Aeg-Electrolux 41056VI-MN Handleiding

Type
Handleiding
41056VI-MN
NL
FORNUIS GEBRUIKSAANWIJZING
VOOR PERFECTE RESULTATEN
Bedankt dat u voor dit AEG product heeft gekozen. Dit
apparaat is ontworpen om vele jaren uitstekend te
presteren, met innovatieve technologieën die het leven
gemakkelijker helpen maken – functies die gewone
apparaten wellicht niet hebben. Neem een paar minuten
de tijd om het door te lezen zodat u er optimaal van kunt
profiteren.
ACCESSOIRES EN VERBRUIKSARTIKELEN
In de AEG webshop vindt u alles wat u nodig heeft om al
uw apparaten van AEG mooi te houden en perfect te
laten functioneren. Ook vindt u hier een groot aantal
accessoires die zijn ontworpen en gebouwd volgens de
hoge kwaliteitsnormen die u verwacht, van speciaal
kookgerei tot bestekmandjes en van flessenhouders tot
waszakken…
Bezoek onze webshop op
www.aeg-electrolux.com/shop
2
INHOUD
4 Veiligheidsinformatie
8 Beschrijving van het product
9 Voor het eerste gebruik
10 Kookplaat - Dagelijks gebruik
11 Kookplaat - Handige aanwijzingen
en tips
12 Kookplaat - Onderhoud en
reiniging
13 Oven - Dagelijks gebruik
16 Oven - Handige aanwijzingen en
tips
25 Oven - Onderhoud en reiniging
29 Problemen oplossen
30 Montage
31 Milieubescherming
In deze gebruiksaanwijzing worden de
volgende symbolen gebruikt:
Belangrijke informatie over uw persoonlijke
veiligheid en informatie over het voorkomen
van schade aan het apparaat.
Algemene informatie en tips
Milieu-informatie
Wijzigingen voorbehouden
Inhoud
3
VEILIGHEIDSINFORMATIE
Lees deze handleiding aandachtig door voordat u het apparaat installeert of gebruikt:
Voor uw eigen veiligheid en de veiligheid van uw eigendommen
Voor bescherming van het milieu
Voor de correcte bediening en werking van het apparaat.
Bewaar deze instructies altijd bij het apparaat, ook wanneer u het verplaatst of verkoopt.
De fabrikant is niet verantwoordelijk voor schade veroorzaakt door een foutieve installatie
of foutief gebruik.
Veiligheid van kinderen en kwetsbare mensen
Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8 jaar en ouder en door mensen
met beperkte lichamelijke, zintuiglijke of verstandelijke vermogens of een gebrek aan er-
varing en kennis, indien zij onder toezicht staan of instructies hebben gekregen over het
veilig gebruiken van het apparaat en indien zij de eventuele gevaren begrijpen. Kinderen
mogen niet met het apparaat spelen.
Houd alle verpakkingsmaterialen uit de buurt van kinderen. Gevaar voor verstikking of
lichamelijk letsel.
Houd kinderen en dieren uit de buurt van het apparaat als de deur openstaat of als het
apparaat in gebruik is. Gevaar voor letsel of ander permanent lichamelijk letsel.
Gebruik het kinderslot of de Key lock-functie als het apparaat hiermee uitgerust is. Dit
voorkomt dat kinderen en dieren het apparaat per ongeluk aanzetten.
Algemene veiligheid
De specificaties van het apparaat mogen niet worden veranderd. Risico op letsel en be-
schadiging van het apparaat.
Laat het apparaat tijdens het gebruik niet onbeheerd achter.
Schakel het apparaat na elk gebruik uit.
Gebruik
Dit apparaat is uitsluitend bedoeld voor huishoudelijk gebruik. Gebruik het apparaat niet
voor commerciële of industriële doeleinden. Zo voorkomt u lichamelijk letsel of schade
aan eigendommen.
Controleer het apparaat altijd tijdens gebruik.
Sta niet te dicht bij het apparaat als u de deur van het apparaat opent als deze aan staat.
Er kan hete stoom ontsnappen. Gevaar voor brandwonden.
Gebruik dit apparaat niet als het contact maakt met water. Bedien het apparaat niet met
natte handen.
Het apparaat mag niet worden gebruikt als werkblad of aanrecht.
De kookplaat van het apparaat wordt heet tijdens gebruik. Gevaar voor brandwonden.
Leg geen metalen voorwerpen, zoals bestek of deksels, op de kookplaat; deze kunnen zeer
heet worden.
De binnenkant van het apparaat wordt heet tijdens gebruik. Gevaar voor brandwonden.
Gebruik handschoenen wanneer u toebehoren of pannen neerzet of verwijdert.
4 Veiligheidsinformatie
Open de deur voorzichtig. Als u alcoholische toevoegingen gebruikt, kan er een licht ont-
vlambaar alcohol-luchtmengsel ontstaan. Er kan brand ontstaan.
Houd vonken of open vlammen uit de buurt van het apparaat bij het openen van de
deur.
Plaats geen ontvlambare producten of items die vochtig zijn door ontvlambare produc-
ten, en/of onstekingsproducten (gemaakt van plastic of aluminium) in, bij of op het ap-
paraat. Er kan brand of een explosie ontstaan.
Zet de kookzones op "uit" na ieder gebruik.
Gebruik de kookzones niet met lege pannen of zonder pannen erop
Laat de pannen niet droogkoken. Dit kan schade veroorzaken aan de pannen en het koo-
koppervlak.
Als er voorwerpen of pannen op de kookplaat vallen, kan het oppervlak beschadigd ra-
ken.
Zet geen hete pannen naast het bedieningspaneel, want de warmte kan het apparaat be-
schadigen.
Wees voorzichtig bij het verwijderen of installeren van toebehoren om schade aan het
emaille van het apparaat te voorkomen.
Pannen van gietijzer, aluminium of met beschadigde bodems kunnen krassen veroorza-
ken op de kookplaat als u ze over het oppervlak schuift.
Verkleuring van het emaille heeft geen ongewenst effect op de werking van het appa-
raat.
Om schade of verkleuring van het emaille te voorkomen:
plaats geen voorwerpen direct op de bodem van het apparaat en bedek het niet met
aluminiumfolie;
plaats heet water niet direct in het apparaat;
haal vochtige schotels en eten uit het apparaat als u klaar bent met koken.
Oefen geen kracht uit op een geopende deur.
Leg geen ontvlambaar materiaal in het deel onder de oven. Bewaar daar alleen hittebe-
stendige accessoires (indien van toepassing).
Dek de stoomuitgangen van de oven niet af. Deze bevinden zich aan de achterzijde van
de bovenkant (indien van toepassing).
Sluit de stroomtoevoer af als het oppervlak is gebarsten. Er bestaat risico op elektrische
schokken.
Leg geen warmtegeleidend materiaal (bijv. dunne roosters of metalen platen die de
warmte geleiden) onder de pannen. Door de warmtereflectie kan de kookplaat beschadi-
gen.
Onderhoud en reiniging
Zorg ervoor dat het apparaat is afgekoeld voordat u onderhoud verricht. Gevaar voor
brandwonden. De glazen panelen kunnen breken.
Houd het apparaat altijd schoon. Opeenhopingen van vetten of andere voedselresten
kunnen brand veroorzaken.
Regelmatig reinigen voorkomt dat het oppervlaktemateriaal van de oven achteruitgaat.
Veiligheidsinformatie
5
Gebruik voor uw eigen veiligheid en de veiligheid van uw eigendommen alleen water en
zeep om het apparaat te reinigen. Gebruik geen ontvlambare producten of bijtende pro-
ducten.
Reinig het apparaat niet met stoomreinigers, hogedrukreinigers, scherpe voorwerpen,
schuurmiddelen, schuursponzen en vlekverwijderaars.
Volg de aanwijzingen van de ovenfabrikant op als u een ovenspray gebruikt. Spray niets
op de verwarmingselementen en de thermostaatsensor.
Reinig de glazen ovendeur niet met schurende reinigingsmiddelen of een metalen schra-
per. Het hittebestendige oppervlak van de binnenruit kan hierdoor breken en versplinte-
ren.
Als de glasplaten beschadigd raken, worden ze zwak en kunnen ze breken. U dient ze te
vervangen. Neem contact op met het servicecentrum.
Wees voorzichtig bij het verwijderen van de deur uit het apparaat. De deur is zwaar.
De lampjes die in dit apparaat worden gebruikt, zijn speciale lampjes voor huishoudelijke
apparaten. Ze kunnen niet worden gebruikt voor de gehele of gedeeltelijke verlichting
van een woonruimte.
Vervang de lampjes indien nodig alleen door nieuwe lampjes met hetzelfde vermogen die
specifiek bedoeld zijn voor huishoudelijke apparaten.
Haal de stekker van het apparaat uit het stopcontact voordat u de ovenlamp vervangt.
Gevaar voor elektrische schokken. Laat het apparaat afkoelen. Gevaar voor brandwonden.
Montage
Alleen een bevoegd elektriciën mag het apparaat installeren en aansluiten. Neem contact
op met een erkend servicecentrum. Dit om lichamelijk letsel of structurele schade te
voorkomen.
Controleer of het apparaat niet is beschadigd tijdens het transport. Sluit geen beschadigd
apparaat aan. Neem indien nodig contact op met de leverancier.
Verwijder al het verpakkingsmateriaal, stickers en folie van het apparaat voordat u het
voor het eerst in gebruik neemt. Verwijder niet het typeplaatje. Dit kan de garantie on-
geldig maken.
De wetten, voorschriften, richtlijnen en normen die van kracht zijn in het land waar het
apparaat wordt gebruikt dienen in acht genomen te worden (veiligheidsvoorschriften, re-
cyclingvoorschriften, veiligheidsvoorschriften met betrekking tot elektra of gas, etc.).
Wees voorzichtig bij het verplaatsen van het apparaat. Het apparaat is zwaar. Gebruik
altijd veiligheidshandschoenen. Trek het apparaat nooit aan de handgreep van zijn plaats.
Zorg ervoor dat de stekker van het apparaat uit het stopcontact is getrokken tijdens de
installatie (indien van toepassing).
Houd de minimumafstanden naar andere apparaten en units in acht.
Plaats het apparaat niet op een basis.
Aansluiting op het elektriciteitsnet
Alleen een bevoegd elektriciën mag het apparaat installeren en aansluiten. Neem contact
op met een erkend servicecentrum. Dit om lichamelijk letsel of structurele schade te
voorkomen.
Dit apparaat moet worden geaard.
6 Veiligheidsinformatie
Controleer of de elektrische gegevens op het typeplaatje overeenkomen met de stroom-
voorziening in uw woning.
Informatie over het voltage vindt u op het typeplaatje.
U dient te beschikken over de juiste scheidingsvoorzieningen: stroomonderbrekers, zeke-
ringen (schroefzekeringen moeten uit de houder worden verwijderd), aardlekschakelaars
en contactgevers.
De elektrische installatie moet isolatie bevatten waardoor het apparaat volledig van het
lichtnet afgesloten kan worden. De isolatie moet een contactopening hebben met een
minimale breedte van 3mm.
De schokbeschermingsonderdelen moeten zo worden bevestigd dat zij niet kunnen wor-
den verwijderd zonder gereedschap.
Gebruik altijd een correct geïnstalleerd, schokbestendig stopcontact.
Houd kabels bij het aansluiten van elektrische apparaten op stopcontacten uit de buurt
van de hete deur van het apparaat.
Gebruik geen meerwegstekkers, -aansluitingen en verlengkabels. Er kan brand ontstaan.
Zorg ervoor dat de stroomsnoeren (indien van toepassing) en kabel niet knakken of be-
schadigd raken achter het apparaat.
Zorg ervoor dat de aansluiting op het net toegankelijk is na de installatie.
Trek niet aan het netsnoer om het apparaat los te koppelen. Trek altijd aan de stekker zelf
(indien van toepassing).
Vervang of verander het netsnoer niet zelf. Neem contact op met het servicecentrum.
Servicecentrum
Alleen een bevoegde servicemonteur mag dit apparaat repareren. Neem contact op met
een erkend servicecentrum.
Gebruik alleen originele reserveonderdelen.
Verwijdering van het apparaat
Om lichamelijk letsel of schade te voorkomen:
Trek de stekker uit het stopcontact.
Snij het netsnoer van het apparaat af en gooi dit weg.
Verwijder de deurvergrendeling. Dit voorkomt dat kinderen of kleine huisdieren in het
apparaat opgesloten raken. Er bestaat gevaar voor verstikking.
Veiligheidsinformatie
7
BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT
Algemeen overzicht
1
2 3 27
9
10
11
12
13
14
8
5
4
3
2
1
4 65
1 Bedieningspaneel
2 Indicatielampjes kookzone
3 Stroomindicatielampje
4 Bedieningsknop voor ovenfuncties
5 Elektronische tijdschakelklok
6 Knop voor de oventemperatuur
7 Weergave temperatuur
8 Kookplaat bedieningsknoppen
9 Verwarmingselement
10 Ovenlampje
11 Ventilator en verwarmingselement
12 Onderwarmte
13 Typeplaatje
14 Rekgeleiders
8 Beschrijving van het product
Indeling kookplaat
170
mm
265
mm
145
mm
145
mm
120/210
mm
1 2 3
456
1 Enkele kookzone 1200 W
2 Stoomuitlaat oven
3 Ovale kookzone 2300 W
4 Enkele kookzone 1200 W
5 Restwarmte-indicatie
6 Tweekringskookzone 2200 W
Accessoires
Ovenrek
Voor servies, bak- en braadvormen.
Vlakke bakplaat
Voor gebak en koekjes
Braadpan
Om te bakken en te braden of om vet op te vangen.
Bewaarlade (indien aanwezig)
Onder de ovenruimte zit een bewaarlade.
WAARSCHUWING!
De lade kan heet worden als de oven in werking is.
VOOR HET EERSTE GEBRUIK
WAARSCHUWING!
Zie het hoofdstuk 'Veiligheidsinformatie'.
Verwijder al het verpakkingsmateriaal binnenin en aan de buitenkant van de oven, voordat
u de oven in gebruik neemt. Verwijder het typeplaatje niet.
LET OP!
Pak, om de deur te openen, altijd de handgreep in het midden vast.
Eerste reiniging
Verwijder alle onderdelen van het apparaat.
Reinig het apparaat voor het eerste gebruik
Voor het eerste gebruik
9
LET OP!
Gebruik geen schuurmiddelen! De oppervlakken zouden beschadigd kunnen worden. Zie het
hoofdstuk "Onderhoud en reiniging".
Tijd instellen
De oven werkt alleen nadat u de tijd hebt ingesteld.
Wanneer u het apparaat op de netvoeding aan-
sluit of na een stroomstoring gaat het symbool
van de tijdfunctie automatisch knipperen.
Gebruik de " +" of " -" toets om de huidige tijd in
te stellen.
Na ongeveer 5 seconden stopt het knipperen en
geeft de klok de ingestelde tijd van de dag weer.
Om het tijdstip te veranderen mag u niet tegelij-
kertijd een automatische functie (Duur
of Ein-
de
) instellen.
KOOKPLAAT - DAGELIJKS GEBRUIK
WAARSCHUWING!
Zie het hoofdstuk 'Veiligheidsinformatie'.
Om het apparaat te bedienen, moet u de bedieningsknop indrukken. De bedieningsknop
komt naar voren.
Wanneer een kookzone werkt, maakt hij gedurende korte tijd een zoemend geluid. Dit is
kenmerkend voor alle glaskeramische kookzones en betekent niet dat het apparaat niet cor-
rect werkt.
Kookstanden
Bedieningsknop Functie
0 Uit-stand
1-9
Kookstanden
(1 = laagste kookstand; 9= hoogste kookstand)
1. Draai de bedieningsknop in de gewenste kookstand.
2. Zet de bedieningsknop op stand 0 om het kookproces uit te schakelen.
Restwarmte-indicatie
De restwarmte-indicatie gaat branden wanneer een kookzone heet is.
WAARSCHUWING!
Verbrandingsgevaar door restwarmte!
10 Kookplaat - Dagelijks gebruik
Gebruik van de dubbele zone
WAARSCHUWING!
Draai de bedieningsknop met de dubbele zone naar rechts om de dubbele zone aan te zet-
ten (draai het niet door naar de stoppositie).
1. Draai de bedieningsknop naar rechts - in stand '9'.
2. Draai de bedieningsknop langzaam naar symbool
totdat u een klik hoort.
Op dit moment zijn de twee kookzones aan.
3. Raadpleeg 'Kookstanden' om de nodige kookstanden in te stellen.
KOOKPLAAT - HANDIGE AANWIJZINGEN EN TIPS
Kookgerei
De bodem van het kookgerei moet zo dik en vlak mogelijk zijn.
Kookgerei gemaakt van geëmailleerd staal of met aluminium of kopperen bodems, kun-
nen tot verkleuringen leiden van de glazen keramische kookplaat.
Energie besparen
Plaats, indien mogelijk, altijd een deksel op het kookgerei.
Plaats het kookgerei altijd op de kookzone voordat u deze inschakelt.
Schakel voor het einde van de bereidingstijd de kookzones uit, om gebruik te maken van
de restwarmte.
De bodems van de pannen en kookzones dienen dezelfde afmeting te hebben.
Voorbeelden van kooktoepassingen
De gegevens in de volgende tabel dienen slechts als richtlijn.
Tem-
pera-
tuurin-
stelling
Gebruik om: Tijdstip Tips
1 Bereide gerechten warmhouden naar be-
hoefte
Afdekken
1-2 Hollandaise saus, smelten: boter, choco-
lade, gelatine
5-25
min
Tussendoor mengen
1-2 Stollen: luchtige omeletten, gebakken
eieren
10-40
min
Met deksel bereiden
2-3 Zachtjes aan de kook brengen van rijst
en gerechten op melkbasis Reeds berei-
de gerechten opwarmen
25-50
min
Voeg minstens tweemaal zoveel
vloeistof toe als rijst, melkgerechten
tijdens het bereiden tussendoor
roeren
3-4 Groenten stomen, vis smoren vlees 20-45
min
Voeg een paar eetlepels vocht toe
Kookplaat - Handige aanwijzingen en tips 11
Tem-
pera-
tuurin-
stelling
Gebruik om: Tijdstip Tips
4-5 Aardappelen stomen 20-60
min
Gebruik max. ¼ l water voor 750 g
aardappelen
4-5 Bereiden van grotere hoeveelheden
voedsel, stoofschotels en soepen
60-150
min
Tot 3 l vloeistof plus ingrediënten
6-7 Licht gebraden: kalfsoester, kalfs cor-
donbleu, koteletten, rissoles, worstjes,
lever, roux, eieren, pannenkoeken, do-
nuts
naar be-
hoefte
Halverwege de bereidingstijd om-
draaien
7-8 Door-en-door gebraden, opgebakken
aardappelen, lendenbiefstukken, steaks
5-15
min
Halverwege de bereidingstijd om-
draaien
9 Aan de kook brengen van grotere hoeveelheden water, pasta koken, aanbraden van vlees
(goulash, stoofvlees), frituren van patates frites
KOOKPLAAT - ONDERHOUD EN REINIGING
WAARSCHUWING!
Zie het hoofdstuk 'Veiligheidsinformatie'.
Reinig het apparaat na elk gebruik.
Gebruik altijd kookgerei met een schone bodem.
Krassen of donkere vlekken in de glaskeramiek hebben geen invloed op de werking van het
apparaat.
Vuil verwijderen:
1. Verwijder direct:gesmolten plastic, gesmolten folie en suikerhoudende gerechten.
Anders kan het vuil het apparaat beschadigen. Gebruik een speciale schraper voor de
glazen plaat. Plaats de schraper schuin op de glazen plaat en verwijder resten door
het blad over het oppervlak te schuiven.
Verwijder nadat het apparaat voldoende is afgekoeld:kalkvlekken, waterkringen,
vetvlekken, glimmende metaalachtige verkleuringen. Gebruik een speciaal schoon-
maakmiddel voor glaskeramiek of roestvrij staal.
2. Reinig het apparaat met een vochtige doek en een beetje afwasmiddel.
3. Wrijf het apparaat ten slotte droog met een schone doek.
Reinig de voorkant van het apparaat met een zachte doek en een warm sopje.
Gebruik voor de metalen voorkanten wat schoonmaakmiddel voor roestvrijstaal.
Gebruik geen schuurmiddelen of schuursponsjes.
12 Kookplaat - Onderhoud en reiniging
OVEN - DAGELIJKS GEBRUIK
WAARSCHUWING!
Zie het hoofdstuk 'Veiligheidsinformatie'.
Koelventilator
Als het apparaat aanstaat, wordt de koelventilator automatisch ingeschakeld Na het uit-
schakelen van het apparaat blijft de ventilatie doorgaan om het apparaat af te koelen en
schakelt daarna vanzelf uit.
Oven in- en uitschakelen
1. Draai de functieknop van de oven op een ovenfunctie.
2. Zet de thermostaatknop op de gewenste temperatuur.
Het bedrijfscontrolelampje is aan zolang de oven in gebruik is.
Het temperatuurdisplay is aan zolang de oventemperatuur toeneemt.
3. Voor het uitschakelen van de oven de schakelaar Ovenfuncties en de temperatuurknop
in de stand Uit draaien.
Ovenfuncties
Ovenfunctie Toepassing
LICHT Gebruik deze functie om de binnenkant van de oven te ver-
lichten.
Hetelucht Met Ring Voor het maximaal bakken op drie ovenniveaus tegelijker-
tijd. Stel de temperatuur van de oven 20 tot 40 °C lager in
dan bij boven-/onderwarmte. En om te roosteren.
Pizza Hetelucht Voor het bakken op één niveau van gerechten die een in-
tensievere bruining en knapperigheid van de bodem nodig
hebben. Stel de temperatuur van de oven 20 tot 40 °C lager
in dan bij boven-/onderwarmte.
Conventioneel Voor het bakken en braden op één ovenniveau.
Onderwarmte Voor het bakken van taarten met een knapperige bodem en
het bewaren van voedsel
Ontdooien Voor het ontdooien van ingevroren voedsel.
Grill Klein Voor het grillen van plat voedsel in het midden van het
rooster en voor het maken van toast.
Grill Groot Voor het grillen van plat voedsel in grotere hoeveelheden
en voor het maken van toast.
Infratherm Voor het braden van grotere stukken vlees of gevogelte op
één niveau. Ook om te gratineren en te bruinen.
Oven - Dagelijks gebruik 13
Ovenaccessoires plaatsen
Plaats de schuifaccessoires zo dat de dubbele zijranden zich achter in de oven bevinden en
naar beneden wijzen. Druk de schuifaccessoires tussen de geleidestangen van een van de
ovenniveaus.
De diepe braadpan en het ovenrooster hebben
dubbele randen aan de zijkant. Deze randen en de
vorm van de geleidestangen bieden kantelbeveili-
ging voor de ovenaccessoires.
Rooster en braadslede samen plaatsen
Leg het ovenrooster op de diepe braadpan. Duw
de diepe braadpan in de geleidestangen van een
van de ovenniveaus.
Telescopische, uittrekbare steunen
Op niveau 1 en 3 van de laden zijn de telescopische reksteunen bevestigd. Met de telescopi-
sche reksteunen kunt u de lades er gemakkelijker in- en uitschuiven.
1. Trek de rechter en linker telescopische
reksteunen naar buiten.
°C
14 Oven - Dagelijks gebruik
2. Plaats het rek op de telescopische rek-
steunen en duw het rek voorzichtig de
oven in.
WAARSCHUWING!
Probeer niet om de ovendeur te sluiten als de
telescopische geleiders niet volledig in de
oven zitten Hierdoor kunnen het emaille en
het glas van de deur beschadigd raken.
WAARSCHUWING!
Telescopische reksteunen en andere assessoi-
res worden erg heet wanneer u de oven ge-
bruikt. Gebruik ovenhandschoenen of een ver-
gelijkbare bescherming.
Display
1 2 3
456
1 Functie-indicatielampjes
2 Tijdindicatie
3 Functie-indicatielampjes
4 Toets " +"
5 Keuzetoets
6 Toets '' -"
Klokfunctie Toepassing
Tijdstip van de dag Toont de tijd. Met deze functie kunt u de tijd instellen, veranderen of
opvragen.
Kookwekker Voor het instellen van een afteltijd.
Als de ingestelde tijd verstreken is, klinkt er een geluidssignaal.
Deze functie is niet van invloed op de werking van de oven.
Duur Om in te stellen hoelang de oven gebruikt moet worden.
Einde Hier stelt u de tijd in waarna u wilt dat de oven uitschakelt.
Bereidingsduur en Einde kunnen gelijktijdig worden gebruikt, wanneer de oven op
een later tijdstip automatisch wordt in- en uitgeschakeld. Stel in dit geval eerst de Berei-
dingsduur
in en daarna Einde .
De klokfuncties instellen
1. Ovenfunctie en temperatuur instellen (alleen nodig voor Bereidingsduur en Einde).
°C
Oven - Dagelijks gebruik 15
2. Druk meerdere malen op de keuzetoets
tot het gewenste functielampje knippert.
3. Om de tijd in te stellen voor de kookwek-
ker
, Bereidingsduur of Einde ,
gebruikt u de "+" of "-"-toets.
Het controlelampje voor de betreffende
functie gaat branden.
Wanneer de tijd is verstreken, knippert het
functielampje en klinkt er gedurende 2
minuten een geluidsignaal.
Bij de functies Bereidingsduur en Einde schakelt de oven automatisch uit.
4. Druk op een willekeurige toets om het signaal uit te zetten.
5. Draai de temperatuur- en functieknoppen in de UIT-stand.
De klokfuncties uitschakelen
1. Druk meerdere malen op de keuzetoets tot het gewenste functielampje knippert.
2. Houd de " - " toets ingedrukt.
Na enkele seconden gaat de klokfunctie uit.
OVEN - HANDIGE AANWIJZINGEN EN TIPS
De temperaturen en baktijden in de tabellen zijn slechts als richtlijn bedoeld. Deze zijn af-
hankelijk van de recepten en de kwaliteit en de hoeveelheid van de gebruikte ingrediënten.
Bakken
Algemene aanwijzingen
Uw nieuwe oven kan een andere bak-/braadverhouding hebben dan het apparaat dat u
tot nu toe gebruikt heeft. Pas uw normale instellingen (temperatuur, gaartijden) en de
ovenniveaus aan de tabelwaarden aan.
Bij langere baktijden kunt u de oven ca. 10 minuten voor het einde van de baktijd uit-
schakelen, om te profiteren van de restwarmte.
Wanneer u diepgevroren levensmiddelen gebruikt, kunnen de platen in de oven tijdens
het bakken vervormen. Wanneer de platen afkoelen, verdwijnt de vervorming.
Aanwijzigen bij de baktabellen
Wij raden aan om de eerste keer de lagere temperatuur in te stellen.
Als u geen concrete aanwijzingen kunt vinden voor uw eigen recept, kijkt u dan bij een
soortgelijk product.
Bij het bakken van gebak op meerdere niveaus kan de baktijd ca. 10-15 minuten langer
zijn.
Als het gebak niet overal even hoog is, wordt het gebak in het begin van het bakproces
niet overal even bruin. Verander in dit geval de temperatuurinstelling niet. De verschillen
verminderen tijdens het bakproces.
16 Oven - Handige aanwijzingen en tips
Baktips
Bakresultaat Mogelijke oorzaak Oplossing
De onderkant van de
cake is te licht van
kleur.
Onjuist ovenniveau. Plaats de cake op een lager ovenniveau.
De cake zakt in (wordt
klef, klonterig, strepe-
rig).
Te hoge oventemperatuur Stel de temperatuur lager in
De cake zakt in (wordt
klef, klonterig, strepe-
rig).
Te korte baktijd. Baktijd verlengen.
Stel geen hogere temperaturen in voor
kortere baktijden
De cake zakt in (wordt
klef, klonterig, strepe-
rig).
Te veel vocht in het deeg. Minder vocht gebruiken. Houd de mixtij-
den aan, met name als u mixers gebruikt
De cake is te droog. Te lage oventemperatuur Stel een hogere oventemperatuur in.
De cake is te droog. Te lange baktijd. De baktijd verkorten.
De cake wordt niet ge-
lijkmatig bruin.
Te hoge oventemperatuur en
te korte baktijd
De oventemperatuur lager instellen en de
baktijd verlengen
De cake wordt niet ge-
lijkmatig bruin.
Geen gelijkmatig mengsel. Het deeg gelijkmatig over de bakplaat ver-
delen.
De cake wordt niet
gaar binnen de aange-
geven baktijd.
Te lage temperatuur. Stel de oventemperatuur iets hoger in
Bakken op één ovenniveau - Bakken in bakblikken
Soort gebak Oven-
functie
Niveau Temperatuur (°C) Tijd (u:min)
Tulband 1 150 - 160 0:50 - 1:10
Zandgebak/koningstaart 1 140 - 160 1:10 - 1:30
Biscuitgebak 1 140 0:25 - 0:40
Biscuitgebak 1 160 0:25 - 0:40
Taartbodem van zandtaartdeeg
1)
3 170-180 0:10 - 0:25
Taartbodem van roerdeeg 3 150 - 170 0:20 - 0:25
Appeltaart 1 170 - 190 0:50 - 1:00
Appeltaart (2 vormen Ø 20 cm,
diagonaal geplaatst)
1 160 1:10 - 1:30
Appeltaart (2 vormen Ø 20 cm,
diagonaal geplaatst)
1 180 1:10 - 1:30
1) Oven voorverwarmen
Oven - Handige aanwijzingen en tips 17
Bakken op één ovenniveau - Taarten/gebak/brood op bakplaten
Soort gebak Oven-
functie
Niveau Temperatuur (°C) Tijd (u:min)
Gistbroodje/krans 3 170 - 190 0:30 - 0:40
Kerststol
1)
3 160 - 180 0:40 - 1:00
Brood (roggebrood) 1
- eerst
1)
230 0:25
- Vervolgens 160 - 180 0:30 - 1:00
Roomsoezen/tompoezen
1)
3 160 - 170 0:15 - 0:30
Opgerolde cake met jam
1)
3 180 - 200 0:10 - 0:20
Kruimelgebak droog 3 150 - 160 0:20 - 0:40
Boter-/suikerkoek
1)
3 190 - 210 0:15 - 0:30
Vruchtentaart (op gistdeeg/roer-
deeg)
2)
3 150 0:35 - 0:50
Vruchtentaart (op gistdeeg/roer-
deeg)
2)
3 170 0:35 - 0:50
Vruchtencake op slap deeg 3 160 - 170 0:40 - 1:20
Plaatkoek met kwetsbare garne-
ring (bijvoorbeeld kwark, room,
puddingvulling)
1)
3 160 - 180 0:40 - 1:20
Ongedesemd brood 1 200 - 200 0:08 - 0:15
1) Oven voorverwarmen
2) Gebruik de diepe braadpan
Bakken op één ovenniveau - Koekjes
Soort gebak Oven-
functie
Niveau Temperatuur (°C) Tijd (u:min)
Zandkoekjes 3 150 - 160 0:06 - 0:20
Spritsgebak 3 140 0:20 - 0:30
Spritsgebak
1)
3 160 0:20 - 0:30
Roerdeegkoekjes 3 150 - 160 0:15 - 0:20
Eiwitgebak, schuimgebak 3 80 - 100 2:00 - 2:30
Bitterkoekjes 3 100 - 120 0:30 - 0:60
Klein gerezen gebak 3 150 - 160 0:20 - 0:40
Koekjes van bladerdeeg
1)
3 170 - 180 0:20 - 0:30
Broodjes
1)
3 160 0:20 - 0:35
18 Oven - Handige aanwijzingen en tips
Soort gebak Oven-
functie
Niveau Temperatuur (°C) Tijd (u:min)
Broodjes
1)
3 180 0:20 - 0:35
Kleine cakejes (20 per bakblik)
1)
3 140 0:20 - 0:30
Kleine cakejes (20 per bakblik)
1)
3 170 0:20 - 0:30
1) Oven voorverwarmen
Bakken op meer dan één niveau - Taarten/gebak/brood op bakplaten
Soort gebak
2 niveaus 3 niveaus
Temperatuur (°C)
Tijd (u:min)
Roomsoezen /Éclairs
1)
1 / 4 --- 160 - 180 0:35 - 0:60
Kruimeltaart 1 / 3 --- 140 - 160 0:30 - 0:60
1) Oven voorverwarmen
Bakken op meer dan één niveau - Koekjes/kleine cakejes/gebakjes/broodjes
Soort gebak
2 niveaus 3 niveaus
Temperatuur
(°C)
Tijd (u:min)
Zandkoekjes 1 / 3 1 / 3 /5 150 - 160 0:15 - 0:35
Spritsgebak 1 / 3 1 / 3 /5 140 0:20 - 0:60
Roerdeegkoekjes 1 / 3 --- 160 - 170 0:25 - 0:40
Koekjes met eiwit, me-
ringues
1 / 3 --- 80 - 100 2:10 - 2:50
Bitterkoekjes 1 / 3 --- 100 - 120 0:40 - 1:20
Klein gerezen gebak 1 / 3 --- 160 - 170 0:30 - 0:60
Koekjes van bladerdeeg
1)
1 / 3 --- 170 - 180 0:30 - 0:50
Broodjes 1 /4 --- 160 0:30 - 0:45
Kleine cakejes (20 per
bakblik)
1)
1 /4 --- 140 0:25 - 0:40
1) Oven voorverwarmen
Baktabel voor hete lucht
Lees voor de juiste ovenfunctie de ovenfunctielijst in het hoofdstuk 'Dagelijks gebruik'.
Soort gebak Rekstand Temperatuur °C Tijd in min
Pizza (dunne bodem)
1)
1 180 - 200 20 - 30
Pizza (met veel garne-
ring)
1 180 - 200 20 - 30
Taarten 1 180 - 200 45 - 60
Oven - Handige aanwijzingen en tips 19
Soort gebak Rekstand Temperatuur °C Tijd in min
Spinazietaart 1 160 - 180 45 - 60
Quiche lorraine 1 170 - 190 40 - 50
Kwarktaart, rond 1 140 - 160 60 - 90
Kwarktaart op plaat 1 140 - 160 50 - 60
Appeltaart, bedekt 1 150 - 170 50 - 70
Groentetaart 1 160 - 180 50 - 60
Ongedesemd brood
1)
1 250 - 270 10 - 20
Bladerdeegtaart
1)
1 160 - 180 40 - 50
Flammekuchen (pizza-
achtig gerecht uit de
Elzas)
1)
1 250 - 270 12 - 20
Piroggen (Russische
variant op calzone)
1)
1 180 - 200 15 - 25
1) Oven voorverwarmen
Tabel voor ovenschotels en gegratineerde gerechten
Schotel Ovenfunc-
tie
Rek-
stand
Temperatuur °C Tijd in uren : Mini-
maal
Pastaschotel 1 180-200 0:45-1:00
Lasagne 1 180-200 0:25-0:40
Groentegratin
1)
1 160-170 0:15-0:30
Stokbrood bedekt met smeltkaas
1)
1 160-170 0:15-0:30
Zoete ovenschotels 1 180-200 0:40-0:60
Visschotels 1 180-200 0:30-1:00
Gevulde groente 1 160-170 0:30-1:00
1) Oven voorverwarmen
Kant-en-klaargerechten
Gerecht Oven-
functie
Rekstand Temperatuur °C TIJDSINSTELLING
Diepvriespizza 3 Zie de instructies van de
fabrikant
Zie de instructies van de
fabrikant
Friet
1)
3 200-220 Zie de instructies van de
fabrikant
Baguettes 3 Zie de instructies van de
fabrikant
Zie de instructies van de
fabrikant
20 Oven - Handige aanwijzingen en tips
Gerecht Oven-
functie
Rekstand Temperatuur °C TIJDSINSTELLING
Vruchtentaart 3 Zie de instructies van de
fabrikant
Zie de instructies van de
fabrikant
1) Opmerking: Patates frites tussendoor 2 tot 3 keer keren
Braden
Braadservies
Gebruik hittebestendig servies om te braden (lees de instructies van de fabrikant).
Grote braadstukken kunt u direct in de diepe braadpan braden of op een rooster met bo-
ven een braadpan. (Indien aanwezig)
Braad mager vlees in een braadpan met deksel. Op die manier blijft het vlees sappiger.
Alle soorten vlees, die een korst moeten krijgen, kunt u in de braadschaal zonder deksel
braden.
Rundvlees
Soort vlees Hoeveelheid Oven-
functie
Rek-
stand
Temperatuur
°C
Tijd (u:min)
Suddervlees 1 – 1.5 kg 1 200 - 250 2:00 - 2:30
Rosbief of ossehaas per cm dikte
- van binnen rood
1)
per cm dikte 1 190 - 200 0:05 - 0:06
- binnen roze (medium) per cm dikte 1 180 - 190 0:06 - 0:08
- helemaal gaar per cm dikte 1 170 - 180 0:08 - 0:10
1) Oven voorverwarmen
Varkensvlees
Soort vlees Hoeveelheid Oven-
functie
Rek-
stand
Temperatuur
°C
Tijd (u:min)
Schouderstuk, nekstuk,
hamlap
1 – 1.5 kg 1 160 - 180 1:30 - 2:00
Tussenribstuk, casselerrib 1 – 1.5 kg 1 170 - 180 1:00 - 1:30
Gehaktbrood 750 g - 1 kg 1 160 - 170 0:45 - 1:00
Varkensribstuk (voorge-
kookt)
750 g - 1 kg 1 150 - 170 1:30 - 2:00
Kalfsvlees
Soort vlees Hoeveelheid Oven-
functie
Rek-
stand
Temperatuur
°C
Tijd (u:min)
Geroosterd kalfsvlees 1 kg 1 160 - 180 1:30 - 2:00
Kalfsbout 1,5 -2 kg 1 160 - 180 2:00 - 2:30
Oven - Handige aanwijzingen en tips 21
Lamsvlees
Soort vlees Hoeveelheid Oven-
functie
Rek-
stand
Temperatuur
°C
Tijd (u:min)
Lamsbout, lamsgebraad 1 – 1.5 kg 1 150 - 170 1:15 - 2:00
Lamsrug 1 – 1.5 kg 1 160 - 180 1:00 - 1:30
Wild
Soort vlees Hoeveelheid Oven-
functie
Rek-
stand
Temperatuur
°C
Tijd (u:min)
Hazenrug, hazenbout
1)
tot 1 kg 3 220 - 250 0:25 - 0:40
Reerug, hertenrug 1.5 – 2 kg 1 210 - 220 1:15 - 1:45
Reebout, hertenbout 1.5 – 2 kg 1 200 - 210 1:30 - 2:15
1) Oven voorverwarmen
Gevogelte
Soort vlees Hoeveelheid Oven-
functie
Rek-
stand
Temperatuur
°C
Tijd (u:min)
Stukken vleugel 200 – 250 g
p.p.
1 200 - 220 0:35 - 0:50
Halve kip 400 – 500 g
p.p.
1 190 - 210 0:35 - 0:50
Kip, braadkip 1 – 1.5 kg 1 190 - 210 0:45 - 1:15
Eend 1.5 – 2 kg 1 180 - 200 1:15 - 1:45
Gans 3.5 – 5 kg 1 160 - 180 2:30 - 3:30
Kalkoen 2.5 – 3.5 kg 1 160 - 180 1:45 - 2:30
Kalkoen 4 – 6 kg 1 140 - 160 2:30 - 4:00
Vis (stoven)
Soort vlees Hoeveelheid Oven-
functie
Rek-
stand
Temperatuur
°C
Tijd (u:min)
Hele vissen 1 – 1.5 kg 1 210 - 220 0:45 - 1:15
Grilleren
Gebruik de grilfunctie altijd met maximale temperatuurinstelling
Tijdens het grillen moet de ovendeur altijd gesloten zijn
Lege oven met grilfuncties altijd 5 minuten voorverwarmen.
Bakplaat op inzetniveau plaatsen, zoals aangeraden in grilleertabel.
Altijd de pan plaatsen om vet op te vangen op het eerste inzetniveau.
Alleen platte stukken vlees of vis grillen.
22 Oven - Handige aanwijzingen en tips
Lees voor de juiste ovenfunctie de ovenfunctielijst in het hoofdstuk 'Dagelijks gebruik'.
Voedsel om te grillen Rekstand TIJDSINSTELLING
1e kant 2e kant
Burgers 4 8 - 10 min. 6 - 8 min.
Varkenshaas 4 10 - 12 min. 6 - 10 min.
Worstjes 4 8 - 10 min. 6 - 8 min.
Runderhaas, kalfsfilet 4 6 - 7 min. 5 - 6 min.
Runderfilet, rosbief (ca.
1 kg)
3 10 - 12 min. 10 - 12 min.
Geroosterd brood
1)
3 4 - 6 min. 3 - 5 min.
Sandwiches 3 6 - 8 min. -------
1) Niet voorverwarmen
Ontdooien
Haal de etenswaren uit de verpakking en leg deze op een plaat op het rooster.
Gebruik voor het afdekken geen borden of schotels. Hierdoor kan de ontdooitijd aanzien-
lijk worden verlengd.
Zet het rooster op het eerste inzetniveau vanaf de bodem.
Lees voor de juiste ovenfunctie de ovenfunctielijst in het hoofdstuk "Dagelijks gebruik".
Schotel Ontdooitijd in min. Verdere ontdooitijd in
min.
Opmerkingen
Kip 1000 g 100-140 20-30 Kip op een omgedraaid
schoteltje in een groot
bord leggen, halverwe-
ge de tijd omdraaien
Vlees, 1000 g 100-140 20-30 Halverwege de berei-
dingstijd omdraaien
Vlees, 500 g 90-120 20-30 Halverwege de berei-
dingstijd omdraaien
Forel, 150 g 25-35 10-15 -------
Aardbeien, 300 g 30-40 10-20 -------
Boter, 250 g 30-40 10-15 -------
Room, 2 x 200 g 80-100 10-15 Room kan ook met
nog licht bevroren
deeltjes goed worden
geklopt
Taart, 1400 g 60 60 -------
Oven - Handige aanwijzingen en tips 23
Drogen
Dek de roosters met bakpapier af
Lees voor de juiste ovenfunctie de ovenfunctielijst in het hoofdstuk 'Dagelijks gebruik'.
Groenten
Gerecht Temperatuur
in °C
Rekstand Tijd in uren (richt-
waarde)
1 niveau 2 nivo's
Bonen 60 - 70 3 1 / 4 6 - 8
Paprika (reepjes) 60 - 70 3 1 / 4 5 - 6
Soepgroenten 60 - 70 3 1 / 4 5 - 6
Paddenstoelen 50 - 70 3 1 / 4 6 - 8
Zuurkool 40 - 50 3 1 / 4 2 - 3
Fruit
Gerecht Temperatuur
in °C
Rekstand Tijd in uren (richt-
waarde)
1 niveau 2 nivo's
Pruimen 60 - 70 3 1 / 4 8 - 10
Abrikozen 60 - 70 3 1 / 4 8 - 10
Schijfjes appel 60 - 70 3 1 / 4 6 - 8
Peren 60 - 70 3 1 / 4 6 - 9
Inmaken
Gebruik uitsluitend normale wekglazen van dezelfde afmeting.
Gebruik geen wekglazen met een draai- of bajonetsluiting en metalen bakken.
Gebruik het eerste inzetniveau vanaf de bodem.
Gebruik de bakplaat. U kunt max. zes 1 liter wekglazen plaatsen.
Vul alle wekglazen tot hetzelfde niveau en sluit deze correct.
Plaats de wekglazen los van elkaar op het rooster.
Vul ca. 1/2 liter water op de plaat, zodat er voldoende vocht in de oven ontstaat.
Zodra de vloeistof in de eerste wekglazen begint te borrelen (na. ca. 35-60 minuten bij 1
liter glazen) de oven uitschakelen of de temperatuur verlagen tot 100°C (zie tabel).
Lees voor de juiste ovenfunctie de ovenfunctielijst in het hoofdstuk "Dagelijks gebruik".
24 Oven - Handige aanwijzingen en tips
Bessen
In te maken eetwaar Temperatuur in °C Tijd in min. tot aan
sudderen
Doorkoken bij 100
°C in min.
Aardbeien, bosbessen, frambo-
zen, rijpe kruisbessen
160 - 170 35 - 45 ---
Onrijpe kruisbessen 160 - 170 35 - 45 10 - 15
Steenvruchten
In te maken eetwaar Temperatuur in °C Tijd in min. tot aan
sudderen
Doorkoken bij 100
°C in min.
Peren, kweeperen, pruimen 160 - 170 35 - 45 10 - 15
Groenten
In te maken eetwaar Temperatuur in °C Tijd in min. tot aan
sudderen
Doorkoken bij 100
°C in min.
Wortelen
1)
160 - 170 50 -60 5 - 10
Komkommers 160 - 170 50 - 60 ---
Gemengde pickles 160 - 170 50 - 60 15
Koolrabi, erwten, asperges 160 - 170 50 - 60 15 - 20
1) In de uitgeschakelde oven laten staan
Informatie over acrylamides
Belangrijk! Volgens recente wetenschappelijke informatie kan het intensief bruinen van
levensmiddelen (met name in producten die zetmeel bevatten), een gezondheidsrisico
vormen tengevolge van acrylamides. Om die reden adviseren wij levensmiddelen zoveel
mogelijk bij lage temperaturen gaar te laten worden en de gerechten niet te veel te
bruinen.
OVEN - ONDERHOUD EN REINIGING
WAARSCHUWING!
Zie het hoofdstuk 'Veiligheidsinformatie'.
Maak de voorkant van het apparaat schoon met een zachte doek en een warm sopje.
Gebruik voor de metalen oppervlakken een universeel reinigingsmiddel.
Reinig de binnenkant van de oven na elk gebruik. Verontreinigingen laten zich dan het
makkelijkst verwijderen en kunnen dan niet aanbranden.
Verwijder hardnekkig vuil met een speciale ovenreiniger.
Maak alle oventoebehoren na elk gebruik schoon met een zachte doek en een warm sop-
je en een reinigingsmiddel en laat ze drogen.
Toebehoren met antiaanbaklaag mogen niet worden schoon gemaakt met een agressieve
reinigingsmiddel, voorwerpen met scherpe randen of afwasautomaat. Hierdoor kan de
antiaanbaklaag onherstelbaar worden beschadigd!
Oven - Onderhoud en reiniging
25
Inschuifrails
Inschuifrails uitnemen
1. Trek de rails bij de voorkant uit de zij-
wand.
2. Trek de rails bij de achterkant uit de zij-
wand en verwijder deze.
Installeren van de inschuifrails
Installeer de inschuifrails in omgekeerde volgorde.
BELANGRIJK De afgeronde uiteinden van de inschuifrails moeten naar voren wijzen!
LET OP!
De telescopische geleiders niet in de afautomaat reinigen. De telescopische geleiders niet
insmeren.
Plafond oven
U kunt het verwarmingselement bovenin de oven naar beneden klappen om de bovenkant
van de oven makkelijk schoon te maken.
WAARSCHUWING!
Voordat u het verwarmingselement naar beneden klapt, het apparaat uitschakelen. Verzeker
u ervan dat het apparaat is afgekoeld.
Er bestaat kans op brandwonden!
26 Oven - Onderhoud en reiniging
Het verwarmingselement naar beneden klappen
1. Verwijder de geleiderails.
2. Houd het verwarmingselement met beide
handen aan de voorkant vast
3. Duw het tegen de veerkracht naar voren
en trek het aan beide kanten langs de rails
naar buiten.
4. Het verwarmingselement klapt naar bene-
den.
De bovenkant van de oven klaar om
schoongemaakt te worden.
Het verwarmingselement weer op zijn plaats
zetten
1. Monteer het verwarmingselement in omgekeerde volgorde.
Monteer het verwarmingselement op de juiste manier aan beide kanten boven de steun op
de binnenwand van de oven.
2. Plaats de geleiderails.
Ovendeur en glasplaten
Verwijder de ovendeur om deze te verwijderen.
LET OP!
Wees voorzichtig bij het verwijderen van de deur uit het apparaat. De deur is zwaar!
Uitnemen van de ovendeur
1. Zet de ovendeur helemaal open.
2. Til de hendels (A) op de twee scharnieren
volledig omhoog.
3. Sluit de ovendeur in de eerste openings-
stand (ongeveer 45°).
4. Pak de ovendeur aan de zijkanten met
beide handen vast en trek deze onder een
opwaartse hoek van de oven weg.
5. U kunt de binnenste ruiten nu verwijderen
om schoon te maken.
Om de deur te installeren volgt u de pro-
cedure in omgekeerde volgorde.
A
A
45°
Oven - Onderhoud en reiniging 27
LET OP!
Wees voorzichtig met het glas, aangezien dit kan breken.
De ovendeur beschikt over 2, 3 of 4 glasplaten (afhankelijk van het model)
Plaats de ovendeur met de buitenkant omlaag op een zachte en egale ondergrond om kras-
sen te voorkomen
Verwijderen en reinigen van de deurglazen
1. Deurafdekking (B) aan de bovenkant van
de deur aan beide kanten vastpakken en
naar binnen drukken om de klemsluiting
te ontgrendelen.
2. Trek de deur naar voor om deze te verwij-
deren.
3. Houd de glasplaten aan de bovenkant vast en trek deze een voor een omhoog uit de
geleiding
4. Reinigen van de glasplaten.
Om de platen te installeren volgt u de procedure in omgekeerde volgorde. Plaats de
kleinste glasplaat eerst, daarna de grotere glasplaten.
Ovenlampje
WAARSCHUWING!
Gevaar voor elektrische schokken!
Voordat u het ovenlampje vervangt:
Schakel de oven uit.
Verwijder de zekeringen in de zekeringenkast of schakel de stroomonderbreker uit.
Leg een doek op de bodem van de oven om het ovenlampje en het afdekglaasje te bescher-
men.
B
28 Oven - Onderhoud en reiniging
Het ovenlampje vervangen
1. Het afdekglas van het lampje bevindt zich in de achterkant van de ovenruimte.
Draai het afdekglas van de lamp naar rechts en verwijder het.
2. Reinig het afdekglas.
3. Vervang de ovenlamp met de relevante tegen 300°C warmte bestendige ovenlamp.
Gebruik hetzelfde ovenlamptype.
4. Plaats het afdekglas terug.
De lade verwijderen
De lade onder de oven kan worden verwijderd om gemakkelijker te worden schoongemaakt.
De lade verwijderen
1. Trek de lade er zo ver mogelijk uit.
2. Til de lade enigszins op, zodat het naar
boven kan worden getild in een hoek van
de ladegeleiders.
De lade plaatsen
1. Plaats de lade op de steunrails van de la-
de. Zorg ervoor dat de middengeleider
van de lade op de middenrail zit.
2. Laat de lade tot horizontale stand zakken
en duw de lade naar binnen.
WAARSCHUWING!
Wanneer de oven in gebruik is, kan de lade heet worden. Houd daarom geen ontvlambare
dingen in de oven zoals schoonmaakmiddelen, plastic zakken, ovenhandschoenen, papier,
reinigingssprays, enz.
PROBLEMEN OPLOSSEN
WAARSCHUWING!
Zie het hoofdstuk 'Veiligheidsinformatie'.
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
De kookplaat werkt niet De kookstand is niet ingesteld Stel de kookstand in
De oven wordt niet warm De oven is niet ingeschakeld Schakel de oven in
De oven wordt niet warm De tijd is niet ingesteld Klok instellen
De oven wordt niet warm De benodigde kookstanden zijn
niet ingesteld
Controleer de kookstand
De oven wordt niet warm De zekering in de zekeringen-
kast is uitgeschakeld
Controleer de zekering. Als de
zekering meer dan een keer is
uitgeschakeld, raadpleeg dan
een gekwalificeerd elektricien.
1
2
Problemen oplossen 29
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
Het ovenlampje brandt niet Het ovenlampje is stuk Vervang het ovenlampje
Stoom en condens slaan neer
op de gerechten en in de oven-
ruimte
U heeft het gerecht te lang in
de oven laten staan
Laat gerechten na afloop van
de bereiding niet langer dan
15-20 minuten in de oven
staan.
Op het display verschijnt
"12.00"
Een stroomonderbreking Stel de klok opnieuw in
De restwarmte-indicator gaat
niet aan
De kookzone is niet heet, om-
dat hij slechts kortstondig is
bediend.
Als de kookzone heet moet zijn,
neem dan contact op met de
klantenservice.
Als u niet zelf het probleem kunt verhelpen, neem dan contact op met uw verkoper of de
klantenservice.
De contactgegevens van het servicecentrum staan op het typeplaatje. Het typeplaatje be-
vindt zich aan de voorkant van de binnenkant van de oven.
Wij adviseren u om de gegevens hier te noteren:
Model (MOD.) .........................................
Productnummer (PNC) .........................................
Serienummer (S.N.) .........................................
MONTAGE
WAARSCHUWING!
Zie het hoofdstuk 'Veiligheidsinformatie'.
Apparaat klasse 2, subklasse 1 en klasse 1.
Afmeting
Hoogte 850 mm
Breedte 600 mm
Diepte 600 mm
Ovencapaciteit 58 l
WAARSCHUWING!
Zet het apparaat niet op een voetstuk
30 Montage
Waterpas zetten
Gebruik kleine pootjes onder de lade om het koo-
koppervlak gelijk te houden met andere opper-
vlakken.
1. Verwijder de lade (Zie het hoofdstuk 'Onder-
houd en reiniging').
2. Draai de schroef naar links of naar rechts
voor het juiste niveau van elke voet.
3. Plaats de lade weer terug.
Houd het apparaat enigszins schuin om het ge-
makkelijker waterpas te zetten.
Elektrische installatie
WAARSCHUWING!
De elektrische installatie mag uitsluitend worden uitgevoerd door een gekwalificeerd en
deskundig persoon.
De fabrikant is niet verantwoordelijk indien u deze veiligheidsmaatregelen uit hoofdstuk
'Veiligheidsinformatie' niet opvolgt.
Dit apparaat wordt geleverd zonder stekker en netsnoer.
MILIEUBESCHERMING
Het symbool op het product of op de verpakking wijst erop dat dit product niet als
huishoudafval mag worden behandeld, maar moet worden afgegeven bij een verzamelpunt
waar elektrische en elektronische apparatuur wordt gerecycled. Als u ervoor zorgt dat dit
product op de juiste manier wordt verwijderd, voorkomt u mogelijke negatieve gevolgen
voor mens en milieu die zich zouden kunnen voordoen in geval van verkeerde
afvalverwerking. Voor gedetailleerdere informatie over het recyclen van dit product, kunt u
contact opnemen met de gemeente, de gemeentereiniging of de winkel waar u het product
hebt gekocht.
Verpakkingsmateriaal
Het verpakkingsmateriaal is milieuvriendelijk en geschikt voor hergebruik. Kunststofonder-
delen worden aangeduid met internationale afkortingen, zoals PE, PS, etc. Gooi het verpak-
kingsmateriaal weg in de daarvoor bestemde containers van uw vuilnisophaaldienst.
WAARSCHUWING!
Om ervoor te zorgen dat het apparaat geen gevaar oplevert, moet het onklaar gemaakt
worden voordat u het weggooit.
Trek de stekker uit het stopcontact en verwijder de voedingskabel van het apparaat.
Milieubescherming 31
www.aeg-electrolux.com/shop 892941240-A-432010
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32

Aeg-Electrolux 41056VI-MN Handleiding

Type
Handleiding