CELSIUS M470

Fujitsu CELSIUS M470 Data papier

  • Hallo! Ik ben een AI-chatbot die speciaal is getraind om je te helpen met de Fujitsu CELSIUS M470 Data papier. Ik heb het document al doorgenomen en kan je duidelijke en eenvoudige antwoorden geven.
A26361-K1001-Z290-2-8N19, uitgave 1 Nederlands - 1
Gebruiksaanwijzing
In deze gebruiksaanwijzing vindt u belangrijke informatie voor het gebruik van pc, beeldscherm,
toetsenbord en muis in een omgeving met medische toepassing. Hou rekening met deze
aanwijzingen bij de installatie en het gebruik van de toestellen.
Richtlijnen voor elektromagnetische compatibiliteit
In de geleverde uitvoering beantwoordt dit toestel aan de eisen van de EG-richtlijnen 2004/108/EG
inzake "Elektromagnetische compatibiliteit" en 2006/95/EG "Laagspanningsrichtlijn".
Bovendien is het toestel overeenkomstig de EN 60601-1-2:2001 geschikt voor gebruik in
omgevingen met medische toepassing; vooral wat de elektromagnetische compatibiliteit
overeenkomstig de EN 60601-1-2:2007 betreft, is het geschikt voor gebruik in de volgende
omgeving.
Omgeving en toelaatbare toepassingen
i
Bij dit toestel gaat het niet om een medisch product zoals aangegeven door EN 60601-1-1
(wetgeving medische producten).
Omgeving Toelaatbare toepassingen
Als niet-levensinstandhoudend toestel of
onderdeel van een niet-levensinstandhoudend
toestel.
Voedingsspanningsbereik van 100 V tot 240 V,
50 / 60 Hz.
Algemene veiligheidsaanwijzingen voor toestellen in een
omgeving met medische toepassing
Veiligheidsaanwijzingen in de gebruiksaanwijzing en in het handboek "Safety" (Veiligheid)
Hou ook rekening met alle veiligheidsaanwijzingen in de gebruiksaanwijzing van uw toestel en met
de veiligheidsaanwijzingen in het handboek "Safety" (Veiligheid). De veiligheidsaanwijzingen in het
handboek "Safety" (Veiligheid) gelden voor alle toestellen, dus ook voor toestellen die in een
omgeving met medische toepassing worden gebruikt.
Bijkomende veiligheidsaanwijzingen voor toestellen in een omgeving met medische
toepassing
Als u niet zeker bent of u het toestel in de voorziene omgeving mag opstellen, kan u contact
opnemen met uw verkoper of onze klantendienst.
Hou bij het opstellen en voor de ingebruikname van het toestel rekening met de instructies voor
het opstellen, exploiteren, gebruiken en instandhouden van medische producten in de
desbetreffende wetgeving.
Bij het aansluiten van kabels dient u rekening te houden met de aanwijzingen voor de
vrijwaring van de elektromagnetische compatibiliteit.
Gebruiksaanwijzing
2 - Nederlands A26361-K1001-Z290-2-8N19, uitgave 1
Installeer enkel systeemuitbreidingen die voldoen aan de vereisten en voorschriften inzake
veiligheid en elektromagnetische compatibiliteit van de wetgeving van uw land voor medische
producten.
De ventilatoren van het toestel vergen geen onderhoud. Als een ventilator uitvalt of als het
ventilatorvermogen daalt, verschijnt een waarschuwingssymbool op de LCD (toestelafhankelijk
– zie de gebruiksaanwijzing van het toestel).
Als het toestel in een patiëntomgeving moet worden gebruikt, of als elektrisch geleidende
verbindingen tussen het product en de patiënt voorzien zijn, moeten op het product bijkomende
maatregelen overeenkomstig EN 60601-1-1:2001 worden getroffen.
De ventilatieopeningen van het toestel mogen niet worden afgedekt, om oververhitting te
vermijden.
Als u in combinatie met uw toestel een radiocomponent (BLUETOOTH, Wireless LAN)
gebruikt, dient u de veiligheidsafstanden te respecteren die tussen uw toestel en andere
elektrische en elektronische toestellen vereist zijn. De door de radiocomponent overgedragen
radiogolven kunnen de werking van medische apparatuur beïnvloeden. Evenzeer kan de
werking van de radiocomponent van uw toestel door andere radiotoestellen worden gestoord.
i
Voor de reiniging van de toestellen dient u rekening te houden met de relevante
aanwijzingen in de overeenkomstige gebruiksaanwijzing.
Aanwijzingen voor de vrijwaring van de elektromagnetische
compatibiliteit
Alle data- en signaalkabels moeten over voldoende afscherming beschikken. Voor de LAN-
bekabeling gelden de vereisten van EN 50173 en EN 50174-1/2. Het gebruik van niet
afgeschermde of gebrekkig afgeschermde kabels kan tot een grotere storingsuitstraling en/of
tot een geringere storingsvastheid van het toestel leiden.
Alle behuizingsafdekkingen (zijwanden, blinde afdekkingen) moeten geïnstalleerd zijn zoals
beschreven in de gebruikshandleiding.
Om de behuizing voldoende te verluchten, dient u bij het opstellen rekening te houden met de
vrije ruimte rond het toestel (zie hoofdstuk "Technische gegevens" in de gebruikshandleiding).
De verluchtingsvlakken van het beeldscherm en van het toestel mogen niet worden afgedekt,
om oververhitting te vermijden. Plaats nooit verschillende toestellen boven elkaar.
Draagbare en mobiele draadloze communicatietoestellen zoals mobiele telefoons kunnen
medische elektrische toestellen beïnvloeden. Hou absoluut rekening met de in tabel 4
vermelde veiligheidsafstanden.
Bij het aansluiten van randapparatuur zoals beeldschermen gebruikt u enkel de bijgeleverde
kabels.
Gebruik voor het aansluiten van het toetsenbord alleen de bijgeleverde kabel.
Elk randapparaat dat u wenst aan te sluiten, moet voldoen aan de voorwaarden voor het
gebruik in een omgeving met medische toepassing.
Sluit slechts één monitor aan op het toestel. Een tweede monitor is niet toegestaan.
Gebruiksaanwijzing
A26361-K1001-Z290-2-8N19, uitgave 1 Nederlands - 3
Bescherm de contacten van alle bussen en stekkers van het toestel tegen statische
elektriciteit. Raak de contacten niet aan. Als een contact één keer onvermijdelijk is, dient u
volgende voorzorgsmaatregelen te nemen:
Raak een geaard voorwerp aan voor u de contacten aanraakt. Daardoor voert u de
statische elektriciteit af.
of
Draag een aardingsband.
i
Als er zich statische elektriciteit op het toestel ontlaadt of als snelle transiënten of sterke
elektromagnetische velden op het toestel inwerken, kan tijdens de duur van de storing de
audiokwaliteit op de PC en de beeldkwaliteit op het beeldscherm worden geschaad.
Richtlijnen en fabrikantverklaring
Tabel 1: Richtlijnen en fabrikantverklaring – elektromagnetische
uitstraling
De in dit handboek genoemde systemen zijn bedoeld voor gebruik in een omgeving zoals
hieronder staat aangegeven. De klant of de gebruiker van het toestel of van het systeem moet
ervoor zorgen dat het in een dergelijke omgeving wordt gebruikt.
Metingen van
storingsuitstralingen
Overeenstemming Elektromagnetische omgeving –
richtsnoer
RF-uitstralingen volgens
CISPR 22
Klasse B Het toestel of het systeem gebruikt RF-
energie uitsluitend voor zijn interne
functie. Daarom is zijn RF-uitstraling
zeer gering en is het onwaarschijnlijk
dat elektronische toestellen in de
omgeving worden gestoord.
Uitstralingen van hoge
harmonischen
IEC 61000-3-2
Klasse D Het toestel of het systeem is geschikt
voor gebruik in alle inrichtingen,
inclusief inrichtingen in de
woonomgeving en dergelijke, die direct
aangesloten zijn op een openbaar
voedingsnet dat ook gebouwen voedt
die voor woondoeleinden worden
gebruikt.
Uitstralingen van
spanningsschommelingen/
flikker
IEC 61000-3-3
Komt overeen
Het toestel of het systeem is geschikt
voor gebruik in alle inrichtingen,
inclusief inrichtingen in de
woonomgeving en dergelijke, die direct
aangesloten zijn op een openbaar
voedingsnet dat ook gebouwen voedt
die voor woondoeleinden worden
gebruikt.
Gebruiksaanwijzing
4 - Nederlands A26361-K1001-Z290-2-8N19, uitgave 1
Tabel 2: Richtlijnen en fabrikantverklaring – elektromagnetische
storingsvastheid
De in dit handboek genoemde systemen zijn bedoeld voor gebruik in een elektromagnetische
omgeving zoals hieronder staat aangegeven. De klant of de gebruiker van het toestel of van het
systeem moet ervoor zorgen dat het in een dergelijke omgeving wordt gebruikt.
Controles van de
storingsvastheid
IEC 60601
testniveau
Overeenstem
mingsniveau
Elektromagnetische
omgeving – richtlijnen
Ontlading van
statische elektriciteit
(ESD)
volgens
IEC 61000-4-2
+/- 6 kV contactontlading
+/- 8 kV luchtontlading
+/-6 kV
+/-8 kV
De vloer moet uit hout of
beton bestaan of voorzien zijn
van keramische tegels. Als de
vloer voorzien is van
synthetisch materiaal, moet
de relatieve luchtvochtigheid
minstens 30% bedragen.
Snelle transiënte
elektrische
storingsgrootheden
(bursts)
volgens
IEC 61000-4-4
+/- 2 kV voor netkabels
+/- 1 kV voor ingangs-
en uitgangskabels
+/- 2 kV
+/- 1 kV
De kwaliteit van de voedings-
spanning moet
overeenkomen met die van
een typische bedrijfs- of
ziekenhuisomgeving.
Stootspanningen
(surges)
volgens
IEC 61000-4-5
+/- 1 kV balansspanning
+/- 2 kV ìn-fase-
spanning
+/- 1 kV
+/- 2 kV
De kwaliteit van de voedings-
spanning moet
overeenkomen met die van
een typische bedrijfs- of
ziekenhuisomgeving.
<5% U
T
(>95% daling van U
T
)
gedurende ½ periode
geslaagd, A
<40% U
T
(>60% daling van U
T
)
gedurende 5 perioden
<70% U
T
(>30% daling van U
T
)
gedurende 25 perioden
geslaagd, A
Voedings-
spannings-
bereik
200 V – 240 V/
50/60Hz
geslaagd, C
Voedings-
spannings-
bereik
100 V – 200 V/
50/60Hz
Kortstondige
spanningsdaling,
korte onderbrekingen
en schommelingen in
de voedingsspanning
volgens
IEC 61000-4-11
<5% U
T
(>95% daling van U
T
)
gedurende 5 s
geslaagd C
De kwaliteit van de
voedingsspanning moet
overeenkomen met die van
een typische bedrijfs- of
ziekenhuisomgeving. Als de
gebruiker van het toestel of
van het systeem ook bij het
optreden van onderbrekingen
in de energievoorziening
verlangt dat de functie wordt
verdergezet, wordt
aanbevolen het toestel of het
systeem met een
onderbrekingsvrije voeding of
een batterij te voeden.
Gebruiksaanwijzing
A26361-K1001-Z290-2-8N19, uitgave 1 Nederlands - 5
Tabel 2 – Vervolg
Controles van de
storingsvastheid
IEC 60601
testniveau
Overeen-
stemmings-
niveau
Elektromagnetische
omgeving – richtlijnen
Magneetveld bij de
voedingsfrequentie
(50/60 Hz)
volgens
IEC 61000-4-8
3 A/m 3 A/m Magneetvelden bij de
netfrequentie moeten
overeenkomen met de
typische waarden die te
vinden zijn in een bedrijfs- en
ziekenhuisomgeving.
OPMERKING: U
T
is de netwisselspanning vóór de toepassing van de testniveaus.
Gebruiksaanwijzing
6 - Nederlands A26361-K1001-Z290-2-8N19, uitgave 1
Tabel 3: Richtlijnen en fabrikantverklaring – elektromagnetische
storingsvastheid
De in dit handboek genoemde systemen zijn bedoeld voor gebruik in een elektromagnetische
omgeving zoals hieronder staat aangegeven. De klant of de gebruiker van het toestel of van het
systeem moet ervoor zorgen dat het in een dergelijke omgeving wordt gebruikt.
Controles van
de storings-
vastheid
IEC 60601
testniveau
Overeen-
stemmings
niveau
Elektromagnetische omgeving – richtlijnen
Draagbare en mobiele radioapparaten mogen niet
op een kleinere afstand ten opzichte van het
toestel of het systeem inclusief de kabels worden
gebruikt dan de aanbevolen veiligheidsafstand,
die op basis van de voor de zendfrequentie
geldende vergelijking wordt berekend.
Aanbevolen veiligheidsafstand:
Geleide RF-
storings-
grootheid
volgens
IEC 61000-4-6
3 V
rms
150 kHz tot
80 MHz
3 V
P
V
3.5
d
1
Uitgestraalde
RF-storings-
grootheden
volgens
IEC 61000-4-3
3 V/m
80 MHz tot
2,5 GHz
3 V/m
3 V/m
P
E
3.5
d
1
voor 80 MHz tot 800 MHz
P
E
7
d
1
voor 800 MHz tot 2,5 GHz
met P als maximaal nominaal vermogen van de
zender in Watt (W) overeenkomstig de informatie
van de zenderfabrikant, en met d als aanbevolen
veiligheidsafstand in meter (m).
De veldsterkte van stationaire radiozenders moet
bij alle frequenties volgens een onderzoek ter
plaatse
a
kleiner zijn dan het
overeenstemmingsniveau.
b
In de omgeving van toestellen met volgend
symbool zijn storingen mogelijk.
Gebruiksaanwijzing
A26361-K1001-Z290-2-8N19, uitgave 1 Nederlands - 7
OPMERKING 1:
Bij 80 MHz en 800 MHz geldt het hogere frequentiebereik.
OPMERKING 2:
Deze richtlijnen zijn eventueel niet in alle gevallen toepasbaar. De uitstrooiing van
elektromagnetische grootheden wordt beïnvloed door adsorptie en reflecties van gebouwen,
voorwerpen en mensen.
a De veldsterkte van stationaire zenders, zoals basisstations van radiotelefoons en mobiele
landradiotoestellen, amateurradiozenders, AM- en FM-radio- en tv-zenders, kan theoretisch
vooraf niet nauwkeurig worden bepaald. Om de elektromagnetische omgeving van de
stationaire zenders te kunnen bepalen, moet een studie van de opstelplaats worden overwogen.
Als de gemeten veldsterkte op de plaats waar het toestel of het systeem wordt gebruikt, de
hierboven vermelde overeenstemmingsniveaus overschrijdt, moet het toestel of het systeem
worden geobserveerd om de voorgeschreven functie aan te tonen. Als ongebruikelijke
prestatiekenmerken worden vastgesteld, kunnen bijkomende maatregelen vereist zijn, zoals
een gewijzigde oriëntatie of een andere plaats voor het toestel of het systeem.
b Over het frequentiebereik van 150 kHz tot 80 MHz moet de veldsterkte kleiner zijn dan 3 V/m.
Gebruiksaanwijzing
8 - Nederlands A26361-K1001-Z290-2-8N19, uitgave 1
Tabel 4: Aanbevolen veiligheidsafstanden tussen draagbare en mobiele
RF-telecommunicatietoestellen en het toestel of systeem voor niet-
levensbedreigende ingrepen
De in dit handboek genoemde systemen zijn bedoeld voor gebruik in een elektromagnetische
omgeving waarin de RF-storingsgrootheden gecontroleerd zijn. De klant of de gebruiker van het
toestel of het systeem kan helpen om elektromagnetische storingen te vermijden, door de minimale
afstand tussen draagbare en mobiele RF-telecommunicatietoestellen (zenders) en het toestel of het
systeem – afhankelijk van het uitgangsvermogen van het communicatietoestel, zoals hierna
aangegeven – na te leven.
Veiligheidsafstand afhankelijk van de zenderfrequentie [m]
Nominaal
vermogen van de
zender
W
150 kHz tot 80 MHz
80 MHz tot 800 MHz
800 MHz tot 2.5 GHz
0,01 0.12 0.12 0.23
0,1 0.37 0.37 0.74
1 1.17 1.17 2.33
10 3.69 3.69 7.38
100 11.70 11.70 23.33
Voor zenders waarvan het maximale nominale vermogen niet in deze tabel vermeld is, kan de
aanbevolen afstand d in meter (m) worden bepaald aan de hand van de vergelijking in de
respectieve kolom, waarbij P het maximale nominale vermogen van de zender in Watt (W) volgens
de zenderfabrikant is.
OPMERKING 1:
Bij 80 MHz en 800 MHz geldt het hogere frequentiebereik.
OPMERKING 2:
Deze richtlijnen zijn mogelijk niet in alle gevallen toepasbaar.De uitstrooiing van
elektromagnetische grootheden wordt beïnvloed door absorpties en reflecties van gebouwen,
voorwerpen en mensen.
/