ARTROMOT Artromot S3 Operating Instructions Manual

Type
Operating Instructions Manual

Deze handleiding is ook geschikt voor

ARTROMOT
®
-S3
D
E
F
ES
I
Gebrauchsanweisung
Operating Instructions
Mode d’emploi
Modo de empleo
Istruzioni per l’uso
Gebruiksaanwijzing
NL
2
Diese Seite ausklappen
Fold out this page
Déplier cette page
Desplegar esta página
Aprire questa pagina
Deze bladzijden uitvouwen
208
Beschrijving 3
Afbeeldingen 252
Symbol Overview 249
1. Informatie voor het gebruik van de bewegingsslede 209
1.1 Toepassingsmogelijkheden 209
1.2 Behandeldoelen 209
1.3 Indicaties 209
1.4 Contra-indicaties 209
2. Beschrijving van de ARTROMOT
®
-S3 210
2.1 Verklaring van de functie-elementen 210
2.2 De afstandsbediening 211
2.3 Verklaring van de pictogrammen 214
2.4 Verklaring van de symbolen (aansluitingen en typeplaatje) 215
3. Veiligheidsaanwijzingen 216
4. Het toestel instellen 219
4.1 Het toestel aansluiten, functiecontrole 219
4.2 Het toestel instellen op de maten van de patiënt 220
5. Behandelwaarden instellen 222
5.1 Algemene programmeeraanwijzingen voor de ARTROMOT
®
-S3 222
5.2 ARTROMOT
®
-S3 Standard-versie programmeren 224
5.3 Informatie met betrekking tot de behandelwaarden
van de Standard-versie 224
5.4 ARTROMOT
®
-S3 Comfort-versie programmeren 229
5.5 Informatie met betrekking tot de programma’s van de Comfort-versie 229
5.6 Toepassings-/ programmeervoorbeelden 234
6. Verzorging, onderhoud, transport, ombouwen 237
6.1 Onderhoud 237
6.2 Onderhoud (zekeringen vervangen) 237
6.3 Transport 238
6.4 Ombouwen 240
7. Milieuvoorschriften 241
8. Technische gegevens 241
9. IEC 60601-1-2:2001 242
9.1 Elektromagnetische straling 242
9.2 Elektromagnetische stoorvastheid 243
9.3 Aanbevolen veiligheidsafstanden 245
10. Contacten 245
11. Technische service 246
11.1 Telefoonnummer voor technische spoedhulp 246
11.2 Verzenden 246
11.3 Onderdelen 246
12. Conformiteitsverklaring 247
Inhoudsopgave
209
De ARTROMOT
®
-S3 is een gemotori-
seerde bewegingsslede voor continue
passieve beweging
(Continuous Passive Motion = CPM)
van het schoudergewricht.
Het toestel is zowel in ziekenhuis /
huisartsenspreekuur als voor de ver-
huurservice een belangrijke aanvulling
op de medisch-therapeutische behan-
deling.
De bewegingsbehandeling met de
bewegingsslede ARTROMOT
®
-S3 is
voornamelijk bedoeld voor het vermij-
den van schadelijke effecten door
immobilisatie, voor het snel terugkrijgen
van een pijnvrije bewegelijkheid van het
gewricht evenals het bevorderen van
een snel genezingsproces met een
goed functioneel resultaat.
Verder zijn er de volgende behandel-
doelen.
- Verbetering van de gewrichtsstofwisse-
ling
- Vermijden van gewrichtstijfheid
(artrofibrose)
- Ondersteuning van opbouw en
genezing van kraakbeenoppervlak en
de genezing van bandletsel
- Snellere absorptie van afbraakstoffen
- Verbeterde lymfe- en bloedcirculatie
- Het vermijden van trombose en
embolieën
De bewegingsslede is geschikt voor de
behandeling van de meest voorko-
mende letsels, postoperatieve aandoe-
ningen en gewrichtsaandoeningen van
het schoudergewricht, zoals de vol-
gende.
- Gewrichtsdistorsies en -contusies
- Artrotomieën en artroscopieën in
combinatie met synovectomie, artro-
lyse of andere intra-articulaire procedu-
res
- Alle soorten artroplastieken
- Gewrichtsmobilisatie onder narcose
- Operatief behandelde fracturen,
pseudoartrose, zodra deze oefensta-
biel zijn
- Decompressie-operaties (acromioplas-
tiek)
- Implantatie van endoprotheses
- Operaties van de weke delen in de
oksel en van de schoudergordel
- Tumoroperaties in de schouderregio
In de volgende situaties mag u geen
gebruik maken van de
ARTROMOT
®
-S3.
- Acute ontstekingen van het schouder-
gewricht, tenzij uitdrukkelijk door de
arts voorgeschreven
- Spastische verlammingen
- Instabiele osteosynthesen
1.4 Contra-indicaties
1.3 Indicaties
1.2 Behandeldoelen
1.1 Toepassings-
mogelijkheden
1. Informatie voor het gebruik van de
bewegingsslede
Nederlands
De gemotoriseerde bewegingsslede
maakt de volgende bewegingen in het
schoudergewricht mogelijk.
Ad-/abductie - 30° - 175°
Endo-/exorotatie 90° - - 90°
Elevatie (flexie) - 30° - 175°
met 60° - 90° gebogen
elleboog
Ante-/retroversie -120°
(horizontale ad-/abductie)
Uitsluitend handmatig instelbaar
Deze is aan beide zijden inzetbaar, met
aanpassing van de zijden.
De ARTROMOT
®
-S3 onderscheidt zich,
onder andere, door de volgende ken-
merken.
- Anatomisch juiste instelbaarheid
- Fysiologische bewegingsprocessen
- Grootst mogelijke bewegingsomvang
- Afstandsbediening voor het nauwkeu-
rig instellen van alle behandelwaarden
- Chipkaart voor het opslaan van de
geprogrammeerde waarden
- Gemakkelijk te transporteren
Bioverdraagzaamheid
De onderdelen van de
ARTROMOT
®
-S3, die tijdens gebruik
contact maken met de patiënt, zijn zo
uitgevoerd dat ze aan de bioverdraag-
zaamheidseisen van de toepassing
zijnde standaards voldoen.
Tip:
vouw bladzijde 3 uit!
1. Afstandsbediening
2. Patiëntenchipkaart
3. Opbergvak voor de afstandsbedie-
ning
4. Armsteun voor de gezonde arm
5. Transportrollen
6. Aansluiting voor de stroomdraad
7. Aan-/uitschakelaar
8. Zekering
9. Stekker voor het bewegingselement
10. Vleugelbout om de hoek van de
rugleuning in te stellen
11. Omklapmechanisme van de rugleu-
ning (transportstand)
12. Instelknop van de ante-/retroflexie
(horizontale ad-/abductie)
13. Opnamebuis voor de hoogte-
instelling
14. Klembout voor de hoogte-instelling
15. Inschuifbuis voor de hoogte-
instelling
16. Motor A
17. Opnamebuis voor de lengte-
instelling van de bovenarm
18. Klemhendel voor de lengte-instel-
ling van de bovenarm
19. Inschuifbuis voor de lengte-instel-
ling van de bovenarm
20. Klembout voor het instellen van de
ellebooghoek
21. Motor B
22. Elleboogsteun
23. Onderarmsteun
24. Gordel voor het bevestigen van de
onderarm
25. Opnamebuis voor lengte-instelling
van de onderarm
26. Klemhendel voor de lengte-instel-
ling van de onderarm
27. Inschuifbuis voor de lengte-instel-
ling van de onderarm
28. Klembout voor het draai-
mechanisme
29. Handgreep
2.1 Verklaring van de
functie-elementen
Tip!
We willen de actuele positie van de
bewegingsslede eenduidig weerge-
ven. Daartoe karakteriseren we de
endorotatiewaarden op het scherm en
in het vervolg in de gebruiks-
handleiding met „–“.
210
2. Beschrijving van de ARTROMOT
®
-S3
211
2.2 De afstandsbediening
2.2.1 Afstandsbediening in de normale modus
Actuele hoek motor A
Patiëntenchipkaart
Actuele hoek motor B
Weergave
behandeltijd
Geprogrammeerde
exorotatiewaarde
Geprogrammeerde
endorotatiewaarde
Actuele draairichting
motor B
Parameterknoppen
Knop MENU
Knop START
Knop STOP
Geprogrammeerd
behandelprogramma
Geprogrammeerde
abductiewaarde
Geprogrammeerde
adductiewaarde
Actuele draairichting
motor A
Knop „+“
Knop „-“
Nederlands
1
G
eldt uitsluitend voor de ARTROMOT
®
-
S3 comfort
30. Diepte-instelling voor de
hoofdsteun
1
31. Hoogte-instelling voor het
bevestiggen van de schouder
1
32. Hoogte-instelling voor het
bevestiggen van de patiënt
1
33. Bolscharnier voor de hoofdsteun
1
34. Splitpennen
Technische veranderingen voorbehou-
den (06/2007)
212
2.2.2 Afstandsbediening in MENU-selectiemodus
2.2.3 Afstandsbediening in de programmeermodus
Bewegingsuitslag
Actuele hoek van de
bewegingsslede in
abductie / adductie
Actuele hoek van
de bewegingsslede
in endorotatie /
exorotatie
Ter beschikking
staande parameters
en bijbehorende
parameterknoppen
Actueel MENU-niveau
Geselecteerde functie
Geactiveerde
parameter
(hier abductie)
Actuele hoek van de
bewegingsslede
abductie / adductie
of endorotatie /
exorotatie
Actueel geprogram-
merde maximale
waarde van de adduc-
tie of endorotatie
(hier adductie)
Actueel geprogram-
merde maximale
waarde van de
abductie of exorotatie
(hier abductie)
213
2.2.4 Afstandsbediening in de programmeermodus Algemeen
Actuele toestand van
de geselecteerde
functie (hier snelheid)
Geselecteerde functie
Nederlands
214
2.3 Verklaring van de pictogrammen
Abductie
Adductie
Endorotatie
Exorotatie
Pauze
Timer
Snelheid
Nieuwe patiënt
Omkeren bewegingsrichting
motor A
Omkeren bewegingsrichting
motor B
Motor A aan / uit
Motor B aan / uit
Transportinstelling
Modus
synchroon / asynchroon
Totale behandeltijd
Servicemenu
Opwarmprogramma
Isolatieprogramma
Behandelverloop-
documentatie
abductie / adductie
Behandelverloop-
documentatie
endorotatie /
exorotatie
Oscillatie
Uitrekken abductie
Uitrekken endorotatie
Uitrekken exorotatie
Zie ook het pictogrammenoverzicht, pagina 249.
Standaard-programma’s: Comfort-programma’s:
215
Nederlands
2.4 Verklaring van de symbolen (aansluitingen en typeplaatje)
Wisselstroom
Aardaansluiting
Toepassingsonderdeel
type B
Hoofdschakelaar UIT
Hoofdschakelaar AAN
Leef de bijgevoegde
documentatie na
Voer het toestel niet af
met het gangbare huisvuil
216
Verklaring
Lees zorgvuldig de veiligheidsaanwijzin-
gen voor het in gebruik nemen van de
bewegingsslede. Hieronder ziet u de
aanduidingen voor de veiligheidsaanwij-
zingen.
Veiligheidsaanwijzingen
Waarschuwing!
Gevaar voor patiënten
Uitsluitend bevoegde personen
mogen de ARTROMOT
®
-S3 bedie-
nen. Bevoegd betekent dat deze
persoon is onderwezen in de
bediening van het toestel en de
inhoud van deze gebruikershandlei-
ding kent.
Voordat hij het toestel gebruikt,
moet de gebruiker controleren of het
toestel goed werkt en in de juiste
toestand verkeert. Hij moet met
name leidingen en insteekinrichtin-
gen controleren op beschadigingen.
Beschadigde onderdelen moet hij
onmiddellijk vervangen.
Voordat u begint met de behande-
ling moet u een testronde inlassen
met verscheidene bewegingscycli
zonder en ten slotte met patiënt.
Controleer van alle instelbouten of
ze goed zijn vastgedraaid.
Waneer er twijfel bestaat over de
juiste instelling van het toestel en /
of de programmering, moet u de
behandeling onmiddellijk afbreken.
Let op de anatomisch juiste
instelling van het toestel voor de
patiënt. Controleer de volgende
instellingen / positioneringen:
(zie de nummering op het toestel).
1. Ante-/retroflexie
(horizontale ad-/abductie)
2. Hoogte-instelling
3. Lengte-instelling bovenarm
4. Hoekinstelling elleboog
5. Lengte-instelling onderarm
6. Instelling hoofdsteun
Bij gebruik van de bevestigings-
optie van de patiënt
1
7. Hoogte- en diepte-instelling van
hoofdsteun en schouder-
bevestiging
1
Gevaar!
Explosiegevaar
De ARTROMOT
®
-S3 is niet bedoeld
voor gebruik in bereiken binnen
medisch gebruikte ruimten indien in
deze bereiken explosiegevaar bestaat.
Bereiken met explosiegevaar kunnen
ontstaan door gebruik van brandbare
narcosemiddelen of huidreingigings-
en huiddesinfectiemiddelen.
Voorzichtig!
Maakt u opmerkzaam op een mogelij-
kerwijs gevaarlijke situatie. Het
negeren van deze waarschuwing kan
leiden tot licht letsel en / of tot de
beschadiging van het product.
Waarschuwing!
Maakt u opmerkzaam op een gevaar.
Het negeren van deze waarschuwing
kan leiden tot de dood of zwaar letsel.
Gevaar!
Maakt u opmerkzaam op een onmid-
dellijk dreigend gevaar. Het negeren
van deze waarschuwing leidt tot de
dood of zwaar letsel.
3. Veiligheidsaanwijzingen
1
Geldt uitsluitend voor de ARTROMOT
®
-S3 comfort
217
Nederlands
Waarschuwing!
Gevaar voor elektrische schokken
Neem de volgende waarschuwingen
beslist in acht. Anders bestaat er
gevaar voor patiënt, gebruiker en
assistent.
Voordat u de ARTROMOT
®
-S3
gebruikt, moet u controleren of hij de
kamertemperatuur heeft aangenomen.
Wanneer u het toestel transporteert bij
temperaturen onder nul, moet u hem
circa 2 uur opslaan bij kamertempera-
tuur, tot eventueel aanwezig condens-
vocht is opgedroogd.
Gebruik de ARTROMOT
®
-S3
uitsluitend in droge ruimtes.
Wanneer u het toestel loshaalt van
het lichtnet, trekt u eerst de stekker
uit het stopcontact en maakt u dan
pas het netsnoer los van het toestel.
Wanneer u het toestel aan andere
toestellen koppelt, of een samen-
voeging van medische systemen
gebruikt, moet u controleren of de
optelsom van lekstromen geen
gevaar vormt. Neem bij vragen
contact op met ORMED.
Voor de stroomtoevoer mag u geen
verlengsnoeren met stekkerblok
gebruiken. U mag de
ARTROMOT
®
-S3 uitsluitend aan-
sluiten op een volgens de voor-
schriften geïnstalleerd stopcon-
tact. Voordat u de stekker in het
stopcontact steekt, moet u het
netsnoer helemaal afrolllen en
zodanig leggen dat hij tijdens het
gebruik van het toestel niet tussenbe-
wegende delen kan komen.
Let erop dat er geen lichaams-
delen of voorwerpen (zoals deken,
kussen, kabel et cetera) in de
bewegende delen van de slede
kunnen komen.
De instellingen 1 tot 7 mag u uitslui-
tend veranderen, wanneer zich geen
patiënt op de stoel bevindt.
De beweging moet altijd pijn- en
irritatievrij zijn.
De patiënt moet tijdens instructie en
het gebruik van de slede volledig bij
bewustzijn zijn.
De keuze van de te programmeren
behandelparameter (inclusief de te
gebruiken behandelprogramma’s)
kan en mag uitsluitend de behan-
delende arts of therapeut verrich-
ten.
Per situatie moet de arts of thera-
peut beslissen, of de bewegings-
slede mag worden gebruikt bij de
patiënt.
Leg de patiënt uit hoe hij de
afstandsbediening van de
ARTROMOT
®
-S3 moet gebruiken.
De afstandsbediening moet zich in
de onmiddellijke nabijheid van de
patiënt bevinden, opdat deze de
behandeling kan onderbreken,
wanneer dat nodig mocht zijn. Bij
patiënten, die de afstandsbediening
niet kunnen bedienen (bijvoorbeeld
bij verlamming), mag de behande-
ling uitsluitend plaatsvinden onder
permanent toezicht van vakperso-
neel.
De patiëntenchipkaart moet de
naam van de patiënt vermelden. U
mag de chipkaar uitsluitend gebrui-
ken voor de betreffende patiënt.
Wanneer u de patiëntenchipkaart
voor een andere patiënt gebruikt,
moet u controleren of de gegevens
van de vorige patiënt zijn gewist
(Zie de hoofdstukken 4.1 en 5.3,
paragraaf „Nieuwe patiënt“).
U mag uitsluitend originele chip-
kaarten gebruiken.
U mag bij de ARTROMOT
®
-S3
uitsluitend accessoires gebruiken
die ORMED heeft vrijgegeven.
Voorzichtig!
Schade aan het toestel
Controleer of de kengetallen van het
lichtnet overeenkomen met de
spannings- en frequentiegegevens
van het typeplaatje.
De maximale permanente belas-
ting van het zitvlak bedraagt 150 kg.
Let erop dat geen voorwerpen
(zoals deken, kussen, kabel et
cetera) in de bewegende delen van
de slede kunnen komen.
Stel de ARTROMOT
®
-S3 niet bloot
aan direct zonlicht, aangezien de
onderdelen dan ontoelaatbaar warm
kunnen worden.
Let erop dat u de stekkers er slechts
in een bepaalde stand kunt inste-
ken, en zet de insteekverbinding
altijd vast met behulp van de
vergrendeling.
Voorzichtig!
Schuur- en drukplekken vermijden
Let er bij zwaarlijvige, bijzonder
grote en zeer kleine patiënten op dat
u schuur- en drukplaatsen vermijdt.
Gevaar voor patiënten, beschadiging
van de slede U mag de slede niet
gebruiken voor het transporteren van
personen.
Waarschuwing!
Functiestoringen van het toestel
Magnetische en elektrische velden
kunnen de werking van het toestel
beïnvloeden. Controleer bij het
gebruik van het toestel of alle
andere toestellen in de buurt vol-
doen aan hun relevante EMV-eisen.
Röntgentoestellen, tomografen,
zendinstallaties, mobiele telefoons
et cetera kunnen andere toestellen
storen, omdat ze vergunningscon-
form hogere elektromagnetische
storingen kunnen afgeven.
Houd voldoende afstand tot derge-
lijke toestellen, en controleer ze voor
u ze gebruikt.
Uitsluitend bevoegde personen
mogen reparatie- en onderhouds-
werkzaamheden verrichten.
Leg alle leidingen zodanig, dat ze
tijden het gebruik van het toestel
niet in bewegende delen kunnen
terechtkomen en geen struikelge-
vaar vormen.
Controleer de ARTROMOT
®
-S3
minstens eenmaal per jaar op
mogelijke schades of losse verbin-
dingen.
Voordat u begint met enige reini-
gings- en reparatiewerkzaamheden
moet u de stekker uit het stopcon-
tact trekken.
Er mag geen vloeistof in de bewe-
gingsslede of in de afstandsbedie-
ning dringen.
Wanneer er toch vloeistof indringt,
mag u de ARTROMOT
®
-S3 pas
weer in gebruik nemen nadat de
klantenservice hem heeft nage-
keken.
218
219
Nederlands
Tip: vouw voor een overzicht van de
afzonderlijke stappen de bladzijden 3
en 252 uit!
1. Sluit het netsnoer aan op aansluitbus
(6) op het toestel en steek hierna de
stekker in een stopcontact met
randaarde (100-240 Volt,
50 / 60 Hertz).
2. Schakel het toestel in met behulp van
de hoofdschakelaar (7).
3. Breng de slede nu als volgt in zijn
basispositie.
Noteer de naam van de patiënt op de
achterzijde van de chipkaart. Steek de
originele patiëntenchipkaart (2) in de
afstandsbediening (1).
Druk op de afstandsbediening driemaal
op de knop MENU, tot u prgrammeerni-
veau 3 bereikt (iedere keer wanneer u
op de knop drukt, gaat u naar een
volgend niveau).
Druk op de parameterknop „Nieuwe
patiënt“ en activeer deze
functie (haakje in de cirkel naast de
functie).
Druk op de knop START. Het toestel
gaat automatisch naar de basispositie.
Steek de originele patiëntenchipkaart
(2) in de afstandsbediening (1).
Druk op de knop START.
Het toestel gaat automatisch naar de
startpositie (maximale adductiewaarde,
middenwaarde endorotatie / exorotatie).
Wanneer u de afstandsbediening kunt
bedienen zoals hierboven beschreven,
en de ARTROMOT
®
-S3 naar de basis-
positie gaat (zie de basispositie-waar-
den in hoofdstuk 5.3), werkt het toestel
probleemloos.
Wanneer het toestel in bedrijf is, ver-
richt het continu een functiecontrole.
Wanneer het daarbij een storing waar-
neemt,
klinkt een waarschuwingssignaal
schakelt het onmiddellijk uit
verschijnt de melding „ERROR“ met
een storingscode (bijvoorbeeld
ERROR 5).
U kunt het toestel dan opnieuw
opstarten door de hoofdschakelaar
kort uit en dan weer in te schakelen.
Wanneer de storingsmelding aanwe-
zig blijft, mag u het toestel pas weer
gebruiken als de klantendienst het
heeft nagekeken.
Wanneer u uzelf ervan hebt overtuigd
dat de ARTROMOT
®
-S3 probleemloos
werkt, laat u de patiënt plaatsnemen op
de ARTROMOT
®
-S3.
Functiecontrole
Instelling met reeds geprogram-
meerde chipkaart
Eerste instelling bij een nieuwe
patiënt
4.1 Het toestel aansluiten,
functiecontrole
4. Het toestel instellen
220
Realiseer de volgende instellingen
voordat u begint met de behandeling:
Voordat u met de eigenlijke instellingen
begint, moet u de patiënt in een juiste
anatomische positie zetten.
Draai de vleugelbout (10) los en plaats
de rugleuning in een voor de patiënt
aangename positie. (Afbeelding F)
Stel nu de hoofdsteun
1
in: hoogte-
instelling met klembout (32), diepte-
instelling met klembout (30), fijninstel-
ling met bolscharnier (33).
Positioneer de schouderbevestiging
1
met klembout (31) circa 1 cm boven
de schouders.
Plaats de armsteun voor de gezonde
arm op een zodanige hoogte, dat de
patiënt rechtop zit (klembout 14).
Anatomisch juiste instelling
Rugleuning, hoofdsteun,
schouderbevestiging, armsteun
Tip!
Bij de volgende instellingen mag de
arm van de patiënt nog niet op de
armsteun rusten. Pas wanneer u de
slede vooraf hebt ingesteld op de
maten van de patiënt, moet u een
instelcontrole respectievelijk fijnafstelling
verrichten met de arm van de patiënt-
op de armsteun.
De instellingen hebben volgnummer 1
tot 5. Op de slede vind u deze num-
mers als oriënteringshulp. Realiseer
deze instellingen steeds in deze
volgorde.
Noteer de instelwaarden op de
achterzijde van de patiëntenchipkaart.
Voordat u begint de ARTROMOT
®
-S3
nauwkeurig af te stemmen op de
maten van depatiënt, moet u de slede
ombouwen voor de linker of rechter
schouder. (Zie het hoofdstuk 6.4
„Ombouwen“)
4.2 Het toestel instellen op
de maten van de patiënt
1
Geldt uitsluitend voor de ARTROMOT
®
-S3 comfort
221
Nederlands
Probeer met de instellingen de patiënt
zo comfortabel mogelijk te positioneren.
Druk de vastzetknop (12) in en let
erop, dat hij na de instelling weer
goed vastklikt.
Voordat u de klembout (14) losdraait,
moet u het beweegbare deel van de
slede vasthouden opdat hij niet naar
beneden valt; liefst aan de opnamebuis
voor de positie-instelling (17).
Stel de hoogte zo in, dat de as van
motor A op één lijn ligt met het
draaipunt van het schoudergewricht
(afbeelding pagina 220). Het draaipunt
van motor A moet overeenkomen met
het draaipunt van het schouderge-
wricht.
Draai de klembout weer vast.
Het instelmechanisme voor de boven-
armlengte is zelfremmend.
U moet bij het instellen tegelijkertijd
motor B licht omhoog trekken en er op
letten dat de inschuifbuis niet kantelt.
Draai de klemhendel (18) los en til de
motor tijdens het instellen licht
omhoog.
Sluit de klemhendel weer.
Over het algemeen stelt men de elle-
boog in op 90° tot 60° flexie.
Draai de klembout (20) los. Als u
maar een klein beetje hoeft te verstel-
len, trekt u motor B minimaal
omhoog.
Realiseer de gewenste instelling en
draai de klembout weer vast.
Maak de klemhendel (26) los en trek
de handgreep zo ver uit, tot de
onderarm comfortabel tussen elle-
boogsteun en handgreep zit.
Sluit de klemhendel weer.
Leg de arm van de patiënt in de
armsteun.
Controleer de instellingen 1 tot 5 en
zorg ervoor dat
het draaipunt van motor A overeen-
stemt met het draaipunt van het
schoudergewricht
de as van motor B, het middelpunt
van het ellebooggewricht en het
middelpunt van het schouderge-
wricht op 1 lijn liggen.
Bovendien kunt u de hoogte en de
hellingshoek van de armsteun
aanpassen. Draai daartoe de
klembout (28) onder de armsteun
los.
Controleer of alle klembouten goed
zijn vastgedraaid en of alle klemhen-
dels goed zijn gesloten.
Controle van de instellingen,
fijnafstelling
Tip!
Voor de nauwkeurige aanpassing kunt
u de hoek van de armsteun verande-
ren.
Draai daartoe de klembout (28) onder
de armsteun los. Stel de gewenste
hoek in en sluit de klembout weer.
ì
Onderarmlengte (afbeelding E)
Tip!
Een verandering van de ellebooghoek
naar minder of meer dan 90° flexie
leidt tot een verandering van de
lengte-instelling van de bovenarm.
è
Ellebooghoek (afbeelding D)
Å
Bovenarmlengte (afbeelding C)
Œ
Hoogte-instelling (afbeelding B)
Ante-/retroflexie (afbeelding A)
(horizontale ad-/abductie)
222
Tip: zie ook 2.2 en 2.3, maar ook
bladzijde 249.)
1. Wanneer u de knop MENU op de
afstandsbediening kort indrukt, gaat
u naar de programmeermodus.
2. De afzonderlijke behandelparametere
en functies zijn verdeeld over vier
(Standard-versie) respectievelijk over
zes (Comfort-versie) verschillende
programmeerniveau’s (vier per
niveau). Voor het programmeren van
een parameter roept u het betref-
fende programmeerniveau op. Dat
gebeurt eveneens met met de knop
MENU. Iedere keer wanneer u op de
knop drukt, gaat u naar het volgende
niveau. Midden op het scherm ziet u
aan de hand van M1, M2 et cetera
welk programmeerniveau u hebt
opgeroepen.
5.1 Algemene programmeer-
aanwijzingen voor de
ARTROMOT
®
-S3
- wordt automatisch de in de
„Tekst“-versie opgeslagen
omkeerrichting voor beide
motoren overgenomen.
- is de knopblokkering niet actief.
2. Wanneer u een afstandsbediening
van de versie „Tekst“ bedient met
een geformatteerde chipkaart van
de versie „Afbeelding“, dan
- wordt de taalinstelling automa-
tisch ingesteld op de fabrieksin-
stelling (Duits).
- wordt automatisch de voor motor
A in de „Afbeelding“-versie
opgeslagen omkeerrichting voor
beide motoren overgenomen.
- blijft in de versie „Afbeelding“
eventueel ingestelde knop-
blokkering gehandhaafd; voor het
gebruik van de versie „Tekst“
heeft ze geen effect, ze is niet
aanwezig in de versie „Tekst“ .
Belangrijk!
De afstandsbediening
ARTROMOT
®
-S3 „Afbeelding“ kunt u
aansluiten op alle producten van de
ARTROMOT
®
schouderserie met
serienummer 3000 en hoger.
Voor de chipkaart kunt u kiezen uit de
versies „Tekst“ en „Afbeelding“.
Let daarbij op het volgende.
1. Wanneer u een afstandsbediening
van de versie „Afbeelding“ bedient
met een geformatteerde chipkaart
van de versie „Tekst“, dan
- blijft de taalinstelling van de
„Tekst“-versie gahandhaafd; deze
is onbelangrijk voor het gebruik
van de „Afbeelding“-versie.
Tip!
De programmering is uitsluitend
mogelijk met een ingestoken patiën-
ten-chipkaart.
Informatie over de behandelwaarden
en over het programmeren van de
functies en speciale functies vind u in
de hoofdstukken 5.1 tot 5.5.
Programmeervoorbeelden vind u in
hoofdstuk 5.6.
Waarschuwing!
Gevaar voor patiënten
Voordat u begint met de
behandeling moet u een testronde
inlassen met verscheidene bewe-
gingscycli zonder en ten slotte met
patiënt. Verricht dan een testronde
met de patiënt, en let daarbij op
pijnvrije bewegingen.
5. Behandelwaarden instellen
223
Nederlands
3. De betreffende behandelparameters
respectievelijk functies roept u op
met behulp van één van de vier
parameterknoppen onderaan het
scherm. Het symbool erboven vertelt
welke parameters respectievelijk
functies het toestel toewijst aan de
vier parameterknoppen.
Wanneer u een parameter selecteert
met behulp van de betreffende
parameterknop
verschijnt het betreffende symbool
groot in het scherm
verschijnt de actueel ingestelde
waarde
verschijnt het symbool invers boven
de parameterknop.
4. Met de knoppen + / - verandert u de
waarde (wanneer u de knop
ingedrukt houdt, verandert de waarde
sneller).
Enkele functies respectievelijk speci-
ale functies kunt u uitsluitend active-
ren of deactiveren. Dat doet u door óf
de parameterknop nogmaals in te
drukken óf met behulp van de
knoppen + / -. Wanneer u de para-
meter hebt geactiveerd, verschijnt
een haakje naast het symbool.
5. Wanneer u alle parameters hebt
geprogrammeerd, slaat u de waarden
op met behulp van de knop STOP.
6. Druk nu op de knop START:
ARTROMOT
®
-S3 controleert de
ingestelde waarden, gaat naar de
middenpositie tussen de ingestelde
endo- en exorotatiewaarde, naar de
maximaal ingestelde adductiewaarde,
en stopt.
7. Druk opnieuw op de knop START,
om met de behandeling te beginnen.
De slede gaat vervolgens naar de
synchroon-modus en dan naar de
maximale endorotatiewaarde. Dan
gaat de slede gelijktijdig naar de
combinatie van maximale exorotatie-
waarde / maximale abductiewaarde en
vervolgens naar de combinatie van
de maximale endorotatiewaarde /
maximale adductiewaarde. Na het
bereiken van deze positie begint de
bewegingscyclus opnieuw doordat
de slede naar de combinatie van
maximale exorotatiewaarde / maxi-
male abductiewaarde gaat.
In de asynchroon-modus beginnen
onmiddellijk na het indrukken van de
knop START beide motoren willekeu-
rig te draaien, waarbij iedere motor
steeds na het bereiken van de
maximale waarden van draairichting
verandert.
Realiseer nu de mechanische instellin-
gen.
Steek de chipkaart in de afstandsbe-
diening (de patiënt mag nog niet op
de bewegingsslede aanwezig zijn).
Patnten met geprogrammeerde
chipkaart
Tip!
- Een beschrijving van de parameters
vind u in de paragrafen 5.3 en 5.5.
- U kunt de ingestelde parameters
bekijken door op de betreffende
parameterknop te drukken. Daartoe
moet u echter eerst op de knop
STOP drukken, en naar het betref-
fende menuniveau gaan.
- U verhindert een abusievelijk verstel-
len van de parameters door de
knoppen te blokkeren. Daartoe
drukt u gelijtijdig de knoppen + en –
in.
U heft de blokkering op door beide
knoppen nogmaals in te drukken.
- Bij de functie „Nieuwe patiënt wist u
automatisch de gegevens op de
patiëntenchipkaart. Wanneer u aan
het einde van het programmeren de
knop STOP indrukt, worden de
instellingen automatisch opgeslagen
op de patiëntenchipkaart.
- NOODSTOP-functie: zodra u
tijdens de behandeling een willekeu-
rige knop indrukt, schakelt de
ARTROMOT
®
-S3 onmiddellijk uit.
U kunt de behandeling weer voort-
zetten met behulp van de knop
START. Daarbij verandert het toestel
automatisch van bewegingsrichting.
224
Druk op de knop START: de bewe-
gingsslede gaat naar de startpositie
van de parameter die op de chipkaart
is opgeslagen, en stopt.
Plaats nu de patiënt op de bewe-
gingsslede en druk op de knop
START, om met de behandeling te
beginnen.
U programmeert de afzonderlijke
instellingen van de ARTROMOT
®
-S3
Standard op verscheidene program-
meerniveau’s.
U gaat naar een ander niveau door
meermalen op de knop MENU te
drukken.
Het actuele niveau verschijnt op het
scherm.
De volgende behandelwaarden,
instellingen en indicaties kunt u
invoeren / oproepen via de afstands-
bediening (1).
NIVEAU 1
- Abductie
- Adductie
- Endorotatie
- Exorotatie
NIVEAU 2
- Pauze
- Timer (behandeltijd)
- Snelheid
- Nieuwe patiënt
NIVEAU 3
- Omkeren bewegings-
richting motor A
- Omkeren bewegings-
richting motor B
- Motor A aan / uit
- Motor B aan / uit
NIVEAU 4
- Transportinstelling
- Modus
synchroon / asynchroon
- Totale behandeltijd
- Servicemenu
U selecteert het gewenste program-
meerniveau door meermalen op de
knop MENU te drukken.
U selecteert de behandeparameter met
behulp van de betreffende parameter-
knop.
U verandert de behandelwaarden met
behulp van de knoppen + / –.
U activeert / deactiveert een functie
door meermalen op de betreffende
parameterknop te drukken.
U slaat de verrichte instellingen op
door op de knop STOP te drukken.
5.3 Informatie met
betrekking tot de
behandelwaarden van
de Standard-versie
Tip!
Tijdens het instellen van de
waarden gaat het toestel naar het
ingestelde bereik. Zo kunt u een-
voudig en snel de pijnloze bewe-
gingsomvang vastleggen.
Bij de bewegingsslede
ARTROMOT
®
-S3 Comfort kunt u
bovendien speciale functies
programmeren respectievelijk
oproepen (zie hoofdstuk 5.4 en
5.5).
Steeds wordt de laatst ingevoerde
hoek bij de programmering van de
betreffende bewegingsrichting
onmiddellijk opgeslagen.
MENU
MENU
MENU
5.2 ARTROMOT
®
-S3
Standard-versie
programmeren
225
Nederlands
Abductie
Maximale waarde: 175 graden
Adductie
Maximale waarde: 30 graden
Endorotatie
Maximale waarde: - 90 graden
Exorotatie
Maximale waarde: 90 graden
NIVEAU 1
3. Exorotatie (om de schouder te
ontlasten)
= 0°
5. Maximale abductiewaarde
6. Maximale exorotatiewaarde
In de Synchroon-modus worden na
het bedienen van de knop START
eerst de maximale adductiewaarde
en de middenwaarde tussen endo-
en - exorotatie benaderd. Daar stopt
de slede, zodat de patiënt gemak-
kelijk in de slede kan stappen.
Wanneer u opnieuw op de knop
START (begin van de behandeling)
drukt, gaat de slede eerst naar de
maximale endorotatiewaarde.
Daarbij staat motor A (abductie /
adductie) stil. Na het bereiken van
de maximale endorotatiewaarde
gaan beide motoren (A en B)
synchroon naar de betreffende
maximale waarde voor abductie /
exorotatie. Na het bereiken van
deze positie begint de bewegings-
cyclus opnieuw doordat de slede
naar de combinatie van maximale
endorotatiewaarde / maximale
adductiewaarde gaat.
U programmeert de elevatiebewe-
ging (flexie) door middel van de
ab-/adductiewaarden (mechanische
instelling zie hoofdstuk 5.6 „Toe-
passingsvoorbeelden“).
U moet de ante- en retroversie
handmatig instellen. De volgende
instelwaarden zijn mogelijk.
Anteversie
(horizontale adductie): 120°
Retroversie
(horizontale abductie):
Tip!
De geprogrammeerde waarden en
de daadwerkelijk bij de patiënt
gemeten hoeken kunnen licht
variëren.
Om een fysiologisch bewegingspro-
ces te garanderen, gaat de slede in
de Synchroon-modus gelijkertijd
naar de volgende waarden.
- Maximale abductiewaarde gelijktijdig
met maximale exorotatiewaarde.
- Maximale adductiewaarde gelijk-
tijdig met maximale endorotatie-
waarde.
Om reeds bij het programmeren
rekening te houden met het fysiolo-
gische bewegingsproces, adviseren
we u de volgende volgorde aan te
houden.
1. Maximale adductiewaarde
2. Maximale endorotatiewaarde
Voorzichtig!
Gevaar voor patiënten
Bij gebruik van de schouderbevesti-
ging mag u niet meer dan 80° abduc-
tie programmeren.
Pauzes
De pauzes vinden steeds plaats bij
de geprogrammeerde maximale
waarden.
De twee pauzepunten zijn de vol-
gende.
- Maximale adductiewaarde gelijktij-
dig met maximale endorotatie-
waarde.
- Maximale abductiewaarde gelijktij-
dig met maximale exorotatiewaarde.
U kunt de pauzes in stappen van 1
seconde instellen tussen 0 tot 30
seconden.
Standaard instelling: zonder pauze
U programmeert de pauzes als volgt.
Selecteer in menuniveau 2 via de
parameterknop de speciale functie
.
Op het scherm verschijnt het sym-
bool voor de speciale functie en de
informatie over de actueel ingestelde
pauzes.
Bovenin de ingestelde tijd voor de
pauze bij abductie / exorotatie
Onderin de ingestelde tijd voor de
pauze bij adductie / endorotatie
(schermafbeelding).
Een kadertje markeert de tijdinstel-
ling voor de pauze bij abductie /
exorotatie.
U verandert de waarde voor de
pauze abductie / exorotatie door op
de knop „+“ of - te drukken.
Selecteer hier bijvoorbeeld 10
seconden.
Druk nu opnieuw op de parameter-
knop. De markering gaat automa-
tisch naar de onderste regel voor het
instellen van de pauzeduur bij
adductie / endorotatie.
De parameterknop dient bij deze
functie uitsluitend voor het omscha-
kelen tussen de pauzes.
Verander de waarde door op de
knop „+“ of „-“ te drukken. Selecteer
hier bijvoorbeeld 5 seconden.
Sla nu de programmering op met
behulp van de knop STOP, en start
de behandeling met behulp van de
knop START.
Timer (behandeltijd)
Standaard instelling van de bewe-
gingsslede is continudienst.
Als symbool voor de ingeschakelde
continudienst ziet u rechtsboven in
het scherm een klok.
De klok toont de verstreken behan-
deltijd.
In continudienst moet u het toestel
uitschakelen met behulp van de knop
STOP.
U kunt de behandeltijd echter ook in
stappen van een minuut vrij kiezen
tussen 1 tot 300 minuten.
Na afloop van de behandeltijd gaat
het toestel automatisch naar de
startpositie (maximale waarde adduc-
tie, middenwaarde endo-/exorotatie)
van de ingestelde waarde.
Dan verschijnt een cirkel in plaats van
een klok. De opvulling van de cirkel
komt overeen met het percentage
van de verstreken behandeltijd.
Snelheid
De snelheid kunt u in 1-%-stappen
instellen tussen 1% tot 100%.
100% komt overeen met
230°/minuut
Standaard instelling: 100 %
NIVEAU 2
226
Nieuwe patiënt
Wanneer u deze functie activeert,
gaat de slede naar de basispositie.
Activeer de functie en druk op
START:
de slede gaat naar de basispositie
de aanwezige behandelparameters
worden gewist
het toestel wist alle waarden die op
de chipkaart staan
De slede stopt in de middenpositie
van de abductie / adductie en
endo-/exorotatie hoekwaarden.
Met behulp van de functie „Nieuwe
patiënt“ (basispositie) realiseert u de
volgende instellingen.
- Abductie: 41°
- Adductie: 39°
- Endorotatie:
- Exorotatie: -1°
- Pauzes: 0
- Timer: continudienst
- Snelheid: 100 %
- Omkeren bewegings-
richting motor A: 25
- Omkeren bewegings-
richting motor B: 25
- Motor A: geactiveerd
- Motor B: geactiveerd
- Modus synchroon: geactiveerd
- Totale behandeltijd: 0
- Bijzondere functies: gedeactiveerd
Omkeren bewegingsrichting motor
A (veiligheidsschakeling)
Het toestel schakelt automatisch over
naar de tegengestelde bewegings-
richting, als de weerstand (last) het
door de patiënt het ingestelde niveau
overschrijdt.
Instelbare niveau’s voor het
omdraaien van de bewegingsrichting:
1 - 25. Bij niveau 1 kan reeds een
lichte weerstand de bewegingsrich-
ting doen omkeren, bij niveau 25 is
een grotere weerstand nodig.
Standaard instelling: niveau 25
Omkeren bewegingsrichting motor
B (veiligheidsschakeling)
Het toestel schakelt automatisch
beide motoren over naar de tegenge-
stelde bewegingsrichting, als de
weerstand (last) het door de patiënt
het ingestelde niveau overschrijdt.
Instelbare niveau’s voor het omkeren
van de bewegingsrichting: 1 - 25. Bij
niveau 1 kan reeds een lichte weer-
stand de bewegingsrichting doen
omkeren, bij niveau 25 is een grotere
weerstand nodig.
Standaard instelling: niveau 25
Motor A aan / uit
U kun een volledig geïsoleerde
beweging realiseren door de motoren
afzonderlijk aan en uit te schakelen.
Motor A zorgt voor
de adductie en abductie,
motor B zorgt voor de endorotatie
en exorotatie.
Voor een geïsoleerde endo-/exorota-
tiebeweging programmeert u motor A
in de gewenste positie (ab-/adductie)
en vervolgens deactiveert u hem.
Bij de slede in normaalbedrijf toont
het scherm
tijdens de behandeling het symbool
OFF in plaats van de geprogram-
meerde hoek voor ad- en abductie.
Standaard instelling: motor A
geactiveerd
Motor B aan / uit
U kunt een volledig geïsoleerde
beweging realiseren door de motoren
Voorzichtig!
Gevaar voor patiënten
De richtingomkering dient uitsluitend
als veiligheidsmaatregel bij krampen,
spasmen, geblokkeerde gewrichten
en dergelijke. De producent aanvaardt
geen aansprakelijkheid bij misbruik.
NIVEAU 3
227
Nederlands
afzonderlijk aan en uit te schakelen.
Motor A zorgt voor de adductie en
abductie, motor B zorgt voor de
endorotatie en exorotatie.
Voor een geïsoleerde ad- en abduc-
tiebeweging programmeert u motor B
in de gewenste positie (endo-/exoro-
tatie) en deactiveert u hem vervol-
gens.
Bij de slede in normaalbedrijf toont
het scherm tijdens de behandeling
het symbool „OFF“ in plaats van de
geprogrammeerde hoek voor endo-
en exorotatie.
Standaard instelling: motor B
geactiveerd
Transportinstelling
Wanneer u deze functie activeert,
gaat de slede naar de optimale
positie voor het inpakken. Activeer de
functie en druk op START. De slede
gaat naar de transportinstelling. In
het veld linksboven in het scherm
verschijnt (zie ook 6.3 „Trans-
port“).
Modus synchroon / asynchroon
U kunt de motoren A en B synchroon
of asynchroon inschakelen.
Synchroon:
motor A en B voeren als volgt een
gesynchroniseerde beweging uit
volgens het fysiologische bewegings-
patroon van het schoudergewricht:
vanuit de basispositie (maximale
adductie, middenwaarde endo- en
exorotatie) gaat de slede eerst naar
de maximale endorotatiewaarde. Dan
gaat de slede gelijktijdig naar de
combinatie van de maximale exorota-
tiewaarde / maximale abductie-
waarde en vervolgens naar de
combinatie van de maximale endoro-
tatiewaarde met de maximale adduc-
tiewaarde. Na het bereiken van deze
positie begint de bewegingscyclus
opnieuw doordat de slede gelijktijdig
naar de combinatie van de maximale
exorotatiewaarde / maximale abduc-
tiewaarde gaat.
In de gebruiksmodus toont het
symbool in het veld linksboven
de synchroonmodus aan.
Asynchroon:
beide motoren lopen onafhankelijk
van elkaar steeds in de ingestelde
bewegingsuitslag.
Wanneer u de modus „Asynchroon“
wilt selecteren, deactiveert u de
modus „Synchroon“.
In de gebruiksmodus toont het
symbool in het veld linksboven
de asynchroonmodus aan.
Standaard instelling: „Synchroon“
geactiveerd
Totale behandeltijd
Onter het menupunt „Totale
behandeltijd“ kunt u voor iedere
patiënt de totale behandelduur (som
van de afzonderlijke behandelingen)
oproepen.
De opgeslagen behandelduur
wissen.
Houd de parameterknop 5 secon-
den lang ingedrukt of activeer de
functie „Nieuwe patiënt“.
Voorzichtig!
Gevaar voor patiënten
In principe adviseren we de synchrone
modus. Medische / therapeutische
indicatie kan leiden tot het gebruik
van de asynchrone modus. De behan-
delende persoon moet de asynchrone
modus bijzonder zorgvuldig en alert
gebruiken, om gevaar voor de patiënt
uit te sluiten.
NIVEAU 4
Tip!
Zorg ervoor dat er altijd een motor
(A of B) is ingeschakeld. Anders
verschijnt na het indrukken van
START op het scherm:
228
229
Nederlands
Servicemenu
Uitsluitend voor servicedoeleinden,
zie het servicehandboek
Ter herinnering
Voor het opslaan van de ingestelde
parameters drukt u op de knop STOP.
Bij de ARTROMOT
®
-S3 Comfort-versie
kunt u aanvullende functies op twee
andere programmeerniverau’s selecte-
ren.
U selecteert de programmeerniveau’s
net als bij de Standard-versies.
De programmeerniveau’s 1, 2, 3 en 6
komen overeen met de programmeer-
niveau’s 1, 2, 3 en 4 van de Standard-
versies.
Alle speciale functies zijn in de stan-
daard instelling gedeactiveerd.
De volgende behandelwaarden, in-
stellingen en indicaties kunt u invoe-
ren / oproepen via de afstandsbedie-
ning (1).
NIVEAU 1
- Abductie
- Adductie
- Endorotatie
- Exorotatie
NIVEAU 2
- Pauze
- Timer (behandeltijd)
- Snelheid
- Nieuwe patiënt
NIVEAU 3
- Omkeren bewegings-
richting motor A
- Omkeren bewegings-
richting motor B
- Motor A aan / uit
- Motor B aan / uit
NIVEAU 4
- Opwarmprogramma
- Isolatieprogramma
- Behandelverloop-
documentatie
abductie / adductie
- Behandelverloop-
documentatie
endorotatie / exorotatie
NIVEAU 5
- Oscillatie
- Uitrekken abductie
- Uitrekken endorotatie
- Uitrekken exorotatie
NIVEAU 6
- Transportinstelling
- Modus
synchroon / asynchroon
- Totale behandeltijd
- Servicemenu
U selecteert het gewenste program-
meerniveau door meermalen op de
knop MENU te drukken.
U selecteert de behandelparameters
met behulp van de betreffende
parameterknop.
5.5 Informatie met betrek-
king tot de programma’s
van de Comfort-versie
MENU
MENU
MENU
MENU
MENU
5.4 ARTROMOT
®
-S3
Comfort-versie
programmeren
U verandert de behandelwaarden met
behulp van de knoppen + / – .
U activeert / deactiveert een functie
door meermalen op de betreffende
parameterknop te drukken.
U slaat de verrichte instellingen op
door op de knop STOP te drukken.
Alle speciale functies zijn in de stan-
daard instelling gedeactiveerd.
Opwarmprogramma
Met behulp van het opwarmpro-
gramma kan de patiënt langzaam
wennen aan de ingestelde grens-
waarden voor adductie / abductie en
endorotatie / exorotatie.
Na het activeren van het opwarmpro-
gramma beweegt de slede zich
tussen de combinatie van maximale
adductie / maximale endorotatie en
de middenwaarde van de geprogram-
meerde bewegingsuitslag (adductie /
endorotatie en abductie / exorotatie).
Met iedere bewegingscyclus wordt
de bewegingsuitslag in de richting
van de abductie / exorotatie steeds
met vergroot, tot de ingestelde
maximale waarden voor abductie /
exorotatie zijn bereikt.
De waarden voor adductie en endo-
rotatie worden bij elke cyclus bereikt.
Na het bereiken van de maximale
waarden voor abductie en exorotatie
gaat de slede naar de normaal-
modus.
Wanneer een behandeltijd is geacti-
veerd, begint de behandeling na
afloop van de behandeltijd en het
opnieuw opstarten van het toestel
weer met het opwarmprogramma.
Tijdens de opwarmmodus van de
slede ziet u in het veld linksboven in
het scherm het symbool .
Standaard instelling: gedeactiveerd
Isolatieprogramma
Bij deze speciale functie zijn beide
motoren ingeschakeld, maar maken
nooit gelijktijdig bewegingen.
De speciale functie verloopt als volgt.
Eerst beweegt motor A gedurende
10 cycli naar de geprogrammeerde
maximale waarden voor abductie
en adductie, dan stopt hij.
Gedurende deze tijd is motor B-
gedeactiveerd
(indicatie motor B: OFF)
Dan beweegt motor B gedurende
10 cycli naar de geprogrammeerde
maximale waarden voor endorotatie
en exorotatie, voor ook hij stopt en
de gehele cyclus weermet motor A
begint. Wanneer motor B draait, is
motor A gedeactiveerd (indicatie
motor A: OFF)
De stoppositie aan het eind van
elke tiende cyclus (zowel bij
ab-/adductie, als bij
endo/exorotatie) kunt u in stappen
van 25% kiezen tussen 0 en 100%
van elke geprogrammeerde maxi-
malebewegingsuitslag.
De stappen 1 en 2 kunt u, indien
nodig, een willekeurig aantal keren
herhalen. U beëindigt de behande-
ling met behulp van de knop STOP,
of door de geprogrammeerde
behandelduur te laten veropen.
Tijdens de het isolatieprogramma van
de slede ziet u in het veld linksboven
in het scherm het symbool .
Standaard instelling: gedeactiveerd
U programmeert de speciale functies
als volgt.
Selecteer in menuniveau 4 via de
parameterknop de speciale functie.
Op het scherm verschijnt:
het symbool voor de speciale
functie
NIVEAU 4
230
Tip!
NIVEAU 1 Komt overeen met 1
Standard model (zie: 5.3)
NIVEAU 2 Komt overeen met 2
Standard model (zie: 5.3)
NIVEAU 3 Komt overeen met 3
Standard model (zie: 5.3)
NIVEAU 6 Komt overeen met 4
Standard model (zie: 5.3)
de informatie over de activerings-
toestand (cirkel met / zonder
haakje) van de functie
twee kadertjes met het actueel
ingestelde percentage voor de
stoppositie van motor A en motor
B
een haakje in de markeringscirkel
U activeert de functie met behulp van
de knop +“, u deactiveert hem met
behulp van de knop -“.
U kunt hier de functie niet
(de)activeren door herhaald indrukken
van de parameterknop.
Bij geactiveerde functie verschijnt het
haakje in de cirkel.
Druk nu op de parameterknop van
het isolatieprogramma. De selectie
gaat naar het bovenste procentveld
voor invoer van de stoppositie van
motor A.
Verander de waarden door op de
knop + of - te drukken. Selecteer
hier bijvoorbeeld 75%.
Druk nu opnieuw op de parameter-
knop. De selectie gaat automatisch
naar het onderste vakje voor instel-
ling van de stoppositie van motor B.
Verander de waarden door op de
knop + of - te drukken. Selecteer
hier bijvoorbeeld 25%.
Sla nu de programmering op met
behulp van de knop STOP, en start
de behandeling met behulp van de
knop START.
Dit betekent het volgende.
Eerst wordt de abductie / adductie
10 maal behandeld (motor A). Motor B
staat bij 25% van de geprogrammeerde
bewegingsuitslag van endo-/exorotatie.
Dan wordt de endo-/exorotatie 10 maal
behandeld (motor B). Motor B staat bij
75% van de geprogrammeerde bewe-
gingsuitslag van ad-/abductie.
Behandelverloopdocumentatie
adductie / abductie
Deze functie maakt bij de
ARTROMOT
®
-S3 Comfort een weer-
gave van de documentatie van het
totale behandelverloop mogelijk.
Tevens registreert de computer de
sledelooptijd en de betreffende
bewegingsuitslag binnen de looptijd.
De afgifte / weergave vindt grafisch
plaats in de vorm van twee tijd-/ver-
loopcurven in één
coördinatensysteem (X-as =
bewegingsuitslag / Y-as = tijd),
waarbij de bovenste curve het
verloop van de bewegingsontwikke-
ling in de richting van de abductie
toont en de onderste curve het
verloop in richting van de adductie.
Behandelverloopdocumentatie
endorotatie / exorotatie
Met behulp van deze functie kunt u
bij de ARTROMOT
®
-S3 Comfort de
documentatie van het totale behan-
delverloop weergeven.
Tevens registreert de computer de
sledelooptijd en de betreffende
bewegingsuitslag binnen de looptijd.
De afgifte / weergave vindt grafisch
plaats in de vorm van twee
tijd-/verloopcurven in één coördina-
tensysteem (X-as = bewegingsuitslag
/ Y-as = tijd), waarbij de bovenste
curve het verloop van de bewegings-
ontwikkeling in richting van de
exorotatie toont en de onderste curve
het verloop in richting van de endoro-
tatie.
Oscillatie
Met behulp van de speciale functie
„Oscillatie“ kunt u effectiever werken
binnen de laatste 10° voordat de als
NIVEAU 5
Tip!
De percentages kunt u uitsluitend
veranderen bij geactiveerde speciale
functie (cirkel met haakje).
231
Nederlands
maximum ingestelde waarden voor
abductie en exorotatie worden bereikt.
Hiertoe start de slede in de basispo-
sitie (maximale adductiewaarde,
middenwaarde tussen endo- en
exorotatie). Eerst gaat hij naar de als
maximum geprogrammeerde endoro-
tatiewaarde. Vervolgens naar de als
maximum geprogrammeerde combi-
natie van abductiewaarde en exorota-
tiewaarde.
Na het bereiken van de geprogram-
meerde abductiewaarde / exorotatie-
waarde gaat de slede10° in de
richting van adductie / endorotatie,
om dan weer naar de maximale
abductiewaarde / exorotatiewaarde te
gaan.
De beweging binnen de laatste 10°
wordt in totaal 5 maal met lage
snelheid herhaald.
Na het voltooien van deze bewe-
gingscyclus gaat de slede opnieuw
naar de als maximum geprogram-
meerde combinatie van adductie-
waarde / endorotatiewaarde, om
vervolgens een nieuwe cyclus met 5
herhalingen binnen de laatste 10° van
de combinatie abductie / exorotatie
te starten.
Indien nodig kunt u deze procedure
een willekeurig aantal keren herhalen.
U beëindigt de behandeling met
behulp van de knop STOP, of door
de geprogrammeerde behandelduur
te laten verlopen.
Standaard instelling: gedeactiveerd
Uitrekken abductie
Met behulp van de speciale functie
„Uitrekken abductie“ is een zacht
uitrekken van het gewricht in de
richting van het arm opheffen moge-
lijk. Het toestel behandelt uitsluitend
de abductie, motor B wordt automa-
tisch uitgeschakeld, de positie van
motor B kunt u na activering van de
speciale functie niet meer verande-
ren.
Vanuit de middenpositie gaat de
slede eerst naar de geprogram-
meerde adductiewaarde, vervolgens
naar de geprogrammeerde abductie-
waarde.
Dan terug in de richting van de
adductie, dan heel langzaam weer
terug naar de geprogrammeerde
abductiewaarde (indicatie ) en
probeert vervolgens (nog langzamer)
daarboven te bereiken (indicatie
).
Als de weerstand tegen deze aanvul-
lende te groot zou zijn, draait de
bewegingsrichting automatisch om,
en beweegt de slede in de tegenge-
stelde richting.
Het toestel herhaalt deze uitrekcyclus
10 maal. Vervolgens gaat de slede
naar de maximaal geprogrammeerde
adductiewaarde, om opnieuw met
een uitrekcyclus abductie te begin-
nen.
Indien nodig kunt u deze procedure
een willekeurig aantal keren herhalen.
U beëindigt de behandeling met
behulp van de knop STOP, of door
de geprogrammeerde behandelduur te
laten verlopen.
Standaard instelling: gedeactiveerd
Uitrekken endorotatie
Met behulp van de speciale functie
„Uitrekken endorotatie“ is een zacht
uitrekken van het gewricht naar
binnen toe mogelijk.
Vanuit de middenpositie gaat de
slede eerst naar de geprogram-
meerde exorotatiewaarde, vervolgens
Tip!
Wanneer u bij het activeren van
deze functie een pauze hebt
geprogrammeerd, wordt deze
iedere keer bij het bereiken van het
maximale uitrekpunt ingelast.
Wanneer u de functie „Uitrekken
abductie“ activeert, wordt automa-
tisch de motor B gedeactiveerd.
Een beweging vindt uitsluitend
plaats in de zin van de adductie /
abductie.
De speciale functie „Uitrekken
abductie“ kunt u niet tegelijk met
een andere uitrekfunctie activeren.
Tijdens de gebruiksmodus van de
slede ziet u in het veld linksboven
in het scherm het symbool .
232
naar de geprogrammeerde endorota-
tiewaarde.
Dan gaat de slede terug in de
richting van de exorotatie, dan heel
langzaam weer terug naar de gepro-
grammeerde endorotatiewaarde
(indicatie ) en probeert vervolgens
(nog langzamer) daarboven te
bereiken (indicatie ).
Als de weerstand tegen deze aanvul-
lende te groot zou zijn, draait de
bewegingsrichting automatisch om,
en beweegt de slede in de tegenge-
stelde richting.
Het toestel herhaalt deze uitrekcyclus
10 maal.
Vervolgens gaat de slede naar de
maximaal geprogrammeerde exorota-
tiewaarde, om opnieuw met een uit-
rekcyclus endorotatie te beginnen.
Indien nodig kunt u deze procedure
een willekeurig aantal keren herhalen.
U beëindigt de behandeling met
behulp van de knop STOP, of door
de geprogrammeerde behandelduur te
laten verlopen.
Standaard instelling: gedeactiveerd
Uitrekken exorotatie
Met behulp van de speciale functie
„Uitrekken exorotatie“ is een zacht
uitrekken van het gewricht naar
buiten toe mogelijk.
Vanuit de middenpositie gaat de
slede eerst naar de geprogram-
meerde endorotatiewaarde, vervol-
gens naar de geprogrammeerde
exorotatiewaarde.
Dan gaat de slede terug in de
richting van de endorotatie, dan heel
langzaam weer terug naar de gepro-
grammeerde exorotatiewaarde
(indicatie ) en probeert vervolgens
(nog langzamer) daarboven te
bereiken (indicatie ).
Als de weerstand tegen deze aanvul-
lende te groot zou zijn, draait de
bewegingsrichting automatisch om,
en beweegt de slede in de tegenge-
stelde richting.
Het toestel herhaalt deze uitrekcyclus
10 maal.
Vervolgens gaat de slede naar
de maximaal geprogrammeerde
endorotatiewaarde, om opnieuw met
een uitrekcyclus exorotatie te begin-
nen.
Indien nodig kunt u deze procedure
een willekeurig aantal keren herhalen.
U beëindigt de behandeling met
behulp van de knop STOP, of door
de geprogrammeerde behandelduur
te laten verlopen.
Standaard instelling: gedeactiveerd
Ter herinnering
Tip!
Wanneer u bij het activeren van
deze functie een pauze hebt
geprogrammeerd, wordt deze
iedere keer bij het bereiken van het
maximale uitrekpunt ingelast.
Wanneer u de functie „Uitrekking
exorotatie“ activeert, wordt automa-
tisch motor A gedeactiveerd. Een
beweging vindt uitsluitend plaats in
de zin van de endo-/exorotatie.
De speciale functie „Uitrekking
exorotatie“ kunt u niet tegelijk met
een andere uitrekfunctie activeren.
Tijdens de gebruiksmodus van de
slede ziet u in het veld linksboven in
het scherm het symbool .
Tip!
Wanneer u bij het activeren van
deze functie een pauze hebt
geprogrammeerd, wordt deze
iedere keer bij het bereiken van het
maximale uitrekpunt ingelast.
Wanneer u de functie „Uitrekking
endorotatie“ activeert, wordt
automatisch motor A gedeacti-
veerd. Een beweging vindt uitslui-
tend plaats in de zin van de endo-
/exorotatie.
De speciale functie „Uitrekken
endorotatie“ kunt u niet tegelijk met
een andere uitrekfunctie activeren.
Tijdens de gebruiksmodus van de
slede ziet u in het veld linksboven in
het scherm het symbool .
233
Nederlands
Voor het opslaan van de ingestelde
parameters drukt u op de knop STOP.
1. Realiseer de mechanische instellin-
gen voor de betreffende patiënten-
maten, zoals beschreven onder punt
4.2.
2. Druk op de knop MENU van de
afstandsbediening, om naar niveau 1
(M1) te gaan.
3. Druk op de parameterknop Endo-
rotatie of Exorotatie en
breng de slede met behulp van de
knoppen +/- in de gewenste rotatie-
positie, die u tijdens de geïsoleerde
beweging in de zin van abductie /
adductie moet bijhouden.
4. Stel vervolgens de gewenste bewe-
gingsuitslag voor de ad-/abductie in,
door eerst op de parameterknop
adductie te drukken, en de
waarden in te stellen met behulp van
de knoppen +/-.
5. Op gelijke wijze stelt u de abductie in
.
6. Druk meermalen op de knop MENU
van de afstandsbediening, om naar
niveau 3 (M3) te gaan.
7. Druk op de parameterknop motor B
aan / uit , om de parameter te
activeren.
8. Deactiveer motor B, door nogmaals
op de parameterknop Motor B aan /
uit of de knop „–“ te drukken. Het
haakje in de cirkel naast het symbool
moet nu weg zijn.
9. Sla de gerealiseerde instellingen op
met behulp van de knop STOP,
breng de slede met behulp van de
knop START in de startpositie, en
start de behandeling door nogmaals
op de knop START te drukken.
1. Realiseer de mechanische instellin-
gen voor de betreffende patiënten-
maten, zoals beschreven onder punt
4.2.
2. Druk op de knop MENU van de
afstandsbediening, om naar niveau 1
(M1) te gaan.
3. Druk op de parameterknop Adduc-
tie of Abductie en breng
de slede met behulp van de knoppen
+/- in de gewenste positie, die u
tijdens de geïsoleerde beweging in de
zin van endorotatie / exorotatie moet
bijhouden.
4. Stel vervolgens de gewenste bewe-
gingsuitslag voor de endorotatie /
exorotatie in, door eerst op de
parameterknop Endorotatie te
drukken, en de waarden in te stellen
met behulp van de knoppen +/-.
5. Op gelijke wijze stelt u de exorotatie
in .
6. Druk meermalen op de knop MENU-
van de afstandsbediening, om naar
niveau 3 (M3) te gaan.
5.6 Toepassings-/ program-
meervoorbeelden
5.6.1 Geïsoleerde adductie /
abductie
Tip!
- Voor de zuivere rotatiebeweging
moet u motor A voor de rotatie
adductie / abductie uitschakelen,
zoals beschreven onder de volgende
punten 6 tot 8.
- Nadat u de bewegingsuitslagen hebt
geprogrammeerd, kunt u de overige
programmaopties zoals pauze,
snelheid et cetera, programmeren.
5.6.2 Geïsoleerde endo-
rotatie / exorotatie
Tip!
- Voor de zuivere adductie / abductie
moet u motor B voor de rotatie
uitschakelen zoals beschreven onder
de punten 6 tot 8.
- Nadat u de bewegingsuitslagen hebt
geprogrammeerd, kunt u de overige
programmaopties zoals pauze,
snelheid et cetera, programmeren.
234
7. Druk op de parameterknop Motor A
aan / uit , om de parameter te
activeren.
8. Deactiveer motor A, door nogmaals
op de parameterknop Motor A aan /
uit of de knop „–“ te drukken. Het
haakje in de cirkel naast het symbool
moet nu weg zijn.
9. Sla de gerealiseerde instellingen op
met behulp van de knop STOP,
breng de slede met behulp van de
knop START in de startpositie, en
start de behandeling door nogmaals
op de knop START te drukken.
1. Stel eerst een exorotatie van 90° in,
en deactiveer motor B als volgt.
a. Druk op de knop MENU van de
afstandsbediening, om naar
niveau 1 (M1) te gaan.
b. Druk op de parameterknop Exoro-
tatie en breng de slede met
behulp van de knoppen + / - in de
gewenste rotatiepositie van 90°.
c. Druk meermalen op de knop
MENU van de afstandsbediening,
om naar niveau 3 (M3) te gaan.
d. Druk op de parameterknop Motor
B aan / uit , om de parame-
ter te activeren.
e. Deactiveer motor B, door nog-
maals op de parameterknop Motor
B aan / uit of de knop „–“ te
drukken. Het haakje in de cirkel
naast het symbool moet nu weg
zijn.
f. U slaat de verrichte instellingen op
door op de knop STOP te druk-
ken.
2. Realiseer nu als volgt de mecha-
nische instellingen voor de individu-
ele patiëntenmaten.
a. Stel de ante-/retroflexie
met
behulp van de vergrendelknop (12)
in op 90°.
b. Borg en houd het bewegingsele-
ment vast bij de bevestigingsbuis
voor de lengte-instelling, en draai
de klembout (14) voor de hoogte-
instelling
Œ
los. Stel nu de hoogte
zo in, dat de draaipunten van
motor A en de schouder overeen-
stemmen.
c. Open nu de klemhendel (18) voor
instelling van de bovenarmlengte
Å
, de klembout (20) voor instelling
van de ellebooghoek
è
en de
klembout (28) voor instelling van
de hoek van de onderarmsteun, en
breng het bewegingselement in
een voor de patiënt aangename en
voor de behandeling gewenste po-
sitie. Sluit nu de afzonderlijke
bevestigingen weer.
d. Open de klemhendel (26), stel de
onderarmlengte
ì
in op de
patiëntenmaat, en sluit de klem-
hendel weer.
3. Programmeer nu als volgt de
gewenste bewegingsuitslag van de
elevatie.
a. Druk op de knop MENU van de
afstandsbediening, om naar
niveau 1 (M1) te gaan.
b. Stel vervolgens de gewenste
bewegingsuitslag voor de
ad-/abductie in, door eerst op de
parameterknop Adductie
te drukken, en de waarden in te
stellen met behulp van de knop-
pen+/-.
c. Op gelijke wijze stelt u de Abduc-
tie in .
Tip!
- Voor de zuivere elevatie moet u
motor B voor de rotatie uitschakelen
zoals beschreven onder de volgende
punten c tot e.
- Nadat u de bewegingsuitslagen hebt
geprogrammeerd, kunt u de overige
programmaopties zoals pauze,
snelheid et cetera, programmeren.
5.6.3 Geïsoleerde elevatie
(flexie)
235
Nederlands
4. Sla de gerealiseerde instellingen op
met behulp van de knop STOP,
breng de slede met behulp van de
knop START in de startpositie, en
start de behandeling door nogmaals
op de knop START te drukken.
Tip!
- Nadat u de bewegingsuitslagen
hebt geprogrammeerd, kunt u de
overige programmaoptieszoals
pauze, snelheid et cetera, program-
meren.
236
U kunt de ARTROMOT
®
-S3 afnemen
met behulp van een desinfectie-
doek, en voldoet daarmee aan de
verhoogde eisen voor medisch-
technische apparatuur.
De behuizing en de afneembare
armsteunschalen kunt u reinigen
met gangbare desinfectiemiddelen
en milde huishoudreinigingsmidde-
len.
Veeg de bewegingsslede uistluitend
af met een vochtige doek.
Controleer vóór elk gebruik visueel of
het toestel mechanische beschadigin-
gen heeft.
Als u beschadigingen of functiestorin-
gen vaststelt, waardoor de veiligheid
van de patiënt en behandelaar niet
meer gewaarborgd is, mag u het toestel
pas na een servicebeurt weer in gebruik
nemen.
Uitsluitend apparatuur die regelmatig
wordt onderhouden, is bedrijfszeker.
Voor het behouden van de veiligheid
van de functies en werking moet u
minstens eenmaal per jaar alle onderde-
len controleren op schade of losse
verbindingen zijn.
Uitsluitend personen mogen deze
controle verrichten, die door hun
opleiding, kennis en praktische ervaring
kundig zijn om deze controle goed uit te
voeren en met betrekking tot deze
controlewerkzaamheden bevoegd zijn.
Bevoegd en vakkundig personeel moet
beschadigde of versleten onderdelen
onmiddellijk vervangen door originele
onderdelen.
Deze controle kan de ORMED-Klanten-
service in het kader van een service-
overeenkomst overnemen. Hier kunt u
ook met andere vragen over mogelijk-
heden terecht.
Verder heeft het toestel geen regel-
matig onderhoud nodig.
Voorzichtig!
Het toestel beschadigen
De gebruikte kunststoffen zijn niet
bestendig tegen minerale zuren,
mierenzuur, fenolen, cresolen,
oxidatiemiddelen, en sterke organi-
sche en anorganische zuren met
een pH-waarde lager dan 4.
Gebruik uitsluitend kleurloze
desinfectiemiddelen, om materiaal-
verkleuring te vermijden.
Bescherm de bewegingsslede
tegen intensieve UV-stralen (zon-
licht) en open vuur.
Waarschuwing!
Gevaar voor elektrische schokken:
trek de stekker uit het stopcontact
voordat u enige reinigingswerkzaam-
heden verricht.
Gevaar voor elektrische schokken,
beschadiging van het toestel: er
mogen geen vloeistoffen in de behui-
zing of in de afstandsbediening
dringen.
6.1 Onderhoud
Technische controle
Controle voor elk gebruik
6.2 Onderhoud (zekerin-
gen vervangen)
237
Nederlands
6. Verzorging, onderhoud, transport, ombouwen
Schakel vóór het vervangen van de
zekeringen de ARTROMOT
®
-S3 uit,
en trek de netstekker eruit.
Maak de vergrendeling van de
zekeringhouder (8) tussen netschake-
laar (7) en netstekker (6) los met
behulp van een geschikt gereed-
schap (afbeelding 1).
Plaats de houder weer na het vervan-
gen van de zekeringen (afbeelding 2).
Let erop dat de houder weer correct
vastklikt.
Afbeelding 1
Afbeelding 2
Voor het transport van de
ARTROMOT
®
-S3 moet u de volgende
instellingen realiseren.
1. Activeer de functie „Transportinstel-
ling“ in het menu (zie ook
5.3), en start de ARTROMOT
®
-S3.
2. Schakel de ARTROMOT
®
-S3 uit met
behulp van de hoofdschakelaar (7).
3. Verwijder het netsnoer (6) voor het
toestel, de stekker voor het bewe-
gingselement en de stekker voor de
afstandsbediening (9).
4. Draai de klembout (14) los, trek de
armsteun (4) voor de gezonde arm
eruit.
5. Hou het bewegingselement vast bij
de opnamebuis (17), draai klembout
(14) los, en trek het bewegingsele-
ment eruit.
6. Stel de ante-/retroflexie steeds in op
(vastzetnop 12).
7. Draai de klembout voor de diepte-
instelling van de hoofdsteun (30) los,
en verwijder de hoofdsteun
1
.
8. Draai de klembout voor de hoogte-
instelling van de schouderbevesti-
ging (31) los, en verwijder deze
1
.
9. Draai de klembout voor de hoogte-
instelling van de patiëntbevestiging
(32) los, en verwijder deze
1
.
10. Draai de klembout voor de instelling
van de rugleuning (10) los, klap de
rugleuning helemaal naar voren, tot
deze plat op de zitting ligt, en draai
de bout weer vast.
11. Verwijder beide splitpennen (34).
Trek de poten van de stoel naar
buiten eruit, steek ze er omgekeerd
weer in, en steek de splitpennen er
weer in.
Waarschuwing!
Gevaar voor de patiënt, functiestorin-
gen, respectievelijk beschadiging van
het toestel
Uitsluitend vakmensen in de zin van
de DIN VDE 0105 of IEC 60364 of
direct vergelijkbare normen mogen de
zekeringen vervangen (bijvoorbeeld
medisch technici, elektrotechnici,
elektronicamensen).
Gebruik uitsluitend zekeringen van
het type T1A.
Zekeringen vervangen
6.3 Transport
238
1
Geldt uitsluitend voor de ARTROMOT
®
-S3
comfort
12. Voor het transport mag u uitsluitend
de originele verpakking gebruiken.
De firma Ormed GmbH & Co. KG is
niet aansprakelijk voor transport-
schades, wanneer u niet de originele
verpakking gebruikt.
13. Plaats de ARTROMOT
®
-S3 (met de
stoelpoten vooraan) op de bodem
van de doos. Voor de juiste positio-
nering zijn markeringen aangebracht
op de bodem van de doos.
14. Plaats nu het bijgevoegde tempex-
gedeelte over de stoel en let daarbij
op de uitsparingen in het tempex.
15. Leg de afstandsbediening (1) in de
bijgevoegde kartonnen doos. Het
bewegingselement, de armsteun, de
onderdelen van de nek- en schou-
derbevestiging en het netsnoer
plaatst u in de overeenkomstige
uitsparing van het tempexdeel van
de verpakking.
16. Sluit de doos nu.
Voor het monteren na transport volgt u
de hiervoor vermelde stappen in de
omgekeerde volgorde.
Waarschuwing!
Gevaar voor elektrische schokken:
voordat u de ARTROMOT
®
-S3
gebruikt, moet u controleren of hij de
kamertemperatuur heeft aangenomen.
Wanneer u het toestel transporteert bij
temperaturen onder nul, moet u hem
circa 2 uur opslaan bij kamertempera-
tuur, tot eventueel aanwezig condens-
vocht is opgedroogd.
239
Nederlands
U kunt de ARTROMOT
®
-S3 gebruiken
voor het linker en het rechter schouder-
gewricht. Hiervoor moet u hem echter
ombouwen. Dat kost echter slechts een
paar handbewegingen.
1. Activeer de functie „Transportinstel-
ling“ in het menu (zie ook
5.3), en start de ARTROMOT
®
-S3.
2. Stel de ante-/retroflexie (vergrendel-
knop 12) aan beide zijden in op 90°
(zie het ombouwschema ).
3. Draai de klembout (14) los, trek de
armsteun voor de gezonde arm eruit
en leg deze op het zitting (zie
ombouwschema a).
4. Hou het bewegingselement vast bij
de opnamebuis (17) en draai de
klembout (14) los.
5. Trek het bewegingselement eruit en
schuif het er aan de andere kant
weer in. Draai de klembout (14) weer
vast (zie ombouwschema b, c)
6. Draai de klembout (20) los, en draai
de onderarmsteun 180°.
Draai de klembout (20) weer vast
(zie ombouwschema Œ d).
7. Houd de onderarmsteun vast en
draai de klembout (28) los.
8. Draai de onderarmsteun om motor B
heen naar de andere kant en draai
de klembout (28) weer vast (zie
ombouwschema Å e).
9. Zet de armsteun voor de gezonde
arm in de opnamebuis en draai de
klembout (14) vast.
10. Stel de ante-/retroflexie aan de zijde
van het bewegingselement in op het
gewenste aantal graden (naar wens,
meestal tussen en maximaal 40°).
6.4 Ombouwen
240
Ombouwschema
U mag het in deze gebruiksaanwijzing
beschreven product niet afvoeren met
het gewone, ongesorteerde huisvuil,
maar u moet het afzonderlijk aanbieden.
Neem contact op met ORMED als u
meer informatie wilt over het afvoeren
van dit toestel.
Elektrische aansluiting:
100 240 V
wisselstroom /
50 60 Hz
Nominale stroom
motor: 2 A maximaal
Opgenomen
vermogen 33 VA
Zekeringen: 2 x T1A
Beschermingsklasse: I
Toepassingsgebied: type B
Maten (transport)
Lengte: 87,5 cm
Breedte: 57,5 cm
Hoogte: 58 cm
Instelbaar bereik (min / max)
Hoogte-instelling: 35 71 cm
(van zitting gemeten)
Bovenarmlengte: 20 32 cm
Onderarmlengte: 29 46 cm
Zithoogte: 48 cm
Gewicht: 25 kg
Materialen: ABS, POM
(Delrin 100),
PUR, PA, FR4,
aluminium,
roestvast staal,
messing
MPG: klasse 2a
Voldoet aan: IEC 60601-
1:1990
+ A1:1993
+ A2: 1995
CSA No.
601.1-M90
UL 2601-1
EMV IEC 60601-1-
(elektromagnetische 2:2001
verdraagzaamheid)
Omgevingscondities
(opslag, transport)
Omgevings-
temperatuur:
-24 ºC tot +60 ºC
Relatieve
luchtvochtigheid: 20% tot 85%
Luchtdruk: 700 hPa tot
1060 hPa
Omgevingscondities (in bedrijf)
Omgevings-
temperatuur:
+10 ºC tot +40 ºC
Relatieve
luchtvochtigheid: 30% tot 75%
Luchtdruk: 700 hPa tot
1060 hPa
Technische veranderingen voorbehou-
den. (06/2007)
8. Technische gegevens
7. Milieuvoorschriften
241
Nederlands
242
Het ontwerp van de ARTROMOT
®
-S3
kent bijzondere voorzorgsmaatregelen
met betrekking tot de elektromagneti-
sche verdraagzaamheid (EMV). U mag
het toestel uitsluitend installeren en in
gebruik nemen volgens de in de bijge-
voegde documenten beschreven EMV-
richtlijnen.
Draagbare / mobiele HF-communicatie-
apparatuur kan de ARTROMOT
®
-S3
beïnvloeden.
U mag de ARTROMOT
®
-S3 niet direct
naast of gestapeld met andere appara-
tuur gebruiken. Als het gebruik in de
nabijheid van of gestapeld met andere
apparatuur noodzakelijk is, moet u
controleren of u de ARTROMOT
®
-S3 in
de gebruikte opstelling kunt gebruiken
volgens de voorschriften.
Als u beschadigingen of functiestorin-
gen vaststelt, waardoor de veiligheid
van de patiënt en behandelaar niet
meer gewaarborgd is, mag u het toestel
pas na een reparatie weer in gebruik
nemen.
Wanneer u modules of leidingen van het
toestel moet vervangen, mag u uitslui-
tend originele onderdelen van de
fabrikant gebruiken, opdat het toestel
ook na een reparatie blijft voldoen aan
de EMV-richtlijnen. Dat betreft het
netsnoer, de leidingen en leidinglengten,
de aandrijfeenheid (motor en regeling),
de afstandsbediening met spiraalkabel
en de insteekverbinding.
De hieronder gebruikte toestelaandui-
ding ARTROMOT
®
-S3 omvat alle
toestelvarianten als ARTROMOT
®
-S3 en
ARTROMOT
®
-S3 Comfort.
9. IEC 60601-1-2:2001
9.1 Elektromagnetische straling
Richtlijnen en verklaring van de producent: elektromagnetische straling
De ARTROMOT
®
-S3 is bedoeld voor gebruik in de hieronder aangegeven elektromagnetische
omgeving. De klant of de gebruiker van de ARTROMOT
®
-S3 moet veiligstellen, dat hij het toestel
in een dergelijke omgeving gebruikt.
Stralingsmetingen
Overeen-
stemming
Elektromagnetische omgeving: richtlijnen
HF-stralingen volgens
CISPR 11
Groep 1
De ARTROMOT
®
-S3 gebruikt HF-energie
uitsluitend voor interne functies. Daarom is de
HF-straling zeer gering en is het onwaarschijn-
lijk, dat deze straling belendende apparatuur
stoort.
HF-stralingen volgens
CISPR 11
Klasse B
De ARTROMOT
®
-S3 is bedoeld voor gebruik in
alle inrichtingen, inclusief woonbereiken en
dergelijke, die direct zijn aangsloten op het
openbare lichtnet, dat ook gebouwen voedt die
worden gebruikt om in te wonen.
Harmonische trillingen
volgens IEC 61000-3-2
Niet van
toepassing
Spanningsfluctuaties /
flikkeringen volgens IEC
61000-3-3
Niet van
toepassing
243
Nederlands
OPMERKING: U
T
is de lichtnet-wisselspanning vóór gebruik van het testniveau.
9.2 Elektromagnetische stoorvastheid
Richtlijnen en verklaring van de producent: elektromagnetische stoorvastheid
D
e ARTROMOT
®
-
S3 is bedoeld voor gebruik in de onderstaand gespecificeerde elektromagneti-
sche omgeving. Het is de verantwoordelijkheid van de klant, of de gebruiker, om er voor te
z
orgen dat de ARTROMOT
®
-
S3 in zulk een omgeving wordt gebruikt.
Immuniteitstest IEC 60601
Test niveau
Conformiteits-
niveau
Elektromagnetische omgeving –
Richtlijn
E
lektrostatische
ontlading
(ESD)
I
EC 61000-4-2
±
6 kV contact
± 8 kV lucht
±
6 kV contact
± 8 kV lucht
V
loeren dienen van hout, beton, of
keramische tegels te zijn. Als vloeren
met synthetisch materiaal belegd
z
ijn, dient de relatieve vochtigheid
tenminste 30% te bedragen.
Elektrische
snelle/kortstondi
ge pieken
IEC 61000-4-5
± 2 kV voor
netspanning
± 1 kV voor
input/output
aansluitingen
± 2 kV voor
netspanning
± 1 kV voor
input/output
aansluitingen
Netspanning dient van normale
commerciële of ziekenhuis kwaliteit
te zijn.
Pieken
IEC 61000-4-5
± 1 kV differential
mode
± 2 kV common
mode
± 1 kV differential
mode
± 2 kV common
mode
Netspanning dient van normale
commerciële of ziekenhuis kwaliteit
te zijn.
Voltage dips,
korte onderbre-
kingen en
voltage variaties
op netvoedings-
ingang
IEC 61000-4-11
< 5% U
T
(> 95% dip in U
T
)
gedurende
1
2
periode
40% U
T
(60% dip in U
T
)
gedurende
5 periodes
70% U
T
(30% dip in U
T
)
gedurende
25 periodes
< 5% U
T
(> 95% dip in U
T
)
gedurende 5 s
< 5 % U
T
(> 95 % dip in U
T
)
gedurende
1
2
periode
40% U
T
(60% dip in U
T
)
gedurende
5 periodes
70% U
T
(30% dip in U
T
)
gedurende
25 periodes
< 5% U
T
(> 95% dip in U
T
)
gedurende 5 s
Netspanning dient van normale
commerciële of ziekenhuis kwaliteit
te zijn. Als de gebruiker van de
ARTROMOT
®
-S3 continue functio-
naliteit vereist tijdens netspannings-
uitval, is het aan te bevelen om de
ARTROMOT
®
-S3 te voeden via een
uninterruptible power supply of een
batterij.
Netspannings-
frequentie
(50/60 Hz)
magnetisch
veld
IEC 61000-4-8
3 A/m 3 A/m Netspanningsfrequentie magneti-
sche velden dienen op het niveau te
liggen dat karakteristiek is voor een
doorsnee commerciële of ziekenhuis
omgeving.
244
OPMERKING 1: bij 80 MHz en 800 MHz geldt de hogere waarde.
OPMERKING 2: deze richtlijnen zijn misschien niet van toepassing voor alle situaties. Absorptie en
reflectie van gebouwen, voorwerpen en mensen beïnvloeden de voortplanting van elektromagneti-
sche golven.
a) De veldsterkte van stationaire zenders zoals basisstations van draadloze telefoons en mobiele
landzenders, amateurstations, AM- en FM-radio- en televisiezenders, kunt utheoretisch vooraf
niet exact bepalen. Wanneer u de elektromagnetische omgeving als gevolg van stationaire HF-
zenders wilt bepalen, adviseren we de locatie te onderzoeken. Wanneer de veldsterkete op de
locatie van de ARTROMOT
®
-S3 hoger is dan het hierboven aangegeven overeenstemmingsni-
veau, moet u de ARTROMOT
®
-S3 controleren met betrekking tot zijn normale gebruik op iedere
toepassingslocatie. Wanneer u ongewone prestatiekenmerken waarneemt, moet u misschien
aanvullende maatregelen treffen, bijvoorbeeld een nieuwe oriëntering of omzetting van de
ARTROMOT
®
-S3
b) Boven het frequentiebereik van 150 kHz tot 80 MHz is de veldsterkte kleiner dan 3 V/m.
9.2 Elektromagnetische stoorvastheid
Richtlijnen en verklaring van de producent: elektromagnetische stoorvastheid
D
e ARTROMOT
®
-
S3 is bedoeld voor gebruik in de hieronder aangegeven elektromagnetische
omgeving. De klant of de gebruiker van de ARTROMOT
®
-S3 moet veiligstellen, dat hij het
t
oestel in een dergelijke omgeving gebruikt.
Stoorvastheids-
c
ontroles
IEC 60601-
t
estniveau
Overeenstem-
m
ingsniveau
Elektromagnetische omgeving:
r
ichtlijnen
D
raagbare en mobiele zendappa-
ratuur mogen minimaal in een
a
fstand tot de ARTROMOT
®
-
S3
inclusief de leidingen als de
geadviseerde veiligheidafstand
worden gebruikt, die u berekent
met de formule die geschikt is voor
deze zendfrequentie.
Aanbevolen veiligheidsafstand :
Geleide HF-stoor-
grootheden volgens
IEC 61000-4-6
3 Veff
150 tot bis
80 MHz
3 Veff
d = 1,2 öäP
Gestraalde
HF-stoorgrootheden
volgens
IEC 61000-4-3
3 V/m
80 MHz tot
2,5 GHz
3 V/m
d = 1,2 öäP
80 MHz tot 800 MHz
d = 1,2 öäP
800 MHz tot 2,5 GHz
Met P als het nominale vermogen
van de zender in Watt (W) volgens
de gegevens van de producent van
de zender, en d als de aanbevolen
veiligheidsafstand in meter (m).
De veldsterkte van stationaire
omroepzenders is bij alle frequen-
ties volgens een onderzoek ter
plekke
a
kleiner dan het overeen-
stemmingsniveau
b
.
In de omgeving van
apparatuur die het
volgend symbool
draagt, zijn storingen
mogelijk.
245
Nederlands
OPMERKING 1: voor de berekening van de aanbevolen veiligheidsafstand van zenders in het
frequentiebereik van 80 MHz to 2,5 GHz werd een extra factor van 10/3 gebruikt, om de waar-
schijnlijkheid te verkleinen dat een abusievelijk in het bereik van de patiënt aangebracht mobiel /
draagbaar communicatietoestel een storing veroorzaakt.
OPMERKING 2: deze richtlijnen zijn misschien niet van toepassing voor alle situaties. Absorptie en
reflectie van gebouwen, voorwerpen en mensen beïnvloeden de voortplanting van elektromagneti-
sche golven.
9.3 Aanbevolen veiligheidsafstanden
A
anbevolen veiligheidsafstanden tussen draagbare / mobiele HF-communicatieapparatuur en de
ARTROMOT
®
-S3
De ARTROMOT
®
-S3 is bedoeld voor gebruik in een elektromagnetische omgeving, waarin de
uitgestraalde HF-storingsgrootheden worden gecontroleerd. De klant of gebruiker van de
A
RTROMOT
®
-
S3 kan helpen elektromagnetische storingen te verhinderen, door minimale
afstanden tussen draagbare / mobiele HF-communicatie-inrichtingen (zenders) en de
A
RTROMOT
®
-
S3 aan te houden, zoals hieronder aanbevolen aan de hand van het maximale
uitgangsvermogen van de communicatie-inrichting.
Nominaal vermogen van
d
e zender
W
Veiligheidsafstand volgens zendfrequentie
m
150 kHz tot 80 MHz
d = 1,2 öäP
80 MHz tot 800 MHz
d = 1,2 öäP
800 MHz tot 2,5 GHz
d = 1,2 öäP
0,01 0,12 0,12 0,23
0,1 0,38 0,38 0,73
1 1,2 1,2 2,3
10 3,8 3,8 7,3
100 12 12 23
Voor zenders waarvoor u in de bovenstaande tabel niet het nominale vermogen vind, kunt u de
afstand bepalen met behulp van de formule die bij de betreffende kolom hoort, waarbij u het
nominale vermogen P van de zender in Watt (W) moet hanteren volgens de gegevens van de
producent van de zender.
10. Contacten
Voor vragen over het product en service
staan we graag voor u klaar.
Ormed international
Neem contact op met uw plaatselijke
vertegenwoordiger of direct met het
hoofdkantoor in Duitsland.
Hoofdfiliaal Duitsland
Ormed GmbH & Co. KG
Merzhauser Straße 112
D-79100 Freiburg; Duitsland
Telefoon +49 761 45 66-01
Fax +49 761 45 66 55-01
Internet
www.ormed.de
Garantie:
2 jaar (mechanische onderdelen)
2 jaar (elektronica)
Verkoop:
Ormed GmbH & Co. KG
Merzhauser Straße 112
D-79100 Freiburg; Duitsland
246
Heeft u technische vragen?
Heeft u de technische service nodig?
Telefoon: +49-180-5-1 ormed de
+49-180-5-1 67 63 33
Fax: +49-180-5-3 ormed de
+49-180-5-3 67 63 33
Verstuur het toestel alleen in de origi-
nele verpakking om beschadiging
tijdens transport te vermijden. U kunt
verzenddozen bij ORMED bestellen.
Voordat u de slede inpakt, moet u het in
de transportstand zetten (zie hoofdstuk
5 en 6).
De actuele lijst met onderdelen kunt u
vinden in het servicehandboek.
Bij het bestellen van onderdelen geeft u
altijd het volgende aan.
- Positie
- Beschrijving
- Artikelnummer
- Aantal
- Serienummer van het toestel
In uitzonderingsgevallen moet u bij
vervangingsonderdelen rekening
houden met een toeslag voor kleine
hoeveelheden.
Pos. Beschrijving Art.-Nr. Aantal
1. Patiëntenchipkaart 0.0034.048
2. Patiëntenchipkaart
(protocol) 0.0037.035
3. Foliestift voor
patiëntenchipkaart 0.0031.006
Tip!
Uitsluitend bevoegde vakmensen
mogen reparaties verrichten.
ORMED GmbH & Co. KG biedt u
overeenkomstige serviceopleidingen
aan.
11.3 Onderdelen
11.2 Verzenden
11.1 Telefoonnummer voor
technische spoedhulp
11. Technische service
247
Nederlands
12. Conformiteitsverklaring
Conformiteitsverklaring
Overeenkomstig de bepalingen van de EG-richtlijn 93/42/EEG gedateerd
14 juni 1993 voor medische producten verklaart de firma
ORMED GmbH & Co.KG
Merzhauser Straße 112
D-79100 Freiburg; Duitsland
dat de producten van de productlijn
ARTROMOT
®
volgens de bijlage
overeenstemmen met de richtlijn 93/42/EEG gedateerd 14 juni 1993
appendix II, evenals met de hieraan ten grondslag liggende eisen van
appendix I.
0297
Freiburg, 13 juni 2007
_______________________________________
- Gevolmachtigd kwaliteitsmanagement QMB-
Bijlage:
ARTROMOT
®
-S2PRO
ARTROMOT
®
-S3
ARTROMOT
®
-S3 Comfort
ARTROMOT
®
-K1
ARTROMOT
®
-K2
ARTROMOT
®
-K2PRO
ARTROMOT
®
-K2PRO chip
ARTROMOT
®
-K3
ARTROMOT
®
-K4
ARTROMOT
®
-SP2
ARTROMOT
®
-SP3
ARTROMOT
®
-E2
ARTROMOT
®
-E2 compact
CONFOR MI TE IT SVERKLARING
251
Diese Seite ausklappen
Fold out this page
Déplier cette page
Desplegar esta página
Aprire questa pagina
Deze bladzijden uitvouwen

Documenttranscriptie

ARTROMOT ® -S3 D E F ES I NL Gebrauchsanweisung Operating Instructions Mode d’emploi Modo de empleo Istruzioni per l’uso Gebruiksaanwijzing Diese Seite ausklappen Fold out this page Déplier cette page Desplegar esta página Aprire questa pagina Deze bladzijden uitvouwen 2 Inhoudsopgave Beschrijving 3 Afbeeldingen 252 Symbol Overview 249 1. Informatie voor het gebruik van de bewegingsslede 1.1 Toepassingsmogelijkheden 1.2 Behandeldoelen 1.3 Indicaties 1.4 Contra-indicaties 209 209 209 209 209 2. Beschrijving van de ARTROMOT®-S3 2.1 Verklaring van de functie-elementen 2.2 De afstandsbediening 2.3 Verklaring van de pictogrammen 2.4 Verklaring van de symbolen (aansluitingen en typeplaatje) 210 210 211 214 215 3. Veiligheidsaanwijzingen 216 4. Het toestel instellen 4.1 Het toestel aansluiten, functiecontrole 4.2 Het toestel instellen op de maten van de patiënt 219 219 220 5. Behandelwaarden instellen 5.1 Algemene programmeeraanwijzingen voor de ARTROMOT®-S3 5.2 ARTROMOT®-S3 Standard-versie programmeren 5.3 Informatie met betrekking tot de behandelwaarden van de Standard-versie 5.4 ARTROMOT®-S3 Comfort-versie programmeren 5.5 Informatie met betrekking tot de programma’s van de Comfort-versie 5.6 Toepassings-/ programmeervoorbeelden 222 222 224 224 229 229 234 6. Verzorging, onderhoud, transport, ombouwen 6.1 Onderhoud 6.2 Onderhoud (zekeringen vervangen) 6.3 Transport 6.4 Ombouwen 237 237 237 238 240 7. Milieuvoorschriften 241 8. Technische gegevens 241 9. IEC 9.1 9.2 9.3 242 242 243 245 60601-1-2:2001 Elektromagnetische straling Elektromagnetische stoorvastheid Aanbevolen veiligheidsafstanden 10. Contacten 245 11. Technische service 11.1 Telefoonnummer voor technische spoedhulp 11.2 Verzenden 11.3 Onderdelen 246 246 246 246 12. Conformiteitsverklaring 247 208 1. Informatie voor het gebruik van de bewegingsslede 1.3 Indicaties 1.1 Toepassingsmogelijkheden De bewegingsslede is geschikt voor de behandeling van de meest voorkomende letsels, postoperatieve aandoeningen en gewrichtsaandoeningen van het schoudergewricht, zoals de volgende. De ARTROMOT®-S3 is een gemotoriseerde bewegingsslede voor continue passieve beweging (Continuous Passive Motion = CPM) van het schoudergewricht. Het toestel is zowel in ziekenhuis / huisartsenspreekuur als voor de verhuurservice een belangrijke aanvulling op de medisch-therapeutische behandeling. - Gewrichtsdistorsies en -contusies - Artrotomieën en artroscopieën in combinatie met synovectomie, artrolyse of andere intra-articulaire procedures 1.2 Behandeldoelen - Alle soorten artroplastieken - Gewrichtsmobilisatie onder narcose - Operatief behandelde fracturen, pseudoartrose, zodra deze oefenstabiel zijn De bewegingsbehandeling met de bewegingsslede ARTROMOT®-S3 is voornamelijk bedoeld voor het vermijden van schadelijke effecten door immobilisatie, voor het snel terugkrijgen van een pijnvrije bewegelijkheid van het gewricht evenals het bevorderen van een snel genezingsproces met een goed functioneel resultaat. - Decompressie-operaties (acromioplastiek) - Implantatie van endoprotheses - Operaties van de weke delen in de oksel en van de schoudergordel - Tumoroperaties in de schouderregio Verder zijn er de volgende behandeldoelen. 1.4 Contra-indicaties - Verbetering van de gewrichtsstofwisseling - Vermijden van gewrichtstijfheid (artrofibrose) - Ondersteuning van opbouw en genezing van kraakbeenoppervlak en de genezing van bandletsel - Snellere absorptie van afbraakstoffen - Acute ontstekingen van het schoudergewricht, tenzij uitdrukkelijk door de arts voorgeschreven - Verbeterde lymfe- en bloedcirculatie - Spastische verlammingen - Het vermijden van trombose en embolieën - Instabiele osteosynthesen 209 Nederlands In de volgende situaties mag u geen gebruik maken van de ARTROMOT®-S3. 2. Beschrijving van de ARTROMOT®-S3 De gemotoriseerde bewegingsslede maakt de volgende bewegingen in het schoudergewricht mogelijk. Ad-/abductie Endo-/exorotatie Elevatie (flexie) met 60° - 90° gebogen elleboog 2.1 Verklaring van de functie-elementen 0° - 30° - 175° 90° - 0° - 90° Tip: vouw bladzijde 3 uit! 0° - 30° - 175° 1. Afstandsbediening 2. Patiëntenchipkaart 3. Opbergvak voor de afstandsbediening 4. Armsteun voor de gezonde arm 5. Transportrollen 6. Aansluiting voor de stroomdraad 7. Aan-/uitschakelaar 8. Zekering 9. Stekker voor het bewegingselement 10. Vleugelbout om de hoek van de rugleuning in te stellen 11. Omklapmechanisme van de rugleuning (transportstand) 12. Instelknop van de ante-/retroflexie (horizontale ad-/abductie) 13. Opnamebuis voor de hoogteinstelling 14. Klembout voor de hoogte-instelling 15. Inschuifbuis voor de hoogteinstelling 16. Motor A 17. Opnamebuis voor de lengteinstelling van de bovenarm 18. Klemhendel voor de lengte-instelling van de bovenarm 19. Inschuifbuis voor de lengte-instelling van de bovenarm 20. Klembout voor het instellen van de ellebooghoek 21. Motor B 22. Elleboogsteun 23. Onderarmsteun 24. Gordel voor het bevestigen van de onderarm 25. Opnamebuis voor lengte-instelling van de onderarm 26. Klemhendel voor de lengte-instelling van de onderarm 27. Inschuifbuis voor de lengte-instelling van de onderarm 28. Klembout voor het draaimechanisme 29. Handgreep Ante-/retroversie 0° -120° (horizontale ad-/abductie) Uitsluitend handmatig instelbaar Deze is aan beide zijden inzetbaar, met aanpassing van de zijden. Tip! We willen de actuele positie van de bewegingsslede eenduidig weergeven. Daartoe karakteriseren we de endorotatiewaarden op het scherm en in het vervolg in de gebruikshandleiding met „–“. De ARTROMOT®-S3 onderscheidt zich, onder andere, door de volgende kenmerken. - Anatomisch juiste instelbaarheid - Fysiologische bewegingsprocessen - Grootst mogelijke bewegingsomvang - Afstandsbediening voor het nauwkeurig instellen van alle behandelwaarden - Chipkaart voor het opslaan van de geprogrammeerde waarden - Gemakkelijk te transporteren Bioverdraagzaamheid De onderdelen van de ARTROMOT®-S3, die tijdens gebruik contact maken met de patiënt, zijn zo uitgevoerd dat ze aan de bioverdraagzaamheidseisen van de toepassing zijnde standaards voldoen. 210 30. Diepte-instelling voor de hoofdsteun1 31. Hoogte-instelling voor het bevestiggen van de schouder1 32. Hoogte-instelling voor het bevestiggen van de patiënt1 1 33. Bolscharnier voor de hoofdsteun1 34. Splitpennen Technische veranderingen voorbehouden (06/2007) Geldt uitsluitend voor de ARTROMOT®-S3 comfort 2.2 De afstandsbediening 2.2.1 Afstandsbediening in de normale modus Patiëntenchipkaart Actuele hoek motor A Actuele hoek motor B Geprogrammeerd behandelprogramma Weergave behandeltijd Geprogrammeerde abductiewaarde Geprogrammeerde exorotatiewaarde Geprogrammeerde adductiewaarde Geprogrammeerde endorotatiewaarde Actuele draairichting motor A Actuele draairichting motor B Parameterknoppen Knop „+“ Knop START Knop „-“ Knop STOP 211 Nederlands Knop MENU 2.2.2 Afstandsbediening in MENU-selectiemodus Actuele hoek van de bewegingsslede in abductie / adductie Actuele hoek van de bewegingsslede in endorotatie / exorotatie Actueel MENU-niveau Ter beschikking staande parameters en bijbehorende parameterknoppen 2.2.3 Afstandsbediening in de programmeermodus Bewegingsuitslag Actueel geprogrammerde maximale waarde van de abductie of exorotatie (hier abductie) Geselecteerde functie Geactiveerde parameter (hier abductie) Actuele hoek van de bewegingsslede abductie / adductie of endorotatie / exorotatie Actueel geprogrammerde maximale waarde van de adductie of endorotatie (hier adductie) 212 2.2.4 Afstandsbediening in de programmeermodus Algemeen 213 Nederlands Actuele toestand van de geselecteerde functie (hier snelheid) Geselecteerde functie 2.3 Verklaring van de pictogrammen Zie ook het pictogrammenoverzicht, pagina 249. Standaard-programma’s: Comfort-programma’s: Abductie Opwarmprogramma Adductie Isolatieprogramma Endorotatie Behandelverloopdocumentatie abductie / adductie Exorotatie Behandelverloopdocumentatie endorotatie / exorotatie Pauze Timer Oscillatie Snelheid Uitrekken abductie Nieuwe patiënt Uitrekken endorotatie Omkeren bewegingsrichting motor A Uitrekken exorotatie Omkeren bewegingsrichting motor B Motor A aan / uit Motor B aan / uit Transportinstelling Modus synchroon / asynchroon Totale behandeltijd Servicemenu 214 2.4 Verklaring van de symbolen (aansluitingen en typeplaatje) Wisselstroom Aardaansluiting Toepassingsonderdeel type B Hoofdschakelaar UIT Hoofdschakelaar AAN Leef de bijgevoegde documentatie na 215 Nederlands Voer het toestel niet af met het gangbare huisvuil 3. Veiligheidsaanwijzingen Verklaring  Waarschuwing! Lees zorgvuldig de veiligheidsaanwijzingen voor het in gebruik nemen van de bewegingsslede. Hieronder ziet u de aanduidingen voor de veiligheidsaanwijzingen. Gevaar voor patiënten  – Uitsluitend bevoegde personen mogen de ARTROMOT®-S3 bedienen. Bevoegd betekent dat deze persoon is onderwezen in de bediening van het toestel en de inhoud van deze gebruikershandleiding kent.  Gevaar! Maakt u opmerkzaam op een onmiddellijk dreigend gevaar. Het negeren van deze waarschuwing leidt tot de dood of zwaar letsel. – Voordat hij het toestel gebruikt, moet de gebruiker controleren of het toestel goed werkt en in de juiste toestand verkeert. Hij moet met name leidingen en insteekinrichtingen controleren op beschadigingen. Beschadigde onderdelen moet hij onmiddellijk vervangen.  Waarschuwing! Maakt u opmerkzaam op een gevaar. Het negeren van deze waarschuwing kan leiden tot de dood of zwaar letsel. – Voordat u begint met de behandeling moet u een testronde inlassen met verscheidene bewegingscycli zonder en ten slotte met patiënt. Controleer van alle instelbouten of ze goed zijn vastgedraaid.  Voorzichtig! Maakt u opmerkzaam op een mogelijkerwijs gevaarlijke situatie. Het negeren van deze waarschuwing kan leiden tot licht letsel en / of tot de beschadiging van het product. – Waneer er twijfel bestaat over de juiste instelling van het toestel en / of de programmering, moet u de behandeling onmiddellijk afbreken. – Let op de anatomisch juiste instelling van het toestel voor de patiënt. Controleer de volgende instellingen / positioneringen: (zie de nummering op het toestel). Veiligheidsaanwijzingen  Gevaar! Explosiegevaar  1. Ante-/retroflexie (horizontale ad-/abductie) 2. Hoogte-instelling 3. Lengte-instelling bovenarm 4. Hoekinstelling elleboog 5. Lengte-instelling onderarm 6. Instelling hoofdsteun Bij gebruik van de bevestigingsoptie van de patiënt1 7. Hoogte- en diepte-instelling van hoofdsteun en schouderbevestiging1 De ARTROMOT®-S3 is niet bedoeld voor gebruik in bereiken binnen medisch gebruikte ruimten indien in deze bereiken explosiegevaar bestaat. Bereiken met explosiegevaar kunnen ontstaan door gebruik van brandbare narcosemiddelen of huidreingigingsen huiddesinfectiemiddelen. 1 Geldt uitsluitend voor de ARTROMOT®-S3 comfort 216 – Let erop dat er geen lichaamsdelen of voorwerpen (zoals deken, kussen, kabel et cetera) in de bewegende delen van de slede kunnen komen. – De instellingen 1 tot 7 mag u uitsluitend veranderen, wanneer zich geen patiënt op de stoel bevindt. – De beweging moet altijd pijn- en irritatievrij zijn. – De patiënt moet tijdens instructie en het gebruik van de slede volledig bij bewustzijn zijn.  Waarschuwing! Gevaar voor elektrische schokken  – De keuze van de te programmeren behandelparameter (inclusief de te gebruiken behandelprogramma’s) kan en mag uitsluitend de behandelende arts of therapeut verrichten. Per situatie moet de arts of therapeut beslissen, of de bewegingsslede mag worden gebruikt bij de patiënt. Neem de volgende waarschuwingen beslist in acht. Anders bestaat er gevaar voor patiënt, gebruiker en assistent. – Voordat u de ARTROMOT®-S3 gebruikt, moet u controleren of hij de kamertemperatuur heeft aangenomen. Wanneer u het toestel transporteert bij temperaturen onder nul, moet u hem circa 2 uur opslaan bij kamertemperatuur, tot eventueel aanwezig condensvocht is opgedroogd. – Leg de patiënt uit hoe hij de afstandsbediening van de ARTROMOT®-S3 moet gebruiken. De afstandsbediening moet zich in de onmiddellijke nabijheid van de patiënt bevinden, opdat deze de behandeling kan onderbreken, wanneer dat nodig mocht zijn. Bij patiënten, die de afstandsbediening niet kunnen bedienen (bijvoorbeeld bij verlamming), mag de behandeling uitsluitend plaatsvinden onder permanent toezicht van vakpersoneel. – Gebruik de ARTROMOT®-S3 uitsluitend in droge ruimtes. – Wanneer u het toestel loshaalt van het lichtnet, trekt u eerst de stekker uit het stopcontact en maakt u dan pas het netsnoer los van het toestel. – De patiëntenchipkaart moet de naam van de patiënt vermelden. U mag de chipkaar uitsluitend gebruiken voor de betreffende patiënt. Wanneer u de patiëntenchipkaart voor een andere patiënt gebruikt, moet u controleren of de gegevens van de vorige patiënt zijn gewist (Zie de hoofdstukken 4.1 en 5.3, paragraaf „Nieuwe patiënt“). U mag uitsluitend originele chipkaarten gebruiken. – Voor de stroomtoevoer mag u geen verlengsnoeren met stekkerblok gebruiken. U mag de ARTROMOT®-S3 uitsluitend aansluiten op een volgens de voorschriften geïnstalleerd stopcontact. Voordat u de stekker in het stopcontact steekt, moet u het netsnoer helemaal afrolllen en zodanig leggen dat hij tijdens het gebruik van het toestel niet tussenbewegende delen kan komen. – U mag bij de ARTROMOT®-S3 uitsluitend accessoires gebruiken die ORMED heeft vrijgegeven. 217 Nederlands – Wanneer u het toestel aan andere toestellen koppelt, of een samenvoeging van medische systemen gebruikt, moet u controleren of de optelsom van lekstromen geen gevaar vormt. Neem bij vragen contact op met ORMED.  Voorzichtig! – Voordat u begint met enige reinigings- en reparatiewerkzaamheden moet u de stekker uit het stopcontact trekken. Schuur- en drukplekken vermijden  Let er bij zwaarlijvige, bijzonder grote en zeer kleine patiënten op dat u schuur- en drukplaatsen vermijdt. – Er mag geen vloeistof in de bewegingsslede of in de afstandsbediening dringen. Wanneer er toch vloeistof indringt, mag u de ARTROMOT®-S3 pas weer in gebruik nemen nadat de klantenservice hem heeft nagekeken. Gevaar voor patiënten, beschadiging van de slede  U mag de slede niet gebruiken voor het transporteren van personen.  Voorzichtig! Schade aan het toestel   Waarschuwing! Functiestoringen van het toestel  – Controleer of de kengetallen van het lichtnet overeenkomen met de spannings- en frequentiegegevens van het typeplaatje. – Magnetische en elektrische velden kunnen de werking van het toestel beïnvloeden. Controleer bij het gebruik van het toestel of alle andere toestellen in de buurt voldoen aan hun relevante EMV-eisen. Röntgentoestellen, tomografen, zendinstallaties, mobiele telefoons et cetera kunnen andere toestellen storen, omdat ze vergunningsconform hogere elektromagnetische storingen kunnen afgeven. Houd voldoende afstand tot dergelijke toestellen, en controleer ze voor u ze gebruikt. – De maximale permanente belasting van het zitvlak bedraagt 150 kg. – Let erop dat geen voorwerpen (zoals deken, kussen, kabel et cetera) in de bewegende delen van de slede kunnen komen. – Stel de ARTROMOT®-S3 niet bloot aan direct zonlicht, aangezien de onderdelen dan ontoelaatbaar warm kunnen worden. – Let erop dat u de stekkers er slechts in een bepaalde stand kunt insteken, en zet de insteekverbinding altijd vast met behulp van de vergrendeling. – Uitsluitend bevoegde personen mogen reparatie- en onderhoudswerkzaamheden verrichten. – Leg alle leidingen zodanig, dat ze tijden het gebruik van het toestel niet in bewegende delen kunnen terechtkomen en geen struikelgevaar vormen. – Controleer de ARTROMOT®-S3 minstens eenmaal per jaar op mogelijke schades of losse verbindingen. 218 4. Het toestel instellen Tip: vouw voor een overzicht van de afzonderlijke stappen de bladzijden 3 en 252 uit! Instelling met reeds geprogrammeerde chipkaart Steek de originele patiëntenchipkaart (2) in de afstandsbediening (1). 4.1 Het toestel aansluiten, functiecontrole Druk op de knop START. Het toestel gaat automatisch naar de startpositie (maximale adductiewaarde, middenwaarde endorotatie / exorotatie). 1. Sluit het netsnoer aan op aansluitbus (6) op het toestel en steek hierna de stekker in een stopcontact met randaarde (100-240 Volt, 50 / 60 Hertz). Functiecontrole 2. Schakel het toestel in met behulp van de hoofdschakelaar (7). Wanneer u de afstandsbediening kunt bedienen zoals hierboven beschreven, en de ARTROMOT®-S3 naar de basispositie gaat (zie de basispositie-waarden in hoofdstuk 5.3), werkt het toestel probleemloos. 3. Breng de slede nu als volgt in zijn basispositie. Eerste instelling bij een nieuwe patiënt Wanneer het toestel in bedrijf is, verricht het continu een functiecontrole. Wanneer het daarbij een storing waarneemt, Noteer de naam van de patiënt op de achterzijde van de chipkaart. Steek de originele patiëntenchipkaart (2) in de afstandsbediening (1). – klinkt een waarschuwingssignaal – schakelt het onmiddellijk uit Druk op de afstandsbediening driemaal op de knop MENU, tot u prgrammeerniveau 3 bereikt (iedere keer wanneer u op de knop drukt, gaat u naar een volgend niveau). – verschijnt de melding „ERROR“ met een storingscode (bijvoorbeeld ERROR 5). U kunt het toestel dan opnieuw opstarten door de hoofdschakelaar kort uit en dan weer in te schakelen. Wanneer de storingsmelding aanwezig blijft, mag u het toestel pas weer gebruiken als de klantendienst het heeft nagekeken. Druk op de parameterknop „Nieuwe patiënt“ en activeer deze functie (haakje in de cirkel naast de functie). Druk op de knop START. Het toestel gaat automatisch naar de basispositie. 219 Nederlands Wanneer u uzelf ervan hebt overtuigd dat de ARTROMOT®-S3 probleemloos werkt, laat u de patiënt plaatsnemen op de ARTROMOT®-S3. • Stel nu de hoofdsteun1 in: hoogteinstelling met klembout (32), diepteinstelling met klembout (30), fijninstelling met bolscharnier (33). 4.2 Het toestel instellen op de maten van de patiënt • Positioneer de schouderbevestiging1 met klembout (31) circa 1 cm boven de schouders. Tip! Bij de volgende instellingen mag de arm van de patiënt nog niet op de armsteun rusten. Pas wanneer u de slede vooraf hebt ingesteld op de maten van de patiënt, moet u een instelcontrole respectievelijk fijnafstelling verrichten met de arm van de patiëntop de armsteun. • Plaats de armsteun voor de gezonde arm op een zodanige hoogte, dat de patiënt rechtop zit (klembout 14). De instellingen hebben volgnummer 1 tot 5. Op de slede vind u deze nummers als oriënteringshulp. Realiseer deze instellingen steeds in deze volgorde. Noteer de instelwaarden op de achterzijde van de patiëntenchipkaart. Voordat u begint de ARTROMOT®-S3 nauwkeurig af te stemmen op de maten van depatiënt, moet u de slede ombouwen voor de linker of rechter schouder. (Zie het hoofdstuk 6.4 „Ombouwen“) Anatomisch juiste instelling Realiseer de volgende instellingen voordat u begint met de behandeling: Rugleuning, hoofdsteun, schouderbevestiging, armsteun Voordat u met de eigenlijke instellingen begint, moet u de patiënt in een juiste anatomische positie zetten. • Draai de vleugelbout (10) los en plaats de rugleuning in een voor de patiënt aangename positie. (Afbeelding F) 1 Geldt uitsluitend voor de ARTROMOT®-S3 comfort 220 † Ante-/retroflexie (afbeelding A) Tip! (horizontale ad-/abductie) Een verandering van de ellebooghoek naar minder of meer dan 90° flexie leidt tot een verandering van de lengte-instelling van de bovenarm. Probeer met de instellingen de patiënt zo comfortabel mogelijk te positioneren. • Druk de vastzetknop (12) in en let erop, dat hij na de instelling weer goed vastklikt. ì Onderarmlengte (afbeelding E) Œ Hoogte-instelling (afbeelding B) • Maak de klemhendel (26) los en trek de handgreep zo ver uit, tot de onderarm comfortabel tussen elleboogsteun en handgreep zit. Voordat u de klembout (14) losdraait, moet u het beweegbare deel van de slede vasthouden opdat hij niet naar beneden valt; liefst aan de opnamebuis voor de positie-instelling (17). • Sluit de klemhendel weer. Tip! • Stel de hoogte zo in, dat de as van motor A op één lijn ligt met het draaipunt van het schoudergewricht (afbeelding pagina 220). Het draaipunt van motor A moet overeenkomen met het draaipunt van het schoudergewricht. Voor de nauwkeurige aanpassing kunt u de hoek van de armsteun veranderen. Draai daartoe de klembout (28) onder de armsteun los. Stel de gewenste hoek in en sluit de klembout weer. • Draai de klembout weer vast. Å Bovenarmlengte (afbeelding C) Controle van de instellingen, fijnafstelling Het instelmechanisme voor de bovenarmlengte is zelfremmend. U moet bij het instellen tegelijkertijd motor B licht omhoog trekken en er op letten dat de inschuifbuis niet kantelt. • Leg de arm van de patiënt in de armsteun. • Controleer de instellingen 1 tot 5 en zorg ervoor dat • Draai de klemhendel (18) los en til de motor tijdens het instellen licht omhoog. – het draaipunt van motor A overeenstemt met het draaipunt van het schoudergewricht • Sluit de klemhendel weer. – de as van motor B, het middelpunt van het ellebooggewricht en het middelpunt van het schoudergewricht op 1 lijn liggen. Bovendien kunt u de hoogte en de hellingshoek van de armsteun aanpassen. Draai daartoe de klembout (28) onder de armsteun los. è Ellebooghoek (afbeelding D) Over het algemeen stelt men de elleboog in op 90° tot 60° flexie. • Draai de klembout (20) los. Als u maar een klein beetje hoeft te verstellen, trekt u motor B minimaal omhoog. • Realiseer de gewenste instelling en draai de klembout weer vast. 221 Nederlands • Controleer of alle klembouten goed zijn vastgedraaid en of alle klemhendels goed zijn gesloten. 5. Behandelwaarden instellen  Waarschuwing! - wordt automatisch de in de „Tekst“-versie opgeslagen omkeerrichting voor beide motoren overgenomen. Gevaar voor patiënten  Voordat u begint met de behandeling moet u een testronde inlassen met verscheidene bewegingscycli zonder en ten slotte met patiënt. Verricht dan een testronde met de patiënt, en let daarbij op pijnvrije bewegingen. - is de knopblokkering niet actief. 2. Wanneer u een afstandsbediening van de versie „Tekst“ bedient met een geformatteerde chipkaart van de versie „Afbeelding“, dan Tip: zie ook 2.2 en 2.3, maar ook bladzijde 249.) - wordt de taalinstelling automatisch ingesteld op de fabrieksinstelling (Duits). - wordt automatisch de voor motor A in de „Afbeelding“-versie opgeslagen omkeerrichting voor beide motoren overgenomen. Tip! De programmering is uitsluitend mogelijk met een ingestoken patiënten-chipkaart. - blijft in de versie „Afbeelding“ eventueel ingestelde knopblokkering gehandhaafd; voor het gebruik van de versie „Tekst“ heeft ze geen effect, ze is niet aanwezig in de versie „Tekst“ . Informatie over de behandelwaarden en over het programmeren van de functies en speciale functies vind u in de hoofdstukken 5.1 tot 5.5. Programmeervoorbeelden vind u in hoofdstuk 5.6. 5.1 Algemene programmeeraanwijzingen voor de ARTROMOT®-S3 Belangrijk! De afstandsbediening ARTROMOT®-S3 „Afbeelding“ kunt u aansluiten op alle producten van de ARTROMOT® schouderserie met serienummer 3000 en hoger. 1. Wanneer u de knop MENU op de afstandsbediening kort indrukt, gaat u naar de programmeermodus. 2. De afzonderlijke behandelparametere en functies zijn verdeeld over vier (Standard-versie) respectievelijk over zes (Comfort-versie) verschillende programmeerniveau’s (vier per niveau). Voor het programmeren van een parameter roept u het betreffende programmeerniveau op. Dat gebeurt eveneens met met de knop MENU. Iedere keer wanneer u op de knop drukt, gaat u naar het volgende niveau. Midden op het scherm ziet u aan de hand van M1, M2 et cetera welk programmeerniveau u hebt opgeroepen. Voor de chipkaart kunt u kiezen uit de versies „Tekst“ en „Afbeelding“. Let daarbij op het volgende. 1. Wanneer u een afstandsbediening van de versie „Afbeelding“ bedient met een geformatteerde chipkaart van de versie „Tekst“, dan - blijft de taalinstelling van de „Tekst“-versie gahandhaafd; deze is onbelangrijk voor het gebruik van de „Afbeelding“-versie. 222 In de asynchroon-modus beginnen onmiddellijk na het indrukken van de knop START beide motoren willekeurig te draaien, waarbij iedere motor steeds na het bereiken van de maximale waarden van draairichting verandert. 3. De betreffende behandelparameters respectievelijk functies roept u op met behulp van één van de vier parameterknoppen onderaan het scherm. Het symbool erboven vertelt welke parameters respectievelijk functies het toestel toewijst aan de vier parameterknoppen. Tip! Wanneer u een parameter selecteert met behulp van de betreffende parameterknop - Een beschrijving van de parameters vind u in de paragrafen 5.3 en 5.5. - U kunt de ingestelde parameters bekijken door op de betreffende parameterknop te drukken. Daartoe moet u echter eerst op de knop STOP drukken, en naar het betreffende menuniveau gaan. • verschijnt het betreffende symbool groot in het scherm • verschijnt de actueel ingestelde waarde • verschijnt het symbool invers boven de parameterknop. - U verhindert een abusievelijk verstellen van de parameters door de knoppen te blokkeren. Daartoe drukt u gelijtijdig de knoppen + en – in. 4. Met de knoppen + / - verandert u de waarde (wanneer u de knop ingedrukt houdt, verandert de waarde sneller). Enkele functies respectievelijk speciale functies kunt u uitsluitend activeren of deactiveren. Dat doet u door óf de parameterknop nogmaals in te drukken óf met behulp van de knoppen + / -. Wanneer u de parameter hebt geactiveerd, verschijnt een haakje naast het symbool. U heft de blokkering op door beide knoppen nogmaals in te drukken. - Bij de functie „Nieuwe patiënt“ wist u automatisch de gegevens op de patiëntenchipkaart. Wanneer u aan het einde van het programmeren de knop STOP indrukt, worden de instellingen automatisch opgeslagen op de patiëntenchipkaart. 5. Wanneer u alle parameters hebt geprogrammeerd, slaat u de waarden op met behulp van de knop STOP. 6. Druk nu op de knop START: ARTROMOT®-S3 controleert de ingestelde waarden, gaat naar de middenpositie tussen de ingestelde endo- en exorotatiewaarde, naar de maximaal ingestelde adductiewaarde, en stopt. - NOODSTOP-functie: zodra u tijdens de behandeling een willekeurige knop indrukt, schakelt de ARTROMOT®-S3 onmiddellijk uit. 7. Druk opnieuw op de knop START, om met de behandeling te beginnen. U kunt de behandeling weer voortzetten met behulp van de knop START. Daarbij verandert het toestel automatisch van bewegingsrichting. De slede gaat vervolgens naar de synchroon-modus en dan naar de maximale endorotatiewaarde. Dan gaat de slede gelijktijdig naar de combinatie van maximale exorotatiewaarde / maximale abductiewaarde en vervolgens naar de combinatie van de maximale endorotatiewaarde / maximale adductiewaarde. Na het bereiken van deze positie begint de bewegingscyclus opnieuw doordat de slede naar de combinatie van maximale exorotatiewaarde / maximale abductiewaarde gaat. • Realiseer nu de mechanische instellingen. • Steek de chipkaart in de afstandsbediening (de patiënt mag nog niet op de bewegingsslede aanwezig zijn). 223 Nederlands Patiënten met geprogrammeerde chipkaart • Druk op de knop START: de bewegingsslede gaat naar de startpositie van de parameter die op de chipkaart is opgeslagen, en stopt. • Plaats nu de patiënt op de bewegingsslede en druk op de knop START, om met de behandeling te beginnen. MENU NIVEAU 4 - Transportinstelling - Modus synchroon / asynchroon - Totale behandeltijd 5.2 ARTROMOT®-S3 Standard-versie programmeren - Servicemenu Tip! • Tijdens het instellen van de waarden gaat het toestel naar het ingestelde bereik. Zo kunt u eenvoudig en snel de pijnloze bewegingsomvang vastleggen. U programmeert de afzonderlijke instellingen van de ARTROMOT®-S3 Standard op verscheidene programmeerniveau’s. U gaat naar een ander niveau door meermalen op de knop MENU te drukken. Het actuele niveau verschijnt op het scherm. De volgende behandelwaarden, instellingen en indicaties kunt u invoeren / oproepen via de afstandsbediening (1). • Bij de bewegingsslede ARTROMOT®-S3 Comfort kunt u bovendien speciale functies programmeren respectievelijk oproepen (zie hoofdstuk 5.4 en 5.5). • Steeds wordt de laatst ingevoerde hoek bij de programmering van de betreffende bewegingsrichting onmiddellijk opgeslagen. NIVEAU 1 - Abductie 5.3 Informatie met betrekking tot de behandelwaarden van de Standard-versie - Adductie - Endorotatie - Exorotatie MENU NIVEAU 2 • U selecteert het gewenste programmeerniveau door meermalen op de knop MENU te drukken. - Pauze - Timer (behandeltijd) • U selecteert de behandeparameter met behulp van de betreffende parameterknop. - Snelheid - Nieuwe patiënt • U verandert de behandelwaarden met behulp van de knoppen + / –. MENU • U activeert / deactiveert een functie door meermalen op de betreffende parameterknop te drukken. NIVEAU 3 - Omkeren bewegingsrichting motor A • U slaat de verrichte instellingen op door op de knop STOP te drukken. - Omkeren bewegingsrichting motor B - Motor A aan / uit - Motor B aan / uit 224 NIVEAU 1 3. Exorotatie (om de schouder te ontlasten) = 0° ■ Abductie Maximale waarde: 175 graden ■ Adductie Maximale waarde: 30 graden 5. Maximale abductiewaarde 6. Maximale exorotatiewaarde  Voorzichtig! • In de Synchroon-modus worden na het bedienen van de knop START eerst de maximale adductiewaarde en de middenwaarde tussen endoen - exorotatie benaderd. Daar stopt de slede, zodat de patiënt gemakkelijk in de slede kan stappen. Wanneer u opnieuw op de knop START (begin van de behandeling) drukt, gaat de slede eerst naar de maximale endorotatiewaarde. Daarbij staat motor A (abductie / adductie) stil. Na het bereiken van de maximale endorotatiewaarde gaan beide motoren (A en B) synchroon naar de betreffende maximale waarde voor abductie / exorotatie. Na het bereiken van deze positie begint de bewegingscyclus opnieuw doordat de slede naar de combinatie van maximale endorotatiewaarde / maximale adductiewaarde gaat. Gevaar voor patiënten  Bij gebruik van de schouderbevestiging mag u niet meer dan 80° abductie programmeren. ■ Endorotatie Maximale waarde: - 90 graden ■ Exorotatie Maximale waarde: 90 graden Tip! • De geprogrammeerde waarden en de daadwerkelijk bij de patiënt gemeten hoeken kunnen licht variëren. • Om een fysiologisch bewegingsproces te garanderen, gaat de slede in de Synchroon-modus gelijkertijd naar de volgende waarden. • U programmeert de elevatiebeweging (flexie) door middel van de ab-/adductiewaarden (mechanische instelling zie hoofdstuk 5.6 „Toepassingsvoorbeelden“). - Maximale abductiewaarde gelijktijdig met maximale exorotatiewaarde. • U moet de ante- en retroversie handmatig instellen. De volgende instelwaarden zijn mogelijk. - Maximale adductiewaarde gelijktijdig met maximale endorotatiewaarde. • Om reeds bij het programmeren rekening te houden met het fysiologische bewegingsproces, adviseren we u de volgende volgorde aan te houden. Anteversie (horizontale adductie): 120° Retroversie (horizontale abductie): 0° 2. Maximale endorotatiewaarde 225 Nederlands 1. Maximale adductiewaarde instellen van de pauzeduur bij adductie / endorotatie. NIVEAU 2 De parameterknop dient bij deze functie uitsluitend voor het omschakelen tussen de pauzes. ■ Pauzes De pauzes vinden steeds plaats bij de geprogrammeerde maximale waarden. • Verander de waarde door op de knop „+“ of „-“ te drukken. Selecteer hier bijvoorbeeld 5 seconden. De twee pauzepunten zijn de volgende. - Maximale adductiewaarde gelijktijdig met maximale endorotatiewaarde. - Maximale abductiewaarde gelijktijdig met maximale exorotatiewaarde. U kunt de pauzes in stappen van 1 seconde instellen tussen 0 tot 30 seconden. • Sla nu de programmering op met behulp van de knop STOP, en start de behandeling met behulp van de knop START. Standaard instelling: zonder pauze U programmeert de pauzes als volgt. ■ Timer (behandeltijd) • Selecteer in menuniveau 2 via de parameterknop de speciale functie . Standaard instelling van de bewegingsslede is continudienst. Als symbool voor de ingeschakelde continudienst ziet u rechtsboven in het scherm een klok. De klok toont de verstreken behandeltijd. In continudienst moet u het toestel uitschakelen met behulp van de knop STOP. • Op het scherm verschijnt het symbool voor de speciale functie en de informatie over de actueel ingestelde pauzes. Bovenin de ingestelde tijd voor de pauze bij abductie / exorotatie Onderin de ingestelde tijd voor de pauze bij adductie / endorotatie (schermafbeelding). U kunt de behandeltijd echter ook in stappen van een minuut vrij kiezen tussen 1 tot 300 minuten. Na afloop van de behandeltijd gaat het toestel automatisch naar de startpositie (maximale waarde adductie, middenwaarde endo-/exorotatie) van de ingestelde waarde. Een kadertje markeert de tijdinstelling voor de pauze bij abductie / exorotatie. • U verandert de waarde voor de pauze abductie / exorotatie door op de knop „+“ of „-“ te drukken. Selecteer hier bijvoorbeeld 10 seconden. Dan verschijnt een cirkel in plaats van een klok. De opvulling van de cirkel komt overeen met het percentage van de verstreken behandeltijd. ■ Snelheid De snelheid kunt u in 1-%-stappen instellen tussen 1% tot 100%. 100% komt overeen met 230°/minuut Standaard instelling: 100 % • Druk nu opnieuw op de parameterknop. De markering gaat automatisch naar de onderste regel voor het 226 ting doen omkeren, bij niveau 25 is een grotere weerstand nodig. ■ Nieuwe patiënt Wanneer u deze functie activeert, gaat de slede naar de basispositie. Standaard instelling: niveau 25 Activeer de functie en druk op START: ■ Omkeren bewegingsrichting motor B (veiligheidsschakeling) – de slede gaat naar de basispositie Het toestel schakelt automatisch beide motoren over naar de tegengestelde bewegingsrichting, als de weerstand (last) het door de patiënt het ingestelde niveau overschrijdt. – de aanwezige behandelparameters worden gewist – het toestel wist alle waarden die op de chipkaart staan – De slede stopt in de middenpositie van de abductie / adductie en endo-/exorotatie hoekwaarden. Instelbare niveau’s voor het omkeren van de bewegingsrichting: 1 - 25. Bij niveau 1 kan reeds een lichte weerstand de bewegingsrichting doen omkeren, bij niveau 25 is een grotere weerstand nodig. Met behulp van de functie „Nieuwe patiënt“ (basispositie) realiseert u de volgende instellingen. 41° 39° - Endorotatie: Gevaar voor patiënten  -1° - Pauzes: De richtingomkering dient uitsluitend als veiligheidsmaatregel bij krampen, spasmen, geblokkeerde gewrichten en dergelijke. De producent aanvaardt geen aansprakelijkheid bij misbruik. 0 continudienst - Snelheid: 100 % - Omkeren bewegingsrichting motor A: 25 - Omkeren bewegingsrichting motor B: 25 - Motor A: geactiveerd - Motor B: geactiveerd - Modus synchroon: geactiveerd - Totale behandeltijd:  Voorzichtig! 1° - Exorotatie: - Timer: Standaard instelling: niveau 25 ■ Motor A aan / uit U kun een volledig geïsoleerde beweging realiseren door de motoren afzonderlijk aan en uit te schakelen. Motor A zorgt voor de adductie en abductie, motor B zorgt voor de endorotatie en exorotatie. 0 - Bijzondere functies: gedeactiveerd Voor een geïsoleerde endo-/exorotatiebeweging programmeert u motor A in de gewenste positie (ab-/adductie) en vervolgens deactiveert u hem. Bij de slede in normaalbedrijf toont het scherm tijdens de behandeling het symbool „OFF“ in plaats van de geprogrammeerde hoek voor ad- en abductie. NIVEAU 3 ■ Omkeren bewegingsrichting motor A (veiligheidsschakeling) Het toestel schakelt automatisch over naar de tegengestelde bewegingsrichting, als de weerstand (last) het door de patiënt het ingestelde niveau overschrijdt. Standaard instelling: motor A geactiveerd Instelbare niveau’s voor het omdraaien van de bewegingsrichting: 1 - 25. Bij niveau 1 kan reeds een lichte weerstand de bewegingsrich- ■ Motor B aan / uit U kunt een volledig geïsoleerde beweging realiseren door de motoren 227 Nederlands - Abductie: - Adductie: tiewaarde / maximale abductiewaarde en vervolgens naar de combinatie van de maximale endorotatiewaarde met de maximale adductiewaarde. Na het bereiken van deze positie begint de bewegingscyclus opnieuw doordat de slede gelijktijdig naar de combinatie van de maximale exorotatiewaarde / maximale abductiewaarde gaat. afzonderlijk aan en uit te schakelen. Motor A zorgt voor de adductie en abductie, motor B zorgt voor de endorotatie en exorotatie. Voor een geïsoleerde ad- en abductiebeweging programmeert u motor B in de gewenste positie (endo-/exorotatie) en deactiveert u hem vervolgens. Bij de slede in normaalbedrijf toont het scherm tijdens de behandeling het symbool „OFF“ in plaats van de geprogrammeerde hoek voor endoen exorotatie. In de gebruiksmodus toont het symbool in het veld linksboven de synchroonmodus aan. Asynchroon: beide motoren lopen onafhankelijk van elkaar steeds in de ingestelde bewegingsuitslag. Standaard instelling: motor B geactiveerd Wanneer u de modus „Asynchroon“ wilt selecteren, deactiveert u de modus „Synchroon“. In de gebruiksmodus toont het symbool in het veld linksboven de asynchroonmodus aan. Tip! • Zorg ervoor dat er altijd een motor (A of B) is ingeschakeld. Anders verschijnt na het indrukken van START op het scherm: Standaard instelling: „Synchroon“ geactiveerd NIVEAU 4  Voorzichtig! Gevaar voor patiënten  ■ Transportinstelling In principe adviseren we de synchrone modus. Medische / therapeutische indicatie kan leiden tot het gebruik van de asynchrone modus. De behandelende persoon moet de asynchrone modus bijzonder zorgvuldig en alert gebruiken, om gevaar voor de patiënt uit te sluiten. Wanneer u deze functie activeert, gaat de slede naar de optimale positie voor het inpakken. Activeer de functie en druk op START. De slede gaat naar de transportinstelling. In het veld linksboven in het scherm verschijnt (zie ook 6.3 „Transport“). ■ Modus synchroon / asynchroon ■ Totale behandeltijd Onter het menupunt „Totale behandeltijd“ kunt u voor iedere patiënt de totale behandelduur (som van de afzonderlijke behandelingen) oproepen. U kunt de motoren A en B synchroon of asynchroon inschakelen. Synchroon: motor A en B voeren als volgt een gesynchroniseerde beweging uit volgens het fysiologische bewegingspatroon van het schoudergewricht: vanuit de basispositie (maximale adductie, middenwaarde endo- en exorotatie) gaat de slede eerst naar de maximale endorotatiewaarde. Dan gaat de slede gelijktijdig naar de combinatie van de maximale exorota- De opgeslagen behandelduur wissen. Houd de parameterknop 5 seconden lang ingedrukt of activeer de functie „Nieuwe patiënt“. 228 NIVEAU 3 ■ Servicemenu - Omkeren bewegingsrichting motor A Uitsluitend voor servicedoeleinden, zie het servicehandboek - Omkeren bewegingsrichting motor B Ter herinnering - Motor A aan / uit Voor het opslaan van de ingestelde parameters drukt u op de knop STOP. - Motor B aan / uit MENU 5.4 ARTROMOT®-S3 Comfort-versie programmeren NIVEAU 4 - Opwarmprogramma - Isolatieprogramma - Behandelverloopdocumentatie abductie / adductie Bij de ARTROMOT®-S3 Comfort-versie kunt u aanvullende functies op twee andere programmeerniverau’s selecteren. - Behandelverloopdocumentatie endorotatie / exorotatie U selecteert de programmeerniveau’s net als bij de Standard-versies. MENU De programmeerniveau’s 1, 2, 3 en 6 komen overeen met de programmeerniveau’s 1, 2, 3 en 4 van de Standardversies. NIVEAU 5 - Oscillatie - Uitrekken abductie Alle speciale functies zijn in de standaard instelling gedeactiveerd. - Uitrekken endorotatie - Uitrekken exorotatie De volgende behandelwaarden, instellingen en indicaties kunt u invoeren / oproepen via de afstandsbediening (1). MENU NIVEAU 6 - Transportinstelling NIVEAU 1 - Abductie - Modus synchroon / asynchroon - Adductie - Totale behandeltijd - Endorotatie - Servicemenu - Exorotatie NIVEAU 2 - Pauze - Timer (behandeltijd) • U selecteert het gewenste programmeerniveau door meermalen op de knop MENU te drukken. - Snelheid - Nieuwe patiënt • U selecteert de behandelparameters met behulp van de betreffende parameterknop. MENU 229 Nederlands 5.5 Informatie met betrekking tot de programma’s van de Comfort-versie MENU Wanneer een behandeltijd is geactiveerd, begint de behandeling na afloop van de behandeltijd en het opnieuw opstarten van het toestel weer met het opwarmprogramma. • U verandert de behandelwaarden met behulp van de knoppen + / – . • U activeert / deactiveert een functie door meermalen op de betreffende parameterknop te drukken. • U slaat de verrichte instellingen op door op de knop STOP te drukken. Tijdens de opwarmmodus van de slede ziet u in het veld linksboven in het scherm het symbool . Alle speciale functies zijn in de standaard instelling gedeactiveerd. Standaard instelling: gedeactiveerd ■ Isolatieprogramma Bij deze speciale functie zijn beide motoren ingeschakeld, maar maken nooit gelijktijdig bewegingen. De speciale functie verloopt als volgt. • Eerst beweegt motor A gedurende 10 cycli naar de geprogrammeerde maximale waarden voor abductie en adductie, dan stopt hij. Gedurende deze tijd is motor Bgedeactiveerd (indicatie motor B: OFF) • Dan beweegt motor B gedurende 10 cycli naar de geprogrammeerde maximale waarden voor endorotatie en exorotatie, voor ook hij stopt en de gehele cyclus weermet motor A begint. Wanneer motor B draait, is motor A gedeactiveerd (indicatie motor A: OFF) • De stoppositie aan het eind van elke tiende cyclus (zowel bij ab-/adductie, als bij endo/exorotatie) kunt u in stappen van 25% kiezen tussen 0 en 100% van elke geprogrammeerde maximalebewegingsuitslag. • De stappen 1 en 2 kunt u, indien nodig, een willekeurig aantal keren herhalen. U beëindigt de behandeling met behulp van de knop STOP, of door de geprogrammeerde behandelduur te laten veropen. Tijdens de het isolatieprogramma van de slede ziet u in het veld linksboven in het scherm het symbool . Tip! NIVEAU 1 Komt overeen met 1 Standard model (zie: 5.3) NIVEAU 2 Komt overeen met 2 Standard model (zie: 5.3) NIVEAU 3 Komt overeen met 3 Standard model (zie: 5.3) NIVEAU 6 Komt overeen met 4 Standard model (zie: 5.3) NIVEAU 4 ■ Opwarmprogramma Met behulp van het opwarmprogramma kan de patiënt langzaam wennen aan de ingestelde grenswaarden voor adductie / abductie en endorotatie / exorotatie. Na het activeren van het opwarmprogramma beweegt de slede zich tussen de combinatie van maximale adductie / maximale endorotatie en de middenwaarde van de geprogrammeerde bewegingsuitslag (adductie / endorotatie en abductie / exorotatie). Met iedere bewegingscyclus wordt de bewegingsuitslag in de richting van de abductie / exorotatie steeds met 3° vergroot, tot de ingestelde maximale waarden voor abductie / exorotatie zijn bereikt. Standaard instelling: gedeactiveerd U programmeert de speciale functies als volgt. • Selecteer in menuniveau 4 via de parameterknop de speciale functie. Op het scherm verschijnt: – het symbool voor de speciale functie De waarden voor adductie en endorotatie worden bij elke cyclus bereikt. Na het bereiken van de maximale waarden voor abductie en exorotatie gaat de slede naar de normaalmodus. 230 – de informatie over de activeringstoestand (cirkel met / zonder haakje) van de functie – twee kadertjes met het actueel ingestelde percentage voor de stoppositie van motor A en motor B – een haakje in de markeringscirkel • U activeert de functie met behulp van de knop „+“, u deactiveert hem met behulp van de knop „-“. U kunt hier de functie niet (de)activeren door herhaald indrukken van de parameterknop. Bij geactiveerde functie verschijnt het haakje in de cirkel. Tip! De percentages kunt u uitsluitend veranderen bij geactiveerde speciale functie (cirkel met haakje). ■ Behandelverloopdocumentatie adductie / abductie Deze functie maakt bij de ARTROMOT®-S3 Comfort een weergave van de documentatie van het totale behandelverloop mogelijk. Tevens registreert de computer de sledelooptijd en de betreffende bewegingsuitslag binnen de looptijd. • Druk nu op de parameterknop van het isolatieprogramma. De selectie gaat naar het bovenste procentveld voor invoer van de stoppositie van motor A. De afgifte / weergave vindt grafisch plaats in de vorm van twee tijd-/verloopcurven in één coördinatensysteem (X-as = bewegingsuitslag / Y-as = tijd), waarbij de bovenste curve het verloop van de bewegingsontwikkeling in de richting van de abductie toont en de onderste curve het verloop in richting van de adductie. • Verander de waarden door op de knop „+“ of „-“ te drukken. Selecteer hier bijvoorbeeld 75%. • Druk nu opnieuw op de parameterknop. De selectie gaat automatisch naar het onderste vakje voor instelling van de stoppositie van motor B. ■ Behandelverloopdocumentatie endorotatie / exorotatie • Verander de waarden door op de knop „+“ of „-“ te drukken. Selecteer hier bijvoorbeeld 25%. Met behulp van deze functie kunt u bij de ARTROMOT®-S3 Comfort de documentatie van het totale behandelverloop weergeven. • Sla nu de programmering op met behulp van de knop STOP, en start de behandeling met behulp van de knop START. Tevens registreert de computer de sledelooptijd en de betreffende bewegingsuitslag binnen de looptijd. De afgifte / weergave vindt grafisch plaats in de vorm van twee tijd-/verloopcurven in één coördinatensysteem (X-as = bewegingsuitslag / Y-as = tijd), waarbij de bovenste curve het verloop van de bewegingsontwikkeling in richting van de exorotatie toont en de onderste curve het verloop in richting van de endorotatie. Dit betekent het volgende. Eerst wordt de abductie / adductie 10 maal behandeld (motor A). Motor B staat bij 25% van de geprogrammeerde bewegingsuitslag van endo-/exorotatie. Dan wordt de endo-/exorotatie 10 maal behandeld (motor B). Motor B staat bij 75% van de geprogrammeerde bewegingsuitslag van ad-/abductie. ■ Oscillatie Met behulp van de speciale functie „Oscillatie“ kunt u effectiever werken binnen de laatste 10° voordat de als 231 Nederlands NIVEAU 5 Dan 5° terug in de richting van de adductie, dan heel langzaam weer terug naar de geprogrammeerde abductiewaarde (indicatie ) en probeert vervolgens (nog langzamer) 5° daarboven te bereiken (indicatie ). maximum ingestelde waarden voor abductie en exorotatie worden bereikt. Hiertoe start de slede in de basispositie (maximale adductiewaarde, middenwaarde tussen endo- en exorotatie). Eerst gaat hij naar de als maximum geprogrammeerde endorotatiewaarde. Vervolgens naar de als maximum geprogrammeerde combinatie van abductiewaarde en exorotatiewaarde. Als de weerstand tegen deze aanvullende 5° te groot zou zijn, draait de bewegingsrichting automatisch om, en beweegt de slede in de tegengestelde richting. Na het bereiken van de geprogrammeerde abductiewaarde / exorotatiewaarde gaat de slede10° in de richting van adductie / endorotatie, om dan weer naar de maximale abductiewaarde / exorotatiewaarde te gaan. De beweging binnen de laatste 10° wordt in totaal 5 maal met lage snelheid herhaald. Het toestel herhaalt deze uitrekcyclus 10 maal. Vervolgens gaat de slede naar de maximaal geprogrammeerde adductiewaarde, om opnieuw met een uitrekcyclus abductie te beginnen. Indien nodig kunt u deze procedure een willekeurig aantal keren herhalen. U beëindigt de behandeling met behulp van de knop STOP, of door de geprogrammeerde behandelduur te laten verlopen. Na het voltooien van deze bewegingscyclus gaat de slede opnieuw naar de als maximum geprogrammeerde combinatie van adductiewaarde / endorotatiewaarde, om vervolgens een nieuwe cyclus met 5 herhalingen binnen de laatste 10° van de combinatie abductie / exorotatie te starten. Standaard instelling: gedeactiveerd Tip! • Wanneer u bij het activeren van deze functie een pauze hebt geprogrammeerd, wordt deze iedere keer bij het bereiken van het maximale uitrekpunt ingelast. Indien nodig kunt u deze procedure een willekeurig aantal keren herhalen. U beëindigt de behandeling met behulp van de knop STOP, of door de geprogrammeerde behandelduur te laten verlopen. • Wanneer u de functie „Uitrekken abductie“ activeert, wordt automatisch de motor B gedeactiveerd. Een beweging vindt uitsluitend plaats in de zin van de adductie / abductie. Standaard instelling: gedeactiveerd ■ Uitrekken abductie • De speciale functie „Uitrekken abductie“ kunt u niet tegelijk met een andere uitrekfunctie activeren. Met behulp van de speciale functie „Uitrekken abductie“ is een zacht uitrekken van het gewricht in de richting van het arm opheffen mogelijk. Het toestel behandelt uitsluitend de abductie, motor B wordt automatisch uitgeschakeld, de positie van motor B kunt u na activering van de speciale functie niet meer veranderen. • Tijdens de gebruiksmodus van de slede ziet u in het veld linksboven in het scherm het symbool . ■ Uitrekken endorotatie Met behulp van de speciale functie „Uitrekken endorotatie“ is een zacht uitrekken van het gewricht naar binnen toe mogelijk. Vanuit de middenpositie gaat de slede eerst naar de geprogrammeerde adductiewaarde, vervolgens naar de geprogrammeerde abductiewaarde. Vanuit de middenpositie gaat de slede eerst naar de geprogrammeerde exorotatiewaarde, vervolgens 232 Vanuit de middenpositie gaat de slede eerst naar de geprogrammeerde endorotatiewaarde, vervolgens naar de geprogrammeerde exorotatiewaarde. naar de geprogrammeerde endorotatiewaarde. Dan gaat de slede 5° terug in de richting van de exorotatie, dan heel langzaam weer terug naar de geprogrammeerde endorotatiewaarde (indicatie ) en probeert vervolgens (nog langzamer) 5° daarboven te bereiken (indicatie ). Dan gaat de slede 5° terug in de richting van de endorotatie, dan heel langzaam weer terug naar de geprogrammeerde exorotatiewaarde (indicatie ) en probeert vervolgens (nog langzamer) 5° daarboven te bereiken (indicatie ). Als de weerstand tegen deze aanvullende 5° te groot zou zijn, draait de bewegingsrichting automatisch om, en beweegt de slede in de tegengestelde richting. Als de weerstand tegen deze aanvullende 5° te groot zou zijn, draait de bewegingsrichting automatisch om, en beweegt de slede in de tegengestelde richting. Het toestel herhaalt deze uitrekcyclus 10 maal. Vervolgens gaat de slede naar de maximaal geprogrammeerde exorotatiewaarde, om opnieuw met een uitrekcyclus endorotatie te beginnen. Het toestel herhaalt deze uitrekcyclus 10 maal. Vervolgens gaat de slede naar de maximaal geprogrammeerde endorotatiewaarde, om opnieuw met een uitrekcyclus exorotatie te beginnen. Indien nodig kunt u deze procedure een willekeurig aantal keren herhalen. U beëindigt de behandeling met behulp van de knop STOP, of door de geprogrammeerde behandelduur te laten verlopen. Indien nodig kunt u deze procedure een willekeurig aantal keren herhalen. U beëindigt de behandeling met behulp van de knop STOP, of door de geprogrammeerde behandelduur te laten verlopen. Standaard instelling: gedeactiveerd Tip! Standaard instelling: gedeactiveerd • Wanneer u bij het activeren van deze functie een pauze hebt geprogrammeerd, wordt deze iedere keer bij het bereiken van het maximale uitrekpunt ingelast. Tip! • Wanneer u bij het activeren van deze functie een pauze hebt geprogrammeerd, wordt deze iedere keer bij het bereiken van het maximale uitrekpunt ingelast. • Wanneer u de functie „Uitrekking endorotatie“ activeert, wordt automatisch motor A gedeactiveerd. Een beweging vindt uitsluitend plaats in de zin van de endo/exorotatie. • Wanneer u de functie „Uitrekking exorotatie“ activeert, wordt automatisch motor A gedeactiveerd. Een beweging vindt uitsluitend plaats in de zin van de endo-/exorotatie. • De speciale functie „Uitrekken endorotatie“ kunt u niet tegelijk met een andere uitrekfunctie activeren. • Tijdens de gebruiksmodus van de slede ziet u in het veld linksboven in het scherm het symbool . ■ Uitrekken exorotatie Met behulp van de speciale functie „Uitrekken exorotatie“ is een zacht uitrekken van het gewricht naar buiten toe mogelijk. Ter herinnering 233 Nederlands • De speciale functie „Uitrekking exorotatie“ kunt u niet tegelijk met een andere uitrekfunctie activeren. • Tijdens de gebruiksmodus van de slede ziet u in het veld linksboven in het scherm het symbool . Voor het opslaan van de ingestelde parameters drukt u op de knop STOP. 8. Deactiveer motor B, door nogmaals op de parameterknop Motor B aan / uit of de knop „–“ te drukken. Het haakje in de cirkel naast het symbool moet nu weg zijn. 9. Sla de gerealiseerde instellingen op met behulp van de knop STOP, breng de slede met behulp van de knop START in de startpositie, en start de behandeling door nogmaals op de knop START te drukken. 5.6 Toepassings-/ programmeervoorbeelden 5.6.1 Geïsoleerde adductie / abductie 5.6.2 Geïsoleerde endorotatie / exorotatie 1. Realiseer de mechanische instellingen voor de betreffende patiëntenmaten, zoals beschreven onder punt 4.2. 1. Realiseer de mechanische instellingen voor de betreffende patiëntenmaten, zoals beschreven onder punt 4.2. 2. Druk op de knop MENU van de afstandsbediening, om naar niveau 1 (M1) te gaan. 3. Druk op de parameterknop Adductie of Abductie en breng de slede met behulp van de knoppen +/- in de gewenste positie, die u tijdens de geïsoleerde beweging in de zin van endorotatie / exorotatie moet bijhouden. 4. Stel vervolgens de gewenste bewegingsuitslag voor de endorotatie / exorotatie in, door eerst op de parameterknop Endorotatie te drukken, en de waarden in te stellen met behulp van de knoppen +/-. 5. Op gelijke wijze stelt u de exorotatie in . 2. Druk op de knop MENU van de afstandsbediening, om naar niveau 1 (M1) te gaan. 3. Druk op de parameterknop Endorotatie of Exorotatie en breng de slede met behulp van de knoppen +/- in de gewenste rotatiepositie, die u tijdens de geïsoleerde beweging in de zin van abductie / adductie moet bijhouden. 4. Stel vervolgens de gewenste bewegingsuitslag voor de ad-/abductie in, door eerst op de parameterknop adductie te drukken, en de waarden in te stellen met behulp van de knoppen +/-. 5. Op gelijke wijze stelt u de abductie in . Tip! - Voor de zuivere adductie / abductie moet u motor B voor de rotatie uitschakelen zoals beschreven onder de punten 6 tot 8. Tip! - Voor de zuivere rotatiebeweging moet u motor A voor de rotatie adductie / abductie uitschakelen, zoals beschreven onder de volgende punten 6 tot 8. - Nadat u de bewegingsuitslagen hebt geprogrammeerd, kunt u de overige programmaopties zoals pauze, snelheid et cetera, programmeren. - Nadat u de bewegingsuitslagen hebt geprogrammeerd, kunt u de overige programmaopties zoals pauze, snelheid et cetera, programmeren. 6. Druk meermalen op de knop MENU van de afstandsbediening, om naar niveau 3 (M3) te gaan. 7. Druk op de parameterknop motor B aan / uit , om de parameter te activeren. 6. Druk meermalen op de knop MENUvan de afstandsbediening, om naar niveau 3 (M3) te gaan. 234 f. U slaat de verrichte instellingen op door op de knop STOP te drukken. 7. Druk op de parameterknop Motor A aan / uit , om de parameter te activeren. 2. Realiseer nu als volgt de mechanische instellingen voor de individuele patiëntenmaten. 8. Deactiveer motor A, door nogmaals op de parameterknop Motor A aan / uit of de knop „–“ te drukken. Het haakje in de cirkel naast het symbool moet nu weg zijn. a. Stel de ante-/retroflexie † met behulp van de vergrendelknop (12) in op 90°. 9. Sla de gerealiseerde instellingen op met behulp van de knop STOP, breng de slede met behulp van de knop START in de startpositie, en start de behandeling door nogmaals op de knop START te drukken. b. Borg en houd het bewegingselement vast bij de bevestigingsbuis voor de lengte-instelling, en draai de klembout (14) voor de hoogteinstelling Œ los. Stel nu de hoogte zo in, dat de draaipunten van motor A en de schouder overeenstemmen. 5.6.3 Geïsoleerde elevatie (flexie) c. Open nu de klemhendel (18) voor instelling van de bovenarmlengte Å, de klembout (20) voor instelling van de ellebooghoek è en de klembout (28) voor instelling van de hoek van de onderarmsteun, en breng het bewegingselement in een voor de patiënt aangename en voor de behandeling gewenste positie. Sluit nu de afzonderlijke bevestigingen weer. 1. Stel eerst een exorotatie van 90° in, en deactiveer motor B als volgt. a. Druk op de knop MENU van de afstandsbediening, om naar niveau 1 (M1) te gaan. b. Druk op de parameterknop Exorotatie en breng de slede met behulp van de knoppen + / - in de gewenste rotatiepositie van 90°. d. Open de klemhendel (26), stel de onderarmlengte ì in op de patiëntenmaat, en sluit de klemhendel weer. Tip! 3. Programmeer nu als volgt de gewenste bewegingsuitslag van de elevatie. - Voor de zuivere elevatie moet u motor B voor de rotatie uitschakelen zoals beschreven onder de volgende punten c tot e. a. Druk op de knop MENU van de afstandsbediening, om naar niveau 1 (M1) te gaan. - Nadat u de bewegingsuitslagen hebt geprogrammeerd, kunt u de overige programmaopties zoals pauze, snelheid et cetera, programmeren. b. Stel vervolgens de gewenste bewegingsuitslag voor de ad-/abductie in, door eerst op de parameterknop Adductie te drukken, en de waarden in te stellen met behulp van de knoppen+/-. c. Druk meermalen op de knop MENU van de afstandsbediening, om naar niveau 3 (M3) te gaan. d. Druk op de parameterknop Motor B aan / uit , om de parameter te activeren. e. Deactiveer motor B, door nogmaals op de parameterknop Motor B aan / uit of de knop „–“ te drukken. Het haakje in de cirkel naast het symbool moet nu weg zijn. 235 Nederlands c. Op gelijke wijze stelt u de Abductie in . Tip! - Nadat u de bewegingsuitslagen hebt geprogrammeerd, kunt u de overige programmaoptieszoals pauze, snelheid et cetera, programmeren. 4. Sla de gerealiseerde instellingen op met behulp van de knop STOP, breng de slede met behulp van de knop START in de startpositie, en start de behandeling door nogmaals op de knop START te drukken. 236 6. Verzorging, onderhoud, transport, ombouwen 6.1 Onderhoud 6.2 Onderhoud (zekeringen vervangen)  Waarschuwing! Controle voor elk gebruik Gevaar voor elektrische schokken: trek de stekker uit het stopcontact voordat u enige reinigingswerkzaamheden verricht. Controleer vóór elk gebruik visueel of het toestel mechanische beschadigingen heeft. Gevaar voor elektrische schokken, beschadiging van het toestel: er mogen geen vloeistoffen in de behuizing of in de afstandsbediening dringen. Als u beschadigingen of functiestoringen vaststelt, waardoor de veiligheid van de patiënt en behandelaar niet meer gewaarborgd is, mag u het toestel pas na een servicebeurt weer in gebruik nemen. • U kunt de ARTROMOT®-S3 afnemen met behulp van een desinfectiedoek, en voldoet daarmee aan de verhoogde eisen voor medischtechnische apparatuur. Technische controle • De behuizing en de afneembare armsteunschalen kunt u reinigen met gangbare desinfectiemiddelen en milde huishoudreinigingsmiddelen. Uitsluitend apparatuur die regelmatig wordt onderhouden, is bedrijfszeker. Voor het behouden van de veiligheid van de functies en werking moet u minstens eenmaal per jaar alle onderdelen controleren op schade of losse verbindingen zijn. • Veeg de bewegingsslede uistluitend af met een vochtige doek. Uitsluitend personen mogen deze controle verrichten, die door hun opleiding, kennis en praktische ervaring kundig zijn om deze controle goed uit te voeren en met betrekking tot deze controlewerkzaamheden bevoegd zijn. Bevoegd en vakkundig personeel moet beschadigde of versleten onderdelen onmiddellijk vervangen door originele onderdelen.  Voorzichtig! Het toestel beschadigen – – De gebruikte kunststoffen zijn niet bestendig tegen minerale zuren, mierenzuur, fenolen, cresolen, oxidatiemiddelen, en sterke organische en anorganische zuren met een pH-waarde lager dan 4. – Bescherm de bewegingsslede tegen intensieve UV-stralen (zonlicht) en open vuur. Verder heeft het toestel geen regelmatig onderhoud nodig. 237 Nederlands Deze controle kan de ORMED-Klantenservice in het kader van een serviceovereenkomst overnemen. Hier kunt u ook met andere vragen over mogelijkheden terecht. – Gebruik uitsluitend kleurloze desinfectiemiddelen, om materiaalverkleuring te vermijden. 6.3 Transport Zekeringen vervangen Voor het transport van de ARTROMOT®-S3 moet u de volgende instellingen realiseren.  Waarschuwing! Gevaar voor de patiënt, functiestoringen, respectievelijk beschadiging van het toestel  1. Activeer de functie „Transportinstelling“ in het menu (zie ook 5.3), en start de ARTROMOT®-S3. Uitsluitend vakmensen in de zin van de DIN VDE 0105 of IEC 60364 of direct vergelijkbare normen mogen de zekeringen vervangen (bijvoorbeeld medisch technici, elektrotechnici, elektronicamensen). 2. Schakel de ARTROMOT®-S3 uit met behulp van de hoofdschakelaar (7). 3. Verwijder het netsnoer (6) voor het toestel, de stekker voor het bewegingselement en de stekker voor de afstandsbediening (9). Gebruik uitsluitend zekeringen van het type T1A. 4. Draai de klembout (14) los, trek de armsteun (4) voor de gezonde arm eruit. • Schakel vóór het vervangen van de zekeringen de ARTROMOT®-S3 uit, en trek de netstekker eruit. 5. Hou het bewegingselement vast bij de opnamebuis (17), draai klembout (14) los, en trek het bewegingselement eruit. • Maak de vergrendeling van de zekeringhouder (8) tussen netschakelaar (7) en netstekker (6) los met behulp van een geschikt gereedschap (afbeelding 1). 6. Stel de ante-/retroflexie steeds in op 0° (vastzetnop 12). • Plaats de houder weer na het vervangen van de zekeringen (afbeelding 2). Let erop dat de houder weer correct vastklikt. 7. Draai de klembout voor de diepteinstelling van de hoofdsteun (30) los, en verwijder de hoofdsteun1. 8. Draai de klembout voor de hoogteinstelling van de schouderbevestiging (31) los, en verwijder deze 1. 9. Draai de klembout voor de hoogteinstelling van de patiëntbevestiging (32) los, en verwijder deze 1. 10. Draai de klembout voor de instelling van de rugleuning (10) los, klap de rugleuning helemaal naar voren, tot deze plat op de zitting ligt, en draai de bout weer vast. Afbeelding 1 11. Verwijder beide splitpennen (34). Trek de poten van de stoel naar buiten eruit, steek ze er omgekeerd weer in, en steek de splitpennen er weer in. Afbeelding 2 1 238 Geldt uitsluitend voor de ARTROMOT®-S3 comfort 12. Voor het transport mag u uitsluitend de originele verpakking gebruiken. De firma Ormed GmbH & Co. KG is niet aansprakelijk voor transportschades, wanneer u niet de originele verpakking gebruikt. 13. Plaats de ARTROMOT®-S3 (met de stoelpoten vooraan) op de bodem van de doos. Voor de juiste positionering zijn markeringen aangebracht op de bodem van de doos. 16. Sluit de doos nu. Voor het monteren na transport volgt u de hiervoor vermelde stappen in de omgekeerde volgorde.  Waarschuwing! 14. Plaats nu het bijgevoegde tempexgedeelte over de stoel en let daarbij op de uitsparingen in het tempex. 15. Leg de afstandsbediening (1) in de bijgevoegde kartonnen doos. Het bewegingselement, de armsteun, de onderdelen van de nek- en schouderbevestiging en het netsnoer plaatst u in de overeenkomstige uitsparing van het tempexdeel van de verpakking. 239 Nederlands Gevaar voor elektrische schokken: voordat u de ARTROMOT®-S3 gebruikt, moet u controleren of hij de kamertemperatuur heeft aangenomen. Wanneer u het toestel transporteert bij temperaturen onder nul, moet u hem circa 2 uur opslaan bij kamertemperatuur, tot eventueel aanwezig condensvocht is opgedroogd. 5. Trek het bewegingselement eruit en schuif het er aan de andere kant weer in. Draai de klembout (14) weer vast (zie ombouwschema † b, c) 6.4 Ombouwen U kunt de ARTROMOT®-S3 gebruiken voor het linker en het rechter schoudergewricht. Hiervoor moet u hem echter ombouwen. Dat kost echter slechts een paar handbewegingen. 6. Draai de klembout (20) los, en draai de onderarmsteun 180°. Draai de klembout (20) weer vast (zie ombouwschema Œ d). 7. Houd de onderarmsteun vast en draai de klembout (28) los. 1. Activeer de functie „Transportinstelling“ in het menu (zie ook 5.3), en start de ARTROMOT®-S3. 8. Draai de onderarmsteun om motor B heen naar de andere kant en draai de klembout (28) weer vast (zie ombouwschema Å e). 2. Stel de ante-/retroflexie (vergrendelknop 12) aan beide zijden in op 90° (zie het ombouwschema †). 9. Zet de armsteun voor de gezonde arm in de opnamebuis en draai de klembout (14) vast. 3. Draai de klembout (14) los, trek de armsteun voor de gezonde arm eruit en leg deze op het zitting (zie ombouwschema † a). 10. Stel de ante-/retroflexie aan de zijde van het bewegingselement in op het gewenste aantal graden (naar wens, meestal tussen 0° en maximaal 40°). 4. Hou het bewegingselement vast bij de opnamebuis (17) en draai de klembout (14) los. Ombouwschema 240 7. Milieuvoorschriften U mag het in deze gebruiksaanwijzing beschreven product niet afvoeren met het gewone, ongesorteerde huisvuil, maar u moet het afzonderlijk aanbieden. Neem contact op met ORMED als u meer informatie wilt over het afvoeren van dit toestel. Opgenomen vermogen 33 VA Zekeringen: 2 x T1A Luchtdruk: Maten (transport) 87,5 cm Breedte: 57,5 cm Hoogte: 58 cm -24 ºC tot +60 ºC 20% tot 85% 700 hPa tot 1060 hPa Omgevingscondities (in bedrijf) type B Lengte: IEC 60601-12:2001 Relatieve luchtvochtigheid: Beschermingsklasse: I Toepassingsgebied: EMV (elektromagnetische verdraagzaamheid) Omgevingstemperatuur: Elektrische aansluiting: 100 – 240 V wisselstroom / 50 – 60 Hz 2 A maximaal IEC 606011:1990 + A1:1993 + A2: 1995 CSA No. 601.1-M90 UL 2601-1 Omgevingscondities (opslag, transport) 8. Technische gegevens Nominale stroom motor: Voldoet aan: Omgevingstemperatuur: +10 ºC tot +40 ºC Relatieve luchtvochtigheid: 30% tot 75% Luchtdruk: 700 hPa tot 1060 hPa Technische veranderingen voorbehouden. (06/2007) Instelbaar bereik (min / max) Bovenarmlengte: 20 – 32 cm Onderarmlengte: 29 – 46 cm Zithoogte: 48 cm Gewicht: 25 kg Materialen: ABS, POM (Delrin 100), PUR, PA, FR4, aluminium, roestvast staal, messing MPG: klasse 2a 241 Nederlands Hoogte-instelling: 35 – 71 cm (van zitting gemeten) 9. IEC 60601-1-2:2001 Als u beschadigingen of functiestoringen vaststelt, waardoor de veiligheid van de patiënt en behandelaar niet meer gewaarborgd is, mag u het toestel pas na een reparatie weer in gebruik nemen. Het ontwerp van de ARTROMOT®-S3 kent bijzondere voorzorgsmaatregelen met betrekking tot de elektromagnetische verdraagzaamheid (EMV). U mag het toestel uitsluitend installeren en in gebruik nemen volgens de in de bijgevoegde documenten beschreven EMVrichtlijnen. Wanneer u modules of leidingen van het toestel moet vervangen, mag u uitsluitend originele onderdelen van de fabrikant gebruiken, opdat het toestel ook na een reparatie blijft voldoen aan de EMV-richtlijnen. Dat betreft het netsnoer, de leidingen en leidinglengten, de aandrijfeenheid (motor en regeling), de afstandsbediening met spiraalkabel en de insteekverbinding. Draagbare / mobiele HF-communicatieapparatuur kan de ARTROMOT®-S3 beïnvloeden. U mag de ARTROMOT®-S3 niet direct naast of gestapeld met andere apparatuur gebruiken. Als het gebruik in de nabijheid van of gestapeld met andere apparatuur noodzakelijk is, moet u controleren of u de ARTROMOT®-S3 in de gebruikte opstelling kunt gebruiken volgens de voorschriften. De hieronder gebruikte toestelaanduiding ARTROMOT®-S3 omvat alle toestelvarianten als ARTROMOT®-S3 en ARTROMOT®-S3 Comfort. 9.1 Elektromagnetische straling Richtlijnen en verklaring van de producent: elektromagnetische straling De ARTROMOT®-S3 is bedoeld voor gebruik in de hieronder aangegeven elektromagnetische omgeving. De klant of de gebruiker van de ARTROMOT®-S3 moet veiligstellen, dat hij het toestel in een dergelijke omgeving gebruikt. Stralingsmetingen Overeenstemming Elektromagnetische omgeving: richtlijnen HF-stralingen volgens CISPR 11 Groep 1 De ARTROMOT®-S3 gebruikt HF-energie uitsluitend voor interne functies. Daarom is de HF-straling zeer gering en is het onwaarschijnlijk, dat deze straling belendende apparatuur stoort. HF-stralingen volgens CISPR 11 Klasse B De ARTROMOT®-S3 is bedoeld voor gebruik in alle inrichtingen, inclusief woonbereiken en dergelijke, die direct zijn aangsloten op het openbare lichtnet, dat ook gebouwen voedt die worden gebruikt om in te wonen. Harmonische trillingen volgens IEC 61000-3-2 Niet van toepassing Spanningsfluctuaties / flikkeringen volgens IEC 61000-3-3 Niet van toepassing 242 9.2 Elektromagnetische stoorvastheid Richtlijnen en verklaring van de producent: elektromagnetische stoorvastheid De ARTROMOT®-S3 is bedoeld voor gebruik in de onderstaand gespecificeerde elektromagnetische omgeving. Het is de verantwoordelijkheid van de klant, of de gebruiker, om er voor te zorgen dat de ARTROMOT®-S3 in zulk een omgeving wordt gebruikt. Immuniteitstest IEC 60601 Test niveau Conformiteitsniveau Elektromagnetische omgeving – Richtlijn Elektrostatische ontlading (ESD) – IEC 61000-4-2 ± 6 kV contact ± 6 kV contact ± 8 kV lucht ± 8 kV lucht Vloeren dienen van hout, beton, of keramische tegels te zijn. Als vloeren met synthetisch materiaal belegd zijn, dient de relatieve vochtigheid tenminste 30% te bedragen. Elektrische snelle/kortstondi ge pieken – IEC 61000-4-5 ± 2 kV voor netspanning ± 2 kV voor netspanning ± 1 kV voor input/output aansluitingen ± 1 kV voor input/output aansluitingen ± 1 kV differential mode ± 1 kV differential mode ± 2 kV common mode ± 2 kV common mode < 5% UT (> 95% dip in UT) gedurende 1 ⁄2 periode < 5 % UT (> 95 % dip in UT) gedurende 1 ⁄2 periode 40% UT (60% dip in UT) gedurende 5 periodes 40% UT (60% dip in UT) gedurende 5 periodes 70% UT (30% dip in UT) gedurende 25 periodes 70% UT (30% dip in UT) gedurende 25 periodes < 5% UT (> 95% dip in UT) gedurende 5 s < 5% UT (> 95% dip in UT) gedurende 5 s 3 A/m 3 A/m Pieken – IEC 61000-4-5 Voltage dips, korte onderbrekingen en voltage variaties op netvoedingsingang – IEC 61000-4-11 Netspanningsfrequentie (50/60 Hz) magnetisch veld – IEC 61000-4-8 Netspanning dient van normale commerciële of ziekenhuis kwaliteit te zijn. Netspanning dient van normale commerciële of ziekenhuis kwaliteit te zijn. Netspanning dient van normale commerciële of ziekenhuis kwaliteit te zijn. Als de gebruiker van de ARTROMOT®-S3 continue functionaliteit vereist tijdens netspanningsuitval, is het aan te bevelen om de ARTROMOT®-S3 te voeden via een uninterruptible power supply of een batterij. Netspanningsfrequentie magnetische velden dienen op het niveau te liggen dat karakteristiek is voor een doorsnee commerciële of ziekenhuis omgeving. 243 Nederlands OPMERKING: UT is de lichtnet-wisselspanning vóór gebruik van het testniveau. 9.2 Elektromagnetische stoorvastheid Richtlijnen en verklaring van de producent: elektromagnetische stoorvastheid De ARTROMOT®-S3 is bedoeld voor gebruik in de hieronder aangegeven elektromagnetische omgeving. De klant of de gebruiker van de ARTROMOT®-S3 moet veiligstellen, dat hij het toestel in een dergelijke omgeving gebruikt. Stoorvastheidscontroles IEC 60601testniveau Overeenstemmingsniveau Elektromagnetische omgeving: richtlijnen Draagbare en mobiele zendapparatuur mogen minimaal in een afstand tot de ARTROMOT®-S3 inclusief de leidingen als de geadviseerde veiligheidafstand worden gebruikt, die u berekent met de formule die geschikt is voor deze zendfrequentie. Aanbevolen veiligheidsafstand : Geleide HF-stoorgrootheden volgens IEC 61000-4-6 3 Veff 150 tot bis 80 MHz 3 Veff d = 1,2 Gestraalde HF-stoorgrootheden volgens IEC 61000-4-3 3 V/m 80 MHz tot 2,5 GHz 3 V/m d = 1,2 öä P 80 MHz tot 800 MHz öä P d = 1,2 öä P 800 MHz tot 2,5 GHz Met P als het nominale vermogen van de zender in Watt (W) volgens de gegevens van de producent van de zender, en d als de aanbevolen veiligheidsafstand in meter (m). De veldsterkte van stationaire omroepzenders is bij alle frequenties volgens een onderzoek ter plekkea kleiner dan het overeenstemmingsniveaub. In de omgeving van apparatuur die het volgend symbool draagt, zijn storingen mogelijk. OPMERKING 1: bij 80 MHz en 800 MHz geldt de hogere waarde. OPMERKING 2: deze richtlijnen zijn misschien niet van toepassing voor alle situaties. Absorptie en reflectie van gebouwen, voorwerpen en mensen beïnvloeden de voortplanting van elektromagnetische golven. a) De veldsterkte van stationaire zenders zoals basisstations van draadloze telefoons en mobiele landzenders, amateurstations, AM- en FM-radio- en televisiezenders, kunt utheoretisch vooraf niet exact bepalen. Wanneer u de elektromagnetische omgeving als gevolg van stationaire HFzenders wilt bepalen, adviseren we de locatie te onderzoeken. Wanneer de veldsterkete op de locatie van de ARTROMOT®-S3 hoger is dan het hierboven aangegeven overeenstemmingsniveau, moet u de ARTROMOT®-S3 controleren met betrekking tot zijn normale gebruik op iedere toepassingslocatie. Wanneer u ongewone prestatiekenmerken waarneemt, moet u misschien aanvullende maatregelen treffen, bijvoorbeeld een nieuwe oriëntering of omzetting van de ARTROMOT®-S3 b) Boven het frequentiebereik van 150 kHz tot 80 MHz is de veldsterkte kleiner dan 3 V/m. 244 9.3 Aanbevolen veiligheidsafstanden Aanbevolen veiligheidsafstanden tussen draagbare / mobiele HF-communicatieapparatuur en de ARTROMOT®-S3 De ARTROMOT®-S3 is bedoeld voor gebruik in een elektromagnetische omgeving, waarin de uitgestraalde HF-storingsgrootheden worden gecontroleerd. De klant of gebruiker van de ARTROMOT®-S3 kan helpen elektromagnetische storingen te verhinderen, door minimale afstanden tussen draagbare / mobiele HF-communicatie-inrichtingen (zenders) en de ARTROMOT®-S3 aan te houden, zoals hieronder aanbevolen aan de hand van het maximale uitgangsvermogen van de communicatie-inrichting. Nominaal vermogen van de zender W Veiligheidsafstand volgens zendfrequentie m 150 kHz tot 80 MHz d = 1,2 80 MHz tot 800 MHz öä P d = 1,2 öä P 800 MHz tot 2,5 GHz d = 1,2 0,01 0,12 0,12 0,23 0,1 0,38 0,38 0,73 1 1,2 1,2 2,3 10 3,8 3,8 7,3 100 12 12 23 öä P Voor zenders waarvoor u in de bovenstaande tabel niet het nominale vermogen vind, kunt u de afstand bepalen met behulp van de formule die bij de betreffende kolom hoort, waarbij u het nominale vermogen P van de zender in Watt (W) moet hanteren volgens de gegevens van de producent van de zender. OPMERKING 1: voor de berekening van de aanbevolen veiligheidsafstand van zenders in het frequentiebereik van 80 MHz to 2,5 GHz werd een extra factor van 10/3 gebruikt, om de waarschijnlijkheid te verkleinen dat een abusievelijk in het bereik van de patiënt aangebracht mobiel / draagbaar communicatietoestel een storing veroorzaakt. OPMERKING 2: deze richtlijnen zijn misschien niet van toepassing voor alle situaties. Absorptie en reflectie van gebouwen, voorwerpen en mensen beïnvloeden de voortplanting van elektromagnetische golven. Voor vragen over het product en service staan we graag voor u klaar. ■ Ormed international Neem contact op met uw plaatselijke vertegenwoordiger of direct met het hoofdkantoor in Duitsland. ■ Hoofdfiliaal Duitsland Ormed GmbH & Co. KG Merzhauser Straße 112 D-79100 Freiburg; Duitsland Telefoon +49 761 45 66-01 Fax +49 761 45 66 55-01 ■ Internet www.ormed.de e-mail: [email protected] 245 ■ Garantie: 2 jaar (mechanische onderdelen) 2 jaar (elektronica) ■ Verkoop: Ormed GmbH & Co. KG Merzhauser Straße 112 D-79100 Freiburg; Duitsland Nederlands 10. Contacten 11. Technische service In uitzonderingsgevallen moet u bij vervangingsonderdelen rekening houden met een toeslag voor kleine hoeveelheden. 11.1 Telefoonnummer voor technische spoedhulp Heeft u technische vragen? Heeft u de technische service nodig? Pos. Beschrijving Art.-Nr. Telefoon: +49-180-5-1 ormed de +49-180-5-1 67 63 33 1. Patiëntenchipkaart 0.0034.048 2. Patiëntenchipkaart (protocol) 0.0037.035 Fax: 3. Foliestift voor patiëntenchipkaart 0.0031.006 +49-180-5-3 ormed de +49-180-5-3 67 63 33 11.2 Verzenden Verstuur het toestel alleen in de originele verpakking om beschadiging tijdens transport te vermijden. U kunt verzenddozen bij ORMED bestellen. Voordat u de slede inpakt, moet u het in de transportstand zetten (zie hoofdstuk 5 en 6). 11.3 Onderdelen De actuele lijst met onderdelen kunt u vinden in het servicehandboek. Bij het bestellen van onderdelen geeft u altijd het volgende aan. - Positie - Beschrijving - Artikelnummer - Aantal - Serienummer van het toestel Tip! Uitsluitend bevoegde vakmensen mogen reparaties verrichten. ORMED GmbH & Co. KG biedt u overeenkomstige serviceopleidingen aan. 246 Aantal Conformiteitsverklaring Conformiteitsverklaring Overeenkomstig de bepalingen van de EG-richtlijn 93/42/EEG gedateerd 14 juni 1993 voor medische producten verklaart de firma ORMED GmbH & Co.KG Merzhauser Straße 112 D-79100 Freiburg; Duitsland dat de producten van de productlijn ARTROMOT® volgens de bijlage overeenstemmen met de richtlijn 93/42/EEG gedateerd 14 juni 1993 appendix II, evenals met de hieraan ten grondslag liggende eisen van appendix I. 0297 Freiburg, 13 juni 2007 _______________________________________ - Gevolmachtigd kwaliteitsmanagement QMBBijlage: ARTROMOT®-S2PRO ARTROMOT®-S3 ARTROMOT®-S3 Comfort ARTROMOT®-K1 ARTROMOT®-K2 ARTROMOT®-K2PRO ARTROMOT®-K2PRO chip ARTROMOT®-K3 ARTROMOT®-K4 ARTROMOT®-SP2 ARTROMOT®-SP3 ARTROMOT®-E2 ARTROMOT®-E2 compact 247 Nederlands CONFORMITEITSVERKLARING 12. Diese Seite ausklappen Fold out this page Déplier cette page Desplegar esta página Aprire questa pagina Deze bladzijden uitvouwen 251
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132
  • Page 133 133
  • Page 134 134
  • Page 135 135
  • Page 136 136
  • Page 137 137
  • Page 138 138
  • Page 139 139
  • Page 140 140
  • Page 141 141
  • Page 142 142
  • Page 143 143
  • Page 144 144
  • Page 145 145
  • Page 146 146
  • Page 147 147
  • Page 148 148
  • Page 149 149
  • Page 150 150
  • Page 151 151
  • Page 152 152
  • Page 153 153
  • Page 154 154
  • Page 155 155
  • Page 156 156
  • Page 157 157
  • Page 158 158
  • Page 159 159
  • Page 160 160
  • Page 161 161
  • Page 162 162
  • Page 163 163
  • Page 164 164
  • Page 165 165
  • Page 166 166
  • Page 167 167
  • Page 168 168
  • Page 169 169
  • Page 170 170
  • Page 171 171
  • Page 172 172
  • Page 173 173
  • Page 174 174
  • Page 175 175
  • Page 176 176
  • Page 177 177
  • Page 178 178
  • Page 179 179
  • Page 180 180
  • Page 181 181
  • Page 182 182
  • Page 183 183
  • Page 184 184
  • Page 185 185
  • Page 186 186
  • Page 187 187
  • Page 188 188
  • Page 189 189
  • Page 190 190
  • Page 191 191
  • Page 192 192
  • Page 193 193
  • Page 194 194
  • Page 195 195
  • Page 196 196
  • Page 197 197
  • Page 198 198
  • Page 199 199
  • Page 200 200
  • Page 201 201
  • Page 202 202
  • Page 203 203
  • Page 204 204
  • Page 205 205
  • Page 206 206
  • Page 207 207
  • Page 208 208
  • Page 209 209
  • Page 210 210
  • Page 211 211
  • Page 212 212
  • Page 213 213
  • Page 214 214
  • Page 215 215
  • Page 216 216
  • Page 217 217
  • Page 218 218
  • Page 219 219
  • Page 220 220
  • Page 221 221
  • Page 222 222
  • Page 223 223
  • Page 224 224
  • Page 225 225
  • Page 226 226
  • Page 227 227
  • Page 228 228
  • Page 229 229
  • Page 230 230
  • Page 231 231
  • Page 232 232
  • Page 233 233
  • Page 234 234
  • Page 235 235
  • Page 236 236
  • Page 237 237
  • Page 238 238
  • Page 239 239
  • Page 240 240
  • Page 241 241
  • Page 242 242
  • Page 243 243
  • Page 244 244
  • Page 245 245
  • Page 246 246
  • Page 247 247
  • Page 248 248
  • Page 249 249
  • Page 250 250
  • Page 251 251
  • Page 252 252
  • Page 253 253

ARTROMOT Artromot S3 Operating Instructions Manual

Type
Operating Instructions Manual
Deze handleiding is ook geschikt voor