Pioneer GM-6500F Handleiding

Categorie
Auto audio versterkers
Type
Handleiding
Deponeer dit product niet bij het gewone huis-
houdelijk afval wanneer u het wilt verwijderen.
Er bestaat een speciaal wettelijk voorgeschre-
ven verzamelsysteem voor de juiste behande-
ling, het opnieuw bruikbaar maken en de
recycling van gebruikte elektronische produc-
ten.
In de lidstaten van de EU en in Zwitserland en
Noorwegen kunnen particulieren afgedankte
elektronische producten gratis bij de daarvoor
bestemde verzamelplaatsen inleveren. Als u
een soortgelijk nieuw product koopt, kunt u
het afgedankte product ook bij uw verkoop-
punt inleveren.
Als u in een ander land woont, neem dan con-
tact op met de plaatselijke overheid voor infor-
matie over het weggooien van afgedankte
producten.
Op die manier zorgt u ervoor dat uw afge-
dankte product op de juiste wijze wordt ver-
werkt, hergebruikt en gerecycled, zonder
schadelijke gevolgen voor het milieu en de
volksgezondheid.
Hartelijk dank voor uw keuze
voor dit Pioneer-product.
Lees deze handleiding voordat u het product
in gebruik neemt zodat u het goed leert gebrui-
ken. Lees vooral de gedeelten die met WAAR-
SCHUWING en LET OP gemarkeerd zijn
aandachtig. Bewaar deze handleiding na het
lezen op een veilige, bereikbare plaats zodat u
hem indien nodig altijd bij de hand hebt.
Bezoek onze website
Hier vindt u onze site:
http://www.pioneer.nl
! Registreer uw product. Wij bewaren de ge-
gevens van het product dat u hebt aange-
schaft zodat u deze eenvoudig kunt
opvragen als u die nodig mocht hebben
voor de verzekering, bijvoorbeeld na verlies
of diefstal.
! Op onze website vindt u de laatste informa-
tie over PIONEER CORPORATION.
Bij problemen
Als dit product niet naar behoren functioneert,
kunt u uw leverancier of het dichtstbijzijnde er-
kende Pioneer-servicecentrum raadplegen.
Vóór u de versterker
aansluit of installeert
WAARSCHUWING
! Aanbevolen wordt gebruik te maken van de
speciale rode accu- en aardkabels RD-223 die
afzonderlijk verkrijgbaar zijn. Sluit de accuka-
bel rechtstreeks op de positieve (+) pool van
de accu van het voertuig aan, en de aardkabel
op de carrosserie.
! Dit toestel is bedoeld voor voertuigen met een
accu van 12 volt en negatieve aarding. Voordat
u het toestel in een camper, recreatievoertuig,
vrachtwagen of bus installeert, moet u het vol-
tage van de accu controleren.
! Gebruik alleen zekeringen van de aangegeven
waarde. Het gebruik van ongeschikte zekerin-
gen kan oververhitting, rookontwikkeling,
schade aan het product en lichamelijk letsel
zoals brandwonden veroorzaken.
! Indien de zekering van de los verkrijgbare ac-
cudraad of de versterker smelt, moet u de aan-
sluiting van de voeding en de luidsprekers
controleren. Verhelp eerst de oorzaak van het
probleem en vervang de zekering vervolgens
door een gelijkwaardige zekering.
Nl
66
Hoofdstuk
01
Vóór u begint
! Zorg ervoor dat het toestel niet met vloeistof in
aanraking komt. Dat kan een elektrische
schok of rookvorming, oververhitting en scha-
de aan het toestel veroorzaken.
De behuizing van de versterker en erop aange-
sloten luidsprekers kan ook heet worden en
lichte brandwonden veroorzaken.
! Bij een storing wordt de stroomvoorziening
van de versterker afgebroken om verdere scha-
de te voorkomen. In dit geval schakelt u het
systeem uit (OFF) en controleert u de stroom-
voorziening en luidsprekeraansluitingen. Als u
de oorzaak van het probleem niet zelf kunt be-
palen, neemt u contact op met uw leverancier.
! Koppel steeds eerst de negatieve * pool van
de accu los om een elektrische schok of kort-
sluiting tijdens de installatie te voorkomen.
LET OP
! Zet het volume nooit zo hoog dat u geluiden
buiten het voertuig niet meer kunt horen.
! Gebruik van het audiosysteem met stilgelegde
of stationaire motor kan de accu uitputten.
Informatie over de beveiligingsfunctie
De beveiligingsfunctie treedt in de volgende situ-
aties in werking. Als de beveiligingsfunctie in
werking treedt, gaan het voedingslampje en de
versterker uit.
! Als er kortsluiting optreedt bij de luidspreker-
uitgang en de luidsprekerkabels.
! Als de temperatuur in de versterker te hoog
oploopt.
! Als er gelijkspanning wordt gezet op de luid-
sprekeruitgang.
Nl
67
Hoofdstuk
Nederlands
01
Vóór u begint
Wat is wat
Voorzijde
Achterzijde
Gebruik indien nodig een platte schroeven-
draaier om een schakelaar te verzetten.
1 Selectieschakelaar LPF/HPF (low pass
filter/high pass filter)
Selecteer de gewenste filter voor de aange-
sloten luidspreker.
! Indien een subwoofer is aangesloten:
Selecteer LPF. Deze filter houdt de hoge
frequenties tegen en laat de lage tonen
door.
! Indien een luidspreker met vol bereik is
aangesloten:
Selecteer HPF of OFF. HPF houdt de lage
frequenties tegen en laat de hoge tonen
door. OFF laat het volledige frequentiebe-
reik door.
2 GAIN-regelknop (versterkingsfactor)
Met de regelknoppen CHANNEL A (kanaal
A) en CHANNEL B (kanaal B) kunt u de uit-
gang van de autoradio en de Pioneer-ver-
sterker op elkaar afstemmen. De
standaardinstelling is NORMAL.
Als het geluidsniveau laag blijft hoewel u de
autoradio luider zet, zet u de regelknoppen
lager. Als het geluid vervormd wordt wan-
neer de autoradio luider wordt gezet, zet u
de regelknoppen hoger.
! Als u maar één ingang gebruikt, zet u de
regelknoppen voor luidsprekeruitgangen
A en B op dezelfde waarde.
! Voor gebruik met een autoradiosysteem
met RCA (standaarduitgang 500 mV)
stelt u de knoppen af op NORMAL. Voor
gebruik met Pioneer-autoradiosystemen
met RCA en een maximale uitgangs-
spanning van 4 V of hoger, stemt u het ni-
veau af op de uitgangswaarde van de
autoradio.
3 INPUT SELECT-schakelaar (ingangsselec-
tie)
Selecteer 2CH voor een tweekanaalsingang
en 4CH voor een vierkanaalsingang.
! Ingangsselectie is alleen beschikbaar
voor aansluitingen met een RCA-ingang.
Voor aansluitingen met luidsprekerdraad
wordt ongeacht de instelling automa-
tisch 4CH gebruikt.
4 FREQ-regelknop (drempelfrequentie)
Als de selectieschakelaar LPF/HPF is inge-
steld op LPF of HPF kunt u de drempelfre-
quentie instellen tussen 40 Hz en 500 Hz.
! U kunt de drempelfrequentie alleen voor
CHANNEL B selecteren.
5 Voedingslampje
Het voedingslampje brandt wanneer de voe-
ding is ingeschakeld (ON).
De versterkingsfactor
(gain) instellen
! Een correcte instelling van de versterkings-
factor beschermt het toestel en/of de luid-
sprekers tegen schade door een te hoog
uitgangsniveau, onjuist gebruik of een ver-
keerde aansluiting.
! Als het geluidsniveau enz. te hoog wordt,
sluit deze functie het uitgangssignaal enke-
le seconden af. Het signaal wordt pas weer
doorgelaten wanneer het volume op het
hoofdtoestel daalt.
Nl
68
Hoofdstuk
02
Het toestel installeren
! Onderbrekingen in de geluidsweergave
kunnen erop duiden dat de versterkingsfac-
tor niet juist is afgesteld. Om geluidsonder-
brekingen bij een hoog volume van het
hoofdtoestel te vermijden, moet u de ver-
sterkingsfactor bij de versterker afstemmen
op het maximale preout-uitgangsniveau
van het hoofdtoestel, zodat het volume on-
gewijzigd blijft en een te sterk uitgangssig-
naal wordt voorkomen.
! Het kan gebeuren dat het geluid toch wordt
afgebroken als de versterkingsfactor en het
volume correct zijn ingesteld. Neem in dat
geval contact op met het dichtstbijzijnde er-
kende servicecentrum van Pioneer.
De gain-regelknop op dit toestel
Op de afbeelding hierboven ziet u de instelling
NORMAL.
Verband tussen gain van de versterker
en uitgangsvermogen van het
hoofdtoestel
Een onjuiste verhoging van de gain van de ver-
sterker resulteert slechts in meer vervorming
en weinig vermogenstoename.
Golfvormig signaal bij hoog
uitgangsvolume met gain-regeling
voor versterker
De golfvorm wordt vervormd bij een hoog uit-
gangsniveau. Het vermogen neemt nauwelijks
toe door de gain van de versterker te
verhogen.
Nl
69
Hoofdstuk
Nederlands
02
Het toestel installeren
Aansluitschema
1 Speciale rode accukabel
RD-223 (apart verkrijgbaar)
Pas nadat u alle andere aansluitingen op de
versterker hebt voltooid, verbindt u het aan-
sluitpunt op de versterker met de positieve
(+) accupool.
2 Aardkabel (zwart)
RD-223 (apart verkrijgbaar)
Sluit deze aan op een metalen gedeelte van de
carrosserie of het chassis.
3 Autoradio met RCA-uitgangen (apart verkrijg-
baar)
4 Externe uitgang
Als u maar één ingang gebruikt, mag u niets
anders aansluiten op RCA-ingang B.
5 Aansluitkabel met RCA-stekkers (apart ver-
krijgbaar)
6 RCA-ingang A
7 RCA-ingang B
8 Aansluiting luidsprekeringang (gebruik de
meegeleverde connector)
Raadpleeg het volgende gedeelte voor meer
informatie over het aansluiten van de luidspre-
kers. Raadpleeg Aansluiting via de luidspreke-
ringangkabel op bladzijde 73.
9 Luidsprekeraansluiting
Raadpleeg het volgende gedeelte voor meer
informatie over het aansluiten van de luidspre-
kers. Raadpleeg Aansluiting via de luidspreke-
ringangkabel op bladzijde 73.
a Kabel systeemafstandsbediening (apart ver-
krijgbaar)
Verbind het mannelijke aansluitpunt van deze
kabel met het aansluitpunt voor de systeemaf-
standsbediening van de autoradio. Het vrou-
welijke aansluitpunt kan worden verbonden
met de bedieningsaansluiting van de automa-
tische antenne. Indien de autoradio niet is
voorzien van een aansluiting voor de systeem-
afstandsbediening, verbindt u het mannelijke
aansluitpunt via de contactschakelaar met de
voedingsaansluiting.
b Zekering (25 A) × 2
c Zekering (30 A) × 2
d Doorvoerring
e Achterzijde
f Voorzijde
Opmerking
Schakelaar INPUT SELECT (ingangsselectie)
moet worden ingesteld. Raadpleeg Het toestel in-
stalleren op bladzijde 68 voor meer informatie.
Vóór u de versterker aansluit
WAARSCHUWING
! Gebruik kabelklemmen of plakband om de be-
kabeling op een veilige manier aan te bren-
gen. Wikkel kabels die tegen metalen
onderdelen liggen ter bescherming in tape.
! Snijd in geen geval de isolatie van de voe-
dingskabel open om andere apparatuur van
stroom te voorzien. De stroomcapaciteit van
de voedingskabel is beperkt.
Nl
70
Hoofdstuk
03
De toestellen aansluiten
LET OP
! U mag kabels nooit inkorten omdat daardoor
storing kan optreden in het beveiligingscir-
cuit.
! Luidsprekerkabels mogen niet rechtstreeks
worden geaard. Negatieve (*) fasedraden van
verschillende luidsprekers mogen niet samen
worden gebundeld.
! Als de systeemafstandsbedieningskabel van
de versterker met de voeding is verbonden via
de contactschakelaar (12 V gelijkstroom), blijft
de versterker ingeschakeld zolang het contact
aan staat (ongeacht of de autoradio is in- of
uitgeschakeld). Hierdoor kan de accu worden
uitgeput wanneer de motor stationair draait.
! Installeer de apart verkrijgbare accukabel zo
ver mogelijk van de luidsprekerkabels.
Installeer de apart verkrijgbare accukabel,
aardkabel, luidsprekerkabels en de versterker
zelf zo ver mogelijk van de antenne, antenne-
kabel en tuner.
Informatie over de
brugschakeling
De luidsprekerimpedantie is maximaal 4 W; con-
troleer dit zorgvuldig. Een foutieve aansluiting op
de versterker kan storingen of lichamelijk letsel
(brandwonden door oververhitting) veroorzaken.
Voor een brugschakeling voor een 2-kanaalsver-
sterker met een belasting van 4 W sluit u ofwel
twee luidsprekers van 8 W parallel aan, met links
+ en rechts * (zie schema A), ofwel gebruikt u
één 4 W-luidspreker. Voor andere versterkers volgt
u het volgende aansluitschema voor brugschake-
lingen: twee luidsprekers van 8 W parallel gescha-
keld voor een belasting van 4 W of één luidspreker
van 4 W per kanaal.
Voor meer inlichtingen kunt u contact opnemen
met uw erkende Pioneer-leverancier of
-klantendienst.
Luidsprekerspecificaties
De luidsprekers die u gebruikt moeten aan de
volgende vereisten voldoen, anders bestaat er
een risico op rookontwikkeling, brand of an-
dere schade. De luidsprekerimpedantie be-
draagt 2 W tot 8 W,of4W tot 8 W voor twee
kanalen en andere brugschakelingen.
Subwoofer
Luidsprekerkanaal Vermogen
4-kanaalsuitgang
Nominale ingang:
Min. 60 W
2-kanaalsuitgang
Nominale ingang:
Min. 180 W
3-kanaalsluidspre-
keruitgang A
Nominale ingang:
Min. 60 W
3-kanaalsluidspre-
keruitgang B
Nominale ingang:
Min. 180 W
Andere dan de subwoofer
Luidsprekerkanaal Vermogen
4-kanaalsuitgang
Maximale ingang:
Min. 120 W
2-kanaalsuitgang
Maximale ingang:
Min. 360 W
3-kanaalsluidspre-
keruitgang A
Maximale ingang:
Min. 120 W
3-kanaalsluidspre-
keruitgang B
Maximale ingang:
Min. 360 W
Nl
71
Hoofdstuk
Nederlands
03
De toestellen aansluiten
2-kanaalsuitgang (mono)
1
1 Luidspreker (mono)
Aansluiting via de RCA-ingang
Sluit de RCA-uitgang van de autoradio aan op
de RCA-ingang van de versterker.
4- of 3-kanaalsuitgang
! Zet schakelaar INPUT SELECT (ingangsse-
lectie) op positie 4CH.
12
4
3
1 RCA-ingang A
2 RCA-ingang B
3 Aansluitkabels met RCA-stekkers (apart ver-
krijgbaar)
4 Vanuit autoradio (RCA-uitgang)
Als u maar één ingang gebruikt (bijvoorbeeld
omdat de autoradio maar één RCA-uitgang
heeft) maakt u de aansluiting op RCA-ingang
A en niet B.
2-kanaalsuitgang (stereo) / (mono)
! Zet schakelaar INPUT SELECT (ingangsse-
lectie) op positie 2CH.
1
2
3
1 RCA-ingang A
Bij een 2-kanaalsuitgang sluit u de RCA-stek-
kers aan op RCA-ingang A.
2 Aansluitkabel met RCA-stekkers (apart ver-
krijgbaar)
3 Vanuit autoradio (RCA-uitgang)
Aansluiting via de luidspre-
keringangkabel
Verbind de luidsprekeruitgangen van de auto-
radio met de versterker d.m.v. het bijgeleverde
luidsprekerdraad.
! Verbind de RCA-ingang en de luidspreke-
ringang niet beide tegelijk.
Nl
73
Hoofdstuk
Nederlands
03
De toestellen aansluiten
1 Autoradio
2 Luidsprekeruitgang
3 Wit/zwart: Kan. A, links *
4 Wit: Kan. A, links +
5 Grijs/zwart: Kan. A, rechts *
6 Grijs: Kan. A, rechts +
7 Groen/zwart: Kan. B, links *
8 Groen: Kan. B, links +
9 Paars/zwart: Kan. B, rechts *
a Paars: Kan. B, rechts +
b Luidsprekeraansluiting
Aan te sluiten op de luidsprekeringangen van
dit toestel.
De voedingsaansluiting
verbinden
Aanbevolen wordt gebruik te maken van de
speciale rode accu- en aardkabels RD-223 die
afzonderlijk verkrijgbaar zijn. Sluit de accuka-
bel rechtstreeks op de positieve (+) pool van
de accu van het voertuig aan, en de aardkabel
op de carrosserie.
WAARSCHUWING
Indien de accukabel niet goed (met de aansluit-
schroeven) wordt aangesloten, bestaat er een risi-
co op oververhitting, storingen en lichamelijk
letsel zoals lichte brandwonden.
1 Trek de accukabel vanuit het motor-
compartiment door naar het voertuiginte-
rieur.
Pas nadat u alle andere aansluitingen op de
versterker hebt voltooid, verbindt u het aan-
sluitpunt op de versterker met de positieve (+)
accupool.
1 Positieve (+) pool
2 Motorcompartiment
3 Voertuiginterieur
4 Zekering (30 A) × 2
5 Plaats de rubberen doorvoerring in de car-
rosserie van het voertuig.
6 Boor een opening van 14 mm in de carros-
serie.
2 Vervlecht de accukabel, de aardkabel
en de kabel van de systeemafstandsbedie-
ning.
Vervlechten
3 Bevestig de verbindingslippen aan de
kabeluiteinden.
Gebruik een tang om de lippen stevig aan de
kabels vast te maken.
1 Bevestigingslip (los verkrijgbaar)
2 Accukabel
3 Aardkabel
4 Sluit de kabels aan.
Schroef de kabels stevig vast.
Nl
74
Hoofdstuk
03
De toestellen aansluiten
1 Aansluiting systeemafstandsbediening
2 Aardaansluiting
3 Voedingsaansluiting
4 Aansluitschroeven
5 Accukabel
6 Aardkabel
7 Kabel systeemafstandsbediening
De luidsprekeraansluitingen
1 Strip met een draadkniptang of ge-
schikt mes het uiteinde van de luidspreker-
kabel. Leg ongeveer 10 mm kabel bloot en
vervlecht het uiteinde.
Vervlechten
2 Bevestig de verbindingslippen aan de
kabeluiteinden.
Gebruik een tang om de lippen stevig aan de
kabels vast te maken.
1 Bevestigingslip (los verkrijgbaar)
2 Luidsprekerkabel
3 Sluit de luidsprekerkabels op de luid-
sprekeruitgangen aan.
Schroef de luidsprekerkabels stevig vast.
1 Aansluitschroeven
2 Luidsprekerkabel
3 Luidsprekeraansluiting
Nl
75
Hoofdstuk
Nederlands
03
De toestellen aansluiten
Vóór u de versterker
installeert
WAARSCHUWING
! Voor een correcte installatie moet u de gele-
verde onderdelen op de aangegeven wijze ge-
bruiken. Andere onderdelen dan de geleverde
kunnen het binnenwerk van de versterker be-
schadigen of los raken en de versterker alle
dienst doen weigeren.
! Installeer het toestel niet:
op een plaats waar de bestuurder of passa-
giers erdoor verwond kunnen raken wan-
neer het voertuig plotseling moet worden
afgeremd.
op plaatsen waar het de bestuurder kan
hinderen, bijvoorbeeld op de vloer bij de
bestuurdersplaats.
! Plaats schroeven zo dat de punt van de
schroef geen kabels raakt. Dit is belangrijk
omdat de kabel anders door voertuigtrillingen
door de schroef kan worden ingesneden, wat
brand kan veroorzaken.
! Let erop dat de kabels niet vast kunnen
komen te zitten in de stoelrails en niet in aan-
raking kunnen komen met een lichaamsdeel
van de inzittenden van het voertuig. Dit kan
kortsluiting veroorzaken.
! Let er bij het boren op dat zich aan de achter-
kant van het paneel geen onderdelen bevin-
den. Scherm alle kabels en vitale onderdelen
(bijvoorbeeld brandstof- en remleidingen, an-
dere bekabeling) eerst zorgvuldig af.
LET OP
! Let tijdens de installatie op de volgende pun-
ten om te zorgen dat de versterker goed
warmte kan afgeven:
Laat voldoende ventilatieruimte vrij boven
de versterker.
Leg geen mat of ander materiaal over de
versterker.
! De beveiligingsfunctie kan in werking treden
om de versterker te beschermen tegen over-
verhitting wanneer het toestel door zijn opstel-
ling of zware belasting enz. te warm wordt. In
zulke gevallen wordt versterker automatisch
uitgeschakeld tot deze voldoende afgekoeld is.
! Trek de kabels niet door zones die warm wor-
den, bijvoorbeeld langs een verwarmingsroos-
ter. Door de warmte kan de isolatie worden
beschadigd, wat kan leiden tot kortsluiting
naar de carrosserie.
! De optimale installatieplek verschilt van voer-
tuig tot voertuig. Plaats de versterker op een
plek die voldoende sterk en stijf is.
! Maak eerst tijdelijke verbindingen en contro-
leer of de versterker en het audiosysteem goed
functioneren.
! Controleer, nadat u de versterker hebt geïn-
stalleerd, of het reservewiel en het bijbeho-
rende gereedschap nog ongehinderd
bereikbaar zijn.
Voorbeeld van een installatie
op de vloermat of het chassis
1 Plaats de versterker op de gewenste in-
stallatieplaats.
Plaats de meegeleverde zelftappende schroe-
ven (4 mm × 18 mm) in de schroefgaten en
duw erop met een schroevendraaier zodat de
punt een afdruk laat op de plaats waar de
boorgaten moeten komen.
2 Boor op deze plaatsen een gat met een
diameter van 2,5 mm door de vloerbekle-
ding of rechtstreeks in het chassis.
Nl
76
Hoofdstuk
04
Installatie
3 Bevestig de versterker met de bijgele-
verde zelftappende schroeven (4 mm × 18
mm).
1 Zelftappende schroeven (4 mm × 18 mm)
2 Boor een gat met een diameter van 2,5 mm
3 Vloermat of chassis
Nl
77
Hoofdstuk
Nederlands
04
Installatie
Technische gegevens
Spanningsbron ......................... 14,4 V gelijkstroom (10,8 tot
15,1 V toelaatbaar)
Aarding ......................................... Negatief
Stroomverbruik ......................... 32 A (bij continuvermogen,
4 W)
Gemiddelde afgenomen stroom
..................................................... 9A(4W voor vier kanalen)
15 A (4 W voor twee kana-
len)
Zekering ....................................... 25 A × 2
Afmetingen (B × H × D) ..... 289 mm × 62 mm × 349
mm
Gewicht ........................................ 3,3 kg (kabels niet inbegre-
pen)
Maximaal uitgangsvermogen
..................................................... 760 W (190 W × 4)
Continu uitgangsvermogen
..................................................... 60 W × 4 (bij 14,4 V, 4 W,
20 Hz tot 20 kHz, 1 % THD
+N)
180 W × 2 (bij 14,4 V, 4 W
BRUG 1 kHz, 1 % THD+N)
85 W × 4 (bij 14,4 V, 2 W,
1 kHz, 1 % THD+N)
Belastingsimpedantie ........... 4 W (2 W tot 8 W toegestaan)
Frequentierespons .................. 10 Hz tot 70 kHz (+0 dB,
3 dB)
Signaal-ruisverhouding ........ 98 dB (IEC-A-netwerk)
Vervorming ................................. 0,05 % (10 W, 1 kHz)
Laagdoorlaatfilter:
(Kanaal A)
Drempelfrequentie ........ 80 Hz
Drempelafval ................... 12 dB/oct
(Kanaal B)
Drempelfrequentie ........ 40 Hz tot 500 Hz
Drempelafval ................... 12 dB/oct
Hoogdoorlaatfilter:
(Kanaal A)
Drempelfrequentie ........ 80 Hz
Drempelafval ................... 12 dB/oct
(Kanaal B)
Drempelfrequentie ........ 40 Hz tot 500 Hz
Drempelafval ................... 12 dB/oct
Gain-regeling:
RCA ...................................... 200 mV tot 6,5 V
Luidspreker ....................... 0,8 V tot 26 V
Maximaal ingangsniveau / impedantie:
RCA ...................................... 6,5 V / 22 kW
Luidspreker ....................... 26 V / 22 kW
Opmerkingen
! Technische gegevens en ontwerp kunnen zon-
der voorafgaande kennisgeving worden gewij-
zigd.
! De gemiddelde stroomafname van dit toestel
benadert de maximale stroomafname wan-
neer een geluidssignaal wordt ingevoerd. Ge-
bruik deze waarde om de totale
stroomafname te berekenen bij gebruik van
meerdere versterkers.
Nl
78
Aanhangsel
Aanvullende informatie

Documenttranscriptie

Hoofdstuk 01 Vóór u begint Deponeer dit product niet bij het gewone huishoudelijk afval wanneer u het wilt verwijderen. Er bestaat een speciaal wettelijk voorgeschreven verzamelsysteem voor de juiste behandeling, het opnieuw bruikbaar maken en de recycling van gebruikte elektronische producten. In de lidstaten van de EU en in Zwitserland en Noorwegen kunnen particulieren afgedankte elektronische producten gratis bij de daarvoor bestemde verzamelplaatsen inleveren. Als u een soortgelijk nieuw product koopt, kunt u het afgedankte product ook bij uw verkooppunt inleveren. Als u in een ander land woont, neem dan contact op met de plaatselijke overheid voor informatie over het weggooien van afgedankte producten. Op die manier zorgt u ervoor dat uw afgedankte product op de juiste wijze wordt verwerkt, hergebruikt en gerecycled, zonder schadelijke gevolgen voor het milieu en de volksgezondheid. Hartelijk dank voor uw keuze voor dit Pioneer-product. Lees deze handleiding voordat u het product in gebruik neemt zodat u het goed leert gebruiken. Lees vooral de gedeelten die met WAARSCHUWING en LET OP gemarkeerd zijn aandachtig. Bewaar deze handleiding na het lezen op een veilige, bereikbare plaats zodat u hem indien nodig altijd bij de hand hebt. Bezoek onze website Hier vindt u onze site: 66 Nl http://www.pioneer.nl ! Registreer uw product. Wij bewaren de gegevens van het product dat u hebt aangeschaft zodat u deze eenvoudig kunt opvragen als u die nodig mocht hebben voor de verzekering, bijvoorbeeld na verlies of diefstal. ! Op onze website vindt u de laatste informatie over PIONEER CORPORATION. Bij problemen Als dit product niet naar behoren functioneert, kunt u uw leverancier of het dichtstbijzijnde erkende Pioneer-servicecentrum raadplegen. Vóór u de versterker aansluit of installeert WAARSCHUWING ! Aanbevolen wordt gebruik te maken van de speciale rode accu- en aardkabels RD-223 die afzonderlijk verkrijgbaar zijn. Sluit de accukabel rechtstreeks op de positieve (+) pool van de accu van het voertuig aan, en de aardkabel op de carrosserie. ! Dit toestel is bedoeld voor voertuigen met een accu van 12 volt en negatieve aarding. Voordat u het toestel in een camper, recreatievoertuig, vrachtwagen of bus installeert, moet u het voltage van de accu controleren. ! Gebruik alleen zekeringen van de aangegeven waarde. Het gebruik van ongeschikte zekeringen kan oververhitting, rookontwikkeling, schade aan het product en lichamelijk letsel zoals brandwonden veroorzaken. ! Indien de zekering van de los verkrijgbare accudraad of de versterker smelt, moet u de aansluiting van de voeding en de luidsprekers controleren. Verhelp eerst de oorzaak van het probleem en vervang de zekering vervolgens door een gelijkwaardige zekering. Hoofdstuk Vóór u begint 01 ! Zorg ervoor dat het toestel niet met vloeistof in aanraking komt. Dat kan een elektrische schok of rookvorming, oververhitting en schade aan het toestel veroorzaken. De behuizing van de versterker en erop aangesloten luidsprekers kan ook heet worden en lichte brandwonden veroorzaken. ! Bij een storing wordt de stroomvoorziening van de versterker afgebroken om verdere schade te voorkomen. In dit geval schakelt u het systeem uit (OFF) en controleert u de stroomvoorziening en luidsprekeraansluitingen. Als u de oorzaak van het probleem niet zelf kunt bepalen, neemt u contact op met uw leverancier. ! Koppel steeds eerst de negatieve * pool van de accu los om een elektrische schok of kortsluiting tijdens de installatie te voorkomen. LET OP ! Zet het volume nooit zo hoog dat u geluiden buiten het voertuig niet meer kunt horen. ! Gebruik van het audiosysteem met stilgelegde of stationaire motor kan de accu uitputten. Informatie over de beveiligingsfunctie Nederlands De beveiligingsfunctie treedt in de volgende situaties in werking. Als de beveiligingsfunctie in werking treedt, gaan het voedingslampje en de versterker uit. ! Als er kortsluiting optreedt bij de luidsprekeruitgang en de luidsprekerkabels. ! Als de temperatuur in de versterker te hoog oploopt. ! Als er gelijkspanning wordt gezet op de luidsprekeruitgang. Nl 67 Hoofdstuk 02 Het toestel installeren Wat is wat Voorzijde Achterzijde Gebruik indien nodig een platte schroevendraaier om een schakelaar te verzetten. 1 Selectieschakelaar LPF/HPF (low pass filter/high pass filter) Selecteer de gewenste filter voor de aangesloten luidspreker. ! Indien een subwoofer is aangesloten: Selecteer LPF. Deze filter houdt de hoge frequenties tegen en laat de lage tonen door. ! Indien een luidspreker met vol bereik is aangesloten: Selecteer HPF of OFF. HPF houdt de lage frequenties tegen en laat de hoge tonen door. OFF laat het volledige frequentiebereik door. 2 GAIN-regelknop (versterkingsfactor) Met de regelknoppen CHANNEL A (kanaal A) en CHANNEL B (kanaal B) kunt u de uitgang van de autoradio en de Pioneer-versterker op elkaar afstemmen. De standaardinstelling is NORMAL. Als het geluidsniveau laag blijft hoewel u de autoradio luider zet, zet u de regelknoppen lager. Als het geluid vervormd wordt wanneer de autoradio luider wordt gezet, zet u de regelknoppen hoger. ! Als u maar één ingang gebruikt, zet u de regelknoppen voor luidsprekeruitgangen A en B op dezelfde waarde. 68 Nl ! Voor gebruik met een autoradiosysteem met RCA (standaarduitgang 500 mV) stelt u de knoppen af op NORMAL. Voor gebruik met Pioneer-autoradiosystemen met RCA en een maximale uitgangsspanning van 4 V of hoger, stemt u het niveau af op de uitgangswaarde van de autoradio. 3 INPUT SELECT-schakelaar (ingangsselectie) Selecteer 2CH voor een tweekanaalsingang en 4CH voor een vierkanaalsingang. ! Ingangsselectie is alleen beschikbaar voor aansluitingen met een RCA-ingang. Voor aansluitingen met luidsprekerdraad wordt ongeacht de instelling automatisch 4CH gebruikt. 4 FREQ-regelknop (drempelfrequentie) Als de selectieschakelaar LPF/HPF is ingesteld op LPF of HPF kunt u de drempelfrequentie instellen tussen 40 Hz en 500 Hz. ! U kunt de drempelfrequentie alleen voor CHANNEL B selecteren. 5 Voedingslampje Het voedingslampje brandt wanneer de voeding is ingeschakeld (ON). De versterkingsfactor (gain) instellen ! Een correcte instelling van de versterkingsfactor beschermt het toestel en/of de luidsprekers tegen schade door een te hoog uitgangsniveau, onjuist gebruik of een verkeerde aansluiting. ! Als het geluidsniveau enz. te hoog wordt, sluit deze functie het uitgangssignaal enkele seconden af. Het signaal wordt pas weer doorgelaten wanneer het volume op het hoofdtoestel daalt. Hoofdstuk Het toestel installeren ! Onderbrekingen in de geluidsweergave kunnen erop duiden dat de versterkingsfactor niet juist is afgesteld. Om geluidsonderbrekingen bij een hoog volume van het hoofdtoestel te vermijden, moet u de versterkingsfactor bij de versterker afstemmen op het maximale preout-uitgangsniveau van het hoofdtoestel, zodat het volume ongewijzigd blijft en een te sterk uitgangssignaal wordt voorkomen. ! Het kan gebeuren dat het geluid toch wordt afgebroken als de versterkingsfactor en het volume correct zijn ingesteld. Neem in dat geval contact op met het dichtstbijzijnde erkende servicecentrum van Pioneer. 02 Golfvormig signaal bij hoog uitgangsvolume met gain-regeling voor versterker De golfvorm wordt vervormd bij een hoog uitgangsniveau. Het vermogen neemt nauwelijks toe door de gain van de versterker te verhogen. De gain-regelknop op dit toestel Op de afbeelding hierboven ziet u de instelling NORMAL. Verband tussen gain van de versterker en uitgangsvermogen van het hoofdtoestel Nederlands Een onjuiste verhoging van de gain van de versterker resulteert slechts in meer vervorming en weinig vermogenstoename. Nl 69 Hoofdstuk 03 De toestellen aansluiten Aansluitschema 9 a b c d e f 1 Speciale rode accukabel RD-223 (apart verkrijgbaar) Pas nadat u alle andere aansluitingen op de versterker hebt voltooid, verbindt u het aansluitpunt op de versterker met de positieve (+) accupool. 2 Aardkabel (zwart) RD-223 (apart verkrijgbaar) Sluit deze aan op een metalen gedeelte van de carrosserie of het chassis. 3 Autoradio met RCA-uitgangen (apart verkrijgbaar) 4 Externe uitgang Als u maar één ingang gebruikt, mag u niets anders aansluiten op RCA-ingang B. 5 Aansluitkabel met RCA-stekkers (apart verkrijgbaar) 6 RCA-ingang A 7 RCA-ingang B 8 Aansluiting luidsprekeringang (gebruik de meegeleverde connector) 70 Nl Raadpleeg het volgende gedeelte voor meer informatie over het aansluiten van de luidsprekers. Raadpleeg Aansluiting via de luidsprekeringangkabel op bladzijde 73. Luidsprekeraansluiting Raadpleeg het volgende gedeelte voor meer informatie over het aansluiten van de luidsprekers. Raadpleeg Aansluiting via de luidsprekeringangkabel op bladzijde 73. Kabel systeemafstandsbediening (apart verkrijgbaar) Verbind het mannelijke aansluitpunt van deze kabel met het aansluitpunt voor de systeemafstandsbediening van de autoradio. Het vrouwelijke aansluitpunt kan worden verbonden met de bedieningsaansluiting van de automatische antenne. Indien de autoradio niet is voorzien van een aansluiting voor de systeemafstandsbediening, verbindt u het mannelijke aansluitpunt via de contactschakelaar met de voedingsaansluiting. Zekering (25 A) × 2 Zekering (30 A) × 2 Doorvoerring Achterzijde Voorzijde Opmerking Schakelaar INPUT SELECT (ingangsselectie) moet worden ingesteld. Raadpleeg Het toestel installeren op bladzijde 68 voor meer informatie. Vóór u de versterker aansluit WAARSCHUWING ! Gebruik kabelklemmen of plakband om de bekabeling op een veilige manier aan te brengen. Wikkel kabels die tegen metalen onderdelen liggen ter bescherming in tape. ! Snijd in geen geval de isolatie van de voedingskabel open om andere apparatuur van stroom te voorzien. De stroomcapaciteit van de voedingskabel is beperkt. Hoofdstuk De toestellen aansluiten LET OP ! U mag kabels nooit inkorten omdat daardoor storing kan optreden in het beveiligingscircuit. ! Luidsprekerkabels mogen niet rechtstreeks worden geaard. Negatieve (*) fasedraden van verschillende luidsprekers mogen niet samen worden gebundeld. ! Als de systeemafstandsbedieningskabel van de versterker met de voeding is verbonden via de contactschakelaar (12 V gelijkstroom), blijft de versterker ingeschakeld zolang het contact aan staat (ongeacht of de autoradio is in- of uitgeschakeld). Hierdoor kan de accu worden uitgeput wanneer de motor stationair draait. ! Installeer de apart verkrijgbare accukabel zo ver mogelijk van de luidsprekerkabels. Installeer de apart verkrijgbare accukabel, aardkabel, luidsprekerkabels en de versterker zelf zo ver mogelijk van de antenne, antennekabel en tuner. Informatie over de brugschakeling 03 lingen: twee luidsprekers van 8 W parallel geschakeld voor een belasting van 4 W of één luidspreker van 4 W per kanaal. Voor meer inlichtingen kunt u contact opnemen met uw erkende Pioneer-leverancier of -klantendienst. Luidsprekerspecificaties De luidsprekers die u gebruikt moeten aan de volgende vereisten voldoen, anders bestaat er een risico op rookontwikkeling, brand of andere schade. De luidsprekerimpedantie bedraagt 2 W tot 8 W, of 4 W tot 8 W voor twee kanalen en andere brugschakelingen. Subwoofer Luidsprekerkanaal Vermogen 4-kanaalsuitgang Nominale ingang: Min. 60 W 2-kanaalsuitgang Nominale ingang: Min. 180 W 3-kanaalsluidsprekeruitgang A Nominale ingang: Min. 60 W 3-kanaalsluidsprekeruitgang B Nominale ingang: Min. 180 W Andere dan de subwoofer Vermogen 4-kanaalsuitgang Maximale ingang: Min. 120 W 2-kanaalsuitgang Maximale ingang: Min. 360 W 3-kanaalsluidsprekeruitgang A Maximale ingang: Min. 120 W 3-kanaalsluidsprekeruitgang B Maximale ingang: Min. 360 W Nederlands De luidsprekerimpedantie is maximaal 4 W; controleer dit zorgvuldig. Een foutieve aansluiting op de versterker kan storingen of lichamelijk letsel (brandwonden door oververhitting) veroorzaken. Voor een brugschakeling voor een 2-kanaalsversterker met een belasting van 4 W sluit u ofwel twee luidsprekers van 8 W parallel aan, met links + en rechts * (zie schema A), ofwel gebruikt u één 4 W-luidspreker. Voor andere versterkers volgt u het volgende aansluitschema voor brugschake- Luidsprekerkanaal Nl 71 Hoofdstuk De toestellen aansluiten 2-kanaalsuitgang (mono) 03 Als u maar één ingang gebruikt (bijvoorbeeld omdat de autoradio maar één RCA-uitgang heeft) maakt u de aansluiting op RCA-ingang A en niet B. 2-kanaalsuitgang (stereo) / (mono) ! Zet schakelaar INPUT SELECT (ingangsselectie) op positie 2CH. 1 1 2 1 Luidspreker (mono) Aansluiting via de RCA-ingang Sluit de RCA-uitgang van de autoradio aan op de RCA-ingang van de versterker. 4- of 3-kanaalsuitgang ! Zet schakelaar INPUT SELECT (ingangsselectie) op positie 4CH. 1 2 3 1 RCA-ingang A Bij een 2-kanaalsuitgang sluit u de RCA-stekkers aan op RCA-ingang A. 2 Aansluitkabel met RCA-stekkers (apart verkrijgbaar) 3 Vanuit autoradio (RCA-uitgang) Aansluiting via de luidsprekeringangkabel 3 4 Nederlands Verbind de luidsprekeruitgangen van de autoradio met de versterker d.m.v. het bijgeleverde luidsprekerdraad. ! Verbind de RCA-ingang en de luidsprekeringang niet beide tegelijk. 1 RCA-ingang A 2 RCA-ingang B 3 Aansluitkabels met RCA-stekkers (apart verkrijgbaar) 4 Vanuit autoradio (RCA-uitgang) Nl 73 Hoofdstuk De toestellen aansluiten 03 1 2 3 4 5 6 7 8 9 a b Autoradio Luidsprekeruitgang Wit/zwart: Kan. A, links * Wit: Kan. A, links + Grijs/zwart: Kan. A, rechts * Grijs: Kan. A, rechts + Groen/zwart: Kan. B, links * Groen: Kan. B, links + Paars/zwart: Kan. B, rechts * Paars: Kan. B, rechts + Luidsprekeraansluiting Aan te sluiten op de luidsprekeringangen van dit toestel. De voedingsaansluiting verbinden Aanbevolen wordt gebruik te maken van de speciale rode accu- en aardkabels RD-223 die afzonderlijk verkrijgbaar zijn. Sluit de accukabel rechtstreeks op de positieve (+) pool van de accu van het voertuig aan, en de aardkabel op de carrosserie. 2 3 4 5 Motorcompartiment Voertuiginterieur Zekering (30 A) × 2 Plaats de rubberen doorvoerring in de carrosserie van het voertuig. 6 Boor een opening van 14 mm in de carrosserie. 2 Vervlecht de accukabel, de aardkabel en de kabel van de systeemafstandsbediening. Vervlechten 3 Bevestig de verbindingslippen aan de kabeluiteinden. Gebruik een tang om de lippen stevig aan de kabels vast te maken. WAARSCHUWING Indien de accukabel niet goed (met de aansluitschroeven) wordt aangesloten, bestaat er een risico op oververhitting, storingen en lichamelijk letsel zoals lichte brandwonden. 1 Trek de accukabel vanuit het motorcompartiment door naar het voertuiginterieur. Pas nadat u alle andere aansluitingen op de versterker hebt voltooid, verbindt u het aansluitpunt op de versterker met de positieve (+) accupool. 1 Positieve (+) pool 74 Nl 1 Bevestigingslip (los verkrijgbaar) 2 Accukabel 3 Aardkabel 4 Sluit de kabels aan. Schroef de kabels stevig vast. Hoofdstuk De toestellen aansluiten 03 1 Bevestigingslip (los verkrijgbaar) 2 Luidsprekerkabel 3 Sluit de luidsprekerkabels op de luidsprekeruitgangen aan. Schroef de luidsprekerkabels stevig vast. 1 2 3 4 5 6 7 Aansluiting systeemafstandsbediening Aardaansluiting Voedingsaansluiting Aansluitschroeven Accukabel Aardkabel Kabel systeemafstandsbediening De luidsprekeraansluitingen 1 Strip met een draadkniptang of geschikt mes het uiteinde van de luidsprekerkabel. Leg ongeveer 10 mm kabel bloot en vervlecht het uiteinde. 1 Aansluitschroeven 2 Luidsprekerkabel 3 Luidsprekeraansluiting Vervlechten Nederlands 2 Bevestig de verbindingslippen aan de kabeluiteinden. Gebruik een tang om de lippen stevig aan de kabels vast te maken. Nl 75 Hoofdstuk 04 Installatie Vóór u de versterker installeert ! WAARSCHUWING ! Voor een correcte installatie moet u de geleverde onderdelen op de aangegeven wijze gebruiken. Andere onderdelen dan de geleverde kunnen het binnenwerk van de versterker beschadigen of los raken en de versterker alle dienst doen weigeren. ! Installeer het toestel niet: — op een plaats waar de bestuurder of passagiers erdoor verwond kunnen raken wanneer het voertuig plotseling moet worden afgeremd. — op plaatsen waar het de bestuurder kan hinderen, bijvoorbeeld op de vloer bij de bestuurdersplaats. ! Plaats schroeven zo dat de punt van de schroef geen kabels raakt. Dit is belangrijk omdat de kabel anders door voertuigtrillingen door de schroef kan worden ingesneden, wat brand kan veroorzaken. ! Let erop dat de kabels niet vast kunnen komen te zitten in de stoelrails en niet in aanraking kunnen komen met een lichaamsdeel van de inzittenden van het voertuig. Dit kan kortsluiting veroorzaken. ! Let er bij het boren op dat zich aan de achterkant van het paneel geen onderdelen bevinden. Scherm alle kabels en vitale onderdelen (bijvoorbeeld brandstof- en remleidingen, andere bekabeling) eerst zorgvuldig af. LET OP ! Let tijdens de installatie op de volgende punten om te zorgen dat de versterker goed warmte kan afgeven: — Laat voldoende ventilatieruimte vrij boven de versterker. — Leg geen mat of ander materiaal over de versterker. ! De beveiligingsfunctie kan in werking treden om de versterker te beschermen tegen oververhitting wanneer het toestel door zijn opstelling of zware belasting enz. te warm wordt. In 76 Nl ! ! ! zulke gevallen wordt versterker automatisch uitgeschakeld tot deze voldoende afgekoeld is. Trek de kabels niet door zones die warm worden, bijvoorbeeld langs een verwarmingsrooster. Door de warmte kan de isolatie worden beschadigd, wat kan leiden tot kortsluiting naar de carrosserie. De optimale installatieplek verschilt van voertuig tot voertuig. Plaats de versterker op een plek die voldoende sterk en stijf is. Maak eerst tijdelijke verbindingen en controleer of de versterker en het audiosysteem goed functioneren. Controleer, nadat u de versterker hebt geïnstalleerd, of het reservewiel en het bijbehorende gereedschap nog ongehinderd bereikbaar zijn. Voorbeeld van een installatie op de vloermat of het chassis 1 Plaats de versterker op de gewenste installatieplaats. Plaats de meegeleverde zelftappende schroeven (4 mm × 18 mm) in de schroefgaten en duw erop met een schroevendraaier zodat de punt een afdruk laat op de plaats waar de boorgaten moeten komen. 2 Boor op deze plaatsen een gat met een diameter van 2,5 mm door de vloerbekleding of rechtstreeks in het chassis. Hoofdstuk Installatie 04 3 Bevestig de versterker met de bijgeleverde zelftappende schroeven (4 mm × 18 mm). 1 Zelftappende schroeven (4 mm × 18 mm) 2 Boor een gat met een diameter van 2,5 mm 3 Vloermat of chassis Nederlands Nl 77 Aanhangsel Aanvullende informatie Technische gegevens Spanningsbron ......................... 14,4 V gelijkstroom (10,8 tot 15,1 V toelaatbaar) Aarding ......................................... Negatief Stroomverbruik ......................... 32 A (bij continuvermogen, 4 W) Gemiddelde afgenomen stroom ..................................................... 9 A (4 W voor vier kanalen) 15 A (4 W voor twee kanalen) Zekering ....................................... 25 A × 2 Afmetingen (B × H × D) ..... 289 mm × 62 mm × 349 mm Gewicht ........................................ 3,3 kg (kabels niet inbegrepen) Maximaal uitgangsvermogen ..................................................... 760 W (190 W × 4) Continu uitgangsvermogen ..................................................... 60 W × 4 (bij 14,4 V, 4 W, 20 Hz tot 20 kHz, ≦ 1 % THD +N) 180 W × 2 (bij 14,4 V, 4 W BRUG 1 kHz, ≦ 1 % THD+N) 85 W × 4 (bij 14,4 V, 2 W, 1 kHz, ≦ 1 % THD+N) Belastingsimpedantie ........... 4 W (2 W tot 8 W toegestaan) Frequentierespons .................. 10 Hz tot 70 kHz (+0 dB, – 3 dB) Signaal-ruisverhouding ........ 98 dB (IEC-A-netwerk) Vervorming ................................. 0,05 % (10 W, 1 kHz) Laagdoorlaatfilter: (Kanaal A) Drempelfrequentie ........ 80 Hz Drempelafval ................... –12 dB/oct (Kanaal B) Drempelfrequentie ........ 40 Hz tot 500 Hz Drempelafval ................... –12 dB/oct Hoogdoorlaatfilter: (Kanaal A) Drempelfrequentie ........ 80 Hz Drempelafval ................... –12 dB/oct (Kanaal B) Drempelfrequentie ........ 40 Hz tot 500 Hz Drempelafval ................... –12 dB/oct Gain-regeling: RCA ...................................... 200 mV tot 6,5 V Luidspreker ....................... 0,8 V tot 26 V Maximaal ingangsniveau / impedantie: RCA ...................................... 6,5 V / 22 kW Luidspreker ....................... 26 V / 22 kW 78 Nl Opmerkingen ! Technische gegevens en ontwerp kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. ! De gemiddelde stroomafname van dit toestel benadert de maximale stroomafname wanneer een geluidssignaal wordt ingevoerd. Gebruik deze waarde om de totale stroomafname te berekenen bij gebruik van meerdere versterkers.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96

Pioneer GM-6500F Handleiding

Categorie
Auto audio versterkers
Type
Handleiding