5
NEDERLANDS
Gebruik het toestel niet in de nabij-
heid van ontvlambare vloeistoffen of
g
assen.
H
et apparaat mag alleen ingescha-
keld en gebruikt worden door perso-
nen die vertrouwd zijn met afkortza-
gen en de gevaren bij de omgang
erm
ee.
Personen beneden de 18 jaar
mog
en dit toestel slechts bedienen
in het kader van een beroepsoplei-
ding en onder het voortdurend toe-
zicht van een ervaren leraar.
L
et erop dat er zich geen onbe-
voegde personen, voornamelijk kin-
deren, in de gevarenzone begeven.
Zorg ervoor dat geen andere perso-
nen het toestel of het snoer kunnen
a
anraken.
Z
org dat u het toestel niet overbelast
– gebruik dit toestel uitsluitend bin-
nen het vermogensbereik dat in de
tech
nische gegevens vermeld
wordt.
B
Gevaar door elektrische
stroom!
Stel
het toestel niet bloot aan regen.
Gebruik dit toestel niet in een voch-
tige of natte omgeving.
Vermijd dat u tijdens werkzaamhe-
den met dit toestel in contact komt
met gea
arde elementen zoals radia-
toren, buizen, ovens, koelkasten).
Gebruik het snoer niet voor doelein-
den waarvoor het niet bedoeld is.
A
Gevaar voor verwondingen en
kneuzingen aan bewegende onderde-
len!
Neem dit toestel nooit in gebruik
zonder gemonteerde veiligheids-
voorzieningen.
Houd steeds voldoende afstand van
het zaagblad. Gebruik desnoods
geschikte invoerhulpmiddelen. Houd
tijdens het gebruik voldoende
afstand van aangedreven onderde-
len.
W
acht tot het zaagblad stilstaat
vooraleer u kleine werkstukdelen,
houtresten enz. verwijdert uit het
werkbereik.
Rem het uitlopende zaagblad niet af
door er aan de zijkant tegenaan te
drukken.
Controleer of het apparaat geschei-
den is van het stroomnet alvorens
o
nderhoudswerkzaamheden uit te
voeren.
Zorg dat er zich bij het inschakelen
(bijvoorbeeld na onderhoudswerk-
zaamheden) geen montagegereed-
schap of losse onderdelen meer in
het toes
tel bevinden.
Sch
akel het elektrische toestel uit
wanneer u het niet gebruikt.
A
Gevaar voor snijwonden ook
bij rechtopstaand snijwerktuig!
Trek veiligheidshandschoenen aan
als u snijwerktuigen moet vervan-
gen.
Bewaar de zaagbladen zo dat nie-
mand zich eraan kan verwonden.
A
Gevaar voor terugslag van het
werkstuk (een werkstuk kan door het
zaagblad meegesleurd en weggeslin-
gerd worden, waardoor diegene die
de
zaag bedient, zich kan verwon-
den):
Werk bij he
t gebruik als tafelcirkel-
zaag alleen met een correct inge-
steld spouwmes.
Het spouwmes en het gebruikte
zaagblad moeten bij elkaar passen:
het spouwmes mag niet dikker zijn
dan de snijvoegbreedte en niet dun-
ner dan het stamblad.
Z
et het werkstuk nooit "op z’n smalle
kant" (tijdens het schaven).
L
et erop dat het gebruikte zaagblad
geschikt is voor het materiaal van
het werkstuk.
Gebruik voor het zagen van dunne
werkstukken of werkstukken met
dunne wanden uitsluitend zaagbla-
den met fijne tanding.
Z
org ervoor dat de zaagbladen
steeds scherp zijn.
Co
ntroleer in geval van twijfel de
werkstukken op vreemde voorwer-
pen (bijvoorbeeld nagels of schroe-
ven).
Z
aag alleen werkstukken die groot
genoeg zijn, zodat ze bij het zagen
veilig vastgeklemd kunnen worden.
Zaag nooit verschillende stukken –
ook geen bundels met verschil-
lende aparte stukken tegelijk. Er is
g
evaar voor lichamelijk letsel als
aparte stukken zonder steun door
het zaagblad worden gegrepen.
Ve
rwijder kleine werkstukdelen,
houtresten enz. uit het werkbereik –
het zaagblad moet daarvoor stil-
staan.
c
Klemgevaar!
Z
org ervoor dat tijdens het gebruik
geen lichaamsdelen of kledij door
roterende onderdelen gegrepen en
meegetrokken kunnen worden
(geen dassen, geen handschoe-
nen, gee
n kledij met brede mou-
wen; personen met lang haar moe-
ten een haarnetje dragen).
Zaag nooit werkstukken waaraan
zich
tou
wen
sn
oeren
ri
emen
ka
bels of
d
raden bevinden of die dergelijke
materialen bevatten.
A
Gevaar door onvoldoende per-
soonlijke veiligheidsuitrusting!
Draag oordoppen.
D
raag een veiligheidsbril.
D
raag een stofmasker.
Draag aangepaste werkkledij.
Bi
j werkzaamheden in openlucht is
schoeisel met antislipzool aanbevo-
len.
A
Gevaar door zaagsel!
So
mmige soorten zaagsel (bijvoor-
beeld van eiken-, beuken- en essen-
hout) kunnen bij inademing kanker-
verwekkend zijn. Werk uitsluitend
met aan
gesloten afzuiginstallatie.
De afzuiginstallatie moet de waar-
den vermeld in de Technische
Geg
evens realiseren.
Zorg ervoor dat tijdens het werken
zo weinig mogelijk houtstof vrijkomt:
Ve
rwijder afgezet houtstof in het
werkbereik (niet wegblazen!);
Herstel ondichte plaatsen in de
afzuiginstallatie;
Z
org voor een goede verluchting.
A
Gevaar door technische wijzi-
gingen aan de machine of het gebruik
van onderdelen die niet door de fabri-
kant goedgekeurd zijn; die kunnen
onvoor
spelbaar persoonlijk letsel
veroorzaken!
Monteer dit toestel zoals in de hand-
leiding wordt aangegeven.
Geb
ruik hiervoor uitsluitend onder-
delen die door de fabrikant vrijgege-
ven werden. Dit heeft vooral betrek-
king op:
zaagbladen (bestelnummers zie
Technische gegevens);
ve
iligheidsinrichtingen (bestel-
nummers zie onderdelenlijst).
Bren
g aan deze onderdelen geen
wijzigingen aan.
A
Gevaar door gebreken aan het
toestel!
Zorg dat het toestel evenals het toe-
behoren goed onderhouden wor-
den. Neem hierbij de onderhouds-
voorschriften in acht.
Controleer de machine voor het
inschakelen telkens op eventuele
beschadigingen: voor elk gebruik
moet de goede werking van de vei-
ligheidsinrichtingen en van licht
b
eschadigde onderdelen zorgvuldig