4 | Optidrive ODE-3 gebruikershandleiding | Versie 1.02 www.invertekdrives.com
Snel van start
1
1. Snel van start
1.1. Belangrijke veiligheidsinformatie
Gelieve de onderstaande BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINFORMATIE en alle waarschuwingen en opmerkingen in het overige deel
van de gebruikershandleiding door te lezen.
Gevaar: Geeft de kans op een elektrische schok
aan die, indien deze niet vermeden wordt, kan
leiden tot schade aan het apparaat en mogelijk
letsel of de dood.
Deze frequentieregelaar (Optidrive) is bedoeld voor
professionele inbouw in complete apparatuur of systemen als
onderdeel van een vaste installatie. Een onjuiste installatie kan
een veiligheidsrisico vormen. De Optidrive maakt gebruik van
hoge spanningen en stromen, slaat een hoog niveau elektrische
energie op en wordt gebruikt om mechanische apparaten
aan te drijven die verwondingen kunnen veroorzaken. Bij het
ontwerp en het in bedrijf stellen en de elektrische installatie van
het apparaat dient hier rekening mee te worden gehouden
om risico's te vermijden, zowel bij normaal gebruik als bij sto-
ringen aan de apparatuur. Installatie en het onderhoud van dit
product mogen alleen worden uitgevoerd door gekwalificeerde
elektriciens.
Het ontwerp, de installatie, de inbedrijfstelling en het onderhoud
van het apparaat dienen alleen te worden uitgevoerd door
per-soneel dat over de nodige opleiding en ervaring beschikt.
Zij moeten deze veiligheidsinformatie en de instructies in deze
handleiding zorgvuldig lezen en alle informatie met betrekking
tot het transport, de opslag, de installatie en het gebruik van
de Optidrive, met inbegrip van de aangegeven omgevings-
beperkingen, opvolgen.
Voer geen isolatietest of spanningstest uit op de Optidrive. Voer
eventueel vereiste elektrische metingen uit wanneer de Optidrive
is losgekoppeld.
Gevaar voor elektrische schokken! Koppel de Optidrive los
en ISOLEER de Optidrive alvorens werkzaamheden aan de
Optidrive uit te voeren. Op de klemmen van de frequentie-
regelaar staat tot 10 minuten na het uitschakelen van de
elektrische voeding hoge spanningen. Controleer altijd met
een geschikte multimeter of er geen spanning op de aan-
sluitklemmen van de frequentieregelaar staat voordat u met de
werkzaamheden begint.
Als de frequentieregelaar via een stekker en contactdoos wordt
gevoed, mag deze pas na 10 minuten na het uitschakelen van
de voeding worden losgekoppeld.
Zorg voor de juiste aardverbinding. De aardleiding moet
sterk genoeg zijn om de maximale foutstroom te geleiden die
normaal gesproken door de zekeringen of installatieautomaten
wordt begrensd. Zekeringen of installatieautomaten moeten in
de netvoeding van de frequentieregelaar worden gemonteerd,
volgens de plaatselijke wetgeving en voorschriften.
Zorg voor een correcte aarding en kabelkeuze volgens de
plaatselijke wetgeving en voorschriften. De frequentieregelaar
kan een lekstroom van meer dan 3,5 mA hebben; bovendien
moet de aardleiding sterk genoeg zijn om de maximale
foutstroom te geleiden die normaal gesproken door de
zekeringen of installatieautomaten wordt begrensd. Zeke-
ringen of installatieautomaten moeten in de netvoeding van de
frequentieregelaar worden gemonteerd, volgens de plaatselijke
wetgeving en voorschriften.
Voer geen werkzaamheden aan de stuurstroomkabels van de
frequentieregelaar uit terwijl de frequentieregelaar of de externe
besturingscircuits onder spanning staan.
Gevaar: Geeft een mogelijk gevaarlijke situatie
aan die niet elektrisch is en die, indien deze niet
wordt vermeden, tot materiële schade kan leiden.
Binnen de Europese Unie moeten alle machines waarin dit
product wordt gebruikt, voldoen aan de Richtlijn 2006/42/EG,
veiligheid van machines. De machinefabrikant is in het bijzonder
verantwoordelijk voor het leveren van een hoofdschakelaar en het
verzekeren dat de elektrische apparatuur voldoet aan EN60204-1.
Het veiligheidsniveau van de besturingsingangsfuncties van de
Optidrive – bijvoorbeeld stop/start, vooruit/achteruit en maximum-
snelheid – is niet voldoende voor gebruik in veiligheidskritische
toepassingen zonder onafhankelijke beschermingskanalen. Bij alle
toepassingen waarbij een storing letsel of de dood kan veroorzaken,
moet een risicobeoordeling worden uitgevoerd. Waar nodig
moeten verdere veiligheidsmaatregelen worden genomen.
De aangedreven motor kan bij het inschakelen starten als het
vrijgavesignaal is gegeven.
De STOP-functie ontlaadt de eventueel dodelijke hoge spanningen
niet. ISOLEER de frequentieregelaar en wacht 10 minuten voordat
u er werkzaamheden aan uitvoert. Voer nooit werkzaamheden aan
de frequentieregelaar, motor of motorkabel uit als er nog spanning
op staat.
De Optidrive kan worden geprogrammeerd om de motor te
laten draaien met snelheden boven of onder het toerental dat
wordt bereikt wanneer de motor direct op het elektriciteitsnet is
aangesloten. Vóór de inbedrijfstelling van de machine dient u
van de fabrikanten van de motor en de aangedreven machine
bevestiging te krijgen dat deze geschikt zijn voor gebruik buiten het
beoogde toerentalbereik.
Activeer de automatische resetfunctie niet op apparaten waarbij dit
een potentieel gevaarlijke situatie kan veroorzaken.
Optidriveapparaten zijn alleen bedoeld voor gebruik binnenshuis.
Bij de montage moet er rekening mee worden gehouden dat er
voldoende koeling is voor de frequentieregelaar. Boor niet in de
buurt van de frequentieregelaar, stof en spanen die bij het boren
ontstaan, kunnen tot schade leiden.
Het binnendringen van geleidende of ontvlambare vreemde
voorwerpen moet worden voorkomen. Brandbaar materiaal mag
niet in de buurt van de frequentieregelaar worden geplaatst
De relatieve luchtvochtigheid moet lager zijn dan 95% (geen
condensvorming).
Zorg ervoor dat de voedingsspanning, frequentie en het aantal
fasen (1-fase of 3-fasen) overeenkomen met de specificaties
van de geleverde Optidrive.
Sluit nooit de voedingsspanning aan op de uitgangsklemmen U, V, W.
Er mag niet geschakeld worden in de motorleiding.
Houd een minimale afstand aan van 100 mm tussen de
stuurstroombekabeling en de hoofdstroombekabeling en zorg dat de
bekabeling elkaar kruist in een hoek van 90 graden. Zorg ervoor dat
de klemmen met het juiste draaimoment worden aangedraaid.
Probeer niet zelf reparaties uit te voeren aan de Optidrive.
Neem bij vermoedelijke fouten of storingen contact op met uw
lokale Invertek distribiteur voor verdere hulp.