Micro Motion Model 3500 transmitter MVD of Model 3300 randapparatuur Referentie gids

Type
Referentie gids
Installatiehandleiding
20000997, Rev BA
Februari 2015
Micro Motion
®
model 3500 transmitter
(MVD) of model 3300 randapparatuur
Installatiehandleiding voor veldmontage
Informatie over veiligheid en goedkeuringen
Dit Micro Motion-product voldoet aan alle geldende Europese richtlijnen indien het op de juiste wijze, volgens de instructies in deze
handleiding, wordt geïnstalleerd. In de EG-verklaring van overeenstemming staat vermeld welke richtlijnen van toepassing zijn op dit
product. De EG-verklaring van overeenstemming, met alle van toepassing zijnde Europese richtlijnen, plus de volledige tekeningen en
instructies voor installatie volgens ATEX, zijn verkrijgbaar via internet op www.micromotion.com of via de klantenservice van uw
plaatselijke Micro Motion-vestiging.
Informatie bevestigd aan apparatuur die voldoet aan de Richtlijn Drukapparatuur is te vinden op internet op
www.micromotion.com/documentation.
Raadpleeg voor installatie in een explosiegevaarlijke omgeving in Europa norm EN 60079-14 als er geen landelijke normen van
toepassing zijn.
Overige informatie
De volledige productspecificaties vindt u op het productgegevensblad. Probleemoplossingsinformatie vindt u in de
configuratiehandleiding van de transmitter. Productgegevensbladen en handleidingen zijn beschikbaar op de website van
Micro Motion, op www.micromotion.com/documentation.
Retourneringsbeleid
Bij het retourneren van apparatuur moeten de procedures van Micro Motion worden gevolgd. Deze procedures zorgen dat aan
de vervoersrichtlijnen van overheidswege wordt voldaan en dragen bij tot een veilige werkomgeving voor medewerkers van
Micro Motion. Als de procedures van Micro Motion niet in acht worden genomen, zal uw apparatuur niet in ontvangst worden
genomen.
Informatie over de procedures en formulieren voor retournering zijn beschikbaar via onze website voor klantondersteuning op
www.micromotion.com of telefonisch bij de klantenservice van Micro Motion.
Klantenservice Micro Motion
E-mail:
Internationaal: flow.support@emerson.com
Azië-Pacific: APflow[email protected]
Telefoon:
Noord- en Zuid-Amerika Europa en Midden-Oosten Azië-Pacific
Verenigde Staten 800-522-6277 Verenigd Koninkrijk 0870 240 1978 Australië 800 158 727
Canada +1 303-527-5200 Nederland +31 704 136 666 Nieuw-Zeeland 099 128 804
Mexico +41 (0) 41 7686 111 Frankrijk 0800917901 India 800 440 1468
Argentin +54 11 4837 7000 Duitsland 0800 182 5347 Pakistan 888 550 2682
Brazilië +55 15 3413 8000 Italië 8008 77334 China +86 21 2892 9000
Venezuela +58 26 1731 3446 Centraal- en Oost-Europa +41 (0) 41 7686 111 Japan +81 3 5769 6803
Rusland/GOS +7 495 981 9811 Zuid-Korea +82 2 3438 4600
Egypte 0800 000 0015 Singapore +65 6 777 8211
Oman 800 70101 Thailand 001 800 441 6426
Qatar 431 0044 Maleisië 800 814 008
Koeweit 663 299 01
Zuid-Afrika 800 991 390
Saudi-Arabië 800 844 9564
Verenigde Arabische
Emiraten
800 0444 0684
Installatiehandleiding 3
Inhoud
Inhoud
Hoofdstuk 1 Planning ................................................................................................................... 5
1.1 Installatieset........................................................................................................................ 5
1.2 Kies een locatie.................................................................................................................... 6
1.3 Kabellengten....................................................................................................................... 7
1.4 Installeer de geleiderails en de draadconnectoren ............................................................... 9
1.5 Installeer de model 3500 of model 3300 in het rek .............................................................. 10
Hoofdstuk 2 Montage................................................................................................................... 11
2.1 Monteer de kernprocessor................................................................................................... 11
Hoofdstuk 3 Bedrading................................................................................................................. 13
3.1 Sluit de in- en uitgangsbedrading aan.................................................................................. 13
3.2 Sluit het model 3500 aan op de sensor ................................................................................ 13
3.3 Sluit de sensor aan op de externe kernprocessor.................................................................. 19
3.4 Sluit de voedingsbedrading aan........................................................................................... 21
Installatiehandleiding 5
Planning
1Planning
In deze installatiehandleiding wordt een uitleg gegeven van de elementaire installatierichtlijnen
voor montage van het Micro Motion
®
model 3300 of model 3500 MVD-applicatieplatform in
een rek van 486,2 mm (19 inch).
Raadpleeg voor informatie over intrinsiek veilige toepassingen de goedkeuringsdocumentatie
van Micro Motion.
Zie voor meer informatie over configuratie, onderhoud en reparatie de instructiehandleiding
die met de transmitter is meegeleverd.
1.1 Installatieset
De installatieset voor montage van de model 3300 of model 3500 in een rek bevat de
onderstaande onderdelen:
Eén DIN 41612/IEC 60603-2, type D connector voor de in- en uitgangsbedrading, met
soldeerlippen (alleen model 3300) of schroefklemmen
(Alleen model 3500) Eén uitlijningsgevoelige DIN 41612/IEC 60603-2-connector van
type D voor de sensorbedrading met schroefklemmen
Eén stekker voor de voedingsbedrading
Vier (model 3300) of zes (model 3500) cilinderkopschroeven met sleuf, maat M2,5x8,
voor montage van de connectoren op het rek
WAARSCHUWING!
Onjuiste installatie in een explosiegevaarlijke omgeving kan een explosie veroorzaken.
Zie voor informatie over explosiegevaarlijke toepassingen de desbetreffende goedkeuringsdocumentatie
van Micro Motion die met de meter is meegezonden en tevens te vinden is op de website van
MicroMotion.
WAARSCHUWING!
Hoge spanning kan ernstig of dodelijk letsel veroorzaken.
Installeer de transmitter en sluit alle bedrading aan voordat u spanning op het systeem zet.
LET OP!
Onjuiste installatie kan meetfouten of meterstoringen veroorzaken.
Volg alle instructies op.
6 Model 3500 transmitters of model 3300 peripherals - rekmontage
Planning
1.2 Kies een locatie
Kies voor de transmitter een locatie op basis van de onderstaande vereisten.
1.2.1 Omgevingsvereisten
Installeer de transmitters op een locatie met een omgevingstemperatuur tussen
—20 en +60 °C (4 en +140 °F).
Bij installatie van meerdere applicatieplatformen moet in het belang van een goede
ventilatie worden gezorgd voor een verticale ruimte van ten minste 1 U (1 HE) tussen
de rekken. Zie Afbeelding 1-1.
Afbeelding 1-1: Ruimtevereisten voor goede ventilatie
1.2.2 Afmetingen
De afmetingen van de model 3300 of model 3500 zijn als volgt. Zie Afbeelding 1-2:
Hoogte: 128 mm (3 U of 3 HE)
Breedte: 142 mm (28 HP of 28 TE)
Diepte: 160 mm
De model 3300 of model 3500 voldoet aan DIN-norm EN 60297-3-101 (IEC 60297-3-101)
voor rekken van 486,2 mm (19 inch). Er kunnen maximaal drie kasten in een rek worden
gemonteerd. Zie Afbeelding 1-1.
1 U = 1 HE = 44,5 mm (1,750 inch)
3 U (3 HE)
3 U (3 HE)
3 U (3 HE)
1 U (1 HE)
1 U (1 HE)
Installatiehandleiding 7
Planning
Afbeelding 1-2: Afmetingen voor rekmontage
1.3 Kabellengten
De maximale kabellengte tussen de sensor en de model 3500 transmitter hangt af van het
type installatie en het kabeltype.
Als u de model 3300 applicatie-peripheral in combinatie met een transmitter installeert,
is de maximale kabellengte tussen de frequentie-uitgang van de transmitter en de
frequentie-ingang van de model 3300 150 meter (500 ft).
Type installatie Maximale kabellengte
4-aderige externe transmitter Afbeelding 1-3 en Tabel 1-1 voor de maximale lengte van de
4-aderige kabel
Externe kernprocessor met externe
transmitter
Afbeelding 1-4 en Tabel 1-1 voor de maximale lengte van de
4-aderige kabel en de 9-aderige kabel
25 HP
(25 TE)
3 U
(3 HE)
128,5
(5 1/16)
4 x M2,5x11
1 U = 1 HE = 44,5 mm (1,750 inch)
1 HP = 1 TE = 5,1 mm (0,200 inch)
142,2 (5 9/16)
28 HP (28 TE)
Optionele schroefklem
186,7
(7 11/32)
216,2
(8 33/64)
Plaatje met goedkeuring
Afscherming voor intrinsieke veiligheid
(alleen model 3500)
169,9
(6 11/16)
200,6
(7 29/32)
25,4
(1)
mm
(inch)
mm
(inch)
Achterste rail voor connectormontage
122,5
(4 13/16)
Rek van 486,2 mm (19 inch)
8 Model 3500 transmitters of model 3300 peripherals - rekmontage
Planning
Afbeelding 1-3: 4-aderige externe transmitter
Afbeelding 1-4: Externe kernprocessor met externe transmitter
Tabel 1-1: Maximale kabellengte tussen sensor en transmitter
Kabeltype Koperdoorsnede Maximale lengte
Micro Motion 4-aderig Niet van toepassing 300 m (1000 ft) zonder
Ex-goedkeuring
150 m (500 ft) voor sensoren
met classificatie IIC
300 m (1000 ft) voor
sensoren met classificatie IIB
Micro Motion 9-aderig Niet van toepassing 20 m (60 ft)
Door gebruiker aangeschaft,
4-aderig
V d.c. 0,35 mm
2
(22 AWG) 90 m (300 ft)
V d.c. 0,5 mm
2
(20 AWG) 150 m (500 ft)
V d.c. 0,8 mm
2
(18 AWG) 300 m (1000 ft)
RS-485 0,35 mm
2
(22 AWG)
of groter
300 m (1000 ft)
Model 3500
4-aderige kabel
Sensor
Kernprocessor
(standaard of geavanceerde versie)
Sensor
Aansluitkast
9-aderige kabel
4-aderige kabel
Model 3500
Kernprocessor
(alleen standaard versie)
Installatiehandleiding 9
Planning
1.4 Installeer de geleiderails en de
draadconnectoren
1.4.1 Geleiderails
De plaats van de geleiderails en die van de draadconnectoren ziet u in Afbeelding 1-5.
De afstand tussen de hartlijnen van de geleiderails moet 27 HP (27 TE) bedragen, bijv.
op 1 HP (TE) en 28 HP (TE).
1.4.2 Draadconnectoren
Het applicatieplatform wordt geleverd met de volgende uitrusting:
1. Werk vanaf de voorkant van het rek en bevestig de draadconnectoren met de
meegeleverde M2,5x8 schroeven op de achterkant van het rek.
De model 3500 heeft zes M2,5x8 schroeven en drie connectoren
De model 3300 heeft vier M2,5x8 schroeven
2. Gebruik de hartlijnen van de geleiderails als referentiepunten en raadpleeg
Afbeelding 1-5.
De afstand tussen de hartlijnen van de geleiderails moet 27 HP (27 TE) bedragen, bijv.
op 1 HP (1 TE) en 28 HP (28 TE).
3. Installeer de connector voor de in-/uitgangsbedrading op 4 HP (4 TE) van de volgende
eenheid of van de rand van het rek.
4. (Alleen model 3500) Installeer de uitlijningsgevoelige sensorconnector op 16 HP
(16 TE) van de volgende eenheid of van de rand van het rek.
5. Installeer de voedingsconnector op 25 HP (25 TE) van de volgende eenheid of van de
rand van het rek.
Modeltype Uitrusting
Model 3300 Een connector met soldeerlippen of schroefconnector voor in-/
uitgangsbedrading
Een stekker voor de voedingsbedrading
Model 3500 Een schroefconnector voor in-/uitgangsbedrading
Een schroefconnector voor sensorbedrading
Een stekker voor de voedingsbedrading
10 Model 3500 transmitters of model 3300 peripherals - rekmontage
Planning
Afbeelding 1-5: Plaatsen van de geleiderails en draadconnectoren
1.5 Installeer de model 3500 of model 3300 in het rek
1. Breng de model 3500 of model 3300 in lijn met de geleiderails.
2. Schuif de model 3500 of model 3300 in het rek.
Zorg dat de pennen op het achterpaneel contact maken met de draadconnectoren.
3. Draai de meegeleverde vaste schroeven aan om het voorpaneel van de model 3500 of
3300 op de geleiderails te bevestigen.
Connector voedingsbedrading
Connector in-/uitgangsbedrading
Uitlijningsgevoelige draadconnector sensor
Uitlijningspennen op
draadconnector sensor
M2,5x8
Voorkant
Achterkant
Installatiehandleiding 11
Montage
2Montage
2.1 Monteer de kernprocessor
Gebruik deze paragraaf alleen als u een externe transmitter met een externe of externe
verbeterde kernprocessor installeert. Zie Afbeelding 1-4. Zie Hoofdstuk 3.1 voor een externe
installatie met een 4-aderige kabel.
Afbeelding 2-1 toont de externe kernprocessor met montagebeugel. Monteer de kernprocessor
met behulp van de montagebeugel op een locatie die voldoet aan de in Hoofdstuk 1.2
besproken eisen voor de kabellengte.
Afbeelding 2-1: Onderdelen van externe kernprocessor
Deksel kernprocessor
Bovenste kabelbuisring
Kernprocessor
Onderste kabelbuisring
Deksel
Montagebeugel
Externe kernprocessor
Externe verbeterde kernprocessor
12 Model 3500 transmitters of model 3300 peripherals - rekmontage
Montage
Installatiehandleiding 13
Bedrading
3Bedrading
3.1 Sluit de in- en uitgangsbedrading aan
Sluit de in- en uitgangsbedrading aan op de bijbehorende aansluitklemmen op de
connector voor de in-/uitgangsbedrading; dit is de connector helemaal rechts. Zie
Tabel 3-1 en de kaart die in de hoes in het bovenpaneel is gestoken (zie Afbeelding 3-1).
Gebruik afgeschermde kabel met getwiste aderparen van 0,25 tot 1,5 mm
2
(24 tot 16 AWG).
Aard de afscherming slechts op één punt.
Afbeelding 3-1: Aansluitklemmenkaart voor in-/uitgangsbedrading
3.2 Sluit het model 3500 aan op de sensor
Als u de model 3300 applicatie-peripheral installeert, kunt u deze stap overslaan. Ga naar
Hoofdstuk 3.4.
Volg de aanwijzingen in onderstaande paragraaf om de model 3500 transmitter aan te
sluiten op een Micro Motion-sensor.
Tabel 3-1: Aansluitklemmen voor in-/uitgangsbedrading
Nummer aansluitklem Functie
c 2+ a 2 — Primaire 4—20 mA-uitgang/HART
c 4 + a 4 — Secundaire 4—20 mA-uitgang
c 6 + a 6 — Frequentie-ingang
c 8 + a 8 — Discrete ingang 1
c 10 + a 10 — Discrete ingang 2
c 12 + a 12 — Frequentie-uitgang
c 14 + a 14 — Discrete uitgang 1
c 16 + a 16 — Discrete uitgang 2
c 18 + a 18 — Discrete uitgang 3
c 32 (lijn B) a 32 (lijn A) RS-485 uitgang
14 Model 3500 transmitters of model 3300 peripherals - rekmontage
Bedrading
3.2.1 Opties voor installatie
De sensorbedrading is afhankelijk van de installatie-configuratie:
4-aderige externe transmitter (4-aderige kabel vereist; zie Afbeelding 1-3 en
Bedradingsinstructies voor 4-aderige externe installaties)
Externe kernprocessor met externe transmitter (4-aderige en 9-aderige kabel vereist;
zie Afbeelding 1-4 en Bedradingsinstructies voor installaties met externe kernprocessor en
externe transmitter)
3.2.2 Bedradingsinstructies voor 4-aderige externe installaties
1. Maak de kabel gereed zoals beschreven in de sensordocumentatie.
2. Sluit de kabel aan op de kernprocessor zoals beschreven in de sensordocumentatie.
3. De kabel aansluiten op de transmitter:
a. Identificeer de draden in de 4-aderige kabel.
Gebruik de door Micro Motion verstrekte 4-aderige kabel. Deze kabel bestaat
uit één paar draden van 0,75 mm
2
(18 AWG) (rood en zwart) voor de
gelijkspanningsaansluiting en één paar draden van 0,35 mm
2
(22 AWG) (groen
en wit) voor de RS-485 aansluiting.
b. Sluit de vier draden van de kernprocessor aan op de betreffende aansluitklemmen
op de transmitter.
Zie Tabel 3-2 en Afbeelding 3-2 (standaard kernprocessor) of Afbeelding 3-3
(verbeterde kernprocessor).
Zorg dat er geen onbedekte draden zichtbaar blijven.
Aard de afscherming, het vlechtwerk en de drain-draden niet bij de transmitter.
Tabel 3-2: Aansluitklemmen transmitter voor 4-aderige kabel
Klem Kleur draad
(1)
(1) Draadkleuren gelden alleen voor door Micro Motion geleverde, 4-aderige kabel.
Functie
c 4 Rood V d.c. +
a 4 Zwart V d.c. —
c 6 Wit RS-485A
a 6 Groen RS-485B
Installatiehandleiding 15
Bedrading
Afbeelding 3-2: 4-aderige kabel naar model 3500 standaard en externe kernprocessor
Afbeelding 3-3: 4-aderige kabel naar model 3500 verbeterde en externe
geavanceerde kernprocessor
3.2.3 Bedradingsinstructies voor installaties met externe
kernprocessor en externe transmitter
Deze procedure bestaat uit twee stappen:
Aansluiten van de externe kernprocessor op de transmitter
Aansluiten van de sensor op de externe kernprocessor
Aansluitklemmen
kernprocessor
4-aderige kabel
Maximale kabellengte:
Zie Tabel 1-1
V d.c. +
(rood)
V d.c. —
(zwart)
RS-485B
(groen)
RS-485A
(wit)
Kabel aangeschaft door
klant of geleverd door
fabrikant
Model 3500
Aansluitklemmen sensor
Zie Afbeelding 1-5
V d.c. +
(rood)
RS-485A
(wit)
V d.c. —
(zwart)
RS-485B
(groen)
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
c
c
c
c
c
c
c
c
c
c
c
c
c
c
c
c
2
4
6
8
10
12
14
16
18
20
22
24
26
28
30
32
Kabel aangeschaft door
klant of geleverd door
fabrikant
V d.c. +
(rood)
RS-485A
(wit)
V d.c. —
(zwart)
RS-485B
(groen)
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
c
c
c
c
c
c
c
c
c
c
c
c
c
c
c
c
2
4
6
8
10
12
14
16
18
20
22
24
26
28
30
32
V d.c. + (rood)
RS-485B (groen)
RS-485A (wit)
V d.c. — (zwart)
Aansluitklemmen
kernprocessor
4-aderige kabel
Maximale kabellengte:
Zie Tabel 1-1
Model 3500
Aansluitklemmen sensor
Zie Afbeelding 1-5
16 Model 3500 transmitters of model 3300 peripherals - rekmontage
Bedrading
De externe kernprocessor aansluiten op de transmitter:
1. Gebruik één van de onderstaande methoden voor het afschermen van de bedrading.
2. Doe nu een van de volgende dingen:
Als u afgeschermde kabel gebruikt, maak de kabel dan gebruiksklaar en breng
een afgeschermde krimpkous aan zoals beschreven in Stap 6. De afgeschermde
krimpkous vormt een eindaansluiting van de afscherming, geschikt voor gebruik
in de wartel als de afscherming van uw kabel bestaat uit folie en niet uit een
vlechtwerk. Ga naar Stap 3.
Als u gewapende kabel gebruikt, maakt u de kabel gebruiksklaar zoals beschreven
in Stap 6, echter zonder een krimpkous aan te brengen — sla stap 6d, e, f en g over.
Ga naar Stap 3.
3. Identificeer de in Afbeelding 2-1 afgebeelde onderdelen.
4. Verwijder het deksel van de kernprocessor.
5. Schuif de wartelmoer en het klemstuk over de kabel. Zie Afbeelding 3-4.
Installatiemethode Procedure
Onafgeschermde bedrading in ononderbroken metalen kabelbuis die de
ingesloten bedrading over 360° afschermt
Ga naar Stap 8
Een door de gebruiker aangeschafte kabelwartel met afgeschermde of
gewapende kabel, met aansluiting van afschermingen in de kabelwartel.
Sluit zowel de gevlochten bewapening als de drain-draden van de afscherming
aan in de kabelwartel
Ga naar Stap 8
Door Micro Motion geleverde kabelwartel op de behuizing van de kernprocessor Ga naar Stap 2
Installatiehandleiding 17
Bedrading
Afbeelding 3-4: Wartelmoer en klemstuk
6. Voor aansluiting op de kernprocessorbehuizing maakt u de afgeschermde kabel als
volgt gereed (voor gewapende kabel slaat u stap d, e, f en g over):
a. Strip 114 mm (4 1/2 inch) van de kabelmantel.
b. Verwijder de transparante omhulling binnen in de kabelmantel en het vulmateriaal
tussen de draden.
c. Verwijder de folieafscherming rond de geïsoleerde draden tot er nog 19 mm
(3/4 inch) folie of vlechtwerk en drain-draden zichtbaar is en scheid de draden.
d. Wikkel de drain-draden van de afscherming twee keer rond de blootliggende folie.
Knip de overtollige draad af.
Afbeelding 3-5: Drain-draden afscherming tweemaal rond blootliggende folie gewikkeld
e. Schuif de afgeschermde krimpkous over de blanke drain-draden van de
afscherming. De kous moet de drain-draden helemaal bedekken.
f. Verhit de kous (120 °C [250 °F]) om deze te laten krimpen, maar verbrand de kabel
niet. Zie Afbeelding 3-6.
114 mm
(4 1/2 inch)
19 mm
(3/4 inch)
22 mm
(7/8 inch)
22 mm
(7/8 inch)
Afgeschermde krimpkous
Wartelhuis
Wartelmoer
Wartelklemstuk
18 Model 3500 transmitters of model 3300 peripherals - rekmontage
Bedrading
Afbeelding 3-6: Afgeschermde krimpkous dekt blanke drain-draden af
g. Breng het wartelklemstuk zodanig aan dat het binnenste uiteinde gelijkligt met de
krimpkous.
h. Vouw de afscherming van textiel of de gevlochten afscherming met drain-draden
over het klemstuk, ongeveer 3 mm (1/8 inch) voorbij de O-ring. Zie Afbeelding 3-7.
Afbeelding 3-7: Omgevouwen textiel
i. Breng het wartelhuis aan in de kabelbuisopening van de kernprocessorbehuizing.
Zie Afbeelding 3-8.
Afbeelding 3-8: Installeren van het wartelhuis
7. Steek de draden door het wartelhuis en zet de wartel in elkaar door de wartelmoer vast
te draaien.
8. Identificeer de draden in de 4-aderige kabel.
Gebruik de door Micro Motion verstrekte 4-aderige kabel. Deze kabel bestaat uit één
paar draden van 0,75 mm
2
(18 AWG) (rood en zwart) voor de gelijkspanningsaansluiting
en één paar draden van 0,35 mm
2
(22 AWG) (groen en wit) voor de RS-485-aansluiting.
9. Sluit de vier draden aan op de genummerde sleuven op de kernprocessor. Afbeelding 3-9.
Installatiehandleiding 19
Bedrading
Afbeelding 3-9: Sluit de vier draden aan op de genummerde sleuven
10. Sluit de inwendige aardschroef van de kernprocessorbehuizing aan als een
aardverbinding vereist is.
Er is een aardverbinding vereist als de kernprocessor niet via de sensorleiding kan
worden geaard en aardverbindingen volgens plaatselijke voorschriften inwendig
moeten worden gemaakt.
Sluit de drain-draden van de afscherming niet aan op deze klem.
11. Breng het deksel op de kernprocessor aan en zet het vast.
12. Voor aansluiting van de kabel op de transmitter sluit u de vier draden van de
kernprocessor aan op de betreffende aansluitklemmen op de transmitter.
Zie Tabel 3-2 en Afbeelding 3-2.
Zorg dat er geen onbedekte draden zichtbaar blijven.
Aard de afscherming, het vlechtwerk en de drain-draden niet bij de transmitter.
3.3 Sluit de sensor aan op de externe
kernprocessor
1. Zie de Instructie voor voorbereiding en installatie van 9-aderige flowmeterkabel van
Micro Motion voor aanwijzingen over het afschermen en gereedmaken van de kabels:
Volg voor de sensorkant de instructies voor uw kabeltype.
Volg voor de kernprocessorkant de instructies voor uw kabeltype met een
MVD-transmitter.
WAARSCHUWING!
De kernprocessor mag niet gedraaid worden, omdat de sensor hierdoor beschadigd raakt.
LET OP!
De drain-draden van de afscherming mogen niet in aanraking komen met de
sensoraansluitkast, want dat kan meetfouten veroorzaken.
20 Model 3500 transmitters of model 3300 peripherals - rekmontage
Bedrading
2. Volg om de bedrading aan te sluiten de Instructie voor voorbereiding en installatie van
9-aderige flowmeterkabel van Micro Motion en volg de aanwijzingen bij uw sensor met
een MVD-transmitter. Hieronder vindt u aanvullende informatie over het aansluiten
van de bedrading op de kernprocessor:
a. Identificeer de in Afbeelding 2-1 afgebeelde onderdelen.
b. Verwijder het deksel van de kernprocessor.
c. Steek de 9-aderige kabel door de kabelbuisopening.
d. Sluit de draden aan op de stekkers die met de kernprocessor zijn meegeleverd.
e. Steek de stekkers in de contacten in de onderste kabelbuisring. Zie Afbeelding 3-10.
Afbeelding 3-10: 9-aderige kabel tussen sensor en kernprocessor
3. Aard de kabel.
4. Inspecteer de pakkingen ongeschonden zijn, smeer alle O-ringen, sluit de aansluitkast
en het deksel van de kernprocessor en draai alle schroeven aan.
Kabeltype Procedure
Kabel met mantel Sluit de drain-draden van de afscherming (de zwarte draad)
alleen op het kernprocessoruiteinde aan door ze met de
aardschroef in de onderste kabelbuisring te verbinden. Niet
aarden op de montageschroef van de kernprocessor. De kabel
mag niet op de sensoraansluitkast geaard worden.
Afgeschermde of gewapende
kabel
Sluit de drain-draden van de afscherming (de zwarte draad)
alleen op het kernprocessoruiteinde aan door ze met de
aardschroef in de onderste kabelbuisring te verbinden. Niet
aarden op de montageschroef van de kernprocessor. De kabel
mag niet op de sensoraansluitkast geaard worden.
Aard het gevlochten kabelmateriaal aan beide uiteinden door
het in de kabelwartels te laten eindigen.
LET OP!
Zorg dat de draden niet gegrepen of afgekneld worden wanneer u de behuizing sluit, om het
risico op meetfouten of meterdefecten te verminderen.
Bruin
Rood
Groen
Wit
Blauw
Grijs
Oranje
Violet
Geel
Zwart
(drains van
alle kabelsets)
Stekker en
contact
Montageschroef
Blauw
Grijs
Oranje
Rood
Groen
Wit
Bruin
Violet
Geel
Aardschroef
Zwart
9-aderige kabel van sensor Kernprocessor
Installatiehandleiding 21
Bedrading
3.4 Sluit de voedingsbedrading aan
Sluit het model 3300 of model 3500 als volgt aan op de voeding:
1. Gebruik een kabel van 0,75 tot 2,5 mm
2
(18 tot 14 AWG).
2. Aard de transmitter als volgt:
Sluit de aarddraad aan op de middelste klem.
Sluit de aarddraad van het voedingscircuit direct op het aardpunt aan.
Houdt alle aarddraden zo kort mogelijk.
De impedantie van de aarddraden mag niet meer dan 1 ohm bedragen.
3. Sluit de draden aan op de bovenste en onderste aansluitklem.
4. (Optioneel.) Installeer een zelf aangeschafte schakelaar in de voedingsleiding.
In Europa moet de schakelaar in de buurt van de model 3300 of model 3500 worden
geïnstalleerd conform de Laagspanningsrichtlijn, 2006/95/EG. Zie voor nadere
informatie norm EN 61010-1:2010, clausule 5.4.3.d.
Afbeelding 3-11: Aansluitklemmen voeding
LET OP!
De voedingskabels mogen niet door dezelfde kabelgoot of kabelbuis lopen als de
in-/uitgangsbedrading, omdat dit meetfouten of meterdefecten kan veroorzaken.
Schakel de voeding uit voordat u het applicatieplatform installeert.
Zorg dat de voedingsspanning overeenstemt met de waarde die vermeld staat bij de
voedingsaansluitklemmen. Zie Afbeelding 3-11.
Aansluitklemmen voeding
Aanduiding van aansluitklemmen
voor wisselstroom
Aanduiding van aansluitklemmen
voor gelijkstroom
*20000997*
20000997
Rev BA
2015
Micro Motion Inc. VS
Internationaal hoofdkantoor
7070 Winchester Circle
Boulder, Colorado 80301, VS
T +1 303-527-5200
T +1 800-522-6277
F +1 303-530-8459
www.micromotion.com
Micro Motion Europe
Emerson Process Management
Neonstraat 1
6718 WX Ede
Nederland
T +31 (0) 318 495 555
F +31 (0) 318 495 556
www.micromotion.nl
Micro Motion Japan
Emerson Process Management
1-2-5, Higashi Shinagawa
Shinagawa-ku
Tokio 140-0002, Japan
T +81 3 5769-6803
F +81 3 5769-6844
Micro Motion Asia
Emerson Process Management
1 Pandan Crescent
Singapore 128461
Republiek Singapore
T +65 6777-8211
F +65 6770-8003
Micro Motion United Kingdom
Emerson Process Management Limited
Horsfield Way
Bredbury Industrial Estate
Stockport SK6 2SU, Verenigd Koninkrijk
T +44 0870 240 1978
F +44 0800 966 181
©2015 Micro Motion, Inc. Alle rechten voorbehouden.
Het Emerson-logo is een handelsmerk en dienstmerk van
Emerson Electric Co. De merken Micro Motion, ELITE, ProLink,
MVD en MVD Direct Connect zijn merken van een van de bedrijven
van de Emerson Process Management-groep. Alle overige merken
zijn eigendom van de respectieve eigenaars.
Emerson Process Management BV
Nederland
Patrijsweg 140
2289 EZ Rijswijk
T +31 (0) 70 413 6607
F +31 (0) 70 413 6603
www.emersonprocess.nl
Emerson Process Management nv/sa
België
De Kleetlaan
1831 Diegem
België
T +32 (0) 2 716 77 11
F +32 (0) 2 725 83 00
Gratis nummer klantendienst debietmetingen:
T 0800 75 345
www.emersonprocess.be
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22

Micro Motion Model 3500 transmitter MVD of Model 3300 randapparatuur Referentie gids

Type
Referentie gids