Documenttranscriptie
Carl Valentin GmbH
Postfach 3744
78026 Villingen-Schwenningen
Neckarstraße 78 – 86 u. 94
78056 Villingen-Schwenningen
Phone
Fax
+49 7720 9712-0
+49 7720 9712-9901
E-Mail
Internet
[email protected]
www.carl-valentin.de
Copyright by Carl Valentin GmbH / 7957180.1118
Korte handleiding &
Productveiligheid
Nederlands
Dynacode IP
copyright by Carl Valentin GmbH
Informatie over leveromvang, uitzicht, vermogen, afmetingen en gewicht komen overeen met onze kennis op het tijdstip van het
ter perse gaan. Onder voorbehoud van veranderingen.
Alle rechten voorbehouden, ook die van de vertaling.
Geen enkel deel van dit werk mag in eender welke vorm (druk, fotokopie of een ander proces) zonder schriftelijke toestemming
van Carl Valentin GmbH gereproduceerd of door middel van elektronische systemen verwerkt, gepubliceerd of verspreid
worden.
Door de permanente verdere ontwikkeling van de toestellen kunnen er afwijkingen zijn tussen de documentatie en het toestel.
De actuele publicatie is te vinden onder www.carl-valentin.de.
Handelsmerk
Alle vernoemde merken of handelsmerken zijn geregistreerde merken of geregistreerde handelsmerken van hun desbetreffende
eigenaren en evt. niet afzonderlijk gemarkeerd. Uit het ontbreken van de markering kan niet geconcludeerd worden dat het
geen geregistreerd merk of geregistreerd handelsmerk betreft.
Carl Valentin-lprinters voldoen aan de volgende EU-richtlijnen:
•
EG-Laagspanningsrichtlijn (2014/35/EU)
•
EG-Richtlijn Elektromagnetische Compatibiliteit (2014/30/EU)
Carl Valentin GmbH
Postfach 3744
78026 Villingen-Schwenningen
Neckarstraße 78 – 86 u. 94
78056 Villingen-Schwenningen
Phone
Fax
+49 7720 9712-0
+49 7720 9712-9901
E-Mail
Internet
[email protected]
www.carl-valentin.de
150
Nederlands
Dynacode IP
Inhoud
Gebruik volgens de bestemming
Veiligheidsvoorschriften
Buitenbedrijfname en demontage
Milieuvriendelijke afvoer
Omgevingscondities
Direct-printen-system uitpakken/inpakken
Leveromvang
Inbouw van het printmechanisme op machines
Persluchtvoorziening
Direct-printen-system aansluiten
Voorbereidingen voor ingebruikname
Module-aansturing
Lay-outmodule in gebruik nemen
Lintcassette plaatsen
Voorziening tegen het binnendringen van water en stof
Toepassing van de reiniginscassette
Print Settings (Afdrukken)
Machine Parameters (Machineparameters) - Continue modus
Machine Parameters (Machineparameters) - Intermitterende modus
Layout Settings (Opdruk)
Ribbon Save (Lintbesparing) - Continue modus
Ribbon Save (Lintbesparing) - Intermitterende modus
Device Settings (Printerparameter)
I/O Parameters (I/O Parameters)
Network (TCP/IP Poort)
Password (Wachtwoord)
Interface (Interfaces)
Emulation (Emulatie)
Date & Time (Datum & tijd)
Service Parameters (Serviceparameter)
Main Menu (Hoofdmenu)
Compact Flash Card / USB memorystick
Technische gegevens
Transferband-looprol reinigen
Printkop reinigen
Drukkop vervangen
Hoekinstelling (intermitterende modus)
Nederlands
152
152
153
153
154
157
157
157
158
159
159
159
159
160
161
161
162
162
163
163
164
166
167
168
168
169
170
170
171
172
174
175
179
181
182
182
183
151
Dynacode IP
Gebruik volgens de bestemming
•
Het direct-printen-systeem is volgens de stand van de techniek en de erkende veiligheidstechnische regels gebouwd. Toch
kan er bij het gebruik levensgevaar voor de gebruiker of derden ontstaan of kan er schade aan het direct-printen-systeem
en andere voorwerpen ontstaan.
•
Het direct-printen-systeem mag alleen in technisch perfecte staat alsook conform de bestemming, op een veilige manier en
rekening houdende met de gevaren en de aanwijzingen in de gebruiksaanwijzing gebruikt worden! Vooral storingen die de
veiligheid in gevaar brengen, moeten onmiddellijk verholpen worden.
•
Het direct-printen-systeem is uitsluitend voor het bedrukken van geschikte en door de fabrikant vrijgegeven materialen
bestemd. Een ander of daarvan afwijkend gebruik is niet volgens de bestemming. Voor uit misbruik resulterende schade is
de fabrikant/leverancier niet aansprakelijk; het risico draagt alleen de gebruiker.
•
Tot het gebruik volgens de bestemming behoort ook het in acht nemen van de gebruiksaanwijzing, inclusief de door de
fabrikant gegeven onderhoudsaanbevelingen/-voorschriften.
Veiligheidsvoorschriften
•
Het direct-printen-systeem is voor stroomnetten met wisselspanning van 110 V AC … 230 V AC bestemd. Het directprinten-systeem alleen aan stopcontacten met aarddraadcontact aansluiten.
LET OP!
Bij wijzigingen van de netspanning dient de zekeringwaarde dienovereenkomstig aangepast te worden (zie
'technische gegevens').
•
Het direct-printen-systeem alleen aan toestellen koppelen met lage spanning.
•
Voor het tot stand brengen of losmaken van aansluitingen alle betroffen toestellen (computer, module, toebehoren)
uitschakelen.
•
Het direct-printen-systeem alleen in een droge omgeving gebruiken en niet aan nattigheid (spatwater, nevel, etc.)
blootstellen.
•
Gebruik de direct printer niet in een omgeving waar explosiegevaar heerst en niet in de buurt van hoogspanningsleidingen.
•
Het apparaat alleen in omgevingen gebruiken die tegen slijpstof, metalen spanen en dergelijke voorwerpen beschermd
zijn.
•
Onderhouds- en reparatiemaatregelen mogen alleen door geschoolde vaklui worden uitgevoerd.
•
Bedienend personeel moet door de exploitant aan de hand van de gebruikshandleiding worden onderwezen.
•
Telkens na het gebruik moet erop worden gelet dat kleding, haar, sieraden of dergelijke niet met den open roterende delen
of zich bewegende delen (bijv. printslede) in aanraking komen.
LET OP!
Als de printerunit openstaat wordt op grond van de constructie niet voldaan aan de voorschriften van EN 60950-1/
EN 62368-1 betreffende brandveilige behuizingen. Dit dient door de integratie in het uiteindelijke apparaat te
worden gewaarborgd.
•
Het apparaat (printer) en de onderdelen (bijv. motor, printkop) kunnen tijdens het printen warm worden. Tijdens de werking
niet aanraken en voor het vervangen van onderdelen, demonteren of bijstellen laten afkoelen.
•
Nooit licht brandbare hulpstoffen gebruiken.
•
Alleen de in deze gebruiksaanwijzing beschreven handelingen uitvoeren. Werkzaamheden die erboven uitstijgen, mogen
enkel door de fabrikant of in samenspraak met de fabrikant uitgevoerd worden.
•
Onoordeelkundige ingrepen in elektronische componenten en de bijbehorende software kunnen storingen veroorzaken.
•
Onvakkundige werkzaamheden of andere wijzigingen aan het apparaat kunnen de bedrijfszekerheid in gevaar brengen.
•
Op de apparaten zijn etiketten met waarschuwingen aangebracht. Deze stickers mogen niet worden verwijderd, anders
kunnen de risico’s niet meer onderkend worden.
152
Nederlands
Dynacode IP
Buitenbedrijfname en demontage
LET OP!
De demontage van het printsysteem mag allen door geschoold personeel worden uitgevoerd.
VOORZICHTIG!
Gevaar voor lichamelijk letsel door onvoorzichtige behandeling bij het optillen of neerzetten van het
apparaat.

Gewicht van de direct printer niet onderschatten (9 … 12 kg).

Direct printer bij transport beschermen tegen ongecontroleerde bewegingen.
Milieuvriendelijke afvoer
Fabrikanten van B2B toestellen zijn vanaf 23.03.2006 verplicht oude toestellen, die na 13.08.2005 gefabriceerd werden, terug te
nemen en te recycleren. Deze oude toestellen mogen principieel niet bij de gemeentelijke inzamelplaatsen afgeleverd worden.
Zij dienen door de fabrikant op een georganiseerde manier gerecycleerd en opgeslagen te worden. Overeenkomstig
gekenmerkte Valentinproducten kunnen daarom in de toekomst terugbezorgd worden aan Carl Valentin GmbH.
De oude toestellen kunnen hierdoor vakkundig opgeslagen worden.
Carl Valentin GmbH behartigt hierdoor tijdig alle verplichtingen in het kader van de opslag van oude toestellen en maakt
daardoor ook op een vlotte manier de handel van de producten mogelijk in de toekomst. Wij kunnen enkel de ons franko
bezorgde toestellen terugnemen.
De elektronische printplaat van het printsysteem is voorzien van een Lithium-batterij. Deze moet via inzamelbakken voor oude
batterijen of via openbare afvalbeheerbedrijven worden verwijderd.
Verdere informatie kan verkregen worden in de WEEE-richtlijn of op onze website www.carl-valentin.de.
Nederlands
153
Dynacode IP
Omgevingscondities
De omgevingscondities zijn voorwaarden waaraan voldaan moet zijn voordat de module in gebruik wordt genomen en tijdens
het gebruik ervan, omdat anders een veilig en storingsvrij gebruik van het apparaat niet kan worden gegarandeerd.
Lees de gebruiksaanwijzing zorgvuldig en aandachtig door.
Neem contact op met de leverancier of de fabrikant wanneer u vragen heeft op het gebied van de praktische toepasbaarheid of
de omgevingscondities.
Algemene voorwaarden
Het apparaat moet tot het eerste gebruik in de originele verpakking worden getransporteerd en opgeslagen worden.
Het apparaat mag niet worden geplaatst en niet worden gebruikt voordat aan de omgevingscondities is voldaan.
Onze apparaten mogen alleen in gebruik genomen, geprogrammeerd, bediend, gereinigd en onderhouden worden nadat de
betreffende persoon de handleiding grondig heeft gelezen.
Het apparaat mag alleen door voldoende geïnstrueerd personeel worden bediend.
LET OP!
We benadrukken nogmaals het belang van instructie.
De inhoud van de scholingen zijn hoofdstuk 'Omgevingscondities', hoofdstuk 'Materiaal plaatsen' en hoofdstuk
'Reiniging en onderhoud'.
De tips zijn ook van toepassing op de door ons geleverde apparatuur van derden.
Gebruik uitsluitend originele ge- en verbruiksartikelen.
Voor vervangings-/slijtageonderdelen: gelieve u tot de fabrikant te wenden.
Voorwaarden voor de gebruikslocatie
Het apparaat moet op een vlakke, stabiele ondergrond vrij van trillingen en niet in een luchtstroom worden geplaatst.
Stel het apparaat zodanig op dat het gemakkelijk kan worden bediend en goed bereikbaar is voor onderhoud.
Installatie en voeding
Het apparaat mag uitsluitend worden aangesloten op een elektrische installatie die voldoet aan de internationale standaarden
en de daaruit voortvloeiende regels. In de praktijk betekent dat dat de installatie moet voldoen aan de voorschriften van één van
de volgende drie instanties:
•
International Electronic Committee (IEC)
•
European Committee for Electrotechnical Standardization (CENELEC)
•
Verband Deutscher Elektrotechniker (VDE)
Onze apparaten zijn gebouwd volgens VDE-Schutzklasse I en moeten worden aangesloten op een geaarde installatie. De
elektrische installatie moet geaard zijn om interferentiespanningen in het apparaat af te voeren.
Technische gegevens van de voeding
Netspanning en –frequentie
Zie typeplaatje
Toegestane spanningsfluctuatie
+6 % … −10 % van nominale waarde
Toegestane frequentiefluctuatie
+2 % … −2 % van nominale waarde
Toegestane vervorming van de netspanning:
≤5%
Ontstoringsmaatregelen:
Wanneer het net sterk wordt beïnvloedt (bijvoorbeeld bij het gebruik van thyristorgestuurde installaties) moet de elektrische
installatie in het gebouw worden aangepast. Dat kan op de volgende manieren:
•
Onze apparaten aansluiten op een schone leiding (afzonderlijke groep).
•
Waar nodig een scheidingstransformator of vergelijkbaar ontstoringsapparaat in de netvoedingsleiding voor onze
apparaten monteren.
154
Nederlands
Dynacode IP
Aansluitingen met externe apparaten
Alle verbindingskabels moeten afgeschermd zijn. De afscherming moet aan beide zijden van de kabel royaal worden bevestigd
op de behuizing van de stekker.
De kabels mogen niet naast stroomkabels worden gelegd. Wanneer dit niet kan worden voorkomen, moet de afstand tussen de
kabels minimaal 0,5 m zijn.
Temperatuurbereik van de leidingen: −15 … +80 °C.
Er mogen alleen apparaten met stroomkringen worden aangesloten die aan de eis 'Safety Extra Low Voltage' (SELV) voldoen.
In het algemeen zijn dit apparaten die volgens EN 60950/EN 62368-1 zijn gekeurd.
Installatie van dataleidingen
De datakabels moeten volledig afgeschermd zijn en voorzien van een metalen of gemetalliseerde stekkerbehuizing.
Afgeschermde kabels en stekkers zijn noodzakelijk om het uitzenden en ontvangen van elektrische storing te vermijden.
Toegestane kabels
Afgeschermde kabel:
4 x 2 x 0,14 mm² ( 4 x 2 x AWG 26)
6 x 2 x 0,14 mm² ( 6 x 2 x AWG 26)
12 x 2 x 0,14 mm² (12 x 2 x AWG 26)
De zend- en ontvangleidingen moeten paarsgewijs gewikkeld zijn.
Maximale leidinglengte:
Bij interface V24 (RS232C) - 3 m (met afscherming)
Bij USB - 3 m
Bij Ethernet - 100 m
Luchtconvectie
Om te voorkomen dat de module te warm wordt, moet het apparaat voldoende geventileerd kunnen worden.
Grenswaarden
Beveiliging volgens IP:
65
Omgevingstemperatuur °C (tijdens gebruik):
Minimaal +5 °C
Maximaal +40 °C
Omgevingstemperatuur °C (transport, tijdens opslag):
Minimaal −25
Maximaal +60 °C
Relatieve luchtvochtigheid % (tijdens gebruik):
Maximaal 80 %
Relatieve luchtvochtigheid % (transport, tijdens opslag):
Maximaal 80 % (condensatie niet toegestaan)
Nederlands
155
Dynacode IP
Garantie
Wij aanvaarden geen aansprakelijkheid voor schade die is ontstaan door:
•
het gebruik in een omgeving waarvoor het apparaat niet geschikt is en op een andere manier dan is omschreven in de
gebruiksaanwijzing
•
fouten in de elektrische installatie waarop het apparaat is aangesloten.
•
aangebrachte wijzigingen in het apparaat.
•
foutieve programmering en bediening.
•
slecht gegevensbeheer
•
gebruik van niet originele vervangende onderdelen en accessoires.
•
natuurlijke slijtage en normaal gebruik.
Controleer de werking van het apparaat met een testrun en testafdruk wanneer u het apparaat opnieuw instelt of programmeert.
Daardoor worden een onbevredigend resultaat, slechte afdrukken en verkeerde beoordelingen voorkomen.
Het apparaat mag alleen door voldoende geïnstrueerde medewerkers worden bediend.
Controleer of het personeel op de juiste manier werkt met onze producten en herhaal zonodig de instructies.
Wij geven geen enkele garantie dat de in deze handleiding beschreven eigenschappen bij alle modellen ook daadwerkelijk
aanwezig zijn. Doordat deze apparaten steeds verder ontwikkeld en verbeterd worden, is het mogelijk dat de technische
gegevens veranderen, zonder dat daarover voorafgaand mededelingen worden gedaan.
Door deze ontwikkeling, of door landspecifieke voorschriften, kunnen afbeeldingen en voorbeelden in de handleiding afwijken
van de geleverde uitvoering.
Lees de informatie over de toelaatbare afdrukmedia en de aanwijzingen voor het onderhoud aandachtig door, om beschadiging
en vroegtijdige slijtage te voorkomen.
Wij hebben ons uiterste best gedaan om deze handleiding zo begrijpelijk mogelijk uit te voeren en u zo veel mogelijk informatie
te verstrekken. Wanneer u vragen heeft of een of meerdere fouten ontdekt, verzoeken we u om ons daarvan op de hoogte te
stellen, waardoor we onze handleidingen kunnen verbeteren.
156
Nederlands
Dynacode IP
Direct-printen-systeem uitpakken/inpakken
VOORZICHTIG!
Gevaar voor lichamelijk letsel door onvoorzichtige behandeling bij het optillen of neerzetten van het apparaat.

Gewicht van de direct printer niet onderschatten (9 … 12 kg).

Direct printer bij transport beschermen tegen ongecontroleerde bewegingen.

Printer uit het karton tillen.

Printer op transportschade controleren.

Verwijder de vervoersbeveiliging van schuimstof rondom de printerkop.

Levering op volledigheid controleren.
Leveromvang
•
Drukmechanisme.
•
Manometer.
•
Kartonnen kern (leeg),
voorgemonteerd op
transferbandopwikkeling.
•
Besturingselektronica.
•
Pneumatische slang.
•
Reinigingsfolie voor drukkop.
•
Netsnoer.
•
Steek-schroefverbinding.
•
Documentatie.
•
Reinigingscassette.
•
I/O accessoires (tegenstekker voor I/O’s).
•
Printerdriver CD.
•
Verbindingskabel.
•
Afdekkingen voor niet gebruikte
stekkeraansluitingen.
•
Miniregelaar.
•
1 rol transferband.
LET OP!
Bewaar de originele verpakking voor later transport.
Inbouw van het printmechanisme op machines (inbouw met bracket)
Aan de onderkant van het montageframe bevinden zich telkenmale twee M8-schroefdraden die voor de bevestiging aan de
machine gebruikt kunnen worden. Aanvullend worden multifunctionele verbindingsstukken meegeleverd.
Let hierbij op de volgende richtlijnen:
•
De maximale inschroefdiepte bij de M8-schroefaansluitingen is 10 mm.
•
Het printmechanisme moet met een afstand van de printkop t.o.v. de tegendrukplaat van 2 … 3 mm worden gemonteerd.
LET OP!
Wij adviseren een afstand van 2 mm. Door toedoen van de afdichtingslijst aan de onderkant van het
printmechanisme is een kleinere afstand niet mogelijk, aangezien deze anders op de tegendrukplaat of de
drukwals zit.
•
De beste printresultaten worden bereikt als het silicone van de drukrol een hardheid van ca. 40° … 50° Shore A heeft en
het elastomeer van de tegendrukplaat een hardheid van ca. 60 ± 5 Shore A vertoont (ruwheidswaarde Ra ≥ 3,2 mm).
•
Het printoppervlak moet parallel aan de lineaire beweging van het drukwerk en met de brandlijn van de printkop worden
aangebracht. Afwijkingen t.o.v. de brandlijn en verdiepingen in het printoppervlak van 0,2mm kunnen tot een slechtere
afdruk op deze plaatsen leiden.
Nederlands
157
Dynacode IP
Inbouw van het printmechanisme op machines (inbouw zonder bracket)
Als het toestel zonder bracket wordt gebruikt, dan kan het direct-printen-systeem vanaf de bovenzijde met vier M6-schroeven
worden bevestigd. De maximale inschroefdiepte van de M6-schroeven bedraagt 6 mm.
Persluchtvoorziening
De persluchtvoorziening voor het printkopmechanisme voor de drukregelaar moet een minimale continue druk van 4 … 6 bar
leveren. De maximumdruk bedraagt 7 bar voor de drukregelaar en 4 bar na de drukregelaar.
LET OP!
Wij adviseren een persluchtvoorziening van 4 bar.
De volgende richtlijnen in acht nemen:
•
De perslucht moet droog en vrij van olie zijn.
•
De meegeleverde drukregelaar met manometer wordt met een kunststof buis Ø 8 mm via een schroefverbinding op de
persluchtvoorziening aangesloten. Evenzo wordt de verbinding tussen de drukregelaar en het printmechanisme
vervaardigd met een kunststof buis Ø8 mm.
•
De drukregelaar moet zo dicht mogelijk bij het printmechanisme worden geplaatst.
•
De drukregelaar mag alleen worden gebruikt in de richting van de pijl op zijn onderkant. De pijl geeft de richting van de
stromende lucht aan.
•
De kunststof buizen mogen in geen geval worden geknikt.
•
De kunststof buizen moeten onder een zuivere, rechte hoek worden afgesneden zonder dat de buizen worden afgekneld.
Gebruik zonodig speciaal gereedschap (verkrijgbaar in de vakhandel voor pneumatische benodigdheden).
•
De kunststof buizen mogen (samen) niet korter zijn dan 8 mm.
Druckmechanik
Print mechanics
Pneumatikschlauch
Pneumatic tube 8x1
Druckregler mit Manometer
Pressure regulator with manometer
Druckluftversorgung
Pneumatic power supply
min. 4 bar, max. 7 bar
158
Nederlands
Dynacode IP
Direct-printen-system aansluiten
Het direct-printen-systeem is uitgerust met een grootbereiknetelement. Het gebruik met een netspanning van 110 … 230 V AC /
50 … 60 Hz is zonder ingreep aan het toestel mogelijk.
VOORZICHTIG!
Beschadiging van het toestel door ongedefinieerde inschakelstromen.

Voor de netaansluiting de netschakelaar op "O" zetten.

Netsnoer in de voedingsaansluiting steken.

Stekker van het netsnoer in geaard stopcontact steken.
LET OP!
Door ontoereikende of ontbrekende aarding kunnen storingen in het gebruik optreden.
Let erop dat alle op het direct-printen-systeem aangesloten computers alsook de verbindingskabels geaard zijn.

Het direct-printen-systeemmet computer of netwerk met een geschikte kabel verbinden.
Voorbereidingen voor ingebruikname

Printermechaniek monteren.

Verbindingskabel tussen modulemechaniek en besturingselektronica insteken en tegen onopzettelijk loskomen
beschermen.

Persluchtleiding aansluiten.

Verbinding tussen besturingselektronica en PC via module-interface tot stand brengen.

Verbinding tussen besturingselektronica en verpakkingsmachine via stuuringangen en stuuruitgangen tot stand brengen.

Netkabel van de besturingselektronica aansluiten.
Module-aansturing
Omdat het direct-printen-systeem zich steeds in de stuurmodus bevindt, kunnen de voorhanden zijnde interfaces (serie, USB of
ev. ethernet) de moduleopdrachten enkel doorgeven, echter niet laten starten. De modulering wordt gestart via een startsignaal
op de modulestartstuuringang. Opdat de besturingselektronica zou herkennen wanneer het startsignaal gegeven kan worden, is
het mogelijk en voor het grootste gedeelte ook noodzakelijk de modulestatus via de stuuruitgangen te laten verlopen.
Direct-printen-systeem in gebruik nemen
Als alle aansluitingen tot stand gebracht zijn:

Het direct-printen-systeem via de netschakelaar inschakelen.
Vervolgens wordt het Hoofdmenu geopend, waarin het modulemodel, de huidige datum en tijd worden weergegeven.

Lintcassette inleggen
Na het terugplaatsen van de lintcassette wordt een meting uitgevoerd van het lint en wordt de printkop in de printpositie
bewogen.
Nederlands
159
Dynacode IP
Lintcassette plaatsen
LET OP!
Omdat door elektrostatische ontlading de dunne coating van de thermo-printkop of andere elektronische componenten
kan worden beschadigd, moet de transferlintrol antistatisch zijn.
Het gebruik van verkeerde materialen kan tot storingen in de printer en het vervallen van de garantie leiden.
Uitwendig gewikkeld lint
LET OP!
Voordat een nieuwe lintrol wordt geplaatst, is het raadzaam om de printkop te reinigen met printkop- en walsreiniger
(97.20.002).
De hanteringsvoorschriften bij het gebruik van isopropanol (IPA) dienen in acht genomen te worden. Bij contact met de
huid of de ogen grondig met vloeiend water uitwassen. Bij aanhoudende irritatie een arts opzoeken. Voor goede
ventilatie zorgen.
De afbeelding toont een links modulesysteem. Bij een rechts modulesysteem
dient de nieuwe rol links en de huls rechts geplaatst te worden.
•
Hefboom (A) 90° in met de klok mee draaien.
•
Lintcassette door aan de handgreep (B) te trekken uitnemen uit het
printermechaniek.
•
Nieuwe lintrol (A) tot aan de aanslag op de afwikkelinstallatie (C)
plaatsen.
•
Lege huls tot aan de aanslag op de afwikkelinstallatie (D) plaatsen.
•
Lint inleggen volgens de afbeelding.
•
Lint met plakband vastkleven aan de lege huls en via een paar draaiingen
van de huls aanspannen.
•
Lintcassette terug op het printermechaniek schuiven, opletten dat het lint
daarbij niet inscheurt.
•
Hefboom (A) 90° tegen de klok in draaien.
VOORZICHTIG!
Invloed van statisch materiaal op mensen!

Anti-statische transferband gebruiken omdat het bij het
wegnemen tot statische lading kankomen.
Inwendig gewikkeld lint
De afbeelding toont een links modulesysteem. Bij een rechts modulesysteem
dient de nieuwe rol links en de huls rechts geplaatst te worden.
•
Hefboom (A) 90° tegen de klok in draaien.
•
Lintcassette door aan de handgreep (B) te trekken uitnemen uit het
printermechaniek.
•
Nieuwe lintrol (A) tot aan de aanslag op de afwikkelinstallatie (C) plaatsen.
•
Lege huls tot aan de aanslag op de afwikkelinstallatie (D) plaatsen.
•
Lint inleggen volgens de afbeelding.
•
Lint met plakband vastkleven aan de lege huls en via een paar draaiingen
van de huls aanspannen.
•
Lintcassette terug op het printermechaniek schuiven, opletten dat het lint
daarbij niet inscheurt.
•
Hefboom (A) 90° tegen de klok in draaien.
VOORZICHTIG!
Invloed van statisch materiaal op mensen!

160
Anti-statische transferband gebruiken omdat het bij het
wegnemen tot statische lading kankomen.
Nederlands
Dynacode IP
Voorziening tegen het binnendringen van water en stof
Nadat alle benodigde aansluitingen met de besturingselektronica zijn gemaakt en de niet gebruikte stekkeraansluitingen zijn
afgedekt met behulp van de bijbehorende accessoires (meegeleverd), is de besturing te allen tijde volgens veiligheidsklasse
IP65 afgeschermd voor water en stof.
Door de omstandigheden tijdens het bedrijf van direct printers van dit type, kan het printmechanisme tijdens het drukken niet
volledig tegen het binnendringen van water worden afgeschermd.
Het is echter wel mogelijk om met een speciale 'reinigingscassette' (meegeleverd) het printmechanisme tijdens de periodes dat
de installatie stilstaat volgens veiligheidsklasse IP65 tegen het binnendringen van water en stof te beschermen.
Transferband- en reinigingscassette
Transferbandcassette
Reinigingscassette
A
B
A = Afdichtprofiel
B = Afdekplaat onder met uitbreidingen
A
Toepassing van de reinigingscassette

De transferbandcassette die tijdens het printen wordt gebruikt, dient te worden verwijderd.

De reinigingscassette wordt er vervolgens op dezelfde manier opgeschoven en vergrendeld.

Door middel van een extra afdichtprofiel (A) en een afdekplaat (B) wordt het printmechanisme afgeschermd voor het
binnendringen van water en stof.

De pneumatische slang en de verbindingskabel met de besturingselektronica en hun behuizingen, die ook waterdicht zijn,
mogen daarbijB niet worden verwijderd.

Instructies over het onderhoud en de reiniging worden gegeven in het laatste hoofdstuk.

Voordat er weer geprint kan worden, moet eerst de reinigingscassette worden verwijderd en de transferbandcassette terug
worden geplaatst.
VOORZICHTIG!
Beschadiging van het apparaat door het binnendringen van water door verkeerde bediening/vergrendeling.

Controleer of er water in het printmechanisme is gekomen, nadat u de reinigingscassette heeft verwijderd.

Droog de betreffende plaatsen goed af voordat het apparaat weer in bedrijf wordt genomen.
Nederlands
161
Dynacode IP
Print Settings (Printinitialisatie)
Toetsenvolgorde:
,
Speed
(Snelheid)
Intermitterende modus
Contrast
(Contrast)
Weergave van de waarde om de kleurintensiteit bij het gebruik van verschillende materialen,
afdruksnelheden of bepaalde af te drukken inhoud goed in te stellen.
Instelbereik: 10 % … 200 %.
Weergave van de afdruksnelheid in mm/s.
De afdruksnelheid kan voor elke printopdracht apart worden ingesteld.
De instelling voor de afdruksnelheid heeft ook invloed op de proefdrukken.
Instelbereik: 50 mm/s … 600 mm/s (zie technische gegevens).
Toets:
Transfer ribbon control
(Lintdetectie)
Gecontroleerd wordt of het einde van de lintrol is bereikt, of dat de lintrol bij de afwikkelrol is
gescheurd. U kunt kiezen uit de volgende functies.
Off (Uit): Hiermee wordt de lintdetectie uitgeschakeld.
On, weak sensibility (Aan, lage gevoeligheid): Hiermee wordt de lintdetectie ingeschakeld.
Het printsysteem reageert ongeveer 30 % langzamer op het einde van het transferlint (default).
On, strong sensibility (Aan, hoge gevoeligheid): Hiermee wordt de lintdetectie ingeschakeld.
Het printsysteem reageert direct op het eind van het transferlint.
Toets:
X displacement
(Verplaatsing langs
de X-as)
Verschuiving van de volledige positie van het beeld dwars op de looprichting van het papier.
De verschuiving is alleen tot aan de randen van de afdrukzone mogelijk en wordt door de
breedte van de brandlijn in de printkop bepaald.
Instelbereik: −90,0 … +90,0
Machine Parameters (Machineparameters)
Toetsenvolgorde:
,
,
Continu modus
Operating mode
(Mode)
Hier kan de printmodus worden gekozen (IO statisch, IO statisch doorlopend, IO dynamisch, IO
dynamisch doorlopend, tesbedrijf, directe start).
Toets:
Print Offset
(Druk offset)
Aanduiding van de afstand van het opdruk (c.q. van het eerste opdruk indien er meerdere
opdruks per werkcyclus worden afgedrukt) t.o.v. de positie van het startsignaal.
De instelling gebeurt in mm of in ms.
Instelbereik: 0 … 93 mm
Toets:
Print position
(Druck Positie)
Aanduiding van de startpositie van de drukslede in mm.
Instelbereik: 0 … 93 mm
Toets:
Layouts/cycle
(Opdruk/Cyclus)
Aanduiding van het aantal printprocedures per printlengte.
Instelbereik: 1 … 25.
Toets:
Check speed on start
(Materiaalsnelheid bij
drukstartsignaal
controleren)
162
Off (Uit): de materiaalsnelheid wordt pas gecontroleerd, na het afleggen van de ingestelde
offset-waarde. Het drukstart-signaal kan gegeven worden, hoewel het materiaal zich nog niet
beweegt. Tot bij het einde moet de materiaalsnelheid alleszins binnen het geldende
snelheidsgebied vallen, omdat anders het drukken wordt afgebroken.
On (Aan): de materiaalsnelheid wordt bij het drukstartsignaal gecontroleerd. Als de
materiaalsnelheid buiten het geldende snelheidsgebied valt, wordt het startsignaal genegeerd.
Standaard: Off
Nederlands
Dynacode IP
Toets:
Resolution
(Encoderresolutie /
Materiaalaanvoer per
rotatie van de encoder)
Geeft de resolutie weer van de gebruikte encoder en de materiaalvoeding per omwenteling in
mm. Deze instellingen hebben tot doel, de materiaalsnelheid te meten.
De materiaalvoeding per omwenteling beantwoordt bijvoorbeeld bij een 1:1-overbrenging tussen
encoder en de wals aan de walsomtrek.
Toets:
Material speed
(Foliesnelheid)
Weergave van de ingestelde snelheid van het materiaal.
Intermitterende modus
Operating mode
(Mode)
Hier kan de printmodus worden gekozen (stuks printen, continu printen, test modus, direct
printen).
Toets:
Back speed
(Printkop Terugsnelheid)
Aanduiding van de terugkeersnelheid van het drukmechanisme na het printeinde in mm/s.
Instelbereik: 50 … 600 mm/s.
Toets:
Print Offset
(Druk offset)
Aanduiding van de afstand van het opdruk (c.q. van het eerste opdruk indien er meerdere
opdruks per werkcyclus worden afgedrukt) t.o.v. de positie van het startsignaal.
Instelbereik: 0 … 93 mm
Standaard: 0 mm
Toets:
Print position
(Druck Positie)
Aanduiding van de startpositie van de drukslede in mm.
Instelbereik: 0 … 93 mm
Standaard: 83 mm
Toets:
Layouts/cycle
(Opdruk/Cyclus)
Aanduiding van het aantal printprocedures per printlengte.
Instelbereik: 1 … 25.
Layout Settings (Opdruk)
Toetsenvolgorde:
,
Print length
(Printlengte)
,
,
Opgave van de afstand die het printmechanisme moet afleggen. De printlengte is afhankelijk
van de lengte van het printmechanisme.
Toets:
Column printing
(Meerbaans-printen)
Opgave van de breedte van een layout en van het aantal layouts dat zich naast elkaar op de
drager bevindt.
Toets:
Material selection
(Materiaalkeuze)
Het te verwerken materiaal selecteren.
Toets:
Flip layout
(Opdruk spiegelen)
De spiegleas bevindt zich in het midden van de opdruk. Wanneer de breedte niet wordt
meegestuurd naar het direct-printen-systeem, dan wordt automatisch de standaard breedte van
de printkop gebruikt. Daarom moet u erop letten dat de opdruk even breed is als de printkop,
anders kunnen problemen ontstaan bij het positioneren.
Nederlands
163
Dynacode IP
Toets:
Rotate layout
(Opdruk roteren)
Standaard wordt het layout met de kop naar voren, onder een draaihoek van 0° afgedrukt.
Wordt deze functie geactiveerd, dan wordt het layout over 180° gedraaid en in de leesrichting
afgedrukt.
Toets:
Alignment
(Opdruk uitlijnen)
Uitlijning van de opdruk wordt pas uitgevoerd na het spiegelen en of roteren van de opdruk.
Left (Links): De layout wordt aan de linkerrand van de printkop gepositioneerd.
Centre (Midden): De layout wordt in het midden (gecentreerd) van de printkop gepositioneerd.
Right (Rechts): De layout wordt aan de rechterkant van de printkop gepositioneerd.
Ribbon Save (Lintbesparing) - Continu modus
Toetsenvolgorde:
,
Mode
(Soort optimalisering)
,
,
,
Keuze van optimalisatiewijze.
Off (Uit): Optimalisatie uit.
Standard (Standaard): Maximale lintbesparing; met deze instelling ontstaat geen lintverlies
(buiten een veiligheidsafstand van 1 mm, zodat de te printen velden niet over elkaar worden
geprint).
Shift (Verplaatsing: De opdrukken kunnen meervoudig zijdelings verplaatst worden afgedrukt.
Daardoor kan een maximaal gebruik van het lint worden bereikt.
SaveStrt (Startsignaal opslaan): Geen startsignaalverliezen, de printer regelt de lintbesparing
automatisch naargelang nodig.
Speed (Snelheid): Vestleggen van de max. printsnelheid.
Op basis van deze waarde worden alle vereiste berekeningen.
Mode: Standard
Transfer ribbon correction
(Correctie terugtrekfunctie)
0 mm = Er wordt steeds zover teruggespoeld, dat een optimale optimalisatie bereikt wordt
(geen transferbandverlies).
Default: 0 mm
−xx mm = Het terugspoelen kan verminderd worden.
+xx mm = Het terugspoelen kan worden vergroot.
Toets:
Performance information
(Prestatie-informatie)
sa/mm: De kleinst mogelijke afstand tweede modulering bij volledige optimalisatie.
cmin: Max. aantal maten per minuut.
so/mm: Opgave van het optimalisatieverlies.
Toets:
Expert parameters
(Parameters voor experts)
Het menu is wachtwoord beveiligd
Wachtwoord ingeven, toets
indrukken en de volgende parameters worden aangegeven.
Toets:
Printhead down time
(Stilstandstijd
printkop)
PhDownT = printhead down time in ms:
Wordt gebruikt door het lintbesparings-algoritme, om de start van het uitkomen van de printkop
te berekenen.
Ribbon motor early start
time
(TRB Motor starttijd)
REStartT = ribbon motor early start time in ms:
Deze waarde wordt bij de versnellingstijd van de transferbandbeweging opgeteld. Tijdweergave
voor de tijd tussen ‘Motor bereikt materiaalsnelheid’ en ‘Printkop brandt’.
Toets:
Minimal print speed
(Min. printsnelheid)
MinSpeed = minimal print speed:
Indien de moduleersnelheid verhoogd wordt, verhoogt ook het max. aantal cycli.
Print offset border
calculation
(Printoffsetberekening)
Calcoff = Turn On/Off print offset border calculation:
Indien de parameter op Off geplaatst wordt, kan een kleinere dan de benodigde moduleeroffset
ingegeven worden.
164
Nederlands
Dynacode IP
Toets:
Printhead up time
(Werktijd printkop)
PHupT = printhead up time in ms:
Wordt gebruikt door het lintbesparings-algoritme, om te berekenen, of een veldoptimalisatie kan
worden gemaakt of niet.
Toets:
Valve reaction time
PhVReactT = valve reaction time in ms:
(Reactietijd printkopventiel) Berekening van de start van het inkomen van de printkop beweging.
Toets:
Ribbon motor stop delay
time
(Vertragingstijd)
RibMotStpDlayT = ribbon motor stop delay time
Vertragingstijd in ms die de stappenmotor voor het stoppen nog met gelijkblijvende snelheid
verder wordt bewogen.
Toets:
Field ribbon saving
(Veldoptimalisatie)
FieldRS = field ribbon saving:
Off: Veldoptimalisatie uit
PHOnly: Enkel de moduleerkop wordt bewogen. De transferband wordt niet gestopt.
Normal: Veldoptimalisatie wordt enkel uitgevoerd wanneer de transferbandmotor volledig
gestopt wordt.
Strong: Veldoptimalisatie wordt uitgevoerd, zelfs wanneer de transferbandmotor niet gestopt
wordt.
Rewind speed
(Terugspoelen)
Rwind v = rewind speed in mm/s:
Opgave van het terugspoelen van het lint in mm/s.
Toets:
Speed 1 field
(Veld 1 snelheid)
Wanneer 0 (defaultwaarde) ingesteld is, heeft de parameter geen invloed op de optimalisatie.
Toets:
Tension
(Spanning)
Opgave van de lengte, die na het meten van het lint naar voren getransporteerd wordt.
Mode: Shift
X-Shift / Y-Shift
(X-verplaatsing / Yverplaatsing)
X-Shift: Aangeven van de verplaatsing van de opduk in de X-richting.
Y-verplaatsing: Aangeven van de verplaatsing in de printrichting.
Toets:
Lanes / R-Shift
(Kolommen / R-Shift)
Lanes: Aangeven van het aantal naast elkaar te printen opdrukken.
R-Shift: Aangeven van de afstand bij het overgaan naar een nieuwe cyclus.
Toets:
Expert parameters
(Parameters voor experts)
Het menu is wachtwoord beveiligd
Paswoord ingeven, toets
'Standard'.
indrukken. De beschrijving van de functie vindt u in Mode
Mode: SaveStrt
Expert parameters
(Parameters voor experts)
Het menu is wachtwoord beveiligd
Paswoord ingeven, toets
'Standard'.
indrukken. De beschrijving van de functie vindt u in Mode
Nederlands
165
Dynacode IP
Ribbon Save (Lintbesparing) - Intermitterende modus
Toetsenvolgorde:
,
Mode
(Soort optimalisering)
,
,
,
Keuze van optimalisatiewijze.
Off (Uit): Optimalisatie uit.
Standard (Standaard): Maximale lintbesparing; met deze instelling ontstaat geen lintverlies
(buiten een veiligheidsafstand van 1 mm, zodat de te printen velden niet over elkaar worden
geprint).
Shift (Verplaatsing): De opdrukken kunnen meervoudig zijdelings verplaatst worden afgedrukt.
Daardoor kan een maximaal gebruik van het lint worden bereikt.
Mode: Standard
Transfer ribbon correction
(Correctie terugtrekfunctie)
0 mm = Er wordt steeds zover teruggespoeld, dat een optimale optimalisatie bereikt wordt
(geen transferbandverlies).
Default: 0 mm
−xx mm = Het terugspoelen kan verminderd worden.
+xx mm = Het terugspoelen kan worden vergroot.
Toets:
Expert parameters
(Parameters voor experts)
Het menu is wachtwoord beveiligd
Wachtwoord ingeven, toets
indrukken en de volgende parameters worden aangegeven.
Toets:
Printhead down time
(Stilstandstijd
printkop)
PhDownT = printhead down time in ms:
Wordt gebruikt door het lintbesparings-algoritme, om de start van het uitkomen van de printkop
te berekenen.
Printhead up time
(Werktijd printkop)
PHupT = printhead up time in ms:
Wordt gebruikt door het lintbesparings-algoritme, om te berekenen, of een veldoptimalisatie kan
worden gemaakt of niet.
Toets:
Valve reaction time
PhVReactT = valve reaction time in ms:
(Reactietijd printkopventiel) Berekening van de start van het inkomen van de printkop beweging.
Toets:
Tension
(Spanning)
Opgave van de lengte, die na het meten van het lint naar voren getransporteerd wordt.
Ribbon mod
(Inktlint-modus)
0: Het inktlint wordt na het printen over de volledige afdruklengte teruggetrokken, d.w.z. dat er
geen optimalisatie plaats vindt tussen de afzonderlijke opdrukken.
1: Het inktlint wordt alleen over het afgedrukte gebied teruggetrokken, de openingen tussen de
opdrukken worden geoptimaliseerd.
Bij verandering van de opdruk wordt het inktlint automatisch gepositioneerd.
Mode: Shift
X-Shift / Y-Shift
(X-verplaatsing / Yverplaatsing)
X-Shift: Aangeven van de verplaatsing van de opduk in de X-richting.
Y-verplaatsing: Aangeven van de verplaatsing in de printrichting.
Toets:
Lanes / R-Shift
(Kolommen / R-Shift)
Lanes: Aangeven van het aantal naast elkaar te printen opdrukken.
R-Shift: Aangeven van de afstand bij het overgaan naar een nieuwe cyclus.
Toets:
Expert parameters
(Parameters voor experts)
166
Het menu is wachtwoord beveiligd
Paswoord ingeven, toets
'Standard'.
indrukken. De beschrijving van de functie vindt u in Mode
Nederlands
Dynacode IP
Device Settings (Printerparameter)
Toetsenvolgorde:
,
Field handling
(Veldverwerking)
,
,
,
,
Off (Uit): De inhoud van het afdrukgeheugen wordt volledig gewist.
Keep graphic (Behoud logo): Een afbeelding of een TrueType-lettertype wordt een keer naar
de module verstuurd en daar in het interne geheugen opgeslagen. Bij de volgende
afdrukopdracht worden daarna alleen de gewijzigde gegevens naar de module verstuurd. Het
voordeel van deze methode is dat de overdrachtsnelheid per lay-out toeneemt, omdat niet
steeds de hele afbeelding moet worden verstuurd.
Delete graphic (Delete grafische voorstelling): De afbeelding die resp. het TrueTypelettertype dat in het interne geheugen van het direct-printen-systeem is opgeslagen, wordt
gewist, terwijl de overige velden in het geheugen blijven opgeslagen.
Restore graphic (Logo herstellen): Aan het eind van een printopdracht kan op de direct
printer de geprinte opdracht opnieuw worden gestart. Alle grafieken en TrueType-lettertypes
worden opnieuw geprint.
Uitzondering: Bij printen in verschillende breedtes moeten altijd volle banen worden geprint
(aantal altijd veel verschillende breedtes). Verwijderde breedtes worden niet meer aangemaakt.
Toets:
Codepage
(Codepage)
Opgave van de te gebruiken tekenset.
Momenteel zijn de volgende tekensets beschikbaar: ANSI-tekenset, Codepage 437, Codepage
850, GEM Deens, GEM Duits, GEM Engels, GEM Frans en GEM Zweeds.
Toets:
External parameters
(Externe parameters)
Layout dimension only (enkel lay-outafmeting): De parameters voor lay-outlengte, lengte
van de tussenruimte en lay-outbreedte kunnen overgedragen worden. Alle verdere
parameterinstellingen moeten rechtstreeks aan het printsysteem uitgevoerd worden.
On (Aan): U kunt parameters zoals printsnelheid en contrast via onze software naar het directprinten-systeem sturen. Parameters die eerder op het direct-printen-systeem zelf werden
ingesteld, worden verder genegeerd.
Off (Uit): Alleen de instellingen die daarna op de module zelf worden gemaakt, worden wel
gehanteerd.
Toets:
Buzzer
(Zoemer)
On (Aan): Wanneer deze toets wordt ingedrukt, wordt een akoestisch signaal (zoemtoon)
weergegeven.
Instelbereik: 1 … 7.
Off (Uit): Er wordt geen signaal weergegeven.
Display
(Display)
Hiermee kan het contrast van het display worden ingesteld.
Instelbereik: 45 … 75.
Toets:
Language
(Taalinstelling)
Hier kunt u de taal kiezen die in het display wordt gebruikt.
Momenteel kunt u kiezen uit de volgende talen: Duits, Engels, Frans, Spaans, Fins, Tsjechisch,
Portugees, Nederlands, Italiaans, Deens, Pools, Grieks, Hongaars, Russisch, Chinees (optie),
Oekraïens, Turks, Zweeds, Noors.
Toets:
Keyboard layout
(Indeling toetsenbord)
Selectie van het gebied voor de gewenste toetsenbordindeling. Momenteel kunt u kiezen uit:
Duitsland, Engeland, Frankrijk, Griekenland, Spanje, Zweden en de USA.
Toets:
Customized entry
(Ingave variabele)
Off (Uit): Op de display verschijnt geen opvraag van de bedienergeleide variabele. In dit geval
wordt de gedeponeerde Default-waarde afgedrukt.
On (Aan): De opvraag naar de bedienergeleide variabelen verschijnt eenmaal voor printstart op
de display.
Auto (Automatisch): De vraag naar de bedienergestuurde variabelen en het aantal verschijnt
na iedere lay-out
Auto without quantity query (Automatisch zonder vraag om aantal): De vraag naar de
bedienergestuurde variabelen en het aantal verschijnt na elke lay-out
Toets:
Hotstart
(Snelstart)
On (Aan): een onderbroken printopdracht kan na het opnieuw inschakelen van de module weer
worden voortgezet (alleen als de module met de optie Compact Flash card is uitgerust).
Off (Uit): bij het uitschakelen van de module gaan alle gegevens verloren.
Nederlands
167
Dynacode IP
Toets:
Layout confirmation
(Opdruk bevestigen)
On (Aan): Een nieuwe printopdracht kan alvast worden geladen maar wordt nog niet
geactiveerd. Een reeds actief lopende printopdracht blijft worden geprint, totdat de bevestiging
aan het toestel volgt.
Off (Uit): Er verschijnt geen melding op het display ter bevestiging.
Print after measuring
(Printgereed na calibreren)
On (Aan): indien tijdens het printen een fout optreedt, waarvan het verhelpen door de machine
zelf kan worden herkend (bijv. einde inktlint, cassette open), dan keert de printer na het
verhelpen van de fout (bijv. cassette terug gesloten) meteen terug naar de status 'Gereed'.
Off (Uit): Na het verhelpen van en bevestigen van een fout gaat de printer naar de status
'Gestopt'.
Toets:
Standard layout
(Standaard opdruk)
On (Aan): indien een printopdracht gestart wordt, zonder voorafgaande definitie van een
opdruk, wordt de standaard opdruk (toesteltype, firmwareversie, buildversie) geprint.
Off (Uit): indien een printopdracht gestart wordt, zonder voorafgaande definitie van een opdruk,
verschijnt een foutmelding op het display.
I/O Parameters (I/O Parameters)
Toetsenvolgorde:
,
,
IN signal level
(IN-signaalniveau)
,
,
,
,
Aanduiding van het signaal waarbij een printopdracht wordt gestart.
+ = geeft het tot dusverre gebruikte niveau (1) aan
− = zorgt voor een omgekeerde uitgave (0)
x = niet geactiveerd signaalniveau
s = status kan via snijplaatsen beïnvloed worden (in verband met Netstar PLUS)
Toets:
OUT signal level
(OUT-signaalniveau)
Aanduiding van het signaalniveau voor het uitgavesignaal.
+ = geeft het tot dusverre gebruikte niveau (1) aan
− = zorgt voor een omgekeerde uitgave (0)
s = status kan via snijplaatsen beïnvloed worden (in verband met Netstar PLUS)
Toets:
Debouncing
(Kontaktdender)
Als het startsignaal onzuiver is, kan met deze instelling de drukstartingang gedempt worden.
Instelbereik: 0 … 100 ms.
Toets:
Start signal delay
(Startsignaal vertraging)
Met deze instelling kan de drukstart worden vertraagd.
Instelbereik: 0.00 … 9.99.
Toets:
Not ready: error
(Niet bedrijfsklaar: fout)
On: Indien een printopdracht actief is maar het direct-printen-systeem niet klaar is om deze te
verwerken (reeds in ‘print’ modus), dan wordt er een fout veroorzaakt.
Off: Er wordt geen foutmelding getoond.
Toets:
I/O profile
(I/O-profiel)
Selectie van de aanwezige configuratie Std_Direct (fabrieksinstelling) of StdFileSelDIrect. De
overeenkomstige invulling bevindt zich in het handboek.
Network (TCP/IP Poort)
Toetsenvolgorde:
,
,
,
,
,
,
,
Het menu-item kan echter alleen worden gekozen indien bij het inschakelen van de module een netwerkkaart wordt herkend;
anders wordt erop gewezen dat de optie niet beschikbaar is.
168
Nederlands
Dynacode IP
Password (Wachtwoord)
Toetsenvolgorde:
,
,
,
,
,
,
,
,
Operation (Bediening)
Password (Wachtwoord)
Invoer van een 4-cijferig wachtwoord.
Toets:
Protection configuration
(Wachtwoordbeveiliging
Functiemenu)
Printerinstellingen kunnen worden veranderd.
(printcontrast, snelheid, werkmodus, ...). De wachtwoordbeveiliging verhindert wijzigingen aan
de printerinstelling.
Toets:
Protection favorites
(Wachtwoordbeveiliging
favorieten)
De wachtwoordbeveiliging verhindert de toegang tot het favorietenmenu.
Toets:
Protection memory card
(Wachtwoordbeveiliging
Geheugenkaart)
Met de geheugenkaartfuncties kunnen etiketten worden opgeslagen, geladen, ... De
wachtwoordbeveiliging moet onderscheiden of er geen toegang is tot de geheugenkaart, of
alleen met Alleen lezen.
Volledige toegang: geen wachtwoordbeveiliging
Alleen lezen: inhoud kan alleen worden gelezen
Beveiligd: toegang vergrendeld
Toets:
Protection printing
(Wachtwoordbeveiliging
Afdrukken)
Als de printer is aangesloten op een computer kan het nuttig zijn als degene die de printer
bedient, handmatig geen printopdracht kan geven. De wachtwoordbeveiliging voorkomt dat
iemand handmatig een printopdracht kan geven.
Network (Netwerk)
Password (Wachtwoord)
Invoer van een wachtwoord met 15 tekens. Het wachtwoord kan uit alfanumerieke en speciale
tekens bestaan.
Toets:
Protection HTTP
(Wachtwoordbeveiliging
HTTP)
De communicatie via HTTP kan worden vermeden.
Toets:
Protection Telnet
(Wachtwoordbeveiliging
Telnet)
Instellingen van de Telnet-service kunnen niet worden gewijzigd.
Toets:
Protection remote access
(Wachtwoordbeveiliging
Toegang op afstand)
Toegang via een externe HMI-interface kan worden voorkomen.
LET OP!
Om een vergrendelde functie te kunnen uitvoeren, moet eerst het geldige wachtwoord worden ingevoerd. Als het
juiste wachtwoord is ingevoerd, wordt de gewenste functie uitgevoerd.
Nederlands
169
Dynacode IP
Interface
Toetsenvolgorde:
,
,
,
,
,
,
,
,
,
COM1:
0 - seriële interface Uit
1 - seriële interface Aan
2 - seriële interface Aan; wanneer een fout bij de gegevensoverdracht plaatsvindt, wordt geen
foutmelding gegenereerd.
COM1 / Baud / P / D / S
Baud:
Instelling voor het aantal bits dat per seconden wordt verzonden.
De volgende waarden kunnen worden ingesteld: 1200, 2400, 4800, 9600, 19200, 38400, 57600
en 115200.
P = pariteit
N - geen pariteit; E - Even; O - Oneven
Zorg ervoor dat de instellingen hier overeenkomen met de instellingen van de module.
D = Databits:
Hier kan het aantal databits worden ingesteld. Mogelijke instelwaarden zijn 7 of 8 bits.
S = Stopbits:
Het mogelijke aantal stopbits is 1 of 2.
Instelling van het aantal stopbits tussen de bytes.
Toets:
Start/stop sign
(Startteken/Stopteken)
SOH: Start van het gegevensblok
HEX-indeling 01
ETB: Einde van het gegevensblok
HEX-indeling 17
Toets:
Data memory
(Datageheugen)
Standard (Standaard): Na het starten van een printopdracht worden gegevens ontvangen
totdat de printbuffer vol is.
Extended (Uitgebreid): Tijdens een lopende printopdracht worden nog steeds gegevens
ontvangen en verwerkt.
Off (Uit): Na het starten van een printopdracht worden er geen gegevens meer ontvangen.
Toets:
Port test
(Poorttest)
Controle of gegevens via de interface overgedragen werden.
De knoppen
en
indrukken om Algemeen (On) te selecteren. De knop
indrukken,
en gegevens die via een willekeurige poort verzonden worden (COM1, LPT, USB, TCP/IP),
worden geprint.
Emulation (Emulatie)
Toetsenvolgorde:
,
Protocol
(Protocol)
,
,
,
,
,
,
,
,
,
CVPL: Carl Valentin Programming Language
ZPL: Zebra® Programming Language
Met de toetsen
en
het protocol selecteren. Op de toets
drukken, om uw selectie te
bevestigen. Het direct-printen-systeem wordt opnieuw gestart en de ZPL II®-commando’s
worden intern omgezet in CVPL-commando’s.
Toets:
Printhead resolution
(Printerkop-resolutie)
Bij ingeschakelde ZPL II®-emulatie moet de printerkop-resolutie van de geëmuleerde printer
worden ingesteld.
LET OP!
Als de printkop-resolutie van de Zebra® printer verschilt van die van he directprinten-systeem Valentin, dan komt de grootte van de objecten (bijv. tekst,
afbeeldingen) niet precies overeen.
Toets:
Drive mapping
(Station-toewijzing)
De toegang tot Zebra®-stations wordt naar de juiste Valentin-stations omgeleid.
LET OP!
Omdat de in Zebra® printers intern opgenomen fonts niet op de printers van Valentin
ter beschikking zijn, kan het komen tot kleine verschillen in het tekenbeeld..
170
Nederlands
Dynacode IP
Toets:
PJL – Printer Job Language Er kan bij een printopdracht bepaalde statusinformatie worden weergegeven.
(PJT – Printopdracht Taal)
Date & Time (Datum & tijd)
Toetsenvolgorde:
,
Set date/time
(Aanpassen van datum en
tijd)
,
,
,
,
,
,
,
,
,
,
De bovenste regel van het display toont de actuele datum, de onderste regel toont de actuele
tijd. Met behulp van de toetsen
waarde met de toetsen
en
en
kunt u naar het volgende veld gaan om de getoonde
te veranderen (verhogen resp. verlagen).
Toets:
Sumertime
(Zomertijd)
On (Aan): De module schakelt automatisch om naar zomer- of wintertijd.
Off (Uit): De zomertijd wordt niet automatisch herkend en ingesteld.
Toets:
Start of summertime format
(Startdformaat zomertijd)
Keuze van de notatie om het begin van de zomertijd in te voeren.
DD = Dag
WW = Week
WD = Weekdag
MM = Maand
YY = Jaar
next day = pas de volgende dag wordt meegenomen
Toets:
Start of summertime - date
(Startdatum zomertijd)
Invoer van de datum waarop de zomertijd moet beginnen. Deze invoer heeft betrekking op de
eerder gekozen notatie.
Toets:
Start of summertime - time
(Starttijd zomertijd)
Met behulp van deze functie kunt u het tijdstip aangeven waarop de zomertijd moet beginnen.
Toets:
End of summertime - format Keuze uit de notaties om het einde van de zomertijd in te voeren.
(Eindformaat zomertijd)
Toets:
End of summertime - date
(Einddatum zomertijd)
Invoer van de datum waarop de zomertijd moet eindigen. De invoer heeft betrekking op de
eerder gekozen notatie.
Toets:
End of summertime - time
(Eindtijd zomertijd)
Invoer van het tijdstip waarop de zomertijd moet eindigen.
Toets:
Time shifting
(Tijdverschuiving)
Invoer van de tijdverschuiving bij de omschakeling zomer-/wintertijd in uren en minuten.
Nederlands
171
Dynacode IP
Service Functions (Serviceparameter)
LET OP!
Om de dealer of de fabrikant bij een hulpvraag te ondersteunen, kan belangrijke informatie, zoals bijv. de ingestelde
parameters, direct op het apparaat worden afgelezen.
Toetsenvolgorde:
,
Photocell parameters
(Fotocel parameters)
,
,
,
,
,
,
,
,
,
,
,
H = Head (alleen beschikbaar bij apparaten met kapschakelaar)
0 = open kap
1 = gesloten kap
P = Pressure:
Aanduiding van de waarde voor de persluchtcontrole (0 of 1).
R1 = Transferband opwikkelrol:
Opgave van de status van de transferband opwikkelrol. 4 statussen worden aangeduid (geen
markering in de lichtkast, markering komt van rechts, markering komt van links, markering
volledig in lichtkast).
R2 = Transferband afwikkelrol:
Opgave van de status van de transferband afwikkelrol. 4 statussen worden aangeduid (geen
markering in de lichtkast, markering komt van rechts, markering komt van links, markering
volledig in lichtkast).
C = Carriage:
Weergave van de positie van de printslede.
ENC = Encoder:
Weergave van de actuele status van de encoder.
Toets:
Paper counter
(Totaalteller)
D: Instelling voor de snelheid van de printkop (in meters).
G: Instelling voor de snelheid van het apparaat (in meters).
Toets:
Heater resistance
(Printkop (Ohm))
Om een goed drukbeeld te realiseren moet, wanneer de printkop wordt vervangen, de OHMwaarde die op de printkop is vermeld worden ingesteld.
Toets:
Printhead temperature
(Printkoptemperatuur)
Aanduiding van de printkoptemperatuur in °C. Normaliter heeft de printkop kamertemperatuur.
Wordt de maximale printkoptemperatuur echter overschreden, dan wordt de lopende
printopdracht onderbroken en verschijnt er een foutmelding op het printerdisplay.
Toets:
Ribbon
(Lintlengte)
Keuze van de gebruikte lintlengte (300 m, 450 m, 600 m, 900 m, 1000 m).
Ink side
(Inkzijde)
Keuze of transferbanden gebruikt worden met buiten- of binnenwikkeling.
Default: buitenwikkeling
Toets:
Brake power
(Remvermogen)
BrkPow:
Instellen van de remcapaciteit voor versnellen en afremmen in %.
BrkPowP:
Instellen van de remcapaciteit gedurende het printen.
Toets:
Print examples
(Afdrukvoorbeelden)
Wanneer u deze menu-optie selecteert, worden alle printerinstellingen afgedrukt.
Settings (Statusrapport):
Alle printerinstellingen zoals de snelheid, contrast etc. worden afgedrukt.
Bar codes (Barcodes):
Alle in het direct-printen-systeem beschikbare barcodes worden afgedrukt.
Fonts (Lettertypen):
Alle in het direct-printen-systeem beschikbare lettertypen worden afgedrukt.
172
Nederlands
Dynacode IP
Toets:
Input
(Ingang)
Weergave van de niveau's voor ingangen van de IO-parameters.
0 = Low
1 = High
Toets:
Output
(Uitgang)
Weergave van de niveau's voor uitgangen van de IO-parameters.
0 = Low
1 = High
Diagnostic
(Diagnostiek)
Toets
indrukken, om in het diagnosemenu te gaan.
Toets:
Encoder profiling
(Profilering encoder)
De draaigever waarden met drukstart in logging-bestanden worden op de CF-kaart opgeslagen.
Aan de hand van deze gegevens kan een grafische afbeelding van de draaigevercurve worden
aangemaakt.
Toets:
Roller diameter
(Transferbandrollen
diameter)
DiaRW = diameter van de lint opwikkelrol.
DiaRU = diameter van de lint afwikkelrol.
Toets:
Encoder average
(Encoderschaling)
Aantal waarden waarover het encodersignaal gemiddeld gaat. Hoe hoger de waarde des te
trager reageert het apparaat op snelheidsveranderingen.
Toets:
I/O status
(I/O-modus)
Relevante gebeurtenissen worden geteld en in het RAM-geheugen mee opgeslagen. De inhoud
van dit geheugen gaat na het uitschakelen van het apparaat verloren.
IgnrStrt = teller voor genegeerde startsignalen.
IntPrts = teller voor afgebroken printopdrachten.
Kies met de cursor de waarde waarover U meer informatie wenst en druk de toets
in.
NJb = No job (geen taak):
teller voor genegeerde startsignalen terwijl de printropdracht niet actief was.
NRd = Not ready (niet gereed):
teller voor genegeerde startsignalen terwijl de printopdracht niet klaar was (gestopt of
foutmelding).
Prt = Printing (printen bezig):
teller voor genegeerde startsignalen terwijl het toestel print/ingeschakeld is.
MS/I = Manual stopped/interrupted (handmatig gestopt/onderbroken):
Stoptoets waarop het folietoetsenbord, paneel of in een programma wordt geprint.
ItfI = Interface interrupted (interface onderbroken):
Printopdracht afgebroken omdat nieuwe gegevens ontvangen worden via een interface.
SpedS = Speed stopped (snelheid gestopt):
Printopdracht afgebroken omdat de gemeten printsnelheid te langzaam was.
Toets:
Online/Offline
(Online/Offline)
Wanneer de functie geactiveerd is, kan met de toets
gewisseld worden.
Standaard: uit
tussen online en offline modus
Online: Gegevens kunnen ontvangen worden via interface. De toetsen van het folietoetsenbord
zijn enkel actief wanneer met de toets
naar de offline modus gewisseld wordt.
Offline: De toetsen van het folietoetsenbord zijn weer actief doch de ontvangen gegevens
worden niet meer afgewerkt. Wanneer het toestel weer in online modus is, worden weer nieuwe
moduleeropdrachten ontvangen worden.
Nederlands
173
Dynacode IP
Toets:
Transfer ribbon prior
warning
(Transferlint
voorafwaarschuwing)
Transfer ribbon advance warning (Transferlint voorafwaarschuwing):
Wanneer deze functie werd gekozen, wordt voor het transferlinteinde een signaal via een
stuuruitgang uitgegeven.
Warning diameter (Transferlint voorverwarmingsdiameter):
Instellen van de transferband-voorwaarschuwingsdiameter.
Wordt hier een waarde in mm ingevoerd, wordt bij het bereiken van deze diameter (gemeten op
de transferbandrol) een signaal gegeven via een besturingsuitgang.
Warning (Waarschuwing): Bij het bereiken van de voorafwaarschuwingsdiameter wordt de
dienovereenkomstige I/O-uitgang ingesteld.
Reduced print speed (Verlaagde snelheid): Snelheid waartoe de afdruksnelheid verlaagd
dient te worden.
Error (Fout): Wanneer de voorafwaarschuwingsdiameter bereikt is, blijft het printsysteem
stilstaan met de melding ‘te weinig transferlint’.
Toets:
Write log files on MC
(Logbestanden op MC
schrijven)
Via dit commando worden verschillende LOG-bestanden op een opslagmedium (MC-kaart of
USB-stick) geschreven. Na de melding ‘Gereed‘ kan het opslagmedium worden verwijderd.
De bestanden bevinden zich in de map 'log':
LogMemErr.txt: geregistreerde fouten met aanvullende informatie, zoals datum/tijd en
bestandsnaam/regelnummer (voor ontwerpers)
LogMemStd.txt: registratie geselecteerde incidenten
LogMemNet.txt: de als laatste via poort 9100 verzonden bestanden
Parameters.log: alle printerparameters in door mensen leesbare vorm
TaskStatus.txt: de statistieken van alle printertaken
Main Menu (Hoofdmenu)
Nadat de besturingselektronika is ingeschakeld wordt het basismenu weergegeven. Het basismenu geeft informatie zoals bijv.
het type direct-printen-systeem, de huidige datum en tijd, het versienummer van de firmware en de gebruikte FPGA’s.
De geselecteerde weergave wordt slechts korte tijd getoond, daarna springt het display weer naar de eerste informatie.
Met de toets
174
gaat u steeds naar de volgende weergave.
Nederlands
Dynacode IP
Compact Flash Card / USB memorystick
Met de toetsen van het folietoetsenbord van de besturingselektronica of met verschillende functietoetsen van een aangesloten
USB-toetsenbord wordt het memorymenu bediend.
Terug naar het laatste menu.
In de functie Load layout (Lay-out laden): Ga naar Verkenner.
Verkenner (File Explorer): Ga naar het contextmenu (context menu).
Markeer een bestand/een map wanneer meerdere keuzes mogelijk zijn.
Basismenu: Kiezen van het memorymenu.
Verkenner (File Explorer): Maken van een nieuw bestand.
De huidige functie uitvoeren voor het huidige bestand/de huidige map.
Ga naar de bovenliggende map.
Ga naar de actueel gemarkeerde map.
In de actuele map naar boven scrollen.
In de actuele map naar beneden scrollen.
Define user directory
(Gebruikersmap definiëren)
Definiëren van de standaard Gebruikersmap op de CF-kaart waarin alle te gebruiken
bestanden worden opgeslagen.
LET OP!
Een Gebruikersmap moet gedefinieerd worden:
•
•
vooraleer een toepassing of navigatie door het geheugenmenu uitgevoerd dient te worden.
indien het formatteren van de CF-kaart via de pc werd uitgevoerd en daardoor de STANDARD-map niet
automatisch gecreëerd werd op de CF-kaart.
Toegang tot het memorymenu.
De Verkenner (File Explorer) openen.
,
+
,
Map selecteren.
Aanwijzing van beschikbare functies.
Functie Set as user dir (als gebruikersmap) selecteren
,
Keuze bevestigen.
Terug naar het basismenu.
Bij de volgende keer oproepen van het Geheugenmenu wordt
de geselecteerde map als Gebruikersmap getoond.
Load layout
(Lay-out laden)
Laden van een lay-out binnen de vastgelegde Gebruikersmap. De functie maakt een
snelle toegang tot de gewenste lay-out mogelijk, aangezien enkel lay-outbestanden
getoond worden en alle andere mappen worden verborgen.
Toegang tot het memorymenu.
,
+
,
Lay-out kiezen.
Keuze bevestigen.
Het venster voor de invoer van het aantal stuks wordt
automatisch weergegeven.
,
+
,
Aantal lay-outs kiezen, die afgedrukt moeten worden.
Printopdracht starten.
LET OP!
De map kan hier NIET gewisseld worden. Verandering van de map MOET in de Verkenner (File Explorer) met de
functie Change directory (Veranderen van map) worden uitgevoerd.
Nederlands
175
Dynacode IP
File Explorer
De File Explorer is het bestandsbeheersysteem van het printsysteem. De hoofdfuncties
voor de interface van het Geheugenmenu worden in de File Explorer ter beschikking
gesteld.
In de weergave van de Gebruikersmap de toets
indrukken om naar de File
Explorer te gaan.
De volgende functies kunnen geselecteerd worden:
Change directory
(Veranderen van map)
•
Station of map wisselen
•
Bestand laden
•
Lay-out of configuratie opslaan
•
Bestand(en) wissen
•
CF-kaart formatteren
•
Bestand(en) kopiëren
Selectie van het station of map waarin de bestanden zijn opgeslagen.
Toegang tot het memorymenu.
De Verkenner (File Explorer) openen.
,
+
,
Map selecteren.
Keuze bevestigen.
Het geselecteerde register wordt getoond.
Load file
(Bestand laden)
Laad een willekeurig bestand. Dit kan een tevoren opgeslagen configuratie, een lay-out
etc. zijn.
Toegang tot het memorymenu.
De Verkenner (File Explorer) openen.
+
Bestand selecteren.
Het gekozen bestand wordt geladen.
LET OP!
Is het geselecteerde bestand een lay-out, dan kan het aantal te drukken kopieën onmiddellijk ingevoerd worden.
Load layout
(Lay-out opslaan)
Slaat de actueel geladen lay-out onder de geselecteerde naam op.
Toegang tot het memorymenu.
De Verkenner (File Explorer) openen.
Ga naar het menu Save file (Bestand opslaan).
,
De functie Save layout (Lay-out opslaan) selecteren.
Keuze bevestigen.
Indien een USB-toetsenbord aangesloten is, dan kan voor noname een nieuwe
bestandsnaam toegekend worden.
176
Nederlands
Dynacode IP
Save configuration
(Configuratie opslaan)
Slaat de complete, actuele printerconfiguratie onder de geselecteerde naam op.
Toegang tot het memorymenu.
De Verkenner (File Explorer) openen.
Ga naar het menu Save file (Bestand opslaan).
De functie Save configuration (Configuratie opslaan)
selecteren.
,
Keuze bevestigen.
Indien een USB-toetsenbord aangesloten is, dan kan voor config.cfg een nieuwe
bestandsnaam toegekend worden.
Delete file
(Bestanden wissen)
Wist een of meerdere bestanden of mappen onherroepelijk. Bij het wissen van een
map worden zowel de aanwezige bestanden als de submappen gewist.
Toegang tot het memorymenu.
De Verkenner (File Explorer) openen.
Bestand selecteren.
+
Bestanden markeren die gewist moeten worden. De
gemarkeerde records worden met * gekenmerkt. Deze
handeling net zo lang uitvoeren tot alle gewenste bestanden
resp. mappen gemarkeerd zijn om te wissen.
Ga naar het contextmenu (context menu).
De functie Delete (Wissen) selecteren.
+
Keuze bevestigen.
Formatting
(Formatteren)
Wist alle bestanden op de geheugenkaart.
LET OP!
USB-sticks kunnen NIET op de direct-printen-system geformatteerd worden!
Toegang tot het memorymenu.
De Verkenner (File Explorer) openen.
,
+
,
Het station selecteren dat geformatteerd moet worden.
Ga naar het contextmenu (context menu).
+
De functie Formatting (Formatteren) selecteren.
Keuze bevestigen.
Nederlands
177
Dynacode IP
Copying
(Kopiëren)
Maakt een kopie van het oorspronkelijke bestand resp. de oorspronkelijke map om
vervolgens onafhankelijk van het origineel veranderingen uit te kunnen voeren.
Toegang tot het memorymenu.
De Verkenner (File Explorer) openen.
Bestand selecteren.
+
Bestanden markeren die gekopieerd moeten worden. De
gemarkeerde records worden met * gekenmerkt. Deze
handeling net zo lang uitvoeren tot alle gewenste bestanden
resp. mappen gemarkeerd zijn om te kopiëren.
Ga naar het contextmenu (context menu).
De functie Copying (Kopiëren) selecteren.
+
Bestemming voor de kopieën vastleggen.
,
+
,
De doelmap selecteren.
Keuze bevestigen.
Filter:
Alleen mogelijk in combinatie met een USB-toetsenbord.
Waneer er een USB-toetsenbord is aangesloten, kan bij bepaalde functies een
filtermasker of de bestandsnaam van een op te slaan bestand worden aangegeven.
Deze invoer wordt bij het pad weergegeven. Met het filtermasker is het mogelijk, naar
bepaalde bestanden te zoeken. Zo worden er bijvoorbeeld bij het invoeren van „L“ alleen
bestanden weergegeven, die met de tekenreeks „L“ beginnen. (op hoofd- en kleine
letters wordt niet gelet).
Zonder filter
178
Met filter
Nederlands
Dynacode IP
Technische gegevens
Resolutie
Dynacode IP53
Dynacode IP107
Dynacode IP128
300 dpi
300 dpi
300 dpi
50 … 800 mm/s
50 … 600 mm/s
50 … 600 mm/s
50 … 600 mm/s
50 … 450 mm/s
50 … 600 mm/s
Afdruksnelheid
Continu modus
Intermitterende modus
Terugkeersnelheid
Afdrukbreedte
alleen intermitterende modus: max. 600 mm/s
53,3 mm
106,6 mm
128 mm
Max. druklengte
Continu modus
Intermitterende modus
6000 mm
75 mm
3000 mm
75 mm
3000 mm
75 mm
Doorlaatbreedte frame
conform de wens van de
klant
conform de wens van de
klant
conform de wens van de
klant
Printkop
Corner Type
Corner Type
Corner Type
60 dB(A)
65 dB(A)
68 dB(A)
Inktzijde
buiten / binnen (option)
buiten / binnen (option)
buiten / binnen (option)
Max. diameter van de rol
98 mm
82 mm
75 mm
Kern diameter
25,4 mm / 1″
25,4 mm / 1″
25,4 mm / 1″
Max. lengte
900 m
600 m
450 m
Max. breedte
55 mm
110 mm
130 mm
Zonder inbouwframe
204 x 182 x 235 mm
204 x 182 x 290 mm
204 x 182 x 310 mm
Met inbouwframe
afhankelijk van doorlaatbreedte
Geluidsemissie (meetafstand 1 m)
Gemiddeld geluidsvermogensniveau
Lintrol
Afmetingen (breedte x hoogte x diepte)
Printmechanisme
Besturingselektronica
310 mm x 165 mm x 350 mm
Verbindingskabel naar de module 2,5 m
Gewicht
Printmechanisme
9,5 kg
11 kg
11,7 kg
Elektronica incl. kabels
8,0 kg
8,0 kg
8,0 kg
Elektronica
Processor
High Speed 32 Bit
Werkgeheugen (RAM)
16 MB
Sleuven
voor compact flash-kaart type I (binnenkant besturingselektronica)
Batterij
voor real-time klok (gegevensopslag bij stroomuitval)
Waarschuwingssignalen
Akoestisch signaal bij storing
Interfaces
Serieel
RS-232C (max. 115200 Baud)
Ethernet
10/100 Base T, LPD, RawIP-Printing, DHCP, HTTP, FTP
USB-master
Aansluiting voor een extern USB-toetsenbord en een -memorystick
Aansluitwaarden
Pneumatische aansluiting
6 bar droog en olievrij
Nominale spanning
110 V AC / 50 … 60 Hz 3 A
230 V AC / 50 … 60 Hz 1,5 A
Waarden zekering
2x T4A 250 V
Gebruikscondities
IP code
IP 65
Temperatuurgebied
5… 40 °C
Relatieve vochtighheid
max. 80 % (niet condenserend)
Nederlands
179
Dynacode IP
Bedieningspaneel
Toetsen
Proefdruk, functiemenu, aantal, CF-kaart, feed, enter, 4 x cursor
LCD-display
Grafisch display 132 x 64 pixels
Instellingen
Datum, tijd, roosterindeling
11 taalinstellingen (meer op aanvraag)
apparaatparameters, interfaces, wachtwoordbeveiliging
Veiligheden
Het afdrukken stopt bij
Einde transferband / einde opmaak
Statusafdruk
Afdruk met apparaatinstellingen, zoals bijv. printrecord, fotocel-, interface-,
netwerkparameters
afprinten van de intern aanwezige fonts en alle ondersteunde barcodes
Lettertypes
Fonts
6 Bitmap fonts
8 Vector fonts/Truetype fonts
6 Proportionele fonts;
Meer lettertypes op aanvraag
Tekensets
Windows 1250 tot 1257, DOS 437, 850, 852, 857
Alle West- en Oost-Europese, Romeinse, Cyrillische,
Griekse en Arabische (option) tekens worden ondersteunt.
Andere tekensets op aanvraag
Bitmap fonts
Grootte in breedte en hoogte 0,8 … 5,6
Vergrotingsfactor 2 … 9
Oriëntatie 0°, 90°, 180°, 270°
Vector fonts/TrueType fonts
Grootte in breedte en hoogte 1 … 99 mm
Vergrotingsfactor traploos
Oriëntatie 0°, 90°, 180°, 270°
Letter-attributen
Al naar gelang het lettertype
vet, cursief, geïnverteerd, verticaal
Tekenafstand
Variabel
Barcodes
1D Barcodes
CODABAR, Code 128, Code 2/5 interleaved, Code 39, Code 39 extended, Code 93,
EAN 13, EAN 8, EAN ADD ON, GS1-128, Identcode, ITF 14, Leitcode, Pharmacode,
PZN 7 Code, PZN 8 Code, UPC-A, UPC-E
2D Barcodes
Aztec Code, CODABLOCK F, DataMatrix, GS1 DataMatrix, MAXICODE, PDF 417,
QR Code
Composite Barcodes
GS1 DataBar Expanded, GS1 DataBar Limited, GS1 DataBar Omnidirectional, GS1
DataBar Stacked, GS1 DataBar Stacked Omnidirectional, GS1 DataBar Truncated
Alle barcodes zijn variabel in hoogte, module-breedte en ratio-variabel
Oriëntatie 0°, 90°, 180°, 270°
Naar keuze controlenummer of uitgeschreven print
Software
Configuratie
ConfigTool
Procesbesturing
NiceLabel
Vormgevingssoftware
Labelstar Office Lite
Labelstar Office
Windows printerdriver
Windows 7® - Windows 10® 32/64 Bit
Windows Server 2008® (R2) - Windows Server 2019®
Technische wijzigingen voorbehouden.
180
Nederlands
Dynacode IP
Reiniging en onderhoud
GEVAAR!
Levensgevaar door elektrische schokken

Voor alle onderhoudswerkzaamheden het printer loskoppelen van het stroomnet en even wachten tot de
adapter ontladen is.
LET OP!
Voor de reiniging van het apparaat strekken persoonlijke veiligheidsmaatregelen zoals een beschermingsbril en
handschoenen tot aanbeveling.
Onderhoudstaak
Frequentie
Algemene reiniging.
Naar behoefte.
Reinigen transferband-looprol.
Steeds als de transferbandrol wordt
vervangen of bij slechte afdrukken.
Reiniging printkop.
Steeds als de transferbandrol wordt
vervangen of bij slechte afdrukken.
Printkop vervangen.
Bij fouten in de afdruk.
Hoek instellen.
Bij ongelijke slijtage van de printkop.
LET OP!
De hanteringsvoorschriften bij het gebruik van isopropanol (IPA) dienen in acht genomen te worden. Bij contact met de
huid of de ogen grondig met vloeiend water uitwassen. Bij aanhoudende irritatie een arts opzoeken. Voor goede
ventilatie zorgen.
Algemene reiniging
VOORZICHTIG!
Het direct-printen-systeem kan beschadigd raken door te sterke reinigingsmiddelen!

Gebruik geen schuur- of oplosmiddelen om de buitenkant of componenten te reinigen.

Verwijder stof en papiervezels rond het direct-printen-systeem met een zachte kwast of met de stofzuiger.

Maak de vlakken aan de buitenkant schoon met allesreiniger.
Reinigen transferband-looprol
Vuil op de looprol leidt tot een slechtere afdrukkwaliteit en kan
bovendien slecht zijn voor de materiaaldoorvoer.
•
Lintcassette verwijderen.
•
Afzettingen met walsreinigingsmiddel en een zachte doek
verwijderen.
•
Als de rol A) beschadigingen vertoont, moet deze worden
vervangen.
A
Nederlands
181
Dynacode IP
Printkop reinigen
Het is niet nodig om de module uit te schakelen wanneer de module moet worden gereinigd. Wacht echter, nadat de printkop
omhoog geklapt is, nog twee minuten voordat u de module gaat reinigen. Wanneer de module wordt uitgeschakeld, wordt ook
de inhoud van het werkgeheugen gewist.
VOORZICHTIG!
Beschadiging van de printkop!

Geen scherpe of harde voorwerpen gebruiken om de drukknop te reinigen.

Glazen beschermlaag van de printkop niet aanraken.
•
Lintcassette verwijderen.
•
Printkop oppervlak met speciale reinigingsstift of met een in Isopropanol gedrenkt wattenstaafje reinigen.
•
Voor de ingebruikneming van de module de printkop 2-3 minuten laten drogen.
Drukkop vervangen
VOORZICHTIG!
Beschadiging van de moduleerkop door elektrostatische ontladingen of mechanische invloeden!

Toestel op aardgeleide basis plaatsen.

Lichaam aarden, bv. door plaatsen van een geaarde manuele koppelingsriem.

Contacten aan de stopcontactverbindingen niet aanraken.

Druklijst niet met harde voorwerpen of met de hand aanraken.
D
C
B
A
Moduleerkop uitbouwen
•
Lintcassette verwijderen.
•
Printkop in de gepaste servicepositie schuiven.
•
Printkophouder (C) lichtjes naar onder drukken tot een inbussleutel in de schroef (A) kan geplaatst worden.
•
Schroeven (A) verwijderen en de printkop (B) samen met printkoproede uitnemen.
•
Stekkerverbinding aan de achterzijde van de printkop uittrekken.
Moduleerkop uitbouwen
•
Stekkerverbindingen aan de nieuwe printkop bevestigen.
•
Printkop in printkophouder (C) positioneren, zodat de meenemer in de overeenkomstige boringen in de printkop (B) grijpt.
•
Printkophouder (C) met een vinger lichtjes op de tegendrukrol houden en de correcte plaatsing van de printkop (B)
controleren.
•
Met de zeskantsleutel schroef (A) inschroeven en vastzetten
•
Lintcassette terug plaatsen.
•
In de Serviceparameter/Printkop (Ohm) de weerstandswaarde van de nieuwe printkop ingeven.
De waarde is terug te vinden op het typeplaatje van de printkop.
•
Positie van de printkop door middel van een testprint controleren.
182
Nederlands
Dynacode IP
Hoekinstelling (intermitterende modus)
De inbouwhoek van de moduleerkop bedraagt standaard 26° ten opzichte van het moduleeroppervlak. Toleranties voor het
klaarmaken van de moduleerkop en de mechaniek kunnen echter een andere hoek noodzakelijk maken.
A
B
C
VOORZICHTIG!
Beschadiging van de moduleerkop door ongelijke slijtage!
Grotere slijtage van de transferband door sneller afscheuren.

Werkinstelling enkel wijzigen in uitzonderlijke gevallen.
•
Binnenzeskantschroeven (A) licht losdraaien.
•
Instelstuk (B) verschuiven om de hoek tussen moduleerkop en moduleerkophouder te veranderen.
Naar onder verschuiven
=
hoek verkleinern
Naar boven verschuiven
=
hoek vergroten
•
Binnenzeskantschroeven (A) weer aantrekken.
•
Moduleeropdracht via ca. 3 lay-outs starten en correcte bandloop, zonder plooien, controleren.
LET OP!
De aangebrachte insnijdingen (C) dienen voor de positiecontrole. Er dient gelet te worden op een parallele instelling
indien mogelijk.
Nederlands
183
Carl Valentin GmbH
Neckarstraße 78 86 u. 94 . 78056 Villingen-Schwenningen
Phone +49 7720 9712-0 . Fax +49 7720 9712-9901
[email protected] . www.carl-valentin.de