden/ Änderungen und Druckfehler vorbehalten/
Sous réserve de modification / Modifications and printing errors reserved