Roland C-330 de handleiding

Categorie
Muziekinstrumenten
Type
de handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

IMPORTANT SAFETY INSTRUCTIONS
CAUTION
RISK OF ELECTRIC SHOCK
DO NOT OPEN
ATTENTION : RISQUE DE CHOC ELECTRIQUE NE PAS OUVRIR
Het symbool van de bliksemflits met pijl, binnen een
gelijkzijdige driehoek, is bedoeld om de gebruiker te
waarschuwen voor de aanwezigheid van niet ge ïsoleerd,
’gevaarlijk voltage’ binnenin het apparaat, welke krachtig
genoeg kan zijn om een elektrische schok bij personen te
veroorzaken.
Het uitroepteken binnen een gelijkzijdige driehoek is
bedoeld om de gebruiker te waarschuwen voor de
aanwezigheid van belangrijke bedienings- en
onderhoudsinstructies in de literatuur behorende bij het
product.
INSTRUCTIES MET BETREKKING TOT HET RISICO VAN BRAND, ELEKTRISCHE SCHOK
OF VERWONDINGEN AAN PERSONEN.
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
BEWAAR DEZE INSTRUCTIES
WAARSCHUWING: VERWIJDER HET DEKSEL (OF DE
ACHTERKANT) NIET, OM HET RISICO OP EEN ELEKTRISCHE
SCHOK TE REDUCEREN. BINNENIN BEVINDEN ZICH GEEN
ONDERDELEN DIE DOOR DE GEBRUIKER ONDERHOUDEN
KUNNEN WORDEN. LAAT HET ONDERHOUD AAN ERKEND
ONDERHOUDSPERSONEEL OVER.
WAARSCHUWING – Tijdens het gebruik van elektrische producten moeten de voorzorgsmaatregelen altijd opgevolgd worden,
inclusief de volgende:
1. Lees deze instructies.
2. Bewaar deze instructies.
3. Neem alle waarschuwingen serieus.
4. Volg alle instructies.
5. Gebruik dit apparaat niet in de buurt van water.
6. Maak dit apparaat alleen met een droge doek schoon.
7. De ventilatie openingen mogen niet geblokkeerd worden.
Installeer in overeenstemming met de instructies van de
fabrikant.
8. Installeer het apparaat niet in de buurt van warmtebronnen,
zoals radiatoren, kachelschuiven, kachels of andere
apparaten (inclusief versterkers) die warmte produceren.
9. Bescherm het netsnoer, zodat er niet overheen gelopen kan
worden. Zorg dat het snoer, in het bijzonder bij de stekkers,
stopcontactdozen en op het punt waar zij uit het apparaat
komen, niet gedraaid of in elkaar gedrukt wordt.
10. Gebruik alleen door de fabrikant gespecificeerde
aansluitingen of accessoires.
11. Tijdens onweer of wanneer het apparaat
gedurende een langere periode niet gebruikt zal worden,
haalt u de stekker uit het stopcontact.
12. Laat al het onderhoud aan erkend onderhoudspersoneel
over. Onderhoud is vereist, wanneer het apparaat op
enigerlei wijze beschadigd is, bijvoorbeeld als het netsnoer
of de stekker beschadigd is, er vloeistof of objecten in het
apparaat terecht zijn gekomen, als het apparaat aan regen
of vochtigheid heeft blootgestaan, niet normaal functioneert
of is gevallen.
Voordat u dit apparaat in gebruik neemt, leest u de secties getiteld ‘Belangrijke veiligheidsinstructies’, ‘Het apparaat
op een veilige manier gebruiken’ (p.4) en ‘Belangrijke opmerkingen’ (p.6). In deze secties vindt u belangrijke
informatie over het op juiste wijze gebruiken van het apparaat. Bovendien kunt u de gebruikershandleiding in zijn
geheel doorlezen om een goed beeld te krijgen van alles dat dit te bieden heeft. Bewaar deze handleiding zodat u er
later aan kunt refereren.
Copyright © 2011 ROLAND CORPORATION
Alle rechten voorbehouden. Niets van deze uitgave mag, in welke vorm dan ook, zonder schriftelijke toestemming van
ROLAND CORPORATION gereproduceerd worden.
4
Het apparaat op een veilige manier gebruiken
Sluit het netsnoer van dit model op een geaard
stopcontact aan.
..................................................................................................................................
Maak het apparaat of de adapter niet open en voer geen
interne modificaties uit.
..................................................................................................................................
Tracht het apparaat niet te repareren of onderdelen in het
apparaat te vervangen (behalve wanneer daartoe
specifieke instructies in de handleiding staan). Ga voor alle
onderhoud naar uw handelaar, het dichtstbijzijnde Roland
Service Centrum of een erkende Roland distributeur die u
op de ’Informatie’ pagina kunt vinden.
..................................................................................................................................
Het apparaat mag nooit geïnstalleerd worden op plaatsen
die:
aan extreme temperaturen onderhevig zijn (bijvoor-
beeld direct zonlicht in een afgesloten voertuig,
dichtbij een warmtekanaal of bovenop warmte gener-
erende apparatuur of die
vochtig zijn (bijvoorbeeld badkamers, wasruimtes of
natte vloeren hebben of
plaatsen waar stoom of rook kan optreden of
die aan zout blootstaan of
aan regen onderhevig zijn, of
stoffig of zanderig zijn, of
aan een hoge mate van vibratie en schokken onderhevig zijn.
..................................................................................................................................
Gebruik alleen het meegeleverde netsnoer. Ook mag het
meegeleverde netsnoer niet voor andere apparaten
worden gebruikt.
..................................................................................................................................
Zorg dat het apparaat, voetklavier of de bank altijd
zorgvuldig plaatst zodat deze waterpas en stabiel zullen
blijven.
Plaats nooit op standaards die kunnen wiebelen of op
hellende oppervlakken.
..................................................................................................................................
Dit apparaat mag alleen op het type stroomvoorziening
dat in de bedieningsinstructies of op de achterzijde van
het apparaat wordt beschreven worden aangesloten.
..................................................................................................................................
Buig of draai het netsnoer niet overmatig en plaats er
geen zware objecten bovenop. Hierdoor kan het snoer
beschadigen, elementen kunnen afbreken en kortsluiting
kan ontstaan. Beschadigde snoeren brengen risico’s van
brand en schok met zich mee!
..................................................................................................................................
Dit apparaat, op zichzelf staand of in combinatie met een
versterker en koptelefoon of luidsprekers, kan
geluidsniveaus produceren die permanent gehoorsverlies
kunnen veroorzaken. Gebruik het apparaat niet
gedurende langere tijd op een hoog of oncomfortabel
volumeniveau. Indien u last heeft van enig gehoorsverlies
of een piep in de oren, moet u het apparaat niet meer
gebruiken en een oorarts raadplegen.
..................................................................................................................................
Bescherm het apparaat tegen zware schokken.
(Laat het niet vallen!)
..................................................................................................................................
HET
APPARAAT
OP
EEN
VEILIGE
MANIER
GEBRUIKEN
Wordt gebruikt bij instructies, waarbij
de gebruiker attent gemaakt wordt op
het risico van letsel of materiële schade,
wanneer het apparaat niet op juiste
wijze gebruikt wordt.
* Materiële schade verwijst naar schade
of andere ongunstige effecten, die ten
aanzien van het huis en al het
aanwezige meubilair, en tevens aan
huisdieren kunnen optreden.
Wordt gebruikt bij instructies, waarbij
de gebruiker attent gemaakt wordt op
het risico van overlijden of zwaar letsel,
wanneer het apparaat niet op juiste
wijze gebruikt wordt.
Het wijst de gebruiker op onderdelen, die verwijderd
moeten worden. De specifieke handeling, die uitgevoerd
moet worden, wordt door het symbool binnen de cirkel
aangegeven. Het symbool, dat zich in dit geval aan de
linkerkant bevindt, geeft aan dat het netsnoer uit de
daarvoor bestemde aansluiting getrokken moet worden.
Het symbool wijst de gebruiker op belangrijke
instructies of waarschuwingen. De specifieke betekenis
van het symbool wordt bepaald door het teken, dat zich
binnen de driehoek bevindt. Het symbool, dat zich in dit
geval aan de linkerkant bevindt, betekent dat dit teken
voor algemene voorzorgsmaatregelen, waarschuwingen,
of aanduidingen van gevaar wordt gebruikt.
Het symbool wijst de gebruiker op onderdelen, die
nooit verplaatst mogen worden (verboden). De
specifieke handeling, die niet uitgevoerd mag worden,
wordt aangegeven door het symbool, dat zich binnen
de cirkel bevindt. Het symbool, dat zich in dit geval aan
de linkerkant bevindt, betekent dat het apparaat nooit
uit elkaar gehaald mag worden.
HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN
INSTRUCTIES OM BRAND, ELEKTRISCHE SCHOK OF LICHAMELIJK LETSEL TE VOORKOMEN
Over
WAARSCHUWING en
VOORZICHTIG opmerkingen
Over de symbolen
WAARSCHUWING
VOORZICHTIG
NEEM ALTIJD HET VOLGENDE IN ACHT
WAARSCHUWING WAARSCHUWING
5
Het apparaat op een veilige manier gebruiken
Zorg dat er geen objecten (bijvoorbeeld brandbaar
materiaal, munten of spelden) of vloeistoffen (water,
frisdrank, enz.) in het apparaat terechtkomen.
..................................................................................................................................
Zet direct de stroom uit, haal het netsnoer uit het
stopcontact en breng het apparaat voor onderhoud naar
uw handelaar, het dichtstbijzijnde Roland Service
Centrum of een erkend Roland distributeur, te vinden op
de "Informatie" pagina, indien:
De adapter, het netsnoer of de stekker is beschadigd,
of
Er rook of een ongewone geur optreedt
Er objecten of vloeistof in het apparaat terecht zijn
gekomen, of
Het apparaat in de regen heeft gestaan (of op andere
wijze nat is geworden), of
Het apparaat niet normaal schijnt te functioneren of
een duidelijke verandering in werking laat zien.
..................................................................................................................................
In huishoudens met kleine kinderen moet een
volwassene toezicht houden, totdat het kind in staat is de
regels die essentieel zijn voor een veilige bediening van
het apparaat op te volgen.
..................................................................................................................................
Steek het netsnoer van dit apparaat niet in een
stopcontact waar een buitensporig aantal andere
apparaten gebruik van maakt. Wees in het bijzonder
voorzichtig bij het gebruik van verlengsnoeren – de totale
hoeveelheid stroom die door alle aangesloten apparaten
wordt gebruikt, mag nooit de stroom classificatie (watts/
ampères) van het verlengsnoer overschrijden. Door
overmatige ladingen kan de isolatie van het snoer verhit
raken, en uiteindelijk smelten.
..................................................................................................................................
Voordat u dit apparaat in het buitenland gaat gebruiken,
neemt u contact op met uw verkoper, het dichtstbijzijnde
Roland Service Centrum of een erkend Roland
distributeur. Deze zijn te vinden op de ‘Informatie’
pagina.
..................................................................................................................................
Plaats niets dat water bevat (bijvoorbeeld een
bloemenvaas) op dit apparaat. Vermijdt ook het gebruik
van insecticiden, parfums, alcohol, nagellak, spuitbussen,
enz. in de buurt van het apparaat.Vloeistof die op het
apparaat is gemorst veegt u snel af met een droge, zachte
doek.
Het apparaat en de adapter dienen zo geplaatst te
worden dat hun locatie of positie de benodigde ventilatie
niet belemmert.
..................................................................................................................................
Als u de stekker van de adapter in het apparaat of een
stopcontact steekt of eruit haalt, houdt u deze of de
behuizing van de adapter vast.
..................................................................................................................................
U dient het netsnoer met enige regelmaat uit het
stopcontact te halen en dit schoon te maken met een
droge doek, om stof en andere opeenhopingen tussen de
vorken van de stekker uit te halen. Ook haalt u de stekker
uit het stopcontact wanneer het apparaat gedurende
langere tijd niet gebruikt zal worden. Ophoping van stof
tussen de twee stekkers kan slechte isolatie veroorzaken,
dat tot brand kan leiden.
..................................................................................................................................
Probeer het in de war raken van snoeren te voorkomen.
Tevens dienen alle snoeren buiten het bereik van
kinderen te blijven.
..................................................................................................................................
Ga nooit op het apparaat zitten of staan en plaats er geen
zware objecten op.
..................................................................................................................................
Raak het netsnoer of de stekker nooit met natte handen
aan, als u dit in het apparaat of een stopcontact steekt of
bij het loshalen ervan.
..................................................................................................................................
Wanneer u het apparaat moet verplaatsen, neemt u kennis
van de hieronder genoemde voorzorgsmaatregelen. Er
zijn minimaal twee personen nodig om het apparaat op
veilige wijze op te tillen en te verplaatsen. Het dient
voorzichtig behandeld te worden en altijd waterpas te
worden gehouden. Zorg dat u het stevig vast heeft, om
verwondingen aan uzelf en beschadigingen aan het
apparaat te voorkomen.
Verwijder het netsnoer.
Verwijder alle snoeren van externe apparaten,
voetklavier en satellietluidsprekers.
Klap de muziekstandaard in.
..................................................................................................................................
Voordat u het apparaat schoonmaakt, zet u de stroom uit
en haalt u het netsnoer uit het stopcontact (p.24).
..................................................................................................................................
Wanneer er in uw omgeving onweer wordt verwacht,
haalt u de stekker uit het stopcontact.
..................................................................................................................................
(C-380)
Wees voorzichtig tijdens het openen en sluiten van het
klavierdeksel, zodat uw vingers niet bekneld raken (p.22).
Een volwassenen dient toezicht te houden wanneer
kleine kinderen het apparaat gebruiken.
..................................................................................................................................
Als de orgelbank wordt gebruikt, neemt u de volgende
punten in acht:
Gebruik de orgelbank niet als een stuk speelgoed of
als een opstapje.
Er mogen niet meer dan twee personen op de
orgelbank zitten.
..................................................................................................................................
Bewaar de bijbehorende schroeven en sleutels van het
klavierdeksel op een veilige plaats, buiten het bereik van
kinderen, zodat deze niet per ongeluk door hen ingeslikt
kunnen worden.
WAARSCHUWING
VOORZICHTIG
VOORZICHTIG
6
BELANGRIJKE OPMERKINGEN
Stroomvoorziening:
Sluit dit apparaat niet op hetzelfde stopcontact aan dat door een elektrisch
apparaat wordt gebruikt waar een omvormer bij te pas komt (zoals een
koelkast, wasmachine, magnetronoven of airconditioner) of dat een motor
bevat. Afhankelijk van de manier waarop het apparaat wordt gebruikt, kan
de ruis van de stroomvoorziening veroorzaken dat dit apparaat storingen
gaat vertonen of hoorbare ruis produceert. Wanneer het niet mogelijk is
om een apart stopcontact te gebruiken, plaatst u een ruisfilter tussen dit
apparaat en het stopcontact.
Voordat u dit apparaat op andere apparaten aansluit, zet u de stroom van
alle apparaten uit. Hiermee worden storingen en/of schade aan
luidsprekers of andere apparaten voorkomen.
Hoewel de LCD en LED’s worden uitgeschakeld wanneer de POWER
schakelaar op Off wordt gezet, betekent dit niet dat het apparaat volledig
van de stroombron losgekoppeld is. Om de stroom helemaal uit te
schakelen, zet u eerst de POWER schakelaar op Off en haalt u vervolgens
het netsnoer uit het stopcontact. Daarom dient het gekozen stopcontact
binnen handbereik te zijn.
Plaatsing
Wanneer het apparaat in de buurt van eindversterkers (of andere
apparatuur welke grote stroom transformators bevat) wordt gebruikt, kan
ruis worden opgewekt. Om dit probleem te verzachten, verandert u de
richting van dit apparaat of plaatst u het verder weg van de storingsbron.
Dit apparaat kan storing in radio en televisieontvangst veroorzaken.
Gebruik dit apparaat niet in de nabijheid van dit soort ontvangers.
Ruis kan veroorzaakt worden wanneer draadloze communicatieapparaten
zoals mobiele telefoons in de buurt van dit apparaat worden gebruikt. Dit
soort ruis kan optreden bij het ontvangen of starten van een gesprek of
tijdens de conversatie. Als u dit soort problemen ondervindt, dient u deze
draadloze apparaten op meer afstand van dit apparaat gebruiken of uit te
zetten.
Stel het apparaat niet aan direct zonlicht bloot, plaats het niet in de buurt
van apparaten die warmte afgeven, laat het niet in een afgesloten voertuig
achter en onderwerp het niet aan extreme temperaturen. Laat verlichting
die normaalgesproken dicht op het apparaat wordt gebruikt (zoals een
pianolamp) en krachtige schijnwerpers, niet gedurende lange tijd op
dezelfde plek op het apparaat schijnen. Door overmatige hitte kan het
apparaat vervormen of verkleuren.
Als het apparaat naar een locatie met een zeer afwijkende temperatuur
en/of vochtigheid wordt verplaatst, kunnen er waterdruppels
(condensatie) binnen in het apparaat worden gevormd. Wanneer u het
apparaat in deze staat gaat gebruiken, kunnen schade en storingen
ontstaan. Daarom moet u het apparaat, voordat u het in gebruik neemt,
enige uren laten staan totdat de condensatie volledig is verdampt.
Laat rubber, vinyl of soortgelijke materialen niet gedurende langere tijd op
het apparaat liggen. Dit soort objecten kunnen de afwerking doen
verkleuren of op andere wijze beschadigen.
Laat geen objecten boven op het klavier of het voetpedaal liggen. Deze
kunnen de oorzaak van storingen zijn, zoals toetsen die geen geluid
produceren.
Plaats geen etiketten of plakplaatjes op dit instrument. Als dit soort
materialen van het instrument verwijderd moeten worden, kan de
afwerking beschadigen.
Onderhoud
Om het apparaat schoon te maken, gebruikt u een droge, zachte doek of
één die licht vochtig is gemaakt. Probeer het gehele oppervlak met
gelijkmatige sterkte af te nemen, en veeg met de nerf van het hout mee.
Als u te hard op één plaats wrijft, kan de afwerking beschadigen.
Gebruik geen benzeen, thinner, alcohol of oplosmiddelen, omdat deze
vervorming of kleurverandering kunnen veroorzaken.
Reparaties en data
Wees er op bedacht dat alle data in het geheugen van dit apparaat
verloren kunnen gaan wanneer het apparaat ter reparatie wordt
aangeboden. Sla belangrijke data altijd in een USB-geheugen op of maak
er een notitie van (indien mogelijk). Tijdens reparaties wordt altijd
geprobeerd om het verlies van data te voorkomen. Echter, in bepaalde
gevallen (bijvoorbeeld als het circuit voor de geheugensectie zelf niet
meer werkt), kan de opgeslagen inhoud helaas niet meer hersteld worden.
Roland is niet aansprakelijk voor dit soort verlies van data.
Voordat USB-geheugen wordt gebruikt
USB-geheugens gebruiken
Gebruik USB-geheugen van Roland. Een juiste werking kan niet
gegarandeerd worden als een ander USB-apparaat wordt gebruikt.
We kunnen een juiste werking niet garanderen wanneer USB-geheugens
van andere merken worden gebruikt. Wees ervan bewust dat alleen USB
geheugensticks gebruikt kunnen worden – gebruik nooit een ander type
USB-apparaat.
Om het USB-geheugen aan te sluiten, plaatst u het op een horizontale lijn
met de USB-aansluiting, en steekt u het zonder overmatige kracht in. De
USB MEMORY aansluiting kan beschadigen als u het USB-geheugen met
overmatige kracht insteekt.
Steek niets anders dan een USB-geheugen (bijvoorbeeld snoeren, munten
of andere apparaten) in de USB-aansluiting. Hierdoor kan de USB-
aansluiting beschadigen.
Pas geen overmatige kracht op het aangesloten USB-geheugen toe.
Steek het USB-geheugen voorzichtig helemaal in - totdat het stevig op zijn
plaats zit.
Raak de aansluitpolen van het USB-geheugen niet aan. Vermijd ook dat
deze vies worden.
USB-geheugens worden met gebruik van precisiecomponenten
vervaardigd. Behandel de USB-geheugens voorzichtig, en let in het
bijzonder op het volgende.
Om schade aan USB-geheugens door statische elektriciteit te
voorkomen, moet u mogelijk statische elektriciteit van uw eigen
lichaam ontladen, voordat u met de USB-geheugens aan de slag gaat.
Zorg dat metaal niet met het contactgedeelte van het USB-geheugen
in aanraking komt.
Buig USB-geheugens niet, laat ze niet vallen en stel ze niet aan sterke
schokken of vibraties bloot.
Bewaar USB-geheugens niet in direct zonlicht, in afgesloten voertuigen
of soortgelijke locaties.
Laat USB-geheugens niet nat worden.
USB-geheugens mogen niet uit elkaar gehaald of gewijzigd worden.
7
BELANGRIJKE OPMERKINGEN
Aanvullende voorzorgsmaatregelen
Wees ervan bewust dat de inhoud van het geheugen door een storing in
het apparaat of door onjuiste bediening geheel verloren kan gaan. Om te
voorkomen dat u belangrijke data verliest, adviseren wij u regelmatig een
reservekopie van belangrijke data die u in het geheugen van het apparaat
heeft opgeslagen in een USB-geheugen op te slaan.
Helaas kan het soms onmogelijk zijn om de inhoud van data die in een
intern geheugen, een USB-geheugen of een extern geheugen werd
opgeslagen, te herstellen nadat deze verloren is gegaan. Roland
Corporation is niet verantwoordelijk voor dit soort dataverlies.
Behandel de knoppen, schuifregelaars en andere regelaars voorzichtig. Dit
geldt ook voor het gebruik van de Jacks en aansluitingen.
Ruwe behandeling kan tot storingen leiden.
Sla nooit op het scherm en druk er niet hard op.
Tijdens normale werking kan een lichte ruis van het beeldscherm te horen
zijn.
Tijdens het aansluiten en/of loskoppelen van alle kabels, houdt u deze bij
de aansluiting zelf vast. Trek nooit aan de kabel. Op deze manier vermijdt u
kortsluiting of schade aan de interne elementen van de kabel.
Tijdens normale werking wordt een geringe hoeveelheid warmte door het
apparaat afgegeven.
Let op dat u uw buren niet stoort, aangezien vloeren en muren
gemakkelijk vibraties doorgeven (vibraties van het voetklavier in het
bijzonder). U dient vooral ‘s nachts en wanneer u een koptelefoon gebruikt
voorzichtig te zijn.
Wanneer het apparaat vervoerd moet worden, verpakt u het in
schokabsorberend materiaal. Als het apparaat zonder dit materiaal wordt
vervoerd, kunnen er krassen of beschadigingen ontstaan, en kunnen
storingen optreden.
Pas geen overmatige kracht op de muziekstandaard toe, wanneer deze in
gebruik is.
Sommige aansluitkabels bevatten weerstanden. Gebruik geen kabels die
weerstanden bevatten voor dit apparaat. Door gebruik van dit soort kabels
kan het geluidsniveau bijzonder laag of zelfs onhoorbaar worden. Voor
informatie over de kabelspecificaties raadpleegt u de fabrikant van de
kabel.
Door de manier waarop de indicators voor de tabletten en pistons zijn
vervaardigd, kunnen er enige verschillen in kleur optreden. Dit duidt niet
op een storing.
.......................................................................................................
MMP (Moore Microprocessor Portfolio) verwijst naar een patent portfolio
dat zich met microprocessor architectuur bezighoudt, die door
Technology Properties Limited (TPL) werd ontwikkeld. Roland heeft een
licentie voor deze technologie van de TPL groep.
Roland is een geregistreerd handelsmerk van Roland Corporation in de
Verenigde Staten van Amerika en andere landen.
Alle productnamen die in dit document worden genoemd, zijn
handelsmerken of geregistreerde handelsmerken van hun respectievelijke
eigenaars.
.......................................................................................................
8
Inhoud
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES .....................................................3
Het apparaat op een veilige manier gebruiken ...........................................4
BELANGRIJKE OPMERKINGEN .......................................................................6
Introductie.................................................................................................... 12
Drukafspraken in deze handleiding..................................................................................................................................12
Klavieren en divisies ...............................................................................................................................................................12
Benamingen en functies ............................................................................. 13
Benamingen en functies op de C-380..............................................................................................................................13
Benamingen en functies op de C-330..............................................................................................................................13
Tabletten en pistons (C-330) ...............................................................................................................................................14
Tabletten en pistons (C-330) ...............................................................................................................................................16
Beeldscherm en paneel.........................................................................................................................................................18
Externe aansluitingen............................................................................................................................................................18
Voordat u gaat spelen ................................................................................. 19
Het voetklavier aansluiten....................................................................................................................................................19
De muziekstandaard gebruiken.........................................................................................................................................19
De bank plaatsen.....................................................................................................................................................................19
De satellietluidsprekers installeren...................................................................................................................................20
Aan het apparaat bevestigen (alleen C-330) ...................................................................................................20
Aan de muur bevestigen.........................................................................................................................................20
De satellietluidsprekers op het orgel aansluiten............................................................................................21
Het klavierdeksel openen en sluiten (alleen C-380)....................................................................................................22
Het deksel afsluiten...................................................................................................................................................22
Het netsnoer aansluiten........................................................................................................................................................22
De stroom aan en uitzetten.................................................................................................................................................24
De stroom aanzetten................................................................................................................................................24
De stroom uitzetten..................................................................................................................................................25
Een koptelefoon aansluiten.................................................................................................................................................25
Het USB-geheugen aansluiten ...........................................................................................................................................26
Over het beeldscherm ...........................................................................................................................................................27
Inhoud van het hoofdscherm................................................................................................................................27
Naar het hoofdscherm terugkeren......................................................................................................................27
Het contrast van het beeldscherm aanpassen................................................................................................27
De demosongs beluisteren..................................................................................................................................................28
9
Inhoud
Spelen ........................................................................................................... 29
Verschillende klanken spelen..............................................................................................................................................29
Stops (klanken) selecteren......................................................................................................................................29
Een klank variatie selecteren (Voice Palette) ...................................................................................................30
De klanken van een andere divisie spelen (Koppelingen) .......................................................................................31
Een handmatige koppeling gebruiken..............................................................................................................31
De Melodie koppeling gebruiken........................................................................................................................32
De bas koppeling gebruiken .................................................................................................................................33
Het volume en de weerkaatsing aanpassen..................................................................................................................34
Het algehele volume aanpassen..........................................................................................................................34
Het volume van de satellietluidsprekers aanpassen.....................................................................................34
De weerkaatsing aanpassen ..................................................................................................................................34
Het type weerkaatsing aanpassen ....................................................................................................................................35
Het kamertype veranderen....................................................................................................................................35
Het muurtype veranderen......................................................................................................................................36
Soft Vibrato toevoegen (Tremulant).................................................................................................................................37
Tremulant aan elke divisie toevoegen...............................................................................................................37
Het Tremulant effect aanpassen ..........................................................................................................................37
De stemming veranderen (Temperament)....................................................................................................................38
De Barok toonhoogte gebruiken.......................................................................................................................................39
Afstemmen op de toonhoogte van een ander instrument .....................................................................................40
De toonsoort transponeren.................................................................................................................................................41
Het expressiepedaal gebruiken om het volume van het orgel aan te passen..................................................42
De divisies waarop het expressiepedaal van invloed is specificeren......................................................42
De divisie waarvan het volume aangepast moet worden opslaan .........................................................43
Het minimum volume van het expressiepedaal instellen ..........................................................................44
De kick-schakelaars gebruiken ...........................................................................................................................................45
Een combinatie van stops opslaan............................................................. 46
Een registratie opslaan of oproepen................................................................................................................................47
Een registratie opslaan ............................................................................................................................................47
Een registratie oproepen ........................................................................................................................................47
De klankinstellingen opnieuw instellen (General Cancel)........................................................................................47
Geheugenbanken gebruiken..............................................................................................................................................48
De combinatie van geheugen pistons als een geheugenbank opslaan ...............................................48
Een registratie uit een andere geheugenbank oproepen ..........................................................................49
Registraties opeenvolgend oproepen.............................................................................................................................49
Oefenen door met een Preset song of uitvoeringsdata mee te spelen... 50
Een song selecteren en afspelen .......................................................................................................................................50
Een specifieke divisie dempen tijdens het afspelen .....................................................................................52
Een specifieke divisie als Guide Tone afspelen...............................................................................................53
Het tempo veranderen..........................................................................................................................................................54
De metronoom gebruiken ...................................................................................................................................................55
Uw uitvoeringen opnemen ......................................................................... 56
Een song opnemen.................................................................................................................................................................56
De opgenomen song afspelen ...........................................................................................................................................57
Een opgenomen song opslaan...........................................................................................................................................57
Een opgenomen song verwijderen ..................................................................................................................................59
Een opgeslagen song kopiëren..........................................................................................................................................60
10
Inhoud
Instellingen in een USB-geheugen opslaan en laden............................... 62
USB-geheugen formatteren ................................................................................................................................................62
Geheugenbanken opslaan en laden ................................................................................................................................62
Opslaan in USB-geheugen......................................................................................................................................62
Van USB-geheugen in het interne geheugen laden.....................................................................................63
Een geheugenbank uit het USB-geheugen verwijderen ............................................................................63
Een geheugenbank kopiëren..............................................................................................................................................64
Voice Setup opslaan en laden.............................................................................................................................................65
Opslaan in USB-geheugen......................................................................................................................................65
Een Voice Setup laden .............................................................................................................................................66
Een Voice Setup verwijderen.................................................................................................................................67
Overige instellingen .................................................................................... 68
Instellingen voor de USER/MIDI koppelingen...............................................................................................................68
Klanken die niet in de klanktabletten zijn inbegrepen spelen (USER Sound Coupler) ....................68
Klanken op een externe MIDI-geluidsmodule spelen (MIDI Coupler)....................................................69
MIDI-instellingen .....................................................................................................................................................................71
Local Control instelling (Local)..............................................................................................................................71
Het type van de externe MIDI-geluidsmodule specificeren (Tone Name)............................................72
Het uitvoerformaat van MIDI-data voor de algemene geheugen pistons specificeren (
Tx Piston).......................................................................................................................................................................72
Alle instellingen opnieuw op de fabrieksinstellingen instellen (Factory Reset)...............................................72
Uw instellingen opslaan (Customize)...............................................................................................................................73
Externe apparaten aansluiten .................................................................... 74
Geluidsapparatuur aansluiten ............................................................................................................................................74
Versterkte luidsprekers aansluiten ......................................................................................................................74
De klanken van een externe MIDI-geluidsmodule of geluidsapparaat spelen...................................75
Het volume van het geluidsapparaat aanpassen...........................................................................................75
MIDI-apparatuur aansluiten ................................................................................................................................................76
De klanken van een MIDI-geluidsmodule met het orgel spelen..............................................................76
V-LINK gebruiken.....................................................................................................................................................................77
11
Inhoud
Lijst van Preset songs/demosongs............................................................. 78
Lijst van stemmen (Stops)........................................................................... 79
MAN I divisie (onderste klavier)..........................................................................................................................................79
MAN II divisie (bovenste klavier)........................................................................................................................................79
PEDAL divisie (voetklavier)...................................................................................................................................................79
USER/MIDI Voice ......................................................................................................................................................................80
Probleemoplossing ..................................................................................... 82
Foutmeldingen ............................................................................................ 85
Lijst van sneltoetsen.................................................................................... 85
Verklarende woordenlijst ........................................................................... 86
MIDI-implementatiekaart ........................................................................... 88
Specificaties ................................................................................................. 89
Index ............................................................................................................. 91
12
Introductie
Dank u, en gefeliciteerd met uw keuze voor een Roland klassiek orgel. De Roland C-380 en C-330 vertegenwoordigen een nieuw type
orgel met talloze functies, zodat u in uw eigen huis van een volwaardige pijporgelklank kunt genieten.
Om uw Roland klassiek orgel ten volle en probleemloos te gebruiken, leest u deze gebruikershandleiding zorgvuldig door.
In deze gebruikershandleiding worden de volgende drukafspraken gebruikt, om handelingen zo duidelijk mogelijk uit te leggen.
De Roland C-380 en C-330 klassieke orgels noemen we respectievelijk de ‘C-380’ en de ‘C-330’.
Namen van tabletten en pistons verschijnen tussen vierkante haakjes (‘[ ]‘), zoals [SET] piston.
Voor een betere leesbaarheid kunnen sommige schermen en kleuren die hier worden gebruikt iets afwijken van de werkelijke schermen
en kleuren.
Tekst die door een symbool zoals of een asterisk (*) vooraf wordt gegaan, duidt op een waarschuwing. Deze tekst dient u te
lezen.
(p. **) verwijst naar pagina’s binnen de handleiding.
In tekst die door vooraf wordt gegaan, wordt een kortere weg voor de handeling uitgelegd.
Voer alle handelingen uit, nadat u naar het hoofdscherm bent teruggekeerd. Voor details over de manier waarop u naar het
hoofdscherm terugkeert, kijkt u bij ‘Naar het hoofdscherm terugkeren’(p.27).
De uitleg in deze handleiding bevat illustraties die laten zien wat er gewoonlijk in het scherm wordt getoond. Uw apparaat kan echter
een nieuwere, verbeterde versie van het systeem hebben (bijv. nieuwere klanken bevatten), dus wat u daadwerkelijk in het scherm ziet,
hoeft niet altijd overeen te komen met dat wat in de handleiding wordt weergegeven.
De Roland C-380 en C-330 klassieke orgels hebben twee manualen en een voetklavier.
Van onderaf noemen we deze de ‘PEDAL divisie’, ‘MAN I (Manuaal 1) divisie’ en ‘MAN II (Manuaal 2) divisie’.
De basisgroep van klanken voor ieder klavier noemen we een ‘divisie’.
Drukafspraken in deze handleiding
Klavieren en divisies
PEDAL divisie
MAN II (Manuaal 2) divisie
MAN I (Manuaal 1) divisie
13
Benamingen en functies
Benamingen en functies op de C-380
Benamingen en functies op de C-330
Muziekstandaard (p.19)
Tabletten (p.14)
Klavierdeksel (p.22)
Pistons (p. 15)
A
an/uit schakelaar (p.24)
Koptelefoon Jack (p.25)
Orgelbank (p.19)
Voetklavier (p.19)
Externe aansluitingen (p.18)
Beeldscherm/paneel
(p.18, 27)
USB-aansluiting (p.26)
Jacks voor satellietluidsprekers (p.21)
AC ingang (p.23)
Muziekstandaard (p.19)
Tabletten (p.16)
Pistons (p.17)
Aan/uit schakelaar (p.24)
USB-aansluiting (p.26)
Koptelefoon Jack (p.25)
Orgelbank (p.19)
Voetklavier (p.19)
Externe aansluitingen (p.18)
Beeldscherm/
paneel (p.18, 27)
AC ingang (p.23)
Jacks voor satellietluidsprekers (p.21)
14
Benamingen en functies
Tabletten
Deze selecteren de basis stops (klanken) van het orgel.
‘Verschillende klanken spelen’ (p.29).
1.
PEDAL divisie tabletten
Deze selecteren stops voor de PEDAL divisie.
2.
MAN I divisie tabletten
Deze selecteren stops voor de MAN I (manuaal 1) divisie.
3.
MAN II divisie tabletten
Deze selecteren stops voor de MAN II (manuaal 2) divisie.
USER/MIDI koppeling
Hiermee kunt u klanken selecteren die niet met de andere tabletten
geselecteerd kunnen worden. U zult deze tabletten ook gebruiken
als een extern MIDI-apparaat is aangesloten.
‘Instellingen voor de USER/MIDI koppelingen’ (p.68).
4.
PEDAL divisie USB/MIDI koppeling
Deze selecteert klanken voor de PEDAL divisie (voetklavier).
5.
MAN I divisie USER/MIDI koppeling
Deze selecteert klanken voor de MAN I divisie
(gebruikershandleiding).
6.
MAN II divisie USER/MIDI koppeling
Deze selecteert klanken voor de MAN II divisie
(gebruikershandleiding).
Koppeling tabletten
Hiermee kan een specifieke divisie de klank van een ander klavier
gelijktijdig spelen.
‘De klanken van een andere divisie spelen (Koppelingen)’ (p.31).
7.
PEDAL divisie koppeling tabletten
Deze maken dat het voetklavier de klanken van de MAN I divisie
(lage manuaal) of MAN II divisie (hoge manuaal) speelt.
8.
MAN I divisie koppeling tablet
Dit maakt dat het lage manuaal de klanken van de MAN II divisie
(hoge manuaal) speelt.
Tremulant tabletten
Deze passen een Tremulant-effect (orgel Vibrato-effect) op de
geselecteerde klank toe.
‘Soft Vibrato Tremulant toevoegen (Tremulant)’ (p.37).
9.
MAN I divisie Tremulant tablet
Dit past een Tremulant-effect op de klank van de MAN I divisie (lage
manuaal) toe.
10.
MAN I divisie Tremulant tablet
Dit past een Tremulant-effect op de klank van de MAN II divisie
(hoge manuaal) toe.
Tabletten en pistons (C-330)
1 2
11 12
4 7
14
14
13 15
16
15
Benamingen en functies
Pistons
11.
[SET] piston
Dit slaat een combinatie van klanken (registratie) in een algemeen
geheugenventiel of een divisie geheugenventiel op.
‘Een registratie opslaan’ (p.47).
12.
Algemene geheugenventielen [1]-[5]
Al deze pistons kunnen de combinatie van klanken (registratie) voor
het gehele orgel opslaan.
13.
‘Een registratie opslaan’ (p.47).
MAN I divisie koppelingsventiel
Dit piston maakt dat het lage manuaal de klank van de MAN II divisie
(hoge manuaal) speelt.
Het heeft dezelfde functie als de MAN I koppeling tabletten (8).
14.
PEDAL divisie koppelingsventiel
Dit piston maakt dat het voetklavier de klank van de MAN I divisie
(lage manuaal) of MAN II divisie (hoge manuaal) speelt.
Het heeft dezelfde functie als de PEDAL divisie koppeling tabletten (7).
15.
MAN I divisie geheugen [1]-[5] pistons
Deze pistons kunnen de klank (registratie) voor de MAN I divisie
(lage manuaal) opslaan.
‘Een registratie opslaan’ (p.47).
16.
MAN II divisie geheugen [1]-[5] pistons
Deze pistons kunnen de klank (registratie) voor de MAN II divisie
(hoge manuaal) opslaan.
‘Een registratie opslaan’ (p.47).
17.
[PREV] piston/[NEXT] piston
Deze laden opeenvolgend de registratie die in het vorige of
volgende algemene geheugenventiel is opgeslagen, bijv: 3
2
1
([PREV] piston) of 1
2
3 ([NEXT] piston).
Registraties opeenvolgend oproepen’ (p.49).
18.
Memory Bank Select [M-] piston/[M+] piston
Gebruik deze pistons om van geheugenbanken te veranderen als u
meer dan zes combinaties van klanken wilt gebruiken.
‘Een registratie uit een andere geheugenbank oproepen’ (p.49).
19.
MAN I & PEDAL ingesloten piston
Zet dit piston aan, als u het expressiepedaal wilt gebruiken om het
volume van de MAN I divisie en PEDAL divisie aan te passen.
‘De divisies waarop het expressiepedaal van invloed is
specificeren’ (p.42).
20.
Bas koppeling [BASS] piston
Dit maakt dat de laagste noot die op het lage manuaal wordt
gespeeld, door de PEDAL divisie klank ten gehore wordt gebracht.
‘De Bas koppeling gebruiken’ (p.33).
21.
Melodie koppeling [MEL] piston
Dit maakt dat de hoogste noot die op het lage manuaal wordt
gespeeld, door de MAN II divisie (hoge manuaal) klank ten gehore
wordt gebracht.
“De melodie koppeling gebruiken’ (p.32).
22.
[STOP] piston
Dit stopt het afspelen of opnemen van een song.
23.
[PLAY/PAUSE] piston
Dit start of pauzeert het afspelen van een song.
‘Oefenen door met een Preset song of uitvoeringsdata mee te
spelen’ (p.50).
24.
[REC] piston
Gebruik dit als u uw spel wilt opnemen.
‘Uw spel opnemen’ (p.56).
25.
General Cancel [0] piston
Dit stelt het orgel in een staat waarin alle tabletten en koppelingen
worden geannuleerd, zodat er geen klanken geselecteerd zijn.
Het is handig om dit piston te gebruiken als u een combinatie van
klanken helemaal vanuit het niets wilt specificeren.
‘De klankinstellingen opnieuw instellen (General Cancel)’ (p.47).
3
20 22 2421 23 25
18
5
8 9
6 10
17 19
16
Benamingen en functies
Tabletten
Deze selecteren de basis stops (klanken) van het orgel.
‘Verschillende klanken spelen’ (p.29)
1.
PEDAL divisie tabletten
Deze selecteren stops voor de PEDAL divisie.
2.
MAN I divisie tabletten
Deze selecteren stops voor de MAN I (manuaal 1) divisie.
3.
MAN II divisie tabletten
Deze selecteren stops voor de MAN II (manuaal 2) divisie.
USER/MIDI koppeling
Hiermee kunt u klanken selecteren die niet met de andere tabletten
geselecteerd kunnen worden. U zult deze tabletten ook gebruiken
als een extern MIDI-apparaat is aangesloten.
‘Instellingen voor de USER/MIDI koppelingen’ (p.68).
4.
PEDAL divisie USB/MIDI koppeling
Deze selecteert klanken voor de PEDAL divisie (voetklavier).
5.
MAN I divisie USER/MIDI koppeling
Deze selecteert klanken voor de MAN I divisie (lage manuaal).
6.
MAN II divisie USER/MIDI koppeling
Deze selecteert klanken voor de MAN II divisie (hoge manuaal).
Koppeling tabletten
Hiermee kan een specifieke divisie de klank van een ander klavier
gelijktijdig spelen.
‘De klanken van een andere divisie spelen (Koppelingen)’ (p.31).
7.
PEDAL divisie koppeling tabletten
Deze maken dat het voetklavier de klanken van de MAN I divisie
(lage manuaal) of MAN II divisie (hoge manuaal) speelt.
8.
MAN I divisie koppeling tablet
Dit maakt dat het lage manuaal de klanken van de MAN II divisie
(hoge manuaal) speelt.
Tremulant tabletten
Deze passen een Tremulant-effect (orgel Vibrato-effect) op de
geselecteerde klank toe.
‘Soft Vibrato Tremulant toevoegen (Tremulant)’ (p.37).
9.
MAN I divisie Tremulant tablet
Dit past een Tremulant-effect op de klank van de MAN I divisie (lage
manuaal) toe.
10.
MAN I divisie Tremulant tablet
Dit past een Tremulant-effect op de klank van de MAN II divisie
(hoge manuaal) toe.
Tabletten en pistons (C-330)
1 2
11 12 13
4 7
17
Benamingen en functies
Pistons
11.
[SET] piston
Dit slaat een combinatie van klanken (registratie) in een algemeen
geheugenventiel op.
‘Een registratie opslaan’ (p.47).
12.
Algemene geheugenventielen [1]-[5]
Al deze pistons kunnen de combinatie van klanken (registratie) voor
het gehele orgel opslaan.
‘Een registratie opslaan’ (p.47).
13.
Memory Bank Select [M-] piston/[M+] piston
Gebruik deze pistons om van geheugenbanken af te wisselen, als u
meer dan zes combinaties van klanken wilt gebruiken.
‘Een registratie uit een andere geheugenbank oproepen’ (p.49).
14.
[NEXT] piston
Dit wordt ingedrukt om de instellingen die in het volgende
algemene geheugenventiel zijn opgeslagen, in numerieke volgorde,
als volgt op te roepen: 1
2
3.
‘Registraties opeenvolgend oproepen’ (p.49).
15.
Bas koppeling [BASS] piston
Dit maakt dat de laagste noot die op het lage manuaal wordt
gespeeld, door de PEDAL divisie klank ten gehore wordt gebracht.
‘De Bas koppeling gebruiken’ (p.33).
16.
Melodie koppeling [MEL] piston
Dit maakt dat de hoogste noot die op het lage manuaal wordt
gespeeld, door de MAN II divisie (hoge manuaal) klank ten gehore
wordt gebracht.
“De melodie koppeling gebruiken’ (p.32).
17.
[STOP] piston
Dit stopt het afspelen of opnemen van een song.
18.
[PLAY/PAUSE] piston
Dit start of pauzeert het afspelen van een song.
‘Oefenen door met een Preset song of uitvoeringsdata mee te
spelen’ (p.50).
19.
[REC] piston
Gebruik dit als u uw spel wilt opnemen.
‘Uw spel opnemen’ (p.56).
20.
General Cancel [0] piston
Dit stelt het orgel in een staat waarin alle tabletten en koppelingen
worden geannuleerd, zodat er geen klanken geselecteerd zijn.
Het is handig om dit piston te gebruiken als u een combinatie van
klanken helemaal vanuit het niets wilt specificeren.
‘De klankinstellingen opnieuw instellen (General Cancel)’ (p.47).
3
15 17 1914 16 18 20
5 8 9 6 10
18
Benamingen en functies
1. Beeldscherm
Hier wordt diverse informatie getoond.
2. [Select Menu] knop/[Satellite Volume] knop
Draaien: Past het volume van de satellietluidsprekers aan.
Als u zich in een Menu scherm bevindt, om
gedetailleerde instellingen te maken, draait u aan deze
knop om het onderdeel dat u wilt bedienen te
selecteren.
Indrukken: Brengt u naar een Menu scherm of voltooit een
instellingsonderdeel.
3. [Value/Exit Menu] knop
Draaien: Een instelling aanpassen.
Indrukken: Brengt u naar het vorige menu terug of annuleert een
handeling.
4. [Master Volume] knop
Hiermee wordt het volume van het gehele orgel aangepast.
5. [Reverb] knop
Hiermee wordt de diepte van weerkaatsing aangepast.
1. OUTPUT L/MONO, R (Output) Jacks
Hier kunt u een extern luidsprekersysteem aansluiten, zodat het
geluid van het orgel via de aangesloten luidsprekers wordt
gespeeld (p.74).
2. INPUT L/MONO, R (Input) Jacks
Hier kan een externe geluidsmodule of soortgelijk apparaat worden
aangesloten, zodat zijn geluiden via de luidsprekers van het orgel
zijn te horen (p.75).
3. MIDI OUT/IN aansluitingen
U kunt hier externe MIDI-apparaten aansluiten, om uitvoeringsdata
met het orgel uit te wisselen.
4. Aansluiting voor onderhoud
Deze aansluiting is alleen voor technisch onderhoud. Sluit niets
op deze aansluiting aan.
Beeldscherm en paneel
32
4 5
1
Externe aansluitingen
1 32 4
19
Voordat u gaat spelen
* In de illustratie wordt de C-330 getoond, maar de aansluitingen zijn
hetzelfde voor de C-380.
1. De regulateur van het voetklavier aanpassen
Draai aan de voetklavier regulateur (vier locaties) om het te
verlagen, totdat het voetklavier niet meer wiebelt.
* Als er ruimte tussen het voetklavier en de vloer is, kan het
voetklavier beschadigen.
* In het bijzonder als het instrument op tapijt wordt geplaatst, past u
dit aan, zodat het voetklavier stevig contact met de vloer maakt.
2. Sluit de kabel die uit de onderkant van het
hoofdapparaat steekt op de PEDAL OUT Jack van het
voetklavier aan.
3. Plaats het voetklavier.
Plaats het voetklavier zo, dat het met het orgel in contact staat.
1. Verhoog de muziekstandaard en zet deze dan op zijn
plaats vast, zoals in het figuur wordt getoond.
2. Om de muziekstandaard in te klappen, vouwt u de
metalen verbindingen in, terwijl u de muziekstandaard
met beide handen ondersteunt. Dan kunt u de
muziekstandaard voorzichtig inklappen.
Trek de muziekstandaard niet naar beneden.
* In de illustratie wordt de C-330 getoond, maar de aansluitingen zijn
hetzelfde voor de C-380.
1. Plaats de orgelbank over het voetklavier.
Zoals in de illustratie wordt getoond, plaatst u de bank zo, dat de
kant met de voetsteun naar het orgel wijst. Zorg dat de voetsteun
het voetklavier niet aanraakt.
Draai aan de bank regulateurs (vier locaties) om deze te verlagen, en
pas de hoogte aan, zodat de bank niet wiebelt.
De regulateurs mogen tot niet meer dan 25 mm van de vloer
worden aangepast.
Het voetklavier aansluiten
Zorg dat uw vingers
niet bekneld raken.
Regulateur
Zorg dat uw vingers niet
bekneld raken.
De muziekstandaard gebruiken
De bank plaatsen
Metalen verbindingen
Regulateur
Zorg dat uw vingers niet
bekneld raken.
Minder
dan
25 mm
20
Voordat u gaat spelen
Als de satellietluidsprekers op een andere manier dan
hieronder beschreven worden geïnstalleerd, kunnen deze
vallen en verwondingen veroorzaken.
Wanneer de C-330 de fabriek verlaat, zijn de satellietluidsprekers in
verpakkingsmateriaal gewikkeld en binnen het orgel opgeslagen.
Voor gebruik dient u het verpakkingsmateriaal te verwijderen.
Wanneer de satellietluidsprekers aan het hoofdapparaat
worden bevestigd, moet er voor optimaal resultaat ten minste
10 cm tussen de achterkant van het orgel en de muur worden
vrijgehouden.
1. Steek uw vingers in de openingen waar de hoeken van
de satellietluidsprekers rooster zijn afgekapt, en verwij-
der het rooster.
Het rooster van de satellietluidsprekers wordt met klittenband
bevestigd.
2. Neem de satellietluidsprekers uit het orgel, en verwijder
het verpakkingsmateriaal.
Kantel de satellietluidsprekers wanneer u deze verwijdert of
insteekt.
3. Plaats de satellietluidsprekers zo, dat de met doek
bedekte zijde naar de achterkant van het orgel wijst.
4. Sluit de luidsprekerkabels van de satellietluidsprekers
op het hoofdapparaat aan.
Wanneer de C-330 de fabriek verlaat, zijn de kabels van de
satellietluidsprekers op het orgel aangesloten.
5. Bevestig het rooster van de satellietluidspreker.
Plaats het rooster van de satellietluidspreker zo, dat de afgekapte
hoeken naar boven wijzen.
Tik lichtjes op de buitenste rand van het rooster, totdat het stevig
op zijn plaats klikt.
U kunt een ruimtelijker geluid verkrijgen als de satellietluidsprekers
aan de muur worden bevestigd.
* De satellietluidsprekers dienen uitsluitend volgens de onderstaande
instructies geïnstalleerd te worden. Als deze op andere wijze
worden geïnstalleerd, kunnen als gevolg verwondingen optreden.
* Bewaar de bijbehorende schroeven op een veilige plaats buiten het
bereik van kinderen, zodat deze niet per ongeluk door hen ingeslikt
kunnen worden. Gebruik geen andere schroeven dan de
meegeleverde schroeven.
* Gebruik alleen de meegeleverde schroeven.
* Bevestig de luidsprekers aan een houten muur van minimaal 9 mm
dik. Bevestig de luidsprekers niet aan andere muurtypes.
* Vervangende schroeven dienen uitsluitend bij een Roland Service
Centrum of erkend Roland distributeur te worden aangeschaft.
Deze zijn op de ‘Informatie’ pagina te vinden.
Locaties voor bevestiging van de
satellietluidsprekers
Bevestig de linker en rechter satellietluidsprekers op dezelfde
hoogte, gericht op het orgel.
We raden u om de luidsprekers 1.8 meter of hoger boven de vloer te
plaatsen.
De satellietluidsprekers installeren
Aan het apparaat bevestigen (alleen C-330)
Hoeken afgekapt
Rooster van satellietluidsprek
e
Satellietluidspreker
Aan de muur bevestigen
1.8 meter
of hoger
1.8 meter
of hoger
21
Voordat u gaat spelen
De satellietluidsprekers bevestigen
1. Gebruik een kruiskopschroevendraaier om de meegele-
verde schroeven aan de houten muur te bevestigen.
2. Steek de kop van de meegeleverde schroef in de haak
voor bevestiging aan de muur, aan de achterkant van de
satellietluidspreker.
De satellietluidsprekers kunnen zowel in verticale als
horizontale richting worden opgehangen.
Sluit de luidsprekerkabels van de satellietluidsprekers op het orgel
aan.
Zorg dat het orgel is uitgeschakeld voordat u de
satellietluidsprekers op het orgel aansluit.
Voor de C-380
1. Sluit de luidsprekerkabel op de satellietluidspreker Jacks
op de achterkant van het orgel aan.
Voor de C-330
1. Verwijder het rooster van de satellietluidspreker.
2. Sluit de luidsprekerkabels op de satellietluidspreker
Jacks op de achterkant van het orgel aan.
3. Bevestig het rooster van de satellietluidspreker.
Steek de luidsprekerkabels door de openingen waar de hoeken van
het satellietluidspreker rooster aan de bovenkant zijn afgekapt.
Plaats het rooster van de satellietluidspreker zo, dat de kant met de
afgekapte hoeken zich aan de bovenkant bevindt. Tik lichtjes op de
buitenste rand van het rooster, totdat het stevig op zijn plaats klikt.
De satellietluidsprekers op het orgel aansluiten
Houten muur van ten minste 9 mm
22.5 mm
Haak voor bevestiging
aan de muur
Rechter luidspreker
Linker
luidspreker
Hoeken afgekapt
Rooster van satellietluidspreker
Rechter luidspreker
Linker luidspreker
22
Voordat u gaat spelen
* Wanneer u het deksel opent of sluit, moet u oppassen dat uw
vingers niet bekneld raken. Als kleine kinderen het orgel gebruiken,
moeten deze door een volwassene geholpen worden.
* Voor de veiligheid sluit u het deksel voordat het orgel wordt
verplaatst.
1. Om het deksel te openen, schuift u het met beide handen
omhoog.
Schuif het deksel omhoog totdat het volledig in het orgel is
weggeborgen.-
2. Om het deksel te sluiten, trekt u het met beide handen
naar u toe.
Het klavierdeksel van de C-380 heeft een slot.
Bewaar de meegeleverde sleutel buiten het bereik van
kinderen, zodat deze niet per ongeluk door hen ingeslikt kan
worden.
* Gebruik alleen het bij het instrument geleverde netsnoer.
* Wanneer u het apparaat gedurende langere tijd niet zult gebruiken,
haalt u het netsnoer uit het stopcontact.
Voor de C-380
1. Controleer eerst of de [POWER] schakelaar op ‘OFF’ staat.
OFF is als de onderkant is ingedrukt
2. Sluit het meegeleverde netsnoer op de AC ingang aan, en
steek het andere eind in een stopcontact.
Het klavierdeksel openen en
sluiten (alleen C-380)
Het deksel afsluiten
Openen
Sluiten
Het netsnoer aansluiten
23
Voordat u gaat spelen
Voor de C-330
1. Controleer eerst of de [POWER] schakelaar op ‘OFF’ staat.
2. Sluit het meegeleverde netsnoer op de AC ingang aan, en
steek het andere eind in een stopcontact.
Niet ingedrukt UIT
24
Voordat u gaat spelen
Nadat de aansluitingen zijn gemaakt (p.22), zet u de
verschillende apparaten in de gespecificeerde volgorde aan.
Wanneer apparaten in de verkeerde volgorde worden
aangezet, riskeert u storingen en/of beschadigingen aan
luidsprekers en andere apparaten.
1. Controleer het volgende voordat de stroom wordt aan-
gezet:
Is het netsnoer correct op de AC ingang aangesloten?
Is het netsnoer op juiste wijze in het stopcontact gestoken?
2. Draai de [Master Volume] knop helemaal naar links om
het volume te minimaliseren.
3. Druk op de [POWER] schakelaar om de stroom aan te
zetten.
* Zorg dat het volumeniveau altijd helemaal laag staat, voordat de
stroom wordt aangezet. Zelfs als het volume helemaal laag is
gedraaid, kan er nog geluid hoorbaar zijn als de stroom wordt
aangezet, maar dat is normaal en duist niet op een storing.
Voor de C-380
Voor de C-330
Het hoofdscherm verschijnt in het scherm.
Dit apparaat is met een beveiligingscircuit uitgerust. Daarom
duurt het enkele seconden na opstarten voordat het apparaat
normaal werkt.
4. Selecteer een stop.
Voor details, zie ‘Verschillende klanken spelen’ (p.29).
Zelfs als de stroom is aangezet, en u de toetsen bespeelt, wordt
er geen geluid geproduceerd voordat u een klank (stop) heeft
geselecteerd.
5. Stel het volume op een passend niveau in, door aan de
[Master Volume] knop te draaien.
Pas het volume aan terwijl u op het klavier speelt om geluid te
produceren.
Als de knop naar rechts wordt gedraaid, neemt het volume toe, en
als deze naar links wordt gedraaid neemt het volume af.
Druk op het expressiepedaal voor het maximale volume.
De stroom aan en uitzetten
De stroom aanzetten
Voor ON wordt de bovenkant
ingedrukt.
Ingedrukt AAN
Verhoog het volumeVerlaag het volume
25
Voordat u gaat spelen
1. Draai de [Master Volume] knop helemaal naar links om
het volume te minimaliseren.
2. Druk op de [POWER] schakelaar om de stroom uit te
zetten.
* U kunt nog steeds enig geluid horen wanneer de stroom wordt
uitgezet, maar dit is normaal en duidt niet op een storing.
* Als u de stroom volledig wilt uitschakelen, zet u eerst de [POWER]
schakelaar uit, en dan haalt u de stekker uit het stopcontact.
Zie ‘’Stroomvoorziening’ (p.6).
Voor de C-380
Voor UIT wordt de onderkant ingedrukt.
Voor de C-330
* Om gehoorsbeschadiging, gehoorsverlies of beschadiging van de
koptelefoon te voorkomen, mag de koptelefoon nooit op een
overmatig hoog volume worden gebruikt. Gebruik de koptelefoon
op een gematigd volumeniveau.
* Wanneer een plug van een koptelefoon in de Phones Jack is
gestoken, is er geen geluid meer hoorbaar via de luidsprekers van
het orgel.
* Om beschadiging van het snoer te voorkomen, houdt u de
koptelefoon alleen bij de oorschelpen of de plug vast.
* Gebruik een stereo koptelefoon.
* De orgels van Roland beschikken over een Phones Jack. Met gebruik
van deze Jacks kunt u spelen zonder dat u zich zorgen hoeft te
maken over anderen in uw omgeving, zelfs ‘s nachts. U moet echter
opletten dat u uw buren niet stoort, aangezien muren en vloeren
gemakkelijk vibraties doorgeven (vibraties van het voetklavier in het
bijzonder). Wees hier met name ‘s nachts, en als u een koptelefoon
gebruikt, van bewust.
1. Draai de [Master Volume] knop helemaal naar links om
het volume te minimaliseren.
2. Sluit een koptelefoon op de [Phones] Jack aan.
Het geluid dat via de ingebouwde luidsprekers te horen is, stopt.
Geluid is nu alleen via de koptelefoon te horen.
Voor de C-380
Voor de C-330
3. Pas het volume van de koptelefoon met de [Master
Volume] knop aan.
De stroom uitzetten
Niet ingedrukt UIT
Een koptelefoon aansluiten
26
Voordat u gaat spelen
Songs die u op het orgel opneemt en registratie Sets die u creëert,
kunnen naar een apart verkrijgbaar USB-geheugen worden
gekopieerd, zodat deze veilig bewaard worden.
Uitvoeringsdata die in een USB-geheugen is opgeslagen, kan ook
worden afgespeeld.
* Gebruik een USB-geheugen van Roland. We kunnen een juiste
werking niet garanderen als USB-geheugen van een andere merk
wordt gebruikt. Onthoud dat alleen USB-geheugensticks gebruikt
kunnen worden – gebruik nooit een ander USB-apparaat.
* Steek het USB-geheugen voorzichtig helemaal in – totdat het stevig
op zijn plaats zit.
* Als u een nieuw USB-geheugen gebruikt, moet u het op dit apparaat
initialiseren (formatteren). Voor details, zie ‘USB-geheugen
formatteren’ (p.62).
Opmerking bij gebruik van USB-geheugen
De USB-aansluiting in het midden op de onderkant van het orgel is
een dienstaansluiting, die voor onderhoud wordt gebruikt. Sluit
niets op deze dienstaansluiting (USB FOR UPDATE) aan. Raak de
kleine openingen, gemarkeerd A en B, links van de dienstaansluiting
niet aan, en steek er niets in.
Voor de C-380
De houder van de USB-aansluiting van de C-380 draait 90 graden
naar rechts of links. Door de USB-aansluiting houder naar links of
rechts te draaien, kunt u ongelukken voorkomen, zoals de schade
die kan ontstaan als er per ongeluk tegen een aangesloten USB-
geheugen wordt gestoten.
* Houd de houder zelf vast, wanneer u deze draait. Draai de houder
niet door het aangesloten USB-geheugen vast te houden.
* Pas op dat uw vingers niet bekneld raken als u de houder draait.
Voor de C-330
Het USB-geheugen aansluiten
27
Voordat u gaat spelen
Direct nadat u de stroom heeft aangezet, verschijnt het volgende
‘hoofdscherm’.
1. Banknummer van algemeen geheugen (p.48)
Hier wordt de algemene geheugenbank die op dat moment in
gebruik is getoond.
2. Ventielnummer van algemeen geheugen
Dit toont het geheugen piston dat op dat moment in gebruik is.
3. Transpositiestatus van het klavier (p.41)
4. Stemming (p.38)
5. Referentie toonhoogte (Master Tuning: p.39)
U kunt deze stemming ook binnen het bereik van de referentie
toonhoogte aanpassen.
6. Status van het expressiepedaal (p.42)
Dit geeft aan welk(e) klavier(en) door het expressiepedaal worden
beïnvloed.
7. Volume van het expressiepedaal (p.42).
Om een handeling uit te voeren, zoals de instellingen van het orgel
veranderen, moet u eerst naar het hoofdscherm terugkeren.
1. Druk een aantal malen op de [Value/Exit Menu] knop.
1. In het hoofdscherm drukt u op de [Select/Menu] knop.
2. Draai aan de [Select/Menu] knop om ‘6 Console’ te
selecteren.
3. Druk op de [Select/Menu] knop om naar het ‘Console’
scherm te gaan.
4. Draai aan de [Select/Menu] knop om ‘Display Contrast’
weer te geven.
5. Draai aan de [Value/Exit] knop om de helderheid bij te
stellen.
6. Druk twee keer op de [Value/Exit Menu] knop om naar
het hoofdscherm terug te keren.
Deze instelling keert naar de beginwaarde terug als u de
stroom uitzet, maar u kunt de instelling opslaan, zodat deze
wordt onthouden, ook nadat de stroom is uitgezet. Voor
details, zie ‘Uw instellingen opslaan (Customize)’ (p.73).
Over het beeldscherm
Inhoud van het hoofdscherm
Reeks (in halve tonen)
-6– +5
Beschikbare instellingen
EQUAL, WERCK., KIRN.1, KIRN.3, VALLO., MEAN.D, MEAN.E, PYTHG., M.BACH
Beschikbare instellingen (Hz)
392: VERSAILLES
415: BAROQUE
440: MODERN (standard)
465: VENETIAN
Indicatie Uitleg
I PII
Het expressiepedaal is op alle divisies (MAN I, MAN II en
PEDAL divisie) van invloed.
IP
Het expressiepedaal is op de MAN I divisie en de PEDAL
divisie van invloed.
II Het expressiepedaal is op de MAN I divisie van invloed.
Off Het expressiepedaal is op geen enkele divisie van invloed.
Naar het hoofdscherm terugkeren
Het contrast van het beeldscherm
aanpassen
Reeks
0–30
28
Voordat u gaat spelen
Dit Roland orgel heeft een aantal ingebouwde demosongs.
Voor meer informatie over de ingebouwde demosongs, zie ‘Lijst van
Preset songs/Demo songs’ (p.78).
1. In het hoofdscherm drukt u op de [Select/Menu] knop.
2. Draai aan de [Select/Menu] knop om ‘1 Demo’ te
selecteren.
3. Druk op de [Select Menu] knop om naar het ‘Demo’
scherm te gaan.
In het hoofdscherm kunt u het Demo scherm ook bereiken
door het [SET] piston ingedrukt te houden en op het [PLAY/
PAUSE] piston te drukken.
4. Selecteer een demosong.
1. Draai aan de [Select/Menu] knop om de demosong ‘Group’ te
selecteren
2. Draai aan de [Value/Exit Menu] knop om de demosong groep te
veranderen.
3. Draai aan de [Select/Menu] knop om ‘Song’ te selecteren.
4. Draai aan de [Value/Exit Menu] knop om de song te veranderen.
5. Druk op het [PLAY/PAUSE] piston, en de demosong
wordt afgespeeld.
Wanneer de geselecteerde demosong eindigt, wordt de volgende
demosong afgespeeld.
6. Druk op het [STOP] piston om de demosong te stoppen.
Om het volume van de satellietluidspreker tijdens het afspelen
van de demosong aan te passen, draait u aan de [Select/Menu]
knop om ‘Satellite VR’ te selecteren, en dan draait u aan de
[Value/Exit Menu] knop.
7. Druk twee keer op de [Value/Exit Menu] knop om het
demoscherm te verlaten.
* Alle rechten voorbehouden. Onbevoegd gebruik van dit materiaal
voor andere doeleinden dan strikt privé is een overtreding van de
toepasbare wetgeving.
* Er wordt geen data uitgestuurd van de muziek die wordt gespeeld
via de MIDI OUT Jack .
* Als u in het ‘Song Recorder’ scherm speelt, kunt u de uitvoering van
elke divisie afzonderlijk dempen (Mute) (p.50).
Als een scherm zoals dat hieronder verschijnt
Als het interne geheugen uitvoeringsdata bevat die niet is
opgeslagen, verschijnt de volgende boodschap als u een demosong
probeert te beluisteren.
Als u de uitvoeringsdata wilt wegdoen zonder op te slaan, drukt u
op het [SET] piston.
Als u de uitvoeringsdata niet wilt wissen, drukt u op de [Value/Exit
Menu] knop. Sla de uitvoeringsdata op, zoals in ‘Een opgenomen
song opslaan’(p.57) wordt beschreven.
De demosongs beluisteren
29
Spelen
Door de klank tabletten in te drukken, kunt u een verscheidenheid aan pijporgelklanken spelen. De klanken die aan de tabletten zijn
toegewezen, worden ‘stops’ genoemd.
De klank tabletten zijn in groepen gerangschikt die ‘divisies’ worden genoemd. Deze tabletten worden ‘divisie tabletten’ genoemd.
Als de indicator van een divisie tablet is verlicht, kunt u de corresponderende stop (klank) spelen.
fig.stop-up.eps
1. Druk op het onderste gedeelte van de ‘PEDAL’, ‘MAN I’ of ‘MAN II’ divisie tabletten.
De indicator licht op, en de stop wordt geselecteerd.
Het ‘Voice Palette’ scherm (p.30) wordt in het scherm getoond, waarin de klank van de stop die u heeft geselecteerd wordt
aangegeven.
fig.LCD016.eps
Het hoofdscherm verschijnt na een tijdje vanzelf opnieuw.
* Meteen nadat de stroom is aangezet, zijn er geen stops geselecteerd. Dit betekent dat het klavier geen geluid produceert.
U kunt het ‘Voice Palette’ scherm ook bereiken door de [SET] piston ingedrukt te houden en op de gewenste divisie tablet te
drukken.
De stop knippert kortstondig, als een stop variatie (p.30) is geselecteerd.
fig.variation01.eps
De geselecteerde stop annuleren
1. Druk op het bovenste gedeelte van de tablet.
De indicator van de tablet dooft uit, en de geselecteerde klank wordt geannuleerd.
Verschillende klanken spelen
Stops (klanken) selecteren
Druk op het bovenste gedeelte van de tablet om de
stop uit te zetten. De indicator is niet meer verlicht.
Druk op het onderste gedeelte van de
tablet om de stop te selecteren. De indicator is verlicht.
De indicator is verlicht als u op het
onderste gedeelte van de tablet drukt.
Knippert
even
Opnieuw
verlicht
30
Spelen
fig.stop-up-ver.eps
1. In het hoofdscherm drukt u op het onderste gedeelte van een divisie tablet.
Het ‘Voice Palette’ scherm verschijnt, waarin de variatie van de geselecteerde stop wordt getoond.
fig.LCD016.eps
* Als de indicator kortstondig knippert als u het tablet indrukt, is er al een variatie voor de stop geselecteerd.
* Als het ‘Voice Palette’ scherm niet wordt weergegeven, keert u naar het hoofdscherm terug, en voert u de procedure vanaf stap 1 uit.
Om te leren hoe u naar het hoofdscherm terug kunt keren, kijkt u bij ‘’Naar het hoofdscherm terugkeren’ (p.27).
U kunt het ‘Voice Palette’ scherm ook bereiken door de [SET] piston ingedrukt te houden en op de gewenste divisie tablet te
drukken.
2. Draai aan de [Value/Exit Menu] knop.
U kunt uit vier klankvariaties kiezen: VP0 tot VP3.
fig.LCD015.eps
De status waarin een variatie voor de stop is geselecteerd opslaan
U kunt dit op de volgende manieren doen.
De variaties die direct na opstarten geselecteerd zullen worden opslaan
Voor elke stop selecteert u de variatie waarover u wilt beschikken direct nadat de stroom is aangezet. Sla vervolgens de
systeeminstellingen op, zoals in ‘Uw instellingen opslaan (Customize)’ (p.73) wordt beschreven. De status van het Voice Palette wordt,
de volgende keer dat u de stroom aanzet, gereproduceerd.
Een registratie opslaan
Selecteer de variatie voor iedere stop, en sla de instellingen dan als een registratie (p.47) op. Op die manier kunt u de status van de
geselecteerde variaties in een geheugen piston opslaan.
Als u een [USER MIDI A] of [USER MIDI B] divisie tablet heeft geselecteerd
Het ‘USER/MIDI’ scherm verschijnt, waarin u klanken kunt selecteren die niet in de klanktabletten aanwezig zijn (p.79). Voor details, zie
‘Instellingen voor de USER/MIDI koppelingen’ (p.68).
fig.LCD017.eps
Een klank variatie selecteren (Voice Palette)
Druk op het onderste gedeelte van een tablet
31
Spelen
U kunt een specifiek klavier gebruiken om de klanken van een andere divisie te spelen. U kunt bijvoorbeeld het onderste klavier bespelen
om de klank die voor ‘MAN II’ (bovenste klavier) is geselecteerd gelijktijdig te spelen. Deze functies worden koppelingen genoemd.
Op de C-380 kan de koppeling ook worden aangezet door de koppeling pistons in te drukken.
fig.380CapPiston.eps
Hier leggen we uit hoe de klanken van de MAN II divisie (bovenste klavier) gespeeld kunnen worden door het onderste klavier te
bespelen.
Voordat u verdergaat, selecteert u de gewenste stops van de MAN II divisie.
1. In de MAN I divisie drukt u op het onderste gedeelte van de divisie koppeling [II/I] tablet.
De indicator licht op, en de koppeling is ingeschakeld.
Op de C-380 kan de koppeling ook worden aangezet door het [II/I] piston in te drukken, zodat dit verlicht is.
2. Speel op het onderste klavier.
U zult de klank van de MAN I divisie (bovenste klavier) horen. Om de koppeling uit te schakelen, drukt u op het bovenste gedeelte van
de MAN II divisie koppeling [II/I] tablet.
Als u op de C-380 op het verlichte [II/I] piston drukt zodat dit uitdooft, wordt de koppeling uitgezet.
Elke handmatige koppeling heeft de volgende werking:
De klanken van een andere divisie spelen (Koppelingen)
Een handmatige koppeling gebruiken
Tablet Piston (alleen C-380) Uitleg
Als het voetklavier wordt bespeeld, klinken ook de stops die voor de MAN I divisie zijn
geselecteerd.
Als het voetklavier wordt bespeeld, klinken ook de stops die voor de MAN II divisie zijn
geselecteerd.
Als het onderste klavier wordt bespeeld, klinken ook de stops die voor de MAN II divisie zijn
geselecteerd.
32
Spelen
Wanneer u de melodie koppeling gebruikt, klinkt de hoogste noot die u op het onderste klavier speelt ook door de stops die in de
MAN II divisie zijn geselecteerd. Met deze functie kunt u begeleiding en solo registraties gelijktijdig spelen, door slechts één manuaal
te bespelen.
1. Druk op het melodie koppeling [MEL] piston.
Als de melodie koppeling aan is, licht de indicator op.
Druk nogmaals op de piston, zodat de indicator uitdooft.
Als u de [II/I] handmatige koppeling aanzet (p.31), kan het melodie koppeling effect niet verkregen worden.
De reeks van de melodie koppeling veranderen
De reeks waarbinnen de melodie koppeling werkt, kan vrijelijk veranderd worden. De gespecificeerde noot, en de noten daarboven,
gebruiken de melodie koppeling. De noten onder de gespecificeerde noot gebruiken de melodie koppeling niet.
fig.cap-ME-key.eps
1. In het hoofdscherm drukt u op de [Select/Menu] knop.
2. Draai aan de [Select/Menu] knop om ‘6 Console’ te selecteren.
fig.LCD007.eps
3. Druk op de [Select/Menu] knop om naar het ‘Console’ scherm te gaan.
U kunt het ‘Console’ scherm ook vanuit het hoofdscherm bereiken, door het [SET] piston ingedrukt te houden en op het
[MEL] piston te drukken.
4. Draai aan de [Select/Menu] knop om ‘Mel Split’ te selecteren.
fig.LCD018.eps
5. Draai aan de [Value/Exit Menu] knop om de instelling te veranderen.
6. Druk twee keer op de [Value/Exit Menu] knop om naar het hoofdscherm terug te keren.
Deze instelling keert naar OFF terug als u de stroom uitzet. U kunt de instelling echter opslaan, zodat deze ook nadat de
stroom is uitgezet wordt onthouden. Voor details, zie ‘Uw instellingen opslaan (Customize)’ (p.73).
De Melodie koppeling gebruiken
Melodie koppeling
Laagste toets van de Melodie koppeling reeks
33
Spelen
Met de bas koppeling kunt u de klank van een PEDAL divisie op de laagste noot die u op het onderste klavier speelt stapelen.
1. Druk op de baskoppeling [BASS] piston.
Wanneer de baskoppeling aan is, licht de indicator van de piston op.
Druk nog een keer op de piston om de indicator uit te zetten.
De reeks van de baskoppeling veranderen
Het staat u vrij de reeks waarbinnen de baskoppeling werkt te veranderen. De gespecificeerde noten, en de noten daaronder, zullen
de baskoppeling gebruiken.
fig.cap-BA-key.eps
1. In het hoofdscherm drukt u op de [Select/Menu] knop.
2. Draai aan de [Select/Menu] knop om ‘6 Console’ te selecteren.
fig.LCD007.eps
3. Druk op de [Select/Menu] knop om naar het ‘Console’ scherm te gaan.
U kunt het ‘Console’ scherm ook vanuit het hoofdscherm bereiken, door het [SET] piston ingedrukt te houden en op het
[BASS] piston te drukken.
4. Draai aan de [Select/Menu] knop om ‘Bass Split’ te selecteren.
fig.LCD019.eps
5. Draai aan de [Value/Exit Menu] knop om de instelling te veranderen.
6. Druk twee keer op de [Value/Exit Menu] knop om naar het hoofdscherm terug te keren.
Deze instelling keert naar OFF terug als u de stroom uitzet. U kunt de instelling echter opslaan, zodat deze ook nadat de
stroom is uitgezet wordt onthouden. Voor details, zie ‘Uw instellingen opslaan (Customize)’ (p.73).
De bas koppeling gebruiken
Hoogste toets van de bas koppeling reeks
Bas koppeling
34
Spelen
U kunt het volume of de weerkaatsing, die hoorbaar is wanneer u de klavieren bespeelt of als u een song uit het interne geheugen of
USB-geheugen afspeelt, aanpassen.
Als u zich in het hoofdscherm bevindt, en u aan één van de volgende knoppen draait, verschijnt het ‘VOLUME’ scherm gedurende
enige tijd.
fig.Volume-Tone.eps
1. Draai aan de [Master Volume] knop om het algehele volume aan te passen.
Pas het volume aan terwijl u op het klavier speelt om geluid te produceren.
Als de knop naar rechts wordt gedraaid, neemt het volume toe, en als deze naar links wordt gedraaid, neemt het volume af.
U kunt het beste het volume van de satellietluidsprekers verlagen voordat u het algehele volume aanpast. Het bijstellen van
de volumebalans is gemakkelijker als u eerst het volume van de basklank, die vanaf het hoofdapparaat is te horen, aanpast,
en dan het volume van de satellietluidsprekers aanpast.
1. In het hoofdscherm draait u aan de [Satellite Volume] knop (Select/Menu) om het volume van de
satellietluidsprekers aan te passen.
Pas het volume aan, terwijl u op het klavier speelt om geluid te produceren.
Als de knop naar rechts wordt gedraaid, neemt het volume toe, en als deze naar links wordt gedraaid, neemt het volume af.
Het volume van de satellietluidsprekers (de instelling van de [Satellite Volume] knop) is met het algehele volume (de instelling
van de [Master Volume] knop) verbonden.
Deze instelling keert naar de standaard waarde terug als u de stroom uitzet. U kunt de instelling echter opslaan, zodat deze
ook nadat de stroom is uitgezet wordt onthouden. Voor details, zie ‘Uw instellingen opslaan (Customize)’ (p.73).
1. Draai aan de [Reverb] knop, om de hoeveelheid weerkaatsing aan te passen.
U kunt het type weerkaatsing ook naar wens aanpassen (p.35).
Het volume en de weerkaatsing aanpassen
Het algehele volume aanpassen
Reeks
0–127
Het volume van de satellietluidsprekers aanpassen
Reeks
0–127
De weerkaatsing aanpassen
Reeks
0–127
Volume van
satellietluidsprekers
Master Volume
Weerkaatsing
‘Volume’ scherm
35
Spelen
Door weerkaatsing toe te passen, kunt u het akoestische karakter van een uitvoering in een concertzaal verkrijgen.
Als u het weerkaatsingtype verandert, kunt u de sensatie van het spelen op verschillende locaties ervaren.
1. In het hoofdscherm drukt u op de [Select/Menu] knop.
2. Draai aan de [Select/Menu] knop om ‘4 Room Modeling’ te selecteren.
fig.LCD005.eps
3. Druk op de [Select/Menu] knop om naar het ‘Room Modeling’ scherm te gaan.
U kunt het ‘Room Modeling’ scherm ook vanuit het hoofdscherm bereiken, door het [SET] piston ingedrukt te houden en
aan de [Reverb] knop te draaien.
4. Draai aan de [Select/Menu] knop om ‘Room Type’ te selecteren.
fig.LCD021.eps
5. Draai aan de [Value/Exit Menu] knop om de Room Type instelling te veranderen.
6. Druk twee keer op de [Value/Exit Menu] knop om naar het hoofdscherm terug te keren.
Deze instelling keert naar de standaard waarde terug als u de stroom uitzet. U kunt de instelling echter opslaan, zodat deze
ook nadat de stroom is uitgezet wordt onthouden. Voor details, zie ‘Uw instellingen opslaan (Customize)’ (p.73).
Het type weerkaatsing aanpassen
Het kamertype veranderen
Type Uitleg
CHAMBER De weerkaatsing van een pijp kamer
HALL De weerkaatsing van een zaal
CHURCH De weerkaatsing van een kerk
CATHEDRAL De weerkaatsing van een kathedraal
36
Spelen
U kunt bijkomende veranderingen in de weerkaatsing maken, door het type van de muur (het materiaal waarvan de muur is gemaakt)
te veranderen.
1. In het hoofdscherm drukt u op de [Select/Menu] knop.
2. Draai aan de [Select/Menu] knop om ‘4 Room Modeling’ te selecteren.
fig.LCD005.eps
3. Druk op de [Select/Menu] knop om naar het ‘Room Modeling’ scherm te gaan.
U kunt het ‘Room Modeling’ scherm ook vanuit het hoofdscherm bereiken, door het [SET] piston ingedrukt te houden en
aan de [Reverb] knop te draaien.
4. Draai aan de [Select/Menu] knop om ‘Wall Type’ te selecteren.
fig.LCD022.eps
5. Draai aan de [Value/Exit Menu] knop om de Wall Type instelling te veranderen.
6. Druk twee keer op de [Value/Exit Menu] knop om naar het hoofdscherm terug te keren.
Deze instelling keert naar de standaard waarde terug als u de stroom uitzet. U kunt de instelling echter opslaan, zodat deze
ook nadat de stroom is uitgezet wordt onthouden. Voor details, zie ‘Uw instellingen opslaan (Customize)’ (p.73).
Het muurtype veranderen
Type Uitleg
DRAPERY Geplooide gordijnen
WOOD Hout
BRICK Baksteen
MARBLE Marmer
37
Spelen
Het Tremulant effect voegt vibrato (cyclische modulatie) aan de klank toe.
Gebruik dit als u een solo of een uitvoering van een klein ensemble expressiever wilt laten klinken. Dit wordt vaak gebruikt voor
composities uit de Romantiek, gospel en muziek voor kerkdiensten.
1. In de MAN II divisie tabletten of de MAN I divisie tabletten, drukt u op het onderste gedeelte van het [Tremulant]
tablet.
Het tablet licht op, en het Tremulant effect wordt op de klank van de corresponderende divisie toegepast.
Om dit uit te zetten, drukt u op het bovenste gedeelte van het verlichte [Tremulant] tablet.
1. In het hoofdscherm drukt u op de [Select/Menu] knop.
2. Draai aan de [Select/Menu] knop om ‘7 Tremulant’ te selecteren.
fig.LCD008.eps
3. Druk op de [Select/Menu] knop om naar het ‘Tremulant’ scherm te gaan.
U kunt het ‘Room Modeling’ scherm ook vanuit het hoofdscherm bereiken, door het [SET] piston ingedrukt te houden en op
de [Tremulant] tabletten te drukken.
4. Draai de [Select/Menu] knop naar links om de cursor naar de bovenste regel van het scherm te verplaatsen.
fig.LCD023.eps
5. Draai aan de [Value/Exit Menu] knop om ‘MAN-I’ of ‘MAN-II’ te selecteren. Specificeer de divisie waarvoor u
Tremulant instellingen wilt maken.
6. Draai aan de [Select/Menu] knop om ‘Depth’ of ‘Rate’ te selecteren, en draai aan de [Value/Exit Menu] knop om
de instelling aan te passen.
7. Druk twee keer op de [Value/Exit Menu] knop om naar het hoofdscherm terug te keren.
Deze instelling keert naar de standaard waarde terug als u de stroom uitzet. U kunt de instelling echter opslaan, zodat deze
ook nadat de stroom is uitgezet wordt onthouden. Voor details, zie ‘Uw instellingen opslaan (Customize)’ (p.73).
Soft Vibrato toevoegen (Tremulant)
Tremulant aan elke divisie toevoegen
Het Tremulant effect aanpassen
Indicatie Uitleg Reeks
Depth
Met een instelling van ‘0’ wordt er geen Tremulant toegepast. Verhoging van deze waarde maakt de
Tremulant dieper.
0–127
Rate
Een langzame Tremulant wordt toegepast met een instelling van ‘0’, en deze wordt sneller naarmate u de
waarde laat toenemen.
0–127
38
Spelen
Historische muziekstijlen zoals Barok, kunnen in de stemmingen die in die tijd werden gebruikt worden gespeeld.
Vandaag de dag worden de meeste werken gecomponeerd in de veronderstelling dat deze in de gelijkzwevende stemming, de meest
gangbare stemming heden ten dage, gespeeld zullen worden. In het verleden zijn er echter vele andere stemmingen gebruikt.
Door een compositie te spelen in de stemming waarin deze oorspronkelijk gespeeld zou zijn, kunt u de akkoordklanken ervaren, op de
manier waarop deze door de componist waren bedoeld.
1. In het hoofdscherm drukt u op de [Select/Menu] knop.
2. Draai aan de [Select/Menu] knop om ‘2 Pitch / Tuning’ te selecteren.
fig.LCD003.eps
3. Druk op de [Select/Menu] knop om naar het ‘Pitch / Tuning’ scherm te gaan.
U kunt het ‘Pitch/Tuning’ scherm ook vanuit het hoofdscherm bereiken door het [SET] piston ingedrukt te houden en op het
klavier te spelen.
4. Draai aan de [Select/Menu] knop om ‘Temperament’ te selecteren.
fig.LCD025.eps
5. Draai aan de [Value/Exit Menu] knop om de gewenste stemming te selecteren.
Deze instelling keert naar ‘EQUAL’ terug als u de stroom uitzet.
6. Druk twee keer op de [Value/Exit Menu] knop om naar het hoofdscherm terug te keren.
De stemming veranderen (Temperament)
Instelling Stemming Uitleg
EQUAL
Gelijkwevende
stemming
Deze stemming verdeelt het octaaf in twaalf gelijke intervallen. Het moduleren naar een andere
toonsoort heeft geen effect op de manier waarop akkoorden klinken.
WERCK. Werckmeister
Deze stemming combineert de middentoon stemming en de Pythagorische stemming. Er kan in alle
toonsoorten worden gespeeld (methode 1, nummer 3).
KIRN.1 Kirnberger 1
Dit is een verbetering van de middentoon stemming en de Reine stemming, voor meer
modulatievrijheid. Er kan in alle toonsoorten worden gespeeld (methode 1).
KIRN.3 Kirnberger 3 Dit is een variatie van Kirnberger 1 (methode 3).
VALLO. Valloti
Dit is een relatief recente stemming. Deze lijkt op de gelijkzwevende stemming, maar heeft een bepaalde
hoeveelheid Reine stemming, zodat er gemakkelijker op andere instrumenten afgestemd kan worden,
en wordt dus vaak voor de ensembles gebruikt.
MEAN.D Middentoon stemming
Deze stemming is een gedeeltelijk compromis van de Reine stemming, om een bepaalde mate van
modulatie mogelijk te maken. Klanken in D
#
genieten de voorkeur.
MEAN.E Middentoon stemming
Deze stemming is een gedeeltelijk compromis van de Reine stemming, om een bepaalde mate van
modulatie mogelijk te maken. Klanken in E
b
genieten de voorkeur.
PYTHG. Pythagorische stemming
Dit is een stemmingssysteem toegeschreven aan de filosoof Pythagoras, waarin de kwarten en kwinten
rein zijn. Akkoorden die een terts bevatten zullen niet vloeiend klinken, maar de melodie klinkt mooi.
M.BACH Modern Bach
Dit is één van de recentelijk onderzochte stemmingen uit de tijd van Bach. Er kan in alle toonsoorten
worden gespeeld.
39
Spelen
De referentie toonhoogte kan van ‘A=440.0 Hz’ in ‘A=415.0 Hz’ (Barok toonhoogte) of ‘A=392.0 Hz’ (Versailles toonhoogte) worden
veranderd.
1. In het hoofdscherm drukt u op de [Select/Menu] knop.
2. Draai aan de [Select/Menu] knop om ‘2 Pitch / Tuning’ te selecteren.
fig.LCD003.eps
3. Druk op de [Select/Menu] knop om naar het ‘Pitch / Tuning’ scherm te gaan.
U kunt het ‘Pitch/Tuning’ scherm ook vanuit het hoofdscherm bereiken door het [SET] piston ingedrukt te houden en op het
klavier te spelen.
4. Draai aan de [Select/Menu] knop om ‘Pitch’ te selecteren.
fig.LCD026.eps
5. Draai aan de [Value/Exit Menu] knop om de ‘Pitch’ instelling te veranderen.
Deze instelling keert naar ‘MODERN’ terug als u de stroom uitzet.
U kunt de stemmingswaarde binnen een specifieke reeks aanpassen, gerelateerd aan de basiswaarde van de geselecteerde
toonhoogte (p.40).
6. Druk twee keer op de [Value/Exit Menu] knop om naar het hoofdscherm terug te keren.
De Barok toonhoogte gebruiken
Indicatie Waarde (A=)
VERSAILLES 392 (Hz)
BAROQUE 415 (Hz)
MODERN 440 (Hz)
VENETIAN 465 (Hz)
Historische stemmingen gebruiken
Door historische stemmingen te gebruiken voor een compositie die daar geschikt voor is, kan de schoonheid en de spanning
van dat werk nog sterker naar voren worden gebracht. In het bijzonder, als een werk met een stemming waarin modulatie
mogelijk is wordt gespeeld, en dat modulatie bevat, verandert de sonoriteit van de akkoorden, hetgeen subtiele
veranderingen in het klankkarakter toevoegt tijdens de voortgang van de compositie.
Werckmeister combineert middentoon en Pythagorische stemmingen om de mate van modulatievrijheid te verhogen, en
wordt gebruikt in werken van Bach tot werken uit de moderne tijd. Kirnberger werd op soortgelijke wijze verwerkt, en wordt
hoofdzakelijk voor het spelen van Bach’s orgelwerken gebruikt.
Middentoon was populair in Europa tijdens de Barok periode, en werd in het bijzonder voor pijporgel uitvoeringen gebruikt.
Deze werd gewoonlijk ook door Barok componisten, zoals Handel, gebruikt, alsmede in werken uit de Renaissance.
40
Spelen
Als u in een ensemble, samen met andere instrumenten speelt, kunt u de referentie toonhoogte van het orgel op het andere
instrument afstemmen.
De referentie toonhoogte wordt gewoonlijk uitgedrukt als de toonhoogte van de middelste ‘A’ noot.
Door de ‘Tuning’ instelling aan te passen, kunt u het orgel met de toonhoogte van een ander instrument overeen laten komen.
1. In het hoofdscherm drukt u op de [Select/Menu] knop.
2. Draai aan de [Select/Menu] knop om ‘2 Pitch / Tuning’ te selecteren.
fig.LCD003.eps
3. Druk op de [Select/Menu] knop om naar het ‘Pitch/Tuning’ scherm te gaan.
U kunt het ‘Pitch/Tuning’ scherm ook vanuit het hoofdscherm bereiken door het [SET] piston ingedrukt te houden en op het
klavier te spelen.
4. Draai aan de [Select/Menu] knop om ‘Tuning’ te selecteren.
fig.LCD027.eps
5. Draai aan de [Value/Exit Menu] knop om de waarde aan te passen.
Deze instelling keert naar ‘440 Hz’ terug als u de stroom uitzet. Als u de toonhoogte heeft aangepast, zodat deze met die van
een ander instrument waarmee u samen zult spelen overeenkomt, moet u opletten dat u de stroom niet uitzet voordat u gaat
spelen.
6. Druk twee keer op de [Value/Exit Menu] knop om naar het hoofdscherm terug te keren.
Afstemmen op de toonhoogte van een ander instrument
Waarde (Hz)
Deze is bij te stellen binnen een reeks van +/- 100 cent (ongeveer een halve toon) gecentreerd op de geselecteerde toonhoogte (p.39).
41
Spelen
Met de Transpose functie kunt u de toonhoogte in stappen van halve tonen verschuiven, zonder dat de toetsen die u op het klavier
speelt veranderen.
Als een song bijvoorbeeld in een moeilijke toonsoort staat, met talloze kruizen ( ) of mollen ( ), kunt u deze instelling gebruiken om
de song in een gemakkelijkere toonsoort te spelen.
1. In het hoofdscherm drukt u op de [Select/Menu] knop.
2. Draai aan de [Select/Menu] knop om ‘2 Pitch / Tuning’ te selecteren.
fig.LCD003.eps
3. Druk op de [Select/Menu] knop om naar het ‘Pitch/Tuning’ scherm te gaan.
U kunt het ‘Pitch/Tuning’ scherm ook vanuit het hoofdscherm bereiken door het [SET] piston ingedrukt te houden en op het
klavier te spelen.
4. Draai aan de [Select/Menu] knop om ‘Transpose’ te selecteren.
fig.LCD028.eps
5. Draai aan de [Value/Exit Menu] knop om de waarde aan te passen.
Deze instelling keert naar ‘0’ terug als u de stroom uitzet.
Als u het algemene Cancel piston enkele seconden ingedrukt houdt om de klankinstellingen opnieuw in te stellen (p.47), wordt
de Transpose instelling ook opnieuw op de Off status ingesteld.
6. Druk twee keer op de [Value/Exit Menu] knop om naar het hoofdscherm terug te keren.
De toonsoort transponeren
Reeks (halve tonen)
-6– +5
42
Spelen
U kunt het expressiepedaal gebruiken om het volume van het orgel aan te passen. Als het PEDAL wordt ingedrukt neemt het volume
toe, als het pedaal wordt losgelaten wordt het volume gereduceerd.
fig.ex-pedal.eps
Als u het expressiepedaal helemaal loslaat, keert het volume niet helemaal naar nul terug. Als u het volume op nul wilt instellen,
draait u de [Master Volume] knop naar de Min (minimum) positie.
U kunt ook specificeren welke divisies door het expressiepedaal worden beïnvloed.
1. In het hoofdscherm drukt u op de [Select/Menu] knop.
2. Draai aan de [Select/Menu] knop om ‘8 Exp. Pedal’ te selecteren.
fig.LCD009.eps
3. Druk op de [Select/Menu] knop om naar het ‘Exp. Pedal’ scherm te gaan.
U kunt het ‘Pedal’ scherm ook vanuit het hoofdscherm bereiken door het [SET] piston ingedrukt te houden en het
expressiepedaal te bedienen.
4. Draai aan de [Select/Menu] knop om ‘MAN-I/PEDAL’ (MAN I divisie en PEDAL divisie) of ‘MAN-II’ (MAN II divisie)’
te selecteren.
fig.LCD029.eps
5. Draai aan de [Value/Exit Menu] knop om de pedaalinstelling te veranderen.
6. Druk twee keer op de [Value/Exit Menu] knop om naar het hoofdscherm terug te keren.
Deze instelling keert naar ‘OFF’ terug als u de stroom uitzet. U kunt de instelling echter opslaan, zodat deze ook nadat de
stroom is uitgezet wordt onthouden. Voor details, zie ‘Uw instellingen opslaan (Customize)’ (p.73).
Het expressiepedaal gebruiken om het volume van het orgel aan te passen
De divisies waarop het expressiepedaal van invloed is specificeren
Indicatie Divisie
ON Beïnvloed door het pedaal
OFF Niet beïnvloed door het pedaal
Verlaag het volume
Verhoog het volume
43
Spelen
Alle instellingen die u heeft gemaakt met gebruik van de procedure die in ‘De divisies die door het expressiepedaal worden beïnvloed’
(p.42) worden uitgelegd, kunnen in een algemeen geheugen piston worden opgeslagen.
1. In het hoofdscherm drukt u op de [Select/Menu] knop.
2. Draai aan de [Select/Menu] knop om ‘8 Exp. Pedal’ te selecteren.
fig.LCD009.eps
3. Druk op de [Select/Menu] knop om naar het ‘Exp. Pedal’ scherm te gaan.
U kunt het ‘Exp. Pedal’ scherm ook vanuit het hoofdscherm bereiken door het [SET] piston ingedrukt te houden en het
expressiepedaal te bedienen.
4. Draai aan de [Select/Menu] knop om ‘Exp. Mode’ te selecteren.
fig.LCD029.eps
5. Draai aan de [Value/Exit Menu] knop om de waarde aan te passen.
6. Druk twee keer op de [Value/Exit Menu] knop om naar het hoofdscherm terug te keren.
De divisie waarvan het volume aangepast moet worden opslaan
Indicatie Divisie
SYSTEM Wordt niet in een algemeen geheugen piston opgeslagen.
PISTON Wordt in een algemeen geheugen piston opgeslagen.
Over de MAN I & PEDAL ingesloten piston
De C-380 heeft een MAN I & PEDAL ingesloten piston. Als u op dit piston drukt om het aan te zetten, kunt u het
expressiepedaal gebruiken om het volume van de MAN I divisie (onderste klavier) en PEDAL divisie (voetklavier) aan te
passen.
Op de C-380 is de ‘MAN-I/PEDAL’ instelling van het ‘Exp. Pedal’ scherm met de MAN I & PEDAL ingesloten piston verbonden,
en zijn waarde wordt in het algemene geheugen opgeslagen (p.46).
44
Spelen
U kunt het minimum volume, dat van kracht is als het pedaal op de minimum positie staat, aanpassen.
1. In het hoofdscherm drukt u op de [Select/Menu] knop.
2. Draai aan de [Select/Menu] knop om ‘8 Exp. Pedal’ te selecteren.
fig.LCD009.eps
3. Druk op de [Select/Menu] knop om naar het ‘Exp. Pedal’ scherm te gaan.
U kunt het ‘Exp. Pedal’ scherm ook vanuit het hoofdscherm bereiken door het [SET] piston ingedrukt te houden en het
expressiepedaal te bedienen.
4. Draai aan de [Select/Menu] knop om ‘Shutter’ te selecteren.
fig.LCD030.eps
5. Draai aan de [Value/Exit Menu] knop om de waarde aan te passen.
6. Druk twee keer op de [Value/Exit Menu] knop om naar het hoofdscherm terug te keren.
Deze instelling keert naar ‘PPPP’ terug als u de stroom uitzet, maar u kunt de instelling opslaan, zodat deze wordt
onthouden nadat de stroom is uitgezet. Voor details, zie ‘Uw instellingen opslaan (Customize)’ (p.73).
Het minimum volume van het expressiepedaal instellen
Indicatie Uitleg
PPPP Minste volume
PPP Laag volume
PP Iets hoger volume
45
Spelen
Aan de zijkanten van het expressiepedaal bevinden zich twee kick-schakelaars. Aan elke kick-schakelaar kan een andere functie
worden toegewezen.
fig.foot-switch.eps
1. In het hoofdscherm drukt u op de [Select/Menu] knop.
2. Draai aan de [Select/Menu] knop om ‘8 Exp. Pedal’ te selecteren.
fig.LCD009.eps
3. Druk op de [Select/Menu] knop om naar het ‘Exp. Pedal’ scherm te gaan.
U kunt het ‘Exp. Pedal’ scherm ook vanuit het hoofdscherm bereiken door het [SET] piston ingedrukt te houden en het
expressiepedaal te bedienen.
4. Draai aan de [Select/Menu] knop om ‘Kick SW R’ (rechter kick-schakelaar) of ‘Kick SW L’ (linker kick-schakelaar)
te selecteren.
fig.LCD031.eps
5. Draai aan de [Value/Exit Menu] knop om de waarde aan te passen.
6. Druk twee keer op de [Value/Exit Menu] knop om naar het hoofdscherm terug te keren.
Deze instelling keert naar ‘OFF’ terug als u de stroom uitzet, maar u kunt de instelling opslaan, zodat deze wordt onthouden
nadat de stroom is uitgezet. Voor details, zie ‘Uw instellingen opslaan (Customize)’ (p.73).
De kick-schakelaars gebruiken
Toewijsbare functie Uitleg
OFF De kick-schakelaar is uit.
NEXT
Dit heeft dezelfde functie als het [NEXT] piston.
Dit schakelt naar het aangrenzende algemene geheugen piston. Elke keer dat u op
de kick-schakelaar drukt, schakelt het algemene geheugen piston naar het volgende
hogere nummer.
PREV
Dit heeft dezelfde functie als het [PREV] piston van de C-380.
Dit schakelt naar het aangrenzende algemene geheugen piston. Elke keer dat u op
de kick-schakelaar drukt, schakelt het algemene geheugen piston naar het volgende
lagere nummer.
SUSTAIN
Sustain wordt toegepast als u de schakelaar indrukt.
Sustain kan alleen op sommige [USER/MIDI] koppeling klanken en op de klanken van
een externe MIDI-geluidsmodule worden toegepast.
Sustain wordt niet op de klanken van het orgel toegepast.
46
Een combinatie van stops opslaan
De status van de stops en de koppeling instellingen voor het gehele orgel worden gemeenschappelijk een ‘registratie’ genoemd.
U kunt deze registraties in de geheugen pistons opslaan. Een opgeslagen registratie kan opgeroepen worden door een geheugen
piston in te drukken.
De MAN I en MAN II divisies van de C-380 hebben respectievelijk divisie geheugen pistons, waarin registraties voor elke divisie
opgeslagen kunnen worden.
Over de algemene geheugen pistons
In de algemene geheugen pistons kunnen de stop., Koppeling en Tremulant instellingen worden opgeslagen. De opgeslagen
instellingen blijven behouden, ook nadat de stroom is uitgezet.
Er zijn vijf algemene geheugen pistons (1 tot 5) en in elk piston kan één registratie worden opgeslagen. De combinatie van algemene
geheugen pistons 1-5 wordt als een ‘bank’ opgeslagen, en in totaal kunnen er 20 banken worden opgeslagen. Aangezien er vijf
pistons en 20 banken zijn, betekent dit dat u in totaal 100 registraties kunt opslaan.
Registraties bieden een gemakkelijke manier voor het opslaan van favoriete klankcombinaties of om tussen klankcombinaties af te
wisselen terwijl u speelt.
fig.panel-piston.eps
Over de divisie geheugen pistons (alleen C-380)
Terwijl een combinatie van klanken voor het gehele orgel in de algemene geheugen pistons opgeslagen kan worden, kan in een
divisie geheugen piston slechts de combinatie van klanken voor elke divisie worden opgeslagen.
De MAN I divisie en MAN II divisie hebben ieder vijf divisie geheugen pistons, en in elk piston kan één registratie worden opgeslagen.
In het geval van de C-380 bevat een bank niet alleen de vijf algemene geheugen pistons 1-5, maar ook de geheugen pistons 1-5 van
de MAN I divisie en de geheugen pistons 1-5 van de MAN II divisie.
fig.panel-divpiston.eps
47
Een combinatie van stops opslaan
1. Stel de stops in, zodat de combinatie van klanken die u wilt opslaan te horen is (p.29).
2. Terwijl u het [SET] piston ingedrukt houdt, drukt u op één van de algemene geheugen pistons of divisie
geheugen pistons (alleen C-380).
Als u een algemeen geheugen piston [1]-[5] indrukt, wordt de status van de stops voor alle divisies, de koppelingen en de Tremulant
instellingen opgeslagen.
Als u op één van de MAN I divisie geheugen [1]-[5] pistons drukt, wordt de status van de stops en de Tremulant instellingen voor de
MAN I divisie (onderste klavier) in dat piston opgeslagen.
Als u op één van de MAN II divisie geheugen [1]-[5] pistons drukt, wordt de status van de stops en de Tremulant instellingen voor de
MAN II divisie (bovenste klavier) in dat piston opgeslagen.
Het volgende scherm wordt enkele seconden weergegeven, en het geheugen piston waarin u heeft opgeslagen licht op.
fig.LCD950.eps
1. Druk op één van de algemene geheugen pistons of divisie geheugen pistons (alleen C-380).
Als u een van de algemene geheugen pistons [1]-[5] indrukt, wordt de status van de stops voor alle divisies, de koppelingen en de
Tremulant instellingen die in dat piston zijn opgeslagen opgeroepen.
Als u op één van de MAN I divisie geheugen [1]-[5] pistons drukt, wordt de status van de stops en de Tremulant instellingen voor de
MAN I divisie (onderste klavier) die in dat piston zijn opgeslagen opgeroepen.
Als u op één van de MAN II divisie geheugen [1]-[5] pistons drukt, wordt de status van de stops en de Tremulant instellingen voor de
MAN II divisie (bovenste klavier) die in dat piston zijn opgeslagen opgeroepen.
Annuleer alle tabletten en koppelingen, zodat er geen klanken zijn geselecteerd.
1. Druk op het algemeen Cancel [0] piston.
De verlichting van alle stops en pistons wordt uitgezet.
Er is geen geluid te horen als u op het klavier speelt terwijl alle instellingen zijn uitgezet.
Een registratie opslaan of oproepen
Een registratie opslaan
Een registratie oproepen
De klankinstellingen opnieuw instellen (General Cancel)
Als u de stop variaties ook opnieuw wilt instellen
Druk op het algemeen Cancel piston [0] en houd het enkele seconden ingedrukt. De instellingen worden op een status
ingesteld waarin geen klank is geselecteerd, en de variatie instellingen van alle tabletten worden eveneens opnieuw
ingesteld. De basis variatie (Default Voice Palette: p. 73) wordt hersteld.
Transpose (p.4) wordt ook uitgeschakeld.
48
Een combinatie van stops opslaan
De status van de algemene geheugen [1]-[5] pistons en de divisie geheugen [1]-[5] pistons (alleen C-380) kan als een ‘geheugenbank’
worden opgeslagen.
U kunt 20 geheugenbanken (M01-M20) gebruiken, zodat u in totaal honderd registraties (5 x 20) kunt opslaan.
fig.piston-1.eps
1. Gebruik de geheugenbank selectie pistons [M-]/[M+] om het nummer van de geheugenbank, dat voor opslag zal
worden gebruikt, te selecteren.
fig.LCD951.eps
2. Terwijl u het [SET] piston ingedrukt houdt, drukt u op één van de algemene geheugen pistons of divisie
geheugen pistons (alleen C-380).
Als u op een algemeen geheugen piston [1]-[5] drukt, worden de huidige instellingen van de algemene geheugen [1]-[5] pistons in de
bank opgeslagen.
Als u op een MAN I divisie geheugen [1]-[5] piston drukt, worden de huidige instellingen van de MAN I divisie geheugen [1]-[5] pistons
in de bank opgeslagen.
Als u op een MAN II divisie geheugen [1]-[5] piston drukt, worden de huidige instellingen van de MAN II divisie geheugen [1]-[5] pistons
in de bank opgeslagen.
Wees u bewust van het feit dat de informatie die eerder in de geheugenbank werd opgeslagen overschreven zal worden en
verloren zal gaan.
Geheugenbanken gebruiken
De combinatie van geheugen pistons als een geheugenbank opslaan
M02
M20
M01
Nummer van geheugenbank
49
Een combinatie van stops opslaan
1. In het hoofdscherm gebruikt u de geheugenbank selectie [M-]/[M+] pistons om het nummer van de
geheugenbank die u wilt oproepen te selecteren.
Als u het geheugenbank selectie [M-]/[M+] piston ingedrukt houdt, zal het nummer van de geheugenbank opeenvolgend,
doorlopend blijven veranderen.
Door het simpelweg indrukken van een geheugenbank selectie [M-]/[M+] piston wordt geen registratie opgeroepen.
2. Druk op één van de algemene geheugen pistons of divisie geheugen pistons (alleen C-380).
Als u een algemeen geheugen [1]-[5] piston indrukt, wordt de corresponderende registratie uit de algemene geheugenbank die u bij
stap 1 heeft geselecteerd opgeroepen.
Als u een MAN I divisie geheugen [1]-[5] piston indrukt, wordt de corresponderende registratie uit de MAN I divisie geheugenbank
opgeroepen.
Als u een MAN II divisie geheugen [1]-[5] piston indrukt, wordt de corresponderende registratie uit de MAN II divisie geheugenbank
opgeroepen.
Als u simpelweg het [NEXT] piston of het [PREV] piston (alleen C-380) indrukt, kunt u registraties, die in de algemene pistons zijn
opgeslagen, opeenvolgend oproepen.
Als u bijvoorbeeld een concert gaat geven, kunt u de geheugens gebruiken om de registraties op te slaan in de volgorde waarin u
deze tijdens het concert zult gaan gebruiken, en dan vloeiend naar de volgende registratie overgaan terwijl u speelt.
fig.piston-2.eps
Zelfs als u het [NEXT] piston indrukt, nadat u bij nummer 5 van geheugenbank M20 bent gearriveerd, zult u bij
geheugenbank M20 nummer 5 blijven.
U kunt de functie van het [NEXT] piston of het [PREV] piston (alleen C-380) aan een kick-schakelaar toewijzen, zodat u met
uw voet tussen registraties kunt schakelen (p.45).
Nadat u de [M-]/[M+] pistons heeft gebruikt om de geheugenbank te veranderen, en u op het [NEXT] piston drukt, wordt
het volgende piston van de nieuw geselecteerde geheugenbank geselecteerd.
Een registratie uit een andere geheugenbank oproepen
Registraties opeenvolgend oproepen
M01
1 3452
M02
689107
M20
99 100
Met elke druk wordt de volgende
registratie opgeroepen
Met elke druk wordt de vorige registratie opgeroepen
50
Oefenen door met een Preset song of uitvoeringsdata
mee te spelen
U kunt oefenen door mee te spelen met de Preset songs (demosongs) die in het orgel zijn ingebouwd of met de uitvoering die u van
uw eigen spel heeft opgenomen (p.56).
U kunt de uitvoering van een specifieke divisie dempen (Mute) (p.52).
U kunt de uitvoering van een specifieke divisie als een Guide Tone beluisteren (p.53).
U kunt het tempo van de song veranderen.
Wanneer een song wordt afgespeeld, worden de registraties, die gebruikt werden toen de song werd opgenomen, automatisch
opgeroepen. Als u de huidige algehele status van het orgel wilt behouden, moet u de instellingen van tevoren in een geheugen piston
opslaan (p.47).
Voor het afspelen worden de op dat moment gespecificeerde Reverb (p.34), Temperatuur (p.38) en toonhoogte (p.39) instellingen
gebruikt.
Songs kunnen ook opeenvolgend worden afgespeeld. Begin vanaf de status waarin het afspelen is gestopt. Met gebruik van de [Select/
Menu] knop selecteert u dan ‘Play Mode’. Vervolgens draait u aan de [Value/Exit Menu] knop om de instelling in ‘CHAIN’ te veranderen.
fig.rec-play-2.eps
1. Als u een song uit een USB-geheugen wilt afspelen, sluit u een USB-geheugen op de externe
geheugenaansluiting aan (p.26).
2. In het hoofdscherm drukt u op het [STOP] piston om naar het ‘Song Recorder’ scherm te gaan.
fig.LCD034.eps
3. Draai aan de [Select/Menu] knop om het media type veld rechts boven te selecteren.
fig.LCD033.eps
Instelling Uitleg
OFF Alleen de geselecteerde song afspelen
CHAIN De songs van het geselecteerde medium opeenvolgend afspelen
Een song selecteren en afspelen
51
Oefenen door met een Preset song of uitvoeringsdata mee te spelen
4. Draai aan de [Value/Exit Menu] knop om het medium waarin de song is opgeslagen te selecteren.
* Voor meer informatie over de ingebouwde Preset songs kijkt u bij ‘Lijst van Preset songs/demosongs’ (p.78).
5. Draai aan de [Select/Menu] knop om ‘Song’ te selecteren.
6. Draai aan de [Value/Exit Menu] knop om de song te kiezen die u wilt afspelen.
7. Druk op het [PLAY/PAUSE] piston om de songdata af te spelen.
‘PU’ wordt als het maatnummer getoond als de song op een zwakke tel begint.
U kunt het afspelen pauzeren.
Druk op het [PLAY/PAUSE] piston. Het afspelen gaat verder vanaf dezelfde locatie, als u de [PLAY/PAUSE] knop nogmaals indrukt.
8. Om het afspelen te stoppen, drukt u op het [STOP] piston.
Instelling Uitleg
USB Songdata uit USB-geheugen afspelen
INT Songdata uit het interne geheugen afspelen
PRE Ingebouwde Preset song (demosong) afspelen
Als een scherm zoals het volgende verschijnt
Als het interne geheugen uitvoeringsdata bevat die niet is opgeslagen, verschijnt de volgende boodschap als u een
opgeslagen song probeert te selecteren.
fig.LCD952.eps
Als u de uitvoeringsdata wilt wegdoen zonder deze op te slaan, drukt u op het [SET] piston.
Als u de uitvoeringsdata niet wilt wissen, drukt u op de [Value/Exit Menu] knop. Sla de uitvoeringsdata op, zoals in ‘Een
opgenomen song opslaan’ (p.,57) wordt beschreven.
52
Oefenen door met een Preset song of uitvoeringsdata mee te spelen
Wanneer een song wordt afgespeeld, kunt u de uitvoering van de MAN II divisie (bovenste klavier), MAN I divisie (onderste klavier) en
PEDAL divisie (voetklavier) individueel dempen (stil maken).
1. In het hoofdscherm drukt u op het [STOP] piston om naar het ‘Song recorder’ scherm te gaan.
2. Kies de song die u wilt afspelen (p.50).
3. Draai aan de [Select/Menu] knop om ‘Division Mute’ te selecteren.
fig.LCD035.eps
4. Druk op de [Select/Menu] knop om naar het ‘Division Mute’ scherm te gaan.
5. Draai aan de [Select/Menu] knop om de divisie die u wilt dempen te selecteren.
6. Draai aan de [Value/Exit Menu] knop om de instelling van ‘PLAY’ in ‘MUTE’ te veranderen.
fig.LCD036.eps
7. Druk op het [PLAY/PAUSE] piston om de song af te spelen.
Alleen de divisies die op ‘PLAY’ zijn ingesteld zijn hoorbaar. Divisies waarvoor ‘MUTE’ is geselecteerd worden gedempt.
U kunt op de gedempte divisie meespelen terwijl u naar de opgenomen uitvoering luistert.
* Als u de uitvoeringsdata opnieuw selecteert, wordt de demping van alle divisies opgeheven.
Een specifieke divisie dempen tijdens het afspelen
53
Oefenen door met een Preset song of uitvoeringsdata mee te spelen
1. In het hoofdscherm drukt u op het [STOP] piston om naar het ‘Song Recorder’ scherm te gaan.
2. Kies de song die u wilt afspelen (p.50).
3. Draai aan de [Select/Menu] knop om ‘Division Mute’ te selecteren.
fig.LCD035.eps
4. Druk op de [Select/Menu] knop om naar het ‘Division Mute’ scherm te gaan.
5. Draai aan de [Select/Menu] knop om de divisie, die u als een Guide Tone wilt afspelen, te selecteren.
6. Draai aan de [Value/Exit Menu] knop om de instelling van ‘PLAY’ in ‘GUIDE’ te veranderen.
fig.LCD037.eps
7. Draai aan de [Select/Menu] knop om ‘Guide Volume’ te selecteren.
8. Draai aan de [Value/Exit Menu] knop om het volume van de Guide Tone aan te passen.
9. Draai aan de [Select/Menu] knop om ‘Guide Tone’ te selecteren.
10. Draai aan de [Value/Exit Menu] knop om de Guide Tone te selecteren.
U kunt één van de volgende negen types voor de Guide Tone kiezen.
11. Druk op het [PLAY/PAUSE] piston om af te spelen.
De divisie waarvoor ‘GUIDE’ is geselecteerd, wordt nu met gebruik van de gespecificeerde Guide Tone afgespeeld.
* Als u de uitvoeringsdata opnieuw selecteert, klinken alle divisies weer met hun oorspronkelijke klank.
Deze instellingen keren naar hun oorspronkelijke waardes terug als u de stroom uitzet. U kunt de instelling echter opslaan,
zodat deze ook nadat de stroom is uitgezet wordt onthouden. Voor details, zie ‘Uw instellingen opslaan (Customize)’ (p.73).
Een specifieke divisie als Guide Tone afspelen
Instelling
1–10
Instelling Uitleg
F16, P16, R16, F8, P8, R8, F4, P4, R4
F: Fluit
P: Principal (melodie)
R: riet
Nummer: Footage
54
Oefenen door met een Preset song of uitvoeringsdata mee te spelen
1. In het hoofdscherm drukt u op het [STOP] piston om naar het ‘Song Recorder’ scherm te gaan.
fig.LCD034.eps
2. Draai aan de [Select/Menu] knop om ‘Tempo’ te selecteren.
fig.LCD038.eps
3. Draai aan de [Value/Exit Menu] knop om het tempo aan te passen.
4. Druk twee keer op de [Value/Exit Menu] knop om naar het hoofdscherm terug te keren.
Het tempo veranderen
55
Oefenen door met een Preset song of uitvoeringsdata mee te spelen
1. In het hoofdscherm drukt u op het [STOP] piston om naar het ‘Song Recorder’ scherm te gaan.
fig.LCD034.eps
2. Draai aan de [Select/Menu] knop om ‘Metronome Volume’ te selecteren.
fig.LCD039.eps
3. Draai aan de [Value/Exit Menu] knop om het volume aan te passen.
Zet dit op ‘OFF’ als u de metronoom niet wilt horen.
4. Draai aan de [Select/Menu] knop om ‘Beat’ te selecteren.
5. Verander de maatsoort van de metronoom, door aan de [Value/Exit Menu] knop te draaien.
* De reeks waarbinnen het tempo ingesteld kan worden verschilt, afhankelijk van de instelling van Beat.
6. Druk twee keer op de [Value/Exit Menu] knop om naar het hoofdscherm terug te keren.
De metronoom gebruiken
Instelling
OFF, 1–10
Maatsoort Tempo reeks
2/2 10–120
0/4, 2/4, 3/4, 4/4, 5/4, 6/4, 7/4 20–240
3/8 40–480
6/8, 9/8, 12/8 13–160
56
Uw uitvoeringen opnemen
fig.rec-play-2.eps
1. In het hoofdscherm drukt u op het [STOP] piston om naar het ‘Song Recorder’ scherm te gaan.
U kunt het ‘Song Recorder’ scherm ook via Quick Menu bereiken.
fig.LCD034.eps
2. Druk op het [REC] piston. Het [REC] piston licht op.
Het [PLAY/PAUSE] piston knippert, en het orgel wordt in de standby-voor-opname modus geplaatst.
Indien gewenst, kunt u de metronoom (p.55) laten klinken terwijl u opneemt.
3. Als u op het klavier speelt, licht de [PLAY/PAUSE] knop op en de opname begint automatisch.
U kunt de opname ook starten door het [PLAY/PAUSE] piston in te drukken. In dit geval begint de opname nadat er twee
maten zijn verstreken. Als u de metronoom gebruikt, zal deze te horen zijn.
4. Druk op het [STOP] piston om de opname te beëindigen.
De verlichting van het [PLAY/PAUSE] piston dooft uit.
Een song opnemen
57
Uw uitvoeringen opnemen
1. Druk op het [STOP] piston om terug te keren naar de eerste maat van de song die u heeft opgenomen.
2. Druk op het [PLAY/PAUSE] piston om de opgenomen song af te spelen.
U kunt het tempo van het afspeelgeluid aanpassen (p.54).
Het afspelen kan gepauzeerd worden door op het [PLAY/PAUSE] piston te drukken. Het afspelen gaat verder vanaf dezelfde
locatie, als u nog een keer op het [PLAY/PAUSE] piston drukt.
3. Om het afspelen te stoppen, drukt u op het [STOP] piston.
De song die u heeft opgenomen, gaat verloren als u de stroom van het orgel uitzet. Als u de opgenomen song wilt behouden, moet u
die in USB-geheugen of het interne geheugen van het orgel opslaan.
1. Als u in een USB-geheugen wilt opslaan, sluit u het USB-geheugen op de USB-aansluiting aan (p.26).
2. In het hoofdscherm drukt u op het [STOP] piston om naar het ‘Song Recorder’ scherm te gaan.
3. Draai aan de [Select/Menu] knop om ‘Save Song’ te selecteren.
fig.LCD040.eps
4. Druk op de [Select/Menu] knop om naar het ‘Save Song’ scherm te gaan.
5. Draai aan de [Select/Menu] knop om ‘Save To’ te selecteren, en draai aan de [Value/Exit Menu] knop om de
gewenste opslagbestemming te kiezen.
fig.LCD041.eps
6. Draai aan de [Select/Menu] knop om ‘Name’ te selecteren, en druk op de [Select/Menu] knop om de song een
naam te geven.
Voor details over het toewijzen van een naam, kijkt u bij ‘Als u de data die u opslaat een naam wilt geven’ (p.61).
De song die u heeft opgenomen, krijgt automatisch de naam ‘New Song’.
De opgenomen song afspelen
Een opgenomen song opslaan
Opslaan in Uitleg
INTERNAL De song wordt in het interne geheugen opgeslagen.
USB
De song wordt in USB-geheugen opgeslagen. Wordt alleen getoond
als een USB-geheugen op de USB-aansluiting is aangesloten.
58
Uw uitvoeringen opnemen
7. Draai aan de [Select/Menu] knop om ‘No’ te selecteren, en draai aan de [Value/Exit Menu] knop om het nummer
van de opslagbestemming te kiezen.
fig.LCD042.eps
8. Druk op het [SET] piston. De data wordt opgeslagen.
fig.LCD953.eps
Wanneer het opslaan is voltooid, verschijnt de naam van de zojuist opgeslagen songdata.
9. Druk twee keer op de [Value/Exit Menu] knop om naar het hoofdscherm terug te keren.
Als een scherm zoals het volgende verschijnt
Als de opslagbestemming reeds data bevat, verschijnt de volgende boodschap.
fig.LCD954.eps
Druk op het [SET] piston als u de data wilt overschrijven. De vorige inhoud van de song wordt dus vervangen.
De bestaande data wordt gewist, en de uitvoeringsdata die u heeft opgenomen wordt opgeslagen.
Als u de uitvoeringsdata die zich op dat moment in de opslagbestemming bevindt wilt behouden, drukt u op de
[Value/Exit Menu] knop.
De Save handeling wordt geannuleerd, en u keert naar het vorige scherm terug. Selecteer een andere opslagbestemming.
59
Uw uitvoeringen opnemen
Hier ziet u hoe songdata, die in het interne geheugen of USB-geheugen is opgeslagen, verwijderd kan worden.
Een Preset song kan niet verwijderd worden.
1. Als u een song die in een USB-geheugen is opgeslagen wilt verwijderen, sluit u het USB-geheugen op de externe
geheugenaansluiting aan (p.26).
2. In het hoofdscherm drukt u op het [STOP] piston om naar het ‘Song Recorder’ scherm te gaan.
3. Draai aan de [Select/Menu] knop om ‘Delete Song’ te selecteren.
fig.LCD046.eps
4. Druk op de [Select/Menu] knop om naar het ‘Delete Song’ scherm te gaan.
5. Draai aan de [Select/Menu] knop om ‘Delete From’ te selecteren, en draai aan de [Value/Exit Menu] knop om het
geschikte medium te selecteren.
fig.LCD043.eps
6. Draai aan de [Select/Menu] knop om ‘No’ te selecteren, en draai aan de [Value/Exit Menu] knop om de song die u
wilt verwijderen te specificeren.
7. Druk op het [SET] piston. Een bevestigingsboodschap verschijnt.
fig.LCD955.eps
8. Druk nog een keer op het [SET] piston om de song te verwijderen.
Als u besluit te annuleren, drukt u op de [Value/Exit Menu] knop.
Het USB-geheugen mag niet ontkoppeld worden en de stroom mag niet uitgezet worden voordat het verwijderen is voltooid,
anders riskeert u beschadiging van het USB-geheugen of interne geheugen van het orgel, zodat deze onbruikbaar worden.
9. Druk twee keer op de [Value/Exit Menu] knop om naar het hoofdscherm terug te keren.
Een opgenomen song verwijderen
Instelling Uitleg
INTERNAL Een song uit het interne geheugen verwijderen.
USB
Een song uit een USB-geheugen verwijderen. Wordt alleen getoond
als een USB-geheugen op de USB-aansluiting is aangesloten.
60
Uw uitvoeringen opnemen
Opgeslagen uitvoeringsdata kan van het interne geheugen naar USB-geheugen, en omgekeerd, gekopieerd worden.
Een Preset song kan niet gekopieerd worden.
In het interne geheugen kunnen maximaal 99 songs worden opgeslagen. In één USB-geheugen kunnen maximaal 999
songs worden opgeslagen.
1. Sluit het USB-geheugen op de externe geheugenaansluiting aan (p.26).
2. In het hoofdscherm drukt u op het [STOP] piston om naar het ‘Song Recorder’ scherm te gaan.
3. Draai aan de [Select/Menu] knop om ‘Copy Song’ te selecteren.
fig.LCD047.eps
4. Druk op de [Select/Menu] knop om naar het ‘Copy Song’ scherm te gaan.
5. Draai aan de [Select/Menu] knop om de cursor naar de hoogste positie te verplaatsen, en draai dan aan de
[Value/Exit Menu] knop om het medium, dat de data die u wilt kopiëren bevat, te selecteren.
fig.LCD049.eps
6. Draai aan de [Select/Menu] knop om het ‘Name’ veld te selecteren, en draai aan de [Value/Exit Menu] knop om
de song die u wilt kopiëren te selecteren.
fig.LCD048.eps
In het ‘Name’ veld kiest u ‘Copy All’ als u alle uitvoeringsdata wilt kopiëren.
Als u ‘Copy All’ kiest, selecteert u het kopieerbestemmingsnummer waar alle data naar gekopieerd kan worden. Als u
bijvoorbeeld tien songs die in het interne geheugen zijn opgeslagen naar USB-geheugen kopieert, kiest u nummer 990 of
lager als het nummer van de kopieerbestemming.
7. Draai de [Select/Menu] knop naar rechts om het ‘No.’ veld te selecteren, en draai aan de [Value/Exit Menu] knop
om het gewenste kopieerbestemmingsnummer te selecteren.
8. Druk op het [SET] piston om te kopiëren.
Een opgeslagen song kopiëren
Instelling Uitleg
INT Songdata van het interne geheugen van het orgel naar het USB-geheugen kopiëren
USB Songdata van USB-geheugen naar het interne geheugen kopiëren
61
Uw uitvoeringen opnemen
Als u besluit te annuleren, drukt u op de [Value/Exit Menu] knop.
Het USB-geheugen mag niet ontkoppeld worden en de stroom mag niet uitgezet worden voordat het verwijderen is voltooid,
anders riskeert u beschadiging van het USB-geheugen of interne geheugen van het orgel, zodat deze onbruikbaar worden.
9. Als het kopiëren is voltooid, verandert de songnaam in de naam van de kopieerbron song.
10. Druk twee keer op de [Value/Exit Menu] knop om naar het hoofdscherm terug te keren.
Als u de data die u opslaat een naam wilt geven
U kunt de uitvoeringsdata (p.57), geheugenbanken (p.62) en Voice Setup data (p.65) een naam geven.
1. Op het ‘Name’ onderdeel drukt u op de [Select/Menu] knop.
In het geval van uitvoeringsdata:
In het geval van geheugenbanken:
In het geval van Voice Setup data:
2. Draai aan de [Select/Menu] knop om de cursor naar links of rechts te verplaatsen, en draai aan de
[Value/Exit Menu] knop om het teken op de plaats van de cursor te veranderen.
fig.LCD956.eps
3. Druk op het [SET] piston om de naam te voltooien.
U kunt de volgende tekens gebruiken.
Handeling Uitleg
[M-] piston indrukken Verwijdert een teken.
[M+] piston indrukken Voegt een spatie in.
(space)
62
Instellingen in een USB-geheugen opslaan en laden
Het proces van het voorbereiden van het USB-geheugen voor
gebruik met het orgel wordt ‘formatteren’ genoemd.
Als het USB-geheugen niet het juiste formaat voor het orgel heeft,
kan het niet door het orgel worden gebruikt.
* Voordat u het USB-geheugen voor het eerst met het orgel gebruikt,
moet het USB-geheugen op het orgel geformatteerd worden.
* Als u het USB-geheugen formatteert, gaan alle songs of instellingen
die in dat USB-geheugen zijn opgeslagen verloren. Nadat deze zijn
gewist, kunnen de songs niet meer hersteld worden. Zorg dus dat u
de inhoud controleert, voordat u gaat formatteren.
1. Sluit het USB-geheugen op de USB-aansluiting aan
(p.26).
2. In het hoofdscherm drukt u op de [Select/Menu] knop.
3. Draai aan de [Select/Menu] knop om ’11 Save/Load
(USB)’ te selecteren.
fig.LCD012.eps
4. Druk op de [Select/Menu] knop om naar het ‘Save/Load
(USB)’ scherm te gaan.
5. Draai aan de [Select/Menu] knop om ‘Format USB
Memory’ te selecteren.
fig.LCD060.eps
6. Druk op de [Select/Menu] knop.
De volgende boodschap verschijnt.
fig.LCD957.eps
7. Druk op het [SET] piston om te formatteren.
Als u besluit de handeling te annuleren, drukt u op de
[Value/Exit Menu] knop.
Het USB-geheugen mag nooit ontkoppeld worden voordat het
formatteren is voltooid. Wacht altijd tot de ‘Executing’ indicatie
niet meer wordt weergegeven.
8. Druk op de [Value/Exit Menu] knop om naar het
hoofdscherm terug te keren.
Geheugenbanken kunnen in USB-geheugen worden opgeslagen.
Geheugenbanken M01-M20 kunnen samen als één set opgeslagen
of geladen worden.
* In één USB-geheugen kunnen maximaal 999 sets geheugenbanken
worden opgeslagen.
* In het geval van de C-380 worden niet alleen de instellingen van de
algemene geheugen pistons, maar ook de instellingen van de
divisie geheugen pistons opgeslagen en geladen.
Hier ziet u hoe alle instellingen van de geheugenbanken als een set
in USB-geheugen opgeslagen kunnen worden.
1. Sluit het USB-geheugen op de USB-aansluiting aan
(p.26).
2. In het hoofdscherm drukt u op de [Select/Menu] knop.
3. Draai aan de [Select/Menu] knop om ’11 Save/Load
(USB)’ te selecteren.
fig.LCD012.eps
4. Druk op de [Select/Menu] knop om naar het ‘Save/Load
(USB)’ scherm te gaan.
5. Draai aan de [Select/Menu] knop om ‘Save Memory Bank’
te selecteren.
fig.LCD615.eps
6. Druk op de [Select/Menu] knop om naar het ‘Save
Memory Bank’ scherm te gaan.
7. Geef de combinatie van klanken die u wilt opslaan een
naam.
Voor details over het toewijzen van een naam, zie ‘Als u de data die
u opslaat een naam wilt geven’ (p.61).
fig.LCD616.eps
8. Draai aan de [Select/Menu] knop om het ‘No.’ Veld te
selecteren.
USB-geheugen formatteren
Geheugenbanken opslaan en laden
Opslaan in USB-geheugen
63
Instellingen in een USB-geheugen opslaan en laden
9. Draai aan de [Value/Exit Menu] knop om het gebied
waarin u de instellingen wilt opslaan te selecteren.
10. Druk op het [SET] piston om de data op te slaan.
Als u besluit te annuleren, drukt u op de [Value/Exit Menu] knop.
Ontkoppel het USB-geheugen niet en zet de stroom niet uit
terwijl geluidsinstellingen in USB-geheugen worden
opgeslagen, anders worden de geluidsinstellingen niet in het
USB-geheugen opgeslagen, en kunnen storingen optreden.
Hier ziet u hoe geheugenbanken die in USB-geheugen zijn
opgeslagen, in het interne geheugen geladen kunnen worden.
* Als u de geheugenbanken in het interne geheugen laadt, worden
alle geheugenbanken die op dat moment in het interne geheugen
van het orgel zijn opgeslagen overschreven (vervangen) door de
geheugenbanken die in het USB-geheugen waren opgeslagen. De
geheugenbanken die in het interne geheugen van het orgel zijn
opgeslagen, kunnen niet hersteld worden, dus controleer de inhoud
van het interne geheugen voordat u verder gaat.
1. Sluit het USB-geheugen op de USB-aansluiting aan
(p.26).
2. In het hoofdscherm drukt u op de [Select/Menu] knop.
3. Draai aan de [Select/Menu] knop om ’11 Save/Load
(USB)’ te selecteren.
fig.LCD012.eps
4. Druk op de [Select/Menu] knop om naar het ‘Save/Load
(USB)’ scherm te gaan.
5. Draai aan de [Select/Menu] knop om ‘Load Memory
Bank’ te selecteren.
fig.LCD622.eps
6. Druk op de [Select/Menu] knop om naar het ‘Load
Memory Bank’ scherm te gaan.
7. Draai aan de [Select/Menu] knop om het ‘No.’ veld te
selecteren.
fig.LCD623.eps
8. Draai aan de [Value/Exit Menu] knop om het nummer van
de geluidsinstellingen die u wilt laden te selecteren.
9. Druk op het [SET] piston.
Een bevestigingsscherm verschijnt.
Als u besluit te annuleren, drukt u op de [Value/Exit Menu] knop.
fig.LCD624.eps
10. Druk op het [SET] piston. De geluidsinstellingen
(registratie) worden geladen.
Ontkoppel het USB-geheugen niet en zet de stroom niet uit
terwijl geluidsinstellingen in USB-geheugen worden
opgeslagen, anders worden de geluidsinstellingen niet in het
orgel geladen, en kunnen storingen optreden.
1. Sluit het USB-geheugen op de USB-aansluiting aan
(p.26).
2. In het hoofdscherm drukt u op de [Select/Menu] knop.
3. Draai aan de [Select/Menu] knop om ’11 Save/Load
(USB)’ te selecteren.
fig.LCD012.eps
4. Druk op de [Select/Menu] knop om naar het ‘Save/Load
(USB)’ scherm te gaan.
Van USB-geheugen in het interne
geheugen laden
Een geheugenbank uit het USB-geheugen
verwijderen
64
Instellingen in een USB-geheugen opslaan en laden
5. Draai aan de [Select/Menu] knop om ‘Delete Memory
Bank’ te selecteren.
fig.LCD631.eps
6. Druk op de [Select/Menu] knop om naar het ‘Delete
Memory Bank’ scherm te gaan.
7. Draai aan de [Select/Menu] knop om ‘Delete from’ te
selecteren, en draai aan de [Value/Exit Menu] knop om
‘USB’ te selecteren.
fig.LCD632.eps
8. Draai aan de [Select/Menu] knop om ‘No’ te selecteren,
en draai aan de [Value/Exit Menu] knop om de
geluidsinstellingen (registratie) die u wilt verwijderen te
selecteren.
9. Druk op het [SET] piston om de instellingen te
verwijderen.
Een bevestigingsscherm verschijnt.
Als u besluit te annuleren, drukt u op de [Value/Exit Menu] knop.
fig.LCD633.eps
10. Druk op het [SET] piston. De geluidsinstellingen
(registratie) worden verwijderd.
Ontkoppel het USB-geheugen niet en zet nooit de stroom uit
voordat de geluidsinstellingen zijn verwijderd.
Hier ziet u hoe een specifieke bank die in het interne geheugen of
USB-geheugen is opgeslagen, naar een bank van het orgel’s interne
geheugen gekopieerd wordt.
U kunt een specifieke bank uit het interne geheugen van het orgel
ook opnieuw op de fabrieksinstellingen instellen.
Bij wijze van voorbeeld laten we zien hoe een specifieke
geheugenbank uit het USB-geheugen in het interne geheugen van
het orgel wordt geladen.
1. Als voorzorgsmaatregel slaat u de interne
geheugenbanken in USB-geheugen op (p.62).
2. Als u dit doet, kiest u een nummer waarbij (Empty) wordt
weergegeven.
3. Sluit het USB-geheugen op de USB geheugenaansluiting
aan (p.26).
4. In het hoofdscherm drukt u op de [Select/Menu] knop.
fig.LCD012.eps
5. Draai aan de [Select/Menu] knop om ‘11 Save/Load
(USB)’ te selecteren.
6. Druk op de [Select/Menu] knop om naar het ‘Save/Load
(USB)’ scherm te gaan.
fig.LCD635.eps
7. Draai aan de [Select/Menu] knop om ‘Copy Memory
Bank’ te selecteren.
Een geheugenbank kopiëren
65
Instellingen in een USB-geheugen opslaan en laden
8. Druk op de [Select/Menu] knop om naar het ‘Copy
Memory Bank’ scherm te gaan.
fig.LCD641.eps
Selecteer de ‘Copy From’ instelling voor het gewenste medium.
9. Draai aan de [Select/Menu] knop om het ‘No.’ veld te
selecteren, en draai aan de [Value/Exit Menu] knop om
het nummer van de geluidsinstellingen die u wilt
kopiëren te selecteren.
10. Draai aan de [Select/Menu] knop om het ‘Bank’ veld te
selecteren, en draai aan de [Value/Exit Menu] knop om
de geheugenbank die u wilt kopiëren te selecteren.
11. Draai aan de [Select/Menu] knop om het ‘INT’ veld te
selecteren, en draai aan de [Value/Exit Menu] knop om
het gewenste kopieerbestemming banknummer te
selecteren.
12. Druk op het [SET] piston.
Een bevestigingsscherm verschijnt.
Als u besluit te annuleren, drukt u op de [Value/Exit Menu] knop.
fig.LCD642.eps
13. Druk op het [SET] piston. De geheugenbank wordt
gekopieerd.
Een ‘Voice Setup’ bevat data die de volumebalans van elke klank
(stop), zijn helderheid en verscheidene aanpassingen van
parameters specificeert.
* In één USB-geheugen apparaat kunnen maximaal 999 sets aan
Voice Setups worden opgeslagen.
1. Sluit het USB-geheugen op de USB-geheugenaansluiting
aan (p. 26).
2. In het hoofdscherm drukt u op de [Select/Menu] knop.
3. Draai aan de [Select/Menu] knop om ’11 Save/Load
(USB)’ te selecteren.
fig.LCD012.eps
4. Druk op de [Select/Menu] knop om naar het ‘Save/Load
(USB)’ scherm te gaan.
5. Draai aan de [Select/Menu] knop om ‘Save Voice Setup’
te selecteren.
fig.LCD644.eps
6. Druk op de [Select/Menu] knop om naar het ‘Save Voice
Setup’ scherm te gaan.
7. Draai aan de [Select/Menu] knop om ‘Save to’ te
selecteren.
8. Draai aan de [Value/Exit Menu] knop om ‘USB’ te
selecteren.
fig.LCD091.eps
Instelling Uitleg
FACTORY
De gespecificeerde bank opnieuw in de
fabrieksinstellingen instellen.
INTERNAL
De gespecificeerde interne bank naar een andere bank
kopiëren
USB
Alleen de gespecificeerde bank (van de
geheugenbanken die in USB-geheugen zijn
opgeslagen) in het interne geheugen laden.
Voice Setup opslaan en laden
Opslaan in USB-geheugen
66
Instellingen in een USB-geheugen opslaan en laden
9. Draai aan de [Select/Menu] knop om het ‘Name’ veld te
selecteren, en druk op de [Select/Menu] knop om de
Voice Setup die u wilt opslaan een naam te geven.
Voor details over het toewijzen van een naam, zie ‘Als u de data die
u opslaat een naam wilt geven’ (p.61).
fig.LCD092.eps
10. Draai aan de [Select/Menu] knop om het ‘No.’ Veld te
selecteren, en draai aan de [Value/Exit Menu] knop om
het gewenste opslagbestemmingnummer te selecteren.
Als u geen bestaande Voice Setup wilt overschrijven, kiest u een
opslagbestemming waarbij ‘(Empty)’ wordt weergegeven.
Als u besluit te annuleren, drukt u op de [Value/Exit Menu] knop.
11. Druk op het [SET] piston.
De Voice Setup die op dat moment in gebruik is, wordt in USB-
geheugen opgeslagen.
Om storingen te voorkomen, ontkoppelt u nooit het USB-
geheugen en zet u de stroom niet uit terwijl een Voice Setup in
USB-geheugen wordt opgeslagen.
12. Druk drie keer op de [Value/Exit Menu] knop om naar het
hoofdscherm terug te keren.
1. Als u een Voice Setup uit het USB-geheugen wilt laden,
sluit u het USB-geheugen op de externe
geheugenaansluiting aan (p.26).
2. In het hoofdscherm drukt u op de [Select/Menu] knop.
3. Draai aan de [Select/Menu] knop om ’11 Save/Load
(USB)’ te selecteren.
fig.LCD012.eps
4. Druk op de [Select/Menu] knop om naar het ‘Save/Load
(USB)’ scherm te gaan.
5. Draai aan de [Select/Menu] knop om ‘Load Voice Setup’
te selecteren.
fig.LCD653.eps
6. Druk op de [Select/Menu] knop om naar het ‘Load Voice
Setup’ scherm te gaan.
7. Draai aan de [Select/Menu] knop om het ‘Load from’ veld
te selecteren, en draai aan de [Value/Exit Menu] knop om
de locatie van de Voice Setup die u wilt gebruiken te
kiezen.
fig.LCD069.eps
8. Draai aan de [Select/Menu] knop om ‘No’ te selecteren.
9. Draai aan de [Value/Exit Menu] knop om de naam van de
Voice Setup die u wilt gebruiken te selecteren.
* Als u ‘FACTORY’ selecteert, is er slechts één Voice Setup.
10. Druk op het [SET] piston.
Het volgende scherm verschijnt.
Als u besluit te annuleren, drukt u op de [Value/Exit Menu] knop.
fig.LCD961.eps
11. Druk op het [SET] piston.
De Voice Setup van het orgel verandert in de Voice Setup die u heeft
geladen.
* Deze instelling keert naar de standaard waarde terug als u de
stroom uitzet, maar u kunt de instelling opslaan, zodat deze ook
nadat de stroom is uitgezet onthouden wordt. Voor details, zie ‘Uw
instellingen opslaan (Customize)’ (p.73).
Om storingen te voorkomen, mag de stroom nooit worden
uitgezet terwijl de Voice Setup wordt veranderd.
Een Voice Setup laden
Instelling uitleg
FACTORY De Voice Setup uit de fabriek.
INTERNAL Een Voice Setup uit jet interne geheugen van het orgel.
USB Een Voice Setup die in USB-geheugen is opgeslagen.
67
Instellingen in een USB-geheugen opslaan en laden
1. Als u een Voice Setup uit het USB-geheugen wilt
verwijderen, sluit u het USB-geheugen op de externe
geheugenaansluiting aan (p.26).
2. In het hoofdscherm drukt u op de [Select/Menu] knop.
3. Draai aan de [Select/Menu] knop om ’11 Save/Load
(USB)’ te selecteren.
fig.LCD012.eps
4. Druk op de [Select/Menu] knop om naar het ‘Save/Load
(USB)’ scherm te gaan.
5. Draai aan de [Select/Menu] knop om ‘Delete Voice Setup’
te selecteren.
fig.LCD056.eps
6. Druk op de [Select/Menu] knop om naar het ‘Delete Voice
Setup’ scherm te gaan.
7. Draai aan de [Select/Menu] knop om ‘Delete from’ te
selecteren, en draai aan de [Value/Exit Menu] knop om
de locatie van de Voice Setup die u wilt verwijderen te
kiezen.
fig.LCD064.eps
8. Draai aan de [Select/Menu] knop om het ‘No.’ veld te
selecteren, en draai aan de [Value/Exit Menu] knop om
de Voice Setup die u wilt verwijderen te selecteren.
9. Druk op de [SET] piston om de Voice Setup te
verwijderen.
Een bevestigingsscherm verschijnt.
Als u besluit te annuleren, drukt u op de [Value/Exit Menu] knop.
fig.LCD959.eps
10. Druk op het [SET] piston. De Voice Setup wordt
verwijderd.
Ontkoppel nooit het USB-geheugen en zet de stroom niet uit
totdat de Voice Setup is verwijderd.
Een Voice Setup verwijderen
Instelling uitleg
INTERNAL Een Voice Setup in het interne geheugen van het orgel.
USB Een Voice Setup die in USB-geheugen is opgeslagen.
68
Overige instellingen
U kunt de [USER/MIDI] koppelingen gebruiken om ‘USER/MIDI
Voice’ (p.80) te spelen, die niet in de klanktabletten zijn inbegrepen
of om klanken op een externe MIDI-geluidsmodule te spelen.
Hier ziet u hoe u een [USER/MIDI] koppeling kunt toewijzen om een
gespecificeerde ‘USER/MIDI Voice’ (p.80) te spelen, die niet in de
klanktabletten is inbegrepen, zodat u deze net als de andere stops
kunt selecteren en spelen.
Er zijn twee [USER/MIDI] koppelingen voor elke divisie.
* Voor elke klank die aan een [USER/MIDI] koppeling is toegewezen,
kunt u parameters zoals Octave, Reverb en Brilliance aanpassen,
hetgeen meer flexibiliteit biedt dan voor de andere klanktabletten.
Voor details, zie ‘USER/MIDI Voice’ (p.80).
1. In het hoofdscherm drukt u op de [Select/Menu] knop.
2. Draai aan de [Select/Menu] knop om ‘5 USER/MIDI
Couplet’ te selecteren.
fig.LCD006.eps
3. Druk op de [Select/Menu] knop om naar het ‘USER/MIDI’
scherm te gaan.
4. Draai aan de [Select/Menu] knop om de cursor naar de
bovenste positie te verplaatsen, en draai dan aan de
[Waarde/Exit Menu] knop om het tablet, waaraan u een
USER Voice wilt toewijzen, te selecteren.
fig.LCD072.eps
5. Draai aan de [Select/Menu] knop om ‘Source/MIDI CH’ te
selecteren, en draai aan de [Waarde/Exit Menu] knop om
‘USER’ te selecteren.
6. Draai aan de [Select/Menu] knop om ‘Name’ te
selecteren, en draai aan de [Waarde/Exit Menu] knop om
een USER Voice te selecteren.
Voor details, zie ‘USER/MIDI Voice’ (p.80).
7. Draai aan de [Select/Menu] knop om het onderdeel dat u
wilt instellen te selecteren, en draai aan de [Waarde/Exit
Menu] knop om de instelling te veranderen.
Instellingen voor de USER/MIDI
koppelingen
Klanken die niet in de klanktabletten zijn
inbegrepen spelen (USER Sound Coupler)
Als het ‘USER/MIDI’ scherm niet wordt
weergegeven
Als ‘Source/MIDI CH’ niet op ‘USER’ is ingesteld, verschijnt het
bovenstaande scherm niet. In dat geval moet u de instelling
veranderen, met gebruik van de volgende procedure:
1. Draai aan de [Select/Menu] knop om ‘Source/MIDI
CH’ te selecteren.
2. Verander de instelling in ‘USER’ door aan de
[Waarde/Exit Menu] knop te draaien.
Indicatie Tablet naam
MAN-I A MAN I (onderste klavier) [USER MIDI A] tablet
MAN-I B MAN I (onderste klavier) [USER MIDI B] tablet
MAN-II A MAN II (bovenste klavier) [USER MIDI A] tablet
MAN-II B MAN II (bovenste klavier) [USER MIDI B] tablet
PEDAL A PEDAL (voetklavier) [USER MIDI A] tablet
PEDAL B PEDAL (voetklavier) [USER MIDI B] tablet
Indicatie Uitleg Reeks
Volume
Specificeert het volume van de klank die
aan de [USER/MIDI] koppeling is
toegewezen.
OFF, 0–127
Octave
Specificeert het octaaf van de klank die aan
de [USER/MIDI] koppeling is toegewezen.
-2–+2
Reverb
Specificeert de Reverb diepte voor de klank
die aan de [USER/MIDI] koppeling is
toegewezen. Voor orgelklanken zet u dit
op ‘OFF’.
OFF, 0–127
Warmth
Past de lage frequentietoon van de klank
die aan de [USER/MIDI] koppeling is
toegewezen aan.
-10–+10
Presence
Past de middenfrequentie toon van de
klank die aan de [USER/MIDI] koppeling is
toegewezen aan.
-10–+10
Brilliance
Past de hoge frequentietoon van de klank
die aan de [USER/MIDI] koppeling is
toegewezen aan.
-10–+10
Velocity
Velocity waarde
KBD:
de Velocity van het klavier wordt gebruikt
EXP:
de positie van het expressiepedaal wordt
gebruikt
2-127:
de gespecificeerde waarde wordt als de
Velocity gebruikt
69
Overige instellingen
8. Druk twee keer op de [Waarde/Exit Menu] knop om naar
het hoofdscherm terug te keren.
De instellingen die u in het ‘USER/MIDI’ scherm maakt, worden in de
registratie opgeslagen (p.47).
* Deze instelling keert naar de beginwaarde terug als u de stroom
uitzet, maar u kunt de instelling opslaan, zodat deze wordt
onthouden, ook nadat de stroom is uitgezet. Voor details, zie ‘Uw
instellingen opslaan (Customize)’ (p.73).
Hier ziet u hoe u een [USER/MIDI] koppeling kunt toewijzen om een
apart verkrijgbare externe MIDI-geluidsmodule vanaf elke divisie te
spelen.
Het MIDI-zendkanaal instellen
U kunt het kanaal waarop de uitvoeringsdata van de MAN I
(onderste klavier) via MIDI wordt verzonden specificeren.
* De zendkanalen voor MAN II ( bovenste klavier) en het voetklavier
kunnen niet veranderd worden (p.69).
1. In het hoofdscherm drukt u op de [Select/Menu] knop.
2. Draai aan de [Select/Menu] knop om ‘5 USER/MIDI
Coupler’ te selecteren.
fig.LCD006.eps
3. Druk op de [Select/Menu] knop om naar het ‘USER/MIDI’
scherm te gaan.
4. Draai aan de [Select/Menu] knop om de cursor naar de
hoogste positie te verplaatsen, en draai dan aan de
[Waarde/Exit Menu] knop om ‘MAN-I A’ te selecteren.
fig.LCD072.eps
5. Draai aan de [Select/Menu] knop om het ‘Source/MIDI
CH’ onderdeel te selecteren, en draai aan de [Waarde/
Exit Menu] knop om het MIDI-zendkanaal te veranderen.
fig.LCD073.eps
* Als dit op ‘USER’ is ingesteld, kan het als een USER koppeling
worden gebruikt (p.68).
6. Druk twee keer op de [Waarde/Exit Menu] knop om naar
het hoofdscherm terug te keren.
Klanken op een externe MIDI-
geluidsmodule spelen (MIDI Coupler)
Indicatie Reeks
Source/MIDI CH USER(*), CH1–CH16
Over MIDI-zendkanalen
Als de [USER/MIDI] koppeling aan is
Om een conflict tussen de MIDI-zendkanalen van de
verscheidene [USER/MIDI] koppelingen te voorkomen, zijn de
MIDI-zendkanalen als volgt vaststaand ingesteld:
Als de [USER/MIDI] koppeling uit is
Zelfs als de [USER/MIDI] koppeling uit is, wordt de
uitvoeringsdata van elke divisie via de volgende MIDI-kanalen
verzonden.
U dient mogelijk de instellingen voor ontvangst van MIDI op
het aangesloten MIDI-apparaat aan te passen.
* Wanneer een [USER/MIDI] koppeling wordt gebruikt om een
externe MIDI-geluidsmodule te besturen, raden wij u aan om
het externe MIDI-apparaat zo in te stellen, dat het geen
boodschappen op kanalen 12-14 ontvangt.
Divisie
(klavier)
Tablet naam MIDI-
zendkanaal
MAN-I
(onderste)
USER MIDI A CH1–CH16
USER MIDI B CH5 (fixed)
MAN-II
(bovenste)
USER MIDI A CH2 (fixed)
USER MIDI B CH6 (fixed)
PEDAL
(voetklavier)
USER MIDI A CH3 (fixed)
USER MIDI B CH7 (fixed)
Divisie (klavier) MIDI-zendkanaal
MAN-I (onderste) CH12 (fixed)
MAN-II (bovenste) CH13 (fixed)
PEDAL (voetklavier) CH14 (fixed)
70
Overige instellingen
Instellingen voor verzonden boodschappen
Hier ziet u hoe de MIDI-boodschappen, die verzonden worden als
een [USER/MIDI] koppeling aan is, worden gespecificeerd.
1. In het hoofdscherm drukt u op de [Select/Menu] knop.
2. Draai aan de [Select/Menu] knop om ‘5 USER/MIDI
Coupler’ te selecteren.
fig.LCD006.eps
3. Druk op de [Select/Menu] knop om naar het ‘USER/MIDI’
scherm te gaan.
4. Draai aan de [Select/Menu] knop om de cursor naar de
hoogste positie te verplaatsen, en draai dan aan de
[Waarde/Exit Menu] knop om het tablet waarvan u de
instellingen wilt veranderen te selecteren.
fig.LCD093.eps
5. Draai aan de [Select/Menu] knop om het onderdeel te
selecteren, en draai aan de [Waarde/Exit Menu] knop om
de instellingen te veranderen.
fig.LCD074.eps
6. Druk twee keer op de [Waarde/Exit Menu] knop om naar
het hoofdscherm terug te keren.
Indicatie Tablet naam
MAN-I A MAN I (onderste) [USER MIDI A] tablet
MAN-I B MAN I (onderste) [USER MIDI B] tablet
MAN-II A MAN II (bovenste) [USER MIDI A] tablet
MAN-II B MAN II (bovenste) [USER MIDI B] tablet
PEDAL A PEDAL (voetklavier) [USER MIDI A] tablet
PEDAL B PEDAL (voetklavier) [USER MIDI B] tablet
Indicatie Uitleg Reeks
Name Selecteren op klanknaam Name of sound
PC Number Program Change nummer OFF, 1–128
Bank MSB Bank Select MSB OFF, 0–127
Bank LSB Bank Select LSB OFF, 0–127
Volume Specificeert het volume OFF, 0–127
Octave
Specificeert het octaaf
(toonhoogte)
-2–+2
Reverb Specificeert de diepte van Reverb OFF, 1–127
Chorus Specificeert de diepte van Chorus OFF, 1–127
Velocity
Velocity waarde
KBD:
de Velocity van het klavier wordt gebruikt
EXP:
de positie van het expressiepedaal wordt gebruikt
2-127:
de gespecificeerde waarde wordt als de Velocity
gebruikt
Expression Expressiepedaal OFF, ON
Indicatie Uitleg Reeks
Klanken op het externe MIDI-apparaat
selecteren
Hoe klanknamen worden weergegeven
Als een MX-200 of een GM2 compatibele geluidsmodule is
aangesloten, kunt u ‘Tone Name’ op de geluidsmodule die u
gebruikt instellen (p.72), zodat de namen van de klanken in het
‘Name’ veld van het ‘USER/MIDI’ scherm worden getoond. Op
die manier kunt u klanken op naam selecteren.
Het klavier gebruiken om te selecteren
Zelfs als het ‘USER/MIDI’ scherm niet wordt weergegeven, kunt
u de volgende methode gebruiken om klanken op het externe
MIDI-apparaat te selecteren.
1. Draai aan de gewenste [USER/MIDI] koppeling.
2. Houd het [SET] piston ingedrukt en speel een noot
op het klavier of op het voetklavier.
De [USER/MIDI] koppeling knippert.
De Program Change die correspondeert met de noot die u
speelde wordt verzonden, en de klankselectie op het MIDI-
apparaat verandert.
Iedere noot op het klavier correspondeert met de volgende
Program Changes.
Klavier Klanknaam Program change
Onderste klavier C2–C7 1–61
Bovenste klavier C2–C7 62–122
Voetklavier C2–F2 123–128
71
Overige instellingen
Hier kunt u verschillende instellingen voor de MIDI-functie van het
orgel maken.
Meer over MIDI vindt u bij ‘MIDI-apparatuur aansluiten’ (p.76).
1. Druk op de [Select/Menu] knop.
2. Draai aan de [Select/Menu] knop om ’10 MIDI’ te
selecteren.
fig.LCD011.eps
3. Druk op de [Select/Menu] knop om naar het ‘MIDI’
scherm te gaan.
4. Draai aan de [Select/Menu] knop om het onderdeel dat u
wilt instellen te selecteren, en draai aan de [Waarde/Exit
Menu] knop om de instelling te veranderen.
fig.LCD075.eps
5. Druk twee keer op de [Waarde/Exit Menu] knop om naar
het hoofdscherm terug te keren.
Als het orgel op een MIDI-sequencer is aangesloten, verandert u
deze instelling in Local Off.
Aangezien de ‘Thru’ functie van de meeste sequencers is
ingeschakeld, bereiken de noten die op het klavier worden gespeeld
of door de recorder worden afgespeeld de geluidsgenerator via
twee routes, die als (1) en (2) worden getoond. Dit veroorzaakt dat
noten twee keer klinken of voortijdig worden afgebroken. Om te
voorkomen dat dit gebeurt, kunt u de ‘Local Off’ instelling
gebruiken, zodat route (1) wordt ontkoppeld.
Local On:
In deze staat is het klavier met de interne geluidsgenerator
verbonden.
Local Off:
In deze staat is het klavier niet met de interne geluidsgenerator
verbonden.
Er is geen geluid hoorbaar als u op het klavier speelt.
Deze instelling keert naar ‘Local On’ terug als u de stroom
uitzet.
MIDI-instellingen
Onderdeel Uitleg Waarde
Local
Zet de Local Control instelling
aan en uit (p.71).
ON, OFF
Tone Name
Toont de naam van de klank
(p.72).
OFF, MX200,
GM2
TX Piston
Specificeert het uitvoerformaat
van MIDI-data voor de algemene
geheugen pistons (p.72).
OFF, STOP MAP,
PC
Local Control instelling (Local)
Waarde Uitleg
ON
Local On: het klavier is met de interne geluidsgenerator
verbonden.
OFF
Local Off: het klavier is van de interne geluidsgenerator
losgekoppeld. Er is geen geluid hoorbaar als u op het
klavier speelt of een song afspeelt.
(1)
MIDI
MIDI
MIDI
MIDI
(2)
IN
IN
OUT
OUT
Sequencer
Geheugen
Geluids-
generator
Elke gespeelde noot is twee keer te horen
Soft Thru On
Local On
Local On
Geluid wordt overgebracht
Geluidsgenerator
Local Off
Geen geluid geproduceerd
Geluidsgenerator
72
Overige instellingen
Wanneer een [USER/MIDI] koppeling met een MX-200 of GM2-
compatibele externe MIDI-geluidsmodule wordt gebruikt, kunt u de
klanknamen van de MX-200 of GM2-compatibele geluidsmodule in
het ‘USER/MIDI’ scherm laten verschijnen.
* Als u een MIDI-geluidsmodule gebruikt die geen GM2 ondersteunt,
kiest u de ‘OFF’ instelling.
* Deze instelling keert naar ‘MX200’ terug als u de stroom uitzet. U
kunt de instelling echter opslaan, zodat deze ook nadat de stroom is
uitgezet wordt onthouden. Voor details, zie ‘Uw instellingen opslaan
(Customize)’ (p.73).
Wanneer uitvoeringsdata via MIDI wordt verzonden, kunt u
specificeren welk type MIDI-data verzonden wordt, als u op een
algemeen geheugen [1]-[5] piston drukt.
* Deze instelling keert naar ‘STOP MAP’ terug als u de stroom uitzet. U
kunt de instelling echter opslaan, zodat deze onthouden wordt
nadat de stroom is uitgezet. Voor details, zie ‘Uw instellingen
opslaan (Customize)’ (p.73).
Alle instellingen die in het orgel zijn opgeslagen, kunnen opnieuw
op de fabrieksstatus worden ingesteld. Deze handeling wordt
‘Factory Reset’ genoemd.
Factory Reset maakt dat alle opgenomen songs, de algemene
geheugen pistons en divisie geheugen pistons (alleen C-380)
naar hun fabrieksinstellingen terugkeren. Kopieer uw
instellingen naar USB-geheugen voordat u verder gaat.
‘Een opgenomen song opslaan’ (p.57).
‘ Geheugenbanken opslaan en laden’ (p.62).
1. In het hoofdscherm drukt u op de [Select/Menu] knop.
2. Draai aan de [Select/Menu] knop om ’11 Save/Load
(USB)’ te selecteren.
fig.LCD012.eps
3. Druk op de [Select/Menu] knop om naar het ‘Save/Load
(USB)’ scherm te gaan.
4. Draai aan de [Select/Menu] knop om ‘Factory Reset’ te
selecteren.
fig.LCD061.eps
5. Druk op de [Select/Menu] knop.
Een bevestigingsscherm verschijnt.
fig.LCD962.eps
Als u besluit te annuleren, drukt u op de [Value/Exit Menu] knop.
Het type van de externe MIDI-
geluidsmodule specificeren (Tone Name)
Waarde Uitleg
OFF De klanknaam wordt niet getoond.
MX200
De naam van de MX-200 klank wordt in het scherm
getoond als een MX-200 als een externe MIDI-
geluidsmodule is aangesloten.
GM2
De naam van de GM2 klank wordt in het scherm
getoond als een GM2-compatibele geluidsmodule als
een externe MIDI-geluidsmodule is aangesloten.
Het uitvoerformaat van MIDI-data voor de
algemene geheugen pistons specificeren
(Tx Piston)
Waarde Uitleg
OFF MIDI-data wordt niet verzonden.
STOP MAP
Data die de details beschrijven van klanken, die
geproduceerd moeten worden wanneer de piston
wordt ingedrukt, worden verzonden. Als u uw spel in
een MIDI-sequencer opneemt, zorgt dit ervoor dat de
klanken nauwkeurig gereproduceerd worden.
Echter, aangezien een grote hoeveelheid data wordt
verzonden als u op de piston drukt, kan de eerste
Note-On, nadat u de piston heeft ingedrukt, in
sommige gevallen vertraagd zijn.
PC
Alleen Program Changes die betrekking hebben op de
huidige geheugenbank en het algemene geheugen
piston dat werd ingedrukt, worden verzonden.
Als u uw spel in een MIDI-sequencer opneemt, wordt
de uitvoering niet nauwkeurig gereproduceerd, tenzij
de inhoud van de geheugenbank die tijdens de
uitvoering werd gebruikt met de inhoud tijdens de
opname overeenkomt (als u bijvoorbeeld de
instellingen in USB-geheugen heeft opgeslagen).
Echter, aangezien er geen grote hoeveelheid data
verzonden wordt als u de piston indrukt, zal er geen
noemenswaardige vertraging in de eerste Note-On
zijn, nadat u de piston indrukt.
Alle instellingen opnieuw op de
fabrieksinstellingen instellen
(Factory Reset)
73
Overige instellingen
6. Druk op het [SET] piston.
De Factory Reset wordt uitgevoerd. Zet de stroom niet uit
wanneer het volgende wordt weergegeven:
fig.LCD963.eps
7. Nadat de Factory Reset is voltooid, verschijnt het
volgende scherm.
Zet de stroom uit, en dan weer aan.
fig.LCD964.eps
De volgende instellingen keren naar hun beginstatus terug als u de
stroom van het orgel uitzet, maar u kunt de onderstaande
procedure gebruiken om deze instellingen op te slaan.
* Wat is het Default Voice Palette?
De ‘Default Voice Palettes’ specificeert welke variatieklank te horen
is als u een specifiek tablet indrukt.
Als u de variatieklanken die u vaak gebruikt specificeert, kunt u die
variatieklanken spelen door simpelweg de betreffende tabletten te
selecteren, zonder dat de variatieklanken geselecteerd hoeven te
worden.
1. Houd het [SET] piston ingedrukt, en druk op het [0]
piston.
Een bevestigingsscherm verschijnt.
fig.LCD900.eps
2. Draai aan de [Value/Exit Menu] knop om de groep te
kiezen.
Als u ‘VOICING’ kiest, worden de instellingen van de VOICING groep
opgeslagen.
Als u SYSTEM kiest, worden de instellingen van de SYSTEM groep
opgeslagen.
3. Druk op het [SET] piston om de instellingen op te slaan.
Als u besluit te annuleren, drukt u op de [Value/Exit Menu] knop.
Zet nooit de stroom uit voordat het opslaan is voltooid. (Wacht
totdat de ‘Executing’ indicatie niet meer wordt weergegeven).
Uw instellingen opslaan
(Customize)
Instelling Groep
Default Voice Palettes (*)
VOICING‘User/MIDI Coupler’ scherm instellingen
‘Tremulant’ scherm instellingen
‘Room Modeling’ scherm instellingen
SYSTEM
‘Console’ scherm instellingen (behalve V-LINK)
‘Exp. Pedal’ scherm instellingen
‘Audio’ scherm instellingen
Satelliet volume instellingen
‘MIDI’ scherm instellingen (behalve Local ON/OFF)
‘Guide Tone’ en ‘Guide Volume’ instellingen in ‘Song
Recorder’ scherm
74
Externe apparaten aansluiten
Als u versterkte luidsprekers aansluit, kunt u de klanken van het
orgel via de externe luidsprekers spelen. U kunt uw spel ook in een
digitale geluidsrecorder of ander opnameapparaat opnemen.
* Om aansluitingen te maken, gebruikt u geluidskabels met Jacks,
zoals de PCS-100PW (apart verkrijgbaar).
fig.ConnectAudio-2.eps
1. Minimaliseer het volume van het hoofdapparaat en de
luidsprekers.
2. Zet de stroom van het hoofdapparaat en de luidsprekers
uit.
3. Gebruik in de handel verkrijgbare geluidskabels om
aansluitingen te maken.
4. Zet het hoofdapparaat aan.
5. Zet de luidsprekers aan.
6. Pas het volume van het hoofdapparaat en de
luidsprekers aan.
Als u op het klavier van het hoofdapparaat speelt, is het geluid via
de luidsprekers van het hoofdapparaat en de aangesloten
luidsprekers te horen.
De stroom uitzetten
1. Minimaliseer het volume van het hoofdapparaat en de
luidsprekers.
2. Zet de stroom van de luidsprekers uit.
3. Zet het hoofdapparaat uit.
Geluidsapparatuur aansluiten
Wanneer aansluitkabels met weerstanden worden gebruikt,
kan het volumeniveau van apparatuur die op de INPUT Jacks is
aangesloten laag zijn. Als dit gebeurt, gebruik dan
aansluitkabels die geen weerstanden bevatten.
Om storingen en/of beschadigingen aan luidsprekers of
andere apparaten te voorkomen, draait u het volume altijd
helemaal laag, en zet u alle apparaten uit voordat
aansluitingen worden gemaakt.
Versterkte luidsprekers aansluiten
Naar lijningang aansluiting Versterkte luidspreker
75
Externe apparaten aansluiten
U kunt de klanken van een externe MIDI-geluidsmodule of ander
geluidsapparaat, zoals een digitale geluidsspeler, via de luidsprekers
van het hoofdapparaat spelen.
fig.ConnectAudio-1.eps
1. Minimaliseer het volume van het hoofdapparaat en van
de MIDI-geluidsmodule of het geluidsapparaat.
2. Zet het hoofdapparaat en de MIDI-geluidsmodule of het
geluidsapparaat uit.
3. Gebruik in de handel verkrijgbare geluidskabels om
aansluitingen te maken.
4. Zet de MIDI-geluidsmodule of het geluidsapparaat aan.
5. Zet het hoofdapparaat aan.
6. Pas het volume van het hoofdapparaat en van de MIDI-
geluidsmodule of het geluidsapparaat aan.
Het geluid van de MIDI-geluidsmodule of het geluidsapparaat is via
de luidsprekers van het hoofdapparaat te horen.
De stroom uitzetten
1. Minimaliseer het volume van het hoofdapparaat en de
MIDI-geluidsmodule of het geluidsapparaat.
2. Zet het hoofdapparaat uit.
3. Zet de MIDI-geluidsmodule of het geluidsapparaat uit.
U kunt het volume en de diepte van Reverb van het geluid van het
aangesloten geluidsapparaat of de MIDI-geluidsmodule aanpassen.
1. Druk op de [Select/Menu] knop.
2. Draai aan de [Select/Menu] knop om ‘9 Audio’ te
selecteren.
fig.LCD010.eps
3. Druk op de [Select/Menu] knop om naar het ‘Audio’
scherm te gaan.
4. Draai aan de [Select/Menu] knop om het onderdeel dat u
wilt instellen te selecteren, en draai aan de [Value/Exit
Menu] knop om de instelling te veranderen.
fig.LCD965.eps
(*) Afhankelijk van de instelling van de [Master Volume] knop, kan
deze instelling mogelijk niet helemaal tot ‘127’ gaan. Als de
[Master Volume] knop op ‘0’ is ingesteld, kunt u deze instelling
niet veranderen.
* Deze instelling keert naar de beginwaarde terug als u de stroom
uitzet, maar u kunt de instelling opslaan, zodat deze onthouden
wordt, ook nadat de stroom is uitgezet. Voor details, zie ‘Uw
instellingen opslaan (Customize)’(p.73).
De klanken van een externe MIDI-
geluidsmodule of geluidsapparaat spelen
Naar lijnuitgang aansluiting
Externe MIDI-geluidsmodule, enz.
Het volume van het geluidsapparaat
aanpassen
Indicatie Uitleg Reeks
Aux In Volume
Past het volume van het
geluidsapparaat of de MIDI-
geluidsmodule aan.
0–127
Aux In Reverb
Past de Reverb diepte van het
geluidsapparaat of de MIDI-
geluidsmodule aan.
0–127
Line Out Gain
Past het volume van de externe
luidsprekers aan.
0–127 (*)
76
Externe apparaten aansluiten
Als u het orgel op een extern MIDI-apparaat aansluit voor de
overdracht van uitvoeringsdata, kunt u één apparaat gebruiken om
het andere te bespelen.
U kunt bijvoorbeeld klanken spelen of selecteren op het andere
apparaat.
Aansluiten op MIDI-apparaten
Als u een MIDI-sequencer aansluit, moet u de ‘Local Off’
instelling maken. Zie ‘Local Control instelling (Local)’ (p.71).
Om storingen en/of beschadigingen aan luidsprekers of
andere apparaten te voorkomen, draait u het volume altijd
helemaal laag, en zet u alle apparaten uit voordat
aansluitingen worden gemaakt.
fig.MIDI1-j.eps
U kunt het klavier van elke divisie gebruiken om klanken op een
apart verkrijgbare MIDI-geluidsmodule te spelen. Als een [USER/
MIDI] koppeling is aangezet, wordt de uitvoeringsdata van elke
divisie als MIDI-data verzonden, om een MIDI-geluidsmodule die op
het orgel is aangesloten te spelen.
* Zelfs als de [USER/MIDI] koppelingen uit zijn, wordt een deel van de
uitvoeringsdata als MIDI-boodschappen verzonden. Voor details, zie
‘Over MIDI-zendkanalen’ (p.69).
* Als een GM2-compatibel extern MIDI-apparaat is aangesloten, kunt
u de namen in het scherm van het orgel laten verschijnen. Zie ‘Het
type externe MIDI-geluidsmodule specificeren (Tone Name)’ (p.72).
Aansluiten op een MIDI-geluidsmodule
fig.MIDI2-j.eps
1. Minimaliseer het volume van het hoofdapparaat en de
MIDI-geluidsmodule.
2. Zet de hoofdapparaat en de MIDI-geluidsmodule uit.
3. Gebruik MIDI-kabels om de MIDI-aansluitingen van de
twee apparaten op elkaar aan te sluiten (zie diagram).
4. Gebruik in de handel verkrijgbare geluidskabels om
geluidsaansluitingen te maken.
Zie ‘De klanken van een externe MIDI-geluidsmodule of een
geluidsapparaat spelen’ (p.75).
5. Zet het hoofdapparaat en de MIDI-geluidsmodule aan.
6. Pas het volume van het hoofdapparaat en de MIDI-
geluidsmodule aan.
MIDI-apparatuur aansluiten
Wat is MIDI?
‘MIDI’ staat voor ‘Musical Instrument Digital Interface’, en is een
universele standaard voor het overbrengen van
uitvoeringsdata tussen elektronische muziekinstrumenten en
computers.
Het orgel heeft MIDI-aansluitingen, waarmee uitvoeringsdata
met externe apparaten uitgewisseld kan worden. Een
verscheidenheid aan mogelijkheden wordt beschikbaar als u
deze aansluitingen op een extern apparaat aansluit.
MIDI OUT/IN aansluiting
OUT
MIDI
IN
MIDI-sequencer
MIDI-kabel
De klanken van een MIDI-geluidsmodule
met het orgel spelen
MIDI-geluidsmodule
THRU OUT
MIDI
IN
MIDI OUT-aansluiting
MIDI IN-aansluiting
MIDI-kabel
77
Externe apparaten aansluiten
Wanneer externe, V-LINK-compatibele audiovisuele presentatie
apparatuur is aangesloten, kunt u de beelden die door dit soort
apparatuur worden vertoond besturen terwijl u het orgel bespeelt.
Als u op een algemeen geheugen piston drukt, worden
boodschappen die voor videobesturing worden gebruikt via de
MIDI OUT-aansluiting verzonden. Op die manier kunt u beelden die
door de audiovisuele apparatuur worden getoond besturen.
* Het MIDI-zendkanaal voor videobesturing boodschappen is op
kanaal 16 ingesteld, en kan niet veranderd worden.
* Voor details over de manier waarop de video zal veranderen, kijkt u
in de gebruikershandleiding van het aangesloten apparaat.
* Deze instelling keert naar ‘OFF’ terug als u de stroom uitzet.
Om storingen en/of beschadigingen aan luidsprekers of
andere apparaten te voorkomen, draait u het volume altijd
helemaal laag, en zet u alle apparaten uit voordat
aansluitingen worden gemaakt.
Wat is V-LINK?
V-LINK ( ) is een functie waarmee u muziek en video
gelijktijdig kunt uitvoeren. Door V-LINK-compatibele apparaten via
MIDI aan te sluiten, kunt u genieten van een verscheidenheid aan
video-effecten die met uw uitvoering zijn verbonden.
V-LINK gebruiken
1. Zet het V-LINK-compatibele apparaat aan.
2. In het hoofdscherm drukt u op de [Select/Menu] knop.
3. Draai aan de [Select/Menu] knop om ‘6 Console’ te
selecteren.
fig.LCD007.eps
4. Druk op de [Select/Menu] knop om naar het ‘Console’
scherm te gaan.
5. Draai aan de [Select/Menu] knop om ‘V-LINK’ te
selecteren, en draai aan de [Value/Exit Menu] knop om
de ON/OFF instelling te veranderen.
fig.LCD076.eps
6. Druk twee keer op de [Value/Exit Menu] knop om naar
het hoofdscherm terug te keren.
Als V-LINK aan is, wordt ‘V-LINK’ in het hoofdscherm aangegeven.
fig.V-LINK-1.eps
V-LINK gebruiken
Waarde Uitleg
OFF De V-LINK functie is uit.
ON
De V-LINK functie is aan.
U kunt de beelden met de algemene geheugen pistons
besturen.
78
Lijst van Preset songs/demosongs
Alle rechten voorbehouden. Onbevoegd gebruik van dit materiaal, voor andere doeleinden dan strikt privé-gebruik is een overtreding van de
toepasbare wetgeving.
Er wordt geen data uitgestuurd van de muziek die via MIDI OUT wordt gespeeld.
Als u in het ‘Song Recorder’ scherm afspeelt, kunt u de uitvoering van elke divisie individueel dempen (p.50).
Bach koralen (Bach koralen): verscheidene koralen gecomponeerd door J.S. Bach
Songtitel Weergave Componist Memo
Chorale “Jesus, bleibet meine Freude” BWV 147 Bach BWV147 J.S. Bach
Chorale “Liebster Jesu, wir sind hier” BWV 731 Bach BWV731 J.S. Bach Beroemde melodie met indrukwekkend geluid
Chorale “Nun Komm’ der Heiden Heiland” BWV 599 Bach BWV599 J.S. Bach Prachtig ‘Positiv orgelgeluid’
Chorale “Gott, durch dein Güte” BWV 600 Bach BWV600 J.S. Bach ‘Trompete’ riet melodie door pedalen
Chorale “Herr Gott, nun schleuss den Himmel auf” BWV 617 Bach BWV617 J.S. Bach Riet klank met zachte Tremulant
Chorale “Chris Lag in Todesbanden” BWV 625 Bach BWV625 J.S. Bach Voornaamste Chorusklank
Chorale “Wo soll ich fliehen hin” BWV 646 Bach BWV646 J.S. Bach 4’ riet melodie door pedalen
Barok orgelwerken (Barok): verscheidene orgelwerken met Barok klank
Songtitel Weergave Componist Memo
Toccata and Fugue in D Minor BWV 565 T&F BWV565 J.S. Bach
Prelude and Fugue No.4 in F Major (Harpsichord) BWV 556 PreFugueB556 J.S. Bach
Concerto “The Cuckoo and the Nightingale” HWV 295 ConcertoH295 G.F. Haendel Verscheidene stops die de vogels simuleren
Prelude in Eb Major BWV 552 Prelude B552 J.S. Bach Rijke pijporgelklank met volledig orgel
Noel Etranger No.8 - - - NoelEtranger L.C. d’Aquin Verscheidene rieten en fluitpijpen met Franse voicing
Trumpet Voluntary I in D Major - - - Trumpet Vol. W. Boyce Trompet riet klank zonder pedalen
Fugue in G Minor BWV 578 Fugue B578 J.S. Bach Eenvoudige stop voor beroemde fuga van Bach
Romantische orgelwerken (Romantiek): verscheidene orgelwerken met romantische klank
Songtitel Weergave Componist Memo
from “Prelude, Fugue and Variation” Op.18 PreludeFranc C. Franck
Toccata from “Suite Gothique” Op.25 Toccata L. Böellman
Sonata No.2 Op. 65-2 Sonata No.2 F. Mendelssohn Symfonisch orgelgeluid
Andantino - - - Andantino C. Franck Eenvoudige maar prachtige melodie
Trumpet Voluntary - - - Tp Voluntary
H. Purcell &
J. Clarke
Met orkestrale trompet
Trumpet Tune and Air - - - Tp Tune&Air H. Purcell Met orkestrale trompet
Europese orgel rondreis (Europees Org): een rondreis waarbij kleine kerken in Europa en hun prachtige orgels worden bezocht.
Songtitel Weergave Componist Memo
Malle Sijmen - - - Netherlands J.P. Sweelinck
Germany: Chorale “Werde munter, mein Gemuete” - - - Germany J. Pachelbel Koraal met ‘Positiv’ geluid
France: “Dialogue Sur la grand clavier et la positif” - - - France F. Couperin Trompet riet met Frans ‘Positiv’ geluid
Italy: “Toccata per lélevatione” - - - Italy G. Frescobaldi ‘Positiv’ stop met Tremulant zonder pedalen
Belgium: from “Psalm 24” - - - Belgium A.V. Noordt Eenvoudige stop met pedalen
Spain: “Tiento de 1 tono de mano derecha” - - - Spain P. Bruna Zonder pedalen
England: “Upon la mi re” - - - England Unknown Zonder pedalen
Germany: “Passacaglia” BWV 582 Bach BWV582 J.S. Bach Tot besluit terug naar Duitsland voor Bach orgel
Ceremoniële orgelwerken (ceremonie): geselecteerde orgelwerken voor huwelijksplechtigheden
Songtitel Weergave Componist Memo
Ave Verum Corpus in D Major KV 618 AveVermKV618 W.A. Mozart
“Largo” from Opera “Xerxes” - - - Largo G.F. Haendel Celeste Choruses mp-f
“Rigaudon” from “Idomeneus” - - - Rigaudon A. Campra
Rijke pijporgelklank, afwisselend orgel en klavecimbel,
volledig orgel
“Salut d’Amour” - - - Salut d’Amor E. Elgar Met orkestrale hobo
“Wedding March” from “Midsummer Night’s Dream” - - - MendelWeddin F. Mendelssohn Beroemde wijs voor huwelijksplechtigheden
“Bridal Chorus” from “Lohengrin: Act III” - - - WagnerWeddin R. Wagner Oorspronkelijk een koor met orkest
79
Lijst van stemmen (Stops)
MAN I divisie (onderste klavier)
Tablet (VP0) VP1 VP2 VP3
Bourdon 16’ Violone 16’ Principal 16’ Quintaton 16’
Principal 8’ Open Diapason 8’ Montre 8’ Prinzipal 8’
Gemshorn 8’ 2nd Diapason 8’ Voce umana II 8’ Aeoline 8’
Gedackt 8’ Clarabella 8’ Flûte harmonique 8’ Bourdon 8’
Octava 4’ Principal 4’ Flûte à bec 4’ Fugara 4’
Quinte 2-2/3’ Twelfth 2-2/3’ Nazard 2-2/3’ Quintaden 8’
Superoctav 2’ Fifteenth 2’ Doublette 2’ Piccolo 2’
Mixtur IV Tierce Mixture V Cornet V Rauschquint IV
Trumpet 8’ Waldhorn 8’ Trompette 8’ Cromorne 8
MAN II divisie (bovenste klavier)
Tablet (VP0) VP1 VP2 VP3
Still Gedackt 8’ Stopped Diapason 8’ Bourdon 8’ Rohrgedackt 8’
Spitz Geigen 8’ Geigen Diapason 8’ Salicional 8’ Viola 8’
Viola Cèleste II 8’ Flute Celeste II 8’ Voix cèleste II 8’ Schwebung II 8’
Principal 4’ Unda Maris II 4’ Prestant 4’ Muted Viols II 4’
Nachthorn 4’ Solo Flute 4’ Flûte traversière 4’ Spillflöte 4’
Nasat 2-2/3’ Twelfth 2-2/3’ Nazard 2-2/3’ Quinte 2-2/3’
Piccolo 2’ Wald flute 2’ Doublette 2’ Schwegel 2’
Sesquialtera II Dolce Cornet II Tierce 1-3/5’ Larigot 1-1/3’
Mixtur III Cymbale III Plein jeu IV Sifflöte 1’
Schalmei 8’ Oboe 8’ Hautbois 8’ Trompette 8’
PEDAL divisie (voetklavier)
Tablet (VP0) VP1 VP2 VP3
Principal 16’ Open Wood 16’ Contrabass 16’ Violone 16’
Subbass 16’ 2nd Subbass 16’ Bourdon 16’ Quintaton 16’
Octava 8’ Octave 8’ Montre 8’ Violoncello 8’
Bourdon 8’ Stopped Flute 8’ Flûte 8’ Still Gedackt 8’
Choral Bass 4’ Fifteenth 4’ Flûte de bois 4’ Quintflöte 10-2/3’
Posaune 16’ Trombone 16’ Bombarde 16’ Basson 16’
Trompete 8’ Trumpet 8’ Trompette 8’ Dulzian 8’
Klarine 4’ Cornet Clarion 4’ Clairon 4’ Schalmei 4’
80
Lijst van stemmen (Stops)
Klanken voor User instellingen kunnen aan de [USER/MIDI]
koppelingen worden toegewezen, en met de orgelklanken van elke
divisie worden gespeeld.
De klanken die als User instellingen beschikbaar zijn, bestaan uit
‘orgelklanken’ en ‘orkestklanken’. De orgelklanken en orkestklanken
verschillen in de manier waarop Reverb en Tremulant werken.
Orgelklanken
Orgelklanken hebben dezelfde Reverb als de orgelklanken van de
andere gewone tabletten. Daarom wordt de Reverb instelling die in
het USER/MIDI scherm wordt getoond genegeerd. De standaard-
instelling voor Reverb is ‘OFF’.
Het Tremulant-effect wordt voor elke divisie toegepast. Als het
expressiepedaal is ingeschakeld, heeft het expressiepedaal invloed
op deze orgelklanken, samen met de klanken van de andere
tabletten.
De Velocity instelling wordt genegeerd (p.68).
Orkestklanken
Orkestklanken hebben hun eigen, speciaal daarvoor bedoelde
Reverb. In het USER/MIDI scherm is de standaard Reverb instelling
‘100’.
Het Tremulant-effect wordt niet toegepast.
De Velocity kan op een vaste waarde worden ingesteld (p.68).
Orgel
USER/MIDI Voice
Nr. Naam in
beeldscherm
Voice naam Voet
1 32 Principal PRINCIPAL 32’
2 32 ContGeign CONTRA GEIGEN 32’
3 32 ContBordn CONTRA BOURDON 32’
4 16 SpitzPriz SPITZ PRINZIPAL 16’
5 16 LibGedakt LIEBLICH GEDACKT 16’
6 16 Dulciana DULCIANA 16’
7 16 CellCélII CELLOS CÉLESTES II 16’
8 16 ErzCél II ERZHALER CÉLESTES II 16’
9 8 Montre MONTRE 8’
10 8 Bach Princ BACH PRINCIPAL 8’
11 8 Gemshorn GEMSHORN 8’
12 8 Gamba GAMBA 8’
13 8 Dulciana DULCIANA 8’
14 8 HolzGedakt HOLZGEDACKT 8’
15 8 GrossFlute GROSS FLUTE 8’
16 8 2nd FlHarm 2nd FLUTE HARMONIQUE 8’
17 8 CélesteIII CÉLESTES III 8’
18 8 UndMrs III UNDA MARIS III 8’
19 4 Principal PRINCIPAL 4’
20 4 Open Flute OPEN FLUTE 4’
21 4 Chim Flute CHIMNEY FLUTE 4’
22 2 2/3 Quinte QUINTE 2-2/3’
23 2 2/3 Nazard NAZARD 2-2/3’
24 2 Gemshorn GEMSHORN 2’
25 2 Piccolo PICCOLO 2’
26 1 3/5 Tierce TIERCE 1-3/5’
27 1 1/3 Larigt LARIGOT 1-1/3’
28 1 1/7 Sept SEPTIÈME 1-1/7’
29 1 Sifflöte SIFFLÖTE 1’
30 IIJeudeCloch JEU DE CLOCHETTE II
31 II Quartane QUARTANE II
32 II Scharf SCHARF II
33 V GablCornet GABLER CORNET V V
34 VI Ped Mix PEDAL GRAND MIXTUR VI
35 IV Grave Mix GRAVE MIXTUR IV
36 IV 2ndGrvMix 2nd GRAVE MIXTUR IV
37 IV Fournitur FOURNITURE SS IV-VI
38 VI T Fournit TIERCE FOURNITURE VI
39 VIIIGrandMix GRAND MIXTUR VIII
40 32 Ophiclide DOUBLE OPHICLEIDE 32’
41 32 Bombarde CONTRE BOMBARDE 32’
42 32 Bassoon CONTRE BASSOON 32’
43 16 2ndBombrd 2nd BOMBARDE 16’
44 16 Contre Tp CONTRE TROMPETTE 16’
45 16 Rankette RANKETT 16’
46 8 Trumpet TROMPET 8’
47 8 Trompette TROMPETTE 8’
48 8 2ndTrompet 2nd TROMPETTE 8’
49 8 StatTrumpt STATE TRUMPET 8’
50 8 Chamade CHAMADES 8’
51 8 Dulzian DULZIAN 8’
52 8 Cromorne CROMORNE 8’
53 8 Baryton BARYTON 8’
54 8 CorD’Amour COR D’AMOUR 8’
55 8 Regal REGAL 8’
56 8 Vox Humana VOX HUMANA 8’
57 8 VoxHumaine VOX HUMAINE 8’ 8’
58 8 VoxHumainT VOX HUMAINE T 8’
59 4 Clarion CLARION 4’
60 4 Clairon CLAIRON 4’
61 4 2ndClairon 2nd CLAIRON 4’
62 4 RohrSchalm ROHRSCHALMEI 4’
63 8+4+2 Princ PRINCIPALS III 8+4+2
Nr. Naam in
beeldscherm
Voice naam Voet
81
Lijst van stemmen (Stops)
Orkest
64 842Mix Princ PRINCIPALS+MIXTURS 8+4+2+IV
65 16+4 FlCélIV FLUTE CÉLESTES IV 16+4
66 16+4 Cél IV CÉLESTES IV 16’+4’
67 16+8+4 CélVI CÉLESTES VI 16+8+4
68 16+8+4+VxCél CÉLESTES VII 16’+8’+4’+Vox
69 16+8 VoxesII VOXES II 16+8
70 16+4 VoxesII VOXES II 16+4
71 Full Swell FULL SWELL 16+8+4+Reeds
72 8 Tibia TIBIA 8’
73 4 Tibia TIBIA 4’
74 8 VDO II VDO CELESTE 8’
75 8 VDO II T VDO CELESTE T 8’
76 8 Tuba T TUBA T 8’
77 8 CornopeanT CORNOPEAN T 8’
78 Tib168+Vx168 TIBIAS 16’ + 8’+ VOX 16’ + 8’
79 Tib16842+Str FULL TIBIAS+STRS 8’+4’
80 Tib84+Q+Vx+C VOX & STR 16’ + TIB 2’ + QUINT
81 Vx16+8+Cel VOX 16’+8’+CELESTES 8’
82 Tib84+VDOCel TIBIAS 8’, 4’ + STR
83 Tib84+Vx+Cel TIBIAS 8’, 4’ + STR + VOX
84 Tib84Cel+Tub TIBIAS 8’, 4’ + TUBA 8’
85 Tib4+Cel8 TIBIA 4’ + CELESTES 8’
86 Tib42+Str168 TIBIAS 4’, 2’ + STR 16’, 8’
87 Tib4+Kinura TIBIA 4’ + KINURA 8’
88 Str8+T2+Glck STR 8’ + TIBIAS 2’ + GLOCKEN
89 Tib4+Glock TIBIA 4’ + GLOCKENSPIEL
Nr. Naam in
beeldscherm
Voice naam Voet
Nr. Naam in
beeldscherm
Voice naam Voet
90 Organ Harp ORGAN HARP 8’
91 Chrysoglot CHRYSOGLOTT 4’
92 Tubular Bell TUBULAR BELL
93 Action Noise TRACKER/BARKER NOISE
94 Orch Oboe ORCHESTRAL OBOE
95 OrchClarinet ORCHESTRAL CLARINET
96 Orch Flute ORCHESTRAL FLUTE
97 Orch Trumpet ORCHESTRAL TRUMPET
98 Harpsi 8-I HARPSICHORD 8 I
99 Harpsi 8-II HARPSICHORD 8 II
100 Harpsi 4’ HARPSICHORD 4
101 Harpsi Lute HARPSICHORD LUTE
102 Harpsi 8+8 HARPSICHORD 8+8
103 Harpsi 8+4 HARPSICHORD 8+4
104 Celesta CELESTA
82
Probleemoplossing
Als de C-330/C-380 niet naar behoren functioneert, controleert u eerst het onderstaande overzicht. Als daar geen oplossing voor het
probleem is te vinden, neemt u contact op met een handelaar, een Roland Service Centrum of een erkend Roland distributeur. Deze
zijn op de ‘Informatie’ pagina te vinden.
Stroom wordt niet ingeschakeld
Problemen met de weergave in het beeldscherm
No sound
Symptoom Oorzaak Oplossing Pag.
Als u op de [POWER] schakelaar drukt,
wordt de stroom niet ingeschakeld.
Het netsnoer is niet correct aangesloten. Sluit het netsnoer op juiste wijze aan. p. 22
Symptoom Oorzaak Oplossing Pag.
Er verschijnt niets in het scherm
De C-330/C-380 gebruikt een Liquid-crystal beeldscherm, dus
tekst kan mogelijk niet weergegeven worden als de
omgevingstemperatuur onder het vriespunt ligt.
Dit is geen storing.
Het contrast van het beeldscherm is niet correct ingesteld.
Stel het contrast van het beeldscherm
correct in.
p. 27
Symptoom Oorzaak Oplossing Pag.
Geen geluid
Geen geluid (stop) is geselecteerd.
Als u simpelweg de stroom heeft
aangezet, zal het klavier gen geluid
produceren aangezien er geen stop is
geselecteerd.
p. 29
De [Master Volume] knop staat op de ‘Min’ positie (volume is op
het minimum ingesteld).
Draai de [Master Volume] knop naar
‘Max’.
p. 24
Een koptelefoon is aangesloten. Als een koptelefoon is
aangesloten, is het geluid alleen via de koptelefoon hoorbaar.
Als u geluid via de luidsprekers wilt
horen, ontkoppelt u de koptelefoon.
p. 25
Er zit een plug in de koptelefoon Jack.
Verwijder de plug uit de koptelefoon
Jack.
p. 25
Het expressiepedaal is niet ingedrukt. Druk het expressiepedaal in. p. 42
Geen geluid via de satellietluidsprekers
De [Select/Menu] knop (Satellite Volume) is op ‘0’ ingesteld.
Pas de [Select/Menu] knop (Satellite
Volume) knop aan.
p. 34
De kabel van de satellietluidspreker is niet correct aangesloten.
Sluit de kabel van de satellietluidspreker
correct aan.
p. 21
Voetklavier is niet hoorbaar De kabel van het voetklavier is niet correct aangesloten.
Sluit de kabel van het voetklavier
correct aan.
p. 19
Geen geluid
(wanneer op externe apparatuur
aangesloten)
De stroom van de aangesloten externe apparatuur is niet
ingeschakeld.
Zet de stroom van de aangesloten
externe apparatuur in de juiste volgorde
aan.
p. 74
Het ‘Aux In Volume’ is op ‘0’ ingesteld.
Pas de instelling van ‘Aux In Volume’
aan.
p. 75
83
Probleemoplossing
Er is iets mis met het geluid
Algemene geheugen pistons werken niet naar behoren
Divisie geheugen pistons werken niet naar behoren (C-380)
Symptoom Oorzaak Oplossing Pag.
U hoort ruis
Als er een mobiele telefoon in de buurt is, kan er ruis van de
C-330/C-380 te horen zijn wanneer u belt of gebeld wordt of
tijdens een telefoongesprek.
Bewaar de mobiele telefoon niet in de
buurt van de C-330/C-380 of zet de
telefoon uit.
Er is iets mis met het geluid als u in
bepaalde gebieden van het klavier
speelt
U speelt buiten het aanbevolen toonhoogtebereik voor de
betreffende stem.
Dit is geen storing.
Hoge noten worden een octaaf lager
gespeeld of zijn helemaal niet te horen.
De spraakreeks van de pijp is overschreden. Dit is geen storing.
Er is iets mis met het geluid
U speelt een orgelklank die een octaaf in toonhoogte is
verschoven (Octave Shift).
Als Octave Shift op een orgelklank is
toegepast, kan het geluid door de
timing waarmee u de toetsen indrukt of
door faseverhoudingen beïnvloed
worden, maar dit duidt niet op een
storing.
p. 68
hoogte is niet correct
De toonhoogte is getransponeerd. Annuleer de Transpose functie. p. 41
Stemming is onjuist. Pas de referentietoonhoogte aan. p. 40
U heeft een Octave Shift gespecificeerd en speelt noten buiten
de aanbevolen regio.
Verander de Octave Shift instelling. p. 68
Geluid is vervormd of krakerig
Het volume van de [USER/MIDI] koppeling is overmatig
verhoogd.
Verlaag het volume van de [USER/MIDI]
koppeling.
p. 68
De instelling van Reverb is hoog, en de ‘Room Type’ instelling is
lang.
Reduceer de Reverb instelling of maak
de ‘Room Type’ instelling korter.
p. 34
p. 35
Er is een te hoog algeheel volume.
Gebruik de [Master Volume] knop om
het algehele volume te verlagen.
p. 24
Lage noten klinken raar of rammelend
Als u deze problemen niet via de koptelefoon hoort
Als u op een hoog volume speelt, kan meetrillende vibratie in het
orgel zelf of in objecten in de buurt van het orgel veroorzaakt
worden. Fluorescerende lampen of glazen deuren in de kamer
kunnen meetrillen. Dit treedt eerder op bij lage noten op een
hoog volume.
Om dit soort resonantie te reduceren,
probeert u de volgende stappen.
• Plaats het orgel 10-15 cm van de muur.
• Reduceer het volume.
• Plaats het orgel niet in de buurt van
resonerende objecten.
Als u hetzelfde probleem via de koptelefoon hoort
Er is waarschijnlijk een andere oorzaak.
Neem contact op met een handelaar of
een Roland klantenondersteuning
centrum.
Tremulant-effect wordt niet toegepast
Het Tremulant-effect wordt niet toegepast op USER
orkestklanken die door de [USER/MIDI] koppeling instelling zijn
geselecteerd.
Dit is geen storing.
Symptoom Oorzaak Oplossing Pag.
Instellingen veranderen niet als u een
algemeen geheugen piston indrukt.
Instellingen zijn niet correct in het algemene geheugen piston
opgeslagen.
Sla de instellingen nogmaals op. p. 47
Symptoom Oorzaak Oplossing Pag.
Instellingen veranderen niet als u een
divisie geheugen piston indrukt.
Instellingen zijn niet correct in het divisie geheugen piston
opgeslagen.
Sla de instellingen nogmaals op. p. 47
84
Probleemoplossing
Kan niet opnemen
Uitvoeringsfuncties werken niet naar behoren
Overige
Klanken of instellingen zijn veranderd sinds u de stroom heeft ingeschakeld
Symptoom Oorzaak Oplossing Pag.
De opgenomen uitvoeringsdata is
verloren gegaan.
De opgenomen uitvoering gaat verloren als u de stroom van de
C-330/C-380 uitzet.
De verloren uitvoeringsdata kan niet
hersteld worden.
Sla de uitvoering in het interne
geheugen of USB-geheugen op,
voordat u de stroom uitzet.
p. 57
Symptoom Oorzaak Oplossing Pag.
Expressiepedaal werkt niet.
Het klavier waarop het expressiepedaal effect moet hebben, is
niet ingesteld.
Specificeer het klavier waarop het
expressiepedaal van invloed is.
p. 42
Kan de functie die aan een kick
schakelaar is toegewezen niet
gebruiken.
De Kick Switch functie is niet correct ingesteld. Stel de Kick Switch functie correct in. p. 45
Symptoom Oorzaak Oplossing Pag.
Kan niet lezen van of opslaan in het
USB-geheugen.
U gebruikt een USB-geheugen dat niet door Roland is
vervaardigd.
We kunnen een juiste werking niet
garanderen als USB-geheugens die niet
door Roland zijn vervaardigd worden
gebruikt.
Gebruik een USB-geheugen dat via
Roland verkrijgbaar is.
Symptoom Oorzaak Oplossing Pag.
De klank die te horen is als een tablet
wordt ingedrukt is veranderd.
Het Voice Palette, dat van kracht was toen u de stroom
uitschakelde, is veranderd.
Selecteer het Voice Palette opnieuw, en
sla het in de C-330/C-380 op.
p. 73
Reverb- of Tremulantinstellingen zijn
veranderd.
De Reverb- of Tremulantinstellingen die van kracht waren toen u
de stroom uitschakelde zijn veranderd.
Selecteer de Reverb- of
Tremulantinstellingen opnieuw, en sla
deze in de C-330/C-380 op.
p. 73
De functie van het expressiepedaal of
het splitspunt van de bas- of
melodiekoppeling zijn veranderd.
De instellingen zijn veranderd sinds de stroom werd
ingeschakeld.
Selecteer de instellingen opnieuw, en
sla deze in de C-330/C-380 op.
p. 73
85
Foutmeldingen
Foutmelding Betekenis
Write Data Error.
Dit muziekbestand kan alleen gelezen worden.
Het kan niet opgeslagen worden.
Write Error.
Tijdens het opslaan is een storing opgetreden.
De beveiligingstab van het USB-geheugen kan op de ‘Protect’ (schrijfblokkering) positie staan of het USB-geheugen is nog niet geïnitialiseerd.
Media Unavailable.
Er is geen USB-geheugen aangebracht.
Steek het USB-geheugen in, en probeer het opnieuw.
Media Full.
Er is niet voldoende vrij geheugen in de opslagbestemming.
Gebruik een ander USB-geheugen of verwijder onnodige bestanden en probeer het opnieuw.
Read Error.
Tijdens het lezen is een storing opgetreden.
Het USB-geheugen kan beschadigd zijn.
Steek een ander USB-geheugen in, en probeer het opnieuw.
Anders kunt u het USB-geheugen formatteren. Als u het USB-geheugen formatteert, gaan alle songs of instellingen die in dat USB-geheugen zijn
opgeslagen verloren.
Read Data Error.
Het bestand is onleesbaar.
Het dataformaat is niet compatibel met de C-330/C-380.
Load Over Run.
Data werd niet op tijd voor het afspelen van de song opgeroepen.
Nadat u enkele seconden heeft gewacht, kunt u de song mogelijk afspelen door de [PLAY/PAUSE] knop nogmaals in te drukken.
Memory Full. Het interne geheugen is vol.
MIDI Buffer Full.
De C-330/C-380 kan de overmatige hoeveelheid MIDI-data, die vanaf een extern MIDI-apparaat is verzonden, niet verwerken.
Reduceer de hoeveelheid MIDI-data die naar de C-330/C-380 wordt gestuurd.
MIDI Off Line.
Een MIDI-kabel is ontkoppeld.
Sluit deze stevig en op juiste wijze aan.
MIDI Error.
Een storing in MIDI-overdracht is opgetreden.
Controleer de MIDI-kabel en het aangesloten MIDI-apparaat.
System Error.
Er kan een probleem met het systeem zijn.
Herhaal de procedure vanaf het begin.
Als dit niet is verholpen nadat u het meerdere malen heeft geprobeerd, neemt u contact op met een Roland Service Centrum.
USB Over Current.
De USB-aansluiting heeft een overmatige stroomstoot gehad.
Controleer of er geen probleem met het USB-geheugen is, zet de stroom uit, en dan weer aan.
Lijst van sneltoetsen
Met gebruik van deze sneltoetsen kunt u rechtstreeks naar een gewenst scherm gaan, zonder eerst door een menuscherm te hoeven gaan.
Alle sneltoets handelingen moeten in het hoofdscherm worden uitgevoerd.
Om naar het scherm te gaan Pag. Sneltoets
Demo scherm p. 28
Terwijl het [SET] piston ingedrukt
wordt gehouden
Druk op de [PLAY/PAUSE] knop
Pitch/Tuning scherm p. 38–p. 41 Druk op een willekeurige toets
Voice Palette scherm p. 29–p. 30
Druk op het onderste of bovenste gedeelte van een
divisie tablet
Expression Pedal scherm p. 42–p. 45
Bedien het expressiepedaal
Bedien de linker of rechter Kick Switch
USER/MIDI scherm p. 68
Druk op het onderste of bovenste gedeelte van de
[USER/MIDI A] tablet.
Druk op het onderste of bovenste gedeelte van de
[USER/MIDI B] tablet.
Edit parameter save confirmation scherm p. 73 Druk op het algemene Cancel piston [0]
Audio scherm p. 75 Draai aan de [Master Volume] knop
Room Modeling scherm p. 35–p. 36 Draai aan de [Reverb] knop
Console scherm
p. 27, p. 32,
p. 33, p. 77
Druk op het baskoppeling [BASS] piston
Druk op het melodiekoppeling [MEL] piston
Song Recorder scherm p. 50, p. 60 Druk op het [STOP] piston
86
Verklarende woordenlijst
Stop
Elke set orgelpijpen die een andere klank produceert, wordt een
stop genoemd.
Tablet
Een tablet is een rechthoekige schakelaar die gebruikt wordt om
een stop of een koppeling te selecteren.
Piston
De ronde schakelaars onder het manuaal klavier worden pistons
genoemd.
Divisie
De standaard groep klanken die met elk klavier correspondeert,
wordt een divisie genoemd.
Registratie
Een combinatie van instellingen voor de stops (klanken) en
koppelingen wordt een registratie genoemd.
Algemene geheugen pistons (algemene pistons)
Dit zijn de pistons [1]-[5] die voor het opslaan van registraties
(combinaties van klanken) worden gebruikt.
In ieder algemeen piston wordt een combinatie van klanken en
koppeling instellingen voor het gehele orgel opgeslagen.
Divisie geheugen piston (divisie piston)
Dit zijn pistons [1]-[5] waarin de klanken van de MAN I divisie
(onderste klavier) en MAN II divisie (bovenste klavier) worden
opgeslagen.
Geheugenbank
Geheugenbanken zijn opslaggebieden die twintig verschillende
sets instellingen voor algemene pistons 1-5 bevatten, zodat u een
groter aantal registraties kunt gebruiken.
Iedere bank, van geheugenbank 1 (M01) tot geheugenbank 20
(M20) bevat instellingen voor vijf algemene geheugen pistons,
zodat u in totaal 5 x 20 = 100 registraties kunt opslaan.
Algemeen Cancel piston (algemeen Cancel)
Dit is het ronde piston met het etiket [0]. Dit schakelt alle op dat
moment geselecteerde klanken (stops), koppelingen en
Tremulanten met één enkele handeling uit.
Expressiepedaal
Geschiedkundig verwijst dit naar een pedaal dat de kleppen van een
kamer die de pijpen bevat opent of sluit, en op die manier het
volume en de klank varieert.
U kunt ook specificeren of dit pedaal alleen het bovenste of
onderste manuaal of het volledige orgel bestuurt.
MAN I & PEDAL ingesloten piston
U kunt het volume of de klank met het expressiepedaal variëren. In
een instellingsscherm kunt u de divisie kiezen waarvan het volume
of de klank beïnvloed zal worden, maar de C-380 heeft een MAN I &
PEDAL ingesloten piston, waarmee u de regeling van de MAN I
divisie en PEDAL divisie aan en uit kunt zetten terwijl u speelt.
Shutter
Met deze instelling kunt u de mate van opening van de kleppen
aanpassen, om het minimale volume, dat van kracht is wanneer het
expressiepedaal geheel is losgelaten, te specificeren.
USER/MIDI koppeling
Met de USER/MIDI koppelingen kunt u uit een grote
verscheidenheid aan User klanken selecteren, die niet als tablet
stops beschikbaar zijn.
Wanneer u een externe MIDI-geluidsmodule gebruikt, worden deze
koppelingen ook gebruikt om de externe geluidsmodule te spelen.
Handmatige koppelingen
Met handmatige koppelingen kan de klank van één manuaal (bijv.
gekoppeld) met de klank van een ander manuaal worden gespeeld.
[II/I] koppelt de klank van manuaal 2 (het bovenste klavier) aan
manuaal I (het onderste klavier), zodat u deze beide vanaf het
onderste klavier kunt spelen.
[I/P] koppelt de klank van manuaal I (het onderste klavier) aan het
voetklavier, zodat deze beide vanaf het voetklavier gespeeld
kunnen worden.
Bas koppeling
Dit maakt dat de laagste noot die op manuaal I wordt gespeeld (het
onderste klavier), te horen is met de klank van het voetklavier.
Wanneer dit wordt gebruikt, wordt de laagste noot die u op het
onderste klavier speelt met de klank van het voetklavier worden
gespeeld, hoewel u het voetpedaal niet daadwerkelijk bespeelt.
87
Verklarende woordenlijst
Melodie koppeling
Dit veroorzaakt dat de hoogste noot die op manuaal I (het onderste
klavier) wordt gespeeld, met de klank van manuaal II (het bovenste
klavier) klinkt.
Dit betekent dat de klank van het bovenste klavier wordt gebruikt
om de hoogste noot als de melodie te spelen, ook al speelt u op dat
moment op het onderste klavier.
Tremulant
Dit creëert een cyclische verandering in het volume of de klank van
het geluid, wat een zacht karakter produceert, gelijk aan tremolo of
vibrato.
Dit effect wordt alleen op de orgelklank toegepast.
Kick schakelaars
Dit zijn schakelaars aan de linker en rechterkanten van het
expressiepedaal, die met de bovenkant van de voet bediend
kunnen worden.
Als u de gewenste functie aan deze schakelaars toewijst, kunt u met
uw voet van registratie veranderen.
Voice palette
Met elke klank tablet kunt u vier verschillende stops (klanken) als
variaties selecteren. Deze klanken worden het Voice Palette
genoemd.
Voice setup
Dit is de data die het Voice palet (keuze van variatie) voor elke klank
(stop), de volumebalans en aanpassingen in de klank en
toonhoogte (Voicing) bevat, die gezamenlijk het algehele ontwerp
of type van het volledige orgel bepalen, passend bij de tijd of de stijl
van de muziek die u wilt spelen.
Door tussen Voice Setups af te wisselen, kunt u het algehele
klankkarakter en de ‘Feel’ van het hele orgel veranderen. U kunt
bijvoorbeeld van een Barok orgel naar een orgel uit de Franse
Romantiek overgaan.
Stemming
Met de C-330/C-380 kunt u, afgezien van de gelijkzwevende
stemming die vandaag de dag wordt gebruikt, tussen meerdere
historische stemmingsmethodes (stemmingen) afwisselen.
Toonhoogte
De referentietoonhoogte van een instrument wordt gewoonlijk als
de frequentie van de middelste ‘A’ noot uitgedrukt.
Als alternatief voor de hedendaagse standaard toonhoogte van
440 Hertz, kunt u op de C-330 ook historische toonhoogtes, zoals de
Barok toonhoogte (415 Hz) of Versailles toonhoogte (392 Hz),
kiezen.
U kunt de stemming ook op gemiddelde toonhoogtes afstemmen,
zoals 442 Hz of 420 Hz.
Transpositie
U kunt het klavier transponeren om de reeks toonhoogtes die
gespeeld kunnen worden te veranderen.
88
MIDI-implementatiekaart
Model: C-330/C-380
Versie: 1.10
Mode 1: OMNI ON POLY Mode 2: OMNI ON, MONO o : Ja
x : Nee
Functie... Verzonden Herkend Opmerkingen
Basic Channel
Default 1–3, 5–7 *1 MIDI Couplers
12 12–16 GENERAL
12 12 MAN–I
13 13 MAN–II
14 14 PEDAL
16 V-LINK
Changed 1–16 MAN–I MIDI A only
Mode
Default Mode 3 Mode 3
Messages x x
Altered ************** **************
Note Number
6–125 0–127
True Voice 0–127
Velocity
Note On o o
Note Off o o
After Touch
Key’s x x
Ch’s x x
Pitch Bender x x
Control Change 0, 32 o o Bank Select
7 o o Volume
11 o x Expression
64 o o Hold 1
91 o (Reverb) o (Reverb) General Purpose Effect 1
93 o (Chorus) x General Purpose Effect 3
Program Change
1–128 1–5, 20, 21–26 *3
True # ************** **************
System Exclusive o*2o*2
System Common
Song Pos x x
Song Sel x x
Tune x x
System Real Time
Clock x x
Commands x x
Aux Message
Local ON/OFF x x
All Notes Off o (123) o (123)
Active Sense o o
Reset x x
Notes
*1 Able to choose between o and x.
*2 SysEx used for stop and coupler changes.
*3 Only C-380 recognized 21–26.
89
Specificaties
C-380 C-330
Klavier
Manuaal 2 x 61 toetsen (C2-C7, Tracker actie)
Pedaal 30 toetsen (C2-C4, parallel concaaf)
Stops (Tablet)
Stops
Totaal 33 stops
MAN I: 9 tabletten + 2 (User/MIDI koppelingen)
MAN II: 10 tabletten + 2 (User/MIDI koppelingen)
Pedaal: 8 tabletten + 2 (User/MIDI koppelingen)
Ieder 4 Voice Palette: totaal 108 stemmen
USER/MIDI Voice: 104 stemmen
Totaal: 212 stemmen
Koppeling
Handmatige koppeling
I/P, II/P, II/I
Uitgerust met tabletten en pistons
I/P, II/P, II/I
Uitgerust met tabletten.
Melodie koppeling 1 (Piston)
Bas koppeling 1 (Piston)
USER/MIDI koppeling 6 (2 voor elke divisie)
Tremulant (Tablet)
MAN I, MAN II Totaal 2
Registratie
Algemeen piston 5 x 20 geheugenbanken, totaal 100
MAN I divisie piston 5 x 20 geheugenbanken, totaal 100 N/A
MAN II divisie piston 5 x 20 geheugenbanken, totaal 100 N/A
Piston
SET 1 (parameters)
Algemeen piston 5 (registratie)
MAN I divisie piston 5 (registratie) N/A
MAN II divisie piston 5 (registratie) N/A
M+, M- 1 elk (geheugenbank)
PREV, NEXT 1 elk (Shift registratie) alleen NEXT (Shift registratie)
I/P, II/P, II/I 1 elk (handmatige koppeling) N/A
I/P ENCL 1 (expressiepedaal I/P ingesloten) N/A
STOP, PLAY/PAUSE, REC 1 elk (Song Recorder)
0 1 (Algemene Cancel)
Effect
RSS Reverb 4 kamer types, 4 muur types
Regelaars
[Master Volume] knop
[Reverb] knop
[Satellite Volume/Select Menu] knop
[Value/Exit Menu] knop
Stemmingsfuncties
Key Transpose -6 tot +5 (stappen van halve tonen)
Stemming
9 types
(Gelijkzwevend, Werckmeister III, Kirnberger I/III, Vallotti,
Middentoon D
#
/E
b
, Pythagorisch, Moderne Bach)
Toonhoogte
4 types
(Versailles: 392 Hz, Barok: 415 Hz, Modern: 440 Hz, Venetian:
465 Hz)
Master Tuning +/- 100 cent
Song Recorder
Tracks 1
Piston STOP, PLAY/PAUSE, REC
Tempo Kwartnoot = 20 tot 240
Bestandsopslag
Media USB-geheugen
90
Specificaties
* In het belang van productverbetering kunnen de specificaties en/of het uiterlijk van dit apparaat zonder voorafgaande mededeling
veranderen.
* De feitelijke afmetingen en het gewicht kunnen, door het houtwerk, lichtelijk van deze specificaties afwijken.
Pedaal
Expressiepedaal 1
Kick schakelaar 2
Luidsprekers
Woofer 2 x 20 cm
Tweater 2 x 5 cm
Satellietluidsprekers 2 x 12 cm
Aansluitingen
Phones Jack (stereo)
Uitgangsjacks (L/Mono, R)
Ingangsjacks (L/MONO, R)
MIDI-aansluitingen (In, Out)
USB-aansluiting (USB-geheugen aansluiting)
Satellietluidspreker (speciale aansluiting)
Aansluitkabel voor voetklavier
AC ingang
Stroomverbruik
120 W 120 W
Afwerking behuizing
Gesimuleerd donker Eiken Gesimuleerd licht Eiken
Afmetingen
Console (muzieksteun inbegrepen) 1.275 (B) x 577 (D) x 1.375 (H) mm 1.279 (B) x 537 (D) x 1.319 (H) mm
Voetklavier 1.184 (B) x 791 (D) x 185-210 (H) mm 1.184 (B) x 791 (D) x 185-210 (H) mm
Totaal 1.275 (B) x 915 (D) x 1.375 (H) mm 1.270 (B) x 910 (D) x 1.319 (H) mm
Satellietluidspreker 179 (B) x 91 (D) x 144 (H) mm
Bank 1.350 (B) x 294 (D) x 640-655 (H) mm
Gewicht
Console
(satellietluidsprekers niet inbegrepen)
85 Kg 81 Kg
Voetklavier 25 Kg 25 Kg
Bank 20 Kg 20 Kg
Satellietluidsprekers 2 x 1.4 Kg 2 x 1.4 Kg
Accessoires
Voetklavier (PDB-12PC) *aparte doos
Bank (BNC-33) *aparte doos
Satellietluidspreker (met twee schroeven voor ophanging
aan de muur)
Netsnoer
Sleutel: 2 (voor klavierdeksel)
Gebruikershandleiding
Snelle handleiding
Montage folder (bij bank en voetklavier inbegrepen)
Voetklavier (PDB-11PC) *aparte doos
Bank (BNC-33) *aparte doos
Satellietluidsprekers (met twee schroeven voor ophanging
aan de muur)
Netsnoer
Deksel (bij de bank inbegrepen)
Gebruikershandleiding
Snelle handleiding
Montage folder (bij bank en voetklavier inbegrepen)
C-380 C-330
91
Index
A
Afspelen
Demosong................................................................................... 28
Preset song.................................................................................. 50
Opgenomen song..................................................................... 57
Aux In Reverb .................................................................................. 75
Aux In Volume................................................................................. 75
B
BAROQUE................................................................................... 27, 39
Baskoppeling................................................................................... 33
Beat ..................................................................................................... 55
Bank ....................................................................................................19
C
CATHEDRAL...................................................................................... 35
CHAMBER.......................................................................................... 35
CHURCH............................................................................................. 35
Contrast ............................................................................................. 27
D
Demosong................................................................................. 28, 78
Dempen (Mute) .............................................................................. 52
E
Expressiepedaal....................................................................... 27, 42
F
Factory Reset ................................................................................... 72
Formatteren..................................................................................... 62
G
Geheugenbank ............................................................................... 48
Gelijkzwevende stemming......................................................... 38
Guide Tone....................................................................................... 53
H
HALL.................................................................................................... 35
Handmatige koppeling................................................................ 31
Historische stemming .................................................................. 39
Hoofdscherm................................................................................... 27
K
Kick schakelaar................................................................................ 45
Kirnberger......................................................................................... 38
Klavierdeksel.................................................................................... 22
Klep ..................................................................................................... 44
Kopiëren
Geheugenbank.......................................................................... 64
Song............................................................................................... 60
Koppeling ......................................................................................... 31
Koppeling tabletten............................................................... 14, 16
Koptelefoon ..................................................................................... 25
L
Line Out Gain................................................................................... 75
Local Control.................................................................................... 71
M
Middentoon......................................................................................38
Melodie koppeling.........................................................................32
Metronoom.......................................................................................55
MIDI CH ..............................................................................................69
MIDI-geluidsmodule .....................................................................75
MODERN.....................................................................................27, 39
Modern Bach....................................................................................38
Muur type..........................................................................................36
Muziekstandaard............................................................................19
N
Netsnoer ............................................................................................22
O
Opnemen ..........................................................................................56
Opslaan
Geheugenbank ...................................................................62, 65
Opgenomen song.....................................................................57
Power-On instelling..................................................................73
Registratie ....................................................................................47
P
Piston ...........................................................................................15, 17
PRE .......................................................................................................51
Preset song ................................................................................51, 78
Pythagorisch ....................................................................................38
R
Registratie .........................................................................................46
Oproepen.....................................................................................47
Opslaan.........................................................................................47
Regulateur.........................................................................................19
Reset (opnieuw instellen)
Algemene Cancel ......................................................................47
Factory Reset...............................................................................72
Geluidsinstelling........................................................................47
Room Modeling ..............................................................................35
Room type.........................................................................................35
S
Satellietluidsprekers......................................................................20
Sneltoets............................................................................................85
Song Recorder.................................................................................56
Standaard Voice Palette...............................................................73
Stemming..........................................................................................38
Stop .....................................................................................................29
SUSTAIN.............................................................................................45
SYSTEM...............................................................................................73
T
Tablet...........................................................................................14, 16
Tempo ......................................................................................... 54-55
Toonhoogte............................................................................... 39-40
Transponeren...................................................................................41
Tremulant..........................................................................................37
Tremulant tabletten ...............................................................14, 16
92
Index
U
USB-geheugen................................................................................ 26
USER/MIDI koppeling ..................................................... 14, 16, 68
USER/MIDI scherm...................................................................68-69
V
Vallotti................................................................................................ 38
Variatie............................................................................................... 30
VENETIAN................................................................................... 27, 39
VERSAILLES................................................................................ 27, 39
Versterkte luidspreker .................................................................. 74
Verwijderen
Geheugenbank.......................................................................... 64
Song............................................................................................... 59
Teken............................................................................................. 61
Voice Setup ...................................................................................... 67
Vibrato................................................................................................ 37
V-LINK................................................................................................. 77
Voetklavier........................................................................................ 19
Voice Setup ...................................................................................... 65
VOICING............................................................................................. 73
Volume
Algeheel ....................................................................................... 34
Expressiepedaal......................................................................... 42
Extern geluidsapparaat........................................................... 75
Externe MIDI-geluidsmodule................................................ 70
Guide Tone.................................................................................. 53
Koptelefoon ................................................................................ 25
Metronoom................................................................................. 55
Satellietluidspreker .................................................................. 34
User geluid .................................................................................. 68
W
Weerkaatsing................................................................................... 34
Werckmeister................................................................................... 38
93
Dit product voldoet aan de voorwaarden van de Europese richtlijn EMCD 2004/108/EC en LVD 2006/95/EC.
Voor EU-Landen
94
Voor EU-Landen
95
Als u een reparatiedienst nodig heeft, neemt u contact op met het dichtstbijzijnde Roland service Centrum
of een erkend Roland distributeur in uw land. Deze zijn hieronder te vinden.
Informatie
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96

Roland C-330 de handleiding

Categorie
Muziekinstrumenten
Type
de handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor