AEG 35186GT-WN Handleiding

Type
Handleiding
USER
MANUAL
NL Gebruiksaanwijzing 2
Fornuis
FR Notice d'utilisation 36
Cuisinière
35186GT-MN
35186GT-WN
INHOUDSOPGAVE
1. VEILIGHEIDSINFORMATIE.........................................................................................3
2. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN.................................................................................5
3. BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT........................................................................9
4. VOORDAT U HET APPARAAT VOOR DE EERSTE KEER GEBRUIKT....................10
5. KOOKPLAAT - DAGELIJKS GEBRUIK......................................................................10
6. KOOKPLAAT - AANWIJZINGEN EN TIPS...............................................................11
7. KOOKPLAAT - ONDERHOUD EN REINIGING.......................................................12
8. OVEN - DAGELIJKS GEBRUIK .................................................................................13
9. OVEN - KLOKFUNCTIES...........................................................................................16
10. OVEN - GEBRUIK VAN DE ACCESSOIRES...........................................................16
11. OVEN - AANWIJZINGEN EN TIPS........................................................................ 17
12. OVEN - ONDERHOUD EN REINIGING................................................................ 20
13. PROBLEEMOPLOSSING.........................................................................................24
14. MONTAGE ..............................................................................................................25
15. ENERGIEZUINIGHEID.............................................................................................33
VOOR PERFECTE RESULTATEN
Bedankt dat u voor dit AEG-product heeft gekozen. Dit apparaat is ontworpen
om vele jaren uitstekend te presteren, met innovatieve technologieën die het
leven gemakkelijker helpen maken met functies die gewone apparaten wellicht
niet hebben. Neem een paar minuten de tijd om het door te lezen zodat u er
optimaal van kunt profiteren.
Ga naar onze website voor:
Advies over gebruik, brochures, het oplossen van problemen en
onderhoudsinformatie:
www.aeg.com/webselfservice
Registreer uw product voor een betere service:
www.registeraeg.com
Koop accessoires, verbruiksartikelen en originele reserveonderdelen voor uw
apparaat:
www.aeg.com/shop
KLANTENSERVICE
Gebruik altijd originele onderdelen.
Als u contact opneemt met de klantenservice zorg dat u de volgende gegevens
bij de hand hebt: model, productnummer, serienummer.
Deze informatie wordt vermeld op het typeplaatje.
Waarschuwing / Belangrijke veiligheidsinformatie
Algemene informatie en tips
Milieu-informatie
Wijzigingen voorbehouden.
www.aeg.com
2
1. VEILIGHEIDSINFORMATIE
Lees zorgvuldig de meegeleverde instructies voor
installatie en gebruik van het apparaat. De fabrikant is
niet verantwoordelijk voor letsel of schade veroorzaakt
door een verkeerde installatie of verkeerd gebruik.
Bewaar de instructies altijd op een veilige en
toegankelijke plaats voor toekomstig gebruik.
1.1 Veiligheid van kinderen en kwetsbare mensen
WAARSCHUWING!
Gevaar voor verstikking, letsel of permanente
invaliditeit.
• Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8
jaar en ouder en door mensen met beperkte
lichamelijke, zintuiglijke of verstandelijke vermogens
of een gebrek aan ervaring en kennis, indien zij onder
toezicht staan of instructies hebben gekregen over het
veilig gebruiken van het apparaat en indien zij de
eventuele gevaren begrijpen.
• Laat kinderen niet met het apparaat spelen.
• Houd alle verpakking uit de buurt van kinderen en
gooi het op passende wijze weg.
• Houd kinderen en huisdieren uit de buurt van het
apparaat als het in werking is of afkoelt. Het apparaat
is heet.
• Kinderen mogen zonder toezicht geen reinigings- en
onderhoudswerkzaamheden aan het apparaat
uitvoeren.
1.2
Algemene veiligheid
•
Alleen een erkende installatietechnicus mag het
apparaat installeren en de kabel vervangen.
• Het apparaat kan worden gebruikt tot een maximum
van 2000 m boven zeeniveau.
• Dit apparaat is niet bedoeld voor gebruik op schepen,
boten of vaartuigen.
NEDERLANDS
3
• Installeer het apparaat ter voorkoming van
oververhitting niet achter een decoratieve deur.
• Installeer het apparaat niet op een platform.
• Bedien het apparaat niet met een externe timer of
een apart afstandbedieningssysteem.
• WAARSCHUWING: Zonder toezicht koken op een
kookplaat met vet of olie kan gevaarlijk zijn en
brandgevaar opleveren.
• Probeer brand NOOIT met water te blussen, maar
schakel in plaats daarvan het apparaat uit en bedek
de vlam bijv. met een deksel of blusdeken.
• LET OP: Er dient toezicht te worden gehouden op het
bereidingsproces. Een kort bereidingsproces moet
onder constant toezicht staan.
• WAARSCHUWING: Brandgevaar: Bewaar geen
voorwerpen op de kookplaten.
• Gebruik geen stoomreiniger om het apparaat schoon
te maken.
• Gebruik nooit agressieve reinigingsmiddelen of
scherpe metalen schrapers om de glazen deur of de
glazen afdekplaat van de kookplaat schoon te maken.
Deze kunnen krassen veroorzaken op het oppervlak,
waardoor het glas zou kunnen breken.
• Metalen voorwerpen, zoals messen, vorken, lepels en
deksels mogen niet op de kookplaat worden
geplaatst, aangezien ze heet kunnen worden.
• Verwijder voedselresten van het deksel voordat u het
opent. Laat de kookplaat afkoelen voordat u het
deksel sluit.
• WAARSCHUWING: Het apparaat en de toegankelijke
onderdelen ervan worden heet tijdens gebruik. U
dient op te passen dat u de verwarmingselementen
niet aanraakt. Houd kinderen jonger dan 8 jaar uit de
buurt of onder permanent toezicht.
• Gebruik altijd ovenhandschoenen om accessoires of
kookgerei te plaatsen of verwijderen.
• Zet de stroomtoevoer uit alvorens onderhoud te
plegen.
www.aeg.com
4
• Zorg ervoor dat het apparaat is uitgeschakeld voordat
u de lamp vervangt om elektrische schokken te
voorkomen.
• Als het netsnoer beschadigd is, moet de fabrikant,
een erkende serviceverlener of een gekwalificeerd
persoon deze vervangen teneinde gevaarlijke situaties
te voorkomen.
• Wees voorzichtig als u de opslaglade aanraakt. Deze
kan heet worden.
• Om de inschuifrails te verwijderen trekt u eerst de
voorkant van de inschuifrail en dan de achterkant uit
de zijwanden. Installeer de inschuifrails in de
omgekeerde volgorde.
• WAARSCHUWING: Gebruik alleen
kookplaatbeschermers die door de fabrikant van het
kookapparaat zijn ontworpen of door de fabrikant van
het apparaat in de gebruiksinstructies als geschikt zijn
aangegeven of kookplaatbeschermers die in het
apparaat zijn geïntegreerd. Het gebruik van
ongeschikte kookplaatbeschermers kan ongelukken
veroorzaken.
2.
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
Dit apparaat is geschikt voor de
volgende markten: FR NL
2.1 Installatie
WAARSCHUWING!
Alleen een erkende
installatietechnicus mag het
apparaat installeren.
• Verwijder alle verpakkingsmaterialen.
• Installeer en gebruik geen
beschadigd apparaat.
• Volg de installatie-instructies op die
zijn meegeleverd met het apparaat.
• Pas altijd op bij verplaatsing van het
apparaat, want het is zwaar. Gebruik
altijd veiligheidshandschoenen en
gesloten schoeisel.
• Trek het apparaat nooit aan de
handgreep van zijn plaats.
• De afmetingen van de keukenkast en
de uitsparing moeten kloppen.
• Houd de minimumafstand naar
andere apparaten en units in acht.
• Zorg ervoor dat het apparaat onder
en naast veilige installaties wordt
geïnstalleerd.
• Delen van het apparaat staan onder
stroom. Sluit het apparaat met
meubel om te voorkomen dat de
gevaarlijke delen worden aangeraakt.
• De zijkanten van het apparaat moeten
naast apparaten of units staan van
dezelfde hoogte.
• Installeer het apparaat niet naast een
deur of onder een raam. Dit voorkomt
dat heet kookgerei van het apparaat
valt als de deur of het raam wordt
geopend.
• Installeer een stabilisator om te
voorkomen dat het apparaat kantelt.
Raadpleeg de installatiegids.
NEDERLANDS
5
2.2 Aansluiting aan het
elektriciteitsnet
WAARSCHUWING!
Gevaar voor brand en
elektrische schokken.
• Alle elektrische aansluitingen moeten
door een gediplomeerd
elektromonteur worden gemaakt.
• Dit apparaat moet worden
aangesloten op een geaard
stopcontact.
• Controleer of de elektrische
informatie op het typeplaatje
overeenkomt met de
stroomvoorziening. Zo niet, neem dan
contact op met een elektromonteur.
• Gebruik altijd een correct
geïnstalleerd, schokbestendig
stopcontact.
• Gebruik geen meerwegstekkers en
verlengsnoeren.
• Laat de stroomkabel niet in aanraking
komen met de deur van het apparaat,
met name niet als deze heet is.
• De schokbescherming van delen
onder stroom en geïsoleerde delen
moet op zo'n manier worden
bevestigd dat het niet zonder
gereedschap kan worden verplaatst.
• Steek de stekker pas in het
stopcontact als de installatie is
voltooid. Zorg ervoor dat het
netsnoer na installatie bereikbaar is.
• Sluit de stroomstekker niet aan op
een losse stroomaansluiting.
• Trek niet aan het netsnoer om het
apparaat los te koppelen. Trek altijd
aan de stekker.
• Gebruik alleen de juiste isolatie-
apparaten: stroomonderbrekers,
zekeringen (schroefzekeringen
moeten uit de houder worden
verwijderd), aardlekschakelaars en
contactgevers.
• De elektrische installatie moet een
isolatieapparaat bevatten waardoor
het apparaat volledig van het lichtnet
afgesloten kan worden. Het
isolatieapparaat moet een
contactopening hebben met een
minimale breedte van 3 mm.
• Sluit de deur van het apparaat
volledig voordat u de stekker in het
stopcontact steekt.
2.3
Gasaansluiting
• Alle gasaansluitingen moeten door
een gediplomeerd elektromonteur
worden gemaakt.
• Controleer vóór de installatie of de
plaatselijke
distributieomstandigheden (gassoort
en -druk) en de afstelling van het
apparaat met elkaar te combineren
zijn.
• Zorg ervoor dat er koude
luchtcirculatie in het apparaat
aanwezig is.
• Op het typeplaatje staat informatie
over de gastoevoer.
• Dit apparaat mag niet aangesloten
worden op een inrichting dat
producten afvoert voor verbranding.
Sluit het apparaat aan volgens de
geldende installatieregels. Let op de
vereisten voor voldoende ventilatie.
2.4 Gebruik
WAARSCHUWING!
Risico op letsel en
brandwonden.
Gevaar voor elektrische
schokken!
• Dit apparaat is uitsluitend bestemd
voor huishoudelijk gebruik.
• De specificatie van het apparaat mag
niet worden veranderd.
• Zorg ervoor dat de
ventilatieopeningen niet geblokkeerd
zijn.
• Laat het apparaat tijdens het gebruik
niet onbeheerd achter.
• Schakel het apparaat telkens na
gebruik uit.
• Wees voorzichtig met het openen van
de deur van het apparaat als het
apparaat aan staat. Er kan hete lucht
ontsnappen.
• Bedien het apparaat niet met natte
handen of als het contact maakt met
water.
• Het apparaat mag niet worden
gebruikt als werkblad of aanrecht.
WAARSCHUWING!
Risico op brand en explosie
• Verhitte vetten en olie kunnen
ontvlambare damp afgeven. Houd
www.aeg.com
6
vlammen of verwarmde voorwerpen
uit de buurt van vet en olie als u er
mee kookt.
• De dampen die hete olie afgeeft
kunnen spontane ontbranding
veroorzaken.
• Gebruikte olie die voedselresten
bevat kan brand veroorzaken bij een
lagere temperatuur dan olie die voor
de eerste keer wordt gebruikt.
• Plaats geen ontvlambare producten
of gerechten die vochtig zijn gemaakt
met ontvlambare producten in, bij of
op het apparaat.
• Houd vonken of open vlammen uit de
buurt van het apparaat bij het openen
van de deur.
• Open de deur van het apparaat
voorzichtig. Als u alcoholische
toevoegingen gebruikt, kan er
alcohol-luchtmengsel ontstaan.
WAARSCHUWING!
Risico op schade aan het
apparaat.
• Om schade of verkleuring van het
email te voorkomen:
– zet geen kookgerei of andere
voorwerpen direct op de bodem
van het apparaat.
– plaats geen water direct in het
hete apparaat.
– haal vochthoudende schotels en
eten uit het apparaat als u klaar
bent met koken.
– wees voorzichtig bij het
verwijderen of bevestigen van
accessoires.
• Verkleuring van het email heeft geen
ongewenst effect op de werking van
het apparaat.
• Gebruik een diepe pan voor vochtige
taarten. Fruitsappen kunnen
permanente vlekken maken.
• Zet geen heet kookgerei op het
bedieningspaneel.
• Laat kookgerei niet droogkoken.
• Laat geen voorwerpen of kookgerei
op het apparaat vallen. Het oppervlak
kan beschadigen.
• Activeer de kookzones niet met lege
pannen of zonder pannen erop.
• Leg geen aluminiumfolie op het
apparaat of direct op de bodem van
het apparaat.
• Pannen van gietijzer, aluminium of
met beschadigde bodems kunnen
krassen veroorzaken. Til deze
voorwerpen altijd op als u ze moet
verplaatsen op de kookplaat.
• Zorg voor een goede ventilatie in de
ruimte waar het apparaat is
geïnstalleerd.
• Gebruik alleen stabiel kookgerei met
de juiste vorm en een diameter groter
dan de afmetingen van de branders.
• Zorg dat de vlam niet uit gaat als u de
knop snel van de maximale stand naar
de minimale stand draait.
• Gebruik alleen de accessoires die zijn
meegeleverd met het apparaat.
• Plaats geen vlamverdeler op de
brander.
• Dit apparaat is uitsluitend bestemd
om mee te koken. Het mag niet
worden gebruikt voor andere
doeleinden, zoals het verwarmen van
een kamer.
2.5 Reiniging en onderhoud
WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel, brand en
schade aan het apparaat.
• Schakel het apparaat voor onderhoud
uit.
Trek de stekker uit het stopcontact.
• Zorg ervoor dat het apparaat is
afgekoeld. Er bestaat een risico dat
de glasplaten kunnen breken.
• Vervang direct de glazen deurpanelen
als deze beschadigd zijn. Neem
contact op met de erkende
servicedienst.
• Wees voorzichtig als u de deur van
het apparaat verwijdert. De deur is
zwaar!
• Achterblijvend vet of voedsel in het
apparaat kan brand veroorzaken.
• Reinig het apparaat regelmatig om te
voorkomen dat het materiaal van het
oppervlak achteruitgaat.
• Reinig het apparaat met een vochtige
zachte doek. Gebruik alleen neutrale
reinigingsmiddelen. Gebruik geen
schuurmiddelen, schuursponsjes,
oplosmiddelen of metalen
voorwerpen.
NEDERLANDS
7
• Raadpleeg als u een ovenspray
gebruikt eerst de aanwijzingen op de
verpakking.
• Reinig niet het katalytisch email
(indien van toepassing) met een
schoonmaakmiddel.
• De branders niet in de afwasautomaat
reinigen.
2.6 Deksel
• De specificatie van de deksel mag
niet worden veranderd.
• Maak de deksel regelmatig schoon.
• Open de deksel niet als er is
geknoeid op het oppervlak.
• Schakel alle branders uit voordat u de
deksel sluit.
• Sluit het deksel niet tot de kookplaat
en de oven volledig zijn afgekoeld.
• Glazen deksels kunnen breken als ze
warm worden (indien van toepassing).
2.7 Binnenverlichting
• De gloeilampen of halogeenlampen
in dit apparaat zijn uitsluitend
bedoeld voor gebruik in
huishoudelijke apparaten. Gebruik
deze niet voor andere doeleinden.
WAARSCHUWING!
Gevaar voor elektrische
schokken!
• Voordat u het lampje vervangt, dient
u de stekker van het apparaat uit het
stopcontact te halen.
• Gebruik alleen lampjes met dezelfde
specificaties.
2.8 Verwijdering
WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel of
verstikking.
• Neem contact met uw plaatselijke
overheid voor informatie m.b.t.
correcte afvalverwerking van het
apparaat.
• Haal de stekker uit het stopcontact.
• Snijd het netsnoer vlak bij het
apparaat af en gooi het weg.
• Verwijder de deurvergrendeling om
te voorkomen dat kinderen of
huisdieren binnen in het apparaat vast
komen te zitten.
• Maak de externe gasleidingen plat.
2.9 Servicedienst
• Neem contact op met een erkende
servicedienst voor reparatie van het
apparaat.
• Gebruik uitsluitend originele
reserveonderdelen.
www.aeg.com
8
3. BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT
3.1 Algemeen overzicht
1 3 42
7
8
9
10
5 6
11
2
3
4
1
1
Knop voor de ventilator
2
Toetsen voor de kookplaat
3
Elektronische tijdschakelklok
4
Grillaanduiding
5
Knop voor de ovenfuncties
6
Knop voor de lamp
7
Grillen
8
Lampje
9
Ventilator
10
Verwijderbare inschuifrail
11
Roosterhoogtes
3.2 Indeling kookplaat
1 2 3
5 4
1
Sudderbrander
2
Stoomuitlaat - aantal en positie
afhankelijk van het model
3
Normale brander
4
Normale brander
5
Driekronenbrander
3.3 Accessoires
• Bakrooster
Voor kookgerei, bak- en
braadvormen.
• Bakplaat
Voor gebak en koekjes.
• Aluminium bakplaat
Voor gebak en koekjes.
• Grill-/braadpan
Voor braden en roosteren of als
schaal om vet op te vangen.
• Optionele telescopische geleiders
Voor roosters en bakplaten. Ze zijn
apart te bestellen.
• Bewaarlade
Onder de ovenruimte bevindt zich
een bewaarlade.
NEDERLANDS 9
4. VOORDAT U HET APPARAAT VOOR DE EERSTE
KEER GEBRUIKT
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
4.1 Eerste reiniging
Verwijder all accessoires en
verwijderbare inschuifrails uit het
apparaat.
Zie het hoofdstuk
'Onderhoud en reiniging'.
Reinig het apparaat en de accessoires
voor het eerste gebruik.
Zet de accessoires en verwijderbare
inschuifrails terug in de beginstand.
4.2 Tijd instellen
U moet de tijd instellen voordat u de
oven bedient.
Na aansluiting van het apparaat op het
stopcontact en na een stroomstoring,
toont het display 0:00.
1. Druk tegelijkertijd op de knoppen
en .
Houd de knoppen ingedrukt tot 0:00 op
het display knippert.
2. Druk op de knop of om de tijd
in te stellen.
Na ongeveer vijf seconden stopt het
knipperen en geeft de klok de ingestelde
tijd weer.
4.3 Voorverwarmen
Verwarm het apparaat voor om het
resterende vet weg te branden.
1. Stel de maximale temperatuur in.
2. Laat het apparaat ongeveer een uur
werken.
3. Stel de functie en de
maximumtemperatuur in. Maximale
temperatuur voor deze functie is 210
°C.
4. Laat het apparaat 15 minuten
werken.
WAARSCHUWING!
Accessoires kunnen heter
worden dan normaal.
Het apparaat kan een vreemde geur en
rook afgeven. Dit is normaal. Zorg dat er
voldoende luchtcirculatie is.
Laat de oven afkoelen. Maak een doek
vochtig met warm water en wat mild
reinigingsmiddel en reinig daarmee de
binnenkant van de oven.
5.
KOOKPLAAT - DAGELIJKS GEBRUIK
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
5.1 Ontsteking van de
fornuisbrander
Ontvlam de brander altijd
vóór u het kookgerei erop
plaatst.
WAARSCHUWING!
Ga voorzichtig te werk bij
het gebruik van branders
(open vuur) in de keuken. De
fabrikant kan niet
aansprakelijk gesteld
worden in geval van onjuist
gebruik van de vlam.
1. Draai de knop voor de kookplaat
linksom naar de maximale gasstand
en druk de knop in om de
brander aan te steken.
2. Houd de knop voor de kookplaat
ingedrukt gedurende 10 seconden of
www.aeg.com
10
minder om het thermokoppel voor te
verwarmen. Als u dat niet doet,
wordt de gastoevoer onderbroken.
3. Stel de vlam af zodra deze
regelmatig brandt.
WAARSCHUWING!
Houd de knop niet langer
dan 15 seconden ingedrukt.
Als de brander na 15
seconden nog niet brandt,
de knop loslaten en
minstens 1 minuut wachten
voordat u opnieuw probeert
de vlam te ontsteken.
Als de brander na enkele
pogingen niet aan gaat,
controleer dan of de kroon
en het branderdeksel goed
op hun plaats zitten.
Als er geen elektriciteit is
kunt u de brander zonder de
elektrische voorziening
aansteken. Breng een vlam
dichtbij de brander, druk de
bijbehorende knop in en
draai de knop naar de
maximale stand. Houd de
controleknop ingedrukt
gedurende 10 seconden of
minder om het
thermokoppel voor te
verwarmen.
Draai als de brander per
ongeluk uit gaat de knop
naar de uit stand en probeer
na minimaal 1 minuut de
brander weer aan te steken.
De vonkontsteking kan
automatisch starten wanneer
u de stekker in het
stopcontact steekt, na de
installatie of na een
stroomonderbreking. Dat is
normaal.
5.2 Branderoverzicht
A
B
D
C
C
D
A
B
A. Branderdeksel
B. Branderkroon
C. Ontstekingsbougie
D. Thermokoppeling
5.3 De brander uitschakelen
Om de vlam te doven, de knop naar de
off-positie draaien
.
WAARSCHUWING!
Draai de vlam altijd lager of
schakel hem uit voordat u de
pan van de brander haalt
6. KOOKPLAAT - AANWIJZINGEN EN TIPS
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
NEDERLANDS 11
6.1 Kookgerei
WAARSCHUWING!
Zet één pan niet op twee
branders.
WAARSCHUWING!
Zet geen instabiele of
beschadigde pannen op de
brander om morsen en letsel
te voorkomen.
LET OP!
Zorg dat de handvaten van
de pot niet boven de
voorste rand van het
werkblad komen.
LET OP!
Zorg dat de potten zich in
het midden van de brander
bevinden, voor een
maximum aan stabiliteit en
lager gasverbruik.
6.2 Diameter van de pannen
WAARSCHUWING!
Gebruiken alleen kookgerei
met een bodemdiameter die
geschikt is voor de afmeting
van de plaat.
Brander Diameter van de
pannen (mm)
Driekronenbrander 160 - 240
Normale brander 140 - 240
Sudderbrander 120 - 180
7. KOOKPLAAT - ONDERHOUD EN REINIGING
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
7.1 Algemene informatie
• Maak de kookplaat na ieder gebruik
schoon.
• Gebruik altijd pannen met een schone
bodem.
• Krassen of donkere vlekken op de
oppervlakte hebben geen invloed op
de werking van de kookplaat.
• Gebruik een specifiek
schoonmaakmiddel voor het
oppervlak van de kookplaat.
• Was de onderdelen van roestvrij staal
af met water en droog ze vervolgens
met een zachte doek.
7.2 De kookplaat
schoonmaken
• Verwijder direct: gesmolten plastic,
gesmolten folie, suiker en
suikerhoudende gerechten. Anders
kan het vuil de kookplaat
beschadigen. Doe voorzichtig om
brandwonden te voorkomen.
• Verwijder nadat de kookplaat
voldoende is afgekoeld: kalk- en
waterkringen, vetspatten en
metaalachtig glanzende
verkleuringen. Reinig de kookplaat
met een vochtige doek en een beetje
niet-schurend reinigingsmiddel.
Droog de kookplaat na reiniging af
met een zachte doek.
• Was de geëmailleerde delen, deksel
en kroon met een warm sopje en laat
ze goed drogen alvorens ze terug te
plaatsen.
7.3 Reinigen van de
ontstekingsknop
Dit onderdeel is uitgerust met een
keramische ontstekingsbougie met een
metalen elektrode. Reinig deze
onderdelen altijd grondig, om
moeilijkheden bij het aansteken te
voorkomen, en controleer of de
branderkroonopeningen niet verstopt
zijn.
www.aeg.com
12
7.4 Pannendragers
De pansteunen zijn niet
bestand tegen afwassen in
een afwasautomaat. Ze
moeten met de hand
worden afgewassen.
1. U kunt de pansteunen verwijderen
voor een gemakkelijke reiniging van
het kookplaat.
Ga zeer voorzichtig te
werk bij het vervangen
van de pannendrager,
dit om schade aan het
oppervlak van de
kookplaat te vermijden.
2. De emaillelaag kan scherpe randen
hebben, dus wees voorzichtig tijdens
het met de hand afwassen en
afdrogen. Verwijder hardnekkige
vlekken zo nodig met een
pastareiniger.
3. Zorg er na het reinigen van de
pansteunen voor dat u ze in de juiste
stand terugplaatst.
4. Om ervoor te zorgen dat de brander
goed werkt, moeten de armen van
de pannendrager in het midden van
de brander worden geplaatst.
7.5 Periodiek onderhoud
Raadpleeg regelmatig uw lokale
serviceafdeling, om de staat van de
gastoevoerleiding en de drukregelaar
(indien gemonteerd) te controleren.
8. OVEN - DAGELIJKS GEBRUIK
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
8.1 Ovenfuncties
Ovenfunctie Applicatie
Uit-stand Het apparaat staat uit.
1 - 8
1)
Verwarmingsstanden Reeks van aanpassingen van temperatuurniveaus
voor de oven.
Grill Voor het grillen van vlakke levensmiddelen in het
midden van het rooster. Voor het maken van
toast.
Maximale temperatuur voor deze
functie is 210 °C.
We raden aan om de elektrische
grill niet tegelijkertijd met de gas-
grill te gebruiken.
Ovenlampje De binnenkant van de oven verlichten.
Om deze functie te gebruiken, druk op de oven-
lampknop.
NEDERLANDS 13
Ovenfunctie Applicatie
Ovenventilator Voor het ontdooien van diepvriesvoedsel.
Draai om deze functie te gebruiken de knop naar
de uitstand en druk vervolgens op de knop voor
de ventilator.
Om de ventilator te gebruiken in combinatie met
de gasoverbrander, steekt u de gasoven aan en
drukt u op de knop voor de ventilator.
1 - 8
2)
Gas Multifunctie Verschillende gerechten tegelijkertijd koken. Om
zelfgemaakte vruchten in siroop te bereiden en
champignons of fruit te drogen.
Stel om deze functie te gebruiken de oveninstel-
lingen in en druk op de ventilatorknop.
Circulatiegrill Het grillelement en de ventilator van de oven
werken samen, zodat de hetelucht rondom de
gerechten circuleert. Voor het bakken van grote
stukken vlees.
Draai om deze functie te gebruiken de knop voor
de ovenfuncties naar de grillstand en druk op de
ventilatorknop.
1)
1 - 140°C, 2 - 155°C, 3 - 170°C, 4 - 185°C, 5 - 205°C, 6 - 220°C, 7 - 235°C, 8 - 250°C
2)
1 - 130°C, 2 - 145°C, 3 - 150°C, 4 - 165°C, 5 - 180°C, 6 - 195°C, 7 - 210°C, 8 - 230°C
8.2 De ovengasbrander
ontsteken
LET OP!
Bij aanzetten van de
ovenbrander moet de
ovendeur worden geopend.
LET OP!
Zorg ervoor dat de deksel is
geopend. Bij gebruik van de
oven moet het deksel
geopend worden om
oververhitting te voorkomen.
Veiligheidsinrichting oven:
De gasoven beschikt over
een thermokoppel. Deze
stopt de gastoevoer als de
vlam dooft.
1. Open de ovendeur.
2. Draai de knop voor de ovenfuncties
linksom naar de maximale
warmteinstellingen en druk deze naar
beneden om de brander te
ontsteken.
3. Houd de knop voor de ovenfuncties
ingedrukt gedurende maximaal 15
seconden om het thermokoppel voor
te verwarmen. Als u dat niet doet,
wordt de gastoevoer onderbroken.
8.3 Handmatige ontsteking
van de ovengasbrander
Als er geen elektriciteit is kunt u de
ovenbrander ontsteken zonder de
elektrische voorziening.
1. Open de ovendeur.
2. Houd een vlam in de buurt van de
opening in de bodem van de oven.
www.aeg.com
14
3. Druk tegelijkertijd op de knop voor
de ovenfuncties en draai de knop
linksom naar de maximale gasstand.
4. Houd als het vlammetje gaat
branden de knop voor de
ovenfuncties maximaal 15 seconden
ingedrukt bij de maximale gasstand
of laat het thermokoppel opwarmen.
Houd de knop voor de
ovenfuncties niet langer dan
15 seconden ingedrukt. Als
de ovenbrander na 15
seconden nog niet brandt,
de bedieningsknop loslaten,
naar de uitstand draaien, de
ovendeur openen en
minstens 1 minuut wachten
voordat u opnieuw probeert
de brander te ontsteken.
8.4 Na het ontsteken van de
gasbrander van de oven
1. Laat de knop voor de ovenfuncties
los.
2. Sluit u de ovendeur.
3. Draai de knop voor de ovenfuncties
om de gewenste stand in te stellen.
Houd een vlam in de buurt van de
opening in de bodem van de oven.
8.5 De ovenbrander
uitschakelen
Om de vlam te doven, de knop naar de
off-positie draaien .
8.6 Veiligheidsthermostaat
Een onjuiste bediening van het apparaat
of defecte componenten kunnen
gevaarlijke oververhitting veroorzaken.
Om dit te voorkomen is de oven
voorzien van een veiligheidsthermostaat
die de stroomtoevoer onderbreekt.
Zodra de temperatuur is gedaald, wordt
de oven automatisch weer ingeschakeld.
8.7 Grill
WAARSCHUWING!
Alle bereidingen moeten
worden uitgevoerd met
gesloten deur.
We raden aan om de
elektrische grill niet
tegelijkertijd met de
gasoven te gebruiken.
1. Draai de knop voor de ovenfuncties
rechtsom naar .
2. Stel de plaatpositie af voor
verschilldende voedseldiktes.
Plaats het voedsel dicht bij het
bovenste verwarmingselement als u
het snel wilt bereiden en iets verder
weg voor een behoedzamer
bereiding
• De meeste gerechten kunnen het
beste op het rooster in de grillpan
worden geplaatst. Hierdoor wordt
een maximale luchtcirculatie
gerealiseerd en bevindt het voedsel
zich niet in maar boven het vet en de
vleessappen Indien gewenst kunnen
gerechten zoals vis, lever en niertjes
direct op de grillpan worden
geplaatst.
• Droog het voedsel vóór het grillen
goed af, zodat het niet gaat spatten
Strijk mager vlees en vis licht in met
een beetje olie of gesmolten boter,
zodat de gerechten tijdens de
bereiding mals blijven.
• Overige ingrediënten, zoals tomaten
en champignons, kunnen tijdens het
grillen van vlees onder de grill worden
geplaatst
• Voor het roosteren van brood raden
wij u aan het bovenste inzetniveau te
gebruiken.
• Indien nodig moet het voedsel tijdens
de bereiding worden omgedraaid.
Draai de knop naar de uit-stand om de
functie uit te schakelen.
8.8 Grillaanduiding
Het indicatielampje voor de grill gaat
alleen branden als u de grillfunctie
instelt. Het gaat uit als de oven de juiste
temperatuur heeft bereikt Het gaat
vervolgens aan en uit om aan te geven
dat de temperatuur wordt aangepast
NEDERLANDS
15
9. OVEN - KLOKFUNCTIES
9.1 Kookwekker
Gebruik de kookwekker voor het
instellen van een afteltijd. De maximale
tijdsduur die u in kunt stellen bedraagt
99 minuten 50 seconden.
Deze functie heeft geen
invloed op de werking van
het apparaat.
Druk op de knop om de afteltijd voor
de kookwekker in te stellen.
Als deze tijd is verstreken, knippert het
indicatielampje en hoort u een
geluidssignaal. Druk op een willekeurige
toets om het signaal uit te zetten.
10. OVEN - GEBRUIK VAN DE ACCESSOIRES
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
10.1 De accessoires plaatsen
Bakrooster:
Schuif het rooster tussen de
geleidestangen van het ovenniveau. De
dubbele randen moeten aan de
achterkant van de oven omhoog wijzen.
Plaat:
Duw de bakplaat niet
helemaal tot de achterwand
van de oven. Dit zal
voorkomen dat de warmte
rondom de bakplaat kan
circuleren. Het gerecht kan
verbranden, vooral aan de
achterzijde van de bakplaat.
Plaats het blik of de diepe plaat tussen
de geleidestangen van de inschuifrail.
Zorg ervoor dat het de achterwand van
de oven niet raakt.
Bakrooster en braadpan samen:
Plaats de braadpan tussen de geleiders
van de inschuifrails en het bakrooster op
de geleiders erboven.
www.aeg.com
16
11. OVEN - AANWIJZINGEN EN TIPS
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
De temperaturen en
baktijden in de tabellen zijn
slechts als richtlijn bedoeld.
Deze zijn afhankelijk van de
recepten en de kwaliteit en
de hoeveelheid van de
gebruikte ingrediënten.
11.1 Algemene informatie
• Het apparaat heeft vier inzetniveaus.
Tel de inzetniveaus vanaf de bodem
van het apparaat.
• Het apparaat heeft een speciaal
systeem dat de lucht circuleert en
voor doorlopende recycling van
stoom zorgt. Dankzij dit systeem is
het mogelijk om voedsel te bereiden
in een atmosfeer met stoom en
worden de gerechten zacht van
binnen en knapperig van buiten.
Bovendien worden de bereidingstijd
en het energieverbruik tot een
minimum beperkt.
• Vocht kan in het apparaat of op de
glazen deurpanelen condenseren. Dit
is normaal. Ga altijd iets terug staan
van het apparaat als u de deur van het
apparaat tijdens de werking opent.
Om de condens te verminderen,
dient u het apparaat 10 minuten te
laten voorverwarmen.
• Veeg na elk gebruik het vocht van het
apparaat.
• Plaats geen voorwerpen direct op de
bodem van het apparaat en bedek de
bodem tijdens de bereiding niet met
aluminiumfolie. Dit kan de
bakresultaten veranderen en de
emaillelaag beschadigen.
11.2 Bakken
• Het kan gebeuren dat uw oven anders
bakt of braadt dan het apparaat dat u
vroeger had. Pas de instellingen
(temperatuur, kooktijden) en de
rekstand die u gewoon was aan
volgens de waarden in de tabellen.
• De fabrikant raadt u aan de eerste
keer een lagere temperatuur in te
stellen.
• Als u geen concrete aanwijzingen
kunt vinden voor een speciaal recept,
kijkt u bij een soortgelijk product.
• Bij het bereiden van cake op
meerdere niveaus kan de baktijd ca.
10 - 15 minuten langer zijn.
• Als het gebak niet overal even hoog
is, wordt het gebak in het begin van
het bakproces niet overal even bruin.
Verander in dit geval de
temperatuurinstelling niet. De
verschillen verminderen tijdens het
bakproces.
• Bij langere baktijden kunt u de oven
ca. 10 minuten voor het einde van de
baktijd uitschakelen en profiteren van
de restwarmte.
Wanneer u bevroren gerechten gebruikt,
kunnen de bakplaten in de oven tijdens
het bakken vervormen. Wanneer de
bakplaten afkoelen, verdwijnt de
vervorming.
11.3 Voor de bereiding van
gebak
• De ovendeur mag pas worden
geopend als driekwart van de baktijd
is verstreken.
• Als u twee bakplaten tegelijkertijd
gebruikt, dient u één niveau ertussen
leeg te laten.
11.4 Voor de bereiding van
vlees en vis
• Gebruik een diepe bak voor erg vet
voedsel om te oven te behoeden
voor blijvende vetvlekken.
• Laat het vlees ongeveer 15 minuten
rusten voordat u het aansnijdt, zodat
het vleessap er niet uit stroomt.
• Om te veel rook tijdens het braden in
de oven te vermijden, kunt u een
beetje water in de lekbak gieten. Om
rook te vermijden, voegt u water toe
wanneer het is opgedroogd.
NEDERLANDS
17
11.5 Bereidingstijden
De bereidingsduur is afhankelijk van het
soort voedsel, de samenstelling en het
volume.
Houd in eerste instantie het
bereidingsproces in de gaten. Zoek bij
het gebruik van dit apparaat de beste
instellingen (temperatuur,
bereidingsduur, etc.) voor uw kookgerei,
recepten en hoeveelheden.
11.6 Bereidingstabel
Gerecht Gewicht (g) Thermo-
staat-
stand
Tijd (min) Roos-
ter-
hoog-
te
Accessoires
Deegreepjes
1)
250 2 25 - 30 3 aluminium bakplaat
Deegreepjes
1)
250 2 20 - 25 3 bakblik
Platte cake
1)
1000 2 - 3 35 - 45 3 aluminium bakplaat
Platte cake
1)
1000 2 35 - 40 3 bakblik
Koffiebroodjes
met appel
1)
2000 5 50 - 60 3 aluminium bakplaat
Appeltaart
1)
1200 + 1200 6 55 - 65 3 2 ronde aluminium
bakplaat (diameter: 20
cm)
Kleine cake-
jes
1)
500 2 - 3 25 - 30 3 aluminium bakplaat
bakblik
Biscuittaart
zonder vet
1)
350 3 30 - 35 3 1 ronde aluminium
bakplaat (diameter: 26
cm)
Pannenkoek 1500 2 - 3
45 - 55
2)
3 aluminium bakplaat
Pannenkoek 1500 2 - 3
40 - 50
3)
3 bakblik
Hele kip 1400 8 50 - 60 3 rooster
3 bakblik
Broodtaart
4)
800 7 - 8 15 - 20 3 aluminium bakplaat
Broodtaart
4)
800 6 - 7 15 - 20 3 bakblik
Gevulde gistca-
ke
5)
1200 4 - 5 40 - 50 3 aluminium bakplaat
bakblik
Pizza
1)
1000 5 - 6 25 - 35 3 aluminium bakplaat
www.aeg.com18
Gerecht Gewicht (g) Thermo-
staat-
stand
Tijd (min) Roos-
ter-
hoog-
te
Accessoires
Pizza
1)
1000 5 - 6 25 - 30 3 bakblik
Kwarktaart 2600 3 80 - 90 3 aluminium bakplaat
Kwarktaart 2600 3 70 - 80 3 bakblik
Zwitserse ap-
pelflan
5)
1900 6 - 7 50 - 60 3 aluminium bakplaat
Zwitserse ap-
pelflan
5)
1900 6 - 7 40 - 50 3 bakblik
Kerstcake
6)
2400 3 - 4
60
7)
3 aluminium bakplaat
Kerstcake
6)
2400 3 - 4
60
3)
3 bakblik
Quiche Lorrai-
ne
5)
1000 5 - 6 50 - 60 3 1 ronde aluminium
bakplaat (diameter: 26
cm)
Boerenbrood
6)
750 + 750 4 - 5 50 - 60 3 2 ronde aluminium
bakplaat (diameter: 20
cm)
Roemeense
biscuittaart
1)
600 + 600 2 - 3 50 - 60 3 2 ronde aluminium
bakplaten (diameter:
25 cm)
Roemeense
biscuittaart -
traditioneel
1)
600 + 600 2 - 3 40 - 50 3 2 ronde aluminium
bakplaten (diameter:
25 cm)
Opgerolde ca-
ke met jam
1)
500 2 - 3 20 - 30 3 aluminium bakplaat
Opgerolde ca-
ke met jam
1)
500 2 - 3 20 - 25 3 bakblik
Schuimpjes 400 1 - 2 40 - 50 3 aluminium bakplaat
Schuimpjes 400 1 40 - 50 3 bakblik
Soesjes
1)
500 3 - 4 35 - 40 3 aluminium bakplaat
Soesjes
1)
500 2 - 3 30 - 35 3 bakblik
Kruimeltaart
5)
1500 5 - 6 30 - 40 3 aluminium bakplaat
Kruimeltaart
5)
1500 5 - 6 30 - 35 3 bakblik
NEDERLANDS 19
Gerecht Gewicht (g) Thermo-
staat-
stand
Tijd (min) Roos-
ter-
hoog-
te
Accessoires
Biscuitgebak
1)
600 2 35 - 40 3 aluminium bakplaat
Biscuitgebak
1)
600 2 30 - 35 3 bakblik
Botertaart
5)
600 2 - 3 25 - 30 3 aluminium bakplaat
Botertaart
5)
600 3 20 - 25 3 bakblik
1)
Verwarm de oven 10 minuten voor.
2)
Nadat u het apparaat hebt uitgeschakeld, laat u de cake nog 7 minuten in de oven.
3)
Nadat u het apparaat hebt uitgeschakeld, laat u de cake nog 5 minuten in de oven.
4)
Verwarm de oven 20 minuten voor.
5)
Verwarm de oven 15 minuten voor.
6)
Verwarm de oven 15 minuten voor met de thermostaat op stand 8.
7)
Nadat u het apparaat hebt uitgeschakeld, laat u de cake nog 10 minuten in de oven.
11.7 Grill
Gerecht Gewicht (g) Tijd (min) Roosterhoog-
te
Accessoires
Toast
1)
500 4 - 6 3 rooster
Biefstuk
1)
1000 20 + 20 2 rooster
1 bakblik
Halve kip 1200 30 + 35 2 rooster
1 bakblik
Gebraden varkensko-
telet
500 30 + 30 2 rooster
1 bakblik
1)
Verwarm de oven 10 minuten voor.
12. OVEN - ONDERHOUD EN REINIGING
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
12.1 Opmerkingen over
schoonmaken
• Maak de voorkant van het apparaat
schoon met een zachte doek en een
warm sopje.
• Gebruik voor metalen oppervlakken
een specifiek reinigingsmiddel.
• Reinig de binnenkant van het
apparaat na elk gebruik. Vetophoping
of andere voedingsresten kunnen
brand veroorzaken. Het gevaar is
groter voor de grillpan.
• Verwijder hardnekkig vuil met een
speciale ovenreiniger.
www.aeg.com20
• Reinig alle accessoires na elk gebruik
en laat ze drogen. Gebruik een zachte
doek en een warm sopje en een
reinigingsmiddel.
• Toebehoren met antiaanbaklaag
mogen niet worden schoongemaakt
met een agressief reinigingsmiddel,
voorwerpen met scherpe randen of
een afwasautomaat. Dit kan de
antiaanbaklaag beschadigen.
12.2 Apparaten van roestvrij
staal of aluminium
Maak de ovendeur alleen
met een vochtige doek of
natte spons schoon. Droog
maken met een zachte doek.
Vermijd het gebruik van
staalwol, zure of schurende
producten, deze kunnen de
oppervlakken van de oven
beschadigen. Maak het
bedieningspaneel van de
oven net zo voorzichtig
schoon.
12.3 Verwijderbare
inschuifrails
Als u de binnenkant van de oven wilt
reinigen, verwijdert u de inschuifrails.
1. Trek de inschuifrail bij de voorkant uit
de zijwand.
2. Trek de geleider bij de achterkant uit
de zijwand en verwijder deze.
2
1
Installeer de inschuifrails in de
omgekeerde volgorde.
12.4 Katalytische reiniging
LET OP!
Probeer niet om het
katalytisch oppervlak te
reinigen met ovenspray,
schuurmiddel, zeep of
andere
schoonmaakmiddelen.
Hierdoor raakt het
katalytische oppervlak
beschadigd.
Verkleuring van het
katalytische oppervlak heeft
geen invloed op de
katalytische eigenschappen.
WAARSCHUWING!
Houd kinderen uit de buurt
wanneer u de oven bij hoge
temperaturen reinigt. Het
ovenoppervlak wordt zeer
heet en er bestaat gevaar
voor brandwonden.
Verwijder voor het activeren
van de katalytische reiniging
eerst alle accessoires uit de
oven.
De wanden met een katalytische laag zijn
zelfreinigend. Ze absorberen op de wand
opgehoopt vet tijdens de werking van
het apparaat.
Om deze zelfreinigende procedure te
ondersteunen moet u de lege oven
regelmatig verwarmen.
1. Reinig de de bodem van de oven
met water en afwasmiddel en droog
het af.
NEDERLANDS
21
2. Stel de oventemperatuur in op 250°C
en laat de oven 1 uur werken.
3. Wanneer het apparaat is afgekoeld,
maak het schoon met een zachte en
vochtige spons.
12.5 De ovendeur reinigen
De ovendeur heeft twee glazen panelen.
U kunt de ovendeur en interne glasplaat
verwijderen om ze te reinigen.
De ovendeur kan dichtslaan
als u de interne glasplaat
probeert te verwijderen als
de deur nog gemonteerd is.
LET OP!
Gebruik het apparaat nooit
zonder de interne glasplaat.
1. Open de deur volledig en houd de
twee deurscharnieren vast.
2. Til de hendels op de twee
scharnieren omhoog en draai ze.
3. Sluit de ovendeur halverwege tot de
eerste openingsstand. Trek hem
daarna naar voren en haal hem uit
zijn zitting.
4.
Leg de deur op een zachte doek op
een stabiele ondergrond.
5. Ontgrendel het
vergrendelingssysteem om de
interne glasplaat te verwijderen.
6. Draai de twee bevestigingen 90° en
verwijder ze uit hun houders.
www.aeg.com
22
90°
7. De glasplaat voorzichtig optillen en
verwijderen.
1
2
8. Reinig de glasplaat met een sopje.
Droog de glasplaat voorzichtig af.
Als u ze gereinigd hebt, monteer dan de
glasplaat en de ovendeur. Voer
bovenstaande stappen in omgekeerde
volgorde uit.
De bedrukte zone moet naar de
binnenkant van de deur gericht zijn. Zorg
ervoor dat het oppervlak van de
glasplaat op de bedrukte zijde na de
installatie niet ruw aanvoelt.
Zorg ervoor dat u de interne glasplaat
correct in de uitsparingen plaatst.
12.6 De lade verwijderen
WAARSCHUWING!
Bewaar geen ontvlambare
dingen in de lade (bijv.
schoonmaakmiddelen,
plastic zakken,
ovenhandschoenen, papier,
reinigingssprays, enz). Als u
de oven gebruikt, kan de
lade heet worden. Er kan
brand ontstaan.
De lade onder de oven kan worden
verwijderd om gemakkelijker te worden
schoongemaakt.
1. Trek de lade volledig naar buiten, tot
deze niet verder kan.
2. Til de lade langzaam op.
3. Trek de lade volledig uit.
Voer de bovenstaande stappen in
omgekeerde volgorde uit om de lade te
installeren.
12.7 Het lampje vervangen
Leg een doek op de bodem van de
binnenkant van het apparaat. Dit
voorkomt schade aan het afdekglas en
de ovenruimte.
WAARSCHUWING!
Gevaar voor elektrocutie!
Maak de zekering los
voordat u de lamp vervangt.
De lamp en het afdekglas
kunnen heet zijn.
1. Schakel het apparaat uit.
2. Verwijder de zekeringen in de
zekeringenkast, of schakel de
stroomonderbreker uit.
NEDERLANDS
23
Het achterste lampje
1. Draai het afdekglas van de lamp naar
rechts en verwijder het.
2. Reinig het afdekglas.
3. Vervang de lamp door een geschikte
300 °C hittebestendige lamp.
4. Plaats het afdekglas terug.
13. PROBLEEMOPLOSSING
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
13.1 Wat moet u doen als…
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
Er is geen vonk als de vonk-
ontsteking wordt geacti-
veerd.
De kookplaat is niet aange-
sloten op een stopcontact of
is niet goed geïnstalleerd.
Controleer of de kookplaat
goed is aangesloten op het
lichtnet. Raadpleeg het aan-
sluitdiagram.
Er is geen vonk als de vonk-
ontsteking wordt geacti-
veerd.
De zekering is doorgesla-
gen.
Controleer of de zekering de
oorzaak van de storing is. Als
de zekeringen keer op keer
doorslaan, neemt u contact
op met een erkende installa-
teur.
Er is geen vonk als de vonk-
ontsteking wordt geacti-
veerd.
De branderdeksel en kroon
zitten niet goed op hun
plaats.
Plaats de branderdeksel en
de kroon op juiste wijze.
De vlam gaat meteen na de
ontsteking uit.
Het thermokoppel is niet
voldoende opgewarmd.
Na het ontsteken van de
vlam, de vlamontsteking cir-
ca 10 sec. ingedrukt houden
De vlamring is ongelijk. De branderkroon is verstopt
met etensresten.
Controleer of de hoofdin-
spuiter niet verstopt is en of
de branderkroon schoon is.
De branders werken niet. Er is geen gastoevoer. Controleer de gasaanslui-
ting.
Het apparaat maakt lawaai. Sommige metalen onderde-
len van het apparaat zetten
uit en krimpen als ze opwar-
men of afkoelen. De gelui-
den zijn normaal.
Het vlamkleur is oranje of
geel.
De vlam kan er op sommige
plekken van de brander
oranje of geel uitzien. Dit is
normaal.
De oven wordt niet warm. De oven is uitgeschakeld. Schakel de oven in.
www.aeg.com24
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
Het lampje brandt niet. Het lampje is stuk. Vervang het lampje.
Stoom en condens slaan
neer op de gerechten en in
de ovenruimte.
Het gerecht heeft te lang in
de oven gestaan.
Laat gerechten na het berei-
den niet langer dan 15 - 20
minuten in de oven staan.
De oven wordt niet warm. De klok is niet ingesteld. Stel de klok in.
De oven wordt niet warm. De benodigde kookstanden
zijn niet ingesteld.
Zorg ervoor dat de instellin-
gen correct zijn.
De bereiding van de gerech-
ten duurt te lang of de ge-
rechten worden te snel gaar.
De temperatuur is te laag of
te hoog.
Pas indien nodig de tempe-
ratuur aan. Volg het advies
in de handleiding op.
Het display toont een fout-
code die niet in deze lijst
voorkomt.
Er is een elektrische fout. Schakel de oven uit via de
huiszekering of de veilig-
heidsschakelaar in de zeke-
ringkast en schakel deze
weer in.
Neem contact op met de
klantenservice wanneer de
foutcode opnieuw wordt
weergegeven.
13.2 Onderhoudgegevens
Als u niet zelf het probleem kunt
verhelpen, neem dan contact op met uw
verkoper of de serviceafdeling.
De contactgegevens van het
servicecentrum staan op het typeplaatje.
Het typeplaatje bevindt zich voor aan de
binnenkant van het apparaat. Verwijder
het typeplaatje niet uit de ovenruimte.
Wij adviseren u om de gegevens hier te noteren:
Model (MOD.) .........................................
Productnummer (PNC) .........................................
Serienummer (S.N.) .........................................
14. MONTAGE
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
14.1 Locatie van het apparaat
U kunt uw vrijstaand apparaat met kasten
aan een of twee zijden en in de hoek
plaatsen.
Houd een afstand van
ongeveer 1 cm tussen het
apparaat en de achterwand
zodat de deksel open kan.
Zie voor minimale afstanden de tabel.
NEDERLANDS 25
A
C
D
D
B
Minimum afstanden
Afmetingen mm
A 400
B 650
Afmetingen mm
C 150
D 20
14.2 Technische gegevens
Spanning 220 – 240 V
Frequentie 50 / 60 Hz
Apparaatklasse 1
Afmetingen mm
In hoogte 857
Breedte 600
Diepte 600
14.3 Overige technische gegevens
Categorie apparaat: II2E+3+
Gas origineel: G20/G25 (2E+) 20/25 mbar
Gasvervanging: G30 (3+) 28-30 mbar
G31 (3+) 37 mbar
14.4 Bypassdiameters
BRANDER
Ø BYPASS
1)
1/100 mm
Sudderbrander 29 / 30
Normale brander 32
Driekronenbrander 67
Oven 44
1)
Type bypass is afhankelijk van het model.
14.5 Gasbranders voor AARDGAS G20 20 mbar
BRANDER NORMAAL VER-
MOGEN kW
1)
BEPERKT VERMOGEN
kW
1)
INSPUITERMARKE-
RING 1/100 mm
Driekronenbran-
der
4.0 1.80 146
Normale brander 2.0 / 1.9 0.43 / 0.45 96
www.aeg.com26
BRANDER NORMAAL VER-
MOGEN kW
1)
BEPERKT VERMOGEN
kW
1)
INSPUITERMARKE-
RING 1/100 mm
Sudderbrander 1.0 0.35 70
Oven 2.7 0.90 120
1)
Type bypass is afhankelijk van het model.
14.6 Gasbranders voor AARDGAS G25 25 mbar
BRANDER NORMAAL VER-
MOGEN kW
1)
BEPERKT VERMOGEN
kW
1)
INSPUITERMARKE-
RING 1/100 mm
Driekronenbran-
der
3.8 1.7 147
Normale brander 1.85 0.43 100
Sudderbrander 0.95 0.35 70
Oven 2.5 0.9 120
1)
Type bypass is afhankelijk van het model.
14.7 Gasbranders voor LPG G30 28-30 mbar
BRANDER NORMAAL
VERMOGEN
kW
BEPERKT VER-
MOGEN kW
INSPUITERMAR-
KERING 1/100
mm
NOMINALE GAS-
STROMING g/h
Driekronen-
brander
4.0 1.80 101 291
Normale
brander
2.0 0.43 71 145
Sudderbran-
der
1.0 0.35 50 73
Oven 2.7 0.90 80 196
14.8 Gasbranders voor LPG G31 37 mbar
BRANDER NORMAAL
VERMOGEN
kW
1)
BEPERKT VERMO-
GEN kW
1)
INSPUITER-
MARKERING
1/100 mm
NOMINALE GAS-
STROMING g/h
Driekronen-
brander
4.0 1.8 101 286
Normale
brander
2.0 0.43 71 143
NEDERLANDS 27
BRANDER NORMAAL
VERMOGEN
kW
1)
BEPERKT VERMO-
GEN kW
1)
INSPUITER-
MARKERING
1/100 mm
NOMINALE GAS-
STROMING g/h
Sudderbran-
der
1.0 0.35 50 71
Oven 2.7 0.9 80 193
1)
Type bypass is afhankelijk van het model.
14.9 Gasaansluiting
WAARSCHUWING!
De volgende instructies over
de installatie en het
onderhoud moeten
opgevolgd worden door
vakkundig personeel in
overeenstemming met de
geldende voorschriften.
Gebruik vaste aansluitingen of een
flexibele leiding van roestvrij staal, in
overeenstemming met de voorschriften
die van kracht zijn. Als u flexibele
metalen leidingen gebruikt, moet u
opletten dat deze niet in aanraking
komen met bewegende onderdelen, of
dat ze niet vastgeklemd worden.
De verbinding moet worden aangelegd
in overeenstemming met NEN 1078.
Controleer of de
gastoevoerdruk van het
apparaat voldoet aan de
aanbevolen waarden. De
verstelbare aansluiting wordt
op de uitbreidingsbrug
bevestigd met behulp van
een schroefdraadmoer G
1/2" (NEN 3258). Schroef de
onderdelen vast zonder
kracht, stel de verbinding in
de nodige richting af en
draai alles vast.
WAARSCHUWING!
De gasleiding mag het deel
van het apparaat niet raken
zoals getoond in de
afbeelding.
14.10 Aansluiting van flexibele
niet-metalen leidingen
Als u eenvoudig toegang heeft tot de
aansluiting, dan kunt u een flexibele
leiding gebruiken. De flexibele leiding
moet goed worden aangespannen door
klemmen.
Gebruik bij montage altijd de
leidinghouder en de pakking. De
flexibele pijp is correct als:
• ze niet meer kan worden opgewarmd
dan kamertemperatuur, hoger dan 30
°C;
• niet langer is dan 1.500 mm;
• nergens nauw is;
• niet gedraaid is;
• niet in aanraking komt met scherpe
randen of hoeken;
• de staat eenvoudig kan worden
gecontroleerd.
Zorg er bij het controleren van de
flexibele pijp voor dat:
• de leiding geen barsten, sneden,
vlekken of brandsporen vertoont op
de twee uiteinden en over de
volledige lengte;
• het materiaal niet gehard is, maar de
juiste elasticiteit vertoont;
• de bevestigingsklemmen niet verroest
zijn;
• de vervaldatum niet is verstreken.
Als er één of meerdere defecten
waarneembaar zijn, mag de leiding niet
worden gerepareerd, maar moet deze
worden vervangen.
www.aeg.com
28
WAARSCHUWING!
Controleer waneer de
installatie is voltooid of elke
leidingfitting goed is
afgedicht. Gebruik een
zeepoplossing, geen vlam.
De gastoevoer bevindt zich aan de
achterkant van het bedieningspaneel.
WAARSCHUWING!
Trek voordat u het gas
aansluit eerst de stekker uit
het stopcontact of schakel
de zekering uit.Sluit de
primaire klep van de
gastoevoer.
14.11 Aanpassing aan
verschillende types gas
Alleen bevoegde personen
mogen de afstelling aan
verschillende types gas
uitvoeren.
Als het apparaat is ingesteld
voor aardgas, dan kunt u dit
met de geschikte injectors
wijzigen naar vloeibaar gas.
De hoeveelheid gas wordt
aangepast.
WAARSCHUWING!
Voordat u de injectors
vervangt, moet u ervoor
zorgen dat de gasknoppen
zich in de UIT-stand
bevinden. Trek de stekker uit
het stopcontact. Laat het
apparaat afkoelen. U kunt
letsel oplopen.
Het apparaat is ingesteld op
standaardgas. Om de
instelling te wijzigen moet u
altijd de afdichtpakking
gebruiken.
A B C
A. Uiteinde van as met moer
B. Pakking
C. Elleboog (indien nodig)
14.12 Vervangen van
kookplaatinjectors
Vervang de injectors wanneer u het
gastype wijzigt.
1. Verwijder de pannendrager.
2. Verwijder de branderkappen en -
kronen.
3. Maak de injectors los met een sleutel
van 7 mm en verwijder deze.
4. Vervang ze door de injectors die
nodig zijn voor het type gas dat u
gebruikt.
5. Vervang het typeplaatje (naast de
gastoevoerleiding) door het plaatje
voor het nieuwe type gastoevoer.
U kunt het plaatje vinden
in de zak die bij het
apparaat geleverd is.
Als de druk van de gastoevoer niet
constant is of verschilt van de vereiste
druk, moet u een geschikte drukregelaar
op de gastoevoerleiding monteren.
NEDERLANDS
29
14.13 Aanpassen van de
minimale gasstand op de
fornuisbrander
1. Haal de stekker uit het stopcontact.
2. Verwijder de knop voor de
kookplaat. Demonteer als de bypass-
schroef niet toegankelijk is eerst het
bedieningspaneel voor de afstelling.
3. Stel de stand van de bypass-schroef
A af met een dunne en platte
schroevendraaier.
Het model bepaalt de positie van de
bypass-schroef A.
Omzetten van aardgas naar
vloeibaar gas
1. Draai de bypass-schroef volledig
vast.
2. Doe de knop terug.
Omzetten van vloeibaar gas
naar aardgas
1. Draai de stand van de bypass-schroef
A één draai los.
2. Plaats de knop voor de kookplaat
terug.
3. Sluit het apparaat aan op het
stopcontact.
WAARSCHUWING!
Steek de stekker pas in
het stopcontact wanneer
alle onderdelen terug op
hun oorspronkelijke
plaats zitten. U kunt
letsel oplopen.
4. Steek de brander aan.
Raadpleeg het hoofdstuk 'Kookplaat
- Dagelijks gebruik'.
5. Draai de knop voor de kookplaat
naar een laagste stand.
6. Verwijder de knop voor de kookplaat
weer.
7. Draai de bypass-schroef langzaam
vast tot de vlam klein en stabiel
wordt.
8. Plaats de knop voor de kookplaat
weer terug.
14.14 Vervangen van
ovenspuitmonden
1. Verwijder de onderste plaat in de
binnenkant van de oven A om
toegang te krijgen tot de
ovenbrander B.
AB
2. Maak schroef C los die de brander
op zijn plaats houdt.
C
3. Verplaats voorzichtig de brander van
de injectorsteun D.
www.aeg.com
30
D
E
F
4. Schuif deze naar de linkerzijde. Zorg
ervoor dat de brandermof op het
mondstuk van de brander blijft.
Oefen geen kracht uit op de draad
van de vonkplugconnector F en de
thermokoppelgeleider E.
5. Maak de branderinjector D los met
een sleutel van 7 mm en vervangen
door een nieuwe.
Monteer de brander door de stappen in
omgekeerde volgorde te volgen.
Vervang het label dat het type gas
vermeldt - in de buurt van de gastoevoer
- door een label dat het nieuwe type gas
vermeldt.
14.15 Aanpassen van de
minimale gasstand op de
ovenbrander
1. Haal de stekker uit het stopcontact.
2. Verwijder de bedieningsknop voor
de ovenfuncties. Demonteer als de
bypass-schroef niet toegankelijk is
eerst het bedieningspaneel voor de
afstelling.
3. Stel de stand van de bypass-schroef
A af met een dunne en platte
schroevendraaier.
Het model bepaalt de positie van de
bypass-schroef A.
A
Omzetten van aardgas naar
vloeibaar gas
1. Draai de bypass-schroef volledig
vast.
2. Doe de knop terug.
3. Sluit het apparaat aan op het
stopcontact.
Omzetten van vloeibaar gas
naar aardgas
1. Draai de stand van de bypass-schroef
A één draai los.
2. Plaats de knop voor de ovenfuncties
terug.
3. Sluit het apparaat aan op het
stopcontact.
WAARSCHUWING!
Steek de stekker pas in
het stopcontact wanneer
alle onderdelen terug op
hun oorspronkelijke
plaats zitten. U kunt
letsel oplopen.
4. Steek de brander aan.
Raadpleeg het hoofdstuk 'Oven -
Dagelijks gebruik'.
5. Draai de knop voor de ovenfuncties
naar een laagste stand.
6. Verwijder de bedieningsknop voor
de ovenfuncties weer.
7. Draai de bypass-schroef langzaam
vast tot de vlam klein en stabiel
wordt.
8. Plaats de knop voor de ovenfuncties
terug.
NEDERLANDS
31
9. Stel de maximale gasstand in van de
knop van de ovenfuncties en laat de
oven tenminste 10 minuten
opwarmen.
10. Draai de knop voor de ovenfuncties
snel van maximum naar minimum.
De vlam regelen. Zorg dat de vlam niet
uit gaat als u de knop snel van de
maximale stand naar de minimale stand
draait. Er moet een kleine, regelmatige
vlam zijn op de branderkroon zijn. Stel
de ovenbrander opnieuw in als de vlam
dooft.
14.16 Het apparaat waterpas
zetten
Gebruik kleine pootjes aan de onderkant
van het apparaat om het kookoppervlak
aan de bovenkant waterpas met andere
oppervlakken te brengen.
14.17 Anti-kantelbescherming
Stel de correcte hoogte in en bepaal
waar op het apparaat u de anti-
kantelbescherming gaat plaatsen.
LET OP!
Zorg dat u de anti-
kantelbescherming op de
correcte hoogte installeert.
Zorg ervoor dat het
oppervlak achter het
apparaat glad is.
U moet de anti-kantelbescherming
installeren. Als u dat niet doet, kan het
apparaat kantelen.
Uw apparaat is voorzien van het symbool
weergegeven in de afbeelding (indien
van toepassing) om u te herinneren aan
de montage van de anti-
kantelbescherming.
1.
Installeer de anti-kantelbescherming
232-237 mm onder het bovenvlak van
het apparaat en 110-115 mm van de
zijkant van het apparaat in de ronde
opening op een steun. Schroef de
beveiliging stevig in solide materiaal
of gebruik geschikte versteviging
(muur).
110-115
mm
232- 237
mm
2. U vindt het gat aan de
linkerachterkant van het apparaat. Til
de voorkant van het apparaat op en
plaats dit in het midden van de
ruimte tussen de kastjes. Als de
afstand tussen de aanrechtkastjes
groter is dan de breedte van het
apparaat, moet u de zijmaten
aanpassen als u het apparaat wilt
centreren.
www.aeg.com
32
Als u de afmetingen van het
fornuis hebt gewijzigd, dan
moet u de anti-
kantelbescherming correct
uitlijnen.
LET OP!
Als de afstand tussen de
aanrechtkastjes groter is dan
de breedte van het
apparaat, moet u de
zijmaten aanpassen als u het
apparaat wilt centreren.
14.18 Elektrische installatie
WAARSCHUWING!
De fabrikant is niet
verantwoordelijk indien u
deze veiligheidsmaatregelen
uit hoofdstuk
'Veiligheidsinformatie' niet
opvolgt.
Dit apparaat wordt geleverd met stekker
en netsnoer.
WAARSCHUWING!
De stroomkabel mag het
onderdeel van het apparaat
dat getoond wordt in de
illustratie niet raken.
15. ENERGIEZUINIGHEID
15.1 Productinformatie voor kookplaat volgens EU-richtlijn
66/2014
Modelidentifi-
catie
35186GT-MN
35186GT-WN
Type kooktoe-
stel
Kookplaat in vrijstaand fornuis
Aantal gas-
branders
4
Energiezuinig-
heid per gas-
brander (EE
gas burner)
Linksachter - Sudderbrander niet van toepassing
Rechtsachter - Normale brander 55.0%
Rechtsvoor - Normale brander 55.0%
Linksvoor - Driekronenbrander 52.5%
Energie-efficiëntie voor de gaskookplaat (EE gas hob) 54.2%
EN 30-2-1: Huishoudelijke kooktoestellen
op gas - Deel 2-1 : Energieverbruik -
Algemeen
15.2 Kookplaat -
Energiebesparing
U kunt elke dag energie besparen tijdens
het koken door de onderstaande tips te
volgen.
NEDERLANDS 33
• Warm alleen de hoeveelheid water op
die u nodig heeft.
• Doe indien mogelijk altijd een deksel
op de pan.
• Zorg er voor gebruik voor dat de
branders en pannendragers goed
worden geplaatst.
• De bodem van het kookgerei moet
de juiste diameter hebben voor de
brandermaat.
• Zet het kookgerei meteen op de
brander en in het midden.
• Wanneer de vloeistof begint te koken,
draait u de vlam omlaag, totdat de
vloeistof zachtjes pruttelt.
• Gebruik indien mogelijk een
hogedrukpan. Zie de
gebruikshandleiding van de
hogedrukpan.
15.3 Productkaart en informatie voor ovens volgens EU
65-66/2014
Naam leverancier AEG
Modelidentificatie
35186GT-MN
35186GT-WN
Energie-efficiëntie Index 95.9
Energie-efficiëntieklasse A
Energieverbruik bij een standaardbelasting, stand
boven + onderwarmte
1.61 kWh/cyclus
5.79 MJ/cyclus
Energieverbruik bij een standaardbelasting, stand
hetelucht
1.91 kWh/cyclus
6.88 MJ/cyclus
Aantal ruimten 1
Warmtebron Gas
Volume 57 l
Soort oven Oven in vrijstaand fornuis
Massa
35186GT-MN 39.0 kg
35186GT-WN 39.0 kg
EN 15181 Meetmethode van het
energieverbruik van gasgestookte ovens.
15.4 Oven - Energie besparen
Dit apparaat bevat functies
die u helpen energie te
besparen tijdens het
dagelijks koken.
Algemene tips
Zorg ervoor dat de ovendeur goed is
gesloten als het apparaat werkt en houd
de deur tijdens de bereiding zo veel
mogelijk gesloten.
Gebruik metalen schalen om meer
energie te besparen.
Indien mogelijk de oven niet
voorverwarmen voordat u er voedsel in
plaatst.
Verlaag bij een bereidingsduur langer
dan 30 minuten de oventemperatuur met
minimaal 3 - 10 minuten, afhankelijk van
de bereidingsduur voordat de kooktijd
verstrijkt. De restwarmte in de oven zorgt
ervoor dat het gerecht wordt voltooid.
U kunt de restwarmte gebruiken om
andere maaltijden op te warmen.
www.aeg.com34
Bereiding met hete lucht
Gebruik indien mogelijk de
bereidingsfuncties met hete lucht om
energie te besparen.
Eten warm houden
Kies de laagst mogelijke
temperatuurinstelling om de restwarmte
te gebruiken en een maaltijd warm te
houden.
16. MILIEUBESCHERMING
Recycle de materialen met het symbool
. Gooi de verpakking in een geschikte
verzamelcontainer om het te recyclen.
Help om het milieu en de
volksgezondheid te beschermen en
recycle het afval van elektrische en
elektronische apparaten. Gooi apparaten
gemarkeerd met het symbool niet weg
met het huishoudelijk afval. Breng het
product naar het milieustation bij u in de
buurt of neem contact op met de
gemeente.
NEDERLANDS 35

Documenttranscriptie

35186GT-MN 35186GT-WN USER MANUAL NL FR Gebruiksaanwijzing Fornuis Notice d'utilisation Cuisinière 2 36 2 www.aeg.com INHOUDSOPGAVE 1. VEILIGHEIDSINFORMATIE......................................................................................... 3 2. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN.................................................................................5 3. BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT........................................................................9 4. VOORDAT U HET APPARAAT VOOR DE EERSTE KEER GEBRUIKT....................10 5. KOOKPLAAT - DAGELIJKS GEBRUIK......................................................................10 6. KOOKPLAAT - AANWIJZINGEN EN TIPS...............................................................11 7. KOOKPLAAT - ONDERHOUD EN REINIGING.......................................................12 8. OVEN - DAGELIJKS GEBRUIK .................................................................................13 9. OVEN - KLOKFUNCTIES...........................................................................................16 10. OVEN - GEBRUIK VAN DE ACCESSOIRES...........................................................16 11. OVEN - AANWIJZINGEN EN TIPS........................................................................ 17 12. OVEN - ONDERHOUD EN REINIGING................................................................ 20 13. PROBLEEMOPLOSSING.........................................................................................24 14. MONTAGE ..............................................................................................................25 15. ENERGIEZUINIGHEID.............................................................................................33 VOOR PERFECTE RESULTATEN Bedankt dat u voor dit AEG-product heeft gekozen. Dit apparaat is ontworpen om vele jaren uitstekend te presteren, met innovatieve technologieën die het leven gemakkelijker helpen maken met functies die gewone apparaten wellicht niet hebben. Neem een paar minuten de tijd om het door te lezen zodat u er optimaal van kunt profiteren. Ga naar onze website voor: Advies over gebruik, brochures, het oplossen van problemen en onderhoudsinformatie: www.aeg.com/webselfservice Registreer uw product voor een betere service: www.registeraeg.com Koop accessoires, verbruiksartikelen en originele reserveonderdelen voor uw apparaat: www.aeg.com/shop KLANTENSERVICE Gebruik altijd originele onderdelen. Als u contact opneemt met de klantenservice zorg dat u de volgende gegevens bij de hand hebt: model, productnummer, serienummer. Deze informatie wordt vermeld op het typeplaatje. Waarschuwing / Belangrijke veiligheidsinformatie Algemene informatie en tips Milieu-informatie Wijzigingen voorbehouden. NEDERLANDS 1. 3 VEILIGHEIDSINFORMATIE Lees zorgvuldig de meegeleverde instructies voor installatie en gebruik van het apparaat. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor letsel of schade veroorzaakt door een verkeerde installatie of verkeerd gebruik. Bewaar de instructies altijd op een veilige en toegankelijke plaats voor toekomstig gebruik. 1.1 Veiligheid van kinderen en kwetsbare mensen WAARSCHUWING! Gevaar voor verstikking, letsel of permanente invaliditeit. • • • • • Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8 jaar en ouder en door mensen met beperkte lichamelijke, zintuiglijke of verstandelijke vermogens of een gebrek aan ervaring en kennis, indien zij onder toezicht staan of instructies hebben gekregen over het veilig gebruiken van het apparaat en indien zij de eventuele gevaren begrijpen. Laat kinderen niet met het apparaat spelen. Houd alle verpakking uit de buurt van kinderen en gooi het op passende wijze weg. Houd kinderen en huisdieren uit de buurt van het apparaat als het in werking is of afkoelt. Het apparaat is heet. Kinderen mogen zonder toezicht geen reinigings- en onderhoudswerkzaamheden aan het apparaat uitvoeren. 1.2 Algemene veiligheid • • • Alleen een erkende installatietechnicus mag het apparaat installeren en de kabel vervangen. Het apparaat kan worden gebruikt tot een maximum van 2000 m boven zeeniveau. Dit apparaat is niet bedoeld voor gebruik op schepen, boten of vaartuigen. 4 www.aeg.com • • • • • • • • • • • • • • Installeer het apparaat ter voorkoming van oververhitting niet achter een decoratieve deur. Installeer het apparaat niet op een platform. Bedien het apparaat niet met een externe timer of een apart afstandbedieningssysteem. WAARSCHUWING: Zonder toezicht koken op een kookplaat met vet of olie kan gevaarlijk zijn en brandgevaar opleveren. Probeer brand NOOIT met water te blussen, maar schakel in plaats daarvan het apparaat uit en bedek de vlam bijv. met een deksel of blusdeken. LET OP: Er dient toezicht te worden gehouden op het bereidingsproces. Een kort bereidingsproces moet onder constant toezicht staan. WAARSCHUWING: Brandgevaar: Bewaar geen voorwerpen op de kookplaten. Gebruik geen stoomreiniger om het apparaat schoon te maken. Gebruik nooit agressieve reinigingsmiddelen of scherpe metalen schrapers om de glazen deur of de glazen afdekplaat van de kookplaat schoon te maken. Deze kunnen krassen veroorzaken op het oppervlak, waardoor het glas zou kunnen breken. Metalen voorwerpen, zoals messen, vorken, lepels en deksels mogen niet op de kookplaat worden geplaatst, aangezien ze heet kunnen worden. Verwijder voedselresten van het deksel voordat u het opent. Laat de kookplaat afkoelen voordat u het deksel sluit. WAARSCHUWING: Het apparaat en de toegankelijke onderdelen ervan worden heet tijdens gebruik. U dient op te passen dat u de verwarmingselementen niet aanraakt. Houd kinderen jonger dan 8 jaar uit de buurt of onder permanent toezicht. Gebruik altijd ovenhandschoenen om accessoires of kookgerei te plaatsen of verwijderen. Zet de stroomtoevoer uit alvorens onderhoud te plegen. NEDERLANDS • • • • • 5 Zorg ervoor dat het apparaat is uitgeschakeld voordat u de lamp vervangt om elektrische schokken te voorkomen. Als het netsnoer beschadigd is, moet de fabrikant, een erkende serviceverlener of een gekwalificeerd persoon deze vervangen teneinde gevaarlijke situaties te voorkomen. Wees voorzichtig als u de opslaglade aanraakt. Deze kan heet worden. Om de inschuifrails te verwijderen trekt u eerst de voorkant van de inschuifrail en dan de achterkant uit de zijwanden. Installeer de inschuifrails in de omgekeerde volgorde. WAARSCHUWING: Gebruik alleen kookplaatbeschermers die door de fabrikant van het kookapparaat zijn ontworpen of door de fabrikant van het apparaat in de gebruiksinstructies als geschikt zijn aangegeven of kookplaatbeschermers die in het apparaat zijn geïntegreerd. Het gebruik van ongeschikte kookplaatbeschermers kan ongelukken veroorzaken. 2. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN Dit apparaat is geschikt voor de volgende markten: FR NL 2.1 Installatie WAARSCHUWING! Alleen een erkende installatietechnicus mag het apparaat installeren. • Verwijder alle verpakkingsmaterialen. • Installeer en gebruik geen beschadigd apparaat. • Volg de installatie-instructies op die zijn meegeleverd met het apparaat. • Pas altijd op bij verplaatsing van het apparaat, want het is zwaar. Gebruik altijd veiligheidshandschoenen en gesloten schoeisel. • Trek het apparaat nooit aan de handgreep van zijn plaats. • De afmetingen van de keukenkast en de uitsparing moeten kloppen. • Houd de minimumafstand naar andere apparaten en units in acht. • Zorg ervoor dat het apparaat onder en naast veilige installaties wordt geïnstalleerd. • Delen van het apparaat staan onder stroom. Sluit het apparaat met meubel om te voorkomen dat de gevaarlijke delen worden aangeraakt. • De zijkanten van het apparaat moeten naast apparaten of units staan van dezelfde hoogte. • Installeer het apparaat niet naast een deur of onder een raam. Dit voorkomt dat heet kookgerei van het apparaat valt als de deur of het raam wordt geopend. • Installeer een stabilisator om te voorkomen dat het apparaat kantelt. Raadpleeg de installatiegids. 6 www.aeg.com 2.2 Aansluiting aan het elektriciteitsnet WAARSCHUWING! Gevaar voor brand en elektrische schokken. • Alle elektrische aansluitingen moeten door een gediplomeerd elektromonteur worden gemaakt. • Dit apparaat moet worden aangesloten op een geaard stopcontact. • Controleer of de elektrische informatie op het typeplaatje overeenkomt met de stroomvoorziening. Zo niet, neem dan contact op met een elektromonteur. • Gebruik altijd een correct geïnstalleerd, schokbestendig stopcontact. • Gebruik geen meerwegstekkers en verlengsnoeren. • Laat de stroomkabel niet in aanraking komen met de deur van het apparaat, met name niet als deze heet is. • De schokbescherming van delen onder stroom en geïsoleerde delen moet op zo'n manier worden bevestigd dat het niet zonder gereedschap kan worden verplaatst. • Steek de stekker pas in het stopcontact als de installatie is voltooid. Zorg ervoor dat het netsnoer na installatie bereikbaar is. • Sluit de stroomstekker niet aan op een losse stroomaansluiting. • Trek niet aan het netsnoer om het apparaat los te koppelen. Trek altijd aan de stekker. • Gebruik alleen de juiste isolatieapparaten: stroomonderbrekers, zekeringen (schroefzekeringen moeten uit de houder worden verwijderd), aardlekschakelaars en contactgevers. • De elektrische installatie moet een isolatieapparaat bevatten waardoor het apparaat volledig van het lichtnet afgesloten kan worden. Het isolatieapparaat moet een contactopening hebben met een minimale breedte van 3 mm. • Sluit de deur van het apparaat volledig voordat u de stekker in het stopcontact steekt. 2.3 Gasaansluiting • Alle gasaansluitingen moeten door een gediplomeerd elektromonteur worden gemaakt. • Controleer vóór de installatie of de plaatselijke distributieomstandigheden (gassoort en -druk) en de afstelling van het apparaat met elkaar te combineren zijn. • Zorg ervoor dat er koude luchtcirculatie in het apparaat aanwezig is. • Op het typeplaatje staat informatie over de gastoevoer. • Dit apparaat mag niet aangesloten worden op een inrichting dat producten afvoert voor verbranding. Sluit het apparaat aan volgens de geldende installatieregels. Let op de vereisten voor voldoende ventilatie. 2.4 Gebruik WAARSCHUWING! Risico op letsel en brandwonden. Gevaar voor elektrische schokken! • Dit apparaat is uitsluitend bestemd voor huishoudelijk gebruik. • De specificatie van het apparaat mag niet worden veranderd. • Zorg ervoor dat de ventilatieopeningen niet geblokkeerd zijn. • Laat het apparaat tijdens het gebruik niet onbeheerd achter. • Schakel het apparaat telkens na gebruik uit. • Wees voorzichtig met het openen van de deur van het apparaat als het apparaat aan staat. Er kan hete lucht ontsnappen. • Bedien het apparaat niet met natte handen of als het contact maakt met water. • Het apparaat mag niet worden gebruikt als werkblad of aanrecht. WAARSCHUWING! Risico op brand en explosie • Verhitte vetten en olie kunnen ontvlambare damp afgeven. Houd NEDERLANDS • • • • • vlammen of verwarmde voorwerpen uit de buurt van vet en olie als u er mee kookt. De dampen die hete olie afgeeft kunnen spontane ontbranding veroorzaken. Gebruikte olie die voedselresten bevat kan brand veroorzaken bij een lagere temperatuur dan olie die voor de eerste keer wordt gebruikt. Plaats geen ontvlambare producten of gerechten die vochtig zijn gemaakt met ontvlambare producten in, bij of op het apparaat. Houd vonken of open vlammen uit de buurt van het apparaat bij het openen van de deur. Open de deur van het apparaat voorzichtig. Als u alcoholische toevoegingen gebruikt, kan er alcohol-luchtmengsel ontstaan. WAARSCHUWING! Risico op schade aan het apparaat. • Om schade of verkleuring van het email te voorkomen: – zet geen kookgerei of andere voorwerpen direct op de bodem van het apparaat. – plaats geen water direct in het hete apparaat. – haal vochthoudende schotels en eten uit het apparaat als u klaar bent met koken. – wees voorzichtig bij het verwijderen of bevestigen van accessoires. • Verkleuring van het email heeft geen ongewenst effect op de werking van het apparaat. • Gebruik een diepe pan voor vochtige taarten. Fruitsappen kunnen permanente vlekken maken. • Zet geen heet kookgerei op het bedieningspaneel. • Laat kookgerei niet droogkoken. • Laat geen voorwerpen of kookgerei op het apparaat vallen. Het oppervlak kan beschadigen. • Activeer de kookzones niet met lege pannen of zonder pannen erop. • Leg geen aluminiumfolie op het apparaat of direct op de bodem van het apparaat. 7 • Pannen van gietijzer, aluminium of met beschadigde bodems kunnen krassen veroorzaken. Til deze voorwerpen altijd op als u ze moet verplaatsen op de kookplaat. • Zorg voor een goede ventilatie in de ruimte waar het apparaat is geïnstalleerd. • Gebruik alleen stabiel kookgerei met de juiste vorm en een diameter groter dan de afmetingen van de branders. • Zorg dat de vlam niet uit gaat als u de knop snel van de maximale stand naar de minimale stand draait. • Gebruik alleen de accessoires die zijn meegeleverd met het apparaat. • Plaats geen vlamverdeler op de brander. • Dit apparaat is uitsluitend bestemd om mee te koken. Het mag niet worden gebruikt voor andere doeleinden, zoals het verwarmen van een kamer. 2.5 Reiniging en onderhoud WAARSCHUWING! Gevaar voor letsel, brand en schade aan het apparaat. • Schakel het apparaat voor onderhoud uit. Trek de stekker uit het stopcontact. • Zorg ervoor dat het apparaat is afgekoeld. Er bestaat een risico dat de glasplaten kunnen breken. • Vervang direct de glazen deurpanelen als deze beschadigd zijn. Neem contact op met de erkende servicedienst. • Wees voorzichtig als u de deur van het apparaat verwijdert. De deur is zwaar! • Achterblijvend vet of voedsel in het apparaat kan brand veroorzaken. • Reinig het apparaat regelmatig om te voorkomen dat het materiaal van het oppervlak achteruitgaat. • Reinig het apparaat met een vochtige zachte doek. Gebruik alleen neutrale reinigingsmiddelen. Gebruik geen schuurmiddelen, schuursponsjes, oplosmiddelen of metalen voorwerpen. 8 www.aeg.com • Raadpleeg als u een ovenspray gebruikt eerst de aanwijzingen op de verpakking. • Reinig niet het katalytisch email (indien van toepassing) met een schoonmaakmiddel. • De branders niet in de afwasautomaat reinigen. 2.6 Deksel • De specificatie van de deksel mag niet worden veranderd. • Maak de deksel regelmatig schoon. • Open de deksel niet als er is geknoeid op het oppervlak. • Schakel alle branders uit voordat u de deksel sluit. • Sluit het deksel niet tot de kookplaat en de oven volledig zijn afgekoeld. • Glazen deksels kunnen breken als ze warm worden (indien van toepassing). WAARSCHUWING! Gevaar voor elektrische schokken! • Voordat u het lampje vervangt, dient u de stekker van het apparaat uit het stopcontact te halen. • Gebruik alleen lampjes met dezelfde specificaties. 2.8 Verwijdering WAARSCHUWING! Gevaar voor letsel of verstikking. • Neem contact met uw plaatselijke overheid voor informatie m.b.t. correcte afvalverwerking van het apparaat. • Haal de stekker uit het stopcontact. • Snijd het netsnoer vlak bij het apparaat af en gooi het weg. • Verwijder de deurvergrendeling om te voorkomen dat kinderen of huisdieren binnen in het apparaat vast komen te zitten. • Maak de externe gasleidingen plat. 2.7 Binnenverlichting 2.9 Servicedienst • De gloeilampen of halogeenlampen in dit apparaat zijn uitsluitend bedoeld voor gebruik in huishoudelijke apparaten. Gebruik deze niet voor andere doeleinden. • Neem contact op met een erkende servicedienst voor reparatie van het apparaat. • Gebruik uitsluitend originele reserveonderdelen. NEDERLANDS 3. BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT 3.1 Algemeen overzicht 1 2 3 4 5 6 7 8 4 3 11 2 9 10 1 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 Knop voor de ventilator Toetsen voor de kookplaat Elektronische tijdschakelklok Grillaanduiding Knop voor de ovenfuncties Knop voor de lamp Grillen Lampje Ventilator Verwijderbare inschuifrail Roosterhoogtes 3.2 Indeling kookplaat 1 2 5 3 1 Sudderbrander 2 Stoomuitlaat - aantal en positie afhankelijk van het model 3 Normale brander 4 Normale brander 5 Driekronenbrander 4 3.3 Accessoires • Bakrooster Voor kookgerei, bak- en braadvormen. • Bakplaat Voor gebak en koekjes. • Aluminium bakplaat Voor gebak en koekjes. • Grill-/braadpan Voor braden en roosteren of als schaal om vet op te vangen. • Optionele telescopische geleiders Voor roosters en bakplaten. Ze zijn apart te bestellen. • Bewaarlade Onder de ovenruimte bevindt zich een bewaarlade. 9 10 www.aeg.com 4. VOORDAT U HET APPARAAT VOOR DE EERSTE KEER GEBRUIKT WAARSCHUWING! Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid. 4.3 Voorverwarmen 4.1 Eerste reiniging Verwijder all accessoires en verwijderbare inschuifrails uit het apparaat. Zie het hoofdstuk 'Onderhoud en reiniging'. Reinig het apparaat en de accessoires voor het eerste gebruik. Zet de accessoires en verwijderbare inschuifrails terug in de beginstand. 4.2 Tijd instellen U moet de tijd instellen voordat u de oven bedient. Na aansluiting van het apparaat op het stopcontact en na een stroomstoring, toont het display 0:00. 1. Druk tegelijkertijd op de knoppen en . Houd de knoppen ingedrukt tot 0:00 op het display knippert. 2. Druk op de knop in te stellen. of Na ongeveer vijf seconden stopt het knipperen en geeft de klok de ingestelde tijd weer. Verwarm het apparaat voor om het resterende vet weg te branden. 1. Stel de maximale temperatuur in. 2. Laat het apparaat ongeveer een uur werken. 3. Stel de functie en de maximumtemperatuur in. Maximale temperatuur voor deze functie is 210 °C. 4. Laat het apparaat 15 minuten werken. WAARSCHUWING! Accessoires kunnen heter worden dan normaal. Het apparaat kan een vreemde geur en rook afgeven. Dit is normaal. Zorg dat er voldoende luchtcirculatie is. Laat de oven afkoelen. Maak een doek vochtig met warm water en wat mild reinigingsmiddel en reinig daarmee de binnenkant van de oven. om de tijd 5. KOOKPLAAT - DAGELIJKS GEBRUIK WAARSCHUWING! Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid. 5.1 Ontsteking van de fornuisbrander Ontvlam de brander altijd vóór u het kookgerei erop plaatst. WAARSCHUWING! Ga voorzichtig te werk bij het gebruik van branders (open vuur) in de keuken. De fabrikant kan niet aansprakelijk gesteld worden in geval van onjuist gebruik van de vlam. 1. Draai de knop voor de kookplaat linksom naar de maximale gasstand en druk de knop in om de brander aan te steken. 2. Houd de knop voor de kookplaat ingedrukt gedurende 10 seconden of NEDERLANDS minder om het thermokoppel voor te verwarmen. Als u dat niet doet, wordt de gastoevoer onderbroken. 3. Stel de vlam af zodra deze regelmatig brandt. 11 5.2 Branderoverzicht WAARSCHUWING! Houd de knop niet langer dan 15 seconden ingedrukt. Als de brander na 15 seconden nog niet brandt, de knop loslaten en minstens 1 minuut wachten voordat u opnieuw probeert de vlam te ontsteken. A B C D Als de brander na enkele pogingen niet aan gaat, controleer dan of de kroon en het branderdeksel goed op hun plaats zitten. A Als er geen elektriciteit is kunt u de brander zonder de elektrische voorziening aansteken. Breng een vlam dichtbij de brander, druk de bijbehorende knop in en draai de knop naar de maximale stand. Houd de controleknop ingedrukt gedurende 10 seconden of minder om het thermokoppel voor te verwarmen. Draai als de brander per ongeluk uit gaat de knop naar de uit stand en probeer na minimaal 1 minuut de brander weer aan te steken. De vonkontsteking kan automatisch starten wanneer u de stekker in het stopcontact steekt, na de installatie of na een stroomonderbreking. Dat is normaal. B C D A. B. C. D. Branderdeksel Branderkroon Ontstekingsbougie Thermokoppeling 5.3 De brander uitschakelen Om de vlam te doven, de knop naar de off-positie draaien 6. KOOKPLAAT - AANWIJZINGEN EN TIPS WAARSCHUWING! Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid. . WAARSCHUWING! Draai de vlam altijd lager of schakel hem uit voordat u de pan van de brander haalt 12 www.aeg.com 6.1 Kookgerei WAARSCHUWING! Zet één pan niet op twee branders. WAARSCHUWING! Zet geen instabiele of beschadigde pannen op de brander om morsen en letsel te voorkomen. LET OP! Zorg dat de handvaten van de pot niet boven de voorste rand van het werkblad komen. 6.2 Diameter van de pannen WAARSCHUWING! Gebruiken alleen kookgerei met een bodemdiameter die geschikt is voor de afmeting van de plaat. Brander Diameter van de pannen (mm) Driekronenbrander 160 - 240 Normale brander 140 - 240 Sudderbrander 120 - 180 LET OP! Zorg dat de potten zich in het midden van de brander bevinden, voor een maximum aan stabiliteit en lager gasverbruik. 7. KOOKPLAAT - ONDERHOUD EN REINIGING WAARSCHUWING! Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid. 7.1 Algemene informatie • Maak de kookplaat na ieder gebruik schoon. • Gebruik altijd pannen met een schone bodem. • Krassen of donkere vlekken op de oppervlakte hebben geen invloed op de werking van de kookplaat. • Gebruik een specifiek schoonmaakmiddel voor het oppervlak van de kookplaat. • Was de onderdelen van roestvrij staal af met water en droog ze vervolgens met een zachte doek. 7.2 De kookplaat schoonmaken • Verwijder direct: gesmolten plastic, gesmolten folie, suiker en suikerhoudende gerechten. Anders kan het vuil de kookplaat beschadigen. Doe voorzichtig om brandwonden te voorkomen. • Verwijder nadat de kookplaat voldoende is afgekoeld: kalk- en waterkringen, vetspatten en metaalachtig glanzende verkleuringen. Reinig de kookplaat met een vochtige doek en een beetje niet-schurend reinigingsmiddel. Droog de kookplaat na reiniging af met een zachte doek. • Was de geëmailleerde delen, deksel en kroon met een warm sopje en laat ze goed drogen alvorens ze terug te plaatsen. 7.3 Reinigen van de ontstekingsknop Dit onderdeel is uitgerust met een keramische ontstekingsbougie met een metalen elektrode. Reinig deze onderdelen altijd grondig, om moeilijkheden bij het aansteken te voorkomen, en controleer of de branderkroonopeningen niet verstopt zijn. NEDERLANDS 7.4 Pannendragers De pansteunen zijn niet bestand tegen afwassen in een afwasautomaat. Ze moeten met de hand worden afgewassen. 1. U kunt de pansteunen verwijderen voor een gemakkelijke reiniging van het kookplaat. Ga zeer voorzichtig te werk bij het vervangen van de pannendrager, dit om schade aan het oppervlak van de kookplaat te vermijden. 2. De emaillelaag kan scherpe randen hebben, dus wees voorzichtig tijdens 13 het met de hand afwassen en afdrogen. Verwijder hardnekkige vlekken zo nodig met een pastareiniger. 3. Zorg er na het reinigen van de pansteunen voor dat u ze in de juiste stand terugplaatst. 4. Om ervoor te zorgen dat de brander goed werkt, moeten de armen van de pannendrager in het midden van de brander worden geplaatst. 7.5 Periodiek onderhoud Raadpleeg regelmatig uw lokale serviceafdeling, om de staat van de gastoevoerleiding en de drukregelaar (indien gemonteerd) te controleren. 8. OVEN - DAGELIJKS GEBRUIK WAARSCHUWING! Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid. 8.1 Ovenfuncties Ovenfunctie 1 - 81) Applicatie Uit-stand Het apparaat staat uit. Verwarmingsstanden Reeks van aanpassingen van temperatuurniveaus voor de oven. Grill Voor het grillen van vlakke levensmiddelen in het midden van het rooster. Voor het maken van toast. Maximale temperatuur voor deze functie is 210 °C. We raden aan om de elektrische grill niet tegelijkertijd met de gasgrill te gebruiken. Ovenlampje De binnenkant van de oven verlichten. Om deze functie te gebruiken, druk op de ovenlampknop. 14 www.aeg.com Ovenfunctie 1 - 82) Applicatie Ovenventilator Voor het ontdooien van diepvriesvoedsel. Draai om deze functie te gebruiken de knop naar de uitstand en druk vervolgens op de knop voor de ventilator. Om de ventilator te gebruiken in combinatie met de gasoverbrander, steekt u de gasoven aan en drukt u op de knop voor de ventilator. Gas Multifunctie Verschillende gerechten tegelijkertijd koken. Om zelfgemaakte vruchten in siroop te bereiden en champignons of fruit te drogen. Stel om deze functie te gebruiken de oveninstellingen in en druk op de ventilatorknop. Circulatiegrill Het grillelement en de ventilator van de oven werken samen, zodat de hetelucht rondom de gerechten circuleert. Voor het bakken van grote stukken vlees. Draai om deze functie te gebruiken de knop voor de ovenfuncties naar de grillstand en druk op de ventilatorknop. 1) 1 - 140°C, 2 - 155°C, 3 - 170°C, 4 - 185°C, 5 - 205°C, 6 - 220°C, 7 - 235°C, 8 - 250°C 2) 1 - 130°C, 2 - 145°C, 3 - 150°C, 4 - 165°C, 5 - 180°C, 6 - 195°C, 7 - 210°C, 8 - 230°C 8.2 De ovengasbrander ontsteken LET OP! Bij aanzetten van de ovenbrander moet de ovendeur worden geopend. LET OP! Zorg ervoor dat de deksel is geopend. Bij gebruik van de oven moet het deksel geopend worden om oververhitting te voorkomen. Veiligheidsinrichting oven: De gasoven beschikt over een thermokoppel. Deze stopt de gastoevoer als de vlam dooft. 1. Open de ovendeur. 2. Draai de knop voor de ovenfuncties linksom naar de maximale warmteinstellingen en druk deze naar beneden om de brander te ontsteken. 3. Houd de knop voor de ovenfuncties ingedrukt gedurende maximaal 15 seconden om het thermokoppel voor te verwarmen. Als u dat niet doet, wordt de gastoevoer onderbroken. 8.3 Handmatige ontsteking van de ovengasbrander Als er geen elektriciteit is kunt u de ovenbrander ontsteken zonder de elektrische voorziening. 1. Open de ovendeur. 2. Houd een vlam in de buurt van de opening in de bodem van de oven. NEDERLANDS 3. Druk tegelijkertijd op de knop voor de ovenfuncties en draai de knop linksom naar de maximale gasstand. 4. Houd als het vlammetje gaat branden de knop voor de ovenfuncties maximaal 15 seconden ingedrukt bij de maximale gasstand of laat het thermokoppel opwarmen. Houd de knop voor de ovenfuncties niet langer dan 15 seconden ingedrukt. Als de ovenbrander na 15 seconden nog niet brandt, de bedieningsknop loslaten, naar de uitstand draaien, de ovendeur openen en minstens 1 minuut wachten voordat u opnieuw probeert de brander te ontsteken. 8.4 Na het ontsteken van de gasbrander van de oven 1. Laat de knop voor de ovenfuncties los. 2. Sluit u de ovendeur. 3. Draai de knop voor de ovenfuncties om de gewenste stand in te stellen. Houd een vlam in de buurt van de opening in de bodem van de oven. 8.5 De ovenbrander uitschakelen Om de vlam te doven, de knop naar de off-positie draaien . 8.6 Veiligheidsthermostaat Een onjuiste bediening van het apparaat of defecte componenten kunnen gevaarlijke oververhitting veroorzaken. Om dit te voorkomen is de oven voorzien van een veiligheidsthermostaat die de stroomtoevoer onderbreekt. Zodra de temperatuur is gedaald, wordt de oven automatisch weer ingeschakeld. 8.7 Grill WAARSCHUWING! Alle bereidingen moeten worden uitgevoerd met gesloten deur. 15 We raden aan om de elektrische grill niet tegelijkertijd met de gasoven te gebruiken. 1. Draai de knop voor de ovenfuncties rechtsom naar . 2. Stel de plaatpositie af voor verschilldende voedseldiktes. Plaats het voedsel dicht bij het bovenste verwarmingselement als u het snel wilt bereiden en iets verder weg voor een behoedzamer bereiding • De meeste gerechten kunnen het beste op het rooster in de grillpan worden geplaatst. Hierdoor wordt een maximale luchtcirculatie gerealiseerd en bevindt het voedsel zich niet in maar boven het vet en de vleessappen Indien gewenst kunnen gerechten zoals vis, lever en niertjes direct op de grillpan worden geplaatst. • Droog het voedsel vóór het grillen goed af, zodat het niet gaat spatten Strijk mager vlees en vis licht in met een beetje olie of gesmolten boter, zodat de gerechten tijdens de bereiding mals blijven. • Overige ingrediënten, zoals tomaten en champignons, kunnen tijdens het grillen van vlees onder de grill worden geplaatst • Voor het roosteren van brood raden wij u aan het bovenste inzetniveau te gebruiken. • Indien nodig moet het voedsel tijdens de bereiding worden omgedraaid. Draai de knop naar de uit-stand om de functie uit te schakelen. 8.8 Grillaanduiding Het indicatielampje voor de grill gaat alleen branden als u de grillfunctie instelt. Het gaat uit als de oven de juiste temperatuur heeft bereikt Het gaat vervolgens aan en uit om aan te geven dat de temperatuur wordt aangepast 16 www.aeg.com 9. OVEN - KLOKFUNCTIES 9.1 Kookwekker Gebruik de kookwekker voor het instellen van een afteltijd. De maximale tijdsduur die u in kunt stellen bedraagt 99 minuten 50 seconden. Druk op de knop om de afteltijd voor de kookwekker in te stellen. Als deze tijd is verstreken, knippert het indicatielampje en hoort u een geluidssignaal. Druk op een willekeurige toets om het signaal uit te zetten. Deze functie heeft geen invloed op de werking van het apparaat. 10. OVEN - GEBRUIK VAN DE ACCESSOIRES WAARSCHUWING! Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid. 10.1 De accessoires plaatsen Bakrooster: Plaats het blik of de diepe plaat tussen de geleidestangen van de inschuifrail. Zorg ervoor dat het de achterwand van de oven niet raakt. Bakrooster en braadpan samen: Schuif het rooster tussen de geleidestangen van het ovenniveau. De dubbele randen moeten aan de achterkant van de oven omhoog wijzen. Plaat: Duw de bakplaat niet helemaal tot de achterwand van de oven. Dit zal voorkomen dat de warmte rondom de bakplaat kan circuleren. Het gerecht kan verbranden, vooral aan de achterzijde van de bakplaat. Plaats de braadpan tussen de geleiders van de inschuifrails en het bakrooster op de geleiders erboven. NEDERLANDS 17 11. OVEN - AANWIJZINGEN EN TIPS WAARSCHUWING! Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid. De temperaturen en baktijden in de tabellen zijn slechts als richtlijn bedoeld. Deze zijn afhankelijk van de recepten en de kwaliteit en de hoeveelheid van de gebruikte ingrediënten. 11.1 Algemene informatie • Het apparaat heeft vier inzetniveaus. Tel de inzetniveaus vanaf de bodem van het apparaat. • Het apparaat heeft een speciaal systeem dat de lucht circuleert en voor doorlopende recycling van stoom zorgt. Dankzij dit systeem is het mogelijk om voedsel te bereiden in een atmosfeer met stoom en worden de gerechten zacht van binnen en knapperig van buiten. Bovendien worden de bereidingstijd en het energieverbruik tot een minimum beperkt. • Vocht kan in het apparaat of op de glazen deurpanelen condenseren. Dit is normaal. Ga altijd iets terug staan van het apparaat als u de deur van het apparaat tijdens de werking opent. Om de condens te verminderen, dient u het apparaat 10 minuten te laten voorverwarmen. • Veeg na elk gebruik het vocht van het apparaat. • Plaats geen voorwerpen direct op de bodem van het apparaat en bedek de bodem tijdens de bereiding niet met aluminiumfolie. Dit kan de bakresultaten veranderen en de emaillelaag beschadigen. 11.2 Bakken • Het kan gebeuren dat uw oven anders bakt of braadt dan het apparaat dat u vroeger had. Pas de instellingen (temperatuur, kooktijden) en de rekstand die u gewoon was aan volgens de waarden in de tabellen. • De fabrikant raadt u aan de eerste keer een lagere temperatuur in te stellen. • Als u geen concrete aanwijzingen kunt vinden voor een speciaal recept, kijkt u bij een soortgelijk product. • Bij het bereiden van cake op meerdere niveaus kan de baktijd ca. 10 - 15 minuten langer zijn. • Als het gebak niet overal even hoog is, wordt het gebak in het begin van het bakproces niet overal even bruin. Verander in dit geval de temperatuurinstelling niet. De verschillen verminderen tijdens het bakproces. • Bij langere baktijden kunt u de oven ca. 10 minuten voor het einde van de baktijd uitschakelen en profiteren van de restwarmte. Wanneer u bevroren gerechten gebruikt, kunnen de bakplaten in de oven tijdens het bakken vervormen. Wanneer de bakplaten afkoelen, verdwijnt de vervorming. 11.3 Voor de bereiding van gebak • De ovendeur mag pas worden geopend als driekwart van de baktijd is verstreken. • Als u twee bakplaten tegelijkertijd gebruikt, dient u één niveau ertussen leeg te laten. 11.4 Voor de bereiding van vlees en vis • Gebruik een diepe bak voor erg vet voedsel om te oven te behoeden voor blijvende vetvlekken. • Laat het vlees ongeveer 15 minuten rusten voordat u het aansnijdt, zodat het vleessap er niet uit stroomt. • Om te veel rook tijdens het braden in de oven te vermijden, kunt u een beetje water in de lekbak gieten. Om rook te vermijden, voegt u water toe wanneer het is opgedroogd. 18 www.aeg.com 11.5 Bereidingstijden De bereidingsduur is afhankelijk van het soort voedsel, de samenstelling en het volume. het gebruik van dit apparaat de beste instellingen (temperatuur, bereidingsduur, etc.) voor uw kookgerei, recepten en hoeveelheden. Houd in eerste instantie het bereidingsproces in de gaten. Zoek bij 11.6 Bereidingstabel Gerecht Gewicht (g) Thermo- Tijd (min) staatstand Roosterhoogte Accessoires Deegreepjes 1) 250 2 25 - 30 3 aluminium bakplaat Deegreepjes 1) 250 2 20 - 25 3 bakblik Platte cake 1) 1000 2-3 35 - 45 3 aluminium bakplaat Platte cake 1) 1000 2 35 - 40 3 bakblik Koffiebroodjes 2000 5 50 - 60 3 aluminium bakplaat Appeltaart 1) 1200 + 1200 6 55 - 65 3 2 ronde aluminium bakplaat (diameter: 20 cm) Kleine cake- 500 2-3 25 - 30 3 aluminium bakplaat bakblik 350 3 30 - 35 3 1 ronde aluminium bakplaat (diameter: 26 cm) Pannenkoek 1500 2-3 45 - 55 2) 3 aluminium bakplaat Pannenkoek 1500 2-3 40 - 50 3) 3 bakblik Hele kip 1400 8 50 - 60 3 rooster 3 bakblik met appel 1) jes 1) Biscuittaart zonder vet 1) Broodtaart 4) 800 7-8 15 - 20 3 aluminium bakplaat Broodtaart 4) 800 6-7 15 - 20 3 bakblik 4-5 40 - 50 3 aluminium bakplaat bakblik 5-6 25 - 35 3 aluminium bakplaat Gevulde gistca- 1200 ke 5) Pizza1) 1000 NEDERLANDS 19 Gerecht Gewicht (g) Thermo- Tijd (min) staatstand Roosterhoogte Accessoires Pizza1) 1000 5-6 25 - 30 3 bakblik Kwarktaart 2600 3 80 - 90 3 aluminium bakplaat Kwarktaart 2600 3 70 - 80 3 bakblik Zwitserse ap- 1900 6-7 50 - 60 3 aluminium bakplaat 1900 6-7 40 - 50 3 bakblik Kerstcake 6) 2400 3-4 60 7) 3 aluminium bakplaat Kerstcake 6) 2400 3-4 60 3) 3 bakblik Quiche Lorrai- 1000 5-6 50 - 60 3 1 ronde aluminium bakplaat (diameter: 26 cm) Boerenbrood 6) 750 + 750 4-5 50 - 60 3 2 ronde aluminium bakplaat (diameter: 20 cm) Roemeense 600 + 600 2-3 50 - 60 3 2 ronde aluminium bakplaten (diameter: 25 cm) 600 + 600 2-3 40 - 50 3 2 ronde aluminium bakplaten (diameter: 25 cm) 500 2-3 20 - 30 3 aluminium bakplaat 500 2-3 20 - 25 3 bakblik Schuimpjes 400 1-2 40 - 50 3 aluminium bakplaat Schuimpjes 400 1 40 - 50 3 bakblik Soesjes 1) 500 3-4 35 - 40 3 aluminium bakplaat Soesjes 1) 500 2-3 30 - 35 3 bakblik Kruimeltaart 5) 1500 5-6 30 - 40 3 aluminium bakplaat Kruimeltaart 5) 1500 5-6 30 - 35 3 bakblik pelflan 5) Zwitserse appelflan 5) ne 5) biscuittaart 1) Roemeense biscuittaart traditioneel1) Opgerolde cake met jam 1) Opgerolde cake met jam 1) 20 www.aeg.com Gerecht Gewicht (g) Thermo- Tijd (min) staatstand Roosterhoogte Accessoires Biscuitgebak 1) 600 2 35 - 40 3 aluminium bakplaat Biscuitgebak 1) 600 2 30 - 35 3 bakblik Botertaart 5) 600 2-3 25 - 30 3 aluminium bakplaat Botertaart 5) 600 3 20 - 25 3 bakblik 1) Verwarm de oven 10 minuten voor. 2) Nadat u het apparaat hebt uitgeschakeld, laat u de cake nog 7 minuten in de oven. 3) Nadat u het apparaat hebt uitgeschakeld, laat u de cake nog 5 minuten in de oven. 4) Verwarm de oven 20 minuten voor. 5) Verwarm de oven 15 minuten voor. 6) Verwarm de oven 15 minuten voor met de thermostaat op stand 8. 7) Nadat u het apparaat hebt uitgeschakeld, laat u de cake nog 10 minuten in de oven. 11.7 Grill Gerecht Gewicht (g) Tijd (min) Toast 1) 500 4-6 3 rooster Biefstuk 1) 1000 20 + 20 2 rooster 1 bakblik 2 rooster 1 bakblik 2 rooster 1 bakblik Halve kip 1200 Gebraden varkensko- 500 telet 30 + 35 30 + 30 Roosterhoog- Accessoires te 1) Verwarm de oven 10 minuten voor. 12. OVEN - ONDERHOUD EN REINIGING WAARSCHUWING! Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid. 12.1 Opmerkingen over schoonmaken • Maak de voorkant van het apparaat schoon met een zachte doek en een warm sopje. • Gebruik voor metalen oppervlakken een specifiek reinigingsmiddel. • Reinig de binnenkant van het apparaat na elk gebruik. Vetophoping of andere voedingsresten kunnen brand veroorzaken. Het gevaar is groter voor de grillpan. • Verwijder hardnekkig vuil met een speciale ovenreiniger. NEDERLANDS • Reinig alle accessoires na elk gebruik en laat ze drogen. Gebruik een zachte doek en een warm sopje en een reinigingsmiddel. • Toebehoren met antiaanbaklaag mogen niet worden schoongemaakt met een agressief reinigingsmiddel, voorwerpen met scherpe randen of een afwasautomaat. Dit kan de antiaanbaklaag beschadigen. 12.2 Apparaten van roestvrij staal of aluminium Maak de ovendeur alleen met een vochtige doek of natte spons schoon. Droog maken met een zachte doek. Vermijd het gebruik van staalwol, zure of schurende producten, deze kunnen de oppervlakken van de oven beschadigen. Maak het bedieningspaneel van de oven net zo voorzichtig schoon. 12.3 Verwijderbare inschuifrails Als u de binnenkant van de oven wilt reinigen, verwijdert u de inschuifrails. 1. Trek de inschuifrail bij de voorkant uit de zijwand. 1 21 2 Installeer de inschuifrails in de omgekeerde volgorde. 12.4 Katalytische reiniging LET OP! Probeer niet om het katalytisch oppervlak te reinigen met ovenspray, schuurmiddel, zeep of andere schoonmaakmiddelen. Hierdoor raakt het katalytische oppervlak beschadigd. Verkleuring van het katalytische oppervlak heeft geen invloed op de katalytische eigenschappen. WAARSCHUWING! Houd kinderen uit de buurt wanneer u de oven bij hoge temperaturen reinigt. Het ovenoppervlak wordt zeer heet en er bestaat gevaar voor brandwonden. Verwijder voor het activeren van de katalytische reiniging eerst alle accessoires uit de oven. 2. Trek de geleider bij de achterkant uit de zijwand en verwijder deze. De wanden met een katalytische laag zijn zelfreinigend. Ze absorberen op de wand opgehoopt vet tijdens de werking van het apparaat. Om deze zelfreinigende procedure te ondersteunen moet u de lege oven regelmatig verwarmen. 1. Reinig de de bodem van de oven met water en afwasmiddel en droog het af. 22 www.aeg.com 2. Stel de oventemperatuur in op 250°C en laat de oven 1 uur werken. 3. Wanneer het apparaat is afgekoeld, maak het schoon met een zachte en vochtige spons. 3. Sluit de ovendeur halverwege tot de eerste openingsstand. Trek hem daarna naar voren en haal hem uit zijn zitting. 12.5 De ovendeur reinigen De ovendeur heeft twee glazen panelen. U kunt de ovendeur en interne glasplaat verwijderen om ze te reinigen. De ovendeur kan dichtslaan als u de interne glasplaat probeert te verwijderen als de deur nog gemonteerd is. LET OP! Gebruik het apparaat nooit zonder de interne glasplaat. 1. Open de deur volledig en houd de twee deurscharnieren vast. 4. Leg de deur op een zachte doek op een stabiele ondergrond. 5. Ontgrendel het vergrendelingssysteem om de interne glasplaat te verwijderen. 2. Til de hendels op de twee scharnieren omhoog en draai ze. 6. Draai de twee bevestigingen 90° en verwijder ze uit hun houders. NEDERLANDS 23 12.6 De lade verwijderen 90° 7. De glasplaat voorzichtig optillen en verwijderen. WAARSCHUWING! Bewaar geen ontvlambare dingen in de lade (bijv. schoonmaakmiddelen, plastic zakken, ovenhandschoenen, papier, reinigingssprays, enz). Als u de oven gebruikt, kan de lade heet worden. Er kan brand ontstaan. De lade onder de oven kan worden verwijderd om gemakkelijker te worden schoongemaakt. 1. Trek de lade volledig naar buiten, tot deze niet verder kan. 1 2 8. Reinig de glasplaat met een sopje. Droog de glasplaat voorzichtig af. Als u ze gereinigd hebt, monteer dan de glasplaat en de ovendeur. Voer bovenstaande stappen in omgekeerde volgorde uit. De bedrukte zone moet naar de binnenkant van de deur gericht zijn. Zorg ervoor dat het oppervlak van de glasplaat op de bedrukte zijde na de installatie niet ruw aanvoelt. Zorg ervoor dat u de interne glasplaat correct in de uitsparingen plaatst. 2. Til de lade langzaam op. 3. Trek de lade volledig uit. Voer de bovenstaande stappen in omgekeerde volgorde uit om de lade te installeren. 12.7 Het lampje vervangen Leg een doek op de bodem van de binnenkant van het apparaat. Dit voorkomt schade aan het afdekglas en de ovenruimte. WAARSCHUWING! Gevaar voor elektrocutie! Maak de zekering los voordat u de lamp vervangt. De lamp en het afdekglas kunnen heet zijn. 1. Schakel het apparaat uit. 2. Verwijder de zekeringen in de zekeringenkast, of schakel de stroomonderbreker uit. 24 www.aeg.com Het achterste lampje 1. Draai het afdekglas van de lamp naar rechts en verwijder het. 2. Reinig het afdekglas. 3. Vervang de lamp door een geschikte 300 °C hittebestendige lamp. 4. Plaats het afdekglas terug. 13. PROBLEEMOPLOSSING WAARSCHUWING! Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid. 13.1 Wat moet u doen als… Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing Er is geen vonk als de vonkontsteking wordt geactiveerd. De kookplaat is niet aange- Controleer of de kookplaat sloten op een stopcontact of goed is aangesloten op het is niet goed geïnstalleerd. lichtnet. Raadpleeg het aansluitdiagram. Er is geen vonk als de vonkontsteking wordt geactiveerd. De zekering is doorgeslagen. Controleer of de zekering de oorzaak van de storing is. Als de zekeringen keer op keer doorslaan, neemt u contact op met een erkende installateur. Er is geen vonk als de vonkontsteking wordt geactiveerd. De branderdeksel en kroon zitten niet goed op hun plaats. Plaats de branderdeksel en de kroon op juiste wijze. De vlam gaat meteen na de ontsteking uit. Het thermokoppel is niet voldoende opgewarmd. Na het ontsteken van de vlam, de vlamontsteking circa 10 sec. ingedrukt houden De vlamring is ongelijk. De branderkroon is verstopt met etensresten. Controleer of de hoofdinspuiter niet verstopt is en of de branderkroon schoon is. De branders werken niet. Er is geen gastoevoer. Controleer de gasaansluiting. Het apparaat maakt lawaai. Sommige metalen onderdelen van het apparaat zetten uit en krimpen als ze opwarmen of afkoelen. De geluiden zijn normaal. Het vlamkleur is oranje of geel. De vlam kan er op sommige plekken van de brander oranje of geel uitzien. Dit is normaal. De oven wordt niet warm. De oven is uitgeschakeld. Schakel de oven in. NEDERLANDS 25 Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing Het lampje brandt niet. Het lampje is stuk. Vervang het lampje. Stoom en condens slaan neer op de gerechten en in de ovenruimte. Het gerecht heeft te lang in de oven gestaan. Laat gerechten na het bereiden niet langer dan 15 - 20 minuten in de oven staan. De oven wordt niet warm. De klok is niet ingesteld. Stel de klok in. De oven wordt niet warm. De benodigde kookstanden zijn niet ingesteld. Zorg ervoor dat de instellingen correct zijn. De bereiding van de gerech- De temperatuur is te laag of ten duurt te lang of de gete hoog. rechten worden te snel gaar. Pas indien nodig de temperatuur aan. Volg het advies in de handleiding op. Het display toont een foutcode die niet in deze lijst voorkomt. Schakel de oven uit via de huiszekering of de veiligheidsschakelaar in de zekeringkast en schakel deze weer in. Neem contact op met de klantenservice wanneer de foutcode opnieuw wordt weergegeven. Er is een elektrische fout. 13.2 Onderhoudgegevens Als u niet zelf het probleem kunt verhelpen, neem dan contact op met uw verkoper of de serviceafdeling. Het typeplaatje bevindt zich voor aan de binnenkant van het apparaat. Verwijder het typeplaatje niet uit de ovenruimte. De contactgegevens van het servicecentrum staan op het typeplaatje. Wij adviseren u om de gegevens hier te noteren: Model (MOD.) ......................................... Productnummer (PNC) ......................................... Serienummer (S.N.) ......................................... 14. MONTAGE WAARSCHUWING! Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid. 14.1 Locatie van het apparaat U kunt uw vrijstaand apparaat met kasten aan een of twee zijden en in de hoek plaatsen. Houd een afstand van ongeveer 1 cm tussen het apparaat en de achterwand zodat de deksel open kan. Zie voor minimale afstanden de tabel. 26 www.aeg.com B C Afmetingen mm C 150 D 20 A 14.2 Technische gegevens D D Minimum afstanden Afmetingen mm A 400 B 650 Spanning 220 – 240 V Frequentie 50 / 60 Hz Apparaatklasse 1 Afmetingen mm In hoogte 857 Breedte 600 Diepte 600 14.3 Overige technische gegevens Categorie apparaat: II2E+3+ Gas origineel: G20/G25 (2E+) 20/25 mbar Gasvervanging: G30 (3+) 28-30 mbar G31 (3+) 37 mbar 14.4 Bypassdiameters BRANDER Ø BYPASS1) 1/100 mm Sudderbrander 29 / 30 Normale brander 32 Driekronenbrander 67 Oven 44 1) Type bypass is afhankelijk van het model. 14.5 Gasbranders voor AARDGAS G20 20 mbar BRANDER NORMAAL VER- BEPERKT VERMOGEN MOGEN kW 1) kW 1) INSPUITERMARKERING 1/100 mm Driekronenbrander 4.0 1.80 146 Normale brander 2.0 / 1.9 0.43 / 0.45 96 NEDERLANDS BRANDER 27 NORMAAL VER- BEPERKT VERMOGEN MOGEN kW 1) kW 1) INSPUITERMARKERING 1/100 mm Sudderbrander 1.0 0.35 70 Oven 2.7 0.90 120 1) Type bypass is afhankelijk van het model. 14.6 Gasbranders voor AARDGAS G25 25 mbar BRANDER NORMAAL VER- BEPERKT VERMOGEN MOGEN kW 1) kW 1) INSPUITERMARKERING 1/100 mm Driekronenbrander 3.8 1.7 147 Normale brander 1.85 0.43 100 Sudderbrander 0.95 0.35 70 Oven 2.5 0.9 120 1) Type bypass is afhankelijk van het model. 14.7 Gasbranders voor LPG G30 28-30 mbar BRANDER NORMAAL VERMOGEN kW BEPERKT VER- INSPUITERMARMOGEN kW KERING 1/100 mm NOMINALE GASSTROMING g/h Driekronenbrander 4.0 1.80 101 291 Normale brander 2.0 0.43 71 145 Sudderbrander 1.0 0.35 50 73 Oven 2.7 0.90 80 196 14.8 Gasbranders voor LPG G31 37 mbar BRANDER NORMAAL VERMOGEN kW 1) BEPERKT VERMOGEN kW 1) INSPUITERMARKERING 1/100 mm NOMINALE GASSTROMING g/h Driekronenbrander 4.0 1.8 101 286 Normale brander 2.0 0.43 71 143 28 www.aeg.com BRANDER NORMAAL VERMOGEN kW 1) BEPERKT VERMOGEN kW 1) INSPUITERMARKERING 1/100 mm NOMINALE GASSTROMING g/h Sudderbrander 1.0 0.35 50 71 Oven 2.7 0.9 80 193 1) Type bypass is afhankelijk van het model. 14.9 Gasaansluiting WAARSCHUWING! De volgende instructies over de installatie en het onderhoud moeten opgevolgd worden door vakkundig personeel in overeenstemming met de geldende voorschriften. Gebruik vaste aansluitingen of een flexibele leiding van roestvrij staal, in overeenstemming met de voorschriften die van kracht zijn. Als u flexibele metalen leidingen gebruikt, moet u opletten dat deze niet in aanraking komen met bewegende onderdelen, of dat ze niet vastgeklemd worden. De verbinding moet worden aangelegd in overeenstemming met NEN 1078. Controleer of de gastoevoerdruk van het apparaat voldoet aan de aanbevolen waarden. De verstelbare aansluiting wordt op de uitbreidingsbrug bevestigd met behulp van een schroefdraadmoer G 1/2" (NEN 3258). Schroef de onderdelen vast zonder kracht, stel de verbinding in de nodige richting af en draai alles vast. WAARSCHUWING! De gasleiding mag het deel van het apparaat niet raken zoals getoond in de afbeelding. 14.10 Aansluiting van flexibele niet-metalen leidingen Als u eenvoudig toegang heeft tot de aansluiting, dan kunt u een flexibele leiding gebruiken. De flexibele leiding moet goed worden aangespannen door klemmen. Gebruik bij montage altijd de leidinghouder en de pakking. De flexibele pijp is correct als: • ze niet meer kan worden opgewarmd dan kamertemperatuur, hoger dan 30 °C; • niet langer is dan 1.500 mm; • nergens nauw is; • niet gedraaid is; • niet in aanraking komt met scherpe randen of hoeken; • de staat eenvoudig kan worden gecontroleerd. Zorg er bij het controleren van de flexibele pijp voor dat: • de leiding geen barsten, sneden, vlekken of brandsporen vertoont op de twee uiteinden en over de volledige lengte; • het materiaal niet gehard is, maar de juiste elasticiteit vertoont; • de bevestigingsklemmen niet verroest zijn; • de vervaldatum niet is verstreken. Als er één of meerdere defecten waarneembaar zijn, mag de leiding niet worden gerepareerd, maar moet deze worden vervangen. NEDERLANDS 29 WAARSCHUWING! Controleer waneer de installatie is voltooid of elke leidingfitting goed is afgedicht. Gebruik een zeepoplossing, geen vlam. De gastoevoer bevindt zich aan de achterkant van het bedieningspaneel. WAARSCHUWING! Trek voordat u het gas aansluit eerst de stekker uit het stopcontact of schakel de zekering uit.Sluit de primaire klep van de gastoevoer. 14.11 Aanpassing aan verschillende types gas Alleen bevoegde personen mogen de afstelling aan verschillende types gas uitvoeren. Als het apparaat is ingesteld voor aardgas, dan kunt u dit met de geschikte injectors wijzigen naar vloeibaar gas. De hoeveelheid gas wordt aangepast. WAARSCHUWING! Voordat u de injectors vervangt, moet u ervoor zorgen dat de gasknoppen zich in de UIT-stand bevinden. Trek de stekker uit het stopcontact. Laat het apparaat afkoelen. U kunt letsel oplopen. Het apparaat is ingesteld op standaardgas. Om de instelling te wijzigen moet u altijd de afdichtpakking gebruiken. A B C A. Uiteinde van as met moer B. Pakking C. Elleboog (indien nodig) 14.12 Vervangen van kookplaatinjectors Vervang de injectors wanneer u het gastype wijzigt. 1. Verwijder de pannendrager. 2. Verwijder de branderkappen en kronen. 3. Maak de injectors los met een sleutel van 7 mm en verwijder deze. 4. Vervang ze door de injectors die nodig zijn voor het type gas dat u gebruikt. 5. Vervang het typeplaatje (naast de gastoevoerleiding) door het plaatje voor het nieuwe type gastoevoer. U kunt het plaatje vinden in de zak die bij het apparaat geleverd is. Als de druk van de gastoevoer niet constant is of verschilt van de vereiste druk, moet u een geschikte drukregelaar op de gastoevoerleiding monteren. 30 www.aeg.com 14.13 Aanpassen van de minimale gasstand op de fornuisbrander 1. Haal de stekker uit het stopcontact. 2. Verwijder de knop voor de kookplaat. Demonteer als de bypassschroef niet toegankelijk is eerst het bedieningspaneel voor de afstelling. 3. Stel de stand van de bypass-schroef A af met een dunne en platte schroevendraaier. Het model bepaalt de positie van de bypass-schroef A. 7. Draai de bypass-schroef langzaam vast tot de vlam klein en stabiel wordt. 8. Plaats de knop voor de kookplaat weer terug. 14.14 Vervangen van ovenspuitmonden 1. Verwijder de onderste plaat in de binnenkant van de oven A om toegang te krijgen tot de ovenbrander B. B A A A Omzetten van aardgas naar vloeibaar gas 1. Draai de bypass-schroef volledig vast. 2. Doe de knop terug. 2. Maak schroef C los die de brander op zijn plaats houdt. Omzetten van vloeibaar gas naar aardgas 1. Draai de stand van de bypass-schroef A één draai los. 2. Plaats de knop voor de kookplaat terug. 3. Sluit het apparaat aan op het stopcontact. WAARSCHUWING! Steek de stekker pas in het stopcontact wanneer alle onderdelen terug op hun oorspronkelijke plaats zitten. U kunt letsel oplopen. 4. Steek de brander aan. Raadpleeg het hoofdstuk 'Kookplaat - Dagelijks gebruik'. 5. Draai de knop voor de kookplaat naar een laagste stand. 6. Verwijder de knop voor de kookplaat weer. C 3. Verplaats voorzichtig de brander van de injectorsteun D. NEDERLANDS D 31 A E F 4. Schuif deze naar de linkerzijde. Zorg ervoor dat de brandermof op het mondstuk van de brander blijft. Oefen geen kracht uit op de draad van de vonkplugconnector F en de thermokoppelgeleider E. 5. Maak de branderinjector D los met een sleutel van 7 mm en vervangen door een nieuwe. Monteer de brander door de stappen in omgekeerde volgorde te volgen. Vervang het label dat het type gas vermeldt - in de buurt van de gastoevoer - door een label dat het nieuwe type gas vermeldt. 14.15 Aanpassen van de minimale gasstand op de ovenbrander 1. Haal de stekker uit het stopcontact. 2. Verwijder de bedieningsknop voor de ovenfuncties. Demonteer als de bypass-schroef niet toegankelijk is eerst het bedieningspaneel voor de afstelling. 3. Stel de stand van de bypass-schroef A af met een dunne en platte schroevendraaier. Het model bepaalt de positie van de bypass-schroef A. Omzetten van aardgas naar vloeibaar gas 1. Draai de bypass-schroef volledig vast. 2. Doe de knop terug. 3. Sluit het apparaat aan op het stopcontact. Omzetten van vloeibaar gas naar aardgas 1. Draai de stand van de bypass-schroef A één draai los. 2. Plaats de knop voor de ovenfuncties terug. 3. Sluit het apparaat aan op het stopcontact. 4. 5. 6. 7. 8. WAARSCHUWING! Steek de stekker pas in het stopcontact wanneer alle onderdelen terug op hun oorspronkelijke plaats zitten. U kunt letsel oplopen. Steek de brander aan. Raadpleeg het hoofdstuk 'Oven Dagelijks gebruik'. Draai de knop voor de ovenfuncties naar een laagste stand. Verwijder de bedieningsknop voor de ovenfuncties weer. Draai de bypass-schroef langzaam vast tot de vlam klein en stabiel wordt. Plaats de knop voor de ovenfuncties terug. 32 www.aeg.com 9. Stel de maximale gasstand in van de knop van de ovenfuncties en laat de oven tenminste 10 minuten opwarmen. 10. Draai de knop voor de ovenfuncties snel van maximum naar minimum. De vlam regelen. Zorg dat de vlam niet uit gaat als u de knop snel van de maximale stand naar de minimale stand draait. Er moet een kleine, regelmatige vlam zijn op de branderkroon zijn. Stel de ovenbrander opnieuw in als de vlam dooft. 14.16 Het apparaat waterpas zetten Gebruik kleine pootjes aan de onderkant van het apparaat om het kookoppervlak aan de bovenkant waterpas met andere oppervlakken te brengen. 14.17 Anti-kantelbescherming Stel de correcte hoogte in en bepaal waar op het apparaat u de antikantelbescherming gaat plaatsen. LET OP! Zorg dat u de antikantelbescherming op de correcte hoogte installeert. Zorg ervoor dat het oppervlak achter het apparaat glad is. U moet de anti-kantelbescherming installeren. Als u dat niet doet, kan het apparaat kantelen. Uw apparaat is voorzien van het symbool weergegeven in de afbeelding (indien van toepassing) om u te herinneren aan de montage van de antikantelbescherming. 1. Installeer de anti-kantelbescherming 232-237 mm onder het bovenvlak van het apparaat en 110-115 mm van de zijkant van het apparaat in de ronde opening op een steun. Schroef de beveiliging stevig in solide materiaal of gebruik geschikte versteviging (muur). 110-115 mm 232- 237 mm 2. U vindt het gat aan de linkerachterkant van het apparaat. Til de voorkant van het apparaat op en plaats dit in het midden van de ruimte tussen de kastjes. Als de afstand tussen de aanrechtkastjes groter is dan de breedte van het apparaat, moet u de zijmaten aanpassen als u het apparaat wilt centreren. NEDERLANDS Als u de afmetingen van het fornuis hebt gewijzigd, dan moet u de antikantelbescherming correct uitlijnen. 33 Dit apparaat wordt geleverd met stekker en netsnoer. WAARSCHUWING! De stroomkabel mag het onderdeel van het apparaat dat getoond wordt in de illustratie niet raken. LET OP! Als de afstand tussen de aanrechtkastjes groter is dan de breedte van het apparaat, moet u de zijmaten aanpassen als u het apparaat wilt centreren. 14.18 Elektrische installatie WAARSCHUWING! De fabrikant is niet verantwoordelijk indien u deze veiligheidsmaatregelen uit hoofdstuk 'Veiligheidsinformatie' niet opvolgt. 15. ENERGIEZUINIGHEID 15.1 Productinformatie voor kookplaat volgens EU-richtlijn 66/2014 Modelidentificatie 35186GT-MN 35186GT-WN Type kooktoestel Kookplaat in vrijstaand fornuis Aantal gasbranders 4 Energiezuinigheid per gasbrander (EE gas burner) Linksachter - Sudderbrander niet van toepassing Rechtsachter - Normale brander 55.0% Rechtsvoor - Normale brander 55.0% Linksvoor - Driekronenbrander 52.5% Energie-efficiëntie voor de gaskookplaat (EE gas hob) EN 30-2-1: Huishoudelijke kooktoestellen op gas - Deel 2-1 : Energieverbruik Algemeen 54.2% 15.2 Kookplaat Energiebesparing U kunt elke dag energie besparen tijdens het koken door de onderstaande tips te volgen. 34 www.aeg.com • Warm alleen de hoeveelheid water op die u nodig heeft. • Doe indien mogelijk altijd een deksel op de pan. • Zorg er voor gebruik voor dat de branders en pannendragers goed worden geplaatst. • De bodem van het kookgerei moet de juiste diameter hebben voor de brandermaat. • Zet het kookgerei meteen op de brander en in het midden. • Wanneer de vloeistof begint te koken, draait u de vlam omlaag, totdat de vloeistof zachtjes pruttelt. • Gebruik indien mogelijk een hogedrukpan. Zie de gebruikshandleiding van de hogedrukpan. 15.3 Productkaart en informatie voor ovens volgens EU 65-66/2014 Naam leverancier AEG Modelidentificatie 35186GT-MN 35186GT-WN Energie-efficiëntie Index 95.9 Energie-efficiëntieklasse A Energieverbruik bij een standaardbelasting, stand boven + onderwarmte 1.61 kWh/cyclus 5.79 MJ/cyclus Energieverbruik bij een standaardbelasting, stand hetelucht 1.91 kWh/cyclus 6.88 MJ/cyclus Aantal ruimten 1 Warmtebron Gas Volume 57 l Soort oven Oven in vrijstaand fornuis Massa 35186GT-MN 39.0 kg 35186GT-WN 39.0 kg EN 15181 Meetmethode van het energieverbruik van gasgestookte ovens. Gebruik metalen schalen om meer energie te besparen. 15.4 Oven - Energie besparen Indien mogelijk de oven niet voorverwarmen voordat u er voedsel in plaatst. Dit apparaat bevat functies die u helpen energie te besparen tijdens het dagelijks koken. Algemene tips Zorg ervoor dat de ovendeur goed is gesloten als het apparaat werkt en houd de deur tijdens de bereiding zo veel mogelijk gesloten. Verlaag bij een bereidingsduur langer dan 30 minuten de oventemperatuur met minimaal 3 - 10 minuten, afhankelijk van de bereidingsduur voordat de kooktijd verstrijkt. De restwarmte in de oven zorgt ervoor dat het gerecht wordt voltooid. U kunt de restwarmte gebruiken om andere maaltijden op te warmen. NEDERLANDS Bereiding met hete lucht Gebruik indien mogelijk de bereidingsfuncties met hete lucht om energie te besparen. 35 te gebruiken en een maaltijd warm te houden. Eten warm houden Kies de laagst mogelijke temperatuurinstelling om de restwarmte 16. MILIEUBESCHERMING Recycle de materialen met het symbool . Gooi de verpakking in een geschikte verzamelcontainer om het te recyclen. Help om het milieu en de volksgezondheid te beschermen en recycle het afval van elektrische en elektronische apparaten. Gooi apparaten gemarkeerd met het symbool niet weg met het huishoudelijk afval. Breng het product naar het milieustation bij u in de buurt of neem contact op met de gemeente.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72

AEG 35186GT-WN Handleiding

Type
Handleiding

in andere talen