Documenttranscriptie
[de] Gebrauchsanleitung ........... 3
[nl] Gebruiksaanwijzing ..........18
[fr] Notice d’utilisation ............33
[it] Istruzioni per l’uso ............48
T..D.3..
Kochfeld
Kookplaat
Table de cuisson
Piano di cottura
T..D.3..
[
: :
[
: :
: :
: :
: :
,(&
2
Ø = cm
Kochstufe
Garzeit
Tiefgekühlter Spinat
3-4
15-25 Min.
Tiefgekühltes Gulasch
3-4
30-40 Min.
Kartoffelklöße*
4.-5.
20-30 Min.
Fisch*
4-5
10-15 Min.
Weiße Saucen, z. B. Béchamel
1-2
3-6 Min.
Aufgeschlagene Saucen, z. B. Bernaise, Hollandaise
3-4
8-12 Min.
2-3
15-30 Min.
Auftauen und Erwärmen
Garziehen, Köcheln
Kochen, Dämpfen, Dünsten
Reis (mit doppelter Wassermenge)
Milchreis
2-3
30-40 Min.
Pellkartoffeln
4-5
25-30 Min.
Salzkartoffeln
4-5
15-25 Min.
Nudeln*
6-7
6-10 Min.
Eintopf, Suppen
3.-4.
15-60 Min.
Gemüse
2.-3.
10-20 Min.
Tiefgekühltes Gemüse
3.-4.
7-20 Min.
Eintopf mit dem Schnellkochtopf
4.-5.
-
Rouladen
4-5
50-60 Min.
Schmorbraten
4-5
60-100 Min.
Gulasch
3-4
50-60 Min.
Schmoren
Schmoren / Braten mit wenig Öl**
Filet, natur oder paniert
6-7
6-10 Min.
Filet, tiefgekühlt
6-7
8-12 Min.
Kotelett, natur oder paniert***
6-7
8-12 Min.
Steak (3 cm dick)
7-8
8-12 Min.
Hähnchenbrust (2 cm dick)***
5-6
10-20 Min.
Geflügelbrust, tiefgekühlt***
5-6
10-30 Min.
Hamburger, Frikadellen (3 cm dick)***
4.-5.
30-40 Min.
Fisch und Fischfilet, natur
5-6
8-20 Min.
Fisch und Fischfilet, paniert
6-7
8-20 Min.
Tiefgekühlter, panierter Fisch, z. B. Fischstäbchen
6-7
8-12 Min.
Krabben und Garnelen
7-8
4-10 Min.
Tiefkühlgerichte, z. B. Pfannengerichte
6-7
6-10 Min.
Pfannkuchen
6-7
nacheinander backen
Omelett
3.-4.
nacheinander backen
Spiegelei
5-6
3-6 Min.
Tiefkühlprodukte, z. B. Pommes frites, Chicken-Nuggets
8-9
nacheinander frittieren
Kroketten, tiefgekühlt
7-8
Fleisch, z. B. Hühnerteile
6-7
Frittieren** (150-200 g pro Portion in 1-2 l Öl)
Fisch, paniert oder im Bierteig
6-7
Gemüse, Pilze, paniert oder im Bierteig, z. B. Champignons
6-7
Konditoreiware, z. B. Windbeutel, Früchte im Bierteig
4-5
* Kochen ohne Deckel
** ohne Deckel
*** Öfters wenden
9
é Inhoudsopgave
G]n[lebkursianzwgj
Veiligheidsvoorschriften ......................................................... 18
Oorzaken van schade ..................................................................... 20
Bescherming van het milieu ................................................... 20
Milieuvriendelijk afvoeren ............................................................... 20
Tips om energie te besparen ........................................................ 20
Koken op Inductie .................................................................... 21
Voordelen van het Koken op Inductie ......................................... 21
Pannen ............................................................................................... 21
Het apparaat leren kennen ...................................................... 22
Het bedieningspaneel ..................................................................... 22
De kookzones................................................................................... 22
Restwarmte-indicator....................................................................... 22
Programmeren van de kookplaat .......................................... 23
De kookplaat in- en uitschakelen ................................................. 23
Afstellen van de kookzone............................................................. 23
Kooktabel .......................................................................................... 23
Flexibele zone .......................................................................... 25
Tips voor het gebruik van pannen................................................ 25
Waarschuwingen.............................................................................. 25
Als twee onafhankelijke zones ...................................................... 25
Als één enkele kookzone ............................................................... 25
Kinderslot ................................................................................. 26
Het kinderslot activeren en deactiveren ...................................... 26
Automatisch kinderslot ................................................................... 26
Functie Powerboost................................................................. 26
Gebruiksbeperkingen...................................................................... 26
Zo wordt dit geactiveerd ................................................................ 26
Zo wordt dit gedeactiveerd ............................................................ 26
Timerfunctie ............................................................................. 26
Een kookzone automatisch uitschakelen.................................... 26
De kookwekker ................................................................................ 27
Warmhoudfunctie .................................................................... 27
Activeren............................................................................................ 27
Deactiveren ....................................................................................... 27
Beschermingsfunctie bij reiniging ......................................... 27
Automatische tijdslimiet ......................................................... 27
Het energieverbruik bekijken .................................................. 28
Basisinstellingen ..................................................................... 28
Toegang tot de basisinstellingen.................................................. 29
Onderhoud en reiniging .......................................................... 29
Kookplaat .......................................................................................... 29
Omlijsting van de kookplaat .......................................................... 29
Repareren van storingen......................................................... 30
Normaal geluid tijdens de werking van het apparaat............... 30
Servicedienst ........................................................................... 31
Geteste gerechten.................................................................... 31
Produktinfo
Meer informatie over producten, accessoires, onderdelen en
diensten vindt u op het internet: www.neff-international.com
en in de online-shop: www.neff-eshop.com
: Veiligheidsvoorschriften
Lees deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig
door. Berg de gebruiksaanwijzing, het
installatievoorschrift en de apparaatpas
goed op voor later gebruik of om ze door te
geven aan volgende eigenaren.
Controleer het apparaat na het uitpakken.
Indien het apparaat schade heeft
opgelopen tijdens het transport, schakel het
dan niet in, maar neem contact op met de
technische dienst en leg de veroorzaakte
schade schriftelijk vast. Doet u dat niet, dan
gaat elk recht op een schadevergoeding
verloren.
Dit apparaat moet worden geïnstalleerd
volgens het meegeleverde
installatievoorschrift.
Dit apparaat is alleen bestemd voor
huishoudelijk gebruik en de huiselijke
omgeving. Gebruik het uitsluitend voor het
bereiden van gerechten en drank. Zorg
ervoor dat het apparaat onder toezicht
gebruikt wordt. Het toestel alleen gebruiken
in gesloten ruimtes.
18
Dek de kookplaat niet af. Dit kan leiden tot
ongevallen, bijv. door oververhitting,
ontbranding of ontploffend materiaal.
Gebruik geen ongeschikte
beveiligingsapparaten of tralies voor de
bescherming van kinderen. Dit kan leiden
tot ongevallen.
Dit apparaat is niet bestemd voor gebruik
met een externe tijdschakelklok of een
afstandbediening.
Dit toestel kan worden gebruikt door
kinderen vanaf 8 jaar en door personen met
beperkte fysieke, sensorische of geestelijke
vermogens of personen die gebrek aan
kennis of ervaring hebben, wanneer zij
onder toezicht staan van een persoon die
verantwoordelijk is voor hun veiligheid of
geleerd hebben het op een veilige manier
te gebruiken en zich bewust zijn van de
risico's die het gebruik van het toestel met
zich meebrengt.
Kinderen mogen niet met het apparaat
spelen. Reiniging en onderhoud van het
toestel mogen niet worden uitgevoerd door
kinderen, tenzij zij 8 jaar of ouder zijn en
onder toezicht staan.
Zorg ervoor dat kinderen die jonger zijn dan
8 jaar uit de buurt blijven van het toestel of
de aansluitkabel.
Heeft u een pacemaker of soortgelijk
medisch hulpmiddel geïmplanteerd, dan
dient u speciale voorzorgsmaatregelen in
acht nemen bij het gebruiken of in de buurt
komen van inductiekookplaten als die in
werking zijn. Raadpleeg uw arts of de
fabrikant van het hulpmiddel, om er zeker
van te zijn dat het voldoet aan de geldige
regelgeving en informeer omtrent mogelijke
incompatibiliteit.
Risico van brand!
■ Hete olie en heet vet vatten snel vlam.
Hete olie en heet vet nooit gebruiken
zonder toezicht. Vuur nooit blussen met
water. Schakel de kookzone uit. Vlammen
voorzichtig met een deksel, smoordeksel
of iets dergelijks verstikken.
■ De kookzones worden erg heet. Nooit
brandbare voorwerpen op de kookplaat
leggen. Geen voorwerpen op de
kookplaat leggen.
■ Het apparaat wordt heet. Nooit brandbare
voorwerpen of spuitbussen bewaren in
laden direct onder de kookplaat.
■ De kookplaat schakelt vanzelf uit en kan
niet meer worden bediend. Hij kan later
per ongeluk worden ingeschakeld.
Zekering in de meterkast uitschakelen.
Contact opnemen met de klantenservice.
Risico van verbranding!
■ De kookzones en met name een
eventueel aanwezige kookplaatomlijsting
worden zeer heet. Raak de hete
oppervlakken nooit aan. Zorg ervoor dat
er geen kinderen in de buurt zijn.
■ De kookzone warmt op, maar de indicatie
functioneert niet Zekering in de meterkast
uitschakelen. Contact opnemen met de
klantenservice.
■ Voorwerpen van metaal worden zeer snel
heet op de kookplaat. Leg nooit
voorwerpen van metaal, zoals messen,
vorken, lepels of deksels, op de
kookplaat.
Risico van brand!
Risico van brand!
Risico van brand!
Risico van verbranding!
Risico van verbranding!
Schakel de kookplaat na elk gebruik altijd
uit met de hoofdschakelaar. Wacht niet tot
de kookplaat automatisch uitschakelt
doordat er geen pan op staat.
Kans op een elektrische schok!
■ Ondeskundige reparaties zijn gevaarlijk.
Reparaties en de vervanging van
beschadigde aansluitleidingen mogen
uitsluitend worden uitgevoerd door
technici die zijn geïnstrueerd door de
klantenservice. Is het apparaat defect,
haal dan de stekker uit het stopcontact of
schakel de zekering in de meterkast uit.
Contact opnemen met de klantenservice.
■ Binnendringend vocht kan een schok
veroorzaken. Geen hogedrukreiniger of
stoomreiniger gebruiken.
■ Een defect toestel kan een schok
veroorzaken. Een defect toestel nooit
inschakelen. De netstekker uit het
stopcontact halen of de zekering in de
meterkast uitschakelen. Contact opnemen
met de klantenservice.
■ Scheuren of barsten in het glaskeramiek
kunnen schokken veroorzaken. Zekering
in de meterkast uitschakelen. Contact
opnemen met de klantenservice.
Gevaar voor beschadiging!
Deze plaat is uitgerust met een ventilator,
die zich aan de onderzijde bevindt. Indien
er zich onder de kookplaat een lade
bevindt, mogen daar geen kleine of
papieren voorwerpen in worden bewaard.
Als deze namelijk worden geabsorbeerd
kunnen ze de ventilator beschadigen of de
koeling verslechteren.
Tussen de inhoud van de lade en de inlaat
van de ventilator moet een afstand van ten
minste 2 cm worden aangehouden.
Risico van letsel!
■ Bij de bereiding au-bain-marie kunnen de
kookplaat en kookvorm barsten door
oververhitting. De au-bain-marie kookvorm
mag niet in direct contact komen met de
bodem van de pan die met water is
gevuld. Gebruik alleen hittebestendige
vormen.
■ Wanneer er vloeistof zit tussen de bodem
van de pan en de kookzone kunnen
kookpannen plotseling in de hoogte
springen. Zorg ervoor dat de kookzone en
de bodem van de pan altijd droog zijn.
■
Kans op een elektrische schok!
Kans op een elektrische schok!
Kans op een elektrische schok!
Risico van letsel!
Brandgevaar!
19
Oorzaken van schade
■
Attentie!
■
■
Ruwe bodems van pannen kunnen krassen op de kookplaat
veroorzaken.
■
Plaat nooit lege plannen op de kookzones. Dit kan schade
veroorzaken.
■
Plaats geen hete pannen op het bedieningspaneel, de
indicatorzones of op de omlijsting van de kookplaat. Dit kan
schade veroorzaken.
Als er harde of scherpe voorwerpen op de kookplaat vallen,
kan dit de plaat beschadigen.
Aluminiumfolie en plastic bakken smelten als ze op een hete
kookzone gelegd worden. Het gebruik van beschermplaten
op de kookplaat wordt afgeraden.
Algemeen overzicht
In de onderstaande tabel vindt u de meest voorkomende
vormen van schade:
Schade
Oorzaak
Maatregel
Vlekken
Gemorst voedsel
Verwijder gemorst voedsel onmiddellijk met een glasschraper.
Krassen
Ongeschikte reinigingsproducten
Gebruik reinigingsproducten die geschikt zijn voor kookplaten.
Zout, suiker en zand
Gebruik de kookplaat niet als werkoppervlak of steun.
Ruwe bodems van pannen kunnen krassen op Controleer de pannen.
de vitroceramische plaat veroorzaken
Verkleuringen
Afbladderingen
Ongeschikte reinigingsproducten
Gebruik reinigingsproducten die geschikt zijn voor kookplaten.
Aanraking van de pannen
Til kookpannen en koekenpannen op om ze te verplaatsen.
Suiker, levensmiddelen met een hoog suikergehalte
Verwijder gemorst voedsel onmiddellijk met een glasschraper.
Bescherming van het milieu
Milieuvriendelijk afvoeren
Voer de verpakking op een milieuvriendelijke manier af.
■
■
Dit apparaat is gekenmerkt in overeenstemming met de
Europese richtlijn 2012/19/EU betreffende afgedankte
elektrische en elektronische apparatuur (waste electrical
and electronic equipment - WEEE).
De richtlijn geeft het kader aan voor de in de EU geldige
terugneming en verwerking van oude apparaten.
■
■
Tips om energie te besparen
■
Gebruik altijd het deksel dat overeenstemt met elke kookpan.
Wanneer zonder deksel gekookt wordt, is aanzienlijk meer
energie nodig. Gebruik een glasdeksel om een goede
zichtbaarheid te hebben zonder dat u het deksel van de pan
hoeft te nemen.
20
■
Gebruik pannen met een vlakke bodem. Bij een niet vlakke
bodem wordt meer energie verbruikt.
De diameter van de bodem van de pan moet overeenkomen
met de afmeting van de kookzone. Opgelet:
pannenfabrikanten duiden gewoonlijk de bovenste diameter
van de pan aan, die meestal groter is dan de diameter van
de bodem van de pan.
Gebruik een kleine pan voor kleine hoeveelheden. Een grote,
weinig gevulde pan vereist veel energie.
Gebruik weinig water voor het koken. Op deze wijze wordt
energie bespaard en blijven alle vitaminen en mineralen van
de groenten behouden.
Selecteer de laagste vermogensstand die het kookpunt
behoudt. Met een te hoge stand wordt energie verspild.
Koken op Inductie
Voordelen van het Koken op Inductie
Niet geschikte pannen
Koken op Inductie betekent een radicale verandering van de
traditionele wijze van verwarmen, aangezien de warmte
rechtstreeks in de pan wordt gegenereerd. Daarom biedt het
een aantal voordelen:
■
dun normaal staal
■
glas
Tijdbesparing bij het koken en frituren; doordat de pan
rechtstreeks wordt verwarmd.
■
aardewerk
■
koper
Dit werkt energiebesparend.
■
aluminium
Eenvoudiger in onderhoud en reiniging. Overgelopen
voedingswaren verbranden minder snel.
Kenmerken van de bodem van de pan
■
■
■
■
Warmte- en veiligheidscontrole; de plaat levert energie of
stopt de energietoevoer onmiddellijk als op de controleknop
wordt gedrukt. De inductiekookzone levert geen warmte meer
af als de pan wordt weggenomen, ook al wordt het apparaat
voor die tijd niet uitgeschakeld.
Gebruik nooit straalplaten of pannen van:
De kenmerken van de bodem van de pannen kunnen invloed
hebben op de homogeniteit van het kookresultaat. Pannen die
gemaakt zijn van materialen die warmte verspreiden, zoals
"sandwich" pannen van roestvrij staal, verdelen de warmte op
gelijkmatige wijze, waardoor tijd en energie worden bespaard.
Geen pan of ongeschikte afmeting
Pannen
Uitsluitend geschikt voor inductiekoken zijn ferromagnetische
pannen zoals van:
■
geëmailleerd staal
■
gietijzer
■
speciale pannen voor inductie van roestvrij staal.
Kijk, om te weten of de pannen geschikt zijn, of de bodem van
de pan wordt aangetrokken door een magneet.
Er bestaat een ander soort pannen speciaal voor inductie, met
een niet geheel ferromagnetische bodem.
Bij het gebruik van grote pannen
met een ferromagnetische zone
met een kleinere diameter, wordt
enkel de ferromagnetische zone
verwarmd, zodat de warmte niet
homogeen kan worden verdeeld.
Pannen met aluminium kookzones in de bodem verkleinen de
ferromagnetische zone, zodat
het geleverde vermogen lager
kan zijn en er problemen kunnen
ontstaan bij de detectie van de
pan en het kan zelfs zijn dat
deze niet wordt gedetecteerd.
Als er geen pan op de geselecteerde kookzone wordt geplaatst
of als deze niet van het geschikte materiaal is of geen
geschikte afmeting heeft, knippert de kookstand op de
indicator van de kookzone. Plaats een geschikte pan, zodat het
knipperen stopt. Als er meer dan 90 seconden wordt gewacht
gaat de kookzone automatisch uit.
Lege pannen of pannen met een dunne bodem
Verwarm geen lege pannen en gebruik geen pannen met
dunne bodem. De kookplaat is uitgerust met een intern
veiligheidssysteem, maar een lege pan kan zo snel heet
worden dat de functie “automatisch uitschakelen" geen tijd
heeft om te reageren, waardoor de temperatuur erg kan
oplopen. De bodem van de pan kan smelten en het glas van de
kookplaat beschadigen. Raak in dat geval de pan niet aan en
schakel de kookzone uit. Als het apparaat na het afkoelen niet
werkt, neem dan contact op met de technische dienst.
Pandetectie
Iedere kookzone heeft een minimumlimiet voor pandetectie, die
afhankelijk is van het materiaal van de pan die wordt gebruikt.
Daardoor mag alleen de kookzone worden gebruikt die het
meest geschikt is voor de pan.
Om goede kookresultaten te verkrijgen, is het raadzaam dat de
diameter van de ferromagnetische zone van de pan is afgestemd op de maat van de
kookzone. Als de pan op een
kookzone niet wordt gedetecteerd, probeer hem dan op de
zone met een iets kleinere diameter.
21
Het apparaat leren kennen
Op pagina 2 vindt u informatie over afmetingen en vermogens
van de kookzones
Het bedieningspaneel
Indicatoren
Bedieningsvlakken
#
Hoofdschakelaar
‹
Operationaliteit
$
De kookzone selecteren
‚- Š
Vermogensstanden
A/@
Instellingen selecteren
˜
Functie Powerboost
"
Beschermingsfunctie bij reiniging
•/œ
Restwarmte
‚
Kinderslot
‹‹
Timerfunctie
ï
Flexibele zone
‚
Kinderslot
˜
Functie Powerboost
–
Warmhoudfunctie
–
Warmhoudfunctie
x
Automatische uitschakeling
3
Timerfunctie
S
Timerfunctie
ï
Flexibele zone
Bedieningsvlakken
Bij het aanraken van een symbool wordt de overeenkomstige
functie geactiveerd.
Aanwijzing: Zorg ervoor dat de bedieningsvlakken altijd droog
zijn. Vocht heeft een negatieve invloed op de werking.
De kookzones
Kookzone
$ Enkelvoudige kookzone
Gebruik een pan met de geschikte maat.
û Flexibele zone
Zie hoofdstuk “flexibele zone“
Gebruik enkel pannen die geschikt zijn om te koken op inductie, zie hoofdstuk “Geschikte pannen".
Restwarmte-indicator
De kookplaat beschikt over een restwarmte-indicator in elke
kookzone, die aanduidt welke nog warm zijn. Raak kookzones
met die indicatie niet aan.
Ook als de plaat uitgeschakeld is, blijft de indicator œ of •,
branden zolang de kookzone warm is.
Als de pan van de plaat genomen wordt voordat de kookzone
uitgeschakeld is, verschijnen afwisselend de indicator œ o • en
de geselecteerde vermogensstand.
22
Programmeren van de kookplaat
In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe een kookzone kan worden
afgesteld. In de tabel staan de kookstanden en de
bereidingstijden voor verschillende gerechten vermeld.
2. Druk binnen de volgende 10 seconden op het symbool
+ of -. De basisinstelling wordt getoond:
Symbool + vermogensstand 9
Symbool - vermogensstand 4
De kookplaat in- en uitschakelen
De kookplaat wordt in- en uitgeschakeld met de
hoofdschakelaar.
Inschakelen: druk op het symbool #. Er klinkt een akoestisch
signaal. De indicator die zich naast de hoofdschakelaar bevindt
en de indicatoren ‹ van de kookzones gaan branden. De
kookplaat is klaar om te werken.
Uitschakelen: druk op het symbool # totdat de indicatoren
doven. Alle kookzones zijn uitgeschakeld. De restwarmteindicator blijft branden tot de kookzones voldoende afgekoeld
zijn.
Aanwijzingen
De kookplaat wordt automatisch uitgeschakeld zodra alle
kookzones meer dan 20 seconden uitgeschakeld zijn.
■
■
De geselecteerde instellingen blijven opgeslagen gedurende
de eerste 4 seconden na het uitschakelen van de plaat.
Indien de kookplaat opnieuw wordt ingeschakeld binnen
deze tijdsperiode, dan worden de vorige instellingen
toegepast.
De vermogensstand is afgesteld.
De vermogensstand wijzigen
Selecteer de kookzone en druk op het symbool + of - tot de
gewenste vermogensstand verschijnt.
De kookzone uitschakelen
Afstellen van de kookzone
Selecteer de kookzone en druk vervolgens op het symbool + of
- tot ‹ verschijnt.
Selecteer de gewenste vermogensstand met de symbolen
+ en -.
De kookzone wordt uitgeschakeld en de restwarmte-indicator
verschijnt.
Vermogensstand 1 = minimumvermogen.
Aanwijzingen
■ Als er geen pan op de inductiekookzone wordt geplaatst,
gaat de geselecteerde vermogensstand knipperen. Na een
tijdje wordt de kookzone uitgeschakeld.
Vermogensstand 9 = maximumvermogen.
Elke vermogensstand is voorzien van een tussenliggende
instelling. Deze wordt aangegeven met een punt.
Selecteer de kookzone en de vermogensstand
De kookplaat moet ingeschakeld zijn.
1. Selecteer de kookzone met het symbool $.
■
Als er een pan op de kookzone staat voordat de plaat wordt
ingeschakeld, zal deze worden gedetecteerd binnen
20 seconden na het indrukken van de hoofdschakelaar en
zal de kookzone automatisch worden geselecteerd.
Selecteer, zodra deze is gedetecteerd, de vermogensstand
binnen 20 seconden, anders wordt de kookzone
uitgeschakeld.
Ook al worden er meerdere pannen geplaatst, bij het
inschakelen van de kookplaat wordt er maar één
gedetecteerd.
Kooktabel
In onderstaande tabel worden enkele voorbeelden gegeven.
De kooktijden zijn afhankelijk van de vermogensstand, het type,
het gewicht en de kwaliteit van het voedsel. Daarom zijn er
variaties.
Bij het verhitten van purees, crèmes en dikke sauzen dient u af
en toe te roeren.
Gebruik de vermogensstand 9 als u begint te koken.
Vermogensstand
Kookduur
Chocolade, chocoladecouverture
1-1.
-
Boter, honing, gelatine
1-2
-
Maaltijdsoep (bv. linzen)
1.-2
-
Melk**
1.-2.
-
Worstjes opgewarmd in water**
3-4
-
Smelten
Verhitten en warmhouden
* Koken zonder deksel
** Zonder deksel
***Geregeld omdraaien
23
Vermogensstand
Kookduur
Diepvriesspinazie
3-4
15-25 min.
Diepvriesgoulash
3-4
30-40 min.
Aardappelballetjes*
4.-5.
20-30 min.
Vis*
4-5
10-15 min.
Witte sauzen, bv. bechamel
1-2
3-6 min.
Geklopte sauzen, bv. bearnaisesaus, Hollandse saus
3-4
8-12 min.
Rijst (met twee keer zoveel water)
2-3
15-30 min.
Rijstpap
2-3
30-40 min.
Aardappelen in de schil
4-5
25-30 min.
Geschilde aardappelen met zout
4-5
15-25 min.
Pasta*
6-7
6-10 min.
Eenpansgerecht, soep
3.-4.
15-60 min.
Groenten
2.-3.
10-20 min.
Diepvriesgroenten
3.-4.
7-20 min.
Koken met de snelkookpan
4.-5.
-
Rollade
4-5
50-60 min.
Stoofschotel
4-5
60-100 min.
Goulash
3-4
50-60 min.
Ontdooien en verhitten
Op een zacht vuurtje gaarstoven, op een zacht vuurtje koken
Koken, stomen, smoren
Sudderen
Braden / frituren met een beetje olie**
Filets, al dan niet gepaneerd
6-7
6-10 min.
Diepvriesfilets
6-7
8-12 min.
Koteletten, al dan niet gepaneerd***
6-7
8-12 min.
Biefstuk (3 cm dik)
7-8
8-12 min.
Borst (2 cm dik)***
5-6
10-20 min.
Diepvriesborst***
5-6
10-30 min.
Hamburgers, gehaktballetjes (3 cm dik)***
4.-5.
30-40 min.
Vis en visfilet, ongepaneerd
5-6
8-20 min.
Vis en visfilet, gepaneerd
6-7
8-20 min.
Gepaneerde diepvriesvis, bv. vissticks
6-7
8-12 min.
Garnalen en steurgarnalen
7-8
4-10 min.
Diepvriesgerechten, bv. gesauteerd
6-7
6-10 min.
Pannenkoeken
6-7
een voor een frituren
Omelet
3.-4.
een voor een frituren
Spiegeleieren
5-6
3-6 min.
Diepvriesproducten, bv. frieten, kipnuggets
8-9
Diepvrieskroketten
7-8
een portie na de andere
frituren
Vlees, bv., stukjes kip
6-7
Vis, gepaneerd of in bierdeeg
6-7
Groenten, paddenstoelen, gepaneerd of in bierdeeg, bv. champignons
6-7
Banket, bv. beignets, fruit in bierdeeg
4-5
Frituren** (150-200 g per portie in 1-2 l olie)
* Koken zonder deksel
** Zonder deksel
***Geregeld omdraaien
24
Flexibele zone
Kan worden gebruikt als één enkele zone of als twee
afzonderlijke zones, afhankelijk van de kookbehoeften op elk
ogenblik.
Bestaat uit 4 inductoren die onafhankelijk van elkaar werken.
Als de flexibele zone in werking is, wordt alleen de zone die
bedekt wordt door de pan geactiveerd.
Tips voor het gebruik van pannen
Om te zorgen voor een goede detectie en verdeling van de
warmte, wordt aanbevolen de pan correct te centreren:
Als één enkele kookzone
Als twee onafhankelijke zones
De flexibele zone is standaard afgesteld om te worden gebruikt
als twee onafhankelijke kookzones.
Zo wordt dit geactiveerd
Zie paragraaf “de kookzone afstellen".
Als één enkele kookzone
De kookzone wordt volledig gebruikt, waarbij beide zones
samengevoegd worden.
Zo wordt dit geactiveerd
De kookplaat moet ingeschakeld zijn.
Diameter minder dan of gelijk aan 13 cm
Zet de pan op een van de 4 posities die op
de afbeelding te zien zijn.
1. Selecteer één van de twee kookzones die overeenstemmen
met de flexibele zone en stel de vermogensstand af.
2. Druk op het symbool ï. De visuele indicator gaat branden.
De flexibele zone wordt geactiveerd.
Diameter groter dan 13 cm
Zet de pan op een van de 3 posities die op
de afbeelding te zien zijn.
Als de pan meer dan een kookzone
inneemt, plaats hem dan vanaf de bovenste
of onderste rand van de flexibele zone.
Als twee onafhankelijke zones
De voorste en achterste zone, met ieder
twee inductoren, kunnen los van elkaar
gebruikt worden door het vermogen van
iedere zone te regelen. In dit geval is het
raadzaam maar een pan op elke zone te
gebruiken.
Waarschuwingen
Wanneer twee pannen gebruikt worden met een verschillende
maat of die niet uit hetzelfde materiaal bestaan, kunnen
bepaalde geluiden of trillingen optreden die de correcte
werking van de zone niet in de weg staan.
De vermogensstand wijzigen
Wijzigen van de vermogensstand met de symbolen + of -.
Een nieuwe pan toevoegen
Selecteer de kookzone van de flexibele zone en druk
vervolgens op het symbool ï. De nieuwe pan wordt
gedetecteerd en de vooraf geselecteerde vermogensstand blijft
behouden.
Aanwijzing: Als de pan van de kookzone die in werking is
wordt verplaatst of opgetild, voert de kookplaat een
automatische zoekopdracht uit en blijft de vooraf geselecteerde
vermogensstand behouden.
Zo wordt dit gedeactiveerd
Stel af op ‹ met de symbolen + of -.
Weer als twee kookzones gebruiken
Selecteer een van de twee kookzones van de flexibele zone en
stel af op ‹.
Aanwijzing: Wanneer de kookplaat uitgeschakeld en daarna
opnieuw ingeschakeld wordt, wordt de flexibele zone opnieuw
gebruikt als twee kookzones.
Om het maximumvermogen te
behalen met de Functie Powerboost, dient u de pan in het midden
van de flexibele zone te plaatsen,
als deze als een enkele kookzone
wordt gebruikt.
Op kookplaten met meer dan een
flexibele zone wordt aanbevolen om
voor één pan niet meerdere zones
tegelijk te gebruiken.
25
Kinderslot
De kookplaat kan beveiligd worden tegen ongewilde
inschakeling, om te voorkomen dat kinderen de kookzones
kunnen inschakelen.
Het kinderslot activeren en deactiveren
De kookplaat moet uitgeschakeld zijn.
Activeren: houd het symbool ‚ gedurende circa 4 seconden
ingedrukt. De indicator ‚ gaat gedurende 10 seconden
branden10. De kookplaat is geblokkeerd.
Automatisch kinderslot
Met deze functie wordt het kinderslot altijd automatisch
ingeschakeld als de kookplaat wordt uitgeschakeld.
Activeren en deactiveren
In hoofdstuk Basisinstellingen vindt u informatie over het
inschakelen van het automatische kinderslot.
Deactiveren: houd het symbool ‚ gedurende circa
4 seconden ingedrukt. De blokkering is gedeactiveerd.
Functie Powerboost
Met de functie Powerboost kan het voedsel sneller worden
verwarmd dan wanneer de vermogensstand Š wordt gebruikt.
Zo wordt dit geactiveerd
Gebruiksbeperkingen
2. Druk op het symbool ˜.
Deze functie is beschikbaar in alle kookzones, mits de andere
zone van dezelfde groep niet in werking is. (Zie afbeelding) Zo
niet, dan knipperen op de visuele indicator van de
geselecteerde kookzone ˜ en Š knipperen; vervolgens zal de
vermogensstand automatisch worden aangepast Š.
*URHS
1. Selecteer een kookzone.
De indicator ˜ gaat branden.
De functie Powerboost is nu geactiveerd.
Zo wordt dit gedeactiveerd
1. Selecteer een kookzone.
2. Druk op het symbool ˜.
De indicator ˜ wordt niet meer in beeld gebracht en de
kookzone keert terug naar de vermogensstand Š.
De functie Powerboost is nu gedeactiveerd.
*URHS
Aanwijzing: Onder bepaalde omstandigheden kan de
Powerboost functie automatisch uitgeschakeld worden om de
elektronische onderdelen aan de binnenzijde van de plaat te
beschermen.
Aanwijzing: Het hoogste vermogen dat wordt geleverd in de
flexibele zone wordt verkregen door één pan midden op de
zone te zetten, zoals wordt uitgelegd in het hoofdstuk Flexibele
zone.
Timerfunctie
Deze functie kan op twee verschillende manieren gebruikt
worden:
■
om een kookzone automatisch uit te schakelen.
■
als kookwekker.
3. Druk op het symbool + of -. De basisinstelling wordt getoond:
Symbool +: 30 minuten.
Symbool -: 10 minuten.
Een kookzone automatisch uitschakelen
De zone gaat automatisch uit na het verstrijken van de
geselecteerde tijd.
Programmeren van de kooktijd.
De kookplaat moet ingeschakeld zijn:
1. Selecteer de kookzone en de gewenste vermogensstand.
2. Druk op het symbool 3. De indicator x van de kookzone
licht op. Op de visuele indicator van de timerfunctie
verschijnt ‹‹.
4. Druk op het symbool + of - tot de gewenste kooktijd
verschijnt.
Na enkele seconden begint de kooktijd te lopen.
26
Aanwijzing: Het is mogelijk om dezelfde kooktijd voor alle
zones automatisch te programmeren. De geprogrammeerde
tijd zal onafhankelijk verstrijken voor ieder van de kookzones.
In het hoofdstuk Basisinstellingen vindt u informatie over de
automatische programmering van de kooktijd.
De tijd wijzigen of annuleren
Selecteer de kookzone. Druk op het symbool 3 en wijzig de
kooktijd met de symbolen + of -, of stel af op ‹‹.
Na het verstrijken van de tijd
De kookzone wordt uitgeschakeld. Er klinkt een
waarschuwingssignaal en op de visuele indicator van de
timerfunctie verschijnt ‹‹ gedurende 10 seconden. De
indicator x van de kookzone licht op. Druk op het
symbool 3, de indicators gaan uit en het akoestische signaal
stopt.
Aanwijzingen
■ Indien een kooktijd in verschillende zones geprogrammeerd
is, wordt op de visuele indicator van de timerfunctie altijd de
kooktijd van de geselecteerde zone getoond.
■
De kooktijd kan worden ingesteld tot 99 minuten.
De kookwekker
Met de kookwekker kan een tijd geprogrammeerd worden tot
99 minuten. Deze is niet afhankelijk van andere instellingen.
Deze functie schakelt de kookzone niet automatisch uit.
Zo wordt dit geprogrammeerd
Geen kookzone dient te zijn geselecteerd.
1. Druk op het symbool 3. Op de visuele indicatie van de
timerfunctie verschijnt ‹‹ en het symbool W
2. Druk op de symbolen + of -. De basisinstelling wordt
getoond.
Symbool +: 10 minuten.
Symbool -: 05 minuten.
3. Stel de gewenste kooktijd in met de symbolen + of -.
Na enkele seconden begint de tijd te lopen.
De tijd wijzigen of annuleren
Druk meerdere keren op het symbool 3 tot de indicator W
oplicht. Wijzig de tijd of stel af op ‹‹ met de symbolen + of -.
Na het verstrijken van de tijd
Er klinkt een waarschuwingssignaal. Op de visuele indicator
van de timerfunctie verschijnt ‹‹. Na 10 seconden gaan de
indicators uit.
Als op het symbool 3 wordt gedrukt, gaan de indicators uit en
stopt het akoestische signaal.
Warmhoudfunctie
Deze functie is geschikt voor het smelten van chocolade of
boter en voor het warmhouden van voedsel.
Deactiveren
Activeren
2. Druk op het symbool –.
1. De kookzone selecteren.
2. Druk binnen de volgende 10 seconden op het symbool –.
De indicator –brandt.
1. Selecteer de gewenste kookzone.
De indicatie –verdwijnt.
De kookzone wordt uitgeschakeld en de restwarmte-indicator
verschijnt.
De warmhoudfunctie is nu geactiveerd.
Beschermingsfunctie bij reiniging
Indien het bedieningspaneel gereinigd wordt terwijl de
kookplaat ingeschakeld is, kunnen de instellingen gewijzigd
worden.
Om dit te vermijden, beschikt de kookplaat over de
beschermingsfunctie bij reiniging. Druk op het symbool ". Er
weerklinkt een signaal. De indicator Ú naast het symbool "
licht op. Het bedieningspaneel blijft gedurende 35 seconden
geblokkeerd. Nu kan het oppervlak van het bedieningspaneel
gereinigd worden zonder risico op wijziging van de instellingen.
Aanwijzing: De blokkering heeft geen invloed op de
hoofdschakelaar. De kookplaat kan desgewenst uitgeschakeld
worden.
Automatische tijdslimiet
Indien de kookzone gedurende lange tijd in werking is en er
geen enkele wijziging in de instelling wordt aangebracht , dan
wordt de automatische tijdslimiet geactiveerd.
De kookzone wordt niet meer verhit. Op de visuele indicator
van de kookzone knipperen afwisselend ”, ‰ en de
restwarmte-indicator œ/•.
De indicator gaat uit als er op een willekeurig symbool wordt
gedrukt. Nu kan de kookzone opnieuw worden ingesteld.
Wanneer de automatische limiet is geactiveerd, wordt deze
geregeld afhankelijk van de geselecteerde vermogensstand
(van 1 tot 10 uur).
27
Het energieverbruik bekijken
Met deze functie kan het totale energieverbruik gedurende de
tijd dat de kookplaat is ingeschakeld worden bekeken.
Nadat de kookplaat is uitgeschakeld verschijnt het verbruik in
kWh gedurende 10 seconden.
Op de afbeelding verschijnt een voorbeeld met een verbruik
van ‚.‹‰ kWh.
N:K
Basisinstellingen
Het apparaat beschikt over diverse basisinstellingen. Deze
instellingen kunnen aangepast worden aan de behoeften van
de gebruiker.
Indicator
Functie
™‚
Automatisch kinderslot
‹ Gedeactiveerd.*
‚ Geactiveerd.
™ƒ
Akoestische signalen
‹ Bevestigingssignaal en foutsignaal gedeactiveerd.
‚Alleen foutsignaal geactiveerd.
ƒAlleen bevestigingssignaal geactiveerd.
„ Alle signalen geactiveerd.*
™„
Indicator voor het stroomverbruik
‹ Gedeactiveerd.*
‚ Geactiveerd.
™†
Automatische programmering van de kooktijd.
‹ Uitgeschakeld.*
‚-ŠŠ Tijd van de automatische uitschakeling.
™‡
Duur van het geluidssignaal van de timerfunctie
‚ 10 seconden.
ƒ 30 seconden.
„ 1 minuut*.
*Fabrieksinstelling
28
In hoofdstuk Basisinstellingen vindt u de informatie over de
activering van deze functie.
Indicator
Functie
™ˆ
Functie Power-Management
‹ = Gedeactiveerd.*
‚ = 1000 W minimumvermogen.
‚= 1500 W
ƒ = 2000 W
...
Š of Š. = maximumvermogen van de plaat.
™Š
Selectietijd van de kookzone
‹ Onbeperkt: de laatst geprogrammeerde kookzone blijft geselecteerd.*
‚ Beperkt: de kookzone blijft slechts 10 seconden lang geselecteerd.
™‹
Terug naar de standaardinstellingen
‹ Persoonlijke instellingen.*
‚ Terug naar de fabrieksinstellingen.
*Fabrieksinstelling
Toegang tot de basisinstellingen
4. Selecteer vervolgens de gewenste instelling met de
symbolen + en -.
De kookplaat moet uitgeschakeld zijn.
1. Schakel de kookplaat in.
2. Druk binnen de volgende 10 seconden op het symbool " en
houd het gedurende 4 seconden ingedrukt.
5. Houd het symbool " nogmaals gedurende meer dan 4
seconden ingedrukt.
De instellingen zijn op de juiste wijze bewaard.
Op de visuele indicators lichten afwisselend ™ en ‚ op en ‹
als vooraf bepaalde instelling.
3. Druk meerdere keren op het symbool " tot de indicator van
Afsluiten
Om de instellingen af te sluiten, de kookplaat met de
hoofdschakelaar uitschakelen.
de gewenste functie verschijnt.
Onderhoud en reiniging
De raadgevingen en waarschuwingen in dit hoofdstuk zijn
bedoeld voor het optimaal schoonmaken en onderhouden van
de kookplaat.
Kookplaat
Reiniging
Maak de kookplaat na ieder gebruik schoon. Op die manier
voorkomt u dat aangekoekte resten verbranden. Maak de
kookplaat pas schoon als hij voldoende is afgekoeld.
Gebruik alleen reinigingsproducten die geschikt zijn voor
kookplaten. Volg de aanwijzingen op de verpakking van het
product op.
Gebruik nooit:
■
Corrosieve producten zoals ovensprays of
vlekkenverwijderaars
■
Schuursponzen
■
Hogedrukreinigers of stoommachines
De beste manier om hardnekkig vuil te verwijderen is om een
glasschraper te gebruiken. Neem de aanwijzingen van de
fabrikant in acht.
Glasschrapers zijn verkrijgbaar via de Technische dienst of in
onze online winkel.
Omlijsting van de kookplaat
Om schade aan de omlijsting van de kookplaat te vermijden,
moeten de volgende aanwijzingen worden opgevolgd:
■
Onverdund afwasmiddel
■
Gebruik alleen warm water met een beetje zeep
■
Afwasmiddel voor vaatwasmachines
■
Gebruik nooit scherpe of bijtende producten
■
Schurende middelen
■
Gebruik de glasschraper niet
29
Repareren van storingen
Storingen zijn gewoonlijk toe te schrijven aan kleine details.
Neem de volgende raadgevingen en waarschuwingen in acht
alvorens contact op te nemen met de Technische Dienst.
Indicator
Storing
Maatregel
geen
De stroom is uitgevallen.
Controleer met andere elektrische apparaten of de
stroom is uitgevallen.
Het apparaat is niet aangesloten volgens het Controleer of het apparaat is aangesloten volgens het
aansluitschema.
aansluitschema.
Storing in het elektronische systeem.
Als de storing na de voorgaande controles niet is
opgelost, neem dan contact op met de Technische
Dienst.
De indicators knipperen
Het bedieningspaneel is vochtig of er ligt iets Droog de zone van het bedieningspaneel of neem het
op.
voorwerp weg.
De indicator - knippert op
de indicatoren van de
kookzones
Er heeft zich een fout voorgedaan in het elek- Bedek het bedieningsvlak kort met de hand om de stotronische systeem.
ring te bevestigen.
“§ + nummer / š + nummer / ¡ + nummer
Storing in het elektronische systeem.
Sluit de kookplaat af van het verdeelnet. Wacht ongeveer 30 seconden alvorens hem weer aan te sluiten.*
”‹ / ”Š
Er is een interne fout in de werking opgetreden.
Sluit de kookplaat af van het verdeelnet. Wacht ongeveer 30 seconden alvorens hem weer aan te sluiten.*
”ƒ
Het elektronische systeem is oververhit
geraakt en heeft de overeenkomstige kookzone uitgeschakeld.
Wacht tot het elektronische systeem voldoende afgekoeld is. Druk vervolgens op een willekeurig symbool
van de kookplaat. *
”…
Het elektronische systeem is oververhit
geraakt en heeft alle kookzones uitgeschakeld.
Ӡ + vermogensstand en Er staat een warme pan op de zone van het
bedieningspaneel. Het is zeer waarschijnlijk
waarschuwingstoon
dat het elektronische systeem oververhit
raakt.
Neem die pan weg. De storingsindicator gaat kort
daarna uit. U kunt verder gaan met koken.
Ӡ en waarschuwingstoon Er staat een warme pan op de zone van het
Neem die pan weg. Wacht enkele seconden. Druk op
bedieningspaneel. De kookzone is uitgegaan een willekeurig bedieningsvlak. Als de storingsindicaom het elektronische systeem te beschermen. tor uit gaat kunt u verder gaan met koken.
—‚
Onjuiste voedingsspanning, overschrijding
van de normale werklimieten.
Neem contact op met uw elektriciteitsleverancier.
—ƒ / —„
De kookzone is oververhit en is uitgeschakeld Wacht totdat het elektronische systeem voldoende
om uw kookplaat te beschermen.
afgekoeld is en schakel hem opnieuw in.
* Als de indicatie voortduurt, neem dan contact op met de Technische Dienst.
Zet geen hete pannen op het bedieningspaneel.
Normaal geluid tijdens de werking van het
apparaat
De technologie van het verwarmen door inductie is gebaseerd
op het ontstaan van elektromagnetische velden die ervoor
zorgen dat de warmte rechtstreeks op de bodem van de pan
wordt voortgebracht. De pannen kunnen, afhankelijk van hun
bouw, geluiden of trillingen voortbrengen, zoals hieronder
worden genoemd:
Een diep gezoem zoals in een transformator
Dit geluid ontstaat tijdens het koken op een hoge
vermogensstand. De oorzaak daarvan is de hoeveelheid
energie die de kookplaat aan de pan overdraagt. Het geluid
verdwijnt of vermindert zodra de vermogensstand wordt
verlaagd.
Een laag fluitend geluid
Dit geluid ontstaat als de pan leeg is. Het geluid verdwijnt zodra
er water of voedsel in de pan wordt gedaan.
Knisperen
Dit geluid doet zich voor bij pannen die bestaan uit lagen van
verschillende materialen. Het geluid komt door de trillingen die
ontstaan op de verbindingsvlakken van de verschillende
30
materialen. Dit geluid is afkomstig van de pan. De hoeveelheid
voedsel en de manier waarop het wordt bereid, kunnen de
intensiteit van het geluid doen variëren.
Hoge fluitende geluiden
De geluiden ontstaan met name in pannen die bestaan uit
lagen van verschillende materialen, zodra deze worden
aangezet op de hoogste stand en op twee kookzones tegelijk.
Deze fluitende geluiden verdwijnen of worden minder zodra het
vermogen wordt verlaagd.
Geluid van de ventilator
Voor een goed gebruik van het elektronische systeem moet de
kookplaat op een gecontroleerde temperatuur werken. Hiertoe
is de kookplaat voorzien van een ventilator die wordt
geactiveerd als een hoge temperatuur wordt gedetecteerd. De
ventilator kan ook door inertie werken, nadat de kookplaat is
uitgezet, als de gedetecteerde temperatuur nog te hoog is.
De omschreven geluiden zijn normaal en maken deel uit van de
inductietechnologie en duiden niet op een storing.
Servicedienst
Wanneer uw apparaat gerepareerd moet worden, staat onze
servicedienst voor u klaar.
De contactgegevens in alle landen vindt u in de bijgesloten lijst
met Servicedienstadressen.
E-nummer en FD-nummer
Verzoek om reparatie en advies bij storingen
NL
088 424 4040
B
070 222 143
Geef wanneer u contact opneemt met de servicedienst altijd
het productnummer (E-nr.) en het fabricagenummer (FD-nr.)
van het apparaat op. Het typeplaatje met de nummers vindt u
op het identificatiebewijs van het apparaat.
Let erop dat het bezoek van een technicus van de servicedienst
in het geval van een verkeerde bediening ook tijdens de
garantietijd kosten met zich meebrengt.
Vertrouw op de competentie van de fabrikant. Dan bent u ervan
verzekerd dat de reparatie wordt uitgevoerd door ervaren
technici die gebruikmaken van de originele reserveonderdelen
voor uw apparaat.
Geteste gerechten
Deze tabel is opgesteld door evaluatie-instituten om de
controles van onze apparaten te vereenvoudigen.
De gegevens van de tabel verwijzen naar onze pannen,
toebehoren van Schulte-Ufer (4-delige pannenset voor
inductieplaat Z9442X0) met onderstaande afmetingen:
■
Steelpan Ø 16 cm, 1,2 l voor kookzones van Ø 14,5 cm
■
Kookpan Ø 16 cm, 1,7 l voor kookzones van Ø 14,5 cm
■
Kookpan Ø 22 cm, 4,2 l voor kookzones van Ø 18 cm
■
Koekenpan Ø 24 cm, voor kookzones Ø 18 cm
Voorverwarming
Geteste gerechten
Koken
Kookzone
Vermogensstand
Duur (Min:S)
Deksel
VermoDeksel
gensstand
Ø 14,5 cm
-
-
-
1 - 1.
Nee
Ø 14,5 cm
9
1:30 zonder te
roeren
Ja
1.
Ja
Ø 18 cm
9
2:30 zonder te
roeren
Ja
1.
Ja
Ø 14,5 cm
9
1:30 omroeren na
circa 1:00
Ja
1.
Ja
Ø 18 cm
9
2:30 omroeren na
circa 1:00
Ja
1.
Ja
1. De boter laten smelten, het meel en het zout
erdoor mengen en alles laten verhitten
1
circa 3:00
Nee
2. Voeg de melk toe en breng de saus aan de
kook en blijf ondertussen doorroeren
7
circa 5:20
Nee
1
Nee
Chocolade smelten
Pan: steelpan
Chocoladecouverture (bv. merk Dr. Oetker puur
55% , 150 g.)
Linzensoep verhitten en warmhouden
Pan: Kookpan
Begintemperatuur 20 °C
Linzensoep*
Hoeveelheid 450 g.
Hoeveelheid: 800 g.
Linzensoep uit blik, bv. linzen met chorizo van
Erasco
Hoeveelheid 500 g.
Hoeveelheid 1 kg.
Bechamelsaus bereiden
Pan: Steelpan
Temperatuur van de melk: 7 °C
Ingrediënten: 40 g boter , 40 g meel, 0,5 l melk
(3,5% vetstof) en een snufje zout
3. Als de Bechamelsaus begint te koken, laat
dan nog 2 minuten staan terwijl u blijft doorroeren
Ø 14,5 cm
*Recept volgens DIN 44550
**Recept volgens DIN EN 60350-2
31
Voorverwarming
Geteste gerechten
Kookzone
Koken
Vermogensstand
Duur (Min:S)
Deksel
VermoDeksel
gensstand
8.
circa 6:30
Nee
2 omroeren
na circa
10:00
Ja
Rijstpap maken
Pan: Gewone pan
Temperatuur van de melk: 7 °C
Verwarm de melk tot hij omhoog komt. Verander de
aanbevolen vermogensstand en voeg de rijst, de
suiker en het zout aan de melk toe.
Ingrediënten: 190 g. rondkorrelige rijst, 23 g. suiker, 750 ml. melk (3,5% vetstof) en een snufje
zout
Ingrediënten: 250 rondkorrelige rijst, 30 g. suiker, 1 l. melk (3,5% vetstof) en een snufje zout
Ø 14,5 cm
Ø 18 cm
Rijst koken*
Pan: Kookpan
Temperatuur van het water 20 °C
Ingrediënten: 125 g rondkorrelige rijst, 300 g
water en een snufje zout
Ø 14,5 cm
9
circa 2:30
Ja
2
Ja
Ingrediënten: 250 g rondkorrelige rijst, 600 g
water en een snufje zout
Ø 18 cm
9
circa 2:30
Ja
2.
Ja
Ø 18 cm
9
1:30
Nee
7
Nee
Ø 18 cm
9
1:30
Nee
7
Nee
Ø 18 cm
9
Tot de olietemperatuur 180 °C
bedraagt
Nee
9
Nee
Varkenshaas bakken
Pan: Koekenpan
Begintemperatuur van de varkenshaas: 7 °C
2 varkenshaasfilets (totaal gewicht circa 200 g,
1 cm dik)
Pannenkoeken bakken**
Pan: Koekenpan
55 ml pannenkoekbeslag
Diepvriesfrieten bakken
Pan: Kookpan
Ingrediënten: 1,8 kg zonnebloemolie per bereiding: 200 g diepvriesfrieten (bv. McCain 123 Frites Original)
*Recept volgens DIN 44550
**Recept volgens DIN EN 60350-2
32
Niveau de puissance
Durée de cuisson
Épinards surgelés
3-4
1525 min
Goulasch surgelé
3-4
30-40 min
Boulettes de pomme de terre*
4.-5.
20-30 min
Poisson*
4-5
10-15 min
Sauces blanches, par ex. béchamel
1-2
3-6 min
Sauces fouettées, par ex. sauce béarnaise, sauce hollandaise
3-4
8-12 min
Riz (avec double quantité d'eau)
2-3
15-30 min
Riz au lait
2-3
30-40 min
Pommes de terre non pelées
4-5
25-30 min
Pommes de terre pelées et salées
4-5
1525 min
Pâtes*
6-7
6-10 min
Pot-au-feu, soupes
3.-4.
15-60 min
Légumes
2.-3.
1020 min
Légumes, surgelés
3.-4.
7-20 min
Pot-au-feu en cocotte-minute
4.-5.
-
Rouleau à la viande
4-5
5060 min
Ragoût
4-5
60-100 min
Goulasch
3-4
5060 min
Décongeler et chauffer
Cuire à feu doux, faire bouillir à feu doux
Faire bouillir, cuire à la vapeur, réchauffer
Cuire à l'étouffée
Griller / Frire avec peu d'huile**
Filets, au naturel ou panés
6-7
6-10 min
Filets surgelés
6-7
8-12 min
Côtelettes, nature ou panées***
6-7
8-12 min
Bifteck (3 cm d'épaisseur)
7-8
8-12 min
Blanc de poulet (2 cm d'épaisseur)***
5-6
1020 min
Blanc de poulet, surgelé***
5-6
10-30 min
Hamburgers, boulettes de viande (3 cm d'épaisseur)***
4.-5.
30-40 min
Poisson et filet de poisson au naturel
5-6
8-20 min
Poisson et filet de poisson pané
6-7
8-20 min
Poisson pané surgelé, par ex. bâtonnets de poisson
6-7
8-12 min
Gambas et crevettes
7-8
4-10 min
Plats surgelés, par ex. poêlées
6-7
6-10 min
Crêpes
6-7
frire une par une
Omelettes
3.-4.
frire une par une
Œufs au plat
5-6
3-6 min
Produits surgelés, par ex. pommes de terre frites, nuggets de poulet
8-9
Croquettes surgelées
7-8
frire les portions une
par une
Viande, par ex. morceaux de poulet
6-7
Poisson pané ou en beignets
6-7
Légumes, champignons, panés ou en beignets, par ex. champignons de Paris
6-7
Pâtisserie, par ex. beignets, fruits en beignets
4-5
Frire** (150-200 g par portion dans 1-2 l d'huile)
* Cuisson sans couvercle
** Sans couvercle
*** Retourner fréquemment
39
Livello di potenza
Durata di cottura
Spinaci surgelati
3-4
15-25 min.
Gulasch surgelato
3-4
30-40 min.
Crocchette di patate*
4.5.
20-30 min.
Pesce*
4-5
10-15 min.
Salse bianche, ad es. besciamella
1-2
3-6 min.
Salse battute, ad es. salsa bernese, salsa olandese
3-4
8-12 min.
Riso (con quantità doppia d'acqua)
2-3
15-30 min.
Riso al latte
2-3
30-40 min.
Patate con la buccia
4-5
25-30 min.
Patate pelate al sale
4-5
15-25 min.
Pasta*
6-7
6-10 min.
Stufato, minestre
3.4.
15-60 min.
Verdure
2.-3.
10-20 min.
Verdure, surgelate
3.4.
7-20 min.
Stufato in pentola a pressione
4.5.
-
Rollato di carne
4-5
50-60 min.
Stufato
4-5
60-100 min.
Gulasch
3-4
50-60 min.
Scongelare e riscaldare
Cucinare a fuoco lento, bollire a fuoco lento
Bollire, cucinare a vapore, rosolare
Stufare
Arrostire / Friggere con poco olio**
Filetti, al naturale o impanati
6-7
6-10 min.
Filetti surgelati
6-7
8-12 min.
Braciole, al naturale o impanate***
6-7
8-12 min.
Bistecca (3 cm di spessore)
7-8
8-12 min.
Petto (2 cm di spessore)***
5-6
10-20 min.
Petto, surgelato***
5-6
10-30 min.
Hamburger, polpette di carne (3 cm di spessore)***
4.5.
30-40 min.
Pesce e filetto di pesce al naturale
5-6
8-20 min.
Pesce e filetto di pesce impanato
6-7
8-20 min.
Pesce impanato surgelato, ad es. bastoncini di pesce
6-7
8-12 min.
Gamberi e gamberetti
7-8
4-10 min.
Piatti surgelati, ad es. soffritti
6-7
6-10 min.
Crêpe
6-7
friggere una per volta
Frittata
3.4.
friggere una per volta
Uova fritte
5-6
3-6 min.
Prodotti surgelati, ad es. patatine fritte, nugget di pollo
8-9
Crocchette surgelate
7-8
friggere una porzione alla
volta
Carne, ad es. pezzi di pollo
6-7
Friggere** (150-200 g per porzione in 1-2 l di olio)
Pesce impanato o in pastella
6-7
Verdure, funghi, impanati o in pastella, ad es. champignon
6-7
Pasticceria, ad es. meringhe, frutta fritta in pastella
4-5
* Cottura senza coperchio
** Senza coperchio
*** Girare spesso
54
Constructa Neff
Vertriebs-GmbH
Carl-Wery-Straße 34
D-81739 München
*9000884554*
9000884554
01
931205