Pioneer PRS-D410 Handleiding

Categorie
Auto audio versterkers
Type
Handleiding
1
Alvorens gebruik ........................................ 1
Bezoek onze website ........................................ 1
Bij problemen .................................................... 2
WAARSCHUWING ........................................ 2
WAARSCHUWING ........................................ 2
WAARSCHUWING ........................................ 2
Instellen van dit toestel ............................ 3
Aansluitingenafdekking .................................... 3
Regelaar voor drempelfrequentie ...................... 3
Ingangsschakelaar ............................................ 3
BFC (Beat Frequency Control) schakelaar ...... 3
LPF (lage-doorlaatfilter)/HPF
(hoge-doorlaatfilter)-keuzeschakelaar ........ 4
Ingangskeuzeschakelaar .................................... 4
Spanningsindicator ............................................ 4
Versterkingsregelaar .......................................... 4
Aansluiten van het toestel ...................... 5
Aansluitschema ................................................ 6
Aansluiten van het spanningsaansluitpunt ........ 7
Verbinden van de
luidsprekeruitgangsaansluitingen .............. 8
Gebruik van de luidspreker-ingang .................. 8
Aansluiten van de luidsprekers en
ingangssnoeren .......................................... 9
Installatie .................................................. 11
Voorbeeld van installatie op de vloermat of
op het chassis ............................................ 12
Terugzetten van de
aansluitingenafdekking ............................ 12
Technische gegevens ............................ 13
Dank U zeer voor de aanschaf van dit
PIONEER-product. Lees deze gebruiks-
aanwijzing goed door, voordat het toestel
in gebruik genomen wordt.
In de 25 lidstaten van de EU, Zwitserland
en Noorwegen kunnen particulieren hun
gebruikte elektronische producten gratis
bij de daarvoor bestemde verzamelplaatsen
of een verkooppunt (indien u aldaar een
gelijkwaardig nieuw product koopt)
inleveren.
Indien u zich in een ander dan
bovengenoemd land bevindt kunt u contact
opnemen met de plaatselijke overheid voor
informatie over de juiste verwijdering van
het product.
Zodoende zorgt u ervoor dat het
verwijderde product op de juiste wijze
wordt behandeld, opnieuw bruikbaar wordt
gemaakt, t gerecycleerd en het niet
schadelijk is voor de gezondheid en het
milieu.
Bezoek onze website
Hier vindt u onze site:
Registreer uw product. Wij bewaren de
gegevens van het product dat u heeft
aangeschaft zodat u deze eenvoudig
kunt opvragen als u die nodig mocht
hebben voor de verzekering na
bijvoorbeeld verlies of diefstal.
Op onze website vindt u de laatste
informatie over Pioneer Corporation.
Deponeer dit product niet bij
het gewone huishoudelijk
afval wanneer u het wilt
verwijderen. Er bestaat een
speciaal wettelijk
voorgeschreven
verzamelsysteem voor de
juiste behandeling, het
opnieuw bruikbaar maken en
de recycling van gebruikte
elektronische producten.
Inhoudsopgave Alvorens gebruik
ENGLISH
ESPAÑOL
DEUTSCH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
êìëëäàâ
2
Bij problemen
Neem contact op met uw dealer of het
dichtstbijzijnde PIONEER service-
centrum, wanneer de eenheid niet juist
functioneert.
WAARSCHUWING
Vervang de zekering in geen geval door
één met een hoger vermogen of hogere
waarde dan de originele. Gebruik van een
verkeerde zekering kan leiden tot
oververhitting en rookontwikkeling en tot
beschadiging van het product en letsel,
bijvoorbeeld brandwonden.
WAARSCHUWING
Uw Pioneer versterker NIET installeren of
gebruiken door de luidsprekers van 4 Ohm
(of lager) parallel te bedraden om een
overbrugde modus (diagram B) van 2
Ohm (of lager) te verkrijgen.
Een onjuiste overbrugging kan leiden tot
schade aan de versterker, rook en
oververhitting. Het oppervlak van de
verwerker kan ook te heet worden om aan
te raken en dit kan resulteren in lichte
brandwonden.
Om een overbrugde modus op de juiste
manier te installeren of te gebruiken voor
een tweekanalenversterker en een
belasting van 4 te verkrijgen, dient u
twee luidsprekers van 8 parallel te
bedraden met Links + en Rechts –
(diagram A) of een enkelvoudige
luidspreker van 4 te gebruiken. Voor
een vierkanalenversterker dient u het
aansluitdiagram voor luidsprekers te
volgen voor overbrugging zoals vertoond
op de achterzijde van uw versterker en
twee luidsprekers van 8 parallel te
bedraden om een belasting van 4 te
verkrijgen of een enkelvoudige
luidspreker van 4 per kanaal te
gebruiken.
Als u vragen of opmerkingen hebt, neem
dan a.u.b. contact op met uw plaatselijk
bevoegd Pioneer verdeler of bel de
klantendienst van Pioneer.
WAARSCFHUWING
Gebruik altijd het los verkrijgbare, speciale rode
accu- en aardedraad [RD-223]. Verbind het
accudraad direct met de positieve pool (+) van de
autoaccu en het aardedraad met het chassis van de
auto.
Raak de versterker niet met natte handen aan. U
zou anders een elektrische schok kunnen krijgen.
Raak de versterker tevens niet aan wanneer deze
nat is.
Voor de verkeersveiligheid dient u het volume
zodanig in te stellen dat u verkeerssignalen en
ander verkeer nog goed kunt horen.
Controleer de verbindingen van de
spanningstoevoer en luidsprekers inden de
zekering van het los verkrijgbare accudraad of de
zekering van de versterker regelmatig doorbrandt.
Zoek de oorzaak en los het probleem op. Plaats
vervolgens een nieuwe zekering van hetzelfde
formaat en ampèrage.
Om een onjuiste werking van de versterker en
luidsprekers te voorkomen, schakelt het
beschermingscircuit van de versterker de
spanning naar de versterker uit indien de
omstandigheden niet normaal zijn. Schakel in dit
geval de spanning van het systeem uit (OFF),
controleer de verbinding met de spanningsbron en
luidsprekers. Zoek de oorzaak en los het
probleem op.
Raadpleeg de plaats van aankoop indien u de
oorzaak niet kunt vinden.
Om een elektrische schok of kortluiting te
voorkomen tijdens het aansluiten en installeren,
moet de negative (–) pool van de accu worden
ontkoppeld voordat u de eenheid aansluit.
Controleer of er zich geen onderdelen achter het
paneel bevinden wanneer u een gat boort voor de
installatie van de versterker. Zorg ervoor dat alle
kabels en belangrijke onderdelen zoals
brandstofleidingen, remleidingen en de
elektrische bedrading beveiligd zijn en niet
kunnen worden beschadigd.
Laat de versterker IN GEEN GEVAL in contact
komen met vloeistoffen, bijvoorbeeld als gevolg
van de opstelling van de versterker. Dit kan
leiden tot elektrische schokken. De versterker en
luidsprekers kunnen ook beschadigd raken, rook
produceren en oververhit raken door contact met
vloeistoffen. Daarbij kan het oppervlak van de
versterker en het oppervlak van aangesloten
luidsprekers heet worden, hetgeen kan leiden tot
lichte brandwonden.
Diagram A - Correct
8 Ohm
Luid-
spreker
+ -
8 Ohm
Luid-
spreker
Pioneer
versterker
4 Ohm brugschakeling
+
L+ R-
-
Diagram B - Incorrect
4 Ohm
Luid-
spreker
+ -
4 Ohm
Luid-
spreker
Pioneer
versterker
2 Ohm brugschakeling
+
L+ R-
-
3
Instellen van dit toestel
Regelaar voor drempelfrequentie
Met de LPF/HPF keuzeschakelaar op
LPF of HPF gesteld kunt u een drempel-
frequentie van 40 Hz t/m 500 Hz kiezen.
BFC (Beat Frequency Control)
schakelaar
De BFC schakelaar bevindt zich aan
de onderkant van het toestel. Als u
een ritmisch geluid (beat) hoort
wanneer u naar een MW/LW
uitzending luistert met uw
autostereo, kunt u de BFC
schakelaar verzetten met behulp van
een kleine schroevendraaier.
Aansluitingenafdekking
Voor u het toestel gaat installeren, dient u de
schroeven los te maken met een inbussleutel
van 4 mm en dient u de
aansluitingenafdekking te verwijderen.
Ingangsschakelaar
Het is mogelijk signalen te ontvangen van de
externe uitgang van een autostereo
(subwoofer uitgang) of de luidspreker-
uitgang van een autostereo. Bij gebruik van
een externe uitgang (subwoofer uitgang)
dient u deze schakelaar naar links te zetten.
Voor instructies betreffende de aansluitingen
verwijzen we u naar het “Aansluitschema”.
Bij gebruik van een luidspreker-uitgang dient
u de schakelaar naar rechts te zetten. In dit
geval is het nodig het meegeleverde
luidspreker-ingangssnoer met RCA (tulp)
stekkers te gebruiken. Zie voor details de
paragraaf “Gebruik van de luidspreker-
ingang”.
Om de schakelaar te verzetten kunt u indien nodig een kleine schroevendraaier gebruiken.
ENGLISH
ESPAÑOL
DEUTSCH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
êìëëäàâ
4
Versterkingsregelaar
U kunt de versterkingsregelaars A en B instellen in overeenstemming met de
uitgangssignalen van de auto-stereo naar de Pioneer versterker. Zet de schakelaar normaliter
in de NORMAL stand. Indien de weergave te zacht klinkt, zelfs met het volume van de
auto-stereo verhoogd, moet u deze regelaars naar rechts draaien. Draai deze regelaars naar
links indien het geluid vervormt wanneer het volume van de auto-stereo wordt verhoogd.
Wanneer u slechts één ingang verbindt, moet u de versterkingsregelaars voor luidsprekeruitgangen A
en B in dezelfde stand draaien.
Wanneer u een auto-stereo gebruikt met RCA (standaard uitgangsspanning 500 mV), dient u de
NORMAL stand in te stellen. Wanneer u een Pioneer auto-stereo met RCA gebruikt, met een
maximale uitgangsspanning van 4 V of meer, dient u het niveau aan te passen aan het uitgangsniveau
van de auto-stereo.
Spanningsindicator
De spanningsindicator licht op wanneer
de spanning wordt ingeschakeld.
Ingangskeuzeschakelaar
Schuif deze schakelaar naar links voor
invoer vanuit twee kanalen. Schuif deze
schakelaar naar rechts voor invoer van-
uit vier kanalen.
LPF (lage-doorlaatfilter)/HPF (hoge-doorlaatfilter)-keuzeschakelaar
Stel de LPF/HPF-keuzeschakelaar als volgt in, naargelang het type luidspreker dat is
aangesloten op de luidsprekeruitgangsaansluiting en het autostereosysteem:
LPF/HPF-keuze- Uit te voeren Type Opmerkingen
schakelaar audio frequentiebereik luidspreker
LPF (links) * — 40 Hz t/m 500 Hz Subwoofer Sluit een subwoofer aan.
Uitgeschakeld (OFF) Full range Full range
(midden)
HPF (rechts) * 40 Hz t/m 500 Hz — Full range Als u het zeer lage
frequentiebereik* wil
afsnijden, omdat het niet
nodig is voor de luidspreker
die u gebruikt.
* Zie het gedeelte aangaande de “Regelaar voor drempelfrequentie”.
5
Aansluiten van het toestel
WAARSCHUWING
Voorkom kortsluiting en beschadiging van de
eenheid en ontkoppel de nagatieve (–) accupool
van het voertuig.
Zet de bedrading met kabelklemmen of isoleer-
of plakband vast. Bescherm de bedrading door de
gedeelten in de buurt van metalen delen met
isoleerband af te dekken.
Leid de draden niet langs plaatsen die heet
worden, bijvoorbeeld in de buurt van de
verwarmingselementen. Indien de isolatie van
draden heet wordt, zullen de draden worden
beschadigd met kortsluiting tot gevolg.
Zorg dat de bedrading de werking van bewegende
of verplaatsbare onderdelen, bijvoorbeeld de
versnelling, handrem of stoelverstelmechanismen
van het de auto niet hindert.
Sluit draden niet kort. Het beschermingscircuit
werkt anders namelijk niet wanneer het voor de
veiligheid zou moeten functioneren.
Tap het spanningsdraad van dit toestel niet af
voor gebruik van andere apparaten. Het
vermogen van het draad zou dan namelijk worden
overschreden, met oververhitting tot gevolg.
Vervang de zekering in geen geval door één met
een hoger vermogen of hogere waarde dan de
originele. Gebruik van een verkeerde zekering
kan leiden tot oververhitting en rookontwikkeling
en tot beschadiging van het product en letsel,
bijvoorbeeld brandwonden.
Luidsprekerkanaal Luidsprekertype Vermogen
Vier kanalen
Subwoofer Nominale ingang: min. 70 W
Andere dan subwoofer Maximale ingang: min. 150 W
Twee kanalen
Subwoofer Nominale ingang: min. 200 W
Andere dan subwoofer Maximale ingang: min. 600 W
Drie kanalen Subwoofer Nominale ingang: min. 70 W
Luidsprekeruitgang A Andere dan subwoofer Maximale ingang: min. 150 W
Drie kanalen Subwoofer Nominale ingang: min. 200 W
Luidsprekeruitgang B Andere dan subwoofer Maximale ingang: min. 600 W
WAARSCHUWING:
Om beschadiging en/of letsel te
voorkomen
Aard het luidsprekersnoer niet rechtstreeks en
sluit evenmin een negatief snoer (–) aan voor
verschillende luidsprekers.
Dit toestel is ontworpen voor auto’s met een accu
van 12 V en negatieve aarding. Kijk bijgevolg eerst
de accuspanning na voor u het toestel installeert in
een recreatief voertuig, vrachtwagen of bus.
De accu raakt mogelijk uitgeput indien de auto-
stereo langdurig is ingeschakeld maar de motor
stationair draait of is uitgeschakeld. Zet de auto-
stereo uit wanneer de motor stationair draait of is
uitgeschakeld.
Als het systeem-afstandbedieningssnoer van de
versterker is aangesloten op de
spanningsaansluiting via de contactschakelaar
(12 V gelijkstroom), is de versterker altijd
ingeschakeld wanneer het contact aanstaat,
ongeacht of de auto-stereo wel of niet door u is
aangezet. Hierdoor raakt de accu mogelijk
uitgeput wanneer de motor stationair draait of is
uitgeschakeld.
Luidsprekers die op de versterker worden
aangesloten moeten overeenstemmen met de
hieronder vermelde normen. Indien dat niet het
geval is, kan dit leiden tot brand of beschadiging
van de luidspreker. Gebruik luidsprekers met een
impedantie van 2 t/m 8 ohm. In geval van twee-
kanaals en andere brugverbindingen moet de
luidsprekerimpedantie 4 t/m 8 ohm zijn.
Plaats en leid het los verkrijgbare accudraad zo ver
als mogelijk uit de buurt van de luidsprekerdraden.
Plaats en leid het los verkrijgbare accudraad en
aardedraad, luidsprekerdraden en de versterker zo
ver als mogelijk uit de buurt van de antenne,
antennekabel en tuner.
Snoeren voor dit toestel en overeenkomende
snoeren voor andere toestellen hebben mogelijk
verschillende kleuren ookal is de functie van de
snoeren hetzelfde. Zie voor het verbinden van dit
toestel met een ander toestel daarom de
handleiding van beide toestellen en verbind de
snoeren met dezelfde functie met elkaar.
ENGLISH
ESPAÑOL
DEUTSCH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
êìëëäàâ
6
Aansluitschema
Dit schema laat de verbindingen zien bij gebruik van een externe uitgang (subwoofer uitgang). Schuif de
ingangsschakelaar naar links.
Bij gebruik van een luidspreker-uitgang zullen de noodzakelijke verbindingen afwijken van dit schema.
Raadpleeg voor details de paragraaf “Gebruik van de luidspreker-ingang”. In beide gevallen dient u de
ingangsschakelaar op de juiste stand te zetten. Zie voor details hieromtrent de paragraaf “Instellen van dit
toestel”.
Doorvoerbuisje
RCA-ingang
Speciaal rood accusnoer [RD-223] (los verkrijgbaar)
Sluit, nadat alle andere aansluitingen op de versterker zijn
gemaakt, het accusnoer-aansluitpunt van de versterker aan op
het positieve aansluitpunt (+) van de accu.
Aardingssnoer (zwart) [RD-223] (los verkrijgbaar)
Sluit dit snoer aan op de carrosserie of het chassis.
Versterker met
RCA-ingangspen-
aansluitingen
Autostereo met
RCA-uitgangspen-
aansluitingen
RCA-ingangspenaansluiting A
RCA-uitgangspen-
aansluitingen
Draad voor systeemafstandsbediening (los verkrijgbaar)
Verbind de mannelijke aansluiting van dit draad met de aansluiting voor de
systeemafstandsbediening van de autostereo (SYSTEM REMOTE CONTROL).
Het vrouwelijke aansluitpunt kan worden aangesloten op het relais-
besturingsaansluitpunt van de automatische antenne. Als de autostereo niet beschikt
over een systeem-afstandsbedieningsaansluitpunt, sluit dan het mannelijke
aansluitpunt aan op het spanningsaansluitpunt via de contactschakelaar.
Zekering (30 A)
Zekering (30 A)
Aansluitsnoer met
RCA-penstekkers
(los verkrijgbaar).
Externe uitgang
Als enkel een ingangspenstekker
wordt gebruikt, sluit dan niets aan
op RCA-ingangsaansluiting B.
Luidsprekeruitgangs-
aansluitpunt
Raadpleeg het hoofdstuk
“Aansluiten van de
luidsprekers en
ingangssnoeren” voor
richtlijnen i.v.m. het
aansluiten van luidsprekers.
Zekering
(30 A) × 2
RCA-ingangspen-
aansluiting B
7
Aansluiten van het toestel
Aansluiten van het
spanningsaansluitpunt
Gebruik altijd het los verkrijgbare, speciale rode
accu- en aardedraad [RD-223]. Verbind het
accudraad direct met de positieve pool (+) van
de autoaccu en het aardedraad met het chassis
van de auto.
1. Trek het accudraad van het
motorgedeelte naar de cabine van
de auto.
Sluit, nadat alle andere aansluitingen op de
versterker zijn gemaakt, het accusnoer-
aansluitpunt van de versterker aan op het
positieve aansluitpunt (+) van de accu.
2. Draai het accudraad, aardedraad
en systeemafstandsbedieningsdraad
ineen.
3. Bevestig verbindingsstukjes aan de
uiteinden van de draden. De
verbindingsstukjes zijn niet
bijgeleverd.
Klem de verbindingsstukjes met een tangetje
aan de draden.
4. Sluit de draden aan.
Zet de draden stevig met de schroeven van de
aansluitingen vast.
WAARSCHUWING
Als de accudraad niet goed wordt bevestigd aan het
aansluitpunt met behulp van de schroef, kan het
aansluitpunt oververhit raken, hetgeen kan leiden tot
schade en letsel, met inbegrip van lichte brandwon-
den.
Ineendraaien
Boor een gat van
14 mm in de
carrosserie van
de auto.
Steek het rubberen
O-vormige doorvoerbuisje
in de carrosserie van de
auto.
Positieve aansluiting
Zekering (30 A)
Motor-
compartiment
Interieur van
het voertuig
Zekering (30 A)
Verbindingsstukje
Verbindingsstukje
Accudraad
Aardingssnoer
GND aarde-aansluiting
Spannings-
aansluitpunt
(POWER)
Accudraad
Aansluiting voor
systeemafstandsbediening
Draad voor
systeemafstands-
bediening
Aardingssnoer
ENGLISH
ESPAÑOL
DEUTSCH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
êìëëäàâ
8
Verbinden van de luidspreker-
uitgangsaansluitingen
1. Verwijder ongeveer 10 mm isolatie
van het uiteinde van de
luidsprekerdraden met een tang, en
draai de draadstrengen ineen.
2. Bevestig verbindingsstukjes aan de
uiteinden van de
luidsprekerdraden. De
verbindingsstukjes zijn niet
bijgeleverd.
Klem de verbindingsstukjes met een tangetje
aan de draden.
3. Verbind de luidsprekerdraden met
de luidsprekeruitgangsaansluiting.
Zet de luidsprekerdraden goed met de
schroeven van de aansluiting vast.
Gebruik van de luidspreker-ingang
Sluit de uitgangsdraden van de autostereo
aan op de versterker via de meegeleverde
luidspreker-ingangsdraad met RCA (tulp)
stekkers.
Schuif de ingangsschakelaar naar rechts.
Voor een ingangssignaal met vier kanalen
dient u twee luidspreker-ingangsdraden met
RCA (tulp) stekkers te verbinden met de
RCA (tulp) ingangsaansluitingen A en B. U
moet de ingangskeuzeschakelaar naar rechts
zetten.
Voor een ingangssignaal met twee kanalen
dient u de luidspreker-ingangsdraad met
RCA (tulp) stekkers te verbinden met de
RCA (tulp) ingangsaansluiting A. Verbind
niets met RCA (tulp) ingangsaansluiting B.
U moet de ingangskeuzeschakelaar naar links
zetten.
7 Verbindingen bij gebruik van de luid-
spreker-ingang
Als resultaat van het aansluiten van de
luidspreker van de autostereo op de versterker,
zal de stroom voor de versterker automatisch
worden ingeschakeld wanneer de autostereo aan
wordt gezet. In dit geval is het niet nodig de
draad voor de systeemafstandsbediening aan te
sluiten.
Opmerking:
Sluit de draad voor de systeemafstandsbediening
aan wanneer de stroom voor de versterker niet
ingeschakeld moet worden wanneer de autostereo
wordt aan gezet.
10 mm
Ineendraaien
Aansluitpuntschroef
Luidspreker-
uitgangsaansluiting
Luidsprekerdraad
Verbindingsstukje
Luidsprekerdraad
Luidspreker-ingang
Luidspreker-
ingangsdraad met
RCA (tulp) stakkers
Naar de RCA-
ingangsaansluiting
van dit toestel.
Autostereo
Wit: Zwart: Zwart: Rood:
Links + Links Rechts Rechts +
Aansluiten van de luidsprekers en ingangssnoeren
De luidsprekeruitgangsstand kan voor vier, drie (stereo + mono) of twee
kanalen (stereo, mono) zijn. Sluit de luidsprekersnoercn aan overeenkomstig
de gewenste functie zoals aangegeven in de onderstaande afbeeldingen.
Vier kanalen
Drie kanalen
9
Aansluiten van het toestel
(Links)
Luidsprekeruitgang B
(Rechts)
(Rechts)
Luidsprekeruitgang A
(Links)
De ingangskeuzeschakelaar bevindt zich op de bovenkant van
het toestel. Voor tweekanaals ingangssignalen dient u deze
schakelaar naar links te zetten. Voor vierkanaals
ingangssignalen dient u deze schakelaar naar rechts te zetten.
RCA-ingangspen-
aansluiting A
RCA-ingangspen-
aansluiting B
Aansluitsnoeren met
RCA-penstekkers
(los verkrijgbaar)
Van auto-stereo (RCA uitgang)
Indien slechts één ingangsplug wordt gebruikt,
bijvoorbeeld wanneer de auto-stereo slechts één
uitgang (RCA uitgang) heeft, verbindt u de plug
met de RCA-ingangsaansluiting A maar sluit u
niets op RCA-ingangsaansluiting B aan.
Luidsprekeruitgang B
(Mono)
(Rechts)
Luidsprekeruitgang A
(Links)
RCA-ingangspenaansluiting A
RCA-ingangspen-
aansluiting B
Aansluitsnoeren met
RCA-penstekkers
(los verkrijgbaar)
Van auto-stereo (RCA uitgang)
Indien slechts één ingangsplug wordt gebruikt,
bijvoorbeeld wanneer de auto-stereo slechts één
uitgang (RCA uitgang) heeft, verbindt u de plug
met de RCA-ingangsaansluiting A maar sluit u
niets op RCA-ingangsaansluiting B aan.
De ingangskeuzeschakelaar bevindt zich op de bovenkant van
het toestel. Voor tweekanaals ingangssignalen dient u deze
schakelaar naar links te zetten. Voor vierkanaals
ingangssignalen dient u deze schakelaar naar rechts te zetten.
ENGLISH
ESPAÑOL
DEUTSCH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
êìëëäàâ
10
Twee kanalen (stereo)
Twee kanalen (mono)
Luidspreker (Links)
Luidspreker (Rechts)
RCA-ingangspen-aansluiting A
Bij gebruik van de twee-kanalen
functie dient u de RCA-
penstekkers te verbinden met de
RCA-ingangspenaansluiting A.
Aansluitsnoeren met
RCA-penstekkers
(los verkrijgbaar)
Van auto-stereo (RCA uitgang)
De ingangskeuzeschakelaar bevindt zich op
de bovenkant van het toestel. Schuif deze
schakelaar naar links.
Luidspreker (Mono)
Luidspreker (Mono)
Aansluitsnoeren met
RCA-penstekkers
(los verkrijgbaar)
Van auto-stereo (RCA uitgang)
RCA-ingangspen-aansluiting A
Bij gebruik van de twee-kanalen
functie dient u de RCA-
penstekkers te verbinden met de
RCA-ingangspenaansluiting A.
De ingangskeuzeschakelaar bevindt zich op
de bovenkant van het toestel. Schuif deze
schakelaar naar links.
11
Installatie
WAARSCHUWING
Niet installeren op:
Plaatsen waar het de bestuurder of passagiers
zou kunnen verwonden wanner de auto
plotseling stopt.
Plaasten waar de bestuurder door de eenheid
tijdens het rijden zou kunnen worden
gehinderd, zoals bijvoorbeeld op de vloer
voor de bestuurdersstoel.
Kontroleer dat draden niet in de weg van de
stoelverstelmechanismen zitten. Dit zou namelijk
kortsluiting kunnen veroorzaken.
Controleer of er zich geen onderdelen achter het
paneel bevinden wanneer u een gat boort voor de
installatie van de versterker. Zorg ervoor dat alle
kabels en belangrijke onderdelen zoals brand-
stofleidingen, remleidingen en de elektrische
bedrading beveiligd zijn en niet kunnen worden
beschadigd.
Plaats tapse schroeven zodanig dat de kop van de
schroef niet in aanraking met draden komt. Dit is
belangrijk en voorkomt dat draden door trillingen
van het voertuig door worden gesneden met brand
tot gevolg.
Laat de versterker IN GEEN GEVAL in contact
komen met vloeistoffen, bijvoorbeeld als gevolg
van de opstelling van de versterker. Dit kan leiden
tot elektrische schokken. De versterker en
luidsprekers kunnen ook beschadigd raken, rook
produceren en oververhit raken door contact met
vloeistoffen. Daarbij kan het oppervlak van de
versterker en het oppervlak van aangesloten
luidsprekers heet worden, hetgeen kan leiden tot
lichte brandwonden.
Gebruik de bijgeleverde onderdelen op de manier
die is beschreven om de installatie uit te voeren
zoals het hoort. Als andere onderdelen dan
diegene die zijn bijgeleverd worden gebruikt, is
het mogelijk dat inwendige onderdelen van de
versterker schade oplopen of loskomen, zodat de
versterker niet meer werkt.
Vervang de zekering in geen geval door één met
een hoger vermogen of hogere waarde dan de
originele. Gebruik van een verkeerde zekering
kan leiden tot oververhitting en rookontwikkeling
en tot beschadiging van het product en letsel,
bijvoorbeeld brandwonden.
WAARSCHUWING:
Om slechte werking en/of letsel te
voorkomen
Zorg dat de ventiltie van de versterker niet wordt
gehinderd, en let derhalve op de volgende punten
tijdens het installeren.
Zorg dat er voor een goede vrije ruimte
boven de versterker is.
Bedek de versterker niet met een vloermat of
kleed.
Laat de versterker IN GEEN GEVAL in contact
komen met vloeistoffen, bijvoorbeeld als gevolg
van de opstelling van de versterker. Dit kan leiden
tot elektrische schokken. De versterker en
luidsprekers kunnen ook beschadigd raken, rook
produceren en oververhit raken door contact met
vloeistoffen. Daarbij kan het oppervlak van de
versterker en het oppervlak van aangesloten
luidsprekers heet worden, hetgeen kan leiden tot
lichte brandwonden.
Installeer de versterker niet op onstabiele plaat-
sen, zoals op de reservebandhouder.
De beste installatieplaats is verschillend afhanke-
lijk van het automerk en model en uw wensen.
Plaats de versterker echter beslist stevig op een
stabiele plaats.
Maak eerst voorlopige aansluitingen en ga na of
de versterker en het systeem naar behoren
werken.
Na het installeren van de versterker, moet u con-
troleren dat het reservewiel, de krik en het gereed-
schap nog gemakkelijk kunnen worden
verwijderd.
Voorbeeld van installatie op de
vloermat of op het chassis
1. Zet de versterker op de plaats waar
hij moet worden geïnstalleerd. Steek
de bijgeleverde tapschroeven
(4 × 18 mm) in de schroefgaten.
Druk met een schroevendraaier op
de schroeven zodat ze een inkeping
maken op de plaats waar de gaten
voor de installatie moeten komen.
2. Boor gaten met een diameter van
2,5 mm op de plaatsen die zijn
gemerkt en installeer de versterker,
ofwel op de vloermat ofwel
rechtstreeks op het chassis.
Terugzetten van de
aansluitingenafdekking
1. Pas de aansluitingenafdekking
netjes op het toestel en doe de
schroeven terug.
2. Draai de schroeven vast met een
inbussleutel van 4 mm.
12
ENGLISH
ESPAÑOL
DEUTSCH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
êìëëäàâ
Boor een gat met een diameter
van 2,5 mm
Tapschroeven
(4 × 18 mm)
Vloermat
of chassis
Schroef
Aansluitingenafdekking
13
Technische gegevens
Spanningsbron .................................................................................. 14,4 V gelijkstroom (10,8 V t/m 15,1 V toelaatbaar)
Aarding ...................................................................................................................................... Negatieve klem aan massa
Stroomverbruik .............................................................................................................. 28 A (met continu spanning, 4 )
Gemiddeld stroomverbruik* ................................................................................................ 10 A (4 voor vier kanalen)
20 A (4 voor twee kanalen)
20 A (2 voor vier kanalen)
Zekering .................................................................................................................................................................. 30 A × 2
Afmetingen ........................................................................................................................ 304 (B) × 56 (H) × 195 (D) mm
Gewicht ........................................................................................................................................ 3,0 kg (Excl. bedrading)
Maximale spanningsuitvoer ........................................................................................ 150 W × 4 (4 ) / 600 W × 2 (4 )
Continu uitgangsvermogen ...................................................... 75W × 4 (bij 14,4 V, 4 , 20 Hz t/m 20 kHz 1,0% THV)
300 W × 2 (bij 14,4 V, 4 , 1 kHz 1,0% THV)
150 W × 4 (bij 14,4 V, 2 , 1 kHz 1,0% THV)
Aansluitimpedantie .............................................................................................................. 4 (2 t/m 8 toelaatbaar)
(Geschakelde verbinding: 4 t/m 8 toelaatbaar)
Frequentieweergave ...................................................................................................... 10 Hz t/m 50 kHz (+0 dB, –3 dB)
Signaal/ruisverhouding ................................................................................................................ 100 dB (IEC-A netwerk)
Vervorming .................................................................................................................................... 0,005 % (10 W, 1 kHz)
Scheiding ...................................................................................................................................................... 70 dB (1 kHz)
60 dB (100 Hz t/m 10 kHz)
Laag-doorlaatfilter ...................................................................................................... Afsnijfrequentie: 40 Hz t/m 500 Hz
Afsnijsteilheid: –12 dB/oct
Hoog-doorlaatfilter ...................................................................................................... Afsnijfrequentie: 40 Hz t/m 500 Hz
Afsnijsteilheid: –12 dB/oct
Versterkingsregelaar .................................................................................................................... RCA: 400 mV t/m 6,5 V
Luidspreker: 1,6 V t/m 26 V
Maximale ingangsniveau / -impedantie .............................................................................................. RCA: 6,5 V / 22 k
Luidspreker: 26 V / 90 k
Opmerking:
Technische gegevens en ontwerp zijn ter productverbetering zonder voorafgaande
kennisgeving wijzigbaar.
*Gemiddeld stroomverbruik
Het gemiddelde stroomverbruik is zo goed als gelijk aan het maximale stroomver-
bruik van dit toestel bij ontvangst van een audiosignaal. Gebruik deze waarde bij
het uitrekenen van het totale stroomverbruik van meerdere vermogensversterkers.

Documenttranscriptie

Inhoudsopgave Alvorens gebruik ........................................ 1 Bezoek onze website ........................................ 1 Bij problemen .................................................... 2 WAARSCHUWING ........................................ 2 WAARSCHUWING ........................................ 2 WAARSCHUWING ........................................ 2 Instellen van dit toestel ............................ 3 Aansluitingenafdekking .................................... 3 Regelaar voor drempelfrequentie ...................... 3 Ingangsschakelaar ............................................ 3 BFC (Beat Frequency Control) schakelaar ...... 3 LPF (lage-doorlaatfilter)/HPF (hoge-doorlaatfilter)-keuzeschakelaar ........ 4 Ingangskeuzeschakelaar .................................... 4 Spanningsindicator ............................................ 4 Versterkingsregelaar .......................................... 4 Aansluiten van het toestel ...................... 5 Aansluitschema ................................................ 6 Aansluiten van het spanningsaansluitpunt ........ 7 Verbinden van de luidsprekeruitgangsaansluitingen .............. 8 Gebruik van de luidspreker-ingang .................. 8 Aansluiten van de luidsprekers en ingangssnoeren .......................................... 9 Installatie .................................................. 11 Voorbeeld van installatie op de vloermat of op het chassis ............................................ 12 Terugzetten van de aansluitingenafdekking ............................ 12 Technische gegevens ............................ 13 Alvorens gebruik Dank U zeer voor de aanschaf van dit PIONEER-product. Lees deze gebruiksaanwijzing goed door, voordat het toestel in gebruik genomen wordt. Deponeer dit product niet bij het gewone huishoudelijk afval wanneer u het wilt verwijderen. Er bestaat een speciaal wettelijk voorgeschreven verzamelsysteem voor de juiste behandeling, het opnieuw bruikbaar maken en de recycling van gebruikte elektronische producten. In de 25 lidstaten van de EU, Zwitserland en Noorwegen kunnen particulieren hun gebruikte elektronische producten gratis bij de daarvoor bestemde verzamelplaatsen of een verkooppunt (indien u aldaar een gelijkwaardig nieuw product koopt) inleveren. Indien u zich in een ander dan bovengenoemd land bevindt kunt u contact opnemen met de plaatselijke overheid voor informatie over de juiste verwijdering van het product. Zodoende zorgt u ervoor dat het verwijderde product op de juiste wijze wordt behandeld, opnieuw bruikbaar wordt gemaakt, t gerecycleerd en het niet schadelijk is voor de gezondheid en het milieu. Bezoek onze website Hier vindt u onze site: • Registreer uw product. Wij bewaren de gegevens van het product dat u heeft aangeschaft zodat u deze eenvoudig kunt opvragen als u die nodig mocht hebben voor de verzekering na bijvoorbeeld verlies of diefstal. • Op onze website vindt u de laatste informatie over Pioneer Corporation. 1 Neem contact op met uw dealer of het dichtstbijzijnde PIONEER servicecentrum, wanneer de eenheid niet juist functioneert. WAARSCHUWING Diagram B - Incorrect 8 Ohm + Luid- spreker 4 Ohm + Luid- spreker 8 Ohm + Luid- spreker 4 Ohm + Luid- spreker L+ R- L+ R- Pioneer versterker 4 Ohm brugschakeling 2 Ohm brugschakeling NEDERLANDS êìëëäàâ Uw Pioneer versterker NIET installeren of gebruiken door de luidsprekers van 4 Ohm (of lager) parallel te bedraden om een overbrugde modus (diagram B) van 2 Ohm (of lager) te verkrijgen. Een onjuiste overbrugging kan leiden tot schade aan de versterker, rook en oververhitting. Het oppervlak van de verwerker kan ook te heet worden om aan te raken en dit kan resulteren in lichte brandwonden. Om een overbrugde modus op de juiste manier te installeren of te gebruiken voor een tweekanalenversterker en een belasting van 4 Ω te verkrijgen, dient u twee luidsprekers van 8 Ω parallel te bedraden met Links + en Rechts – (diagram A) of een enkelvoudige luidspreker van 4 Ω te gebruiken. Voor een vierkanalenversterker dient u het aansluitdiagram voor luidsprekers te volgen voor overbrugging zoals vertoond op de achterzijde van uw versterker en ITALIANO Pioneer versterker • Gebruik altijd het los verkrijgbare, speciale rode accu- en aardedraad [RD-223]. Verbind het accudraad direct met de positieve pool (+) van de autoaccu en het aardedraad met het chassis van de auto. • Raak de versterker niet met natte handen aan. U zou anders een elektrische schok kunnen krijgen. Raak de versterker tevens niet aan wanneer deze nat is. • Voor de verkeersveiligheid dient u het volume zodanig in te stellen dat u verkeerssignalen en ander verkeer nog goed kunt horen. • Controleer de verbindingen van de spanningstoevoer en luidsprekers inden de zekering van het los verkrijgbare accudraad of de zekering van de versterker regelmatig doorbrandt. Zoek de oorzaak en los het probleem op. Plaats vervolgens een nieuwe zekering van hetzelfde formaat en ampèrage. • Om een onjuiste werking van de versterker en luidsprekers te voorkomen, schakelt het beschermingscircuit van de versterker de spanning naar de versterker uit indien de omstandigheden niet normaal zijn. Schakel in dit geval de spanning van het systeem uit (OFF), controleer de verbinding met de spanningsbron en luidsprekers. Zoek de oorzaak en los het probleem op. • Raadpleeg de plaats van aankoop indien u de oorzaak niet kunt vinden. • Om een elektrische schok of kortluiting te voorkomen tijdens het aansluiten en installeren, moet de negative (–) pool van de accu worden ontkoppeld voordat u de eenheid aansluit. • Controleer of er zich geen onderdelen achter het paneel bevinden wanneer u een gat boort voor de installatie van de versterker. Zorg ervoor dat alle kabels en belangrijke onderdelen zoals brandstofleidingen, remleidingen en de elektrische bedrading beveiligd zijn en niet kunnen worden beschadigd. • Laat de versterker IN GEEN GEVAL in contact komen met vloeistoffen, bijvoorbeeld als gevolg van de opstelling van de versterker. Dit kan leiden tot elektrische schokken. De versterker en luidsprekers kunnen ook beschadigd raken, rook produceren en oververhit raken door contact met vloeistoffen. Daarbij kan het oppervlak van de versterker en het oppervlak van aangesloten luidsprekers heet worden, hetgeen kan leiden tot lichte brandwonden. FRANÇAIS Diagram A - Correct WAARSCFHUWING DEUTSCH Vervang de zekering in geen geval door één met een hoger vermogen of hogere waarde dan de originele. Gebruik van een verkeerde zekering kan leiden tot oververhitting en rookontwikkeling en tot beschadiging van het product en letsel, bijvoorbeeld brandwonden. twee luidsprekers van 8 Ω parallel te bedraden om een belasting van 4 Ω te verkrijgen of een enkelvoudige luidspreker van 4 Ω per kanaal te gebruiken. Als u vragen of opmerkingen hebt, neem dan a.u.b. contact op met uw plaatselijk bevoegd Pioneer verdeler of bel de klantendienst van Pioneer. ESPAÑOL WAARSCHUWING ENGLISH Bij problemen 2 Instellen van dit toestel • Om de schakelaar te verzetten kunt u indien nodig een kleine schroevendraaier gebruiken. Aansluitingenafdekking Voor u het toestel gaat installeren, dient u de schroeven los te maken met een inbussleutel van 4 mm en dient u de aansluitingenafdekking te verwijderen. Regelaar voor drempelfrequentie Met de LPF/HPF keuzeschakelaar op LPF of HPF gesteld kunt u een drempelfrequentie van 40 Hz t/m 500 Hz kiezen. Ingangsschakelaar Het is mogelijk signalen te ontvangen van de externe uitgang van een autostereo (subwoofer uitgang) of de luidsprekeruitgang van een autostereo. Bij gebruik van een externe uitgang (subwoofer uitgang) dient u deze schakelaar naar links te zetten. Voor instructies betreffende de aansluitingen verwijzen we u naar het “Aansluitschema”. Bij gebruik van een luidspreker-uitgang dient u de schakelaar naar rechts te zetten. In dit geval is het nodig het meegeleverde luidspreker-ingangssnoer met RCA (tulp) stekkers te gebruiken. Zie voor details de paragraaf “Gebruik van de luidsprekeringang”. 3 BFC (Beat Frequency Control) schakelaar De BFC schakelaar bevindt zich aan de onderkant van het toestel. Als u een ritmisch geluid (beat) hoort wanneer u naar een MW/LW uitzending luistert met uw autostereo, kunt u de BFC schakelaar verzetten met behulp van een kleine schroevendraaier. ENGLISH LPF (lage-doorlaatfilter)/HPF (hoge-doorlaatfilter)-keuzeschakelaar Stel de LPF/HPF-keuzeschakelaar als volgt in, naargelang het type luidspreker dat is aangesloten op de luidsprekeruitgangsaansluiting en het autostereosysteem: Uit te voeren audio frequentiebereik Type luidspreker Opmerkingen LPF (links) * — 40 Hz t/m 500 Hz Subwoofer Sluit een subwoofer aan. Uitgeschakeld (OFF) Full range Full range * 40 Hz t/m 500 Hz — Full range ESPAÑOL LPF/HPF-keuzeschakelaar (midden) HPF (rechts) DEUTSCH Als u het zeer lage frequentiebereik* wil afsnijden, omdat het niet nodig is voor de luidspreker die u gebruikt. * Zie het gedeelte aangaande de “Regelaar voor drempelfrequentie”. FRANÇAIS Ingangskeuzeschakelaar Spanningsindicator ITALIANO De spanningsindicator licht op wanneer de spanning wordt ingeschakeld. Schuif deze schakelaar naar links voor invoer vanuit twee kanalen. Schuif deze schakelaar naar rechts voor invoer vanuit vier kanalen. Versterkingsregelaar NEDERLANDS U kunt de versterkingsregelaars A en B instellen in overeenstemming met de uitgangssignalen van de auto-stereo naar de Pioneer versterker. Zet de schakelaar normaliter in de NORMAL stand. Indien de weergave te zacht klinkt, zelfs met het volume van de auto-stereo verhoogd, moet u deze regelaars naar rechts draaien. Draai deze regelaars naar links indien het geluid vervormt wanneer het volume van de auto-stereo wordt verhoogd. êìëëäàâ • Wanneer u slechts één ingang verbindt, moet u de versterkingsregelaars voor luidsprekeruitgangen A en B in dezelfde stand draaien. • Wanneer u een auto-stereo gebruikt met RCA (standaard uitgangsspanning 500 mV), dient u de NORMAL stand in te stellen. Wanneer u een Pioneer auto-stereo met RCA gebruikt, met een maximale uitgangsspanning van 4 V of meer, dient u het niveau aan te passen aan het uitgangsniveau van de auto-stereo. 4 Aansluiten van het toestel WAARSCHUWING • Voorkom kortsluiting en beschadiging van de eenheid en ontkoppel de nagatieve (–) accupool van het voertuig. • Zet de bedrading met kabelklemmen of isoleerof plakband vast. Bescherm de bedrading door de gedeelten in de buurt van metalen delen met isoleerband af te dekken. • Leid de draden niet langs plaatsen die heet worden, bijvoorbeeld in de buurt van de verwarmingselementen. Indien de isolatie van draden heet wordt, zullen de draden worden beschadigd met kortsluiting tot gevolg. • Zorg dat de bedrading de werking van bewegende of verplaatsbare onderdelen, bijvoorbeeld de versnelling, handrem of stoelverstelmechanismen van het de auto niet hindert. • Sluit draden niet kort. Het beschermingscircuit werkt anders namelijk niet wanneer het voor de veiligheid zou moeten functioneren. • Tap het spanningsdraad van dit toestel niet af voor gebruik van andere apparaten. Het vermogen van het draad zou dan namelijk worden overschreden, met oververhitting tot gevolg. • Vervang de zekering in geen geval door één met een hoger vermogen of hogere waarde dan de originele. Gebruik van een verkeerde zekering kan leiden tot oververhitting en rookontwikkeling en tot beschadiging van het product en letsel, bijvoorbeeld brandwonden. WAARSCHUWING: Om beschadiging en/of letsel te voorkomen • Aard het luidsprekersnoer niet rechtstreeks en sluit evenmin een negatief snoer (–) aan voor verschillende luidsprekers. • Dit toestel is ontworpen voor auto’s met een accu van 12 V en negatieve aarding. Kijk bijgevolg eerst de accuspanning na voor u het toestel installeert in een recreatief voertuig, vrachtwagen of bus. • De accu raakt mogelijk uitgeput indien de autostereo langdurig is ingeschakeld maar de motor stationair draait of is uitgeschakeld. Zet de autostereo uit wanneer de motor stationair draait of is uitgeschakeld. • Als het systeem-afstandbedieningssnoer van de versterker is aangesloten op de spanningsaansluiting via de contactschakelaar (12 V gelijkstroom), is de versterker altijd ingeschakeld wanneer het contact aanstaat, ongeacht of de auto-stereo wel of niet door u is aangezet. Hierdoor raakt de accu mogelijk uitgeput wanneer de motor stationair draait of is uitgeschakeld. Luidsprekerkanaal Vier kanalen Twee kanalen Drie kanalen 5 • Luidsprekers die op de versterker worden aangesloten moeten overeenstemmen met de hieronder vermelde normen. Indien dat niet het geval is, kan dit leiden tot brand of beschadiging van de luidspreker. Gebruik luidsprekers met een impedantie van 2 t/m 8 ohm. In geval van tweekanaals en andere brugverbindingen moet de luidsprekerimpedantie 4 t/m 8 ohm zijn. • Plaats en leid het los verkrijgbare accudraad zo ver als mogelijk uit de buurt van de luidsprekerdraden. Plaats en leid het los verkrijgbare accudraad en aardedraad, luidsprekerdraden en de versterker zo ver als mogelijk uit de buurt van de antenne, antennekabel en tuner. • Snoeren voor dit toestel en overeenkomende snoeren voor andere toestellen hebben mogelijk verschillende kleuren ookal is de functie van de snoeren hetzelfde. Zie voor het verbinden van dit toestel met een ander toestel daarom de handleiding van beide toestellen en verbind de snoeren met dezelfde functie met elkaar. Luidsprekertype Vermogen Subwoofer Nominale ingang: min. 70 W Andere dan subwoofer Maximale ingang: min. 150 W Subwoofer Nominale ingang: min. 200 W Andere dan subwoofer Maximale ingang: min. 600 W Subwoofer Nominale ingang: min. 70 W Luidsprekeruitgang A Andere dan subwoofer Maximale ingang: min. 150 W Drie kanalen Subwoofer Nominale ingang: min. 200 W Luidsprekeruitgang B Andere dan subwoofer Maximale ingang: min. 600 W ENGLISH Aansluitschema ESPAÑOL • Dit schema laat de verbindingen zien bij gebruik van een externe uitgang (subwoofer uitgang). Schuif de ingangsschakelaar naar links. • Bij gebruik van een luidspreker-uitgang zullen de noodzakelijke verbindingen afwijken van dit schema. Raadpleeg voor details de paragraaf “Gebruik van de luidspreker-ingang”. In beide gevallen dient u de ingangsschakelaar op de juiste stand te zetten. Zie voor details hieromtrent de paragraaf “Instellen van dit toestel”. Zekering (30 A) Speciaal rood accusnoer [RD-223] (los verkrijgbaar) Sluit, nadat alle andere aansluitingen op de versterker zijn gemaakt, het accusnoer-aansluitpunt van de versterker aan op het positieve aansluitpunt (+) van de accu. Doorvoerbuisje Zekering (30 A) Externe uitgang Als enkel een ingangspenstekker wordt gebruikt, sluit dan niets aan op RCA-ingangsaansluiting B. DEUTSCH Aardingssnoer (zwart) [RD-223] (los verkrijgbaar) Sluit dit snoer aan op de carrosserie of het chassis. FRANÇAIS Autostereo met RCA-uitgangspenaansluitingen RCA-uitgangspenaansluitingen RCA-ingangspenaansluiting B NEDERLANDS Zekering (30 A) × 2 RCA-ingangspenaansluiting A Versterker met RCA-ingangspenRCA-ingang aansluitingen Draad voor systeemafstandsbediening (los verkrijgbaar) Verbind de mannelijke aansluiting van dit draad met de aansluiting voor de systeemafstandsbediening van de autostereo (SYSTEM REMOTE CONTROL). Het vrouwelijke aansluitpunt kan worden aangesloten op het relaisbesturingsaansluitpunt van de automatische antenne. Als de autostereo niet beschikt over een systeem-afstandsbedieningsaansluitpunt, sluit dan het mannelijke aansluitpunt aan op het spanningsaansluitpunt via de contactschakelaar. êìëëäàâ Luidsprekeruitgangsaansluitpunt Raadpleeg het hoofdstuk “Aansluiten van de luidsprekers en ingangssnoeren” voor richtlijnen i.v.m. het aansluiten van luidsprekers. ITALIANO Aansluitsnoer met RCA-penstekkers (los verkrijgbaar). 6 Aansluiten van het toestel Aansluiten van het spanningsaansluitpunt • Gebruik altijd het los verkrijgbare, speciale rode accu- en aardedraad [RD-223]. Verbind het accudraad direct met de positieve pool (+) van de autoaccu en het aardedraad met het chassis van de auto. 3. Bevestig verbindingsstukjes aan de uiteinden van de draden. De verbindingsstukjes zijn niet bijgeleverd. • Klem de verbindingsstukjes met een tangetje aan de draden. Verbindingsstukje 1. Trek het accudraad van het motorgedeelte naar de cabine van de auto. • Sluit, nadat alle andere aansluitingen op de versterker zijn gemaakt, het accusnoeraansluitpunt van de versterker aan op het positieve aansluitpunt (+) van de accu. Aardingssnoer Verbindingsstukje Accudraad Zekering (30 A) MotorInterieur van compartiment het voertuig 4. Sluit de draden aan. Zekering (30 A) Positieve aansluiting Steek het rubberen O-vormige doorvoerbuisje in de carrosserie van de auto. Boor een gat van 14 mm in de carrosserie van de auto. • Zet de draden stevig met de schroeven van de aansluitingen vast. Spanningsaansluitpunt (POWER) GND aarde-aansluiting Aansluiting voor systeemafstandsbediening Draad voor systeemafstandsbediening 2. Draai het accudraad, aardedraad en systeemafstandsbedieningsdraad ineen. Aardingssnoer Ineendraaien Accudraad WAARSCHUWING Als de accudraad niet goed wordt bevestigd aan het aansluitpunt met behulp van de schroef, kan het aansluitpunt oververhit raken, hetgeen kan leiden tot schade en letsel, met inbegrip van lichte brandwonden. 7 Ineendraaien 10 mm • Voor een ingangssignaal met vier kanalen dient u twee luidspreker-ingangsdraden met RCA (tulp) stekkers te verbinden met de RCA (tulp) ingangsaansluitingen A en B. U moet de ingangskeuzeschakelaar naar rechts zetten. • Voor een ingangssignaal met twee kanalen dient u de luidspreker-ingangsdraad met RCA (tulp) stekkers te verbinden met de RCA (tulp) ingangsaansluiting A. Verbind niets met RCA (tulp) ingangsaansluiting B. U moet de ingangskeuzeschakelaar naar links zetten. ESPAÑOL 1. Verwijder ongeveer 10 mm isolatie van het uiteinde van de luidsprekerdraden met een tang, en draai de draadstrengen ineen. ENGLISH Verbinden van de luidsprekeruitgangsaansluitingen 2. Bevestig verbindingsstukjes aan de uiteinden van de luidsprekerdraden. De verbindingsstukjes zijn niet bijgeleverd. DEUTSCH 7 Verbindingen bij gebruik van de luidspreker-ingang Autostereo Luidspreker-ingang FRANÇAIS • Klem de verbindingsstukjes met een tangetje aan de draden. Verbindingsstukje Luidsprekerdraad Wit: Zwart: Links + Links ≠ Zwart: Rood: Rechts ≠ Rechts + ITALIANO 3. Verbind de luidsprekerdraden met de luidsprekeruitgangsaansluiting. • Zet de luidsprekerdraden goed met de schroeven van de aansluiting vast. Luidsprekeringangsdraad met RCA (tulp) stakkers Aansluitpuntschroef NEDERLANDS Luidsprekeruitgangsaansluiting Naar de RCAingangsaansluiting van dit toestel. Luidsprekerdraad Sluit de uitgangsdraden van de autostereo aan op de versterker via de meegeleverde luidspreker-ingangsdraad met RCA (tulp) stekkers. • Schuif de ingangsschakelaar naar rechts. êìëëäàâ Gebruik van de luidspreker-ingang • Als resultaat van het aansluiten van de luidspreker van de autostereo op de versterker, zal de stroom voor de versterker automatisch worden ingeschakeld wanneer de autostereo aan wordt gezet. In dit geval is het niet nodig de draad voor de systeemafstandsbediening aan te sluiten. Opmerking: • Sluit de draad voor de systeemafstandsbediening aan wanneer de stroom voor de versterker niet ingeschakeld moet worden wanneer de autostereo wordt aan gezet. 8 Aansluiten van het toestel Aansluiten van de luidsprekers en ingangssnoeren De luidsprekeruitgangsstand kan voor vier, drie (stereo + mono) of twee kanalen (stereo, mono) zijn. Sluit de luidsprekersnoercn aan overeenkomstig de gewenste functie zoals aangegeven in de onderstaande afbeeldingen. Vier kanalen De ingangskeuzeschakelaar bevindt zich op de bovenkant van het toestel. Voor tweekanaals ingangssignalen dient u deze schakelaar naar links te zetten. Voor vierkanaals ingangssignalen dient u deze schakelaar naar rechts te zetten. RCA-ingangspenaansluiting A RCA-ingangspenaansluiting B (Links) Luidsprekeruitgang B (Rechts) Aansluitsnoeren met RCA-penstekkers (los verkrijgbaar) Van auto-stereo (RCA uitgang) Indien slechts één ingangsplug wordt gebruikt, bijvoorbeeld wanneer de auto-stereo slechts één uitgang (RCA uitgang) heeft, verbindt u de plug met de RCA-ingangsaansluiting A maar sluit u niets op RCA-ingangsaansluiting B aan. (Rechts) Luidsprekeruitgang A (Links) Drie kanalen De ingangskeuzeschakelaar bevindt zich op de bovenkant van het toestel. Voor tweekanaals ingangssignalen dient u deze schakelaar naar links te zetten. Voor vierkanaals ingangssignalen dient u deze schakelaar naar rechts te zetten. RCA-ingangspenaansluiting A RCA-ingangspenaansluiting B Luidsprekeruitgang B (Mono) Aansluitsnoeren met RCA-penstekkers (los verkrijgbaar) Van auto-stereo (RCA uitgang) Indien slechts één ingangsplug wordt gebruikt, bijvoorbeeld wanneer de auto-stereo slechts één uitgang (RCA uitgang) heeft, verbindt u de plug met de RCA-ingangsaansluiting A maar sluit u niets op RCA-ingangsaansluiting B aan. 9 (Rechts) Luidsprekeruitgang A (Links) ENGLISH Twee kanalen (stereo) Luidspreker (Rechts) ESPAÑOL De ingangskeuzeschakelaar bevindt zich op de bovenkant van het toestel. Schuif deze schakelaar naar links. RCA-ingangspen-aansluiting A Bij gebruik van de twee-kanalen functie dient u de RCApenstekkers te verbinden met de RCA-ingangspenaansluiting A. Aansluitsnoeren met RCA-penstekkers (los verkrijgbaar) DEUTSCH Van auto-stereo (RCA uitgang) Luidspreker (Links) De ingangskeuzeschakelaar bevindt zich op de bovenkant van het toestel. Schuif deze schakelaar naar links. RCA-ingangspen-aansluiting A Bij gebruik van de twee-kanalen functie dient u de RCApenstekkers te verbinden met de RCA-ingangspenaansluiting A. FRANÇAIS Twee kanalen (mono) Luidspreker (Mono) ITALIANO Aansluitsnoeren met RCA-penstekkers (los verkrijgbaar) NEDERLANDS Van auto-stereo (RCA uitgang) Luidspreker (Mono) êìëëäàâ 10 Installatie WAARSCHUWING • Niet installeren op: —Plaatsen waar het de bestuurder of passagiers zou kunnen verwonden wanner de auto plotseling stopt. —Plaasten waar de bestuurder door de eenheid tijdens het rijden zou kunnen worden gehinderd, zoals bijvoorbeeld op de vloer voor de bestuurdersstoel. • Kontroleer dat draden niet in de weg van de stoelverstelmechanismen zitten. Dit zou namelijk kortsluiting kunnen veroorzaken. • Controleer of er zich geen onderdelen achter het paneel bevinden wanneer u een gat boort voor de installatie van de versterker. Zorg ervoor dat alle kabels en belangrijke onderdelen zoals brandstofleidingen, remleidingen en de elektrische bedrading beveiligd zijn en niet kunnen worden beschadigd. • Plaats tapse schroeven zodanig dat de kop van de schroef niet in aanraking met draden komt. Dit is belangrijk en voorkomt dat draden door trillingen van het voertuig door worden gesneden met brand tot gevolg. • Laat de versterker IN GEEN GEVAL in contact komen met vloeistoffen, bijvoorbeeld als gevolg van de opstelling van de versterker. Dit kan leiden tot elektrische schokken. De versterker en luidsprekers kunnen ook beschadigd raken, rook produceren en oververhit raken door contact met vloeistoffen. Daarbij kan het oppervlak van de versterker en het oppervlak van aangesloten luidsprekers heet worden, hetgeen kan leiden tot lichte brandwonden. • Gebruik de bijgeleverde onderdelen op de manier die is beschreven om de installatie uit te voeren zoals het hoort. Als andere onderdelen dan diegene die zijn bijgeleverd worden gebruikt, is het mogelijk dat inwendige onderdelen van de versterker schade oplopen of loskomen, zodat de versterker niet meer werkt. • Vervang de zekering in geen geval door één met een hoger vermogen of hogere waarde dan de originele. Gebruik van een verkeerde zekering kan leiden tot oververhitting en rookontwikkeling en tot beschadiging van het product en letsel, bijvoorbeeld brandwonden. WAARSCHUWING: Om slechte werking en/of letsel te voorkomen • Zorg dat de ventiltie van de versterker niet wordt gehinderd, en let derhalve op de volgende punten tijdens het installeren. —Zorg dat er voor een goede vrije ruimte boven de versterker is. —Bedek de versterker niet met een vloermat of kleed. 11 • Laat de versterker IN GEEN GEVAL in contact komen met vloeistoffen, bijvoorbeeld als gevolg van de opstelling van de versterker. Dit kan leiden tot elektrische schokken. De versterker en luidsprekers kunnen ook beschadigd raken, rook produceren en oververhit raken door contact met vloeistoffen. Daarbij kan het oppervlak van de versterker en het oppervlak van aangesloten luidsprekers heet worden, hetgeen kan leiden tot lichte brandwonden. • Installeer de versterker niet op onstabiele plaatsen, zoals op de reservebandhouder. • De beste installatieplaats is verschillend afhankelijk van het automerk en model en uw wensen. Plaats de versterker echter beslist stevig op een stabiele plaats. • Maak eerst voorlopige aansluitingen en ga na of de versterker en het systeem naar behoren werken. • Na het installeren van de versterker, moet u controleren dat het reservewiel, de krik en het gereedschap nog gemakkelijk kunnen worden verwijderd. ENGLISH Voorbeeld van installatie op de vloermat of op het chassis ESPAÑOL 1. Zet de versterker op de plaats waar hij moet worden geïnstalleerd. Steek de bijgeleverde tapschroeven (4 × 18 mm) in de schroefgaten. Druk met een schroevendraaier op de schroeven zodat ze een inkeping maken op de plaats waar de gaten voor de installatie moeten komen. DEUTSCH 2. Boor gaten met een diameter van 2,5 mm op de plaatsen die zijn gemerkt en installeer de versterker, ofwel op de vloermat ofwel rechtstreeks op het chassis. FRANÇAIS Terugzetten van de aansluitingenafdekking 1. Pas de aansluitingenafdekking netjes op het toestel en doe de schroeven terug. Schroef ITALIANO 2. Draai de schroeven vast met een inbussleutel van 4 mm. Tapschroeven (4 × 18 mm) Aansluitingenafdekking NEDERLANDS êìëëäàâ Vloermat of chassis Boor een gat met een diameter van 2,5 mm 12 Technische gegevens Spanningsbron .................................................................................. 14,4 V gelijkstroom (10,8 V t/m 15,1 V toelaatbaar) Aarding ...................................................................................................................................... Negatieve klem aan massa Stroomverbruik .............................................................................................................. 28 A (met continu spanning, 4 Ω) Gemiddeld stroomverbruik* ................................................................................................ 10 A (4 Ω voor vier kanalen) 20 A (4 Ω voor twee kanalen) 20 A (2 Ω voor vier kanalen) Zekering .................................................................................................................................................................. 30 A × 2 Afmetingen ........................................................................................................................ 304 (B) × 56 (H) × 195 (D) mm Gewicht ........................................................................................................................................ 3,0 kg (Excl. bedrading) Maximale spanningsuitvoer ........................................................................................ 150 W × 4 (4 Ω) / 600 W × 2 (4 Ω) Continu uitgangsvermogen ...................................................... 75W × 4 (bij 14,4 V, 4 Ω, 20 Hz t/m 20 kHz 1,0% THV) 300 W × 2 (bij 14,4 V, 4 Ω, 1 kHz 1,0% THV) 150 W × 4 (bij 14,4 V, 2 Ω, 1 kHz 1,0% THV) Aansluitimpedantie .............................................................................................................. 4 Ω (2 Ω t/m 8 Ω toelaatbaar) (Geschakelde verbinding: 4 Ω t/m 8 Ω toelaatbaar) Frequentieweergave ...................................................................................................... 10 Hz t/m 50 kHz (+0 dB, –3 dB) Signaal/ruisverhouding ................................................................................................................ 100 dB (IEC-A netwerk) Vervorming .................................................................................................................................... 0,005 % (10 W, 1 kHz) Scheiding ...................................................................................................................................................... 70 dB (1 kHz) 60 dB (100 Hz t/m 10 kHz) Laag-doorlaatfilter ...................................................................................................... Afsnijfrequentie: 40 Hz t/m 500 Hz Afsnijsteilheid: –12 dB/oct Hoog-doorlaatfilter ...................................................................................................... Afsnijfrequentie: 40 Hz t/m 500 Hz Afsnijsteilheid: –12 dB/oct Versterkingsregelaar .................................................................................................................... RCA: 400 mV t/m 6,5 V Luidspreker: 1,6 V t/m 26 V Maximale ingangsniveau / -impedantie .............................................................................................. RCA: 6,5 V / 22 kΩ Luidspreker: 26 V / 90 kΩ Opmerking: • Technische gegevens en ontwerp zijn ter productverbetering zonder voorafgaande kennisgeving wijzigbaar. *Gemiddeld stroomverbruik • Het gemiddelde stroomverbruik is zo goed als gelijk aan het maximale stroomverbruik van dit toestel bij ontvangst van een audiosignaal. Gebruik deze waarde bij het uitrekenen van het totale stroomverbruik van meerdere vermogensversterkers. 13
1 / 1