Documenttranscriptie

Inhoud Gebruikershandleiding 1. 1.1 1.2 1.3 Montage ............................................................................................................................................................................................................ Verpakkingsinhoud ........................................................................................................................................................................................ De assen in de wielen steken .................................................................................................................................................................... De wielen loshalen en monteren ............................................................................................................................................................... 12 12 12 13 2. 2.1 2.2 2.3 De functie van de aanhanger .................................................................................................................................................................... De aanhanger uitklappen, vastzetten en opvouwen ........................................................................................................................... De dissel inklappen ....................................................................................................................................................................................... Vlag ..................................................................................................................................................................................................................... 13 13 14 15 3. 3.1 3.1.1 3.1.1.1 3.1.1.2 3.1.2 3.2 Inbedrijfstelling .............................................................................................................................................................................................. De dissel aan de fiets bevestigen ............................................................................................................................................................ Het koppelingselement aan de fiets bevestigen .................................................................................................................................. Fiets met een volledige as .......................................................................................................................................................................... Fiets met een snelspanner ......................................................................................................................................................................... De dissel op het koppelingselement monteren .................................................................................................................................... De lading op de juiste plaats zetten ........................................................................................................................................................ 15 15 15 16 16 17 17 4. Veiligheidsaanwijzingen .............................................................................................................................................................................. 17 5. 5.1 5.2 5.3 5.4 5.5 Onderhoud, verzorging en opslag ........................................................................................................................................................... Dissel ................................................................................................................................................................................................................. Wielen ................................................................................................................................................................................................................ Carrosserie ....................................................................................................................................................................................................... Opslag ............................................................................................................................................................................................................... Algemeen onderhoud ................................................................................................................................................................................... 6. Garantie ............................................................................................................................................................................................................ 18 18 18 18 18 18 18 Deze handleiding wordt beschermd door de auteurswet en is het eigendom van PRODEK GmbH, Keulen. Het afdrukken of vermenigvuldigen, ook in gedeelten, van tekst en/of afbeeldingen in wat voor media dan ook, is alleen toegestaan met schriftelijke toestemming van PRODEK GmbH. 11 U bent nu de gelukkige eigenaar van dit hondenvervoermiddel – en universele aanhanger! Deze nieuwe CROOZER DOG onderscheidt zich door de uitstekende kwaliteit, het gebruiksgemak, de hoge veiligheidsnormen en de grote inzetbaarheid. Veiligheidsaanwijzing: De technische specificaties kunnen zonder voorafgaande kennisgeving gewijzigd worden. Raadpleeg bij twijfel altijd de vakhandelaar! 1. Montage 1.1 Verpakkingsinhoud Frame met carrosserie (gevouwen), 2 wielen, dissel met koppeling (onder de aanhanger gevouwen), een kleine vervoerdoos met moersleutel en 2 assen met onderlegschijf, sluitring en moer 1.2 De assen in de wielen steken Deze handeling hoeft alleen door de winkelier te worden uitgevoerd bij de eerste montage. As met sluitring (1), onderlegschijf (2) en moer (3). 12 Voor de montage van de as in het wiel wordt aangeraden de as in de asholte van het frame te bevestigen. Steek de as plus sluitring in de asholte, totdat de gaten in de as en die in de holle as over elkaar liggen. Steek de sluitpen door het gat in de as en de holle as... ...en vergrendel het geheel door de veiligheidsbeugel om te klappen. Voor de montage van de as aan het wiel wordt het wiel op de as gelegd, met daarop de onderlegschijf. Draai daarna de moer met de meegeleverde moersleutel goed aan. Vervolgens wordt de as in het wiel gestoken. Er wordt niet van uitgegaan dat deze montage later ooit uit elkaar gehaald hoeft te worden, aangezien de moer dan niet meer zal functioneren. 1.3 De wielen loshalen en monteren Voor het loshalen van de wielen haalt u de veiligheidsbeugel van de sluitpen los en trekt u de pen eruit. Trek het wiel met as uit het frame. Het wiel wordt in omgekeerde volgorde gemonteerd: Steek de as van het wiel in de holle as van het frame, zodat de gaten van de as en die van de holle as over elkaar heen liggen. Steek de sluitpen door het gat in de as en de holle as en vergrendel het geheel door de veiligheidsbeugel om te klappen. 2. De functie van de aanhanger 2.1 De aanhanger uitklappen, vastzetten en opvouwen Eerst de rechter zijwand (gezien de rijrichting) omhoog klappen. Daarna ook de linker zijwand (gezien de rijrichting) omhoog klappen. Het achtervenster en de rechter klep in het dak (gezien de rijrichting) openen. 13 De hogere dwarsbuis omhoog klappen, die draaibaar aan de linker zijwand (gezien de rijrichting) is bevestigd totdat hij goed in het koppelingselement van de rechter zijwand vast zit. De sluitpen door de over elkaar liggende gaten van de dwarsbuis en het koppelingselement steken, totdat de kleine veerkogel achter het koppelingselement vast komt te zitten. Veiligheidsaanwijzing: Zorg er altijd voor dat de sluitpen door beide gaten (zowel van het koppelingselement als van de dwarsbuis is gestoken). Uw hond kan verwondingen oplopen als de installatie door een onjuist bevestigde dwarsbuis in elkaar klapt. U vouwt het geheel in omgekeerde volgorde op. Altijd eerst de linker zijwand (gezien de rijrichting) naar beneden klappen. Wanneer u de rechter zijwand naar beneden klapt, dient u erop te letten dat de voor- en achterwand naar binnen gedrukt worden, zodat ze niet beschadigd raken wanneer de aanhanger opgevouwen is. 2.2 De dissel inklappen De dissel kan op twee verschillende standen worden gezet: Naar voren geklapt, zodat de aanhanger aan de fiets gekoppeld kan worden, 14 onder het voertuig geklapt, zodat de aanhanger minder opslagruimte nodig heeft. Van stand verwisselen: Maak de veiligheidsbeugel van de sluitpen los en trek de pen eruit, zet de dissel in de andere stand, en bevestig de veiligheidsbeugel over het uiteinde van de sluitpen. Eindtoestand van de veiligheidspen steek de sluitpen door de over elkaar liggende gaten van de disselhouder en de dissel Veiligheidsaanwijzing: Controleer altijd of de dissel goed bevestigd is! De sluitpen moet door beide gaten gestoken worden (van de dissel en de disselhouder) en de veiligheidsbeugel moet over het uiteinde van de sluitpen worden bevestigd. Een dissel die niet volgens deze aanwijzingen is vastgemaakt, kan onderweg losraken. Dit is erg gevaarlijk en kan ongelukken veroorzaken. 2.3 Vlag Linksonder bevindt zich een vakje waarin de vlag wordt gestoken. 3. Inbedrijfstelling 3.1 De dissel aan de fiets bevestigen 3.1.1 Het koppelingselement aan de fiets bevestigen Monteer de dissel en het koppelingselement altijd aan de linkerzijde van de fiets, gezien de fietsrichting! Veiligheidsaanwijzing: Gezien de verschillende mogelijke uitvaleinden, kan het heel soms voorkomen dat het verbindingsstuk in geen enkele stand bevestigd kan worden. Als u niet zeker bent van de juiste bevestiging van het verbindingsstuk aan de fiets, dient u de vakhandelaar te raadplegen. Het verbindingsstuk moet altijd zo bevestigd worden dat het vierkant vanuit de as gezien verticaal naar beneden wijst. Alleen wanneer het uitvaleinde of andere functies van uw fiets deze verticale bevestiging onmogelijk maken, mag het verbindingsstuk horizontaal, naar achteren wijzend, worden bevestigd. 15 Veiligheidsaanwijzing: Als de Croozer achter een fiets aan wordt getrokken, hangt de veiligheid van uzelf af van de juiste montage van het koppelingselement. Ga dus bijzonder zorgvuldig te werk. Fiets nooit met een onjuist verbonden of los zittend koppelingselement. Raadpleeg bij twijfel altijd de vakhandelaar! 3.1.1.1 Fiets met een volledige as Demonteer de linker asmoer. Gewoonlijk kunnen alle afstandstukken of moerplaatjes bewaard worden. Plaats het verbindingsstuk op de as en bevestig de asmoeren opnieuw. Veiligheidsaanwijzing: De asmoer moet met minstens 5 volledige slagen op de asdraad geschroefd worden, zodat er voldoende klemkracht op het geheel wordt uitgeoefend. Een te korte draad kan ervoor zorgen dat het achterwiel per ongeluk losraakt, hetgeen tot beschadigingen en ongevallen zal leiden. Raadpleeg bij twijfel altijd de vakhandelaar! 3.1.1.2 Fiets met een snelspanner Veiligheidsaanwijzing: Als u niet zeker weet hoe u de snelspanner voor het eerst monteert, roep dan de hulp in van uw vakhandelaar. merkbaar weerstand Demonteer de snelspanner en steek de snelspanneras door het verbindingsstuk. Duw de snelspanner dan weer door de holle as en schroef de instelmoer vast. Draai de instelmoer van de geopende snelspanner naar rechts, totdat de drukvlakken van de snelspanner tegen het uitvaleinde aan liggen. Sluit de snelspannerhendel. vastklemmen De snelspanner is alleen goed ingesteld als u een duidelijke weerstand voelt wanneer u hem aandraait. De weerstand moet ca. 60° vóór het einde van de hendelbeweging voelbaar zijn. Als het te makkelijk of te moeilijk is om de snelspanner te gebruiken, kunt u de instelmoer op de andere naafzijde iets aan- of losdraaien. Veiligheidsaanwijzing: De draad van de instelmoer van de snelspanner moet met minstens 5 volledige slagen op de snelspanneras geschroefd worden, zodat er voldoende klemkracht op het geheel wordt uitgeoefend. Een te korte snelspanneras kan ervoor zorgen dat het achterwiel per ongeluk losraakt, hetgeen tot beschadigingen en ongevallen zal leiden.Raadpleeg bij twijfel altijd de vakhandelaar! Tip: Voor fietsen met een te korte snelspanner, is een speciale snelspanner met langere as verkrijgbaar. 16 3.1.2 De dissel op het koppelingselement monteren Schuif de vierkante disselaansluiting over het op de fiets gemonteerde koppelingselement. Steek de veerklempen door de boorgaten van beide koppelingsonderdelen en sluit de beugel, zodat de opening van de klem over het uiteinde van de pen ligt. Veiligheidsaanwijzing: Altijd de veiligheidsriem aan de kettingstijl bevestigen! Leg de veiligheidsriem om de achterkant van het fietsframe en bevestig de karabijnhaak aan de D-ring van de dissel. Veiligheidsaanwijzing: een koppelingselement dat niet juist is gemonteerd kan tijdens het remmen losraken ofwel zijwaarts door de spaken steken. Dit betekent dat de fietser zal vallen en zwaar gewond kan raken. Inspecteer dus telkens voordat u gaat fietsen of het koppelingselement op de juiste plaats en goed vast zit. 3.2 De lading op de juiste plaats zetten fout goed! De gewichtsverdeling van de lading is erg belangrijk voor het rijgedrag van een fiets met aanhanger. Teveel gewicht vóór de aanhangerwielen verhoogt de belasting op het koppelingselement. Dat heeft een negatief effect op het rijgedrag van de fiets. Let bij het inladen van de aanhanger er goed op dat zware voorwerpen boven de assen worden geplaatst. Ook uw hond, en dan vooral als het een zware hond is, moet het liefst boven de as worden vervoerd. 4. Veiligheidsaanwijzingen Veiligheidsaanwijzing: Probeer altijd te vermijden om met slechts één wiel over een hindernis te rijden, aangezien de aanhanger hierdoor kan omkiepen, ongeacht de snelheid waarmee wordt gereden. • • • • • • • • • • • • • • • Deze aanhanger is alleen geschikt voor het vervoer van honden en goederen, niet voor het vervoer van kinderen! Vervoer nooit een hond samen met goederen, omdat uw hond door verschuivende goederen gewond kan raken. Breng geen modificaties aan het voertuig aan die niet in deze gebruikershandleiding staan beschreven. Lees de gebruiksaanwijzing goed door voordat u de aanhanger gaat gebruiken. Maak voor de rit het koppelingselement en de veiligheidsriem goed vast. Let op de juiste montage van alle onderdelen, met name de wielen en de dissel. Zorg van tevoren dat de aanhanger niet met delen van de fiets in aanraking kan komen, zoals pedalen, remmen, etc. Let er vooral op dat de dwarsbuis op de juiste manier bevestigd is, zie Hoofdstuk 2.1. De aanhangers mogen alleen onbeladen gekoppeld of ontkoppeld worden. Bedenk goed dat het rijgedrag van de fiets anders wordt als er een aanhanger aan is bevestigd en dat er hogere eisen aan de remmen en aan de framebelasting worden gesteld. Raadpleeg bij twijfel altijd de vakhandelaar. Rij voorzichtig en voorkom situaties waarbij u volop op de rem moet staan. Als u met de voorwielrem remt wanneer de aanhanger bevestigd is, worden er grote krachten op de fiets en met name de gaffeldissel uitgeoefend. Trek de aanhanger alleen als u daar voldoende ervaring en kracht voor hebt. De aanhanger mag nooit door een motorfiets worden getrokken. Fiets met de aanhanger langzamer en voorzichtiger dan wanneer u zonder aanhanger fietst. Neem bochten op wandelsnelheid, omdat de aanhanger kan omkiepen. 17 • • • • • • De toegestane maximumsnelheid voor het rijden met een aanhanger is 25 km/h. Maximale belasting is 30 kg Wielspanning is 2,5 bar Wanneer het donker is, moeten de fiets en de aanhanger met de voorgeschreven verlichting en reflectoren uitgerust worden. Als u de aanhanger parkeert, zorg er dan voor dat hij niet kan omkiepen. Door de aanhanger aan de fiets te koppelen, verandert het zwaartepunt van de fiets, waardoor de stander, en met name een tweepotige stander, niet goed meer functioneert. Als de fiets omvalt, kan de aanhanger, de dissel of het koppelingselement beschadigd raken. Aanhangers, zelfs opgeklapte aanhangers, mogen niet op het dak van een motorvoertuig vervoerd worden. 5. Onderhoud, verzorging en opslag 5.1 Dissel Controleer de dissel regelmatig op beschadiging (bijv. scheuren). Als de dissel op de één of andere manier beschadigd is, moet hij vervangen worden, zodat hij niet zal breken en een ongeluk veroorzaakt. Raadpleeg bij twijfel altijd de vakhandelaar. 5.2 Wielen Laat de wielen (banden, velgen, spaakspanning, aslagers) minstens tweemaal per jaar door de vakhandelaar controleren. Maak de wielen regelmatig schoon en smeer ze vooral tijdens de wintermaanden in met vet. 5.3 Carrosserie Maak de CROOZER DOG met water en een spoelmiddel schoon. Geen bijtende schoonmaakmiddelen gebruiken, aangezien de oppervlakken daardoor blijvende beschadiging zullen oplopen. 5.4 Opslag Plaats de CROOZER DOG in een droge en goed geventileerde ruimte. Droog het voertuig eerst goed af, voordat u hem opslaat, omdat er anders schimmel en vochtvlekken ontstaan. Plaats het voertuig zo veel mogelijk uit direct zonlicht, zodat de kleuren niet verbleken. Zorg ervoor dat de fietskar niet lange tijd aan de fiets gekoppeld blijft. 5.5 Algemeen onderhoud Zorg goed voor deze aanhanger. Alle gelakte, verchroomde of verzinkte onderdelen (incl. schroefverbindingen) moeten regelmatig schoongemaakt en met een in de handel verkrijgbare smeermiddel ingevet worden. Vraag bij de vakhandelaar naar de meest geschikte verzorgingsproducten. 6. Garantie De garantie geldt altijd voor defecten. Schade die ontstaat als gevolg van onjuist gebruik, geweld, onvoldoende onderhoud of normale slijtage wordt niet gedekt door deze garantie. De duur van de wettelijke garantie is afhankelijk van de wettelijke bepalingen van elk individueel land. Onze producten bevatten elementen of onderdelen die bij gewoon gebruik zullen slijten. Deze slijtage varieert sterk al naar gelang het soort en de mate van gebruik en ook het onderhoud en verzorging van het product. Met name bij intensief gebruik (dagelijks en in allerlei weersomstandigheden, e.d.) kunnen individuele onderdelen of elementen beginnen te slijten voordat de wettelijke garantieperiode is verstreken. Aangezien het product vervroegd is versleten als gevolg van het gebruik, betekent dit niet dat het product zelf defect is. Wij hebben daarom ter informatie de volgende tabel samengesteld, waarin de belangrijke elementen staan vermeld die veel zullen slijten plus de voornaamste factoren die de mate van deze slijtage bepalen. Afgezien van het soort gebruik, de intensiteit van het gebruik, het onderhoud en de verzorging, zullen bepaalde componenten en elementen van de fietsaanhanger gewoon slijten. 18 Het hangt erg van het onderhoud en de verzorging van het gebruik af hoe snel de slijtagelimiet wordt bereikt, maar natuurlijk ook van het soort gebruik en de gebruiksintensiteit, zoals: • • • • • • Het aantal afgelegde kilometers De gewichtsbelasting De rijstijl De weersomstandigheden: uv-stralen, vocht, vuil, temperatuur, zoute lucht, enz. De opslag Het onderhoud Lees de volgende tabel (‘Slijtagefactoren’) goed door. Hier ziet u duidelijk aangegeven welke factoren met name van invloed zijn op de mate van slijtage van elk individuele onderdeel. De tabel is een aanvulling op de bestaande gebruiksaanwijzing. Let op de aanwijzingen over onderhoud, verzorging en opslag. Factoren die de slijtage van fietskarren en wandelwagens verhogen: xx x Dissel, Koppeling De lading Wielen*5 Belasting door: Velgen, naven & spaken Slijtagefactoren Bodem Zijwanden Overtrek Onderdelen xx xx xx*1 xx xx*3 xx x x Vuil xx xx x x Temperatuur x x Zoute lucht x xx xx x xx Contact met zout water xx xx xxx x xx Met zout bestrooide straten xx xx xxx x xx x x Weersomstandigheden: Uv-stralen Vochtigheid Opslag xx*2 x x*4 Slijtagebevordering: x: xx: xxx: matige invloed op slijtage sterke invloed op slijtage zeer grote invloed op slijtage *1 *2 *3 *4 *5 Vermijd sterk zonlicht! Vermijd langdurige invloed van zonlicht! Schimmelgroei vermijden door droog op te bergen! Indien opgehangen, geen slijtage! De luchtdruk regelmatig controleren! - 11-2005 www.croozer.info 19