HOOFDSTUK 7
PROBLEMEN OPLOSSEN
60 smarttech.com/nl/kb/171257
Probleem Oplossingen
De kleuren worden niet correct
weergegeven.
l Kleine verschillen in de kleuren op verschillende beeldschermen is normaal.
Dit probleem is niet eigen aan SMART producten.
l Als u een VGA video-ingang gebruikt, gebruikt u een andere kabel of
verbindt u een andere signaalbron om te zien of het probleem te wijten is
aan de kabel of aan de invoerbron.
l Zorg ervoor dat de kabel niet langer is dan de maximale lengte vermeld in
de specificaties van het beeldscherm.
l Zorg ervoor dat de kabel correct is aangesloten op de video connectors op
het beeldscherm en de computer.
l Als de video-aansluiting een verlengsnoer gebruikt of door een
wandcontactdoos loopt,kunt u proberen het beeldscherm en computer
direct aan te sluiten.
l Herstel de fabriekswaarden.
Zie Terugzetten naar fabrieksinstellingen op pagina 79.
l Neem een foto van het scherm die de variatie in helderheid aantoont en
stuur hem naar de SMART ondersteuning.Als SMART ondersteuning
bepaalt dat het een probleem is van het scherm en het beeldscherm in
garantie is, komt u mogelijk in aanmerking voor een vervanging.
De afbeelding wordt afgesneden
of naar links of naar rechts
verschoven.
l Pas de video-instellingen van de verbonden computers aan, in het bijzonder
de zoom, bijsnijden, underscan of overscan.
Raadpleeg de documentatie van het besturingssysteem van de computer.
l Als het bureaublad van de computer helemaal zwart is, kunt u het wijzigen in
het grijs of een andere kleur.
l Als het bureaublad van de computer wordt uitgebreid op meerdere
schermen, kunt u het bureaublad dupliceren op de schermen of het
beeldscherm gebruiken als het enige scherm.
l Zorg ervoor dat de kabel niet langer is dan de maximale lengte vermeld in
de specificaties van het beeldscherm.
l Zorg ervoor dat de kabel correct is aangesloten op de video connectors op
het beeldscherm en de computer.
l Als de video-aansluiting een verlengsnoer gebruikt of door een
wandcontactdoos loopt,kunt u proberen het beeldscherm en computer
direct aan te sluiten.
De afbeelding vult het volledige
scherm niet.
Pas de video-instellingen van de verbonden computer aan, in het bijzonder
de underscan of overscan.
Raadpleeg de documentatie van het besturingssysteem van uw computer.
Er verschijnt een ingebrand beeld
op het scherm.
Zie Ingebrand beeld of statisch beeld op LCD-beeldschermen.
Het beeldscherm is ingeschakeld,
maar er verschijnt niets op het
scherm.
l Zorg ervoor dat alle verbonden computers ingeschakeld zijn en niet in de
Stand-bymodus staan.
l
Zorg ervoor dat het scherm werkt door te drukken op Input op het
voorpaneel en de correcte invoerbron voor uw apparaat te selecteren.
l Start het beeldscherm en alle verbonden computers opnieuw op.
Zie Het beeldscherm uit- en opnieuw inschakelen op pagina 53.
l Vervang de videokabel die de computer verbindt met het beeldscherm om
vast stellen of het probleem te wijten is aan de kabel.
l Als de videobron HDCP-beschermd is,moet u controleren of het verbonden
is met een HDMI-poort die een compatibele versie van HDCP ondersteunt.
De HDMI 3 poort ondersteunt enkelHDCP 1.4.Zorg ervoor dat u apparaat
verbindt die HDCP 2.2 gebruiken met de HDMI 1 of HDMI 2 poort.