20
21
MAST
NOORD
MAST
o Gebruiksanwijzing
Hartelijk dank voor de aanschaf van een van de nieuwe generatie
professionele weerstations. Dit instrument, ontworpen en geconstrueerd
op basis van de nieuwste technologie en componenten, biedt
een nauwkeurige en betrouwbare meting van de windsnelheid &
-richting, guurfactor (gevoelstemperatuur), dagelijks/wekelijks/
maandelijkse hoeveelheid regen, luchtdruk, weersvoorspelling, relatieve
luchtvochtigheid binnen/buiten, temperatuur, heat (opwarm) index en
dauwpunt en tevens een radiogestuurde klok voorzien van alarmfunctie.
Lees deze handleiding zorgvuldig door om alle kenmerken en functies van
het nieuwe product te leren kennen.
U treft in deze verpakking de volgende onderdelen aan:
• Monitor (ontvanger)
• Anemometer (transmitter (zender) – stuurt wind & buitentemperatuur-/
luchtvochtigheidgegevens – kanaal 1)
• Neerslagmeter (transmitter – stuurt gegevens hoeveelheid regenval)
• Montageset voor de neerslagmeter (4x set schroeven en pluggen)
• Montageset voor de anemometer (2 stuks kapbeugel, 4x set (Hex)
bouten en moeren)
• Gebruikershandleiding
Extra gereedschappen benodigd voor de montage:
• Kleine Philips-schroevendraaier
• Hexagonale sleutel
• Elektrische boormachine
• Potlood
• Waterpas
• Mast met een 1” – 1,25” (2,54 – 3,18 cm) diameter (om
de anemometer te monteren)
Installatie
Het weerstation werkt op basis van de 433 MHz frequentieband en heeft
derhalve geen bekabeling tussen de componenten nodig. Teneinde een
succesvolle installatie met het beste resultaat te garanderen, adviseren wij
de installatie conform deze handleiding stap voor stap uit te voeren.
1. Batterijen en adapter voor de monitor (ontvanger) plaatsen
Hoofdvoeding: Open het batterijvak en plaats zes AA-batterijen met de
juiste polariteit, sluit vervolgens de afdekking.
Alternatieve voeding: Sluit een 6,0 V-voedingsadapter op de zijkant van de
unit aan (adapter niet meegeleverd).
Instellen luchtdruk op zeeniveau
Nadat de batterijen zijn/adapter is geplaatst zal de monitor direct
in de “luchtdruk op zeeniveau instellingenmodus” beginnen en de
luchtdrukweergave knippert. Druk op “ ” of “ ” om de waarde van
de luchtdruk op zeeniveau in te stellen. Druk op de knop “PRESSURE“
om de instelling te bevestigen en deze modus te verlaten. Dankzij
deze voorinstelling levert de unit een meer exacte weergave van de
weersvoorspelling en heersende luchtdruk.
U kunt overigens de luchtdruk op zeeniveau op ieder moment, ook nadat
de installatie gereed is, instellen. Voor meer informatie: zie hoofdstuk
“WEERSVOORSPELLING & LUCHTDRUK”.
Opmerking: u kunt eventueel de huidige luchtdruk op zeeniveau voor uw
locatie op een weer-website vinden (internationale standaardwaarde =
1.013 mbar op 0-niveau of 760 mm Hg).
2. De juiste montageplaats voor uw anemometer vinden
De juiste montageplaats voor uw anemometer dient aan de volgende
criterea te voldoen:
• Buiten, niet van boven of aan de zijkanten afgeschermd, zodat de wind
vrij spel heeft om de anemometer te bereiken
• Binnen 100 meter (328 feet) vrije ruimte t.o.v. de monitor; verminder de
onderlinge afstand indien er zich opstakels tussen de anemometer en de
monitor bevinden
Normaliter is de meest geschikte plaats voor de anemometer op een mast
in het vrije veld, d.w.z. daar waar de wind vrij spel heeft, geen luwte, of
bovenop het dak van het gebouw waar de monitor zich bevindt.
Het testen van het zendbereik
Voordat de anemometer wordt gemonteerd dient de onderlinge afstand
tussen de monitor en de anemometer bepaald te worden. Vergewis u
ervan dat deze afstand binnen het mogelijke zendbereik ligt. Het verdient
aanbeveling een eenvoudige radiofrequente overdrachtstest uit te voeren
voordat met de montage wordt begonnen.
1) Plaats de monitor op de door u gekozen positie binnenshuis en plaats de
adapter en batterijen (zie “Batterijen en adapter voor de monitor
(ontvanger) plaatsen“ in het bovenstaande hoofdstuk). Draai de
schroeven van het batterijvak met een kleine Philips- schroevendraaier
los en open het batterijvak. Plaats twee AA-batterijen met de juiste
polariteit in het batterijvak. Sluit het batterijvak door de schroeven vast
te draaien.
2) Houdt de “CHANNEL/SEARCH”-knop op de monitor gedurende 3
seconden ingedrukt en de windrichting, temperatuur- en
luchtvochtigheid-pictogrammen beginnen te knipperen op het display.
De monitor zoekt nu alle remote-sensoren.
3) Indien de windrichting, windsnelheid en temperatuur luchtvochtigheid
weergaven binnen 10 minuten op het display worden weergegeven, is
de radiofrequente overdracht succesvol en bevinden zich de
anemometer en monitor binnen het zendbereik. Indien de bovenstaande
gegevens niet binnen 10 minuten zoeken op het display verschijnen, is
de gegevensoverdracht mislukt. Verminder dan de onderlinge afstand
tussen de anemometer en de monitor. Reset de anemometer door
alle batterijen minimaal 10 seconden te verwijderen en ze vervolgens
weer terug te plaatsen. De stappen 3 en 4 blijven herhalen totdat de
gegevensoverdracht geslaagd is.
4) Vóór het monteren en kalibreren alle batterijen uit de
anemometer verwijderen!
3. Montage van de anemometer
Belangrijk: Vergewis u ervan dat de onderlinge afstand tussen de monitor
en de anemometer binnen het mogelijke zendbereik ligt voordat de
anemometer wordt gemonteerd.
Opmerking: Teneinde de anemometer te kunnen monteren heeft u een
(niet meegeleverde) mast nodig, met een diameter van ongeveer 1” – 1,25”
(2,54 cm – 3,18 cm). Tevens heeft u montagemateriaal nodig om de mast
op de plaats van bestemming te kunnen bevestigen. Als u reeds over
een dergelijke mast beschikt (voor een antenne bijvoorbeeld) dan kunt u
eventueel deze mast gebruiken om de anemometer te bevestigen.
1. Indien van toepassing, monteer de mast volgens de instructies van de
mastleverancier en vergeet niet deze te aarden.
2. Plaats de meegeleverde kapbeugels om de mast. Steek de 4
meegeleverde bouten (type Hex) door de gaten van de kapbeugels en
door de gaten in de montagebeugel van de anemometer. (De windvaan
bevindt zich boven de windschoteltjes en de metalen staaf van de
anemometer is in horizontale positie)
3. Draai de moeren (type Hex) op iedere bout vast.
4. Kalibreren van de anemometer en het plaatsen van batterijen
Nadat de anemometer is bevestigd de volgende stappen volgen om de
windrichting op de unit te kalibreren. Op deze manier kan de anemometer
de windrichting juist meten en deze gegevens naar de monitor zenden.
Vergewis u ervan dat vóór het kalibreren alle batterijen uit de anemometer
zijn verwijderd!
Belangrijk: Deze manier van kalibreren (stap 1 tot 5) is noodzakelijk bij de
eerste keer instellen en vervolgens iedere keer als de batterijen nieuw of
opnieuw geplaatst worden.
1. Nadat de anemometer bevestigd is, de schroeven van het batterijvak
met een kleine Philips-schroevendraaier losdraaien en open vervolgens
het batterijvak.
2. Gebruik het kompas op de anemometer en draai het windvaantje
zodanig dat het in de noordrichting wijst.
3. Houdt het windvaantje zodanig vast dat het in de noordrichting wijst en
laat het niet draaien. Plaats twee AA-batterijen met de juiste polariteit in
het batterijvak. Direct na het plaatsen van de batterijen knippert de rode
LED-weergave boven het batterijvak een aantal malen. Vergewis u ervan
dat het windvaantje in de noordrichting wijst op het moment dat de rode
LED weergave knippert. Is dit het geval, dan is het kalibreren correct
uitgevoerd. Plaats het batterijvakdeksel terug en draai de schroeven
vast.
4. Indien het windvaantje niet in de noordrichting wijst op het moment dat
de rode LED-weergave knippert, dan dient u de batterijen te verwijderen
en de stappen 2 en 3 te herhalen.
5. Houdt de “CHANNEL/SEARCH”-knop op de monitor ingedrukt om de
remote-transmitter te zoeken. Windrichting, windsnelheid, wind chill
(guurfactor gevoelstemperatuur) en temperatuur/luchtvochtigheid
(kanaal 1) weergaven verschijnen binnen 10 minuten indien de
radiofrequente overdracht succesvol is.
5. De juiste montageplaats voor de regenmeter vinden
De juiste montageplaats voor uw regenmeter dient aan de volgende
criterea te voldoen:
• een waterpas oppervlak;
• binnen 50 meter (164 feet) vrije ruimte t.o.v. de monitor; verminder de
onderlinge afstand indien er zich opstakels tussen de regenmeter en de
monitor bevinden
• in een omgeving die niet van boven of aan de zijkanten afgeschermd is,
zodat de regen ongehinderd in de regenmeter terecht kan komen
(bijvoorbeeld niet onder een afdak of te dicht op een gebouw of
schutting).
Waarschuwingen:
• Teneinde een verkeerde of vervuilde neerslaginformatie door
opspattend water te voorkomen, dient een opstellingslocatie die niet
waterpas is of zich te dicht op de bodem bevindt te worden vermeden.
Een zwembad, tuinsproeiers of water zijnde geen neerslag kan de
meting beïnvloeden en tot verkeerde interpretatie leiden.
• De zeef in de cilinder van de regenmeter houdt de meeste vervuiling
tegen (zoals bladafval) dat mogelijk in de regenmeter kan vallen.
Teneinde een regelmatige vervuiling in de cilinder te voorkomen, a.u.b.
de regenmeter niet te dicht in de buurt van bomen of struiken plaatsen.
6. Batterijen in de regenmeter plaatsen
1. Schroef de 2 schroeven aan de zijkanten van de transmitter los. Til
voorzichtig de bovenkant van de basisunit.
2. Draai de 4 schroeven van het batterijdeksel los (zie de markering). Neem
het deksel weg en plaats 2 AA batterijen met de juiste polariteit zoals
aangegeven in het vak.
3. De regenhouder is gesealed om beschadigingen tijdens het transport te
voorkomen. Verwijder voor het eerste gebruik de seal zodat de
regenhouder zich bij neerslag kan vullen.
4. Plaats het batterijvakdeksel terug en draai de schroeven vast.
5. Plaats voorzichtig de bovenkant op de basisunit terug. Draai de
schroeven weer in.
6. Houdt de “CHANNEL/SEARCH”-knoppen gedurende 3 seconden op de
monitor ingedrukt en de totale hoeveelheid gevallen regen “----“ zal
knipperen. De monitor zoekt nu alle remote-sensoren. De totale
hoeveelheid gevallen neerslag (regen, in dit geval “0” mm of inch) zal
binnen 2 minuten op het display worden weergegeven als de
radiofrequente overdracht succesvol is, en toont aan dat de regenmeter
en monitor zich binnen het zendbereik bevinden.
7. Indien de totale neerslag (regen) “----“ stopt met knipperen en deze
waarde op het display blijft staan na 2 minuten zoeken, is de
radiofrequente gegevensoverdracht mislukt. Verklein dan de onderlinge
afstand tussen de monitor en de regenmeter. Reset de regenmeter door
al haar batterijen minimaal 10 seconden te verwijderen en ze vervolgens
weer terug te plaatsen. De stappen 5 en 6 blijven herhalen totdat de
radiofrequente gegevensoverdracht geslaagd is.
7. Montage van de regenmeter
Voordat de regenmeter wordt gemonteerd, vergewist u zich ervan dat
de onderlinge afstand tussen de regenmeter en de monitor binnen het
mogelijke zendbereik ligt en dat de batterijen geplaatst zijn.
1. Houdt de basisunit van de regenmeter strak tegen het montagevlak en
gebruik een waterpas om er zeker van te zijn dat de regenmeter
(vanwege het montagevlak) zuiver horizontaal geplaatst wordt.
2. Markeer met een potlood, met als sjabloon de gaten in de
regenmetersteun, de te boren bevestigingsgaten op het montagevlak.
3. Boor vervolgens de afgetekende gaten en plaats de meegeleverde
pluggen.
4. Houdt de houder van de regenmeter tegen het montagevlak en draai met
de schroeven de houder vast.
8. Het installeren van extra remote-thermo-hygrometer(s)
Extra remote-thermo-hygrometer-sensoren kunnen separaat worden
aangeschaft (niet bij deze levering inbegrepen).
1. Kies een locatie voor de remote-thermo-hygrometer welke zich binnen
het zendbereik (100 meter / 328 feet) bevindt. Verklein de onderlinge
afstand indien er zich opstakels tussen de monitor en remote-sensor
bevinden.
2. Draai de schroeven van het batterijvak met een kleine Philips-
schroevendraaier los en open het batterijvak van de remote-sensor.
Plaats twee AAA-batterijen met de juiste polariteit in het batterijvak.
3. Kies kanaal 2 of 3 op de remote-sensor met behulp van de schakelaar
binnen het batterijvak. (Kanaal 1 wordt gebruikt door de anemometer en
dient niet aan de extra remote-sensor van de thermo-hygrometer te
worden toegewezen)
4. Druk op de “Tx”-knop binnen het batterijvak van de remote-sensor om
de temperatuur- en luchtvochtigheidgegevens naar de monitor te
zenden. Sluit dan het batterijvak door de schroeven vast te draaien.
5. Houdt de “CHANNEL/SEARCH”-knop op de monitor ingedrukt om alle
remote-sensoren te zoeken. De temperatuur- en
luchtvochtigheidweergaven van het door u geselecteerde
kanaalnummer verschijnen op de monitor indien de radiofrequente
overdracht succesvol is.
Bediening
Naam en functies van de knoppen:
RAIN/CLEAR
Functies indrukken: Lezen dagelijkse/maandelijkse/wekelijkse/totale
neerslag
Functieknoppen 3 seconden ingedrukt houden:
Neerslagregistratie wissen