Documenttranscriptie
Gebruiksaanwijzing
WB380F
Klik op een
onderwerp
In deze gebruiksaanwijzing vindt u uitgebreide
aanwijzingen voor het gebruik van uw camera. Lees deze
gebruiksaanwijzing aandachtig door.
Algemene problemen
oplossen
Beknopt overzicht
Inhoud
Basisfuncties
Uitgebreide functies
Opnameopties
Afspelen/bewerken
Draadloos netwerk
Instellingen
Aanvullende informatie
Index
Informatie over gezondheid en veiligheid
Houd u altijd aan de volgende voorzorgsmaatregelen en gebruikstips om gevaarlijke situaties te vermijden en ervoor te zorgen dat de camera optimaal werkt.
Voorkom oogletsel bij het nemen van foto's.
Gebruik de flitser van de camera niet vlakbij (op minder dan 1 m afstand van) de
ogen van mensen of dieren. Als u de flitser dicht bij de ogen van het onderwerp
gebruikt, kunt u tijdelijke of permanente schade aan het gezichtsvermogen
veroorzaken.
Waarschuwing—situaties die bij u of anderen letsel kunnen veroorzaken
Haal de camera niet uit elkaar en probeer de camera niet te repareren.
U kunt de camera beschadigen en uzelf blootstellen aan het risico van een
elektrische schok.
Houd de camera buiten het bereik van kleine kinderen en huisdieren.
Houd de camera en alle bijbehorende onderdelen en accessoires buiten het bereik
van kleine kinderen en huisdieren. Kleine onderdelen vormen verstikkingsgevaar of
kunnen schadelijk zijn wanneer deze worden ingeslikt. Bewegende onderdelen en
accessoires kunnen ook fysiek gevaar opleveren.
Gebruik de camera niet dichtbij ontvlambare of explosieve gassen en
vloeistoffen.
Dit kan brand of een schok veroorzaken.
Plaats geen ontvlambare materialen in de camera en bewaar dergelijke
materialen niet in de buurt van de camera.
Dit kan brand of een schok veroorzaken.
Stel de camera niet gedurende lange tijd aan direct zonlicht of hoge
temperaturen bloot.
Langdurige blootstelling aan zonlicht of extreme temperaturen kan permanente
schade aan interne onderdelen van het toestel veroorzaken.
Raak de camera niet met natte handen aan.
Dit kan een schok veroorzaken.
1
Informatie over gezondheid en veiligheid
Voorkom dat de camera of oplader wordt bedekt door kleden of kleding.
Dit kan oververhitting van de camera of brand veroorzaken.
Vermijd storing van pacemakers.
Zorg ervoor dat deze camera uit de buurt blijft van alle pacemakers om mogelijke
storing te voorkomen, zoals aanbevolen door de fabrikant en onderzoeken. Als u
vermoedt dat de camera storing veroorzaakt bij een pacemaker of ander medisch
apparaat, moet u de camera onmiddellijk uitschakelen en voor instructies contact
op te nemen met de fabrikant van de pacemaker of het medische apparaat.
Gebruik het netsnoer of de oplader niet tijdens een onweersbui.
Dit kan een elektrische schok veroorzaken.
Als er vloeistoffen of vreemde voorwerpen in de camera komen, moet u
meteen alle voedingsbronnen, zoals de batterij of oplader, loskoppelen en
vervolgens contact opnemen met een servicecenter van Samsung.
Houd u aan alle regelgeving die het gebruik van camera's in bepaalde
omgevingen beperkt.
• Voorkom storing met andere elektronische apparatuur.
• Schakel de camera uit voordat u aan boord van een vliegtuig gaat. De camera
kan storing in de apparatuur van het vliegtuig veroorzaken. Houd u aan alle
voorschriften van de luchtvaartmaatschappij en zet de camera uit als dit door het
vliegtuigpersoneel wordt gevraagd.
• Schakel de camera uit in de nabijheid van medische apparatuur. De camera kan
storing veroorzaken in medische apparaten in ziekenhuizen of zorginstellingen.
Volg alle voorschriften, waarschuwingsmededelingen en aanwijzingen van
medisch personeel.
2
Informatie over gezondheid en veiligheid
Gebruik batterijen niet voor doeleinden waarvoor de batterijen niet zijn
bedoeld.
Dit kan brand of een schok veroorzaken.
Voorzichtig—situaties die kunnen resulteren in beschadiging van de
camera of andere apparatuur
Haal de batterijen uit de camera wanneer u deze voor langere tijd opbergt.
Batterijen in het batterijvak kunnen na verloop van tijd gaan lekken of roesten en
ernstige schade aan uw camera veroorzaken.
Raak de flitser niet aan wanneer deze wordt gebruikt.
De flitser wordt zeer heet en kan brandwonden veroorzaken.
Gebruik uitsluitend authentieke, door de fabrikant aanbevolen lithiumionbatterijen ter vervanging. Zorg dat u de batterij niet beschadigt of verhit.
Hierdoor kan brand ontstaan of persoonlijk letsel worden veroorzaakt.
Als u de AC-oplader gebruikt, moet u de camera uitschakelen voor u de
voedingsbron van de AC-oplader loskoppelt.
Anders kunt u brand of een schok veroorzaken.
Gebruik alleen door Samsung goedgekeurde batterijen, opladers, kabels en
accessoires.
• Niet-goedgekeurde batterijen, opladers, kabels of accessoires kunnen de camera
beschadigen, letsel veroorzaken of ertoe leiden dat batterijen exploderen.
• Samsung is niet aansprakelijk voor schade of letsel veroorzaakt door nietgoedgekeurde batterijen, opladers, kabels of accessoires.
Laat de stekker van de oplader niet in het stopcontact zitten als u de oplader
niet gebruikt.
Dit kan brand of een schok veroorzaken.
Gebruik voor het opladen van de batterijen geen elektriciteitssnoeren of
stekkers die beschadigd zijn, of een loshangend stopcontact.
Dit kan brand of een schok veroorzaken.
Zorg dat de AC-oplader niet in contact komt met de plus- en minpolen van de
batterij.
Dit kan brand of een schok veroorzaken.
3
Informatie over gezondheid en veiligheid
Laat de camera niet vallen en stel deze niet bloot aan grote schokken.
Hierdoor kunnen het scherm en externe of interne onderdelen beschadigd raken.
Steek het smalle uiteinde van de USB-kabel in de camera.
Als u de kabel omgekeerd aansluit, kunnen de bestanden beschadigen. De
fabrikant is niet verantwoordelijk voor enig verlies van gegevens.
Wees voorzichtig bij het aansluiten van snoeren en adapters en het plaatsen
van batterijen en geheugenkaarten.
Door het forceren van aansluitingen, het niet op de juiste manier aansluiten van
snoeren of het niet op de juiste manier plaatsen van batterijen en geheugenkaarten
kunt u poorten, aansluitingen en accessoires beschadigen.
Houd kaarten met magnetische stroken uit de buurt van het camera-etui.
Informatie die is opgeslagen op de kaart kan worden beschadigd of gewist.
Voorkom storing met andere elektronische apparatuur.
De camera zendt RF-signalen (Radio Frequency) uit die storing kunnen veroorzaken
in elektronische apparatuur die niet of niet voldoende is beschermd, zoals
pacemakers, gehoorapparaten, medische apparatuur en andere apparatuur thuis
of in de auto. Vraag advies bij de fabrikant van uw elektronische apparatuur om
mogelijke problemen met storing op te lossen. Gebruik alleen door Samsung
goedgekeurde apparaten of accessoires om ongewenste storingen te voorkomen.
Gebruik nooit een beschadigde oplader, batterij of geheugenkaart.
Dit kan een schok, camerastoring of brand veroorzaken.
Gebruik de camera in de normale gebruikspositie.
Raak de interne antenne van de camera niet aan.
Plaats de camera niet in of in de buurt van magnetische velden.
Dit kan ervoor zorgen dat de camera niet goed meer werkt.
Gegevensoverdracht en verantwoordelijkheden
• Gegevens die via een WLAN worden verzonden, kunnen in verkeerde handen
Gebruik de camera niet als het scherm beschadigd is.
Als het glas of acrylaatonderdelen gebroken zijn, gaat u naar een servicecenter van
Samsung Electronics om te camera te laten repareren.
vallen, dus vermijd het verzenden van gevoelige gegevens in openbare ruimten
of via open netwerken.
• De fabrikant van de camera is niet aansprakelijk voor gegevensoverdracht
waarmee inbreuk wordt gemaakt op auteursrechten, handelsmerken,
intellectueel-eigendomsrechten of regelgeving met betrekking tot de openbare
zedelijkheid.
Controleer voor gebruik of de camera naar behoren functioneert.
De fabrikant is niet verantwoordelijk voor verlies van bestanden of schade die kan
voortkomen uit defecten aan de camera of onjuist gebruik.
4
Overzicht van de gebruiksaanwijzing
Copyrightinformatie
Basisfuncties
• Microsoft Windows en het Windows-logo zijn geregistreerde handelsmerken van
Microsoft Corporation.
Informatie over de inhoud van de doos, de onderdelen van
de camera, wat de pictogrammen betekenen en algemene
opnamefuncties.
Corporation.
Uitgebreide functies
• Mac en Apple App Store zijn gedeponeerde handelsmerken van de Apple
• Google Play Store is een gedeponeerd handelsmerk van Google, Inc.
• microSD™, microSDHC™ en microSDXC™ zijn geregistreerde handelsmerken van
14
38
Hier vindt u informatie over het maken van foto's en het opnemen
van video's door een modus te selecteren.
SD Association.
• Wi-Fi®, het Wi-Fi CERTIFIED-logo en het Wi-Fi-logo zijn geregistreerde
Opnameopties
handelsmerken van de Wi-Fi Alliance.
• Handelsmerken en handelsnamen in deze gebruiksaanwijzing zijn het eigendom
van de betreffende eigenaars.
Hier vindt u informatie over het instellen van de opties in de
opnamemodus.
Afspelen/bewerken
62
86
Hier vindt u informatie over hoe u foto's of video's afspeelt en u
foto's bewerkt. Ook leest u hier hoe u de camera op een computer of
televisie aansluit.
• Cameraspecificaties of de inhoud van deze gebruiksaanwijzing kunnen bij een
upgrade van camerafuncties zonder kennisgeving worden gewijzigd.
Draadloos netwerk
aangeschaft.
Hier wordt beschreven hoe u verbinding kunt maken met WLANnetwerken en functies kunt gebruiken.
• U kunt de camera het beste gebruiken in het land waar u deze hebt
• Gebruik deze camera op een verantwoorde manier en leef alle wet- en
Instellingen
regelgeving met betrekking tot het gebruik van de camera na.
• Het is niet toegestaan om enig deel van deze gebruiksaanwijzing zonder
vooraf gegeven toestemming te hergebruiken of verspreiden.
110
133
Hier vind u opties om de instellingen van uw camera te configureren.
Aanvullende informatie
Hier vindt u informatie over foutmeldingen, specificaties en
onderhoud.
5
140
Pictogrammen in deze gebruiksaanwijzing
Modus
Smart Auto
Pictogram
T
Magisch Plus
p
G
s
i
g
Instellingen
n
Wireless Network
w
Programma
Diafragmaprioriteit, Sluiterprioriteit, Handmatig
Slimme modus
Signaal selfie
Symbolen in deze gebruiksaanwijzing
Symbool Functie
Aanvullende informatie
Veiligheidsvoorschriften en waarschuwingen
[]
()
→
*
Pictogrammen in de opnamemodus
Deze pictogrammen worden weergegeven in de tekst wanneer een functie
beschikbaar is in een bepaalde modus. Bekijk het onderstaande voorbeeld.
Opmerking: de modus s Slimme modus of g Magisch Plus ondersteunen
mogelijk niet functies voor alle scènes of modi.
Voorbeeld:
Beschikbaar in de
modi Programma,
Diafragmaprioriteit en
Sluiterprioriteit
6
Cameraknoppen. [Ontspanknop] staat bijvoorbeeld voor de
ontspanknop.
Paginanummer van verwante informatie
De volgorde van de opties of menu's die u moet selecteren om een
stap uit te voeren, voorbeeld: selecteer Gezichtsdetectie → Normaal
(betekent selecteer Gezichtsdetectie, en selecteer vervolgens
Normaal).
Voetnoot
Uitdrukkingen in deze gebruiksaanwijzing
Belichting (Helderheid)
De hoeveelheid licht die de camera binnenkomt, bepaalt de belichting. De
belichting kan worden aangepast met sluitertijd, diafragmawaarde en ISO-waarde.
Wanneer u de belichting verandert, worden de foto's donkerder of lichter.
Op de ontspanknop drukken
• Druk de [Ontspanknop] half in: druk de ontspanknop tot halverwege in
• Druk op de [Ontspanknop]: druk de ontspanknop helemaal in
Druk de [Ontspanknop] half in
Druk op de [Ontspanknop]
S Normale belichting
Onderwerp, achtergrond en compositie
• Onderwerp: het hoofdobject van een scène, zoals een persoon, dier of stilleven
• Achtergrond: de objecten rond het onderwerp
• Compositie: de combinatie van onderwerp en achtergrond
Achtergrond
Compositie
Onderwerp
7
S Overbelicht (te helder)
Algemene problemen oplossen
Hier vindt u informatie waarmee u algemene problemen kunt oplossen door opnameopties in te stellen.
De ogen van het
onderwerp zijn rood.
Dit wordt veroorzaakt door een reflectie van de flitser van de camera. Stel de flitseroptie in op
Foto's bevatten
stofvlekken.
Als u de flitser gebruikt, worden stofdeeltjes in de lucht mogelijk vastgelegd op foto's.
• Schakel de flitser uit of neem geen foto's op stoffige plaatsen.
• Pas de ISO-waarde aan. (p. 68)
Foto's zijn onscherp.
Vervaging kan optreden als u foto's maakt in slecht licht of de camera niet goed vasthoudt.
Gebruik de functie OIS of druk de ontspanknop [Ontspanknop] half in om ervoor te zorgen dat de camera op het onderwerp
scherpstelt. (p. 36)
Bij nachtopnamen zijn
foto's onscherp.
Om meer licht binnen te laten, gebruikt de camera een langere sluitertijd. Hierdoor kan het moeilijk worden om de camera lang
genoeg stabiel te houden om een duidelijke foto vast te leggen en kan de camera gaan trillen.
• Selecteer Opname bij weinig licht in s Slimme modus. (p. 46)
• Schakel de flitser in. (p. 66)
• Pas de ISO-waarde aan. (p. 68)
• Gebruik een statief om te voorkomen dat de camera beweegt.
Als de lichtbron zich achter het onderwerp bevindt of als er een groot contrast is tussen de lichte en donkere gebieden, kan het
onderwerp te donker worden.
• Maak geen opname tegen de zon in.
• Stel de flitseroptie in op Invulflits. (p. 66)
• Pas de belichting aan. (p. 76)
• Stel de optie Automatische contrastverbetering (ACB) in. (p. 77)
• Stel de lichtmeting in op
Spot als het onderwerp in het midden van het kader staat. (p. 77)
Het onderwerp is te
donker door tegenlicht.
8
Rode ogen. (p. 65)
Beknopt overzicht
Foto's van mensen maken
•
•
•
•
•
•
s Smart modus > Gezichtscorrectie f 46
s Smart modus > Beste gezicht f 47
i Selfie-alarmmodus f 50
Rode ogen f 65
Gezichtsdetectie/Zelfportret f 74
Smile shot f 75
's Nachts of in het donker foto's maken
• s Smart modus > Zon onder, Silhouet, Vuurwerk,
De belichting aanpassen (helderheid)
• s Smart modus > Rijke toon f 46
• ISO-waarde (om gevoeligheid voor licht aan te passen)
f 68
• EV (om belichting aan te passen) f 76
• ACB (compenseren voor onderwerpen tegen heldere
achtergronden) f 77
• Lichtmeting f 77
• AE BKT (3 foto's maken van dezelfde scène met
verschillende belichtingen) f 82
Foto's van de omgeving maken
• s Smart modus > Landschap, Waterval f 46
• s Smart modus > Panorama f 48
Actiefoto's maken
Effecten toepassen op foto's
• Modus Sluiterprioriteit f 44
• s Smart modus > Actie-opname, Continuopname
f 46
• Continu f 81
Foto's van tekst, insecten en bloemen
maken
• s Smart modus > Macro f 46
• Macro f 69
• g Modus Magisch Plus > Filmfilter f 55
Bewegingsonscherpte voorkomen
f 68
Lichtspoor, Opname bij weinig licht f 46
• Flitseropties f 66
• ISO-waarde (om gevoeligheid voor licht aan te passen)
Effecten toepassen op video's
•
•
•
•
•
•
g Modus Magisch Plus > Mijn Magisch kader f 51
g Modus Magisch Plus > Foto in beweging f 53
g Modus Magisch Plus > Fotofilter f 54
g Modus Magisch Plus > Effect Artist f 56
g Modus Magisch Plus > Kleurenkwastf 58
Beeld aanpassen (om Scherpte, Contrast, of
Kleurverzadiging aan te passen) f 83
9
• Optische beeldstabilisatie (OIS) f 35
Bestanden overdragen en delen
• Foto's of video's verzenden naar een smartphone f 117
• Foto's of video's via e-mail verzenden f 127
• Services voor het delen van foto's of video's gebruiken
f 128
• Foto's uploaden naar een online opslagruimte f 130
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
Bestanden weergeven als miniaturen f 89
Bestanden weergeven op categorie f 89
Alle bestanden in het geheugen verwijderen f 91
Bestanden weergeven als diashow f 93
Bestanden weergeven op een tv f 100
Uw camera aansluiten op een computer f 101
Geluid en volume aanpassen f 135
Helderheid van het display aanpassen f 136
De taal van het display aanpassen f 137
De datum en tijd instellen f 137
Voordat u contact opneemt met een servicecenter
f 151
Inhoud
Basisfuncties ..................................................................................................................... 14
Uitgebreide functies ..................................................................................................... 38
Uitpakken .................................................................................................................... 15
De Smart Auto-modus gebruiken ...................................................................... 39
Indeling van de camera .......................................................................................... 16
De Programmamodus gebruiken ...................................................................... 41
De DIRECT LINK-knop gebruiken ......................................................................... 18
De modus Diafragmaprioriteit, Sluiterprioriteit of Handmatig
gebruiken .................................................................................................................... 42
De batterij en geheugenkaart plaatsen ........................................................... 19
De batterij opladen ................................................................................................ 20
De camera inschakelen ......................................................................................... 20
De modus Diafragmaprioriteit gebruiken .......................................................... 43
De modus Sluiterprioriteit gebruiken ................................................................. 44
De Handmatige modus gebruiken ...................................................................... 45
De eerste instellingen uitvoeren ........................................................................ 21
De Smart-modus gebruiken ................................................................................. 46
De batterij opladen en de camera inschakelen ............................................. 20
De modus Beste gezicht gebruiken .................................................................... 47
De modus Panorama gebruiken .......................................................................... 48
Uitleg over de pictogrammen ............................................................................. 23
Modus selecteren ..................................................................................................... 24
Met de Selfie-alarmmodusz ................................................................................. 50
Pictogrammen op het modusscherm ................................................................. 24
De modus Magisch Plus gebruiken ................................................................... 51
Opties of menu's selecteren ................................................................................. 26
De modus Mijn Magisch kader gebruiken .........................................................
De modus Foto in beweging gebruiken ............................................................
De Fotofiltermodus gebruiken .............................................................................
De Filmfiltermodus gebruiken .............................................................................
De modus Effect Artist gebruiken .......................................................................
De modus Kleurenkwast gebruiken ....................................................................
Foto's bewerken ....................................................................................................
Selecteren met knoppen ...................................................................................... 26
Selecteren door aanraken ..................................................................................... 27
Smart Panel gebruiken .......................................................................................... 29
Het scherm en geluid instellen ............................................................................ 30
Het schermtype instellen ...................................................................................... 30
Het geluid instellen ................................................................................................ 31
Foto's maken .............................................................................................................. 32
51
53
54
55
56
58
59
Een video opnemen ................................................................................................ 60
Zoomen .................................................................................................................... 33
Bewegingsonscherpte voorkomen (OIS) ........................................................... 35
Een video opnemen met de functie Intelligente scènedetectie .................... 61
Tips om betere foto's te maken ........................................................................... 36
10
Inhoud
Gezichtsdetectie gebruiken ................................................................................. 74
Opnameopties ................................................................................................................. 62
Gezichten detecteren ............................................................................................
Een zelfportret maken ...........................................................................................
Een foto van een lachend gezicht maken met Smile Shot ..............................
Tips voor gezichtsdetectie ....................................................................................
De resolutie en beeldkwaliteit selecteren ....................................................... 63
De resolutie selecteren .......................................................................................... 63
Een fotokwaliteit selecteren ................................................................................. 64
Opnamen in het donker maken .......................................................................... 65
Rode ogen voorkomen .........................................................................................
De flitser gebruiken ................................................................................................
Een flitseroptie instellen ........................................................................................
De ISO-waarde aanpassen ....................................................................................
Helderheid en kleur aanpassen .......................................................................... 76
65
65
66
68
De belichting handmatig aanpassen (EV) ..........................................................
Compenseren voor tegenlicht (ACB) ..................................................................
De optie voor lichtmeting wijzigen .....................................................................
Een instelling voor Witbalans selecteren ............................................................
De scherpstelling van de camera aanpassen ................................................. 69
Macro gebruiken ....................................................................................................
Autofocus gebruiken .............................................................................................
Het scherpstelgebied aanpassen ........................................................................
De scherpstelafstand aanpassen via aanraken .................................................
74
74
75
75
76
77
77
78
Serieopnamen ........................................................................................................... 81
69
69
71
71
Continu foto's maken ............................................................................................ 81
Timer gebruiken ..................................................................................................... 82
Foto's met de bracketfunctie maken .................................................................. 82
Afbeeldingen aanpassen ....................................................................................... 83
Het geluid van de zoom instellen ....................................................................... 84
Foto's vastleggen terwijl u een video opneemt ............................................ 85
11
Inhoud
Afspelen/bewerken ....................................................................................................... 86
Draadloos netwerk ...................................................................................................... 110
Foto's of video's weergeven in de afspeelmodus ......................................... 87
Verbinding maken met een WLAN en netwerkinstellingen
configureren ............................................................................................................. 111
De afspeelmodus starten ...................................................................................... 87
Foto's weergeven ................................................................................................... 92
Een video afspelen ................................................................................................. 94
Verbinding maken met een WLAN ....................................................................
De aanmeldingsbrowser gebruiken .................................................................
Tips over netwerkverbinding .............................................................................
Tekst ingeven ........................................................................................................
Foto's bewerken ........................................................................................................ 95
Het formaat van foto's wijzigen ...........................................................................
Een foto draaien .....................................................................................................
Een foto bijsnijden .................................................................................................
Effecten van Intelligent filter toepassen .............................................................
Donkere onderwerpen, de helderheid, het contrast of de
kleurverzadiging aanpassen ................................................................................
Portretfoto's aanpassen ........................................................................................
95
95
96
96
111
112
113
114
De NFC-functie gebruiken (Tag & Go) ............................................................ 115
NFC-functies gebruiken in de opnamemodus ................................................ 115
NFC-functies gebruiken in de afspeelmodus (Photo Beam) ......................... 115
NFC-functies gebruiken in de Wi-Fi-modus ..................................................... 115
97
98
Bestanden automatisch opslaan op een smartphone ............................. 116
Foto's of video's verzenden naar een smartphone .................................... 117
Een video bewerken ................................................................................................ 99
Een smartphone gebruiken als externe ontspanknop ............................ 119
Een video bijsnijden ............................................................................................... 99
Afzonderlijke beelden uit een video opslaan .................................................... 99
De Baby Monitor gebruiken ............................................................................... 121
Het geluidniveau aanpassen voor alarmactivering ........................................ 122
Bestanden op een tv weergeven ...................................................................... 100
Automatische back-up gebruiken om foto's of video's te
verzenden ................................................................................................................. 123
Bestanden naar een computer overbrengen ............................................... 101
Bestanden naar een Windows-computer overbrengen ................................ 101
Bestanden naar een Mac-computer overbrengen ......................................... 102
Het programma voor Automatische back-up installeren op uw pc ............ 123
Foto's of video's verzenden naar een pc ........................................................... 123
Programma's op de computer gebruiken ..................................................... 104
Foto's of video's via e-mail verzenden ............................................................ 125
i-Launcher installeren .......................................................................................... 104
i-Launcher gebruiken .......................................................................................... 105
E-mailinstellingen wijzigen ................................................................................. 125
Foto's of video's via e-mail verzenden .............................................................. 127
12
Inhoud
Services voor het delen van foto's of video's gebruiken ......................... 128
Aanvullende informatie ............................................................................................ 140
Een service voor delen gebruiken ..................................................................... 128
Foto's of video's uploaden .................................................................................. 128
Foutmeldingen ........................................................................................................ 141
Cameraonderhoud ................................................................................................ 142
Bestanden verzenden met Samsung Link .................................................... 130
De camera reinigen ..............................................................................................
De camera gebruiken of opbergen ...................................................................
Geheugenkaarten ................................................................................................
De batterij ..............................................................................................................
Foto's uploaden naar een online opslagruimte .............................................. 130
Foto's of video's weergeven op apparaten die Samsung Link
ondersteunen ....................................................................................................... 131
142
143
144
147
Instellingen ..................................................................................................................... 133
Voordat u contact opneemt met een servicecenter .................................. 151
Instellingenmenu ................................................................................................... 134
Cameraspecificaties ............................................................................................... 154
Het instellingenmenu openen ...........................................................................
Geluid .....................................................................................................................
Display ....................................................................................................................
Connectiviteit ........................................................................................................
Algemeen ..............................................................................................................
Woordenlijst ............................................................................................................. 158
134
135
135
136
137
Index ........................................................................................................................... 163
13
Basisfuncties
Informatie over de inhoud van de doos, de onderdelen van de camera, wat de pictogrammen betekenen en
algemene opnamefuncties.
Uitpakken ………………………………………… 15
Indeling van de camera ………………………… 16
De DIRECT LINK-knop gebruiken ……………… 18
Opties of menu's selecteren …………………… 26
Selecteren met knoppen ……………………… 26
Selecteren door aanraken ……………………… 27
Smart Panel gebruiken ………………………… 29
De batterij en geheugenkaart plaatsen ……… 19
De batterij opladen en de camera
inschakelen ……………………………………… 20
Het scherm en geluid instellen ………………… 30
De batterij opladen …………………………… 20
De camera inschakelen ………………………… 20
Foto's maken …………………………………… 32
De eerste instellingen uitvoeren ……………… 21
Uitleg over de pictogrammen ………………… 23
Modus selecteren ……………………………… 24
Pictogrammen op het modusscherm ………… 24
Het schermtype instellen ……………………… 30
Het geluid instellen …………………………… 31
Zoomen ………………………………………… 33
Bewegingsonscherpte voorkomen (OIS) ……… 35
Tips om betere foto's te maken ………………… 36
Uitpakken
De productverpakking bevat de volgende onderdelen.
Optionele accessoires
Camera
Oplaadbare batterij
AC-adapter/USB-kabel
Camera-etui
A/V-kabel
Batterijoplader
Geheugenkaart/
Geheugenkaartadapter
Polslus
Snelstartgids
• De afbeeldingen kunnen enigszins afwijken van de onderdelen die bij uw
product zijn geleverd.
• Afhankelijk van het model kunnen er verschillende items in de doos zitten.
• U kunt optionele accessoires aanschaffen bij een wederverkoper of een
servicecenter van Samsung. Samsung is niet verantwoordelijk voor problemen
die door het gebruik van niet-goedgekeurde accessoires ontstaan.
Basisfuncties 15
Indeling van de camera
Zorg dat u vertrouwd bent met de diverse onderdelen en functies van de camera voordat u begint.
Ontspanknop
Microfoon
Flitser*
Modusdraaiknop
(p. 24)
* Als u de flitser niet gebruikt, moet u deze sluiten om schade aan
de flitser te voorkomen. Als u de flitser met kracht opent, kunt u de
camera beschadigen.
Power-knop
Interne antenne*
AF-hulplampje/Timerlampje
* Vermijd contact met de interne
antenne tijdens het gebruik van het
draadloze netwerk.
Lens
USB- en A/V-aansluiting
Voor aansluiting van USB-kabel en
A/V-kabel.
Luidspreker
De polslus bevestigen
Statiefbevestigingspunt
x
Batterijklep
Een geheugenkaart en batterij plaatsen.
Basisfuncties 16
y
Indeling van de camera
DIRECT LINK-knop
Een vooraf ingestelde Wi-Fi-functie starten.
Zoomknop
• In de opnamemodus: in- en uitzoomen.
• In de afspeelmodus: inzoomen op een deel van de foto,
bestanden als miniaturen weergeven of het volume
aanpassen.
NFC-tag
Een NFC-functie starten door een tag
te lezen op een apparaat met NFCfunctionaliteit. (p. 115)
NFC
Pop-upknop voor flitser
Scherm
Knoppen
(p. 18)
Basisfuncties 17
Statuslampje
• Knippert: wanneer de camera een foto of video opslaat,
wordt gelezen door een computer of printer, als het beeld
onscherp is of als er een probleem is met het opladen van
de batterij, wanneer de camera verbinding maakt met
WLAN of een foto verzendt.
• Licht op: wanneer de camera is aangesloten op een
computer, wanneer de batterij wordt opgeladen of
wanneer het beeld is scherpgesteld.
Indeling van de camera
Knoppen
Knop
De DIRECT LINK-knop gebruiken
Beschrijving
U kunt de Wi-Fi-functie gemakkelijk inschakelen met [DIRECT LINK]. Druk op
[DIRECT LINK] om de Wi-Fi-functie te activeren die u hebt ingesteld. Druk nogmaals
op [DIRECT LINK] om terug te gaan naar de vorige modus.
Het opnemen van een video starten.
Opties of menu's openen.
Terug gaan.
D
c
F
t
Basisfuncties
De schermoptie wijzigen.
Overige functies
Omhoog
De macro-optie wijzigen.
De flitseroptie wijzigen.
De timer- en serieoptie wijzigen.
Omlaag
Naar links
Naar rechts
De gemarkeerde optie of het gemarkeerde menu bevestigen.
De afspeelmodus openen.
• Smart Panel openen in de opnamemodus.
• Bestanden verwijderen in de afspeelmodus.
Een optie voor de DIRECT LINK-knop instellen
U kunt een Wi-Fi-functie selecteren die moet worden gestart wanneer u op
[DIRECT LINK] drukt.
1
2
3
Basisfuncties 18
Draai de modusdraaiknop naar n.
Selecteer Algemeen → DIRECT LINK (Wi-Fi-knop).
Selecteer een Wi-Fi-functie. (p. 138)
De batterij en geheugenkaart plaatsen
Hier vindt u informatie over het in de camera plaatsen van de batterij en een optionele geheugenkaart.
De batterij en geheugenkaart verwijderen
Batterijvergrendeling
Schuif de vergrendeling
omlaag om de batterij los te
maken.
Oplaadbare batterij
Zorg dat bij het plaatsen van een
geheugenkaart de goudkleurige
contactpunten omhoog zijn gericht.
Plaats de batterij met het Samsunglogo naar boven.
Duw voorzichtig tegen de kaart totdat
deze uit de camera loskomt en trek de
kaart vervolgens uit de sleuf.
Geheugenkaart
U kunt het interne geheugen gebruiken voor tijdelijke opslag als er geen
geheugenkaart is geplaatst.
Basisfuncties 19
De batterij opladen en de camera inschakelen
De batterij opladen
De camera inschakelen
Voordat u de camera voor het eerst gaat gebruiken, moet de batterij volledig
worden opgeladen. Sluit het kleine uiteinde van de USB-kabel aan op de camera en
sluit het andere uiteinde van de USB-kabel aan op de AC-adapter.
Druk op [X] om de camera in- of uit te schakelen.
• Het scherm voor de eerste instellingen verschijnt
wanneer u de camera voor het eerst inschakelt.
(p. 21)
De camera inschakelen in de afspeelmodus
Statuslampje
• Rode lampje brandt: opladen
• Rode lampje uit: volledig opgeladen
• Rode lampje knippert: fout
Druk op [P]. De camera wordt ingeschakeld en gaat
direct naar de afspeelmodus.
Gebruik alleen de AC-adapter en de USB-kabel die bij de camera zijn geleverd. Als
u een andere AC-adapter (zoals SAC-48) gebruikt, is het mogelijk dat de batterij
van de camera niet kan worden opgeladen of niet correct werkt.
Basisfuncties 20
De eerste instellingen uitvoeren
Wanneer u de camera voor het eerst inschakelt, wordt het scherm voor de eerste installatie weergegeven. Volg de onderstaande stappen om de basisinstellingen van de camera
te configureren. De taal is vooraf ingesteld voor het land of de regio waarin de camera wordt verkocht. U kunt de taal naar wens wijzigen. U kunt ook een item selecteren door
het op het scherm aan te raken.
1
Druk op [c] om Tijdzone te selecteren en druk vervolgens op [t]
of [o].
2
Druk op [D/c] om Thuis te selecteren en druk op [o].
5
Datum/tijd aanpassen
• Als u naar een ander land gaat, selecteert u Bezoek en selecteert u een
nieuwe tijdzone.
3
Druk op [c] om Datum/tijd aanpassen te selecteren en druk
vervolgens op [t] of [o].
Maand Dag
Jaar
Uur Min.
Zomertijd
Druk op [D/c] om een tijdzone te selecteren en druk
vervolgens op [o].
Tijdzone
Annuleren
[GMT +00:00] Londen
• Het scherm kan afwijken, afhankelijk van de geselecteerde taal.
[GMT +01:00] Rome, Parijs, Berlijn
[GMT +02:00] Athene, Helsinki
[GMT +03:00] Moskou
Terug
4
Instellen
6
7
Instellen
Druk op [b].
Basisfuncties 21
Druk op [F/t] om een item te selecteren.
Druk op [D/c] om de datum, tijd en zomertijd in te stellen en
druk op [o].
De eerste instellingen uitvoeren
8
Druk op [c] om Datumtype te selecteren en druk vervolgens op
[t] of [o].
9
Druk op [D/c] om een datumtype te selecteren en druk
vervolgens op [o].
10
Druk op [c] om een Type tijd te selecteren en druk vervolgens op
[t] of [o].
11
Druk op [D/c] om een type tijd te selecteren en druk
vervolgens op [o].
12
Druk op [b] om de eerste configuratie te voltooien.
Basisfuncties 22
Uitleg over de pictogrammen
Welke pictogrammen worden weergegeven op het scherm van de camera, is afhankelijk van de geselecteerde modus en de ingestelde opties. Als u een opnameoptie wijzigt,
knippert het bijbehorende symbool korte tijd geel.
1
2
Beschrijving
Symbool Beschrijving
Resterend aantal foto's
Framesnelheid (per seconde)
Geheugenkaart geplaatst
Sound Alive Aan
•
•
•
•
Intelli-zoom aan
: volledig opgeladen
: gedeeltelijk opgeladen
: leeg (opladen)
: opladen (aangesloten op de
lader)
Optische beeldstabilisatie (OIS)
Lichtmeting
Optie voor serieopnamen
Autofocuskader
Timer
Bewegingsonscherpte
Witbalans
Zoomindicator
Micro-aanpassing van witbalans
Beschrijving
Fotoresolutie als de intelligente
zoomfunctie is ingeschakeld
Beeldaanpassing (contrast, scherpte en
kleurverzadiging)
Opnamemodus
Zoomverhouding
Scherpstelgebied
Diafragmawaarde
Histogram (p. 30)
Scherpsteloptie
3
1 Opnamegegevens
Symbool
Symbool
Sluitertijd
Huidige opnameduur/
beschikbare opnameduur
2 Opname-instelling
Symbool Beschrijving
Belichtingswaarde
ISO-waarde
Huidige datum
Huidige tijd
Continu automatisch scherpstellen
geactiveerd
Flitser
Flitserintensiteit aanpassen
Fotoresolutie
Videoresolutie
Basisfuncties 23
Gezichtsdetectie
3 Opnameoptie (aanraken)
Symbool Beschrijving
AutoShare aan
Aanraak AF-optie
Opnameopties
Smart Panel openen
Modus selecteren
Selecteer een opnamemodus of -functie met de modusdraaiknop. Draai de modusdraaiknop naar de gewenste modus. In sommige modi kunt u ook een symbool selecteren in
het scherm Modus.
1
Mijn
jn Magisch Foto in Fotofilter Filmfilter
kad
eweging
kader beweging
Pictogrammen op het modusscherm
Symbool Beschrijving
Smart Auto: een foto maken met een Scènemodus die automatisch
T
door de camera is geselecteerd. (p. 39)
p
2
Effect Kleurenkwast Fotoeditor
Artist
Ÿ Voorbeeld: wanneer u Mijn Magisch kader selecteert in de modus Magisch Plus.
Nr.
1
Beschrijving
Huidig modusvenster
• Draai de modusdraaiknop om naar een ander modusscherm te gaan.
2
Moduspictogrammen
• Druk op [D/c/F/t] om naar een gewenste modus te scrollen en
druk op [o] om de modus te openen.
• Raak een pictogram aan om een modus of functie weer te geven.
G
Basisfuncties 24
s
i
Programma: een foto maken met instellingen die u handmatig hebt
aangepast. (p. 41)
Diafragmaprioriteit: de diafragmawaarde handmatig
instellen. De camera selecteert automatisch de geschikte
sluitertijd. (p. 43)
Sluiterprioriteit: de sluitertijd handmatig instellen.
De camera selecteert automatisch de geschikte
diafragmawaarde. (p. 44)
Handmatig: de diafragmawaarde en de sluitertijd handmatig
instellen. (p. 45)
Slimme modus: een foto maken met vooraf ingestelde opties voor
een specifieke scène. (p. 46)
Signaal selfie: een gebied instellen om automatisch een foto te
maken wanneer een gezicht wordt gedetecteerd. (p. 50)
Modus selecteren
Symbool Beschrijving
g
n
Symbool Beschrijving
Mijn Magisch kader: een foto maken en een gedeelte
selecteren dat u transparant wilt maken. Vervolgens kunt
u een nieuwe foto maken die in het transparante gedeelte
verschijnt. (p. 51)
Foto in beweging: een serie foto's maken en combineren en
vervolgens een gebied selecteren om een GIF-animatie te
maken. (p. 53)
Fotofilter: een foto maken met verschillende filtereffecten.
(p. 54)
Filmfilter: een video opnemen met verschillende
filtereffecten. (p. 55)
Effect Artist: een foto maken met verschillenden filters
of textuureffecten en vervolgens kwast- of peneffecten
toevoegen. (p. 56)
Kleurenkwast: een foto maken met filtereffecten en
vervolgens een gedeelte helderder of kleuriger maken door
een streep erop te tekenen. (p. 58)
Foto-editor: foto's bewerken met verschillende effecten.
(p. 95)
w
Instellingen: instellingen aanpassen aan uw voorkeuren. (p. 133)
Basisfuncties 25
MobileLink: foto's of video's verzenden naar een
smartphone. (p. 117)
Remote Viewfinder: een smartphone gebruiken als
externe ontspanknop en een voorbeeld op uw smartphone
weergeven van een afbeelding op uw camera. (p. 119)
Baby Monitor: de camera aansluiten op een smartphone een
locatie in de gaten houden. (p. 121)
Automatische back-up: foto's of video's die u met de camera
hebt opgenomen, draadloos verzenden naar een pc. (p. 123)
E-mail: foto's of video's die op de camera zijn opgeslagen,
verzenden via e-mail. (p. 125)
SNS en cloud: foto's of video's uploaden naar services voor
het delen van bestanden. (p. 128)
Samsung Link: bestanden uploaden naar de Samsung Link
online opslag of bestanden weergeven op andere apparaten
die Samsung Link ondersteunen. (p. 130)
Opties of menu's selecteren
Druk op [m] of [ /f] om een optie of menu te selecteren. U kunt ook het scherm aanraken om een optie of een menu te selecteren.
Voorbeeld: een witbalansoptie selecteren in de Programmamodus:
Selecteren met knoppen
Druk op [m] en druk vervolgens op [D/c/F/t] of [o] om een optie of
een menu te selecteren.
1
2
1
Draai de modusdraaiknop naar p.
2
Druk op [m].
Druk in de opname- of afspeelmodus op [m].
Scrol naar een optie of menu.
• Druk op [D] of [c] om omhoog of omlaag te gaan.
• Druk op [F] of [t] om naar links of rechts te gaan.
EV
Witbalans
3
Druk op [o] om de gemarkeerde optie of het gemarkeerde menu
te bevestigen.
ISO
Flitser
Scherpstelling
Druk op [b] om terug te gaan naar het vorige menu. Druk de [Ontspanknop]
half in om terug te gaan naar de opnamemodus.
Afsluiten
Basisfuncties 26
Selecteren
Opties of menu's selecteren
3
Druk op [D/c] om Witbalans te selecteren en druk op [t] of
[o].
EV
Selecteren door aanraken
Raak
aan op het scherm, sleep de lijst met opties omhoog of omlaag en raak
vervolgens een optie aan om deze te selecteren.
1
2
Witbalans
ISO
Druk in de opname- of afspeelmodus
Sleep de optielijst omhoog of omlaag en raak vervolgens een optie
aan.
Flitser
ACB
Scherpstelling
Afsluiten
Lichtmeting
Selecteren
Station/timer
4
Druk op [F/t] om een optie te selecteren.
AE BKT instellen
Beeld aanpassen
Witbalans : Daglicht
Afsluiten
Terug
5
Aanpassen
Druk op [o] om de instellingen op te slaan.
Basisfuncties 27
aan op het scherm.
Selecteren
Opties of menu's selecteren
Aanraakgebaren leren
• Wanneer u het scherm aanraakt of over het scherm sleept met de schermpen,
kunnen er verkleuringen optreden. Dit is geen defect, maar een eigenschap van
het aanraakscherm. De verkleuring is minimaal als u bij deze handelingen het
scherm slechts licht aanraakt.
• Als u de camera gebruikt in zeer vochtige omgevingen, werkt het
aanraakscherm mogelijk niet correct.
• Als u beschermfolie of ander accessoires aanbrengt op het aanraakscherm,
werkt het scherm mogelijk niet correct.
• Afhankelijk van de kijkhoek kan het scherm donker lijken. Pas de helderheid of
de kijkhoek aan om de resolutie te verbeteren.
Raak het scherm niet aan met scherpe voorwerpen, zoals pennen en potloden.
Anders kunt u het scherm beschadigen.
Slepen: raak een gedeelte van het
scherm aan en sleep vervolgens met
uw vinger.
Aanraken: raak een pictogram aan om
een menu of optie te selecteren.
Vegen: veeg voorzichtig met uw vinger
over het scherm.
Basisfuncties 28
Opties of menu's selecteren
4
Smart Panel gebruiken
Druk op [ /f] of raak
aan op het scherm om een optie of menu te selecteren.
Sommige opties zijn niet beschikbaar afhankelijk van het menu dat u selecteert.
Voorbeeld: een witbalansoptie selecteren in de Programmamodus:
1
Draai de modusdraaiknop naar p.
2
3
Druk op [ /f] of raak
Witbalans : Auto witbalans
0.7
0.3
0.3
Afsluiten
• Voor sommige opties kunt u rechtstreeks een optie selecteren door de
[Zoomknop] naar links of rechts te draaien zonder te hoeven drukken op
[o].
5
Druk op [F/t] om een witbalansoptie te selecteren.
Witbalans : Daglicht
aan op het scherm.
Druk op [D/c/F/t] om naar
Druk op [o].
te scrollen.
Terug
6
0.7
Aanpassen
Basisfuncties 29
Aanpassen
Druk op [o] om de instellingen op te slaan.
Het scherm en geluid instellen
Hier vindt u informatie over hoe u de basisinstellingen van het scherm en het geluid kunt aanpassen.
Over histogrammen
Het schermtype instellen
U kunt een type weergave selecteren voor de opname- of afspeelmodus. Elk type
geeft andere opname- of afspeelgegevens weer. Bekijk de onderstaande tabel.
Een histogram is een grafiek die illustreert hoe het licht is verdeeld in uw foto.
Als het histogram een hoge piek aan de linkerkant heeft, is de foto onderbelicht
en wordt deze donker weergegeven. Een piek aan de rechterkant van de grafiek
betekent dat de foto overbelicht is en te helder wordt weergegeven. De hoogte van
de pieken houdt verband met de kleurgegevens. Hoe meer van een bepaalde kleur,
hoe hoger de piek.
S Onderbelicht
Druk herhaaldelijk op [D] om het schermtype te wijzigen.
Modus
Opnemen
Afspelen
Type weergave
Alle informatie over opnameopties verbergen.
Alle informatie over opnameopties weergeven.
Alle informatie over opnameopties en een histogram weergeven.
•
•
•
•
•
Informatie weergeven behalve opnameopties en histogram.
Alle informatie over het huidige bestand weergeven.
Basisfuncties 30
S Goed belicht
S Overbelicht
Het scherm en geluid instellen
De weergave van opties instellen
Het geluid instellen
In sommige modi kunt u de weergave van opties uitschakelen of inschakelen.
Schakel het geluid in of uit dat de camera maakt wanneer u functies uitvoert.
Druk meerdere malen op [o].
1
2
3
• De optieweergave uitschakelen.
• De optieweergave inschakelen.
Draai de modusdraaiknop naar n.
Selecteer Geluid → Piepjes.
Selecteer een optie.
Optie
Optieweergave
OK: Scherm uit
â–² Bijvoorbeeld in de modus Fotofilter
Basisfuncties 31
Uit
Beschrijving
De camera laat geen geluiden horen.
Aan
De camera laat geluiden horen.
Foto's maken
Hier vindt u informatie over hoe u snel en eenvoudig foto's kunt maken in de modus Smart Auto.
1
Draai de modusdraaiknop naar T.
2
Plaats het onderwerp in het kader.
3
Druk de [Ontspanknop] half in om scherp te stellen.
4
5
Druk de [Ontspanknop] volledig in om een foto te maken.
6
Druk op [P] om terug te gaan naar de opnamemodus.
• Een groen kader betekent dat het onderwerp scherp in beeld is.
• Een rood kader betekent dat het onderwerp niet scherp in beeld is.
Druk op [P] om de gemaakte foto weer te geven.
• Als u de foto wilt verwijderen, drukt u op [ /f] en selecteert u Ja.
Zie pagina 36 voor tips om betere foto's te maken.
Basisfuncties 32
Foto's maken
Digitale zoom
Zoomen
pAhM
De digitale zoomfunctie wordt standaard ondersteund in de opnamemodus. Als u
inzoomt op een onderwerp in de opnamemodus en de zoomaanduiding bevindt
zich in het digitale bereik, gebruikt de camera de digitale zoomfunctie. U kunt
tot 105 keer inzoomen als u zowel de optische zoomfunctie (21X) als de digitale
zoomfunctie (5X) gebruikt.
U kunt close-upfoto's maken door in te zoomen.
Optisch bereik
Zoomindicator
Zoomverhouding
Uitzoomen
Digitaal bereik
Inzoomen
Als u een foto maakt met de digitale zoomfunctie, kan de fotokwaliteit lager zijn
dan normaal.
Wanneer u de zoomknop draait, kan de zoomverhouding op het scherm ongelijk
worden gewijzigd.
Basisfuncties 33
Foto's maken
Intelligent zoomen
TpAhM
Intelligent zoomen instellen
Als de zoomindicator zich in het bereik voor intelligent zoomen bevindt, gebruikt
de camera de intelligente zoomfunctie. De resolutie van de foto verschilt afhankelijk
van de zoomverhouding als u de intelligente zoomfunctie gebruikt. U kunt tot
42 keer inzoomen als u zowel de optische als de intelligente zoomfunctie gebruikt.
Optisch bereik
1
2
3
Fotoresolutie als
de intelligente
zoomfunctie is
ingeschakeld
Zoomindicator
Bereik intelligent zoomen
• Met de intelligente zoomfunctie kunt u foto's maken met minder
kwaliteitsverlies dan met de digitale zoomfunctie. De fotokwaliteit kan echter
wel minder zijn dan bij gebruik van de optische zoomfunctie.
• De intelligente zoomfunctie is alleen beschikbaar als u de 4:3-beeldverhouding
instelt. Als u een andere beeldverhouding instelt terwijl de intelligente
zoomfunctie is ingeschakeld, wordt de intelligente zoomfunctie automatisch
uitgeschakeld.
• De intelligente zoomfunctie is altijd ingeschakeld in de modus Smart Auto.
Basisfuncties 34
Druk in de opnamemodus op [m].
Selecteer Intelli-zoom.
Selecteer een optie.
Symbool
Beschrijving
Uit: de intelligente zoomfunctie is uitgeschakeld.
Aan: de intelligente zoomfunctie is ingeschakeld.
Foto's maken
Bewegingsonscherpte voorkomen (OIS)
pAhM
• In de volgende omstandigheden werkt OIS mogelijk niet goed:
- wanneer u de camera beweegt om een bewegend onderwerp te volgen.
- wanneer u de digitale zoomfunctie gebruikt.
- wanneer de camera te veel trilt.
- wanneer u een langzame sluitertijd gebruikt (bijvoorbeeld voor
In de opnamemodus kunt u de bewegingsonscherpte optisch beperken.
nachtopnamen).
- wanneer de batterij bijna leeg is.
- wanneer u een close-upfoto maakt.
• Als u de OIS-functie met een statief gebruikt, kunnen de foto's onscherp worden
S Vóór correctie
1
2
3
door de trilling van de OIS-sensor. Schakel de OIS-functie uit wanneer u een
statief gebruikt.
• Als de camera valt of een schok krijgt, wordt het scherm wazig. Als dit gebeurt,
moet u de camera uitschakelen en weer inschakelen.
S Na correctie
Druk in de opnamemodus op [m].
Selecteer OIS.
Selecteer een optie.
Symbool
Beschrijving
Uit: OIS is uitgeschakeld.
Aan: OIS is ingeschakeld.
Basisfuncties 35
Tips om betere foto's te maken
De camera op de juiste manier vasthouden
Bewegingsonscherpte voorkomen
Zorg ervoor dat niets de lens, flitser of
microfoon blokkeert.
Stel de OIS-optie (Optische beeldstabilisatie) in om de
bewegingsonscherpte optisch te reduceren. (p. 35)
Als
De ontspanknop half indrukken
wordt weergegeven
Druk de [Ontspanknop] half in en pas
de scherpstelling aan. De camera past de
scherpstellingen en belichting automatisch aan.
Bewegingsonscherpte
De camera stelt de diafragmawaarde en
sluitertijd automatisch in.
Scherpstelkader
• Druk de [Ontspanknop] volledig in om een
foto te maken als het scherpstelkader groen is.
Zorg dat bij opnamen in het donker de flitseroptie niet is ingesteld op Langz sync
of Uit. Het diafragma blijft langer open en het kan moeilijk zijn om de camera lang
genoeg stabiel te houden om een scherpe foto te maken.
• Gebruik een statief of stel de flitser in op Invulflits. (p. 66)
• Pas de ISO-waarde aan. (p. 68)
• Pas de compositie aan en druk de
[Ontspanknop] nogmaals half in als het
scherpstelkader rood is.
Basisfuncties 36
Voorkomen dat het onderwerp niet scherp is
In de volgende gevallen kan het moeilijk zijn om scherp te stellen op het
onderwerp:
- er is weinig contrast tussen het onderwerp en de achtergrond (als het
onderwerp bijvoorbeeld kleren draagt met kleuren die lijken op de
achtergrondkleur).
- de lichtbron achter het onderwerp is te fel.
- het onderwerp glanst of weerspiegelt.
- het onderwerp heeft horizontale patronen, zoals bij jaloezieën het geval is.
- het onderwerp bevindt zich niet in het midden van het kader.
• Als u foto's maakt bij weinig licht
Schakel de flitser
in. (p. 66)
• Als onderwerpen snel bewegen
Gebruik de functie
voor Continu
opnemen. (p. 46, 81)
De scherpstelvergrendeling gebruiken
Druk de [Ontspanknop] half in om scherp te stellen. Wanneer
het onderwerp scherp in beeld is, kunt u het kader verschuiven
om de compositie aan te passen. Druk wanneer u klaar bent de
[Ontspanknop] volledig in om een foto te maken.
Basisfuncties 37
Uitgebreide functies
Hier vindt u informatie over het maken van foto's en het opnemen van video's door een modus te selecteren.
De Smart Auto-modus gebruiken …………… 39
De Programmamodus gebruiken ……………… 41
De modus Diafragmaprioriteit, Sluiterprioriteit
of Handmatig gebruiken ……………………… 42
De modus Diafragmaprioriteit gebruiken …… 43
De modus Sluiterprioriteit gebruiken ………… 44
De Handmatige modus gebruiken …………… 45
De Smart-modus gebruiken …………………… 46
De modus Beste gezicht gebruiken …………… 47
De modus Panorama gebruiken ……………… 48
Met de Selfie-alarmmodusz …………………… 50
De modus Magisch Plus gebruiken …………… 51
De modus Mijn Magisch kader gebruiken ……
De modus Foto in beweging gebruiken ………
De Fotofiltermodus gebruiken …………………
De Filmfiltermodus gebruiken …………………
De modus Effect Artist gebruiken ………………
De modus Kleurenkwast gebruiken ……………
Foto's bewerken ………………………………
51
53
54
55
56
58
59
Een video opnemen …………………………… 60
Een video opnemen met de functie Intelligente
scènedetectie …………………………………… 61
De Smart Auto-modus gebruiken
In de Smart Auto-modus kiest de camera automatisch camera-instellingen die bij het gedetecteerde type scène passen. De Smart Auto-modus is handig als u niet bekend bent
met de camera-instellingen voor de diverse scènes.
1
2
Draai de modusdraaiknop naar T.
Symbool
Beschrijving
Portretten met tegenlicht
Plaats het onderwerp in het kader.
• De camera selecteert automatisch een scène. Het pictogram voor de
Portretten
desbetreffende scène wordt linksboven in het scherm weergegeven. De
pictogrammen worden hieronder weergegeven.
Close-upfoto's van objecten
Close-upfoto's van tekst
Zonsondergangen
Binnen, donker
Gedeeltelijk verlicht
Close-up met spotlight
Portretten met spotlight
Heldere luchten
Bossen
Symbool
Close-upfoto's van gekleurde onderwerpen
Beschrijving
Landschappen
Vuurwerk (als een statief wordt gebruikt)
De camera is gestabiliseerd of op een statief geplaatst
(bij opnamen in het donker)*
Scènes met een helderwitte achtergrond
Landschappen 's nachts
Portretten 's nachts
Onderwerpen die veel bewegen*
* Dit pictogram wordt naast het scènepictogram weergegeven.
Landschappen met tegenlicht
Uitgebreide functies 39
De Smart Auto-modus gebruiken
3
4
Druk de [Ontspanknop] half in om scherp te stellen.
Druk op de [Ontspanknop] om een foto te maken.
• Als de camera geen geschikte scènemodus detecteert, worden de
standaardinstellingen voor de Smart Auto-modus gebruikt.
• Ook als er een gezicht wordt gedetecteerd, is het mogelijk dat de camera geen
portretmodus selecteert, afhankelijk van de positie van het onderwerp en de
lichtval.
• Afhankelijk van de opnameomstandigheden, zoals het trillen van de camera, de
lichtval en de afstand tot het onderwerp, kan het voorkomen dat de camera de
juiste scène niet selecteert.
• Zelfs als u een statief gebruikt, kan het voorkomen dat de camera de modus
niet detecteert als het onderwerp beweegt.
• De batterij raakt sneller leeg omdat de instellingen vaker worden gewijzigd om
de juiste scène te selecteren.
Uitgebreide functies 40
De Programmamodus gebruiken
In de Programmamodus kunt u de meeste opties instellen, met uitzondering van de sluitertijd en de diafragmawaarde, die automatisch worden ingesteld door de camera.
1
2
Draai de modusdraaiknop naar p.
3
Lijn uw onderwerp uit in het kader en druk vervolgens de
[Ontspanknop] half in om scherp te stellen.
4
Druk op de [Ontspanknop] om een foto te maken.
Stel de gewenste opties in.
• Zie 'Opnameopties' voor een lijst met opties. (p. 62)
Uitgebreide functies 41
De modus Diafragmaprioriteit, Sluiterprioriteit of Handmatig gebruiken
Pas de diafragmawaarde of sluitertijd aan om de belichting van uw foto's te regelen. U kunt deze opties gebruiken in de modi Diafragmaprioriteit, Sluitertijdprioriteit en
Handmatig.
Diafragmawaarde
Het diafragma is een opening waardoor licht de camera binnenkomt. De
diafragmabehuizing bevat dunne, metalen plaatjes die worden geopend en
gesloten, waardoor het diafragma wordt vergroot of verkleind en zo de hoeveelheid
licht wordt bepaald die in de camera valt. De grootte van het diafragma is nauw
verwant aan de helderheid van een foto: hoe groter de diafragmawaarde, hoe
helderder de foto; hoe kleiner de diafragmawaarde, hoe donkerder de foto. Houd
er rekening mee dat een grotere diafragmawaarde een kleinere diafragmagrootte
aangeeft. Zo is de diafragmaopening groter bij een diafragmawaarde van 5.6 dan
bij een diafragmawaarde van 11.
Sluitertijd
Sluitertijd, een belangrijke factor in de helderheid van een foto, verwijst naar de tijd
die nodig is om de sluiter te openen en te sluiten. Bij een lage sluitertijd komt er
meer licht in de camera. Onder vergelijkbare omstandigheden zijn foto's helderder,
maar worden snel bewegende objecten doorgaans vager weergegeven. Als u een
hogere sluitertijd kiest, komt er minder licht de camera binnen. Foto's worden in dat
geval donkerder, maar bewegende objecten worden duidelijker vastgelegd.
S Lange sluitertijd
S Lage diafragmawaarde
(het diafragma is groot).
S Hoge diafragmawaarde
(het diafragma is klein).
Uitgebreide functies 42
S Korte sluitertijd
De modus Diafragmaprioriteit, Sluiterprioriteit of Handmatig gebruiken
De modus Diafragmaprioriteit gebruiken
In de modus Diafragmaprioriteit kunt u handmatig de diafragmawaarde instellen
terwijl de camera automatisch een geschikte sluitertijd selecteert.
1
2
Draai de modusdraaiknop naar G.
Selecteer
Druk op [o] om de instelling op te slaan.
6
Lijn uw onderwerp uit in het kader en druk vervolgens de
[Ontspanknop] half in om scherp te stellen.
7
Druk op de [Ontspanknop] om een foto te maken.
.
• Als u een andere modus wilt selecteren wanneer de modusdraaiknop is
ingesteld op G, drukt u op [b] of raakt u
modus.
3
4
5
aan en selecteert u een
Stel opties in.
• Zie 'Opnameopties' voor een lijst met opties. (p. 62)
Druk op [o] → [F/t] om de diafragmawaarde aan te passen.
• U kunt ook de diafragmawaarde op het scherm aanraken om de knop weer
te geven.
• U kunt ook de draaiknop op het scherm naar links of naar rechts slepen.
• Zie pagina 42 voor meer informatie over de diafragmawaarde.
OK: Wijzig diafragma
Uitgebreide functies 43
Wanneer u de ISO-optie instelt op Auto, wordt de sluitertijd mogelijk niet
automatisch aangepast aan de diafragmawaarde. In dit geval zoekt de camera een
geschikte belichtingswaarde door de ISO-optie automatisch te wijzigen wanneer
u een foto vastlegt. Als u de ISO-optie handmatig wilt instellen, drukt u op [m]
en selecteert u ISO → een optie.
De modus Diafragmaprioriteit, Sluiterprioriteit of Handmatig gebruiken
De modus Sluiterprioriteit gebruiken
In de modus Sluiterprioriteit kunt u handmatig de sluitertijd instellen terwijl de
camera automatisch een geschikte diafragmawaarde selecteert.
1
2
Draai de modusdraaiknop naar G.
Selecteer
Druk op [o] om de instelling op te slaan.
6
Lijn uw onderwerp uit in het kader en druk vervolgens de
[Ontspanknop] half in om scherp te stellen.
7
Druk op de [Ontspanknop] om een foto te maken.
.
• Als u een andere modus wilt selecteren wanneer de modusdraaiknop is
ingesteld op G, drukt u op [b] of raakt u
modus.
3
4
5
aan en selecteert u een
Stel opties in.
• Zie 'Opnameopties' voor een lijst met opties. (p. 62)
Druk op [o] → [F/t] om de sluitertijd aan te passen.
• U kunt ook de sluitertijd op het scherm aanraken om de knop weer te geven.
• U kunt ook de draaiknop op het scherm naar links of naar rechts slepen.
• Zie pagina 42 voor meer informatie over de sluitertijd.
OK: Wijzig sluitersnelheid
Uitgebreide functies 44
Wanneer u de ISO-optie instelt op Auto, wordt de diafragmawaarde mogelijk
niet automatisch aangepast aan de sluitertijd. In dit geval zoekt de camera een
geschikte belichtingswaarde door de ISO-optie automatisch te wijzigen wanneer
u een foto vastlegt. Als u de ISO-optie handmatig wilt instellen, drukt u op [m]
en selecteert u ISO → een optie.
De modus Diafragmaprioriteit, Sluiterprioriteit of Handmatig gebruiken
De Handmatige modus gebruiken
In de Handmatige modus kunt u zowel de diafragmawaarde als de sluitertijd
instellen.
1
2
Draai de modusdraaiknop naar G.
Selecteer
Druk op [F/t] om de diafragmawaarde of sluitertijd aan te passen.
5
6
Druk op [o] om de instelling op te slaan.
7
Lijn uw onderwerp uit in het kader en druk vervolgens de
[Ontspanknop] half in om scherp te stellen.
8
Druk op de [Ontspanknop] om een foto te maken.
.
• Als u een andere modus wilt selecteren wanneer de modusdraaiknop is
ingesteld op G, drukt u op [b] of raakt u
modus.
3
4
aan en selecteert u een
Druk op [o] → [D/c] om de diafragmawaarde of sluitertijd te
selecteren.
• U kunt ook de draaiknoppen op het scherm naar links of naar rechts slepen.
Stel opties in.
• Zie 'Opnameopties' voor een lijst met opties. (p. 62)
• U kunt ook de diafragmawaarde of sluitertijd op het scherm aanraken om de
knop weer te geven.
OK: Wijzig diafragma/
sluitersnelheid
Uitgebreide functies 45
De Smart-modus gebruiken
In de Smart-modus kunt u een foto maken met opties die al vooraf zijn ingesteld voor een bepaalde scène.
1
2
Draai de modusdraaiknop naar s.
Optie
Macro
Selecteer een scène.
• Als u een andere modus wilt selecteren wanneer de modusdraaiknop is
Actie-opname
ingesteld op s, drukt u op [b] of raakt u aan en selecteert u een
modus. U kunt ook een andere modus selecteren door op [m] te drukken
en een modus te selecteren.
Rijke toon
Slimme modus : Gezichtscorrectie
Panorama
Waterval
Silhouet
Zon onder
Opname bij
weinig licht
Instellen
Optie
Beste gezicht
Gezichtscorrectie
Continuopname
Landschap
Beschrijving
Meerdere foto's maken en gezichten vervangen om de
beste afbeelding te maken.
Een portretfoto maken met opties voor het verhullen van
onzuiverheden op het gezicht.
Doorlopend foto's maken.
Stillevens en landschapsfoto's maken.
Vuurwerk
Lichtspoor
Beschrijving
Kleine onderwerpen vastleggen of close-ups maken.
Onderwerpen vastleggen die met hoge snelheid
bewegen.
Meerdere foto's maken van hetzelfde onderwerp met
verschillende belichtingswaarden en ze samenvoegen om
een heldere foto te maken.
Een brede panoramascène vastleggen in één foto.
Watervalscènes vastleggen.
Donkere vormen vastleggen tegen een lichte achtergrond.
Zonsondergangen met natuurlijke rood- en geeltinten
vastleggen.
In omstandigheden met weinig licht zonder flitser
meerdere foto's maken. De camera combineert deze foto's
tot een heldere afbeelding die scherper is en minder
beeldruis bevat.
Vuurwerkscènes vastleggen.
Lichtsporen vastleggen bij weinig licht.
3
Lijn uw onderwerp uit in het kader en druk vervolgens de
[Ontspanknop] half in om scherp te stellen.
4
Druk op de [Ontspanknop] om een foto te maken.
Uitgebreide functies 46
De Smart-modus gebruiken
6
De modus Beste gezicht gebruiken
In de modus Beste gezicht kunt u meerdere foto's vastleggen en gezichten
vervangen om het beste beeld mogelijk te maken. Gebruik deze modus om het
beste beeld te selecteren voor elk individu wanneer u groepsfoto's maakt.
1
2
3
Draai de modusdraaiknop naar s.
4
Druk op de [Ontspanknop] om een foto te maken.
5
Raak een gezicht aan om het te vervangen.
Raak de beste afbeelding aan van de 5 gezichten die zijn vastgelegd.
• Herhaal stap 5 en 6 om de rest van de gezichten op de foto te vervangen.
• Het pictogram
wordt weergegeven op de afbeelding die de camera
aanbeveelt.
Selecteer Beste gezicht.
Lijn uw onderwerp uit in het kader en druk vervolgens de
[Ontspanknop] half in om scherp te stellen.
• De camera maakt 5 foto's achter elkaar.
• De eerste foto wordt ingesteld als de achtergrondafbeelding.
• De camera detecteert automatisch gezichten na de opname.
7
Raak
aan om de foto op te slaan.
• Gebruik een statief om te voorkomen dat de camera beweegt.
• De resolutie is standaard ingesteld op
of kleiner.
Uitgebreide functies 47
De Smart-modus gebruiken
5
De modus Panorama gebruiken
In de modus Panorama kunt u een brede panoramascène vastleggen in één foto.
In de Panoramamodus wordt een serie foto's gemaakt en gecombineerd om een
panorama-afbeelding te maken.
Houd de [Ontspanknop] ingedrukt en beweeg de camera langzaam
in de richting waarin de rest van de panoramaopname moet worden
vastgelegd.
• Er worden pijltjes in de richting van de beweging weergegeven en de gehele
opnameafbeelding wordt weergegeven in het voorbeeldvak.
• Wanneer de scènes zijn uitgelijnd, legt de camera de volgende foto
automatisch vast.
S Opnamevoorbeeld
1
2
3
Draai de modusdraaiknop naar s.
Selecteer Panorama.
Lijn uw onderwerp uit in het kader en druk vervolgens de
[Ontspanknop] half in om scherp te stellen.
Stabiliteit: een vlakkere lijn
geeft aan dat er minder
bewegingsonscherpte is.
• Breng de camera op één lijn met de uiterste linker-, rechter-, onder- of
bovenkant van de scène die u wilt vastleggen.
4
Houd de [Ontspanknop] ingedrukt om de opname te starten.
6
Wanneer u klaar bent, laat u de [Ontspanknop] los.
• Wanneer u alle benodigde opnamen heeft vastgelegd, combineert de
camera deze tot één panoramafoto.
Uitgebreide functies 48
De Smart-modus gebruiken
• Voor de beste resultaten bij het vastleggen van panoramafoto's moet u het
•
•
•
•
•
volgende vermijden:
- de camera te snel of te langzaam bewegen.
- de camera te weinig bewegen om het volgende beeld vast te leggen.
- de camera met ongelijkmatige snelheden bewegen.
- de camera schudden.
- opnemen op donkere locaties.
- bewegende onderwerpen in de buurt vastleggen.
- opnameomstandigheden waar de helderheid of kleur van het licht verandert.
Gemaakte foto's worden automatisch opgeslagen en het opnemen wordt
gestopt onder de volgende omstandigheden:
- als u de opnamerichting wijzigt wanneer u opneemt.
- als u de camera te snel beweegt.
- als u de camera niet beweegt.
Als u de Panoramamodus selecteert, worden de digitale en optische
zoomfuncties uitgeschakeld. Als u de Panoramamodus selecteert terwijl de lens
is ingezoomd, zoomt de camera automatisch uit naar de standaardpositie.
Bepaalde opnameopties zijn niet beschikbaar.
De camera kan de opname stoppen vanwege de compositie van de opname of
beweging in de scène.
Mogelijk legt de camera de laatste scène niet volledig vast als u de
camerabeweging exact stopt op het punt waar u de scène wilt beëindigen. Als
u de volledige scène wilt vastleggen, beweegt u de camera iets verder dan het
punt waar u de scène wilt eindigen.
Uitgebreide functies 49
Met de Selfie-alarmmodusz
In de Selfie-alarmmodus activeert de camera automatisch de sluiter wanneer een gezicht wordt gedetecteerd in het gebied dat u instelt.
1
2
Draai de modusdraaiknop naar i.
Sleep het geselecteerde kader naar de gewenste locatie.
4
Stel de opname samen met de lens naar u toe gericht.
• Wanneer het gezicht wordt gedetecteerd in het frame, piept de camera
sneller en wordt automatisch een foto gemaakt.
• U kunt ook op de [Ontspanknop] drukken op een foto te maken.
Gezichtsdetectie is mogelijk in de volgende gevallen niet effectief:
• de afstand tussen de camera en het onderwerp is te groot.
• het is te licht of te donker.
• het onderwerp kijkt niet in de richting van de camera.
• het onderwerp draagt een zonnebril of een masker.
• de gezichtsuitdrukking van het onderwerp verandert drastisch.
• het onderwerp heeft tegenlicht of de lichtomstandigheden zijn veranderlijk.
3
Sleep de hoek van het vak om het formaat aan te passen.
Uitgebreide functies 50
De modus Magisch Plus gebruiken
In de modus Magisch Plus kunt u een foto maken met verschillende effecten.
4
De modus Mijn Magisch kader gebruiken
In de modus Mijn Magisch kader kunt u een gedeelte van de foto transparant
maken en vervolgens een nieuwe foto maken binnen het transparante gebied.
1
2
Raak Gebruiken aan.
• Als u een achtergrondfoto opnieuw wilt maken, raakt u Opnieuw aan.
Draai de modusdraaiknop naar g.
Selecteer
.
• Als u een andere modus wilt selecteren wanneer de modusdraaiknop is
ingesteld op g, drukt u op [b] of raakt u aan en selecteert u een
modus. U kunt ook een andere modus selecteren door op [m] te drukken
en een modus te selecteren.
3
Druk de [Ontspanknop] half in om scherp te stellen en druk
vervolgens op de [Ontspanknop] om een achtergrondfoto te maken.
• Als u een achtergrondfoto wilt selecteren uit uw opgeslagen foto's, drukt
Opnieuw
5
Gebruiken
Selecteer een kader.
u op [m] en selecteert u Afbeelding selecteren → een gewenste foto.
U kunt geen videobestanden, GIF-bestanden of foto's selecteren die zijn
vastgelegd in de Panoramamodus.
• Als u een nieuw kader wilt tekenen en de dikte van de pen wilt instellen, raakt
u
Uitgebreide functies 51
aan.
De modus Magisch Plus gebruiken
6
Sleep de hoek van het vak om het formaat aan te passen.
9
Sleep de schuifregelaars op raak de pictogrammen +/- aan om de
transparantie aan te passen.
Transparantie
7
Sleep het geselecteerde kader naar de gewenste locatie.
10
Lijn uw onderwerp uit in het kader en druk vervolgens de
[Ontspanknop] half in om scherp te stellen.
• Als u een achtergrondfoto opnieuw wilt maken, raakt u
8
aan.
11
Druk de [Ontspanknop] volledig in om een foto te maken.
12
Raak
• Druk op [b] om naar het vorige scherm terug te keren.
aan om de foto op te slaan.
• Bepaalde opnameopties zijn niet beschikbaar.
• De scherpstelling wordt ingesteld op het transparante gedeelte in het kader.
• De resolutie wordt ingesteld op .
Druk op [o].
Uitgebreide functies 52
De modus Magisch Plus gebruiken
5
De modus Foto in beweging gebruiken
In de modus Foto in beweging kunt u een serie foto's maken en combineren en
vervolgens een gebied selecteren om een GIF-animatie te maken.
1
2
Teken op het scherm een gebied waarvan u een animatie wilt
maken.
Draai de modusdraaiknop naar g.
Selecteer
.
• Als u een andere modus wilt selecteren wanneer de modusdraaiknop is
ingesteld op g, drukt u op [b] of raakt u aan en selecteert u een
modus. U kunt ook een andere modus selecteren door op [m] te drukken
en een modus te selecteren.
3
Lijn uw onderwerp uit in het kader en druk vervolgens de
[Ontspanknop] half in om scherp te stellen.
4
Druk op de [Ontspanknop] om een foto te maken.
• U kunt meerdere gebieden selecteren.
Symbool
• De camera maakt meerdere foto's terwijl het statuslampje knippert.
Beschrijving
De dikte van de kwast aanpassen.
+/-
De bewegingssnelheid aanpassen.
Een foto opnieuw maken.
Terugkeren naar het vorige scherm.
6
Raak
aan om de foto op te slaan.
• De resolutie wordt ingesteld op
.
• Gebruik een statief om te voorkomen dat de camera beweegt.
• Het opslaan van het bestand kan langer duren.
Uitgebreide functies 53
De modus Magisch Plus gebruiken
3
De Fotofiltermodus gebruiken
Pas allerlei filtereffecten op uw foto's toe om unieke afbeeldingen te maken.
Selecteer een effect.
Optie
Miniatuur
Vignetten
Aquarel
Olieverf
Miniatuur
Cartoon
Vignetten
Kruisfilter
Schets
Softfocus
Visoog
1
2
Visoog
Schets
Klassiek
Draai de modusdraaiknop naar g.
Selecteer
Retro
.
• Als u een andere modus wilt selecteren wanneer de modusdraaiknop is
Zoomopname
ingesteld op g, drukt u op [b] of raakt u aan en selecteert u een
modus. U kunt ook een andere modus selecteren door op [m] te drukken
en een modus te selecteren.
Uitgebreide functies 54
Beschrijving
Een effect toepassen om het onderwerp in miniatuur
weer te geven.
Retro-kleuren, een hoog contrast en sterke vignettering
van Lomo-camera's toepassen.
Geef uw foto het uiterlijk van een schets in inkt.
Het effect van een olieverfschilderij toepassen.
Het effect van een striptekening toepassen.
Lijnen toevoegen die naar buiten lopen van heldere
objecten om het visuele effect van een kruisfilter te
imiteren.
Een schetseffect van een pen toepassen.
Onzuiverheden op het gezicht verhullen of
droomachtige effecten toevoegen.
De randen van het kader donkerder maken en nabije
objecten vervormen om de visuele effecten van een
vissenooglens te imiteren.
Een zwart-witeffect toepassen.
Een sepiatinteffect toepassen.
De randen van een foto vervagen om de onderwerpen in
het midden te benadrukken.
De modus Magisch Plus gebruiken
4
5
Lijn uw onderwerp uit in het kader en druk vervolgens de
[Ontspanknop] half in om scherp te stellen.
Optie
Retro-kleuren, een hoog contrast en sterke vignettering
van Lomo-camera's toepassen.
Een schetseffect van een pen toepassen.
De randen van het kader donkerder maken en nabije
objecten vervormen om de visuele effecten van een
vissenooglens te imiteren.
Een zwart-witeffect toepassen.
Een sepiatinteffect toepassen.
Een heldere look maken met een scherp contrast en
sterke kleur.
Scènes helder en duidelijk maken.
Een zachte bruine tint toepassen.
Een koud en eenkleurig effect toepassen.
Vignetten
Druk de [Ontspanknop] volledig in om een foto te maken.
Schets
• Afhankelijk van de optie die u selecteert, kan de resolutie automatisch worden
gewijzigd in
Beschrijving
of lager.
Visoog
• Als u filtereffecten wilt toepassen op uw opgeslagen foto's, drukt u op [m]
en selecteert u Afbeelding selecteren → een afbeelding. U kunt geen
videobestanden, GIF-bestanden of foto's selecteren die zijn vastgelegd in de
Panoramamodus.
Klassiek
Retro
Paleteffect 1
Paleteffect 2
De Filmfiltermodus gebruiken
Pas allerlei filtereffecten op uw video's toe om unieke afbeeldingen te maken.
Paleteffect 3
1
2
Paleteffect 4
Draai de modusdraaiknop naar g.
Selecteer
.
• Als u een andere modus wilt selecteren wanneer de modusdraaiknop is
ingesteld op g, drukt u op [b] of raakt u aan en selecteert u een
modus. U kunt ook een andere modus selecteren door op [m] te drukken
en een modus te selecteren.
3
4
5
Druk op
Druk opnieuw op
Selecteer een effect.
Optie
Miniatuur
(Video-opname) om de opname te starten.
• Als u Miniatuur selecteert, wordt de afspeelsnelheid verhoogd.
• Als u Miniatuur kunt u geen geluid voor de video opnemen.
• Afhankelijk van de optie die u selecteert, kan de opnameresolutie automatisch
worden gewijzigd in
Beschrijving
Een effect toepassen om het onderwerp in miniatuur
weer te geven.
Uitgebreide functies 55
(Video-opname) om de opname te stoppen.
of lager.
De modus Magisch Plus gebruiken
De modus Effect Artist gebruiken
Optie
In de modus Effect Artist kunt u een foto maken met verschillenden filters of
textuureffecten en vervolgens kwast- of peneffecten toevoegen.
Verkreukeld papier Het effect van gekreukeld papier maken.
Het effect van een waterverfschilderij toepassen.
Waterverf
1
2
Draai de modusdraaiknop naar g.
Golf
Selecteer
Cartoon
.
Zand
• Als u een andere modus wilt selecteren wanneer de modusdraaiknop is
ingesteld op g, drukt u op [b] of raakt u aan en selecteert u een
modus. U kunt ook een andere modus selecteren door op [m] te drukken
en een modus te selecteren.
3
Halftoonstip
Ruwe muur
Schets
Selecteer een effect.
Optie
Licht
Lomo
Scheur
Sepia
Textiel
Oude film
Beschrijving
Een lichtverspreidingseffect maken.
Het lenseffect van een Lomo-camera nabootsen.
Het effect van gescheurde grond maken.
Er wordt een bruine sepiatint toegepast.
Een textieleffect maken.
Het effect van een foto gemaakt met een oude film
nabootsen.
Sepia-cartoon
4
Beschrijving
Een golfeffect maken.
Het effect van een striptekening toepassen.
Een zandeffect maken.
Effect met halftoonstippen maken.
Effect van een ruwe muur maken.
Een schetseffect van een pen toepassen.
Een bruinachtig cartooneffect maken.
Druk de [Ontspanknop] half in om scherp te stellen en druk
vervolgens op de [Ontspanknop] om een achtergrondfoto te
maken.
• Als u een achtergrondfoto wilt selecteren uit uw opgeslagen foto's, drukt u
op [m] en selecteert u Afbeelding selecteren → een afbeelding. U kunt
geen videobestanden, GIF-bestanden of foto's selecteren die zijn vastgelegd
in de Panoramamodus.
5
Raak Gebruiken aan.
• Als u een achtergrondfoto opnieuw wilt maken, raakt u Opnieuw aan.
Uitgebreide functies 56
De modus Magisch Plus gebruiken
6
Raak of
passen.
aan en teken een gedeelte om een effect toe te
Symbool
Beschrijving
Een kwasteffect verwijderen.
Een peneffect verwijderen.
Alle toegepaste effecten verwijderen.
Sleep het scherm om andere van de foto te vergroten.
Sleep het scherm om andere delen van de foto te vergroten.
8
7
Raak
aan om de foto op te slaan.
• Als u een achtergrondfoto opnieuw wilt maken, raakt u
• De camera slaat bewerkte foto's op als nieuwe bestanden.
• De resolutie wordt ingesteld op .
Raak een pictogram voor bewerken aan om het geselecteerde
gedeelte te bewerken.
• Draai de [Zoomknop] naar rechts om een deel van een foto te vergroten.
Symbool
Beschrijving
De toegepaste optie wijzigen.
Een kwasteffect selecteren.
Een peneffect selecteren.
De dikte van de kwast of pen aanpassen.
Uitgebreide functies 57
aan.
De modus Magisch Plus gebruiken
De modus Kleurenkwast gebruiken
Optie
Beschrijving
In de modus Kleurenkwast kunt u een foto maken met filtereffecten en vervolgens
een gedeelte helderder of kleuriger maken door een streep erop te tekenen.
Sepia
1
2
Oude film
Er wordt een bruine sepiatint toegepast.
Een zacht en wazig effect toepassen.
Het effect van een foto gemaakt met een oude film
nabootsen.
Een schetseffect van een pen toepassen.
Draai de modusdraaiknop naar g.
Selecteer
.
Schets
• Als u een andere modus wilt selecteren wanneer de modusdraaiknop is
ingesteld op g, drukt u op [b] of raakt u aan en selecteert u een
modus. U kunt ook een andere modus selecteren door op [m] te drukken
en een modus te selecteren.
3
Wazig
Druk de [Ontspanknop] half in om scherp te stellen en druk
vervolgens op de [Ontspanknop] om een achtergrondfoto te
maken.
5
Selecteer een optie →
• Delen met dezelfde kleur als het gedeelte dat u selecteert, worden kleuriger
of helderder weergegeven.
te passen.
• Delen met vergelijkbare kleuren kunnen tegelijkertijd worden geselecteerd.
op [m] en selecteert u Afbeelding selecteren → een afbeelding. U kunt
geen videobestanden, GIF-bestanden of foto's selecteren die zijn vastgelegd
in de Panoramamodus.
Raak Gebruiken aan.
Teken een lijn met uw vinger om een gedeelte te selecteren.
• U kunt ook de schuifregelaar slepen of +/- aanraken om het kleurbereik aan
• Als u een achtergrondfoto wilt selecteren uit uw opgeslagen foto's, drukt u
4
6
Als een ongewenst gedeelte wordt geselecteerd, raakt u
het gedeelte uit te sluiten.
• Als u een achtergrondfoto opnieuw wilt maken, raakt u Terug aan.
Optie
Klassiek
.
Beschrijving
Een zwart-witeffect toepassen.
Bereik : 50
Uitgebreide functies 58
of
aan om
De modus Magisch Plus gebruiken
7
Foto's bewerken
Raak een pictogram voor bewerken aan om het geselecteerde
gedeelte te bewerken.
• Draai de [Zoomknop] naar rechts om een deel van een foto te vergroten.
Symbool
Beschrijving
De toegepaste optie wijzigen.
U kunt foto's op meerdere manieren bewerken.
Draai de modusdraaiknop naar g en selecteer
Zie 'Foto's bewerken'. (p. 95)
Automatisch een gedeelte selecteren.
Nadruk verminderen op delen met dezelfde kleur als het
geselecteerde gedeelte.
De nadruk verminderen van alleen het geselecteerde gedeelte.
Terugkeren naar het vorige scherm.
De oorspronkelijke afbeelding weergeven.
Sleep het scherm om andere van de foto te vergroten.
Sleep het scherm om andere delen van de foto te vergroten.
8
Raak
aan om de foto op te slaan.
• Als u een achtergrondfoto opnieuw wilt maken, raakt u
aan.
• De camera slaat bewerkte foto's op als nieuwe bestanden.
• De resolutie wordt ingesteld op .
Uitgebreide functies 59
.
Een video opnemen
Video in volledige HD (1920 X 1080) opnemen gedurende 20 minuten. De camera slaat opgenomen video's op als MP4-bestanden (H.264).
• H.264 (MPEG-4 part10/AVC) is een video-indeling met hoge compressie die is ontwikkeld door de internationale standaardisatieorganisaties ISO-IEC en ITU-T.
• Als u geheugenkaarten gebruikt met lage schrijfsnelheden, slaat de camera video's mogelijk niet correct op. Video-opnamen zijn mogelijk beschadigd of worden niet correct
afgespeeld.
• Geheugenkaarten met langzame schrijfsnelheden bieden geen ondersteuning voor video's met een hoge resolutie. Gebruik voor het opnemen van video's met een hoge resolutie
geheugenkaarten met een hogere schrijfsnelheid.
• Als u de beeldstabilisatorfunctie inschakelt terwijl u een video opneemt, neemt de camera mogelijk het geluid op dat wordt geproduceerd.
• Als u de zoomfunctie gebruikt wanneer u een video opneemt, neemt de camera mogelijk het geluid van de zoomfunctie op. Gebruik de Sound Alive-functie om het geluid van de
zoomfunctie te beperken. (p. 84)
1
Draai de modusdraaiknop naar p, G, s, i, g of T.
• Deze functie wordt mogelijk niet ondersteund in bepaalde modi.
2
Stel de gewenste opties in.
3
Druk op
Opnemen onderbreken
U kunt tijdens het opnemen van een video met de camera de opname tijdelijk
onderbreken. Met deze functie kunt u verschillende scènes opnemen in één video.
• Zie 'Opnameopties' voor een lijst met opties. (p. 62)
(Video-opname) om de opname te starten.
• Druk tijdens het opnemen van een video een keer op [c] om de functie
voor continu automatisch scherpstellen uit te schakelen en nogmaals om de
functie weer in te schakelen.
4
Druk opnieuw op
(Video-opname) om de opname te stoppen.
• Druk op [o] om de opname te onderbreken.
• Druk op [o] om de opname te hervatten.
Uitgebreide functies 60
Een video opnemen
Een video opnemen met de functie Intelligente
scènedetectie
In de Smart Auto-modus kiest de camera automatisch de camera-instellingen die bij
de gedetecteerde scène passen.
1
2
Draai de modusdraaiknop naar T.
3
Plaats het onderwerp in het kader.
4
5
Druk op
Druk opnieuw op
(Video-opname) om de opname te stoppen.
• Als de camera geen geschikte scènemodus detecteert, worden de
standaardinstellingen voor de Intelligente scènedetectiemodus gebruikt.
• Afhankelijk van de opnameomstandigheden, zoals het trillen van de camera, de
lichtval en de afstand tot het onderwerp, kan het voorkomen dat de camera de
juiste scène niet selecteert.
Stel de gewenste opties in.
• Zie 'Opnameopties' voor een lijst met opties. (p. 62)
• De camera selecteert automatisch een scène. Het pictogram voor de
desbetreffende scène wordt linksboven in het scherm weergegeven.
Symbool
(Video-opname) om de opname te starten.
Beschrijving
Landschappen
Zonsondergangen
Heldere luchten
Bossen
Uitgebreide functies 61
Opnameopties
Hier vindt u informatie over het instellen van de opties in de opnamemodus.
De resolutie en beeldkwaliteit selecteren …… 63
De resolutie selecteren ………………………… 63
Een fotokwaliteit selecteren …………………… 64
Opnamen in het donker maken ……………… 65
Rode ogen voorkomen …………………………
De flitser gebruiken ……………………………
Een flitseroptie instellen ………………………
De ISO-waarde aanpassen ………………………
65
65
66
68
De scherpstelling van de camera aanpassen … 69
Macro gebruiken ………………………………
Autofocus gebruiken ……………………………
Het scherpstelgebied aanpassen ………………
De scherpstelafstand aanpassen via aanraken …
69
69
71
71
Gezichtsdetectie gebruiken …………………… 74
Gezichten detecteren …………………………
Een zelfportret maken …………………………
Een foto van een lachend gezicht maken met
Smile Shot ………………………………………
Tips voor gezichtsdetectie ………………………
74
74
75
75
Helderheid en kleur aanpassen ……………… 76
De belichting handmatig aanpassen (EV) ……
Compenseren voor tegenlicht (ACB) ……………
De optie voor lichtmeting wijzigen ……………
Een instelling voor Witbalans selecteren ………
76
77
77
78
Serieopnamen …………………………………… 81
Continu foto's maken ………………………… 81
Timer gebruiken ……………………………… 82
Foto's met de bracketfunctie maken ………… 82
Afbeeldingen aanpassen ……………………… 83
Het geluid van de zoom instellen ……………… 84
Foto's vastleggen terwijl u een video
opneemt ………………………………………… 85
De resolutie en beeldkwaliteit selecteren
Hier vindt u informatie over hoe u instellingen voor de resolutie en beeldkwaliteit kunt aanpassen.
De resolutie selecteren
TpAhMsig
De videoresolutie instellen
Als u de resolutie verhoogt, zullen de foto's en video's meer pixels bevatten en
daardoor groter kunnen worden afgedrukt en weergegeven. Bij een hoge resolutie
neemt ook de bestandsgrootte toe.
De fotoresolutie instellen
1
2
3
1
2
3
Druk in de opnamemodus op [m].
Selecteer Filmformaat.
Selecteer een optie.
Symbool
Druk in de opnamemodus op [m].
Selecteer Fotoformaat.
1280 X 720: HD-bestanden om af te spelen op een HDTV.
Selecteer een optie.
Symbool
Beschrijving
1920 X 1080: HD-bestanden van hoge kwaliteit om af te spelen
op een HDTV.
Beschrijving
4608 X 3456: afdrukken op A1-papier.
4608 X 3072: afdrukken op A1-papier in de verhouding 3:2
(breed).
4608 X 2592: afdrukken op A1-formaat in panoramaverhouding
(16:9) of weergeven op een HDTV.
3648 X 2736: afdrukken op A2-papier.
2832 X 2832: afdrukken op A3-papier in de verhouding 1:1.
2592 X 1944: afdrukken op A4-papier.
1984 X 1488: afdrukken op A5-papier.
1920 X 1080: afdrukken op A5-papier in panoramaverhouding
(16:9) of weergeven op een HDTV.
1024 X 768: toevoegen aan een e-mailbericht.
Opnameopties 63
640 X 480: SD-bestanden om af te spelen op een analoge
televisie.
Om te delen: op een website plaatsen via het draadloos netwerk
(maximaal 30 seconden).
De resolutie en beeldkwaliteit selecteren
Een fotokwaliteit selecteren
pAhMig
Stel de instelling voor de fotokwaliteit in. Een hogere beeldkwaliteit resulteert in
grotere bestanden. De camera comprimeert de foto's die u maakt en slaat deze op
in JPEG-indeling.
1
2
3
Druk in de opnamemodus op [m].
Selecteer Kwaliteit.
Selecteer een optie.
Symbool
Beschrijving
Superhoog: foto's maken met superhoge kwaliteit.
Hoog: foto's maken met hoge kwaliteit.
Normaal: foto's maken met normale kwaliteit.
Opnameopties 64
Opnamen in het donker maken
Hier vindt u informatie over hoe u 's nachts of bij weinig licht foto's kunt maken.
Rode ogen voorkomen
De flitser gebruiken
psi
Als de flitser afgaat wanneer u in het donker een foto van een persoon neemt, kan
er een rode gloed in de ogen verschijnen. Stel de flitseroptie in op Rode ogen. Zie
'Een flitseroptie instellen' voor de flitseropties. (p. 66)
S Vóór correctie
Druk op de knop voor het uitklappen van de
flitser om de flitser uit te klappen. Als de flitser
is uitgeklapt, gaat de flitser af op basis van
de geselecteerde optie. Als u Uit selecteert,
gaat de flitser niet af zelfs wanneer deze is
geopend.
S Na correctie
• Als u de flitser niet gebruikt, moet u deze sluiten om schade aan de flitser te
voorkomen.
• Als u de flitser met kracht opent, kunt u de camera beschadigen. Druk de flitser
voorzichtig naar beneden om deze te sluiten.
Opnameopties 65
Opnamen in het donker maken
Een flitseroptie instellen
3
TpAhMsig
Selecteer een optie.
Gebruik de flitser wanneer u foto's in het donker maakt of wanneer u meer licht in
de foto's wilt hebben.
1
Druk op de knop voor het uitklappen van de flitser om de flitser te
openen.
2
Druk in de opnamemodus op [F].
Symbool Beschrijving
Uit:
• Er wordt niet geflitst.
• De camera geeft een waarschuwing weer dat de camera
wanneer u een opname maakt bij weinig licht.
beweegt
Auto: in de modus Smart Auto selecteert de camera een geschikte
flitseroptie voor de gedetecteerde scène.
Auto: de flitser wordt automatisch gebruikt wanneer het
onderwerp of de achtergrond donker is.
Rode ogen:
• De flitser gaat twee keer af als het onderwerp of de achtergrond
te donker is om het rode-ogeneffect te verminderen.
• Er zit een korte tijd tussen de twee flitsen. Beweeg de camera
niet totdat de tweede flits is uitgevoerd.
Invulflits:
• Er wordt altijd geflitst.
• De camera past de intensiteit van de flitser automatisch aan.
Opnameopties 66
Opnamen in het donker maken
De flitserintensiteit aanpassen
Symbool Beschrijving
Langz sync:
• Er wordt geflitst en de sluiter blijft langer open.
• Deze optie wordt aanbevolen wanneer u het omgevingslicht
wilt gebruiken om meer details in de achtergrond zichtbaar te
maken.
• Gebruik een statief om te voorkomen dat de foto's onscherp
worden.
• De camera geeft een waarschuwing weer dat de camera
wanneer u een opname maakt bij weinig licht.
beweegt
Pas de flitserintensiteit aan om overbelichte of niet voldoende belichte foto's te
voorkomen.
1
2
3
4
Druk in de opnamemodus op [F].
Scrol naar een optie.
Druk op [D].
Druk op [F/t] om de intensiteit aan te passen.
• Sleep de schuifregelaar of raak +/- aan om de intensiteit aan te passen.
Afhankelijk van de opnameomstandigheden kunnen de beschikbare opties verschillen.
Auto : 0
• Als u opties voor serieopnamen instelt of Zelfportret selecteert, zijn er geen
flitseropties beschikbaar.
• Zorg ervoor dat uw onderwerp zich binnen de aanbevolen afstand van de flitser
bevindt. (p. 155)
• Als licht van de flitser wordt gereflecteerd of als er veel stof in de lucht is, kunnen
er kleine vlekjes op de foto komen.
• In sommige modi kunt u ook de flitseroptie instellen door op [m] te drukken
en vervolgens Flitser te selecteren.
Terug
Opnameopties 67
Instellen
Opnamen in het donker maken
5
Druk op [o] om de instellingen op te slaan.
• Het aanpassen van de intensiteit van de flitser is mogelijk niet effectief als:
- het onderwerp niet in de richting van de camera kijkt.
- u de ISO-waarde te hoog hebt ingesteld.
- de belichtingswaarde te hoog of te laag is.
• In sommige opnamemodi kunt u deze functie niet gebruiken.
De ISO-waarde aanpassen
pAhM
De ISO-waarde is een eenheid voor de mate waarin film gevoelig is voor licht,
zoals gedefinieerd door de International Organization for Standardization (ISO).
Hoe hoger de ISO-waarde, des te gevoeliger wordt de camera voor licht. Gebruik
een hogere ISO-waarde om betere foto's te maken en bewegingsonscherpte te
voorkomen wanneer u de flitser niet gebruikt.
1
2
3
Druk in de opnamemodus op [m].
Selecteer ISO.
Selecteer een optie.
• Selecteer
om een geschikte ISO-waarde te gebruiken op basis van de
helderheid van het onderwerp en de lichtval.
Hogere ISO-waarden kunnen zorgen voor meer ruis in beelden.
Opnameopties 68
De scherpstelling van de camera aanpassen
Hier vindt u informatie over het aanpassen van de scherpstelling van de camera om deze aan te passen aan het onderwerp en de opnameomstandigheden.
Macro gebruiken
TpAhMsg
Gebruik macro om foto's van dichtbij te maken, bijvoorbeeld van bloemen of
insecten. Zie 'Autofocus gebruiken'.
Autofocus gebruiken
TpAhMsg
Om scherpe foto's te maken, selecteert u de scherpsteloptie die bij de afstand tot
het onderwerp past.
1
Druk in de opnamemodus op [c].
Scherpstelling : Normaal (AF)
Afsluiten
• Probeer de camera stevig vast te houden, om te voorkomen dat de foto's
onscherp worden.
• Schakel de flitser uit als de afstand tot het onderwerp minder dan 40 cm
bedraagt.
Opnameopties 69
Instellen
De scherpstelling van de camera aanpassen
2
De scherpstelling handmatig aanpassen
Selecteer een optie.
Symbool Beschrijving
Normaal (AF): scherpstellen op een onderwerp dat zich op een
afstand van meer dan 80 cm van de lens bevindt. Of op een
afstand van 350 cm of meer, wanneer u gebruikmaakt van de
zoom.
1
2
3
Handmatig scherpstellen: scherpstellen op een onderwerp door
de scherpstelling handmatig aan te passen. (p. 70)
Macro: scherpstellen op een onderwerp dat zich 10 - 80 cm van de
camera bevindt. 150 - 350 cm wanneer u de zoom gebruikt.
Auto macro:
• Scherpstellen op een onderwerp dat zich op een afstand van
meer dan 10 cm van de lens bevindt. Of op een afstand van
150 cm of meer, wanneer u gebruikmaakt van de zoom.
• Auto macro wordt automatisch ingesteld in bepaalde
opnamemodi.
Druk in de opnamemodus op [c].
Selecteer Handmatig scherpstellen.
Druk op [F/t] om de scherpstelling aan te passen.
• U kunt ook de schuifregelaar slepen of +/- aanraken om de scherpstelling aan
te passen.
Handmatig scherpstellen : 50
Terug
Afhankelijk van de opnameomstandigheden kunnen de beschikbare opties verschillen.
In sommige modi kunt u ook de scherpsteloptie instellen door op [m] te
drukken en vervolgens Scherpstelling te selecteren.
pAhM
4
Instellen
Druk op [o] om de instellingen op te slaan.
Als u de scherpstelling handmatig aanpast en er niet is scherpgesteld op het
onderwerp, kan de foto onscherp worden.
Opnameopties 70
De scherpstelling van de camera aanpassen
Het scherpstelgebied aanpassen
pAhM
De scherpstelafstand aanpassen via aanraken
U kunt betere foto's krijgen door een scherpstelgebied te kiezen op basis van de
locatie van het onderwerp in de scène.
1
2
3
Druk in de opnamemodus op [m].
TpAhMs
U kunt scherpstellen op het onderwerp en een foto maken door het scherm aan te
raken.
1
2
3
Selecteer Scherpstelgebied.
Selecteer een optie.
Symbool Beschrijving
Centrum AF: scherpstellen op het midden van het kader (voor
onderwerpen die zich in het midden of in de buurt van het
midden bevinden).
Druk in de opnamemodus op [m].
Selecteer Aanraak AF.
Selecteer een optie.
Symbool Beschrijving
Uit: de functie Aanraak AF niet gebruiken.
Aanraak AF: scherpstellen op het onderwerp dat u op het scherm
aanraakt.
Tracking AF: scherpstellen op het onderwerp dat u op het scherm
aanraakt en het onderwerp volgen. (p. 72)
One Touch-opname: scherpstellen op het onderwerp en een foto
maken door de afbeelding op het scherm aan te raken. (p. 73)
Multi AF: scherpstellen op een of meer van 9 mogelijke gebieden.
Afhankelijk van de opnamemodus kunnen de beschikbare opnameopties verschillen.
Afhankelijk van de opnameomstandigheden kunnen de beschikbare opties verschillen.
De scherpstelling wordt gereset wanneer u 5 seconden geen bewerkingen
uitvoert of wanneer u op de [Ontspanknop] drukt terwijl de functie Aanraak AF is
ingeschakeld.
Opnameopties 71
De scherpstelling van de camera aanpassen
4
Meebewegende autofocus gebruiken
Druk op de [Ontspanknop] om een foto te maken.
Met Aanraak AF kunt u het onderwerp volgen en automatisch scherp in beeld
houden, ook wanneer u beweegt.
• Als u geen scherpstelgebied selecteert, wordt het scherpstelkader weergegeven
1
2
3
• Het volgen van een onderwerp kan in de volgende gevallen mislukken:
- het onderwerp is te klein.
- het onderwerp beweegt te veel.
- er is sprake van tegenlicht of u maakt een opname op een donkere plaats.
- kleuren of patronen van het onderwerp komen overeen met de achtergrond.
- het onderwerp heeft horizontale patronen, zoals bij jaloezieën het geval is.
- de camera trilt erg.
• Als tracking mislukt, wordt de functie gereset.
• Als de camera het onderwerp niet volgt, moet u het te volgen onderwerp
in het midden van het scherm.
Druk in de opnamemodus op [m].
Selecteer Aanraak AF → Tracking AF.
Raak het onderwerp aan dat u wilt bijhouden in het
aanraakgedeelte.
• Er verschijnt een scherpstelkader rond het onderwerp dat het onderwerp
volgt als u de camera beweegt.
opnieuw selecteren.
• Als de camera niet kan scherpstellen, wordt het scherpstelkader rood
weergegeven en wordt de scherpstelling gereset.
• Een wit kader betekent dat de camera het onderwerp volgt.
• Een groen kader wanneer u de [Ontspanknop] half indrukt, betekent dat het
onderwerp scherp in beeld is.
• Het rode kader betekent dat de camera niet heeft kunnen scherpstellen.
Opnameopties 72
De scherpstelling van de camera aanpassen
One Touch-opname gebruiken
U kunt met één vingeraanraking een foto maken. Wanneer u het onderwerp
aanraakt, stelt de camera automatisch scherp op het onderwerp en wordt de foto
gemaakt.
1
2
3
Druk in de opnamemodus op [m].
Selecteer Aanraak AF → One Touch-opname.
Raak een onderwerp aan om de foto op te maken.
Als u deze functie gebruikt, is het niet mogelijk om de timer, intelligente
zoomfunctie en serieopties in te stellen.
Opnameopties 73
Gezichtsdetectie gebruiken
pAhMs
Bij gebruik van de opties voor Gezichtsdetectie worden de gezichten van mensen automatisch door de camera gedetecteerd. Wanneer u op een menselijk gezicht scherpstelt,
past de camera de belichting automatisch aan. Gebruik Smile shot om een foto te maken van een glimlachend persoon.
Gezichten detecteren
Een zelfportret maken
De camera kan automatisch maximaal 10 gezichten in één scène detecteren.
Maak foto's van uzelf. De camera stelt de scherpstelafstand in op close-up en geeft
een pieptoon weer wanneer dit gereed is.
1
2
Druk in de opnamemodus op [m].
Selecteer Gezichtsdetectie → Normaal.
Het gezicht dat zich het dichtst bij de
camera of het dichtst bij het midden van
de scène bevindt, wordt weergegeven
in een wit scherpstelkader en de overige
gezichten worden weergegeven in grijze
scherpstelkaders.
1
2
3
4
Druk in de opnamemodus op [m].
Selecteer Gezichtsdetectie → Zelfportret.
Stel de opname samen met de lens naar u toe gericht.
Als u een korte pieptoon hoort, drukt u op de [Ontspanknop].
Hoe dichter u bij de onderwerpen bent, des te sneller de camera gezichten
detecteert.
Wanneer gezichten zich in het midden
bevinden, piept de camera snel.
Als u Volume uitschakelt in de geluidsinstellingen, geeft de camera geen pieptoon
weer. (p. 135)
Opnameopties 74
Gezichtsdetectie gebruiken
Een foto van een lachend gezicht maken met Smile Shot
De camera neemt automatisch een foto wanneer er een lachend gezicht wordt
gedetecteerd.
1
2
3
Druk in de opnamemodus op [m].
Selecteer Gezichtsdetectie → Smile shot.
Stel de opname samen.
• De camera neemt automatisch een foto wanneer er een lachend gezicht
wordt gedetecteerd.
Tips voor gezichtsdetectie
• Wanneer de camera een gezicht detecteert, wordt het gedetecteerde gezicht
automatisch gevolgd.
• Gezichtsdetectie is mogelijk in de volgende gevallen niet effectief:
- de afstand tussen de camera en het onderwerp is te groot (het scherpstelkader
wordt oranje weergegeven voor Smile shot).
het is te licht of te donker.
het onderwerp kijkt niet in de richting van de camera.
het onderwerp draagt een zonnebril of een masker.
de gezichtsuitdrukking van het onderwerp verandert drastisch.
het onderwerp heeft tegenlicht of de lichtomstandigheden zijn veranderlijk.
• Als opties voor gezichtsdetectie instelt, wordt het AF-gebied automatisch
ingesteld op Multi AF.
• Afhankelijk van de geselecteerde optie voor gezichtsdetectie zijn bepaalde
opnameopties niet beschikbaar.
-
De camera herkent de lach eerder
wanneer het onderwerp breeduit
lacht.
Opnameopties 75
Helderheid en kleur aanpassen
Hier vindt u informatie over hoe u instellingen voor de helderheid en kleur kunt aanpassen om een betere beeldkwaliteit te bereiken.
De belichting handmatig aanpassen (EV)
3
pAh
Afhankelijk van de intensiteit van het omgevingslicht kunnen foto's te licht of te
donker uitvallen. U kunt dan de belichting aanpassen om een beter resultaat te
krijgen.
Druk op [F/t] om de belichting aan te passen.
• U kunt ook de draaiknop op het scherm naar links of naar rechts slepen om
de belichting aan te passen.
• De foto wordt lichter naarmate de belichting wordt verhoogd.
EV : 0
S Donkerder (-)
1
2
S Neutraal (0)
Terug
S Helderder (+)
Druk in de opnamemodus op [m].
4
Instellen
Druk op [o] om de instellingen op te slaan.
• Nadat u de belichting hebt aangepast, wordt deze instelling automatisch
Selecteer EV.
opgeslagen. Mogelijk moet dit later weer worden aangepast om onder- of
overbelichting te voorkomen.
• Als u niet weet wat de juiste belichting moet zijn, selecteert u de optie AE BKT
(Auto Exposure Bracket). De camera neemt 3 foto's achter elkaar, elk met een
andere belichting: normaal, onderbelicht en overbelicht. (p. 82)
• U kunt ook de belichtingswaarde op het scherm aanraken om het
aanpassingsvenster weer te geven.
Opnameopties 76
Helderheid en kleur aanpassen
Compenseren voor tegenlicht (ACB)
pAhM
Wanneer de lichtbron zich achter het onderwerp bevindt, of als er een groot
contrast is tussen het onderwerp en de achtergrond, komt het onderwerp
waarschijnlijk donker op de foto. Schakel in dat geval de optie Auto Contrast
Balance (ACB) in.
â–² Zonder ACB
1
2
3
De optie voor lichtmeting wijzigen
pAhM
De modus voor lichtmeting heeft betrekking op de manier waarop een camera de
hoeveelheid licht meet. De helderheid en belichting van de foto's varieert met de
gekozen modus voor lichtmeting.
1
2
3
Druk in de opnamemodus op [m].
Selecteer Lichtmeting.
Selecteer een optie.
Symbool Beschrijving
Multi:
• De camera verdeelt het frame onder in diverse gebieden en
meet de lichtintensiteit in elk gebied.
• Geschikt voor algemene foto's.
â–² Met ACB
Spot:
• De camera meet alleen de lichtintensiteit in het uiterste midden
van het kader.
• Als een onderwerp zich niet midden in het beeld bevindt, kan
de foto verkeerd belicht worden.
• Geschikt voor een onderwerp met tegenlicht.
Centrum gewogen:
• De camera bepaalt een gemiddelde voor de lichtmeting van het
gehele beeld, maar met nadruk op het midden.
• Geschikt voor foto's waarbij het onderwerp zich in het midden
van het beeld bevindt.
Druk in de opnamemodus op [m].
Selecteer ACB.
Selecteer een optie.
Symbool Beschrijving
Uit: Auto Contrast Balance (ACB) is uitgeschakeld.
Aan: Auto Contrast Balance (ACB) is ingeschakeld.
De ACB-functie is altijd ingeschakeld in de modus Smart Auto.
Opnameopties 77
Helderheid en kleur aanpassen
Een instelling voor Witbalans selecteren
pAhM
De kleuren in een foto zijn afhankelijk van het soort lichtbron en de kwaliteit
daarvan. Als u wilt dat uw foto's realistische kleuren hebben, selecteert u een
witbalansinstelling die geschikt is voor de lichtomstandigheden, zoals Auto
witbalans, Daglicht, Bewolkt of Kunstlicht.
1
2
3
Druk in de opnamemodus op [m].
Selecteer Witbalans.
Selecteer een optie.
Symbool Beschrijving
Auto witbalans: automatisch de witbalans instellen op basis van
de lichtomstandigheden.
Daglicht: voor foto's buitenshuis op een zonnige dag.
Auto witbalans
Bewolkt: voor foto's buitenshuis op een bewolkte dag of in de
schaduw.
TL-licht H: voor opname bij daglichtlampen of driewegfluorescentielampen.
Daglicht
TL-licht L: voor opname bij wit TL-licht.
Kunstlicht: voor opname binnenshuis bij gloeilamp- of
halogeenlampverlichting.
Kleurtemp.: de kleurtemperatuur van de lichtbron instellen.
(p. 79)
Aangepaste instelling: instellingen voor de witbalans gebruiken
die u hebt ingesteld. (p. 80)
Bewolkt
Kunstlicht
Opnameopties 78
Helderheid en kleur aanpassen
Voorgedefinieerde witbalansopties aanpassen
Kleurtemperatuur aanpassen
U kunt de voorgedefinieerde witbalansopties aanpassen, behalve Auto witbalans
en Aangepaste instelling.
1
2
3
4
5
Druk in de opnamemodus op [m].
Selecteer Witbalans.
Scrol naar een gewenste optie.
1
2
3
4
Druk op [D].
Druk in de opnamemodus op [m].
Selecteer Witbalans → Kleurtemp..
Druk op [D].
Druk op [F/t] om de kleurtemperatuur aan te passen zodat deze
aansluit bij uw lichtbron.
• Sleep de schuifregelaar of raak +/- aan om de kleurtemperatuur aan te
passen.
Druk op [D/c/F/t] om de waarde van de coördinaten aan te
passen.
• U krijgt een warmere foto met een hogere waarde en een koelere foto met
een lagere waarde.
• U kunt ook een gedeelte van het scherm aanraken.
Kleurtemperatuur : 6500 K
Witbalans : Daglicht
Terug
6
Instellen
•
•
•
•
G: groen
A: oranje
M: magenta
B: blauw
Druk op [o] om de instellingen op te slaan.
Terug
5
Instellen
Druk op [o] om de instellingen op te slaan.
Opnameopties 79
Helderheid en kleur aanpassen
Uw eigen witbalansinstelling configureren
U kunt de witbalans aanpassen door een foto te maken van een wit oppervlak, zoals
een stuk papier, onder de lichtomstandigheden waarin u een foto wilt maken. De
functie voor witbalans helpt u om de kleuren in uw foto te laten overeenkomen met
de werkelijke scène.
1
2
3
Druk in de opnamemodus op [m].
Selecteer Witbalans → Aangepaste instelling.
Richt de lens op een wit stuk papier en druk op de [Ontspanknop].
Een vel wit papier
Opnameopties 80
Serieopnamen
pAhMsg
Het kan lastig zijn foto's te maken van snel bewegende onderwerpen, of natuurlijke gezichtsuitdrukkingen en gebaren van uw onderwerpen in foto's vast te leggen. Het kan
ook moeilijk zijn om de belichting correct aan te passen en een juiste belichtingsbron te selecteren. Selecteer in deze gevallen een van de modi voor serieopnamen. U kunt de
timer instellen om de opname met een vertraging te maken.
3
Lijn uw onderwerp uit in het kader en druk vervolgens de
[Ontspanknop] half in om scherp te stellen.
4
Houd de [Ontspanknop] ingedrukt.
• Terwijl u de [Ontspanknop] ingedrukt houdt, blijft de camera achter elkaar
foto's maken.
• Afhankelijk van de opnameomstandigheden kunnen de beschikbare opties
verschillen.
Continu foto's maken
• Afhankelijk van de geselecteerde optie voor gezichtsdetectie zijn bepaalde
1
2
• Het kan langer duren om de foto's op te slaan afhankelijk van de capaciteit en
opnameopties niet beschikbaar.
Druk in de opnamemodus op [t].
prestaties van de geheugenkaart.
Selecteer een optie.
• In sommige modi kunt u ook de opnameoptie instellen door op [m] te
Symbool Beschrijving
Continu hoog: achter elkaar 7,1 foto's per seconde maken.
(U kunt maximaal 6 foto's in een serie maken.)
drukken en vervolgens Station/timer te selecteren.
Continu normaal: achter elkaar 3 foto's per seconde maken.
(U kunt maximaal 6 foto's in een serie maken.)
Eén foto: één foto maken. (Eén foto is niet een optie voor
serieopnamen.)
Opnameopties 81
Serieopnamen
Timer gebruiken
Foto's met de bracketfunctie maken
1
2
Met de functie voor automatische belichtingstrap kunt u meerdere foto's van
hetzelfde onderwerp maken met verschillende belichtingswaarden.
Druk in de opnamemodus op [t].
Selecteer een optie.
Symbool Optie
2 sec: een foto maken na een vertraging van 2 seconden.
1
2
Druk in de opnamemodus op [t].
Selecteer AE BKT.
• Wanneer u op de [Ontspanknop] drukt, neemt de camera 3 foto's achter elkaar,
10 sec: een foto maken na een vertraging van 10 seconden.
elk met een andere belichting: normaal, onderbelicht en overbelicht.
• Druk op [m] en selecteer AE BKT instellen om de belichtingswaarden in te
• Druk op de [Ontspanknop] om de timer te annuleren.
• In sommige modi kunt u ook de opnameoptie instellen door op [m] te
stellen.
• Het maken van de foto kan langer duren. Gebruik een statief voor optimale
drukken en vervolgens Station/timer of Timer te selecteren.
resultaten.
Opnameopties 82
Afbeeldingen aanpassen
pAhM
U kunt de scherpte, kleurverzadiging en het contrast van uw foto's aanpassen.
1
2
3
Druk in de opnamemodus op [m].
4
Selecteer Beeld aanpassen.
Druk op [F/t] om de waarden aan te passen.
• U kunt ook de schuifregelaar slepen of +/- aanraken om de belichting aan te
passen.
Selecteer een optie.
Scherpte
• Scherpte
• Contrast
• Kleurverzadiging
–
+
Beschrijving
De randen van uw foto's verzachten (geschikt voor
fotobewerking op de computer).
De randen verscherpen om de foto's duidelijker te maken.
(Hierdoor kan ook de beeldruis in de foto's toenemen).
Beeld aanpassen : Scherpte
Contrast
–
Scherpte
+
Contrast
Kleurverzadiging Beschrijving
–
De kleurverzadiging verlagen.
Kleurverzadiging
Terug
Beschrijving
De kleuren en helderheid verlagen.
De kleuren en helderheid verhogen.
Instellen
+
5
De kleurverzadiging verhogen.
Druk op [o] om de instellingen op te slaan.
Selecteer 0 als u geen effect wilt toepassen (geschikt voor afdrukken).
Opnameopties 83
Het geluid van de zoom instellen
TpAhMsig
Wanneer u tijdens het opnemen van video's gebruikmaakt van de zoom, kan de camera het geluid van de zoom opnemen. Gebruik de functie Sound Alive om het zoomgeluid
te verminderen.
1
2
3
Druk in de opnamemodus op [m].
Selecteer Spraak.
Selecteer een optie.
Symbool Beschrijving
Sound Alive Aan: de Sound Alive-functie inschakelen om het
zoomgeluid te verminderen.
Sound Alive Uit: de functie Sound Alive uitschakelen. De camera
kan het zoomgeluid opnemen.
• Blokkeer de microfoon niet wanneer u de functie Sound Alive gebruikt.
• Opnamen die worden gemaakt met Sound Alive, kunnen anders klinken dan de
daadwerkelijke geluiden.
Opnameopties 84
Foto's vastleggen terwijl u een video opneemt
TpAhMsig
U kunt foto's vastleggen terwijl u een video opneemt zonder over te schakelen naar de fotostand (maximaal 6 foto's).
1
2
3
Draai de modusdraaiknop naar p, G, s, i, g of T.
• Het formaat van vastgelegde afbeeldingen wordt automatisch gewijzigd,
Druk op
• Foto's die u hebt vastgelegd tijdens het opnemen van een video, hebben
afhankelijk van het formaat van de opgenomen video.
(Video-opname) om de opname te starten.
Druk op de [Ontspanknop] om foto's te maken.
• Als u het opnemen van video onderbreekt, kunt u geen foto's maken door op
de [Ontspanknop] te drukken.
• Vastgelegde foto's worden automatisch opgeslagen.
Foto's vastgelegd tijdens het
opnemen van een video
4
Druk opnieuw op
(Video-opname) om de opname te stoppen.
Opnameopties 85
mogelijk een lagere kwaliteit dan de foto's die u op de normale wijze hebt
gemaakt.
• Deze functie wordt mogelijk niet ondersteund in bepaalde modi.
Afspelen/bewerken
Hier vindt u informatie over hoe u foto's of video's afspeelt en u foto's bewerkt. Ook leest u hier hoe u de camera op
een computer of televisie aansluit.
Foto's of video's weergeven in de
afspeelmodus …………………………………… 87
De afspeelmodus starten ……………………… 87
Foto's weergeven ……………………………… 92
Een video afspelen ……………………………… 94
Foto's bewerken ………………………………… 95
Het formaat van foto's wijzigen …………………
Een foto draaien …………………………………
Een foto bijsnijden ………………………………
Effecten van Intelligent filter toepassen ………
Donkere onderwerpen, de helderheid, het
contrast of de kleurverzadiging aanpassen ……
Portretfoto's aanpassen ………………………
95
95
96
96
97
98
Een video bewerken …………………………… 99
Een video bijsnijden …………………………… 99
Afzonderlijke beelden uit een video opslaan … 99
Bestanden op een tv weergeven ……………… 100
Bestanden naar een computer overbrengen … 101
Bestanden naar een Windows-computer
overbrengen …………………………………… 101
Bestanden naar een Mac-computer
overbrengen …………………………………… 102
Programma's op de computer gebruiken …… 104
i-Launcher installeren
i-Launcher gebruiken
………………………… 104
………………………… 105
Foto's of video's weergeven in de afspeelmodus
Hier vindt u informatie over hoe u foto's, video's en spraakmemo's kunt afspelen en hoe u bestanden beheert.
De afspeelmodus starten
Fotobestandsinformatie
Bekijk foto's en video's die op de camera zijn opgeslagen.
1
Actief geheugen
Druk op [P].
• Het recentste bestand wordt weergegeven.
• Als de camera is uitgeschakeld, wordt deze ingeschakeld en wordt het
Histogram
recentste bestand weergegeven.
2
Bestandsgegevens
Druk op [F/t] om door de bestanden te scrollen.
• U kunt ook de afbeelding naar links of rechts slepen om naar een ander
2015
bestand te gaan.
• Houd [F/t] ingedrukt om snel door de bestanden te scrollen.
• Als u bestanden in het interne geheugen wilt weergeven, verwijdert u de
Symbool
Beschrijving
Huidig bestand/totaal aantal bestanden
geheugenkaart.
• U kunt bestanden die zijn opgenomen met andere camera's, mogelijk
Mapnaam – Bestandsnaam
(afbeeldingsformaat, enzovoort) of codecs. Gebruik een computer of ander
apparaat om deze bestanden te bewerken of af te spelen.
• Foto's of video's die zijn vastgesteld in de staande stand, worden niet
automatisch gedraaid en worden weergegeven in de liggende stand op de
camera en andere apparaten.
Foto's achter elkaar vastgelegd (zie 'Bestanden weergeven als een
map', p. 88)
Beveiligd bestand
Het bestand overdragen of delen
Bestanden als miniaturen weergeven (p. 89)
Als u bestandsgegevens op het scherm wilt weergeven, drukt u op [D].
Afspelen/bewerken 87
Foto's of video's weergeven in de afspeelmodus
Videobestandsinformatie
Bestanden weergeven als een map
Foto's die achter elkaar zijn gemaakt, worden weergegeven als een map.
1
5
Symbool
Druk in de afspeelmodus op [F/t] of sleep de afbeelding naar links
of rechts om naar een gewenste map te gaan.
• De camera geeft automatisch de foto's in de map weer.
Bestandsgegevens
Beschrijving
Huidig bestand/totaal aantal bestanden
Eén foto-weergave
Mapnaam – Bestandsnaam
Videobestand
GIF-bestand: het bestand opgenomen in de modus Foto in beweging
Beveiligd bestand
2
Druk op [o] of draai [Zoomknop] naar rechts om de map te
openen.
• U kunt ook
Video's afspelen
Bestanden als miniaturen weergeven (p. 89)
Als u bestandsgegevens op het scherm wilt weergeven, drukt u op [D].
Eén foto-weergave op het scherm aanraken om de map te
openen.
Het bestand overdragen of delen
3
Druk op [F/t] of sleep de afbeelding naar links of rechts om naar
een ander bestand te gaan.
4
Druk op [o] of draai [Zoomknop] naar links om terug te keren
naar de afspeelmodus.
• Of raak
Afspelen/bewerken 88
aan om terug te gaan naar de afspeelmodus.
Foto's of video's weergeven in de afspeelmodus
Bestanden als miniatuur weergeven
Bestanden weergeven op categorie
Bekijk miniaturen van bestanden.
Bestanden op categorie weergeven, zoals datum of bestandstype.
Draai in de afspeelmodus de [Zoomknop] naar links om miniaturen
weer te geven (12 per keer). Draai de [Zoomknop] nog een keer
naar links om meer miniaturen weer te geven (24 per keer). Draai
de [Zoomknop] naar rechts om naar de vorige weergave terug te
keren.
1
2
Draai in de afspeelmodus de [Zoomknop] naar links.
Druk op [m] en selecteer vervolgens Filter → een categorie.
• U kunt ook
aanraken om een categorie te selecteren.
Filter
Alles
Datum
Bestandstype
Raak een bestand aan om dit op het
volledige scherm weer te geven.
Terug
Instellen
Symbool Beschrijving
• Druk op [D/c/F/t] of sleep het scherm omhoog of omlaag om naar de
Alles: bestanden normaal weergeven.
vorige of volgende pagina met miniaturen te gaan.
Datum: bestanden weergeven op volgorde van opslagdatum.
selecteren en verwijder ze of draag ze over.
Bestandstype: bestanden weergeven op bestandstype.
• Houd in de miniatuurweergave de bestanden vast of druk op [m] om ze te
Afspelen/bewerken 89
Foto's of video's weergeven in de afspeelmodus
3
4
5
Bestanden wissen
Raak een lijst aan om deze te openen.
Raak een lijst aan om deze weer te geven.
Selecteer bestanden die u wilt verwijderen in de afspeelmodus.
Draai de [Zoomknop] naar links om naar de vorige weergave terug
te keren.
Eén bestand verwijderen
U kunt één bestand selecteren en dit verwijderen.
• Of raak
1
2
aan om terug te gaan naar de vorige weergave.
Als u de categorie wijzigt, kan het enige tijd duren voordat de camera de
bestanden opnieuw indeelt, afhankelijk van het aantal bestanden.
Selecteer in de afspeelmodus een bestand en druk op [ /f].
Wanneer het pop-upbericht wordt weergegeven, selecteert u Ja.
• U kunt ook meerdere bestanden wissen in de afspeelmodus door op [m] en
vervolgens Wissen → Wissen → Ja te selecteren.
• U kunt ook bestanden verwijderen in de miniatuurweergave door het bestand
te blijven aanraken en vervolgens
Bestanden beveiligen
Beveilig uw bestanden om te voorkomen dat ze per ongeluk worden verwijderd.
1
2
3
Selecteer in de afspeelmodus een bestand om te beveiligen.
Druk op [m] en selecteer Beveiligen → Aan.
Herhaal stap 1 en 2 om meer bestanden te beveiligen.
U kunt een beveiligd bestand niet verwijderen of draaien.
Afspelen/bewerken 90
→ OK te selecteren.
Foto's of video's weergeven in de afspeelmodus
Meerdere bestanden verwijderen
U kunt meerdere bestanden selecteren en deze tegelijk verwijderen.
Alle bestanden verwijderen
U kunt alle bestanden selecteren en deze tegelijk verwijderen.
1
1
Druk in de afspeelmodus op [m].
• Druk in de miniatuurweergave op [m], selecteer Wissen → Selecteren
Druk in de afspeelmodus op [m].
• Druk in de miniatuurweergave op [m], selecteer Wissen → Alles wissen
en ga verder met stap 3 of druk op [ /f], selecteer Selecteren en ga verder
met stap 3.
2
3
Selecteer Wissen → Meer wissen.
4
5
Druk op [ /f].
en ga verder met stap 3 of druk op [ /f], selecteer Alles wissen en ga
verder met stap 3.
2
3
Scrol naar de bestanden die u wilt uploaden en druk op [o].
• Druk nogmaals op[o] om de selectie te annuleren.
Selecteer Wissen → Alles wissen.
Wanneer het pop-upbericht wordt weergegeven, selecteert u Ja.
• Alle niet-beveiligde bestanden worden verwijderd.
Wanneer het pop-upbericht wordt weergegeven, selecteert u Ja.
Afspelen/bewerken 91
Foto's of video's weergeven in de afspeelmodus
Foto's weergeven
Om
Vergroot een deel van een foto of geef foto's weer als diashow.
Het vergrote gebied
verplaatsen
Een foto vergroten
Draai in de afspeelmodus de [Zoomknop] naar rechts om een deel
van een foto te vergroten. Draai de [Zoomknop] naar links om uit
te zoomen.
De vergrote foto
bijsnijden
Beschrijving
• Druk op [D/c/F/t].
• Sleep het scherm om een ander deel van de foto
weer te geven.
Druk op [o] en selecteer Ja. (De bijgesneden
foto wordt opgeslagen als een nieuw bestand. De
oorspronkelijke foto blijft in zijn oorspronkelijke vorm
bewaard.)
• U kunt ook uw vingers samenknijpen of ze spreiden op het scherm om een foto
te vergroten of verkleinen.
• Als u foto's weergeeft die zijn gemaakt met een andere camera, kan de
Vergroot gebied
Terug
zoomverhouding verschillen.
Bijsnijden
Afspelen/bewerken 92
Foto's of video's weergeven in de afspeelmodus
Panoramafoto's weergeven
Een diashow afspelen
Foto's weergeven die zijn gemaakt in de panoramamodus.
1
Scrol in de afspeelmodus naar de gewenste panoramafoto.
2
Druk op [o] of raak
Effecten toepassen op een diashow met uw foto's. De diashowfunctie werkt niet
voor video's en GIF-bestanden.
• De volledige panoramafoto wordt weergegeven op het scherm.
aan.
• De camera scrolt automatisch van links naar rechts door de foto voor een
horizontale panoramafoto en van boven naar beneden voor een verticale
panoramafoto. De camera schakelt vervolgens over naar de afspeelmodus.
• Druk tijdens het weergeven van een panoramafoto op [o] om te pauzeren
of hervatten.
• Druk nadat u het afspelen van een panoramafoto hebt gepauzeerd, op
[D/c/F/t] om de foto horizontaal of verticaal te bewegen, afhankelijk
van de richting waarin u bewoog tijdens het maken van de foto.
3
1
2
3
Druk in de afspeelmodus op [m].
Selecteer Opties voor diashow.
Selecteer een effect voor de diashow.
• Ga naar stap 4 als u een diashow zonder effecten wilt starten.
* Standaard
Optie
Beschrijving
Instellen of de diashow wordt herhaald.
Afspeelmodus
(Eenmaal afspelen*, Herhalen)
• Het interval tussen foto's instellen.
Druk op [b] om terug te gaan naar de afspeelmodus.
Interval
U kunt de panoramafoto afspelen door op [o] te drukken of, als de langste zijde
van de foto twee keer zo lang of langer is dan de kortste zijde, door
aan te
raken.
Effect
4
Druk op [b].
Afspelen/bewerken 93
(1 sec*, 3 sec, 5 sec, 10 sec)
• U moet de optie Effect instellen op Uit om een interval in
te stellen.
• Een scèneovergangseffect instellen tussen foto's.
(Uit, Rustig*, Zonnig, Ontspannen, Levendig, Zacht)
• Selecteer Uit om de effecten te annuleren.
• Als u de optie Effect gebruikt, wordt het interval tussen
foto's ingesteld op 1 seconde.
Foto's of video's weergeven in de afspeelmodus
5
6
Selecteer Diashow starten.
Symbool Beschrijving
Naar het vorige bestand gaan/terugspoelen. (Elke keer dat u het
pictogram voor terugspoelen aanraakt, wordt de scansnelheid als
/
volgt gewijzigd: 2X, 4X, 8X.)
Geef de diashow weer.
• Druk op [o] om de diashow te onderbreken.
• Druk nogmaals op [o] om de diashow te hervatten.
/
Druk op [b] om de diashow te stoppen en terug te schakelen naar de
afspeelmodus.
/
Het afspelen onderbreken of hervatten.
Naar het volgende bestand gaan/vooruitspoelen. (Elke keer
dat u het pictogram voor vooruitspoelen aanraakt, wordt de
scansnelheid als volgt gewijzigd: 2X, 4X, 8X.)
Het volume aanpassen of het geluid dempen.
Een video afspelen
• U kunt ook de [Zoomknop] naar links of rechts draaien om het volumeniveau
In de afspeelmodus kunt u een video weergeven en een geanimeerde foto.
aan te passen.
1
Selecteer in de afspeelmodus een bestand en druk op [o] of raak
aan.
2
Geef de video weer.
• Wanneer u een film afspeelt, kunt u functies, zoals achteruit scannen of vooruit
scannen, gaan gebruiken nadat de video 2 seconden is afgespeeld.
Bewegende foto's weergeven
Huidige afspeelduur/
lengte van video
GIF-animatiebestanden herhaaldelijk weergeven die zijn vastgelegd in de modus
Foto in beweging.
1
2
3
Scrol in de afspeelmodus naar het gewenste GIF-bestand.
Druk op [o] of raak
aan.
Druk op [b] om terug te gaan naar de afspeelmodus.
Stop
Afspelen/bewerken 94
Foto's bewerken
Hier vindt u informatie over het bewerken van foto's.
•
•
•
•
De camera slaat bewerkte foto's op als nieuwe bestanden.
Bewerkte foto's kunnen worden geconverteerd naar een lagere resolutie.
U kunt foto's niet bewerken terwijl u bestanden weergeeft als map. Open de map en selecteer een foto om de foto te bewerken.
Foto's die zijn vastgesteld in bepaalde modi, kunnen niet worden bewerkt.
Het formaat van foto's wijzigen
Een foto draaien
U kunt het formaat van een foto wijzigen en de foto als een nieuw bestand opslaan.
1
2
3
Draai de modusdraaiknop naar g en selecteer vervolgens
.
1
• U kunt ook op [m] drukken en vervolgens Afbeelding bewerken selecteren.
Draai de [Zoomknop] naar links of raak
selecteren.
Raak
aan en selecteer een optie.
aan om een foto te
Draai de modusdraaiknop naar g en selecteer vervolgens
• U kunt ook op [m] drukken en vervolgens Afbeelding bewerken
selecteren.
2
3
Draai de [Zoomknop] naar links of raak
selecteren.
Raak aan en selecteer een optie.
Resolutie wijzigen : 2592 X 1944
4
Raak
aan om op te slaan.
.
Draaien : Rechts 90Ëš
4
Raak
De beschikbare opties voor formaat wijzigen verschillen, afhankelijk van het
originele formaat van de foto.
aan om op te slaan.
De camera overschrijft het originele bestand.
Afspelen/bewerken 95
aan om een foto te
Foto's bewerken
Een foto bijsnijden
1
Effecten van Intelligent filter toepassen
Draai de modusdraaiknop naar g en selecteer vervolgens
• U kunt ook op [m] drukken en vervolgens Afbeelding bewerken
Pas speciale effecten toe op uw foto's.
.
1
selecteren.
2
Draai de [Zoomknop] naar links of raak
selecteren.
3
4
Raak
5
Raak
aan om een foto te
aan en sleep het kader naar een gewenste locatie.
Pas de grootte van het gebied aan door de hoeken van het vak te
slepen.
Draai de modusdraaiknop naar g en selecteer vervolgens
• U kunt ook op [m] drukken en vervolgens Afbeelding bewerken
.
selecteren.
2
Draai de [Zoomknop] naar links of raak
selecteren.
3
4
Raak
aan en selecteer een optie.
Raak
aan om op te slaan.
aan om een foto te
aan.
Intelligent filter : Miniatuur
Optie
Uit
Miniatuur
Afspelen/bewerken 96
Beschrijving
Geen effect
Een effect toepassen om het onderwerp in miniatuur weer te
geven. (De boven- en onderkant van de foto worden wazig
gemaakt.)
Foto's bewerken
Optie
Beschrijving
Retro-kleuren, een hoog contrast en sterke vignettering van
Lomo-camera's toepassen.
Geef uw foto het uiterlijk van een schets in inkt.
Aquarel
Het effect van een olieverfschilderij toepassen.
Olieverf
Het effect van een striptekening toepassen.
Cartoon
Lijnen toevoegen die naar buiten lopen van heldere
Kruisfilter
objecten om het visuele effect van een kruisfilter te imiteren.
Een schetseffect van een pen toepassen.
Schets
Onzuiverheden op het gezicht verhullen of droomachtige
Softfocus
effecten toevoegen.
Objecten die in de buurt zijn, vervormen om de visuele
Visoog
effecten van een vissenooglens te imiteren.
Een zwart-witeffect toepassen.
Klassiek
Een sepiatinteffect toepassen.
Retro
De randen van een foto vervagen om de onderwerpen in het
Zoomopname
midden te benadrukken.
Vignetten
5
Raak
aan om op te slaan.
Donkere onderwerpen, de helderheid, het contrast of de
kleurverzadiging aanpassen
Hier vindt u informatie over het aanpassen van de helderheid, het contrast of de
kleurverzadiging. Als het midden van een foto donker is, kunt u deze lichter maken.
De camera slaat een bewerkte foto op als een nieuw bestand, maar converteert de
foto mogelijk naar een lagere resolutie.
• U kunt tegelijk de helderheid, het contrast en de kleurverzadiging aanpassen en
Intelligent filter-effecten toepassen.
• Als u het ACB-effect hebt toegepast, kunt u de helderheid, het contrast of
de kleurverzadiging niet aanpassen. Als u de helderheid, het contrast of de
kleurverzadiging hebt aangepast, kunt u het ACB-effect niet toepassen.
1
Draai de modusdraaiknop naar g en selecteer vervolgens
2
Draai de [Zoomknop] naar links of raak
selecteren.
3
Raak
.
• U kunt ook op [m] drukken en vervolgens Afbeelding bewerken selecteren.
aan om een foto te
aan en selecteer een foto.
Symbool Beschrijving
Donkere onderwerpen aanpassen (ACB)
Helderheid
Contrast
Kleurverzadiging
• Als u
Afspelen/bewerken 97
hebt geselecteerd, gaat u verder met stap 6.
Foto's bewerken
4
Druk op [F/t] om de optie aan te passen.
• U kunt ook de schuifregelaar slepen of +/- aanraken om de optie aan te
passen.
5
6
Raak
→
Raak
aan om op te slaan.
aan.
Portretfoto's aanpassen
De camera slaat een bewerkte foto op als een nieuw bestand, maar converteert de
foto mogelijk naar een lagere resolutie.
1
Draai de modusdraaiknop naar g en selecteer vervolgens
• U kunt ook op [m] drukken en vervolgens Afbeelding bewerken
.
selecteren.
2
Draai de [Zoomknop] naar links of raak
selecteren.
3
4
Raak
aan om een foto te
aan en selecteer Gezichtretouchering.
Druk op [F/t] om de optie aan te passen.
• U kunt ook de schuifregelaar slepen of +/- aanraken om de optie aan te
passen.
• Hoe hoger het nummer, des te helderder de huidskleur.
5
Raak
aan om op te slaan.
Afspelen/bewerken 98
Een video bewerken
Tijdens het afspelen van een video kunt u de video bijsnijden of een beeld uit de video vastleggen.
10
Een video bijsnijden
1
2
3
Wanneer het pop-upbericht wordt weergegeven, selecteert u Ja.
• De oorspronkelijke video moet ten minste 10 seconden lang zijn.
• U kunt video's bijsnijden van 2 seconden vanaf het begin en 2 seconden vanaf
Selecteer in de afspeelmodus een video en druk op [m].
Selecteer Video bijsnijden.
het einde van de video.
• De camera slaat de bewerkte video op als nieuw bestand en brengt geen
Druk op [o] of raak aan om te beginnen met het afspelen van de
video.
wijzigingen aan in de oorspronkelijke video.
4
Druk op [o] of raak
beginnen.
5
6
Druk op [c] of raak Startpunt aan.
Afzonderlijke beelden uit een video opslaan
Druk op [o] of raak aan om het afspelen van de video te
hervatten.
1
Druk tijdens het afspelen van een video op [o] of raak
het punt waarop u een beeld wilt opnemen.
7
Druk op [o] of raak
eindigen.
2
Druk op [c] of raak Vastleggen aan.
8
9
Druk op [c] of raak Eindpunt aan.
aan op het punt waarop u het bijsnijden wilt
aan op het punt waarop u het bijsnijden wilt
aan op
• De resolutie van het opgenomen beeld is gelijk aan die van de originele video.
• Het opgenomen beeld wordt als nieuw bestand opgeslagen.
Druk op [c] of raak Bijsnijden aan om een video bij te snijden.
• U kunt de scène aanpassen die moet worden bijgesneden door de grepen te
verplaatsen die op de voortgangsbalk worden weergegeven.
Afspelen/bewerken 99
Bestanden op een tv weergeven
U kunt foto's of video's bekijken door de camera met de A/V-kabel op een televisie aan te sluiten.
1
2
3
4
5
Draai de modusdraaiknop naar n.
Selecteer Connectiviteit → Video.
Selecteer een video-uitvoersignaal voor uw land of regio. (p. 136)
6
Schakel de televisie in en selecteer de A/V-videobron met de
afstandsbediening van de televisie.
7
Schakel de camera in.
Schakel de camera en de televisie uit.
• De camera schakelt automatisch over naar de afspeelmodus als u deze
aansluit op een televisie.
Sluit de camera met de A/V-kabel op de televisie aan.
Audio
8
Bekijk foto's of speel video's af met behulp van de cameraknoppen.
• Afhankelijk van het model van televisie wordt er mogelijk digitale ruis
Video
weergegeven of wordt een deel van het beeld niet weergegeven.
• Afhankelijk van de televisie-instellingen kan het voorkomen dat de beelden niet
gecentreerd op het scherm worden weergegeven.
Afspelen/bewerken 100
Bestanden naar een computer overbrengen
Sluit de camera aan op de computer om bestanden over te brengen van de geheugenkaart van de camera naar de computer.
Bestanden naar een Windows-computer overbrengen
5
Schakel de camera in.
6
Selecteer op de computer Deze computer → Verwisselbare schijf
→ DCIM → 100PHOTO.
7
Sleep de bestanden naar de computer of sla ze op de computer op.
U kunt de camera op de computer aansluiten als een verwisselbare schijf.
Windows 7 of Windows 8 moet worden uitgevoerd op uw computer als u de
camera wilt aansluiten als verwisselbare schijf.
1
2
3
4
Draai de modusdraaiknop naar n.
• De camera wordt automatisch herkend.
Selecteer Connectiviteit → i-Launcher → Uit.
Schakel de camera uit.
Sluit de camera op de computer aan met de USB-kabel.
U moet het kleine uiteinde van de USB-kabel aansluiten op uw camera. Als
u de kabel omgekeerd aansluit, kunnen de bestanden beschadigen. De
fabrikant is niet verantwoordelijk voor enig verlies van gegevens.
Afspelen/bewerken 101
Bestanden naar een computer overbrengen
De camera loskoppelen (voor Windows 7)
Bestanden naar een Mac-computer overbrengen
Voor Windows 8 gelden vergelijkbare methoden voor het loskoppelen van de
camera.
1
Als het statuslampje op de camera knippert, wacht u tot het
knipperen ophoudt.
2
Klik op op de werkbalk rechtsonder in het scherm van de
computer.
Wanneer u de camera op een Mac-computer aansluit, wordt het apparaat
automatisch door de computer herkend. U kunt de bestanden rechtstreeks van de
camera naar de computer overbrengen, zonder dat het nodig is om programma's te
installeren.
Mac OS 10.7 of hoger wordt ondersteund.
1
2
3
4
Klik op het pop-upbericht.
5
Verwijder de USB-kabel.
Schakel de camera uit.
Sluit de camera met de USB-kabel op een Mac-computer aan.
Klik op het berichtveld waarin wordt aangegeven dat de camera
veilig is verwijderd.
Afspelen/bewerken 102
U moet het kleine uiteinde van de USB-kabel aansluiten op uw camera. Als
u de kabel omgekeerd aansluit, kunnen de bestanden beschadigen. De
fabrikant is niet verantwoordelijk voor enig verlies van gegevens.
Bestanden naar een computer overbrengen
3
Schakel de camera in.
• De computer herkent de camera automatisch en geeft een pictogram van
een verwisselbare schijf weer.
4
5
Open op de computer de verwisselbare schijf.
Sleep de bestanden naar de computer of sla ze op de computer op.
Afspelen/bewerken 103
Programma's op de computer gebruiken
Met i-Launcher kunt u bestanden afspelen met Multimedia Viewer en kunt u via koppelingen nuttige programma's downloaden.
5
6
i-Launcher installeren
1
2
3
4
Draai de modusdraaiknop naar n.
Schakel de camera in.
Installeer i-Launcher op de pc.
Besturingssysteem Installatieprocedure
Als een pop-upvenster wordt weergegeven met de
vraag of u i-Launcher wilt installeren, selecteert u Ja.
• Als het pop-upvenster niet wordt weergegeven,
selecteert u Deze computer → i-Launcher →
iLinker.exe.
Windows
• Als een pop-upvenster wordt weergegeven dat u
iLinker.exe moet uitvoeren, moet u dit eerst uitvoeren.
• Wanneer u de camera aansluit op een computer
waarop i-Launcher is geïnstalleerd, wordt het
programma automatisch gestart.
Selecteer Connectiviteit → i-Launcher → Aan.
Schakel de camera uit.
Sluit de camera op de computer aan met de USB-kabel.
U moet het kleine uiteinde van de USB-kabel aansluiten op uw camera. Als
u de kabel omgekeerd aansluit, kunnen de bestanden beschadigen. De
fabrikant is niet verantwoordelijk voor enig verlies van gegevens.
Mac
7
Klik op Apparaten → i-Launcher → Mac → iLinker.
Volg de instructies op het scherm om de installatie te voltooien.
Voordat u het programma installeert, moet u ervoor zorgen dat de pc is verbonden
met een netwerk.
Afspelen/bewerken 104
Programma's op de computer gebruiken
Beschikbare programma's tijdens het gebruik van i-Launcher
i-Launcher gebruiken
Optie
Multimedia Viewer
Beschrijving
Met Multimedia Viewer kunt u bestanden weergeven.
Met i-Launcher kunt u bestanden afspelen met Multimedia Viewer en kunt u via een
koppeling het programma PC Auto Backup downloaden.
Software Update
Hiermee kunt u de firmware van uw camera bijwerken.
i-Launcher bevat een koppeling waarmee u het
programma PC Auto Backup kunt downloaden wanneer
u de camera aansluit op een computer. U kunt foto's of
video's die u met de camera hebt opgenomen, draadloos
verzenden naar een pc.
PC Auto Backup
Als u een Mac-computer gebruikt, zijn alleen Software Update en PC Auto Backup
beschikbaar.
Afspelen/bewerken 105
• De vereisten op de volgende pagina zijn slechts aanbevelingen. i-Launcher
werkt mogelijk niet correct, zelfs wanneer de computer voldoet aan de vereisten,
afhankelijk van de toestand van de computer.
• Als uw computer niet voldoet aan de vereisten, worden video's mogelijk niet
correct afgespeeld.
De fabrikant is niet verantwoordelijk voor schade die wordt veroorzaakt door het
gebruik van niet-geschikte computers zoals samengestelde computers.
Programma's op de computer gebruiken
Vereisten voor Windows OS
Vereisten voor Mac OS
Item
Vereisten
Intel® Core™ 2 Duo 1,66 GHz of hoger/
AMD Athlon X2 Dual-Core 2,2 GHz of hoger
Item
Vereisten
Besturingssysteem Mac OS 10.7 of hoger
Minimaal 512 MB RAM (1 GB of meer aanbevolen)
Windows 7 of Windows 8
250 MB of meer (1 GB of meer aanbevolen)
• 1024 X 768 pixels, monitor met ondersteuning voor
16-bits (1280 X 1024 pixels, 32-bits kleurenmonitor
aanbevolen)
• USB 2.0-poort
• nVIDIA Geforce 7600GT of hoger/
ATI X1600-reeks of hoger
• Microsoft DirectX 9.0c of hoger
Schijfruimte
Processor
RAM
Besturingssysteem*
Schijfruimte
Overig
RAM
Overig
Minimaal 256 MB RAM (512 MB of meer aanbevolen)
Minimaal 110 MB
USB 2.0-poort
i-Launcher openen
Selecteer op de computer Starten → Alle programma's → Samsung → i-Launcher
→ Samsung i-Launcher. Of klik op Applications (Programma's) → Samsung →
i-Launcher op uw Mac-computer.
* Een 32-bits versie van i-Launcher wordt geïnstalleerd; zelfs op 64-bits edities van Windows 7
en Windows 8.
Afspelen/bewerken 106
Programma's op de computer gebruiken
Multimedia Viewer gebruiken
Met Multimedia Viewer kunt u bestanden afspelen. Klik op het scherm Samsung i-Launcher op Multimedia Viewer.
• Multimedia Viewer ondersteunt de volgende bestandstypen:
- Video's: MP4 (Video: H.264, Audio: AAC), WMV (WMV 7/8/9), AVI (MJPEG)
- Foto's: JPG, GIF, BMP, PNG, TIFF, MPO
• Bestanden die zijn opgenomen met apparaten van andere fabrikanten worden mogelijk niet vloeiend afgespeeld.
Foto's weergeven
1
Nr.
1
2
3
!
0
9 8
7
6
5 4
Afspelen/bewerken 107
2
3
4
5
6
7
8
9
0
!
Beschrijving
Bestandsnaam
Vergroot gebied
Histogram
Het geselecteerde bestand openen.
Histogram-knop
Naar links draaien/naar rechts draaien.
Naar het vorige bestand gaan/naar het volgende bestand gaan.
Het formaat van de foto aanpassen aan het scherm.
De foto op origineel formaat weergeven.
Inzoomen/uitzoomen
Schakelen tussen 2D- en 3D-modus.
Programma's op de computer gebruiken
Video's bekijken
1
Nr.
1
2
3
4
5
6
7
8
2
8
7 6 5 4
3
Afspelen/bewerken 108
Beschrijving
Bestandsnaam
Het volume aanpassen.
Het geselecteerde bestand openen.
Naar het volgende bestand gaan.
Stop
Pauze
Naar het vorige bestand gaan.
Voortgangsbalk
Programma's op de computer gebruiken
De firmware bijwerken
Klik op het scherm Samsung i-Launcher op Software Update.
Het programma PC Auto Backup downloaden
Klik op het scherm Samsung i-Launcher op PC Auto Backup. Zie pagina 123 voor
meer informatie over het installeren van het programma PC Auto Backup.
Afspelen/bewerken 109
Draadloos netwerk
Hier wordt beschreven hoe u verbinding kunt maken met WLAN-netwerken en functies kunt gebruiken.
Verbinding maken met een WLAN en
netwerkinstellingen configureren …………… 111
Automatische back-up gebruiken om foto's of
video's te verzenden …………………………… 123
Verbinding maken met een WLAN …………… 111
De aanmeldingsbrowser gebruiken …………… 112
Tips over netwerkverbinding ………………… 113
Tekst ingeven …………………………………… 114
Het programma voor Automatische back-up
installeren op uw pc …………………………… 123
Foto's of video's verzenden naar een pc ……… 123
De NFC-functie gebruiken (Tag & Go) ………… 115
NFC-functies gebruiken in de opnamemodus … 115
NFC-functies gebruiken in de afspeelmodus
(Photo Beam) …………………………………… 115
NFC-functies gebruiken in de Wi-Fi-modus …… 115
Bestanden automatisch opslaan op een
smartphone ………………………………………
Foto's of video's verzenden naar een
smartphone ………………………………………
Een smartphone gebruiken als externe
ontspanknop ……………………………………
De Baby Monitor gebruiken ……………………
116
117
119
121
Het geluidniveau aanpassen voor
alarmactivering ………………………………… 122
Foto's of video's via e-mail verzenden ………… 125
E-mailinstellingen wijzigen …………………… 125
Foto's of video's via e-mail verzenden ………… 127
Services voor het delen van foto's of video's
gebruiken ………………………………………… 128
Een service voor delen gebruiken ……………… 128
Foto's of video's uploaden ……………………… 128
Bestanden verzenden met Samsung Link …… 130
Foto's uploaden naar een online
opslagruimte …………………………………… 130
Foto's of video's weergeven op apparaten die
Samsung Link ondersteunen ………………… 131
Verbinding maken met een WLAN en netwerkinstellingen configureren
Hier wordt beschreven hoe u verbinding maakt via een toegangspunt wanneer u zich binnen het bereik van een WLAN bevindt. U kunt ook netwerkinstellingen configureren.
Verbinding maken met een WLAN
Symbool Beschrijving
Ad-hoctoegangspunt
1 Draai de modusdraaiknop naar w.
2 Selecteer , , , of .
3 Volg de instructies op het scherm totdat het scherm Wi-Fi-instelling
Beveiligd toegangspunt
WPS-toegangspunt
Signaalsterkte
wordt weergegeven.
• De camera zoekt automatisch naar beschikbare toegangspunten.
• Druk voor bepaalde modellen op [m] en selecteer Wi-Fi-instelling.
4 Raak een toegangspunt aan.
Vernieuwen
Terug
• Selecteer Vernieuwen om de lijst met toegangspunten te vernieuwen
waarmee verbinding kan worden gemaakt.
• Selecteer Draadloos netwerk toevoegen om handmatig een toegangspunt
toe te voegen. Uw toegangspuntnaam moet in het Engels zijn om het
toegangspunt handmatig toe te voegen.
Druk op [t] of raak aan om de instelopties voor het
toegangspunt te openen.
• Wanneer u een beveiligd toegangspunt selecteert, wordt een pop-upvenster
weergegeven. Geef de vereiste wachtwoorden in om verbinding te maken
met de WLAN. Lees voor meer informatie over het ingeven van tekst 'Tekst
ingeven'. (p. 114)
• Wanneer een aanmeldingspagina verschijnt, zie 'De aanmeldingsbrowser
gebruiken'. (p. 112)
• Wanneer u een niet-beveiligd toegangspunt selecteert, maakt de camera
automatisch verbinding met het WLAN.
• Als u een WPS-profiel selecteert met ondersteuning voor een toegangspunt,
selecteert u → WPS PIN-verbinding en geeft u een PIN-code in op het
toegangspunt. U kunt ook verbinding maken met een WPS-profiel met
ondersteuning voor toegangspunten door → WPS knopverbinding
te selecteren op de camera en vervolgens op de WPS-knop op het
toegangspunt te drukken.
• Als een pop-upbericht over de regelgeving van het verzamelen van gegevens
wordt weergegeven, moet u dit lezen en akkoord gaan.
Draadloos netwerk 111
Verbinding maken met een WLAN en netwerkinstellingen configureren
Netwerkopties instellen
De aanmeldingsbrowser gebruiken
1
Ga op het scherm Wi-Fi-instelling naar een toegangspunt en druk op
[t] of raak aan.
2
Raak elke optie aan en geef de vereiste informatie in.
Knop/Symbool
[D/c/F/t]
[o]
Optie
Beschrijving
Netwerkwachtwoord Geef het netwerkwachtwoord in.
IP-instelling
U kunt uw aanmeldingsgegevens ingeven via de browser wanneer u verbinding
maakt met bepaalde toegangspunten, sites voor delen of cloudservers.
/
Het IP-adres automatisch of handmatig instellen.
Beschrijving
Naar een item gaan of door de pagina scrollen.
Selecteer een item.
De aanmeldingsbrowser sluiten.
Naar de vorige pagina gaan.
Naar de volgende pagina gaan.
Stoppen met het laden van de pagina.
Het IP-adres handmatig instellen
1
2
3
De pagina opnieuw laden.
Ga op het scherm Wi-Fi-instelling naar een toegangspunt en druk op
[t] of raak aan.
• Bepaalde items kunt u niet selecteren afhankelijk van de pagina waarmee u bent
Selecteer IP-instelling → Handmatig.
• De aanmeldingsbrowser wordt mogelijk niet automatisch gesloten nadat
Raak elke optie aan en geef de vereiste informatie in.
Optie
IP
Beschrijving
Hier geeft u het statische IP-adres in.
Subnetmasker
Hier geeft u het subnetmasker in.
Hier geeft u de gateway in.
Hier geeft u het DNS-adres in.
Gateway
DNS-server
verbonden. Dit is normaal en wijst niet op een defect.
u zich hebt aangemeld bij bepaalde pagina's. In dat geval sluit u de
of
aan te raken en
aanmeldingsbrowser door op [b] te drukken of
gaat u verder met de gewenste bewerking.
• Het laden van de aanmeldingspagina kan langer duren wegens het
paginaformaat of de netwerksnelheid. In dit geval wacht u tot het invoervenster
voor aanmeldingsgegevens wordt weergegeven.
Draadloos netwerk 112
Verbinding maken met een WLAN en netwerkinstellingen configureren
• Als u geen verbinding met een WLAN kunt maken, probeert u een ander
Tips over netwerkverbinding
• Sommige Wi-Fi-functies zijn niet beschikbaar als u geen geheugenkaart plaatst.
• De kwaliteit van de netwerkverbinding wordt bepaald door het toegangspunt.
• Hoe groter de afstand tussen uw camera en het toegangspunt, hoe langer het
toegangspunt uit de lijst met beschikbare toegangspunten.
• Er kan een aanmeldingspagina worden weergegeven wanneer u gratis WLAN-
duurt om verbinding te maken met het netwerk.
• Als een apparaat in de buurt hetzelfde radiofrequentiesignaal gebruikt als uw
camera, kan uw verbinding hierdoor worden verstoord.
• Als uw toegangspunt geen Nederlandse naam heeft, kan de camera mogelijk het
•
apparaat niet vinden of kan de naam onjuist worden weergegeven.
• Neem contact op met uw netwerkbeheerder of netwerkserviceprovider voor
netwerkinstellingen of een wachtwoord.
• Als een WLAN moet worden geverifieerd door de serviceprovider, kunt u mogelijk
•
•
•
•
•
geen verbinding met het betreffende WLAN maken. Neem contact op met uw
netwerkserviceprovider om verbinding te maken met het WLAN.
Afhankelijk van het coderingstype kan het aantal cijfers in het wachtwoord
verschillen.
Een WLAN-verbinding is wellicht niet mogelijk in alle omgevingen.
Mogelijk geeft de camera een WLAN-printer weer in de lijsten met
toegangspunten. U kunt geen verbinding met het netwerk maken via een printer.
U kunt uw camera niet tegelijkertijd verbinden met een netwerk en aansluiten op
een tv.
Er kunnen aanvullende kosten gelden om verbinding te maken met een netwerk.
De kosten verschillen op basis van de voorwaarden van uw abonnement.
•
•
•
•
•
•
•
netwerken selecteert die worden geleverd door bepaalde netwerkproviders. Geef
uw gebruikersnaam en wachtwoord in om verbinding te maken met de WLAN.
Neem contact op met de netwerkproviders voor informatie over het registreren of
de service.
Wees voorzichtig wanneer u persoonlijke gegevens ingeeft om verbinding te
maken met een toegangspunt. Geef geen betalings- of creditcardgegevens in
op uw camera. De fabrikant is niet aansprakelijk voor problemen die ontstaan
wanneer u dergelijke informatie ingeeft.
De beschikbare netwerkverbindingen kunnen verschillen per land.
De WLAN-functie van uw camera moet voldoen aan de wetten op het gebied van
radiozendingen in uw regio. We raden u daarom aan de WLAN-functie alleen te
gebruiken in het land waar u de camera hebt gekocht.
De procedure voor het aanpassen van de netwerkinstellingen kan verschillen,
afhankelijk van de netwerkomstandigheden.
Probeer geen toegang te krijgen tot een netwerk dat u niet mag gebruiken.
Voordat u verbinding maakt met een netwerk, moet u ervoor zorgen dat de
batterij volledig is opgeladen.
U kunt bestanden die in bepaalde modi zijn gemaakt, niet uploaden of
verzenden.
Bestanden die u overzet naar een ander apparaat, worden mogelijk niet
ondersteund door het apparaat. In dit geval gebruikt u een computer om de
bestanden af te spelen.
Draadloos netwerk 113
Verbinding maken met een WLAN en netwerkinstellingen configureren
Tekst ingeven
Symbool
Hier wordt beschreven hoe u tekst kunt ingeven. Met de symbolen in de
onderstaande tabel kunt u de cursor bewegen, hoofdletters in- en uitschakelen
enzovoort. Druk op [D/c/F/t] om naar een gewenste toets te gaan en druk
vervolgens op [o] om deze toets in te geven. U kunt ook een toets aanraken om
deze in te geven.
Beschrijving
Schakelen tussen de symboolstand en ABC-stand.
Een spatie ingeven.
Gereed
De weergegeven tekst opslaan.
• In sommige modi kunt u alleen tekst in het Engelse alfabet ingeven, ongeacht
de schermtaal.
• Druk op [P] om direct naar Gereed te gaan.
• U kunt maximaal 64 tekens ingeven.
• Het scherm kan afwijken afhankelijk van de invoermodus.
X
Annuleren
Symbool
Gereed
Beschrijving
De cursor verplaatsen.
In de ABC-modus schakelt u hoofdletters in of uit.
De laatste letter verwijderen.
Ophouden met het ingeven van tekst en terugkeren naar de vorige
Annuleren
pagina.
X
Draadloos netwerk 114
De NFC-functie gebruiken (Tag & Go)
Plaats de NFC-antenne van een smartphone in de buurt van de NFC-tag van de camera om de functie te starten voor het automatisch opslaan van foto's op een smartphone of
de functie waarmee u een smartphone kunt gebruiken als externe ontspanknop. U kunt ook bestanden overdragen naar een NFC-apparaat in de afspeelmodus.
• Deze functie wordt ondersteund door smartphones met NFC-functionaliteit met Android OS. U kunt het beste de nieuwste versie gebruiken. Deze functie is niet beschikbaar voor
iOS-apparaten.
• U moet de Samsung SMART CAMERA App op uw telefoon of apparaat installeren voordat u deze functie gaat gebruiken. U kunt de applicatie downloaden uit de Google Play Store.
De Samsung SMART CAMERA App is compatibel met Samsung-cameramodellen die zijn geproduceerd in 2013 of later.
• Als u een NFC-tag wilt lezen, plaatst u het NFC-apparaat langer dan 2 seconden in de buurt van de NFC-tag van de camera.
• Verander de taginformatie op geen enkele manier.
NFC-functies gebruiken in de opnamemodus
NFC-functies gebruiken in de Wi-Fi-modus
AutoShare of Remote Viewfinder starten door een tag te lezen op een apparaat met
NFC-functionaliteit. (p. 116, 119)
Vooraf instellen dat de Wi-Fi-functie wordt gestart als een tag wordt gelezen op een
apparaat met NFC-functionaliteit. (p. 138)
Selecteer MobileLink of Remote Viewfinder in het pop-upvenster dat wordt
geopend door een tag te lezen op een apparaat met NFC-functionaliteit.
(p. 117, 119)
NFC-functies gebruiken in de afspeelmodus (Photo Beam)
In de afspeelmodus draagt de camera het huidige bestand automatisch over naar
de smartphone wanneer u een tag leest van een NFC-apparaat.
• Als u meerdere bestanden wilt overdragen, selecteert u de bestanden in de
miniatuurweergave en leest u een tag op een NFC-apparaat.
Draadloos netwerk 115
Bestanden automatisch opslaan op een smartphone
De camera kan via een WLAN verbinding maken met smartphones die de functie AutoShare ondersteunen. Wanneer u een foto maakt met uw camera, wordt de foto
automatisch op de smartphone opgeslagen.
• De functie AutoShare wordt ondersteund door smartphones of tablets met Android OS of iOS. Sommige functies worden mogelijk niet ondersteund in bepaalde modi. Voordat
•
•
•
•
1
2
u deze functie gebruikt, moet u de firmware van het apparaat bijwerken naar de nieuwste versie. Als de versie van de firmware niet de nieuwste is, werkt de functie mogelijk niet
correct.
U moet de Samsung SMART CAMERA App op uw telefoon of apparaat installeren voordat u deze functie gaat gebruiken. U kunt de applicatie downloaden uit de Google Play Store of
de Apple App Store. De Samsung SMART CAMERA App is compatibel met Samsung-cameramodellen die zijn geproduceerd in 2013 of later.
Deze functie is in sommige opnamemodi niet beschikbaar met het interne geheugen.
Als u deze functie instelt, wordt de instelling behouden zelfs wanneer u de opnamemodus wijzigt.
Deze functie wordt mogelijk niet ondersteund in bepaalde modi.
5
Druk op de camera, in de opnamemodus, op [m].
Selecteer op de camera AutoShare → Aan.
3
Schakel de Samsung SMART CAMERA App in op de smartphone.
• Voor iOS-apparaten schakelt u de Wi-Fi-functie in voordat u de app inschakelt.
• Als u de applicatie automatisch wilt starten op een smartphone met
NFC-functionaliteit, schakelt u de functie in en plaatst u de smartphone in de
buurt van de NFC-tag (p. 17) op de camera.
4
• Als de smartphone al eerder is aangesloten op de camera, wordt de
• Als het pop-upvenster wordt weergegeven waarin u wordt gevraagd om de
app te downloaden, selecteert u Volgende.
• Als u verificatie via een PIN-code wilt vereisen wanneer de smartphone wordt
verbonden met de camera, selecteert u Beveiligingsinstellingen. (p. 139)
Selecteer de camera in de lijst en sluit de smartphone aan op de
camera.
• De smartphone kan maar met één camera tegelijk verbinding maken.
• Als de Wi-Fi-privacyvergrendeling is ingeschakeld, geeft u op de smartphone
de PIN-code in die wordt weergegeven op de camera.
Geef op de camera de smartphone toestemming om verbinding te
maken met de camera.
verbinding automatisch tot stand gebracht.
• Er wordt een pictogram dat de verbindingsstatus (
) aangeeft,
weergegeven op het scherm van de camera.
6
Maak een foto met de camera.
• De vastgelegde foto wordt opgeslagen op de camera en vervolgens
overgedragen naar de smartphone.
• Als u een video hebt opgenomen, wordt deze alleen opgeslagen op de
camera.
• Een GIF-bestand dat wordt vastgelegd in de modus Foto in beweging, wordt
niet opgeslagen op de smartphone.
• Het afbeeldingsbestand dat wordt vastgelegd tijdens het maken van een
video, wordt niet opgeslagen op de smartphone.
• Als de functie GPS is geactiveerd op de smartphone, worden de
GPS-gegevens opgeslagen met de vastgelegde foto.
Draadloos netwerk 116
Foto's of video's verzenden naar een smartphone
De camera kan via een WLAN verbinding maken met smartphones die de functie MobileLink ondersteunen. U kunt eenvoudig foto's of video's verzenden naar uw smartphone.
• De functie MobileLink wordt ondersteund door smartphones of tablets met Android OS of iOS. Sommige functies worden mogelijk niet ondersteund in bepaalde modi. Voordat u deze
functie gebruikt, moet u de firmware van het apparaat bijwerken naar de nieuwste versie. Als de versie van de firmware niet de nieuwste is, werkt de functie mogelijk niet correct.
• U moet de Samsung SMART CAMERA App op uw telefoon of apparaat installeren voordat u deze functie gaat gebruiken. U kunt de applicatie downloaden uit de Google Play Store of
de Apple App Store. De Samsung SMART CAMERA App is compatibel met Samsung-cameramodellen die zijn geproduceerd in 2013 of later.
• Als het camerageheugen geen bestanden bevat, kunt u deze functie niet gebruiken.
• Als u bestanden selecteert op de smartphone, kunt u maximaal 1.000 recente bestanden weergeven en maximaal 1.000 bestanden tegelijk verzenden. Als u bestanden op de camera
selecteert, kunt u bestanden weergeven die zijn geselecteerd op de camera. Het maximale aantal bestanden dat kan worden verzonden, is afhankelijk van de opslagruimte van de
smartphone.
• Wanneer u Full-HD-video's verzendt met de functie MobileLink, kunt u op bepaalde apparaten de bestanden mogelijk niet afspelen.
• Als u deze functie gebruikt op een iOS-apparaat, wordt de Wi-Fi-verbinding op het apparaat mogelijk verbroken.
• Het camerascherm wordt uitgeschakeld als u gedurende 30 seconden geen bewerkingen op de camera uitvoert.
1
2
Draai de modusdraaiknop op de camera naar w.
Selecteer op de camera.
• Als u Selecteer Bestanden op Camera (Verbinden met meerdere
smartphones) selecteert, kunt u maximaal 4 smartphones aansluiten
en bestanden selecteren om te verzenden van de camera. Bestanden
overdragen naar meerdere smartphones kan langer duren dan bestanden
overdragen naar één apparaat.
• Als het pop-upvenster wordt weergegeven waarin u wordt gevraagd om de
app te downloaden, selecteert u Volgende.
• Als u verificatie via een PIN-code wilt vereisen wanneer de smartphone wordt
verbonden met de camera, selecteert u Beveiligingsinstellingen. (p. 139)
3
4
Selecteer een verzendoptie op de camera.
• Als u Bestanden selecteren op smartphone selecteert, kunt u uw
smartphone gebruiken om bestanden die op de camera zijn opgeslagen, te
bekijken en te delen. Het scherm wordt uitgeschakeld als u gedurende
30 seconden geen bewerking uitvoert op de smartphone.
• Als u Selecteer Bestanden op Camera (Verbinden met één smartphone)
selecteert, kunt u bestanden selecteren om te verzenden van de camera.
Schakel de Samsung SMART CAMERA App in op de smartphone.
• Voor iOS-apparaten schakelt u de Wi-Fi-functie in voordat u de app inschakelt.
• Als u de applicatie automatisch wilt starten op een smartphone met
NFC-functionaliteit, schakelt u de functie in en plaatst u de smartphone in de
buurt van de NFC-tag (p. 17) op de camera.
5
Selecteer de camera in de lijst en sluit de smartphone aan op de
camera.
• De smartphone kan maar met één camera tegelijk verbinding maken.
• Als de Wi-Fi-privacyvergrendeling is ingeschakeld, geeft u op de smartphone
de PIN-code in die wordt weergegeven op de camera.
Draadloos netwerk 117
Foto's of video's verzenden naar een smartphone
6
Geef op de camera de smartphone toestemming om verbinding te
maken met de camera.
• Als de smartphone al eerder is aangesloten op de camera, wordt de
verbinding automatisch tot stand gebracht.
• Als u Selecteer Bestanden op Camera (Verbinden met meerdere
smartphones) selecteert, raakt u Verbinden aan naast de smartphone die
wordt vermeld op de camera.
7
Als u meerdere smartphones wilt aansluiten, herhaalt u stap 4, 5 en
6 en raakt u Volgende aan.
8
Selecteer vanaf de smartphone of de camera de bestanden die u
vanaf de camera wilt verzenden.
9
Raak op de smartphone de kopieerknop aan of selecteer Verzenden
op de camera.
• De camera verzendt de bestanden.
• Als u meerdere smartphones aansluit, verzendt de camera de bestanden
tegelijkertijd naar alle apparaten.
Draadloos netwerk 118
Een smartphone gebruiken als externe ontspanknop
De camera kan via een WLAN verbinding maken met smartphones die de functie Remote Viewfinder ondersteunen. Gebruik de smartphone als externe ontspanner met de
functie Remote Viewfinder. De opgenomen foto wordt weergegeven op de smartphone.
• De functie Remote Viewfinder wordt ondersteund door smartphones of tablets met Android OS of iOS. Sommige functies worden mogelijk niet ondersteund in bepaalde modi. Voordat
u deze functie gebruikt, moet u de firmware van het apparaat bijwerken naar de nieuwste versie. Als de versie van de firmware niet de nieuwste is, werkt de functie mogelijk niet correct.
• U moet de Samsung SMART CAMERA App op uw telefoon of apparaat installeren voordat u deze functie gaat gebruiken. U kunt de applicatie downloaden uit de Google Play Store of
de Apple App Store. De Samsung SMART CAMERA App is compatibel met Samsung-cameramodellen die zijn geproduceerd in 2013 of later.
• Het camerascherm wordt uitgeschakeld als u gedurende 30 seconden geen bewerkingen op de camera uitvoert.
1
2
5
Draai de modusdraaiknop op de camera naar w.
Selecteer
op de camera.
3
• Als de smartphone al eerder is aangesloten op de camera, wordt de
• Als het pop-upvenster wordt weergegeven waarin u wordt gevraagd om de
app te downloaden, selecteert u Volgende.
• Als u verificatie via een PIN-code wilt vereisen wanneer de smartphone wordt
verbonden met de camera, selecteert u Beveiligingsinstellingen. (p. 139)
Geef op de camera de smartphone toestemming om verbinding te
maken met de camera.
verbinding automatisch tot stand gebracht.
6
Stel de volgende opnameopties in op de smartphone.
Symbool
Beschrijving
Schakel de Samsung SMART CAMERA App in op de smartphone.
Flitsoptie
• Voor iOS-apparaten schakelt u de Wi-Fi-functie in voordat u de app
Timerinstelling
inschakelt.
• Als u de applicatie automatisch wilt starten op een smartphone met
NFC-functionaliteit, schakelt u de functie in en plaatst u de smartphone in de
buurt van de NFC-tag (p. 17) op de camera.
4
Selecteer de camera in de lijst en sluit de smartphone aan op de
camera.
• De smartphone kan maar met één camera tegelijk verbinding maken.
• Als de Wi-Fi-privacyvergrendeling is ingeschakeld, geeft u op de smartphone
de PIN-code in die wordt weergegeven op de camera.
Fotoformaat
Opslaglocatie
Zoomverhouding
• Wanneer u gebruikmaakt van deze functie, zijn sommige knoppen niet
beschikbaar op uw camera.
• Met een smartphone kunt u de camera bedienen door alleen het scherm aan
te raken.
• De modus Remote Viewfinder ondersteunt alleen de fotoformaten
en
Draadloos netwerk 119
.
Een smartphone gebruiken als externe ontspanknop
7
Blijf
aanraken op de smartphone om scherp te stellen.
8
Laat
los om de foto te maken.
• De scherpstelling wordt automatisch ingesteld op Multi AF.
• De foto wordt opgeslagen op de smartphone in de oorspronkelijke indeling.
• Als de functie GPS is geactiveerd op de smartphone, worden de
GPS-gegevens opgeslagen met de vastgelegde foto.
• Als u deze functie gebruikt, kan de ideale afstand tussen de camera en de
smartphone variëren, afhankelijk van de omgeving.
• U kunt het beste een afstand van maximaal 7 m aanhouden tussen de
smartphone en de camera als u deze functie gebruikt.
• Het duurt enige tijd om de foto te maken nadat u
op de smartphone hebt
losgelaten.
• De functie Remote Viewfinder wordt in de volgende gevallen uitgeschakeld:
- de camera of de smartphone wordt uitgeschakeld.
- de verbinding van een van de apparaten met het WLAN is verbroken.
- de Wi-Fi-verbinding is zwak of instabiel.
- u voert gedurende ongeveer 3 minuten geen bewerkingen uit terwijl u bent
verbonden.
Draadloos netwerk 120
De Baby Monitor gebruiken
Gebruik de functie Baby Monitor om de camera aan te sluiten op een smartphone en een locatie in de gaten te houden.
• De functie Baby Monitor wordt ondersteund door smartphones die ondersteuning bieden voor WVGA (800 X 480) of een hogere resolutie, en die het Android-besturingssysteem
gebruiken of iOS. Sommige functies worden mogelijk niet ondersteund in bepaalde modi. Voordat u deze functie gebruikt, moet u de firmware van het apparaat bijwerken naar de
nieuwste versie. Als de versie van de firmware niet de nieuwste is, werkt de functie mogelijk niet correct.
• U moet de applicatie Samsung Home Monitor installeren op uw smartphone voordat u deze functie gebruikt. U kunt de applicatie downloaden uit de Google Play Store of de Apple
App Store.
• Gebruik deze functie alleen binnen.
1
2
6
Draai de modusdraaiknop naar w op de camera.
Selecteer
op de camera.
• Bekijk live video op de camera op uw smartphone. Raak tijdens de
videocontrole de knop Modus Geluidscontrole aan op de smartphone
om de videostream te stoppen. Als de camera geluid detecteert, wordt een
melding weergegeven op de smartphone.
• Als het pop-upvenster wordt weergegeven waarin u wordt gevraagd om de
app te downloaden, selecteert u Volgende.
3
Start live video- of geluidscontrole.
Selecteer op de camera een toegangspunt in de lijst en plaats de
camera.
• Tijdens live videocontrole via de smartphone wordt de video niet
opgeslagen op de camera.
• Als de locatie die in de gaten wordt gehouden donker is, raakt u
• Plaats de camera op een veilige locatie waar kinderen of huisdieren er niet bij
aan om
het AF-hulplampje in te schakelen.
• Als er wordt gecontroleerd op geluid, wordt er een melding weergegeven
op de smartphone als de camera korte tijd een geluid detecteert dat een
hoger volume heeft dan het ingestelde niveau.
• Tijdens live videocontrole worden er geen meldingen weergegeven op de
smartphone zelfs als de camera geluid detecteert.
kunnen.
• Richt de lens van de camera op het onderwerp.
• U kunt het beste de camera aansluiten op een stopcontact met de AC-adapter.
4
Selecteer op de smartphone het toegangspunt waarmee de camera
is verbonden.
• Voor iOS-apparaten schakelt u de Wi-Fi-functie in voordat u de app
7
inschakelt.
5
Raak
Schakel de functie Samsung Home Monitor in op uw smartphone.
Draadloos netwerk 121
aan om de applicatie Samsung Home Monitor te sluiten.
De Baby Monitor gebruiken
Het geluidniveau aanpassen voor alarmactivering
U kunt het geluidsniveau instellen waarmee een melding wordt geactiveerd als u
geluidscontrole gebruikt. Druk op [D/c] om het geluidsniveau aan te passen.
Geluidsniveau voor
activering:
als de camera geluid
detecteert dat korte
tijd harder is dan het
ingestelde niveau,
wordt een melding
weergegeven.
▲▼: Sensorgevoeligheid
Gebruik deze functie niet voor illegale doeleinden.
Draadloos netwerk 122
Automatische back-up gebruiken om foto's of video's te verzenden
U kunt foto's of video's die u met de camera hebt opgenomen, draadloos verzenden naar een pc.
Het programma voor Automatische back-up installeren op
uw pc
1
2
3
i-Launcher installeren op de pc. (p. 104)
1
2
Draai de modusdraaiknop naar w.
Selecteer
.
Sluit de camera met de USB-kabel op de pc aan.
• Als het pop-upvenster wordt weergegeven waarin u wordt gevraagd om de
Als het pictogram van het programma Automatische back-up wordt
weergegeven, klikt u hierop.
• De camera probeert automatisch verbinding te maken met een WLAN via het
• Het programma Automatische back-up wordt geïnstalleerd op de pc. Volg de
instructies op het scherm om de installatie te voltooien.
4
Foto's of video's verzenden naar een pc
app te downloaden, selecteert u Volgende.
toegangspunt waarmee het laatst verbinding is gemaakt.
• Als de camera niet eerder verbinding heeft gemaakt met een WLAN, wordt er
gezocht naar beschikbare toegangspunten. (p. 111)
Verwijder de USB-kabel.
Voordat u het programma installeert, moet u ervoor zorgen dat de pc is verbonden
met een netwerk.
Draadloos netwerk 123
Automatische back-up gebruiken om foto's of video's te verzenden
3
4
Selecteer een pc voor de back-up.
• Wanneer u op de camera verbinding maakt met het WLAN, selecteert u het
Selecteer OK.
• De camera zoekt naar de beschikbare toegangspunten, zelfs als u weer
toegangspunt dat is verbonden met de pc.
• Selecteer Annuleren als u het verzenden wilt annuleren.
• U kunt geen afzonderlijke bestanden selecteren om back-ups van te maken.
Deze functie maakt alleen een back-up van nieuwe bestanden op de camera.
• De voortgang van de back-up wordt weergegeven op de monitor van de pc
verbinding maakt met hetzelfde toegangspunt.
• Als u de camera uitschakelt of de batterij verwijdert terwijl u bestanden
verzendt, wordt de bestandsoverdracht onderbroken.
• Wanneer u deze functie gebruikt, is de bediening van de ontspanknop
uitgeschakeld op uw camera.
en het scherm van de camera.
• U kunt slechts één camera tegelijk verbinden met de pc om bestanden te
• Wanneer de overdracht is voltooid, wordt de camera na ongeveer
30 seconden automatisch uitgeschakeld. Selecteer Annuleren om terug te
gaan naar het vorige scherm en te voorkomen dat de camera automatisch
wordt uitgeschakeld.
• Als u uw pc automatisch wilt uitschakelen nadat de overdracht is voltooid,
selecteert u Pc afsluiten na back-up.
• Selecteer
als u de pc voor de back-up wilt wijzigen.
verzenden.
• De back-up wordt mogelijk geannuleerd vanwege netwerkomstandigheden.
• Als het camerageheugen geen bestanden bevat, kunt u deze functie niet
gebruiken.
• U moet Windows Firewall en eventuele andere firewalls uitschakelen voordat u
deze functie gebruikt.
• U kunt maximaal 1.000 recente bestanden verzenden.
• In de pc-software moet de servernaam worden ingegeven in het Latijnse alfabet
en mag de naam niet meer dan 48 tekens bevatten.
• Wanneer meerdere bestandstypen tegelijk worden gemaakt, worden alleen de
afbeeldingsbestanden (JPG) naar de pc verzonden met deze functie.
Draadloos netwerk 124
Foto's of video's via e-mail verzenden
U kunt de instellingen in het e-mailmenu wijzigen en foto's die op de camera zijn opgeslagen, verzenden via e-mail.
5
E-mailinstellingen wijzigen
In het e-mailmenu kunt u de instellingen voor het opslaan van uw gegevens of het
opslaan van e-mailadressen wijzigen. U kunt ook het e-mailwachtwoord instellen of
wijzigen. Lees voor meer informatie over het ingeven van tekst 'Tekst ingeven'.
(p. 114)
Selecteer het vak Naam, geef uw naam in en selecteer Gereed.
Instelling afzender
Naam
Uw gegevens opslaan
1
2
3
4
E-mail
Draai de modusdraaiknop naar w.
Selecteer
.
Druk op [m].
Selecteer Instelling afzender.
Opslaan
6
7
Resetten
Selecteer het vak E-mail, geef uw naam in en selecteer Gereed.
Selecteer Opslaan om de wijzigingen op te slaan.
• Als u uw gegevens wilt verwijderen, selecteert u Resetten.
Draadloos netwerk 125
Foto's of video's via e-mail verzenden
Een e-mailwachtwoord instellen
Het e-mailwachtwoord wijzigen
1
2
3
4
Draai de modusdraaiknop naar w.
5
Selecteer OK wanneer het pop-upvenster wordt weergegeven.
6
7
8
Selecteer
.
Druk op [m].
Selecteer Wachtwoord instellen → Aan.
• Selecteer Uit om het wachtwoord uit te schakelen.
• Het pop-upvenster verdwijnt automatisch, ook als u OK niet selecteert.
Geef een wachtwoord van 4 cijfers in.
Geef het wachtwoord nogmaals in.
1
2
3
4
5
6
7
8
Draai de modusdraaiknop naar w.
Selecteer
.
Druk op [m].
Selecteer Wachtwoord wijzigen.
Geef uw huidige wachtwoord van 4 cijfers in.
Geef een nieuw wachtwoord van 4 cijfers in.
Geef het nieuwe wachtwoord nogmaals in.
Selecteer OK wanneer het pop-upvenster wordt weergegeven.
Selecteer OK wanneer het pop-upvenster wordt weergegeven.
Als u uw wachtwoord niet meer weet, kunt u dit resetten door Reset te selecteren
op het scherm voor het instellen van het wachtwoord. Wanneer u de gegevens
reset, worden eerder opgeslagen instelgegevens van de gebruiker, e-mailadres en
recent verzonden e-maillijst verwijderd.
Draadloos netwerk 126
Foto's of video's via e-mail verzenden
7
Foto's of video's via e-mail verzenden
U kunt foto's die op de camera zijn opgeslagen, verzenden via e-mail. Lees voor
meer informatie over het ingeven van tekst 'Tekst ingeven'. (p. 114)
1
2
3
4
Draai de modusdraaiknop naar w.
Selecteer
.
Maak verbinding met een WLAN. (p. 111)
Selecteer het vak Afzender, geef uw e-mailadres in en selecteer
Gereed.
• Als u uw gegevens eerder hebt opgeslagen, worden deze automatisch
• U kunt maximaal 20 bestanden selecteren. De totale grootte mag maximaal
7 MB zijn.
8
9
Selecteer Volgende.
10
Selecteer Verzenden.
Selecteer het vak opmerking, geef uw opmerkingen in en selecteer
Gereed.
• De camera verzendt de e-mail.
• Als een e-mail niet wordt verzonden, wordt een melding weergegeven dat u
het later nogmaals moet proberen.
ingevoegd. (p. 125)
• Als u een adres uit een lijst met eerdere afzenders wilt gebruiken,
raakt u → een adres aan.
5
Selecteer de bestanden die u wilt verzenden.
• Zelfs als het erop lijkt dat een foto is overgedragen, kunnen fouten met de
Selecteer het vak Ontvanger, geef een e-mailadres in en selecteer
Gereed.
• Als u een adres uit de lijst met eerdere ontvangers wilt gebruiken,
•
•
→ een adres.
om meer ontvangers toe te voegen. U kunt maximaal 30
ontvangers ingeven.
• Selecteer om een adres uit de lijst te verwijderen.
•
Selecteer Volgende.
•
selecteert u
• Selecteer
6
•
Draadloos netwerk 127
e-mailaccount van de ontvanger ervoor zorgen dat de foto wordt geweigerd of
herkend als spam.
U kunt geen e-mail verzenden als er geen netwerkverbinding beschikbaar is of
als de instellingen van uw e-mailaccount onjuist zijn.
U kunt geen e-mail verzenden als de bestandsgrootte de limiet van 7 MB overschrijdt.
De maximale resolutie van foto's die u kunt verzenden, is 2M. De maximale resolutie
. Als de geselecteerde foto een hogere
van video's die u kunt verzenden, is
resolutie dan 2M heeft, wordt deze automatisch verkleind tot een lagere resolutie.
Als u door een firewall of gebruikersverificatie-instellingen geen e-mail
kunt verzenden, neemt u contact op met uw netwerkbeheerder of uw
netwerkserviceprovider.
Als het camerageheugen geen bestanden bevat, kunt u deze functie niet
gebruiken.
U kunt in de afspeelmodus ook een e-mail verzenden door op [m] te drukken
→ E-mail te selecteren.
en Delen (Wi-Fi) → E-mail te selecteren of door
Services voor het delen van foto's of video's gebruiken
Upload uw foto's of video's naar services voor het delen van bestanden. Beschikbare services voor delen worden weergegeven op de camera. Als u bestanden wilt uploaden
naar bepaalde services voor delen, moet u de service bezoeken en u registreren voordat u uw camera aansluit.
Een service voor delen gebruiken
Foto's of video's uploaden
1 Draai de modusdraaiknop naar w.
2 Selecteer .
3 Selecteer een service voor delen.
1 Open de service voor delen met uw camera.
2 Selecteer de bestanden die u wilt uploaden.
• U kunt maximaal 20 bestanden selecteren. De totale grootte mag maximaal
• Als het pop-upvenster wordt weergegeven waarin u wordt gevraagd om een
account te maken, selecteert u OK.
4 Maak verbinding met een WLAN. (p. 111)
5 Geef uw gebruikersnaam en wachtwoord in om u aan te melden.
• Lees voor meer informatie over het ingeven van tekst 'Tekst ingeven'. (p. 114)
• U kunt een gebruikersnaam in de lijst selecteren door → een
10 MB zijn. (Op bepaalde services voor delen kan de totale grootte of het
aantal bestanden verschillen.)
3 Selecteer Uploaden.
• De camera uploadt foto's of video's.
• Bij sommige services voor delen kunt u uw opmerkingen ingeven door het
opmerkingenvak te selecteren. Lees voor meer informatie over het ingeven
van tekst 'Tekst ingeven'. (p. 114)
gebruikersnaam te selecteren.
• Als u zich eerder bij de service voor delen hebt aangemeld, wordt u mogelijk
automatisch aangemeld.
U moet een bestaand account hebben voor de service voor het delen van
bestanden om deze functie te gebruiken.
Draadloos netwerk 128
Services voor het delen van foto's of video's gebruiken
• U kunt een uploadmap voor Facebook instellen door op [m] te drukken en
•
•
•
•
•
•
•
•
vervolgens Map uploaden (Facebook) te selecteren in het lijstscherm van de
service voor delen.
U kunt geen bestanden uploaden als de bestandsgrootte de limiet overschrijdt.
De maximale resolutie van foto's die u kunt uploaden, is 2M. De maximale
. Als de geselecteerde foto een
resolutie van video's die u kunt uploaden, is
hogere resolutie dan 2M heeft, wordt deze automatisch verkleind tot een lagere
resolutie. (Op sommige services voor delen kan de maximum fotoresolutie
anders zijn.)
De manier waarop foto's of video's moeten worden geüpload, is afhankelijk van
de geselecteerde service voor delen.
Als u door een firewall of gebruikersverificatie-instellingen geen toegang tot een
service voor delen krijgt, neemt u contact op met uw netwerkbeheerder of uw
netwerkserviceprovider.
De datum waarop geüploade foto's of video's zijn opgenomen, kan automatisch
worden gebruikt als naam voor de foto's of video's.
De snelheid waarmee u foto’s kunt uploaden en webpagina’s kunt openen, is
afhankelijk van de snelheid van uw internetverbinding.
Als het camerageheugen geen bestanden bevat, kunt u deze functie niet
gebruiken.
U kunt foto's of video's uploaden naar services voor delen in de afspeelmodus
door op [m] te drukken en vervolgens Delen (Wi-Fi) → en een service voor
delen te selecteren of door een
→ service voor delen te selecteren.
Op bepaalde services voor delen kunt u geen video's uploaden.
Draadloos netwerk 129
Bestanden verzenden met Samsung Link
U kunt bestanden uploaden van uw camera naar de online opslag Samsung Link of bestanden weergeven op een Samsung Link-apparaat dat is aangesloten op hetzelfde
toegangspunt.
3 Geef uw gebruikersnaam en wachtwoord in en selecteer
Foto's uploaden naar een online opslagruimte
Aanmelden → OK.
1 Draai de modusdraaiknop naar w.
2 Selecteer → Webopslag.
• Lees voor meer informatie over het ingeven van tekst 'Tekst ingeven'. (p. 114)
• U kunt een gebruikersnaam in de lijst selecteren door → een
• Als het begeleidende bericht wordt weergegeven, selecteert u OK.
• De camera probeert automatisch verbinding te maken met een WLAN via het
toegangspunt waarmee het laatst verbinding is gemaakt.
• Als de camera niet eerder verbinding heeft gemaakt met een WLAN, wordt er
gezocht naar beschikbare toegangspunten. (p. 111)
• Als u het formaat voor geüploade foto's wilt wijzigen, drukt u op [m] en
selecteert u Uploadgrootte afbeelding aan.
gebruikersnaam te selecteren.
• Als u zich eerder bij de website hebt aangemeld, wordt u mogelijk
automatisch aangemeld.
Als u deze functie wilt gebruiken, moet u een Samsung Link-account en een
account bij een gelieerde online opslagservice maken op uw pc. Nadat u de
accounts hebt gemaakt, voegt u uw online opslagaccount toe aan Samsung Link.
4 Selecteer een online opslagruimte.
• Voordat u deze functie gebruikt, moet u naar de Samsung Link-website gaan
op uw pc en een online opslagruimte registreren.
5 Selecteer de bestanden die u wilt uploaden en selecteer Uploaden.
• U kunt geen videobestanden uploaden naar de online opslag Samsung Link.
• Als het camerageheugen geen bestanden bevat, kunt u deze functie niet
gebruiken.
• U kunt maximaal 20 bestanden uploaden.
• U kunt in de afspeelmodus ook foto's uploaden door op [m] te drukken en
Delen (Wi-Fi) → Samsung Link te selecteren of door
selecteren.
Draadloos netwerk 130
→ Samsung Link te
Bestanden verzenden met Samsung Link
Foto's of video's weergeven op apparaten die Samsung Link
ondersteunen
1 Draai de modusdraaiknop naar w.
2 Selecteer → Apparaten in de buurt.
• Als het begeleidende bericht wordt weergegeven, selecteert u OK.
• De camera probeert automatisch verbinding te maken met een WLAN via het
toegangspunt waarmee het laatst verbinding is gemaakt.
• Als de camera niet eerder verbinding heeft gemaakt met een WLAN, wordt er
gezocht naar beschikbare toegangspunten. (p. 111)
• U kunt kiezen om alleen geselecteerde apparaten of alle apparaten toe te
6 Blader op het Samsung Link-apparaat door de gedeelde foto's of
video's.
• Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van het Samsung Link-apparaat voor
informatie over het zoeken naar de camera en het bladeren door foto's of
video's op het Samsung Link-apparaat.
• Afhankelijk van het type Samsung Link-apparaat of de netwerkverbinding
kan het voorkomen dat video's niet vloeiend worden afgespeeld. Als dit
gebeurt, neemt u de video opnieuw op met de resolutie 640 x 480 of lager
en speelt u de video opnieuw af. Als video's niet vloeiend op uw apparaat
worden afgespeeld via de draadloze verbinding, sluit u de camera met een
A/V-kabel aan op het apparaat.
staan verbinding te maken, door op [m] te drukken en vervolgens
DLNA-toegangsbeheer te selecteren op het scherm.
• Er wordt een lijst met gedeelde bestanden gemaakt. Wacht tot andere
apparaten uw camera kunnen vinden.
3 Verbind het Samsung Link-apparaat met een netwerk en schakel de
Samsung Link-functie in.
• Raadpleeg de gebruikershandleiding bij uw apparaat voor meer informatie.
4 Geef op de camera het Samsung Link-apparaat toestemming om
verbinding te maken met de camera.
5 Selecteer een camera op het Samsung Link-apparaat waarmee u
Toegangspunt
verbinding wilt maken.
â–² Een camera is verbonden met een televisie die Samsung Link ondersteunt
via WLAN.
Draadloos netwerk 131
Bestanden verzenden met Samsung Link
• U kunt maximaal 1.000 recente bestanden delen.
• Op het Samsung Link-apparaat kunt u alleen foto's of video's bekijken die u met
•
•
•
•
•
•
•
•
de camera hebt opgenomen.
Het bereik van de draadloze verbinding tussen uw camera en een Samsung Linkapparaat kan verschillen, afhankelijk van de specificaties van het toegangspunt.
Als de camera is verbonden met 2 Samsung Link-apparaten, wordt er mogelijk
langzamer afgespeeld.
Foto's of video's worden met hun originele grootte gedeeld.
U kunt deze functie alleen gebruiken met apparaten die Samsung Link
ondersteunen.
Gedeelde foto's of video's worden niet opgeslagen op het Samsung Linkapparaat, maar u kunt ze op de camera opslaan volgens de specificaties van het
apparaat.
Het overbrengen van foto's of video's naar het Samsung Link-apparaat kan enige
tijd duren, afhankelijk van de netwerkverbinding, het aantal bestanden dat u
wilt delen of de grootte van de bestanden.
Als u de camera op ongebruikelijke wijze uitschakelt terwijl u foto's of video's
op een Samsung Link-apparaat bekijkt (bijvoorbeeld door de batterij te
verwijderen), gaat het apparaat ervan uit dat de verbinding met de camera nog
intact is.
De volgorde van foto's of video's op de camera kan afwijken van die op het
Samsung Link-apparaat.
Draadloos netwerk 132
• Afhankelijk van het aantal foto's of video's dat u wilt delen, kan het enige tijd
duren om uw foto's of video's te laden en de instelprocedure uit te voeren.
• Als u tijdens de weergave van foto's of video's op het Samsung Link-apparaat
•
•
•
•
voortdurend de afstandsbediening van het apparaat gebruikt of andere
handelingen op de tv uitvoert, werkt deze functie mogelijk niet correct.
Als u bestanden op de camera sorteert of de volgorde van de bestanden
wijzigt terwijl u de bestanden op een Samsung Link-apparaat bekijkt, moet u
de instelprocedure herhalen om de lijst met bestanden op het apparaat bij te
werken.
Als het camerageheugen geen bestanden bevat, kunt u deze functie niet
gebruiken.
U kunt het beste een netwerkkabel gebruiken om uw Samsung Link-apparaat
aan te sluiten op het toegangspunt. Hiermee kunt u haperende videobeelden bij
het streamen van inhoud tot een minimum beperken.
Als u bestanden op een Samsung Link-apparaat wilt weergeven met de functie
Apparaten in de buurt, schakelt u de multicastmodus op uw toegangspunt in.
Instellingen
Hier vind u opties om de instellingen van uw camera te configureren.
Instellingenmenu ……………………………………………… 134
Het instellingenmenu openen ………………………………
Geluid …………………………………………………………
Display ………………………………………………………
Connectiviteit ………………………………………………
Algemeen ……………………………………………………
134
135
135
136
137
Instellingenmenu
Hier vindt u informatie waarmee u de instellingen van de camera kunt configureren.
Het instellingenmenu openen
1
2
3
Selecteer een item.
Draai de modusdraaiknop naar n.
Geluid
Selecteer een menu.
Volume
Middel
Piepjes
Aan
Instellingen
Sluitertoon
Geluid
AF-geluid
Display
Terug
Connectiviteit
4
Algemeen
Geluid 1
Aan
Selecteren
Selecteer een optie.
Volume
Optie
Geluid
Display
Beschrijving
Verschillende camerageluiden en het volume instellen.
(p. 135)
Uit
Laag
De scherminstellingen aanpassen. (p. 135)
Middel
Connectiviteit Hiermee kunt u de verbindingsopties instellen. (p. 136)
Algemeen
Hiermee kunt u de instellingen voor het
camerasysteem aanpassen, zoals geheugenindeling en
standaardbestandsnaam. (p. 137)
Hoog
Terug
5
Instellingen 134
Instellen
Druk op [b] om naar het vorige scherm terug te keren.
Instellingenmenu
Geluid
Display
* Standaard
Item
Volume
Piepjes
Sluitertoon
AF-geluid
Beschrijving
Hiermee stelt u het volume van alle geluiden in.
(Uit, Laag, Middel*, Hoog)
* Standaard
Item
Het geluid instellen dat de camera afspeelt als u op de knoppen
drukt, de modus wijzigt of het scherm aanraakt. (Uit, Aan*)
Hiermee stelt u in dat de camera een geluid afspeelt als u op de
ontspanknop drukt. (Uit, Geluid 1*, Geluid 2, Geluid 3)
Hiermee stelt u in dat de camera een geluid afspeelt als u de
ontspanknop half indrukt. (Uit, Aan*)
Beschrijving
Hier stelt u in of er een afbeelding wordt weergegeven
wanneer de camera wordt ingeschakeld en zo ja, welke.
Beginafbeelding • Uit*: er wordt geen afbeelding weergegeven.
• Logo: een standaardafbeelding uit het interne geheugen
weergeven.
Richtlijn
Datum/tijd
weergeven
Helpgids
weergeven
Instellingen 135
Hiermee selecteert u een raster om u te helpen bij de
compositie van een scène. (Uit*, 3 X 3, 2 X 2, Kruis, Diagonaal)
Instellen of de datum en tijd op het scherm van de camera
worden weergegeven. (Uit*, Aan)
Hiermee wordt een korte beschrijving van een optie of menu
weergegeven.
• Modushulpgids (Uit, Aan*)
• Functiehulpgids (Uit, Aan*)
Instellingenmenu
* Standaard
Item
Helderheid
Beschrijving
Connectiviteit
* Standaard
Hiermee past u de helderheid van het scherm aan.
(Auto*, Donker, Normaal, Licht)
Item
Normaal is de vaste waarde in de afspeelmodus, zelfs als Auto
is geselecteerd.
Hiermee stelt u in hoe lang een gemaakte foto wordt
weergegeven voordat u teruggaat naar de Opnamemodus.
Snelle weergave (Uit, Aan*)
Video
Deze functie werkt niet in alle modi.
Spaarstand
i-Launcher
Als u 30 seconden lang geen bewerkingen uitvoert, schakelt
de camera automatisch over op de spaarstand. (Uit*, Aan)
Druk in de spaarstand op een andere knop dan de [X] om de
camera weer te gebruiken.
Instellingen 136
Beschrijving
Het video-uitgangssignaal voor uw land of regio instellen.
• NTSC: USA, Canada, Japan, Korea, Taiwan, Mexico, enzovoort
• PAL (ondersteunt alleen BDGHI): Australië, België, China,
Denemarken, Duitsland, Engeland, Finland, Frankrijk, Italië,
Koeweit, Maleisië, Nederland, Nieuw-Zeeland, Noorwegen,
Oostenrijk, Singapore, Spanje, Thailand, Zweden, Zwitserland,
enzovoort
Hier kunt u instellen dat i-Launcher automatisch wordt gestart
wanneer u de camera op uw computer aansluit. (Uit, Aan*)
Instellingenmenu
* Standaard
Algemeen
* Standaard
Item
Netwerkinformatie
Language
Tijdzone
Datum/tijd
aanpassen
Datumtype
Item
De naamgeving van bestanden opgeven.
• Resetten: instellen dat de bestandsnummering weer
bij 0001 begint wanneer er een nieuwe geheugenkaart
wordt geplaatst, een geheugenkaart wordt geformatteerd
of alle bestanden worden verwijderd.
• Serie*: instellen dat de bestandsnummering doorloopt
wanneer er een nieuwe geheugenkaart wordt geplaatst,
een geheugenkaart wordt geformatteerd of alle
bestanden worden verwijderd.
Beschrijving
Het Mac-adres en netwerkcertificatienummer van de
camera weergeven.
Een taal voor de tekst op het scherm instellen.
De tijdzone voor uw locatie instellen. Als u naar een ander
land gaat, selecteert u Bezoek, en selecteert u de juiste
tijdzone. (Thuis*, Bezoek)
Hiermee stelt u de datum en tijd in.
• De standaardnaam van de eerste map is 100PHOTO en de
Bestandsnr.
Hiermee stelt u een datumnotatie in. (JJJJ/MM/DD,
MM/DD/JJJJ, DD/MM/JJJJ)
De standaarddatumnotatie kan afwijken, afhankelijk van de
geselecteerde taal.
De tijdnotatie instellen. (12 uur, 24 uur)
Type tijd
Beschrijving
De standaardtijdnotatie kan afwijken, afhankelijk van de
geselecteerde taal.
Instellingen 137
standaardnaam van het eerste bestand is SAM_0001.
• Het bestandsnummer wordt elke keer dat u een foto
maakt of video opneemt, met 1 verhoogd, van SAM_0001
tot SAM_9999.
• Het mapnummer wordt steeds met één verhoogd, van
100PHOTO tot 999PHOTO.
• Het maximum aantal bestanden dat in een map kan
worden opgeslagen, is 9.999.
• De camera definieert bestandsnamen volgens de
DCF-norm (Design rule for Camera File system). Als u
bestandsnamen wijzigt, kan de camera deze bestanden
mogelijk niet meer weergeven.
Instellingenmenu
* Standaard
Item
Item
Instellen of de datum en tijd moeten worden weergegeven
op gemaakte foto's. (Uit*, Datum, Datum en tijd)
Stel de Wi-Fi-functie in zodat deze wordt gestart als u op
DIRECT LINK (Wi-Fi- [DIRECT LINK] drukt. (AutoShare, MobileLink*,
knop)
Remote Viewfinder, Baby Monitor, Automatische back-up,
E-mail, SNS en cloud, Samsung Link)
• De datum en tijd worden in de rechterbenedenhoek van
de foto weergegeven.
Afdruk
* Standaard
Beschrijving
• Mogelijk drukken sommige printermodellen de datum en
tijd niet correct af.
• De datum en tijd worden niet op de foto weergegeven als:
-- u Best Face of Panorama in s Smart-stand selecteert.
-- u Mijn Magisch kader, Foto in beweging of
Effect Artist selecteert in de modus g Magisch Plus.
Live weergave NFC
AF-lamp
Hiermee stelt u in dat de camera automatisch wordt
uitgeschakeld als u gedurende een bepaalde periode geen
bewerkingen uitvoert. (Uit, 1 min, 3 min*, 5 min, 10 min)
Automatisch uit
• Uw instellingen worden niet gewijzigd wanneer u de
batterij vervangt.
• De camera wordt niet automatisch uitgeschakeld als de
camera is aangesloten op een computer, is verbonden
met een WLAN of wanneer u een diashow of video's
afspeelt.
Formatteren
Instellingen 138
Beschrijving
Een Wi-Fi-functie instellen die wordt gestart als een tag
wordt gelezen met een NFC-apparaat in de opnamemodus.
(AutoShare, Remote Viewfinder*)
Instellen dat op donkere locaties automatisch een lampje
wordt ingeschakeld zodat u beter kunt scherpstellen.
(Uit, Aan*)
Het geheugen formatteren. Wanneer u formatteert, worden
alle bestanden verwijderd, ook beveiligde bestanden.
(Ja, Nee*)
Er kunnen fouten optreden als u een geheugenkaart
door een ander merk camera, door een computer of in
een geheugenkaartlezer laat formatteren. Formatteer
geheugenkaarten in de camera voordat u ze gebruikt om
beelden op te slaan.
Instellingenmenu
* Standaard
Item
Beschrijving
Instellen om een PIN-code te vereisen wanneer de camera
wordt verbonden met een smartphone.
• PIN: een PIN-code ingeven voordat u verbinding maakt.
• Geen*: een verbinding toestaan zonder een PIN-code te
vereisen.
Wi-Fiprivacyvergrendeling
• Verbindingen worden automatisch gemaakt zonder een
PIN-code te vereisen wanneer de NFC-functie wordt
gebruikt.
• PIN-codes worden automatisch gegenereerd en alleen
vervangen wanneer u de camera-instellingen reset of de
firmware bijwerkt.
• Als u uw camera eerder hebt verbonden met uw
smartphone via een PIN-code, wordt automatisch
verbinding gemaakt.
Resetten
Menu's en opnameopties resetten. De instellingen voor
datum en tijd, taal en video-uitvoer worden niet gereset.
(Ja, Nee*)
Open Sourcelicentie
De informatie over de Open Source-licentie weergeven.
Instellingen 139
Aanvullende informatie
Hier vindt u informatie over foutmeldingen, specificaties en onderhoud.
Foutmeldingen ………………………………………………… 141
Cameraonderhoud ……………………………………………… 142
De camera reinigen …………………………………………
De camera gebruiken of opbergen …………………………
Geheugenkaarten ……………………………………………
De batterij ……………………………………………………
142
143
144
147
Voordat u contact opneemt met een servicecenter ………… 151
Cameraspecificaties …………………………………………… 154
Woordenlijst ……………………………………………………… 158
Index ……………………………………………………………… 163
Foutmeldingen
Als een van de volgende foutmeldingen verschijnt, kunt u de onderstaande oplossingen proberen.
Foutmelding
Mogelijke oplossingen
Verwijder het beschadigde bestand of neem contact op
Kan bestand niet lezen
met een servicecenter.
• Schakel de camera uit en weer in.
• Verwijder de geheugenkaart en plaats deze weer
Kaartfout
terug.
• Formatteer de geheugenkaart.
De geplaatste geheugenkaart wordt niet ondersteund
Kaart wordt niet
door de camera. Plaats een microSD, microSDHC, of
ondersteund.
microSDXC geheugenkaart.
• De camera kan geen verbinding met het netwerk
maken via het geselecteerde toegangspunt. Selecteer
een ander toegangspunt en probeer het opnieuw.
Verbinding mislukt.
• De camera kan geen verbinding maken met de andere
apparaten. Probeer opnieuw verbinding te maken.
Bestandsnamen komen niet met de DCF-norm overeen.
Breng de bestanden op de geheugenkaart over naar een
DCF Full Error
computer en formatteer de kaart. Open vervolgens het
menu Instellingen en selecteer Bestandsnr. → Resetten.
(p. 137)
Netwerkverbinding wordt verbroken terwijl de foto's
Apparaat
worden overgezet naar ondersteunde apparaten.
losgekoppeld.
Selecteer opnieuw een ondersteund apparaat.
Foutmelding
Mogelijke oplossingen
Bestandssysteem
wordt niet
ondersteund.
De FAT-bestandsstructuur van de geplaatste
geheugenkaart wordt niet ondersteund door de camera.
Formatteer de geheugenkaart in de camera.
Initialisatie mislukt.
De camera kan een apparaat dat Samsung Link
ondersteunt, niet vinden. Schakel apparaten in het
netwerk in die Samsung Link ondersteunen.
Batterij bijna leeg
Plaats een opgeladen batterij of laad de batterij op.
Geheugen vol
Geen foto
Wachtwoord onjuist
Overdracht mislukt.
Aanvullende informatie 141
Verwijder onnodige bestanden of plaats een nieuwe
geheugenkaart.
Maak foto's of plaats een geheugenkaart met foto's in de
camera.
Het wachtwoord voor het overdragen van bestanden
naar een andere camera is onjuist. Geef het juiste
wachtwoord in.
• De camera kon geen e-mails of bestanden verzenden
naar andere apparaten. Probeer opnieuw te
verzenden.
• Controleer de netwerkverbinding en probeer het
opnieuw.
Cameraonderhoud
Camerabody
De camera reinigen
Veeg de behuizing voorzichtig schoon met een zachte, droge doek.
Cameralens en -scherm
Verwijder stof met behulp van een blaaskwastje en veeg de lens met een
zachte doek voorzichtig af. Voor eventueel achtergebleven stof brengt u
lensreinigingsvloeistof op een stuk lensreinigingspapier aan en veegt u de lens
voorzichtig schoon.
• Gebruik nooit benzeen, thinner of alcohol om het apparaat te reinigen. Deze
oplosmiddelen kunnen de camera beschadigen of defecten veroorzaken.
• Druk niet op de lenskap en gebruik geen blaaskwastje op de lenskap. Anders
kunt u de camera beschadigen.
Aanvullende informatie 142
Cameraonderhoud
Camera voor langere tijd opbergen
• Als u de camera langere tijd opbergt, moet u de camera samen met absorberend
De camera gebruiken of opbergen
Ongeschikte plaatsen voor het gebruiken of opbergen van de camera
• Stel de camera niet bloot aan zeer hoge of lage temperaturen.
• Gebruik de camera niet in zeer vochtige omgevingen of omgevingen waar de
•
•
•
•
•
luchtvochtigheid snel verandert.
Stel de camera niet bloot aan direct zonlicht en bewaar de camera niet op warme
locaties met slechte ventilatie, zoals in een auto die in de zon staat.
Bescherm de camera en het scherm tegen stoten, ruw gebruik en sterke trillingen
om ernstige schade te voorkomen.
Gebruik of bewaar de camera niet op stoffige, vuile, vochtige of slechtgeventileerde plaatsen, om schade aan bewegende en interne onderdelen te
voorkomen.
Gebruik de camera niet in de buurt van brandstoffen, brandbare stoffen of
ontvlambare chemicaliën. Bewaar geen ontvlambare vloeistoffen, gassen en
explosief materiaal in dezelfde ruimte als de camera of de accessoires van de
camera.
Berg de camera niet op met mottenballen.
materiaal, zoals silicagel, in een afgesloten houder plaatsen.
• Batterijen die niet worden gebruikt, ontladen zich na verloop van tijd en moeten
vóór gebruik opnieuw worden opgeladen.
• De huidige datum en tijd kunnen worden geïnitialiseerd wanneer de camera
wordt ingeschakeld nadat de camera en batterij lange tijd gescheiden zijn.
Wees voorzichtig bij gebruik van de camera in vochtige omgevingen
Als u de camera overbrengt van een koude naar een warme omgeving, kan er
condensvorming optreden op de lens of de interne onderdelen van de camera.
In dit geval moet u de camera uitschakelen en ten minste 1 uur wachten. Als er
condensvorming optreedt op de geheugenkaart, moet u de kaart uit de camera
halen en wachten tot al het vocht is verdampt voordat u de kaart terugplaatst.
Overige aandachtspunten
• Zwaai de camera niet aan de polslus heen en weer. Hierdoor kunt u uzelf of
anderen verwonden of schade aan uw camera veroorzaken.
• Verf de camera niet, omdat verf tussen de bewegende onderdelen kan gaan
Gebruik op het strand of aan de waterkant
• Bescherm de camera tegen zand en vuil wanneer u deze op het strand of in een
andere, soortgelijke omgeving gebruikt.
zitten en de werking van het apparaat kan beïnvloeden.
• Schakel de camera uit als u deze niet gebruikt.
• Uw camera is niet waterbestendig. Gebruik de batterij, adapter of geheugenkaart
niet met natte handen. Als u de camera gebruikt met natte handen, kan de
camera beschadigd raken.
Aanvullende informatie 143
Cameraonderhoud
• De camera bevat kwetsbare onderdelen. Zorg daarom dat u de camera niet
•
•
•
•
•
•
•
•
blootstelt aan schokken.
Bewaar de camera in de houder om het scherm te beschermen tegen externe
druk. Houd de camera uit de buurt van zand, scherp gereedschap of kleingeld om
te voorkomen dat er krassen op de camera komen.
Gebruik de camera niet als het scherm gebarsten of beschadigd is. Gebarsten glas
of acryl kan letsel aan uw handen en gezicht veroorzaken. Breng de camera naar
een servicecenter van Samsung om de camera te laten repareren.
Leg camera's, batterijen, opladers of accessoires nooit in de buurt van, op of in
verwarmingsapparaten, zoals magnetrons, kachels of radiatoren. Deze apparaten
kunnen vervormen of oververhit raken door warmte, wat brand of een explosie
kan veroorzaken.
Stel de lens niet aan direct zonlicht bloot, hierdoor kan de beeldsensor verkleuren
of defect raken.
Bescherm de lens tegen vingerafdrukken en krassen. Reinig de lens met een
zachte, schone doek.
Als de camera een schok opvangt, wordt de camera mogelijk uitgeschakeld. Dit
gebeurt om de geheugenkaart te beschermen. Schakel de camera weer in om de
camera te gebruiken.
De camera kan warm worden tijdens het gebruik. Dit is normaal en is niet van
invloed op de levensduur of prestaties van uw camera.
Bij lage temperaturen kan het langer duren voordat de camera is ingeschakeld,
kunnen kleuren tijdelijk veranderen of kunnen nabeelden worden weergegeven.
Deze omstandigheden duiden niet op defecten en worden verholpen als u de
camera weer bij normale temperaturen gebruikt.
• Verf of metaal aan de buitenzijde van de camera kan allergieën, jeuk, eczeem of
bultjes veroorzaken bij mensen met een gevoelige huid. Als u last hebt van een
van deze symptomen, stop dan onmiddellijk met het gebruik van de camera en
raadpleeg een arts.
• Steek geen vreemde voorwerpen in de compartimenten, sleuven en
toegangspunten van de camera. Schade als gevolg van onjuist gebruik wordt
mogelijk niet door de garantie gedekt.
• Laat geen ongekwalificeerd personeel reparatie- of onderhoudswerkzaamheden
aan de camera uitvoeren en probeer dit ook niet zelf te doen. Alle schade die
voortvloeit uit ongekwalificeerd onderhoud of reparatie, wordt niet gedekt door
de garantie.
Geheugenkaarten
Ondersteunde geheugenkaarten
Uw camera biedt ondersteuning voor de geheugenkaarten microSD (Secure
Digital), microSDHC (Secure Digital High Capacity), of microSDXC (Secure Digital
eXtended Capacity).
Geheugenkaartadapter
Geheugenkaart
Als u gegevens wilt lezen met een computer of een geheugenkaartlezer, moet u de
geheugenkaart plaatsen in een geheugenkaartadapter.
Aanvullende informatie 144
Cameraonderhoud
Video
Capaciteit van de geheugenkaart
De geheugencapaciteit verschilt, afhankelijk van de opnamemodus en de
opnameomstandigheden. De volgende capaciteiten zijn gebaseerd op een
microSD-kaart van 2 GB:
Formaat
1920 X 1080
Foto
Formaat
Superhoog
Hoog
Normaal
219
432
640
245
483
715
288
567
836
341
669
984
418
817
1.196
638
1.228
1.777
1.006
1.897
2.692
1.329
2.461
3.437
2.508
4.359
5.780
1280 X 720
640 X 480
Om te delen
30 fps
Ongeveer 18' 03"
Ongeveer 25' 53"
Ongeveer 46' 12"
Ongeveer 257' 31"
De bovenstaande cijfers zijn gemeten zonder gebruik van de zoomfunctie. Bij gebruik van
de zoomfunctie kan de beschikbare opnametijd afwijken van de vermelde waarden. Er zijn
verschillende video's achter elkaar opgenomen om de totale opnameduur te bepalen.
Aanvullende informatie 145
Cameraonderhoud
Aandachtspunten bij gebruik van geheugenkaarten
• Vermijd blootstelling van geheugenkaarten aan zeer lage of hoge temperaturen
•
•
•
•
•
•
•
•
(onder 0 °C/32 °F en boven 40 °C/104 °F). Extreme temperaturen kunnen ervoor
zorgen dat geheugenkaarten niet goed werken.
Plaats een geheugenkaart in de juiste richting. Als u een geheugenkaart in
de verkeerde richting plaatst, kunnen uw camera en geheugenkaart worden
beschadigd.
Gebruik geen geheugenkaarten die in een andere camera of door een computer
zijn geformatteerd. Formatteer een dergelijke geheugenkaart opnieuw in uw
eigen camera.
Schakel de camera uit wanneer u een geheugenkaart plaatst of verwijdert.
Verwijder de geheugenkaart niet en schakel uw camera niet uit wanneer het
lampje knippert, omdat de gegevens hierdoor kunnen worden beschadigd.
Wanneer de levensduur van een geheugenkaart is verlopen, kunt u geen foto's
meer opslaan op de kaart. Gebruik een nieuwe geheugenkaart.
Zorg dat geheugenkaarten niet buigen, vallen of aan zware klappen of druk
worden blootgesteld.
Zorg dat u geheugenkaarten niet gebruikt of opbergt in de buurt van krachtige
magnetische velden.
Zorg dat u geheugenkaarten niet gebruikt op locaties met hoge temperaturen of
luchtvochtigheid of in de buurt van bijtende stoffen.
• Voorkom dat geheugenkaarten in contact komen met vloeistoffen, vuil of
•
•
•
•
vreemde stoffen. Veeg zo nodig de geheugenkaart met een zachte doek schoon
voordat u de geheugenkaart in de camera plaatst.
Voorkom dat geheugenkaarten en de geheugenkaartsleuf in contact komen met
vloeistoffen, vuil of vreemde stoffen. Dergelijke stoffen kunnen ervoor zorgen dat
geheugenkaarten of de camera niet goed meer werken.
Wanneer u een geheugenkaart bij u draagt, moet u een hoesje gebruiken om de
kaart tegen elektrostatische ontlading te beschermen.
Breng belangrijke gegevens over naar andere media, zoals een vaste schijf, CD of
DVD.
Als u de camera langere tijd gebruikt, kan de geheugenkaart warm worden. Dit is
normaal en wijst niet op een defect.
De fabrikant is niet verantwoordelijk voor enig verlies van gegevens.
Aanvullende informatie 146
Cameraonderhoud
De batterij
Levensduur van de batterij
Gebruik alleen door Samsung goedgekeurde batterijen.
Gemiddelde opnameduur/
Aantal foto's
Batterijspecificaties
Specificatie
Model
Type
Capaciteit
Voltage
Oplaadduur* (wanneer de camera is
uitgeschakeld)
Beschrijving
SLB-10A
Lithium-ionbatterij
1.030 mAh
3,7 V
Testomstandigheden
(bij een volledig opgeladen batterij)
Foto's
Ongeveer
155 min./
Ongeveer
310 foto's
De levensduur van de batterij is gemeten onder
de volgende omstandigheden: in de modus p
,
Programma, in het donker, met de resolutie
met de kwaliteit Hoog en met OIS ingeschakeld.
1. Stel de flitser in op Invulflits, maak één foto en
zoom in of uit.
2. Stel de flitser in op Uit, maak één foto en zoom
in of uit.
3. Voer stap 1 en 2 uit en wacht 30 seconden
tussen de stappen. Herhaal het proces na
5 minuten en schakel de camera 1 minuut uit.
4. Herhaal stap 1 tot 3.
Video's
Ongeveer
120 min.
Neem video's op met de resolutie
Ongeveer 240 min.
* Het duurt mogelijk langer als u de batterij aansluit op een computer om de batterij op te
laden.
en 30 fps.
• De bovenstaande gegeven zijn gebaseerd op de teststandaarden van CIPA. Uw resultaten
kunnen verschillen afhankelijk van uw werkelijke gebruik.
• Er zijn verschillende video's achter elkaar opgenomen om de totale opnameduur te
bepalen.
• Wanneer u netwerkfuncties gebruikt, raakt de batterij sneller leeg.
Aanvullende informatie 147
Cameraonderhoud
Melding Batterij bijna leeg
Aandachtspunten voor het gebruik van de batterij
Als de batterij volledig is ontladen, wordt het batterijpictogram rood en verschijnt
de melding 'Batterij bijna leeg'.
De batterij gebruiken
• Vermijd blootstelling van batterijen aan zeer lage of hoge temperaturen (onder
•
•
•
•
•
•
0 °C/32 °F en boven 40 °C/104 °F). Extreme temperaturen kunnen de
laadcapaciteit van de batterijen beperken.
Als u de camera langere tijd gebruikt, kan het gebied rond de batterijklep warm
worden. Dit heeft geen invloed op de normale werking van de camera.
Trek niet aan het netsnoer om de stekker uit het stopcontact te halen om te
voorkomen dat u brand of een schok veroorzaakt.
Bij temperaturen onder 0 °C/32 °F kunnen de capaciteit en gebruiksduur van de
batterij afnemen.
Bij lage temperaturen kan de batterijcapaciteit afnemen, maar de gewone
capaciteit wordt hersteld bij gebruik bij hogere temperaturen.
Haal de batterijen uit de camera wanneer u de camera langere tijd opbergt.
Batterijen in het batterijvak kunnen na verloop van tijd gaan lekken of roesten en
ernstige schade aan uw camera veroorzaken. Als u de camera langere perioden
opbergt terwijl de batterij is geplaatst, raakt de batterij leeg. U kunt een volledig
lege batterij mogelijk niet weer opladen.
Wanneer u de camera lagere periode niet gebruikt (3 maanden of meer), moet
u de batterij regelmatig controleren en opladen. Als u de batterij regelmatig laat
leeglopen, kunnen de capaciteit en de levensduur afnemen, wat kan leiden tot
een storing, brand of explosie.
Bescherm batterijen, opladers en geheugenkaarten tegen schade.
Voorkom dat batterijen in aanraking komen met metalen voorwerpen, omdat
dit een verbinding kan vormen tussen de plus- en minpolen van uw batterijen
en tijdelijke of permanente schade aan de batterijen en brand of een schok kan
veroorzaken.
De batterij opladen
• Als het statuslampje rood knippert, controleert u of de batterij op de juiste wijze
is geplaatst.
• Als camera tijdens het opladen is ingeschakeld, wordt de batterij mogelijk niet
volledig opgeladen. Schakel de camera uit voordat u de batterij oplaadt.
• Gebruik de camera niet als de batterij wordt opgeladen. Dit kan brand of een
schok veroorzaken.
• Trek niet aan het netsnoer om de stekker uit het stopcontact te halen om te
voorkomen dat u brand of een schok veroorzaakt.
• Als de batterij volledig leeg is, moet u deze een tijdje laten opladen voordat u de
camera gebruikt. Wacht ten minste 10 minuten voordat u de camera inschakelt
nadat de batterij is opgeladen.
• Als u de camera aansluit op een externe voedingsbron terwijl de batterij helemaal
leeg is, wordt de camera uitgeschakeld wanneer u bepaalde functies gebruikt die
veel stroom verbruiken. Laad de batterij op om de camera op normale wijze te
gebruiken.
Aanvullende informatie 148
Cameraonderhoud
• Als u de voedingskabel opnieuw aansluit nadat de batterij volledig is opgeladen,
•
•
•
•
•
brandt het statuslampje ongeveer 30 minuten.
Als u de flitser gebruikt of video's opneemt, raakt de batterij snel leeg. Laad de
batterij op totdat het rode indicatielampje uitgaat.
Als het indicatielampje knippert of niet brandt, sluit u de kabel opnieuw aan of
verwijdert u de batterij en plaatst u deze opnieuw in de camera.
Als u de batterij oplaadt wanneer de kabel oververhit is of de temperatuur te
hoog is, kan het indicatielampje rood knipperen. Nadat de batterij is afgekoeld,
wordt het opladen gestart.
Als u batterijen overlaadt, kan de gebruiksduur van de batterij korter worden.
Wanneer het opladen is voltooid, haalt u de kabel uit de camera.
Buig het netsnoer niet en plaats geen zware voorwerpen op het netsnoer. Als u
dit wel doet, kan het netsnoer worden beschadigd.
De batterij opladen terwijl er een computer is aangesloten
• Gebruik alleen de meegeleverde USB-kabel.
• In de volgende gevallen wordt de batterij mogelijk niet opgeladen:
- wanneer u een USB-hub gebruikt.
- wanneer er andere USB-apparaten op de computer zijn aangesloten.
- wanneer u de kabel op de poort aan de voorzijde van de computer aansluit.
- wanneer de USB-poort van de computer de stroomuitvoernorm niet
ondersteunt (5 V, 500 mA).
Behandel batterijen en opladers voorzichtig en voer deze af volgens
de voorschriften
• Gooi batterijen nooit in open vuur. Houd u aan alle lokale regelgevingen bij het
weggooien van gebruikte batterijen.
• Leg batterijen of camera's nooit in of op verwarmingsapparaten, zoals een
magnetron, kachel of radiator. Batterijen kunnen exploderen als ze te heet
worden.
Aanvullende informatie 149
Cameraonderhoud
Onzorgvuldig of verkeerd gebruik van de batterij kan lichamelijk
letsel of de dood tot gevolg hebben. Volg voor uw eigen veiligheid
de onderstaande instructies voor het juiste gebruik van de batterij:
• De batterij kan vlam vatten of exploderen als deze niet op de juiste
wijze wordt gebruikt. Als u vervormingen, scheuren of andere
afwijkingen in de batterij opmerkt, stopt u onmiddellijk het gebruik
hiervan en neemt u contact op met een servicecenter.
• Gebruik alleen authentieke, door de fabrikant aanbevolen
batterijopladers en -adapters en laad de batterij alleen op volgens de
procedures die in deze gebruiksaanwijzing zijn vermeld.
• Plaats de batterij niet te dicht bij warmtebronnen en stel de batterij niet
bloot aan extreem warme omgevingen, zoals een gesloten auto in de
zon.
• Plaats de batterij niet in een magnetron.
• Bewaar of gebruik de batterij niet in een hete, vochtige omgeving, zoals
een badkamer of douche.
• Plaats de camera niet langere tijd op ontvlambare oppervlakken, zoals
matrassen, tapijten of elektrische dekens.
• Als de camera is ingeschakeld, moet u deze niet langere tijd in een
afgesloten ruimte achterlaten.
• Zorg ervoor dat de polen van de batterij niet in contact komen met
metalen voorwerpen, zoals halskettingen, munten, sleutels en horloges.
• Gebruik uitsluitend authentieke, door de fabrikant aanbevolen lithiumionbatterijen ter vervanging.
Aanvullende informatie 150
• Haal de batterij niet uit elkaar of maak er geen gaten in met een scherp
voorwerp.
• Stel de batterij niet bloot aan hoge druk of extreme krachten.
• Stel de batterij niet bloot aan hevige klappen, bijvoorbeeld door deze
van grote hoogte te laten vallen.
• Stel de batterij niet bloot aan temperaturen boven de 60 °C (140 °F).
• Stel de batterij niet bloot aan vocht of vloeistoffen.
• De batterij mag niet worden blootgesteld aan overmatige warmte zoals
zonneschijn, vuur of dergelijke zaken.
Richtlijnen voor afvoer
• Wees zorgvuldig als u de batterij weggooit.
• Gooi de batterij nooit in een open vuur.
• Regelgeving kan per land of regio verschillen. Zorg dat u zich houdt aan
alle lokale en nationale regelgevingen wanneer u de batterij weggooit.
Richtlijnen voor het opladen van de batterij
Laad de batterij alleen op volgens de procedure in deze
gebruiksaanwijzing. De batterij kan ontbranden of exploderen als deze
niet op de juiste wijze wordt opgeladen.
Voordat u contact opneemt met een servicecenter
Wanneer u problemen met de camera ondervindt, kunt u eerst de volgende procedures uitvoeren voordat u contact opneemt met een servicecenter. Als u het probleem
hiermee niet kunt oplossen, kunt u contact opnemen met uw plaatselijke dealer of servicecenter.
Wanneer u uw camera naar een servicecenter brengt, neem dan ook de onderdelen mee die de oorzaak kunnen zijn van de fout, zoals de geheugenkaart of de batterij.
Situatie
Mogelijke oplossingen
Situatie
• Controleer of de batterij in de camera is
De camera kan niet worden
ingeschakeld
geplaatst.
• Controleer of de batterij correct in de camera is
geplaatst. (p. 19)
• Laad de batterij op.
• Laad de batterij op.
• De camera bevindt zich mogelijk in de modus
De camera wordt plotseling
uitgeschakeld
De batterij raakt snel leeg
Mogelijke oplossingen
• Er is geen ruimte op de geheugenkaart.
Automatisch uit. (p. 138)
• De camera wordt mogelijk uitgeschakeld om
te voorkomen dat de geheugenkaart door
een harde schok beschadigd raakt. Schakel de
camera weer in.
• De batterij raakt bij lage temperaturen (onder
0 °C/32 °F) sneller leeg. Houd de batterij warm
door deze in uw zak te steken.
• Als u de flitser gebruikt of video's opneemt,
raakt de batterij snel leeg. Laad de batterij
indien nodig weer op.
• Batterijen zijn verbruiksartikelen die na verloop
van tijd moeten worden vervangen. Koop een
nieuwe batterij als de gebruiksduur van de
batterij aanzienlijk afneemt.
Verwijder onnodige bestanden of plaats een
nieuwe kaart.
• De geheugenkaart is niet geïnitialiseerd.
Formatteer de geheugenkaart.
Er kunnen geen foto's worden
• De geheugenkaart is defect. Koop een nieuwe
gemaakt
geheugenkaart.
• Controleer of de camera is ingeschakeld.
• Laad de batterij op.
• Controleer of de batterij correct in de camera is
geplaatst.
De camera kan onverwacht vastlopen als er een
De camera loopt vast
probleem optreedt. Verwijder de batterij en
plaats deze weer terug.
De camera kan warm worden tijdens het gebruik.
De camera wordt warm.
Dit is normaal en is niet van invloed op de
levensduur of prestaties van uw camera.
• Mogelijk is de flitseroptie ingesteld op Uit.
(p. 66)
De flitser werkt niet
• In sommige modi kunt u de flitser niet
gebruiken.
Aanvullende informatie 151
Voordat u contact opneemt met een servicecenter
Situatie
Mogelijke oplossingen
Situatie
De flitser wordt mogelijk geactiveerd vanwege
Er wordt onverwachts geflitst. statische elektriciteit. Dit duidt niet op een defect
van de camera.
De datum en tijd zijn onjuist
Stel de datum en tijd in bij de scherminstellingen.
(p. 137)
Het scherm of de knoppen
werken niet
Verwijder de batterij en plaats deze weer terug.
Het camerascherm reageert
niet goed
Er is een fout met de
geheugenkaart opgetreden
Als u de camera bij zeer lage temperaturen
gebruikt, kan het camerascherm verkleuren
of slecht functioneren. Voor betere prestaties
van het scherm moet de camera bij normale
temperaturen worden gebruikt.
• Schakel de camera uit en weer in.
• Verwijder de geheugenkaart en plaats deze
weer terug.
• Formatteer de geheugenkaart.
Zie 'Aandachtspunten bij gebruik van
geheugenkaarten' voor meer informatie. (p. 146)
Mogelijke oplossingen
Als u de naam van een bestand wijzigt, kan de
camera het bestand mogelijk niet afspelen (de
Er kunnen geen bestanden
bestandsnaam moet voldoen aan de DCF-norm).
worden afgespeeld
In dergelijke gevallen kunt u de bestanden op
een computer afspelen.
• Controleer of de ingestelde scherpsteloptie
voor close-upfoto's geschikt is. (p. 69)
• Controleer of de lens schoon is. Reinig de lens
De foto is onscherp
indien nodig. (p. 142)
• Zorg ervoor dat het onderwerp zich binnen het
bereik van de flitser bevindt. (p. 155)
Een onjuiste witbalans kan voor onrealistische
De kleuren in de foto zijn
anders dan de daadwerkelijke kleuren zorgen. Selecteer de juiste witbalansoptie
kleuren
voor de lichtbron. (p. 78)
De foto is overbelicht of onderbelicht.
• Schakel de flitser in of uit. (p. 66)
De foto is te licht of te donker.
• Pas de ISO-waarde aan. (p. 68)
• Pas de belichtingswaarde aan. (p. 76)
Aanvullende informatie 152
Voordat u contact opneemt met een servicecenter
Situatie
De foto's worden niet op de
televisie weergegeven
De computer herkent de
camera niet
De computer verbreekt de
verbinding met de camera
tijdens het overbrengen van
bestanden
Mogelijke oplossingen
Situatie
• Controleer of de camera correct op de televisie
•
•
•
•
is aangesloten met de A/V-kabel.
Controleer of de geheugenkaart foto's bevat.
Controleer of de USB-kabel op de juiste wijze is
geplaatst.
Controleer of de camera is ingeschakeld.
Controleer of het besturingssysteem wordt
ondersteund.
• Sluit i-Launcher af en start het programma
opnieuw.
• Controleer of i-Launcher is ingesteld op Aan in
het instellingenmenu. (p. 136)
• Afhankelijk van de specificaties en omgeving
i-Launcher werkt niet correct
De bestandsoverdracht kan door statische
elektriciteit worden gestoord. Koppel de
USB- kabel los en sluit deze weer aan.
Video's kunnen mogelijk niet worden afgespeeld
met bepaalde videospelers. Als u videobestanden
De computer kan geen video's wilt afspelen die zijn gemaakt met uw camera,
afspelen
gebruikt u het Multimedia Viewer-programma
dat u met het programma i-Launcher op uw
computer kunt installeren.
Mogelijke oplossingen
Uw televisie of computer
kan geen foto's of
video's weergeven die
zijn opgeslagen op een
microSDXC- geheugenkaart.
Uw computer herkent een
microSDXC-geheugenkaart
niet.
Aanvullende informatie 153
van de computer wordt het programma
mogelijk niet automatisch gestart. Klik in
dit geval op Starten → Alle programma's
→ Samsung → i-Launcher → Samsung
i-Launcher op uw Windows-computer. (Voor
Windows 8, opent u het startscherm en
selecteert u All apps (Alle apps) → Samsung
i-Launcher.) Of klik op Applications
(Programma's) → Samsung → i-Launcher op
uw computer met Mac OS.
microSDXC-geheugenkaarten gebruiken het
exFAT-bestandssysteem. Zorg ervoor dat het
externe apparaat compatibel is met het exFATbestandssysteem voordat u de camera aansluit
op het apparaat.
microSDXC-geheugenkaarten gebruiken het
exFAT-bestandssysteem. Als u microSDXCgeheugenkaarten wilt gebruiken op
een Windows XP-computer, kunt u
het stuurprogramma voor het exFATbestandssysteem downloaden en bijwerken via
de website van Microsoft.
Cameraspecificaties
Beeldsensor
Type
1/2,3 inch (ongeveer 7,77 mm) BSI CMOS
Effectieve pixels
Ongeveer 16,3 megapixel
Totaalaantal pixels
Lens
Ongeveer 16,7 megapixel
Brandpuntsafstand
Samsung Lens 21x zoomlens f = 4,1 - 86,1 mm
(equivalent van 35 mm film: 23 - 483 mm)
Diafragmabereik
F2.8 (W) - F5.9 (T)
Digitale zoom
Bereik
Display
3,0" (75,0 mm) 460K
Type
10 cm-oneindig
150 cm-oneindig
Auto: 1/8 - 1/2.000 sec.
Programma: 1 - 1/2.000 sec.
Nacht: 8 - 1/2.000 sec.
Handmatig: 16 - 1/2.000 sec.
Belichting
beeldgrootte)
Functionaliteit
Scherpstelling
Tele (T)
350 cm-oneindig
150 - 350 cm
150 cm-oneindig
•
•
•
•
• Intelligent zoomen: 2,0X
TFT LCD
Groothoek (G)
80 cm-oneindig
10 - 80 cm
10 cm-oneindig
Sluitertijd
• Fotomodus: 1,0 - 5,0X
• Afspeelmodus: 1,0 - 9,4X (afhankelijk van de
Type
Normaal (AF)
Macro
Auto macro
Handmatig
scherpstellen
TTL-autofocus (Centrum AF, Multi AF, Tracking AF,
Gezichtsdetectie AF, Aanraak AF), Handmatig scherpstellen,
Video CAF (continuous auto focus)
Regeling
Programma AE, Diafragmaprioriteit AE,
Sluiterprioriteit AE, Handmatige belichting
Lichtmeting
Multi, Spot, Centrum gewogen, Gezichtsdetectie
Lichtmetingbereik
EV 1 - 17 (Groothoek, ISO Auto), EV 3 - 17 (Tele, ISO Auto)
Compensatie
±2EV (1/3 EV Stap)
ISO-equivalent
Auto, ISO 80, ISO 100, ISO 200, ISO 400, ISO 800, ISO 1600,
ISO 3200
Aanvullende informatie 154
Cameraspecificaties
• Modi: Intelligente scènedetectie (Landschap,
Flitser
Modus
Auto, Rode ogen, Invulflits, Langz sync, Uit
Bereik
• Groothoek: 0,3 - 4,1 m (ISO Auto)
• Groothoek: 0,5 - 2,9 m (ISO Auto)
Oplaadtijd
Ongeveer 4 sec.
Video's
Trillingsreductie
Optische beeldstabilisatie (OIS)
Afspelen
Witbalans
• Type: Eén foto, Miniaturen, Diashow met effecten
• Bewerken: Resolutie wijzigen, Draaien, Intelligent filter,
Auto witbalans, Daglicht, Bewolkt, TL-licht H, TL-licht L, Kunstlicht, Kleurtemp.,
Aangepaste instelling
Datering
Bijsnijden, Kleur (Beeld aanpassen), Portret
Foto's
Datum en tijd, Datum, Uit
Opname
• Modi: Smart Auto, Programma, Diafragmaprioriteit,
Foto's
Sluiterprioriteit, Handmatig, Slimme modus,
Signaal selfie, Magisch Plus
• Burst: Eén foto, Continu (3 fps, 7,1 fps), AE BKT
• Timer: Uit, 2 sec, 10 sec
Blauwe lucht, Natuurlijk groen, Zon onder),
Magisch Plus (Filmfilter)
• Formaat: 1920 X 1080 30 fps, 1280 X 720 30 fps,
640 X 480 30 fps, 240 Web
• Filmfilter (Intelligent filter): Miniatuur, Vignetten, Schets,
Visoog, Klassiek, Retro, Paleteffect 1, Paleteffect 2,
Paleteffect 3, Paleteffect 4
Video's
Aanvullende informatie 155
• Effect: Kleur (Beeld aanpassen) (ACB, Helderheid,
Contrast, Kleurverzadiging), Portret
(Gezichtretouchering), Intelligent filter (Miniatuur,
Vignetten, Aquarel, Olieverf, Cartoon, Kruisfilter, Schets,
Softfocus, Visoog, Klassiek, Retro, Zoomopname)
Video bewerken: pauzeren tijdens opnemen,
foto's maken, tijd bijsnijden
Cameraspecificaties
Opslag
Draadloos netwerk
• Intern geheugen: ongeveer 9,5 MB
• Extern geheugen (optioneel):
Media
Bestandsindeling
microSD-kaart (2 GB guaranteed),
microSDHC-kaart (32 GB gegarandeerd),
microSDXC-kaart (64 GB gegarandeerd)
- Klasse 6 en hoger aanbevolen
De interne geheugencapaciteit kan van deze specificaties
afwijken.
• Foto: JPEG (DCF), EXIF 2.21
• Video: MP4 (Video: MPEG-4.AVC/H.264, Audio: AAC)
Symbool
Formaat
4608 X 3456
MobileLink, Remote Viewfinder, Baby Monitor, SNS en cloud, E-mail,
S/W Upgrade Notifier, Samsung Link, Automatische back-up, AutoShare
Interface
Digitale uitvoer
Audio-invoer/-uitvoer Interne luidspreker (mono), Microfoon (mono)
Video-uitvoer
A/V: NTSC, PAL (selecteerbaar)
Gelijkstroomaansluiting 5,0 V
Voedingsbron
Oplaadbare batterij
Lithium-ionbatterij (SLB-10A, 1.030 mAh)
Afhankelijk van uw regio kan de voedingsbron verschillen.
4608 X 3072
4608 X 2592
Beeldformaat
USB 2.0
3648 X 2736
2832 X 2832
2592 X 1944
1984 X 1488
1920 X 1080
1024 X 768
Aanvullende informatie 156
Cameraspecificaties
Afmetingen (B x H x D)
113,6 x 65,1 x 36 mm
Gewicht
Ongeveer 216 g
Bedrijfstemperatuur
0 - 40 °C
Bedrijfsluchtvochtigheid
5 - 85 %
Software
i-Launcher
Specificaties kunnen zonder kennisgeving worden gewijzigd voor betere prestaties.
Aanvullende informatie 157
Woordenlijst
Auto Contrast Balance (ACB)
Deze functie verbetert automatisch het contrast van uw beelden wanneer het
onderwerp tegenlicht heeft of als er veel contrast is tussen uw onderwerp en de
achtergrond.
Compositie
Met compositie wordt de plaatsing van de verschillende elementen in het beeld
bedoeld. Meestal levert een compositie volgens de regel van derden een plezierig
resultaat.
Opnamereeks met verschillende belichtingen (AEB)
Deze functie maakt automatisch meerdere beelden met verschillenden
belichtingen om u te helpen een goedbelicht beeld te maken.
Design rule for Camera File system (DCF)
Een specificatie voor het definiëren van een bestandsindeling en bestandssysteem
voor digitale camera's die is ontwikkeld door de Japan Electronics and Information
Technology Industries Association (JEITA).
Autofocus (AF)
Een systeem dat automatisch de cameralens scherpstelt op het onderwerp. Uw
camera gebruikt het contrast om automatisch scherp te stellen.
Diafragma
Het diafragma bepaalt de hoeveelheid licht die de sensor van de camera bereikt.
Bewegingsonscherpte (vaag)
Als de camera wordt bewogen wanneer de sluiter is geopend, kan het volledige
beeld vaag lijken. Dit komt vaker voor wanneer de sluitertijd laag is. Voorkom
bewegingsonscherpte door de gevoeligheid te verhogen, de flitser te gebruiken of
een hogere sluitertijd. U kunt ook een statief of de DIS- of OIS-functie gebruiken om
de camera te stabiliseren.
Scherptediepte
De afstand tussen het dichtstbijzijnde en verste punt waarop kan worden
scherpgesteld in een foto. De scherptediepte verschilt per diafragma,
brandpuntsafstand en afstand tussen de camera en het onderwerp. Als u
bijvoorbeeld een lager f-nummer gebruikt, wordt een grote scherptediepte
gemaakt en wordt de achtergrond wazig in de compositie.
Digitale zoom
Een functie die op kunstmatige wijze de beschikbare hoeveelheid zoom met de
zoomlens vergroot (optisch zoomen). Als u de digitale zoomfunctie gebruikt, wordt
de beeldkwaliteit minder wanneer de vergroting wordt verhoogd.
Aanvullende informatie 158
Woordenlijst
EV-compensatie
Met deze functie kunt u snel de belichtingswaarde aanpassen die wordt berekend
door de camera, in beperkte stappen, om de belichting van uw foto's te verbeteren.
Stel de EV-compensatie in op -1,0 EV om de waarde een stap donkerder in te stellen
en op 1,0 EV om de waarde een stap lichter te maken.
Belichtingswaarde (EV)
Alle combinaties van de camerasluitertijd en diafragma die resulteren in dezelfde
belichting.
Exchangeable Image File Format (Exif)
Een specificatie voor het definiëren van een beeldbestandsindeling voor digitale
camera's die is gemaakt door de Japan Electronic Industries Development
Association (JEIDA).
Belichting
De hoeveelheid licht die de sensor van de camera mag bereiken. Belichting wordt
bepaald door een combinatie van sluitertijd, diafragma en ISO-waarde.
Flitser
Een flitslamp die ervoor zorgt dat er voldoende belichting is in omstandigheden
met weinig licht.
Brandpuntsafstand
De afstand van het brandpunt van de lens tot het beeldvlak (in millimeters).
Grotere brandpuntsafstanden resulteren in een kleinere beeldhoek en een grotere
weergave van het onderwerp. Kleinere brandpuntsafstanden resulteren in een
grotere beeldhoek.
Histogram
Een grafische weergave van de helderheid van een beeld. De horizontale as stelt de
helderheid voor en de verticale as het aantal pixels. Hoge pieken aan de linkerkant
(te donker) en aan de rechterkant (te licht) op het histogram geven aan dat een foto
niet goed is belicht.
H.264/MPEG-4
Een video-indeling met hoge compressie die is ontwikkeld door de internationale
standaardisatieorganisaties ISO/IEC en ITU-T. Deze codec zorgt ervoor dat goede
videokwaliteit wordt geleverd met lage bitsnelheden ontwikkeld door het Joint
Video Team (JVT).
Aanvullende informatie 159
Woordenlijst
Beeldsensor
Het fysieke deel van een digitale camera die een fotosite bevat voor elke pixel in
het beeld. Elke fotosite neemt de helderheid van het licht op dat de fotosite bereikt
tijdens een belichting. Algemene sensortypen zijn CCD (Charge-coupled Device) en
CMOS (Complementary Metal Oxide Semiconductor).
ISO-waarde
De gevoeligheid van een camera voor licht, gebaseerd op de equivalente
filmsnelheid gebruikt in een filmcamera. Met hogere ISO-waarden gebruikt de
camera een hogere sluitertijd, waardoor vervaging kan worden verminderd die
wordt veroorzaakt door het bewegen van de camera en weinig licht. Beelden met
een hoge gevoeligheid zijn echter veel gevoeliger voor ruis.
Lichtmeting
De lichtmeting heeft betrekking op de manier waarop een camera de hoeveelheid
licht meet om de belichting in te stellen.
Motion JPEG (MJPEG)
Een video-indeling die wordt gecomprimeerd als een JPEG-beeld.
Near Field Communication (NFC)
NFC is een set standaarden voor radiocommunicatie op zeer korte afstand. U kunt
NFC-apparaten gebruiken om functies te activeren of gegevens uit te wisselen met
andere apparaten.
Joint Photographic Experts Group (JPEG)
Een lossy-methode van compressie voor digitale beelden. JPEG-beelden worden
gecomprimeerd om de algehele bestandsgrootte te verminderen met minimale
afname van de beeldresolutie.
Ruis
Verkeerd geïnterpreteerde pixels in een digitaal beeld die mogelijk worden
weergegeven als verkeerd geplaatste of willekeurige, heldere pixels. Ruis treedt
meestal op wanneer foto's worden gemaakt met een hoge gevoeligheid of wanneer
de gevoeligheid automatisch wordt ingesteld op een donkere locatie.
Liquid Crystal Display (LCD)
Een visuele display die algemeen wordt gebruikt in consumenten elektronica.
Dit display heeft een aparte achtergrondverlichting nodig zoals CCFL of LED, om
kleuren te kunnen reproduceren.
Optische beeldstabilisatie (OIS)
Deze functie compenseert in real-time trillingen en schudden tijdens de opname. Er
treedt geen kwaliteitsvermindering van het beeld op in vergelijking met de functie
Digitale beeldstabilisatie.
Macro
Met deze functie kunt u close-upfoto's maken van zeer kleine voorwerpen. Als u de
macrofunctie gebruikt, kan de camera goed scherpstellen op kleine voorwerpen
met een verhouding op bijna ware grootte (1:1).
Aanvullende informatie 160
Woordenlijst
Optische zoom
Dit is een algemene zoomfunctie waarmee beelden kunnen worden vergroot met
een lens en waarmee de beeldkwaliteit niet vermindert.
Kwaliteit
Een uitdrukking van het compressieniveau dat is gebruikt in een digitaal beeld.
Beelden met een hogere kwaliteit hebben een lager compressieniveau, wat meestal
resulteert in grotere bestanden.
Vignetten
Een vermindering van de helderheid of de kleurverzadiging van een beeld bij de
randen in vergelijking met het midden van het beeld. Vignetten kan de aandacht
richten op onderwerpen die in het midden van een beeld zijn geplaatst.
Witbalans (kleurbalans)
Een aanpassing van de intensiteit van kleuren (meestal de primaire kleuren rood,
groen en blauw) in een beeld. Het doel van het aanpassen van de witbalans, of
kleurbalans, is de kleuren van een beeld correct weergeven.
Resolutie
Het aantal pixels in een digitaal beeld. Beelden met hoge resolutie bevatten meer
pixels en bevatten meer details dan beelden met lage resolutie.
Sluitertijd
De sluitertijd verwijst naar de tijd die het kost om de sluiter te openen en sluiten,
en is een belangrijke factor in de helderheid van een foto, omdat hiermee de
hoeveelheid licht wordt bepaald die door het diafragma wordt gelaten voordat de
beeldsensor wordt bereikt. Een hoge sluitertijd geeft minder tijd om licht binnen te
laten waardoor de foto donkerder wordt en eenvoudiger bewegende onderwerpen
kan vastleggen.
Aanvullende informatie 161
Correcte behandeling van een gebruikte accu uit dit product
(Van toepassing in landen waar afval gescheiden wordt ingezameld)
Correcte verwijdering van dit product
(elektrische & elektronische afvalapparatuur)
(Van toepassing in landen waar afval gescheiden wordt ingezameld)
Dit merkteken op het product, de accessoires of het informatiemateriaal duidt erop
dat het product en zijn elektronische accessoires (bv. lader, headset, USB-kabel) niet
met ander huishoudelijk afval verwijderd mogen worden aan het einde van hun
gebruiksduur. Om mogelijke schade aan het milieu of de menselijke gezondheid
door ongecontroleerde afvalverwijdering te voorkomen, moet u deze artikelen van
andere soorten afval scheiden en op een verantwoorde manier recyclen, zodat het
duurzame hergebruik van materiaalbronnen wordt bevorderd.
Huishoudelijke gebruikers moeten contact opnemen met de winkel waar ze dit
product hebben gekocht of met de gemeente waar ze wonen om te vernemen
waar en hoe ze deze artikelen milieuvriendelijk kunnen laten recyclen.
Dit merkteken op de accu, handleiding of verpakking geeft aan dat de accu in dit
product aan het einde van de levensduur niet samen met ander huishoudelijk afval
mag worden weggegooid. De chemische symbolen Hg, Cd of Pb geven aan dat
het kwik-, cadmium- of loodgehalte in de accu hoger is dan de referentieniveaus
in de Richtlijn 2006/66/EC. Indien de gebruikte accu niet op de juiste wijze wordt
behandeld, kunnen deze stoffen schadelijk zijn voor de gezondheid van mensen of
het milieu.
Ter bescherming van de natuurlijke hulpbronnen en ter bevordering van het
hergebruik van materialen, verzoeken wij u afgedankte accu’s en batterijen te
scheiden van andere soorten afval en voor recycling aan te bieden bij het gratis
inzamelingssysteem voor accu’s en batterijen in uw omgeving.
Zakelijke gebruikers moeten contact opnemen met hun leverancier en de
algemene voorwaarden van de koopovereenkomst nalezen. Dit product en zijn
elektronische accessoires mogen niet met ander bedrijfsafval voor verwijdering
worden gemengd.
PlanetFirst duidt op het streven van Samsung Electronics naar een
duurzame ontwikkeling en sociale verantwoordelijkheid door middel
van een milieubewuste bedrijfsvoering.
Aanvullende informatie 162
Index
A
Automatische back-up 123
Beginafbeelding 135
C
Aanraakscherm
AutoShare 116
Belichting 76
Cameraonderhoud 142
A/V-poort 16
Bestanden beschermen 90
Cameraspecificaties 154
Bestanden overdragen
Contrast
Aanraken 28
Slepen 28
Vegen 28
Aansluiten op uw
Mac-computer 102
Afdruk 138
AF-geluid 135
AF-hulplampje
Instellingen 138
Locatie 16
Afspeelknop 18
Afspeelmodus 87
Afzonderlijke beelden uit een video
opslaan 99
Auto Contrast Balance (ACB)
Afspeelmodus 97
Opnamemodus 77
B
Baby Monitor 121
Batterij
Let op 148
Opladen 20
Plaatsen 19
Beeld aanpassen
Contrast
Afspeelmodus 97
Opnamemodus 83
Helderheid
Afspeelmodus 97
Opnamemodus 76
Kleurverzadiging
Automatische back-up 123
E-mail 125
Mac 102
Windows 101
Bestanden weergeven
Categorie 89
Diashow 93
Geanimeerde foto's 94
Map 88
Miniaturen 89
Panoramafoto's 93
TV 100
Bestanden wissen 90
Afspeelmodus 97
Opnamemodus 83
Afspeelmodus 97
Opnamemodus 83
D
Datum/tijd aanpassen 137
De camera loskoppelen 102
Diafragmawaarde 42
Diashow 93
Digitale zoom 33
DIRECT LINK-knop 18
Draadloos netwerk 111
Draaien 95
Scherpte 83
Druk de ontspanknop half in 36
Aanvullende informatie 163
Index
F
G
I
L
Filmmodus 60
Geheugenkaart
Instellingen 137
Lichtmeting
Let op 146
Plaats 19
Intelligent filter
Flitser
Auto 66
Invulflits 66
Langz sync 67
Rode ogen 66
Uit 66
Formatteren 138
Foto's bewerken 95
Foutmeldingen 141
Functieknop 18
Afspeelmodus 96
Opnamemodus voor foto's 54
Video-opnamemodus 55
Geluidsinstellingen 31
Gezichten retoucheren 98
Gezichtsdetectie 74
Intelligent zoomen 34
ISO-waarde 68
H
Handmatige modus 45
Helderheid
Afspeelmodus 97
Opnamemodus 76
K
Kleurverzadiging
Afspeelmodus 97
Opnamemodus 83
Helderheid display 136
Aanvullende informatie 164
Centrum gewogen 77
Multi 77
Spot 77
M
Macro
Auto macro 70
Handmatig scherpstellen 70
Macro 70
Normaal (AF) 70
Magisch Plus, modus
Effect Artist 56
Filmfilter 55
Fotofilter 54
Foto in beweging 53
Kleurenkwast 58
Mijn Magisch kader 51
Index
Menuknop 18
O
R
Miniaturen 89
One Touch-opname 73
Reinigen
S
Camerabody 142
Display 142
Lens 142
MobileLink 117
Ontspanknop 16
Modus Diafragmaprioriteit 43
Open Source-licentie 139
Modusdraaiknop 16
Opladen 20
Remote Viewfinder 119
Modus Intelligente scènedetectie 61
Optionele accessoires 15
Resetten 139
Modus Panorama 48
Optische beeldstabilisatie (OIS) 35
Resolutie
Afspeelmodus 95
Opnamemodus 63
Modus Sluiterprioriteit 44
P
N
NFC (Tag & Go) 115
Pictogrammen
Richtlijn 135
Afspeelmodus 87
Opnamemodus 23
Samsung Link 130
Scherpstelgebied
Centrum AF 71
Multi AF 71
Scherpte 83
Selfie-alarmmodus 50
Servicecenter 151
Service voor delen
Foto's of video's uploaden 128
Openen 128
Slimme modus 46
Smart Auto-modus 39
Portretopname maken
Gezichtsdetectie 74
Smile shot 75
Zelfportret 74
Smile shot 75
Snelle weergave 136
Spaarstand 136
Power-knop 16
Statiefbevestigingspunt 16
Programmamodus 41
Statuslampje 17
Aanvullende informatie 165
Index
T
V
Z
Taalinstellingen 137
Vergroten 92
Zelfportret 74
Tijdinstellingen 21, 137
Video 136
Zoom
Tijdzone-instellingen 21, 137
Timer 82
Tracking AF 72
Type weergave 30
Afspeelmodus 94
Opnamemodus 60
Video's bewerken
De zoomfunctie gebruiken 33
Instellingen voor zoomgeluid 84
Zoomknop 17
Bijsnijden 99
Opnemen 99
U
W
Uitpakken 15
Witbalans 78
USB-poort 16
Aanvullende informatie 166
Raadpleeg voor klantenservice of bij vragen de garantieinformatie
die met het product is meegeleverd of bezoek onze website
www.samsung.com.