Pioneer PRS-A500 Handleiding

Categorie
Auto audio versterkers
Type
Handleiding
1
Inhoudsopgave
Alvorens gebruik ........................................ 2
Bij problemen .................................................... 2
WAARSCHUWING ........................................ 2
WAARSCHUWING ........................................ 2
WAARSCHUWING ........................................ 2
Instellen van dit toestel ............................ 3
Versterkingsregelaar .......................................... 3
Regelaar voor drempelfrequentie ...................... 3
Spanningsindicator ............................................ 4
Schakelaar voor de regeling van de
slagfrequentie (BFC) .................................. 4
LPF (lage-doorlaatfilter)/HPF (hoge-
doorlaatfilter)-keuzeschakelaar .................. 4
Aansluiten van het toestel ...................... 5
Aansluitschema ................................................ 6
Aansluiten van het spanningsaansluitpunt ........ 7
Verbinden van de luidspreker-
uitgangsaansluitingen ................................ 8
Aansluiten van de luidsprekerdraden ................ 8
Installatie .................................................... 9
Voorbeeld van installatie op de vloermat of
op het chassis .............................................. 9
Technische gegevens ............................ 10
Alvorens gebruik
2
ENGLISH ESPAÑOL DEUTSCH FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
Dank U zeer voor de aanschaf van dit
PIONEER-product. Lees deze gebruiks-
aanwijzing goed door, voordat het toestel
in gebruik genomen wordt.
Bij problemen
Neem contact op met uw dealer of het
dichtstbijzijnde PIONEER service-cen-
trum, wanneer de eenheid niet juist func-
tioneert.
WAARSCHUWING
Vervang de zekering in geen geval door
één met een hoger vermogen of hogere
waarde dan de originele. Gebruik van een
verkeerde zekering kan leiden tot overver-
hitting en rookontwikkeling en tot
beschadiging van het product en letsel,
bijvoorbeeld brandwonden.
WAARSCHUWING
Uw Pioneer versterker NIET installeren of
gebruiken door de luidsprekers van 4
(of lager) parallel te bedraden om een
overbrugde modus (diagram B) van 2
(of lager) te verkrijgen.
Een onjuiste overbrugging kan leiden tot
schade aan de versterker, rook en overver-
hitting. Het oppervlak van de verwerker
kan ook te heet worden om aan te raken en
dit kan resulteren in lichte brandwonden.
Om een overbrugde modus op de juiste
manier te installeren of te gebruiken voor
een tweekanalenversterker en een belast-
ing van 4 te verkrijgen, dient u twee
luidsprekers van 8 parallel te bedraden
met Links + en Rechts - (diagram A) of
een enkelvoudige luidspreker van 4 te
gebruiken. Voor een vierkanalenversterker
dient u het aansluitdiagram voor
luidsprekers te volgen voor overbrugging
zoals vertoond op de achterzijde van uw
versterker en twee luidsprekers van 8
parallel te bedraden om een belasting van
4 te verkrijgen of een enkelvoudige
luidspreker van 4 per kanaal te
gebruiken.
Als u vragen of opmerkingen hebt, neem
dan a.u.b. contact op met uw plaatselijk
bevoegd Pioneer verdeler of bel de
klantendienst van Pioneer.
WAARSCHUWING
Gebruik altijd het los verkrijgbare, speciale rode
accu- en aardedraad [RD-223]. Verbind het accu-
draad direct met de positieve pool (+) van de
autoaccu en het aardedraad met het chassis van de
auto.
Raak de versterker niet met natte handen aan. U
zou anders een elektrische schok kunnen krijgen.
Raak de versterker tevens niet aan wanneer deze
nat is.
Voor de verkeersveiligheid dient u het volume
zodanig in te stellen dat u verkeerssignalen en
ander verkeer nog goed kunt horen.
Controleer de verbindingen van de spanningsto-
evoer en luidsprekers inden de zekering van het
los verkrijgbare accudraad of de zekering van de
versterker regelmatig doorbrandt. Zoek de oorza-
ak en los het probleem op. Plaats vervolgens een
nieuwe zekering van hetzelfde formaat en
ampèrage.
Om een onjuiste werking van de versterker en
luidsprekers te voorkomen, schakelt het bescher-
mingscircuit van de versterker de spanning naar
de versterker uit indien de omstandigheden niet
normaal zijn. Schakel in dit geval de spanning
van het systeem uit (OFF), controleer de verbind-
ing met de spanningsbron en luidsprekers. Zoek
de oorzaak en los het probleem op.
Raadpleeg de plaats van aankoop indien u de
oorzaak niet kunt vinden.
Om een elektrische schok of kortluiting te
voorkomen tijdens het aansluiten en installeren,
moet de negative (–) pool van de accu worden
ontkoppeld voordat u de eenheid aansluit.
Controleer of er zich geen onderdelen achter het
paneel bevinden wanneer u een gat boort voor de
installatie van de versterker. Zorg ervoor dat alle
kabels en belangrijke onderdelen zoals brand-
stofleidingen, remleidingen en de elektrische
bedrading beveiligd zijn en niet kunnen worden
beschadigd.
Laat de versterker IN GEEN GEVAL in contact
komen met vloeistoffen, bijvoorbeeld als gevolg
van de opstelling van de versterker. Dit kan lei-
den tot elektrische schokken. De versterker en
luidsprekers kunnen ook beschadigd raken, rook
produceren en oververhit raken door contact met
vloeistoffen. Daarbij kan het oppervlak van de
versterker en het oppervlak van aangesloten
luidsprekers heet worden, hetgeen kan leiden tot
lichte brandwonden.
Diagram A - Correct
8
Luid-
spreker
+-
8
Luid-
spreker
Pioneer
versterker
4
brugschakeling
+
L+ R-
-
Diagram B - Incorrect
4
Luid-
spreker
+-
4
Luid-
spreker
Pioneer
versterker
2
brugschakeling
+
L+ R-
-
3
Instellen van dit toestel
Versterkingsregelaar
Draai de versterkingsregelaar op het
voorpaneel van de eindversterker naar
rechts indien de weergave te zacht
klinkt, zelf wanneer het volume is ver-
hoogd met de auto-stereo die u met deze
eindversterker gebruikt.
Draai de versterkingsregelaar naar links
indien het geluid vervormt wanneer het
volume wordt verhoogd.
Wanneer u een auto-stereo gebruikt met
RCA (standaard uitgangsspanning 500 mV),
dient u de NORMAL stand in te stellen.
Wanneer u een Pioneer auto-stereo met
RCA gebruikt, met een maximale uit-
gangsspanning van 4 V of meer, dient u
het niveau aan te passen aan het uit-
gangsniveau van de auto-stereo.
Regelaar voor drempelfrequentie
Met de LPF/HPF keuzeschakelaar op
LPF of HPF gesteld kunt u een drempel-
frequentie van 40 t/m 120 Hz kiezen.
4
ENGLISH ESPAÑOL DEUTSCH FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
Spanningsindicator
De spanningsindicator licht op wanneer
de spanning wordt ingeschakeld.
Schakelaar voor de regeling van
de slagfrequentie (BFC)
Als u een slag of dreun hoort bij het
luisteren naar een MW/LW (MG/LG)-
uitzending op uw autostereo, kunt u de
stand van de BFC-schakelaar wijzigen
met een kleine schroevedraaier met
platte kop.
LPF (lage-doorlaatfilter)/HPF (hoge-doorlaatfilter)-keuzeschakelaar
Stel de LPF/HPF-keuzeschakelaar als volgt in, naargelang het type luidspreker dat is
aangesloten op de luidsprekeruitgangsaansluiting en het autostereosysteem:
LPF/HPF-keuze- Uit te voeren Type Opmerkingen
schakelaar audio frequentiebereik luidspreker
LPF (links) * — 40 t/m 120 Hz Subwoofer Sluit een subwoofer aan.
Uitgeschakeld (OFF) Full range Full range
(midden)
HPF (rechts) * 40 t/m 120 Hz — Full range Als u het zeer lage
frequentiebereik* wil
afsnijden, omdat het niet
nodig is voor de luidspreker
die u gebruikt.
* Zie het gedeelte aangaande de “Regelaar voor drempelfrequentie”.
5
Aansluiten van het toestel
WAARSCHUWING
Voorkom kortsluiting en beschadiging van de
eenheid en ontkoppel de nagatieve (–) accupool
van het voertuig.
Zet de bedrading met kabelklemmen of isoleer-
of plakband vast. Bescherm de bedrading door de
gedeelten in de buurt van metalen delen met
isoleerband af ze dekken.
Leid de draden niet langs plaatsen die heet wor-
den, bijvoorbeeld in de buurt van de verwarm-
ingselementen. Indien de isolatie van draden heet
wordt, zullen de draden worden beschadigd met
kortsluiting tot gevolg.
Zorg dat de bedrading de werking van bewegende
of verplaatsbare onderdelen, bijvoorbeeld de ver-
snelling, handrem of stoelverstelmechanismen
van het de auto niet hindert.
Sluit draden niet kort. Het beschermingscircuit
werkt anders namelijk niet wanneer het voor de
veiligheid zou moeten functioneren.
Tap het spanningsdraad van dit toestel niet af
voor gebruik van andere apparaten. Het vermo-
gen van het draad zou dan namelijk worden over-
schreden, met oververhitting tot gevolg.
Vervang de zekering in geen geval door één met
een hoger vermogen of hogere waarde dan de
originele. Gebruik van een verkeerde zekering
kan leiden tot oververhitting en rookontwikkeling
en tot beschadiging van het product en letsel,
bijvoorbeeld brandwonden.
Luidsprekerkanaal Luidsprekertype Vermogen
Twee kanalen
Subwoofer Nominale ingang: min. 120 W
Andere dan subwoofer Maximale ingang: min. 200 W
Een kanaal
Subwoofer Nominale ingang: min. 420 W
Andere dan subwoofer Maximale ingang: min. 600 W
WAARSCHUWING:
Om beschadiging en/of letsel te
voorkomen
Aard het luidsprekersnoer niet rechtstreeks en
sluit evenmin een negatief snoer (–) aan voor ver-
schillende luidsprekers.
Dit toestel is ontworpen voor auto’s met een accu
van 12 V en negatieve aarding. Kijk bijgevolg
eerst de accuspanning na voor u het toestel
installeert in een recreatief voertuig, vrachtwagen
of bus.
De accu raakt mogelijk uitgeput indien de auto-
stereo langdurig is ingeschakeld maar de motor
stationair draait of is uitgeschakeld. Zet de auto-
stereo uit wanneer de motor stationair draait of is
uitgeschakeld.
Als het systeem-afstandbedieningssnoer van de
versterker is aangesloten op de spanningsaansluit-
ing via de contactschakelaar (12 V gelijkstroom),
is de versterker altijd ingeschakeld wanneer het
contact aanstaat, ongeacht of de auto-stereo wel
of niet door u is aangezet. Hierdoor raakt de accu
mogelijk uitgeput wanneer de motor stationair
draait of is uitgeschakeld.
Luidsprekers die op de versterker worden aanges-
loten moeten overeenstemmen met de hieronder
vermelde normen. Indien dat niet het geval is, kan
dit leiden tot brand of beschadiging van de luid-
spreker. De luidsprekerimpedantie moet tussen 2
en 8 liggen voor een stereo verbinding en 4 tot
8 voor een mono of andere geschakelde
verbinding.
Plaats en leid het los verkrijgbare accudraad zo
ver als mogelijk uit de buurt van de luidspreker-
draden. Plaats en leid het los verkrijgbare accud-
raad en aardedraad, luidsprekerdraden en de ver-
sterker zo ver als mogelijk uit de buurt van de
antenne, antennekabel en tuner.
Snoeren voor dit toestel en overeenkomende
snoeren voor andere toestellen hebben mogelijk
verschillende kleuren ookal is de functie van de
snoeren hetzelfde. Zie voor het verbinden van dit
toestel met een ander toestel daarom de
installatiehandleiding van beide toestellen en
verbind de snoeren met dezelfde functie met
elkaar.
6
ENGLISH ESPAÑOL DEUTSCH FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
Aansluitschema
Zekering (30 A)
Zekering (30 A)
Doorvoerbuisje
Speciaal rood accusnoer [RD-223] (los verkrijgbaar)
Sluit, nadat alle andere aansluitingen op de versterker zijn
gemaakt, het accusnoer-aansluitpunt van de versterker aan
op het positieve aansluitpunt (+) van de accu.
Aardingssnoer (zwart) [RD-223] (los verkrijgbaar)
Sluit dit snoer aan op de carrosserie of het chassis.
Zekering
(20 A)
× 2
Autostereo met
RCA-uitgangspen-
aansluitingen
Externe uitgang
Aansluitsnoeren met
RCA-penstekkers
(los verkrijgbaar).
RCA-ingangspenaansluiting
Draad voor systeemafstandsbediening (los verkrijgbaar)
Verbind de mannelijke aansluiting van dit draad met de aansluiting
voor de systeemafstandsbediening van de autostereo (SYSTEM
REMOTE CONTROL). Het vrouwelijke aansluitpunt kan worden
aangesloten op het relais-besturingsaansluitpunt van de automatische
antenne. Als de autostereo niet beschikt over een systeem-afstandsbe-
dieningsaansluitpunt, sluit dan het mannelijke aansluitpunt aan op het
spanningsaansluitpunt via de contactschakelaar.
Luidsprekeruitgangs-aansluitpunt
Raadpleeg het hoofdstuk
“Aansluiten van de luidspreker-
draden” voor richtlijnen i.v.m. het
aansluiten van luidsprekers.
Achterzijde
Voorzijde
7
Aansluiten van het toestel
Aansluiten van het
spanningsaansluitpunt
Gebruik altijd het los verkrijgbare, speciale rode
accu- en aardedraad [RD-223]. Verbind het accu-
draad direct met de positieve pool (+) van de
autoaccu en het aardedraad met het chassis van de
auto.
1. Trek het accudraad van het
motorgedeelte naar de cabine van
de auto.
Sluit, nadat alle andere aansluitingen op de
versterker zijn gemaakt, het accusnoer-
aansluitpunt van de versterker aan op het
positieve aansluitpunt (+) van de accu.
2. Draai het accudraad, aardedraad
en systeemafstandsbedieningsdraad
ineen.
3. Bevestig verbindingsstukjes aan de
uiteinden van de draden. De
verbindingsstukjes zijn niet
bijgeleverd.
Klem de verbindingsstukjes met een tangetje
aan de draden.
4. Sluit de draden aan.
Zet de draden stevig met de schroeven van de
aansluitingen vast.
WAARSCHUWING
Als de accudraad niet goed wordt bevestigd aan het
aansluitpunt met behulp van de schroef, kan het
aansluitpunt oververhit raken, hetgeen kan leiden tot
schade en letsel, met inbegrip van lichte brandwon-
den.
Ineendraaien
Boor een gat van
14 mm in de car-
rosserie van de
auto.
Steek het rubberen O-
vormige doorvoerbuisje in
de carrosserie van de auto.
Positieve aansluiting
Zekering (30 A)
Motor-
compartiment
Interieur van
het voertuig
Zekering (30 A)
Verbindingsstukje
Verbindingsstukje
Accudraad
Aardingssnoer
GND aarde-aansluiting
Spannings-
aansluitpunt
(POWER)
Accudraad
Aansluiting voor
systeemafstandsbediening
Draad voor
systeemafstands-
bediening
Aardingssnoer
8
ENGLISH ESPAÑOL DEUTSCH FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
Verbinden van de luidspreker-
uitgangsaansluitingen
1. Verwijder ongeveer 10 mm isolatie
van het uiteinde van de luidspreker-
draden met een tang, en draai de
draadstrengen ineen.
2.
Bevestig verbindingsstukjes aan de
uiteinden van de luidsprekerdraden. De
verbindingsstukjes zijn niet bijgeleverd.
Klem de verbindingsstukjes met een tangetje
aan de draden.
3. Verbind de luidsprekerdraden met
de luidsprekeruitgangsaansluiting.
Zet de luidsprekerdraden goed met de
schroeven van de aansluiting vast.
10 mm
Aansluitpuntschroef
Luidspreker-
uitgangsaansluiting
Luidsprekerdraad
(Links)
Luidspreker
(Rechts)
Luidspreker
(Mono)
Ineendraaien
Verbindingsstukje
Luidsprekerdraad
Aansluiten van de luidsprekerdraden
De uitgangsfunctie voor de luidspreker kan voor twee kanalen (stereo) of een kanaal (mono)
worden ingesteld. Sluit de luidsprekersnoercn aan overeenkomstig de gewenste functie zoals
aangegeven in de onderstaande afbeeldingen.
Twee kanalen functie (stereo)
Een kanaal functie (mono)
9
Installatie
WAARSCHUWING
Niet installeren op:
Plaatsen waar het de bestuurder of passagiers
zou kunnen verwonden wanner de auto plot-
seling stopt.
Plaasten waar de bestuurder door de eenheid
tijdens het rijden zou kunnen worden gehin-
derd, zoals bijvoorbeeld op de vloer voor de
bestuurdersstoel.
Kontroleer dat draden niet in de weg van de
stoelverstelmechanismen zitten. Dit zou namelijk
kortsluiting kunnen veroorzaken.
Controleer of er zich geen onderdelen achter het
paneel bevinden wanneer u een gat boort voor de
installatie van de versterker. Zorg ervoor dat alle
kabels en belangrijke onderdelen zoals brand-
stofleidingen, remleidingen en de elektrische
bedrading beveiligd zijn en niet kunnen worden
beschadigd.
Plaats tapse schroeven zodanig dat de kop van de
schroef niet in aanraking met draden komt. Dit is
belangrijk en voorkomt dat draden door trillingen
van het voertuig door worden gesneden met brand
tot gevolg.
Laat de versterker IN GEEN GEVAL in contact
komen met vloeistoffen, bijvoorbeeld als gevolg
van de opstelling van de versterker. Dit kan leiden
tot elektrische schokken. De versterker en
luidsprekers kunnen ook beschadigd raken, rook
produceren en oververhit raken door contact met
vloeistoffen. Daarbij kan het oppervlak van de
versterker en het oppervlak van aangesloten
luidsprekers heet worden, hetgeen kan leiden tot
lichte brandwonden.
Gebruik de bijgeleverde onderdelen op de manier
die is beschreven om de installatie uit te voeren
zoals het hoort. Als andere onderdelen dan
diegene die zijn bijgeleverd worden gebruikt, is
het mogelijk dat inwendige onderdelen van de
versterker schade oplopen of loskomen, zodat de
versterker niet meer werkt.
Vervang de zekering in geen geval door één met
een hoger vermogen of hogere waarde dan de
originele. Gebruik van een verkeerde zekering
kan leiden tot oververhitting en rookontwikkeling
en tot beschadiging van het product en letsel,
bijvoorbeeld brandwonden.
WAARSCHUWING:
Om slechte werking en/of letsel te
voorkomen
Zorg dat de ventiltie van de versterker niet wordt
gehinderd, en let derhalve op de volgende punten
tijdens het installeren.
Zorg dat er voor een goede vrije ruimte
boven de versterker is.
Bedek de versterker niet met een vloermat of
kleed.
Laat de versterker IN GEEN GEVAL in contact
komen met vloeistoffen, bijvoorbeeld als gevolg
van de opstelling van de versterker. Dit kan leiden
tot elektrische schokken. De versterker en
luidsprekers kunnen ook beschadigd raken, rook
produceren en oververhit raken door contact met
vloeistoffen. Daarbij kan het oppervlak van de
versterker en het oppervlak van aangesloten
luidsprekers heet worden, hetgeen kan leiden tot
lichte brandwonden.
Installeer de versterker niet op onstabiele plaat-
sen, zoals op de reservebandhouder.
De beste installatieplaats is verschillend afhanke-
lijk van het automerk en model en uw wensen.
Plaats de versterker echter beslist stevig op een
stabiele plaats.
Maak eerst voorlopige aansluitingen en ga na of
de versterker en het systeem naar behoren
werken.
Na het installeren van de versterker, moet u con-
troleren dat het reservewiel, de krik en het gereed-
schap nog gemakkelijk kunnen worden verwij-
derd.
Voorbeeld van installatie op de
vloermat of op het chassis
1. Zet de versterker op de plaats waar
hij moet worden geïnstalleerd. Steek
de bijgeleverde tapschroeven
(4 × 18 mm) in de schroefgaten.
Druk met een schroevendraaier op
de schroeven zodat ze een inkeping
maken op de plaats waar de gaten
voor de installatie moeten komen.
2. Boor gaten met een diameter van
2,5 mm op de plaatsen die zijn
gemerkt en installeer de versterker,
ofwel op de vloermat ofwel recht-
streeks op het chassis.
Boor een gat met een diameter
van 2,5 mm
Tapschroeven
(4 × 18 mm)
Vloermat
of chassis
Technische gegevens
Spanningsbron ...................................................................................... 14,4 V gelijkstroom (10,8 — 15,1 V toelaatbaar)
Aarding ...................................................................................................................................... Negatieve klem aan massa
Stroomverbruik .............................................................................................................. 25 A (met continu spanning, 4 )
Gemiddeld stroomverbruik* .............................................................................................. 8,5 A (4 voor twee kanalen)
14,2 A (4 voor een kanaal)
Zekering .................................................................................................................................................................. 20 A × 2
Afmetingen ........................................................................................................................ 300 (B) × 63 (H) × 330 (D) mm
Gewicht ........................................................................................................................................ 5,8 kg (Excl. bedrading)
Maximale spanningsuitvoer ............................................................................................................ 200 W × 2 / 600 W × 1
Contiunu uitgangsvermogen ...................................................... 100 W × 2 (bij 14,4 V, 4 , 20 — 20 kHz 0,08% THV)
300 W × 1 (bij 14,4 V, 4 , 20 — 20 kHz 0,8% THV)
150 W × 2 (bij 14,4 V, 2 , 20 — 20 kHz 0,8% THV)
Contiunu uitgangsvermogen (DIN vermogen) .................................... 140 W × 2 / 500 W × 1 (DIN45324, +B = 14,4 V)
Aansluitimpedantie .................................................................................................................... 4 (2 — 8 toelaatbaar)
(Geschakelde verbinding: 4 — 8 toelaatbaar)
Frequentieweergave ........................................................................................................ 10 Hz — 80 kHz (+0 dB, –1 dB)
Signaal/ruisverhouding ................................................................................................................ 107 dB (IEC-A netwerk)
Vervorming ...................................................................................................................................... 0,003% (10 W, 1 kHz)
Scheiding .................................................................................................................................. 70 dB (100 Hz — 10 kHz)
Slew rate.............................................................................................................................................................. 40 V/µ sec.
Dempingsfactor .............................................................................................................................................................. 100
Laag-doorlaatfilter ............................................................................................................ Afsnijfrequentie : 40 — 120 Hz
Afsnijsteilheid : –12 dB/oct
Hoge-doorlaatfilter ............................................................................................................ Afsnijfrequentie : 40 — 120 Hz
Afsnijsteilheid : –12 dB/oct
Versterkingsregelaar.................................................................................................................................. 200 mV — 6,5 V
Maximale ingangsniveau / -impedantie .............................................................................................. RCA: 6,5 V / 22 k
Opmerking:
Technische gegevens en ontwerp zijn ter productverbetering zonder voorafgaande
kennisgeving wijzigbaar.
*Gemiddeld stroomverbruik
Het gemiddelde stroomverbruik is zo goed als gelijk aan het maximale stroomver-
bruik van dit toestel bij ontvangst van een audiosignaal. Gebruik deze waarde bij
het uitrekenen van het totale stroomverbruik van meerdere vermogensversterkers.
10
ENGLISH ESPAÑOL DEUTSCH FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS

Documenttranscriptie

Inhoudsopgave Alvorens gebruik ........................................ 2 Aansluiten van het toestel ...................... 5 Bij problemen .................................................... 2 WAARSCHUWING ........................................ 2 WAARSCHUWING ........................................ 2 WAARSCHUWING ........................................ 2 Aansluitschema ................................................ 6 Aansluiten van het spanningsaansluitpunt ........ 7 Verbinden van de luidsprekeruitgangsaansluitingen ................................ 8 Aansluiten van de luidsprekerdraden ................ 8 Instellen van dit toestel ............................ 3 Versterkingsregelaar .......................................... 3 Regelaar voor drempelfrequentie ...................... 3 Spanningsindicator ............................................ 4 Schakelaar voor de regeling van de slagfrequentie (BFC) .................................. 4 LPF (lage-doorlaatfilter)/HPF (hogedoorlaatfilter)-keuzeschakelaar .................. 4 1 Installatie .................................................... 9 Voorbeeld van installatie op de vloermat of op het chassis .............................................. 9 Technische gegevens ............................ 10 Alvorens gebruik Bij problemen WAARSCHUWING WAARSCHUWING WAARSCHUWING Diagram B - Incorrect 8Ω + Luid- spreker 4Ω + Luid- spreker 8Ω + Luid- spreker 4Ω + Luid- spreker R- L+ R- Pioneer versterker Pioneer versterker 4 Ω brugschakeling 2 Ω brugschakeling ITALIANO NEDERLANDS Uw Pioneer versterker NIET installeren of gebruiken door de luidsprekers van 4 Ω (of lager) parallel te bedraden om een overbrugde modus (diagram B) van 2 Ω (of lager) te verkrijgen. Een onjuiste overbrugging kan leiden tot schade aan de versterker, rook en oververhitting. Het oppervlak van de verwerker kan ook te heet worden om aan te raken en dit kan resulteren in lichte brandwonden. Om een overbrugde modus op de juiste manier te installeren of te gebruiken voor een tweekanalenversterker en een belasting van 4 Ω te verkrijgen, dient u twee luidsprekers van 8 Ωparallel te bedraden met Links + en Rechts - (diagram A) of een enkelvoudige luidspreker van 4 Ω te gebruiken. Voor een vierkanalenversterker dient u het aansluitdiagram voor FRANÇAIS Diagram A - Correct • Gebruik altijd het los verkrijgbare, speciale rode accu- en aardedraad [RD-223]. Verbind het accudraad direct met de positieve pool (+) van de autoaccu en het aardedraad met het chassis van de auto. • Raak de versterker niet met natte handen aan. U zou anders een elektrische schok kunnen krijgen. Raak de versterker tevens niet aan wanneer deze nat is. • Voor de verkeersveiligheid dient u het volume zodanig in te stellen dat u verkeerssignalen en ander verkeer nog goed kunt horen. • Controleer de verbindingen van de spanningstoevoer en luidsprekers inden de zekering van het los verkrijgbare accudraad of de zekering van de versterker regelmatig doorbrandt. Zoek de oorzaak en los het probleem op. Plaats vervolgens een nieuwe zekering van hetzelfde formaat en ampèrage. • Om een onjuiste werking van de versterker en luidsprekers te voorkomen, schakelt het beschermingscircuit van de versterker de spanning naar de versterker uit indien de omstandigheden niet normaal zijn. Schakel in dit geval de spanning van het systeem uit (OFF), controleer de verbinding met de spanningsbron en luidsprekers. Zoek de oorzaak en los het probleem op. • Raadpleeg de plaats van aankoop indien u de oorzaak niet kunt vinden. • Om een elektrische schok of kortluiting te voorkomen tijdens het aansluiten en installeren, moet de negative (–) pool van de accu worden ontkoppeld voordat u de eenheid aansluit. • Controleer of er zich geen onderdelen achter het paneel bevinden wanneer u een gat boort voor de installatie van de versterker. Zorg ervoor dat alle kabels en belangrijke onderdelen zoals brandstofleidingen, remleidingen en de elektrische bedrading beveiligd zijn en niet kunnen worden beschadigd. • Laat de versterker IN GEEN GEVAL in contact komen met vloeistoffen, bijvoorbeeld als gevolg van de opstelling van de versterker. Dit kan leiden tot elektrische schokken. De versterker en luidsprekers kunnen ook beschadigd raken, rook produceren en oververhit raken door contact met vloeistoffen. Daarbij kan het oppervlak van de versterker en het oppervlak van aangesloten luidsprekers heet worden, hetgeen kan leiden tot lichte brandwonden. DEUTSCH Vervang de zekering in geen geval door één met een hoger vermogen of hogere waarde dan de originele. Gebruik van een verkeerde zekering kan leiden tot oververhitting en rookontwikkeling en tot beschadiging van het product en letsel, bijvoorbeeld brandwonden. L+ ESPAÑOL Neem contact op met uw dealer of het dichtstbijzijnde PIONEER service-centrum, wanneer de eenheid niet juist functioneert. luidsprekers te volgen voor overbrugging zoals vertoond op de achterzijde van uw versterker en twee luidsprekers van 8 Ω parallel te bedraden om een belasting van 4 Ω te verkrijgen of een enkelvoudige luidspreker van 4 Ω per kanaal te gebruiken. Als u vragen of opmerkingen hebt, neem dan a.u.b. contact op met uw plaatselijk bevoegd Pioneer verdeler of bel de klantendienst van Pioneer. ENGLISH Dank U zeer voor de aanschaf van dit PIONEER-product. Lees deze gebruiksaanwijzing goed door, voordat het toestel in gebruik genomen wordt. 2 Instellen van dit toestel Versterkingsregelaar Draai de versterkingsregelaar op het voorpaneel van de eindversterker naar rechts indien de weergave te zacht klinkt, zelf wanneer het volume is verhoogd met de auto-stereo die u met deze eindversterker gebruikt. Draai de versterkingsregelaar naar links indien het geluid vervormt wanneer het volume wordt verhoogd. • Wanneer u een auto-stereo gebruikt met RCA (standaard uitgangsspanning 500 mV), dient u de NORMAL stand in te stellen. Wanneer u een Pioneer auto-stereo met RCA gebruikt, met een maximale uitgangsspanning van 4 V of meer, dient u het niveau aan te passen aan het uitgangsniveau van de auto-stereo. Regelaar voor drempelfrequentie Met de LPF/HPF keuzeschakelaar op LPF of HPF gesteld kunt u een drempelfrequentie van 40 t/m 120 Hz kiezen. 3 ENGLISH Spanningsindicator De spanningsindicator licht op wanneer de spanning wordt ingeschakeld. Schakelaar voor de regeling van de slagfrequentie (BFC) ESPAÑOL Als u een slag of dreun hoort bij het luisteren naar een MW/LW (MG/LG)uitzending op uw autostereo, kunt u de stand van de BFC-schakelaar wijzigen met een kleine schroevedraaier met platte kop. DEUTSCH FRANÇAIS LPF (lage-doorlaatfilter)/HPF (hoge-doorlaatfilter)-keuzeschakelaar LPF/HPF-keuzeschakelaar Uit te voeren audio frequentiebereik Type luidspreker Opmerkingen LPF (links) * — 40 t/m 120 Hz Subwoofer Sluit een subwoofer aan. Uitgeschakeld (OFF) Full range Full range * 40 t/m 120 Hz — Full range ITALIANO Stel de LPF/HPF-keuzeschakelaar als volgt in, naargelang het type luidspreker dat is aangesloten op de luidsprekeruitgangsaansluiting en het autostereosysteem: HPF (rechts) NEDERLANDS (midden) Als u het zeer lage frequentiebereik* wil afsnijden, omdat het niet nodig is voor de luidspreker die u gebruikt. * Zie het gedeelte aangaande de “Regelaar voor drempelfrequentie”. 4 Aansluiten van het toestel WAARSCHUWING • Voorkom kortsluiting en beschadiging van de eenheid en ontkoppel de nagatieve (–) accupool van het voertuig. • Zet de bedrading met kabelklemmen of isoleerof plakband vast. Bescherm de bedrading door de gedeelten in de buurt van metalen delen met isoleerband af ze dekken. • Leid de draden niet langs plaatsen die heet worden, bijvoorbeeld in de buurt van de verwarmingselementen. Indien de isolatie van draden heet wordt, zullen de draden worden beschadigd met kortsluiting tot gevolg. • Zorg dat de bedrading de werking van bewegende of verplaatsbare onderdelen, bijvoorbeeld de versnelling, handrem of stoelverstelmechanismen van het de auto niet hindert. • Sluit draden niet kort. Het beschermingscircuit werkt anders namelijk niet wanneer het voor de veiligheid zou moeten functioneren. • Tap het spanningsdraad van dit toestel niet af voor gebruik van andere apparaten. Het vermogen van het draad zou dan namelijk worden overschreden, met oververhitting tot gevolg. • Vervang de zekering in geen geval door één met een hoger vermogen of hogere waarde dan de originele. Gebruik van een verkeerde zekering kan leiden tot oververhitting en rookontwikkeling en tot beschadiging van het product en letsel, bijvoorbeeld brandwonden. WAARSCHUWING: Om beschadiging en/of letsel te voorkomen • Aard het luidsprekersnoer niet rechtstreeks en sluit evenmin een negatief snoer (–) aan voor verschillende luidsprekers. • Dit toestel is ontworpen voor auto’s met een accu van 12 V en negatieve aarding. Kijk bijgevolg eerst de accuspanning na voor u het toestel installeert in een recreatief voertuig, vrachtwagen of bus. • De accu raakt mogelijk uitgeput indien de autostereo langdurig is ingeschakeld maar de motor stationair draait of is uitgeschakeld. Zet de autostereo uit wanneer de motor stationair draait of is uitgeschakeld. • Als het systeem-afstandbedieningssnoer van de versterker is aangesloten op de spanningsaansluiting via de contactschakelaar (12 V gelijkstroom), is de versterker altijd ingeschakeld wanneer het contact aanstaat, ongeacht of de auto-stereo wel of niet door u is aangezet. Hierdoor raakt de accu mogelijk uitgeput wanneer de motor stationair draait of is uitgeschakeld. Luidsprekerkanaal Twee kanalen Een kanaal 5 • Luidsprekers die op de versterker worden aangesloten moeten overeenstemmen met de hieronder vermelde normen. Indien dat niet het geval is, kan dit leiden tot brand of beschadiging van de luidspreker. De luidsprekerimpedantie moet tussen 2 en 8 Ω liggen voor een stereo verbinding en 4 tot 8 Ω voor een mono of andere geschakelde verbinding. • Plaats en leid het los verkrijgbare accudraad zo ver als mogelijk uit de buurt van de luidsprekerdraden. Plaats en leid het los verkrijgbare accudraad en aardedraad, luidsprekerdraden en de versterker zo ver als mogelijk uit de buurt van de antenne, antennekabel en tuner. • Snoeren voor dit toestel en overeenkomende snoeren voor andere toestellen hebben mogelijk verschillende kleuren ookal is de functie van de snoeren hetzelfde. Zie voor het verbinden van dit toestel met een ander toestel daarom de installatiehandleiding van beide toestellen en verbind de snoeren met dezelfde functie met elkaar. Luidsprekertype Vermogen Subwoofer Nominale ingang: min. 120 W Andere dan subwoofer Maximale ingang: min. 200 W Subwoofer Nominale ingang: min. 420 W Andere dan subwoofer Maximale ingang: min. 600 W ENGLISH Aansluitschema Zekering (30 A) Speciaal rood accusnoer [RD-223] (los verkrijgbaar) Sluit, nadat alle andere aansluitingen op de versterker zijn gemaakt, het accusnoer-aansluitpunt van de versterker aan op het positieve aansluitpunt (+) van de accu. Doorvoerbuisje Zekering (30 A) ESPAÑOL Aardingssnoer (zwart) [RD-223] (los verkrijgbaar) Sluit dit snoer aan op de carrosserie of het chassis. DEUTSCH Aansluitsnoeren met RCA-penstekkers (los verkrijgbaar). Autostereo met RCA-uitgangspenaansluitingen Externe uitgang FRANÇAIS Voorzijde RCA-ingangspenaansluiting ITALIANO Achterzijde Luidsprekeruitgangs-aansluitpunt Raadpleeg het hoofdstuk “Aansluiten van de luidsprekerdraden” voor richtlijnen i.v.m. het aansluiten van luidsprekers. Draad voor systeemafstandsbediening (los verkrijgbaar) Verbind de mannelijke aansluiting van dit draad met de aansluiting voor de systeemafstandsbediening van de autostereo (SYSTEM REMOTE CONTROL). Het vrouwelijke aansluitpunt kan worden aangesloten op het relais-besturingsaansluitpunt van de automatische antenne. Als de autostereo niet beschikt over een systeem-afstandsbedieningsaansluitpunt, sluit dan het mannelijke aansluitpunt aan op het spanningsaansluitpunt via de contactschakelaar. NEDERLANDS Zekering (20 A) × 2 6 Aansluiten van het toestel 4. Sluit de draden aan. Aansluiten van het spanningsaansluitpunt • Gebruik altijd het los verkrijgbare, speciale rode accu- en aardedraad [RD-223]. Verbind het accudraad direct met de positieve pool (+) van de autoaccu en het aardedraad met het chassis van de auto. • Zet de draden stevig met de schroeven van de aansluitingen vast. SpanningsGND aarde-aansluiting aansluitpunt Aansluiting voor (POWER) systeemafstandsbediening Draad voor systeemafstandsbediening 1. Trek het accudraad van het motorgedeelte naar de cabine van de auto. • Sluit, nadat alle andere aansluitingen op de versterker zijn gemaakt, het accusnoeraansluitpunt van de versterker aan op het positieve aansluitpunt (+) van de accu. Interieur van Zekering (30 A) Motorcompartiment het voertuig Aardingssnoer Accudraad WAARSCHUWING Zekering (30 A) Positieve aansluiting Steek het rubberen Ovormige doorvoerbuisje in de carrosserie van de auto. Boor een gat van 14 mm in de carrosserie van de auto. 2. Draai het accudraad, aardedraad en systeemafstandsbedieningsdraad ineen. Ineendraaien 3. Bevestig verbindingsstukjes aan de uiteinden van de draden. De verbindingsstukjes zijn niet bijgeleverd. • Klem de verbindingsstukjes met een tangetje aan de draden. Verbindingsstukje Aardingssnoer Verbindingsstukje Accudraad 7 Als de accudraad niet goed wordt bevestigd aan het aansluitpunt met behulp van de schroef, kan het aansluitpunt oververhit raken, hetgeen kan leiden tot schade en letsel, met inbegrip van lichte brandwonden. 1. Verwijder ongeveer 10 mm isolatie van het uiteinde van de luidsprekerdraden met een tang, en draai de draadstrengen ineen. 3. Verbind de luidsprekerdraden met de luidsprekeruitgangsaansluiting. ENGLISH Verbinden van de luidsprekeruitgangsaansluitingen • Zet de luidsprekerdraden goed met de schroeven van de aansluiting vast. Aansluitpuntschroef Ineendraaien ESPAÑOL Luidsprekeruitgangsaansluiting 10 mm 2. Bevestig verbindingsstukjes aan de uiteinden van de luidsprekerdraden. De verbindingsstukjes zijn niet bijgeleverd. Luidsprekerdraad DEUTSCH • Klem de verbindingsstukjes met een tangetje aan de draden. Verbindingsstukje Luidsprekerdraad FRANÇAIS Aansluiten van de luidsprekerdraden De uitgangsfunctie voor de luidspreker kan voor twee kanalen (stereo) of een kanaal (mono) worden ingesteld. Sluit de luidsprekersnoercn aan overeenkomstig de gewenste functie zoals aangegeven in de onderstaande afbeeldingen. Twee kanalen functie (stereo) ITALIANO (Links) Luidspreker (Rechts) NEDERLANDS Een kanaal functie (mono) Luidspreker (Mono) 8 Installatie WAARSCHUWING • Niet installeren op: —Plaatsen waar het de bestuurder of passagiers zou kunnen verwonden wanner de auto plotseling stopt. —Plaasten waar de bestuurder door de eenheid tijdens het rijden zou kunnen worden gehinderd, zoals bijvoorbeeld op de vloer voor de bestuurdersstoel. • Kontroleer dat draden niet in de weg van de stoelverstelmechanismen zitten. Dit zou namelijk kortsluiting kunnen veroorzaken. • Controleer of er zich geen onderdelen achter het paneel bevinden wanneer u een gat boort voor de installatie van de versterker. Zorg ervoor dat alle kabels en belangrijke onderdelen zoals brandstofleidingen, remleidingen en de elektrische bedrading beveiligd zijn en niet kunnen worden beschadigd. • Plaats tapse schroeven zodanig dat de kop van de schroef niet in aanraking met draden komt. Dit is belangrijk en voorkomt dat draden door trillingen van het voertuig door worden gesneden met brand tot gevolg. • Laat de versterker IN GEEN GEVAL in contact komen met vloeistoffen, bijvoorbeeld als gevolg van de opstelling van de versterker. Dit kan leiden tot elektrische schokken. De versterker en luidsprekers kunnen ook beschadigd raken, rook produceren en oververhit raken door contact met vloeistoffen. Daarbij kan het oppervlak van de versterker en het oppervlak van aangesloten luidsprekers heet worden, hetgeen kan leiden tot lichte brandwonden. • Gebruik de bijgeleverde onderdelen op de manier die is beschreven om de installatie uit te voeren zoals het hoort. Als andere onderdelen dan diegene die zijn bijgeleverd worden gebruikt, is het mogelijk dat inwendige onderdelen van de versterker schade oplopen of loskomen, zodat de versterker niet meer werkt. • Vervang de zekering in geen geval door één met een hoger vermogen of hogere waarde dan de originele. Gebruik van een verkeerde zekering kan leiden tot oververhitting en rookontwikkeling en tot beschadiging van het product en letsel, bijvoorbeeld brandwonden. • • • • luidsprekers kunnen ook beschadigd raken, rook produceren en oververhit raken door contact met vloeistoffen. Daarbij kan het oppervlak van de versterker en het oppervlak van aangesloten luidsprekers heet worden, hetgeen kan leiden tot lichte brandwonden. Installeer de versterker niet op onstabiele plaatsen, zoals op de reservebandhouder. De beste installatieplaats is verschillend afhankelijk van het automerk en model en uw wensen. Plaats de versterker echter beslist stevig op een stabiele plaats. Maak eerst voorlopige aansluitingen en ga na of de versterker en het systeem naar behoren werken. Na het installeren van de versterker, moet u controleren dat het reservewiel, de krik en het gereedschap nog gemakkelijk kunnen worden verwijderd. Voorbeeld van installatie op de vloermat of op het chassis 1. Zet de versterker op de plaats waar hij moet worden geïnstalleerd. Steek de bijgeleverde tapschroeven (4 × 18 mm) in de schroefgaten. Druk met een schroevendraaier op de schroeven zodat ze een inkeping maken op de plaats waar de gaten voor de installatie moeten komen. 2. Boor gaten met een diameter van 2,5 mm op de plaatsen die zijn gemerkt en installeer de versterker, ofwel op de vloermat ofwel rechtstreeks op het chassis. Tapschroeven (4 × 18 mm) WAARSCHUWING: Om slechte werking en/of letsel te voorkomen 9 • Zorg dat de ventiltie van de versterker niet wordt gehinderd, en let derhalve op de volgende punten tijdens het installeren. —Zorg dat er voor een goede vrije ruimte boven de versterker is. —Bedek de versterker niet met een vloermat of kleed. • Laat de versterker IN GEEN GEVAL in contact komen met vloeistoffen, bijvoorbeeld als gevolg van de opstelling van de versterker. Dit kan leiden tot elektrische schokken. De versterker en Vloermat of chassis Boor een gat met een diameter van 2,5 mm Technische gegevens ENGLISH Spanningsbron ...................................................................................... 14,4 V gelijkstroom (10,8 — 15,1 V toelaatbaar) Aarding ...................................................................................................................................... Negatieve klem aan massa Stroomverbruik .............................................................................................................. 25 A (met continu spanning, 4 Ω) Gemiddeld stroomverbruik* .............................................................................................. 8,5 A (4 Ω voor twee kanalen) 14,2 A (4 Ω voor een kanaal) Zekering .................................................................................................................................................................. 20 A × 2 Afmetingen ........................................................................................................................ 300 (B) × 63 (H) × 330 (D) mm Gewicht ........................................................................................................................................ 5,8 kg (Excl. bedrading) Maximale spanningsuitvoer ............................................................................................................ 200 W × 2 / 600 W × 1 Contiunu uitgangsvermogen ...................................................... 100 W × 2 (bij 14,4 V, 4 Ω, 20 — 20 kHz 0,08% THV) 300 W × 1 (bij 14,4 V, 4 Ω, 20 — 20 kHz 0,8% THV) 150 W × 2 (bij 14,4 V, 2 Ω, 20 — 20 kHz 0,8% THV) Contiunu uitgangsvermogen (DIN vermogen) .................................... 140 W × 2 / 500 W × 1 (DIN45324, +B = 14,4 V) Aansluitimpedantie .................................................................................................................... 4 Ω (2 — 8 Ω toelaatbaar) (Geschakelde verbinding: 4 — 8 Ω toelaatbaar) Frequentieweergave ........................................................................................................ 10 Hz — 80 kHz (+0 dB, –1 dB) Signaal/ruisverhouding ................................................................................................................ 107 dB (IEC-A netwerk) Vervorming ...................................................................................................................................... 0,003% (10 W, 1 kHz) Scheiding .................................................................................................................................. 70 dB (100 Hz — 10 kHz) Slew rate.............................................................................................................................................................. 40 V/µ sec. Dempingsfactor .............................................................................................................................................................. 100 Laag-doorlaatfilter ............................................................................................................ Afsnijfrequentie : 40 — 120 Hz Afsnijsteilheid : –12 dB/oct Hoge-doorlaatfilter ............................................................................................................ Afsnijfrequentie : 40 — 120 Hz Afsnijsteilheid : –12 dB/oct Versterkingsregelaar.................................................................................................................................. 200 mV — 6,5 V Maximale ingangsniveau / -impedantie .............................................................................................. RCA: 6,5 V / 22 kΩ ESPAÑOL DEUTSCH FRANÇAIS Opmerking: • Technische gegevens en ontwerp zijn ter productverbetering zonder voorafgaande kennisgeving wijzigbaar. *Gemiddeld stroomverbruik • Het gemiddelde stroomverbruik is zo goed als gelijk aan het maximale stroomverbruik van dit toestel bij ontvangst van een audiosignaal. Gebruik deze waarde bij het uitrekenen van het totale stroomverbruik van meerdere vermogensversterkers. ITALIANO NEDERLANDS 10
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62

Pioneer PRS-A500 Handleiding

Categorie
Auto audio versterkers
Type
Handleiding