Documenttranscriptie
FR
Chaffe-eau thermodynamique
NL
Warmtepompboiler
GB
Heat pump water heater
conf. 420000198500
chauffe-eau thermodynamique – NOTICE TECHNIQUE POUR L’INSTALLATION
2.5 Caractéristiques techniques
Description
Capacité nominale du réservoir
Epaisseur moyenne de l’isolement
Unité
200
240
240 SYS
l
200
242
242
mm
≈ 35
Type de protection interne
émaillée
Type de protection contre la corrosion
Anode de titane à courant actif + anode de magnésium
Pression maximum de travail
Diamètre raccordements hydrauliques
MPa
0,6
II
G 3/4 M
Diamètre raccordement évacuation condensat
mm
14
Diamètre raccordement expulsion/aspiration air
mm
150-200
Dureté minimum de l’eau
Conductivité minimale de l'eau
°F
12
µS/cm
150
Poids à vide
kg
87
92
107
Surface d’échange circuit solaire
m2
-
-
0,65
Pompe à chaleur
Puissance électrique moyenne absorbée
W
500
Puissance électrique absorbée maxi
W
670
EN 255/3 (7°C)
Puissance thermique (A)
W
COP (A)
1400
1400
2,8
2,8
1400
2,8
Temps de chauffe (A)
h:min
7:58
8:50
8:50
Energie absorbée en chauffe (A)
Quantité maxi d’eau chaude avec unique prelèvement V40 (A),
Temp. de 55°C
QPr (en 24h)
kWh
3,20
3,98
3,98
l
306
365
365
KWh
0,91
1,06
1,06
1550
1550
1550
3,1
3,1
3,1
EN 255/3 (20°C)
Puissance thermique (B)
W
COP (B)
Temps de chauffe (B)
h:min
6:05
7:17
7:17
Energie absorbée en chauffe (B)
Quantité maxi d’eau chaude avec unique prelèvement V40 (B),
Temp. de 55°C
QPr (en 24)
kWh
2,77
3,56
3,56
306
365
365
0,89
1,0
1,0
l
EN 16147 (Cahier de Charge _ 103-15/B__2011)
COP (C)
2,41
2,6
2,6
Temps de chauffe (C)
h:min
8:16
9:40
9:40
Energie absorbée en chauffe (C)
Quantité maxi d’eau chaude avec unique prelèvement V40 (C),
Temp. de 55°C
Pes
kWh
3,57
4,37
4,37
l
290
353
353
W
39
41
41
L
XL
XL
Tapping
Température maxi eau avec pompe de chaleur
°C
55 (d’usine)
Quantité de fluide réfrigérant R134a
Kg
0,9
Pression maxi circuit réfrigérant – coté basse pression
MPa
1
Pression maxi circuit réfrigérant – coté haute pression
MPa
2,4
9
Geachte klant,
wij danken u voor de aanschaf van onze warmtepompboiler. Wij hopen dat dit apparaat aan uw verwachtingen
voldoet, u een maximale energiebesparing zal verschaffen en wensen dat u er voor vele jaren plezier aan zult
beleven.
Ons bedrijf wijdt veel tijd, energie en financiële middelen aan het realiseren van innovatieve oplossingen die de
energiebesparing van de producten kan bevorderen.
Uw keuze zal ertoe bijdragen dat er minder energie zal worden verbruikt, hetgeen op zijn beurt weer zal bijdragen
tot een vermindering van algemene milieuproblemen. Onze voortdurende inzet om moderne en efficiënte
producten te produceren en uw verantwoordelijke gedrag in het rationele gebruik van de energie kunnen dus actief
bijdragen aan het behoud van het milieu en de natuurlijke energiebronnen.
Bewaar deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig. Hij is ontwikkeld om u te informeren, m.b.v. waarschuwingen en
raadgevingen, betreffende het juiste gebruik van het apparaat zodat u al zijn kwaliteiten zult kunnen waarderen.
Onze technische dienst in uw woongebied staat altijd voor u klaar.
INLEIDING
Deze handleiding is gericht tot de installateur en de eindgebruiker, die respectievelijk de warmtepompboiler moeten
installeren en gebruiken. Het niet opvolgen van de aanwijzingen in deze handleiding heeft het vervallen van de
garantie als gevolg.
Dit boekje is een integraal en essentieel deel van het product zelf. Het moet met zorg door de gebruiker worden
bewaard en altijd bij het apparaat blijven, ook als dit aan een nieuwe eigenaar wordt gegeven of verkocht en/of op een
andere installatie wordt gemonteerd.
Teneinde een correct en veilig gebruik van het apparaat te kunnen waarborgen moeten de installateur en de
gebruiker, m.b.t. hun respectievelijke bevoegdheden, de instructies en de aanwijzingen in deze handleiding
aandachtig doorlezen aangezien zij belangrijke gegevens bevatten betreffende de veiligheid van de installatie, het
gebruik en het onderhoud.
Deze handleiding is in vier verschillende secties verdeeld:
-
INFORMATIE BETREFFENDE DE VEILIGHEID
Deze sectie bevat alle veiligheidsinformatie die u in acht moet nemen volgens de International Standard IEC
60335-2-21.
-
ALGEMENE INFORMATIE
Deze sectie bevat nuttige algemene informatie zoals de beschrijving van de boiler en zijn technische
eigenschappen en informatie betreffende de symbolen, de meeteenheden en de technische terminologie. In
deze sectie vindt u technische gegevens terug en de afmetingen van de boiler.
-
TECHNISCHE GEGEVENS VOOR DE INSTALLATEUR
Deze sectie is gericht tot de installateur. Het is een verzameling van aanwijzingen en voorschriften die het
gekwalificeerde professionele personeel moet navolgen voor een optimale verwezenlijking van de installatie.
-
GEBRUIKSAANWIJZIGEN EN ONDERHOUD T.B.V. DE GEBRUIKER
Deze sectie is gericht tot de eindgebruiker en bevat alle nodige informatie voor de juiste werking van het
apparaat, de periodieke controles en het onderhoud dat door de gebruiker zelf kan worden uitgevoerd.
Teneinde de kwaliteit van zijn producten te verbeteren behoudt het bedrijf zich het recht voor de gegevens en de
inhoud van deze handleiding zonder voorafgaande waarschuwing te wijzigen.
Teneinde de inhoud beter te kunnen begrijpen, en aangezien deze handleiding in meerdere talen, en voor
verschillende landen is samengesteld heeft men besloten alle afbeeldingen aan het einde van de gebruiksaanwijzing
samen te vatten, aangezien deze hetzelfde zijn voor alle talen.
28
INHOUDSOPGAVE
INFORMATIE BETREFFENDE DE VEILIGHEID
ALGEMENE INFORMATIE
1.
ALGEMENE INFORMATIE
1.1
Betekenis van de gebruikte symbolen
1.2
Toepassing
1.3
Voorschriften en technische normen
1.4
Certificaties - CE Markering
1.5
Verpakking en bijgeleverde accessoires
1.6
Transport en verplaatsing
1.7
Identificatie van het apparaat
2.
TECHNISCHE EIGENSCHAPPEN
2.1
Werkingsprincipe
2.2
Bouwkundige eigenschappen
2.3
Afmetingen en plaatsruimte
2.4
Elektrisch schema
2.5
Tabel technische eigenschappen
TECHNISCHE GEGEVENS VOOR DE INSTALLATEUR
3.
VOORSCHRIFTEN
3.1
Kwalificatie van de installateur
3.2
Gebruik van de instructies
3.3
Veiligheidsnormen
4.
INSTALLATIE
4.1
Plaatsing apparaat
4.2
Plaatsing op de grond
4.3
Aansluiting lucht
4.4
Hydraulische aansluiting
4.5
Elektrische aansluiting
5.
EERSTE INBEDRIJFSTELLING
GEBRUIKSAANWIJZIGEN EN ONDERHOUD T.B.V. DE GEBRUIKER
6.
VOORSCHRIFTEN
6.1
Eerste inbedrijfstelling
6.2
Advies
6.3
Veiligheidsnormen
7.
INSTRUCTIES VOOR HET GEBRUIK
7.1
Beschrijving van het bedieningspaneel
7.2
Het in- en uitschakelen van de boiler
7.3
Instellen van de temperatuur
7.4
Bedrijfsmodus
7.5
Instellen van de tijd
7.6
Informatiemenu
7.7
Installatiemenu
7.8
Anti legionella bescherming
7.9
Fabrieksinstellingen
7.10
Werking met twee verschillende tijdstarieven
7.11
Antivriesfunctie
7.12
Storingen
8.
ONDERHOUD
8.1
Legen van het apparaat
8.2
Normaal onderhoud
8.3
Probleemoplossing
8.4
Normaal onderhoud t.b.v. de gebruiker
8.5
Verwijdering van de boiler
ILLUSTRATIES
29
warmtepompboiler – INFORMATIE BETREFFENDE DE VEILIGHEID
INFORMATIE BETREFFENDE DE VEILIGHEID
• OPGELET! Het apparaat mag worden gebruikt door kinderen van 8 jaar
en ouder of door personen met een beperkt lichamelijk, sensorieel of
mentaal vermogen, of personen zonder de nodige ervaring of nodige
kennis, mits onder toezicht, ofwel nadat zij instructies hebben
ontvangen betreffende het veilige gebruik van het apparaat en
betreffende de eventuele gevaren die uit het gebruik ervan zouden
kunnen voortvloeien. Kinderen mogen niet met het apparaat spelen.
De gebruiker moet zorg dragen over de reiniging en het onderhoud van
het apparaat. Deze mogen niet door kinderen zonder toezicht worden
uitgevoerd.
• OPGELET! De verschillende delen van de verpakking mogen niet in het
bereik van kinderen worden gelaten, aangezien ze een bron van gevaar
zijn.
• OPGELET! De installatie en de eerste inbedrijfstelling van de ketel
moeten door gekwalificeerd personeel worden uitgevoerd, in
overeenkomst met de geldige nationale normen voor installatie en
eventuele voorschriften van de locale autoriteiten en van
overheidsinstellingen voor de volksgezondheid. Voor u de klemmen
aanraakt moet u in ieder geval alle voedingscircuits loskoppelen.
• OPGELET! Het is verboden voor niet gekwalificeerd personeel deksels te
verwijderen of onderhoudsoperaties en/of elektrische aansluitingen uit
te voeren.
• OPGELET! Als het apparaat beschikt over een voedingskabel moet u
zich, als deze dient te worden vervangen, wenden tot een
geautoriseerd servicecenter of tot gekwalificeerde technici.
• OPGELET! Een verkeerde installatie kan schade veroorzaken aan
personen, dieren of dingen, waarvoor de fabrikant niet
verantwoordelijk kan worden gesteld.
• OPGELET! Het apparaat moet de norm EN 1487:2000 respecteren,
d.w.z. een maximale druk hebben van 0,7 Mpa (7 bar) en minstens
beschikken over: een afsluitkraan, een terugslagklep, een
30
warmtepompboiler – INFORMATIE BETREFFENDE DE VEILIGHEID
regelmechanisme van de terugslagklep, een veiligheidsklep en een
mechanisme voor de onderbreking van de hydraulische belasting.
• OPGELET! Het overdrukmechanisme moet geregeld ingeschakeld
worden om te controleren of het niet geblokkeerd is, en om eventuele
kalkafzettingen te verwijderen.
• OPGELET! Een licht druppelen van het mechanisme tegen de overdruk
is normaal in de verwarmingsfase, daarom raden wij u aan de afvoer
aan te sluiten (deze moet altijd in verbinding staan met de atmosfeer)
op een draineerbuis die in een doorlopende helling naar beneden is
geïnstalleerd, in een omgeving vrij van ijs. Op dezelfde buis is het
bovendien noodzakelijk een condensdrainage aan te sluiten d.m.v. de
speciale koppeling aan de achterkant van de boiler.
• OPGELET! U dient het apparaat te legen indien het ongebruikt in een
vertrek wordt geplaatst waar het mogelijk kan vriezen. Als dit nodig is
kunt u het apparaat zoals volgt legen:
- schakel het apparaat op permanente wijze los van het
elektriciteitsnet;
- sluit de stopkraan af indien deze is gemonteerd. Als dit niet het
geval is sluit u de hoofdwaterkraan af;
- open de warmwaterkraan (wastafel of badkuip);
- open de kraan op de veiligheidsklep.
• OPGELET! Het warme water dat met een temperatuur van meer dan
50°C uit de kranen komt kan ernstige verbrandingen veroorzaken.
Kinderen, gehandicapten en ouderen lopen de meeste risico's. We
raden u daarom aan een thermostatische mengkraan te monteren op
de wateruitgang van het apparaat, d.w.z. de buis waar een rood bandje
omheen zit.
• OPGELET! In het geval het apparaat beschikt over oplaadbare batterijen
moeten deze worden verwijderd vóór u het apparaat wegdoet. Werp
de batterijen in de speciale verzamelbakken.
Voor u de batterijen vervangt moet u het apparaat loskoppelen van het
elektriciteitsnet.
31
warmtepompboiler – ALGEMENE INFORMATIE
ALGEMENE INFORMATIE
1.1 Betekenis van de gebruikte symbolen
Voor wat betreft de veiligheidsaspecten van installatie en gebruik, en teneinde de aanwijzingen betreffende de risico's
te benadrukken, worden een aantal symbolen gebruikt wiens betekenis in de hier volgende tabel wordt uitgelegd.
Symbool
Betekenis
Het niet opvolgen van deze aanwijzing leidt tot risico van verwondingen van personen, die in
bepaalde omstandigheden zelfs dodelijk kunnen zijn.
Het niet opvolgen van deze aanwijzingen leidt tot risico van beschadiging van voorwerpen, planten
of dieren, die in bepaalde omstandigheden zelfs ernstig kunnen zijn.
Verplichting om zich aan de algemene veiligheidsvoorschriften en productspecificaties te houden.
1.2 Toepassing
Dit apparaat dient voor het verwarmen van tapwater, dus tot een temperatuur die lager is dan het kookpunt, in een
huiselijke of soortgelijke omgeving. Het apparaat moet een hydraulische aansluiting hebben op een tapwaternet en
een elektrische voeding. Het kan toevoer- en afvoerleidingen hebben voor de in- en uitgang van de gebruikte lucht.
Het is verboden om het apparaat voor andere doeleinden te gebruiken dan hetgeen wordt beschreven in deze
handleiding. Elk ander oneigenlijk gebruik is niet toegestaan. Het is in het bijzonder verboden het apparaat te
gebruiken in industriële installaties en/of het apparaat te installeren in een corrosieve of explosieve omgeving. De
fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld voor eventuele schade die voortkomt uit een foute installatie,
oneigenlijk gebruik, irrationeel gedrag en van een niet complete of onnauwkeurige toepassing van de aanwijzingen in
deze handleiding.
Dit apparaat is niet geschikt voor het gebruik door personen (inclusief kinderen) met een beperkt
lichamelijk of sensorieel vermogen of door personen zonder de nodige ervaring of kennis, tenzij zij
worden gecontroleerd of onderwezen betreffende het gebruik van het apparaat door personen die
verantwoordelijk zijn voor hun veiligheid. Kinderen moeten worden gecontroleerd door personen die
verantwoordelijk zijn voor hun veiligheid en die zich ervan verzekeren dat zij niet met apparaat
spelen.
1.3 Voorschriften en technische normen
De installatie is voor rekening van de koper en moet worden uitgevoerd door gekwalificeerd personeel,
overeenkomstig de geldende nationale installatienormen en eventuele voorschriften van de locale autoriteiten en van
instellingen voor de volksgezondheid, volgens de specifieke aanwijzingen die de fabrikant in de huidige handleiding
beschrijft.
De fabrikant is verantwoordelijk voor de conformiteit van het product aan de richtlijnen, wetten en constructienormen
die het product aangaan en die gelden op het moment dat het product voor de eerste keer op de markt wordt
gebracht. De kennis en het naleven van de wetsbepalingen en de technische normen betreffende het ontwerp van de
installaties, de plaatsing, de werking en het onderhoud zijn een exclusieve taak van de ontwerper, de installateur en
de gebruiker, ieder voor hun specifieke taken. De verwijzingen naar wetten, normen of technische regels worden in de
huidige handleiding puur ter informatie geciteerd. Het in werking treden van nieuwe bepalingen of wijzigingen op de
geldende normen verplicht de fabrikant op geen enkele wijze t.o.v. derden. U dient zich ervan te verzekeren dat het
elektriciteitsnet waarop het apparaat wordt aangesloten conform is aan de norm EN 50160 (indien dit niet het geval is,
vervalt de garantie). Voor Frankrijk: controleer of de installatie conform is aan de norm NFC 15-100.
Bij het aanbrengen van onprofessionele wijzigingen aan de producten en/of aanhorige onderdelen vervalt de
garantie.
32
warmtepompboiler – ALGEMENE INFORMATIE
1.4 Certificaties - CE Markering
De plaatsing van de CE markering op het apparaat garandeert de conformiteit aan de volgende EU Richtlijnen, aan
wiens fundamentele rekwisieten het voldoet:
- 2006/95/EC betreffende de elektrische veiligheid
- 2004/108/EC betreffende de elektromagnetische compatibiliteit
De controle wordt uitgevoerd in navolging van de volgende technische normen:
EN 255-3; EN 60335-1; EN/IEC 60335-2-21; EN 60335-2-40; EN 55014-1; EN 61000-3-2; EN 61000-3-3; EN 50366;
EN 16147.
CAHIER DE CHARGE_103-15/B__2011 Chauffe-eau Thermodynamiques POUR LA MARQUE NF elettricitè
performance.
1.5 Verpakking en bijgeleverde accessoires
Het apparaat is bevestigd op een houten pallet en wordt beschermd door hoekvormige piepschuim
beschermelementen, karton en doorzichtig plastic folie aan de buitenkant. Alle materialen kunnen worden gerecycled
en zijn milieuvriendelijk.
De inbegrepen accessoires zijn:
- Riem voor het bewegen van de boiler (moet worden verwijderd na de installatie van het apparaat);
- Verbindingsbuis condenswater;
- Handleiding en garanties;
-
2 Diëlektrisch verbindingsstuk van ¾” en pakkingen.
1.6 Transport en behandeling
Controleer bij het afleveren van het apparaat of het tijdens het transport geen zichtbare schade heeft ondervonden,
zowel op de verpakking als op het product zelf. In het geval u schade waarneemt dient u direct een klacht in te dienen
bij het transportbedrijf.
OPGELET! Het is van fundamenteel belang dat u het apparaat in verticale positie verplaatst en opbergt. Een
horizontaal transport is alleen toegestaan voor zeer korte trajecten en alleen als het apparaat op de
achterzijde ligt, zoals aangegeven. In dit geval dient u minstens 3 uur te wachten voor u het apparaat
inschakelt, mits het opnieuw verticaal staat en/of is geïnstalleerd. Dit is nodig om ervoor te zorgen dat de
smeerolie in het koelcircuit goed wordt verdeeld en om te vermijden dat de compressor schade lijdt.
Het ingepakte apparaat kan met de hand worden verplaatst of met een vorkheftruck. Zorg ervoor bovenstaande
aanwijzingen op te volgen. We raden u aan het apparaat in zijn originele verpakking te laten totdat het op de
gewenste plek wordt geïnstalleerd, in het bijzonder wanneer het een bouwterrein betreft.
Nadat u de verpakking heeft verwijderd moet u controleren of het apparaat in orde is en of alle onderdelen die erbij
horen aanwezig zijn. Als het apparaat niet in orde is dient u contact op te nemen met de verkoper. Zorg ervoor dat
deze signalering plaatsvindt binnen de door de wet vastgestelde termijnen.
OPGELET! De verschillende delen van de verpakking mogen niet in het bereik van kinderen worden gelaten,
aangezien ze een bron van gevaar zijn.
Voor het eventuele bewegen of vervoeren van het apparaat na de eerste installatie, dient u dezelfde raadgevingen op
te volgen betreffende de toegestane helling. U dient zich er bovendien van te verzekeren dat het water in het reservoir
volledig is verwijderd. Bij afwezigheid van de originele verpakking dient u voor een evenwaardige bescherming van
het apparaat te zorgen om schade te vermijden waarvoor de fabrikant niet verantwoordelijk is.
33
warmtepompboiler – ALGEMENE INFORMATIE
Toegestane standen
Niet toegestane standen
1.7 Identificatie van het apparaat
De voornaamste informatie voor de identificatie van het apparaat staat op het typeplaatje dat op de mantel van de
boiler is bevestigd.
A
B
C
model
inhoud in liters van het reservoir
registratienummer
voedingsspanning , frequentie, maximum opgenomen
D
vermogen
E maximale/minimale druk van het koelcircuit
F bescherming reservoir
G opgenomen vermogen in weerstand modus
H merken en symbolen
I verwarmingsvermogen in pompmodus
L gemiddeld/maximaal vermogen in pompmodus
M type koelmiddel en vulling
N maximum druk reservoir
2. TECHNISCHE EIGENSCHAPPEN
2.1 Werkingsprincipe
te gebruiken. De efficiëntie van een cyclus met een warmtepompboiler wordt gemeten met behulp van een
performance coëfficiënt COP, die het verband uitdrukt tussen de energie die door het apparaat wordt geleverd (in dit
geval de warmte die wordt afgegeven aan het water dat moet worden verwarmd) en de verbruikte elektrische energie
(van de compressor en van de hulpapparaten van het product). De COP varieert naar gelang het type warmtepomp
en de omstandigheden waar de werking betrekking op heeft.
Bv., een COP waarde van 3 geeft aan dat voor iedere 1 kWh verbruikte elektrische energie de warmtepomp 3 kWh
warmte af zal geven aan het te verwarmen element, waarvan 2 kWh worden onttrokken aan de gratis bron.
34
warmtepompboiler – ALGEMENE INFORMATIE
2.2 Bouwkundige
eigenschappen
Verwijzing afb. 1.
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
ventilator
4-weg klep voor het ontdooien
veiligheidspressostaat
roterende hermetische compressor
elektronisch bedieningspaneel
stelbare regelvoetjes (in de hoogte)
elektrische weerstand
titanium anode met stroomopdruksysteem
functionele en veiligheids- NTC sonde
condensator
NTC sonde watertemperatuur in uitgang
opofferingsanode van magnesium
elektrolytische condensator voor de compressor
afvoerbuis voor condens
thermostatische expansieklep
verdamper
2.3 Afmetingen en plaatsruimte
Verwijzing afb. 2.
A
B
C
D
E
F
G
H
Ingangsleiding ¾” koud tapwater
Uitgangsleiding ¾”warm tapwater
Aansluiting condensafvoer
Ingangsleiding ¾” hulp-circuit (alleen SYS versie)
Uitgangsleiding ¾” hulp-circuit (alleen SYS versie)
Huls voor bovenste sonde (S3) (alleen SYS versie)
Huls voor onderste sonde (S2) (alleen SYS versie)
¾” buis voor hercirculatie circuit (alleen SYS versie)
2.4 Elektrisch schema
Verwijzing afb. 3.
A
B
C
D
E
F
G
H
I
L
M
N
O
P
Q
R
EDF
Voeding (220-230V 50Hz)
Batterijen (3x1,2V AA herlaadbaar)
Interface kaart
Elektrische weerstand
NTC sonde weerstand zone
Titanium anode met stroomopdruksysteem
Aarde reservoir
Kaart seriële aansluiting
Elektronische kaart (mainboard)
Continucondensator (15µF 450V)
Compressor
Ventilator
4-weg klep
Veiligheidspressostaat
NTC sonde zone warmwaterleiding
NTC sonde verdamper en luchtingang
HCHP Signaal (EDF) kabel niet bij het product geleverd
35
warmtepompboiler – ALGEMENE INFORMATIE
2.5 Tabel technische eigenschappen
Beschrijving
Nominale capaciteit reservoir
Dikte isolering
Eenheid
200
240
240 SYS
l
200
242
242
mm
≈ 35
Type interne bescherming
glazuursel
Type corrosiebescherming
titanium anode met stroompodruksysteem + magnesiumanode
Maximale bedrijfsdruk
Diameter wateraansluitingen
MPa
0,6
II
G 3/4 M
Diameter koppeling condensafvoer
mm
14
Diameter buizen afvoer/toevoer lucht
mm
150-200
Minimum waterhardheid
Minimale geleidbaarheid van het water
°F
12
µS/cm
150
Ledig gewicht
kg
87
92
107
Warmteoverdrachtsoppervlak serpentijn
m2
-
-
0,65
Warmtepomp
Gemiddeld opgenomen elektrisch vermogen
W
500
Maximum opgenomen elektrisch vermogen
W
670
EN 255/3 (7°C)
Verwarmingsvermogen (A)
W
COP (A)
1400
1400
2,8
2,8
1400
2,8
Verwarmingstijd (A)
h:min
7:58
8:50
8:50
Opgenomen verwarmingsenergie (A)
Max hoeveelheid warm water in een enkele afname
V40 (A), Afgeleverd op 55°C
QPr (per 24hr)
kWh
3,20
3,98
3,98
l
306
365
365
kWh
0,91
1,06
1,06
1550
1550
1550
3,1
3,1
3,1
EN 255/3 (20°C)
Verwarmingsvermogen (B)
W
COP (B)
Verwarmingstijd (B)
h:min
6:05
7:17
7:17
Opgenomen verwarmingsenergie (B)
Max hoeveelheid warm water in een enkele afname
V40 (B), Afgeleverd op 55°C
QPr (per 24hr)
kWh
2,77
3,56
3,56
l
306
365
365
KWh
0,89
1,0
1,0
EN 16147 (Cahier de Charge _ 103-15/B__2011)
COP (C)
2,41
2,6
2,6
Verwarmingstijd (C)
h:min
8:16
9:40
9:40
Opgenomen verwarmingsenergie (C)
Max hoeveelheid warm water in een enkele afname
V40 (C) Afgeleverd op 55°C
Pes
kWh
3,57
4,37
4,37
l
290
353
353
W
39
41
41
L
XL
XL
Tapping
Max. watertemperatuur met warmtepomp
°C
55 (vanuit fabriek)
Hoeveelheid koelvloeistof R134a
Kg
0,9
Max. druk koelcircuit (lagedrukzijde)
MPa
1
Max. druk koelcircuit (hogedrukzijde)
MPa
2,4
36
warmtepompboiler – ALGEMENE INFORMATIE
Beschrijving
Eenheid
200
250
250 SYS
Verwarmingselement
Vermogen weerstand
W
2000
Max. watertemperatuur met elektrische weerstand
°C
75 (65 vanuit fabriek)
Maximum opgenomen stroom
A
8,7
V/W
220-230 eenfase / 2670
Elektrische voeding
Spanning / Maximum opgenomen vermogen (A)
Frequentie
Hz
50
Beschermingsgraad
Luchtzijde
Standaard luchtaanvoer (modulerende automatische
regeling)
Beschikbare statische druk
Geluidsvermogen (F)
Minimum inhoud van het vertrek waar de installatie
wordt uitgevoerd (D)
Minimum hoogte plafond van het vertrek waar de
installatie wordt uitgevoerd (D)
Min. temperatuur vertrek waar installatie wordt
uitgevoerd
Max. temperatuur vertrek waar installatie wordt
uitgevoerd
Minimum temperatuur lucht (NB bij 90% RV (E)
Maximum temperatuur lucht (NB bij 90% RV) (E)
(A)
(B)
(C)
(D)
(E)
(F)
IP24
m3/h
400
400
400
Pa
55
55
55
dB(A)
54
54
54
m3
20
20
20
m
2,06
2,28
2,28
°C
1
1
1
°C
42
42
42
°C
-5
-5
-5
°C
42
42
42
Waarden verkregen bij luchttemperatuur van 7°C en relatieve vochtigheid van 85%, temperatuur van het water bij
ingang 15°C en uitgang 55°C (volgens EN255-3).
Waarden verkregen bij luchttemperatuur van 20°C en relatieve vochtigheid van 37%, temperatuur van het water bij
ingang 15°C en uitgang 55°C (volgens EN255-3).
Waarden verkregen bij luchttemperatuur van 7°C en relatieve vochtigheid van 87%, temperatuur van het water bij
ingang 10°C en uitgang 55°C (volgens hetgeen wordt voorgeschreven door de NF Cahier de Charge_ 10315/B_2011).
Voor niet-geleide.
Buiten het interval van de bedrijfstemperaturen van de warmtepomp wordt de verwarming van het water
gegarandeerd door de elektrische weerstand.
Getest in weerkaatsend kamer op een standaard van de meting UNI EN ISO 3741 (geleide luchtafvoer met een
buigzame leiding D200 lengte 2m, T lucht = 25±2 °C, U.r. 55±5 %, T warm water = 45±2 °C).
Gemiddelde waarde verkregen op een groot aantal producten.
37
warmtepompboiler – TECHNISCHE GEGEVENS VOOR DE INSTALLATEURUIKER
TECHNISCHE GEGEVENS VOOR DE INSTALLATEUR
3. VOORSCHRIFTEN
3.1 Kwalificatie van de installateur
OPGELET! De installatie en de eerste inbedrijfstelling van de ketel moeten door gekwalificeerd personeel
worden uitgevoerd, in overeenkomst met de geldige nationale normen voor installatie en eventuele
voorschriften van de locale autoriteiten en van overheidsinstellingen voor de volksgezondheid.
De boiler wordt geleverd met een hoeveelheid koelvloeistof R134a die voldoende is voor de werking ervan. Deze
koelvloeistof beschadigt de ozonlaag in de atmosfeer niet, hij is niet ontvlambaar en kan geen explosies veroorzaken.
Het onderhoud en de ingrepen op het koelcircuit moeten echter uitsluitend worden uitgevoerd door gespecialiseerde
vaklui die voorzien zijn van de juiste uitrusting.
3.2 Gebruik van de instructies
OPGELET! Een verkeerde installatie kan schade veroorzaken aan personen, dieren of dingen, waarvoor de
fabrikant niet verantwoordelijk kan worden gesteld.
De installateur moet de instructies in deze handleiding nauwkeurig in acht nemen.
De installateur moet aan het einde van de werkzaamheden de gebruiker nauwkeurige instructies geven betreffende
het gebruik van de boiler en betreffende de correcte uitvoering van de voornaamste handelingen.
3.3 Veiligheidsnormen
Voor de betekenis van de symbolen die in de volgende tabel worden gebruikt dient u paragraaf 1.1 na te slaan, onder
het hoofdstuk ALGEMENE INFORMATIE.
Ref. Waarschuwing
Risico
1
Elektrocutie door het aanraken van
Bescherm leidingen en verbindingskabels om ze geleiders die onder spanning staan.
voor beschadiging te behoeden.
Overstroming door waterlek uit
beschadigde leidingen.
2
Elektrische schokken door aanraken
Controleer of het vertrek waar men de installatie van niet goed geïnstalleerde geleiders,
uitvoert en het net waar men het apparaat op die onder spanning staan.
aansluit aan alle voorschriften voldoen.
Beschadiging van het apparaat door
verkeerde bedrijfsomstandigheden.
3
Gebruik geschikt gereedschap en werktuig.
Controleer in het bijzonder of het gereedschap
niet beschadigd of versleten is en dat het handvat
in orde is en er stevig opzit. Verder moet u het
gereedschap op de juiste manier gebruiken,
voorkomen dat het valt en het na gebruik weer
opbergen.
4
Gebruik geschikte elektrische apparatuur op de
juiste wijze. Belemmer de doorgang niet met de
voedingskabel. Zorg dat de apparatuur niet naar
beneden kan vallen. Haal de voedingskabel aan
het einde uit de contactdoos en berg alle
apparatuur weer op.
38
Persoonlijk letsel door rondvliegende
splinters of brokken, inademen van
stof, wonden door stoten, snijden,
prikken of schaven.
Beschadiging van het apparaat zelf of
omliggende
voorwerpen
door
rondvliegende splinters, stoten en
sneden.
Persoonlijk letsel door rondvliegende
splinters of brokken, inademen van
stof, wonden door stoten, snijden,
prikken of schaven.
Beschadiging van het apparaat zelf of
omliggende
voorwerpen
door
rondvliegende splinters, stoten en
sneden.
Symbool
warmtepompboiler – TECHNISCHE GEGEVENS VOOR DE INSTALLATEURUIKER
5
Ontkalk onderdelen waar kalk op is afgezet
volgens de specificaties in de veiligheidskaart van
het gebruikte product. Het vertrek moet
geventileerd zijn, u moet beschermende kleding
dragen, geen verschillende producten mengen en
het apparaat en omliggende voorwerpen
beschermen.
Persoonlijk letsel door contact van huid
of
ogen
met
zuurhoudende
substanties, inademen of inslikken van
schadelijke chemische stoffen.
Beschadiging van het apparaat zelf of
omliggende voorwerpen vanwege
corrosie door zuurhoudende stoffen.
6
Controleer dat verplaatsbare trappen op de juiste
manier neer worden gezet, dat ze van degelijke
kwaliteit zijn, dat de treden heel zijn en niet glad, Persoonlijk letsel door vallen of door
dat niemand er tegenaan kan lopen of rijden beklemming (bij een vouwtrap).
terwijl er iemand op staat. Laat eventueel iemand
dit controleren.
7
Zorg ervoor dat de werkplaats gezonde condities
Persoonlijk letsel
biedt voor wat betreft verlichting, ventilatie en
struikelen, enz.
stevigheid.
8
Persoonlijk letsel door schokken,
Trek, voordat u aan het werk gaat, rondvliegende splinters of brokken,
beschermkleding aan en gebruik de speciale inademen van stof, wonden door
stoten, snijden, prikken, schaven,
individuele veiligheidsvoorzieningen.
lawaai of vibraties.
9
De werkzaamheden aan de binnenkant van het
apparaat moeten zeer voorzichtig worden Persoonlijk letsel door snijden, prikken,
uitgevoerd om niet plotseling tegen scherpe of schaven.
snijdende delen aan te stoten.
10
Leeg de onderdelen die warm tapwater kunnen
bevatten door eventuele ontluchtingsgaten te Persoonlijk letsel door brandwonden.
activeren voordat u ze aanraakt.
11
Brand door oververhitting als gevolg
Voer de elektrische aansluitingen uit met behulp
van het passeren van elektrische
van geleiders die een juiste diameter hebben.
stroom in te smalle kabels.
12
Beschadiging van het apparaat zelf of
Gebruik geschikt materiaal voor de bescherming
omliggende
voorwerpen
door
van het apparaat en de omgeving rond de
rondvliegende splinters, stoten en
werkplek.
sneden.
13
Behandel het apparaat met de juiste
Beschadiging van het apparaat zelf of
beschermingsmaatregelen en voorzichtigheid.
nabije voorwerpen door stoten,
Gebruik de speciale riem voor de verplaatsing van
klemmen en snijden.
het apparaat.
14
Organiseer de verplaatsingen van materiaal en
Beschadiging van het apparaat zelf of
gereedschappen zodanig dat dit op een veilige
nabije voorwerpen door stoten,
manier kan gebeuren. Voorkom dat materiaal
klemmen en snijden.
wordt opgestapeld en kan vallen of schuiven.
15
Heractiveer alle veiligheidsvoorzieningen en
controles die u gedurende een ingreep op het Beschadiging of blokkering van het
apparaat heeft moeten uitschakelen en controleer, apparaat
door
ongecontroleerde
voordat u het apparaat weer inschakelt, dat deze werking.
voorzieningen weer werken.
39
door
stoten,
warmtepompboiler – TECHNISCHE GEGEVENS VOOR DE INSTALLATEURUIKER
4. INSTALLATIE
WAARSCHUWING! Let op de algemene waarschuwingen en veiligheidsvoorschriften die in de
vorige leden en zich strikt aan de aanwijzingen daarin.
4.1 Plaatsing apparaat
OPGELET! Voor u overgaat tot de installatie moet u controleren of, op de plaats waar u de boiler wenst te
installeren, de volgende voorwaarden worden voldaan:
a)
b)
c)
d)
e)
f)
g)
h)
i)
j)
k)
l)
m)
het vertrek waar men de boiler zonder luchtafvoerbuis wenst te gaan gebruiken moet een volume van niet
minder dan 20 m3 hebben, met voldoende luchtverversing. Vermijd het apparaat te gebruiken in vertrekken
waar ijsvorming kan plaatsvinden. Installeer het apparaat niet in een vertrek waar een ander apparaat staat dat
lucht verbruikt tijdens de werking (bv. gasketel met open systeem, gasboiler met open systeem, enz...). De
fabrikant garandeert de prestaties en de veiligheid van het product niet wanneer het buitenshuis wordt
geïnstalleerd.
Het is noodzakelijk vanaf het punt van plaatsing de buitenkant van het gebouw te kunnen bereiken met een
luchttoevoer- of luchtafvoerkanaal, mits het gebruik hiervan is voorzien. De plaatsing van de koppelingen voor
de toe- en afvoerkanalen zijn aan de bovenzijde van het apparaat geplaatst.
Controleer of het vertrek waar men de installatie uitvoert en het elektrische net en het waternet waar men het
apparaat op aansluit aan alle geldende voorschriften voldoen.
Er moet op de gekozen installatieplek een elektrische voedingsbron aanwezig zijn, eenfase 220-230 Volt ~ 50
Hz. Als die bron niet aanwezig is moet hij kunnen worden aangemaakt.
Het moet mogelijk zijn om op het gekozen punt vanaf de speciale aansluiting aan de zijkant van het apparaat
met een geschikte sifon een condensafvoer te creëren.;
het moet mogelijk zijn in de gekozen plek de voorziene afstanden te respecteren van wanden en plafond, voor
een correcte werking en een toegankelijker onderhoud.
de ondergrond moet zodanig plat zijn dat de het apparaat volledig horizontaal is (verwijzing afb. 2).
de gekozen installatieplek moet conform zijn aan de IP graad (bescherming tegen het binnendringen van
vloeistoffen) van het apparaat, volgens de geldende normen.
het apparaat mag niet rechtstreeks worden blootgesteld aan zonnestralen, ook niet bij aanwezigheid van
ramen.
het apparaat mag niet blootgesteld worden aan agressieve stoffen zoals zure damp, stoffen of verzadigd gas.
het apparaat mag niet direct op elektrische leidingen worden geïnstalleerd die niet zijn beschermd tegen
spanningsschommelingen.
het apparaat moet zo dicht mogelijk bij de gebruikspunten worden geïnstalleerd om zo warmtedispersie via de
buizen tegen te gaan.
de lucht die door het apparaat wordt aangezogen moet vrij zijn van stof, zuurdampen en oplosmiddelen.
In het geval van een niet gekanaliseerde installatie dient u de afstanden van de wanden respecteren, zoals
aangegeven in afbeelding 4.
4.2 Plaatsing op de grond
Verwijzing afb. 5
1)
Zodra u de geschikte plek voor de installatie heeft gevonden verwijdert u de verpakkingsmaterialen en
verwijder de bevestigingen zichtbaar op de pallet berust op de twee stroken waar het product.
2)
M.b.v. de speciale riem schuift u het apparaat van de pallet.
3)
Bevestig de voetjes (d.m.v. de speciale gaten) aan de grond m.b.v. geschikte schroeven en pluggen.
Zodra het apparaat geplaatst is verwijdert u de stoffen riem door de bouten los te schroeven.
40
warmtepompboiler – TECHNISCHE GEGEVENS VOOR DE INSTALLATEURUIKER
4.3 Aansluiting lucht
Houd er rekening mee dat het gebruik van lucht uit verwarmde vertrekken de verwarmingsprestaties van het gebouw
zouden kunnen benadelen.
Het apparaat heeft aan de bovenzijde een luchttoevoeropening en twee openingen voor de afvoer van de lucht. Het is
belangrijk de twee roosters niet te verwijderen of te bewegen.
De temperatuur van de uitgaande lucht van het product kan temperaturen bereiken van 5-10°C minder dan de
binnenkomende lucht. Als deze niet gekanaliseerd wordt kan de temperatuur van het vertrek aanzienlijk dalen. Als de
lucht die door de warmtepomp wordt bewerkt naar buiten toe wordt afgevoerd of vanuit buiten naar binnen wordt
aangezogen (of vanuit een ander vertrek) kunnen er geschikte buizen worden gebruikt voor de luchtdoorvoer.
Controleer of de buizen goed zijn aangesloten en bevestigd op het apparaat om te voorkomen dat ze plotseling per
ongeluk losschieten (gebruik bijvoorbeeld geschikte silicone). Beweeg of breek de roosters van de in- en uitgangen
van de lucht nooit en op geen enkele wijze.
Zelfs in het geval van een product zonder leiding is het raadzaam om een bocht in de aanzuiging te installeren om bypass tussen de aanzuiging en afvoer van lucht te voorkomen (fig. 4).
In het geval van een product dat geleid wordt met onbuigzame leidingen, tijdens de installatie alle nodige maatregelen
nemen om ervoor te zorgen dat onderhoudswerkzaamheden kunnen worden uitgevoerd (fig. 4).
OPGELET: Gebruik geen buiten roosters met grote druk verliezen, bv anti insecten gaas. De roosters moeten
een grote luchtdoorlaat hebben, en de afstand tussen de twee verschillende roosters moet minimaal 50cm
bedragen.
Bescherm de leidingen tegen de buitenwind. Lucht uit de schouw gebruiken is toegelaten wanneer de toevoer
van deze schouw voldoende is, en periodiek onderhoud van de schouw en de bijbehorende toebehoren wordt
uitgevoerd.
De totale drukverliezen is de som van alle drukverliezen van alle componenten van aan en afvoer van de
lucht, en moet kleiner zijn dan de maximale statische druk van de ventilator ( 55 Pa ).
Zie schema op de laatste pagina.
OPGELET! Wanneer gebruikte toebehoren voor de lucht aan en afvoer kunnen de performantie
van het toestel veranderen en de opwarmtijd verlengen!
VOORBEELDEN
Afbeelding 6
Afbeelding 7
Afbeelding 8
Afbeelding 9
Inkomende lucht: niet gekanaliseerd / Uitgaande lucht: aan de buitenkant gekanaliseerd
Inkomende lucht: aan de binnenkant gekanaliseerd / Uitgaande lucht: aan de buitenkant gekanaliseerd
Inkomende lucht: aan de buitenkant gekanaliseerd / Uitgaande lucht: aan de buitenkant gekanaliseerd
Installatie zonder kanalisering
4.4 Hydraulische aansluiting
Sluit zowel de in- als de uitgang van de boiler aan d.m.v. buizen of verbindingsstukken die zowel bestand zijn tegen
de bedrijfsdruk als tegen de temperatuur van het warme water dat de 75°C / 7 bar kan bereiken. We raden u daarom
aan materialen te gebruiken die tegen die temperaturen bestand zijn. Voor u de aansluiting uitvoert, moet u het
diëlektrische verbindingselement (bij het product geleverd) aan de warmwater toevoerbuis bevestigen.
Schroef op de toevoerbuis van het apparaat, waar een blauw bandje om zit, een “T” verbindingsstuk aan.
Zie afbeelding 10.
Het apparaat moet de norm EN 1487:2000 respecteren, d.w.z. een maximale druk
hebben van 0,7 Mpa (7 bar) en minstens beschikken over: een afsluitkraan, een
terugslagklep, een regelmechanisme van de terugslagklep, een veiligheidsklep
en een mechanisme voor de onderbreking van de hydraulische belasting.
41
warmtepompboiler – TECHNISCHE GEGEVENS VOOR DE INSTALLATEURUIKER
De afvoer van het systeem moet verbonden worden aan een afvoerbuis met een diameter die niet minder is dan die
van de aansluiting aan het apparaat (3/4”), door middel van een sifon die een beluchtingsopening van minstens 20
mm mogelijk maakt en die een visuele controle toestaat, om te vermijden dat in het geval van het in werking treden
van het systeem zelf, schade wordt veroorzaakt aan personen, dieren of voorwerpen, waarvoor de fabrikant niet
aansprakelijk kan worden gesteld. Sluit de ingang van het mechanisme ter voorkoming van de overdruk m.b.v. een
flexibele buis aan op de koudwaterkraan. Indien noodzakelijk kunt u een afsluitkraan gebruiken. Indien de
leegloopkraan wordt opengedraaid dient u bovendien te zorgen voor een afvoerbuis die aan de uitgang wordt
verbonden.
Als u het mechanisme tegen de overdruk vastschroeft moet u deze op het einde niet forceren en er niet aan sleutelen.
Een licht druppelen van het mechanisme tegen de overdruk is normaal in de verwarmingsfase, daarom raden wij u
aan de afvoer aan te sluiten (deze moet altijd in verbinding staan met de atmosfeer) op een draineerbuis die in een
doorlopende helling naar beneden is geïnstalleerd, in een omgeving vrij van ijs. Op dezelfde buis is het bovendien
noodzakelijk een condensdrainage aan te sluiten d.m.v. de speciale koppeling aan de achterkant van de boiler.
Het apparaat mag niet werken met water waarvan de hardheid lager is dan 12°F. Aan de andere kant wordt bij
extreem hard water het gebruik van een (>25°F) ontharder aangeraden die correct is afgesteld en gecontroleerd. In
dit geval mag de resterende hardheid niet onder de 15°F raken.
Mocht de waterdruk dichtbij de ijkingwaarden van de klep liggen, dan moet een drukverlager worden aangebracht, zo
ver mogelijk van het apparaat.
In de versie SYS wordt een verbinding 3/4G voor de recirculatie (indien aanwezig in het sanitair).
OPGELET! Spoel de leidingen van de installatie grondig door, zodat eventuele resten van gesneden
schroefdraden, soldeerwerk of ander vuil, die de normale werking van het apparaat kunnen verhinderen,
verwijderd worden.
4.5 Elektrische aansluiting
Kabel
Permanente voeding
(kabel wordt bij het apparaat geleverd)
EDF signaal (kabel wordt niet bij het apparaat geleverd)
3G
1.5mm2
H05V2V2-F 2G 0.75mm2
Bescherming
16A
2A
WAARSCHUWING:
Voordat u toegang tot terminals, moeten alle voedingsstroomkringen worden losgekoppeld.
De corrosiebescherming van het apparaat wordt door batterijen gegarandeerd wanneer dit niet wordt gevoed.
OPGELET!:
Het is verboden voor niet gekwalificeerd personeel deksels te verwijderen of onderhoudsoperaties en/of
elektrische aansluitingen uit te voeren.
Het apparaat wordt geleverd met een voedingskabel (wanneer deze vervangen moet worden, dient men een originele
vervangingskabel te gebruiken die door de fabrikant wordt geleverd).
Het is noodzakelijk een controle uit te voeren van de elektrische installatie en de conformiteit te toetsen aan de
geldende normen. Controleer of de installatie geschikt is voor het maximaal opgenomen vermogen van de boiler (kijk
op het typeplaatje), zowel voor wat betreft de doorsnede van de kabels als voor wat betreft hun conformiteit aan de
geldende normen. Meervoudige stekkers, verlengsnoeren of adapters zijn verboden. Het is verboden om de leidingen
van het hydraulische systeem, het verwarmingssysteem en het gas te gebruiken voor de aardaansluiting van het
apparaat.
Vóór de inbedrijfstelling moet u controleren of de netspanning overeenkomt met de waarde op het typeplaatje van de
apparaten. De fabrikant is niet aansprakelijk voor eventuele schade veroorzaakt door afwezigheid van een
aardaansluiting of vanwege problemen in de elektriciteitstoevoer. Voor het van het net uitschakelen van het apparaat
gebruikt u een tweepolige schakelaar die voldoet aan de geldende normen CEI-EN (min. afstand tussen de
contactpunten 3 mm, beter indien voorzien van zekeringen).
Het apparaat moet voldoen aan de Europese en nationale normen, en moet worden beschermd door een 30mA
aardlekschakelaar.
42
warmtepompboiler – TECHNISCHE GEGEVENS VOOR DE INSTALLATEURUIKER
Afb. 11
Afb. 12
PERMANENTE ELEKTRISCHE AANSLUITING
Als u niet beschikt over een elektrisch tarief met dal- en piekuren gebruikt u deze configuratie.
De bo7iler zal altijd op het elektrische net zijn aangesloten, waardoor het 24 hr per dag zal werken.
Verwijder de 3 NI-MH batterijen als u niet beschikt over een tweeledig tarief met HC/HP-signaal (zie
fig.14).
ELEKTRISCHE AANSLUITING MET DAL- EN PIEKTARIEF
Als u beschikt over een elektrisch tarief met dal- en piekuren en over een geschikte
elektriciteitsmeter kunt u beslissen het apparaat alleen op te laden tijdens de daluren.
Tijdens de uren waarin het apparaat niet wordt gevoed zal de corrosiebescherming met titanium
anode met stroompodruksysteem worden gegarandeerd door oplaadbare batterijen.
Om deze batterijen te gebruiken, de batterijklep openen (zie figuur14) en het beschermlipje van de
batterijen verwijderen.
ELEKTRISCHE AANSLUITING MET DAL- EN PIEKTARIEF EN HC-HP SIGNAAL
Dit heeft dezelfde economische voordelen als de configuratie met dal- en piekuren. Het is bovendien
mogelijk een directe verwarming te hebben m.b.v. de BOOST modus die de verwarming ook
activeert tijdens het HP tarief.
1) Sluit een tweepolige kabel aan op de speciale signaalcontacten op de meter.
Afb. 13
2) Sluit de tweepolige kabel van het signaal aan op het met "EDF" gemarkeerde klemmetje dat zich
aan de binnenkant van de elektricteitskast rechts van het product bevindt.
OPGELET: De signaalkabel moet in de opening worden gestoken onder de voedingskabel. Hij moet
worden bevestigd m.b.v. speciale draadleiders in het product. Hij moet bovendien worden
vastgemaakt in de kabelwartels vlakbij de speciale klem. Maak een opening in de rubbertjes om een
geschikte diameter voor de doorvoering te verkrijgen.
Afb. 15
3) Activeer de HC-HP functie d.m.v. het installatiemenu. (Zie paragraaf 7.7).
In het geval van een aansluiting van de versie 240SYS op de ketel/kachel, raden wij u aan de
bovenste sondehouder te gebruiken (S3).
In het geval van een aansluiting van de versie 240SYS op de zonnecentrale, kunt u ofwel alleen de
onderste sondehouder gebruiken (S2) ofwel beide (S2) en (S3)
5. EERSTE INBEDRIJFSTELLING
Zodra u de hydraulische en elektrische aansluitingen heeft uitgevoerd vult u de boiler met water uit het waternet. Voor
het vullen opent u de hoofdkraan van de waterleiding en die van het dichtstbijzijnde warme water en controleert u of
alle lucht uit het reservoir is gelopen.
Voer een visuele inspectie uit op eventuele waterlekken vanuit de flens en de verbindingsstukken, en draai eventueel
voorzichtig vaster aan.
Verwijder het lipje (C) van de batterijen, u vindt het batterijvakje onder het deksel (B) in de kap aan de
onderkant, Fig. 14.
43
warmtepompboiler – GEBRUIKSAANWIJZIGEN EN ONDERHOUD T.B.V. DE GEBRUIKER
6. VOORSCHRIFTEN
6.1 Eerste inbedrijfstelling
OPGELET! Volg de algemene waarschuwingen en de veiligheidsnormen die in de voorgaande
paragrafen worden opgesomd nauwkeurig op. U dient zich te allen tijde houden aan hetgeen
beschreven staat.
In alle gevallen zal het bedrijf dat het werk verricht controles uit moeten voeren met betrekking
tot de veiligheid en de goede werking van het gehele systeem.
Voor u de boiler in werking stelt moet u controleren of de installateur alle handelingen heeft uitgevoerd die tot zijn
bevoegdheid behoren. Verzeker u ervan alle uitleg van de installateur te hebben begrepen betreffende de werking
van de boiler en de correcte uitvoering van de belangrijkste handelingen van het apparaat.
De wachttijd bij de eerste ontsteking van de warmtepomp is 5 minuten.
6.2 Aanbevelingen
In het geval van een storing en/of een verkeerde werking van het apparaat moet u het uitschakelen en er niet zelf aan
sleutelen, maar u tot een erkende installateur wenden. Eventuele reparaties moeten altijd met originele onderdelen en
door erkende vaklui worden uitgevoerd.
Het veronachtzamen van het bovenstaande kan de veiligheid van het apparaat in gevaar brengen en sluit iedere
aansprakelijkheid van de fabrikant uit. Als de boiler lang niet gebruikt wordt raden we u aan:
- de elektrische voeding los te koppelen of, indien er een speciale schakelaar vóór het apparaat is, deze schakelaar
op de stand “OFF” te zetten.
- de kranen van het tapwatercircuit dicht te draaien.
OPGELET! Het warme water dat met een temperatuur van meer dan 50°C uit de kranen komt kan ernstige
verbrandingen veroorzaken. Kinderen, gehandicapten en ouderen lopen de meeste risico's. We raden u
daarom aan een thermostatische mengkraan te monteren op de wateruitgang van het apparaat, d.w.z. de buis
waar een rood bandje omheen zit.
Thermische mengkraan verplicht voor solar modellen.
OPGELET!( enkel SYS modellen)De gedetecteerde hulp-controller temperatuur (S2, S3), in de boiler, mag niet
hoger zijn dan 75°C fig 15.
44
warmtepompboiler – GEBRUIKSAANWIJZIGEN EN ONDERHOUD T.B.V. DE GEBRUIKER
6.3 Veiligheidsnormen
Voor de betekenis van de symbolen die in de volgende tabel worden gebruikt dient u paragraaf 1.1 na te slaan.
Ref. Waarschuwing
1
Voer geen handelingen uit waarbij u het
apparaat van zijn plaats moet halen.
Risico
Elektrische schokken door elementen die onder
spanning staan.
Lekkage als gevolg van water dat uit losgeraakte
leidingen stroomt.
Persoonlijk letsel door voorwerpen die vallen
doordat ze op een trillend voorwerp liggen.
2
Laat geen voorwerpen op het apparaat
Beschadiging van het apparaat of onderliggende
staan.
voorwerpen door het vallen van het apparaat als
gevolg van trillingen.
Persoonlijk letsel door het vallen van apparaat.
3
Niet op het apparaat klimmen.
4
Elektrische schokken door elementen die onder
spanning staan.
Voer geen handelingen uit waarbij u het
Persoonlijk letsel door verbranden met hete
apparaat moet openen.
onderdelen of wonden door aanwezigheid van
scherpe randen of uitstekende delen.
5
Zorg ervoor dat u de elektrische Elektrische schokken door ongeïsoleerde kabels
voedingskabel niet beschadigt.
die onder spanning staan.
6
Klim niet op instabiele stoelen, krukken,
Persoonlijk letsel door vallen of door beklemming
trappen of andere voorwerpen om het
(bij een vouwtrap).
apparaat schoon te maken.
7
Reinig het apparaat nooit voor u het
eerst heeft uitgeschakeld, de stekker Elektrische schokken door elementen die onder
eruit heeft gehaald of de externe spanning staan.
schakelaar op de stand OFF heeft gezet.
8
Gebruik het apparaat niet voor andere Beschadiging van het apparaat door
doeleinden dan voor een normaal overbelasting. Beschadiging van verkeerd
huishoudelijk gebruik.
gebruikte onderdelen.
9
Laat het apparaat niet gebruiken door Beschadiging van het apparaat door onjuist
kinderen of onkundige personen.
gebruik.
10
Gebruik
geen
insectenverdelgers,
oplosmiddelen
of
agressieve Beschadiging van de plastic onderdelen of de
schoonmaakmiddelen om het apparaat gelakte onderdelen.
te reinigen.
Beschadiging van het apparaat of onderliggende
voorwerpen doordat het apparaat van de muur
losraakt.
45
Symbool
warmtepompboiler – GEBRUIKSAANWIJZIGEN EN ONDERHOUD T.B.V. DE GEBRUIKER
11
Plaats nooit andere voorwerpen en/of
Beschadiging door eventuele waterlekkage.
apparaten onder de boiler
12
Drink het condenswater niet
Persoonlijk letsel door vergiftiging.
7. INSTRUCTIES VOOR HET GEBRUIK
7.1 Beschrijving van het bedieningspaneel
Referentie afbeelding 14.
A
Knop
Toetsen
ON/OFF - MODE
Het eenvoudige en rationele bedieningspaneel bestaat uit twee toetsen en een centrale knop.
In het bovenste deel toont een DISPLAY de ingestelde temperatuur (set) of de waargenomen temperatuur. Bovendien
verschijnt er specifieke informatie zoals de werkingswijze, de storingscodes, de instellingen en de informatie over de
staat van het apparaat.
7.2 Het in- en uitschakelen van de boiler
Ontsteking: doe de boiler aan door op de ON/OFF toets te drukken.
Nu kunt u de huidige tijd instellen (zie paragraaf 7.5).
Het DISPLAY toont de ingestelde temperatuur “set”, de werkingsmodus en
het HP symbool en/of het symbool van de weerstand. Deze geven de
betreffende werking van de warmtepomp en/of de weerstand weer.
Uitschakelen: schakel de boiler uit door op de ON/OFF toets te drukken. Alleen de tekst “OFF” blijft op het display
staan. De corrosiebescherming blijft gegarandeerd en het apparaat zal er automatisch voor zorgen dat de
temperatuur van het water in het reservoir nooit onder de 5°C zal dalen.
7.3 Instellen van de temperatuur
Het instellen van de gewenste temperatuur van het warme water doet u door de knop met de klok mee te draaien of
tegen de klok in (de tekst zal tijdelijk knipperen).
Om de huidige temperatuur van het water in het reservoir te tonen drukt u de knop in en laat u hem gelijk los. De
waarde verschijnt 8 seconden lang, waarna de ingestelde temperatuur weer zal verschijnen.
De temperaturen die kunnen worden bereikt in de modus warmtepomp variëren in de fabrieksinstellingen van
50°C tot 55°C in de fabriekswaarde, en 40°C-55°C als u de instelling in het installatiemenu varieert.
De maximum temperatuur die u kunt bereiken m.b.v. de elektrische weerstand, is 65°C in de fabriekswaarde, en
75°C als u de instelling in het installatiemenu varieert.
46
warmtepompboiler – GEBRUIKSAANWIJZIGEN EN ONDERHOUD T.B.V. DE GEBRUIKER
7.4 Bedrijfsmodus
Bij een normale werking kunt u d.m.v. de “mode” toets de werkingsmodus
wijzigen waarmee de boiler de ingestelde temperatuur bereikt. De geselecteerde
modus. Verschijnt in de regel onder de temperatuur.
Als de warmtepomp actief is verschijnt het symbool:
Als de elektrische weerstand actief is verschijnt het
symbool:
•
Bedrijfsmodus AUTO: de boiler beslist vanzelf hoe hij de gewenste temperatuur in een zo kort mogelijk
tijdsbestek kan bereiken. De warmtepomp wordt op een rationele manier gebruikt en de weerstand wordt alleen
indien noodzakelijk ingezet. Het maximaal aantal uur dat hieraan kan worden besteed hangt af van de parameter
P9 - TIME_W (Zie paragraaf 7.7), die normaalsgewijs op 8 uur staat ingesteld. (aanbevolen voor de winter).
•
Bedrijfsmodus BOOST: modus wanneer u deze modus activeert gebruikt de boiler tegelijkertijd de warmtepomp
en de weerstand om de gewenste temperatuur binnen zo kort mogelijke tijd te bereiken. Zodra de temperatuur
bereikt is zal de boiler weer overschakelen op de AUTO modus.
•
Bedrijfsmodus GREEN: modus (kan worden geactiveerd m.b.v. het installatiemenu): de boiler sluit de werking
van de weerstand uit, gebruikt uitsluitend de warmtepomp en garandeert zo een maximale energiebesparing! De
maximaal bereikbare temperatuur is 55 °C.De weerstand wordt bovendien actief in geval van storingen of antilegionella. Deze functie wordt aanbevolen voor luchttemperaturen van boven de 0°C tijdens de
verwarmingsuren.
• Bedrijfsmodus PROGRAM: er zijn twee programma’s, P1 en P2, beschikbaar die tijdens een dag zowel
afzonderlijk als gezamenlijk kunnen werken (P1+P2). Het apparaat zal in staat zijn om de verwarmingsfase te
activeren zodat de gekozen temperatuur op het vooraf ingestelde tijdstipt bereikt is, waarbij verwarming door
middel van de warmtepomp de voorkeur heeft en alleen indien noodzakelijk de elektrische weerstand gebruikt
worden.
Een aantal keren op de “mode” toets drukken totdat het gewenste Program (P1/P2/P1+P2) geselecteerd kan
worden, de knop draaien om de gewenste temperatuur in te stellen, op de knop drukken om te bevestigen, de
knop draaien om het gewenste tijdstip in te stellen en op de knop drukken om te bevestigen; in P1+P2 modus de
gegevens voor beide programma’s instellen.
In het geval van een elektriciteitsvoorziening met dubbel tarief met HC/HP-signaal, is het toch mogelijk om de
verwarming van het water op elk moment van de dag in te schakelen.
Voor deze functie moet de huidige tijd worden ingesteld, zie volgende paragraaf.
Waarschuwing: ter garantie van uw comfort kan in het geval van werking in P1+P2 modus met zeer dicht bij elkaar
liggende tijden gebeuren dat de temperatuur van het water hoger is dan de ingestelde temperatuur.
7.5 Instellen van de tijd
De tijd instelling is vereist:
•
Bij de eerste keer aanzetten;
•
Als tegelijkertijd de stroomvoorziening van het elektriciteitsnet
onderbroken wordt en de batterijen leeg of afgekoppeld zijn (het product
zal weer opgestart worden in de Auto-modus).
Daarnaast kan de tijd middels parameter L0 worden ingesteld (paragraaf 7.7).
De display zal knipperen en de cijfers van de uren en minuten tonen. De knop
draaien totdat de huidige uurtijd bereikt is en bevestigen door op de knop te drukken.
De procedure herhalen om de minuten in te stellen.
47
warmtepompboiler – GEBRUIKSAANWIJZIGEN EN ONDERHOUD T.B.V. DE GEBRUIKER
7.6 Informatiemenu
M.b.v. het informatiemenu kunt u de gegevens aflezen waarmee u het
apparaat controleert.
Om het menu te zien drukt u 5 seconden lang op de knop.
Draai aan de knop om de parameters L1, L2, L3 …L9 te selecteren.
Zodra u de gewenste parameter heeft gevonden drukt u op de parameter om de
waarde te bekijken. Om terug te keren naar de selectie van de parameters drukt
u nogmaals op de knop of op de “MODE” toets.
Om het informatiemenu te verlaten drukt u op de “mode” toets.
(Het apparaat verlaat het menu automatisch nadat het 10 minuten niet gebruikt is).
Parameter
L1
L2
L3
L4
L5
L6
L7
L8
L9
Naam
T W1
T W2
TW3
T AIR
T EVAP
HP h
HE h
SW MB
SW HMI
Beschrijving parameter
Afgelezen temperatuur sonde 1 weerstandgroep
Afgelezen temperatuur sonde 2 weerstandgroep
Afgelezen temperatuur sonde warmwaterleiding
Afgelezen temperatuur sonde luchtingang
Afgelezen temperatuur sonde verdamper
Meter interne parameter 1
Meter interne parameter 2
Software Versie Elektronische kaart “Mainboard“
Software Versie Interface kaart
48
warmtepompboiler – GEBRUIKSAANWIJZIGEN EN ONDERHOUD T.B.V. DE GEBRUIKER
7.7 Menu voor de installateur
OPGELET: HET WIJZIGEN VAN DE VOLGENDE PARAMETERS MOET DOOR DESKUNDIG
PERSONEEL WORDEN UITGEVOERD.
D.m.v. het installatiemenu kunt u enkele instellingen van het apparaat wijzigen.
Links verschijnt het symbool voor het onderhoud.
Om het menu te openen drukt u 5 seconden op de knop, loopt u langs de
parameters van het menu “L - INFO” totdat u op de tekst “P” komt.
Draait u aan de knop om de parameters P1, P2, P3… P8 te selecteren.
Zodra u de parameter heeft gevonden die u wenst te wijzigen drukt u op de knop
om de waarde ervan te bekijken. Draai daarna aan de knop om de gewenste
waarde te selecteren.
Om op de selectie van de parameters terug te keren drukt u op de knop om de
ingestelde waarde op te slaan. Druk op “mode” (of wacht 10 seconden) als u de
afregegelingsmodus wilt verlaten zonder de ingevoerde waarde op te slaan.
Om het installatiemenu te verlaten drukt u op de “mode” toets.
(Het apparaat verlaat het menu automatisch nadat het 10 minuten niet
gebruikt is).
P1
Naam
TIME
P2
T Max
P3
P4
P5
P6
ANTI_B
TIME_W
HC-HP
RESET
P7
T Min
P8
DEFROS
Parameter
Beschrijving parameter
Instellen van de huidige tijd
Regeling van de maximum bereikbare temperatuur (van 65°C tot 75°C).
Een hogere temperatuurwaarde zorgt ervoor dat u over een grotere hoeveelheid
warm water kunt beschikken.
In-/uitschakeling van de Antilegionella functie (on/off). Zie paragraaf 7.8
Maximum waarde verwarming per dag (van 5hr tot 24hr).
In-/uitschakeling werkingsstatus met dal-/piektarief. Zie paragraaf 7.10
Reset van alle fabriekswaarden.
Regeling van de minimum bereikbare temperatuur (van 50°C tot 40°C).
Een lager ingestelde temperatuur zorgt voor een grotere energiebesparing wanneer
u een beperkt warmwatergebruik heeft.
In-/uitschakeling ontdooi functie (on/off).
Als deze functie wordt geactiveerd zal de warmtepomp ook functioneren met een
toegangslucht met temperaturen tot -5°C.
49
warmtepompboiler – GEBRUIKSAANWIJZIGEN EN ONDERHOUD T.B.V. DE GEBRUIKER
7.8 Anti-legionella bescherming (Functie activeerbaar d.m.v. het installatiemenu)
Als deze functie geactiveerd is kunt u, op geheel automatische wijze, de functie antilegionella bescherming uitvoeren. Een keer per maand wordt het water op een
temperatuur van 65°C gebracht voor een maximum tijd van 15 minuten. Dit is
voldoende om de vorming van bacteriën in het reservoir en de buizen tegen te gaan
(dit indien in deze periode het water niet minstens eenmaal op T>57°C voor minstens
15 minuten is gebracht). De eerste verwarmingscyclus vindt 3 dagen vanaf de
activering van de functie plaats. Het water op deze temperatuur kan verbrandingen
veroorzaken, daarom raden wij u aan een thermostatische mengkraan te gebruiken.
Tijdens de anti-legionella cyclus zal op de display in de plaats van de werkingsmodus de tekst ANTI_B verschijnen;
nadat de anti-legionella cyclus beëindigd is blijft de ingestelde temperatuur de oorspronkelijke temperatuur. In het geval
dat het dubbele tarief met HC-HP signaal geldt, zal de functie worden uitgevoerd tijdens de uren van het goedkope
tarief. Om de functie te onderbreken op de “on/off” toets drukken.
7.9 Fabrieksinstellingen
Het apparaat krijgt in de fabriek een bepaalde configuratie toegewezen waardoor enkele bedrijfsmodussen, functies of
waarden reeds zijn ingesteld, volgens hetgeen wordt aangegeven in de volgende tabel.
Fabrieksinstelling
55°C
P3
P4
P5
P7
Parameter
INGESTELDE TEMPERATUUR
MAX. IN TE STELLEN TEMPERATUUR MET
WEERSTAND
ANTILEGIONELLA
TIME_W (aantal uren geaccepteerde voeding)
HC-HP (werking met dal-/piektarief)
MINIMALE IN TE STELLEN TEMPERATUUR
P8
DEFROST (activering ontdooien actief)
INGESCHAKELD
P2
65°C
UITGESCHAKELD
8h
UITGESCHAKELD
50°C
INGESTELDE TEMPERATUUR PROGRAM P1
55°C
INGESTELDE TIJD PROGRAM P1
06:00
INGESTELDE TEMPERATUUR PROGRAM P2
55°C
INGESTELDE TIJD PROGRAM P2
18:00
7.10 Werking met twee verschillende tijdstarieven
Om te kunnen werken in installaties die beschikken over twee verschillende tijdstarieven zal de controlelogica het
gemiddelde aantal uren per dag berekenen waarin de elektrische stroom beschikbaar is tegen het goedkopere tarief
(HC).
Een automatische waarneemfunctie zorgt ervoor dat het product de ingestelde temperatuur bereikt in het (beperkte)
tijdsbestek waarin het goedkope tarief geldt. Het maximale aantal uren wordt aangegeven door de parameter P9
TIME_W. Bij de eerste ontsteking (of na een uitschakeling van de hardware) is de defaultwaarde 8 uur.
7.11 Antivriesfunctie
In ieder geval zal, wanneer het apparaat onder spanning staat, en de temperatuur van het water in het reservoir onder
de 5°C daalt, automatisch de weerstand worden geactiveerd (2000W) om het water tot op 16°C te verwarmen.
50
warmtepompboiler – GEBRUIKSAANWIJZIGEN EN ONDERHOUD T.B.V. DE GEBRUIKER
7.12 Storingen
Op het moment dat zich een defect voordoet schakelt het apparaat over naar een storingsstatus. Het display begint te
knipperen en toont een storingscode. De boiler zal warm water blijven produceren mits de storing slechts één van de
twee verwarmingsgroepen betreft, en zal de warmtepomp of de weerstand laten werken.
Als de storing de warmtepomp betreft verschijnt op het scherm het knipperende symbool “HP”. Als de storing de
weerstand betreft zal het symbool van de weerstand gaan knipperen. Als de storing beide betreft zullen ze beide gaan
knipperen.
Storings
code
Oorzaak
Werking
weerstand
Werking
warmtepomp
E1
Verwarming zonder water in
het reservoir
OFF
OFF
E2
Te hoge temperatuur van het
water in het reservoir
OFF
OFF
E4
Storing sonde weerstand
zone
OFF
OFF
Controleer of vervang eventueel de sonde
weerstand zone
OFF
OFF
Controleer of vervang eventueel de sondes.
ON
OFF
E5
H1
Waarneming van een te
groot temperatuursverschil
tussen de sondes weerstand
zone
Overmatige druk in het
koelcircuit, of storing aflezen
pressostaat
Wat te doen
Controleer de oorzaken van de afwezigheid
van het water (lekkages, hydraulische
aansluitingen, enz.).
Schakel het apparaat eerst uit en dan weer
aan. Als de storing blijft aanhouden schakelt u
de servicedienst in.
Probeer het apparaat te herstarten. Als de
storing blijft aanhouden schakelt u de
servicedienst in.
Zet het product uit. Controleer de werking of
vervang eventueel de heet gas klep.
Controleer of de ventilator niet defct is.
Controleer of de verdamper, de kanalen of de
roosters proper zijn Controleer de verdamper
sonde.
Zet het product uit. Controleer de werking van
de compressor en/of controleer of er geen
lekkages van het koelgas zijn. Controleer de
correcte aansluiting en plaatsing en vervang
eventueel de verdamper sonde.
H2
Lage druk circuit
warmtepomp of ventilatorfout
ON
OFF
H3
Fout compressor of gaslek,
fout verdampingssonde
ON
OFF
H4
Verdamper verstopt
ON
ON
Controleer of de verdamper, de de kanalen of
de rooster proper zijn.
H5
Storing ventilator/ fout
verdampingssonde
ON
OFF
Het product uitschakelen Controleren of er
geen fysieke belemmeringen voor de
beweging van de ventilatorbladen zijn, de
aansluitkabels met de printplaten laten
controleren. Controleer probe van 'verdamper.
H6
Storing luchtsonde
ON
OFF
Controleer de correcte aansluiting en
plaatsing en vervang eventueel de sonde.
H7
Storing sonde verdamper
ON
OFF
Controleer de correcte aansluiting en
plaatsing en vervang eventueel de sonde.
H8
Storing sonde
warmwaterleiding
ON
OFF
Controleer de correcte aansluiting en
plaatsing en vervang eventueel de sonde.
51
warmtepompboiler – GEBRUIKSAANWIJZIGEN EN ONDERHOUD T.B.V. DE GEBRUIKER
Controleer de werking of vervang eventueel
de gasklep met 4 aansluitingen klep.
Controleer of de ventilator niet defct is.
OFF (T
lucht <5°C) Controleer of de verdamper, de kanalen of de
roosters proper zijn
H9
Storing ontdooien actief
ON
F1
Storing elektronische kaart
OFF
OFF
OFF
OFF
OFF
OFF
OFF
OFF
ON
ON
F2
F3
F4
F5
Te hoog aantal ON/OFF
(RESET)
Geen communicatie tussen
elektronische kaart en
interface
Reservoir leeg (EMPTY)
circuit anode met
stroompodruksysteem open
Circuit anode met
stroomopdruksysteem in
kortsluiting
Probeer het apparaat eerst uit en daarna weer
in te schakelen. Controleer eventueel de
werking van de kaarten
Schakel tijdelijk het product en de batterijen
uit
Probeer het apparaat eerst uit en daarna weer
in te schakelen. Controleer eventueel de
werking van de kaarten of vervang deze
Controleer de aanwezigheid van water in het
reservoir, controleer of vervang eventueel de
anode met stroomopdruksysteem
Controleer of vervang eventueel de anode
met stroomopdruksysteem
8. ONDERHOUD voor geautoriseerd personeel
WAARSCHUWING! Let op de algemene waarschuwingen en veiligheidsvoorschriften die in de
vorige leden en zich strikt aan de aanwijzingen daarin.
Alle ingrepen en onderhoudsactiviteiten moeten door erkende installateurs worden uitgevoerd (installateurs
die in het bezit zijn van de rekwisieten die door de geldende normen worden vastgesteld).
Na gewoon of buitengewoon onderhoud, is het raadzaam om het reservoir te reinigen om eventuele resterende
verontreinigingen te verwijderen.
8.1 Legen van het apparaat
U dient het apparaat te legen indien het ongebruikt in een vertrek wordt geplaatst waar het mogelijk kan vriezen.
Als dit nodig is kunt u het apparaat zoals volgt legen:
schakel het apparaat los van het elektriciteitsnet
sluit de stopkraan af indien deze is gemonteerd. Als dit niet het geval is sluit u de hoofdwaterkraan af.
open de warmwaterkraan (wastafel of badkuip)
open de kraan op de veiligheidsklep.
8.2 Normaal onderhoud
We raden u aan de verdamper jaarlijks te reinigen om stof en brokstukken te verwijderen.
Voor toegang tot de verdamper, die zich op de externe eenheid bevindt, moeten de bevestigingsschroeven van het
beschermingsrooster verwijderd worden.
Reinigen met een flexibile borstel en uitkijken dat u de ventilator niet beschadigt. In het geval dat u gebogen lamellen
tegenkomt, deze door middel van een speciale kam (tussenruimte 1,6mm) weer rechttrekken.
Controleer of de buis voor de condensafvoer niet verstopt is.
Controleer of de roosters en de kanalisering perfect schoon zijn.
Alleen originele reserveonderdelen gebruiken.
Het is aan te raden om na elke verwijdering de pakking van de flens te vervangen.
52
warmtepompboiler – GEBRUIKSAANWIJZIGEN EN ONDERHOUD T.B.V. DE GEBRUIKER
8.3 Probleemoplossing
Probleem
Mogelijke oorzaak
Lage temperatuur ingesteld
Storing van de machine
Geen
elektrische
aansluiting,
afgekoppelde of beschadigde kabels
Het uitgaande
water is koud of
niet warm
genoeg
Het water is
zeer heet (met
mogelijk damp
uit de kranen)
Verminderde
werking van de
warmtepomp,
bijna
permanente
werking van de
elektrische
weerstand
Onvoldoende
warmwaterstro
om
Waterlekkage
uit het
overdrukmecha
nisme
Toename van
het lawaai
Problemen met
de weergave of
uitgaan van de
display
Geen HC/HP-signaal (als het product
geïnstalleerd is me de EDF-signaalkabel)
Wat te doen
De temperatuur voor het uitgaande water verhogen.
Op de display controleren of er fouten zijn en handelen op de in
de “Error”-tabel aangegeven wijze.
De spanning op de voedingsklemmen controleren, controleren of
de kabels in orde en aangesloten zijn.
Om de werking van het product te controleren, de “Boost”-modus
inschakelen: als de uitslag positief is controleren of het HC/HPsignaal van de gasmeter aanwezig is, controleren of de EDFkabels in orde zijn.
De werking van de gasmeter overdag/’s nachts controleren en
controleren of de ingestelde tijd voldoende is voor de verwarming
van het water.
Storing van de timer voor het dubbele
tarief (als het product met deze
configuratie geïnstalleerd is)
Onvoldoende luchtstroom naar de
Reinig de roosters en de leidingen regelmatig.
verdamper
Product uit
De elektriciteitstoevoer controleren, het product inschakelen.
Gebruik van een grote hoeveelheid warm water wanneer het product zich in de verwarmingsfase bevindt.
Fout sonde
Controleren of fout E5, ook onregelmatig, aanwezig is.
De elektrische voeding uitschakelen, het apparaat legen, de kous
van de weerstand demonteren en de kalkaanslag aan de
binnenkant van de ketel verwijderen: let erop om het glazuur van
Hoog niveau van kalkaanslag van de ketel
de ketel en de kous van de weerstand niet te beschadigen. Het
en zijn onderdelen
product weer volgens de oorspronkelijke configuratie in elkaar
zetten: het wordt aangeraden om de pakking van de flens te
vervangen.
Fout sonde
Controleren of fout E5, ook onregelmatig, aanwezig is.
Luchttemperatuur buiten het bereik
Element dat afhankelijk is van de weersomstandigheden.
Een lagere temperatuurparameter of een hogere parameter dan
Waarde “Time W” te laag
“Time W” instellen.
Installatie uitgevoerd met niet-conforme
Het product voeden met een correcte elektrische spanning.
elektrische spanning (te laag)
Verdamper verstopt of bevroren
De staat van reiniging van de verdamper controleren.
Problemen met het circuit van de
Controleren of er geen foutmeldingen op de display
warmtepomp
weergegeven worden.
Het is minder dan 8 dagen geleden dat:
- Eerste ontsteking.
-Wijziging van de parameter Time W.
-Gebrek aan voeding bij afwezigheid van batterijen of met lege batterijen.
Controleren of zich geen lekken in het circuit bevinden,
controleren
Lekken of verstopping van het watercircuit
of de deflector van de ingangsleiding van koud tapwater en de
toevoerleiding van warm water in orde zijn
Als u het druppelen wilt vermijden moet u een expansievat
installeren op de afvoerinstallatie.
Het druppelen van water uit het systeem
Als druppelen tijdens de niet-verwarmende periode door blijft
moet als normaal worden beschouwd
gaan, de kalibratie van het instrument en de druk van de
gedurende de verwarmingsfase.
waterleiding controleren. Let op: Verstop nooit de afvoeropening
van het systeem!
De bewegende onderdelen van de externe eenheid controleren,
Aanwezigheid
van
verstoppende
de ventilator en de andere onderdelen reinigen die lawaai
elementen aan de binnenkant
zouden kunnen maken.
De middels mobiele vergrendelingen aangesloten onderdelen
Trillen van enkele onderdelen
controleren en kijken of de schroeven stevig zijn aangedraaid.
Beschadiging of afkoppeling van de
Controleren of de verbinding in orde is, de werking van de
verbindingskabels tussen de printplaat en
printplaten controleren
de interfacekaart
Gebrek aan voeding bij afwezigheid van
batterijen of met lege batterijen.
De elektrische voeding en de staat van de batterijen controleren,
en laatstgenoemden indien nodig vervangen.
53
warmtepompboiler – GEBRUIKSAANWIJZIGEN EN ONDERHOUD T.B.V. DE GEBRUIKER
Vieze geur
afkomstig van
het product
Abnormaal of
overmatig
gebruik in
vergelijking met
de
verwachtingen
Zorgen voor een sifon.
Controleren of het apparaat voldoende water bevat.
Afwezigheid van een sifon of lege sifon
Ongunstige
omgevingsinstallatieomstandigheden
of
Verdamper gedeeltelijk verstopt
De staat van reiniging van de verdamper controleren, raster
Niet-conforme installatie
Overig
Contact opnemen met de technische dienst.
8.4 Normaal onderhoud t.b.v. de gebruiker
We raden u aan het apparaat om te spoelen na elk normaal of bijzonder onderhoud.
Het overdrukmechanisme moet geregeld ingeschakeld worden om te controleren of het niet geblokkeerd is,
en om eventuele kalkafzettingen te verwijderen.
Controleer of de buis voor de condensafvoer niet verstopt is.
Verifier de roosters en de luchtkanalen en reinig indien nodig.
De batterijen dienen elke 2 jaar te worden vervangen of in geval van verlies. Controleer dat de oude batterijen correct
worden weggegooid en dat ze alleen worden vervangen door 3 oplaadbare AA batterijen van minimum 2100 mAh.
Controleer dat de polen worden gerespecteerd zoals aangegeven in het batterijenvakje. Het batterijenvakje bevindt
zich onder de lijst, rechts van de interface. Zie afbeelding 14.
Het apparaat moet worden getrokken wanneer u de batterijen te verwijderen.
8.5 Verwijdering van de boiler
Het apparaat bevat koelgas van het type R134a, wat niet in de atmosfeer mag geraken. Een definitieve
uitschakeling van de boiler moet daarom door een bevoegde installateur worden uitgevoerd.
Dit product is conform aan de EU Richtlijn 2002/96/EC.
Het symbool van de "afvalemmer met een kruis" op het typeplaatje van het apparaat betekent dat het product aan het
einde van zijn levenscyclus niet met het gewone huisvuil mag worden meegegeven. Het moet gescheiden worden
ingezameld in een speciale vuilstortplaats voor elektrische en elektronische apparatuur of worden ingeruild bij de
verkoper tijdens de aanschaf van een nieuw, soortgelijk apparaat. De gebruiker is verwantwoordelijk voor het apart laten inzamelen
van het apparaat aan het einde van zijn levensduur. De juiste inzameling van het apparaat dat niet meer wordt gebruikt, teneinde het
te recyclen, te behandelen en het op een milieuvriendelijke wijze te vernietigen zorgt er mede voor dat er geen mogelijk negatieve
effecten worden geproduceerd op het milieu en de volksgezondheid en helpt de materialen waaruit het product is vervaardigd te
hergebruiken. Voor meer informatie betreffende de beschikbare verzamelmogelijkheden dient u zich te wenden tot de gemeentelijke
reinigingsdienst of tot de verkoper van het product.
Het apparaat beschikt over oplaadbare batterijen. Deze moeten worden verwijderd vóór u het apparaat wegdoet en in de speciale
houders worden geplaatst. U vindt het batterijvakje onder het deksel in de kap aan de onderkant.
54
ILLUSTRATIONS - ILLUSTRATIES - ILLUSTRATIONS
1
1
2
3
4
5
2
16
15
14
13
12
11
10
9
8
7
6
3
M
N
(C)
(S)
(R)
WHITE/BLANC
15uF 450V
O
BROWN/
MARRON
BLUE/BLEU
N/ N
OW RO
BR A R
M
EDF
BLUE/BLEU
BLUE/BLEU
BLACK/NOIR
BLACK/NOIR
L
U
U
4
N
L
2
BLUE/BLEU
BROWN/
MARRON
N
A
L
R
I
H
P
C
Q
3x1,2V AA
F
B
2000 W
D
G
BROWN/MARRON
BLUE/BLEU
JAUNE - VERT
JELLOW - GREEN
82
E
ILLUSTRATIONS - ILLUSTRATIES - ILLUSTRATIONS
4
5
M6
6
7
8
9
83
ILLUSTRATIONS - ILLUSTRATIES - ILLUSTRATIONS
10
11
12
84
ILLUSTRATIONS - ILLUSTRATIES - ILLUSTRATIONS
13
14
15
85
ILLUSTRATIONS - ILLUSTRATIES - ILLUSTRATIONS
Pa
Ø150
mequivalent
Pa
Ø200
mequivalent
1m
PVC
2,7
1
0,8
1
1m Al
5,1
1,9
1,5
1,9
GrilleA
5,4
2
4,2
5,3
90°
PVC
8,1
3
2,4
3
6,5
1,4
2,0
1,7
11,7
14,6
Pa MAX: 55
Silencer
90° Al
(A) Recommandé grille, gerwijd raster, dedicated grid.
86
ILLUSTRATIONS - ILLUSTRATIES - ILLUSTRATIONS
87
Ø150
(a + b)m
MAXequivalent
Ø200
(a + b)m
MAXequivalent
10
52
6
48
11
56
6
30
420010568600
0114
WE MAKE USE OF
RECYCLED PAPER