Micro Motion Model D DL DT Installatie gids

Type
Installatie gids
i
English . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1
Français . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19
Deutsch . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 37
Nederlands . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 55
Español . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 73
Italiano . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 91
Português . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 109
Suomen kieli . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 127
Norsk . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 145
Svensk . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 163
Dansk . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 181
Contents
Micro Motion
TM
Micro Motion Europe
Emerson Process Management
Wiltonstraat 30
3905 KW Veenendaal
The Netherlands
T +31 (0) 318 495 670
F +31 (0) 318 495 689
Micro Motion Inc. USA
Worldwide Headquarters
7070 Winchester Circle
Boulder, Colorado 80301
T (303) 530-8400
(800) 522-6277
F (303) 530-8459
Micro Motion Japan
Emerson Process Management
Shinagawa NF Bldg. 5F
1-2-5, Higashi Shinagawa
Shinagawa-ku
Tokyo 140-0002 Japan
T (81) 3 5769-6803
F (81) 3 5769-6843
Micro Motion Asia
Emerson Process Management
1 Pandan Crescent
Singapore 128461
Republic of Singapore
T (65) 6777-8211
F (65) 6770-8003
36
Consultez l’actualité Micro Motion sur Internet : www.micromotion.com
Micro Motion France
Emerson Process Management S.A.S.
14, rue Edison - BP 21
69671 Bron Cedex
France
T +33 (0) 4 72 15 98 00
F +33 (0) 4 72 15 98 99
www.emersonprocess.fr
Micro Motion Suisse
Emerson Process Management AG
Blegistraße 21
CH-6341 Baar-Walterswil
Suisse
T +41 (0) 41 768 6111
F +41 (0) 41 768 6300
www.emersonprocess.ch
Micro Motion Belgique
Emerson Process Management nv/sa
De Kleetlaan
1831 Diegem
Belgique
T +32 (0) 2 716 77 11
F +32 (0) 2 725 83 00
www.emersonprocess.be
Micro Motion
TM
Micro Motion Europe
Emerson Process Management
Wiltonstraat 30
3905 KW Veenendaal
The Netherlands
T +31 (0) 318 495 670
F +31 (0) 318 495 689
Micro Motion Inc. USA
Worldwide Headquarters
7070 Winchester Circle
Boulder, Colorado 80301
T (303) 530-8400
(800) 522-6277
F (303) 530-8459
Micro Motion Japan
Emerson Process Management
Shinagawa NF Bldg. 5F
1-2-5, Higashi Shinagawa
Shinagawa-ku
Tokyo 140-0002 Japan
T (81) 3 5769-6803
F (81) 3 5769-6843
54
Besuchen Sie uns im Internet: www.micromotion.com
Micro Motion Deutschland
Emerson Process Management
GmbH & Co. OHG
Argelsrieder Feld 3
D-82234 Weßling
T +49 (0) 8153 939-0
F +49 (0) 8153 939-172
www.emersonprocess.de
Micro Motion Schweiz
Emerson Process Management
AG
Blegistraße 21
6341 Baar-Walterswil
T +41 (0) 41 768 6111
F +41 (0) 41 768 6300
www.emersonprocess.ch
Micro Motion Österreich
Emerson Process Management AG
Industriezentrum NÖ Süd
Straße 2a, Obj. 29
2351 Wr. Neudorf
T +43 (0) 2236-607
F +43 (0) 2236-607 44
www.emersonprocess.at
Micro Motion
TM
55
Voor technische ondersteuning via Internet kunt u gebruik
maken van het EXPERT
2
â„¢ systeem op www.expert2.com
Als u een medewerker van de klantenservice wilt spreken,
kunt u bellen met de dichtstbijzijnde vestiging.
• In Nederland, tel. 070-413 6607
• In België, tel. 02-716 77 11
• In Amerika, tel. 1-800-522-MASS (1-800-522-6277)
• In Canada en Latijns Amerika, tel. (303) 530-8400
• In Azië, tel. (65) 6770-8155
Beknopte handleiding
Nederlands
Maart 2003
Micro Motion
®
Model D, DT en DL sensor
Instructies voor installatie
56
VÓÓRDAT U BEGINT
Wat vindt u in deze handleiding
Deze beknopte handleiding bevat algemene richtlijnen voor installatie van
alle Micro Motion
®
Model D (behalve D600), DL en DT sensoren. Voor
meer informatie over sensoren verwijzen wij u naar de handleiding die
met de sensor is meegeleverd.
Installatie in Europa
De producten van Micro Motion voldoen aan alle van toepassing zijnde
Europese richtlijnen indien zij op de juiste wijze, volgens de instructies
uit deze beknopte handleiding, zijn geïnstalleerd. In de EG-verklaring van
overeenstemming staat vermeld welke richtlijnen van toepassing zijn op
een bepaald product
De EG-verklaring van overeenstemming, met alle van toepassing zijnde
Europese richtlijnen, alsmede de volledige tekeningen en instructies voor
installatie volgens ATEX, zijn verkrijgbaar via Internet op
www.micromotion.com/atex of via de klantenservice van uw plaatselijke
vestiging.
INLEIDING
De sensor vormt het ene deel van een Coriolis flowmeter. Het andere deel
is een transmitter.
Opties voor installatie
Model D, DT en DL sensoren kunnen worden aangesloten op de Micro
Motion transmitters die worden genoemd in tabel 1.
©2003, Micro Motion, Inc. Alle rechten voorbehouden. Micro Motion is een gedeponeerd handelsmerk van Micro
Motion, Inc. De logo's van Micro Motion en Emerson zijn handelsmerken van Emerson Electric Co. Alle andere
handelsmerken zijn het eigendom van hun respectieve eigenaren.
57
Model D, DT en DL sensoren zijn leverbaar met een 9-draads aansluiting
naar een op afstand gemonteerde transmitter. Raadpleeg figuur 1, 2, 3 en
4 voor de onderdelen van de sensor. (Let op: De figuren zijn niet op
schaal.)
Figuur 1. DS025, DH025, DH038 en DS040 sensoren
Tabel 1. Compatibiliteit van transmitters en sensoren
Transmitters
Model D en DL
sensoren Model DT sensoren
Model 1700/2700 (9-draads) X X
Model 3500/3700 (9-draads) X X
RFT9739 (7- of 9-draads) X X
IFT9701 (9-draads) X
RFT9712 (7- of 9-draads) X X
Aardschroef
Spoelaansluitingen (optie)
Aansluitdoos
Sensorbehuizing
Pijl
stromingsrichting
Procesaansluiting
Plaatje met
kalibratie
Plaatje met
goedkeuringen
58
Figuur 2. DS065, DS100, DH100, DS150, DH150, DS300 en DH300
sensoren
Figuur 3. DT065, DT100 en DT150 sensoren
Pijl stromingsrichting
Spoelaansluiting
(optie)
Plaatje met kalibratie
Sensor-
behuizing
Aansluitdoos
Procesaansluiting
Plaatje met
goedkeuringen
Aardschroef
Spoelaansluiting
(optie)
Pijl stromingsrichting
Plaatje met
kalibratie
Sensorkabel
Procesaansluiting
Plaatje met
goedkeuringen
Aardschroef
Hijsoog
Sensorbehuizing
59
Figuur 4. DL065, DL100 en DL200 sensoren
STAP 1. Locatiekeuze
De sensor kan op elk punt in de procesleiding worden ingebouwd, zolang
aan onderstaande voorwaarden wordt voldaan:
• Voordat u de sensor in werking stelt, moet u de flow door de sensor
kunnen stopzetten. (Tijdens het instellen van het nulpunt moet de flow
geheel stilliggen, tevens moet de sensor geheel gevuld zijn met
procesmedium.)
• Tijdens bedrijf moet de sensor met procesmedium gevuld blijven.
• De omgeving waarin de sensor wordt geïnstalleerd, moet vallen
binnen de classificatie die staat aangegeven op het plaatje met
goedkeuringen op de sensor (zie figuur 1- 4).
Kies een locatie voor de sensor op basis van de eisen uit dit hoofdstuk.
Pijl stromingsrichting
Spoelaansluiting (optie)
Sensorbehuizing
Aansluitdoos
Spoelaansluiting (optie)
Aardschroef
Plaatje met
kalibratie
Plaatje met
goedkeuringen
Procesaansluiting
Procesaansluiting
60
Temperatuurgrenzen
De temperatuurgrenzen van het procesmedium verschillen per sensor;
raadpleeg tabel 2.
.
Bij ATEX-goedkeuringen kan de temperatuur van het procesmedium
verder worden beperkt door de omgevingstemperatuur. Richtlijnen
hiervoor kunt u vinden op www.micromotion.com/atex.
Maximale lengtes bedrading
De maximale lengte van de kabel tussen de sensor en de transmitter vindt
u in tabel 3.
Tabel 2. Temperatuurspecificaties
Sensortype °F °C
DS025
-400 tot +350 -240 tot +177
DS040
-400 tot +350 –240 tot +177
DS065
-400 tot +350 –240 tot +177
DS100
-400 tot +400 –240 tot +204
DS150
-400 tot +400 –240 tot +204
DS150Z
+32 tot +250 0 tot +121
DS300
-400 tot +400 -240 tot +204
DS300Z
+32 tot +250 0 tot +121
DH025
-400 tot +350 -240 tot +177
DH038
-400 tot +350 -240 tot +177
DH100
-400 tot +400 -240 tot +204
DH150
-400 tot +400 -240 tot +204
DH300
-400 tot +400 -240 tot +204
DT065
+32 tot +800 0 tot +426
DT100
+32 tot +800 0 tot +426
DT150
+32 tot +800 0 tot +426
DL065
-400 tot +350 -240 tot +177
DL100
-400 tot +350 -240 tot +177
DL200
-400 tot +400 -240 tot +204
Tabel 3. Maximale kabellengte
Kabel naar flowmeteronderdeel Maximale lengte
9-draads naar een Model 1700/2700 transmitter 20 meter (60 feet)
9-draads naar alle andere transmitters 300 meter (1000 feet)
61
Installatie in explosiegevaarlijke omgevingen
Raadpleeg de instructies van Micro Motion voor installatie volgens UL,
CSA, SAA of ATEX voor installatie in een omgeving waar intrinsieke
veiligheid vereist is. Deze instructies worden meegeleverd met de sensor
of zijn verkrijgbaar via de Micro Motion-website.
Voor een compleet overzicht van classificaties van explosiegevaarlijke
omgevingen voor Micro Motion sensoren, verwijzen wij u naar het
Expert
2
â„¢
systeem op www.micromotion.com.
STAP 2. Montagestand van de sensor
De sensor functioneert goed in elke stand, mits de sensorbuizen met
procesmedium gevuld blijven. Micro Motion raadt u aan de D, DT en DL
sensoren te installeren zoals afgebeeld in figuur 5.
Pijl stromingsrichting
Op de sensor is een pijl aangebracht (zie figuur 1-4), om u te helpen de
transmitter voor de stromingsrichting te configureren. Als het
procesmedium in de tegenovergestelde richting van die van de pijl
stroomt, kan dit leiden tot onvoorziene uitgangssignalen van de
transmitter, tenzij deze hiervoor geconfigureerd is. Instructies voor het
configureren van de stromingsrichting van de transmitter vindt u in de
handleiding van de transmitter.
62
Vloeist
Figuur 5. Aanbevolen montagestanden voor sensoren
Montagestand voor vloeistoffen: buizen omlaag, horizontale pijpleiding
DS025, DH038, DS040 DS065, DS100, DS150,
DS300
DT065, DT100, DT150
Montagestand voor gassen: buizen omhoog, horizontale pijpleiding, volledige
aftapmogelijkheid
DS025, DH038, DS040 DS065, DS100, DS150 DT065, DT100, DT150
Montagestand voor slurries: "vlag"-positie, verticale pijpleiding
DS025, DH038, DS040 DS065, DS100, DS150,
DS300
DT065, DT100, DT150
Vloeistoffen, gassen, slurries
Volledige aftapmogelijkheid
Goedgekeurd door 3A voor sanitaire toepassingen
DL065, DL100, DL200
Stroming
Stroming
Stromin
g
63
STAP 3. Montage van de sensor
D en DT sensoren
Hanteer uw gebruikelijke montagemethodes voor het beperken van
torsiekrachten en buigbelasting op de procesaansluitingen. In
figuur 6
ziet u hoe een D en DT sensor moet worden gemonteerd. Laat indien
mogelijk de doorvoeropening naar beneden wijzen bij het bedraden, om
de kans op condensatie of overmatig vocht in de aansluitdoos te
reduceren.
Figuur 6. Montage van een D en DT sensor
VOORZICHTIG
VOORZICHTIG
VOORZICHTIG
Gebruik van de sensor voor ondersteuning van
pijpleidingen kan leiden tot beschadiging van de
sensor of tot meetfouten.
Gebruik de sensor niet om pijpleidingen te ondersteunen.
64
DL sensoren
Houd u aan deze richtlijnen om zeker te zijn van optimale prestaties van
de DL sensor:
• Bevestig de pijpleiding aan een stabiele constructie op minstens één
punt stroomafwaarts en minstens één punt stroomopwaarts van de
sensor. Breng de steunen zo dicht mogelijk bij de procesaansluitingen
aan. De steunen moeten aan dezelfde constructie worden bevestigd.
Zie figuur 7.
Figuur 7. Installatie DL sensor
• Als er meerdere sensoren in serie of parallel worden geïnstalleerd,
moet de pijpleiding naar elke sensor apart worden ondersteund. Klem
minstens twee vaste steunen op de pijpleiding tussen sensoren die in
serie zijn geïnstalleerd.
• Er kan een flexibele pijpleiding worden geïnstalleerd voor een
maximale beperking van trillingen in de leiding die worden
overgebracht naar de sensor. De pijpleiding vlak naast de
procesaansluitingen van de sensor moet stijf zijn.
Met 3A goedkeuring voor sanitaire toepassingen
Montagesteun
Pijpklemmen en
-steunen
Montagesteun - met bouten
aan onderplaat van sensor
bevestigd
Afdruip-
voorziening
Sanitaire flowklep
Pijpklemmen en
-steunen
Min. 0,6 m (2 feet) flex. kabel
65
Nadat de procesleiding is geïnstalleerd en goed ondersteund is,
raadpleegt u figuur 8 en houdt u zich aan onderstaande richtlijnen bij
installatie van de sensor:
• Installeer de sensor met door de gebruiker te leveren montagesteunen,
bouten en borgplaatjes (zes 1/4 inch-20 UNC voor een DL65 of
DL100 sensor; twee 1/4 inch-20 UNC en vier 3/8 inch-16 UNC voor
een DL200 sensor).
• Gebruik geschikte pakkingen (door de gebruiker te leveren) tussen de
procesaansluitingen op de sensor en de procesleiding.
Figuur 8. Installatie van DL sensor met volledige aftapmogelijkheid
voor sanitaire toepassingen
101 mm
minimaal
Waterpas
Waterpas
Waterpas
Waterpas
101 mm
minimaal
101 mm
minimaal
Installatie op vloer
Installatie
aan plafond
Installatie
aan wand
66
STAP 4. Bedraden van sensor op transmitter
WAARSCHUWING
Als in een explosiegevaarlijke omgeving niet wordt
voldaan aan de voorwaarden voor intrinsieke
veiligheid, kan dit leiden tot een explosie.
• Overtuig u ervan dat de explosiegevaarlijke omgeving
die wordt aangegeven op het plaatje met
goedkeuringen op de sensor, correspondeert met de
omgeving waarin de sensor wordt geïnstalleerd. Zie
figuur 1-4.
• Raadpleeg de instructies van Micro Motion voor
installatie volgens UL, CSA, SAA of ATEX voor
installatie in een omgeving waar intrinsieke veiligheid
vereist is. Deze instructies worden meegeleverd met
de sensor of zijn verkrijgbaar via de Micro Motion-
website.
• Voor installatie in een explosiegevaarlijke omgeving in
Europa, raadpleegt u norm EN 60079-14 als er geen
landelijke normen van toepassing zijn.
VOORZICHTIG
VOORZICHTIG
VOORZICHTIG
Als de behuizing van de aansluitdoos van de sensor
en die van de transmitter niet worden afgedicht, kan
er kortsluiting ontstaan, die leidt tot meetfouten of
storingen in de flowmeter.
• Overtuig u ervan dat pakkingen en O-ringen goed
aansluiten.
• Breng afdruipvoorzieningen aan in de leiding of kabel.
• Dicht alle doorvoeropeningen af.
67
Aansluitdoos Model D sensor
De meeste Model D sensoren worden verzonden met een aansluitdoos
voor de bedrading. Voor Model DT sensoren, zie Model DT leiding en
aansluitdoos hieronder. Voor Model D en DL sensoren:
• Als de aansluitdoos nog niet geïnstalleerd is, monteert u hem op de
sensor aan de hand van de bedradingsinstructies op de aansluitdoos.
• Laat indien mogelijk de opening van de aansluitdoos naar beneden
wijzen bij het bedraden, of breng een afdruipvoorziening aan in de
kabel of leiding, om de kans op condensatie of overmatig vocht in de
aansluitdoos te reduceren. Zie figuur 9.
• Hanteer vervolgens de richtlijnen in Bedrading 9-draads kabel om de
sensor op de transmitter te bedraden.
Figuur 9. Aansluitdoos Model D sensor
Model DT leiding en aansluitdoos
DT sensoren worden geleverd met een aansluitkabel van 1 meter (3 foot)
die al is aangebracht en een stuk leiding van 1 meter (3 foot) dat over de
reeds geïnstalleerde kabel moet worden aangebracht. Raadpleeg
figuur 10.
• Schuif de leiding over de reeds geïnstalleerde kabel.
• Schroef het fittinguiteinde van de leiding in de sensor
3/4" NPT
doorvoeropening met
binnendraad
Afdruipvoorziening in
leiding of kabel
68
Het andere uiteinde van de leiding kan worden aangesloten op een door
de gebruiker te leveren aansluitdoos of rechtstreeks op een transmitter.
• Als de leiding wordt aangesloten op een door de gebruiker geleverde
aansluitdoos, sluit u de draden aan op de klemmen in de aansluitdoos.
Laat indien mogelijk de openingen van de aansluitdoos naar beneden
wijzen bij het bedraden, of breng afdruipvoorzieningen aan in de
leidingen, om de kans op condensatie of overmatig vocht in de
aansluitdoos te reduceren. Sluit vervolgens de 9-draads kabel aan van
de aansluitdoos naar de transmitter aan de hand van de instructies in
Bedrading 9-draads kabel.
• Als de leiding direct op een transmitter wordt aangesloten, raadpleegt
u de instructies in de Beknopte handleiding van de transmitter.
Figuur 10. Bedrading Model DT sensor
Afdruip-
voorziening
1/2" NPT
leidingaansluiting
1 m (3 ft) door fabriek geleverde flexibele leiding
Afgedicht tegen vloeistof om te voldoen aan de
CE-eisen voor installatie in Europa
Aardschroef
Door gebruiker
geleverde
aansluitdoos
69
Bedrading 9-draads kabel
Volg onderstaande stappen voor het aansluiten van de 9-draads kabel
tussen de sensor en de transmitter
1. Maak de kabel gereed volgens de instructies in de Handleiding voor
voorbereiding en installatie van de 9-aderige Micro Motion
flowmeterkabel.
2. Steek de gestripte uiteinden van elk van de draden in de
klemmenblokken. Er mogen geen blanke draden zichtbaar blijven.
• Bij D en DL sensoren zoekt u de draden van dezelfde kleur. Voor
de bedrading op de transmitter raadpleegt u de Beknopte
handleiding van de transmitter.
• Bij DT sensoren sluit u de draden van de sensorkabel aan op de
klemmen van de aansluitdoos. Dan sluit u de 9-draads kabel aan
op de klemmen van de aansluitdoos, waarbij aan de hand van de
kleur van de draad het juiste klemnummer van de DT sensor
opzoekt in tabel 4. Voor de bedrading op de transmitter raadpleegt
u de Beknopte handleiding van de transmitter.
3. Draai de schroeven vast die de draden op hun plaats houden.
4. Overtuig u ervan dat de pakkingen goed aansluiten, draai het deksel
van de aansluitdoos en alle deksels van de transmitterbehuizing stevig
vast en dicht ze af.
Tabel 4. Bedrading DT sensor naar transmitter
Klemnummer DT sensor Kleuren 9-draads kabel
1Bruin
2 Rood
3 Oranje
4 Geel
5 Groen
6 Blauw
7 Violet
8 Grijs
9Wit
70
STAP 5. Aarding van de sensor
De sensor kan via de pijpleiding geaard worden, indien de naden van de
leiding met de aarde verbonden zijn. Als de sensor niet via de pijpleiding
wordt geaard, verbindt u een aarddraad met de aardschroef van de sensor,
(zie figuur 1-4) of de aardschroef van de aansluitdoos.
Als er geen landelijke normen van kracht zijn, houdt u zich aan
onderstaande richtlijnen:
• Gebruik voor het aarden koperen draad, 14 AWG (2,5 mm²) of dikker.
• Houd alle aarddraden zo kort mogelijk, met minder dan 1 ohm
impedantie.
• Hanteer minder dan 1 ohm impedantie voor aarddraden.
• Verbind aarddraden rechtstreeks met de aarde, of houd u aan de
normen van de fabriek.
Raadpleeg de beknopte handleiding van de transmitter voor instructies
over het aarden van de transmitter.
VOORZICHTIG
VOORZICHTIG
VOORZICHTIG
Een ondeugdelijke aarding kan leiden tot meetfouten.
Beperk de kans op meetfouten als volgt:
• Verbind de flowmeter met de aarde, of houd u aan de
vereisten voor het aardnet van de locatie.
• Raadpleeg de instructies van Micro Motion voor
installatie volgens UL, CSA, SAA of ATEX voor
installatie in een omgeving waar intrinsieke veiligheid
vereist is. Deze instructies worden meegeleverd met
de sensor of zijn verkrijgbaar via de Micro Motion-
website.
• Voor installatie in een explosiegevaarlijke omgeving in
Europa, raadpleegt u norm EN 60079-14 als er geen
landelijke normen van toepassing zijn.
Micro Motion
TM
Micro Motion Europa
Emerson Process Management
Wiltonstraat 30
3905 KW Veenendaal
Nederland
T +31 (0) 318 495 670
F +31 (0) 318 495 689
Micro Motion Inc. USA
Wereldwijd hoofdkantoor
7070 Winchester Circle
Boulder, Colorado 80301, VS
T (303) 530-8400
(800) 522-6277
F (303) 530-8459
Micro Motion Japan
Emerson Process Management
Shinagawa NF Bldg. 5F
1-2-5, Higashi Shinagawa
Shinagawa-ku
Tokio 140-0002 Japan
T (81) 3 5769-6803
F (81) 3 5769-6843
Micro Motion Azië
Emerson Process Management
1 Pandan Crescent
Singapore 128461
Republiek Singapore
T (65) 6777-8211
F (65) 6770-8003
72
Bezoek onze Internetpagina op www.micromotion.com
Micro Motion Nederland
Emerson Process Management
Fisher-Rosemount BV
Patrijsweg 140
2289 EZ Rijswijk
T +31 (0) 70 413 6607
F +31 (0) 70 413 6603
www.emersonprocess.nl
Micro Motion Belgie
Emerson Process Management nv/sa
De Kleetlaan 4
1831 Diegem
T +32 (0) 2 716 77 11
F +32 (0) 2 725 83 00
www.emersonprocess.be
Micro Motion
TM
Micro Motion Europe
Emerson Process Management
Wiltonstraat 30
3905 KW Veenendaal
Holland
Tlf. +31 (0) 318 495 670
Fax +31 (0) 318 495 689
Micro Motion Inc. USA
Worldwide Headquarters
7070 Winchester Circle
Boulder, Colorado 80301
Tlf. (303) 530-8400
(800) 522-6277
Fax (303) 530-8459
Micro Motion Japan
Emerson Process Management
Shinagawa NF Bldg. 5F
1-2-5, Higashi Shinagawa
Shinagawa-ku
Tokyo 140-0002 Japan
Tlf. (81) 3 5769-6803
Fax (81) 3 5769-6843
Micro Motion Asia
Emerson Process Management
1 Pandan Crescent
Singapore 128461
Singapore
Tlf. (65) 6777-8211
Fax (65) 6770-8003
198
Besøg os på internettet på www.micromotion.com
Micro Motion Denmark
Emerson Process Management
Hejrevang 11
3450 Allerød
Denmark
T +45 (0) 70 25 3051
F +45 (0) 70 25 3052
www.emersonprocess.com/denmark

Documenttranscriptie

Contents English . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1 Français . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19 Deutsch . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 37 Nederlands . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 55 Español . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 73 Italiano . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 91 Português . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 109 Suomen kieli . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 127 Norsk . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 145 Svensk . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 163 Dansk . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 181 i Consultez l’actualité Micro Motion sur Internet : www.micromotion.com Micro Motion France Emerson Process Management S.A.S. 14, rue Edison - BP 21 69671 Bron Cedex France T +33 (0) 4 72 15 98 00 F +33 (0) 4 72 15 98 99 www.emersonprocess.fr Micro Motion Suisse Micro Motion Belgique Emerson Process Management AG Blegistraße 21 CH-6341 Baar-Walterswil Suisse T +41 (0) 41 768 6111 F +41 (0) 41 768 6300 www.emersonprocess.ch Emerson Process Management nv/sa De Kleetlaan 1831 Diegem Belgique T +32 (0) 2 716 77 11 F +32 (0) 2 725 83 00 www.emersonprocess.be Micro Motion Europe Micro Motion Asia Emerson Process Management Wiltonstraat 30 3905 KW Veenendaal The Netherlands T +31 (0) 318 495 670 F +31 (0) 318 495 689 Emerson Process Management 1 Pandan Crescent Singapore 128461 Republic of Singapore T (65) 6777-8211 F (65) 6770-8003 Micro Motion Inc. USA Worldwide Headquarters Micro Motion Japan 7070 Winchester Circle Boulder, Colorado 80301 T (303) 530-8400 (800) 522-6277 F (303) 530-8459 Emerson Process Management Shinagawa NF Bldg. 5F 1-2-5, Higashi Shinagawa Shinagawa-ku Tokyo 140-0002 Japan T (81) 3 5769-6803 F (81) 3 5769-6843 TM Micro Motion 36 Besuchen Sie uns im Internet: www.micromotion.com Micro Motion Deutschland Micro Motion Schweiz Emerson Process Management GmbH & Co. OHG Argelsrieder Feld 3 D-82234 Weßling T +49 (0) 8153 939-0 F +49 (0) 8153 939-172 www.emersonprocess.de Emerson Process Management AG Blegistraße 21 6341 Baar-Walterswil T +41 (0) 41 768 6111 F +41 (0) 41 768 6300 www.emersonprocess.ch Micro Motion Europe Micro Motion Österreich Emerson Process Management Wiltonstraat 30 3905 KW Veenendaal The Netherlands T +31 (0) 318 495 670 F +31 (0) 318 495 689 Emerson Process Management AG Industriezentrum NÖ Süd Straße 2a, Obj. 29 2351 Wr. Neudorf T +43 (0) 2236-607 F +43 (0) 2236-607 44 www.emersonprocess.at Micro Motion Inc. USA Worldwide Headquarters Micro Motion Japan 7070 Winchester Circle Boulder, Colorado 80301 T (303) 530-8400 (800) 522-6277 F (303) 530-8459 Emerson Process Management Shinagawa NF Bldg. 5F 1-2-5, Higashi Shinagawa Shinagawa-ku Tokyo 140-0002 Japan T (81) 3 5769-6803 F (81) 3 5769-6843 TM Micro Motion 54 Beknopte handleiding Nederlands Maart 2003 Micro Motion® Model D, DT en DL sensor Instructies voor installatie Voor technische ondersteuning via Internet kunt u gebruik maken van het EXPERT2™ systeem op www.expert2.com Als u een medewerker van de klantenservice wilt spreken, kunt u bellen met de dichtstbijzijnde vestiging. • In Nederland, tel. 070-413 6607 • In België, tel. 02-716 77 11 • In Amerika, tel. 1-800-522-MASS (1-800-522-6277) • In Canada en Latijns Amerika, tel. (303) 530-8400 • In Azië, tel. (65) 6770-8155 TM Micro Motion 55 VÓÓRDAT U BEGINT Wat vindt u in deze handleiding Deze beknopte handleiding bevat algemene richtlijnen voor installatie van alle Micro Motion® Model D (behalve D600), DL en DT sensoren. Voor meer informatie over sensoren verwijzen wij u naar de handleiding die met de sensor is meegeleverd. Installatie in Europa De producten van Micro Motion voldoen aan alle van toepassing zijnde Europese richtlijnen indien zij op de juiste wijze, volgens de instructies uit deze beknopte handleiding, zijn geïnstalleerd. In de EG-verklaring van overeenstemming staat vermeld welke richtlijnen van toepassing zijn op een bepaald product De EG-verklaring van overeenstemming, met alle van toepassing zijnde Europese richtlijnen, alsmede de volledige tekeningen en instructies voor installatie volgens ATEX, zijn verkrijgbaar via Internet op www.micromotion.com/atex of via de klantenservice van uw plaatselijke vestiging. INLEIDING De sensor vormt het ene deel van een Coriolis flowmeter. Het andere deel is een transmitter. Opties voor installatie Model D, DT en DL sensoren kunnen worden aangesloten op de Micro Motion transmitters die worden genoemd in tabel 1. ©2003, Micro Motion, Inc. Alle rechten voorbehouden. Micro Motion is een gedeponeerd handelsmerk van Micro Motion, Inc. De logo's van Micro Motion en Emerson zijn handelsmerken van Emerson Electric Co. Alle andere handelsmerken zijn het eigendom van hun respectieve eigenaren. 56 Tabel 1. Compatibiliteit van transmitters en sensoren Model D en DL sensoren Model DT sensoren Model 1700/2700 (9-draads) X X Model 3500/3700 (9-draads) X X RFT9739 (7- of 9-draads) X X Transmitters IFT9701 (9-draads) X RFT9712 (7- of 9-draads) X X Model D, DT en DL sensoren zijn leverbaar met een 9-draads aansluiting naar een op afstand gemonteerde transmitter. Raadpleeg figuur 1, 2, 3 en 4 voor de onderdelen van de sensor. (Let op: De figuren zijn niet op schaal.) Figuur 1. DS025, DH025, DH038 en DS040 sensoren Pijl stromingsrichting Aansluitdoos Procesaansluiting Spoelaansluitingen (optie) Sensorbehuizing Plaatje met goedkeuringen Plaatje met kalibratie Aardschroef 57 Figuur 2. DS065, DS100, DH100, DS150, DH150, DS300 en DH300 sensoren Aansluitdoos Pijl stromingsrichting Procesaansluiting Spoelaansluiting (optie) Plaatje met kalibratie Sensorbehuizing Plaatje met goedkeuringen Spoelaansluiting (optie) Aardschroef Figuur 3. DT065, DT100 en DT150 sensoren Pijl stromingsrichting Hijsoog Procesaansluiting Plaatje met kalibratie Plaatje met goedkeuringen Sensorbehuizing Aardschroef Sensorkabel 58 Figuur 4. DL065, DL100 en DL200 sensoren Aardschroef Spoelaansluiting (optie) Sensorbehuizing Plaatje met kalibratie Plaatje met goedkeuringen Spoelaansluiting (optie) Pijl stromingsrichting Procesaansluiting Procesaansluiting STAP 1. Aansluitdoos Locatiekeuze De sensor kan op elk punt in de procesleiding worden ingebouwd, zolang aan onderstaande voorwaarden wordt voldaan: • Voordat u de sensor in werking stelt, moet u de flow door de sensor kunnen stopzetten. (Tijdens het instellen van het nulpunt moet de flow geheel stilliggen, tevens moet de sensor geheel gevuld zijn met procesmedium.) • Tijdens bedrijf moet de sensor met procesmedium gevuld blijven. • De omgeving waarin de sensor wordt geïnstalleerd, moet vallen binnen de classificatie die staat aangegeven op het plaatje met goedkeuringen op de sensor (zie figuur 1- 4). Kies een locatie voor de sensor op basis van de eisen uit dit hoofdstuk. 59 Temperatuurgrenzen De temperatuurgrenzen van het procesmedium verschillen per sensor; raadpleeg tabel 2. . Tabel 2. Temperatuurspecificaties Sensortype DS025 DS040 DS065 DS100 DS150 DS150Z DS300 DS300Z DH025 DH038 DH100 DH150 DH300 DT065 DT100 DT150 DL065 DL100 DL200 °F °C -400 tot +350 -400 tot +350 -400 tot +350 -400 tot +400 -400 tot +400 +32 tot +250 -400 tot +400 +32 tot +250 -400 tot +350 -400 tot +350 -400 tot +400 -400 tot +400 -400 tot +400 +32 tot +800 +32 tot +800 +32 tot +800 -400 tot +350 -400 tot +350 -400 tot +400 -240 tot +177 –240 tot +177 –240 tot +177 –240 tot +204 –240 tot +204 0 tot +121 -240 tot +204 0 tot +121 -240 tot +177 -240 tot +177 -240 tot +204 -240 tot +204 -240 tot +204 0 tot +426 0 tot +426 0 tot +426 -240 tot +177 -240 tot +177 -240 tot +204 Bij ATEX-goedkeuringen kan de temperatuur van het procesmedium verder worden beperkt door de omgevingstemperatuur. Richtlijnen hiervoor kunt u vinden op www.micromotion.com/atex. Maximale lengtes bedrading De maximale lengte van de kabel tussen de sensor en de transmitter vindt u in tabel 3. Tabel 3. Maximale kabellengte Kabel naar flowmeteronderdeel Maximale lengte 9-draads naar een Model 1700/2700 transmitter 20 meter (60 feet) 9-draads naar alle andere transmitters 300 meter (1000 feet) 60 Installatie in explosiegevaarlijke omgevingen Raadpleeg de instructies van Micro Motion voor installatie volgens UL, CSA, SAA of ATEX voor installatie in een omgeving waar intrinsieke veiligheid vereist is. Deze instructies worden meegeleverd met de sensor of zijn verkrijgbaar via de Micro Motion-website. Voor een compleet overzicht van classificaties van explosiegevaarlijke omgevingen voor Micro Motion sensoren, verwijzen wij u naar het Expert 2™ systeem op www.micromotion.com. STAP 2. Montagestand van de sensor De sensor functioneert goed in elke stand, mits de sensorbuizen met procesmedium gevuld blijven. Micro Motion raadt u aan de D, DT en DL sensoren te installeren zoals afgebeeld in figuur 5. Pijl stromingsrichting Op de sensor is een pijl aangebracht (zie figuur 1-4), om u te helpen de transmitter voor de stromingsrichting te configureren. Als het procesmedium in de tegenovergestelde richting van die van de pijl stroomt, kan dit leiden tot onvoorziene uitgangssignalen van de transmitter, tenzij deze hiervoor geconfigureerd is. Instructies voor het configureren van de stromingsrichting van de transmitter vindt u in de handleiding van de transmitter. 61 Vloeist Figuur 5. Aanbevolen montagestanden voor sensoren Montagestand voor vloeistoffen: buizen omlaag, horizontale pijpleiding DS025, DH038, DS040 DS065, DS100, DS150, DS300 DT065, DT100, DT150 Montagestand voor gassen: buizen omhoog, horizontale pijpleiding, volledige aftapmogelijkheid DS025, DH038, DS040 DS065, DS100, DS150 DT065, DT100, DT150 Montagestand voor slurries: "vlag"-positie, verticale pijpleiding DS025, DH038, DS040 DS065, DS100, DS150, DS300 Stroming Stroming Vloeistoffen, gassen, slurries Volledige aftapmogelijkheid Goedgekeurd door 3A voor sanitaire toepassingen DL065, DL100, DL200 62 DT065, DT100, DT150 Stroming STAP 3. Montage van de sensor D en DT sensoren Hanteer uw gebruikelijke montagemethodes voor het beperken van torsiekrachten en buigbelasting op de procesaansluitingen. In figuur 6 ziet u hoe een D en DT sensor moet worden gemonteerd. Laat indien mogelijk de doorvoeropening naar beneden wijzen bij het bedraden, om de kans op condensatie of overmatig vocht in de aansluitdoos te reduceren. Figuur 6. Montage van een D en DT sensor VOORZICHTIG VOORZICHTIG VOORZICHTIG Gebruik van de sensor voor ondersteuning van pijpleidingen kan leiden tot beschadiging van de sensor of tot meetfouten. Gebruik de sensor niet om pijpleidingen te ondersteunen. 63 DL sensoren Houd u aan deze richtlijnen om zeker te zijn van optimale prestaties van de DL sensor: • Bevestig de pijpleiding aan een stabiele constructie op minstens één punt stroomafwaarts en minstens één punt stroomopwaarts van de sensor. Breng de steunen zo dicht mogelijk bij de procesaansluitingen aan. De steunen moeten aan dezelfde constructie worden bevestigd. Zie figuur 7. Figuur 7. Installatie DL sensor Met 3A goedkeuring voor sanitaire toepassingen Montagesteun Montagesteun - met bouten aan onderplaat van sensor bevestigd Min. 0,6 m (2 feet) flex. kabel Pijpklemmen en -steunen Afdruipvoorziening Sanitaire flowklep Pijpklemmen en -steunen • Als er meerdere sensoren in serie of parallel worden geïnstalleerd, moet de pijpleiding naar elke sensor apart worden ondersteund. Klem minstens twee vaste steunen op de pijpleiding tussen sensoren die in serie zijn geïnstalleerd. • Er kan een flexibele pijpleiding worden geïnstalleerd voor een maximale beperking van trillingen in de leiding die worden overgebracht naar de sensor. De pijpleiding vlak naast de procesaansluitingen van de sensor moet stijf zijn. 64 Nadat de procesleiding is geïnstalleerd en goed ondersteund is, raadpleegt u figuur 8 en houdt u zich aan onderstaande richtlijnen bij installatie van de sensor: • Installeer de sensor met door de gebruiker te leveren montagesteunen, bouten en borgplaatjes (zes 1/4 inch-20 UNC voor een DL65 of DL100 sensor; twee 1/4 inch-20 UNC en vier 3/8 inch-16 UNC voor een DL200 sensor). • Gebruik geschikte pakkingen (door de gebruiker te leveren) tussen de procesaansluitingen op de sensor en de procesleiding. Figuur 8. Installatie van DL sensor met volledige aftapmogelijkheid voor sanitaire toepassingen Installatie op vloer Waterpas Waterpas 101 mm minimaal Installatie aan wand Installatie aan plafond Waterpas 101 mm minimaal 101 mm minimaal Waterpas 65 STAP 4. Bedraden van sensor op transmitter WAARSCHUWING Als in een explosiegevaarlijke omgeving niet wordt voldaan aan de voorwaarden voor intrinsieke veiligheid, kan dit leiden tot een explosie. • • • Overtuig u ervan dat de explosiegevaarlijke omgeving die wordt aangegeven op het plaatje met goedkeuringen op de sensor, correspondeert met de omgeving waarin de sensor wordt geïnstalleerd. Zie figuur 1-4. Raadpleeg de instructies van Micro Motion voor installatie volgens UL, CSA, SAA of ATEX voor installatie in een omgeving waar intrinsieke veiligheid vereist is. Deze instructies worden meegeleverd met de sensor of zijn verkrijgbaar via de Micro Motionwebsite. Voor installatie in een explosiegevaarlijke omgeving in Europa, raadpleegt u norm EN 60079-14 als er geen landelijke normen van toepassing zijn. VOORZICHTIG VOORZICHTIG VOORZICHTIG Als de behuizing van de aansluitdoos van de sensor en die van de transmitter niet worden afgedicht, kan er kortsluiting ontstaan, die leidt tot meetfouten of storingen in de flowmeter. • • • Overtuig u ervan dat pakkingen en O-ringen goed aansluiten. Breng afdruipvoorzieningen aan in de leiding of kabel. Dicht alle doorvoeropeningen af. 66 Aansluitdoos Model D sensor De meeste Model D sensoren worden verzonden met een aansluitdoos voor de bedrading. Voor Model DT sensoren, zie Model DT leiding en aansluitdoos hieronder. Voor Model D en DL sensoren: • Als de aansluitdoos nog niet geïnstalleerd is, monteert u hem op de sensor aan de hand van de bedradingsinstructies op de aansluitdoos. • Laat indien mogelijk de opening van de aansluitdoos naar beneden wijzen bij het bedraden, of breng een afdruipvoorziening aan in de kabel of leiding, om de kans op condensatie of overmatig vocht in de aansluitdoos te reduceren. Zie figuur 9. • Hanteer vervolgens de richtlijnen in Bedrading 9-draads kabel om de sensor op de transmitter te bedraden. Figuur 9. Aansluitdoos Model D sensor 3/4" NPT doorvoeropening met binnendraad Afdruipvoorziening in leiding of kabel Model DT leiding en aansluitdoos DT sensoren worden geleverd met een aansluitkabel van 1 meter (3 foot) die al is aangebracht en een stuk leiding van 1 meter (3 foot) dat over de reeds geïnstalleerde kabel moet worden aangebracht. Raadpleeg figuur 10. • Schuif de leiding over de reeds geïnstalleerde kabel. • Schroef het fittinguiteinde van de leiding in de sensor 67 Het andere uiteinde van de leiding kan worden aangesloten op een door de gebruiker te leveren aansluitdoos of rechtstreeks op een transmitter. • Als de leiding wordt aangesloten op een door de gebruiker geleverde aansluitdoos, sluit u de draden aan op de klemmen in de aansluitdoos. Laat indien mogelijk de openingen van de aansluitdoos naar beneden wijzen bij het bedraden, of breng afdruipvoorzieningen aan in de leidingen, om de kans op condensatie of overmatig vocht in de aansluitdoos te reduceren. Sluit vervolgens de 9-draads kabel aan van de aansluitdoos naar de transmitter aan de hand van de instructies in Bedrading 9-draads kabel. • Als de leiding direct op een transmitter wordt aangesloten, raadpleegt u de instructies in de Beknopte handleiding van de transmitter. Figuur 10. Bedrading Model DT sensor 1 m (3 ft) door fabriek geleverde flexibele leiding Afgedicht tegen vloeistof om te voldoen aan de CE-eisen voor installatie in Europa 1/2" NPT leidingaansluiting Door gebruiker geleverde aansluitdoos Afdruipvoorziening Aardschroef 68 Bedrading 9-draads kabel Volg onderstaande stappen voor het aansluiten van de 9-draads kabel tussen de sensor en de transmitter 1. Maak de kabel gereed volgens de instructies in de Handleiding voor voorbereiding en installatie van de 9-aderige Micro Motion flowmeterkabel. 2. Steek de gestripte uiteinden van elk van de draden in de klemmenblokken. Er mogen geen blanke draden zichtbaar blijven. • Bij D en DL sensoren zoekt u de draden van dezelfde kleur. Voor de bedrading op de transmitter raadpleegt u de Beknopte handleiding van de transmitter. • Bij DT sensoren sluit u de draden van de sensorkabel aan op de klemmen van de aansluitdoos. Dan sluit u de 9-draads kabel aan op de klemmen van de aansluitdoos, waarbij aan de hand van de kleur van de draad het juiste klemnummer van de DT sensor opzoekt in tabel 4. Voor de bedrading op de transmitter raadpleegt u de Beknopte handleiding van de transmitter. 3. Draai de schroeven vast die de draden op hun plaats houden. 4. Overtuig u ervan dat de pakkingen goed aansluiten, draai het deksel van de aansluitdoos en alle deksels van de transmitterbehuizing stevig vast en dicht ze af. Tabel 4. Bedrading DT sensor naar transmitter Klemnummer DT sensor Kleuren 9-draads kabel 1 Bruin 2 Rood 3 Oranje 4 Geel 5 Groen 6 Blauw 7 Violet 8 Grijs 9 Wit 69 STAP 5. Aarding van de sensor VOORZICHTIG VOORZICHTIG VOORZICHTIG Een ondeugdelijke aarding kan leiden tot meetfouten. Beperk de kans op meetfouten als volgt: • • • Verbind de flowmeter met de aarde, of houd u aan de vereisten voor het aardnet van de locatie. Raadpleeg de instructies van Micro Motion voor installatie volgens UL, CSA, SAA of ATEX voor installatie in een omgeving waar intrinsieke veiligheid vereist is. Deze instructies worden meegeleverd met de sensor of zijn verkrijgbaar via de Micro Motionwebsite. Voor installatie in een explosiegevaarlijke omgeving in Europa, raadpleegt u norm EN 60079-14 als er geen landelijke normen van toepassing zijn. De sensor kan via de pijpleiding geaard worden, indien de naden van de leiding met de aarde verbonden zijn. Als de sensor niet via de pijpleiding wordt geaard, verbindt u een aarddraad met de aardschroef van de sensor, (zie figuur 1-4) of de aardschroef van de aansluitdoos. Als er geen landelijke normen van kracht zijn, houdt u zich aan onderstaande richtlijnen: • Gebruik voor het aarden koperen draad, 14 AWG (2,5 mm²) of dikker. • Houd alle aarddraden zo kort mogelijk, met minder dan 1 ohm impedantie. • Hanteer minder dan 1 ohm impedantie voor aarddraden. • Verbind aarddraden rechtstreeks met de aarde, of houd u aan de normen van de fabriek. Raadpleeg de beknopte handleiding van de transmitter voor instructies over het aarden van de transmitter. 70 Bezoek onze Internetpagina op www.micromotion.com Micro Motion Nederland Micro Motion Belgie Emerson Process Management Fisher-Rosemount BV Patrijsweg 140 2289 EZ Rijswijk T +31 (0) 70 413 6607 F +31 (0) 70 413 6603 www.emersonprocess.nl Emerson Process Management nv/sa De Kleetlaan 4 1831 Diegem T +32 (0) 2 716 77 11 F +32 (0) 2 725 83 00 www.emersonprocess.be Micro Motion Europa Micro Motion Azië Emerson Process Management Wiltonstraat 30 3905 KW Veenendaal Nederland T +31 (0) 318 495 670 F +31 (0) 318 495 689 Emerson Process Management 1 Pandan Crescent Singapore 128461 Republiek Singapore T (65) 6777-8211 F (65) 6770-8003 Micro Motion Inc. USA Wereldwijd hoofdkantoor Micro Motion Japan 7070 Winchester Circle Boulder, Colorado 80301, VS T (303) 530-8400 (800) 522-6277 F (303) 530-8459 Emerson Process Management Shinagawa NF Bldg. 5F 1-2-5, Higashi Shinagawa Shinagawa-ku Tokio 140-0002 Japan T (81) 3 5769-6803 F (81) 3 5769-6843 TM Micro Motion 72 Besøg os på internettet på www.micromotion.com Micro Motion Denmark Emerson Process Management Hejrevang 11 3450 Allerød Denmark T +45 (0) 70 25 3051 F +45 (0) 70 25 3052 www.emersonprocess.com/denmark Micro Motion Europe Micro Motion Asia Emerson Process Management Wiltonstraat 30 3905 KW Veenendaal Holland Tlf. +31 (0) 318 495 670 Fax +31 (0) 318 495 689 Emerson Process Management 1 Pandan Crescent Singapore 128461 Singapore Tlf. (65) 6777-8211 Fax (65) 6770-8003 Micro Motion Inc. USA Worldwide Headquarters Micro Motion Japan 7070 Winchester Circle Boulder, Colorado 80301 Tlf. (303) 530-8400 (800) 522-6277 Fax (303) 530-8459 Emerson Process Management Shinagawa NF Bldg. 5F 1-2-5, Higashi Shinagawa Shinagawa-ku Tokyo 140-0002 Japan Tlf. (81) 3 5769-6803 Fax (81) 3 5769-6843 TM Micro Motion 198
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132
  • Page 133 133
  • Page 134 134
  • Page 135 135
  • Page 136 136
  • Page 137 137
  • Page 138 138
  • Page 139 139
  • Page 140 140
  • Page 141 141
  • Page 142 142
  • Page 143 143
  • Page 144 144
  • Page 145 145
  • Page 146 146
  • Page 147 147
  • Page 148 148
  • Page 149 149
  • Page 150 150
  • Page 151 151
  • Page 152 152
  • Page 153 153
  • Page 154 154
  • Page 155 155
  • Page 156 156
  • Page 157 157
  • Page 158 158
  • Page 159 159
  • Page 160 160
  • Page 161 161
  • Page 162 162
  • Page 163 163
  • Page 164 164
  • Page 165 165
  • Page 166 166
  • Page 167 167
  • Page 168 168
  • Page 169 169
  • Page 170 170
  • Page 171 171
  • Page 172 172
  • Page 173 173
  • Page 174 174
  • Page 175 175
  • Page 176 176
  • Page 177 177
  • Page 178 178
  • Page 179 179
  • Page 180 180
  • Page 181 181
  • Page 182 182
  • Page 183 183
  • Page 184 184
  • Page 185 185
  • Page 186 186
  • Page 187 187
  • Page 188 188
  • Page 189 189
  • Page 190 190
  • Page 191 191
  • Page 192 192
  • Page 193 193
  • Page 194 194
  • Page 195 195
  • Page 196 196
  • Page 197 197
  • Page 198 198
  • Page 199 199
  • Page 200 200
  • Page 201 201
  • Page 202 202
  • Page 203 203
  • Page 204 204

Micro Motion Model D DL DT Installatie gids

Type
Installatie gids