Aeg-Electrolux 68456IU-MN Handleiding

Type
Handleiding
68456IU-MN NL Gebruiksaanwijzing
INHOUD
1. VEILIGHEIDSINFORMATIE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3
2. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4
3. BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8
4. VOOR HET EERSTE GEBRUIK . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9
5. KOOKPLAAT - DAGELIJKS GEBRUIK . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10
6. KOOKPLAAT - HANDIGE AANWIJZINGEN EN TIPS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14
7. KOOKPLAAT - ONDERHOUD EN REINIGING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15
8. OVEN - DAGELIJKS GEBRUIK . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16
9. OVEN - KLOKFUNCTIES . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19
10. OVEN - HANDIGE AANWIJZINGEN EN TIPS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21
11. OVEN - ONDERHOUD EN REINIGING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 32
12. PROBLEMEN OPLOSSEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 36
13. MONTAGE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 39
VOOR PERFECTE RESULTATEN
Bedankt dat u voor dit AEG product heeft gekozen. Dit apparaat is ontworpen om vele jaren
uitstekend te presteren, met innovatieve technologieën die het leven gemakkelijker helpen
maken – functies die gewone apparaten wellicht niet hebben. Neem een paar minuten de tijd
om het door te lezen zodat u er optimaal van kunt profiteren.
Ga naar onze website voor:
Advies over gebruik, brochures, het oplossen van problemen en
onderhoudsinformatie:
www.aeg.com
Registreer uw product voor een betere service:
www.aeg.com/productregistration
Koop accessoires, verbruiksartikelen en originele reserveonderdelen voor uw
apparaat:
www.aeg.com/shop
KLANTENSERVICE
Wij raden altijd het gebruik van originele onderdelen aan.
Zorg er als u contact opneemt met de klantenservice voor dat u de volgende gegevens bij de
hand hebt.
De informatie staat op het typeplaatje. model, productnummer, serienummer.
Waarschuwing - Belangrijke veiligheidsinformatie.
Algemene informatie en tips
Milieu-informatie
Wijzigingen voorbehouden.
2
www.aeg.com
1. VEILIGHEIDSINFORMATIE
Lees zorgvuldig de meegeleverde instructies voor in-
stallatie en gebruik van het apparaat. De fabrikant is
niet verantwoordelijk voor letsel en schade veroorzaakt
door een foutieve installatie. Bewaar de instructies van
het apparaat voor toekomstig gebruik.
1.1 Veiligheid van kinderen en kwetsbare mensen
WAARSCHUWING!
Gevaar voor verstikking, letsel of permanente inva-
liditeit.
Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van
8 jaar en ouder en door mensen met beperkte licha-
melijke, zintuiglijke of verstandelijke vermogens of
een gebrek aan ervaring en kennis, indien zij onder
toezicht staan van een volwassene of van iemand die
verantwoordelijk is voor hun veiligheid.
Laat kinderen niet met het apparaat spelen.
Houd alle verpakkingsmaterialen uit de buurt van kin-
deren.
Houd kinderen en huisdieren uit de buurt van het ap-
paraat als het in werking is of afkoelt. Het apparaat is
heet.
Als het apparaat is uitgerust met een kinderbeveili-
ging, raden wij aan dit te activeren.
Reiniging en onderhoud mag niet worden uitgevoerd
door kinderen zonder toezicht.
1.2 Algemene veiligheid
Het apparaat en de toegankelijke onderdelen ervan
worden heet tijdens gebruik. De verwarmingselemen-
ten niet aanraken.
Bedien het apparaat niet met een externe timer of
een apart afstandbedieningssysteem.
NEDERLANDS 3
Zonder toezicht koken op een kookplaat met vet of
olie kan gevaarlijk zijn en brandgevaar opleveren.
Probeer brand nooit met water te blussen, maar scha-
kel in plaats daarvan het apparaat uit en bedek de
vlam, d.w.z. met een deksel of blusdeken.
Bewaar geen voorwerpen op de kookplaten.
Gebruik geen stoomreiniger om het apparaat schoon
te maken.
Metalen voorwerpen, zoals messen, vorken, lepels en
deksels mogen niet op de kookplaat worden ge-
plaatst, aangezien ze heet kunnen worden.
Gebruik nooit agressieve reinigingsmiddelen of
scherpe metalen schrapers om de glazen deur
schoon te maken, deze kunnen krassen veroorzaken
op het oppervlak, waardoor het glas zou kunnen bre-
ken.
Overtollige voedselresten moeten verwijderd worden
alvorens de pyrolytische reiniging te starten. Verwij-
der alle onderdelen van de oven.
Wees voorzichtig als u de opslaglade aanraakt. Deze
kan heet worden.
Om de inschuifrailen te verwijderen trekt u eerst de
voorkant van de inschuifrail en dan de achterkant uit
de zijwanden. Installeer de inschuifrail in de omge-
keerde volgorde.
Als de glaskeramische oppervlakte gebarsten is,
schakel het apparaat dan uit om het risico op elektri-
sche schokken te voorkomen.
Schakel het kookplaatelement uit na elk gebruik met
de bedieningstoetsen. Vertrouw niet op de pande-
tector.
2.
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
4
www.aeg.com
2.1 Montage
WAARSCHUWING!
Alleen een erkende installatie-
technicus mag het apparaat in-
stalleren.
Verwijder alle verpakkingsmaterialen.
Installeer en gebruik geen beschadigd
apparaat.
Volg de installatie-instructies op die
zijn meegeleverd met het apparaat.
Wees voorzichtig met het verplaatsen
van het apparaat, het is zwaar. Draag
altijd veiligheidshandschoenen.
Trek het apparaat nooit aan de hand-
greep van zijn plaats.
Houd de minimumafstand naar andere
apparaten en units in acht.
Zorg ervoor dat het apparaat onder en
naast veilige installaties wordt geïn-
stalleerd.
De zijkanten van het apparaat moeten
naast apparaten of units staan van de-
zelfde hoogte.
Installeer het apparaat niet op een
platform.
Installeer het apparaat niet naast een
deur of onder een raam. Dit voorkomt
dat hete pennen van het apparaat val-
len als de deur of het raam wordt geo-
pend.
WAARSCHUWING!
Installeer een stabilisator om te
voorkomen dat het apparaat kan-
telt. Raadpleeg de installatiegids.
Aansluiting op het
elektriciteitsnet
WAARSCHUWING!
Gevaar voor brand en elektrische
schokken.
Alle elektrische aansluitingen moeten
door een gediplomeerd elektromon-
teur worden gemaakt.
Dit apparaat moet worden aangeslo-
ten op een geaard stopcontact.
Controleer of de elektrische informatie
op het typeplaatje overeenkomt met
de stroomvoorziening. Zo niet, neem
dan contact op met een elektromon-
teur.
Gebruik altijd een correct geïnstal-
leerd, schokbestendig stopcontact.
Gebruik geen meerwegstekkers en
verlengsnoeren.
Zorg dat u de hoofdstekker en kabel
niet beschadigt. Neem contact op met
de service-afdeling of een elektro-
monteur om een beschadigde hoofd-
kabel te vervangen.
Laat de stroomkabel niet in aanraking
komen met de deur van het apparaat,
met name niet als deze heet is.
De schokbescherming van delen on-
der stroom en geïsoleerde delen
moet op zo'n manier worden beves-
tigd dat het niet zonder gereedschap
kan worden verplaatst.
Steek de stekker pas in het stopcon-
tact als de installatie is voltooid. Zorg
ervoor dat het netsnoer na installatie
bereikbaar is.
Sluit de stroomstekker niet aan op een
losse stroomaansluiting.
Trek niet aan het netsnoer om het ap-
paraat los te koppelen. Trek altijd aan
de stekker.
Gebruik alleen de juiste isolatie-appa-
raten: stroomonderbrekers, zekerin-
gen (schroefzekeringen moeten uit de
houder worden verwijderd), aardlek-
schakelaars en contactgevers.
De elektrische installatie moet een iso-
latieapparaat bevatten waardoor het
apparaat volledig van het lichtnet af-
gesloten kan worden. Het isolatieap-
paraat moet een contactopening heb-
ben met een minimale breedte van 3
mm.
2.2 Gebruik
WAARSCHUWING!
Gevaar op letsel, brandwonden
of elektrische schokken
Gebruik dit apparaat in een huishou-
delijke omgeving.
De specificatie van het apparaat mag
niet worden veranderd.
Zorg ervoor dat de ventilatieopenin-
gen niet geblokkeerd zijn.
Laat het apparaat tijdens het gebruik
niet onbeheerd achter.
NEDERLANDS 5
Schakel het apparaat telkens na ge-
bruik uit.
Van binnen wordt het apparaat heet
als het in werking is. Raak de verwar-
mingselementen in het apparaat niet
aan. Gebruik altijd ovenhandschoenen
om accessoires of kookgerei te plaat-
sen of verwijderen.
Wees voorzichtig met het openen van
de deur van het apparaat als het ap-
paraat aan staat. Er kan hete lucht ont-
snappen.
Bedien het apparaat niet met natte
handen of als het contact maakt met
water.
Oefen geen kracht uit op een geopen-
de deur.
Bedien het apparaat niet met een ex-
terne timer of een apart afstandbedie-
ningssysteem.
Houd de deur van het apparaat altijd
dicht als het apparaat in werking is.
Leg geen bestek of deksels van steel-
pannen op de kookzones. Ze zijn heet.
Zet de kookzone op "uit" na elk ge-
bruik.
Het apparaat mag niet worden ge-
bruikt als werkblad of aanrecht.
Sluit het apparaat direct af van de
stroomtoevoer als het oppervlak van
het apparaat gebroken is. Dit om elek-
trische schokken te voorkomen.
Gebruikers met een pacemaker moe-
ten een afstand van minimaal 30 cm
bewaren van de inductiekookzones als
het apparaat in werking is.
WAARSCHUWING!
Brand- of explosiegevaar.
Verhitte vetten en olie kunnen ont-
vlambare damp afgeven. Houd vlam-
men of verwarmde voorwerpen uit de
buurt van vet en olie als u er mee
kookt.
De dampen die hete olie afgeeft kun-
nen spontane ontbranding veroorza-
ken.
Gebruikte olie die voedselresten be-
vat kan brand veroorzaken bij een la-
gere temperatuur dan olie die voor de
eerste keer wordt gebruikt.
Plaats geen ontvlambare producten of
items die vochtig zijn door ontvlamba-
re producten in, bij of op het appa-
raat.
Houd vonken of open vlammen uit de
buurt van het apparaat bij het openen
van de deur.
Open de deur van het apparaat voor-
zichtig. Als u alcoholische toevoegin-
gen gebruikt, kan er alcohol-lucht-
mengsel ontstaan.
Probeer niet om een brand te blussen
met water. Haal het apparaat uit het
stopcontact en dek de vlammen af
met een deksel of blusdeken.
WAARSCHUWING!
Risico op schade aan het appa-
raat.
Om schade of verkleuring van het
email te voorkomen:
Zet geen kookgerei of andere voor-
werpen direct op de bodem van het
apparaat.
Leg geen aluminiumfolie op de bo-
dem van het apparaat.
Plaats geen water direct in het hete
apparaat.
haal vochtige schotels en eten uit
het apparaat als u klaar bent met
koken.
Wees voorzichtig bij het verwijderen
of bevestigen van accessoires.
Verkleuring van het email heeft geen
ongewenst effect op de werking van
het apparaat. Dit is geen defect dat
geldt voor het recht op garantie.
Gebruik een diepe braadpan voor
vochtige taarten. Fruitsappen kunnen
permanente vlekken maken.
Zet geen hete pannen op het bedie-
ningspaneel.
Laat kookgerei niet droogkoken.
Laat geen voorwerpen of kookgerei
op het apparaat vallen. Het oppervlak
kan beschadigen.
Activeer de kookzones niet met lege
pannen of zonder pannen erop.
Geen aluminiumfolie op het apparaat
leggen.
Pannen van gietijzer, aluminium of
met beschadigde bodems kunnen
krassen veroorzaken in het glaskera-
miek. Til deze voorwerpen altijd op als
6
www.aeg.com
u ze moet verplaatsen op het kookop-
pervlak.
2.3 Onderhoud en reiniging
WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel, brand en
schade aan het apparaat.
Schakel het apparaat uit en trek de
stekker uit het stopcontact voordat u
onderhoudshandelingen verricht.
Zorg ervoor dat het apparaat is afge-
koeld. Er bestaat een risico dat de
glasplaten kunnen breken.
Vervang direct de glazen deurpanelen
als deze beschadigd zijn. Neem con-
tact op met de service-afdeling.
Wees voorzichtig bij het verwijderen
van de deur uit het apparaat. De deur
is zwaar!
Reinig het apparaat regelmatig om te
voorkomen dat het materiaal van het
oppervlak achteruitgaat.
Resterend vet of voedsel in het appa-
raat kan brand veroorzaken.
Maak het apparaat schoon met een
vochtige, zachte doek. Gebruik alleen
neutrale schoonmaakmiddelen. Ge-
bruik geen schuurmiddelen, schuur-
sponsjes, oplosmiddelen of metalen
voorwerpen.
Raadpleeg als u een ovenspray ge-
bruikt eerst de aanwijzingen op de
verpakking.
Reinig niet het katalytisch emaille (in-
dien van toepassing) met een schoon-
maakmiddel.
Pyrolytische reiniging
WAARSCHUWING!
Gevaar voor brandwonden.
Voordat u de pyrolytische zelfsreini-
gingsfunctie of de functie Het eerste
gebruik uitvoert, moet u eerst de vol-
gende items uit de binnenkant oven
verwijderen:
Eventueel grote hoeveelheden
etensresten, olie of gemorst vet / af-
zetttingen
Eventueel verwijderbare objecten
(inclusief plateaus, zijrails, etc., die
met het product zijn meegeleverd),
in het bijzonder potten en pannen
met antiaanbaklaag, ovenroosters,
kookgerei, etc.
Lees zorgvuldig alle instructies voor
pyrolytische reiniging.
Houd kinderen uit de buurt van het
apparaat als de pyrolytische reiniging
in werking is. Het apparaat wordt zeer
heet.
Pyrolytische reiniging wordt uitge-
voerd onder hoge temperaturen waar-
bij er rook van kookresten en con-
structiematerialen kan komen. Daarom
gelden de volgende aanbevelingen
voor consumenten:
Zorg voor goede ventilatie tijdens
en na elke pyrolytische reiniging.
Zorg tijdens en na het eerste ge-
bruik bij maximumtemperatuur voor
voldoende verluchting.
Houd huisdieren (met name vogels)
uit de buurt van het apparaat tijdens
en na de pyrolytische reiniging en
gebruik eerst een programma bij
maximale temperatuur in een goed
geventileerde ruimte.
In tegenstelling tot mensen, kunnen
bepaalde vogels en reptielen zeer ge-
voelig zijn voor mogelijke rookgassen
die tijdens het reinigingsproces van al-
le pyrolytische ovens worden uitgesto-
ten.
Kleine huisdieren kunnen ook zeer ge-
voelig zijn voor de plaatselijke tempe-
ratuurwijzigingen in de nabijheid van
alle pyrolytische ovens wanneer de py-
rolytische reiniging in werking is.
Anti-aanbaklagen in potten en pan-
nen, schalen, keukengerei, enz. kun-
nen worden beschadigd door de hoge
temperatuur van het pyrolytische reini-
gingsproces van alle pyrolytische
ovens en kunnen mogelijk ook kleine
hoeveelheden schadelijke gassen ver-
oorzaken.
Rookgassen die vrijkomen uit alle py-
rolytische ovens / kookresten zoals be-
schreven, zijn niet schadelijk voor
mensen, inclusief zuigelingen of per-
sonen met medische aandoeningen.
2.4 Binnenverlichting
De gloeilampen of halogeenlampen in
dit apparaat zijn uitsluitend bedoeld
NEDERLANDS 7
voor gebruik in huishoudelijke appara-
ten. Gebruik deze niet voor andere
doeleinden.
WAARSCHUWING!
Gevaar voor elektrische schok-
ken!
Voordat u het lampje vervangt, dient u
de stekker van het apparaat uit het
stopcontact te halen.
Gebruik alleen lampjes met dezelfde
specificaties.
2.5 Verwijdering
WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel of verstikking.
Haal de stekker uit het stopcontact.
Snijd het netsnoer van het apparaat af
en gooi dit weg.
Verwijder de deurgreep om te voorko-
men dat kinderen en huisdieren opge-
sloten raken in het apparaat.
3. BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT
3.1 Algemeen overzicht
31
8
2 4
5
6
7
1
2
3
4
5
1
Knop voor ovenfuncties
2
Stroomindicatielampje
3
Elektronische tijdschakelklok
4
Temperatuurregelknop
5
Verwarmingselement
6
Ovenlampje
7
Ventilator en verwarmingselement
8
Rekstanden
3.2 Indeling kookplaat
210 mm
180 mm
145 mm
180 mm
1 3
6 4
5
2
1
Inductiekookzone 1400 W, met Po-
werfunctie 2500 W
2
Stoomuitlaat
3
Inductiekookzone 1800 W, met Po-
werfunctie 2800 W
4
Inductiekookzone 1800 W, met Po-
werfunctie 2800 W
5
Bedieningspaneel
6
Inductiekookzone 2300 W, met Po-
werfunctie 3600 W
3.3 Accessoires
Ovenrek
Voor kookgerei, bak- en braadvormen.
Vlakke bakplaat
Voor gebak en koekjes.
Braadpan
8
www.aeg.com
Voor braden en roosteren of als pan
om vet op te vangen.
Uitneembare telescopische gelei-
ders
Voor het plaatsen van braadsledes of
bakplaten.
Bewaarlade
Onder de ovenruimte bevindt zich een
bewaarlade.
Druk op de lade om de lade te
openen. De lade komt dan naar
buiten.
4. VOOR HET EERSTE GEBRUIK
WAARSCHUWING!
Zie de veiligheidshoofdstukken.
4.1 Eerste reiniging
Verwijder alle accessoires en uitneem-
bare rails (indien van toepassing).
Reinig het apparaat voor het eerste
gebruik.
Zie het hoofdstuk "Onderhoud
en reiniging".
4.2 Tiptoets
Raak de tiptoets op het bedie-
ningspaneel aan en houd deze
minimum 1 seconde ingedrukt
om het apparaat in te schakelen.
1s
Om het apparaat te bedienen, moet u
de bedieningsknop indrukken. De be-
dieningsknop komt naar voren.
4.3 Tijd instellen
Na de eerste aansluiting op het elektrici-
teitsnet, blijven alle symbolen op het dis-
play enkele seconden branden. In de
volgende seconden toont het display de
softwareversie.
Nadat de softwareversie is verdwenen,
toont het display
en "12:00". "12"
knippert.
1.
Druk op of op om het huidige
uur in te stellen.
2.
Druk op om te bevestigen (alleen
nodig voor de eerste instelling. Later
wordt de nieuwe tijd automatisch
opgeslagen na 5 seconden).
Het display toont
en het inge-
stelde uur. "00" knippert.
3.
Druk op of op om de huidige
minuten in te stellen.
4.
Druk op om te bevestigen (alleen
nodig voor de eerste instelling. Later
wordt de nieuwe tijd automatisch
opgeslagen na 5 seconden).
Het display Temperatuur/Tijd geeft
de nieuwe tijd weer.
De dagtijd wijzigen
U kunt de dagtijd alleen wijzigen als de
oven is uitgeschakeld.
Druk op
. De ingestelde tijd en het
symbool
knipperen op het display.
Voer de procedure "De tijd instellen" uit
om de nieuwe tijd in te stellen.
4.4 Voorverwarmen
Verwarm het apparaat voor om het res-
terende vet weg te branden.
1.
Stel de functie en de maximum-
temperatuur in.
2.
Laat het apparaat een uur aan staan.
NEDERLANDS 9
3.
Stel de functie en de maximum-
temperatuur in.
4.
Laat het apparaat tien minuten aan
staan.
5.
Stel de functie en de maximum-
temperatuur in.
6.
Laat het apparaat tien minuten aan
staan.
Accessoires kunnen heter worden dan
normaal. Het apparaat kan een vreemde
geur en rook afgeven. Dit is normaal.
Zorg dat er voldoende luchtcirculatie is.
5. KOOKPLAAT - DAGELIJKS GEBRUIK
WAARSCHUWING!
Zie de veiligheidshoofdstukken.
5.1 Indeling bedieningspaneel
51 2
3
4
10
89 7
6
Gebruik de tiptoetsen om het apparaat te bedienen. De indicatielampjes en
geluiden geven aan welke functies worden gebruikt.
Tiptoets Functie
1
De kookplaat in- en uitschakelen.
2
Het bedieningspaneel vergrendelen/
ontgrendelen.
3
Timerindicatie voor de kook-
zones
Geeft aan voor welke kookzone u de tijd
instelt.
4
Het timerdisplay Geeft de tijd in minuten weer.
5
De Powerfunctie inschakelen.
6
Een kookstanddisplay De kookstand weergeven.
7
Een bedieningsstrip Het instellen van de kookstand.
8
/
De tijd verlengen of verkorten.
9
Kookzone instellen.
10
De functie STOP+GO in- en uitschake-
len.
10
www.aeg.com
5.2 Kookstanddisplay
Display Beschrijving
De kookzone is uitgeschakeld.
-
De kookzone wordt gebruikt.
De STOP+GO- / warmhoud-functie werkt.
De automatische verwarmingsfunctie is in werking.
De Powerfunctie werkt.
+ cijfer
Er is een storing.
/ /
OptiHeat Control (restwarmte-indicatie in drie stappen):
doorgaan met koken / warmhoudstand / restwarmte.
Slot/kinderbeveiliging is in werking.
Het kookgerei is niet geschikt of te klein, of er is geen
kookgerei op de kookzone geplaatst.
De automatische uitschakeling is in werking getreden.
5.3 De kookplaat aan- en
uitzetten
Raak 2 seconden aan om de kook-
plaat in te schakelen. Raak
1 seconde
aan om de kookplaat uit te schakelen.
5.4 Temperatuurinstelling
Raak de benodigde temperatuurinstel-
ling op de bedieningsstrip aan. Wijzig
naar links of rechts, indien nodig. Laat
niet los voordat de juiste kookstand is
bereikt. Het display toont de kookstand.
5.5 Automatisch opwarmen
U kunt een gewenste kookstand sneller
verkrijgen als u de functie Automatisch
opwarmen inschakelt. Deze functie scha-
kelt even de hoogste kookstand in (zie
diagram) en verlaagt dan naar de ge-
wenste kookstand.
De functie Automatisch opwarmen star-
ten voor een kookzone:
1.
Raak aan ( verschijnt dan in
het display).
2.
Selecteer meteen de benodigde
kookstand. Na 3 seconden verschijnt
op het display.
Verander de kookstand om de functie te
stoppen.
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
0
1 2 3 4 5 6 7 8 9 101112 1314
5.6 Powerfunctie
De Powerfunctie maakt meer vermogen
beschikbaar voor de inductiekookzones.
De Powerfunctie wordt maximaal 10 mi-
nuten geactiveerd. Daarna wordt de in-
ductiekookzone automatisch terugge-
schakeld naar de hoogste kookstand.
Om de functie te activeren, raakt u
aan. verschijnt op het display. Voor
uitschakelen, raakt u een kookstand aan
- .
NEDERLANDS 11
5.7 Vermogensbeheer
Het vermogensbeheer verdeelt het ver-
mogen tussen twee kookzones die een
paar vormen (zie afbeelding). De Power-
functie verhoogt het vermogen tot het
maximale niveau voor de ene kookzone
van het paar, en verlaagt het vermogen
in de tweede kookzone. Het display van
de verlaagde zone verandert tussen
twee niveaus.
5.8 Timer
Timer met aftelfunctie
Gebruik de timer met aftelfunctie om in
te stellen hoe lang de kookzone op dat
moment moet werken.
Stel de timer met aftelfunctie in nadat
de kookzone is geselecteerd.
U kunt de kookstand voor of na het in-
stellen van de timer selecteren.
Kookzone instellen:raak
meerdere
malen aan tot het lampje van de ge-
wenste kookzone brandt.
De timer met aftelfunctie activeren:
raak
van de timer aan om de tijd in
te stellen (
00
-
99
minuten). Als het
lampje van de kookzone langzaam
knippert, wordt de tijd afgeteld.
Resterende tijd weergeven: selec-
teer de kookzone met
. Het indica-
tielampje van de kookzone gaat snel-
ler knipperen. Op het display wordt
de resterende tijd weergegeven.
De timer met aftelfunctie wijzin-
gen:selecteer de kookzone met
.
Raak
of aan.
De timer uitschakelen: selecteer de
kookzone met
. Raak aan. De
resterende tijd telt af tot
00
. Het in-
dicatielampje van de kookzone gaat
uit. Om de kookzone uit te schakelen
kunt u ook
en gelijktijdig aanra-
ken.
Als de afteltijd verstreken is, klinkt er een
geluidssignaal en knippert
00
. De
kookzone wordt uitgeschakeld.
Het geluidssignaal stopzetten:
d.m.v. aanraken van
CountUp Timer (De timer met
optelfunctie)
Gebruik CountUp Timer om in de gaten
te houden hoelang de kookzone werkt.
De kookzone instellen (indien er
meer dan 1 kookzone actief is):raak
meerdere malen aan tot het lampje
van de gewenste kookzone brandt.
Voor het inschakelen vanCountUp
Timer:
door van de timer aan te
raken gaat branden. Als het lampje
van de kookzone langzaam knippert,
wordt de tijd opgeteld. De display
schakelt tussen
en getelde tijd (mi-
nuten).
Om in de gaten te houden hoelang
de kookzone werkt: selecteer de
kookzone met
. Het indicatielampje
van de kookzone gaat sneller knippe-
ren. Het display geeft de tijd aan die
de kookzone werkt.
Voor het uitschakelen vanCountUp
Timer: stel de kookzone in met
en
raak
of aan voor het inschakelen
van de timer. Het indicatielampje van
de kookzone gaat uit.
Kookwekker
U kunt de timer als Kookwekker gebrui-
ken als de kookzones uitgeschakeld zijn.
Raak
aan. Raak of van de timer
aan om de tijd in te stellen. Als de tijd
verstreken is, klinkt er een geluidssignaal
en knippert
00
.
Het geluidssignaal stopzetten:
d.m.v. aanraken van
12
www.aeg.com
5.9 Stop + Go-functie
De Stop + Go-functie stelt alle kook-
zones in op de laagste instelling (
).
Met deze functie wordt de timerfunctie
niet uitgeschakeld.
Raak om deze functie te starten
aan. Op het display verschijnt het sym-
bool
.
Raak aan om deze functie stop te
zetten. Het display toont de kook-
stand die u eerder hebt ingesteld.
Wanneer de Stop + Go-functie in
werking is, kunt u de kookstand
niet wijzigen.
5.10 Slot
U kunt het bedieningspaneel vergrende-
len als de kookzones in werking zijn,
maar niet
. Hiermee wordt voorko-
men dat de kookstand per ongeluk
wordt veranderd.
Met deze functie wordt de timerfunctie
niet uitgeschakeld.
1.
Stel de kookstand in.
2.
Raak om deze functie te starten
aan. Het symbool verschijnt 4 se-
conden op het display.
3.
Raak aan om deze functie stop te
zetten. Het display toont de kook-
stand die u eerder hebt ingesteld.
Als u het apparaat uit zet, wordt
deze functie uitgeschakeld.
Als u het apparaat activeert, toont het
display SAFE.
5.11 Kinderslot
Deze functie voorkomt dat het kooktoe-
stel onbedoeld wordt gebruikt.
Het kinderslot activeren
1.
Raak aan om de kookplaat in te
schakelen. Stel geen kookstand in.
2.
Raak 4 seconden aan. Op het dis-
play verschijnt het symbool
. Het
kinderslot is in werking.
3.
Raak aan om de kookplaat uit te
schakelen.
Het kinderslot uitschakelen
1.
Raak aan om de kookplaat in te
schakelen. Stel geen kookstand in.
2.
Raak 4 seconden aan. Op het dis-
play verschijnt het symbool
.
3.
Raak aan om de kookplaat uit te
schakelen.
De kinderbeveiliging uitschakelen
voor een enkele kooksessie
1.
Raak aan om de kookplaat in te
schakelen. Op het display verschijnt
het symbool
.
2.
Raak 4 seconden aan.
3.
Stel de kookstand binnen 10 secon-
den in. U kunt het kooktoestel be-
dienen.
4.
Als u de kookplaat uitschakelt,
treedt het kinderslot weer in werk-
ing.
5.12 OptiHeat Control
(restwarmte-indicatie in drie
stappen)
OptiHeat Control geeft het niveau van
de restwarmte aan (
\ \ ). De in-
ductiekookzones creëren de voor het ko-
ken benodigde warmte direct in de bo-
dem van het kookgerei. De warmte van
het kookgerei verwarmt het glaskera-
miek.
WAARSCHUWING!
Er bestaat verbrandingsgevaar
door restwarmte.
5.13 Automatische
uitschakeling
De kookplaat wordt automatisch uitge-
schakeld als:
Alle kookzones uitgeschakeld zijn
.
U de kookstand niet instelt nadat u de
kookplaat hebt ingeschakeld.
U iets hebt gemorst of iets langer dan
10 seconden op het bedieningspaneel
van de kookplaat hebt gelegd (een
pan, doek, etc.). Er klinkt een geluids-
signaal en de kookplaat wordt uitge-
schakeld. Verwijder het voorwerp of
reinig het bedieningspaneel.
NEDERLANDS 13
De kookplaat te heet wordt (b.v. als
een pan droog kookt). De kookzone
moet afgekoeld zijn voordat u deze
weer kunt gebruiken.
U ongeschikt kookgerei gebruikt. Het
symbool
gaat op het display bran-
den en na 2 minuten schakelt de kook-
zone automatisch uit.
U een kookzone niet uitschakelt of de
kookstand verandert. Na een tijdje (zie
tabel) verschijnt het symbool
op
het display en wordt de kookplaat uit-
geschakeld.
Temperatuurin-
stelling
Uitschakeltijd in-
stellen
-
6,0 uur
-
5,0 uur
-
4,0 uur
-
1,5 uur
6. KOOKPLAAT - HANDIGE AANWIJZINGEN EN TIPS
WAARSCHUWING!
Zie de veiligheidshoofdstukken.
6.1 Kookgerei voor
inductiekookzones
Bij inductiekookzones creëert
een krachtig elektromagnetisch
veld een bijna onmiddellijke
warmte in het kookgerei.
Materiaal van het kookgerei
Juist: gietijzer, staal, geëmailleerd
staal, roestvrij staal, meerlaagse bo-
dem (aangemerkt als geschikt voor in-
ductie door de fabrikant).
Onjuist: aluminium, koper, messing,
glas, keramiek, porselein.
Het kookgerei is geschikt voor een
inductiekookplaat als…
Water op de hoogste kookstand bin-
nen korte tijd wordt verwarmd.
U een magneet aan de onderkant van
het kookgerei kunt bevestigen.
De bodem van het kookgerei
moet zo dik en vlak mogelijk zijn.
Afmetingen van de pannen: in-
ductiekookzones passen zich tot
op zekere hoogte automatisch
aan de grootte van de bodem
van het kookgerei aan. Het mag-
netische gedeelte van de bodem
van de pan moet een minimale
diameter hebben.
Kookzone Minimale diame-
ter van het kook-
gerei [mm]
Rechtsachter —
180 mm
145
Rechtsvoor —
180 mm
145
Linksachter —
145 mm
125
Linksvoor —
210 mm
180
6.2 Geluid tijdens gebruik
Als u dit hoort:
Een krakend geluid: het kookgerei is
gemaakt van verschillende materialen
(sandwich-constructie).
Fluitend geluid: bij gebruik van één of
meer kookzones met een hoge kook-
stand en als het kookgerei is gemaakt
van verschillende materialen (sand-
wich-constructie).
Zoemen: een of meerdere kookzones
werken op hoge kookstand.
Klikken: er treedt elektrische schake-
ling op.
Sissen, zoemen: de ventilator werkt.
De geluiden zijn normaal en duiden
geen storing in het apparaat aan.
6.3 Energie besparen
Doe indien mogelijk altijd een
deksel op het kookgerei.
14
www.aeg.com
Zet het kookgerei op de kook-
zone voordat u deze inscha-
kelt.
6.4 Voorbeelden van
kooktoepassingen
De gegevens in de volgende tabel die-
nen slechts als richtlijn.
Tem-
pera-
tuur-
instel-
ling
Gebruik om: Tijd Tips
1
Bereide gerechten warmhou-
den
zoals
nodig
Een deksel op het kookgerei
doen.
1-3 Hollandaisesaus, smelten: bo-
ter, chocolade, gelatine.
5-25
min
Van tijd tot tijd mengen
1-3 Stollen: luchtige omeletten, ge-
bakken eieren.
10-40
min
Een deksel op het kookgerei
doen.
3-5 Zachtjes aan de kook brengen
van rijst en gerechten op melk-
basis, reeds bereide gerechten
opwarmen
25-50
min
Voeg minimaal twee keer zo
veel vocht toe als rijst, ge-
rechten op melkbasis op
een bepaald moment roe-
ren.
5-7 Stomen van groenten, vis en
vlees
20-45
min
Een paar eetlepels vocht
toevoegen.
7-9 Aardappelen stomen 20-60
min
Gebruik max. ¼ l water voor
750 g aardappelen.
7-9 Bereiden van grotere hoeveel-
heden voedsel, stoofschotels
en soepen
60-150
min
Tot 3 l vloeistof plus ingre-
diënten
9-12 Zachtjes braden: kalfsoester,
cordon bleu van kalfsvlees, ko-
teletten, rissoles, worstjes, le-
ver, roux, eieren, pannenkoe-
ken, donuts.
zoals
nodig
Halverwege de bereidings-
tijd omdraaien.
12-13 Door-en-door gebraden, opge-
bakken aardappelen, lenden-
biefstukken, steaks.
5-15
min
Halverwege de bereidings-
tijd omdraaien.
14 Aan de kook brengen van grotere hoeveelheden water, pasta koken,
aanbraden van vlees (goulash, stoofvlees), frituren van friet.
De Powerfunctie is het beste geschikt
voor het verwarmen van grote hoeveel-
heden water.
7. KOOKPLAAT - ONDERHOUD EN REINIGING
WAARSCHUWING!
Zie de veiligheidshoofdstukken.
Reinig het apparaat telkens na gebruik
Gebruik altijd pannen met een schone
bodem.
NEDERLANDS 15
Krassen of donkere vlekken in de
glaskeramiek hebben geen in-
vloed op de werking van het ap-
paraat.
Vuil verwijderen:
1.
Verwijder direct:gesmolten plas-
tic, gesmolten folie en suikerhou-
dende gerechten. Anders kan het
vuil het apparaat beschadigen.
Gebruik een speciale schraper
voor de glazen plaat. Plaats de
schraper schuin op de glazen
plaat en verwijder resten door het
blad over het oppervlak te schui-
ven.
Verwijder nadat het apparaat
voldoende is afgekoeld: kalkvlek-
ken, waterkringen, vetvlekken en
glimmende metaalachtige ver-
kleuringen. Gebruik een speciaal
schoonmaakmiddel voor glaskera-
miek of roestvrij staal.
2.
Reinig het apparaat met een vochti-
ge doek en een beetje afwasmiddel.
3.
Wrijf het apparaat ten slotte droog
met een schone doek.
8. OVEN - DAGELIJKS GEBRUIK
WAARSCHUWING!
Zie de veiligheidshoofdstukken.
8.1 Het apparaat aan- en
uitzetten
1.
Draai de knop voor de ovenfuncties
naar een ovenfunctie.
Het stroomindicatielampje gaat aan
als het apparaat in werking is.
2.
Draai de knop voor de temperatuur
om de temperatuur in te stellen.
3.
Draai om het apparaat uit te schake-
len, de knop voor de ovenfuncties
en de knop voor de temperatuur in
de uit-stand.
8.2 Ovenfuncties
Ovenfunctie Applicatie
Uit-stand Het apparaat staat uit.
Ovenlampje
Het ovenlampje activeren zonder een bereidings-
functie.
Multi hetelucht
Voor het braden of braden en bakken van ge-
rechten waarvoor dezelfde bereidingstempera-
tuur nodig is, op meer dan één roosterhoogte,
zonder dat er smaken worden overgebracht van
het ene naar het andere gerecht. Stel de oven-
temperatuur 20-40 °C lager in dan bij bereiding
met onder- en bovenwarmte.
Pizza hetelucht
Om pizza, quiche of taart te maken. Stel de oven-
temperatuur 20-40 °C lager in dan bij bereiding
met onder- en bovenwarmte.
Bereiding met bo-
ven- en onder-
warmte
Bakken en braden op 1 ovenniveau. De bovenste
en onderste verwarmingselementen worden te-
zelfdertijd ingeschakeld.
Drogen
Voor het drogen van gesneden fruit (zoals ap-
pels, pruimen, perziken) en groenten (zoals toma-
ten, courgette of champignons).
16
www.aeg.com
Ovenfunctie Applicatie
Ontdooien Voor het ontdooien van diepvriesvoedsel.
Grill
Voor het grillen van platte gerechten in kleine
hoeveelheden in het midden van het rooster.
Voor het maken van toast.
Multi-hete lucht
Om te bakken in bakblikken en te drogen op één
niveau bij lage temperatuur.
Circulatiegrill
Voor het bakken van grote stukken vlees. Het
grillelement en de ventilator van de oven werken
samen, zodat de hetelucht rond de gerechten
circuleert.
Pyrolytische reini-
ging
Automatische pyrolytische reiniging van de oven.
Hierdoor worden vuilresten in de oven verbrand.
De oven wordt verwarmd tot ca. 500°C.
8.3 Display
17 2 3
4567
1
Timer
2
Opwarmen en restwarmte-indicatie
3
Waterreservoir (alleen geselecteerde
modellen)
4
Vleesthermometer (alleen geselec-
teerde modellen)
5
Deurslot (alleen geselecteerde mo-
dellen)
6
Uren/minuten
7
Klokfuncties
8.4 Toetsen
Knop -functie Omschrijving
Klok De klokfunctie instellen.
,
Minus, plus De tijd instellen.
8.5 Opwarmen en restwarmte-
indicatie
Als u een ovenfunctie inschakelt, gaan
de balkjes op het display
een voor
een branden. De balkjes geven aan dat
de oventemperatuur toeneemt of af-
neemt. Wanneer het apparaat de inge-
stelde temperatuur heeft bereikt, weer-
klinkt er een geluidsignaal en houdt het
symbool van de temperatuur op met
knipperen.
Wanneer u het apparaat uitschakelt,
geeft het display de restwarmte aan
als de temperatuur in de oven hoger is
dan 40 °C. Draai de temperatuurknop
naar links of rechts om de oventempera-
tuur op het display weer te geven.
8.6 KINDERSLOT
Wanneer het Kinderslot ingeschakeld is,
kunt u de oven niet bedienen. Dit om te
voorkomen dat kinderen het apparaat
niet per ongeluk in kunnen schakelen.
Inschakelen/uitschakelen van het
kinderslot:
1.
Stel geen ovenfunctie in.
NEDERLANDS 17
2.
Houd en + gelijktijdig ten minste
2 seconden ingedrukt.
3.
Er klinkt een geluidsignaal. SAFE en
gaat aan of uit (wanneer u het
kinderslot inschakelt/uitschakelt) op
het display.
Als de oven beschikt over de
functie voor pyrolytische reini-
ging, wordt de deur vergrendeld.
SAFE en
gaan aan op het dis-
play als u een schakelaar ver-
draait of op een knop drukt.
8.7 Automatische
uitschakeling
Het toestel schakelt zichzelf na enige tijd
uit om veiligheidsredenen:
Als een ovenfunctie in werking is.
Als u de oventemperatuur niet veran-
dert.
Oventempera-
tuur
Uitschakeltijd in-
stellen
30 - 120 °C 12.5 h
Oventempera-
tuur
Uitschakeltijd in-
stellen
120 - 200 °C 8.5 h
200 - 250 °C 5.5 h
250 - maximum
°C
3.0 h
Druk na een automatische uitschakeling
op een willekeurige knop om het toestel
opnieuw te activeren.
De automatische uitschakeling
werkt met alle ovenfuncties, be-
halve de binnenverlichting, be-
reidingsduur, einde en tijdsver-
traging.
8.8 Koelventilator
Als het apparaat in werking is, wordt de
koelventilator automatisch ingeschakeld
om de oppervlakken van het apparaat
koel te houden. Na het uitschakelen van
het apparaat blijft de ventilatie door
werken totdat de temperatuur in het ap-
paraat is afgekoeld.
8.9 De ovenaccessoires plaatsen
De diepe pan en het ovenrooster
hebben zijranden. Deze randen
en de vorm van de geleidestan-
gen vormen een speciaal acces-
soire om te zorgen dat het kook-
gerei niet verschuift.
Het ovenrooster en de diepe pan sa-
men plaatsen
Plaats het ovenrooster op de diepe pan.
Plaats de diepe pan tussen de geleides-
tangen van een van de ovenniveaus.
Bewaar de montage-instructies
voor de telescopische geleiders
om later terug te kunnen lezen.
18
www.aeg.com
8.10 Telescopische geleiders - de ovenaccessoires plaatsen
Plaats de bakplaat of de schaal op de te-
lescopische geleiders.
Door de verhoogde rand rond
het ovenrooster is het kookgerei
bovendien beveiligd tegen weg-
glijden.
8.11 Ovenrooster en diepe bakplaat samen plaatsen
Plaats het ovenrooster op de braadsle-
de. Plaats het ovenrooster en de braad-
pan op de telescopische geleiders.
9. OVEN - KLOKFUNCTIES
Sym-
bool
-functie Omschrijving
Kookwekker Voor het instellen van een afteltijd.
Instellen dag-
tijd
Met deze functie kunt u de tijd regelen. Zie 'De dag-
tijd instellen'.
Bereidings-
duur
Instellen hoe lang het apparaat in werking is. Stel eerst
een ovenfunctie in voordat u deze functie instelt.
NEDERLANDS 19
Sym-
bool
-functie Omschrijving
Eindtijd Instellen wanneer het apparaat wordt uitgeschakeld.
Stel eerst een ovenfunctie in voordat u deze functie in-
stelt. U kunt Duur en Einde gelijktijdig instellen om de
tijd in te stellen waarop het apparaat moet worden in-
en uitgeschakeld.
Druk herhaaldelijk op om de
klokfunctie te wijzigen.
Druk op om de instellingen
van de klokfuncties te bevestigen
of wacht 5 seconden voordat de
instelling automatisch wordt be-
vestigd.
9.1 De functie Bereidingsduur
of Einde instellen
1.
Blijf op drukken tot het symbool
of op het display knippert.
2.
Druk op + of - om de minuten in te
stellen.
3.
Druk op om te bevestigen.
4.
Druk op + of - om de uren in te stel-
len.
5.
Druk op om te bevestigen.
6.
Als de ingestelde tijd is verlopen,
knipperen het symbool
of en
de ingestelde tijd. Er klinkt geduren-
de twee minuten een geluidssignaal.
Het apparaat wordt uitgeschakeld.
Druk op een willekeurige knop of
open de deur om het geluid te stop-
pen.
Als u op de knop drukt terwijl
u de tijd instelt voor de Berei-
dingsduur
, gaat het appa-
raat naar de instelling van de
functie Einde
.
9.2 De Kookwekker instellen
Gebruik de kookwekker voor het instel-
len van een afteltijd. De maximale tijds-
duur die u in kunt stellen bedraagt 23
uur en 59 minuten. Deze functie heeft
geen invloed op de werking van de
oven. U kunt de Kookwekker op elk ge-
wenst moment instellen, ook als het ap-
paraat uit staat.
1.
Druk steeds opnieuw op tot
op het display verschijnt en "00"
knippert.
2.
Druk op + of - om de Kookwekker in
te stellen. Eerst wordt de tijd bere-
kend in minuten en seconden. Als
de ingestelde tijd langer is dan 60
minuten, dan verschijnt het symbool
op het display. Het apparaat be-
rekent nu de tijd in uren en minuten.
3.
De Kookwekker start automatisch na
vijf seconden.
4.
Wanneer de ingestelde tijd is verlo-
pen, klinkt er gedurende twee minu-
ten een geluidssignaal. 00:00 en
knipperen op het display. Druk op
een toets om het signaal uit te zet-
ten.
Als u de Kookwekker instelt als
Bereidingsduur of Einde lopen,
gaat het symbool
aan op het
display.
9.3 Timer met optelfunctie
Gebruik de timer met optelfunctie om
bij te houden hoe lang de oven werkt.
Deze wordt onmiddellijk ingeschakeld
wanneer de oven begint met opwarmen.
Houd om de timer met optelfunctie te
resetten + en - ingedrukt. De timer gaat
weer optellen.
U kunt de timer met optelfunctie
niet gebruiken als de functie Be-
reidingsduur of Einde werken.
20
www.aeg.com
10. OVEN - HANDIGE AANWIJZINGEN EN TIPS
WAARSCHUWING!
Zie de veiligheidshoofdstukken.
De temperaturen en baktijden in
de tabellen zijn slechts als richt-
lijn bedoeld. Deze zijn afhankelijk
van de recepten en de kwaliteit
en de hoeveelheid van de ge-
bruikte ingrediënten.
LET OP!
Gebruik voor cakes met veel
vocht een diep bakblik. Vruch-
tensappen kunnen het emaille
beschadigen.
10.1 Bakken
Algemene aanwijzingen
Uw nieuwe oven kan een andere bak-/
braadverhouding hebben dan het ap-
paraat dat u tot nu toe gebruikt heeft.
Pas uw normale instellingen (tempera-
tuur, gaartijden) en de ovenniveaus
aan de tabelwaarden aan.
Bij langere baktijden kunt u de oven
ca. 10 minuten voor het einde van de
baktijd uitschakelen, om te profiteren
van de restwarmte.
Wanneer u diepgevroren levensmid-
delen gebruikt, kunnen de platen in
de oven tijdens het bakken vervor-
men. Wanneer de platen afkoelen,
verdwijnt de vervorming.
Aanwijzigen bij de baktabellen
Wij raden aan om de eerste keer de
lagere temperatuur in te stellen.
Als u geen concrete aanwijzingen kunt
vinden voor uw eigen recept, kijkt u
dan bij een soortgelijk product.
Bij het bakken van gebak op meerde-
re niveaus kan de baktijd ca. 10-15 mi-
nuten langer zijn.
Als het gebak niet overal even hoog
is, wordt het gebak in het begin van
het bakproces niet overal even bruin.
Verander in dit geval de temperatuur-
instelling niet. De verschillen vermin-
deren tijdens het bakproces.
10.2 Baktips
Bakresultaat Mogelijke oorzaak Oplossing
De onderkant van de ca-
ke is te licht van kleur.
Verkeerde rekstand. Plaats de cake lager.
De cake zakt in (wordt
klef, klonterig, streperig).
De oventemperatuur is
te hoog.
De volgende keer dat u
een cake bakt, stelt u de
baktemperatuur lager in.
De cake zakt in (wordt
klef, klonterig, streperig).
Te korte baktijd.
Baktijd verlengen. Bak-
tijden kunnen niet wor-
den verkort door hoge-
re baktemperaturen.
De cake zakt in (wordt
klef, klonterig, streperig).
Er zit te veel vloeistof in
het mengsel.
Minder vocht gebruiken.
Let op de kneedtijden,
vooral bij het gebruik
van keukenmachines.
De cake is te droog.
De oventemperatuur is
te laag.
De volgende keer dat u
een cake bakt, stelt u de
baktemperatuur hoger
in.
De cake is te droog. Te lange baktijd.
De volgende keer dat u
een cake bakt, gebruikt
u een kortere baktijd.
NEDERLANDS 21
Bakresultaat Mogelijke oorzaak Oplossing
De cake wordt ongelijk-
matig bruin.
De oventemperatuur is
te hoog en de baktijd te
kort.
De baktemperatuur la-
ger instellen en de bak-
tijd verlengen.
De cake wordt ongelijk-
matig bruin.
Het deeg is niet gelijk-
matig verdeeld.
Verdeel het deeg gelijk-
matig over de bakplaat.
De cake wordt niet gaar
binnen de aangegeven
baktijd.
De oventemperatuur is
te laag.
De volgende keer dat u
een cake bakt, stelt u de
baktemperatuur een
beetje hoger in.
10.3 Multi-hete lucht
Tips voor de functie Multi-hete
lucht:
Gebruik de functie om te bak-
ken in bakblikken en te drogen
op één niveau bij lage tempe-
ratuur.
Bak maar één bakblik of bak-
plaat tegelijkertijd.
We raden het gebruik van Mul-
ti-hete lucht aan zonder voor-
verwarmen.
Gebruik als u de oven wilt
voorverwarmen de functie be-
reiding met hete lucht.
Verwarmings-
soort
Rooster Temperatuur °C Tijd in minuten
Biscuitgebak in
bakblik
2 160 50-70
Tulband of brio-
che in bakblik
2 150-160 50-70
Zandgebak/Dro-
ge vruchtencake
in bakblik
2 140-160 70-90
Eiwitgebak,
schuimgebak
3 80-100 120-150
10.4 Multi hetelucht
Bakken op één gebruiksniveau
Bakken in vormen
Verwarmings-
soort
Plaathoogte Temperatuur °C Tijd in min.
Tulband of brio-
che
2 150 - 160 50 - 70
22
www.aeg.com
Verwarmings-
soort
Plaathoogte Temperatuur °C Tijd in min.
Zandgebak/vruch-
tencake
1 - 2 140 - 160 50 - 90
Fatless sponge
cake
3
150 - 160
1)
25 - 40
Taartbodem van
zandtaartdeeg
2
170-180
1)
10 - 25
Taartbodem -
roerdeeg
2 150 - 170 20 - 25
Apple pie (2 vor-
men Ø20cm, dia-
gonaal geplaatst)
2 - 3 160 60 - 90
1)
Oven voorverwarmen
Gebak op bakplaat
Verwarmings-
soort
Plaathoogte Temperatuur °C Tijd in min.
Kruimeltaart
(droog)
3 150 - 160 20 - 40
Vruchtentaart (op
gistdeeg/roer-
deeg)
1)
3 150 35 - 55
Vruchtentaart met
kruimeldeeg
3 160 - 170 40 - 80
1)
Gebruik diepe pan
Koekjes
Verwarmings-
soort
Plaathoogte Temperatuur °C Tijd in min.
Zandkoekjes 3 150 - 160 10 - 20
Short bread / Pa-
stry Stripes
3 140 20 - 35
Roerdeegkoekjes 3 150 - 160 15 - 20
Eiwitgebak,
schuimgebak
3 80 - 100 120 - 150
Bitterkoekjes 3 100 - 120 30 - 50
Klein gerezen ge-
bak
3 150 - 160 20 - 40
Klein bladerdeeg-
gebak
3
170 - 180
1)
20 - 30
Bolletjes 3
160
1)
10 - 35
NEDERLANDS 23
Verwarmings-
soort
Plaathoogte Temperatuur °C Tijd in min.
Small cakes (20
per plaat)
3
150
1)
20 - 35
1)
Oven voorverwarmen
Tabel voor ovenschotels en gegratineerde gerechten
Schotel Plaathoogte Temperatuur °C Tijd in min.
Stokbroden be-
dekt met gesmol-
ten kaas
1
160 - 170
1)
15 - 30
Gevulde groente 1 160 - 170 30- 60
1)
Oven voorverwarmen
Bakken op meerdere niveaus
Gebak op bakplaat
Verwarmings-
soort
Plaathoogte
Temperatuur °C Tijd in min.
2 niveaus
Roomsoezen/
tompoezen
2/4
160 - 180
1)
25 - 45
Kruimeltaart 2/4 150 - 160 30 - 45
1)
Oven voorverwarmen
Koekjes/small cakes/gebak/broodjes
Verwarmings-
soort
Plaathoogte
Temperatuur °C Tijd in min.
2 niveaus
Zandkoekjes 2/4 150 - 160 20 - 40
Zandtaartdeeg/
Deegreepjes
2/4 140 25 - 45
Roerdeegkoekjes 2/4 160 - 170 25 - 40
Eiwitgebak,
schuimgebak
2/4 80 - 100 130 - 170
Bitterkoekjes 2/4 100 - 120 40 - 80
Klein gerezen ge-
bak
2/4 160 - 170 30 - 60
Klein bladerdeeg-
gebak
2/4
170 - 180
1)
30 - 50
Bolletjes 2/4
180
1)
25- 40
Small cakes (20
per plaat)
2/4
150
1)
20 - 40
1)
Oven voorverwarmen
24
www.aeg.com
10.5 Bakken op één niveau:
Bakken in vormen
Verwarmings-
soort
Plaathoogte Temperatuur °C Tijd in min.
Tulband of brio-
che
2 160 - 180 50 - 70
Zandgebak/vruch-
tencake
1 - 2 150 - 170 50 - 90
Fatless sponge
cake
3
170
1)
25 - 40
Taartbodem van
zandtaartdeeg
2
190 - 210
1)
10 - 25
Taartbodem -
roerdeeg
2 170 - 190 20 - 25
Apple pie (2 vor-
men Ø20cm, dia-
gonaal geplaatst)
1 - 2 180 60 - 90
Hartige taart (bijv.
quiche lorraine)
1 180 - 220 35- 60
Kwarktaart 1 - 2 160 - 180 60 - 90
1)
Oven voorverwarmen
Gebak op bakplaat
Verwarmings-
soort
Plaathoogte Temperatuur °C Tijd in min.
Vlechtbrood/
broodkrans
2 170 - 190 40 - 50
Kerststol 2
160 - 180
1)
50 - 70
Brood (rogge-
brood):
1.
Eerste deel
van het bak-
proces.
2.
Tweede deel
van het bak-
proces.
1 - 2
1.
230
1)
2.
160 - 180
1)
1.
20
2.
30 - 60
Roomsoezen/
tompoezen
3
190 - 210
1)
20 - 35
Koninginnen-
brood (opgerolde
cake met jam)
3
180 - 200
1)
10 - 20
Kruimeltaart
(droog)
3 160 - 180 20 - 40
NEDERLANDS 25
Verwarmings-
soort
Plaathoogte Temperatuur °C Tijd in min.
Amandelcake/sui-
kertaart
3
190 - 210
1)
20 - 30
Vruchtentaart (op
gistdeeg/roer-
deeg)
2)
3 170 35 - 55
Vruchtentaart met
kruimeldeeg
3 170 - 190 40 - 60
Plaatkoek met
kwetsbare garne-
ring (bijv. kwark,
room, pudding-
vulling)
3
160 - 180
1)
40 - 80
Pizza (met veel
garnering)
2)
1 - 2
190 - 210
1)
30 - 50
Pizza (dunne
korst)
1 - 2
220 - 250
1)
15 - 25
Ongedesemd
brood
1 230 - 250 10 - 15
Vlaaien (CH) 1 210 - 230 35 - 50
1)
Oven voorverwarmen
2)
Gebruik diepe pan
Koekjes
Verwarmings-
soort
Inzetniveaus Temperatuur °C Tijd in min.
Zandkoekjes 3 170 - 190 10 - 20
Short bread/ Pa-
stry Stripes
3
160
1)
20 - 35
Roerdeegkoekjes 3 170 - 190 20 - 30
Eiwitgebak,
schuimgebak
3 80 - 100 120- 150
Bitterkoekjes 3 120 - 130 30 - 60
Klein gerezen ge-
bak
3 170 - 190 20 - 40
Klein bladerdeeg-
gebak
3
190 - 210
1)
20 - 30
Bolletjes 3
190 - 210
1)
10 - 55
Small cakes (20
per plaat)
3 - 4
170
1)
20 - 30
1)
Oven voorverwarmen
26
www.aeg.com
Tabel voor ovenschotels en gegratineerde gerechten
Schotel Inzetniveaus Temperatuur °C Tijd in min.
Pastaschotel 1 180 - 200 45 - 60
Lasagne 1 180 - 200 35 - 50
Groentegratin 1
180 - 200
1)
15 - 30
Stokbroden be-
dekt met gesmol-
ten kaas
1
200 - 220
1)
15 - 30
Zoete ovenscho-
tels
1 180 - 200 40 - 60
Visschotels 1 180 - 200 40 - 60
Gevulde groente 1 180 - 200 40 - 60
1)
Oven voorverwarmen
10.6 Pizzafunctie
Verwarmings-
soort
Plaathoogte Temperatuur °C Tijd min.
Pizza (dunne
korst)
1)
1 - 2
200 - 230
2)
10 - 20
Pizza (met veel
garnering)
1)
1 - 2 180 - 200 20 - 35
Taarten 1 - 2 170 - 200 35 - 55
Spinazietaart 1 - 2 160 - 180 45 - 60
Quiche Lorraine
(hartige taart)
1 - 2 170 - 190 45 - 55
Zwitserse flan 1 - 2 170 - 200 35 - 55
Kwarktaart 1 - 2 140 - 160 60 - 90
Appeltaart, be-
dekt
1 - 2 150 - 170 50 - 60
Groentetaart 1 - 2 160 - 180 50 - 60
Ongedesemd
brood
2 - 3
230 - 250
2)
10 - 20
Bladerdeegtaart
2 - 3
160 - 180
2)
45 - 55
Flammekuchen
2 - 3
230 - 250
2)
12 - 20
Piroggen (Russi-
sche variant op
calzone)
2 - 3
180 - 200
2)
15 - 25
1)
Gebruik diepe pan
2)
Oven voorverwarmen
NEDERLANDS 27
10.7 Braden
Braadservies
Gebruik hittebestendig servies om te
braden (lees de instructies van de fa-
brikant).
Grote braadstukken kunt u direct in de
diepe braadpan braden (indien aan-
wezig) of op een rooster boven de
braadpan.
Braad mager vlees in een braadpan
met deksel. Op die manier blijft het
vlees sappiger.
Alle soorten vlees, die een korst moe-
ten krijgen, kunt u in de braadschaal
zonder deksel braden.
10.8 Braden met boven- en onderwarmte
Rundvlees
Soort vlees Hoeveelheid Plaathoogte Temperatuur
°C
Tijd in min.
Stoofvlees 1-1,5 kg 1 200 - 230 105 - 150
Rosbief of os-
sehaas: rood
per cm dikte 1
230 - 250
1)
6 - 8
Rosbief of os-
sehaas: medi-
um
per cm dikte 1 220 - 230 8 - 10
Rosbief of os-
sehaas: gaar
per cm dikte 1 200 - 220 10 - 12
1)
Oven voorverwarmen
Varkensrug
Soort vlees Hoeveelheid Plaathoogte
Temperatuur
°C
Tijd in min.
Schouderstuk,
nekstuk, ham-
lap
1-1,5 kg 1 210 - 220 90 - 120
Kotelet, rib-
betje
1-1,5 kg 1 180 - 190 60 - 90
Gehaktbrood 750 g -1 kg 1 170 - 190 50 - 60
Varkensschen-
kel (voorge-
kookt)
750 g -1 kg 1 200 - 220 90 - 120
Kalfsvlees
Soort vlees Hoeveelheid Plaathoogte
Temperatuur
°C
Tijd in min.
Geroosterd
kalfsvlees
1)
1 kg 1 210 - 220 90 - 120
Kalfsschenkel 1,5-2 kg 1 200 - 220 150 - 180
1)
gebruik een afgesloten braadpan
28
www.aeg.com
Lamsvlees
Soort vlees Hoeveelheid Plaathoogte
Temperatuur
°C
Tijd in min.
Lamsbout,
geroosterd
lamsvlees
1 - 1,5 kg 1 210 - 220 90 - 120
Lamsrug 1 - 1,5 kg 1 210 - 220 40 - 60
Wild
Soort vlees Hoeveelheid Plaathoogte
Temperatuur
°C
Tijd in min.
Hazenrug, ha-
zenbout
tot 1 kg 1
220 - 240
1)
30 - 40
Reerug, her-
tenrug
1,5-2 kg 1 210 - 220 35 - 40
Reebout, her-
tenbout
1,5-2 kg 1 200 - 210 90 - 120
1)
Oven voorverwarmen
Gevogelte
Soort vlees Hoeveelheid Plaathoogte
Temperatuur
°C
Tijd in min.
Stukken gevo-
gelte
200-250g elk 1 220 - 250 20 - 40
Halve kip 400-500 g elk 1 220 - 250 35 - 50
Kip, haantje 1-1,5 kg 1 220 - 250 50 - 70
Eend 1,5-2 kg 1 210 - 220 80 - 100
Gans 3,5-5 kg 1 200 - 210 150 - 180
Kalkoen 2,5-3,5 kg 1 200 - 210 120 - 180
Kalkoen 4-6 kg 1 180 - 200 180 - 240
Vis
Soort vlees Hoeveelheid Plaathoogte
Temperatuur
°C
Tijd in min.
Hele vis 1-1,5 kg 1 210 - 220 40 - 70
10.9 Braden met circulatiegrill
Rundvlees
Soort vlees Hoeveelheid Plaathoogte
Temperatuur
°C
Tijd min.
Rosbief of os-
sehaas: rood
per cm dikte 1
190 - 200
1)
5 - 6
NEDERLANDS 29
Soort vlees Hoeveelheid Plaathoogte
Temperatuur
°C
Tijd min.
Rosbief of os-
sehaas: medi-
um
per cm dikte 1 180 - 190 6 - 8
Rosbief of os-
sehaas: gaar
per cm dikte 1 170 - 180 8 - 10
1)
Oven voorverwarmen
Varkensrug
Soort vlees Hoeveelheid Plaathoogte
Temperatuur
°C
Tijd min.
Schouderstuk,
nekstuk, ham-
lap
1-1,5 kg 1 160 - 180 90 - 120
Kotelet, ribbe-
tje
1-1,5 kg 1 170 - 180 60 - 90
Gehaktbrood 750 g -1 kg 1 160 - 170 50 - 60
Varkensschen-
kel (voorge-
kookt)
750 g -1 kg 1 150 - 170 90 - 120
Kalfsvlees
Soort vlees Hoeveelheid Plaathoogte Temperatuur
°C
Tijd min.
Geroosterd
kalfsvlees
1 kg 1 160 - 180 90 - 120
Kalfsschenkel 1,5-2 kg 1 160 - 180 120 - 150
Lamsvlees
Soort vlees Hoeveelheid Plaathoogte Temperatuur
°C
Tijd min.
Lamsbout,
geroosterd
lamsvlees
1-1,5 kg 1 150 - 170 100 - 120
Lamsrug 1-1,5 kg 1 160 - 180 40 - 60
Gevogelte
Soort vlees Hoeveelheid Plaathoogte Temperatuur
°C
Tijd min.
Stukken gevo-
gelte
200-250 g elk 1 200 - 220 30 - 50
Halve kip 400-500 g elk 1 190 - 210 35 - 50
Kip, haantje 1-1,5 kg 1 190 - 210 50 - 70
30
www.aeg.com
Soort vlees Hoeveelheid Plaathoogte Temperatuur
°C
Tijd min.
Eend 1,5-2 kg 1 180 - 200 80 - 100
Gans 3,5-5 kg 1 160 - 180 120 - 180
Kalkoen 2,5-3,5 kg 1 160 - 180 120 - 150
Kalkoen 4-6 kg 1 140 - 160 150 - 240
10.10 Grillen
Gebruik de grilfunctie altijd met maxi-
male temperatuurinstelling
Tijdens het grillen moet de oven-
deur altijd gesloten zijn
Lege oven met grilfuncties altijd
5 minuten voorverwarmen.
Rooster op inschuifhoogte plaatsen,
zoals aangeraden in grilleertabel.
Altijd de pan plaatsen om vet op te
vangen op de eerste inschuifhoogte.
Alleen platte stukken vlees of vis gril-
len.
De grillzone bevindt zich in het midden
van het rooster
Grill
Voedselsoor-
ten voor de
grill
Rekstand Temperatuur °C
Grilltijd in min.
1e kant 2e kant
Rosbief, me-
dium
2 210 - 230 30 - 40 30 - 40
Runderfilet,
medium
3 230 20 - 30 20 - 30
Varkensrug 2 210 - 230 30 - 40 30 - 40
Kalfsrug 2 210 - 230 30 - 40 30 - 40
Lamsrug 3 210 - 230 25 - 35 20 - 35
Hele vis, 500 -
1000g
3 - 4 210 - 230 15 - 30 15 - 30
10.11 Drogen
Dek de ovenroosters met bakpapier af.
Voor de beste resultaten: schakel het ap-
paraat na de eerste helft van de vereiste
tijd uit. Open de deur en laat het appa-
raat afkoelen. Hierna kunt u het droog-
proces afronden.
Groenten
Voedsel om
te drogen
Plaathoogte
Temperatuur
°C
Tijd in uren
(richtwaarde)
1 niveau 2 niveaus
Bonen 3 2/4 60 - 70 6 - 8
Paprika's 3 2/4 60 - 70 5 - 6
NEDERLANDS 31
Voedsel om
te drogen
Plaathoogte
Temperatuur
°C
Tijd in uren
(richtwaarde)
1 niveau 2 niveaus
Groente in
het zuur
3 2/4 60 - 70 5 - 6
Paddestoelen 3 2/4 50 - 60 6 - 8
Kruiden 3 2/4 40 - 50 2 - 3
Fruit
Voedsel om
te drogen
Plaathoogte
Temperatuur
°C
Tijd in uren
(richtwaarde)
1 niveau 2 niveaus
Pruimen 3 2/4 60 - 70 8 - 10
Abrikozen 3 2/4 60 - 70 8 - 10
Schijfjes appel 3 2/4 60 - 70 6 - 8
Peren 3 2/4 60 - 70 6 - 9
10.12 Ontdooien
Haal het voedsel uit de verpakking. Doe
het voedsel op een bord.
Gebruik voor het afdekken geen borden
of schotels. Hierdoor kan de ontdooitijd
worden verlengd.
Gebruik de eerste rekstand van de oven.
Het inzetniveau onderaan.
Schotel
Ontdooitijd
in min.
Verdere ont-
dooitijd in min.
Opmerking
Kip 1000 g 100 - 140 20 - 30
Kip op een omge-
draaid schoteltje in een
groot bord leggen, hal-
verwege de tijd om-
draaien
Vlees, 1000 g 100 - 140 20 - 30
Halverwege de berei-
dingstijd omdraaien
Vlees, 500 g 90 - 120 20 - 30
Halverwege de berei-
dingstijd omdraaien
Forel, 150g 25 - 35 10 - 15 -
Aardbeien, 300g 30 - 40 10 - 20 -
Boter, 250g 30 - 40 10 - 15 -
Room, 2 x 200 g 80 - 100 10 - 15
Room kan ook met nog
licht bevroren deeltjes
goed worden geklopt
Taart, 1400 g 60 60 -
11. OVEN - ONDERHOUD EN REINIGING
WAARSCHUWING!
Zie de veiligheidshoofdstukken .
32
www.aeg.com
Maak de voorkant van het apparaat
schoon met een zachte doek en een
warm sopje.
Gebruik voor de metalen oppervlak-
ken een universeel reinigingsmiddel.
Reinig de binnenkant van de oven na
elk gebruik. Verontreinigingen laten
zich dan het makkelijkst verwijderen
en kunnen dan niet aanbranden.
Verwijder hardnekkig vuil met een
speciale ovenreiniger.
Maak alle oventoebehoren na elk ge-
bruik schoon met een zachte doek en
een warm sopje en een reinigingsmid-
del en laat ze drogen.
Toebehoren met antiaanbaklaag mo-
gen niet worden schoon gemaakt met
een agressieve reinigingsmiddel,
voorwerpen met scherpe randen of af-
wasautomaat. Hierdoor kan de anti-
aanbaklaag onherstelbaar worden be-
schadigd!
Apparaten van roestvrij staal of
aluminium:
Reinig de ovendeur alleen met
een natte spons. Droog hem af
met een zachte doek.
Gebruik geen staalwol, zuren of
bijtende materialen, omdat deze
het ovenoppervlak kunnen be-
schadigen. Reinig het bedie-
ningspaneel van de oven net zo
voorzichtig
11.1 Pyrolytische reiniging
WAARSCHUWING!
Het apparaat wordt zeer heet. Er
bestaat gevaar voor brandwon-
den.
LET OP!
Gebruik de kookplaat niet tijdens
de pyrolytische reiniging. Dit kan
het apparaat beschadigen.
1.
Verwijder all accessoires en verwij-
derbare inschuifrails (indien van toe-
passing) uit het apparaat. Zie 'Het
verwijderen van de inschuifrails'.
LET OP!
Laat de verwijderbare inschuif-
rails niet in het apparaat zitten tij-
dens de pyrolytische reiniging. Er
bestaat gevaar op schade.
2.
Verwijder de ergste voedselresten
met de hand.
3.
Sluit de ovendeur volledig.
De pyrolytische reinigingsproce-
dure kan niet starten als u de
ovendeur niet sluit.
4.
Stel de functie Pyrolytische reiniging
in. Raadpleeg "Ovenfuncties".
5.
Wanneer knippert, drukt u op +
of op - om de gewenste procedure
in te stellen:
P1 - als de oven niet erg vuil is. De
procedure duurt 1 uur en 30 minu-
ten.
P2 - als de oven iets vuiler is. De
procedure duurt 2 uur en 30 minu-
ten.
6.
Druk op om de procedure te
starten. U kunt de Einde-functie ge-
bruiken om de start van de reini-
gingsprocedure uit te stellen.
Als de oven de ingestelde tempera-
tuur heeft bereikt, wordt de deur
vergrendeld. Het display toont het
symbool
en de balkjes van de
warmteaanduiding.
Draai, om de pyrolytische reini-
ging te stoppen voordat deze is
voltooid, de knop voor de oven-
functies naar de uit stand.
Na afloop van de pyrolytische reiniging
geeft het display de tijd van de dag aan.
De ovendeur blijft vergrendeld. Zodra
het apparaat is afgekoeld, klinkt een ge-
luidssignaal en wordt de ovendeur ont-
grendeld.
Het ovenlampje brandt niet tij-
dens de pyrolytische reiniging.
Reinigingsherinnering
Om u te herinneren aan de pyrolytische
reiniging, knippert PYR in het display
gedurende 10 seconden na elke in- en
uitschakeling van het apparaat.
De reinigingsherinnering gaat uit:
na het einde van de functie pyrolyti-
sche reiniging
als u op + of - drukt als
in het dis-
play knippert.
NEDERLANDS 33
11.2 Inschuifrails
U kunt de inschuifrails verwijderen om
de zijwanden te reinigen.
Verwijderen van de inschuifrails
1.
Trek de inschuifrails bij de voorkant
uit de zijwand.
1
2
2.
Trek de inschuifrail bij de achterkant
uit de zijwand en verwijder deze.
De inschuifrails installeren
Installeer de inschuifrails in de omge-
keerde volgorde.
Geldig bij de telescopische ge-
leiders:
De pinnetjes op de telescopische
geleiders moeten naar voren wij-
zen!
LET OP!
Zorg ervoor dat de langste be-
vestigingsdraad voorin wordt
aangebracht. De uiteinden van
de twee draden moeten naar
achteren wijzen. Incorrecte instal-
latie kan schade aan het email
toebrengen.
11.3 De ovendeur reinigen
Om het reinigen te vergemakkelijken,
verwijdert u best de ovendeur.
WAARSCHUWING!
Zorg dat het glas is afgekoeld al-
vorens u de glasplaat schoon-
maakt. De glazen panelen kun-
nen breken.
WAARSCHUWING!
Als de glasplaten beschadigd ra-
ken of bekrast worden, worden
ze zwak en kunnen ze breken.
Om dit te voorkomen, moet u ze
vervangen. Voor meer informa-
tie, neemt u contact op met de
service afdeling.
34
www.aeg.com
De deur verwijderen:
1
2
1.
Open de deur helemaal.
2.
Verplaats de schuif totdat u een klik
hoort.
3.
Sluit de deur tot de schuif vergren-
delt.
4.
Verwijder de deur.
Om de deur te verwijderen, trek
de deur eerst aan de ene zijde
naar buiten en daarna aan de an-
dere zijde.
Wanneer u klaar bent met reinigen,
plaatst u de ovendeur terug in omge-
keerde volgorde. Zorg ervoor dat u een
klik hoort wanneer u de deur terug-
plaatst. Gebruik indien nodig enige
kracht.
11.4 Ovenglasplaten
De glasplaten van de ovendeur
op uw product kunnen in type en
vorm verschillen van de voor-
beelden die u hier ziet. Het aan-
tal glasplaten kan ook verschil-
len.
Verwijderen en reinigen van de deurglazen
B
1.
Deurafdekking (B) aan de bovenkant
van de deur aan beide kanten vast-
pakken en naar binnen drukken om
de klemsluiting te ontgrendelen.
2.
Trek de deur naar voor om deze te
verwijderen.
3.
Houd de deurglasplaten aan de bo-
venkant vast en trek deze een voor
een omhoog uit de geleiding.
4.
Reinig de glasplaten.
Voer de bovenstaande stappen uit in
omgekeerde volgorde om de panelen te
installeren.
LET OP!
De verwijderbare glasplaten heb-
ben een markering aan één zijde.
Zorg ervoor dat de markering
zich in de linkerbovenhoek be-
vindt.
NEDERLANDS 35
11.5 Ovenlampje
WAARSCHUWING!
Gevaar voor elektrische schok-
ken!
Voordat u het ovenlampje vervangt:
Schakel de oven uit.
Verwijder de zekeringen in de zekerin-
genkast of schakel de stroomonder-
breker uit.
Leg een doek op de bodem van
de oven om het ovenlampje en
het afdekglaasje te beschermen.
Het ovenlampje vervangen
1.
Het afdekglas van het lampje be-
vindt zich in de achterkant van de
ovenruimte.
Draai het afdekglas van de lamp
naar rechts en verwijder het.
2.
Reinig het afdekglas.
3.
Vervang de ovenlamp met de rele-
vante tegen 300°C warmte bestendi-
ge ovenlamp.
Gebruik hetzelfde ovenlamptype.
4.
Plaats het afdekglas terug.
11.6 De lade verwijderen
De lade onder de oven kan worden ver-
wijderd om gemakkelijker te worden
schoongemaakt.
1.
Trek de lade volledig naar buiten,
tot deze niet verder kan.
1
2
2.
Til de lade iets schuin omhoog en
verwijder de lade uit de steunrails.
De lade plaatsen
1.
Plaats de lade op de steunrails. Zorg
ervoor dat de uitsparingen goed in
de rails vallen.
2.
Laat de lade tot horizontale stand
zakken en duw de lade naar binnen.
WAARSCHUWING!
Wanneer de oven in gebruik is,
kan de lade heet worden. Bewaar
geen ontvlambare dingen in de
oven (bijv. schoonmaakmiddelen,
plastic zakken, ovenhandschoe-
nen, papier, reinigingssprays,
enz).
12. PROBLEMEN OPLOSSEN
WAARSCHUWING!
Zie de veiligheidshoofdstukken.
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
Het apparaat werkt niet
of op het kookplaatdis-
play staat
.
De zekering in de zeke-
ringkast is doorgebrand.
Controleer de zekering.
Als de zekering meer
dan een keer doorslaat,
raadpleeg dan een be-
voegde elektricien.
Het apparaat werkt niet. De stekker is niet goed
aangesloten.
Sluit de stekker goed
aan.
Het apparaat werkt niet. De aardlekschakelaar is
uitgeschakeld.
Schakel de aardlekscha-
kelaar in.
36
www.aeg.com
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
Het apparaat werkt niet. Het kinderslot / vergren-
deling / deurvergrende-
ling / kinderbeveiliging
(afhankelijk van het mo-
del) is in werking.
Het kinderslot / vergren-
deling / deurvergrende-
ling / kinderbeveiliging
(afhankelijk van het mo-
del) uitschakelen.
Het apparaat werkt niet. Het apparaat is uitge-
schakeld.
Schakel het apparaat in.
De kookzone heeft de
kookstand verlaagd naar
U heeft één of meer sen-
sorvelden bedekt of er
ligt water of vet op het
bedieningspaneel.
Verwijder het voorwerp
van de tiptoetsen. Reinig
het bedieningspaneel.
Er weerklinkt een ge-
luidssignaal als het appa-
raat wordt uitgescha-
keld.
U hebt een of meer tip-
toetsen afgedekt.
Verwijder het voorwerp
van de tiptoetsen.
De kookstand schakelt
tussen twee kookstan-
den.
Het vermogensbeheer is
ingeschakeld.
Zie "Energiebeheer".
gaat branden.
De automatische uit-
schakeling is in werking
getreden.
Schakel het apparaat uit
en weer in.
De kinderbeveiliging of
toetsblokkering is actief.
Raadpleeg het hoofd-
stuk "Dagelijks gebruik".
gaat branden.
Er staat geen pan op de
zone of de pan is niet
geschikt of te klein.
Zet een geschikte pan
op de kookzone.
De oven wordt niet
warm.
Het apparaat is uitge-
schakeld.
Schakel het apparaat in.
De oven wordt niet
warm.
De tijd is niet ingesteld. Stel de timer in. Zie 'De
dagtijd instellen'.
De oven wordt niet
warm.
De benodigde kookstan-
den zijn niet ingesteld.
Zorg ervoor dat de in-
stellingen correct zijn.
De oven wordt niet
warm.
De automatische uit-
schakeling is in werking
getreden.
Raadpleeg "Automatisch
uitschakelen".
De oven wordt niet
warm.
Het Kinderslot is actief. Raadpleeg "Uitschake-
len van het kinderslot".
De oven wordt niet
warm.
De zekering in de zeke-
ringkast is doorgebrand.
Controleer de zekering.
Als de zekering meer
dan een keer doorslaat,
raadpleeg dan een be-
voegde elektricien.
Het ovenlampje brandt
niet.
Het ovenlampje is kapot. Het ovenlampje vervan-
gen.
NEDERLANDS 37
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
De pyrolytische reiniging
start niet. Op het display
verschijnt C3.
De deur is niet volledig
gesloten of de deurver-
grendeling is defect.
Sluit de deur volledig.
Op het display verschijnt
F102.
De deur is niet volledig
gesloten of de deurver-
grendeling is defect.
1.
Sluit de deur volle-
dig.
2.
Schakel het apparaat
uit via de huiszeke-
ring of de veilig-
heidsschakelaar in
de zekeringkast en
schakel het apparaat
dan weer in.
3.
Neem contact op
met de service-afde-
ling als F102 weer
op het display ver-
schijnt.
De oven wordt niet
warm. Op het display
verschijnt Demo.
De demofunctie is inge-
schakeld.
1.
Schakel het apparaat
uit.
2.
Druk op de +-toets
en houd deze inge-
drukt.
3.
Draai als er een ge-
luidssignaal klinkt de
knop voor de oven-
functies naar de eer-
ste functie. Demo
knippert in het dis-
play.
4.
Draai de knop voor
de ovenfuncties naar
de uit-stand.
5.
Laat de knop + los.
6.
Draai de tempera-
tuurknop drie keer
naar rechts. Het ge-
luidssignaal klinkt
drie keer. De demo-
functie is uitgescha-
keld.
38
www.aeg.com
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
Het display toont een
foutcode die niet in deze
lijst voorkomt.
Er is een elektronische
fout.
1.
Schakel het apparaat
uit via de huiszeke-
ring of de veilig-
heidsschakelaar in
de zekeringkast en
schakel het apparaat
dan weer in.
2.
Neem contact op
met het servicecen-
trum als de foutcode
opnieuw op het dis-
play wordt weerge-
geven.
Stoom en condens slaan
neer op de gerechten en
in de oven.
Het gerecht heeft te lang
in de oven gestaan.
Laat gerechten na het
bereiden niet langer dan
15 - 20 minuten in de
oven staan.
Als u niet zelf het probleem kunt verhel-
pen, neem dan contact op met uw ver-
koper of de klantenservice.
De contactgegevens van het servicecen-
trum staan op het typeplaatje. Het type-
plaatje bevindt zich aan de voorkant van
de binnenkant van de oven.
Wij adviseren u om de gegevens hier te noteren:
Model (MOD.) .........................................
Productnummer (PNC) .........................................
Serienummer (S.N.) .........................................
13. MONTAGE
WAARSCHUWING!
Zie de veiligheidshoofdstukken .
13.1 Technische gegevens
Afmeting
Hoogte 847 - 867 mm
Breedte 596 mm
Diepte 600 mm
Ovencapaciteit 74 l
13.2 Locatie van het apparaat
U kunt uw vrijstaand apparaat met kas-
ten aan een of twee zijden en in de hoek
plaatsen.
A
A
B
Minimum afstanden
Afme-
ting
mm
A 2
NEDERLANDS 39
Afme-
ting
mm
B 685
13.3 Waterpas zetten
Gebruik de pootjes aan de onderkant
van het apparaat om het op gelijke
hoogte te brengen met andere meubels
13.4 Anti-kantelbescherming
LET OP!
U moet de anti-kantelbescher-
ming installeren. Als u dat niet
doet, kan het apparaat kantelen.
Uw apparaat is vorozien van het
symbool weergegeven in de af-
beelding (indien van toepassing)
om u te herinneren aan de mon-
tage van de anti-kantelbescher-
ming.
Zorg dat u de anti-kantelbescher-
ming op de correcte hoogte in-
stalleert.
1.
Stel de correcte hoogte in en bepaal
waar op het apparaat u de anti-kan-
telbescherming gaat plaatsen.
2.
Installeer de anti-kantelbescherming
77 mm onder het bovenvlak van het
apparaat en 49 mm van de linker-
kant van het apparaat in de ronde
opening op een steun (zie afb.).
Schroef de beveiliging stevig in soli-
de materiaal of gebruik geschikte
versteviging (muur).
3.
U vindt het gat aan de linkerachter-
kant van het apparaat (zie afb.).
Til de voorkant van het apparaat op
(1) en plaats dit in het midden van
de ruimte tussen de kastjes (2). Als
de afstand tussen de aanrechtkastjes
groter is dan de breedte van het ap-
paraat, moet u de zijmetingen aan-
passen als u het apparaat wilt cen-
treren.
Zorg ervoor dat het oppervlak achter
het apparaat glad is.
1
2
49 mm
77 mm
13.5 Elektrische installatie
De fabrikant is niet verantwoor-
delijk indien u deze veiligheids-
maatregelen uit hoofdstuk 'Vei-
ligheidsinformatie' niet opvolgt.
Dit apparaat wordt geleverd zonder
stekker en netsnoer.
Geschikte kabelsoorten: H07 RN-F, H05
RN-F, H05 RRF, H05 VV-F, H05 V2V2-F
(T90), H05 BB-F.
40
www.aeg.com
14. MILIEUBESCHERMING
Recycle de materialen met het
symbool
. Gooi de verpakking in
een geschikte verzamelcontainer om
het te recyclen.
Help om het milieu en de
volksgezondheid te beschermen en
recycle het afval van elektrische en
elektronische apparaten. Gooi
apparaten gemarkeerd met het
symbool
niet weg met het
huishoudelijk afval. Breng het
product naar het milieustation bij u
in de buurt of neem contact op met
de gemeente.
NEDERLANDS 41
42
www.aeg.com
NEDERLANDS 43
www.aeg.com/shop
892957389-A-152013
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44

Aeg-Electrolux 68456IU-MN Handleiding

Type
Handleiding