5. Bevestig de ontvangerhouder PRA 83 door sluiten
van de draaihandgreep stevig aan de telescoop- of
nivelleerstang.
6. Houd de ontvanger met het detectievenster direct
in het vlak van de roterende laserstraal.
6.2.4 Werken met de baak PRA 81 4
1. Open de sluiting van de PRA 81.
2. Plaats de ontvanger in de baak PRA 81.
3. Sluit de sluiting van de PRA 81.
4. Schakel de ontvanger in met de aan/uit-toets.
5. Houd de ontvanger met het detectievenster direct
in het vlak van de roterende laserstraal.
6. Positioneer de laserontvanger zodanig, dat de af-
standsaanduiding "0" aangeeft.
7. Meet de gewenste afstand met behulp van het meet-
lint.
6.2.5 Eenhedeninstelling
Met de eenhedentoets kan de gewenste nauwkeurigheid
vandedigitaleweergavewordeningesteld(mm/cm/
uit).
6.2.6 Volume-instelling
Bij het inschakelen van de ontvanger is het volume op
"normaal" ingesteld. Door een druk op de volumetoets
kan hetvolumeworden gewijzigd. Erkanwordengekozen
uit de 4 opties "Zacht", "Normaal", "Luid" en "Uit".
6.2.7 Menu-opties
Druk bij het inschakelen van de ontvanger de aan/uit-
toets twee seconden in.
De menuweergave verschijnt op het display.
Gebruik de eenhedentoets om tussen metrische en
anglo-amerikaanse eenheden te wisselen.
Gebruik de volumetoets om de snelle opeenvolging van
het akoestische signaal voor het bovenste of onderste
detectiebereik in te stellen.
Schakel de ontvanger uit om de instellingen op te slaan.
AANWIJZING
De geselecteerde instellingen zijn ook van toepassing na
de volgende inschakeling.
7 Verzorging en onderhoud
7.1Reinigenendrogen
1. Stof van het oppervlak blazen.
2. Displays of detiectievensters niet met uw vingers
aanraken.
3. Alleen met schone en zachte doeken reinigen; indien
nodig, met zuivere alcohol of wat water bevochtigen.
AANWIJZING Geen andere vloeistoffen gebruiken
omdatdezedekunststofdelenkunnenaantasten.
4. Droog de uitrusting met inachtneming van de tem-
peratuurgrenzen die in de Technische gegevens zijn
aangegeven.
AANWIJZING Met name in de winter en zomer de
temperatuurgrenzen in acht nemen wanneer u de
uitrusting bijv. in een voertuig bewaart.
7.2 Opslaan
1. Apparaten die nat zijn geworden, dienen te worden
uitgepakt. Apparaten, transportcontainers en toebe-
horen moeten worden gedroogd (met inachtneming
van de bedrijfstemperatuur) en gereinigd. Appara-
tuur pas weer inpakken als alles helemaal droog
is.
2. Voerbij de apparatuur na een opslag of transport van
langere duur voor het gebruik een controlemeting
uit.
3. Neem de batterijen uit de ontvanger wanneer deze
voor langere tijd opgeslagen worden. Lekkende bat-
terijen kunnen de ontvanger beschadigen.
7.3 Transporteren
Gebruik voor het transport of de verzending van uw uit-
rusting de originele Hilti verpakking of een gelijkwaardige
verpakking.
ATTENTIE
Verwijdervoorhettransportofhetverzenden de batterijen
uit de laserontvanger.
7.4 Kalibreren door Hilti Kalibratieservice
Wij raden aan het systeem regelmatig te laten controleren
door de Hilti Kalibratieservice, om de betrouwbaarheid
overeenkomstig de normen en wettelijke eisen te kunnen
garanderen.
De Hilti Kalibratieservice staat te allen tijde tot uw be-
schikking. Wij adviseren om het systeem minstens een-
maal per jaar te laten kalibreren.
In het kader van de Hilti Kalibratieservice wordt bevestigd
dat de specificaties van het gecontroleerde systeem op
de dag van keuring overeenkomen met de technische
gegevens van de handleiding.
Bij afwijkingen van de fabrieksgegevens wordt het ge-
bruikte meetapparaat weer opnieuw ingesteld. Na ijking
en keuring wordt een kalibratieplaatje op het apparaat
aangebracht en met een kalibratiecertificaat schriftelijk
bevestigd dat het systeem conform de fabrieksgegevens
werkt.
Kalibratiecertificaten zijn altijd vereist bij ondernemingen
die volgens ISO 900X gecertificeerd zijn.
Een Hilti-vestiging in uw omgeving geeft u graag meer
informatie.
nl
47
Printed: 11.04.2016 | Doc-Nr: PUB / 5142459 / 000 / 02