Documenttranscriptie
NL
Markeringen en symbolen
Lees voor gebruik
de handleiding.
Waarschuwing
Neem contact op met de leverancier
van de apparatuur en vraag informatie
over het op juiste wijze als afval
verwerken van dit product in een
bepaald land, volgens de eisen van
AEEË.
WAARSCHUWING
Let op, risico van
een elektrische
schok.
Op een goed
geventileerde
gebruiken.
Niet blootstellen
aan regen.
.
Alleen voor
gebruik
binnenshuis.
Uit de buurt houden van vonken en
open vuur – accu kan explosieve
gassen uitstoten.
LEES DE GEHELE HANDLEIDING VOORDAT U DIT PRODUCT IN GEBRUIK
NEEMT. DOET U DAT NIET DAN KAN DAT ERNSTIG LETSEL OF EEN
ONGELUK MET DODELIJKE AFLOOP TOT GEVOLG HEBBEN.
BELANGRIJK: LEES EN BEWAAR DEZE VEILIGHEIDS- EN INSTRUCTIEHANDLEIDING.
BEWAAR DEZE VEILIGHEIDINSTRUCTIES – Deze handleiding laat u zien hoe u de lader veilig
en effectief kunt gebruiken. Lees, begrijp en volg deze instructies en aanwijzingen voor een veilig
gebruik aandachtig, omdat deze handleiding belangrijke instructies voor de veiligheid en bediening
bevat. De veiligheidsmeldingen die overal in deze handleiding worden gebruikt, bevatten een
signaalwoord, een melding en een pictogram.
Het signaalwoord geeft het risiconiveau in een situatie aan.
Duidt een dreigende gevaarlijke situatie aan, die, als deze niet wordt vermeden, een
GEVAAR
ongeluk met dodelijke afloop of ernstig letsel bij de gebruiker of omstanders tot
gevolg zal hebben.
WAARSCHUWING Duidt een mogelijk gevaarlijke situatie aan, die, als deze niet wordt vermeden, een
ongeluk met dodelijke afloop of ernstig letsel bij de gebruiker of omstanders tot
gevolg kan hebben.
Duidt
een dreigende gevaarlijke situatie aan, die, als deze niet wordt vermeden,
VOORZICHTIG
een ongeluk met dodelijke afloop of ernstig letsel bij de gebruiker of omstanders tot
gevolg zou kunnen hebben.
BELANGRIJK Duidt een mogelijk gevaarlijke situatie aan, die, als deze niet wordt vermeden,
beschadiging van de apparatuur of het voertuig of materiële schade tot gevolg zou
kunnen hebben.
33
1.
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES - BEWAAR DEZE INSTRUCTIES
Deze handleiding bevat belangrijke instructies voor de veiligheid en de bediening.
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING RISICO VAN ELEKTRISCHE SCHOK OF BRAND.
1.1 Lees de gehele handleiding door voordat u dit product in gebruik
neemt. Doet u dat niet, dan zou dat ernstig letsel of een ongeluk met
dodelijke afloop tot gevolg kunnen hebben.
1.2 Er moet toezicht op kinderen worden gehouden zodat zij niet met het
apparaat kunnen spelen. Dit apparaat kan worden gebruikt door
kinderen vanaf de leeftijd van 8 jaar en door personen met verminderde fysieke, zintuiglijke
of psychische vermogens of met een gebrek aan ervaring of kennis, als zij onder toezicht staan
of instructies ontvangen over het gebruik van het apparaat op een veilige manier en zij de
risico’s die ermee gepaard gaan, begrijpen. Kinderen mogen niet met het apparaat spelen. Het
apparaat mag niet zonder toezicht worden gereinigd en er mag geen onderhoud aan het
apparaat worden uitgevoerd door kinderen.
1.3 Het is niet de bedoeling dat deze lader wordt gebruikt door personen (waaronder kinderen)
met verminderde, fysieke, zintuiglijke of psychische vermogens, of men een gebrek aan
ervaring of kennis, tenzij zij toezicht krijgen of instructies over het gebruik van de lader van
iemand die verantwoordelijk is voor hun veiligheid. Er moet toezicht op kinderen worden
gehouden zodat zij niet met het apparaat kunnen spelen.
1.4 Stel de lader niet bloot aan regen of sneeuw.
1.5 Gebruik uitsluitend aanbevolen hulpstukken. Gebruik van een hulpstuk dat niet wordt
aanbevolen of verkocht door FACOM kan een risico van brand, elektrische schok of letsel bij
personen of materiële schade geven.
1.6 Beperk het risico van beschadiging van de stekker of het snoer, trek aan de stekker en niet aan
het snoer wanneer u de lader loskoppelt van de stroomvoorziening.
1.7 U kunt beter een verlengsnoer alleen gebruiken als het absoluut noodzakelijk is. Gebruik van
een ongeschikt verlengsnoer kan risico van brand en een elektrische schok geven. Moet u een
verlengsnoer gebruiken, zorg er dan voor dat:
•
De pennen van de stekker van het verlengsnoer hetzelfde aantal, dezelfde afmeting en vorm
hebben, als die van de stekker van de lader.
•
Het verlengsnoer is voorzien van de juiste bedrading en in goede elektrische staat is.
•
de afmeting van de bedrading groot genoeg is voor het ampèrage van de lader, zoals wordt
opgegeven in hoofdstuk 8.
1.8 Beperk het risico van een elektrische schok, verbreekt de verbinding van de lader met het
stopcontact voordat u onderhouds- of reinigingswerk uitvoert. Alleen het uitschakelen van de
bedieningsfuncties zal dit risico niet doen afnemen.
1.9 Gebruik de lader niet met een beschadigd snoer of een beschadigde stekker. Is het netsnoer
beschadigd, dan moet het worden vervangen door de fabrikant, zijn servicemonteur of
dergelijke bevoegde personen, zodat gevaarlijke situaties worden vermeden.
1.10 Gebruik de lader niet als deze hard is gestoten, is gevallen, of op een andere manier is
beschadigd, breng dan de lader naar een bevoegde servicemonteur.
1.11 Haal de lader niet uit elkaar, breng de lader naar een bevoegde servicemonteur wanneer service
of reparatie nodig is. Wanneer de accu niet goed weer in elkaar wordt gezet, kan dat leiden tot
een risico van brand of van een elektrische schok.
RISICO VAN EXPLOSIEVE GASSEN.
WAARSCHUWING 1.12 WERKEN IN DE NABIJHEID VAN EEN LOODZUUR-ACCU IS GEVAARLIJK.
ACCU’S GENEREREN EXPLOSIEVE GASSEN TIJDENS NORMALE WERKING. OM
DEZE REDEN IS HET VAN HET HOOGSTE BELANG DAT U STEEDS WANNEER U DE
LADER GEBRUIKT DE INSTRUCTIES VOLGT.
1.13 Beperk het risico van explosie van de accu, houd u aan deze instructies en de instructies die
worden gepubliceerd door de fabrikant van de accu en de fabrikant van apparatuur die u
eventueel in de buurt van de accu wilt gebruiken. Kijk naar aanwijzingen voor een veilig gebruik
op deze producten en op de motor.
1.14 Deze lader maakt gebruik van onderdelen, zoals schakelaars en circuitonderbrekers, die
spanningsbogen en vonken kunnen produceren. Gebruikt u de lader in een garage, plaats het
apparaat dan minimaal 46 cm boven de vloer.
34
Niet te gebruiken met niet-oplaadbare accu’s.
Uitsluitend gebruiken met loodzuur-accu’s die kunnen worden opgeladen.
BELANGRIJK Start het voertuig niet terwijl de lader is aangesloten op het stopcontact, omdat dan
de lader en uw voertuig beschadigd kunnen raken.
WAARSCHUWING
2.
PERSOONLIJKE VOORZORGSMAATREGELEN
RISICO VAN EXPLOSIEVE GASSEN.
2.1 Rook NOOIT en houd ALTIJD vonken en vuur weg bij een accu of een motor.
2.2 Doe sieraden zoals ringen, armbanden, halskettingen en horloges af, wanneer
u met een loodzuur-accu of een lithium-ionaccu werkt. Een loodzuur-accu kan bij
kortsluiting een stroom produceren die hoog genoeg is om een ring of iets dergelijks
aan metaal te lassen, wat een ernstige brandwond tot gevolg kan hebben.
2.3 Ga extra voorzichtig te werk zodat u niet een metalen stuk gereedschap op de accu laat
vallen. Het zou een vonk kunnen veroorzaken of kortsluiting in de accu of een ander elektrisch
onderdeel, en dat kan een explosie tot gevolg hebben.
2.4 Gebruik deze lader alleen voor het opladen van 12V oplaadbare accu’s van het type loodzuur,
calcium, gel en AGM met een nominale capaciteit van 40 - 230 Ah. Het is niet de bedoeling
dat het apparaat dient als stroomvoorziening voor een ander systeem dan een elektrisch
systeem van lage spanning in een toepassing als een startmotor. Gebruik deze acculader
niet voor het opladen van droge-celaccu’s die gewoonlijk worden gebruikt in huishoudelijke
apparatuur, of voor lithium-ionbatterijen in mobiele telefoons, laptops, elektrisch gereedschap,
enz. Deze batterijen zouden kunnen openbarsten en persoonlijk letsel en materiële schade
kunnen veroorzaken.
2.5 NOOIT een bevroren batterij opladen.
2.6 Bedenk dat het goed is iemand in de buurt te hebben die u te hulp kan komen wanneer u bij
een loodzuur-accu werkt.
2.7 Houd volop water en zeep onder handbereik voor het geval dat accuzuur in contact komt met
uw huid, kleding of ogen.
2.8 Draag volledige bescherming van ogen en lichaam, zoals een veiligheidsbril en beschermende
kleding. Raak niet uw ogen aan wanneer u in de buurt van de accu werkt.
2.9 Als er batterijzuur in contact komt met uw huid of de kleding, was dit dan onmiddellijk af met
zeep en water. Als er zuur in uw oog komt, spoel het oog dan onmiddellijk gedurende ten
minste 10 minuten uit met koud stromend koud water en roep direct medische hulp in.
2.10 Wordt accuzuur ingeslikt, drink dan melk, eiwit of water. NIET braken opwekken. Roep
onmiddellijk medische verzorging in.
WAARSCHUWING
3.
LADEN VOORBEREIDEN
RISICO VAN CONTACT MET ACCUZUUR. ACCUZUUR IS EEN ZEER
BIJTENDE ZWAVELHOUDEND ZUUR.
3.1 Als het nodig is de accu uit een voertuig te verwijderen zodat de
accu kan worden opgeladen, moet de geaarde aansluiting eerst worden
verwijderd. Controleer dat alle accessoires in het voertuig uitstaan, zodat
vonkoverslag wordt voorkomen.
3.2 Let erop dat de ruimte rond de accu goed geventileerd moet zijn wanneer de accu wordt
opgeladen.
3.3 Maak, voordat u de accu oplaadt, de polen van de accu schoon. Houd tijdens het reinigen
corrosiedeeltjes in de lucht weg bij uw ogen, neus en mond. Neutraliseer met behulp van
bakpoeder en water het accuzuur en voorkom corrosie die is in de lucht. Raak niet uw ogen,
neus of mond aan.
3.4 Voeg gedistilleerd water toe aan de verschillende cellen, tot het batterijzuur het niveau bereikt
dat wordt opgegeven door de fabrikant van de accu. Voeg niet te veel water toe. Volg voor een
accu zonder afneembare doppen van de cellen, zoals met een afsluiter gereguleerde loodzuuraccu’s (VRLA), zorgvuldig de laadinstructies van de fabrikant.
3.5 Lees, begrijp en volg alle instructies voor de lader, de accu, het voertuig en eventuele
apparatuur die in de buurt van de accu en de lader wordt gebruikt. Bestudeer alle speciale
voorzorgsmaatregelen van de fabrikant van de accu bij het laden en voor de aanbevolen
laadsnelheden.
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
35
3.6 Stel vast wat de spanning van de accu is door de handleiding voor de eigenaar van het
voertuig te raadplegen en let erop dat de selectieschakelaar voor de uitgaande spanning op
de juiste spanning is gezet. Begin, als de lader een aan te passen laadsnelheid heeft, de accu
op te laden bij de laagste snelheid.
3.7 Controleer dat de kabelklemmen van de lader stevig zijn aangesloten.
4.
LOCATIE VAN DE LADER
RISICO VAN EXPLOSIE EN CONTACT MET ACCUZUUR.
4.1 Plaats de lade zo ver van de accu vandaan als met de
lengte van de gelijkstroomkabels mogelijk is.
4.2 Plaats de lader nooit direct Boven de accu die wordt
opgeladen; gassen uit de accu zullen de lader aantasten en
beschadigen.
4.3 Zet de accu niet boven op de lader.
4.4 Laat nooit accuzuur op de lader druipen wanneer u het soortelijk gewicht van de elektrolyt
meet of de accu bijvult.
4.5 Gebruik de lader niet in een gesloten ruimte en beperk de ventilatie op geen enkele wijze.
WAARSCHUWING
5.
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
VOORZORGSMAATREGELEN AANSLUITING GELIJKSTROOM
5.1 Sluit de gelijkstroom-connectoren pas aan en koppel ze pas los nadat u de stekker van de
lader uit het stopcontact hebt getrokken. Laat de connectoren nooit met elkaar in aanraking
komen.
5.2 Sluit de connectoren aan op de accu en het chassis, zoals wordt aangeduid in hoofdstuk 6 en
hoofdstuk 7.
6.
VOLG DEZE STAPPEN WANNEER DE ACCU IN HET VOERTUIG IS GEPLAATST
EEN VONK BIJ DE ACCU KAN DE ACCU DOEN
EXPLODEREN. BEPERK HET RISICO VAN EEN VONK
BIJ DE ACCU:
BELANGRIJK Start het voertuig niet terwijl de lader is
aangesloten op het stopcontact, omdat dan
de lader en uw voertuig beschadigd kunnen raken.
Plaats de wisselstroom- en gelijkstroomkabels zo dat het risico van beschadiging door de
motorkap, het portier en bewegende of hete onderdelen van de motor wordt beperkt.
OPMERKING: Als de motorkap tijdens het laadproces moet worden gesloten, let er dan op
dat de motorkap niet het metalen gedeelte van de connectoren van de accu mag raken of de
isolatie van de kabels mag beschadigen.
Blijf weg bij de ventilator, riemen, riemschijven en andere onderdelen die letsel kunnen
veroorzaken.
Controleer de populariteit van de accupolen. De POSITIEVE (POS, P, +) accupool heeft meestal
een grotere diameter dan de NEGATIEVE (NEG, N, -) pool.
Stel vast welke pool van de accu geaard is op (verbonden is met) het chassis. De accuaansluiting die niet met het chassis is verbonden, moet eerst worden aangesloten. De andere
aansluiting moet op het chassis worden gemaakt, weg van de accu en de brandstofleiding. Zie
stappen 6.5 en 6.6. Vervolgens moet de aansluiting van de acculader op de stroomvoorziening
tot stand worden gebracht. De aansluiting op de stroomvoorziening moet tot stand worden
gebracht in overeenstemming met de nationale regels voor bedrading.
Sluit, voor een voertuig met negatieve aarding, de POSITIEVE (RODE) connector van de
acculader aan op de POSITIEVE (POS, P, +) ongeaarde pool van de accu. Sluit de NEGATIEVE
(ZWARTE) connector aan op het chassis van het voertuig of op het motorblok, weg van
de accu. Sluit de connector niet aan op de carburateur, brandstofleidingen of plaatmetalen
carrosseriedelen. Breng de aansluiting tot stand op een zwaar uitgevoerd metalen deel van het
frame of het motorblok.
Sluit, voor een voertuig met positieve aarding, de NEGATIEVE (ZWARTE) connector van de
acculader aan op de NEGATIEVE (NEG, N, -) ongeaarde pool van de accu. Sluit de POSITIEVE
(RODE) connector aan op het chassis van het voertuig of op het motorblok, weg van de accu.
WAARSCHUWING
6.1
6.2
6.3
6.4
6.5
6.6
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
36
Sluit de connector niet aan op de carburateur, brandstofleidingen of plaatmetalen
carrosseriedelen. Breng de aansluiting tot stand op een zwaar uitgevoerd metalen deel van het
frame of het motorblok.
6.7 Sluit het wisselstroom-netsnoer aan op een stopcontact.
6.8 Verbreek na het laden de verbinding van de acculader op de stroomvoorziening. Verwijder
vervolgens de aansluiting op het chassis en daarna die op de accu.
6.9 Zie Bedieningsinstructies voor informatie over de laadduur.
7.
VOLG DEZE STAPPEN WANNEER DE ACCU BUITEN HET VOERTUIG IS GEPLAATST
EEN VONK BIJ DE ACCU KAN DE ACCU DOEN
EXPLODEREN. BEPERK HET RISICO VAN EEN VONK BIJ
DE ACCU:
7.1 Controleer de populariteit van de accupolen. De
POSITIEVE (POS, P, +) accupool heeft meestal een grotere
diameter dan de NEGATIEVE (NEG, N, -) pool.
Bevestig een geïsoleerde accukabel van ten minste 61 cm lang, van afmeting 7 AWG (10 mm2)
op de NEGATIEVE (NEG, N, -) accupool.
Bevestig de POSITIEVE (RODE) connector van de lader op de POSITIEVE (POS, P, +) pool van
de accu.
Neem zelf zoveel mogelijk afstand van de accu en plaats het vrije uiteinde van de kabel die
u zojuist op de NEGATIEVE (NEG, N, -) accupool hebt bevestigd, zo ver mogelijk van de
accu vandaan – breng vervolgens de aansluiting tot stand tussen de NEGATIEVE (ZWARTE)
connector van de lader en het vrije uiteinde van de kabel.
Wend uw gezicht af van de accu wanneer u de laatste verbinding tot stand brengt.
Sluit het wisselstroom-netsnoer aan op een stopcontact.
Wanneer u de lader loskoppelt, moet u dat altijd doen in omgekeerde volgorde van de
procedure voor het aansluiten en de eerste aansluiting verbreken terwijl u zoveel afstand houdt,
als praktisch mogelijk is.
Een bootaccu moet altijd worden verwijderd en op land worden opgeladen. Voor het aan boord
laden is apparatuur nodig die speciaal is ontworpen voor gebruik aan boord van schepen.
WAARSCHUWING
7.2
7.3
7.4
7.5
7.6
7.7
7.8
8.
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
AARDING EN AANSLUITING VAN HET WISSELSTROOMSNOER
RISICO VAN ELEKTRISCHE SCHOK OF BRAND.
8.1 Deze acculader is ze bedoeld voor gebruik op een circuit
van nominaal 230V, 50Hz. De stekker moet in een stopcontact
worden gestoken dat op juiste wijze is geïnstalleerd en geaard, in
overeenstemming met de lokale voorschriften en verordeningen. De
pennen van de stekker moeten in het stopcontact passen. Niet te
gebruiken met een niet-geaard systeem.
8.2 Breng nooit wijzigingen aan in het wisselstroomsnoer of in de stekker die
GEVAAR
worden meegeleverd – past de stekker niet in het stopcontact, dan moet u door een
erkende elektricien een goed stopcontact laten plaatsen. Een onjuiste aansluiting kan
leiden tot een risico van brand, elektrische schok of elektrocutie.
8.3 EEN VERLENGSNOER GEBRUIKEN
Het gebruik van een verlengsnoer wordt niet aanbevolen. Moet u een verlengsnoer gebruiken, volg
dan deze richtlijnen:
•
De pennen van de stekker van het verlengsnoer moeten hetzelfde aantal, dezelfde afmeting en
vorm hebben, als die van de stekker van de lader.
•
Let erop dat het verlengsnoer moet zijn voorzien van de juiste bedrading en in goede
elektrische staat is.
•
De afmetingen van de bedrading moeten groot genoeg zijn voor het wisselstroom-ampèrage
van de lader.
Aanbevolen minimale AWG-afmeting voor het verlengsnoer:
•
30,5 m of minder – gebruik een verlengsnoer van formaat 16 (1,31 mm2).
•
Meer dan 30,5 m – gebruik een verlengsnoer van formaat 14 (2,08 mm2).
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
37
9. •
INSTRUCTIES VOOR MONTAGE
9.1 Verwijder alle bevestigingsmiddelen en ontrolde kabels voordat u de acculader in gebruik
neemt.
10.
REGELPANEEL
DIGITALE DISPLAY
Het digitale display geeft een aanduiding van de status van de accu en de lader. Zie Meldingen in het
display voor een volledige lijst van meldingen.
KNOP TAAL/LADER EN VOEDING
TAAL: Het digitale display toont de spanning van de accu en de lading ervan in procenten. Druk
gedurende 5 seconden als u de taal op het display wilt selecteren. (EN→ DE→ FR→ES→ IT).
LADER EN VOEDING: U kunt de stand (lader of voeding) selecteren door op de knop te klikken,
dubbelklik vervolgens op de knop voor het inschakelen van de stand die u hebt geselecteerd.
LED-INDICATOR
GROENE LED ononderbroken (AAN laden): De lader is aangesloten en laad de accu op.
GROENE LED knipperend (OPGELADEN/LADING WORDT ONDERHOUDEN): De accu is volledig
opgeladen en de lader staat in de Onderhoudsstand.
GROENE LED knippert: Het laden is afgebroken. (Zie hoofdstuk Afgebroken lading).
OPMERKING: Zie Bedieningsinstructies voor een volledige beschrijving van de standen van de
lader.
11.
BEDIENINGSINSTRUCTIES
Deze acculader mag pas worden gebruikt wanneer het apparaat op juiste wijze is
gemonteerd in overeenstemming met de instructies voor montage.
De lader heeft niet een schakelaar ON/OFF (Aan/Uit). De opdrachten Aan en Uit worden uitgevoerd
door de stekker van de BC1215 in een stopcontact voor wisselstroom te steken, uitsluitend nadat de
aansluiting op de accu tot stand is gebracht.
BELANGRIJK Start het voertuig niet terwijl de lader is aangesloten op het stopcontact, omdat dan
de lader en uw voertuig beschadigd kunnen raken.
INFORMATIE OVER DE ACCU
Deze lader kan loodzuur-accu’s met 6 cellen met een nominale capaciteit van 40 - 230 Ah.
OPMERKING: Deze lader is voorzien van een functie voor automatische start. Er wordt pas stroom
naar de accu gevoerd wanneer de accuklemmen goed op de accu zijn aangesloten. De klemmen
zullen geen vonken geven als zij elkaar raken.
Zie instructies voor het laden van een accu in een voertuig (Hoofdstuk 6) of buiten het voertuig
(Hoofdstuk 7).
OPLADEN
1. Controleer dat alle componenten van de lader op hun plaats zitten en in goede werkende staat
zijn.
2. Sluit de accu aan, volg de aanwijzingen voor een veilig gebruik die in de hoofdstukken 6 en 7
worden vermeld.
3. Steek de stekker in het stopcontact, volg de aanwijzingen voor een veilig gebruik in hoofdstuk
8.
4. Wanneer de lader begint te werken, brandt de GROENE LED ononderbroken, toont het
display ANALYZING BATTERY (Accu wordt geanalyseerd) en de lader stelt vast of de accu
goed is aangesloten en in welke conditie de accu zich bevindt.
5. Wanneer de accu volledig is opgeladen, knippert de GROENE LED.
6
Trek, wanneer het laden is voltooid, de stekker van het netsnoer uit het stopcontact, haal de
klem van het chassis van het voertuig en neem dan de klem van de accu-aansluiting.
VOEDING
1. Controleer dat alle componenten van de lader op hun plaats zitten en in goede werkende staat
zijn.
2. Sluit de accu aan, volg de aanwijzingen voor een veilig gebruik die in de hoofdstukken 6 en 7
worden vermeld.
3. Steek de stekker in het stopcontact, volg de aanwijzingen voor een veilig gebruik in hoofdstuk
8.
WAARSCHUWING
38
4.
Wanneer de voeding wordt ingeschakeld, brandt de GROENE LED ononderbroken, en laat het
display de melding POWER SUPPLY ON (Voeding Aan) zien.
INDICATOR ACCU-AANSLUITING
Als de lader niet een op juiste wijze aangesloten accu detecteert, begint het laden niet en verschijnt
één van de volgende twee meldingen in het digitale display. Toont het display de melding CONNECT
CLAMPS (Klemmen aansluiten), controleer dan dat de lader op de accu is aangesloten, de
aansluitpunten schoon zijn en er een goede verbinding is. Toont het display de melding WARNING
CLAMPS REVERSED (Waarschuwing klemmen verkeerd om aangesloten), trek dan de stekker van
de lader uit het stopcontact, sluit de klemmen andersom aan en steek dan de stekker van de lader
weer in het stopcontact.
AUTOMATISCHE LAADSTAND
Wanneer een Automatische Laadcyclus wordt uitgevoerd, schakel de lader automatisch over naar
de Onderhoudsstand nadat de accu is opgeladen. Voor een accu met een startspanning van minder
dan 1 volt, moet u voor het verkrijgen van aanvullende spanning in de accu de accu eerst 5 minuten
niet-automatisch voorladen.
LAADCYCLUS AFGEBROKEN
Als de laadcyclus niet op normale wijze kan worden voltooid, wordt de cyclus afgebroken. Wanneer
de laadcyclus wordt afgebroken, zal de lader geen stroom meer leveren, zal de GROENE LED
knipperen, en zal in het display de melding CHARGE ABORTED-BAD BATTERY (Laadcyclus
afgebroken-Slechte accu) te zien zijn. Probeer niet deze accu verder nog op te laden. Controleer de
accu en vervang deze, als dat nodig is.
VOLTOOIING VAN DE LAADCYCLUS EN ONDERHOUDSSTAND
Wanneer de laadcyclus is voltooid, wordt dat aangeduid door de knipperende GROENE LED en in
het display verschijnt de melding FULLY CHARGED-AUTO MAINTAINING (Volledig opgeladenAutomatisch onderhoud). Dit betekent dat de lader is overgeschakeld naar de Onderhoudsstand. In
deze stand houdt de lader de accu volledig opgeladen door een kleine stroom te leveren, wanneer
dat nodig is. OPMERKING: Als de lader de maximale onderhoudsstroom zonder onderbreking
gedurende een periode van 12 uur moet leveren, gaat de lader over in de Abort Mode (stand
Onderbreken) (zie hoofdstuk Onderbroken laadcyclus). Dit wordt gewoonlijk veroorzaakt doordat de
accu lijkt, of het kan zijn dat de accu niet goed is. Controleer dat de accu niet wordt belast. Verwijder
deze belasting, als dat zo is. Als er geen belasting is, laat de accu dan controleren of vervangen.
EEN ACCU ONDERHOUDEN
De BC1215 onderhoudt 12V-accu’s door ze volledig opgeladen te houden. Dit wordt niet aanbevolen
voor industriële toepassingen.
OPMERKING: De technologie van de onderhoudsstand maakt het mogelijk een gezonde batterij
veilig op te laden en gedurende langere tijd te onderhouden. Maar problemen met de accu,
elektrische problemen in het voertuig, onjuiste verbindingen of andere onverwachte omstandigheden
kunnen leiden tot uitzonderlijk hoge onttrekkingen van stroom. Daarom wordt aanbevolen uw accu
zo nu en dan te inspecteren en toezicht te houden op het laadproces.
VENTILATOR
De lader is voorzien van een ventilator. Het is normaal dat de ventilator draait wanneer de lader in
werking is. Houd de ruimte rond de lader vrij van obstakels, zodat de ventilator efficiënt kan werken.
12.
MELDINGEN IN HET DISPLAY
SELECT MODE (Selecteer stand) (Er brandt geen LED) – Gebruiker moet op een knop drukken en
de stand selecteren.
CONNECT CLAMPS (Sluit klemmen aan) (Er brandt geen LED) – De stekker van de lader zit in het
stopcontact maar de klemmen we zijn niet op een accu aangesloten.
WARNING-CLAMPS REVERSED (Waarschuwing-Klemmen verkeerd om aangesloten) (Er brandt
geen LED) – De stekker van de lader zit in het stopcontact en de klemmen zijn andersom op een
accu aangesloten.
ANALYZING BATTERY (Accu wordt geanalyseerd) (Groene LED brandt) – De stekker van de lader zit
in het stopcontact, en er wordt een accu op juiste wijze aangesloten.
CHARGING – xx% (Wordt opgeladen – xx%) (Er brandt geen LED) – De stekker van de lader zit in
het stopcontact en de klemmen zijn op juiste wijze op een ontladen accu aangesloten.
FULLY CHARGED-AUTO MAINTAINING (Volledig opgeladen–Automatisch onderhoud) (Groene
LED knippert) – De stekker van de lader zit in het stopcontact en de klemmen zijn op juiste wijze op
een volledig opgeladen accu aangesloten.
39
CHARGE ABORTED-BAD BATTERY (Laadcyclus afgebroken–Slecht accu) (Groene LED knippert) –
De volgende omstandigheden kunnen Afbreken van een laadcyclus veroorzaken tijdens het laden:
•
De accu is ernstig verzwaveld of heeft een verkorte cel en kan niet tot een volledig geladen
toestand komen.
•
De accu is te groot of er is een reeks accu’s en de volledig geladen toestand wordt niet binnen
een bepaalde ingestelde tijdsperiode bereikt.
De volgende omstandigheden kunnen Afbreken van een laadcyclus veroorzaken tijdens het
onderhouden van de accu:
•
De accu is ernstig verzwaveld of heeft een zwakke cel en kan niet een lading vasthouden.
•
Er wordt veel stroom aan de accu onttrokken en om de accu volledig geladen te houden moet
de lader de maximale onderhoudsstroom leveren gedurende een periode van 12 uur.
BATTERY DISCONNECTED (Accu niet aangesloten) (Er brandt geen LED) – Tijdens het laden zijn de
klemmen losgemaakt.
CHARGE MODE - DOUBLE CLICK TO CONFIRM (Laadstand - Bevestig door te dubbelklikken)
(Er brandt geen LED) – Stekker zit in het stopcontact en de laadstand is geselecteerd. Schakel de
laadstand in door op de knop te dubbelklikken.
POWER SUPPLY MODE - DOUBLE CLICK TO CONFIRM (Voedingsstand - Bevestig door
te dubbelklikken) (Er brandt geen LED) – Stekker zit in het stopcontact en de voedingsstand is
geselecteerd. Schakel de voedingsstand in door op de knop te dubbelklikken.
EXTERNAL BATTERY VOLTAGE TOO HIGH (Externe accuspanning te hoog) (Er brandt geen LED) –
De spanning van de externe accu is hoger dan die van het apparaat in de voedingsstand.
POWER SUPPLY ON (Voeding aan) (Groene LED brandt) – Stekker zit in het stopcontact en het
apparaat werkt in de voedingsstand.
OFF (Uit) (Er brandt geen LED) – U kunt de lader of de voeding uitschakelen tijdens de procedure
voor het laden of tijdens de stroomvoorziening door één keer op de knop te drukken. Het display
toont de melding OFF (Uit) en vervolgens SELECT MODE (Selecteer stand).
13.
•
ONDERHOUDSINSTRUCTIES
13.1 Het apparaat mag niet zonder toezicht door kinderen worden gereinigd en worden nagezien.
13.2 Trek na gebruik en voordat u onderhoud aan de accu uitvoert, de stekker uit het stopcontact en
neem de klemmen los (zie hoofdstukken 6, 7 en 8).
13.3 Veeg met een droge doek alle corrosiedeeltjes, vuil en olie van accu-aansluitpunten, kabels en
de behuizing van de lader.
13.4 Controleer dat alle componenten van de lader op hun plaats zitten en in goede werkende staat
zijn, bijvoorbeeld, de kunststof kappen op de accuklemmen.
13.5 Voor het uitvoeren van servicewerkzaamheden hoeft het apparaat niet te worden geopend,
omdat er geen onderdelen zijn waaraan de gebruiker onderhoud kan uitvoeren.
13.6 Alle andere servicewerk moet worden uitgevoerd door bevoegd servicepersoneel.
13.7 Is het netsnoer beschadigd, dan moet het worden vervangen door de fabrikant, zijn
servicemonteur of een dergelijke bevoegde persoon, zodat een risicovolle situatie wordt
voorkomen.
14.
INSTRUCTIES VOOR HET VERPLAATSEN EN OPBERGEN
14.1 Het snoer geleidt elektriciteit zolang de stekker in het stopcontact zit.
14.2 Berg de lader binnenshuis op, op een koele, droge plaats.
14.3 Berg de lader niet op met de connectors in elkaar geklemd, op of rond metaal bevestigd, of op
kabels geklemd.
14.4 Als de lader in de werkplaats wordt verplaatst of naar een andere locatie wordt vervoerd, zorg
er dan vooral voor dat de snoeren, de connectors en de lader niet beschadigd raken. Doet u
dat niet, dan zou dat persoonlijk letsel of materiële schade tot gevolg kunnen hebben.
40
15.
INFORMATIE OVER AFVALVERWERKING
Gooi dit product NIET weg met het huishoudafval. Recycle het apparaat op
verantwoorde wijze zodat mogelijke schade voor het milieu of de volksgezondheid
door ongecontroleerde vuilstort wordt voorkomen, en het duurzame hergebruik van
materialen en hulpstoffen wordt bevorderd. Ruim uw gebruikte toestel op door middel
van de systemen voor retourzending of inzameling of neem contact op met de
detailhandelaar waar u het product hebt aangeschaft, zodat het op een voor het milieu
veilige wijze kan worden gerecycled.
16.
OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
PROBLEEM
Connectors van de accu
vonken niet wanneer zij met
elkaar in aanraking worden
gebracht.
De lader wordt niet
ingeschakeld wanneer
deze op juiste wijze is
aangesloten.
MOGELIJKE OORZAAK
De lader is voorzien van een
functie voor automatische
start. Er wordt pas stroom naar
de accu-connectors gevoerd
wanneer er op juiste wijze
een accu is aangesloten. De
connectors zullen geen vonken
geven als zij elkaar raken.
Er staat geen stroom op het
stopcontact.
REDEN/OPLOSSING
Geen probleem dit is een
normale toestand.
Slechte elektrische verbinding.
Controleer het netsnoer en het
verlengsnoer op een stekker die
niet goed past.
Geen probleem, dit is normaal.
Controleer of het stopcontact
misschien stroomloos is door
een gesprongen zekering of
circuitonderbreker.
Het lukt niet een taal te
selecteren in het display.
Druk 5 seconden op de knop
voor het selecteren van een taal
Groene LED brandt en het
display toont de melding
ANALYZING BATTERY
(Accu wordt geanalyseerd).
Groene LED knippert en het
display toont de melding
CHARGE ABORTED-BAD
BATTERY (Laadcyclus
afgebroken-Slechte accu).
De lader moet de conditie van de De groene LED brandt wanneer
accu controleren.
de lader de conditie van de accu
controleert. Dit is normaal.
Het display toont de
melding CONNECT
CLAMPS (Sluit klemmen
aan).
Het display toont de
melding EXTERNAL
BATTERY VOLTAGE
TOO HIGH (Externe
accuspanning te hoog).
(EN→ DE→ FR→ ES→ IT).
De capaciteit van de accu is te
groot voor de lader.
U hebt een lader nodig met een
hoger nominaal ampèrage.
De accuspanning is na 2 uur
laden nog steeds minder dan
10V.
De klemmen maken niet een
goede verbinding.
Laat de accu nazien.
Inspecteer de accu en het frame
op een slechte verbinding.
De zekering is gesprongen.
Vervang de in-line zekering door
Alleen ringconnectors.
de ring-connector.
De spanning van de externe accu Vervang de externe accu.
is hoger dan die van het apparaat
in de voedingsstand.
41
17.
SPECIFICATIES
Opgenomen vermogen .........................................................................230V AC~50Hz, 2.5A / 1.8A
Afgegeven vermogen ............................................................................12V
15A / 12V 10A
18.
BEPERKTE GARANTIE
Type D = 2 jaar. Zie de algemene condities in de FACOM-catalogus of in de FACOM-prijslijst.
CONFORMITEITSVERKLARING
WIJ, FACOM S.A.S., 6/8 RUE GUSTAVE EIFFEL - 91 420 MORANGIS FRANCE,
VERKLAREN ONDER ONZE VERANTWOORDELIJKHEID DAT HET VOLGENDE PRODUCT:
BC1215 – AUTOMATISCHE ACCULADER DOOR FACOM
- VOLDOET AAN DE VOLGENDE NORMEN:
LAAGSPANNINGSRICHTLIJN : 2014/35/EU
EMC-RICHTLIJN : 2014/30/EU
EN 60335-1:2012 + A11:2014 + A12:2017
EN 60335-2-29:2004 + A2:2010
EN 62233:2008
- VOLDOET AAN DE RICHTLIJN 2011/65/EC
Ondergetekende is verantwoordelijk voor de samenstelling van het technische dossier en legt deze verklaring
af namens Facom.
Verantwoordelijke Techniek
14/12/2017
42