www.stiebel-eltron.com SP cool | 29
NEDERLANDS
INSTALLATIE
Veiligheid
1.3 Maateenheden
Info
Tenzij anders vermeld wordt, worden alle maten in mil-
limeter aangegeven.
2. Veiligheid
2.1 Voorgeschreven gebruik
Het toestel is bedoeld voor aansluiting van kamerthermostaten en
de bijbehorende elektrothermische stelaandrijvingen.
Installatie, ingebruikname, evenals onderhoud en reparatie van
het toestel mogen alleen door een gekwalificeerde installateur
uitgevoerd worden.
Het toestel is bestemd voor gebruik in een huishoudelijke omge-
ving. Het toestel kan eveneens buiten een huishouden gebruikt
worden, bijv. in het MKB, voor zover het op dezelfde wijze gebruikt
wordt.
Elk ander gebruik geldt niet als gebruik conform de voorschrif-
ten. Tot gebruik conform de voorschriften behoort ook het in acht
nemen van deze handleiding evenals de handleidingen voor de
gebruikte accessoires.
2.2 Algemene veiligheidsaanwijzingen
Wij waarborgen de goede werking en de bedrijfszekerheid uit-
sluitend bij gebruik van originele onderdelen en vervangingson-
derdelen voor het toestel.
2.3 Voorschriften, normen en bepalingen
Info
Neem alle nationale en regionale voorschriften en be-
palingen in acht.
2.4 CE-identificatie
De CE-identificatie geeft aan dat het toestel voldoet aan alle fun-
damentele vereisten:
- Richtlijn inzake elektromagnetische compatibiliteit (Richtlijn
89/336/EEG van de Raad)
- Laagspanningsrichtlijn (Richtlijn 73/23/EEG van de Raad)
- DIN EN 60730 deel 1: Automatische elektrische regelaars voor
huishoudelijk en soortgelijk gebruik
Het kenplaatje bevindt zich aan de binnenzijde van het deksel
van het toestel.
3. Problemen verhelpen
Waarschuw de installateur als u de oorzaak zelf niet kunt verhel-
pen. Hij kan u sneller en beter helpen als u hem het nummer op
het typeplaatje doorgeeft (000000-0000-000000).
4. Toestelbeschrijving
Het toestel wordt ingebouwd in de schakelkast en is bedoeld voor
de bedrading van kamerthermostaten en elektrothermische ste-
laandrijvingen.
Het toestel is geschikt voor oppervlakverwarming en -koeling
(zomer-/winterwerking).
Koeling van de ruimtes is alleen mogelijk als de warmtepompma-
nager actief is in zomerbedrijf.
In de te koelen ruimtes wordt het verwarmingscircuit geopend
door de stelventielen.
U kunt maximaal 6 elektrothermische 230V-verwarmingscircuit-
ventielen op het toestel aansluiten. Als u meerdere splitters ge-
bruikt, wordt het signaal Koelen van de warmtepompmanager
doorgelust.
Het toestel is stekkerklaar en kan onmiddellijk aangesloten wor-
den op een 230 V-contactdoos. Als er netspanning is, is de indi-
catorlamp aan de voorzijde van het toestel verlicht.
5. Voorbereidingen
5.1 Montageplaats
!
Materiële schade
Gebruik het toestel uitsluitend in droge en gesloten ruim-
tes in een gebruikelijke omgeving.
Installeer het toestel in de elektrische of
verwarmingscircuit-verdeler.
6. Montage
WAARSCHUWING elektrische schok
Schakel het toestel spanningsvrij voordat u installa-
tie- of onderhoudswerkzaamheden uitvoert.
Het toestel wordt gemonteerd op een montagerail, bijv. in de
elektrische of verwarmingscircuit-verdeler. De inbouwpositie is
willekeurig.
Schakel het toestel spanningsvrij.
Sluit de thermostaat en de stelaandrijvingen aan op de
aansluitklemmen.
Sluit het toestel aan op de stroomvoorziening.
6.1.1 Aansluiting van de thermostaten en stelaandrijvingen
Sluit de kamerthermostaat en de stelaandrijving voor Ruim-
te1 aan op de klemR1.
Sluit de kamerthermostaat en de stelaandrijving voor de
ruimtes 2-6 volgens hetzelfde schema aan.
De bedrading kan verschillen per type kamerthermostaat (zie het
hoofdstuk "Technische gegevens/aansluitschema's").
Omschakelen verwarmen/koelen
Sluit de uitgang Koelen van de warmtepompmanager aan op klem
X1/e.
Zie hoofdstuk "Technische gegevens/elektrische aansluitschema's"
voor aansluitschema's voor de warmtepompen WPLcool, WPF,
WPW en WPCcool.