Zanussi ZCG210K1WA Handleiding

Type
Handleiding
GETTING
STARTED?
EASY.
User Manual
ZCG210K1WA
NL Gebruiksaanwijzing
Fornuis
BE LU
VEILIGHEIDSINFORMATIE
Lees zorgvuldig de meegeleverde instructies voor installatie en
gebruik van het apparaat. De fabrikant is niet verantwoordelijk
voor letsel en schade veroorzaakt door een foutieve installatie.
Bewaar de instructies van het apparaat voor toekomstig gebruik.
VEILIGHEID VAN KINDEREN EN KWETSBARE
MENSEN
WAARSCHUWING!
Gevaar voor verstikking, letsel of permanente invaliditeit.
Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8 jaar en
ouder en door mensen met beperkte lichamelijke, zintuiglijke of
verstandelijke vermogens of een gebrek aan ervaring en kennis,
indien zij onder toezicht staan of instructies hebben gekregen
over het veilig gebruiken van het apparaat en indien zij de
eventuele gevaren begrijpen.
Laat kinderen niet met het apparaat spelen.
Houd alle verpakkingsmaterialen uit de buurt van kinderen.
Houd kinderen en huisdieren uit de buurt van het apparaat als
het in werking is of afkoelt. Het apparaat is heet.
Reiniging en onderhoud mag niet worden uitgevoerd door
kinderen zonder toezicht.
ALGEMENE VEILIGHEID
Bedien het apparaat niet met een externe timer of een apart
afstandbedieningssysteem.
Zonder toezicht koken op een kookplaat met vet of olie kan
gevaarlijk zijn en brandgevaar opleveren.
Probeer brand nooit met water te blussen, maar schakel in
plaats daarvan het apparaat uit en bedek de vlam, d.w.z. met
een deksel of blusdeken.
Bewaar geen voorwerpen op de kookplaten.
Gebruik geen stoomreiniger om het apparaat schoon te maken.
Metalen voorwerpen, zoals messen, vorken, lepels en deksels
mogen niet op de kookplaat worden geplaatst, aangezien ze
heet kunnen worden.
2
Verwijder spillage van het deksel voordat u het opent. Laat de
kookplaat afkoelen voordat u het deksel sluit.
Van binnen wordt het apparaat heet als het in werking is. Raak
de verwarmingselementen in het apparaat niet aan. Gebruik
altijd ovenhandschoenen om accessoires of kookgerei te
plaatsen of verwijderen.
Gebruik nooit agressieve reinigingsmiddelen of scherpe
metalen schrapers om de glazen deur schoon te maken, deze
kunnen krassen veroorzaken op het oppervlak, waardoor het
glas zou kunnen breken.
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
Dit apparaat is geschikt voor de volgende markten:
BE LU
MONTAGE
WAARSCHUWING! Alleen een
erkende installatietechnicus mag het
apparaat installeren.
Verwijder alle verpakkingsmaterialen.
Installeer en gebruik geen beschadigd apparaat.
Volg de installatie-instructies op die zijn
meegeleverd met het apparaat.
Wees voorzichtig met het verplaatsen van het
apparaat, het is zwaar. Draag altijd
veiligheidshandschoenen.
Trek het apparaat nooit aan de handgreep van
zijn plaats.
De afmetingen van de keukenkast en de
uitsparing moeten kloppen.
Houd de minimumafstand naar andere
apparaten en units in acht.
Zorg ervoor dat het apparaat onder en naast
veilige installaties wordt geïnstalleerd.
De zijkanten van het apparaat moeten naast
apparaten of units staan van dezelfde hoogte.
Installeer het apparaat niet op een platform.
Installeer het apparaat niet naast een deur of
onder een raam. Dit voorkomt dat heet
kookgerei van het apparaat valt als de deur of
het raam wordt geopend.
GASAANSLUITING
Alle gasaansluitingen moeten door een
gediplomeerd elektromonteur worden gemaakt.
Controleer vóór de installatie of de plaatselijke
distributieomstandigheden (gassoort en -druk)
en de afstelling van het apparaat met elkaar te
combineren zijn.
Zorg ervoor dat er koude luchtcirculatie in het
apparaat aanwezig is.
Op het typeplaatje staat informatie over de
gastoevoer.
Dit apparaat mag niet aangesloten worden op
een inrichting dat producten afvoert voor
verbranding. Sluit het apparaat aan volgens de
geldende installatieregels. Let op de vereisten
voor voldoende ventilatie.
GEBRUIK
WAARSCHUWING! Risico op letsel
en brandwonden.
Gebruik dit apparaat uitsluitend in een
huishoudelijke omgeving.
De specificatie van het apparaat mag niet
worden veranderd.
Zorg ervoor dat de ventilatieopeningen niet
geblokkeerd zijn.
Laat het apparaat tijdens het gebruik niet
onbeheerd achter.
Schakel het apparaat telkens na gebruik uit.
Wees voorzichtig met het openen van de deur
van het apparaat als het apparaat aan staat. Er
kan hete lucht ontsnappen.
Bedien het apparaat niet met natte handen of
als het contact maakt met water.
Het apparaat mag niet worden gebruikt als
werkblad of aanrecht.
WAARSCHUWING! Risico op brand
en explosie
3
Verhitte vetten en olie kunnen ontvlambare
damp afgeven. Houd vlammen of verwarmde
voorwerpen uit de buurt van vet en olie als u er
mee kookt.
De dampen die hete olie afgeeft kunnen
spontane ontbranding veroorzaken.
Gebruikte olie die voedselresten bevat kan
brand veroorzaken bij een lagere temperatuur
dan olie die voor de eerste keer wordt gebruikt.
Plaats geen ontvlambare producten of items die
vochtig zijn door ontvlambare producten in, bij
of op het apparaat.
Houd vonken of open vlammen uit de buurt van
het apparaat bij het openen van de deur.
Open de deur van het apparaat voorzichtig. Als
u alcoholische toevoegingen gebruikt, kan er
alcohol-luchtmengsel ontstaan.
WAARSCHUWING! Risico op
schade aan het apparaat.
Om schade of verkleuring van het emaille te
voorkomen:
zet geen kookgerei of andere voorwerpen
direct op de bodem van het apparaat.
Plaats geen water direct in het hete
apparaat.
haal vochthoudende schotels en eten uit
het apparaat als u klaar bent met koken.
Wees voorzichtig bij het verwijderen of
bevestigen van accessoires.
Verkleuring van het email heeft geen ongewenst
effect op de werking van het apparaat. Dit is
geen defect dat geldt voor het recht op
garantie.
Gebruik een diepe braadpan voor vochtige
taarten. Fruitsappen kunnen permanente vlekken
maken.
Zet geen heet kookgerei op het
bedieningspaneel.
Laat kookgerei niet droogkoken.
Laat geen voorwerpen of kookgerei op het
apparaat vallen. Het oppervlak kan beschadigen.
Activeer de kookzones niet met lege pannen of
zonder pannen erop.
Leg geen aluminiumfolie op het apparaat of
direct op de bodem van het apparaat.
Pannen van gietijzer, aluminium of met
beschadigde bodems kunnen krassen
veroorzaken. Til deze voorwerpen altijd op als u
ze moet verplaatsen op het kookoppervlak.
Zorg voor een goede ventilatie in de ruimte waar
het apparaat is geïnstalleerd.
Gebruik alleen stabiel kookgerei met de juiste
vorm en een diameter groter dan de afmetingen
van de branders.
Zorg dat de vlam niet uit gaat als u de knop snel
van de maximale stand naar de minimale stand
draait.
Gebruik alleen de accessoires die zijn
meegeleverd met het apparaat.
Plaats geen vlamverdeler op de brander.
Dit apparaat is uitsluitend bestemd om mee te
koken. Het mag niet worden gebruikt voor
andere doeleinden, zoals het verwarmen van
een kamer.
ONDERHOUD EN REINIGING
WAARSCHUWING! Gevaar voor
letsel, brand en schade aan het
apparaat.
Schakel het apparaat voor onderhoud uit.
Zorg ervoor dat het apparaat is afgekoeld. Er
bestaat een risico dat de glasplaten kunnen
breken.
Vervang direct de glazen deurpanelen als deze
beschadigd zijn. Neem contact op met de
erkende servicedienst.
Reinig het apparaat regelmatig om te
voorkomen dat het materiaal van het oppervlak
achteruitgaat.
Resterend vet of voedsel in het apparaat kan
brand veroorzaken.
Maak het apparaat schoon met een vochtige,
zachte doek. Gebruik alleen neutrale
schoonmaakmiddelen. Gebruik geen
schuurmiddelen, schuursponsjes,
oplosmiddelen of metalen voorwerpen.
Raadpleeg als u een ovenspray gebruikt eerst
de aanwijzingen op de verpakking.
Reinig niet het katalytisch email (indien van
toepassing) met een schoonmaakmiddel.
De branders niet in de afwasautomaat reinigen.
DEKSEL
De specificatie van de deksel mag niet worden
veranderd.
Maak de deksel regelmatig schoon.
Open de deksel niet als er is geknoeid op het
oppervlak.
Schakel alle branders uit voordat u de deksel
sluit.
Sluit het deksel niet tot de kookplaat en de oven
volledig zijn afgekoeld.
Glazen deksels kunnen breken als ze warm
worden (indien van toepassing).
4
VERWIJDERING
WAARSCHUWING! Gevaar voor
letsel of verstikking.
Neem contact met uw plaatselijke overheid voor
informatie m.b.t. correcte afvalverwerking van
het apparaat.
Verwijder de deurgreep om te voorkomen dat
kinderen en huisdieren opgesloten raken in het
apparaat.
Maak de externe gasleidingen plat.
SERVICEDIENST
Neem contact op met een erkende
servicedienst voor reparatie van het apparaat.
Gebruik uitsluitend originele reserveonderdelen.
MONTAGE
WAARSCHUWING! Raadpleeg de
hoofdstukken Veiligheid.
LOCATIE VAN HET APPARAAT
U kunt uw vrijstaand apparaat met kasten aan een
of twee zijden en in de hoek plaatsen.
Houd een afstand van ongeveer 1 cm
tussen het apparaat en de achterwand
zodat de deksel open kan.
Zie voor minimale afstanden de tabel.
A
C
D
D
E
B
Minimum afstanden
Afmetingen mm
A 400
B 650
C 150
D 20
E 540
TECHNISCHE GEGEVENS
Afmetingen mm
In hoogte 850
Breedte 500
Diepte 535
Apparaatklasse 1
OVERIGE TECHNISCHE GEGEVENS
Categorie apparaat: II2E+3+
Gas origineel: G20/G25 (2E+) 20/25 mbar
Gasvervanging: G30 (3+) 28-30 mbar
G31 (3+) 37 mbar
5
BYPASSDIAMETERS
BRANDER
Ø BYPASS
1)
1/100 mm
Sudderbrander 29 / 30
Normale brander 32
Snel 42
Oven 44
1) Type bypass is afhankelijk van het model.
GASBRANDERS VOOR AARDGAS G20 20 mbar
BRANDER
NORMAAL VERMO-
GEN kW
BEPERKT VERMOGEN kW
INSPUITERMARKE-
RING 1/100 mm
Snel 2.6
0.72 / 0.75
1) 113
Normale brander
2.0 / 1.9
1)
0.43 / 0.45
1) 96
Sudderbrander 1.0 0.35 70
Oven 2.7 0.90 120
1) Type bypass is afhankelijk van het model.
GASBRANDERS VOOR AARDGAS G25 25 mbar
BRANDER
NORMAAL VERMO-
GEN kW
BEPERKT VERMOGEN kW
INSPUITERMARKE-
RING 1/100 mm
Snel 2.4
0.72 / 0.75
1) 113
Normale brander
1.85 / 1.75
1)
0.43 / 0.45
1) 96
Sudderbrander
0.95 / 0.9
1) 0.35 70
Oven 2.5 0.9 120
1) Type bypass is afhankelijk van het model.
GASBRANDERS VOOR LPG G30 28-30 mbar
BRANDER
NORMAAL VER-
MOGEN kW
BEPERKT VERMO-
GEN kW
INSPUITERMAR-
KERING 1/100
mm
NOMINALE GAS-
STROOM g/h
Snel 2.5 0.72 77 181.78
6
BRANDER
NORMAAL VER-
MOGEN kW
BEPERKT VERMO-
GEN kW
INSPUITERMAR-
KERING 1/100
mm
NOMINALE GAS-
STROOM g/h
Normale
brander
2.0 0.43 71 145.43
Sudderbran-
der
1.0 0.35 50 72.71
Oven 2.7 0.90 80 196.33
GASBRANDERS VOOR LPG G31 37 mbar
BRANDER
NORMAAL VER-
MOGEN kW
BEPERKT VERMO-
GEN kW
INSPUITERMAR-
KERING 1/100
mm
NOMINALE GAS-
STROOM g/h
Snel 2.5 0.72 77 178.53
Normale
brander
2.0 0.43 71 142.83
Sudderbran-
der
1.0 0.35 50 71.41
Oven 2.7 0.9 80 192.82
GASAANSLUITING
Kies vaste aansluitingen of gebruik een flexibele
leiding van roestvrij staal, in overeenstemming met
de voorschriften die van kracht zijn. Als u flexibele
metalen leidingen gebruikt, moet u opletten dat
deze niet in aanraking komen met bewegende
onderdelen, of dat ze niet vastgeklemd worden.
WAARSCHUWING! De gasleiding
mag het deel van het apparaat niet
raken zoals getoond in de afbeelding.
AANSLUITING VAN FLEXIBELE NIET-
METALEN LEIDINGEN
Als u eenvoudig toegang heeft tot de aansluiting,
dan kunt u een flexibele leiding gebruiken. De
flexibele leiding moet goed worden aangespannen
door klemmen.
Gebruik bij montage altijd de leidinghouder en de
pakking. De flexibele pijp is correct als:
ze niet meer kan worden opgewarmd dan
kamertemperatuur, hoger dan 30 °C;
niet langer is dan 1.500 mm;
nergens nauw is;
niet gedraaid is;
niet in aanraking komt met scherpe randen of
hoeken;
de staat eenvoudig kan worden gecontroleerd.
Zorg er bij het controleren van de flexibele pijp voor
dat:
de leiding geen barsten, sneden, vlekken of
brandsporen vertoont op de twee uiteinden en
over de volledige lengte;
het materiaal niet gehard is, maar de juiste
elasticiteit vertoont;
de bevestigingsklemmen niet verroest zijn;
de vervaldatum niet is verstreken.
Als er één of meerdere defecten waarneembaar
zijn, mag de leiding niet worden gerepareerd, maar
moet deze worden vervangen.
7
WAARSCHUWING! Controleer
waneer de installatie is voltooid of elke
leidingfitting goed is afgedicht.
Gebruik een zeepoplossing, geen
vlam.
De gastoevoer bevindt zich aan de achterkant van
het bedieningspaneel.
WAARSCHUWING! Sluit de primaire
klep van de gastoevoer.
AANPASSING AAN VERSCHILLENDE TYPES
GAS
Alleen bevoegde personen mogen de
afstelling aan verschillende types gas
uitvoeren.
Als het apparaat is ingesteld voor
aardgas, dan kunt u dit met de
geschikte injectors wijzigen naar
vloeibaar gas.
De hoeveelheid gas wordt aangepast.
WAARSCHUWING! Voordat u de
injectors vervangt, moet u ervoor
zorgen dat de gasknoppen zich in de
UIT-stand bevinden. Laat het apparaat
afkoelen. U kunt letsel oplopen.
Het apparaat is ingesteld op
standaardgas. Gebruik om de
instelling te veranderen altijd de
pakkingafdicting.
A
B
D
C
A. Gasaansluitingspunt (er is slechts één punt
geschikt voor het apparaat)
B. Pakking
C. Instelbare aansluiting
D. LPG leidinghouder
VERVANGEN VAN KOOKPLAATINJECTORS
Vervang de injectors wanneer u het gastype wijzigt.
1. Verwijder de pannendrager.
2. Verwijder de branderkappen en -kronen.
3. Maak de injectors los met een sleutel van 7 mm
en verwijder deze.
4. Vervang ze door de injectors die nodig zijn voor
het type gas dat u gebruikt.
5. Vervang het typeplaatje (naast de
gastoevoerleiding) door het plaatje voor het
nieuwe type gastoevoer.
U kunt het plaatje vinden in de zak
die bij het apparaat geleverd is.
Als de druk van de gastoevoer niet constant is of
verschilt van de vereiste druk, moet u een geschikte
drukregelaar op de gastoevoerleiding monteren.
AANPASSEN VAN DE MINIMALE GASSTAND
OP DE FORNUISBRANDER
1. Verwijder de knop voor de kookplaat.
Demonteer als de bypass-schroef niet
toegankelijk is eerst het bedieningspaneel voor
de afstelling.
2. Stel de stand van de bypass-schroef A af met
een dunne en platte schroevendraaier.
Het model bepaalt de positie van de bypass-
schroef A.
A
A
Omzetten van aardgas naar vloeibaar gas
1. Draai de bypass-schroef volledig vast.
2. Doe de knop terug.
8
Omzetten van vloeibaar gas naar aardgas
1. Draai de stand van de bypass-schroef A één
draai los.
2. Plaats de knop voor de kookplaat terug.
3. Steek de brander aan.
Raadpleeg het hoofdstuk 'Kookplaat - Dagelijks
gebruik'.
4. Draai de knop voor de kookplaat naar een
laagste stand.
5. Verwijder de knop voor de kookplaat weer.
6. Draai de bypass-schroef langzaam vast tot de
vlam klein en stabiel wordt.
7. Plaats de knop voor de kookplaat weer terug.
VERVANGEN VAN OVENSPUITMONDEN
1. Verwijder de onderste plaat in de binnenkant
van de oven A om toegang te krijgen tot de
ovenbrander B.
AB
2. Maak schroef C los die de brander op zijn
plaats houdt.
C
3. Verplaats voorzichtig de brander van de
injectorsteun D.
D
E
4.
Schuif deze naar de linkerzijde. Zorg ervoor dat
de brandermof op het mondstuk van de
brander blijft. Oefen geen kracht uit op de
draad van de thermokoppelgeleider E.
5. Maak de branderinjector D los met een sleutel
van 7 mm en vervangen door een nieuwe.
Monteer de brander door de stappen in
omgekeerde volgorde te volgen.
Vervang het label dat het type gas vermeldt - in de
buurt van de gastoevoer - door een label dat het
nieuwe type gas vermeldt.
AANPASSEN VAN DE MINIMALE GASSTAND
OP DE OVENBRANDER
1. Verwijder de bedieningsknop voor de
ovenfuncties. Demonteer als de bypass-
schroef niet toegankelijk is eerst het
bedieningspaneel voor de afstelling.
2. Stel de stand van de bypass-schroef A af met
een dunne en platte schroevendraaier.
Het model bepaalt de positie van de bypass-
schroef A.
A
A
Omzetten van aardgas naar vloeibaar gas
1. Draai de bypass-schroef volledig vast.
2. Doe de knop terug.
Omzetten van vloeibaar gas naar aardgas
1. Draai de stand van de bypass-schroef A één
draai los.
2. Plaats de knop voor de ovenfuncties terug.
3. Steek de brander aan.
9
Raadpleeg het hoofdstuk 'Oven - Dagelijks
gebruik'.
4. Draai de knop voor de ovenfuncties naar een
laagste stand.
5. Verwijder de bedieningsknop voor de
ovenfuncties weer.
6. Draai de bypass-schroef langzaam vast tot de
vlam klein en stabiel wordt.
7. Plaats de knop voor de ovenfuncties terug.
8. Stel de maximale gasstand in van de knop van
de ovenfuncties en laat de oven tenminste 10
minuten opwarmen.
9. Draai de knop voor de ovenfuncties snel van
maximum naar minimum.
De vlam regelen. Zorg dat de vlam niet uit gaat als
u de knop snel van de maximale stand naar de
minimale stand draait. Er moet een kleine,
regelmatige vlam zijn op de branderkroon zijn. Stel
de ovenbrander opnieuw in als de vlam dooft.
BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT
ALGEMEEN OVERZICHT
1
2
3
4
3
1 2
1
Toetsen voor de kookplaat
2
Knop voor de ovenfuncties
3
Roosterhoogtes
INDELING KOOKPLAAT
1 32
5
4
1
Normale brander
2
Stoomuitlaat - aantal en positie afhankelijk van
het model
3
Sudderbrander
4
Snelle brander
5
Normale brander
10
ACCESSOIRES
Bakrooster
Voor kookgerei, bak- en braadvormen.
Bakplaat
Voor gebak en koekjes.
Opslagruimte
Onder de ovenruimte bevindt zich een
bewaarlade. Om het compartiment te gebruiken,
tilt u de onderste voordeur omhoog en trek u de
deur vervolgens omlaag.
WAARSCHUWING! Het
bewaarcompartiment kan heet
worden als het apparaat aan is.
VOORDAT U HET APPARAAT VOOR DE EERSTE KEER GEBRUIKT
WAARSCHUWING! Raadpleeg de
hoofdstukken Veiligheid.
EERSTE REINIGING
Verwijder alle onderdelen van het apparaat.
Zie het hoofdstuk 'Onderhoud en
reiniging'.
Reinig het apparaat voor het eerste gebruik.
Zet de accessoires terug in de beginstand.
VOORVERWARMEN
Verwarm het apparaat voor om het resterende vet
weg te branden.
1. Stel de ovenfunctieknop in op de maximale
gasstand
.
Raadpleeg het hoofdstuk 'Oven - Dagelijks
gebruik'.
2. Laat het apparaat ongeveer een uur werken.
WAARSCHUWING! Accessoires
kunnen heter worden dan normaal.
Het apparaat kan een vreemde geur en rook
afgeven. Dit is normaal. Zorg dat er voldoende
luchtcirculatie is.
Laat de oven afkoelen. Maak een doek vochtig met
warm water en wat mild reinigingsmiddel en reinig
daarmee de binnenkant van de oven.
KOOKPLAAT - DAGELIJKS GEBRUIK
WAARSCHUWING! Raadpleeg de
hoofdstukken Veiligheid.
ONTSTEKING VAN DE FORNUISBRANDER
Ontvlam de brander altijd vóór u het
kookgerei erop plaatst.
WAARSCHUWING! Ga voorzichtig
te werk bij het gebruik van branders
(open vuur) in de keuken. De fabrikant
kan niet aansprakelijk gesteld worden
in geval van onjuist gebruik van de
vlam.
1. Breng de vlam bij de brander.
2. Draai de knop voor de kookplaat linksom naar
de maximale gasstand
en druk de knop in.
3. Houd de knop voor de kookplaat ingedrukt
gedurende 10 seconden of minder om het
thermokoppel voor te verwarmen. Als u dat niet
doet, wordt de gastoevoer onderbroken.
4. Stel de vlam af zodra deze regelmatig brandt.
WAARSCHUWING! Houd de knop
niet langer dan 15 seconden
ingedrukt. Als de brander na 15
seconden nog niet brandt, de knop
loslaten en minstens 1 minuut wachten
voordat u opnieuw probeert de vlam te
ontsteken.
Als de brander na enkele pogingen
niet aan gaat, controleer dan of de
kroon en het branderdeksel goed op
hun plaats zitten.
Draai als de brander per ongeluk uit
gaat de knop naar de uit stand en
probeer na minimaal 1 minuut de
brander weer aan te steken.
11
BRANDEROVERZICHT
A
B
C
A. Branderdeksel
B. Branderkroon
C. Thermokoppeling
DE BRANDER UITSCHAKELEN
Om de vlam te doven, de knop naar de off-positie
draaien .
WAARSCHUWING! Draai de vlam
altijd lager of schakel hem uit voordat
u de pan van de brander haalt
KOOKPLAAT - AANWIJZINGEN EN TIPS
WAARSCHUWING! Raadpleeg de
hoofdstukken Veiligheid.
KOOKGEREI
WAARSCHUWING! Zet één pan niet
op twee branders.
WAARSCHUWING! Zet geen
instabiele of beschadigde pannen op
de brander om morsen en letsel te
voorkomen.
LET OP! Zorg dat de handvaten van
de pot niet boven de voorste rand van
het werkblad komen.
LET OP! Zorg dat de potten zich in
het midden van de brander bevinden,
voor een maximum aan stabiliteit en
lager gasverbruik.
DIAMETER VAN DE PANNEN
WAARSCHUWING! Gebruiken alleen
kookgerei met een bodemdiameter die
geschikt is voor de afmeting van de
plaat.
Brander
Diameter van de pan-
nen (mm)
Snelle brander 160 - 220
Normale brander 140 - 220
Sudderbrander 120 - 180
KOOKPLAAT - ONDERHOUD EN REINIGING
WAARSCHUWING! Raadpleeg de
hoofdstukken Veiligheid.
ALGEMENE INFORMATIE
Reinig de kookplaat na elk gebruik.
Gebruik altijd pannen met een schone bodem.
Krassen of donkere vlekken op de oppervlakte
hebben geen invloed op de werking van de
kookplaat.
Gebruik een specifiek schoonmaakmiddel voor
het oppervlak van de kookplaat.
Was de onderdelen van roestvrij staal af met
water en droog ze vervolgens met een zachte
doek.
12
DE KOOKPLAAT SCHOONMAKEN
Verwijder direct: gesmolten plastic, gesmolten
folie en suikerhoudende gerechten. Anders kan
het vuil de kookplaat beschadigen.
Verwijder nadat de kookplaat voldoende
is afgekoeld: kalk- en waterkringen, vetspatten
en metaalachtig glanzende verkleuringen. Reinig
de kookplaat met een vochtige doek en een
beetje afwasmiddel. Droog de kookplaat na
reiniging af met een zachte doek.
Was de geëmailleerde delen, het deksel en de
kroon met een warm sopje en laat ze goed
drogen alvorens ze terug te plaatsen.
PANNENDRAGERS
De pansteunen zijn niet bestand tegen
afwassen in een afwasautomaat. Ze
moeten met de hand worden
afgewassen.
1. U kunt de pansteunen verwijderen voor een
gemakkelijke reiniging van het kookplaat.
Ga zeer voorzichtig te werk bij het
vervangen van de pannendrager,
dit om schade aan het oppervlak
van de kookplaat te vermijden.
2. De emaillelaag kan scherpe randen hebben,
dus wees voorzichtig tijdens het met de hand
afwassen en afdrogen. Verwijder hardnekkige
vlekken zo nodig met een pastareiniger.
3. Zorg er na het reinigen van de pansteunen voor
dat u ze in de juiste stand terugplaatst.
4. Om ervoor te zorgen dat de brander goed
werkt, moeten de armen van de pannendrager
in het midden van de brander worden
geplaatst.
PERIODIEK ONDERHOUD
Raadpleeg regelmatig uw lokale serviceafdeling,
om de staat van de gastoevoerleiding en de
drukregelaar (indien gemonteerd) te controleren.
OVEN - DAGELIJKS GEBRUIK
WAARSCHUWING! Raadpleeg de
hoofdstukken Veiligheid.
OVENFUNCTIES
Ovenfunctie Applicatie
Uit-stand Het apparaat staat uit.
Maximale gastoevoer De oventemperatuur instellen - hoogste stand.
Pizzastand Pizza maken.
Minimale gastoevoer De oventemperatuur instellen - laagste stand.
HANDMATIGE ONTSTEKING VAN DE
OVENGASBRANDER
Veiligheidsinrichting oven:
De gasoven beschikt over een
thermokoppel. Deze stopt de
gastoevoer als de vlam dooft.
1. Open de ovendeur.
2. Houd een vlam in de buurt van de opening in
de bodem van de oven.
13
3. Druk tegelijkertijd op de knop voor de
ovenfuncties en draai de knop linksom naar de
maximale gasstand.
4. Houd als het vlammetje gaat branden de knop
voor de ovenfuncties maximaal 15 seconden
ingedrukt bij de maximale gasstand of laat het
thermokoppel opwarmen.
Houd de knop voor de ovenfuncties
niet langer dan 15 seconden
ingedrukt. Als de ovenbrander na 15
seconden nog niet brandt, de
bedieningsknop loslaten, naar de
uitstand draaien, de ovendeur openen
en minstens 1 minuut wachten voordat
u opnieuw probeert de brander te
ontsteken.
NA HET ONTSTEKEN VAN DE GASBRANDER
VAN DE OVEN
1. Laat de knop voor de ovenfuncties los.
2. Sluit u de ovendeur.
3. Draai de knop voor de ovenfuncties om de
gewenste stand in te stellen.
Houd een vlam in de buurt van de opening in de
bodem van de oven.
HET GEBRUIKEN VAN DE OVENGASKNOP
Draai de ovenknop voor de lengte van de gewenste
vlam naar één van de vlamposities.
MAX
MIN
7 mm
6 mm
5 mm
3 mm
DE OVENBRANDER UITSCHAKELEN
Om de vlam te doven, de knop naar de off-positie
draaien .
OVEN - GEBRUIK VAN DE ACCESSOIRES
WAARSCHUWING! Raadpleeg de
hoofdstukken Veiligheid.
DE ACCESSOIRES PLAATSEN
Bakrooster:
Het rooster heeft een speciale vorm
aan de achterkant waardoor de
warmtecirculatie wordt bevorderd.
Plaats het rooster in de roosterstand. Zorg ervoor
dat het de achterwand van de oven niet raakt.
Plaat:
Duw de bakplaat niet helemaal tot de
achterwand van de oven. Dit zal
voorkomen dat de warmte rondom de
bakplaat kan circuleren. Het gerecht
kan verbranden, vooral aan de
achterzijde van de bakplaat.
14
Plaats het blik of de diepe plaat op het ovenniveau.
Zorg ervoor dat het de achterwand van de oven
niet raakt.
OVEN - AANWIJZINGEN EN TIPS
WAARSCHUWING! Raadpleeg de
hoofdstukken Veiligheid.
De temperaturen en baktijden in de
tabellen zijn slechts als richtlijn
bedoeld. Deze zijn afhankelijk van de
recepten en de kwaliteit en de
hoeveelheid van de gebruikte
ingrediënten.
ALGEMENE INFORMATIE
Het apparaat heeft vier inzetniveaus. Tel de
inzetniveaus vanaf de bodem van het apparaat.
Vocht kan in het apparaat of op de glazen
deurpanelen condenseren. Dit is normaal. Ga
altijd iets terug staan van het apparaat als u de
deur van het apparaat tijdens de werking opent.
Om de condens te verminderen, dient u het
apparaat 10 minuten te laten voorverwarmen.
Veeg na elk gebruik het vocht van het apparaat.
Plaats geen voorwerpen direct op de bodem
van het apparaat en bedek de bodem tijdens de
bereiding niet met aluminiumfolie. Dit kan de
bakresultaten veranderen en de emaillelaag
beschadigen.
BAKKEN
Gebruik de eerste keer de laagste temperatuur.
Als de cake niet overal even hoog is, wordt de
cake niet overal even bruin. Als de cake niet
overal even bruin wordt, hoeft u de
temperatuurinstelling niet te wijzigen. De
verschillen verminderen tijdens het bakken.
Tijdens het bakken kunnen bakplaten in de oven
vervormen. Wanneer de bakplaten afkoelen,
verdwijnt de vervorming.
VOOR DE BEREIDING VAN GEBAK
De ovendeur mag pas worden geopend als
driekwart van de baktijd is verstreken.
Als u twee bakplaten tegelijkertijd gebruikt, dient
u één niveau ertussen leeg te laten.
VOOR DE BEREIDING VAN VLEES EN VIS
Gebruik een diepe bak voor erg vet voedsel om
te oven te behoeden voor blijvende vetvlekken.
Laat het vlees ongeveer 15 minuten rusten
voordat u het aansnijdt, zodat het vleessap er
niet uit stroomt.
Om te veel rook tijdens het braden in de oven te
vermijden, kunt u een beetje water in de lekbak
gieten. Om rook te vermijden, voegt u water toe
wanneer het is opgedroogd.
BEREIDINGSTIJDEN
De bereidingsduur is afhankelijk van het soort
voedsel, de samenstelling en het volume.
Houd in eerste instantie het bereidingsproces in de
gaten. Zoek bij het gebruik van dit apparaat de
beste instellingen (temperatuur, bereidingsduur,
etc.) voor uw kookgerei, recepten en hoeveelheden.
BEREIDINGSTABEL
Gerecht
Hoeveel-
heid (g)
Vlam-
lengte
(mm)
1)
Tempera-
tuur (°C)
Tijd (min)
Roos-
terhoog-
te
Accessoires
Deegreepjes voor
op vlaaien/taarten
2)
250 3 - 4 150 20 - 25 3 bakblik
Platte taart
3) 1000 5 170 30 - 35 3 bakblik
Koffiebroodjes met
appel en gist
3)
2000 6 190 40 - 50 3 bakblik
15
Gerecht
Hoeveel-
heid (g)
Vlam-
lengte
(mm)
1)
Tempera-
tuur (°C)
Tijd (min)
Roos-
terhoog-
te
Accessoires
Appeltaart
3) 1200 +
1200
6 190 60 - 70 3 2 ronde alumini-
um bakplaten
(diameter: 20
cm)
Kleine cakes
3) 500 5 170 25 - 35 3 bakblik
Biscuittaart zonder
vet
3)
350 5 170 30 - 35 3 1 ronde alumini-
um bakplaat (di-
ameter: 26 cm)
Pannenkoek 1500 5 170
50 - 60
4) 3 bakblik
Hele kip 1400 7 310 50 - 60 3
2
rooster
bakblik
Vlaaibrood
5) 800 7 310 10 - 15 3 bakblik
Gevulde gistcake
2) 1200 6 190 35 - 45 3 bakblik
Pizza
3) 1000 6 190 20 - 30 3 bakblik
Kwarktaart 2600 5 170 90 - 100 3 bakblik
Zwitserse appel-
flan
2)
1900 6 - 7 250 50 - 60 3 bakblik
Kerstcake
2) 2400 5 170
60 - 70
6) 3 bakblik
Quiche Lorraine
2) 1000 6 - 7 250 30 - 40 3 1 ronde alumini-
um bakplaat (di-
ameter: 26 cm)
Boerenbrood
2) 750 +
750
6 190 50 - 60 3 2 aluminium bak-
platen (lengte:
20 cm)
Roemeense biscuit-
taart
3)
600 +
600
5 170 40 - 50 3 2 aluminium bak-
platen (lengte:
25 cm)
Roemeense biscuit-
taart - traditioneel
3)
600 +
600
5 170 30 - 40 3 2 aluminium bak-
platen (lengte:
25 cm)
Opgerolde cake
met jam
3)
500 5 170 20 - 30 3 bakblik
Meringue 400 4 160 45 - 55 3 bakblik
Petit Choux
3) 500 6 190 25 - 35 3 bakblik
16
Gerecht
Hoeveel-
heid (g)
Vlam-
lengte
(mm)
1)
Tempera-
tuur (°C)
Tijd (min)
Roos-
terhoog-
te
Accessoires
Kruimeltaart
2) 1500 6 - 7 250 30 - 40 3 bakblik
Cake, zacht
3) 600 5 170 30 - 35 3 bakblik
Botercake
2) 600 5 - 6 180 30 - 35 3 bakblik
1) Gastoevoerinstelling bij benadering (1 - minimale gasvlamhoogte 3 mm, 8 - maximale gasvlamhoogte 7
mm).
2) Warm de oven 15 minuten voor.
3) Verwarm de oven 10 minuten voor.
4) Nadat u het apparaat hebt uitgeschakeld, laat u de cake nog 7 minuten in de oven.
5) Verwarm de oven 20 minuten voor.
6) Nadat u het apparaat hebt uitgeschakeld, laat u de cake nog 10 minuten in de oven.
OVEN - ONDERHOUD EN REINIGING
WAARSCHUWING! Raadpleeg de
hoofdstukken Veiligheid.
OPMERKINGEN OVER SCHOONMAKEN
Maak de voorkant van het apparaat schoon met
een zachte doek en een warm sopje.
Gebruik voor metalen oppervlakken een
universeel reinigingsmiddel.
Reinig de binnenkant van het apparaat na elk
gebruik. Opeenhopingen van vetten of andere
voedselresten kunnen brand veroorzaken.
Verwijder hardnekkig vuil met een speciale
ovenreiniger.
Reinig alle accessoires na elk gebruik en laat ze
drogen. Gebruik een zachte doek en een warm
sopje en een reinigingsmiddel.
Toebehoren met antiaanbaklaag mogen niet
worden schoongemaakt met een agressief
reinigingsmiddel, voorwerpen met scherpe
randen of een afwasautomaat. Dit kan de
antiaanbaklaag beschadigen.
APPARATEN VAN ROESTVRIJ STAAL OF
ALUMINIUM:
Maak de ovendeur alleen schoon met
een natte spons. Droog maken met
een zachte doek.
Vermijd het gebruik van staalwol, zure
of schurende producten, deze kunnen
de oppervlakken van de oven
beschadigen. Maak het
bedieningspaneel van de oven net zo
voorzichtig schoon
DE OVENGLASPANELEN VERWIJDEREN EN
INSTALLEREN
De interne glasplaten kunnen worden verwijderd
om ze te reinigen. Het aantal glasplaten verschilt
per model.
WAARSCHUWING! Zet de deur
tijdens de reiniging op een kiertje. Bij
volledige opening kan het per ongeluk
sluiten en mogelijk schade
veroorzaken.
WAARSCHUWING! Gebruik het
apparaat nooit zonder de glasplaten.
1. Open de deur totdat deze in een hoek van
ongeveer 30° staat. De deur blijft op een kiertje
staan.
17
2. Deurafdekking (B) aan de bovenkant van de
deur aan beide kanten vastpakken en naar
binnen drukken om de klemsluiting te
ontgrendelen.
1
2
B
3. Trek de deur naar voren om hem te verwijderen.
WAARSCHUWING! De oven
probeert te sluiten als u de glazen
panelen verwijdert.
4. Houd de glasplaten aan de bovenkant vast en
trek deze een voor een omhoog uit de
geleiding.
5. Reinig de glasplaat met een sopje. Droog de
glasplaat voorzichtig af.
Als u de glasplaten en de ovendeur heeft
schoongemaakt, plaatst u ze terug. Voer
bovenstaande stappen uit in de omgekeerde
volgorde. Plaats de kleinste glasplaat eerst, daarna
de grotere glasplaten.
LET OP! De bedrukte zijde moet naar
de binnenkant van de deur gericht zijn.
LET OP! Zorg ervoor dat na de
installatie het oppervlak van de glazen
paneelrand niet ruw aanvoelt als u het
aanraakt.
LET OP! Zorg dat u het interne glazen
paneel in de zittingen plaatst.
PROBLEEMOPLOSSING
WAARSCHUWING! Raadpleeg de
hoofdstukken Veiligheid.
WAT MOET U DOEN ALS…
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
De vlam gaat uit onmiddellijk
na de ontsteking.
Het thermokoppel is niet vol-
doende opgewarmd.
Na het ontsteken van de vlam
de knop circa 10 sec. inge-
drukt houden
De vlammenring is niet gelijk-
matig.
De branderkroon is verstopt
met etensresten.
Controleer of de inspuiter niet
verstopt is en of de brander-
kroon schoon is.
De branders werken niet. Er is geen gastoevoer. Controleer de gasaansluiting.
18
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
Het apparaat maakt lawaai. Bepaalde metalen onderdelen
van het apparaat zetten uit en
trekken samen als ze opwar-
men of afkoelen. De geluiden
zijn normaal.
De vlamkleur is oranje of geel. De vlam kan op bepaalde
plaatsen van de brander oranje
of geel zijn. Dit is normaal.
Stoom en condens slaan neer
op de gerechten en in de
ovenruimte.
Het gerecht heeft te lang in de
oven gestaan.
Laat gerechten na het berei-
den niet langer dan 15 - 20
minuten in de oven staan.
De oven wordt niet warm. De benodigde kookstanden
zijn niet ingesteld.
Zorg ervoor dat de instellingen
correct zijn.
De bereiding van de gerechten
duurt te lang of de gerechten
worden te snel gaar.
De temperatuur is te laag of te
hoog.
Pas indien nodig de tempera-
tuur aan. Volg het advies in de
handleiding op.
ONDERHOUDGEGEVENS
Als u niet zelf het probleem kunt verhelpen, neem
dan contact op met uw verkoper of de
serviceafdeling.
De contactgegevens van het servicecentrum staan
op het typeplaatje. Het typeplaatje bevindt zich voor
aan de binnenkant van het apparaat. Verwijder het
typeplaatje niet uit de ovenruimte.
Wij adviseren u om de gegevens hier te noteren:
Model (MOD.) .........................................
Productnummer (PNC) .........................................
Serienummer (S.N.) .........................................
ENERGIEZUINIGHEID
PRODUCTINFORMATIE VOOR KOOKPLAAT VOLGENS EU-RICHTLIJN 66/2014
Modelidentifi-
catie
ZCG210K1WA
Type kookplaat Kookplaat in vrijstaand fornuis
Aantal gas-
branders
4
19
Energiezuinig-
heid per gas-
brander (EE
gas burner)
Linksachter - Normale brander 55.3 %
Rechtsachter - Sudderbrander niet van toepassing
Rechtsvoor - Snelle brander 56.0 %
Linksvoor - Normale brander 55.3 %
Energie-efficiëntie voor de gaskookplaat (EE gas hob) 55.5 %
EN 30-2-1: Huishoudelijke kooktoestellen op gas -
Deel 2-1 : Energieverbruik - Algemeen
KOOKPLAAT - ENERGIEBESPARING
U kunt elke dag energie besparen tijdens het koken
door de onderstaande tips te volgen.
Warm alleen de hoeveelheid water op die u
nodig heeft.
Doe indien mogelijk altijd een deksel op het
kookgerei.
Zorg er voor gebruik voor dat de branders en
pannendragers goed worden geplaatst.
De bodem van het kookgerei moet de juiste
diameter hebben voor de brandermaat.
Zet het kookgerei meteen op de brander en in
het midden.
Wanneer de vloeistof begint te koken, draait u
de vlam omlaag, totdat de vloeistof zachtjes
pruttelt.
Gebruik indien mogelijk een hogedrukpan. Zie
de gebruikshandleiding van de hogedrukpan.
OVEN - ENERGIEBESPARING
Dit apparaat bevat functies die u helpen energie te
besparen tijdens het dagelijks koken.
Algemene tips
Zorg ervoor dat de ovendeur goed is
gesloten als het apparaat werkt en houd de
deur tijdens de bereiding zo veel mogelijk
gesloten.
Gebruik metalen schalen om meer energie
te besparen.
Zet indien mogelijk het eten in de oven
zonder voor te verwarmen.
Verlaag bij een bereidingsduur langer dan
30 minuten de oventemperatuur met
minimaal 3 - 10 minuten, afhankelijk van de
bereidingsduur voordat de kooktijd
verstrijkt. De restwarmte in de oven zorgt
ervoor dat het gerecht wordt voltooid.
U kunt de restwarmte gebruiken om ander
eten op te warmen.
Eeten warm houden - kies de laagste
temperatuur als u de restwarmte wilt gebruiken
om eten warm te houden.
MILIEUBESCHERMING
Recycle de materialen met het symbool . Gooi
de verpakking in een geschikte verzamelcontainer
om het te recyclen. Help om het milieu en de
volksgezondheid te beschermen en recycle het
afval van elektrische en elektronische apparaten.
Gooi apparaten gemarkeerd met het symbool
niet weg met het huishoudelijk afval. Breng het
product naar het milieustation bij u in de buurt of
neem contact op met de gemeente.
20
*
21
22
23
WWW.ZANUSSI.COM/SHOP
867342493-A-312018
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24

Zanussi ZCG210K1WA Handleiding

Type
Handleiding