13
2. Koppel de sensor los van de monitor door de stekker van de sensor uit de verlengkabel
of de monitor te trekken.
Opnieuw aanbrengen
De MAXI kan bij dezelfde patiënt opnieuw worden gebruikt zolang de kleeftape kan worden
bevestigd zonder te verschuiven.
WAARSCHUWINGEN
1. Gebruik deze sensor alleen met Nellcor OxiMax™-instrumenten en instrumenten
die Nellcor-oxymetrie bevatten, of met instrumenten met licentie voor gebruik met
Nellcor OxiMax-sensoren (met Nellcor-compatibele instrumenten).
2. Als de sensor verkeerd wordt aangebracht met overmatige druk gedurende langere
tijd, kan er drukletsel ontstaan.
3. Gebruik de MAXI en andere oxymetriesensoren niet tijdens MRI-scans. Geleide stroom
kan brandwonden veroorzaken. Ook kan de MAXI het MRI-beeld beïnvloeden en kan
het MRI-apparaat de nauwkeurigheid van de oxymetriemetingen beïnvloeden.
4. Zoals voor alle medische apparatuur geldt, moet u de kabels zorgvuldig geleiden
om te voorkomen dat de patiënt erin verstrikt raakt of erdoor kan stikken.
AANDACHTSPUNTEN
1. Steriliseer NIET opnieuw bij schade aan de steriele verpakking. Volg de ter plaatse
geldende voorschriften en recyclinginstructies met betrekking tot het afvoeren of
recyclen van sensoren.
2. Gebruik geen beschadigde sensor of pulsoxymetriekabel. Gebruik geen sensor met
onbedekte optische onderdelen.
3. De sensor niet onderdompelen in water of reinigingsmiddelen. Niet opnieuw steriliseren.
Door sterilisatie kan de sensor worden beschadigd, met storing van de sensor en/of
onjuiste oxymetriemetingen tot gevolg.
4. Als de MAXI niet correct wordt aangebracht, kan dat leiden tot onjuiste metingen.
5. Als de sensor te strak wordt gewikkeld of er extra tape wordt aangebracht, kunnen
veneuze pulsaties tot onjuiste saturatiemetingen leiden.
6. Hoewel de MAXI is ontworpen om de effecten van omgevingslicht te reduceren, kan
overmatig licht onjuiste meetwaarden veroorzaken. Als dat gebeurt, dekt u de sensor af
met ondoorschijnend materiaal.
7. De circulatie distaal van de sensorplaats moet regelmatig gecontroleerd worden. De
sensorplaats moet elke 8 uur worden onderzocht om hechting, aanbrengdruk, integriteit
van de huid en de juiste optische uitlijning te controleren. Als zich veranderingen
voordoen in de integriteit van de huid, brengt u de sensor over naar een andere plaats.
Als de sensor verkeerd wordt aangebracht met overmatige druk, kan er drukletsel
ontstaan.
8. Sterk gepigmenteerde huid, intravasculaire kleurstoffen of uitwendig aangebrachte
kleuring (zoals nagellak, kleurstof of gepigmenteerde crème) kan leiden tot onjuiste
metingen.
9. Overmatige beweging kan de prestaties nadelig beïnvloeden. In dergelijke situaties
probeert u de patiënt stil te houden of kiest u een andere sensorplaats met minder
beweging.
10. Breng geen wijzigingen of modificaties aan de MAXI aan. Wijzigingen en modificaties
kunnen nadelige gevolgen hebben voor de prestaties of de nauwkeurigheid.
11. Voor aanvullende waarschuwingen, aandachtspunten of contra-indicaties bij het
gebruik van deze sensor met Nellcor-compatibele instrumenten raadpleegt u de
bedieningshandleiding van het instrument of neemt u contact op met de fabrikant van
het instrument.
Opmerking: Hoge zuurstofniveaus kunnen premature kinderen predisponeren
voor het ontwikkelen van retinopathie. De bovenste alarmgrens voor
zuurstofverzadiging moet daarom zorgvuldig worden gekozen in
overeenstemming met de erkende klinische standaarden en rekening houdend
met het nauwkeurigheidsbereik van de gebruikte oxymeter.