Zanussi ZCG610H1WA Handleiding

  • Hallo! Ik ben een AI-chatbot die speciaal is getraind om je te helpen met de Zanussi ZCG610H1WA Handleiding. Ik heb het document al doorgenomen en kan je duidelijke en eenvoudige antwoorden geven.
GETTING
STARTED?
EASY.
User Manual
ZCG610H1WA
NL Gebruiksaanwijzing 2
Fornuis
FR Notice d'utilisation 27
Cuisinière
FR NL
GA NAAR ONZE WEBSITE VOOR:
Advies over gebruik, brochures, het oplossen van problemen, onderhouds- en reparatie-in-
formatie:
www.zanussi.com/support
VEILIGHEIDSINFORMATIE
Lees zorgvuldig de meegeleverde instructies voor installatie en
gebruik van het apparaat. De fabrikant is niet verantwoordelijk
voor letsel of schade veroorzaakt door een verkeerde installatie of
verkeerd gebruik. Bewaar de instructies altijd op een veilige en
toegankelijke plaats voor toekomstig gebruik.
VEILIGHEID VAN KINDEREN EN KWETSBARE
MENSEN
WAARSCHUWING!
Gevaar voor verstikking, letsel of permanente invaliditeit.
Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8 jaar en
ouder en door mensen met beperkte lichamelijke, zintuiglijke of
verstandelijke vermogens of een gebrek aan ervaring en kennis,
indien zij onder toezicht staan of instructies hebben gekregen
over het veilig gebruiken van het apparaat en indien zij de
eventuele gevaren begrijpen.
Laat kinderen niet met het apparaat spelen.
Houd alle verpakking uit de buurt van kinderen en gooi het op
passende wijze weg.
Houd kinderen en huisdieren uit de buurt van het apparaat als
het in werking is of afkoelt. Het apparaat is heet.
Kinderen mogen zonder toezicht geen reinigings- en
onderhoudswerkzaamheden aan het apparaat uitvoeren.
ALGEMENE VEILIGHEID
Alleen een erkende installatietechnicus mag het apparaat
installeren en de kabel vervangen.
Het apparaat kan worden gebruikt tot een maximum van 2000
m boven zeeniveau.
2
Dit apparaat is niet bedoeld voor gebruik op schepen, boten of
vaartuigen.
Installeer het apparaat ter voorkoming van oververhitting niet
achter een decoratieve deur.
Installeer het apparaat niet op een platform.
Bedien het apparaat niet met een externe timer of een apart
afstandbedieningssysteem.
WAARSCHUWING: Zonder toezicht koken op een kookplaat
met vet of olie kan gevaarlijk zijn en brandgevaar opleveren.
Probeer brand NOOIT met water te blussen, maar schakel in
plaats daarvan het apparaat uit en bedek de vlam bijv. met een
deksel of blusdeken.
LET OP: Er dient toezicht te worden gehouden op het
bereidingsproces. Een kort bereidingsproces moet onder
constant toezicht staan.
WAARSCHUWING: Brandgevaar: Bewaar geen voorwerpen
op de kookplaten.
Gebruik geen stoomreiniger om het apparaat schoon te maken.
Gebruik nooit agressieve reinigingsmiddelen of scherpe
metalen schrapers om de glazen deur of de glazen afdekplaat
van de kookplaat schoon te maken. Deze kunnen krassen
veroorzaken op het oppervlak, waardoor het glas zou kunnen
breken.
Metalen voorwerpen, zoals messen, vorken, lepels en deksels
mogen niet op de kookplaat worden geplaatst, aangezien ze
heet kunnen worden.
Verwijder voedselresten van het deksel voordat u het opent.
Laat de kookplaat afkoelen voordat u het deksel sluit.
WAARSCHUWING: Het apparaat en de toegankelijke
onderdelen ervan worden heet tijdens gebruik. U dient op te
passen dat u de verwarmingselementen niet aanraakt. Houd
kinderen jonger dan 8 jaar uit de buurt of onder permanent
toezicht.
Gebruik altijd ovenhandschoenen om accessoires of kookgerei
te plaatsen of verwijderen.
Zet de stroomtoevoer uit alvorens onderhoud te plegen.
3
Zorg ervoor dat het apparaat is uitgeschakeld voordat u de
lamp vervangt om elektrische schokken te voorkomen.
Als het netsnoer beschadigd is, moet de fabrikant, een erkende
serviceverlener of een gekwalificeerd persoon deze vervangen
teneinde gevaarlijke situaties te voorkomen.
WAARSCHUWING: Gebruik alleen kookplaatbeschermers die
door de fabrikant van het kookapparaat zijn ontworpen of door
de fabrikant van het apparaat in de gebruiksinstructies als
geschikt zijn aangegeven of kookplaatbeschermers die in het
apparaat zijn geïntegreerd. Het gebruik van ongeschikte
kookplaatbeschermers kan ongelukken veroorzaken.
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
Dit apparaat is geschikt voor de volgende markten:
FR NL
INSTALLATIE
WAARSCHUWING! Alleen een
erkende installatietechnicus mag het
apparaat installeren.
Verwijder alle verpakkingsmaterialen.
Installeer en gebruik geen beschadigd apparaat.
Volg de installatie-instructies op die zijn
meegeleverd met het apparaat.
Pas altijd op bij verplaatsing van het apparaat,
want het is zwaar. Gebruik altijd
veiligheidshandschoenen en gesloten schoeisel.
Trek het apparaat nooit aan de handgreep van
zijn plaats.
De afmetingen van de keukenkast en de
uitsparing moeten kloppen.
Houd de minimumafstand naar andere
apparaten en units in acht.
Zorg ervoor dat het apparaat onder en naast
veilige installaties wordt geïnstalleerd.
Delen van het apparaat staan onder stroom.
Sluit het apparaat met meubel om te voorkomen
dat de gevaarlijke delen worden aangeraakt.
De zijkanten van het apparaat moeten naast
apparaten of units staan van dezelfde hoogte.
Installeer het apparaat niet naast een deur of
onder een raam. Dit voorkomt dat heet
kookgerei van het apparaat valt als de deur of
het raam wordt geopend.
AANSLUITING AAN HET
ELEKTRICITEITSNET
WAARSCHUWING! Gevaar voor
brand en elektrische schokken.
Alle elektrische aansluitingen moeten door een
gediplomeerd elektromonteur worden gemaakt.
Dit apparaat moet worden aangesloten op een
geaard stopcontact.
Controleer of de elektrische informatie op het
typeplaatje overeenkomt met de
stroomvoorziening. Zo niet, neem dan contact
op met een elektromonteur.
Gebruik altijd een correct geïnstalleerd,
schokbestendig stopcontact.
Gebruik geen meerwegstekkers en
verlengsnoeren.
Laat de stroomkabel niet in aanraking komen
met de deur van het apparaat, met name niet als
deze heet is.
De schokbescherming van delen onder stroom
en geïsoleerde delen moet op zo'n manier
worden bevestigd dat het niet zonder
gereedschap kan worden verplaatst.
Steek de stekker pas in het stopcontact als de
installatie is voltooid. Zorg ervoor dat het
netsnoer na installatie bereikbaar is.
Sluit de stroomstekker niet aan op een losse
stroomaansluiting.
Trek niet aan het netsnoer om het apparaat los
te koppelen. Trek altijd aan de stekker.
Gebruik alleen de juiste isolatie-apparaten:
stroomonderbrekers, zekeringen
(schroefzekeringen moeten uit de houder
worden verwijderd), aardlekschakelaars en
contactgevers.
4
De elektrische installatie moet een
isolatieapparaat bevatten waardoor het apparaat
volledig van het lichtnet afgesloten kan worden.
Het isolatieapparaat moet een contactopening
hebben met een minimale breedte van 3 mm.
Sluit de deur van het apparaat volledig voordat u
de stekker in het stopcontact steekt.
GASAANSLUITING
Alle gasaansluitingen moeten door een
gediplomeerd elektromonteur worden gemaakt.
Controleer vóór de installatie of de plaatselijke
distributieomstandigheden (gassoort en -druk)
en de afstelling van het apparaat met elkaar te
combineren zijn.
Zorg ervoor dat er koude luchtcirculatie in het
apparaat aanwezig is.
Op het typeplaatje staat informatie over de
gastoevoer.
Dit apparaat mag niet aangesloten worden op
een inrichting dat producten afvoert voor
verbranding. Sluit het apparaat aan volgens de
geldende installatieregels. Let op de vereisten
voor voldoende ventilatie.
GEBRUIK
WAARSCHUWING! Risico op letsel
en brandwonden.
Gevaar voor elektrische schokken!
Dit apparaat is uitsluitend bestemd voor
huishoudelijk gebruik.
De specificatie van het apparaat mag niet
worden veranderd.
Zorg ervoor dat de ventilatieopeningen niet
geblokkeerd zijn.
Laat het apparaat tijdens het gebruik niet
onbeheerd achter.
Schakel het apparaat telkens na gebruik uit.
Wees voorzichtig met het openen van de deur
van het apparaat als het apparaat aan staat. Er
kan hete lucht ontsnappen.
Bedien het apparaat niet met natte handen of
als het contact maakt met water.
Het apparaat mag niet worden gebruikt als
werkblad of aanrecht.
WAARSCHUWING! Risico op brand
en explosie
Verhitte vetten en olie kunnen ontvlambare
damp afgeven. Houd vlammen of verwarmde
voorwerpen uit de buurt van vet en olie als u er
mee kookt.
De dampen die hete olie afgeeft kunnen
spontane ontbranding veroorzaken.
Gebruikte olie die voedselresten bevat kan
brand veroorzaken bij een lagere temperatuur
dan olie die voor de eerste keer wordt gebruikt.
Plaats geen ontvlambare producten of
gerechten die vochtig zijn gemaakt met
ontvlambare producten in, bij of op het
apparaat.
Houd vonken of open vlammen uit de buurt van
het apparaat bij het openen van de deur.
Open de deur van het apparaat voorzichtig. Als
u alcoholische toevoegingen gebruikt, kan er
alcohol-luchtmengsel ontstaan.
WAARSCHUWING! Risico op
schade aan het apparaat.
Om schade of verkleuring van het email te
voorkomen:
zet geen kookgerei of andere voorwerpen
direct op de bodem van het apparaat.
plaats geen water direct in het hete
apparaat.
haal vochthoudende schotels en eten uit
het apparaat als u klaar bent met koken.
wees voorzichtig bij het verwijderen of
bevestigen van accessoires.
Verkleuring van het email heeft geen ongewenst
effect op de werking van het apparaat.
Gebruik een diepe pan voor vochtige taarten.
Fruitsappen kunnen permanente vlekken maken.
Zet geen heet kookgerei op het
bedieningspaneel.
Laat kookgerei niet droogkoken.
Laat geen voorwerpen of kookgerei op het
apparaat vallen. Het oppervlak kan beschadigen.
Activeer de kookzones niet met lege pannen of
zonder pannen erop.
Leg geen aluminiumfolie op het apparaat of
direct op de bodem van het apparaat.
Pannen van gietijzer, aluminium of met
beschadigde bodems kunnen krassen
veroorzaken. Til deze voorwerpen altijd op als u
ze moet verplaatsen op de kookplaat.
Zorg voor een goede ventilatie in de ruimte waar
het apparaat is geïnstalleerd.
Gebruik alleen stabiel kookgerei met de juiste
vorm en een diameter groter dan de afmetingen
van de branders.
Zorg dat de vlam niet uit gaat als u de knop snel
van de maximale stand naar de minimale stand
draait.
Gebruik alleen de accessoires die zijn
meegeleverd met het apparaat.
Plaats geen vlamverdeler op de brander.
Dit apparaat is uitsluitend bestemd om mee te
koken. Het mag niet worden gebruikt voor
andere doeleinden, zoals het verwarmen van
een kamer.
5
REINIGING EN ONDERHOUD
WAARSCHUWING! Gevaar voor
letsel, brand en schade aan het
apparaat.
Schakel het apparaat voor onderhoud uit.
Trek de stekker uit het stopcontact.
Zorg ervoor dat het apparaat is afgekoeld. Er
bestaat een risico dat de glasplaten kunnen
breken.
Vervang direct de glazen deurpanelen als deze
beschadigd zijn. Neem contact op met de
erkende servicedienst.
Wees voorzichtig als u de deur van het apparaat
verwijdert. De deur is zwaar!
Achterblijvend vet of voedsel in het apparaat kan
brand veroorzaken.
Reinig het apparaat regelmatig om te
voorkomen dat het materiaal van het oppervlak
achteruitgaat.
Reinig het apparaat met een vochtige zachte
doek. Gebruik alleen neutrale
reinigingsmiddelen. Gebruik geen
schuurmiddelen, schuursponsjes,
oplosmiddelen of metalen voorwerpen.
Raadpleeg als u een ovenspray gebruikt eerst
de aanwijzingen op de verpakking.
Reinig niet het katalytisch email (indien van
toepassing) met een schoonmaakmiddel.
De branders niet in de afwasautomaat reinigen.
DEKSEL
De specificatie van de deksel mag niet worden
veranderd.
Maak de deksel regelmatig schoon.
Open de deksel niet als er is geknoeid op het
oppervlak.
Schakel alle branders uit voordat u de deksel
sluit.
Sluit het deksel niet tot de kookplaat en de oven
volledig zijn afgekoeld.
Glazen deksels kunnen breken als ze warm
worden (indien van toepassing).
BINNENVERLICHTING
De gloeilampen of halogeenlampen in dit
apparaat zijn uitsluitend bedoeld voor gebruik in
huishoudelijke apparaten. Gebruik deze niet
voor andere doeleinden.
WAARSCHUWING! Gevaar voor
elektrische schokken!
Voordat u het lampje vervangt, dient u de
stekker van het apparaat uit het stopcontact te
halen.
Gebruik alleen lampjes met dezelfde
specificaties.
GASGRILL
WAARSCHUWING! Risico op brand,
explosie en brandwonden.
Laat het apparaat tijdens het gebruik niet
onbeheerd achter. Bereikbare onderdelen
worden heet.
Houd kinderen uit de buurt, zolang de grill in
werking is.
Gebruik de grill nooit met de ovendeur gesloten.
Laat de ovendeur open staan. Er bestaat een
risico op brand of CO-uitstoot.
Plaats de ovenplaat niet op het hoogste ovenrek
wanneer er zich voedsel op bevindt.
VERWIJDERING
WAARSCHUWING! Gevaar voor
letsel of verstikking.
Neem contact met uw plaatselijke overheid voor
informatie m.b.t. correcte afvalverwerking van
het apparaat.
Haal de stekker uit het stopcontact.
Snijd het netsnoer vlak bij het apparaat af en
gooi het weg.
Verwijder de deurvergrendeling om te
voorkomen dat kinderen of huisdieren binnen in
het apparaat vast komen te zitten.
Maak de externe gasleidingen plat.
SERVICEDIENST
Neem contact op met een erkende
servicedienst voor reparatie van het apparaat.
Gebruik uitsluitend originele reserveonderdelen.
6
MONTAGE
WAARSCHUWING! Raadpleeg de
hoofdstukken Veiligheid.
LOCATIE VAN HET APPARAAT
U kunt uw vrijstaand apparaat met kasten aan een
of twee zijden en in de hoek plaatsen.
Houd een afstand van ongeveer 1 cm
tussen het apparaat en de achterwand
zodat de deksel open kan.
Zie voor minimale afstanden de tabel.
A
C
D
D
B
Minimum afstanden
Afmetingen mm
A 400
B 650
C 150
D 20
TECHNISCHE GEGEVENS
Spanning (Voltage) 220 - 240 V
Frequentie 50 - 60 Hz
Apparaatklasse 1
Afmeting mm
Hoogte 857
Breedte 600
Diepte 600
OVERIGE TECHNISCHE GEGEVENS
Categorie apparaat: II2E+3+
Gas origineel: G20/G25 (2E+) 20/25 mbar
Gasvervanging: G30 (3+) 28-30 mbar
G31 (3+) 37 mbar
BYPASSDIAMETERS
BRANDER
Ø BYPASS
1)
1/100 mm
Sudderbrander 29 / 30
Normale brander 32
Snelle brander 42
Oven 44
1) Type bypass is afhankelijk van het model.
7
GASBRANDERS VOOR AARDGAS G20 20 mbar
BRANDER
NORMAAL VERMO-
GEN kW
1)
BEPERKT VERMOGEN
kW
1)
INSPUITERMARKE-
RING 1/100 mm
Snelle brander 3.0 0.72 / 0.75 119
Normale brander 2.0 / 1.9 0.43 / 0.45 96
Sudderbrander 1.0 0.35 70
Oven 2.7 0.90 120
Grillen 1.9 - 108
1) Type bypass is afhankelijk van het model.
GASBRANDERS VOOR AARDGAS G25 25 mbar
BRANDER
NORMAAL VERMO-
GEN kW
1)
BEPERKT VERMOGEN
kW
1)
INSPUITERMARKE-
RING 1/100 mm
Snelle brander 2.75 0.72 / 0.75 119
Normale brander 2.0 / 1.75 0.43 / 0.45 96
Sudderbrander 0.95 / 0.9 0.35 70
Oven 2.5 0.9 120
Grillen 1.8 - 108
1) Type bypass is afhankelijk van het model.
GASBRANDERS VOOR LPG G30 28-30 mbar
BRANDER
NORMAAL VER-
MOGEN kW
BEPERKT VER-
MOGEN kW
INSPUITERMAR-
KERING 1/100 mm
NOMINALE GAS-
STROMING g/h
Snelle bran-
der
3.0 0.72 88 218
Normale
brander
2.0 0.43 71 145
Sudderbran-
der
1.0 0.35 50 73
Oven 2.7 0.90 80 196
Grillen 1.9 - 71 138
8
GASBRANDERS VOOR LPG G31 37 mbar
BRANDER
NORMAAL VER-
MOGEN kW
1)
BEPERKT VERMO-
GEN kW
1)
INSPUITERMAR-
KERING 1/100
mm
NOMINALE GAS-
STROMING g/h
Snelle bran-
der
3.0 0.72 88 214
Normale
brander
2.0 0.43 71 143
Sudderbran-
der
1.0 0.35 50 71
Oven 2.7 0.9 80 193
Grillen 1.65 - 71 118
1) Type bypass is afhankelijk van het model.
GASAANSLUITING
Kies vaste aansluitingen of gebruik een flexibele
leiding van roestvrij staal, in overeenstemming met
de voorschriften die van kracht zijn. Als u flexibele
metalen leidingen gebruikt, moet u opletten dat
deze niet in aanraking komen met bewegende
onderdelen, of dat ze niet vastgeklemd worden.
WAARSCHUWING! De gasleiding
mag het deel van het apparaat niet
raken zoals getoond in de afbeelding.
AANSLUITING VAN FLEXIBELE NIET-
METALEN LEIDINGEN
Als u eenvoudig toegang heeft tot de aansluiting,
dan kunt u een flexibele leiding gebruiken. De
flexibele leiding moet goed worden aangespannen
door klemmen.
Gebruik bij montage altijd de leidinghouder en de
pakking. De flexibele pijp is correct als:
ze niet meer kan worden opgewarmd dan
kamertemperatuur, hoger dan 30 °C;
niet langer is dan 1.500 mm;
nergens nauw is;
niet gedraaid is;
niet in aanraking komt met scherpe randen of
hoeken;
de staat eenvoudig kan worden gecontroleerd.
Zorg er bij het controleren van de
flexibele pijp voor
dat:
de leiding geen barsten, sneden, vlekken of
brandsporen vertoont op de twee uiteinden en
over de volledige lengte;
het materiaal niet gehard is, maar de juiste
elasticiteit vertoont;
de bevestigingsklemmen niet verroest zijn;
de vervaldatum niet is verstreken.
Als er één of meerdere defecten waarneembaar
zijn, mag de leiding niet worden gerepareerd, maar
moet deze worden vervangen.
WAARSCHUWING! Controleer
waneer de installatie is voltooid of elke
leidingfitting goed is afgedicht.
Gebruik een zeepoplossing, geen
vlam.
De gastoevoer bevindt zich aan de achterkant van
het bedieningspaneel.
WAARSCHUWING! Trek voordat u
het gas aansluit eerst de stekker uit
het stopcontact of schakel de zekering
uit.Sluit de primaire klep van de
gastoevoer.
AANPASSING AAN VERSCHILLENDE TYPES
GAS
Alleen bevoegde personen mogen de
afstelling aan verschillende types gas
uitvoeren.
9
Als het apparaat is ingesteld voor
aardgas, dan kunt u dit met de
geschikte injectors wijzigen naar
vloeibaar gas.
De hoeveelheid gas wordt aangepast.
WAARSCHUWING! Voordat u de
injectors vervangt, moet u ervoor
zorgen dat de gasknoppen zich in de
UIT-stand bevinden. Trek de stekker uit
het stopcontact. Laat het apparaat
afkoelen. U kunt letsel oplopen.
Het apparaat is ingesteld op
standaardgas. Om de instelling te
wijzigen moet u altijd de
afdichtpakking gebruiken.
A
B
D
C
A. Gasaansluitingspunt (er is slechts één punt
geschikt voor het apparaat)
B. Pakking
C. Instelbare aansluiting
D. LPG leidinghouder
VERVANGEN VAN KOOKPLAATINJECTORS
Vervang de injectors wanneer u het gastype wijzigt.
1. Verwijder de pannendrager.
2. Verwijder de branderkappen en -kronen.
3. Maak de injectors los met een sleutel van 7 mm
en verwijder deze.
4. Vervang ze door de injectors die nodig zijn voor
het type gas dat u gebruikt.
5. Vervang het typeplaatje (naast de
gastoevoerleiding) door het plaatje voor het
nieuwe type gastoevoer.
U kunt het plaatje vinden in de zak
die bij het apparaat geleverd is.
Als de druk van de gastoevoer niet constant is of
verschilt van de vereiste druk, moet u een geschikte
drukregelaar op de gastoevoerleiding monteren.
AANPASSEN VAN DE MINIMALE GASSTAND
OP DE FORNUISBRANDER
1. Haal de stekker uit het stopcontact.
2. Verwijder de knop voor de kookplaat.
Demonteer als de bypass-schroef niet
toegankelijk is eerst het bedieningspaneel voor
de afstelling.
3. Stel de stand van de bypass-schroef A af met
een dunne en platte schroevendraaier.
Het model bepaalt de positie van de bypass-
schroef A.
A
A
Omzetten van aardgas naar vloeibaar gas
1. Draai de bypass-schroef volledig vast.
2. Doe de knop terug.
Omzetten van vloeibaar gas naar aardgas
1. Draai de stand van de bypass-schroef A één
draai los.
2. Plaats de knop voor de kookplaat terug.
3. Sluit het apparaat aan op het stopcontact.
10
WAARSCHUWING! Steek de
stekker pas in het stopcontact
wanneer alle onderdelen terug op
hun oorspronkelijke plaats zitten.
U kunt letsel oplopen.
4. Steek de brander aan.
Raadpleeg het hoofdstuk 'Kookplaat - Dagelijks
gebruik'.
5. Draai de knop voor de kookplaat naar een
laagste stand.
6. Verwijder de knop voor de kookplaat weer.
7. Draai de bypass-schroef langzaam vast tot de
vlam klein en stabiel wordt.
8. Plaats de knop voor de kookplaat weer terug.
VERVANGEN VAN OVENSPUITMONDEN
1. Verwijder de onderste plaat in de binnenkant
van de oven A om toegang te krijgen tot de
ovenbrander B.
AB
2. Maak schroef C los die de brander op zijn
plaats houdt.
C
3. Verplaats voorzichtig de brander van de
injectorsteun D.
D
E
4.
Schuif deze naar de linkerzijde. Zorg ervoor dat
de brandermof op het mondstuk van de
brander blijft. Oefen geen kracht uit op de
draad van de thermokoppelgeleider E.
5. Maak de branderinjector D los met een sleutel
van 7 mm en vervangen door een nieuwe.
Monteer de brander door de stappen in
omgekeerde volgorde te volgen.
Vervang het label dat het type gas vermeldt - in de
buurt van de gastoevoer - door een label dat het
nieuwe type gas vermeldt.
AANPASSEN VAN DE MINIMALE GASSTAND
OP DE OVENBRANDER
1. Haal de stekker uit het stopcontact.
2. Verwijder de bedieningsknop voor de
ovenfuncties. Demonteer als de bypass-schroef
niet toegankelijk is eerst het bedieningspaneel
voor de afstelling.
3. Stel de stand van de bypass-schroef A af met
een dunne en platte schroevendraaier.
Het model bepaalt de positie van de bypass-
schroef A.
A
A
Omzetten van aardgas naar vloeibaar gas
1. Draai de bypass-schroef volledig vast.
2. Doe de knop terug.
3. Sluit het apparaat aan op het stopcontact.
Omzetten van vloeibaar gas naar aardgas
1. Draai de stand van de bypass-schroef A één
draai los.
11
2. Plaats de knop voor de ovenfuncties terug.
3. Sluit het apparaat aan op het stopcontact.
WAARSCHUWING! Steek de
stekker pas in het stopcontact
wanneer alle onderdelen terug op
hun oorspronkelijke plaats zitten.
U kunt letsel oplopen.
4. Steek de brander aan.
Raadpleeg het hoofdstuk 'Oven - Dagelijks
gebruik'.
5. Draai de knop voor de ovenfuncties naar een
laagste stand.
6. Verwijder de bedieningsknop voor de
ovenfuncties weer.
7. Draai de bypass-schroef langzaam vast tot de
vlam klein en stabiel wordt.
8. Plaats de knop voor de ovenfuncties terug.
9. Stel de maximale gasstand in van de knop van
de ovenfuncties en laat de oven tenminste 10
minuten opwarmen.
10. Draai de knop voor de ovenfuncties snel van
maximum naar minimum.
De vlam regelen. Zorg dat de vlam niet uit gaat als
u de knop snel van de maximale stand naar de
minimale stand draait. Er moet een kleine,
regelmatige vlam zijn op de branderkroon zijn. Stel
de ovenbrander opnieuw in als de vlam dooft.
VERVANGEN VAN GASGRILLINJECTOR
1. Maak de schroeven los die de brander op zijn
plaats houdenA.
A
2. Maak de branderinjector los met een sleutel
van 7 mm en vervangen door een geschikte
nieuwe.
3. Monteer de brander door de stappen in
omgekeerde volgorde te volgen. Alvorens de
schroef vast te draaien, zorg ervoor dat de
brander op de juiste manier tegen het
achterpaneel geduwd is.
Test de grillinjectors.
ELEKTRISCHE INSTALLATIE
WAARSCHUWING! De fabrikant is
niet verantwoordelijk indien u deze
veiligheidsmaatregelen uit hoofdstuk
'Veiligheidsinformatie' niet opvolgt.
Dit apparaat wordt geleverd met stekker en
netsnoer.
WAARSCHUWING! De stroomkabel
mag het onderdeel van het apparaat
dat getoond wordt in de illustratie niet
raken.
12
BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT
ALGEMEEN OVERZICHT
1
2
3
4
7
5
1 3
6
42
1
Knop voor de vonkontsteking
2
Toetsen voor de kookplaat
3
Knop voor de ovenfuncties
4
Knop voor de lamp
5
Grillen
6
Lampje
7
Roosterhoogtes
INDELING KOOKPLAAT
1 2 3
5 4
1
Sudderbrander
2
Stoomuitlaat - aantal en positie afhankelijk van
het model
3
Normale brander
4
Normale brander
5
Snelle brander
ACCESSOIRES
Bakrooster
Voor kookgerei, bak- en braadvormen.
Bakplaat
Voor gebak en koekjes.
Grilldeflector
Om de knoppen te beschermen wanneer u de
grill gebruikt.
Opslagruimte
Onder de ovenruimte bevindt zich een
bewaarlade. Om het compartiment te gebruiken,
tilt u de onderste voordeur omhoog en trek u de
deur vervolgens omlaag.
WAARSCHUWING! Het
bewaarcompartiment kan heet
worden als het apparaat aan is.
13
VOORDAT U HET APPARAAT VOOR DE EERSTE KEER GEBRUIKT
WAARSCHUWING! Raadpleeg de
hoofdstukken Veiligheid.
EERSTE REINIGING
Verwijder alle onderdelen van het apparaat.
Zie het hoofdstuk 'Onderhoud en
reiniging'.
Reinig het apparaat en de accessoires voor het
eerste gebruik.
Zet de accessoires terug in de beginstand.
VOORVERWARMEN
Verwarm het apparaat voor om het resterende vet
weg te branden.
1. Stel de ovenfunctieknop in op de maximale
gasstand
.
Raadpleeg het hoofdstuk 'Oven - Dagelijks
gebruik'.
2. Laat het apparaat ongeveer 20 minuten
werken.
WAARSCHUWING! Accessoires
kunnen heter worden dan normaal.
Het apparaat kan een vreemde geur en rook
afgeven. Dit is normaal. Zorg dat er voldoende
luchtcirculatie is.
Laat de oven afkoelen. Maak een doek vochtig met
warm water en wat mild reinigingsmiddel en reinig
daarmee de binnenkant van de oven.
KOOKPLAAT - DAGELIJKS GEBRUIK
WAARSCHUWING! Raadpleeg de
hoofdstukken Veiligheid.
ONTSTEKING VAN DE FORNUISBRANDER
Ontvlam de brander altijd vóór u het
kookgerei erop plaatst.
WAARSCHUWING! Ga voorzichtig
te werk bij het gebruik van branders
(open vuur) in de keuken. De fabrikant
kan niet aansprakelijk gesteld worden
in geval van onjuist gebruik van de
vlam.
1. Houd de vonkontstekingsknop ingedrukt.
2. Draai tegelijkertijd de knop voor de kookplaat
linksom naar de maximale gasstand
en druk
deze naar beneden om de brander te
ontsteken.
3. Laat de vonkontstekingsknop los als de
brander brandt, maar houd de bedieningsknop
10 seconden of korter ingedrukt zodat het
thermokoppel kan opwarmen. Anders zal de
gastoevoer worden onderbroken.
4. Stel de vlam af zodra deze regelmatig brandt.
WAARSCHUWING! Houd de knop
niet langer dan 15 seconden
ingedrukt. Als de brander na 15
seconden nog niet brandt, de knop
loslaten en minstens 1 minuut wachten
voordat u opnieuw probeert de vlam te
ontsteken.
Als de brander na enkele pogingen
niet aan gaat, controleer dan of de
kroon en het branderdeksel goed op
hun plaats zitten.
Als er geen elektriciteit is kunt u de
brander zonder de elektrische
voorziening aansteken. Breng een vlam
dichtbij de brander, druk de
bijbehorende knop in en draai de knop
naar de maximale stand. Houd de
controleknop ingedrukt gedurende 10
seconden of minder om het
thermokoppel voor te verwarmen.
Draai als de brander per ongeluk uit
gaat de knop naar de uit stand en
probeer na minimaal 1 minuut de
brander weer aan te steken.
14
De vonkontsteking kan automatisch
starten wanneer u de stekker in het
stopcontact steekt, na de installatie of
na een stroomonderbreking. Dat is
normaal.
BRANDEROVERZICHT
A. Branderdeksel
B. Branderkroon
C. Ontstekingsbougie
D. Thermokoppeling
DE BRANDER UITSCHAKELEN
Om de vlam te doven, de knop naar de off-positie
draaien .
WAARSCHUWING! Draai de vlam
altijd lager of schakel hem uit voordat
u de pan van de brander haalt
KOOKPLAAT - AANWIJZINGEN EN TIPS
WAARSCHUWING! Raadpleeg de
hoofdstukken Veiligheid.
KOOKGEREI
WAARSCHUWING! Zet één pan niet
op twee branders.
WAARSCHUWING! Zet geen
instabiele of beschadigde pannen op
de brander om morsen en letsel te
voorkomen.
LET OP! Zorg dat de handvaten van
de pot niet boven de voorste rand van
het werkblad komen.
LET OP! Zorg dat de potten zich in
het midden van de brander bevinden,
voor een maximum aan stabiliteit en
lager gasverbruik.
DIAMETERS VAN KOOKGEREI
WAARSCHUWING! Gebruik alleen
kookgerei met een bodemdiameter die
geschikt is voor de afmeting van de
branders.
Brander
Diameter van het
kookgerei (mm)
Extra brander 120 - 180
Medium brander
140 - 220/240
1)
Snelle brander
160 - 220/260
1)
1) Als er maar één pan op de kookplaat wordt ge-
bruikt.
15
KOOKPLAAT - ONDERHOUD EN REINIGING
WAARSCHUWING! Raadpleeg de
hoofdstukken Veiligheid.
ALGEMENE INFORMATIE
Maak de kookplaat na ieder gebruik schoon.
Gebruik altijd pannen met een schone bodem.
Krassen of donkere vlekken op de oppervlakte
hebben geen invloed op de werking van de
kookplaat.
Gebruik een
specifiek schoonmaakmiddel voor
het oppervlak van de kookplaat.
Was de onderdelen van roestvrij staal af met
water en droog ze vervolgens met een zachte
doek.
DE KOOKPLAAT SCHOONMAKEN
Verwijder direct: gesmolten plastic, gesmolten
folie, suiker en suikerhoudende gerechten.
Anders kan het vuil de kookplaat beschadigen.
Doe voorzichtig om brandwonden te voorkomen.
Verwijder nadat de kookplaat voldoende is
afgekoeld: kalk- en waterkringen, vetspatten
en metaalachtig glanzende verkleuringen. Reinig
de kookplaat met een vochtige doek en een
beetje niet-schurend reinigingsmiddel. Droog de
kookplaat na reiniging af met een zachte doek.
Was de geëmailleerde delen, deksel en kroon
met een warm sopje en laat ze goed drogen
alvorens ze terug te plaatsen.
REINIGEN VAN DE ONTSTEKINGSKNOP
Dit onderdeel is uitgerust met een keramische
ontstekingsbougie met een metalen elektrode.
Reinig deze onderdelen altijd grondig, om
moeilijkheden bij het aansteken te voorkomen, en
controleer of de branderkroonopeningen niet
verstopt zijn.
PANNENDRAGERS
De pansteunen zijn niet bestand tegen
afwassen in een afwasautomaat. Ze
moeten met de hand worden
afgewassen.
1. U kunt de pansteunen verwijderen voor een
gemakkelijke reiniging van het kookplaat.
Ga zeer voorzichtig te werk bij het
vervangen van de pannendrager,
dit om schade aan het oppervlak
van de kookplaat te vermijden.
2. De emaillelaag kan scherpe randen hebben,
dus wees voorzichtig tijdens het met de hand
afwassen en afdrogen. Verwijder hardnekkige
vlekken zo nodig met een pastareiniger.
3. Zorg er na het reinigen van de pansteunen voor
dat u ze in de juiste stand terugplaatst.
4. Om ervoor te zorgen dat de brander goed
werkt, moeten de armen van de pannendrager
in het midden van de brander worden
geplaatst.
PERIODIEK ONDERHOUD
Raadpleeg regelmatig uw lokale serviceafdeling,
om de staat van de gastoevoerleiding en de
drukregelaar (indien gemonteerd) te controleren.
OVEN - DAGELIJKS GEBRUIK
WAARSCHUWING! Raadpleeg de
hoofdstukken Veiligheid.
OVENFUNCTIES
Ovenfunctie Applicatie
Uit-stand Het apparaat staat uit.
Maximale gastoevoer De oventemperatuur instellen - hoogste stand.
16
Ovenfunctie Applicatie
Pizzastand Pizza maken.
Minimale gastoevoer De oventemperatuur instellen - laagste stand.
Grill Voor het grillen van vlakke levensmiddelen in het mid-
den van het rooster. Voor het maken van toast.
Ovenlampje De binnenkant van de oven verlichten.
Om deze functie te gebruiken, druk op de ovenlamp-
knop.
HANDMATIGE ONTSTEKING VAN DE
OVENGASBRANDER
Veiligheidsinrichting oven:
De gasoven beschikt over een
thermokoppel. Deze stopt de
gastoevoer als de vlam dooft.
1. Open de ovendeur.
2. Houd een vlam in de buurt van de opening in
de bodem van de oven.
3. Druk tegelijkertijd op de knop voor de
ovenfuncties en draai de knop linksom naar de
maximale gasstand.
4. Houd als het vlammetje gaat branden de knop
voor de ovenfuncties maximaal 15 seconden
ingedrukt bij de maximale gasstand of laat het
thermokoppel opwarmen.
Houd de knop voor de ovenfuncties
niet langer dan 15 seconden
ingedrukt. Als de ovenbrander na 15
seconden nog niet brandt, de
bedieningsknop loslaten, naar de
uitstand draaien, de ovendeur openen
en minstens 1 minuut wachten voordat
u opnieuw probeert de brander te
ontsteken.
NA HET ONTSTEKEN VAN DE GASBRANDER
VAN DE OVEN
1. Laat de knop voor de ovenfuncties los.
2. Sluit u de ovendeur.
3. Draai de knop voor de ovenfuncties om de
gewenste stand in te stellen.
Houd een vlam in de buurt van de opening in de
bodem van de oven.
DE OVENBRANDER UITSCHAKELEN
Om de vlam te doven, de knop naar de off-positie
draaien .
GEBRUIK VAN DE GROTE GRILL
De grilltemperatuur kan niet worden
aangepast. Om een lagere
temperatuur of een tragere gaartijd te
verkrijgen, moet de grillpan verder van
de vlam worden verwijderd.
Plaats voordat u de grill gebruikt de grilldeflector A
in positie boven de deur. Zorg ervoor dat de twee
clips juist in de gaten aan de bovenzijde van de
voorkant van de ovenopening passen (onder het
bedieningspaneel).
17
A
Plaats het vlees niet rechtstreeks in de
braadslee of pan.
LET OP! Plaats geen vlees op het
hoogste rekstand. Er kan brand
ontstaan.
1. Open de ovendeur.
2. Houd een vlam bij de openingen van de
grillbrander.
3. Draai de gasovenfunctieknop naar de Grill-
stand
. Houd de knop ongeveer 15
seconden ingedrukt. Laat pas los als het
vlammetje gaat branden.
Laat de gasbedieningsknop van
de oven los en draai hem in de
Off-positie als de grill niet aan
gaat of per ongeluk uit gaat. Open
de ovendeur. Probeer de grill na
een minuut opnieuw in te
schakelen.
4. Verwarm de grill gedurende 5 tot 10 minuten
voor.
5. Plaats het ovenrooster met het vlees op stand
3.
6. Plaats op stand 2 een braadslee of braadpan
om de vleesjus op te vangen.
7. Laat de deur op een kiertje staan.
DE GRILLBRANDER UITSCHAKELEN
Om de vlam te doven, de knop naar de off-positie
draaien .
OVEN - GEBRUIK VAN DE ACCESSOIRES
WAARSCHUWING! Raadpleeg de
hoofdstukken Veiligheid.
DE ACCESSOIRES PLAATSEN
Bakrooster:
Het rooster heeft een speciale vorm
aan de achterkant waardoor de
warmtecirculatie wordt bevorderd.
Plaats het rooster in de roosterstand. Zorg ervoor
dat het de achterwand van de oven niet raakt.
Plaat:
Duw de bakplaat niet helemaal tot de
achterwand van de oven. Dit zal
voorkomen dat de warmte rondom de
bakplaat kan circuleren. Het gerecht
kan verbranden, vooral aan de
achterzijde van de bakplaat.
Plaats het blik of de diepe plaat op het ovenniveau.
Zorg ervoor dat het de achterwand van de oven niet
raakt.
18
OVEN - AANWIJZINGEN EN TIPS
WAARSCHUWING! Raadpleeg de
hoofdstukken Veiligheid.
De temperaturen en baktijden in de
tabellen zijn slechts als richtlijn
bedoeld. Deze zijn afhankelijk van de
recepten en de kwaliteit en de
hoeveelheid van de gebruikte
ingrediënten.
ALGEMENE INFORMATIE
Het apparaat heeft vier rekstanden. Tel de
rekstanden vanaf de bodem van het apparaat.
Vocht kan in het apparaat of op de glazen
deurpanelen condenseren. Dit is normaal. Ga altijd
iets terug staan van het apparaat als u de deur van
het apparaat tijdens de werking opent. Om de
condens te verminderen, dient u het apparaat 10
minuten te laten voorverwarmen.
Veeg na elk gebruik het vocht van het apparaat.
Plaats geen voorwerpen direct op de bodem van
het apparaat en bedek de bodem tijdens de
bereiding niet met aluminiumfolie. Dit kan de
bakresultaten veranderen en de emaillelaag
beschadigen.
BAKKEN
Gebruik voor de eerste baksessie de lagere
temperatuur.
Bij het bereiden van cake op meerdere niveaus kan
de baktijd ca. 10 - 15 minuten langer zijn.
Tijdens het bakken kunnen bakplaten in de oven
vervormen. Wanneer de bakplaten weer afgekoeld
zijn, verdwijnt de vervorming.
VOOR DE BEREIDING VAN GEBAK
De ovendeur mag pas worden geopend als
driekwart van de baktijd is verstreken.
VOOR DE BEREIDING VAN VLEES EN VIS
Draai na de helft van de bereidingstijd het vlees om.
Laat het vlees ongeveer 15 minuten rusten voordat
u het aansnijdt, zodat het vleessap er niet uit
stroomt.
Om te veel rook tijdens het braden in de oven te
vermijden, kunt u een beetje water in de lekbak
gieten. Om rook te vermijden, voegt u water toe
wanneer het is opgedroogd.
BEREIDINGSTIJDEN
De bereidingsduur is afhankelijk van het soort
voedsel, de samenstelling en het volume.
Verwarm de lege oven altijd voor op de temperatuur
die nodig is voor het voedsel gedurende 15
minuten voor het koken.
Houd in eerste instantie het bereidingsproces in de
gaten. Zoek bij het gebruik van dit apparaat de
beste instellingen (temperatuur, bereidingsduur,
etc.) voor uw kookgerei, recepten en hoeveelheden.
BEREIDINGSTABEL
Draai de knop voor de oven in de juiste positie om
de gewenste temperatuur in te stellen.
1
1/2
2
19
Gerecht
Knop-
stand
Griltijd
(minu-
ten) aan
het ein-
de
Tijd (min)
Rooster-
hoogte
Accessoires
Bakken in plaat
Koninginnenbrood
(opgerolde cake met
jam)
1/2 2 10 - 20 3 bakplaat
Kwarktaart 1/2 5 50 - 75 3 bakplaat
Boerenbrood 1/2 5 55 - 75 3 bakplaat
Vlaaibrood 2 2 10 - 15 3 bakplaat
Zweedse broodjes 2 2 10 - 20 3 bakplaat
Platte taart 1/2 2 20 - 35 3 bakplaat
Pannenkoek 1/2 2 45 - 60 3 bakplaat
Kruimeltaart 2 3 20 - 35 3 bakplaat
Botercake 1/2 3 30 - 35 3 bakplaat
Zwitserse appelflan 2 3 50 - 60 3 bakplaat
Gevulde gistcake 1/2 2 35 - 50 3 bakplaat
Biscuitgebak 1/2 2 30 - 40 3 bakplaat
Koffiebroodjes met ap-
pel en gist
1/2 2 35 - 50 3 bakplaat
Petit Choux 1/2 2 25 - 35 3 bakplaat
Meringue 1 - 45 - 55 3 bakplaat
Bakken in een bakblik
Zandgebak 1/2 - 65- 75 3 1 rond blik (diameter: 18cm)
op rooster
Rijke vruchtencake 1/2 - 60 - 75 3 1 rond blik (diameter: 23
cm) op rooster
Victoriataart met jam-
vulling
1/2 - 30 - 40 3 2 sandwichblikken op roos-
ter
Kerstkrans 1/2 - 60 - 70 3 1 rond blik (diameter: 28
cm) op rooster
Roemeense biscuit-
taart
1/2 - 40 - 50 3 2 rechthoekige blikken
(30x12 cm) op rooster
Roemeense biscuit-
taart - traditioneel
1/2 - 30 - 40 3 2 rechthoekige blikken
(30x12 cm) op rooster
Pizza
20
Gerecht
Knop-
stand
Griltijd
(minu-
ten) aan
het ein-
de
Tijd (min)
Rooster-
hoogte
Accessoires
Pizza 2 5 20 - 35 3 bakplaat
Quiche Lorraine 2 - 45 - 55 3 1 rond blik (diameter: 27
cm) op rooster
Gerecht
Lasagne 1/2 - 40 - 50 3 1 vierkante Pyrex-bakplaat
(21 cm) op rooster
Aardappelgratin 1/2 3 70 - 80 3 bakplaat
Vlees
Forel 2 - 30 - 40 3 rooster en bakplaat op ni-
veau 2
Kip 2 - 55 - 65 2 rooster en bakplaat op ni-
veau 1
Geroosterd varkens-
vlees
2 5 70 - 80 2 bakplaat
Halve kip 2 - 45 - 55 3 rooster en bakplaat op ni-
veau 2
Kip Grill - 95 - 110 2 rooster en bakplaat op ni-
veau 2
Halve kip Grill - 70 - 80 3 rooster en bakplaat op ni-
veau 2
Roosteren van bacon Grill - 20 - 30 3 rooster en bakplaat op ni-
veau 2
Worstjes Grill - 25 - 35 3 rooster en bakplaat op ni-
veau 2
AANWIJZINGEN VOOR TESTINSTITUTEN
Gerecht
Knop-
stand
Griltijd
(minu-
ten) aan
het ein-
de
Tijd (min)
Rooster-
hoogte
Accessoires
Kleine cake 1/2 2 20 - 30 3 bakplaat
Biscuittaart zonder vet 1/2 - 25 - 35 3 1 rond blik (diameter: 26
cm) op rooster
21
Gerecht
Knop-
stand
Griltijd
(minu-
ten) aan
het ein-
de
Tijd (min)
Rooster-
hoogte
Accessoires
Appeltaart 1/2 - 65 - 75 3 2 ronde blikken (diameter:
20 cm) op rooster
Deegreepjes voor op
vlaaien/taarten
1 2 25 - 40 3 bakplaat
Hamburgers Grill - 70 - 80 3 rooster en bakplaat op ni-
veau 2
Geroosterd brood Grill - 3 - 5 3 rooster
PIZZA HETELUCHT
Als u pizza maakt, verkrijgt u de beste
resultaten door de bedieningsknop
van de oven naar de Pizza-stand te
draaien.
OVEN - ONDERHOUD EN REINIGING
WAARSCHUWING! Raadpleeg de
hoofdstukken Veiligheid.
OPMERKINGEN OVER SCHOONMAKEN
Maak de voorkant van het apparaat schoon met
een zachte doek en een warm sopje.
Gebruik voor metalen oppervlakken een
specifiek reinigingsmiddel.
Reinig de binnenkant van het apparaat na elk
gebruik. Vetophoping of andere voedingsresten
kunnen brand veroorzaken.
Verwijder hardnekkig vuil met een speciale
ovenreiniger.
Reinig alle accessoires na elk gebruik en laat ze
drogen. Gebruik een zachte doek en een warm
sopje en een reinigingsmiddel.
Toebehoren met antiaanbaklaag mogen niet
worden schoongemaakt met een agressief
reinigingsmiddel, voorwerpen met scherpe
randen of een afwasautomaat. Dit kan de
antiaanbaklaag beschadigen.
APPARATEN VAN ROESTVRIJ STAAL OF
ALUMINIUM
Maak de ovendeur alleen met een
vochtige doek of natte spons schoon.
Droog maken met een zachte doek.
Vermijd het gebruik van staalwol, zure
of schurende producten, deze kunnen
de oppervlakken van de oven
beschadigen. Maak het
bedieningspaneel van de oven net zo
voorzichtig schoon.
DE DEUR VERWIJDEREN EN INSTALLEREN
De ovendeur beschikt over twee glazen panelen. U
kunt de ovendeur en de interne glasplaat
verwijderen om ze schoon te maken. Lees de
volledige instructie 'Verwijderen van installatiedeur'
voordat u de glasplaten verwijdert.
De ovendeur kan dichtslaan als u het
interne glaspaneel probeert te
verwijderen als de deur nog
gemonteerd is.
LET OP! Gebruik de oven nooit
zonder de interne glasplaat.
22
1. Open de deur volledig en houd vast aan beide
scharnieren.
2. Til de hendels van beide scharnieren volledig
op en draai eraan.
3. Sluit de ovendeur halverwege tot de eerste
openingsstand. Til hem daarna op en trek hem
naar voren en verwijder hem van zijn plek.
4. Leg de deur op een zachte doek op een
stabiele ondergrond.
5. Ontgrendel het vergrendelingssysteem om de
interne glasplaat te verwijderen.
6. Draai de twee bevestigingen 90° en verwijder
ze uit hun houders.
90°
7. De glasplaat voorzichtig optillen en verwijderen.
1
2
8. Reinig de glasplaten met een sopje. Droog de
glasplaten voorzichtig af. Reinig de glasplaten
niet in de vaatwasser.
23
Als de reiniging is voltooid, plaatst u de glasplaat
en de ovendeur terug.
Als de deur correct wordt geïnstalleerd, klikt de
rand van de deur.
Zorg ervoor dat u de interne glasplaat correct in de
uitsparingen plaatst.
HET LAMPJE VERVANGEN
Leg een doek op de bodem van de binnenkant van
het apparaat. Dit voorkomt schade aan het
afdekglas en de ovenruimte.
WAARSCHUWING! Gevaar voor
elektrocutie! Maak de zekering los
voordat u de lamp vervangt.
De lamp en het afdekglas kunnen heet
zijn.
1. Schakel het apparaat uit.
2. Verwijder de zekeringen in de zekeringenkast,
of schakel de stroomonderbreker uit.
Het achterste lampje
1. Draai het afdekglas van de lamp naar links en
verwijder het.
2. Reinig het afdekglas.
3. Vervang de lamp door een geschikte 300 °C
hittebestendige lamp.
4. Plaats het afdekglas terug.
PROBLEEMOPLOSSING
WAARSCHUWING! Raadpleeg de
hoofdstukken Veiligheid.
WAT MOET U DOEN ALS…
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
Er is geen vonk als de vonkont-
steking wordt geactiveerd.
De kookplaat is niet aangeslo-
ten op een stopcontact of is
niet goed geïnstalleerd.
Controleer of de kookplaat
goed is aangesloten op het
lichtnet. Raadpleeg het aan-
sluitdiagram.
Er is geen vonk als de vonkont-
steking wordt geactiveerd.
De zekering is doorgeslagen. Controleer of de zekering de
oorzaak van de storing is. Als
de zekeringen keer op keer
doorslaan, neemt u contact op
met een erkende installateur.
Er is geen vonk als de vonkont-
steking wordt geactiveerd.
De branderdeksel en kroon zit-
ten niet goed op hun plaats.
Plaats de branderdeksel en de
kroon op juiste wijze.
De vlam gaat meteen na de
ontsteking uit.
Het thermokoppel is niet vol-
doende opgewarmd.
Na het ontsteken van de vlam,
de vlamontsteking circa 10
sec. ingedrukt houden
De vlamring is ongelijk. De branderkroon is verstopt
met etensresten.
Controleer of de hoofdinspui-
ter niet verstopt is en of de
branderkroon schoon is.
24
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
De branders werken niet. Er is geen gastoevoer. Controleer de gasaansluiting.
Het apparaat maakt lawaai. Sommige metalen onderdelen
van het apparaat zetten uit en
krimpen als ze opwarmen of af-
koelen. De geluiden zijn nor-
maal.
Het vlamkleur is oranje of geel. De vlam kan er op sommige
plekken van de brander oranje
of geel uitzien. Dit is normaal.
Het lampje brandt niet. Het lampje is stuk. Vervang het lampje.
Stoom en condens slaan neer
op de gerechten en in de oven-
ruimte.
Het gerecht heeft te lang in de
oven gestaan.
Laat gerechten na het bereiden
niet langer dan 15 - 20 minu-
ten in de oven staan.
De oven wordt niet warm. De benodigde kookstanden
zijn niet ingesteld.
Zorg ervoor dat de instellingen
correct zijn.
De bereiding van de gerechten
duurt te lang of de gerechten
worden te snel gaar.
De temperatuur is te laag of te
hoog.
Pas indien nodig de tempera-
tuur aan. Volg het advies in de
handleiding op.
ONDERHOUDGEGEVENS
Als u niet zelf het probleem kunt verhelpen, neem
dan contact op met uw verkoper of de
serviceafdeling.
De contactgegevens van het servicecentrum staan
op het typeplaatje. Het typeplaatje bevindt zich voor
aan de binnenkant van het apparaat. Verwijder het
typeplaatje niet uit de ovenruimte.
Wij adviseren u om de gegevens hier te noteren:
Model (MOD.) .........................................
Productnummer (PNC) .........................................
Serienummer (S.N.) .........................................
ENERGIEZUINIGHEID
PRODUCTINFORMATIE VOOR KOOKPLAAT VOLGENS EU-RICHTLIJN 66/2014
Modelidentifi-
catie
ZCG610H1WA
Type kooktoe-
stel
Kookplaat in vrijstaand fornuis
25
Aantal gas-
branders
4
Energiezuinig-
heid per gas-
brander (EE
gas burner)
Linksachter - Sudderbrander niet van toepassing
Rechtsachter - Normale brander 55.0%
Rechtsvoor - Normale brander 55.0%
Linksvoor - Snelle brander 55.7%
Energie-efficiëntie voor de gaskookplaat (EE gas hob) 55.2%
EN 30-2-1: Huishoudelijke kooktoestellen op gas -
Deel 2-1 : Energieverbruik - Algemeen
KOOKPLAAT - ENERGIEBESPARING
U kunt elke dag energie besparen tijdens het koken
door de onderstaande tips te volgen.
Warm alleen de hoeveelheid water op die u
nodig heeft.
Doe indien mogelijk altijd een deksel op de pan.
Zorg er voor gebruik voor dat de branders en
pannendragers goed worden geplaatst.
De bodem van het kookgerei moet de juiste
diameter hebben voor de brandermaat.
Zet het kookgerei meteen op de brander en in
het midden.
Wanneer de vloeistof begint te koken, draait u
de vlam omlaag, totdat de vloeistof zachtjes
pruttelt.
Gebruik indien mogelijk een hogedrukpan. Zie
de gebruikshandleiding van de hogedrukpan.
OVEN - ENERGIE BESPAREN
Dit apparaat bevat functies die u
helpen energie te besparen tijdens het
dagelijks koken.
Algemene tips
Zorg ervoor dat de ovendeur goed is gesloten als
het apparaat werkt en houd de deur tijdens de
bereiding zo veel mogelijk gesloten.
Gebruik metalen schalen om meer energie te
besparen.
Indien mogelijk de oven niet voorverwarmen voordat
u er voedsel in plaatst.
Verlaag bij een bereidingsduur langer dan 30
minuten de oventemperatuur met minimaal 3 - 10
minuten, afhankelijk van de bereidingsduur voordat
de kooktijd verstrijkt. De restwarmte in de oven
zorgt ervoor dat het gerecht wordt voltooid.
U kunt de restwarmte gebruiken om andere
maaltijden op te warmen.
Eten warm houden
Kies de laagst mogelijke temperatuurinstelling om
de restwarmte te gebruiken en een maaltijd warm te
houden.
MILIEUBESCHERMING
Recycleer de materialen met het symbool . Gooi
de verpakking in een geschikte afvalcontainer om
het te recycleren. Bescherm het milieu en de
volksgezondheid en recycleer op een correcte
manier het afval van elektrische en elektronische
apparaten. Gooi apparaten gemarkeerd met het
symbool niet weg met het huishoudelijk afval.
Breng het product naar het milieustation bij u in de
buurt of neem contact op met de gemeente.
26
/