Olimpia Splendid thermostat - B0813 Handleiding

Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

77
Gebruikersinterface
Afkortingen / Betekenissen
Inhoud Blz
Gebruikersinterface
Compressor
Bedieningselementen van algemene module
Afvoerwatertemperatuur
Toevoerwatertemperatuur
Externe warmtewisselaarsensor
Afvoertemperatuursensor
6*
CDU
GMC
LWT
EWT
TE
TD
OAT Luchttemperatuur buiten
FR Mode Frequentieverlagingsmodus
Afkortingen / betekenissen .................................................. 77
Knopidenticatie ..................................................................... 78
Indicatoren op scherm ........................................................... 79
Snel starten................................................................................ 80
Dag en tijd instellen ................................................... 80
Temperatuur wijzigen ............................................... 80
Toetsenbord vergrendelen ...................................... 81
Bedieningseenheid programmeren .................................. 81
Touch ‘N’ Go-functie .................................................. 81
Touch ‘N’ Go-functie programmeren .................... 81
change the factory settings .................................... 82
Fabrieksinstellingen voor gebruikersconguratie 82
Tijdsperioden voor temperatuur wijzigen ......... 83
Tijdsperioden aan temperaturen toewijzen, CDU-
modus & FR-modus ................................................... 84
Geavanceerde programmeeropties................................... 86
Touch ‘N’ Go buttons ................................................... 86
make a temporary change........................................ 86
hold it at home, away or sleep ................................. 87
Geavanceerde programmeerbare displaycodes 87
Uw functie-instellingen wijzigen ........................... 87
Functietabel .................................................................. 88
Speciale functies ...................................................................... 90
Kamertemperatuursensor instellen...................... 90
Snelkoppeling naar frequentieverlagingsmodus 90
Wat te doen ............................................................................... 90
over een systeem foutmelding ............................... 90
Code Tabel ................................................................... 91
78
Knopidenticatie
OK
M
P
ZONE
Deze knop wordt gebruikt bij het
programmeren van de thermostaat.
NIET THUIS
Hiermee kunt u de verwarmings- en
koelingsinstellingen voor het niet
thuis-programma instellen
UITVOEREN/
VASTHOUDEN
Hiermee kunt u de momenteel
geselecteerde temperatuur
vasthouden of het ingeplande
programma uitvoeren
THUIS
Hiermee kunt u de verwarmings- en
koelingsinstellingen voor het thuis-
programma instellen
MODUS
Hiermee kunt u de thermostaat
instellen op verwarmen of koelen,
of de thermostaat uitschakelen
D/U/M KLOK
INSTELLEN
Hiermee activeert u de modus voor
het instellen van de klok
OMHOOG
Hiermee kunt u de temperatuur
verhogen of omhoog door de
op het scherm weergegeven
selecties bladeren wanneer
u de geavanceerde
programmeerfuncties instelt
STARTTIJD
Hiermee activeert u het
programmeermenu. De starttijden
van de zes perioden worden
weergegeven
OMLAAG
Hiermee kunt u de temperatuur
verlagen of omlaag door de
op het scherm weergegeven
selecties bladeren wanneer
u de geavanceerde
programmeerfuncties instelt
PERIODE
Hiermee activeert u het
programmeermenu. De zes
programmeerbare tijdsperioden
worden weergegeven
OK
Hiermee slaat u de door
u ingestelde waarden of
programmastap op
DAGEN
Hiermee kunt u het
programmeermenu activeren en
de opties weergeven – 1 t/m 7(alle
dagen), 1 t/m 5 (weekdagen), 6 t/m
7 (weekeinden) en afzonderlijke
dagen (1,2,3,4,5,6,7)
NACHT
Hiermee kunt u de verwarmings- en
koelingsinstellingen voor het nacht-
programma instellen
Nederlands
79
Indicatoren op scherm
1
2
4
5
6
7
8
9
10
Niet gebruikt
Systeem gebruikt
aanwezigheidsinstellingen
Schema geactiveerd
Niet gebruikt
Bevochtiging of
ontvochtiging vraag
Fahrenheit
Systeemmodus uit
Systeem gebruikt niet-thuis-
instellingen
Thuis antivries
Displaygedeelte met
kamertemperatuur
Niet gebruikt Celsius
Niet gebruikt
AM- of PM-indicator voor
huidige tijd
Hulpverwarmingsbron
Niet gebruikt
Systeem gebruikt
slaapinstellingen
Niet gebruikt
Koelingsmodus Service-/Installateurmodus
Elektrische
verwarmingseenheid
Displaygedeelte met tijd
Percentage relatieve
luchtvochtigheid
Compressor ON /
inkrimping van de
frequentie (als de maan
wordt weergegeven)
Buitentemperatuur Niet gebruikt Sanitair warm water
Dag van de week Verwarmingsmodus Niet gebruikt
Alarm
Toetsenblok is vergrendeld
(geen hangslot betekent
ontgrendeld)
Nederlands
80
Snel starten
Temperatuur wijzigen
Dag en tijd instellen
U moet eerst de tijd en dag instellen voordat u een van
de programmeerfuncties van de 6* kunt gebruiken.
Open de deur 1.
Druk op de knop D/U/M KLOK INSTELLEN ( 2.
).
Druk op de omhoog- of omlaagknop om de uren in te 3.
stellen.
Stop bij het correcte uur.
Druk opnieuw op de knop D/U/M KLOK INSTELLEN 4.
(
) waarna de minuten op het display gaan
knipperen.
Druk op de omhoog- of omlaagknop om de minuten 5.
in te stellen.
Stop bij het correcte aantal minuten.
Druk opnieuw op de knop D/U/M KLOK INSTELLEN 6.
(
) waarna de dag op het display gaat knipperen.
Druk op de omhoog- of omlaagknop om de dag in te 7.
stellen.
Stop bij het correcte aantal minuten.
Druk op OK of sluit de deur.8.
Het is mogelijk dat u soms een tijdelijke temperatuur wilt
instellen. Ga dan als volgt te werk.
Open de deur. 1.
Druk op de modusknop (M) om de gewenste modus te 2.
selecteren.
Druk op de omhoog- en omlaagknoppen aan de
rechterkant tot u de gewenste temperatuurinstelling
hebt bereikt. Hierdoor wordt een “tijdelijke temperatuur
vastgehouden tot de volgende vooraf ingestelde
tijdsperiode actief wordt. Het pictogram (
) dat aangeeft
dat een schema actief is, knippert op het display.
Om de temperatuurinstelling vast te houden 3.
zodat deze tijdens de volgende vooraf ingestelde
tijdsperiode niet wijzigt, drukt u op de vasthoudknop
(
) aan de linkerkant en houdt u deze ingedrukt. De
door u ingestelde temperatuur blijft gehandhaafd tot
u de vasthoudknop loslaat. Het pictogram (
) dat
aangeeft dat een schema actief is, verdwijnt.
Om terug te keren naar de vooraf ingestelde 4.
temperatuur voor die tijdsperiode, drukt u op de
vasthoudknop (
). Hierdoor wordt de vastgehouden
temperatuur losgelaten en keert de temperatuur terug
naar de geprogrammeerde temperatuurinstelling. Het
pictogram (
) dat aangeeft dat een schema actief is,
verschijnt.
Sluit de deur.5.
Nederlands
81
Snel starten
Bedieningseenheid programmeren
Toetsenbord vergrendelen
Touch ‘N’ Go-functie
Touch ‘N’ Go-functie programmeren
Alle toets- en opdrachtfuncties vergrendelen
Open de deur 1.
Druk op de drie knoppen voor dagen ( 2.
), periode
(
) en starttijd ( ) en houd ze gedurende 3
seconden ingedrukt.
Alle toetsen worden uitgeschakeld en het 3.
vergrendelpictogram (
) verschijnt op het display.
Om het toetsenbord te ontgrendelen, drukt u opnieuw 4.
op de drie knoppen en houdt u ze gedurende 3
seconden ingedrukt. Het vergrendelpictogram (
)
verdwijnt.
De unieke Touch ‘N’ Go-functie op de thermostaat is een
revolutionair hulpmiddel waarmee u een eenvoudigere
programmeeroptie – letterlijk aanraken – kunt gebruiken om
het maximale comfort uit het hele comfortsysteem te halen.
Door een van de Touch ‘N’ Go-knoppen – thuis
(
), niet thuis ( ) en nacht ( )– aan te raken weet
de thermostaat waar u zich bevindt. Om dit comfortniveau
in uw huis voor altijd te handhaven, drukt u nog een keer
op de –vasthoudknop (
) – en vervolgens bent u klaar. Het
is de ideale keuze voor diegene wiens dagindeling per dag
verschilt of wiens dagindeling niet past in de twee, vier of zes
voorspelbare tijdsperioden die de thermostaat toestaat.
Deze drie comfortopties – thuis, niet thuis en nacht
– zijn tegelijkertijd aangesloten op de complete
programmeermogelijkheden van de thermostaat zodat u van
het door u gewenste thuiscomfort kunt genieten wanneer u
dat wilt.
De drie Touch ‘N’ Go-knoppen worden in de fabriek
vooraf ingesteld op typische verwarmings- en
koelingstemperaturen en toegewezen aan specieke
tijdsperioden. U kunt deze vooraf ingestelde
temperatuurinstellingen en de uren dat u ze wilt gebruiken
op een eenvoudige wijze wijzigen. Lees deze handleiding en
leer hoe u dit kunt doen en ontdek hoe handig dit apparaat is.
De Touch ‘N’ Go-functie op de thermostaat hebben
betrekking op de knoppen thuis (
), niet thuis ( )
en nacht (
) die zich onder op het display bevinden. De
knoppen worden voor drie programmeeropties gebruikt.
Via deze eenvoudigere programmeeroptie kunt u de
vooraf ingestelde temperatuurinstellingen voor thuis, niet
thuis of nacht accepteren, of u kunt uw eigen Touch ‘N’
Go-temperatuurinstellingen voor het verwarmen of koelen
van uw huis instellen. Waar u ook voor kiest, uw instellingen
voor thuis, niet thuis en nacht worden automatisch
gekoppeld aan een van de zes tijdsperioden die ook vooraf
op de thermostaat zijn ingesteld (en te wijzigen zijn).
Hier ziet u de vooraf geprogrammeerde
temperatuurinstellingen voor thuis, niet thuis en nacht.
Aanraakoptie Verwarmen Koelen
Aanwezig 20° C 24° C
Afwezig 15° C 28° C
Slapen 18° C 26° C
Nederlands
82
Bedieningseenheid programmeren
Gebruik dit blanco rooster om de door u gewenste
temperatuurinstellingen voor thuis te noteren.
In een later stadium gaat u tijdsperioden aan die
temperaturen toewijzen.
Aanraakoptie Verwarmen Koelen
Aanwezig
Afwezig
Slapen
Fabrieksinstellingen wijzigen
Fabrieksinstellingen voor gebruikersconguratie
Druk op de te wijzigen comfortknop ( 1.
) en houd de knop ongeveer gedurende vijf
seconden ingedrukt. De ingestelde temperatuur en
het verwarmings- (
) of koelingsymbool ( )
knipperen.
Druk op de omhoog- of omlaagknop aan de 2.
rechterkant van het display totdat u de gewenste
temperatuurinstelling van de huidige werkingsmodus
hebt bereikt. Op dit moment gaat het pictogram
van een driehoek (
) dat zich boven de ingedrukte
comfortknop (
) bevindt, knipperen.
Om de modus te wijzigen, drukt u de modusknop 3.
(M) meerdere keren in tot het door u gewenste
modussymbool op het scherm knippert.
Druk op de omhoog- of omlaagknop aan de 4.
rechterkant van het display totdat u de gewenste
temperatuurinstelling hebt bereikt.
Als u op een van de andere twee Touch 'N' Go-knoppen 5.
drukt, kunt u de stappen 2 t/m 4 herhalen.
Druk op OK om de wijzigingen te bevestigen en de 6.
modus voor het wijzigen van de comfortinstellingen
te verlaten.
Hieronder vindt u de procedure voor het wijzigen van de
gebruikersparameters in standaardwaarden.
Druk de knoppen thuis ( 1.
) en niet thuis
(
) gedurende 10 seconden tegelijkertijd in
om de gebruikersconguratiemodus te activeren.
Wanneer u deze instelling voor de eerste keer
selecteert, wordt 999 in het tijdgedeelte en de
startwaarde 10 in het temperatuurgedeelte van het
display weergegeven.
2. Druk op de omlaagknop en houd de knop
ingedrukt. Als de teller de nul bereikt, wordt in
het temperatuurgedeelte van het display “Fd”
weergegeven. Dit betekent dat de fabrieksinstellingen
worden voorbereid. Nadat de fabrieksinstellingen in
de EEPROM zijn hersteld, reset de 6* het apparaat.
Nederlands
83
Bedieningseenheid programmeren
Tijdsperioden voor temperatuur wijzigen
Nadat u de temperatuurinstellingen voor thuis, niet thuis
en nacht hebt ingesteld, kunt u de tijd instellen waarop die
temperatuurinstellingen gebruikt moeten worden.
De thermostaat bevat zes tijdbereiken die perioden
genoemd worden. Deze zijn op het display te herkennen als
P1, P2, P3, P4, P5 en P6.
De thermostaat bevat vooraf ingestelde perioden (zie
hieronder), maar u kunt deze aan uw manier van leven
aanpassen.
Welke tijdsblokken zijn voor u van toepassing? Noteer ze hier en raadpleeg ze wanneer u de instellingen op de thermostaat
wijzigt.
Periode Starttijd periode
P1 6:00 AM
P2 8:00 AM
P3 17:00 PM
P4 22:00 PM
P5 23:00 PM
P6 00:00 AM
Periode Uw uren
P1
P2
P3
P4
P5
P6
Ga als volgt te werk om de in de fabriek ingestelde
tijdsperioden te wijzigen.
Open de deur. 1.
Druk op de knop voor de dagen ( 2.
). 1 t/m 7
knipperen op het display.
U moet een van deze optionele tijdsbestekken 3.
selecteren – 1 t/m 7, 1 t/m 5, 6 t/m 7 of een afzonderlijke
dag (1, 2, 3, 4, 5, 6 of 7) – door opnieuw op de dagknop
(
) te drukken. U kunt ook uw keuze maken door
opnieuw op de dagknop (
) te drukken. (Selecteer 1
t/m 7 als uw afzonderlijke dagindelingen identiek zijn.)
Wanneer u een van de opties (1 t/m 7, 1 t/m 5, 6 t/m 7 of 4.
een afzonderlijke dag) geselecteerd hebt, drukt u op de
periodeknop (
). P en een knipperende 1 worden op
het display weergegeven. Dit is periode 1 (P1) die om
6:00 AM start.
Om de uren in P1 te wijzigen, drukt u op de starttijdknop 5.
(
).
De uren knipperen als 6:00 AM op het scherm. Druk op 6.
de omhoog- of omlaagknop en stop bij de gewenste
tijd.
Nederlands
84
Bedieningseenheid programmeren
Om de minuten te wijzigen, drukt u opnieuw op de 7.
starttijdknop (
) onder in het scherm. De minuten
knipperen als 6:00 AM op het scherm. Druk op de
omhoog- of omlaagknop en stop bij de gewenste tijd.
De stoptijd” voor periode 1 (P1) is tevens de “starttijd” 8.
voor periode 2 (P2). Om de stoptijd van P1 te wijzigen –
dit betekent dat u dan tevens de starttijd van P2 wijzigt
– maakt u gebruik van de instructies uit de volgende
stap voor het wijzigen van de starttijd van periode 2.
Om de starttijd van periode 2 (P2) te wijzigen, drukt 9.
u twee keer op de periodeknop onder in het scherm.
Vervolgens wordt de gegevens over periode 2
weergegeven en knippert P2 op het display.
Op dezelfde wijze kunt u P2, P3, P4, P5 en P6 10.
programmeren.
Als u 1 t/m 7 (alle dagen) niet hebt geselecteerd toen 11.
u dit proces startte, herhaal dan alle stappen voor de
overgebleven door u geselecteerde tijdsbestekken
– 1 t/m 5 (weekdagen), 6 t/m 7 (weekeinden) of een
afzonderlijke dag (1,2,3,4,5,6,7).
12.
Om te bevestigen dat de 6* uw wijzigingen heeft
geaccepteerd, loopt u door de zes tijdsperioden
door op de dagknop (
) te drukken, uw tijdsbestek
– 1 t/m 7 (alle dagen), 1 t/m 5 (weekdagen), 6 t/m 7
(weekeinden) of een afzonderlijke dag – te selecteren
en vervolgens op de periodeknop te drukken om de
aan elke starttijd toegewezen uren te bekijken. Telkens
wanneer u op de periodeknop (
) drukt, gaat u naar
de volgende starttijd. Als het programmaschema
onjuist is, wordt “- -“ weergegeven en branden alle drie
de pijlen (
).
Druk op OK of sluit de deur. 13.
Tijdsperioden aan temperaturen toewijzen, CDU-modus & FR-modus
Hier ziet u een voorbeeld van een programmering die is ingesteld met in de fabriek ingestelde perioden en Touch ‘N’ Go-
opties.
Vooraf ingestelde
periode
Periodenummer
Vooraf ingestelde aanraakknop
CDU-modus Frequentieverlaging
Starttijd Optie voor elke periode
6:00 AM 1 Aanwezig
(
)
AAN UIT
8:00 AM 2 Afwezig
(
)
AAN UIT
5:00 PM 3 Aanwezig
(
)
AAN UIT
10:00 PM 4 Slapen
(
)
AAN UIT
11:00 PM 5 Aanwezig
(
)
AAN UIT
00:00 AM 6 Slapen
(
)
AAN UIT
Vul dit schema in volgens uw dagelijkse activiteiten en gebruik het schema bij het volgen van onderstaande instructies.
Vooraf ingestelde
periode
Periodenummer
Vooraf ingestelde aanraakknop
CDU-modus Frequentieverlaging
Starttijd Optie voor elke periode
1
2
3
4
5
6
Nederlands
85
Bedieningseenheid programmeren
Ga als volgt te werk om de zes tijdsperioden op de drie
comfortbereiken aan te sluiten – thuis, niet thuis en
nacht, Instellingen CDU-modus AAN/UIT en Instellingen
frequentieverlagingsmodus AAN/UIT.
Open de deur. 1.
Druk op de dagknop ( 2. ) onder op de thermostaat. 1
t/m 7 knipperen op het display.
Selecteer een van de opties (1 t/m 7, 1 t/m 5, 6 t/m 7 3.
of een afzonderlijke dag: 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7) door op de
dagknop (
) te drukken totdat de gewenste optie
op het display verschijnt. Selecteer 1 t/m 7 als uw
afzonderlijke dagindelingen identiek zijn.
Wanneer u een van de opties (1 t/m 7, 1 t/m 5, 6 t/m 4.
7 of een afzonderlijke dag) hebt geselecteerd: 1, 2, 3,
4, 5, 6, 7), druk op de periodeknop (
) onder op de
thermostaat. P1 knippert op het display.
Om de uren in P1 te wijzigen, drukt u op de 5.
starttijdknop (
) onder in het scherm.
De uren knipperen als 6:00 AM op het scherm. Druk op 6.
de omhoog- of omlaagknop en stop bij de gewenste
tijd.
Om de minuten te wijzigen, drukt u op de starttijdknop 7.
(
). De minuten knipperen als 6:00 AM op het
scherm. Druk op de omhoog- of omlaagknop en stop
bij de gewenste tijd.
De stoptijd” voor periode 1 (P1) is tevens de “starttijd” 8.
voor periode 2 (P2). Om de stoptijd van P1 te wijzigen –
dit betekent dat u dan tevens de starttijd van P2 wijzigt
– maakt u gebruik van de instructies uit de volgende
stap voor het wijzigen van de starttijd van periode 2.
Druk op de Touch ‘N’ Go-knop – thuis ( 9.
), niet thuis
(
) of nacht ( ) – die u tijdens periode 1 (P1)
wilt gebruiken, en die zich in de rij met knoppen net
onder het display bevinden. Boven de geselecteerde
knop ziet u een pictogram van een driehoek (
). De
thermostaat weet dan of u tijdens P1 thuis bent of niet,
of slaapt. De thermostaat gebruikt de verwarmings- en
koelingstemperaturen die u voor die Touch ‘N’ Go-knop
hebt geselecteerd. Als de verwarmingstemperatuur
tijdens de aanwezigheidsmodus bijvoorbeeld op 23
°C is ingesteld, dan houdt de thermostaat tijdens P1 de
warmte op 23 °C.
Druk op de zoneknop ( 10.
) aan de linkerkant van het
display.
Als de status van de vorige CDU-modus AAN is, t
wordt het UIT-pictogram (
) op het display
weergegeven. Dit betekent dat de CDU-modus
“UIT staat.
Als de status van de vorige CDU-modus UIT is, t
verdwijnt het UIT-pictogram (
) van het display.
Dit betekent dat de CDU-modus nu AAN staat.
Nederlands
86
Bedieningseenheid programmeren
Geavanceerde programmeeropties
Druk op de vasthoudknop ( 11. ) aan de linkerkant van
het display.
Als de status van de vorige t
frequentieverlagingsmodus AAN is, verdwijnt het
pictogram (
) van het display. Dit betekent dat
de frequentieverlagingsmodus nu “UIT staat.
Als de status van de vorige t
frequentieverlagingsmodus UIT is, wordt het
pictogram van de frequentieverlagingsmodus
(
) op het display weergegeven. Dit betekent
dat de frequentieverlagingsmodus nu AAN staat.
Druk twee keer op de periodeknop ( 12.
). P2 knippert
op het display.
Om de uren te wijzigen, drukt u op de starttijdknop 13.
(
).
Druk op de knop thuis ( 14.
), niet thuis ( ) of
nacht (
).
Druk op de zoneknop ( 15.
) om de CDU-modus AAN of
UIT te zetten.
Druk op de vasthoudknop ( 16.
) om de
frequentieverlagingsmodus AAN of UIT te zetten.
Op dezelfde wijze kunt u P3, P4, P5 en P6 17.
programmeren.
Als u 1 t/m 7 niet hebt geselecteerd toen u dit proces 18.
startte, herhaal dan alle stappen voor de overgebleven
door u geselecteerde tijdsbestekken – 1 t/m 5, 6 t/m 7
of een afzonderlijke dag:
1, 2, 3, 4, 5, 6, 7
Om te bevestigen dat de thermostaat uw wijzigingen 19.
heeft geaccepteerd, loopt u door de zes tijdsperioden
door op de dagknop (
) te drukken, uw tijdsbestek
– 1 t/m 7 (alle dagen), 1 t/m 5 (weekdagen), 6
t/m 7 (weekeinden) of een afzonderlijke dag – te
selecteren: 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7 – en vervolgens op de
periodeknop (
) te drukken om de Touch ‘N’ Go-
optie die aan elke starttijd, CDU-modusinstelling en
frequentieverlagingsmodusinstelling toegewezen is,
te bekijken. Telkens wanneer u op de periodeknop
(
) drukt, gaat u naar de volgende starttijd.
Druk op OK of sluit de deur.20.
Nadat u de temperaturen en tijdsperioden die
overeenkomen met de drie Touch ‘N’ Go-comfortknoppen
hebt ingesteld (zie Touch ‘N’ Go-functie programmeren,
en Tijdsperioden aan temperaturen toewijzen), hebt u de
Touch ‘N’ Go-knoppen alleen nodig wanneer u een tijdelijke
wijziging wilt doorvoeren. Als u bijvoorbeeld vroeger dan
normaal naar bed gaat, kunt u op de knop nacht drukken
zodat de temperatuur sneller dan gepland zal dalen. Als u
later dan normaal naar bed gaat, kunt u op de knop thuis
drukken zodat uw huis tot na uw gebruikelijke bedtijd warm
blijft. U moet echter nog wel op de knop nacht drukken
voordat u naar bed gaat.
Touch ‘N’ Go-knoppen gebruiken
Nederlands
87
Geavanceerde programmeeropties
Instellingen thuis, niet thuis, nacht opslaan
Geavanceerde programmeerbare displaycodes
Er kunnen zich situaties voordoen waarin u de
programmering tijdelijk wilt uitschakelen en de
temperatuur in uw huis op een van de drie comfortniveaus
voor thuis, niet thuis of nacht wilt vasthouden. Dit kan
handig zijn wanneer u op vakantie of reis gaat, of wanneer
u onverwacht thuis blijft. Hieronder wordt uitgelegd hoe u
kunt voorkomen dat de thermostaat de temperatuur wijzigt
wanneer de volgende geprogrammeerde tijdsperiode
bereikt wordt.
Open de deur. 1.
Druk op de gewenste knop onder het display – 2.
thuis (
), niet thuis ( ) of nacht ( ).
Druk op de vasthoudknop ( 3.
) aan de linkerkant.
Het knipperende pictogram voor het activeren van
schema's (
) verdwijnt.
Druk op de vasthoudknop ( 4.
) om naar het
oorspronkelijke programmeerschema terug te keren.
Het pictogram voor het activeren van schema's (
)
stopt met knipperen en wordt blijvend weergegeven.
Sluit de deur. 5.
U kunt verscheidene functies van de 6* aanpassen. In deze
tabel vindt u informatie over de functies die u kunt wijzigen
en de codes (parameternummer) die hieraan gekoppeld
zijn. De codes (parameternummer) worden op het display
weergegeven wanneer u de instructies volgt.
Tijdelijke wijziging doorvoeren
Open de deur. 1.
Druk op de door u gewenste knop thuis (2.
), niet
thuis (
) of nacht ( ). Op het display
knippert het symbool
. Dit symbool geeft het
tijdelijk vasthouden aan. Het systeem schakelt over
naar de voor die dagperiode geprogrammeerde
temperatuurinstellingen. Het systeem houdt die
temperatuurinstelling vast tot de volgende keer dat
het systeem wordt uitgeschakeld, tot de volgende
geprogrammeerde tijdsperiode of totdat iemand die
instelling wijzigt.
Druk op de knop thuis, niet thuis of nacht om terug 3.
te keren naar de oorspronkelijk geprogrammeerde
dagperiode. Het systeem keert terug naar die
tijdsperiode en het pictogram voor het activeren van
schema's (
) stopt met knipperen en wordt blijvend
weergegeven.
Sluit de deur.4.
Nederlands
88
Geavanceerde programmeeropties
FUNCTIE PARAMETER BESCHRIJVING PICTOGRAM
WAARDEBEREIK
STANDAARD-
WAARDE
Min. Max.
MODUS 1
Dit is de selecteerbare modus:
Huidige modus
(en nieuwe indien
gewijzigd)
--0
0. Uit
2. Koelen
3. Verwarmen
THUIS ANTIVRIES 2
Met deze parameter wordt de optie Thuis
antivries ingeschakeld als het systeem is
uitgeschakeld:
Antivries 1 2 1
1. NEE. Uitschakelen
2. JA. Inschakelen
THUIS ANTIVRIES 3
Drempelwaarde thuis antivries
Temperatuurwaarde
°C 6°C 12°C 6°C
INSTELLEN T° Z1 4
In
stelwaarde voor water aanpassen
voor kamertemperatuur in 6*-gedeelte
°C -5°C +5°C 0°C
FREQ.VERL.MODUS 5
Deze code geeft aan of de stiltemodus/
frequentieverlagingsmodus/nachtmodus actief is
12 1
1. Niet actief
2. Actief
FREQ VERLG 6
Waarde van de frequentiereductie in %age van
CDU
50% 100% 75%
KAMERMODUS
7
6* geeft deze parameter weer
Pijl afhankelijk van
kamermodus
13 1
1. Aanwezig
2. Slapen
3. Afwezig
IW Z1 GER. KMR T.
8
Deze code geeft de instelwaarde van de
geregelde kamertemperatuur weer die bepaald
wordt door het indrukken van de knoppen Thuis,
Niet thuis en Nacht
°C 12°C 38°C 20°C
KMR T° W1
9
de interne Dit is de kamertemperatuur die door
6*-thermistor geregistreerd wordt
°C -20°C 50°C
WAARDE SENSOR
RV.
10
Dit is de door de sensor waargenomen waarde
van de relatieve luchtvochtigheid
% 0 100
BUITEN T°O
11
Buitentemperatuur gemeten door de TO-sensor
(aeeswaarde).
°C -30°C 90°C
BUITENLUCHTTEMPERATUUR
GMC
12
Buitenluchttemperatuur van $%6-kaart °C -20°C 65°C
KAMERT.SENSOR
AANP. Z1
13
Temperatuursensor aanpassen om
positioneerfout van gebruikersinterface te
herstellen
°C -5°C 5°C 0°C
DAGPERIODE 14
Met deze parameter wordt aangegeven welke
perioden per dag voor het schema beschikbaar
zijn:
26 4
1. 2
2. 4
3. 6
THUIS VERW. T° 15
THUIS Instelwaarde temperatuur in
verwarmingsmodus
12°C 38°C 20°C
°C en de pijl van de
modus Thuis
THUIS KOEL. 16
THUIS Instelwaarde temperatuur in
koelingsmodus
12°C 38°C 24°C
°C en de pijl van de
modus Thuis
NACHT VERW. T° 17
NACHT Instelwaarde temperatuur in
verwarmingsmodus
12°C 38°C 18°C
°C en de pijl van modus
Nacht
NACHT KOEL. 18
NACHT Instelwaarde temperatuur in
koelingsmodus
12°C 38°C 26°C
°C en de pijl van modus
Nacht
NIET THUIS VERW. T° 19
NIET THUIS Instelwaarde temperatuur in
verwarmingsmodus
12°C 38°C 15°C
°C en de pijl van modus
Niet thuis
NIET THUIS KOEL. T° 20
NIET THUIS Instelwaarde temperatuur in
koelingsmodus
12°C 38°C 28°C
°C en de pijl van modus
Niet thuis
IW Z1 GEBR. KMR
21
Instelwaarde kamer °C 12°C 38°C 20°C
FOUTCODE
22
Om de 1 seconde wordt een andere foutcode
weergegeven
331
FOUTENGESCHIEDENIS
23
Hierin worden de 4 recentste foutcodes
opgeslagen
331
De parameters zijn alleen-lezen en kunnen niet worden bewerkt. Het pictogram van de toetsenblokvergrendeling (
) van die parameters wordt op het
scherm weergegeven.
Hieronder vindt u de lijst met alleen-lezen parameternummers.
Parameternummer: 7, 8, 9, 10, 11, 12, 21, 22 en 23
Functietabel
Nederlands
89
Geavanceerde programmeeropties
Uw functie-instellingen wijzigen
U kunt nu de instellingen van verschillende
functies met de 6* wijzigen. Ga als volgt te werk om
de thermostaatinstellingen te programmeren.
Open de deur. 1.
Druk op de knoppen thuis ( 2.
) en niet thuis
(
) en houd ze gedurende 3 seconden ingedrukt.
Parameternummer “1” knippert in het tijdgedeelte van
het display weergegeven.
Druk op de modusknop (M). De parameterwaarde 3.
knippert in het temperatuurgedeelte op het display.
Druk op de omhoog- of omlaagknoppen om door u 4.
gewenste waarden in te stellen. Deze moeten binnen
het voor die parameter opgegeven bereik liggen. Het
opgegeven pictogram van die specieke parameter
wordt weergegeven.
Druk op de modusknop (M) of op OK om uw 5.
instellingen te bevriezen.
Als u op OK drukt, worden uw instellingen t
opgeslagen en gaat de parameterwaarde
knipperen. Als u dat wenst, kunt u de waarde
verder wijzigen.
Als u op de modusknop (M) drukt, worden de t
instellingen opgeslagen en kunt u de volgende
parameter wijzigen. Het parameternummer
knippert.
Druk op de omhoog- of omlaagknop om naar de 6.
volgende parameter te gaan. (Als in de huidige
displayweergave het parameternummer wordt
weergegeven).
U kunt al uw parameters via dezelfde procedure 7.
programmeren. Druk nadat u het instellen
voltooid hebt op OK of op de zoneknop (
) om
uw instellingen op te slaan en terug te keren naar
het normale displayscherm. (Als in de huidige
displayweergave het parameternummer wordt
weergegeven).
Sluit de deur. 8.
Opmerking: Raadpleeg de functietabel voor meer informatie
over de parameters.
Nederlands
90
Speciale functies
Wat te doen
Kamertemperatuursensor instellen
Snelkoppeling naar frequentieverlagingsmodus
Als het systeem een foutbericht weergeeft
De 6* bevat een functie waarmee u een waarde bij de
weergegeven kamertemperatuur kunt optellen of van de
weergegeven kamertemperatuur aftrekken. Op deze wijze
kan de 6* de correcte kamertemperatuur weergegeven,
zelfs als de 6* op een plaats geïnstalleerd is waar de
temperatuur afwijkt.
In dit geval kan de variabele KAMERT.SENSOR AANP. in het
bereik van +5 °C/-5 °C worden aangepast en deze waarde
wordt bij de echte waarde van de kamertemperatuursensor
opgeteld. Zie parameternummer 13 in de functietabel
Hieronder vindt u informatie over mogelijke foutberichten
en hun betekenis:
Storing in kamertemperatuursensor
Als de kamertemperatuursensor temperaturen van minder
dan -45 °C of meer dan 65 °C registreert, dan wordt dit
als een fout beschouwd en wordt “--” op het display
weergegeven.
Storing in luchtvochtigheidsensor
Als de luchtvochtigheidsensor een relatieve
luchtvochtigheid van minder dan 0% of meer dan 99%
registreert, dan wordt dit als een fout beschouwd en wordt
“--” op het display weergegeven.
Storing in EEPROM
Als het niet-vluchtig geheugen (EEPROM)
van de thermostaat defect is, wordt in het
kamertemperatuurgedeelte van het display de foutcode
“E4” weergegeven. Wanneer deze fout optreedt en de
voeding naar de thermostaat wordt geleid, betekent dit dat
de fabrieksinstellingen voor alle installateurconguraties,
programmeerschema's en gebruikersinstellingen actief zijn.
Dit kan leiden tot een onjuiste werking van de apparatuur
en kan niet verholpen worden. In dit geval moet de
thermostaat vervangen worden.
Communicatiefout
Als de 6* gedurende 60 seconden geen
communicatiegegevens van de CDU ontvangt, wordt
in het temperatuurgedeelte op het display de foutcode
“E3” en in het tijdgedeelte op het display ‘-‘ weergegeven.
Als deze situatie zich voordoet, wordt de ruimte voor de
buitentemperatuur blanco weergegeven. De foutcode “E3”
wordt weergegeven en de overige functies blijven dezelfde.
Als dit gebeurt, controleer dan de communicatiekabel
tussen de 6* en de buitenunit.
Druk de actieve knop rondom de vasthoudknop (
)
gedurende 10 seconden in om de nachtmodus te activeren.
U kunt de nachtmodus deactiveren door de vasthoudknop
(
) opnieuw gedurende 10 seconden in te drukken. Als de
frequentieverlagingsmodus/nachtmodus/stiltemodus
actief is, geeft de 6* het pictogram ( ) weer. Als de FR-
modus actief is, wordt de in het programmaschema
geselecteerde instelling altijd tijdelijk uitgeschakeld.
Nederlands
91
Wat te doen
Tabel met foutcodes
6* leest via een van de communicatieparameters de
storingen van het moederbord (Parameter 22). Om de 1
seconde wordt een andere foutcode weergegeven. Deze
actieve foutcodes worden achter elkaar en met tussenpozen
van 1 seconde weergegeven.
Nederlands
Foutcode Beschrijving
2 Veilige invoer
3 Bevroren platenwarmtewisselaar (zie het handboek van de unit voor meer informatie)
4 Huidige temperatuursensor koudemiddel (TR)
5 Temperatuursensor lucht $%6
6 Communicatieverlies met besturing 6*
7 Temperatuursensor omgeving besturing 6*
9 Fout sensor water / waterpomp
10 EEProm beschadigd
11 Verkeerde instelling bedieningspaneel
12 4-weg klep fout
13 Communicatieverlies R S485 (systeemconguratie type 6)
14 Signaalverlies van omzetterbord of bij vrijgave hoge temperatuur
15 Temperatuursensor uitgang water (LWT)
16 Alarm Test
17 Temperatuursensor lucht Inverter (TO)
18 Kortsluitingsbeveiliging inverter G-Tr
20 Fout positiecontrole van de compressorrotor
21 Fout stroomsensor inverter
22 Sensoren koudemiddel warmtewisselaar of afzuigleiding compressor (TE) / (TS)
23 Temperatuursensor persleiding compressor (TD)
24 Fout motor ventilator
26 Andere fouten inverterkaart
27 Compressor geblokkeerd
28 Fout perstemperatuur
29 Defect compressor
30 Lagedruksysteem fout
31 Hogedruksysteem fout

Documenttranscriptie

Gebruikersinterface Inhoud Blz Afkortingen / betekenissen .................................................. Knopidentificatie ..................................................................... Indicatoren op scherm ........................................................... Snel starten................................................................................ Dag en tijd instellen ................................................... Temperatuur wijzigen ............................................... Toetsenbord vergrendelen ...................................... Bedieningseenheid programmeren .................................. Touch ‘N’ Go-functie .................................................. Touch ‘N’ Go-functie programmeren.................... change the factory settings .................................... Fabrieksinstellingen voor gebruikersconfiguratie Tijdsperioden voor temperatuur wijzigen ......... Tijdsperioden aan temperaturen toewijzen, CDUmodus & FR-modus ................................................... Geavanceerde programmeeropties................................... Touch ‘N’ Go buttons................................................... make a temporary change........................................ hold it at home, away or sleep ................................. Geavanceerde programmeerbare displaycodes Uw functie-instellingen wijzigen ........................... Functietabel.................................................................. Speciale functies ...................................................................... Kamertemperatuursensor instellen...................... Snelkoppeling naar frequentieverlagingsmodus Wat te doen ............................................................................... over een systeem foutmelding............................... Code Tabel ................................................................... 77 78 79 80 80 80 81 81 81 81 82 82 83 Afkortingen / Betekenissen 6* CDU GMC LWT EWT TE TD OAT FR Mode Gebruikersinterface Compressor Bedieningselementen van algemene module Afvoerwatertemperatuur Toevoerwatertemperatuur Externe warmtewisselaarsensor Afvoertemperatuursensor Luchttemperatuur buiten Frequentieverlagingsmodus 84 86 86 86 87 87 87 88 90 90 90 90 90 91 77 Knopidentificatie M OK P Nederlands ZONE Deze knop wordt gebruikt bij het programmeren van de thermostaat. Hiermee kunt u de momenteel UITVOEREN/ geselecteerde temperatuur VASTHOUDEN vasthouden of het ingeplande programma uitvoeren MODUS OMHOOG OMLAAG OK NACHT 78 Hiermee kunt u de thermostaat instellen op verwarmen of koelen, of de thermostaat uitschakelen Hiermee kunt u de temperatuur verhogen of omhoog door de op het scherm weergegeven selecties bladeren wanneer u de geavanceerde programmeerfuncties instelt Hiermee kunt u de temperatuur verlagen of omlaag door de op het scherm weergegeven selecties bladeren wanneer u de geavanceerde programmeerfuncties instelt Hiermee slaat u de door u ingestelde waarden of programmastap op Hiermee kunt u de verwarmings- en koelingsinstellingen voor het nachtprogramma instellen NIET THUIS Hiermee kunt u de verwarmings- en koelingsinstellingen voor het niet thuis-programma instellen THUIS Hiermee kunt u de verwarmings- en koelingsinstellingen voor het thuisprogramma instellen D/U/M KLOK INSTELLEN Hiermee activeert u de modus voor het instellen van de klok STARTTIJD Hiermee activeert u het programmeermenu. De starttijden van de zes perioden worden weergegeven PERIODE DAGEN Hiermee activeert u het programmeermenu. De zes programmeerbare tijdsperioden worden weergegeven Hiermee kunt u het programmeermenu activeren en de opties weergeven – 1 t/m 7(alle dagen), 1 t/m 5 (weekdagen), 6 t/m 7 (weekeinden) en afzonderlijke dagen (1,2,3,4,5,6,7) Indicatoren op scherm 1 2 4 5 6 7 8 9 Nederlands 10 Niet gebruikt Systeem gebruikt aanwezigheidsinstellingen Schema geactiveerd Niet gebruikt Bevochtiging of ontvochtiging vraag Fahrenheit Systeemmodus uit Systeem gebruikt niet-thuisinstellingen Thuis antivries Displaygedeelte met kamertemperatuur Niet gebruikt Celsius Niet gebruikt AM- of PM-indicator voor huidige tijd Hulpverwarmingsbron Niet gebruikt Systeem gebruikt slaapinstellingen Niet gebruikt Koelingsmodus Service-/Installateurmodus Displaygedeelte met tijd Percentage relatieve luchtvochtigheid Buitentemperatuur Niet gebruikt Sanitair warm water Dag van de week Verwarmingsmodus Niet gebruikt Alarm Toetsenblok is vergrendeld (geen hangslot betekent ontgrendeld) Elektrische verwarmingseenheid Compressor ON / inkrimping van de frequentie (als de maan wordt weergegeven) 79 Snel starten Dag en tijd instellen U moet eerst de tijd en dag instellen voordat u een van de programmeerfuncties van de 6* kunt gebruiken. Nederlands 1. Open de deur 2. Druk op de knop D/U/M KLOK INSTELLEN ( 3. Druk op de omhoog- of omlaagknop om de uren in te stellen. Stop bij het correcte uur. 4. Druk opnieuw op de knop D/U/M KLOK INSTELLEN ( ) waarna de minuten op het display gaan knipperen. 5. Druk op de omhoog- of omlaagknop om de minuten in te stellen. Stop bij het correcte aantal minuten. 6. Druk opnieuw op de knop D/U/M KLOK INSTELLEN ( ) waarna de dag op het display gaat knipperen. 7. Druk op de omhoog- of omlaagknop om de dag in te stellen. Stop bij het correcte aantal minuten. 8. Druk op OK of sluit de deur. ). Temperatuur wijzigen Het is mogelijk dat u soms een tijdelijke temperatuur wilt instellen. Ga dan als volgt te werk. 1. Open de deur. 2. Druk op de modusknop (M) om de gewenste modus te selecteren. Druk op de omhoog- en omlaagknoppen aan de rechterkant tot u de gewenste temperatuurinstelling hebt bereikt. Hierdoor wordt een“tijdelijke temperatuur vastgehouden”tot de volgende vooraf ingestelde tijdsperiode actief wordt. Het pictogram ( ) dat aangeeft dat een schema actief is, knippert op het display. 3. Om de temperatuurinstelling vast te houden zodat deze tijdens de volgende vooraf ingestelde tijdsperiode niet wijzigt, drukt u op de vasthoudknop ( ) aan de linkerkant en houdt u deze ingedrukt. De door u ingestelde temperatuur blijft gehandhaafd tot u de vasthoudknop loslaat. Het pictogram ( ) dat aangeeft dat een schema actief is, verdwijnt. 4. Om terug te keren naar de vooraf ingestelde temperatuur voor die tijdsperiode, drukt u op de vasthoudknop ( ). Hierdoor wordt de vastgehouden temperatuur losgelaten en keert de temperatuur terug naar de geprogrammeerde temperatuurinstelling. Het pictogram ( ) dat aangeeft dat een schema actief is, verschijnt. 5. Sluit de deur. 80 Snel starten Toetsenbord vergrendelen Alle toets- en opdrachtfuncties vergrendelen 1. Open de deur 2. Druk op de drie knoppen voor dagen ( ), periode ( ) en starttijd ( ) en houd ze gedurende 3 seconden ingedrukt. 3. Alle toetsen worden uitgeschakeld en het vergrendelpictogram ( ) verschijnt op het display. 4. Om het toetsenbord te ontgrendelen, drukt u opnieuw op de drie knoppen en houdt u ze gedurende 3 seconden ingedrukt. Het vergrendelpictogram ( ) verdwijnt. Bedieningseenheid programmeren De unieke Touch ‘N’ Go-functie op de thermostaat is een revolutionair hulpmiddel waarmee u een eenvoudigere programmeeroptie – letterlijk aanraken – kunt gebruiken om het maximale comfort uit het hele comfortsysteem te halen. Door een van de Touch ‘N’ Go-knoppen – thuis ( ), niet thuis ( ) en nacht ( )– aan te raken weet de thermostaat waar u zich bevindt. Om dit comfortniveau in uw huis voor altijd te handhaven, drukt u nog een keer op de –vasthoudknop ( ) – en vervolgens bent u klaar. Het is de ideale keuze voor diegene wiens dagindeling per dag verschilt of wiens dagindeling niet past in de twee, vier of zes voorspelbare tijdsperioden die de thermostaat toestaat. Deze drie comfortopties – thuis, niet thuis en nacht – zijn tegelijkertijd aangesloten op de complete programmeermogelijkheden van de thermostaat zodat u van het door u gewenste thuiscomfort kunt genieten wanneer u dat wilt. De drie Touch ‘N’ Go-knoppen worden in de fabriek vooraf ingesteld op typische verwarmings- en koelingstemperaturen en toegewezen aan specifieke tijdsperioden. U kunt deze vooraf ingestelde temperatuurinstellingen en de uren dat u ze wilt gebruiken op een eenvoudige wijze wijzigen. Lees deze handleiding en leer hoe u dit kunt doen en ontdek hoe handig dit apparaat is. Touch ‘N’ Go-functie programmeren De Touch ‘N’ Go-functie op de thermostaat hebben betrekking op de knoppen thuis ( ), niet thuis ( ) en nacht ( ) die zich onder op het display bevinden. De knoppen worden voor drie programmeeropties gebruikt. Via deze eenvoudigere programmeeroptie kunt u de vooraf ingestelde temperatuurinstellingen voor thuis, niet thuis of nacht accepteren, of u kunt uw eigen Touch ‘N’ Go-temperatuurinstellingen voor het verwarmen of koelen van uw huis instellen. Waar u ook voor kiest, uw instellingen voor thuis, niet thuis en nacht worden automatisch gekoppeld aan een van de zes tijdsperioden die ook vooraf op de thermostaat zijn ingesteld (en te wijzigen zijn). Hier ziet u de vooraf geprogrammeerde temperatuurinstellingen voor thuis, niet thuis en nacht. Aanraakoptie Verwarmen Koelen Aanwezig 20° C 24° C Afwezig 15° C 28° C Slapen 18° C 26° C 81 Nederlands Touch ‘N’ Go-functie Bedieningseenheid programmeren Gebruik dit blanco rooster om de door u gewenste temperatuurinstellingen voor thuis te noteren. Aanraakoptie In een later stadium gaat u tijdsperioden aan die temperaturen toewijzen. Verwarmen Aanwezig Afwezig Slapen Fabrieksinstellingen wijzigen Nederlands 1. Druk op de te wijzigen comfortknop ( ) en houd de knop ongeveer gedurende vijf seconden ingedrukt. De ingestelde temperatuur en het verwarmings- ( ) of koelingsymbool ( ) knipperen. 2. Druk op de omhoog- of omlaagknop aan de rechterkant van het display totdat u de gewenste temperatuurinstelling van de huidige werkingsmodus hebt bereikt. Op dit moment gaat het pictogram van een driehoek ( ) dat zich boven de ingedrukte comfortknop ( ) bevindt, knipperen. 3. Om de modus te wijzigen, drukt u de modusknop (M) meerdere keren in tot het door u gewenste modussymbool op het scherm knippert. 4. Druk op de omhoog- of omlaagknop aan de rechterkant van het display totdat u de gewenste temperatuurinstelling hebt bereikt. 5. Als u op een van de andere twee Touch 'N' Go-knoppen drukt, kunt u de stappen 2 t/m 4 herhalen. 6. Druk op OK om de wijzigingen te bevestigen en de modus voor het wijzigen van de comfortinstellingen te verlaten. Fabrieksinstellingen voor gebruikersconfiguratie Hieronder vindt u de procedure voor het wijzigen van de gebruikersparameters in standaardwaarden. 1. ) en niet thuis Druk de knoppen thuis ( ( ) gedurende 10 seconden tegelijkertijd in om de gebruikersconfiguratiemodus te activeren. Wanneer u deze instelling voor de eerste keer selecteert, wordt 999 in het tijdgedeelte en de startwaarde 10 in het temperatuurgedeelte van het display weergegeven. 2. Druk op de omlaagknop en houd de knop ingedrukt. Als de teller de nul bereikt, wordt in het temperatuurgedeelte van het display “Fd” weergegeven. Dit betekent dat de fabrieksinstellingen worden voorbereid. Nadat de fabrieksinstellingen in de EEPROM zijn hersteld, reset de 6* het apparaat. 82 Koelen Bedieningseenheid programmeren Tijdsperioden voor temperatuur wijzigen Nadat u de temperatuurinstellingen voor thuis, niet thuis en nacht hebt ingesteld, kunt u de tijd instellen waarop die temperatuurinstellingen gebruikt moeten worden. P1, P2, P3, P4, P5 en P6. De thermostaat bevat vooraf ingestelde perioden (zie hieronder), maar u kunt deze aan uw manier van leven aanpassen. De thermostaat bevat zes tijdbereiken die perioden genoemd worden. Deze zijn op het display te herkennen als Periode Starttijd periode P1 6:00 AM P2 8:00 AM P3 17:00 PM P4 22:00 PM P5 23:00 PM P6 00:00 AM Welke tijdsblokken zijn voor u van toepassing? Noteer ze hier en raadpleeg ze wanneer u de instellingen op de thermostaat wijzigt. Periode Uw uren P1 P2 Nederlands P3 P4 P5 P6 Ga als volgt te werk om de in de fabriek ingestelde tijdsperioden te wijzigen. 1. Open de deur. 2. Druk op de knop voor de dagen ( knipperen op het display. 3. U moet een van deze optionele tijdsbestekken selecteren – 1 t/m 7, 1 t/m 5, 6 t/m 7 of een afzonderlijke dag (1, 2, 3, 4, 5, 6 of 7) – door opnieuw op de dagknop ( ) te drukken. U kunt ook uw keuze maken door opnieuw op de dagknop ( ) te drukken. (Selecteer 1 t/m 7 als uw afzonderlijke dagindelingen identiek zijn.) 4. Wanneer u een van de opties (1 t/m 7, 1 t/m 5, 6 t/m 7 of een afzonderlijke dag) geselecteerd hebt, drukt u op de ). P en een knipperende 1 worden op periodeknop ( het display weergegeven. Dit is periode 1 (P1) die om 6:00 AM start. 5. Om de uren in P1 te wijzigen, drukt u op de starttijdknop ). ( 6. De uren knipperen als 6:00 AM op het scherm. Druk op de omhoog- of omlaagknop en stop bij de gewenste tijd. ). 1 t/m 7 83 Bedieningseenheid programmeren 7. 8. Om de minuten te wijzigen, drukt u opnieuw op de ) onder in het scherm. De minuten starttijdknop ( knipperen als 6:00 AM op het scherm. Druk op de omhoog- of omlaagknop en stop bij de gewenste tijd. De “stoptijd” voor periode 1 (P1) is tevens de “starttijd” voor periode 2 (P2). Om de stoptijd van P1 te wijzigen – dit betekent dat u dan tevens de starttijd van P2 wijzigt – maakt u gebruik van de instructies uit de volgende stap voor het wijzigen van de starttijd van periode 2. Nederlands 9. Om de starttijd van periode 2 (P2) te wijzigen, drukt u twee keer op de periodeknop onder in het scherm. Vervolgens wordt de gegevens over periode 2 weergegeven en knippert P2 op het display. 10. Op dezelfde wijze kunt u P2, P3, P4, P5 en P6 programmeren. 11. Als u 1 t/m 7 (alle dagen) niet hebt geselecteerd toen u dit proces startte, herhaal dan alle stappen voor de overgebleven door u geselecteerde tijdsbestekken – 1 t/m 5 (weekdagen), 6 t/m 7 (weekeinden) of een afzonderlijke dag (1,2,3,4,5,6,7). 12. Om te bevestigen dat de 6* uw wijzigingen heeft geaccepteerd, loopt u door de zes tijdsperioden door op de dagknop ( ) te drukken, uw tijdsbestek – 1 t/m 7 (alle dagen), 1 t/m 5 (weekdagen), 6 t/m 7 (weekeinden) of een afzonderlijke dag – te selecteren en vervolgens op de periodeknop te drukken om de aan elke starttijd toegewezen uren te bekijken. Telkens ) drukt, gaat u naar wanneer u op de periodeknop ( de volgende starttijd. Als het programmaschema onjuist is, wordt “- -“ weergegeven en branden alle drie de pijlen ( ). 13. Druk op OK of sluit de deur. Tijdsperioden aan temperaturen toewijzen, CDU-modus & FR-modus Hier ziet u een voorbeeld van een programmering die is ingesteld met in de fabriek ingestelde perioden en Touch ‘N’ Goopties. Vooraf ingestelde periode Starttijd Periodenummer 6:00 AM 1 Aanwezig ( 8:00 AM 2 Afwezig ( 5:00 PM 3 Aanwezig ( 10:00 PM 4 Slapen ( 11:00 PM 5 Aanwezig ( 00:00 AM 6 Slapen ( Vooraf ingestelde aanraakknop CDU-modus Frequentieverlaging Optie voor elke periode ) ) ) ) ) ) AAN UIT AAN UIT AAN UIT AAN UIT AAN UIT AAN UIT Vul dit schema in volgens uw dagelijkse activiteiten en gebruik het schema bij het volgen van onderstaande instructies. Vooraf ingestelde periode Starttijd Periodenummer Optie voor elke periode 1 2 3 4 5 6 84 Vooraf ingestelde aanraakknop CDU-modus Frequentieverlaging Bedieningseenheid programmeren 1. Open de deur. 2. Druk op de dagknop ( ) onder op de thermostaat. 1 t/m 7 knipperen op het display. 3. Selecteer een van de opties (1 t/m 7, 1 t/m 5, 6 t/m 7 of een afzonderlijke dag: 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7) door op de dagknop ( ) te drukken totdat de gewenste optie op het display verschijnt. Selecteer 1 t/m 7 als uw afzonderlijke dagindelingen identiek zijn. 4. Wanneer u een van de opties (1 t/m 7, 1 t/m 5, 6 t/m 7 of een afzonderlijke dag) hebt geselecteerd: 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7), druk op de periodeknop ( ) onder op de thermostaat. P1 knippert op het display. 5. Om de uren in P1 te wijzigen, drukt u op de starttijdknop ( ) onder in het scherm. 6. De uren knipperen als 6:00 AM op het scherm. Druk op de omhoog- of omlaagknop en stop bij de gewenste tijd. 7. Om de minuten te wijzigen, drukt u op de starttijdknop ( ). De minuten knipperen als 6:00 AM op het scherm. Druk op de omhoog- of omlaagknop en stop bij de gewenste tijd. 8. De “stoptijd” voor periode 1 (P1) is tevens de “starttijd” voor periode 2 (P2). Om de stoptijd van P1 te wijzigen – dit betekent dat u dan tevens de starttijd van P2 wijzigt – maakt u gebruik van de instructies uit de volgende stap voor het wijzigen van de starttijd van periode 2. 9. Druk op de Touch ‘N’ Go-knop – thuis ( ), niet thuis ( ) of nacht ( ) – die u tijdens periode 1 (P1) wilt gebruiken, en die zich in de rij met knoppen net onder het display bevinden. Boven de geselecteerde knop ziet u een pictogram van een driehoek ( ). De thermostaat weet dan of u tijdens P1 thuis bent of niet, of slaapt. De thermostaat gebruikt de verwarmings- en koelingstemperaturen die u voor die Touch ‘N’ Go-knop hebt geselecteerd. Als de verwarmingstemperatuur tijdens de aanwezigheidsmodus bijvoorbeeld op 23 °C is ingesteld, dan houdt de thermostaat tijdens P1 de warmte op 23 °C. 10. Druk op de zoneknop ( display. t t Nederlands Ga als volgt te werk om de zes tijdsperioden op de drie comfortbereiken aan te sluiten – thuis, niet thuis en nacht, Instellingen CDU-modus AAN/UIT en Instellingen frequentieverlagingsmodus AAN/UIT. ) aan de linkerkant van het Als de status van de vorige CDU-modus AAN is, wordt het UIT-pictogram ( ) op het display weergegeven. Dit betekent dat de CDU-modus “UIT” staat. Als de status van de vorige CDU-modus UIT is, verdwijnt het UIT-pictogram ( ) van het display. Dit betekent dat de CDU-modus nu AAN staat. 85 Bedieningseenheid programmeren Nederlands 11. Druk op de vasthoudknop ( ) aan de linkerkant van het display. t Als de status van de vorige frequentieverlagingsmodus AAN is, verdwijnt het pictogram ( ) van het display. Dit betekent dat de frequentieverlagingsmodus nu “UIT” staat. t Als de status van de vorige frequentieverlagingsmodus UIT is, wordt het pictogram van de frequentieverlagingsmodus ( ) op het display weergegeven. Dit betekent dat de frequentieverlagingsmodus nu AAN staat. 12. Druk twee keer op de periodeknop ( op het display. 13. Om de uren te wijzigen, drukt u op de starttijdknop ( ). 14. Druk op de knop thuis ( nacht ( ). 15. Druk op de zoneknop ( UIT te zetten. 16. Druk op de vasthoudknop ( ) om de frequentieverlagingsmodus AAN of UIT te zetten. 17. Op dezelfde wijze kunt u P3, P4, P5 en P6 programmeren. 18. Als u 1 t/m 7 niet hebt geselecteerd toen u dit proces startte, herhaal dan alle stappen voor de overgebleven door u geselecteerde tijdsbestekken – 1 t/m 5, 6 t/m 7 of een afzonderlijke dag: 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7 19. Om te bevestigen dat de thermostaat uw wijzigingen heeft geaccepteerd, loopt u door de zes tijdsperioden door op de dagknop ( ) te drukken, uw tijdsbestek – 1 t/m 7 (alle dagen), 1 t/m 5 (weekdagen), 6 t/m 7 (weekeinden) of een afzonderlijke dag – te selecteren: 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7 – en vervolgens op de periodeknop ( ) te drukken om de Touch ‘N’ Gooptie die aan elke starttijd, CDU-modusinstelling en frequentieverlagingsmodusinstelling toegewezen is, te bekijken. Telkens wanneer u op de periodeknop ( ) drukt, gaat u naar de volgende starttijd. 20. Druk op OK of sluit de deur. ). P2 knippert ), niet thuis ( ) of ) om de CDU-modus AAN of Geavanceerde programmeeropties Touch ‘N’ Go-knoppen gebruiken Nadat u de temperaturen en tijdsperioden die overeenkomen met de drie Touch ‘N’ Go-comfortknoppen hebt ingesteld (zie Touch ‘N’ Go-functie programmeren, en Tijdsperioden aan temperaturen toewijzen), hebt u de Touch ‘N’ Go-knoppen alleen nodig wanneer u een tijdelijke wijziging wilt doorvoeren. Als u bijvoorbeeld vroeger dan normaal naar bed gaat, kunt u op de knop nacht drukken 86 zodat de temperatuur sneller dan gepland zal dalen. Als u later dan normaal naar bed gaat, kunt u op de knop thuis drukken zodat uw huis tot na uw gebruikelijke bedtijd warm blijft. U moet echter nog wel op de knop nacht drukken voordat u naar bed gaat. Geavanceerde programmeeropties Tijdelijke wijziging doorvoeren 1. Open de deur. 2. ), niet Druk op de door u gewenste knop thuis ( thuis ( ) of nacht ( ). Op het display knippert het symbool . Dit symbool geeft het tijdelijk vasthouden aan. Het systeem schakelt over naar de voor die dagperiode geprogrammeerde temperatuurinstellingen. Het systeem houdt die temperatuurinstelling vast tot de volgende keer dat het systeem wordt uitgeschakeld, tot de volgende geprogrammeerde tijdsperiode of totdat iemand die instelling wijzigt. 3. Druk op de knop thuis, niet thuis of nacht om terug te keren naar de oorspronkelijk geprogrammeerde dagperiode. Het systeem keert terug naar die tijdsperiode en het pictogram voor het activeren van schema's ( ) stopt met knipperen en wordt blijvend weergegeven. 4. Sluit de deur. Instellingen thuis, niet thuis, nacht opslaan 1. Open de deur. 2. Druk op de gewenste knop onder het display – thuis ( ), niet thuis ( ) of nacht ( ). 3. Druk op de vasthoudknop ( ) aan de linkerkant. Het knipperende pictogram voor het activeren van schema's ( ) verdwijnt. 4. Druk op de vasthoudknop ( ) om naar het oorspronkelijke programmeerschema terug te keren. Het pictogram voor het activeren van schema's ( ) stopt met knipperen en wordt blijvend weergegeven. 5. Sluit de deur. Nederlands Er kunnen zich situaties voordoen waarin u de programmering tijdelijk wilt uitschakelen en de temperatuur in uw huis op een van de drie comfortniveaus voor thuis, niet thuis of nacht wilt vasthouden. Dit kan handig zijn wanneer u op vakantie of reis gaat, of wanneer u onverwacht thuis blijft. Hieronder wordt uitgelegd hoe u kunt voorkomen dat de thermostaat de temperatuur wijzigt wanneer de volgende geprogrammeerde tijdsperiode bereikt wordt. Geavanceerde programmeerbare displaycodes U kunt verscheidene functies van de 6* aanpassen. In deze tabel vindt u informatie over de functies die u kunt wijzigen en de codes (parameternummer) die hieraan gekoppeld zijn. De codes (parameternummer) worden op het display weergegeven wanneer u de instructies volgt. 87 Geavanceerde programmeeropties Functietabel FUNCTIE PARAMETER MODUS 1 THUIS ANTIVRIES 2 THUIS ANTIVRIES T° 3 INSTELLEN T° Z1 4 FREQ.VERL.MODUS 5 FREQ VERLG 6 KAMERMODUS 7 IW Z1 GER. KMR T. 8 KMR T° W1 9 WAARDE SENSOR RV. 10 Nederlands BUITEN T°O 11 BUITENLUCHTTEMPERATUUR GMC 12 BESCHRIJVING Dit is de selecteerbare modus: 0. Uit 2. Koelen 3. Verwarmen Met deze parameter wordt de optie Thuis antivries ingeschakeld als het systeem is uitgeschakeld: 1. NEE. Uitschakelen 2. JA. Inschakelen Drempelwaarde thuis antivries Temperatuurwaarde Instelwaarde voor water aanpassen voor kamertemperatuur in 6*-gedeelte 1. Niet actief 2. Actief Waarde van de frequentiereductie in %age van CDU 6* geeft deze parameter weer 1. Aanwezig 2. Slapen 3. Afwezig Deze code geeft de instelwaarde van de geregelde kamertemperatuur weer die bepaald wordt door het indrukken van de knoppen Thuis, Niet thuis en Nacht Dit is de kamertemperatuur die doorde interne 6*-thermistor geregistreerd wordt Dit is de door de sensor waargenomen waarde van de relatieve luchtvochtigheid Buitentemperatuur gemeten door de TO-sensor (afleeswaarde). Buitenluchttemperatuur van $%6-kaart Temperatuursensor aanpassen om positioneerfout van gebruikersinterface te herstellen Met deze parameter wordt aangegeven welke perioden per dag voor het schema beschikbaar zijn: 1. 2 2. 4 3. 6 13 DAGPERIODE 14 THUIS VERW. T° 15 THUIS Instelwaarde temperatuur in verwarmingsmodus THUIS KOEL. T° 16 THUIS Instelwaarde temperatuur in koelingsmodus NACHT VERW. T° 17 NACHT Instelwaarde temperatuur in verwarmingsmodus NACHT KOEL. T° 18 NACHT Instelwaarde temperatuur in koelingsmodus NIET THUIS VERW. T° 19 NIET THUIS Instelwaarde temperatuur in verwarmingsmodus NIET THUIS KOEL. T° 20 NIET THUIS Instelwaarde temperatuur in koelingsmodus 88 21 STANDAARDWAARDE - - 0 Antivries 1 2 1 °C 6°C 12°C 6°C °C -5°C +5°C 0°C 1 2 1 50% 100% 75% Pijl afhankelijk van kamermodus 1 3 1 °C 12°C 38°C 20°C °C -20°C 50°C % 0 100 °C -30°C 90°C °C -20°C 65°C °C -5°C 5°C 0°C 2 6 4 12°C 38°C 20°C 12°C 38°C 24°C 12°C 38°C 18°C 12°C 38°C 26°C 12°C 38°C 15°C 12°C 38°C 28°C 12°C 38°C 20°C 3 31 3 31 °C en de pijl van de modus Thuis °C en de pijl van de modus Thuis °C en de pijl van modus Nacht °C en de pijl van modus Nacht °C en de pijl van modus Niet thuis °C en de pijl van modus Niet thuis °C Instelwaarde kamer Om de 1 seconde wordt een andere foutcode 22 weergegeven Hierin worden de 4 recentste foutcodes FOUTENGESCHIEDENIS 23 opgeslagen De parameters zijn alleen-lezen en kunnen niet worden bewerkt. Het pictogram van de toetsenblokvergrendeling ( scherm weergegeven. Hieronder vindt u de lijst met alleen-lezen parameternummers. Parameternummer: 7, 8, 9, 10, 11, 12, 21, 22 en 23 FOUTCODE WAARDEBEREIK Min. Max. Huidige modus (en nieuwe indien gewijzigd) Deze code geeft aan of de stiltemodus/ frequentieverlagingsmodus/nachtmodus actief is KAMERT.SENSOR AANP. Z1 IW Z1 GEBR. KMR PICTOGRAM ) van die parameters wordt op het Geavanceerde programmeeropties Uw functie-instellingen wijzigen U kunt nu de instellingen van verschillende functies met de 6* wijzigen. Ga als volgt te werk om de thermostaatinstellingen te programmeren. 1. Open de deur. 2. ) en niet thuis Druk op de knoppen thuis ( ( ) en houd ze gedurende 3 seconden ingedrukt. Parameternummer “1” knippert in het tijdgedeelte van het display weergegeven. 3. Druk op de modusknop (M). De parameterwaarde knippert in het temperatuurgedeelte op het display. 4. Druk op de omhoog- of omlaagknoppen om door u gewenste waarden in te stellen. Deze moeten binnen het voor die parameter opgegeven bereik liggen. Het opgegeven pictogram van die specifieke parameter wordt weergegeven. 5. Druk op de modusknop (M) of op OK om uw instellingen te bevriezen. t Als u op OK drukt, worden uw instellingen opgeslagen en gaat de parameterwaarde knipperen. Als u dat wenst, kunt u de waarde verder wijzigen. Als u op de modusknop (M) drukt, worden de instellingen opgeslagen en kunt u de volgende parameter wijzigen. Het parameternummer knippert. 6. Druk op de omhoog- of omlaagknop om naar de volgende parameter te gaan. (Als in de huidige displayweergave het parameternummer wordt weergegeven). 7. U kunt al uw parameters via dezelfde procedure programmeren. Druk nadat u het instellen voltooid hebt op OK of op de zoneknop ( ) om uw instellingen op te slaan en terug te keren naar het normale displayscherm. (Als in de huidige displayweergave het parameternummer wordt weergegeven). 8. Sluit de deur. Nederlands t Opmerking: Raadpleeg de functietabel voor meer informatie over de parameters. 89 Speciale functies Kamertemperatuursensor instellen De 6* bevat een functie waarmee u een waarde bij de weergegeven kamertemperatuur kunt optellen of van de weergegeven kamertemperatuur aftrekken. Op deze wijze kan de 6* de correcte kamertemperatuur weergegeven, zelfs als de 6* op een plaats geïnstalleerd is waar de temperatuur afwijkt. In dit geval kan de variabele KAMERT.SENSOR AANP. in het bereik van +5 °C/-5 °C worden aangepast en deze waarde wordt bij de echte waarde van de kamertemperatuursensor opgeteld. Zie parameternummer 13 in de functietabel Snelkoppeling naar frequentieverlagingsmodus Druk de actieve knop rondom de vasthoudknop ( ) gedurende 10 seconden in om de nachtmodus te activeren. U kunt de nachtmodus deactiveren door de vasthoudknop ( ) opnieuw gedurende 10 seconden in te drukken. Als de frequentieverlagingsmodus/nachtmodus/stiltemodus actief is, geeft de 6* het pictogram ( ) weer. Als de FRmodus actief is, wordt de in het programmaschema geselecteerde instelling altijd tijdelijk uitgeschakeld. Wat te doen Nederlands Als het systeem een foutbericht weergeeft Hieronder vindt u informatie over mogelijke foutberichten en hun betekenis: Storing in kamertemperatuursensor Als de kamertemperatuursensor temperaturen van minder dan -45 °C of meer dan 65 °C registreert, dan wordt dit als een fout beschouwd en wordt “--” op het display weergegeven. Storing in luchtvochtigheidsensor Als de luchtvochtigheidsensor een relatieve luchtvochtigheid van minder dan 0% of meer dan 99% registreert, dan wordt dit als een fout beschouwd en wordt “--” op het display weergegeven. Storing in EEPROM Als het niet-vluchtig geheugen (EEPROM) van de thermostaat defect is, wordt in het kamertemperatuurgedeelte van het display de foutcode “E4” weergegeven. Wanneer deze fout optreedt en de 90 voeding naar de thermostaat wordt geleid, betekent dit dat de fabrieksinstellingen voor alle installateurconfiguraties, programmeerschema's en gebruikersinstellingen actief zijn. Dit kan leiden tot een onjuiste werking van de apparatuur en kan niet verholpen worden. In dit geval moet de thermostaat vervangen worden. Communicatiefout Als de 6* gedurende 60 seconden geen communicatiegegevens van de CDU ontvangt, wordt in het temperatuurgedeelte op het display de foutcode “E3” en in het tijdgedeelte op het display ‘-‘ weergegeven. Als deze situatie zich voordoet, wordt de ruimte voor de buitentemperatuur blanco weergegeven. De foutcode “E3” wordt weergegeven en de overige functies blijven dezelfde. Als dit gebeurt, controleer dan de communicatiekabel tussen de 6* en de buitenunit. Wat te doen Tabel met foutcodes 6* leest via een van de communicatieparameters de storingen van het moederbord (Parameter 22). Om de 1 seconde wordt een andere foutcode weergegeven. Deze Beschrijving 2 Veilige invoer 3 Bevroren platenwarmtewisselaar (zie het handboek van de unit voor meer informatie) 4 Huidige temperatuursensor koudemiddel (TR) 5 Temperatuursensor lucht $%6 6 Communicatieverlies met besturing 6* 7 Temperatuursensor omgeving besturing 6* 9 Fout sensor water / waterpomp 10 EEProm beschadigd 11 Verkeerde instelling bedieningspaneel 12 4-weg klep fout 13 Communicatieverlies R S485 (systeemconfiguratie type 6) 14 Signaalverlies van omzetterbord of bij vrijgave hoge temperatuur 15 Temperatuursensor uitgang water (LWT) 16 Alarm Test 17 Temperatuursensor lucht Inverter (TO) 18 Kortsluitingsbeveiliging inverter G-Tr 20 Fout positiecontrole van de compressorrotor 21 Fout stroomsensor inverter 22 Sensoren koudemiddel warmtewisselaar of afzuigleiding compressor (TE) / (TS) 23 Temperatuursensor persleiding compressor (TD) 24 Fout motor ventilator 26 Andere fouten inverterkaart 27 Compressor geblokkeerd 28 Fout perstemperatuur 29 Defect compressor 30 Lagedruksysteem fout 31 Hogedruksysteem fout Nederlands Foutcode actieve foutcodes worden achter elkaar en met tussenpozen van 1 seconde weergegeven. 91
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92

Olimpia Splendid thermostat - B0813 Handleiding

Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor