Siemens HM676G0S6 de handleiding

Type
de handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

>GH@ *HEUDXFKVDQOHLWXQJ 
>QO@ *HEUXLNVDDQZLM]LQJ 
>IU@ 1RWLFHG·XWLOLVDWLRQ 
>LW@ ,VWUX]LRQLSHUO·XVR 
(+)7
.RFKIHOG
.RRNSODDW
7DEOHGHFXLVVRQ
3LDQRGLFRWWXUD
10
Funktion CombiZone
Mit dieser Funktion können die beiden gleich großen linken
Kochstellen zusammengeschaltet werden. Dabei wird für beide
Kochstellen die gleiche Kochstufe eingestellt. Sie ist besonders
zum Kochen mit länglichem Kochgeschirr geeignet.
Hinweise zum Kochgeschirr
Für optimale Ergebnisse verwenden Sie ein geeignetes, ovales
Kochgeschirr im Bereich der beiden Kochstellen . Stellen Sie
das Kochgeschirr mittig auf die Kochstellen.
Wird auf einer der beiden Kochstellen nur ein Kochgeschirr ver-
wendet, kann dieses auf die zweite Kochstelle verschoben wer-
den. In diesem Fall werden die Kochstufe und die
ausgewählten Einstellungen übernommen.
Aktivieren
Das Kochfeld muss eingeschaltet sein.
1. Eine der zwei zur CombiZone gehörenden Kochstellen aus-
wählen und die Kochstufe einstellen.
2. Das Symbol þ berühren. Die Anzeige þ leuchtet.
Die Kochstufe erscheint in der Anzeige der unteren Koch-
stelle.
Die Funktion ist aktiviert.
Kochstufe ändern
Im Einstellbereich die Kochstufe ändern.
Deaktivieren
Eine der zwei zu dieser Funktion gehörenden Kochstellen aus-
wählen und im Einstellbereich auf
stellen.
Die Funktion wird in etwa 3 Sekunden deaktiviert.
Move-Funktion
Mit dieser Funktion können Sie die zwei linken Kochstellen der
gleichen Größe kombinieren und für beide Kochstellen unter-
schiedliche Kochstufen wählen. Voreingestellte Kochstufen:
Vordere Kochstelle = Kochstufe
Š
Hintere Kochstelle = Kochstufe .
Die Kochstufen können für jede Kochstelle unabhängig vonein-
ander geändert werden.
Hinweise
Kochgeschirr nur auf einer der Kochstellen platzieren. Die
Funktion wird nicht aktiviert, wenn auf beiden Kochstellen
jeweils ein Kochgeschirr steht.
In der Anzeige der Kochstelle auf der kein Kochgeschirr steht
leuchtet die Kochstufe schwächer, ist aber nicht aktiviert, bis
das Kochgeschirr auf diese Kochstelle verschoben und
erkannt wird.
Wenn die Funktion bereits aktiviert ist und ein zweites Koch-
geschirr wird auf die freie Kochstelle gestellt, leuchtet die
Anzeige nach wie vor schwächer, aber die Kochstelle ist nicht
aktiv.
Empfehlungen zum Gebrauch des
Kochgeschirrs
Setzen Sie das Kochgeschirr mittig auf. Dadurch wird eine opti-
male Topferkennung und Wärmeverteilung gewährleistet.
Verwenden Sie nur ein einziges Kochgeschirr, das nur eine
Kochstelle bedeckt.
Das Kochgeschirr von einer Kochstelle zu einer anderen ver-
schieben:
19
Kinderen mogen niet met het apparaat
spelen. Reiniging en onderhoud van het
toestel mogen niet worden uitgevoerd door
kinderen, tenzij zij 8 jaar of ouder zijn en
onder toezicht staan.
Zorg ervoor dat kinderen die jonger zijn dan
8 jaar uit de buurt blijven van het toestel of
de aansluitkabel.
Heeft u een pacemaker of soortgelijk
medisch hulpmiddel geïmplanteerd, dan
dient u speciale voorzorgsmaatregelen in
acht nemen bij het gebruiken of in de buurt
komen van inductiekookplaten als die in
werking zijn. Raadpleeg uw arts of de
fabrikant van het hulpmiddel, om er zeker
van te zijn dat het voldoet aan de geldige
regelgeving en informeer omtrent mogelijke
incompatibiliteit.
Risico van brand!
Hete olie en heet vet vatten snel vlam.
Hete olie en heet vet nooit gebruiken
zonder toezicht. Vuur nooit blussen met
water. Schakel de kookzone uit. Vlammen
voorzichtig met een deksel, smoordeksel
of iets dergelijks verstikken.
Risico van brand!
De kookzones worden erg heet. Nooit
brandbare voorwerpen op de kookplaat
leggen. Geen voorwerpen op de
kookplaat leggen.
Risico van brand!
Het apparaat wordt heet. Nooit brandbare
voorwerpen of spuitbussen bewaren in
laden direct onder de kookplaat.
Risico van brand!
De kookplaat schakelt vanzelf uit en kan
niet meer worden bediend. Hij kan later
per ongeluk worden ingeschakeld.
Zekering in de meterkast uitschakelen.
Contact opnemen met de klantenservice.
Risico van verbranding!
De kookzones en met name een
eventueel aanwezige kookplaatomlijsting
worden zeer heet. Raak de hete
oppervlakken nooit aan. Zorg ervoor dat
er geen kinderen in de buurt zijn.
Risico van verbranding!
De kookzone warmt op, maar de indicatie
functioneert niet Zekering in de meterkast
uitschakelen. Contact opnemen met de
klantenservice.
Risico van verbranding!
Voorwerpen van metaal worden zeer snel
heet op de kookplaat. Leg nooit
voorwerpen van metaal, zoals messen,
vorken, lepels of deksels, op de
kookplaat.
Brandgevaar!
Schakel de kookplaat na elk gebruik altijd
uit met de hoofdschakelaar. Wacht niet tot
de kookplaat automatisch uitschakelt
doordat er geen pan op staat.
Kans op een elektrische schok!
Ondeskundige reparaties zijn gevaarlijk.
Reparaties en de vervanging van
beschadigde aansluitleidingen mogen
uitsluitend worden uitgevoerd door
technici die zijn geïnstrueerd door de
klantenservice. Is het apparaat defect,
haal dan de stekker uit het stopcontact of
schakel de zekering in de meterkast uit.
Contact opnemen met de klantenservice.
Kans op een elektrische schok!
Binnendringend vocht kan een schok
veroorzaken. Geen hogedrukreiniger of
stoomreiniger gebruiken.
Kans op een elektrische schok!
Een defect toestel kan een schok
veroorzaken. Een defect toestel nooit
inschakelen. De netstekker uit het
stopcontact halen of de zekering in de
meterkast uitschakelen. Contact opnemen
met de klantenservice.
Kans op een elektrische schok!
Scheuren of barsten in het glaskeramiek
kunnen schokken veroorzaken. Zekering
in de meterkast uitschakelen. Contact
opnemen met de klantenservice.
Gevaar voor beschadiging!
Deze plaat is uitgerust met een ventilator,
die zich aan de onderzijde bevindt. Indien
er zich onder de kookplaat een lade
bevindt, mogen daar geen kleine of
papieren voorwerpen in worden bewaard.
Als deze namelijk worden geabsorbeerd
kunnen ze de ventilator beschadigen of de
koeling verslechteren.
Tussen de inhoud van de lade en de inlaat
van de ventilator moet een afstand van ten
minste 2 cm worden aangehouden.
Risico van letsel!
Bij de bereiding au-bain-marie kunnen de
kookplaat en kookvorm barsten door
oververhitting. De au-bain-marie kookvorm
mag niet in direct contact komen met de
bodem van de pan die met water is
gevuld. Gebruik alleen hittebestendige
vormen.
Risico van letsel!
Wanneer er vloeistof zit tussen de bodem
van de pan en de kookzone kunnen
kookpannen plotseling in de hoogte
springen. Zorg ervoor dat de kookzone en
de bodem van de pan altijd droog zijn.
20
Oorzaken van schade
Attentie!
Ruwe bodems van pannen kunnen krassen op de kookplaat
veroorzaken.
Plaat nooit lege plannen op de kookzones. Dit kan schade
veroorzaken.
Plaats geen hete pannen op het bedieningspaneel, de
indicatorzones of op de omlijsting van de kookplaat. Dit kan
schade veroorzaken.
Als er harde of scherpe voorwerpen op de kookplaat vallen,
kan dit de plaat beschadigen.
Aluminiumfolie en plastic bakken smelten als ze op een hete
kookzone gelegd worden. Het gebruik van beschermplaten
op de kookplaat wordt afgeraden.
Algemeen overzicht
In de onderstaande tabel vindt u de meest voorkomende
vormen van schade:
Bescherming van het milieu
Milieuvriendelijk afvoeren
Voer de verpakking op een milieuvriendelijke manier af.
Tips om energie te besparen
Gebruik altijd het deksel dat overeenstemt met elke kookpan.
Wanneer zonder deksel gekookt wordt, is aanzienlijk meer
energie nodig. Gebruik een glasdeksel om een goede
zichtbaarheid te hebben zonder dat u het deksel van de pan
hoeft te nemen.
Gebruik pannen met een vlakke bodem. Bij een niet vlakke
bodem wordt meer energie verbruikt.
De diameter van de bodem van de pan moet overeenkomen
met de afmeting van de kookzone. Opgelet:
pannenfabrikanten duiden gewoonlijk de bovenste diameter
van de pan aan, die meestal groter is dan de diameter van
de bodem van de pan.
Gebruik een kleine pan voor kleine hoeveelheden. Een grote,
weinig gevulde pan vereist veel energie.
Gebruik weinig water voor het koken. Op deze wijze wordt
energie bespaard en blijven alle vitaminen en mineralen van
de groenten behouden.
Selecteer de laagste vermogensstand die het kookpunt
behoudt. Met een te hoge stand wordt energie verspild.
Schade Oorzaak Maatregel
Vlekken Gemorst voedsel Verwijder gemorst voedsel onmiddellijk met een glasschraper.
Ongeschikte reinigingsproducten Gebruik reinigingsproducten die geschikt zijn voor kookplaten.
Krassen Zout, suiker en zand Gebruik de kookplaat niet als werkoppervlak of steun.
Ruwe bodems van pannen kunnen krassen op
de vitroceramische plaat veroorzaken
Controleer de pannen.
Verkleuringen Ongeschikte reinigingsproducten Gebruik reinigingsproducten die geschikt zijn voor kookplaten.
Aanraking van de pannen Til kookpannen en koekenpannen op om ze te verplaatsen.
Afbladderingen Suiker, levensmiddelen met een hoog suikerge-
halte
Verwijder gemorst voedsel onmiddellijk met een glasschraper.
Dit apparaat is gekenmerkt in overeenstemming met
de Europese richtlijn 2012/19/EU betreffende
afgedankte elektrische en elektronische apparatuur
(waste electrical and electronic equipment - WEEE).
De richtlijn geeft het kader aan voor de in de EU
geldige terugneming en verwerking van oude
apparaten.
21
Koken op Inductie
Voordelen van het Koken op Inductie
Koken op Inductie betekent een radicale verandering van de
traditionele wijze van verwarmen, aangezien de warmte
rechtstreeks in de pan wordt gegenereerd. Daarom biedt het
een aantal voordelen:
Tijdbesparing bij het koken en frituren; doordat de pan
rechtstreeks wordt verwarmd.
Dit werkt energiebesparend.
Eenvoudiger in onderhoud en reiniging. Overgelopen
voedingswaren verbranden minder snel.
Warmte- en veiligheidscontrole; de plaat levert energie of
stopt de energietoevoer onmiddellijk als op de controleknop
wordt gedrukt. De inductiekookzone levert geen warmte meer
af als de pan wordt weggenomen, ook al wordt het apparaat
voor die tijd niet uitgeschakeld.
Pannen
Uitsluitend geschikt voor inductiekoken zijn ferromagnetische
pannen zoals van:
geëmailleerd staal
gietijzer
speciale pannen voor inductie van roestvrij staal.
Kijk, om te weten of de pannen geschikt zijn, of de bodem van
de pan wordt aangetrokken door een magneet.
Er bestaat een ander soort pannen speciaal voor inductie, met
een niet geheel ferromagnetische bodem.
Niet geschikte pannen
Gebruik nooit straalplaten of pannen van:
dun normaal staal
glas
aardewerk
koper
aluminium
Kenmerken van de bodem van de pan
De kenmerken van de bodem van de pannen kunnen invloed
hebben op de homogeniteit van het kookresultaat. Pannen die
gemaakt zijn van materialen die warmte verspreiden, zoals
"sandwich" pannen van roestvrij staal, verdelen de warmte op
gelijkmatige wijze, waardoor tijd en energie worden bespaard.
Geen pan of ongeschikte afmeting
Als er geen pan op de geselecteerde kookzone wordt geplaatst
of als deze niet van het geschikte materiaal is of geen
geschikte afmeting heeft, knippert de kookstand op de
indicator van de kookzone. Plaats een geschikte pan, zodat het
knipperen stopt. Als er meer dan 90 seconden wordt gewacht
gaat de kookzone automatisch uit.
Lege pannen of pannen met een dunne bodem
Verwarm geen lege pannen en gebruik geen pannen met
dunne bodem. De kookplaat is uitgerust met een intern
veiligheidssysteem, maar een lege pan kan zo snel heet
worden dat de functie “automatisch uitschakelen" geen tijd
heeft om te reageren, waardoor de temperatuur erg kan
oplopen. De bodem van de pan kan smelten en het glas van de
kookplaat beschadigen. Raak in dat geval de pan niet aan en
schakel de kookzone uit. Als het apparaat na het afkoelen niet
werkt, neem dan contact op met de technische dienst.
Pandetectie
Iedere kookzone heeft een minimumlimiet voor pandetectie, die
afhankelijk is van het materiaal van de pan die wordt gebruikt.
Daardoor mag alleen de kookzone worden gebruikt die het
meest geschikt is voor de pan.
Bij het gebruik van grote pannen
met een ferromagnetische zone
met een kleinere diameter, wordt
enkel de ferromagnetische zone
verwarmd, zodat de warmte niet
homogeen kan worden verdeeld.
Pannen met aluminium kookzo-
nes in de bodem verkleinen de
ferromagnetische zone, zodat
het geleverde vermogen lager
kan zijn en er problemen kunnen
ontstaan bij de detectie van de
pan en het kan zelfs zijn dat
deze niet wordt gedetecteerd.
Om goede kookresultaten te ver-
krijgen, is het raadzaam dat de
diameter van de ferromagneti-
sche zone van de pan is afge-
stemd op de maat van de
kookzone. Als de pan op een
kookzone niet wordt gedetec-
teerd, probeer hem dan op de
zone met een iets kleinere dia-
meter.
22
Het apparaat leren kennen
Op pagina 2 vindt u informatie over afmetingen en vermogens
van de kookzones
Het bedieningspaneel
Bedieningsvlakken
Bij het aanraken van een symbool wordt de overeenkomstige
functie geactiveerd.
Aanwijzing: Zorg ervoor dat de bedieningsvlakken altijd droog
zijn. Vocht heeft een negatieve invloed op de werking.
De kookzones
Restwarmte-indicator
De kookplaat beschikt over een restwarmte-indicator in elke
kookzone, die aanduidt welke nog warm zijn. Raak kookzones
met die indicatie niet aan.
Ook als de plaat uitgeschakeld is, blijft de indicator
œ of ,
branden zolang de kookzone warm is.
Als de pan van de plaat genomen wordt voordat de kookzone
uitgeschakeld is, verschijnen afwisselend de indicator
œ o en
de geselecteerde vermogensstand.
Bedieningsvlakken
#
Hoofdschakelaar
È
Kookzone
0 IIIIIIIIIIII + Instelgebied
#
Wrijfbeveiliging
Kinderslot
þ
Functie Combizone
÷
Move-functie
0
Timer
b Powerboost-functie
Indicaties
-Š
Kookstanden
Gebruikstoestand
‹‹
Timer
/œ
Restwarmte
Powerboost-functie
V
Kookwekker
x
Automatisch uitschakelen
þ
Functie Combizone
÷
Move-functie
Kookzone
$
Kookzone met één ring Gebruik kookgerei dat de juiste afmetingen heeft.
à
Gecombineerde kookzone Zie de paragraaf CombiZone-functie of Move-functie.
Alleen kookgerei gebruiken dat geschikt is voor inductiekoken: zie de paragraaf „Kookgerei“.
23
Programmeren van de kookplaat
In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe een kookzone kan worden
afgesteld. In de tabel staan de kookstanden en de
bereidingstijden voor verschillende gerechten vermeld.
De kookplaat in- en uitschakelen
De kookplaat wordt in- en uitgeschakeld met de
hoofdschakelaar.
Inschakelen: druk op het symbool
#. Er klinkt een akoestisch
signaal. De indicator die zich naast de hoofdschakelaar bevindt
en de indicatoren
van de kookzones gaan branden. De
kookplaat is klaar om te werken.
Uitschakelen: druk op het symbool
# totdat de indicatoren
doven. Alle kookzones zijn uitgeschakeld. De restwarmte-
indicator blijft branden tot de kookzones voldoende afgekoeld
zijn.
Aanwijzingen
De kookplaat wordt automatisch uitgeschakeld zodra alle
kookzones meer dan 20 seconden uitgeschakeld zijn.
De geselecteerde instellingen blijven opgeslagen gedurende
de eerste 4 seconden na het uitschakelen van de plaat.
Indien de kookplaat opnieuw wordt ingeschakeld binnen
deze tijdsperiode, dan worden de vorige instellingen
toegepast.
De kookzone afstellen
Regel de gewenste vermogensstand in de programmeerzone.
Vermogensstand 1 = minimumvermogen.
Vermogensstand 9 = maximumvermogen.
Elke vermogensstand is voorzien van een tussenliggende
afstelling. Deze wordt aangegeven met een punt.
Kookzone en kookstand kiezen
De kookplaat moet ingeschakeld zijn.
1. Met het symbool È de kookzone kiezen.
Op het display is het symbool
¬ verlicht.
2. Binnen de volgende 10 seconden met uw vinger over het
instelgebied glijden tot de gewenste kookstand verschijnt.
De kookstand is ingesteld.
De vermogensstand wijzigen
Selecteer de kookzone en regel de gewenste vermogensstand
in de programmeerzone.
De kookzone uitschakelen
Selecteer de kookzone en stel af op
in de programmeerzone.
De kookzone wordt uitgeschakeld en de restwarmte-indicator
verschijnt.
Aanwijzingen
Als er geen pan op de inductiekookzone wordt geplaatst,
gaat de geselecteerde vermogensstand knipperen. Na een
tijdje wordt de kookzone uitgeschakeld.
Als er een pan op de kookzone staat voordat de plaat wordt
ingeschakeld, zal deze worden gedetecteerd binnen
20 seconden na het indrukken van de hoofdschakelaar en
zal de kookzone automatisch worden geselecteerd.
Selecteer, zodra deze is gedetecteerd, de vermogensstand
binnen 20 seconden, anders wordt de kookzone
uitgeschakeld.
Ook al worden er meerdere pannen geplaatst, bij het
inschakelen van de kookplaat wordt er maar één
gedetecteerd.
Kooktabel
In onderstaande tabel worden enkele voorbeelden gegeven.
De kooktijden zijn afhankelijk van de vermogensstand, het type,
het gewicht en de kwaliteit van het voedsel. Daarom zijn er
variaties.
Bij het verhitten van purees, crèmes en dikke sauzen dient u af
en toe te roeren.
Gebruik de vermogensstand 9 als u begint te koken.
 
Vermogensstand Kookduur
Smelten
Chocolade, chocoladecouverture 1-1. -
Boter, honing, gelatine 1-2 -
Verhitten en warmhouden
Maaltijdsoep (bv. linzen) 1.-2 -
Melk** 1.-2. -
Worstjes opgewarmd in water** 3-4 -
* Koken zonder deksel
** Zonder deksel
***Geregeld omdraaien
24
Ontdooien en verhitten
Diepvriesspinazie 3-4 15-25 min.
Diepvriesgoulash 3-4 30-40 min.
Op een zacht vuurtje gaarstoven, op een zacht vuurtje koken
Aardappelballetjes* 4.-5. 20-30 min.
Vis* 4-5 10-15 min.
Witte sauzen, bv. bechamel 1-2 3-6 min.
Geklopte sauzen, bv. bearnaisesaus, Hollandse saus 3-4 8-12 min.
Koken, stomen, smoren
Rijst (met twee keer zoveel water) 2-3 15-30 min.
Rijstpap 2-3 30-40 min.
Aardappelen in de schil 4-5 25-30 min.
Geschilde aardappelen met zout 4-5 15-25 min.
Pasta* 6-7 6-10 min.
Eenpansgerecht, soep 3.-4. 15-60 min.
Groenten 2.-3. 10-20 min.
Diepvriesgroenten 3.-4. 7-20 min.
Koken met de snelkookpan 4.-5. -
Sudderen
Rollade 4-5 50-60 min.
Stoofschotel 4-5 60-100 min.
Goulash 3-4 50-60 min.
Braden / frituren met een beetje olie**
Filets, al dan niet gepaneerd 6-7 6-10 min.
Diepvriesfilets 6-7 8-12 min.
Koteletten, al dan niet gepaneerd*** 6-7 8-12 min.
Biefstuk (3 cm dik) 7-8 8-12 min.
Borst (2 cm dik)*** 5-6 10-20 min.
Diepvriesborst*** 5-6 10-30 min.
Hamburgers, gehaktballetjes (3 cm dik)*** 4.-5. 30-40 min.
Vis en visfilet, ongepaneerd 5-6 8-20 min.
Vis en visfilet, gepaneerd 6-7 8-20 min.
Gepaneerde diepvriesvis, bv. vissticks 6-7 8-12 min.
Garnalen en steurgarnalen 7-8 4-10 min.
Diepvriesgerechten, bv. gesauteerd 6-7 6-10 min.
Pannenkoeken 6-7 een voor een frituren
Omelet 3.-4. een voor een frituren
Spiegeleieren 5-6 3-6 min.
Frituren** (150-200 g per portie in 1-2 l olie)
Diepvriesproducten, bv. frieten, kipnuggets 8-9 een portie na de andere
frituren
Diepvrieskroketten 7-8
Vlees, bv., stukjes kip 6-7
Vis, gepaneerd of in bierdeeg 6-7
Groenten, paddenstoelen, gepaneerd of in bierdeeg, bv. champignons 6-7
Banket, bv. beignets, fruit in bierdeeg 4-5
Vermogensstand Kookduur
* Koken zonder deksel
** Zonder deksel
***Geregeld omdraaien
25
Functie Combizone
Met deze functie kunnen de beide kookzones aan de
linkerkant, die even groot zijn, samengeschakeld worden.
Hierbij wordt voor beide kookzones dezelfde kookstand
ingesteld. Deze is bijzonder geschikt voor de bereiding met
langwerpig kookgerei.
Aanwijzingen voor het kookgerei
Voor optimale resultaten dient u in het gebied van beide
kookzones geschikt, ovaal kookgerei te gebruiken. Plaats het
kookgerei in het midden van de kookzones.
Wordt op een van beide kookzones slechts één vorm gebruikt,
dan kan deze naar de tweede kookzone worden verschoven. In
dit geval worden de kookstand en de gekozen instellingen
overgenomen.
Activeren
De kookplaat moet ingeschakeld zijn.
1. Eén van de twee kookzones kiezen die bij de CombiZone
horen en de kookstand instellen.
2. Raak het symbool þ aan. De indicatie þ is verlicht.
De kookstand verschijnt in de indicatie van de onderste
kookzone.
De functie is geactiveerd.
De vermogensstand wijzigen
Wijzig in de programmeerzone de vermogensstand.
Deactiveren
Een van de twee kookzones kiezen die bij deze functie horen
en in het instelgebied op
zetten.
De functie wordt binnen ca. 3 seconden gedeactiveerd.
Move-functie
Met deze functie kunt u de twee linkerkookzones van dezelfde
grootte combineren en voor beide kookzones verschillende
kookstanden kiezen. Vooraf ingestelde kookstanden:
Voorste kookzone = kookstand
Š
Achterste kookzone = kookstand .
De kookstanden kunnen voor elke kookzone onafhankelijk van
elkaar worden veranderd.
Aanwijzingen
Kookgerei op slechts één van de kookzones plaatsen. De
functie wordt niet geactiveerd wanneer op elk van beide
kookzones afzonderlijk kookgerei staat.
Op het display van de kookzone waar geen kookgerei op
staat, is de kookstand zwakker verlicht. Deze is echter niet
geactiveerd tot het kookgerei op de betreffende kookzone
verschoven en herkend wordt.
Is de functie al geactiveerd en wordt er een tweede vorm op
de vrije kookzone geplaatst, dan blijft de indicatie, net als
daarvoor, zwak verlicht. De kookzone is dan echter niet
actief.
Tips voor het gebruik van pannen
Om te zorgen voor een goede detectie en verdeling van de
warmte, wordt aanbevolen de pan correct te centreren:
Gebruik slechts ëén kookgerei waardoor maar één kookzone
wordt bedekt.
Het kookgerei van de ene naar de andere kookzone schuiven:
26
Activeren
Voor elk van beide kookzones een verschillende kookstand
kiezen.
1. Kies een van de twee kookzones die bij de Move-functie
horen.
2. Raak het symbool ÷ aan. De indicaties ÷ zijn verlicht.
De kookstanden verschijnen in de indicaties van de twee
kookzones.
De functie is geactiveerd.
Aanwijzingen
De indicatie van de kookzone waarop het kookgerei zich
bevindt, is helderder verlicht.
Op het display van de kookzone die gekozen blijft, is de
indicatie
¬ verlicht.
Kookstand wijzigen
Een van de twee kookzones kiezen die bij de Move-functie
horen en de kookstand in het instelgebied veranderen.
Aanwijzing: Wordt de functie gedeactiveerd, dan krijgen de
kookstanden weer hun oorspronkelijke instellingen.
Deactiveren
Raak het symbool ÷ aan.
De functie is gedeactiveerd.
Aanwijzing: Wanneer één van de twee kookzones op
wordt
gezet, wordt de functie binnen ca. 3 seconden gedeactiveerd.
Kinderslot
De kookplaat kan beveiligd worden tegen ongewilde
inschakeling, om te voorkomen dat kinderen de kookzones
kunnen inschakelen.
Het kinderslot activeren en deactiveren
De kookplaat moet uitgeschakeld zijn.
Activeren: houd het symbool
gedurende circa 4 seconden
ingedrukt. De indicator naast het symbool
gaat branden
gedurende 10 seconden. De kookplaat is geblokkeerd.
Deactiveren: houd het symbool
gedurende circa
4 seconden ingedrukt. De blokkering is gedeactiveerd.
Automatisch kinderslot
Met deze functie wordt het kinderslot altijd automatisch
ingeschakeld als de kookplaat wordt uitgeschakeld.
Activeren en deactiveren
In hoofdstuk Basisinstellingen vindt u informatie over het
inschakelen van het automatische kinderslot.
Functie Powerboost
Met de functie Powerboost kan het voedsel sneller worden
verwarmd dan wanneer de vermogensstand
Š wordt gebruikt.
Gebruiksbeperking
Deze functie kan alleen voor een kookzone worden geactiveerd
wanneer de andere kookzone van dezelfde groep niet in
gebruik is (zie Afb.). Anders knipperen in de
kookstandindicatie
en Š; vervolgens wordt automatisch de
kookstand
Š ingesteld, zonder de functie te activeren.
Aanwijzing: In groep 1 kan de Powerboost-functie alleen
worden geactiveerd wanneer de twee kookzones onafhankelijk
van elkaar gebruikt worden.
Activeren
1. Selecteer een kookzone.
2. Druk op het symbool .
De indicator
gaat branden.
De functie is nu geactiveerd.
Deactiveren
1. Selecteer een kookzone.
2. Druk op het symbool .
De indicator
wordt niet meer in beeld gebracht en de
kookzone keert terug naar de vermogensstand
Š.
De functie is gedeactiveerd.
Aanwijzing: Onder bepaalde omstandigheden kan de
Powerboost functie automatisch uitgeschakeld worden om de
elektronische onderdelen aan de binnenzijde van de plaat te
beschermen.
*URHS
*URHS
27
Timerfunctie
Deze functie kan op twee verschillende manieren gebruikt
worden:
om een kookzone automatisch uit te schakelen.
als kookwekker.
Een kookzone moet automatisch uitschakelen
De kookzone schakelt na afloop van de ingestelde tijd
automatisch uit.
De bereidingstijd instellen
De kookplaat moet ingeschakeld zijn.
1. De kookzone en de gewenste kookstand kiezen.
2. Raak het symbool 0 aan. In de indicatie van de kookzone is
x verlicht. In de timer-indicatie is ‹‹ verlicht.
3. Binnen de volgende 10 seconden in het instelgebied de
gewenste bereidingstijd instellen. De mogelijke vooraf
ingestelde waarde is van links naar rechts 1, 2, 3..... tot 10
minuten.
Na enkele seconden begint de bereidingstijd af te lopen.
Aanwijzingen
Voor alle kookzones kan automatisch dezelfde bereidingstijd
worden ingesteld. De ingestelde tijd loopt voor elk van beide
kookzones onafhankelijk af.
In het hoofdstuk Basisinstellingen vindt u informatie over de
manier waarop de bereidingstijd automatisch kan worden
geprogrammeerd.
Wordt bij de gecombineerde kookzone de functie
CombiZone of Move gekozen, dan is de ingestelde tijd voor
beide kookzones hetzelfde.
Automatische programmering
Indien in de programmeerzone de voorafgaande instelling van
1 tot 5 ingedrukt wordt, dan wordt de kooktijd met een minuut
verkort.
Indien in de programmeerzone de voorafgaande instelling van
6 tot 10, ingedrukt wordt, dan wordt de kooktijd met een minuut
verlengd.
De tijd wijzigen of annuleren
Selecteer de kookzone en druk vervolgens op het symbool
0.
Wijzig de kooktijd in de programmeerzone of stel af op
‹‹ om
de tijd te annuleren.
Na het verstrijken van de tijd
De kookzone wordt uitgeschakeld. Er klinkt een
waarschuwingssignaal. Op de visuele indicator van de
timerfunctie licht ‹‹ 10 seconden lang op.
Als op het symbool
0 wordt gedrukt, gaan de indicators uit en
stopt het akoestische signaal.
Aanwijzingen
Indien een kooktijd in verschillende zones geprogrammeerd
is, wordt op de visuele indicator van de timerfunctie altijd de
kooktijd van de geselecteerde zone getoond.
De kooktijd kan worden ingesteld tot 99 minuten.
De kookwekker
Met de kookwekker kan een tijd geprogrammeerd worden tot
99 minuten. Deze is niet afhankelijk van andere instellingen.
Deze functie schakelt de kookzone niet automatisch uit.
Zo wordt dit geprogrammeerd
1. Druk meerdere keren op het symbool 0 tot de indicator W
gaat branden. Op de visuele indicator van de timerfunctie
verschijnt
‹‹.
2. Selecteer in de programmeerzone de gewenste tijd.
Na enkele seconden begint tijd te verstrijken.
De tijd wijzigen of annuleren
Druk meerdere keren op het symbool
0 tot de indicator W
oplicht. Wijzig de tijd in de programmeerzone of stel af op
‹‹.
Na het verstrijken van de tijd
Er klinkt een waarschuwingssignaal. Op de visuele indicator
van de timerfunctie verschijnt
‹‹ en de indicator W gaat
branden. Na 10 seconden gaan de indicators uit.
Als op het symbool
0 wordt gedrukt, gaan de indicators uit en
stopt het akoestische signaal.
Beschermingsfunctie bij reiniging
Indien het bedieningspaneel gereinigd wordt terwijl de
kookplaat ingeschakeld is, kunnen de instellingen gewijzigd
worden.
Om dit te vermijden, beschikt de kookplaat over de
beschermingsfunctie bij reiniging. Druk op het symbool
#. Er
weerklinkt een signaal. Het bedieningspaneel blijft gedurende
35 seconden geblokkeerd. Nu kan het oppervlak van het
bedieningspaneel gereinigd worden zonder risico op wijziging
van de instellingen.
Aanwijzing: De blokkering heeft geen invloed op de
hoofdschakelaar. De kookplaat kan desgewenst uitgeschakeld
worden.
 
28
Automatische tijdslimiet
Indien de kookzone gedurende lange tijd in werking is en er
geen enkele wijziging in de instelling wordt aangebracht , dan
wordt de automatische tijdslimiet geactiveerd.
De kookzone wordt niet meer verhit. Op de visuele indicator
van de kookzone knipperen afwisselend
, en de
restwarmte-indicator
œ/.
De indicator gaat uit als er op een willekeurig symbool wordt
gedrukt. Nu kan de kookzone opnieuw worden ingesteld.
Wanneer de automatische limiet is geactiveerd, wordt deze
geregeld afhankelijk van de geselecteerde vermogensstand
(van 1 tot 10 uur).
Het energieverbruik bekijken
Met deze functie kan het totale energieverbruik gedurende de
tijd dat de kookplaat is ingeschakeld worden bekeken.
Nadat de kookplaat is uitgeschakeld verschijnt het verbruik in
kWh gedurende 10 seconden.
Op de afbeelding verschijnt een voorbeeld met een verbruik
van
.‹‰ kWh.
In hoofdstuk Basisinstellingen vindt u de informatie over de
activering van deze functie.
Basisinstellingen
Het apparaat beschikt over diverse basisinstellingen. Deze
instellingen kunnen aangepast worden aan de behoeften van
de gebruiker.
NZK
Indicator Functie
™‚
Automatisch kinderslot
Gedeactiveerd.*
Geactiveerd.
™ƒ
Akoestische signalen
Bevestigingssignaal en foutsignaal gedeactiveerd.
Alleen foutsignaal geactiveerd.
ƒAlleen bevestigingssignaal geactiveerd.
Alle signalen geactiveerd.*
™„
Indicator voor het stroomverbruik
Gedeactiveerd.*
Geactiveerd.
™†
Automatische programmering van de kooktijd.
Uitgeschakeld.*
-ŠŠ Tijd van de automatische uitschakeling.
™‡
Duur van het geluidssignaal van de timerfunctie
10 seconden*.
ƒ 30 seconden.
1 minuut.
*Fabrieksinstelling
29
Naar de basisinstellingen gaan
De kookplaat moet uitgeschakeld zijn.
1. De kookplaat met de hoofdschakelaar inschakelen.
2. Binnen de volgende 10 seconden het symbool ' 4
seconden lang aanraken.
In de kookstand-indicatie knipperen en afwisselend en in
de timer-indicatie verschijnt
als instelling vooraf.
3. Het symbool ' zo vaak aanraken tot de gewenste functie
wordt weergegeven.
4. Vervolgens in het instelgebied de gewenste instelling kiezen.
5. Het symbool ' opnieuw ca. 4 seconden lang aanraken.
De instellingen zijn opgeslagen.
Afsluiten
Om de instellingen af te sluiten, de kookplaat met de
hoofdschakelaar uitschakelen.
Onderhoud en reiniging
De raadgevingen en waarschuwingen in dit hoofdstuk zijn
bedoeld voor het optimaal schoonmaken en onderhouden van
de kookplaat.
Kookplaat
Reiniging
Maak de kookplaat na ieder gebruik schoon. Op die manier
voorkomt u dat aangekoekte resten verbranden. Maak de
kookplaat pas schoon als hij voldoende is afgekoeld.
Gebruik alleen reinigingsproducten die geschikt zijn voor
kookplaten. Volg de aanwijzingen op de verpakking van het
product op.
Gebruik nooit:
Onverdund afwasmiddel
Afwasmiddel voor vaatwasmachines
Schurende middelen
Corrosieve producten zoals ovensprays of
vlekkenverwijderaars
Schuursponzen
Hogedrukreinigers of stoommachines
De beste manier om hardnekkig vuil te verwijderen is om een
glasschraper te gebruiken. Neem de aanwijzingen van de
fabrikant in acht.
Glasschrapers zijn verkrijgbaar via de Technische dienst of in
onze online winkel.
Omlijsting van de kookplaat
Om schade aan de omlijsting van de kookplaat te vermijden,
moeten de volgende aanwijzingen worden opgevolgd:
Gebruik alleen warm water met een beetje zeep
Gebruik nooit scherpe of bijtende producten
Gebruik de glasschraper niet
™ˆ
Functie Power-Management
= Gedeactiveerd.*
= 1000 W minimumvermogen.
= 1500 W
ƒ = 2000 W
...
Š of Š. = maximumvermogen van de plaat.
™Š
Selectietijd van de kookzone
Onbeperkt: de laatst geprogrammeerde kookzone blijft geselecteerd.*
Beperkt: de kookzone blijft slechts 10 seconden lang geselecteerd.
™‹
Terug naar de standaardinstellingen
Persoonlijke instellingen.*
Terug naar de fabrieksinstellingen.
Indicator Functie
*Fabrieksinstelling
30
Repareren van storingen
Storingen zijn gewoonlijk toe te schrijven aan kleine details.
Neem de volgende raadgevingen en waarschuwingen in acht
alvorens contact op te nemen met de Technische Dienst.
Normaal geluid tijdens de werking van het
apparaat
De technologie van het verwarmen door inductie is gebaseerd
op het ontstaan van elektromagnetische velden die ervoor
zorgen dat de warmte rechtstreeks op de bodem van de pan
wordt voortgebracht. De pannen kunnen, afhankelijk van hun
bouw, geluiden of trillingen voortbrengen, zoals hieronder
worden genoemd:
Een diep gezoem zoals in een transformator
Dit geluid ontstaat tijdens het koken op een hoge
vermogensstand. De oorzaak daarvan is de hoeveelheid
energie die de kookplaat aan de pan overdraagt. Het geluid
verdwijnt of vermindert zodra de vermogensstand wordt
verlaagd.
Een laag fluitend geluid
Dit geluid ontstaat als de pan leeg is. Het geluid verdwijnt zodra
er water of voedsel in de pan wordt gedaan.
Knisperen
Dit geluid doet zich voor bij pannen die bestaan uit lagen van
verschillende materialen. Het geluid komt door de trillingen die
ontstaan op de verbindingsvlakken van de verschillende
materialen. Dit geluid is afkomstig van de pan. De hoeveelheid
voedsel en de manier waarop het wordt bereid, kunnen de
intensiteit van het geluid doen variëren.
Hoge fluitende geluiden
De geluiden ontstaan met name in pannen die bestaan uit
lagen van verschillende materialen, zodra deze worden
aangezet op de hoogste stand en op twee kookzones tegelijk.
Deze fluitende geluiden verdwijnen of worden minder zodra het
vermogen wordt verlaagd.
Geluid van de ventilator
Voor een goed gebruik van het elektronische systeem moet de
kookplaat op een gecontroleerde temperatuur werken. Hiertoe
is de kookplaat voorzien van een ventilator die wordt
geactiveerd als een hoge temperatuur wordt gedetecteerd. De
ventilator kan ook door inertie werken, nadat de kookplaat is
uitgezet, als de gedetecteerde temperatuur nog te hoog is.
De omschreven geluiden zijn normaal en maken deel uit van de
inductietechnologie en duiden niet op een storing.
Indicator Storing Maatregel
geen De stroom is uitgevallen. Controleer met andere elektrische apparaten of de
stroom is uitgevallen.
Het apparaat is niet aangesloten volgens het
aansluitschema.
Controleer of het apparaat is aangesloten volgens het
aansluitschema.
Storing in het elektronische systeem. Als de storing na de voorgaande controles niet is
opgelost, neem dan contact op met de Technische
Dienst.
De indicators knipperen Het bedieningspaneel is vochtig of er ligt iets
op.
Droog de zone van het bedieningspaneel of neem het
voorwerp weg.
De indicator - knippert op
de indicatoren van de
kookzones
Er heeft zich een fout voorgedaan in het elek-
tronische systeem.
Bedek het bedieningsvlak kort met de hand om de sto-
ring te bevestigen.
“§ + nummer / š + num-
mer /
¡ + nummer
Storing in het elektronische systeem. Sluit de kookplaat af van het verdeelnet. Wacht onge-
veer 30 seconden alvorens hem weer aan te sluiten.*
”‹ / ”Š
Er is een interne fout in de werking opgetre-
den.
Sluit de kookplaat af van het verdeelnet. Wacht onge-
veer 30 seconden alvorens hem weer aan te sluiten.*
”ƒ
Het elektronische systeem is oververhit
geraakt en heeft de overeenkomstige kook-
zone uitgeschakeld.
Wacht tot het elektronische systeem voldoende afge-
koeld is. Druk vervolgens op een willekeurig symbool
van de kookplaat. *
”…
Het elektronische systeem is oververhit
geraakt en heeft alle kookzones uitgescha-
keld.
Ӡ + vermogensstand en
waarschuwingstoon
Er staat een warme pan op de zone van het
bedieningspaneel. Het is zeer waarschijnlijk
dat het elektronische systeem oververhit
raakt.
Neem die pan weg. De storingsindicator gaat kort
daarna uit. U kunt verder gaan met koken.
Ӡ en waarschuwingstoon
Er staat een warme pan op de zone van het
bedieningspaneel. De kookzone is uitgegaan
om het elektronische systeem te beschermen.
Neem die pan weg. Wacht enkele seconden. Druk op
een willekeurig bedieningsvlak. Als de storingsindica-
tor uit gaat kunt u verder gaan met koken.
—‚
Onjuiste voedingsspanning, overschrijding
van de normale werklimieten.
Neem contact op met uw elektriciteitsleverancier.
—ƒ / —„
De kookzone is oververhit en is uitgeschakeld
om uw kookplaat te beschermen.
Wacht totdat het elektronische systeem voldoende
afgekoeld is en schakel hem opnieuw in.
* Als de indicatie voortduurt, neem dan contact op met de Technische Dienst.
Zet geen hete pannen op het bedieningspaneel.
31
Servicedienst
Wanneer uw apparaat gerepareerd moet worden, staat onze
servicedienst voor u klaar.
E-nummer en FD-nummer
Geef wanneer u contact opneemt met de servicedienst altijd
het productnummer (E-nr.) en het fabricagenummer (FD-nr.)
van het apparaat op. Het typeplaatje met de nummers vindt u
op het identificatiebewijs van het apparaat.
Let erop dat het bezoek van een technicus van de servicedienst
in het geval van een verkeerde bediening ook tijdens de
garantietijd kosten met zich meebrengt.
De contactgegevens in alle landen vindt u in de bijgesloten lijst
met Servicedienstadressen.
Verzoek om reparatie en advies bij storingen
Vertrouw op de competentie van de fabrikant. Dan bent u ervan
verzekerd dat de reparatie wordt uitgevoerd door ervaren
technici die gebruikmaken van de originele reserveonderdelen
voor uw apparaat.
Geteste gerechten
Deze tabel is opgesteld door evaluatie-instituten om de
controles van onze apparaten te vereenvoudigen.
De gegevens van de tabel verwijzen naar ons toebehoren van
Schulte-Ufer (pannenset van 4 stuks voor inductieplaat
HZ390042 met de volgende afmetingen:
Steelpan Ø 16 cm, 1,2 l voor kookzones van Ø 14,5 cm
Kookpan Ø 16 cm, 1,7 l voor kookzones van Ø 14,5 cm
Kookpan Ø 22 cm, 4,2 l voor kookzones van Ø 18 cm
Koekenpan Ø 24 cm, voor kookzones van Ø 18 cm
NL 088 424 4020
B 070 222 142
Voorverwarming Koken
Geteste gerechten
Kookzone
Vermo-
gensstand
Duur (Min:S) Deksel Vermo-
gensstand
Deksel
Chocolade smelten
Pan: steelpan
Ø 14,5 cm - - - 1 - 1. Nee
Chocoladecouverture (bv. merk Dr. Oetker puur
55% , 150 g.)
Linzensoep verhitten en warmhouden
Pan: Kookpan
Begintemperatuur 20 °C
Linzensoep*
Hoeveelheid 450 g.
Ø 14,5 cm 9
1:30 zonder te
roeren
Ja 1. Ja
Hoeveelheid: 800 g.
Ø 18 cm 9
2:30 zonder te
roeren
Ja 1. Ja
Linzensoep uit blik, bv. linzen met chorizo van
Erasco
Hoeveelheid 500 g.
Ø 14,5 cm 9
1:30 omroeren na
circa 1:00
Ja 1. Ja
Hoeveelheid 1 kg.
Ø 18 cm 9
2:30 omroeren na
circa 1:00
Ja 1. Ja
Bechamelsaus bereiden
Pan: Steelpan
Temperatuur van de melk: 7 °C
Ingrediënten: 40 g boter , 40 g meel, 0,5 l melk
(3,5% vetstof) en een snufje zout
Ø 14,5 cm
1. De boter laten smelten, het meel en het zout
erdoor mengen en alles laten verhitten
1 circa 3:00 Nee
2. Voeg de melk toe en breng de saus aan de
kook en blijf ondertussen doorroeren
7 circa 5:20 Nee
3. Als de Bechamelsaus begint te koken, laat
dan nog 2 minuten staan terwijl u blijft doorroe-
ren
1 Nee
*Recept volgens DIN 44550
**Recept volgens DIN EN 60350-2
32
Rijstpap maken
Pan: Gewone pan
Temperatuur van de melk: 7 °C
Verwarm de melk tot hij omhoog komt. Verander de
aanbevolen vermogensstand en voeg de rijst, de
suiker en het zout aan de melk toe.
Ingrediënten: 190 g. rondkorrelige rijst, 23 g. sui-
ker, 750 ml. melk (3,5% vetstof) en een snufje
zout
Ø 14,5 cm
8. circa 6:30 Nee
2 omroeren
na circa
10:00
Ja
Ingrediënten: 250 rondkorrelige rijst, 30 g. sui-
ker, 1 l. melk (3,5% vetstof) en een snufje zout
Ø 18 cm
Rijst koken*
Pan: Kookpan
Temperatuur van het water 20 °C
Ingrediënten: 125 g rondkorrelige rijst, 300 g
water en een snufje zout
Ø 14,5 cm 9 circa 2:30 Ja 2 Ja
Ingrediënten: 250 g rondkorrelige rijst, 600 g
water en een snufje zout
Ø 18 cm 9 circa 2:30 Ja 2. Ja
Varkenshaas bakken
Pan: Koekenpan
Ø 18 cm 9 1:30 Nee 7 Nee
Begintemperatuur van de varkenshaas: 7 °C
2 varkenshaasfilets (totaal gewicht circa 200 g,
1 cm dik)
Pannenkoeken bakken**
Pan: Koekenpan
Ø 18 cm 9 1:30 Nee 7 Nee
55 ml pannenkoekbeslag
Diepvriesfrieten bakken
Pan: Kookpan
Ø 18 cm 9
Tot de olietempe-
ratuur 180 °C
bedraagt
Nee 9 Nee
Ingrediënten: 1,8 kg zonnebloemolie per berei-
ding: 200 g diepvriesfrieten (bv. McCain 123 Fri-
tes Original)
Voorverwarming Koken
Geteste gerechten
Kookzone
Vermo-
gensstand
Duur (Min:S) Deksel Vermo-
gensstand
Deksel
*Recept volgens DIN 44550
**Recept volgens DIN EN 60350-2
33
Þ Table des matières
[fr]Notice dutilisation
Consignes de sécurité .............................................................33
Causes des dommages ................................................................. 35
Protection de l'environnement................................................35
Elimination écologique....................................................................35
Conseils pour économiser l'énergie ............................................ 35
La cuisson par induction.........................................................36
Avantages de la cuisson par induction ....................................... 36
Récipients..........................................................................................36
Se familiariser avec l'appareil .................................................37
Le bandeau de commande ........................................................... 37
Les foyers..........................................................................................37
Indicateur de chaleur résiduelle....................................................37
Programmer la plaque de cuisson.........................................38
Allumer et éteindre la plaque de cuisson ................................... 38
Régler la zone de cuisson ............................................................. 38
Tableau de cuisson ......................................................................... 38
Fonction CombiZone................................................................40
Indications concernant les ustensiles.......................................... 40
Activer ................................................................................................40
Désactiver.......................................................................................... 40
Fonction Move ..........................................................................40
Conseils pour l'utilisation de récipients....................................... 40
Activer ................................................................................................41
Désactiver.......................................................................................... 41
Sécurité-enfants .......................................................................41
Activer et désactiver la sécurité-enfants...................................... 41
Sécurité-enfants automatique ........................................................ 41
Fonction Powerboost...............................................................41
Restriction d'utilisation .................................................................... 41
Activer ................................................................................................41
Désactiver.......................................................................................... 41
Fonction Programmation du temps........................................42
Un foyer doit s'éteindre automatiquement.................................. 42
La minuterie ......................................................................................42
Fonction de Verrouillage pour le nettoyage...........................42
Limitation de temps automatique ...........................................43
Afficher la consommation d'énergie ......................................43
Réglages de base .....................................................................43
Atteindre les réglages de base..................................................... 44
Soins et nettoyage....................................................................44
Plaque de cuisson........................................................................... 44
Cadre de la plaque de cuisson .................................................... 44
Réparation des pannes............................................................45
Bruit normal pendant le fonctionnement de l'appareil.............. 45
Service après-vente .................................................................46
Plats testés ...............................................................................46
Produktinfo
Vous trouverez des informations supplementaires concernant
les produits, accessoires, pièces de rechange et services sur
Internet sous : www.siemens-home.com et la boutique en
ligne : www.siemens-eshop.com
: Consignes de sécurité
Lire attentivement cette notice. Conserver la
notice d'utilisation et de montage ainsi que
le passeport de l'appareil pour une
utilisation ultérieure ou pour de futurs
propriétaires.
Vérifier votre appareil après l'avoir retiré de
l'emballage. S'il a souffert de dommages
pendant le transport, ne le branchez pas,
contactez le Service technique puis
indiquez par écrit les dommages observés,
sinon le droit à tout type d'indemnisation
sera perdu.
Cet appareil doit être installé en respectant
la notice de montage ci-incluse.
Cet appareil est conçu uniquement pour un
usage ménager privé et un environnement
domestique. Utiliser l'appareil uniquement
pour préparer des aliments et des
boissons. Surveiller l'appareil lorsqu'il
fonctionne. Utiliser l'appareil uniquement
dans des pièces fermées.
N'utilisez pas de recouvrements pour la
table de cuisson. Cela pourrait entraîner
des accidents, par ex. en raison de
surchauffe, inflammation ou d'éclats de
matériau.
N'utilisez pas de protections inappropriées
ou de grilles de protection enfants. Ces
dispositifs peuvent conduire à des
accidents.
Cet appareil n'est pas conçu pour un
fonctionnement avec une minuterie externe
ou une commande à distance.
Cet appareil peut être utilisé par des
enfants de 8 ans ou plus et par des
personnes dotées de capacités physiques,
sensorielles ou mentales réduites ou
disposant de connaissances ou
d’expérience insuffisantes, sous la
surveillance d'un tiers responsable de leur
sécurité ou bien lorsqu'ils ont reçu des
instructions liées à l'utilisation de l'appareil
en toute sécurité et qu'ils ont intégré les
risques qui en résultent.
40
Fonction CombiZone
Cette fonction permet de coupler les deux foyers gauches de la
même dimension. Dans ce cas, la même position de chauffe
est réglée pour les deux foyers. Elle est appropriée en
particulier pour la cuisson dans un récipient oblong.
Indications concernant les ustensiles
Pour obtenir un résultats optimal, utilisez un récipient ovale
approprié dans la zone des deux foyers. Placez le récipient au
centre des foyers.
Si vous n'utilisez qu'un seul récipient sur les deux foyers, vous
pouvez le déplacer sur le deuxième foyer. Dans ce cas, la
position de chauffe et les réglages sélectionnés seront repris.
Activer
La table de cuisson doit être allumée.
1. Sélectionner l'un des deux foyers appartenant à la
CombiZone et régler la position de chauffe.
2. Effleurer le symbole þ. L’indicateur þ s'allume.
La position de chauffe apparaît dans l'affichage du foyer
inférieur.
La fonction est activée.
Modifier le niveau de puissance
Modifier le niveau de puissance dans la zone de
programmation.
Désactiver
Sélectionner l'un des deux foyers appartenant à cette fonction
et régler sur
dans la zone de réglage.
La fonction sera activée dans environ 3 secondes.
Fonction Move
Avec cette fonction vous pouvez combiner les deux foyers
gauches de la même dimension et sélectionner pour les deux
foyers une position de chauffe différente. Positions de chauffe
préréglées :
Foyer avant = position de chauffe
Š
Foyer arrière = position de chauffe .
Les positions de chauffe peuvent être modifiées pour chaque
foyer indépendamment l'un de l'autre.
Remarques
Ne placer l'ustensile que sur un des foyers. La fonction ne
sera pas activée si un ustensile est placé respectivement sur
les deux foyers.
Dans l'affichage du foyer sur lequel il n'y a pas d'ustensile, la
position de chauffe est allumée moins intensément, mais
n'est pas activée jusqu'à ce que l'ustensile est déplacé sur ce
foyer et est détecté.
Si la fonction est déjà activée et on place un deuxième
ustensile sur le foyer libre, l'affichage est toujours allumé
moins intensément, mais le foyer n'est pas actif.
Conseils pour l'utilisation de récipients
Pour garantir une bonne détection et distribution de la chaleur,
il est recommandé de bien centrer le récipient :
N'utilisez qu'un seul ustensile qui ne recouvre qu'un foyer.
Déplacer l'ustensile d'un foyer à l'autre :
55
Funzione CombiZona
Con questa funzione possono essere combinate le due zone di
cottura di sinistra della stessa dimensione. Per entrambe le
zone di cottura può essere impostato lo stesso grado di
cottura. È particolarmente adatta per la cottura con stoviglie
ovali.
Avvertenze sulle stoviglie
Per risultati ottimali utilizzare una stoviglia ovale adatta all'area
ricoperta da entrambe le zone di cottura. Centrare la stoviglia
sulle zone di cottura.
Se si usa solo una stoviglia su una zona di cottura, la si può
spostare sulla seconda zona di cottura. In questo caso
vengono mantenuti il livello di cottura e le impostazioni
acquisiti.
Attivazione
Il piano di cottura deve essere attivato.
1. Selezionare una delle due zone di cottura appartenenti alla
CombiZona e impostare il livello di cottura.
2. Toccare il simbolo þ. L'indicatore þ si accende.
Il livello di cottura compare sull'indicatore della zona di
cottura inferiore.
La funzione è attivata.
Modifica del livello di potenza
Modificare il livello di potenza nella zona di programmazione.
Disattivazione
Selezionare una delle due zone di cottura appartenenti a
questa funzione e nel campo di regolazione impostare su
.
La funzione viene disattivata entro circa 3 secondi.
Funzione Move
Con questa funzione è possibile combinare le due zone di
cottura sinistre della stessa dimensione e selezionare per
entrambe le zone di cottura livelli di cottura diversi. Livelli di
cottura preimpostati:
Zona di cottura anteriore = livello di cottura
Š
Zona di cottura posteriore = livello di cottura .
I livelli di cottura possono essere modificati in modo
indipendente per ciascuna zona di cottura.
Avvertenze
Sistemare la stoviglia solo su una delle zone di cottura. La
funzione non viene attivata se è presente una stoviglia su
entrambe le zone di cottura.
Sull'indicatore della zona di cottura sulla quale non è
presente alcuna stoviglia, si accende il livello di cottura con
un'intensità luminosa più debole, però non è attivato finché la
stoviglia non viene spostata su questa zona di cottura e da
quest'ultima riconosciuta.
Se la funzione è già attivata e viene posizionata una seconda
stoviglia sulla zona di cottura libera, come prima l'indicatore
si accende con un'intensità luminosa più debole, ma la zona
di cottura non è attiva.
Consigli per l'uso dei recipienti
Per garantire un corretto rilevamento e una buona distribuzione
del calore, si raccomanda di collocare il recipiente al centro:
Utilizzare solo un'unica stoviglia che copra solo una zona di
cottura.
Spostare la stoviglia da una zona di cottura all'altra:
Siemens-Electrogeräte GmbH
Carl-Wery-Straße 34
81739 München
Germany
*9000912232*
9000912232 02 931128

Documenttranscriptie

>GH@ >QO@ >IU@ >LW@ *HEUDXFKVDQOHLWXQJ  *HEUXLNVDDQZLM]LQJ  1RWLFHG·XWLOLVDWLRQ  ,VWUX]LRQLSHUO·XVR  (+)7 .RFKIHOG .RRNSODDW 7DEOHGHFXLVVRQ 3LDQRGLFRWWXUD Funktion CombiZone Mit dieser Funktion können die beiden gleich großen linken Kochstellen zusammengeschaltet werden. Dabei wird für beide Kochstellen die gleiche Kochstufe eingestellt. Sie ist besonders zum Kochen mit länglichem Kochgeschirr geeignet. Hinweise zum Kochgeschirr Für optimale Ergebnisse verwenden Sie ein geeignetes, ovales Kochgeschirr im Bereich der beiden Kochstellen . Stellen Sie das Kochgeschirr mittig auf die Kochstellen. Aktivieren Das Kochfeld muss eingeschaltet sein. 1. Eine der zwei zur CombiZone gehörenden Kochstellen aus- wählen und die Kochstufe einstellen. 2. Das Symbol þ berühren. Die Anzeige þ leuchtet. Die Kochstufe erscheint in der Anzeige der unteren Kochstelle. Die Funktion ist aktiviert. Kochstufe ändern Im Einstellbereich die Kochstufe ändern. Deaktivieren Eine der zwei zu dieser Funktion gehörenden Kochstellen auswählen und im Einstellbereich auf ‹ stellen. Die Funktion wird in etwa 3 Sekunden deaktiviert. Wird auf einer der beiden Kochstellen nur ein Kochgeschirr verwendet, kann dieses auf die zweite Kochstelle verschoben werden. In diesem Fall werden die Kochstufe und die ausgewählten Einstellungen übernommen. Move-Funktion Mit dieser Funktion können Sie die zwei linken Kochstellen der gleichen Größe kombinieren und für beide Kochstellen unterschiedliche Kochstufen wählen. Voreingestellte Kochstufen: Vordere Kochstelle = Kochstufe Š Hintere Kochstelle = Kochstufe ‚. Die Kochstufen können für jede Kochstelle unabhängig voneinander geändert werden. Empfehlungen zum Gebrauch des Kochgeschirrs Setzen Sie das Kochgeschirr mittig auf. Dadurch wird eine optimale Topferkennung und Wärmeverteilung gewährleistet. Verwenden Sie nur ein einziges Kochgeschirr, das nur eine Kochstelle bedeckt. Hinweise Kochgeschirr nur auf einer der Kochstellen platzieren. Die Funktion wird nicht aktiviert, wenn auf beiden Kochstellen jeweils ein Kochgeschirr steht. ■ ■ ■ In der Anzeige der Kochstelle auf der kein Kochgeschirr steht leuchtet die Kochstufe schwächer, ist aber nicht aktiviert, bis das Kochgeschirr auf diese Kochstelle verschoben und erkannt wird. Wenn die Funktion bereits aktiviert ist und ein zweites Kochgeschirr wird auf die freie Kochstelle gestellt, leuchtet die Anzeige nach wie vor schwächer, aber die Kochstelle ist nicht aktiv. 10 Das Kochgeschirr von einer Kochstelle zu einer anderen verschieben: Kinderen mogen niet met het apparaat spelen. Reiniging en onderhoud van het toestel mogen niet worden uitgevoerd door kinderen, tenzij zij 8 jaar of ouder zijn en onder toezicht staan. Zorg ervoor dat kinderen die jonger zijn dan 8 jaar uit de buurt blijven van het toestel of de aansluitkabel. Heeft u een pacemaker of soortgelijk medisch hulpmiddel geïmplanteerd, dan dient u speciale voorzorgsmaatregelen in acht nemen bij het gebruiken of in de buurt komen van inductiekookplaten als die in werking zijn. Raadpleeg uw arts of de fabrikant van het hulpmiddel, om er zeker van te zijn dat het voldoet aan de geldige regelgeving en informeer omtrent mogelijke incompatibiliteit. Risico van brand! ■ Hete olie en heet vet vatten snel vlam. Hete olie en heet vet nooit gebruiken zonder toezicht. Vuur nooit blussen met water. Schakel de kookzone uit. Vlammen voorzichtig met een deksel, smoordeksel of iets dergelijks verstikken. ■ De kookzones worden erg heet. Nooit brandbare voorwerpen op de kookplaat leggen. Geen voorwerpen op de kookplaat leggen. ■ Het apparaat wordt heet. Nooit brandbare voorwerpen of spuitbussen bewaren in laden direct onder de kookplaat. ■ De kookplaat schakelt vanzelf uit en kan niet meer worden bediend. Hij kan later per ongeluk worden ingeschakeld. Zekering in de meterkast uitschakelen. Contact opnemen met de klantenservice. Risico van verbranding! ■ De kookzones en met name een eventueel aanwezige kookplaatomlijsting worden zeer heet. Raak de hete oppervlakken nooit aan. Zorg ervoor dat er geen kinderen in de buurt zijn. ■ De kookzone warmt op, maar de indicatie functioneert niet Zekering in de meterkast uitschakelen. Contact opnemen met de klantenservice. ■ Voorwerpen van metaal worden zeer snel heet op de kookplaat. Leg nooit voorwerpen van metaal, zoals messen, vorken, lepels of deksels, op de kookplaat. Risico van brand! Risico van brand! Risico van brand! Risico van verbranding! Risico van verbranding! Schakel de kookplaat na elk gebruik altijd uit met de hoofdschakelaar. Wacht niet tot de kookplaat automatisch uitschakelt doordat er geen pan op staat. Kans op een elektrische schok! ■ Ondeskundige reparaties zijn gevaarlijk. Reparaties en de vervanging van beschadigde aansluitleidingen mogen uitsluitend worden uitgevoerd door technici die zijn geïnstrueerd door de klantenservice. Is het apparaat defect, haal dan de stekker uit het stopcontact of schakel de zekering in de meterkast uit. Contact opnemen met de klantenservice. ■ Binnendringend vocht kan een schok veroorzaken. Geen hogedrukreiniger of stoomreiniger gebruiken. ■ Een defect toestel kan een schok veroorzaken. Een defect toestel nooit inschakelen. De netstekker uit het stopcontact halen of de zekering in de meterkast uitschakelen. Contact opnemen met de klantenservice. ■ Scheuren of barsten in het glaskeramiek kunnen schokken veroorzaken. Zekering in de meterkast uitschakelen. Contact opnemen met de klantenservice. Gevaar voor beschadiging! Deze plaat is uitgerust met een ventilator, die zich aan de onderzijde bevindt. Indien er zich onder de kookplaat een lade bevindt, mogen daar geen kleine of papieren voorwerpen in worden bewaard. Als deze namelijk worden geabsorbeerd kunnen ze de ventilator beschadigen of de koeling verslechteren. Tussen de inhoud van de lade en de inlaat van de ventilator moet een afstand van ten minste 2 cm worden aangehouden. Risico van letsel! ■ Bij de bereiding au-bain-marie kunnen de kookplaat en kookvorm barsten door oververhitting. De au-bain-marie kookvorm mag niet in direct contact komen met de bodem van de pan die met water is gevuld. Gebruik alleen hittebestendige vormen. ■ Wanneer er vloeistof zit tussen de bodem van de pan en de kookzone kunnen kookpannen plotseling in de hoogte springen. Zorg ervoor dat de kookzone en de bodem van de pan altijd droog zijn. ■ Kans op een elektrische schok! Kans op een elektrische schok! Kans op een elektrische schok! Risico van letsel! Brandgevaar! 19 Oorzaken van schade ■ Attentie! ■ ■ Ruwe bodems van pannen kunnen krassen op de kookplaat veroorzaken. ■ Plaat nooit lege plannen op de kookzones. Dit kan schade veroorzaken. ■ Plaats geen hete pannen op het bedieningspaneel, de indicatorzones of op de omlijsting van de kookplaat. Dit kan schade veroorzaken. Als er harde of scherpe voorwerpen op de kookplaat vallen, kan dit de plaat beschadigen. Aluminiumfolie en plastic bakken smelten als ze op een hete kookzone gelegd worden. Het gebruik van beschermplaten op de kookplaat wordt afgeraden. Algemeen overzicht In de onderstaande tabel vindt u de meest voorkomende vormen van schade: Schade Oorzaak Maatregel Vlekken Gemorst voedsel Verwijder gemorst voedsel onmiddellijk met een glasschraper. Krassen Ongeschikte reinigingsproducten Gebruik reinigingsproducten die geschikt zijn voor kookplaten. Zout, suiker en zand Gebruik de kookplaat niet als werkoppervlak of steun. Ruwe bodems van pannen kunnen krassen op Controleer de pannen. de vitroceramische plaat veroorzaken Verkleuringen Afbladderingen Ongeschikte reinigingsproducten Gebruik reinigingsproducten die geschikt zijn voor kookplaten. Aanraking van de pannen Til kookpannen en koekenpannen op om ze te verplaatsen. Suiker, levensmiddelen met een hoog suikerge- Verwijder gemorst voedsel onmiddellijk met een glasschraper. halte Bescherming van het milieu Milieuvriendelijk afvoeren Voer de verpakking op een milieuvriendelijke manier af. ■ ■ Dit apparaat is gekenmerkt in overeenstemming met de Europese richtlijn 2012/19/EU betreffende afgedankte elektrische en elektronische apparatuur (waste electrical and electronic equipment - WEEE). De richtlijn geeft het kader aan voor de in de EU geldige terugneming en verwerking van oude apparaten. ■ ■ Tips om energie te besparen ■ Gebruik altijd het deksel dat overeenstemt met elke kookpan. Wanneer zonder deksel gekookt wordt, is aanzienlijk meer energie nodig. Gebruik een glasdeksel om een goede zichtbaarheid te hebben zonder dat u het deksel van de pan hoeft te nemen. 20 ■ Gebruik pannen met een vlakke bodem. Bij een niet vlakke bodem wordt meer energie verbruikt. De diameter van de bodem van de pan moet overeenkomen met de afmeting van de kookzone. Opgelet: pannenfabrikanten duiden gewoonlijk de bovenste diameter van de pan aan, die meestal groter is dan de diameter van de bodem van de pan. Gebruik een kleine pan voor kleine hoeveelheden. Een grote, weinig gevulde pan vereist veel energie. Gebruik weinig water voor het koken. Op deze wijze wordt energie bespaard en blijven alle vitaminen en mineralen van de groenten behouden. Selecteer de laagste vermogensstand die het kookpunt behoudt. Met een te hoge stand wordt energie verspild. Koken op Inductie Voordelen van het Koken op Inductie Niet geschikte pannen Koken op Inductie betekent een radicale verandering van de traditionele wijze van verwarmen, aangezien de warmte rechtstreeks in de pan wordt gegenereerd. Daarom biedt het een aantal voordelen: ■ dun normaal staal ■ glas Tijdbesparing bij het koken en frituren; doordat de pan rechtstreeks wordt verwarmd. ■ aardewerk ■ koper Dit werkt energiebesparend. ■ aluminium Eenvoudiger in onderhoud en reiniging. Overgelopen voedingswaren verbranden minder snel. Kenmerken van de bodem van de pan ■ ■ ■ ■ Warmte- en veiligheidscontrole; de plaat levert energie of stopt de energietoevoer onmiddellijk als op de controleknop wordt gedrukt. De inductiekookzone levert geen warmte meer af als de pan wordt weggenomen, ook al wordt het apparaat voor die tijd niet uitgeschakeld. Gebruik nooit straalplaten of pannen van: De kenmerken van de bodem van de pannen kunnen invloed hebben op de homogeniteit van het kookresultaat. Pannen die gemaakt zijn van materialen die warmte verspreiden, zoals "sandwich" pannen van roestvrij staal, verdelen de warmte op gelijkmatige wijze, waardoor tijd en energie worden bespaard. Geen pan of ongeschikte afmeting Pannen Uitsluitend geschikt voor inductiekoken zijn ferromagnetische pannen zoals van: ■ geëmailleerd staal ■ gietijzer ■ speciale pannen voor inductie van roestvrij staal. Kijk, om te weten of de pannen geschikt zijn, of de bodem van de pan wordt aangetrokken door een magneet. Er bestaat een ander soort pannen speciaal voor inductie, met een niet geheel ferromagnetische bodem. Bij het gebruik van grote pannen met een ferromagnetische zone met een kleinere diameter, wordt enkel de ferromagnetische zone verwarmd, zodat de warmte niet homogeen kan worden verdeeld. Pannen met aluminium kookzones in de bodem verkleinen de ferromagnetische zone, zodat het geleverde vermogen lager kan zijn en er problemen kunnen ontstaan bij de detectie van de pan en het kan zelfs zijn dat deze niet wordt gedetecteerd. Als er geen pan op de geselecteerde kookzone wordt geplaatst of als deze niet van het geschikte materiaal is of geen geschikte afmeting heeft, knippert de kookstand op de indicator van de kookzone. Plaats een geschikte pan, zodat het knipperen stopt. Als er meer dan 90 seconden wordt gewacht gaat de kookzone automatisch uit. Lege pannen of pannen met een dunne bodem Verwarm geen lege pannen en gebruik geen pannen met dunne bodem. De kookplaat is uitgerust met een intern veiligheidssysteem, maar een lege pan kan zo snel heet worden dat de functie “automatisch uitschakelen" geen tijd heeft om te reageren, waardoor de temperatuur erg kan oplopen. De bodem van de pan kan smelten en het glas van de kookplaat beschadigen. Raak in dat geval de pan niet aan en schakel de kookzone uit. Als het apparaat na het afkoelen niet werkt, neem dan contact op met de technische dienst. Pandetectie Iedere kookzone heeft een minimumlimiet voor pandetectie, die afhankelijk is van het materiaal van de pan die wordt gebruikt. Daardoor mag alleen de kookzone worden gebruikt die het meest geschikt is voor de pan. Om goede kookresultaten te verkrijgen, is het raadzaam dat de diameter van de ferromagnetische zone van de pan is afgestemd op de maat van de kookzone. Als de pan op een kookzone niet wordt gedetecteerd, probeer hem dan op de zone met een iets kleinere diameter. 21 Het apparaat leren kennen Op pagina 2 vindt u informatie over afmetingen en vermogens van de kookzones Het bedieningspaneel Indicaties Bedieningsvlakken # Hoofdschakelaar ‚- Š Kookstanden È Kookzone ‹ Gebruikstoestand 0 IIIIIIIIIIII + Instelgebied ‹‹ Timer # Wrijfbeveiliging •/œ Restwarmte ‚ Kinderslot › Powerboost-functie þ Functie Combizone V Kookwekker ÷ Move-functie x Automatisch uitschakelen 0 Timer þ Functie Combizone b Powerboost-functie ÷ Move-functie Bedieningsvlakken Bij het aanraken van een symbool wordt de overeenkomstige functie geactiveerd. Aanwijzing: Zorg ervoor dat de bedieningsvlakken altijd droog zijn. Vocht heeft een negatieve invloed op de werking. De kookzones Kookzone $ Kookzone met één ring Gebruik kookgerei dat de juiste afmetingen heeft. à Gecombineerde kookzone Zie de paragraaf CombiZone-functie of Move-functie. Alleen kookgerei gebruiken dat geschikt is voor inductiekoken: zie de paragraaf „Kookgerei“. Restwarmte-indicator De kookplaat beschikt over een restwarmte-indicator in elke kookzone, die aanduidt welke nog warm zijn. Raak kookzones met die indicatie niet aan. Ook als de plaat uitgeschakeld is, blijft de indicator œ of •, branden zolang de kookzone warm is. Als de pan van de plaat genomen wordt voordat de kookzone uitgeschakeld is, verschijnen afwisselend de indicator œ o • en de geselecteerde vermogensstand. 22 Programmeren van de kookplaat In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe een kookzone kan worden afgesteld. In de tabel staan de kookstanden en de bereidingstijden voor verschillende gerechten vermeld. De kookplaat in- en uitschakelen 2. Binnen de volgende 10 seconden met uw vinger over het instelgebied glijden tot de gewenste kookstand verschijnt.   De kookplaat wordt in- en uitgeschakeld met de hoofdschakelaar. Inschakelen: druk op het symbool #. Er klinkt een akoestisch signaal. De indicator die zich naast de hoofdschakelaar bevindt en de indicatoren ‹ van de kookzones gaan branden. De kookplaat is klaar om te werken. Uitschakelen: druk op het symbool # totdat de indicatoren doven. Alle kookzones zijn uitgeschakeld. De restwarmteindicator blijft branden tot de kookzones voldoende afgekoeld zijn. Aanwijzingen ■ De kookplaat wordt automatisch uitgeschakeld zodra alle kookzones meer dan 20 seconden uitgeschakeld zijn. ■ De geselecteerde instellingen blijven opgeslagen gedurende de eerste 4 seconden na het uitschakelen van de plaat. Indien de kookplaat opnieuw wordt ingeschakeld binnen deze tijdsperiode, dan worden de vorige instellingen toegepast. De kookzone afstellen Regel de gewenste vermogensstand in de programmeerzone. Vermogensstand 1 = minimumvermogen. Vermogensstand 9 = maximumvermogen. Elke vermogensstand is voorzien van een tussenliggende afstelling. Deze wordt aangegeven met een punt. Kookzone en kookstand kiezen De kookplaat moet ingeschakeld zijn. 1. Met het symbool È de kookzone kiezen. Op het display is het symbool ¬ verlicht. De kookstand is ingesteld. De vermogensstand wijzigen Selecteer de kookzone en regel de gewenste vermogensstand in de programmeerzone. De kookzone uitschakelen Selecteer de kookzone en stel af op ‹ in de programmeerzone. De kookzone wordt uitgeschakeld en de restwarmte-indicator verschijnt. Aanwijzingen ■ Als er geen pan op de inductiekookzone wordt geplaatst, gaat de geselecteerde vermogensstand knipperen. Na een tijdje wordt de kookzone uitgeschakeld. ■ Als er een pan op de kookzone staat voordat de plaat wordt ingeschakeld, zal deze worden gedetecteerd binnen 20 seconden na het indrukken van de hoofdschakelaar en zal de kookzone automatisch worden geselecteerd. Selecteer, zodra deze is gedetecteerd, de vermogensstand binnen 20 seconden, anders wordt de kookzone uitgeschakeld. Ook al worden er meerdere pannen geplaatst, bij het inschakelen van de kookplaat wordt er maar één gedetecteerd. Kooktabel In onderstaande tabel worden enkele voorbeelden gegeven. De kooktijden zijn afhankelijk van de vermogensstand, het type, het gewicht en de kwaliteit van het voedsel. Daarom zijn er variaties. Bij het verhitten van purees, crèmes en dikke sauzen dient u af en toe te roeren. Gebruik de vermogensstand 9 als u begint te koken. Vermogensstand Kookduur Smelten Chocolade, chocoladecouverture 1-1. - Boter, honing, gelatine 1-2 - Maaltijdsoep (bv. linzen) 1.-2 - Melk** 1.-2. - Worstjes opgewarmd in water** 3-4 - Verhitten en warmhouden * Koken zonder deksel ** Zonder deksel ***Geregeld omdraaien 23 Vermogensstand Kookduur Diepvriesspinazie 3-4 15-25 min. Diepvriesgoulash 3-4 30-40 min. Aardappelballetjes* 4.-5. 20-30 min. Vis* 4-5 10-15 min. Witte sauzen, bv. bechamel 1-2 3-6 min. Geklopte sauzen, bv. bearnaisesaus, Hollandse saus 3-4 8-12 min. Rijst (met twee keer zoveel water) 2-3 15-30 min. Rijstpap 2-3 30-40 min. Aardappelen in de schil 4-5 25-30 min. Geschilde aardappelen met zout 4-5 15-25 min. Pasta* 6-7 6-10 min. Eenpansgerecht, soep 3.-4. 15-60 min. Groenten 2.-3. 10-20 min. Diepvriesgroenten 3.-4. 7-20 min. Koken met de snelkookpan 4.-5. - Rollade 4-5 50-60 min. Stoofschotel 4-5 60-100 min. Goulash 3-4 50-60 min. Ontdooien en verhitten Op een zacht vuurtje gaarstoven, op een zacht vuurtje koken Koken, stomen, smoren Sudderen Braden / frituren met een beetje olie** Filets, al dan niet gepaneerd 6-7 6-10 min. Diepvriesfilets 6-7 8-12 min. Koteletten, al dan niet gepaneerd*** 6-7 8-12 min. Biefstuk (3 cm dik) 7-8 8-12 min. Borst (2 cm dik)*** 5-6 10-20 min. Diepvriesborst*** 5-6 10-30 min. Hamburgers, gehaktballetjes (3 cm dik)*** 4.-5. 30-40 min. Vis en visfilet, ongepaneerd 5-6 8-20 min. Vis en visfilet, gepaneerd 6-7 8-20 min. Gepaneerde diepvriesvis, bv. vissticks 6-7 8-12 min. Garnalen en steurgarnalen 7-8 4-10 min. Diepvriesgerechten, bv. gesauteerd 6-7 6-10 min. Pannenkoeken 6-7 een voor een frituren Omelet 3.-4. een voor een frituren Spiegeleieren 5-6 3-6 min. Diepvriesproducten, bv. frieten, kipnuggets 8-9 Diepvrieskroketten 7-8 een portie na de andere frituren Vlees, bv., stukjes kip 6-7 Vis, gepaneerd of in bierdeeg 6-7 Groenten, paddenstoelen, gepaneerd of in bierdeeg, bv. champignons 6-7 Banket, bv. beignets, fruit in bierdeeg 4-5 Frituren** (150-200 g per portie in 1-2 l olie) * Koken zonder deksel ** Zonder deksel ***Geregeld omdraaien 24 Functie Combizone Met deze functie kunnen de beide kookzones aan de linkerkant, die even groot zijn, samengeschakeld worden. Hierbij wordt voor beide kookzones dezelfde kookstand ingesteld. Deze is bijzonder geschikt voor de bereiding met langwerpig kookgerei. Activeren Aanwijzingen voor het kookgerei 2. Raak het symbool þ aan. De indicatie þ is verlicht. Voor optimale resultaten dient u in het gebied van beide kookzones geschikt, ovaal kookgerei te gebruiken. Plaats het kookgerei in het midden van de kookzones. De kookplaat moet ingeschakeld zijn. 1. Eén van de twee kookzones kiezen die bij de CombiZone horen en de kookstand instellen. De kookstand verschijnt in de indicatie van de onderste kookzone. De functie is geactiveerd. De vermogensstand wijzigen Wijzig in de programmeerzone de vermogensstand. Deactiveren Een van de twee kookzones kiezen die bij deze functie horen en in het instelgebied op ‹ zetten. De functie wordt binnen ca. 3 seconden gedeactiveerd. Wordt op een van beide kookzones slechts één vorm gebruikt, dan kan deze naar de tweede kookzone worden verschoven. In dit geval worden de kookstand en de gekozen instellingen overgenomen. Move-functie Met deze functie kunt u de twee linkerkookzones van dezelfde grootte combineren en voor beide kookzones verschillende kookstanden kiezen. Vooraf ingestelde kookstanden: Voorste kookzone = kookstand Š Achterste kookzone = kookstand ‚. Tips voor het gebruik van pannen Om te zorgen voor een goede detectie en verdeling van de warmte, wordt aanbevolen de pan correct te centreren: Gebruik slechts ëén kookgerei waardoor maar één kookzone wordt bedekt. De kookstanden kunnen voor elke kookzone onafhankelijk van elkaar worden veranderd. Aanwijzingen ■ Kookgerei op slechts één van de kookzones plaatsen. De functie wordt niet geactiveerd wanneer op elk van beide kookzones afzonderlijk kookgerei staat. ■ ■ Op het display van de kookzone waar geen kookgerei op staat, is de kookstand zwakker verlicht. Deze is echter niet geactiveerd tot het kookgerei op de betreffende kookzone verschoven en herkend wordt. Is de functie al geactiveerd en wordt er een tweede vorm op de vrije kookzone geplaatst, dan blijft de indicatie, net als daarvoor, zwak verlicht. De kookzone is dan echter niet actief. Het kookgerei van de ene naar de andere kookzone schuiven: 25 Activeren Kookstand wijzigen Voor elk van beide kookzones een verschillende kookstand kiezen. Een van de twee kookzones kiezen die bij de Move-functie horen en de kookstand in het instelgebied veranderen. 1. Kies een van de twee kookzones die bij de Move-functie Aanwijzing: Wordt de functie gedeactiveerd, dan krijgen de kookstanden weer hun oorspronkelijke instellingen. 2. Raak het symbool ÷ aan. De indicaties ÷ zijn verlicht. Deactiveren horen. De kookstanden verschijnen in de indicaties van de twee kookzones. Raak het symbool ÷ aan. De functie is geactiveerd. De functie is gedeactiveerd. Aanwijzingen De indicatie van de kookzone waarop het kookgerei zich bevindt, is helderder verlicht. Aanwijzing: Wanneer één van de twee kookzones op ‹ wordt gezet, wordt de functie binnen ca. 3 seconden gedeactiveerd. ■ ■ Op het display van de kookzone die gekozen blijft, is de indicatie ¬ verlicht. Kinderslot De kookplaat kan beveiligd worden tegen ongewilde inschakeling, om te voorkomen dat kinderen de kookzones kunnen inschakelen. Het kinderslot activeren en deactiveren De kookplaat moet uitgeschakeld zijn. Activeren: houd het symbool ‚ gedurende circa 4 seconden ingedrukt. De indicator naast het symbool ‚ gaat branden gedurende 10 seconden. De kookplaat is geblokkeerd. Automatisch kinderslot Met deze functie wordt het kinderslot altijd automatisch ingeschakeld als de kookplaat wordt uitgeschakeld. Activeren en deactiveren In hoofdstuk Basisinstellingen vindt u informatie over het inschakelen van het automatische kinderslot. Deactiveren: houd het symbool ‚ gedurende circa 4 seconden ingedrukt. De blokkering is gedeactiveerd. Functie Powerboost Met de functie Powerboost kan het voedsel sneller worden verwarmd dan wanneer de vermogensstand Š wordt gebruikt. Activeren Gebruiksbeperking 2. Druk op het symbool ›. Deze functie kan alleen voor een kookzone worden geactiveerd wanneer de andere kookzone van dezelfde groep niet in gebruik is (zie Afb.). Anders knipperen in de kookstandindicatie › en Š; vervolgens wordt automatisch de kookstand Š ingesteld, zonder de functie te activeren. *URHS   1. Selecteer een kookzone. De indicator › gaat branden. De functie is nu geactiveerd. Deactiveren 1. Selecteer een kookzone. 2. Druk op het symbool ›. De indicator › wordt niet meer in beeld gebracht en de kookzone keert terug naar de vermogensstand Š. De functie is gedeactiveerd.   *URHS Aanwijzing: In groep 1 kan de Powerboost-functie alleen worden geactiveerd wanneer de twee kookzones onafhankelijk van elkaar gebruikt worden. 26 Aanwijzing: Onder bepaalde omstandigheden kan de Powerboost functie automatisch uitgeschakeld worden om de elektronische onderdelen aan de binnenzijde van de plaat te beschermen. Timerfunctie Deze functie kan op twee verschillende manieren gebruikt worden: ■ om een kookzone automatisch uit te schakelen. ■ als kookwekker. Een kookzone moet automatisch uitschakelen De kookzone schakelt na afloop van de ingestelde tijd automatisch uit. Automatische programmering Indien in de programmeerzone de voorafgaande instelling van 1 tot 5 ingedrukt wordt, dan wordt de kooktijd met een minuut verkort. Indien in de programmeerzone de voorafgaande instelling van 6 tot 10, ingedrukt wordt, dan wordt de kooktijd met een minuut verlengd. De tijd wijzigen of annuleren Selecteer de kookzone en druk vervolgens op het symbool 0. De bereidingstijd instellen De kookplaat moet ingeschakeld zijn. 1. De kookzone en de gewenste kookstand kiezen. Wijzig de kooktijd in de programmeerzone of stel af op ‹‹ om de tijd te annuleren. 2. Raak het symbool 0 aan. In de indicatie van de kookzone is Na het verstrijken van de tijd 3. Binnen de volgende 10 seconden in het instelgebied de De kookzone wordt uitgeschakeld. Er klinkt een waarschuwingssignaal. Op de visuele indicator van de timerfunctie licht ‹‹ 10 seconden lang op. x verlicht. In de timer-indicatie is ‹‹ verlicht. gewenste bereidingstijd instellen. De mogelijke vooraf ingestelde waarde is van links naar rechts 1, 2, 3..... tot 10 minuten.   Als op het symbool 0 wordt gedrukt, gaan de indicators uit en stopt het akoestische signaal. Aanwijzingen Indien een kooktijd in verschillende zones geprogrammeerd is, wordt op de visuele indicator van de timerfunctie altijd de kooktijd van de geselecteerde zone getoond. ■ ■ De kooktijd kan worden ingesteld tot 99 minuten. De kookwekker Met de kookwekker kan een tijd geprogrammeerd worden tot 99 minuten. Deze is niet afhankelijk van andere instellingen. Deze functie schakelt de kookzone niet automatisch uit. Zo wordt dit geprogrammeerd Na enkele seconden begint de bereidingstijd af te lopen. Aanwijzingen ■ Voor alle kookzones kan automatisch dezelfde bereidingstijd worden ingesteld. De ingestelde tijd loopt voor elk van beide kookzones onafhankelijk af. In het hoofdstuk Basisinstellingen vindt u informatie over de manier waarop de bereidingstijd automatisch kan worden geprogrammeerd. ■ Wordt bij de gecombineerde kookzone de functie CombiZone of Move gekozen, dan is de ingestelde tijd voor beide kookzones hetzelfde. 1. Druk meerdere keren op het symbool 0 tot de indicator W gaat branden. Op de visuele indicator van de timerfunctie verschijnt ‹‹. 2. Selecteer in de programmeerzone de gewenste tijd. Na enkele seconden begint tijd te verstrijken. De tijd wijzigen of annuleren Druk meerdere keren op het symbool 0 tot de indicator W oplicht. Wijzig de tijd in de programmeerzone of stel af op ‹‹. Na het verstrijken van de tijd Er klinkt een waarschuwingssignaal. Op de visuele indicator van de timerfunctie verschijnt ‹‹ en de indicator W gaat branden. Na 10 seconden gaan de indicators uit. Als op het symbool 0 wordt gedrukt, gaan de indicators uit en stopt het akoestische signaal. Beschermingsfunctie bij reiniging Indien het bedieningspaneel gereinigd wordt terwijl de kookplaat ingeschakeld is, kunnen de instellingen gewijzigd worden. Om dit te vermijden, beschikt de kookplaat over de beschermingsfunctie bij reiniging. Druk op het symbool #. Er weerklinkt een signaal. Het bedieningspaneel blijft gedurende 35 seconden geblokkeerd. Nu kan het oppervlak van het bedieningspaneel gereinigd worden zonder risico op wijziging van de instellingen. Aanwijzing: De blokkering heeft geen invloed op de hoofdschakelaar. De kookplaat kan desgewenst uitgeschakeld worden. 27 Automatische tijdslimiet Indien de kookzone gedurende lange tijd in werking is en er geen enkele wijziging in de instelling wordt aangebracht , dan wordt de automatische tijdslimiet geactiveerd. De kookzone wordt niet meer verhit. Op de visuele indicator van de kookzone knipperen afwisselend ”, ‰ en de restwarmte-indicator œ/•. De indicator gaat uit als er op een willekeurig symbool wordt gedrukt. Nu kan de kookzone opnieuw worden ingesteld. Wanneer de automatische limiet is geactiveerd, wordt deze geregeld afhankelijk van de geselecteerde vermogensstand (van 1 tot 10 uur). Het energieverbruik bekijken Met deze functie kan het totale energieverbruik gedurende de tijd dat de kookplaat is ingeschakeld worden bekeken. Nadat de kookplaat is uitgeschakeld verschijnt het verbruik in kWh gedurende 10 seconden. Op de afbeelding verschijnt een voorbeeld met een verbruik van ‚.‹‰ kWh. NZK Basisinstellingen Het apparaat beschikt over diverse basisinstellingen. Deze instellingen kunnen aangepast worden aan de behoeften van de gebruiker. Indicator Functie ™‚ Automatisch kinderslot ‹ Gedeactiveerd.* ‚ Geactiveerd. ™ƒ Akoestische signalen ‹ Bevestigingssignaal en foutsignaal gedeactiveerd. ‚Alleen foutsignaal geactiveerd. ƒAlleen bevestigingssignaal geactiveerd. „ Alle signalen geactiveerd.* ™„ Indicator voor het stroomverbruik ‹ Gedeactiveerd.* ‚ Geactiveerd. ™† Automatische programmering van de kooktijd. ‹ Uitgeschakeld.* ‚-ŠŠ Tijd van de automatische uitschakeling. ™‡ Duur van het geluidssignaal van de timerfunctie ‚ 10 seconden*. ƒ 30 seconden. „ 1 minuut. *Fabrieksinstelling 28 In hoofdstuk Basisinstellingen vindt u de informatie over de activering van deze functie. Indicator Functie ™ˆ Functie Power-Management ‹ = Gedeactiveerd.* ‚ = 1000 W minimumvermogen. ‚= 1500 W ƒ = 2000 W ... Š of Š. = maximumvermogen van de plaat. ™Š Selectietijd van de kookzone ‹ Onbeperkt: de laatst geprogrammeerde kookzone blijft geselecteerd.* ‚ Beperkt: de kookzone blijft slechts 10 seconden lang geselecteerd. ™‹ Terug naar de standaardinstellingen ‹ Persoonlijke instellingen.* ‚ Terug naar de fabrieksinstellingen. *Fabrieksinstelling Naar de basisinstellingen gaan De kookplaat moet uitgeschakeld zijn. 1. De kookplaat met de hoofdschakelaar inschakelen. 3. Het symbool ' zo vaak aanraken tot de gewenste functie wordt weergegeven. 4. Vervolgens in het instelgebied de gewenste instelling kiezen. 2. Binnen de volgende 10 seconden het symbool ' 4 seconden lang aanraken. 5. Het symbool ' opnieuw ca. 4 seconden lang aanraken. De instellingen zijn opgeslagen. In de kookstand-indicatie knipperen ™ en ‚ afwisselend en in de timer-indicatie verschijnt ‹ als instelling vooraf. Afsluiten Om de instellingen af te sluiten, de kookplaat met de hoofdschakelaar uitschakelen. Onderhoud en reiniging De raadgevingen en waarschuwingen in dit hoofdstuk zijn bedoeld voor het optimaal schoonmaken en onderhouden van de kookplaat. De beste manier om hardnekkig vuil te verwijderen is om een glasschraper te gebruiken. Neem de aanwijzingen van de fabrikant in acht. Kookplaat Glasschrapers zijn verkrijgbaar via de Technische dienst of in onze online winkel. Reiniging Omlijsting van de kookplaat Maak de kookplaat na ieder gebruik schoon. Op die manier voorkomt u dat aangekoekte resten verbranden. Maak de kookplaat pas schoon als hij voldoende is afgekoeld. Gebruik alleen reinigingsproducten die geschikt zijn voor kookplaten. Volg de aanwijzingen op de verpakking van het product op. Gebruik nooit: ■ Onverdund afwasmiddel ■ Afwasmiddel voor vaatwasmachines ■ Schurende middelen ■ Om schade aan de omlijsting van de kookplaat te vermijden, moeten de volgende aanwijzingen worden opgevolgd: ■ Gebruik alleen warm water met een beetje zeep ■ Gebruik nooit scherpe of bijtende producten ■ Gebruik de glasschraper niet Corrosieve producten zoals ovensprays of vlekkenverwijderaars ■ Schuursponzen ■ Hogedrukreinigers of stoommachines 29 Repareren van storingen Storingen zijn gewoonlijk toe te schrijven aan kleine details. Neem de volgende raadgevingen en waarschuwingen in acht alvorens contact op te nemen met de Technische Dienst. Indicator Storing Maatregel geen De stroom is uitgevallen. Controleer met andere elektrische apparaten of de stroom is uitgevallen. Het apparaat is niet aangesloten volgens het Controleer of het apparaat is aangesloten volgens het aansluitschema. aansluitschema. Storing in het elektronische systeem. Als de storing na de voorgaande controles niet is opgelost, neem dan contact op met de Technische Dienst. De indicators knipperen Het bedieningspaneel is vochtig of er ligt iets Droog de zone van het bedieningspaneel of neem het op. voorwerp weg. De indicator - knippert op de indicatoren van de kookzones Er heeft zich een fout voorgedaan in het elek- Bedek het bedieningsvlak kort met de hand om de stotronische systeem. ring te bevestigen. “§ + nummer / š + nummer / ¡ + nummer Storing in het elektronische systeem. Sluit de kookplaat af van het verdeelnet. Wacht ongeveer 30 seconden alvorens hem weer aan te sluiten.* ”‹ / ”Š Er is een interne fout in de werking opgetreden. Sluit de kookplaat af van het verdeelnet. Wacht ongeveer 30 seconden alvorens hem weer aan te sluiten.* ”ƒ Het elektronische systeem is oververhit geraakt en heeft de overeenkomstige kookzone uitgeschakeld. Wacht tot het elektronische systeem voldoende afgekoeld is. Druk vervolgens op een willekeurig symbool van de kookplaat. * ”… Het elektronische systeem is oververhit geraakt en heeft alle kookzones uitgeschakeld. ”† + vermogensstand en Er staat een warme pan op de zone van het bedieningspaneel. Het is zeer waarschijnlijk waarschuwingstoon dat het elektronische systeem oververhit raakt. Neem die pan weg. De storingsindicator gaat kort daarna uit. U kunt verder gaan met koken. ”† en waarschuwingstoon Er staat een warme pan op de zone van het Neem die pan weg. Wacht enkele seconden. Druk op bedieningspaneel. De kookzone is uitgegaan een willekeurig bedieningsvlak. Als de storingsindicaom het elektronische systeem te beschermen. tor uit gaat kunt u verder gaan met koken. —‚ Onjuiste voedingsspanning, overschrijding van de normale werklimieten. Neem contact op met uw elektriciteitsleverancier. —ƒ / —„ De kookzone is oververhit en is uitgeschakeld Wacht totdat het elektronische systeem voldoende om uw kookplaat te beschermen. afgekoeld is en schakel hem opnieuw in. * Als de indicatie voortduurt, neem dan contact op met de Technische Dienst. Zet geen hete pannen op het bedieningspaneel. Normaal geluid tijdens de werking van het apparaat De technologie van het verwarmen door inductie is gebaseerd op het ontstaan van elektromagnetische velden die ervoor zorgen dat de warmte rechtstreeks op de bodem van de pan wordt voortgebracht. De pannen kunnen, afhankelijk van hun bouw, geluiden of trillingen voortbrengen, zoals hieronder worden genoemd: Een diep gezoem zoals in een transformator Dit geluid ontstaat tijdens het koken op een hoge vermogensstand. De oorzaak daarvan is de hoeveelheid energie die de kookplaat aan de pan overdraagt. Het geluid verdwijnt of vermindert zodra de vermogensstand wordt verlaagd. Een laag fluitend geluid Dit geluid ontstaat als de pan leeg is. Het geluid verdwijnt zodra er water of voedsel in de pan wordt gedaan. Knisperen Dit geluid doet zich voor bij pannen die bestaan uit lagen van verschillende materialen. Het geluid komt door de trillingen die ontstaan op de verbindingsvlakken van de verschillende 30 materialen. Dit geluid is afkomstig van de pan. De hoeveelheid voedsel en de manier waarop het wordt bereid, kunnen de intensiteit van het geluid doen variëren. Hoge fluitende geluiden De geluiden ontstaan met name in pannen die bestaan uit lagen van verschillende materialen, zodra deze worden aangezet op de hoogste stand en op twee kookzones tegelijk. Deze fluitende geluiden verdwijnen of worden minder zodra het vermogen wordt verlaagd. Geluid van de ventilator Voor een goed gebruik van het elektronische systeem moet de kookplaat op een gecontroleerde temperatuur werken. Hiertoe is de kookplaat voorzien van een ventilator die wordt geactiveerd als een hoge temperatuur wordt gedetecteerd. De ventilator kan ook door inertie werken, nadat de kookplaat is uitgezet, als de gedetecteerde temperatuur nog te hoog is. De omschreven geluiden zijn normaal en maken deel uit van de inductietechnologie en duiden niet op een storing. Servicedienst Wanneer uw apparaat gerepareerd moet worden, staat onze servicedienst voor u klaar. De contactgegevens in alle landen vindt u in de bijgesloten lijst met Servicedienstadressen. E-nummer en FD-nummer Verzoek om reparatie en advies bij storingen NL 088 424 4020 B 070 222 142 Geef wanneer u contact opneemt met de servicedienst altijd het productnummer (E-nr.) en het fabricagenummer (FD-nr.) van het apparaat op. Het typeplaatje met de nummers vindt u op het identificatiebewijs van het apparaat. Let erop dat het bezoek van een technicus van de servicedienst in het geval van een verkeerde bediening ook tijdens de garantietijd kosten met zich meebrengt. Vertrouw op de competentie van de fabrikant. Dan bent u ervan verzekerd dat de reparatie wordt uitgevoerd door ervaren technici die gebruikmaken van de originele reserveonderdelen voor uw apparaat. Geteste gerechten Deze tabel is opgesteld door evaluatie-instituten om de controles van onze apparaten te vereenvoudigen. De gegevens van de tabel verwijzen naar ons toebehoren van Schulte-Ufer (pannenset van 4 stuks voor inductieplaat HZ390042 met de volgende afmetingen: ■ Steelpan Ø 16 cm, 1,2 l voor kookzones van Ø 14,5 cm ■ Kookpan Ø 16 cm, 1,7 l voor kookzones van Ø 14,5 cm ■ Kookpan Ø 22 cm, 4,2 l voor kookzones van Ø 18 cm ■ Koekenpan Ø 24 cm, voor kookzones van Ø 18 cm Voorverwarming Geteste gerechten Koken Kookzone Vermogensstand Duur (Min:S) Deksel VermoDeksel gensstand Ø 14,5 cm - - - 1 - 1. Nee Ø 14,5 cm 9 1:30 zonder te roeren Ja 1. Ja Ø 18 cm 9 2:30 zonder te roeren Ja 1. Ja Ø 14,5 cm 9 1:30 omroeren na circa 1:00 Ja 1. Ja Ø 18 cm 9 2:30 omroeren na circa 1:00 Ja 1. Ja 1. De boter laten smelten, het meel en het zout erdoor mengen en alles laten verhitten 1 circa 3:00 Nee 2. Voeg de melk toe en breng de saus aan de kook en blijf ondertussen doorroeren 7 circa 5:20 Nee 1 Nee Chocolade smelten Pan: steelpan Chocoladecouverture (bv. merk Dr. Oetker puur 55% , 150 g.) Linzensoep verhitten en warmhouden Pan: Kookpan Begintemperatuur 20 °C Linzensoep* Hoeveelheid 450 g. Hoeveelheid: 800 g. Linzensoep uit blik, bv. linzen met chorizo van Erasco Hoeveelheid 500 g. Hoeveelheid 1 kg. Bechamelsaus bereiden Pan: Steelpan Temperatuur van de melk: 7 °C Ingrediënten: 40 g boter , 40 g meel, 0,5 l melk (3,5% vetstof) en een snufje zout 3. Als de Bechamelsaus begint te koken, laat dan nog 2 minuten staan terwijl u blijft doorroeren Ø 14,5 cm *Recept volgens DIN 44550 **Recept volgens DIN EN 60350-2 31 Voorverwarming Geteste gerechten Kookzone Koken Vermogensstand Duur (Min:S) Deksel VermoDeksel gensstand 8. circa 6:30 Nee 2 omroeren na circa 10:00 Ja Rijstpap maken Pan: Gewone pan Temperatuur van de melk: 7 °C Verwarm de melk tot hij omhoog komt. Verander de aanbevolen vermogensstand en voeg de rijst, de suiker en het zout aan de melk toe. Ingrediënten: 190 g. rondkorrelige rijst, 23 g. suiker, 750 ml. melk (3,5% vetstof) en een snufje zout Ingrediënten: 250 rondkorrelige rijst, 30 g. suiker, 1 l. melk (3,5% vetstof) en een snufje zout Ø 14,5 cm Ø 18 cm Rijst koken* Pan: Kookpan Temperatuur van het water 20 °C Ingrediënten: 125 g rondkorrelige rijst, 300 g water en een snufje zout Ø 14,5 cm 9 circa 2:30 Ja 2 Ja Ingrediënten: 250 g rondkorrelige rijst, 600 g water en een snufje zout Ø 18 cm 9 circa 2:30 Ja 2. Ja Ø 18 cm 9 1:30 Nee 7 Nee Ø 18 cm 9 1:30 Nee 7 Nee Ø 18 cm 9 Tot de olietemperatuur 180 °C bedraagt Nee 9 Nee Varkenshaas bakken Pan: Koekenpan Begintemperatuur van de varkenshaas: 7 °C 2 varkenshaasfilets (totaal gewicht circa 200 g, 1 cm dik) Pannenkoeken bakken** Pan: Koekenpan 55 ml pannenkoekbeslag Diepvriesfrieten bakken Pan: Kookpan Ingrediënten: 1,8 kg zonnebloemolie per bereiding: 200 g diepvriesfrieten (bv. McCain 123 Frites Original) *Recept volgens DIN 44550 **Recept volgens DIN EN 60350-2 32 Þ Table des matières Nos]raincf[teldu’ Consignes de sécurité .............................................................33 Causes des dommages ................................................................. 35 Protection de l'environnement ................................................35 Elimination écologique.................................................................... 35 Conseils pour économiser l'énergie ............................................ 35 La cuisson par induction .........................................................36 Avantages de la cuisson par induction ....................................... 36 Récipients.......................................................................................... 36 Se familiariser avec l'appareil .................................................37 Le bandeau de commande ........................................................... 37 Les foyers .......................................................................................... 37 Indicateur de chaleur résiduelle.................................................... 37 Programmer la plaque de cuisson.........................................38 Allumer et éteindre la plaque de cuisson ................................... 38 Régler la zone de cuisson ............................................................. 38 Tableau de cuisson ......................................................................... 38 Fonction CombiZone................................................................40 Indications concernant les ustensiles .......................................... 40 Activer ................................................................................................ 40 Désactiver.......................................................................................... 40 Fonction Move ..........................................................................40 Conseils pour l'utilisation de récipients ....................................... 40 Activer ................................................................................................ 41 Désactiver.......................................................................................... 41 Sécurité-enfants .......................................................................41 Activer et désactiver la sécurité-enfants...................................... 41 Sécurité-enfants automatique ........................................................ 41 Fonction Powerboost............................................................... 41 Restriction d'utilisation .................................................................... 41 Activer ................................................................................................ 41 Désactiver.......................................................................................... 41 Fonction Programmation du temps........................................42 Un foyer doit s'éteindre automatiquement .................................. 42 La minuterie ...................................................................................... 42 Fonction de Verrouillage pour le nettoyage...........................42 Limitation de temps automatique ...........................................43 Afficher la consommation d'énergie ......................................43 Réglages de base ..................................................................... 43 Atteindre les réglages de base..................................................... 44 Soins et nettoyage.................................................................... 44 Plaque de cuisson ........................................................................... 44 Cadre de la plaque de cuisson .................................................... 44 Réparation des pannes............................................................ 45 Bruit normal pendant le fonctionnement de l'appareil.............. 45 Service après-vente ................................................................. 46 Plats testés ............................................................................... 46 Produktinfo Vous trouverez des informations supplementaires concernant les produits, accessoires, pièces de rechange et services sur Internet sous : www.siemens-home.com et la boutique en ligne : www.siemens-eshop.com : Consignes de sécurité Lire attentivement cette notice. Conserver la notice d'utilisation et de montage ainsi que le passeport de l'appareil pour une utilisation ultérieure ou pour de futurs propriétaires. Vérifier votre appareil après l'avoir retiré de l'emballage. S'il a souffert de dommages pendant le transport, ne le branchez pas, contactez le Service technique puis indiquez par écrit les dommages observés, sinon le droit à tout type d'indemnisation sera perdu. Cet appareil doit être installé en respectant la notice de montage ci-incluse. Cet appareil est conçu uniquement pour un usage ménager privé et un environnement domestique. Utiliser l'appareil uniquement pour préparer des aliments et des boissons. Surveiller l'appareil lorsqu'il fonctionne. Utiliser l'appareil uniquement dans des pièces fermées. N'utilisez pas de recouvrements pour la table de cuisson. Cela pourrait entraîner des accidents, par ex. en raison de surchauffe, inflammation ou d'éclats de matériau. N'utilisez pas de protections inappropriées ou de grilles de protection enfants. Ces dispositifs peuvent conduire à des accidents. Cet appareil n'est pas conçu pour un fonctionnement avec une minuterie externe ou une commande à distance. Cet appareil peut être utilisé par des enfants de 8 ans ou plus et par des personnes dotées de capacités physiques, sensorielles ou mentales réduites ou disposant de connaissances ou d’expérience insuffisantes, sous la surveillance d'un tiers responsable de leur sécurité ou bien lorsqu'ils ont reçu des instructions liées à l'utilisation de l'appareil en toute sécurité et qu'ils ont intégré les risques qui en résultent. 33 Fonction CombiZone Cette fonction permet de coupler les deux foyers gauches de la même dimension. Dans ce cas, la même position de chauffe est réglée pour les deux foyers. Elle est appropriée en particulier pour la cuisson dans un récipient oblong. Indications concernant les ustensiles Pour obtenir un résultats optimal, utilisez un récipient ovale approprié dans la zone des deux foyers. Placez le récipient au centre des foyers. Activer La table de cuisson doit être allumée. 1. Sélectionner l'un des deux foyers appartenant à la CombiZone et régler la position de chauffe. 2. Effleurer le symbole þ. L’indicateur þ s'allume. La position de chauffe apparaît dans l'affichage du foyer inférieur. La fonction est activée. Modifier le niveau de puissance Modifier le niveau de puissance dans la zone de programmation. Désactiver Sélectionner l'un des deux foyers appartenant à cette fonction et régler sur ‹ dans la zone de réglage. La fonction sera activée dans environ 3 secondes. Si vous n'utilisez qu'un seul récipient sur les deux foyers, vous pouvez le déplacer sur le deuxième foyer. Dans ce cas, la position de chauffe et les réglages sélectionnés seront repris. Fonction Move Avec cette fonction vous pouvez combiner les deux foyers gauches de la même dimension et sélectionner pour les deux foyers une position de chauffe différente. Positions de chauffe préréglées : Foyer avant = position de chauffe Š Conseils pour l'utilisation de récipients Pour garantir une bonne détection et distribution de la chaleur, il est recommandé de bien centrer le récipient : N'utilisez qu'un seul ustensile qui ne recouvre qu'un foyer. Foyer arrière = position de chauffe ‚. Les positions de chauffe peuvent être modifiées pour chaque foyer indépendamment l'un de l'autre. Remarques ■ Ne placer l'ustensile que sur un des foyers. La fonction ne sera pas activée si un ustensile est placé respectivement sur les deux foyers. ■ ■ Dans l'affichage du foyer sur lequel il n'y a pas d'ustensile, la position de chauffe est allumée moins intensément, mais n'est pas activée jusqu'à ce que l'ustensile est déplacé sur ce foyer et est détecté. Si la fonction est déjà activée et on place un deuxième ustensile sur le foyer libre, l'affichage est toujours allumé moins intensément, mais le foyer n'est pas actif. 40 Déplacer l'ustensile d'un foyer à l'autre : Funzione CombiZona Con questa funzione possono essere combinate le due zone di cottura di sinistra della stessa dimensione. Per entrambe le zone di cottura può essere impostato lo stesso grado di cottura. È particolarmente adatta per la cottura con stoviglie ovali. Attivazione Avvertenze sulle stoviglie 2. Toccare il simbolo þ. L'indicatore þ si accende. Per risultati ottimali utilizzare una stoviglia ovale adatta all'area ricoperta da entrambe le zone di cottura. Centrare la stoviglia sulle zone di cottura. Il piano di cottura deve essere attivato. 1. Selezionare una delle due zone di cottura appartenenti alla CombiZona e impostare il livello di cottura. Il livello di cottura compare sull'indicatore della zona di cottura inferiore. La funzione è attivata. Modifica del livello di potenza Modificare il livello di potenza nella zona di programmazione. Disattivazione Selezionare una delle due zone di cottura appartenenti a questa funzione e nel campo di regolazione impostare su ‹. La funzione viene disattivata entro circa 3 secondi. Se si usa solo una stoviglia su una zona di cottura, la si può spostare sulla seconda zona di cottura. In questo caso vengono mantenuti il livello di cottura e le impostazioni acquisiti. Funzione Move Con questa funzione è possibile combinare le due zone di cottura sinistre della stessa dimensione e selezionare per entrambe le zone di cottura livelli di cottura diversi. Livelli di cottura preimpostati: Zona di cottura anteriore = livello di cottura Š Zona di cottura posteriore = livello di cottura ‚. Consigli per l'uso dei recipienti Per garantire un corretto rilevamento e una buona distribuzione del calore, si raccomanda di collocare il recipiente al centro: Utilizzare solo un'unica stoviglia che copra solo una zona di cottura. I livelli di cottura possono essere modificati in modo indipendente per ciascuna zona di cottura. Avvertenze Sistemare la stoviglia solo su una delle zone di cottura. La funzione non viene attivata se è presente una stoviglia su entrambe le zone di cottura. ■ ■ ■ Sull'indicatore della zona di cottura sulla quale non è presente alcuna stoviglia, si accende il livello di cottura con un'intensità luminosa più debole, però non è attivato finché la stoviglia non viene spostata su questa zona di cottura e da quest'ultima riconosciuta. Spostare la stoviglia da una zona di cottura all'altra: Se la funzione è già attivata e viene posizionata una seconda stoviglia sulla zona di cottura libera, come prima l'indicatore si accende con un'intensità luminosa più debole, ma la zona di cottura non è attiva. 55 Siemens-Electrogeräte GmbH Carl-Wery-Straße 34 81739 München Germany *9000912232* 9000912232 02 931128
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64

Siemens HM676G0S6 de handleiding

Type
de handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor