Molift UnoSling / www.etac.com
14
Molift UnoSling HighBack
De Molift UnoSling HighBack is een patiëntspecifiek product.
De sling heeft een hoge rug met hoofdsteun en een beensteun in twee delen met
een middelgrote opening. Met de sling is een achteroverleunende zithouding met
ondersteuning voor het hele lichaam mogelijk. Met de lussen op de tilbanden zijn
twee hoogte-instellingen mogelijk. Gebruik de lus waarmee de sling zo comfortabel
mogelijk voor de gebruiker is.
De UnoSling HighBack wordt aanbevolen voor het tillen vanuit een zittende of
liggende positie naar een zittende of liggende positie. De sling is niet geschikt voor
gebruik in bad of douche, of voor gebruikers met een beenamputatie.
De Molift UnoSling HighBack is een patiëntspecifiek product met
een beperkte levensduur.
Kies de juiste maat en schrijf alvorens u het product gebruikt de
naam van de gebruiker en de datum op het productlabel.
De UnoSling HighBack is vervaardigd van niet-geweven materiaal.
Zorg dat de sling niet in contact komt met puntige of scherpe
voorwerpen.
Trek niet te hard aan de sling wanneer u de gebruiker in een bed
of rolstoel plaatst.
Gooi de UnoSling HighBack weg wanneer:
– hij vuil of vochtig is geworden,
– het risico bestaat dat hij is blootgesteld aan contaminatie;
– hij beschadigd is;
– de gebruiker hem niet langer nodig heeft.
Voer de sling af in overeenstemming met de toepasselijke
procedures van de zorginstelling.
Bovenste tilband
Hoofdsteun
Productlabel
Waarschuwingslabel: Niet wassen
Onderrand van sling
Beensteun
Beensteunband, onderste tilband
Tillussen
Aandachtspunten
– Lees voor u de tilvoorziening gebruikt de gebruikershandlei-
ding. Het is belangrijk dat u de inhoud van de gebruikershand-
leiding begrijpt voordat u het product gebruikt. Lees de
handleiding van zowel de tilvoorziening als van de sling.
– Beoordeel of er een of meerdere assistenten nodig zijn. Plan
de tilhandeling vooraf zodat die zo veilig en gemakkelijk
mogelijk verloopt. Vergeet niet om ergonomisch te werken.
– Het tillen en verplaatsen van een persoon houdt altijd een
bepaald risico in. Daarom mogen alleen de zorgverleners die
gelezen hebben hoe ze het in deze handleiding beschreven
product moeten gebruiken dit product daadwerkelijk gebrui-
ken. Als de maximale belasting (VWB) van de tilvoorziening
niet overeenkomt met die van de sling, dan moet altijd de
laagste maximale belasting worden aangehouden.
– Voer een gedocumenteerde risicobeoordeling uit. U bent als
assistent verantwoordelijk voor de veiligheid van de gebruiker.
– Laat de gebruiker tijdens het tillen nooit alleen achter.
– Zorg dat tijdens de handelingen alle wielen van de rolstoel,
het bed enz. vergrendeld zijn.
– Verwijder de sling voorzichtig om ervoor te zorgen dat de
gebruiker niet voorover valt.
Controles die dagelijks of vóór elk gebruik moeten worden
uitgevoerd:
– Controleer of de sling geschikt is voor de tilvoorziening/ophanging.
– Controleer de sling op zichtbare schade of andere defecten.
Controlepunten
voor de sling
Controlepunt Problemen oplossen
1 Veiligheidsafstand bij
het tillen – minimaliseert
het risico dat de gebruiker
het hoofd stoot.
Als de sling te klein is, kan het hoofd
te dicht bij de ophanging komen.
2 De onderrand van
de sling komt tot aan
het stuitbeen en omsluit
de billen.
Als de sling te groot is, zal de opening
bij de billen te groot zijn en bestaat het
risico dat de gebruiker uit de sling glijdt
als de sling te klein is, kan die in de
gebruiker snijden.
3 Beensteunen onder
de dijen van de gebruiker
zonder vouwen.
Als de beensteunen niet strak zijn
getrokken, kan de sling voor het tillen
uit positie worden getrokken, waardoor
de gebruiker uit de sling kan glijden.
4 Aanbrengen van
beensteunen.
Gekruiste beensteunen beperken het
risico dat de klant uit de sling of naar
voren glijdt.
5 Bij de start van het tillen
worden de tilbanden gelijk-
tijdig strak getrokken. Zie
verderop bij
'Aandachtspunten bij tillen'.
Als ongelijkmatig aan de banden wordt
getrokken, kan de sling uit positie wor-
den getrokken en bestaat het risico dat
de gebruiker uit de sling glijdt.
Aandachtspunten bij tillen
1 Controleer of de sling correct rond de gebruiker is aangebracht en
of de tillussen op de juiste wijze aan de ophanghaken zijn bevestigd.
2 Start het tillen. Zorg dat de tilbanden strakgetrokken zijn en houd
even halt voor u de gebruiker tilt. Controleer voor u de gebruiker tilt of
alle tillussen correct aan de ophanging zijn aangebracht.
3 Til de gebruiker en voer de verplaatsing uit.
1 2 3
4
5
2
3
1