Samsung WB351F Handleiding

Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

Gebruiksaanwijzing
WB350F/WB351F/WB352F
Klik op een
onderwerp
In deze gebruiksaanwijzing vindt u uitgebreide
aanwijzingen voor het gebruik van uw camera. Lees deze
gebruiksaanwijzing aandachtig door.
Algemene problemen
oplossen
Beknopt overzicht Inhoud
Basisfuncties Uitgebreide functies Opnameopties
Afspelen/bewerken Draadloos netwerk Instellingen
Aanvullende informatie Index
1
Informatie over gezondheid en veiligheid
Houd u altijd aan de volgende voorzorgsmaatregelen en gebruikstips om gevaarlijke situaties te vermijden en ervoor te zorgen dat de camera optimaal werkt.
Voorkom oogletsel bij het nemen van foto's.
Gebruik de itser van de camera niet vlakbij (op minder dan 1 m afstand van) de
ogen van mensen of dieren. Als u de itser dicht bij de ogen van het onderwerp
gebruikt, kunt u tijdelijke of permanente schade aan het gezichtsvermogen
veroorzaken.
Houd de camera buiten het bereik van kleine kinderen en huisdieren.
Houd de camera en alle bijbehorende onderdelen en accessoires buiten het bereik
van kleine kinderen en huisdieren. Kleine onderdelen vormen verstikkingsgevaar of
kunnen schadelijk zijn wanneer deze worden ingeslikt. Bewegende onderdelen en
accessoires kunnen ook fysiek gevaar opleveren.
Stel de camera niet gedurende lange tijd aan direct zonlicht of hoge
temperaturen bloot.
Langdurige blootstelling aan zonlicht of extreme temperaturen kan permanente
schade aan interne onderdelen van het toestel veroorzaken.
Waarschuwing—situaties die bij u of anderen letsel kunnen veroorzaken
Haal de camera niet uit elkaar en probeer de camera niet te repareren.
U kunt de camera beschadigen en uzelf blootstellen aan het risico van een
elektrische schok.
Gebruik de camera niet dichtbij ontvlambare of explosieve gassen en
vloeistoen.
Dit kan brand of een schok veroorzaken.
Plaats geen ontvlambare materialen in de camera en bewaar dergelijke
materialen niet in de buurt van de camera.
Dit kan brand of een schok veroorzaken.
Raak de camera niet met natte handen aan.
Dit kan een schok veroorzaken.
2
Informatie over gezondheid en veiligheid
Voorkom dat de camera of oplader wordt bedekt door kleden of kleding.
Dit kan oververhitting van de camera of brand veroorzaken.
Gebruik het netsnoer of de oplader niet tijdens een onweersbui.
Dit kan een elektrische schok veroorzaken.
Als er vloeistoen of vreemde voorwerpen in de camera komen, moet u
meteen alle voedingsbronnen, zoals de batterij of oplader, loskoppelen en
vervolgens contact opnemen met een servicecenter van Samsung.
Houd u aan alle regelgeving die het gebruik van camera's in bepaalde
omgevingen beperkt.
•
Voorkom storing met andere elektronische apparatuur.
•
Schakel de camera uit voordat u aan boord van een vliegtuig gaat. De camera
kan storing in de apparatuur van het vliegtuig veroorzaken. Houd u aan alle
voorschriften van de luchtvaartmaatschappij en zet de camera uit als dit door het
vliegtuigpersoneel wordt gevraagd.
•
Schakel de camera uit in de nabijheid van medische apparatuur. De camera kan
storing veroorzaken in medische apparaten in ziekenhuizen of zorginstellingen.
Volg alle voorschriften, waarschuwingsmededelingen en aanwijzingen van
medisch personeel.
Vermijd storing van pacemakers.
Zorg ervoor dat deze camera uit de buurt blijft van alle pacemakers om mogelijke
storing te voorkomen, zoals aanbevolen door de fabrikant en onderzoeken. Als u
vermoedt dat de camera storing veroorzaakt bij een pacemaker of ander medisch
apparaat, moet u de camera onmiddellijk uitschakelen en voor instructies contact
op te nemen met de fabrikant van de pacemaker of het medische apparaat.
3
Informatie over gezondheid en veiligheid
Voorzichtig—situaties die kunnen resulteren in beschadiging van de
camera of andere apparatuur
Haal de batterijen uit de camera wanneer u deze voor langere tijd opbergt.
Batterijen in het batterijvak kunnen na verloop van tijd gaan lekken of roesten en
ernstige schade aan uw camera veroorzaken.
Gebruik uitsluitend authentieke, door de fabrikant aanbevolen lithium-
ionbatterijen ter vervanging. Zorg dat u de batterij niet beschadigt of verhit.
Hierdoor kan brand ontstaan of persoonlijk letsel worden veroorzaakt.
Gebruik alleen door Samsung goedgekeurde batterijen, opladers, kabels en
accessoires.
•
Niet-goedgekeurde batterijen, opladers, kabels of accessoires kunnen de camera
beschadigen, letsel veroorzaken of ertoe leiden dat batterijen exploderen.
•
Samsung is niet aansprakelijk voor schade of letsel veroorzaakt door niet-
goedgekeurde batterijen, opladers, kabels of accessoires.
Gebruik batterijen niet voor doeleinden waarvoor de batterijen niet zijn
bedoeld.
Dit kan brand of een schok veroorzaken.
Raak de itser niet aan wanneer deze wordt gebruikt.
De itser wordt zeer heet en kan brandwonden veroorzaken.
Als u de AC-oplader gebruikt, moet u de camera uitschakelen voor u de
voedingsbron van de AC-oplader loskoppelt.
Anders kunt u brand of een schok veroorzaken.
Laat de stekker van de oplader niet in het stopcontact zitten als u de oplader
niet gebruikt.
Dit kan brand of een schok veroorzaken.
Gebruik voor het opladen van de batterijen geen elektriciteitssnoeren of
stekkers die beschadigd zijn, of een loshangend stopcontact.
Dit kan brand of een schok veroorzaken.
Zorg dat de AC-oplader niet in contact komt met de plus- en minpolen van de
batterij.
Dit kan brand of een schok veroorzaken.
4
Informatie over gezondheid en veiligheid
Laat de camera niet vallen en stel deze niet bloot aan grote schokken.
Hierdoor kunnen het scherm en externe of interne onderdelen beschadigd raken.
Wees voorzichtig bij het aansluiten van snoeren en adapters en het plaatsen
van batterijen en geheugenkaarten.
Door het forceren van aansluitingen, het niet op de juiste manier aansluiten van
snoeren of het niet op de juiste manier plaatsen van batterijen en geheugenkaarten
kunt u poorten, aansluitingen en accessoires beschadigen.
Houd kaarten met magnetische stroken uit de buurt van het camera-etui.
Informatie die is opgeslagen op de kaart kan worden beschadigd of gewist.
Gebruik nooit een beschadigde oplader, batterij of geheugenkaart.
Dit kan een schok, camerastoring of brand veroorzaken.
Plaats de camera niet in of in de buurt van magnetische velden.
Dit kan ervoor zorgen dat de camera niet goed meer werkt.
Gebruik de camera niet als het scherm beschadigd is.
Als het glas of acrylaatonderdelen gebroken zijn, gaat u naar een servicecenter van
Samsung Electronics om te camera te laten repareren.
Controleer voor gebruik of de camera naar behoren functioneert.
De fabrikant is niet verantwoordelijk voor verlies van bestanden of schade die kan
voortkomen uit defecten aan de camera of onjuist gebruik.
Steek het smalle uiteinde van de USB-kabel in de camera.
Als u de kabel omgekeerd aansluit, kunnen de bestanden beschadigen. De
fabrikant is niet verantwoordelijk voor enig verlies van gegevens.
Voorkom storing met andere elektronische apparatuur.
De camera zendt RF-signalen (Radio Frequency) uit die storing kunnen veroorzaken
in elektronische apparatuur die niet of niet voldoende is beschermd, zoals
pacemakers, gehoorapparaten, medische apparatuur en andere apparatuur thuis
of in de auto. Vraag advies bij de fabrikant van uw elektronische apparatuur om
mogelijke problemen met storing op te lossen. Gebruik alleen door Samsung
goedgekeurde apparaten of accessoires om ongewenste storingen te voorkomen.
Gebruik de camera in de normale gebruikspositie.
Raak de interne antenne van de camera niet aan.
Gegevensoverdracht en verantwoordelijkheden
•
Gegevens die via een WLAN worden verzonden, kunnen in verkeerde handen
vallen, dus vermijd het verzenden van gevoelige gegevens in openbare ruimten
of via open netwerken.
•
De fabrikant van de camera is niet aansprakelijk voor gegevensoverdracht
waarmee inbreuk wordt gemaakt op auteursrechten, handelsmerken,
intellectueel-eigendomsrechten of regelgeving met betrekking tot de openbare
zedelijkheid.
5
Overzicht van de gebruiksaanwijzing
Basisfuncties 19
Informatie over de inhoud van de doos, de onderdelen van
de camera, wat de pictogrammen betekenen en algemene
opnamefuncties.
Uitgebreide functies 43
Hier vindt u informatie over het maken van foto's en het opnemen
van video's door een modus te selecteren.
Opnameopties 66
Hier vindt u informatie over het instellen van de opties in de
opnamemodus.
Afspelen/bewerken 90
Hier vindt u informatie over hoe u foto's of video's afspeelt en u
foto's bewerkt. Ook leest u hier hoe u de camera op een computer of
televisie aansluit.
Draadloos netwerk 114
Hier wordt beschreven hoe u verbinding kunt maken met WLAN-
netwerken en functies kunt gebruiken.
Instellingen 137
Hier vind u opties om de instellingen van uw camera te congureren.
Aanvullende informatie 144
Hier vindt u informatie over foutmeldingen, specicaties en
onderhoud.
Copyrightinformatie
•
Microsoft Windows en het Windows-logo zijn geregistreerde handelsmerken van
Microsoft Corporation.
•
Mac en Apple App Store zijn gedeponeerde handelsmerken van de Apple
Corporation.
•
Google Play Store is een gedeponeerd handelsmerk van Google, Inc.
•
microSDâ„¢, microSDHCâ„¢ en microSDXCâ„¢ zijn geregistreerde handelsmerken van
SD Association.
•
Wi-Fi®, het Wi-Fi CERTIFIED-logo en het Wi-Fi-logo zijn geregistreerde
handelsmerken van de Wi-Fi Alliance.
•
Handelsmerken en handelsnamen in deze gebruiksaanwijzing zijn het eigendom
van de betreende eigenaars.
•
Cameraspecicaties of de inhoud van deze gebruiksaanwijzing kunnen bij een
upgrade van camerafuncties zonder kennisgeving worden gewijzigd.
•
U kunt de camera het beste gebruiken in het land waar u deze hebt
aangeschaft.
•
Gebruik deze camera op een verantwoorde manier en leef alle wet- en
regelgeving met betrekking tot het gebruik van de camera na.
•
Het is niet toegestaan om enig deel van deze gebruiksaanwijzing zonder
vooraf gegeven toestemming te hergebruiken of verspreiden.
6
Pictogrammen in deze gebruiksaanwijzing
Modus Pictogram
Smart Auto
T
Programma
p
Diafragmaprioriteit, Sluiterprioriteit, Handmatig
G
Slimme modus
s
Beste gezicht
i
Magisch Plus
g
Instellingen
n
Wireless Network
w
Pictogrammen in de opnamemodus
Deze pictogrammen worden weergegeven in de tekst wanneer een functie
beschikbaar is in een bepaalde modus. Bekijk het onderstaande voorbeeld.
Opmerking: de modus
s
Slimme modus of
g
Magisch Plus ondersteunen
mogelijk niet functies voor alle scènes of modi.
Voorbeeld:
Beschikbaar in de
modi Programma,
Diafragmaprioriteit en
Sluiterprioriteit
Symbolen in deze gebruiksaanwijzing
Symbool Functie
Aanvullende informatie
Veiligheidsvoorschriften en waarschuwingen
[]
Cameraknoppen. [Ontspanknop] staat bijvoorbeeld voor de
ontspanknop.
()
Paginanummer van verwante informatie
→
De volgorde van de opties of menu's die u moet selecteren om een
stap uit te voeren, voorbeeld: selecteer Gezichtsdetectie → Normaal
(betekent selecteer Gezichtsdetectie, en selecteer vervolgens
Normaal).
*
Voetnoot
7
Op de ontspanknop drukken
•
Druk de [Ontspanknop] half in: druk de ontspanknop tot halverwege in
•
Druk op de [Ontspanknop]: druk de ontspanknop helemaal in
Druk de [Ontspanknop] half in Druk op de [Ontspanknop]
Onderwerp, achtergrond en compositie
•
Onderwerp: het hoofdobject van een scène, zoals een persoon, dier of stilleven
•
Achtergrond: de objecten rond het onderwerp
•
Compositie: de combinatie van onderwerp en achtergrond
Compositie
Achtergrond
Onderwerp
Belichting (Helderheid)
De hoev
eelheid licht die de camera binnenkomt, bepaalt de belichting. De
belichting kan worden aangepast met sluitertijd, diafragmawaarde en ISO-waarde.
Wanneer u de belichting verandert, worden de foto's donkerder of lichter.
S
Normale belichting
S
Overbelicht (te helder)
Uitdrukkingen in deze gebruiksaanwijzing
8
Speciale functies van de camera
NFC-taggegevens lezen (Tag & Go)
Installeer de Samsung SMART CAMERA App op een NFC-apparaat en plaats de NFC-
antenne van het apparaat in de buurt van de NFC-tag van de camera. De Samsung
SMART CAMERA App wordt automatisch gestart. Als de app niet is geïnstalleerd,
wordt er een melding weergegeven dat de app moet worden geïnstalleerd.
De DIRECT LINK-knop gebruiken
Druk op de DIRECT LINK-knop om de ingestelde Wi-Fi-functie te activeren.
Een optie voor de DIRECT LINK-knop instellen
U kunt een Wi-Fi-functie selecteren die moet worden gestart wanneer u op de
DIRECT LINK-knop drukt.
1
Open de Instellingen.
2
Open de optie voor de DIRECT LINK-knop.
3
Selecteer een Wi-Fi-functie uit de lijst.
9
Speciale functies van de camera
AutoShare gebruiken
Wanneer u een foto maakt met uw camera, wordt de foto automatisch op de smartphone opgeslagen. De camera maakt draadloos verbinding met een smartphone.
4
Selecteer de camera in de lijst en
sluit de smartphone aan op de
camera.
•
Als een pop-upbericht wordt
weergegeven op de camera, geeft
u de smartphone toestemming om
verbinding te maken met de camera.
5
Maak een foto.
•
De vastgelegde foto wordt opgeslagen op de camera en vervolgens
overgedragen naar de smartphone.
1
Installeer Samsung SMART
CAMERA App op de smartphone.
2
Schakel de functie AutoShare in op
de camera.
3
Start Samsung SMART CAMERA
App op de smartphone.
10
Speciale functies van de camera
MobileLink gebruiken
U kunt bestanden eenvoudig van de camera naar een smartphone verzenden. De camera kan draadloos verbinding maken met smartphones die de functie MobileLink
ondersteunen.
4
Selecteer de camera in de lijst en
sluit de smartphone aan op de
camera.
•
Als een pop-upbericht wordt
weergegeven op de camera, geeft
u de smartphone toestemming om
verbinding te maken met de camera.
5
Selecteer vanaf de smartphone of
de camera de bestanden die u vanaf
de camera wilt verzenden.
6
Raak op de smartphone de
kopieerknop aan of selecteer
Verzenden op de camera.
1
Installeer Samsung SMART
CAMERA App op de smartphone.
2
Open de modus MobileLink op de
camera.
•
Als een pop-upbericht wordt
weergegeven, selecteert u een optie.
3
Start Samsung SMART CAMERA
App op de smartphone.
11
Speciale functies van de camera
Remote Viewnder gebruiken
U kunt uw camera op afstand besturen met een smartphone. De camera maakt draadloos verbinding met een smartphone. Gebruik de smartphone als externe ontspanner met
de functie Remote Viewnder. De foto wordt weergegeven op de smartphone.
4
Selecteer de camera in de lijst en sluit
de smartphone aan op de camera.
•
Als een pop-upbericht wordt
weergegeven op de camera, geeft
u de smartphone toestemming om
verbinding te maken met de camera.
5
Raak aan en houd het vast om
scherp te stellen, en laat vervolgens
los om een foto te maken.
6
Raak de miniatuur aan om de foto
weer te geven.
1
Installeer Samsung SMART
CAMERA App op de smartphone.
2
Open de modus Remote Viewnder
op de camera.
3
Start Samsung SMART CAMERA
App op de smartphone.
12
Opnamevoorbeelden - Macro
U kunt close-ups van een onderwerp vastleggen, of kleine onderwerpen zoals
bloemen of insecten.
De voorbeeldafbeelding kan afwijken van de werkelijke foto die u vastlegt.
1
Selecteer de macro-optie ( ).
2
Maak een foto.
Speciale functies van de camera
13
Algemene problemen oplossen
Hier vindt u informatie waarmee u algemene problemen kunt oplossen door opnameopties in te stellen.
De ogen van het
onderwerp zijn rood.
Dit wordt veroorzaakt door een reectie van de itser van de camera. Stel de itseroptie in op
Rode ogen. (p. 69)
Foto's bevatten
stofvlekken.
Als u de itser gebruikt, worden stofdeeltjes in de lucht mogelijk vastgelegd op foto's.
•
Schakel de itser uit of neem geen foto's op stoge plaatsen.
•
Pas de ISO-waarde aan. (p. 72)
Foto's zijn onscherp. Vervaging kan optreden als u foto's maakt in slecht licht of de camera niet goed vasthoudt.
Gebruik de functie OIS of druk de ontspanknop [Ontspanknop] half in om ervoor te zorgen dat de camera op het onderwerp
scherpstelt. (p. 41)
Bij nachtopnamen zijn
foto's onscherp.
Om meer licht binnen te laten, gebruikt de camera een langere sluitertijd. Hierdoor kan het moeilijk worden om de camera lang
genoeg stabiel te houden om een duidelijke foto vast te leggen en kan de camera gaan trillen.
•
Selecteer Opname bij weinig licht in
s
Slimme modus. (p. 51)
•
Schakel de itser in. (p. 70)
•
Pas de ISO-waarde aan. (p. 72)
•
Gebruik een statief om te voorkomen dat de camera beweegt.
Het onderwerp is te
donker door tegenlicht.
Als de lichtbron zich achter het onderwerp bevindt of als er een groot contrast is tussen de lichte en donkere gebieden, kan het
onderwerp te donker worden.
•
Maak geen opname tegen de zon in.
•
Stel de itseroptie in op Invulits. (p. 70)
•
Pas de belichting aan. (p. 80)
•
Stel de optie Automatische contrastverbetering (ACB) in. (p. 81)
•
Stel de lichtmeting in op Spot als het onderwerp in het midden van het kader staat. (p. 81)
14
Beknopt overzicht
Foto's van mensen maken
• s
Smart modus > Gezichtscorrectie
f
51
• i
Modus Beste gezicht
f
54
•
Rode ogen
f
69
•
Gezichtsdetectie/Zelfportret
f
78
•
Smile shot
f
79
's Nachts of in het donker foto's maken
• s
Smart modus > Zon onder, Silhouet, Vuurwerk,
Lichtspoor, Opname bij weinig licht
f
51
•
Flitseropties
f
70
•
ISO-waarde (om gevoeligheid voor licht aan te passen)
f
72
Actiefoto's maken
•
Modus Sluiterprioriteit
f
49
• s
Smart modus > Actie-opname, Continuopname
f
51
•
Continu
f
85
Foto's van tekst, insecten en bloemen
maken
• s
Smart modus > Macro
f
51
•
Macro
f
73
De belichting aanpassen (helderheid)
• s
Smart modus > Rijke toon
f
51
•
ISO-waarde (om gevoeligheid voor licht aan te passen)
f
72
•
EV (om belichting aan te passen)
f
80
•
ACB (compenseren voor onderwerpen tegen heldere
achtergronden)
f
81
•
Lichtmeting
f
81
•
AE BKT (3 foto's maken van dezelfde scène met
verschillende belichtingen)
f
86
Foto's van de omgeving maken
• s
Smart modus > Landschap, Waterval
f
51
• s
Smart modus > Panorama
f
52
Eecten toepassen op foto's
• g
Modus Magisch Plus > Mijn Magisch kader
f
55
• g
Modus Magisch Plus > Foto in beweging
f
57
• g
Modus Magisch Plus > Fotolter
f
58
• g
Modus Magisch Plus > Eect Artist
f
60
• g
Modus Magisch Plus > Kleurenkwast
f
62
•
Beeld aanpassen (om Scherpte, Contrast, of
Kleurverzadiging aan te passen)
f
87
Eecten toepassen op video's
• g
Modus Magisch Plus > Filmlter
f
59
Bewegingsonscherpte voorkomen
•
Optische beeldstabilisatie (OIS)
f
40
Bestanden overdragen en delen
•
Foto's of video's verzenden naar een smartphone
f
121
•
Foto's of video's via e-mail verzenden
f
131
•
Services voor het delen van foto's of video's gebruiken
f
132
•
Foto's uploaden naar online opslag of geregistreerde
apparaten
f
134
•
Bestanden weergeven als miniaturen
f
93
•
Bestanden weergeven op categorie
f
93
•
Alle bestanden in het geheugen verwijderen
f
95
•
Bestanden weergeven als diashow
f
97
•
Bestanden weergeven op een tv
f
104
•
Uw camera aansluiten op een computer
f
105
•
Geluid en volume aanpassen
f
139
•
Helderheid van het display aanpassen
f
140
•
De taal van het display aanpassen
f
141
•
De datum en tijd instellen
f
141
•
Voordat u contact opneemt met een servicecenter
f
155
15
Basisfuncties
..................................................................................................................... 19
Uitpakken .................................................................................................................... 20
Indeling van de camera .......................................................................................... 21
De DIRECT LINK-knop gebruiken ......................................................................... 23
De batterij en geheugenkaart plaatsen ........................................................... 24
De batterij opladen en de camera inschakelen ............................................. 25
De batterij opladen ................................................................................................ 25
De camera inschakelen ......................................................................................... 25
De eerste instellingen uitvoeren ........................................................................ 26
Uitleg over de pictogrammen ............................................................................. 28
Modus selecteren ..................................................................................................... 29
Pictogrammen op het modusscherm ................................................................. 29
Opties of menu's selecteren ................................................................................. 31
Selecteren met knoppen ...................................................................................... 31
Selecteren door aanraken ..................................................................................... 32
Smart Panel gebruiken .......................................................................................... 34
Het scherm en geluid instellen ............................................................................ 35
Het schermtype instellen ...................................................................................... 35
Het geluid instellen ................................................................................................ 36
Foto's maken .............................................................................................................. 37
Zoomen .................................................................................................................... 38
Bewegingsonscherpte voorkomen (OIS) ........................................................... 40
Tips om betere foto's te maken ........................................................................... 41
Uitgebreide functies
..................................................................................................... 43
De Smart Auto-modus gebruiken ...................................................................... 44
De Programmamodus gebruiken ...................................................................... 46
De modus Diafragmaprioriteit, Sluiterprioriteit of Handmatig
gebruiken .................................................................................................................... 47
De modus Diafragmaprioriteit gebruiken .......................................................... 48
De modus Sluiterprioriteit gebruiken ................................................................. 49
De Handmatige modus gebruiken ...................................................................... 50
De Smart-modus gebruiken ................................................................................. 51
De modus Panorama gebruiken .......................................................................... 52
De modus Beste gezicht gebruiken ................................................................... 54
De modus Magisch Plus gebruiken ................................................................... 55
De modus Mijn Magisch kader gebruiken ......................................................... 55
De modus Foto in beweging gebruiken ............................................................ 57
De Fotoltermodus gebruiken ............................................................................. 58
De Filmltermodus gebruiken ............................................................................. 59
De modus Eect Artist gebruiken ....................................................................... 60
De modus Kleurenkwast gebruiken .................................................................... 62
Foto's bewerken .................................................................................................... 63
Een video opnemen ................................................................................................ 64
Een video opnemen met de functie Intelligente scènedetectie .................... 65
Inhoud
16
Inhoud
Opnameopties
................................................................................................................. 66
De resolutie en beeldkwaliteit selecteren ....................................................... 67
De resolutie selecteren .......................................................................................... 67
Een fotokwaliteit selecteren ................................................................................. 68
Opnamen in het donker maken .......................................................................... 69
Rode ogen voorkomen ......................................................................................... 69
De itser gebruiken ................................................................................................ 69
Een itseroptie instellen ........................................................................................ 70
De ISO-waarde aanpassen .................................................................................... 72
De scherpstelling van de camera aanpassen ................................................. 73
Macro gebruiken .................................................................................................... 73
Autofocus gebruiken ............................................................................................. 73
Het scherpstelgebied aanpassen ........................................................................ 75
De scherpstelafstand aanpassen via aanraken ................................................. 75
Gezichtsdetectie gebruiken ................................................................................. 78
Gezichten detecteren ............................................................................................ 78
Een zelfportret maken ........................................................................................... 78
Een foto van een lachend gezicht maken met Smile Shot .............................. 79
Tips voor gezichtsdetectie .................................................................................... 79
Helderheid en kleur aanpassen .......................................................................... 80
De belichting handmatig aanpassen (EV) .......................................................... 80
Compenseren voor tegenlicht (ACB) .................................................................. 81
De optie voor lichtmeting wijzigen ..................................................................... 81
Een instelling voor Witbalans selecteren ............................................................ 82
Serieopnamen ........................................................................................................... 85
Continu foto's maken ............................................................................................ 85
Timer gebruiken ..................................................................................................... 86
Foto's met de bracketfunctie maken .................................................................. 86
Afbeeldingen aanpassen ....................................................................................... 87
Het geluid van de zoom instellen ....................................................................... 88
Foto's vastleggen terwijl u een video opneemt ............................................ 89
17
Inhoud
Afspelen/bewerken
....................................................................................................... 90
Foto's of video's weergeven in de afspeelmodus ......................................... 91
De afspeelmodus starten ...................................................................................... 91
Foto's weergeven ................................................................................................... 96
Een video afspelen ................................................................................................. 98
Foto's bewerken ........................................................................................................ 99
Het formaat van foto's wijzigen ........................................................................... 99
Een foto draaien ..................................................................................................... 99
Een foto bijsnijden ............................................................................................... 100
Eecten van Intelligent lter toepassen ........................................................... 100
Donkere onderwerpen, de helderheid, het contrast of de
kleurverzadiging aanpassen .............................................................................. 101
Portretfoto's aanpassen ...................................................................................... 102
Een video bewerken .............................................................................................. 103
Een video bijsnijden ............................................................................................. 103
Afzonderlijke beelden uit een video opslaan .................................................. 103
Bestanden op een tv weergeven ...................................................................... 104
Bestanden naar een computer overbrengen ............................................... 105
Bestanden naar een Windows-computer overbrengen ................................ 105
Bestanden naar een Mac-computer overbrengen ......................................... 106
Programma's op de computer gebruiken ..................................................... 108
i-Launcher installeren .......................................................................................... 108
i-Launcher gebruiken .......................................................................................... 109
Draadloos netwerk
...................................................................................................... 114
Verbinding maken met een WLAN en netwerkinstellingen
congureren ............................................................................................................. 115
Verbinding maken met een WLAN .................................................................... 115
De aanmeldingsbrowser gebruiken ................................................................. 116
Tips over netwerkverbinding ............................................................................. 117
Tekst ingeven ........................................................................................................ 118
De NFC-functie gebruiken (Tag & Go) ............................................................ 119
NFC-functies gebruiken in de opnamemodus ................................................ 119
NFC-functies gebruiken in de afspeelmodus (Photo Beam) ......................... 119
NFC-functies gebruiken in de Wi-Fi-modus ..................................................... 119
Bestanden automatisch opslaan op een smartphone ............................. 120
Foto's of video's verzenden naar een smartphone .................................... 121
Een smartphone gebruiken als externe ontspanknop ............................ 123
De Baby Monitor gebruiken ............................................................................... 125
Het geluidniveau aanpassen voor alarmactivering ........................................ 126
Automatische back-up gebruiken om foto's of video's te
verzenden ................................................................................................................. 127
Het programma voor Automatische back-up installeren op uw pc ............ 127
Foto's of video's verzenden naar een pc ........................................................... 127
Foto's of video's via e-mail verzenden ............................................................ 129
E-mailinstellingen wijzigen ................................................................................. 129
Foto's of video's via e-mail verzenden .............................................................. 131
18
Inhoud
Services voor het delen van foto's of video's gebruiken ......................... 132
Een service voor delen gebruiken ..................................................................... 132
Foto's of video's uploaden .................................................................................. 132
Bestanden verzenden met Samsung Link .................................................... 134
Foto's uploaden naar een online opslag of geregistreerde apparaten ....... 134
Foto's of video's weergeven op apparaten die Samsung Link
ondersteunen ....................................................................................................... 135
Instellingen
.....................................................................................................................137
Instellingenmenu ................................................................................................... 138
Het instellingenmenu openen ........................................................................... 138
Geluid ..................................................................................................................... 139
Display .................................................................................................................... 139
Connectiviteit ........................................................................................................ 140
Algemeen .............................................................................................................. 141
Aanvullende informatie
............................................................................................144
Foutmeldingen ........................................................................................................ 145
Cameraonderhoud ................................................................................................ 146
De camera reinigen .............................................................................................. 146
De camera gebruiken of opbergen ................................................................... 147
Geheugenkaarten ................................................................................................ 148
De batterij .............................................................................................................. 151
Voordat u contact opneemt met een servicecenter .................................. 155
Cameraspecicaties ............................................................................................... 158
Woordenlijst ............................................................................................................. 162
Index ........................................................................................................................... 167
Uitpakken
………………………………………… 20
Indeling van de camera
………………………… 21
De DIRECT LINK-knop gebruiken
……………… 23
De batterij en geheugenkaart plaatsen
……… 24
De batterij opladen en de camera
inschakelen
……………………………………… 25
De batterij opladen
…………………………… 25
De camera inschakelen
………………………… 25
De eerste instellingen uitvoeren
……………… 26
Uitleg over de pictogrammen
………………… 28
Modus selecteren
……………………………… 29
Pictogrammen op het modusscherm
………… 29
Opties of menu's selecteren
…………………… 31
Selecteren met knoppen
……………………… 31
Selecteren door aanraken
……………………… 32
Smart Panel gebruiken
………………………… 34
Het scherm en geluid instellen
………………… 35
Het schermtype instellen
……………………… 35
Het geluid instellen
…………………………… 36
Foto's maken
…………………………………… 37
Zoomen
………………………………………… 38
Bewegingsonscherpte voorkomen (OIS)
……… 40
Tips om betere foto's te maken
………………… 41
Basisfuncties
Informatie over de inhoud van de doos, de onderdelen van de camera, wat de pictogrammen betekenen en
algemene opnamefuncties.
Basisfuncties
20
Uitpakken
De productverpakking bevat de volgende onderdelen.
Camera AC-adapter/USB-kabel
Oplaadbare batterij Polslus
Snelstartgids
Optionele accessoires
Camera-etui A/V-kabel
Batterijoplader Geheugenkaart/
Geheugenkaartadapter
•
De afbeeldingen kunnen enigszins afwijken van de onderdelen die bij uw
product zijn geleverd.
•
Afhankelijk van het model kunnen er verschillende items in de doos zitten.
•
U kunt optionele accessoires aanschaen bij een wederverkoper of een
servicecenter van Samsung. Samsung is niet verantwoordelijk voor problemen
die door het gebruik van niet-goedgekeurde accessoires ontstaan.
Basisfuncties
21
Indeling van de camera
Zorg dat u vertrouwd bent met de diverse onderdelen en functies van de camera voordat u begint.
Statiefbevestigingspunt
Power-knop
Interne antenne*
* Vermijd contact met de interne
antenne tijdens het gebruik van het
draadloze netwerk.
Lens
Ontspanknop
AF-hulplampje/Timerlampje
Flitser*
* Als u de itser niet gebruikt, moet u deze sluiten om schade aan
de itser te voorkomen. Als u de itser met kracht opent, kunt u de
camera beschadigen.
USB- en A/V-aansluiting
Voor aansluiting van USB-kabel en
A/V-kabel.
Microfoon
Batterijklep
Een geheugenkaart en batterij plaatsen.
Modusdraaiknop
(p. 29)
De polslus bevestigen
x
y
Luidspreker
Indeling van de camera
Basisfuncties
22
Knoppen
(p. 23)
Statuslampje
•
Knippert: wanneer de camera een foto of video opslaat,
wordt gelezen door een computer of printer, als het beeld
onscherp is of als er een probleem is met het opladen van
de batterij, wanneer de camera verbinding maakt met
WLAN of een foto verzendt.
•
Licht op: wanneer de camera is aangesloten op een
computer, wanneer de batterij wordt opgeladen of
wanneer het beeld is scherpgesteld.
Scherm
Zoomknop
•
In de opnamemodus: in- en uitzoomen.
•
In de afspeelmodus: inzoomen op een deel van de foto,
bestanden als miniaturen weergeven of het volume
aanpassen.
NFC
DIRECT LINK-knop
Een vooraf ingestelde Wi-Fi-functie starten.
NFC-tag
Een NFC-functie starten door een tag
te lezen op een apparaat met NFC-
functionaliteit. (p. 119)
Pop-upknop voor flitser
NF
C
Indeling van de camera
Basisfuncties
23
Knoppen
Knop Beschrijving
Het opnemen van een video starten.
Opties of menu's openen.
Terug gaan.
Basisfuncties Overige functies
D
De schermoptie wijzigen. Omhoog
c
De macro-optie wijzigen. Omlaag
F
De itseroptie wijzigen. Naar links
t
De timer- en serieoptie wijzigen. Naar rechts
De gemarkeerde optie of het gemarkeerde menu bevestigen.
De afspeelmodus openen.
•
Smart Panel openen in de opnamemodus.
•
Bestanden verwijderen in de afspeelmodus.
De DIRECT LINK-knop gebruiken
U kunt de Wi-Fi-functie gemakkelijk inschakelen met [DIRECT LINK]. Druk op
[DIRECT LINK] om de Wi-Fi-functie te activeren die u hebt ingesteld. Druk nogmaals
op [DIRECT LINK] om terug te gaan naar de vorige modus.
Een optie voor de DIRECT LINK-knop instellen
U kunt een Wi-Fi-functie selecteren die moet worden gestart wanneer u op
[DIRECT LINK] drukt.
1
Draai de modusdraaiknop naar
n
.
2
Selecteer Algemeen → DIRECT LINK (Wi-Fi-knop).
3
Selecteer een Wi-Fi-functie. (p. 142)
Basisfuncties
24
De batterij en geheugenkaart plaatsen
Hier vindt u informatie over het in de camera plaatsen van de batterij en een optionele geheugenkaart.
De batterij en geheugenkaart verwijderen
Oplaadbare batterij
Batterijvergrendeling
Schuif de vergrendeling
omlaag om de batterij los te
maken.
Geheugenkaart
Duw voorzichtig tegen de kaart totdat
deze uit de camera loskomt en trek de
kaart vervolgens uit de sleuf.
U kunt het interne geheugen gebruiken voor tijdelijke opslag als er geen
geheugenkaart is geplaatst.
Zorg dat bij het plaatsen van een
geheugenkaart de goudkleurige
contactpunten omhoog zijn gericht.
Plaats de batterij met het Samsung-
logo naar boven.
Basisfuncties
25
De batterij opladen en de camera inschakelen
De camera inschakelen
Druk op [
X
] om de camera in- of uit te schakelen.
•
Het scherm voor de eerste instellingen verschijnt
wanneer u de camera voor het eerst inschakelt.
(p. 26)
De camera inschakelen in de afspeelmodus
Druk op [
P
]. De camera wordt ingeschakeld en gaat
direct naar de afspeelmodus.
De batterij opladen
Voordat u de camera voor het eerst gaat gebruiken, moet de batterij volledig
worden opgeladen. Sluit het kleine uiteinde van de USB-kabel aan op de camera en
sluit het andere uiteinde van de USB-kabel aan op de AC-adapter.
Statuslampje
•
Rode lampje brandt: opladen
•
Rode lampje uit: volledig opgeladen
•
Rode lampje knippert: fout
Gebruik alleen de AC-adapter en de USB-kabel die bij de camera zijn geleverd. Als
u een andere AC-adapter (zoals SAC-48) gebruikt, is het mogelijk dat de batterij
van de camera niet kan worden opgeladen of niet correct werkt.
Basisfuncties
26
De eerste instellingen uitvoeren
Wanneer u de camera voor het eerst inschakelt, wordt het scherm voor de eerste installatie weergegeven. Volg de onderstaande stappen om de basisinstellingen van de camera
te congureren. De taal is vooraf ingesteld voor het land of de regio waarin de camera wordt verkocht. U kunt de taal naar wens wijzigen. U kunt ook een item selecteren door
het op het scherm aan te raken.
5
Druk op [
c
] om Datum/tijd aanpassen te selecteren en druk
vervolgens op [
t
] of [
o
].
Annuleren Instellen
Datum/tijd aanpassen
Jaar
Maand Dag
Uur
Min.
Zomertijd
•
Het scherm kan afwijken, afhankelijk van de geselecteerde taal.
6
Druk op [
F
/
t
] om een item te selecteren.
7
Druk op [
D
/
c
] om de datum, tijd en zomertijd in te stellen en
druk op [
o
].
1
Druk op [
c
] om Tijdzone te selecteren en druk vervolgens op [
t
]
of [
o
].
2
Druk op [
D
/
c
] om Thuis te selecteren en druk op [
o
].
•
Als u naar een ander land gaat, selecteert u Bezoek en selecteert u een
nieuwe tijdzone.
3
Druk op [
D
/
c
] om een tijdzone te selecteren en druk
vervolgens op [
o
].
Tijdzone
Terug Instellen
[GMT +00:00] Londen
[GMT +01:00] Rome, Parijs, Berlijn
[GMT +02:00] Athene, Helsinki
[GMT +03:00] Moskou
4
Druk op [
b
].
De eerste instellingen uitvoeren
Basisfuncties
27
8
Druk op [
c
] om Datumtype te selecteren en druk vervolgens op
[
t
] of [
o
].
9
Druk op [
D
/
c
] om een datumtype te selecteren en druk
vervolgens op [
o
].
10
Druk op [
c
] om een Type tijd te selecteren en druk vervolgens op
[
t
] of [
o
].
11
Druk op [
D
/
c
] om een type tijd te selecteren en druk
vervolgens op [
o
].
12
Druk op [
b
] om de eerste conguratie te voltooien.
Basisfuncties
28
Uitleg over de pictogrammen
Welke pictogrammen worden weergegeven op het scherm van de camera, is afhankelijk van de geselecteerde modus en de ingestelde opties. Als u een opnameoptie wijzigt,
knippert het bijbehorende symbool korte tijd geel.
1
2
3
Symbool Beschrijving
Framesnelheid (per seconde)
Sound Alive Aan
Intelli-zoom aan
Optische beeldstabilisatie (OIS)
Lichtmeting
Optie voor serieopnamen
Timer
Witbalans
Micro-aanpassing van witbalans
Beeldaanpassing (contrast, scherpte en
kleurverzadiging)
Scherpstelgebied
Scherpsteloptie
Gezichtsdetectie
3
Opnameoptie (aanraken)
Symbool Beschrijving
AutoShare aan
Aanraak AF-optie
Opnameopties
Smart Panel openen
Symbool Beschrijving
Resterend aantal foto's
Geheugenkaart geplaatst
•
: volledig opgeladen
•
: gedeeltelijk opgeladen
•
: leeg (opladen)
•
: opladen (aangesloten op de
lader)
Autofocuskader
Bewegingsonscherpte
Zoomindicator
Fotoresolutie als de intelligente
zoomfunctie is ingeschakeld
Zoomverhouding
Histogram (p. 35)
2
Opname-instelling
Symbool Beschrijving
ISO-waarde
Flitser
Flitserintensiteit aanpassen
Fotoresolutie
Videoresolutie
1
Opnamegegevens
Symbool Beschrijving
Opnamemodus
Diafragmawaarde
Sluitertijd
Huidige opnameduur/
beschikbare opnameduur
Belichtingswaarde
Huidige datum
Huidige tijd
Continu automatisch scherpstellen
geactiveerd
Basisfuncties
29
Modus selecteren
Selecteer een opnamemodus of -functie met de modusdraaiknop. Draai de modusdraaiknop naar de gewenste modus. In sommige modi kunt u ook een symbool selecteren in
het scherm Modus.
Pictogrammen op het modusscherm
Symbool Beschrijving
T
Smart Auto: een foto maken met een Scènemodus die automatisch
door de camera is geselecteerd. (p. 44)
p
Programma: een foto maken met instellingen die u handmatig hebt
aangepast. (p. 46)
G
Diafragmaprioriteit: de diafragmawaarde handmatig
instellen. De camera selecteert automatisch de geschikte
sluitertijd. (p. 48)
Sluiterprioriteit: de sluitertijd handmatig instellen.
De camera selecteert automatisch de geschikte
diafragmawaarde. (p. 49)
Handmatig: de diafragmawaarde en de sluitertijd handmatig
instellen. (p. 50)
s
Slimme modus: een foto maken met vooraf ingestelde opties voor
een specieke scène. (p. 51)
i
Beste gezicht: meerdere foto's vastleggen en gezichten vervangen
om het beste beeld mogelijk te maken. (p. 54)
Mijn Magisch
kader
Filmlter
Foto in
beweging
Eect
Artist
Kleurenkwast
Fotolter
2
1
Mijn Magisch
kad
F
ilmlte
r
Fot
o i
n
ng
E
ect
Artis
t
Kle
u
renkw
ast
F
o
t
o
l
ter
n
jn
Foto-
editor
Ÿ
Voorbeeld: wanneer u Mijn Magisch kader selecteert in de modus Magisch Plus.
Nr. Beschrijving
1
Huidig modusvenster
•
Draai de modusdraaiknop om naar een ander modusscherm te gaan.
2
Moduspictogrammen
•
Druk op [
D
/
c
/
F
/
t
] om naar een gewenste modus te scrollen en
druk op [
o
] om de modus te openen.
•
Raak een pictogram aan om een modus of functie weer te geven.
Modus selecteren
Basisfuncties
30
Symbool Beschrijving
w
MobileLink: foto's of video's verzenden naar een
smartphone. (p. 121)
Remote Viewnder: een smartphone gebruiken als
externe ontspanknop en een voorbeeld op uw smartphone
weergeven van een afbeelding op uw camera. (p. 123)
Baby Monitor: de camera aansluiten op een smartphone een
locatie in de gaten houden. (p. 125)
Automatische back-up: foto's of video's die u met de camera
hebt opgenomen, draadloos verzenden naar een pc. (p. 127)
E-mail: foto's of video's die op de camera zijn opgeslagen,
verzenden via e-mail. (p. 129)
SNS en cloud: foto's of video's uploaden naar services voor
het delen van bestanden. (p. 132)
Samsung Link: bestanden uploaden naar de Samsung
Link online opslag of naar geregistreerde apparaten, of
bestanden weergeven op andere apparaten die Samsung
Link ondersteunen. (p. 134)
Symbool Beschrijving
g
Mijn Magisch kader: een foto maken en een gedeelte
selecteren dat u transparant wilt maken. Vervolgens kunt
u een nieuwe foto maken die in het transparante gedeelte
verschijnt. (p. 55)
Foto in beweging: een serie foto's maken en combineren en
vervolgens een gebied selecteren om een GIF-animatie te
maken. (p. 57)
Fotolter: een foto maken met verschillende ltereecten.
(p. 58)
Filmlter: een video opnemen met verschillende
ltereecten. (p. 59)
Eect Artist: een foto maken met verschillenden lters
of textuureecten en vervolgens kwast- of peneecten
toevoegen. (p. 60)
Kleurenkwast: een foto maken met ltereecten en
vervolgens een gedeelte helderder of kleuriger maken door
een streep erop te tekenen. (p. 62)
Foto-editor: foto's bewerken met verschillende eecten.
(p. 99)
n
Instellingen: instellingen aanpassen aan uw voorkeuren. (p. 137)
Basisfuncties
31
Opties of menu's selecteren
Druk op [
m
] of [ /
f
] om een optie of menu te selecteren. U kunt ook het scherm aanraken om een optie of een menu te selecteren.
Voorbeeld: een witbalansoptie selecteren in de Programmamodus:
1
Draai de modusdraaiknop naar
p
.
2
Druk op [
m
].
Afsluiten Selecteren
EV
Witbalans
ISO
Flitser
Scherpstelling
Selecteren met knoppen
Druk op [
m
] en druk vervolgens op [
D
/
c
/
F
/
t
] of [
o
] om een optie of
een menu te selecteren.
1
Druk in de opname- of afspeelmodus op [
m
].
2
Scrol naar een optie of menu.
•
Druk op [
D
] of [
c
] om omhoog of omlaag te gaan.
•
Druk op [
F
] of [
t
] om naar links of rechts te gaan.
3
Druk op [
o
] om de gemarkeerde optie of het gemarkeerde menu
te bevestigen.
Druk op [
b
] om terug te gaan naar het vorige menu. Druk de [Ontspanknop]
half in om terug te gaan naar de opnamemodus.
Opties of menu's selecteren
Basisfuncties
32
3
Druk op [
D
/
c
] om Witbalans te selecteren en druk op [
t
] of
[
o
].
EV
Witbalans
ISO
Flitser
Scherpstelling
Afsluiten Selecteren
4
Druk op [
F
/
t
] om een optie te selecteren.
Terug
Aanpassen
Witbalans : Daglicht
5
Druk op [
o
] om de instellingen op te slaan.
Selecteren door aanraken
Raak aan op het scherm, sleep de lijst met opties omhoog of omlaag en raak
vervolgens een optie aan om deze te selecteren.
1
Druk in de opname- of afspeelmodus aan op het scherm.
2
Sleep de optielijst omhoog of omlaag en raak vervolgens een optie
aan.
ACB
Lichtmeting
Station/timer
AE BKT instellen
Beeld aanpassen
Afsluiten Selecteren
Opties of menu's selecteren
Basisfuncties
33
•
Wanneer u het scherm aanraakt of over het scherm sleept met de schermpen,
kunnen er verkleuringen optreden. Dit is geen defect, maar een eigenschap van
het aanraakscherm. De verkleuring is minimaal als u bij deze handelingen het
scherm slechts licht aanraakt.
•
Als u de camera gebruikt in zeer vochtige omgevingen, werkt het
aanraakscherm mogelijk niet correct.
•
Als u beschermfolie of ander accessoires aanbrengt op het aanraakscherm,
werkt het scherm mogelijk niet correct.
•
Afhankelijk van de kijkhoek kan het scherm donker lijken. Pas de helderheid of
de kijkhoek aan om de resolutie te verbeteren.
Aanraakgebaren leren
Raak het scherm niet aan met scherpe voorwerpen, zoals pennen en potloden.
Anders kunt u het scherm beschadigen.
Aanraken: raak een pictogram aan om
een menu of optie te selecteren.
Slepen: raak een gedeelte van het
scherm aan en sleep vervolgens met
uw vinger.
Vegen: veeg voorzichtig met uw vinger
over het scherm.
Opties of menu's selecteren
Basisfuncties
34
Smart Panel gebruiken
Druk op [ /
f
] of raak aan op het scherm om een optie of menu te selecteren.
Sommige opties zijn niet beschikbaar afhankelijk van het menu dat u selecteert.
Voorbeeld: een witbalansoptie selecteren in de Programmamodus:
1
Draai de modusdraaiknop naar
p
.
2
Druk op [ /
f
] of raak aan op het scherm.
3
Druk op [
D
/
c
/
F
/
t
] om naar te scrollen.
Witbalans : Auto witbalans
Afsluiten Aanpassen
4
Druk op [
o
].
•
Voor sommige opties kunt u rechtstreeks een optie selecteren door de
[Zoomknop] naar links of rechts te draaien zonder te hoeven drukken op
[
o
].
5
Druk op [
F
/
t
] om een witbalansoptie te selecteren.
Witbalans : Daglicht
Terug Aanpassen
6
Druk op [
o
] om de instellingen op te slaan.
Basisfuncties
35
Het schermtype instellen
U kunt een type weergave selecteren voor de opname- of afspeelmodus. Elk type
geeft andere opname- of afspeelgegevens weer. Bekijk de onderstaande tabel.
Druk herhaaldelijk op [
D
] om het schermtype te wijzigen.
Modus Type weergave
Opnemen
•
Alle informatie over opnameopties verbergen.
•
Alle informatie over opnameopties weergeven.
•
Alle informatie over opnameopties en een histogram weergeven.
Afspelen
•
Informatie weergeven behalve opnameopties en histogram.
•
Alle informatie over het huidige bestand weergeven.
Over histogrammen
Een histogram is een graek die illustreert hoe het licht is verdeeld in uw foto.
Als het histogram een hoge piek aan de linkerkant heeft, is de foto onderbelicht
en wordt deze donker weergegeven. Een piek aan de rechterkant van de graek
betekent dat de foto overbelicht is en te helder wordt weergegeven. De hoogte van
de pieken houdt verband met de kleurgegevens. Hoe meer van een bepaalde kleur,
hoe hoger de piek.
S
Onderbelicht
S
Goed belicht
S
Overbelicht
Het scherm en geluid instellen
Hier vindt u informatie over hoe u de basisinstellingen van het scherm en het geluid kunt aanpassen.
Het scherm en geluid instellen
Basisfuncties
36
De weergave van opties instellen
In sommige modi kunt u de weergave van opties uitschakelen of inschakelen.
Druk meerdere malen op [
o
].
•
De optieweergave uitschakelen.
•
De optieweergave inschakelen.
Optieweergave
OK: Scherm uit
▲ Bijvoorbeeld in de modus Fotolter
Het geluid instellen
Schakel het geluid in of uit dat de camera maakt wanneer u functies uitvoert.
1
Draai de modusdraaiknop naar
n
.
2
Selecteer Geluid → Piepjes.
3
Selecteer een optie.
Optie
Beschrijving
Uit
De camera laat geen geluiden horen.
Aan
De camera laat geluiden horen.
Basisfuncties
37
1
Draai de modusdraaiknop naar
T
.
2
Plaats het onderwerp in het kader.
3
Druk de [Ontspanknop] half in om scherp te stellen.
•
Een groen kader betekent dat het onderwerp scherp in beeld is.
•
Een rood kader betekent dat het onderwerp niet scherp in beeld is.
4
Druk de [Ontspanknop] volledig in om een foto te maken.
5
Druk op [
P
] om de gemaakte foto weer te geven.
•
Als u de foto wilt verwijderen, drukt u op [ /
f
] en selecteert u Ja.
6
Druk op [
P
] om terug te gaan naar de opnamemodus.
Zie pagina 41 voor tips om betere foto's te maken.
Foto's maken
Hier vindt u informatie over hoe u snel en eenvoudig foto's kunt maken in de modus Smart Auto.
Foto's maken
Basisfuncties
38
Zoomen
U kunt close-upfoto's maken door in te zoomen.
Uitzoomen Inzoomen
Zoomverhouding
Wanneer u de zoomknop draait, kan de zoomverhouding op het scherm ongelijk
worden gewijzigd.
Digitale zoom
De digitale zoomfunctie wordt standaard ondersteund in de opnamemodus. Als u
inzoomt op een onderwerp in de opnamemodus en de zoomaanduiding bevindt
zich in het digitale bereik, gebruikt de camera de digitale zoomfunctie. U kunt
tot 105 keer inzoomen als u zowel de optische zoomfunctie (21X) als de digitale
zoomfunctie (5X) gebruikt.
Zoomindicator
Optisch bereik
Digitaal bereik
Als u een foto maakt met de digitale zoomfunctie, kan de fotokwaliteit lager zijn
dan normaal.
pAhM
Foto's maken
Basisfuncties
39
Intelligent zoomen
Als de zoomindicator zich in het bereik voor intelligent zoomen bevindt, gebruikt
de camera de intelligente zoomfunctie. De resolutie van de foto verschilt afhankelijk
van de zoomverhouding als u de intelligente zoomfunctie gebruikt. U kunt tot
42 keer inzoomen als u zowel de optische als de intelligente zoomfunctie gebruikt.
Zoomindicator
Optisch bereik
Bereik intelligent zoomen
Fotoresolutie als
de intelligente
zoomfunctie is
ingeschakeld
•
Met de intelligente zoomfunctie kunt u foto's maken met minder
kwaliteitsverlies dan met de digitale zoomfunctie. De fotokwaliteit kan echter
wel minder zijn dan bij gebruik van de optische zoomfunctie.
•
De intelligente zoomfunctie is alleen beschikbaar als u de 4:3-beeldverhouding
instelt. Als u een andere beeldverhouding instelt terwijl de intelligente
zoomfunctie is ingeschakeld, wordt de intelligente zoomfunctie automatisch
uitgeschakeld.
•
De intelligente zoomfunctie is altijd ingeschakeld in de modus Smart Auto.
TpAhM
Intelligent zoomen instellen
1
Druk in de opnamemodus op [
m
].
2
Selecteer Intelli-zoom.
3
Selecteer een optie.
Symbool
Beschrijving
Uit: de intelligente zoomfunctie is uitgeschakeld.
Aan: de intelligente zoomfunctie is ingeschakeld.
Foto's maken
Basisfuncties
40
Bewegingsonscherpte voorkomen (OIS)
In de opnamemodus kunt u de bewegingsonscherpte optisch beperken.
S
Vóór correctie
S
Na correctie
1
Druk in de opnamemodus op [
m
].
2
Selecteer OIS.
3
Selecteer een optie.
Symbool
Beschrijving
Uit: OIS is uitgeschakeld.
Aan: OIS is ingeschakeld.
pAhM
•
In de volgende omstandigheden werkt OIS mogelijk niet goed:
-
wanneer u de camera beweegt om een bewegend onderwerp te volgen.
-
wanneer u de digitale zoomfunctie gebruikt.
-
wanneer de camera te veel trilt.
-
wanneer u een langzame sluitertijd gebruikt (bijvoorbeeld voor
nachtopnamen).
-
wanneer de batterij bijna leeg is.
-
wanneer u een close-upfoto maakt.
•
Als u de OIS-functie met een statief gebruikt, kunnen de foto's onscherp worden
door de trilling van de OIS-sensor. Schakel de OIS-functie uit wanneer u een
statief gebruikt.
•
Als de camera valt of een schok krijgt, wordt het scherm wazig. Als dit gebeurt,
moet u de camera uitschakelen en weer inschakelen.
Basisfuncties
41
De camera op de juiste manier vasthouden
Zorg ervoor dat niets de lens, itser of
microfoon blokkeert.
De ontspanknop half indrukken
Druk de [Ontspanknop] half in en pas
de scherpstelling aan. De camera past de
scherpstellingen en belichting automatisch aan.
De camera stelt de diafragmawaarde en
sluitertijd automatisch in.
Scherpstelkader
•
Druk de [Ontspanknop] volledig in om een
foto te maken als het scherpstelkader groen is.
•
Pas de compositie aan en druk de
[Ontspanknop] nogmaals half in als het
scherpstelkader rood is.
Bewegingsonscherpte voorkomen
Stel de OIS-optie (Optische beeldstabilisatie) in om de
bewegingsonscherpte optisch te reduceren. (p. 40)
Als wordt weergegeven
Bewegingsonscherpte
Zorg dat bij opnamen in het donker de itseroptie niet is ingesteld op Langz sync
of Uit. Het diafragma blijft langer open en het kan moeilijk zijn om de camera lang
genoeg stabiel te houden om een scherpe foto te maken.
•
Gebruik een statief of stel de itser in op Invulits. (p. 70)
•
Pas de ISO-waarde aan. (p. 72)
Tips om betere foto's te maken
Basisfuncties
42
Voorkomen dat het onderwerp niet scherp is
In de volgende gevallen kan het moeilijk zijn om scherp te stellen op het
onderwerp:
-
er is weinig contrast tussen het onderwerp en de achtergrond (als het
onderwerp bijvoorbeeld kleren draagt met kleuren die lijken op de
achtergrondkleur).
-
de lichtbron achter het onderwerp is te fel.
-
het onderwerp glanst of weerspiegelt.
-
het onderwerp heeft horizontale patronen, zoals bij jaloezieën het geval is.
-
het onderwerp bevindt zich niet in het midden van het kader.
•
Als u foto's maakt bij weinig licht
Schakel de itser
in. (p. 70)
•
Als onderwerpen snel bewegen
Gebruik de functie
voor Continu
opnemen. (p. 51, 85)
De scherpstelvergrendeling gebruiken
Druk de [Ontspanknop] half in om scherp te stellen. Wanneer
het onderwerp scherp in beeld is, kunt u het kader verschuiven
om de compositie aan te passen. Druk wanneer u klaar bent de
[Ontspanknop] volledig in om een foto te maken.
De Smart Auto-modus gebruiken
…………… 44
De Programmamodus gebruiken
……………… 46
De modus Diafragmaprioriteit, Sluiterprioriteit
of Handmatig gebruiken
……………………… 47
De modus Diafragmaprioriteit gebruiken
…… 48
De modus Sluiterprioriteit gebruiken
………… 49
De Handmatige modus gebruiken
…………… 50
De Smart-modus gebruiken
…………………… 51
De modus Panorama gebruiken
……………… 52
De modus Beste gezicht gebruiken
…………… 54
De modus Magisch Plus gebruiken
…………… 55
De modus Mijn Magisch kader gebruiken
…… 55
De modus Foto in beweging gebruiken
……… 57
De Fotoltermodus gebruiken
………………… 58
De Filmltermodus gebruiken
………………… 59
De modus Eect Artist gebruiken
……………… 60
De modus Kleurenkwast gebruiken
…………… 62
Foto's bewerken
……………………………… 63
Een video opnemen
…………………………… 64
Een video opnemen met de functie Intelligente
scènedetectie
…………………………………… 65
Uitgebreide functies
Hier vindt u informatie over het maken van foto's en het opnemen van video's door een modus te selecteren.
Uitgebreide functies
44
1
Draai de modusdraaiknop naar
T
.
2
Plaats het onderwerp in het kader.
•
De camera selecteert automatisch een scène. Het pictogram voor de
desbetreende scène wordt linksboven in het scherm weergegeven. De
pictogrammen worden hieronder weergegeven.
Symbool Beschrijving
Landschappen
Scènes met een helderwitte achtergrond
Landschappen 's nachts
Portretten 's nachts
Landschappen met tegenlicht
Symbool Beschrijving
Portretten met tegenlicht
Portretten
Close-upfoto's van objecten
Close-upfoto's van tekst
Zonsondergangen
Binnen, donker
Gedeeltelijk verlicht
Close-up met spotlight
Portretten met spotlight
Heldere luchten
Bossen
Close-upfoto's van gekleurde onderwerpen
Vuurwerk (als een statief wordt gebruikt)
De camera is gestabiliseerd of op een statief geplaatst
(bij opnamen in het donker)*
Onderwerpen die veel bewegen*
* Dit pictogram wordt naast het scènepictogram weergegeven.
De Smart Auto-modus gebruiken
In de Smart Auto-modus kiest de camera automatisch camera-instellingen die bij het gedetecteerde type scène passen. De Smart Auto-modus is handig als u niet bekend bent
met de camera-instellingen voor de diverse scènes.
De Smart Auto-modus gebruiken
Uitgebreide functies
45
3
Druk de [Ontspanknop] half in om scherp te stellen.
4
Druk op de [Ontspanknop] om een foto te maken.
•
Als de camera geen geschikte scènemodus detecteert, worden de
standaardinstellingen voor de Smart Auto-modus gebruikt.
•
Ook als er een gezicht wordt gedetecteerd, is het mogelijk dat de camera geen
portretmodus selecteert, afhankelijk van de positie van het onderwerp en de
lichtval.
•
Afhankelijk van de opnameomstandigheden, zoals het trillen van de camera, de
lichtval en de afstand tot het onderwerp, kan het voorkomen dat de camera de
juiste scène niet selecteert.
•
Zelfs als u een statief gebruikt, kan het voorkomen dat de camera de modus
niet detecteert als het onderwerp beweegt.
•
De batterij raakt sneller leeg omdat de instellingen vaker worden gewijzigd om
de juiste scène te selecteren.
Uitgebreide functies
46
De Programmamodus gebruiken
In de Programmamodus kunt u de meeste opties instellen, met uitzondering van de sluitertijd en de diafragmawaarde, die automatisch worden ingesteld door de camera.
1
Draai de modusdraaiknop naar
p
.
2
Stel de gewenste opties in.
•
Zie 'Opnameopties' voor een lijst met opties. (p. 66)
3
Lijn uw onderwerp uit in het kader en druk vervolgens de
[Ontspanknop] half in om scherp te stellen.
4
Druk op de [Ontspanknop] om een foto te maken.
Uitgebreide functies
47
Diafragmawaarde
Het diafragma is een opening waardoor licht de camera binnenkomt. De
diafragmabehuizing bevat dunne, metalen plaatjes die worden geopend en
gesloten, waardoor het diafragma wordt vergroot of verkleind en zo de hoeveelheid
licht wordt bepaald die in de camera valt. De grootte van het diafragma is nauw
verwant aan de helderheid van een foto: hoe groter de diafragmawaarde, hoe
helderder de foto; hoe kleiner de diafragmawaarde, hoe donkerder de foto. Houd
er rekening mee dat een grotere diafragmawaarde een kleinere diafragmagrootte
aangeeft. Zo is de diafragmaopening groter bij een diafragmawaarde van 5.6 dan
bij een diafragmawaarde van 11.
S
Lage diafragmawaarde
(het diafragma is groot).
S
Hoge diafragmawaarde
(het diafragma is klein).
Sluitertijd
Sluitertijd, een belangrijke factor in de helderheid van een foto, verwijst naar de tijd
die nodig is om de sluiter te openen en te sluiten. Bij een lage sluitertijd komt er
meer licht in de camera. Onder vergelijkbare omstandigheden zijn foto's helderder,
maar worden snel bewegende objecten doorgaans vager weergegeven. Als u een
hogere sluitertijd kiest, komt er minder licht de camera binnen. Foto's worden in dat
geval donkerder, maar bewegende objecten worden duidelijker vastgelegd.
S
Lange sluitertijd
S
Korte sluitertijd
De modus Diafragmaprioriteit, Sluiterprioriteit of Handmatig gebruiken
Pas de diafragmawaarde of sluitertijd aan om de belichting van uw foto's te regelen. U kunt deze opties gebruiken in de modi Diafragmaprioriteit, Sluitertijdprioriteit en
Handmatig.
De modus Diafragmaprioriteit, Sluiterprioriteit of Handmatig gebruiken
Uitgebreide functies
48
De modus Diafragmaprioriteit gebruiken
In de modus Diafragmaprioriteit kunt u handmatig de diafragmawaarde instellen
terwijl de camera automatisch een geschikte sluitertijd selecteert.
1
Draai de modusdraaiknop naar
G
.
2
Selecteer .
•
Als u een andere modus wilt selecteren wanneer de modusdraaiknop is
ingesteld op
G
, drukt u op [
b
] of raakt u aan en selecteert u een
modus.
3
Druk op [
o
] → [
F
/
t
] om de diafragmawaarde aan te passen.
•
U kunt ook de diafragmawaarde op het scherm aanraken om de knop weer
te geven.
•
U kunt ook de draaiknop op het scherm naar links of naar rechts slepen.
•
Zie pagina 47 voor meer informatie over de diafragmawaarde.
OK: Wijzig diafragma
4
Druk op [
o
] om de instelling op te slaan.
5
Stel opties in.
•
Zie 'Opnameopties' voor een lijst met opties. (p. 66)
6
Lijn uw onderwerp uit in het kader en druk vervolgens de
[Ontspanknop] half in om scherp te stellen.
7
Druk op de [Ontspanknop] om een foto te maken.
Wanneer u de ISO-optie instelt op Auto, wordt de sluitertijd mogelijk niet
automatisch aangepast aan de diafragmawaarde. In dit geval zoekt de camera een
geschikte belichtingswaarde door de ISO-optie automatisch te wijzigen wanneer
u een foto vastlegt. Als u de ISO-optie handmatig wilt instellen, drukt u op [
m
]
en selecteert u ISO → een optie.
De modus Diafragmaprioriteit, Sluiterprioriteit of Handmatig gebruiken
Uitgebreide functies
49
De modus Sluiterprioriteit gebruiken
In de modus Sluiterprioriteit kunt u handmatig de sluitertijd instellen terwijl de
camera automatisch een geschikte diafragmawaarde selecteert.
1
Draai de modusdraaiknop naar
G
.
2
Selecteer .
•
Als u een andere modus wilt selecteren wanneer de modusdraaiknop is
ingesteld op
G
, drukt u op [
b
] of raakt u aan en selecteert u een
modus.
3
Druk op [
o
] → [
F
/
t
] om de sluitertijd aan te passen.
•
U kunt ook de sluitertijd op het scherm aanraken om de knop weer te geven.
•
U kunt ook de draaiknop op het scherm naar links of naar rechts slepen.
•
Zie pagina 47 voor meer informatie over de sluitertijd.
OK: Wijzig sluitersnelheid
4
Druk op [
o
] om de instelling op te slaan.
5
Stel opties in.
•
Zie 'Opnameopties' voor een lijst met opties. (p. 66)
6
Lijn uw onderwerp uit in het kader en druk vervolgens de
[Ontspanknop] half in om scherp te stellen.
7
Druk op de [Ontspanknop] om een foto te maken.
Wanneer u de ISO-optie instelt op Auto, wordt de diafragmawaarde mogelijk
niet automatisch aangepast aan de sluitertijd. In dit geval zoekt de camera een
geschikte belichtingswaarde door de ISO-optie automatisch te wijzigen wanneer
u een foto vastlegt. Als u de ISO-optie handmatig wilt instellen, drukt u op [
m
]
en selecteert u ISO → een optie.
De modus Diafragmaprioriteit, Sluiterprioriteit of Handmatig gebruiken
Uitgebreide functies
50
De Handmatige modus gebruiken
In de Handmatige modus kunt u zowel de diafragmawaarde als de sluitertijd
instellen.
1
Draai de modusdraaiknop naar
G
.
2
Selecteer .
•
Als u een andere modus wilt selecteren wanneer de modusdraaiknop is
ingesteld op
G
, drukt u op [
b
] of raakt u aan en selecteert u een
modus.
3
Druk op [
o
] → [
D
/
c
] om de diafragmawaarde of sluitertijd te
selecteren.
•
U kunt ook de diafragmawaarde of sluitertijd op het scherm aanraken om de
knop weer te geven.
OK: Wijzig diafragma/
sluitersnelheid
4
Druk op [
F
/
t
] om de diafragmawaarde of sluitertijd aan te passen.
•
U kunt ook de draaiknoppen op het scherm naar links of naar rechts slepen.
5
Druk op [
o
] om de instelling op te slaan.
6
Stel opties in.
•
Zie 'Opnameopties' voor een lijst met opties. (p. 66)
7
Lijn uw onderwerp uit in het kader en druk vervolgens de
[Ontspanknop] half in om scherp te stellen.
8
Druk op de [Ontspanknop] om een foto te maken.
Uitgebreide functies
51
De Smart-modus gebruiken
In de Smart-modus kunt u een foto maken met opties die al vooraf zijn ingesteld voor een bepaalde scène.
Optie Beschrijving
Rijke toon
Meerdere foto's maken van hetzelfde onderwerp met
verschillende belichtingswaarden en ze samenvoegen om
een heldere foto te maken.
Panorama
Een brede panoramascène vastleggen in één foto.
Waterval
Watervalscènes vastleggen.
Silhouet
Donkere vormen vastleggen tegen een lichte achtergrond.
Zon onder
Zonsondergangen met natuurlijke rood- en geeltinten
vastleggen.
Opname bij
weinig licht
In omstandigheden met weinig licht zonder itser
meerdere foto's maken. De camera combineert deze foto's
tot een heldere afbeelding die scherper is en minder
beeldruis bevat.
Vuurwerk
Vuurwerkscènes vastleggen.
Lichtspoor
Lichtsporen vastleggen bij weinig licht.
3
Lijn uw onderwerp uit in het kader en druk vervolgens de
[Ontspanknop] half in om scherp te stellen.
4
Druk op de [Ontspanknop] om een foto te maken.
1
Draai de modusdraaiknop naar
s
.
2
Selecteer een scène.
•
Als u een andere modus wilt selecteren wanneer de modusdraaiknop is
ingesteld op
s
, drukt u op [
b
] of raakt u aan en selecteert u een
modus. U kunt ook een andere modus selecteren door op [
m
] te drukken
en een modus te selecteren.
Slimme modus : Gezichtscorrectie
Instellen
Optie Beschrijving
Gezichtscorrectie
Een portretfoto maken met opties voor het verhullen van
onzuiverheden op het gezicht.
Continuopname
Doorlopend foto's maken.
Landschap
Stillevens en landschapsfoto's maken.
Macro
Kleine onderwerpen vastleggen of close-ups maken.
Actie-opname
Onderwerpen vastleggen die met hoge snelheid
bewegen.
De Smart-modus gebruiken
Uitgebreide functies
52
5
Houd de [Ontspanknop] ingedrukt en beweeg de camera langzaam
in de richting waarin de rest van de panoramaopname moet worden
vastgelegd.
•
Er worden pijltjes in de richting van de beweging weergegeven en de gehele
opnameafbeelding wordt weergegeven in het voorbeeldvak.
•
Wanneer de scènes zijn uitgelijnd, legt de camera de volgende foto
automatisch vast.
Stabiliteit: een vlakkere lijn
geeft aan dat er minder
bewegingsonscherpte is.
6
Wanneer u klaar bent, laat u de [Ontspanknop] los.
•
Wanneer u alle benodigde opnamen heeft vastgelegd, combineert de
camera deze tot één panoramafoto.
De modus Panorama gebruiken
In de modus Panorama kunt u een brede panoramascène vastleggen in één foto.
In de Panoramamodus wordt een serie foto's gemaakt en gecombineerd om een
panorama-afbeelding te maken.
S
Opnamevoorbeeld
1
Draai de modusdraaiknop naar
s
.
2
Selecteer Panorama.
3
Lijn uw onderwerp uit in het kader en druk vervolgens de
[Ontspanknop] half in om scherp te stellen.
•
Breng de camera op één lijn met de uiterste linker-, rechter-, onder- of
bovenkant van de scène die u wilt vastleggen.
4
Houd de [Ontspanknop] ingedrukt om de opname te starten.
De Smart-modus gebruiken
Uitgebreide functies
53
•
Voor de beste resultaten bij het vastleggen van panoramafoto's moet u het
volgende vermijden:
-
de camera te snel of te langzaam bewegen.
-
de camera te weinig bewegen om het volgende beeld vast te leggen.
-
de camera met ongelijkmatige snelheden bewegen.
-
de camera schudden.
-
opnemen op donkere locaties.
-
bewegende onderwerpen in de buurt vastleggen.
-
opnameomstandigheden waar de helderheid of kleur van het licht verandert.
•
Gemaakte foto's worden automatisch opgeslagen en het opnemen wordt
gestopt onder de volgende omstandigheden:
-
als u de opnamerichting wijzigt wanneer u opneemt.
-
als u de camera te snel beweegt.
-
als u de camera niet beweegt.
•
Als u de Panoramamodus selecteert, worden de digitale en optische
zoomfuncties uitgeschakeld. Als u de Panoramamodus selecteert terwijl de lens
is ingezoomd, zoomt de camera automatisch uit naar de standaardpositie.
•
Bepaalde opnameopties zijn niet beschikbaar.
•
De camera kan de opname stoppen vanwege de compositie van de opname of
beweging in de scène.
•
Mogelijk legt de camera de laatste scène niet volledig vast als u de
camerabeweging exact stopt op het punt waar u de scène wilt beëindigen. Als
u de volledige scène wilt vastleggen, beweegt u de camera iets verder dan het
punt waar u de scène wilt eindigen.
Uitgebreide functies
54
De modus Beste gezicht gebruiken
In de modus Beste gezicht kunt u meerdere foto's vastleggen en gezichten vervangen om het beste beeld mogelijk te maken. Gebruik deze modus om het beste beeld te
selecteren voor elk individu wanneer u groepsfoto's maakt.
5
Raak de beste afbeelding aan van de 5 gezichten die zijn vastgelegd.
•
Herhaal stap 4 en 5 om de rest van de gezichten op de foto te vervangen.
•
Het pictogram wordt weergegeven op de afbeelding die de camera
aanbeveelt.
6
Raak aan om de foto op te slaan.
•
Gebruik een statief om te voorkomen dat de camera beweegt.
•
De resolutie is standaard ingesteld op of kleiner.
1
Draai de modusdraaiknop naar
i
.
2
Lijn uw onderwerp uit in het kader en druk vervolgens de
[Ontspanknop] half in om scherp te stellen.
3
Druk op de [Ontspanknop] om een foto te maken.
•
De camera maakt 5 foto's achter elkaar.
•
De eerste foto wordt ingesteld als de achtergrondafbeelding.
•
De camera detecteert automatisch gezichten na de opname.
4
Raak een gezicht aan om het te vervangen.
Uitgebreide functies
55
De modus Mijn Magisch kader gebruiken
In de modus Mijn Magisch kader kunt u een gedeelte van de foto transparant
maken en vervolgens een nieuwe foto maken binnen het transparante gebied.
1
Draai de modusdraaiknop naar
g
.
2
Selecteer .
•
Als u een andere modus wilt selecteren wanneer de modusdraaiknop is
ingesteld op
g
, drukt u op [
b
] of raakt u aan en selecteert u een
modus. U kunt ook een andere modus selecteren door op [
m
] te drukken
en een modus te selecteren.
3
Druk de [Ontspanknop] half in om scherp te stellen en druk
vervolgens op de [Ontspanknop] om een achtergrondfoto te maken.
•
Als u een achtergrondfoto wilt selecteren uit uw opgeslagen foto's, drukt
u op [
m
] en selecteert u Afbeelding selecteren → een gewenste foto.
U kunt geen videobestanden, GIF-bestanden of foto's selecteren die zijn
vastgelegd in de Panoramamodus.
4
Raak Gebruiken aan.
•
Als u een achtergrondfoto opnieuw wilt maken, raakt u Opnieuw aan.
Opnieuw Gebruiken
5
Selecteer een kader.
•
Als u een nieuw kader wilt tekenen en de dikte van de pen wilt instellen, raakt
u
aan.
De modus Magisch Plus gebruiken
In de modus Magisch Plus kunt u een foto maken met verschillende eecten.
De modus Magisch Plus gebruiken
Uitgebreide functies
56
6
Sleep de hoek van het vak om het formaat aan te passen.
7
Sleep het geselecteerde kader naar de gewenste locatie.
8
Druk op [
o
].
9
Sleep de schuifregelaars op raak de pictogrammen +/- aan om de
transparantie aan te passen.
Transparantie
10
Lijn uw onderwerp uit in het kader en druk vervolgens de
[Ontspanknop] half in om scherp te stellen.
•
Als u een achtergrondfoto opnieuw wilt maken, raakt u aan.
11
Druk de [Ontspanknop] volledig in om een foto te maken.
•
Druk op [
b
] om naar het vorige scherm terug te keren.
12
Raak aan om de foto op te slaan.
•
Bepaalde opnameopties zijn niet beschikbaar.
•
De scherpstelling wordt ingesteld op het transparante gedeelte in het kader.
•
De resolutie wordt ingesteld op .
De modus Magisch Plus gebruiken
Uitgebreide functies
57
De modus Foto in beweging gebruiken
In de modus Foto in beweging kunt u een serie foto's maken en combineren en
vervolgens een gebied selecteren om een GIF-animatie te maken.
1
Draai de modusdraaiknop naar
g
.
2
Selecteer .
•
Als u een andere modus wilt selecteren wanneer de modusdraaiknop is
ingesteld op
g
, drukt u op [
b
] of raakt u aan en selecteert u een
modus. U kunt ook een andere modus selecteren door op [
m
] te drukken
en een modus te selecteren.
3
Lijn uw onderwerp uit in het kader en druk vervolgens de
[Ontspanknop] half in om scherp te stellen.
4
Druk op de [Ontspanknop] om een foto te maken.
•
De camera maakt meerdere foto's terwijl het statuslampje knippert.
5
Teken op het scherm een gebied waarvan u een animatie wilt
maken.
•
U kunt meerdere gebieden selecteren.
Symbool Beschrijving
De dikte van de kwast aanpassen.
+/-
De bewegingssnelheid aanpassen.
Een foto opnieuw maken.
Terugkeren naar het vorige scherm.
6
Raak aan om de foto op te slaan.
•
De resolutie wordt ingesteld op .
•
Gebruik een statief om te voorkomen dat de camera beweegt.
•
Het opslaan van het bestand kan langer duren.
De modus Magisch Plus gebruiken
Uitgebreide functies
58
De Fotoltermodus gebruiken
Pas allerlei ltereecten op uw foto's toe om unieke afbeeldingen te maken.
Miniatuur Vignetten
Visoog Schets
1
Draai de modusdraaiknop naar
g
.
2
Selecteer .
•
Als u een andere modus wilt selecteren wanneer de modusdraaiknop is
ingesteld op
g
, drukt u op [
b
] of raakt u aan en selecteert u een
modus. U kunt ook een andere modus selecteren door op [
m
] te drukken
en een modus te selecteren.
3
Selecteer een eect.
Optie Beschrijving
Miniatuur
Een eect toepassen om het onderwerp in miniatuur
weer te geven.
Vignetten
Retro-kleuren, een hoog contrast en sterke vignettering
van Lomo-camera's toepassen.
Aquarel
Geef uw foto het uiterlijk van een schets in inkt.
Olieverf
Het eect van een olieverfschilderij toepassen.
Cartoon
Het eect van een striptekening toepassen.
Kruislter
Lijnen toevoegen die naar buiten lopen van heldere
objecten om het visuele eect van een kruislter te
imiteren.
Schets
Een schetseect van een pen toepassen.
Softfocus
Onzuiverheden op het gezicht verhullen of
droomachtige eecten toevoegen.
Visoog
De randen van het kader donkerder maken en nabije
objecten vervormen om de visuele eecten van een
vissenooglens te imiteren.
Klassiek
Een zwart-witeect toepassen.
Retro
Een sepiatinteect toepassen.
Zoomopname
De randen van een foto vervagen om de onderwerpen in
het midden te benadrukken.
De modus Magisch Plus gebruiken
Uitgebreide functies
59
4
Lijn uw onderwerp uit in het kader en druk vervolgens de
[Ontspanknop] half in om scherp te stellen.
5
Druk de [Ontspanknop] volledig in om een foto te maken.
•
Afhankelijk van de optie die u selecteert, kan de resolutie automatisch worden
gewijzigd in
of lager.
•
Als u ltereecten wilt toepassen op uw opgeslagen foto's, drukt u op [
m
]
en selecteert u Afbeelding selecteren → een afbeelding. U kunt geen
videobestanden, GIF-bestanden of foto's selecteren die zijn vastgelegd in de
Panoramamodus.
De Filmltermodus gebruiken
Pas allerlei ltereecten op uw video's toe om unieke afbeeldingen te maken.
1
Draai de modusdraaiknop naar
g
.
2
Selecteer .
•
Als u een andere modus wilt selecteren wanneer de modusdraaiknop is
ingesteld op
g
, drukt u op [
b
] of raakt u aan en selecteert u een
modus. U kunt ook een andere modus selecteren door op [
m
] te drukken
en een modus te selecteren.
3
Selecteer een eect.
Optie Beschrijving
Miniatuur
Een eect toepassen om het onderwerp in miniatuur
weer te geven.
Optie Beschrijving
Vignetten
Retro-kleuren, een hoog contrast en sterke vignettering
van Lomo-camera's toepassen.
Schets
Een schetseect van een pen toepassen.
Visoog
De randen van het kader donkerder maken en nabije
objecten vervormen om de visuele eecten van een
vissenooglens te imiteren.
Klassiek
Een zwart-witeect toepassen.
Retro
Een sepiatinteect toepassen.
Paleteect 1
Een heldere look maken met een scherp contrast en
sterke kleur.
Paleteect 2
Scènes helder en duidelijk maken.
Paleteect 3
Een zachte bruine tint toepassen.
Paleteect 4
Een koud en eenkleurig eect toepassen.
4
Druk op (Video-opname) om de opname te starten.
5
Druk opnieuw op (Video-opname) om de opname te stoppen.
•
Als u Miniatuur selecteert, wordt de afspeelsnelheid verhoogd.
•
Als u Miniatuur kunt u geen geluid voor de video opnemen.
•
Afhankelijk van de optie die u selecteert, kan de opnameresolutie automatisch
worden gewijzigd in
of lager.
De modus Magisch Plus gebruiken
Uitgebreide functies
60
De modus Eect Artist gebruiken
In de modus Eect Artist kunt u een foto maken met verschillenden lters of
textuureecten en vervolgens kwast- of peneecten toevoegen.
1
Draai de modusdraaiknop naar
g
.
2
Selecteer .
•
Als u een andere modus wilt selecteren wanneer de modusdraaiknop is
ingesteld op
g
, drukt u op [
b
] of raakt u aan en selecteert u een
modus. U kunt ook een andere modus selecteren door op [
m
] te drukken
en een modus te selecteren.
3
Selecteer een eect.
Optie Beschrijving
Licht
Een lichtverspreidingseect maken.
Lomo
Het lenseect van een Lomo-camera nabootsen.
Scheur
Het eect van gescheurde grond maken.
Sepia
Er wordt een bruine sepiatint toegepast.
Textiel
Een textieleect maken.
Oude lm
Het eect van een foto gemaakt met een oude lm
nabootsen.
Optie Beschrijving
Verkreukeld papier
Het eect van gekreukeld papier maken.
Waterverf
Het eect van een waterverfschilderij toepassen.
Golf
Een golfeect maken.
Cartoon
Het eect van een striptekening toepassen.
Zand
Een zandeect maken.
Halftoonstip
Eect met halftoonstippen maken.
Ruwe muur
Eect van een ruwe muur maken.
Schets
Een schetseect van een pen toepassen.
Sepia-cartoon
Een bruinachtig cartooneect maken.
4
Druk de [Ontspanknop] half in om scherp te stellen en druk
vervolgens op de [Ontspanknop] om een achtergrondfoto te
maken.
•
Als u een achtergrondfoto wilt selecteren uit uw opgeslagen foto's, drukt u
op [
m
] en selecteert u Afbeelding selecteren → een afbeelding. U kunt
geen videobestanden, GIF-bestanden of foto's selecteren die zijn vastgelegd
in de Panoramamodus.
5
Raak Gebruiken aan.
•
Als u een achtergrondfoto opnieuw wilt maken, raakt u Opnieuw aan.
De modus Magisch Plus gebruiken
Uitgebreide functies
61
6
Raak of aan en teken een gedeelte om een eect toe te
passen.
7
Raak een pictogram voor bewerken aan om het geselecteerde
gedeelte te bewerken.
•
Draai de [Zoomknop] naar rechts om een deel van een foto te vergroten.
Symbool Beschrijving
De toegepaste optie wijzigen.
Een kwasteect selecteren.
Een peneect selecteren.
De dikte van de kwast of pen aanpassen.
Symbool Beschrijving
Een kwasteect verwijderen.
Een peneect verwijderen.
Alle toegepaste eecten verwijderen.
Sleep het scherm om andere van de foto te vergroten.
Sleep het scherm om andere delen van de foto te vergroten.
8
Raak aan om de foto op te slaan.
•
Als u een achtergrondfoto opnieuw wilt maken, raakt u aan.
•
De camera slaat bewerkte foto's op als nieuwe bestanden.
•
De resolutie wordt ingesteld op .
De modus Magisch Plus gebruiken
Uitgebreide functies
62
De modus Kleurenkwast gebruiken
In de modus Kleurenkwast kunt u een foto maken met ltereecten en vervolgens
een gedeelte helderder of kleuriger maken door een streep erop te tekenen.
1
Draai de modusdraaiknop naar
g
.
2
Selecteer .
•
Als u een andere modus wilt selecteren wanneer de modusdraaiknop is
ingesteld op
g
, drukt u op [
b
] of raakt u aan en selecteert u een
modus. U kunt ook een andere modus selecteren door op [
m
] te drukken
en een modus te selecteren.
3
Druk de [Ontspanknop] half in om scherp te stellen en druk
vervolgens op de [Ontspanknop] om een achtergrondfoto te
maken.
•
Als u een achtergrondfoto wilt selecteren uit uw opgeslagen foto's, drukt u
op [
m
] en selecteert u Afbeelding selecteren → een afbeelding. U kunt
geen videobestanden, GIF-bestanden of foto's selecteren die zijn vastgelegd
in de Panoramamodus.
4
Raak Gebruiken aan.
•
Als u een achtergrondfoto opnieuw wilt maken, raakt u Ter ug aan.
5
Selecteer een optie → .
Optie Beschrijving
Klassiek
Een zwart-witeect toepassen.
Optie Beschrijving
Sepia
Er wordt een bruine sepiatint toegepast.
Wazig
Een zacht en wazig eect toepassen.
Oude lm
Het eect van een foto gemaakt met een oude lm
nabootsen.
Schets
Een schetseect van een pen toepassen.
6
Teken een lijn met uw vinger om een gedeelte te selecteren.
•
Delen met dezelfde kleur als het gedeelte dat u selecteert, worden kleuriger
of helderder weergegeven.
•
U kunt ook de schuifregelaar slepen of +/- aanraken om het kleurbereik aan
te passen.
•
Delen met vergelijkbare kleuren kunnen tegelijkertijd worden geselecteerd.
Als een ongewenst gedeelte wordt geselecteerd, raakt u
of aan om
het gedeelte uit te sluiten.
Bereik : 50
De modus Magisch Plus gebruiken
Uitgebreide functies
63
Foto's bewerken
U kunt foto's op meerdere manieren bewerken.
Draai de modusdraaiknop naar
g
en selecteer .
Zie 'Foto's bewerken'. (p. 99)
7
Raak een pictogram voor bewerken aan om het geselecteerde
gedeelte te bewerken.
•
Draai de [Zoomknop] naar rechts om een deel van een foto te vergroten.
Symbool Beschrijving
De toegepaste optie wijzigen.
Automatisch een gedeelte selecteren.
Nadruk verminderen op delen met dezelfde kleur als het
geselecteerde gedeelte.
De nadruk verminderen van alleen het geselecteerde gedeelte.
Terugkeren naar het vorige scherm.
De oorspronkelijke afbeelding weergeven.
Sleep het scherm om andere van de foto te vergroten.
Sleep het scherm om andere delen van de foto te vergroten.
8
Raak aan om de foto op te slaan.
•
Als u een achtergrondfoto opnieuw wilt maken, raakt u aan.
•
De camera slaat bewerkte foto's op als nieuwe bestanden.
•
De resolutie wordt ingesteld op .
Uitgebreide functies
64
1
Draai de modusdraaiknop naar
p
,
G
,
s
,
i
,
g
of
T
.
•
Deze functie wordt mogelijk niet ondersteund in bepaalde modi.
2
Stel de gewenste opties in.
•
Zie 'Opnameopties' voor een lijst met opties. (p. 66)
3
Druk op (Video-opname) om de opname te starten.
•
Druk tijdens het opnemen van een video een keer op [
c
] om de functie
voor continu automatisch scherpstellen uit te schakelen en nogmaals om de
functie weer in te schakelen.
4
Druk opnieuw op (Video-opname) om de opname te stoppen.
Opnemen onderbreken
U kunt tijdens het opnemen van een video met de camera de opname tijdelijk
onderbreken. Met deze functie kunt u verschillende scènes opnemen in één video.
•
Druk op [
o
] om de opname te onderbreken.
•
Druk op [
o
] om de opname te hervatten.
Een video opnemen
Video in volledige HD (1920 X 1080) opnemen gedurende 20 minuten. De camera slaat opgenomen video's op als MP4-bestanden (H.264).
•
H.264 (MPEG-4 part10/AVC) is een video-indeling met hoge compressie die is ontwikkeld door de internationale standaardisatieorganisaties ISO-IEC en ITU-T.
•
Als u geheugenkaarten gebruikt met lage schrijfsnelheden, slaat de camera video's mogelijk niet correct op. Video-opnamen zijn mogelijk beschadigd of worden niet correct
afgespeeld.
•
Geheugenkaarten met langzame schrijfsnelheden bieden geen ondersteuning voor video's met een hoge resolutie. Gebruik voor het opnemen van video's met een hoge resolutie
geheugenkaarten met een hogere schrijfsnelheid.
•
Als u de beeldstabilisatorfunctie inschakelt terwijl u een video opneemt, neemt de camera mogelijk het geluid op dat wordt geproduceerd.
•
Als u de zoomfunctie gebruikt wanneer u een video opneemt, neemt de camera mogelijk het geluid van de zoomfunctie op. Gebruik de Sound Alive-functie om het geluid van de
zoomfunctie te beperken. (p. 88)
Een video opnemen
Uitgebreide functies
65
Een video opnemen met de functie Intelligente
scènedetectie
In de Smart Auto-modus kiest de camera automatisch de camera-instellingen die bij
de gedetecteerde scène passen.
1
Draai de modusdraaiknop naar
T
.
2
Stel de gewenste opties in.
•
Zie 'Opnameopties' voor een lijst met opties. (p. 66)
3
Plaats het onderwerp in het kader.
•
De camera selecteert automatisch een scène. Het pictogram voor de
desbetreende scène wordt linksboven in het scherm weergegeven.
Symbool Beschrijving
Landschappen
Zonsondergangen
Heldere luchten
Bossen
4
Druk op (Video-opname) om de opname te starten.
5
Druk opnieuw op (Video-opname) om de opname te stoppen.
•
Als de camera geen geschikte scènemodus detecteert, worden de
standaardinstellingen voor de Intelligente scènedetectiemodus gebruikt.
•
Afhankelijk van de opnameomstandigheden, zoals het trillen van de camera, de
lichtval en de afstand tot het onderwerp, kan het voorkomen dat de camera de
juiste scène niet selecteert.
De resolutie en beeldkwaliteit selecteren
…… 67
De resolutie selecteren
………………………… 67
Een fotokwaliteit selecteren
…………………… 68
Opnamen in het donker maken
……………… 69
Rode ogen voorkomen
………………………… 69
De itser gebruiken
…………………………… 69
Een itseroptie instellen
……………………… 70
De ISO-waarde aanpassen
……………………… 72
De scherpstelling van de camera aanpassen
… 73
Macro gebruiken
……………………………… 73
Autofocus gebruiken
…………………………… 73
Het scherpstelgebied aanpassen
……………… 75
De scherpstelafstand aanpassen via aanraken
… 75
Gezichtsdetectie gebruiken
…………………… 78
Gezichten detecteren
………………………… 78
Een zelfportret maken
………………………… 78
Een foto van een lachend gezicht maken met
Smile Shot
……………………………………… 79
Tips voor gezichtsdetectie
……………………… 79
Helderheid en kleur aanpassen
……………… 80
De belichting handmatig aanpassen (EV)
…… 80
Compenseren voor tegenlicht (ACB)
…………… 81
De optie voor lichtmeting wijzigen
…………… 81
Een instelling voor Witbalans selecteren
……… 82
Serieopnamen
…………………………………… 85
Continu foto's maken
………………………… 85
Timer gebruiken
……………………………… 86
Foto's met de bracketfunctie maken
………… 86
Afbeeldingen aanpassen
……………………… 87
Het geluid van de zoom instellen
……………… 88
Foto's vastleggen terwijl u een video
opneemt
………………………………………… 89
Opnameopties
Hier vindt u informatie over het instellen van de opties in de opnamemodus.
Opnameopties
67
De resolutie en beeldkwaliteit selecteren
Hier vindt u informatie over hoe u instellingen voor de resolutie en beeldkwaliteit kunt aanpassen.
De videoresolutie instellen
1
Druk in de opnamemodus op [
m
].
2
Selecteer Filmformaat.
3
Selecteer een optie.
Symbool Beschrijving
1920 X 1080: HD-bestanden van hoge kwaliteit om af te spelen
op een HDTV.
1280 X 720: HD-bestanden om af te spelen op een HDTV.
640 X 480: SD-bestanden om af te spelen op een analoge
televisie.
Om te delen: op een website plaatsen via het draadloos netwerk
(maximaal 30 seconden).
De resolutie selecteren
Als u de resolutie verhoogt, zullen de foto's en video's meer pixels bevatten en
daardoor groter kunnen worden afgedrukt en weergegeven. Bij een hoge resolutie
neemt ook de bestandsgrootte toe.
De fotoresolutie instellen
1
Druk in de opnamemodus op [
m
].
2
Selecteer Fotoformaat.
3
Selecteer een optie.
Symbool Beschrijving
4608 X 3456: afdrukken op A1-papier.
4608 X 3072: afdrukken op A1-papier in de verhouding 3:2
(breed).
4608 X 2592: afdrukken op A1-formaat in panoramaverhouding
(16:9) of weergeven op een HDTV.
3648 X 2736: afdrukken op A2-papier.
2832 X 2832: afdrukken op A3-papier in de verhouding 1:1.
2592 X 1944: afdrukken op A4-papier.
1984 X 1488: afdrukken op A5-papier.
1920 X 1080: afdrukken op A5-papier in panoramaverhouding
(16:9) of weergeven op een HDTV.
1024 X 768: toevoegen aan een e-mailbericht.
TpAhMsig
De resolutie en beeldkwaliteit selecteren
Opnameopties
68
Een fotokwaliteit selecteren
Stel de instelling voor de fotokwaliteit in. Een hogere beeldkwaliteit resulteert in
grotere bestanden. De camera comprimeert de foto's die u maakt en slaat deze op
in JPEG-indeling.
1
Druk in de opnamemodus op [
m
].
2
Selecteer Kwaliteit.
3
Selecteer een optie.
Symbool Beschrijving
Superhoog: foto's maken met superhoge kwaliteit.
Hoog: foto's maken met hoge kwaliteit.
Normaal: foto's maken met normale kwaliteit.
pAhMig
Opnameopties
69
Opnamen in het donker maken
Hier vindt u informatie over hoe u 's nachts of bij weinig licht foto's kunt maken.
De itser gebruiken
Druk op de knop voor het uitklappen van de
itser om de itser uit te klappen. Als de itser
is uitgeklapt, gaat de itser af op basis van
de geselecteerde optie. Als u Uit selecteert,
gaat de itser niet af zelfs wanneer deze is
geopend.
•
Als u de itser niet gebruikt, moet u deze sluiten om schade aan de itser te
voorkomen.
•
Als u de itser met kracht opent, kunt u de camera beschadigen. Druk de itser
voorzichtig naar beneden om deze te sluiten.
Rode ogen voorkomen
Als de itser afgaat wanneer u in het donker een foto van een persoon neemt, kan
er een rode gloed in de ogen verschijnen. Stel de itseroptie in op Rode ogen. Zie
'Een itseroptie instellen' voor de itseropties. (p. 70)
S
Vóór correctie
S
Na correctie
ps
Opnamen in het donker maken
Opnameopties
70
Een itseroptie instellen
Gebruik de itser wanneer u foto's in het donker maakt of wanneer u meer licht in
de foto's wilt hebben.
1
Druk op de knop voor het uitklappen van de itser om de itser te
openen.
2
Druk in de opnamemodus op [
F
].
TpAhMsg
3
Selecteer een optie.
Symbool Beschrijving
Uit:
•
Er wordt niet geitst.
•
De camera geeft een waarschuwing weer dat de camera
beweegt
wanneer u een opname maakt bij weinig licht.
Auto: in de modus Smart Auto selecteert de camera een geschikte
itseroptie voor de gedetecteerde scène.
Auto: de itser wordt automatisch gebruikt wanneer het
onderwerp of de achtergrond donker is.
Rode ogen:
•
De itser gaat twee keer af als het onderwerp of de achtergrond
te donker is om het rode-ogeneect te verminderen.
•
Er zit een korte tijd tussen de twee itsen. Beweeg de camera
niet totdat de tweede its is uitgevoerd.
Invulits:
•
Er wordt altijd geitst.
•
De camera past de intensiteit van de itser automatisch aan.
Opnamen in het donker maken
Opnameopties
71
Symbool Beschrijving
Langz sync:
•
Er wordt geitst en de sluiter blijft langer open.
•
Deze optie wordt aanbevolen wanneer u het omgevingslicht
wilt gebruiken om meer details in de achtergrond zichtbaar te
maken.
•
Gebruik een statief om te voorkomen dat de foto's onscherp
worden.
•
De camera geeft een waarschuwing weer dat de camera
beweegt
wanneer u een opname maakt bij weinig licht.
Afhankelijk van de opnameomstandigheden kunnen de beschikbare opties verschillen.
•
Als u opties voor serieopnamen instelt of Zelfportret selecteert, zijn er geen
itseropties beschikbaar.
•
Zorg ervoor dat uw onderwerp zich binnen de aanbevolen afstand van de itser
bevindt. (p. 159)
•
Als licht van de itser wordt gereecteerd of als er veel stof in de lucht is, kunnen
er kleine vlekjes op de foto komen.
•
In sommige modi kunt u ook de itseroptie instellen door op [
m
] te drukken
en vervolgens Flitser te selecteren.
De itserintensiteit aanpassen
Pas de itserintensiteit aan om overbelichte of niet voldoende belichte foto's te
voorkomen.
1
Druk in de opnamemodus op [
F
].
2
Scrol naar een optie.
3
Druk op [
D
].
4
Druk op [
F
/
t
] om de intensiteit aan te passen.
•
Sleep de schuifregelaar of raak +/- aan om de intensiteit aan te passen.
Auto : 0
Terug Instellen
Opnamen in het donker maken
Opnameopties
72
De ISO-waarde aanpassen
De ISO-waarde is een eenheid voor de mate waarin lm gevoelig is voor licht,
zoals gedenieerd door de International Organization for Standardization (ISO).
Hoe hoger de ISO-waarde, des te gevoeliger wordt de camera voor licht. Gebruik
een hogere ISO-waarde om betere foto's te maken en bewegingsonscherpte te
voorkomen wanneer u de itser niet gebruikt.
1
Druk in de opnamemodus op [
m
].
2
Selecteer ISO.
3
Selecteer een optie.
•
Selecteer om een geschikte ISO-waarde te gebruiken op basis van de
helderheid van het onderwerp en de lichtval.
Hogere ISO-waarden kunnen zorgen voor meer ruis in beelden.
pAhM
5
Druk op [
o
] om de instellingen op te slaan.
•
Het aanpassen van de intensiteit van de itser is mogelijk niet eectief als:
-
het onderwerp niet in de richting van de camera kijkt
-
u de ISO-waarde te hoog hebt ingesteld
-
de belichtingswaarde te hoog of te laag is
•
In sommige opnamemodi kunt u deze functie niet gebruiken.
Opnameopties
73
Macro gebruiken
Gebruik macro om foto's van dichtbij te maken, bijvoorbeeld van bloemen of
insecten. Zie 'Autofocus gebruiken'.
•
Probeer de camera stevig vast te houden, om te voorkomen dat de foto's
onscherp worden.
•
Schakel de itser uit als de afstand tot het onderwerp minder dan 40 cm
bedraagt.
TpAhMsg
Autofocus gebruiken
Om scherpe foto's te maken, selecteert u de scherpsteloptie die bij de afstand tot
het onderwerp past.
1
Druk in de opnamemodus op [
c
].
Scherpstelling : Normaal (AF)
Afsluiten
Instellen
TpAhMsg
De scherpstelling van de camera aanpassen
Hier vindt u informatie over het aanpassen van de scherpstelling van de camera om deze aan te passen aan het onderwerp en de opnameomstandigheden.
De scherpstelling van de camera aanpassen
Opnameopties
74
De scherpstelling handmatig aanpassen
1
Druk in de opnamemodus op [
c
].
2
Selecteer Handmatig scherpstellen.
3
Druk op [
F
/
t
] om de scherpstelling aan te passen.
•
U kunt ook de schuifregelaar slepen of +/- aanraken om de scherpstelling aan
te passen.
Terug Instellen
Handmatig scherpstellen : 50
4
Druk op [
o
] om de instellingen op te slaan.
Als u de scherpstelling handmatig aanpast en er niet is scherpgesteld op het
onderwerp, kan de foto onscherp worden.
pAhM
2
Selecteer een optie.
Symbool Beschrijving
Normaal (AF): scherpstellen op een onderwerp dat zich op een
afstand van meer dan 80 cm van de lens bevindt. Of op een
afstand van 350 cm of meer, wanneer u gebruikmaakt van de
zoom.
Handmatig scherpstellen: scherpstellen op een onderwerp door
de scherpstelling handmatig aan te passen. (p. 74)
Macro: scherpstellen op een onderwerp dat zich 10 - 80 cm van de
camera bevindt. 150 - 350 cm wanneer u de zoom gebruikt.
Auto macro:
•
Scherpstellen op een onderwerp dat zich op een afstand van
meer dan 10 cm van de lens bevindt. Of op een afstand van
150 cm of meer, wanneer u gebruikmaakt van de zoom.
•
Auto macro wordt automatisch ingesteld in bepaalde
opnamemodi.
Afhankelijk van de opnameomstandigheden kunnen de beschikbare opties verschillen.
In sommige modi kunt u ook de scherpsteloptie instellen door op [
m
] te
drukken en vervolgens Scherpstelling te selecteren.
De scherpstelling van de camera aanpassen
Opnameopties
75
Het scherpstelgebied aanpassen
U kunt betere foto's krijgen door een scherpstelgebied te kiezen op basis van de
locatie van het onderwerp in de scène.
1
Druk in de opnamemodus op [
m
].
2
Selecteer Scherpstelgebied.
3
Selecteer een optie.
Symbool Beschrijving
Centrum AF: scherpstellen op het midden van het kader (voor
onderwerpen die zich in het midden of in de buurt van het
midden bevinden).
Multi AF: scherpstellen op een of meer van 9 mogelijke gebieden.
Afhankelijk van de opnamemodus kunnen de beschikbare opnameopties verschillen.
pAhM
De scherpstelafstand aanpassen via aanraken
U kunt scherpstellen op het onderwerp en een foto maken door het scherm aan te
raken.
1
Druk in de opnamemodus op [
m
].
2
Selecteer Aanraak AF.
3
Selecteer een optie.
Symbool Beschrijving
Uit: de functie Aanraak AF niet gebruiken.
Aanraak AF: scherpstellen op het onderwerp dat u op het scherm
aanraakt.
Tracking AF: scherpstellen op het onderwerp dat u op het scherm
aanraakt en het onderwerp volgen. (p. 76)
One Touch-opname: scherpstellen op het onderwerp en een foto
maken door de afbeelding op het scherm aan te raken. (p. 77)
Afhankelijk van de opnameomstandigheden kunnen de beschikbare opties verschillen.
De scherpstelling wordt gereset wanneer u 5 seconden geen bewerkingen
uitvoert of wanneer u op de [Ontspanknop] drukt terwijl de functie Aanraak AF is
ingeschakeld.
TpAhMs
De scherpstelling van de camera aanpassen
Opnameopties
76
4
Druk op de [Ontspanknop] om een foto te maken.
•
Als u geen scherpstelgebied selecteert, wordt het scherpstelkader weergegeven
in het midden van het scherm.
•
Het volgen van een onderwerp kan in de volgende gevallen mislukken:
-
het onderwerp is te klein.
-
het onderwerp beweegt te veel.
-
er is sprake van tegenlicht of u maakt een opname op een donkere plaats.
-
kleuren of patronen van het onderwerp komen overeen met de achtergrond.
-
het onderwerp heeft horizontale patronen, zoals bij jaloezieën het geval is.
-
de camera trilt erg.
•
Als tracking mislukt, wordt de functie gereset.
•
Als de camera het onderwerp niet volgt, moet u het te volgen onderwerp
opnieuw selecteren.
•
Als de camera niet kan scherpstellen, wordt het scherpstelkader rood
weergegeven en wordt de scherpstelling gereset.
Meebewegende autofocus gebruiken
Met Aanraak AF kunt u het onderwerp volgen en automatisch scherp in beeld
houden, ook wanneer u beweegt.
1
Druk in de opnamemodus op [
m
].
2
Selecteer Aanraak AF → Tracking AF.
3
Raak het onderwerp aan dat u wilt bijhouden in het
aanraakgedeelte.
•
Er verschijnt een scherpstelkader rond het onderwerp dat het onderwerp
volgt als u de camera beweegt.
•
Een wit kader betekent dat de camera het onderwerp volgt.
•
Een groen kader wanneer u de [Ontspanknop] half indrukt, betekent dat het
onderwerp scherp in beeld is.
•
Het rode kader betekent dat de camera niet heeft kunnen scherpstellen.
De scherpstelling van de camera aanpassen
Opnameopties
77
One Touch-opname gebruiken
U kunt met één vingeraanraking een foto maken. Wanneer u het onderwerp
aanraakt, stelt de camera automatisch scherp op het onderwerp en wordt de foto
gemaakt.
1
Druk in de opnamemodus op [
m
].
2
Selecteer Aanraak AF → One Touch-opname.
3
Raak een onderwerp aan om de foto op te maken.
Als u deze functie gebruikt, is het niet mogelijk om de timer, intelligente
zoomfunctie en serieopties in te stellen.
Opnameopties
78
Gezichten detecteren
De camera kan automatisch maximaal 10 gezichten in één scène detecteren.
1
Druk in de opnamemodus op [
m
].
2
Selecteer Gezichtsdetectie → Normaal.
Het gezicht dat zich het dichtst bij de
camera of het dichtst bij het midden van
de scène bevindt, wordt weergegeven
in een wit scherpstelkader en de overige
gezichten worden weergegeven in grijze
scherpstelkaders.
Hoe dichter u bij de onderwerpen bent, des te sneller de camera gezichten
detecteert.
Een zelfportret maken
Maak foto's van uzelf. De camera stelt de scherpstelafstand in op close-up en geeft
een pieptoon weer wanneer dit gereed is.
1
Druk in de opnamemodus op [
m
].
2
Selecteer Gezichtsdetectie → Zelfportret.
3
Stel de opname samen met de lens naar u toe gericht.
4
Als u een korte pieptoon hoort, drukt u op de [Ontspanknop].
Wanneer gezichten zich in het midden
bevinden, piept de camera snel.
Als u Volume uitschakelt in de geluidsinstellingen, geeft de camera geen pieptoon
weer. (p. 139)
Gezichtsdetectie gebruiken
Bij gebruik van de opties voor Gezichtsdetectie worden de gezichten van mensen automatisch door de camera gedetecteerd. Wanneer u op een menselijk gezicht scherpstelt,
past de camera de belichting automatisch aan. Gebruik Smile shot om een foto te maken van een glimlachend persoon.
pAhMs
Gezichtsdetectie gebruiken
Opnameopties
79
Een foto van een lachend gezicht maken met Smile Shot
De camera neemt automatisch een foto wanneer er een lachend gezicht wordt
gedetecteerd.
1
Druk in de opnamemodus op [
m
].
2
Selecteer Gezichtsdetectie → Smile shot.
3
Stel de opname samen.
•
De camera neemt automatisch een foto wanneer er een lachend gezicht
wordt gedetecteerd.
De camera herkent de lach eerder
wanneer het onderwerp breeduit
lacht.
Tips voor gezichtsdetectie
•
Wanneer de camera een gezicht detecteert, wordt het gedetecteerde gezicht
automatisch gevolgd.
•
Gezichtsdetectie is mogelijk in de volgende gevallen niet eectief:
-
de afstand tussen de camera en het onderwerp is te groot (het scherpstelkader
wordt oranje weergegeven voor Smile shot).
-
het is te licht of te donker.
-
het onderwerp kijkt niet in de richting van de camera.
-
het onderwerp draagt een zonnebril of een masker.
-
de gezichtsuitdrukking van het onderwerp verandert drastisch.
-
het onderwerp heeft tegenlicht of de lichtomstandigheden zijn veranderlijk.
•
Als opties voor gezichtsdetectie instelt, wordt het AF-gebied automatisch
ingesteld op Multi AF.
•
Afhankelijk van de geselecteerde optie voor gezichtsdetectie zijn bepaalde
opnameopties niet beschikbaar.
Opnameopties
80
Helderheid en kleur aanpassen
Hier vindt u informatie over hoe u instellingen voor de helderheid en kleur kunt aanpassen om een betere beeldkwaliteit te bereiken.
3
Druk op [
F
/
t
] om de belichting aan te passen.
•
U kunt ook de draaiknop op het scherm naar links of naar rechts slepen om
de belichting aan te passen.
•
De foto wordt lichter naarmate de belichting wordt verhoogd.
Terug Instellen
EV : 0
4
Druk op [
o
] om de instellingen op te slaan.
•
Nadat u de belichting hebt aangepast, wordt deze instelling automatisch
opgeslagen. Mogelijk moet dit later weer worden aangepast om onder- of
overbelichting te voorkomen.
•
Als u niet weet wat de juiste belichting moet zijn, selecteert u de optie AE BKT
(Auto Exposure Bracket). De camera neemt 3 foto's achter elkaar, elk met een
andere belichting: normaal, onderbelicht en overbelicht. (p. 86)
De belichting handmatig aanpassen (EV)
Afhankelijk van de intensiteit van het omgevingslicht kunnen foto's te licht of te
donker uitvallen. U kunt dan de belichting aanpassen om een beter resultaat te
krijgen.
S
Donkerder (-)
S
Neutraal (0)
S
Helderder (+)
1
Druk in de opnamemodus op [
m
].
2
Selecteer EV.
•
U kunt ook de belichtingswaarde op het scherm aanraken om het
aanpassingsvenster weer te geven.
pAh
Helderheid en kleur aanpassen
Opnameopties
81
Compenseren voor tegenlicht (ACB)
Wanneer de lichtbron zich achter het onderwerp bevindt, of als er een groot
contrast is tussen het onderwerp en de achtergrond, komt het onderwerp
waarschijnlijk donker op de foto. Schakel in dat geval de optie Auto Contrast
Balance (ACB) in.
â–² Zonder ACB â–² Met ACB
1
Druk in de opnamemodus op [
m
].
2
Selecteer ACB.
3
Selecteer een optie.
Symbool Beschrijving
Uit: Auto Contrast Balance (ACB) is uitgeschakeld.
Aan: Auto Contrast Balance (ACB) is ingeschakeld.
De ACB-functie is altijd ingeschakeld in de modus Smart Auto.
pAhM
De optie voor lichtmeting wijzigen
De modus voor lichtmeting heeft betrekking op de manier waarop een camera de
hoeveelheid licht meet. De helderheid en belichting van de foto's varieert met de
gekozen modus voor lichtmeting.
1
Druk in de opnamemodus op [
m
].
2
Selecteer Lichtmeting.
3
Selecteer een optie.
Symbool Beschrijving
Multi:
•
De camera verdeelt het frame onder in diverse gebieden en
meet de lichtintensiteit in elk gebied.
•
Geschikt voor algemene foto's.
Spot:
•
De camera meet alleen de lichtintensiteit in het uiterste midden
van het kader.
•
Als een onderwerp zich niet midden in het beeld bevindt, kan
de foto verkeerd belicht worden.
•
Geschikt voor een onderwerp met tegenlicht.
Centrum gewogen:
•
De camera bepaalt een gemiddelde voor de lichtmeting van het
gehele beeld, maar met nadruk op het midden.
•
Geschikt voor foto's waarbij het onderwerp zich in het midden
van het beeld bevindt.
pAhM
Helderheid en kleur aanpassen
Opnameopties
82
Een instelling voor Witbalans selecteren
De kleuren in een foto zijn afhankelijk van het soort lichtbron en de kwaliteit
daarvan. Als u wilt dat uw foto's realistische kleuren hebben, selecteert u een
witbalansinstelling die geschikt is voor de lichtomstandigheden, zoals Auto
witbalans, Daglicht, Bewolkt of Kunstlicht.
Auto witbalans
Daglicht
Bewolkt
Kunstlicht
pAhM
1
Druk in de opnamemodus op [
m
].
2
Selecteer Witbalans.
3
Selecteer een optie.
Symbool Beschrijving
Auto witbalans: automatisch de witbalans instellen op basis van
de lichtomstandigheden.
Daglicht: voor foto's buitenshuis op een zonnige dag.
Bewolkt: voor foto's buitenshuis op een bewolkte dag of in de
schaduw.
TL-licht H: voor opname bij daglichtlampen of drie-
weguorescentielampen.
TL-licht L: voor opname bij wit TL-licht.
Kunstlicht: voor opname binnenshuis bij gloeilamp- of
halogeenlampverlichting.
Kleurtemp.: de kleurtemperatuur van de lichtbron instellen.
(p. 83)
Aangepaste instelling: instellingen voor de witbalans gebruiken
die u hebt ingesteld. (p. 84)
Helderheid en kleur aanpassen
Opnameopties
83
Voorgedenieerde witbalansopties aanpassen
U kunt de voorgedenieerde witbalansopties aanpassen, behalve Auto witbalans
en Aangepaste instelling.
1
Druk in de opnamemodus op [
m
].
2
Selecteer Witbalans.
3
Scrol naar een gewenste optie.
4
Druk op [
D
].
5
Druk op [
D
/
c
/
F
/
t
] om de waarde van de coördinaten aan te
passen.
•
U kunt ook een gedeelte van het scherm aanraken.
•
G: groen
•
A: oranje
•
M: magenta
•
B: blauw
Terug
Instellen
Witbalans : Daglicht
6
Druk op [
o
] om de instellingen op te slaan.
Kleurtemperatuur aanpassen
1
Druk in de opnamemodus op [
m
].
2
Selecteer Witbalans → Kleurtemp..
3
Druk op [
D
].
4
Druk op [
F
/
t
] om de kleurtemperatuur aan te passen zodat deze
aansluit bij uw lichtbron.
•
Sleep de schuifregelaar of raak +/- aan om de kleurtemperatuur aan te
passen.
•
U krijgt een warmere foto met een hogere waarde en een koelere foto met
een lagere waarde.
Kleurtemperatuur : 6500 K
Terug Instellen
5
Druk op [
o
] om de instellingen op te slaan.
Helderheid en kleur aanpassen
Opnameopties
84
Uw eigen witbalansinstelling congureren
U kunt de witbalans aanpassen door een foto te maken van een wit oppervlak, zoals
een stuk papier, onder de lichtomstandigheden waarin u een foto wilt maken. De
functie voor witbalans helpt u om de kleuren in uw foto te laten overeenkomen met
de werkelijke scène.
1
Druk in de opnamemodus op [
m
].
2
Selecteer Witbalans → Aangepaste instelling.
3
Richt de lens op een wit stuk papier en druk op de [Ontspanknop].
Een vel wit papier
Opnameopties
85
Serieopnamen
Het kan lastig zijn foto's te maken van snel bewegende onderwerpen, of natuurlijke gezichtsuitdrukkingen en gebaren van uw onderwerpen in foto's vast te leggen. Het kan
ook moeilijk zijn om de belichting correct aan te passen en een juiste belichtingsbron te selecteren. Selecteer in deze gevallen een van de modi voor serieopnamen. U kunt de
timer instellen om de opname met een vertraging te maken.
pAhMsig
3
Lijn uw onderwerp uit in het kader en druk vervolgens de
[Ontspanknop] half in om scherp te stellen.
4
Houd de [Ontspanknop] ingedrukt.
•
Terwijl u de [Ontspanknop] ingedrukt houdt, blijft de camera achter elkaar
foto's maken.
•
Afhankelijk van de opnameomstandigheden kunnen de beschikbare opties
verschillen.
•
Afhankelijk van de geselecteerde optie voor gezichtsdetectie zijn bepaalde
opnameopties niet beschikbaar.
•
Het kan langer duren om de foto's op te slaan afhankelijk van de capaciteit en
prestaties van de geheugenkaart.
•
In sommige modi kunt u ook de opnameoptie instellen door op [
m
] te
drukken en vervolgens Station/timer te selecteren.
Continu foto's maken
1
Druk in de opnamemodus op [
t
].
2
Selecteer een optie.
Symbool Beschrijving
Continu hoog: achter elkaar 7,1 foto's per seconde maken.
(U kunt maximaal 6 foto's in een serie maken.)
Continu normaal: achter elkaar 3 foto's per seconde maken.
(U kunt maximaal 6 foto's in een serie maken.)
Eén foto: één foto maken. (Eén foto is niet een optie voor
serieopnamen.)
Serieopnamen
Opnameopties
86
Timer gebruiken
1
Druk in de opnamemodus op [
t
].
2
Selecteer een optie.
Symbool Optie
2 sec: een foto maken na een vertraging van 2 seconden.
10 sec: een foto maken na een vertraging van 10 seconden.
•
Druk op de [Ontspanknop] om de timer te annuleren.
•
In sommige modi kunt u ook de opnameoptie instellen door op [
m
] te
drukken en vervolgens Station/timer of Timer te selecteren.
Foto's met de bracketfunctie maken
Met de functie voor automatische belichtingstrap kunt u meerdere foto's van
hetzelfde onderwerp maken met verschillende belichtingswaarden.
1
Druk in de opnamemodus op [
t
].
2
Selecteer AE BKT.
•
Wanneer u op de [Ontspanknop] drukt, neemt de camera 3 foto's achter elkaar,
elk met een andere belichting: normaal, onderbelicht en overbelicht.
•
Druk op [
m
] en selecteer AE BKT instellen om de belichtingswaarden in te
stellen.
•
Het maken van de foto kan langer duren. Gebruik een statief voor optimale
resultaten.
Opnameopties
87
Afbeeldingen aanpassen
U kunt de scherpte, kleurverzadiging en het contrast van uw foto's aanpassen.
pAhM
4
Druk op [
F
/
t
] om de waarden aan te passen.
•
U kunt ook de schuifregelaar slepen of +/- aanraken om de belichting aan te
passen.
Scherpte Beschrijving
–
De randen van uw foto's verzachten (geschikt voor
fotobewerking op de computer).
+
De randen verscherpen om de foto's duidelijker te maken.
(Hierdoor kan ook de beeldruis in de foto's toenemen).
Contrast Beschrijving
–
De kleuren en helderheid verlagen.
+
De kleuren en helderheid verhogen.
Kleurverzadiging Beschrijving
–
De kleurverzadiging verlagen.
+
De kleurverzadiging verhogen.
5
Druk op [
o
] om de instellingen op te slaan.
Selecteer 0 als u geen eect wilt toepassen (geschikt voor afdrukken).
1
Druk in de opnamemodus op [
m
].
2
Selecteer Beeld aanpassen.
3
Selecteer een optie.
•
Scherpte
•
Contrast
•
Kleurverzadiging
Beeld aanpassen : Scherpte
Terug Instellen
Scherpte
Contrast
Kleurverzadiging
Opnameopties
88
Het geluid van de zoom instellen
Wanneer u tijdens het opnemen van video's gebruikmaakt van de zoom, kan de camera het geluid van de zoom opnemen. Gebruik de functie Sound Alive om het zoomgeluid
te verminderen.
TpAhMsig
1
Druk in de opnamemodus op [
m
].
2
Selecteer Spraak.
3
Selecteer een optie.
Symbool Beschrijving
Sound Alive Aan: de Sound Alive-functie inschakelen om het
zoomgeluid te verminderen.
Sound Alive Uit: de functie Sound Alive uitschakelen. De camera
kan het zoomgeluid opnemen.
•
Blokkeer de microfoon niet wanneer u de functie Sound Alive gebruikt.
•
Opnamen die worden gemaakt met Sound Alive, kunnen anders klinken dan de
daadwerkelijke geluiden.
Opnameopties
89
Foto's vastleggen terwijl u een video opneemt
U kunt foto's vastleggen terwijl u een video opneemt zonder over te schakelen naar de fotostand (maximaal 6 foto's).
TpAhMsig
•
Het formaat van vastgelegde afbeeldingen wordt automatisch gewijzigd,
afhankelijk van het formaat van de opgenomen video.
•
Foto's die u hebt vastgelegd tijdens het opnemen van een video, hebben
mogelijk een lagere kwaliteit dan de foto's die u op de normale wijze hebt
gemaakt.
•
Deze functie wordt mogelijk niet ondersteund in bepaalde modi.
1
Draai de modusdraaiknop naar
p
,
G
,
s
,
i
,
g
of
T
.
2
Druk op (Video-opname) om de opname te starten.
3
Druk op de [Ontspanknop] om foto's te maken.
•
Als u het opnemen van video onderbreekt, kunt u geen foto's maken door op
de [Ontspanknop] te drukken.
•
Vastgelegde foto's worden automatisch opgeslagen.
Foto's vastgelegd tijdens het
opnemen van een video
4
Druk opnieuw op (Video-opname) om de opname te stoppen.
Foto's of video's weergeven in de
afspeelmodus
…………………………………… 91
De afspeelmodus starten
……………………… 91
Foto's weergeven
……………………………… 96
Een video afspelen
……………………………… 98
Foto's bewerken
………………………………… 99
Het formaat van foto's wijzigen
………………… 99
Een foto draaien
………………………………… 99
Een foto bijsnijden
……………………………… 100
Eecten van Intelligent lter toepassen
……… 100
Donkere onderwerpen, de helderheid, het
contrast of de kleurverzadiging aanpassen
…… 101
Portretfoto's aanpassen
……………………… 102
Een video bewerken
…………………………… 103
Een video bijsnijden
…………………………… 103
Afzonderlijke beelden uit een video opslaan
… 103
Bestanden op een tv weergeven
……………… 104
Bestanden naar een computer overbrengen
… 105
Bestanden naar een Windows-computer
overbrengen
…………………………………… 105
Bestanden naar een Mac-computer
overbrengen
…………………………………… 106
Programma's op de computer gebruiken
…… 108
i-Launcher installeren
………………………… 108
i-Launcher gebruiken
………………………… 109
Afspelen/bewerken
Hier vindt u informatie over hoe u foto's of video's afspeelt en u foto's bewerkt. Ook leest u hier hoe u de camera op
een computer of televisie aansluit.
Afspelen/bewerken
91
De afspeelmodus starten
Bekijk foto's en video's die op de camera zijn opgeslagen.
1
Druk op [
P
].
•
Het recentste bestand wordt weergegeven.
•
Als de camera is uitgeschakeld, wordt deze ingeschakeld en wordt het
recentste bestand weergegeven.
2
Druk op [
F
/
t
] om door de bestanden te scrollen.
•
U kunt ook de afbeelding naar links of rechts slepen om naar een ander
bestand te gaan.
•
Houd [
F
/
t
] ingedrukt om snel door de bestanden te scrollen.
•
Als u bestanden in het interne geheugen wilt weergeven, verwijdert u de
geheugenkaart.
•
U kunt bestanden die zijn opgenomen met andere camera's, mogelijk
(afbeeldingsformaat, enzovoort) of codecs. Gebruik een computer of ander
apparaat om deze bestanden te bewerken of af te spelen.
•
Foto's of video's die zijn vastgesteld in de staande stand, worden niet
automatisch gedraaid en worden weergegeven in de liggende stand op de
camera en andere apparaten.
Fotobestandsinformatie
Bestandsgegevens
Histogram
Actief geheugen
Symbool Beschrijving
Huidig bestand/totaal aantal bestanden
Mapnaam – Bestandsnaam
Foto's achter elkaar vastgelegd (zie 'Bestanden weergeven als een
map', p. 92)
Beveiligd bestand
Het bestand overdragen of delen
Bestanden als miniaturen weergeven (p. 93)
Als u bestandsgegevens op het scherm wilt weergeven, drukt u op [
D
].
Foto's of video's weergeven in de afspeelmodus
Hier vindt u informatie over hoe u foto's, video's en spraakmemo's kunt afspelen en hoe u bestanden beheert.
Foto's of video's weergeven in de afspeelmodus
Afspelen/bewerken
92
Videobestandsinformatie
Bestandsgegevens
Symbool Beschrijving
Huidig bestand/totaal aantal bestanden
Mapnaam – Bestandsnaam
Videobestand
GIF-bestand: het bestand opgenomen in de modus Foto in beweging
Beveiligd bestand
Video's afspelen
Het bestand overdragen of delen
Bestanden als miniaturen weergeven (p. 93)
Als u bestandsgegevens op het scherm wilt weergeven, drukt u op [
D
].
Bestanden weergeven als een map
Foto's die achter elkaar zijn gemaakt, worden weergegeven als een map.
1
Druk in de afspeelmodus op [
F
/
t
] of sleep de afbeelding naar links
of rechts om naar een gewenste map te gaan.
•
De camera geeft automatisch de foto's in de map weer.
Eén foto-weergave
2
Druk op [
o
] of draai [Zoomknop] naar rechts om de map te
openen.
•
U kunt ook Eén foto-weergave op het scherm aanraken om de map te
openen.
3
Druk op [
F
/
t
] of sleep de afbeelding naar links of rechts om naar
een ander bestand te gaan.
4
Druk op [
o
] of draai [Zoomknop] naar links om terug te keren
naar de afspeelmodus.
•
Of raak aan om terug te gaan naar de afspeelmodus.
Foto's of video's weergeven in de afspeelmodus
Afspelen/bewerken
93
Bestanden als miniatuur weergeven
Bekijk miniaturen van bestanden.
Draai in de afspeelmodus de [Zoomknop] naar links om miniaturen
weer te geven (12 per keer). Draai de [Zoomknop] nog een keer
naar links om meer miniaturen weer te geven (24 per keer). Draai
de [Zoomknop] naar rechts om naar de vorige weergave terug te
keren.
Raak een bestand aan om dit op het
volledige scherm weer te geven.
•
Druk op [
D
/
c
/
F
/
t
] of sleep het scherm omhoog of omlaag om naar de
vorige of volgende pagina met miniaturen te gaan.
•
Houd in de miniatuurweergave de bestanden vast of druk op [
m
] om ze te
selecteren en verwijder ze of draag ze over.
Bestanden weergeven op categorie
Bestanden op categorie weergeven, zoals datum of bestandstype.
1
Draai in de afspeelmodus de [Zoomknop] naar links.
2
Druk op [
m
] en selecteer vervolgens Filter → een categorie.
•
U kunt ook aanraken om een categorie te selecteren.
Alles
Datum
Bestandstype
Filter
Terug
Instellen
Symbool Beschrijving
Alles: bestanden normaal weergeven.
Datum: bestanden weergeven op volgorde van opslagdatum.
Bestandstype: bestanden weergeven op bestandstype.
Foto's of video's weergeven in de afspeelmodus
Afspelen/bewerken
94
3
Raak een lijst aan om deze te openen.
4
Raak een lijst aan om deze weer te geven.
5
Draai de [Zoomknop] naar links om naar de vorige weergave terug
te keren.
•
Of raak aan om terug te gaan naar de vorige weergave.
Als u de categorie wijzigt, kan het enige tijd duren voordat de camera de
bestanden opnieuw indeelt, afhankelijk van het aantal bestanden.
Bestanden beveiligen
Beveilig uw bestanden om te voorkomen dat ze per ongeluk worden verwijderd.
1
Selecteer in de afspeelmodus een bestand om te beveiligen.
2
Druk op [
m
] en selecteer Beveiligen → Aan.
3
Herhaal stap 1 en 2 om meer bestanden te beveiligen.
U kunt een beveiligd bestand niet verwijderen of draaien.
Bestanden wissen
Selecteer bestanden die u wilt verwijderen in de afspeelmodus.
Eén bestand verwijderen
U kunt één bestand selecteren en dit verwijderen.
1
Selecteer in de afspeelmodus een bestand en druk op [ /
f
].
2
Wanneer het pop-upbericht wordt weergegeven, selecteert u Ja.
•
U kunt ook meerdere bestanden wissen in de afspeelmodus door op [
m
] en
vervolgens Wissen → Wissen → Ja te selecteren.
•
U kunt ook bestanden verwijderen in de miniatuurweergave door het bestand
te blijven aanraken en vervolgens
→ OK te selecteren.
Foto's of video's weergeven in de afspeelmodus
Afspelen/bewerken
95
Meerdere bestanden verwijderen
U kunt meerdere bestanden selecteren en deze tegelijk verwijderen.
1
Druk in de afspeelmodus op [
m
].
•
Druk in de miniatuurweergave op [
m
], selecteer Wissen → Selecteren
en ga verder met stap 3 of druk op [
/
f
], selecteer Selecteren en ga verder
met stap 3.
2
Selecteer Wissen → Meer wissen.
3
Scrol naar de bestanden die u wilt uploaden en druk op [
o
].
•
Druk nogmaals op[
o
] om de selectie te annuleren.
4
Druk op [ /
f
].
5
Wanneer het pop-upbericht wordt weergegeven, selecteert u Ja.
Alle bestanden verwijderen
U kunt alle bestanden selecteren en deze tegelijk verwijderen.
1
Druk in de afspeelmodus op [
m
].
•
Druk in de miniatuurweergave op [
m
], selecteer Wissen → Alles wissen
en ga verder met stap 3 of druk op [
/
f
], selecteer Alles wissen en ga
verder met stap 3.
2
Selecteer Wissen → Alles wissen.
3
Wanneer het pop-upbericht wordt weergegeven, selecteert u Ja.
•
Alle niet-beveiligde bestanden worden verwijderd.
Foto's of video's weergeven in de afspeelmodus
Afspelen/bewerken
96
Foto's weergeven
Vergroot een deel van een foto of geef foto's weer als diashow.
Een foto vergroten
Draai in de afspeelmodus de [Zoomknop] naar rechts om een deel
van een foto te vergroten. Draai de [Zoomknop] naar links om uit
te zoomen.
Vergroot gebied
Terug Bijsnijden
Om Beschrijving
Het vergrote gebied
v
erplaatsen
•
Druk op [
D
/
c
/
F
/
t
].
•
Sleep het scherm om een ander deel van de foto
weer te geven.
De vergrote foto
bijsnijden
Druk op [
o
] en selecteer Ja. (De bijgesneden
foto wordt opgeslagen als een nieuw bestand. De
oorspronkelijke foto blijft in zijn oorspronkelijke vorm
bewaard.)
•
U kunt ook uw vingers samenknijpen of ze spreiden op het scherm om een foto
te vergroten of verkleinen.
•
Als u foto's weergeeft die zijn gemaakt met een andere camera, kan de
zoomverhouding verschillen.
Foto's of video's weergeven in de afspeelmodus
Afspelen/bewerken
97
Panoramafoto's weergeven
Foto's weergeven die zijn gemaakt in de panoramamodus.
1
Scrol in de afspeelmodus naar de gewenste panoramafoto.
•
De volledige panoramafoto wordt weergegeven op het scherm.
2
Druk op [
o
] of raak aan.
•
De camera scrolt automatisch van links naar rechts door de foto voor een
horizontale panoramafoto en van boven naar beneden voor een verticale
panoramafoto. De camera schakelt vervolgens over naar de afspeelmodus.
•
Druk tijdens het weergeven van een panoramafoto op [
o
] om te pauzeren
of hervatten.
•
Druk nadat u het afspelen van een panoramafoto hebt gepauzeerd, op
[
D
/
c
/
F
/
t
] om de foto horizontaal of verticaal te bewegen, afhankelijk
van de richting waarin u bewoog tijdens het maken van de foto.
3
Druk op [
b
] om terug te gaan naar de afspeelmodus.
U kunt de panoramafoto afspelen door op [
o
] te drukken of, als de langste zijde
van de foto twee keer zo lang of langer is dan de kortste zijde, door
aan te
raken.
Een diashow afspelen
Eecten toepassen op een diashow met uw foto's. De diashowfunctie werkt niet
voor video's en GIF-bestanden.
1
Druk in de afspeelmodus op [
m
].
2
Selecteer Opties voor diashow.
3
Selecteer een eect voor de diashow.
•
Ga naar stap 4 als u een diashow zonder eecten wilt starten.
* Standaard
Optie Beschrijving
Afspeelmodus
Instellen of de diashow wordt herhaald.
(Eenmaal afspelen*, Herhalen)
Interval
•
Het interval tussen foto's instellen.
(1 sec*, 3 sec, 5 sec, 10 sec)
•
U moet de optie Eect instellen op Uit om een interval in
te stellen.
Eect
•
Een scèneovergangseect instellen tussen foto's.
(Uit, Rustig*, Zonnig, Ontspannen, Levendig, Zacht)
•
Selecteer Uit om de eecten te annuleren.
•
Als u de optie Eect gebruikt, wordt het interval tussen
foto's ingesteld op 1 seconde.
4
Druk op [
b
].
Foto's of video's weergeven in de afspeelmodus
Afspelen/bewerken
98
5
Selecteer Diashow starten.
6
Geef de diashow weer.
•
Druk op [
o
] om de diashow te onderbreken.
•
Druk nogmaals op [
o
] om de diashow te hervatten.
Druk op [
b
] om de diashow te stoppen en terug te schakelen naar de
afspeelmodus.
Een video afspelen
In de afspeelmodus kunt u een video weergeven en een geanimeerde foto.
1
Selecteer in de afspeelmodus een bestand en druk op [
o
] of raak
aan.
2
Geef de video weer.
Huidige afspeelduur/
lengte van video
Stop
Symbool Beschrijving
/
Naar het vorige bestand gaan/terugspoelen. (Elke keer dat u het
pictogram voor terugspoelen aanraakt, wordt de scansnelheid als
volgt gewijzigd: 2X, 4X, 8X.)
/
Het afspelen onderbreken of hervatten.
/
Naar het volgende bestand gaan/vooruitspoelen. (Elke keer
dat u het pictogram voor vooruitspoelen aanraakt, wordt de
scansnelheid als volgt gewijzigd: 2X, 4X, 8X.)
Het volume aanpassen of het geluid dempen.
•
U kunt ook de [Zoomknop] naar links of rechts draaien om het volumeniveau
aan te passen.
•
Wanneer u een lm afspeelt, kunt u functies, zoals achteruit scannen of vooruit
scannen, gaan gebruiken nadat de video 2 seconden is afgespeeld.
Bewegende foto's weergeven
GIF-animatiebestanden herhaaldelijk weergeven die zijn vastgelegd in de modus
Foto in beweging.
1
Scrol in de afspeelmodus naar het gewenste GIF-bestand.
2
Druk op [
o
] of raak aan.
3
Druk op [
b
] om terug te gaan naar de afspeelmodus.
Afspelen/bewerken
99
Het formaat van foto's wijzigen
U kunt het formaat van een foto wijzigen en de foto als een nieuw bestand opslaan.
1
Draai de modusdraaiknop naar
g
en selecteer vervolgens .
•
U kunt ook op [m] drukken en vervolgens Afbeelding bewerken selecteren.
2
Draai de [Zoomknop] naar links of raak aan om een foto te
selecteren.
3
Raak aan en selecteer een optie.
Resolutie wijzigen : 2592 X 1944
4
Raak aan om op te slaan.
De beschikbare opties voor formaat wijzigen verschillen, afhankelijk van het
originele formaat van de foto.
Een foto draaien
1
Draai de modusdraaiknop naar
g
en selecteer vervolgens .
•
U kunt ook op [
m
] drukken en vervolgens Afbeelding bewerken
selecteren.
2
Draai de [Zoomknop] naar links of raak aan om een foto te
selecteren.
3
Raak aan en selecteer een optie.
Draaien : Rechts 90Ëš
4
Raak aan om op te slaan.
De camera overschrijft het originele bestand.
Foto's bewerken
Hier vindt u informatie over het bewerken van foto's.
•
De camera slaat bewerkte foto's op als nieuwe bestanden.
•
Wanneer u foto's bewerkt, converteert de camera deze automatisch naar een lagere resolutie. Foto's die handmatig worden gedraaid of waarvan het formaat handmatig wordt
aangepast, worden niet automatisch geconverteerd naar een lagere resolutie.
•
U kunt foto's niet bewerken terwijl u bestanden weergeeft als map. Open de map en selecteer een foto om de foto te bewerken.
•
Foto's die zijn vastgesteld in bepaalde modi, kunnen niet worden bewerkt.
Foto's bewerken
Afspelen/bewerken
100
Een foto bijsnijden
1
Draai de modusdraaiknop naar
g
en selecteer vervolgens .
•
U kunt ook op [
m
] drukken en vervolgens Afbeelding bewerken
selecteren.
2
Draai de [Zoomknop] naar links of raak aan om een foto te
selecteren.
3
Raak aan en sleep het kader naar een gewenste locatie.
4
Pas de grootte van het gebied aan door de hoeken van het vak te
slepen.
5
Raak aan om op te slaan.
Eecten van Intelligent lter toepassen
Pas speciale eecten toe op uw foto's.
1
Draai de modusdraaiknop naar
g
en selecteer vervolgens .
•
U kunt ook op [
m
] drukken en vervolgens Afbeelding bewerken
selecteren.
2
Draai de [Zoomknop] naar links of raak aan om een foto te
selecteren.
3
Raak aan en selecteer een optie.
4
Raak aan.
Intelligent lter : Miniatuur
Optie Beschrijving
Uit
Geen eect
Miniatuur
Een eect toepassen om het onderwerp in miniatuur weer te
geven. (De boven- en onderkant van de foto worden wazig
gemaakt.)
Foto's bewerken
Afspelen/bewerken
101
Optie Beschrijving
Vignetten
Retro-kleuren, een hoog contrast en sterke vignettering van
Lomo-camera's toepassen.
Aquarel
Geef uw foto het uiterlijk van een schets in inkt.
Olieverf
Het eect van een olieverfschilderij toepassen.
Cartoon
Het eect van een striptekening toepassen.
Kruislter
Lijnen toevoegen die naar buiten lopen van heldere
objecten om het visuele eect van een kruislter te imiteren.
Schets
Een schetseect van een pen toepassen.
Softfocus
Onzuiverheden op het gezicht verhullen of droomachtige
eecten toevoegen.
Visoog
Objecten die in de buurt zijn, vervormen om de visuele
eecten van een vissenooglens te imiteren.
Klassiek
Een zwart-witeect toepassen.
Retro
Een sepiatinteect toepassen.
Zoomopname
De randen van een foto vervagen om de onderwerpen in het
midden te benadrukken.
5
Raak aan om op te slaan.
Donkere onderwerpen, de helderheid, het contrast of de
kleurverzadiging aanpassen
Hier vindt u informatie over het aanpassen van de helderheid, het contrast of de
kleurverzadiging. Als het midden van een foto donker is, kunt u deze lichter maken.
De camera slaat een bewerkte foto op als een nieuw bestand, maar converteert de
foto mogelijk naar een lagere resolutie.
•
U kunt tegelijk de helderheid, het contrast en de kleurverzadiging aanpassen en
Intelligent lter-eecten toepassen.
•
Als u het ACB-eect hebt toegepast, kunt u de helderheid, het contrast of
de kleurverzadiging niet aanpassen. Als u de helderheid, het contrast of de
kleurverzadiging hebt aangepast, kunt u het ACB-eect niet toepassen.
1
Draai de modusdraaiknop naar
g
en selecteer vervolgens .
•
U kunt ook op [m] drukken en vervolgens Afbeelding bewerken selecteren.
2
Draai de [Zoomknop] naar links of raak aan om een foto te
selecteren.
3
Raak aan en selecteer een foto.
Symbool Beschrijving
Donkere onderwerpen aanpassen (ACB)
Helderheid
Contrast
Kleurverzadiging
•
Als u hebt geselecteerd, gaat u verder met stap 6.
Foto's bewerken
Afspelen/bewerken
102
4
Druk op [
F
/
t
] om de optie aan te passen.
•
U kunt ook de schuifregelaar slepen of +/- aanraken om de optie aan te
passen.
5
Raak → aan.
6
Raak aan om op te slaan.
Portretfoto's aanpassen
De camera slaat een bewerkte foto op als een nieuw bestand, maar converteert de
foto mogelijk naar een lagere resolutie.
1
Draai de modusdraaiknop naar
g
en selecteer vervolgens .
•
U kunt ook op [
m
] drukken en vervolgens Afbeelding bewerken
selecteren.
2
Draai de [Zoomknop] naar links of raak aan om een foto te
selecteren.
3
Raak aan en selecteer Gezichtretouchering.
4
Druk op [
F
/
t
] om de optie aan te passen.
•
U kunt ook de schuifregelaar slepen of +/- aanraken om de optie aan te
passen.
•
Hoe hoger het nummer, des te helderder de huidskleur.
5
Raak aan om op te slaan.
Afspelen/bewerken
103
Een video bewerken
Tijdens het afspelen van een video kunt u de video bijsnijden of een beeld uit de video vastleggen.
10
Wanneer het pop-upbericht wordt weergegeven, selecteert u Ja.
•
De oorspronkelijke video moet ten minste 10 seconden lang zijn.
•
U kunt video's bijsnijden van 2 seconden vanaf het begin en 2 seconden vanaf
het einde van de video.
•
De camera slaat de bewerkte video op als nieuw bestand en brengt geen
wijzigingen aan in de oorspronkelijke video.
Afzonderlijke beelden uit een video opslaan
1
Druk tijdens het afspelen van een video op [
o
] of raak aan op
het punt waarop u een beeld wilt opnemen.
2
Druk op [
c
] of raak Vastleggen aan.
•
De resolutie van het opgenomen beeld is gelijk aan die van de originele video.
•
Het opgenomen beeld wordt als nieuw bestand opgeslagen.
Een video bijsnijden
1
Selecteer in de afspeelmodus een video en druk op [
m
].
2
Selecteer Video bijsnijden.
3
Druk op [
o
] of raak aan om te beginnen met het afspelen van de
video.
4
Druk op [
o
] of raak aan op het punt waarop u het bijsnijden wilt
beginnen.
5
Druk op [
c
] of raak Startpunt aan.
6
Druk op [
o
] of raak aan om het afspelen van de video te
hervatten.
7
Druk op [
o
] of raak aan op het punt waarop u het bijsnijden wilt
eindigen.
8
Druk op [
c
] of raak Eindpunt aan.
9
Druk op [
c
] of raak Bijsnijden aan om een video bij te snijden.
•
U kunt de scène aanpassen die moet worden bijgesneden door de grepen te
verplaatsen die op de voortgangsbalk worden weergegeven.
Afspelen/bewerken
104
Bestanden op een tv weergeven
U kunt foto's of video's bekijken door de camera met de A/V-kabel op een televisie aan te sluiten.
6
Schakel de televisie in en selecteer de A/V-videobron met de
afstandsbediening van de televisie.
7
Schakel de camera in.
•
De camera schakelt automatisch over naar de afspeelmodus als u deze
aansluit op een televisie.
8
Bekijk foto's of speel video's af met behulp van de cameraknoppen.
•
Afhankelijk van het model van televisie wordt er mogelijk digitale ruis
weergegeven of wordt een deel van het beeld niet weergegeven.
•
Afhankelijk van de televisie-instellingen kan het voorkomen dat de beelden niet
gecentreerd op het scherm worden weergegeven.
1
Draai de modusdraaiknop naar
n
.
2
Selecteer Connectiviteit → Video.
3
Selecteer een video-uitvoersignaal voor uw land of regio. (p. 140)
4
Schakel de camera en de televisie uit.
5
Sluit de camera met de A/V-kabel op de televisie aan.
VideoAudio
Afspelen/bewerken
105
Bestanden naar een Windows-computer overbrengen
U kunt de camera op de computer aansluiten als een verwisselbare schijf.
Windows XP, Windows Vista, Windows 7 of Windows 8 moet worden uitgevoerd op
uw computer als u de camera wilt aansluiten als verwisselbare schijf.
1
Draai de modusdraaiknop naar
n
.
2
Selecteer Connectiviteit → i-Launcher → Uit.
3
Schakel de camera uit.
4
Sluit de camera op de computer aan met de USB-kabel.
U moet het kleine uiteinde van de USB-kabel aansluiten op uw camera. Als
u de kabel omgekeerd aansluit, kunnen de bestanden beschadigen. De
fabrikant is niet verantwoordelijk voor enig verlies van gegevens.
5
Schakel de camera in.
•
De camera wordt automatisch herkend.
6
Selecteer op de computer Deze computer → Verwisselbare schijf
→ DCIM → 100PHOTO.
7
Sleep de bestanden naar de computer of sla ze op de computer op.
Bestanden naar een computer overbrengen
Sluit de camera aan op de computer om bestanden over te brengen van de geheugenkaart van de camera naar de computer.
Bestanden naar een computer overbrengen
Afspelen/bewerken
106
De camera loskoppelen (voor Windows XP)
Voor Windows Vista, Windows 7 en Windows 8 zijn de methoden voor het
loskoppelen van de camera vergelijkbaar.
1
Als het statuslampje op de camera knippert, wacht u tot het
knipperen ophoudt.
2
Klik op op de werkbalk rechtsonder in het scherm van de
computer.
3
Klik op het pop-upbericht.
4
Klik op het berichtveld waarin wordt aangegeven dat de camera
veilig is verwijderd.
5
Verwijder de USB-kabel.
Bestanden naar een Mac-computer overbrengen
Wanneer u de camera op een Mac-computer aansluit, wordt het apparaat
automatisch door de computer herkend. U kunt de bestanden rechtstreeks van de
camera naar de computer overbrengen, zonder dat het nodig is om programma's te
installeren.
Mac OS 10.5 of hoger wordt ondersteund.
1
Schakel de camera uit.
2
Sluit de camera met de USB-kabel op een Mac-computer aan.
U moet het kleine uiteinde van de USB-kabel aansluiten op uw camera. Als
u de kabel omgekeerd aansluit, kunnen de bestanden beschadigen. De
fabrikant is niet verantwoordelijk voor enig verlies van gegevens.
Bestanden naar een computer overbrengen
Afspelen/bewerken
107
3
Schakel de camera in.
•
De computer herkent de camera automatisch en geeft een pictogram van
een verwisselbare schijf weer.
4
Open op de computer de verwisselbare schijf.
5
Sleep de bestanden naar de computer of sla ze op de computer op.
Afspelen/bewerken
108
Programma's op de computer gebruiken
Met i-Launcher kunt u bestanden afspelen met Multimedia Viewer en kunt u via koppelingen nuttige programma's downloaden.
5
Schakel de camera in.
6
Installeer i-Launcher op de pc.
Besturingssysteem Installatieprocedure
Windows
Als een pop-upvenster wordt weergegeven met de
vraag of u i-Launcher wilt installeren, selecteert u Ja.
•
Als het pop-upvenster niet wordt weergegeven,
selecteert u Deze computer
→ i-Launcher →
iLinker.exe.
•
Als een pop-upvenster wordt weergegeven dat u
iLinker.exe moet uitvoeren, moet u dit eerst uitvoeren.
•
Wanneer u de camera aansluit op een computer
waarop i-Launcher is geïnstalleerd, wordt het
programma automatisch gestart.
Mac
Klik op Apparaten → i-Launcher → Mac → iLinker.
7
Volg de instructies op het scherm om de installatie te voltooien.
Voordat u het programma installeert, moet u ervoor zorgen dat de pc is verbonden
met een netwerk.
i-Launcher installeren
1
Draai de modusdraaiknop naar
n
.
2
Selecteer Connectiviteit → i-Launcher → Aan.
3
Schakel de camera uit.
4
Sluit de camera op de computer aan met de USB-kabel.
U moet het kleine uiteinde van de USB-kabel aansluiten op uw camera. Als
u de kabel omgekeerd aansluit, kunnen de bestanden beschadigen. De
fabrikant is niet verantwoordelijk voor enig verlies van gegevens.
Programma's op de computer gebruiken
Afspelen/bewerken
109
i-Launcher gebruiken
Met i-Launcher kunt u bestanden afspelen met Multimedia Viewer en kunt u via een
koppeling het programma PC Auto Backup downloaden.
•
De vereisten op de volgende pagina zijn slechts aanbevelingen. i-Launcher
werkt mogelijk niet correct, zelfs wanneer de computer voldoet aan de vereisten,
afhankelijk van de toestand van de computer.
•
Als uw computer niet voldoet aan de vereisten, worden video's mogelijk niet
correct afgespeeld.
De fabrikant is niet verantwoordelijk voor schade die wordt veroorzaakt door het
gebruik van niet-geschikte computers zoals samengestelde computers.
Beschikbare programma's tijdens het gebruik van i-Launcher
Optie Beschrijving
Multimedia Viewer
Met Multimedia Viewer kunt u bestanden weergeven.
Firmware Upgrade
Hiermee kunt u de rmware van uw camera bijwerken.
PC Auto Backup
i-Launcher bevat een koppeling waarmee u het
programma PC Auto Backup kunt downloaden wanneer
u de camera aansluit op een computer. U kunt foto's of
video's die u met de camera hebt opgenomen, draadloos
verzenden naar een pc.
Als u een Mac-computer gebruikt, zijn alleen Firmware Upgrade en PC Auto
Backup beschikbaar.
Programma's op de computer gebruiken
Afspelen/bewerken
110
Vereisten voor Mac OS
Item Vereisten
Besturingssysteem
Mac OS 10.5 of hoger (met uitzondering van PowerPC)
RAM
Minimaal 256 MB RAM (512 MB of meer aanbevolen)
Schijfruimte
Minimaal 110 MB
Overig
USB 2.0-poort
i-Launcher openen
Selecteer op de computer Starten → Alle programma's → Samsung → i-Launcher
→ Samsung i-Launcher. Of klik op Applications (Programma's) → Samsung →
i-Launcher op uw Mac-computer.
Vereisten voor Windows OS
Item Vereisten
Processor
Intel® Core™ 2 Duo 1,66 GHz of hoger/
AMD Athlon X2 Dual-Core 2,2 GHz of hoger
RAM
Minimaal 512 MB RAM (1 GB of meer aanbevolen)
Besturingssysteem*
Windows XP SP2, Windows Vista, Windows 7 of Windows 8
Schijfruimte
250 MB of meer (1 GB of meer aanbevolen)
Overig
•
1024 X 768 pixels, monitor met ondersteuning voor
16-bits (1280 X 1024 pixels, 32-bits kleurenmonitor
aanbevolen)
•
USB 2.0-poort
•
nVIDIA Geforce 7600GT of hoger/
ATI X1600-reeks of hoger
•
Microsoft DirectX 9.0c of hoger
* Een 32-bits versie van i-Launcher wordt geïnstalleerd; zelfs op 64-bits edities van
Windows XP, Windows Vista, Windows 7 en Windows 8.
Programma's op de computer gebruiken
Afspelen/bewerken
111
Multimedia Viewer gebruiken
Met Multimedia Viewer kunt u bestanden afspelen. Klik op het scherm Samsung i-Launcher op Multimedia Viewer.
•
Multimedia Viewer ondersteunt de volgende bestandstypen:
-
Video's: MP4 (Video: H.264, Audio: AAC), WMV (WMV 7/8/9), AVI (MJPEG)
-
Foto's: JPG, GIF, BMP, PNG, TIFF, MPO
•
Bestanden die zijn opgenomen met apparaten van andere fabrikanten worden mogelijk niet vloeiend afgespeeld.
Foto's weergeven
3
2
6790!8 54
1
Nr. Beschrijving
1
Bestandsnaam
2
Vergroot gebied
3
Histogram
4
Het geselecteerde bestand openen.
5
Histogram-knop
6
Naar links draaien/naar rechts draaien.
7
Naar het vorige bestand gaan/naar het volgende bestand gaan.
8
Het formaat van de foto aanpassen aan het scherm.
9
De foto op origineel formaat weergeven.
0
Inzoomen/uitzoomen
!
Schakelen tussen 2D- en 3D-modus.
Programma's op de computer gebruiken
Afspelen/bewerken
112
Video's bekijken
1
685437
2
Nr. Beschrijving
1
Bestandsnaam
2
Het volume aanpassen.
3
Het geselecteerde bestand openen.
4
Naar het volgende bestand gaan.
5
Stop
6
Pauze
7
Naar het vorige bestand gaan.
8
Voortgangsbalk
Programma's op de computer gebruiken
Afspelen/bewerken
113
De rmware bijwerken
Klik op het scherm Samsung i-Launcher op Firmware Upgrade.
Het programma PC Auto Backup downloaden
Klik op het scherm Samsung i-Launcher op PC Auto Backup. Zie pagina 127 voor
meer informatie over het installeren van het programma PC Auto Backup.
Verbinding maken met een WLAN en
netwerkinstellingen congureren
…………… 115
Verbinding maken met een WLAN
…………… 115
De aanmeldingsbrowser gebruiken
…………… 116
Tips over netwerkverbinding
………………… 117
Tekst ingeven
…………………………………… 118
De NFC-functie gebruiken (Tag & Go)
………… 119
NFC-functies gebruiken in de opnamemodus
… 119
NFC-functies gebruiken in de afspeelmodus
(Photo Beam)
…………………………………… 119
NFC-functies gebruiken in de Wi-Fi-modus
…… 119
Bestanden automatisch opslaan op een
smartphone
……………………………………… 120
Foto's of video's verzenden naar een
smartphone
……………………………………… 121
Een smartphone gebruiken als externe
ontspanknop
…………………………………… 123
De Baby Monitor gebruiken
…………………… 125
Het geluidniveau aanpassen voor
alarmactivering
………………………………… 126
Automatische back-up gebruiken om foto's of
video's te verzenden
…………………………… 127
Het programma voor Automatische back-up
installeren op uw pc
…………………………… 127
Foto's of video's verzenden naar een pc
……… 127
Foto's of video's via e-mail verzenden
………… 129
E-mailinstellingen wijzigen
…………………… 129
Foto's of video's via e-mail verzenden
………… 131
Services voor het delen van foto's of video's
gebruiken
………………………………………… 132
Een service voor delen gebruiken
……………… 132
Foto's of video's uploaden
……………………… 132
Bestanden verzenden met Samsung Link
…… 134
Foto's uploaden naar een online opslag of
geregistreerde apparaten
……………………… 134
Foto's of video's weergeven op apparaten die
Samsung Link ondersteunen
………………… 135
Draadloos netwerk
Hier wordt beschreven hoe u verbinding kunt maken met WLAN-netwerken en functies kunt gebruiken.
Draadloos netwerk
115
Verbinding maken met een WLAN en netwerkinstellingen congureren
Hier wordt beschreven hoe u verbinding maakt via een toegangspunt wanneer u zich binnen het bereik van een WLAN bevindt. U kunt ook netwerkinstellingen congureren.
Symbool Beschrijving
Ad-hoctoegangspunt
Beveiligd toegangspunt
WPS-toegangspunt
Signaalsterkte
Druk op [
t
] of raak aan om de instelopties voor het
toegangspunt te openen.
•
Wanneer u een beveiligd toegangspunt selecteert, wordt een pop-upvenster
weergegeven. Geef de vereiste wachtwoorden in om verbinding te maken
met de WLAN. Lees voor meer informatie over het ingeven van tekst 'Tekst
ingeven'. (p. 118)
•
Wanneer een aanmeldingspagina verschijnt, zie 'De aanmeldingsbrowser
gebruiken'. (p. 116)
•
Wanneer u een niet-beveiligd toegangspunt selecteert, maakt de camera
automatisch verbinding met het WLAN.
•
Als u een WPS-proel selecteert met ondersteuning voor een toegangspunt,
selecteert u
→ WPS PIN-verbinding en geeft u een PIN-code in op het
toegangspunt. U kunt ook verbinding maken met een WPS-proel met
ondersteuning voor toegangspunten door
→ WPS knopverbinding
te selecteren op de camera en vervolgens op de WPS-knop op het
toegangspunt te drukken.
•
Als een pop-upbericht over de regelgeving van het verzamelen van gegevens
wordt weergegeven, moet u dit lezen en akkoord gaan.
Verbinding maken met een WLAN
1
Draai de modusdraaiknop naar
w
.
2
Selecteer , , , of .
3
Volg de instructies op het scherm totdat het scherm Wi-Fi-instelling
wordt weergegeven.
•
De camera zoekt automatisch naar beschikbare toegangspunten.
•
Druk voor bepaalde modellen op [
m
] en selecteer Wi-Fi-instelling.
4
Raak een toegangspunt aan.
Vernieuwen
Terug
•
Selecteer Vernieuwen om de lijst met toegangspunten te vernieuwen
waarmee verbinding kan worden gemaakt.
•
Selecteer Draadloos netwerk toevoegen om handmatig een toegangspunt
toe te voegen. Uw toegangspuntnaam moet in het Engels zijn om het
toegangspunt handmatig toe te voegen.
Verbinding maken met een WLAN en netwerkinstellingen congureren
Draadloos netwerk
116
Netwerkopties instellen
1
Ga op het scherm Wi-Fi-instelling naar een toegangspunt en druk op
[
t
] of raak aan.
2
Raak elke optie aan en geef de vereiste informatie in.
Optie Beschrijving
Netwerkwachtwoord
Geef het netwerkwachtwoord in.
IP-instelling
Het IP-adres automatisch of handmatig instellen.
Het IP-adres handmatig instellen
1
Ga op het scherm Wi-Fi-instelling naar een toegangspunt en druk op
[
t
] of raak aan.
2
Selecteer IP-instelling → Handmatig.
3
Raak elke optie aan en geef de vereiste informatie in.
Optie Beschrijving
IP
Hier geeft u het statische IP-adres in.
Subnetmasker
Hier geeft u het subnetmasker in.
Gateway
Hier geeft u de gateway in.
DNS-server
Hier geeft u het DNS-adres in.
De aanmeldingsbrowser gebruiken
U kunt uw aanmeldingsgegevens ingeven via de browser wanneer u verbinding
maakt met bepaalde toegangspunten, sites voor delen of cloudservers.
Knop/Symbool Beschrijving
[
D
/
c
/
F
/
t
]
Naar een item gaan of door de pagina scrollen.
[
o
]
Selecteer een item.
/
De aanmeldingsbrowser sluiten.
Naar de vorige pagina gaan.
Naar de volgende pagina gaan.
Stoppen met het laden van de pagina.
De pagina opnieuw laden.
•
Bepaalde items kunt u niet selecteren afhankelijk van de pagina waarmee u bent
verbonden. Dit is normaal en wijst niet op een defect.
•
De aanmeldingsbrowser wordt mogelijk niet automatisch gesloten nadat
u zich hebt aangemeld bij bepaalde pagina's. In dat geval sluit u de
aanmeldingsbrowser door op [
b
] te drukken of of aan te raken en
gaat u verder met de gewenste bewerking.
•
Het laden van de aanmeldingspagina kan langer duren wegens het
paginaformaat of de netwerksnelheid. In dit geval wacht u tot het invoervenster
voor aanmeldingsgegevens wordt weergegeven.
Verbinding maken met een WLAN en netwerkinstellingen congureren
Draadloos netwerk
117
Tips over netwerkverbinding
•
Sommige Wi-Fi-functies zijn niet beschikbaar als u geen geheugenkaart plaatst.
•
De kwaliteit van de netwerkverbinding wordt bepaald door het toegangspunt.
•
Hoe groter de afstand tussen uw camera en het toegangspunt, hoe langer het
duurt om verbinding te maken met het netwerk.
•
Als een apparaat in de buurt hetzelfde radiofrequentiesignaal gebruikt als uw
camera, kan uw verbinding hierdoor worden verstoord.
•
Als uw toegangspunt geen Nederlandse naam heeft, kan de camera mogelijk het
apparaat niet vinden of kan de naam onjuist worden weergegeven.
•
Neem contact op met uw netwerkbeheerder of netwerkserviceprovider voor
netwerkinstellingen of een wachtwoord.
•
Als een WLAN moet worden geverieerd door de serviceprovider, kunt u mogelijk
geen verbinding met het betreende WLAN maken. Neem contact op met uw
netwerkserviceprovider om verbinding te maken met het WLAN.
•
Afhankelijk van het coderingstype kan het aantal cijfers in het wachtwoord
verschillen.
•
Een WLAN-verbinding is wellicht niet mogelijk in alle omgevingen.
•
Mogelijk geeft de camera een WLAN-printer weer in de lijsten met
toegangspunten. U kunt geen verbinding met het netwerk maken via een printer.
•
U kunt uw camera niet tegelijkertijd verbinden met een netwerk en aansluiten op
een tv.
•
Er kunnen aanvullende kosten gelden om verbinding te maken met een netwerk.
De kosten verschillen op basis van de voorwaarden van uw abonnement.
•
Als u geen verbinding met een WLAN kunt maken, probeert u een ander
toegangspunt uit de lijst met beschikbare toegangspunten.
•
Er kan een aanmeldingspagina worden weergegeven wanneer u gratis WLAN-
netwerken selecteert die worden geleverd door bepaalde netwerkproviders. Geef
uw gebruikersnaam en wachtwoord in om verbinding te maken met de WLAN.
Neem contact op met de netwerkproviders voor informatie over het registreren of
de service.
•
Wees voorzichtig wanneer u persoonlijke gegevens ingeeft om verbinding te
maken met een toegangspunt. Geef geen betalings- of creditcardgegevens in
op uw camera. De fabrikant is niet aansprakelijk voor problemen die ontstaan
wanneer u dergelijke informatie ingeeft.
•
De beschikbare netwerkverbindingen kunnen verschillen per land.
•
De WLAN-functie van uw camera moet voldoen aan de wetten op het gebied van
radiozendingen in uw regio. We raden u daarom aan de WLAN-functie alleen te
gebruiken in het land waar u de camera hebt gekocht.
•
De procedure voor het aanpassen van de netwerkinstellingen kan verschillen,
afhankelijk van de netwerkomstandigheden.
•
Probeer geen toegang te krijgen tot een netwerk dat u niet mag gebruiken.
•
Voordat u verbinding maakt met een netwerk, moet u ervoor zorgen dat de
batterij volledig is opgeladen.
•
U kunt bestanden die in bepaalde modi zijn gemaakt, niet uploaden of
verzenden.
•
Bestanden die u overzet naar een ander apparaat, worden mogelijk niet
ondersteund door het apparaat. In dit geval gebruikt u een computer om de
bestanden af te spelen.
Verbinding maken met een WLAN en netwerkinstellingen congureren
Draadloos netwerk
118
Tekst ingeven
Hier wordt beschreven hoe u tekst kunt ingeven. Met de symbolen in de
onderstaande tabel kunt u de cursor bewegen, hoofdletters in- en uitschakelen
enzovoort. Druk op [
D
/
c
/
F
/
t
] om naar een gewenste toets te gaan en druk
vervolgens op [
o
] om deze toets in te geven. U kunt ook een toets aanraken om
deze in te geven.
Annuleren Gereed
Annu
lere
n
Gere
ed
Symbool Beschrijving
De cursor verplaatsen.
In de ABC-modus schakelt u hoofdletters in of uit.
De laatste letter verwijderen.
Annuleren
Ophouden met het ingeven van tekst en terugkeren naar de vorige
pagina.
Symbool Beschrijving
Schakelen tussen de symboolstand en ABC-stand.
Een spatie ingeven.
Gereed
De weergegeven tekst opslaan.
•
In sommige modi kunt u alleen tekst in het Engelse alfabet ingeven, ongeacht
de schermtaal.
•
Druk op [
P
] om direct naar Gereed te gaan.
•
U kunt maximaal 64 tekens ingeven.
•
Het scherm kan afwijken afhankelijk van de invoermodus.
Draadloos netwerk
119
De NFC-functie gebruiken (Tag & Go)
Plaats de NFC-antenne van een smartphone in de buurt van de NFC-tag van de camera om de functie te starten voor het automatisch opslaan van foto's op een smartphone of
de functie waarmee u een smartphone kunt gebruiken als externe ontspanknop. U kunt ook bestanden overdragen naar een NFC-apparaat in de afspeelmodus.
•
Deze functie wordt ondersteund door smartphones met NFC-functionaliteit met Android OS. U kunt het beste de nieuwste versie gebruiken. Deze functie is niet beschikbaar voor
iOS-apparaten.
•
U moet de Samsung SMART CAMERA App op uw telefoon of apparaat installeren voordat u deze functie gaat gebruiken. U kunt de applicatie downloaden van Samsung Apps of de
Google Play Store. De Samsung SMART CAMERA App is compatibel met Samsung-cameramodellen die zijn geproduceerd in 2013 of later.
•
Als u een NFC-tag wilt lezen, plaatst u het NFC-apparaat langer dan 2 seconden in de buurt van de NFC-tag van de camera.
•
Verander de taginformatie op geen enkele manier.
NFC-functies gebruiken in de Wi-Fi-modus
Selecteer MobileLink of Remote Viewnder in het pop-upvenster dat wordt
geopend door een tag te lezen op een apparaat met NFC-functionaliteit.
(p. 121, 123)
NFC-functies gebruiken in de opnamemodus
AutoShare of Remote Viewnder starten door een tag te lezen op een apparaat met
NFC-functionaliteit. (p. 120, 123)
Vooraf instellen dat de Wi-Fi-functie wordt gestart als een tag wordt gelezen op een
apparaat met NFC-functionaliteit. (p. 142)
NFC-functies gebruiken in de afspeelmodus (Photo Beam)
In de afspeelmodus draagt de camera het huidige bestand automatisch over naar
de smartphone wanneer u een tag leest van een NFC-apparaat.
•
Als u meerdere bestanden wilt overdragen, selecteert u de bestanden in de
miniatuurweergave en leest u een tag op een NFC-apparaat.
Draadloos netwerk
120
Bestanden automatisch opslaan op een smartphone
De camera kan via een WLAN verbinding maken met smartphones die de functie AutoShare ondersteunen. Wanneer u een foto maakt met uw camera, wordt de foto
automatisch op de smartphone opgeslagen.
•
De functie AutoShare wordt ondersteund door smartphones of tablets met Android OS of iOS. Sommige functies worden mogelijk niet ondersteund in bepaalde modi. Voordat
u deze functie gebruikt, moet u de rmware van het apparaat bijwerken naar de nieuwste versie. Als de versie van de rmware niet de nieuwste is, werkt de functie mogelijk niet
correct.
•
U moet de Samsung SMART CAMERA App op uw telefoon of apparaat installeren voordat u deze functie gaat gebruiken. U kunt de app downloaden van Samsung Apps, Google Play
Store of de Apple App Store. De Samsung SMART CAMERA App is compatibel met Samsung-cameramodellen die zijn geproduceerd in 2013 of later.
•
Deze functie is in sommige opnamemodi niet beschikbaar met het interne geheugen.
•
Als u deze functie instelt, wordt de instelling behouden zelfs wanneer u de opnamemodus wijzigt.
•
Deze functie wordt mogelijk niet ondersteund in bepaalde modi.
5
Geef op de camera de smartphone toestemming om verbinding te
maken met de camera.
•
Als de smartphone al eerder is aangesloten op de camera, wordt de
verbinding automatisch tot stand gebracht.
•
Er wordt een pictogram dat de verbindingsstatus ( ) aangeeft,
weergegeven op het scherm van de camera.
6
Maak een foto met de camera.
•
De vastgelegde foto wordt opgeslagen op de camera en vervolgens
overgedragen naar de smartphone.
•
Als u een video hebt opgenomen, wordt deze alleen opgeslagen op de
camera.
•
Een GIF-bestand dat wordt vastgelegd in de modus Foto in beweging, wordt
niet opgeslagen op de smartphone.
•
Het afbeeldingsbestand dat wordt vastgelegd tijdens het maken van een
video, wordt niet opgeslagen op de smartphone.
•
Als de functie GPS is geactiveerd op de smartphone, worden de
GPS-gegevens opgeslagen met de vastgelegde foto.
1
Druk op de camera, in de opnamemodus, op [
m
].
2
Selecteer op de camera AutoShare → Aan.
•
Als het pop-upvenster wordt weergegeven waarin u wordt gevraagd om de
app te downloaden, selecteert u Volgende.
•
Als u vericatie via een PIN-code wilt vereisen wanneer de smartphone wordt
verbonden met de camera, selecteert u Beveiligingsinstellingen. (p. 143)
3
Schakel de Samsung SMART CAMERA App in op de smartphone.
•
Voor iOS-apparaten schakelt u de Wi-Fi-functie in voordat u de app inschakelt.
•
Als u de applicatie automatisch wilt starten op een smartphone met
NFC-functionaliteit, schakelt u de functie in en plaatst u de smartphone in de
buurt van de NFC-tag (p. 22) op de camera.
4
Selecteer de camera in de lijst en sluit de smartphone aan op de
camera.
•
De smartphone kan maar met één camera tegelijk verbinding maken.
•
Als de Wi-Fi-privacyvergrendeling is ingeschakeld, geeft u op de smartphone
de PIN-code in die wordt weergegeven op de camera.
Draadloos netwerk
121
Foto's of video's verzenden naar een smartphone
De camera kan via een WLAN verbinding maken met smartphones die de functie MobileLink ondersteunen. U kunt eenvoudig foto's of video's verzenden naar uw smartphone.
•
De functie MobileLink wordt ondersteund door smartphones of tablets met Android OS of iOS. Sommige functies worden mogelijk niet ondersteund in bepaalde modi. Voordat u deze
functie gebruikt, moet u de rmware van het apparaat bijwerken naar de nieuwste versie. Als de versie van de rmware niet de nieuwste is, werkt de functie mogelijk niet correct.
•
U moet de Samsung SMART CAMERA App op uw telefoon of apparaat installeren voordat u deze functie gaat gebruiken. U kunt de app downloaden van Samsung Apps, Google Play
Store of de Apple App Store. De Samsung SMART CAMERA App is compatibel met Samsung-cameramodellen die zijn geproduceerd in 2013 of later.
•
Als het camerageheugen geen bestanden bevat, kunt u deze functie niet gebruiken.
•
Als u bestanden selecteert op de smartphone, kunt u maximaal 1.000 recente bestanden weergeven en maximaal 1.000 bestanden tegelijk verzenden. Als u bestanden op de camera
selecteert, kunt u bestanden weergeven die zijn geselecteerd op de camera. Het maximale aantal bestanden dat kan worden verzonden, is afhankelijk van de opslagruimte van de
smartphone.
•
Wanneer u Full-HD-video's verzendt met de functie MobileLink, kunt u op bepaalde apparaten de bestanden mogelijk niet afspelen.
•
Als u deze functie gebruikt op een iOS-apparaat, wordt de Wi-Fi-verbinding op het apparaat mogelijk verbroken.
•
Het camerascherm wordt uitgeschakeld als u gedurende 30 seconden geen bewerkingen op de camera uitvoert.
•
Als u Selecteer Bestanden op Camera (Verbinden met meerdere
smartphones) selecteert, kunt u maximaal 4 smartphones aansluiten
en bestanden selecteren om te verzenden van de camera. Bestanden
overdragen naar meerdere smartphones kan langer duren dan bestanden
overdragen naar één apparaat.
4
Schakel de Samsung SMART CAMERA App in op de smartphone.
•
Voor iOS-apparaten schakelt u de Wi-Fi-functie in voordat u de app inschakelt.
•
Als u de applicatie automatisch wilt starten op een smartphone met
NFC-functionaliteit, schakelt u de functie in en plaatst u de smartphone in de
buurt van de NFC-tag (p. 22) op de camera.
5
Selecteer de camera in de lijst en sluit de smartphone aan op de
camera.
•
De smartphone kan maar met één camera tegelijk verbinding maken.
•
Als de Wi-Fi-privacyvergrendeling is ingeschakeld, geeft u op de smartphone
de PIN-code in die wordt weergegeven op de camera.
1
Draai de modusdraaiknop op de camera naar
w
.
2
Selecteer op de camera.
•
Als het pop-upvenster wordt weergegeven waarin u wordt gevraagd om de
app te downloaden, selecteert u Volgende.
•
Als u vericatie via een PIN-code wilt vereisen wanneer de smartphone wordt
verbonden met de camera, selecteert u Beveiligingsinstellingen. (p. 143)
3
Selecteer een verzendoptie op de camera.
•
Als u Bestanden selecteren op smartphone selecteert, kunt u uw
smartphone gebruiken om bestanden die op de camera zijn opgeslagen, te
bekijken en te delen. Het scherm wordt uitgeschakeld als u gedurende
30 seconden geen bewerking uitvoert op de smartphone.
•
Als u Selecteer Bestanden op Camera (Verbinden met één smartphone)
selecteert, kunt u bestanden selecteren om te verzenden van de camera.
Foto's of video's verzenden naar een smartphone
Draadloos netwerk
122
6
Geef op de camera de smartphone toestemming om verbinding te
maken met de camera.
•
Als de smartphone al eerder is aangesloten op de camera, wordt de
verbinding automatisch tot stand gebracht.
•
Als u Selecteer Bestanden op Camera (Verbinden met meerdere
smartphones) selecteert, raakt u Verbinden aan naast de smartphone die
wordt vermeld op de camera.
7
Als u meerdere smartphones wilt aansluiten, herhaalt u stap 4, 5 en
6 en raakt u Volgende aan.
8
Selecteer vanaf de smartphone of de camera de bestanden die u
vanaf de camera wilt verzenden.
9
Raak op de smartphone de kopieerknop aan of selecteer Verzenden
op de camera.
•
De camera verzendt de bestanden.
•
Als u meerdere smartphones aansluit, verzendt de camera de bestanden
tegelijkertijd naar alle apparaten.
Draadloos netwerk
123
1
Draai de modusdraaiknop op de camera naar
w
.
2
Selecteer op de camera.
•
Als het pop-upvenster wordt weergegeven waarin u wordt gevraagd om de
app te downloaden, selecteert u Volgende.
•
Als u vericatie via een PIN-code wilt vereisen wanneer de smartphone wordt
verbonden met de camera, selecteert u Beveiligingsinstellingen. (p. 143)
3
Schakel de Samsung SMART CAMERA App in op de smartphone.
•
Voor iOS-apparaten schakelt u de Wi-Fi-functie in voordat u de app
inschakelt.
•
Als u de applicatie automatisch wilt starten op een smartphone met
NFC-functionaliteit, schakelt u de functie in en plaatst u de smartphone in de
buurt van de NFC-tag (p. 22) op de camera.
4
Selecteer de camera in de lijst en sluit de smartphone aan op de
camera.
•
De smartphone kan maar met één camera tegelijk verbinding maken.
•
Als de Wi-Fi-privacyvergrendeling is ingeschakeld, geeft u op de smartphone
de PIN-code in die wordt weergegeven op de camera.
5
Geef op de camera de smartphone toestemming om verbinding te
maken met de camera.
•
Als de smartphone al eerder is aangesloten op de camera, wordt de
verbinding automatisch tot stand gebracht.
6
Stel de volgende opnameopties in op de smartphone.
Symbool Beschrijving
Flitsoptie
Timerinstelling
Fotoformaat
Opslaglocatie
Zoomverhouding
•
Wanneer u gebruikmaakt van deze functie, zijn sommige knoppen niet
beschikbaar op uw camera.
•
Met een smartphone kunt u de camera bedienen door alleen het scherm aan
te raken.
•
De modus Remote Viewnder ondersteunt alleen de fotoformaten
en .
Een smartphone gebruiken als externe ontspanknop
De camera kan via een WLAN verbinding maken met smartphones die de functie Remote Viewnder ondersteunen. Gebruik de smartphone als externe ontspanner met de
functie Remote Viewnder. De opgenomen foto wordt weergegeven op de smartphone.
•
De functie Remote Viewnder wordt ondersteund door smartphones of tablets met Android OS of iOS. Sommige functies worden mogelijk niet ondersteund in bepaalde modi. Voordat
u deze functie gebruikt, moet u de rmware van het apparaat bijwerken naar de nieuwste versie. Als de versie van de rmware niet de nieuwste is, werkt de functie mogelijk niet correct.
•
U moet de Samsung SMART CAMERA App op uw telefoon of apparaat installeren voordat u deze functie gaat gebruiken. U kunt de app downloaden van Samsung Apps, Google Play
Store of de Apple App Store. De Samsung SMART CAMERA App is compatibel met Samsung-cameramodellen die zijn geproduceerd in 2013 of later.
•
Het camerascherm wordt uitgeschakeld als u gedurende 30 seconden geen bewerkingen op de camera uitvoert.
Een smartphone gebruiken als externe ontspanknop
Draadloos netwerk
124
7
Blijf aanraken op de smartphone om scherp te stellen.
•
De scherpstelling wordt automatisch ingesteld op Multi AF.
8
Laat los om de foto te maken.
•
De foto wordt opgeslagen op de smartphone in de oorspronkelijke indeling.
•
Als de functie GPS is geactiveerd op de smartphone, worden de
GPS-gegevens opgeslagen met de vastgelegde foto.
•
Als u deze functie gebruikt, kan de ideale afstand tussen de camera en de
smartphone variëren, afhankelijk van de omgeving.
•
U kunt het beste een afstand van maximaal 7 m aanhouden tussen de
smartphone en de camera als u deze functie gebruikt.
•
Het duurt enige tijd om de foto te maken nadat u op de smartphone hebt
losgelaten.
•
De functie Remote Viewnder wordt in de volgende gevallen uitgeschakeld:
-
de camera of de smartphone wordt uitgeschakeld.
-
de verbinding van een van de apparaten met het WLAN is verbroken.
-
de Wi-Fi-verbinding is zwak of instabiel.
-
u voert gedurende ongeveer 3 minuten geen bewerkingen uit terwijl u bent
verbonden.
Draadloos netwerk
125
De Baby Monitor gebruiken
Gebruik de functie Baby Monitor om de camera aan te sluiten op een smartphone en een locatie in de gaten te houden.
•
De functie Baby Monitor wordt ondersteund door smartphones die ondersteuning bieden voor WVGA (800 X 480) of een hogere resolutie, en die het Android-besturingssysteem
gebruiken of iOS. Sommige functies worden mogelijk niet ondersteund in bepaalde modi. Voordat u deze functie gebruikt, moet u de rmware van het apparaat bijwerken naar de
nieuwste versie. Als de versie van de rmware niet de nieuwste is, werkt de functie mogelijk niet correct.
•
U moet de applicatie Samsung Home Monitor installeren op uw smartphone voordat u deze functie gebruikt. U kunt de app downloaden van Samsung Apps, Google Play Store of de
Apple App Store.
•
Gebruik deze functie alleen binnen.
6
Start live video- of geluidscontrole.
•
Bekijk live video op de camera op uw smartphone. Raak tijdens de
videocontrole de knop Modus Geluidscontrole aan op de smartphone
om de videostream te stoppen. Als de camera geluid detecteert, wordt een
melding weergegeven op de smartphone.
•
Tijdens live videocontrole via de smartphone wordt de video niet
opgeslagen op de camera.
•
Als de locatie die in de gaten wordt gehouden donker is, raakt u aan om
het AF-hulplampje in te schakelen.
•
Als er wordt gecontroleerd op geluid, wordt er een melding weergegeven
op de smartphone als de camera korte tijd een geluid detecteert dat een
hoger volume heeft dan het ingestelde niveau.
•
Tijdens live videocontrole worden er geen meldingen weergegeven op de
smartphone zelfs als de camera geluid detecteert.
7
Raak aan om de applicatie Samsung Home Monitor te sluiten.
1
Draai de modusdraaiknop naar
w
op de camera.
2
Selecteer op de camera.
•
Als het pop-upvenster wordt weergegeven waarin u wordt gevraagd om de
app te downloaden, selecteert u Volgende.
3
Selecteer op de camera een toegangspunt in de lijst en plaats de
camera.
•
Plaats de camera op een veilige locatie waar kinderen of huisdieren er niet bij
kunnen.
•
Richt de lens van de camera op het onderwerp.
•
U kunt het beste de camera aansluiten op een stopcontact met de AC-adapter.
4
Selecteer op de smartphone het toegangspunt waarmee de camera
is verbonden.
•
Voor iOS-apparaten schakelt u de Wi-Fi-functie in voordat u de app
inschakelt.
5
Schakel de functie Samsung Home Monitor in op uw smartphone.
De Baby Monitor gebruiken
Draadloos netwerk
126
Het geluidniveau aanpassen voor alarmactivering
U kunt het geluidsniveau instellen waarmee een melding wordt geactiveerd als u
geluidscontrole gebruikt. Druk op [
D
/
c
] om het geluidsniveau aan te passen.
Geluidsniveau voor
activering:
als de camera geluid
detecteert dat korte
tijd harder is dan het
ingestelde niveau,
wordt een melding
weergegeven.
▲▼ :
Sensorgevoeligheid
Gebruik deze functie niet voor illegale doeleinden.
Draadloos netwerk
127
Automatische back-up gebruiken om foto's of video's te verzenden
U kunt foto's of video's die u met de camera hebt opgenomen, draadloos verzenden naar een pc.
Foto's of video's verzenden naar een pc
1
Draai de modusdraaiknop naar
w
.
2
Selecteer .
•
Als het pop-upvenster wordt weergegeven waarin u wordt gevraagd om de
app te downloaden, selecteert u Volgende.
•
De camera probeert automatisch verbinding te maken met een WLAN via het
toegangspunt waarmee het laatst verbinding is gemaakt.
•
Als de camera niet eerder verbinding heeft gemaakt met een WLAN, wordt er
gezocht naar beschikbare toegangspunten. (p. 115)
Het programma voor Automatische back-up installeren op
uw pc
1
i-Launcher installeren op de pc. (p. 108)
2
Sluit de camera met de USB-kabel op de pc aan.
3
Als het pictogram van het programma Automatische back-up wordt
weergegeven, klikt u hierop.
•
Het programma Automatische back-up wordt geïnstalleerd op de pc. Volg de
instructies op het scherm om de installatie te voltooien.
4
Verwijder de USB-kabel.
Voordat u het programma installeert, moet u ervoor zorgen dat de pc is verbonden
met een netwerk.
Automatische back-up gebruiken om foto's of video's te verzenden
Draadloos netwerk
128
3
Selecteer een pc voor de back-up.
4
Selecteer OK.
•
Selecteer Annuleren als u het verzenden wilt annuleren.
•
U kunt geen afzonderlijke bestanden selecteren om back-ups van te maken.
Deze functie maakt alleen een back-up van nieuwe bestanden op de camera.
•
De voortgang van de back-up wordt weergegeven op de monitor van de pc
en het scherm van de camera.
•
Wanneer de overdracht is voltooid, wordt de camera na ongeveer
30 seconden automatisch uitgeschakeld. Selecteer Annuleren om terug te
gaan naar het vorige scherm en te voorkomen dat de camera automatisch
wordt uitgeschakeld.
•
Als u uw pc automatisch wilt uitschakelen nadat de overdracht is voltooid,
selecteert u Pc afsluiten na back-up.
•
Selecteer als u de pc voor de back-up wilt wijzigen.
•
Wanneer u op de camera verbinding maakt met het WLAN, selecteert u het
toegangspunt dat is verbonden met de pc.
•
De camera zoekt naar de beschikbare toegangspunten, zelfs als u weer
verbinding maakt met hetzelfde toegangspunt.
•
Als u de camera uitschakelt of de batterij verwijdert terwijl u bestanden
verzendt, wordt de bestandsoverdracht onderbroken.
•
Wanneer u deze functie gebruikt, is de bediening van de ontspanknop
uitgeschakeld op uw camera.
•
U kunt slechts één camera tegelijk verbinden met de pc om bestanden te
verzenden.
•
De back-up wordt mogelijk geannuleerd vanwege netwerkomstandigheden.
•
Als het camerageheugen geen bestanden bevat, kunt u deze functie niet
gebruiken.
•
U moet Windows Firewall en eventuele andere rewalls uitschakelen voordat u
deze functie gebruikt.
•
U kunt maximaal 1.000 recente bestanden verzenden.
•
In de pc-software moet de servernaam worden ingegeven in het Latijnse alfabet
en mag de naam niet meer dan 48 tekens bevatten.
•
Wanneer meerdere bestandstypen tegelijk worden gemaakt, worden alleen de
afbeeldingsbestanden (JPG) naar de pc verzonden met deze functie.
Draadloos netwerk
129
E-mailinstellingen wijzigen
In het e-mailmenu kunt u de instellingen voor het opslaan van uw gegevens of het
opslaan van e-mailadressen wijzigen. U kunt ook het e-mailwachtwoord instellen of
wijzigen. Lees voor meer informatie over het ingeven van tekst 'Tekst ingeven'.
(p. 118)
Uw gegevens opslaan
1
Draai de modusdraaiknop naar
w
.
2
Selecteer .
3
Druk op [
m
].
4
Selecteer Instelling afzender.
5
Selecteer het vak Naam, geef uw naam in en selecteer Gereed.
Instelling afzender
Naam
E-mail
Opslaan Resetten
6
Selecteer het vak E-mail, geef uw naam in en selecteer Gereed.
7
Selecteer Opslaan om de wijzigingen op te slaan.
•
Als u uw gegevens wilt verwijderen, selecteert u Resetten.
Foto's of video's via e-mail verzenden
U kunt de instellingen in het e-mailmenu wijzigen en foto's die op de camera zijn opgeslagen, verzenden via e-mail.
Foto's of video's via e-mail verzenden
Draadloos netwerk
130
Een e-mailwachtwoord instellen
1
Draai de modusdraaiknop naar
w
.
2
Selecteer .
3
Druk op [
m
].
4
Selecteer Wachtwoord instellen → Aan.
•
Selecteer Uit om het wachtwoord uit te schakelen.
5
Selecteer OK wanneer het pop-upvenster wordt weergegeven.
•
Het pop-upvenster verdwijnt automatisch, ook als u OK niet selecteert.
6
Geef een wachtwoord van 4 cijfers in.
7
Geef het wachtwoord nogmaals in.
8
Selecteer OK wanneer het pop-upvenster wordt weergegeven.
Als u uw wachtwoord niet meer weet, kunt u dit resetten door
Reset
te selecteren
op het scherm voor het instellen van het wachtwoord. Wanneer u de gegevens
reset, worden eerder opgeslagen instelgegevens van de gebruiker, e-mailadres en
recent verzonden e-maillijst verwijderd.
Het e-mailwachtwoord wijzigen
1
Draai de modusdraaiknop naar
w
.
2
Selecteer .
3
Druk op [
m
].
4
Selecteer Wachtwoord wijzigen.
5
Geef uw huidige wachtwoord van 4 cijfers in.
6
Geef een nieuw wachtwoord van 4 cijfers in.
7
Geef het nieuwe wachtwoord nogmaals in.
8
Selecteer OK wanneer het pop-upvenster wordt weergegeven.
Foto's of video's via e-mail verzenden
Draadloos netwerk
131
Foto's of video's via e-mail verzenden
U kunt foto's die op de camera zijn opgeslagen, verzenden via e-mail. Lees voor
meer informatie over het ingeven van tekst 'Tekst ingeven'. (p. 118)
1
Draai de modusdraaiknop naar
w
.
2
Selecteer .
3
Maak verbinding met een WLAN. (p. 115)
4
Selecteer het vak Afzender, geef uw e-mailadres in en selecteer
Gereed.
•
Als u uw gegevens eerder hebt opgeslagen, worden deze automatisch
ingevoegd. (p. 129)
•
Als u een adres uit een lijst met eerdere afzenders wilt gebruiken,
raakt u
→ een adres aan.
5
Selecteer het vak Ontvanger, geef een e-mailadres in en selecteer
Gereed.
•
Als u een adres uit de lijst met eerdere ontvangers wilt gebruiken,
selecteert u
→ een adres.
•
Selecteer om meer ontvangers toe te voegen. U kunt maximaal 30
ontvangers ingeven.
•
Selecteer om een adres uit de lijst te verwijderen.
6
Selecteer Volgende.
7
Selecteer de bestanden die u wilt verzenden.
•
U kunt maximaal 20 bestanden selecteren. De totale grootte mag maximaal
7 MB zijn.
8
Selecteer Volgende.
9
Selecteer het vak opmerking, geef uw opmerkingen in en selecteer
Gereed.
10
Selecteer Verzenden.
•
De camera verzendt de e-mail.
•
Als een e-mail niet wordt verzonden, wordt een melding weergegeven dat u
het later nogmaals moet proberen.
•
Zelfs als het erop lijkt dat een foto is overgedragen, kunnen fouten met de
e-mailaccount van de ontvanger ervoor zorgen dat de foto wordt geweigerd of
herkend als spam.
•
U kunt geen e-mail verzenden als er geen netwerkverbinding beschikbaar is of
als de instellingen van uw e-mailaccount onjuist zijn.
•
U kunt geen e-mail verzenden als de bestandsgrootte de limiet van 7 MB overschrijdt.
De maximale resolutie van foto's die u kunt verzenden, is 2M. De maximale resolutie
van video's die u kunt verzenden, is
. Als de geselecteerde foto een hogere
resolutie dan 2M heeft, wordt deze automatisch verkleind tot een lagere resolutie.
•
Als u door een rewall of gebruikersvericatie-instellingen geen e-mail
kunt verzenden, neemt u contact op met uw netwerkbeheerder of uw
netwerkserviceprovider.
•
Als het camerageheugen geen bestanden bevat, kunt u deze functie niet
gebruiken.
•
U kunt in de afspeelmodus ook een e-mail verzenden door op [
m
] te drukken
en Delen (Wi-Fi) → E-mail te selecteren of door
→ E-mail te selecteren.
Draadloos netwerk
132
Een service voor delen gebruiken
1
Draai de modusdraaiknop naar
w
.
2
Selecteer .
3
Selecteer een service voor delen.
•
Als het pop-upvenster wordt weergegeven waarin u wordt gevraagd om een
account te maken, selecteert u OK.
4
Maak verbinding met een WLAN. (p. 115)
5
Geef uw gebruikersnaam en wachtwoord in om u aan te melden.
•
Lees voor meer informatie over het ingeven van tekst 'Tekst ingeven'. (p. 118)
•
U kunt een gebruikersnaam in de lijst selecteren door → een
gebruikersnaam te selecteren.
•
Als u zich eerder bij de service voor delen hebt aangemeld, wordt u mogelijk
automatisch aangemeld.
U moet een bestaand account hebben voor de service voor het delen van
bestanden om deze functie te gebruiken.
Foto's of video's uploaden
1
Open de service voor delen met uw camera.
2
Selecteer de bestanden die u wilt uploaden.
•
U kunt maximaal 20 bestanden selecteren. De totale grootte mag maximaal
10 MB zijn. (Op bepaalde services voor delen kan de totale grootte of het
aantal bestanden verschillen.)
3
Selecteer Uploaden.
•
De camera uploadt foto's of video's.
•
Bij sommige services voor delen kunt u uw opmerkingen ingeven door het
opmerkingenvak te selecteren. Lees voor meer informatie over het ingeven
van tekst 'Tekst ingeven'. (p. 118)
Services voor het delen van foto's of video's gebruiken
Upload uw foto's of video's naar services voor het delen van bestanden. Beschikbare services voor delen worden weergegeven op de camera. Als u bestanden wilt uploaden
naar bepaalde services voor delen, moet u de service bezoeken en u registreren voordat u uw camera aansluit.
Services voor het delen van foto's of video's gebruiken
Draadloos netwerk
133
•
U kunt een uploadmap voor Facebook instellen door op [
m
] te drukken en
vervolgens Map uploaden (Facebook) te selecteren in het lijstscherm van de
service voor delen.
•
U kunt geen bestanden uploaden als de bestandsgrootte de limiet overschrijdt.
De maximale resolutie van foto's die u kunt uploaden, is 2M. De maximale
resolutie van video's die u kunt uploaden, is
. Als de geselecteerde foto een
hogere resolutie dan 2M heeft, wordt deze automatisch verkleind tot een lagere
resolutie. (Op sommige services voor delen kan de maximum fotoresolutie
anders zijn.)
•
De manier waarop foto's of video's moeten worden geüpload, is afhankelijk van
de geselecteerde service voor delen.
•
Als u door een rewall of gebruikersvericatie-instellingen geen toegang tot een
service voor delen krijgt, neemt u contact op met uw netwerkbeheerder of uw
netwerkserviceprovider.
•
De datum waarop geüploade foto's of video's zijn opgenomen, kan automatisch
worden gebruikt als naam voor de foto's of video's.
•
De snelheid waarmee u foto’s kunt uploaden en webpagina’s kunt openen, is
afhankelijk van de snelheid van uw internetverbinding.
•
Als het camerageheugen geen bestanden bevat, kunt u deze functie niet
gebruiken.
•
U kunt foto's of video's uploaden naar services voor delen in de afspeelmodus
door op [
m
] te drukken en vervolgens Delen (Wi-Fi) → en een service voor
delen te selecteren of door een
→
service voor delen te selecteren.
•
Op bepaalde services voor delen kunt u geen video's uploaden.
Draadloos netwerk
134
Bestanden verzenden met Samsung Link
U kunt bestanden uploaden van uw camera naar de online opslag Samsung Link of naar geregistreerde apparaten, of bestanden weergeven op een Samsung Link-apparaat dat
is aangesloten op hetzelfde toegangspunt.
3
Geef uw gebruikersnaam en wachtwoord in en selecteer
Aanmelden → OK.
•
Lees voor meer informatie over het ingeven van tekst 'Tekst ingeven'. (p. 118)
•
U kunt een gebruikersnaam in de lijst selecteren door → een
gebruikersnaam te selecteren.
•
Als u zich eerder bij de website hebt aangemeld, wordt u mogelijk
automatisch aangemeld.
Als u deze functie wilt gebruiken, moet u een Samsung Link-account en een
account bij een gelieerde online opslagservice maken op uw pc. Nadat u de
accounts hebt gemaakt, voegt u uw online opslagaccount toe aan Samsung Link.
4
Selecteer een online opslag of een geregistreerd apparaat.
•
Voordat u deze functies gebruikt, moet u naar de Samsung Link-website gaan
op uw pc en een online opslag of apparaat registreren.
5
Selecteer de bestanden die u wilt uploaden en selecteer Uploaden.
•
U kunt geen videobestanden uploaden naar de online opslag Samsung Link.
•
Als het camerageheugen geen bestanden bevat, kunt u deze functie niet
gebruiken.
•
U kunt maximaal 20 bestanden uploaden.
•
U kunt in de afspeelmodus ook foto's uploaden door op [
m
] te drukken en
Delen (Wi-Fi) → Samsung Link te selecteren of door
→ Samsung Link te
selecteren.
Foto's uploaden naar een online opslag of geregistreerde
apparaten
1
Draai de modusdraaiknop naar
w
.
2
Selecteer → Webopslag.
•
Als het begeleidende bericht wordt weergegeven, selecteert u OK.
•
De camera probeert automatisch verbinding te maken met een WLAN via het
toegangspunt waarmee het laatst verbinding is gemaakt.
•
Als de camera niet eerder verbinding heeft gemaakt met een WLAN, wordt er
gezocht naar beschikbare toegangspunten. (p. 115)
•
Als u het formaat voor geüploade foto's wilt wijzigen, drukt u op [
m
] en
selecteert u Uploadgrootte afbeelding aan.
Bestanden verzenden met Samsung Link
Draadloos netwerk
135
Foto's of video's weergeven op apparaten die Samsung Link
ondersteunen
1
Draai de modusdraaiknop naar
w
.
2
Selecteer → Apparaten in de buurt.
•
Als het begeleidende bericht wordt weergegeven, selecteert u OK.
•
De camera probeert automatisch verbinding te maken met een WLAN via het
toegangspunt waarmee het laatst verbinding is gemaakt.
•
Als de camera niet eerder verbinding heeft gemaakt met een WLAN, wordt er
gezocht naar beschikbare toegangspunten. (p. 115)
•
U kunt kiezen om alleen geselecteerde apparaten of alle apparaten toe te
staan verbinding te maken, door op [
m
] te drukken en vervolgens
DLNA-toegangsbeheer te selecteren op het scherm.
•
Er wordt een lijst met gedeelde bestanden gemaakt. Wacht tot andere
apparaten uw camera kunnen vinden.
3
Verbind het Samsung Link-apparaat met een netwerk en schakel de
Samsung Link-functie in.
•
Raadpleeg de gebruikershandleiding bij uw apparaat voor meer informatie.
4
Geef op de camera het Samsung Link-apparaat toestemming om
verbinding te maken met de camera.
5
Selecteer een camera op het Samsung Link-apparaat waarmee u
verbinding wilt maken.
6
Blader op het Samsung Link-apparaat door de gedeelde foto's of
video's.
•
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van het Samsung Link-apparaat voor
informatie over het zoeken naar de camera en het bladeren door foto's of
video's op het Samsung Link-apparaat.
•
Afhankelijk van het type Samsung Link-apparaat of de netwerkverbinding
kan het voorkomen dat video's niet vloeiend worden afgespeeld. Als dit
gebeurt, neemt u de video opnieuw op met de resolutie 640 x 480 of lager
en speelt u de video opnieuw af. Als video's niet vloeiend op uw apparaat
worden afgespeeld via de draadloze verbinding, sluit u de camera met een
A/V-kabel aan op het apparaat.
Toegangspunt
Ÿ
Een camera is verbonden met een televisie die Samsung Link ondersteunt
via WLAN.
Bestanden verzenden met Samsung Link
Draadloos netwerk
136
•
Afhankelijk van het aantal foto's of video's dat u wilt delen, kan het enige tijd
duren om uw foto's of video's te laden en de instelprocedure uit te voeren.
•
Als u tijdens de weergave van foto's of video's op het Samsung Link-apparaat
voortdurend de afstandsbediening van het apparaat gebruikt of andere
handelingen op de tv uitvoert, werkt deze functie mogelijk niet correct.
•
Als u bestanden op de camera sorteert of de volgorde van de bestanden
wijzigt terwijl u de bestanden op een Samsung Link-apparaat bekijkt, moet u
de instelprocedure herhalen om de lijst met bestanden op het apparaat bij te
werken.
•
Als het camerageheugen geen bestanden bevat, kunt u deze functie niet
gebruiken.
•
U kunt het beste een netwerkkabel gebruiken om uw Samsung Link-apparaat
aan te sluiten op het toegangspunt. Hiermee kunt u haperende videobeelden bij
het streamen van inhoud tot een minimum beperken.
•
Als u bestanden op een Samsung Link-apparaat wilt weergeven met de functie
Apparaten in de buurt, schakelt u de multicastmodus op uw toegangspunt in.
•
U kunt maximaal 1.000 recente bestanden delen.
•
Op het Samsung Link-apparaat kunt u alleen foto's of video's bekijken die u met
de camera hebt opgenomen.
•
Het bereik van de draadloze verbinding tussen uw camera en een Samsung Link-
apparaat kan verschillen, afhankelijk van de specicaties van het toegangspunt.
•
Als de camera is verbonden met 2 Samsung Link-apparaten, wordt er mogelijk
langzamer afgespeeld.
•
Foto's of video's worden met hun originele grootte gedeeld.
•
U kunt deze functie alleen gebruiken met apparaten die Samsung Link
ondersteunen.
•
Gedeelde foto's of video's worden niet opgeslagen op het Samsung Link-
apparaat, maar u kunt ze op de camera opslaan volgens de specicaties van het
apparaat.
•
Het overbrengen van foto's of video's naar het Samsung Link-apparaat kan enige
tijd duren, afhankelijk van de netwerkverbinding, het aantal bestanden dat u
wilt delen of de grootte van de bestanden.
•
Als u de camera op ongebruikelijke wijze uitschakelt terwijl u foto's of video's
op een Samsung Link-apparaat bekijkt (bijvoorbeeld door de batterij te
verwijderen), gaat het apparaat ervan uit dat de verbinding met de camera nog
intact is.
•
De volgorde van foto's of video's op de camera kan afwijken van die op het
Samsung Link-apparaat.
Instellingenmenu
……………………………………………… 138
Het instellingenmenu openen
……………………………… 138
Geluid
………………………………………………………… 139
Display
……………………………………………………… 139
Connectiviteit
……………………………………………… 140
Algemeen
…………………………………………………… 141
Instellingen
Hier vind u opties om de instellingen van uw camera te congureren.
Instellingen
138
Instellingenmenu
Hier vindt u informatie waarmee u de instellingen van de camera kunt congureren.
3
Selecteer een item.
Terug Selecteren
Middel
Aan
Geluid 1
Aan
Geluid
Volume
Piepjes
Sluitertoon
AF-geluid
4
Selecteer een optie.
Terug Instellen
Volume
Uit
Laag
Middel
Hoog
5
Druk op [
b
] om naar het vorige scherm terug te keren.
Het instellingenmenu openen
1
Draai de modusdraaiknop naar
n
.
2
Selecteer een menu.
Geluid
Display
Connectiviteit
Algemeen
Instellingen
Optie Beschrijving
Geluid
Verschillende camerageluiden en het volume instellen.
(p. 139)
Display
De scherminstellingen aanpassen. (p. 139)
Connectiviteit
Hiermee kunt u de verbindingsopties instellen. (p. 140)
Algemeen
Hiermee kunt u de instellingen voor het
camerasysteem aanpassen, zoals geheugenindeling en
standaardbestandsnaam. (p. 141)
Instellingenmenu
Instellingen
139
Geluid
* Standaard
Item Beschrijving
Volume
Hiermee stelt u het volume van alle geluiden in.
(Uit, Laag, Middel*, Hoog)
Piepjes
Het geluid instellen dat de camera afspeelt als u op de knoppen
drukt, de modus wijzigt of het scherm aanraakt. (Uit, Aan*)
Sluitertoon
Hiermee stelt u in dat de camera een geluid afspeelt als u op de
ontspanknop drukt. (Uit, Geluid 1*, Geluid 2, Geluid 3)
AF-geluid
Hiermee stelt u in dat de camera een geluid afspeelt als u de
ontspanknop half indrukt. (Uit, Aan*)
Display
* Standaard
Item Beschrijving
Beginafbeelding
Hier stelt u in of er een afbeelding wordt weergegeven
wanneer de camera wordt ingeschakeld en zo ja, welke.
•
Uit*: er wordt geen afbeelding weergegeven.
•
Logo: een standaardafbeelding uit het interne geheugen
weergeven.
Richtlijn
Hiermee selecteert u een raster om u te helpen bij de
compositie van een scène. (Uit*, 3 X 3, 2 X 2, Kruis, Diagonaal)
Datum/tijd
weergeven
Instellen of de datum en tijd op het scherm van de camera
worden weergegeven. (Uit*, Aan)
Helpgids
weergeven
Hiermee wordt een korte beschrijving van een optie of menu
weergegeven.
•
Modushulpgids (Uit, Aan*)
•
Functiehulpgids (Uit, Aan*)
Instellingenmenu
Instellingen
140
* Standaard
Item Beschrijving
Helderheid
Hiermee past u de helderheid van het scherm aan.
(Auto*, Donker, Normaal, Licht)
Normaal is de vaste waarde in de afspeelmodus, zelfs als Auto
is geselecteerd.
Snelle weergave
Hiermee stelt u in hoe lang een gemaakte foto wordt
weergegeven voordat u teruggaat naar de Opnamemodus.
(Uit, Aan*)
Deze functie werkt niet in alle modi.
Spaarstand
Als u 30 seconden lang geen bewerkingen uitvoert, schakelt
de camera automatisch over op de spaarstand. (Uit*, Aan)
Druk in de spaarstand op een andere knop dan de [
X
] om de
camera weer te gebruiken.
Connectiviteit
* Standaard
Item Beschrijving
Video
Het video-uitgangssignaal voor uw land of regio instellen.
•
NTSC: USA, Canada, Japan, Korea, Taiwan, Mexico, enzovoort
•
PAL (ondersteunt alleen BDGHI): Australië, België, China,
Denemarken, Duitsland, Engeland, Finland, Frankrijk, Italië,
Koeweit, Maleisië, Nederland, Nieuw-Zeeland, Noorwegen,
Oostenrijk, Singapore, Spanje, Thailand, Zweden, Zwitserland,
enzovoort
i-Launcher
Hier kunt u instellen dat i-Launcher automatisch wordt gestart
wanneer u de camera op uw computer aansluit. (Uit, Aan*)
Instellingenmenu
Instellingen
141
Algemeen
* Standaard
Item Beschrijving
Netwerkinformatie
Het Mac-adres en netwerkcerticatienummer van de
camera weergeven.
Language
Een taal voor de tekst op het scherm instellen.
Tijdzone
De tijdzone voor uw locatie instellen. Als u naar een ander
land gaat, selecteert u Bezoek, en selecteert u de juiste
tijdzone. (Thuis*, Bezoek)
Datum/tijd
aanpassen
Hiermee stelt u de datum en tijd in.
Datumtype
Hiermee stelt u een datumnotatie in. (JJJJ/MM/DD,
MM/DD/JJJJ, DD/MM/JJJJ)
De standaarddatumnotatie kan afwijken, afhankelijk van de
geselecteerde taal.
Type tijd
De tijdnotatie instellen. (12 uur, 24 uur)
De standaardtijdnotatie kan afwijken, afhankelijk van de
geselecteerde taal.
* Standaard
Item Beschrijving
Bestandsnr.
De naamgeving van bestanden opgeven.
•
Resetten: instellen dat de bestandsnummering weer
bij 0001 begint wanneer er een nieuwe geheugenkaart
wordt geplaatst, een geheugenkaart wordt geformatteerd
of alle bestanden worden verwijderd.
•
Serie*: instellen dat de bestandsnummering doorloopt
wanneer er een nieuwe geheugenkaart wordt geplaatst,
een geheugenkaart wordt geformatteerd of alle
bestanden worden verwijderd.
•
De standaardnaam van de eerste map is 100PHOTO en de
standaardnaam van het eerste bestand is SAM_0001.
•
Het bestandsnummer wordt elke keer dat u een foto
maakt of video opneemt, met 1 verhoogd, van SAM_0001
tot SAM_9999.
•
Het mapnummer wordt steeds met één verhoogd, van
100PHOTO tot 999PHOTO.
•
Het maximum aantal bestanden dat in een map kan
worden opgeslagen, is 9.999.
•
De camera denieert bestandsnamen volgens de
DCF-norm (Design rule for Camera File system). Als u
bestandsnamen wijzigt, kan de camera deze bestanden
mogelijk niet meer weergeven.
Instellingenmenu
Instellingen
142
* Standaard
Item Beschrijving
Afdruk
Instellen of de datum en tijd moeten worden weergegeven
op gemaakte foto's. (Uit*, Datum, Datum en tijd)
•
De datum en tijd worden in de rechterbenedenhoek van
de foto weergegeven.
•
Mogelijk drukken sommige printermodellen de datum en
tijd niet correct af.
•
De datum en tijd worden niet op de foto weergegeven als:
-
u de modus i Beste gezicht selecteert
-
u Panorama selecteert in de s Smart modus
-
u Mijn Magisch kader, Foto in beweging of
Eect Artist selecteert in de modus g Magisch Plus
Automatisch uit
Hiermee stelt u in dat de camera automatisch wordt
uitgeschakeld als u gedurende een bepaalde periode geen
bewerkingen uitvoert. (Uit, 1 min, 3 min*, 5 min, 10 min)
•
Uw instellingen worden niet gewijzigd wanneer u de
batterij vervangt.
•
De camera wordt niet automatisch uitgeschakeld als de
camera is aangesloten op een computer, is verbonden
met een WLAN of wanneer u een diashow of video's
afspeelt.
* Standaard
Item Beschrijving
DIRECT LINK (Wi-Fi-
k
nop)
Stel de Wi-Fi-functie in zodat deze wordt gestart als u op
[DIRECT LINK] drukt. (AutoShare, MobileLink*,
Remote Viewnder, Baby Monitor, Automatische back-up,
E-mail, SNS en cloud, Samsung Link)
Live weergave NFC
Een Wi-Fi-functie instellen die wordt gestart als een tag
wordt gelezen met een NFC-apparaat in de opnamemodus.
(AutoShare, Remote Viewnder*)
AF-lamp
Instellen dat op donkere locaties automatisch een lampje
wordt ingeschakeld zodat u beter kunt scherpstellen.
(Uit, Aan*)
Formatteren
Het geheugen formatteren. Wanneer u formatteert, worden
alle bestanden verwijderd, ook beveiligde bestanden.
(Ja, Nee*)
Er kunnen fouten optreden als u een geheugenkaart
door een ander merk camera, door een computer of in
een geheugenkaartlezer laat formatteren. Formatteer
geheugenkaarten in de camera voordat u ze gebruikt om
beelden op te slaan.
Instellingenmenu
Instellingen
143
* Standaard
Item Beschrijving
Wi-Fi-
privacyvergrendeling
Instellen om een PIN-code te vereisen wanneer de camera
wordt verbonden met een smartphone.
•
PIN: een PIN-code ingeven voordat u verbinding maakt.
•
Geen*: een verbinding toestaan zonder een PIN-code te
vereisen.
•
Verbindingen worden automatisch gemaakt zonder een
PIN-code te vereisen wanneer de NFC-functie wordt
gebruikt.
•
PIN-codes worden automatisch gegenereerd en alleen
vervangen wanneer u de camera-instellingen reset of de
rmware bijwerkt.
•
Als u uw camera eerder hebt verbonden met uw
smartphone via een PIN-code, wordt automatisch
verbinding gemaakt.
Resetten
Menu's en opnameopties resetten. De instellingen voor
datum en tijd, taal en video-uitvoer worden niet gereset.
(Ja, Nee*)
Open Source-
licentie
De informatie over de Open Source-licentie weergeven.
Foutmeldingen
………………………………………………… 145
Cameraonderhoud
……………………………………………… 146
De camera reinigen
………………………………………… 146
De camera gebruiken of opbergen
………………………… 147
Geheugenkaarten
…………………………………………… 148
De batterij
…………………………………………………… 151
Voordat u contact opneemt met een servicecenter
………… 155
Cameraspecicaties
…………………………………………… 158
Woordenlijst
……………………………………………………… 162
Index
……………………………………………………………… 167
Aanvullende informatie
Hier vindt u informatie over foutmeldingen, specicaties en onderhoud.
Aanvullende informatie
145
Foutmeldingen
Als een van de volgende foutmeldingen verschijnt, kunt u de onderstaande oplossingen proberen.
Foutmelding Mogelijke oplossingen
Bestandssysteem
w
ordt niet
ondersteund.
De FAT-bestandsstructuur van de geplaatste
geheugenkaart wordt niet ondersteund door de camera.
Formatteer de geheugenkaart in de camera.
Initialisatie mislukt.
De camera kan een apparaat dat Samsung Link
ondersteunt, niet vinden. Schakel apparaten in het
netwerk in die Samsung Link ondersteunen.
Batterij bijna leeg
Plaats een opgeladen batterij of laad de batterij op.
Geheugen vol
Verwijder onnodige bestanden of plaats een nieuwe
geheugenkaart.
Geen foto
Maak foto's of plaats een geheugenkaart met foto's in de
camera.
Wachtwoord onjuist
Het wachtwoord voor het overdragen van bestanden
naar een andere camera is onjuist. Geef het juiste
wachtwoord in.
Overdracht mislukt.
•
De camera kon geen e-mails of bestanden verzenden
naar andere apparaten. Probeer opnieuw te
verzenden.
•
Controleer de netwerkverbinding en probeer het
opnieuw.
Foutmelding Mogelijke oplossingen
Kan bestand niet lezen
Verwijder het beschadigde bestand of neem contact op
met een servicecenter.
Kaartfout
•
Schakel de camera uit en weer in.
•
Verwijder de geheugenkaart en plaats deze weer
terug.
•
Formatteer de geheugenkaart.
Kaart wordt niet
ondersteund.
De geplaatste geheugenkaart wordt niet ondersteund
door de camera. Plaats een microSD, microSDHC, of
microSDXC geheugenkaart.
Verbinding mislukt.
•
De camera kan geen verbinding met het netwerk
maken via het geselecteerde toegangspunt. Selecteer
een ander toegangspunt en probeer het opnieuw.
•
De camera kan geen verbinding maken met de andere
apparaten. Probeer opnieuw verbinding te maken.
DCF Full Error
Bestandsnamen komen niet met de DCF-norm overeen.
Breng de bestanden op de geheugenkaart over naar een
computer en formatteer de kaart. Open vervolgens het
menu Instellingen en selecteer Bestandsnr. → Resetten.
(p. 141)
Apparaat
losgekoppeld.
Netwerkverbinding wordt verbroken terwijl de foto's
worden overgezet naar ondersteunde apparaten.
Selecteer opnieuw een ondersteund apparaat.
Aanvullende informatie
146
Cameraonderhoud
Camerabody
Veeg de behuizing voorzichtig schoon met een zachte, droge doek.
•
Gebruik nooit benzeen, thinner of alcohol om het apparaat te reinigen. Deze
oplosmiddelen kunnen de camera beschadigen of defecten veroorzaken.
•
Druk niet op de lenskap en gebruik geen blaaskwastje op de lenskap. Anders
kunt u de camera beschadigen.
De camera reinigen
Cameralens en -scherm
Verwijder stof met behulp van een blaaskwastje en veeg de lens met een
zachte doek voorzichtig af. Voor eventueel achtergebleven stof brengt u
lensreinigingsvloeistof op een stuk lensreinigingspapier aan en veegt u de lens
voorzichtig schoon.
Cameraonderhoud
Aanvullende informatie
147
De camera gebruiken of opbergen
Ongeschikte plaatsen voor het gebruiken of opbergen van de camera
•
Stel de camera niet bloot aan zeer hoge of lage temperaturen.
•
Gebruik de camera niet in zeer vochtige omgevingen of omgevingen waar de
luchtvochtigheid snel verandert.
•
Stel de camera niet bloot aan direct zonlicht en bewaar de camera niet op warme
locaties met slechte ventilatie, zoals in een auto die in de zon staat.
•
Bescherm de camera en het scherm tegen stoten, ruw gebruik en sterke trillingen
om ernstige schade te voorkomen.
•
Gebruik of bewaar de camera niet op stoge, vuile, vochtige of slecht-
geventileerde plaatsen, om schade aan bewegende en interne onderdelen te
voorkomen.
•
Gebruik de camera niet in de buurt van brandstoen, brandbare stoen of
ontvlambare chemicaliën. Bewaar geen ontvlambare vloeistoen, gassen en
explosief materiaal in dezelfde ruimte als de camera of de accessoires van de
camera.
•
Berg de camera niet op met mottenballen.
Gebruik op het strand of aan de waterkant
•
Bescherm de camera tegen zand en vuil wanneer u deze op het strand of in een
andere, soortgelijke omgeving gebruikt.
•
Uw camera is niet waterbestendig. Gebruik de batterij, adapter of geheugenkaart
niet met natte handen. Als u de camera gebruikt met natte handen, kan de
camera beschadigd raken.
Camera voor langere tijd opbergen
•
Als u de camera langere tijd opbergt, moet u de camera samen met absorberend
materiaal, zoals silicagel, in een afgesloten houder plaatsen.
•
Batterijen die niet worden gebruikt, ontladen zich na verloop van tijd en moeten
vóór gebruik opnieuw worden opgeladen.
•
De huidige datum en tijd kunnen worden geïnitialiseerd wanneer de camera
wordt ingeschakeld nadat de camera en batterij lange tijd gescheiden zijn.
Wees voorzichtig bij gebruik van de camera in vochtige omgevingen
Als u de camera overbrengt van een koude naar een warme omgeving, kan er
condensvorming optreden op de lens of de interne onderdelen van de camera.
In dit geval moet u de camera uitschakelen en ten minste 1 uur wachten. Als er
condensvorming optreedt op de geheugenkaart, moet u de kaart uit de camera
halen en wachten tot al het vocht is verdampt voordat u de kaart terugplaatst.
Overige aandachtspunten
•
Zwaai de camera niet aan de polslus heen en weer. Hierdoor kunt u uzelf of
anderen verwonden of schade aan uw camera veroorzaken.
•
Verf de camera niet, omdat verf tussen de bewegende onderdelen kan gaan
zitten en de werking van het apparaat kan beïnvloeden.
•
Schakel de camera uit als u deze niet gebruikt.
Cameraonderhoud
Aanvullende informatie
148
•
De camera bevat kwetsbare onderdelen. Zorg daarom dat u de camera niet
blootstelt aan schokken.
•
Bewaar de camera in de houder om het scherm te beschermen tegen externe
druk. Houd de camera uit de buurt van zand, scherp gereedschap of kleingeld om
te voorkomen dat er krassen op de camera komen.
•
Gebruik de camera niet als het scherm gebarsten of beschadigd is. Gebarsten glas
of acryl kan letsel aan uw handen en gezicht veroorzaken. Breng de camera naar
een servicecenter van Samsung om de camera te laten repareren.
•
Leg camera's, batterijen, opladers of accessoires nooit in de buurt van, op of in
verwarmingsapparaten, zoals magnetrons, kachels of radiatoren. Deze apparaten
kunnen vervormen of oververhit raken door warmte, wat brand of een explosie
kan veroorzaken.
•
Stel de lens niet aan direct zonlicht bloot, hierdoor kan de beeldsensor verkleuren
of defect raken.
•
Bescherm de lens tegen vingerafdrukken en krassen. Reinig de lens met een
zachte, schone doek.
•
Als de camera een schok opvangt, wordt de camera mogelijk uitgeschakeld. Dit
gebeurt om de geheugenkaart te beschermen. Schakel de camera weer in om de
camera te gebruiken.
•
De camera kan warm worden tijdens het gebruik. Dit is normaal en is niet van
invloed op de levensduur of prestaties van uw camera.
•
Bij lage temperaturen kan het langer duren voordat de camera is ingeschakeld,
kunnen kleuren tijdelijk veranderen of kunnen nabeelden worden weergegeven.
Deze omstandigheden duiden niet op defecten en worden verholpen als u de
camera weer bij normale temperaturen gebruikt.
•
Verf of metaal aan de buitenzijde van de camera kan allergieën, jeuk, eczeem of
bultjes veroorzaken bij mensen met een gevoelige huid. Als u last hebt van een
van deze symptomen, stop dan onmiddellijk met het gebruik van de camera en
raadpleeg een arts.
•
Steek geen vreemde voorwerpen in de compartimenten, sleuven en
toegangspunten van de camera. Schade als gevolg van onjuist gebruik wordt
mogelijk niet door de garantie gedekt.
•
Laat geen ongekwaliceerd personeel reparatie- of onderhoudswerkzaamheden
aan de camera uitvoeren en probeer dit ook niet zelf te doen. Alle schade die
voortvloeit uit ongekwaliceerd onderhoud of reparatie, wordt niet gedekt door
de garantie.
Geheugenkaarten
Ondersteunde geheugenkaarten
Uw camera biedt ondersteuning voor de geheugenkaarten microSD (Secure
Digital), microSDHC (Secure Digital High Capacity), of microSDXC (Secure Digital
eXtended Capacity).
Geheugenkaart
Geheugenkaartadapter
Als u gegevens wilt lezen met een computer of een geheugenkaartlezer, moet u de
geheugenkaart plaatsen in een geheugenkaartadapter.
Cameraonderhoud
Aanvullende informatie
149
Capaciteit van de geheugenkaart
De geheugencapaciteit verschilt, afhankelijk van de opnamemodus en de
opnameomstandigheden. De volgende capaciteiten zijn gebaseerd op een
microSD-kaart van 2 GB:
Foto
Formaat Superhoog Hoog Normaal
219 432 640
245 483 715
288 567 836
341 669 984
418 817 1.196
638 1.228 1.777
1.006 1.897 2.692
1.329 2.461 3.437
2.508 4.359 5.780
Video
Formaat 30 fps
1920 X 1080
Ongeveer 18' 03"
1280 X 720
Ongeveer 25' 53"
640 X 480
Ongeveer 46' 12"
Om te delen
Ongeveer 257' 31"
De bovenstaande cijfers zijn gemeten zonder gebruik van de zoomfunctie. Bij gebruik van
de zoomfunctie kan de beschikbare opnametijd afwijken van de vermelde waarden. Er zijn
verschillende video's achter elkaar opgenomen om de totale opnameduur te bepalen.
Cameraonderhoud
Aanvullende informatie
150
Aandachtspunten bij gebruik van geheugenkaarten
•
Vermijd blootstelling van geheugenkaarten aan zeer lage of hoge temperaturen
(onder 0 °C/32 °F en boven 40 °C/104 °F). Extreme temperaturen kunnen ervoor
zorgen dat geheugenkaarten niet goed werken.
•
Plaats een geheugenkaart in de juiste richting. Als u een geheugenkaart in
de verkeerde richting plaatst, kunnen uw camera en geheugenkaart worden
beschadigd.
•
Gebruik geen geheugenkaarten die in een andere camera of door een computer
zijn geformatteerd. Formatteer een dergelijke geheugenkaart opnieuw in uw
eigen camera.
•
Schakel de camera uit wanneer u een geheugenkaart plaatst of verwijdert.
•
Verwijder de geheugenkaart niet en schakel uw camera niet uit wanneer het
lampje knippert, omdat de gegevens hierdoor kunnen worden beschadigd.
•
Wanneer de levensduur van een geheugenkaart is verlopen, kunt u geen foto's
meer opslaan op de kaart. Gebruik een nieuwe geheugenkaart.
•
Zorg dat geheugenkaarten niet buigen, vallen of aan zware klappen of druk
worden blootgesteld.
•
Zorg dat u geheugenkaarten niet gebruikt of opbergt in de buurt van krachtige
magnetische velden.
•
Zorg dat u geheugenkaarten niet gebruikt op locaties met hoge temperaturen of
luchtvochtigheid of in de buurt van bijtende stoen.
•
Voorkom dat geheugenkaarten in contact komen met vloeistoen, vuil of
vreemde stoen. Veeg zo nodig de geheugenkaart met een zachte doek schoon
voordat u de geheugenkaart in de camera plaatst.
•
Voorkom dat geheugenkaarten en de geheugenkaartsleuf in contact komen met
vloeistoen, vuil of vreemde stoen. Dergelijke stoen kunnen ervoor zorgen dat
geheugenkaarten of de camera niet goed meer werken.
•
Wanneer u een geheugenkaart bij u draagt, moet u een hoesje gebruiken om de
kaart tegen elektrostatische ontlading te beschermen.
•
Breng belangrijke gegevens over naar andere media, zoals een vaste schijf, CD of
DVD.
•
Als u de camera langere tijd gebruikt, kan de geheugenkaart warm worden. Dit is
normaal en wijst niet op een defect.
De fabrikant is niet verantwoordelijk voor enig verlies van gegevens.
Cameraonderhoud
Aanvullende informatie
151
De batterij
Gebruik alleen door Samsung goedgekeurde batterijen.
Batterijspecicaties
Specicatie Beschrijving
Model
SLB-10A
Type
Lithium-ionbatterij
Capaciteit
1.030 mAh
Voltage
3,7 V
Oplaadduur* (wanneer de camera is
uitgeschakeld)
Ongeveer 240 min.
* Het duurt mogelijk langer als u de batterij aansluit op een computer om de batterij op te
laden.
Levensduur van de batterij
Gemiddelde opnameduur/
Aantal foto's
Testomstandigheden
(bij een volledig opgeladen batterij)
Foto's
Ongeveer
155 min./
Ongeveer
310 foto's
De levensduur van de batterij is gemeten onder
de volgende omstandigheden: in de modus
p
Programma, in het donker, met de resolutie
,
met de kwaliteit Hoog en met OIS ingeschakeld.
1. Stel de itser in op Invulits, maak één foto en
zoom in of uit.
2. Stel de itser in op Uit, maak één foto en zoom
in of uit.
3. Voer stap 1 en 2 uit en wacht 30 seconden
tussen de stappen. Herhaal het proces na
5 minuten en schakel de camera 1 minuut uit.
4. Herhaal stap 1 tot 3.
Video's
Ongeveer
120 min.
Neem video's op met de resolutie
en 30 fps.
•
De bovenstaande gegeven zijn gebaseerd op de teststandaarden van CIPA. Uw resultaten
kunnen verschillen afhankelijk van uw werkelijke gebruik.
•
Er zijn verschillende video's achter elkaar opgenomen om de totale opnameduur te
bepalen.
•
Wanneer u netwerkfuncties gebruikt, raakt de batterij sneller leeg.
Cameraonderhoud
Aanvullende informatie
152
Melding Batterij bijna leeg
Als de batterij volledig is ontladen, wordt het batterijpictogram rood en verschijnt
de melding 'Batterij bijna leeg'.
De batterij gebruiken
•
Vermijd blootstelling van batterijen aan zeer lage of hoge temperaturen (onder
0 °C/32 °F en boven 40 °C/104 °F). Extreme temperaturen kunnen de
laadcapaciteit van de batterijen beperken.
•
Als u de camera langere tijd gebruikt, kan het gebied rond de batterijklep warm
worden. Dit heeft geen invloed op de normale werking van de camera.
•
Trek niet aan het netsnoer om de stekker uit het stopcontact te halen om te
voorkomen dat u brand of een schok veroorzaakt.
•
Bij temperaturen onder 0 °C/32 °F kunnen de capaciteit en gebruiksduur van de
batterij afnemen.
•
Bij lage temperaturen kan de batterijcapaciteit afnemen, maar de gewone
capaciteit wordt hersteld bij gebruik bij hogere temperaturen.
•
Haal de batterijen uit de camera wanneer u de camera langere tijd opbergt.
Batterijen in het batterijvak kunnen na verloop van tijd gaan lekken of roesten en
ernstige schade aan uw camera veroorzaken. Als u de camera langere perioden
opbergt terwijl de batterij is geplaatst, raakt de batterij leeg. U kunt een volledig
lege batterij mogelijk niet weer opladen.
•
Wanneer u de camera lagere periode niet gebruikt (3 maanden of meer), moet
u de batterij regelmatig controleren en opladen. Als u de batterij regelmatig laat
leeglopen, kunnen de capaciteit en de levensduur afnemen, wat kan leiden tot
een storing, brand of explosie.
Aandachtspunten voor het gebruik van de batterij
Bescherm batterijen, opladers en geheugenkaarten tegen schade.
Voorkom dat batterijen in aanraking komen met metalen voorwerpen, omdat
dit een verbinding kan vormen tussen de plus- en minpolen van uw batterijen
en tijdelijke of permanente schade aan de batterijen en brand of een schok kan
veroorzaken.
De batterij opladen
•
Als het statuslampje rood knippert, controleert u of de batterij op de juiste wijze
is geplaatst.
•
Als camera tijdens het opladen is ingeschakeld, wordt de batterij mogelijk niet
volledig opgeladen. Schakel de camera uit voordat u de batterij oplaadt.
•
Gebruik de camera niet als de batterij wordt opgeladen. Dit kan brand of een
schok veroorzaken.
•
Trek niet aan het netsnoer om de stekker uit het stopcontact te halen om te
voorkomen dat u brand of een schok veroorzaakt.
•
Als de batterij volledig leeg is, moet u deze een tijdje laten opladen voordat u de
camera gebruikt. Wacht ten minste 10 minuten voordat u de camera inschakelt
nadat de batterij is opgeladen.
•
Als u de camera aansluit op een externe voedingsbron terwijl de batterij helemaal
leeg is, wordt de camera uitgeschakeld wanneer u bepaalde functies gebruikt die
veel stroom verbruiken. Laad de batterij op om de camera op normale wijze te
gebruiken.
Cameraonderhoud
Aanvullende informatie
153
•
Als u de voedingskabel opnieuw aansluit nadat de batterij volledig is opgeladen,
brandt het statuslampje ongeveer 30 minuten.
•
Als u de itser gebruikt of video's opneemt, raakt de batterij snel leeg. Laad de
batterij op totdat het rode indicatielampje uitgaat.
•
Als het indicatielampje knippert of niet brandt, sluit u de kabel opnieuw aan of
verwijdert u de batterij en plaatst u deze opnieuw in de camera.
•
Als u de batterij oplaadt wanneer de kabel oververhit is of de temperatuur te
hoog is, kan het indicatielampje rood knipperen. Nadat de batterij is afgekoeld,
wordt het opladen gestart.
•
Als u batterijen overlaadt, kan de gebruiksduur van de batterij korter worden.
Wanneer het opladen is voltooid, haalt u de kabel uit de camera.
•
Buig het netsnoer niet en plaats geen zware voorwerpen op het netsnoer. Als u
dit wel doet, kan het netsnoer worden beschadigd.
De batterij opladen terwijl er een computer is aangesloten
•
Gebruik alleen de meegeleverde USB-kabel.
•
In de volgende gevallen wordt de batterij mogelijk niet opgeladen:
-
wanneer u een USB-hub gebruikt.
-
wanneer er andere USB-apparaten op de computer zijn aangesloten.
-
wanneer u de kabel op de poort aan de voorzijde van de computer aansluit.
-
wanneer de USB-poort van de computer de stroomuitvoernorm niet
ondersteunt (5 V, 500 mA).
Behandel batterijen en opladers voorzichtig en voer deze af volgens
de voorschriften
•
Gooi batterijen nooit in open vuur. Houd u aan alle lokale regelgevingen bij het
weggooien van gebruikte batterijen.
•
Leg batterijen of camera's nooit in of op verwarmingsapparaten, zoals een
magnetron, kachel of radiator. Batterijen kunnen exploderen als ze te heet
worden.
Cameraonderhoud
Aanvullende informatie
154
Onzorgvuldig of verkeerd gebruik van de batterij kan lichamelijk
letsel of de dood tot gevolg hebben. Volg voor uw eigen veiligheid
de onderstaande instructies voor het juiste gebruik van de batterij:
•
De batterij kan vlam vatten of exploderen als deze niet op de juiste
wijze wordt gebruikt. Als u vervormingen, scheuren of andere
afwijkingen in de batterij opmerkt, stopt u onmiddellijk het gebruik
hiervan en neemt u contact op met een servicecenter.
•
Gebruik alleen authentieke, door de fabrikant aanbevolen
batterijopladers en -adapters en laad de batterij alleen op volgens de
procedures die in deze gebruiksaanwijzing zijn vermeld.
•
Plaats de batterij niet te dicht bij warmtebronnen en stel de batterij niet
bloot aan extreem warme omgevingen, zoals een gesloten auto in de
zon.
•
Plaats de batterij niet in een magnetron.
•
Bewaar of gebruik de batterij niet in een hete, vochtige omgeving, zoals
een badkamer of douche.
•
Plaats de camera niet langere tijd op ontvlambare oppervlakken, zoals
matrassen, tapijten of elektrische dekens.
•
Als de camera is ingeschakeld, moet u deze niet langere tijd in een
afgesloten ruimte achterlaten.
•
Zorg ervoor dat de polen van de batterij niet in contact komen met
metalen voorwerpen, zoals halskettingen, munten, sleutels en horloges.
•
Gebruik uitsluitend authentieke, door de fabrikant aanbevolen lithium-
ionbatterijen ter vervanging.
•
Haal de batterij niet uit elkaar of maak er geen gaten in met een scherp
voorwerp.
•
Stel de batterij niet bloot aan hoge druk of extreme krachten.
•
Stel de batterij niet bloot aan hevige klappen, bijvoorbeeld door deze
van grote hoogte te laten vallen.
•
Stel de batterij niet bloot aan temperaturen boven de 60 °C (140 °F).
•
Stel de batterij niet bloot aan vocht of vloeistoen.
•
De batterij mag niet worden blootgesteld aan overmatige warmte zoals
zonneschijn, vuur of dergelijke zaken.
Richtlijnen voor afvoer
•
Wees zorgvuldig als u de batterij weggooit.
•
Gooi de batterij nooit in een open vuur.
•
Regelgeving kan per land of regio verschillen. Zorg dat u zich houdt aan
alle lokale en nationale regelgevingen wanneer u de batterij weggooit.
Richtlijnen voor het opladen van de batterij
Laad de batterij alleen op volgens de procedure in deze
gebruiksaanwijzing. De batterij kan ontbranden of exploderen als deze
niet op de juiste wijze wordt opgeladen.
Aanvullende informatie
155
Voordat u contact opneemt met een servicecenter
Wanneer u problemen met de camera ondervindt, kunt u eerst de volgende procedures uitvoeren voordat u contact opneemt met een servicecenter. Als u het probleem
hiermee niet kunt oplossen, kunt u contact opnemen met uw plaatselijke dealer of servicecenter.
Wanneer u uw camera naar een servicecenter brengt, neem dan ook de onderdelen mee die de oorzaak kunnen zijn van de fout, zoals de geheugenkaart of de batterij.
Situatie Mogelijke oplossingen
Er kunnen geen foto's worden
gemaakt
•
Er is geen ruimte op de geheugenkaart.
Verwijder onnodige bestanden of plaats een
nieuwe kaart.
•
De geheugenkaart is niet geïnitialiseerd.
Formatteer de geheugenkaart.
•
De geheugenkaart is defect. Koop een nieuwe
geheugenkaart.
•
Controleer of de camera is ingeschakeld.
•
Laad de batterij op.
•
Controleer of de batterij correct in de camera is
geplaatst.
De camera loopt vast
De camera kan onverwacht vastlopen als er een
probleem optreedt. Verwijder de batterij en
plaats deze weer terug.
De camera wordt warm.
De camera kan warm worden tijdens het gebruik.
Dit is normaal en is niet van invloed op de
levensduur of prestaties van uw camera.
De itser werkt niet
•
Mogelijk is de itseroptie ingesteld op Uit.
(p. 70)
•
In sommige modi kunt u de itser niet
gebruiken.
Situatie Mogelijke oplossingen
De camera kan niet worden
ingeschak
eld
•
Controleer of de batterij in de camera is
geplaatst.
•
Controleer of de batterij correct in de camera is
geplaatst. (p. 24)
•
Laad de batterij op.
De camera wordt plotseling
uitgeschakeld
•
Laad de batterij op.
•
De camera bevindt zich mogelijk in de modus
Automatisch uit. (p. 142)
•
De camera wordt mogelijk uitgeschakeld om
te voorkomen dat de geheugenkaart door
een harde schok beschadigd raakt. Schakel de
camera weer in.
De batterij raakt snel leeg
•
De batterij raakt bij lage temperaturen (onder
0 °C/32 °F) sneller leeg. Houd de batterij warm
door deze in uw zak te steken.
•
Als u de itser gebruikt of video's opneemt,
raakt de batterij snel leeg. Laad de batterij
indien nodig weer op.
•
Batterijen zijn verbruiksartikelen die na verloop
van tijd moeten worden vervangen. Koop een
nieuwe batterij als de gebruiksduur van de
batterij aanzienlijk afneemt.
Voordat u contact opneemt met een servicecenter
Aanvullende informatie
156
Situatie Mogelijke oplossingen
Er wordt onverwachts geitst.
De itser wordt mogelijk geactiveerd vanwege
statische elektriciteit. Dit duidt niet op een defect
van de camera.
De datum en tijd zijn onjuist
Stel de datum en tijd in bij de scherminstellingen.
(p. 141)
Het scherm of de knoppen
werken niet
Verwijder de batterij en plaats deze weer terug.
Het camerascherm reageert
niet goed
Als u de camera bij zeer lage temperaturen
gebruikt, kan het camerascherm verkleuren
of slecht functioneren. Voor betere prestaties
van het scherm moet de camera bij normale
temperaturen worden gebruikt.
Er is een fout met de
geheugenkaart opgetreden
•
Schakel de camera uit en weer in.
•
Verwijder de geheugenkaart en plaats deze
weer terug.
•
Formatteer de geheugenkaart.
Zie 'Aandachtspunten bij gebruik van
geheugenkaarten' voor meer informatie. (p. 150)
Situatie Mogelijke oplossingen
Er kunnen geen bestanden
w
orden afgespeeld
Als u de naam van een bestand wijzigt, kan de
camera het bestand mogelijk niet afspelen (de
bestandsnaam moet voldoen aan de DCF-norm).
In dergelijke gevallen kunt u de bestanden op
een computer afspelen.
De foto is onscherp
•
Controleer of de ingestelde scherpsteloptie
voor close-upfoto's geschikt is. (p. 73)
•
Controleer of de lens schoon is. Reinig de lens
indien nodig. (p. 146)
•
Zorg ervoor dat het onderwerp zich binnen het
bereik van de itser bevindt. (p. 159)
De kleuren in de foto zijn
anders dan de daadwerkelijke
kleuren
Een onjuiste witbalans kan voor onrealistische
kleuren zorgen. Selecteer de juiste witbalansoptie
voor de lichtbron. (p. 82)
De foto is te licht of te donker.
De foto is overbelicht of onderbelicht.
•
Schakel de itser in of uit. (p. 70)
•
Pas de ISO-waarde aan. (p. 72)
•
Pas de belichtingswaarde aan. (p. 80)
Voordat u contact opneemt met een servicecenter
Aanvullende informatie
157
Situatie Mogelijke oplossingen
De foto's worden niet op de
t
elevisie weergegeven
•
Controleer of de camera correct op de televisie
is aangesloten met de A/V-kabel.
•
Controleer of de geheugenkaart foto's bevat.
De computer herkent de
camera niet
•
Controleer of de USB-kabel op de juiste wijze is
geplaatst.
•
Controleer of de camera is ingeschakeld.
•
Controleer of het besturingssysteem wordt
ondersteund.
De computer verbreekt de
verbinding met de camera
tijdens het overbrengen van
bestanden
De bestandsoverdracht kan door statische
elektriciteit worden gestoord. Koppel de
USB- kabel los en sluit deze weer aan.
De computer kan geen video's
afspelen
Video's kunnen mogelijk niet worden afgespeeld
met bepaalde videospelers. Als u videobestanden
wilt afspelen die zijn gemaakt met uw camera,
gebruikt u het Multimedia Viewer-programma
dat u met het programma i-Launcher op uw
computer kunt installeren.
Situatie Mogelijke oplossingen
i-Launcher werkt niet correct
•
Sluit i-Launcher af en start het programma
opnieuw.
•
Controleer of i-Launcher is ingesteld op Aan in
het instellingenmenu. (p. 140)
•
Afhankelijk van de specicaties en omgeving
van de computer wordt het programma
mogelijk niet automatisch gestart. Klik in
dit geval op Starten → Alle programma's
→ Samsung → i-Launcher → Samsung
i-Launcher op uw Windows-computer. (Voor
Windows 8, opent u het startscherm en
selecteert u All apps (Alle apps) → Samsung
i-Launcher.) Of klik op Applications
(Programma's) → Samsung → i-Launcher op
uw computer met Mac OS.
Uw televisie of computer
kan geen foto's of
video's weergeven die
zijn opgeslagen op een
microSDXC- geheugenkaart.
microSDXC-geheugenkaarten gebruiken het
exFAT-bestandssysteem. Zorg ervoor dat het
externe apparaat compatibel is met het exFAT-
bestandssysteem voordat u de camera aansluit
op het apparaat.
Uw computer herkent een
microSDXC-geheugenkaart
niet.
microSDXC-geheugenkaarten gebruiken het
exFAT-bestandssysteem. Als u microSDXC-
geheugenkaarten wilt gebruiken op
een Windows XP-computer, kunt u
het stuurprogramma voor het exFAT-
bestandssysteem downloaden en bijwerken via
de website van Microsoft.
Aanvullende informatie
158
Beeldsensor
Type 1/2,3 inch (ongeveer 7,77 mm) BSI CMOS
Eectieve pixels Ongeveer 16,3 megapixel
Totaalaantal pixels Ongeveer 16,7 megapixel
Lens
Brandpuntsafstand
Samsung Lens 21x zoomlens f = 4,1 - 86,1 mm
(equivalent van 35 mm lm: 23 - 483 mm)
Diafragmabereik F2.8 (W) - F5.9 (T)
Digitale zoom
•
Fotomodus: 1,0 - 5,0X
•
Afspeelmodus: 1,0 - 9,4X (afhankelijk van de
beeldgrootte)
•
Intelligent zoomen: 2,0X
Display
Type TFT LCD
Functionaliteit 3,0" (75,0 mm) 460K
Scherpstelling
Type
TTL-autofocus (Centrum AF, Multi AF, Tracking AF,
Gezichtsdetectie AF, Aanraak AF), Handmatig scherpstellen,
Video CAF (continuous auto focus)
Bereik
Groothoek (G) Tele (T)
Normaal (AF)
80
cm-oneindig
350
cm-oneindig
Macro
10 - 80
cm
150 - 350
cm
Auto macro
10
cm-oneindig
150
cm-oneindig
Handmatig
scherpstellen
10
cm-oneindig
150
cm-oneindig
Sluitertijd
•
Auto: 1/8 - 1/2.000 sec.
•
Programma: 1 - 1/2.000 sec.
•
Nacht: 8 - 1/2.000 sec.
•
Handmatig: 16 - 1/2.000 sec.
Belichting
Regeling
Programma AE, Diafragmaprioriteit AE,
Sluiterprioriteit AE, Handmatige belichting
Lichtmeting Multi, Spot, Centrum gewogen, Gezichtsdetectie
Lichtmetingbereik EV 1 - 17 (Groothoek, ISO Auto), EV 3 - 17 (Tele, ISO Auto)
Compensatie ±2EV (1/3 EV Stap)
ISO-equivalent
Auto, ISO 80, ISO 100, ISO 200, ISO 400, ISO 800, ISO 1600,
ISO 3200
Cameraspecicaties
Cameraspecicaties
Aanvullende informatie
159
Flitser
Modus Auto, Rode ogen, Invulits, Langz sync, Uit
Bereik
•
Groothoek: 0,3 - 4,1 m (ISO Auto)
•
Groothoek: 0,5 - 2,9 m (ISO Auto)
Oplaadtijd Ongeveer 4 sec.
Trillingsreductie
Optische beeldstabilisatie (OIS)
Eect
Opnamemodus voor
foto's
•
Fotolter (Intelligent lter): Miniatuur, Vignetten,
Aquarel, Olieverf, Cartoon, Kruislter, Schets, Softfocus,
Visoog, Klassiek, Retro, Zoomopname
•
Beeld aanpassen: Scherpte, Contrast, Kleurverzadiging
Aanraak AF-optie
Filmlter (Intelligent lter): Miniatuur, Vignetten, Schets,
Visoog, Klassiek, Retro, Paleteect 1, Paleteect 2,
Paleteect 3, Paleteect 4
Witbalans
Auto witbalans, Daglicht, Bewolkt, TL-licht H, TL-licht L, Kunstlicht, Kleurtemp.,
Aangepaste instelling
Datering
Datum en tijd, Datum, Uit
Opname
Foto's
•
Modi: Smart Auto (Portret, Nachtportret, Portretfoto
met tegenlicht, Nacht, Tegenlicht, Landschap, Wit,
Natuurlijk groen, Blauwe lucht, Zon onder, Macro,
Macro tekst, Macro kleur, Statief, Actie, Vuurwerk,
Weinig licht, Spotlight, Spotlight (macro), Spotlight
(portret)), Programma, Diafragmaprioriteit,
Sluiterprioriteit, Handmatig, Slimme modus
(Gezichtscorrectie, Continuopname, Landschap,
Macro, Actie-opname, Rijke toon, Panorama, Waterval,
Silhouet, Zon onder, Opname bij weinig licht, Vuurwerk,
Lichtspoor), Beste gezicht, Magisch Plus (Mijn Magisch
kader, Foto in beweging, Fotolter, Eect Artist,
Kleurenkwast)
•
Burst: Eén foto, Continu (3 fps, 7,1 fps), AE BKT
•
Timer: Uit, 2 sec, 10 sec
Video's
•
Modi: Intelligente scènedetectie (Landschap,
Blauwe lucht, Natuurlijk groen, Zon onder),
Magisch Plus (Filmlter)
•
Indeling: MP4 (H.264) (Max. opnametijd: 20 min)
•
Formaat: 1920 X 1080, 1280 X 720, 640 X 480, 240 Web
•
Framesnelheid: 30 fps
•
Sound Alive: Sound Alive Aan, Sound Alive Uit
•
Dubbel vastleggen (Vastleggen tijdens opnemen)
Cameraspecicaties
Aanvullende informatie
160
Afspelen
Foto's
•
Type: Eén foto, Miniaturen, Diashow met eecten
•
Bewerken: Resolutie wijzigen, Draaien, Intelligent lter,
Bijsnijden, Kleur (Beeld aanpassen), Portret
•
Eect: Kleur (Beeld aanpassen) (ACB, Helderheid,
Contrast, Kleurverzadiging), Portret
(Gezichtretouchering), Intelligent lter (Miniatuur,
Vignetten, Aquarel, Olieverf, Cartoon, Kruislter, Schets,
Softfocus, Visoog, Klassiek, Retro, Zoomopname)
Video's
Video bewerken: pauzeren tijdens opnemen,
foto's maken, tijd bijsnijden
Opslag
Media
•
Intern geheugen: ongeveer 9,5 MB
•
Extern geheugen (optioneel):
microSD-kaart (2 GB guaranteed),
microSDHC-kaart (32 GB gegarandeerd),
microSDXC-kaart (64 GB gegarandeerd)
-
Klasse 6 en hoger aanbevolen
De interne geheugencapaciteit kan van deze specicaties
afwijken.
Bestandsindeling
•
Foto: JPEG (DCF), EXIF 2.21
•
Video: MP4 (Video: MPEG-4.AVC/H.264, Audio: AAC)
Beeldformaat
Symbool Formaat
4608 X 3456
4608 X 3072
4608 X 2592
3648 X 2736
2832 X 2832
2592 X 1944
1984 X 1488
1920 X 1080
1024 X 768
Draadloos netwerk
MobileLink, Remote Viewnder, Baby Monitor, SNS en cloud, E-mail,
S/W Upgrade Notier, Samsung Link, Automatische back-up, AutoShare
Cameraspecicaties
Aanvullende informatie
161
NFC
Ja
Interface
Digitale uitvoer USB 2.0
Audio-invoer/-uitvoer Interne luidspreker (mono), Microfoon (mono)
Video-uitvoer A/V: NTSC, PAL (selecteerbaar)
Gelijkstroomaansluiting
5,0 V
Voedingsbron
Oplaadbare batterij Lithium-ionbatterij (SLB-10A, 1.030 mAh)
Connectortype Micro USB (5-pins)
Afhankelijk van uw regio kan de voedingsbron verschillen.
Afmetingen (B x H x D)
113,6 x 65,1 x 36 mm
Gewicht
216 g (zonder batterij en geheugenkaart)
Bedrijfstemperatuur
0 - 40 °C
Bedrijfsluchtvochtigheid
5 - 85 %
Software
i-Launcher
Specicaties kunnen zonder kennisgeving worden gewijzigd voor betere prestaties.
Aanvullende informatie
162
Auto Contrast Balance (ACB)
Deze functie verbetert automatisch het contrast van uw beelden wanneer het
onderwerp tegenlicht heeft of als er veel contrast is tussen uw onderwerp en de
achtergrond.
Opnamereeks met verschillende belichtingen (AEB)
Deze functie maakt automatisch meerdere beelden met verschillenden
belichtingen om u te helpen een goedbelicht beeld te maken.
Autofocus (AF)
Een systeem dat automatisch de cameralens scherpstelt op het onderwerp. Uw
camera gebruikt het contrast om automatisch scherp te stellen.
Diafragma
Het diafragma bepaalt de hoeveelheid licht die de sensor van de camera bereikt.
Bewegingsonscherpte (vaag)
Als de camera wordt bewogen wanneer de sluiter is geopend, kan het volledige
beeld vaag lijken. Dit komt vaker voor wanneer de sluitertijd laag is. Voorkom
bewegingsonscherpte door de gevoeligheid te verhogen, de itser te gebruiken of
een hogere sluitertijd. U kunt ook een statief of de DIS- of OIS-functie gebruiken om
de camera te stabiliseren.
Compositie
Met compositie wordt de plaatsing van de verschillende elementen in het beeld
bedoeld. Meestal levert een compositie volgens de regel van derden een plezierig
resultaat.
Design rule for Camera File system (DCF)
Een specicatie voor het deniëren van een bestandsindeling en bestandssysteem
voor digitale camera's die is ontwikkeld door de Japan Electronics and Information
Technology Industries Association (JEITA).
Scherptediepte
De afstand tussen het dichtstbijzijnde en verste punt waarop kan worden
scherpgesteld in een foto. De scherptediepte verschilt per diafragma,
brandpuntsafstand en afstand tussen de camera en het onderwerp. Als u
bijvoorbeeld een lager f-nummer gebruikt, wordt een grote scherptediepte
gemaakt en wordt de achtergrond wazig in de compositie.
Digitale zoom
Een functie die op kunstmatige wijze de beschikbare hoeveelheid zoom met de
zoomlens vergroot (optisch zoomen). Als u de digitale zoomfunctie gebruikt, wordt
de beeldkwaliteit minder wanneer de vergroting wordt verhoogd.
Woordenlijst
Woordenlijst
Aanvullende informatie
163
EV-compensatie
Met deze functie kunt u snel de belichtingswaarde aanpassen die wordt berekend
door de camera, in beperkte stappen, om de belichting van uw foto's te verbeteren.
Stel de EV-compensatie in op -1,0 EV om de waarde een stap donkerder in te stellen
en op 1,0 EV om de waarde een stap lichter te maken.
Belichtingswaarde (EV)
Alle combinaties van de camerasluitertijd en diafragma die resulteren in dezelfde
belichting.
Exchangeable Image File Format (Exif)
Een specicatie voor het deniëren van een beeldbestandsindeling voor digitale
camera's die is gemaakt door de Japan Electronic Industries Development
Association (JEIDA).
Belichting
De hoeveelheid licht die de sensor van de camera mag bereiken. Belichting wordt
bepaald door een combinatie van sluitertijd, diafragma en ISO-waarde.
Flitser
Een itslamp die ervoor zorgt dat er voldoende belichting is in omstandigheden
met weinig licht.
Brandpuntsafstand
De afstand van het brandpunt van de lens tot het beeldvlak (in millimeters).
Grotere brandpuntsafstanden resulteren in een kleinere beeldhoek en een grotere
weergave van het onderwerp. Kleinere brandpuntsafstanden resulteren in een
grotere beeldhoek.
Histogram
Een grasche weergave van de helderheid van een beeld. De horizontale as stelt de
helderheid voor en de verticale as het aantal pixels. Hoge pieken aan de linkerkant
(te donker) en aan de rechterkant (te licht) op het histogram geven aan dat een foto
niet goed is belicht.
H.264/MPEG-4
Een video-indeling met hoge compressie die is ontwikkeld door de internationale
standaardisatieorganisaties ISO/IEC en ITU-T. Deze codec zorgt ervoor dat goede
videokwaliteit wordt geleverd met lage bitsnelheden ontwikkeld door het Joint
Video Team (JVT).
Woordenlijst
Aanvullende informatie
164
Beeldsensor
Het fysieke deel van een digitale camera die een fotosite bevat voor elke pixel in
het beeld. Elke fotosite neemt de helderheid van het licht op dat de fotosite bereikt
tijdens een belichting. Algemene sensortypen zijn CCD (Charge-coupled Device) en
CMOS (Complementary Metal Oxide Semiconductor).
ISO-waarde
De gevoeligheid van een camera voor licht, gebaseerd op de equivalente
lmsnelheid gebruikt in een lmcamera. Met hogere ISO-waarden gebruikt de
camera een hogere sluitertijd, waardoor vervaging kan worden verminderd die
wordt veroorzaakt door het bewegen van de camera en weinig licht. Beelden met
een hoge gevoeligheid zijn echter veel gevoeliger voor ruis.
Joint Photographic Experts Group (JPEG)
Een lossy-methode van compressie voor digitale beelden. JPEG-beelden worden
gecomprimeerd om de algehele bestandsgrootte te verminderen met minimale
afname van de beeldresolutie.
Liquid Crystal Display (LCD)
Een visuele display die algemeen wordt gebruikt in consumenten elektronica.
Dit display heeft een aparte achtergrondverlichting nodig zoals CCFL of LED, om
kleuren te kunnen reproduceren.
Macro
Met deze functie kunt u close-upfoto's maken van zeer kleine voorwerpen. Als u de
macrofunctie gebruikt, kan de camera goed scherpstellen op kleine voorwerpen
met een verhouding op bijna ware grootte (1:1).
Lichtmeting
De lichtmeting heeft betrekking op de manier waarop een camera de hoeveelheid
licht meet om de belichting in te stellen.
Motion JPEG (MJPEG)
Een video-indeling die wordt gecomprimeerd als een JPEG-beeld.
Near Field Communication (NFC)
NFC is een set standaarden voor radiocommunicatie op zeer korte afstand. U kunt
NFC-apparaten gebruiken om functies te activeren of gegevens uit te wisselen met
andere apparaten.
Ruis
Verkeerd geïnterpreteerde pixels in een digitaal beeld die mogelijk worden
weergegeven als verkeerd geplaatste of willekeurige, heldere pixels. Ruis treedt
meestal op wanneer foto's worden gemaakt met een hoge gevoeligheid of wanneer
de gevoeligheid automatisch wordt ingesteld op een donkere locatie.
Optische beeldstabilisatie (OIS)
Deze functie compenseert in real-time trillingen en schudden tijdens de opname. Er
treedt geen kwaliteitsvermindering van het beeld op in vergelijking met de functie
Digitale beeldstabilisatie.
Woordenlijst
Aanvullende informatie
165
Optische zoom
Dit is een algemene zoomfunctie waarmee beelden kunnen worden vergroot met
een lens en waarmee de beeldkwaliteit niet vermindert.
Kwaliteit
Een uitdrukking van het compressieniveau dat is gebruikt in een digitaal beeld.
Beelden met een hogere kwaliteit hebben een lager compressieniveau, wat meestal
resulteert in grotere bestanden.
Resolutie
Het aantal pixels in een digitaal beeld. Beelden met hoge resolutie bevatten meer
pixels en bevatten meer details dan beelden met lage resolutie.
Sluitertijd
De sluitertijd verwijst naar de tijd die het kost om de sluiter te openen en sluiten,
en is een belangrijke factor in de helderheid van een foto, omdat hiermee de
hoeveelheid licht wordt bepaald die door het diafragma wordt gelaten voordat de
beeldsensor wordt bereikt. Een hoge sluitertijd geeft minder tijd om licht binnen te
laten waardoor de foto donkerder wordt en eenvoudiger bewegende onderwerpen
kan vastleggen.
Vignetten
Een vermindering van de helderheid of de kleurverzadiging van een beeld bij de
randen in vergelijking met het midden van het beeld. Vignetten kan de aandacht
richten op onderwerpen die in het midden van een beeld zijn geplaatst.
Witbalans (kleurbalans)
Een aanpassing van de intensiteit van kleuren (meestal de primaire kleuren rood,
groen en blauw) in een beeld. Het doel van het aanpassen van de witbalans, of
kleurbalans, is de kleuren van een beeld correct weergeven.
Aanvullende informatie
166
Correcte verwijdering van dit product
(elektrische & elektronische afvalapparatuur)
(Van toepassing in landen waar afval gescheiden wordt ingezameld)
Dit merkteken op het product, de accessoires of het informatiemateriaal duidt erop
dat het product en zijn elektronische accessoires (bv. lader, headset, USB-kabel) niet
met ander huishoudelijk afval verwijderd mogen worden aan het einde van hun
gebruiksduur. Om mogelijke schade aan het milieu of de menselijke gezondheid
door ongecontroleerde afvalverwijdering te voorkomen, moet u deze artikelen van
andere soorten afval scheiden en op een verantwoorde manier recyclen, zodat het
duurzame hergebruik van materiaalbronnen wordt bevorderd.
Huishoudelijke gebruikers moeten contact opnemen met de winkel waar ze dit
product hebben gekocht of met de gemeente waar ze wonen om te vernemen
waar en hoe ze deze artikelen milieuvriendelijk kunnen laten recyclen.
Zakelijke gebruikers moeten contact opnemen met hun leverancier en de
algemene voorwaarden van de koopovereenkomst nalezen. Dit product en zijn
elektronische accessoires mogen niet met ander bedrijfsafval voor verwijdering
worden gemengd.
PlanetFirst duidt op het streven van Samsung Electronics naar een
duurzame ontwikkeling en sociale verantwoordelijkheid door middel
van een milieubewuste bedrijfsvoering.
Correcte behandeling van een gebruikte accu uit dit product
(Van toepassing in landen waar afval gescheiden wordt ingezameld)
Dit merkteken op de accu, handleiding of verpakking geeft aan dat de accu in dit
product aan het einde van de levensduur niet samen met ander huishoudelijk afval
mag worden weggegooid. De chemische symbolen Hg, Cd of Pb geven aan dat
het kwik-, cadmium- of loodgehalte in de accu hoger is dan de referentieniveaus
in de Richtlijn 2006/66/EC. Indien de gebruikte accu niet op de juiste wijze wordt
behandeld, kunnen deze stoen schadelijk zijn voor de gezondheid van mensen of
het milieu.
Ter bescherming van de natuurlijke hulpbronnen en ter bevordering van het
hergebruik van materialen, verzoeken wij u afgedankte accu’s en batterijen te
scheiden van andere soorten afval en voor recycling aan te bieden bij het gratis
inzamelingssysteem voor accu’s en batterijen in uw omgeving.
Aanvullende informatie
167
A
Aanraakscherm
Aanraken 33
Slepen 33
Vegen 33
Aansluiten op uw
Mac-computer 106
Afdruk 142
AF-geluid 139
AF-hulplampje
Instellingen 142
Locatie 21
Afspeelknop 23
Afspeelmodus 91
Afzonderlijke beelden uit een video
opslaan 103
Auto Contrast Balance (ACB)
Afspeelmodus 101
Opnamemodus 81
Automatische back-up 127
AutoShare 120
A/V-poort 21
B
Baby Monitor 125
Batterij
Let op 152
Opladen 25
Plaatsen 24
Beeld aanpassen
Contrast
Afspeelmodus 101
Opnamemodus 87
Helderheid
Afspeelmodus 101
Opnamemodus 80
Kleurverzadiging
Afspeelmodus 101
Opnamemodus 87
Scherpte 87
Beginafbeelding 139
Belichting 80
Bestanden beschermen 94
Bestanden overdragen
Automatische back-up 127
E-mail 129
Mac 106
Windows 105
Bestanden weergeven
Categorie 93
Diashow 97
Geanimeerde foto's 98
Map 92
Miniaturen 93
Panoramafoto's 97
TV 104
Bestanden wissen 94
C
Cameraonderhoud 146
Cameraspecicaties 158
Contrast
Afspeelmodus 101
Opnamemodus 87
D
Datum/tijd aanpassen 141
De camera loskoppelen 106
Diafragmawaarde 47
Diashow 97
Digitale zoom 38
DIRECT LINK-knop 23
Draadloos netwerk 115
Draaien 99
Druk de ontspanknop half in 41
Index
Aanvullende informatie
168
F
Filmmodus 64
Flitser
Auto 70
Invulits 70
Langz sync 71
Rode ogen 70
Uit 70
Formatteren 142
Foto's bewerken 99
Foutmeldingen 145
Functieknop 23
G
Geheugenkaart
Let op 150
Plaats 24
Geluidsinstellingen 36
Gezichten retoucheren 102
Gezichtsdetectie 78
H
Handmatige modus 50
Helderheid
Afspeelmodus 101
Opnamemodus 80
Helderheid display 140
I
Instellingen 141
Intelligent lter
Afspeelmodus 100
Opnamemodus voor foto's 58
Video-opnamemodus 59
Intelligent zoomen 39
ISO-waarde 72
K
Kleurverzadiging
Afspeelmodus 101
Opnamemodus 87
L
Lichtmeting
Centrum gewogen 81
Multi 81
Spot 81
M
Macro
Auto macro 74
Handmatig scherpstellen 74
Macro 74
Magisch Plus, modus
Eect Artist 60
Filmlter 59
Fotolter 58
Foto in beweging 57
Kleurenkwast 62
Mijn Magisch kader 55
Index
Aanvullende informatie
169
Menuknop 23
Miniaturen 93
MobileLink 121
Modus Beste gezicht 54
Modus Diafragmaprioriteit 48
Modusdraaiknop 21
Modus Intelligente scènedetectie 65
Modus Panorama 52
Modus Sluiterprioriteit 49
N
NFC (Tag & Go) 119
O
One Touch-opname 77
Ontspanknop 21
Opladen 25
Optionele accessoires 20
Optische beeldstabilisatie (OIS) 40
P
Pictogrammen
Afspeelmodus 91
Opnamemodus 28
Portretopname maken
Gezichtsdetectie 78
Smile shot 79
Zelfportret 78
Power-knop 21
Programmamodus 46
R
Reinigen
Camerabody 146
Display 146
Lens 146
Remote Viewnder 123
Resetten 143
Resolutie
Afspeelmodus 99
Opnamemodus 67
Richtlijn 139
S
Samsung Link 134
Scherpstelgebied
Centrum AF 75
Multi AF 75
Scherpte 87
Servicecenter 155
Service voor delen
Foto's of video's uploaden 132
Openen 132
Slimme modus 51
Smart Auto-modus 44
Smile shot 79
Snelle weergave 140
Spaarstand 140
Statiefbevestigingspunt 21
Statuslampje 22
Index
Aanvullende informatie
170
T
Taalinstellingen 141
Tijdinstellingen 26
Tijdzone-instellingen 26, 141
Timer 86
Tracking AF 76
Type weergave 35
U
Uitpakken 20
USB-poort 21
V
Vergroten 96
Video 140
Afspeelmodus 98
Opnamemodus 64
Video's bewerken
Bijsnijden 103
Opnemen 103
W
Witbalans 82
Z
Zelfportret 78
Zoom
De zoomfunctie gebruiken 38
Instellingen voor zoomgeluid 88
Zoomknop 22
Index
Raadpleeg voor klantenservice of bij vragen de garantieinformatie
die met het product is meegeleverd of bezoek onze website
www.samsung.com.

Documenttranscriptie

Gebruiksaanwijzing WB350F/WB351F/WB352F Klik op een onderwerp In deze gebruiksaanwijzing vindt u uitgebreide aanwijzingen voor het gebruik van uw camera. Lees deze gebruiksaanwijzing aandachtig door. Algemene problemen oplossen Beknopt overzicht Inhoud Basisfuncties Uitgebreide functies Opnameopties Afspelen/bewerken Draadloos netwerk Instellingen Aanvullende informatie Index Informatie over gezondheid en veiligheid Houd u altijd aan de volgende voorzorgsmaatregelen en gebruikstips om gevaarlijke situaties te vermijden en ervoor te zorgen dat de camera optimaal werkt. Voorkom oogletsel bij het nemen van foto's. Gebruik de flitser van de camera niet vlakbij (op minder dan 1 m afstand van) de ogen van mensen of dieren. Als u de flitser dicht bij de ogen van het onderwerp gebruikt, kunt u tijdelijke of permanente schade aan het gezichtsvermogen veroorzaken. Waarschuwing—situaties die bij u of anderen letsel kunnen veroorzaken Haal de camera niet uit elkaar en probeer de camera niet te repareren. U kunt de camera beschadigen en uzelf blootstellen aan het risico van een elektrische schok. Houd de camera buiten het bereik van kleine kinderen en huisdieren. Houd de camera en alle bijbehorende onderdelen en accessoires buiten het bereik van kleine kinderen en huisdieren. Kleine onderdelen vormen verstikkingsgevaar of kunnen schadelijk zijn wanneer deze worden ingeslikt. Bewegende onderdelen en accessoires kunnen ook fysiek gevaar opleveren. Gebruik de camera niet dichtbij ontvlambare of explosieve gassen en vloeistoffen. Dit kan brand of een schok veroorzaken. Plaats geen ontvlambare materialen in de camera en bewaar dergelijke materialen niet in de buurt van de camera. Dit kan brand of een schok veroorzaken. Stel de camera niet gedurende lange tijd aan direct zonlicht of hoge temperaturen bloot. Langdurige blootstelling aan zonlicht of extreme temperaturen kan permanente schade aan interne onderdelen van het toestel veroorzaken. Raak de camera niet met natte handen aan. Dit kan een schok veroorzaken. 1 Informatie over gezondheid en veiligheid Voorkom dat de camera of oplader wordt bedekt door kleden of kleding. Dit kan oververhitting van de camera of brand veroorzaken. Vermijd storing van pacemakers. Zorg ervoor dat deze camera uit de buurt blijft van alle pacemakers om mogelijke storing te voorkomen, zoals aanbevolen door de fabrikant en onderzoeken. Als u vermoedt dat de camera storing veroorzaakt bij een pacemaker of ander medisch apparaat, moet u de camera onmiddellijk uitschakelen en voor instructies contact op te nemen met de fabrikant van de pacemaker of het medische apparaat. Gebruik het netsnoer of de oplader niet tijdens een onweersbui. Dit kan een elektrische schok veroorzaken. Als er vloeistoffen of vreemde voorwerpen in de camera komen, moet u meteen alle voedingsbronnen, zoals de batterij of oplader, loskoppelen en vervolgens contact opnemen met een servicecenter van Samsung. Houd u aan alle regelgeving die het gebruik van camera's in bepaalde omgevingen beperkt. • Voorkom storing met andere elektronische apparatuur. • Schakel de camera uit voordat u aan boord van een vliegtuig gaat. De camera kan storing in de apparatuur van het vliegtuig veroorzaken. Houd u aan alle voorschriften van de luchtvaartmaatschappij en zet de camera uit als dit door het vliegtuigpersoneel wordt gevraagd. • Schakel de camera uit in de nabijheid van medische apparatuur. De camera kan storing veroorzaken in medische apparaten in ziekenhuizen of zorginstellingen. Volg alle voorschriften, waarschuwingsmededelingen en aanwijzingen van medisch personeel. 2 Informatie over gezondheid en veiligheid Gebruik batterijen niet voor doeleinden waarvoor de batterijen niet zijn bedoeld. Dit kan brand of een schok veroorzaken. Voorzichtig—situaties die kunnen resulteren in beschadiging van de camera of andere apparatuur Haal de batterijen uit de camera wanneer u deze voor langere tijd opbergt. Batterijen in het batterijvak kunnen na verloop van tijd gaan lekken of roesten en ernstige schade aan uw camera veroorzaken. Raak de flitser niet aan wanneer deze wordt gebruikt. De flitser wordt zeer heet en kan brandwonden veroorzaken. Gebruik uitsluitend authentieke, door de fabrikant aanbevolen lithiumionbatterijen ter vervanging. Zorg dat u de batterij niet beschadigt of verhit. Hierdoor kan brand ontstaan of persoonlijk letsel worden veroorzaakt. Als u de AC-oplader gebruikt, moet u de camera uitschakelen voor u de voedingsbron van de AC-oplader loskoppelt. Anders kunt u brand of een schok veroorzaken. Gebruik alleen door Samsung goedgekeurde batterijen, opladers, kabels en accessoires. • Niet-goedgekeurde batterijen, opladers, kabels of accessoires kunnen de camera beschadigen, letsel veroorzaken of ertoe leiden dat batterijen exploderen. • Samsung is niet aansprakelijk voor schade of letsel veroorzaakt door nietgoedgekeurde batterijen, opladers, kabels of accessoires. Laat de stekker van de oplader niet in het stopcontact zitten als u de oplader niet gebruikt. Dit kan brand of een schok veroorzaken. Gebruik voor het opladen van de batterijen geen elektriciteitssnoeren of stekkers die beschadigd zijn, of een loshangend stopcontact. Dit kan brand of een schok veroorzaken. Zorg dat de AC-oplader niet in contact komt met de plus- en minpolen van de batterij. Dit kan brand of een schok veroorzaken. 3 Informatie over gezondheid en veiligheid Laat de camera niet vallen en stel deze niet bloot aan grote schokken. Hierdoor kunnen het scherm en externe of interne onderdelen beschadigd raken. Steek het smalle uiteinde van de USB-kabel in de camera. Als u de kabel omgekeerd aansluit, kunnen de bestanden beschadigen. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor enig verlies van gegevens. Wees voorzichtig bij het aansluiten van snoeren en adapters en het plaatsen van batterijen en geheugenkaarten. Door het forceren van aansluitingen, het niet op de juiste manier aansluiten van snoeren of het niet op de juiste manier plaatsen van batterijen en geheugenkaarten kunt u poorten, aansluitingen en accessoires beschadigen. Houd kaarten met magnetische stroken uit de buurt van het camera-etui. Informatie die is opgeslagen op de kaart kan worden beschadigd of gewist. Voorkom storing met andere elektronische apparatuur. De camera zendt RF-signalen (Radio Frequency) uit die storing kunnen veroorzaken in elektronische apparatuur die niet of niet voldoende is beschermd, zoals pacemakers, gehoorapparaten, medische apparatuur en andere apparatuur thuis of in de auto. Vraag advies bij de fabrikant van uw elektronische apparatuur om mogelijke problemen met storing op te lossen. Gebruik alleen door Samsung goedgekeurde apparaten of accessoires om ongewenste storingen te voorkomen. Gebruik nooit een beschadigde oplader, batterij of geheugenkaart. Dit kan een schok, camerastoring of brand veroorzaken. Gebruik de camera in de normale gebruikspositie. Raak de interne antenne van de camera niet aan. Plaats de camera niet in of in de buurt van magnetische velden. Dit kan ervoor zorgen dat de camera niet goed meer werkt. Gegevensoverdracht en verantwoordelijkheden • Gegevens die via een WLAN worden verzonden, kunnen in verkeerde handen Gebruik de camera niet als het scherm beschadigd is. Als het glas of acrylaatonderdelen gebroken zijn, gaat u naar een servicecenter van Samsung Electronics om te camera te laten repareren. vallen, dus vermijd het verzenden van gevoelige gegevens in openbare ruimten of via open netwerken. • De fabrikant van de camera is niet aansprakelijk voor gegevensoverdracht waarmee inbreuk wordt gemaakt op auteursrechten, handelsmerken, intellectueel-eigendomsrechten of regelgeving met betrekking tot de openbare zedelijkheid. Controleer voor gebruik of de camera naar behoren functioneert. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor verlies van bestanden of schade die kan voortkomen uit defecten aan de camera of onjuist gebruik. 4 Overzicht van de gebruiksaanwijzing Copyrightinformatie Basisfuncties • Microsoft Windows en het Windows-logo zijn geregistreerde handelsmerken van Informatie over de inhoud van de doos, de onderdelen van de camera, wat de pictogrammen betekenen en algemene opnamefuncties. Microsoft Corporation. • Mac en Apple App Store zijn gedeponeerde handelsmerken van de Apple Corporation. Uitgebreide functies • Google Play Store is een gedeponeerd handelsmerk van Google, Inc. • microSD™, microSDHC™ en microSDXC™ zijn geregistreerde handelsmerken van 19 43 Hier vindt u informatie over het maken van foto's en het opnemen van video's door een modus te selecteren. SD Association. • Wi-Fi®, het Wi-Fi CERTIFIED-logo en het Wi-Fi-logo zijn geregistreerde handelsmerken van de Wi-Fi Alliance. • Handelsmerken en handelsnamen in deze gebruiksaanwijzing zijn het eigendom van de betreffende eigenaars. Opnameopties 66 Hier vindt u informatie over het instellen van de opties in de opnamemodus. Afspelen/bewerken 90 Hier vindt u informatie over hoe u foto's of video's afspeelt en u foto's bewerkt. Ook leest u hier hoe u de camera op een computer of televisie aansluit. • Cameraspecificaties of de inhoud van deze gebruiksaanwijzing kunnen bij een upgrade van camerafuncties zonder kennisgeving worden gewijzigd. • U kunt de camera het beste gebruiken in het land waar u deze hebt Draadloos netwerk aangeschaft. • Gebruik deze camera op een verantwoorde manier en leef alle wet- en regelgeving met betrekking tot het gebruik van de camera na. • Het is niet toegestaan om enig deel van deze gebruiksaanwijzing zonder vooraf gegeven toestemming te hergebruiken of verspreiden. 114 Hier wordt beschreven hoe u verbinding kunt maken met WLANnetwerken en functies kunt gebruiken. Instellingen 137 Hier vind u opties om de instellingen van uw camera te configureren. Aanvullende informatie 5 Hier vindt u informatie over foutmeldingen, specificaties en onderhoud. 144 Pictogrammen in deze gebruiksaanwijzing Modus Smart Auto Pictogram T Magisch Plus p G s i g Instellingen n Wireless Network w Programma Diafragmaprioriteit, Sluiterprioriteit, Handmatig Slimme modus Beste gezicht Symbolen in deze gebruiksaanwijzing Symbool Functie Aanvullende informatie Veiligheidsvoorschriften en waarschuwingen [] () → * Pictogrammen in de opnamemodus Deze pictogrammen worden weergegeven in de tekst wanneer een functie beschikbaar is in een bepaalde modus. Bekijk het onderstaande voorbeeld. Opmerking: de modus s Slimme modus of g Magisch Plus ondersteunen mogelijk niet functies voor alle scènes of modi. Voorbeeld: Beschikbaar in de modi Programma, Diafragmaprioriteit en Sluiterprioriteit 6 Cameraknoppen. [Ontspanknop] staat bijvoorbeeld voor de ontspanknop. Paginanummer van verwante informatie De volgorde van de opties of menu's die u moet selecteren om een stap uit te voeren, voorbeeld: selecteer Gezichtsdetectie → Normaal (betekent selecteer Gezichtsdetectie, en selecteer vervolgens Normaal). Voetnoot Uitdrukkingen in deze gebruiksaanwijzing Belichting (Helderheid) De hoeveelheid licht die de camera binnenkomt, bepaalt de belichting. De belichting kan worden aangepast met sluitertijd, diafragmawaarde en ISO-waarde. Wanneer u de belichting verandert, worden de foto's donkerder of lichter. Op de ontspanknop drukken • Druk de [Ontspanknop] half in: druk de ontspanknop tot halverwege in • Druk op de [Ontspanknop]: druk de ontspanknop helemaal in Druk de [Ontspanknop] half in Druk op de [Ontspanknop] S Normale belichting Onderwerp, achtergrond en compositie • Onderwerp: het hoofdobject van een scène, zoals een persoon, dier of stilleven • Achtergrond: de objecten rond het onderwerp • Compositie: de combinatie van onderwerp en achtergrond Achtergrond Compositie Onderwerp 7 S Overbelicht (te helder) Speciale functies van de camera De DIRECT LINK-knop gebruiken NFC-taggegevens lezen (Tag & Go) Installeer de Samsung SMART CAMERA App op een NFC-apparaat en plaats de NFCantenne van het apparaat in de buurt van de NFC-tag van de camera. De Samsung SMART CAMERA App wordt automatisch gestart. Als de app niet is geïnstalleerd, wordt er een melding weergegeven dat de app moet worden geïnstalleerd. Druk op de DIRECT LINK-knop om de ingestelde Wi-Fi-functie te activeren. Een optie voor de DIRECT LINK-knop instellen U kunt een Wi-Fi-functie selecteren die moet worden gestart wanneer u op de DIRECT LINK-knop drukt. 1 Open de Instellingen. 2 3 Open de optie voor de DIRECT LINK-knop. Selecteer een Wi-Fi-functie uit de lijst. 8 Speciale functies van de camera AutoShare gebruiken Wanneer u een foto maakt met uw camera, wordt de foto automatisch op de smartphone opgeslagen. De camera maakt draadloos verbinding met een smartphone. 1 4 Installeer Samsung SMART CAMERA App op de smartphone. Selecteer de camera in de lijst en sluit de smartphone aan op de camera. • Als een pop-upbericht wordt weergegeven op de camera, geeft u de smartphone toestemming om verbinding te maken met de camera. 2 5 Schakel de functie AutoShare in op de camera. Maak een foto. • De vastgelegde foto wordt opgeslagen op de camera en vervolgens overgedragen naar de smartphone. 3 Start Samsung SMART CAMERA App op de smartphone. 9 Speciale functies van de camera MobileLink gebruiken U kunt bestanden eenvoudig van de camera naar een smartphone verzenden. De camera kan draadloos verbinding maken met smartphones die de functie MobileLink ondersteunen. 1 4 Installeer Samsung SMART CAMERA App op de smartphone. Selecteer de camera in de lijst en sluit de smartphone aan op de camera. • Als een pop-upbericht wordt weergegeven op de camera, geeft u de smartphone toestemming om verbinding te maken met de camera. 2 Open de modus MobileLink op de camera. 5 Selecteer vanaf de smartphone of de camera de bestanden die u vanaf de camera wilt verzenden. 6 Raak op de smartphone de kopieerknop aan of selecteer Verzenden op de camera. • Als een pop-upbericht wordt weergegeven, selecteert u een optie. 3 Start Samsung SMART CAMERA App op de smartphone. 10 Speciale functies van de camera Remote Viewfinder gebruiken U kunt uw camera op afstand besturen met een smartphone. De camera maakt draadloos verbinding met een smartphone. Gebruik de smartphone als externe ontspanner met de functie Remote Viewfinder. De foto wordt weergegeven op de smartphone. 1 4 Installeer Samsung SMART CAMERA App op de smartphone. Selecteer de camera in de lijst en sluit de smartphone aan op de camera. • Als een pop-upbericht wordt weergegeven op de camera, geeft u de smartphone toestemming om verbinding te maken met de camera. 2 Open de modus Remote Viewfinder op de camera. 3 Start Samsung SMART CAMERA App op de smartphone. 11 5 Raak aan en houd het vast om scherp te stellen, en laat vervolgens los om een foto te maken. 6 Raak de miniatuur aan om de foto weer te geven. Speciale functies van de camera Opnamevoorbeelden - Macro 1 Selecteer de macro-optie ( 2 Maak een foto. U kunt close-ups van een onderwerp vastleggen, of kleine onderwerpen zoals bloemen of insecten. De voorbeeldafbeelding kan afwijken van de werkelijke foto die u vastlegt. 12 ). Algemene problemen oplossen Hier vindt u informatie waarmee u algemene problemen kunt oplossen door opnameopties in te stellen. De ogen van het onderwerp zijn rood. Dit wordt veroorzaakt door een reflectie van de flitser van de camera. Stel de flitseroptie in op Foto's bevatten stofvlekken. Als u de flitser gebruikt, worden stofdeeltjes in de lucht mogelijk vastgelegd op foto's. • Schakel de flitser uit of neem geen foto's op stoffige plaatsen. • Pas de ISO-waarde aan. (p. 72) Foto's zijn onscherp. Vervaging kan optreden als u foto's maakt in slecht licht of de camera niet goed vasthoudt. Gebruik de functie OIS of druk de ontspanknop [Ontspanknop] half in om ervoor te zorgen dat de camera op het onderwerp scherpstelt. (p. 41) Bij nachtopnamen zijn foto's onscherp. Om meer licht binnen te laten, gebruikt de camera een langere sluitertijd. Hierdoor kan het moeilijk worden om de camera lang genoeg stabiel te houden om een duidelijke foto vast te leggen en kan de camera gaan trillen. • Selecteer Opname bij weinig licht in s Slimme modus. (p. 51) • Schakel de flitser in. (p. 70) • Pas de ISO-waarde aan. (p. 72) • Gebruik een statief om te voorkomen dat de camera beweegt. Als de lichtbron zich achter het onderwerp bevindt of als er een groot contrast is tussen de lichte en donkere gebieden, kan het onderwerp te donker worden. • Maak geen opname tegen de zon in. • Stel de flitseroptie in op Invulflits. (p. 70) • Pas de belichting aan. (p. 80) • Stel de optie Automatische contrastverbetering (ACB) in. (p. 81) • Stel de lichtmeting in op Spot als het onderwerp in het midden van het kader staat. (p. 81) Het onderwerp is te donker door tegenlicht. 13 Rode ogen. (p. 69) Beknopt overzicht Foto's van mensen maken • • • • • s Smart modus > Gezichtscorrectie f 51 i Modus Beste gezicht f 54 Rode ogen f 69 Gezichtsdetectie/Zelfportret f 78 Smile shot f 79 's Nachts of in het donker foto's maken • s Smart modus > Zon onder, Silhouet, Vuurwerk, De belichting aanpassen (helderheid) • s Smart modus > Rijke toon f 51 • ISO-waarde (om gevoeligheid voor licht aan te passen) • EV (om belichting aan te passen) f 80 • ACB (compenseren voor onderwerpen tegen heldere achtergronden) f 81 • Lichtmeting f 81 • AE BKT (3 foto's maken van dezelfde scène met verschillende belichtingen) f 86 Lichtspoor, Opname bij weinig licht f 51 Actiefoto's maken • Modus Sluiterprioriteit f 49 • s Smart modus > Actie-opname, Continuopname f 51 • Continu f 85 Foto's van tekst, insecten en bloemen maken • s Smart modus > Macro f 51 • Macro f 73 • g Modus Magisch Plus > Filmfilter f 59 Bewegingsonscherpte voorkomen f 72 • Flitseropties f 70 • ISO-waarde (om gevoeligheid voor licht aan te passen) f 72 Effecten toepassen op video's Foto's van de omgeving maken • s Smart modus > Landschap, Waterval f 51 • s Smart modus > Panorama f 52 Effecten toepassen op foto's • • • • • • g Modus Magisch Plus > Mijn Magisch kader f 55 g Modus Magisch Plus > Foto in beweging f 57 g Modus Magisch Plus > Fotofilter f 58 g Modus Magisch Plus > Effect Artist f 60 g Modus Magisch Plus > Kleurenkwastf 62 Beeld aanpassen (om Scherpte, Contrast, of Kleurverzadiging aan te passen) f 87 14 • Optische beeldstabilisatie (OIS) f 40 Bestanden overdragen en delen • Foto's of video's verzenden naar een smartphone f 121 • Foto's of video's via e-mail verzenden f 131 • Services voor het delen van foto's of video's gebruiken f 132 • Foto's uploaden naar online opslag of geregistreerde apparaten f 134 • • • • • • • • • • • Bestanden weergeven als miniaturen f 93 Bestanden weergeven op categorie f 93 Alle bestanden in het geheugen verwijderen f 95 Bestanden weergeven als diashow f 97 Bestanden weergeven op een tv f 104 Uw camera aansluiten op een computer f 105 Geluid en volume aanpassen f 139 Helderheid van het display aanpassen f 140 De taal van het display aanpassen f 141 De datum en tijd instellen f 141 Voordat u contact opneemt met een servicecenter f 155 Inhoud Basisfuncties ..................................................................................................................... 19 Uitgebreide functies ..................................................................................................... 43 Uitpakken .................................................................................................................... 20 De Smart Auto-modus gebruiken ...................................................................... 44 Indeling van de camera .......................................................................................... 21 De Programmamodus gebruiken ...................................................................... 46 De DIRECT LINK-knop gebruiken ......................................................................... 23 De modus Diafragmaprioriteit, Sluiterprioriteit of Handmatig gebruiken .................................................................................................................... 47 De batterij en geheugenkaart plaatsen ........................................................... 24 De batterij opladen ................................................................................................ 25 De camera inschakelen ......................................................................................... 25 De modus Diafragmaprioriteit gebruiken .......................................................... 48 De modus Sluiterprioriteit gebruiken ................................................................. 49 De Handmatige modus gebruiken ...................................................................... 50 De eerste instellingen uitvoeren ........................................................................ 26 De Smart-modus gebruiken ................................................................................. 51 De batterij opladen en de camera inschakelen ............................................. 25 De modus Panorama gebruiken .......................................................................... 52 Uitleg over de pictogrammen ............................................................................. 28 De modus Beste gezicht gebruiken ................................................................... 54 Modus selecteren ..................................................................................................... 29 De modus Magisch Plus gebruiken ................................................................... 55 Pictogrammen op het modusscherm ................................................................. 29 De modus Mijn Magisch kader gebruiken ......................................................... De modus Foto in beweging gebruiken ............................................................ De Fotofiltermodus gebruiken ............................................................................. De Filmfiltermodus gebruiken ............................................................................. De modus Effect Artist gebruiken ....................................................................... De modus Kleurenkwast gebruiken .................................................................... Foto's bewerken .................................................................................................... Opties of menu's selecteren ................................................................................. 31 Selecteren met knoppen ...................................................................................... 31 Selecteren door aanraken ..................................................................................... 32 Smart Panel gebruiken .......................................................................................... 34 Het scherm en geluid instellen ............................................................................ 35 Het schermtype instellen ...................................................................................... 35 Het geluid instellen ................................................................................................ 36 55 57 58 59 60 62 63 Een video opnemen ................................................................................................ 64 Foto's maken .............................................................................................................. 37 Een video opnemen met de functie Intelligente scènedetectie .................... 65 Zoomen .................................................................................................................... 38 Bewegingsonscherpte voorkomen (OIS) ........................................................... 40 Tips om betere foto's te maken ........................................................................... 41 15 Inhoud Gezichtsdetectie gebruiken ................................................................................. 78 Opnameopties ................................................................................................................. 66 Gezichten detecteren ............................................................................................ Een zelfportret maken ........................................................................................... Een foto van een lachend gezicht maken met Smile Shot .............................. Tips voor gezichtsdetectie .................................................................................... De resolutie en beeldkwaliteit selecteren ....................................................... 67 De resolutie selecteren .......................................................................................... 67 Een fotokwaliteit selecteren ................................................................................. 68 Opnamen in het donker maken .......................................................................... 69 Rode ogen voorkomen ......................................................................................... De flitser gebruiken ................................................................................................ Een flitseroptie instellen ........................................................................................ De ISO-waarde aanpassen .................................................................................... Helderheid en kleur aanpassen .......................................................................... 80 69 69 70 72 De belichting handmatig aanpassen (EV) .......................................................... Compenseren voor tegenlicht (ACB) .................................................................. De optie voor lichtmeting wijzigen ..................................................................... Een instelling voor Witbalans selecteren ............................................................ De scherpstelling van de camera aanpassen ................................................. 73 Macro gebruiken .................................................................................................... Autofocus gebruiken ............................................................................................. Het scherpstelgebied aanpassen ........................................................................ De scherpstelafstand aanpassen via aanraken ................................................. 78 78 79 79 80 81 81 82 Serieopnamen ........................................................................................................... 85 73 73 75 75 Continu foto's maken ............................................................................................ 85 Timer gebruiken ..................................................................................................... 86 Foto's met de bracketfunctie maken .................................................................. 86 Afbeeldingen aanpassen ....................................................................................... 87 Het geluid van de zoom instellen ....................................................................... 88 Foto's vastleggen terwijl u een video opneemt ............................................ 89 16 Inhoud Afspelen/bewerken ....................................................................................................... 90 Draadloos netwerk ...................................................................................................... 114 Foto's of video's weergeven in de afspeelmodus ......................................... 91 Verbinding maken met een WLAN en netwerkinstellingen configureren ............................................................................................................. 115 De afspeelmodus starten ...................................................................................... 91 Foto's weergeven ................................................................................................... 96 Een video afspelen ................................................................................................. 98 Verbinding maken met een WLAN .................................................................... De aanmeldingsbrowser gebruiken ................................................................. Tips over netwerkverbinding ............................................................................. Tekst ingeven ........................................................................................................ Foto's bewerken ........................................................................................................ 99 Het formaat van foto's wijzigen ........................................................................... 99 Een foto draaien ..................................................................................................... 99 Een foto bijsnijden ............................................................................................... 100 Effecten van Intelligent filter toepassen ........................................................... 100 Donkere onderwerpen, de helderheid, het contrast of de kleurverzadiging aanpassen .............................................................................. 101 Portretfoto's aanpassen ...................................................................................... 102 115 116 117 118 De NFC-functie gebruiken (Tag & Go) ............................................................ 119 NFC-functies gebruiken in de opnamemodus ................................................ 119 NFC-functies gebruiken in de afspeelmodus (Photo Beam) ......................... 119 NFC-functies gebruiken in de Wi-Fi-modus ..................................................... 119 Bestanden automatisch opslaan op een smartphone ............................. 120 Foto's of video's verzenden naar een smartphone .................................... 121 Een video bewerken .............................................................................................. 103 Een smartphone gebruiken als externe ontspanknop ............................ 123 Een video bijsnijden ............................................................................................. 103 Afzonderlijke beelden uit een video opslaan .................................................. 103 De Baby Monitor gebruiken ............................................................................... 125 Het geluidniveau aanpassen voor alarmactivering ........................................ 126 Bestanden op een tv weergeven ...................................................................... 104 Automatische back-up gebruiken om foto's of video's te verzenden ................................................................................................................. 127 Bestanden naar een computer overbrengen ............................................... 105 Bestanden naar een Windows-computer overbrengen ................................ 105 Bestanden naar een Mac-computer overbrengen ......................................... 106 Het programma voor Automatische back-up installeren op uw pc ............ 127 Foto's of video's verzenden naar een pc ........................................................... 127 Programma's op de computer gebruiken ..................................................... 108 Foto's of video's via e-mail verzenden ............................................................ 129 i-Launcher installeren .......................................................................................... 108 i-Launcher gebruiken .......................................................................................... 109 E-mailinstellingen wijzigen ................................................................................. 129 Foto's of video's via e-mail verzenden .............................................................. 131 17 Inhoud Services voor het delen van foto's of video's gebruiken ......................... 132 Aanvullende informatie ............................................................................................ 144 Een service voor delen gebruiken ..................................................................... 132 Foto's of video's uploaden .................................................................................. 132 Foutmeldingen ........................................................................................................ 145 Cameraonderhoud ................................................................................................ 146 Bestanden verzenden met Samsung Link .................................................... 134 De camera reinigen .............................................................................................. De camera gebruiken of opbergen ................................................................... Geheugenkaarten ................................................................................................ De batterij .............................................................................................................. Foto's uploaden naar een online opslag of geregistreerde apparaten ....... 134 Foto's of video's weergeven op apparaten die Samsung Link ondersteunen ....................................................................................................... 135 146 147 148 151 Instellingen ..................................................................................................................... 137 Voordat u contact opneemt met een servicecenter .................................. 155 Instellingenmenu ................................................................................................... 138 Cameraspecificaties ............................................................................................... 158 Het instellingenmenu openen ........................................................................... Geluid ..................................................................................................................... Display .................................................................................................................... Connectiviteit ........................................................................................................ Algemeen .............................................................................................................. Woordenlijst ............................................................................................................. 162 138 139 139 140 141 Index ........................................................................................................................... 167 18 Basisfuncties Informatie over de inhoud van de doos, de onderdelen van de camera, wat de pictogrammen betekenen en algemene opnamefuncties. Uitpakken ………………………………………… 20 Indeling van de camera ………………………… 21 De DIRECT LINK-knop gebruiken ……………… 23 Opties of menu's selecteren …………………… 31 Selecteren met knoppen ……………………… 31 Selecteren door aanraken ……………………… 32 Smart Panel gebruiken ………………………… 34 De batterij en geheugenkaart plaatsen ……… 24 De batterij opladen en de camera inschakelen ……………………………………… 25 Het scherm en geluid instellen ………………… 35 De batterij opladen …………………………… 25 De camera inschakelen ………………………… 25 Foto's maken …………………………………… 37 De eerste instellingen uitvoeren ……………… 26 Uitleg over de pictogrammen ………………… 28 Modus selecteren ……………………………… 29 Pictogrammen op het modusscherm ………… 29 Het schermtype instellen ……………………… 35 Het geluid instellen …………………………… 36 Zoomen ………………………………………… 38 Bewegingsonscherpte voorkomen (OIS) ……… 40 Tips om betere foto's te maken ………………… 41 Uitpakken De productverpakking bevat de volgende onderdelen. Optionele accessoires Camera Oplaadbare batterij AC-adapter/USB-kabel Camera-etui A/V-kabel Batterijoplader Geheugenkaart/ Geheugenkaartadapter Polslus Snelstartgids • De afbeeldingen kunnen enigszins afwijken van de onderdelen die bij uw product zijn geleverd. • Afhankelijk van het model kunnen er verschillende items in de doos zitten. • U kunt optionele accessoires aanschaffen bij een wederverkoper of een servicecenter van Samsung. Samsung is niet verantwoordelijk voor problemen die door het gebruik van niet-goedgekeurde accessoires ontstaan. Basisfuncties 20 Indeling van de camera Zorg dat u vertrouwd bent met de diverse onderdelen en functies van de camera voordat u begint. Ontspanknop Microfoon Flitser* Modusdraaiknop (p. 29) * Als u de flitser niet gebruikt, moet u deze sluiten om schade aan de flitser te voorkomen. Als u de flitser met kracht opent, kunt u de camera beschadigen. Power-knop Interne antenne* AF-hulplampje/Timerlampje * Vermijd contact met de interne antenne tijdens het gebruik van het draadloze netwerk. Lens USB- en A/V-aansluiting Voor aansluiting van USB-kabel en A/V-kabel. Luidspreker De polslus bevestigen Statiefbevestigingspunt x Batterijklep Een geheugenkaart en batterij plaatsen. Basisfuncties 21 y Indeling van de camera DIRECT LINK-knop Een vooraf ingestelde Wi-Fi-functie starten. Zoomknop • In de opnamemodus: in- en uitzoomen. • In de afspeelmodus: inzoomen op een deel van de foto, bestanden als miniaturen weergeven of het volume aanpassen. NFC-tag Een NFC-functie starten door een tag te lezen op een apparaat met NFCfunctionaliteit. (p. 119) NFC Pop-upknop voor flitser Scherm Knoppen (p. 23) Basisfuncties 22 Statuslampje • Knippert: wanneer de camera een foto of video opslaat, wordt gelezen door een computer of printer, als het beeld onscherp is of als er een probleem is met het opladen van de batterij, wanneer de camera verbinding maakt met WLAN of een foto verzendt. • Licht op: wanneer de camera is aangesloten op een computer, wanneer de batterij wordt opgeladen of wanneer het beeld is scherpgesteld. Indeling van de camera Knoppen Knop De DIRECT LINK-knop gebruiken Beschrijving U kunt de Wi-Fi-functie gemakkelijk inschakelen met [DIRECT LINK]. Druk op [DIRECT LINK] om de Wi-Fi-functie te activeren die u hebt ingesteld. Druk nogmaals op [DIRECT LINK] om terug te gaan naar de vorige modus. Het opnemen van een video starten. Opties of menu's openen. Terug gaan. D c F t Basisfuncties De schermoptie wijzigen. Overige functies Omhoog De macro-optie wijzigen. De flitseroptie wijzigen. De timer- en serieoptie wijzigen. Omlaag Naar links Naar rechts De gemarkeerde optie of het gemarkeerde menu bevestigen. De afspeelmodus openen. • Smart Panel openen in de opnamemodus. • Bestanden verwijderen in de afspeelmodus. Een optie voor de DIRECT LINK-knop instellen U kunt een Wi-Fi-functie selecteren die moet worden gestart wanneer u op [DIRECT LINK] drukt. 1 2 3 Basisfuncties 23 Draai de modusdraaiknop naar n. Selecteer Algemeen → DIRECT LINK (Wi-Fi-knop). Selecteer een Wi-Fi-functie. (p. 142) De batterij en geheugenkaart plaatsen Hier vindt u informatie over het in de camera plaatsen van de batterij en een optionele geheugenkaart. De batterij en geheugenkaart verwijderen Batterijvergrendeling Schuif de vergrendeling omlaag om de batterij los te maken. Oplaadbare batterij Zorg dat bij het plaatsen van een geheugenkaart de goudkleurige contactpunten omhoog zijn gericht. Plaats de batterij met het Samsunglogo naar boven. Duw voorzichtig tegen de kaart totdat deze uit de camera loskomt en trek de kaart vervolgens uit de sleuf. Geheugenkaart U kunt het interne geheugen gebruiken voor tijdelijke opslag als er geen geheugenkaart is geplaatst. Basisfuncties 24 De batterij opladen en de camera inschakelen De batterij opladen De camera inschakelen Voordat u de camera voor het eerst gaat gebruiken, moet de batterij volledig worden opgeladen. Sluit het kleine uiteinde van de USB-kabel aan op de camera en sluit het andere uiteinde van de USB-kabel aan op de AC-adapter. Druk op [X] om de camera in- of uit te schakelen. • Het scherm voor de eerste instellingen verschijnt wanneer u de camera voor het eerst inschakelt. (p. 26) De camera inschakelen in de afspeelmodus Statuslampje • Rode lampje brandt: opladen • Rode lampje uit: volledig opgeladen • Rode lampje knippert: fout Druk op [P]. De camera wordt ingeschakeld en gaat direct naar de afspeelmodus. Gebruik alleen de AC-adapter en de USB-kabel die bij de camera zijn geleverd. Als u een andere AC-adapter (zoals SAC-48) gebruikt, is het mogelijk dat de batterij van de camera niet kan worden opgeladen of niet correct werkt. Basisfuncties 25 De eerste instellingen uitvoeren Wanneer u de camera voor het eerst inschakelt, wordt het scherm voor de eerste installatie weergegeven. Volg de onderstaande stappen om de basisinstellingen van de camera te configureren. De taal is vooraf ingesteld voor het land of de regio waarin de camera wordt verkocht. U kunt de taal naar wens wijzigen. U kunt ook een item selecteren door het op het scherm aan te raken. 1 Druk op [c] om Tijdzone te selecteren en druk vervolgens op [t] of [o]. 2 Druk op [D/c] om Thuis te selecteren en druk op [o]. 5 Datum/tijd aanpassen • Als u naar een ander land gaat, selecteert u Bezoek en selecteert u een nieuwe tijdzone. 3 Druk op [c] om Datum/tijd aanpassen te selecteren en druk vervolgens op [t] of [o]. Maand Dag Jaar Uur Min. Zomertijd Druk op [D/c] om een tijdzone te selecteren en druk vervolgens op [o]. Tijdzone Annuleren [GMT +00:00] Londen • Het scherm kan afwijken, afhankelijk van de geselecteerde taal. [GMT +01:00] Rome, Parijs, Berlijn [GMT +02:00] Athene, Helsinki [GMT +03:00] Moskou Terug 4 Instellen 6 7 Instellen Druk op [b]. Basisfuncties 26 Druk op [F/t] om een item te selecteren. Druk op [D/c] om de datum, tijd en zomertijd in te stellen en druk op [o]. De eerste instellingen uitvoeren 8 Druk op [c] om Datumtype te selecteren en druk vervolgens op [t] of [o]. 9 Druk op [D/c] om een datumtype te selecteren en druk vervolgens op [o]. 10 Druk op [c] om een Type tijd te selecteren en druk vervolgens op [t] of [o]. 11 Druk op [D/c] om een type tijd te selecteren en druk vervolgens op [o]. 12 Druk op [b] om de eerste configuratie te voltooien. Basisfuncties 27 Uitleg over de pictogrammen Welke pictogrammen worden weergegeven op het scherm van de camera, is afhankelijk van de geselecteerde modus en de ingestelde opties. Als u een opnameoptie wijzigt, knippert het bijbehorende symbool korte tijd geel. 1 2 Beschrijving Symbool Beschrijving Resterend aantal foto's Framesnelheid (per seconde) Geheugenkaart geplaatst Sound Alive Aan • • • • Intelli-zoom aan : volledig opgeladen : gedeeltelijk opgeladen : leeg (opladen) : opladen (aangesloten op de lader) Optische beeldstabilisatie (OIS) Lichtmeting Optie voor serieopnamen Autofocuskader Timer Bewegingsonscherpte Witbalans Zoomindicator Micro-aanpassing van witbalans Beschrijving Fotoresolutie als de intelligente zoomfunctie is ingeschakeld Beeldaanpassing (contrast, scherpte en kleurverzadiging) Opnamemodus Zoomverhouding Scherpstelgebied Diafragmawaarde Histogram (p. 35) Scherpsteloptie 3 1 Opnamegegevens Symbool Symbool Sluitertijd Huidige opnameduur/ beschikbare opnameduur 2 Opname-instelling Symbool Beschrijving Belichtingswaarde ISO-waarde Huidige datum Huidige tijd Continu automatisch scherpstellen geactiveerd Flitser Flitserintensiteit aanpassen Fotoresolutie Videoresolutie Basisfuncties 28 Gezichtsdetectie 3 Opnameoptie (aanraken) Symbool Beschrijving AutoShare aan Aanraak AF-optie Opnameopties Smart Panel openen Modus selecteren Selecteer een opnamemodus of -functie met de modusdraaiknop. Draai de modusdraaiknop naar de gewenste modus. In sommige modi kunt u ook een symbool selecteren in het scherm Modus. 1 Mijn jn n Magisch Foto in Fotofilter kad weging kader beweging Pictogrammen op het modusscherm Symbool Beschrijving Smart Auto: een foto maken met een Scènemodus die automatisch T door de camera is geselecteerd. (p. 44) Filmfilter p 2 Effect Kleurenkwast Fotoeditor Artist Ÿ Voorbeeld: wanneer u Mijn Magisch kader selecteert in de modus Magisch Plus. Nr. 1 Beschrijving Huidig modusvenster • Draai de modusdraaiknop om naar een ander modusscherm te gaan. 2 Moduspictogrammen • Druk op [D/c/F/t] om naar een gewenste modus te scrollen en druk op [o] om de modus te openen. • Raak een pictogram aan om een modus of functie weer te geven. G Basisfuncties 29 s i Programma: een foto maken met instellingen die u handmatig hebt aangepast. (p. 46) Diafragmaprioriteit: de diafragmawaarde handmatig instellen. De camera selecteert automatisch de geschikte sluitertijd. (p. 48) Sluiterprioriteit: de sluitertijd handmatig instellen. De camera selecteert automatisch de geschikte diafragmawaarde. (p. 49) Handmatig: de diafragmawaarde en de sluitertijd handmatig instellen. (p. 50) Slimme modus: een foto maken met vooraf ingestelde opties voor een specifieke scène. (p. 51) Beste gezicht: meerdere foto's vastleggen en gezichten vervangen om het beste beeld mogelijk te maken. (p. 54) Modus selecteren Symbool Beschrijving g n Symbool Beschrijving Mijn Magisch kader: een foto maken en een gedeelte selecteren dat u transparant wilt maken. Vervolgens kunt u een nieuwe foto maken die in het transparante gedeelte verschijnt. (p. 55) Foto in beweging: een serie foto's maken en combineren en vervolgens een gebied selecteren om een GIF-animatie te maken. (p. 57) Fotofilter: een foto maken met verschillende filtereffecten. (p. 58) Filmfilter: een video opnemen met verschillende filtereffecten. (p. 59) Effect Artist: een foto maken met verschillenden filters of textuureffecten en vervolgens kwast- of peneffecten toevoegen. (p. 60) Kleurenkwast: een foto maken met filtereffecten en vervolgens een gedeelte helderder of kleuriger maken door een streep erop te tekenen. (p. 62) Foto-editor: foto's bewerken met verschillende effecten. (p. 99) w Instellingen: instellingen aanpassen aan uw voorkeuren. (p. 137) Basisfuncties 30 MobileLink: foto's of video's verzenden naar een smartphone. (p. 121) Remote Viewfinder: een smartphone gebruiken als externe ontspanknop en een voorbeeld op uw smartphone weergeven van een afbeelding op uw camera. (p. 123) Baby Monitor: de camera aansluiten op een smartphone een locatie in de gaten houden. (p. 125) Automatische back-up: foto's of video's die u met de camera hebt opgenomen, draadloos verzenden naar een pc. (p. 127) E-mail: foto's of video's die op de camera zijn opgeslagen, verzenden via e-mail. (p. 129) SNS en cloud: foto's of video's uploaden naar services voor het delen van bestanden. (p. 132) Samsung Link: bestanden uploaden naar de Samsung Link online opslag of naar geregistreerde apparaten, of bestanden weergeven op andere apparaten die Samsung Link ondersteunen. (p. 134) Opties of menu's selecteren Druk op [m] of [ /f] om een optie of menu te selecteren. U kunt ook het scherm aanraken om een optie of een menu te selecteren. Voorbeeld: een witbalansoptie selecteren in de Programmamodus: Selecteren met knoppen Druk op [m] en druk vervolgens op [D/c/F/t] of [o] om een optie of een menu te selecteren. 1 2 1 Draai de modusdraaiknop naar p. 2 Druk op [m]. Druk in de opname- of afspeelmodus op [m]. Scrol naar een optie of menu. • Druk op [D] of [c] om omhoog of omlaag te gaan. • Druk op [F] of [t] om naar links of rechts te gaan. EV Witbalans 3 Druk op [o] om de gemarkeerde optie of het gemarkeerde menu te bevestigen. ISO Flitser Scherpstelling Druk op [b] om terug te gaan naar het vorige menu. Druk de [Ontspanknop] half in om terug te gaan naar de opnamemodus. Afsluiten Basisfuncties 31 Selecteren Opties of menu's selecteren 3 Druk op [D/c] om Witbalans te selecteren en druk op [t] of [o]. EV Selecteren door aanraken Raak aan op het scherm, sleep de lijst met opties omhoog of omlaag en raak vervolgens een optie aan om deze te selecteren. 1 2 Witbalans ISO Druk in de opname- of afspeelmodus Sleep de optielijst omhoog of omlaag en raak vervolgens een optie aan. Flitser ACB Scherpstelling Afsluiten Lichtmeting Selecteren Station/timer 4 Druk op [F/t] om een optie te selecteren. AE BKT instellen Beeld aanpassen Witbalans : Daglicht Afsluiten Terug 5 Aanpassen Druk op [o] om de instellingen op te slaan. Basisfuncties 32 aan op het scherm. Selecteren Opties of menu's selecteren Aanraakgebaren leren • Wanneer u het scherm aanraakt of over het scherm sleept met de schermpen, kunnen er verkleuringen optreden. Dit is geen defect, maar een eigenschap van het aanraakscherm. De verkleuring is minimaal als u bij deze handelingen het scherm slechts licht aanraakt. • Als u de camera gebruikt in zeer vochtige omgevingen, werkt het aanraakscherm mogelijk niet correct. • Als u beschermfolie of ander accessoires aanbrengt op het aanraakscherm, werkt het scherm mogelijk niet correct. • Afhankelijk van de kijkhoek kan het scherm donker lijken. Pas de helderheid of de kijkhoek aan om de resolutie te verbeteren. Raak het scherm niet aan met scherpe voorwerpen, zoals pennen en potloden. Anders kunt u het scherm beschadigen. Slepen: raak een gedeelte van het scherm aan en sleep vervolgens met uw vinger. Aanraken: raak een pictogram aan om een menu of optie te selecteren. Vegen: veeg voorzichtig met uw vinger over het scherm. Basisfuncties 33 Opties of menu's selecteren 4 Smart Panel gebruiken Druk op [ /f] of raak aan op het scherm om een optie of menu te selecteren. Sommige opties zijn niet beschikbaar afhankelijk van het menu dat u selecteert. Voorbeeld: een witbalansoptie selecteren in de Programmamodus: 1 Draai de modusdraaiknop naar p. 2 3 Druk op [ /f] of raak Witbalans : Auto witbalans 0.7 0.3 0.3 Afsluiten • Voor sommige opties kunt u rechtstreeks een optie selecteren door de [Zoomknop] naar links of rechts te draaien zonder te hoeven drukken op [o]. 5 Druk op [F/t] om een witbalansoptie te selecteren. Witbalans : Daglicht aan op het scherm. Druk op [D/c/F/t] om naar Druk op [o]. te scrollen. Terug 6 0.7 Aanpassen Basisfuncties 34 Aanpassen Druk op [o] om de instellingen op te slaan. Het scherm en geluid instellen Hier vindt u informatie over hoe u de basisinstellingen van het scherm en het geluid kunt aanpassen. Over histogrammen Het schermtype instellen U kunt een type weergave selecteren voor de opname- of afspeelmodus. Elk type geeft andere opname- of afspeelgegevens weer. Bekijk de onderstaande tabel. Een histogram is een grafiek die illustreert hoe het licht is verdeeld in uw foto. Als het histogram een hoge piek aan de linkerkant heeft, is de foto onderbelicht en wordt deze donker weergegeven. Een piek aan de rechterkant van de grafiek betekent dat de foto overbelicht is en te helder wordt weergegeven. De hoogte van de pieken houdt verband met de kleurgegevens. Hoe meer van een bepaalde kleur, hoe hoger de piek. S Onderbelicht Druk herhaaldelijk op [D] om het schermtype te wijzigen. Modus Opnemen Afspelen Type weergave Alle informatie over opnameopties verbergen. Alle informatie over opnameopties weergeven. Alle informatie over opnameopties en een histogram weergeven. • • • • • Informatie weergeven behalve opnameopties en histogram. Alle informatie over het huidige bestand weergeven. Basisfuncties 35 S Goed belicht S Overbelicht Het scherm en geluid instellen De weergave van opties instellen Het geluid instellen In sommige modi kunt u de weergave van opties uitschakelen of inschakelen. Schakel het geluid in of uit dat de camera maakt wanneer u functies uitvoert. Druk meerdere malen op [o]. 1 2 3 • De optieweergave uitschakelen. • De optieweergave inschakelen. Draai de modusdraaiknop naar n. Selecteer Geluid → Piepjes. Selecteer een optie. Optie Optieweergave OK: Scherm uit â–² Bijvoorbeeld in de modus Fotofilter Basisfuncties 36 Uit Beschrijving De camera laat geen geluiden horen. Aan De camera laat geluiden horen. Foto's maken Hier vindt u informatie over hoe u snel en eenvoudig foto's kunt maken in de modus Smart Auto. 1 Draai de modusdraaiknop naar T. 2 Plaats het onderwerp in het kader. 3 Druk de [Ontspanknop] half in om scherp te stellen. 4 5 Druk de [Ontspanknop] volledig in om een foto te maken. 6 Druk op [P] om terug te gaan naar de opnamemodus. • Een groen kader betekent dat het onderwerp scherp in beeld is. • Een rood kader betekent dat het onderwerp niet scherp in beeld is. Druk op [P] om de gemaakte foto weer te geven. • Als u de foto wilt verwijderen, drukt u op [ /f] en selecteert u Ja. Zie pagina 41 voor tips om betere foto's te maken. Basisfuncties 37 Foto's maken Digitale zoom Zoomen pAhM De digitale zoomfunctie wordt standaard ondersteund in de opnamemodus. Als u inzoomt op een onderwerp in de opnamemodus en de zoomaanduiding bevindt zich in het digitale bereik, gebruikt de camera de digitale zoomfunctie. U kunt tot 105 keer inzoomen als u zowel de optische zoomfunctie (21X) als de digitale zoomfunctie (5X) gebruikt. U kunt close-upfoto's maken door in te zoomen. Optisch bereik Zoomindicator Zoomverhouding Uitzoomen Digitaal bereik Inzoomen Als u een foto maakt met de digitale zoomfunctie, kan de fotokwaliteit lager zijn dan normaal. Wanneer u de zoomknop draait, kan de zoomverhouding op het scherm ongelijk worden gewijzigd. Basisfuncties 38 Foto's maken Intelligent zoomen TpAhM Intelligent zoomen instellen Als de zoomindicator zich in het bereik voor intelligent zoomen bevindt, gebruikt de camera de intelligente zoomfunctie. De resolutie van de foto verschilt afhankelijk van de zoomverhouding als u de intelligente zoomfunctie gebruikt. U kunt tot 42 keer inzoomen als u zowel de optische als de intelligente zoomfunctie gebruikt. Optisch bereik 1 2 3 Fotoresolutie als de intelligente zoomfunctie is ingeschakeld Zoomindicator Bereik intelligent zoomen • Met de intelligente zoomfunctie kunt u foto's maken met minder kwaliteitsverlies dan met de digitale zoomfunctie. De fotokwaliteit kan echter wel minder zijn dan bij gebruik van de optische zoomfunctie. • De intelligente zoomfunctie is alleen beschikbaar als u de 4:3-beeldverhouding instelt. Als u een andere beeldverhouding instelt terwijl de intelligente zoomfunctie is ingeschakeld, wordt de intelligente zoomfunctie automatisch uitgeschakeld. • De intelligente zoomfunctie is altijd ingeschakeld in de modus Smart Auto. Basisfuncties 39 Druk in de opnamemodus op [m]. Selecteer Intelli-zoom. Selecteer een optie. Symbool Beschrijving Uit: de intelligente zoomfunctie is uitgeschakeld. Aan: de intelligente zoomfunctie is ingeschakeld. Foto's maken Bewegingsonscherpte voorkomen (OIS) pAhM • In de volgende omstandigheden werkt OIS mogelijk niet goed: - wanneer u de camera beweegt om een bewegend onderwerp te volgen. - wanneer u de digitale zoomfunctie gebruikt. - wanneer de camera te veel trilt. - wanneer u een langzame sluitertijd gebruikt (bijvoorbeeld voor In de opnamemodus kunt u de bewegingsonscherpte optisch beperken. nachtopnamen). - wanneer de batterij bijna leeg is. - wanneer u een close-upfoto maakt. • Als u de OIS-functie met een statief gebruikt, kunnen de foto's onscherp worden S Vóór correctie 1 2 3 door de trilling van de OIS-sensor. Schakel de OIS-functie uit wanneer u een statief gebruikt. • Als de camera valt of een schok krijgt, wordt het scherm wazig. Als dit gebeurt, moet u de camera uitschakelen en weer inschakelen. S Na correctie Druk in de opnamemodus op [m]. Selecteer OIS. Selecteer een optie. Symbool Beschrijving Uit: OIS is uitgeschakeld. Aan: OIS is ingeschakeld. Basisfuncties 40 Tips om betere foto's te maken De camera op de juiste manier vasthouden Bewegingsonscherpte voorkomen Zorg ervoor dat niets de lens, flitser of microfoon blokkeert. Stel de OIS-optie (Optische beeldstabilisatie) in om de bewegingsonscherpte optisch te reduceren. (p. 40) Als De ontspanknop half indrukken wordt weergegeven Druk de [Ontspanknop] half in en pas de scherpstelling aan. De camera past de scherpstellingen en belichting automatisch aan. Bewegingsonscherpte De camera stelt de diafragmawaarde en sluitertijd automatisch in. Scherpstelkader • Druk de [Ontspanknop] volledig in om een foto te maken als het scherpstelkader groen is. Zorg dat bij opnamen in het donker de flitseroptie niet is ingesteld op Langz sync of Uit. Het diafragma blijft langer open en het kan moeilijk zijn om de camera lang genoeg stabiel te houden om een scherpe foto te maken. • Gebruik een statief of stel de flitser in op Invulflits. (p. 70) • Pas de ISO-waarde aan. (p. 72) • Pas de compositie aan en druk de [Ontspanknop] nogmaals half in als het scherpstelkader rood is. Basisfuncties 41 Voorkomen dat het onderwerp niet scherp is In de volgende gevallen kan het moeilijk zijn om scherp te stellen op het onderwerp: - er is weinig contrast tussen het onderwerp en de achtergrond (als het onderwerp bijvoorbeeld kleren draagt met kleuren die lijken op de achtergrondkleur). - de lichtbron achter het onderwerp is te fel. - het onderwerp glanst of weerspiegelt. - het onderwerp heeft horizontale patronen, zoals bij jaloezieën het geval is. - het onderwerp bevindt zich niet in het midden van het kader. • Als u foto's maakt bij weinig licht Schakel de flitser in. (p. 70) • Als onderwerpen snel bewegen Gebruik de functie voor Continu opnemen. (p. 51, 85) De scherpstelvergrendeling gebruiken Druk de [Ontspanknop] half in om scherp te stellen. Wanneer het onderwerp scherp in beeld is, kunt u het kader verschuiven om de compositie aan te passen. Druk wanneer u klaar bent de [Ontspanknop] volledig in om een foto te maken. Basisfuncties 42 Uitgebreide functies Hier vindt u informatie over het maken van foto's en het opnemen van video's door een modus te selecteren. De Smart Auto-modus gebruiken …………… 44 De Programmamodus gebruiken ……………… 46 De modus Diafragmaprioriteit, Sluiterprioriteit of Handmatig gebruiken ……………………… 47 De modus Diafragmaprioriteit gebruiken …… 48 De modus Sluiterprioriteit gebruiken ………… 49 De Handmatige modus gebruiken …………… 50 De Smart-modus gebruiken …………………… 51 De modus Panorama gebruiken ……………… 52 De modus Beste gezicht gebruiken …………… 54 De modus Magisch Plus gebruiken …………… 55 De modus Mijn Magisch kader gebruiken …… De modus Foto in beweging gebruiken ……… De Fotofiltermodus gebruiken ………………… De Filmfiltermodus gebruiken ………………… De modus Effect Artist gebruiken ……………… De modus Kleurenkwast gebruiken …………… Foto's bewerken ……………………………… 55 57 58 59 60 62 63 Een video opnemen …………………………… 64 Een video opnemen met de functie Intelligente scènedetectie …………………………………… 65 De Smart Auto-modus gebruiken In de Smart Auto-modus kiest de camera automatisch camera-instellingen die bij het gedetecteerde type scène passen. De Smart Auto-modus is handig als u niet bekend bent met de camera-instellingen voor de diverse scènes. 1 2 Draai de modusdraaiknop naar T. Symbool Beschrijving Portretten met tegenlicht Plaats het onderwerp in het kader. • De camera selecteert automatisch een scène. Het pictogram voor de Portretten desbetreffende scène wordt linksboven in het scherm weergegeven. De pictogrammen worden hieronder weergegeven. Close-upfoto's van objecten Close-upfoto's van tekst Zonsondergangen Binnen, donker Gedeeltelijk verlicht Close-up met spotlight Portretten met spotlight Heldere luchten Bossen Symbool Close-upfoto's van gekleurde onderwerpen Beschrijving Landschappen Vuurwerk (als een statief wordt gebruikt) De camera is gestabiliseerd of op een statief geplaatst (bij opnamen in het donker)* Scènes met een helderwitte achtergrond Landschappen 's nachts Portretten 's nachts Onderwerpen die veel bewegen* * Dit pictogram wordt naast het scènepictogram weergegeven. Landschappen met tegenlicht Uitgebreide functies 44 De Smart Auto-modus gebruiken 3 4 Druk de [Ontspanknop] half in om scherp te stellen. Druk op de [Ontspanknop] om een foto te maken. • Als de camera geen geschikte scènemodus detecteert, worden de standaardinstellingen voor de Smart Auto-modus gebruikt. • Ook als er een gezicht wordt gedetecteerd, is het mogelijk dat de camera geen portretmodus selecteert, afhankelijk van de positie van het onderwerp en de lichtval. • Afhankelijk van de opnameomstandigheden, zoals het trillen van de camera, de lichtval en de afstand tot het onderwerp, kan het voorkomen dat de camera de juiste scène niet selecteert. • Zelfs als u een statief gebruikt, kan het voorkomen dat de camera de modus niet detecteert als het onderwerp beweegt. • De batterij raakt sneller leeg omdat de instellingen vaker worden gewijzigd om de juiste scène te selecteren. Uitgebreide functies 45 De Programmamodus gebruiken In de Programmamodus kunt u de meeste opties instellen, met uitzondering van de sluitertijd en de diafragmawaarde, die automatisch worden ingesteld door de camera. 1 2 Draai de modusdraaiknop naar p. 3 Lijn uw onderwerp uit in het kader en druk vervolgens de [Ontspanknop] half in om scherp te stellen. 4 Druk op de [Ontspanknop] om een foto te maken. Stel de gewenste opties in. • Zie 'Opnameopties' voor een lijst met opties. (p. 66) Uitgebreide functies 46 De modus Diafragmaprioriteit, Sluiterprioriteit of Handmatig gebruiken Pas de diafragmawaarde of sluitertijd aan om de belichting van uw foto's te regelen. U kunt deze opties gebruiken in de modi Diafragmaprioriteit, Sluitertijdprioriteit en Handmatig. Diafragmawaarde Het diafragma is een opening waardoor licht de camera binnenkomt. De diafragmabehuizing bevat dunne, metalen plaatjes die worden geopend en gesloten, waardoor het diafragma wordt vergroot of verkleind en zo de hoeveelheid licht wordt bepaald die in de camera valt. De grootte van het diafragma is nauw verwant aan de helderheid van een foto: hoe groter de diafragmawaarde, hoe helderder de foto; hoe kleiner de diafragmawaarde, hoe donkerder de foto. Houd er rekening mee dat een grotere diafragmawaarde een kleinere diafragmagrootte aangeeft. Zo is de diafragmaopening groter bij een diafragmawaarde van 5.6 dan bij een diafragmawaarde van 11. Sluitertijd Sluitertijd, een belangrijke factor in de helderheid van een foto, verwijst naar de tijd die nodig is om de sluiter te openen en te sluiten. Bij een lage sluitertijd komt er meer licht in de camera. Onder vergelijkbare omstandigheden zijn foto's helderder, maar worden snel bewegende objecten doorgaans vager weergegeven. Als u een hogere sluitertijd kiest, komt er minder licht de camera binnen. Foto's worden in dat geval donkerder, maar bewegende objecten worden duidelijker vastgelegd. S Lange sluitertijd S Lage diafragmawaarde (het diafragma is groot). S Hoge diafragmawaarde (het diafragma is klein). Uitgebreide functies 47 S Korte sluitertijd De modus Diafragmaprioriteit, Sluiterprioriteit of Handmatig gebruiken De modus Diafragmaprioriteit gebruiken In de modus Diafragmaprioriteit kunt u handmatig de diafragmawaarde instellen terwijl de camera automatisch een geschikte sluitertijd selecteert. 1 2 Draai de modusdraaiknop naar G. Selecteer Druk op [o] om de instelling op te slaan. 6 Lijn uw onderwerp uit in het kader en druk vervolgens de [Ontspanknop] half in om scherp te stellen. 7 Druk op de [Ontspanknop] om een foto te maken. . • Als u een andere modus wilt selecteren wanneer de modusdraaiknop is ingesteld op G, drukt u op [b] of raakt u modus. 3 4 5 aan en selecteert u een Stel opties in. • Zie 'Opnameopties' voor een lijst met opties. (p. 66) Druk op [o] → [F/t] om de diafragmawaarde aan te passen. • U kunt ook de diafragmawaarde op het scherm aanraken om de knop weer te geven. • U kunt ook de draaiknop op het scherm naar links of naar rechts slepen. • Zie pagina 47 voor meer informatie over de diafragmawaarde. OK: Wijzig diafragma Uitgebreide functies 48 Wanneer u de ISO-optie instelt op Auto, wordt de sluitertijd mogelijk niet automatisch aangepast aan de diafragmawaarde. In dit geval zoekt de camera een geschikte belichtingswaarde door de ISO-optie automatisch te wijzigen wanneer u een foto vastlegt. Als u de ISO-optie handmatig wilt instellen, drukt u op [m] en selecteert u ISO → een optie. De modus Diafragmaprioriteit, Sluiterprioriteit of Handmatig gebruiken De modus Sluiterprioriteit gebruiken In de modus Sluiterprioriteit kunt u handmatig de sluitertijd instellen terwijl de camera automatisch een geschikte diafragmawaarde selecteert. 1 2 Draai de modusdraaiknop naar G. Selecteer Druk op [o] om de instelling op te slaan. 6 Lijn uw onderwerp uit in het kader en druk vervolgens de [Ontspanknop] half in om scherp te stellen. 7 Druk op de [Ontspanknop] om een foto te maken. . • Als u een andere modus wilt selecteren wanneer de modusdraaiknop is ingesteld op G, drukt u op [b] of raakt u modus. 3 4 5 aan en selecteert u een Stel opties in. • Zie 'Opnameopties' voor een lijst met opties. (p. 66) Druk op [o] → [F/t] om de sluitertijd aan te passen. • U kunt ook de sluitertijd op het scherm aanraken om de knop weer te geven. • U kunt ook de draaiknop op het scherm naar links of naar rechts slepen. • Zie pagina 47 voor meer informatie over de sluitertijd. OK: Wijzig sluitersnelheid Uitgebreide functies 49 Wanneer u de ISO-optie instelt op Auto, wordt de diafragmawaarde mogelijk niet automatisch aangepast aan de sluitertijd. In dit geval zoekt de camera een geschikte belichtingswaarde door de ISO-optie automatisch te wijzigen wanneer u een foto vastlegt. Als u de ISO-optie handmatig wilt instellen, drukt u op [m] en selecteert u ISO → een optie. De modus Diafragmaprioriteit, Sluiterprioriteit of Handmatig gebruiken De Handmatige modus gebruiken In de Handmatige modus kunt u zowel de diafragmawaarde als de sluitertijd instellen. 1 2 Draai de modusdraaiknop naar G. Selecteer Druk op [F/t] om de diafragmawaarde of sluitertijd aan te passen. 5 6 Druk op [o] om de instelling op te slaan. 7 Lijn uw onderwerp uit in het kader en druk vervolgens de [Ontspanknop] half in om scherp te stellen. 8 Druk op de [Ontspanknop] om een foto te maken. . • Als u een andere modus wilt selecteren wanneer de modusdraaiknop is ingesteld op G, drukt u op [b] of raakt u modus. 3 4 aan en selecteert u een Druk op [o] → [D/c] om de diafragmawaarde of sluitertijd te selecteren. • U kunt ook de draaiknoppen op het scherm naar links of naar rechts slepen. Stel opties in. • Zie 'Opnameopties' voor een lijst met opties. (p. 66) • U kunt ook de diafragmawaarde of sluitertijd op het scherm aanraken om de knop weer te geven. OK: Wijzig diafragma/ sluitersnelheid Uitgebreide functies 50 De Smart-modus gebruiken In de Smart-modus kunt u een foto maken met opties die al vooraf zijn ingesteld voor een bepaalde scène. 1 2 Draai de modusdraaiknop naar s. Optie Selecteer een scène. Rijke toon • Als u een andere modus wilt selecteren wanneer de modusdraaiknop is ingesteld op s, drukt u op [b] of raakt u aan en selecteert u een modus. U kunt ook een andere modus selecteren door op [m] te drukken en een modus te selecteren. Panorama Waterval Silhouet Slimme modus : Gezichtscorrectie Zon onder Opname bij weinig licht Vuurwerk Instellen Lichtspoor Optie Beschrijving Een portretfoto maken met opties voor het verhullen van Gezichtscorrectie onzuiverheden op het gezicht. Continuopname Landschap Macro Actie-opname Doorlopend foto's maken. Stillevens en landschapsfoto's maken. Kleine onderwerpen vastleggen of close-ups maken. Onderwerpen vastleggen die met hoge snelheid bewegen. Beschrijving Meerdere foto's maken van hetzelfde onderwerp met verschillende belichtingswaarden en ze samenvoegen om een heldere foto te maken. Een brede panoramascène vastleggen in één foto. Watervalscènes vastleggen. Donkere vormen vastleggen tegen een lichte achtergrond. Zonsondergangen met natuurlijke rood- en geeltinten vastleggen. In omstandigheden met weinig licht zonder flitser meerdere foto's maken. De camera combineert deze foto's tot een heldere afbeelding die scherper is en minder beeldruis bevat. Vuurwerkscènes vastleggen. Lichtsporen vastleggen bij weinig licht. 3 Lijn uw onderwerp uit in het kader en druk vervolgens de [Ontspanknop] half in om scherp te stellen. 4 Druk op de [Ontspanknop] om een foto te maken. Uitgebreide functies 51 De Smart-modus gebruiken 5 De modus Panorama gebruiken In de modus Panorama kunt u een brede panoramascène vastleggen in één foto. In de Panoramamodus wordt een serie foto's gemaakt en gecombineerd om een panorama-afbeelding te maken. Houd de [Ontspanknop] ingedrukt en beweeg de camera langzaam in de richting waarin de rest van de panoramaopname moet worden vastgelegd. • Er worden pijltjes in de richting van de beweging weergegeven en de gehele opnameafbeelding wordt weergegeven in het voorbeeldvak. • Wanneer de scènes zijn uitgelijnd, legt de camera de volgende foto automatisch vast. S Opnamevoorbeeld 1 2 3 Draai de modusdraaiknop naar s. Selecteer Panorama. Lijn uw onderwerp uit in het kader en druk vervolgens de [Ontspanknop] half in om scherp te stellen. Stabiliteit: een vlakkere lijn geeft aan dat er minder bewegingsonscherpte is. • Breng de camera op één lijn met de uiterste linker-, rechter-, onder- of bovenkant van de scène die u wilt vastleggen. 4 Houd de [Ontspanknop] ingedrukt om de opname te starten. 6 Wanneer u klaar bent, laat u de [Ontspanknop] los. • Wanneer u alle benodigde opnamen heeft vastgelegd, combineert de camera deze tot één panoramafoto. Uitgebreide functies 52 De Smart-modus gebruiken • Voor de beste resultaten bij het vastleggen van panoramafoto's moet u het • • • • • volgende vermijden: - de camera te snel of te langzaam bewegen. - de camera te weinig bewegen om het volgende beeld vast te leggen. - de camera met ongelijkmatige snelheden bewegen. - de camera schudden. - opnemen op donkere locaties. - bewegende onderwerpen in de buurt vastleggen. - opnameomstandigheden waar de helderheid of kleur van het licht verandert. Gemaakte foto's worden automatisch opgeslagen en het opnemen wordt gestopt onder de volgende omstandigheden: - als u de opnamerichting wijzigt wanneer u opneemt. - als u de camera te snel beweegt. - als u de camera niet beweegt. Als u de Panoramamodus selecteert, worden de digitale en optische zoomfuncties uitgeschakeld. Als u de Panoramamodus selecteert terwijl de lens is ingezoomd, zoomt de camera automatisch uit naar de standaardpositie. Bepaalde opnameopties zijn niet beschikbaar. De camera kan de opname stoppen vanwege de compositie van de opname of beweging in de scène. Mogelijk legt de camera de laatste scène niet volledig vast als u de camerabeweging exact stopt op het punt waar u de scène wilt beëindigen. Als u de volledige scène wilt vastleggen, beweegt u de camera iets verder dan het punt waar u de scène wilt eindigen. Uitgebreide functies 53 De modus Beste gezicht gebruiken In de modus Beste gezicht kunt u meerdere foto's vastleggen en gezichten vervangen om het beste beeld mogelijk te maken. Gebruik deze modus om het beste beeld te selecteren voor elk individu wanneer u groepsfoto's maakt. 1 2 Draai de modusdraaiknop naar i. 3 Druk op de [Ontspanknop] om een foto te maken. 4 Raak een gezicht aan om het te vervangen. 5 Lijn uw onderwerp uit in het kader en druk vervolgens de [Ontspanknop] half in om scherp te stellen. Raak de beste afbeelding aan van de 5 gezichten die zijn vastgelegd. • Herhaal stap 4 en 5 om de rest van de gezichten op de foto te vervangen. • Het pictogram wordt weergegeven op de afbeelding die de camera aanbeveelt. • De camera maakt 5 foto's achter elkaar. • De eerste foto wordt ingesteld als de achtergrondafbeelding. • De camera detecteert automatisch gezichten na de opname. 6 Raak aan om de foto op te slaan. • Gebruik een statief om te voorkomen dat de camera beweegt. • De resolutie is standaard ingesteld op of kleiner. Uitgebreide functies 54 De modus Magisch Plus gebruiken In de modus Magisch Plus kunt u een foto maken met verschillende effecten. 4 De modus Mijn Magisch kader gebruiken In de modus Mijn Magisch kader kunt u een gedeelte van de foto transparant maken en vervolgens een nieuwe foto maken binnen het transparante gebied. 1 2 Raak Gebruiken aan. • Als u een achtergrondfoto opnieuw wilt maken, raakt u Opnieuw aan. Draai de modusdraaiknop naar g. Selecteer . • Als u een andere modus wilt selecteren wanneer de modusdraaiknop is ingesteld op g, drukt u op [b] of raakt u aan en selecteert u een modus. U kunt ook een andere modus selecteren door op [m] te drukken en een modus te selecteren. 3 Druk de [Ontspanknop] half in om scherp te stellen en druk vervolgens op de [Ontspanknop] om een achtergrondfoto te maken. • Als u een achtergrondfoto wilt selecteren uit uw opgeslagen foto's, drukt Opnieuw 5 Gebruiken Selecteer een kader. u op [m] en selecteert u Afbeelding selecteren → een gewenste foto. U kunt geen videobestanden, GIF-bestanden of foto's selecteren die zijn vastgelegd in de Panoramamodus. • Als u een nieuw kader wilt tekenen en de dikte van de pen wilt instellen, raakt u Uitgebreide functies 55 aan. De modus Magisch Plus gebruiken 6 Sleep de hoek van het vak om het formaat aan te passen. 9 Sleep de schuifregelaars op raak de pictogrammen +/- aan om de transparantie aan te passen. Transparantie 7 Sleep het geselecteerde kader naar de gewenste locatie. 10 Lijn uw onderwerp uit in het kader en druk vervolgens de [Ontspanknop] half in om scherp te stellen. • Als u een achtergrondfoto opnieuw wilt maken, raakt u 8 aan. 11 Druk de [Ontspanknop] volledig in om een foto te maken. 12 Raak • Druk op [b] om naar het vorige scherm terug te keren. aan om de foto op te slaan. • Bepaalde opnameopties zijn niet beschikbaar. • De scherpstelling wordt ingesteld op het transparante gedeelte in het kader. • De resolutie wordt ingesteld op . Druk op [o]. Uitgebreide functies 56 De modus Magisch Plus gebruiken 5 De modus Foto in beweging gebruiken In de modus Foto in beweging kunt u een serie foto's maken en combineren en vervolgens een gebied selecteren om een GIF-animatie te maken. 1 2 Teken op het scherm een gebied waarvan u een animatie wilt maken. Draai de modusdraaiknop naar g. Selecteer . • Als u een andere modus wilt selecteren wanneer de modusdraaiknop is ingesteld op g, drukt u op [b] of raakt u aan en selecteert u een modus. U kunt ook een andere modus selecteren door op [m] te drukken en een modus te selecteren. 3 Lijn uw onderwerp uit in het kader en druk vervolgens de [Ontspanknop] half in om scherp te stellen. 4 Druk op de [Ontspanknop] om een foto te maken. • U kunt meerdere gebieden selecteren. Symbool • De camera maakt meerdere foto's terwijl het statuslampje knippert. Beschrijving De dikte van de kwast aanpassen. +/- De bewegingssnelheid aanpassen. Een foto opnieuw maken. Terugkeren naar het vorige scherm. 6 Raak aan om de foto op te slaan. • De resolutie wordt ingesteld op . • Gebruik een statief om te voorkomen dat de camera beweegt. • Het opslaan van het bestand kan langer duren. Uitgebreide functies 57 De modus Magisch Plus gebruiken 3 De Fotofiltermodus gebruiken Pas allerlei filtereffecten op uw foto's toe om unieke afbeeldingen te maken. Selecteer een effect. Optie Miniatuur Vignetten Aquarel Olieverf Miniatuur Cartoon Vignetten Kruisfilter Schets Softfocus Visoog 1 2 Visoog Schets Klassiek Draai de modusdraaiknop naar g. Selecteer Retro . • Als u een andere modus wilt selecteren wanneer de modusdraaiknop is Zoomopname ingesteld op g, drukt u op [b] of raakt u aan en selecteert u een modus. U kunt ook een andere modus selecteren door op [m] te drukken en een modus te selecteren. Uitgebreide functies 58 Beschrijving Een effect toepassen om het onderwerp in miniatuur weer te geven. Retro-kleuren, een hoog contrast en sterke vignettering van Lomo-camera's toepassen. Geef uw foto het uiterlijk van een schets in inkt. Het effect van een olieverfschilderij toepassen. Het effect van een striptekening toepassen. Lijnen toevoegen die naar buiten lopen van heldere objecten om het visuele effect van een kruisfilter te imiteren. Een schetseffect van een pen toepassen. Onzuiverheden op het gezicht verhullen of droomachtige effecten toevoegen. De randen van het kader donkerder maken en nabije objecten vervormen om de visuele effecten van een vissenooglens te imiteren. Een zwart-witeffect toepassen. Een sepiatinteffect toepassen. De randen van een foto vervagen om de onderwerpen in het midden te benadrukken. De modus Magisch Plus gebruiken 4 5 Lijn uw onderwerp uit in het kader en druk vervolgens de [Ontspanknop] half in om scherp te stellen. Optie Retro-kleuren, een hoog contrast en sterke vignettering van Lomo-camera's toepassen. Een schetseffect van een pen toepassen. De randen van het kader donkerder maken en nabije objecten vervormen om de visuele effecten van een vissenooglens te imiteren. Een zwart-witeffect toepassen. Een sepiatinteffect toepassen. Een heldere look maken met een scherp contrast en sterke kleur. Scènes helder en duidelijk maken. Een zachte bruine tint toepassen. Een koud en eenkleurig effect toepassen. Vignetten Druk de [Ontspanknop] volledig in om een foto te maken. Schets • Afhankelijk van de optie die u selecteert, kan de resolutie automatisch worden gewijzigd in Beschrijving of lager. Visoog • Als u filtereffecten wilt toepassen op uw opgeslagen foto's, drukt u op [m] en selecteert u Afbeelding selecteren → een afbeelding. U kunt geen videobestanden, GIF-bestanden of foto's selecteren die zijn vastgelegd in de Panoramamodus. Klassiek Retro Paleteffect 1 Paleteffect 2 De Filmfiltermodus gebruiken Pas allerlei filtereffecten op uw video's toe om unieke afbeeldingen te maken. Paleteffect 3 1 2 Paleteffect 4 Draai de modusdraaiknop naar g. Selecteer . • Als u een andere modus wilt selecteren wanneer de modusdraaiknop is ingesteld op g, drukt u op [b] of raakt u aan en selecteert u een modus. U kunt ook een andere modus selecteren door op [m] te drukken en een modus te selecteren. 3 4 5 Druk op Druk opnieuw op Selecteer een effect. Optie Miniatuur (Video-opname) om de opname te starten. • Als u Miniatuur selecteert, wordt de afspeelsnelheid verhoogd. • Als u Miniatuur kunt u geen geluid voor de video opnemen. • Afhankelijk van de optie die u selecteert, kan de opnameresolutie automatisch worden gewijzigd in Beschrijving Een effect toepassen om het onderwerp in miniatuur weer te geven. Uitgebreide functies 59 (Video-opname) om de opname te stoppen. of lager. De modus Magisch Plus gebruiken De modus Effect Artist gebruiken Optie In de modus Effect Artist kunt u een foto maken met verschillenden filters of textuureffecten en vervolgens kwast- of peneffecten toevoegen. Verkreukeld papier Het effect van gekreukeld papier maken. Het effect van een waterverfschilderij toepassen. Waterverf 1 2 Draai de modusdraaiknop naar g. Golf Selecteer Cartoon . Zand • Als u een andere modus wilt selecteren wanneer de modusdraaiknop is ingesteld op g, drukt u op [b] of raakt u aan en selecteert u een modus. U kunt ook een andere modus selecteren door op [m] te drukken en een modus te selecteren. 3 Halftoonstip Ruwe muur Schets Selecteer een effect. Optie Licht Lomo Scheur Sepia Textiel Oude film Beschrijving Een lichtverspreidingseffect maken. Het lenseffect van een Lomo-camera nabootsen. Het effect van gescheurde grond maken. Er wordt een bruine sepiatint toegepast. Een textieleffect maken. Het effect van een foto gemaakt met een oude film nabootsen. Sepia-cartoon 4 Beschrijving Een golfeffect maken. Het effect van een striptekening toepassen. Een zandeffect maken. Effect met halftoonstippen maken. Effect van een ruwe muur maken. Een schetseffect van een pen toepassen. Een bruinachtig cartooneffect maken. Druk de [Ontspanknop] half in om scherp te stellen en druk vervolgens op de [Ontspanknop] om een achtergrondfoto te maken. • Als u een achtergrondfoto wilt selecteren uit uw opgeslagen foto's, drukt u op [m] en selecteert u Afbeelding selecteren → een afbeelding. U kunt geen videobestanden, GIF-bestanden of foto's selecteren die zijn vastgelegd in de Panoramamodus. 5 Raak Gebruiken aan. • Als u een achtergrondfoto opnieuw wilt maken, raakt u Opnieuw aan. Uitgebreide functies 60 De modus Magisch Plus gebruiken 6 Raak of passen. aan en teken een gedeelte om een effect toe te Symbool Beschrijving Een kwasteffect verwijderen. Een peneffect verwijderen. Alle toegepaste effecten verwijderen. Sleep het scherm om andere van de foto te vergroten. Sleep het scherm om andere delen van de foto te vergroten. 8 7 Raak aan om de foto op te slaan. • Als u een achtergrondfoto opnieuw wilt maken, raakt u • De camera slaat bewerkte foto's op als nieuwe bestanden. • De resolutie wordt ingesteld op . Raak een pictogram voor bewerken aan om het geselecteerde gedeelte te bewerken. • Draai de [Zoomknop] naar rechts om een deel van een foto te vergroten. Symbool Beschrijving De toegepaste optie wijzigen. Een kwasteffect selecteren. Een peneffect selecteren. De dikte van de kwast of pen aanpassen. Uitgebreide functies 61 aan. De modus Magisch Plus gebruiken De modus Kleurenkwast gebruiken Optie Beschrijving In de modus Kleurenkwast kunt u een foto maken met filtereffecten en vervolgens een gedeelte helderder of kleuriger maken door een streep erop te tekenen. Sepia 1 2 Oude film Er wordt een bruine sepiatint toegepast. Een zacht en wazig effect toepassen. Het effect van een foto gemaakt met een oude film nabootsen. Een schetseffect van een pen toepassen. Draai de modusdraaiknop naar g. Selecteer . Schets • Als u een andere modus wilt selecteren wanneer de modusdraaiknop is ingesteld op g, drukt u op [b] of raakt u aan en selecteert u een modus. U kunt ook een andere modus selecteren door op [m] te drukken en een modus te selecteren. 3 Wazig Druk de [Ontspanknop] half in om scherp te stellen en druk vervolgens op de [Ontspanknop] om een achtergrondfoto te maken. 5 Selecteer een optie → • Delen met dezelfde kleur als het gedeelte dat u selecteert, worden kleuriger of helderder weergegeven. te passen. • Delen met vergelijkbare kleuren kunnen tegelijkertijd worden geselecteerd. op [m] en selecteert u Afbeelding selecteren → een afbeelding. U kunt geen videobestanden, GIF-bestanden of foto's selecteren die zijn vastgelegd in de Panoramamodus. Raak Gebruiken aan. Teken een lijn met uw vinger om een gedeelte te selecteren. • U kunt ook de schuifregelaar slepen of +/- aanraken om het kleurbereik aan • Als u een achtergrondfoto wilt selecteren uit uw opgeslagen foto's, drukt u 4 6 Als een ongewenst gedeelte wordt geselecteerd, raakt u het gedeelte uit te sluiten. • Als u een achtergrondfoto opnieuw wilt maken, raakt u Terug aan. Optie Klassiek . Beschrijving Een zwart-witeffect toepassen. Bereik : 50 Uitgebreide functies 62 of aan om De modus Magisch Plus gebruiken 7 Foto's bewerken Raak een pictogram voor bewerken aan om het geselecteerde gedeelte te bewerken. • Draai de [Zoomknop] naar rechts om een deel van een foto te vergroten. Symbool Beschrijving De toegepaste optie wijzigen. U kunt foto's op meerdere manieren bewerken. Draai de modusdraaiknop naar g en selecteer Zie 'Foto's bewerken'. (p. 99) Automatisch een gedeelte selecteren. Nadruk verminderen op delen met dezelfde kleur als het geselecteerde gedeelte. De nadruk verminderen van alleen het geselecteerde gedeelte. Terugkeren naar het vorige scherm. De oorspronkelijke afbeelding weergeven. Sleep het scherm om andere van de foto te vergroten. Sleep het scherm om andere delen van de foto te vergroten. 8 Raak aan om de foto op te slaan. • Als u een achtergrondfoto opnieuw wilt maken, raakt u aan. • De camera slaat bewerkte foto's op als nieuwe bestanden. • De resolutie wordt ingesteld op . Uitgebreide functies 63 . Een video opnemen Video in volledige HD (1920 X 1080) opnemen gedurende 20 minuten. De camera slaat opgenomen video's op als MP4-bestanden (H.264). • H.264 (MPEG-4 part10/AVC) is een video-indeling met hoge compressie die is ontwikkeld door de internationale standaardisatieorganisaties ISO-IEC en ITU-T. • Als u geheugenkaarten gebruikt met lage schrijfsnelheden, slaat de camera video's mogelijk niet correct op. Video-opnamen zijn mogelijk beschadigd of worden niet correct afgespeeld. • Geheugenkaarten met langzame schrijfsnelheden bieden geen ondersteuning voor video's met een hoge resolutie. Gebruik voor het opnemen van video's met een hoge resolutie geheugenkaarten met een hogere schrijfsnelheid. • Als u de beeldstabilisatorfunctie inschakelt terwijl u een video opneemt, neemt de camera mogelijk het geluid op dat wordt geproduceerd. • Als u de zoomfunctie gebruikt wanneer u een video opneemt, neemt de camera mogelijk het geluid van de zoomfunctie op. Gebruik de Sound Alive-functie om het geluid van de zoomfunctie te beperken. (p. 88) 1 Draai de modusdraaiknop naar p, G, s, i, g of T. • Deze functie wordt mogelijk niet ondersteund in bepaalde modi. 2 Stel de gewenste opties in. 3 Druk op Opnemen onderbreken U kunt tijdens het opnemen van een video met de camera de opname tijdelijk onderbreken. Met deze functie kunt u verschillende scènes opnemen in één video. • Zie 'Opnameopties' voor een lijst met opties. (p. 66) (Video-opname) om de opname te starten. • Druk tijdens het opnemen van een video een keer op [c] om de functie voor continu automatisch scherpstellen uit te schakelen en nogmaals om de functie weer in te schakelen. 4 Druk opnieuw op (Video-opname) om de opname te stoppen. • Druk op [o] om de opname te onderbreken. • Druk op [o] om de opname te hervatten. Uitgebreide functies 64 Een video opnemen Een video opnemen met de functie Intelligente scènedetectie In de Smart Auto-modus kiest de camera automatisch de camera-instellingen die bij de gedetecteerde scène passen. 1 2 Draai de modusdraaiknop naar T. 3 Plaats het onderwerp in het kader. 4 5 Druk op Druk opnieuw op (Video-opname) om de opname te stoppen. • Als de camera geen geschikte scènemodus detecteert, worden de standaardinstellingen voor de Intelligente scènedetectiemodus gebruikt. • Afhankelijk van de opnameomstandigheden, zoals het trillen van de camera, de lichtval en de afstand tot het onderwerp, kan het voorkomen dat de camera de juiste scène niet selecteert. Stel de gewenste opties in. • Zie 'Opnameopties' voor een lijst met opties. (p. 66) • De camera selecteert automatisch een scène. Het pictogram voor de desbetreffende scène wordt linksboven in het scherm weergegeven. Symbool (Video-opname) om de opname te starten. Beschrijving Landschappen Zonsondergangen Heldere luchten Bossen Uitgebreide functies 65 Opnameopties Hier vindt u informatie over het instellen van de opties in de opnamemodus. De resolutie en beeldkwaliteit selecteren …… 67 De resolutie selecteren ………………………… 67 Een fotokwaliteit selecteren …………………… 68 Opnamen in het donker maken ……………… 69 Rode ogen voorkomen ………………………… De flitser gebruiken …………………………… Een flitseroptie instellen ……………………… De ISO-waarde aanpassen ……………………… 69 69 70 72 De scherpstelling van de camera aanpassen … 73 Macro gebruiken ……………………………… Autofocus gebruiken …………………………… Het scherpstelgebied aanpassen ……………… De scherpstelafstand aanpassen via aanraken … 73 73 75 75 Gezichtsdetectie gebruiken …………………… 78 Gezichten detecteren ………………………… Een zelfportret maken ………………………… Een foto van een lachend gezicht maken met Smile Shot ……………………………………… Tips voor gezichtsdetectie ……………………… 78 78 79 79 Helderheid en kleur aanpassen ……………… 80 De belichting handmatig aanpassen (EV) …… Compenseren voor tegenlicht (ACB) …………… De optie voor lichtmeting wijzigen …………… Een instelling voor Witbalans selecteren ……… 80 81 81 82 Serieopnamen …………………………………… 85 Continu foto's maken ………………………… 85 Timer gebruiken ……………………………… 86 Foto's met de bracketfunctie maken ………… 86 Afbeeldingen aanpassen ……………………… 87 Het geluid van de zoom instellen ……………… 88 Foto's vastleggen terwijl u een video opneemt ………………………………………… 89 De resolutie en beeldkwaliteit selecteren Hier vindt u informatie over hoe u instellingen voor de resolutie en beeldkwaliteit kunt aanpassen. De resolutie selecteren TpAhMsig De videoresolutie instellen Als u de resolutie verhoogt, zullen de foto's en video's meer pixels bevatten en daardoor groter kunnen worden afgedrukt en weergegeven. Bij een hoge resolutie neemt ook de bestandsgrootte toe. De fotoresolutie instellen 1 2 3 1 2 3 Druk in de opnamemodus op [m]. Selecteer Filmformaat. Selecteer een optie. Symbool Druk in de opnamemodus op [m]. Selecteer Fotoformaat. 1280 X 720: HD-bestanden om af te spelen op een HDTV. Selecteer een optie. Symbool Beschrijving 1920 X 1080: HD-bestanden van hoge kwaliteit om af te spelen op een HDTV. Beschrijving 4608 X 3456: afdrukken op A1-papier. 4608 X 3072: afdrukken op A1-papier in de verhouding 3:2 (breed). 4608 X 2592: afdrukken op A1-formaat in panoramaverhouding (16:9) of weergeven op een HDTV. 3648 X 2736: afdrukken op A2-papier. 2832 X 2832: afdrukken op A3-papier in de verhouding 1:1. 2592 X 1944: afdrukken op A4-papier. 1984 X 1488: afdrukken op A5-papier. 1920 X 1080: afdrukken op A5-papier in panoramaverhouding (16:9) of weergeven op een HDTV. 1024 X 768: toevoegen aan een e-mailbericht. Opnameopties 67 640 X 480: SD-bestanden om af te spelen op een analoge televisie. Om te delen: op een website plaatsen via het draadloos netwerk (maximaal 30 seconden). De resolutie en beeldkwaliteit selecteren Een fotokwaliteit selecteren pAhMig Stel de instelling voor de fotokwaliteit in. Een hogere beeldkwaliteit resulteert in grotere bestanden. De camera comprimeert de foto's die u maakt en slaat deze op in JPEG-indeling. 1 2 3 Druk in de opnamemodus op [m]. Selecteer Kwaliteit. Selecteer een optie. Symbool Beschrijving Superhoog: foto's maken met superhoge kwaliteit. Hoog: foto's maken met hoge kwaliteit. Normaal: foto's maken met normale kwaliteit. Opnameopties 68 Opnamen in het donker maken Hier vindt u informatie over hoe u 's nachts of bij weinig licht foto's kunt maken. Rode ogen voorkomen De flitser gebruiken ps Als de flitser afgaat wanneer u in het donker een foto van een persoon neemt, kan er een rode gloed in de ogen verschijnen. Stel de flitseroptie in op Rode ogen. Zie 'Een flitseroptie instellen' voor de flitseropties. (p. 70) S Vóór correctie Druk op de knop voor het uitklappen van de flitser om de flitser uit te klappen. Als de flitser is uitgeklapt, gaat de flitser af op basis van de geselecteerde optie. Als u Uit selecteert, gaat de flitser niet af zelfs wanneer deze is geopend. S Na correctie • Als u de flitser niet gebruikt, moet u deze sluiten om schade aan de flitser te voorkomen. • Als u de flitser met kracht opent, kunt u de camera beschadigen. Druk de flitser voorzichtig naar beneden om deze te sluiten. Opnameopties 69 Opnamen in het donker maken Een flitseroptie instellen 3 TpAhMsg Selecteer een optie. Gebruik de flitser wanneer u foto's in het donker maakt of wanneer u meer licht in de foto's wilt hebben. 1 Druk op de knop voor het uitklappen van de flitser om de flitser te openen. 2 Druk in de opnamemodus op [F]. Symbool Beschrijving Uit: • Er wordt niet geflitst. • De camera geeft een waarschuwing weer dat de camera wanneer u een opname maakt bij weinig licht. beweegt Auto: in de modus Smart Auto selecteert de camera een geschikte flitseroptie voor de gedetecteerde scène. Auto: de flitser wordt automatisch gebruikt wanneer het onderwerp of de achtergrond donker is. Rode ogen: • De flitser gaat twee keer af als het onderwerp of de achtergrond te donker is om het rode-ogeneffect te verminderen. • Er zit een korte tijd tussen de twee flitsen. Beweeg de camera niet totdat de tweede flits is uitgevoerd. Invulflits: • Er wordt altijd geflitst. • De camera past de intensiteit van de flitser automatisch aan. Opnameopties 70 Opnamen in het donker maken De flitserintensiteit aanpassen Symbool Beschrijving Langz sync: • Er wordt geflitst en de sluiter blijft langer open. • Deze optie wordt aanbevolen wanneer u het omgevingslicht wilt gebruiken om meer details in de achtergrond zichtbaar te maken. • Gebruik een statief om te voorkomen dat de foto's onscherp worden. • De camera geeft een waarschuwing weer dat de camera wanneer u een opname maakt bij weinig licht. beweegt Pas de flitserintensiteit aan om overbelichte of niet voldoende belichte foto's te voorkomen. 1 2 3 4 Druk in de opnamemodus op [F]. Scrol naar een optie. Druk op [D]. Druk op [F/t] om de intensiteit aan te passen. • Sleep de schuifregelaar of raak +/- aan om de intensiteit aan te passen. Afhankelijk van de opnameomstandigheden kunnen de beschikbare opties verschillen. Auto : 0 • Als u opties voor serieopnamen instelt of Zelfportret selecteert, zijn er geen flitseropties beschikbaar. • Zorg ervoor dat uw onderwerp zich binnen de aanbevolen afstand van de flitser bevindt. (p. 159) • Als licht van de flitser wordt gereflecteerd of als er veel stof in de lucht is, kunnen er kleine vlekjes op de foto komen. • In sommige modi kunt u ook de flitseroptie instellen door op [m] te drukken en vervolgens Flitser te selecteren. Terug Opnameopties 71 Instellen Opnamen in het donker maken 5 Druk op [o] om de instellingen op te slaan. • Het aanpassen van de intensiteit van de flitser is mogelijk niet effectief als: - het onderwerp niet in de richting van de camera kijkt - u de ISO-waarde te hoog hebt ingesteld - de belichtingswaarde te hoog of te laag is • In sommige opnamemodi kunt u deze functie niet gebruiken. De ISO-waarde aanpassen pAhM De ISO-waarde is een eenheid voor de mate waarin film gevoelig is voor licht, zoals gedefinieerd door de International Organization for Standardization (ISO). Hoe hoger de ISO-waarde, des te gevoeliger wordt de camera voor licht. Gebruik een hogere ISO-waarde om betere foto's te maken en bewegingsonscherpte te voorkomen wanneer u de flitser niet gebruikt. 1 2 3 Druk in de opnamemodus op [m]. Selecteer ISO. Selecteer een optie. • Selecteer om een geschikte ISO-waarde te gebruiken op basis van de helderheid van het onderwerp en de lichtval. Hogere ISO-waarden kunnen zorgen voor meer ruis in beelden. Opnameopties 72 De scherpstelling van de camera aanpassen Hier vindt u informatie over het aanpassen van de scherpstelling van de camera om deze aan te passen aan het onderwerp en de opnameomstandigheden. Macro gebruiken TpAhMsg Gebruik macro om foto's van dichtbij te maken, bijvoorbeeld van bloemen of insecten. Zie 'Autofocus gebruiken'. Autofocus gebruiken TpAhMsg Om scherpe foto's te maken, selecteert u de scherpsteloptie die bij de afstand tot het onderwerp past. 1 Druk in de opnamemodus op [c]. Scherpstelling : Normaal (AF) Afsluiten • Probeer de camera stevig vast te houden, om te voorkomen dat de foto's onscherp worden. • Schakel de flitser uit als de afstand tot het onderwerp minder dan 40 cm bedraagt. Opnameopties 73 Instellen De scherpstelling van de camera aanpassen 2 De scherpstelling handmatig aanpassen Selecteer een optie. Symbool Beschrijving Normaal (AF): scherpstellen op een onderwerp dat zich op een afstand van meer dan 80 cm van de lens bevindt. Of op een afstand van 350 cm of meer, wanneer u gebruikmaakt van de zoom. 1 2 3 Handmatig scherpstellen: scherpstellen op een onderwerp door de scherpstelling handmatig aan te passen. (p. 74) Macro: scherpstellen op een onderwerp dat zich 10 - 80 cm van de camera bevindt. 150 - 350 cm wanneer u de zoom gebruikt. Auto macro: • Scherpstellen op een onderwerp dat zich op een afstand van meer dan 10 cm van de lens bevindt. Of op een afstand van 150 cm of meer, wanneer u gebruikmaakt van de zoom. • Auto macro wordt automatisch ingesteld in bepaalde opnamemodi. Druk in de opnamemodus op [c]. Selecteer Handmatig scherpstellen. Druk op [F/t] om de scherpstelling aan te passen. • U kunt ook de schuifregelaar slepen of +/- aanraken om de scherpstelling aan te passen. Handmatig scherpstellen : 50 Terug Afhankelijk van de opnameomstandigheden kunnen de beschikbare opties verschillen. In sommige modi kunt u ook de scherpsteloptie instellen door op [m] te drukken en vervolgens Scherpstelling te selecteren. pAhM 4 Instellen Druk op [o] om de instellingen op te slaan. Als u de scherpstelling handmatig aanpast en er niet is scherpgesteld op het onderwerp, kan de foto onscherp worden. Opnameopties 74 De scherpstelling van de camera aanpassen Het scherpstelgebied aanpassen pAhM De scherpstelafstand aanpassen via aanraken U kunt betere foto's krijgen door een scherpstelgebied te kiezen op basis van de locatie van het onderwerp in de scène. 1 2 3 Druk in de opnamemodus op [m]. TpAhMs U kunt scherpstellen op het onderwerp en een foto maken door het scherm aan te raken. 1 2 3 Selecteer Scherpstelgebied. Selecteer een optie. Symbool Beschrijving Centrum AF: scherpstellen op het midden van het kader (voor onderwerpen die zich in het midden of in de buurt van het midden bevinden). Druk in de opnamemodus op [m]. Selecteer Aanraak AF. Selecteer een optie. Symbool Beschrijving Uit: de functie Aanraak AF niet gebruiken. Aanraak AF: scherpstellen op het onderwerp dat u op het scherm aanraakt. Tracking AF: scherpstellen op het onderwerp dat u op het scherm aanraakt en het onderwerp volgen. (p. 76) One Touch-opname: scherpstellen op het onderwerp en een foto maken door de afbeelding op het scherm aan te raken. (p. 77) Multi AF: scherpstellen op een of meer van 9 mogelijke gebieden. Afhankelijk van de opnamemodus kunnen de beschikbare opnameopties verschillen. Afhankelijk van de opnameomstandigheden kunnen de beschikbare opties verschillen. De scherpstelling wordt gereset wanneer u 5 seconden geen bewerkingen uitvoert of wanneer u op de [Ontspanknop] drukt terwijl de functie Aanraak AF is ingeschakeld. Opnameopties 75 De scherpstelling van de camera aanpassen 4 Meebewegende autofocus gebruiken Druk op de [Ontspanknop] om een foto te maken. Met Aanraak AF kunt u het onderwerp volgen en automatisch scherp in beeld houden, ook wanneer u beweegt. • Als u geen scherpstelgebied selecteert, wordt het scherpstelkader weergegeven 1 2 3 • Het volgen van een onderwerp kan in de volgende gevallen mislukken: - het onderwerp is te klein. - het onderwerp beweegt te veel. - er is sprake van tegenlicht of u maakt een opname op een donkere plaats. - kleuren of patronen van het onderwerp komen overeen met de achtergrond. - het onderwerp heeft horizontale patronen, zoals bij jaloezieën het geval is. - de camera trilt erg. • Als tracking mislukt, wordt de functie gereset. • Als de camera het onderwerp niet volgt, moet u het te volgen onderwerp in het midden van het scherm. Druk in de opnamemodus op [m]. Selecteer Aanraak AF → Tracking AF. Raak het onderwerp aan dat u wilt bijhouden in het aanraakgedeelte. • Er verschijnt een scherpstelkader rond het onderwerp dat het onderwerp volgt als u de camera beweegt. opnieuw selecteren. • Als de camera niet kan scherpstellen, wordt het scherpstelkader rood weergegeven en wordt de scherpstelling gereset. • Een wit kader betekent dat de camera het onderwerp volgt. • Een groen kader wanneer u de [Ontspanknop] half indrukt, betekent dat het onderwerp scherp in beeld is. • Het rode kader betekent dat de camera niet heeft kunnen scherpstellen. Opnameopties 76 De scherpstelling van de camera aanpassen One Touch-opname gebruiken U kunt met één vingeraanraking een foto maken. Wanneer u het onderwerp aanraakt, stelt de camera automatisch scherp op het onderwerp en wordt de foto gemaakt. 1 2 3 Druk in de opnamemodus op [m]. Selecteer Aanraak AF → One Touch-opname. Raak een onderwerp aan om de foto op te maken. Als u deze functie gebruikt, is het niet mogelijk om de timer, intelligente zoomfunctie en serieopties in te stellen. Opnameopties 77 Gezichtsdetectie gebruiken pAhMs Bij gebruik van de opties voor Gezichtsdetectie worden de gezichten van mensen automatisch door de camera gedetecteerd. Wanneer u op een menselijk gezicht scherpstelt, past de camera de belichting automatisch aan. Gebruik Smile shot om een foto te maken van een glimlachend persoon. Gezichten detecteren Een zelfportret maken De camera kan automatisch maximaal 10 gezichten in één scène detecteren. Maak foto's van uzelf. De camera stelt de scherpstelafstand in op close-up en geeft een pieptoon weer wanneer dit gereed is. 1 2 Druk in de opnamemodus op [m]. Selecteer Gezichtsdetectie → Normaal. Het gezicht dat zich het dichtst bij de camera of het dichtst bij het midden van de scène bevindt, wordt weergegeven in een wit scherpstelkader en de overige gezichten worden weergegeven in grijze scherpstelkaders. 1 2 3 4 Druk in de opnamemodus op [m]. Selecteer Gezichtsdetectie → Zelfportret. Stel de opname samen met de lens naar u toe gericht. Als u een korte pieptoon hoort, drukt u op de [Ontspanknop]. Hoe dichter u bij de onderwerpen bent, des te sneller de camera gezichten detecteert. Wanneer gezichten zich in het midden bevinden, piept de camera snel. Als u Volume uitschakelt in de geluidsinstellingen, geeft de camera geen pieptoon weer. (p. 139) Opnameopties 78 Gezichtsdetectie gebruiken Een foto van een lachend gezicht maken met Smile Shot De camera neemt automatisch een foto wanneer er een lachend gezicht wordt gedetecteerd. 1 2 3 Druk in de opnamemodus op [m]. Selecteer Gezichtsdetectie → Smile shot. Stel de opname samen. • De camera neemt automatisch een foto wanneer er een lachend gezicht wordt gedetecteerd. Tips voor gezichtsdetectie • Wanneer de camera een gezicht detecteert, wordt het gedetecteerde gezicht automatisch gevolgd. • Gezichtsdetectie is mogelijk in de volgende gevallen niet effectief: - de afstand tussen de camera en het onderwerp is te groot (het scherpstelkader wordt oranje weergegeven voor Smile shot). het is te licht of te donker. het onderwerp kijkt niet in de richting van de camera. het onderwerp draagt een zonnebril of een masker. de gezichtsuitdrukking van het onderwerp verandert drastisch. het onderwerp heeft tegenlicht of de lichtomstandigheden zijn veranderlijk. • Als opties voor gezichtsdetectie instelt, wordt het AF-gebied automatisch ingesteld op Multi AF. • Afhankelijk van de geselecteerde optie voor gezichtsdetectie zijn bepaalde opnameopties niet beschikbaar. - De camera herkent de lach eerder wanneer het onderwerp breeduit lacht. Opnameopties 79 Helderheid en kleur aanpassen Hier vindt u informatie over hoe u instellingen voor de helderheid en kleur kunt aanpassen om een betere beeldkwaliteit te bereiken. De belichting handmatig aanpassen (EV) 3 pAh Afhankelijk van de intensiteit van het omgevingslicht kunnen foto's te licht of te donker uitvallen. U kunt dan de belichting aanpassen om een beter resultaat te krijgen. Druk op [F/t] om de belichting aan te passen. • U kunt ook de draaiknop op het scherm naar links of naar rechts slepen om de belichting aan te passen. • De foto wordt lichter naarmate de belichting wordt verhoogd. EV : 0 S Donkerder (-) 1 2 S Neutraal (0) Terug S Helderder (+) Druk in de opnamemodus op [m]. 4 Instellen Druk op [o] om de instellingen op te slaan. • Nadat u de belichting hebt aangepast, wordt deze instelling automatisch Selecteer EV. opgeslagen. Mogelijk moet dit later weer worden aangepast om onder- of overbelichting te voorkomen. • Als u niet weet wat de juiste belichting moet zijn, selecteert u de optie AE BKT (Auto Exposure Bracket). De camera neemt 3 foto's achter elkaar, elk met een andere belichting: normaal, onderbelicht en overbelicht. (p. 86) • U kunt ook de belichtingswaarde op het scherm aanraken om het aanpassingsvenster weer te geven. Opnameopties 80 Helderheid en kleur aanpassen Compenseren voor tegenlicht (ACB) pAhM Wanneer de lichtbron zich achter het onderwerp bevindt, of als er een groot contrast is tussen het onderwerp en de achtergrond, komt het onderwerp waarschijnlijk donker op de foto. Schakel in dat geval de optie Auto Contrast Balance (ACB) in. â–² Zonder ACB 1 2 3 De optie voor lichtmeting wijzigen pAhM De modus voor lichtmeting heeft betrekking op de manier waarop een camera de hoeveelheid licht meet. De helderheid en belichting van de foto's varieert met de gekozen modus voor lichtmeting. 1 2 3 Druk in de opnamemodus op [m]. Selecteer Lichtmeting. Selecteer een optie. Symbool Beschrijving Multi: • De camera verdeelt het frame onder in diverse gebieden en meet de lichtintensiteit in elk gebied. • Geschikt voor algemene foto's. â–² Met ACB Spot: • De camera meet alleen de lichtintensiteit in het uiterste midden van het kader. • Als een onderwerp zich niet midden in het beeld bevindt, kan de foto verkeerd belicht worden. • Geschikt voor een onderwerp met tegenlicht. Centrum gewogen: • De camera bepaalt een gemiddelde voor de lichtmeting van het gehele beeld, maar met nadruk op het midden. • Geschikt voor foto's waarbij het onderwerp zich in het midden van het beeld bevindt. Druk in de opnamemodus op [m]. Selecteer ACB. Selecteer een optie. Symbool Beschrijving Uit: Auto Contrast Balance (ACB) is uitgeschakeld. Aan: Auto Contrast Balance (ACB) is ingeschakeld. De ACB-functie is altijd ingeschakeld in de modus Smart Auto. Opnameopties 81 Helderheid en kleur aanpassen Een instelling voor Witbalans selecteren pAhM De kleuren in een foto zijn afhankelijk van het soort lichtbron en de kwaliteit daarvan. Als u wilt dat uw foto's realistische kleuren hebben, selecteert u een witbalansinstelling die geschikt is voor de lichtomstandigheden, zoals Auto witbalans, Daglicht, Bewolkt of Kunstlicht. 1 2 3 Druk in de opnamemodus op [m]. Selecteer Witbalans. Selecteer een optie. Symbool Beschrijving Auto witbalans: automatisch de witbalans instellen op basis van de lichtomstandigheden. Daglicht: voor foto's buitenshuis op een zonnige dag. Auto witbalans Bewolkt: voor foto's buitenshuis op een bewolkte dag of in de schaduw. TL-licht H: voor opname bij daglichtlampen of driewegfluorescentielampen. Daglicht TL-licht L: voor opname bij wit TL-licht. Kunstlicht: voor opname binnenshuis bij gloeilamp- of halogeenlampverlichting. Kleurtemp.: de kleurtemperatuur van de lichtbron instellen. (p. 83) Aangepaste instelling: instellingen voor de witbalans gebruiken die u hebt ingesteld. (p. 84) Bewolkt Kunstlicht Opnameopties 82 Helderheid en kleur aanpassen Voorgedefinieerde witbalansopties aanpassen Kleurtemperatuur aanpassen U kunt de voorgedefinieerde witbalansopties aanpassen, behalve Auto witbalans en Aangepaste instelling. 1 2 3 4 5 Druk in de opnamemodus op [m]. Selecteer Witbalans. Scrol naar een gewenste optie. 1 2 3 4 Druk op [D]. Druk in de opnamemodus op [m]. Selecteer Witbalans → Kleurtemp.. Druk op [D]. Druk op [F/t] om de kleurtemperatuur aan te passen zodat deze aansluit bij uw lichtbron. • Sleep de schuifregelaar of raak +/- aan om de kleurtemperatuur aan te passen. Druk op [D/c/F/t] om de waarde van de coördinaten aan te passen. • U krijgt een warmere foto met een hogere waarde en een koelere foto met een lagere waarde. • U kunt ook een gedeelte van het scherm aanraken. Kleurtemperatuur : 6500 K Witbalans : Daglicht Terug 6 Instellen • • • • G: groen A: oranje M: magenta B: blauw Druk op [o] om de instellingen op te slaan. Terug 5 Instellen Druk op [o] om de instellingen op te slaan. Opnameopties 83 Helderheid en kleur aanpassen Uw eigen witbalansinstelling configureren U kunt de witbalans aanpassen door een foto te maken van een wit oppervlak, zoals een stuk papier, onder de lichtomstandigheden waarin u een foto wilt maken. De functie voor witbalans helpt u om de kleuren in uw foto te laten overeenkomen met de werkelijke scène. 1 2 3 Druk in de opnamemodus op [m]. Selecteer Witbalans → Aangepaste instelling. Richt de lens op een wit stuk papier en druk op de [Ontspanknop]. Een vel wit papier Opnameopties 84 Serieopnamen pAhMsig Het kan lastig zijn foto's te maken van snel bewegende onderwerpen, of natuurlijke gezichtsuitdrukkingen en gebaren van uw onderwerpen in foto's vast te leggen. Het kan ook moeilijk zijn om de belichting correct aan te passen en een juiste belichtingsbron te selecteren. Selecteer in deze gevallen een van de modi voor serieopnamen. U kunt de timer instellen om de opname met een vertraging te maken. 3 Lijn uw onderwerp uit in het kader en druk vervolgens de [Ontspanknop] half in om scherp te stellen. 4 Houd de [Ontspanknop] ingedrukt. • Terwijl u de [Ontspanknop] ingedrukt houdt, blijft de camera achter elkaar foto's maken. • Afhankelijk van de opnameomstandigheden kunnen de beschikbare opties verschillen. Continu foto's maken • Afhankelijk van de geselecteerde optie voor gezichtsdetectie zijn bepaalde 1 2 • Het kan langer duren om de foto's op te slaan afhankelijk van de capaciteit en opnameopties niet beschikbaar. Druk in de opnamemodus op [t]. prestaties van de geheugenkaart. Selecteer een optie. • In sommige modi kunt u ook de opnameoptie instellen door op [m] te Symbool Beschrijving Continu hoog: achter elkaar 7,1 foto's per seconde maken. (U kunt maximaal 6 foto's in een serie maken.) drukken en vervolgens Station/timer te selecteren. Continu normaal: achter elkaar 3 foto's per seconde maken. (U kunt maximaal 6 foto's in een serie maken.) Eén foto: één foto maken. (Eén foto is niet een optie voor serieopnamen.) Opnameopties 85 Serieopnamen Timer gebruiken Foto's met de bracketfunctie maken 1 2 Met de functie voor automatische belichtingstrap kunt u meerdere foto's van hetzelfde onderwerp maken met verschillende belichtingswaarden. Druk in de opnamemodus op [t]. Selecteer een optie. Symbool Optie 2 sec: een foto maken na een vertraging van 2 seconden. 1 2 Druk in de opnamemodus op [t]. Selecteer AE BKT. • Wanneer u op de [Ontspanknop] drukt, neemt de camera 3 foto's achter elkaar, 10 sec: een foto maken na een vertraging van 10 seconden. elk met een andere belichting: normaal, onderbelicht en overbelicht. • Druk op [m] en selecteer AE BKT instellen om de belichtingswaarden in te • Druk op de [Ontspanknop] om de timer te annuleren. • In sommige modi kunt u ook de opnameoptie instellen door op [m] te stellen. • Het maken van de foto kan langer duren. Gebruik een statief voor optimale drukken en vervolgens Station/timer of Timer te selecteren. resultaten. Opnameopties 86 Afbeeldingen aanpassen pAhM U kunt de scherpte, kleurverzadiging en het contrast van uw foto's aanpassen. 1 2 3 Druk in de opnamemodus op [m]. 4 Selecteer Beeld aanpassen. Druk op [F/t] om de waarden aan te passen. • U kunt ook de schuifregelaar slepen of +/- aanraken om de belichting aan te passen. Selecteer een optie. Scherpte • Scherpte • Contrast • Kleurverzadiging – + Beschrijving De randen van uw foto's verzachten (geschikt voor fotobewerking op de computer). De randen verscherpen om de foto's duidelijker te maken. (Hierdoor kan ook de beeldruis in de foto's toenemen). Beeld aanpassen : Scherpte Contrast – Scherpte + Contrast Kleurverzadiging Beschrijving – De kleurverzadiging verlagen. Kleurverzadiging Terug Beschrijving De kleuren en helderheid verlagen. De kleuren en helderheid verhogen. Instellen + 5 De kleurverzadiging verhogen. Druk op [o] om de instellingen op te slaan. Selecteer 0 als u geen effect wilt toepassen (geschikt voor afdrukken). Opnameopties 87 Het geluid van de zoom instellen TpAhMsig Wanneer u tijdens het opnemen van video's gebruikmaakt van de zoom, kan de camera het geluid van de zoom opnemen. Gebruik de functie Sound Alive om het zoomgeluid te verminderen. 1 2 3 Druk in de opnamemodus op [m]. Selecteer Spraak. Selecteer een optie. Symbool Beschrijving Sound Alive Aan: de Sound Alive-functie inschakelen om het zoomgeluid te verminderen. Sound Alive Uit: de functie Sound Alive uitschakelen. De camera kan het zoomgeluid opnemen. • Blokkeer de microfoon niet wanneer u de functie Sound Alive gebruikt. • Opnamen die worden gemaakt met Sound Alive, kunnen anders klinken dan de daadwerkelijke geluiden. Opnameopties 88 Foto's vastleggen terwijl u een video opneemt TpAhMsig U kunt foto's vastleggen terwijl u een video opneemt zonder over te schakelen naar de fotostand (maximaal 6 foto's). 1 2 3 Draai de modusdraaiknop naar p, G, s, i, g of T. • Het formaat van vastgelegde afbeeldingen wordt automatisch gewijzigd, Druk op • Foto's die u hebt vastgelegd tijdens het opnemen van een video, hebben afhankelijk van het formaat van de opgenomen video. (Video-opname) om de opname te starten. Druk op de [Ontspanknop] om foto's te maken. • Als u het opnemen van video onderbreekt, kunt u geen foto's maken door op de [Ontspanknop] te drukken. • Vastgelegde foto's worden automatisch opgeslagen. Foto's vastgelegd tijdens het opnemen van een video 4 Druk opnieuw op (Video-opname) om de opname te stoppen. Opnameopties 89 mogelijk een lagere kwaliteit dan de foto's die u op de normale wijze hebt gemaakt. • Deze functie wordt mogelijk niet ondersteund in bepaalde modi. Afspelen/bewerken Hier vindt u informatie over hoe u foto's of video's afspeelt en u foto's bewerkt. Ook leest u hier hoe u de camera op een computer of televisie aansluit. Foto's of video's weergeven in de afspeelmodus …………………………………… 91 De afspeelmodus starten ……………………… 91 Foto's weergeven ……………………………… 96 Een video afspelen ……………………………… 98 Foto's bewerken ………………………………… 99 Het formaat van foto's wijzigen ………………… 99 Een foto draaien ………………………………… 99 Een foto bijsnijden ……………………………… 100 Effecten van Intelligent filter toepassen ……… 100 Donkere onderwerpen, de helderheid, het contrast of de kleurverzadiging aanpassen …… 101 Portretfoto's aanpassen ……………………… 102 Een video bewerken …………………………… 103 Een video bijsnijden …………………………… 103 Afzonderlijke beelden uit een video opslaan … 103 Bestanden op een tv weergeven ……………… 104 Bestanden naar een computer overbrengen … 105 Bestanden naar een Windows-computer overbrengen …………………………………… 105 Bestanden naar een Mac-computer overbrengen …………………………………… 106 Programma's op de computer gebruiken …… 108 i-Launcher installeren i-Launcher gebruiken ………………………… 108 ………………………… 109 Foto's of video's weergeven in de afspeelmodus Hier vindt u informatie over hoe u foto's, video's en spraakmemo's kunt afspelen en hoe u bestanden beheert. De afspeelmodus starten Fotobestandsinformatie Bekijk foto's en video's die op de camera zijn opgeslagen. 1 Actief geheugen Druk op [P]. • Het recentste bestand wordt weergegeven. • Als de camera is uitgeschakeld, wordt deze ingeschakeld en wordt het Histogram recentste bestand weergegeven. 2 Bestandsgegevens Druk op [F/t] om door de bestanden te scrollen. • U kunt ook de afbeelding naar links of rechts slepen om naar een ander bestand te gaan. • Houd [F/t] ingedrukt om snel door de bestanden te scrollen. • Als u bestanden in het interne geheugen wilt weergeven, verwijdert u de Symbool Beschrijving Huidig bestand/totaal aantal bestanden geheugenkaart. • U kunt bestanden die zijn opgenomen met andere camera's, mogelijk Mapnaam – Bestandsnaam (afbeeldingsformaat, enzovoort) of codecs. Gebruik een computer of ander apparaat om deze bestanden te bewerken of af te spelen. • Foto's of video's die zijn vastgesteld in de staande stand, worden niet automatisch gedraaid en worden weergegeven in de liggende stand op de camera en andere apparaten. Foto's achter elkaar vastgelegd (zie 'Bestanden weergeven als een map', p. 92) Beveiligd bestand Het bestand overdragen of delen Bestanden als miniaturen weergeven (p. 93) Als u bestandsgegevens op het scherm wilt weergeven, drukt u op [D]. Afspelen/bewerken 91 Foto's of video's weergeven in de afspeelmodus Videobestandsinformatie Bestanden weergeven als een map Foto's die achter elkaar zijn gemaakt, worden weergegeven als een map. 1 • De camera geeft automatisch de foto's in de map weer. Bestandsgegevens Symbool Druk in de afspeelmodus op [F/t] of sleep de afbeelding naar links of rechts om naar een gewenste map te gaan. Beschrijving Huidig bestand/totaal aantal bestanden Eén foto-weergave Mapnaam – Bestandsnaam Videobestand GIF-bestand: het bestand opgenomen in de modus Foto in beweging Beveiligd bestand 2 Druk op [o] of draai [Zoomknop] naar rechts om de map te openen. • U kunt ook Video's afspelen Bestanden als miniaturen weergeven (p. 93) Als u bestandsgegevens op het scherm wilt weergeven, drukt u op [D]. Eén foto-weergave op het scherm aanraken om de map te openen. Het bestand overdragen of delen 3 Druk op [F/t] of sleep de afbeelding naar links of rechts om naar een ander bestand te gaan. 4 Druk op [o] of draai [Zoomknop] naar links om terug te keren naar de afspeelmodus. • Of raak Afspelen/bewerken 92 aan om terug te gaan naar de afspeelmodus. Foto's of video's weergeven in de afspeelmodus Bestanden als miniatuur weergeven Bestanden weergeven op categorie Bekijk miniaturen van bestanden. Bestanden op categorie weergeven, zoals datum of bestandstype. Draai in de afspeelmodus de [Zoomknop] naar links om miniaturen weer te geven (12 per keer). Draai de [Zoomknop] nog een keer naar links om meer miniaturen weer te geven (24 per keer). Draai de [Zoomknop] naar rechts om naar de vorige weergave terug te keren. 1 2 Draai in de afspeelmodus de [Zoomknop] naar links. Druk op [m] en selecteer vervolgens Filter → een categorie. • U kunt ook aanraken om een categorie te selecteren. Filter Alles Datum Bestandstype Raak een bestand aan om dit op het volledige scherm weer te geven. Terug Instellen Symbool Beschrijving • Druk op [D/c/F/t] of sleep het scherm omhoog of omlaag om naar de Alles: bestanden normaal weergeven. vorige of volgende pagina met miniaturen te gaan. Datum: bestanden weergeven op volgorde van opslagdatum. selecteren en verwijder ze of draag ze over. Bestandstype: bestanden weergeven op bestandstype. • Houd in de miniatuurweergave de bestanden vast of druk op [m] om ze te Afspelen/bewerken 93 Foto's of video's weergeven in de afspeelmodus 3 4 5 Bestanden wissen Raak een lijst aan om deze te openen. Raak een lijst aan om deze weer te geven. Selecteer bestanden die u wilt verwijderen in de afspeelmodus. Draai de [Zoomknop] naar links om naar de vorige weergave terug te keren. Eén bestand verwijderen U kunt één bestand selecteren en dit verwijderen. • Of raak 1 2 aan om terug te gaan naar de vorige weergave. Als u de categorie wijzigt, kan het enige tijd duren voordat de camera de bestanden opnieuw indeelt, afhankelijk van het aantal bestanden. Selecteer in de afspeelmodus een bestand en druk op [ /f]. Wanneer het pop-upbericht wordt weergegeven, selecteert u Ja. • U kunt ook meerdere bestanden wissen in de afspeelmodus door op [m] en vervolgens Wissen → Wissen → Ja te selecteren. • U kunt ook bestanden verwijderen in de miniatuurweergave door het bestand te blijven aanraken en vervolgens Bestanden beveiligen Beveilig uw bestanden om te voorkomen dat ze per ongeluk worden verwijderd. 1 2 3 Selecteer in de afspeelmodus een bestand om te beveiligen. Druk op [m] en selecteer Beveiligen → Aan. Herhaal stap 1 en 2 om meer bestanden te beveiligen. U kunt een beveiligd bestand niet verwijderen of draaien. Afspelen/bewerken 94 → OK te selecteren. Foto's of video's weergeven in de afspeelmodus Meerdere bestanden verwijderen U kunt meerdere bestanden selecteren en deze tegelijk verwijderen. Alle bestanden verwijderen U kunt alle bestanden selecteren en deze tegelijk verwijderen. 1 1 Druk in de afspeelmodus op [m]. • Druk in de miniatuurweergave op [m], selecteer Wissen → Selecteren Druk in de afspeelmodus op [m]. • Druk in de miniatuurweergave op [m], selecteer Wissen → Alles wissen en ga verder met stap 3 of druk op [ /f], selecteer Selecteren en ga verder met stap 3. 2 3 Selecteer Wissen → Meer wissen. 4 5 Druk op [ /f]. en ga verder met stap 3 of druk op [ /f], selecteer Alles wissen en ga verder met stap 3. 2 3 Scrol naar de bestanden die u wilt uploaden en druk op [o]. • Druk nogmaals op[o] om de selectie te annuleren. Selecteer Wissen → Alles wissen. Wanneer het pop-upbericht wordt weergegeven, selecteert u Ja. • Alle niet-beveiligde bestanden worden verwijderd. Wanneer het pop-upbericht wordt weergegeven, selecteert u Ja. Afspelen/bewerken 95 Foto's of video's weergeven in de afspeelmodus Foto's weergeven Om Vergroot een deel van een foto of geef foto's weer als diashow. Het vergrote gebied verplaatsen Een foto vergroten Draai in de afspeelmodus de [Zoomknop] naar rechts om een deel van een foto te vergroten. Draai de [Zoomknop] naar links om uit te zoomen. De vergrote foto bijsnijden Beschrijving • Druk op [D/c/F/t]. • Sleep het scherm om een ander deel van de foto weer te geven. Druk op [o] en selecteer Ja. (De bijgesneden foto wordt opgeslagen als een nieuw bestand. De oorspronkelijke foto blijft in zijn oorspronkelijke vorm bewaard.) • U kunt ook uw vingers samenknijpen of ze spreiden op het scherm om een foto te vergroten of verkleinen. • Als u foto's weergeeft die zijn gemaakt met een andere camera, kan de Vergroot gebied Terug zoomverhouding verschillen. Bijsnijden Afspelen/bewerken 96 Foto's of video's weergeven in de afspeelmodus Panoramafoto's weergeven Een diashow afspelen Foto's weergeven die zijn gemaakt in de panoramamodus. 1 Scrol in de afspeelmodus naar de gewenste panoramafoto. 2 Druk op [o] of raak Effecten toepassen op een diashow met uw foto's. De diashowfunctie werkt niet voor video's en GIF-bestanden. • De volledige panoramafoto wordt weergegeven op het scherm. aan. • De camera scrolt automatisch van links naar rechts door de foto voor een horizontale panoramafoto en van boven naar beneden voor een verticale panoramafoto. De camera schakelt vervolgens over naar de afspeelmodus. • Druk tijdens het weergeven van een panoramafoto op [o] om te pauzeren of hervatten. • Druk nadat u het afspelen van een panoramafoto hebt gepauzeerd, op [D/c/F/t] om de foto horizontaal of verticaal te bewegen, afhankelijk van de richting waarin u bewoog tijdens het maken van de foto. 3 1 2 3 Druk in de afspeelmodus op [m]. Selecteer Opties voor diashow. Selecteer een effect voor de diashow. • Ga naar stap 4 als u een diashow zonder effecten wilt starten. * Standaard Optie Beschrijving Instellen of de diashow wordt herhaald. Afspeelmodus (Eenmaal afspelen*, Herhalen) • Het interval tussen foto's instellen. Druk op [b] om terug te gaan naar de afspeelmodus. Interval U kunt de panoramafoto afspelen door op [o] te drukken of, als de langste zijde van de foto twee keer zo lang of langer is dan de kortste zijde, door aan te raken. Effect 4 Druk op [b]. Afspelen/bewerken 97 (1 sec*, 3 sec, 5 sec, 10 sec) • U moet de optie Effect instellen op Uit om een interval in te stellen. • Een scèneovergangseffect instellen tussen foto's. (Uit, Rustig*, Zonnig, Ontspannen, Levendig, Zacht) • Selecteer Uit om de effecten te annuleren. • Als u de optie Effect gebruikt, wordt het interval tussen foto's ingesteld op 1 seconde. Foto's of video's weergeven in de afspeelmodus 5 6 Selecteer Diashow starten. Symbool Beschrijving Naar het vorige bestand gaan/terugspoelen. (Elke keer dat u het pictogram voor terugspoelen aanraakt, wordt de scansnelheid als / volgt gewijzigd: 2X, 4X, 8X.) Geef de diashow weer. • Druk op [o] om de diashow te onderbreken. • Druk nogmaals op [o] om de diashow te hervatten. / Druk op [b] om de diashow te stoppen en terug te schakelen naar de afspeelmodus. / Het afspelen onderbreken of hervatten. Naar het volgende bestand gaan/vooruitspoelen. (Elke keer dat u het pictogram voor vooruitspoelen aanraakt, wordt de scansnelheid als volgt gewijzigd: 2X, 4X, 8X.) Het volume aanpassen of het geluid dempen. Een video afspelen • U kunt ook de [Zoomknop] naar links of rechts draaien om het volumeniveau In de afspeelmodus kunt u een video weergeven en een geanimeerde foto. aan te passen. 1 Selecteer in de afspeelmodus een bestand en druk op [o] of raak aan. 2 Geef de video weer. • Wanneer u een film afspeelt, kunt u functies, zoals achteruit scannen of vooruit scannen, gaan gebruiken nadat de video 2 seconden is afgespeeld. Bewegende foto's weergeven Huidige afspeelduur/ lengte van video GIF-animatiebestanden herhaaldelijk weergeven die zijn vastgelegd in de modus Foto in beweging. 1 2 3 Scrol in de afspeelmodus naar het gewenste GIF-bestand. Druk op [o] of raak aan. Druk op [b] om terug te gaan naar de afspeelmodus. Stop Afspelen/bewerken 98 Foto's bewerken Hier vindt u informatie over het bewerken van foto's. • De camera slaat bewerkte foto's op als nieuwe bestanden. • Wanneer u foto's bewerkt, converteert de camera deze automatisch naar een lagere resolutie. Foto's die handmatig worden gedraaid of waarvan het formaat handmatig wordt aangepast, worden niet automatisch geconverteerd naar een lagere resolutie. • U kunt foto's niet bewerken terwijl u bestanden weergeeft als map. Open de map en selecteer een foto om de foto te bewerken. • Foto's die zijn vastgesteld in bepaalde modi, kunnen niet worden bewerkt. Het formaat van foto's wijzigen Een foto draaien U kunt het formaat van een foto wijzigen en de foto als een nieuw bestand opslaan. 1 Draai de modusdraaiknop naar g en selecteer vervolgens 2 Draai de [Zoomknop] naar links of raak selecteren. Raak aan en selecteer een optie. 3 . 1 Draai de modusdraaiknop naar g en selecteer vervolgens 2 Draai de [Zoomknop] naar links of raak selecteren. Raak aan en selecteer een optie. • U kunt ook op [m] drukken en vervolgens Afbeelding bewerken selecteren. aan om een foto te • U kunt ook op [m] drukken en vervolgens Afbeelding bewerken selecteren. 3 Resolutie wijzigen : 2592 X 1944 4 Raak aan om op te slaan. . Draaien : Rechts 90Ëš 4 Raak De beschikbare opties voor formaat wijzigen verschillen, afhankelijk van het originele formaat van de foto. aan om op te slaan. De camera overschrijft het originele bestand. Afspelen/bewerken 99 aan om een foto te Foto's bewerken Een foto bijsnijden 1 Effecten van Intelligent filter toepassen Draai de modusdraaiknop naar g en selecteer vervolgens • U kunt ook op [m] drukken en vervolgens Afbeelding bewerken . Pas speciale effecten toe op uw foto's. 1 selecteren. 2 Draai de [Zoomknop] naar links of raak selecteren. 3 4 Raak 5 Raak aan om een foto te aan en sleep het kader naar een gewenste locatie. Pas de grootte van het gebied aan door de hoeken van het vak te slepen. Draai de modusdraaiknop naar g en selecteer vervolgens • U kunt ook op [m] drukken en vervolgens Afbeelding bewerken . selecteren. 2 Draai de [Zoomknop] naar links of raak selecteren. 3 4 Raak aan en selecteer een optie. Raak aan om op te slaan. aan om een foto te aan. Intelligent filter : Miniatuur Optie Uit Miniatuur Afspelen/bewerken 100 Beschrijving Geen effect Een effect toepassen om het onderwerp in miniatuur weer te geven. (De boven- en onderkant van de foto worden wazig gemaakt.) Foto's bewerken Optie Beschrijving Retro-kleuren, een hoog contrast en sterke vignettering van Lomo-camera's toepassen. Geef uw foto het uiterlijk van een schets in inkt. Aquarel Het effect van een olieverfschilderij toepassen. Olieverf Het effect van een striptekening toepassen. Cartoon Lijnen toevoegen die naar buiten lopen van heldere Kruisfilter objecten om het visuele effect van een kruisfilter te imiteren. Een schetseffect van een pen toepassen. Schets Onzuiverheden op het gezicht verhullen of droomachtige Softfocus effecten toevoegen. Objecten die in de buurt zijn, vervormen om de visuele Visoog effecten van een vissenooglens te imiteren. Een zwart-witeffect toepassen. Klassiek Een sepiatinteffect toepassen. Retro De randen van een foto vervagen om de onderwerpen in het Zoomopname midden te benadrukken. Vignetten 5 Raak aan om op te slaan. Donkere onderwerpen, de helderheid, het contrast of de kleurverzadiging aanpassen Hier vindt u informatie over het aanpassen van de helderheid, het contrast of de kleurverzadiging. Als het midden van een foto donker is, kunt u deze lichter maken. De camera slaat een bewerkte foto op als een nieuw bestand, maar converteert de foto mogelijk naar een lagere resolutie. • U kunt tegelijk de helderheid, het contrast en de kleurverzadiging aanpassen en Intelligent filter-effecten toepassen. • Als u het ACB-effect hebt toegepast, kunt u de helderheid, het contrast of de kleurverzadiging niet aanpassen. Als u de helderheid, het contrast of de kleurverzadiging hebt aangepast, kunt u het ACB-effect niet toepassen. 1 Draai de modusdraaiknop naar g en selecteer vervolgens 2 Draai de [Zoomknop] naar links of raak selecteren. 3 Raak . • U kunt ook op [m] drukken en vervolgens Afbeelding bewerken selecteren. aan om een foto te aan en selecteer een foto. Symbool Beschrijving Donkere onderwerpen aanpassen (ACB) Helderheid Contrast Kleurverzadiging • Als u Afspelen/bewerken 101 hebt geselecteerd, gaat u verder met stap 6. Foto's bewerken 4 Druk op [F/t] om de optie aan te passen. • U kunt ook de schuifregelaar slepen of +/- aanraken om de optie aan te passen. 5 6 Raak → Raak aan om op te slaan. aan. Portretfoto's aanpassen De camera slaat een bewerkte foto op als een nieuw bestand, maar converteert de foto mogelijk naar een lagere resolutie. 1 Draai de modusdraaiknop naar g en selecteer vervolgens • U kunt ook op [m] drukken en vervolgens Afbeelding bewerken . selecteren. 2 Draai de [Zoomknop] naar links of raak selecteren. 3 4 Raak aan om een foto te aan en selecteer Gezichtretouchering. Druk op [F/t] om de optie aan te passen. • U kunt ook de schuifregelaar slepen of +/- aanraken om de optie aan te passen. • Hoe hoger het nummer, des te helderder de huidskleur. 5 Raak aan om op te slaan. Afspelen/bewerken 102 Een video bewerken Tijdens het afspelen van een video kunt u de video bijsnijden of een beeld uit de video vastleggen. 10 Een video bijsnijden 1 2 3 Wanneer het pop-upbericht wordt weergegeven, selecteert u Ja. • De oorspronkelijke video moet ten minste 10 seconden lang zijn. • U kunt video's bijsnijden van 2 seconden vanaf het begin en 2 seconden vanaf Selecteer in de afspeelmodus een video en druk op [m]. Selecteer Video bijsnijden. het einde van de video. • De camera slaat de bewerkte video op als nieuw bestand en brengt geen Druk op [o] of raak aan om te beginnen met het afspelen van de video. wijzigingen aan in de oorspronkelijke video. 4 Druk op [o] of raak beginnen. 5 6 Druk op [c] of raak Startpunt aan. Afzonderlijke beelden uit een video opslaan Druk op [o] of raak aan om het afspelen van de video te hervatten. 1 Druk tijdens het afspelen van een video op [o] of raak het punt waarop u een beeld wilt opnemen. 7 Druk op [o] of raak eindigen. 2 Druk op [c] of raak Vastleggen aan. 8 9 Druk op [c] of raak Eindpunt aan. aan op het punt waarop u het bijsnijden wilt aan op het punt waarop u het bijsnijden wilt aan op • De resolutie van het opgenomen beeld is gelijk aan die van de originele video. • Het opgenomen beeld wordt als nieuw bestand opgeslagen. Druk op [c] of raak Bijsnijden aan om een video bij te snijden. • U kunt de scène aanpassen die moet worden bijgesneden door de grepen te verplaatsen die op de voortgangsbalk worden weergegeven. Afspelen/bewerken 103 Bestanden op een tv weergeven U kunt foto's of video's bekijken door de camera met de A/V-kabel op een televisie aan te sluiten. 1 2 3 4 5 Draai de modusdraaiknop naar n. Selecteer Connectiviteit → Video. Selecteer een video-uitvoersignaal voor uw land of regio. (p. 140) 6 Schakel de televisie in en selecteer de A/V-videobron met de afstandsbediening van de televisie. 7 Schakel de camera in. Schakel de camera en de televisie uit. • De camera schakelt automatisch over naar de afspeelmodus als u deze aansluit op een televisie. Sluit de camera met de A/V-kabel op de televisie aan. Audio 8 Bekijk foto's of speel video's af met behulp van de cameraknoppen. • Afhankelijk van het model van televisie wordt er mogelijk digitale ruis Video weergegeven of wordt een deel van het beeld niet weergegeven. • Afhankelijk van de televisie-instellingen kan het voorkomen dat de beelden niet gecentreerd op het scherm worden weergegeven. Afspelen/bewerken 104 Bestanden naar een computer overbrengen Sluit de camera aan op de computer om bestanden over te brengen van de geheugenkaart van de camera naar de computer. Bestanden naar een Windows-computer overbrengen 5 Schakel de camera in. 6 Selecteer op de computer Deze computer → Verwisselbare schijf → DCIM → 100PHOTO. 7 Sleep de bestanden naar de computer of sla ze op de computer op. U kunt de camera op de computer aansluiten als een verwisselbare schijf. Windows XP, Windows Vista, Windows 7 of Windows 8 moet worden uitgevoerd op uw computer als u de camera wilt aansluiten als verwisselbare schijf. 1 2 3 4 Draai de modusdraaiknop naar n. • De camera wordt automatisch herkend. Selecteer Connectiviteit → i-Launcher → Uit. Schakel de camera uit. Sluit de camera op de computer aan met de USB-kabel. U moet het kleine uiteinde van de USB-kabel aansluiten op uw camera. Als u de kabel omgekeerd aansluit, kunnen de bestanden beschadigen. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor enig verlies van gegevens. Afspelen/bewerken 105 Bestanden naar een computer overbrengen De camera loskoppelen (voor Windows XP) Bestanden naar een Mac-computer overbrengen Voor Windows Vista, Windows 7 en Windows 8 zijn de methoden voor het loskoppelen van de camera vergelijkbaar. 1 Als het statuslampje op de camera knippert, wacht u tot het knipperen ophoudt. 2 Klik op op de werkbalk rechtsonder in het scherm van de computer. Wanneer u de camera op een Mac-computer aansluit, wordt het apparaat automatisch door de computer herkend. U kunt de bestanden rechtstreeks van de camera naar de computer overbrengen, zonder dat het nodig is om programma's te installeren. Mac OS 10.5 of hoger wordt ondersteund. 1 2 3 4 Klik op het pop-upbericht. 5 Verwijder de USB-kabel. Schakel de camera uit. Sluit de camera met de USB-kabel op een Mac-computer aan. Klik op het berichtveld waarin wordt aangegeven dat de camera veilig is verwijderd. Afspelen/bewerken 106 U moet het kleine uiteinde van de USB-kabel aansluiten op uw camera. Als u de kabel omgekeerd aansluit, kunnen de bestanden beschadigen. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor enig verlies van gegevens. Bestanden naar een computer overbrengen 3 Schakel de camera in. • De computer herkent de camera automatisch en geeft een pictogram van een verwisselbare schijf weer. 4 5 Open op de computer de verwisselbare schijf. Sleep de bestanden naar de computer of sla ze op de computer op. Afspelen/bewerken 107 Programma's op de computer gebruiken Met i-Launcher kunt u bestanden afspelen met Multimedia Viewer en kunt u via koppelingen nuttige programma's downloaden. 5 6 i-Launcher installeren 1 2 3 4 Draai de modusdraaiknop naar n. Schakel de camera in. Installeer i-Launcher op de pc. Besturingssysteem Installatieprocedure Als een pop-upvenster wordt weergegeven met de vraag of u i-Launcher wilt installeren, selecteert u Ja. • Als het pop-upvenster niet wordt weergegeven, selecteert u Deze computer → i-Launcher → iLinker.exe. Windows • Als een pop-upvenster wordt weergegeven dat u iLinker.exe moet uitvoeren, moet u dit eerst uitvoeren. • Wanneer u de camera aansluit op een computer waarop i-Launcher is geïnstalleerd, wordt het programma automatisch gestart. Selecteer Connectiviteit → i-Launcher → Aan. Schakel de camera uit. Sluit de camera op de computer aan met de USB-kabel. U moet het kleine uiteinde van de USB-kabel aansluiten op uw camera. Als u de kabel omgekeerd aansluit, kunnen de bestanden beschadigen. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor enig verlies van gegevens. Mac 7 Klik op Apparaten → i-Launcher → Mac → iLinker. Volg de instructies op het scherm om de installatie te voltooien. Voordat u het programma installeert, moet u ervoor zorgen dat de pc is verbonden met een netwerk. Afspelen/bewerken 108 Programma's op de computer gebruiken Beschikbare programma's tijdens het gebruik van i-Launcher i-Launcher gebruiken Optie Multimedia Viewer Beschrijving Met Multimedia Viewer kunt u bestanden weergeven. Met i-Launcher kunt u bestanden afspelen met Multimedia Viewer en kunt u via een koppeling het programma PC Auto Backup downloaden. Firmware Upgrade Hiermee kunt u de firmware van uw camera bijwerken. i-Launcher bevat een koppeling waarmee u het programma PC Auto Backup kunt downloaden wanneer u de camera aansluit op een computer. U kunt foto's of video's die u met de camera hebt opgenomen, draadloos verzenden naar een pc. PC Auto Backup • De vereisten op de volgende pagina zijn slechts aanbevelingen. i-Launcher werkt mogelijk niet correct, zelfs wanneer de computer voldoet aan de vereisten, afhankelijk van de toestand van de computer. • Als uw computer niet voldoet aan de vereisten, worden video's mogelijk niet correct afgespeeld. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor schade die wordt veroorzaakt door het gebruik van niet-geschikte computers zoals samengestelde computers. Als u een Mac-computer gebruikt, zijn alleen Firmware Upgrade en PC Auto Backup beschikbaar. Afspelen/bewerken 109 Programma's op de computer gebruiken Vereisten voor Windows OS Vereisten voor Mac OS Item Vereisten Intel® Core™ 2 Duo 1,66 GHz of hoger/ AMD Athlon X2 Dual-Core 2,2 GHz of hoger Item Vereisten Besturingssysteem Mac OS 10.5 of hoger (met uitzondering van PowerPC) Minimaal 512 MB RAM (1 GB of meer aanbevolen) Windows XP SP2, Windows Vista, Windows 7 of Windows 8 250 MB of meer (1 GB of meer aanbevolen) • 1024 X 768 pixels, monitor met ondersteuning voor 16-bits (1280 X 1024 pixels, 32-bits kleurenmonitor aanbevolen) • USB 2.0-poort • nVIDIA Geforce 7600GT of hoger/ ATI X1600-reeks of hoger • Microsoft DirectX 9.0c of hoger Schijfruimte Processor RAM Besturingssysteem* Schijfruimte Overig RAM Overig Minimaal 256 MB RAM (512 MB of meer aanbevolen) Minimaal 110 MB USB 2.0-poort i-Launcher openen Selecteer op de computer Starten → Alle programma's → Samsung → i-Launcher → Samsung i-Launcher. Of klik op Applications (Programma's) → Samsung → i-Launcher op uw Mac-computer. * Een 32-bits versie van i-Launcher wordt geïnstalleerd; zelfs op 64-bits edities van Windows XP, Windows Vista, Windows 7 en Windows 8. Afspelen/bewerken 110 Programma's op de computer gebruiken Multimedia Viewer gebruiken Met Multimedia Viewer kunt u bestanden afspelen. Klik op het scherm Samsung i-Launcher op Multimedia Viewer. • Multimedia Viewer ondersteunt de volgende bestandstypen: - Video's: MP4 (Video: H.264, Audio: AAC), WMV (WMV 7/8/9), AVI (MJPEG) - Foto's: JPG, GIF, BMP, PNG, TIFF, MPO • Bestanden die zijn opgenomen met apparaten van andere fabrikanten worden mogelijk niet vloeiend afgespeeld. Foto's weergeven 1 Nr. 1 2 3 ! 0 9 8 7 6 5 4 Afspelen/bewerken 111 2 3 4 5 6 7 8 9 0 ! Beschrijving Bestandsnaam Vergroot gebied Histogram Het geselecteerde bestand openen. Histogram-knop Naar links draaien/naar rechts draaien. Naar het vorige bestand gaan/naar het volgende bestand gaan. Het formaat van de foto aanpassen aan het scherm. De foto op origineel formaat weergeven. Inzoomen/uitzoomen Schakelen tussen 2D- en 3D-modus. Programma's op de computer gebruiken Video's bekijken 1 Nr. 1 2 3 4 5 6 7 8 2 8 7 6 5 4 3 Afspelen/bewerken 112 Beschrijving Bestandsnaam Het volume aanpassen. Het geselecteerde bestand openen. Naar het volgende bestand gaan. Stop Pauze Naar het vorige bestand gaan. Voortgangsbalk Programma's op de computer gebruiken De firmware bijwerken Klik op het scherm Samsung i-Launcher op Firmware Upgrade. Het programma PC Auto Backup downloaden Klik op het scherm Samsung i-Launcher op PC Auto Backup. Zie pagina 127 voor meer informatie over het installeren van het programma PC Auto Backup. Afspelen/bewerken 113 Draadloos netwerk Hier wordt beschreven hoe u verbinding kunt maken met WLAN-netwerken en functies kunt gebruiken. Verbinding maken met een WLAN en netwerkinstellingen configureren …………… 115 Automatische back-up gebruiken om foto's of video's te verzenden …………………………… 127 Verbinding maken met een WLAN …………… 115 De aanmeldingsbrowser gebruiken …………… 116 Tips over netwerkverbinding ………………… 117 Tekst ingeven …………………………………… 118 Het programma voor Automatische back-up installeren op uw pc …………………………… 127 Foto's of video's verzenden naar een pc ……… 127 De NFC-functie gebruiken (Tag & Go) ………… 119 NFC-functies gebruiken in de opnamemodus … 119 NFC-functies gebruiken in de afspeelmodus (Photo Beam) …………………………………… 119 NFC-functies gebruiken in de Wi-Fi-modus …… 119 Bestanden automatisch opslaan op een smartphone ……………………………………… Foto's of video's verzenden naar een smartphone ……………………………………… Een smartphone gebruiken als externe ontspanknop …………………………………… De Baby Monitor gebruiken …………………… 120 121 123 125 Het geluidniveau aanpassen voor alarmactivering ………………………………… 126 Foto's of video's via e-mail verzenden ………… 129 E-mailinstellingen wijzigen …………………… 129 Foto's of video's via e-mail verzenden ………… 131 Services voor het delen van foto's of video's gebruiken ………………………………………… 132 Een service voor delen gebruiken ……………… 132 Foto's of video's uploaden ……………………… 132 Bestanden verzenden met Samsung Link …… 134 Foto's uploaden naar een online opslag of geregistreerde apparaten ……………………… 134 Foto's of video's weergeven op apparaten die Samsung Link ondersteunen ………………… 135 Verbinding maken met een WLAN en netwerkinstellingen configureren Hier wordt beschreven hoe u verbinding maakt via een toegangspunt wanneer u zich binnen het bereik van een WLAN bevindt. U kunt ook netwerkinstellingen configureren. Verbinding maken met een WLAN 1 2 3 Symbool Beschrijving Draai de modusdraaiknop naar w. Ad-hoctoegangspunt Selecteer WPS-toegangspunt Signaalsterkte , , , of Beveiligd toegangspunt . Volg de instructies op het scherm totdat het scherm Wi-Fi-instelling wordt weergegeven. • De camera zoekt automatisch naar beschikbare toegangspunten. • Druk voor bepaalde modellen op [m] en selecteer Wi-Fi-instelling. 4 Druk op [t] of raak aan om de instelopties voor het toegangspunt te openen. • Wanneer u een beveiligd toegangspunt selecteert, wordt een pop-upvenster Raak een toegangspunt aan. Vernieuwen • • • Terug • Selecteer Vernieuwen om de lijst met toegangspunten te vernieuwen waarmee verbinding kan worden gemaakt. • Selecteer Draadloos netwerk toevoegen om handmatig een toegangspunt toe te voegen. Uw toegangspuntnaam moet in het Engels zijn om het toegangspunt handmatig toe te voegen. • weergegeven. Geef de vereiste wachtwoorden in om verbinding te maken met de WLAN. Lees voor meer informatie over het ingeven van tekst 'Tekst ingeven'. (p. 118) Wanneer een aanmeldingspagina verschijnt, zie 'De aanmeldingsbrowser gebruiken'. (p. 116) Wanneer u een niet-beveiligd toegangspunt selecteert, maakt de camera automatisch verbinding met het WLAN. Als u een WPS-profiel selecteert met ondersteuning voor een toegangspunt, selecteert u → WPS PIN-verbinding en geeft u een PIN-code in op het toegangspunt. U kunt ook verbinding maken met een WPS-profiel met ondersteuning voor toegangspunten door → WPS knopverbinding te selecteren op de camera en vervolgens op de WPS-knop op het toegangspunt te drukken. Als een pop-upbericht over de regelgeving van het verzamelen van gegevens wordt weergegeven, moet u dit lezen en akkoord gaan. Draadloos netwerk 115 Verbinding maken met een WLAN en netwerkinstellingen configureren Netwerkopties instellen De aanmeldingsbrowser gebruiken 1 Ga op het scherm Wi-Fi-instelling naar een toegangspunt en druk op [t] of raak aan. 2 Raak elke optie aan en geef de vereiste informatie in. Knop/Symbool [D/c/F/t] [o] Optie Beschrijving Netwerkwachtwoord Geef het netwerkwachtwoord in. IP-instelling U kunt uw aanmeldingsgegevens ingeven via de browser wanneer u verbinding maakt met bepaalde toegangspunten, sites voor delen of cloudservers. / Het IP-adres automatisch of handmatig instellen. Beschrijving Naar een item gaan of door de pagina scrollen. Selecteer een item. De aanmeldingsbrowser sluiten. Naar de vorige pagina gaan. Naar de volgende pagina gaan. Stoppen met het laden van de pagina. Het IP-adres handmatig instellen 1 2 3 De pagina opnieuw laden. Ga op het scherm Wi-Fi-instelling naar een toegangspunt en druk op [t] of raak aan. • Bepaalde items kunt u niet selecteren afhankelijk van de pagina waarmee u bent Selecteer IP-instelling → Handmatig. • De aanmeldingsbrowser wordt mogelijk niet automatisch gesloten nadat Raak elke optie aan en geef de vereiste informatie in. Optie IP Beschrijving Hier geeft u het statische IP-adres in. Subnetmasker Hier geeft u het subnetmasker in. Hier geeft u de gateway in. Hier geeft u het DNS-adres in. Gateway DNS-server verbonden. Dit is normaal en wijst niet op een defect. u zich hebt aangemeld bij bepaalde pagina's. In dat geval sluit u de of aan te raken en aanmeldingsbrowser door op [b] te drukken of gaat u verder met de gewenste bewerking. • Het laden van de aanmeldingspagina kan langer duren wegens het paginaformaat of de netwerksnelheid. In dit geval wacht u tot het invoervenster voor aanmeldingsgegevens wordt weergegeven. Draadloos netwerk 116 Verbinding maken met een WLAN en netwerkinstellingen configureren • Als u geen verbinding met een WLAN kunt maken, probeert u een ander Tips over netwerkverbinding • Sommige Wi-Fi-functies zijn niet beschikbaar als u geen geheugenkaart plaatst. • De kwaliteit van de netwerkverbinding wordt bepaald door het toegangspunt. • Hoe groter de afstand tussen uw camera en het toegangspunt, hoe langer het toegangspunt uit de lijst met beschikbare toegangspunten. • Er kan een aanmeldingspagina worden weergegeven wanneer u gratis WLAN- duurt om verbinding te maken met het netwerk. • Als een apparaat in de buurt hetzelfde radiofrequentiesignaal gebruikt als uw camera, kan uw verbinding hierdoor worden verstoord. • Als uw toegangspunt geen Nederlandse naam heeft, kan de camera mogelijk het • apparaat niet vinden of kan de naam onjuist worden weergegeven. • Neem contact op met uw netwerkbeheerder of netwerkserviceprovider voor netwerkinstellingen of een wachtwoord. • Als een WLAN moet worden geverifieerd door de serviceprovider, kunt u mogelijk • • • • • geen verbinding met het betreffende WLAN maken. Neem contact op met uw netwerkserviceprovider om verbinding te maken met het WLAN. Afhankelijk van het coderingstype kan het aantal cijfers in het wachtwoord verschillen. Een WLAN-verbinding is wellicht niet mogelijk in alle omgevingen. Mogelijk geeft de camera een WLAN-printer weer in de lijsten met toegangspunten. U kunt geen verbinding met het netwerk maken via een printer. U kunt uw camera niet tegelijkertijd verbinden met een netwerk en aansluiten op een tv. Er kunnen aanvullende kosten gelden om verbinding te maken met een netwerk. De kosten verschillen op basis van de voorwaarden van uw abonnement. • • • • • • • netwerken selecteert die worden geleverd door bepaalde netwerkproviders. Geef uw gebruikersnaam en wachtwoord in om verbinding te maken met de WLAN. Neem contact op met de netwerkproviders voor informatie over het registreren of de service. Wees voorzichtig wanneer u persoonlijke gegevens ingeeft om verbinding te maken met een toegangspunt. Geef geen betalings- of creditcardgegevens in op uw camera. De fabrikant is niet aansprakelijk voor problemen die ontstaan wanneer u dergelijke informatie ingeeft. De beschikbare netwerkverbindingen kunnen verschillen per land. De WLAN-functie van uw camera moet voldoen aan de wetten op het gebied van radiozendingen in uw regio. We raden u daarom aan de WLAN-functie alleen te gebruiken in het land waar u de camera hebt gekocht. De procedure voor het aanpassen van de netwerkinstellingen kan verschillen, afhankelijk van de netwerkomstandigheden. Probeer geen toegang te krijgen tot een netwerk dat u niet mag gebruiken. Voordat u verbinding maakt met een netwerk, moet u ervoor zorgen dat de batterij volledig is opgeladen. U kunt bestanden die in bepaalde modi zijn gemaakt, niet uploaden of verzenden. Bestanden die u overzet naar een ander apparaat, worden mogelijk niet ondersteund door het apparaat. In dit geval gebruikt u een computer om de bestanden af te spelen. Draadloos netwerk 117 Verbinding maken met een WLAN en netwerkinstellingen configureren Tekst ingeven Symbool Hier wordt beschreven hoe u tekst kunt ingeven. Met de symbolen in de onderstaande tabel kunt u de cursor bewegen, hoofdletters in- en uitschakelen enzovoort. Druk op [D/c/F/t] om naar een gewenste toets te gaan en druk vervolgens op [o] om deze toets in te geven. U kunt ook een toets aanraken om deze in te geven. Beschrijving Schakelen tussen de symboolstand en ABC-stand. Een spatie ingeven. Gereed De weergegeven tekst opslaan. • In sommige modi kunt u alleen tekst in het Engelse alfabet ingeven, ongeacht de schermtaal. • Druk op [P] om direct naar Gereed te gaan. • U kunt maximaal 64 tekens ingeven. • Het scherm kan afwijken afhankelijk van de invoermodus. X Annuleren Symbool Gereed Beschrijving De cursor verplaatsen. In de ABC-modus schakelt u hoofdletters in of uit. De laatste letter verwijderen. Ophouden met het ingeven van tekst en terugkeren naar de vorige Annuleren pagina. X Draadloos netwerk 118 De NFC-functie gebruiken (Tag & Go) Plaats de NFC-antenne van een smartphone in de buurt van de NFC-tag van de camera om de functie te starten voor het automatisch opslaan van foto's op een smartphone of de functie waarmee u een smartphone kunt gebruiken als externe ontspanknop. U kunt ook bestanden overdragen naar een NFC-apparaat in de afspeelmodus. • Deze functie wordt ondersteund door smartphones met NFC-functionaliteit met Android OS. U kunt het beste de nieuwste versie gebruiken. Deze functie is niet beschikbaar voor iOS-apparaten. • U moet de Samsung SMART CAMERA App op uw telefoon of apparaat installeren voordat u deze functie gaat gebruiken. U kunt de applicatie downloaden van Samsung Apps of de Google Play Store. De Samsung SMART CAMERA App is compatibel met Samsung-cameramodellen die zijn geproduceerd in 2013 of later. • Als u een NFC-tag wilt lezen, plaatst u het NFC-apparaat langer dan 2 seconden in de buurt van de NFC-tag van de camera. • Verander de taginformatie op geen enkele manier. NFC-functies gebruiken in de opnamemodus NFC-functies gebruiken in de Wi-Fi-modus AutoShare of Remote Viewfinder starten door een tag te lezen op een apparaat met NFC-functionaliteit. (p. 120, 123) Vooraf instellen dat de Wi-Fi-functie wordt gestart als een tag wordt gelezen op een apparaat met NFC-functionaliteit. (p. 142) Selecteer MobileLink of Remote Viewfinder in het pop-upvenster dat wordt geopend door een tag te lezen op een apparaat met NFC-functionaliteit. (p. 121, 123) NFC-functies gebruiken in de afspeelmodus (Photo Beam) In de afspeelmodus draagt de camera het huidige bestand automatisch over naar de smartphone wanneer u een tag leest van een NFC-apparaat. • Als u meerdere bestanden wilt overdragen, selecteert u de bestanden in de miniatuurweergave en leest u een tag op een NFC-apparaat. Draadloos netwerk 119 Bestanden automatisch opslaan op een smartphone De camera kan via een WLAN verbinding maken met smartphones die de functie AutoShare ondersteunen. Wanneer u een foto maakt met uw camera, wordt de foto automatisch op de smartphone opgeslagen. • De functie AutoShare wordt ondersteund door smartphones of tablets met Android OS of iOS. Sommige functies worden mogelijk niet ondersteund in bepaalde modi. Voordat • • • • 1 2 u deze functie gebruikt, moet u de firmware van het apparaat bijwerken naar de nieuwste versie. Als de versie van de firmware niet de nieuwste is, werkt de functie mogelijk niet correct. U moet de Samsung SMART CAMERA App op uw telefoon of apparaat installeren voordat u deze functie gaat gebruiken. U kunt de app downloaden van Samsung Apps, Google Play Store of de Apple App Store. De Samsung SMART CAMERA App is compatibel met Samsung-cameramodellen die zijn geproduceerd in 2013 of later. Deze functie is in sommige opnamemodi niet beschikbaar met het interne geheugen. Als u deze functie instelt, wordt de instelling behouden zelfs wanneer u de opnamemodus wijzigt. Deze functie wordt mogelijk niet ondersteund in bepaalde modi. 5 Druk op de camera, in de opnamemodus, op [m]. Selecteer op de camera AutoShare → Aan. 3 Schakel de Samsung SMART CAMERA App in op de smartphone. • Voor iOS-apparaten schakelt u de Wi-Fi-functie in voordat u de app inschakelt. • Als u de applicatie automatisch wilt starten op een smartphone met NFC-functionaliteit, schakelt u de functie in en plaatst u de smartphone in de buurt van de NFC-tag (p. 22) op de camera. 4 • Als de smartphone al eerder is aangesloten op de camera, wordt de • Als het pop-upvenster wordt weergegeven waarin u wordt gevraagd om de app te downloaden, selecteert u Volgende. • Als u verificatie via een PIN-code wilt vereisen wanneer de smartphone wordt verbonden met de camera, selecteert u Beveiligingsinstellingen. (p. 143) Selecteer de camera in de lijst en sluit de smartphone aan op de camera. • De smartphone kan maar met één camera tegelijk verbinding maken. • Als de Wi-Fi-privacyvergrendeling is ingeschakeld, geeft u op de smartphone de PIN-code in die wordt weergegeven op de camera. Geef op de camera de smartphone toestemming om verbinding te maken met de camera. verbinding automatisch tot stand gebracht. • Er wordt een pictogram dat de verbindingsstatus ( ) aangeeft, weergegeven op het scherm van de camera. 6 Maak een foto met de camera. • De vastgelegde foto wordt opgeslagen op de camera en vervolgens overgedragen naar de smartphone. • Als u een video hebt opgenomen, wordt deze alleen opgeslagen op de camera. • Een GIF-bestand dat wordt vastgelegd in de modus Foto in beweging, wordt niet opgeslagen op de smartphone. • Het afbeeldingsbestand dat wordt vastgelegd tijdens het maken van een video, wordt niet opgeslagen op de smartphone. • Als de functie GPS is geactiveerd op de smartphone, worden de GPS-gegevens opgeslagen met de vastgelegde foto. Draadloos netwerk 120 Foto's of video's verzenden naar een smartphone De camera kan via een WLAN verbinding maken met smartphones die de functie MobileLink ondersteunen. U kunt eenvoudig foto's of video's verzenden naar uw smartphone. • De functie MobileLink wordt ondersteund door smartphones of tablets met Android OS of iOS. Sommige functies worden mogelijk niet ondersteund in bepaalde modi. Voordat u deze functie gebruikt, moet u de firmware van het apparaat bijwerken naar de nieuwste versie. Als de versie van de firmware niet de nieuwste is, werkt de functie mogelijk niet correct. • U moet de Samsung SMART CAMERA App op uw telefoon of apparaat installeren voordat u deze functie gaat gebruiken. U kunt de app downloaden van Samsung Apps, Google Play Store of de Apple App Store. De Samsung SMART CAMERA App is compatibel met Samsung-cameramodellen die zijn geproduceerd in 2013 of later. • Als het camerageheugen geen bestanden bevat, kunt u deze functie niet gebruiken. • Als u bestanden selecteert op de smartphone, kunt u maximaal 1.000 recente bestanden weergeven en maximaal 1.000 bestanden tegelijk verzenden. Als u bestanden op de camera selecteert, kunt u bestanden weergeven die zijn geselecteerd op de camera. Het maximale aantal bestanden dat kan worden verzonden, is afhankelijk van de opslagruimte van de smartphone. • Wanneer u Full-HD-video's verzendt met de functie MobileLink, kunt u op bepaalde apparaten de bestanden mogelijk niet afspelen. • Als u deze functie gebruikt op een iOS-apparaat, wordt de Wi-Fi-verbinding op het apparaat mogelijk verbroken. • Het camerascherm wordt uitgeschakeld als u gedurende 30 seconden geen bewerkingen op de camera uitvoert. 1 2 Draai de modusdraaiknop op de camera naar w. Selecteer op de camera. • Als u Selecteer Bestanden op Camera (Verbinden met meerdere smartphones) selecteert, kunt u maximaal 4 smartphones aansluiten en bestanden selecteren om te verzenden van de camera. Bestanden overdragen naar meerdere smartphones kan langer duren dan bestanden overdragen naar één apparaat. • Als het pop-upvenster wordt weergegeven waarin u wordt gevraagd om de app te downloaden, selecteert u Volgende. • Als u verificatie via een PIN-code wilt vereisen wanneer de smartphone wordt verbonden met de camera, selecteert u Beveiligingsinstellingen. (p. 143) 3 4 Selecteer een verzendoptie op de camera. • Als u Bestanden selecteren op smartphone selecteert, kunt u uw smartphone gebruiken om bestanden die op de camera zijn opgeslagen, te bekijken en te delen. Het scherm wordt uitgeschakeld als u gedurende 30 seconden geen bewerking uitvoert op de smartphone. • Als u Selecteer Bestanden op Camera (Verbinden met één smartphone) selecteert, kunt u bestanden selecteren om te verzenden van de camera. Schakel de Samsung SMART CAMERA App in op de smartphone. • Voor iOS-apparaten schakelt u de Wi-Fi-functie in voordat u de app inschakelt. • Als u de applicatie automatisch wilt starten op een smartphone met NFC-functionaliteit, schakelt u de functie in en plaatst u de smartphone in de buurt van de NFC-tag (p. 22) op de camera. 5 Selecteer de camera in de lijst en sluit de smartphone aan op de camera. • De smartphone kan maar met één camera tegelijk verbinding maken. • Als de Wi-Fi-privacyvergrendeling is ingeschakeld, geeft u op de smartphone de PIN-code in die wordt weergegeven op de camera. Draadloos netwerk 121 Foto's of video's verzenden naar een smartphone 6 Geef op de camera de smartphone toestemming om verbinding te maken met de camera. • Als de smartphone al eerder is aangesloten op de camera, wordt de verbinding automatisch tot stand gebracht. • Als u Selecteer Bestanden op Camera (Verbinden met meerdere smartphones) selecteert, raakt u Verbinden aan naast de smartphone die wordt vermeld op de camera. 7 Als u meerdere smartphones wilt aansluiten, herhaalt u stap 4, 5 en 6 en raakt u Volgende aan. 8 Selecteer vanaf de smartphone of de camera de bestanden die u vanaf de camera wilt verzenden. 9 Raak op de smartphone de kopieerknop aan of selecteer Verzenden op de camera. • De camera verzendt de bestanden. • Als u meerdere smartphones aansluit, verzendt de camera de bestanden tegelijkertijd naar alle apparaten. Draadloos netwerk 122 Een smartphone gebruiken als externe ontspanknop De camera kan via een WLAN verbinding maken met smartphones die de functie Remote Viewfinder ondersteunen. Gebruik de smartphone als externe ontspanner met de functie Remote Viewfinder. De opgenomen foto wordt weergegeven op de smartphone. • De functie Remote Viewfinder wordt ondersteund door smartphones of tablets met Android OS of iOS. Sommige functies worden mogelijk niet ondersteund in bepaalde modi. Voordat u deze functie gebruikt, moet u de firmware van het apparaat bijwerken naar de nieuwste versie. Als de versie van de firmware niet de nieuwste is, werkt de functie mogelijk niet correct. • U moet de Samsung SMART CAMERA App op uw telefoon of apparaat installeren voordat u deze functie gaat gebruiken. U kunt de app downloaden van Samsung Apps, Google Play Store of de Apple App Store. De Samsung SMART CAMERA App is compatibel met Samsung-cameramodellen die zijn geproduceerd in 2013 of later. • Het camerascherm wordt uitgeschakeld als u gedurende 30 seconden geen bewerkingen op de camera uitvoert. 1 2 5 Draai de modusdraaiknop op de camera naar w. Selecteer op de camera. 3 • Als de smartphone al eerder is aangesloten op de camera, wordt de • Als het pop-upvenster wordt weergegeven waarin u wordt gevraagd om de app te downloaden, selecteert u Volgende. • Als u verificatie via een PIN-code wilt vereisen wanneer de smartphone wordt verbonden met de camera, selecteert u Beveiligingsinstellingen. (p. 143) Geef op de camera de smartphone toestemming om verbinding te maken met de camera. verbinding automatisch tot stand gebracht. 6 Stel de volgende opnameopties in op de smartphone. Symbool Beschrijving Schakel de Samsung SMART CAMERA App in op de smartphone. Flitsoptie • Voor iOS-apparaten schakelt u de Wi-Fi-functie in voordat u de app Timerinstelling inschakelt. • Als u de applicatie automatisch wilt starten op een smartphone met NFC-functionaliteit, schakelt u de functie in en plaatst u de smartphone in de buurt van de NFC-tag (p. 22) op de camera. 4 Selecteer de camera in de lijst en sluit de smartphone aan op de camera. • De smartphone kan maar met één camera tegelijk verbinding maken. • Als de Wi-Fi-privacyvergrendeling is ingeschakeld, geeft u op de smartphone de PIN-code in die wordt weergegeven op de camera. Fotoformaat Opslaglocatie Zoomverhouding • Wanneer u gebruikmaakt van deze functie, zijn sommige knoppen niet beschikbaar op uw camera. • Met een smartphone kunt u de camera bedienen door alleen het scherm aan te raken. • De modus Remote Viewfinder ondersteunt alleen de fotoformaten en Draadloos netwerk 123 . Een smartphone gebruiken als externe ontspanknop 7 Blijf aanraken op de smartphone om scherp te stellen. 8 Laat los om de foto te maken. • De scherpstelling wordt automatisch ingesteld op Multi AF. • De foto wordt opgeslagen op de smartphone in de oorspronkelijke indeling. • Als de functie GPS is geactiveerd op de smartphone, worden de GPS-gegevens opgeslagen met de vastgelegde foto. • Als u deze functie gebruikt, kan de ideale afstand tussen de camera en de smartphone variëren, afhankelijk van de omgeving. • U kunt het beste een afstand van maximaal 7 m aanhouden tussen de smartphone en de camera als u deze functie gebruikt. op de smartphone hebt losgelaten. • De functie Remote Viewfinder wordt in de volgende gevallen uitgeschakeld: - de camera of de smartphone wordt uitgeschakeld. - de verbinding van een van de apparaten met het WLAN is verbroken. - de Wi-Fi-verbinding is zwak of instabiel. - u voert gedurende ongeveer 3 minuten geen bewerkingen uit terwijl u bent verbonden. • Het duurt enige tijd om de foto te maken nadat u Draadloos netwerk 124 De Baby Monitor gebruiken Gebruik de functie Baby Monitor om de camera aan te sluiten op een smartphone en een locatie in de gaten te houden. • De functie Baby Monitor wordt ondersteund door smartphones die ondersteuning bieden voor WVGA (800 X 480) of een hogere resolutie, en die het Android-besturingssysteem gebruiken of iOS. Sommige functies worden mogelijk niet ondersteund in bepaalde modi. Voordat u deze functie gebruikt, moet u de firmware van het apparaat bijwerken naar de nieuwste versie. Als de versie van de firmware niet de nieuwste is, werkt de functie mogelijk niet correct. • U moet de applicatie Samsung Home Monitor installeren op uw smartphone voordat u deze functie gebruikt. U kunt de app downloaden van Samsung Apps, Google Play Store of de Apple App Store. • Gebruik deze functie alleen binnen. 1 2 6 Draai de modusdraaiknop naar w op de camera. Selecteer op de camera. • Bekijk live video op de camera op uw smartphone. Raak tijdens de videocontrole de knop Modus Geluidscontrole aan op de smartphone om de videostream te stoppen. Als de camera geluid detecteert, wordt een melding weergegeven op de smartphone. • Als het pop-upvenster wordt weergegeven waarin u wordt gevraagd om de app te downloaden, selecteert u Volgende. 3 Start live video- of geluidscontrole. Selecteer op de camera een toegangspunt in de lijst en plaats de camera. • Tijdens live videocontrole via de smartphone wordt de video niet opgeslagen op de camera. • Als de locatie die in de gaten wordt gehouden donker is, raakt u • Plaats de camera op een veilige locatie waar kinderen of huisdieren er niet bij aan om het AF-hulplampje in te schakelen. • Als er wordt gecontroleerd op geluid, wordt er een melding weergegeven op de smartphone als de camera korte tijd een geluid detecteert dat een hoger volume heeft dan het ingestelde niveau. • Tijdens live videocontrole worden er geen meldingen weergegeven op de smartphone zelfs als de camera geluid detecteert. kunnen. • Richt de lens van de camera op het onderwerp. • U kunt het beste de camera aansluiten op een stopcontact met de AC-adapter. 4 Selecteer op de smartphone het toegangspunt waarmee de camera is verbonden. • Voor iOS-apparaten schakelt u de Wi-Fi-functie in voordat u de app 7 inschakelt. 5 Raak Schakel de functie Samsung Home Monitor in op uw smartphone. Draadloos netwerk 125 aan om de applicatie Samsung Home Monitor te sluiten. De Baby Monitor gebruiken Het geluidniveau aanpassen voor alarmactivering U kunt het geluidsniveau instellen waarmee een melding wordt geactiveerd als u geluidscontrole gebruikt. Druk op [D/c] om het geluidsniveau aan te passen. Geluidsniveau voor activering: als de camera geluid detecteert dat korte tijd harder is dan het ingestelde niveau, wordt een melding weergegeven. ▲▼: Sensorgevoeligheid Gebruik deze functie niet voor illegale doeleinden. Draadloos netwerk 126 Automatische back-up gebruiken om foto's of video's te verzenden U kunt foto's of video's die u met de camera hebt opgenomen, draadloos verzenden naar een pc. Het programma voor Automatische back-up installeren op uw pc 1 2 3 i-Launcher installeren op de pc. (p. 108) 1 2 Draai de modusdraaiknop naar w. Selecteer . Sluit de camera met de USB-kabel op de pc aan. • Als het pop-upvenster wordt weergegeven waarin u wordt gevraagd om de Als het pictogram van het programma Automatische back-up wordt weergegeven, klikt u hierop. • De camera probeert automatisch verbinding te maken met een WLAN via het • Het programma Automatische back-up wordt geïnstalleerd op de pc. Volg de instructies op het scherm om de installatie te voltooien. 4 Foto's of video's verzenden naar een pc app te downloaden, selecteert u Volgende. toegangspunt waarmee het laatst verbinding is gemaakt. • Als de camera niet eerder verbinding heeft gemaakt met een WLAN, wordt er gezocht naar beschikbare toegangspunten. (p. 115) Verwijder de USB-kabel. Voordat u het programma installeert, moet u ervoor zorgen dat de pc is verbonden met een netwerk. Draadloos netwerk 127 Automatische back-up gebruiken om foto's of video's te verzenden 3 4 Selecteer een pc voor de back-up. • Wanneer u op de camera verbinding maakt met het WLAN, selecteert u het Selecteer OK. • De camera zoekt naar de beschikbare toegangspunten, zelfs als u weer toegangspunt dat is verbonden met de pc. • Selecteer Annuleren als u het verzenden wilt annuleren. • U kunt geen afzonderlijke bestanden selecteren om back-ups van te maken. Deze functie maakt alleen een back-up van nieuwe bestanden op de camera. • De voortgang van de back-up wordt weergegeven op de monitor van de pc verbinding maakt met hetzelfde toegangspunt. • Als u de camera uitschakelt of de batterij verwijdert terwijl u bestanden verzendt, wordt de bestandsoverdracht onderbroken. • Wanneer u deze functie gebruikt, is de bediening van de ontspanknop uitgeschakeld op uw camera. en het scherm van de camera. • U kunt slechts één camera tegelijk verbinden met de pc om bestanden te • Wanneer de overdracht is voltooid, wordt de camera na ongeveer 30 seconden automatisch uitgeschakeld. Selecteer Annuleren om terug te gaan naar het vorige scherm en te voorkomen dat de camera automatisch wordt uitgeschakeld. • Als u uw pc automatisch wilt uitschakelen nadat de overdracht is voltooid, selecteert u Pc afsluiten na back-up. • Selecteer als u de pc voor de back-up wilt wijzigen. verzenden. • De back-up wordt mogelijk geannuleerd vanwege netwerkomstandigheden. • Als het camerageheugen geen bestanden bevat, kunt u deze functie niet gebruiken. • U moet Windows Firewall en eventuele andere firewalls uitschakelen voordat u deze functie gebruikt. • U kunt maximaal 1.000 recente bestanden verzenden. • In de pc-software moet de servernaam worden ingegeven in het Latijnse alfabet en mag de naam niet meer dan 48 tekens bevatten. • Wanneer meerdere bestandstypen tegelijk worden gemaakt, worden alleen de afbeeldingsbestanden (JPG) naar de pc verzonden met deze functie. Draadloos netwerk 128 Foto's of video's via e-mail verzenden U kunt de instellingen in het e-mailmenu wijzigen en foto's die op de camera zijn opgeslagen, verzenden via e-mail. 5 E-mailinstellingen wijzigen In het e-mailmenu kunt u de instellingen voor het opslaan van uw gegevens of het opslaan van e-mailadressen wijzigen. U kunt ook het e-mailwachtwoord instellen of wijzigen. Lees voor meer informatie over het ingeven van tekst 'Tekst ingeven'. (p. 118) Selecteer het vak Naam, geef uw naam in en selecteer Gereed. Instelling afzender Naam Uw gegevens opslaan 1 2 3 4 E-mail Draai de modusdraaiknop naar w. Selecteer . Druk op [m]. Selecteer Instelling afzender. Opslaan 6 7 Resetten Selecteer het vak E-mail, geef uw naam in en selecteer Gereed. Selecteer Opslaan om de wijzigingen op te slaan. • Als u uw gegevens wilt verwijderen, selecteert u Resetten. Draadloos netwerk 129 Foto's of video's via e-mail verzenden Een e-mailwachtwoord instellen Het e-mailwachtwoord wijzigen 1 2 3 4 Draai de modusdraaiknop naar w. 5 Selecteer OK wanneer het pop-upvenster wordt weergegeven. 6 7 8 Selecteer . Druk op [m]. Selecteer Wachtwoord instellen → Aan. • Selecteer Uit om het wachtwoord uit te schakelen. • Het pop-upvenster verdwijnt automatisch, ook als u OK niet selecteert. Geef een wachtwoord van 4 cijfers in. Geef het wachtwoord nogmaals in. 1 2 3 4 5 6 7 8 Draai de modusdraaiknop naar w. Selecteer . Druk op [m]. Selecteer Wachtwoord wijzigen. Geef uw huidige wachtwoord van 4 cijfers in. Geef een nieuw wachtwoord van 4 cijfers in. Geef het nieuwe wachtwoord nogmaals in. Selecteer OK wanneer het pop-upvenster wordt weergegeven. Selecteer OK wanneer het pop-upvenster wordt weergegeven. Als u uw wachtwoord niet meer weet, kunt u dit resetten door Reset te selecteren op het scherm voor het instellen van het wachtwoord. Wanneer u de gegevens reset, worden eerder opgeslagen instelgegevens van de gebruiker, e-mailadres en recent verzonden e-maillijst verwijderd. Draadloos netwerk 130 Foto's of video's via e-mail verzenden 7 Foto's of video's via e-mail verzenden U kunt foto's die op de camera zijn opgeslagen, verzenden via e-mail. Lees voor meer informatie over het ingeven van tekst 'Tekst ingeven'. (p. 118) 1 2 3 4 Draai de modusdraaiknop naar w. Selecteer . Maak verbinding met een WLAN. (p. 115) Selecteer het vak Afzender, geef uw e-mailadres in en selecteer Gereed. • Als u uw gegevens eerder hebt opgeslagen, worden deze automatisch • U kunt maximaal 20 bestanden selecteren. De totale grootte mag maximaal 7 MB zijn. 8 9 Selecteer Volgende. 10 Selecteer Verzenden. Selecteer het vak opmerking, geef uw opmerkingen in en selecteer Gereed. • De camera verzendt de e-mail. • Als een e-mail niet wordt verzonden, wordt een melding weergegeven dat u het later nogmaals moet proberen. ingevoegd. (p. 129) • Als u een adres uit een lijst met eerdere afzenders wilt gebruiken, raakt u → een adres aan. 5 Selecteer de bestanden die u wilt verzenden. • Zelfs als het erop lijkt dat een foto is overgedragen, kunnen fouten met de Selecteer het vak Ontvanger, geef een e-mailadres in en selecteer Gereed. • Als u een adres uit de lijst met eerdere ontvangers wilt gebruiken, • • → een adres. om meer ontvangers toe te voegen. U kunt maximaal 30 ontvangers ingeven. • Selecteer om een adres uit de lijst te verwijderen. • Selecteer Volgende. • selecteert u • Selecteer 6 • Draadloos netwerk 131 e-mailaccount van de ontvanger ervoor zorgen dat de foto wordt geweigerd of herkend als spam. U kunt geen e-mail verzenden als er geen netwerkverbinding beschikbaar is of als de instellingen van uw e-mailaccount onjuist zijn. U kunt geen e-mail verzenden als de bestandsgrootte de limiet van 7 MB overschrijdt. De maximale resolutie van foto's die u kunt verzenden, is 2M. De maximale resolutie . Als de geselecteerde foto een hogere van video's die u kunt verzenden, is resolutie dan 2M heeft, wordt deze automatisch verkleind tot een lagere resolutie. Als u door een firewall of gebruikersverificatie-instellingen geen e-mail kunt verzenden, neemt u contact op met uw netwerkbeheerder of uw netwerkserviceprovider. Als het camerageheugen geen bestanden bevat, kunt u deze functie niet gebruiken. U kunt in de afspeelmodus ook een e-mail verzenden door op [m] te drukken → E-mail te selecteren. en Delen (Wi-Fi) → E-mail te selecteren of door Services voor het delen van foto's of video's gebruiken Upload uw foto's of video's naar services voor het delen van bestanden. Beschikbare services voor delen worden weergegeven op de camera. Als u bestanden wilt uploaden naar bepaalde services voor delen, moet u de service bezoeken en u registreren voordat u uw camera aansluit. Een service voor delen gebruiken Foto's of video's uploaden 1 2 3 1 2 Draai de modusdraaiknop naar w. Selecteer . Selecteer een service voor delen. 4 5 3 Maak verbinding met een WLAN. (p. 115) Geef uw gebruikersnaam en wachtwoord in om u aan te melden. • Lees voor meer informatie over het ingeven van tekst 'Tekst ingeven'. (p. 118) • U kunt een gebruikersnaam in de lijst selecteren door → een Selecteer de bestanden die u wilt uploaden. • U kunt maximaal 20 bestanden selecteren. De totale grootte mag maximaal 10 MB zijn. (Op bepaalde services voor delen kan de totale grootte of het aantal bestanden verschillen.) • Als het pop-upvenster wordt weergegeven waarin u wordt gevraagd om een account te maken, selecteert u OK. Open de service voor delen met uw camera. Selecteer Uploaden. • De camera uploadt foto's of video's. • Bij sommige services voor delen kunt u uw opmerkingen ingeven door het opmerkingenvak te selecteren. Lees voor meer informatie over het ingeven van tekst 'Tekst ingeven'. (p. 118) gebruikersnaam te selecteren. • Als u zich eerder bij de service voor delen hebt aangemeld, wordt u mogelijk automatisch aangemeld. U moet een bestaand account hebben voor de service voor het delen van bestanden om deze functie te gebruiken. Draadloos netwerk 132 Services voor het delen van foto's of video's gebruiken • U kunt een uploadmap voor Facebook instellen door op [m] te drukken en • • • • • • • • vervolgens Map uploaden (Facebook) te selecteren in het lijstscherm van de service voor delen. U kunt geen bestanden uploaden als de bestandsgrootte de limiet overschrijdt. De maximale resolutie van foto's die u kunt uploaden, is 2M. De maximale . Als de geselecteerde foto een resolutie van video's die u kunt uploaden, is hogere resolutie dan 2M heeft, wordt deze automatisch verkleind tot een lagere resolutie. (Op sommige services voor delen kan de maximum fotoresolutie anders zijn.) De manier waarop foto's of video's moeten worden geüpload, is afhankelijk van de geselecteerde service voor delen. Als u door een firewall of gebruikersverificatie-instellingen geen toegang tot een service voor delen krijgt, neemt u contact op met uw netwerkbeheerder of uw netwerkserviceprovider. De datum waarop geüploade foto's of video's zijn opgenomen, kan automatisch worden gebruikt als naam voor de foto's of video's. De snelheid waarmee u foto’s kunt uploaden en webpagina’s kunt openen, is afhankelijk van de snelheid van uw internetverbinding. Als het camerageheugen geen bestanden bevat, kunt u deze functie niet gebruiken. U kunt foto's of video's uploaden naar services voor delen in de afspeelmodus door op [m] te drukken en vervolgens Delen (Wi-Fi) → en een service voor delen te selecteren of door een → service voor delen te selecteren. Op bepaalde services voor delen kunt u geen video's uploaden. Draadloos netwerk 133 Bestanden verzenden met Samsung Link U kunt bestanden uploaden van uw camera naar de online opslag Samsung Link of naar geregistreerde apparaten, of bestanden weergeven op een Samsung Link-apparaat dat is aangesloten op hetzelfde toegangspunt. Foto's uploaden naar een online opslag of geregistreerde apparaten 1 2 3 • Lees voor meer informatie over het ingeven van tekst 'Tekst ingeven'. (p. 118) • U kunt een gebruikersnaam in de lijst selecteren door → een Draai de modusdraaiknop naar w. Selecteer Geef uw gebruikersnaam en wachtwoord in en selecteer Aanmelden → OK. gebruikersnaam te selecteren. → Webopslag. • Als u zich eerder bij de website hebt aangemeld, wordt u mogelijk • Als het begeleidende bericht wordt weergegeven, selecteert u OK. • De camera probeert automatisch verbinding te maken met een WLAN via het automatisch aangemeld. toegangspunt waarmee het laatst verbinding is gemaakt. Als u deze functie wilt gebruiken, moet u een Samsung Link-account en een account bij een gelieerde online opslagservice maken op uw pc. Nadat u de accounts hebt gemaakt, voegt u uw online opslagaccount toe aan Samsung Link. • Als de camera niet eerder verbinding heeft gemaakt met een WLAN, wordt er gezocht naar beschikbare toegangspunten. (p. 115) • Als u het formaat voor geüploade foto's wilt wijzigen, drukt u op [m] en selecteert u Uploadgrootte afbeelding aan. 4 Selecteer een online opslag of een geregistreerd apparaat. • Voordat u deze functies gebruikt, moet u naar de Samsung Link-website gaan op uw pc en een online opslag of apparaat registreren. 5 Selecteer de bestanden die u wilt uploaden en selecteer Uploaden. • U kunt geen videobestanden uploaden naar de online opslag Samsung Link. • Als het camerageheugen geen bestanden bevat, kunt u deze functie niet gebruiken. • U kunt maximaal 20 bestanden uploaden. • U kunt in de afspeelmodus ook foto's uploaden door op [m] te drukken en Delen (Wi-Fi) → Samsung Link te selecteren of door selecteren. Draadloos netwerk 134 → Samsung Link te Bestanden verzenden met Samsung Link Foto's of video's weergeven op apparaten die Samsung Link ondersteunen 1 2 Draai de modusdraaiknop naar w. Selecteer → Apparaten in de buurt. • Als het begeleidende bericht wordt weergegeven, selecteert u OK. • De camera probeert automatisch verbinding te maken met een WLAN via het toegangspunt waarmee het laatst verbinding is gemaakt. • Als de camera niet eerder verbinding heeft gemaakt met een WLAN, wordt er gezocht naar beschikbare toegangspunten. (p. 115) • U kunt kiezen om alleen geselecteerde apparaten of alle apparaten toe te 6 Blader op het Samsung Link-apparaat door de gedeelde foto's of video's. • Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van het Samsung Link-apparaat voor informatie over het zoeken naar de camera en het bladeren door foto's of video's op het Samsung Link-apparaat. • Afhankelijk van het type Samsung Link-apparaat of de netwerkverbinding kan het voorkomen dat video's niet vloeiend worden afgespeeld. Als dit gebeurt, neemt u de video opnieuw op met de resolutie 640 x 480 of lager en speelt u de video opnieuw af. Als video's niet vloeiend op uw apparaat worden afgespeeld via de draadloze verbinding, sluit u de camera met een A/V-kabel aan op het apparaat. staan verbinding te maken, door op [m] te drukken en vervolgens DLNA-toegangsbeheer te selecteren op het scherm. • Er wordt een lijst met gedeelde bestanden gemaakt. Wacht tot andere apparaten uw camera kunnen vinden. 3 Verbind het Samsung Link-apparaat met een netwerk en schakel de Samsung Link-functie in. • Raadpleeg de gebruikershandleiding bij uw apparaat voor meer informatie. 4 Geef op de camera het Samsung Link-apparaat toestemming om verbinding te maken met de camera. 5 Selecteer een camera op het Samsung Link-apparaat waarmee u verbinding wilt maken. Toegangspunt Ÿ Een camera is verbonden met een televisie die Samsung Link ondersteunt via WLAN. Draadloos netwerk 135 Bestanden verzenden met Samsung Link • U kunt maximaal 1.000 recente bestanden delen. • Op het Samsung Link-apparaat kunt u alleen foto's of video's bekijken die u met • • • • • • • • de camera hebt opgenomen. Het bereik van de draadloze verbinding tussen uw camera en een Samsung Linkapparaat kan verschillen, afhankelijk van de specificaties van het toegangspunt. Als de camera is verbonden met 2 Samsung Link-apparaten, wordt er mogelijk langzamer afgespeeld. Foto's of video's worden met hun originele grootte gedeeld. U kunt deze functie alleen gebruiken met apparaten die Samsung Link ondersteunen. Gedeelde foto's of video's worden niet opgeslagen op het Samsung Linkapparaat, maar u kunt ze op de camera opslaan volgens de specificaties van het apparaat. Het overbrengen van foto's of video's naar het Samsung Link-apparaat kan enige tijd duren, afhankelijk van de netwerkverbinding, het aantal bestanden dat u wilt delen of de grootte van de bestanden. Als u de camera op ongebruikelijke wijze uitschakelt terwijl u foto's of video's op een Samsung Link-apparaat bekijkt (bijvoorbeeld door de batterij te verwijderen), gaat het apparaat ervan uit dat de verbinding met de camera nog intact is. De volgorde van foto's of video's op de camera kan afwijken van die op het Samsung Link-apparaat. Draadloos netwerk 136 • Afhankelijk van het aantal foto's of video's dat u wilt delen, kan het enige tijd duren om uw foto's of video's te laden en de instelprocedure uit te voeren. • Als u tijdens de weergave van foto's of video's op het Samsung Link-apparaat • • • • voortdurend de afstandsbediening van het apparaat gebruikt of andere handelingen op de tv uitvoert, werkt deze functie mogelijk niet correct. Als u bestanden op de camera sorteert of de volgorde van de bestanden wijzigt terwijl u de bestanden op een Samsung Link-apparaat bekijkt, moet u de instelprocedure herhalen om de lijst met bestanden op het apparaat bij te werken. Als het camerageheugen geen bestanden bevat, kunt u deze functie niet gebruiken. U kunt het beste een netwerkkabel gebruiken om uw Samsung Link-apparaat aan te sluiten op het toegangspunt. Hiermee kunt u haperende videobeelden bij het streamen van inhoud tot een minimum beperken. Als u bestanden op een Samsung Link-apparaat wilt weergeven met de functie Apparaten in de buurt, schakelt u de multicastmodus op uw toegangspunt in. Instellingen Hier vind u opties om de instellingen van uw camera te configureren. Instellingenmenu ……………………………………………… 138 Het instellingenmenu openen ……………………………… Geluid ………………………………………………………… Display ……………………………………………………… Connectiviteit ……………………………………………… Algemeen …………………………………………………… 138 139 139 140 141 Instellingenmenu Hier vindt u informatie waarmee u de instellingen van de camera kunt configureren. Het instellingenmenu openen 1 2 3 Selecteer een item. Draai de modusdraaiknop naar n. Geluid Selecteer een menu. Volume Middel Piepjes Aan Instellingen Sluitertoon Geluid AF-geluid Display Terug Connectiviteit 4 Algemeen Geluid 1 Aan Selecteren Selecteer een optie. Volume Optie Geluid Display Beschrijving Verschillende camerageluiden en het volume instellen. (p. 139) Uit Laag De scherminstellingen aanpassen. (p. 139) Middel Connectiviteit Hiermee kunt u de verbindingsopties instellen. (p. 140) Algemeen Hiermee kunt u de instellingen voor het camerasysteem aanpassen, zoals geheugenindeling en standaardbestandsnaam. (p. 141) Hoog Terug 5 Instellingen 138 Instellen Druk op [b] om naar het vorige scherm terug te keren. Instellingenmenu Geluid Display * Standaard Item Volume Piepjes Sluitertoon AF-geluid Beschrijving Hiermee stelt u het volume van alle geluiden in. (Uit, Laag, Middel*, Hoog) * Standaard Item Het geluid instellen dat de camera afspeelt als u op de knoppen drukt, de modus wijzigt of het scherm aanraakt. (Uit, Aan*) Hiermee stelt u in dat de camera een geluid afspeelt als u op de ontspanknop drukt. (Uit, Geluid 1*, Geluid 2, Geluid 3) Hiermee stelt u in dat de camera een geluid afspeelt als u de ontspanknop half indrukt. (Uit, Aan*) Beschrijving Hier stelt u in of er een afbeelding wordt weergegeven wanneer de camera wordt ingeschakeld en zo ja, welke. Beginafbeelding • Uit*: er wordt geen afbeelding weergegeven. • Logo: een standaardafbeelding uit het interne geheugen weergeven. Richtlijn Datum/tijd weergeven Helpgids weergeven Instellingen 139 Hiermee selecteert u een raster om u te helpen bij de compositie van een scène. (Uit*, 3 X 3, 2 X 2, Kruis, Diagonaal) Instellen of de datum en tijd op het scherm van de camera worden weergegeven. (Uit*, Aan) Hiermee wordt een korte beschrijving van een optie of menu weergegeven. • Modushulpgids (Uit, Aan*) • Functiehulpgids (Uit, Aan*) Instellingenmenu * Standaard Item Helderheid Beschrijving Connectiviteit * Standaard Hiermee past u de helderheid van het scherm aan. (Auto*, Donker, Normaal, Licht) Item Normaal is de vaste waarde in de afspeelmodus, zelfs als Auto is geselecteerd. Hiermee stelt u in hoe lang een gemaakte foto wordt weergegeven voordat u teruggaat naar de Opnamemodus. Snelle weergave (Uit, Aan*) Video Deze functie werkt niet in alle modi. Spaarstand i-Launcher Als u 30 seconden lang geen bewerkingen uitvoert, schakelt de camera automatisch over op de spaarstand. (Uit*, Aan) Druk in de spaarstand op een andere knop dan de [X] om de camera weer te gebruiken. Instellingen 140 Beschrijving Het video-uitgangssignaal voor uw land of regio instellen. • NTSC: USA, Canada, Japan, Korea, Taiwan, Mexico, enzovoort • PAL (ondersteunt alleen BDGHI): Australië, België, China, Denemarken, Duitsland, Engeland, Finland, Frankrijk, Italië, Koeweit, Maleisië, Nederland, Nieuw-Zeeland, Noorwegen, Oostenrijk, Singapore, Spanje, Thailand, Zweden, Zwitserland, enzovoort Hier kunt u instellen dat i-Launcher automatisch wordt gestart wanneer u de camera op uw computer aansluit. (Uit, Aan*) Instellingenmenu * Standaard Algemeen * Standaard Item Netwerkinformatie Language Tijdzone Datum/tijd aanpassen Datumtype Item De naamgeving van bestanden opgeven. • Resetten: instellen dat de bestandsnummering weer bij 0001 begint wanneer er een nieuwe geheugenkaart wordt geplaatst, een geheugenkaart wordt geformatteerd of alle bestanden worden verwijderd. • Serie*: instellen dat de bestandsnummering doorloopt wanneer er een nieuwe geheugenkaart wordt geplaatst, een geheugenkaart wordt geformatteerd of alle bestanden worden verwijderd. Beschrijving Het Mac-adres en netwerkcertificatienummer van de camera weergeven. Een taal voor de tekst op het scherm instellen. De tijdzone voor uw locatie instellen. Als u naar een ander land gaat, selecteert u Bezoek, en selecteert u de juiste tijdzone. (Thuis*, Bezoek) Hiermee stelt u de datum en tijd in. • De standaardnaam van de eerste map is 100PHOTO en de Bestandsnr. Hiermee stelt u een datumnotatie in. (JJJJ/MM/DD, MM/DD/JJJJ, DD/MM/JJJJ) De standaarddatumnotatie kan afwijken, afhankelijk van de geselecteerde taal. De tijdnotatie instellen. (12 uur, 24 uur) Type tijd Beschrijving De standaardtijdnotatie kan afwijken, afhankelijk van de geselecteerde taal. Instellingen 141 standaardnaam van het eerste bestand is SAM_0001. • Het bestandsnummer wordt elke keer dat u een foto maakt of video opneemt, met 1 verhoogd, van SAM_0001 tot SAM_9999. • Het mapnummer wordt steeds met één verhoogd, van 100PHOTO tot 999PHOTO. • Het maximum aantal bestanden dat in een map kan worden opgeslagen, is 9.999. • De camera definieert bestandsnamen volgens de DCF-norm (Design rule for Camera File system). Als u bestandsnamen wijzigt, kan de camera deze bestanden mogelijk niet meer weergeven. Instellingenmenu * Standaard Item Item Instellen of de datum en tijd moeten worden weergegeven op gemaakte foto's. (Uit*, Datum, Datum en tijd) Stel de Wi-Fi-functie in zodat deze wordt gestart als u op DIRECT LINK (Wi-Fi- [DIRECT LINK] drukt. (AutoShare, MobileLink*, knop) Remote Viewfinder, Baby Monitor, Automatische back-up, E-mail, SNS en cloud, Samsung Link) • De datum en tijd worden in de rechterbenedenhoek van de foto weergegeven. • Mogelijk drukken sommige printermodellen de datum en Afdruk * Standaard Beschrijving tijd niet correct af. • De datum en tijd worden niet op de foto weergegeven als: - u de modus i Beste gezicht selecteert - u Panorama selecteert in de s Smart modus - u Mijn Magisch kader, Foto in beweging of Effect Artist selecteert in de modus g Magisch Plus Live weergave NFC AF-lamp Hiermee stelt u in dat de camera automatisch wordt uitgeschakeld als u gedurende een bepaalde periode geen bewerkingen uitvoert. (Uit, 1 min, 3 min*, 5 min, 10 min) • Uw instellingen worden niet gewijzigd wanneer u de Automatisch uit batterij vervangt. Formatteren • De camera wordt niet automatisch uitgeschakeld als de camera is aangesloten op een computer, is verbonden met een WLAN of wanneer u een diashow of video's afspeelt. Instellingen 142 Beschrijving Een Wi-Fi-functie instellen die wordt gestart als een tag wordt gelezen met een NFC-apparaat in de opnamemodus. (AutoShare, Remote Viewfinder*) Instellen dat op donkere locaties automatisch een lampje wordt ingeschakeld zodat u beter kunt scherpstellen. (Uit, Aan*) Het geheugen formatteren. Wanneer u formatteert, worden alle bestanden verwijderd, ook beveiligde bestanden. (Ja, Nee*) Er kunnen fouten optreden als u een geheugenkaart door een ander merk camera, door een computer of in een geheugenkaartlezer laat formatteren. Formatteer geheugenkaarten in de camera voordat u ze gebruikt om beelden op te slaan. Instellingenmenu * Standaard Item Beschrijving Instellen om een PIN-code te vereisen wanneer de camera wordt verbonden met een smartphone. • PIN: een PIN-code ingeven voordat u verbinding maakt. • Geen*: een verbinding toestaan zonder een PIN-code te vereisen. Wi-Fiprivacyvergrendeling • Verbindingen worden automatisch gemaakt zonder een PIN-code te vereisen wanneer de NFC-functie wordt gebruikt. • PIN-codes worden automatisch gegenereerd en alleen vervangen wanneer u de camera-instellingen reset of de firmware bijwerkt. • Als u uw camera eerder hebt verbonden met uw smartphone via een PIN-code, wordt automatisch verbinding gemaakt. Resetten Menu's en opnameopties resetten. De instellingen voor datum en tijd, taal en video-uitvoer worden niet gereset. (Ja, Nee*) Open Sourcelicentie De informatie over de Open Source-licentie weergeven. Instellingen 143 Aanvullende informatie Hier vindt u informatie over foutmeldingen, specificaties en onderhoud. Foutmeldingen ………………………………………………… 145 Cameraonderhoud ……………………………………………… 146 De camera reinigen ………………………………………… De camera gebruiken of opbergen ………………………… Geheugenkaarten …………………………………………… De batterij …………………………………………………… 146 147 148 151 Voordat u contact opneemt met een servicecenter ………… 155 Cameraspecificaties …………………………………………… 158 Woordenlijst ……………………………………………………… 162 Index ……………………………………………………………… 167 Foutmeldingen Als een van de volgende foutmeldingen verschijnt, kunt u de onderstaande oplossingen proberen. Foutmelding Mogelijke oplossingen Verwijder het beschadigde bestand of neem contact op Kan bestand niet lezen met een servicecenter. • Schakel de camera uit en weer in. • Verwijder de geheugenkaart en plaats deze weer Kaartfout terug. • Formatteer de geheugenkaart. De geplaatste geheugenkaart wordt niet ondersteund Kaart wordt niet door de camera. Plaats een microSD, microSDHC, of ondersteund. microSDXC geheugenkaart. • De camera kan geen verbinding met het netwerk maken via het geselecteerde toegangspunt. Selecteer een ander toegangspunt en probeer het opnieuw. Verbinding mislukt. • De camera kan geen verbinding maken met de andere apparaten. Probeer opnieuw verbinding te maken. Bestandsnamen komen niet met de DCF-norm overeen. Breng de bestanden op de geheugenkaart over naar een DCF Full Error computer en formatteer de kaart. Open vervolgens het menu Instellingen en selecteer Bestandsnr. → Resetten. (p. 141) Netwerkverbinding wordt verbroken terwijl de foto's Apparaat worden overgezet naar ondersteunde apparaten. losgekoppeld. Selecteer opnieuw een ondersteund apparaat. Foutmelding Mogelijke oplossingen Bestandssysteem wordt niet ondersteund. De FAT-bestandsstructuur van de geplaatste geheugenkaart wordt niet ondersteund door de camera. Formatteer de geheugenkaart in de camera. Initialisatie mislukt. De camera kan een apparaat dat Samsung Link ondersteunt, niet vinden. Schakel apparaten in het netwerk in die Samsung Link ondersteunen. Batterij bijna leeg Plaats een opgeladen batterij of laad de batterij op. Geheugen vol Geen foto Wachtwoord onjuist Overdracht mislukt. Aanvullende informatie 145 Verwijder onnodige bestanden of plaats een nieuwe geheugenkaart. Maak foto's of plaats een geheugenkaart met foto's in de camera. Het wachtwoord voor het overdragen van bestanden naar een andere camera is onjuist. Geef het juiste wachtwoord in. • De camera kon geen e-mails of bestanden verzenden naar andere apparaten. Probeer opnieuw te verzenden. • Controleer de netwerkverbinding en probeer het opnieuw. Cameraonderhoud Camerabody De camera reinigen Veeg de behuizing voorzichtig schoon met een zachte, droge doek. Cameralens en -scherm Verwijder stof met behulp van een blaaskwastje en veeg de lens met een zachte doek voorzichtig af. Voor eventueel achtergebleven stof brengt u lensreinigingsvloeistof op een stuk lensreinigingspapier aan en veegt u de lens voorzichtig schoon. • Gebruik nooit benzeen, thinner of alcohol om het apparaat te reinigen. Deze oplosmiddelen kunnen de camera beschadigen of defecten veroorzaken. • Druk niet op de lenskap en gebruik geen blaaskwastje op de lenskap. Anders kunt u de camera beschadigen. Aanvullende informatie 146 Cameraonderhoud Camera voor langere tijd opbergen • Als u de camera langere tijd opbergt, moet u de camera samen met absorberend De camera gebruiken of opbergen Ongeschikte plaatsen voor het gebruiken of opbergen van de camera • Stel de camera niet bloot aan zeer hoge of lage temperaturen. • Gebruik de camera niet in zeer vochtige omgevingen of omgevingen waar de • • • • • luchtvochtigheid snel verandert. Stel de camera niet bloot aan direct zonlicht en bewaar de camera niet op warme locaties met slechte ventilatie, zoals in een auto die in de zon staat. Bescherm de camera en het scherm tegen stoten, ruw gebruik en sterke trillingen om ernstige schade te voorkomen. Gebruik of bewaar de camera niet op stoffige, vuile, vochtige of slechtgeventileerde plaatsen, om schade aan bewegende en interne onderdelen te voorkomen. Gebruik de camera niet in de buurt van brandstoffen, brandbare stoffen of ontvlambare chemicaliën. Bewaar geen ontvlambare vloeistoffen, gassen en explosief materiaal in dezelfde ruimte als de camera of de accessoires van de camera. Berg de camera niet op met mottenballen. materiaal, zoals silicagel, in een afgesloten houder plaatsen. • Batterijen die niet worden gebruikt, ontladen zich na verloop van tijd en moeten vóór gebruik opnieuw worden opgeladen. • De huidige datum en tijd kunnen worden geïnitialiseerd wanneer de camera wordt ingeschakeld nadat de camera en batterij lange tijd gescheiden zijn. Wees voorzichtig bij gebruik van de camera in vochtige omgevingen Als u de camera overbrengt van een koude naar een warme omgeving, kan er condensvorming optreden op de lens of de interne onderdelen van de camera. In dit geval moet u de camera uitschakelen en ten minste 1 uur wachten. Als er condensvorming optreedt op de geheugenkaart, moet u de kaart uit de camera halen en wachten tot al het vocht is verdampt voordat u de kaart terugplaatst. Overige aandachtspunten • Zwaai de camera niet aan de polslus heen en weer. Hierdoor kunt u uzelf of anderen verwonden of schade aan uw camera veroorzaken. • Verf de camera niet, omdat verf tussen de bewegende onderdelen kan gaan Gebruik op het strand of aan de waterkant • Bescherm de camera tegen zand en vuil wanneer u deze op het strand of in een andere, soortgelijke omgeving gebruikt. zitten en de werking van het apparaat kan beïnvloeden. • Schakel de camera uit als u deze niet gebruikt. • Uw camera is niet waterbestendig. Gebruik de batterij, adapter of geheugenkaart niet met natte handen. Als u de camera gebruikt met natte handen, kan de camera beschadigd raken. Aanvullende informatie 147 Cameraonderhoud • De camera bevat kwetsbare onderdelen. Zorg daarom dat u de camera niet • • • • • • • • blootstelt aan schokken. Bewaar de camera in de houder om het scherm te beschermen tegen externe druk. Houd de camera uit de buurt van zand, scherp gereedschap of kleingeld om te voorkomen dat er krassen op de camera komen. Gebruik de camera niet als het scherm gebarsten of beschadigd is. Gebarsten glas of acryl kan letsel aan uw handen en gezicht veroorzaken. Breng de camera naar een servicecenter van Samsung om de camera te laten repareren. Leg camera's, batterijen, opladers of accessoires nooit in de buurt van, op of in verwarmingsapparaten, zoals magnetrons, kachels of radiatoren. Deze apparaten kunnen vervormen of oververhit raken door warmte, wat brand of een explosie kan veroorzaken. Stel de lens niet aan direct zonlicht bloot, hierdoor kan de beeldsensor verkleuren of defect raken. Bescherm de lens tegen vingerafdrukken en krassen. Reinig de lens met een zachte, schone doek. Als de camera een schok opvangt, wordt de camera mogelijk uitgeschakeld. Dit gebeurt om de geheugenkaart te beschermen. Schakel de camera weer in om de camera te gebruiken. De camera kan warm worden tijdens het gebruik. Dit is normaal en is niet van invloed op de levensduur of prestaties van uw camera. Bij lage temperaturen kan het langer duren voordat de camera is ingeschakeld, kunnen kleuren tijdelijk veranderen of kunnen nabeelden worden weergegeven. Deze omstandigheden duiden niet op defecten en worden verholpen als u de camera weer bij normale temperaturen gebruikt. • Verf of metaal aan de buitenzijde van de camera kan allergieën, jeuk, eczeem of bultjes veroorzaken bij mensen met een gevoelige huid. Als u last hebt van een van deze symptomen, stop dan onmiddellijk met het gebruik van de camera en raadpleeg een arts. • Steek geen vreemde voorwerpen in de compartimenten, sleuven en toegangspunten van de camera. Schade als gevolg van onjuist gebruik wordt mogelijk niet door de garantie gedekt. • Laat geen ongekwalificeerd personeel reparatie- of onderhoudswerkzaamheden aan de camera uitvoeren en probeer dit ook niet zelf te doen. Alle schade die voortvloeit uit ongekwalificeerd onderhoud of reparatie, wordt niet gedekt door de garantie. Geheugenkaarten Ondersteunde geheugenkaarten Uw camera biedt ondersteuning voor de geheugenkaarten microSD (Secure Digital), microSDHC (Secure Digital High Capacity), of microSDXC (Secure Digital eXtended Capacity). Geheugenkaartadapter Geheugenkaart Als u gegevens wilt lezen met een computer of een geheugenkaartlezer, moet u de geheugenkaart plaatsen in een geheugenkaartadapter. Aanvullende informatie 148 Cameraonderhoud Video Capaciteit van de geheugenkaart De geheugencapaciteit verschilt, afhankelijk van de opnamemodus en de opnameomstandigheden. De volgende capaciteiten zijn gebaseerd op een microSD-kaart van 2 GB: Formaat 1920 X 1080 Foto Formaat Superhoog Hoog Normaal 219 432 640 245 483 715 288 567 836 341 669 984 418 817 1.196 638 1.228 1.777 1.006 1.897 2.692 1.329 2.461 3.437 2.508 4.359 5.780 1280 X 720 640 X 480 Om te delen 30 fps Ongeveer 18' 03" Ongeveer 25' 53" Ongeveer 46' 12" Ongeveer 257' 31" De bovenstaande cijfers zijn gemeten zonder gebruik van de zoomfunctie. Bij gebruik van de zoomfunctie kan de beschikbare opnametijd afwijken van de vermelde waarden. Er zijn verschillende video's achter elkaar opgenomen om de totale opnameduur te bepalen. Aanvullende informatie 149 Cameraonderhoud Aandachtspunten bij gebruik van geheugenkaarten • Vermijd blootstelling van geheugenkaarten aan zeer lage of hoge temperaturen • • • • • • • • (onder 0 °C/32 °F en boven 40 °C/104 °F). Extreme temperaturen kunnen ervoor zorgen dat geheugenkaarten niet goed werken. Plaats een geheugenkaart in de juiste richting. Als u een geheugenkaart in de verkeerde richting plaatst, kunnen uw camera en geheugenkaart worden beschadigd. Gebruik geen geheugenkaarten die in een andere camera of door een computer zijn geformatteerd. Formatteer een dergelijke geheugenkaart opnieuw in uw eigen camera. Schakel de camera uit wanneer u een geheugenkaart plaatst of verwijdert. Verwijder de geheugenkaart niet en schakel uw camera niet uit wanneer het lampje knippert, omdat de gegevens hierdoor kunnen worden beschadigd. Wanneer de levensduur van een geheugenkaart is verlopen, kunt u geen foto's meer opslaan op de kaart. Gebruik een nieuwe geheugenkaart. Zorg dat geheugenkaarten niet buigen, vallen of aan zware klappen of druk worden blootgesteld. Zorg dat u geheugenkaarten niet gebruikt of opbergt in de buurt van krachtige magnetische velden. Zorg dat u geheugenkaarten niet gebruikt op locaties met hoge temperaturen of luchtvochtigheid of in de buurt van bijtende stoffen. • Voorkom dat geheugenkaarten in contact komen met vloeistoffen, vuil of • • • • vreemde stoffen. Veeg zo nodig de geheugenkaart met een zachte doek schoon voordat u de geheugenkaart in de camera plaatst. Voorkom dat geheugenkaarten en de geheugenkaartsleuf in contact komen met vloeistoffen, vuil of vreemde stoffen. Dergelijke stoffen kunnen ervoor zorgen dat geheugenkaarten of de camera niet goed meer werken. Wanneer u een geheugenkaart bij u draagt, moet u een hoesje gebruiken om de kaart tegen elektrostatische ontlading te beschermen. Breng belangrijke gegevens over naar andere media, zoals een vaste schijf, CD of DVD. Als u de camera langere tijd gebruikt, kan de geheugenkaart warm worden. Dit is normaal en wijst niet op een defect. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor enig verlies van gegevens. Aanvullende informatie 150 Cameraonderhoud De batterij Levensduur van de batterij Gebruik alleen door Samsung goedgekeurde batterijen. Gemiddelde opnameduur/ Aantal foto's Batterijspecificaties Specificatie Model Type Capaciteit Voltage Oplaadduur* (wanneer de camera is uitgeschakeld) Beschrijving SLB-10A Lithium-ionbatterij 1.030 mAh 3,7 V Testomstandigheden (bij een volledig opgeladen batterij) Foto's Ongeveer 155 min./ Ongeveer 310 foto's De levensduur van de batterij is gemeten onder de volgende omstandigheden: in de modus p , Programma, in het donker, met de resolutie met de kwaliteit Hoog en met OIS ingeschakeld. 1. Stel de flitser in op Invulflits, maak één foto en zoom in of uit. 2. Stel de flitser in op Uit, maak één foto en zoom in of uit. 3. Voer stap 1 en 2 uit en wacht 30 seconden tussen de stappen. Herhaal het proces na 5 minuten en schakel de camera 1 minuut uit. 4. Herhaal stap 1 tot 3. Video's Ongeveer 120 min. Neem video's op met de resolutie Ongeveer 240 min. * Het duurt mogelijk langer als u de batterij aansluit op een computer om de batterij op te laden. en 30 fps. • De bovenstaande gegeven zijn gebaseerd op de teststandaarden van CIPA. Uw resultaten kunnen verschillen afhankelijk van uw werkelijke gebruik. • Er zijn verschillende video's achter elkaar opgenomen om de totale opnameduur te bepalen. • Wanneer u netwerkfuncties gebruikt, raakt de batterij sneller leeg. Aanvullende informatie 151 Cameraonderhoud Melding Batterij bijna leeg Aandachtspunten voor het gebruik van de batterij Als de batterij volledig is ontladen, wordt het batterijpictogram rood en verschijnt de melding 'Batterij bijna leeg'. De batterij gebruiken • Vermijd blootstelling van batterijen aan zeer lage of hoge temperaturen (onder • • • • • • 0 °C/32 °F en boven 40 °C/104 °F). Extreme temperaturen kunnen de laadcapaciteit van de batterijen beperken. Als u de camera langere tijd gebruikt, kan het gebied rond de batterijklep warm worden. Dit heeft geen invloed op de normale werking van de camera. Trek niet aan het netsnoer om de stekker uit het stopcontact te halen om te voorkomen dat u brand of een schok veroorzaakt. Bij temperaturen onder 0 °C/32 °F kunnen de capaciteit en gebruiksduur van de batterij afnemen. Bij lage temperaturen kan de batterijcapaciteit afnemen, maar de gewone capaciteit wordt hersteld bij gebruik bij hogere temperaturen. Haal de batterijen uit de camera wanneer u de camera langere tijd opbergt. Batterijen in het batterijvak kunnen na verloop van tijd gaan lekken of roesten en ernstige schade aan uw camera veroorzaken. Als u de camera langere perioden opbergt terwijl de batterij is geplaatst, raakt de batterij leeg. U kunt een volledig lege batterij mogelijk niet weer opladen. Wanneer u de camera lagere periode niet gebruikt (3 maanden of meer), moet u de batterij regelmatig controleren en opladen. Als u de batterij regelmatig laat leeglopen, kunnen de capaciteit en de levensduur afnemen, wat kan leiden tot een storing, brand of explosie. Bescherm batterijen, opladers en geheugenkaarten tegen schade. Voorkom dat batterijen in aanraking komen met metalen voorwerpen, omdat dit een verbinding kan vormen tussen de plus- en minpolen van uw batterijen en tijdelijke of permanente schade aan de batterijen en brand of een schok kan veroorzaken. De batterij opladen • Als het statuslampje rood knippert, controleert u of de batterij op de juiste wijze is geplaatst. • Als camera tijdens het opladen is ingeschakeld, wordt de batterij mogelijk niet volledig opgeladen. Schakel de camera uit voordat u de batterij oplaadt. • Gebruik de camera niet als de batterij wordt opgeladen. Dit kan brand of een schok veroorzaken. • Trek niet aan het netsnoer om de stekker uit het stopcontact te halen om te voorkomen dat u brand of een schok veroorzaakt. • Als de batterij volledig leeg is, moet u deze een tijdje laten opladen voordat u de camera gebruikt. Wacht ten minste 10 minuten voordat u de camera inschakelt nadat de batterij is opgeladen. • Als u de camera aansluit op een externe voedingsbron terwijl de batterij helemaal leeg is, wordt de camera uitgeschakeld wanneer u bepaalde functies gebruikt die veel stroom verbruiken. Laad de batterij op om de camera op normale wijze te gebruiken. Aanvullende informatie 152 Cameraonderhoud • Als u de voedingskabel opnieuw aansluit nadat de batterij volledig is opgeladen, • • • • • brandt het statuslampje ongeveer 30 minuten. Als u de flitser gebruikt of video's opneemt, raakt de batterij snel leeg. Laad de batterij op totdat het rode indicatielampje uitgaat. Als het indicatielampje knippert of niet brandt, sluit u de kabel opnieuw aan of verwijdert u de batterij en plaatst u deze opnieuw in de camera. Als u de batterij oplaadt wanneer de kabel oververhit is of de temperatuur te hoog is, kan het indicatielampje rood knipperen. Nadat de batterij is afgekoeld, wordt het opladen gestart. Als u batterijen overlaadt, kan de gebruiksduur van de batterij korter worden. Wanneer het opladen is voltooid, haalt u de kabel uit de camera. Buig het netsnoer niet en plaats geen zware voorwerpen op het netsnoer. Als u dit wel doet, kan het netsnoer worden beschadigd. De batterij opladen terwijl er een computer is aangesloten • Gebruik alleen de meegeleverde USB-kabel. • In de volgende gevallen wordt de batterij mogelijk niet opgeladen: - wanneer u een USB-hub gebruikt. - wanneer er andere USB-apparaten op de computer zijn aangesloten. - wanneer u de kabel op de poort aan de voorzijde van de computer aansluit. - wanneer de USB-poort van de computer de stroomuitvoernorm niet ondersteunt (5 V, 500 mA). Behandel batterijen en opladers voorzichtig en voer deze af volgens de voorschriften • Gooi batterijen nooit in open vuur. Houd u aan alle lokale regelgevingen bij het weggooien van gebruikte batterijen. • Leg batterijen of camera's nooit in of op verwarmingsapparaten, zoals een magnetron, kachel of radiator. Batterijen kunnen exploderen als ze te heet worden. Aanvullende informatie 153 Cameraonderhoud Onzorgvuldig of verkeerd gebruik van de batterij kan lichamelijk letsel of de dood tot gevolg hebben. Volg voor uw eigen veiligheid de onderstaande instructies voor het juiste gebruik van de batterij: • De batterij kan vlam vatten of exploderen als deze niet op de juiste wijze wordt gebruikt. Als u vervormingen, scheuren of andere afwijkingen in de batterij opmerkt, stopt u onmiddellijk het gebruik hiervan en neemt u contact op met een servicecenter. • Gebruik alleen authentieke, door de fabrikant aanbevolen batterijopladers en -adapters en laad de batterij alleen op volgens de procedures die in deze gebruiksaanwijzing zijn vermeld. • Plaats de batterij niet te dicht bij warmtebronnen en stel de batterij niet bloot aan extreem warme omgevingen, zoals een gesloten auto in de zon. • Plaats de batterij niet in een magnetron. • Bewaar of gebruik de batterij niet in een hete, vochtige omgeving, zoals een badkamer of douche. • Plaats de camera niet langere tijd op ontvlambare oppervlakken, zoals matrassen, tapijten of elektrische dekens. • Als de camera is ingeschakeld, moet u deze niet langere tijd in een afgesloten ruimte achterlaten. • Zorg ervoor dat de polen van de batterij niet in contact komen met metalen voorwerpen, zoals halskettingen, munten, sleutels en horloges. • Gebruik uitsluitend authentieke, door de fabrikant aanbevolen lithiumionbatterijen ter vervanging. Aanvullende informatie 154 • Haal de batterij niet uit elkaar of maak er geen gaten in met een scherp voorwerp. • Stel de batterij niet bloot aan hoge druk of extreme krachten. • Stel de batterij niet bloot aan hevige klappen, bijvoorbeeld door deze van grote hoogte te laten vallen. • Stel de batterij niet bloot aan temperaturen boven de 60 °C (140 °F). • Stel de batterij niet bloot aan vocht of vloeistoffen. • De batterij mag niet worden blootgesteld aan overmatige warmte zoals zonneschijn, vuur of dergelijke zaken. Richtlijnen voor afvoer • Wees zorgvuldig als u de batterij weggooit. • Gooi de batterij nooit in een open vuur. • Regelgeving kan per land of regio verschillen. Zorg dat u zich houdt aan alle lokale en nationale regelgevingen wanneer u de batterij weggooit. Richtlijnen voor het opladen van de batterij Laad de batterij alleen op volgens de procedure in deze gebruiksaanwijzing. De batterij kan ontbranden of exploderen als deze niet op de juiste wijze wordt opgeladen. Voordat u contact opneemt met een servicecenter Wanneer u problemen met de camera ondervindt, kunt u eerst de volgende procedures uitvoeren voordat u contact opneemt met een servicecenter. Als u het probleem hiermee niet kunt oplossen, kunt u contact opnemen met uw plaatselijke dealer of servicecenter. Wanneer u uw camera naar een servicecenter brengt, neem dan ook de onderdelen mee die de oorzaak kunnen zijn van de fout, zoals de geheugenkaart of de batterij. Situatie Mogelijke oplossingen Situatie • Controleer of de batterij in de camera is De camera kan niet worden ingeschakeld geplaatst. • Controleer of de batterij correct in de camera is geplaatst. (p. 24) • Laad de batterij op. • Laad de batterij op. • De camera bevindt zich mogelijk in de modus De camera wordt plotseling uitgeschakeld De batterij raakt snel leeg Mogelijke oplossingen • Er is geen ruimte op de geheugenkaart. Automatisch uit. (p. 142) • De camera wordt mogelijk uitgeschakeld om te voorkomen dat de geheugenkaart door een harde schok beschadigd raakt. Schakel de camera weer in. • De batterij raakt bij lage temperaturen (onder 0 °C/32 °F) sneller leeg. Houd de batterij warm door deze in uw zak te steken. • Als u de flitser gebruikt of video's opneemt, raakt de batterij snel leeg. Laad de batterij indien nodig weer op. • Batterijen zijn verbruiksartikelen die na verloop van tijd moeten worden vervangen. Koop een nieuwe batterij als de gebruiksduur van de batterij aanzienlijk afneemt. Verwijder onnodige bestanden of plaats een nieuwe kaart. • De geheugenkaart is niet geïnitialiseerd. Formatteer de geheugenkaart. Er kunnen geen foto's worden • De geheugenkaart is defect. Koop een nieuwe gemaakt geheugenkaart. • Controleer of de camera is ingeschakeld. • Laad de batterij op. • Controleer of de batterij correct in de camera is geplaatst. De camera kan onverwacht vastlopen als er een De camera loopt vast probleem optreedt. Verwijder de batterij en plaats deze weer terug. De camera kan warm worden tijdens het gebruik. De camera wordt warm. Dit is normaal en is niet van invloed op de levensduur of prestaties van uw camera. • Mogelijk is de flitseroptie ingesteld op Uit. (p. 70) De flitser werkt niet • In sommige modi kunt u de flitser niet gebruiken. Aanvullende informatie 155 Voordat u contact opneemt met een servicecenter Situatie Mogelijke oplossingen Situatie De flitser wordt mogelijk geactiveerd vanwege Er wordt onverwachts geflitst. statische elektriciteit. Dit duidt niet op een defect van de camera. De datum en tijd zijn onjuist Stel de datum en tijd in bij de scherminstellingen. (p. 141) Het scherm of de knoppen werken niet Verwijder de batterij en plaats deze weer terug. Het camerascherm reageert niet goed Er is een fout met de geheugenkaart opgetreden Als u de camera bij zeer lage temperaturen gebruikt, kan het camerascherm verkleuren of slecht functioneren. Voor betere prestaties van het scherm moet de camera bij normale temperaturen worden gebruikt. • Schakel de camera uit en weer in. • Verwijder de geheugenkaart en plaats deze weer terug. • Formatteer de geheugenkaart. Zie 'Aandachtspunten bij gebruik van geheugenkaarten' voor meer informatie. (p. 150) Mogelijke oplossingen Als u de naam van een bestand wijzigt, kan de camera het bestand mogelijk niet afspelen (de Er kunnen geen bestanden bestandsnaam moet voldoen aan de DCF-norm). worden afgespeeld In dergelijke gevallen kunt u de bestanden op een computer afspelen. • Controleer of de ingestelde scherpsteloptie voor close-upfoto's geschikt is. (p. 73) • Controleer of de lens schoon is. Reinig de lens De foto is onscherp indien nodig. (p. 146) • Zorg ervoor dat het onderwerp zich binnen het bereik van de flitser bevindt. (p. 159) Een onjuiste witbalans kan voor onrealistische De kleuren in de foto zijn anders dan de daadwerkelijke kleuren zorgen. Selecteer de juiste witbalansoptie kleuren voor de lichtbron. (p. 82) De foto is overbelicht of onderbelicht. • Schakel de flitser in of uit. (p. 70) De foto is te licht of te donker. • Pas de ISO-waarde aan. (p. 72) • Pas de belichtingswaarde aan. (p. 80) Aanvullende informatie 156 Voordat u contact opneemt met een servicecenter Situatie De foto's worden niet op de televisie weergegeven De computer herkent de camera niet De computer verbreekt de verbinding met de camera tijdens het overbrengen van bestanden Mogelijke oplossingen Situatie • Controleer of de camera correct op de televisie • • • • is aangesloten met de A/V-kabel. Controleer of de geheugenkaart foto's bevat. Controleer of de USB-kabel op de juiste wijze is geplaatst. Controleer of de camera is ingeschakeld. Controleer of het besturingssysteem wordt ondersteund. • Sluit i-Launcher af en start het programma opnieuw. • Controleer of i-Launcher is ingesteld op Aan in het instellingenmenu. (p. 140) • Afhankelijk van de specificaties en omgeving i-Launcher werkt niet correct De bestandsoverdracht kan door statische elektriciteit worden gestoord. Koppel de USB- kabel los en sluit deze weer aan. Video's kunnen mogelijk niet worden afgespeeld met bepaalde videospelers. Als u videobestanden De computer kan geen video's wilt afspelen die zijn gemaakt met uw camera, afspelen gebruikt u het Multimedia Viewer-programma dat u met het programma i-Launcher op uw computer kunt installeren. Mogelijke oplossingen Uw televisie of computer kan geen foto's of video's weergeven die zijn opgeslagen op een microSDXC- geheugenkaart. Uw computer herkent een microSDXC-geheugenkaart niet. Aanvullende informatie 157 van de computer wordt het programma mogelijk niet automatisch gestart. Klik in dit geval op Starten → Alle programma's → Samsung → i-Launcher → Samsung i-Launcher op uw Windows-computer. (Voor Windows 8, opent u het startscherm en selecteert u All apps (Alle apps) → Samsung i-Launcher.) Of klik op Applications (Programma's) → Samsung → i-Launcher op uw computer met Mac OS. microSDXC-geheugenkaarten gebruiken het exFAT-bestandssysteem. Zorg ervoor dat het externe apparaat compatibel is met het exFATbestandssysteem voordat u de camera aansluit op het apparaat. microSDXC-geheugenkaarten gebruiken het exFAT-bestandssysteem. Als u microSDXCgeheugenkaarten wilt gebruiken op een Windows XP-computer, kunt u het stuurprogramma voor het exFATbestandssysteem downloaden en bijwerken via de website van Microsoft. Cameraspecificaties Beeldsensor Type 1/2,3 inch (ongeveer 7,77 mm) BSI CMOS Effectieve pixels Ongeveer 16,3 megapixel Totaalaantal pixels Lens Ongeveer 16,7 megapixel Brandpuntsafstand Samsung Lens 21x zoomlens f = 4,1 - 86,1 mm (equivalent van 35 mm film: 23 - 483 mm) Diafragmabereik F2.8 (W) - F5.9 (T) Digitale zoom Bereik Display 3,0" (75,0 mm) 460K Type 10 cm-oneindig 150 cm-oneindig Auto: 1/8 - 1/2.000 sec. Programma: 1 - 1/2.000 sec. Nacht: 8 - 1/2.000 sec. Handmatig: 16 - 1/2.000 sec. Belichting beeldgrootte) Functionaliteit Scherpstelling Tele (T) 350 cm-oneindig 150 - 350 cm 150 cm-oneindig • • • • • Intelligent zoomen: 2,0X TFT LCD Groothoek (G) 80 cm-oneindig 10 - 80 cm 10 cm-oneindig Sluitertijd • Fotomodus: 1,0 - 5,0X • Afspeelmodus: 1,0 - 9,4X (afhankelijk van de Type Normaal (AF) Macro Auto macro Handmatig scherpstellen TTL-autofocus (Centrum AF, Multi AF, Tracking AF, Gezichtsdetectie AF, Aanraak AF), Handmatig scherpstellen, Video CAF (continuous auto focus) Regeling Programma AE, Diafragmaprioriteit AE, Sluiterprioriteit AE, Handmatige belichting Lichtmeting Multi, Spot, Centrum gewogen, Gezichtsdetectie Lichtmetingbereik EV 1 - 17 (Groothoek, ISO Auto), EV 3 - 17 (Tele, ISO Auto) Compensatie ±2EV (1/3 EV Stap) ISO-equivalent Auto, ISO 80, ISO 100, ISO 200, ISO 400, ISO 800, ISO 1600, ISO 3200 Aanvullende informatie 158 Cameraspecificaties Flitser Opname Modus Auto, Rode ogen, Invulflits, Langz sync, Uit • Modi: Smart Auto (Portret, Nachtportret, Portretfoto Bereik • Groothoek: 0,3 - 4,1 m (ISO Auto) • Groothoek: 0,5 - 2,9 m (ISO Auto) Oplaadtijd Ongeveer 4 sec. met tegenlicht, Nacht, Tegenlicht, Landschap, Wit, Natuurlijk groen, Blauwe lucht, Zon onder, Macro, Macro tekst, Macro kleur, Statief, Actie, Vuurwerk, Weinig licht, Spotlight, Spotlight (macro), Spotlight (portret)), Programma, Diafragmaprioriteit, Sluiterprioriteit, Handmatig, Slimme modus (Gezichtscorrectie, Continuopname, Landschap, Macro, Actie-opname, Rijke toon, Panorama, Waterval, Silhouet, Zon onder, Opname bij weinig licht, Vuurwerk, Lichtspoor), Beste gezicht, Magisch Plus (Mijn Magisch kader, Foto in beweging, Fotofilter, Effect Artist, Kleurenkwast) • Burst: Eén foto, Continu (3 fps, 7,1 fps), AE BKT • Timer: Uit, 2 sec, 10 sec Trillingsreductie Optische beeldstabilisatie (OIS) Foto's Effect • Fotofilter (Intelligent filter): Miniatuur, Vignetten, Opnamemodus voor foto's Aanraak AF-optie Aquarel, Olieverf, Cartoon, Kruisfilter, Schets, Softfocus, Visoog, Klassiek, Retro, Zoomopname • Beeld aanpassen: Scherpte, Contrast, Kleurverzadiging Filmfilter (Intelligent filter): Miniatuur, Vignetten, Schets, Visoog, Klassiek, Retro, Paleteffect 1, Paleteffect 2, Paleteffect 3, Paleteffect 4 • Modi: Intelligente scènedetectie (Landschap, Witbalans Auto witbalans, Daglicht, Bewolkt, TL-licht H, TL-licht L, Kunstlicht, Kleurtemp., Aangepaste instelling Video's Datering Datum en tijd, Datum, Uit Aanvullende informatie 159 • • • • • Blauwe lucht, Natuurlijk groen, Zon onder), Magisch Plus (Filmfilter) Indeling: MP4 (H.264) (Max. opnametijd: 20 min) Formaat: 1920 X 1080, 1280 X 720, 640 X 480, 240 Web Framesnelheid: 30 fps Sound Alive: Sound Alive Aan, Sound Alive Uit Dubbel vastleggen (Vastleggen tijdens opnemen) Cameraspecificaties Afspelen Symbool • Type: Eén foto, Miniaturen, Diashow met effecten • Bewerken: Resolutie wijzigen, Draaien, Intelligent filter, Foto's Video's Bijsnijden, Kleur (Beeld aanpassen), Portret • Effect: Kleur (Beeld aanpassen) (ACB, Helderheid, Contrast, Kleurverzadiging), Portret (Gezichtretouchering), Intelligent filter (Miniatuur, Vignetten, Aquarel, Olieverf, Cartoon, Kruisfilter, Schets, Softfocus, Visoog, Klassiek, Retro, Zoomopname) 4608 X 3072 4608 X 2592 Beeldformaat 2832 X 2832 1984 X 1488 Video bewerken: pauzeren tijdens opnemen, foto's maken, tijd bijsnijden 1920 X 1080 1024 X 768 • Intern geheugen: ongeveer 9,5 MB • Extern geheugen (optioneel): Bestandsindeling 3648 X 2736 2592 X 1944 Opslag Media Formaat 4608 X 3456 Draadloos netwerk microSD-kaart (2 GB guaranteed), microSDHC-kaart (32 GB gegarandeerd), microSDXC-kaart (64 GB gegarandeerd) - Klasse 6 en hoger aanbevolen De interne geheugencapaciteit kan van deze specificaties afwijken. MobileLink, Remote Viewfinder, Baby Monitor, SNS en cloud, E-mail, S/W Upgrade Notifier, Samsung Link, Automatische back-up, AutoShare • Foto: JPEG (DCF), EXIF 2.21 • Video: MP4 (Video: MPEG-4.AVC/H.264, Audio: AAC) Aanvullende informatie 160 Cameraspecificaties NFC Gewicht Ja Interface 216 g (zonder batterij en geheugenkaart) Digitale uitvoer Bedrijfstemperatuur USB 2.0 0 - 40 °C Audio-invoer/-uitvoer Interne luidspreker (mono), Microfoon (mono) Bedrijfsluchtvochtigheid Video-uitvoer 5 - 85 % A/V: NTSC, PAL (selecteerbaar) Gelijkstroomaansluiting 5,0 V Software Voedingsbron i-Launcher Oplaadbare batterij Lithium-ionbatterij (SLB-10A, 1.030 mAh) Connectortype Micro USB (5-pins) Specificaties kunnen zonder kennisgeving worden gewijzigd voor betere prestaties. Afhankelijk van uw regio kan de voedingsbron verschillen. Afmetingen (B x H x D) 113,6 x 65,1 x 36 mm Aanvullende informatie 161 Woordenlijst Auto Contrast Balance (ACB) Deze functie verbetert automatisch het contrast van uw beelden wanneer het onderwerp tegenlicht heeft of als er veel contrast is tussen uw onderwerp en de achtergrond. Compositie Met compositie wordt de plaatsing van de verschillende elementen in het beeld bedoeld. Meestal levert een compositie volgens de regel van derden een plezierig resultaat. Opnamereeks met verschillende belichtingen (AEB) Deze functie maakt automatisch meerdere beelden met verschillenden belichtingen om u te helpen een goedbelicht beeld te maken. Design rule for Camera File system (DCF) Een specificatie voor het definiëren van een bestandsindeling en bestandssysteem voor digitale camera's die is ontwikkeld door de Japan Electronics and Information Technology Industries Association (JEITA). Autofocus (AF) Een systeem dat automatisch de cameralens scherpstelt op het onderwerp. Uw camera gebruikt het contrast om automatisch scherp te stellen. Diafragma Het diafragma bepaalt de hoeveelheid licht die de sensor van de camera bereikt. Bewegingsonscherpte (vaag) Als de camera wordt bewogen wanneer de sluiter is geopend, kan het volledige beeld vaag lijken. Dit komt vaker voor wanneer de sluitertijd laag is. Voorkom bewegingsonscherpte door de gevoeligheid te verhogen, de flitser te gebruiken of een hogere sluitertijd. U kunt ook een statief of de DIS- of OIS-functie gebruiken om de camera te stabiliseren. Scherptediepte De afstand tussen het dichtstbijzijnde en verste punt waarop kan worden scherpgesteld in een foto. De scherptediepte verschilt per diafragma, brandpuntsafstand en afstand tussen de camera en het onderwerp. Als u bijvoorbeeld een lager f-nummer gebruikt, wordt een grote scherptediepte gemaakt en wordt de achtergrond wazig in de compositie. Digitale zoom Een functie die op kunstmatige wijze de beschikbare hoeveelheid zoom met de zoomlens vergroot (optisch zoomen). Als u de digitale zoomfunctie gebruikt, wordt de beeldkwaliteit minder wanneer de vergroting wordt verhoogd. Aanvullende informatie 162 Woordenlijst EV-compensatie Met deze functie kunt u snel de belichtingswaarde aanpassen die wordt berekend door de camera, in beperkte stappen, om de belichting van uw foto's te verbeteren. Stel de EV-compensatie in op -1,0 EV om de waarde een stap donkerder in te stellen en op 1,0 EV om de waarde een stap lichter te maken. Belichtingswaarde (EV) Alle combinaties van de camerasluitertijd en diafragma die resulteren in dezelfde belichting. Exchangeable Image File Format (Exif) Een specificatie voor het definiëren van een beeldbestandsindeling voor digitale camera's die is gemaakt door de Japan Electronic Industries Development Association (JEIDA). Belichting De hoeveelheid licht die de sensor van de camera mag bereiken. Belichting wordt bepaald door een combinatie van sluitertijd, diafragma en ISO-waarde. Flitser Een flitslamp die ervoor zorgt dat er voldoende belichting is in omstandigheden met weinig licht. Brandpuntsafstand De afstand van het brandpunt van de lens tot het beeldvlak (in millimeters). Grotere brandpuntsafstanden resulteren in een kleinere beeldhoek en een grotere weergave van het onderwerp. Kleinere brandpuntsafstanden resulteren in een grotere beeldhoek. Histogram Een grafische weergave van de helderheid van een beeld. De horizontale as stelt de helderheid voor en de verticale as het aantal pixels. Hoge pieken aan de linkerkant (te donker) en aan de rechterkant (te licht) op het histogram geven aan dat een foto niet goed is belicht. H.264/MPEG-4 Een video-indeling met hoge compressie die is ontwikkeld door de internationale standaardisatieorganisaties ISO/IEC en ITU-T. Deze codec zorgt ervoor dat goede videokwaliteit wordt geleverd met lage bitsnelheden ontwikkeld door het Joint Video Team (JVT). Aanvullende informatie 163 Woordenlijst Beeldsensor Het fysieke deel van een digitale camera die een fotosite bevat voor elke pixel in het beeld. Elke fotosite neemt de helderheid van het licht op dat de fotosite bereikt tijdens een belichting. Algemene sensortypen zijn CCD (Charge-coupled Device) en CMOS (Complementary Metal Oxide Semiconductor). ISO-waarde De gevoeligheid van een camera voor licht, gebaseerd op de equivalente filmsnelheid gebruikt in een filmcamera. Met hogere ISO-waarden gebruikt de camera een hogere sluitertijd, waardoor vervaging kan worden verminderd die wordt veroorzaakt door het bewegen van de camera en weinig licht. Beelden met een hoge gevoeligheid zijn echter veel gevoeliger voor ruis. Lichtmeting De lichtmeting heeft betrekking op de manier waarop een camera de hoeveelheid licht meet om de belichting in te stellen. Motion JPEG (MJPEG) Een video-indeling die wordt gecomprimeerd als een JPEG-beeld. Near Field Communication (NFC) NFC is een set standaarden voor radiocommunicatie op zeer korte afstand. U kunt NFC-apparaten gebruiken om functies te activeren of gegevens uit te wisselen met andere apparaten. Joint Photographic Experts Group (JPEG) Een lossy-methode van compressie voor digitale beelden. JPEG-beelden worden gecomprimeerd om de algehele bestandsgrootte te verminderen met minimale afname van de beeldresolutie. Ruis Verkeerd geïnterpreteerde pixels in een digitaal beeld die mogelijk worden weergegeven als verkeerd geplaatste of willekeurige, heldere pixels. Ruis treedt meestal op wanneer foto's worden gemaakt met een hoge gevoeligheid of wanneer de gevoeligheid automatisch wordt ingesteld op een donkere locatie. Liquid Crystal Display (LCD) Een visuele display die algemeen wordt gebruikt in consumenten elektronica. Dit display heeft een aparte achtergrondverlichting nodig zoals CCFL of LED, om kleuren te kunnen reproduceren. Optische beeldstabilisatie (OIS) Deze functie compenseert in real-time trillingen en schudden tijdens de opname. Er treedt geen kwaliteitsvermindering van het beeld op in vergelijking met de functie Digitale beeldstabilisatie. Macro Met deze functie kunt u close-upfoto's maken van zeer kleine voorwerpen. Als u de macrofunctie gebruikt, kan de camera goed scherpstellen op kleine voorwerpen met een verhouding op bijna ware grootte (1:1). Aanvullende informatie 164 Woordenlijst Optische zoom Dit is een algemene zoomfunctie waarmee beelden kunnen worden vergroot met een lens en waarmee de beeldkwaliteit niet vermindert. Kwaliteit Een uitdrukking van het compressieniveau dat is gebruikt in een digitaal beeld. Beelden met een hogere kwaliteit hebben een lager compressieniveau, wat meestal resulteert in grotere bestanden. Vignetten Een vermindering van de helderheid of de kleurverzadiging van een beeld bij de randen in vergelijking met het midden van het beeld. Vignetten kan de aandacht richten op onderwerpen die in het midden van een beeld zijn geplaatst. Witbalans (kleurbalans) Een aanpassing van de intensiteit van kleuren (meestal de primaire kleuren rood, groen en blauw) in een beeld. Het doel van het aanpassen van de witbalans, of kleurbalans, is de kleuren van een beeld correct weergeven. Resolutie Het aantal pixels in een digitaal beeld. Beelden met hoge resolutie bevatten meer pixels en bevatten meer details dan beelden met lage resolutie. Sluitertijd De sluitertijd verwijst naar de tijd die het kost om de sluiter te openen en sluiten, en is een belangrijke factor in de helderheid van een foto, omdat hiermee de hoeveelheid licht wordt bepaald die door het diafragma wordt gelaten voordat de beeldsensor wordt bereikt. Een hoge sluitertijd geeft minder tijd om licht binnen te laten waardoor de foto donkerder wordt en eenvoudiger bewegende onderwerpen kan vastleggen. Aanvullende informatie 165 Correcte behandeling van een gebruikte accu uit dit product (Van toepassing in landen waar afval gescheiden wordt ingezameld) Correcte verwijdering van dit product (elektrische & elektronische afvalapparatuur) (Van toepassing in landen waar afval gescheiden wordt ingezameld) Dit merkteken op het product, de accessoires of het informatiemateriaal duidt erop dat het product en zijn elektronische accessoires (bv. lader, headset, USB-kabel) niet met ander huishoudelijk afval verwijderd mogen worden aan het einde van hun gebruiksduur. Om mogelijke schade aan het milieu of de menselijke gezondheid door ongecontroleerde afvalverwijdering te voorkomen, moet u deze artikelen van andere soorten afval scheiden en op een verantwoorde manier recyclen, zodat het duurzame hergebruik van materiaalbronnen wordt bevorderd. Huishoudelijke gebruikers moeten contact opnemen met de winkel waar ze dit product hebben gekocht of met de gemeente waar ze wonen om te vernemen waar en hoe ze deze artikelen milieuvriendelijk kunnen laten recyclen. Dit merkteken op de accu, handleiding of verpakking geeft aan dat de accu in dit product aan het einde van de levensduur niet samen met ander huishoudelijk afval mag worden weggegooid. De chemische symbolen Hg, Cd of Pb geven aan dat het kwik-, cadmium- of loodgehalte in de accu hoger is dan de referentieniveaus in de Richtlijn 2006/66/EC. Indien de gebruikte accu niet op de juiste wijze wordt behandeld, kunnen deze stoffen schadelijk zijn voor de gezondheid van mensen of het milieu. Ter bescherming van de natuurlijke hulpbronnen en ter bevordering van het hergebruik van materialen, verzoeken wij u afgedankte accu’s en batterijen te scheiden van andere soorten afval en voor recycling aan te bieden bij het gratis inzamelingssysteem voor accu’s en batterijen in uw omgeving. Zakelijke gebruikers moeten contact opnemen met hun leverancier en de algemene voorwaarden van de koopovereenkomst nalezen. Dit product en zijn elektronische accessoires mogen niet met ander bedrijfsafval voor verwijdering worden gemengd. PlanetFirst duidt op het streven van Samsung Electronics naar een duurzame ontwikkeling en sociale verantwoordelijkheid door middel van een milieubewuste bedrijfsvoering. Aanvullende informatie 166 Index A Automatische back-up 127 Beginafbeelding 139 C Aanraakscherm AutoShare 120 Belichting 80 Cameraonderhoud 146 A/V-poort 21 Bestanden beschermen 94 Cameraspecificaties 158 Bestanden overdragen Contrast Aanraken 33 Slepen 33 Vegen 33 Aansluiten op uw Mac-computer 106 Afdruk 142 AF-geluid 139 AF-hulplampje Instellingen 142 Locatie 21 Afspeelknop 23 Afspeelmodus 91 Afzonderlijke beelden uit een video opslaan 103 Auto Contrast Balance (ACB) Afspeelmodus 101 Opnamemodus 81 B Baby Monitor 125 Batterij Let op 152 Opladen 25 Plaatsen 24 Beeld aanpassen Contrast Afspeelmodus 101 Opnamemodus 87 Helderheid Afspeelmodus 101 Opnamemodus 80 Kleurverzadiging Automatische back-up 127 E-mail 129 Mac 106 Windows 105 Bestanden weergeven Categorie 93 Diashow 97 Geanimeerde foto's 98 Map 92 Miniaturen 93 Panoramafoto's 97 TV 104 Bestanden wissen 94 Afspeelmodus 101 Opnamemodus 87 Afspeelmodus 101 Opnamemodus 87 D Datum/tijd aanpassen 141 De camera loskoppelen 106 Diafragmawaarde 47 Diashow 97 Digitale zoom 38 DIRECT LINK-knop 23 Draadloos netwerk 115 Draaien 99 Scherpte 87 Druk de ontspanknop half in 41 Aanvullende informatie 167 Index F G I L Filmmodus 64 Geheugenkaart Instellingen 141 Lichtmeting Let op 150 Plaats 24 Intelligent filter Flitser Auto 70 Invulflits 70 Langz sync 71 Rode ogen 70 Uit 70 Formatteren 142 Foto's bewerken 99 Foutmeldingen 145 Functieknop 23 Afspeelmodus 100 Opnamemodus voor foto's 58 Video-opnamemodus 59 Geluidsinstellingen 36 Gezichten retoucheren 102 Gezichtsdetectie 78 Intelligent zoomen 39 ISO-waarde 72 H Handmatige modus 50 Helderheid Afspeelmodus 101 Opnamemodus 80 K Kleurverzadiging Afspeelmodus 101 Opnamemodus 87 Helderheid display 140 Aanvullende informatie 168 Centrum gewogen 81 Multi 81 Spot 81 M Macro Auto macro 74 Handmatig scherpstellen 74 Macro 74 Magisch Plus, modus Effect Artist 60 Filmfilter 59 Fotofilter 58 Foto in beweging 57 Kleurenkwast 62 Mijn Magisch kader 55 Index Menuknop 23 O R Miniaturen 93 One Touch-opname 77 Reinigen S Camerabody 146 Display 146 Lens 146 MobileLink 121 Ontspanknop 21 Modus Beste gezicht 54 Opladen 25 Modus Diafragmaprioriteit 48 Optionele accessoires 20 Remote Viewfinder 123 Modusdraaiknop 21 Optische beeldstabilisatie (OIS) 40 Resetten 143 Modus Intelligente scènedetectie 65 Modus Panorama 52 Modus Sluiterprioriteit 49 N NFC (Tag & Go) 119 Resolutie P Pictogrammen Afspeelmodus 91 Opnamemodus 28 Afspeelmodus 99 Opnamemodus 67 Richtlijn 139 Samsung Link 134 Scherpstelgebied Centrum AF 75 Multi AF 75 Scherpte 87 Servicecenter 155 Service voor delen Foto's of video's uploaden 132 Openen 132 Slimme modus 51 Smart Auto-modus 44 Portretopname maken Gezichtsdetectie 78 Smile shot 79 Zelfportret 78 Smile shot 79 Snelle weergave 140 Spaarstand 140 Power-knop 21 Statiefbevestigingspunt 21 Programmamodus 46 Statuslampje 22 Aanvullende informatie 169 Index T V Z Taalinstellingen 141 Vergroten 96 Zelfportret 78 Tijdinstellingen 26 Video 140 Zoom Tijdzone-instellingen 26, 141 Timer 86 Tracking AF 76 Type weergave 35 Afspeelmodus 98 Opnamemodus 64 Video's bewerken De zoomfunctie gebruiken 38 Instellingen voor zoomgeluid 88 Zoomknop 22 Bijsnijden 103 Opnemen 103 U W Uitpakken 20 Witbalans 82 USB-poort 21 Aanvullende informatie 170 Raadpleeg voor klantenservice of bij vragen de garantieinformatie die met het product is meegeleverd of bezoek onze website www.samsung.com.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132
  • Page 133 133
  • Page 134 134
  • Page 135 135
  • Page 136 136
  • Page 137 137
  • Page 138 138
  • Page 139 139
  • Page 140 140
  • Page 141 141
  • Page 142 142
  • Page 143 143
  • Page 144 144
  • Page 145 145
  • Page 146 146
  • Page 147 147
  • Page 148 148
  • Page 149 149
  • Page 150 150
  • Page 151 151
  • Page 152 152
  • Page 153 153
  • Page 154 154
  • Page 155 155
  • Page 156 156
  • Page 157 157
  • Page 158 158
  • Page 159 159
  • Page 160 160
  • Page 161 161
  • Page 162 162
  • Page 163 163
  • Page 164 164
  • Page 165 165
  • Page 166 166
  • Page 167 167
  • Page 168 168
  • Page 169 169
  • Page 170 170
  • Page 171 171
  • Page 172 172

Samsung WB351F Handleiding

Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor