AEG 68476VS-MN Handleiding

Type
Handleiding
NL Gebruiksaanwijzing 2
Fornuis
FR Notice d'utilisation 38
Cuisinière
68476VS-MN
INHOUDSOPGAVE
1. VEILIGHEIDSINFORMATIE.......................................................................................3
2. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN.............................................................................. 5
3. BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT..................................................................... 8
4. VOORDAT U HET APPARAAT VOOR DE EERSTE KEER GEBRUIKT................... 9
5. KOOKPLAAT - DAGELIJKS GEBRUIK................................................................... 10
6. KOOKPLAAT - AANWIJZINGEN EN TIPS............................................................ 11
7. KOOKPLAAT - ONDERHOUD EN REINIGING.................................................... 12
8. OVEN - DAGELIJKS GEBRUIK .............................................................................. 13
9. OVEN - KLOKFUNCTIES........................................................................................ 17
10. OVEN - AANWIJZINGEN EN TIPS......................................................................18
11. OVEN - ONDERHOUD EN REINIGING..............................................................30
12. PROBLEEMOPLOSSING...................................................................................... 33
13. MONTAGE ........................................................................................................... 36
VOOR PERFECTE RESULTATEN
Bedankt dat u voor dit AEG-product heeft gekozen. Dit apparaat is ontworpen
om vele jaren uitstekend te presteren, met innovatieve technologieën die het
leven gemakkelijker helpen maken met functies die gewone apparaten wellicht
niet hebben. Neem een paar minuten de tijd om het door te lezen zodat u er
optimaal van kunt profiteren.
Ga naar onze website voor:
Advies over gebruik, brochures, het oplossen van problemen en
onderhoudsinformatie:
www.aeg.com
Registreer uw product voor een betere service:
www.registeraeg.com
Koop accessoires, verbruiksartikelen en originele reserveonderdelen voor uw
apparaat:
www.aeg.com/shop
KLANTENSERVICE
Gebruik altijd originele onderdelen.
Als u contact opneemt met de klantenservice zorg dat u de volgende gegevens
bij de hand hebt. Model, productnummer, serienummer.
Deze informatie wordt vermeld op het typeplaatje.
Waarschuwing / Belangrijke veiligheidsinformatie
Algemene informatie en tips
Milieu-informatie
Wijzigingen voorbehouden.
www.aeg.com
2
1. VEILIGHEIDSINFORMATIE
Lees zorgvuldig de meegeleverde instructies voor
installatie en gebruik van het apparaat. De fabrikant is
niet verantwoordelijk voor letsel en schade veroorzaakt
door een foutieve installatie. Bewaar de instructies van
het apparaat voor toekomstig gebruik.
1.1 Veiligheid van kinderen en kwetsbare mensen
WAARSCHUWING!
Gevaar voor verstikking, letsel of permanente
invaliditeit.
Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8
jaar en ouder en door mensen met beperkte
lichamelijke, zintuiglijke of verstandelijke vermogens
of een gebrek aan ervaring en kennis, indien zij onder
toezicht staan of instructies hebben gekregen over het
veilig gebruiken van het apparaat en indien zij de
eventuele gevaren begrijpen.
Laat kinderen niet met het apparaat spelen.
Houd alle verpakkingsmaterialen uit de buurt van
kinderen.
Houd kinderen en huisdieren uit de buurt van het
apparaat als het in werking is of afkoelt. Het apparaat
is heet.
Als het apparaat is uitgerust met een
kinderbeveiliging, raden wij aan dit te activeren.
Reiniging en onderhoud mag niet worden uitgevoerd
door kinderen zonder toezicht.
1.2
Algemene veiligheid
Alleen een erkende installatietechnicus mag het
apparaat installeren en de kabel vervangen.
Bedien het apparaat niet met een externe timer of
een apart afstandbedieningssysteem.
Zonder toezicht koken op een kookplaat met vet of
olie kan gevaarlijk zijn en brandgevaar opleveren.
NEDERLANDS
3
Probeer brand nooit met water te blussen, maar
schakel in plaats daarvan het apparaat uit en bedek
de vlam, d.w.z. met een deksel of blusdeken.
Bewaar geen voorwerpen op de kookplaten.
Gebruik geen stoomreiniger om het apparaat schoon
te maken.
Metalen voorwerpen, zoals messen, vorken, lepels en
deksels mogen niet op de kookplaat worden
geplaatst, aangezien ze heet kunnen worden.
Als de glaskeramische / glazen oppervlakte gebarsten
is, schakel het apparaat dan uit om het risico op
elektrische schokken te voorkomen.
Van binnen wordt het apparaat heet als het in werking
is. Raak de verwarmingselementen in het apparaat
niet aan. Gebruik altijd ovenhandschoenen om
accessoires of kookgerei te plaatsen of verwijderen.
Overtollige voedselresten moeten verwijderd worden
alvorens de pyrolytische reiniging te starten. Verwijder
alle onderdelen van de oven.
Zet de stroomtoevoer uit alvorens onderhoud te
plegen.
Zorg ervoor dat het apparaat is uitgeschakeld voordat
u de lamp vervangt om elektrische schokken te
voorkomen.
Gebruik nooit agressieve reinigingsmiddelen of
scherpe metalen schrapers om de glazen deur schoon
te maken, deze kunnen krassen veroorzaken op het
oppervlak, waardoor het glas zou kunnen breken.
Als de voedingskabel beschadigd is, moet de
fabrikant, een erkende serviceverlener of een
gekwalificeerd persoon deze vervangen teneinde
gevaarlijke situaties te voorkomen.
Wees voorzichtig als u de opslaglade aanraakt. Deze
kan heet worden.
Om de inschuifrailen te verwijderen trekt u eerst de
voorkant van de inschuifrail en dan de achterkant uit
de zijwanden. Installeer de inschuifrails in
omgekeerde volgorde.
www.aeg.com
4
De middelen voor het uitschakelen moeten
opgenomen worden in de vaste bedrading
overeenkomstig de regels voor de bedrading.
2. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
2.1 Montage
WAARSCHUWING!
Alleen een erkende
installatietechnicus mag het
apparaat installeren.
Verwijder alle verpakkingsmaterialen.
Installeer en gebruik geen
beschadigd apparaat.
Volg de installatie-instructies op die
zijn meegeleverd met het apparaat.
Wees voorzichtig met het verplaatsen
van het apparaat, het is zwaar. Draag
altijd veiligheidshandschoenen.
Trek het apparaat nooit aan de
handgreep van zijn plaats.
De afmetingen van de keukenkast en
de uitsparing moeten kloppen.
Houd de minimumafstand naar
andere apparaten en units in acht.
Zorg ervoor dat het apparaat onder
en naast veilige installaties wordt
geïnstalleerd.
Delen van het apparaat staan onder
stroom. Sluit het apparaat met
meubel om te voorkomen dat de
gevaarlijke delen worden aangeraakt.
De zijkanten van het apparaat moeten
naast apparaten of units staan van
dezelfde hoogte.
Installeer het apparaat niet op een
platform.
Installeer het apparaat niet naast een
deur of onder een raam. Dit voorkomt
dat heet kookgerei van het apparaat
valt als de deur of het raam wordt
geopend.
Installeer een stabilisator om te
voorkomen dat het apparaat kantelt.
Raadpleeg de installatiegids.
2.2 Aansluiting aan het
elektriciteitsnet
WAARSCHUWING!
Gevaar voor brand en
elektrische schokken.
Alle elektrische aansluitingen moeten
door een gediplomeerd
elektromonteur worden gemaakt.
Dit apparaat moet worden
aangesloten op een geaard
stopcontact.
Controleer of de elektrische
informatie op het typeplaatje
overeenkomt met de
stroomvoorziening. Zo niet, neem dan
contact op met een elektromonteur.
Gebruik altijd een correct ge?
stalleerd, schokbestendig
stopcontact.
Gebruik geen meerwegstekkers en
verlengsnoeren.
Laat de stroomkabel niet in aanraking
komen met de deur van het apparaat,
met name niet als deze heet is.
De schokbescherming van delen
onder stroom en geïsoleerde delen
moet op zo'n manier worden
bevestigd dat het niet zonder
gereedschap kan worden verplaatst.
Steek de stekker pas in het
stopcontact als de installatie is
voltooid. Zorg ervoor dat het
netsnoer na installatie bereikbaar is.
Sluit de stroomstekker niet aan op
een losse stroomaansluiting.
Trek niet aan het netsnoer om het
apparaat los te koppelen. Trek altijd
aan de stekker.
Gebruik alleen de juiste isolatie-
apparaten: stroomonderbrekers,
zekeringen (schroefzekeringen
moeten uit de houder worden
verwijderd), aardlekschakelaars en
contactgevers.
De elektrische installatie moet een
isolatieapparaat bevatten waardoor
NEDERLANDS
5
het apparaat volledig van het lichtnet
afgesloten kan worden. Het
isolatieapparaat moet een
contactopening hebben met een
minimale breedte van 3 mm.
Sluit de deur van het apparaat
volledig voordat u de stekker in het
stopcontact steekt.
2.3 Gebruik
WAARSCHUWING!
Risico op letsel en
brandwonden.
Gevaar voor elektrische
schokken!
Gebruik dit apparaat uitsluitend in
een huishoudelijke omgeving.
De specificatie van het apparaat mag
niet worden veranderd.
Zorg ervoor dat de
ventilatieopeningen niet geblokkeerd
zijn.
Laat het apparaat tijdens het gebruik
niet onbeheerd achter.
Schakel het apparaat telkens na
gebruik uit.
Wees voorzichtig met het openen van
de deur van het apparaat als het
apparaat aan staat. Er kan hete lucht
ontsnappen.
Bedien het apparaat niet met natte
handen of als het contact maakt met
water.
Het apparaat mag niet worden
gebruikt als werkblad of aanrecht.
WAARSCHUWING!
Risico op brand en explosie
Verhitte vetten en olie kunnen
ontvlambare damp afgeven. Houd
vlammen of verwarmde voorwerpen
uit de buurt van vet en olie als u er
mee kookt.
De dampen die hete olie afgeeft
kunnen spontane ontbranding
veroorzaken.
Gebruikte olie die voedselresten
bevat kan brand veroorzaken bij een
lagere temperatuur dan olie die voor
de eerste keer wordt gebruikt.
Plaats geen ontvlambare producten
of items die vochtig zijn door
ontvlambare producten in, bij of op
het apparaat.
Houd vonken of open vlammen uit de
buurt van het apparaat bij het openen
van de deur.
Open de deur van het apparaat
voorzichtig. Als u alcoholische
toevoegingen gebruikt, kan er
alcohol-luchtmengsel ontstaan.
WAARSCHUWING!
Risico op schade aan het
apparaat.
Om schade of verkleuring van het
emaille te voorkomen:
zet geen kookgerei of andere
voorwerpen direct op de bodem
van het apparaat.
Plaats geen water direct in het
hete apparaat.
haal vochthoudende schotels en
eten uit het apparaat als u klaar
bent met koken.
Wees voorzichtig bij het
verwijderen of bevestigen van
accessoires.
Verkleuring van het email heeft geen
ongewenst effect op de werking van
het apparaat. Dit is geen defect dat
geldt voor het recht op garantie.
Gebruik een diepe braadpan voor
vochtige taarten. Fruitsappen kunnen
permanente vlekken maken.
Zet geen heet kookgerei op het
bedieningspaneel.
Laat kookgerei niet droogkoken.
Laat geen voorwerpen of kookgerei
op het apparaat vallen. Het oppervlak
kan beschadigen.
Activeer de kookzones niet met lege
pannen of zonder pannen erop.
Leg geen aluminiumfolie op het
apparaat of direct op de bodem van
het apparaat.
Pannen van gietijzer, aluminium of
met beschadigde bodems kunnen
krassen veroorzaken. Til deze
voorwerpen altijd op als u ze moet
verplaatsen op het kookoppervlak.
Dit apparaat is uitsluitend bestemd
om mee te koken. Het mag niet
worden gebruikt voor andere
doeleinden, zoals het verwarmen van
een kamer.
www.aeg.com
6
2.4 Onderhoud en reiniging
WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel, brand en
schade aan het apparaat.
Schakel het apparaat voor onderhoud
uit.
Trek de stekker uit het stopcontact.
Zorg ervoor dat het apparaat is
afgekoeld. Er bestaat een risico dat
de glasplaten kunnen breken.
Vervang direct de glazen deurpanelen
als deze beschadigd zijn. Neem
contact op met de service-afdeling.
Wees voorzichtig bij het verwijderen
van de deur uit het apparaat. De deur
is zwaar!
Reinig het apparaat regelmatig om te
voorkomen dat het materiaal van het
oppervlak achteruitgaat.
Resterend vet of voedsel in het
apparaat kan brand veroorzaken.
Maak het apparaat schoon met een
vochtige, zachte doek. Gebruik alleen
neutrale schoonmaakmiddelen.
Gebruik geen schuurmiddelen,
schuursponsjes, oplosmiddelen of
metalen voorwerpen.
Raadpleeg als u een ovenspray
gebruikt eerst de aanwijzingen op de
verpakking.
Reinig niet het katalytisch email
(indien van toepassing) met een
schoonmaakmiddel.
2.5 Pyrolysereiniging
Risico op letsel / Brand /
Chemische uitstoot
(dampen) in pyrolitische
modus.
Voordat u de pyrolytische
zelfsreinigingsfunctie of de functie
Het eerste gebruik uitvoert, moet u
eerst de volgende items uit de
binnenkant oven verwijderen:
Eventueel grote hoeveelheden
etensresten, olie of gemorst vet /
afzetttingen.
Eventueel verwijderbare objecten
(inclusief plateaus, zijrails, etc., die
met het product zijn
meegeleverd), in het bijzonder
potten en pannen met
antiaanbaklaag, ovenroosters,
kookgerei, etc.
Lees zorgvuldig alle instructies voor
pyrolytische reiniging.
Houd kinderen uit de buurt van het
apparaat als de pyrolytische reiniging
in werking is.
Het apparaat wordt erg heet en er
komt hete lucht uit de
ventilatieopeningen aan de voorkant.
Pyrolytische reiniging wordt
uitgevoerd onder hoge temperaturen
waarbij er rook van kookresten en
constructiematerialen kan komen.
Daarom gelden de volgende
aanbevelingen voor consumenten:
Zorg voor goede ventilatie tijdens
en na elke pyrolytische reiniging.
Zorg tijdens en na het eerste
gebruik bij maximumtemperatuur
voor voldoende verluchting.
In tegenstelling tot mensen, kunnen
bepaalde vogels en reptielen zeer
gevoelig zijn voor mogelijke
rookgassen die tijdens het
reinigingsproces van alle pyrolytische
ovens worden uitgestoten.
Houd huisdieren (met name
vogels) uit de buurt van het
apparaat tijdens en na de
pyrolytische reiniging en gebruik
eerst een programma bij
maximale temperatuur in een
goed geventileerde ruimte.
Kleine huisdieren kunnen ook zeer
gevoelig zijn voor de plaatselijke
temperatuurwijzigingen in de
nabijheid van alle pyrolytische ovens
wanneer de pyrolytische reiniging in
werking is.
Anti-aanbaklagen in potten en
pannen, schalen, keukengerei, enz.
kunnen worden beschadigd door de
hoge temperatuur van het
pyrolytische reinigingsproces van alle
pyrolytische ovens en kunnen
mogelijk ook kleine hoeveelheden
schadelijke gassen veroorzaken.
Rookgassen die vrijkomen uit alle
pyrolytische ovens / kookresten zoals
beschreven, zijn niet schadelijk voor
mensen, inclusief zuigelingen of
personen met medische
aandoeningen.
NEDERLANDS
7
2.6 Binnenverlichting
De gloeilampen of halogeenlampen
in dit apparaat zijn uitsluitend
bedoeld voor gebruik in
huishoudelijke apparaten. Gebruik
deze niet voor andere doeleinden.
WAARSCHUWING!
Gevaar voor elektrische
schokken!
Voordat u het lampje vervangt, dient
u de stekker van het apparaat uit het
stopcontact te halen.
Gebruik alleen lampjes met dezelfde
specificaties.
2.7 Verwijdering
WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel of
verstikking.
Haal de stekker uit het stopcontact.
Snij het netsnoer van het apparaat af
en gooi dit weg.
Verwijder de deurgreep om te
voorkomen dat kinderen en
huisdieren opgesloten raken in het
apparaat.
3. BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT
3.1 Algemeen overzicht
5
4
3
2
1
6
7
10
1 42
5
3
8
9
1
Knop voor ovenfuncties
2
Stroomlampje/symbool/
indicatielampje
3
Elektronische tijdschakelklok
4
Temperatuurregelknop
5
Toetsen voor de kookplaat
6
Verwarmingselement
7
Lampje
8
Rekframe, verwijderbaar
9
Ventilator
10
Rekstanden
www.aeg.com
8
3.2 Indeling kookplaat
170 mm
265 mm
145 mm
145 mm
140/210 mm
1 2
345
1
Kookzone 1200 W
2
Kookzone 1500 / 2400 W
3
Kookzone 1200 W
4
Restwarmte-indicatie
5
Kookzone 1000 / 2200 W
3.3 Accessoires
Bakrooster
Voor kookgerei, bak- en
braadvormen.
Bakplaat
Voor gebak en koekjes.
Grill-/braadpan
Voor braden en roosteren of als
schaal om vet op te vangen.
Telescopische geleiders
Voor roosters en bakplaten.
Bewaarlade
Onder de ovenruimte bevindt zich
een bewaarlade. Druk op de lade om
de lade te openen. De lade komt dan
naar buiten.
4. VOORDAT U HET APPARAAT VOOR DE EERSTE KEER
GEBRUIKT
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
4.1 Eerste reiniging
Verwijder alle accessoires en
verwijderbare inschuifrails uit het
apparaat.
De deur is voorzien van een
traag sluitsysteem. Probeer
in dat geval de deur niet te
forceren.
Zie het hoofdstuk
'Onderhoud en reiniging'.
Reinig het apparaat voor het eerste
gebruik.
Zet de accessoires en verwijderbare
inschuifrails terug in de beginstand.
4.2 Tijd instellen
Na de eerste aansluiting op het
elektriciteitsnet, blijven alle symbolen op
het display enkele seconden branden. In
de volgende seconden toont het display
de softwareversie.
Nadat de softwareversie is verdwenen,
toont het display
en "12:00". "12"
knippert.
1. Druk op
of op om het huidige
uur in te stellen.
2. Druk op om te bevestigen. Dit is
alleen nodig de eerste keer dat u de
tijd instelt. Later wordt de nieuwe tijd
automatisch opgeslagen na 5
seconden.
NEDERLANDS
9
Het display toont en het
ingestelde uur. "00" knippert.
3. Druk op of op om de huidige
minuten in te stellen.
4. Druk op om te bevestigen. Dit is
alleen nodig de eerste keer dat u de
tijd instelt. Later wordt de nieuwe tijd
automatisch opgeslagen na 5
seconden.
Op het display verschijnt de nieuwe tijd.
Tijd veranderen
U kunt de dagtijd alleen wijzigen als de
oven is uitgeschakeld.
Druk op .
De ingestelde tijd en het symbool
knipperen op het display.
Zie "De duur instellen" om een nieuwe
tijd in te stellen.
4.3 Verzonken knoppen
Om het apparaat te bedienen, moet u
op de bedieningsknop drukken. De
bedieningsknop komt naar voren.
4.4 Voorverwarmen
Verwarm het apparaat voor om het
resterende vet weg te branden.
1. Stel de functie
en de
maximumtemperatuur in.
2. Laat het apparaat een uur werken.
3. Stel de functie
en de
maximumtemperatuur in.
4. Laat het apparaat 15 minuten
werken.
5. Stel de functie en de
maximumtemperatuur in.
6. Laat het apparaat 15 minuten
werken.
Accessoires kunnen heter worden dan
normaal. Het apparaat kan een vreemde
geur en rook afgeven. Dit is normaal.
Zorg dat er voldoende luchtcirculatie in
de ruimte is.
5. KOOKPLAAT - DAGELIJKS GEBRUIK
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
5.1 Warmte-instelling
Symbol-
en
-functie
Uit-stand
Tweekringskookzone
Warm houden
1 - 9 Verwarmingsstanden
Gebruik de restwarmte om
het energieverbruik te
verlagen. Zet de kookzone
ongeveer 5 - 10 minuten
voordat het koken is
voltooid uit.
Draai de bedieningsknop in de gewenste
verwarmingsstand.
Zet de bedieningsknop op de uit stand
om het kookproces te beëindigen.
5.2 Activeren en deactiveren
van de buitenringen
Het verwarmingsvlak kan worden
aangepast aan de grootte van de
pannen.
Om de buitenste ring in te schakelen:
draai de knop rechtsom door een lichte
weerstand naar . Draai vervolgens de
knop linksom naar de juiste kookstand.
www.aeg.com
10
Om de buitenste ring uit te schakelen:
de timerknop op de uitstand zetten. Het
controlelampje gaat uit.
5.3 Restwarmte-indicatie
WAARSCHUWING!
Er bestaat
verbrandingsgevaar door
restwarmte.
Het lampje gaat aan wanneer een
kookzone heet wordt.
6. KOOKPLAAT - AANWIJZINGEN EN TIPS
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
6.1 Kookgerei
De bodem van het
kookgerei moet zo dik en
vlak mogelijk zijn.
Kookgerei gemaakt van
geëmailleerd staal of met
aluminium of kopperen
bodems, kunnen tot
verkleuringen leiden van de
glazen keramische
kookplaat.
6.2 Energie besparen
Doe indien mogelijk altijd een deksel
op de pan.
Zet het kookgerei op de kookzone
voordat u deze inschakelt.
Gebruik de restwarmte om het eten
warm te houden of te smelten.
De bodems van de pannen en
kookzones dienen dezelfde afmeting
te hebben.
6.3 Voorbeelden van
kooktoepassingen
De gegevens in de volgende
tabel dienen slechts als
richtlijn.
Verwarmings-
stand
Gebruik om: Tijd
(min)
Tips
- 1
Bereide gerechten warmhou-
den.
zoals
nodig
Een deksel op het kookgerei
doen.
1 - 2 Hollandaisesaus, smelten: bot-
er, chocolade, gelatine.
5 - 25 Van tijd tot tijd mengen.
1 - 2 Stollen: luchtige omeletten,
gebakken eieren.
10 - 40 Met deksel bereiden.
2 - 3 Zachtjes aan de kook brengen
van rijst en gerechten op melk-
basis, reeds bereide gerechten
opwarmen.
25 - 50 Voeg minstens tweemaal zo-
veel vloeistof toe als rijst,
melkgerechten tijdens het be-
reiden tussendoor roeren.
NEDERLANDS 11
Verwarmings-
stand
Gebruik om: Tijd
(min)
Tips
3 - 4 Stomen van groenten, vis en
vlees.
20 - 45 Een paar eetlepels vocht toe-
voegen.
4 - 5 Aardappelen stomen. 20 - 60 Gebruik max. ¼ l water voor
750 g aardappelen.
4 - 5 Bereiden van grotere hoeveel-
heden voedsel, stoofschotels
en soepen.
60 - 150 Tot 3 l vloeistof plus ingre-
diënten.
6 - 7 Lichtjes braden: kalfsoester,
cordon bleu van kalfsvlees, ko-
teletten, rissoles, worstjes, lev-
er, roux, eieren, pannenkoek-
en, donuts.
zoals
nodig
Halverwege de bereidingstijd
omdraaien.
7 - 8 Door-en-door gebraden, op-
gebakken aardappelen, lend-
enbiefstukken, steaks.
5 - 15 Halverwege de bereidingstijd
omdraaien.
9 Aan de kook brengen van water, pasta koken, aanbraden van vlees (gou-
lash, stoofvlees), frituren van friet.
7. KOOKPLAAT - ONDERHOUD EN REINIGING
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
7.1 Algemene informatie
Reinig de kookplaat na elk gebruik.
Gebruik altijd pannen met een schone
bodem.
Krassen of donkere vlekken op de
oppervlakte hebben geen invloed op
de werking van de kookplaat.
Gebruik een specifiek
schoonmaakmiddel voor het
oppervlak van de kookplaat.
Gebruik een speciale schraper voor
de glazen plaat.
7.2 De kookplaat
schoonmaken
Verwijder direct: gesmolten plastic,
gesmolten folie en suikerhoudende
gerechten. Anders kan het vuil de
kookplaat beschadigen. Plaats de
speciale schraper schuin op de glazen
plaat en verwijder resten door het
blad over het oppervlak te schuiven.
Verwijder nadat de kookplaat
voldoende is afgekoeld: kalk- en
waterkringen, vetspatten en
metaalachtig glanzende
verkleuringen. Reinig de kookplaat
met een vochtige doek en een beetje
afwasmiddel. Droog de kookplaat na
reiniging af met een zachte doek.
www.aeg.com12
8. OVEN - DAGELIJKS GEBRUIK
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
8.1 De oven in- en
uitschakelen
Het hangt van het model
of uw apparaat
knopsymbolen,
indicatielampjes of lampjes
heeft:
Het indicatielampje gaat
aan wanneer de oven
opwarmt.
Het lampje gaat aan als
het apparaat in werking
is.
Het symbool geeft aan of
de knop de kookzones,
de ovenfuncties of de
temperatuur bedient.
1. Draai aan de knop voor de
ovenfuncties om een ovenfunctie te
selecteren.
2. Draai de knop voor de temperatuur
naar een temperatuur.
3. Draai om de oven uit te schakelen,
de knop voor de ovenfuncties en de
knop voor de temperatuur naar de
uit-stand.
8.2 Ovenfuncties
Symbool Ovenfunctie Applicatie
Uit-stand Het apparaat staat uit.
Ovenlampje Het lampje activeren zonder een bereidingsfunctie.
Multi hetelucht Om op 2 rekstanden te bakken en tegelijk voedsel
te drogen.Stel de temperatuur 20 - 40 °C lager in
dan bij Boven- en onderwarmte.
Pizza hetelucht Om gerechten op één niveau te bakken met inten-
sief bruinen en een krokantere korst. Stel de tem-
peratuur 20 - 40 °C lager in dan voor Boven + on-
derwarmte.
NEDERLANDS 13
Symbool Ovenfunctie Applicatie
Conventionele functie
(Boven + Onder-
warmte)
Voor het bakken en braden op 1 ovenniveau.
Drogen Voor het drogen van gesneden fruit (zoals appels,
pruimen, perziken) en groenten (zoals tomaten,
courgette of champignons).
Ontdooien Om bevroren gerechten te ontdooien.
Grill Om vlak voedsel te grillen en te toasten.
Multi-hete lucht Om te bakken in bakblikken en te drogen op één
niveau bij lage temperatuur.
Circulatiegrill Voor het braden van grotere stukken vlees of gevo-
gelte met botten op 1 niveau. Ook om te gratineren
en te bruinen.
Pyrolytische reiniging Automatische pyrolytische schoonmaakfunctie van
de oven. Hierdoor worden vuilresten in de oven ver-
brand.
8.3 Koelventilator
Als het apparaat in werking is, wordt de
koelventilator automatisch ingeschakeld
om de oppervlakken van het apparaat
koel te houden. Na het uitschakelen van
het apparaat kan de ventilatie doorgaan
totdat het apparaat is afgekoeld.
8.4 Weergave
A B C
D
EFG
A) Timer
B) Opwarmen en restwarmte-indicatie
C) Waterreservoir (alleen geselecteerde
modellen)
D) Vleesthermometer (alleen
geselecteerde modellen)
E) Deurslot (alleen geselecteerde
modellen)
F) Uren/minuten
G) Klokfuncties
8.5 Toetsen
Knop Functie Omschrijving
MIN De tijd instellen.
www.aeg.com14
Knop Functie Omschrijving
KLOK De klokfunctie instellen.
PLUS De tijd instellen.
8.6 Controlelampje bij
voorverwarmen
Als u een ovenfunctie inschakelt, gaan de
balkjes op het display een voor een
branden. De balkjes geven aan dat de
oventemperatuur toeneemt of afneemt.
8.7 Het kinderslot gebruiken
Het kinderslot voorkomt dat het
apparaat per ongeluk in werking wordt
gesteld.
Als de pyrolysefunctie in
werking is, wordt de deur
vergrendeld.
SAFE gaat aan op het
display als u een schakelaar
verdraait of op een knop
drukt.
1. Stel geen ovenfunctie in.
2. Houd en gedurende ten
minste 2 seconden samen ingedrukt.
Er klinkt een geluidssignaal. SAFE gaat
aan op het display.
Herhaal stap 2 om het kinderslot uit te
schakelen.
8.8 Gebruik van de
Toetsblokkering.
U kunt de Toetsblokkering alleen
inschakelen als het apparaat in werking
is.
Toetsblokkering voorkomt dat de
temperatuur en de tijdinstelling van een
lopende een ovenfunctie per ongeluk
worden gewijzigd.
1. Selecteer een ovenfunctie en stel het
in volgens uw voorkeur
2. Houd en gedurende ten
minste 2 seconden samen ingedrukt.
Er klinkt een geluidssignaal. Loc gaat aan
op het display.
Herhaal stap 2 om de toetsblokkering uit
te schakelen.
Als de Pyrolysefunctie werkt,
is de deur vergrendeld en
gaat aan op het display.
Loc gaat aan op het display
als u aan de
temperatuurknop draait of
op een knop indrukt. Als u
aan de knop voor de
ovenfuncties draait, gaat het
apparaat uit.
Als u het apparaat
uitschakelt terwijl de
toetsblokkering aan is,
schakelt de toetsblokkering
automatisch over naar
kinderslot. Raadpleeg "Het
kinderslot gebruiken".
8.9 Automatische
uitschakeling
Om veiligheidsredenen wordt het
apparaat na een tijdje automatisch
uitgeschakeld als een ovenfunctie werkt
en u geen instellingen wijzigt.
Temperatuur (°C) Uitschakeltijd (u)
30 - 115 12.5
120 - 195 8.5
200 - 245 5.5
250 - maximum 3
Druk na een automatische uitschakeling
op een willekeurige knop om het toestel
opnieuw te activeren.
De automatische
uitschakeling werkt niet met
de functies: licht, duur,
einde.
NEDERLANDS 15
8.10 Ovenaccessoires plaatsen
Braadpan:
Plaats de braadpan tussen de
geleidestangen van de inschuifrail.
Bakrooster en braadpan samen:
Schuif de braadpan tussen de
geleidestangen van de roostersteun en
het rooster op de roostersteun er boven.
Alle accessoires hebben
links en rechts bovenaan
kleine inkepingen om de
veiligheid te verhogen.
Deze inkepingen zorgen
er ook voor dat ze niet
omkantelen.
Door de verhoogde lijst
die om het rooster loopt,
is kookgerei beveiligd
tegen wegglijden.
8.11 Telescopische geleiders -
de ovenaccessoires plaatsen
Bewaar de montage-
instructies voor de
telescopische geleiders om
later terug te kunnen lezen.
Met de telescopische geleiders kunt u de
roosters eenvoudig plaatsen en
verwijderen.
Plaats het bakrooster op de
telescopische geleiders zodat de pootjes
naar beneden zijn gericht.
Plaats de bakplaat of braadpan op de
telescopische geleiders.
Plaats het bakrooster op de braadpan.
Plaats het rooster en de diepe pan op de
telescopische geleiders.
www.aeg.com
16
9. OVEN - KLOKFUNCTIES
9.1 Tabel klokfuncties
Klokfunctie Applicatie
DAGTIJD Met deze functie kunt u de tijd regelen. Zie "De tijd in-
stellen".
KOOKWEKKER Gebruik de kookwekker om de tijd af te tellen (maxi-
maal 23 uur 59 minuten). Deze functie heeft geen inv-
loed op de werking van het apparaat. U kunt de KOOK-
WEKKER op elk gewenst moment instellen, ook als het
apparaat uit staat.
DUUR Instellen hoe lang het apparaat in werking is. Gebruik
dit alleen wanneer een ovenfunctie is ingesteld.
EINDE Instellen wanneer het apparaat wordt uitgeschakeld.
Gebruik dit alleen wanneer een ovenfunctie is inges-
teld. Bereidingsduur en einde kunnen gelijktijdig wor-
den gebruikt (tijdvertraging), als het apparaat op een
later tijdstip automatisch wordt in- en uitgeschakeld.
Druk opnieuw op om
tussen de klokfuncties te
schakelen.
Gebruik om de
instellingen voor de
klokfuncties te bevestigen of
wacht 5 seconden op een
automatische bevestiging.
9.2 De DUUR of het EINDE
instellen
1. Druk herhaaldelijk op tot het
display of toont.
of knippert op het display.
2. Druk op of om de waarden in
te stellen en druk op
om te
bevestigen.
Voor de Duur stelt u eerst de
minuten en dan de uren in, voor Einde
stelt u eerst de uren en dan de
minuten in.
Er klinkt twee minuten een
geluidssignaal nadat de tijd is afgelopen.
of symbool- en tijdsinstelling
knipperen in het display. De oven stopt.
3. Draai de knop voor de ovenfuncties
naar de uit-stand.
4. Druk op een willekeurige knop of
open de deur van de oven om het
geluid te stoppen.
Als u op de knop drukt
terwijl u het uur instelt voor
de DUUR , gaat het
apparaat naar de instelling
van de functie EINDE .
9.3 De KOOKWEKKER
instellen
1.
Druk steeds opnieuw op
tot op
het display verschijnt en "00"
knippert.
2. Druk op of om de
KOOKWEKKER in te stellen.
U moet eerst seconden en dan
minuten en uren instellen.
Eerst wordt de tijd berekend in
minuten en seconden. Als de
ingestelde tijd langer is dan 60
minuten, dan verschijnt het symbool
op het display.
NEDERLANDS
17
Het apparaat berekent nu de tijd in uren
en minuten.
3. De KOOKWEKKER start automatisch
na vijf seconden.
Na 90% van de ingestelde tijd klinkt
er een geluidssignaal.
4. Wanneer de ingestelde tijd is
verlopen, klinkt er gedurende twee
minuten een geluidssignaal. "00:00"
en knipperen op het display. Druk
op een willekeurige knop of open de
deur van de oven om het geluid te
stoppen.
Als u de KOOKWEKKER
instelt als DUUR of EINDE
lopen, gaat het symbool
aan op het display.
9.4 Timer met optelfunctie
Gebruik de timer met optelfunctie om bij
te houden hoe lang de oven werkt. Deze
wordt onmiddellijk ingeschakeld
wanneer de oven begint met opwarmen.
Houd om de timer met optelfunctie te
resetten en ingedrukt. De timer
gaat weer optellen.
De timer met optelfunctie
kan niet worden gebruikt
met de functies: Duur ,
Einde .
10. OVEN - AANWIJZINGEN EN TIPS
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
De temperaturen en
baktijden in de tabellen zijn
slechts als richtlijn bedoeld.
Deze zijn afhankelijk van de
recepten en de kwaliteit en
de hoeveelheid van de
gebruikte ingrediënten.
10.1 Bakken
Uw oven kan een andere bak-/
braadverhouding hebben dan het
apparaat dat u tot nu toe gebruikt
heeft. Pas uw normale instellingen
(temperatuur, gaartijden) en de
ovenniveaus aan de tabelwaarden
aan.
De fabrikant raadt u aan de eerste
keer een lagere temperatuur in te
stellen.
Als u geen concrete aanwijzingen
kunt vinden voor een speciaal recept,
kijkt u bij een soortgelijk product.
Bij het bereiden van cake op
meerdere niveaus kan de baktijd ca.
10 - 15 minuten langer zijn.
Als de cake niet overal even hoog is,
wordt de cake in het begin van het
bakproces niet overal even bruin.
Verander in dit geval de
temperatuurinstelling niet. De
verschillen verminderen tijdens het
bakproces.
Bij langere baktijden kunt u de oven
ca. 10 minuten voor het einde van de
baktijd uitschakelen en profiteren van
de restwarmte.
Wanneer u bevroren gerechten gebruikt,
kunnen de bakplaten in de oven tijdens
het bakken vervormen. Wanneer de
bakplaten afkoelen, verdwijnt de
vervorming.
10.2 Baktips
Bakresultaat Mogelijke oorzaak Oplossing
De onderkant van de cake is
niet voldoende gebruind.
De rekstand is incorrect. Plaats de cake op een lagere
rekstand.
www.aeg.com18
Bakresultaat Mogelijke oorzaak Oplossing
De cake zakt in en wordt
klef, klonterig, streperig.
De oventemperatuur is te
hoog.
De volgende keer dat u een
cake bakt, stelt u de baktem-
peratuur lager in.
De cake zakt in en wordt
klef, klonterig, streperig.
Te korte baktijd. Baktijd verlengen. U kunt de
baktijd niet verlagen door
een hogere temperatuur in
te stellen.
De cake zakt in en wordt
klef, klonterig, streperig.
Er zit te veel vloeistof in het
mengsel.
Minder vocht gebruiken. Let
op de kneedtijden, vooral bij
het gebruik van keukenma-
chines.
De cake is te droog. De oventemperatuur is te
laag.
De volgende keer dat u een
cake bakt, stelt u de baktem-
peratuur hoger in.
De cake is te droog. Te lange baktijd. De volgende keer dat u een
cake bakt, gebruikt u een
kortere baktijd.
De cake wordt ongelijkmatig
bruin.
De oventemperatuur is te
hoog en de baktijd te kort.
De baktemperatuur lager in-
stellen en de baktijd verlen-
gen.
De cake wordt ongelijkmatig
bruin.
Het deeg is niet gelijkmatig
verdeeld.
Verdeel het deeg gelijkma-
tig over de bakplaat.
De cake wordt niet gaar bin-
nen de aangegeven baktijd.
De oventemperatuur is te
laag.
De volgende keer dat u een
cake bakt, stelt u de baktem-
peratuur een beetje hoger
in.
10.3 Multi-hete lucht
1. Gebruik de functie om te bakken in
bakblikken en te drogen op één
niveau bij lage temperatuur.
2. Bak maar één bakblik of bakplaat
tegelijkertijd.
3. We raden het gebruik van Multi-hete
lucht aan zonder voorverwarmen.
4. Gebruik als u de oven wilt
voorverwarmen de functie bereiding
met hete lucht.
Gerecht Temperatuur
(°C)
Tijd (min) Rooster-
hoogte
Biscuitgebak in bakblik 160 50 - 70 2
NEDERLANDS 19
Gerecht Temperatuur
(°C)
Tijd (min) Rooster-
hoogte
Tulband of brioche in bakblik 150 - 160 50 - 70 2
Zandgebak/Droge vruchtencake in
bakblik
140 - 160 70 - 90 2
Eiwitgebak, schuimgebak 80 - 100 120 - 150 3
10.4 Bereiding met hete lucht
Bakken op 1 ovenniveau
Bakken in een bakblik
Gerecht Temperatuur (°C) Tijd (min) Rooster-
hoogte
Tulband of brioche 150 - 160 50 - 70 2
Zandgebak/vruchtencake 140 - 160 50 - 90 1 - 2
Biscuittaart zonder vet
150 - 160
1)
25 - 40 3
Taartbodem van zandtaartdeeg
170 - 180
1)
10 - 25 2
Taartbodem - zacht cakedeeg 150 - 170 20 - 25 2
Appeltaart (2 vormen Ø 20 cm, dia-
gonaal geplaatst)
160 60 - 90 2 - 3
1)
Oven voorverwarmen.
Gebak op bakplaat
Gerecht Temperatuur (°C) Tijd (min) Rooster-
hoogte
Kruimeltaart (droog) 150 - 160 20 - 40 3
Vruchtentaart (bereid met gistdeeg/
sponsdeeg)
1)
150 35 - 55 3
Vruchtentaart met kruimeldeeg 160 - 170 40 - 80 3
1)
Gebruik braadpan.
Koekjes
Gerecht Temperatuur (°C) Tijd (min) Rooster-
hoogte
Zandkoekjes 150 - 160 10 - 20 3
Zandtaartdeeg/ Deegreepjes 140 20 - 35 3
www.aeg.com20
Gerecht Temperatuur (°C) Tijd (min) Rooster-
hoogte
Koekjes gemaakt van roerdeeg 150 - 160 15 - 20 3
Eiwitgebak, schuimgebak 80 - 100 120 - 150 3
Bitterkoekjes 100 - 120 30 - 50 3
Koekjes gemaakt van gistdeeg 150 - 160 20 - 40 3
Klein bladerdeeggebak
170 - 180
1)
20 - 30 3
Broodjes
160
1)
10 - 35 3
Kleine cakejes (20 per blad)
150
1)
20 - 35 3
1)
Oven voorverwarmen.
Tabel voor ovenschotels en gegratineerde gerechten
Gerecht Temperatuur (°C) Tijd (min) Rooster-
hoogte
Stokbroden bedekt met gesmolten
kaas
160 - 170
1)
15 - 30 1
Gevulde groente 160 - 170 30- 60 1
1)
Oven voorverwarmen.
Bakken op meerdere niveaus
Gebak op bakplaat
Gerecht Temperatuur (°C) Tijd (min) Rooster-
hoogte
2 posities
Roomsoezen/tompoezen
160 - 180
1)
25 - 45 2 / 4
Kruimeltaart 150 - 160 30 - 45 2 / 4
1)
Oven voorverwarmen.
Koekjes/small cakes/gebak/broodjes
Gerecht Temperatuur (°C) Tijd (min) Rooster-
hoogte
2 posities
Zandkoekjes 150 - 160 20 - 40 2 / 4
Zandtaartdeeg/ Deegreepjes 140 25 - 45 2 / 4
Koekjes gemaakt van roerdeeg 160 - 170 25 - 40 2 / 4
Eiwitgebak, schuimgebak 80 - 100 130 - 170 2 / 4
NEDERLANDS 21
Gerecht Temperatuur (°C) Tijd (min) Rooster-
hoogte
2 posities
Bitterkoekjes 100 - 120 40 - 80 2 / 4
Koekjes gemaakt van gistdeeg 160 - 170 30 - 60 2 / 4
Klein bladerdeeggebak
170 - 180
1)
30 - 50 2 / 4
Broodjes
180
1)
25- 40 2 / 4
Kleine cakejes (20 per blad)
150
1)
20 - 40 2 / 4
1)
Oven voorverwarmen.
10.5 Boven- en onderwarmte op één niveau
Bakken in een bakblik
Gerecht Temperatuur (°C) Tijd (min) Rooster-
hoogte
Tulband of brioche 160 - 180 50 - 70 2
Moskovisch gebak/vruchtencake 150 - 170 50 - 90 1 - 2
Biscuittaart zonder vet
170
1)
25 - 40 3
Taartbodem van zandtaartdeeg
190 - 210
1)
10 - 25 2
Taartbodem - zacht cakedeeg 170 - 190 20 - 25 2
Appeltaart (2 vormen Ø 20 cm, dia-
gonaal geplaatst)
180 60 - 90 1 - 2
Hartige taart (bijv. quiche lorraine) 180 - 220 35 - 60 1
Kwarktaart 160 - 180 60 - 90 1 - 2
1)
Oven voorverwarmen.
Gebak op bakplaat
Gerecht Temperatuur (°C) Tijd (min) Rooster-
hoogte
Vlechtbrood/broodkrans 170 - 190 40 - 50 2
Kerststol
160 - 180
1)
50 - 70 2
Brood (roggebrood):
1. Eerste deel van het bakproces.
2. Tweede deel van het bakproces.
1. 230
1)
2. 160 - 180
1)
1. 20
2. 30 - 60
1 - 2
Roomsoezen/tompoezen
190 - 210
1)
20 - 35 3
www.aeg.com22
Gerecht Temperatuur (°C) Tijd (min) Rooster-
hoogte
Koninginnenbrood (opgerolde cake
met jam)
180 - 200
1)
10 - 20 3
Kruimeltaart (droog) 160 - 180 20 - 40 3
Amandelcake/suikertaart
190 - 210
1)
20 - 30 3
Vruchtentaart (bereid met gistdeeg/
sponsdeeg)
2)
170 35 - 55 3
Vruchtentaart met kruimeldeeg 170 - 190 40 - 60 3
Plaatkoek met kwetsbare garnering
(bijv. kwark, room, puddingvulling)
160 - 180
1)
40 - 80 3
Pizza (met veel garnering)
190 - 210
1)
30 - 50 1 - 2
Pizza (dunne korst)
220 - 250
1)
15 - 25 1 - 2
Ongedesemd brood 230 - 250 10 - 15 1
Vlaaien (CH) 210 - 230 35 - 50 1
1)
Oven voorverwarmen.
2)
Gebruik braadpan.
Koekjes
Gerecht Temperatuur (°C) Tijd (min) Rooster-
hoogte
Zandkoekjes 170 - 190 10 - 20 3
Zandtaartdeeg/ Deegreepjes
160
1)
20 - 35 3
Roerdeegkoekjes 170 - 190 20 - 30 3
Eiwitgebak, schuimgebak 80 - 100 120 - 150 3
Bitterkoekjes 120 - 130 30 - 60 3
Koekjes gemaakt van gistdeeg 170 - 190 20 - 40 3
Klein bladerdeeggebak
190 - 210
1)
20 - 30 3
Broodjes
190 - 210
1)
10 - 55 3
Kleine cakejes (20 per blad)
170
1)
20 - 30 3 - 4
1)
Oven voorverwarmen.
NEDERLANDS 23
Tabel voor ovenschotels en gegratineerde gerechten
Gerecht Temperatuur (°C) Tijd (min) Rooster-
hoogte
Pastaschotel 180 - 200 45 - 60 1
Lasagne 180 - 200 35 - 50 1
Groentegratin
180 - 200
1)
15 - 30 1
Stokbroden bedekt met gesmolten
kaas
200 - 220
1)
15 - 30 1
Zoete ovenschotels 180 - 200 40 - 60 1
Visschotels 180 - 200 40 - 60 1
Gevulde groente 180 - 200 40 - 60 1
1)
Oven voorverwarmen.
10.6 Pizzastand
Gerecht Temperatuur (°C) Tijd (min) Rooster-
hoogte
Pizza (dun)
1)
200 - 230
2)
10 - 20 1 - 2
Pizza (met veel garnering)
1)
180 - 200 20 - 35 1 - 2
Taarten 170 - 200 35 - 55 1 - 2
Spinazietaart 160 - 180 45 - 60 1 - 2
Quiche Lorraine (hartige taart) 170 - 190 45 - 55 1 - 2
Zwitserse flan 170 - 200 35 - 55 1 - 2
Kwarktaart 140 - 160 60 - 90 1 - 2
Appeltaart, bedekt 150 - 170 50 - 60 1 - 2
Groentetaart 160 - 180 50 - 60 1 - 2
Ongedesemd brood
230 - 250
2)
10 - 20 2 - 3
Bladerdeegtaart
160 - 180
2)
45 - 55 2 - 3
Flammekuchen
230 - 250
2)
12 - 20 2 - 3
Piroggen (Russische variant op cal-
zone)
180 - 200
2)
15 - 25 2 - 3
1)
Gebruik braadpan.
2)
Oven voorverwarmen.
www.aeg.com24
10.7 Braden
Gebruik hittebestendig servies om te
braden (lees de instructies van de
fabrikant).
Grote braadstukken kunt u direct in
de diepe braadpan braden (indien
aanwezig) of op een rooster boven de
braadpan.
Braad mager vlees in een braadpan
met deksel. Op die manier blijft het
vlees sappiger.
Alle soorten vlees die een korst
moeten krijgen, kunt u in de
braadschaal zonder deksel braden.
Wij raden u aan vlees en vis vanaf 1 kg
in het apparaat te bereiden.
Giet een beetje vloeistof in de
braadpan om het aanbranden van
vleessap of vet te voorkomen.
Indien nodig het braadstuk (na 1/2 -
2/3 van de gaartijd) keren.
Besprenkel grote braadstukken en
gevogelte diverse keren tijdens het
braden met het eigen vleessap.
Hiermee bereikt u een beter
braadresultaat.
U kunt het apparaat ongeveer 10
minuten voor het einde van de
bereidingstijd uitschakelen om de
restwarmte te gebruiken.
10.8 Braden met boven- en onderwarmte
Rundvlees
Gerecht Aantal Temperatuur
(°C)
Tijd (min) Rooster-
hoogte
Stoofvlees 1 – 1,5 kg 200 - 230 105 - 150 1
Rosbief of ossehaas:
rood
per cm dikte
230 - 250
1)
6 - 8 1
Rosbief of ossehaas:
medium
per cm dikte 220 - 230 8 - 10 1
Rosbief of ossehaas:
gaar
per cm dikte 200 - 220 10 - 12 1
1)
Oven voorverwarmen.
Varkensvlees
Gerecht Aantal Temperatuur
(°C)
Tijd (min) Rooster-
hoogte
Schouderstuk, nekstuk,
hamlap
1 – 1,5 kg 210 - 220 90 - 120 1
Kotelet, ribbetje 1 – 1,5 kg 180 - 190 60 - 90 1
Gehaktbrood 750 g - 1 kg 170 - 190 50 - 60 1
Varkensschenkel(voor-
gekookt)
750 g - 1 kg 200 - 220 90 - 120 1
NEDERLANDS 25
Kalfsvlees
Gerecht Aantal Temperatuur
(°C)
Tijd (min) Rooster-
hoogte
Geroosterd kalfsvlees
1)
1 kg 210 - 220 90 - 120 1
Kalfsschenkel 1,5 – 2 kg 200 - 220 150 - 180 1
1)
Gebruik een afgesloten braadpan.
Lamsvlees
Gerecht Aantal Temperatuur
(°C)
Tijd (min) Rooster-
hoogte
Lamsbout, geroosterd
lamsvlees
1 – 1,5 kg 210 - 220 90 - 120 1
Lamsrug 1 – 1,5 kg 210 - 220 40 - 60 1
Game
Gerecht Aantal Temperatuur
(°C)
Tijd (min) Rooster-
hoogte
Hazenrug, hazenbout tot 1 kg
220 - 240
1)
30 - 40 1
Reerug, hertenrug 1,5 – 2 kg 210 - 220 35 - 40 1
Reebout, hertenbout 1,5 – 2 kg 200 - 210 90 - 120 1
1)
Oven voorverwarmen.
Gevogelte
Gerecht Aantal Temperatuur
(°C)
Tijd (min) Rooster-
hoogte
Stukken gevogelte 200 – 250 g p.p. 220 - 250 20 - 40 1
Halve kip 400 – 500 g p.p. 220 - 250 35 - 50 1
Kip, haantje 1 – 1,5 kg 220 - 250 50 - 70 1
Eend 1,5 – 2 kg 210 - 220 80 - 100 1
Gans 3,5 – 5 kg 200 - 210 150 - 180 1
Kalkoen 2,5 – 3,5 kg 200 - 210 120 - 180 1
Kalkoen 4 – 6 kg 180 - 200 180 - 240 1
Vis
Gerecht Aantal Tempera-
tuur (°C)
Tijd (min) Rooster-
hoogte
Hele vis 1 – 1,5 kg 210 - 220 40 - 70 1
www.aeg.com26
10.9 Braden met circulatiegrill
Rundvlees
Gerecht Aantal Temperatuur
(°C)
Tijd (min) Rooster-
hoogte
Rosbief of ossehaas: rood per cm dikte
190 - 200
1)
5 - 6 1
Rosbief of ossehaas: medi-
um
per cm dikte 180 - 190 6 - 8 1
Rosbief of ossehaas: gaar per cm dikte 170 - 180 8 - 10 1
1)
Oven voorverwarmen.
Varkensvlees
Gerecht Aantal Temperatuur
(°C)
Tijd (min) Rooster-
hoogte
Schouderstuk, nekstuk,
hamlap
1 – 1,5 kg 160 - 180 90 - 120 1
Kotelet, ribbetje 1 – 1,5 kg 170 - 180 60 - 90 1
Gehaktbrood 750 g - 1 kg 160 - 170 50 - 60 1
Varkensschenkel(voorge-
kookt)
750 g - 1 kg 150 - 170 90 - 120 1
Kalfsvlees
Gerecht Aantal Temperatuur
(°C)
Tijd (min) Rooster-
hoogte
Geroosterd kalfsvlees 1 kg 160 - 180 90 - 120 1
Kalfsschenkel 1,5 – 2 kg 160 - 180 120 - 150 1
Lamsvlees
Gerecht Aantal Temperatuur
(°C)
Tijd (min) Rooster-
hoogte
Lamsbout, geroosterd
lamsvlees
1 – 1,5 kg 150 - 170 100 - 120 1
Lamsrug 1 – 1,5 kg 160 - 180 40 - 60 1
Gevogelte
Gerecht Aantal Temperatuur
(°C)
Tijd (min) Rooster-
hoogte
Stukken gevogelte 200 – 250 g p.p. 200 - 220 30 - 50 1
Halve kip 400 – 500 g p.p. 190 - 210 35 - 50 1
Kip, haantje 1 – 1,5 kg 190 - 210 50 - 70 1
NEDERLANDS 27
Gerecht Aantal Temperatuur
(°C)
Tijd (min) Rooster-
hoogte
Eend 1,5 – 2 kg 180 - 200 80 - 100 1
Gans 3,5 – 5 kg 160 - 180 120 - 180 1
Kalkoen 2,5 – 3,5 kg 160 - 180 120 - 150 1
Kalkoen 4 – 6 kg 140 - 160 150 - 240 1
10.10 Grillen in het algemeen
Grill alltijd met de maximale
temperatuurinstelling.
Rooster in de rekstand plaatsen, zoals
aangeraden in grilleertabel.
Altijd de pan plaatsen om vet op te
vangen op de eerste rekstand.
Alleen platte stukken vlees of vis
grillen.
Lege oven met grillfuncties altijd 5
minuten voorverwarmen.
Het grilgedeelte is ingesteld in het
midden van het rooster.
10.11 Grill
Gerecht Temperatuur
(°C)
Tijd (min) Roos-
ter-
hoogte
1e kant
2e kant
2e kant
Biefstuk, medium 210 - 230 30 - 40 30 - 40 2
Runderfilet, medium 230 20 - 30 20 - 30 3
Varkensrug 210 - 230 30 - 40 30 - 40 2
Kalfsrug 210 - 230 30 - 40 30 - 40 2
Lamsrug 210 - 230 25 - 35 20 - 35 3
Hele vis, 500 - 1000g 210 - 230 15 - 30 15 - 30 3 - 4
10.12 Drogen
Dek de ovenroosters met bakpapier af.
Voor de beste resultaten: schakel het
apparaat na de eerste helft van de
vereiste tijd uit. Open de deur en laat het
apparaat afkoelen. Hierna kunt u het
droogproces afronden.
Groenten
Gerecht
Temperatuur
(°C)
Tijd (u)
Roosterhoogte
1 stand 2 posities
Bonen 60 - 70 6 - 8 3 2 / 4
www.aeg.com28
Gerecht
Temperatuur
(°C)
Tijd (u)
Roosterhoogte
1 stand 2 posities
Paprika's 60 - 70 5 - 6 3 2 / 4
Groente in het zuur 60 - 70 5 - 6 3 2 / 4
Paddestoelen 50 - 60 6 - 8 3 2 / 4
Kruiden 40 - 50 2 - 3 3 2 / 4
Fruit
Gerecht
Temperatuur
(°C)
Tijd (u)
Roosterhoogte
1 stand 2 posities
Pruimen 60 - 70 8 - 10 3 2 / 4
Abrikozen 60 - 70 8 - 10 3 2 / 4
Schijfjes appel 60 - 70 6 - 8 3 2 / 4
Peren 60 - 70 6 - 9 3 2 / 4
10.13 ontdrooien
Haal het voedsel uit de verpakking.
Doe het voedsel op een bord.
Gebruik voor het afdekken geen
borden of schotels. Hierdoor kan de
ontdooitijd worden verlengd.
Gebruik de eerste rekstand van de
oven. Het inzetniveau onderaan.
Gerecht Aantal Ontdooitijd
(min.)
Nadooitijd
(min)
Opmerkingen
Kip 1 kg 100 - 140 20 - 30 Kip op een omgedraaid scho-
teltje in een groot bord leg-
gen. Halverwege de berei-
dingstijd omdraaien.
Vlees 1 kg 100 - 140 20 - 30 Halverwege de bereidingstijd
omdraaien.
Vlees 500 g 90 - 120 20 - 30 Halverwege de bereidingstijd
omdraaien.
Forel 150 g 25 - 35 10 - 15 -
Aardbeien 300 g 30 - 40 10 - 20 -
Boter 250 g 30 - 40 10 - 15 -
Room 2 x 200 g 80 - 100 10 - 15 Klop de nog licht bevroren sla-
groom.
Cake 1,4 kg 60 60 -
NEDERLANDS 29
11. OVEN - ONDERHOUD EN REINIGING
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
11.1 Opmerkingen over
schoonmaken
Maak de voorkant van het apparaat
schoon met een zachte doek en een
warm sopje.
Gebruik voor metalen oppervlakken
een universeel reinigingsmiddel.
Reinig de binnenkant van het
apparaat na elk gebruik.
Opeenhopingen van vetten of andere
voedselresten kunnen brand
veroorzaken. Het risico is hoger voor
de grillpan.
Verwijder hardnekkig vuil met een
speciale ovenreiniger.
Reinig alle accessoires na elk gebruik
en laat ze drogen. Gebruik een zachte
doek en een warm sopje en een
reinigingsmiddel.
Toebehoren met antiaanbaklaag
mogen niet worden schoongemaakt
met een agressief reinigingsmiddel,
voorwerpen met scherpe randen of
een afwasautomaat. Dit kan de
antiaanbaklaag beschadigen.
11.2 Apparaten van roestvrij
staal of aluminium:
Maak de ovendeur alleen
schoon met een natte spons.
Droog maken met een
zachte doek.
Vermijd het gebruik van
staalwol, zure of schurende
producten, deze kunnen de
oppervlakken van de oven
beschadigen. Maak het
bedieningspaneel van de
oven net zo voorzichtig
schoon
11.3 Pyrolyse
LET OP!
Start de pyrolytische
reiniging niet als u de deur
niet volledig heeft gesloten.
Bij sommige modellen toont
het display “C3” als deze
fout ontstaat.
WAARSCHUWING!
Het apparaat wordt zeer
heet. Er bestaat gevaar voor
brandwonden.
LET OP!
Gebruik de kookplaat niet
tijdens de pyrolytische
reiniging. Dit kan het
apparaat beschadigen.
1.
Verwijder de ergste voedselresten
met de hand.
2. Reinig de binnenkant van de deur
met warm water om te voorkomen
dat resten inbranden door hete lucht.
3. Stel de Pyrolyse-functie in.
Raadpleeg "Ovenfuncties".
4. Wanneer
knippert, drukt u op
of op om de gewenste procedure
in te stellen:
Optie Omschrijving
P1 Als de oven
niet erg vuil
is. Tijd van de
procedure: 1
uur 30 min.
P2 Als het vuil
niet eenvou-
dig te verwij-
deren is. Tijd
van de proce-
dure: 2 uur 30
min.
Na 2 seconden begint de procedure.
U kunt de Einde-functie gebruiken om
de start van de reinigingsprocedure uit
te stellen.
www.aeg.com
30
Het lampje brandt niet tijdens de
pyrolytische reiniging.
5. U kunt de standaardlengte van de
procedure (P1 of P2) wijzigen door
op te drukken om in te
stellen. Druk vervolgens op of op
om de duur van de
reinigingsprocedure in te stellen.
6. Als de oven de ingestelde
temperatuur heeft bereikt, wordt de
deur vergrendeld. Het display toont
het symbool en de balkjes van de
warmteaanduiding tot de deur wordt
vergrendeld.
7. Na afloop van de pyrolytische
reiniging geeft het display de tijd van
de dag aan. De ovendeur blijft
vergrendeld.
8. Zodra het apparaat is afgekoeld,
klinkt een geluidssignaal en wordt de
ovendeur ontgrendeld.
11.4 Reinigingsherinnering
Om u te herinneren aan de pyrolytische
reiniging, knippert PYR in het display
gedurende 10 seconden na elke in- en
uitschakeling van het apparaat.
De reinigingsherinnering
gaat uit:
na het einde van de
functie pyrolytische
reiniging.
Als u gelijktijdig op en
drukt terwijl PYR op
het display knippert.
11.5 Verwijderen van de
inschuifrails
Om de oven te reinigen, verwijdert u de
inschuifrails.
1. Trek de inschuifrail bij de voorkant uit
de zijwand.
2. Trek de geleider bij de achterkant uit
de zijwand en verwijder deze.
1
2
De pinnetjes op de
telescopische geleiders
moeten naar voren wijzen.
Installeer de inschuifrails in omgekeerde
volgorde.
LET OP!
Zorg ervoor dat de langste
bevestigingsdraad voorin
wordt aangebracht. De
uiteinden van de twee
draden moeten naar
achteren wijzen. Incorrecte
installatie kan schade aan
het email toebrengen.
11.6 Uitnemen van de
ovendeur
Om het reinigen te vergemakkelijken,
verwijdert u best de ovendeur.
NEDERLANDS
31
1
2
1. Open de deur helemaal.
2. Verplaats de schuif totdat u een klik
hoort.
3. Sluit de deur tot de schuif
vergrendelt.
4. Verwijder de deur.
Om de deur te verwijderen, trek de
deur eerst aan de ene zijde naar
buiten en daarna aan de andere
zijde.
Wanneer u klaar bent met reinigen,
plaatst u de ovendeur terug in
omgekeerde volgorde. Zorg ervoor dat u
een klik hoort wanneer u de deur
terugplaatst. Gebruik indien nodig enige
kracht.
11.7 Verwijderen en reinigen
van de deurglazen
De glasplaten van de
ovendeur op uw product
kunnen in type en vorm
verschillen van de
voorbeelden die u hier ziet.
Het aantal glasplaten kan
ook verschillen.
1. Deurafdekking (B) aan de bovenkant
van de deur aan beide kanten
vastpakken en naar binnen drukken
om de klemsluiting te ontgrendelen.
1
2
B
2. Trek de deur naar voren om hem te
verwijderen.
3. Houd de glasplaten aan de
bovenkant vast en trek deze een voor
een omhoog uit de geleiding.
4. Reinig de glasplaten.
Om de panelen te plaatsen, moet u de
stappen in omgekeerde volgorde
uitvoeren.
11.8 Het lampje vervangen
Leg een doek op de bodem van de
binnenkant van het apparaat. Dit
voorkomt schade aan het afdekglas en
de ovenruimte.
WAARSCHUWING!
Gevaar voor elektrocutie!
Maak de zekering los
voordat u de lamp vervangt.
De lamp en het afdekglas
kunnen heet zijn.
LET OP!
Houd de halogeenlamp
altijd met een doek vast om
te voorkomen dat er
vetrestjes op de ovenlamp
verbranden.
1. Schakel het apparaat uit.
2. Verwijder de zekeringen in de
zekeringenkast, of schakel de
stroomonderbreker uit.
www.aeg.com
32
De lamp aan de achterkant.
Het afdekglas van het
lampje bevindt zich in de
achterkant van de
ovenruimte.
1. Draai het afdekglas van de lamp naar
rechts en verwijder het.
2. Reinig het afdekglas.
3. Vervang het ovenlampje met de
relevante tegen 300 °C
hittebestendig ovenlampje.
Gebruik hetzelfde ovenlamptype.
4. Plaats het afdekglas terug.
11.9 De lade verwijderen
WAARSCHUWING!
Bewaar geen ontvlambare
dingen in de lade (bijv.
schoonmaakmiddelen,
plastic zakken,
ovenhandschoenen, papier,
reinigingssprays, enz). Als u
de oven gebruikt, kan de
lade heet worden. Gevaar
voor brand
De lade onder de oven kan worden
verwijderd om gemakkelijker te worden
schoongemaakt.
1. Trek de lade volledig naar buiten, tot
deze niet verder kan.
2. Til de lade enigszins op, zodat het
naar boven kan worden getild in een
hoek van de ladegeleiders.
Om de lade te installeren, volgt u de
procedure in omgekeerde volgorde.
12. PROBLEEMOPLOSSING
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
12.1 Problemen oplossen
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
U kunt het apparaat niet ac-
tiveren.
Het apparaat is niet aan-
gesloten op een stopcontact
of is niet goed geïnstalleerd.
Controleer of het apparaat
goed is aangesloten op het
lichtnet.
U kunt het apparaat niet ac-
tiveren.
De zekering is doorgebrand. Controleer of de zekering de
oorzaak van de storing is. Als
de zekeringen keer op keer
doorslaan, neemt u contact
op met een erkende installa-
teur.
NEDERLANDS 33
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
Restwarmte-indicatie gaat
niet branden.
De zone is niet heet, omdat
hij slechts kortstondig is be-
diend.
Als de kookzone lang gen-
oeg in werking is geweest
om heet te zijn, neemt u
contact op met de klanten-
service.
U kunt de buitenste ring niet
inschakelen.
Schakel eerst de binnenring
in.
De oven wordt niet warm. De oven is uitgeschakeld. Schakel de oven in.
De oven wordt niet warm. De klok is niet ingesteld. Stel de klok in.
De oven wordt niet warm. De benodigde kookstanden
zijn niet ingesteld.
Zorg ervoor dat de instellin-
gen correct zijn.
De oven wordt niet warm. De automatische uitschakel-
ing is actief.
Raadpleeg "Automatisch
uitschakelen".
De oven wordt niet warm. Het kinderslot is geacti-
veerd.
Raadpleeg "Het kinderslot
gebruiken".
Het lampje brandt niet. Het lampje is stuk. Vervang het lampje.
De bereiding van de ger-
echten duurt te lang of de
gerechten worden te snel
gaar.
De temperatuur is te laag of
te hoog.
Pas indien nodig de temper-
atuur aan. Volg het advies in
de handleiding op.
Stoom en condens slaan
neer op de gerechten en in
de ovenruimte.
Het gerecht heeft te lang in
de oven gestaan.
Laat gerechten na het berei-
den niet langer dan 15 - 20
minuten in de oven staan.
Op het display verschijnt
"F102".
U heeft de deur niet he-
lemaal gesloten.
Het deurslot is defect.
Sluit de deur volledig.
Schakel de oven uit via
de huiszekering of de vei-
ligheidsschakelaar in de
zekeringkast en schakel
deze weer in.
Neem contact op met de
klantenservice, wanneer
"F102" opnieuw wordt
weergegeven.
www.aeg.com34
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
De oven staat aan maar
wordt niet warm. De ventila-
tor werkt niet. Op het oven-
display wordt "Demo" weer-
gegeven.
De demofunctie is ingescha-
keld.
1. Schakel de oven uit.
2. Druk op de -toets en
houd deze ingedrukt.
3. Draai als er een geluids-
signaal klinkt de knop
voor de ovenfuncties re-
chtsom naar de eerste
functie. "Demo" knip-
pert in het display.
4. Draai de knop voor de
ovenfuncties naar de uit-
stand.
5. Laat de knop
los.
6. Draai de temperatuur-
knop drie seconden naar
rechts. Het geluids-
signaal klinkt drie keer.
De demofunctie is uitge-
schakeld.
Het display toont een fout-
code die niet in deze lijst
voorkomt.
Er is een elektrische fout. Schakel het apparaat uit via
de huiszekering of de vei-
ligheidsschakelaar in de ze-
keringkast en schakel het ap-
paraat dan weer in.
Neem contact op met de
klantenservice wanneer de
foutcode opnieuw wordt
weergegeven.
12.2 Onderhoudgegevens
Als u niet zelf het probleem kunt
verhelpen, neem dan contact op met uw
verkoper of de serviceafdeling.
De contactgegevens van het
servicecentrum staan op het typeplaatje.
Het typeplaatje bevindt zich voor aan de
binnenkant van het apparaat. Verwijder
het typeplaatje niet uit de ovenruimte.
Wij adviseren u om de gegevens hier te noteren:
Model (MOD.) .........................................
Productnummer (PNC) .........................................
Serienummer (S.N.) .........................................
NEDERLANDS 35
13. MONTAGE
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
13.1 Technische gegevens
Afmetingen
Hoogte 847 - 867 mm
Breedte 596 mm
Diepte 600 mm
Ovencapaciteit 74 l
13.2 Locatie van het apparaat
U kunt uw vrijstaand apparaat met kasten
aan een of twee zijden en in de hoek
plaatsen.
A
A
B
Minimum afstanden
Afmetingen mm
A 2
B 685
13.3 Het apparaat waterpas
zetten
Gebruik kleine pootjes aan de onderkant
van het apparaat om het kookoppervlak
aan de bovenkant waterpas met andere
oppervlakken te brengen.
13.4 Anti-kantelbescherming
LET OP!
Monteer de anti-
kantelbescherming zodat
het apparaat niet valt als het
incorrect wordt geladen. De
antikantelbescherming werkt
alleen als het apparaat in
een correcte ruimte is
geplaatst.
Uw apparaat is voorzien van
het symbool weergegeven in
de afbeelding (indien van
toepassing) om u te
herinneren aan de montage
van de anti-
kantelbescherming.
www.aeg.com
36
LET OP!
Zorg dat u de anti-
kantelbescherming op de
correcte hoogte installeert.
Zorg ervoor dat het oppervlak achter het
apparaat glad is.
1. Stel de correcte hoogte in en bepaal
waar op het apparaat u de anti-
kantelbescherming gaat plaatsen.
2. Installeer de anti-kantelbescherming
77 mm onder het bovenvlak van het
apparaat en 49 mm van de linkerkant
van het apparaat in de ronde
opening op een steun. Zie
afbeelding. Schroef de beveiliging
stevig in solide materiaal of gebruik
geschikte versteviging (muur).
3. U vindt het gat aan de
linkerachterkant van het apparaat.
Zie afbeelding. Til de voorkant van
het apparaat op (1) en plaats dit in
het midden van de ruimte tussen de
kastjes (2). Als de afstand tussen de
aanrechtkastjes groter is dan de
breedte van het apparaat, moet u de
zijmaten aanpassen als u het
apparaat wilt centreren.
1
2
49 mm
77 mm
13.5 Elektrische installatie
WAARSCHUWING!
De fabrikant is niet
verantwoordelijk indien u
deze veiligheidsmaatregelen
uit hoofdstuk
'Veiligheidsinformatie' niet
opvolgt.
Dit apparaat wordt geleverd zonder
stekker en netsnoer.
Geschikte kabelsoorten: H07 RN-F, H05
RN-F, H05 RR-F, H05 VV-F, H05 V2V2-F
(T90), H05 BB-F.
14.
MILIEUBESCHERMING
Recycle de materialen met het symbool
. Gooi de verpakking in een geschikte
verzamelcontainer om het te recyclen.
Help om het milieu en de
volksgezondheid te beschermen en
recycle het afval van elektrische en
elektronische apparaten. Gooi apparaten
gemarkeerd met het symbool niet weg
met het huishoudelijk afval. Breng het
product naar het milieustation bij u in de
buurt of neem contact op met de
gemeente.
NEDERLANDS 37

Documenttranscriptie

NL FR Gebruiksaanwijzing Fornuis Notice d'utilisation Cuisinière 2 38 68476VS-MN 2 www.aeg.com INHOUDSOPGAVE 1. VEILIGHEIDSINFORMATIE.......................................................................................3 2. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN.............................................................................. 5 3. BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT..................................................................... 8 4. VOORDAT U HET APPARAAT VOOR DE EERSTE KEER GEBRUIKT................... 9 5. KOOKPLAAT - DAGELIJKS GEBRUIK................................................................... 10 6. KOOKPLAAT - AANWIJZINGEN EN TIPS............................................................ 11 7. KOOKPLAAT - ONDERHOUD EN REINIGING.................................................... 12 8. OVEN - DAGELIJKS GEBRUIK .............................................................................. 13 9. OVEN - KLOKFUNCTIES........................................................................................ 17 10. OVEN - AANWIJZINGEN EN TIPS...................................................................... 18 11. OVEN - ONDERHOUD EN REINIGING.............................................................. 30 12. PROBLEEMOPLOSSING...................................................................................... 33 13. MONTAGE ........................................................................................................... 36 VOOR PERFECTE RESULTATEN Bedankt dat u voor dit AEG-product heeft gekozen. Dit apparaat is ontworpen om vele jaren uitstekend te presteren, met innovatieve technologieën die het leven gemakkelijker helpen maken met functies die gewone apparaten wellicht niet hebben. Neem een paar minuten de tijd om het door te lezen zodat u er optimaal van kunt profiteren. Ga naar onze website voor: Advies over gebruik, brochures, het oplossen van problemen en onderhoudsinformatie: www.aeg.com Registreer uw product voor een betere service: www.registeraeg.com Koop accessoires, verbruiksartikelen en originele reserveonderdelen voor uw apparaat: www.aeg.com/shop KLANTENSERVICE Gebruik altijd originele onderdelen. Als u contact opneemt met de klantenservice zorg dat u de volgende gegevens bij de hand hebt. Model, productnummer, serienummer. Deze informatie wordt vermeld op het typeplaatje. Waarschuwing / Belangrijke veiligheidsinformatie Algemene informatie en tips Milieu-informatie Wijzigingen voorbehouden. NEDERLANDS 1. 3 VEILIGHEIDSINFORMATIE Lees zorgvuldig de meegeleverde instructies voor installatie en gebruik van het apparaat. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor letsel en schade veroorzaakt door een foutieve installatie. Bewaar de instructies van het apparaat voor toekomstig gebruik. 1.1 Veiligheid van kinderen en kwetsbare mensen WAARSCHUWING! Gevaar voor verstikking, letsel of permanente invaliditeit. • • • • • • Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8 jaar en ouder en door mensen met beperkte lichamelijke, zintuiglijke of verstandelijke vermogens of een gebrek aan ervaring en kennis, indien zij onder toezicht staan of instructies hebben gekregen over het veilig gebruiken van het apparaat en indien zij de eventuele gevaren begrijpen. Laat kinderen niet met het apparaat spelen. Houd alle verpakkingsmaterialen uit de buurt van kinderen. Houd kinderen en huisdieren uit de buurt van het apparaat als het in werking is of afkoelt. Het apparaat is heet. Als het apparaat is uitgerust met een kinderbeveiliging, raden wij aan dit te activeren. Reiniging en onderhoud mag niet worden uitgevoerd door kinderen zonder toezicht. 1.2 Algemene veiligheid • • • Alleen een erkende installatietechnicus mag het apparaat installeren en de kabel vervangen. Bedien het apparaat niet met een externe timer of een apart afstandbedieningssysteem. Zonder toezicht koken op een kookplaat met vet of olie kan gevaarlijk zijn en brandgevaar opleveren. 4 www.aeg.com • • • • • • • • • • • • • Probeer brand nooit met water te blussen, maar schakel in plaats daarvan het apparaat uit en bedek de vlam, d.w.z. met een deksel of blusdeken. Bewaar geen voorwerpen op de kookplaten. Gebruik geen stoomreiniger om het apparaat schoon te maken. Metalen voorwerpen, zoals messen, vorken, lepels en deksels mogen niet op de kookplaat worden geplaatst, aangezien ze heet kunnen worden. Als de glaskeramische / glazen oppervlakte gebarsten is, schakel het apparaat dan uit om het risico op elektrische schokken te voorkomen. Van binnen wordt het apparaat heet als het in werking is. Raak de verwarmingselementen in het apparaat niet aan. Gebruik altijd ovenhandschoenen om accessoires of kookgerei te plaatsen of verwijderen. Overtollige voedselresten moeten verwijderd worden alvorens de pyrolytische reiniging te starten. Verwijder alle onderdelen van de oven. Zet de stroomtoevoer uit alvorens onderhoud te plegen. Zorg ervoor dat het apparaat is uitgeschakeld voordat u de lamp vervangt om elektrische schokken te voorkomen. Gebruik nooit agressieve reinigingsmiddelen of scherpe metalen schrapers om de glazen deur schoon te maken, deze kunnen krassen veroorzaken op het oppervlak, waardoor het glas zou kunnen breken. Als de voedingskabel beschadigd is, moet de fabrikant, een erkende serviceverlener of een gekwalificeerd persoon deze vervangen teneinde gevaarlijke situaties te voorkomen. Wees voorzichtig als u de opslaglade aanraakt. Deze kan heet worden. Om de inschuifrailen te verwijderen trekt u eerst de voorkant van de inschuifrail en dan de achterkant uit de zijwanden. Installeer de inschuifrails in omgekeerde volgorde. NEDERLANDS • 5 De middelen voor het uitschakelen moeten opgenomen worden in de vaste bedrading overeenkomstig de regels voor de bedrading. 2. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN 2.1 Montage WAARSCHUWING! Alleen een erkende installatietechnicus mag het apparaat installeren. • Verwijder alle verpakkingsmaterialen. • Installeer en gebruik geen beschadigd apparaat. • Volg de installatie-instructies op die zijn meegeleverd met het apparaat. • Wees voorzichtig met het verplaatsen van het apparaat, het is zwaar. Draag altijd veiligheidshandschoenen. • Trek het apparaat nooit aan de handgreep van zijn plaats. • De afmetingen van de keukenkast en de uitsparing moeten kloppen. • Houd de minimumafstand naar andere apparaten en units in acht. • Zorg ervoor dat het apparaat onder en naast veilige installaties wordt geïnstalleerd. • Delen van het apparaat staan onder stroom. Sluit het apparaat met meubel om te voorkomen dat de gevaarlijke delen worden aangeraakt. • De zijkanten van het apparaat moeten naast apparaten of units staan van dezelfde hoogte. • Installeer het apparaat niet op een platform. • Installeer het apparaat niet naast een deur of onder een raam. Dit voorkomt dat heet kookgerei van het apparaat valt als de deur of het raam wordt geopend. • Installeer een stabilisator om te voorkomen dat het apparaat kantelt. Raadpleeg de installatiegids. 2.2 Aansluiting aan het elektriciteitsnet WAARSCHUWING! Gevaar voor brand en elektrische schokken. • Alle elektrische aansluitingen moeten door een gediplomeerd elektromonteur worden gemaakt. • Dit apparaat moet worden aangesloten op een geaard stopcontact. • Controleer of de elektrische informatie op het typeplaatje overeenkomt met de stroomvoorziening. Zo niet, neem dan contact op met een elektromonteur. • Gebruik altijd een correct ge? stalleerd, schokbestendig stopcontact. • Gebruik geen meerwegstekkers en verlengsnoeren. • Laat de stroomkabel niet in aanraking komen met de deur van het apparaat, met name niet als deze heet is. • De schokbescherming van delen onder stroom en geïsoleerde delen moet op zo'n manier worden bevestigd dat het niet zonder gereedschap kan worden verplaatst. • Steek de stekker pas in het stopcontact als de installatie is voltooid. Zorg ervoor dat het netsnoer na installatie bereikbaar is. • Sluit de stroomstekker niet aan op een losse stroomaansluiting. • Trek niet aan het netsnoer om het apparaat los te koppelen. Trek altijd aan de stekker. • Gebruik alleen de juiste isolatieapparaten: stroomonderbrekers, zekeringen (schroefzekeringen moeten uit de houder worden verwijderd), aardlekschakelaars en contactgevers. • De elektrische installatie moet een isolatieapparaat bevatten waardoor 6 www.aeg.com het apparaat volledig van het lichtnet afgesloten kan worden. Het isolatieapparaat moet een contactopening hebben met een minimale breedte van 3 mm. • Sluit de deur van het apparaat volledig voordat u de stekker in het stopcontact steekt. 2.3 Gebruik WAARSCHUWING! Risico op letsel en brandwonden. Gevaar voor elektrische schokken! • Gebruik dit apparaat uitsluitend in een huishoudelijke omgeving. • De specificatie van het apparaat mag niet worden veranderd. • Zorg ervoor dat de ventilatieopeningen niet geblokkeerd zijn. • Laat het apparaat tijdens het gebruik niet onbeheerd achter. • Schakel het apparaat telkens na gebruik uit. • Wees voorzichtig met het openen van de deur van het apparaat als het apparaat aan staat. Er kan hete lucht ontsnappen. • Bedien het apparaat niet met natte handen of als het contact maakt met water. • Het apparaat mag niet worden gebruikt als werkblad of aanrecht. WAARSCHUWING! Risico op brand en explosie • Verhitte vetten en olie kunnen ontvlambare damp afgeven. Houd vlammen of verwarmde voorwerpen uit de buurt van vet en olie als u er mee kookt. • De dampen die hete olie afgeeft kunnen spontane ontbranding veroorzaken. • Gebruikte olie die voedselresten bevat kan brand veroorzaken bij een lagere temperatuur dan olie die voor de eerste keer wordt gebruikt. • Plaats geen ontvlambare producten of items die vochtig zijn door ontvlambare producten in, bij of op het apparaat. • Houd vonken of open vlammen uit de buurt van het apparaat bij het openen van de deur. • Open de deur van het apparaat voorzichtig. Als u alcoholische toevoegingen gebruikt, kan er alcohol-luchtmengsel ontstaan. WAARSCHUWING! Risico op schade aan het apparaat. • Om schade of verkleuring van het emaille te voorkomen: – zet geen kookgerei of andere voorwerpen direct op de bodem van het apparaat. – Plaats geen water direct in het hete apparaat. – haal vochthoudende schotels en eten uit het apparaat als u klaar bent met koken. – Wees voorzichtig bij het verwijderen of bevestigen van accessoires. • Verkleuring van het email heeft geen ongewenst effect op de werking van het apparaat. Dit is geen defect dat geldt voor het recht op garantie. • Gebruik een diepe braadpan voor vochtige taarten. Fruitsappen kunnen permanente vlekken maken. • Zet geen heet kookgerei op het bedieningspaneel. • Laat kookgerei niet droogkoken. • Laat geen voorwerpen of kookgerei op het apparaat vallen. Het oppervlak kan beschadigen. • Activeer de kookzones niet met lege pannen of zonder pannen erop. • Leg geen aluminiumfolie op het apparaat of direct op de bodem van het apparaat. • Pannen van gietijzer, aluminium of met beschadigde bodems kunnen krassen veroorzaken. Til deze voorwerpen altijd op als u ze moet verplaatsen op het kookoppervlak. • Dit apparaat is uitsluitend bestemd om mee te koken. Het mag niet worden gebruikt voor andere doeleinden, zoals het verwarmen van een kamer. NEDERLANDS 2.4 Onderhoud en reiniging WAARSCHUWING! Gevaar voor letsel, brand en schade aan het apparaat. • Schakel het apparaat voor onderhoud uit. Trek de stekker uit het stopcontact. • Zorg ervoor dat het apparaat is afgekoeld. Er bestaat een risico dat de glasplaten kunnen breken. • Vervang direct de glazen deurpanelen als deze beschadigd zijn. Neem contact op met de service-afdeling. • Wees voorzichtig bij het verwijderen van de deur uit het apparaat. De deur is zwaar! • Reinig het apparaat regelmatig om te voorkomen dat het materiaal van het oppervlak achteruitgaat. • Resterend vet of voedsel in het apparaat kan brand veroorzaken. • Maak het apparaat schoon met een vochtige, zachte doek. Gebruik alleen neutrale schoonmaakmiddelen. Gebruik geen schuurmiddelen, schuursponsjes, oplosmiddelen of metalen voorwerpen. • Raadpleeg als u een ovenspray gebruikt eerst de aanwijzingen op de verpakking. • Reinig niet het katalytisch email (indien van toepassing) met een schoonmaakmiddel. • • • • • 2.5 Pyrolysereiniging Risico op letsel / Brand / Chemische uitstoot (dampen) in pyrolitische modus. • Voordat u de pyrolytische zelfsreinigingsfunctie of de functie Het eerste gebruik uitvoert, moet u eerst de volgende items uit de binnenkant oven verwijderen: – Eventueel grote hoeveelheden etensresten, olie of gemorst vet / afzetttingen. – Eventueel verwijderbare objecten (inclusief plateaus, zijrails, etc., die met het product zijn meegeleverd), in het bijzonder potten en pannen met • • 7 antiaanbaklaag, ovenroosters, kookgerei, etc. Lees zorgvuldig alle instructies voor pyrolytische reiniging. Houd kinderen uit de buurt van het apparaat als de pyrolytische reiniging in werking is. Het apparaat wordt erg heet en er komt hete lucht uit de ventilatieopeningen aan de voorkant. Pyrolytische reiniging wordt uitgevoerd onder hoge temperaturen waarbij er rook van kookresten en constructiematerialen kan komen. Daarom gelden de volgende aanbevelingen voor consumenten: – Zorg voor goede ventilatie tijdens en na elke pyrolytische reiniging. – Zorg tijdens en na het eerste gebruik bij maximumtemperatuur voor voldoende verluchting. In tegenstelling tot mensen, kunnen bepaalde vogels en reptielen zeer gevoelig zijn voor mogelijke rookgassen die tijdens het reinigingsproces van alle pyrolytische ovens worden uitgestoten. – Houd huisdieren (met name vogels) uit de buurt van het apparaat tijdens en na de pyrolytische reiniging en gebruik eerst een programma bij maximale temperatuur in een goed geventileerde ruimte. Kleine huisdieren kunnen ook zeer gevoelig zijn voor de plaatselijke temperatuurwijzigingen in de nabijheid van alle pyrolytische ovens wanneer de pyrolytische reiniging in werking is. Anti-aanbaklagen in potten en pannen, schalen, keukengerei, enz. kunnen worden beschadigd door de hoge temperatuur van het pyrolytische reinigingsproces van alle pyrolytische ovens en kunnen mogelijk ook kleine hoeveelheden schadelijke gassen veroorzaken. Rookgassen die vrijkomen uit alle pyrolytische ovens / kookresten zoals beschreven, zijn niet schadelijk voor mensen, inclusief zuigelingen of personen met medische aandoeningen. 8 www.aeg.com 2.7 Verwijdering 2.6 Binnenverlichting • De gloeilampen of halogeenlampen in dit apparaat zijn uitsluitend bedoeld voor gebruik in huishoudelijke apparaten. Gebruik deze niet voor andere doeleinden. WAARSCHUWING! Gevaar voor elektrische schokken! • Voordat u het lampje vervangt, dient u de stekker van het apparaat uit het stopcontact te halen. • Gebruik alleen lampjes met dezelfde specificaties. WAARSCHUWING! Gevaar voor letsel of verstikking. • Haal de stekker uit het stopcontact. • Snij het netsnoer van het apparaat af en gooi dit weg. • Verwijder de deurgreep om te voorkomen dat kinderen en huisdieren opgesloten raken in het apparaat. 3. BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT 3.1 Algemeen overzicht 1 2 3 4 5 6 10 5 4 3 2 1 7 8 9 1 Knop voor ovenfuncties 2 Stroomlampje/symbool/ indicatielampje Elektronische tijdschakelklok 3 4 Temperatuurregelknop 5 Toetsen voor de kookplaat 6 Verwarmingselement 7 Lampje 8 Rekframe, verwijderbaar 9 Ventilator 10 Rekstanden NEDERLANDS 9 3.2 Indeling kookplaat 1 2 145 mm 170 mm 265 mm 140/210 mm 5 1 2 3 4 5 Kookzone 1200 W Kookzone 1500 / 2400 W Kookzone 1200 W Restwarmte-indicatie Kookzone 1000 / 2200 W 145 mm 4 3 3.3 Accessoires • Bakrooster Voor kookgerei, bak- en braadvormen. • Bakplaat Voor gebak en koekjes. • Grill-/braadpan Voor braden en roosteren of als schaal om vet op te vangen. • Telescopische geleiders Voor roosters en bakplaten. • Bewaarlade Onder de ovenruimte bevindt zich een bewaarlade. Druk op de lade om de lade te openen. De lade komt dan naar buiten. 4. VOORDAT U HET APPARAAT VOOR DE EERSTE KEER GEBRUIKT WAARSCHUWING! Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid. 4.1 Eerste reiniging Verwijder alle accessoires en verwijderbare inschuifrails uit het apparaat. De deur is voorzien van een traag sluitsysteem. Probeer in dat geval de deur niet te forceren. Zie het hoofdstuk 'Onderhoud en reiniging'. Reinig het apparaat voor het eerste gebruik. Zet de accessoires en verwijderbare inschuifrails terug in de beginstand. 4.2 Tijd instellen Na de eerste aansluiting op het elektriciteitsnet, blijven alle symbolen op het display enkele seconden branden. In de volgende seconden toont het display de softwareversie. Nadat de softwareversie is verdwenen, toont het display knippert. of op 1. Druk op uur in te stellen. en "12:00". "12" om het huidige 2. Druk op om te bevestigen. Dit is alleen nodig de eerste keer dat u de tijd instelt. Later wordt de nieuwe tijd automatisch opgeslagen na 5 seconden. 10 www.aeg.com Het display toont en het ingestelde uur. "00" knippert. 3. Druk op of op om de huidige minuten in te stellen. 4. Druk op om te bevestigen. Dit is alleen nodig de eerste keer dat u de tijd instelt. Later wordt de nieuwe tijd automatisch opgeslagen na 5 seconden. Op het display verschijnt de nieuwe tijd. Tijd veranderen U kunt de dagtijd alleen wijzigen als de oven is uitgeschakeld. Druk op . De ingestelde tijd en het symbool knipperen op het display. Zie "De duur instellen" om een nieuwe tijd in te stellen. 4.4 Voorverwarmen Verwarm het apparaat voor om het resterende vet weg te branden. 1. Stel de functie en de maximumtemperatuur in. 2. Laat het apparaat een uur werken. en de 3. Stel de functie maximumtemperatuur in. 4. Laat het apparaat 15 minuten werken. 5. Stel de functie en de maximumtemperatuur in. 6. Laat het apparaat 15 minuten werken. Accessoires kunnen heter worden dan normaal. Het apparaat kan een vreemde geur en rook afgeven. Dit is normaal. Zorg dat er voldoende luchtcirculatie in de ruimte is. 4.3 Verzonken knoppen Om het apparaat te bedienen, moet u op de bedieningsknop drukken. De bedieningsknop komt naar voren. 5. KOOKPLAAT - DAGELIJKS GEBRUIK WAARSCHUWING! Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid. 5.1 Warmte-instelling Symbolen -functie Uit-stand Tweekringskookzone Warm houden 1-9 Verwarmingsstanden Gebruik de restwarmte om het energieverbruik te verlagen. Zet de kookzone ongeveer 5 - 10 minuten voordat het koken is voltooid uit. Draai de bedieningsknop in de gewenste verwarmingsstand. Zet de bedieningsknop op de uit stand om het kookproces te beëindigen. 5.2 Activeren en deactiveren van de buitenringen Het verwarmingsvlak kan worden aangepast aan de grootte van de pannen. Om de buitenste ring in te schakelen: draai de knop rechtsom door een lichte weerstand naar . Draai vervolgens de knop linksom naar de juiste kookstand. NEDERLANDS Om de buitenste ring uit te schakelen: de timerknop op de uitstand zetten. Het controlelampje gaat uit. 11 Het lampje gaat aan wanneer een kookzone heet wordt. 5.3 Restwarmte-indicatie WAARSCHUWING! Er bestaat verbrandingsgevaar door restwarmte. 6. KOOKPLAAT - AANWIJZINGEN EN TIPS WAARSCHUWING! Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid. 6.1 Kookgerei De bodem van het kookgerei moet zo dik en vlak mogelijk zijn. • Zet het kookgerei op de kookzone voordat u deze inschakelt. • Gebruik de restwarmte om het eten warm te houden of te smelten. • De bodems van de pannen en kookzones dienen dezelfde afmeting te hebben. 6.3 Voorbeelden van kooktoepassingen Kookgerei gemaakt van geëmailleerd staal of met aluminium of kopperen bodems, kunnen tot verkleuringen leiden van de glazen keramische kookplaat. De gegevens in de volgende tabel dienen slechts als richtlijn. 6.2 Energie besparen • Doe indien mogelijk altijd een deksel op de pan. Verwarmings- Gebruik om: stand -1 Bereide gerechten warmhouden. Tijd (min) Tips zoals nodig Een deksel op het kookgerei doen. 1-2 Hollandaisesaus, smelten: bot- 5 - 25 er, chocolade, gelatine. Van tijd tot tijd mengen. 1-2 Stollen: luchtige omeletten, gebakken eieren. Met deksel bereiden. 2-3 Zachtjes aan de kook brengen 25 - 50 van rijst en gerechten op melkbasis, reeds bereide gerechten opwarmen. 10 - 40 Voeg minstens tweemaal zoveel vloeistof toe als rijst, melkgerechten tijdens het bereiden tussendoor roeren. 12 www.aeg.com Verwarmings- Gebruik om: stand Tijd (min) Tips 3-4 Stomen van groenten, vis en vlees. 20 - 45 Een paar eetlepels vocht toevoegen. 4-5 Aardappelen stomen. 20 - 60 Gebruik max. ¼ l water voor 750 g aardappelen. 4-5 Bereiden van grotere hoeveelheden voedsel, stoofschotels en soepen. 60 - 150 Tot 3 l vloeistof plus ingrediënten. 6-7 Lichtjes braden: kalfsoester, zoals cordon bleu van kalfsvlees, ko- nodig teletten, rissoles, worstjes, lever, roux, eieren, pannenkoeken, donuts. Halverwege de bereidingstijd omdraaien. 7-8 Door-en-door gebraden, opgebakken aardappelen, lendenbiefstukken, steaks. Halverwege de bereidingstijd omdraaien. 9 Aan de kook brengen van water, pasta koken, aanbraden van vlees (goulash, stoofvlees), frituren van friet. 5 - 15 7. KOOKPLAAT - ONDERHOUD EN REINIGING WAARSCHUWING! Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid. 7.1 Algemene informatie • Reinig de kookplaat na elk gebruik. • Gebruik altijd pannen met een schone bodem. • Krassen of donkere vlekken op de oppervlakte hebben geen invloed op de werking van de kookplaat. • Gebruik een specifiek schoonmaakmiddel voor het oppervlak van de kookplaat. • Gebruik een speciale schraper voor de glazen plaat. 7.2 De kookplaat schoonmaken • Verwijder direct: gesmolten plastic, gesmolten folie en suikerhoudende gerechten. Anders kan het vuil de kookplaat beschadigen. Plaats de speciale schraper schuin op de glazen plaat en verwijder resten door het blad over het oppervlak te schuiven. • Verwijder nadat de kookplaat voldoende is afgekoeld: kalk- en waterkringen, vetspatten en metaalachtig glanzende verkleuringen. Reinig de kookplaat met een vochtige doek en een beetje afwasmiddel. Droog de kookplaat na reiniging af met een zachte doek. NEDERLANDS 13 8. OVEN - DAGELIJKS GEBRUIK knop voor de temperatuur naar de uit-stand. WAARSCHUWING! Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid. 8.1 De oven in- en uitschakelen Het hangt van het model of uw apparaat knopsymbolen, indicatielampjes of lampjes heeft: • Het indicatielampje gaat aan wanneer de oven opwarmt. • Het lampje gaat aan als het apparaat in werking is. • Het symbool geeft aan of de knop de kookzones, de ovenfuncties of de temperatuur bedient. 1. Draai aan de knop voor de ovenfuncties om een ovenfunctie te selecteren. 2. Draai de knop voor de temperatuur naar een temperatuur. 3. Draai om de oven uit te schakelen, de knop voor de ovenfuncties en de 8.2 Ovenfuncties Symbool Ovenfunctie Applicatie Uit-stand Het apparaat staat uit. Ovenlampje Het lampje activeren zonder een bereidingsfunctie. Multi hetelucht Om op 2 rekstanden te bakken en tegelijk voedsel te drogen.Stel de temperatuur 20 - 40 °C lager in dan bij Boven- en onderwarmte. Pizza hetelucht Om gerechten op één niveau te bakken met intensief bruinen en een krokantere korst. Stel de temperatuur 20 - 40 °C lager in dan voor Boven + onderwarmte. 14 www.aeg.com Symbool Ovenfunctie Applicatie Conventionele functie (Boven + Onderwarmte) Voor het bakken en braden op 1 ovenniveau. Drogen Voor het drogen van gesneden fruit (zoals appels, pruimen, perziken) en groenten (zoals tomaten, courgette of champignons). Ontdooien Om bevroren gerechten te ontdooien. Grill Om vlak voedsel te grillen en te toasten. Multi-hete lucht Om te bakken in bakblikken en te drogen op één niveau bij lage temperatuur. Circulatiegrill Voor het braden van grotere stukken vlees of gevogelte met botten op 1 niveau. Ook om te gratineren en te bruinen. Pyrolytische reiniging Automatische pyrolytische schoonmaakfunctie van de oven. Hierdoor worden vuilresten in de oven verbrand. 8.3 Koelventilator Als het apparaat in werking is, wordt de koelventilator automatisch ingeschakeld om de oppervlakken van het apparaat koel te houden. Na het uitschakelen van het apparaat kan de ventilatie doorgaan totdat het apparaat is afgekoeld. 8.4 Weergave A G F B E C D A) Timer B) Opwarmen en restwarmte-indicatie C) Waterreservoir (alleen geselecteerde modellen) D) Vleesthermometer (alleen geselecteerde modellen) E) Deurslot (alleen geselecteerde modellen) F) Uren/minuten G) Klokfuncties 8.5 Toetsen Knop Functie Omschrijving MIN De tijd instellen. NEDERLANDS Knop Functie Omschrijving KLOK De klokfunctie instellen. PLUS De tijd instellen. 8.6 Controlelampje bij voorverwarmen Als u een ovenfunctie inschakelt, gaan de balkjes op het display een voor een branden. De balkjes geven aan dat de oventemperatuur toeneemt of afneemt. 8.7 Het kinderslot gebruiken Het kinderslot voorkomt dat het apparaat per ongeluk in werking wordt gesteld. Als de pyrolysefunctie in werking is, wordt de deur vergrendeld. SAFE gaat aan op het display als u een schakelaar verdraait of op een knop drukt. 1. Stel geen ovenfunctie in. 2. Houd en gedurende ten minste 2 seconden samen ingedrukt. Er klinkt een geluidssignaal. SAFE gaat aan op het display. Herhaal stap 2 om het kinderslot uit te schakelen. 8.8 Gebruik van de Toetsblokkering. Herhaal stap 2 om de toetsblokkering uit te schakelen. Als de Pyrolysefunctie werkt, is de deur vergrendeld en gaat aan op het display. Loc gaat aan op het display als u aan de temperatuurknop draait of op een knop indrukt. Als u aan de knop voor de ovenfuncties draait, gaat het apparaat uit. Als u het apparaat uitschakelt terwijl de toetsblokkering aan is, schakelt de toetsblokkering automatisch over naar kinderslot. Raadpleeg "Het kinderslot gebruiken". 8.9 Automatische uitschakeling Om veiligheidsredenen wordt het apparaat na een tijdje automatisch uitgeschakeld als een ovenfunctie werkt en u geen instellingen wijzigt. Temperatuur (°C) Uitschakeltijd (u) U kunt de Toetsblokkering alleen inschakelen als het apparaat in werking is. 30 - 115 12.5 120 - 195 8.5 Toetsblokkering voorkomt dat de temperatuur en de tijdinstelling van een lopende een ovenfunctie per ongeluk worden gewijzigd. 200 - 245 5.5 250 - maximum 3 1. Selecteer een ovenfunctie en stel het in volgens uw voorkeur en gedurende ten 2. Houd minste 2 seconden samen ingedrukt. Er klinkt een geluidssignaal. Loc gaat aan op het display. 15 Druk na een automatische uitschakeling op een willekeurige knop om het toestel opnieuw te activeren. De automatische uitschakeling werkt niet met de functies: licht, duur, einde. 16 www.aeg.com 8.10 Ovenaccessoires plaatsen Braadpan: Met de telescopische geleiders kunt u de roosters eenvoudig plaatsen en verwijderen. Plaats de braadpan tussen de geleidestangen van de inschuifrail. Bakrooster en braadpan samen: Plaats het bakrooster op de telescopische geleiders zodat de pootjes naar beneden zijn gericht. Schuif de braadpan tussen de geleidestangen van de roostersteun en het rooster op de roostersteun er boven. Plaats de bakplaat of braadpan op de telescopische geleiders. • Alle accessoires hebben links en rechts bovenaan kleine inkepingen om de veiligheid te verhogen. Deze inkepingen zorgen er ook voor dat ze niet omkantelen. • Door de verhoogde lijst die om het rooster loopt, is kookgerei beveiligd tegen wegglijden. 8.11 Telescopische geleiders de ovenaccessoires plaatsen Bewaar de montageinstructies voor de telescopische geleiders om later terug te kunnen lezen. Plaats het bakrooster op de braadpan. Plaats het rooster en de diepe pan op de telescopische geleiders. NEDERLANDS 17 9. OVEN - KLOKFUNCTIES 9.1 Tabel klokfuncties Klokfunctie Applicatie DAGTIJD Met deze functie kunt u de tijd regelen. Zie "De tijd instellen". KOOKWEKKER Gebruik de kookwekker om de tijd af te tellen (maximaal 23 uur 59 minuten). Deze functie heeft geen invloed op de werking van het apparaat. U kunt de KOOKWEKKER op elk gewenst moment instellen, ook als het apparaat uit staat. DUUR Instellen hoe lang het apparaat in werking is. Gebruik dit alleen wanneer een ovenfunctie is ingesteld. EINDE Instellen wanneer het apparaat wordt uitgeschakeld. Gebruik dit alleen wanneer een ovenfunctie is ingesteld. Bereidingsduur en einde kunnen gelijktijdig worden gebruikt (tijdvertraging), als het apparaat op een later tijdstip automatisch wordt in- en uitgeschakeld. Druk opnieuw op om tussen de klokfuncties te schakelen. Gebruik om de instellingen voor de klokfuncties te bevestigen of wacht 5 seconden op een automatische bevestiging. 9.2 De DUUR of het EINDE instellen 1. Druk herhaaldelijk op display of of tot het toont. knippert op het display. 2. Druk op of om de waarden in te stellen en druk op bevestigen. om te stelt u eerst de Voor de Duur minuten en dan de uren in, voor Einde stelt u eerst de uren en dan de minuten in. Er klinkt twee minuten een geluidssignaal nadat de tijd is afgelopen. of symbool- en tijdsinstelling knipperen in het display. De oven stopt. 3. Draai de knop voor de ovenfuncties naar de uit-stand. 4. Druk op een willekeurige knop of open de deur van de oven om het geluid te stoppen. Als u op de knop drukt terwijl u het uur instelt voor de DUUR , gaat het apparaat naar de instelling van de functie EINDE . 9.3 De KOOKWEKKER instellen 1. Druk steeds opnieuw op tot het display verschijnt en "00" knippert. op of om de 2. Druk op KOOKWEKKER in te stellen. U moet eerst seconden en dan minuten en uren instellen. Eerst wordt de tijd berekend in minuten en seconden. Als de ingestelde tijd langer is dan 60 minuten, dan verschijnt het symbool op het display. 18 www.aeg.com Het apparaat berekent nu de tijd in uren en minuten. 3. De KOOKWEKKER start automatisch na vijf seconden. Na 90% van de ingestelde tijd klinkt er een geluidssignaal. 4. Wanneer de ingestelde tijd is verlopen, klinkt er gedurende twee minuten een geluidssignaal. "00:00" en knipperen op het display. Druk op een willekeurige knop of open de deur van de oven om het geluid te stoppen. 9.4 Timer met optelfunctie Gebruik de timer met optelfunctie om bij te houden hoe lang de oven werkt. Deze wordt onmiddellijk ingeschakeld wanneer de oven begint met opwarmen. Houd om de timer met optelfunctie te resetten en ingedrukt. De timer gaat weer optellen. De timer met optelfunctie kan niet worden gebruikt met de functies: Duur Als u de KOOKWEKKER instelt als DUUR of EINDE Einde , . lopen, gaat het symbool aan op het display. 10. OVEN - AANWIJZINGEN EN TIPS WAARSCHUWING! Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid. De temperaturen en baktijden in de tabellen zijn slechts als richtlijn bedoeld. Deze zijn afhankelijk van de recepten en de kwaliteit en de hoeveelheid van de gebruikte ingrediënten. 10.1 Bakken • Uw oven kan een andere bak-/ braadverhouding hebben dan het apparaat dat u tot nu toe gebruikt heeft. Pas uw normale instellingen (temperatuur, gaartijden) en de ovenniveaus aan de tabelwaarden aan. • De fabrikant raadt u aan de eerste keer een lagere temperatuur in te stellen. • Als u geen concrete aanwijzingen kunt vinden voor een speciaal recept, kijkt u bij een soortgelijk product. • Bij het bereiden van cake op meerdere niveaus kan de baktijd ca. 10 - 15 minuten langer zijn. • Als de cake niet overal even hoog is, wordt de cake in het begin van het bakproces niet overal even bruin. Verander in dit geval de temperatuurinstelling niet. De verschillen verminderen tijdens het bakproces. • Bij langere baktijden kunt u de oven ca. 10 minuten voor het einde van de baktijd uitschakelen en profiteren van de restwarmte. Wanneer u bevroren gerechten gebruikt, kunnen de bakplaten in de oven tijdens het bakken vervormen. Wanneer de bakplaten afkoelen, verdwijnt de vervorming. 10.2 Baktips Bakresultaat Mogelijke oorzaak Oplossing De onderkant van de cake is niet voldoende gebruind. De rekstand is incorrect. Plaats de cake op een lagere rekstand. NEDERLANDS 19 Bakresultaat Mogelijke oorzaak Oplossing De cake zakt in en wordt klef, klonterig, streperig. De oventemperatuur is te hoog. De volgende keer dat u een cake bakt, stelt u de baktemperatuur lager in. De cake zakt in en wordt klef, klonterig, streperig. Te korte baktijd. Baktijd verlengen. U kunt de baktijd niet verlagen door een hogere temperatuur in te stellen. De cake zakt in en wordt klef, klonterig, streperig. Er zit te veel vloeistof in het mengsel. Minder vocht gebruiken. Let op de kneedtijden, vooral bij het gebruik van keukenmachines. De cake is te droog. De oventemperatuur is te laag. De volgende keer dat u een cake bakt, stelt u de baktemperatuur hoger in. De cake is te droog. Te lange baktijd. De volgende keer dat u een cake bakt, gebruikt u een kortere baktijd. De cake wordt ongelijkmatig De oventemperatuur is te bruin. hoog en de baktijd te kort. De baktemperatuur lager instellen en de baktijd verlengen. De cake wordt ongelijkmatig Het deeg is niet gelijkmatig bruin. verdeeld. Verdeel het deeg gelijkmatig over de bakplaat. De cake wordt niet gaar bin- De oventemperatuur is te nen de aangegeven baktijd. laag. De volgende keer dat u een cake bakt, stelt u de baktemperatuur een beetje hoger in. 10.3 Multi-hete lucht 1. Gebruik de functie om te bakken in bakblikken en te drogen op één niveau bij lage temperatuur. 2. Bak maar één bakblik of bakplaat tegelijkertijd. 3. We raden het gebruik van Multi-hete lucht aan zonder voorverwarmen. 4. Gebruik als u de oven wilt voorverwarmen de functie bereiding met hete lucht. Gerecht Temperatuur (°C) Tijd (min) Roosterhoogte Biscuitgebak in bakblik 160 50 - 70 2 20 www.aeg.com Gerecht Temperatuur (°C) Tijd (min) Roosterhoogte Tulband of brioche in bakblik 150 - 160 50 - 70 2 Zandgebak/Droge vruchtencake in bakblik 140 - 160 70 - 90 2 Eiwitgebak, schuimgebak 80 - 100 120 - 150 3 10.4 Bereiding met hete lucht Bakken op 1 ovenniveau Bakken in een bakblik Gerecht Temperatuur (°C) Tijd (min) Roosterhoogte Tulband of brioche 150 - 160 50 - 70 2 Zandgebak/vruchtencake 140 - 160 50 - 90 1-2 Biscuittaart zonder vet 150 - 1601) 25 - 40 3 Taartbodem van zandtaartdeeg 170 - 1801) 10 - 25 2 Taartbodem - zacht cakedeeg 150 - 170 20 - 25 2 Appeltaart (2 vormen Ø 20 cm, diagonaal geplaatst) 160 60 - 90 2-3 1) Oven voorverwarmen. Gebak op bakplaat Gerecht Temperatuur (°C) Tijd (min) Roosterhoogte Kruimeltaart (droog) 150 - 160 20 - 40 3 Vruchtentaart (bereid met gistdeeg/ 150 35 - 55 3 160 - 170 40 - 80 3 sponsdeeg) 1) Vruchtentaart met kruimeldeeg 1) Gebruik braadpan. Koekjes Gerecht Temperatuur (°C) Tijd (min) Roosterhoogte Zandkoekjes 150 - 160 10 - 20 3 Zandtaartdeeg/ Deegreepjes 140 20 - 35 3 NEDERLANDS Gerecht Temperatuur (°C) Tijd (min) Roosterhoogte Koekjes gemaakt van roerdeeg 150 - 160 15 - 20 3 Eiwitgebak, schuimgebak 80 - 100 120 - 150 3 Bitterkoekjes 100 - 120 30 - 50 3 Koekjes gemaakt van gistdeeg 150 - 160 20 - 40 3 Klein bladerdeeggebak 170 - 1801) 20 - 30 3 Broodjes 1601) 10 - 35 3 Kleine cakejes (20 per blad) 1501) 20 - 35 3 1) Oven voorverwarmen. Tabel voor ovenschotels en gegratineerde gerechten Gerecht Temperatuur (°C) Tijd (min) Roosterhoogte Stokbroden bedekt met gesmolten kaas 160 - 1701) 15 - 30 1 Gevulde groente 160 - 170 30- 60 1 1) Oven voorverwarmen. Bakken op meerdere niveaus Gebak op bakplaat Gerecht Temperatuur (°C) Tijd (min) Roosterhoogte 2 posities Roomsoezen/tompoezen 160 - 1801) 25 - 45 2/4 Kruimeltaart 150 - 160 30 - 45 2/4 1) Oven voorverwarmen. Koekjes/small cakes/gebak/broodjes Gerecht Temperatuur (°C) Tijd (min) Roosterhoogte 2 posities Zandkoekjes 150 - 160 20 - 40 2/4 Zandtaartdeeg/ Deegreepjes 140 25 - 45 2/4 Koekjes gemaakt van roerdeeg 160 - 170 25 - 40 2/4 Eiwitgebak, schuimgebak 80 - 100 130 - 170 2/4 21 22 www.aeg.com Gerecht Temperatuur (°C) Tijd (min) Roosterhoogte 2 posities Bitterkoekjes 100 - 120 40 - 80 2/4 Koekjes gemaakt van gistdeeg 160 - 170 30 - 60 2/4 Klein bladerdeeggebak 170 - 1801) 30 - 50 2/4 Broodjes 1801) 25- 40 2/4 Kleine cakejes (20 per blad) 1501) 20 - 40 2/4 1) Oven voorverwarmen. 10.5 Boven- en onderwarmte op één niveau Bakken in een bakblik Gerecht Temperatuur (°C) Tijd (min) Roosterhoogte Tulband of brioche 160 - 180 50 - 70 2 Moskovisch gebak/vruchtencake 150 - 170 50 - 90 1-2 Biscuittaart zonder vet 1701) 25 - 40 3 Taartbodem van zandtaartdeeg 190 - 2101) 10 - 25 2 Taartbodem - zacht cakedeeg 170 - 190 20 - 25 2 Appeltaart (2 vormen Ø 20 cm, diagonaal geplaatst) 180 60 - 90 1-2 Hartige taart (bijv. quiche lorraine) 180 - 220 35 - 60 1 Kwarktaart 160 - 180 60 - 90 1-2 1) Oven voorverwarmen. Gebak op bakplaat Gerecht Temperatuur (°C) Tijd (min) Roosterhoogte Vlechtbrood/broodkrans 170 - 190 40 - 50 2 Kerststol 160 - 1801) 50 - 70 2 Brood (roggebrood): 1. Eerste deel van het bakproces. 2. Tweede deel van het bakproces. 1. 2301) 2. 1. 2. 1-2 160 - 1801) Roomsoezen/tompoezen 190 - 2101) 20 30 - 60 20 - 35 3 NEDERLANDS Gerecht Temperatuur (°C) Tijd (min) Roosterhoogte Koninginnenbrood (opgerolde cake met jam) 180 - 2001) 10 - 20 3 Kruimeltaart (droog) 160 - 180 20 - 40 3 Amandelcake/suikertaart 190 - 2101) 20 - 30 3 Vruchtentaart (bereid met gistdeeg/ 170 35 - 55 3 Vruchtentaart met kruimeldeeg 170 - 190 40 - 60 3 Plaatkoek met kwetsbare garnering (bijv. kwark, room, puddingvulling) 160 - 1801) 40 - 80 3 Pizza (met veel garnering) 190 - 2101) 30 - 50 1-2 Pizza (dunne korst) 220 - 2501) 15 - 25 1-2 Ongedesemd brood 230 - 250 10 - 15 1 Vlaaien (CH) 210 - 230 35 - 50 1 sponsdeeg) 2) 1) Oven voorverwarmen. 2) Gebruik braadpan. Koekjes Gerecht Temperatuur (°C) Tijd (min) Roosterhoogte Zandkoekjes 170 - 190 10 - 20 3 Zandtaartdeeg/ Deegreepjes 1601) 20 - 35 3 Roerdeegkoekjes 170 - 190 20 - 30 3 Eiwitgebak, schuimgebak 80 - 100 120 - 150 3 Bitterkoekjes 120 - 130 30 - 60 3 Koekjes gemaakt van gistdeeg 170 - 190 20 - 40 3 Klein bladerdeeggebak 190 - 2101) 20 - 30 3 Broodjes 190 - 2101) 10 - 55 3 Kleine cakejes (20 per blad) 1701) 20 - 30 3-4 1) Oven voorverwarmen. 23 24 www.aeg.com Tabel voor ovenschotels en gegratineerde gerechten Gerecht Temperatuur (°C) Tijd (min) Roosterhoogte Pastaschotel 180 - 200 45 - 60 1 Lasagne 180 - 200 35 - 50 1 Groentegratin 180 - 2001) 15 - 30 1 Stokbroden bedekt met gesmolten kaas 200 - 2201) 15 - 30 1 Zoete ovenschotels 180 - 200 40 - 60 1 Visschotels 180 - 200 40 - 60 1 Gevulde groente 180 - 200 40 - 60 1 1) Oven voorverwarmen. 10.6 Pizzastand Gerecht Temperatuur (°C) Tijd (min) Pizza (dun) 1) 200 - 2302) 10 - 20 1-2 Pizza (met veel garnering) 1) 180 - 200 20 - 35 1-2 Taarten 170 - 200 35 - 55 1-2 Spinazietaart 160 - 180 45 - 60 1-2 Quiche Lorraine (hartige taart) 170 - 190 45 - 55 1-2 Zwitserse flan 170 - 200 35 - 55 1-2 Kwarktaart 140 - 160 60 - 90 1-2 Appeltaart, bedekt 150 - 170 50 - 60 1-2 Groentetaart 160 - 180 50 - 60 1-2 Ongedesemd brood 230 - 2502) 10 - 20 2-3 Bladerdeegtaart 160 - 1802) 45 - 55 2-3 Flammekuchen 230 - 2502) 12 - 20 2-3 Piroggen (Russische variant op calzone) 180 - 2002) 15 - 25 2-3 1) Gebruik braadpan. 2) Oven voorverwarmen. Roosterhoogte NEDERLANDS 10.7 Braden • Gebruik hittebestendig servies om te braden (lees de instructies van de fabrikant). • Grote braadstukken kunt u direct in de diepe braadpan braden (indien aanwezig) of op een rooster boven de braadpan. • Braad mager vlees in een braadpan met deksel. Op die manier blijft het vlees sappiger. • Alle soorten vlees die een korst moeten krijgen, kunt u in de braadschaal zonder deksel braden. • Wij raden u aan vlees en vis vanaf 1 kg in het apparaat te bereiden. 25 • Giet een beetje vloeistof in de braadpan om het aanbranden van vleessap of vet te voorkomen. • Indien nodig het braadstuk (na 1/2 2/3 van de gaartijd) keren. • Besprenkel grote braadstukken en gevogelte diverse keren tijdens het braden met het eigen vleessap. Hiermee bereikt u een beter braadresultaat. • U kunt het apparaat ongeveer 10 minuten voor het einde van de bereidingstijd uitschakelen om de restwarmte te gebruiken. 10.8 Braden met boven- en onderwarmte Rundvlees Gerecht Aantal Temperatuur (°C) Tijd (min) Roosterhoogte Stoofvlees 1 – 1,5 kg 200 - 230 105 - 150 1 Rosbief of ossehaas: rood per cm dikte 230 - 2501) 6-8 1 Rosbief of ossehaas: medium per cm dikte 220 - 230 8 - 10 1 Rosbief of ossehaas: gaar per cm dikte 200 - 220 10 - 12 1 Gerecht Aantal Temperatuur (°C) Tijd (min) Roosterhoogte Schouderstuk, nekstuk, hamlap 1 – 1,5 kg 210 - 220 90 - 120 1 Kotelet, ribbetje 1 – 1,5 kg 180 - 190 60 - 90 1 Gehaktbrood 750 g - 1 kg 170 - 190 50 - 60 1 Varkensschenkel(voorgekookt) 750 g - 1 kg 200 - 220 90 - 120 1 1) Oven voorverwarmen. Varkensvlees 26 www.aeg.com Kalfsvlees Gerecht Aantal Temperatuur (°C) Tijd (min) Roosterhoogte Geroosterd kalfsvlees1) 1 kg 210 - 220 90 - 120 1 Kalfsschenkel 1,5 – 2 kg 200 - 220 150 - 180 1 1) Gebruik een afgesloten braadpan. Lamsvlees Gerecht Aantal Temperatuur Tijd (min) (°C) Roosterhoogte Lamsbout, geroosterd lamsvlees 1 – 1,5 kg 210 - 220 90 - 120 1 Lamsrug 1 – 1,5 kg 210 - 220 40 - 60 1 Gerecht Aantal Temperatuur Tijd (min) (°C) Hazenrug, hazenbout tot 1 kg 220 - 2401) 30 - 40 1 Reerug, hertenrug 1,5 – 2 kg 210 - 220 35 - 40 1 Reebout, hertenbout 1,5 – 2 kg 200 - 210 90 - 120 1 Gerecht Aantal Temperatuur Tijd (min) (°C) Roosterhoogte Stukken gevogelte 200 – 250 g p.p. 220 - 250 20 - 40 1 Halve kip 400 – 500 g p.p. 220 - 250 35 - 50 1 Kip, haantje 1 – 1,5 kg 220 - 250 50 - 70 1 Eend 1,5 – 2 kg 210 - 220 80 - 100 1 Gans 3,5 – 5 kg 200 - 210 150 - 180 1 Kalkoen 2,5 – 3,5 kg 200 - 210 120 - 180 1 Kalkoen 4 – 6 kg 180 - 200 180 - 240 1 Gerecht Aantal Temperatuur (°C) Tijd (min) Roosterhoogte Hele vis 1 – 1,5 kg 210 - 220 40 - 70 1 Game Roosterhoogte 1) Oven voorverwarmen. Gevogelte Vis NEDERLANDS 10.9 Braden met circulatiegrill Rundvlees Gerecht Aantal Temperatuur (°C) Tijd (min) Roosterhoogte Rosbief of ossehaas: rood per cm dikte 190 - 2001) 5-6 1 Rosbief of ossehaas: medium per cm dikte 180 - 190 6-8 1 Rosbief of ossehaas: gaar per cm dikte 170 - 180 8 - 10 1 Gerecht Aantal Temperatuur (°C) Tijd (min) Roosterhoogte Schouderstuk, nekstuk, hamlap 1 – 1,5 kg 160 - 180 90 - 120 1 Kotelet, ribbetje 1 – 1,5 kg 170 - 180 60 - 90 1 Gehaktbrood 750 g - 1 kg 160 - 170 50 - 60 1 Varkensschenkel(voorgekookt) 750 g - 1 kg 150 - 170 90 - 120 1 Gerecht Aantal Temperatuur (°C) Tijd (min) Roosterhoogte Geroosterd kalfsvlees 1 kg 160 - 180 90 - 120 1 Kalfsschenkel 1,5 – 2 kg 160 - 180 120 - 150 1 Gerecht Aantal Temperatuur Tijd (min) (°C) Roosterhoogte Lamsbout, geroosterd lamsvlees 1 – 1,5 kg 150 - 170 100 - 120 1 Lamsrug 1 – 1,5 kg 160 - 180 40 - 60 1 Gerecht Aantal Temperatuur (°C) Tijd (min) Roosterhoogte Stukken gevogelte 200 – 250 g p.p. 200 - 220 30 - 50 1 Halve kip 400 – 500 g p.p. 190 - 210 35 - 50 1 Kip, haantje 1 – 1,5 kg 190 - 210 50 - 70 1 1) Oven voorverwarmen. Varkensvlees Kalfsvlees Lamsvlees Gevogelte 27 28 www.aeg.com Gerecht Aantal Temperatuur (°C) Tijd (min) Roosterhoogte Eend 1,5 – 2 kg 180 - 200 80 - 100 1 Gans 3,5 – 5 kg 160 - 180 120 - 180 1 Kalkoen 2,5 – 3,5 kg 160 - 180 120 - 150 1 Kalkoen 4 – 6 kg 140 - 160 150 - 240 1 10.10 Grillen in het algemeen • Grill alltijd met de maximale temperatuurinstelling. • Rooster in de rekstand plaatsen, zoals aangeraden in grilleertabel. • Altijd de pan plaatsen om vet op te vangen op de eerste rekstand. • Alleen platte stukken vlees of vis grillen. • Lege oven met grillfuncties altijd 5 minuten voorverwarmen. Het grilgedeelte is ingesteld in het midden van het rooster. 10.11 Grill Gerecht Temperatuur Tijd (min) (°C) 1e kant 2e kant 2e kant Roosterhoogte Biefstuk, medium 210 - 230 30 - 40 30 - 40 2 Runderfilet, medium 230 20 - 30 20 - 30 3 Varkensrug 210 - 230 30 - 40 30 - 40 2 Kalfsrug 210 - 230 30 - 40 30 - 40 2 Lamsrug 210 - 230 25 - 35 20 - 35 3 Hele vis, 500 - 1000g 210 - 230 15 - 30 15 - 30 3-4 10.12 Drogen Dek de ovenroosters met bakpapier af. vereiste tijd uit. Open de deur en laat het apparaat afkoelen. Hierna kunt u het droogproces afronden. Voor de beste resultaten: schakel het apparaat na de eerste helft van de Groenten Gerecht Temperatuur (°C) Tijd (u) Bonen 60 - 70 6-8 Roosterhoogte 1 stand 2 posities 3 2/4 NEDERLANDS Gerecht Temperatuur (°C) Tijd (u) Paprika's 60 - 70 Groente in het zuur 29 Roosterhoogte 1 stand 2 posities 5-6 3 2/4 60 - 70 5-6 3 2/4 Paddestoelen 50 - 60 6-8 3 2/4 Kruiden 40 - 50 2-3 3 2/4 Gerecht Temperatuur (°C) Tijd (u) Pruimen 60 - 70 Abrikozen Fruit Roosterhoogte 1 stand 2 posities 8 - 10 3 2/4 60 - 70 8 - 10 3 2/4 Schijfjes appel 60 - 70 6-8 3 2/4 Peren 60 - 70 6-9 3 2/4 10.13 ontdrooien • Haal het voedsel uit de verpakking. Doe het voedsel op een bord. • Gebruik voor het afdekken geen borden of schotels. Hierdoor kan de ontdooitijd worden verlengd. • Gebruik de eerste rekstand van de oven. Het inzetniveau onderaan. Gerecht Aantal Ontdooitijd (min.) Nadooitijd (min) Opmerkingen Kip 1 kg 100 - 140 20 - 30 Kip op een omgedraaid schoteltje in een groot bord leggen. Halverwege de bereidingstijd omdraaien. Vlees 1 kg 100 - 140 20 - 30 Halverwege de bereidingstijd omdraaien. Vlees 500 g 90 - 120 20 - 30 Halverwege de bereidingstijd omdraaien. Forel 150 g 25 - 35 10 - 15 - Aardbeien 300 g 30 - 40 10 - 20 - Boter 250 g 30 - 40 10 - 15 - Room 2 x 200 g 80 - 100 10 - 15 Klop de nog licht bevroren slagroom. Cake 1,4 kg 60 60 - 30 www.aeg.com 11. OVEN - ONDERHOUD EN REINIGING WAARSCHUWING! Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid. 11.1 Opmerkingen over schoonmaken • Maak de voorkant van het apparaat schoon met een zachte doek en een warm sopje. • Gebruik voor metalen oppervlakken een universeel reinigingsmiddel. • Reinig de binnenkant van het apparaat na elk gebruik. Opeenhopingen van vetten of andere voedselresten kunnen brand veroorzaken. Het risico is hoger voor de grillpan. • Verwijder hardnekkig vuil met een speciale ovenreiniger. • Reinig alle accessoires na elk gebruik en laat ze drogen. Gebruik een zachte doek en een warm sopje en een reinigingsmiddel. • Toebehoren met antiaanbaklaag mogen niet worden schoongemaakt met een agressief reinigingsmiddel, voorwerpen met scherpe randen of een afwasautomaat. Dit kan de antiaanbaklaag beschadigen. 11.2 Apparaten van roestvrij staal of aluminium: Maak de ovendeur alleen schoon met een natte spons. Droog maken met een zachte doek. Vermijd het gebruik van staalwol, zure of schurende producten, deze kunnen de oppervlakken van de oven beschadigen. Maak het bedieningspaneel van de oven net zo voorzichtig schoon 11.3 Pyrolyse LET OP! Start de pyrolytische reiniging niet als u de deur niet volledig heeft gesloten. Bij sommige modellen toont het display “C3” als deze fout ontstaat. WAARSCHUWING! Het apparaat wordt zeer heet. Er bestaat gevaar voor brandwonden. LET OP! Gebruik de kookplaat niet tijdens de pyrolytische reiniging. Dit kan het apparaat beschadigen. 1. Verwijder de ergste voedselresten met de hand. 2. Reinig de binnenkant van de deur met warm water om te voorkomen dat resten inbranden door hete lucht. 3. Stel de Pyrolyse-functie in. Raadpleeg "Ovenfuncties". 4. Wanneer knippert, drukt u op of op om de gewenste procedure in te stellen: Optie Omschrijving P1 Als de oven niet erg vuil is. Tijd van de procedure: 1 uur 30 min. P2 Als het vuil niet eenvoudig te verwijderen is. Tijd van de procedure: 2 uur 30 min. Na 2 seconden begint de procedure. U kunt de Einde-functie gebruiken om de start van de reinigingsprocedure uit te stellen. NEDERLANDS 31 Het lampje brandt niet tijdens de pyrolytische reiniging. 5. U kunt de standaardlengte van de procedure (P1 of P2) wijzigen door op te drukken om in te stellen. Druk vervolgens op of op om de duur van de reinigingsprocedure in te stellen. 6. Als de oven de ingestelde temperatuur heeft bereikt, wordt de deur vergrendeld. Het display toont het symbool en de balkjes van de warmteaanduiding tot de deur wordt vergrendeld. 7. Na afloop van de pyrolytische reiniging geeft het display de tijd van de dag aan. De ovendeur blijft vergrendeld. 8. Zodra het apparaat is afgekoeld, klinkt een geluidssignaal en wordt de ovendeur ontgrendeld. 11.4 Reinigingsherinnering Om u te herinneren aan de pyrolytische reiniging, knippert PYR in het display gedurende 10 seconden na elke in- en uitschakeling van het apparaat. De reinigingsherinnering gaat uit: • na het einde van de functie pyrolytische reiniging. • Als u gelijktijdig op en drukt terwijl PYR op het display knippert. 11.5 Verwijderen van de inschuifrails Om de oven te reinigen, verwijdert u de inschuifrails. 1. Trek de inschuifrail bij de voorkant uit de zijwand. 2. Trek de geleider bij de achterkant uit de zijwand en verwijder deze. 2 1 De pinnetjes op de telescopische geleiders moeten naar voren wijzen. Installeer de inschuifrails in omgekeerde volgorde. LET OP! Zorg ervoor dat de langste bevestigingsdraad voorin wordt aangebracht. De uiteinden van de twee draden moeten naar achteren wijzen. Incorrecte installatie kan schade aan het email toebrengen. 11.6 Uitnemen van de ovendeur Om het reinigen te vergemakkelijken, verwijdert u best de ovendeur. 32 www.aeg.com 2 1 2 B 1 1. Open de deur helemaal. 2. Verplaats de schuif totdat u een klik hoort. 3. Sluit de deur tot de schuif vergrendelt. 4. Verwijder de deur. Om de deur te verwijderen, trek de deur eerst aan de ene zijde naar buiten en daarna aan de andere zijde. Wanneer u klaar bent met reinigen, plaatst u de ovendeur terug in omgekeerde volgorde. Zorg ervoor dat u een klik hoort wanneer u de deur terugplaatst. Gebruik indien nodig enige kracht. 11.7 Verwijderen en reinigen van de deurglazen De glasplaten van de ovendeur op uw product kunnen in type en vorm verschillen van de voorbeelden die u hier ziet. Het aantal glasplaten kan ook verschillen. 1. Deurafdekking (B) aan de bovenkant van de deur aan beide kanten vastpakken en naar binnen drukken om de klemsluiting te ontgrendelen. 2. Trek de deur naar voren om hem te verwijderen. 3. Houd de glasplaten aan de bovenkant vast en trek deze een voor een omhoog uit de geleiding. 4. Reinig de glasplaten. Om de panelen te plaatsen, moet u de stappen in omgekeerde volgorde uitvoeren. 11.8 Het lampje vervangen Leg een doek op de bodem van de binnenkant van het apparaat. Dit voorkomt schade aan het afdekglas en de ovenruimte. WAARSCHUWING! Gevaar voor elektrocutie! Maak de zekering los voordat u de lamp vervangt. De lamp en het afdekglas kunnen heet zijn. LET OP! Houd de halogeenlamp altijd met een doek vast om te voorkomen dat er vetrestjes op de ovenlamp verbranden. 1. Schakel het apparaat uit. 2. Verwijder de zekeringen in de zekeringenkast, of schakel de stroomonderbreker uit. NEDERLANDS De lamp aan de achterkant. Het afdekglas van het lampje bevindt zich in de achterkant van de ovenruimte. 1. Draai het afdekglas van de lamp naar rechts en verwijder het. 2. Reinig het afdekglas. 3. Vervang het ovenlampje met de relevante tegen 300 °C hittebestendig ovenlampje. Gebruik hetzelfde ovenlamptype. 4. Plaats het afdekglas terug. 33 De lade onder de oven kan worden verwijderd om gemakkelijker te worden schoongemaakt. 1. Trek de lade volledig naar buiten, tot deze niet verder kan. 2. Til de lade enigszins op, zodat het naar boven kan worden getild in een hoek van de ladegeleiders. Om de lade te installeren, volgt u de procedure in omgekeerde volgorde. 11.9 De lade verwijderen WAARSCHUWING! Bewaar geen ontvlambare dingen in de lade (bijv. schoonmaakmiddelen, plastic zakken, ovenhandschoenen, papier, reinigingssprays, enz). Als u de oven gebruikt, kan de lade heet worden. Gevaar voor brand 12. PROBLEEMOPLOSSING WAARSCHUWING! Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid. 12.1 Problemen oplossen Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing U kunt het apparaat niet activeren. Het apparaat is niet aanControleer of het apparaat gesloten op een stopcontact goed is aangesloten op het of is niet goed geïnstalleerd. lichtnet. U kunt het apparaat niet activeren. De zekering is doorgebrand. Controleer of de zekering de oorzaak van de storing is. Als de zekeringen keer op keer doorslaan, neemt u contact op met een erkende installateur. 34 www.aeg.com Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing Restwarmte-indicatie gaat niet branden. De zone is niet heet, omdat hij slechts kortstondig is bediend. Als de kookzone lang genoeg in werking is geweest om heet te zijn, neemt u contact op met de klantenservice. U kunt de buitenste ring niet inschakelen. Schakel eerst de binnenring in. De oven wordt niet warm. De oven is uitgeschakeld. Schakel de oven in. De oven wordt niet warm. De klok is niet ingesteld. Stel de klok in. De oven wordt niet warm. De benodigde kookstanden zijn niet ingesteld. Zorg ervoor dat de instellingen correct zijn. De oven wordt niet warm. De automatische uitschakeling is actief. Raadpleeg "Automatisch uitschakelen". De oven wordt niet warm. Het kinderslot is geactiveerd. Raadpleeg "Het kinderslot gebruiken". Het lampje brandt niet. Het lampje is stuk. Vervang het lampje. De bereiding van de gerechten duurt te lang of de gerechten worden te snel gaar. De temperatuur is te laag of te hoog. Pas indien nodig de temperatuur aan. Volg het advies in de handleiding op. Stoom en condens slaan neer op de gerechten en in de ovenruimte. Het gerecht heeft te lang in de oven gestaan. Laat gerechten na het bereiden niet langer dan 15 - 20 minuten in de oven staan. Op het display verschijnt "F102". • U heeft de deur niet helemaal gesloten. • Het deurslot is defect. • Sluit de deur volledig. • Schakel de oven uit via de huiszekering of de veiligheidsschakelaar in de zekeringkast en schakel deze weer in. • Neem contact op met de klantenservice, wanneer "F102" opnieuw wordt weergegeven. NEDERLANDS Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing De oven staat aan maar De demofunctie is ingescha- 1. wordt niet warm. De ventila- keld. 2. tor werkt niet. Op het ovendisplay wordt "Demo" weer3. gegeven. 4. 5. 6. Het display toont een foutcode die niet in deze lijst voorkomt. Er is een elektrische fout. 12.2 Onderhoudgegevens Als u niet zelf het probleem kunt verhelpen, neem dan contact op met uw verkoper of de serviceafdeling. 35 Schakel de oven uit. Druk op de -toets en houd deze ingedrukt. Draai als er een geluidssignaal klinkt de knop voor de ovenfuncties rechtsom naar de eerste functie. "Demo" knippert in het display. Draai de knop voor de ovenfuncties naar de uitstand. Laat de knop los. Draai de temperatuurknop drie seconden naar rechts. Het geluidssignaal klinkt drie keer. De demofunctie is uitgeschakeld. Schakel het apparaat uit via de huiszekering of de veiligheidsschakelaar in de zekeringkast en schakel het apparaat dan weer in. Neem contact op met de klantenservice wanneer de foutcode opnieuw wordt weergegeven. Het typeplaatje bevindt zich voor aan de binnenkant van het apparaat. Verwijder het typeplaatje niet uit de ovenruimte. De contactgegevens van het servicecentrum staan op het typeplaatje. Wij adviseren u om de gegevens hier te noteren: Model (MOD.) ......................................... Productnummer (PNC) ......................................... Serienummer (S.N.) ......................................... 36 www.aeg.com 13. MONTAGE WAARSCHUWING! Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid. 13.3 Het apparaat waterpas zetten 13.1 Technische gegevens Afmetingen Hoogte 847 - 867 mm Breedte 596 mm Diepte 600 mm Ovencapaciteit 74 l 13.2 Locatie van het apparaat U kunt uw vrijstaand apparaat met kasten aan een of twee zijden en in de hoek plaatsen. B A A Minimum afstanden Afmetingen mm A 2 B 685 Gebruik kleine pootjes aan de onderkant van het apparaat om het kookoppervlak aan de bovenkant waterpas met andere oppervlakken te brengen. 13.4 Anti-kantelbescherming LET OP! Monteer de antikantelbescherming zodat het apparaat niet valt als het incorrect wordt geladen. De antikantelbescherming werkt alleen als het apparaat in een correcte ruimte is geplaatst. Uw apparaat is voorzien van het symbool weergegeven in de afbeelding (indien van toepassing) om u te herinneren aan de montage van de antikantelbescherming. NEDERLANDS 37 aanrechtkastjes groter is dan de breedte van het apparaat, moet u de zijmaten aanpassen als u het apparaat wilt centreren. 49 mm 77 mm LET OP! Zorg dat u de antikantelbescherming op de correcte hoogte installeert. Zorg ervoor dat het oppervlak achter het apparaat glad is. 1. Stel de correcte hoogte in en bepaal waar op het apparaat u de antikantelbescherming gaat plaatsen. 2. Installeer de anti-kantelbescherming 77 mm onder het bovenvlak van het apparaat en 49 mm van de linkerkant van het apparaat in de ronde opening op een steun. Zie afbeelding. Schroef de beveiliging stevig in solide materiaal of gebruik geschikte versteviging (muur). 3. U vindt het gat aan de linkerachterkant van het apparaat. Zie afbeelding. Til de voorkant van het apparaat op (1) en plaats dit in het midden van de ruimte tussen de kastjes (2). Als de afstand tussen de 1 2 13.5 Elektrische installatie WAARSCHUWING! De fabrikant is niet verantwoordelijk indien u deze veiligheidsmaatregelen uit hoofdstuk 'Veiligheidsinformatie' niet opvolgt. Dit apparaat wordt geleverd zonder stekker en netsnoer. Geschikte kabelsoorten: H07 RN-F, H05 RN-F, H05 RR-F, H05 VV-F, H05 V2V2-F (T90), H05 BB-F. 14. MILIEUBESCHERMING Recycle de materialen met het symbool . Gooi de verpakking in een geschikte verzamelcontainer om het te recyclen. Help om het milieu en de volksgezondheid te beschermen en recycle het afval van elektrische en elektronische apparaten. Gooi apparaten gemarkeerd met het symbool niet weg met het huishoudelijk afval. Breng het product naar het milieustation bij u in de buurt of neem contact op met de gemeente.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76

AEG 68476VS-MN Handleiding

Type
Handleiding

in andere talen