Documenttranscriptie
43036IW-MN
NL Gebruiksaanwijzing
FR Notice d'utilisation
2
41
2
www.aeg.com
INHOUD
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
10.
11.
12.
13.
VEILIGHEIDSINFORMATIE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5
BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8
VOOR HET EERSTE GEBRUIK . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9
KOOKPLAAT - DAGELIJKS GEBRUIK . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9
KOOKPLAAT - HANDIGE AANWIJZINGEN EN TIPS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14
KOOKPLAAT - ONDERHOUD EN REINIGING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15
OVEN - DAGELIJKS GEBRUIK . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16
OVEN - KLOKFUNCTIES . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21
OVEN - HANDIGE AANWIJZINGEN EN TIPS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22
OVEN - ONDERHOUD EN REINIGING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 33
PROBLEMEN OPLOSSEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 37
MONTAGE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 39
VOOR PERFECTE RESULTATEN
Bedankt dat u voor dit AEG product heeft gekozen. Dit apparaat is ontworpen om vele jaren
uitstekend te presteren, met innovatieve technologieën die het leven gemakkelijker helpen
maken – functies die gewone apparaten wellicht niet hebben. Neem een paar minuten de tijd
om het door te lezen zodat u er optimaal van kunt profiteren.
Ga naar onze website voor:
Advies over gebruik, brochures, het oplossen van problemen en
onderhoudsinformatie:
www.aeg.com
Registreer uw product voor een betere service:
www.aeg.com/productregistration
Koop accessoires, verbruiksartikelen en originele reserveonderdelen voor uw
apparaat:
www.aeg.com/shop
KLANTENSERVICE
Wij raden altijd het gebruik van originele onderdelen aan.
Zorg er als u contact opneemt met de klantenservice voor dat u de volgende gegevens bij de
hand hebt.
De informatie staat op het typeplaatje. model, productnummer, serienummer.
Waarschuwing - Belangrijke veiligheidsinformatie.
Algemene informatie en tips
Milieu-informatie
Wijzigingen voorbehouden.
NEDERLANDS
3
1. VEILIGHEIDSINFORMATIE
Lees zorgvuldig de meegeleverde instructies voor installatie en gebruik van het apparaat. De fabrikant is
niet verantwoordelijk voor letsel en schade veroorzaakt
door een foutieve installatie. Bewaar de instructies van
het apparaat voor toekomstig gebruik.
1.1 Veiligheid van kinderen en kwetsbare mensen
WAARSCHUWING!
Gevaar voor verstikking, letsel of permanente invaliditeit.
• Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van
8 jaar en ouder en door mensen met beperkte lichamelijke, zintuiglijke of verstandelijke vermogens of
een gebrek aan ervaring en kennis, indien zij onder
toezicht staan van een volwassene of van iemand die
verantwoordelijk is voor hun veiligheid.
• Laat kinderen niet met het apparaat spelen. Kinderen
jonger dan 3 jaar moeten niet zonder toezicht in de
buurt van het apparaat worden gelaten.
• Houd alle verpakkingsmaterialen uit de buurt van kinderen.
• Houd kinderen en huisdieren uit de buurt van het apparaat als het in werking is of afkoelt. Het apparaat is
heet.
• Als het apparaat is uitgerust met een kinderbeveiliging, raden wij aan dit te activeren.
• Reiniging en onderhoud mag niet worden uitgevoerd
door kinderen zonder toezicht.
1.2 Algemene veiligheid
• Het apparaat en de toegankelijke onderdelen ervan
worden heet tijdens gebruik. De verwarmingselementen niet aanraken.
4
www.aeg.com
• Bedien het apparaat niet met een externe timer of
een apart afstandbedieningssysteem.
• Zonder toezicht koken op een kookplaat met vet of
olie kan gevaarlijk zijn en brandgevaar opleveren.
• Probeer brand nooit met water te blussen, maar schakel in plaats daarvan het apparaat uit en bedek de
vlam, d.w.z. met een deksel of blusdeken.
• Bewaar geen voorwerpen op de kookplaten.
• Gebruik geen stoomreiniger om het apparaat schoon
te maken.
• Metalen voorwerpen, zoals messen, vorken, lepels en
deksels mogen niet op de kookplaat worden geplaatst, aangezien ze heet kunnen worden.
• Gebruik nooit agressieve reinigingsmiddelen of
scherpe metalen schrapers om de glazen deur
schoon te maken, deze kunnen krassen veroorzaken
op het oppervlak, waardoor het glas zou kunnen breken.
• Gebruik uitsluitend de vleesthermometer die aanbevolen is voor dit apparaat.
• Wees voorzichtig als u de opslaglade aanraakt. Deze
kan heet worden.
• Om de inschuifrailen te verwijderen trekt u eerst de
voorkant van de inschuifrail en dan de achterkant uit
de zijwanden. Installeer de inschuifrail in de omgekeerde volgorde.
• Als de glaskeramische oppervlakte gebarsten is,
schakel het apparaat dan uit om het risico op elektrische schokken te voorkomen.
• Schakel het kookplaatelement uit na elk gebruik met
de bedieningstoetsen. Vertrouw niet op de pandetector.
• Zorg ervoor dat het apparaat is uitgeschakeld voordat u de lamp vervangt om elektrische schokken te
voorkomen.
NEDERLANDS
5
• De middelen voor het uitschakelen moeten opgenomen worden in de vaste bedrading overeenkomstig
de regels voor de bedrading.
• Als de voedingskabel beschadigd is, moet de fabrikant, een erkende serviceverlener of een gekwalificeerd persoon deze vervangen teneinde gevaarlijke
situaties te voorkomen.
2.
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
2.1 Montage
WAARSCHUWING!
Alleen een erkende installatietechnicus mag het apparaat installeren.
• Verwijder alle verpakkingsmaterialen.
• Installeer en gebruik geen beschadigd
apparaat.
• Volg de installatie-instructies op die
zijn meegeleverd met het apparaat.
• Wees voorzichtig met het verplaatsen
van het apparaat, het is zwaar. Draag
altijd veiligheidshandschoenen.
• Trek het apparaat nooit aan de handgreep van zijn plaats.
• Houd de minimumafstand naar andere
apparaten en units in acht.
• Zorg ervoor dat het apparaat onder en
naast veilige installaties wordt geïnstalleerd.
• De zijkanten van het apparaat moeten
naast apparaten of units staan van dezelfde hoogte.
• Installeer het apparaat niet op een
platform.
• Installeer het apparaat niet naast een
deur of onder een raam. Dit voorkomt
dat hete pennen van het apparaat vallen als de deur of het raam wordt geopend.
WAARSCHUWING!
Installeer een stabilisator om te
voorkomen dat het apparaat kantelt. Raadpleeg de installatiegids.
Aansluiting op het
elektriciteitsnet
WAARSCHUWING!
Gevaar voor brand en elektrische
schokken.
• Alle elektrische aansluitingen moeten
door een gediplomeerd elektromonteur worden gemaakt.
• Dit apparaat moet worden aangesloten op een geaard stopcontact.
• Controleer of de elektrische informatie
op het typeplaatje overeenkomt met
de stroomvoorziening. Zo niet, neem
dan contact op met een elektromonteur.
• Gebruik altijd een correct geïnstalleerd, schokbestendig stopcontact.
• Gebruik geen meerwegstekkers en
verlengsnoeren.
• Zorg dat u de hoofdstekker en kabel
niet beschadigt. Neem contact op met
de service-afdeling of een elektromonteur om een beschadigde hoofdkabel te vervangen.
• Laat de stroomkabel niet in aanraking
komen met de deur van het apparaat,
met name niet als deze heet is.
• De schokbescherming van delen onder stroom en geïsoleerde delen
moet op zo'n manier worden bevestigd dat het niet zonder gereedschap
kan worden verplaatst.
• Steek de stekker pas in het stopcontact als de installatie is voltooid. Zorg
ervoor dat het netsnoer na installatie
bereikbaar is.
6
www.aeg.com
• Sluit de stroomstekker niet aan op een
losse stroomaansluiting.
• Trek niet aan het netsnoer om het apparaat los te koppelen. Trek altijd aan
de stekker.
• Gebruik alleen de juiste isolatie-apparaten: stroomonderbrekers, zekeringen (schroefzekeringen moeten uit de
houder worden verwijderd), aardlekschakelaars en contactgevers.
• De elektrische installatie moet een isolatieapparaat bevatten waardoor het
apparaat volledig van het lichtnet afgesloten kan worden. Het isolatieapparaat moet een contactopening hebben met een minimale breedte van 3
mm.
2.2 Gebruik
WAARSCHUWING!
Gevaar op letsel, brandwonden
of elektrische schokken
• Gebruik dit apparaat in een huishoudelijke omgeving.
• De specificatie van het apparaat mag
niet worden veranderd.
• Zorg ervoor dat de ventilatieopeningen niet geblokkeerd zijn.
• Laat het apparaat tijdens het gebruik
niet onbeheerd achter.
• Schakel het apparaat telkens na gebruik uit.
• Van binnen wordt het apparaat heet
als het in werking is. Raak de verwarmingselementen in het apparaat niet
aan. Gebruik altijd ovenhandschoenen
om accessoires of kookgerei te plaatsen of verwijderen.
• Wees voorzichtig met het openen van
de deur van het apparaat als het apparaat aan staat. Er kan hete lucht ontsnappen.
• Bedien het apparaat niet met natte
handen of als het contact maakt met
water.
• Oefen geen kracht uit op een geopende deur.
• Bedien het apparaat niet met een externe timer of een apart afstandbedieningssysteem.
• Houd de deur van het apparaat altijd
dicht als het apparaat in werking is.
• Leg geen bestek of deksels van steelpannen op de kookzones. Ze zijn heet.
• Zet de kookzone op "uit" na elk gebruik.
• Het apparaat mag niet worden gebruikt als werkblad of aanrecht.
• Sluit het apparaat direct af van de
stroomtoevoer als het oppervlak van
het apparaat gebroken is. Dit om elektrische schokken te voorkomen.
• Gebruikers met een pacemaker moeten een afstand van minimaal 30 cm
bewaren van de inductiekookzones als
het apparaat in werking is.
WAARSCHUWING!
Brand- of explosiegevaar.
• Verhitte vetten en olie kunnen ontvlambare damp afgeven. Houd vlammen of verwarmde voorwerpen uit de
buurt van vet en olie als u er mee
kookt.
• De dampen die hete olie afgeeft kunnen spontane ontbranding veroorzaken.
• Gebruikte olie die voedselresten bevat kan brand veroorzaken bij een lagere temperatuur dan olie die voor de
eerste keer wordt gebruikt.
• Plaats geen ontvlambare producten of
items die vochtig zijn door ontvlambare producten in, bij of op het apparaat.
• Houd vonken of open vlammen uit de
buurt van het apparaat bij het openen
van de deur.
• Open de deur van het apparaat voorzichtig. Als u alcoholische toevoegingen gebruikt, kan er alcohol-luchtmengsel ontstaan.
• Probeer niet om een brand te blussen
met water. Haal het apparaat uit het
stopcontact en dek de vlammen af
met een deksel of blusdeken.
WAARSCHUWING!
Risico op schade aan het apparaat.
• Om schade of verkleuring van het
email te voorkomen:
– Zet geen kookgerei of andere voorwerpen direct op de bodem van het
apparaat.
NEDERLANDS
•
•
•
•
•
•
•
•
– Leg geen aluminiumfolie op de bodem van het apparaat.
– Plaats geen water direct in het hete
apparaat.
– haal vochtige schotels en eten uit
het apparaat als u klaar bent met
koken.
– Wees voorzichtig bij het verwijderen
of bevestigen van accessoires.
Verkleuring van het email heeft geen
ongewenst effect op de werking van
het apparaat. Dit is geen defect dat
geldt voor het recht op garantie.
Gebruik een diepe braadpan voor
vochtige taarten. Fruitsappen kunnen
permanente vlekken maken.
Zet geen hete pannen op het bedieningspaneel.
Laat kookgerei niet droogkoken.
Laat geen voorwerpen of kookgerei
op het apparaat vallen. Het oppervlak
kan beschadigen.
Activeer de kookzones niet met lege
pannen of zonder pannen erop.
Geen aluminiumfolie op het apparaat
leggen.
Pannen van gietijzer, aluminium of
met beschadigde bodems kunnen
krassen veroorzaken in het glaskeramiek. Til deze voorwerpen altijd op als
u ze moet verplaatsen op het kookoppervlak.
7
• Reinig het apparaat regelmatig om te
voorkomen dat het materiaal van het
oppervlak achteruitgaat.
• Resterend vet of voedsel in het apparaat kan brand veroorzaken.
• Maak het apparaat schoon met een
vochtige, zachte doek. Gebruik alleen
neutrale schoonmaakmiddelen. Gebruik geen schuurmiddelen, schuursponsjes, oplosmiddelen of metalen
voorwerpen.
• Raadpleeg als u een ovenspray gebruikt eerst de aanwijzingen op de
verpakking.
• Reinig niet het katalytisch emaille (indien van toepassing) met een schoonmaakmiddel.
2.4 Binnenverlichting
• De gloeilampen of halogeenlampen in
dit apparaat zijn uitsluitend bedoeld
voor gebruik in huishoudelijke apparaten. Gebruik deze niet voor andere
doeleinden.
WAARSCHUWING!
Gevaar voor elektrische schokken!
• Voordat u het lampje vervangt, dient u
de stekker van het apparaat uit het
stopcontact te halen.
• Gebruik alleen lampjes met dezelfde
specificaties.
2.3 Onderhoud en reiniging
WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel, brand en
schade aan het apparaat.
• Schakel het apparaat uit en trek de
stekker uit het stopcontact voordat u
onderhoudshandelingen verricht.
• Zorg ervoor dat het apparaat is afgekoeld. Er bestaat een risico dat de
glasplaten kunnen breken.
• Vervang direct de glazen deurpanelen
als deze beschadigd zijn. Neem contact op met de service-afdeling.
• Wees voorzichtig bij het verwijderen
van de deur uit het apparaat. De deur
is zwaar!
2.5 Verwijdering
WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel of verstikking.
• Haal de stekker uit het stopcontact.
• Snijd het netsnoer van het apparaat af
en gooi dit weg.
• Verwijder de deurgreep om te voorkomen dat kinderen en huisdieren opgesloten raken in het apparaat.
8
www.aeg.com
3. BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT
3.1 Algemeen overzicht
1 Kookplaat
1
2
3
4
5
4
6
3
5
2
2 Aansluiting voor de kerntempera-
tuursensor
3 Grill
4 Ovenlampje
5 Ventilator en verwarmingselement
6 Rekstanden
1
3.2 Indeling kookplaat
1
2
3
1 Inductiekookzone 2300 W, met Po-
werfunctie 3200 W
2 Stoomuitlaat
3 Inductiekookzone 2300 W, met Po-
4
werfunctie 3200 W
4 Inductiekookzone 2300 W, met powerfunctie 3200 W.
5 Ovenbedieningspaneel
6 Kookplaatbedieningspaneel
7 Inductiekookzone 2300 W, met Po-
7
6
5
3.3 Accessoires
• Ovenrek
Voor kookgerei, bak- en braadvormen.
• Vlakke bakplaat
Voor gebak en koekjes.
• Braadpan
Voor braden en roosteren of als pan
om vet op te vangen.
• Uitneembare telescopische geleiders
werfunctie 3200 W
Voor het plaatsen van braadsledes of
bakplaten.
• Kerntemperatuursensor
Voor het vaststellen van het gaarpunt
van het gerecht.
• Bewaarlade
Onder de ovenruimte bevindt zich een
bewaarlade.
Druk op de lade om de lade te
openen. De lade komt dan naar
buiten.
NEDERLANDS
9
4. VOOR HET EERSTE GEBRUIK
WAARSCHUWING!
Zie de veiligheidshoofdstukken .
4.1 Eerste reiniging
• Verwijder alle accessoires en uitneembare rails (indien van toepassing).
• Reinig het apparaat voor het eerste
gebruik.
derbreking, gaat het symbool voor de
tijd knipperen.
Druk op de toets + of - om de juiste tijd
in te stellen.
Na ongeveer 5 seconden stopt het knipperen en geeft de klok de ingestelde tijd
van de dag weer.
U kunt de tijd alleen wijzigen
als:
• De kinderbeveiliging niet is ingeschakeld.
• Geen van de klokfuncties Duur
of Einde
is ingesteld.
• Er geen ovenfunctie is ingesteld.
Zie het hoofdstuk "Onderhoud
en reiniging".
4.2 Tiptoets
Raak de tiptoets op het bedieningspaneel aan en houd deze
minimum 1 seconde ingedrukt
om het apparaat in te schakelen.
4.4 Voorverwarmen
Verwarm het apparaat voor om het resterende vet weg te branden.
1.
Stel de functie
en de maximumtemperatuur in.
2. Laat het apparaat een uur aan staan.
1s
3.
Stel de functie
en de maximumtemperatuur in.
4. Laat het apparaat tien minuten aan
staan.
5.
4.3 Tijd instellen
U moet de tijd instellen voordat
u de oven bedient.
Stel de functie
en de maximumtemperatuur in.
6. Laat het apparaat tien minuten aan
staan.
Accessoires kunnen heter worden dan
normaal. Het apparaat kan een vreemde
geur en rook afgeven. Dit is normaal.
Zorg dat er voldoende luchtcirculatie is.
Als het apparaat wordt aangesloten op
de stroomtoevoer of na een stroomon-
5. KOOKPLAAT - DAGELIJKS GEBRUIK
WAARSCHUWING!
Zie de veiligheidshoofdstukken .
10 www.aeg.com
5.1 Indeling bedieningspaneel
1
2
11 10
3
4
9
8
5
7
6
Gebruik de tiptoetsen om het apparaat te bedienen. De displays,
indicatielampjes en geluiden tonen welke functies worden gebruikt.
tiptoets
-functie
1
Het apparaat in- en uitschakelen
2
Het bedieningspaneel vergrendelen/
ontgrendelen.
3
Timerindicatie voor de kookzones
Geeft aan voor welke kookzone u de tijd
instelt.
4
Het timerdisplay
Geeft de tijd in minuten weer.
De Powerfunctie inschakelen.
5
6
Een kookstanddisplay
De kookstand weergeven.
7
Een bedieningsstrip
Het instellen van de kookstand.
De tijd verlengen of verkorten.
/
8
9
Kookzone instellen.
10
De functie STOP+GO in- en uitschakelen.
11
De brugfunctie inschakelen.
5.2 Kookstanddisplay
Display
Beschrijving
De kookzone is uitgeschakeld.
-
De kookzone wordt gebruikt.
De STOP+GO- / warmhoud-functie werkt.
De automatische verwarmingsfunctie is in werking.
De Powerfunctie werkt.
+ cijfer
Er is een storing.
NEDERLANDS
Display
/
/
11
Beschrijving
OptiHeat Control (restwarmte-indicatie in drie stappen):
doorgaan met koken / warmhoudstand / restwarmte.
Slot/kinderbeveiliging is in werking.
Het kookgerei is niet geschikt of te klein, of er is geen
kookgerei op de kookzone geplaatst.
De automatische uitschakeling is in werking getreden.
5.3 De kookplaat aan- en
uitzetten
Raak
2 seconden aan om de kook1 seconde
plaat in te schakelen. Raak
aan om de kookplaat uit te schakelen.
5.4 Temperatuurinstelling
Raak de benodigde temperatuurinstelling op de bedieningsstrip aan. Wijzig
naar links of rechts, indien nodig. Laat
niet los voordat de juiste kookstand is
bereikt. Het display toont de kookstand.
De functie Automatisch opwarmen starten voor een kookzone:
1.
Raak
aan (
verschijnt dan in
het display).
2. Selecteer meteen de benodigde
kookstand. Na 3 seconden verschijnt
op het display.
Verander de kookstand om de functie te
stoppen.
12
11
10
9
8
7
6
5
4
3
2
1
5.5 Brugfunctie
De brugfunctie verbindt twee kookzones
en werken dan samen als één kookzone.
Stel eerst de warmteinstelling in voor
één kookzone.
/
aan om de brugfunctie te
Raak
starten voor de kookzones links/rechts.
Raak een van de besturingsbalken links/
rechts aan om de kookstand in te stellen
of te wijzigen.
Om de brugfunctie te stoppen, raakt u
/
aan. De kookzones werken onafhankelijk.
5.6 Automatisch opwarmen
U kunt een gewenste kookstand sneller
verkrijgen als u de functie Automatisch
opwarmen inschakelt. Deze functie schakelt even de hoogste kookstand in (zie
diagram) en verlaagt dan naar de gewenste kookstand.
0
1
2 3 4 5 6 7
8 9 10 11 12 13 14
5.7 Powerfunctie
De Powerfunctie maakt meer vermogen
beschikbaar voor de inductiekookzones.
De Powerfunctie wordt maximaal 10 minuten geactiveerd. Daarna wordt de inductiekookzone automatisch teruggeschakeld naar de hoogste kookstand.
Om de functie te activeren, raakt u
aan.
verschijnt op het display. Voor
uitschakelen, raakt u een kookstand aan
.
5.8 Vermogensbeheer
Het vermogensbeheer verdeelt het vermogen tussen twee kookzones die een
paar vormen (zie afbeelding). De Powerfunctie verhoogt het vermogen tot het
maximale niveau voor de ene kookzone
van het paar, en verlaagt het vermogen
12 www.aeg.com
in de tweede kookzone. Het display van
de verlaagde zone verandert tussen
twee niveaus.
• Het geluidssignaal stopzetten:
d.m.v. aanraken van
CountUp Timer (De timer met
optelfunctie)
5.9 Timer
Timer met aftelfunctie
Gebruik de timer met aftelfunctie om in
te stellen hoe lang de kookzone op dat
moment moet werken.
Stel de timer met aftelfunctie in nadat
de kookzone is geselecteerd.
U kunt de kookstand voor of na het instellen van de timer selecteren.
• Kookzone instellen:raak
meerdere
malen aan tot het lampje van de gewenste kookzone brandt.
• De timer met aftelfunctie activeren:
van de timer aan om de tijd in
raak
te stellen ( 00 - 99 minuten). Als het
lampje van de kookzone langzaam
knippert, wordt de tijd afgeteld.
• Resterende tijd weergeven: selecteer de kookzone met
. Het indicatielampje van de kookzone gaat sneller knipperen. Op het display wordt
de resterende tijd weergegeven.
• De timer met aftelfunctie wijzin.
gen:selecteer de kookzone met
of
aan.
Raak
• De timer uitschakelen: selecteer de
kookzone met
. Raak
aan. De
resterende tijd telt af tot 00 . Het indicatielampje van de kookzone gaat
uit. Om de kookzone uit te schakelen
kunt u ook
en
gelijktijdig aanraken.
Als de afteltijd verstreken is, klinkt er een
geluidssignaal en knippert 00 . De
kookzone wordt uitgeschakeld.
Gebruik CountUp Timer om in de gaten
te houden hoelang de kookzone werkt.
• De kookzone instellen (indien er
meer dan 1 kookzone actief is):raak
meerdere malen aan tot het lampje
van de gewenste kookzone brandt.
• Voor het inschakelen vanCountUp
Timer:
door
van de timer aan te
raken gaat branden. Als het lampje
van de kookzone langzaam knippert,
wordt de tijd opgeteld. De display
en getelde tijd (mischakelt tussen
nuten).
• Om in de gaten te houden hoelang
de kookzone werkt: selecteer de
kookzone met
. Het indicatielampje
van de kookzone gaat sneller knipperen. Het display geeft de tijd aan die
de kookzone werkt.
• Voor het uitschakelen vanCountUp
en
Timer: stel de kookzone in met
raak
of
aan voor het inschakelen
van de timer. Het indicatielampje van
de kookzone gaat uit.
Kookwekker
U kunt de timer als Kookwekker gebruiken als de kookzones uitgeschakeld zijn.
Raak
aan. Raak
of
van de timer
aan om de tijd in te stellen. Als de tijd
verstreken is, klinkt er een geluidssignaal
en knippert 00 .
• Het geluidssignaal stopzetten:
d.m.v. aanraken van
5.10 Stop + Go-functie
De Stop + Go-functie
stelt alle kookzones in op de laagste instelling (
).
Met deze functie wordt de timerfunctie
niet uitgeschakeld.
• Raak om deze functie te starten
aan. Op het display verschijnt het symbool
.
NEDERLANDS
• Raak
aan om deze functie stop te
zetten. Het display toont de kookstand die u eerder hebt ingesteld.
Wanneer de Stop + Go-functie in
werking is, kunt u de kookstand
niet wijzigen.
5.11 Slot
U kunt het bedieningspaneel vergrendelen als de kookzones in werking zijn,
maar niet
. Hiermee wordt voorkomen dat de kookstand per ongeluk
wordt veranderd.
Met deze functie wordt de timerfunctie
niet uitgeschakeld.
1. Stel de kookstand in.
2.
Raak om deze functie te starten
aan. Het symbool
verschijnt 4 seconden op het display.
3.
Raak
aan om deze functie stop te
zetten. Het display toont de kookstand die u eerder hebt ingesteld.
Als u het apparaat uit zet, wordt
deze functie uitgeschakeld.
Als u het apparaat activeert, toont het
display SAFE.
5.12 Kinderslot
Deze functie voorkomt dat het kooktoestel onbedoeld wordt gebruikt.
Het kinderslot activeren
1.
Raak
aan om de kookplaat in te
schakelen. Stel geen kookstand in.
2.
Raak
4 seconden aan. Op het display verschijnt het symbool
. Het
kinderslot is in werking.
3.
Raak
aan om de kookplaat uit te
schakelen.
Het kinderslot uitschakelen
1.
Raak
aan om de kookplaat in te
schakelen. Stel geen kookstand in.
2.
Raak
4 seconden aan. Op het dis.
play verschijnt het symbool
3.
Raak
aan om de kookplaat uit te
schakelen.
13
De kinderbeveiliging uitschakelen
voor een enkele kooksessie
1.
Raak
aan om de kookplaat in te
schakelen. Op het display verschijnt
het symbool
.
2.
Raak
4 seconden aan.
Stel de kookstand binnen 10 seconden in. U kunt het kooktoestel bedienen.
4. Als u de kookplaat uitschakelt,
treedt het kinderslot weer in werking.
3.
5.13 OptiHeat Control
(restwarmte-indicatie in drie
stappen)
OptiHeat Control geeft het niveau van
de restwarmte aan (
\
\
). De inductiekookzones creëren de voor het koken benodigde warmte direct in de bodem van het kookgerei. De warmte van
het kookgerei verwarmt het glaskeramiek.
WAARSCHUWING!
Er bestaat verbrandingsgevaar
door restwarmte.
5.14 Automatische
uitschakeling
De kookplaat wordt automatisch uitgeschakeld als:
• Alle kookzones uitgeschakeld zijn
.
• U de kookstand niet instelt nadat u de
kookplaat hebt ingeschakeld.
• U iets hebt gemorst of iets langer dan
10 seconden op het bedieningspaneel
van de kookplaat hebt gelegd (een
pan, doek, etc.). Er klinkt een geluidssignaal en de kookplaat wordt uitgeschakeld. Verwijder het voorwerp of
reinig het bedieningspaneel.
• De kookplaat te heet wordt (b.v. als
een pan droog kookt). De kookzone
moet afgekoeld zijn voordat u deze
weer kunt gebruiken.
• U ongeschikt kookgerei gebruikt. Het
gaat op het display bransymbool
den en na 2 minuten schakelt de kookzone automatisch uit.
• U een kookzone niet uitschakelt of de
kookstand verandert. Na een tijdje (zie
14 www.aeg.com
tabel) verschijnt het symbool
op
het display en wordt de kookplaat uitgeschakeld.
Temperatuurinstelling
Temperatuurinstelling
Uitschakeltijd instellen
Uitschakeltijd instellen
-
5,0 uur
-
4,0 uur
6,0 uur
-
1,5 uur
-
6. KOOKPLAAT - HANDIGE AANWIJZINGEN EN TIPS
WAARSCHUWING!
Zie de veiligheidshoofdstukken.
6.1 Kookgerei voor
inductiekookzones
Bij inductiekookzones creëert
een krachtig elektromagnetisch
veld een bijna onmiddellijke
warmte in het kookgerei.
Materiaal van het kookgerei
• Juist: gietijzer, staal, geëmailleerd
staal, roestvrij staal, meerlaagse bodem (aangemerkt als geschikt voor inductie door de fabrikant).
• Onjuist: aluminium, koper, messing,
glas, keramiek, porselein.
Het kookgerei is geschikt voor een
inductiekookplaat als…
• Water op de hoogste kookstand binnen korte tijd wordt verwarmd.
• U een magneet aan de onderkant van
het kookgerei kunt bevestigen.
De bodem van het kookgerei
moet zo dik en vlak mogelijk zijn.
Plaats het kookgerei op het kruis
op de kookplaat. Dek het kruis
volledig af. Het magnetische gedeelte van de bodem van het
kookgerei dient minimaal 125
mm te zijn. Inductiekookzones
passen zich tot op zekere hoogte
automatisch aan de afmeting van
het kookgerei aan. U kunt met
groot kookgerei op twee kookzones tegelijkertijd koken.
6.2 Geluid tijdens gebruik
Als u dit hoort:
• Een krakend geluid: het kookgerei is
gemaakt van verschillende materialen
(sandwich-constructie).
• Fluitend geluid: bij gebruik van één of
meer kookzones met een hoge kookstand en als het kookgerei is gemaakt
van verschillende materialen (sandwich-constructie).
• Zoemen: een of meerdere kookzones
werken op hoge kookstand.
• Klikken: er treedt elektrische schakeling op.
• Sissen, zoemen: de ventilator werkt.
De geluiden zijn normaal en duiden
geen storing in het apparaat aan.
6.3 Energie besparen
• Doe indien mogelijk altijd een
deksel op het kookgerei.
• Zet het kookgerei op de kookzone voordat u deze inschakelt.
6.4 Voorbeelden van
kooktoepassingen
De gegevens in de volgende tabel dienen slechts als richtlijn.
NEDERLANDS
Tem- Gebruik om:
peratuurinstelling
15
Tijdstip
Tips
Bereide gerechten warmhouden
naar
behoefte
Afdekken
1-3
Hollandaise saus, smelten: boter, chocolade, gelatine
5-25
min
Tussendoor mengen
1-3
Stollen: luchtige omeletten, ge- 10-40
bakken eieren
min
Met deksel bereiden
3-5
Zachtjes aan de kook brengen
van rijst en gerechten op melkbasis Reeds bereide gerechten
opwarmen
25-50
min
Voeg minstens tweemaal zoveel vloeistof toe als rijst,
melkgerechten tijdens het
bereiden tussendoor roeren
5-7
Groenten stomen, vis smoren
vlees
20-45
min
Voeg een paar eetlepels
vocht toe
7-9
Aardappelen stomen
20-60
min
Gebruik max. ¼ l water voor
750 g aardappelen
7-9
Bereiden van grotere hoeveelheden voedsel, stoofschotels
en soepen
60-150
min
Tot 3 l vloeistof plus ingrediënten
9-12
Licht gebraden: kalfsoester,
naar
kalfs cordonbleu, koteletten,
berissoles, worstjes, lever, roux, ei- hoefte
eren, pannenkoeken, donuts
Halverwege de bereidingstijd omdraaien
1
12-13 Door-en-door gebraden, opgebakken aardappelen, lendenbiefstukken, steaks
14
5-15
min
Halverwege de bereidingstijd omdraaien
Aan de kook brengen van grotere hoeveelheden water, pasta koken,
aanbraden van vlees (goulash, stoofvlees), frituren van patates frites
De Powerfunctie is geschikt voor het verwarmen van grote hoeveelheden water.
7. KOOKPLAAT - ONDERHOUD EN REINIGING
WAARSCHUWING!
Zie de veiligheidshoofdstukken .
Reinig het apparaat telkens na gebruik
Gebruik altijd pannen met een schone
bodem.
Krassen of donkere vlekken in de
glaskeramiek hebben geen invloed op de werking van het apparaat.
Vuil verwijderen:
1. – Verwijder direct:gesmolten plastic, gesmolten folie en suikerhoudende gerechten. Anders kan het
vuil het apparaat beschadigen.
Gebruik een speciale schraper
voor de glazen plaat. Plaats de
schraper schuin op de glazen
plaat en verwijder resten door het
16 www.aeg.com
blad over het oppervlak te schuiven.
– Verwijder nadat het apparaat
voldoende is afgekoeld: kalkvlekken, waterkringen, vetvlekken en
glimmende metaalachtige verkleuringen. Gebruik een speciaal
schoonmaakmiddel voor glaskeramiek of roestvrij staal.
2. Reinig het apparaat met een vochtige doek en een beetje afwasmiddel.
3. Wrijf het apparaat ten slotte droog
met een schone doek.
8. OVEN - DAGELIJKS GEBRUIK
WAARSCHUWING!
Zie de veiligheidshoofdstukken .
8.1 Bedieningspaneel
1
Aantal
Knop
1
–
2
-functie
3
4
5
6
Omschrijving
Weergave
Om de huidige instellingen van de oven weer
te geven.
2
Aan/Uit
Om het apparaat in of uit te schakelen.
3
Omlaag, omh- Om een ovenfunctie of programma in te steloog
len.
4
Vleesthermometer
Het instellen van de vleesthermometer.
5
Functie Selectie/Klok
Om te veranderen tussen de ovenfuncties en
klokfuncties.
Instelknoppen
Om de temperatuur- en tijdwaarden in te
stellen.
6
NEDERLANDS
17
8.2 Displayaanduidingen
1
Aantal
2
3
4
Naam
5
6
7
8
Omschrijving
1
Functielampje van
de oven
Toont de functie.
2
Lampje/functielampje ontdooien
Toont dat functie Lamp/Ontdooien actief is.
3
Warmte-indicator
Geeft de kookstand weer.
4
Temperatuur-/controlelampje van de
klok
Toont de temperatuur en de tijd in minuten.
5
Indicatielampje voor Geeft aan dat de vleesthermometer in de aanvleesthermometer
sluiting is gestoken.
6
Controlelampje
warm houden
Toont aan dat de Warmhoudfunctie is ingeschakeld.
7
Kookduur /eindtijd/
bedrijfsduur
Toont de tijdsinstelling voor de klokfuncties.
8
Controlelampje
klokfunctie
Om de klokfunctie of kookwekker in te stellen.
8.3 Apparaat in- en
uitschakelen
Druk op
om het apparaat in of uit te
schakelen.
8.4 Ovenfuncties
Ovenfunctie
Applicatie
Hetelucht:
Voor het bakken op maximaal twee niveaus tegelijkertijd. Stel de temperatuur
van de oven 20 tot 40 °C lager in dan bij
Boven + onderwarmte.
Conventioneel
Voor bakken en braden op één niveau.
18 www.aeg.com
Ovenfunctie
Applicatie
Pizza hetelucht
Voor het bakken op één niveau van gerechten die een intensievere bruining en
knapperigheid van de bodem nodig hebben. Stel de temperatuur van de oven 20
tot 40 °C lager in dan bij Boven + onderwarmte.
Op lage temperatuur bereiden
Thermobraden
Voor het bereiden van zeer mager en
mals gebraden voedsel.
Voor het braden van grotere stukken vlees
of gevogelte op één niveau. Om te bruinen.
Grill groot
Voor het grillen van plat voedsel in grote
hoeveelheden. Pour faire griller du pain.
Multi-hete lucht
Om te bakken in bakblikken en te drogen
op één niveau bij lage temperatuur.
Warmhouden
Om het voedsel warm te houden.
Drogen
Om eten te drogen.
Ontdooien
Voor het ontdooien van diepvriesvoedsel.
Binnenverlichting
Om de binnenkant van de oven te verlichten.
8.5 De ovenfunctie instellen
Gebruik
om de ovenfunctie in te
stellen.
In het display verschijnt de aanbevolen
temperatuur.
Als u deze temperatuur niet wijzigt binnen ongeveer 5 seconden, begint het
apparaat met verwarmen.
Wanneer het apparaat op de ingestelde temperatuur werkt,
hoort u een geluidssignaal.
U kunt de ovenfunctie wijzigen
terwijl de oven werkt.
8.6 Oventemperatuur wijzigen
Stel de temperatuur in met
of
.
8.7 Een ovenfunctie
uitschakelen
Druk op de selectietoets ovenfunctie
of druk op
herhaaldelijk tot er geen
ovenfunctie meer in het display staat.
8.8 Controlelampje bij
voorverwarmen
Als u een ovenfunctie inschakelt, gaan
de balkjes op het display een voor een
branden. De balkjes geven aan dat de
oventemperatuur toeneemt.
8.9 Restwarmte-indicatie
Als de oven uitgeschakeld is, geven de
balken de restwarmte in de oven aan.
8.10 Toetsblokkering
Deze functie voorkomt dat u per ongeluk de ovenfunctie wijzigt.
NEDERLANDS
Toetsblokkering inschakelen
1. Schakel het apparaat indien nodig
in.
2. Ovenfunctie instellen.
3.
8.13 Vleesthermometer
De vleesthermometer meet de kerntemperatuur van het vlees.
Gebruik alleen de meegeleverde
vleesthermometer of originele
vervangende onderdelen.
Druk gelijktijdig op
en
totdat
het display "LOC" weergeeft. De
toetsbeveiliging is ingeschakeld.
Toetsblokkering uitschakelen
1.
19
1.
Druk gelijktijdig op
en
totdat
het display niet langer "LOC" weergeeft. Toetsblokkering schakelt uit.
Steek de punt van de vleesthermometer in het midden van het vlees.
Nadat de ovenfunctie uitgeschakeld is, is de toetsblokkering automatisch geannuleerd.
8.11 Automatische
uitschakeling van de oven
Het apparaat wordt na enige tijd
uitgeschakeld:
• als u het apparaat niet uitschakelt.
• Als u de oventemperatuur niet verandert.
Oventemperatuur
Uitschakeltijd instellen
30 - 120 °C
12.5 h
120 - 200 °C
8.5 h
200 - 250 °C
5.5 h
250 - max. °C
3.0 h
Schakel na een automatische uitschakeling het apparaat eerst helemaal uit om
het weer te kunnen bedienen.
Als u de klokfunctie op Bereidingsduur of Einde (indien van
toepassing) instelt, werkt de automatische uitschakeling niet.
2.
Steek de stekker van de vleesthermometer in de aansluiting op de
voorkant van het apparaat.
3. Schakel het apparaat in.
4. Stel de kerntemperatuur in:
– Druk herhaaldelijk op
tot de
vleesthermometerfunctie knippert
en het display de kerntemperatuur
weergeeft.
– Druk binnen 5 seconden op
of
om de kerntemperatuur in te
stellen.
De actuele kerntemperatuur verschijnt in het display.
De kerntemperatuur wordt aangegeven vanaf 30°C.
De standaardkerntemperatuur is
60° C.
8.12 Koelventilator
Als het apparaat in werking is, wordt de
koelventilator automatisch ingeschakeld
om de oppervlakken van het apparaat
koel te houden. Na het uitschakelen van
het apparaat blijft de ventilatie door
werken totdat de temperatuur in het apparaat is afgekoeld.
5.
Stel de ovenfunctie in (
) en indien nodig de oventemperatuur (
/
).
Het apparaat berekent de voorlopige eindtijd voor de kerntemperatuur
steeds opnieuw. Het display toont
continu de nieuwe voorlopige eindtijd.
20 www.aeg.com
De vleesthermometer moet tijdens de bereiding van het gerecht in het vlees blijven en de
stekker moet in de aansluiting
blijven. Terwijl het apparaat de
voorlopige eindtijd berekent,
toont het een knipperend vierkant.
6. Wanneer het vlees de ingestelde
kerntemperatuur heeft bereikt, hoort
u een geluidssignaal.
Druk op een toets om het signaal uit
te zetten.
7.
Haal de stekker van de vleesthermometer uit het stopcontact en haal
het vlees uit de oven.
WAARSCHUWING!
De vleesthermometer is heet!
Gevaar voor brandwonden!
Wees voorzichtig bij het verwijderen van de punt en de stekker
van de vleesthermometer.
8. Schakel het apparaat uit
8.14 De ovenaccessoires plaatsen
De diepe pan en het ovenrooster
hebben zijranden. Deze randen
en de vorm van de geleidestangen vormen een speciaal accessoire om te zorgen dat het kookgerei niet verschuift.
Het ovenrooster en de diepe pan samen plaatsen
Plaats het ovenrooster op de diepe pan.
Plaats de diepe pan tussen de geleidestangen van een van de ovenniveaus.
8.15 Ovenrooster en diepe bakplaat samen plaatsen
Plaats het ovenrooster op de braadslede. Plaats het ovenrooster en de braadpan op de telescopische geleiders.
Bewaar de montage-instructies
voor de telescopische geleiders
om later terug te kunnen lezen.
NEDERLANDS
21
8.16 Telescopische geleiders - de ovenaccessoires plaatsen
Plaats de bakplaat of de schaal op de telescopische geleiders.
Door de verhoogde rand rond
het ovenrooster is het kookgerei
bovendien beveiligd tegen wegglijden.
9. OVEN - KLOKFUNCTIES
Klokfunctie
Dagtijd
Kookwekker
Duur
Eindtijd
Applicatie
Toont de tijd. Met deze functie kunt u de tijd instellen,
veranderen of opvragen.
Voor het instellen van een afteltijd.
Als de ingestelde tijd verstreken is, klinkt er een geluidssignaal.
Om in te stellen hoelang de oven gebruikt moet worden.
Hier stelt u de tijd in waarna u wilt dat de oven uitschakelt.
Bereidingsduur
en einde
kunnen gelijktijdig worden gebruikt, wanneer de oven op een
later tijdstip automatisch wordt
in- en uitgeschakeld. Stel eerst
en daarna
de Bereidingsduur
het Einde
in.
9.1 De klokfuncties instellen
1.
Schakel het apparaat in.
2.
Blijf drukken op
totdat het display de benodigde klokfunctie en
het bijbehorende symbool toont,
.
bijv. kookwekker
3.
Stel de benodigde tijd in met
of
.
Als de tijd is verstreken, klinkt er een
geluid gedurende 2 minuten en
knipperen “00.00” en de bijbehorende functie-indicatie. Het apparaat
wordt uitgeschakeld.
22 www.aeg.com
4.
Druk op een toets om het geluidsignaal uit te zetten.
Met Kookwekker
, moet u de
oven inschakelen om de klokfunctie in te stellen.
Met Duur
en Einde
, schakelt de oven automatisch uit. U
moet eerst de ovenfunctie en de
temperatuur instellen, daarna
kunt u de klokfunctie instellen.
10. OVEN - HANDIGE AANWIJZINGEN EN TIPS
WAARSCHUWING!
Zie de veiligheidshoofdstukken.
De temperaturen en baktijden in
de tabellen zijn slechts als richtlijn bedoeld. Deze zijn afhankelijk
van de recepten en de kwaliteit
en de hoeveelheid van de gebruikte ingrediënten.
LET OP!
Gebruik voor cakes met veel
vocht een diep bakblik. Vruchtensappen kunnen het emaille
beschadigen.
10.1 Bakken
Algemene aanwijzingen
• Uw nieuwe oven kan een andere bak-/
braadverhouding hebben dan het apparaat dat u tot nu toe gebruikt heeft.
Pas uw normale instellingen (temperatuur, gaartijden) en de ovenniveaus
aan de tabelwaarden aan.
• Bij langere baktijden kunt u de oven
ca. 10 minuten voor het einde van de
baktijd uitschakelen, om te profiteren
van de restwarmte.
Wanneer u diepgevroren levensmiddelen gebruikt, kunnen de platen in
de oven tijdens het bakken vervormen. Wanneer de platen afkoelen,
verdwijnt de vervorming.
Aanwijzigen bij de baktabellen
• Wij raden aan om de eerste keer de
lagere temperatuur in te stellen.
• Als u geen concrete aanwijzingen kunt
vinden voor uw eigen recept, kijkt u
dan bij een soortgelijk product.
• Bij het bakken van gebak op meerdere niveaus kan de baktijd ca. 10-15 minuten langer zijn.
• Als het gebak niet overal even hoog
is, wordt het gebak in het begin van
het bakproces niet overal even bruin.
Verander in dit geval de temperatuurinstelling niet. De verschillen verminderen tijdens het bakproces.
Baktips
Bakresultaat
Mogelijke oorzaak
Oplossing
De onderkant van
de cake is te licht
van kleur.
Onjuist ovenniveau.
Plaats de cake op een lager ovenniveau.
De cake zakt in
(wordt klef, klonterig, streperig).
Te hoge oventempera- Stel de temperatuur lager in
tuur
De cake zakt in
(wordt klef, klonterig, streperig).
Te korte baktijd.
Baktijd verlengen.
Stel geen hogere temperaturen
in voor kortere baktijden
De cake zakt in
(wordt klef, klonterig, streperig).
Te veel vocht in het
deeg.
Minder vocht gebruiken. Houd de
mixtijden aan, met name als u mixers gebruikt
NEDERLANDS
Bakresultaat
23
Mogelijke oorzaak
Oplossing
De cake is te
droog.
Te lage oventemperatuur
Stel een hogere oventemperatuur
in.
De cake is te
droog.
Te lange baktijd.
De baktijd verkorten.
De cake wordt
niet gelijkmatig
bruin.
Te hoge oventempera- De oventemperatuur lager insteltuur en te korte baktijd len en de baktijd verlengen
De cake wordt
niet gelijkmatig
bruin.
Geen gelijkmatig
mengsel.
Het deeg gelijkmatig over de
bakplaat verdelen.
De cake wordt
niet gaar binnen
de aangegeven
baktijd.
Te lage temperatuur.
Stel de oventemperatuur iets hoger in
10.2 Multi-hete lucht
Tips voor de functie Multi-hete
lucht:
• Gebruik de functie om te bakken in bakblikken en te drogen
op één niveau bij lage temperatuur.
• Bak maar één bakblik of bakplaat tegelijkertijd.
• We raden het gebruik van Multi-hete lucht aan zonder voorverwarmen.
• Gebruik de functie Hete lucht
als u de oven wilt voorverwarmen.
Verwarmingssoort
Rooster
Temperatuur °C
Tijd in minuten
Biscuitgebak in
bakblik
2
160
50-70
Tulband of brioche in bakblik
2
150-160
50-70
Zandgebak/Droge vruchtencake
in bakblik
2
140-160
70-90
Eiwitgebak,
schuimgebak
3
80-100
120-150
24 www.aeg.com
10.3 Bakken met Hete lucht
Verwarmingssoort
Rooster
Temperatuur °C
Tijd in minuten
Broodjes
2+4
175-185
15-20
Volkoren broodjes
2+4
165-180
20-30
Småt gærbrød
med fyld
2+4
170-180
15-20
Formbröd
1+4
170-190
30-40
Pretzels
2+4
160-170
15-20
Wit brood / Limpor
2+4
170-180
35-45
Volkoren brood
2+4
160-170
35-45
Roggebrood, mix
2+4
250
opwarmen
- bakken
2+4
160-170
60-70
Baguettes
2+4
180-200
20-30
Bradepandekage
3
150-160
50-60
Fruktkakor
3
140-150
70-80
Muffins
2+4
160-170
15-25
Rulltarta
3
190-210
6-15
Bullar
2+4
185-195
8-15
Längder/ Kransar
2+4
170-180
25-35
Pepparkakor
2+4
160-170
8-15
Formkage
2+4
150-160
30-40
2
150-160
50-60
Schuimgebakjes
2+4
100
90-120
Meringuebasis
2+4
100
90-120
- verwarmen
2+4
met oven uitgeschakeld
25
Koekjes
2+4
150-160
10-20
Soesjes
2+4
155-165
30-40
Biscuittaart/Zandgebak
Fruittaart, zandkoekjes
2+4
150-160
voorbakken, basis
10-15
Fruittaart, zandkoekjes
2+4
150-160
afwerking 35-45
Fruittaart, kruimeldeeg
2+4
170-180
30-40
NEDERLANDS
25
10.4 Boven- en onderwarmte
Rooster
Temperatuur
°C
Tijd in minuten
Broodjes
3-4
200-225
10-20
Volkoren broodjes
3-4
190-200
20-25
Småt gærbrød med fyld
3-4
200-225
10-12
Formbröd
2-3
190-210
30-40
Ciabattabroodjes
3-4
210-230
10-20
Foccacia
3-4
220-230
15-20
Pitabroodjes
3-4
250
5-15
Pretzels
3-4
180-200
12-15
2
175-225
35-45
Wit brood
1-2
190-210
25-40
Ciabatta
1-2
210-220
15-25
Volkoren brood
1-2
180-200
35-45
1
275
verwarmen
Verwarmingssoort
Wit brood / Limpor
Roggebrood, mix
- bakken
1
190
55-65
Baguettes
3-4
220-230
15-30
Bradepandekage
2-3
170-180
50-60
Fruktkakor
3
150-170
70-80
Muffins
3
180-200
10-20
Rulltarta
3
220-250
6-15
Bullar
3
220-250
8-15
Längder/ Kransar
3
180-200
25-35
Pepparkakor
3
220-225
8-12
Formkage
3-4
170-180
35-45
Biscuittaart/Zandgebak
1-2
170-180
40-50
Broodjes
3-4
200-225
8-12
Schuimgebakjes
3-4
100
90-120
Meringuebasis
3-4
100
90-120
- verwarmen
3-4
met oven uitgeschakeld
25
Koekjes
3-4
160-180
6-15
Soesjes
3-4
170-190
30-45
Biscuitrol
3-4
190-210
10-12
175-200
voorbakken, rol
10-15
Fruittaart, zandkoekjes
3-4
26 www.aeg.com
Verwarmingssoort
Rooster
Temperatuur
°C
Tijd in minuten
Fruittaart, zandkoekjes
3-4
175
afwerking 35-45
Fruittaart, kruimeldeeg
3-4
190-200
25-35
Kransekage i ringe
2
210-230
10-12
Ugnspannkaka
2
210-220
15-30
10.5 Pizzatabel
Soort gerecht
Rooster
Temperatuur °C
Tijd in minuten
Ciabattabroodjes
2-3
200-220
10-20
Foccacia
2-3
220-230
10-20
Ciabatta
2-3
190-200
15-25
Fruittaart, zandkoekjes
2-3
170-180
35-45
Fruittaart, kruimeldeeg
2-3
175-200
25-35
Pizza, zelfgemaakt
(dik - met veel
garnering)
1-2
180-200
25-35
Pizza, zelfgemaakt
(dunne korst)
1-2
200-2301)
15-20
Pizza, bevroren
1-2
200
15-20
Taartjes, zelfgemaakt
voorgebakken, rol
3-4
215-225
35-45
Taartjes, zelfgemaakt
afbakken
3-4
215-225
35-45
Taart, bevroren
3-4
200
15-25
1) oven voorverwarmen
10.6 Braden
Braadservies
• Gebruik hittebestendig servies om te
braden (lees de instructies van de fabrikant).
• Grote braadstukken kunt u direct in de
diepe braadpan braden of op een
rooster met boven een braadpan. (Indien aanwezig)
• Braad mager vlees in een braadpan
met deksel. Op die manier blijft het
vlees sappiger.
• Alle soorten vlees, die een korst moeten krijgen, kunt u in de braadschaal
zonder deksel braden.
NEDERLANDS
27
10.7 Braden met Hete lucht
Rundvlees
Rooster
Temperatuur °C
Tijd in minuten
per kg vlees
Biefstuk 1)
2-3
125
80-120
Rump steak
- bruinen
2-3
200
totaal 10
Rump steak
- braden
2-3
150
50-60
Biefstuk
1-2
160
90-120
Soort vlees
1) Overig. Voor afbakken na roosteren onder de grill of met boven-/onderwarmte op
250°C. Vleesthermometer verwijderen voor het grillen.
Kalfsvlees
Rooster
Temperatuur °C
Tijd in minuten
per kg vlees
2-3
160
60-70
Rooster
Temperatuur °C
Tijd in minuten
per kg vlees
2
160
80-100
Rooster
Temperatuur °C
Tijd in minuten
per kg vlees
Geroosterd varkensvlees 1)
2-3
175
60-70
Varkensrug 1)
2-3
175
60
Nekfillets
2-3
160
90-120
Ham
1-2
150
60-100
Rooster
Temperatuur °C
Tijd in minuten
per kg vlees
Kip, in stukken
2-3
180
55-65
Eend 1)
2-3
150
55-65
Eend langzaam
geroosterd 1)
2-3
130
totaal ongeveer 5
uur
Soort vlees
Runderbiefstuk1)
Lamsvlees
Soort vlees
Been/schouder/
rug
Varkensvlees
Soort vlees
Gevogelte
Soort vlees
28 www.aeg.com
Rooster
Temperatuur °C
Tijd in minuten
per kg vlees
Geroosterde kalkoen, gevuld
1-2
150
50-60
Kalkoenborst
2-3
175
70-80
Soort vlees
10.8 Boven- en onderwarmte roosteren
Rundvlees
Rooster
Temperatuur °C
Tijd in minuten
per kg vlees
Biefstuk 1)
2-3
125
80-120
Rump steak
- bruinen
2-3
225
totaal 10
Rump steak
- braden
2-3
160
50-60
Biefstuk
1-3
180
90-120
Soort vlees
1) Overig. Voor afbakken na roosteren onder de grill of met boven-/onderwarmte op
250°C. Vleesthermometer verwijderen voor het grillen.
Kalfsvlees
Rooster
Temperatuur °C
Tijd in minuten
per kg vlees
2-3
180
60-70
Rooster
Temperatuur °C
Tijd in minuten
per kg vlees
2
180
80-100
Rooster
Temperatuur °C
Tijd in minuten
per kg vlees
Geroosterd varkensvlees 1)
3
200
60-70
Varkensrug 1)
3
200
60
Nekfillets
2-3
180
90-120
Ham
1-2
160
60-100
Soort vlees
Runderbiefstuk1)
Lamsvlees
Soort vlees
Been/schouder/
rib
Varkensvlees
Soort vlees
NEDERLANDS
29
Gevogelte
Rooster
Temperatuur °C
Tijd in minuten
per kg vlees
Kip, in stukken
2-3
200
55-65
Eend 1)
2-3
160
55-65
Eend langzaam
geroosterd 1)
2-3
130
totaal ongeveer 5
uur
Geroosterde kalkoen, gevuld
1-2
160
50-60
Kalkoenborst
2-3
200
70-80
Soort vlees
10.9 Thermobraden
Rundvlees
Rooster
Temperatuur °C
Tijd in minuten
per kg vlees
Rumsteak
- bruinen
2-3
200
totaal 10
Rumsteak
- braden
2-3
150
50-60
Biefstuk
1-2
160
90-120
Rooster
Temperatuur °C
Tijd in minuten
per kg vlees
2-3
160
60-70
Soort vlees
Kalfsvlees
Soort vlees
Runderfilet1)
1) Overige. Voor afbakken na roosteren onder de grill of met boven-/onderwarmte op 250
°C. Als u een vleesthermometer gebruikt, deze verwijderen voor het grillen.
Lamsvlees
Rooster
Temperatuur °C
Tijd in minuten
per kg vlees
2
160
80-100
Rooster
Temperatuur °C
Tijd in minuten
per kg vlees
1)
2-3
180
60-70
Varkensrug 1)
2-3
175
60
Nekfilets
2-3
160
90-120
Soort vlees
Been/schouder/rib
Varkensvlees
Soort vlees
Geroosterd varkensvlees
30 www.aeg.com
Rooster
Temperatuur °C
Tijd in minuten
per kg vlees
1-2
150
60-100
Rooster
Temperatuur °C
Tijd in minuten
per kg vlees
Kip
2-3
180
55-65
Eend 1)
2-3
150
55-65
Eend langzaam gebraden 1)
2-3
niet geschikt
totaal ongeveer 5
uur
Geroosterde kalkoen,
gevuld
1-2
150
50-60
Kalkoenborst
2-3
175
70-80
Soort vlees
Ham
Gevogelte
Soort vlees
10.10 Vleesthermometertabel
Rundvlees
Rooster
Temperatuur in het
midden van het vlees
Biefstuk
2-3
55-65
Rump steak
- bruinen
2-3
55-65
Rump steak
- braden
2-3
55-65
Biefstuk
1-2
75-80
Rooster
Temperatuur in het
midden van het vlees
2-3
65
Rooster
Temperatuur in het
midden van het vlees
2
90
Soort vlees
Rooster
Temperatuur in het
midden van het vlees
Geroosterd varkensvlees
2-3
80
Nekfillets
2-3
75-80
Soort vlees
Kalfsvlees
Soort vlees
Runderbiefstuk
Lamsvlees
Soort vlees
Been/schouder/rug
Varkensvlees
NEDERLANDS
Soort vlees
31
Rooster
Temperatuur in het
midden van het vlees
1-2
70-75
Rooster
Temperatuur in het
midden van het vlees
2-3
75-80
Ham
Gevogelte
Soort vlees
Kalkoenborst
10.11 Bereidingen op lage
temperatuur
Gebruik deze functie voor het bereiden
van zachte, magere stukken vlees en vis.
Wanneer de oven de ingestelde temperatuur bereikt, klinkt er een signaal.
Daarna wordt de oven automatisch omgeschakeld naar een lagere temperatuur.
2.
Plaats het vlees in een braadschaal
of direct op het rooster. Zet de plaat
onder het rooster om vet op te vangen.
3. Stel de ovenfunctie Bereiding bij lage temperatuur in, wijzig de temperatuur indien nodig en laat gaar worden (zie tabel).
U kunt niet Bereiding bij lage
temperatuur in combinatie met
de klokfuncties gebruiken: Bereidingsduur en Einde.
Met de ovenfunctie Bereidingen
op lage temperatuur altijd open
zonder deksel garen.
1.
Het braadstuk in de pan heel heet
aanbraden.
10.12 Tabel bereidingen op lage temperatuur
Totale bereidingstijd (min)
Soort
vlees
Gewicht g
Instellingen
Rooster
Rood
Medium
Engelse
rosbief
(doorbakken)
800-1000
150°C
2
90-110
130-140
Engelse
rosbief
(doorbakken)
1200-1600
150°C
2
120-130
160-170
Karbonade
600-1000
150°C
3
55-75
95-110
Schouder,
zonder bot
3,5 cm dik
150°C
3
-
70-80
Varkenshaas, heel
600-1000
120°C
3
65-75
90-110
Varkenshaas, stukjes
2,5 cm dik
120°C
3
20-25
35-45
Entrecote
1,5 cm dik
120°C
3
15-25
30-35
32 www.aeg.com
Totale bereidingstijd (min)
Soort
vlees
Gewicht g
Instellingen
Rooster
Rood
Medium
T-bone
2 cm dik
120°C
3
25-30
35-40
Varkenshaas, heel
500-700
120°C
3
-
65-75
Varkenshaas, stukjes
2,5 cm dik
120°C
2
-
35-45
10.13 Grill
Gebruik de grilfunctie altijd met maximale temperatuurinstelling
De grillzone bevindt zich in het midden
van het rooster
Tijdens het grillen moet de ovendeur altijd gesloten zijn
Lege oven met grilfuncties altijd
5 minuten voorverwarmen.
• Rooster op inschuifhoogte
plaatsen, zoals aangeraden in
grilleertabel.
• Altijd de schaal plaatsen om
vet op te vangen op de eerste
inschuifhoogte.
• Alleen platte stukken vlees of
vis grillen.
Rooster
Temperatuur °C
Tijd in
min. / kant
1
Tijd in
min. / kant
2
Varkenskotelet
3-4
250
7-9
4-6
Lamsbout
3-4
250
7-10
5-6
Kip, in stukken
3-4
250
20-25
15-20
Worstjes
3-4
250
3-5
2-4
Spareribs, 20 min. voorgegaard
3-4
250
15-20
15-20
Vis, stukjes kabeljauw
of zalm
3-4
250
10-15
5-10
Geroosterd brood
3-4
250
2-3
1-2
Voedingssoorten voor
grillen
10.14 Ontdooien
• Haal de etenswaren uit de verpakking
en leg deze op een plaat op het rooster.
• Gebruik voor het afdekken geen borden of schotels. Hierdoor kan de ontdooitijd aanzienlijk worden verlengd.
• Zet het rooster op het eerste inzetniveau vanaf de bodem.
NEDERLANDS
Soort gerecht
Roo
ster
Tijd in minuten
Ontdooitijd
Opmerkingen
33
Kip 1000g
2
120-140
20-30
Leg de kip op een omgekeerde onderschotel in een
groot bord. Halverwege omdraaien.
Vlees, 1.000g
2
100-140
20-30
Halverwege omdraaien.
Vlees, 500g
2
90-120
20-30
Halverwege omdraaien.
Forel, 150g
2
25-35
10-15
-
Aardbeien,
300g
2
30-40
10-20
-
Boter, 250g
2
30-40
10-15
-
Room, 2 x 2dl
2
80-100
10-15
Slagroom kan ook licht bevroren worden geklopt.
Cake, 1400 g
2
60
60
-
11. OVEN - ONDERHOUD EN REINIGING
WAARSCHUWING!
Zie de veiligheidshoofdstukken .
• Maak de voorkant van het apparaat
schoon met een zachte doek en een
warm sopje.
• Gebruik voor metalen oppervlakken
een universeel reinigingsmiddel.
• Reinig de binnenkant van de oven na
elk gebruik. Vuil laat zich dan het makkelijkst verwijderen en kan niet aanbranden.
• Verwijder hardnekkig vuil met een
speciale ovenreiniger.
• Reinig alle accessoires na elk gebruik
en laat ze drogen. Gebruik een zachte
doek met warm water en een schoonmaakmiddel.
• Accessoire met antiaanbaklaag mogen niet worden schoongemaakt met
een agressief reinigingsmiddel, voor-
werpen met scherpe randen of een afwasautomaat. Hierdoor kan de antiaanbaklaag onherstelbaar worden beschadigd.
Apparaten van roestvrij staal of
aluminium:
Maak de ovendeur alleen met
een natte spons schoon. Drogen
met een zachte doek.
Vermijd het gebruik van staalwol,
zure of schurende producten, deze kunnen de oppervlakken van
de oven beschadigen. Maak het
bedieningspaneel van de oven
net zo voorzichtig schoon.
11.1 Inschuifrails
U kunt de inschuifrails verwijderen om
de zijwanden te reinigen.
34 www.aeg.com
Verwijderen van de inschuifrails
1.
Trek de inschuifrails bij de voorkant
uit de zijwand.
2.
Trek de inschuifrail bij de achterkant
uit de zijwand en verwijder deze.
2
1
De inschuifrails installeren
Installeer de inschuifrails in de omgekeerde volgorde.
Geldig bij de telescopische geleiders:
De pinnetjes op de telescopische
geleiders moeten naar voren wijzen!
LET OP!
Zorg ervoor dat de langste bevestigingsdraad voorin wordt
aangebracht. De uiteinden van
de twee draden moeten naar
achteren wijzen. Incorrecte installatie kan schade aan het email
toebrengen.
11.2 De ovendeur reinigen
Om het reinigen te vergemakkelijken,
verwijdert u best de ovendeur.
WAARSCHUWING!
Zorg dat het glas is afgekoeld alvorens u de glasplaat schoonmaakt. De glazen panelen kunnen breken.
WAARSCHUWING!
Als de glasplaten beschadigd raken of bekrast worden, worden
ze zwak en kunnen ze breken.
Om dit te voorkomen, moet u ze
vervangen. Voor meer informatie, neemt u contact op met de
service afdeling.
NEDERLANDS
35
De deur verwijderen:
Open de deur helemaal.
Verplaats de schuif totdat u een klik
hoort.
3. Sluit de deur tot de schuif vergrendelt.
4. Verwijder de deur.
1.
2.
1
2
Om de deur te verwijderen, trek
de deur eerst aan de ene zijde
naar buiten en daarna aan de andere zijde.
Wanneer u klaar bent met reinigen,
plaatst u de ovendeur terug in omgekeerde volgorde. Zorg ervoor dat u een
klik hoort wanneer u de deur terugplaatst. Gebruik indien nodig enige
kracht.
11.3 Ovenglasplaten
De glasplaten van de ovendeur
op uw product kunnen in type en
vorm verschillen van de voorbeelden die u hier ziet. Het aantal glasplaten kan ook verschillen.
Verwijderen en reinigen van de deurglazen
1.
Deurafdekking (B) aan de bovenkant
van de deur aan beide kanten vastpakken en naar binnen drukken om
de klemsluiting te ontgrendelen.
2.
Trek de deur naar voor om deze te
verwijderen.
Houd de deurglasplaten aan de bovenkant vast en trek deze een voor
een omhoog uit de geleiding.
Reinig de glasplaten.
B
3.
4.
Voer de bovenstaande stappen uit in
omgekeerde volgorde om de panelen te
installeren.
11.4 Ovenlampje
WAARSCHUWING!
Wees voorzichtig als u de ovenlamp vervangt. Er bestaat risico
op elektrische schokken.
36 www.aeg.com
Voordat u het ovenlampje vervangt:
• Schakel de oven uit.
• Verwijder de zekeringen in de zekeringenkast, of schakel de stroomonderbreker uit.
Leg een doek op de bodem van
de oven om schade aan het
ovenlampje en het afdekglaasje
te voorkomen.
Het ovenlampje vervangen
1. Het afdekglas van het lampje bevindt zich in de achterkant van de
ovenruimte.
Draai het afdekglas van de lamp
naar rechts en verwijder het.
2. Reinig het afdekglas.
3. Vervang het ovenlampje met de relevante tegen 300 °C hittebestendig
ovenlampje.
Gebruik hetzelfde ovenlamptype.
4.
Plaats het afdekglas terug.
11.5 Het ovenlampje
vervangen
1.
Het ovenlampje bevindt zich links in
de binnenkant van de oven. Verwijder de linker inschuifrail om bij de
lamp te komen.
2. Gebruik een smal, stomp voorwerp
(bijv. een theelepel) om het afdekglas te verwijderen. Reinig het afdekglas.
3.
Vervang het ovenlampje zo nodig
door een geschikt tegen 300 °C hittebestendig ovenlampje.
Gebruik hetzelfde ovenlamptype.
4.
5.
Plaats het afdekglas terug.
Installeer de inschuifrails aan de linkerkant.
11.6 De lade verwijderen
De lade onder de oven kan worden verwijderd om gemakkelijker te worden
schoongemaakt.
De lade verwijderen
1. Trek de lade er zo ver mogelijk uit.
2. Til de lade enigszins op, zodat het
naar boven kan worden getild in een
hoek van de ladegeleiders.
De lade plaatsen
Om de lade te installeren volgt u de procedure in omgekeerde volgorde
WAARSCHUWING!
Wanneer de oven in gebruik is,
kan de lade heet worden. Houd
daarom geen ontvlambare dingen in de oven zoals schoonmaakmiddelen, plastic zakken,
ovenhandschoenen, papier, reinigingssprays, enz.
NEDERLANDS
37
12. PROBLEMEN OPLOSSEN
WAARSCHUWING!
Zie de veiligheidshoofdstukken .
Probleem
Mogelijke oorzaak
oplossing
Het apparaat werkt hele- De zekering in de zekeControleer de zekering.
maal niet.
ringkast is doorgeslagen. Als de zekering meer
dan een keer doorslaat,
raadpleeg dan een bevoegde elektricien.
Het apparaat werkt hele- De stekker is niet goed
maal niet.
aangesloten
Sluit de stekker goed
aan
Het apparaat werkt hele- De aardeschakelaar is
maal niet.
uitgeschakeld
Schakel de aardeschakelaar in
Het apparaat werkt hele- Kinderbeveiliging, slot of Raadpleeg het hoofdmaal niet.
toetsblokkering is in
stuk 'Kookplaat - Dagewerking
lijks gebruik' of 'Oven Dagelijks gebruik'.
Het apparaat werkt hele- Het apparaat is niet inmaal niet.
geschakeld.
Schakel het apparaat in
Het apparaat werkt hele- De klok is niet ingesteld.
maal niet.
Stel de klok in
Het apparaat werkt hele- De "automatische veilig- Zie de paragraaf "Automaal niet.
heidsuitschakeling" is
matische uitschakeling".
actief.
Het eten kookt of bakt te De pannen zijn niet gelangzaam
schikt voor de warmtebron
Gebruik pannen die de
warmte goed geleiden
De signaalklok werkt niet De tijd is niet ingesteld
Stel een tijd in
De oven wordt niet
warm.
De benodigde kookstan- Controleer de kookstanden zijn niet ingesteld.
den.
Het ovenlampje brandt
niet.
Het ovenlampje is kapot. Vervang het ovenlampje.
De voedselthermometer
werkt niet
De voedselthermometer
is niet goed in de aansluiting gestoken
Verwijder de voedselthermometer en steek
de thermometer opnieuw in de aansluiting.
Stel de benodigde temperatuur in.
Op de display wordt ’F1
1 weergegeven.
De voedselthermometer
is niet goed in de aansluiting gestoken
Steek de voedselthermometer goed in de aansluiting
38 www.aeg.com
Probleem
Mogelijke oorzaak
oplossing
De display toont een
Er is een elektronische
foutcode die niet in deze fout
lijst voorkomt.
• Schakel het apparaat
uit via de huiszekering
of de veiligheidsschakelaar in de zekeringkast en schakel deze
weer in
• Neem contact op met
de klantenservice wanneer de foutcode opnieuw wordt weergegeven.
Er klinkt een geluid nadat de cooker is uitgeschakeld
Het geluid komt van de
ventilator die voorkomt
dat de elektronica oververhit raakt
Geen actie nodig
Op het display wordt
weergegeven.
De zekeringen zijn gesprongen
Controleer de zekeringen.
Op het display wordt
weergegeven.
Geen kookgerei op de
kookzone
Zet kookgerei op de
kookzone.
Op het display wordt
weergegeven.
Incorrect kookgerei.
Gebruik het correcte
kookgerei.
Op het display wordt
weergegeven.
De diameter aan de bo- Gebruik pannen met een
dem van het kookgerei is grotere diameter
te klein voor de kookzone.
Op de display wordt ’F9
weergegeven.
De stekker is uit het
stopcontact
Steek de stekker in het
stopcontact en start de
cooker weer
Op de display wordt ’SA
FE weergegeven.
Het Kinderslot werkt
Schakel het Kinderslot
uit, zie "Kookplaat - Dagelijks gebruik" en "Kinderslot"
Op de display wordt
"LOC" weergegeven
De Toetsblokkering is in
werking
Schakel het slot uit, zie
hoofdstuk "Oven - Dagelijks gebruik" en
"Toetsblokkering"
Als u niet zelf het probleem kunt verhelpen, neem dan contact op met uw verkoper of de klantenservice.
De contactgegevens van het servicecentrum staan op het typeplaatje. Het type-
plaatje bevindt zich aan de voorkant van
de binnenkant van de oven.
Wij adviseren u om de gegevens hier te noteren:
Model (MOD.)
.........................................
Productnummer (PNC)
.........................................
Serienummer (S.N.)
.........................................
NEDERLANDS
39
13. MONTAGE
WAARSCHUWING!
Zie de veiligheidshoofdstukken.
Afmetingen
Hoogte
847 - 867 mm
Breedte
596 mm
Diepte
600 mm
Ovencapaciteit
74 l
Spanning
230 V
Frequentie
50 Hz
13.3 Anti-kantelbescherming
LET OP!
U moet de anti-kantelbescherming installeren. Als u dat niet
doet, kan het apparaat kantelen.
Uw apparaat is vorozien van het
symbool weergegeven in de afbeelding (indien van toepassing)
om u te herinneren aan de montage van de anti-kantelbescherming.
13.1 Locatie van het apparaat
U kunt uw vrijstaand apparaat met kasten aan een of twee zijden en in de hoek
plaatsen.
B
A
A
Minimum afstanden
Afmetingen
mm
A
2
B
685
13.2 Waterpas zetten
Gebruik kleine pootjes aan de onderkant
van het apparaat om het kookoppervlak
aan de bovenkant waterpas met andere
oppervlakken te brengen.
Zorg dat u de anti-kantelbescherming op de correcte hoogte installeert.
1.
Stel de correcte hoogte in en bepaal
waar op het apparaat u de anti-kantelbescherming gaat plaatsen.
2. Installeer de anti-kantelbescherming
77 mm onder het bovenvlak van het
apparaat en 49 mm van de linker-
40 www.aeg.com
kant van het apparaat in de ronde
opening op een steun (zie afb.).
Schroef de beveiliging stevig in solide materiaal of gebruik geschikte
versteviging (muur).
3. U vindt het gat aan de linkerachterkant van het apparaat (zie afb.).
Til de voorkant van het apparaat op
(1) en plaats dit in het midden van
de ruimte tussen de kastjes (2). Als
de afstand tussen de aanrechtkastjes
groter is dan de breedte van het apparaat, moet u de zijmetingen aanpassen als u het apparaat wilt centreren.
Zorg ervoor dat het oppervlak achter
het apparaat glad is.
13.4 Elektrische installatie
De fabrikant is niet verantwoordelijk indien u deze veiligheidsmaatregelen uit hoofdstuk 'Veiligheidsinformatie' niet opvolgt.
Dit apparaat wordt geleverd zonder
stekker en netsnoer.
Geschikte kabelsoorten: H07 RN-F, H05
RN-F, H05 RRF, H05 VV-F, H05 V2V2-F
(T90), H05 BB-F.
49 mm
77 mm
1
2
14. MILIEUBESCHERMING
Recycle de materialen met het
symbool . Gooi de verpakking in
een geschikte verzamelcontainer om
het te recyclen.
Help om het milieu en de
volksgezondheid te beschermen en
recycle het afval van elektrische en
elektronische apparaten. Gooi
apparaten gemarkeerd met het
symbool niet weg met het
huishoudelijk afval. Breng het
product naar het milieustation bij u
in de buurt of neem contact op met
de gemeente.