Neff T54T53N2 de handleiding

Type
de handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

[de] Gebrauchsanleitung ...........3
[nl] Gebruiksaanwijzing ..........18
[fr] Notice d’utilisation ............33
[it] Istruzioni per l’uso ............48
T..T.3.., T..T83.., T....5..
Kochfeld
Kookplaat
Table de cuisson
Piano di cottura
2 Ø = cm
T..T.3.. T..T83..
T....5..

[

: :
: :
: :
[
: :

: :

,(&


[
: :
: :
: :
[
: :

: :

,(&
[
: :
: :
: :
[
[
,(&
18
é Inhoudsopgave
[nl]Gebruiksaanwijzing
Veiligheidsvoorschriften ......................................................... 18
Oorzaken van schade..................................................................... 20
Bescherming van het milieu ................................................... 20
Milieuvriendelijk afvoeren ............................................................... 20
Tips om energie te besparen ........................................................ 20
Koken op Inductie.................................................................... 21
Voordelen van het Koken op Inductie ......................................... 21
Pannen...............................................................................................21
Het apparaat leren kennen...................................................... 22
Het bedieningspaneel .....................................................................22
De kookzones...................................................................................22
Restwarmte-indicator....................................................................... 22
Tipp-Pad en Tipp-knop............................................................ 23
De Tipp-knop verwijderen .............................................................. 23
In stand houden van de Tipp-knop .............................................. 23
Noodmodus ......................................................................................23
Programmeren van de kookplaat .......................................... 23
De kookplaat in- en uitschakelen ................................................. 23
De kookzone afstellen .................................................................... 23
Kooktabel .......................................................................................... 24
Flexibele zone .......................................................................... 25
Tips voor het gebruik van pannen................................................ 25
Waarschuwingen.............................................................................. 25
Als twee onafhankelijke zones ......................................................26
Als één enkele kookzone............................................................... 26
Kinderslot ................................................................................. 26
Het kinderslot activeren en deactiveren...................................... 26
Automatisch kinderslot ...................................................................26
Functie Powerboost................................................................. 26
Gebruiksbeperkingen...................................................................... 26
Activeren............................................................................................26
Deactiveren ....................................................................................... 26
Timerfunctie ............................................................................. 27
Een kookzone automatisch uitschakelen.................................... 27
De kookwekker ................................................................................ 27
Warmhoudfunctie .................................................................... 27
Activeren............................................................................................27
Deactiveren ....................................................................................... 27
Beschermingsfunctie bij reiniging......................................... 28
Automatische tijdslimiet ......................................................... 28
Basisinstellingen ..................................................................... 28
Toegang tot de basisinstellingen.................................................. 29
Onderhoud en reiniging .......................................................... 29
Kookplaat ..........................................................................................29
Omlijsting van de kookplaat .......................................................... 29
Tipp-knop...........................................................................................29
Repareren van storingen......................................................... 30
Normaal geluid tijdens de werking van het apparaat............... 30
Servicedienst ........................................................................... 31
Geteste gerechten.................................................................... 31
Produktinfo
Meer informatie over producten, accessoires, onderdelen en
diensten vindt u op het internet: www.neff-international.com
en in de online-shop: www.neff-eshop.com
: Veiligheidsvoorschriften
Lees deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig
door. Berg de gebruiksaanwijzing, het
installatievoorschrift en de apparaatpas
goed op voor later gebruik of om ze door te
geven aan volgende eigenaren.
Controleer het apparaat na het uitpakken.
Indien het apparaat schade heeft
opgelopen tijdens het transport, schakel het
dan niet in, maar neem contact op met de
technische dienst en leg de veroorzaakte
schade schriftelijk vast. Doet u dat niet, dan
gaat elk recht op een schadevergoeding
verloren.
Dit apparaat moet worden geïnstalleerd
volgens het meegeleverde
installatievoorschrift.
Dit apparaat is alleen bestemd voor
huishoudelijk gebruik en de huiselijke
omgeving. Gebruik het uitsluitend voor het
bereiden van gerechten en drank. Zorg
ervoor dat het apparaat onder toezicht
gebruikt wordt. Het toestel alleen gebruiken
in gesloten ruimtes.
Dek de kookplaat niet af. Dit kan leiden tot
ongevallen, bijv. door oververhitting,
ontbranding of ontploffend materiaal.
Gebruik geen ongeschikte
beveiligingsapparaten of tralies voor de
bescherming van kinderen. Dit kan leiden
tot ongevallen.
Dit apparaat is niet bestemd voor gebruik
met een externe tijdschakelklok of een
afstandbediening.
Dit toestel kan worden gebruikt door
kinderen vanaf 8 jaar en door personen met
beperkte fysieke, sensorische of geestelijke
vermogens of personen die gebrek aan
kennis of ervaring hebben, wanneer zij
onder toezicht staan van een persoon die
verantwoordelijk is voor hun veiligheid of
geleerd hebben het op een veilige manier
te gebruiken en zich bewust zijn van de
risico's die het gebruik van het toestel met
zich meebrengt.
19
Kinderen mogen niet met het apparaat
spelen. Reiniging en onderhoud van het
toestel mogen niet worden uitgevoerd door
kinderen, tenzij zij 8 jaar of ouder zijn en
onder toezicht staan.
Zorg ervoor dat kinderen die jonger zijn dan
8 jaar uit de buurt blijven van het toestel of
de aansluitkabel.
Heeft u een pacemaker of soortgelijk
medisch hulpmiddel geïmplanteerd, dan
dient u speciale voorzorgsmaatregelen in
acht nemen bij het gebruiken of in de buurt
komen van inductiekookplaten als die in
werking zijn. Raadpleeg uw arts of de
fabrikant van het hulpmiddel, om er zeker
van te zijn dat het voldoet aan de geldige
regelgeving en informeer omtrent mogelijke
incompatibiliteit.
Risico van brand!
Hete olie en heet vet vatten snel vlam.
Hete olie en heet vet nooit gebruiken
zonder toezicht. Vuur nooit blussen met
water. Schakel de kookzone uit. Vlammen
voorzichtig met een deksel, smoordeksel
of iets dergelijks verstikken.
Risico van brand!
De kookzones worden erg heet. Nooit
brandbare voorwerpen op de kookplaat
leggen. Geen voorwerpen op de
kookplaat leggen.
Risico van brand!
Het apparaat wordt heet. Nooit brandbare
voorwerpen of spuitbussen bewaren in
laden direct onder de kookplaat.
Risico van brand!
De kookplaat schakelt vanzelf uit en kan
niet meer worden bediend. Hij kan later
per ongeluk worden ingeschakeld.
Zekering in de meterkast uitschakelen.
Contact opnemen met de klantenservice.
Risico van verbranding!
De kookzones en met name een
eventueel aanwezige kookplaatomlijsting
worden zeer heet. Raak de hete
oppervlakken nooit aan. Zorg ervoor dat
er geen kinderen in de buurt zijn.
Risico van verbranding!
De kookzone warmt op, maar de indicatie
functioneert niet Zekering in de meterkast
uitschakelen. Contact opnemen met de
klantenservice.
Risico van verbranding!
Voorwerpen van metaal worden zeer snel
heet op de kookplaat. Leg nooit
voorwerpen van metaal, zoals messen,
vorken, lepels of deksels, op de
kookplaat.
Brandgevaar!
Schakel de kookplaat na elk gebruik altijd
uit met de hoofdschakelaar. Wacht niet tot
de kookplaat automatisch uitschakelt
doordat er geen pan op staat.
Kans op een elektrische schok!
Ondeskundige reparaties zijn gevaarlijk.
Reparaties en de vervanging van
beschadigde aansluitleidingen mogen
uitsluitend worden uitgevoerd door
technici die zijn geïnstrueerd door de
klantenservice. Is het apparaat defect,
haal dan de stekker uit het stopcontact of
schakel de zekering in de meterkast uit.
Contact opnemen met de klantenservice.
Kans op een elektrische schok!
Binnendringend vocht kan een schok
veroorzaken. Geen hogedrukreiniger of
stoomreiniger gebruiken.
Kans op een elektrische schok!
Een defect toestel kan een schok
veroorzaken. Een defect toestel nooit
inschakelen. De netstekker uit het
stopcontact halen of de zekering in de
meterkast uitschakelen. Contact opnemen
met de klantenservice.
Kans op een elektrische schok!
Scheuren of barsten in het glaskeramiek
kunnen schokken veroorzaken. Zekering
in de meterkast uitschakelen. Contact
opnemen met de klantenservice.
Gevaar door magnetisme!
Afneembare bedieningselementen zijn
magnetisch. Magneten kunnen invloed
hebben op elektronische implantaten, zoals
pacemakers of insulinepompen. Personen
met elektronische implantaten dienen het
bedieningselement niet in de buurt van hun
lichaam te dragen (bijv. in blouse- of
broekzak). Houd een minimale afstand van
10 cm tot de pacemaker aan.
Gevaar voor beschadiging!
Deze plaat is uitgerust met een ventilator,
die zich aan de onderzijde bevindt. Indien
er zich onder de kookplaat een lade
bevindt, mogen daar geen kleine of
papieren voorwerpen in worden bewaard.
Als deze namelijk worden geabsorbeerd
kunnen ze de ventilator beschadigen of de
koeling verslechteren.
Tussen de inhoud van de lade en de inlaat
van de ventilator moet een afstand van ten
minste 2 cm worden aangehouden.
20
Risico van letsel!
Bij de bereiding au-bain-marie kunnen de
kookplaat en kookvorm barsten door
oververhitting. De au-bain-marie kookvorm
mag niet in direct contact komen met de
bodem van de pan die met water is
gevuld. Gebruik alleen hittebestendige
vormen.
Risico van letsel!
Wanneer er vloeistof zit tussen de bodem
van de pan en de kookzone kunnen
kookpannen plotseling in de hoogte
springen. Zorg ervoor dat de kookzone en
de bodem van de pan altijd droog zijn.
Oorzaken van schade
Attentie!
Ruwe bodems van pannen kunnen krassen op de kookplaat
veroorzaken.
Plaat nooit lege plannen op de kookzones. Dit kan schade
veroorzaken.
Plaats geen hete pannen op het bedieningspaneel, de
indicatorzones of op de omlijsting van de kookplaat. Dit kan
schade veroorzaken.
Als er harde of scherpe voorwerpen op de kookplaat vallen,
kan dit de plaat beschadigen.
Aluminiumfolie en plastic bakken smelten als ze op een hete
kookzone gelegd worden. Het gebruik van beschermplaten
op de kookplaat wordt afgeraden.
Algemeen overzicht
In de onderstaande tabel vindt u de meest voorkomende
vormen van schade:
Bescherming van het milieu
Milieuvriendelijk afvoeren
Voer de verpakking op een milieuvriendelijke manier af.
Tips om energie te besparen
Gebruik altijd het deksel dat overeenstemt met elke kookpan.
Wanneer zonder deksel gekookt wordt, is aanzienlijk meer
energie nodig. Gebruik een glasdeksel om een goede
zichtbaarheid te hebben zonder dat u het deksel van de pan
hoeft te nemen.
Gebruik pannen met een vlakke bodem. Bij een niet vlakke
bodem wordt meer energie verbruikt.
De diameter van de bodem van de pan moet overeenkomen
met de afmeting van de kookzone. Opgelet:
pannenfabrikanten duiden gewoonlijk de bovenste diameter
van de pan aan, die meestal groter is dan de diameter van
de bodem van de pan.
Gebruik een kleine pan voor kleine hoeveelheden. Een grote,
weinig gevulde pan vereist veel energie.
Gebruik weinig water voor het koken. Op deze wijze wordt
energie bespaard en blijven alle vitaminen en mineralen van
de groenten behouden.
Selecteer de laagste vermogensstand die het kookpunt
behoudt. Met een te hoge stand wordt energie verspild.
Schade Oorzaak Maatregel
Vlekken Gemorst voedsel Verwijder gemorst voedsel onmiddellijk met een glasschraper.
Ongeschikte reinigingsproducten Gebruik reinigingsproducten die geschikt zijn voor kookplaten.
Krassen Zout, suiker en zand Gebruik de kookplaat niet als werkoppervlak of steun.
Ruwe bodems van pannen kunnen krassen op
de vitroceramische plaat veroorzaken
Controleer de pannen.
Verkleuringen Ongeschikte reinigingsproducten Gebruik reinigingsproducten die geschikt zijn voor kookplaten.
Aanraking van de pannen Til kookpannen en koekenpannen op om ze te verplaatsen.
Afbladderingen Suiker, levensmiddelen met een hoog suiker-
gehalte
Verwijder gemorst voedsel onmiddellijk met een glasschraper.
Dit apparaat is gekenmerkt in overeenstemming met de
Europese richtlijn 2012/19/EU betreffende afgedankte
elektrische en elektronische apparatuur (waste
electrical and electronic equipment - WEEE).
De richtlijn geeft het kader aan voor de in de EU geldige
terugneming en verwerking van oude apparaten.
21
Koken op Inductie
Voordelen van het Koken op Inductie
Koken op Inductie betekent een radicale verandering van de
traditionele wijze van verwarmen, aangezien de warmte
rechtstreeks in de pan wordt gegenereerd. Daarom biedt het
een aantal voordelen:
Tijdbesparing bij het koken en frituren; doordat de pan
rechtstreeks wordt verwarmd.
Dit werkt energiebesparend.
Eenvoudiger in onderhoud en reiniging. Overgelopen
voedingswaren verbranden minder snel.
Warmte- en veiligheidscontrole; de plaat levert energie of
stopt de energietoevoer onmiddellijk als op de controleknop
wordt gedrukt. De inductiekookzone levert geen warmte meer
af als de pan wordt weggenomen, ook al wordt het apparaat
voor die tijd niet uitgeschakeld.
Pannen
Uitsluitend geschikt voor inductiekoken zijn ferromagnetische
pannen zoals van:
geëmailleerd staal
gietijzer
speciale pannen voor inductie van roestvrij staal.
Kijk, om te weten of de pannen geschikt zijn, of de bodem van
de pan wordt aangetrokken door een magneet.
Er bestaat een ander soort pannen speciaal voor inductie, met
een niet geheel ferromagnetische bodem.
Niet geschikte pannen
Gebruik nooit straalplaten of pannen van:
dun normaal staal
glas
aardewerk
koper
aluminium
Kenmerken van de bodem van de pan
De kenmerken van de bodem van de pannen kunnen invloed
hebben op de homogeniteit van het kookresultaat. Pannen die
gemaakt zijn van materialen die warmte verspreiden, zoals
"sandwich" pannen van roestvrij staal, verdelen de warmte op
gelijkmatige wijze, waardoor tijd en energie worden bespaard.
Geen pan of ongeschikte afmeting
Als er geen pan op de geselecteerde kookzone wordt geplaatst
of als deze niet van het geschikte materiaal is of geen
geschikte afmeting heeft, knippert de kookstand op de
indicator van de kookzone. Plaats een geschikte pan, zodat het
knipperen stopt. Als er meer dan 90 seconden wordt gewacht
gaat de kookzone automatisch uit.
Lege pannen of pannen met een dunne bodem
Verwarm geen lege pannen en gebruik geen pannen met
dunne bodem. De kookplaat is uitgerust met een intern
veiligheidssysteem, maar een lege pan kan zo snel heet
worden dat de functie “automatisch uitschakelen" geen tijd
heeft om te reageren, waardoor de temperatuur erg kan
oplopen. De bodem van de pan kan smelten en het glas van de
kookplaat beschadigen. Raak in dat geval de pan niet aan en
schakel de kookzone uit. Als het apparaat na het afkoelen niet
werkt, neem dan contact op met de technische dienst.
Pandetectie
Iedere kookzone heeft een minimumlimiet voor pandetectie, die
afhankelijk is van het materiaal van de pan die wordt gebruikt.
Daardoor mag alleen de kookzone worden gebruikt die het
meest geschikt is voor de pan.
Bij het gebruik van grote pannen
met een ferromagnetische zone
met een kleinere diameter, wordt
enkel de ferromagnetische zone
verwarmd, zodat de warmte niet
homogeen kan worden verdeeld.
Pannen met aluminium kookzo-
nes in de bodem verkleinen de
ferromagnetische zone, zodat
het geleverde vermogen lager
kan zijn en er problemen kunnen
ontstaan bij de detectie van de
pan en het kan zelfs zijn dat
deze niet wordt gedetecteerd.
Om goede kookresultaten te ver-
krijgen, is het raadzaam dat de
diameter van de ferromagneti-
sche zone van de pan is afge-
stemd op de maat van de
kookzone. Als de pan op een
kookzone niet wordt gedetec-
teerd, probeer hem dan op de
zone met een iets kleinere dia-
meter.
22
Het apparaat leren kennen
Deze gebruiksaanwijzing geldt voor verschillende kookplaten.
Op pagina 2 vindt u een typenoverzicht met informatie over
afmetingen.
Het bedieningspaneel
Bedieningsvlakken
Bij het aanraken van een symbool wordt de overeenkomstige
functie geactiveerd.
Aanwijzing: Zorg ervoor dat de bedieningsvlakken altijd droog
zijn. Vocht heeft een negatieve invloed op de werking.
De kookzones
Restwarmte-indicator
De kookplaat beschikt over een restwarmte-indicator in elke
kookzone, die aanduidt welke nog warm zijn. Raak kookzones
met die indicatie niet aan.
Ook als de plaat uitgeschakeld is,blijft
œ/, branden zo lang de
kookzone warm is.
Als de pan van de plaat genomen wordt voordat de kookzone
uitgeschakeld is, verschijnen afwisselend de indicator
œ/ en
de geselecteerde kookstand.
Bedieningsvlakken
#
Hoofdschakelaar
Warmhoudfunctie
˜
Functie Powerboost en kinderslot
ï
Flexibele zone
3
Timerfunctie
Indicatoren
Operationaliteit
-Š
Vermogensstanden
˜
Functie Powerboost
/œ
Restwarmte
‹‹
Timerfunctie
"
Bescherming bij reiniging
Kinderslot
Warmhoudfunctie
x
Automatische uitschakeling
S
Kookwekker
Kookzone
$
Enkelvoudige kookzone Gebruik een pan met de geschikte maat.
û
Flexibele zone Zie hoofdstuk “flexibele zone“
Gebruik enkel pannen die geschikt zijn om te koken op inductie, zie hoofdstuk “Geschikte pannen".
23
Tipp-Pad en Tipp-knop
De Tipp-Pad is de programmeerzone waarin met de Tipp-knop
de kookzones en de vermogensstanden kunnen worden
geselecteerd. Op de Tipp-Pad zone wordt de Tipp-knop
automatisch gecentreerd.
De Tipp-knop is magnetisch en wordt op de Tipp-Pad geplaatst
. Kantel deTipp-knop om de overeenstemmende kookzone te
activeren. Draai de Tipp-knop om de vermogensstand te
selecteren.
Nadat de Tipp-knop geplaatst is, is het mogelijk dat hij niet
precies gecentreerd is t.o.v. de serigrafie die de Tipp-Pad zone
begrenst. De Tipp-knop kan gecentreerd worden door hem
lichtjes te verschuiven rond zijn ruststand.
Aanwijzing: Ook al is de knop niet goed gecentreerd, dan
heeft dit geen invloed op de correcte werking van de Tipp-
knop.
De Tipp-knop verwijderen
Bij het verwijderen van de Tipp-knop wordt de
beschermingsfunctie bij reiniging geactiveerd.
De Tipp-knop kan worden weggehaald terwijl de kookzones in
werking zijn. De beschermingsfunctie bij reiniging wordt
geactiveerd gedurende 35 seconden. Indien na het verstrijken
van de tijd de Tipp-knop niet opnieuw in zijn stand geplaatst
wordt, dan gaat de kookplaat uit.
: Brandgevaar!
Als er gedurende deze 35 seconden een metalen voorwerp op
de Tipp-Pad zone wordt gezet, kan de kookplaat blijven
verhitten. Zet de kookplaat daarom altijd met de
hoofdschakelaar uit.
In stand houden van de Tipp-knop
Binnenin de Tipp-knop bevindt zich een krachtige magneet.
Houd geen magnetische gegevensdragers, zoals videobanden,
diskettes, creditcards en pasjes met magrneetstrip in de buurt
van de Tipp-knop. Deze zouden kunnen beschadigen.
Bovendien kunnen er zich storingen voordoen in televisies en
beeldschermen.
: Voor dragers van elektronische implantaten,
bijvoorbeeld pacemaker, insulinepennen!
Deze implantaten kunnen mogelijk beïnvloed worden door de
magnetische velden.
Steek de Tipp-knop daarom nooit in de zakken van uw kleding.
De afstand tot de pacemaker moet minimaal 10 cm zijn.
Aanwijzing: De Tipp-knop is magnetisch. De metalen deeltjes
die blijven vastkleven aan de onderzijde kunnen het oppervlak
van de kookplaat krassen. Reinig de Tipp-knop altijd grondig.
Noodmodus
De kookplaat kan ook werken zonder de Tipp-knop:
1. Schakel de kookplaat in met de hoofdschakelaar.
2. Druk binnen de volgens 5 seconden gelijktijdig op de
symbolen
˜ en 3. Er weerklinkt een signaal.
3. Druk op het symbool 3 tot de indicator van de gewenste
kookzone gaat branden.
4. Druk vervolgens op het symbool ˜ om de gewenste
vermogensstand te selecteren.
De kookzone is ingeschakeld.
Aanwijzingen
De timerfunctie kan niet worden geactiveerd in de
noodmodus.
De Tipp-knop kan altijd opnieuw geplaatst worden op de
kookplaat.
Programmeren van de kookplaat
In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe een kookzone kan worden
afgesteld. In de tabel staan de kookstanden en de
bereidingstijden voor verschillende gerechten vermeld.
De kookplaat in- en uitschakelen
De kookplaat wordt in- en uitgeschakeld met de
hoofdschakelaar.
Inschakelen: Druk op het symbool
#. De indicator boven de
hoofdschakelaar gaat branden. De kookplaat is klaar om te
werken.
Uitschakelen: druk op het symbool
# tot de indicator boven de
hoofdschakelaar verdwijnt. Alle kookzones zijn uitgeschakeld.
De restwarmte-indicator blijft branden tot de kookzones
voldoende afkoelen.
Aanwijzingen
De kookplaat wordt automatisch uitgeschakeld zodra alle
kookzones meer dan 15 seconden uitgeschakeld zijn.
De geselecteerde instellingen blijven opgeslagen gedurende
de eerste 4 seconden na het uitschakelen van de plaat.
Indien de kookplaat opnieuw ingeschakeld wordt binnen
deze tijdsperiode, dan worden de vorige instellingen
toegepast.
De kookzone afstellen
De gewenste vermogensstand afstellen met de Tipp-knop.
Vermogensstand 1 = minimumvermogen.
Vermogensstand 9 = maximumvermogen.
Elke vermogensstand is voorzien van een tussenliggende
instelling. Deze wordt aangegeven met een punt.
24
De vermogensstand selecteren
De kookplaat moet ingeschakeld zijn.
1. Selecteer de kookzone. Kantel hiertoe de Tipp-knop naar de
gewenste kookzone.
2. Draai, binnen de volgende 5 seconden, de Tipp-knop tot op
de visuele indicator de gewenste vermogensstand gaat
branden.
De kookzone is ingeschakeld.
Wijzigen van de vermogensstand
Selecteer de kookzone en wijzig de vermogensstand met de
Tipp-knop.
De kookzone uitschakelen
Selecteer de kookzone en draai de Tipp-knop tot
getoond
wordt. De kookzone wordt uitgeschakeld en de restwarmte-
indicator verschijnt.
Aanwijzing: Als er geen pan op de inductiekookzone geplaatst
wordt, zal de gekozen kookstand beginnen knipperen. Na het
verstrijken van een tijd gaat de kookzone uit.
Kooktabel
In onderstaande tabel worden enkele voorbeelden gegeven.
De kooktijden zijn afhankelijk van de vermogensstand, het type,
het gewicht en de kwaliteit van het voedsel. Daarom zijn er
variaties.
Bij het verhitten van purees, crèmes en dikke sauzen dient u af
en toe te roeren.
Gebruik de vermogensstand 9 als u begint te koken.
 
Vermogensstand Kookduur
Smelten
Chocolade, chocoladecouverture 1-1. -
Boter, honing, gelatine 1-2 -
Verhitten en warmhouden
Maaltijdsoep (bv. linzen) 1.-2 -
Melk** 1.-2. -
Worstjes opgewarmd in water** 3-4 -
Ontdooien en verhitten
Diepvriesspinazie 3-4 15-25 min.
Diepvriesgoulash 3-4 30-40 min.
Op een zacht vuurtje gaarstoven, op een zacht vuurtje koken
Aardappelballetjes* 4.-5. 20-30 min.
Vis* 4-5 10-15 min.
Witte sauzen, bv. bechamel 1-2 3-6 min.
Geklopte sauzen, bv. bearnaisesaus, Hollandse saus 3-4 8-12 min.
Koken, stomen, smoren
Rijst (met twee keer zoveel water) 2-3 15-30 min.
Rijstpap 2-3 30-40 min.
Aardappelen in de schil 4-5 25-30 min.
Geschilde aardappelen met zout 4-5 15-25 min.
Pasta* 6-7 6-10 min.
Eenpansgerecht, soep 3.-4. 15-60 min.
Groenten 2.-3. 10-20 min.
Diepvriesgroenten 3.-4. 7-20 min.
Koken met de snelkookpan 4.-5. -
Sudderen
Rollade 4-5 50-60 min.
Stoofschotel 4-5 60-100 min.
Goulash 3-4 50-60 min.
* Koken zonder deksel
** Zonder deksel
***Geregeld omdraaien
25
Flexibele zone
Kan worden gebruikt als één enkele zone of als twee
afzonderlijke zones, afhankelijk van de kookbehoeften op elk
ogenblik.
Bestaat uit 4 inductoren die onafhankelijk van elkaar werken.
Als de flexibele zone in werking is, wordt alleen de zone die
bedekt wordt door de pan geactiveerd.
Tips voor het gebruik van pannen
Om te zorgen voor een goede detectie en verdeling van de
warmte, wordt aanbevolen de pan correct te centreren:
Waarschuwingen
Wanneer twee pannen gebruikt worden met een verschillende
maat of die niet uit hetzelfde materiaal bestaan, kunnen
bepaalde geluiden of trillingen optreden die de correcte
werking van de zone niet in de weg staan.
Braden / frituren met een beetje olie**
Filets, al dan niet gepaneerd 6-7 6-10 min.
Diepvriesfilets 6-7 8-12 min.
Koteletten, al dan niet gepaneerd*** 6-7 8-12 min.
Biefstuk (3 cm dik) 7-8 8-12 min.
Borst (2 cm dik)*** 5-6 10-20 min.
Diepvriesborst*** 5-6 10-30 min.
Hamburgers, gehaktballetjes (3 cm dik)*** 4.-5. 30-40 min.
Vis en visfilet, ongepaneerd 5-6 8-20 min.
Vis en visfilet, gepaneerd 6-7 8-20 min.
Gepaneerde diepvriesvis, bv. vissticks 6-7 8-12 min.
Garnalen en steurgarnalen 7-8 4-10 min.
Diepvriesgerechten, bv. gesauteerd 6-7 6-10 min.
Pannenkoeken 6-7 een voor een frituren
Omelet 3.-4. een voor een frituren
Spiegeleieren 5-6 3-6 min.
Frituren** (150-200 g per portie in 1-2 l olie)
Diepvriesproducten, bv. frieten, kipnuggets 8-9 een portie na de andere
frituren
Diepvrieskroketten 7-8
Vlees, bv., stukjes kip 6-7
Vis, gepaneerd of in bierdeeg 6-7
Groenten, paddenstoelen, gepaneerd of in bierdeeg, bv. champignons 6-7
Banket, bv. beignets, fruit in bierdeeg 4-5
Vermogensstand Kookduur
* Koken zonder deksel
** Zonder deksel
***Geregeld omdraaien
Als één enkele kookzone
Diameter minder dan of gelijk aan 13 cm
Zet de pan op een van de 4 posities die op
de afbeelding te zien zijn.
Diameter groter dan 13 cm
Zet de pan op een van de 3 posities die op
de afbeelding te zien zijn.
Als de pan meer dan een kookzone
inneemt, plaats hem dan vanaf de bovenste
of onderste rand van de flexibele zone.
Als twee onafhankelijke zones
De voorste en achterste zone, met ieder
twee inductoren, kunnen los van elkaar
gebruikt worden door het vermogen van
iedere zone te regelen. In dit geval is het
raadzaam maar een pan op elke zone te
gebruiken.
Om het maximumvermogen te
behalen met de Functie Power-
boost, dient u de pan in het midden
van de flexibele zone te plaatsen,
als deze als een enkele kookzone
wordt gebruikt.
Op kookplaten met meer dan een
flexibele zone wordt aanbevolen om
voor één pan niet meerdere zones
tegelijk te gebruiken.
26
Als twee onafhankelijke zones
De flexibele zone is standaard afgesteld om te worden gebruikt
als twee onafhankelijke kookzones.
Zo wordt dit geactiveerd
Zie paragraaf “de kookzone afstellen".
Als één enkele kookzone
De kookzone wordt volledig gebruikt, waarbij beide zones
samengevoegd worden.
Zo wordt dit geactiveerd
De kookplaat moet ingeschakeld zijn.
1. Plaats de pan en selecteer met de Tipp-knop een van de
twee zones die deel uitmaken van de flexibele zone.
2. Druk op het symbool ï. De indicators Ü gaan aan.
De flexibele zone wordt geactiveerd.
Aanwijzing: De vermogensstand is zichtbaar op één van de
twee indicatoren van de flexibele zone of op beide, afhankelijk
van de plaats en de afmeting van de pan.
De vermogensstand wijzigen
Selecteer de flexibele zone en wijzig de vermogensstand met
de Tipp-knop.
Een nieuwe pan toevoegen
Selecteer de flexibele zone en druk vervolgens op het
symbool
ï. De nieuwe pan wordt gedetecteerd en de vooraf
geselecteerde vermogensstand blijft behouden.
Aanwijzing: Indien de pan van de kookzone die in werking is
wordt verplaatst of opgetild, dan wordt door de kookplaat
automatisch gezocht en blijft de vooraf geselecteerde
vermogensstand behouden.
Zo wordt dit gedeactiveerd
Selecteer de zone en druk tweemaal op het symbool
ï. Om de
flexibele zone te deactiveren is het nodig om binnen de twee
seconden tweemaal te tikken op het symbool
ï .
Weer als twee kookzones gebruiken
Selecteer een van de twee kookzones van de flexibele zone en
stel af op
.
Aanwijzing: Wanneer de kookplaat uitgeschakeld en daarna
opnieuw ingeschakeld wordt, wordt de flexibele zone opnieuw
gebruikt als twee kookzones.
Kinderslot
De kookplaat kan beveiligd worden tegen ongewilde
inschakeling, om te voorkomen dat kinderen de kookzones
kunnen inschakelen.
Het kinderslot activeren en deactiveren
De kookplaat moet uitgeschakeld zijn.
Activeren: druk het symbool
˜ gedurende ca. 3 seconden in.
De indicator
gaat gedurende 10 seconden branden. De
kookplaat is geblokkeerd.
Deactiveren: druk het symbool
˜ gedurende ca. 3 seconden in.
De blokkering is gedeactiveerd.
Automatisch kinderslot
Met deze functie wordt het kinderslot altijd automatisch
ingeschakeld als de kookplaat wordt uitgeschakeld.
Activeren en deactiveren
In hoofdstuk Basisinstellingen vindt u informatie over het
inschakelen van het automatische kinderslot.
Functie Powerboost
Met de functie Powerboost kan het voedsel sneller worden
verwarmd dan wanneer de vermogensstand
Š wordt gebruikt.
Gebruiksbeperkingen
Deze functie is beschikbaar in alle kookzones, mits de andere
zone van dezelfde groep niet in werking is. (Zie afbeelding) Zo
niet, dan knipperen op de visuele indicator van de
geselecteerde kookzone
˜ en Š knipperen; vervolgens zal de
vermogensstand automatisch worden aangepast
Š.
Aanwijzing: Het hoogste vermogen dat wordt geleverd in de
flexibele zone wordt verkregen door één pan midden op de
zone te zetten, zoals wordt uitgelegd in het hoofdstuk Flexibele
zone.
Activeren
1. Selecteer de kookzone met de Tipp-knop.
2. Druk op het symbool ˜.
De functie is nu geactiveerd.
Deactiveren
1. Selecteer de kookzone met de Tipp-knop.
2. Druk op het symbool ˜.
De functie Powerboost is nu gedeactiveerd.
Aanwijzing: Onder bepaalde omstandigheden kan de
Powerboost functie automatisch uitgeschakeld worden om de
elektronische onderdelen aan de binnenzijde van de plaat te
beschermen.
*URHS
*URHS
*URHS
*URHS
27
Timerfunctie
Deze functie kan op twee verschillende manieren gebruikt
worden:
om een kookzone automatisch uit te schakelen.
als kookwekker.
Een kookzone automatisch uitschakelen
De zone gaat automatisch uit na het verstrijken van de
geselecteerde tijd.
Programmeren van de kooktijd.
De kookplaat moet ingeschakeld zijn.
1. Selecteer de kookzone en de gewenste vermogensstand met
de Tipp-knop.
2. Druk op het symbool 3. De indicator x van de kookzone
licht op. Op de visuele indicator van de timerfunctie
verschijnt
‹‹.
3. Selecteer de gewenste kooktijd met de Tipp-knop.
Na enkele seconden begint de kooktijd te lopen.
Aanwijzing: Het is mogelijk om dezelfde kooktijd voor alle
zones automatisch te programmeren. De geprogrammeerde
tijd zal onafhankelijk verstrijken voor ieder van de kookzones.
In het hoofdstuk Basisinstellingen vindt u informatie over de
automatische programmering van de kooktijd.
De tijd wijzigen of annuleren
Selecteer de kookzone door de Tipp-knop te kantelen. Druk op
het symbool
3 en wijzig vervolgens de kooktijd met de Tipp-
knop of pas hem aan met
‹‹.
Na het verstrijken van de tijd
De zone gaat uit. Er klinkt een waarschuwingssignaal, op de
kookzone verschijnt
en op de visuele indicator van de
timerfunctie verschijnt
‹‹ gedurende een minuut. De indicator
x van de kookzone knippert. Druk op een willekeurig
symbool, de indicators gaan uit en het akoestisch signaal stopt.
Aanwijzingen
Indien een kooktijd in verschillende zones geprogrammeerd
is, wordt op de visuele indicator van de timerfunctie de
kortste kooktijd getoond. De indicator
x van de kookzone
gaat branden.
Selecteer een kookzone met de Tipp-knop om de resterende
kooktijd te raadplegen: Selecteer de kookzone met de Tipp-
knop. De kooktijd wordt getoond gedurende 5 seconden.
De kooktijd kan ingesteld worden tot 99 minuten.
De kookwekker
Met de kookwekker kan een tijd geprogrammeerd worden tot
99 minuten. Deze is niet afhankelijk van andere instellingen.
Deze functie schakelt de kookzone niet automatisch uit.
Zo wordt dit geprogrammeerd
Geen kookzone dient te zijn geselecteerd.
1. Druk op het symbool 3, op de visuele indicator van de
timerfunctie verschijnt
‹‹.
2. Selecteer de gewenste tijd met de Tipp-knop.
Na enkele seconden begint de tijd te lopen.
De tijd wijzigen of annuleren
Druk op het symbool
3 en wijzig de tijd met de Tipp-knop, of
pas hem aan met
‹‹.
Na het verstrijken van de tijd
Er klinkt een waarschuwingssignaal gedurende een minuut. Op
de visuele indicator van de timerfunctie verschijnt
‹‹ en de
indicator
V knippert. Druk op een willekeurig symbool, de
indicators gaan uit en het akoestisch signaal stopt.
Warmhoudfunctie
Deze functie is geschikt voor het smelten van chocolade of
boter en voor het warmhouden van voedsel.
Activeren
1. Selecteer de gewenste kookzone met de Tipp-knop.
2. Druk binnen de volgende 5 seconden op het symbool .
De indicator
gaat branden.
De warmhoudfunctie is nu geactiveerd.
Deactiveren
1. Selecteer de gewenste kookzone met de Tipp-knop.
2. Druk op het symbool .
De indicator
verdwijnt.
Na 5 seconden wordt de kookzone uitgeschakeld en verschijnt
de restwarmte-indicator.
 
28
Beschermingsfunctie bij reiniging
Indien het bedieningspaneel gereinigd wordt terwijl de
kookplaat ingeschakeld is, kunnen de instellingen gewijzigd
worden.
Om dit te vermijden, beschikt de kookplaat over de
beschermingsfunctie bij reiniging. De Tipp-knop verwijderen. Er
klinkt een signaal en de indicator " gaat branden. Het
bedieningspaneel blijft gedurende 35 seconden geblokkeerd.
Nu kan het oppervlak van het bedieningspaneel gereinigd
worden zonder risico op wijziging van de instellingen.
Aanwijzing: De blokkering heeft geen invloed op de
hoofdschakelaar. De kookplaat kan desgewenst uitgeschakeld
worden.
Automatische tijdslimiet
Indien de kookzone gedurende lange tijd in werking is en er
geen enkele wijziging in de instelling uitgevoerd wordt, dan
wordt de automatische tijdslimiet geactiveerd.
De kookzone wordt niet meer verhit. De visuele indicator van
de kookzone knippert afwisselend
en .
De indicator gaat uit als er op een willekeurig symbool wordt
gedrukt. Nu kan de kookzone opnieuw ingesteld worden.
Wanneer de automatische limiet geactiveerd is, wordt deze
geregeld volgens de geselecteerde kookstand (van 1 tot 10
uur).
Basisinstellingen
Het apparaat beschikt over diverse basisinstellingen. Deze
instellingen kunnen aangepast worden aan de behoeften van
de gebruiker.
Indicator Functie
™‚
Automatisch kinderslot
Gedeactiveerd.*
Geactiveerd.
™ƒ
Akoestische signalen
Bevestigingssignaal en foutsignaal gedeactiveerd.
Alleen bevestigingssignaal gedeactiveerd.
ƒ Alle signalen zijn geactiveerd.*
™†
Automatische programmering van de kooktijd
Uitgeschakeld.*
-ŠŠ Tijd van de automatische uitschakeling
™‡
Duur van het geluidssignaal van de timerfunctie
10 seconden.
ƒ 30 seconden.
1 minuut.*
™ˆ
Functie Power-Management
= Gedeactiveerd.*
= 1000 W minimumvermogen.
.= 1500 W
ƒ = 2000 W
...
Š of Š. = maximumvermogen van de plaat.
™‰
Werking zonder Tipp-Pad
Gedeactiveerd.
Geactiveerd*.
™‹
Terug naar de standaardinstellingen
Persoonlijke instellingen.*
Terug naar de fabrieksinstellingen.
*Fabrieksinstelling
29
Toegang tot de basisinstellingen
De kookplaat moet uitgeschakeld zijn.
1. Schakel de kookplaat in.
2. Druk binnen de volgende 10 seconden op het symbool 3 en
houd het gedurende 3 seconden ingedrukt.
Op de visuele indicators gaan
™‚ en branden als vooraf
bepaalde instelling.
3. Druk meerdere keren op het symbool 3 tot de indicator van
de gewenste functie verschijnt.
4. Selecteer vervolgens de gewenste instelling met de Tipp-
knop.
5. Houd het symbool 3 nogmaals gedurende meer dan
3 seconden ingedrukt.
De instellingen zijn op de juiste wijze bewaard.
Afsluiten
Om de instellingen af te sluiten, de kookplaat met de
hoofdschakelaar uitschakelen.
Onderhoud en reiniging
De raadgevingen en waarschuwingen in dit hoofdstuk zijn
bedoeld voor het optimaal schoonmaken en onderhouden van
de kookplaat.
Kookplaat
Reiniging
Maak de kookplaat na ieder gebruik schoon. Op die manier
voorkomt u dat aangekoekte resten verbranden. Maak de
kookplaat pas schoon als hij voldoende is afgekoeld.
Gebruik alleen reinigingsproducten die geschikt zijn voor
kookplaten. Volg de aanwijzingen op de verpakking van het
product op.
Gebruik nooit:
Onverdund afwasmiddel
Afwasmiddel voor vaatwasmachines
Schurende middelen
Corrosieve producten zoals ovensprays of
vlekkenverwijderaars
Schuursponzen
Hogedrukreinigers of stoommachines
De beste manier om hardnekkig vuil te verwijderen is om een
glasschraper te gebruiken. Neem de aanwijzingen van de
fabrikant in acht.
Glasschrapers zijn verkrijgbaar via de Technische dienst of in
onze online winkel.
Omlijsting van de kookplaat
Om schade aan de omlijsting van de kookplaat te vermijden,
moeten de volgende aanwijzingen worden opgevolgd:
Gebruik alleen warm water met een beetje zeep
Gebruik nooit scherpe of bijtende producten
Gebruik de glasschraper niet
Tipp-knop
Het wordt aanbevolen lauwwarm water en een beetje zeep te
gebruiken voor het reinigen van de Tipp-knop. Gebruik geen
bijtende noch corrosieve reinigingsmiddelen. Reinig de Tipp-
knop niet in de vaatwasser of in afwaswater. Anders kan hij
beschadigd raken.
30
Repareren van storingen
Normaal zijn de storing toe te schrijven aan kleine details.
Neem de volgende raadgevingen en waarschuwingen in acht
alvorens contact op te nemen met de Technische Dienst.
Normaal geluid tijdens de werking van het
apparaat
De technologie van het verwarmen door inductie is gebaseerd
op het ontstaan van elektromagnetische velden die ervoor
zorgen dat de warmte rechtstreeks op de bodem van de pan
wordt voortgebracht. De pannen kunnen, afhankelijk van hun
bouw, geluiden of trillingen voortbrengen, zoals hieronder
worden genoemd:
Een diep gezoem zoals in een transformator
Dit geluid ontstaat tijdens het koken op een hoge
vermogensstand. De oorzaak daarvan is de hoeveelheid
energie die de kookplaat aan de pan overdraagt. Het geluid
verdwijnt of vermindert zodra de vermogensstand wordt
verlaagd.
Een laag fluitend geluid
Dit geluid ontstaat als de pan leeg is. Het geluid verdwijnt zodra
er water of voedsel in de pan wordt gedaan.
Knisperen
Dit geluid doet zich voor bij pannen die bestaan uit lagen van
verschillende materialen. Het geluid komt door de trillingen die
ontstaan op de verbindingsvlakken van de verschillende
materialen. Dit geluid is afkomstig van de pan. De hoeveelheid
voedsel en de manier waarop het wordt bereid, kunnen de
intensiteit van het geluid doen variëren.
Hoge fluitende geluiden
De geluiden ontstaan met name in pannen die bestaan uit
lagen van verschillende materialen, zodra deze worden
aangezet op de hoogste stand en op twee kookzones tegelijk.
Deze fluitende geluiden verdwijnen of worden minder zodra het
vermogen wordt verlaagd.
Geluid van de ventilator
Voor een goed gebruik van het elektronische systeem moet de
kookplaat op een gecontroleerde temperatuur werken. Hiertoe
is de kookplaat voorzien van een ventilator die wordt
geactiveerd als een hoge temperatuur wordt gedetecteerd. De
ventilator kan ook door inertie werken, nadat de kookplaat is
uitgezet, als de gedetecteerde temperatuur nog te hoog is.
De omschreven geluiden zijn normaal en maken deel uit van de
inductietechnologie en duiden niet op een storing.
Indicator Storing Maatregel
geen De stroom is uitgevallen. Controleer met andere elektrische apparaten of de stroom is uitgeval-
len.
Het apparaat is niet aangesloten volgens
het aansluitschema.
Controleer of het apparaat is aangesloten volgens het aansluit-
schema.
Storing in het elektronische systeem. Als de storing na de voorgaande controles niet is opgelost, neem
dan contact op met de technische dienst.
knippert
Het bedieningspaneel is vochtig of er ligt
iets op.
Droog de zone van het bedieningspaneel of neem het voorwerp weg.
Ҥ + nummer
/
š + nummer /
¡ + nummer
Storing in het elektronische systeem. Koppel de kookplaat af van het net. Wacht circa 30 seconden en sluit
ze opnieuw aan.*
“§„‰
De bedieningsknop is gesleept in plaats
van gekanteld naar de gewenste kook-
zone.
Wacht enkele seconden, schakel de plaat en de kookzone vervol-
gens op de juiste wijze opnieuw in.
”‹ / ”Š
Er is een interne fout in de werking opge-
treden.
Koppel de kookplaat af van het net. Wacht circa 30 seconden en sluit
ze opnieuw aan.*
”ƒ
Het elektronische systeem is oververhit
geraakt en heeft de overeenkomstige
kookzone uitgeschakeld.
Wacht tot het elektronische systeem voldoende afgekoeld is. Druk
vervolgens op een willekeurig symbool van de kookplaat.*
”…
Het elektronische systeem is oververhit
geraakt en heeft alle kookzones uitgescha-
keld.
—‚
Onjuiste voedingsspanning, overschrijding
van de normale werklimieten.
Neem contact op met uw elektriciteitsleverancier.
—ƒ / —„
De kookzone is oververhit en werd uitge-
schakeld om uw kookplaat te beschermen.
Wacht tot het elektronische systeem voldoende is afgekoeld en zet
de kookplaat terug aan.
* Als de indicatie blijft branden, neem dan contact op met de technische dienst.
Zet geen hete pannen op het bedieningspaneel.
31
Servicedienst
Wanneer uw apparaat gerepareerd moet worden, staat onze
servicedienst voor u klaar.
E-nummer en FD-nummer
Geef wanneer u contact opneemt met de servicedienst altijd
het productnummer (E-nr.) en het fabricagenummer (FD-nr.)
van het apparaat op. Het typeplaatje met de nummers vindt u
op het identificatiebewijs van het apparaat.
Let erop dat het bezoek van een technicus van de servicedienst
in het geval van een verkeerde bediening ook tijdens de
garantietijd kosten met zich meebrengt.
De contactgegevens in alle landen vindt u in de bijgesloten lijst
met Servicedienstadressen.
Verzoek om reparatie en advies bij storingen
Vertrouw op de competentie van de fabrikant. Dan bent u ervan
verzekerd dat de reparatie wordt uitgevoerd door ervaren
technici die gebruikmaken van de originele reserveonderdelen
voor uw apparaat.
Geteste gerechten
Deze tabel is opgesteld door evaluatie-instituten om de
controles van onze apparaten te vereenvoudigen.
De gegevens van de tabel verwijzen naar onze pannen,
toebehoren van Schulte-Ufer (4-delige pannenset voor
inductieplaat Z9442X0) met onderstaande afmetingen:
Steelpan Ø 16 cm, 1,2 l voor kookzones van Ø 14,5 cm
Kookpan Ø 16 cm, 1,7 l voor kookzones van Ø 14,5 cm
Kookpan Ø 22 cm, 4,2 l voor kookzones van Ø 18 cm
Koekenpan Ø 24 cm, voor kookzones Ø 18 cm
NL 088 424 4040
B 070 222 143
Voorverwarming Koken
Geteste gerechten
Kookzone
Vermo-
gensstand
Duur (Min:S) Deksel Vermo-
gensstand
Deksel
Chocolade smelten
Pan: steelpan
Ø 14,5 cm - - - 1 - 1. Nee
Chocoladecouverture (bv. merk Dr. Oetker puur
55% , 150 g.)
Linzensoep verhitten en warmhouden
Pan: Kookpan
Begintemperatuur 20 °C
Linzensoep*
Hoeveelheid 450 g.
Ø 14,5 cm 9
1:30 zonder te
roeren
Ja 1. Ja
Hoeveelheid: 800 g.
Ø 18 cm 9
2:30 zonder te
roeren
Ja 1. Ja
Linzensoep uit blik, bv. linzen met chorizo van
Erasco
Hoeveelheid 500 g.
Ø 14,5 cm 9
1:30 omroeren na
circa 1:00
Ja 1. Ja
Hoeveelheid 1 kg.
Ø 18 cm 9
2:30 omroeren na
circa 1:00
Ja 1. Ja
Bechamelsaus bereiden
Pan: Steelpan
Temperatuur van de melk: 7 °C
Ingrediënten: 40 g boter , 40 g meel, 0,5 l melk
(3,5% vetstof) en een snufje zout
Ø 14,5 cm
1. De boter laten smelten, het meel en het zout
erdoor mengen en alles laten verhitten
1 circa 3:00 Nee
2. Voeg de melk toe en breng de saus aan de
kook en blijf ondertussen doorroeren
7 circa 5:20 Nee
3. Als de Bechamelsaus begint te koken, laat
dan nog 2 minuten staan terwijl u blijft doorroe-
ren
1 Nee
*Recept volgens DIN 44550
**Recept volgens DIN EN 60350-2
32
Rijstpap maken
Pan: Gewone pan
Temperatuur van de melk: 7 °C
Verwarm de melk tot hij omhoog komt. Verander de
aanbevolen vermogensstand en voeg de rijst, de
suiker en het zout aan de melk toe.
Ingrediënten: 190 g. rondkorrelige rijst, 23 g. sui-
ker, 750 ml. melk (3,5% vetstof) en een snufje
zout
Ø 14,5 cm
8. circa 6:30 Nee
2 omroeren
na circa
10:00
Ja
Ingrediënten: 250 rondkorrelige rijst, 30 g. sui-
ker, 1 l. melk (3,5% vetstof) en een snufje zout
Ø 18 cm
Rijst koken*
Pan: Kookpan
Temperatuur van het water 20 °C
Ingrediënten: 125 g rondkorrelige rijst, 300 g
water en een snufje zout
Ø 14,5 cm 9 circa 2:30 Ja 2 Ja
Ingrediënten: 250 g rondkorrelige rijst, 600 g
water en een snufje zout
Ø 18 cm 9 circa 2:30 Ja 2. Ja
Varkenshaas bakken
Pan: Koekenpan
Ø 18 cm 9 1:30 Nee 7 Nee
Begintemperatuur van de varkenshaas: 7 °C
2 varkenshaasfilets (totaal gewicht circa 200 g,
1 cm dik)
Pannenkoeken bakken**
Pan: Koekenpan
Ø 18 cm 9 1:30 Nee 7 Nee
55 ml pannenkoekbeslag
Diepvriesfrieten bakken
Pan: Kookpan
Ø 18 cm 9
Tot de olietempe-
ratuur 180 °C
bedraagt
Nee 9 Nee
Ingrediënten: 1,8 kg zonnebloemolie per berei-
ding: 200 g diepvriesfrieten (bv. McCain 123 Fri-
tes Original)
Voorverwarming Koken
Geteste gerechten
Kookzone
Vermo-
gensstand
Duur (Min:S) Deksel Vermo-
gensstand
Deksel
*Recept volgens DIN 44550
**Recept volgens DIN EN 60350-2
54
Selezionare il livello di potenza
Il piano di cottura deve essere acceso.
1. Selezionare la zona di cottura. Per farlo, inclinare la
manopola Tipp verso la zona di cottura desiderata.
2. Nei 5 secondi successivi, ruotare la manopola Tipp fino
all'accensione del livello di potenza desiderato nell'indicatore
visivo.
La zona di cottura è accesa.
Modificare il livello di potenza
Selezionare la zona di cottura e modificare il livello di potenza
con la manopola Tipp.
Spegnere la zona di cottura
Selezionare la zona di cottura e ruotare la manopola Tipp fino a
visualizzare
. La zona di cottura si spegne e viene visualizzata
la spia del calore residuo.
Avvertenza: Se non è stato collocato un recipiente nella zona
di cottura per induzione, il livello di potenza selezionato
lampeggia. Trascorso un intervallo di tempo predefinito, la zona
di cottura si spegne.
Tabella di cottura
La tabella seguente riporta alcuni esempi.
I tempi di cottura dipendono dal livello di potenza e da tipo,
peso e qualità degli alimenti. Per questo motivo, possono
verificarsi variazioni.
Se si scaldano purè, creme e salse dense, mescolare di tanto
in tanto.
Utilizzare il livello di potenza 9 per l'inizio della cottura.
 
Livello di potenza Durata di cottura
Fondere
Cioccolato, cioccolato da copertura 1-1. -
Burro, miele, gelatina 1-2 -
Scaldare e mantenere caldo
Minestrone (ad es. lenticchie) 1.-2 -
Latte** 1.-2. -
Salsicce scaldate in acqua** 3-4 -
Scongelare e riscaldare
Spinaci surgelati 3-4 15-25 min.
Gulasch surgelato 3-4 30-40 min.
Cucinare a fuoco lento, bollire a fuoco lento
Crocchette di patate* 4.5. 20-30 min.
Pesce* 4-5 10-15 min.
Salse bianche, ad es. besciamella 1-2 3-6 min.
Salse battute, ad es. salsa bernese, salsa olandese 3-4 8-12 min.
Bollire, cucinare a vapore, rosolare
Riso (con quantità doppia d'acqua) 2-3 15-30 min.
Riso al latte 2-3 30-40 min.
Patate con la buccia 4-5 25-30 min.
Patate pelate al sale 4-5 15-25 min.
Pasta* 6-7 6-10 min.
Stufato, minestre 3.4. 15-60 min.
Verdure 2.-3. 10-20 min.
Verdure, surgelate 3.4. 7-20 min.
Stufato in pentola a pressione 4.5. -
Stufare
Rollato di carne 4-5 50-60 min.
Stufato 4-5 60-100 min.
Gulasch 3-4 50-60 min.
* Cottura senza coperchio
** Senza coperchio
*** Girare spesso
02
940304
*9000776584*
9000776584
Constructa Neff
Vertriebs-GmbH
Carl-Wery-Straße 34
D-81739 München

Documenttranscriptie

[de] Gebrauchsanleitung ........... 3 [nl] Gebruiksaanwijzing ..........18 [fr] Notice d’utilisation ............33 [it] Istruzioni per l’uso ............48 T..T.3.., T..T83.., T....5.. Kochfeld Kookplaat Table de cuisson Piano di cottura T..T.3.. T..T83.. [ ‘ [ ‘ ‘ : : [ : : ‘ : : [ : : : : : : ‘ : : ‘ : : ‘ : : ‘ : : ,(& ,(& T....5.. [ [ : : [ : : : : ,(& 2 Ø = cm é Inhoudsopgave G]n[lebkursianzwgj Veiligheidsvoorschriften ......................................................... 18 Oorzaken van schade ..................................................................... 20 Bescherming van het milieu ................................................... 20 Milieuvriendelijk afvoeren ............................................................... 20 Tips om energie te besparen ........................................................ 20 Koken op Inductie .................................................................... 21 Voordelen van het Koken op Inductie ......................................... 21 Pannen ............................................................................................... 21 Het apparaat leren kennen ...................................................... 22 Het bedieningspaneel ..................................................................... 22 De kookzones................................................................................... 22 Restwarmte-indicator....................................................................... 22 Tipp-Pad en Tipp-knop ............................................................ 23 De Tipp-knop verwijderen .............................................................. 23 In stand houden van de Tipp-knop .............................................. 23 Noodmodus ...................................................................................... 23 Programmeren van de kookplaat .......................................... 23 De kookplaat in- en uitschakelen ................................................. 23 De kookzone afstellen .................................................................... 23 Kooktabel .......................................................................................... 24 Flexibele zone .......................................................................... 25 Tips voor het gebruik van pannen................................................ 25 Waarschuwingen.............................................................................. 25 Als twee onafhankelijke zones ...................................................... 26 Als één enkele kookzone ............................................................... 26 Kinderslot ................................................................................. 26 Het kinderslot activeren en deactiveren ...................................... 26 Automatisch kinderslot ................................................................... 26 Functie Powerboost................................................................. 26 Gebruiksbeperkingen...................................................................... 26 Activeren............................................................................................ 26 Deactiveren ....................................................................................... 26 Timerfunctie ............................................................................. 27 Een kookzone automatisch uitschakelen.................................... 27 De kookwekker ................................................................................ 27 Warmhoudfunctie .................................................................... 27 Activeren............................................................................................ 27 Deactiveren ....................................................................................... 27 Beschermingsfunctie bij reiniging ......................................... 28 Automatische tijdslimiet ......................................................... 28 Basisinstellingen ..................................................................... 28 Toegang tot de basisinstellingen.................................................. 29 Onderhoud en reiniging .......................................................... 29 Kookplaat .......................................................................................... 29 Omlijsting van de kookplaat .......................................................... 29 Tipp-knop........................................................................................... 29 Repareren van storingen......................................................... 30 Normaal geluid tijdens de werking van het apparaat............... 30 Servicedienst ........................................................................... 31 Geteste gerechten.................................................................... 31 Produktinfo Meer informatie over producten, accessoires, onderdelen en diensten vindt u op het internet: www.neff-international.com en in de online-shop: www.neff-eshop.com : Veiligheidsvoorschriften Lees deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig door. Berg de gebruiksaanwijzing, het installatievoorschrift en de apparaatpas goed op voor later gebruik of om ze door te geven aan volgende eigenaren. Controleer het apparaat na het uitpakken. Indien het apparaat schade heeft opgelopen tijdens het transport, schakel het dan niet in, maar neem contact op met de technische dienst en leg de veroorzaakte schade schriftelijk vast. Doet u dat niet, dan gaat elk recht op een schadevergoeding verloren. Dit apparaat moet worden geïnstalleerd volgens het meegeleverde installatievoorschrift. Dit apparaat is alleen bestemd voor huishoudelijk gebruik en de huiselijke omgeving. Gebruik het uitsluitend voor het bereiden van gerechten en drank. Zorg ervoor dat het apparaat onder toezicht gebruikt wordt. Het toestel alleen gebruiken in gesloten ruimtes. 18 Dek de kookplaat niet af. Dit kan leiden tot ongevallen, bijv. door oververhitting, ontbranding of ontploffend materiaal. Gebruik geen ongeschikte beveiligingsapparaten of tralies voor de bescherming van kinderen. Dit kan leiden tot ongevallen. Dit apparaat is niet bestemd voor gebruik met een externe tijdschakelklok of een afstandbediening. Dit toestel kan worden gebruikt door kinderen vanaf 8 jaar en door personen met beperkte fysieke, sensorische of geestelijke vermogens of personen die gebrek aan kennis of ervaring hebben, wanneer zij onder toezicht staan van een persoon die verantwoordelijk is voor hun veiligheid of geleerd hebben het op een veilige manier te gebruiken en zich bewust zijn van de risico's die het gebruik van het toestel met zich meebrengt. Kinderen mogen niet met het apparaat spelen. Reiniging en onderhoud van het toestel mogen niet worden uitgevoerd door kinderen, tenzij zij 8 jaar of ouder zijn en onder toezicht staan. Zorg ervoor dat kinderen die jonger zijn dan 8 jaar uit de buurt blijven van het toestel of de aansluitkabel. Heeft u een pacemaker of soortgelijk medisch hulpmiddel geïmplanteerd, dan dient u speciale voorzorgsmaatregelen in acht nemen bij het gebruiken of in de buurt komen van inductiekookplaten als die in werking zijn. Raadpleeg uw arts of de fabrikant van het hulpmiddel, om er zeker van te zijn dat het voldoet aan de geldige regelgeving en informeer omtrent mogelijke incompatibiliteit. Risico van brand! ■ Hete olie en heet vet vatten snel vlam. Hete olie en heet vet nooit gebruiken zonder toezicht. Vuur nooit blussen met water. Schakel de kookzone uit. Vlammen voorzichtig met een deksel, smoordeksel of iets dergelijks verstikken. ■ De kookzones worden erg heet. Nooit brandbare voorwerpen op de kookplaat leggen. Geen voorwerpen op de kookplaat leggen. ■ Het apparaat wordt heet. Nooit brandbare voorwerpen of spuitbussen bewaren in laden direct onder de kookplaat. ■ De kookplaat schakelt vanzelf uit en kan niet meer worden bediend. Hij kan later per ongeluk worden ingeschakeld. Zekering in de meterkast uitschakelen. Contact opnemen met de klantenservice. Risico van verbranding! ■ De kookzones en met name een eventueel aanwezige kookplaatomlijsting worden zeer heet. Raak de hete oppervlakken nooit aan. Zorg ervoor dat er geen kinderen in de buurt zijn. ■ De kookzone warmt op, maar de indicatie functioneert niet Zekering in de meterkast uitschakelen. Contact opnemen met de klantenservice. ■ Voorwerpen van metaal worden zeer snel heet op de kookplaat. Leg nooit voorwerpen van metaal, zoals messen, vorken, lepels of deksels, op de kookplaat. Risico van brand! Risico van brand! Risico van brand! Risico van verbranding! Risico van verbranding! Schakel de kookplaat na elk gebruik altijd uit met de hoofdschakelaar. Wacht niet tot de kookplaat automatisch uitschakelt doordat er geen pan op staat. Kans op een elektrische schok! ■ Ondeskundige reparaties zijn gevaarlijk. Reparaties en de vervanging van beschadigde aansluitleidingen mogen uitsluitend worden uitgevoerd door technici die zijn geïnstrueerd door de klantenservice. Is het apparaat defect, haal dan de stekker uit het stopcontact of schakel de zekering in de meterkast uit. Contact opnemen met de klantenservice. ■ Binnendringend vocht kan een schok veroorzaken. Geen hogedrukreiniger of stoomreiniger gebruiken. ■ Een defect toestel kan een schok veroorzaken. Een defect toestel nooit inschakelen. De netstekker uit het stopcontact halen of de zekering in de meterkast uitschakelen. Contact opnemen met de klantenservice. ■ Scheuren of barsten in het glaskeramiek kunnen schokken veroorzaken. Zekering in de meterkast uitschakelen. Contact opnemen met de klantenservice. Gevaar door magnetisme! Afneembare bedieningselementen zijn magnetisch. Magneten kunnen invloed hebben op elektronische implantaten, zoals pacemakers of insulinepompen. Personen met elektronische implantaten dienen het bedieningselement niet in de buurt van hun lichaam te dragen (bijv. in blouse- of broekzak). Houd een minimale afstand van 10 cm tot de pacemaker aan. Gevaar voor beschadiging! Deze plaat is uitgerust met een ventilator, die zich aan de onderzijde bevindt. Indien er zich onder de kookplaat een lade bevindt, mogen daar geen kleine of papieren voorwerpen in worden bewaard. Als deze namelijk worden geabsorbeerd kunnen ze de ventilator beschadigen of de koeling verslechteren. Tussen de inhoud van de lade en de inlaat van de ventilator moet een afstand van ten minste 2 cm worden aangehouden. ■ Kans op een elektrische schok! Kans op een elektrische schok! Kans op een elektrische schok! Brandgevaar! 19 Risico van letsel! ■ Bij de bereiding au-bain-marie kunnen de kookplaat en kookvorm barsten door oververhitting. De au-bain-marie kookvorm mag niet in direct contact komen met de bodem van de pan die met water is gevuld. Gebruik alleen hittebestendige vormen. ■ Wanneer er vloeistof zit tussen de bodem van de pan en de kookzone kunnen kookpannen plotseling in de hoogte springen. Zorg ervoor dat de kookzone en de bodem van de pan altijd droog zijn. Risico van letsel! Oorzaken van schade Attentie! ■ ■ ■ ■ ■ Ruwe bodems van pannen kunnen krassen op de kookplaat veroorzaken. Plaat nooit lege plannen op de kookzones. Dit kan schade veroorzaken. Plaats geen hete pannen op het bedieningspaneel, de indicatorzones of op de omlijsting van de kookplaat. Dit kan schade veroorzaken. Als er harde of scherpe voorwerpen op de kookplaat vallen, kan dit de plaat beschadigen. Aluminiumfolie en plastic bakken smelten als ze op een hete kookzone gelegd worden. Het gebruik van beschermplaten op de kookplaat wordt afgeraden. Algemeen overzicht In de onderstaande tabel vindt u de meest voorkomende vormen van schade: Schade Oorzaak Maatregel Vlekken Gemorst voedsel Verwijder gemorst voedsel onmiddellijk met een glasschraper. Krassen Ongeschikte reinigingsproducten Gebruik reinigingsproducten die geschikt zijn voor kookplaten. Zout, suiker en zand Gebruik de kookplaat niet als werkoppervlak of steun. Ruwe bodems van pannen kunnen krassen op Controleer de pannen. de vitroceramische plaat veroorzaken Verkleuringen Afbladderingen Ongeschikte reinigingsproducten Gebruik reinigingsproducten die geschikt zijn voor kookplaten. Aanraking van de pannen Til kookpannen en koekenpannen op om ze te verplaatsen. Suiker, levensmiddelen met een hoog suikergehalte Verwijder gemorst voedsel onmiddellijk met een glasschraper. Bescherming van het milieu Milieuvriendelijk afvoeren Voer de verpakking op een milieuvriendelijke manier af. ■ ■ Dit apparaat is gekenmerkt in overeenstemming met de Europese richtlijn 2012/19/EU betreffende afgedankte elektrische en elektronische apparatuur (waste electrical and electronic equipment - WEEE). De richtlijn geeft het kader aan voor de in de EU geldige terugneming en verwerking van oude apparaten. ■ ■ Tips om energie te besparen ■ Gebruik altijd het deksel dat overeenstemt met elke kookpan. Wanneer zonder deksel gekookt wordt, is aanzienlijk meer energie nodig. Gebruik een glasdeksel om een goede zichtbaarheid te hebben zonder dat u het deksel van de pan hoeft te nemen. 20 ■ Gebruik pannen met een vlakke bodem. Bij een niet vlakke bodem wordt meer energie verbruikt. De diameter van de bodem van de pan moet overeenkomen met de afmeting van de kookzone. Opgelet: pannenfabrikanten duiden gewoonlijk de bovenste diameter van de pan aan, die meestal groter is dan de diameter van de bodem van de pan. Gebruik een kleine pan voor kleine hoeveelheden. Een grote, weinig gevulde pan vereist veel energie. Gebruik weinig water voor het koken. Op deze wijze wordt energie bespaard en blijven alle vitaminen en mineralen van de groenten behouden. Selecteer de laagste vermogensstand die het kookpunt behoudt. Met een te hoge stand wordt energie verspild. Koken op Inductie Voordelen van het Koken op Inductie Niet geschikte pannen Koken op Inductie betekent een radicale verandering van de traditionele wijze van verwarmen, aangezien de warmte rechtstreeks in de pan wordt gegenereerd. Daarom biedt het een aantal voordelen: ■ dun normaal staal ■ glas Tijdbesparing bij het koken en frituren; doordat de pan rechtstreeks wordt verwarmd. ■ aardewerk ■ koper Dit werkt energiebesparend. ■ aluminium Eenvoudiger in onderhoud en reiniging. Overgelopen voedingswaren verbranden minder snel. Kenmerken van de bodem van de pan ■ ■ ■ ■ Warmte- en veiligheidscontrole; de plaat levert energie of stopt de energietoevoer onmiddellijk als op de controleknop wordt gedrukt. De inductiekookzone levert geen warmte meer af als de pan wordt weggenomen, ook al wordt het apparaat voor die tijd niet uitgeschakeld. Gebruik nooit straalplaten of pannen van: De kenmerken van de bodem van de pannen kunnen invloed hebben op de homogeniteit van het kookresultaat. Pannen die gemaakt zijn van materialen die warmte verspreiden, zoals "sandwich" pannen van roestvrij staal, verdelen de warmte op gelijkmatige wijze, waardoor tijd en energie worden bespaard. Geen pan of ongeschikte afmeting Pannen Uitsluitend geschikt voor inductiekoken zijn ferromagnetische pannen zoals van: ■ geëmailleerd staal ■ gietijzer ■ speciale pannen voor inductie van roestvrij staal. Kijk, om te weten of de pannen geschikt zijn, of de bodem van de pan wordt aangetrokken door een magneet. Er bestaat een ander soort pannen speciaal voor inductie, met een niet geheel ferromagnetische bodem. Bij het gebruik van grote pannen met een ferromagnetische zone met een kleinere diameter, wordt enkel de ferromagnetische zone verwarmd, zodat de warmte niet homogeen kan worden verdeeld. Pannen met aluminium kookzones in de bodem verkleinen de ferromagnetische zone, zodat het geleverde vermogen lager kan zijn en er problemen kunnen ontstaan bij de detectie van de pan en het kan zelfs zijn dat deze niet wordt gedetecteerd. Als er geen pan op de geselecteerde kookzone wordt geplaatst of als deze niet van het geschikte materiaal is of geen geschikte afmeting heeft, knippert de kookstand op de indicator van de kookzone. Plaats een geschikte pan, zodat het knipperen stopt. Als er meer dan 90 seconden wordt gewacht gaat de kookzone automatisch uit. Lege pannen of pannen met een dunne bodem Verwarm geen lege pannen en gebruik geen pannen met dunne bodem. De kookplaat is uitgerust met een intern veiligheidssysteem, maar een lege pan kan zo snel heet worden dat de functie “automatisch uitschakelen" geen tijd heeft om te reageren, waardoor de temperatuur erg kan oplopen. De bodem van de pan kan smelten en het glas van de kookplaat beschadigen. Raak in dat geval de pan niet aan en schakel de kookzone uit. Als het apparaat na het afkoelen niet werkt, neem dan contact op met de technische dienst. Pandetectie Iedere kookzone heeft een minimumlimiet voor pandetectie, die afhankelijk is van het materiaal van de pan die wordt gebruikt. Daardoor mag alleen de kookzone worden gebruikt die het meest geschikt is voor de pan. Om goede kookresultaten te verkrijgen, is het raadzaam dat de diameter van de ferromagnetische zone van de pan is afgestemd op de maat van de kookzone. Als de pan op een kookzone niet wordt gedetecteerd, probeer hem dan op de zone met een iets kleinere diameter. 21 Het apparaat leren kennen Deze gebruiksaanwijzing geldt voor verschillende kookplaten. Op pagina 2 vindt u een typenoverzicht met informatie over afmetingen. Het bedieningspaneel Indicatoren Bedieningsvlakken # Hoofdschakelaar ‹ Operationaliteit – Warmhoudfunctie ‚- Š Vermogensstanden ˜ Functie Powerboost en kinderslot ˜ Functie Powerboost ï Flexibele zone •/œ Restwarmte 3 Timerfunctie ‹‹ Timerfunctie " Bescherming bij reiniging ‚ Kinderslot – Warmhoudfunctie x Automatische uitschakeling S Kookwekker Bedieningsvlakken Bij het aanraken van een symbool wordt de overeenkomstige functie geactiveerd. Aanwijzing: Zorg ervoor dat de bedieningsvlakken altijd droog zijn. Vocht heeft een negatieve invloed op de werking. De kookzones Kookzone $ Enkelvoudige kookzone Gebruik een pan met de geschikte maat. û Flexibele zone Zie hoofdstuk “flexibele zone“ Gebruik enkel pannen die geschikt zijn om te koken op inductie, zie hoofdstuk “Geschikte pannen". Restwarmte-indicator De kookplaat beschikt over een restwarmte-indicator in elke kookzone, die aanduidt welke nog warm zijn. Raak kookzones met die indicatie niet aan. Ook als de plaat uitgeschakeld is,blijft œ/•, branden zo lang de kookzone warm is. Als de pan van de plaat genomen wordt voordat de kookzone uitgeschakeld is, verschijnen afwisselend de indicator œ/• en de geselecteerde kookstand. 22 Tipp-Pad en Tipp-knop In stand houden van de Tipp-knop Binnenin de Tipp-knop bevindt zich een krachtige magneet. Houd geen magnetische gegevensdragers, zoals videobanden, diskettes, creditcards en pasjes met magrneetstrip in de buurt van de Tipp-knop. Deze zouden kunnen beschadigen. Bovendien kunnen er zich storingen voordoen in televisies en beeldschermen. : Voor dragers van elektronische implantaten, De Tipp-Pad is de programmeerzone waarin met de Tipp-knop de kookzones en de vermogensstanden kunnen worden geselecteerd. Op de Tipp-Pad zone wordt de Tipp-knop automatisch gecentreerd. De Tipp-knop is magnetisch en wordt op de Tipp-Pad geplaatst . Kantel deTipp-knop om de overeenstemmende kookzone te activeren. Draai de Tipp-knop om de vermogensstand te selecteren. Nadat de Tipp-knop geplaatst is, is het mogelijk dat hij niet precies gecentreerd is t.o.v. de serigrafie die de Tipp-Pad zone begrenst. De Tipp-knop kan gecentreerd worden door hem lichtjes te verschuiven rond zijn ruststand. Aanwijzing: Ook al is de knop niet goed gecentreerd, dan heeft dit geen invloed op de correcte werking van de Tippknop. De Tipp-knop verwijderen Bij het verwijderen van de Tipp-knop wordt de beschermingsfunctie bij reiniging geactiveerd. De Tipp-knop kan worden weggehaald terwijl de kookzones in werking zijn. De beschermingsfunctie bij reiniging wordt geactiveerd gedurende 35 seconden. Indien na het verstrijken van de tijd de Tipp-knop niet opnieuw in zijn stand geplaatst wordt, dan gaat de kookplaat uit. bijvoorbeeld pacemaker, insulinepennen! Deze implantaten kunnen mogelijk beïnvloed worden door de magnetische velden. Steek de Tipp-knop daarom nooit in de zakken van uw kleding. De afstand tot de pacemaker moet minimaal 10 cm zijn. Aanwijzing: De Tipp-knop is magnetisch. De metalen deeltjes die blijven vastkleven aan de onderzijde kunnen het oppervlak van de kookplaat krassen. Reinig de Tipp-knop altijd grondig. Noodmodus De kookplaat kan ook werken zonder de Tipp-knop: 1. Schakel de kookplaat in met de hoofdschakelaar. 2. Druk binnen de volgens 5 seconden gelijktijdig op de symbolen ˜ en 3. Er weerklinkt een signaal. 3. Druk op het symbool 3 tot de indicator van de gewenste kookzone gaat branden. 4. Druk vervolgens op het symbool ˜ om de gewenste vermogensstand te selecteren. De kookzone is ingeschakeld. Aanwijzingen ■ De timerfunctie kan niet worden geactiveerd in de noodmodus. ■ De Tipp-knop kan altijd opnieuw geplaatst worden op de kookplaat. : Brandgevaar! Als er gedurende deze 35 seconden een metalen voorwerp op de Tipp-Pad zone wordt gezet, kan de kookplaat blijven verhitten. Zet de kookplaat daarom altijd met de hoofdschakelaar uit. Programmeren van de kookplaat In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe een kookzone kan worden afgesteld. In de tabel staan de kookstanden en de bereidingstijden voor verschillende gerechten vermeld. De kookplaat in- en uitschakelen De kookplaat wordt in- en uitgeschakeld met de hoofdschakelaar. Inschakelen: Druk op het symbool #. De indicator boven de hoofdschakelaar gaat branden. De kookplaat is klaar om te werken. Uitschakelen: druk op het symbool # tot de indicator boven de hoofdschakelaar verdwijnt. Alle kookzones zijn uitgeschakeld. De restwarmte-indicator blijft branden tot de kookzones voldoende afkoelen. Aanwijzingen De kookplaat wordt automatisch uitgeschakeld zodra alle kookzones meer dan 15 seconden uitgeschakeld zijn. ■ ■ De geselecteerde instellingen blijven opgeslagen gedurende de eerste 4 seconden na het uitschakelen van de plaat. Indien de kookplaat opnieuw ingeschakeld wordt binnen deze tijdsperiode, dan worden de vorige instellingen toegepast. De kookzone afstellen De gewenste vermogensstand afstellen met de Tipp-knop. Vermogensstand 1 = minimumvermogen. Vermogensstand 9 = maximumvermogen. Elke vermogensstand is voorzien van een tussenliggende instelling. Deze wordt aangegeven met een punt. 23 De vermogensstand selecteren Wijzigen van de vermogensstand De kookplaat moet ingeschakeld zijn. Selecteer de kookzone en wijzig de vermogensstand met de Tipp-knop. 1. Selecteer de kookzone. Kantel hiertoe de Tipp-knop naar de gewenste kookzone. De kookzone uitschakelen 2. Draai, binnen de volgende 5 seconden, de Tipp-knop tot op Selecteer de kookzone en draai de Tipp-knop tot ‹ getoond wordt. De kookzone wordt uitgeschakeld en de restwarmteindicator verschijnt.  Aanwijzing: Als er geen pan op de inductiekookzone geplaatst wordt, zal de gekozen kookstand beginnen knipperen. Na het verstrijken van een tijd gaat de kookzone uit. de visuele indicator de gewenste vermogensstand gaat branden.  Kooktabel In onderstaande tabel worden enkele voorbeelden gegeven. De kooktijden zijn afhankelijk van de vermogensstand, het type, het gewicht en de kwaliteit van het voedsel. Daarom zijn er variaties. De kookzone is ingeschakeld. Smelten Chocolade, chocoladecouverture Boter, honing, gelatine Verhitten en warmhouden Maaltijdsoep (bv. linzen) Melk** Worstjes opgewarmd in water** Ontdooien en verhitten Diepvriesspinazie Diepvriesgoulash Op een zacht vuurtje gaarstoven, op een zacht vuurtje koken Aardappelballetjes* Vis* Witte sauzen, bv. bechamel Geklopte sauzen, bv. bearnaisesaus, Hollandse saus Koken, stomen, smoren Rijst (met twee keer zoveel water) Rijstpap Aardappelen in de schil Geschilde aardappelen met zout Pasta* Eenpansgerecht, soep Groenten Diepvriesgroenten Koken met de snelkookpan Sudderen Rollade Stoofschotel Goulash * Koken zonder deksel ** Zonder deksel ***Geregeld omdraaien 24 Bij het verhitten van purees, crèmes en dikke sauzen dient u af en toe te roeren. Gebruik de vermogensstand 9 als u begint te koken. Vermogensstand Kookduur 1-1. 1-2 - 1.-2 1.-2. 3-4 - 3-4 3-4 15-25 min. 30-40 min. 4.-5. 4-5 1-2 3-4 20-30 min. 10-15 min. 3-6 min. 8-12 min. 2-3 2-3 4-5 4-5 6-7 3.-4. 2.-3. 3.-4. 4.-5. 15-30 min. 30-40 min. 25-30 min. 15-25 min. 6-10 min. 15-60 min. 10-20 min. 7-20 min. - 4-5 4-5 3-4 50-60 min. 60-100 min. 50-60 min. Braden / frituren met een beetje olie** Filets, al dan niet gepaneerd Diepvriesfilets Koteletten, al dan niet gepaneerd*** Biefstuk (3 cm dik) Borst (2 cm dik)*** Diepvriesborst*** Hamburgers, gehaktballetjes (3 cm dik)*** Vis en visfilet, ongepaneerd Vis en visfilet, gepaneerd Gepaneerde diepvriesvis, bv. vissticks Garnalen en steurgarnalen Diepvriesgerechten, bv. gesauteerd Pannenkoeken Omelet Spiegeleieren Frituren** (150-200 g per portie in 1-2 l olie) Diepvriesproducten, bv. frieten, kipnuggets Diepvrieskroketten Vlees, bv., stukjes kip Vis, gepaneerd of in bierdeeg Groenten, paddenstoelen, gepaneerd of in bierdeeg, bv. champignons Banket, bv. beignets, fruit in bierdeeg * Koken zonder deksel ** Zonder deksel ***Geregeld omdraaien Vermogensstand Kookduur 6-7 6-7 6-7 7-8 5-6 5-6 4.-5. 5-6 6-7 6-7 7-8 6-7 6-7 3.-4. 5-6 6-10 min. 8-12 min. 8-12 min. 8-12 min. 10-20 min. 10-30 min. 30-40 min. 8-20 min. 8-20 min. 8-12 min. 4-10 min. 6-10 min. een voor een frituren een voor een frituren 3-6 min. 8-9 7-8 6-7 6-7 een portie na de andere frituren 6-7 4-5 Flexibele zone Kan worden gebruikt als één enkele zone of als twee afzonderlijke zones, afhankelijk van de kookbehoeften op elk ogenblik. Bestaat uit 4 inductoren die onafhankelijk van elkaar werken. Als de flexibele zone in werking is, wordt alleen de zone die bedekt wordt door de pan geactiveerd. Tips voor het gebruik van pannen Om te zorgen voor een goede detectie en verdeling van de warmte, wordt aanbevolen de pan correct te centreren: Als één enkele kookzone Diameter minder dan of gelijk aan 13 cm Zet de pan op een van de 4 posities die op de afbeelding te zien zijn. Diameter groter dan 13 cm Zet de pan op een van de 3 posities die op de afbeelding te zien zijn. Als twee onafhankelijke zones De voorste en achterste zone, met ieder twee inductoren, kunnen los van elkaar gebruikt worden door het vermogen van iedere zone te regelen. In dit geval is het raadzaam maar een pan op elke zone te gebruiken. Waarschuwingen Wanneer twee pannen gebruikt worden met een verschillende maat of die niet uit hetzelfde materiaal bestaan, kunnen bepaalde geluiden of trillingen optreden die de correcte werking van de zone niet in de weg staan. Om het maximumvermogen te behalen met de Functie Powerboost, dient u de pan in het midden van de flexibele zone te plaatsen, als deze als een enkele kookzone wordt gebruikt. Op kookplaten met meer dan een flexibele zone wordt aanbevolen om voor één pan niet meerdere zones tegelijk te gebruiken. Als de pan meer dan een kookzone inneemt, plaats hem dan vanaf de bovenste of onderste rand van de flexibele zone. 25 Als twee onafhankelijke zones De vermogensstand wijzigen De flexibele zone is standaard afgesteld om te worden gebruikt als twee onafhankelijke kookzones. Selecteer de flexibele zone en wijzig de vermogensstand met de Tipp-knop. Zo wordt dit geactiveerd Een nieuwe pan toevoegen Zie paragraaf “de kookzone afstellen". Selecteer de flexibele zone en druk vervolgens op het symbool ï. De nieuwe pan wordt gedetecteerd en de vooraf geselecteerde vermogensstand blijft behouden. Als één enkele kookzone De kookzone wordt volledig gebruikt, waarbij beide zones samengevoegd worden. Zo wordt dit geactiveerd De kookplaat moet ingeschakeld zijn. Aanwijzing: Indien de pan van de kookzone die in werking is wordt verplaatst of opgetild, dan wordt door de kookplaat automatisch gezocht en blijft de vooraf geselecteerde vermogensstand behouden. Zo wordt dit gedeactiveerd 1. Plaats de pan en selecteer met de Tipp-knop een van de 2. Druk op het symbool ï. De indicators Ü gaan aan. Selecteer de zone en druk tweemaal op het symbool ï. Om de flexibele zone te deactiveren is het nodig om binnen de twee seconden tweemaal te tikken op het symbool ï . De flexibele zone wordt geactiveerd. Weer als twee kookzones gebruiken Aanwijzing: De vermogensstand is zichtbaar op één van de twee indicatoren van de flexibele zone of op beide, afhankelijk van de plaats en de afmeting van de pan. Selecteer een van de twee kookzones van de flexibele zone en stel af op ‹. twee zones die deel uitmaken van de flexibele zone. Aanwijzing: Wanneer de kookplaat uitgeschakeld en daarna opnieuw ingeschakeld wordt, wordt de flexibele zone opnieuw gebruikt als twee kookzones. Kinderslot De kookplaat kan beveiligd worden tegen ongewilde inschakeling, om te voorkomen dat kinderen de kookzones kunnen inschakelen. Het kinderslot activeren en deactiveren De kookplaat moet uitgeschakeld zijn. Activeren: druk het symbool ˜ gedurende ca. 3 seconden in. De indicator ‚ gaat gedurende 10 seconden branden. De kookplaat is geblokkeerd. Automatisch kinderslot Met deze functie wordt het kinderslot altijd automatisch ingeschakeld als de kookplaat wordt uitgeschakeld. Activeren en deactiveren In hoofdstuk Basisinstellingen vindt u informatie over het inschakelen van het automatische kinderslot. Deactiveren: druk het symbool ˜ gedurende ca. 3 seconden in. De blokkering is gedeactiveerd. Functie Powerboost Met de functie Powerboost kan het voedsel sneller worden verwarmd dan wanneer de vermogensstand Š wordt gebruikt. Activeren 1. Selecteer de kookzone met de Tipp-knop. Gebruiksbeperkingen 2. Druk op het symbool ˜. Deze functie is beschikbaar in alle kookzones, mits de andere zone van dezelfde groep niet in werking is. (Zie afbeelding) Zo niet, dan knipperen op de visuele indicator van de geselecteerde kookzone ˜ en Š knipperen; vervolgens zal de vermogensstand automatisch worden aangepast Š. De functie is nu geactiveerd. *URHS *URHS        *URHS Aanwijzing: Het hoogste vermogen dat wordt geleverd in de flexibele zone wordt verkregen door één pan midden op de zone te zetten, zoals wordt uitgelegd in het hoofdstuk Flexibele zone. 26 1. Selecteer de kookzone met de Tipp-knop. 2. Druk op het symbool ˜. De functie Powerboost is nu gedeactiveerd.  *URHS Deactiveren Aanwijzing: Onder bepaalde omstandigheden kan de Powerboost functie automatisch uitgeschakeld worden om de elektronische onderdelen aan de binnenzijde van de plaat te beschermen. Timerfunctie Deze functie kan op twee verschillende manieren gebruikt worden: ■ om een kookzone automatisch uit te schakelen. ■ als kookwekker. Een kookzone automatisch uitschakelen De zone gaat automatisch uit na het verstrijken van de geselecteerde tijd. Programmeren van de kooktijd. De kookplaat moet ingeschakeld zijn. 1. Selecteer de kookzone en de gewenste vermogensstand met Na het verstrijken van de tijd De zone gaat uit. Er klinkt een waarschuwingssignaal, op de kookzone verschijnt ‹ en op de visuele indicator van de timerfunctie verschijnt ‹‹ gedurende een minuut. De indicator x van de kookzone knippert. Druk op een willekeurig symbool, de indicators gaan uit en het akoestisch signaal stopt. Aanwijzingen Indien een kooktijd in verschillende zones geprogrammeerd is, wordt op de visuele indicator van de timerfunctie de kortste kooktijd getoond. De indicator x van de kookzone gaat branden. ■ ■ de Tipp-knop. 2. Druk op het symbool 3. De indicator x van de kookzone licht op. Op de visuele indicator van de timerfunctie verschijnt ‹‹. 3. Selecteer de gewenste kooktijd met de Tipp-knop.   ■ Selecteer een kookzone met de Tipp-knop om de resterende kooktijd te raadplegen: Selecteer de kookzone met de Tippknop. De kooktijd wordt getoond gedurende 5 seconden. De kooktijd kan ingesteld worden tot 99 minuten. De kookwekker Met de kookwekker kan een tijd geprogrammeerd worden tot 99 minuten. Deze is niet afhankelijk van andere instellingen. Deze functie schakelt de kookzone niet automatisch uit. Zo wordt dit geprogrammeerd Geen kookzone dient te zijn geselecteerd. 1. Druk op het symbool 3, op de visuele indicator van de timerfunctie verschijnt ‹‹. 2. Selecteer de gewenste tijd met de Tipp-knop. Na enkele seconden begint de tijd te lopen. De tijd wijzigen of annuleren Na enkele seconden begint de kooktijd te lopen. Aanwijzing: Het is mogelijk om dezelfde kooktijd voor alle zones automatisch te programmeren. De geprogrammeerde tijd zal onafhankelijk verstrijken voor ieder van de kookzones. In het hoofdstuk Basisinstellingen vindt u informatie over de automatische programmering van de kooktijd. De tijd wijzigen of annuleren Druk op het symbool 3 en wijzig de tijd met de Tipp-knop, of pas hem aan met ‹‹. Na het verstrijken van de tijd Er klinkt een waarschuwingssignaal gedurende een minuut. Op de visuele indicator van de timerfunctie verschijnt ‹‹ en de indicator V knippert. Druk op een willekeurig symbool, de indicators gaan uit en het akoestisch signaal stopt. Selecteer de kookzone door de Tipp-knop te kantelen. Druk op het symbool 3 en wijzig vervolgens de kooktijd met de Tippknop of pas hem aan met ‹‹. Warmhoudfunctie Deze functie is geschikt voor het smelten van chocolade of boter en voor het warmhouden van voedsel. Activeren 1. Selecteer de gewenste kookzone met de Tipp-knop. 2. Druk binnen de volgende 5 seconden op het symbool –. De indicator – gaat branden. De warmhoudfunctie is nu geactiveerd. Deactiveren 1. Selecteer de gewenste kookzone met de Tipp-knop. 2. Druk op het symbool –. De indicator –verdwijnt. Na 5 seconden wordt de kookzone uitgeschakeld en verschijnt de restwarmte-indicator. 27 Beschermingsfunctie bij reiniging Indien het bedieningspaneel gereinigd wordt terwijl de kookplaat ingeschakeld is, kunnen de instellingen gewijzigd worden. Om dit te vermijden, beschikt de kookplaat over de beschermingsfunctie bij reiniging. De Tipp-knop verwijderen. Er klinkt een signaal en de indicator " gaat branden. Het bedieningspaneel blijft gedurende 35 seconden geblokkeerd. Nu kan het oppervlak van het bedieningspaneel gereinigd worden zonder risico op wijziging van de instellingen. Aanwijzing: De blokkering heeft geen invloed op de hoofdschakelaar. De kookplaat kan desgewenst uitgeschakeld worden. Automatische tijdslimiet Indien de kookzone gedurende lange tijd in werking is en er geen enkele wijziging in de instelling uitgevoerd wordt, dan wordt de automatische tijdslimiet geactiveerd. De kookzone wordt niet meer verhit. De visuele indicator van de kookzone knippert afwisselend ”en ‰. Basisinstellingen Het apparaat beschikt over diverse basisinstellingen. Deze instellingen kunnen aangepast worden aan de behoeften van de gebruiker. Indicator Functie ™‚ Automatisch kinderslot ‹ Gedeactiveerd.* ‚ Geactiveerd. ™ƒ Akoestische signalen ‹ Bevestigingssignaal en foutsignaal gedeactiveerd. ‚ Alleen bevestigingssignaal gedeactiveerd. ƒ Alle signalen zijn geactiveerd.* ™† Automatische programmering van de kooktijd ‹ Uitgeschakeld.* ‚-ŠŠ Tijd van de automatische uitschakeling ™‡ Duur van het geluidssignaal van de timerfunctie ‚ 10 seconden. ƒ 30 seconden. „ 1 minuut.* ™ˆ Functie Power-Management ‹ = Gedeactiveerd.* ‚ = 1000 W minimumvermogen. ‚.= 1500 W ƒ = 2000 W ... Š of Š. = maximumvermogen van de plaat. ™‰ Werking zonder Tipp-Pad ‹ Gedeactiveerd. ‚ Geactiveerd*. ™‹ Terug naar de standaardinstellingen ‹ Persoonlijke instellingen.* ‚ Terug naar de fabrieksinstellingen. *Fabrieksinstelling 28 De indicator gaat uit als er op een willekeurig symbool wordt gedrukt. Nu kan de kookzone opnieuw ingesteld worden. Wanneer de automatische limiet geactiveerd is, wordt deze geregeld volgens de geselecteerde kookstand (van 1 tot 10 uur). Toegang tot de basisinstellingen 4. Selecteer vervolgens de gewenste instelling met de Tipp- knop. De kookplaat moet uitgeschakeld zijn. 1. Schakel de kookplaat in. 2. Druk binnen de volgende 10 seconden op het symbool 3 en houd het gedurende 3 seconden ingedrukt. 5. Houd het symbool 3 nogmaals gedurende meer dan 3 seconden ingedrukt. De instellingen zijn op de juiste wijze bewaard. Op de visuele indicators gaan ™‚ en ‹ branden als vooraf bepaalde instelling. 3. Druk meerdere keren op het symbool 3 tot de indicator van Afsluiten Om de instellingen af te sluiten, de kookplaat met de hoofdschakelaar uitschakelen. de gewenste functie verschijnt. Onderhoud en reiniging De raadgevingen en waarschuwingen in dit hoofdstuk zijn bedoeld voor het optimaal schoonmaken en onderhouden van de kookplaat. Kookplaat Omlijsting van de kookplaat Om schade aan de omlijsting van de kookplaat te vermijden, moeten de volgende aanwijzingen worden opgevolgd: ■ Gebruik alleen warm water met een beetje zeep Reiniging ■ Gebruik nooit scherpe of bijtende producten Maak de kookplaat na ieder gebruik schoon. Op die manier voorkomt u dat aangekoekte resten verbranden. Maak de kookplaat pas schoon als hij voldoende is afgekoeld. ■ Gebruik de glasschraper niet Gebruik alleen reinigingsproducten die geschikt zijn voor kookplaten. Volg de aanwijzingen op de verpakking van het product op. Gebruik nooit: ■ Onverdund afwasmiddel ■ Afwasmiddel voor vaatwasmachines ■ Schurende middelen ■ Tipp-knop Het wordt aanbevolen lauwwarm water en een beetje zeep te gebruiken voor het reinigen van de Tipp-knop. Gebruik geen bijtende noch corrosieve reinigingsmiddelen. Reinig de Tippknop niet in de vaatwasser of in afwaswater. Anders kan hij beschadigd raken. Corrosieve producten zoals ovensprays of vlekkenverwijderaars ■ Schuursponzen ■ Hogedrukreinigers of stoommachines De beste manier om hardnekkig vuil te verwijderen is om een glasschraper te gebruiken. Neem de aanwijzingen van de fabrikant in acht. Glasschrapers zijn verkrijgbaar via de Technische dienst of in onze online winkel. 29 Repareren van storingen Normaal zijn de storing toe te schrijven aan kleine details. Neem de volgende raadgevingen en waarschuwingen in acht alvorens contact op te nemen met de Technische Dienst. Indicator Storing Maatregel geen De stroom is uitgevallen. Controleer met andere elektrische apparaten of de stroom is uitgevallen. Het apparaat is niet aangesloten volgens het aansluitschema. Controleer of het apparaat is aangesloten volgens het aansluitschema. Storing in het elektronische systeem. Als de storing na de voorgaande controles niet is opgelost, neem dan contact op met de technische dienst. Het bedieningspaneel is vochtig of er ligt iets op. Droog de zone van het bedieningspaneel of neem het voorwerp weg. “ knippert “§ + nummer Storing in het elektronische systeem. / š + nummer / ¡ + nummer Koppel de kookplaat af van het net. Wacht circa 30 seconden en sluit ze opnieuw aan.* “§„‰ De bedieningsknop is gesleept in plaats van gekanteld naar de gewenste kookzone. Wacht enkele seconden, schakel de plaat en de kookzone vervolgens op de juiste wijze opnieuw in. ”‹ / ”Š Er is een interne fout in de werking opgetreden. Koppel de kookplaat af van het net. Wacht circa 30 seconden en sluit ze opnieuw aan.* ”ƒ Het elektronische systeem is oververhit geraakt en heeft de overeenkomstige kookzone uitgeschakeld. Wacht tot het elektronische systeem voldoende afgekoeld is. Druk vervolgens op een willekeurig symbool van de kookplaat.* ”… Het elektronische systeem is oververhit geraakt en heeft alle kookzones uitgeschakeld. —‚ Onjuiste voedingsspanning, overschrijding Neem contact op met uw elektriciteitsleverancier. van de normale werklimieten. —ƒ / —„ De kookzone is oververhit en werd uitge- Wacht tot het elektronische systeem voldoende is afgekoeld en zet schakeld om uw kookplaat te beschermen. de kookplaat terug aan. * Als de indicatie blijft branden, neem dan contact op met de technische dienst. Zet geen hete pannen op het bedieningspaneel. Normaal geluid tijdens de werking van het apparaat De technologie van het verwarmen door inductie is gebaseerd op het ontstaan van elektromagnetische velden die ervoor zorgen dat de warmte rechtstreeks op de bodem van de pan wordt voortgebracht. De pannen kunnen, afhankelijk van hun bouw, geluiden of trillingen voortbrengen, zoals hieronder worden genoemd: Een diep gezoem zoals in een transformator Dit geluid ontstaat tijdens het koken op een hoge vermogensstand. De oorzaak daarvan is de hoeveelheid energie die de kookplaat aan de pan overdraagt. Het geluid verdwijnt of vermindert zodra de vermogensstand wordt verlaagd. Een laag fluitend geluid Dit geluid ontstaat als de pan leeg is. Het geluid verdwijnt zodra er water of voedsel in de pan wordt gedaan. Knisperen Dit geluid doet zich voor bij pannen die bestaan uit lagen van verschillende materialen. Het geluid komt door de trillingen die ontstaan op de verbindingsvlakken van de verschillende materialen. Dit geluid is afkomstig van de pan. De hoeveelheid voedsel en de manier waarop het wordt bereid, kunnen de intensiteit van het geluid doen variëren. 30 Hoge fluitende geluiden De geluiden ontstaan met name in pannen die bestaan uit lagen van verschillende materialen, zodra deze worden aangezet op de hoogste stand en op twee kookzones tegelijk. Deze fluitende geluiden verdwijnen of worden minder zodra het vermogen wordt verlaagd. Geluid van de ventilator Voor een goed gebruik van het elektronische systeem moet de kookplaat op een gecontroleerde temperatuur werken. Hiertoe is de kookplaat voorzien van een ventilator die wordt geactiveerd als een hoge temperatuur wordt gedetecteerd. De ventilator kan ook door inertie werken, nadat de kookplaat is uitgezet, als de gedetecteerde temperatuur nog te hoog is. De omschreven geluiden zijn normaal en maken deel uit van de inductietechnologie en duiden niet op een storing. Servicedienst Wanneer uw apparaat gerepareerd moet worden, staat onze servicedienst voor u klaar. De contactgegevens in alle landen vindt u in de bijgesloten lijst met Servicedienstadressen. E-nummer en FD-nummer Verzoek om reparatie en advies bij storingen NL 088 424 4040 B 070 222 143 Geef wanneer u contact opneemt met de servicedienst altijd het productnummer (E-nr.) en het fabricagenummer (FD-nr.) van het apparaat op. Het typeplaatje met de nummers vindt u op het identificatiebewijs van het apparaat. Let erop dat het bezoek van een technicus van de servicedienst in het geval van een verkeerde bediening ook tijdens de garantietijd kosten met zich meebrengt. Vertrouw op de competentie van de fabrikant. Dan bent u ervan verzekerd dat de reparatie wordt uitgevoerd door ervaren technici die gebruikmaken van de originele reserveonderdelen voor uw apparaat. Geteste gerechten Deze tabel is opgesteld door evaluatie-instituten om de controles van onze apparaten te vereenvoudigen. De gegevens van de tabel verwijzen naar onze pannen, toebehoren van Schulte-Ufer (4-delige pannenset voor inductieplaat Z9442X0) met onderstaande afmetingen: ■ Steelpan Ø 16 cm, 1,2 l voor kookzones van Ø 14,5 cm ■ Kookpan Ø 16 cm, 1,7 l voor kookzones van Ø 14,5 cm ■ Kookpan Ø 22 cm, 4,2 l voor kookzones van Ø 18 cm ■ Koekenpan Ø 24 cm, voor kookzones Ø 18 cm Voorverwarming Geteste gerechten Koken Kookzone Vermogensstand Duur (Min:S) Deksel VermoDeksel gensstand Ø 14,5 cm - - - 1 - 1. Nee Ø 14,5 cm 9 1:30 zonder te roeren Ja 1. Ja Ø 18 cm 9 2:30 zonder te roeren Ja 1. Ja Ø 14,5 cm 9 1:30 omroeren na circa 1:00 Ja 1. Ja Ø 18 cm 9 2:30 omroeren na circa 1:00 Ja 1. Ja 1. De boter laten smelten, het meel en het zout erdoor mengen en alles laten verhitten 1 circa 3:00 Nee 2. Voeg de melk toe en breng de saus aan de kook en blijf ondertussen doorroeren 7 circa 5:20 Nee 1 Nee Chocolade smelten Pan: steelpan Chocoladecouverture (bv. merk Dr. Oetker puur 55% , 150 g.) Linzensoep verhitten en warmhouden Pan: Kookpan Begintemperatuur 20 °C Linzensoep* Hoeveelheid 450 g. Hoeveelheid: 800 g. Linzensoep uit blik, bv. linzen met chorizo van Erasco Hoeveelheid 500 g. Hoeveelheid 1 kg. Bechamelsaus bereiden Pan: Steelpan Temperatuur van de melk: 7 °C Ingrediënten: 40 g boter , 40 g meel, 0,5 l melk (3,5% vetstof) en een snufje zout 3. Als de Bechamelsaus begint te koken, laat dan nog 2 minuten staan terwijl u blijft doorroeren Ø 14,5 cm *Recept volgens DIN 44550 **Recept volgens DIN EN 60350-2 31 Voorverwarming Geteste gerechten Kookzone Koken Vermogensstand Duur (Min:S) Deksel VermoDeksel gensstand 8. circa 6:30 Nee 2 omroeren na circa 10:00 Ja Rijstpap maken Pan: Gewone pan Temperatuur van de melk: 7 °C Verwarm de melk tot hij omhoog komt. Verander de aanbevolen vermogensstand en voeg de rijst, de suiker en het zout aan de melk toe. Ingrediënten: 190 g. rondkorrelige rijst, 23 g. suiker, 750 ml. melk (3,5% vetstof) en een snufje zout Ingrediënten: 250 rondkorrelige rijst, 30 g. suiker, 1 l. melk (3,5% vetstof) en een snufje zout Ø 14,5 cm Ø 18 cm Rijst koken* Pan: Kookpan Temperatuur van het water 20 °C Ingrediënten: 125 g rondkorrelige rijst, 300 g water en een snufje zout Ø 14,5 cm 9 circa 2:30 Ja 2 Ja Ingrediënten: 250 g rondkorrelige rijst, 600 g water en een snufje zout Ø 18 cm 9 circa 2:30 Ja 2. Ja Ø 18 cm 9 1:30 Nee 7 Nee Ø 18 cm 9 1:30 Nee 7 Nee Ø 18 cm 9 Tot de olietemperatuur 180 °C bedraagt Nee 9 Nee Varkenshaas bakken Pan: Koekenpan Begintemperatuur van de varkenshaas: 7 °C 2 varkenshaasfilets (totaal gewicht circa 200 g, 1 cm dik) Pannenkoeken bakken** Pan: Koekenpan 55 ml pannenkoekbeslag Diepvriesfrieten bakken Pan: Kookpan Ingrediënten: 1,8 kg zonnebloemolie per bereiding: 200 g diepvriesfrieten (bv. McCain 123 Frites Original) *Recept volgens DIN 44550 **Recept volgens DIN EN 60350-2 32 Selezionare il livello di potenza Modificare il livello di potenza Il piano di cottura deve essere acceso. Selezionare la zona di cottura e modificare il livello di potenza con la manopola Tipp. 1. Selezionare la zona di cottura. Per farlo, inclinare la manopola Tipp verso la zona di cottura desiderata. Spegnere la zona di cottura 2. Nei 5 secondi successivi, ruotare la manopola Tipp fino Selezionare la zona di cottura e ruotare la manopola Tipp fino a visualizzare ‹. La zona di cottura si spegne e viene visualizzata la spia del calore residuo.  Avvertenza: Se non è stato collocato un recipiente nella zona di cottura per induzione, il livello di potenza selezionato lampeggia. Trascorso un intervallo di tempo predefinito, la zona di cottura si spegne. all'accensione del livello di potenza desiderato nell'indicatore visivo.  Tabella di cottura La tabella seguente riporta alcuni esempi. I tempi di cottura dipendono dal livello di potenza e da tipo, peso e qualità degli alimenti. Per questo motivo, possono verificarsi variazioni. La zona di cottura è accesa. Se si scaldano purè, creme e salse dense, mescolare di tanto in tanto. Utilizzare il livello di potenza 9 per l'inizio della cottura. Livello di potenza Durata di cottura Cioccolato, cioccolato da copertura 1-1. - Burro, miele, gelatina 1-2 - Minestrone (ad es. lenticchie) 1.-2 - Latte** 1.-2. - Salsicce scaldate in acqua** 3-4 - Fondere Scaldare e mantenere caldo Scongelare e riscaldare Spinaci surgelati 3-4 15-25 min. Gulasch surgelato 3-4 30-40 min. Crocchette di patate* 4.­5. 20-30 min. Pesce* 4-5 10-15 min. Cucinare a fuoco lento, bollire a fuoco lento Salse bianche, ad es. besciamella 1-2 3-6 min. Salse battute, ad es. salsa bernese, salsa olandese 3-4 8-12 min. Bollire, cucinare a vapore, rosolare Riso (con quantità doppia d'acqua) 2-3 15-30 min. Riso al latte 2-3 30-40 min. Patate con la buccia 4-5 25-30 min. Patate pelate al sale 4-5 15-25 min. Pasta* 6-7 6-10 min. Stufato, minestre 3.­4. 15-60 min. Verdure 2.-3. 10-20 min. Verdure, surgelate 3.­4. 7-20 min. Stufato in pentola a pressione 4.­5. - Rollato di carne 4-5 50-60 min. Stufato 4-5 60-100 min. Gulasch 3-4 50-60 min. Stufare * Cottura senza coperchio ** Senza coperchio *** Girare spesso 54 Constructa Neff Vertriebs-GmbH Carl-Wery-Straße 34 D-81739 München *9000776584* 9000776584 02 940304
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64

Neff T54T53N2 de handleiding

Type
de handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor