25
HOOFDSTUK 4 BEDIENING
1. Parallelle bediening - Sluit de voedingen op elkaar aan zoals afgebeeld in paragraaf 3.6. Zet de Panel/Re-
mote-schakelaars op beide voedingen in de stand Remote (afstandsbediening). Als de eenheden worden ge-
bruikt voor snijden en beide voedingen moeten worden meegenomen voor de snijstroom, moet de logische
input “HI CURRENT (HOGE STROOM)” (pin “T”) van de CNC-kabel worden geactiveerd. Op deze manier kan een
maximale stroom van 720 A worden geleverd voor een analoge ingang van 10 VDC van de CNC. Als de “HI
CURRENT”-ingang wordt gedeactiveerd, zal de aanvullende voeding geen uitgangssignaal sturen, zelfs als deze
is aangesloten op de primaire voeding. In de Markeermodus zal alleen de primaire voeding de markeerstroom
leveren. Als afwisselend wordt gesneden en gemarkeerd, kan de “HI CURRENT”-ingang worden behouden en de
markeeringang zal dan regelen of beide of slechts één voeding de uitgangsstroom zullen leveren. Het markeer-
stroombereik ligt tussen 10 en 36 A en het snijstroombereik ligt tussen 30 en 720 A.
4.4 Bedieningsstappen
4.3.2. Meerdere voedingen
A. Schakel de stroom in door de (wand)hoofdschakelaar te sluiten. De EPP-360 is niet uitgerust met een eigen
AAN/UIT-schakelaar. Nadat de stroom is ingeschakeld, verschijnt kort op de display van de EPP-360 de mel-
ding “EPP-360”, gevolgd door “Pr x.xx”, het versienummer van het softwareprogramma, daarna “0 amps” en
“0 volts”.
C. Begin met plasmasnijden. Daarvoor moeten wellicht nog andere variabelen worden ingesteld zoals gasdruk,
debiet, snijbranderhoogte etc.
D. Als om welke reden dan ook geen snijden of markeren mogelijk is, moet op de display van de EPP-360 een
foutcode verschijnen die de reden aangeeft.
Zie “Helpcodes” in het hoofdstuk Verhelpen van storingen.
B. Selecteer de Panel/Remote-modus voor de stroomregeling afhankelijk van het feit of uw CNC al of niet over
een afstandsbediening voor de stroomregeling beschikt.
1. In de “Panel”-modus kan de geselecteerde snijstroom worden gecontroleerd door de frontpaneelscha-
kelaar in de stand “Cut Current Preset (vooraf ingestelde snijstroom)” te zetten en vast te houden. In de
“Panel”-modus worden de ontstekingsboogstroom, beginstroom en upslopetijd bepaald door de voe-
ding op basis van de geselecteerde snijstroom. De geselecteerde ontstekingsboogstroom kan worden
gecontroleerd door de frontpaneelschakelaar in de stand “PA Current Preset (vooraf ingestelde ontste-
kingsboogstroom)” te zetten en vast te houden. Zie paragraaf 4.2 Bedieningspaneel.
2. In de “Remote”-modus zijn er twee bedieningswijzen mogelijk.
a. De standaardmodus is vergelijkbaar met de “Panel”-modus, behalve dat de snijstroomopdracht
wordt gegeven door de CNC in plaats van door de frontpaneelpotentiometer. De schaalverdeling
van het stroomsignaal van de afstandsbediening is 1,0 V DC = 36 A. Deze modus is handig als de
CNC niet over de mogelijkheid beschikt om de beginstroom en de helling van de uitgang te regelen.
Voor aansluitingen van de afstandsbediening zie het CNC-interfaceschema.
b. Als uw CNC de beginstroom en hellingen kan regelen, zet de Panel/Remote-schakelaar dan in de
stand “Remote (afstandsbediening)” en zorg voor een sluitcontact tussen pin “R” en “V” van de
CNC-interfaceconnector. In deze modus moet de CNC het analoge signaal sturen voor het regelen
van de beginstroom, upslopetijd en snijstroom. De schaalverdeling is gelijk aan die in de standaard-
modus. De ontstekingsboogstroom wordt geregeld door een tweede 0 – 10 V DC analoog signaal,
indien aanwezig, of door het sturen van een binair gecodeerd signaal zoals gedenieerd in het CNC-
interfaceschema. De schaalverdeling van het ontstekingsboogsignaal is 10 V DC = 45 A.