VOLTCRAFT LSG-10 Operating Instructions Manual

Categorie
Beveiligingsapparaat componenten
Type
Operating Instructions Manual
2
Diese Bedienungsanleitung gehört zu diesem Produkt. Sie enthält wichtige Hinweise zur Inbe-
triebnahme und Handhabung. Achten Sie hierauf, auch wenn Sie dieses Produkt an Dritte wei-
tergeben.
Heben Sie deshalb diese Bedienungsanleitung zum Nachlesen auf!
Eine Auflistung der Inhalte finden Sie in dem Inhaltsverzeichnis mit Angabe der entsprechenden
Seitenzahlen auf Seite 5.
These operating instructions belong with this product. They contain important information for
putting it into service and operating it. This should be noted also when this product is passed on
to a third party.
Therefore look after these operating instructions for future reference!
A list of contents with the corresponding page numbers can be found in the index on page 28.
Ce mode d'emploi appartient à ce produit. Il contient des recommandations en ce qui concerne
sa mise en service et sa manutention. Veuillez en tenir compte et ceci également lorsque vous
remettez le produit à des tiers.
Conservez ce mode d'emploi afin de pouvoir vous documenter en temps utile.!
Vous trouverez le récapitulatif des indications du contenu à la table des matières avec mention
de la page correspondante à la page 51.
Deze gebruiksaanwijzing hoort bij dit product. Er staan belangrijke aanwijzingen in betreffende
de ingebruikname en gebruik, ook als u dit product doorgeeft aan derden.
Bewaar deze handleiding zorgvuldig, zodat u deze later nog eens kunt nalezen!
U vindt een opsomming van de inhoud in de inhoudsopgave met aanduiding van de pagina-
nummers op pagina 74.
73
Inleiding
Geachte klant,
Wij danken u hartelijk voor het aanschaffen van dit Voltcraft®-product. Hiermee heeft u een uit-
stekend apparaat in huis gehaald.
U hebt een kwaliteitsproduct aangeschaft dat ver boven het gemiddelde uitsteekt. Een product uit een
merkfamilie die zich op het gebied van meet-, laad-, en voedingstechniek met name onderscheidt door
specifieke vakkundigheid en permanente innovatie.
Met Voltcraft® worden gecompliceerde taken voor u als kieskeurige doe-het-zelver of als professionele
gebruiker al gauw kinderspel. Voltcraft® biedt u betrouwbare technologie met een buitengewoon gunstige
verhouding van prijs en prestaties.
Wij zijn ervan overtuigd: uw keuze voor Voltcraft is tegelijkertijd het begin van een langdurige en prettige
samenwerking.
Veel plezier met uw nieuwe Voltcraft®-product!
74
Inhoudsopgave
Inleiding ................................................................................................................................................73
Voorgeschreven gebruik ........................................................................................................................75
Leveringsomvang ..................................................................................................................................75
Bedieningselementen ............................................................................................................................76
Veiligheidsvoorschriften ........................................................................................................................77
Productbeschrijving ..............................................................................................................................79
Meetbedrijf ............................................................................................................................................79
a) Apparaten in- en uitschakelen ....................................................................................................80
b) Meetmethoden ............................................................................................................................80
c) Functies van het apparaat ..........................................................................................................82
d) Signaalcode instellen ..................................................................................................................82
e) Testmeting uitvoeren ..................................................................................................................83
Toepassingsvoorbeelden ......................................................................................................................84
Volgen van leidingen en kabels/contactdozen zoeken ....................................................................84
Vinden van leidings- en kabelonderbrekingen ................................................................................84
Vinden van leidings- en kabelonderbrekingen met 2 zenders ........................................................85
Fouten opsporen in elektrische vloerverwarming ............................................................................85
Vinden van kabelknopen in installatiebuizen ..................................................................................86
Vinden van zekering- en stroomcircuits ..........................................................................................86
Vinden van kortsluitingen in kabels ..................................................................................................87
Volgen van geïnstalleerde waterbuizen ..........................................................................................87
Zoeken van verwarmingsbuizen in de vloer ....................................................................................88
Lokaliseren van een volledige elektrische installatie ........................................................................88
Volgen van leidingen met grotere localisatiediepte ..........................................................................89
Volgen van leidingen in de grond ....................................................................................................89
Gevoeligheid bij meting onder spanning verhogen ..........................................................................90
Identificatie van verlegde stroomkabels ..........................................................................................91
Vinden van onderbrekingen in netleidingen ....................................................................................91
Reiniging en onderhoud ........................................................................................................................92
Algemeen ........................................................................................................................................92
Reiniging ..........................................................................................................................................92
Plaatsen/vervangen van de batterij ..................................................................................................92
Afvalverwijdering ....................................................................................................................................93
Verwijdering van lege batterijen ......................................................................................................93
Verhelpen van storingen ........................................................................................................................94
Technische gegevens ............................................................................................................................95
75
Voorgeschreven gebruik
- Meting en weergave van de elektrische spanning binnen het bereik van de overspanningscategorie III
(tot max. 300V t.o.v. aardpotentiaal, volgens EN 61010-1) en alle lagere categorieën. Het meetapparaat
en de toebehoren mogen niet in de overspanningscategorie CAT IV (vb. aan de bron van de laagspan-
ningsinstallatie) worden ingezet.
- Weergeven van gelijk- en wisselspanningen tot max. 400 V
- Contactloos zoeken naar leidingen en spanningsvrije en spanningsvoerende installaties in de wand,
vloer of in de grond.
- Signaal volgen door zender en ontvanger
- Vinden van leidingsonderbrekingen en kortsluitingen
- Bepalen en vinden van zekeringen en hun stroomcircuits
- Vinden en volgen van metaalbuizen
- Contactloos volgen van spanningsvoerende leidingen door de ontvanger
- Zaklantaarn
Het kabel- en leiding opspoorapparaat bestaat uit een zender en een ontvanger. Beide apparaten werken
telkens met een gangbare, 9V alkalische blokbatterij. Het gebruik is alleen toegestaan met de aangegeven
batterijtypen.
Er kunnen tot 7 kabel- en leiding opspoorapparaten (zender en ontvanger) gelijktijdig worden gebruikt.
Het zoeksignaal is selectief en kan van 1 tot 7 worden gecodeerd.
De apparaten mogen in geopende toestand met open batterijvak of een defect batterijdeksel niet worden
gebruikt. Spanningsvoerende metingen in vochtige ruimten of onder ongunstige omstandigheden zijn
niet toegestaan. Ongunstige omstandigheden zijn:
- Vocht of hoge luchtvochtigheid,
- stof en brandbare gassen, dampen of oplosmiddelen,
- onweer resp. weersomstandigheden zoals sterk elektrostatische velden enz.
Gebruik voor het meten alleen de meegeleverde meetsnoeren resp. meetaccessoires, die op de specifi-
caties van de multimeter afgestemd zijn.
Een andere toepassing dan hierboven beschreven kan leiden tot beschadiging van het product.
Daarnaast bestaat het risico van bijv. kortsluiting, brand of elektrische schokken. Het complete product
mag niet worden veranderd of omgebouwd!
Lees deze handleiding zorgvuldig door en bewaar deze voor toekomstig gebruik.
De veiligheidsvoorschriften dienen absoluut in acht te worden genomen!
Leveringsomvang
Ontvanger LSG-10
Zender LSG-10B
2x 9V-blokbatterij
2 veiligheidsmeetleidingen
2 steekbare meetpunten
2 veiligheidskrokoklemmen
Transportkoffer
Gebruiksaanwijzing
76
Bedieningselementen
(zie uitklappagina)
Ontvanger LSG-10
1 Sensorpunt
2 LED-zaklamp
3 Display
4 Toets “NCV” voor de omschakeling van kabelzoekmodus en contactloos AC-spanningszoeken
5 Toets voor zaklampfunctie (Aan/Uit, automatisch uitschakelen na ca. 1 min.)
6 Achteruit-toets voor manuele gevoeligheidsinstelling
7 MODE-toets voor de omschakeling van automatische modus naar manuele modus
8 Toets voor het in- en uitschakelen van pieptoon en displayverlichting
9 Vooruit-toets voor manuele gevoeligheidsinstelling
10 Toets (Aan/Uit)
11 Batterijvak aan achterzijde
Ontvangerdisplay LSG-10
a Balkenaanduiding voor signaalsterkte
b) Netspanningsindicator
c Aanduidign voor manuele gevoeligheidsselectie
d Zendcode-aanduiding
e Aanduiding van het signaalniveau I, II of III)
f Akoestische aanduiding is gedeactiveerd
g Aanduiding van de signaalsterkte
h Gevoeligheidsaanduiding (afschermsymboliek: viel bogen = geringe gevoeligheid; weinig bogen =
hoge gevoeligheid)
i Aanduiding van de ingeschakelde displayverlichting
j Aanduiding voor automatische gevoeligheidsselectie
k Batterijstandaanduiding (4 balken = batterij is vol; <1 balk = batterij is leeg)
l Aanduiding voor contactloos AC-spanningszoeken
Zender LSG-10B
12 Aansluitbus “Phase/+”
13 Aansluitbus elektrische referentie (aarde)
14 Display
15 Toets voor signaalniveau-instelling (niveau I, II of III) en displayverlichting (2s drukken)
16 Toets (Aan/Uit)
17 Batterijvak aan achterzijde
Zenderdisplay LSG-10B
m Spanningsaanduiding !Aanduiding is niet geschikt voor vastellen van de spanningsvrijheid!
n Zendcode-aanduiding
o Aanduiding van het signaalniveau (I, II of III)
p Weergave batterij vervangen
q Netspanningsindicator
77
Veiligheidsvoorschriften
Lees voor de ingebruikneming de volledige gebruiksaanwijzing door, deze bevat
belangrijke aanwijzingen voor het juiste gebruik.
Bij schade veroorzaakt door het niet opvolgen van de gebruiksaanwijzing, vervalt het
recht op garantie! Voor vervolgschade die hieruit ontstaat, zijn wij niet aansprakelijk!
Voor materiële schade of persoonlijk letsel, veroorzaakt door ondeskundig gebruik
of het niet opvolgen van de veiligheidsaanwijzingen, aanvaarden wij geen aanspra-
kelijkheid! In dergelijke gevallen vervalt het recht op garantie.
Het apparaat heeft de fabriek in veiligheidstechnisch perfecte staat verlaten.
Volg de instructies en waarschuwingen in de gebruiksaanwijzing op om deze status van het apparaat te
handhaven en een veilige werking te garanderen!
Let op de volgende symbolen:
Een uitroepteken in een driehoek wijst op belangrijke instructies in deze gebruiksaanwij-
zing die absoluut opgevolgd dienen te worden.
Een bliksemschicht in een driehoek waarschuwt voor een elektrische schok of een veilig-
heidsbeperking van elektrische onderdelen in het apparaat.
Het “hand”-symbool vindt u bij bijzondere tips of instructies voor de bediening.
Dit apparaat is CE-goedgekeurd en voldoet aan de noodzakelijke Europese richtlijnen.
Beschermingsniveau 2 (dubbele of versterkte isolatie)
CAT II Overspanningscategorie II voor metingen aan elektrische en elektronische apparaten, die via
een netstekker worden voorzien van spanning. Deze categorie omvat ook alle kleinere catego-
rieën (bijv. CAT I voor het meten van signaal- en stuurspanningen).
CAT III Overspanningscategorie III voor metingen in de gebouwinstallatie (b.v. stopcontacten of
onderverdelingen). Deze categorie omvat ook alle kleinere categorieën (bijv. CAT lI voor het
meten aan elektrische apparaten).
Aardpotentiaal
78
Om veiligheids- en keuringsredenen (CE) is het eigenmachtig ombouwen en/of veranderen van het
apparaat niet toegestaan.
Raadpleeg een vakman wanneer u twijfelt over de werking, veiligheid of aansluiting van het apparaat.
Meetapparaten en accessoires zijn geen speelgoed; houd deze buiten bereik van kinderen!
In industriële omgevingen dienen de Arbovoorschriften ter voorkoming van ongevallen met betrekking
tot elektrische installaties en bedrijfsmiddelen in acht te worden genomen.
In scholen, opleidingscentra, hobbyruimten en werkplaatsen moet door geschoold personeel voldoende
toezicht worden gehouden op de bediening van meetapparaten.
De in de technische gegevens aangeduide spanningen zijn nominale spanningen; deze mogen niet wor-
den overschreden.
De spanning tussen de aansluitpunten van het meetapparaat en aardpotentiaal mag niet hoger zijn dan
300 V DC/AC in CAT III.
Vóór elke wisseling van het meetbereik moeten de meetstiften van het meetobject worden verwijderd.
Wees vooral voorzichtig bij de omgang met spanningen >50 V wissel- (AC) resp. >75 V gelijkspanning
(DC)! Reeds bij deze spanningen kunt u door het aanraken van elektrische geleiders een levensgevaar-
lijke elektrische schok krijgen.
Controleer voor elke meting uw meetapparaat en de meetsnoeren op beschadiging(en). Voer in geen
geval metingen uit als de beschermende isolatie beschadigd (gescheurd, verwijderd enz.) is.
Om een elektrische schok te voorkomen, dient u ervoor te zorgen dat u de te meten aansluitingen/
meetpunten tijdens de meting niet, ook niet indirect, aanraakt. Pak tijdens het meten niet boven de voelbare
handgreepmarkeringen op de meetstiften vast.
Gebruik het apparaat niet kort voor, tijdens of kort na een onweer (blikseminslag! / energierijke over-
spanningen!). Zorg dat uw handen, schoenen, kleding, de vloer, schakelingen en onderdelen van de
schakeling enz. absoluut droog zijn.
Vermijd gebruik van het apparaat in de direct omgeving van:
- sterke magnetische of elektromagnetische velden
- zendantennes of HF-generatoren.
Daardoor kan de meetwaarde worden vervalst.
Wanneer kan worden aangenomen dat een veilig gebruik niet meer mogelijk is, mag het apparaat niet
meer worden gebruikt en moet het worden beveiligd tegen onbedoeld gebruik. U mag ervan uitgaan dat
een veilig gebruik niet meer mogelijk is indien:
- het apparaat zichtbaar is beschadigd,
- het apparaat niet meer functioneert en
- het product gedurende langere tijd onder ongunstige omstandigheden is opgeslagen of
- het apparaat tijdens transport zwaar is belast.
Schakel het meetapparaat nooit onmiddellijk in, nadat het van een koude naar een warme ruimte is
gebracht. Door het condenswater dat wordt gevormd, kan het apparaat onder bepaalde omstandighe-
den beschadigd raken. Laat het apparaat uitgeschakeld op kamertemperatuur komen.
Laat het verpakkingsmateriaal niet achteloos liggen. Dit kan voor kinderen gevaarlijk speelgoed zijn.
Neem ook de veiligheidsvoorschriften in de afzonderlijke hoofdstukken in acht.
79
Productbeschrijving
Functieprincipe
Het kabel- en leiding opspoorapparaat bestaat uit een
zender en een ontvanger. De zender veroorzaakt een
gemoduleerd stroomsignaal dat rond een aangesloten
leider een elektromagnetisch veld opwekt. Dit elektro-
magnetisch veld wordt door de ontvanger gedetec-
teerd en geïnterpreteerd.
In de ontvanger komen in de automatische en manue-
le modus drie ontvangerspoelen in werking. Deze
maken het gebruik mogelijk, ongeacht de plaats.
In de zender en ontvanger worden alle parameters op
de display weergegeven.
De ontvanger kan onafhankelijk van de zender als
contactloze spanningstester en als zaklamp worden
gebruikt. De spanningstest gebeurt alleen bij netwisselspanning.
Een displayverlichting kan bij slechte lichtverhoudingen kort worden ingeschakeld.
Zender en ontvanger schakelen automatisch uit, wanneer deze langere tijd niet worden bediend. Deze
functie spaart de batterij en verlengt de gebruiksduur. Het kabel en leiding opspoorapparaat is bestemd
voor hobbygebruik maar ook voor professionele toepassingen.
Meetbedrijf
Zorg dat de max. toegestane ingangswaarden in geen geval worden overschreden.
Raak schakelingen en schakeldelen niet aan als daarop een hogere spanning dan 50
V ACrms of 75 V DC kan staan! Levensgevaarlijk!
Controleer voor aanvang van de meting de aangesloten meettoebehoren op bescha-
digingen, zoals sneden, scheuren of afknellingen. Defecte meettoebehoren mogen
niet meer worden gebruikt! Levensgevaarlijk!
Pak tijdens het meten de meetsnoeren niet boven de tastbare handgreepmarkeringen
vast.
Het meten mag alleen worden uitgevoerd als de batterij- en zekeringsvak gesloten
zijn.
80
a) Apparaten in- en uitschakelen
Via de aan-/uit-toets (10 of 16) kunnen de apparaten worden ingeschakeld. Druk kort op de toets om de
apparaten in te schakelen.
Houd de toets (10 of 16) ca. 2 s ingedrukt om uit te schakelen.
Voordat u het leidingzoekapparaat kunt gebruiken, moeten de meegeleverde batterijen in het
apparaat worden geplaatst. Het plaatsen en vervangen van de batterijen wordt in het hoofdstuk
“Onderhoud en reiniging” beschreven.
b) Meetmethoden
Het kabel en leiding opspoorapparaat kan in drie modi worden gebruikt. De aanduiding gebeurt in alle
modi optisch en akoestisch bij de ontvanger.
Automatische modus
De automatische modus maakt het snel zoeken naar een kabel of leiding
mogelijk. Hier is geen instelling nodig. De ontvanger stelt de gevoeligheid
automatisch in om het beste meetresultaat te verkrijgen.
Handmatige modus
De manuele modus is ideaal om leidingen of kabels te selecteren of om gevoeli-
gere metingen uit te voeren. De gevoeligheidsinstelling moet manueel gebeuren.
Druk op de toets “MODE” om naar de manuele modus om te schakelen. “SENSE”
wordt ingevoegd.
Via de pijltoetsen (6 en 9) wordt de gevoeligheid ingesteld. De aangegeven
bogen komen overeen met de gevoeligheid als afschermsymbool (weinig
bogen = hoge gevoeligheid, veel bogen = lage gevoeligheid).
Opnieuw drukken op de “MODE”-toets schakelt opnieuw terug naar de auto-
matische modus.
Contactloze AC-netspanningsherkenning “NCV”
De ontvanger maakt het zoeken en volgen van netspanningsvoerende leidin-
gen in muren, onder een pleisterlaag, etc. mogelijk. De signaalsterkte wordt
via de linkse balkenaanduiding weergegeven. Hoe verder de balk uitslaat, hoe
sterker het AC-signaal is.
Druk op de “NCV”-toets (4) om deze functie in te schakelen. Door nogmaals
op deze toets te drukken, wordt weer teruggeschakeld naar de automatische
modus.
81
Eenpolige meting
De kabel- en leidingszoeker maakt het volgen van het
signaal ook in onderbroken stroomcircuits mogelijk
door een hoogfrequent transmissiesignaal. Bij deze
methode is het mogelijk om leidingsonderbrekingen,
leidingsknopen, losse contactdozen, etc. te vinden.
De aansluiting gebeurt aan een leiding. De elektrische
referentie wordt via een bekend aardpotentiaal (water-
leiding, verwarmingsbuis, etc.) gerealiseerd.
De detectiediepte reikt van 0 - 2 meter en is
afhankelijk van het materiaal van de muur.
De geldende veiligheidsvoorschriften voor
werken onder spanning moeten worden
gerespecteerd.
Tweepolige meting
Het tweepolig signaalvolgen wordt in juist aangesloten
stroomcircuits zonder fout voor de lokalisering van
zekeringen, leidingsverlopen, etc. ingezet. De controle
kan spanningsloos of spanningsvoerend worden uit-
gevoerd. De zender is tot 400 V spanningsvast.
De aansluiting moet altijd tussen fase (L1) en nul (N)
plaatsvinden. Is het nodig, de massakabel (PE) te
gebruiken, moet de normale functie van de massaka-
bel zijn verzekerd. Een controle vooraf is nodig.
Als bij de aansluiting van de zender de
aardlekschakelaar uitschakelt, dan
stroomt er vermoedelijk reeds een weinig
lekstroom, die samen met de proef-
stroom tot de uitschakeling leidt. Laat het
apparaat door een elektrovakman con-
troleren.
De geldende veiligheidsvoorschriften voor
werken onder spanning moeten worden
gerespecteerd.
De detectiediepte reikt van 0 - 0.5 meter en is afhankelijk van het materiaal van de muur.
De omschakeling van het signaalniveau van niveau I naar III verhoogt de signaalreikwijdtet
met. ca. het vijfvoudige.
82
c) Functies van het apparaat
Displayverlichting
Een displayverlichting kan bij slechte lichtverhoudingen op elk moment worden ingeschakeld.
Houd bij het inschakelen op de zender (LSG-10B) de toets met het lichsymbool (15) ca. 2 s ingedrukt.
Om uit te schakelen herhaalt u dit. Schakel de displayverlichting manueel opnieuw uit, wanneer u deze
niet meer nodig heeft.
Op de ontvanger (LSG-10) drukt u kort op de toets met het lichtsymbool (8). Om uit te schakelen herhaalt u
dit. Schakel de displayverlichting manueel opnieuw uit, wanneer u deze niet meer nodig heeft.
Zaklamp inschakelen
In de ontvanger is een LED-zaklamp geïntegreerd.
Druk op de toets met het zaklampsymbool (5) om in of uit te schakelen. Na ca. 1 minuut dooft het LED-
licht automatisch uit om batterijstroom te sparen.
Akoestisch signaal op de ontvanger deactiveren
Bij normaal gebruik is de akoestische melding ook actief. De signaaltoon kan voor stille gebruiksplaatsen
(vb. kantoren, theater, etc.) worden uitgeschakeld. Houd de toets met het schakelsymbool (8) ca. 2 s inge-
drukt. Op de display verschijnt een doorhaald luidsprekersymbool. Houd de toets opnieuw ca. 2 s inge-
drukt om het in te schakelen. Het luidsprekersymbool verdwijnt.
Auto-Power-Off
De zender en ontvanger schakelen na een zekere tijd automatisch uit, wanneer geen enkele toets werd
aangeraakt. Deze functie beschermt en spaart de batterij en verlengt de gebruiksduur.
Uitschakeltijd ontvanger: ca. 10 minuten
Uitschakeltijd zender: ca. 1 uur
d) Signaalcode instellen
De signaalcode is in de zender door de fabriek op 1 ingesteld. Als u meerdere zenders in een leidings-
test wilt gebruiken, kan de zendcode van 1 tot 7 worden gewijzigd.
V
oor het instellen gaat u als volgt te werk:
Schakel de zender uit.
Houd de “LEVEL”-toets (15) ingedrukt en schakel de zender in. Laat alleen
de aan-/uit-toets (16) los. Op het display verschijnt de vooringestelde signaal-
code. Laat nu de andere toets los.
Elk drukken op de “LEVEL”-toets schakelt een code hoger en begint dan
opnieuw van vooraf aan.
Heeft u de gewenste code ingesteld, dan drukt u kort op de aan-/uit-toets
(16). De zender schakelt opnieuw naar de normale bedrijfsmodus terug.
De gekozen code is actief en wordt weergegeven.
83
e) Testmeting uitvoeren
Voor u met de leidingszoeker voor het eerst meet,
moet u zich beslist eerst vertrouwd maken met de
werkwijze. Dit gaat het best via een gesimuleerde fout-
bron.
Neem een stuk 3-polige installatiekabel (ca. 5 meter)
en bevestig deze voorlopig aan een muur, die langs
voor en achter toegankelijk is. Verwijder de isolatie
van het omhulsel ca. 1,5 m voor het kabeleinde. Knip
een leiding van de kabel door. Sluit de zender zoals
afgebeeld aan op de testkabel. Sluit de onderbroken
leiding op de rode meetbus aan, de overige leiders
brengt u in contact met de zwarte meetbus. Verbind
de zwarte bus dan met het aardpotentiaal.
Schakel de zender en ontvanger in.
Leid de ontvanger langs de kabel tot de onderbre-
king herkend wordt. Herhaal dit aan beide kanten
van de muur.
Varieer de signaalsterkte op de zender of de gevoeligheid op de ontvanger (manuele modus) om de
beste testresultaten te bereiken.
84
Toepassingsvoorbeelden
Zorg dat de max. toegestane ingangswaarden in geen geval worden overschreden.
Raak schakelingen en schakeldelen niet aan als daarop een hogere spanning dan 50
V ACrms of 75 V DC kan staan! Levensgevaarlijk! Metingen in spanningsvoerende
installaties mogen alleen door vakkundig opgeleide personen of elektrovaklui wor-
den uitgevoerd.
Hieronder worden verdere verschillende voorbeelden opgelijst van welke gebruiken met het kabel en lei-
ding opspoorapparaat mogelijk zijn.
Volgen van leidingen en kabels/contactdozen zoeken
Schakel de zekering uit en het stroomcircuit span-
ningsvrij.
De massakabel en nul moeten correct zijn aanges-
loten.
Schakel de zender in en sluit deze, zoals afgebeeld
aan de fase en massakabel (aarde).
Leid de sensorkop van de ontvanger langs de
muur.
Kruisende of parallelle ledingswegen
worden met deze methode evenens
aangeduid.
Vinden van leidings- en kabelonderbrekingen
Schakel de zekering uit en het stroomcircuit span-
ningsvrij.
Ga te werk zoals boven beschreven bij de testme-
ting.
Sluit de niet nodige leidingen op een aansluiting
met aardcontact samen.
Zoek in langzaam cirkelende bewegingen met de
ontvanger de muur af tot u de onderbreking heeft
gelokaliseerd.
De leidingsonderbreking moet hoog-
ohmig (>100 kOhm) zijn.
85
Vinden van leidings- en kabelonderbrekingen met 2 zenders
Schakel de zekering uit en het stroomcircuit span-
ningsvrij.
Deze methode maakt de foutbegrenzing van twee
kanten mogelijk. Op elke zender wordt een andere
signaalcode ingevoerd. Met de ontvanger kan de
overeenkomstige signaalrichting eenvoudig worden
afgegrensd. De cijfers van de zender worden over-
eenkomstig aangeduid.
Voordeel: Beide zoeksignalen beïnvloeden elkaar
niet.
Heeft u de fout gelokaliseerd, dan toont de ontvan-
ger geen signaalcode meer, aangezien beide sig-
nalen op de plaats van de fout even sterk zijn.
De leidingsonderbreking moet hoog-
ohmig (>100 kOhm) zijn.
Fouten opsporen in elektrische vloerverwarming
Let erop dat er zich boven de verwarmingsdraden,
geen geaarde afscherfolie/-mat bevindt. Klem
eventueel deze aardverbinding voor de meting af,
aangezien anders de plaats van de fout niet duide-
lijk kan worden gelokaliseerd.
De signaalinjectie moet van elke kant gebeuren.
Het gebruik van een tweede zendereenheid met
verschillende signaalcode is comfortabeler.
86
Vinden van kabelknopen in installatiebuizen
Schakel de zekering uit en het stroomcircuit span-
ningsvrij.
Schakel verdere zich in de buis bevindende leidin-
gen stroomloos en verbind deze met aardpotentiaal
Voer een kabelsonde (koperdraad) of een treklei-
ding tot aan de vernauwing van de installatiebuis.
Breng de kabelsonde met een bus op de zender in
contact. De tweede meetbus verbindt u met het
aardpotentiaal.
Grens de plaats van de fout door langzame cirkelvor-
minge bewegingen met de ontvanger af. De gevoelig-
heid kan overeenkomstig worden gewijzigd.
Vinden van zekering- en stroomcircuits
Meting onder netspanning! Veiligheidsvoorschriften in acht nemen.
Verbind de zender met een spanningsvoerende
netcontactdoos aan fase (L1) en nul (N).
Volg het zoeksignaal in de onderverdeler. Vermin-
der eventueel de gevoeligheid om de juiste zeke-
ring te lokaliseren.
Draai de ontvanger 90° in de langsas om de ver-
schillende zekeringsautomaten (richting van de
magneetspoelen) betrouwbaar te detecteren.
Om betere resultaten te bereiken, moet direct aan
de aansluitingen worden gemeten.
!Let op! De afdekking mag alleen door elektrovaklui
worden verwijderd
87
Vinden van kortsluitingen in kabels
Schakel de zekering uit en het stroomcircuit span-
ningsvrij.
Sluit de zender zoals afgebeeld aan op de bescha-
digde leidingen.
De kortsluiting moet laagohmig (<20
Ohm) zijn. Controleer dit evt. met een
multimeter.
Ligt de leidingsweerstand boven de 20
Ohm dan kan geprobeerd worden, de
zoekmethode zoals bij leidingsonder-
breking aan te wenden.
Volgen van geïnstalleerde waterbuizen
Klem de te volgen waterbuis van de aarder af.
Schakel de zekering uit en de installatie spannings-
vrij.
Sluit een meetbus van de zender aan de potentiaal-
vereffening aan.
De tweede aansluiting gebeurt direct aan de te vol-
gen waterbuis/metaalbuis.
Volg het verloop van de buis met de ontvanger.
88
Zoeken van verwarmingsbuizen in de vloer
U krijgt de beste zoekresultaten wanneer de ver-
warmingsbuisen van de aardaansluiting zijn losge-
koppeld.
Sluit de zender op de metaalbuis van de radiator en
aan een aardcontact aan.
Als aardcontact is ook elke massaka-
bel van netcontactdozen geschikt.
Volg het verloop van de buis met de ontvanger.
Lokaliseren van een volledige elektrische installatie
Schakel de zekeringen uit en de volledige installatie spanningsvrij. Deze meting vereist een
ingreep in de elektrische hoofdverdeling en mag alleen door een elektrovakman worden uit-
gevoerd.
Met het kabel en leiding opspoorapparaat kunnen
alle beschikbare contactdozen en leidingen worden
bepaald en op contact worden getest.
Verwijder de brug in de hoofdverdeling tussen mas-
sakabel “PE” en nul “N”.
Sluit de zender aan de contactstaaf van “N” en “PE”
aan.
De nul kan via de gehele installatie met de ontvan-
ger worden gevolgd.
89
Volgen van leidingen met grotere lokalisatiediepte
Schakel de zekering uit en het stroomcircuit span-
ningsvrij.
Bij de tweepolige meetmethode beïnvloedt het
zoeksignaal vaak zichzelf door de zeer dicht bij
elkaar liggende leidingen. Dit is door een lagere
zoekdiepte herkenbaar.
Om dit probleem te vermijden is het mogelijk voor
de terugvoerleiding een bijkomende stroomkabel
(vb. een verlengsnoer, kabeltrommel, etc.) te
gebruiken.
De afstand van heen- en terugvoerleiding moet
minstens 2 meter bedragen. Zo kan het elektrisch
veld zich sterk genoeg uitbreiden.
Volgen van leidingen in de grond
Schakel de zekering uit en het stroomcircuit span-
ningsvrij.
De afstand tussen de klemplaats of aardkabel en
het aangesloten aardpotentiaal moet zo groot
mogelijk zijn. Bij een te kleine afstand kan de aard-
kabel niet ondubbelzinning worden gedetecteerd.
Voer de ontvanger heel langzaam over de grond.
De hoogste signaalsterkte wijst op het verloop van
de aardkabel. Met toenemende afstand neemt de
signaalsterkte van de leiding af.
90
Gevoeligheid bij meting onder spanning verhogen
Meting onder netspanning! Veiligheidsvoorschriften in acht nemen.
Bij de tweepolige meetmethode onder spanning
beïnvloedt het zoeksignaal vaak zichzelf door de
zeer dicht bij elkaar liggende leidingen. Dit is door
een lagere zoekdiepte herkenbaar.
Om dit probleem te vermijden is het mogelijk voor
de terugvoerleiding een bijkomende stroomkabel
(vb. een verlengsnoer, kabeltrommel, etc.) te
gebruiken.
De afstand van heen- en terugvoerleiding moet
minstens 2 meter bedragen. Zo kan het elektrisch
veld zich sterk genoeg uitbreiden en de hulpleiding
beïnvloedt het zoeksignaal niet.
Sluit de zender met een aansluiting aan de te zoe-
ken contactdoos aan.
De tweede aansluiting gebeurt, vb. aan een kabel-
trommel die aan een andere contactdoos van het-
zelfde stroomcircuit is aangesloten.
De gevoeligheid verhoogt zich zo exponentieel.
91
Identificatie van verlegde stroomkabels
Schakel de zekeringen uit en het stroomcircuit span-
ningsvrij.
De afzonderlijke aders van de stroomkabel moeten
aan een zijde elektrisch leidend worden gedraaid.
Sluit de zender aan de open kabelzijde via twee
polen aan de te testen kabel aan.
Als meerdere zenders worden ingezet, zakt het
specifiek vermogen voor het omklemmen van de
zender. Bij meerdere ingezette zenders moet elke
zender een eigen signaalcodering aanduiden.
Voer de ontvanger langs de gedraaide zijde van de kabel. De overeenkomstige signaalcode wordt op
het display weergegeven. De kabels kunnen worden geïdentificeerd.
Vinden van onderbrekingen in netleidingen
Voor deze test is het gebruik van de zender niet nodig.
De netkabel moet netspanning voeren.
Schakel de ontvanger in de modus voor contactloze spannings-
test “NCV”.
Voer de ontvanger langs de netkabel en begin aan de contact-
doos.
Wordt de netspanning herkend, weerklinkt een signaal en de bal-
kenaanduiding wordt actief.
Van zodra de onderbreking wordt bereikt, dooft de toon uit en
verdwijnt de balkenaanduiding.
De toonhoogte en de uitslag van de balkenaandui-
ding is afhankelijk van de afstand en van de span-
ningshoogte van de netkabel.
Herhaal de test met een 180° gedraaide netstekker.
Dit voorkomt dat een onderbreking aan de nul wordt
overzien.
Een hoge toon is echter geen zeker teken voor de hoogte van de spanning. Een betrouw-
bare spanningsmeting is alleen met een geschikt meetapparaat met waarde-aanduiding
mogelijk.
92
Reiniging en onderhoud
Algemeen
Afgezien van een incidentele reinigingsbeurt en het vervangen van de batterij is het kabel en leiding
opspoorapparaat onderhoudsvrij.
Het vervangen van de batterijen vindt u onder Aansluiting.
Controleer regelmatig de technische veiligheid van het apparaat en de meetsnoeren,
b.v. op beschadiging van de behuizing of afknellen van de snoeren enz.
Reiniging
Neem altijd de volgende veiligheidsvoorschriften in acht voordat u het apparaat gaat schoonmaken:
Bij het openen van deksels of het verwijderen van onderdelen, ook wanneer dit
handmatig mogelijk is, kunnen spanningvoerende delen worden blootgelegd.
Vóór reiniging of reparatie moeten de aangesloten snoeren van het meetapparaat en
van alle meetobjecten worden gescheiden. Schakel het apparaat uit.
Gebruik voor het schoonmaken geen carbonhoudende schoonmaakmiddelen, benzine, alcohol of soort-
gelijke producten. Hierdoor wordt het oppervlak van het meetapparaat aangetast. Bovendien zijn de
dampen schadelijk voor de gezondheid en explosief. Gebruik voor de reiniging ook geen scherp gereed-
schap, schroevendraaiers of staalborstels en dergelijke.
Gebruik een schone, pluisvrije, antistatische en licht vochtige schoonmaakdoek om het product te reini-
gen. Laat het apparaat goed drogen voordat u het weer in gebruik neemt.
Plaatsen en vervangen van de batterij
Voor het gebruik van het apparaat is een 9V-batterij (b.v. 1604A) noodzakelijk. Bij de eerste ingebruik-
name of wanneer het symbool voor vervanging van batterijen in het display verschijnt, moeten nieuwe,
volle batterijen worden geplaatst.
V
oor het plaatsen/vervangen gaat u als volgt te werk:
- Ontkoppel de aangesloten meetsnoeren van het meetcircuit en van uw meetapparaat. Schakel het
apparaat uit.
- Open het batterijvak aan de achterkant.
- Vervang de lege batterij voor een nieuwe van hetzelfde type. Plaats een nieuwe batterij volgens de
juiste poolrichting in het batterijvak (11 of 17). Let op de polariteitgegevens in het batterijvak.
Sluit de behuizing weer zorgvuldig.
93
Gebruik het apparaat in geen geval in geopende toestand. !LEVENSGEVAARLIJK!
Laat geen lege batterijen in het apparaat zitten, aangezien zelfs batterijen die tegen
lekken zijn beveiligd, kunnen corroderen, waardoor chemicaliën vrij kunnen komen
die schadelijk zijn voor uw gezondheid of schade veroorzaken aan het apparaat.
Laat batterijen niet achteloos rondslingeren. Deze kunnen door kinderen of huisdie-
ren worden ingeslikt. Raadpleeg bij inslikken onmiddellijk een arts.
Verwijder de batterijen als u het apparaat gedurende langere tijd niet gebruikt, om
lekkage te voorkomen.
Lekkende of beschadigde batterijen kunnen bij huidcontact bijtende wonden veroor-
zaken. Draag daarom in dit geval beschermende handschoenen.
Let op, dat batterijen niet worden kortgesloten. Gooi geen batterijen in het vuur.
Batterijen mogen niet worden opgeladen of gedemonteerd. Er bestaat explosiege-
vaar.
Een geschikte alkalinebatterij is onder het volgende bestelnummer verkrijgbaar:
Bestelnr. 65 25 09 (telkens 1x bestellen a.u.b.).
Gebruik uitsluitend alkalinebatterijen, omdat deze krachtig zijn en een lange gebruiksduur
hebben.
Afvalverwijdering
Oude elektronische apparaten kunnen gerecycled worden en horen niet thuis in het huis-
vuil. Indien het apparaat onbruikbaar is geworden, dient het in overeenstemming met de
geldende wettelijke voorschriften te worden afgevoerd naar de gemeentelijke verzamel-
plaatsen. Afvoer via het huisvuil is niet toegestaan.
Verwijdering van verbruikte batterijen!
Als eindverbruiker bent u conform de KCA-voorschriften wettelijk verplicht om alle lege batterijen en
accu’s in te leveren; afvoeren via het huisvuil is niet toegestaan!
Batterijen/accu´s die schadelijke stoffen bevatten, worden gemarkeerd door nevenstaande
symbolen. Deze symbolen duiden erop dat afvoer via het huisvuil verboden is. De aandui-
dingen voor irriterend werkende, zware metalen zijn: Cd = cadmium, Hg = kwik, Pb = lood.
Lege batterijen/accu’s kunt u gratis inleveren bij de verzamelplaatsen van uw gemeente,
onze filialen of andere verkooppunten van batterijen/accu´s!
Zo voldoet u aan uw wettelijke verplichtingen en draagt u bij aan bescherming van
het milieu!
94
Verhelpen van storingen
U heeft met het kabel en leiding opspoorapparaat een product aangeschaft dat volgens de nieuwste stand
der techniek is ontwikkeld en veilig is in het gebruik. Toch kunnen zich problemen of storingen voordoen.
Hieronder vindt u enkele maatregelen om eventuele storingen eenvoudig zelf te verhelpen:
Neem altijd de veiligheidsinstructies in acht!
Storing Mogelijke oorzaak Mogelijke oplossing
Het apparaat functioneert Is de batterij leeg? Controleer de toestand.
niet. Vervang de batterijen.
Geen of slechts heel De interne zekering is Contacteer onze
zwak uitgangssignaal defect. technische klantendienst.
op de zender.
Controleer de zekering in de zender LSG-10B
Een ingebouwde zekering beschermt de zender tegen foutieve bediening of tegen overlast. De kerami-
sche zekering met een hoog uitschakelvermogen mag alleen door een vakman worden vervangen.
Hieronder krijgt u een beschrijving van hoe een defecte zekering betrouwbaar kan worden herkend:
Verwijder alle meetleidingen van de meetcircuits.
Schakel de zender in en kies signaalniveau 1.
Sluit een meetkabel aan de rode meetbus aan.
Schakel de ontvanger in en voer de sensorpunt aan de meetleiding.
Steek het open einde van de meetleiding in de zwarte meetbus op de zender.
Als het signaalniveau zich verdubbelt, is de zekering in orde. Wijzigt het signaalniveau op de ontvanger
niet, dan is de interne zekering defect.
Andere reparaties dan hierboven beschreven, mogen uitsluitend door een erkende
vakman worden uitgevoerd. Bij vragen over het gebruik van het meetapparaat staat
onze technische helpdesk onder het volgende telefoonnummer ter beschikking:
Voltcraft®, 92242 Hirschau, Lindenweg 15, Tel.nr. +49 ( 0)180 / 586.582 7.
95
Technische gegevens
Zender LSG-10B
Uitgangssignaal 125 kHz
Vreemde spanningsherkenning 12 - 400 V AC/DC
Frequentiebereik 0 tot 60 Hz
Icoon LCD-scherm
Voedingsspanning 9V-blokbatterij
Stroomopname max. 18 mA
Auto-Power-Off ca. 1 uur
Zekering keramiek FF 500 mA H 1000 V (6,3 x 32 mm)
Werkomstandigheden: 0 tot 40°C (<80%rF)
Gebruikshoogte max. 2,000 m
Opslagtemperatuur -20°C tot +60°C (<80%rF)
Gewicht ca. 130 g
Afmetingen (lxbxh) 130 x 69 x 32 (mm)
Overspanningscategorie CAT III 300 V, verontreinigingsgraad 2
Ontvanger LSG-10
Detectiediepte 0 - 2 m (eenpolige meting)
0 - 0,5 m (tweepolige meting)
0 - 0,4 m (NCV-modus)
Icoon LCD-scherm
Voedingsspanning 9V-blokbatterij
Stroomopname max. 40 mA
Auto-Power-Off ca. 10 minuten
Werkomstandigheden: 0 tot 40°C (<80%rF)
Gebruikshoogte max. 2,000 m
Opslagtemperatuur -20°C tot +60°C (<80%rF)
Gewicht ca. 180 g
Afmetingen (lxbxh) 192 x 61 x 37 (mm)
VOLTCRAFT IM INTERNET http://www.voltcraft.de
Impressum
Diese Bedienungsanleitung ist eine Publikation von Voltcraft
®
, Lindenweg 15, D-92242 Hirschau, Tel.-Nr. 0180/586 582 7
(www.voltcraft.de).
Alle Rechte einschließlich Übersetzung vorbehalten. Reproduktionen jeder Art, z.B. Fotokopie, Mikroverfilmung, oder die Erfassung in
elektronischen Datenverarbeitungsanlagen, bedürfen der schriftlichen Genehmigung des Herausgebers. Nachdruck, auch auszugswei-
se, verboten.
Diese Bedienungsanleitung entspricht dem technischen Stand bei Drucklegung. Änderung in Technik und Ausstattung vorbehalten.
© Copyright 2010 by Voltcraft
®
Impressum /legal notice in our operating instructions
These operating instructions are a publication by Voltcraft
®
, Lindenweg 15, D-92242 Hirschau/Germany, Phone +49 180/586 582 7
(www.voltcraft.de).
All rights including translation reserved. Reproduction by any method, e.g. photocopy, microfilming, or the capture in electronic data
processing systems require the prior written approval by the editor. Reprinting, also in part, is prohibited.
These operating instructions represent the technical status at the time of printing. Changes in technology and equipment reserved.
© Copyright 2010 by Voltcraft
®
Informations /légales dans nos modes d'emploi
Ce mode d'emploi est une publication de la société Voltcraft
®
, Lindenweg 15, D-92242 Hirschau/Allemagne, Tél. +49 180/586 582 7
(www.voltcraft.de).
Tous droits réservés, y compris de traduction. Toute reproduction, quelle qu'elle soit (p. ex. photocopie, microfilm, saisie dans des
installations de traitement de données) nécessite une autorisation écrite de l'éditeur. Il est interdit de le réimprimer, même par extraits.
Ce mode d'emploi correspond au niveau technique du moment de la mise sous presse. Sous réserve de modifications techniques et de
l'équipement.
© Copyright 2010 by Voltcraft
®
Colofon in onze gebruiksaanwijzingen
Deze gebruiksaanwijzing is een publicatie van de firma Voltcraft
®
, Lindenweg 15, D-92242 Hirschau/Duitsland, Tel. +49 180/586 582 7
(www.voltcraft.de).
Alle rechten, vertaling inbegrepen, voorbehouden. Reproducties van welke aard dan ook, bijvoorbeeld fotokopie, microverfilming of de
registratie in elektronische gegevensverwerkingsapparatuur, vereisen de schriftelijke toestemming van de uitgever. Nadruk, ook van
uittreksels, verboden.
Deze gebruiksaanwijzing voldoet aan de technische stand bij het in druk bezorgen. Wijziging van techniek en uitrusting voorbehouden.
© Copyright 2010 by Voltcraft
®
01_0610_01/AB

Documenttranscriptie

쮕 Diese Bedienungsanleitung gehört zu diesem Produkt. Sie enthält wichtige Hinweise zur Inbetriebnahme und Handhabung. Achten Sie hierauf, auch wenn Sie dieses Produkt an Dritte weitergeben. Heben Sie deshalb diese Bedienungsanleitung zum Nachlesen auf! Eine Auflistung der Inhalte finden Sie in dem Inhaltsverzeichnis mit Angabe der entsprechenden Seitenzahlen auf Seite 5.  These operating instructions belong with this product. They contain important information for putting it into service and operating it. This should be noted also when this product is passed on to a third party. Therefore look after these operating instructions for future reference! A list of contents with the corresponding page numbers can be found in the index on page 28.  Ce mode d'emploi appartient à ce produit. Il contient des recommandations en ce qui concerne sa mise en service et sa manutention. Veuillez en tenir compte et ceci également lorsque vous remettez le produit à des tiers. Conservez ce mode d'emploi afin de pouvoir vous documenter en temps utile.! Vous trouverez le récapitulatif des indications du contenu à la table des matières avec mention de la page correspondante à la page 51.  Deze gebruiksaanwijzing hoort bij dit product. Er staan belangrijke aanwijzingen in betreffende de ingebruikname en gebruik, ook als u dit product doorgeeft aan derden. Bewaar deze handleiding zorgvuldig, zodat u deze later nog eens kunt nalezen! U vindt een opsomming van de inhoud in de inhoudsopgave met aanduiding van de paginanummers op pagina 74. 2  Inleiding Geachte klant, Wij danken u hartelijk voor het aanschaffen van dit Voltcraft®-product. Hiermee heeft u een uitstekend apparaat in huis gehaald. U hebt een kwaliteitsproduct aangeschaft dat ver boven het gemiddelde uitsteekt. Een product uit een merkfamilie die zich op het gebied van meet-, laad-, en voedingstechniek met name onderscheidt door specifieke vakkundigheid en permanente innovatie. Met Voltcraft® worden gecompliceerde taken voor u als kieskeurige doe-het-zelver of als professionele gebruiker al gauw kinderspel. Voltcraft® biedt u betrouwbare technologie met een buitengewoon gunstige verhouding van prijs en prestaties. Wij zijn ervan overtuigd: uw keuze voor Voltcraft is tegelijkertijd het begin van een langdurige en prettige samenwerking. Veel plezier met uw nieuwe Voltcraft®-product! 73 Inhoudsopgave Inleiding ................................................................................................................................................73 Voorgeschreven gebruik ........................................................................................................................75 Leveringsomvang ..................................................................................................................................75 Bedieningselementen ............................................................................................................................76 Veiligheidsvoorschriften ........................................................................................................................77 Productbeschrijving ..............................................................................................................................79 Meetbedrijf ............................................................................................................................................79 a) Apparaten in- en uitschakelen ....................................................................................................80 b) Meetmethoden ............................................................................................................................80 c) Functies van het apparaat ..........................................................................................................82 d) Signaalcode instellen ..................................................................................................................82 e) Testmeting uitvoeren ..................................................................................................................83 Toepassingsvoorbeelden ......................................................................................................................84 Volgen van leidingen en kabels/contactdozen zoeken ....................................................................84 Vinden van leidings- en kabelonderbrekingen ................................................................................84 Vinden van leidings- en kabelonderbrekingen met 2 zenders ........................................................85 Fouten opsporen in elektrische vloerverwarming ............................................................................85 Vinden van kabelknopen in installatiebuizen ..................................................................................86 Vinden van zekering- en stroomcircuits ..........................................................................................86 Vinden van kortsluitingen in kabels ..................................................................................................87 Volgen van geïnstalleerde waterbuizen ..........................................................................................87 Zoeken van verwarmingsbuizen in de vloer ....................................................................................88 Lokaliseren van een volledige elektrische installatie ........................................................................88 Volgen van leidingen met grotere localisatiediepte ..........................................................................89 Volgen van leidingen in de grond ....................................................................................................89 Gevoeligheid bij meting onder spanning verhogen ..........................................................................90 Identificatie van verlegde stroomkabels ..........................................................................................91 Vinden van onderbrekingen in netleidingen ....................................................................................91 Reiniging en onderhoud ........................................................................................................................92 Algemeen ........................................................................................................................................92 Reiniging ..........................................................................................................................................92 Plaatsen/vervangen van de batterij ..................................................................................................92 Afvalverwijdering ....................................................................................................................................93 Verwijdering van lege batterijen ......................................................................................................93 Verhelpen van storingen ........................................................................................................................94 Technische gegevens ............................................................................................................................95 74 Voorgeschreven gebruik - Meting en weergave van de elektrische spanning binnen het bereik van de overspanningscategorie III (tot max. 300V t.o.v. aardpotentiaal, volgens EN 61010-1) en alle lagere categorieën. Het meetapparaat en de toebehoren mogen niet in de overspanningscategorie CAT IV (vb. aan de bron van de laagspanningsinstallatie) worden ingezet. - Weergeven van gelijk- en wisselspanningen tot max. 400 V - Contactloos zoeken naar leidingen en spanningsvrije en spanningsvoerende installaties in de wand, vloer of in de grond. - Signaal volgen door zender en ontvanger - Vinden van leidingsonderbrekingen en kortsluitingen - Bepalen en vinden van zekeringen en hun stroomcircuits - Vinden en volgen van metaalbuizen - Contactloos volgen van spanningsvoerende leidingen door de ontvanger - Zaklantaarn Het kabel- en leiding opspoorapparaat bestaat uit een zender en een ontvanger. Beide apparaten werken telkens met een gangbare, 9V alkalische blokbatterij. Het gebruik is alleen toegestaan met de aangegeven batterijtypen. Er kunnen tot 7 kabel- en leiding opspoorapparaten (zender en ontvanger) gelijktijdig worden gebruikt. Het zoeksignaal is selectief en kan van 1 tot 7 worden gecodeerd. De apparaten mogen in geopende toestand met open batterijvak of een defect batterijdeksel niet worden gebruikt. Spanningsvoerende metingen in vochtige ruimten of onder ongunstige omstandigheden zijn niet toegestaan. Ongunstige omstandigheden zijn: - Vocht of hoge luchtvochtigheid, - stof en brandbare gassen, dampen of oplosmiddelen, - onweer resp. weersomstandigheden zoals sterk elektrostatische velden enz. Gebruik voor het meten alleen de meegeleverde meetsnoeren resp. meetaccessoires, die op de specificaties van de multimeter afgestemd zijn. Een andere toepassing dan hierboven beschreven kan leiden tot beschadiging van het product. Daarnaast bestaat het risico van bijv. kortsluiting, brand of elektrische schokken. Het complete product mag niet worden veranderd of omgebouwd! Lees deze handleiding zorgvuldig door en bewaar deze voor toekomstig gebruik. De veiligheidsvoorschriften dienen absoluut in acht te worden genomen! Leveringsomvang Ontvanger LSG-10 Zender LSG-10B 2x 9V-blokbatterij 2 veiligheidsmeetleidingen 2 steekbare meetpunten 2 veiligheidskrokoklemmen Transportkoffer Gebruiksaanwijzing 75 Bedieningselementen (zie uitklappagina) Ontvanger LSG-10 1 Sensorpunt 2 LED-zaklamp 3 Display 4 Toets “NCV” voor de omschakeling van kabelzoekmodus en contactloos AC-spanningszoeken 5 Toets voor zaklampfunctie (Aan/Uit, automatisch uitschakelen na ca. 1 min.) 6 Achteruit-toets voor manuele gevoeligheidsinstelling 7 MODE-toets voor de omschakeling van automatische modus naar manuele modus 8 Toets voor het in- en uitschakelen van pieptoon en displayverlichting 9 Vooruit-toets voor manuele gevoeligheidsinstelling 10 Toets (Aan/Uit) 11 Batterijvak aan achterzijde Ontvangerdisplay LSG-10 a Balkenaanduiding voor signaalsterkte b) Netspanningsindicator c Aanduidign voor manuele gevoeligheidsselectie d Zendcode-aanduiding e Aanduiding van het signaalniveau I, II of III) f Akoestische aanduiding is gedeactiveerd g Aanduiding van de signaalsterkte h Gevoeligheidsaanduiding (afschermsymboliek: viel bogen = geringe gevoeligheid; weinig bogen = hoge gevoeligheid) i Aanduiding van de ingeschakelde displayverlichting j Aanduiding voor automatische gevoeligheidsselectie k Batterijstandaanduiding (4 balken = batterij is vol; <1 balk = batterij is leeg) l Aanduiding voor contactloos AC-spanningszoeken Zender LSG-10B 12 Aansluitbus “Phase/+” 13 Aansluitbus elektrische referentie (aarde) 14 Display 15 Toets voor signaalniveau-instelling (niveau I, II of III) en displayverlichting (2s drukken) 16 Toets (Aan/Uit) 17 Batterijvak aan achterzijde Zenderdisplay LSG-10B m Spanningsaanduiding !Aanduiding is niet geschikt voor vastellen van de spanningsvrijheid! n Zendcode-aanduiding o Aanduiding van het signaalniveau (I, II of III) p Weergave batterij vervangen q Netspanningsindicator 76 Veiligheidsvoorschriften  Lees voor de ingebruikneming de volledige gebruiksaanwijzing door, deze bevat belangrijke aanwijzingen voor het juiste gebruik. Bij schade veroorzaakt door het niet opvolgen van de gebruiksaanwijzing, vervalt het recht op garantie! Voor vervolgschade die hieruit ontstaat, zijn wij niet aansprakelijk! Voor materiële schade of persoonlijk letsel, veroorzaakt door ondeskundig gebruik of het niet opvolgen van de veiligheidsaanwijzingen, aanvaarden wij geen aansprakelijkheid! In dergelijke gevallen vervalt het recht op garantie. Het apparaat heeft de fabriek in veiligheidstechnisch perfecte staat verlaten. Volg de instructies en waarschuwingen in de gebruiksaanwijzing op om deze status van het apparaat te handhaven en een veilige werking te garanderen! Let op de volgende symbolen:  Ꮨ ☞ Een uitroepteken in een driehoek wijst op belangrijke instructies in deze gebruiksaanwijzing die absoluut opgevolgd dienen te worden. Een bliksemschicht in een driehoek waarschuwt voor een elektrische schok of een veiligheidsbeperking van elektrische onderdelen in het apparaat. Het “hand”-symbool vindt u bij bijzondere tips of instructies voor de bediening. Dit apparaat is CE-goedgekeurd en voldoet aan de noodzakelijke Europese richtlijnen. Beschermingsniveau 2 (dubbele of versterkte isolatie) CAT II Overspanningscategorie II voor metingen aan elektrische en elektronische apparaten, die via een netstekker worden voorzien van spanning. Deze categorie omvat ook alle kleinere categorieën (bijv. CAT I voor het meten van signaal- en stuurspanningen). CAT III Overspanningscategorie III voor metingen in de gebouwinstallatie (b.v. stopcontacten of onderverdelingen). Deze categorie omvat ook alle kleinere categorieën (bijv. CAT lI voor het meten aan elektrische apparaten). Aardpotentiaal 77 Om veiligheids- en keuringsredenen (CE) is het eigenmachtig ombouwen en/of veranderen van het apparaat niet toegestaan. Raadpleeg een vakman wanneer u twijfelt over de werking, veiligheid of aansluiting van het apparaat. Meetapparaten en accessoires zijn geen speelgoed; houd deze buiten bereik van kinderen! In industriële omgevingen dienen de Arbovoorschriften ter voorkoming van ongevallen met betrekking tot elektrische installaties en bedrijfsmiddelen in acht te worden genomen. In scholen, opleidingscentra, hobbyruimten en werkplaatsen moet door geschoold personeel voldoende toezicht worden gehouden op de bediening van meetapparaten. De in de technische gegevens aangeduide spanningen zijn nominale spanningen; deze mogen niet worden overschreden. De spanning tussen de aansluitpunten van het meetapparaat en aardpotentiaal mag niet hoger zijn dan 300 V DC/AC in CAT III. Vóór elke wisseling van het meetbereik moeten de meetstiften van het meetobject worden verwijderd. Wees vooral voorzichtig bij de omgang met spanningen >50 V wissel- (AC) resp. >75 V gelijkspanning (DC)! Reeds bij deze spanningen kunt u door het aanraken van elektrische geleiders een levensgevaarlijke elektrische schok krijgen. Controleer voor elke meting uw meetapparaat en de meetsnoeren op beschadiging(en). Voer in geen geval metingen uit als de beschermende isolatie beschadigd (gescheurd, verwijderd enz.) is. Om een elektrische schok te voorkomen, dient u ervoor te zorgen dat u de te meten aansluitingen/ meetpunten tijdens de meting niet, ook niet indirect, aanraakt. Pak tijdens het meten niet boven de voelbare handgreepmarkeringen op de meetstiften vast. Gebruik het apparaat niet kort voor, tijdens of kort na een onweer (blikseminslag! / energierijke overspanningen!). Zorg dat uw handen, schoenen, kleding, de vloer, schakelingen en onderdelen van de schakeling enz. absoluut droog zijn. Vermijd gebruik van het apparaat in de direct omgeving van: - sterke magnetische of elektromagnetische velden - zendantennes of HF-generatoren. Daardoor kan de meetwaarde worden vervalst. Wanneer kan worden aangenomen dat een veilig gebruik niet meer mogelijk is, mag het apparaat niet meer worden gebruikt en moet het worden beveiligd tegen onbedoeld gebruik. U mag ervan uitgaan dat een veilig gebruik niet meer mogelijk is indien: - het apparaat zichtbaar is beschadigd, - het apparaat niet meer functioneert en - het product gedurende langere tijd onder ongunstige omstandigheden is opgeslagen of - het apparaat tijdens transport zwaar is belast. Schakel het meetapparaat nooit onmiddellijk in, nadat het van een koude naar een warme ruimte is gebracht. Door het condenswater dat wordt gevormd, kan het apparaat onder bepaalde omstandigheden beschadigd raken. Laat het apparaat uitgeschakeld op kamertemperatuur komen. Laat het verpakkingsmateriaal niet achteloos liggen. Dit kan voor kinderen gevaarlijk speelgoed zijn. Neem ook de veiligheidsvoorschriften in de afzonderlijke hoofdstukken in acht. 78 Productbeschrijving Functieprincipe Het kabel- en leiding opspoorapparaat bestaat uit een zender en een ontvanger. De zender veroorzaakt een gemoduleerd stroomsignaal dat rond een aangesloten leider een elektromagnetisch veld opwekt. Dit elektromagnetisch veld wordt door de ontvanger gedetecteerd en geïnterpreteerd. In de ontvanger komen in de automatische en manuele modus drie ontvangerspoelen in werking. Deze maken het gebruik mogelijk, ongeacht de plaats. In de zender en ontvanger worden alle parameters op de display weergegeven. De ontvanger kan onafhankelijk van de zender als contactloze spanningstester en als zaklamp worden gebruikt. De spanningstest gebeurt alleen bij netwisselspanning. Een displayverlichting kan bij slechte lichtverhoudingen kort worden ingeschakeld. Zender en ontvanger schakelen automatisch uit, wanneer deze langere tijd niet worden bediend. Deze functie spaart de batterij en verlengt de gebruiksduur. Het kabel en leiding opspoorapparaat is bestemd voor hobbygebruik maar ook voor professionele toepassingen. Meetbedrijf  Zorg dat de max. toegestane ingangswaarden in geen geval worden overschreden. Raak schakelingen en schakeldelen niet aan als daarop een hogere spanning dan 50 V ACrms of 75 V DC kan staan! Levensgevaarlijk! Controleer voor aanvang van de meting de aangesloten meettoebehoren op beschadigingen, zoals sneden, scheuren of afknellingen. Defecte meettoebehoren mogen niet meer worden gebruikt! Levensgevaarlijk! Pak tijdens het meten de meetsnoeren niet boven de tastbare handgreepmarkeringen vast. Het meten mag alleen worden uitgevoerd als de batterij- en zekeringsvak gesloten zijn. 79 a) Apparaten in- en uitschakelen Via de aan-/uit-toets (10 of 16) kunnen de apparaten worden ingeschakeld. Druk kort op de toets om de apparaten in te schakelen. Houd de toets (10 of 16) ca. 2 s ingedrukt om uit te schakelen.  Voordat u het leidingzoekapparaat kunt gebruiken, moeten de meegeleverde batterijen in het apparaat worden geplaatst. Het plaatsen en vervangen van de batterijen wordt in het hoofdstuk “Onderhoud en reiniging” beschreven. b) Meetmethoden Het kabel en leiding opspoorapparaat kan in drie modi worden gebruikt. De aanduiding gebeurt in alle modi optisch en akoestisch bij de ontvanger. Automatische modus De automatische modus maakt het snel zoeken naar een kabel of leiding mogelijk. Hier is geen instelling nodig. De ontvanger stelt de gevoeligheid automatisch in om het beste meetresultaat te verkrijgen. Handmatige modus De manuele modus is ideaal om leidingen of kabels te selecteren of om gevoeligere metingen uit te voeren. De gevoeligheidsinstelling moet manueel gebeuren. Druk op de toets “MODE” om naar de manuele modus om te schakelen. “SENSE” wordt ingevoegd. Via de pijltoetsen (6 en 9) wordt de gevoeligheid ingesteld. De aangegeven bogen komen overeen met de gevoeligheid als afschermsymbool (weinig bogen = hoge gevoeligheid, veel bogen = lage gevoeligheid). Opnieuw drukken op de “MODE”-toets schakelt opnieuw terug naar de automatische modus. Contactloze AC-netspanningsherkenning “NCV” De ontvanger maakt het zoeken en volgen van netspanningsvoerende leidingen in muren, onder een pleisterlaag, etc. mogelijk. De signaalsterkte wordt via de linkse balkenaanduiding weergegeven. Hoe verder de balk uitslaat, hoe sterker het AC-signaal is. Druk op de “NCV”-toets (4) om deze functie in te schakelen. Door nogmaals op deze toets te drukken, wordt weer teruggeschakeld naar de automatische modus. 80 Eenpolige meting De kabel- en leidingszoeker maakt het volgen van het signaal ook in onderbroken stroomcircuits mogelijk door een hoogfrequent transmissiesignaal. Bij deze methode is het mogelijk om leidingsonderbrekingen, leidingsknopen, losse contactdozen, etc. te vinden. De aansluiting gebeurt aan een leiding. De elektrische referentie wordt via een bekend aardpotentiaal (waterleiding, verwarmingsbuis, etc.) gerealiseerd. ☞ De detectiediepte reikt van 0 - 2 meter en is afhankelijk van het materiaal van de muur.  De geldende veiligheidsvoorschriften voor werken onder spanning moeten worden gerespecteerd. Tweepolige meting Het tweepolig signaalvolgen wordt in juist aangesloten stroomcircuits zonder fout voor de lokalisering van zekeringen, leidingsverlopen, etc. ingezet. De controle kan spanningsloos of spanningsvoerend worden uitgevoerd. De zender is tot 400 V spanningsvast. De aansluiting moet altijd tussen fase (L1) en nul (N) plaatsvinden. Is het nodig, de massakabel (PE) te gebruiken, moet de normale functie van de massakabel zijn verzekerd. Een controle vooraf is nodig.  ☞ Als bij de aansluiting van de zender de aardlekschakelaar uitschakelt, dan stroomt er vermoedelijk reeds een weinig lekstroom, die samen met de proefstroom tot de uitschakeling leidt. Laat het apparaat door een elektrovakman controleren. De geldende veiligheidsvoorschriften voor werken onder spanning moeten worden gerespecteerd. De detectiediepte reikt van 0 - 0.5 meter en is afhankelijk van het materiaal van de muur. De omschakeling van het signaalniveau van niveau I naar III verhoogt de signaalreikwijdtet met. ca. het vijfvoudige. 81 c) Functies van het apparaat Displayverlichting Een displayverlichting kan bij slechte lichtverhoudingen op elk moment worden ingeschakeld. Houd bij het inschakelen op de zender (LSG-10B) de toets met het lichsymbool (15) ca. 2 s ingedrukt. Om uit te schakelen herhaalt u dit. Schakel de displayverlichting manueel opnieuw uit, wanneer u deze niet meer nodig heeft. Op de ontvanger (LSG-10) drukt u kort op de toets met het lichtsymbool (8). Om uit te schakelen herhaalt u dit. Schakel de displayverlichting manueel opnieuw uit, wanneer u deze niet meer nodig heeft. Zaklamp inschakelen In de ontvanger is een LED-zaklamp geïntegreerd. Druk op de toets met het zaklampsymbool (5) om in of uit te schakelen. Na ca. 1 minuut dooft het LEDlicht automatisch uit om batterijstroom te sparen. Akoestisch signaal op de ontvanger deactiveren Bij normaal gebruik is de akoestische melding ook actief. De signaaltoon kan voor stille gebruiksplaatsen (vb. kantoren, theater, etc.) worden uitgeschakeld. Houd de toets met het schakelsymbool (8) ca. 2 s ingedrukt. Op de display verschijnt een doorhaald luidsprekersymbool. Houd de toets opnieuw ca. 2 s ingedrukt om het in te schakelen. Het luidsprekersymbool verdwijnt. Auto-Power-Off De zender en ontvanger schakelen na een zekere tijd automatisch uit, wanneer geen enkele toets werd aangeraakt. Deze functie beschermt en spaart de batterij en verlengt de gebruiksduur. Uitschakeltijd ontvanger: ca. 10 minuten Uitschakeltijd zender: ca. 1 uur d) Signaalcode instellen De signaalcode is in de zender door de fabriek op 1 ingesteld. Als u meerdere zenders in een leidingstest wilt gebruiken, kan de zendcode van 1 tot 7 worden gewijzigd. Voor het instellen gaat u als volgt te werk: Schakel de zender uit. Houd de “LEVEL”-toets (15) ingedrukt en schakel de zender in. Laat alleen de aan-/uit-toets (16) los. Op het display verschijnt de vooringestelde signaalcode. Laat nu de andere toets los. Elk drukken op de “LEVEL”-toets schakelt een code hoger en begint dan opnieuw van vooraf aan. Heeft u de gewenste code ingesteld, dan drukt u kort op de aan-/uit-toets (16). De zender schakelt opnieuw naar de normale bedrijfsmodus terug. De gekozen code is actief en wordt weergegeven. 82 e) Testmeting uitvoeren Voor u met de leidingszoeker voor het eerst meet, moet u zich beslist eerst vertrouwd maken met de werkwijze. Dit gaat het best via een gesimuleerde foutbron. Neem een stuk 3-polige installatiekabel (ca. 5 meter) en bevestig deze voorlopig aan een muur, die langs voor en achter toegankelijk is. Verwijder de isolatie van het omhulsel ca. 1,5 m voor het kabeleinde. Knip een leiding van de kabel door. Sluit de zender zoals afgebeeld aan op de testkabel. Sluit de onderbroken leiding op de rode meetbus aan, de overige leiders brengt u in contact met de zwarte meetbus. Verbind de zwarte bus dan met het aardpotentiaal. Schakel de zender en ontvanger in. Leid de ontvanger langs de kabel tot de onderbreking herkend wordt. Herhaal dit aan beide kanten van de muur. Varieer de signaalsterkte op de zender of de gevoeligheid op de ontvanger (manuele modus) om de beste testresultaten te bereiken. 83 Toepassingsvoorbeelden  Zorg dat de max. toegestane ingangswaarden in geen geval worden overschreden. Raak schakelingen en schakeldelen niet aan als daarop een hogere spanning dan 50 V ACrms of 75 V DC kan staan! Levensgevaarlijk! Metingen in spanningsvoerende installaties mogen alleen door vakkundig opgeleide personen of elektrovaklui worden uitgevoerd. Hieronder worden verdere verschillende voorbeelden opgelijst van welke gebruiken met het kabel en leiding opspoorapparaat mogelijk zijn. Volgen van leidingen en kabels/contactdozen zoeken Schakel de zekering uit en het stroomcircuit spanningsvrij. De massakabel en nul moeten correct zijn aangesloten. Schakel de zender in en sluit deze, zoals afgebeeld aan de fase en massakabel (aarde). Leid de sensorkop van de ontvanger langs de muur.  Kruisende of parallelle ledingswegen worden met deze methode evenens aangeduid. Vinden van leidings- en kabelonderbrekingen Schakel de zekering uit en het stroomcircuit spanningsvrij. Ga te werk zoals boven beschreven bij de testmeting. Sluit de niet nodige leidingen op een aansluiting met aardcontact samen. Zoek in langzaam cirkelende bewegingen met de ontvanger de muur af tot u de onderbreking heeft gelokaliseerd.  84 De leidingsonderbreking moet hoogohmig (>100 kOhm) zijn. Vinden van leidings- en kabelonderbrekingen met 2 zenders Schakel de zekering uit en het stroomcircuit spanningsvrij. Deze methode maakt de foutbegrenzing van twee kanten mogelijk. Op elke zender wordt een andere signaalcode ingevoerd. Met de ontvanger kan de overeenkomstige signaalrichting eenvoudig worden afgegrensd. De cijfers van de zender worden overeenkomstig aangeduid. Voordeel: Beide zoeksignalen beïnvloeden elkaar niet. Heeft u de fout gelokaliseerd, dan toont de ontvanger geen signaalcode meer, aangezien beide signalen op de plaats van de fout even sterk zijn.  De leidingsonderbreking moet hoogohmig (>100 kOhm) zijn. Fouten opsporen in elektrische vloerverwarming Let erop dat er zich boven de verwarmingsdraden, geen geaarde afscherfolie/-mat bevindt. Klem eventueel deze aardverbinding voor de meting af, aangezien anders de plaats van de fout niet duidelijk kan worden gelokaliseerd. De signaalinjectie moet van elke kant gebeuren. Het gebruik van een tweede zendereenheid met verschillende signaalcode is comfortabeler. 85 Vinden van kabelknopen in installatiebuizen Schakel de zekering uit en het stroomcircuit spanningsvrij. Schakel verdere zich in de buis bevindende leidingen stroomloos en verbind deze met aardpotentiaal Voer een kabelsonde (koperdraad) of een trekleiding tot aan de vernauwing van de installatiebuis. Breng de kabelsonde met een bus op de zender in contact. De tweede meetbus verbindt u met het aardpotentiaal. Grens de plaats van de fout door langzame cirkelvorminge bewegingen met de ontvanger af. De gevoeligheid kan overeenkomstig worden gewijzigd. Vinden van zekering- en stroomcircuits  Meting onder netspanning! Veiligheidsvoorschriften in acht nemen. Verbind de zender met een spanningsvoerende netcontactdoos aan fase (L1) en nul (N). Volg het zoeksignaal in de onderverdeler. Verminder eventueel de gevoeligheid om de juiste zekering te lokaliseren. Draai de ontvanger 90° in de langsas om de verschillende zekeringsautomaten (richting van de magneetspoelen) betrouwbaar te detecteren. Om betere resultaten te bereiken, moet direct aan de aansluitingen worden gemeten. !Let op! De afdekking mag alleen door elektrovaklui worden verwijderd 86 Vinden van kortsluitingen in kabels Schakel de zekering uit en het stroomcircuit spanningsvrij. Sluit de zender zoals afgebeeld aan op de beschadigde leidingen.  ☞ De kortsluiting moet laagohmig (<20 Ohm) zijn. Controleer dit evt. met een multimeter. Ligt de leidingsweerstand boven de 20 Ohm dan kan geprobeerd worden, de zoekmethode zoals bij leidingsonderbreking aan te wenden. Volgen van geïnstalleerde waterbuizen Klem de te volgen waterbuis van de aarder af. Schakel de zekering uit en de installatie spanningsvrij. Sluit een meetbus van de zender aan de potentiaalvereffening aan. De tweede aansluiting gebeurt direct aan de te volgen waterbuis/metaalbuis. Volg het verloop van de buis met de ontvanger. 87 Zoeken van verwarmingsbuizen in de vloer U krijgt de beste zoekresultaten wanneer de verwarmingsbuisen van de aardaansluiting zijn losgekoppeld. Sluit de zender op de metaalbuis van de radiator en aan een aardcontact aan. ☞ Als aardcontact is ook elke massakabel van netcontactdozen geschikt. Volg het verloop van de buis met de ontvanger. Lokaliseren van een volledige elektrische installatie  Schakel de zekeringen uit en de volledige installatie spanningsvrij. Deze meting vereist een ingreep in de elektrische hoofdverdeling en mag alleen door een elektrovakman worden uitgevoerd. Met het kabel en leiding opspoorapparaat kunnen alle beschikbare contactdozen en leidingen worden bepaald en op contact worden getest. Verwijder de brug in de hoofdverdeling tussen massakabel “PE” en nul “N”. Sluit de zender aan de contactstaaf van “N” en “PE” aan. De nul kan via de gehele installatie met de ontvanger worden gevolgd. 88 Volgen van leidingen met grotere lokalisatiediepte Schakel de zekering uit en het stroomcircuit spanningsvrij. Bij de tweepolige meetmethode beïnvloedt het zoeksignaal vaak zichzelf door de zeer dicht bij elkaar liggende leidingen. Dit is door een lagere zoekdiepte herkenbaar. Om dit probleem te vermijden is het mogelijk voor de terugvoerleiding een bijkomende stroomkabel (vb. een verlengsnoer, kabeltrommel, etc.) te gebruiken. De afstand van heen- en terugvoerleiding moet minstens 2 meter bedragen. Zo kan het elektrisch veld zich sterk genoeg uitbreiden. Volgen van leidingen in de grond Schakel de zekering uit en het stroomcircuit spanningsvrij. De afstand tussen de klemplaats of aardkabel en het aangesloten aardpotentiaal moet zo groot mogelijk zijn. Bij een te kleine afstand kan de aardkabel niet ondubbelzinning worden gedetecteerd. Voer de ontvanger heel langzaam over de grond. De hoogste signaalsterkte wijst op het verloop van de aardkabel. Met toenemende afstand neemt de signaalsterkte van de leiding af. 89 Gevoeligheid bij meting onder spanning verhogen  Meting onder netspanning! Veiligheidsvoorschriften in acht nemen. Bij de tweepolige meetmethode onder spanning beïnvloedt het zoeksignaal vaak zichzelf door de zeer dicht bij elkaar liggende leidingen. Dit is door een lagere zoekdiepte herkenbaar. Om dit probleem te vermijden is het mogelijk voor de terugvoerleiding een bijkomende stroomkabel (vb. een verlengsnoer, kabeltrommel, etc.) te gebruiken. De afstand van heen- en terugvoerleiding moet minstens 2 meter bedragen. Zo kan het elektrisch veld zich sterk genoeg uitbreiden en de hulpleiding beïnvloedt het zoeksignaal niet. Sluit de zender met een aansluiting aan de te zoeken contactdoos aan. De tweede aansluiting gebeurt, vb. aan een kabeltrommel die aan een andere contactdoos van hetzelfde stroomcircuit is aangesloten. De gevoeligheid verhoogt zich zo exponentieel. 90 Identificatie van verlegde stroomkabels Schakel de zekeringen uit en het stroomcircuit spanningsvrij. De afzonderlijke aders van de stroomkabel moeten aan een zijde elektrisch leidend worden gedraaid. Sluit de zender aan de open kabelzijde via twee polen aan de te testen kabel aan. Als meerdere zenders worden ingezet, zakt het specifiek vermogen voor het omklemmen van de zender. Bij meerdere ingezette zenders moet elke zender een eigen signaalcodering aanduiden. Voer de ontvanger langs de gedraaide zijde van de kabel. De overeenkomstige signaalcode wordt op het display weergegeven. De kabels kunnen worden geïdentificeerd. Vinden van onderbrekingen in netleidingen Voor deze test is het gebruik van de zender niet nodig. De netkabel moet netspanning voeren. Schakel de ontvanger in de modus voor contactloze spanningstest “NCV”. Voer de ontvanger langs de netkabel en begin aan de contactdoos. Wordt de netspanning herkend, weerklinkt een signaal en de balkenaanduiding wordt actief. Van zodra de onderbreking wordt bereikt, dooft de toon uit en verdwijnt de balkenaanduiding. ☞  De toonhoogte en de uitslag van de balkenaanduiding is afhankelijk van de afstand en van de spanningshoogte van de netkabel. Herhaal de test met een 180° gedraaide netstekker. Dit voorkomt dat een onderbreking aan de nul wordt overzien. Een hoge toon is echter geen zeker teken voor de hoogte van de spanning. Een betrouwbare spanningsmeting is alleen met een geschikt meetapparaat met waarde-aanduiding mogelijk. 91 Reiniging en onderhoud Algemeen Afgezien van een incidentele reinigingsbeurt en het vervangen van de batterij is het kabel en leiding opspoorapparaat onderhoudsvrij. Het vervangen van de batterijen vindt u onder Aansluiting.  Controleer regelmatig de technische veiligheid van het apparaat en de meetsnoeren, b.v. op beschadiging van de behuizing of afknellen van de snoeren enz. Reiniging Neem altijd de volgende veiligheidsvoorschriften in acht voordat u het apparaat gaat schoonmaken:  Bij het openen van deksels of het verwijderen van onderdelen, ook wanneer dit handmatig mogelijk is, kunnen spanningvoerende delen worden blootgelegd. Vóór reiniging of reparatie moeten de aangesloten snoeren van het meetapparaat en van alle meetobjecten worden gescheiden. Schakel het apparaat uit. Gebruik voor het schoonmaken geen carbonhoudende schoonmaakmiddelen, benzine, alcohol of soortgelijke producten. Hierdoor wordt het oppervlak van het meetapparaat aangetast. Bovendien zijn de dampen schadelijk voor de gezondheid en explosief. Gebruik voor de reiniging ook geen scherp gereedschap, schroevendraaiers of staalborstels en dergelijke. Gebruik een schone, pluisvrije, antistatische en licht vochtige schoonmaakdoek om het product te reinigen. Laat het apparaat goed drogen voordat u het weer in gebruik neemt. Plaatsen en vervangen van de batterij Voor het gebruik van het apparaat is een 9V-batterij (b.v. 1604A) noodzakelijk. Bij de eerste ingebruikname of wanneer het symbool voor vervanging van batterijen in het display verschijnt, moeten nieuwe, volle batterijen worden geplaatst. Voor het plaatsen/vervangen gaat u als volgt te werk: - Ontkoppel de aangesloten meetsnoeren van het meetcircuit en van uw meetapparaat. Schakel het apparaat uit. - Open het batterijvak aan de achterkant. - Vervang de lege batterij voor een nieuwe van hetzelfde type. Plaats een nieuwe batterij volgens de juiste poolrichting in het batterijvak (11 of 17). Let op de polariteitgegevens in het batterijvak. Sluit de behuizing weer zorgvuldig. 92  ☞ Gebruik het apparaat in geen geval in geopende toestand. !LEVENSGEVAARLIJK! Laat geen lege batterijen in het apparaat zitten, aangezien zelfs batterijen die tegen lekken zijn beveiligd, kunnen corroderen, waardoor chemicaliën vrij kunnen komen die schadelijk zijn voor uw gezondheid of schade veroorzaken aan het apparaat. Laat batterijen niet achteloos rondslingeren. Deze kunnen door kinderen of huisdieren worden ingeslikt. Raadpleeg bij inslikken onmiddellijk een arts. Verwijder de batterijen als u het apparaat gedurende langere tijd niet gebruikt, om lekkage te voorkomen. Lekkende of beschadigde batterijen kunnen bij huidcontact bijtende wonden veroorzaken. Draag daarom in dit geval beschermende handschoenen. Let op, dat batterijen niet worden kortgesloten. Gooi geen batterijen in het vuur. Batterijen mogen niet worden opgeladen of gedemonteerd. Er bestaat explosiegevaar. Een geschikte alkalinebatterij is onder het volgende bestelnummer verkrijgbaar: Bestelnr. 65 25 09 (telkens 1x bestellen a.u.b.). Gebruik uitsluitend alkalinebatterijen, omdat deze krachtig zijn en een lange gebruiksduur hebben. Afvalverwijdering Oude elektronische apparaten kunnen gerecycled worden en horen niet thuis in het huisvuil. Indien het apparaat onbruikbaar is geworden, dient het in overeenstemming met de geldende wettelijke voorschriften te worden afgevoerd naar de gemeentelijke verzamelplaatsen. Afvoer via het huisvuil is niet toegestaan. Verwijdering van verbruikte batterijen! Als eindverbruiker bent u conform de KCA-voorschriften wettelijk verplicht om alle lege batterijen en accu’s in te leveren; afvoeren via het huisvuil is niet toegestaan! Batterijen/accu´s die schadelijke stoffen bevatten, worden gemarkeerd door nevenstaande symbolen. Deze symbolen duiden erop dat afvoer via het huisvuil verboden is. De aanduidingen voor irriterend werkende, zware metalen zijn: Cd = cadmium, Hg = kwik, Pb = lood. Lege batterijen/accu’s kunt u gratis inleveren bij de verzamelplaatsen van uw gemeente, onze filialen of andere verkooppunten van batterijen/accu´s! Zo voldoet u aan uw wettelijke verplichtingen en draagt u bij aan bescherming van het milieu! 93 Verhelpen van storingen U heeft met het kabel en leiding opspoorapparaat een product aangeschaft dat volgens de nieuwste stand der techniek is ontwikkeld en veilig is in het gebruik. Toch kunnen zich problemen of storingen voordoen. Hieronder vindt u enkele maatregelen om eventuele storingen eenvoudig zelf te verhelpen:  Neem altijd de veiligheidsinstructies in acht! Storing Mogelijke oorzaak Mogelijke oplossing Het apparaat functioneert niet. Is de batterij leeg? Controleer de toestand. Vervang de batterijen. Geen of slechts heel zwak uitgangssignaal op de zender. De interne zekering is defect. Contacteer onze technische klantendienst. Controleer de zekering in de zender LSG-10B Een ingebouwde zekering beschermt de zender tegen foutieve bediening of tegen overlast. De keramische zekering met een hoog uitschakelvermogen mag alleen door een vakman worden vervangen. Hieronder krijgt u een beschrijving van hoe een defecte zekering betrouwbaar kan worden herkend: Verwijder alle meetleidingen van de meetcircuits. Schakel de zender in en kies signaalniveau 1. Sluit een meetkabel aan de rode meetbus aan. Schakel de ontvanger in en voer de sensorpunt aan de meetleiding. Steek het open einde van de meetleiding in de zwarte meetbus op de zender. Als het signaalniveau zich verdubbelt, is de zekering in orde. Wijzigt het signaalniveau op de ontvanger niet, dan is de interne zekering defect.  Andere reparaties dan hierboven beschreven, mogen uitsluitend door een erkende vakman worden uitgevoerd. Bij vragen over het gebruik van het meetapparaat staat onze technische helpdesk onder het volgende telefoonnummer ter beschikking: Voltcraft®, 92242 Hirschau, Lindenweg 15, Tel.nr. +49 ( 0)180 / 586.582 7. 94 Technische gegevens Zender LSG-10B Uitgangssignaal Vreemde spanningsherkenning Frequentiebereik Icoon Voedingsspanning Stroomopname Auto-Power-Off Zekering keramiek Werkomstandigheden: Gebruikshoogte Opslagtemperatuur Gewicht Afmetingen (lxbxh) Overspanningscategorie Ontvanger LSG-10 Detectiediepte Icoon Voedingsspanning Stroomopname Auto-Power-Off Werkomstandigheden: Gebruikshoogte Opslagtemperatuur Gewicht Afmetingen (lxbxh) 125 kHz 12 - 400 V AC/DC 0 tot 60 Hz LCD-scherm 9V-blokbatterij max. 18 mA ca. 1 uur FF 500 mA H 1000 V (6,3 x 32 mm) 0 tot 40°C (<80%rF) max. 2,000 m -20°C tot +60°C (<80%rF) ca. 130 g 130 x 69 x 32 (mm) CAT III 300 V, verontreinigingsgraad 2 0 - 2 m (eenpolige meting) 0 - 0,5 m (tweepolige meting) 0 - 0,4 m (NCV-modus) LCD-scherm 9V-blokbatterij max. 40 mA ca. 10 minuten 0 tot 40°C (<80%rF) max. 2,000 m -20°C tot +60°C (<80%rF) ca. 180 g 192 x 61 x 37 (mm) 95 VOLTCRAFT IM INTERNET http://www.voltcraft.de 쮕 Impressum Diese Bedienungsanleitung ist eine Publikation von Voltcraft®, Lindenweg 15, D-92242 Hirschau, Tel.-Nr. 0180/586 582 7 (www.voltcraft.de). Alle Rechte einschließlich Übersetzung vorbehalten. Reproduktionen jeder Art, z.B. Fotokopie, Mikroverfilmung, oder die Erfassung in elektronischen Datenverarbeitungsanlagen, bedürfen der schriftlichen Genehmigung des Herausgebers. Nachdruck, auch auszugsweise, verboten. Diese Bedienungsanleitung entspricht dem technischen Stand bei Drucklegung. Änderung in Technik und Ausstattung vorbehalten. © Copyright 2010 by Voltcraft®  Impressum /legal notice in our operating instructions These operating instructions are a publication by Voltcraft®, Lindenweg 15, D-92242 Hirschau/Germany, Phone +49 180/586 582 7 (www.voltcraft.de). All rights including translation reserved. Reproduction by any method, e.g. photocopy, microfilming, or the capture in electronic data processing systems require the prior written approval by the editor. Reprinting, also in part, is prohibited. These operating instructions represent the technical status at the time of printing. Changes in technology and equipment reserved. © Copyright 2010 by Voltcraft®  Informations /légales dans nos modes d'emploi Ce mode d'emploi est une publication de la société Voltcraft®, Lindenweg 15, D-92242 Hirschau/Allemagne, Tél. +49 180/586 582 7 (www.voltcraft.de). Tous droits réservés, y compris de traduction. Toute reproduction, quelle qu'elle soit (p. ex. photocopie, microfilm, saisie dans des installations de traitement de données) nécessite une autorisation écrite de l'éditeur. Il est interdit de le réimprimer, même par extraits. Ce mode d'emploi correspond au niveau technique du moment de la mise sous presse. Sous réserve de modifications techniques et de l'équipement. © Copyright 2010 by Voltcraft®  Colofon in onze gebruiksaanwijzingen Deze gebruiksaanwijzing is een publicatie van de firma Voltcraft®, Lindenweg 15, D-92242 Hirschau/Duitsland, Tel. +49 180/586 582 7 (www.voltcraft.de). Alle rechten, vertaling inbegrepen, voorbehouden. Reproducties van welke aard dan ook, bijvoorbeeld fotokopie, microverfilming of de registratie in elektronische gegevensverwerkingsapparatuur, vereisen de schriftelijke toestemming van de uitgever. Nadruk, ook van uittreksels, verboden. Deze gebruiksaanwijzing voldoet aan de technische stand bij het in druk bezorgen. Wijziging van techniek en uitrusting voorbehouden. © Copyright 2010 by Voltcraft® 01_0610_01/AB
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98

VOLTCRAFT LSG-10 Operating Instructions Manual

Categorie
Beveiligingsapparaat componenten
Type
Operating Instructions Manual

in andere talen