Makita RP0900 de handleiding

Categorie
Elektrisch gereedschap
Type
de handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

26
NEDERLANDS (Originele instructies)
Verklaring van onderdelenoverzicht
TECHNISCHE GEGEVENS
Als gevolg van ons doorlopende onderzoeks- en ontwikkelingsprogramma, zijn de technische gegevens van dit
gereedschap onderhevig aan veranderingen zonder voorafgaande kennisgeving.
De technische gegevens kunnen van land tot land verschillen.
Gewicht volgens de EPTA-procedure 01/2003
Gebruiksdoeleinden
ENE010-1
Het gereedschap is bedoeld voor het afkanttrimmen en
profileren van hout, kunststof en soortgelijke materialen.
Voeding
ENF002-1
Het gereedschap mag uitsluitend worden aangesloten op
een voeding met dezelfde spanning als aangegeven op
het identificatieplaatje en werkt alleen op enkele-fase
wisselstroom. Het gereedschap is dubbel geïsoleerd
volgens de Europese norm en mag derhalve ook op een
niet-geaard stopcontact worden aangesloten.
Algemene
veiligheidswaarschuwingen voor
elektrisch gereedschap
GEA010-1
WAARSCHUWING Lees alle
veiligheidswaarschuwingen en alle instructies. Het
niet volgen van de waarschuwingen en instructies kan
leiden tot elektrische schokken, brand en/of ernstig letsel.
Bewaar alle waarschuwingen en
instructies om in de toekomst te
kunnen raadplegen.
VEILIGHEIDSWAARSCHUWINGEN
SPECIFIEK VOOR EEN
BOVENFREES
GEB018-2
1. Houd elektrisch gereedschap vast aan het
geïsoleerde oppervlak van de handgrepen
wanneer u werkt op plaatsen waar het
zaaggereedschap met verborgen bedrading of zijn
eigen snoer in aanraking kan komen. Door contact
met onder spanning staande draden, zullen de niet-
geïsoleerde metalen delen van het gereedschap
onder spanning komen te staan zodat de gebruiker
een elektrische schok kan krijgen.
2. Gebruik klemmen of een andere praktische
methode om het werkstuk op een stabiele
ondergrond te bevestigen en ondersteunen.
Als u het werkstuk in w hand of tegen uw lichaam
geklemd houdt, is het onvoldoende stabiel en kunt u
de controle erover verliezen.
3. Draag gehoorbescherming tijdens langdurig
gebruik.
4. Behandel de bits voorzichtig.
5. Controleer vóór het gebruik het bit zorgvuldig op
barsten of beschadiging. Vervang een gebarsten
of beschadigd bit meteen.
6. Voorkom dat u in spijkers schaaft. Inspecteer het
werkstuk op spijkers en verwijder deze zonodig
voordat u ermee begint te werken.
7. Houd het gereedschap met beide handen stevig
vast.
8. Houd uw handen uit de buurt van draaiende delen.
9. Zorg ervoor dat het bit het werkstuk niet raakt
voordat u het gereedschap hebt ingeschakeld.
10. Laat het gereedschap een tijdje draaien voordat u
het werkstuk gaat zagen. Let goed op trillingen en
schommelen die kunnen duiden op een onjuist
aangebrachte bit.
11. Let goed op de draairichting van het bit en de
doorvoerrichting van het werkstuk.
12. Laat het gereedschap niet ingeschakeld liggen.
Bedien het gereedschap alleen wanneer u het
vasthoudt.
1. Aanslagstang
2. Duimschroef
3. Vergrendelknop
4. Diepteaanwijzer
5. Zeskantstelbout
6. Aanslagblok
7. Aan/uit-schakelaar
8. Werkstuk
9. Draairichting van het bit
10. Aanzicht vanaf de bovenkant van
het gereedschap
11. Voortgangsrichting
12. Langsgeleider
13. Geleiderstang
14. Klemschroef
15. Zool
16. Malgeleider
17. Bit
18. Mal
19. Afstand (X)
20. Buitendiameter van de
malgeleider
21. Stofafzuigaansluitmond
22. Vingerschroef
Model RP0900
Capaciteit van spankop 6mm, 1/4”, 8 mm en/of 3/8”
Capaciteit blindfrezen 0 - 35 mm
Nullasttoerental (min
-1
) 27.000
Totale hoogte 217 mm
Netto gewicht 2,7 kg
Veiligheidsklasse /II
27
13. Schakel het gereedschap uit en wacht altijd tot het
bit volledig tot stilstand is gekomen voordat u het
gereedschap uit het werkstuk verwijdert.
14. Raak het bit niet onmiddellijk na gebruik aan. Het
kan bijzonder heet zijn en brandwonden op uw
huid veroorzaken.
15. Smeer niet achteloos thinner, benzine, olie en
dergelijke op de voet van het gereedschap. Deze
middelen kunnen scheuren in de voet van het
gereedschap veroorzaken.
16. Let er goed op dat u bits met de juiste asdiameter
gebruikt en die geschikt zijn voor het toerental van
het gereedschap.
17. Sommige materialen bevatten chemische stoffen
die giftig kunnen zijn. Neem
voorzorgsmaatregelen tegen het inademen van
stof en contact met de huid. Volg de
veiligheidsinstructies van de leverancier van het
materiaal op.
18. Gebruik altijd het juiste stofmasker/
ademhalingsapparaat voor het materiaal en de
toepassing waarmee u werkt.
BEWAAR DEZE INSTRUCTIES
WAARSCHUWING:
Laat u NIET misleiden door een vals gevoel van
comfort en bekendheid met het gereedschap (na
veelvuldig gebruik) en neem alle
veiligheidsvoorschriften van het betreffende product
altijd strikt in acht. VERKEERD GEBRUIK of het niet
volgen van de veiligheidsinstructies in deze
gebruiksaanwijzing kan leiden tot ernstig persoonlijk
letsel.
BESCHRIJVING VAN DE
FUNCTIES
LET OP:
Controleer altijd of het gereedschap is uitgeschakeld
en de stekker uit het stopcontact is getrokken alvorens
de functies van het gereedschap te controleren of af te
stellen.
Instellen van de zaagdiepte (zie afb. 1)
Leg het gereedschap op een vlakke ondergrond. Draai de
duimschroef los waarmee de aanslagstang is vastgezet.
Draai de vergrendelknop los en beweeg het gereedschap
omlaag totdat het bit net de ondergrond raakt. Zet de
vergrendelhendel vast om het gereedschap te
vergrendelen (zie afb. 2).
Breng vervolgens de aanslagstang omlaag tot deze de
zeskantstelbout raakt. Lijn de diepteaanwijzer uit met de 0
op de schaalverdeling.
Breng de aanslagstang omhoog totdat de gewenste
diepte is bereikt. De freesdiepte wordt door de
diepteaanwijzer aangegeven op de schaalverdeling
(1 mm per streepje). Draai vervolgens de duimschroef
weer vast om de aanslagstang vast te zetten.
Nu kan uw vooraf bepaalde freesdiepte worden verkregen
door de vergrendelhendel los te zetten en daarna het
gereedschap omlaag te brengen totdat de aanslagstang
de zeskantstelbout raakt (zie afb. 3).
LET OP:
Aangezien door buitensporig frezen de motor
overbelast kan worden of het gereedschap moeilijk te
besturen kan zijn, mag bij het frezen van groeven de
freesdiepte niet meer dan 15 mm per werkgang
bedragen bij het frezen van groeven met een bit van
8 mm diameter.
Bij het frezen van groeven met een bit van 20 mm
diameter mag de freesdiepte niet meer bedragen dan
5 mm per werkgang.
Als u groeven wilt frezen van meer dan 15 mm diep
met een bit van 8 mm diameter, of meer dan 5 mm
diep met een bit van 20 mm diameter, maakt u
meerdere werkgangen met een steeds toenemende
freesdiepte-instelling.
Aanslagblok (zie afb. 4)
Het aanslagblok heeft drie verstelbare zeskantbouten die
per slag 0,8 mm hoger of lager worden. U kunt met
behulp van deze verstelbare zeskantbouten eenvoudig
drie verschillende freesdiepten instellen zonder de
aanslagstang te hoeven verstellen.
Stel de laagste zeskantbout in op de grootste freesdiepte
volgens de procedure beschreven onder “De freesdiepte
instellen”.
Stel de twee resterende zeskantbouten in op minder grote
freesdiepten. De verschillen in de hoogte van deze
zeskantbouten zijn gelijk aan de verschillen in
freesdiepte-instelling.
Draai de zeskantbouten om deze te verstellen. Het
aanslagblok is tevens handig voor het uitvoeren van drie
werkgangen met een steeds grotere freesdiepte-instelling
voor het frezen van diepe groeven.
LET OP:
Wanneer u een bit gebruikt met een totale lengte van
60 mm of meer, of een randlengte van 35 mm of meer,
kan de freesdiepte niet worden ingesteld zoals hiervoor is
beschreven. Ga in dat geval voor het instellen als volgt te
werk:
Zet de vergrendelknop los en stel voorzichtig de
freesdiepte in waarbij het bit onder de zool van het
gereedschap uitsteekt door het gereedschap omhoog of
omlaag te bewegen. Zet daarna de vergrendelhendel
weer stevig vast om het gereedschap te vergrendelen op
de ingestelde freesdiepte. Houd het gereedschap tijdens
gebruik in deze stand vergrendeld. Aangezien het bit altijd
onder de zool van het gereedschap uitsteekt, bent u
voorzichtig tijdens het hanteren van het gereedschap.
De vergrendelhendel verstellen (zie afb. 5)
De vergrendelde stand van de vergrendelhendel is
verstelbaar. Om deze te verstellen, verwijdert u de
schroef waarmee de vergrendelhendel is vastgezet. De
vergrendelhendel kan eraf worden gehaald. Breng de
vergrendelhendel aan onder de gewenste hoek. Na het
verstellen, draait u de schroef van de vergrendelhendel
rechtsom vast.
In- en uitschakelen (zie afb. 6)
LET OP:
Controleer altijd, voordat u de stekker in het
stopcontact steekt, of de aan/uit-schakelaar op de
28
juiste manier schakelt en weer terugkeert naar de uit-
stand nadat deze is losgelaten.
Om het gereedschap in te schakelen, knijpt u gewoon de
aan/uit-schakelaar in. Laat de aan/uit-schakelaar los om
het gereedschap te stoppen
ONDERDELEN AANBRENGEN/
VERWIJDEREN
LET OP:
Controleer altijd of het gereedschap is uitgeschakeld
en de stekker uit het stopcontact is getrokken alvorens
enige werk aan het gereedschap uit te voeren.
Het bit aanbrengen en verwijderen (zie
afb. 7)
LET OP:
Breng het bit stevig aan. Gebruik altijd de sleutels die
bij het gereedschap werden geleverd. Een loszittend of
t strak vastgezet bit kan gevaarlijk zijn.
Draai de spankopmoer niet vast zonder dat een bit in
de spankop is aangebracht.
Dit kan leiden tot het afbreken van de spankegel.
Steek de bit helemaal in de spankegel en draai de
spankopmoer stevig vast met behulp van de twee
sleutels.
Een spankegel van 6 mm of 1/4” wordt los bijgeleverd als
standaarduitrusting naast de spankegel van 8 mm of 3/8”
die in de fabriek op het gereedschap is gemonteerd.
Gebruik de juiste maat spankegel voor het bit dat u wilt
gebruiken.
Om het bit te verwijderen volgt u de procedure voor het
aanbrengen in de omgekeerde volgorde.
BEDIENING
Plaats eerst de zool van het gereedschap op het werkstuk
dat u wilt frezen, zonder dat het bit het werkstuk raakt.
Schakel vervolgens het gereedschap in en wacht totdat
het bit op volle snelheid draait. Breng het gereedschap
omlaag en beweeg het gereedschap voorwaarts over het
oppervlak van het werkstuk. Houd daarbij de zool van het
gereedschap vlak op het oppervlak van het werkstuk en
beweegt het gereedschap gelijkmatig totdat het frezen
klaar is.
Bij het frezen van de rand van het werkstuk moet het
oppervlak van het werkstuk zich aan de linkerkant van het
bit bevinden, gezien in de voortgangsrichting (zie afb. 8).
OPMERKING:
Als u het gereedschap te snel voorwaarts beweegt,
kan de snede van slechte kwaliteit zijn, of het bit of de
motor worden beschadigd.
Als u het gereedschap te langzaam voorwaarts
beweegt, kan hierdoor de snede verbranden en lelijk
worden. De juiste voortgangssnelheid is afhankelijk
van de bitgrootte, het soort werkstuk en de freesdiepte.
Alvorens in het eigenlijke werkstuk te werken, is het
raadzaam eerst een proefsnede te maken in een stuk
afvalhout. Zodoende kunt u precies zien hoe de snede
eruit komt te zien en kunt u tevens de afmetingen
controleren.
Als u de langsgeleider gebruikt, zorgt u ervoor dat u
deze langs de rechterkant aanbrengt, gezien in de
voortgangsrichting. Hierdoor blijft deze gelijklopen met
de zijkant van het werkstuk (zie afb. 9).
Langsgeleider (zie afb. 10)
De langsgeleider wordt gebruikt bij het rechtuit frezen van
een schuine kant of groef.
Om de langsgeleider aan te brengen, steekt u de
geleiderstangen ervan in de gaten in de zool van het
gereedschap. Stel de afstand in tussen het bit en de
langsgeleider. Op de gewenste afstand, draai de
vleugelbouten vast om de langsgeleider op zijn plaats
vast te zetten (zie afb. 11).
Beweeg tijdens het frezen het gereedschap met de
langsgeleider strak langs de zijkant van het werkstuk.
Als de afstand (A) tussen de zijkant van het werkstuk en
de freespositie te groot is voor de langsgeleider, of als de
zijkant van het werkstuk niet recht is, kan de langsgeleider
niet worden gebruikt. In dat geval klemt u een rechte lat
op het werkstuk en gebruikt u deze als een geleider om
de zool van de bovenfrees langs te bewegen. Beweeg het
gereedschap in de richting van de pijl (zie afb. 12).
Malgeleider (accessoire) (zie afb. 13)
In de malgeleider zit een gat waar het bit doorheen steekt,
waardoor het mogelijk wordt de bovenfrees met een mal
te gebruiken.
Om de malgeleider te monteren, draait u de bouten in de
zool van het gereedschap los, steekt u de malgeleider
erdoor, en draait u tenslotte de bouten weer aan (zie
afb. 14).
Bevestig de mal op het werkstuk. Plaats het gereedschap
op de mal en beweeg het gereedschap terwijl de
malgeleider langs de zijkant van de mal glijdt (zie afb.
15).
OPMERKING:
Het werkstuk wordt gefreesd op een iets andere
grootte dan de mal. Zorg voor de afstand (X) tussen
het bit en de buitenrand van de malgeleider. De
afstand (X) kan worden berekend met behulp van de
volgende vergelijking:
Afstand (X) = (buitendiameter van de malgeleider -
diameter van het bit) / 2
Stofafzuigaansluitmond (accessoire
(zie afb. 16 en 17)
Om stof af te zuigen gebruikt u de
stofafzuigaansluitmond. Breng de stofafzuigaansluitmond
aan op de zool van het gereedschap door het uitsteeksel
op de stofafzuigaansluitmond te passen in de inkeping in
de zool van het gereedschap, en draai de
vingerschroeven vast.
Sluit vervolgens de slang van een stofzuiger aan op de
stofafzuigaansluitmond (zie afb. 18).
ONDERHOUD
LET OP:
Zorg er altijd voor dat het gereedschap is
uitgeschakeld en de stekker uit het stopcontact is
getrokken, voordat u een inspectie of onderhoud
uitvoert.
Gebruik nooit benzine, wasbenzine, thinner, alcohol,
enz. Dit kan leiden tot verkleuren, vervormen of
barsten.
29
Om de VEILIGHEID en BETROUWBAARHEID van het
gereedschap te handhaven, dienen alle reparaties,
onderhoud en afstellingen te worden uitgevoerd door een
erkend Makita-servicecentrum, en altijd met
gebruikmaking van originele Makita-
vervangingsonderdelen.
ACCESSOIRES
LET OP:
Deze accessoires of hulpstukken worden aanbevolen
voor gebruik met het Makita-gereedschap dat in deze
gebruiksaanwijzing wordt beschreven. Het gebruik van
andere accessoires of hulpstukken kan gevaar voor
persoonlijk letsel opleveren. Gebruik de accessoires of
hulpstukken uitsluitend voor de aangegeven
gebruiksdoeleinden.
Mocht u meer informatie willen hebben over deze
accessoires, dan kunt u contact opnemen met uw
plaatselijke Makita-servicecentrum.
Diverse groefbits
Diverse afkantbits
Diverse laminaattrimbits
Langsgeleider
Malgeleider 25
Malgeleiders
Malgeleideradapter
Borgmoer
Spankegel 3/8”, 1/4”
Spankegel, 6 mm, 8 mm
Steeksleutel 13
Steeksleutel 22
Stofafzuigaansluitmond
Bovenfreesbits
Vlakgroefbit (zie afb. 19)
mm
U-groefbit (zie afb. 20)
mm
V-groefbit (zie afb. 21)
mm
Afkanttrimbit met boorpunt (zie afb. 22)
mm
Dubbele afkanttrimbit met boorpunt (zie afb. 23)
mm
Papegaaienbekbit (zie afb. 24)
mm
Afschuinbit (zie afb. 25)
mm
Kwartholprofielbit (zie afb. 26)
mm
Afkanttrimbit met kogellager (zie afb. 27)
mm
Papegaaienbekbit met kogellager (zie afb. 28)
mm
Afschuinbit met kogellager (zie afb. 29)
mm
D A L 1 L 2
6
20 50 15
1/4”
886025
6
85018
1/4”
6
65018
1/4”
D A L 1 L 2 R
6 6 50 18 3
D A L 1 L 2 θ
1/4” 20 50 15 90°
D A L 1 L 2 L 3
8 8 60 20 35
6 6 60 18 28
D A L 1 L 2 L 3 L 4
8 8 80 55 20 25
6 6 70 40 12 14
D A 1 A 2 L 1 L 2 L 3 R
6 25 9 48 13 5 8
6 20 8 45 10 4 4
D A L 1 L 2 L 3 θ
6 23 46 11 6 30°
6 20 50 13 5 45°
6 20 49 14 2 60°
D A L 1 L 2 R
6 20 43 8 4
6 25 48 13 8
D A L 1 L 2
6
10 50 20
1/4”
D A 1 A 2 L 1 L 2 L 3 R
6 15 8 37 7 3,5 3
6
21 8 40 10 3,5 6
1/4”
D A 1 A 2 L 1 L 2 θ
6
26 8 42 12 45°
1/4”
6208411160°
30
Kwartrondbit met kogellager (zie afb. 30)
mm
Kwartholprofielbit met kogellager (zie afb. 31)
mm
Ojiefbit met kogellager (zie afb. 32)
mm
Geluid
ENG102-3
De typische, A-gewogen geluidsniveaus zijn gemeten
volgens EN60745:
Geluidsdrukniveau (L
pA
): 89 dB (A)
Geluidsvermogenniveau (L
wA
): 100 dB (A)
Onzekerheid (K): 3 dB (A)
Draag gehoorbescherming.
Trilling
ENG223-2
De totale trillingswaarde (triaxiale vectorsom) zoals
vastgesteld volgens EN60745:
Gebruikstoepassing: groeven frezen in MDF
Trillingsemissie (a
h
): 4,0 m/s
2
Onzekerheid (K): 1,5 m/s
2
ENG901-1
De opgegeven trillingsemissiewaarde is gemeten
volgens de standaardtestmethode en kan worden
gebruikt om dit gereedschap te vergelijken met andere
gereedschappen.
De opgegeven trillingsemissiewaarde kan ook worden
gebruikt voor een beoordeling vooraf van de
blootstelling.
WAARSCHUWING:
De trillingsemissie tijdens het gebruik van het elektrisch
gereedschap in de praktijk kan verschillen van de
opgegeven trillingsemissiewaarde afhankelijk van de
manier waarop het gereedschap wordt gebruikt.
Zorg ervoor dat veiligheidsmaatregelen worden
getroffen ter bescherming van de operator die zijn
gebaseerd op een schatting van de blootstelling onder
praktijkomstandigheden (rekening houdend met alle
fasen van de bedrijfscyclus, zoals de tijdsduur
gedurende welke het gereedschap is uitgeschakeld en
stationair draait, naast de ingeschakelde tijdsduur).
Alleen voor Europese landen
ENH101-13
EU-verklaring van conformiteit
Wij, Makita Corporation, als de verantwoordelijke
fabrikant, verklaren dat de volgende Makita-
machine(s):
Aanduiding van de machine:
Bovenfrees
Modelnr./Type: RP0900
in serie is geproduceerd en
Voldoet aan de volgende Europese richtlijnen:
98/37/EC tot en met 28 december 2009 en daarna
aan 2006/42/EC vanaf 29 december 2009
En zijn gefabriceerd in overeenstemming met de
volgende normen of genormaliseerde documenten:
EN60745
De technische documentatie wordt bewaard door onze
erkende vertegenwoordiger in Europa, te weten:
Makita International Europe Ltd.,
Michigan Drive, Tongwell,
Milton Keynes, MK15 8JD, Engeland
30 januari 2009
Tomoyasu Kato
Directeur
Makita Corporation
3-11-8, Sumiyoshi-cho
Anjo, Aichi, JAPAN
D A 1 A 2 A 3 L 1 L 2 L 3 R
6 20 12 8 40 10 5,5 4
6 26 12 8 42 12 4,5 7
D A 1 A 2 A 3 A 4 L 1 L 2 L 3 R
6 20 18 12 8 40 10 5,5 3
6 26 22 12 8 42 12 5 5
D A 1 A 2 L 1 L 2 L 3 R1 R2
6 20 8 40 10 4,5 2,5 4,5
6 26 8 42 12 4,5 3 6

Documenttranscriptie

NEDERLANDS (Originele instructies) Verklaring van onderdelenoverzicht 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. Draairichting van het bit 10. Aanzicht vanaf de bovenkant van het gereedschap 11. Voortgangsrichting 12. Langsgeleider 13. Geleiderstang 14. Klemschroef 15. Zool Aanslagstang Duimschroef Vergrendelknop Diepteaanwijzer Zeskantstelbout Aanslagblok Aan/uit-schakelaar Werkstuk 16. 17. 18. 19. 20. Malgeleider Bit Mal Afstand (X) Buitendiameter van de malgeleider 21. Stofafzuigaansluitmond 22. Vingerschroef TECHNISCHE GEGEVENS Model RP0900 Capaciteit van spankop 6mm, 1/4”, 8 mm en/of 3/8” Capaciteit blindfrezen 0 - 35 mm Nullasttoerental (min-1) 27.000 Totale hoogte 217 mm Netto gewicht 2,7 kg Veiligheidsklasse /II • Als gevolg van ons doorlopende onderzoeks- en ontwikkelingsprogramma, zijn de technische gegevens van dit gereedschap onderhevig aan veranderingen zonder voorafgaande kennisgeving. • De technische gegevens kunnen van land tot land verschillen. • Gewicht volgens de EPTA-procedure 01/2003 Gebruiksdoeleinden ENE010-1 Het gereedschap is bedoeld voor het afkanttrimmen en profileren van hout, kunststof en soortgelijke materialen. Voeding ENF002-1 Het gereedschap mag uitsluitend worden aangesloten op een voeding met dezelfde spanning als aangegeven op het identificatieplaatje en werkt alleen op enkele-fase wisselstroom. Het gereedschap is dubbel geïsoleerd volgens de Europese norm en mag derhalve ook op een niet-geaard stopcontact worden aangesloten. Algemene veiligheidswaarschuwingen voor GEA010-1 elektrisch gereedschap WAARSCHUWING Lees alle veiligheidswaarschuwingen en alle instructies. Het niet volgen van de waarschuwingen en instructies kan leiden tot elektrische schokken, brand en/of ernstig letsel. Bewaar alle waarschuwingen en instructies om in de toekomst te kunnen raadplegen. VEILIGHEIDSWAARSCHUWINGEN SPECIFIEK VOOR EEN BOVENFREES GEB018-2 1. Houd elektrisch gereedschap vast aan het geïsoleerde oppervlak van de handgrepen wanneer u werkt op plaatsen waar het zaaggereedschap met verborgen bedrading of zijn eigen snoer in aanraking kan komen. Door contact 26 met onder spanning staande draden, zullen de nietgeïsoleerde metalen delen van het gereedschap onder spanning komen te staan zodat de gebruiker een elektrische schok kan krijgen. 2. Gebruik klemmen of een andere praktische methode om het werkstuk op een stabiele ondergrond te bevestigen en ondersteunen. Als u het werkstuk in w hand of tegen uw lichaam geklemd houdt, is het onvoldoende stabiel en kunt u de controle erover verliezen. 3. Draag gehoorbescherming tijdens langdurig gebruik. 4. Behandel de bits voorzichtig. 5. Controleer vóór het gebruik het bit zorgvuldig op barsten of beschadiging. Vervang een gebarsten of beschadigd bit meteen. 6. Voorkom dat u in spijkers schaaft. Inspecteer het werkstuk op spijkers en verwijder deze zonodig voordat u ermee begint te werken. 7. Houd het gereedschap met beide handen stevig vast. 8. Houd uw handen uit de buurt van draaiende delen. 9. Zorg ervoor dat het bit het werkstuk niet raakt voordat u het gereedschap hebt ingeschakeld. 10. Laat het gereedschap een tijdje draaien voordat u het werkstuk gaat zagen. Let goed op trillingen en schommelen die kunnen duiden op een onjuist aangebrachte bit. 11. Let goed op de draairichting van het bit en de doorvoerrichting van het werkstuk. 12. Laat het gereedschap niet ingeschakeld liggen. Bedien het gereedschap alleen wanneer u het vasthoudt. 13. Schakel het gereedschap uit en wacht altijd tot het bit volledig tot stilstand is gekomen voordat u het gereedschap uit het werkstuk verwijdert. 14. Raak het bit niet onmiddellijk na gebruik aan. Het kan bijzonder heet zijn en brandwonden op uw huid veroorzaken. 15. Smeer niet achteloos thinner, benzine, olie en dergelijke op de voet van het gereedschap. Deze middelen kunnen scheuren in de voet van het gereedschap veroorzaken. 16. Let er goed op dat u bits met de juiste asdiameter gebruikt en die geschikt zijn voor het toerental van het gereedschap. 17. Sommige materialen bevatten chemische stoffen die giftig kunnen zijn. Neem voorzorgsmaatregelen tegen het inademen van stof en contact met de huid. Volg de veiligheidsinstructies van de leverancier van het materiaal op. 18. Gebruik altijd het juiste stofmasker/ ademhalingsapparaat voor het materiaal en de toepassing waarmee u werkt. BEWAAR DEZE INSTRUCTIES WAARSCHUWING: Laat u NIET misleiden door een vals gevoel van comfort en bekendheid met het gereedschap (na veelvuldig gebruik) en neem alle veiligheidsvoorschriften van het betreffende product altijd strikt in acht. VERKEERD GEBRUIK of het niet volgen van de veiligheidsinstructies in deze gebruiksaanwijzing kan leiden tot ernstig persoonlijk letsel. BESCHRIJVING VAN DE FUNCTIES LET OP: • Controleer altijd of het gereedschap is uitgeschakeld en de stekker uit het stopcontact is getrokken alvorens de functies van het gereedschap te controleren of af te stellen. Instellen van de zaagdiepte (zie afb. 1) Leg het gereedschap op een vlakke ondergrond. Draai de duimschroef los waarmee de aanslagstang is vastgezet. Draai de vergrendelknop los en beweeg het gereedschap omlaag totdat het bit net de ondergrond raakt. Zet de vergrendelhendel vast om het gereedschap te vergrendelen (zie afb. 2). Breng vervolgens de aanslagstang omlaag tot deze de zeskantstelbout raakt. Lijn de diepteaanwijzer uit met de 0 op de schaalverdeling. Breng de aanslagstang omhoog totdat de gewenste diepte is bereikt. De freesdiepte wordt door de diepteaanwijzer aangegeven op de schaalverdeling (1 mm per streepje). Draai vervolgens de duimschroef weer vast om de aanslagstang vast te zetten. Nu kan uw vooraf bepaalde freesdiepte worden verkregen door de vergrendelhendel los te zetten en daarna het gereedschap omlaag te brengen totdat de aanslagstang de zeskantstelbout raakt (zie afb. 3). LET OP: • Aangezien door buitensporig frezen de motor overbelast kan worden of het gereedschap moeilijk te besturen kan zijn, mag bij het frezen van groeven de freesdiepte niet meer dan 15 mm per werkgang bedragen bij het frezen van groeven met een bit van 8 mm diameter. • Bij het frezen van groeven met een bit van 20 mm diameter mag de freesdiepte niet meer bedragen dan 5 mm per werkgang. Als u groeven wilt frezen van meer dan 15 mm diep met een bit van 8 mm diameter, of meer dan 5 mm diep met een bit van 20 mm diameter, maakt u meerdere werkgangen met een steeds toenemende freesdiepte-instelling. Aanslagblok (zie afb. 4) Het aanslagblok heeft drie verstelbare zeskantbouten die per slag 0,8 mm hoger of lager worden. U kunt met behulp van deze verstelbare zeskantbouten eenvoudig drie verschillende freesdiepten instellen zonder de aanslagstang te hoeven verstellen. Stel de laagste zeskantbout in op de grootste freesdiepte volgens de procedure beschreven onder “De freesdiepte instellen”. Stel de twee resterende zeskantbouten in op minder grote freesdiepten. De verschillen in de hoogte van deze zeskantbouten zijn gelijk aan de verschillen in freesdiepte-instelling. Draai de zeskantbouten om deze te verstellen. Het aanslagblok is tevens handig voor het uitvoeren van drie werkgangen met een steeds grotere freesdiepte-instelling voor het frezen van diepe groeven. LET OP: Wanneer u een bit gebruikt met een totale lengte van 60 mm of meer, of een randlengte van 35 mm of meer, kan de freesdiepte niet worden ingesteld zoals hiervoor is beschreven. Ga in dat geval voor het instellen als volgt te werk: Zet de vergrendelknop los en stel voorzichtig de freesdiepte in waarbij het bit onder de zool van het gereedschap uitsteekt door het gereedschap omhoog of omlaag te bewegen. Zet daarna de vergrendelhendel weer stevig vast om het gereedschap te vergrendelen op de ingestelde freesdiepte. Houd het gereedschap tijdens gebruik in deze stand vergrendeld. Aangezien het bit altijd onder de zool van het gereedschap uitsteekt, bent u voorzichtig tijdens het hanteren van het gereedschap. De vergrendelhendel verstellen (zie afb. 5) De vergrendelde stand van de vergrendelhendel is verstelbaar. Om deze te verstellen, verwijdert u de schroef waarmee de vergrendelhendel is vastgezet. De vergrendelhendel kan eraf worden gehaald. Breng de vergrendelhendel aan onder de gewenste hoek. Na het verstellen, draait u de schroef van de vergrendelhendel rechtsom vast. In- en uitschakelen (zie afb. 6) LET OP: • Controleer altijd, voordat u de stekker in het stopcontact steekt, of de aan/uit-schakelaar op de 27 juiste manier schakelt en weer terugkeert naar de uitstand nadat deze is losgelaten. Om het gereedschap in te schakelen, knijpt u gewoon de aan/uit-schakelaar in. Laat de aan/uit-schakelaar los om het gereedschap te stoppen ONDERDELEN AANBRENGEN/ VERWIJDEREN LET OP: • Controleer altijd of het gereedschap is uitgeschakeld en de stekker uit het stopcontact is getrokken alvorens enige werk aan het gereedschap uit te voeren. Het bit aanbrengen en verwijderen (zie afb. 7) LET OP: • Breng het bit stevig aan. Gebruik altijd de sleutels die bij het gereedschap werden geleverd. Een loszittend of t strak vastgezet bit kan gevaarlijk zijn. • Draai de spankopmoer niet vast zonder dat een bit in de spankop is aangebracht. Dit kan leiden tot het afbreken van de spankegel. Steek de bit helemaal in de spankegel en draai de spankopmoer stevig vast met behulp van de twee sleutels. Een spankegel van 6 mm of 1/4” wordt los bijgeleverd als standaarduitrusting naast de spankegel van 8 mm of 3/8” die in de fabriek op het gereedschap is gemonteerd. Gebruik de juiste maat spankegel voor het bit dat u wilt gebruiken. Om het bit te verwijderen volgt u de procedure voor het aanbrengen in de omgekeerde volgorde. BEDIENING Plaats eerst de zool van het gereedschap op het werkstuk dat u wilt frezen, zonder dat het bit het werkstuk raakt. Schakel vervolgens het gereedschap in en wacht totdat het bit op volle snelheid draait. Breng het gereedschap omlaag en beweeg het gereedschap voorwaarts over het oppervlak van het werkstuk. Houd daarbij de zool van het gereedschap vlak op het oppervlak van het werkstuk en beweegt het gereedschap gelijkmatig totdat het frezen klaar is. Bij het frezen van de rand van het werkstuk moet het oppervlak van het werkstuk zich aan de linkerkant van het bit bevinden, gezien in de voortgangsrichting (zie afb. 8). OPMERKING: • Als u het gereedschap te snel voorwaarts beweegt, kan de snede van slechte kwaliteit zijn, of het bit of de motor worden beschadigd. Als u het gereedschap te langzaam voorwaarts beweegt, kan hierdoor de snede verbranden en lelijk worden. De juiste voortgangssnelheid is afhankelijk van de bitgrootte, het soort werkstuk en de freesdiepte. Alvorens in het eigenlijke werkstuk te werken, is het raadzaam eerst een proefsnede te maken in een stuk afvalhout. Zodoende kunt u precies zien hoe de snede eruit komt te zien en kunt u tevens de afmetingen controleren. • Als u de langsgeleider gebruikt, zorgt u ervoor dat u deze langs de rechterkant aanbrengt, gezien in de 28 voortgangsrichting. Hierdoor blijft deze gelijklopen met de zijkant van het werkstuk (zie afb. 9). Langsgeleider (zie afb. 10) De langsgeleider wordt gebruikt bij het rechtuit frezen van een schuine kant of groef. Om de langsgeleider aan te brengen, steekt u de geleiderstangen ervan in de gaten in de zool van het gereedschap. Stel de afstand in tussen het bit en de langsgeleider. Op de gewenste afstand, draai de vleugelbouten vast om de langsgeleider op zijn plaats vast te zetten (zie afb. 11). Beweeg tijdens het frezen het gereedschap met de langsgeleider strak langs de zijkant van het werkstuk. Als de afstand (A) tussen de zijkant van het werkstuk en de freespositie te groot is voor de langsgeleider, of als de zijkant van het werkstuk niet recht is, kan de langsgeleider niet worden gebruikt. In dat geval klemt u een rechte lat op het werkstuk en gebruikt u deze als een geleider om de zool van de bovenfrees langs te bewegen. Beweeg het gereedschap in de richting van de pijl (zie afb. 12). Malgeleider (accessoire) (zie afb. 13) In de malgeleider zit een gat waar het bit doorheen steekt, waardoor het mogelijk wordt de bovenfrees met een mal te gebruiken. Om de malgeleider te monteren, draait u de bouten in de zool van het gereedschap los, steekt u de malgeleider erdoor, en draait u tenslotte de bouten weer aan (zie afb. 14). Bevestig de mal op het werkstuk. Plaats het gereedschap op de mal en beweeg het gereedschap terwijl de malgeleider langs de zijkant van de mal glijdt (zie afb. 15). OPMERKING: • Het werkstuk wordt gefreesd op een iets andere grootte dan de mal. Zorg voor de afstand (X) tussen het bit en de buitenrand van de malgeleider. De afstand (X) kan worden berekend met behulp van de volgende vergelijking: Afstand (X) = (buitendiameter van de malgeleider diameter van het bit) / 2 Stofafzuigaansluitmond (accessoire (zie afb. 16 en 17) Om stof af te zuigen gebruikt u de stofafzuigaansluitmond. Breng de stofafzuigaansluitmond aan op de zool van het gereedschap door het uitsteeksel op de stofafzuigaansluitmond te passen in de inkeping in de zool van het gereedschap, en draai de vingerschroeven vast. Sluit vervolgens de slang van een stofzuiger aan op de stofafzuigaansluitmond (zie afb. 18). ONDERHOUD LET OP: • Zorg er altijd voor dat het gereedschap is uitgeschakeld en de stekker uit het stopcontact is getrokken, voordat u een inspectie of onderhoud uitvoert. • Gebruik nooit benzine, wasbenzine, thinner, alcohol, enz. Dit kan leiden tot verkleuren, vervormen of barsten. Om de VEILIGHEID en BETROUWBAARHEID van het gereedschap te handhaven, dienen alle reparaties, onderhoud en afstellingen te worden uitgevoerd door een erkend Makita-servicecentrum, en altijd met gebruikmaking van originele Makitavervangingsonderdelen. Afkanttrimbit met boorpunt (zie afb. 22) ACCESSOIRES Dubbele afkanttrimbit met boorpunt (zie afb. 23) LET OP: • Deze accessoires of hulpstukken worden aanbevolen voor gebruik met het Makita-gereedschap dat in deze gebruiksaanwijzing wordt beschreven. Het gebruik van andere accessoires of hulpstukken kan gevaar voor persoonlijk letsel opleveren. Gebruik de accessoires of hulpstukken uitsluitend voor de aangegeven gebruiksdoeleinden. Mocht u meer informatie willen hebben over deze accessoires, dan kunt u contact opnemen met uw plaatselijke Makita-servicecentrum. • Diverse groefbits • Diverse afkantbits • Diverse laminaattrimbits • Langsgeleider • Malgeleider 25 • Malgeleiders • Malgeleideradapter • Borgmoer • Spankegel 3/8”, 1/4” • Spankegel, 6 mm, 8 mm • Steeksleutel 13 • Steeksleutel 22 • Stofafzuigaansluitmond mm L2 20 50 15 8 60 25 1/4” 8 35 6 6 60 18 28 mm L2 L3 L4 8 8 80 55 20 25 6 6 70 40 12 14 Papegaaienbekbit (zie afb. 24) mm D A1 A2 L1 L2 L3 R 6 25 9 48 13 5 8 6 20 8 45 10 4 4 Afschuinbit (zie afb. 25) mm L2 L3 θ 46 11 6 30° 50 13 5 45° 49 14 2 60° D A L1 6 23 6 20 6 20 Kwartholprofielbit (zie afb. 26) mm D A L1 L2 6 20 43 8 4 6 25 48 13 8 R Afkanttrimbit met kogellager (zie afb. 27) D 6 1/4” 6 1/4” 8 50 18 6 50 18 A L1 L2 10 50 20 Papegaaienbekbit met kogellager (zie afb. 28) mm 6 1/4” U-groefbit (zie afb. 20) mm D A L1 L2 R 6 6 50 18 3 20 A1 A2 L1 L2 L3 R 6 15 8 37 7 3,5 3 21 8 40 10 3,5 6 6 Afschuinbit met kogellager (zie afb. 29) mm mm A D 1/4” V-groefbit (zie afb. 21) 1/4” L3 20 mm 6 D L2 60 L1 mm L1 L1 8 A Vlakgroefbit (zie afb. 19) A A 8 D Bovenfreesbits D D L1 50 L2 15 D θ 6 90° 1/4” 6 A1 A2 L1 L2 θ 26 8 42 12 45° 20 8 41 11 60° 29 Kwartrondbit met kogellager (zie afb. 30) mm D A1 A2 A3 L1 L2 L3 R 6 20 12 8 40 10 5,5 4 6 26 12 8 42 12 4,5 7 Kwartholprofielbit met kogellager (zie afb. 31) mm D A1 A2 A3 A4 L1 L2 L3 R 6 20 18 12 8 40 10 5,5 3 6 26 22 12 8 42 12 5 5 Ojiefbit met kogellager (zie afb. 32) mm D A1 A2 L1 L2 L3 R1 R2 6 20 8 40 10 4,5 2,5 4,5 6 26 8 42 12 4,5 3 6 ENG102-3 Geluid De typische, A-gewogen geluidsniveaus zijn gemeten volgens EN60745: Geluidsdrukniveau (LpA): 89 dB (A) Geluidsvermogenniveau (LwA): 100 dB (A) Onzekerheid (K): 3 dB (A) Draag gehoorbescherming. Trilling ENG223-2 De totale trillingswaarde (triaxiale vectorsom) zoals vastgesteld volgens EN60745: Gebruikstoepassing: groeven frezen in MDF Trillingsemissie (ah): 4,0 m/s2 Onzekerheid (K): 1,5 m/s2 ENG901-1 • De opgegeven trillingsemissiewaarde is gemeten volgens de standaardtestmethode en kan worden gebruikt om dit gereedschap te vergelijken met andere gereedschappen. • De opgegeven trillingsemissiewaarde kan ook worden gebruikt voor een beoordeling vooraf van de blootstelling. WAARSCHUWING: • De trillingsemissie tijdens het gebruik van het elektrisch gereedschap in de praktijk kan verschillen van de opgegeven trillingsemissiewaarde afhankelijk van de manier waarop het gereedschap wordt gebruikt. • Zorg ervoor dat veiligheidsmaatregelen worden getroffen ter bescherming van de operator die zijn gebaseerd op een schatting van de blootstelling onder praktijkomstandigheden (rekening houdend met alle fasen van de bedrijfscyclus, zoals de tijdsduur gedurende welke het gereedschap is uitgeschakeld en stationair draait, naast de ingeschakelde tijdsduur). Alleen voor Europese landen ENH101-13 EU-verklaring van conformiteit Wij, Makita Corporation, als de verantwoordelijke fabrikant, verklaren dat de volgende Makitamachine(s): Aanduiding van de machine: Bovenfrees Modelnr./Type: RP0900 in serie is geproduceerd en 30 Voldoet aan de volgende Europese richtlijnen: 98/37/EC tot en met 28 december 2009 en daarna aan 2006/42/EC vanaf 29 december 2009 En zijn gefabriceerd in overeenstemming met de volgende normen of genormaliseerde documenten: EN60745 De technische documentatie wordt bewaard door onze erkende vertegenwoordiger in Europa, te weten: Makita International Europe Ltd., Michigan Drive, Tongwell, Milton Keynes, MK15 8JD, Engeland 30 januari 2009 Tomoyasu Kato Directeur Makita Corporation 3-11-8, Sumiyoshi-cho Anjo, Aichi, JAPAN
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52

Makita RP0900 de handleiding

Categorie
Elektrisch gereedschap
Type
de handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor