Micro Motion Model 3700 transmitter MVD of Model 3350 randapparatuur Referentie gids

Type
Referentie gids
Installatiehandleiding
20001012, Rev BA
Februari 2015
Micro Motion
®
model 3700 transmitter
(MVD) of model 3350 randapparatuur
Installatiehandleiding voor veldmontage
Informatie over veiligheid en goedkeuringen
Dit Micro Motion-product voldoet aan alle geldende Europese richtlijnen indien het op de juiste wijze, volgens de instructies in deze
handleiding, wordt geïnstalleerd. In de EG-verklaring van overeenstemming staat vermeld welke richtlijnen van toepassing zijn op dit
product. De EG-verklaring van overeenstemming, met alle van toepassing zijnde Europese richtlijnen, plus de volledige tekeningen en
instructies voor installatie volgens ATEX, zijn verkrijgbaar via internet op www.micromotion.com of via de klantenservice van uw
plaatselijke Micro Motion-vestiging.
Informatie bevestigd aan apparatuur die voldoet aan de Pressure Equipment Directive (Richtlijn voor drukapparatuur) is te vinden op
het internet op www.micromotion.com/documentation.
Raadpleeg voor installatie in een explosiegevaarlijke omgeving in Europa norm EN 60079-14 als er geen landelijke normen van
toepassing zijn.
Overige informatie
De volledige productspecificaties vindt u op het productgegevensblad. Probleemoplossingsinformatie vindt u in de
configuratiehandleiding van de transmitter. Productgegevensbladen en handleidingen zijn beschikbaar op de website van Micro
Motion, op www.micromotion.com/documentation.
Retourneringsbeleid
Bij het retourneren van apparatuur moeten de procedures van Micro Motion worden aangehouden. Deze procedures verzekeren dat
aan de vervoersrichtlijnen van overheden wordt voldaan en helpen te voorzien in een veilige werkomgeving voor medewerkers van
Micro Motion. Als de procedures van Micro Motion niet in acht worden genomen, zal uw apparatuur niet in ontvangst worden
genomen.
Informatie over de procedures en formulieren voor retournering zijn beschikbaar via onze website voor klantondersteuning op
www.micromotion.com of telefonisch bij de klantenservice van Micro Motion.
Klantenservice Emerson Flow
E-mail:
Internationaal: [email protected]
Azië-Pacific: [email protected]
Telefoon:
Noord- en Zuid-Amerika Europa en Midden-Oosten Azië-Pacific
Verenigde Staten 800-522-6277 Verenigd Koninkrijk 0870 240 1978 Australië 800 158 727
Canada +1 303-527-5200 Nederland +31704 136 666 Nieuw-Zeeland 099 128 804
Mexico +41 (0) 41 7686 111 Frankrijk 0800917901 India 800 440 1468
Argentin +54 11 4837 7000 Duitsland 0800 182 5347 Pakistan 888 550 2682
Brazilië +55 15 3413 8000 Italië 8008 77334 China +86 21 2892 9000
Venezuela +58 26 1731 3446 Centraal en
Oost-Europa
+41 (0) 41 7686 111 Japan +81 3 5769 6803
Rusland/GOS +7 495 981 9811 Zuid-Korea +82 2 3438 4600
Egypte 0800 000 0015 Singapore +65 6 777 8211
Oman 800 70101 Thailand 001 800 441 6426
Qatar 431 0044 Maleisië 800 814 008
Koeweit 663 299 01
Zuid-Afrika 800 991 390
Saudi-Arabië 800 844 9564
Verenigde Arabische
Emiraten
800 0444 0684
Installatiehandleiding 3
Inhoud
Inhoud
Hoofdstuk 1 Planning.....................................................................................................................5
1.1 Installatiekit..................................................................................................................................5
1.2 Kies een locatie............................................................................................................................. 6
1.3 Kabellengte .................................................................................................................................. 8
1.4 Maak de doorvoeropeningen gereed voor ATEX-zone 1................................................................ 9
1.5 (Optioneel) Bepaal de montagerichting voor de Model 3350 of Model 3700 ................................ 9
Hoofdstuk 2 Montage ..................................................................................................................11
2.1 Monteer het applicatieplatform.................................................................................................. 11
2.2 Monteer de kernprocessor..........................................................................................................13
Hoofdstuk 3 Bedrading ................................................................................................................15
3.1 Sluit de in- en uitgangsbedrading aan ......................................................................................... 15
3.2 Sluit model 3700 aan op de sensor..............................................................................................17
3.3 Sluit de sensor aan op de externe kernprocessor......................................................................... 22
3.4 Sluit de voedingsbedrading aan ..................................................................................................24
4 Model 3700 transmitters of model 3350 randapparatuur - veldmontage
Installatiehandleiding 5
Planning
1Planning
In deze installatiehandleiding wordt een uitleg gegeven van de elementaire
installatierichtlijnen voor installatie van het Micro Motion model 3350 of Model 3700 MVD
applicatieplatform.
Raadpleeg voor informatie over intrinsiek veilige toepassingen de
goedkeuringsdocumentatie van Micro Motion.
Zie voor meer informatie over configuratie, onderhoud en reparatie de
instructiehandleiding die met de transmitter is meegeleverd.
1.1 Installatiekit
De installatiekit voor Model 3350 of Model 3700 bevat de in Afbeelding 1-1 getoonde
onderdelen.
Afbeelding 1-1: Installatiekit voor veldmontage
WAARSCHUWING!
Onjuiste installatie in een explosiegevaarlijke omgeving kan een explosie veroorzaken.
Zie voor informatie over explosiegevaarlijke toepassingen de desbetreffende
goedkeuringsdocumentatie van Micro Motion die met de meter is meegezonden en tevens te vinden
is op de website van MicroMotion.
WAARSCHUWING!
Hoogspanning kan ernstig of dodelijk letsel veroorzaken.
Installeer de transmitter en sluit alle bedrading aan voordat u spanning op het systeem zet.
LET OP!
Onjuiste installatie kan meetfouten of meterstoringen veroorzaken.
Volg alle instructies op.
4 x vlakke ring
4 x borgring
4 x M8 x 16 bouten
Montagebeugel
De transmitter kan in de
gewenste oriëntatie op de
montagesteun worden
bevestigd. Zie Hoofdstuk 1.5.
6 Model 3700 transmitters of model 3350 randapparatuur - veldmontage
Planning
1.2 Kies een locatie
Kies voor de transmitter een locatie op basis van de onderstaande eisen.
1.2.1 Omgevingsvereisten
Installeer model 3350 of model 3700 op een plaats waar de omgevingstemperatuur
—20 tot +60 °C (—4 tot +140 °F) bedraagt.
1.2.2 Afmetingen
Afbeelding 1-2: Afmetingen voorzijde
WAARSCHUWING!
Onjuiste installatie in een explosiegevaarlijke omgeving kan een explosie veroorzaken.
Installeer de transmitter in een omgeving die voldoet aan de specificaties op het
goedkeuringsplaatje. Zie Afbeelding 1-3.
mm (inch)
Draai het displaydeksel naar keuze
Draai de montagebeugel
naar keuze
71 (2 13/
16)
4 x 9 mm
(5/16-inch) diameter
234 (9 3/16)
102 (4)
92 (3 5/
8)
152
(6)
279
(11)
305
(12)
Installatiehandleiding 7
Planning
Afbeelding 1-3: Afmetingen bovenzijde
Afbeelding 1-4: Afmetingen zijde doorvoeropeningen
Plaatje met
goedkeuringen
129 mm (5 1/16-inch) vrijhouden
voor verwijderen printplaten
mm
(inch)
288
(11 5/16)
158
(6 1/8)
394
(15 1/2)
221
(8 11/16)
5 x 3/4-14 NPT of 5 x
M20 x 1,5- 6H
Massapunt behuizing
Montageoppervlak
mm
(inch)
2 x 24 (15/
16)
48
(1 7/8)
2 x 71
(2 13/17)
265
(10 3/8)
191
(7 1/2)
147
(5 3/4)
8 Model 3700 transmitters of model 3350 randapparatuur - veldmontage
Planning
1.3 Kabellengte
De maximale kabellengte tussen de sensor en de Model 3700 transmitter hangt af van het
type installatie en het kabeltype.
Als u de Model 3350 controller in combinatie met een transmitter installeert, is de
maximale kabellengte tussen de frequentie-uitgang van de transmitter en de
frequentie-ingang van de Model 3350 150 meter (500 ft).
Afbeelding 1-5: 4-aderige externe transmitter
Afbeelding 1-6: Kernprocessor op afstand met transmitter op afstand
Type installatie Maximale kabellengte
4-aderige externe transmitter Zie Afbeelding 1-5 en Tabel 1-1 voor de maximale lengte van
de 4-aderige kabel
Kernprocessor op afstand met
transmitter op afstand
Zie Afbeelding 1-6 en Tabel 1-1 voor de maximale lengte van
de 4-aderige kabel en de 9-aderige kabel
Model 3700
4-aderige kabel
Sensor
Kernprocessor
(standaard of geavanceerde versie)
Sensor
Aansluitkast
9-aderige kabel
4-aderige kabel
Model 3700
Kernprocessor
(alleen standaard versie)
Installatiehandleiding 9
Planning
1.4 Maak de doorvoeropeningen gereed voor
ATEX-zone 1
Als de Model 3350 of Model 3700 is goedgekeurd voor ATEX-zone 1:
1. Verwijder de draadbescherming uit de doorvoeropeningen. Zie Afbeelding 1-7.
2. Installeer de door de fabriek verstrekte kabelwartels of door de gebruiker te
verstrekken E-Exe kabelwartels in de te gebruiken doorvoeropeningen.
3. Installeer E-Exe-pluggen in de ongebruikte doorvoeropeningen.
1.5 (Optioneel) Bepaal de montagerichting voor de
Model 3350 of Model 3700
De Model 3350 of Model 3700 kan naar wens op de montagebeugel worden gemonteerd,
en het displaydeksel op het applicatieplatform kan gedraaid worden. Afbeelding 1-7 bevat
voorbeelden van mogelijke installatiehoeken.
1. Gebruik de vier meegeleverde montagebouten met ringen.
2. Installeer de bouten met een 13 mm inbussleutel en haal ze aan tot 16 Nm (12 ft-lb).
3. Draai het displaydeksel zo nodig naar de gewenste stand.
Raadpleeg hiervoor de installatiehandleiding van de transmitter.
Tabel 1-1: Maximale kabellengte tussen sensor en transmitter
Kabeltype Draaddoorsnede Maximale lengte
Micro Motion 4-aderig Niet van toepassing 300 m (1000 ft) zonder
Ex-goedkeuring
150 m (500 ft) voor
sensoren met classificatie
IIC
300 m (1000 ft) voor
sensoren met classificatie
IIB
Micro Motion 9-aderig Niet van toepassing 20 m (60 ft)
Door gebruiker geleverd, 4-aderig V d.c. 0,35 mm
2
(22 AWG) 90 m (300 ft)
V d.c. 0,5 mm
2
(20 AWG) 150 m (500 ft)
V d.c. 0,8 mm
2
(18 AWG) 300 m (1000 ft)
RS-485 0,35 mm
2
(22 AWG) of
groter
300 m (1000 ft)
10 Model 3700 transmitters of model 3350 randapparatuur - veldmontage
Planning
Afbeelding 1-7: Voorbeelden van installatiehoeken
Doorvoeropeningen voor niet intrinsiek
veilige in- en uitgangsbedrading
Doorvoeropeningen voor intrinsiek veilige
sensorbedrading
Displaydeksel
Doorvoeropeningen
rechts
Doorvoeropeningen omlaag
Doorvoeropeningen links
Installatiehandleiding 11
Montage
2Montage
2.1 Monteer het applicatieplatform
Zie Hoofdstuk 2.1.1 voor montage op een vlakke ondergrond.
Zie Hoofdstuk 2.1.2 voor montage op een mast.
2.1.1 Montage op een vlakke ondergrond
1. Monteer alle vier bouten op dezelfde ondergrond.
2. Gebruik vulringen op de bouten om de beugel vlak te monteren als de ondergrond niet
helemaal vlak is.
3. Bevestig de bouten niet op afzonderlijke spanten enz. die onafhankelijk van elkaar
kunnen bewegen.
Afbeelding 2-1: Voorbeeld van montage op een vlakke ondergrond
4 x 5/16-inch of M8 bout (door
gebruiker te verstrekken)
12 Model 3700 transmitters of model 3350 randapparatuur - veldmontage
Montage
2.1.2 Montage op een mast
Afbeelding 2-2: Voorbeeld van montage op een mast
4 x 5/16 inch moer (door
gebruiker te verstrekken)
2 x 5/16-inch U-bout voor mast van
2 inch (door gebruiker te
verstrekken)
Installatiehandleiding 13
Montage
2.2 Monteer de kernprocessor
Gebruik deze paragraaf alleen als u een externe transmitter met een externe of externe
geavanceerde kernprocessor installeert. Zie Afbeelding 1-6. Zie Hoofdstuk 3.1 voor een
externe installatie met een 4-aderige kabel.
Afbeelding 2-3 toont beide uitvoeringen van de kernprocessor met montagebeugel.
Monteer de kernprocessor met behulp van de montagebeugel op een locatie die voldoet
aan de in Hoofdstuk 1.2 besproken eisen voor de kabellengte.
Afbeelding 2-3: Onderdelen van de externe en externe verbeterde kernprocessor
14 Model 3700 transmitters of model 3350 randapparatuur - veldmontage
Montage
Installatiehandleiding 15
Bedrading
3Bedrading
3.1 Sluit de in- en uitgangsbedrading aan
Afbeelding 3-1 toont de plaats van de aansluitklemmen op de Model 3350 en Model 3700.
1. Draai met een schroevendraaier de vier zelfborgende schroeven los waarmee het
displaydeksel op de behuizing is bevestigd.
2. Sluit de in- en uitgangsdraden aan op de betreffende aansluitklemmen op het grijze
aansluitblok. Zie Tabel 3-1 en het label op de achterkant van het displaydeksel
(afgebeeld in Afbeelding 3-1).
Gebruik afgeschermde kabel met getwiste aderparen van 0,35 tot 1,5 mm
2
(22 tot 16 AWG).
Aard de kabelafscherming op één punt.
Als er meer dan twee draden op een aansluitklem moeten worden bevestigd,
moet er een aderhuls of kabelschoen worden gebruikt.
Afbeelding 3-1: Aansluitklemmen
Aansluitklemmen voor intrinsiek veilige
sensorbedrading (blauw aansluitklemmenblok)
Printplaatruimte
De aansluitklemmenkast moet gesloten zijn
wanneer de installatie onder spanning staat
Label voor aansluitklemmen sensor; zie
Afbeelding 3-2
Vergrendeling
(niet op alle exemplaren aanwezig)
Aansluitklemmen voor niet intrinsiek
veilige in- en uitgangsbedrading (grijs
aansluitklemmenblok)
Aardpunt voeding
Label voor in-/uitgangsbedrading
Displaydeksel
16 Model 3700 transmitters of model 3350 randapparatuur - veldmontage
Bedrading
Afbeelding 3-2: Labels aansluitklemmen voor Model 3350 of Model 3700
Tabel 3-1: Aansluitklemmen voor in-/uitgangsbedrading
Nummer aansluitklem Functie
1 — 2 + Primaire 4—20 mA uitgang/HART
3 — 4 + Secundaire 4—20 mA uitgang
5 — 6 + Frequentie-ingang
5 — 7 + Discrete ingang 1
5 — 8 + Discrete ingang 2
11 (lijn B) 12 (lijn A) RS-485 uitgang
20 — 16 + Discrete uitgang 3
20 — 17 + Discrete uitgang 2
20 — 18 + Discrete uitgang 1
20 — 19 + Frequentie-uitgang
Wisselspanningsvoeding
Aansluitklem
9: positief
Aansluitpunt
10: negatief
Aansluitklem 9: lijn
(L of L2)
Aansluitklem 10: nul
(N of L1)
Gelijkspanningsvoeding
Installatiehandleiding 17
Bedrading
3.2 Sluit model 3700 aan op de sensor
Als u de model 3350 controller installeert, kunt u deze stap overslaan. Ga naar
Hoofdstuk 3.4.
Volg de aanwijzingen in deze paragraaf voor aansluiting van de Model 3700 transmitter
op een Micro Motion-sensor.
3.2.1 Opties voor installatie
Het model 3700 kan in de onderstaande configuraties met de sensor worden verbonden:
4-aderige externe transmitter (4--aderige kabel vereist). Zie Afbeelding 1-5 en
Hoofdstuk 3.2.2.
Externe kernprocessor met externe transmitter (4-aderige en 9-aderige kabel vereist).
Zie Afbeelding 1-6 en Hoofdstuk 3.2.3.
3.2.2 Bedradingsinstructies voor 4-aderige externe installaties
1. Maak de kabel gereed zoals beschreven in de sensordocumentatie.
2. Sluit de kabel aan op de kernprocessor zoals beschreven in de sensordocumentatie.
3. De kabel aansluiten op de transmitter:
a. Ga na welke draden de 4-aderige kabel bevat.
Gebruik de door Micro Motion verstrekte 4-aderige kabel. Deze kabel bestaat uit
één paar draden van 0,75 mm
2
(18 AWG) (rood en zwart) voor de
gelijkspanningsaansluiting en één paar draden van 0,35 mm
2
(22 AWG) (groen en
wit) voor de RS-485 aansluiting.
b. Sluit de vier draden van de kernprocessor aan op de betreffende aansluitklemmen
op de transmitter.
Zie Tabel 3-2 en Afbeelding 3-3 (standaard kernprocessor) of Afbeelding 3-3
(verbeterde kernprocessor).
Zorg dat er geen onbedekte draden zichtbaar blijven.
Sluit de afscherming of de drain-draden niet bij de transmitter aan op massa.
Tabel 3-2: Aansluitklemmen transmitter voor 4-aderige kabel
Klem Kleur draad
(1)
(1) Draadkleuren gelden alleen voor door Micro Motion verstrekte 4-aderige kabel.
Functie
13 Rood V d.c. +
14 Zwart V d.c. —
15 Wit RS-485A
16 Groen RS-485B
18 Model 3700 transmitters of model 3350 randapparatuur - veldmontage
Bedrading
Afbeelding 3-3: 4-aderige kabel naar model 3700 standaard en externe kernprocessor
Afbeelding 3-4: 4-aderige kabel naar model 3700 externe en externe geavanceerde
kernprocessor
3.2.3 Bedradingsinstructies voor externe kernprocessor met
externe transmitter
Deze procedure bestaat uit twee stappen:
Aansluiten van de externe kernprocessor op de transmitter
Aansluiten van de sensor op de externe kernprocessor
Aansluitklemmen
kernprocessor
4-aderige kabel Aansluitklemmen model 3700
Blauw aansluitklemmenblok
Zie Afbeelding 3-1
Maximale kabellengte:
Zie Tabel 1-1
Kabel geleverd door klant of
fabrikant
16 RS-485B (groen)
15 RS-485A (wit)
14 V d.c. — (zwart)
13 V d.c. + (rood)
RS-485B (groen)
RS-485A (wit)
V d.c. + (rood)
V d.c. — (zwart)
Aansluitklemmen
kernprocessor
4-aderige kabel Aansluitklemmen model 3700
Blauw aansluitklemmenblok
Zie Afbeelding 3-1
V d.c. + (rood)
RS-485B (groen)
RS-485A (wit)
Maximale kabellengte:
Zie Tabel 1-1
Kabel geleverd door klant of
fabrikant
16 RS-485B (groen)
15 RS-485A (wit)
14 V d.c. — (zwart)
13 V d.c. + (rood)
V d.c. — (zwart)
Installatiehandleiding 19
Bedrading
De externe kernprocessor aansluiten op de transmitter:
1. Gebruik één van de onderstaande methodes voor het afschermen van de bedrading:
2. Doe nu een van de volgende dingen:
Als u afgeschermde kabel gebruikt, maak de kabel dan gebruiksklaar en breng een
afgeschermde krimpkous aan zoals beschreven in Stap 6. De afgeschermde
krimpkous vormt een eindaansluiting van de afscherming, geschikt voor gebruik
in de wartel als de afscherming van uw kabel bestaat uit folie en niet uit een
vlechtwerk.
Als u gewapende kabel gebruikt, maakt u de kabel gebruiksklaar zoals beschreven
in Stap 6, echter zonder een krimpkous aan te brengen - sla stap 6d, e, f en g over.
3. Identificeer de in Afbeelding 2-3 afgebeelde onderdelen.
4. Verwijder het deksel van de kernprocessor.
5. Schuif de wartelmoer en het klemstuk over de kabel. Zie Afbeelding 3-5.
Installatiemethode Procedure
Onafgeschermde bedrading in ononderbroken metalen kabelbuis die
de ingesloten bedrading over 360° afschermt
Ga naar Stap 8
Door de gebruiker geleverde kabelwartel met afgeschermde of
gewapende kabel, met aansluiting van afschermingen in de
kabelwartel. Sluit zowel de gevlochten bewapening als de
drain-draden van de afscherming aan in de kabelwartel
Ga naar Stap 8
Door Micro Motion geleverde kabelwartel op de behuizing van de
kernprocessor
Ga naar Stap 2
20 Model 3700 transmitters of model 3350 randapparatuur - veldmontage
Bedrading
Afbeelding 3-5: Wartelmoer en klemstuk
6. Voor aansluiting op de kernprocessorbehuizing maakt u de afgeschermde kabel als
volgt gereed (voor gewapende kabel slaat u stap d, e, f en g over):
a. Strip 114 mm (4 1/2 inch) van de kabelmantel.
b. Verwijder de transparante omhulling binnenin de kabelmantel alsmede het
vulmateriaal tussen de draden.
c. Verwijder de folieafscherming rond de geïsoleerde draden tot er nog 19 mm (3/4
inch) folie of vlechtwerk en drain-draden zichtbaar is en scheid de draden.
d. Wikkel de drain-draden van de afscherming twee keer rond de blootliggende folie.
Zie Afbeelding 3-6. Knip de overtollige draad af.
Afbeelding 3-6: Drain-draden afscherming tweemaal rond blootliggende folie
gewikkeld
e. Schuif de afgeschermde krimpkous over de blanke drain-draden van de
afscherming. De kous moet de drain-draden helemaal bedekken.
f. Verhit de kous (120 °C [250 °F]) om deze te laten krimpen maar verbrand de kabel
niet. Zie Afbeelding 3-7.
Afgeschermde krimpkous
Wartelhuis
114 mm
(4 1/2 inch)
19 mm
(3/4 inch)
22 mm
(7/8 inch)
22 mm
(7/8 inch)
Wartelmoer
Klemstuk
Installatiehandleiding 21
Bedrading
Afbeelding 3-7: Afgeschermde krimpkous dekt blanke drain-draden af
g. Breng het wartelklemstuk zodanig aan dat het binnenste uiteinde gelijk ligt met de
krimpkous.
h. Vouw de afscherming van textiel of de gevlochten afscherming met drain-draden
over het klemstuk, ongeveer 3 mm (1/8 in) voorbij de O-ring. Zie Afbeelding 3-8.
Afbeelding 3-8: Omgevouwen textiel
i. Breng het wartelhuis aan in de doorvoeropening van de kernprocessorbehuizing.
Zie Afbeelding 3-9.
Afbeelding 3-9: Installeren van het wartelhuis
7. Steek de draden door het wartelhuis en zet de wartel in elkaar door de wartelmoer vast
te draaien.
8. Ga na welke draden de 4-aderige kabel bevat.
Gebruik de door Micro Motion verstrekte 4-aderige kabel. Deze kabel bestaat uit één
paar draden van 0,75 mm
2
(18 AWG) (rood en zwart) voor de
gelijkspanningsaansluiting en één paar draden van 0,35 mm
2
(22 AWG) (groen en wit)
voor de RS-485 aansluiting.
9. Sluit de vier draden aan op de genummerde sleuven op de kernprocessor. Zie
Afbeelding 3-10.
22 Model 3700 transmitters of model 3350 randapparatuur - veldmontage
Bedrading
Afbeelding 3-10: Sluit de vier draden aan op de genummerde sleuven
10. Sluit de massaschroef in de kernprocessorbehuizing aan als een aardverbinding
vereist is.
Er is een aardverbinding vereist als de kernprocessor niet via de sensorleiding kan
worden geaard en massaverbindingen volgens plaatselijke voorschriften inwendig
moeten worden gemaakt.
Sluit de drain-draden van de afscherming niet aan op deze klem.
11. Breng het deksel op de kernprocessor aan en zet het vast.
12. Voor aansluiting van de kabel op de transmitter sluit u de vier draden van de
kernprocessor aan op de betreffende aansluitklemmen op de transmitter.
Zie Tabel 3-2 en Afbeelding 3-3.
Zorg dat er geen onbedekte draden zichtbaar blijven.
Sluit de afscherming of de drain-draden niet bij de transmitter aan op massa.
3.3 Sluit de sensor aan op de externe
kernprocessor
WAARSCHUWING!
De kernprocessor mag niet gedraaid worden, omdat de sensor hierdoor beschadigd zal raken.
LET OP!
De drain-draden van de afscherming mogen niet in aanraking komen met de
sensoraansluitkast, want dat kan meetfouten veroorzaken.
Voeding +
(rode draad)
Voeding — (zwarte draad)
RS-485A
(witte draad)
RS-485B
(groene draad)
Inwendige massaschroef kernprocessorbehuizing
Installatiehandleiding 23
Bedrading
1. Zie de Instructie voor voorbereiding en installatie van 9-aderige flowmeterkabel van Micro
Motion voor aanwijzingen over het afschermen en gereedmaken van de kabels:
Volg voor de sensorkant de instructies voor uw kabeltype.
Volg voor de kernprocessorkant de instructies voor uw kabeltype met een
MVD-transmitter.
2. Volg om de bedrading aan te sluiten de Instructie voor voorbereiding en installatie van
9-aderige flowmeterkabel van Micro Motion en volg de aanwijzingen bij uw sensor met
een MVD-transmitter. Hieronder vindt u aanvullende informatie over het aansluiten
van de bedrading op de kernprocessor:
a. Identificeer de in Afbeelding 2-3 afgebeelde onderdelen.
b. Verwijder het deksel van de kernprocessor.
c. Steek de 9-aderige kabel door de doorvoeropening.
d. Sluit de draden aan op de stekkers die met de kernprocessor zijn meegeleverd.
e. Steek de stekkers in de contacten in de onderste ring met doorvoeropening. Zie
Afbeelding 3-11.
Afbeelding 3-11:9-aderige kabel naar kernprocessor
3. Aard de kabel.
Bruin
Rood
Groen
Wit
Blauw
Grijs
Oranje
Violet
Geel
Zwart (drains
van alle
kabelsets)
Stekker en
fitting
Montageschroef
Blauw
Grijs
Oranje
Rood
Groen
Wit
Bruin
Violet
Geel
Aardschroef
Zwart
9-aderige kabel van sensor Kernprocessor
24 Model 3700 transmitters of model 3350 randapparatuur - veldmontage
Bedrading
4. Inspecteer de pakkingen, smeer alle O-ringen, sluit de aansluitkast en het deksel van de
kernprocessor en draai alle schroeven aan.
3.4 Sluit de voedingsbedrading aan
Sluit model 3350 of model 3700 volgens onderstaande stappen aan op de voeding:
1. Gebruik een kabel van 0,75 tot 4,0 mm
2
(18 tot 12 AWG).
2. Draai met een bladschroevendraaier de schroeven los waarmee het displaydeksel op de
behuizing is bevestigd.
3. Aard de transmitter als volgt:
a. Sluit de aarddraad aan op de groene aardschroef van het voedingscircuit. Zie
Afbeelding 3-1.
b. Sluit de aarddraad van het voedingscircuit direct op het aardpunt aan.
c. Houdt alle aarddraden zo kort mogelijk.
d. De impedantie op de aarddraden mag niet meer dan 1 ohm bedragen.
4. Sluit de draden aan op aansluitklem 9 en 10 op het grijze aansluitklemmenblok. Zie
Afbeelding 3-1 en Afbeelding 3-2.
5. Sluit het displaydeksel en draai de schroeven aan.
6. (Optioneel). In de voedingsleiding kan een door de gebruiker te verstrekken schakelaar
worden geïnstalleerd.
In Europa moet de schakelaar vlakbij de Model 3350 of Model 3700 worden
geïnstalleerd conform laagspanningsrichtlijn 2006/95/EG. Zie voor nadere informatie
norm EN 61010-1:2010, clausule 5.4.3.d.
Kabeltype Procedure
Kabel met huls Sluit de drain-draden van de afscherming (de zwarte draad)
alleen op het kernprocessoruiteinde aan door ze met de
aardschroef in de ring van de onderste kabelbuis te
verbinden. Niet aarden op de montageschroef van de
kernprocessor. De kabel mag niet op de aansluitkast van de
sensor geaard worden.
Afgeschermde of gewapende
kabel
Sluit de drain-draden van de afscherming (de zwarte draad)
alleen op het kernprocessoruiteinde aan door ze met de
aardschroef in de ring van de onderste kabelbuis te
verbinden. Niet aarden op de montageschroef van de
kernprocessor. De kabel mag niet op de aansluitkast van de
sensor geaard worden.
Aard het gevlochten kabelmateriaal op beide uiteinden door
het in de kabelwartels te laten eindigen.
LET OP!
Zorg dat de draden niet gegrepen of afgekneld worden wanneer u de behuizing sluit, om het
risico op meetfouten of meterdefecten te verminderen.
LET OP!
De voedingskabels mogen niet door dezelfde kabelgoot of kabelbuis lopen als de in-/
uitgangsbedrading, omdat dit meetfouten of meterdefecten kan veroorzaken.
Schakel de voeding uit voordat u het applicatieplatform installeert.
Zorg dat de voedingsspanning overeenstemt met de waarde die vermeld staat bij de
voedingsaansluitklemmen. Zie Afbeelding 3-2.
Installatiehandleiding 25
Bedrading
*20001012*
20001012
Rev BA
2015
Micro Motion Inc. VS
Internationaal hoofdkantoor
7070 Winchester Circle
Boulder, Colorado 80301, VS
T +1 303-527-5200
T +1 800-522-6277
F +1 303-530-8459
www.micromotion.com
Micro Motion Europe
Emerson Process Management
Neonstraat 1
6718 WX Ede
Nederland
T +31 (0) 318 495 555
F +31 (0) 318 495 556
www.micromotion.nl
Micro Motion Japan
Emerson Process Management
1-2-5, Higashi Shinagawa
Shinagawa-ku
Tokio 140-0002 Japan
T +81 3 5769-6803
F +81 3 5769-6844
Micro Motion Asia
Emerson Process Management
1 Pandan Crescent
Singapore 128461
Republiek Singapore
T +65 6777-8211
F +65 6770-8003
Micro Motion United Kingdom
Emerson Process Management Limited
Horsfield Way
Bredbury Industrial Estate
Stockport SK6 2SU V.K.
T +44 0870 240 1978
F +44 0800 966 181
©2015 Micro Motion, Inc. Alle rechten voorbehouden.
Het Emerson-logo is een handelsmerk en dienstmerk van Emerson
Electric Co. De merken Micro Motion, ELITE, ProLink, MVD en MVD
Direct Connect zijn merken van een van de bedrijven van de
Emerson Process Management-groep. Alle overige merken zijn
eigendom van de respectieve eigenaars.
Emerson Process Management BV
Nederland
Patrijsweg 140
2289 EZ Rijswijk
T +31 (0) 70 413 6607
F +31 (0) 70 413 6603
www.emersonprocess.nl
Emerson Process Management nv/sa
België
De Kleetlaan
1831 Diegem
België
T +32 (0) 2 716 77 11
F +32 (0) 2 725 83 00
gratis nummer klantendienst
debietmetingen
T 0800 75 345
www.emersonprocess.be
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26

Micro Motion Model 3700 transmitter MVD of Model 3350 randapparatuur Referentie gids

Type
Referentie gids