Documenttranscriptie
Gebruikersinterface
Inhoud
Blz
Afkortingen / betekenissen ..................................................
Knopidentificatie .....................................................................
Indicatoren op scherm ...........................................................
Snel starten................................................................................
Dag en tijd instellen ...................................................
Temperatuur wijzigen ...............................................
Toetsenbord vergrendelen ......................................
Bedieningseenheid programmeren ..................................
Touch ‘N’ Go-functie ..................................................
Touch ‘N’ Go-functie programmeren....................
change the factory settings ....................................
Fabrieksinstellingen voor gebruikersconfiguratie
Tijdsperioden voor temperatuur wijzigen .........
Tijdsperioden aan temperaturen toewijzen, CDUmodus & FR-modus ...................................................
Geavanceerde programmeeropties...................................
Touch ‘N’ Go buttons...................................................
make a temporary change........................................
hold it at home, away or sleep .................................
Geavanceerde programmeerbare displaycodes
Uw functie-instellingen wijzigen ...........................
Functietabel..................................................................
Speciale functies ......................................................................
Kamertemperatuursensor instellen......................
Snelkoppeling naar frequentieverlagingsmodus
Wat te doen ...............................................................................
over een systeem foutmelding...............................
Code Tabel ...................................................................
77
78
79
80
80
80
81
81
81
81
82
82
83
Afkortingen / Betekenissen
6*
CDU
GMC
LWT
EWT
TE
TD
OAT
FR Mode
Gebruikersinterface
Compressor
Bedieningselementen van algemene module
Afvoerwatertemperatuur
Toevoerwatertemperatuur
Externe warmtewisselaarsensor
Afvoertemperatuursensor
Luchttemperatuur buiten
Frequentieverlagingsmodus
84
86
86
86
87
87
87
88
90
90
90
90
90
91
77
Knopidentificatie
M
OK
P
Nederlands
ZONE
Deze knop wordt gebruikt bij het
programmeren van de thermostaat.
Hiermee kunt u de momenteel
UITVOEREN/ geselecteerde temperatuur
VASTHOUDEN vasthouden of het ingeplande
programma uitvoeren
MODUS
OMHOOG
OMLAAG
OK
NACHT
78
Hiermee kunt u de thermostaat
instellen op verwarmen of koelen,
of de thermostaat uitschakelen
Hiermee kunt u de temperatuur
verhogen of omhoog door de
op het scherm weergegeven
selecties bladeren wanneer
u de geavanceerde
programmeerfuncties instelt
Hiermee kunt u de temperatuur
verlagen of omlaag door de
op het scherm weergegeven
selecties bladeren wanneer
u de geavanceerde
programmeerfuncties instelt
Hiermee slaat u de door
u ingestelde waarden of
programmastap op
Hiermee kunt u de verwarmings- en
koelingsinstellingen voor het nachtprogramma instellen
NIET THUIS
Hiermee kunt u de verwarmings- en
koelingsinstellingen voor het niet
thuis-programma instellen
THUIS
Hiermee kunt u de verwarmings- en
koelingsinstellingen voor het thuisprogramma instellen
D/U/M KLOK
INSTELLEN
Hiermee activeert u de modus voor
het instellen van de klok
STARTTIJD
Hiermee activeert u het
programmeermenu. De starttijden
van de zes perioden worden
weergegeven
PERIODE
DAGEN
Hiermee activeert u het
programmeermenu. De zes
programmeerbare tijdsperioden
worden weergegeven
Hiermee kunt u het
programmeermenu activeren en
de opties weergeven – 1 t/m 7(alle
dagen), 1 t/m 5 (weekdagen), 6 t/m
7 (weekeinden) en afzonderlijke
dagen (1,2,3,4,5,6,7)
Indicatoren op scherm
1
2
4
5
6
7
8
9
Nederlands
10
Niet gebruikt
Systeem gebruikt
aanwezigheidsinstellingen
Schema geactiveerd
Niet gebruikt
Bevochtiging of
ontvochtiging vraag
Fahrenheit
Systeemmodus uit
Systeem gebruikt niet-thuisinstellingen
Thuis antivries
Displaygedeelte met
kamertemperatuur
Niet gebruikt
Celsius
Niet gebruikt
AM- of PM-indicator voor
huidige tijd
Hulpverwarmingsbron
Niet gebruikt
Systeem gebruikt
slaapinstellingen
Niet gebruikt
Koelingsmodus
Service-/Installateurmodus
Displaygedeelte met tijd
Percentage relatieve
luchtvochtigheid
Buitentemperatuur
Niet gebruikt
Sanitair warm water
Dag van de week
Verwarmingsmodus
Niet gebruikt
Alarm
Toetsenblok is vergrendeld
(geen hangslot betekent
ontgrendeld)
Elektrische
verwarmingseenheid
Compressor ON /
inkrimping van de
frequentie (als de maan
wordt weergegeven)
79
Snel starten
Dag en tijd instellen
U moet eerst de tijd en dag instellen voordat u een van
de programmeerfuncties van de 6* kunt gebruiken.
Nederlands
1.
Open de deur
2.
Druk op de knop D/U/M KLOK INSTELLEN (
3.
Druk op de omhoog- of omlaagknop om de uren in te
stellen.
Stop bij het correcte uur.
4.
Druk opnieuw op de knop D/U/M KLOK INSTELLEN
(
) waarna de minuten op het display gaan
knipperen.
5.
Druk op de omhoog- of omlaagknop om de minuten
in te stellen.
Stop bij het correcte aantal minuten.
6.
Druk opnieuw op de knop D/U/M KLOK INSTELLEN
(
) waarna de dag op het display gaat knipperen.
7.
Druk op de omhoog- of omlaagknop om de dag in te
stellen.
Stop bij het correcte aantal minuten.
8.
Druk op OK of sluit de deur.
).
Temperatuur wijzigen
Het is mogelijk dat u soms een tijdelijke temperatuur wilt
instellen. Ga dan als volgt te werk.
1.
Open de deur.
2.
Druk op de modusknop (M) om de gewenste modus te
selecteren.
Druk op de omhoog- en omlaagknoppen aan de
rechterkant tot u de gewenste temperatuurinstelling
hebt bereikt. Hierdoor wordt een“tijdelijke temperatuur
vastgehouden”tot de volgende vooraf ingestelde
tijdsperiode actief wordt. Het pictogram ( ) dat aangeeft
dat een schema actief is, knippert op het display.
3.
Om de temperatuurinstelling vast te houden
zodat deze tijdens de volgende vooraf ingestelde
tijdsperiode niet wijzigt, drukt u op de vasthoudknop
( ) aan de linkerkant en houdt u deze ingedrukt. De
door u ingestelde temperatuur blijft gehandhaafd tot
u de vasthoudknop loslaat. Het pictogram ( ) dat
aangeeft dat een schema actief is, verdwijnt.
4.
Om terug te keren naar de vooraf ingestelde
temperatuur voor die tijdsperiode, drukt u op de
vasthoudknop ( ). Hierdoor wordt de vastgehouden
temperatuur losgelaten en keert de temperatuur terug
naar de geprogrammeerde temperatuurinstelling. Het
pictogram ( ) dat aangeeft dat een schema actief is,
verschijnt.
5.
Sluit de deur.
80
Snel starten
Toetsenbord vergrendelen
Alle toets- en opdrachtfuncties vergrendelen
1.
Open de deur
2.
Druk op de drie knoppen voor dagen ( ), periode
(
) en starttijd (
) en houd ze gedurende 3
seconden ingedrukt.
3.
Alle toetsen worden uitgeschakeld en het
vergrendelpictogram ( ) verschijnt op het display.
4.
Om het toetsenbord te ontgrendelen, drukt u opnieuw
op de drie knoppen en houdt u ze gedurende 3
seconden ingedrukt. Het vergrendelpictogram ( )
verdwijnt.
Bedieningseenheid programmeren
De unieke Touch ‘N’ Go-functie op de thermostaat is een
revolutionair hulpmiddel waarmee u een eenvoudigere
programmeeroptie – letterlijk aanraken – kunt gebruiken om
het maximale comfort uit het hele comfortsysteem te halen.
Door een van de Touch ‘N’ Go-knoppen – thuis
(
), niet thuis (
) en nacht (
)– aan te raken weet
de thermostaat waar u zich bevindt. Om dit comfortniveau
in uw huis voor altijd te handhaven, drukt u nog een keer
op de –vasthoudknop ( ) – en vervolgens bent u klaar. Het
is de ideale keuze voor diegene wiens dagindeling per dag
verschilt of wiens dagindeling niet past in de twee, vier of zes
voorspelbare tijdsperioden die de thermostaat toestaat.
Deze drie comfortopties – thuis, niet thuis en nacht
– zijn tegelijkertijd aangesloten op de complete
programmeermogelijkheden van de thermostaat zodat u van
het door u gewenste thuiscomfort kunt genieten wanneer u
dat wilt.
De drie Touch ‘N’ Go-knoppen worden in de fabriek
vooraf ingesteld op typische verwarmings- en
koelingstemperaturen en toegewezen aan specifieke
tijdsperioden. U kunt deze vooraf ingestelde
temperatuurinstellingen en de uren dat u ze wilt gebruiken
op een eenvoudige wijze wijzigen. Lees deze handleiding en
leer hoe u dit kunt doen en ontdek hoe handig dit apparaat is.
Touch ‘N’ Go-functie programmeren
De Touch ‘N’ Go-functie op de thermostaat hebben
betrekking op de knoppen thuis (
), niet thuis (
)
en nacht (
) die zich onder op het display bevinden. De
knoppen worden voor drie programmeeropties gebruikt.
Via deze eenvoudigere programmeeroptie kunt u de
vooraf ingestelde temperatuurinstellingen voor thuis, niet
thuis of nacht accepteren, of u kunt uw eigen Touch ‘N’
Go-temperatuurinstellingen voor het verwarmen of koelen
van uw huis instellen. Waar u ook voor kiest, uw instellingen
voor thuis, niet thuis en nacht worden automatisch
gekoppeld aan een van de zes tijdsperioden die ook vooraf
op de thermostaat zijn ingesteld (en te wijzigen zijn).
Hier ziet u de vooraf geprogrammeerde
temperatuurinstellingen voor thuis, niet thuis en nacht.
Aanraakoptie
Verwarmen
Koelen
Aanwezig
20° C
24° C
Afwezig
15° C
28° C
Slapen
18° C
26° C
81
Nederlands
Touch ‘N’ Go-functie
Bedieningseenheid programmeren
Gebruik dit blanco rooster om de door u gewenste
temperatuurinstellingen voor thuis te noteren.
Aanraakoptie
In een later stadium gaat u tijdsperioden aan die
temperaturen toewijzen.
Verwarmen
Aanwezig
Afwezig
Slapen
Fabrieksinstellingen wijzigen
Nederlands
1.
Druk op de te wijzigen comfortknop (
) en houd de knop ongeveer gedurende vijf
seconden ingedrukt. De ingestelde temperatuur en
het verwarmings- (
) of koelingsymbool (
)
knipperen.
2.
Druk op de omhoog- of omlaagknop aan de
rechterkant van het display totdat u de gewenste
temperatuurinstelling van de huidige werkingsmodus
hebt bereikt. Op dit moment gaat het pictogram
van een driehoek ( ) dat zich boven de ingedrukte
comfortknop (
) bevindt, knipperen.
3.
Om de modus te wijzigen, drukt u de modusknop
(M) meerdere keren in tot het door u gewenste
modussymbool op het scherm knippert.
4.
Druk op de omhoog- of omlaagknop aan de
rechterkant van het display totdat u de gewenste
temperatuurinstelling hebt bereikt.
5.
Als u op een van de andere twee Touch 'N' Go-knoppen
drukt, kunt u de stappen 2 t/m 4 herhalen.
6.
Druk op OK om de wijzigingen te bevestigen en de
modus voor het wijzigen van de comfortinstellingen
te verlaten.
Fabrieksinstellingen voor gebruikersconfiguratie
Hieronder vindt u de procedure voor het wijzigen van de
gebruikersparameters in standaardwaarden.
1.
) en niet thuis
Druk de knoppen thuis (
(
) gedurende 10 seconden tegelijkertijd in
om de gebruikersconfiguratiemodus te activeren.
Wanneer u deze instelling voor de eerste keer
selecteert, wordt 999 in het tijdgedeelte en de
startwaarde 10 in het temperatuurgedeelte van het
display weergegeven.
2.
Druk op de omlaagknop en houd de knop
ingedrukt. Als de teller de nul bereikt, wordt in
het temperatuurgedeelte van het display “Fd”
weergegeven. Dit betekent dat de fabrieksinstellingen
worden voorbereid. Nadat de fabrieksinstellingen in
de EEPROM zijn hersteld, reset de 6* het apparaat.
82
Koelen
Bedieningseenheid programmeren
Tijdsperioden voor temperatuur wijzigen
Nadat u de temperatuurinstellingen voor thuis, niet thuis
en nacht hebt ingesteld, kunt u de tijd instellen waarop die
temperatuurinstellingen gebruikt moeten worden.
P1, P2, P3, P4, P5 en P6.
De thermostaat bevat vooraf ingestelde perioden (zie
hieronder), maar u kunt deze aan uw manier van leven
aanpassen.
De thermostaat bevat zes tijdbereiken die perioden
genoemd worden. Deze zijn op het display te herkennen als
Periode
Starttijd periode
P1
6:00 AM
P2
8:00 AM
P3
17:00 PM
P4
22:00 PM
P5
23:00 PM
P6
00:00 AM
Welke tijdsblokken zijn voor u van toepassing? Noteer ze hier en raadpleeg ze wanneer u de instellingen op de thermostaat
wijzigt.
Periode
Uw uren
P1
P2
Nederlands
P3
P4
P5
P6
Ga als volgt te werk om de in de fabriek ingestelde
tijdsperioden te wijzigen.
1.
Open de deur.
2.
Druk op de knop voor de dagen (
knipperen op het display.
3.
U moet een van deze optionele tijdsbestekken
selecteren – 1 t/m 7, 1 t/m 5, 6 t/m 7 of een afzonderlijke
dag (1, 2, 3, 4, 5, 6 of 7) – door opnieuw op de dagknop
( ) te drukken. U kunt ook uw keuze maken door
opnieuw op de dagknop ( ) te drukken. (Selecteer 1
t/m 7 als uw afzonderlijke dagindelingen identiek zijn.)
4.
Wanneer u een van de opties (1 t/m 7, 1 t/m 5, 6 t/m 7 of
een afzonderlijke dag) geselecteerd hebt, drukt u op de
). P en een knipperende 1 worden op
periodeknop (
het display weergegeven. Dit is periode 1 (P1) die om
6:00 AM start.
5.
Om de uren in P1 te wijzigen, drukt u op de starttijdknop
).
(
6.
De uren knipperen als 6:00 AM op het scherm. Druk op
de omhoog- of omlaagknop en stop bij de gewenste
tijd.
). 1 t/m 7
83
Bedieningseenheid programmeren
7.
8.
Om de minuten te wijzigen, drukt u opnieuw op de
) onder in het scherm. De minuten
starttijdknop (
knipperen als 6:00 AM op het scherm. Druk op de
omhoog- of omlaagknop en stop bij de gewenste tijd.
De “stoptijd” voor periode 1 (P1) is tevens de “starttijd”
voor periode 2 (P2). Om de stoptijd van P1 te wijzigen –
dit betekent dat u dan tevens de starttijd van P2 wijzigt
– maakt u gebruik van de instructies uit de volgende
stap voor het wijzigen van de starttijd van periode 2.
Nederlands
9.
Om de starttijd van periode 2 (P2) te wijzigen, drukt
u twee keer op de periodeknop onder in het scherm.
Vervolgens wordt de gegevens over periode 2
weergegeven en knippert P2 op het display.
10.
Op dezelfde wijze kunt u P2, P3, P4, P5 en P6
programmeren.
11.
Als u 1 t/m 7 (alle dagen) niet hebt geselecteerd toen
u dit proces startte, herhaal dan alle stappen voor de
overgebleven door u geselecteerde tijdsbestekken
– 1 t/m 5 (weekdagen), 6 t/m 7 (weekeinden) of een
afzonderlijke dag (1,2,3,4,5,6,7).
12.
Om te bevestigen dat de 6* uw wijzigingen heeft
geaccepteerd, loopt u door de zes tijdsperioden
door op de dagknop ( ) te drukken, uw tijdsbestek
– 1 t/m 7 (alle dagen), 1 t/m 5 (weekdagen), 6 t/m 7
(weekeinden) of een afzonderlijke dag – te selecteren
en vervolgens op de periodeknop te drukken om de
aan elke starttijd toegewezen uren te bekijken. Telkens
) drukt, gaat u naar
wanneer u op de periodeknop (
de volgende starttijd. Als het programmaschema
onjuist is, wordt “- -“ weergegeven en branden alle drie
de pijlen ( ).
13.
Druk op OK of sluit de deur.
Tijdsperioden aan temperaturen toewijzen, CDU-modus & FR-modus
Hier ziet u een voorbeeld van een programmering die is ingesteld met in de fabriek ingestelde perioden en Touch ‘N’ Goopties.
Vooraf ingestelde
periode
Starttijd
Periodenummer
6:00 AM
1
Aanwezig (
8:00 AM
2
Afwezig (
5:00 PM
3
Aanwezig (
10:00 PM
4
Slapen (
11:00 PM
5
Aanwezig (
00:00 AM
6
Slapen (
Vooraf ingestelde aanraakknop
CDU-modus
Frequentieverlaging
Optie voor elke periode
)
)
)
)
)
)
AAN
UIT
AAN
UIT
AAN
UIT
AAN
UIT
AAN
UIT
AAN
UIT
Vul dit schema in volgens uw dagelijkse activiteiten en gebruik het schema bij het volgen van onderstaande instructies.
Vooraf ingestelde
periode
Starttijd
Periodenummer
Optie voor elke periode
1
2
3
4
5
6
84
Vooraf ingestelde aanraakknop
CDU-modus
Frequentieverlaging
Bedieningseenheid programmeren
1.
Open de deur.
2.
Druk op de dagknop ( ) onder op de thermostaat. 1
t/m 7 knipperen op het display.
3.
Selecteer een van de opties (1 t/m 7, 1 t/m 5, 6 t/m 7
of een afzonderlijke dag: 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7) door op de
dagknop ( ) te drukken totdat de gewenste optie
op het display verschijnt. Selecteer 1 t/m 7 als uw
afzonderlijke dagindelingen identiek zijn.
4.
Wanneer u een van de opties (1 t/m 7, 1 t/m 5, 6 t/m
7 of een afzonderlijke dag) hebt geselecteerd: 1, 2, 3,
4, 5, 6, 7), druk op de periodeknop (
) onder op de
thermostaat. P1 knippert op het display.
5.
Om de uren in P1 te wijzigen, drukt u op de
starttijdknop (
) onder in het scherm.
6.
De uren knipperen als 6:00 AM op het scherm. Druk op
de omhoog- of omlaagknop en stop bij de gewenste
tijd.
7.
Om de minuten te wijzigen, drukt u op de starttijdknop
(
). De minuten knipperen als 6:00 AM op het
scherm. Druk op de omhoog- of omlaagknop en stop
bij de gewenste tijd.
8.
De “stoptijd” voor periode 1 (P1) is tevens de “starttijd”
voor periode 2 (P2). Om de stoptijd van P1 te wijzigen –
dit betekent dat u dan tevens de starttijd van P2 wijzigt
– maakt u gebruik van de instructies uit de volgende
stap voor het wijzigen van de starttijd van periode 2.
9.
Druk op de Touch ‘N’ Go-knop – thuis (
), niet thuis
(
) of nacht (
) – die u tijdens periode 1 (P1)
wilt gebruiken, en die zich in de rij met knoppen net
onder het display bevinden. Boven de geselecteerde
knop ziet u een pictogram van een driehoek ( ). De
thermostaat weet dan of u tijdens P1 thuis bent of niet,
of slaapt. De thermostaat gebruikt de verwarmings- en
koelingstemperaturen die u voor die Touch ‘N’ Go-knop
hebt geselecteerd. Als de verwarmingstemperatuur
tijdens de aanwezigheidsmodus bijvoorbeeld op 23
°C is ingesteld, dan houdt de thermostaat tijdens P1 de
warmte op 23 °C.
10.
Druk op de zoneknop (
display.
t
t
Nederlands
Ga als volgt te werk om de zes tijdsperioden op de drie
comfortbereiken aan te sluiten – thuis, niet thuis en
nacht, Instellingen CDU-modus AAN/UIT en Instellingen
frequentieverlagingsmodus AAN/UIT.
) aan de linkerkant van het
Als de status van de vorige CDU-modus AAN is,
wordt het UIT-pictogram ( ) op het display
weergegeven. Dit betekent dat de CDU-modus
“UIT” staat.
Als de status van de vorige CDU-modus UIT is,
verdwijnt het UIT-pictogram ( ) van het display.
Dit betekent dat de CDU-modus nu AAN staat.
85
Bedieningseenheid programmeren
Nederlands
11.
Druk op de vasthoudknop ( ) aan de linkerkant van
het display.
t
Als de status van de vorige
frequentieverlagingsmodus AAN is, verdwijnt het
pictogram ( ) van het display. Dit betekent dat
de frequentieverlagingsmodus nu “UIT” staat.
t
Als de status van de vorige
frequentieverlagingsmodus UIT is, wordt het
pictogram van de frequentieverlagingsmodus
( ) op het display weergegeven. Dit betekent
dat de frequentieverlagingsmodus nu AAN staat.
12.
Druk twee keer op de periodeknop (
op het display.
13.
Om de uren te wijzigen, drukt u op de starttijdknop
(
).
14.
Druk op de knop thuis (
nacht (
).
15.
Druk op de zoneknop (
UIT te zetten.
16.
Druk op de vasthoudknop ( ) om de
frequentieverlagingsmodus AAN of UIT te zetten.
17.
Op dezelfde wijze kunt u P3, P4, P5 en P6
programmeren.
18.
Als u 1 t/m 7 niet hebt geselecteerd toen u dit proces
startte, herhaal dan alle stappen voor de overgebleven
door u geselecteerde tijdsbestekken – 1 t/m 5, 6 t/m 7
of een afzonderlijke dag:
1, 2, 3, 4, 5, 6, 7
19.
Om te bevestigen dat de thermostaat uw wijzigingen
heeft geaccepteerd, loopt u door de zes tijdsperioden
door op de dagknop ( ) te drukken, uw tijdsbestek
– 1 t/m 7 (alle dagen), 1 t/m 5 (weekdagen), 6
t/m 7 (weekeinden) of een afzonderlijke dag – te
selecteren: 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7 – en vervolgens op de
periodeknop ( ) te drukken om de Touch ‘N’ Gooptie die aan elke starttijd, CDU-modusinstelling en
frequentieverlagingsmodusinstelling toegewezen is,
te bekijken. Telkens wanneer u op de periodeknop
(
) drukt, gaat u naar de volgende starttijd.
20.
Druk op OK of sluit de deur.
). P2 knippert
), niet thuis (
) of
) om de CDU-modus AAN of
Geavanceerde programmeeropties
Touch ‘N’ Go-knoppen gebruiken
Nadat u de temperaturen en tijdsperioden die
overeenkomen met de drie Touch ‘N’ Go-comfortknoppen
hebt ingesteld (zie Touch ‘N’ Go-functie programmeren,
en Tijdsperioden aan temperaturen toewijzen), hebt u de
Touch ‘N’ Go-knoppen alleen nodig wanneer u een tijdelijke
wijziging wilt doorvoeren. Als u bijvoorbeeld vroeger dan
normaal naar bed gaat, kunt u op de knop nacht drukken
86
zodat de temperatuur sneller dan gepland zal dalen. Als u
later dan normaal naar bed gaat, kunt u op de knop thuis
drukken zodat uw huis tot na uw gebruikelijke bedtijd warm
blijft. U moet echter nog wel op de knop nacht drukken
voordat u naar bed gaat.
Geavanceerde programmeeropties
Tijdelijke wijziging doorvoeren
1.
Open de deur.
2.
), niet
Druk op de door u gewenste knop thuis (
thuis (
) of nacht (
). Op het display
knippert het symbool . Dit symbool geeft het
tijdelijk vasthouden aan. Het systeem schakelt over
naar de voor die dagperiode geprogrammeerde
temperatuurinstellingen. Het systeem houdt die
temperatuurinstelling vast tot de volgende keer dat
het systeem wordt uitgeschakeld, tot de volgende
geprogrammeerde tijdsperiode of totdat iemand die
instelling wijzigt.
3.
Druk op de knop thuis, niet thuis of nacht om terug
te keren naar de oorspronkelijk geprogrammeerde
dagperiode. Het systeem keert terug naar die
tijdsperiode en het pictogram voor het activeren van
schema's (
) stopt met knipperen en wordt blijvend
weergegeven.
4.
Sluit de deur.
Instellingen thuis, niet thuis, nacht opslaan
1.
Open de deur.
2.
Druk op de gewenste knop onder het display –
thuis (
), niet thuis (
) of nacht (
).
3.
Druk op de vasthoudknop ( ) aan de linkerkant.
Het knipperende pictogram voor het activeren van
schema's (
) verdwijnt.
4.
Druk op de vasthoudknop ( ) om naar het
oorspronkelijke programmeerschema terug te keren.
Het pictogram voor het activeren van schema's (
)
stopt met knipperen en wordt blijvend weergegeven.
5.
Sluit de deur.
Nederlands
Er kunnen zich situaties voordoen waarin u de
programmering tijdelijk wilt uitschakelen en de
temperatuur in uw huis op een van de drie comfortniveaus
voor thuis, niet thuis of nacht wilt vasthouden. Dit kan
handig zijn wanneer u op vakantie of reis gaat, of wanneer
u onverwacht thuis blijft. Hieronder wordt uitgelegd hoe u
kunt voorkomen dat de thermostaat de temperatuur wijzigt
wanneer de volgende geprogrammeerde tijdsperiode
bereikt wordt.
Geavanceerde programmeerbare displaycodes
U kunt verscheidene functies van de 6* aanpassen. In deze
tabel vindt u informatie over de functies die u kunt wijzigen
en de codes (parameternummer) die hieraan gekoppeld
zijn. De codes (parameternummer) worden op het display
weergegeven wanneer u de instructies volgt.
87
Geavanceerde programmeeropties
Functietabel
FUNCTIE
PARAMETER
MODUS
1
THUIS ANTIVRIES
2
THUIS ANTIVRIES T°
3
INSTELLEN T° Z1
4
FREQ.VERL.MODUS
5
FREQ VERLG
6
KAMERMODUS
7
IW Z1 GER. KMR T.
8
KMR T° W1
9
WAARDE SENSOR
RV.
10
Nederlands
BUITEN T°O
11
BUITENLUCHTTEMPERATUUR
GMC
12
BESCHRIJVING
Dit is de selecteerbare modus:
0. Uit
2. Koelen
3. Verwarmen
Met deze parameter wordt de optie Thuis
antivries ingeschakeld als het systeem is
uitgeschakeld:
1. NEE. Uitschakelen
2. JA. Inschakelen
Drempelwaarde thuis antivries
Temperatuurwaarde
Instelwaarde voor water aanpassen
voor kamertemperatuur in 6*-gedeelte
1. Niet actief
2. Actief
Waarde van de frequentiereductie in %age van
CDU
6* geeft deze parameter weer
1. Aanwezig
2. Slapen
3. Afwezig
Deze code geeft de instelwaarde van de
geregelde kamertemperatuur weer die bepaald
wordt door het indrukken van de knoppen Thuis,
Niet thuis en Nacht
Dit is de kamertemperatuur die doorde interne
6*-thermistor geregistreerd wordt
Dit is de door de sensor waargenomen waarde
van de relatieve luchtvochtigheid
Buitentemperatuur gemeten door de TO-sensor
(afleeswaarde).
Buitenluchttemperatuur van $%6-kaart
Temperatuursensor aanpassen om
positioneerfout van gebruikersinterface te
herstellen
Met deze parameter wordt aangegeven welke
perioden per dag voor het schema beschikbaar
zijn:
1. 2
2. 4
3. 6
13
DAGPERIODE
14
THUIS VERW. T°
15
THUIS Instelwaarde temperatuur in
verwarmingsmodus
THUIS KOEL. T°
16
THUIS Instelwaarde temperatuur in
koelingsmodus
NACHT VERW. T°
17
NACHT Instelwaarde temperatuur in
verwarmingsmodus
NACHT KOEL. T°
18
NACHT Instelwaarde temperatuur in
koelingsmodus
NIET THUIS VERW. T°
19
NIET THUIS Instelwaarde temperatuur in
verwarmingsmodus
NIET THUIS KOEL. T°
20
NIET THUIS Instelwaarde temperatuur in
koelingsmodus
88
21
STANDAARDWAARDE
-
-
0
Antivries
1
2
1
°C
6°C
12°C
6°C
°C
-5°C
+5°C
0°C
1
2
1
50%
100%
75%
Pijl afhankelijk van
kamermodus
1
3
1
°C
12°C
38°C
20°C
°C
-20°C
50°C
%
0
100
°C
-30°C
90°C
°C
-20°C
65°C
°C
-5°C
5°C
0°C
2
6
4
12°C
38°C
20°C
12°C
38°C
24°C
12°C
38°C
18°C
12°C
38°C
26°C
12°C
38°C
15°C
12°C
38°C
28°C
12°C
38°C
20°C
3
31
3
31
°C en de pijl van de
modus Thuis
°C en de pijl van de
modus Thuis
°C en de pijl van modus
Nacht
°C en de pijl van modus
Nacht
°C en de pijl van modus
Niet thuis
°C en de pijl van modus
Niet thuis
°C
Instelwaarde kamer
Om de 1 seconde wordt een andere foutcode
22
weergegeven
Hierin worden de 4 recentste foutcodes
FOUTENGESCHIEDENIS
23
opgeslagen
De parameters zijn alleen-lezen en kunnen niet worden bewerkt. Het pictogram van de toetsenblokvergrendeling (
scherm weergegeven.
Hieronder vindt u de lijst met alleen-lezen parameternummers.
Parameternummer: 7, 8, 9, 10, 11, 12, 21, 22 en 23
FOUTCODE
WAARDEBEREIK
Min.
Max.
Huidige modus
(en nieuwe indien
gewijzigd)
Deze code geeft aan of de stiltemodus/
frequentieverlagingsmodus/nachtmodus actief is
KAMERT.SENSOR
AANP. Z1
IW Z1 GEBR. KMR
PICTOGRAM
) van die parameters wordt op het
Geavanceerde programmeeropties
Uw functie-instellingen wijzigen
U kunt nu de instellingen van verschillende
functies met de 6* wijzigen. Ga als volgt te werk om
de thermostaatinstellingen te programmeren.
1.
Open de deur.
2.
) en niet thuis
Druk op de knoppen thuis (
(
) en houd ze gedurende 3 seconden ingedrukt.
Parameternummer “1” knippert in het tijdgedeelte van
het display weergegeven.
3.
Druk op de modusknop (M). De parameterwaarde
knippert in het temperatuurgedeelte op het display.
4.
Druk op de omhoog- of omlaagknoppen om door u
gewenste waarden in te stellen. Deze moeten binnen
het voor die parameter opgegeven bereik liggen. Het
opgegeven pictogram van die specifieke parameter
wordt weergegeven.
5.
Druk op de modusknop (M) of op OK om uw
instellingen te bevriezen.
t
Als u op OK drukt, worden uw instellingen
opgeslagen en gaat de parameterwaarde
knipperen. Als u dat wenst, kunt u de waarde
verder wijzigen.
Als u op de modusknop (M) drukt, worden de
instellingen opgeslagen en kunt u de volgende
parameter wijzigen. Het parameternummer
knippert.
6.
Druk op de omhoog- of omlaagknop om naar de
volgende parameter te gaan. (Als in de huidige
displayweergave het parameternummer wordt
weergegeven).
7.
U kunt al uw parameters via dezelfde procedure
programmeren. Druk nadat u het instellen
voltooid hebt op OK of op de zoneknop (
) om
uw instellingen op te slaan en terug te keren naar
het normale displayscherm. (Als in de huidige
displayweergave het parameternummer wordt
weergegeven).
8.
Sluit de deur.
Nederlands
t
Opmerking: Raadpleeg de functietabel voor meer informatie
over de parameters.
89
Speciale functies
Kamertemperatuursensor instellen
De 6* bevat een functie waarmee u een waarde bij de
weergegeven kamertemperatuur kunt optellen of van de
weergegeven kamertemperatuur aftrekken. Op deze wijze
kan de 6* de correcte kamertemperatuur weergegeven,
zelfs als de 6* op een plaats geïnstalleerd is waar de
temperatuur afwijkt.
In dit geval kan de variabele KAMERT.SENSOR AANP. in het
bereik van +5 °C/-5 °C worden aangepast en deze waarde
wordt bij de echte waarde van de kamertemperatuursensor
opgeteld. Zie parameternummer 13 in de functietabel
Snelkoppeling naar frequentieverlagingsmodus
Druk de actieve knop rondom de vasthoudknop ( )
gedurende 10 seconden in om de nachtmodus te activeren.
U kunt de nachtmodus deactiveren door de vasthoudknop
( ) opnieuw gedurende 10 seconden in te drukken. Als de
frequentieverlagingsmodus/nachtmodus/stiltemodus
actief is, geeft de 6* het pictogram ( ) weer. Als de FRmodus actief is, wordt de in het programmaschema
geselecteerde instelling altijd tijdelijk uitgeschakeld.
Wat te doen
Nederlands
Als het systeem een foutbericht weergeeft
Hieronder vindt u informatie over mogelijke foutberichten
en hun betekenis:
Storing in kamertemperatuursensor
Als de kamertemperatuursensor temperaturen van minder
dan -45 °C of meer dan 65 °C registreert, dan wordt dit
als een fout beschouwd en wordt “--” op het display
weergegeven.
Storing in luchtvochtigheidsensor
Als de luchtvochtigheidsensor een relatieve
luchtvochtigheid van minder dan 0% of meer dan 99%
registreert, dan wordt dit als een fout beschouwd en wordt
“--” op het display weergegeven.
Storing in EEPROM
Als het niet-vluchtig geheugen (EEPROM)
van de thermostaat defect is, wordt in het
kamertemperatuurgedeelte van het display de foutcode
“E4” weergegeven. Wanneer deze fout optreedt en de
90
voeding naar de thermostaat wordt geleid, betekent dit dat
de fabrieksinstellingen voor alle installateurconfiguraties,
programmeerschema's en gebruikersinstellingen actief zijn.
Dit kan leiden tot een onjuiste werking van de apparatuur
en kan niet verholpen worden. In dit geval moet de
thermostaat vervangen worden.
Communicatiefout
Als de 6* gedurende 60 seconden geen
communicatiegegevens van de CDU ontvangt, wordt
in het temperatuurgedeelte op het display de foutcode
“E3” en in het tijdgedeelte op het display ‘-‘ weergegeven.
Als deze situatie zich voordoet, wordt de ruimte voor de
buitentemperatuur blanco weergegeven. De foutcode “E3”
wordt weergegeven en de overige functies blijven dezelfde.
Als dit gebeurt, controleer dan de communicatiekabel
tussen de 6* en de buitenunit.
Wat te doen
Tabel met foutcodes
6* leest via een van de communicatieparameters de
storingen van het moederbord (Parameter 22). Om de 1
seconde wordt een andere foutcode weergegeven. Deze
Beschrijving
2
Veilige invoer
3
Bevroren platenwarmtewisselaar (zie het handboek van de unit voor meer informatie)
4
Huidige temperatuursensor koudemiddel (TR)
5
Temperatuursensor lucht $%6
6
Communicatieverlies met besturing 6*
7
Temperatuursensor omgeving besturing 6*
9
Fout sensor water / waterpomp
10
EEProm beschadigd
11
Verkeerde instelling bedieningspaneel
12
4-weg klep fout
13
Communicatieverlies R S485 (systeemconfiguratie type 6)
14
Signaalverlies van omzetterbord of bij vrijgave hoge temperatuur
15
Temperatuursensor uitgang water (LWT)
16
Alarm Test
17
Temperatuursensor lucht Inverter (TO)
18
Kortsluitingsbeveiliging inverter G-Tr
20
Fout positiecontrole van de compressorrotor
21
Fout stroomsensor inverter
22
Sensoren koudemiddel warmtewisselaar of afzuigleiding compressor (TE) / (TS)
23
Temperatuursensor persleiding compressor (TD)
24
Fout motor ventilator
26
Andere fouten inverterkaart
27
Compressor geblokkeerd
28
Fout perstemperatuur
29
Defect compressor
30
Lagedruksysteem fout
31
Hogedruksysteem fout
Nederlands
Foutcode
actieve foutcodes worden achter elkaar en met tussenpozen
van 1 seconde weergegeven.
91