Emerson Process Management MMI-20010080 Handleiding

Type
Handleiding
Installatie-instructies
P/N MMI-20010080, Rev. B
December 2007
ATEX installatie-instructies
voor Micro Motion
®
ELITE
®
-sensors
Voor de installatie van sensors
met ATEX-goedkeuring
NB: Voor installatie in een explosiegevaarlijke omgeving in Europa dient u norm
EN 60079-14 te raadplegen als er geen landelijke normen van toepassing zijn.
©2007, Micro Motion, Inc. Alle rechten voorbehouden. ELITE en ProLink zijn gedeponeerde handelsmerken en MVD en
MVD Direct Connect zijn handelsmerken van Micro Motion, Inc., Boulder, Colorado, VS. Micro Motion is een gedeponeerde
merknaam van Micro Motion, Inc., Boulder, Colorado, VS. De logo’s van Micro Motion en Emerson zijn handelsmerken en
servicemerken van Emerson Electric Co. Alle andere handelsmerken zijn het eigendom van de respectieve eigenaren.
Informatie bevestigd aan apparatuur die voldoet aan de Pressure Equipment Directive
(Richtlijn drukapparatuur) is te vinden op internet op www.micromotion.com/library.
1
ELITE-sensors (BVS 06 ATEX E 045 X)
ATEX-installatie-instructies
Voor de installatie van de volgende Micro Motion-sensors met ATEX-certificaatnummer
BVS 06 ATEX E 045 X:
- Model CMF010
- Model CMF025
- Model CMF050
- Model CMF100
- Model CMF200 (inclusief het voor hoge temperaturen geschikte model CMF200
(A, B, C of E))
- Model CMF300 (inclusief het voor hoge temperaturen geschikte model CMF300
(A, B, C of E))
- Model CMF400 (inclusief het voor hoge temperaturen geschikte model CMF400
(A, B, C of E))
- Model CMFHC3 (inclusief het voor hoge temperaturen geschikte model CMFHC3
(A, B, C of E))
Onderwerp: Type apparatuur Sensortype CMF*** *******Z****
Vervaardigd en ingediend voor onderzoek door Micro Motion, Inc.
Adres Boulder, Colorado 80301, VS
Onderzoeksbasis: Bijlage II van Richtlijn 94/9/EG
Gebaseerd op normen EN 60079-0:2006 Algemene vereisten
EN 60079-11:2007 Intrinsieke veiligheid ´i´
EN 61241-0:2006 en
EN 61241-1:2004
Stofevaluatie ´tD A´
Code voor beveiligingstype II 2G Ex ib IIB/IIC T1–T5/T6
II 2D Ex tD A21 IP65 T*
ATEX-installatie-instructies
ELITE-sensors (BVS 06 ATEX E 045 X)
2 ATEX-installatie-instructies
1) Onderwerp en type
Sensortype CMF*** *******Z****
Op de plaats van de sterretjes (***) komen letters en cijfers die de volgende wijzigingen aanduiden:
Markering niet relevant voor beveiligingstype
Letter voor elektronica-interface
2 = Verbeterde kernprocessor in aluminium behuizing
3 = Verbeterde kernprocessor in roestvrijstalen behuizing
4 = Verbeterde kernprocessor in aluminium behuizing met
afstandsstuk
5 = Verbeterde kernprocessor in roestvrijstalen behuizing
met afstandsstuk
6 = Verbeterde kernprocessor in aluminium behuizing voor
directe host
7 = Verbeterde kernprocessor in roestvrijstalen behuizing
voor directe host
8 = Verbeterde kernprocessor in aluminium behuizing met
afstandsstuk voor directe host
9 = Verbeterde kernprocessor in roestvrijstalen behuizing
met afstandsstuk voor directe host
A = Lokale kernprocessor
B = Lokale kernprocessor met afstandsstuk
C = Integraal, transmitter 1700/2700
F = Integraal, transmitter 1700/2700 met afstandsstuk
D = Lokale kernprocessor voor directe host
E = Lokale kernprocessor met afstandsstuk voor directe host
R = Met 9-draads aansluitkast
H = 9-draads aansluitkast met afstandsstuk
Q = Kernprocessor in aluminium behuizing
V = Kernprocessor in aluminium behuizing met afstandsstuk
W = Kernprocessor in aluminium behuizing voor directe host
Y = Kernprocessor in aluminium behuizing met afstandsstuk
voor directe host
S = 9-draads roestvrijstalen aansluitkast
T = 9-draads roestvrijstalen aansluitkast met afstandsstuk
CMF******* **Z****
A = Hittebestendige 316L roestvrijstalen pijp 350°C
B = Hittebestendige Hastelloy C-22 pijp 350°C
C = Hittebestendige 316L roestvrijstalen pijp 427°C
E = Hittebestendige Hastelloy C-22 pijp 427°C
Overige markering niet relevant voor beveiligingstype
Letter voor doorvoerverbindingen
*
3 cijfers voor het sensortype
Markering niet relevant voor beveiligingstype
ELITE-sensors (BVS 06 ATEX E 045 X)
ATEX-installatie-instructies 3
2) Omschrijving
De flowsensor wordt in combinatie met een transmitter gebruikt voor flowmetingen. De flowsensor bestaat
uit buizen die magnetisch in trilling worden gebracht. De elektrische componenten van de sensor zijn
spoelen, weerstanden, temperatuursensors, aansluitklemmen en connectors.
In plaats van de aansluitkast (CMF********(R, H,S of T)*Z****) kan ook een behuizing worden gebruikt met
een integraal gemonteerde signaalprocessor van type 700; deze uitvoering wordt aangeduid met type
CMF*** *****(A, B, D of E)*Z**** voor een roestvrijstalen behuizing en CMF*** *****(Q, V, W of Y)*Z**** voor
een aluminium behuizing.
Bij gebruik met een integraal gemonteerde verbeterde signaalprocessor van type 800 heeft deze uitvoering
de aanduiding type CMF*** *****(3, 5, 7 of 9)*Z**** bij gebruik van een roestvrijstalen behuizing en
CMF*** *****(2, 4, 6 of 8)*Z**** bij een aluminium behuizing.
Een andere mogelijkheid is om een transmitter van type *700********** rechtstreeks aan de aansluitkast te
monteren; deze uitvoering heeft de aanduiding type CMF*** *****(C of F)*Z****.
De voor hoge temperaturen geschikte uitvoering CMF*** (A, B, C of E)******Z**** kan worden voorzien van
een aansluitkast, transmitter, kernprocessor of verbeterde kernprocessor; deze uitvoering heeft dan ook
altijd de aanduiding CMF*** (A, B, C of E)******Z****.
Rechtstreekse montage van de sensor aan de *700 transmitter heeft gevolgen voor het gebruik van het
apparaat. Zie hiervoor de onderstaande tabel.
Sensor
CMF010*****(C of F)*Z****
CMF025*****(C of F)*Z****
CMF050*****(C of F)*Z****
CMF100*****(C of F)*Z****
CMF100*****(C of F)*Z**** CIC: A4
CMF200*****(C of F)*Z**** CIC: A4
CMF300*****(C of F)*Z**** CIC: A4
CMF400*****(C of F)*Z**** CIC: A4
CMF200*****(C of F)*Z****
CMF300*****(C of F)*Z****
CMF400*****(C of F)*Z****
CMF200(A, B, C of E)****(C of F)*Z****
CMF200(A, B, C of E)****(C of F)*Z****
CIC A5
CMF300(A, B, C of E)****(C of F)*Z****
CMF300(A, B, C of E)****(C of F)*Z****
CIC A5
CMF400(A, B, C of E)****(C of F)*Z****
CMF400(A, B, C of E)****(C of F)*Z****
CIC A5
Transmittertype
*700*1(1 of 2)*******
0575
II 2 G Ex ib IIB+H
2
T1–T5
0575
II 2 G Ex ib IIB T1–T5
II 2 D Ex tD A21 IP65 T
1
°C
(1) Zie de temperatuurgrafieken voor de stoftemperatuurwaarden.
II 2 D Ex tD A21 IP65 T
1
°C
Transmittertype
*700*1(3, 4 of 5)*******
0575
II 2 G Ex ib IIC T1–T5
0575
II 2 G Ex ib IIB T1–T5
II 2 D Ex tD A21 IP65 T
1
°C II 2 D Ex tD A21 IP65 T
1
°C
Transmittertype
*700*1(1 of 2)D******
0575
II 2 (1) G Ex ib IIB+H
2
T1–5
0575
II 2 (1) G Ex ib IIB T1–5
II 2 D Ex tD A21 IP65 T
1
°C II 2 D Ex tD A21 IP65 T
1
°C
Transmittertype
*700*1(3, 4 of 5)D******
0575
II 2 (1) G Ex ib IIC T1–5
0575
II 2 (1) G Ex ib IIB T1–T5
II 2 D Ex tD A21 IP65 T
1
°C II 2 D Ex tD A21 IP65 T
1
°C
Transmittertype
2700*1(1 of 2)(E of G)******
0575
II 2 (1) G Ex ib IIB+H
2
T1–5
0575
II 2 (1) G Ex ib IIB T1–T5
II 2 D Ex tD A21 IP65 T
1
°C II 2 D Ex tD A21 IP65 T
1
°C
Transmittertype
2700*1(3, 4 of 5)(E of G)******
0575
II 2 (1) G Ex ib IIC T1–5
0575
II 2 (1) G Ex ib IIB T1–T5
II 2 D Ex tD A21 IP65 T
1
°C II 2 D Ex tD A21 IP65 T
1
°C
ELITE-sensors (BVS 06 ATEX E 045 X)
4 ATEX-installatie-instructies
De gewijzigde serieweerstand van de aandrijfspoel voor de sensors CMF100, CMF200, CMF300, CMF400
en CMFHC3 die worden gebruikt voor lage temperaturen en IIC-toepassingen worden aangeduid met de
constructie-identificatiecode (CIC) A4.
De gewijzigde aandrijfspoel, pick-off-spoelen en serieweerstanden voor de CMF200A-, B-, C- en E-,
CMF300A-, B-, C- en E-, evenals CMF400A-, B-, C- en E-sensors zijn ter identificatie voorzien van
constructie-identificatiecode (CIC) A5. De EN 500** normen zijn vervangen door de EN 60079-** normen,
wat heeft geleid tot een andere markering. Er is een code “T” voor de elektronica-interface toegevoegd
voor de uitgebreide roestvrijstalen aansluitkast. Verder is er een CIC-opmerking toegevoegd aan
temperatuurgrafieken voor hoge temperaturen en zijn de nieuwe sensormodellen CMFHC3 en CMFHC3A,
B, C en E toegevoegd.
3) Parameters
3.1) Type CMF********(R, H, S of T)*Z**** (behalve CMF***(A, B, C of E)****(R, H, S of T)*Z****)
Constructie-identificatiecode (CIC) A4 (IIC) en geen markering
3.1.1) Aandrijfcircuit
Vermogen 2,54 W
Spanning 11,4 V gelijkspanning
Stroom 2,45 A
Effectieve inwendige capaciteit Te verwaarlozen
Sensortype:
Zelfinductie
(mH)
Spoelweerstand
(Ω)
Serieweerstand
(Ω)
Minimumtemp.
omgeving/vloeistof (°C)
CMF010
2,51 78,7 948,9 –40
CMF010
2,51 0 945,1 –240
CMF025
2,51 78,7 170,8 –40
CMF025
2,51 0 170,1 –240
CMF050
2,51 78,7 170,8 –40
CMF050
2,51 0 170,1 –240
CMF100
6,7 58,4 89,0 –40
CMF100
6,7 52,4 89,0 –60
CMF100
CIC A4 (IIC)
6,7 0 177,0 –240
CMF200
9,5 92,9 0 –40
CMF200
9,5 85,8 0 –55
Constructie-identificatiecode (CIC)
(ongeveer getoond op de standlocatie)
ELITE-sensors (BVS 06 ATEX E 045 X)
ATEX-installatie-instructies 5
3.1.2) Pick-off-circuit (klem 5,9 en 6,8; groenwitte en blauwgrijze draden)
CMF200
CIC A4 (IIC)
9,5 0 177,0 –240
CMF300
9,5 92,9 0 –40
CMF300
9,5 85,8 0 –55
CMF300
CIC A4 (IIC)
9,5 0 177,0 –240
CMF400
11,75 83,5 19,8 40
CMF400
11,75 71,4 19,8 68
CMF400
CIC A4 (IIC)
11,75 0 187,1 –240
CMFHC3
5,0 19,5 38,5 –50
CMFHC3
CIC A4 (IIC)
5,0 0 126,0 –240
Spanning Tot 30 V gelijkspanning
Stroom Tot 101 mA
Vermogen Tot 750 mW
Effectieve inwendige capaciteit Te verwaarlozen
Sensortype:
Zelfinductie
(mH)
Spoelweerstand
(Ω)
Serieweerstand
(Ω)
Minimumtemp.
omgeving/vloeistof (°C)
CMF010 2,51 78,7 0 –40
CMF010 2,51 0 0 –240
CMF025 2,51 78,7 0 –40
CMF025 2,51 0 0 –240
CMF050 2,51 78,7 0 –40
CMF050 2,51 0 0 –240
CMF100 0,441 11,1 0 –40
CMF100 0,441 9,9 0 –60
CMF100
CIC A4 (IIC)
0,441 0 0 –240
CMF200 2,0 41,9 0 tot 567,9 –40
CMF200 2,0 38,7 0 tot 567,9 –55
CMF200
CIC A4 (IIC)
2,0 0 0 tot 567,9 –240
CMF300 2,0 41,9 0 tot 567,9 –40
CMF300 2,0 38,7 0 tot 567,9 –55
CMF300
CIC A4 (IIC)
2,0 0 0 tot 567,9 –240
CMF400 12,4 128,3 0 tot 566,4 40
CMF400 12,4 109,8 0 tot 566,4 68
CMF400
CIC A4 (IIC)
12,4 0 0 tot 566,4 –240
CMFHC3 2,8 49,2 42,6 tot 566,4 –50
CMFHC3
CIC A4 (IIC)
2,8 0 198,4 tot 566,4 –240
Sensortype:
Zelfinductie
(mH)
Spoelweerstand
(Ω)
Serieweerstand
(Ω)
Minimumtemp.
omgeving/vloeistof (°C)
ELITE-sensors (BVS 06 ATEX E 045 X)
6 ATEX-installatie-instructies
3.1.3) Temperatuurcircuit
3.1.4) Temperatuurklasse
De indeling in temperatuurklassen hangt af van de temperatuur van het medium waarbij rekening wordt
gehouden met de maximale bedrijfstemperatuur van de sensor. Zie de volgende grafieken:
Voor CMF010-, CMF025- en CMF050-sensors met integrale aansluitkast, aangesloten op MVD-transmitters
of niet-MVD-transmitters (bijvoorbeeld 9739)
Opmerking 1. Gebruik bovenstaande grafiek om voor een gegeven vloeistof- en omgevingstemperatuur
de temperatuurklasse te bepalen. De maximale oppervlaktetemperaturen voor stof zijn als volgt: T6:T 80°C,
T5:T 95°C, T4:T 130°C, T3:T 195°C, T2 tot T1:T 254°C.
De voor stof toegestane minimale omgevings- en procesvloeistoftemperatuur is –40°C.
De sensor kan worden gebruikt bij een hogere omgevingstemperatuur dan +55°C, mits de omgevings-
temperatuur de maximale temperatuur van het medium niet overschrijdt en rekening wordt gehouden met
de temperatuurklasse en de maximale bedrijfstemperatuur van de sensor.
Spanning Tot 30 V gelijkspanning
Stroom Tot 101 mA
Vermogen Tot 750 mW
Effectieve inwendige capaciteit Te verwaarlozen
Effectieve inwendige zelfinductie Te verwaarlozen
3.1.5) Omgevingstemperatuurbereik Ta –240°C tot +55°C
MAX. OMGEVINGSTEMP. (°C)
SENSORVLOEISTOFTEMP. (°C)
ELITE-sensors (BVS 06 ATEX E 045 X)
ATEX-installatie-instructies 7
3.1.6) De indeling in temperatuurklassen hangt af van de temperatuur van het medium, waarbij rekening wordt
gehouden met de maximale bedrijfstemperatuur van de sensor. Zie de volgende grafieken:
Voor CMF100-sensors met integrale aansluitkast, aangesloten op niet-MVD-transmitters (bijvoorbeeld 9739)
Opmerking 1. Gebruik bovenstaande grafiek om voor een gegeven vloeistof- en omgevingstemperatuur
de temperatuurklasse te bepalen. De maximale oppervlaktetemperaturen voor stof zijn als volgt: T6:T 80°C,
T5:T 95°C, T4:T 130°C, T3:T 195°C, T2 tot T1:T 254°C.
De sensor kan worden gebruikt bij een hogere omgevingstemperatuur dan +55°C, mits de omgevings-
temperatuur de maximale temperatuur van het medium niet overschrijdt en rekening wordt gehouden met
de temperatuurklasse en de maximale bedrijfstemperatuur van de sensor.
3.1.7) Omgevingstemperatuurbereik Ta –40°C tot +55°C
MAX. OMGEVINGSTEMP. (°C)
SENSORVLOEISTOFTEMP. (°C)
ELITE-sensors (BVS 06 ATEX E 045 X)
8 ATEX-installatie-instructies
3.1.8) De indeling in temperatuurklassen hangt af van de temperatuur van het medium, waarbij rekening wordt
gehouden met de maximale bedrijfstemperatuur van de sensor. Zie de volgende grafieken:
Voor CMF100-sensors met integrale aansluitkast, aangesloten op MVD-transmitters
Opmerking 1. Hanteer de bovenstaande grafiek om de temperatuurklasse te bepalen bij een gegeven
vloeistof- en omgevingstemperatuur. De maximale oppervlaktetemperaturen voor stof zijn als volgt:
T6:T 80°C, T5:T 95°C, T4:T 130°C, T3:T 195°C, T2 tot T1:T 254°C.
De voor stof toegestane minimale omgevings- en procesvloeistoftemperatuur is –40°C.
De sensor kan worden gebruikt bij een hogere omgevingstemperatuur dan +55°C, mits de omgevings-
temperatuur de maximale temperatuur van het medium niet overschrijdt en rekening wordt gehouden met
de temperatuurklasse en de maximale bedrijfstemperatuur van de sensor.
3.1.9) Omgevingstemperatuurbereik Ta –60°C tot +55°C
MAX. OMGEVINGSTEMP. (°C)
SENSORVLOEISTOFTEMP. (°C)
ELITE-sensors (BVS 06 ATEX E 045 X)
ATEX-installatie-instructies 9
3.1.10) De indeling in temperatuurklassen hangt af van de temperatuur van het medium, waarbij rekening wordt
gehouden met de maximale bedrijfstemperatuur van de sensor. Zie de volgende grafieken:
Voor CMF200- en CMF300-sensors met integrale aansluitkast, aangesloten op MVD-transmitters of
niet-MVD-transmitters (bijvoorbeeld 9739)
Opmerking 1. Hanteer de bovenstaande grafiek om de temperatuurklasse te bepalen bij een gegeven
vloeistof- en omgevingstemperatuur. De maximale oppervlaktetemperaturen voor stof zijn als volgt:
T6:T 80°C, T5:T 95°C, T4:T 130°C, T3:T 195°C, T2 tot T1:T 254°C. De voor stof toegestane minimale
omgevings- en procesvloeistoftemperatuur is –40°C.
De sensor kan worden gebruikt bij een hogere omgevingstemperatuur dan +55°C, mits de omgevings-
temperatuur de maximale temperatuur van het medium niet overschrijdt en rekening wordt gehouden met
de temperatuurklasse en de maximale bedrijfstemperatuur van de sensor.
3.1.11) Omgevingstemperatuurbereik Ta –55°C tot +55°C
MAX. OMGEVINGSTEMP. (°C)
SENSORVLOEISTOFTEMP. (°C)
ELITE-sensors (BVS 06 ATEX E 045 X)
10 ATEX-installatie-instructies
3.1.12) De indeling in temperatuurklassen hangt af van de temperatuur van het medium, waarbij rekening wordt
gehouden met de maximale bedrijfstemperatuur van de sensor. Zie de volgende grafieken:
Voor CMF400-sensors met integrale aansluitkast, aangesloten op MVD-transmitters
Opmerking 1. Hanteer de bovenstaande grafiek om de temperatuurklasse te bepalen bij een gegeven
vloeistof- en omgevingstemperatuur. De maximale oppervlaktetemperaturen voor stof zijn als volgt:
T6:T 80°C, T5:T 95°C, T4:T 130°C, T3:T 195°C, T2: tot T1:T 234°C. De voor stof toegestane minimale
omgevings- en procesvloeistoftemperatuur is –40°C.
De sensor kan worden gebruikt bij een hogere omgevingstemperatuur dan +60°C, mits de omgevings-
temperatuur de maximale temperatuur van het medium niet overschrijdt en rekening wordt gehouden met
de temperatuurklasse en de maximale bedrijfstemperatuur van de sensor.
3.1.13) Omgevingstemperatuurbereik Ta –68°C tot +60°C
MAX. OMGEVINGSTEMP. (°C)
SENSORVLOEISTOFTEMP. (°C)
ELITE-sensors (BVS 06 ATEX E 045 X)
ATEX-installatie-instructies 11
3.1.14) De indeling in temperatuurklassen hangt af van de temperatuur van het medium, waarbij rekening wordt
gehouden met de maximale bedrijfstemperatuur van de sensor. Zie de volgende grafieken:
Voor CMFHC3-sensors met integrale aansluitkast, aangesloten op MVD-transmitters
Opmerking 1. Gebruik bovenstaande grafiek om de temperatuurklasse te bepalen bij een gegeven vloeistof-
en omgevingstemperatuur. De maximale oppervlaktetemperaturen voor stof zijn als volgt: T6:T 80°C,
T5:T 95°C, T4:T 130°C, T3:T 195°C, T2 tot T1:T 207°C. De voor stof toegestane minimale omgevings- en
procesvloeistoftemperatuur is –40°C.
De sensor kan worden gebruikt bij een hogere omgevingstemperatuur dan +55°C, mits de omgevings-
temperatuur de maximale temperatuur van het medium niet overschrijdt en rekening wordt gehouden met
de temperatuurklasse en de maximale bedrijfstemperatuur van de sensor.
3.1.15) Omgevingstemperatuurbereik Ta –50°C tot +55°C
MAX. OMGEVINGSTEMP. (°C)
SENSORVLOEISTOFTEMP. (°C)
ELITE-sensors (BVS 06 ATEX E 045 X)
12 ATEX-installatie-instructies
3.1.16) De indeling in temperatuurklassen hangt af van de temperatuur van het medium, waarbij rekening wordt
gehouden met de maximale bedrijfstemperatuur van de sensor. Zie de volgende grafieken:
Voor CMF100-, CMF200- en CMF300-sensors met integrale aansluitkast, aangesloten op MVD-transmitters
of niet-MVD-transmitters (bijvoorbeeld 9739) en constructie-identificatiecode (CIC) A4 (IIC)
Opmerking 1. Hanteer de bovenstaande grafiek om de temperatuurklasse te bepalen bij een gegeven
vloeistof- en omgevingstemperatuur. De maximale oppervlaktetemperaturen voor stof zijn als volgt:
T6:T 80°C, T5:T 95°C, T4:T 130°C, T3:T 195°C, T2 tot T1:T 254°C. De voor stof toegestane minimale
omgevings- en procesvloeistoftemperatuur is –40°C.
De sensor kan worden gebruikt bij een hogere omgevingstemperatuur dan +55°C, mits de omgevings-
temperatuur de maximale temperatuur van het medium niet overschrijdt en rekening wordt gehouden met
de temperatuurklasse en de maximale bedrijfstemperatuur van de sensor.
3.1.17) Omgevingstemperatuurbereik Ta –240°C tot +55°C
MAX. OMGEVINGSTEMP. (°C)
SENSORVLOEISTOFTEMP. (°C)
ELITE-sensors (BVS 06 ATEX E 045 X)
ATEX-installatie-instructies 13
3.1.18) De indeling in temperatuurklassen hangt af van de temperatuur van het medium, waarbij rekening wordt
gehouden met de maximale bedrijfstemperatuur van de sensor. Zie de volgende grafieken:
Voor CMF400-sensors met integrale aansluitkast, aangesloten op MVD-transmitters en constructie-
identificatiecode (CIC) A4 (IIC)
Opmerking 1. Hanteer de bovenstaande grafiek om de temperatuurklasse te bepalen bij een gegeven
vloeistof- en omgevingstemperatuur. De maximale oppervlaktetemperaturen voor stof zijn als volgt:
T6:T 80°C, T5:T 95°C, T4:T 130°C, T3:T 195°C, T2: tot T1:T 234°C. De voor stof toegestane minimale
omgevings- en procesvloeistoftemperatuur is –40°C.
De sensor kan worden gebruikt bij een hogere omgevingstemperatuur dan +60°C, mits de omgevings-
temperatuur de maximale temperatuur van het medium niet overschrijdt en rekening wordt gehouden met
de temperatuurklasse en de maximale bedrijfstemperatuur van de sensor.
3.1.19) Omgevingstemperatuurbereik Ta –240°C tot +60°C
MAX. OMGEVINGSTEMP. (°C)
SENSORVLOEISTOFTEMP. (°C)
ELITE-sensors (BVS 06 ATEX E 045 X)
14 ATEX-installatie-instructies
3.1.20) De indeling in temperatuurklassen hangt af van de temperatuur van het medium, waarbij rekening wordt
gehouden met de maximale bedrijfstemperatuur van de sensor. Zie de volgende grafieken:
Voor CMFHC3-sensors met integrale aansluitkast, aangesloten op MVD-transmitters en constructie-
identificatiecode (CIC) A4 (IIC)
Opmerking 1. Gebruik bovenstaande grafiek om de temperatuurklasse te bepalen bij een gegeven vloeistof-
en omgevingstemperatuur. De maximale oppervlaktetemperaturen voor stof zijn als volgt: T6:T 80°C,
T5:T 95°C, T4:T 130°C, T3:T 195°C, T2 tot T1:T 207°C. De minimale voor stof toelaatbare omgevings- en
procesvloeistoftemperatuur is –40°C.
De sensor kan worden gebruikt bij een hogere omgevingstemperatuur dan +55°C, mits de omgevings-
temperatuur de maximale temperatuur van het medium niet overschrijdt en rekening wordt gehouden met
de temperatuurklasse en de maximale bedrijfstemperatuur van de sensor.
3.1.21) Omgevingstemperatuurbereik Ta –240°C tot +55°C
MAX. OMGEVINGSTEMP. (°C)
SENSORVLOEISTOFTEMP. (°C)
ELITE-sensors (BVS 06 ATEX E 045 X)
ATEX-installatie-instructies 15
3.2) Type CMF***(A, B, C of E)****(R, H, S of T)*Z****
Voor CMF200(A, B, C of E)-, CMF 300(A, B, C of E)- en CMF400(A, B, C of E)-sensors met integrale
aansluitkast en CMFHC3(A, B, C of E)-sensors met integrale aansluitkast
3.2.1) Aandrijfcircuit
Effectieve inwendige max. L
I
, min. spoel- en serieweerstand, min. omgevings-/vloeistoftemp.
3.2.2) Pick-off-circuit
Vermogen 2,54 W
Spanning 11,4 V gelijkspanning
Stroom 2,45 A
Effectieve inwendige capaciteit Te verwaarlozen
Sensortype Zelfinductie
(mH)
Spoelweerstand
(Ω)
Serieweerstand
(Ω)
Minimumtemp.
omgeving/vloeistof (°C)
CMF200(A,B,C en E) 4,0 32,3 19,8 –50
CMF200(A, B, C en E)
CIC A5
1,1 15,4 9,6 –50
CMF300(A,B,C en E) 4,0 32,3 19,8 –50
CMF300(A, B, C en E)
CIC A5
1,1 15,4 9,6 –50
CMF400(A,B,C en E) 7,75 54,3 19,8 –50
CMF400(A, B, C en E)
CIC A5
3,4 35,2 12,8 –50
CMFHC3(A, B, C en E) 5,95 51,3 12,8 50
CMFHC3(A, B, C en E)
CIC A4 (IIC)
5,95 51,3 88,9 –50
Spanning Tot 30 V gelijkspanning
Stroom Tot 101 mA
Vermogen Tot 750 mW
Effectieve inwendige capaciteit Te verwaarlozen
Sensortype Zelfinductie
(mH)
Spoelweerstand
(Ω)
Serieweerstand
(Ω)
Minimumtemp.
omgeving/vloeistof (°C)
CMF200 (A, B, C en E) 1,25 15,4 569,2 –50
CMF200(A, B, C en E)
CIC A5
0,50 8,0 569,2 –50
CMF300 (A, B, C en E) 1,25 15,4 569,2 –50
CMF300(A, B, C en E)
CIC A5
0,50 8,0 569,2 –50
CMF400 (A, B, C en E) 6,5 41,1 569,2 –50
CMF400(A, B, C en E)
CIC A5
1,10 15,4 569,2 –50
CMFHC3(A, B, C en E) 0,85 9,1 42,6 –50
CMFHC3(A, B, C en E)
CIC A4 (IIC)
0,85 9,1 42,6 –50
ELITE-sensors (BVS 06 ATEX E 045 X)
16 ATEX-installatie-instructies
3.2.3) Temperatuurcircuit
3.2.4) Temperatuurklasse
De indeling in temperatuurklassen hangt af van de temperatuur van het medium, waarbij rekening wordt
gehouden met de maximale bedrijfstemperatuur van de sensor. Zie de volgende grafieken:
Voor CMF200(A of B)- en CMF300(A of B)-sensors met integrale aansluitkast, aangesloten op MVD-transmitters
of niet-MVD-transmitters (bijvoorbeeld 9739) en voor CMF400(A of B)-sensors met integrale aansluitkast,
aangesloten op MVD-transmitters en constructie-identificatiecode (CIC) Geen markering of A5. En voor
CMFHC3(A of B)-sensors met integrale aansluitkast, aangesloten op MVD-transmitters en met constructie-
identificatiecode (CIC) Geen markering of A4 (IIC).
Opmerking 1. Gebruik bovenstaande grafiek om de temperatuurklasse te bepalen bij een gegeven vloeistof-
en omgevingstemperatuur. De maximale oppervlaktetemperaturen voor stof zijn als volgt: T6:T 80°C,
T5:T 95°C, T4:T 130°C, T3:T 195°C, T2:T 290°C, T1:T 363°C. De voor stof toegestane minimale omgevings-
en procesvloeistoftemperatuur is –40°C.
Spanning Tot 30 V gelijkspanning
Stroom Tot 101 mA
Vermogen Tot 750 mW
Effectieve inwendige capaciteit Te verwaarlozen
Effectieve inwendige zelfinductie Te verwaarlozen
MAX. OMGEVINGSTEMP. (°C)
SENSORVLOEISTOFTEMP. (°C)
ELITE-sensors (BVS 06 ATEX E 045 X)
ATEX-installatie-instructies 17
Voor CMF200(C of E)- en CMF300(C of E)-sensors met integrale aansluitkast, aangesloten op MVD-transmitters
of niet-MVD-transmitters (bijvoorbeeld 9739) en voor CMF400(C of E)-sensors met integrale aansluitkast,
aangesloten op MVD-transmitters en met constructie-identificatiecode (CIC) Geen markering of A5. En voor
CMFHC3(C of E)-sensors met integrale aansluitkast, aangesloten op MVD-transmitters en met constructie-
identificatiecode (CIC) Geen markering of A4 (IIC).
Opmerking 1. Gebruik bovenstaande grafiek om de temperatuurklasse te bepalen bij een gegeven vloeistof-
en omgevingstemperatuur. De maximale oppervlaktetemperaturen voor stof zijn als volgt: T6:T 80°C,
T5:T 95°C, T4:T 130°C, T3:T 195°C, T2:T 290°C, T1:T 440°C. De voor stof toegestane minimale omgevings-
en procesvloeistoftemperatuur is –40°C.
De sensor kan worden gebruikt bij een hogere omgevingstemperatuur dan +55°C, mits de omgevings-
temperatuur de maximale temperatuur van het medium niet overschrijdt en rekening wordt gehouden met
de temperatuurklasse en de maximale bedrijfstemperatuur van de sensor.
3.3) Type CMF********(2–9, A, B, D, E, Q, V, W of Y)*Z**** met kernprocessor
(behalve CMF***(A, B, C of E)****(2–9, A, B, D, E, Q, V, W of Y)*Z****
Constructie-identificatiecode (CIC) A4 (IIC) en geen markering)
3.3.1) Ingangscircuits (aansluitklemmen 1–4)
3.2.5) Omgevingstemperatuurbereik Ta –50°C tot +55°C
Spanning Tot 17,3 V gelijkspanning
Stroom Tot 484 mA
Vermogen Tot 2,1 W
Effectieve inwendige capaciteit 2200 pF
Effectieve inwendige zelfinductie 30 μH
MAX. OMGEVINGSTEMP. (°C)
SENSORVLOEISTOFTEMP. (°C)
ELITE-sensors (BVS 06 ATEX E 045 X)
18 ATEX-installatie-instructies
3.3.2) De indeling in een temperatuurklasse hangt af van de temperatuur van het medium waarbij rekening wordt
gehouden met de maximale bedrijfstemperatuur van de sensor. Zie de onderstaande grafiek:
Voor CMF010-, CMF025-, CMF050- en CMF100-, CMF200- en CMF300-sensors met integrale kernprocessor
700 of 800 en voor CMF100-, CMF200- en CMF300-sensors met constructie-identificatiecode (CIC) A4 (IIC)
met integrale kernprocessor 700, transmitter 1700/2700 of kernprocessor 800
Opmerking 1. Gebruik bovenstaande grafiek om de temperatuurklasse te bepalen bij een gegeven vloeistof-
en omgevingstemperatuur. De maximale oppervlaktetemperaturen voor stof zijn als volgt: T5:T 95°C,
T4:T 130°C, T3:T 195°C, T2 tot T1:T 254°C.
3.3.3) Omgevingstemperatuurbereik Ta –40°C tot +55°C
MAX. OMGEVINGSTEMP. (°C)
SENSORVLOEISTOFTEMP. (°C)
Afname met –0,093°C
omg. per °C vloeistof
ELITE-sensors (BVS 06 ATEX E 045 X)
ATEX-installatie-instructies 19
3.3.4) De indeling in een temperatuurklasse hangt af van de temperatuur van het medium waarbij rekening wordt
gehouden met de maximale bedrijfstemperatuur van de sensor. Zie de onderstaande grafiek:
Voor CMF400-sensors met integrale kernprocessor 700 of 800 en voor CMF400-sensors met constructie-
identificatiecode (CIC) A4 (IIC) met integrale kernprocessor 700 of 800
Opmerking 1. Gebruik bovenstaande grafiek om de temperatuurklasse te bepalen bij een gegeven vloeistof-
en omgevingstemperatuur. De maximale oppervlaktetemperaturen voor stof zijn als volgt: T5:T 95°C,
T4:T 130°C, T3:T 195°C, T2 tot T1:T 234°C.
3.3.5) Omgevingstemperatuurbereik Ta –40°C tot +60°C
MAX. OMGEVINGSTEMP. (°C)
SENSORVLOEISTOFTEMP. (°C)
Afname met –0,093°C
omg. per °C vloeistof
ELITE-sensors (BVS 06 ATEX E 045 X)
20 ATEX-installatie-instructies
3.3.6) De indeling in een temperatuurklasse hangt af van de temperatuur van het medium, waarbij rekening wordt
gehouden met de maximale bedrijfstemperatuur van de sensor. Zie de onderstaande grafiek:
Voor CMFHC3-sensors met integrale kernprocessor 700 of 800 en voor CMFHC3-sensors met constructie-
identificatiecode (CIC) A4 (IIC) met integrale kernprocessor 700 of 800
Opmerking 1. Gebruik bovenstaande grafiek om de temperatuurklasse te bepalen bij een gegeven vloeistof-
en omgevingstemperatuur. De maximale oppervlaktetemperaturen voor stof zijn als volgt: T5:T 95°C,
T4:T 130°C, T3:T 195°C, T2 tot T1:T 207°C.
3.4) Type CMF***(A, B, C of E)****(2 – 9, A, B, D, E, Q, V, W of Y)*Z****
Voor CMF200(A, B, C of E)-, CMF 300(A, B, C of E)- en CMF400(A, B, C of E)-sensors met op afstand
gemonteerde kernprocessor 700 of 800
3.4.1) Ingangscircuits (aansluitklemmen 1–4)
3.3.7) Omgevingstemperatuurbereik Ta –40°C tot +55°C
Spanning Tot 17,3 V gelijkspanning
Stroom Tot 484 mA
Vermogen Tot 2,1 W
Effectieve inwendige capaciteit 2200 pF
Effectieve inwendige zelfinductie 30 μH
MAX. OMGEVINGSTEMP. (°C)
SENSORVLOEISTOFTEMP. (°C)
Afname met –0,093°C
omg. per °C vloeistof
ELITE-sensors (BVS 06 ATEX E 045 X)
ATEX-installatie-instructies 21
3.4.2) De indeling in temperatuurklassen hangt af van de temperatuur van het medium, waarbij rekening wordt
gehouden met de maximale bedrijfstemperatuur van de sensor. Zie de volgende grafieken:
Voor CMF200(A of B)-, CMF300(A of B)-, CMF400(A of B)- en CMFHC3(A of B)-sensors met op afstand
gemonteerde kernprocessor 700 of 800 en met constructie-identificatiecode (CIC) Geen markering of A5
Opmerking 1. Gebruik bovenstaande grafiek om de temperatuurklasse te bepalen bij een gegeven vloeistof-
en omgevingstemperatuur. De maximale oppervlaktetemperaturen voor stof zijn als volgt: T5:T 95°C,
T4:T 130°C, T3:T 195°C, T2: T 290°C, T1:T 363°C. De voor stof toegestane minimale omgevings- en
procesvloeistoftemperatuur is –40°C.
Voor CMF200(C of E)-, CMF300(C of E)-, CMF400(C of E)- en CMFHC3(C of E)-sensors met op afstand
gemonteerde kernprocessor 700 of 800 en met constructie-identificatiecode (CIC) Geen markering of A5
Opmerking 1. Gebruik bovenstaande grafiek om de temperatuurklasse te bepalen bij een gegeven vloeistof-
en omgevingstemperatuur. De maximale oppervlaktetemperaturen voor stof zijn als volgt: T5:T 95°C,
T4:T 130°C, T3:T 195°C, T2: T 290°C, T1:T 440°C. De voor stof toegestane minimale omgevings- en
procesvloeistoftemperatuur is –40°C.
Omdat de elektronica op ca. 1 meter afstand van de sensor wordt gemonteerd en verbonden via een
flexibele roestvrijstalen leiding, kan de sensor worden gebruikt bij een hogere omgevingstemperatuur dan
+55°C, mits de omgevingstemperatuur de maximale temperatuur van het medium niet overschrijdt en
rekening wordt gehouden met de temperatuurklasse en de maximale bedrijfstemperatuur van de sensor.
3.5) Type CMF********(C of F)*Z**** (behalve CMF***(A, B, C of E)****(C of F)*Z****)
Constructie-identificatiecode (CIC) A4 en geen markering
3.4.3) Omgevingstemperatuurbereik Ta –50°C tot +55°C
MAX. OMGEVINGSTEMP. (°C)
SENSORVLOEISTOFTEMP. (°C)
MAX. OMGEVINGSTEMP. (°C)
SENSORVLOEISTOFTEMP. (°C)
ELITE-sensors (BVS 06 ATEX E 045 X)
22 ATEX-installatie-instructies
3.5.1) Voor elektrische parameters zie EB-3600636 voor transmittertype*700*********
3.5.2) De indeling in een temperatuurklasse hangt af van de temperatuur van het medium, waarbij rekening wordt
gehouden met de maximale bedrijfstemperatuur van de sensor. Zie de onderstaande grafiek:
Voor CMF010-, CMF025-, CMF050- en CMF100-, CMF200- en CMF300-sensors met transmitter 1700/2700
met integrale kernprocessor 700 en voor CMF100-, CMF200- en CMF300-sensors met constructie-
identificatiecode (CIC) A4 (IIC) met transmitter 1700/2700 met integrale kernprocessor 700
Opmerking 1. Gebruik bovenstaande grafiek om de temperatuurklasse te bepalen bij een gegeven vloeistof-
en omgevingstemperatuur. De maximale oppervlaktetemperaturen voor stof zijn als volgt: T5:T 95°C,
T4:T 130°C, T3:T 195°C, T2 tot T1:T 254°C
MAX. OMGEVINGSTEMP. (°C)
SENSORVLOEISTOFTEMP. (°C)
Afname met –0,093°C
omg. per °C vloeistof
ELITE-sensors (BVS 06 ATEX E 045 X)
ATEX-installatie-instructies 23
Voor CMF400-sensors met transmitter 1700/2700 met integrale kernprocessor 700 en voor CMF400-sensors
met constructie-identificatiecode (CIC) A4 (IIC) met transmitter 1700/2700 met integrale kernprocessor 700
Opmerking 1. Gebruik bovenstaande grafiek om de temperatuurklasse te bepalen bij een gegeven vloeistof-
en omgevingstemperatuur. De maximale oppervlaktetemperaturen voor stof zijn als volgt: T5:T 95°C,
T4:T 130°C, T3:T 195°C, T2 tot T1:T 234°C.
Voor CMFHC3-sensors met transmitter 1700/2700 met integrale kernprocessor 700 en voor CMFHC3-sensors
met constructie-identificatiecode (CIC) A4 (IIC) met transmitter 1700/2700 met integrale kernprocessor 700
Opmerking 1. Gebruik bovenstaande grafiek om de temperatuurklasse te bepalen bij een gegeven vloeistof-
en omgevingstemperatuur. De maximale oppervlaktetemperaturen voor stof zijn als volgt: T5:T 95°C,
T4:T 130°C, T3:T 195°C, T2 tot T1:T 207°C
3.5.3) Omgevingstemperatuurbereik Ta –40°C tot +55°C
MAX. OMGEVINGSTEMP. (°C)
SENSORVLOEISTOFTEMP. (°C)
Afname met –0,093°C
omg. per °C vloeistof
MAX. OMGEVINGSTEMP. (°C)
SENSORVLOEISTOFTEMP. (°C)
Afname met –0,093°C
omg. per °C vloeistof
ELITE-sensors (BVS 06 ATEX E 045 X)
24 ATEX-installatie-instructies
3.6) Type CMF***(A, B, C of E)****(C of F)*Z****
Voor CMF200(A, B, C of E)-, CMF 300(A, B, C of E)-, CMF400(A, B, C of E)- en CMFHC3(A, B, C of
E)-sensors met transmitter 1700/2700 met integrale kernprocessor 700
3.6.1) Voor elektrische parameters zie EB-3600636 voor transmittertype*700*********
3.6.2) De indeling in een temperatuurklasse hangt af van de temperatuur van het medium, waarbij rekening wordt
gehouden met de maximale bedrijfstemperatuur van de sensor. Zie de onderstaande grafiek:
Voor CMF200(A of B)-, CMF300(A of B)-, CMF400(A of B)- en CMFHC3(A of B)-sensors met transmitter
1700/2700 met integrale kernprocessor 700 en met constructie-identificatiecode (CIC) Geen markering of A5
Opmerking 1. Gebruik bovenstaande grafiek om de temperatuurklasse te bepalen bij een gegeven vloeistof-
en omgevingstemperatuur. De maximale oppervlaktetemperaturen voor stof zijn als volgt: T5:T 95°C,
T4:T 130°C, T3:T 195°C, T2: T 290°C, T1:T 363°C. De voor stof toegestane minimale omgevings- en
procesvloeistoftemperatuur is –40°C.
Voor CMF200(C of E)-, CMF300(C of E)-, CMF400(C of E)- en CMFHC3(C of E)-sensors met transmitter
1700/2700 met integrale kernprocessor 700 en met constructie-identificatiecode (CIC) Geen markering of A5
Opmerking 1. Gebruik bovenstaande grafiek om de temperatuurklasse te bepalen bij een gegeven vloeistof-
en omgevingstemperatuur. De maximale oppervlaktetemperaturen voor stof zijn als volgt: T5:T 95°C,
T4:T 130°C, T3:T 195°C, T2: T 290°C, T1:T 440°C. De voor stof toegestane minimale omgevings- en
procesvloeistoftemperatuur is –40°C.
MAX. OMGEVINGSTEMP. (°C)
SENSORVLOEISTOFTEMP. (°C)
MAX. OMGEVINGSTEMP. (°C)
SENSORVLOEISTOFTEMP. (°C)
ELITE-sensors (BVS 06 ATEX E 045 X)
ATEX-installatie-instructies 25
Omdat de elektronica op ca. 1 meter afstand van de sensor wordt gemonteerd en verbonden via een
flexibele roestvrijstalen leiding, kan de sensor worden gebruikt bij een hogere omgevingstemperatuur dan
+55°C, mits de omgevingstemperatuur de maximale temperatuur van het medium niet overschrijdt en
rekening wordt gehouden met de temperatuurklasse en de maximale bedrijfstemperatuur van de sensor.
4) Markering
Voor sensors met aansluitkast, aangesloten op MVD-transmitters of niet-MVD-transmitters
(bijvoorbeeld 9739)
3.6.3) Omgevingstemperatuurbereik Ta –50°C tot +55°C
Type Classificatie
CMF010*****(R, H of S)*Z****
0575 II 2 G Ex ib IIC T1–T6
II 2 D Ex tD A21 IP65 T
1
°C
(1) Zie de temperatuurgrafieken voor de stoftemperatuurwaarden.
–240°C Ta +55°C
Min. temp. voor stof is
–40°C
CMF025*****(R, H of S)*Z****
0575 II 2 G Ex ib IIC T1–T6
II 2 D Ex tD A21 IP65 T
1
°C
–240°C Ta +55°C
Min. temp. voor stof is
–40°C
CMF050*****(R, H of S)*Z****
0575
II 2 G Ex ib IIC T1–T6
II 2 D Ex tD A21 IP65 T
1
°C
–240°C Ta +55°C
Min. temp. voor stof is
–40°C
CMF200*****(R, H of S)*Z****
0575 II 2 G Ex ib IIB T1–T6
II 2 D Ex tD A21 IP65 T
1
°C
–55°C Ta +55°C
Min. temp. voor stof is
–40°C
CMF200*****(R, H of S)*Z****
CIC A4 (IIC)
0575 II 2 G Ex ib IIC T1–T6
II 2 D Ex tD A21 IP65 T
1
°C
–240°C Ta +55°C
Min. temp. voor stof is
–40°C
CMF200(A, B, C of E)****(R, H of
S)*Z****
0575
II 2 G Ex ib IIB T1–T6
II 2 D Ex tD A21 IP65 T
1
°C
–50°C Ta +55°C
Min. temp. voor stof is
–40°C
CMF200(A, B, C of E)****(R, H of
S)*Z**** CIC A5
0575 II 2 G Ex ib IIB T1–T6
II 2 D Ex tD A21 IP65 T
1
°C
–50°C Ta +55°C
Min. temp. voor stof is
–40°C
CMF300*****(R, H of S)*Z****
0575 II 2 G Ex ib IIB T1–T6
II 2 D Ex tD A21 IP65 T
1
°C
–55°C Ta +55°C
Min. temp. voor stof is
–40°C
CMF300*****(R, H of S)*Z****
CIC A4 (IIC)
0575
II 2 G Ex ib IIC T1–T6
II 2 D Ex tD A21 IP65 T
1
°C
–240°C Ta +55°C
Min. temp. voor stof is
–40°C
CMF300(A, B, C of E)****(R, H of
S)*Z****
0575
II 2 G Ex ib IIB T1–T6
II 2 D Ex tD A21 IP65 T
1
°C
–50°C Ta +55°C
Min. temp. voor stof is
–40°C
CMF300(A, B, C of E)****(R, H of
S)*Z**** CIC A5
0575 II 2 G Ex ib IIB T1–T6
II 2 D Ex tD A21 IP65 T
1
°C
–50°C Ta +55°C
Min. temp. voor stof is
–40°C
ELITE-sensors (BVS 06 ATEX E 045 X)
26 ATEX-installatie-instructies
Voor sensors met aansluitkast, aangesloten op niet-MVD-transmitters (bijvoorbeeld 9739)
Voor sensors met aansluitkast, aangesloten op MVD-transmitter
Type Classificatie
CMF100*****(R, H of S)*Z****
0575
II 2 G Ex ib IIC T1–T6 –40°C Ta +55°C
II 2 D Ex tD A21 IP65 T
1
°C
(1) Zie de temperatuurgrafieken voor de stoftemperatuurwaarden.
CMF100*****(R, H of S)*Z****
CIC A4 (IIC)
0575 II 2 G Ex ib IIC T1–T6 –240°C Ta +55°C
Min. temp. voor stof is
–40°C
II 2 D Ex tD A21 IP65 T
1
°C
Type Classificatie
CMF100*****(R, H of S)*Z****
0575 II 2 G Ex ib IIC T1–T6 –60°C Ta +55°C
Min. temp. voor stof is
–40°C
II 2 D Ex tD A21 IP65 T
1
°C
(1) Zie de temperatuurgrafieken voor de stoftemperatuurwaarden.
CMF100*****(R, H of S)*Z****
CIC A4 (IIC)
0575 II 2 G Ex ib IIC T1–T6 –240°C Ta +55°C
Min. temp. voor stof is
–40°C
II 2 D Ex tD A21 IP65 T
1
°C
CMF400*****(R, H of S)*Z****
0575 II 2 G Ex ib IIB T1–T6 –68°C Ta +60°C
Min. temp. voor stof is
–40°C
II 2 D Ex tD A21 IP65 T
1
°C
CMF400*****(R, H of S)*Z****
CIC A4 (IIC)
0575 II 2 G Ex ib IIC T1–T6 –240°C Ta +60°C
Min. temp. voor stof is
–40°C
II 2 D Ex tD A21 IP65 T
1
°C
CMF400(A, B, C of E)****(R, H of
S)*Z****
0575 II 2 G Ex ib IIB T1–T6 –50°C Ta +55°C
Min. temp. voor stof is
–40°C
II 2 D Ex tD A21 IP65 T
1
°C
CMF400(A, B, C of E)****(R, H of
S)*Z**** CIC A5
0575 II 2 G Ex ib IIB T1–T6
II 2 D Ex tD A21 IP65 T
1
°C
–50°C Ta +55°C
Min. temp. voor stof is
–40°C
CMFHC3*****(R, H, S of T)*Z****
0575
II 2 G Ex ib IIB T1–T6 –50°C Ta +55°C
Min. temp. voor stof is
–40°C
II 2 D Ex tD A21 IP65 T
1
°C
CMFHC3*****(R, H, S of T)*Z****
CIC A4 (IIC)
0575 II 2 G Ex ib IIC T1–T6 –240°C Ta +55°C
Min. temp. voor stof is
–40°C
II 2 D Ex tD A21 IP65 T
1
°C
CMFHC3(A, B, C of E)****(R, H,
S of T)*Z****
0575 II 2 G Ex ib IIB T1–T6 –50°C Ta +55°C
Min. temp. voor stof is
–40°C
II 2 D Ex tD A21 IP65 T
1
°C
CMFHC3(A, B, C of E)****(R, H,
S of T)*Z**** CIC A4 (IIC)
0575 II 2 G Ex ib IIC T1–T6
II 2 D Ex tD A21 IP65 T
1
°C
–50°C Ta +55°C
Min. temp. voor stof is
–40°C
ELITE-sensors (BVS 06 ATEX E 045 X)
ATEX-installatie-instructies 27
Type Classificatie
CMF010*****(2–9, A, B, D, E, Q,
V, W of Y)*Z****
0575
II 2 G Ex ib IIC T1–T5 –40°C Ta +55°C
II 2 D Ex tD A21 IP65 T
1
°C
CMF025*****(2–9, A, B, D, E, Q,
V, W of Y)*Z****
0575
II 2 G Ex ib IIC T1–T5 –40°C Ta +55°C
II 2 D Ex tD A21 IP65 T
1
°C
CMF050*****(2–9, A, B, D, E, Q,
V, W of Y)*Z****
0575 II 2 G Ex ib IIC T1–T5 –40°C Ta +55°C
II 2 D Ex tD A21 IP65 T
1
°C
CMF100*****(2–9, A, B, D, E, Q,
V, W of Y)*Z****
0575 II 2 G Ex ib IIC T1–T5 –40°C Ta +55°C
II 2 D Ex tD A21 IP65 T
1
°C
CMF100*****(2–9, A, B, D, E, Q,
V, W of Y)*Z**** CIC A4 (IIC)
0575 II 2 G Ex ib IIC T1–T5 –40°C Ta +55°C
II 2 D Ex tD A21 IP65 T
1
°C
CMF200*****(2–9, A, B, D, E, Q,
V, W of Y)*Z****
0575
II 2 G Ex ib IIB T1–T5 –40°C Ta +55°C
II 2 D Ex tD A21 IP65 T
1
°C
CMF200*****(2–9, A, B, D, E, Q,
V, W of Y)*Z**** CIC A4 (IIC)
0575
II 2 G Ex ib IIC T1–T5 –40°C Ta +55°C
II 2 D Ex tD A21 IP65 T
1
°C
CMF200(A, B, C of E)****(2–9,
A, B, D, E, Q, V, W of Y)*Z****
0575 II 2 G Ex ib IIB T1–T5 –50°C Ta +55°C
Min. temp. voor stof is
–40°C
II 2 D Ex tD A21 IP65 T
1
°C
CMF200 (A, B, C of E)****(2–9,
A, B, D, E, Q, V, W of Y)*Z****
CIC A5
0575
II 2 G Ex ib IIB T1–T5 –50°C Ta +55°C
Min. temp. voor stof is
–40°C
II 2 D Ex tD A21 IP65 T
1
°C
CMF300*****(2–9, A, B, D, E, Q,
V, W of Y)*Z****
0575 II 2 G Ex ib IIB T1–T5 –40°C Ta +55°C
II 2 D Ex tD A21 IP65 T
1
°C
CMF300*****(2–9, A, B, D, E, Q,
V, W of Y)*Z**** CIC A4 (IIC)
0575 II 2 G Ex ib IIC T1–T5 –40°C Ta +55°C
II 2 D Ex tD A21 IP65 T
1
°C
CMF300(A, B, C of E)****(2–9,
A, B, D, E, Q, V, W of Y)*Z****
0575
II 2 G Ex ib IIB T1–T5 –50°C Ta +55°C
Min. temp. voor stof is
–40°C
II 2 D Ex tD A21 IP65 T
1
°C
CMF300(A, B, C of E)****(2–9,
A, B, D, E, Q, V, W of Y)*Z****
CIC A5
0575 II 2 G Ex ib IIB T1–T5 –50°C Ta +55°C
Min. temp. voor stof is
–40°C
II 2 D Ex tD A21 IP65 T
1
°C
CMF400*****(2–9, A, B, D, E, Q,
V, W of Y)*Z****
0575
II 2 G Ex ib IIB T1–T5 –40°C Ta +55°C
II 2 D Ex tD A21 IP65 T
1
°C
CMF400*****(2–9, A, B, D, E, Q,
V, W of Y)*Z**** CIC A4 (IIC)
0575 II 2 G Ex ib IIC T1–T5 –40°C Ta +55°C
II 2 D Ex tD A21 IP65 T
1
°C
CMF400(A, B, C of E)****(2–9,
A, B, D, E, Q, V, W of Y)*Z****
0575 II 2 G Ex ib IIB T1–T5 –50°C Ta +55°C
Min. temp. voor stof is
–40°C
II 2 D Ex tD A21 IP65 T
1
°C
CMF400(A, B, C of E)****(2–9,
A, B, D, E, Q, V, W of Y)*Z****
CIC A5
0575 II 2 G Ex ib IIB T1–T5 –50°C Ta +55°C
Min. temp. voor stof is
–40°C
II 2 D Ex tD A21 IP65 T
1
°C
ELITE-sensors (BVS 06 ATEX E 045 X)
28 ATEX-installatie-instructies
5) Speciale voorwaarden voor veilig gebruik/installatie-instructies
5.1) Rechtstreekse montage van de sensor CMF********C*Z**** of CMF********F*Z**** aan de transmitter
*700********* heeft gevolgen voor het gebruik van het instrument. Zie hiervoor de onderstaande tabel:
CMFHC3*****(2–9, A, B, D, E, Q,
V, W of Y)*Z****
0575
II 2 G Ex ib IIB T1–T5 –40°C Ta +55°C
II 2 D Ex tD A21 IP65 T
1
°C
CMFHC3*****(2–9, A, B, D, E, Q,
V, W of Y)*Z**** CIC A4 (IIC)
0575
II 2 G Ex ib IIC T1–T5 –40°C Ta +55°C
II 2 D Ex tD A21 IP65 T
1
°C
CMFHC3 (A, B, C of E)****(2–9,
A, B, D, E, Q, V, W of Y)*Z****
0575 II 2 G Ex ib IIB T1–T5 –50°C Ta +55°C
Min. temp. voor stof is
–40°C
II 2 D Ex tD A21 IP65 T
1
°C
CMFHC3(A, B, C of E)****(2–9,
A, B, D, E, Q, V, W of Y)*Z****
CIC A4 (IIC)
0575
II 2 G Ex ib IIC T1–T5 –50°C Ta +55°C
Min. temp. voor stof is
–40°C
II 2 D Ex tD A21 IP65 T
1
°C
(1) Zie de temperatuurgrafieken voor de stoftemperatuurwaarden.
Sensor
CMF010*****(C of F)*Z****
CMF025*****(C of F)*Z****
CMF050*****(C of F)*Z****
CMF100*****(C of F)*Z****
CMF100*****(C of F)*Z**** CIC: A4
CMF200*****(C of F)*Z**** CIC: A4
CMF300*****(C of F)*Z**** CIC: A4
CMF400*****(C of F)*Z**** CIC: A4
CMF200*****(C of F)*Z****
CMF300*****(C of F)*Z****
CMF400*****(C of F)*Z****
CMF200(A, B, C of E)****(C of F)*Z****
CMF200(A, B, C of E)****(C of F)*Z****
CIC A5
CMF300(A, B, C of E)****(C of F)*Z****
CMF300(A, B, C of E)****(C of F)*Z****
CIC A5
CMF400(A, B, C of E)****(C of F)*Z****
CMF400(A, B, C of E)****(C of F)*Z****
CIC A5
Transmittertype
*700*1(1 of 2)*******
0575
II 2 G Ex ib IIB+H
2
T1–T5
0575
II 2 G Ex ib IIB T1–T5
II 2 D Ex tD A21 IP65 T
1
°C
(1) Zie de temperatuurgrafieken voor de stoftemperatuurwaarden.
II 2 D Ex tD A21 IP65 T
1
°C
Transmittertype
*700*1(3, 4 of 5)*******
0575
II 2 G Ex ib IIC T1–T5
0575
II 2 G Ex ib IIB T1–T5
II 2 D Ex tD A21 IP65 T
1
°C II 2 D Ex tD A21 IP65 T
1
°C
Transmittertype
*700*1(1 of 2)D******
0575
II 2 (1) G Ex ib IIB+H
2
T1–5
0575
II 2 (1) G Ex ib IIB T1–5
II 2 D Ex tD A21 IP65 T
1
°C II 2 D Ex tD A21 IP65 T
1
°C
Transmittertype
*700*1(3, 4 of 5)D******
0575
II 2 (1) G Ex ib IIC T1–5
0575
II 2 (1) G Ex ib IIB T1–T5
II 2 D Ex tD A21 IP65 T
1
°C II 2 D Ex tD A21 IP65 T
1
°C
Transmittertype
2700*1(1 of 2)(E of G)******
0575
II 2 (1) G Ex ib IIB+H
2
T1–5
0575
II 2 (1) G Ex ib IIB T1–T5
II 2 D Ex tD A21 IP65 T
1
°C II 2 D Ex tD A21 IP65 T
1
°C
Transmittertype
2700*1(3, 4 of 5)(E of G)******
0575
II 2 (1) G Ex ib IIC T1–5
0575
II 2 (1) G Ex ib IIB T1–T5
II 2 D Ex tD A21 IP65 T
1
°C II 2 D Ex tD A21 IP65 T
1
°C
Type Classificatie
ELITE-sensors (BVS 06 ATEX E 045 X)
ATEX-installatie-instructies 29
5.2) Als voor een toepassing sensors met IIB-certificatie moeten worden gebruikt in explosiegevaarlijke
omgevingen van klasse IIC, kunnen deze sensors worden aangepast door toevoeging van een onfeilbare
serieweerstand aan de circuits van de aandrijfspoel. Dit dient te worden gedaan door de fabrikant of diens
vertegenwoordiger. In dat geval kan de sensor worden gemarkeerd met IIC en moet deze worden gemarkeerd
met een identificatiecode (een CEQ-nummer). Bovendien moet de fabrikant of diens vertegenwoordiger een
“Manufacturing Declaration” (fabricageverklaring) indienen waarin staat aangegeven hoe de berekeningen
hebben plaatsgevonden, welke weerstandswaarde moet worden toegevoegd en wat de identificatiecode is.
5.3) Het bovenstaande geldt ook voor sensors met IIB- of IIC-certificatie die gebruikt zullen worden bij lagere
vloeistoftemperaturen dan aangegeven in de verklaring van het EG-typeonderzoek.
5.4) Een combinatie van punt 5.2 en 5.3 is ook toegestaan.
30 ATEX-installatie-instructies
31
Kabelwartels en -adapters
ATEX-installatie-instructies
1) Vereiste voor ATEX-certificering
Voor alle kabelwartels en -adapters van sensors en transmitters is ATEX-certificering vereist.
Raadpleeg de website van de desbetreffende fabrikant voor installatie-instructies.
ATEX-installatie-instructies
©2007, Micro Motion, Inc. Alle rechten voorbehouden. P/N MMI-20010080, Rev. B
*MMI-20010080*
De meest recente productspecificaties van Micro Motion
kunt u vinden onder PRODUCT op onze website
WWW.MICROMOTION.COM
Emerson Process Management BV
Nederland
Patrijsweg 140
2289 EZ Rijswijk
T +31 (0) 70 413 6607
F +31 (0) 70 413 6603
www.emersonprocess.nl
Emerson Process Management nv/sa
België
De Kleetlaan
1831 Diegem
België
T +32 (0) 2 716 77 11
F +32 (0) 2 725 83 00
gratis nummer klantendienst debietmetingen
T 0800 75 345
www.emersonprocess.be
Emerson Process Management
Micro Motion Europa
Neonstraat 1
6718 WX Ede
Nederland
T +31 (0) 318 495 555
F +31 (0) 318 495 556
Emerson Process Management
Micro Motion Azië
1 Pandan Crescent
Singapore 128461
Republiek Singapore
T +65 6777-8211
F +65 6770-8003
Micro Motion Inc. USA
Wereldwijd hoofdkantoor
7070 Winchester Circle
Boulder, Colorado 80301, VS
T +1 303-527-5200
+1 800-522-6277
F +1 303-530-8459
Emerson Process Management
Micro Motion Japan
1-2-5, Higashi Shinagawa
Shinagawa-ku
Tokyo 140-0002 Japan
T +81 3 5769-6803
F +81 3 5769-6844
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34

Emerson Process Management MMI-20010080 Handleiding

Type
Handleiding