Samsung SAMSUNG MV900F Handleiding

Type
Handleiding
Klik op een onderwerp
Algemene problemen oplossen
Beknopt overzicht
Inhoud
Basisfuncties
Uitgebreide functies
Opnameopties
Afspelen/bewerken
Draadloos netwerk
Instellingen
Bijlagen
Index
In deze gebruiksaanwijzing vindt u
uitgebreide aanwijzingen voor het
gebruik van uw camera. Lees deze
gebruiksaanwijzing aandachtig door.
MV900F
Gebruiksaanwijzing
1
Voorkom oogletsel bij het nemen van foto's.
Gebruik de flitser van de camera niet vlakbij (op minder dan
1 m afstand van) de ogen van mensen of dieren. Als u de flitser
dicht bij de ogen van het onderwerp gebruikt, kunt u tijdelijke of
permanente schade aan het gezichtsvermogen veroorzaken.
Houd de camera buiten het bereik van kleine kinderen en
huisdieren.
Houd de camera en alle bijbehorende onderdelen en accessoires
buiten het bereik van kleine kinderen en huisdieren. Kleine
onderdelen vormen verstikkingsgevaar of kunnen schadelijk zijn
wanneer deze worden ingeslikt. Bewegende onderdelen en
accessoires kunnen ook fysiek gevaar opleveren.
Stel de camera niet gedurende lange tijd aan direct zonlicht of
hoge temperaturen bloot.
Langdurige blootstelling aan zonlicht of extreme temperaturen
kan permanente schade aan interne onderdelen van het toestel
veroorzaken.
Informatie over gezondheid en veiligheid
Houd u altijd aan de volgende voorzorgsmaatregelen en gebruikstips om gevaarlijke situaties te vermijden en ervoor te zorgen dat de
camera optimaal werkt.
Waarschuwing—situaties die bij u of anderen letsel kunnen
veroorzaken
Haal de camera niet uit elkaar en probeer de camera niet te
repareren.
Dit kan een schok veroorzaken of de camera beschadigen.
Gebruik de camera niet dichtbij ontvlambare of explosieve
gassen en vloeistoffen.
Dit kan brand of een schok veroorzaken.
Plaats geen ontvlambare materialen in de camera en bewaar
dergelijke materialen niet in de buurt van de camera.
Dit kan brand of een schok veroorzaken.
Raak de camera niet met natte handen aan.
Dit kan een schok veroorzaken.
2
Voorkom dat de camera of oplader wordt bedekt door kleden
of kleding.
Dit kan oververhitting van de camera of brand veroorzaken.
Gebruik het netsnoer en de oplader niet tijdens een onweersbui.
Dit kan een elektrische schok veroorzaken.
Als er vloeistoffen of vreemde voorwerpen in de camera komen,
moet u meteen alle voedingsbronnen, zoals de batterij of
oplader, loskoppelen en vervolgens contact opnemen met een
servicecenter van Samsung.
Houd u aan alle regelgeving die het gebruik van camera's in
bepaalde omgevingen beperkt.
Voorkom storing met andere elektronische apparatuur.
Schakel de camera uit voordat u aan boord van een vliegtuig
gaat. De camera kan storing in de apparatuur van het
vliegtuig veroorzaken. Houd u aan alle voorschriften van de
luchtvaartmaatschappij en zet de camera uit als dit door het
vliegtuigpersoneel wordt gevraagd.
Schakel de camera uit in de nabijheid van medische
apparatuur. De camera kan storing veroorzaken in medische
apparaten in ziekenhuizen of zorginstellingen. Volg alle
voorschriften, waarschuwingsmededelingen en aanwijzingen
van medisch personeel.
Vermijd storing van pacemakers.
Bewaar minimaal 15 cm afstand tussen de camera en
pacemakers om mogelijke storing van de pacemaker te
voorkomen, overeenkomstig de aanbevelingen van de
onafhankelijke onderzoeksgroep Wireless Technology Research.
Als u vermoedt dat de camera storing veroorzaakt bij een
pacemaker of ander medisch apparaat, moet u de camera
onmiddellijk uitschakelen en voor instructies contact op te nemen
met de fabrikant van de pacemaker of het medische apparaat.
Informatie over gezondheid en veiligheid
3
Informatie over gezondheid en veiligheid
Voorzichtig—situaties die kunnen resulteren in beschadiging
van de camera of andere apparatuur
Haal de batterijen uit de camera wanneer u deze voor langere
tijd opbergt.
Batterijen in het batterijvak kunnen na verloop van tijd gaan lekken
of roesten en ernstige schade aan uw camera veroorzaken.
Gebruik uitsluitend authentieke, door de fabrikant aanbevolen
lithium-ionbatterijen ter vervanging. Zorg dat u de batterij niet
beschadigt of verhit.
Hierdoor kan brand ontstaan of persoonlijk letsel worden
veroorzaakt.
Gebruik alleen door Samsung goedgekeurde batterijen,
opladers, kabels en accessoires.
Niet-goedgekeurde batterijen, opladers, kabels of accessoires
kunnen de camera beschadigen, letsel veroorzaken of ertoe
leiden dat batterijen exploderen.
Samsung is niet aansprakelijk voor schade of letsel veroorzaakt
door niet-goedgekeurde batterijen, opladers, kabels of
accessoires.
Gebruik batterijen niet voor doeleinden waarvoor de batterijen
niet zijn bedoeld.
Dit kan brand of een schok veroorzaken.
Raak de flitser niet aan wanneer deze wordt gebruikt.
De flitser wordt zeer heet en kan brandwonden veroorzaken.
Als u de AC-oplader gebruikt, moet u de camera uitschakelen
voor u de voedingsbron van de AC-oplader loskoppelt.
Anders kunt u brand of een schok veroorzaken.
Laat de stekker van de oplader niet in het stopcontact zitten als
u de oplader niet gebruikt.
Dit kan brand of een schok veroorzaken.
Gebruik voor het opladen van de batterijen geen
elektriciteitssnoeren of stekkers die beschadigd zijn, of een
loshangend stopcontact.
Dit kan brand of een schok veroorzaken.
Zorg dat de AC-oplader niet in contact komt met de plus- en
minpolen van de batterij.
Dit kan brand of een schok veroorzaken.
Laat de camera niet vallen en stel deze niet bloot aan grote
schokken.
Hierdoor kunnen het scherm en externe of interne onderdelen
beschadigd raken.
4
Informatie over gezondheid en veiligheid
Steek het smalle uiteinde van de USB-kabel in de camera.
Als u de kabel omgekeerd aansluit, kunnen de bestanden
beschadigen. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor enig
verlies van gegevens.
Voorkom storing met andere elektronische apparatuur.
De camera zendt RF-signalen (Radio Frequency) uit die storing
kunnen veroorzaken in elektronische apparatuur die niet of niet
voldoende is beschermd, zoals pacemakers, gehoorapparaten,
medische apparatuur en andere apparatuur thuis of in de auto.
Vraag advies bij de fabrikant van uw elektronische apparatuur om
mogelijke problemen met storing op te lossen. Gebruik alleen
door Samsung goedgekeurde apparaten of accessoires om
ongewenste storingen te voorkomen.
Gebruik de camera in de normale gebruikspositie.
Raak de interne antenne van de camera niet aan.
Gegevensoverdracht en verantwoordelijkheden
Gegevens die via een WLAN worden verzonden, kunnen
in verkeerde handen vallen, dus vermijd het verzenden van
gevoelige gegevens in openbare ruimten of via open netwerken.
De fabrikant van de camera is niet aansprakelijk voor
gegevensoverdracht waarmee inbreuk wordt gemaakt
op auteursrechten, handelsmerken, intellectuele-
eigendomsrechten of regelgeving met betrekking tot de
openbare zedelijkheid.
Wees voorzichtig bij het aansluiten van snoeren en adapters en
het plaatsen van batterijen en geheugenkaarten.
Door het forceren van aansluitingen, het niet op de juiste manier
aansluiten van snoeren of het niet op de juiste manier plaatsen
van batterijen en geheugenkaarten kunt u poorten, aansluitingen
en accessoires beschadigen.
Houd kaarten met magnetische stroken uit de buurt van het
camera-etui.
Informatie die is opgeslagen op de kaart kan worden beschadigd
of gewist.
Gebruik nooit een beschadigde oplader, batterij of
geheugenkaart.
Dit kan een schok, camerastoring of brand veroorzaken.
Plaats de camera niet in of in de buurt van magnetische velden.
Dit kan ervoor zorgen dat de camera niet goed meer werkt.
Gebruik de camera niet als het scherm beschadigd is.
Als het glas of acrylaatonderdelen gebroken zijn, gaat u naar een
servicecenter van Samsung Electronics om te camera te laten
repareren.
Controleer voor gebruik of de camera naar behoren
functioneert.
De fabrikant is niet verantwoordelijk voor verlies van bestanden of
schade die kan voortkomen uit defecten aan de camera of onjuist
gebruik.
5
Copyrightinformatie
Microsoft Windows en het Windows-logo zijn geregistreerde
handelsmerken van Microsoft Corporation.
Mac is een geregistreerd handelsmerk van Apple Corporation.
HDMI, het HDMI-logo en de
term 'High Definition Multimedia
Interface' zijn handelsmerken of
geregistreerde handelsmerken van
HDMI Licensing LLC.
microSD™, microSDHC™ en microSDXC™ zijn geregistreerde
handelsmerken van SD Association.
Wi-Fi
®
, het Wi-Fi CERTIFIED-logo en het Wi-Fi-logo zijn
geregistreerde handelsmerken van de Wi-Fi Alliance.
Handelsmerken en handelsnamen in deze gebruiksaanwijzing
zijn het eigendom van de betreffende eigenaars.
Cameraspecificaties of de inhoud van deze
gebruiksaanwijzing kunnen bij een upgrade van
camerafuncties zonder kennisgeving worden gewijzigd.
U kunt de camera het beste gebruiken in het land waar u
deze hebt aangeschaft.
Gebruik deze camera op een verantwoorde manier en leef
alle wet- en regelgeving met betrekking tot het gebruik van
de camera na.
Het is niet toegestaan om enig deel van deze
gebruiksaanwijzing zonder vooraf gegeven toestemming te
hergebruiken of verspreiden.
Overzicht van de gebruiksaanwijzing
Basisfuncties 13
Hier vindt u informatie over de indeling en
pictogrammen van de camera en basisfuncties voor het
maken van opnamen.
Uitgebreide functies 37
Hier vindt u informatie over het maken van foto's en het
opnemen van video's door een modus te selecteren.
Opnameopties 61
Hier vindt u informatie over het instellen van de opties in
de opnamemodus.
Afspelen/bewerken 86
Hier vindt u informatie over hoe u foto's en video's kunt
weergeven of afspelen en hoe u foto's en video's kunt
bewerken. Ook leest u hier hoe u de camera op een
computer of televisie (HDTV of 3D-tv) aansluit.
Draadloos netwerk 114
Hier wordt beschreven hoe u verbinding kunt maken
met WLAN-netwerken en functies kunt gebruiken.
Instellingen 137
Hier vind u opties om de instellingen van uw camera te
configureren.
Bijlagen 144
Hier vindt u informatie over foutmeldingen, specificaties
en onderhoud.
6
Symbolen in deze gebruiksaanwijzing
Symbool Functie
Aanvullende informatie
Veiligheidsvoorschriften en waarschuwingen
[]
Cameraknoppen. [Ontspanknop] staat bijvoorbeeld
voor de sluiterknop.
() Paginanummer van verwante informatie
De volgorde van de opties of menu's die u moet
selecteren om een stap uit te voeren; bijvoorbeeld:
raak Gezichtsdetectie Normaal aan (betekent aan
Gezichtsdetectie en raak vervolgens Normaal aan).
* Voetnoot
Uitdrukkingen in deze gebruiksaanwijzing
Op de ontspanknop drukken
Druk de [Ontspanknop] half in: druk de sluiterknop tot
halverwege in
Druk op de [Ontspanknop]: druk de sluiterknop helemaal in
Druk de [Ontspanknop] half in Druk op de [Ontspanknop]
Onderwerp, achtergrond en compositie
Onderwerp: het hoofdobject van een scène, zoals een
persoon, dier of stilleven
Achtergrond: de objecten rond het onderwerp
Compositie: de combinatie van onderwerp en achtergrond
Compositie
Achtergrond
Onderwerp
Belichting (Helderheid)
De hoeveelheid licht die de camera binnenkomt, bepaalt de
belichting. De belichting kan worden aangepast met sluitertijd,
diafragmawaarde en ISO-waarde. Wanneer u de belichting
verandert, worden de foto's donkerder of lichter.
S
Normale belichting
S
Overbelicht (te helder)
7
Algemene problemen oplossen
Hier vindt u informatie waarmee u algemene problemen kunt oplossen door opnameopties in te stellen.
De ogen van het
onderwerp zijn rood.
Dit wordt veroorzaakt door een reflectie van de flitser van de camera.
Stel de flitsoptie in op Rode ogen of Anti-rode ogen. (pag. 65)
Als de foto al is gemaakt, selecteert u Anti-rode ogen in het bewerkingsmenu. (pag. 102)
Foto's bevatten
stofvlekken.
Als u de flitser gebruikt, worden stofdeeltjes in de lucht mogelijk vastgelegd op foto's.
Schakel de flitser uit of neem geen foto's op stoffige plaatsen.
Pas de ISO-waarde aan. (pag. 67)
Foto's zijn onscherp.
Dit kan worden veroorzaakt doordat u foto's maakt bij weinig licht of doordat u de camera niet goed
vasthoudt. Gebruik de functie OIS of druk de [Ontspanknop] half in om scherp te stellen op het
onderwerp. (pag. 35)
Bij nachtopnamen
zijn foto's onscherp.
Om meer licht binnen te laten, gebruikt de camera een langere sluitertijd. Hierdoor kan het moeilijk
worden om de camera lang genoeg stabiel te houden om een duidelijke foto vast te leggen en kan de
camera gaan trillen.
De modus Opname bij weinig licht gebruiken. (pag. 47)
Schakel de flitser in. (pag. 65)
Pas de ISO-waarde aan. (pag. 67)
Gebruik een statief om te voorkomen dat de camera beweegt.
Het onderwerp
is te donker door
tegenlicht.
Als de lichtbron zich achter het onderwerp bevindt of als er een groot contrast is tussen de lichte en
donkere gebieden, kan het onderwerp te donker worden.
Maak geen foto's tegen de zon in.
Selecteer Tegenl. in de modus Scène. (pag. 43)
Stel de flitseroptie in op Invulflits. (pag. 65)
Pas de belichting aan. (pag. 76)
Stel de optie Automatische contrastverbetering (ACB) in. (pag. 77)
Stel de lichtmeting in op Spot als een onderwerp zich in het midden van het kader bevindt.
(pag. 77)
8
Beknopt overzicht
Foto's van mensen maken
Zelfportret, modus
f
17
Gebarenopname, modus
f
46
Beautypalet, modus
f
47
Beautyshot, modus
f
49
Beeld in beeld, modus
f
53
Rode ogen/Anti-rode ogen (rode ogen
voorkomen of corrigeren)
f
65
Gezichtsdetectie
f
71
's Nachts of in het donker foto's
maken
Modus Scène > Zon onder, Dageraad
f
43
Opname bij weinig licht, modus
f
47
Flitseropties
f
65
ISO-waarde (de lichtgevoeligheid aanpassen)
f
67
Actiefoto's maken
Serieopnamen
f
80
Foto's van tekst, insecten en
bloemen maken
Modus Scène > Tekst
f
43
Macro
f
68
De belichting aanpassen
(helderheid)
ISO-waarde (de lichtgevoeligheid aanpassen)
f
67
EV (de belichting aanpassen)
f
76
ACB (compenseren voor onderwerpen tegen
heldere achtergronden)
f
77
L.meting
f
77
AEB (3 foto's van dezelfde scène maken, maar
met verschillende belichtingen)
f
80
Foto's van de omgeving maken
Modus Scène > Landschap
f
43
Live Panorama, modus
f
44
Effecten toepassen op foto's
HDR Plus, modus
f
50
Fotofilter, modus
f
51
Gesplitste opname, modus
f
55
Magisch kader, modus
f
56
Mijn Magisch kader, modus
f
56
Artistieke pen, modus
f
57
Foto in beweging, modus
f
58
Beeld aanpassen (om Scherpte, Contrast of
Kleurverz. aan te passen)
f
81
Effecten toepassen op video's
Filmfilter, modus
f
52
Bewegingsonscherpte
voorkomen
Optische beeldstabilisatie (OIS)
f
34
Bestanden op categorie bekijken in Smart
Album
f
91
Bestanden weergeven als miniaturen
f
92
Alle bestanden op de geheugenkaart
verwijderen
f
94
Foto's als diashow weergeven
f
96
Bestanden weergeven op een televisie
(HDTV of 3D-tv)
f
104
De camera op een computer aansluiten
f
107
Websites voor het delen van foto's of video's
gebruiken
f
123
Foto's of video's via e-mail verzenden
f
126
Geluid en volume aanpassen
f
139
De helderheid van het scherm aanpassen
f
139
De schermtaal wijzigen
f
141
De datum en tijd instellen
f
141
Voordat u contact opneemt met een
servicecenter
f
156
9
Inhoud
Uitgebreide functies
......................................................... 37
Opnamemodi gebruiken .............................................. 38
De Smart Auto-modus gebruiken ................................. 38
De Programmamodus gebruiken ................................. 39
De Filmmodus gebruiken ............................................ 41
De Scènemodus gebruiken ......................................... 43
De modus Live Panorama gebruiken ............................ 44
De modus Gebarenopname gebruiken ........................ 46
De modus Opname bij weinig licht gebruiken ................ 47
De modus Beautypalet gebruiken ............................... 47
Effectmodi gebruiken .................................................. 49
De Beautyshot-modus gebruiken ................................ 49
De modus HDR Plus gebruiken ................................... 50
De Fotofiltermodus .................................................... 51
De Filmfiltermodus gebruiken ...................................... 52
De modus Beeld in beeld gebruiken ............................ 53
De modus Gesplitste opname gebruiken ...................... 55
De Magische kadermodus gebruiken ........................... 56
De modus Mijn Magisch kader gebruiken ..................... 56
De modus Artistieke pen gebruiken .............................. 57
De modus Foto in beweging gebruiken ........................ 58
De 3D-fotomodus gebruiken ....................................... 59
Basisfuncties
..................................................................... 13
Uitpakken .................................................................... 14
Indeling van de camera ............................................... 15
Het scherm gebruiken ................................................ 17
De Smart Link-knop gebruiken .................................... 18
De batterij en geheugenkaart plaatsen ....................... 19
De batterij opladen en de camera inschakelen .......... 20
De batterij opladen ..................................................... 20
De camera inschakelen .............................................. 20
De eerste instellingen uitvoeren .................................. 21
Uitleg over de pictogrammen ...................................... 23
Het aanraakscherm gebruiken .................................... 24
Het startscherm gebruiken .......................................... 26
Het startscherm openen ............................................. 26
Pictogrammen op het startscherm ............................... 26
Bladeren op het startscherm ....................................... 28
Pictogrammen opnieuw indelen ................................... 29
Achtergrond instellen .................................................. 29
De Helpmodus gebruiken ........................................... 30
Foto's maken ............................................................... 31
Zoomen .................................................................... 32
Bewegingsonscherpte voorkomen (OIS) ....................... 34
Tips om betere foto's te maken .................................. 35
10
Inhoud
Opnameopties
.................................................................. 61
De resolutie en beeldkwaliteit selecteren .................... 62
De resolutie selecteren ............................................... 62
Een beeldkwaliteit selecteren ....................................... 63
De timer gebruiken ...................................................... 64
Opnamen in het donker maken ................................... 65
Rode ogen voorkomen ............................................... 65
De flitser gebruiken ..................................................... 65
De ISO-waarde aanpassen ......................................... 67
De scherpstelling aanpassen ...................................... 68
Macro gebruiken ........................................................ 68
Meebewegende autofocus gebruiken .......................... 69
One Touch-opname gebruiken .................................... 70
Het scherpstelgebied aanpassen ................................. 70
Gezichtsdetectie gebruiken ........................................ 71
Gezichten detecteren ................................................. 71
Een foto van een lachend gezicht maken ..................... 71
Knipperende ogen detecteren ..................................... 72
Slimme gezichtsherkenning gebruiken .......................... 72
Gezichten als favoriet registreren (Mijn ster) ................... 73
Tips voor gezichten detecteren .................................... 75
Helderheid en kleur aanpassen ................................... 76
De belichting handmatig aanpassen (EV) ...................... 76
Compenseren voor tegenlicht (ACB) ............................ 77
De lichtmeetmethode wijzigen ..................................... 77
Een instelling voor Witbalans selecteren ....................... 78
Serieopnamen ............................................................. 80
Afbeeldingen aanpassen ............................................. 81
Het geluid van de zoom verminderen ......................... 82
Opnameopties voor de spaarstand wijzigen .............. 83
Beschikbare opname-instellingen per
opnamemodus ............................................................ 84
11
Inhoud
Afspelen/bewerken
........................................................... 86
Foto's of video's weergeven in de afspeelmodus ...... 87
De afspeelmodus starten ............................................ 87
Foto's weergeven ....................................................... 94
Een video afspelen ..................................................... 97
Foto's bewerken .......................................................... 99
Het formaat van een foto wijzigen ................................. 99
Een foto draaien ......................................................... 99
Een foto bijsnijden .................................................... 100
Smart filter-effecten toepassen .................................. 100
Foto's aanpassen ..................................................... 101
Een afdrukbestelling maken (DPOF) ........................... 103
Bestanden weergeven op een televisie
(HDTV of 3D-tv) ......................................................... 104
Bestanden naar een computer overbrengen ............ 107
Bestanden naar een Windows-computer
overbrengen
............................................................ 107
Bestanden naar een Mac-computer overbrengen ....... 108
Programma's op de computer gebruiken ................. 109
iLauncher installeren ................................................. 109
iLauncher gebruiken ................................................. 110
Draadloos netwerk
......................................................... 114
Verbinding maken met een WLAN en
netwerkinstellingen configureren .............................. 115
Verbinding maken met een WLAN ............................. 115
De aanmeldingsbrowser gebruiken ............................ 117
Tips over netwerkverbinding ...................................... 117
Tekst invoeren .......................................................... 118
Foto's of video's verzenden naar een
smartphone ............................................................... 120
Een smartphone gebruiken als externe
ontspanknop .............................................................. 121
Websites voor het delen van foto's of video's
gebruiken ................................................................... 123
Een website openen ................................................. 123
Foto's of video's uploaden ........................................ 123
Foto's of video's via e-mail verzenden ..................... 125
E-mailinstellingen wijzigen .......................................... 125
Foto's of video's via e-mail verzenden ........................ 126
Bestanden verzenden met AllShare Play ................. 128
Foto's uploaden naar de online opslagruimte ............. 128
Foto's of video's weergeven op tv's die AllShare Play
ondersteunen
.......................................................... 129
Automatische back-up gebruiken om foto's of
video's te verzenden ................................................ 131
Het programma voor Automatische back-up
installeren op uw pc
................................................. 131
Foto's of video's verzenden naar een pc ..................... 131
Foto's uploaden naar een cloudserver ..................... 133
Foto's verzenden via Wi-Fi Direct ............................. 134
Over de WOL-functie Wake on LAN ......................... 135
12
Inhoud
Instellingen
...................................................................... 137
Instellingenmenu ....................................................... 138
Het instellingenmenu openen .................................... 138
Geluid ..................................................................... 139
Display .................................................................... 139
Connectiviteit ........................................................... 140
Algemeen ................................................................ 141
Bijlagen
............................................................................ 144
Foutmeldingen ........................................................... 145
Cameraonderhoud .................................................... 147
De camera reinigen .................................................. 147
De camera gebruiken of opbergen ............................. 148
Geheugenkaarten .................................................... 149
De batterij ................................................................ 152
Voordat u contact opneemt met een
servicecenter ............................................................. 156
Cameraspecificaties .................................................. 159
Woordenlijst ............................................................... 163
Index .......................................................................... 168
Basisfuncties
Hier vindt u informatie over de indeling en pictogrammen van de camera en basisfuncties voor het
maken van opnamen.
Uitpakken
…………………………………… 14
Indeling van de camera
…………………… 15
Het scherm gebruiken
…………………… 17
De Smart Link-knop gebruiken
…………… 18
De batterij en geheugenkaart plaatsen
… 19
De batterij opladen en de camera
inschakelen
………………………………… 20
De batterij opladen
……………………… 20
De camera inschakelen
…………………… 20
De eerste instellingen uitvoeren
………… 21
Uitleg over de pictogrammen
…………… 23
Het aanraakscherm gebruiken
…………… 24
Het startscherm gebruiken
……………… 26
Het startscherm openen
………………… 26
Pictogrammen op het startscherm
……… 26
Bladeren op het startscherm
……………… 28
Pictogrammen opnieuw indelen
………… 29
Achtergrond instellen
……………………… 29
De Helpmodus gebruiken
………………… 30
Foto's maken
……………………………… 31
Zoomen
…………………………………… 32
Bewegingsonscherpte voorkomen (OIS)
34
Tips om betere foto's te maken
………… 35
Basisfuncties
14
Uitpakken
De productverpakking bevat de volgende onderdelen.
Camera AC-adapter/USB-kabel
Oplaadbare batterij Polslus
Snelstartgids
Optionele accessoires
Camera-etui A/V-kabel
HDMI-kabel Geheugenkaart/
Geheugenkaartadapter
De afbeeldingen kunnen enigszins afwijken van de onderdelen die
bij uw product zijn geleverd.
Afhankelijk van het model kunnen er verschillende items in de
doos zitten.
U kunt optionele accessoires aanschaffen bij een wederverkoper of
een servicecenter van Samsung. Samsung is niet verantwoordelijk
voor problemen die door het gebruik van niet-goedgekeurde
accessoires ontstaan.
Basisfuncties
15
Indeling van de camera
Zorg dat u vertrouwd bent met de diverse onderdelen en functies van de camera voordat u begint.
Flitser
Lens
MicrofoonOntspanknop
AF-hulplampje/Timerlampje
Power-knop
Batterijklep
Een geheugenkaart en batterij plaatsen
Statiefbevestigingspunt
USB- en A/V-aansluiting
Voor aansluiting van USB-kabel en
A/V-kabel
HDMI-aansluiting
Voor aansluiting van HDMI-kabel
Luidspreker
Interne antenne*
* Vermijd contact
met de interne
antenne tijdens
het gebruik van
het draadloze
netwerk.
Basisfuncties
16
Indeling van de camera
Statuslampje
Knippert: wanneer de camera verbinding maakt het WLAN of een
foto verzendt, als het beeld onscherp is of als er een probleem is
met het opladen van de batterij, wanneer de camera een foto of
video opslaat of het geheugen wordt gelezen door een computer
Licht op: wanneer de camera is aangesloten op een computer,
wanneer de batterij wordt opgeladen of wanneer het beeld is
scherpgesteld
Zoomknop
In de opnamemodus: in- en uitzoomen
In de afspeelmodus: inzoomen op een deel van de foto of
bestanden als miniaturen weergeven
Startknop
Het startscherm
openen
Afspeelknop
Naar de afspeelmodus gaan
Smart Link-knop
Een vooraf ingestelde Wi-Fi-functie starten.
Scherm
De polslus bevestigen
x
y
Basisfuncties
17
Indeling van de camera
Het scherm gebruiken
U kunt een zelfportret maken terwijl u uzelf op het scherm bekijkt
door het scherm omhoog te klappen en de sluiterknop aan de
achterkant van de camera te gebruiken. Het scherm kan 180
omhoog worden geklapt.
180˚
Ontspanknop
De modus Zelfportret gebruiken
In de modus Smart Auto en Programma kunt u het scherm
omhoog klappen en een zelfportret maken terwijl u uzelf bekijkt
op het scherm.
1
Raak of aan op het startscherm.
2
Klap het scherm omhoog.
3
Raak het framegebied op het scherm aan.
Drie seconden na de scherpstelling, activeert de camera
automatisch de ontspanknop.
Klap het scherm in als u het niet gebruikt.
Klap het scherm niet meer dan 180 graden omhoog, anders kan het
breken.
Gebruik een statief als u de camera niet met uw handen kunt
vasthouden en het scherm omhoog is geklapt. Als u dit niet doet, kan
de camera worden beschadigd.
Basisfuncties
18
Indeling van de camera
De Smart Link-knop gebruiken
U kunt de Wi-Fi-functie gemakkelijk inschakelen met
[Smart Link].
Druk op [Smart Link] om de ingestelde Wi-Fi-functie te
activeren. De camera activeert de ingestelde functie. Druk
nogmaals op [Smart Link] om terug te gaan naar de vorige
modus.
Een optie voor een Smart Link-knop instellen
U kunt een Wi-Fi-functie selecteren die moet worden gestart
wanneer u op [Smart Link] drukt.
1
Raak aan op het startscherm.
2
Raak Algemeen Smart Link (Wi-Fi-knop).
3
Selecteer een optie. (pag. 141)
Basisfuncties
19
De batterij en geheugenkaart plaatsen
Hier vindt u informatie over het in de camera plaatsen van de batterij en een optionele geheugenkaart.
De batterij en geheugenkaart verwijderen
Geheugenkaart
Duw voorzichtig tegen de
kaart totdat deze uit de
camera loskomt en trek de
kaart vervolgens uit de sleuf.
Oplaadbare batterij
Batterijvergrendeling
Schuif de vergrendeling naar
boven om de batterij los te
maken.
Geheugenkaart
Zorg dat bij het plaatsen
van een geheugenkaart de
goudkleurige contactpunten
omhoog zijn gericht.
Oplaadbare batterij
Plaats de batterij met het
Samsung-logo omhoog
gericht.
Basisfuncties
20
De batterij opladen en de camera inschakelen
De camera inschakelen
Druk op [POWER] om de camera in- of uit te schakelen.
Het scherm voor de eerste instellingen verschijnt wanneer u de
camera voor het eerst inschakelt. (pag. 21)
Wanneer u de camera inschakelt, wordt de laatste gebruikte
opnamemodus weergegeven.
De camera inschakelen in de afspeelmodus
Houd [p] ingedrukt. De camera wordt ingeschakeld en gaat
direct naar de afspeelmodus.
Als u uw camera inschakelt door [
p
] ingedrukt te houden totdat het
statuslampje knippert, geeft de camera geen enkel geluid.
De batterij opladen
Voordat u de camera voor het eerst gaat gebruiken, moet de
batterij worden opgeladen. Sluit het kleine uiteinde van de USB-
kabel aan op de camera en sluit het andere uiteinde van de USB-
kabel aan op de AC-adapter.
Statuslampje
Rode lampje brandt: bezig met opladen
Rode lampje uit: volledig opgeladen
Rode lampje knippert: fout opgetreden
Gebruik alleen de AC-adapter en de USB-kabel die bij de camera zijn
geleverd. Als u een andere AC-adapter (zoals SAC-48) gebruikt, is het
mogelijk dat de batterij van de camera niet kan worden opgeladen of niet
correct werkt.
Basisfuncties
21
De eerste instellingen uitvoeren
Wanneer het scherm voor de eerste instellingen verschijnt, volgt u de onderstaande stappen om de basisinstellingen van de camera te
configureren. De standaardtaal is vooraf ingesteld voor het land of de regio waarin de camera wordt verkocht. U kunt de taal naar wens
aanpassen door Language aan te raken.
5
Raak de pijlen omhoog en omlaag aan om de datum in
te stellen.
Datum/tijd aanpassen
Dag JaarMaand
Het scherm kan afwijken, afhankelijk van de geselecteerde
taal.
1
Raak Tijdzone aan.
2
Raak Thuis en vervolgens
z
of
x
aan om een tijdzone
te selecteren.
Als u naar een ander land reist, kunt u Bezoek aanraken en
een nieuwe tijdzone selecteren.
Londen
Tijdzone
3
Raak
o
aan om op te slaan.
4
Raak Datum/tijd aanpassen aan.
Basisfuncties
22
De eerste instellingen uitvoeren
6
Raak aan en raak de pijl omhoog of omlaag aan om
de tijd in te stellen.
Datum/tijd aanpassen
Uur Min. Zomertijd
Raak aan als u zomertijd wilt instellen.
7
Raak
o
aan om op te slaan.
8
Raak
o
aan om instellingen op te slaan.
9
Raak OK aan in het pop-upvenster.
Basisfuncties
23
Uitleg over de pictogrammen
Welke pictogrammen worden weergegeven op het scherm, is afhankelijk van de geselecteerde modus en de ingestelde opties.
123
Symbool Beschrijving
Fotoresolutie
Videoresolutie
Lichtmeting
Framesnelheid
Optische beeldstabilisatie (OIS)
Sound Alive is ingeschakeld
Belichtingswaarde aangepast
ISO-waarde
Witbalans
Type reeksopnamen
Flitser
Beeld aanpassen
Intelligent zoomen ingeschakeld
Gezichtsdetectie
Autofocus
*** U moet een geheugenkaart plaatsen om foto's
op te slaan.
Druk meerdere keren op het scherm om het
type weergave te wijzigen.
Symbool Beschrijving
Timer
Autofocuskader
Bewegingsonscherpte
Zoomindicator
Zoomverhouding
Fotoresolutie als de intelligente
zoomfunctie is ingeschakeld
Rasterlijnen
** Raak het pictogram aan om een korte
beschrijving van de geselecteerde modus weer
te geven.
3
Statuspictogrammen
Symbool Beschrijving
Resterend aantal foto's
Beschikbare opnametijd
Geheugenkaart niet geplaatst***
Geheugenkaart geplaatst
: volledig opgeladen
: gedeeltelijk opgeladen
: leeg (opladen)
: opladen (aangesloten op
de lader)
1
Instellingenpictogrammen (aanraken)
Symbool Beschrijving
Flitsoptie
Autofocusinstelling
Optie voor type serieopname
m
Opname-instellingen
One Touch-opname-optie*
* Het pictogram wordt alleen in de modus Smart
Auto weergegeven.
2
Statuspictogrammen
Symbool Beschrijving
Huidige opnamemodus**
Huidige datum
Huidige tijd
Diafragmawaarde
Sluitertijd
Basisfuncties
24
Vegen
Veeg voorzichtig met uw vinger over het scherm.
Aanraken
Raak een pictogram aan om een menu of optie te selecteren.
Smart Auto ScèneProgramma
Live
Panorama
Film
Gebarenopname Opname bij
weinig licht
Beautypalet
Slepen
Raak een gedeelte van het scherm aan en sleep vervolgens met
uw vinger.
ACB
L.meting
Timer
Snelheid
Beeld aanpassen
Het aanraakscherm gebruiken
Hier vindt u informatie waarmee u het aanraakscherm leert gebruiken. U kunt menu's of opties selecteren door een pictogram op het
scherm aan te raken. Het aanraakscherm werkt het beste wanneer u het aanraakt met de punt van uw vinger.
Raak het scherm niet aan met scherpe voorwerpen, zoals pennen en potloden. Anders kunt u het scherm beschadigen.
Basisfuncties
25
Het aanraakscherm gebruiken
Als u meerdere items tegelijk aanraakt, herkent het aanraakscherm uw
invoer mogelijk niet.
Wanneer u het scherm aanraakt of over het scherm sleept met de
schermpen, kunnen er verkleuringen optreden. Dit is geen defect,
maar een eigenschap van het aanraakscherm. De verkleuring is
minimaal als u bij deze handelingen het scherm slechts licht aanraakt.
Als u de camera gebruikt in zeer vochtige omgevingen, werkt het
aanraakscherm mogelijk niet correct.
Als u beschermfolie of ander accessoires aanbrengt op het
aanraakscherm, werkt het scherm mogelijk niet correct.
Afhankelijk van de kijkhoek kan het scherm donker lijken. Pas de
helderheid of de kijkhoek aan om de resolutie te verbeteren.
Een optie selecteren
Sleep de optielijst omhoog of omlaag tot de gewenste optie
wordt weergegeven. Raak de optie aan.
ACB
L.meting
Timer
Snelheid
Beeld aanpassen
Raak een optie aan die u wilt in- of uitschakelen.
Uit
Aan
ACB
Als u aanraakt,
wordt een
pop-upvenster
weergegeven
met informatie
over functies en
instellingen.
Basisfuncties
26
Het startscherm gebruiken
Met de pictogrammen op het startscherm kunt u een modus of functie selecteren of het instellingenmenu openen.
Pictogrammen op het startscherm
Symbool Beschrijving
Smart Auto: een foto maken met een Scènemodus die
automatisch door de camera is geselecteerd. (pag. 38)
Programma: een foto maken met instellingen die u
handmatig hebt aangepast. (pag. 39)
Film: een video opnemen. (pag. 41)
Scène: een foto maken met vooraf ingestelde opties voor
een specifieke scène. (pag. 43)
Live Panorama: een serie foto's maken en deze
combineren om een panoramisch beeld te maken.
(pag. 44)
Gebarenopname: foto's maken via handgebaren.
(pag. 46)
Opname bij weinig licht: in omstandigheden met weinig
licht zonder flitser meerdere foto's maken. De camera
combineert deze foto's tot een heldere afbeelding die
scherper is en minder beeldruis bevat. (pag. 47)
Beautypalet: een portretfoto maken en vervolgens
verschillende beauty-effecten toepassen om het portret te
verfraaien. (pag. 47)
Het startscherm openen
Druk in de opname- of afspeelmodus op [h]. Druk nogmaals op
[h] om naar de vorige modus terug te keren.
1
2
Smart Auto ScèneProgramma
Live
Panorama
Film
Gebarenopname Opname bij
weinig licht
Beautypalet
Nr. Beschrijving
1
Raak een pictogram aan om een modus of functie weer
te geven.
Sleep of veeg uw vinger over het scherm om naar een
andere pagina te gaan.
2
Het nummer van de huidige pagina. ( )
Basisfuncties
27
Het startscherm gebruiken
Symbool Beschrijving
MobileLink: foto's of video's verzenden naar een
smartphone. (pag. 120)
Remote Viewfinder: een smartphone gebruiken als
externe ontspanknop en een voorbeeld op uw smartphone
weergeven van een afbeelding op uw camera. (pag. 121)
Delen op sociale netwerken: foto's of video's uploaden
naar websites voor het delen van bestanden. (pag. 123)
E-mail: foto's of video's die op de camera zijn opgeslagen,
verzenden via e-mail. (pag. 125)
AllShare Play: foto's uploaden naar de online AllShare
Play-opslagruimte of bestanden weergeven op een
breedbeeld-tv. (pag. 128)
Automatische back-up: foto's of video's die u met de
camera hebt opgenomen, draadloos verzenden naar een
pc. (pag. 131)
Cloud: foto's uploaden naar een cloudserver. (pag. 133)
Beautyshot: een portretfoto maken met opties voor het
verbergen van onvolkomenheden in het gezicht. (pag. 49)
HDR Plus: met het effect HDR Plus (High Dynamic
Range) kunt u foto's vastleggen met een groter bereik van
kleurtinten. (pag. 50)
Symbool Beschrijving
Fotofilter: een foto maken met verschillende filtereffecten.
(pag. 51)
Filmfilter: een video opnemen met verschillende
filtereffecten. (pag. 52)
Beeld in beeld: een achtergrondfoto vastleggen en een
kleinere foto of video op de voorgrond invoegen. (pag. 53)
Gesplitste opname: meerdere foto's maken en deze
indelen met voorgedefinieerde indelingen. (pag. 55)
Magisch kader: een foto maken met verschillende
kadereffecten. (pag. 56)
Mijn Magisch kader: een foto maken en een gedeelte
selecteren dat u transparant wilt maken. Vervolgens kunt
u een nieuwe foto maken die in het transparante gedeelte
verschijnt. (pag. 56)
Artistieke pen: een foto maken en vervolgens een video
bekijken waarin wordt uitgelegd hoe u een filtereffect kunt
toepassen. (pag. 57)
Foto in beweging: een serie foto's maken en combineren
en vervolgens een gebied selecteren om een GIF-animatie
te maken. (pag. 58)
3D-foto: een foto met 3D-effecten maken voor een 3D-tv.
(pag. 59)
Basisfuncties
28
Het startscherm gebruiken
Symbool Beschrijving
Album: bestanden op categorie weergeven in Smart
Album. (pag. 91)
Foto-editor: foto's bewerken met verschillende effecten.
(pag. 99)
Achtergronden: een afbeelding selecteren die u wilt
instellen als achtergrond van het startscherm. (pag. 29)
Help: de Help weergeven en leren hoe u de camera kunt
gebruiken. (pag. 30)
Instellingen: instellingen aanpassen aan uw voorkeuren.
(pag. 138)
Bladeren op het startscherm
Draai op het startscherm de [Zoomknop] naar links
om alle pagina's van het startscherm weer te geven.
Raak een pagina aan om deze op het volledige scherm
weer te geven.
Basisfuncties
29
Het startscherm gebruiken
Pictogrammen opnieuw indelen
U kunt de pictogrammen op het startscherm opnieuw indelen in
elke gewenste volgorde.
1
Raak een pictogram aan en blijf dit aanraken.
Smart Auto ScèneProgramma
Live
Panorama
Film
Gebarenopname Opname bij
weinig licht
Beautypalet
2
Sleep het pictogram naar een nieuwe locatie.
Sleep een pictogram naar de linker- of rechterzijde van het
scherm als u het pictogram naar een andere pagina wilt
verplaatsen. Als u het pictogram op een nieuwe locatie
plaatst, schuiven de andere pictogrammen aan de kant.
Smart Auto ScèneProgramma Film
Opname bij
weinig licht
Beautypalet
Achtergrond instellen
U kunt een afbeelding selecteren die u wilt instellen als
achtergrond van het startscherm.
1
Raak aan op het startscherm.
2
Selecteer een optie.
Symbool Beschrijving
Selecteer de gewenste achtergrond in de
standaardgalerie.
Stel een foto die u hebt gemaakt, in als achtergrond.
U kunt een opgegeven gebied instellen als
achtergrond.
3
Selecteer de gewenste achtergrond en raak
o
aan.
U kunt de foto die u bekijkt, ook instellen als achtergrond door in de
afspeelmodus
m
Achtergrond instellen
o
aan te raken.
Basisfuncties
30
De Helpmodus gebruiken
U kunt in de modus Help een eenvoudige beschrijving van de applicatie en een gebruikstip weergeven.
2
Selecteer een optie.
Selecteer de gewenste optie lijst van de subsectie.
Programma
Beschrijvingen camerafuncties
Raak om terug te keren naar de lijst.
Raak of aan om door de beschrijvingen en tips te
bladeren.
3
Raak aan wanneer u een applicatiebeschrijving
bekijkt om een modus te openen.
1
Raak aan op het startscherm.
Album
Instellingen
Foto-editor Achtergronden Help
Basisfuncties
31
Foto's maken
Hier vindt u informatie over hoe u snel en eenvoudig foto's kunt maken in de modus Smart Auto.
4
Druk de [Ontspanknop] volledig in om een foto te
maken.
5
Druk op [
p
] om de gemaakte foto weer te geven.
Raak Ja aan om de foto te verwijderen.
6
Druk op [
p
] om terug te gaan naar de opnamemodus.
Zie pagina 35 voor tips om betere foto's te maken.
1
Raak aan op het startscherm.
2
Plaats het onderwerp in het kader.
3
Druk de [Ontspanknop] half in om scherp te stellen.
Een groen kader betekent dat het onderwerp scherp in
beeld is.
Een rood kader betekent dat het onderwerp niet scherp in
beeld is.
Basisfuncties
32
Foto's maken
Digitale zoom
De digitale zoomfunctie wordt standaard ondersteund in
de opnamemodus. Als u inzoomt op een onderwerp in de
opnamemodus en de zoomaanduiding bevindt zich in het digitale
bereik, gebruikt de camera de digitale zoomfunctie. U kunt tot
25 keer inzoomen als u zowel de optische zoomfunctie (5X) als
de digitale zoomfunctie (5X) gebruikt.
Zoomindicator
Optisch bereik
Digitaal bereik
De digitale zoomfunctie is alleen beschikbaar in de modi Programma
en Scène (met uitzondering van Tekst).
De digitale zoomfunctie is niet beschikbaar voor de opties One Touch-
opname en Smart Touch AF.
Als u een foto maakt met de digitale zoomfunctie, kan de fotokwaliteit
lager zijn dan normaal.
Zoomen
U kunt close-upfoto's maken door in te zoomen.
Zoomverhouding
Uitzoomen Inzoomen
Wanneer u de zoomknop draait, kan de zoomverhouding op het scherm
ongelijk worden gewijzigd.
Basisfuncties
33
Foto's maken
Intelligent zoomen
Als de zoomindicator zich in het bereik voor intelligent zoomen
bevindt, gebruikt de camera de intelligente zoomfunctie. De
resolutie van de foto verschilt afhankelijk van de zoomverhouding
als u de intelligente zoomfunctie gebruikt. U kunt tot 10 keer
inzoomen als u zowel de optische als de intelligente zoomfunctie
gebruikt.
Zoomindicator
Optisch bereik
Bereik intelligent zoomen
Fotoresolutie
als de
intelligente
zoomfunctie is
ingeschakeld
De intelligente zoomfunctie is alleen beschikbaar in de modi
Smart Auto (4:3 ratio), Programma en Scène (behalve Tekst).
De intelligente zoomfunctie is niet beschikbaar voor de opties One
Touch-opname en Smart Touch AF.
Met de intelligente zoomfunctie kunt u foto's maken met minder
kwaliteitsverlies dan met de digitale zoomfunctie. De fotokwaliteit kan
echter wel minder zijn dan bij gebruik van de optische zoomfunctie.
De intelligente zoomfunctie is alleen beschikbaar als u de
4:3-beeldverhouding instelt. Als u een andere beeldverhouding instelt
terwijl de intelligente zoomfunctie is ingeschakeld, wordt de intelligente
zoomfunctie automatisch uitgeschakeld.
Intelligent zoomen instellen
1
Raak in de opnamemodus
m
aan.
2
Raak Intelli-zoom aan en raak vervolgens de gewenste
optie aan om deze in o uit te schakelen.
Symbool
Beschrijving
Uit: de intelligente zoomfunctie is uitgeschakeld.
Aan: de intelligente zoomfunctie is ingeschakeld.
Basisfuncties
34
Foto's maken
Bewegingsonscherpte voorkomen (OIS)
In de opnamemodus kunt u de bewegingsonscherpte optisch
beperken.
S
Vóór correctie
S
Na correctie
1
Raak in de opnamemodus
m
aan.
2
Raak OIS aan en raak vervolgens de gewenste optie aan
om deze in of uit te schakelen.
Symbool
Beschrijving
Uit: OIS is uitgeschakeld.
Aan: OIS is ingeschakeld.
In de volgende omstandigheden werkt OIS mogelijk niet goed:
- Wanneer u de camera beweegt om een bewegend onderwerp te
volgen.
- Wanneer u de digitale zoomfunctie gebruikt.
- Wanneer de camera te veel trilt.
- Wanneer u een langzame sluitertijd gebruikt (bijvoorbeeld voor
nachtopnamen).
- Wanneer de batterij bijna leeg is.
- Wanneer u een close-upfoto maakt.
Als u de OIS-functie met een statief gebruikt, kunnen de foto's
onscherp worden door de trilling van de OIS-sensor. Schakel de
OIS-functie uit wanneer u een statief gebruikt.
Als de camera valt of een schok krijgt, wordt het scherm wazig. Als dit
gebeurt, moet u de camera uitschakelen en weer inschakelen.
Basisfuncties
35
De camera op de juiste manier vasthouden
Zorg ervoor dat niets de lens,
flitser of microfoon blokkeert.
De ontspanknop half indrukken
Druk de [Ontspanknop] half in en pas
de scherpstelling aan. De camera past de
scherpstellingen en belichting automatisch
aan.
De camera stelt de
diafragmawaarde en sluitertijd
automatisch in.
Scherpstelkader
Druk de [Ontspanknop] volledig
in om een foto te maken als het
scherpstelkader groen is.
Pas de compositie aan en druk
de [Ontspanknop] nogmaals half
in als het scherpstelkader rood is.
Bewegingsonscherpte voorkomen
Stel de OIS-optie (Optische beeldstabilisatie) in om
de bewegingsonscherpte optisch te reduceren.
(pag. 34)
Als wordt weergegeven
Bewegingsonscherpte
Zorg dat bij opnamen in het donker de flitseroptie niet is ingesteld op
Langz sync of Uit. Het diafragma blijft langer open en het kan moeilijk
zijn om de camera lang genoeg stabiel te houden om een scherpe foto
te maken.
Gebruik een statief of stel de flitser in op Invulflits. (pag. 65)
Pas de ISO-waarde aan. (pag. 67)
Tips om betere foto's te maken
Basisfuncties
36
Voorkomen dat het onderwerp niet scherp is
In de volgende gevallen kan het moeilijk zijn om scherp te stellen
op het onderwerp:
-
Er is weinig contrast tussen het onderwerp en de achtergrond
(als het onderwerp bijvoorbeeld kleren draagt met kleuren die lijken
op de achtergrondkleur).
-
De lichtbron achter het onderwerp is te fel.
-
Het onderwerp glanst of weerspiegelt.
-
Het onderwerp heeft horizontale patronen, zoals bij jaloezieën het
geval is.
-
Het onderwerp bevindt zich niet in het midden van het kader.
Als u foto's maakt bij weinig licht
Schakel de flitser in.
(pag. 65)
De scherpstelvergrendeling gebruiken
Druk de [Ontspanknop] half in om scherp te stellen.
Wanneer het onderwerp scherp in beeld is, kunt u het kader
verschuiven om de compositie aan te passen. Druk wanneer
u klaar bent de [Ontspanknop] volledig in om een foto te
maken.
Als onderwerpen snel bewegen
De functie voor
serieopnamen
gebruiken. (pag. 80)
Uitgebreide functies
Hier vindt u informatie over het maken van foto's en het opnemen van video's door een modus te
selecteren.
Opnamemodi gebruiken
………………… 38
De Smart Auto-modus gebruiken
………… 38
De Programmamodus gebruiken
………… 39
De Filmmodus gebruiken
………………… 41
De Scènemodus gebruiken
……………… 43
De modus Live Panorama gebruiken
…… 44
De modus Gebarenopname gebruiken
46
De modus Opname bij weinig licht
gebruiken
………………………………… 47
De modus Beautypalet gebruiken
……… 47
Effectmodi gebruiken
……………………… 49
De Beautyshot-modus gebruiken
………… 49
De modus HDR Plus gebruiken
………… 50
De Fotofiltermodus
……………………… 51
De Filmfiltermodus gebruiken
…………… 52
De modus Beeld in beeld gebruiken
……… 53
De modus Gesplitste opname gebruiken
55
De Magische kadermodus gebruiken
…… 56
De modus Mijn Magisch kader
gebruiken
………………………………… 56
De modus Artistieke pen gebruiken
……… 57
De modus Foto in beweging gebruiken
58
De 3D-fotomodus gebruiken
…………… 59
Uitgebreide functies
38
Opnamemodi gebruiken
Maak foto's en video's door de beste opnamemodus voor de omstandigheden te selecteren.
Symbool Beschrijving
Landschappen
Scènes met een helderwitte achtergrond
Landschappen 's nachts (wanneer de flitser uit is)
Portretten 's nachts
Landschappen met tegenlicht
Portretten met tegenlicht
Portretten
Close-upfoto's van objecten
Close-upfoto's van tekst
Zonsondergangen
Binnen, donker
Gedeeltelijk verlicht
Close-up met spotlight
Portretten met spotlight
Heldere luchten
Bossen
De Smart Auto-modus gebruiken
In de modus Smart Auto kiest de camera automatisch camera-
instellingen die bij het gedetecteerde type scène passen. De
modus Smart Auto is handig als u niet bekend bent met de
camera-instellingen voor de diverse scènes.
1
Raak aan op het startscherm.
2
Plaats het onderwerp in het kader.
De camera selecteert automatisch een scène. Het pictogram
voor de desbetreffende scène wordt linksboven in het
scherm weergegeven. De pictogrammen worden hieronder
weergegeven.
Uitgebreide functies
39
Opnamemodi gebruiken
Symbool Beschrijving
Close-upfoto's van gekleurde onderwerpen
De camera is gestabiliseerd op een statief en het
onderwerp beweegt niet gedurende een bepaalde tijd.
(bij opnamen in het donker)
Onderwerpen die veel bewegen
Vuurwerk (als een statief wordt gebruikt)
3
Druk de [Ontspanknop] half in om scherp te stellen.
4
Druk op de [Ontspanknop] om een foto te maken.
Raak aan en raak vervolgens het onderwerp aan om
een foto te maken.
Als u een video wilt opnemen, raakt u aan. De camera
schakelt automatisch over naar de modus Slimme film. Als u
de opname wilt stoppen, raakt u
aan.
Als u een video opneemt, raakt u aan om de opname te
onderbreken of
om de opname te hervatten.
Als de camera geen geschikte scènemodus detecteert, worden de
standaardinstellingen voor de modusSmart Auto gebruikt.
Zelfs als er een gezicht wordt gedetecteerd, is het mogelijk dat de camera
geen portretmodus selecteert, afhankelijk van de positie van het onderwerp
en de lichtval.
Afhankelijk van de opnameomstandigheden, zoals het trillen van de
camera, de lichtval en de afstand tot het onderwerp, kan het voorkomen
dat de camera de juiste scène niet selecteert.
Zelfs als u een statief gebruikt, kan het voorkomen dat de camera de
modus
niet detecteert als het onderwerp beweegt.
In de Smart Auto-modus verbruikt de camera meer batterijlading, omdat de
camera de instellingen vaak wijzigt om de juiste scènes te selecteren.
De Programmamodus gebruiken
In de modus Programma kunt u de meeste opties instellen,
met uitzondering van de sluitertijd en de diafragmawaarde, die
automatisch worden ingesteld door de camera.
1
Raak aan op het startscherm.
2
Raak
m
aan en stel de gewenste opties in.
Zie 'Opnameopties' voor een lijst met opties. (pag. 61)
3
Plaats het onderwerp in het kader en druk de
[Ontspanknop] half in om scherp te stellen.
4
Druk op de [Ontspanknop] om een foto te maken.
Uitgebreide functies
40
Opnamemodi gebruiken
De gebruikersknoppen instellen
In de modus Programma kunt u snelkoppelingen toevoegen voor
uw favoriete opties aan de linkerkant van het scherm.
1
Raak in de opnamemodus
m
Mijn scherm OK
aan.
2
Selecteer een van de pictogrammen aan de rechterkant
en sleep het pictogram naar het gewenste vak aan de
linkerkant.
Als u de snelkoppelingen wilt verwijderen, sleept u een
pictogram naar rechts.
OK Annuleer Reset
Mijn scherm
3
Raak OK aan om op te slaan.
U kunt maximaal 3 snelkoppelingen maken.
Uitgebreide functies
41
Opnamemodi gebruiken
1
Raak aan op het startscherm.
2
Raak
m
aan en stel de gewenste opties in.
Zie 'Opnameopties' voor een lijst met opties. (pag. 61)
3
Raak aan om te beginnen met opnemen.
4
Raak aan om de opname te stoppen.
Video's met hoge snelheid opnemen
U kunt video's met hoge snelheid opnemen door de
framesnelheid in te stellen op
(maximaal 10 seconden).
Video's met hoge snelheid worden in slow motion afgespeeld op
30 fps, ongeacht de framesnelheid van de video. Als u een video
met hoge snelheid wilt opnemen, moet u het filmformaat instellen
op
door m Filmformaat aan te raken.
Geheugenkaarten met langzame schrijfsnelheden bieden geen
ondersteuning voor video's met hoge snelheid.
Wanneer u video's met hoge snelheid opneemt, wordt het geluid niet
opgenomen.
De beeldkwaliteit van een video met hoge snelheid is mogelijk lager
dan die van een video op normale snelheid.
Als u video's met hoge snelheid opneemt, kunt u de opties voor
witbalans en de zoomfuncties niet gebruiken en geen foto's
vastleggen.
De Filmmodus gebruiken
In de modus Film kunt u instellingen aanpassen om full-HD-
video's (1920 X 1080) van maximaal 20 minuten op te nemen.
De camera slaat opgenomen video's op als MP4 (H.264)-
bestanden.
H.264 (MPEG-4 part10/AVC) is een video-indeling met
hoge compressie die is ontwikkeld door de internationale
standaardisatieorganisaties ISO-IEC en ITU-T.
Als u geheugenkaarten gebruikt met lage schrijfsnelheden, slaat de
camera video's mogelijk niet correct op. Video-opnamen zijn mogelijk
beschadigd of worden niet correct afgespeeld.
Geheugenkaarten met een lage schrijfsnelheid ondersteunen geen
video’s met een hoge resolutie of een hoge snelheid. Gebruik voor het
opnemen van video’s met een hoge resolutie of een hoge snelheid
geheugenkaarten met een hogere schrijfsnelheid.
Als u de OIS-functie activeert terwijl u een video opneemt, neemt de
camera mogelijk het bedieningsgeluid van de OIS-functie op.
Als u de zoomfunctie gebruikt wanneer u een video opneemt, neemt
de camera mogelijk het geluid van de zoomfunctie op. Gebruik de
Sound Alive-functie om het geluid van de zoomfunctie te beperken.
(pag. 82)
Als u tijdens het opnemen van een video 5 minuten lang geen
bewerkingen uitvoert, schakelt de camera automatisch over op de
spaarstand. In de spaarstand beweegt u de camera, raakt u het
scherm aan of drukt u op een knop om de camera weer te gebruiken.
(pag. 83)
Uitgebreide functies
42
Opnamemodi gebruiken
Opnemen onderbreken
U kunt tijdens het opnemen van een video de opname tijdelijk
onderbreken. Met deze functie kunt u verschillende scènes
opnemen in één video.
Raak aan om de opname te pauzeren.
Raak aan om te hervatten.
Foto's vastleggen terwijl u een video opneemt
U kunt foto's vastleggen terwijl u een video opneemt zonder over
te schakelen naar de fotostand (maximaal 6 foto's).
Druk de [Ontspanknop] in om foto's vast te leggen tijdens het
opnemen van een video.
Vastgelegde foto's worden automatisch opgeslagen.
Het formaat van de vastgelegde foto's verschilt afhankelijk van het
formaat van de opgenomen video.
U kunt geen foto's vastleggen terwijl u video's met hoge snelheid
opneemt.
U kunt geen foto's vastleggen wanneer u de video-opname
onderbreekt.
Foto's die u hebt vastgelegd tijdens het opnemen van een video,
hebben mogelijk een lagere kwaliteit dan de foto's die u op de
normale wijze hebt gemaakt.
U kunt geen foto's vastleggen als de modus Slimme film of Filmfilter
is geselecteerd.
Als u het formaat van de vastgelegde foto wilt wijzigen, raakt u
m
Formaat voor dubbele opname aan.
Uitgebreide functies
43
Opnamemodi gebruiken
De Scènemodus gebruiken
In de modus Scène kunt u een foto maken met opties die al
vooraf zijn ingesteld voor een bepaalde scène.
1
Raak aan op het startscherm.
2
Selecteer een scène.
Zon onderLandschap Dageraad Tegenl.
Optie Beschrijving
Landschap
Stillevens en landschapsfoto's maken.
Zon onder
Zonsondergangen met natuurlijke rood- en
geeltinten vastleggen.
Dageraad
Zonsopgangen vastleggen.
Tegenl.
Onderwerpen met tegenlicht vastleggen.
Strand/sneeuw
Onderbelichting van onderwerpen beperken
die wordt veroorzaakt door zonlicht dat wordt
gereflecteerd door zand of sneeuw.
Tekst
Tekst in drukwerk of elektronische documenten
duidelijk leesbaar vastleggen.
3
Plaats het onderwerp in het kader en druk de
[Ontspanknop] half in om scherp te stellen.
4
Druk op de [Ontspanknop] om een foto te maken.
Uitgebreide functies
44
Opnamemodi gebruiken
De modus Live Panorama gebruiken
In de modus Live Panorama kunt u een brede panoramascène
vastleggen in één foto. U kunt een 2D-panoramafoto of
3D-panoramafoto maken die kan worden weergegeven op een
3D-tv.
S
Opnamevoorbeeld
1
Raak aan op het startscherm.
2
Raak (modus 2D-panorama) of (modus
3D-panorama).
3
Plaats het onderwerp in het kader en druk de
[Ontspanknop] half in om scherp te stellen.
Breng de camera op één lijn met de uiterste linker-, rechter-,
onder- of bovenkant van de scène die u wilt vastleggen.
4
Houd de [Ontspanknop] ingedrukt om de opname te
starten.
5
Houd de [Ontspanknop] ingedrukt en beweeg de
camera langzaam in de richting waarin de rest van de
panoramaopname moet worden vastgelegd.
Als de modus 3D-panorama is geselecteerd, kan de
panoramaopname alleen in horizontale richting worden
gemaakt.
Er worden pijltjes in de richting van de beweging weergegeven
en de gehele opnameafbeelding wordt weergegeven in het
voorbeeldvak.
Wanneer de beeldzoeker is uitgelijnd met de volgende scène,
legt de camera de volgende foto automatisch vast.
Trillen
6
Wanneer u klaar bent, laat u de [Ontspanknop] los.
Wanneer u alle benodigde opnamen heeft vastgelegd,
combineert de camera deze tot één panoramafoto.
Uitgebreide functies
45
Opnamemodi gebruiken
Voor de beste resultaten bij het vastleggen van panoramafoto's moet
u het volgende vermijden:
- De camera te snel of te langzaam bewegen.
- De camera te weinig bewegen om het volgende beeld vast te
leggen.
- De camera met ongelijkmatige snelheden bewegen.
- De camera schudden.
- Opnemen op donkere locaties.
- Bewegende onderwerpen in de buurt vastleggen.
- Opnameomstandigheden waar de helderheid of kleur van het licht
verandert.
Gemaakte foto's worden automatisch opgeslagen en het opnemen
wordt gestopt onder de volgende omstandigheden:
- Als u de opnamerichting wijzigt wanneer u opneemt.
- Als u de camera te snel beweegt.
- Als u de camera niet beweegt.
Als u de modus Live Panorama selecteert, worden de digitale en
optische zoomfuncties uitgeschakeld. Als u de modus Live Panorama
selecteert terwijl de lens is ingezoomd, zoomt de camera automatisch
uit naar de standaardpositie.
In de modus Live Panorama zijn bepaalde opnameopties niet
beschikbaar.
Mogelijk legt de camera in de modus Live Panorama de laatste scène
niet volledig vast als u de camerabeweging niet exact stopt op het
punt waar u de scène wilt beëindigen. Als u de volledige scène wilt
vastleggen, beweegt u de camera iets verder dan het punt waar u de
scène wilt eindigen.
In de modus 3D-panorama legt de camera mogelijk het begin van
het einde van een scène niet vast wegens de aard van het 3D-effect.
Als u de volledige scène wilt vastleggen, beweegt u de camera iets
voorbij het begin- en eindpunt dat u wilt vastleggen.
In de modus 3D-panorama worden foto's vastgelegd met de JPEG-
en MPO-bestandsindelingen.
U kunt een MPO-bestand dat het 3D-effect ondersteunt, alleen
weergeven op een MPO-compatibel scherm, zoals een 3D-tv of
3D-monitor. Op het scherm van de camera kunt u alleen JPEG-
bestanden weergeven.
Gebruik een 3D-bril wanneer u een MPO-bestand weergeeft op een
3D-tv of 3D-monitor.
Uitgebreide functies
46
Opnamemodi gebruiken
De modus Gebarenopname gebruiken
In deze modus kunt u de [Ontspanknop] en zoomfuncties
bedienen met handgebaren.
1
Plaats uw camera op een statief en klap het scherm
omhoog.
2
Raak aan op het startscherm.
3
Lees de instructies over algemene handgebaren en raak
o
aan.
Het pop-upvenster verdwijnt wanneer u een van de
handgebaren uitvoeren, zelfs als u
o
niet aanraakt.
4
Plaats het onderwerp in het kader.
5
Maak het juiste handgebaar in de richting van de
camera.
Als u wilt inzoomen, draait u uw hand rechtsom .
Als u wilt uitzoomen, draait u uw hand linksom .
6
Beweeg uw hand twee keer omhoog en omlaag om de
timer te starten.
Drie seconden nadat de camera het gebaar heeft herkend,
wordt automatisch de ontspanknop gebruikt.
Zorg dat het onderwerp zich op een afstand tussen 50 cm en 5 m van
de cameralens bevindt.
Zorg dat het onderwerp zich op het scherm bevindt.
De camera reageert mogelijk ook op andere bewegingen.
Als u handgebaren gebruikt voor bediening van de zoomfunctie, gaat
de waarde voor de zoomverhouding rood knipperen wanneer het
maximale zoomniveau is bereikt.
Pas het formaat van handgebaren aan de zoomverhouding aan.
Als u handgebaren buiten de rand van het scherm uitvoert, kan de
camera deze niet detecteren.
Uitgebreide functies
47
Opnamemodi gebruiken
De modus Opname bij weinig licht gebruiken
In omstandigheden met weinig licht kunt u zonder de flitser te
gebruiken meerdere foto's maken en deze combineren tot een
heldere afbeelding die scherper is en minder beeldruis bevat.
1
Raak aan op het startscherm.
2
Plaats het onderwerp in het kader en druk de
[Ontspanknop] half in om scherp te stellen.
3
Druk op de [Ontspanknop] om een foto te maken.
U kunt de resolutie instellen op of een lagere waarde.
Snel tonen is niet beschikbaar in de modus Opname bij weinig licht.
De modus Beautypalet gebruiken
In de modus Beautypalet kunt u een portretfoto maken en
vervolgens verschillende beauty-effecten toepassen om het
portret te verfraaien.
1
Raak aan op het startscherm.
2
Plaats het onderwerp in het kader en druk de
[Ontspanknop] half in om scherp te stellen.
3
Druk de [Ontspanknop] volledig in om een foto te
maken.
Raak om een beauty-effect toe te passen op een
opgeslagen foto.
4
Raak Instellen aan.
5
Selecteer een beauty-effect.
Normaal Onschuldig AantrekkelijkGlanzend
Als u een foto opnieuw wilt maken, raakt u aan.
Uitgebreide functies
48
Opnamemodi gebruiken
6
Raak aan om de foto op te slaan.
Als de camera geen gezicht detecteert in de foto, kunt u de modus
Beautypalet niet gebruiken.
De camera kan slecht één gezicht tegelijk detecteren. Als meerdere
gezichten op een foto staan, moet u een gezicht selecteren om een
beautyeffect toe te passen.
Mogelijk herkent de camera het gezicht van het onderwerp niet
afhankelijk van de structuur van het gezicht.
Als een afbeelding is gedraaid, kan de camera het gezicht van een
onderwerp alleen herkennen als gezicht zich onder een hoek van 90°,
180° of 270° ten opzichte van de normale stand bevindt.
U krijgt betere resultaten voor gezichtsherkenning als het gezicht van
het onderwerp groter is dan 1/12 van het scherm.
Uitgebreide functies
49
Effectmodi gebruiken
Foto's maken of video's opnemen met verschillende effecten.
3
Plaats het onderwerp in het kader en druk de
[Ontspanknop] half in om scherp te stellen.
4
Druk op de [Ontspanknop] om een foto te maken.
Als u de modus Beautyshot gebruikt, wordt de scherpstelafstand ingesteld
op Auto macro.
De Beautyshot-modus gebruiken
In de modus Beautyshot kunt u een portretfoto maken met opties
voor het verbergen van onvolkomenheden in het gezicht.
1
Raak aan op het startscherm.
2
Sleep de schuifregelaars of raak de pictogrammen
+/- aan om Gezichtstint en Gezichtretouch. aan te
passen.
Verhoog bijvoorbeeld de instelling Gezichtstint om de huid
lichter te laten lijken.
Gezichtstint
Gezichtretouch.
Uitgebreide functies
50
Effectmodi gebruiken
De modus HDR Plus gebruiken
In de modus HDR Plus (High Dynamic Range) past de camera
de verlichting of verzadiging aan zodat u foto's met gedetailleerde
kleurtonen (HDR) kunt maken of een artistieke uitstraling instellen
(HDR art).
S
Voor
S
Na
S
Voor
S
Na
1
Raak aan op het startscherm.
2
Raak (HDR) of (HDR art) aan.
3
Plaats het onderwerp in het kader en druk de
[Ontspanknop] half in om scherp te stellen.
4
Druk op de [Ontspanknop] om een foto te maken.
5
Controleer de foto met het HDR-effect.
In de modus HDR Plus wordt de uiteindelijke afbeelding die ontstaat nadat het
effect of is toegepast, opgeslagen.
Uitgebreide functies
51
Effectmodi gebruiken
De Fotofiltermodus
Pas allerlei filtereffecten op uw foto's toe om unieke afbeeldingen
te maken.
Miniatuur Vignetten
Visoog Schets
1
Raak aan op het startscherm.
2
Selecteer een effect.
Optie Beschrijving
Miniatuur
Een effect toepassen om het onderwerp in
miniatuur weer te geven.
Vignetten
Retro-kleuren, een hoog contrast en sterke
vignettering van Lomo-camera's toepassen.
Softfocus
Onzuiverheden op het gezicht verhullen of
droomachtige effecten toevoegen.
Oude film
Het effect van een oude film toepassen.
Halftoonstip
Een halftooneffect toepassen.
Schets
Een schetseffect van een pen toepassen.
Visoog
Objecten die in de buurt zijn, vervormen om
de visuele effecten van een vissenooglens te
imiteren
Klassiek
Een zwart-witeffect toepassen.
Retro
Een sepiatinteffect toepassen.
Uitgebreide functies
52
Effectmodi gebruiken
Optie Beschrijving
Olieverf
Het effect van een olieverfschilderij toepassen.
Aquarel
Het effect van een waterverfschilderij toepassen.
Cartoon
Het effect van een striptekening toepassen.
Kruisfilter
Lijnen toevoegen die naar buiten lopen van
heldere objecten om het visuele effect van een
kruisfilter te imiteren.
Zoomopname
De randen van een foto vervagen om de
onderwerpen in het midden te benadrukken.
3
Plaats het onderwerp in het kader en druk de
[Ontspanknop] half in om scherp te stellen.
4
Druk de [Ontspanknop] volledig in om een foto te
maken.
Afhankelijk van de optie die u selecteert, kan de resolutie automatisch
worden gewijzigd in of lager.
Als u filtereffecten wilt toepassen op opgeslagen foto's, raakt u
aan.
De Filmfiltermodus gebruiken
Pas allerlei filtereffecten op uw video's toe om unieke
afbeeldingen te maken.
1
Raak aan op het startscherm.
2
Selecteer een effect.
Optie Beschrijving
Miniatuur
Een effect toepassen om het onderwerp in
miniatuur weer te geven.
Vignetten
Retro-kleuren, een hoog contrast en sterke
vignettering van Lomo-camera's toepassen.
Halftoonstip
Een halftooneffect toepassen.
Schets
Een schetseffect van een pen toepassen.
Visoog
Objecten die in de buurt zijn, vervormen om
de visuele effecten van een vissenooglens te
imiteren
Klassiek
Een zwart-witeffect toepassen.
Retro
Een sepiatinteffect toepassen.
Uitgebreide functies
53
Effectmodi gebruiken
De modus Beeld in beeld gebruiken
In de modus Beeld in beeld kunt u een achtergrondfoto op
volledige grootte maken of selecteren en een kleinere foto of
video invoegen op de voorgrond.
1
Raak aan op het startscherm.
2
Druk de [Ontspanknop] half in om scherp te stellen
en druk vervolgens op de [Ontspanknop] om een
achtergrondfoto te maken.
Als u een achtergrondfoto wilt selecteren bij de opgeslagen
foto's, raakt u
aan. U kunt geen videobestanden of foto's
selecteren die zijn vastgelegd in de modus Live Panorama of
3D-foto.
3
Raak Instellen aan om de foto in te stellen als
achtergrondafbeelding.
Als u een achtergrondfoto opnieuw wilt maken, raakt u
Opnieuw aan.
4
Versleep het scherm voor zelfportretten om het naar de
gewenste locatie te verplaatsen.
Optie Beschrijving
Paleteffect 1
Een heldere look maken met een scherp
contrast en sterke kleur.
Paleteffect 2
Scènes helder en duidelijk maken.
Paleteffect 3
Een zachte bruine tint toepassen.
Paleteffect 4
Een koud en eenkleurig effect toepassen.
3
Raak aan om te beginnen met opnemen.
4
Raak aan om de opname te stoppen.
Als u Miniatuur selecteert, wordt de afspeelsnelheid verhoogd.
Als u Miniatuur selecteert, kunt u geen geluid voor de video
opnemen.
Afhankelijk van de optie die u selecteert, kan de opnamesnelheid
worden gewijzigd in . De opnameresolutie kan automatisch worden
gewijzigd in of lager.
Uitgebreide functies
54
Effectmodi gebruiken
In de modus Beeld in beeld wordt de resolutie automatisch ingesteld
op .
De uiteindelijke foto's of video's voor Beeld in beeld worden
opgeslagen als één gecombineerd bestand. De ingevoegde foto's en
video's worden niet afzonderlijk opgeslagen.
Wanneer u een video invoegt, wordt de resolutie voor het
gecombineerde bestand automatisch ingesteld op .
Wanneer u een achtergrondfoto vastlegt, wordt een foto die in de
verticale positie wordt vastgelegd, niet automatisch gedraaid.
De maximale grootte van het venster voor invoegen is 320 X 240 en
de beeldverhouding blijft gelijk wanneer u de grootte aanpast.
De maximale lengte voor een video die u wilt invoegen, is 20 minuten
in de 4:3-beeldverhouding.
Het beschikbare zoombereik in de modus Beeld in beeld is mogelijk
kleiner dan in andere opnamemodi.
Wanneer u een van uw opgeslagen foto's selecteert als
achtergrondfoto, kunnen zwarte balken worden weergegeven aan de
randen van de afbeelding, afhankelijk van de beeldverhouding.
Als u het scherm omklapt en een zelfportret maakt, wordt de
zelfportretfoto horizontaal gedraaid.
5
Als u het formaat wilt aanpassen, raakt u het scherm
voor zelfportretten aan en sleept u de hoek van het vak
dat er omheen wordt weergegeven.
6
Klap het scherm om en maak een zelfportret.
Het venster voor invoegen wordt groter wanneer u de
[Ontspanknop] indrukt zodat u kunt bepalen of het
onderwerp scherp in beeld is.
Raak aan om een video op te nemen.
Raak
aan om de opname te stoppen en de video in te
voegen.
Als u een video opneemt, raakt u aan om de opname te
onderbreken of
om de opname te hervatten.
Als u een achtergrondfoto opnieuw wilt maken, raakt u Exit
aan.
Uitgebreide functies
55
Effectmodi gebruiken
De modus Gesplitste opname gebruiken
In de modus Gesplitste opname kunt u meerdere foto's maken
en deze indelen met voorgedefinieerde indelingen.
1
Raak aan op het startscherm.
2
Selecteer een stijl voor splitsen.
Als u de scherpte van de scheidingslijn wilt aanpassen, raakt
u
m
Lijnvervaging een gewenste waarde aan.
Als u de grootte van het kader wilt aanpassen, sleept u de
scheidingslijn. Raak
aan om uw wijzigingen te annuleren.
Als u een Smart filter-effect wilt toepassen op een gedeelte
van de opnamen, raakt u
een effect
o
aan.
U kunt verschillende Smart filter-effecten toepassen of de
afzonderlijke gedeelten van de opname.
Raak aan voor informatie over de afzonderlijke opties.
3
Plaats het onderwerp in het kader en druk de
[Ontspanknop] half in om scherp te stellen.
4
Druk de [Ontspanknop] volledig in om een foto te
maken.
Herhaal stap 3 en 4 om de rest van de foto' te maken.
Als u een foto opnieuw wilt maken, raakt u aan.
In de modus Gesplitste opname wordt de resolutie automatisch
ingesteld op of lager.
Het beschikbare zoombereik in de modus Gesplitste opname is
mogelijk kleiner dan in andere opnamemodi.
De standaard opnamevolgorde is van boven naar beneden en van
links naar rechts. Als u het scherm draait, wijzigt de volgorde van
boven naar beneden en van rechts naar links.
Uitgebreide functies
56
Effectmodi gebruiken
De Magische kadermodus gebruiken
In de modus Magisch kader kunt u verschillende kadereffecten
toepassen op uw foto's. De vorm en het uiterlijk van de foto's
verandert afhankelijk van het kader dat u selecteert.
1
Raak aan op het startscherm.
2
Selecteer het gewenste kader.
Old Film2Muurkunst Golven Volle maan
3
Plaats het onderwerp in het kader en druk de
[Ontspanknop] half in om scherp te stellen.
4
Druk op de [Ontspanknop] om een foto te maken.
In de modus Magisch kader wordt de resolutie automatisch ingesteld op .
De modus Mijn Magisch kader gebruiken
In de modus Mijn Magisch kader kunt u een gedeelte van de foto
transparant maken en vervolgens een nieuwe foto maken binnen
het transparante gebied.
1
Raak aan op het startscherm.
2
Druk de [Ontspanknop] half in om scherp te stellen
en druk vervolgens op de [Ontspanknop] om een
achtergrondfoto te maken.
3
Raak Instellen aan.
Als u een achtergrondfoto opnieuw wilt maken, raakt u
Opnieuw aan.
Als u een achtergrondfoto wilt selecteren bij de opgeslagen
foto's, raakt u
aan. U kunt geen videobestanden of foto's
selecteren die zijn vastgelegd in de modus Live Panorama of
3D-foto.
4
Selecteer het gewenste kader.
Als u een nieuw kader wilt tekenen en de dikte van de pen wilt
instellen, raakt u
aan.
Uitgebreide functies
57
Effectmodi gebruiken
5
Sleep het geselecteerde kader naar de gewenste locatie.
6
Als u het formaat wilt aanpassen, raakt u het
geselecteerde kader aan en sleept u de hoek van het
vak dat er omheen wordt weergegeven.
7
Raak
o
aan.
8
Sleep de schuifregelaars op raak de pictogrammen +/-
aan om de transparantie aan te passen.
9
Plaats het onderwerp in het kader en druk de
[Ontspanknop] half in om scherp te stellen.
10
Druk de [Ontspanknop] volledig in om een foto te
maken.
Als u een achtergrondfoto opnieuw wilt maken, raakt u Exit
Ja.
In de modus Mijn Magisch kader zijn beperkte opnameopties
beschikbaar.
Naarmate het transparant weergegeven gebied groter wordt, duurt het
langer om de foto op te slaan.
Bij gebruik van de modus Mijn Magisch kader wordt scherpgesteld op
het gebied binnen het kader dat transparant wordt weergegeven.
De resolutie is vast ingesteld op in de modus Mijn Magisch kader.
De modus Artistieke pen gebruiken
In de modus Artistieke pen kunt u een foto maken en vervolgens
een video bekijken waarin wordt uitgelegd hoe u een filtereffect
kunt toepassen.
1
Raak aan op het startscherm.
2
Selecteer een filter.
Aquarel SchetsCartoon
Optie Beschrijving
Aquarel
Het effect van een waterverfschilderij toepassen.
Cartoon
Het effect van een striptekening toepassen.
Schets
Een schetseffect van een pen toepassen.
Uitgebreide functies
58
Effectmodi gebruiken
3
Plaats het onderwerp in het kader en druk de
[Ontspanknop] half in om scherp te stellen.
4
Druk de [Ontspanknop] volledig in om een foto te
maken.
Nadat u de foto hebt gemaakt, wordt automatisch de video
gestart waarin wordt uitgelegd hoe u het filtereffect kunt
toepassen.
Raak Ja om een foto vast te leggen wanneer u de
video afspeelt in de afspeelmodus.
In de modus Artistieke pen wordt de resolutie automatisch ingesteld
op of lager.
in de modus Artistieke pen wordt het scherpstelgebied automatisch
ingesteld op Multi AF.
In de modus Artistieke pen worden de foto met het filtereffect en
de video waarin wordt uitgelegd hoe u het filter toepast, allebei
opgeslagen.
Het beschikbare zoombereik in de modus Artistieke pen is mogelijk
kleiner dan in andere opnamemodi.
In de modus Artistieke pen kan het opslaan van bestanden langer
duren.
U kunt een video die is vastgelegd in de modus Artistieke pen, niet
uploaden via de draadloze netwerkfunctie op uw camera.
De modus Foto in beweging gebruiken
In de modus Foto in beweging kunt u een serie foto's maken en
combineren en vervolgens een gebied selecteren om een GIF-
animatie te maken.
1
Raak aan op het startscherm.
2
Plaats het onderwerp in het kader en druk de
[Ontspanknop] half in om scherp te stellen.
3
Druk op de [Ontspanknop] om een foto te maken.
De camera maakt meerdere foto's terwijl het statuslampje
knippert.
Uitgebreide functies
59
Effectmodi gebruiken
4
Teken op het scherm een gebied waarvan u een
animatie wilt maken.
Raak het pictogram +/- aan om de bewegingssnelheid aan
te passen.
Raak om de dikte van de pen aan te passen.
Raak aan om opnieuw het gebied te tekenen waarvan u
een animatie wilt maken.
Als u een foto opnieuw wilt maken, raakt u aan.
5
Raak aan om de foto op te slaan.
De camera slaat een GIF-animatiebestand op en een JPG-
bestand met de eerste scène van het GIF-bestand. U kunt
het JPG-bestand niet weergeven op uw camera. Als u het
bestand wilt weergeven, sluit u uw camera aan op een pc.
In de modus Foto in beweging wordt de resolutie automatisch
ingesteld op .
Gebruik een statief om te voorkomen dat de camera beweegt.
In de modus Foto in beweging kan het opslaan van bestanden langer
duren.
De 3D-fotomodus gebruiken
U kunt 3D-beelden opnemen in de modus 3D-foto voor
weergave op een 3D-tv of 3D-monitor.
1
Raak aan op het startscherm.
2
Plaats het onderwerp in het kader en druk de
[Ontspanknop] half in om scherp te stellen.
3
Druk op de [Ontspanknop] om een foto te maken.
De camera legt 2 foto's vast in de JPEG- en MPO-
bestandsindelingen.
In de modus 3D-foto zijn beperkte opnameopties beschikbaar.
Een MPO-bestand voor 3D-effecten kan alleen worden weergegeven
op apparaten die de MPO-indeling ondersteunen (3D-tv en
3D-monitor), terwijl de camera alleen normale JPEG-bestanden kan
weergeven.
Als u het 3D-effect van MPO-bestanden wilt bekijken op een 3D-tv
of 3D-monitor, moet u een 3D-bril dragen die door de fabrikant wordt
verstrekt.
De resolutie is vast ingesteld op in de modus 3D-foto.
Uitgebreide functies
60
Effectmodi gebruiken
Info over 3D-diepteviewer
De 3D-diepteviewer geeft 3D-effecten weer met kleurwaarden
voor 3D-opnamen. Raak m 3D-diepteviewer aan om de
optie in of uit te schakelen.
3D-diepte
Ver
Wit
Zwart
Dichtbij
Opnameopties
Hier vindt u informatie over het instellen van de opties in de opnamemodus.
De resolutie en beeldkwaliteit
selecteren
…………………………………… 62
De resolutie selecteren
…………………… 62
Een beeldkwaliteit selecteren
…………… 63
De timer gebruiken
………………………… 64
Opnamen in het donker maken
………… 65
Rode ogen voorkomen
…………………… 65
De flitser gebruiken
……………………… 65
De ISO-waarde aanpassen
……………… 67
De scherpstelling aanpassen
…………… 68
Macro gebruiken
………………………… 68
Meebewegende autofocus gebruiken
…… 69
One Touch-opname gebruiken
…………… 70
Het scherpstelgebied aanpassen
………… 70
Gezichtsdetectie gebruiken
……………… 71
Gezichten detecteren
…………………… 71
Een foto van een lachend gezicht maken
71
Knipperende ogen detecteren
…………… 72
Slimme gezichtsherkenning gebruiken
…… 72
Gezichten als favoriet registreren
(Mijn ster)
………………………………… 73
Tips voor gezichten detecteren
…………… 75
Helderheid en kleur aanpassen
…………… 76
De belichting handmatig aanpassen (EV)
76
Compenseren voor tegenlicht (ACB)
……… 77
De lichtmeetmethode wijzigen
…………… 77
Een instelling voor Witbalans selecteren
… 78
Serieopnamen
……………………………… 80
Afbeeldingen aanpassen
………………… 81
Het geluid van de zoom verminderen
…… 82
Opnameopties voor de spaarstand
wijzigen
……………………………………… 83
Beschikbare opname-instellingen per
opnamemodus
…………………………… 84
Opnameopties
62
De resolutie en beeldkwaliteit selecteren
Hier vindt u informatie over hoe u instellingen voor de resolutie en beeldkwaliteit kunt aanpassen.
De videoresolutie instellen
1
Raak in de opnamemodus voor video's
m
Filmformaat aan.
2
Selecteer een optie.
Symbool Beschrijving
1920 X 1080: HD-bestanden van hoge kwaliteit om af
te spelen op een HDTV.
1280 X 720 HQ: bestanden van hoge kwaliteit om af te
spelen op een HDTV.
1280 X 720: HD-bestanden om af te spelen op een
HDTV.
640 X 480: SD-bestanden om af te spelen op een
analoge TV.
320 X 240: plaatsen op een webpagina.
Om te delen: op een website plaatsen via het
draadloos netwerk (maximaal 30 seconden).
De resolutie selecteren
Als u de resolutie verhoogt, zullen de foto's en video's meer
pixels bevatten en daardoor groter kunnen worden afgedrukt
en weergegeven. Bij een hoge resolutie neemt ook de
bestandsgrootte toe.
De fotoresolutie instellen
1
Raak in de opnamemodus
m
Fotoformaat aan.
2
Selecteer een optie.
Symbool Beschrijving
4608 X 3456: afdrukken op A1-papier.
4608 X 3072: afdrukken op A1-papier in de verhouding
3:2 (breed).
4608 X 2592: afdrukken op A1-formaat in
panoramaverhouding (16:9) of weergeven op een
HDTV.
3648 X 2736: afdrukken op A2-papier.
2592 X 1944: afdrukken op A4-papier.
1984 X 1488: afdrukken op A5-papier.
1920 X 1080: afdrukken op A5-formaat in
panoramaverhouding (16:9) of weergeven op een HDTV.
1024 X 768: bij een e-mail voegen.
Opnameopties
63
De resolutie en beeldkwaliteit selecteren
Een beeldkwaliteit selecteren
De kwaliteitsinstellingen voor de foto en video instellen.
Een hogere beeldkwaliteit resulteert in grotere bestanden.
De fotokwaliteit instellen
De camera comprimeert de foto's die u maakt en slaat deze op in
JPEG-indeling.
1
Raak in de opnamemodus
m
Kwalit. aan.
2
Selecteer een optie.
Symbool Beschrijving
Superhoog: foto's maken met superhoge kwaliteit.
Hoog: foto's maken met hoge kwaliteit.
Normaal: foto's maken met normale kwaliteit.
De videokwaliteit instellen
De camera comprimeert de video's die u opneemt en slaat ze op
in de indeling MP4 (H.264).
1
Raak in de opnamemodus voor video's
m
Framesnelheid aan.
2
Selecteer een optie.
Bij een hoger aantal frames doet de actie natuurlijker aan,
maar wordt het bestand ook groter.
Symbool Beschrijving
120 fps: 120 frames per seconde opnemen.
(120 fps is alleen beschikbaar voor 320 X 240)
30 fps: 30 frames per seconde opnemen.
15 fps: 15 frames per seconde opnemen.
Opnameopties
64
De timer gebruiken
Hier vindt u informatie over hoe u de zelfontspanner instelt om met een vertraging een foto te maken.
3
Druk op de [Ontspanknop] om de timer te starten.
Het AF-hulplampje/timerlampje gaat knipperen. De camera
maakt na de ingestelde tijdsduur automatisch een foto.
Druk op de [Ontspanknop] om de timer te annuleren.
Afhankelijk van de optie die u hebt geselecteerd voor gezichtsdetectie,
zijn mogelijk de timerfunctie of bepaalde opties daarvan niet
beschikbaar.
Als u opties voor serieopnamen instelt, zijn er geen timeropties
beschikbaar.
1
Raak in de opnamemodus
m
Timer aan.
2
Selecteer een optie.
Symbool Beschrijving
Uit: de timer is niet actief.
10 sec: een foto maken na een vertraging van
10 seconden.
2 sec: een foto maken na een vertraging van
2 seconden.
Dubbel: een foto maken na een vertraging van
10 seconden en nog een foto maken na een vertraging
van 2 seconden.
Afhankelijk van de opnameomstandigheden kunnen de beschikbare
opties verschillen.
Opnameopties
65
Opnamen in het donker maken
Hier vindt u informatie over hoe u 's nachts of bij weinig licht foto's kunt maken.
De flitser gebruiken
Gebruik de flitser wanneer u foto's in het donker maakt of
wanneer u meer licht in de foto's wilt hebben.
1
Raak in de opnamemodus
m
Flitser aan.
Uit
Auto
Rode ogen
Invulflits
Langz sync
Flitser
2
Selecteer een optie.
Symbool Beschrijving
Uit:
Er wordt niet geflitst.
De camera geeft een waarschuwing weer dat de
camera beweegt
wanneer u foto's maakt bij
weinig licht.
Auto: de flitser wordt automatisch gebruikt wanneer het
onderwerp of de achtergrond donker is.
Rode ogen voorkomen
Als de flitser afgaat wanneer u in het donker een foto van een
persoon neemt, kan er een rode gloed in de ogen verschijnen.
U kunt dit voorkomen door Rode ogen of Anti-rode ogen te
selecteren. Zie 'De flitser gebruiken' voor de flitseropties.
S
Vóór correctie
S
Na correctie
Deze optie is beschikbaar in de modi Programma en Beautyshot.
Opnameopties
66
Opnamen in het donker maken
Als u opties voor serieopnamen instelt of Knipperen selecteert, zijn er
geen flitseropties beschikbaar.
Zorg ervoor dat uw onderwerp zich binnen de aanbevolen afstand van
de flitser bevindt. (pag. 159)
Als licht van de flitser wordt gereflecteerd of als er veel stof in de lucht
is, kunnen er kleine vlekjes op de foto komen.
Symbool Beschrijving
Rode ogen:
De flitser gaat twee keer af als het onderwerp of de
achtergrond te donker is om het rode-ogeneffect te
verminderen.
Er zit een korte tijd tussen de twee flitsen. Beweeg de
camera niet totdat de tweede flits is uitgevoerd.
Invulflits:
Er wordt altijd geflitst.
De camera past automatisch de intensiteit van het
licht aan.
Langz sync:
Er wordt geflitst en de sluiter blijft langer open.
Deze optie wordt aanbevolen wanneer u het
omgevingslicht wilt gebruiken om meer details in de
achtergrond zichtbaar te maken.
Gebruik een statief om te voorkomen dat de foto's
onscherp worden.
De camera geeft een waarschuwing weer dat de
camera beweegt
wanneer u foto's maakt bij
weinig licht.
Anti-rode ogen:
De flitser wordt geactiveerd wanneer het onderwerp of
de achtergrond donker is en de camera corrigeert de
rode ogen met de geavanceerde software-analyse.
Er zit een korte tijd tussen de twee flitsen. Beweeg de
camera niet totdat de tweede flits is uitgevoerd.
Afhankelijk van de opnameomstandigheden kunnen de beschikbare
opties verschillen.
Opnameopties
67
Opnamen in het donker maken
De ISO-waarde aanpassen
De ISO-waarde is een eenheid voor de mate waarin film gevoelig
is voor licht, zoals gedefinieerd door de International Organization
for Standardization (ISO). Hoe hoger de ISO-waarde, des te
gevoeliger wordt de camera voor licht. Gebruik een hogere ISO-
waarde om betere foto's te maken en bewegingsonscherpte te
voorkomen wanneer u de flitser niet gebruikt.
1
Raak in de opnamemodus
m
ISO aan.
2
Selecteer een optie door de draaiknop op het scherm te
slepen en raak
o
aan.
Selecteer om een geschikte ISO-waarde te gebruiken op
basis van de helderheid van het onderwerp en de lichtval.
ISO
Hogere ISO-waarden kunnen zorgen voor meer ruis in beelden.
Opnameopties
68
De scherpstelling aanpassen
Hier vindt u informatie over het aanpassen van de scherpstelling van de camera om deze aan te passen aan het onderwerp en de
opnameomstandigheden.
1
Raak in de opnamemodus
m
Focus aan.
2
Raak Macro aan om de optie selecteren.
Autofocus (normaal)
Macro
Focus
Symbool Beschrijving
Autofocus (normaal): scherpstellen op een
onderwerp dat zich op een afstand van meer dan
80 cm van de lens bevindt. Of op een afstand van
250 cm of meer, wanneer u gebruikmaakt van de
zoom.
Macro: scherpstellen op een onderwerp dat zich
5-80 cm van de camera bevindt. 100-250 cm wanneer
u de zoom gebruikt.
Afhankelijk van de opnameomstandigheden kunnen de beschikbare
opties verschillen.
Macro gebruiken
Gebruik macro om foto's van dichtbij te maken, bijvoorbeeld van
bloemen of insecten.
Probeer de camera stevig vast te houden, om te voorkomen dat de
foto's onscherp worden.
Schakel de flitser uit als de afstand tot het onderwerp minder dan
40 cm bedraagt.
Opnameopties
69
De scherpstelling aanpassen
Als u geen scherpstelgebied selecteert, wordt het scherpstelkader
weergegeven in het midden van het scherm.
Het volgen van een onderwerp kan in de volgende gevallen mislukken:
- Het onderwerp is te klein.
- Het onderwerp beweegt te veel.
- Er is sprake van tegenlicht of u maakt foto's op een donkere plaats.
- Het onderwerp heeft horizontale patronen, zoals bij jaloezieën het
geval is.
- De camera trilt erg.
Wanneer een onderwerp niet kan worden gevolgd, wordt het
scherpstelkader weergegeven als een kader met één witte lijn ( ).
Als de camera het onderwerp niet volgt, moet u het te volgen
onderwerp opnieuw selecteren.
Als de camera niet kan scherpstellen, wordt het scherpstelkader
weergegeven als een kader met één rode lijn ( ).
Als u deze functie gebruikt, is het niet mogelijk om de opties voor
gezichtsdetectie, timer, serieopnamen en Intelli-zoom in te stellen.
Meebewegende autofocus gebruiken
Met Tracking AF kunt u het onderwerp volgen en automatisch
scherp in beeld houden, ook wanneer u beweegt.
1
Raak in de opnamemodus
m
Scherpstelgebied
aan.
2
Raak Smart Touch AF aan om de optie te selecteren.
3
Raak het onderwerp aan dat u wilt bijhouden in het
aanraakgedeelte.
Er verschijnt een scherpstelkader rond het onderwerp dat het
onderwerp volgt als u de camera beweegt.
Een wit kader betekent dat de camera het onderwerp volgt.
Een groen kader wanneer u de [Ontspanknop] half indrukt,
betekent dat het onderwerp scherp in beeld is.
4
Druk op de [Ontspanknop] om een foto te maken.
Opnameopties
70
De scherpstelling aanpassen
Het scherpstelgebied aanpassen
U kunt betere foto's krijgen door een scherpstelgebied te kiezen
op basis van de locatie van het onderwerp in de scène.
1
Raak in de opnamemodus
m
Scherpstelgebied
aan.
2
Selecteer een optie.
Symbool Beschrijving
Centrum AF: scherpstellen op het midden van het
kader (voor onderwerpen die zich in het midden of in de
buurt van het midden bevinden).
Multi AF: scherpstellen op een of meer van
9 mogelijke gebieden.
One Touch-opname: scherpstellen op het onderwerp
en een foto maken door de afbeelding op het scherm
aan te raken. (pag. 70)
Smart Touch AF: scherpstellen op het onderwerp dat
u op het scherm aanraakt en het onderwerp volgen.
(pag. 69)
Afhankelijk van de opnameomstandigheden kunnen de beschikbare
opties verschillen.
One Touch-opname gebruiken
U kunt met één vingeraanraking een foto maken. Wanneer u het
onderwerp aanraakt, stelt de camera automatisch scherp op het
onderwerp en wordt de foto gemaakt.
1
Raak in de opnamemodus
m
Scherpstelgebied
aan.
2
Raak One Touch-opname aan om de optie te
selecteren.
3
Raak een onderwerp aan om de foto op te maken.
Als u deze functie gebruikt, is het niet mogelijk om de timer, intelligente
zoomfunctie en serieopties in te stellen.
Opnameopties
71
Gezichtsdetectie gebruiken
Bij gebruik van de opties voor gezichtsdetectie worden de gezichten van mensen automatisch door de camera gedetecteerd. Wanneer u
op een menselijk gezicht scherpstelt, past de camera de belichting automatisch aan. Gebruik Knipperen om gesloten ogen te detecteren
of Smile shot om een lachend gezicht op te nemen. Ook kunt u Slimme gez.herkenning gebruiken om gezichten te registreren en ze bij
het scherpstellen prioriteit te geven.
Een foto van een lachend gezicht maken
De camera neemt automatisch een foto wanneer er een lachend
gezicht wordt gedetecteerd.
1
Raak in de opnamemodus
m
Gezichtsdetectie aan.
2
Raak Smile shot aan om de optie te selecteren.
3
Stel de opname samen.
De camera neemt automatisch een foto wanneer er een
lachend gezicht wordt gedetecteerd.
De camera herkent de lach eerder
wanneer het onderwerp breeduit
lacht.
Gezichten detecteren
De camera kan automatisch maximaal 10 gezichten in één scène
detecteren.
1
Raak in de opnamemodus
m
Gezichtsdetectie aan.
2
Raak Normaal aan om de optie selecteren.
3
Druk op de [Ontspanknop] om een foto te maken.
Het dichtstbijzijnde
gezicht wordt in een
wit scherpstelkader
weergegeven, de andere
gezichten in grijze kaders.
Hoe dichter u bij de onderwerpen bent, des te sneller de camera
gezichten detecteert.
Als u wilt scherpstellen op een onderwerp in een grijs scherpstelkader,
raakt u het gezicht in het kader aan.
Afhankelijk van de opnameopties die u hebt geselecteerd, zijn de
opties voor Gezichtsdetectie mogelijk niet beschikbaar.
Opnameopties
72
Gezichtsdetectie gebruiken
Knipperende ogen detecteren
Als de camera gesloten ogen detecteert, worden er automatisch
3 foto's na elkaar gemaakt.
1
Raak in de opnamemodus
m
Gezichtsdetectie aan.
2
Raak Knipperen aan om de optie te selecteren.
3
Druk op de [Ontspanknop] om een foto te maken.
Slimme gezichtsherkenning gebruiken
De camera registreert automatisch gezichten die u vaak
fotografeert. De functie Slimme gezichtsherkenning stelt
automatisch eerst scherp op die gezichten en op favoriete
gezichten.
1
Raak in de opnamemodus
m
Gezichtsdetectie aan.
2
Raak Slimme gez.herkenning aan om de optie te
selecteren.
3
Druk op de [Ontspanknop] om een foto te maken.
: gezichten die u hebt geregistreerd als favorieten.
(Zie pagina 73 voor informatie over het registreren van
gezichten als favorieten.)
: gezichten die automatisch door de camera zijn
geregistreerd.
Opnameopties
73
Gezichtsdetectie gebruiken
Gezichten als favoriet registreren (Mijn ster)
U kunt uw favoriete gezichten registreren om deze gezichten bij de
scherpstelling en belichting prioriteit te geven.
1
Raak in de opnamemodus
m
Smart FR wijzigen aan.
2
Raak aan Mijn ster om de optie te selecteren.
3
Lijn het gezicht van het onderwerp uit met de ovalen
richtlijn en druk op de [Ontspanknop] om het gezicht te
registreren.
Maak bij het registreren van gezichten een foto per persoon
tegelijk.
Maak 5 foto's van het gezicht van het onderwerp voor de beste
resultaten: van de voorkant, van links, van rechts, van boven en
van onderen.
Wanneer u foto's maakt van links, van rechts, van boven en van
onderen, moet u het onderwerp vertellen zijn of haar gezicht niet
meer dan 30 graden te draaien.
U kunt een gezicht registreren, zelfs als u maar één foto van het
gezicht van het onderwerp maakt.
De camera herkent en registreert gezichten mogelijk niet goed in
extreme lichtomstandigheden, bij grote veranderingen in de houding
of gezichtsuitdrukking van het onderwerp of als het onderwerp al dan
niet een bril draagt.
De camera kan maximaal 14 gezichten automatisch registreren. Als
de camera een nieuw gezicht herkent terwijl er al 14 gezichten zijn
geregistreerd, vervangt de camera automatisch het gezicht met de
laagste prioriteit door het nieuwe gezicht.
De camera kan maximaal favoriete 5 gezichten in een scène
detecteren.
Opnameopties
74
Gezichtsdetectie gebruiken
Een favoriet gezicht verwijderen
1
Raak in de opnamemodus
m
Smart FR wijzigen
aan.
2
Raak Gezichtenlijst aan om de optie te selecteren.
3
Raak een gezicht
o
aan.
4
Wanneer het pop-upvenster verschijnt, raakt u Ja aan.
Zie 'Een favoriet gezicht verwijderen' op pagina 90 als u een favoriet gezicht
wilt verwijderen in de afspeelmodus.
4
Raak aan wanneer de gezichtenlijst wordt
weergegeven.
Uw favoriete gezichten worden in de gezichtenlijst met een
gemarkeerd.
U kunt maximaal 6 favoriete gezichten registreren.
De flitser wordt niet geactiveerd wanneer u een favoriet gezicht
registreert.
Als u een gezicht twee keer registreert, kunt u een van deze gezichten
uit de lijst verwijderen.
De rangorde van uw favoriete gezichten wijzigen
1
Raak in de opnamemodus
m
Smart FR wijzigen
aan.
2
Raak Gezichtenlijst aan om de optie te selecteren.
3
Raak Ja aan en sleep het gezicht naar een nieuwe
locatie.
4
Raak
o
aan om op te slaan.
Zie 'Uw favoriete gezichten classificeren' vanaf pagina 90 als u de rangorde
van uw favoriete gezichten wilt wijzigen in de afspeelmodus.
Opnameopties
75
Gezichtsdetectie gebruiken
Tips voor gezichten detecteren
Wanneer de camera een gezicht detecteert, wordt het
gedetecteerde gezicht automatisch gevolgd.
Gezichtsdetectie is mogelijk in de volgende gevallen niet
effectief:
-
De afstand tussen de camera en het onderwerp is te groot (het
scherpstelkader wordt oranje weergegeven voor Smile shot en
Knipperen).
-
Het is te licht of te donker.
-
Het onderwerp kijkt niet in de richting van de camera.
-
Het onderwerp draagt een zonnebril of een masker.
-
De gezichtsuitdrukking van het onderwerp verandert drastisch.
-
Het onderwerp heeft tegenlicht of de lichtomstandigheden zijn
veranderlijk.
Gezichtsdetectie is niet beschikbaar als u opties voor Beeld
aanpassen of Smart Touch AF instelt.
Afhankelijk van de opname-instellingen kunnen de beschikbare
opties voor gezichtsdetectie verschillen.
Afhankelijk van de geselecteerde opties voor gezichtsdetectie,
is de timerfunctie mogelijk niet beschikbaar.
Als opties voor gezichtsdetectie instelt, wordt het AF-gebied
automatisch ingesteld op Multi AF.
Afhankelijk van de opties voor gezichtsherkenning die u hebt
geselecteerd, zijn serieopties niet beschikbaar.
Als u de optie Slimme gez. herkenning instelt en foto's van
gedetecteerde gezichten neemt, worden ze in de gezichtenlijst
geregistreerd.
In de afspeelmodus kunt u geregistreerde gezichten op
volgorde van prioriteit weergeven. (pag. 91) Ook als gezichten
zijn geregistreerd, worden ze mogelijk niet geclassificeerd in de
afspeelmodus.
Een gezicht dat met de optie Slimme gez. herkenning wordt
gedetecteerd, komt mogelijk niet in de gezichtenlijst of in Smart
Album voor.
Opnameopties
76
Helderheid en kleur aanpassen
Hier vindt u informatie over hoe u instellingen voor de helderheid en kleur kunt aanpassen om een betere beeldkwaliteit te bereiken.
1
Raak in de opnamemodus
m
EV aan.
2
Selecteer de gewenste belichtingswaarde door de
schuifregelaar te slepen of de pictogrammen +/- aan te
raken en vervolgens
o
aan te raken.
De foto wordt lichter naarmate de belichting wordt verhoogd.
EV
Nadat u de belichting hebt aangepast, wordt deze instelling
automatisch opgeslagen. Mogelijk moet dit later weer worden
aangepast om onder- of overbelichting te voorkomen.
Als u niet weet wat de juiste belichting moet zijn, selecteert u AEB
(Auto Exposure Bracket). De camera neemt 3 foto's achter elkaar,
elk met een andere belichting: normaal, onderbelicht en overbelicht.
(pag. 80)
De belichting handmatig aanpassen (EV)
Afhankelijk van de intensiteit van het omgevingslicht kunnen foto's
te licht of te donker uitvallen. U kunt dan de belichting aanpassen
om een beter resultaat te krijgen.
S
Donkerder (-)
S
Neutraal (0)
S
Helderder (+)
Opnameopties
77
Helderheid en kleur aanpassen
De lichtmeetmethode wijzigen
De lichtmetingsmodus heeft betrekking op de manier waarop een
camera de hoeveelheid licht meet. De helderheid en belichting
van de foto's varieert met de gekozen lichtmeetmethode.
1
Raak in de opnamemodus
m
L.meting aan.
2
Selecteer een optie.
Symbool Beschrijving
Multi:
De camera verdeelt het frame onder in diverse
gebieden en meet de lichtintensiteit in elk gebied.
Geschikt voor algemene foto's.
Spot:
De camera meet alleen de lichtintensiteit in het
uiterste midden van het kader.
Als een onderwerp zich niet midden in het beeld
bevindt, kan de foto verkeerd belicht worden.
Geschikt voor een onderwerp met tegenlicht.
Centr. gewogen:
De camera bepaalt een gemiddelde voor de
lichtmeting van het gehele beeld, maar met nadruk
op het midden.
Geschikt voor foto's waarbij het onderwerp zich in
het midden van het beeld bevindt.
Compenseren voor tegenlicht (ACB)
Wanneer de lichtbron zich achter uw onderwerp bevindt of
er sprake is van hoog contrast tussen het onderwerp en de
achtergrond, ziet het onderwerp er in de foto waarschijnlijk donker
uit. Schakel in dat geval de optie Auto Contrast Balance (ACB) in.
SZonder ACB SMet ACB
1
Raak in de opnamemodus
m
aan.
2
Raak ACB aan en raak vervolgens Aan of Uit aan.
Symbool Beschrijving
Uit: automatische contrastverbetering (ACB) is
uitgeschakeld.
Aan: automatische contrastverbetering (ACB) is
ingeschakeld.
De functie ACB is altijd ingeschakeld in de modi Smart Auto, Scène
(Strand/sneeuw).
De functie ACB is niet beschikbaar wanneer u opties voor
serieopnamen instelt.
Opnameopties
78
Helderheid en kleur aanpassen
Een instelling voor Witbalans selecteren
De kleur van uw foto is afhankelijk van het type en de kwaliteit
van de lichtbron. Als u wilt dat uw foto's realistische kleuren
hebben, selecteert u een witbalansinstelling die geschikt is voor
de lichtomstandigheden, zoals Auto witbalans, Daglicht, Bewolkt
of Kunstlicht.
Auto witbalans
Daglicht
Bewolkt
Kunstlicht
1
Raak in de opnamemodus
m
Witbalans aan.
2
Raak een gewenste witbalansoptie aan en raak
o
aan.
Symbool Beschrijving
Auto witbalans: automatisch de witbalans instellen op
basis van de lichtomstandigheden.
Daglicht: voor foto's buitenshuis op een zonnige dag.
Bewolkt: voor foto's buitenshuis op een bewolkte dag
of in de schaduw.
TL-licht H: voor foto's bij daglichtlampen of drie-
wegfluorescentielampen.
TL-licht L: voor foto's bij wit TL-licht.
Kunstlicht: voor foto's binnenshuis bij gloeilamp- of
halogeenlampverlichting.
Aangep. instelling: instellingen voor de witbalans
gebruiken die u hebt ingesteld. (pag. 79)
Opnameopties
79
Helderheid en kleur aanpassen
Uw eigen witbalansinstelling instellen
U kunt de witbalans aanpassen door een foto te maken
van een wit oppervlak, zoals een stuk papier, onder de
lichtomstandigheden waarin u een foto wilt maken. De functie
voor witbalans helpt u om de kleuren in uw foto te laten
overeenkomen met de werkelijke scène.
1
Raak in de opnamemodus
m
Witbalans aan.
2
Raak Aangep. instelling om de optie te selecteren.
3
Richt de lens op een wit stuk papier en druk op de
[Ontspanknop].
Opnameopties
80
Serieopnamen
Het kan lastig zijn foto's te maken van snel bewegende onderwerpen, of natuurlijke gezichtsuitdrukkingen en gebaren van uw onderwerpen
in foto's vast te leggen. Het kan ook moeilijk zijn om de belichting correct aan te passen en een juiste belichtingsbron te selecteren.
Selecteer in deze gevallen een van de opties voor serieopnamen.
3
Plaats het onderwerp in het kader en druk de
[Ontspanknop] half in om scherp te stellen.
4
Houd de [Ontspanknop] ingedrukt.
Terwijl u de [Ontspanknop] ingedrukt houdt, blijft de camera
achter elkaar foto's maken.
U kunt de flitser, timer, ACB en Gezichtsdetectie alleen gebruiken
wanneer u 1 opname selecteert.
Het kan langer duren om de foto's op te slaan afhankelijk van de
capaciteit en prestaties van de geheugenkaart.
De camera geeft altijd de gemaakte foto's weer voordat deze weer
teruggaat naar de opnamemodus.
1
Raak in de opnamemodus
m
Snelheid aan.
2
Selecteer een optie.
Symbool Beschrijving
1 opname: één foto maken.
Serieopname (3 fps): achter elkaar 3 foto's per
seconde maken. (U kunt maximaal 6 foto's in een serie
maken.)
Serieopname (5 fps): achter elkaar 5 foto's per
seconde maken. (U kunt maximaal 6 foto's in een serie
maken.)
Serieopname (10 fps): achter elkaar 10 foto's per
seconde maken. (U kunt maximaal 6 foto's in een serie
maken.)
AEB:
3 foto's achter elkaar maken, elk met een andere
belichting: normaal, onderbelicht en overbelicht.
Het maken van de foto kan langer duren. Gebruik
een statief voor optimale resultaten.
Opnameopties
81
1
Raak in de opnamemodus
m
Beeld aanpassen
aan.
Scherpte
Contrast
Kleurverz.
Beeld aanpassen
2
Selecteer de gewenste waarde door de schuifregelaar te
slepen of de pictogrammen +/- aan te raken.
Scherpte Beschrijving
-
De randen van uw foto's verzachten (geschikt
voor fotobewerking op de computer).
+
De randen verscherpen om de foto's duidelijker
te maken. (Hierdoor kan ook de beeldruis in de
foto's toenemen).
Contrast Beschrijving
-
De kleuren en helderheid verlagen.
+
De kleuren en helderheid verhogen.
Kleurverzadiging Beschrijving
-
De kleurverzadiging verlagen.
+
De kleurverzadiging verhogen.
3
Raak
o
aan om de instellingen op te slaan.
Selecteer 0 als u geen effect wilt toepassen (geschikt voor afdrukken).
Afbeeldingen aanpassen
U kunt de scherpte, kleurverzadiging en het contrast van uw foto's aanpassen.
Opnameopties
82
1
Raak in de opnamemodus voor video's
m
Spraak
aan.
2
Selecteer een optie.
Symbool Beschrijving
Sound Alive Aan: de Sound Alive-functie inschakelen
om het zoomgeluid te verminderen.
Sound Alive Uit: de Sound Alive-functie uitschakelen
om het zoomgeluid op te nemen.
Dempen: er wordt geen geluid opgenomen.
Blokkeer de microfoon niet wanneer u de functie Sound Alive gebruikt.
Opnamen die worden gemaakt met Sound Alive, kunnen anders
klinken dan de daadwerkelijke geluiden.
In de modus Beeld in beeld kunt u geen opties instellen voor Sound
Alive.
Het geluid van de zoom verminderen
Wanneer u tijdens het opnemen van video's gebruikmaakt van de zoom, kan de camera het geluid van de zoom in de video' opnemen.
Gebruik de functie Sound Alive om het zoomgeluid te verminderen.
Opnameopties
83
1
Raak in de opnamemodus voor video's
m
Stroombesparende opname aan.
2
Selecteer een optie.
Symbool Beschrijving
Uit: Stroombesparende opname is uitgeschakeld.
Aan: Stroombesparende opname is ingeschakeld.
In de spaarstand beweegt u de camera, raakt u het scherm aan of
drukt u op een knop om de camera weer te gebruiken.
Het scherm wordt 3 minuten na de laatste bewerking gedimd om
stroom te besparen.
Opnameopties voor de spaarstand wijzigen
Als u tijdens het opnemen van een video 5 minuten lang geen bewerkingen uitvoert, schakelt de camera automatisch over op de
spaarstand.
Opnameopties
84
Beschikbare opname-instellingen per opnamemodus
Zie 'Opnameopties' voor meer informatie over opname-instellingen. (pag. 61)
Smart
Auto
Programma Film Scène
Live
Panorama
Gebarenopname
Opname bij
weinig licht
Beautypalet Beautyshot
HDR
Plus
Resolutie
OO OO OOOOO
Kwaliteit
O O O OOO
Timer
U
O
U
O- - - - O
U
Flitser
U
O- -
U
-
UU
-
ISO-waarde
-O --- - - - --
Macro
-O --- - - - O
Scherpstelgebied
-O --- - - - -
U
Gezichtsdetectie
-O --- - -
EV
-O O-- - - - --
ACB
-O --- - - - --
Lichtmeting
-O O-- - - - -O
Witbalans
-O O-- - O - --
Snelheid
-O --- - - - --
Smart filter
-- --- - - - --
Beeld aanpassen
-O --- - - - --
Sound Alive
-- O-- - - - --
Digitale zoom
-O -
U
-- ----
Intelligent
zoomen
U
-
U
-- ----
OIS
-O O-- - O - --
O: de optie is beschikbaar in deze modus.
U
: in deze modi zijn sommige opties beperkt.
: in deze modi wordt een bepaalde optie als standaard ingesteld en heeft de standaardinstelling een vaste waarde. –: de optie is niet beschikbaar in deze modus.
Opnameopties
85
Beschikbare opname-instellingen per opnamemodus
Fotofilter Filmfilter
Beeld in
beeld
Gesplitste
opname
Magisch
kader
Mijn Magisch
kader
Artistieke
pen
Foto in
beweging
3D-foto
Resolutie
UU U U
Kwaliteit
O
U
OOOO
Timer
O
UUU
O
UU
-
U
Flitser
U
-
UUUUU
-
U
ISO-waarde
---------
Macro
---- - - -O-
Scherpstelgebied
---------
Gezichtsdetectie
---------
EV
---------
ACB
---------
Lichtmeting
---------
Witbalans
---------
Snelheid
---------
Smart filter
---O-----
Beeld aanpassen
---------
Sound Alive
-
U
-------
Digitale zoom
---------
Intelligent zoomen
---------
OIS
---------
O: de optie is beschikbaar in deze modus.
U
: in deze modi zijn sommige opties beperkt.
: in deze modi wordt een bepaalde optie als standaard ingesteld en heeft de standaardinstelling een vaste waarde. –: de optie is niet beschikbaar in deze modus.
Foto's of video's weergeven in de
afspeelmodus
……………………………… 87
De afspeelmodus starten
………………… 87
Foto's weergeven
………………………… 94
Een video afspelen
……………………… 97
Foto's bewerken
…………………………… 99
Het formaat van een foto wijzigen
………… 99
Een foto draaien
………………………… 99
Een foto bijsnijden
……………………… 100
Smart filter-effecten toepassen
………… 100
Foto's aanpassen
……………………… 101
Een afdrukbestelling maken (DPOF)
…… 103
Bestanden weergeven op een televisie
(HDTV of 3D-tv)
………………………… 104
Bestanden naar een computer
overbrengen
……………………………… 107
Bestanden naar een Windows-computer
overbrengen
…………………………… 107
Bestanden naar een Mac-computer
overbrengen
…………………………… 108
Programma's op de computer
gebruiken
………………………………… 109
iLauncher installeren
…………………… 109
iLauncher gebruiken
…………………… 110
Afspelen/bewerken
Hier vindt u informatie over hoe u foto's en video's kunt weergeven of afspelen en hoe u foto's en
video's kunt bewerken. Ook leest u hier hoe u de camera op een computer of televisie
(HDTV of 3D-tv) aansluit.
Afspelen/bewerken
87
Foto's of video's weergeven in de afspeelmodus
Hier vindt u informatie over hoe u foto's, video's en spraakmemo's kunt afspelen en hoe u bestanden beheert.
U kunt de schuifregelaar ook naar links of rechts slepen om
naar het vorige of volgende bestand te gaan.
U kunt bestanden die zijn opgenomen met andere camera's, mogelijk
niet bewerken of afspelen, wegens niet-ondersteunde formaten
(afbeeldingsformaat, enzovoort) of codecs. Gebruik een computer of ander
apparaat om deze bestanden te bewerken of af te spelen.
De afspeelmodus starten
Bekijk foto's en video's en beluister spraakmemo's die in de
camera zijn opgeslagen.
1
Druk op [
p
].
Het recentste bestand wordt weergegeven.
Als de camera is uitgeschakeld, wordt deze ingeschakeld en
wordt het recentste bestand weergegeven.
Als u de bestanden op categorie wilt weergeven, raakt u
aan op het startscherm. (pag. 91)
2
Sleep de afbeelding naar links of rechts om naar een
ander bestand te gaan.
Als u snel door bestanden wilt bladeren, kantelt u de camera
in de richting waarin u bestanden wilt doorbladeren. (pag. 88)
U kunt ook de linkerrand of de rechterrand van het scherm
vasthouden om snel door de bestanden te bladeren.
Afspelen/bewerken
88
Foto's of video's weergeven in de afspeelmodus
Bewegingsdetectie werkt mogelijk niet goed als u de camera
met het scherm parallel aan de grond houdt.
Als u de camera 90° of 180° draait terwijl u een foto weergeeft,
wijzigt de camera automatisch de stand van de weergegeven
foto. (pag. 142)
Raak m Gebarenoverzicht Uit aan om
bewegingsdetectie uit te schakelen.
Bestanden weergegeven met bewegingsdetectie
U kunt bestanden weergeven door de camera te kantelen in de
afspeelmodus.
Afspelen/bewerken
89
Foto's of video's weergeven in de afspeelmodus
Symbool Beschrijving
Beveiligd bestand
Afdrukbestelling ingesteld (DPOF)
Bestanden wissen (pag. 93)
Bestanden als miniaturen weergeven (pag. 92)
Bestanden uploaden naar de geselecteerde website
voor delen of bestanden verzenden per e-mail (pag. 123)
Video's afspelen (pag. 97)
Als u bestandsinformatie op het scherm wilt weergeven, raakt u
m
Bestandsgegevens Aan aan.
Het scherm in de afspeelmodus
Bestandsgegevens
Symbool Beschrijving
Lengte van de video
Foto's gemaakt in een modus voor snelle serieopnamen
(zie 'Bestanden weergeven als een map', pag. 91)
Mapnaam – Bestandsnaam
GIF-bestand
Video bevat foto's die zijn gemaakt tijdens het opnemen
Foto gemaakt in 3D-fotomodus
Afspelen/bewerken
90
Foto's of video's weergeven in de afspeelmodus
Een favoriet gezicht verwijderen
U kunt uw favoriete gezichten verwijderen.
1
Raak in de afspeelmodus
m
Gezichtenlijst aan.
Raak in de miniatuurweergave of in Smart Album
m
Gezichtenlijst aan.
2
Raak een gezicht
o
aan.
3
Wanneer het pop-upvenster verschijnt, raakt u Ja aan.
Uw favoriete gezichten classificeren
U kunt uw favoriete gezichten classificeren.
1
Raak in de afspeelmodus
m
Gezichtenlijst aan.
Raak in de miniatuurweergave of in Smart Album
m
Gezichtenlijst aan.
Gezichtenlijst
2
Raak Ja aan en sleep het gezicht naar een nieuwe
locatie.
3
Raak
o
aan om de instellingen op te slaan.
Raak aan als u alleen uw favoriete gezicht in de gezichtenlijst wilt
weergeven.
Afspelen/bewerken
91
Foto's of video's weergeven in de afspeelmodus
Bestanden weergeven als een map
Foto's gemaakt in een modus voor snelle serieopnamen worden
weergegeven als een map.
1
Sleep in de afspeelmodus de foto naar links of rechts of
gebruik de schuifregelaar om naar de gewenste map te
gaan.
De camera geeft automatisch de foto's in de map weer.
2
Raak de map aan om deze te openen.
3
Sleep de afbeelding naar links of rechts of gebruik de
schuifregelaar om naar een ander bestand te gaan.
4
Raak aan om terug te gaan naar de afspeelmodus.
Bestanden op categorie bekijken in Smart Album
Geef bestanden weer op categorie, zoals datum, gezicht of
bestandstype.
1
Raak aan op het startscherm.
U kunt ook Smart Album openen door aan te raken of in
de afspeelmodus de [Zoomknop] naar links te draaien.
2
Raak een optie voor een categorie aan.
Symbool Beschrijving
Bestanden normaal weergeven.
Bestanden weergeven op volgorde van opslagdatum.
Bestanden weergeven op herkende en favoriete
gezichten.
Bestanden weergeven op bestandstype.
Afspelen/bewerken
92
Foto's of video's weergeven in de afspeelmodus
Bestanden als miniatuur weergeven
Bekijk miniaturen van bestanden.
Draai de afspeelmodus de [Zoomknop] naar links
om miniaturen weer te geven (12 per keer). Draai de
[Zoomknop] nog een of twee keer naar links om meer
miniaturen weer te geven (20 of 48 per keer). Draai de
[Zoomknop] naar rechts om naar de vorige weergave
terug te keren.
Raak een bestand aan
om dit op het volledige
scherm weer te geven.
Versleep het scherm omhoog of omlaag om naar de volgende of vorige
pagina met miniaturen te gaan.
3
Raak de gewenste lijst aan om deze te openen.
Draai de [Zoomknop] naar rechts om terug te gaan naar de
afspeelmodus.
4
Raak een bestand aan om dit op het volledige scherm
weer te geven.
Het kan enige tijd duren voordat de camera Smart Album opent, de
categorie wijzigt of de bestanden opnieuw indeelt.
Als u een categorie verwijdert, worden alle bestanden in de categorie
verwijderd.
Afspelen/bewerken
93
Foto's of video's weergeven in de afspeelmodus
Bestanden wissen
Selecteer bestanden die u wilt verwijderen in de afspeelmodus.
Eén bestand verwijderen
U kunt één bestand selecteren en dit verwijderen.
1
Ga in de afspeelmodus naar het bestand dat u wilt
verwijderen en raak
aan.
2
Wanneer het pop-upvenster verschijnt, raakt u Ja aan.
U kunt ook meerdere bestanden wissen in de afspeelmodus door
m
Wissen Wissen Ja aan te raken.
Als u bestanden weergeeft als een map, raakt u aan om alle foto's
in de map te verwijderen.
Als u een bepaalde foto in een map wilt verwijderen, opent u de map,
selecteert u een bestand en raakt u aan.
Bestanden beveiligen
Beveilig uw bestanden om te voorkomen dat ze per ongeluk
worden verwijderd.
1
Selecteer de bestanden die u wilt beveiligen en raak
vervolgens
m
aan.
2
Raak Beveiligen Aan aan.
U kunt een beveiligd bestand niet verwijderen of draaien.
Afspelen/bewerken
94
Foto's of video's weergeven in de afspeelmodus
Foto's weergeven
Vergroot een deel van een foto of geef foto's weer als diashow.
Een foto vergroten
Draai in de afspeelmodus de [Zoomknop] naar rechts
om een deel van een foto te vergroten. Draai de
[Zoomknop] naar links om uit te zoomen.
Versleep het scherm
om een ander deel van
de foto weer te geven.
Vergroot gebied
Symbool Beschrijving
De foto bijsnijden (de foto wordt als een nieuw bestand
opgeslagen).
Het bestand wissen.
Terug naar de originele weergave.
Meerdere bestanden verwijderen
U kunt meerdere bestanden selecteren en deze tegelijk
verwijderen.
1
Raak in de miniatuurweergave aan.
2
Selecteer de bestanden die u wilt verwijderen en raak
aan.
3
Wanneer het pop-upvenster verschijnt, raakt u Ja aan.
Als u bestanden sorteert op categorie en een categorie verwijdert, worden alle
bestanden in die categorie verwijderd.
Alle bestanden verwijderen
U kunt alle bestanden selecteren en deze tegelijk verwijderen.
1
Raak in de afspeelmodus
m
Wissen aan.
Als u bestanden weergeeft in Smart Album of de
miniatuurweergave, raakt u
m
Wissen aan om de
bestanden te verwijderen.
2
Raak Alles wissen.
3
Wanneer het pop-upvenster verschijnt, raakt u Ja aan.
Alle niet-beveiligde bestanden worden verwijderd.
Afspelen/bewerken
95
Foto's of video's weergeven in de afspeelmodus
Panoramafoto's weergeven
Bekijk foto's die zijn gemaakt in de modus Live Panorama.
1
Sleep in de afspeelmodus de afbeelding naar links of
rechts om naar een gewenste panoramafoto te gaan.
De volledige panoramafoto wordt weergegeven op het scherm.
2
Raak aan.
De camera scrollt automatisch van links naar rechts door
de foto voor een horizontale panoramafoto en van boven
naar beneden voor een verticale panoramafoto. De camera
schakelt vervolgens over naar de afspeelmodus.
Raak tijdens het afspelen van een panoramafoto aan of
het afspelen te onderbreken of raak
aan om het afspelen
te hervatten.
Als het afspelen van een panoramafoto wordt onderbroken,
sleept u de afbeelding om de foto horizontaal of verticaal te
verplaatsen, afhankelijk van de richting waarin u bewoog bij
het maken van de foto.
3
Raak aan om terug te gaan naar de afspeelmodus.
U kunt de panoramafoto alleen afspelen door aan te raken als de
langste rand van de foto twee of meer keer langer is dan de kortste
rand.
Op het scherm van uw camera wordt een foto die is gemaakt in de
3D-panoramamodus weergegeven als een 2D-panoramafoto. Als
u het 3D-effect wilt bekijken, moet u de camera aansluiten op een
3D-televisie of een 3D-monitor. (pag. 106)
Afspelen/bewerken
96
Foto's of video's weergeven in de afspeelmodus
* Standaard
Optie Beschrijving
Interval
Het interval tussen foto's instellen.
(1 sec*, 3 sec, 5 sec, 10 sec)
U moet de optie Effect instellen op Uit om een
interval in te stellen.
Muziek
Achtergrondmuziek instellen.
Effect
Een scèneovergangseffect instellen tussen foto's.
(Uit, Kalm*, Zonnig, Ontspannen, Levendig,
Zacht)
Selecteer Uit om de effecten te annuleren.
Als u de optie Effect gebruikt, wordt het interval
tussen foto's ingesteld op 1 seconde.
4
Raak aan.
5
Raak Diashow starten aan.
6
Geef de diashow weer.
Raak aan om de diashow te onderbreken.
Raak aan om de diashow te hervatten.
Raak het scherm aan en raak vervolgens aan om de diashow te
stoppen en terug te gaan naar de afspeelmodus.
Raak aan om het volumeniveau aan te passen.
Bewegende foto's weergeven
GIF-animatiebestanden herhaaldelijk weergeven die zijn
vastgelegd in de modus Foto in beweging.
1
Sleep in de afspeelmodus de afbeelding naar links of
rechts om naar het gewenste GIF-bestand te gaan.
2
Raak aan.
3
Raak aan om terug te gaan naar de afspeelmodus.
Een diashow afspelen
Effecten en audio toevoegen aan een diashow met uw foto's.
De diashowfunctie werkt niet voor video's en GIF-bestanden.
1
Raak in de afspeelmodus
m
aan.
2
Raak Opties voor diashow aan.
Ga naar stap 5 als u een diashow zonder effecten wilt.
3
Selecteer een effect voor de diashow.
* Standaard
Optie Beschrijving
Afsp.mod.
Instellen of de diashow wordt herhaald.
(Eenmaal afspelen*, Herhalen)
Afspelen/bewerken
97
Foto's of video's weergeven in de afspeelmodus
Een video afspelen
In de afspeelmodus kunt u een video weergeven en vervolgens
delen van de afgespeelde video opnemen of bijsnijden. U kunt
de opgenomen of bijgesneden segmenten opslaan als nieuwe
bestanden.
1
Ga in de afspeelmodus naar een video en raak aan.
2
Geef de video weer.
Symbool Beschrijving
Afspelen.
Terugspoelen.
/
Het afspelen onderbreken of hervatten.
Symbool Beschrijving
Vooruitspoelen.
Het volume aanpassen of het geluid dempen.
Terugkeren naar de afspeelmodus.
Bij het afspelen van een film kunnen de functies voor vooruitspoelen/
terugspoelen/pauzeren na twee seconden worden gebruikt.
Afspelen/bewerken
98
Foto's of video's weergeven in de afspeelmodus
Een video bijsnijden
1
Raak tijdens het afspelen van een video aan op het
punt waarop u het bijsnijden wilt beginnen.
2
Raak aan.
3
Raak aan op het punt waarop u het bijsnijden wilt
beëindigen.
U kunt ook de scène aanpassen die moet worden
bijgesneden door de grepen te verplaatsen die op de
voortgangsbalk worden weergegeven.
4
Raak aan.
5
Wanneer het pop-upvenster verschijnt, raakt u Ja aan.
De oorspronkelijke video moet ten minste 10 seconden lang zijn.
De camera slaat de bewerkte video op als nieuw bestand en brengt
geen wijzigingen aan in de oorspronkelijke video.
Afzonderlijke beelden uit een video opslaan
1
Raak tijdens het afspelen van een video aan op het
punt waarop u een beeld wilt opnemen.
2
Raak aan.
3
Wanneer het pop-upvenster verschijnt, raakt u Ja aan.
De resolutie van het opgenomen beeld is gelijk aan die van de
originele video.
Het opgenomen beeld wordt als nieuw bestand opgeslagen.
Afspelen/bewerken
99
Foto's bewerken
Hier vindt u informatie over het bewerken van foto's.
De camera slaat bewerkte foto's op als nieuwe bestanden.
Wanneer u foto's bewerkt, converteert de camera deze automatisch naar een lagere resolutie. Foto's die handmatig worden gedraaid of waarvan het formaat
handmatig wordt aangepast, worden niet automatisch geconverteerd naar een lagere resolutie.
U kunt een foto niet bewerken terwijl u een map bekijkt. Als u een foto in een map wilt bewerken, raakt u de map aan om deze te openen en gaat u naar de foto.
U kunt geen foto's bewerken die in bepaalde modi zijn gemaakt zoals 3D-panorama, 3D-foto en Foto in beweging.
Een foto draaien
1
Raak aan op het startscherm.
Het recentste bestand wordt weergegeven.
2
Raak aan en selecteer een foto.
3
Raak aan en selecteer een optie voor draaien.
4
Raak aan om op te slaan.
Rechts 90 gr.Uit Links 90 gr. 180 gr.
Draaien
De camera overschrijft het originele bestand.
Raak in de afspeelmodus
m
Draaien aan om een foto te draaien.
Het formaat van een foto wijzigen
U kunt het formaat van een foto wijzigen en de foto als een nieuw
bestand opslaan.
1
Ga in de afspeelmodus naar een foto en raak
m
aan.
2
Raak Res.wijz aan en selecteer een formaatoptie.
2688 X 1512
1920 X 1080
Res.wijz
De beschikbare opties voor formaat wijzigen verschillen, afhankelijk van het
originele formaat van de foto.
Afspelen/bewerken
100
Foto's bewerken
Een foto bijsnijden
1
Raak aan op het startscherm.
Het recentste bestand wordt weergegeven.
2
Raak aan en selecteer een foto.
3
Raak aan en selecteer vervolgens het gebied dat u
wilt slepen en bijsnijden.
4
Raak aan om op te slaan.
Smart filter-effecten toepassen
Pas speciale effecten toe op uw foto's.
1
Raak aan op het startscherm.
Het recentste bestand wordt weergegeven.
2
Raak aan en selecteer een foto.
3
Raak aan.
4
Selecteer een filter en raak
o
aan.
MiniatuurNormaal Vignetten Softfocus
Smart filter
Optie Beschrijving
Normaal
Geen effect
Miniatuur
Een effect toepassen om het onderwerp in
miniatuur weer te geven.
Vignetten
Retro-kleuren, een hoog contrast en sterke
vignettering van Lomo-camera's toepassen.
Afspelen/bewerken
101
Foto's bewerken
Foto's aanpassen
Hier vindt u informatie over het aanpassen van de helderheid,
contrast of verzadiging of het corrigeren van het rode-ogeneffect.
Als het midden van een foto donker is, kunt u deze lichter maken.
De camera slaat een bewerkte foto op als een nieuw bestand,
maar converteert de foto mogelijk naar een lagere resolutie.
U kunt tegelijk de helderheid, het contrast en de kleurverzadiging
aanpassen en Smart filter-effecten toepassen.
U kunt niet tegelijk de effecten ACB, Gezichtretouch. en Anti-rode
ogen toepassen.
De helderheid, het contrast en de kleurverzadiging
aanpassen
1
Raak aan op het startscherm.
Het recentste bestand wordt weergegeven.
2
Raak aan en selecteer een foto.
3
Selecteer een optie voor aanpassen.
Symbool Beschrijving
Helderheid
Contrast
Kleurverz.
Optie Beschrijving
Softfocus
Onzuiverheden op het gezicht verhullen of
droomachtige effecten toevoegen.
Oude film
Het effect van een oude film toepassen.
Halftoonstip
Een halftooneffect toepassen.
Schets
Een schetseffect van een pen toepassen.
Visoog
Objecten die in de buurt zijn, vervormen om
de visuele effecten van een vissenooglens te
imiteren
Klassiek
Een zwart-witeffect toepassen.
Retro
Een sepiatinteffect toepassen.
Olieverf
Het effect van een olieverfschilderij toepassen.
Aquarel
Het effect van een waterverfschilderij toepassen.
Cartoon
Het effect van een striptekening toepassen.
Kruisfilter
Lijnen toevoegen die naar buiten lopen van
heldere objecten om het visuele effect van een
kruisfilter te imiteren.
Zoomopname
De randen van een foto vervagen om de
onderwerpen in het midden te benadrukken.
5
Raak aan om op te slaan.
Afspelen/bewerken
102
Foto's bewerken
4
Sleep de schuifregelaars of raak de pictogrammen +/-
aan om de optie aan te passen.
5
Raak
o
aan.
6
Raak aan om op te slaan.
Donkere onderwerpen aanpassen (ACB)
1
Raak aan op het startscherm.
Het recentste bestand wordt weergegeven.
2
Raak aan en selecteer een foto.
3
Raak
m
ACB aan.
4
Raak aan om op te slaan.
Gezichten retoucheren
1
Raak aan op het startscherm.
Het recentste bestand wordt weergegeven.
2
Raak aan en selecteer een foto.
3
Raak
m
Gezichtretouch. aan.
4
Sleep de schuifregelaars of raak de pictogrammen +/-
aan om de optie aan te passen.
Hoe hoger het nummer, des te helderder de huidskleur.
5
Raak aan om op te slaan.
Rode ogen verwijderen
1
Raak aan op het startscherm.
Het recentste bestand wordt weergegeven.
2
Raak aan en selecteer een foto.
3
Raak
m
Anti-rode ogen aan.
4
Raak aan om op te slaan.
Afspelen/bewerken
103
Foto's bewerken
Een afdrukbestelling maken (DPOF)
Selecteer foto's die u wilt afdrukken en sla afdrukopties op in
de DPOF-indeling (Digital Print Order Format). Deze gegevens
worden opgeslagen in de map MISC op uw geheugenkaart zodat
u eenvoudig kunt afdrukken op printers die compatibel zijn met
DPOF.
1
Ga in de afspeelmodus naar een foto en raak
m
aan.
2
Raak DPOF aan.
3
Raak de pictogrammen +/- aan om het aantal
exemplaren te selecteren en raak
o
aan.
U kunt de geheugenkaart meenemen naar een printshop die DPOF
(Digital Print Order Format) ondersteunt, maar u kunt ook uw foto's
thuis rechtstreeks op een DPOF-compatibele printer afdrukken.
Foto's met afmetingen die groter zijn dan het papier, worden
mogelijk afgesneden aan de linker- en rechterkant. Zorg ervoor dat
de afmetingen van uw foto overeenkomen met het papier dat u
selecteert.
Afspelen/bewerken
104
Bestanden weergeven op een televisie (HDTV of 3D-tv)
U kunt foto's of video's bekijken door de camera met de A/V-kabel op een televisie aan te sluiten.
6
Schakel de televisie in en selecteer de A/V-videobron
met de afstandsbediening van de televisie.
7
Schakel de camera in.
De camera schakelt automatisch over naar de afspeelmodus
als u deze aansluit op een televisie.
8
Bekijk foto's of speel video's af met de camera.
Afhankelijk van het model van televisie wordt er mogelijk digitale ruis
weergegeven of wordt een deel van het beeld niet weergegeven.
Afhankelijk van de televisie-instellingen kan het voorkomen dat de
beelden niet gecentreerd op het scherm worden weergegeven.
1
Raak aan op het startscherm.
2
Raak Connectiviteit Video aan.
3
Selecteer een video-uitvoersignaal voor uw land of regio.
(pag. 140)
4
Schakel de camera en de televisie uit.
5
Sluit de camera met de A/V-kabel op de televisie aan.
VideoAudio
Afspelen/bewerken
105
Bestanden weergeven op een televisie (HDTV of 3D-tv)
Bestanden op een HDTV weergeven
U kunt ongecomprimeerde foto's of video's van hoge kwaliteit
op een HDTV bekijken met behulp van de optionele HDMI-kabel.
HDMI (High Definition Multimedia Interface) wordt door de meeste
HDTV's ondersteund.
1
Raak aan op het startscherm.
2
Raak Connectiviteit HDMI-formaat aan.
3
Selecteer een HDMI-resolutie. (pag. 141)
4
Schakel de camera en HDTV uit.
5
Sluit de camera op de HDTV aan met behulp van een
optionele HDMI-kabel.
6
Controleer of de HDTV en camera zijn ingeschakeld en
selecteer de HDMI-modus op de HDTV.
Als u een HDTV van Samsung hebt die Anynet+ ondersteunt
en u de Anynet+-functie van de camera hebt ingeschakeld,
wordt de HDTV automatisch ingeschakeld en wordt het
camerascherm weergegeven, terwijl de camera automatisch
naar de modus Afspelen schakelt.
Als Anynet+ is uitgeschakeld op uw camera of uw televisie
niet beschikt over Anynet+, schakelt de televisie niet
automatisch in. Schakel de televisie handmatig in.
7
Bekijk de video's en foto's met de camera.
Als uw HDTV het profiel Anynet+(CEC) ondersteunt, schakelt u
Anynet+ in het instellingenmenu van de camera in (pag. 140) om de
camera en de televisie te bedienen met de afstandsbediening van de
televisie.
Met Anynet+ kunt u alle aangesloten Samsung A/V-apparaten
bedienen met de afstandsbediening van de televisie.
Hoe lang het duurt voordat de camera verbinding heeft gemaakt met
uw HDTV, kan verschillen afhankelijk van het type geheugenkaart dat u
gebruikt. Een snellere geheugenkaart resulteert niet noodzakelijk in een
snellere HDMI-overdracht, omdat de belangrijkste functie van de kaart
het verbeteren van de overdrachtssnelheid tijdens het opnemen is.
Afspelen/bewerken
106
Bestanden weergeven op een televisie (HDTV of 3D-tv)
Bestanden op een 3D-televisie weergeven
U kunt foto's die zijn gemaakt in de modus 3D-foto of
3D-panorama, weergeven op een 3D-tv.
1
Raak aan op het startscherm.
2
Raak Connectiviteit HDMI-formaat aan.
3
Selecteer een HDMI-resolutie. (pag. 141)
4
Schakel de camera en de 3D-televisie uit.
5
Sluit de camera op de 3D-tv aan met een optionele
HDMI-kabel.
6
Schakel de camera in.
Als u een 3D-TV van Samsung hebt die Anynet+ ondersteunt
en u de Anynet+-functie van de camera hebt ingeschakeld,
wordt de 3D-TV automatisch ingeschakeld en wordt het
camerascherm weergegeven, terwijl de camera automatisch
naar de modus Afspelen schakelt.
Als Anynet+ is uitgeschakeld op uw camera of uw televisie niet
beschikt over Anynet+, schakelt de televisie niet automatisch in.
Schakel de televisie handmatig in.
7
Raak aan om over te schakelen naar 3D-tv-modus.
Raak nogmaals aan om over te schakelen naar
2D-tv-modus.
8
Schakel de 3D-functie van uw televisie in.
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van de televisie voor meer
informatie.
9
Bekijk 3D-foto's met het aanraakscherm op de camera
of de afstandsbediening van de 3D-tv als de televisie
Anynet+ ondersteunt.
U kunt een MPO-bestand niet weergeven in 3D-effect op televisies die
deze indeling niet ondersteunen.
Gebruik een 3D-bril wanneer u een MPO-bestand weergeeft op een
3D-televisie.
Bekijk de 3D-afbeeldingen die zijn vastgelegd met uw camera, niet gedurende
langere tijd op een 3D-televisie of 3D-monitor. Dit kan onaangename
symptomen tot gevolg hebben, zoals vermoeide ogen, vermoeidheid,
misselijkheid, en meer.
Afspelen/bewerken
107
Bestanden naar een Windows-computer
overbrengen
Sluit de camera aan op de computer als verwisselbare schijf.
Windows XP, Windows Vista of Windows 7 moet worden uitgevoerd op uw
computer als u de camera wilt aansluiten als verwisselbare schijf.
1
Raak aan op het startscherm.
2
Raak Connectiviteit Pc-software Uit aan.
3
Schakel de camera uit.
4
Sluit de camera op de computer aan met de USB-kabel.
U moet het kleine uiteinde van de USB-kabel aansluiten op uw camera.
Als u de kabel omgekeerd aansluit, kunnen de bestanden beschadigen.
De fabrikant is niet verantwoordelijk voor enig verlies van gegevens.
5
Schakel de camera in.
De camera wordt automatisch herkend.
6
Selecteer op de computer Deze computer
Verwisselbare schijf DCIM 101PHOTO.
7
Sleep de bestanden naar de computer of sla ze op de
computer op.
De camera loskoppelen (voor Windows XP)
Voor Windows Vista en Windows 7 gelden vergelijkbare
methoden voor het loskoppelen van de camera.
1
Als het statuslampje op de camera knippert, wacht u tot
het knipperen ophoudt.
2
Klik op op de werkbalk rechtsonder in het scherm
van de computer.
3
Klik op het pop-upbericht.
4
Klik op het berichtveld waarin wordt aangegeven dat het
apparaat veilig is verwijderd.
5
Verwijder de USB-kabel.
Bestanden naar een computer overbrengen
Sluit de camera aan op de computer om bestanden over te brengen van de geheugenkaart van de camera naar de computer.
Afspelen/bewerken
108
Bestanden naar een computer overbrengen
3
Schakel de camera in.
De computer herkent de camera automatisch en geeft een
pictogram van een verwisselbare schijf weer.
4
Dubbelklik op het pictogram van de verwisselbare schijf.
5
Sleep de bestanden naar de computer of sla ze op de
computer op.
Bestanden naar een Mac-computer
overbrengen
Wanneer u de camera op een Mac-computer aansluit, wordt
het apparaat automatisch door de computer herkend. U kunt
de bestanden rechtstreeks van de camera naar de computer
overbrengen, zonder dat het nodig is om programma's te
installeren.
Mac OS 10.5 of hoger wordt ondersteund.
1
Schakel de camera uit.
2
Sluit de camera met de USB-kabel op een
Mac-computer aan.
U moet het kleine uiteinde van de USB-kabel aansluiten op uw camera.
Als u de kabel omgekeerd aansluit, kunnen de bestanden beschadigen.
De fabrikant is niet verantwoordelijk voor enig verlies van gegevens.
Afspelen/bewerken
109
Programma's op de computer gebruiken
Met iLauncher kunt u bestanden afspelen met Multimedia Viewer en kunt u via koppelingen nuttige programma's downloaden.
5
Schakel de camera in.
6
Selecteer een doelmap op de computer en selecteer Ja.
Wanneer u de camera aansluit op een computer waarop
iLauncher is geïnstalleerd, wordt het programma automatisch
gestart.
7
Volg de instructies op het scherm om de installatie te
voltooien.
Er wordt een snelkoppeling voor iLauncher weergegeven op
de computer.
Voordat u het programma installeert, moet u ervoor zorgen dat de pc
is verbonden met een netwerk.
Klik op Apparaten iLauncher Mac iLinker om iLauncher te
installeren op uw Mac-computer.
iLauncher installeren
1
Raak aan op het startscherm.
2
Raak Connectiviteit Pc-software Aan aan.
3
Schakel de camera uit.
4
Sluit de camera op de computer aan met de USB-kabel.
U moet het kleine uiteinde van de USB-kabel aansluiten op uw camera.
Als u de kabel omgekeerd aansluit, kunnen de bestanden beschadigen.
De fabrikant is niet verantwoordelijk voor enig verlies van gegevens.
Afspelen/bewerken
110
Programma's op de computer gebruiken
iLauncher gebruiken
Met iLauncher kunt u bestanden afspelen met Multimedia Viewer
en kunt u via een koppeling het programma PC Auto Backup
downloaden.
De vereisten zijn alleen aanbevelingen. iLauncher werkt mogelijk
niet correct, zelfs wanneer de computer voldoet aan de vereisten,
afhankelijk van de toestand van de computer.
Als uw computer niet voldoet aan de vereiste, worden video's mogelijk
niet correct afgedrukt.
De fabrikant is niet verantwoordelijk voor schade die wordt veroorzaakt door
het gebruik van niet-geschikte computers zoals samengestelde computers.
Beschikbare programma's tijdens het gebruik van
iLauncher
Optie Beschrijving
Multimedia
V
iewer
Met Multimedia Viewer kunt u bestanden weergeven.
Wanneer u de camera aansluit op een computer
waarop iLauncher is geïnstalleerd, wordt Multimedia
Viewer automatisch gestart.
Firmware
Upgrade
Hiermee kunt u de firmware van uw camera bijwerken.
PC Auto
Backup
iLauncher bevat een koppeling waarmee u het
programma PC Auto Backup kunt downloaden wanneer
u de camera aansluit op een computer. U kunt foto's
of video's die u met de camera hebt opgenomen,
draadloos verzenden naar een pc.
Als u een Mac-computer gebruikt, is alleen Firmware bijwerken beschikbaar.
Afspelen/bewerken
111
Programma's op de computer gebruiken
Vereisten voor Windows OS
Item Vereisten
Processor
Intel
®
Core™ 2 Duo 1,66 GHz of hoger/
AMD Athlon X2 Dual-Core 2,2 GHz of hoger
RAM
Minimaal 512 MB RAM
(1 GB of meer aanbevolen)
Besturingssysteem*
Windows XP SP2, Windows Vista of Windows 7
Vaste-schijfruimte
250 MB of meer (1 GB of meer aanbevolen)
Overig
1024 X 768 pixels, beeldscherm met
ondersteuning voor 16-bits kleuren
(1280 X 1024 pixels, ondersteuning voor
32-bits kleuren aanbevolen)
USB 2.0-poort
nVIDIA Geforce 7600GT of hoger/
ATI X1600-reeks of hoger
Microsoft DirectX 9.0c of hoger
* Een 32-bits versie van iLauncher wordt geïnstalleerd; zelfs op 64-bits
edities van Windows XP, Windows Vista en Windows 7.
Vereisten voor Mac OS
Item Vereisten
Besturingssysteem
Mac OS 10.5 of hoger
RAM
Minimaal 256 MB RAM
(512 MB of meer aanbevolen)
Schijfruimte
Minimaal 110 MB
Overig
USB 2.0-poort
iLauncher openen
Selecteer op de computer start Alle programma's
Samsung iLauncher Samsung iLauncher. Of klik
op Programma's Samsung iLauncher op uw Mac-
computer.
Afspelen/bewerken
112
Programma's op de computer gebruiken
Multimedia Viewer gebruiken
Met Multimedia Viewer kunt u bestanden afspelen. Dubbelklik in het scherm van Samsung iLauncher op Multimedia Viewer.
Multimedia Viewer ondersteunt de volgende bestandstypen:
- Video's: MP4 (Video: H.264, Audio: AAC), WMV (WMV 7/8/9), AVI (MJPEG)
- Foto's: JPG, GIF, BMP, PNG, TIFF, MPO
Bestanden die zijn opgenomen met apparaten van andere fabrikanten worden mogelijk niet vloeiend afgespeeld.
Foto's weergeven
!
3
66%66
%
1
2
4567890
Nr. Beschrijving
1
Best.naam
2
Vergroot gebied
3
Histogram
4
Het geselecteerde bestand openen.
5
Histogram-knop
6
Naar links draaien/naar rechts draaien.
7
Naar het vorige bestand gaan/naar het volgende
bestand gaan.
8
Het formaat van de foto aanpassen aan het scherm.
9
De foto op origineel formaat weergeven.
0
Inzoomen/uitzoomen
!
Schakelen tussen 2D- en 3D-modus.
Afspelen/bewerken
113
Programma's op de computer gebruiken
Video's bekijken
68543
1
2
7
De firmware bijwerken
Dubbelklik in het scherm van Samsung iLauncher op Firmware Upgrade.
Het programma PC Auto Backup downloaden
Dubbelklik in het scherm van Samsung iLauncher op PC Auto Backup.
Zie pagina 131 voor meer informatie over het installeren van het programma
PC Auto Backup.
Nr. Beschrijving
1
Best.naam
2
Het volume aanpassen.
3
Het geselecteerde bestand openen.
4
Naar het volgende bestand gaan.
5
Stop
6
Pauze
7
Naar het vorige bestand gaan.
8
Voortgangsbalk
Verbinding maken met een WLAN en
netwerkinstellingen configureren
……… 115
Verbinding maken met een WLAN
…… 115
De aanmeldingsbrowser gebruiken
…… 117
Tips over netwerkverbinding
…………… 117
Tekst invoeren
………………………… 118
Foto's of video's verzenden naar een
smartphone
……………………………… 120
Een smartphone gebruiken als externe
ontspanknop
…………………………… 121
Websites voor het delen van foto's of
video's gebruiken
……………………… 123
Een website openen
…………………… 123
Foto's of video's uploaden
…………… 123
Foto's of video's via e-mail
verzenden
………………………………… 125
E-mailinstellingen wijzigen
……………… 125
Foto's of video's via e-mail verzenden
126
Bestanden verzenden met
AllShare Play
…………………………… 128
Foto's uploaden naar de online
opslagruimte
…………………………… 128
Foto's of video's weergeven op tv's die
AllShare Play ondersteunen
…………… 129
Automatische back-up gebruiken om
foto's of video's te verzenden
………… 131
Het programma voor Automatische
back-up installeren op uw pc
………… 131
Foto's of video's verzenden naar een
pc
……………………………………… 131
Foto's uploaden naar een
cloudserver
……………………………… 133
Foto's verzenden via Wi-Fi Direct
……… 134
Over de WOL-functie Wake on LAN
135
Draadloos netwerk
Hier wordt beschreven hoe u verbinding kunt maken met WLAN-netwerken en functies kunt gebruiken.
Draadloos netwerk
115
Verbinding maken met een WLAN en netwerkinstellingen configureren
Hier wordt beschreven hoe u verbinding maakt via een toegangspunt wanneer u zich binnen het bereik van een WLAN bevindt. U kunt ook
netwerkinstellingen configureren.
Symbool/Optie Beschrijving
Ad-hoctoegangspunt
Beveiligd toegangspunt
WPS-toegangspunt
Signaalsterkte
Opties voor de netwerkinstelling
openen.
Toegangspunten vernieuwen
waarmee verbinding kan worden
gemaakt.
Draadloos netwerk
toevoegen
Handmatig een toegangspunt
toevoegen.
WPS knopverbinding
Verbinding maken met een WPS-
toegangspunt.
Wanneer u een beveiligd toegangspunt selecteert, wordt een pop-
upvenster weergegeven. Geef de vereiste wachtwoorden in om
verbinding te maken met de WLAN. Zie 'Tekst invoeren' voor meer
informatie over het ingeven van tekst. (pag. 118)
Wanneer een aanmeldingspagina verschijnt, zie
'De aanmeldingsbrowser gebruiken'. (pag. 117)
Als u een toegangspunt selecteert dat wordt ondersteund door het
WPS-profiel, selecteert u WPS PIN-verbinding en geeft u een
PIN-code in op het toegangspunt. U kunt ook verbinding maken
met een toegangspunt dat wordt ondersteund door het WPS-
profiel door WPS knopverbinding te selecteren op de camera en
vervolgens op de knop WPS op het toegangspunt te drukken.
Verbinding maken met een WLAN
1
Raak , , , of aan op het
startscherm.
Druk op [Smart Link] om de ingestelde Wi-Fi-functie
te activeren. De camera activeert de ingestelde functie.
(pag. 18)
2
Raak
m
Wi-Fi-instelling aan.
In sommige modi raakt u aan om het scherm
Wi-Fi-instelling te openen.
De camera zoekt automatisch naar beschikbare
toegangspunten.
3
Raak een toegangspunt aan.
Wi-Fi-instelling
Samsung 2
Samsung 1
Samsung 3
Draadloos netwerk toevoegen
WPS knopverbinding
Draadloos netwerk
116
Verbinding maken met een WLAN en netwerkinstellingen configureren
Het IP-adres handmatig instellen
1
Ga op het scherm Wi-Fi-instelling naar een toegangspunt
en raak
aan.
2
Raak IP-instelling Handmatig aan.
3
Selecteer elke optie en geef de vereiste informatie in.
Optie Beschrijving
IP
Hier voert u het statische IP-adres in.
Subnetmasker
Hier voert u het subnetmasker in.
Gateway
Hier voert u de gateway in.
DNS-server
Hier voert u het DNS-adres in.
Netwerkopties instellen
1
Ga op het scherm Wi-Fi-instelling naar een toegangspunt
en raak
aan.
2
Selecteer elke optie en geef de vereiste informatie in.
Optie Beschrijving
Netwerk vergeten
Het geselecteerde toegangspunt
verwijderen uit de lijst. (Deze optie wordt
alleen weergegeven wanneer u een
opgeslagen toegangspunt selecteert.)
Verificatie
Selecteer een netwerkverificatietype.
Gegevenscod.
Selecteer een coderingstype.
Netwerksleutel
Geef het netwerkwachtwoord in.
IP-instelling
Het IP-adres handmatig instellen.
WPS PIN-verbinding
Een PIN-code ingeven op het
toegangspunt.
Draadloos netwerk
117
Verbinding maken met een WLAN en netwerkinstellingen configureren
Tips over netwerkverbinding
De kwaliteit van de netwerkverbinding wordt bepaald door het
toegangspunt.
Hoe groter de afstand tussen uw camera en het toegangspunt, hoe
langer het duurt om verbinding te maken met het netwerk.
Als een apparaat in de buurt hetzelfde radiofrequentiesignaal gebruikt
als uw camera, kan uw verbinding hierdoor worden verstoord.
Als uw toegangspunt geen Nederlandse naam heeft, kan de camera
mogelijk het apparaat niet vinden of kan de naam onjuist worden
weergegeven.
Neem contact op met uw netwerkbeheerder of
netwerkserviceprovider voor netwerkinstellingen of een wachtwoord.
Als een WLAN moet worden geverifieerd door de serviceprovider,
kunt u mogelijk geen verbinding met het betreffende WLAN maken.
Neem contact op met uw netwerkserviceprovider om verbinding te
maken met het WLAN.
Afhankelijk van het coderingstype kan het aantal cijfers in het
wachtwoord verschillen.
Een WLAN-verbinding is wellicht niet mogelijk in alle omgevingen.
Mogelijk geeft de camera een WLAN-printer weer in de lijsten met
toegangspunten. U kunt echter geen verbinding met het netwerk
maken via een printer.
U kunt uw camera niet tegelijkertijd verbinden met een netwerk en
aansluiten op een tv. U kunt ook geen foto's of video's op een tv
bekijken wanneer u verbinding hebt gemaakt met een netwerk.
Er kunnen aanvullende kosten gelden om verbinding te maken met
een netwerk. De kosten verschillen op basis van de voorwaarden
van uw abonnement.
Als u geen verbinding met een WLAN kunt maken, probeert u een
ander toegangspunt uit de lijst met beschikbare toegangspunten.
De aanmeldingsbrowser gebruiken
U kunt uw aanmeldingsgegevens ingeven via de
aanmeldingsbrowser wanneer u verbinding maakt met bepaalde
toegangspunten, sites voor delen of cloudservers.
Symbool Beschrijving
Het toegangspunt instellen.
Naar de vorige pagina gaan.
Naar de volgende pagina gaan.
Stoppen met het laden van de pagina.
De pagina opnieuw laden.
De aanmeldingsbrowser sluiten.
Bepaalde items kunt u niet selecteren afhankelijk van de pagina
waarmee u bent verbonden. Dit is normaal en wijst niet op een defect.
De aanmeldingsbrowser wordt mogelijk niet automatisch gesloten
nadat u zich hebt aangemeld bij bepaalde pagina's. In dat geval sluit u
de aanmeldingsbrowser door aan te raken en gaat u verder met
de gewenste bewerking.
Het laden van de aanmeldingspagina kan langer duren wegens het
paginaformaat of de netwerksnelheid. In dit geval wacht u tot het
invoervenster voor aanmeldingsgegevens wordt weergegeven.
Draadloos netwerk
118
Verbinding maken met een WLAN en netwerkinstellingen configureren
In bepaalde landen kunt u ook verbinding maken met gratis WLAN's.
Er kan een aanmeldingspagina worden weergegeven wanneer
u gratis WLAN's selecteert die worden geleverd door bepaalde
netwerkproviders. Geef uw gebruikersnaam en wachtwoord in
om verbinding te maken met de WLAN. Neem contact op met de
netwerkproviders voor informatie over het registreren of de service.
Wees voorzichtig wanneer u persoonlijke gegevens ingeeft om
verbinding te maken met een toegangspunt. Geef geen betalings-
of creditcardgegevens in op uw camera. De fabrikant is niet
aansprakelijk voor problemen die ontstaan wanneer u dergelijke
informatie ingeeft.
De beschikbare netwerkverbindingen kunnen verschillen per land.
De WLAN-functie van uw camera moet voldoen aan de wetten op
het gebied van radiozendingen in uw regio. We raden u daarom aan
de WLAN-functie alleen te gebruiken in het land waar u de camera
hebt gekocht.
De procedure voor het aanpassen van de netwerkinstellingen kan
verschillen, afhankelijk van de netwerkomstandigheden.
Probeer geen toegang te krijgen tot een netwerk dat u niet mag
gebruiken.
Voordat u verbinding maakt met een netwerk, moet u ervoor zorgen
dat de batterij volledig is opgeladen.
Wanneer een DHCP-server niet beschikbaar is, moet u een bestand
autoip.txt maken en dit kopiëren naar de geplaatste geheugenkaart
om verbinding met het netwerk te maken met Auto IP.
U kunt geen bestanden uploaden of verzenden die zijn gemaakt
in de modi 3D-foto en 3D-panorama.
Bestanden die u overzet naar een ander apparaat, worden
mogelijk niet ondersteund door het apparaat. In dit geval
gebruikt u een computer om de bestanden af te spelen.
Tekst invoeren
Hier wordt beschreven hoe u tekst kunt invoeren. Met de
symbolen in de onderstaande tabel kunt u de cursor verplaatsen,
schakelen tussen hoofdletters en kleine letters, enzovoort.
Annuleren
Gereed
Symbool Beschrijving
De laatste letter verwijderen.
De cursor verplaatsen.
In de ABC-modus schakelt u hoofdletters in of uit.
Annuleren
Ophouden met het ingeven van tekst en terugkeren
naar de vorige pagina.
Schakelen tussen de symboolstand en ABC-stand.
Draadloos netwerk
119
Verbinding maken met een WLAN en netwerkinstellingen configureren
Symbool Beschrijving
Geef '.com' in.
Een spatie invoeren.
Gereed De weergegeven tekst opslaan.
U kunt alleen tekst in het Engelse alfabet invoeren, ongeacht de
schermtaal.
U kunt maximaal 128 tekens ingeven.
Het scherm kan afwijken, afhankelijk van de geselecteerde taal.
Draadloos netwerk
120
Foto's of video's verzenden naar een smartphone
De camera kan via een WLAN verbinding maken met smartphones die de functie MobileLink ondersteunen. U kunt eenvoudig foto's of
video's verzenden naar uw smartphone.
De functie MobileLink wordt ondersteund door smartphones van de Galaxy-serie met het besturingssysteem Android 2.2 of hoger. Als uw smartphone het
besturingssysteem Android 2.1 gebruikt, werkt u uw smartphone bij naar Android 2.2 of hoger. Deze functie wordt ook ondersteund door de 7-inch en 10,1-inch
Galaxy Tab.
U moet de applicatie Samsung MobileLink installeren op uw telefoon of apparaat voordat u deze functie gebruikt. U kunt de applicatie downloaden van Samsung
Apps of Play Store.
Als het camerageheugen geen foto's bevat, kunt u deze functie niet gebruiken.
U kunt max. 1000 best. weergeven en max. 100 best. tegelijk verzenden.
Full HD-video's die u overzet naar een ander apparaat via MobileLink, worden mogelijk niet ondersteund door het apparaat.
4
Raak Ja aan op de camera.
5
Selecteer vanaf de smartphone de bestanden die u van
de camera naar de smartphone wilt verzenden.
6
Raak Kopiëren aan op de smartphone.
De camera verzendt de bestanden.
1
Raak aan op het startscherm van de camera.
Als het pop-upvenster wordt weergegeven dat u vraagt om de
applicatie te downloaden, raakt u Volgende aan.
2
Raak Alle afbeeldingen of Geselect. afbeeld. aan op
de camera om bestanden te selecteren die u wilt delen
met de smartphone.
Als u Geselect. afbeeld. hebt geselecteerd, raakt u Delen
aan op de camera nadat u de bestanden voor delen hebt
geselecteerd.
Als u Geselect. afbeeld. hebt geselecteerd, worden alleen
de geselecteerde bestanden weergegeven op de smartphone.
3
Schakel de applicatie Samsung MobileLink in op uw
smartphone.
Lees de instructies op het scherm zorgvuldig om uw camera
te selecteren en aan te sluiten.
De smartphone kan maar met één camera tegelijk verbinding
maken.
Draadloos netwerk
121
Een smartphone gebruiken als externe ontspanknop
De camera maakt verbinding met een smartphone via een WLAN. Gebruik de smartphone als externe ontspanner met de functie Remote
Viewfinder. De opgenomen foto wordt weergegeven op de smartphone.
De functie Remote Viewfinder wordt ondersteund door smartphones van de Galaxy-serie met het besturingssysteem Android 2.2 of hoger. Als uw smartphone het
besturingssysteem Android 2.1 gebruikt, werkt u uw smartphone bij naar Android 2.2 of hoger. Deze functie wordt ook ondersteund door de 7-inch en 10,1-inch
Galaxy Tab.
U moet de applicatie Externe zoeker installeren op het apparaat voordat u deze functie gebruikt. U kunt de applicatie downloaden van Samsung Apps of Play Store.
3
Stel de volgende opnameopties in op de smartphone.
Symbool Beschrijving
Flitsoptie
Timerinstelling
Fotoformaat
Wanneer u gebruikmaakt van deze functie, zijn sommige
knoppen niet beschikbaar op uw camera.
De zoomknop en de ontspanknop op uw smartphone werken
niet als u deze functie gebruikt.
De modus Remote Viewfinder ondersteunt alleen de
fotoformaten
en .
1
Raak aan op het startscherm van de camera.
Als het pop-upvenster wordt weergegeven dat u vraagt om de
applicatie te downloaden, raakt u Volgende aan.
2
Schakel de functie Remote Viewfinder in op uw
smartphone.
Lees de instructies op het scherm zorgvuldig om uw camera
te selecteren en aan te sluiten.
De smartphone kan maar met één camera tegelijk verbinding
maken.
Draadloos netwerk
122
Een smartphone gebruiken als externe ontspanknop
4
Blijf aanraken op de smartphone om scherp te
stellen.
De scherpstelling is automatisch ingesteld op Multi AF.
5
Druk op om de foto te maken.
De foto wordt opgeslagen in uw camera.
Raak de foto onder aan het scherm aan om de foto op te
slaan op de smartphone. Het formaat van de foto wordt
gewijzigd in 640 X 360.
Als u deze functie gebruikt, kan de ideale afstand tussen de camera
en de smartphone variëren, afhankelijk van de omgeving.
De smartphone moet zich binnen een afstand van 7 m van de camera
bevinden als u deze functie wilt gebruiken.
Het duurt enige tijd om de foto te maken nadat u op op de
smartphone hebt gedrukt.
De functie Remote Viewfinder wordt in de volgende gevallen
uitgeschakeld:
- Er is een inkomende oproep op de smartphone.
- De camera of de smartphone wordt uitgeschakeld.
- Het geheugen is vol.
- De verbinding van een van de apparaten met het WLAN is
verbroken.
- De Wi-Fi-verbinding is zwak of instabiel.
Draadloos netwerk
123
Websites voor het delen van foto's of video's gebruiken
Upload uw foto's of video's naar websites voor het delen van bestanden. Beschikbare websites worden weergegeven op de camera.
Foto's of video's uploaden
1
Open de website met uw camera.
2
Selecteer te uploaden bestanden in de lijst.
U kunt maximaal 20 foto's selecteren en de totale grootte mag
maximaal 10 MB zijn.
3
Raak Upload aan.
Als u bent verbonden met Facebook, raakt u Upload
Uploaden aan.
Als u verbinding hebt gemaakt met Facebook, kunt u uw
opmerkingen ingeven door het vak Opmerking aan te raken.
Lees voor meer informatie over het ingeven van tekst
'Tekst invoeren'. (pag. 118)
Een website openen
1
Raak aan op het startscherm.
2
Selecteer een website.
De camera probeert automatisch verbinding te maken
met een WLAN via het toegangspunt waarmee het laatst
verbinding is gemaakt.
Als de camera niet eerder verbinding heeft gemaakt met een
WLAN, wordt er gezocht naar beschikbare toegangspunten.
(pag. 115)
3
Geef uw gebruikersnaam en wachtwoord in en raak
Aanmelding OK aan.
Lees voor meer informatie over het ingeven van tekst
'Tekst invoeren'. (pag. 118)
U kunt een gebruikersnaam in de lijst selecteren door
een gebruikersnaam aan te raken.
Als u zich eerder bij de website hebt aangemeld, wordt u
mogelijk automatisch aangemeld.
Als u deze functie wilt gebruiken, moet u een bestaande account op de
website voor het delen van bestanden hebben.
Draadloos netwerk
124
Websites voor het delen van foto's of video's gebruiken
U kunt geen bestanden uploaden als de bestandsgrootte de limiet
overschrijdt. De maximale fotoresolutie die u kunt uploaden, is 2M,
en de langste video die u kunt uploaden, duurt 30 seconden bij een
resolutie van of is een video die is opgenomen met . Als de
geselecteerde foto een hogere resolutie dan 2M heeft, wordt deze
automatisch verkleind tot een lagere resolutie.
De manier waarop foto's of video's moeten worden geüpload, is
afhankelijk van de geselecteerde website.
Als u door een firewall of gebruikersverificatie-instellingen geen
toegang tot een website krijgt, neemt u contact op met uw
netwerkbeheerder of uw netwerkserviceprovider.
De datum waarop geüploade foto's of video's zijn opgenomen, kan
automatisch worden gebruikt als naam voor de foto's of video's.
De snelheid waarmee u foto’s kunt uploaden en webpagina’s kunt
openen, is afhankelijk van de snelheid van uw internetverbinding.
Als het camerageheugen geen foto's bevat, kunt u deze functie niet
gebruiken.
U kunt in de afspeelmodus ook foto's of video's uploaden naar
websites voor het delen van bestanden door
m
Delen aan te
raken en vervolgens een gewenste website te selecteren. In de
afspeelmodus wordt het symbool voor de geselecteerde website aan
de linkerkant weergegeven. U kunt foto's en video's uploaden door
het symbool aan te raken.
Draadloos netwerk
125
Foto's of video's via e-mail verzenden
U kunt de instellingen in het e-mailmenu wijzigen en foto's die op de camera zijn opgeslagen, verzenden via e-mail.
Een e-mailwachtwoord instellen
1
Raak
m
aan op het startscherm.
2
Raak Wachtwoord instellen Aan aan.
Selecteer Uit om het wachtwoord uit te schakelen.
3
Raak OK aan wanneer het pop-upvenster wordt
weergegeven.
Het pop-upvenster verdwijnt automatisch, ook als u OK niet
aanraakt.
4
Voer een wachtwoord van 4 cijfers in.
5
Voer het wachtwoord nogmaals in.
6
Raak Bevestig aan wanneer het pop-upvenster wordt
weergegeven.
Het pop-upvenster verdwijnt automatisch, ook als u Bevestig
niet aanraakt.
Als u uw wachtwoord bent vergeten, kunt u dit opnieuw instellen door
m
Wachtwoord wijzigen Reset aan te raken. Wanneer u de informatie reset,
worden de eerder opgeslagen gebruikersinstellingen, het e-mailadres en de lijst
met recent verzonden e-mailberichten verwijderd.
E-mailinstellingen wijzigen
In het e-mailmenu kunt u de instellingen voor het opslaan van uw
gegevens of het opslaan van e-mailadressen wijzigen. U kunt
ook het e-mailwachtwoord instellen of wijzigen. Lees voor meer
informatie over het ingeven van tekst 'Tekst invoeren'. (pag. 118)
Uw gegevens opslaan
1
Raak
m
aan op het startscherm.
2
Raak Instelling afzender aan.
3
Raak het vak Naam aan, geef uw naam in en raak
vervolgens Done aan.
Instelling afzender
Naam
E-mail
Opslaan
4
Raak het vak E-mail aan, geef uw adres in en selecteer
Done.
5
Raak Opslaan aan om de wijzigingen op te slaan.
Draadloos netwerk
126
Foto's of video's via e-mail verzenden
Het e-mailwachtwoord wijzigen
1
Raak
m
aan op het startscherm.
2
Raak Wachtwoord wijzigen aan.
3
Voer uw huidige wachtwoord van 4 cijfers in.
4
Voer een nieuw wachtwoord van 4 cijfers in.
5
Voer het nieuwe wachtwoord nogmaals in.
6
Raak Bevestig aan wanneer het pop-upvenster wordt
weergegeven.
Het pop-upvenster verdwijnt automatisch, ook als u
Bevestig niet aanraakt.
Foto's of video's via e-mail verzenden
U kunt foto's die op de camera zijn opgeslagen, verzenden via
e-mail. Zie 'Tekst invoeren' voor meer informatie over het ingeven
van tekst. (pag. 118)
1
Raak aan op het startscherm.
De camera probeert automatisch verbinding te maken
met een WLAN via het toegangspunt waarmee het laatst
verbinding is gemaakt.
Als de camera niet eerder verbinding heeft gemaakt met een
WLAN, wordt er gezocht naar beschikbare toegangspunten.
(pag. 115)
2
Raak het vak Afzender aan, geef uw e-mailadres in en
raak vervolgens Done aan.
Als u uw gegevens eerder hebt opgeslagen, worden deze
automatisch ingevoegd. (pag. 125)
Als u een adres uit een lijst met eerdere afzenders wilt
gebruiken, raakt u
een adres aan.
Draadloos netwerk
127
Foto's of video's via e-mail verzenden
Zelfs als het erop lijkt dat een foto is overgedragen, kunnen fouten met
de e-mailaccount van de ontvanger ervoor zorgen dat de foto wordt
geweigerd of herkend als spam.
U kunt geen e-mail verzenden als er geen netwerkverbinding
beschikbaar is of als de instellingen van uw e-mailaccount onjuist zijn.
U kunt geen e-mail verzenden als de bestandsgrootte de limiet
overschrijdt. De maximale fotoresolutie die u kunt verzenden, is 2M,
en de langste video die u kunt uploaden, duurt 30 seconden bij een
resolutie van of is een video die is opgenomen met . Als de
geselecteerde foto een hogere resolutie dan 2M heeft, wordt deze
automatisch verkleind tot een lagere resolutie.
Als u door een firewall of gebruikersverificatie-instellingen geen e-mail
kunt verzenden, neemt u contact op met uw netwerkbeheerder of uw
netwerkserviceprovider.
Als het camerageheugen geen foto's bevat, kunt u deze functie niet
gebruiken.
U kunt in de afspeelmodus ook een e-mailbericht verzenden door
m
Delen E-mail aan te raken.
3
Raak het vak Ontvanger aan, geef een e-mailadres in en
raak vervolgens Done aan.
Als u een adres uit de lijst met eerdere ontvangers wilt
gebruiken, raakt u
een adres aan.
Raak aan om meer ontvangers toe te voegen. U kunt
maximaal 30 ontvangers invoeren.
Raak aan om een adres uit te lijst te verwijderen.
4
Raak OK aan.
5
Selecteer de te uploaden bestanden in de lijst en raak
Next aan.
U kunt maximaal 20 bestanden selecteren. De totale grootte
mag maximaal 7 MB zijn.
6
Raak het opmerkingsvak aan, geef uw opmerkingen in
en raak Gereed aan.
7
Raak Verzenden aan.
De camera verzendt de e-mail.
Draadloos netwerk
128
Foto's uploaden naar de online opslagruimte
1
Raak aan op het startscherm.
Als u het formaat voor geüploade foto's wilt wijzigen, raakt u
m
Uploadgrootte afb. aan.
Als u meer dan één webopslag hebt geregistreerd, kunt u een
keuze maken in de lijst door
m
Webopslag wijzigen aan
te raken.
2
Raak Webopslag aan.
Als het begeleidende bericht wordt weergegeven, raakt u
o
aan.
De camera probeert automatisch verbinding te maken
met een WLAN via het toegangspunt waarmee het laatst
verbinding is gemaakt.
Als de camera niet eerder verbinding heeft gemaakt met een
WLAN, wordt er gezocht naar beschikbare toegangspunten.
(pag. 115)
3
Geef uw gebruikersnaam en wachtwoord in en raak
Aanmelding
o
aan.
Lees voor meer informatie over het ingeven van tekst
'Tekst invoeren'. (pag. 118)
U kunt een gebruikersnaam in de lijst selecteren door
een gebruikersnaam aan te raken.
Als u zich eerder bij de website hebt aangemeld, wordt u
mogelijk automatisch aangemeld.
Als u deze functie wilt gebruiken, moet u een AllShare Play-account en
een account bij een gelieerde online opslagservice maken op uw pc.
Nadat u de accounts hebt gemaakt, voegt u uw online opslagaccount
toe aan AllShare Play.
4
Selecteer de bestanden die u wilt uploaden en raak
Upload aan.
U kunt geen videobestanden uploaden naar de online AllShare Play-
opslagruimte.
Als het camerageheugen geen foto's bevat, kunt u deze functie niet
gebruiken.
U kunt in totaal 10 MB of 20 bestanden uploaden naar de online
opslagruimte.
Bestanden verzenden met AllShare Play
U kunt bestanden van uw camera uploaden naar de online opslag AllShare Play of bestanden overzetten naar AllShare-apparaten.
Draadloos netwerk
129
Bestanden verzenden met AllShare Play
Foto's of video's weergeven op tv's die
AllShare Play ondersteunen
1
Raak aan op het startscherm.
2
Raak Apparaten in de buurt aan.
Als het begeleidende bericht wordt weergegeven, raakt u
o
aan.
De camera probeert automatisch verbinding te maken
met een WLAN via het toegangspunt waarmee het laatst
verbinding is gemaakt.
Als de camera niet eerder verbinding heeft gemaakt met een
WLAN, wordt er gezocht naar beschikbare toegangspunten.
(pag. 115)
3
Maak op uw tv verbinding met een draadloos netwerk
via een toegangspunt.
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van de tv voor meer
informatie.
4
Zoek op de tv naar de camera en blader door de
gedeelde foto's of video's.
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van de tv voor informatie
over het zoeken naar de camera en het bladeren door foto's
of video's op de tv.
Afhankelijk van het type tv of de netwerkverbinding kan het
voorkomen dat video's niet vloeiend worden afgespeeld. Als
dit gebeurt, neemt u de video opnieuw op met de kwaliteit
of en speelt u de video opnieuw af. Als video's
niet vloeiend op uw televisie worden afgespeeld via de
draadloze verbinding, sluit u de camera met een A/V-kabel
aan op de televisie.
AP
Draadloos netwerk
130
Bestanden verzenden met AllShare Play
U kunt maximaal 1000 foto's of video's delen.
Op een tv-scherm kunt u alleen foto's of video's bekijken die u met de
camera hebt opgenomen.
Het bereik van de draadloze verbinding tussen uw camera en een tv
kan verschillen, afhankelijk van de specificaties van het toegangspunt.
Als de camera is verbonden met 2 tv's, wordt er mogelijk langzamer
afgespeeld.
Foto's of video's worden met hun originele grootte gedeeld.
U kunt deze functie alleen gebruiken met tv's die AllShare Play
ondersteunen.
Gedeelde foto's of video's worden niet opgeslagen op de tv, maar u
kunt ze opslaan volgens de tv-specificaties.
Het overbrengen van foto's of video's naar de tv kan enige tijd duren,
afhankelijk van de netwerkverbinding, het aantal bestanden dat u wilt
delen of de grootte van de bestanden.
Als u de camera op ongebruikelijke wijze uitschakelt terwijl u foto's of
video's op een tv bekijkt (bijvoorbeeld door de batterij te verwijderen),
gaat de tv ervan uit dat de verbinding met de camera nog intact is.
De volgorde van foto's of video's op de camera kan afwijken van die
op de tv.
Afhankelijk van het aantal foto's of video's dat u wilt delen, kan het
enige tijd duren om uw foto's of video's te laden en de instelprocedure
uit te voeren.
Als u tijdens de weergave van foto's of video's op de tv voortdurend
de afstandsbediening van de tv gebruikt of andere handelingen op de
tv uitvoert, werkt deze functie mogelijk niet correct.
Als u bestanden op de camera sorteert of de volgorde van de
bestanden wijzigt terwijl u de bestanden op een tv bekijkt, moet u de
instelprocedure herhalen om de lijst met bestanden op de tv bij te
werken.
Als het camerageheugen geen foto's bevat, kunt u deze functie niet
gebruiken.
U kunt het beste een netwerkkabel gebruiken om uw tv aan te sluiten
op het toegangspunt. Hiermee kunt u haperende videobeelden bij het
streamen van inhoud tot een minimum beperken.
Draadloos netwerk
131
Automatische back-up gebruiken om foto's of video's te verzenden
U kunt foto's of video's die u met de camera hebt opgenomen, draadloos verzenden naar een pc. De functie Automatische back-up werkt
alleen met het Windows-besturingssysteem.
Foto's of video's verzenden naar een pc
1
Raak aan op het startscherm van de camera.
U moet de informatie voor de back-up-pc configureren om de
functie Automatische back-up te gebruiken. Zie
'Het programma voor Automatische back-up installeren op uw
pc' voor meer informatie. (pag. 131)
Als u uw pc automatisch wilt uitschakelen nadat de overdracht
is voltooid, raakt u complete, touch Pc afsluiten na back-up
aan.
Als u de Help voor de functie Automatische back-up wilt
weergeven, raakt u
aan.
2
Raak
o
aan om de back-up te starten.
Als u het verzenden wilt annuleren, raakt u Annuleren aan.
U kunt geen afzonderlijke bestanden selecteren om back-ups
van te maken. Deze functie maakt alleen een back-up van
nieuwe bestanden op de camera.
De voortgang van de back-up wordt weergegeven op de
monitor van de pc.
Wanneer de overdracht is voltooid, wordt de camera na
ongeveer 30 seconden automatisch uitgeschakeld. Raak
Annuleren aan om terug te gaan naar het vorige scherm
en te voorkomen dat de camera automatisch wordt
uitgeschakeld.
Het programma voor Automatische back-up
installeren op uw pc
1
Installeer iLauncher op de pc.
2
Sluit de camera met de USB-kabel op de pc aan.
3
Klik op OK in het pop-upvenster.
Het programma Automatische back-up wordt geïnstalleerd
op de pc. Volg de instructies op het scherm om de installatie
te voltooien.
4
Verwijder de USB-kabel.
5
Sluit de camera weer met de USB-kabel op de pc aan.
De camera slaat informatie over de pc op, zodat de camera
bestanden kan verzenden naar de pc.
Voordat u het programma installeert, moet u ervoor zorgen dat de pc is
verbonden met een netwerk.
Draadloos netwerk
132
Automatische back-up gebruiken om foto's of video's te verzenden
Als de pc de WOL-functie (Wake on LAN) ondersteunt, kunt u de pc
automatisch inschakelen door op uw camera naar de pc te zoeken.
(pag. 135)
Wanneer u op de camera verbinding maakt met het WLAN, selecteert
u het toegangspunt dat is verbonden met de pc.
De camera zoekt naar de beschikbare toegangspunten, zelfs als u
weer verbinding maakt met hetzelfde toegangspunt.
Als u de camera uitschakelt of de batterij verwijdert terwijl u bestanden
verzendt, wordt de bestandsoverdracht onderbroken.
U kunt slechts één camera tegelijk verbinden met de pc om
bestanden te verzenden.
De back-up wordt mogelijk geannuleerd vanwege
netwerkomstandigheden.
Foto' of video' kunnen maar één keer naar een pc worden verzonden.
Bestanden kunnen niet opnieuw worden verzonden, zelfs niet als u uw
camera opnieuw aansluit op een andere pc.
Als het camerageheugen geen foto's bevat, kunt u deze functie niet
gebruiken.
U moet Windows Firewall en eventuele andere firewalls uitschakelen
voordat u deze functie gebruikt.
U kunt maximaal 1000 bestanden verzenden.
In de pc-software moet de servernaam worden ingegeven in het
Latijnse alfabet en mag de naam niet meer dan 48 tekens bevatten.
Wanneer meerdere bestandstypen tegelijk worden gemaakt, worden
alleen de afbeeldingsbestanden (JPG) naar de pc verzonden met
deze functie.
Draadloos netwerk
133
Foto's uploaden naar een cloudserver
U kunt uw foto's uploaden naar SkyDrive. Om foto's te uploaden, moet u de Microsoft-website bezoeken en u registreren voordat u uw
camera aansluit.
4
Selecteer de te uploaden bestanden in de lijst en raak
Upload aan.
U kunt in de afspeelmodus ook foto's uploaden naar een cloudserver
door
m
Delen aan te raken en een cloudserver te selecteren.
Als het camerageheugen geen foto's bevat, kunt u deze functie niet
gebruiken.
Wanneer u foto's uploadt naar SkyDrive, wordt het formaat van de
foto's gewijzigd in 2M terwijl de oorspronkelijke verhouding behouden
blijft.
1
Raak aan op het startscherm van de camera.
2
Raak SkyDrive aan.
Als het pop-upvenster wordt weergegeven waarin u wordt
gevraagd om een account te maken, raakt u OK aan.
De camera probeert verbinding te maken met een WLAN via
het toegangspunt waarmee het laatst verbinding is gemaakt.
Als de camera niet eerder verbinding heeft gemaakt met een
WLAN, wordt er gezocht naar beschikbare toegangspunten.
(pag. 115)
3
Meld u aan met uw gebruikersnaam en wachtwoord.
Lees voor meer informatie over het ingeven van tekst
'Tekst invoeren'. (pag. 118)
Zie 'De aanmeldingsbrowser gebruiken' als u bent verbonden
met SkyDrive. (pag. 117)
Draadloos netwerk
134
Foto's verzenden via Wi-Fi Direct
Als de camera via een WLAN is verbonden met een apparaat dat de functie Wi-Fi Direct ondersteunt, kunt u foto's verzenden naar het
apparaat. Deze functie wordt mogelijk niet ondersteund op bepaalde apparaten.
5
Geef op het apparaat de camera toestemming om
verbinding te maken met het apparaat en verzend het
bestand.
De geselecteerde foto wordt verzonden naar het apparaat.
U kunt maximaal 20 bestanden in één keer verzenden.
Als het camerageheugen geen foto's bevat, kunt u deze functie niet
gebruiken.
Als u geen verbinding kunt maken met een Wi-Fi Direct-toestel, moet
u het toestel bijwerken met de nieuwste firmware. Deze functie wordt
mogelijk niet ondersteund op bepaalde apparaten.
1
Schakel op het toestel de optie Wi-Fi Direct in.
2
Selecteer een foto op de camera in de afspeelmodus.
3
Raak
m
aan en raak vervolgens Delen Wi-Fi Direct
aan.
In de weergave met één afbeelding kunt u slechts één foto
tegelijk verzenden.
In de miniatuurweergave kunt u meerdere foto's selecteren
door miniaturen aan te raken. Raak Send aan wanneer u klaar
bent met het selecteren van foto's.
4
Selecteer het apparaat in de lijst met Wi-Fi Direct-
apparaten op de camera.
Zorg ervoor dat de optie Wi-Fi Direct van het apparaat is
ingeschakeld.
U kunt ook uw camera selecteren in de lijst met Wi-Fi Direct-
apparaten op het apparaat.
Draadloos netwerk
135
Over de WOL-functie Wake on LAN
Met de WOL-functie kunt u een pc automatisch inschakelen of wekken met uw camera. Deze functie is beschikbaar voor desktop-pc's van
Samsung uit de afgelopen 5 jaar (niet beschikbaar voor all-in-one-pc's).
Als u andere wijzigingen dan de beschreven wijzigingen aanbrengt in de BIOS-instellingen van uw pc, kan uw pc worden beschadigd. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor
schade als gevolg van het wijzigen van de BIOS-instellingen van uw pc.
De pc instellen om wakker te worden uit de slaapmodus
1
Klik op Start en open het Control Panel (Configuratiescherm).
2
Configureer de netwerkverbinding.
Windows 7:
Klik op Network and Internet (Netwerk en internet)
Network and Sharing Center (Netwerkcentrum)
Change adapter settings (Adapterinstellingen wijzigen).
Windows Vista:
Klik op Network and Internet (Netwerk en internet)
Network and Sharing Center (Netwerkcentrum)
Manage network connections (Netwerkverbindingen beheren).
Windows XP:
Klik op Network and Internet Connection (Netwerk-
en Internet-verbindingen) Network Connection
(Netwerkverbindingen).
3
Klik met de rechtermuisknop op Local Area
(LAN-verbinding) en klik op Properties (Eigenschappen).
4
Klik op Configure (Configureren) het tabblad Power
manage (Energiebeheer) Allow this device to wake
the computer (Dit apparaat mag de computer uit stand-
by halen).
5
Klik op OK.
6
Start de pc opnieuw op.
Draadloos netwerk
136
Over de WOL-functie Wake on LAN
De pc instellen om te worden ingeschakeld
1
Schakel de pc in en druk op F2 terwijl de pc wordt opgestart.
Het BIOS-instelmenu wordt weergegeven.
2
Selecteer het tabblad Advanced (Geavanceerd)
Power management Setup (Energiebeheer instellen).
3
Selecteer Resume on PME (Hervatten bij PME)
Enabled (Ingeschakeld).
4
Druk op F10 om uw wijzigingen op te slaan en door te gaan
met opstarten.
5
Klik op Start en open het Control Panel
(Configuratiescherm).
6
Configureer de netwerkverbinding.
Windows 7:
Klik op Network and Internet (Netwerk en internet)
Network and Sharing Center (Netwerkcentrum)
Change adapter settings (Adapterinstellingen wijzigen).
Windows Vista:
Klik op Network and Internet (Netwerk en internet)
Network and Sharing Center (Netwerkcentrum)
Manage network connections (Netwerkverbindingen
wbeheren).
Windows XP:
Klik op Network and Internet Connection (Netwerk-
en Internet-verbindingen) Network Connection
(Netwerkverbindingen).
7
Selecteer stuurprogramma's voor de netwerkadapter.
8
Klik op het tabblad Advanced (Geavanceerd) en stel de
WOL-menu's in.
U kunt deze functie niet gebruiken met een firewall of als er een
beveiligingsprogramma is geïnstalleerd.
Als u de computer wilt inschakelen met de WOL-functie, moet de
computer een actieve verbinding hebben met het LAN. Zorg ervoor dat
het lampje op de LAN-poort van de computer brandt, wat aangeeft dat
de LAN-verbinding actief is.
Afhankelijk van het model van uw pc is het mogelijk dat de camera de
pc alleen kan wekken.
Afhankelijk van het besturingssysteem of de stuurprogramma's van uw
pc kunnen de namen van het WOL-instelmenu verschillen.
- Voorbeelden van het instellen van menunamen: Enable PME,
Wake on LAN enzovoort.
- Voorbeelden van het instellen van menuwaarden: Enable,
Magic packet enzovoort.
Instellingen
Hier vind u opties om de instellingen van uw camera te
configureren.
Instellingenmenu
……………………………………… 138
Het instellingenmenu openen
……………………… 138
Geluid
……………………………………………… 139
Display
……………………………………………… 139
Connectiviteit
………………………………………… 140
Algemeen
…………………………………………… 141
Instellingen
138
Instellingenmenu
Hier vindt u informatie waarmee u de instellingen van de camera kunt configureren.
3
Selecteer een item.
Middel
Aan
1
Uit
Volume
Piepjes
Sl.toon
Begingeluid
Geluid
4
Selecteer een optie.
Uit
Laag
Middel
Hoog
Volume
5
Raak aan om terug te gaan naar het vorige scherm.
Het instellingenmenu openen
1
Raak aan op het startscherm.
2
Selecteer een menu.
Instellingen
Geluid
Display
Connectiviteit
Algemeen
Optie Beschrijving
Geluid: verschillende camerageluiden en het volume
instellen. (pag. 139)
Display: de scherminstellingen aanpassen. (pag. 139)
Connectiviteit: hiermee kunt u de verbindingsopties
instellen. (pag. 140)
Algemeen: hiermee kunt u de instellingen voor het
camerasysteem aanpassen, zoals geheugenindeling en
standaardbestandsnaam. (pag. 141)
Instellingen
139
Instellingenmenu
Geluid
* Standaard
Item Beschrijving
Volume
Hiermee stelt u het volume van alle geluiden in.
(Uit, Laag, Middel*, Hoog)
Piepjes
Hiermee stelt u een geluid in dat wordt afgespeeld
als u op de knoppen drukt of het scherm aanraakt.
(Uit, Aan*)
Sl.toon
Hiermee stelt u in dat de camera een geluid
afspeelt als u op de ontspanknop drukt.
(Uit, 1*, 2, 3)
Begingeluid
Hiermee stelt u in dat de camera een geluid
afspeelt als u de camera inschakelt.
(Uit*, Vliegen, Lasershow, Wolken)
AF-geluid
Instellen dat een geluid wordt afgespeeld wanneer
u de ontspanknop half indrukt. (Uit, Aan*)
Display
* Standaard
Item Beschrijving
Beginafbeelding
Hier stelt u in of er een afbeelding wordt
weergegeven wanneer de camera wordt
ingeschakeld en zo ja, welke.
Uit*: er wordt geen afbeelding weergegeven.
Logo: een standaardafbeelding weergeven.
Gebr.afb: selecteer Gebr.afb. uit de foto's die u
hebt vastgelegd in het geheugen.
Richtlijn
Hiermee selecteert u een raster om u te helpen bij
de compositie van een scène.
(Uit*, 3 X 3, 2 X 2, Kruis, Diagonaal)
Datum/tijd
weergeven
Instellen of de datum en tijd op het scherm van de
camera worden weergegeven. (Uit*, Aan)
Helderh. scherm
Hiermee past u de helderheid van het scherm aan.
(Auto*, Donker, Normaal, Licht)
Normaal is de vaste waarde voor de afspeelmodus,
zelfs als Auto is geselecteerd.
Instellingen
140
Instellingenmenu
* Standaard
Item Beschrijving
Snel tonen
Hiermee stelt u in hoe lang een gemaakte foto
wordt weergegeven voordat u teruggaat naar de
opnamemodus. (Uit, Aan*)
Spaarstand
Als u 30 seconden lang geen bewerkingen
uitvoert, schakelt de camera automatisch over op
de spaarstand. (Uit*, Aan)
Raak in de spaarstand het scherm aan of druk op een
andere knop dan [POWER] om de camera weer te
gebruiken.
Connectiviteit
* Standaard
Item Beschrijving
Video
Het video-uitgangssignaal voor uw land of regio
instellen.
NTSC: Canada, Japan, Korea, Mexico, Taiwan,
VS enzovoort
PAL (ondersteunt alleen B/D/G/H/I): Australië,
België, China, Denemarken, Duitsland,
Engeland, Finland, Frankrijk, Italië, Koeweit,
Maleisië, Nederland, Nieuw-Zeeland,
Noorwegen, Oostenrijk, Singapore, Spanje,
Thailand, Zweden, Zwitserland enzovoort
Anynet+
(HDMI-CEC)
Instellen of de camera wordt worden bediend met
de afstandsbediening van de televisie wanneer u
de camera aansluit op een HDTV die het profiel
Anynet+ (HDMI-CEC) ondersteunt.
Aan*: de camera bedienen met de
afstandsbediening van een HDTV.
Uit: bestanden weergeven zonder de
afstandsbediening van een HDTV te gebruiken.
Instellingen
141
Instellingenmenu
* Standaard
Item Beschrijving
HDMI-formaat
Hiermee kunt u de resolutie van foto's instellen
wanneer de camera bestanden afspeelt op een
HDTV via de HDMI-kabel.
NTSC: 1080i*, 720p, 480p, 576p (is alleen
beschikbaar als PAL is geselecteerd)
Als de geselecteerde resolutie niet door de
HDTV wordt ondersteund, wordt automatisch de
onderliggende resolutiewaarde geselecteerd.
Pc-software
Hier kunt u instellen dat iLauncher automatisch
wordt gestart wanneer u de camera op uw
computer aansluit. (Uit, Aan*)
Algemeen
* Standaard
Item Beschrijving
Netwerkinformatie
Het Mac-adres en serienummer van de
camera weergeven.
Language
Een taal voor de tekst op het scherm instellen.
Tijdzone
De tijdzone voor uw locatie instellen. Als
u naar een ander land gaat, selecteert u
Bezoek en selecteert u de juiste tijdzone.
(Thuis*, Bezoek)
Datum/tijd
aanpassen
Hiermee stelt u de datum en tijd in.
Datumtype
Hiermee stelt u een datumnotatie in.
(JJJJ/MM/DD, MM/DD/JJJJ*,
DD/MM/JJJJ)
De standaarddatumnotatie kan afwijken,
afhankelijk van de geselecteerde taal.
Smart Link
(Wi-Fi-knop)
Een vooraf ingestelde Wi-Fi-functie
starten door op [Smart Link] te drukken.
(MobileLink*, Remote Viewfinder, Delen
op sociale netwerken, E-mail, Cloud,
Automatische back-up, AllShare Play)
Instellingen
142
Instellingenmenu
* Standaard
Item Beschrijving
Bestandsnr.
De naamgeving van bestanden opgeven.
Op nul: instellen dat de
bestandsnummering weer bij 0001 begint
wanneer er een nieuwe geheugenkaart
wordt geplaatst, een geheugenkaart wordt
geformatteerd of alle bestanden worden
verwijderd.
Serie*: instellen dat de
bestandsnummering doorloopt wanneer er
een nieuwe geheugenkaart wordt geplaatst,
een geheugenkaart wordt geformatteerd of
alle bestanden worden verwijderd.
De standaardnaam van de eerste map is
100PHOTO en de standaardnaam van het
eerste bestand is SAM_0001.
Het bestandsnummer wordt steeds met één
verhoogd, van SAM_0001 tot SAM_9999.
Het mapnummer wordt steeds met één
verhoogd, van 100PHOTO tot 999PHOTO.
Het maximum aantal bestanden dat in een
map kan worden opgeslagen, is 9999.
De camera definieert bestandsnamen
volgens de DCF-norm (Design rule for
Camera File system). Als u bestandsnamen
wijzigt, kan de camera deze bestanden
mogelijk niet meer weergeven.
* Standaard
Item Beschrijving
Autom. draaien
Instellen dat foto’s automatisch meedraaien als
u de camera draait. (Uit, Aan*)
Afdruk
Instellen of de datum en tijd moeten worden
weergegeven op gemaakte foto's.
(Uit*, Datum, Datum/tijd)
De datum en tijd worden in de
rechterbenedenhoek van de foto
weergegeven.
Mogelijk drukken sommige printermodellen
de datum en tijd niet correct af.
De datum en tijd worden niet op de foto
weergegeven als:
-U Tekst selecteert in de modus Scène.
- U Beautypalet, Mijn Magisch kader,
3D-foto, Live Panorama, Beeld in beeld of
Foto in beweging selecteert.
Automatisch uit
Hiermee stelt u in dat de camera automatisch
wordt uitgeschakeld als u gedurende een
bepaalde periode geen bewerkingen uitvoert.
(Uit, 1 min, 3 min*, 5 min, 10 min)
Uw instellingen worden niet gewijzigd
wanneer u de batterij vervangt.
De camera wordt niet automatisch
uitgeschakeld als de camera is aangesloten
op een computer, is verbonden met een
WLAN of wanneer u een diashow of video's
afspeelt.
Instellingen
143
Instellingenmenu
* Standaard
Item Beschrijving
AF-lamp
Instellen dat op donkere locaties automatisch
een lampje wordt ingeschakeld zodat u beter
kunt scherpstellen. (Uit, Aan*)
Formatt.
Formatteer de geheugenkaart. Wanneer u
formatteert, worden alle bestanden verwijderd,
ook beveiligde bestanden. (Ja, Nee)
Er kunnen fouten optreden als u een
geheugenkaart door een ander merk camera,
door een computer of in een geheugenkaartlezer
laat formatteren. Formatteer geheugenkaarten
in de camera voordat u ze gebruikt om beelden
op te slaan.
Reset
Reset menu's en opnameopties. De
instellingen voor datum en tijd, taal en video-
uitvoer worden niet gereset. (Ja, Nee)
Open bron-licenties
De informatie over de Open Source-licentie
weergeven.
Bijlagen
Hier vindt u informatie over foutmeldingen, specificaties en
onderhoud.
Foutmeldingen
………………………………………… 145
Cameraonderhoud
…………………………………… 147
De camera reinigen
………………………………… 147
De camera gebruiken of opbergen
………………… 148
Geheugenkaarten
…………………………………… 149
De batterij
…………………………………………… 152
Voordat u contact opneemt met een
servicecenter
………………………………………… 156
Cameraspecificaties
………………………………… 159
Woordenlijst
…………………………………………… 163
Index
…………………………………………………… 168
Bijlagen
145
Foutmeldingen
Als een van de volgende foutmeldingen verschijnt, kunt u de onderstaande oplossingen proberen.
Foutmelding Mogelijke oplossingen
Apparaat
losgekoppeld.
De netwerkverbinding is verbroken tijdens het
overbrengen van foto's. Selecteer opnieuw een
apparaat dat AllShare Play ondersteunt.
Bestandsfout
Verwijder het beschadigde bestand of neem
contact op met een servicecenter.
Bestandssysteem
wordt niet
ondersteund.
De FAT-bestandsstructuur van de geplaatste
geheugenkaart wordt niet ondersteund door
de camera. Formatteer de geheugenkaar in de
camera.
Initialisatie mislukt.
De camera kan een apparaat dat AllShare Play
ondersteunt, niet vinden. Schakel apparaten in
het netwerk in die AllShare Play ondersteunen.
Ongeldig
wachtwoord.
Het wachtwoord voor het overdragen van
bestanden naar een andere camera is onjuist.
Voer het juiste wachtwoord in.
Batterij bijna leeg
Plaats een opgeladen batterij of laad de batterij
op.
Geheugen vol
Verwijder onnodige bestanden of plaats een
nieuwe geheugenkaart.
Foutmelding Mogelijke oplossingen
Kaartfout
Schakel de camera uit en weer in.
Verwijder de geheugenkaart en plaats deze
weer terug.
Formatteer de geheugenkaart.
Kaart wordt niet
ondersteund.
De geplaatste geheugenkaart wordt niet
ondersteund door de camera. Plaats een
microSD-, microSDHC-, of microSDXC-
geheugenkaart.
Verbinding is niet
gelukt.
De camera kan geen verbinding met het
netwerk maken via het geselecteerde
toegangspunt. Selecteer een ander
toegangspunt en probeer het opnieuw.
De camera kan geen verbinding maken met
de andere apparaten. Probeer opnieuw
verbinding te maken.
DCF Full Error
Bestandsnamen komen niet met de DCF-
norm overeen. Breng de bestanden op de
geheugenkaart over naar een computer en
formatteer de kaart. Open vervolgens het menu
Instellingen en raak Algemeen Bestandsnr.
aan en Op nul. (pag. 142)
Bijlagen
146
Foutmeldingen
Foutmelding Mogelijke oplossingen
Geen foto
Maak foto's of plaats een geheugenkaart met
foto's in de camera.
Foto-overdracht
mislukt.
De netwerkverbinding is verbroken tijdens het
overbrengen van foto's. Probeer de functie
AllShare Play opnieuw te starten.
Overdracht mislukt.
De camera kan een foto niet verzenden naar
de andere apparaten. Probeer opnieuw te
verzenden.
De camera kan geen e-mail verzenden of
foto's overdragen naar een apparaat dat
AllShare Play ondersteunt. Controleer de
netwerkverbinding en probeer het opnieuw.
Bijlagen
147
Cameraonderhoud
Camerabody
Veeg de behuizing voorzichtig schoon met een zachte, droge
doek.
Gebruik nooit benzeen, thinner of alcohol om het apparaat te reinigen.
Deze oplosmiddelen kunnen de camera beschadigen of defecten
veroorzaken.
Druk niet op de lenskap en gebruik geen blaaskwastje op de lenskap.
De camera reinigen
Cameralens en -scherm
Verwijder stof met behulp van een blaaskwastje en veeg
de lens met een zachte doek voorzichtig af. Voor eventueel
achtergebleven stof brengt u lensreinigingsvloeistof op een stuk
lensreinigingspapier aan en veegt u de lens voorzichtig schoon.
Bijlagen
148
Cameraonderhoud
Camera voor langere tijd opbergen
Als u de camera langere tijd opbergt, moet u de camera samen
met absorberend materiaal, zoals silicagel, in een afgesloten
houder plaatsen.
Haal de batterijen uit de camera wanneer u de camera langere
tijd opbergt. Batterijen in het batterijvak kunnen na verloop van
tijd gaan lekken of roesten en ernstige schade aan uw camera
veroorzaken.
Batterijen die niet worden gebruikt, ontladen zich na verloop van
tijd en moeten vóór gebruik opnieuw worden opgeladen.
De huidige datum en tijd kunnen worden geïnitialiseerd wanneer
de camera wordt ingeschakeld nadat de camera en batterij
gedurende langer dan 40 uur gescheiden zijn geweest.
Wees voorzichtig bij gebruik in vochtige omgevingen
Als u de camera overbrengt van een koude naar een warme
omgeving, kan er condensvorming optreden op de lens of de
interne onderdelen van de camera. In dit geval moet u de camera
uitschakelen en ten minste 1 uur wachten. Als er condensvorming
optreedt op de geheugenkaart, moet u de kaart uit de camera
halen en wachten tot al het vocht is verdampt voordat u de kaart
terugplaatst.
Overige aandachtspunten
Zwaai de camera niet aan de polslus heen en weer. Hierdoor
kunt u uzelf of anderen verwonden of schade aan uw camera
veroorzaken.
Verf de camera niet, omdat verf tussen de bewegende
onderdelen kan gaan zitten en de werking van het apparaat kan
beïnvloeden.
Schakel de camera uit als u deze niet gebruikt.
De camera gebruiken of opbergen
Ongeschikte plaatsen voor het gebruiken of opbergen
van de camera
Stel de camera niet bloot aan zeer hoge of lage temperaturen.
Gebruik de camera niet in zeer vochtige omgevingen of
omgevingen waar de luchtvochtigheid snel verandert.
Stel de camera niet bloot aan direct zonlicht en bewaar de
camera niet op warme locaties met slechte ventilatie, zoals in
een auto die in de zon staat.
Bescherm de camera en het scherm tegen stoten, ruw gebruik
en sterke trillingen om ernstige schade te voorkomen.
Gebruik of bewaar de camera niet op stoffige, vuile, vochtige of
slecht-geventileerde plaatsen, om schade aan bewegende en
interne onderdelen te voorkomen.
Gebruik de camera niet in de buurt van brandstoffen, brandbare
stoffen of ontvlambare chemicaliën. Bewaar geen ontvlambare
vloeistoffen, gassen en explosief materiaal in dezelfde ruimte als
de camera of de accessoires van de camera.
Berg de camera niet op met mottenballen.
Gebruik op het strand of aan de waterkant
Bescherm de camera tegen zand en vuil wanneer u deze op
het strand of in een andere, soortgelijke omgeving gebruikt.
Uw camera is niet waterbestendig. Gebruik de batterij, adapter
of geheugenkaart niet met natte handen. Als u de camera
gebruikt met natte handen, kan de camera beschadigd raken.
Bijlagen
149
Cameraonderhoud
Verf of metaal aan de buitenzijde van de camera kan allergieën,
jeuk, eczeem of bultjes veroorzaken bij mensen met een
gevoelige huid. Als u last hebt van een van deze symptomen,
stop dan onmiddellijk met het gebruik van de camera en
raadpleeg een arts.
Steek geen vreemde voorwerpen in de compartimenten, sleuven
en openingen van de camera. Schade als gevolg van onjuist
gebruik wordt mogelijk niet door de garantie gedekt.
Laat geen ongekwalificeerd personeel reparatie- of
onderhoudswerkzaamheden aan de camera uitvoeren en
probeer dit ook niet zelf te doen. Alle schade die voortvloeit uit
ongekwalificeerd onderhoud of reparatie, wordt niet gedekt door
de garantie.
Geheugenkaarten
Ondersteunde geheugenkaarten
Uw camera biedt ondersteuning voor de geheugenkaarten
microSD (Secure Digital), microSDHC (Secure Digital High
Capacity) of microSDXC (Secure Digital eXtended Capacity).
Als u gegevens wilt lezen met een computer of
een geheugenkaartlezer, moet u de geheugenkaart
plaatsen in een geheugenkaartadapter.
De camera bevat kwetsbare onderdelen. Zorg daarom dat u de
camera niet blootstelt aan schokken.
Bewaar de camera in de houder om het scherm te beschermen
tegen externe druk. Houd de camera uit de buurt van zand,
scherp gereedschap of kleingeld om te voorkomen dat er
krassen op de camera komen.
Gebruik de camera niet als het scherm gebarsten of
beschadigd is. Gebarsten glas of acryl kan letsel aan uw
handen en gezicht veroorzaken. Breng de camera naar een
servicecenter van Samsung om de camera te laten repareren.
Leg camera's, batterijen, opladers of accessoires nooit in de
buurt van, op of in verwarmingsapparaten, zoals magnetrons,
kachels of radiatoren. Deze apparaten kunnen worden
vervormd en oververhit raken en brand of een ontploffing
veroorzaken.
Stel de lens niet bloot aan direct zonlicht. Hierdoor kan de
beeldsensor verkleuren of defect raken.
Bescherm de lens tegen vingerafdrukken en krassen. Reinig de
lens met een zachte, schone doek.
Als de camera een schok opvangt, wordt de camera mogelijk
uitgeschakeld. Dit gebeurt om de geheugenkaart te beschermen.
Schakel de camera weer in om de camera te gebruiken.
De camera kan warm worden tijdens het gebruik. Dit is normaal
en is niet van invloed op de levensduur of prestaties van uw
camera.
Bij lage temperaturen kan het langer duren voordat de camera
is ingeschakeld, kunnen kleuren tijdelijk veranderen of kunnen
nabeelden worden weergegeven. Deze omstandigheden
duiden niet op defecten en worden verholpen als u de camera
weer bij normale temperaturen gebruikt.
Bijlagen
150
Cameraonderhoud
Capaciteit van de geheugenkaart
De geheugencapaciteit verschilt, afhankelijk van de
opnamemodus, de opnameomstandigheden of de
geheugenkaart. De volgende capaciteiten zijn gebaseerd op een
microSD-kaart van 2 GB:
Foto
Formaat Superhoog Hoog Normaal
211 409 598
235 455 663
279 540 792
331 629 910
629 1151 1605
1000 1743 2346
1386 2346 3211
2773 4068 4693
Video
Formaat 120 fps 30 fps 15 fps
1920 X 1080
-
Ongeveer
11' 19"
Ongeveer
21' 53"
1280 X 720 HQ
-
Ongeveer
20' 30"
Ongeveer
41' 01"
1280 X 720
-
Ongeveer
24' 52"
Ongeveer
49' 44"
640 X 480
-
Ongeveer
55' 38"
Ongeveer
105' 53"
320 X 240
Ongeveer
55' 26"
Ongeveer
221' 47"
Ongeveer
400' 18"
Om te delen
-
Ongeveer
221' 47"
Ongeveer
400' 18"
De bovenstaande cijfers zijn gemeten zonder gebruik van de zoomfunctie.
Bij gebruik van de zoomfunctie kan de beschikbare opnametijd afwijken
van de vermelde waarden. Om de totale opnameduur te bepalen, zijn er
verschillende video's achter elkaar opgenomen.
Bijlagen
151
Cameraonderhoud
Voorkom dat geheugenkaarten in contact komen met vloeistoffen,
vuil of vreemde stoffen. Veeg zo nodig de geheugenkaart met
een zachte doek schoon voordat u de geheugenkaart in de
camera plaatst.
Voorkom dat geheugenkaarten en de geheugenkaartsleuf
in contact komen met vloeistoffen, vuil of vreemde stoffen.
Dergelijke stoffen kunnen ervoor zorgen dat geheugenkaarten of
de camera niet goed meer werken.
Wanneer u een geheugenkaart bij u draagt, moet u een hoesje
gebruiken om de kaart tegen elektrostatische ontlading te
beschermen.
Breng belangrijke gegevens over naar andere media, zoals een
vaste schijf, CD of DVD.
Als u de camera langere tijd gebruikt, kan de geheugenkaart
warm worden. Dit is normaal en wijst niet op een defect.
De fabrikant is niet verantwoordelijk voor enig verlies van gegevens.
Aandachtspunten bij gebruik van geheugenkaarten
Vermijd blootstelling van geheugenkaarten aan zeer lage of
hoge temperaturen (onder 0 °C/32 °F en boven
40 °C/104 °F). Extreme temperaturen kunnen ervoor zorgen
dat geheugenkaarten niet goed werken.
Plaats een geheugenkaart in de juiste richting. Als u een
geheugenkaart in de verkeerde richting plaatst, kunnen camera
en geheugenkaart worden beschadigd.
Gebruik geen geheugenkaarten die in een andere camera of
door een computer zijn geformatteerd. Formatteer een dergelijke
geheugenkaart opnieuw in uw eigen camera.
Schakel de camera uit wanneer u een geheugenkaart plaatst of
verwijdert.
Verwijder de geheugenkaart niet en schakel uw camera niet
uit wanneer het lampje knippert, omdat de gegevens hierdoor
kunnen worden beschadigd.
Wanneer de levensduur van een geheugenkaart is verlopen, kunt
u geen foto's meer opslaan op de kaart. Gebruik een nieuwe
geheugenkaart.
Zorg dat geheugenkaarten niet buigen, vallen of aan zware
klappen of druk worden blootgesteld.
Zorg dat u geheugenkaarten niet gebruikt of opbergt in de buurt
van krachtige magnetische velden.
Zorg dat u geheugenkaarten niet gebruikt op locaties met hoge
temperaturen of luchtvochtigheid of in de buurt van bijtende
stoffen.
Bijlagen
152
Cameraonderhoud
Levensduur van de batterij
Gemiddelde opnameduur/
Aantal foto's
Testomstandigheden
(bij een volledig geladen batterij)
Foto's
Ongeveer
105 min./
ongeveer
210 foto's
De levensduur van de batterij is gemeten
onder de volgende omstandigheden: in
de modus Programma, in het donker,
met de resolutie
, met de kwaliteit
Hoog en met OIS ingeschakeld.
1. Stel de flitser in op Invulflits, maak
één foto en zoom in of uit.
2. Stel de flitser in op Uit, maak één foto
en zoom in of uit.
3. Voer stap 1 en 2 uit. Wacht
30 seconden tussen de stappen.
Herhaal het proces na 5 minuten en
schakel de camera 1 minuut uit.
4. Herhaal stap 1 tot 3.
Video's
Ongeveer
70 min.
Neem video's op met de resolutie
en 30 fps.
De bovenstaande cijfers zijn volgens de normen van Samsung gemeten en
kunnen afwijken van resultaten bij daadwerkelijk gebruik.
Er zijn verschillende video's achter elkaar opgenomen om de totale opnameduur
te bepalen.
Wanneer u netwerkfuncties gebruikt, raakt de batterij sneller leeg.
De batterij
Gebruik alleen door Samsung goedgekeurde batterijen.
Batterijspecificaties
Specificatie Beschrijving
Model
BP88B
Type
Lithium-ionbatterij
Capaciteit
880 mAh
Voltage
3,7 V
Oplaadtijd*
(wanneer de camera is
uitgeschakeld)
Ongeveer 210 min.
* Duurt mogelijk langer als u de batterij aansluit op een computer om de
batterij op te laden.
Bijlagen
153
Cameraonderhoud
Aandachtspunten voor het gebruik van de batterij
Bescherm batterijen, opladers en geheugenkaarten tegen
schade
Voorkom dat batterijen in aanraking komen met metalen
voorwerpen. Dit kan een verbinding vormen tussen de plus- en
minpolen van uw batterijen en tijdelijke of permanente schade aan
de batterijen en brand of een schok veroorzaken.
De batterij opladen
Controleer als het indicatielampje uit is of de batterij op de juiste
wijze is geplaatst.
Als camera tijdens het opladen is ingeschakeld, wordt de
batterij mogelijk niet volledig opgeladen. Schakel de camera uit
voordat u de batterij oplaadt.
Gebruik de camera niet als de batterij wordt opgeladen. Dit kan
brand of een schok veroorzaken.
Trek niet aan het netsnoer om de stekker uit het stopcontact te
halen om te voorkomen dat u brand of een schok veroorzaakt.
Wacht ten minste 10 minuten voordat u de camera inschakelt
nadat de batterij is opgeladen.
Als u de camera aansluit op een externe voedingsbron terwijl
de batterij helemaal leeg is, wordt de camera uitgeschakeld
wanneer u bepaalde functies gebruikt die veel stroom
verbruiken. Laad de batterij op om de camera op normale wijze
te gebruiken.
Melding Batterij bijna leeg
Als de batterij volledig is ontladen, wordt het batterijpictogram
rood en verschijnt de melding 'Batterij bijna leeg'.
De batterij gebruiken
Vermijd blootstelling van batterijen aan zeer lage of hoge
temperaturen (onder 0 °C/32 °F en boven 40 °C/104 °F).
Extreme temperaturen kunnen de laadcapaciteit van de
batterijen beperken.
Als u de camera langere tijd gebruikt, kan het gebied rond de
batterijklep warm worden. Dit heeft geen invloed op de normale
werking van de camera.
Trek niet aan het netsnoer om de stekker uit het stopcontact te
halen om te voorkomen dat u brand of een schok veroorzaakt.
Bij temperaturen onder 0 °C/32 °F kunnen de capaciteit en
gebruiksduur van de batterij afnemen.
Bij lage temperaturen kan de batterijcapaciteit afnemen, maar
de gewone capaciteit wordt hersteld bij gebruik bij hogere
temperaturen.
Bijlagen
154
Cameraonderhoud
Als u de voedingskabel opnieuw aansluit nadat de batterij
volledig is opgeladen, brandt het statuslampje ongeveer
30 minuten.
Met het gebruik van de flitser en het opnemen van video's
raakt de batterij snel leeg. Laad de batterij op totdat het rode
indicatielampje uitgaat.
Als het indicatielampje knippert of niet brandt, sluit u de kabel
opnieuw aan of verwijdert u de batterij en plaatst u deze
opnieuw in de camera.
Als u de batterij oplaadt wanneer de kabel oververhit is of de
temperatuur te hoog is, kan het indicatielampje rood knipperen.
Nadat de batterij is afgekoeld, wordt het opladen gestart.
Als u batterijen overlaadt, kan de gebruiksduur van de batterij
korter worden. Wanneer het opladen is voltooid, haalt u de
kabel uit de camera.
Buig het netsnoer niet en plaats geen zware voorwerpen op
het netsnoer. Als u dit wel doet, kan het netsnoer worden
beschadigd.
De batterij opladen terwijl er een computer is aangesloten
Gebruik alleen de meegeleverde USB-kabel.
In de volgende gevallen wordt de batterij mogelijk niet
opgeladen:
-
Wanneer u een USB-hub gebruikt.
-
Wanneer er andere USB-apparaten op de computer zijn
aangesloten.
-
Wanneer u de kabel op de poort aan de voorzijde van de
computer aansluit.
-
Wanneer de USB-poort van de computer de stroomuitvoernorm
niet ondersteunt (5 V, 500 mA).
Behandel batterijen en opladers voorzichtig en voer deze
af volgens de voorschriften
Gooi batterijen nooit in open vuur. Houd u aan alle lokale
regelgevingen bij het weggooien van gebruikte batterijen.
Leg batterijen of camera's nooit in of op verwarmingsapparaten,
zoals een magnetron, kachel of radiator. Batterijen kunnen
exploderen als ze te heet worden.
Bijlagen
155
Cameraonderhoud
Onzorgvuldig of verkeerd gebruik van de batterij kan
lichamelijk letsel of de dood tot gevolg hebben. Volg
voor uw eigen veiligheid de onderstaande instructies
voor het juiste gebruik van de batterij:
De batterij kan vlam vatten of exploderen als deze niet
op de juiste wijze wordt gebruikt. Als u vervormingen,
scheuren of andere afwijkingen in de batterij opmerkt,
stopt u onmiddellijk het gebruik hiervan en neemt u
contact op met een servicecenter.
Gebruik alleen authentieke, door de fabrikant aanbevolen
batterijopladers en -adapters en laad de batterij alleen op
volgens de procedures die in deze gebruiksaanwijzing
zijn vermeld.
Plaats de batterij niet te dicht bij warmtebronnen en stel
de batterij niet bloot aan extreem warme omgevingen,
zoals een gesloten auto in de zon.
Plaats de batterij niet in een magnetron.
Bewaar of gebruik de batterij niet in een hete, vochtige
omgeving, zoals een badkamer of douche.
Plaats de batterij niet langere tijd op ontvlambare
oppervlakken, zoals matrassen, tapijten of elektrische
dekens.
Als het apparaat is ingeschakeld, moet u het niet langere
tijd in een afgesloten ruimte achterlaten.
Zorg ervoor dat de polen van de batterij niet in contact
komen met metalen voorwerpen, zoals halskettingen,
munten, sleutels en horloges.
Gebruik uitsluitend authentieke, door de fabrikant
aanbevolen lithium-ionbatterijen ter vervanging.
Haal de batterij niet uit elkaar of maak er geen gaten in
met een scherp voorwerp.
Stel de batterij niet bloot aan hoge druk of extreme
krachten.
Stel de batterij niet bloot aan hevige klappen, bijvoorbeeld
door deze van grote hoogte te laten vallen.
Stel de batterij niet bloot aan temperaturen boven de
60 °C (140 °F).
Stel de batterij niet bloot aan vocht of vloeistoffen.
De batterij mag niet worden blootgesteld aan overmatige
warmte zoals zonneschijn, vuur of dergelijke zaken.
Richtlijnen voor afvoer
Wees zorgvuldig als u de batterij weggooit.
Gooi de batterij nooit in een open vuur.
Regelgeving kan per land of regio verschillen. Zorg dat
u zich houdt aan alle lokale en nationale regelgevingen
wanneer u de batterij weggooit.
Richtlijnen voor het opladen van de batterij
Laad de batterij alleen op volgens de procedure in
deze gebruiksaanwijzing. De batterij kan ontbranden
of exploderen als deze niet op de juiste wijze wordt
opgeladen.
Bijlagen
156
Voordat u contact opneemt met een servicecenter
Wanneer u problemen met de camera ondervindt, kunt u eerst de volgende procedures uitvoeren voordat u contact opneemt met een
servicecenter. Als u het probleem hiermee niet kunt oplossen, kunt u contact opnemen met uw plaatselijke dealer of servicecenter.
Wanneer u uw camera naar een servicecenter brengt, neem dan ook de onderdelen mee die de oorzaak kunnen zijn van de fout, zoals de geheugenkaart of de batterij.
Situatie Mogelijke oplossingen
Er kunnen geen foto's
wor
den gemaakt.
Er is geen ruimte op de geheugenkaart.
Verwijder onnodige bestanden of plaats
een nieuwe kaart.
Formatteer de geheugenkaart.
De geheugenkaart is defect. Koop een
nieuwe geheugenkaart.
Controleer of de camera is ingeschakeld.
Laad de batterij op.
Controleer of de batterij op de juiste wijze
is geplaatst.
De camera loopt vast.
Verwijder de batterij en plaats deze weer
terug.
De camera wordt warm.
De camera kan warm worden tijdens het
gebruik. Dit is normaal en is niet van invloed
op de levensduur of prestaties van uw
camera.
De flitser werkt niet.
Mogelijk is de flitseroptie ingesteld op Uit.
(pag. 65)
In sommige modi kunt u de flitser niet
gebruiken.
Situatie Mogelijke oplossingen
De camera kan niet
wor
den ingeschakeld.
Controleer of de batterij in de camera is
geplaatst.
Controleer of de batterij correct in de
camera is geplaatst. (pag. 19)
Laad de batterij op.
De camera
wordt plotseling
uitgeschakeld.
Laad de batterij op.
De camera bevindt zich mogelijk in de
modus Automatisch uit. (pag. 142)
De camera wordt mogelijk uitgeschakeld
om te voorkomen dat de geheugenkaart
door een harde schok beschadigd raakt.
Schakel de camera weer in.
De batterij raakt snel
leeg.
De batterij raakt bij lage temperaturen
(onder 0 °C/32 °F) sneller leeg. Houd
de batterij warm door deze in uw zak te
steken.
Als u de flitser gebruikt of video's
opneemt, raakt de batterij snel leeg. Laad
de batterij indien nodig weer op.
Batterijen zijn verbruiksartikelen die
na verloop van tijd moeten worden
vervangen. Koop een nieuwe batterij als
de gebruiksduur van de batterij aanzienlijk
afneemt.
Bijlagen
157
Voordat u contact opneemt met een servicecenter
Situatie Mogelijke oplossingen
Er wordt onverwachts
geflitst.
De flitser wordt mogelijk geactiveerd
vanwege statische elektriciteit. Dit duidt niet
op een defect van de camera.
De datum en tijd zijn
onjuist.
Stel de datum en tijd in bij de
scherminstellingen. (pag. 141)
Het scherm of de
knoppen werken niet.
Verwijder de batterij en plaats deze weer
terug.
Het camerascherm
reageert niet goed.
Als u de camera bij zeer lage temperaturen
gebruikt, kan het camerascherm verkleuren
of slecht functioneren. Voor betere
prestaties van het scherm moet de camera
bij normale temperaturen worden gebruikt.
Er is een fout met
de geheugenkaart
opgetreden.
Schakel de camera uit en weer in.
Verwijder de geheugenkaart en plaats
deze weer terug.
Formatteer de geheugenkaart.
Zie 'Aandachtspunten bij gebruik van
geheugenkaarten' voor meer informatie.
(pag. 151)
Er kunnen geen
bestanden worden
afgespeeld.
Als u de naam van een bestand wijzigt,
kan de camera het bestand mogelijk niet
afspelen (de bestandsnaam moet voldoen
aan de DCF-norm). In dergelijke gevallen
kunt u de bestanden op een computer
afspelen.
Situatie Mogelijke oplossingen
De foto is onscherp.
Controleer of de ingestelde
scherpsteloptie voor close-upfoto's
geschikt is. (pag. 68)
Controleer of de lens schoon is. Reinig
de lens indien nodig. (pag. 147)
Zorg ervoor dat het onderwerp zich
binnen het bereik van de flitser bevindt.
(pag. 159)
De kleuren in de foto
zijn anders dan de
daadwerkelijke kleuren.
Een onjuiste witbalans kan voor
onrealistische kleuren zorgen. Selecteer
de juiste witbalansoptie voor de lichtbron.
(pag. 78)
De foto is te licht.
De foto is overbelicht.
Schakel de flitser uit. (pag. 65)
Pas de ISO-waarde aan. (pag. 67)
Pas de belichtingswaarde aan. (pag. 76)
De foto is te donker.
De foto is onderbelicht.
Schakel de flitser in. (pag. 65)
Pas de ISO-waarde aan. (pag. 67)
Pas de belichtingswaarde aan. (pag. 76)
Bijlagen
158
Voordat u contact opneemt met een servicecenter
Situatie Mogelijke oplossingen
De foto's worden
niet op de televisie
weer
gegeven.
Controleer of de camera correct op de
televisie is aangesloten met de A/V-kabel.
Controleer of de geheugenkaart foto's
bevat.
De computer herkent
de camera niet.
Controleer of de USB-kabel op de juiste
wijze is geplaatst.
Controleer of de camera is ingeschakeld.
Controleer of het besturingssysteem
wordt ondersteund.
De computer verbreekt
de verbinding met
de camera tijdens
het overbrengen van
bestanden.
De bestandsoverdracht kan door statische
elektriciteit worden gestoord. Koppel de
USB-kabel los en sluit deze weer aan.
De computer kan geen
video's afspelen.
Video's kunnen mogelijk niet worden
afgespeeld met bepaalde videospelers.
Als u videobestanden wilt afspelen die zijn
gemaakt met uw camera, gebruikt u het
Multimedia Viewer-programma dat u met het
programma iLauncher op uw computer kunt
installeren.
Situatie Mogelijke oplossingen
iLauncher werkt niet
corr
ect
Sluit iLauncher af en start het programma
opnieuw.
Controleer of Pc-software is ingesteld
op Aan in het instellingenmenu.
(pag. 141)
Afhankelijk van de specificaties en
omgeving van de computer wordt het
programma mogelijk niet automatisch
gestart. Klik in dit geval op start
Alle programma's Samsung
iLauncher Samsung iLauncher op
uw computer. Of klik op Toepassingen
Samsung iLauncher op uw
computer met Mac OS.
Uw televisie of
computer kan geen
foto's of video's
weergeven die zijn
opgeslagen op
een microSDXC-
geheugenkaart.
microSDXC-geheugenkaarten gebruiken
het exFAT-bestandssysteem. Zorg ervoor
dat het externe apparaat compatibel is met
het exFAT-bestandssysteem voordat u de
camera aansluit op het apparaat.
Uw computer herkent
een microSDXC-
geheugenkaart niet.
microSDXC-geheugenkaarten gebruiken
het exFAT-bestandssysteem. Als u
microSDXC-geheugenkaarten wilt gebruiken
op een Windows XP-computer, kunt
u het stuurprogramma voor het exFAT-
bestandssysteem downloaden en bijwerken
via de website van Microsoft.
Bijlagen
159
Cameraspecificaties
Bereik
Groothoek (G) Tele (T)
Normaal (AF) 80 cm - oneindig 250 cm - oneindig
Macro 5-80 cm 100-250 cm
Auto macro 5 cm - oneindig 100 cm - oneindig
Sluitertijd
Auto: 1/8-1/2000 sec.
Programma: 1-1/2000 sec.
Nacht: 8-1/2000 sec. (AEB, Continu: 1/4-1/2000 sec.)
Belichting
Regeling Programma AE
Lichtmeting Multi, Spot, Centr. gewogen, Gezichtsdetectie
Compensatie ±2EV (1/3 EV Stap)
ISO-equivalent
Auto, ISO 100, ISO 200, ISO 400, ISO 800,
ISO 1600, ISO 3200
Flitser
Modus
Uit, Auto, Rode ogen, Invulflits, Langz sync,
Anti-rode ogen
Bereik
Groothoek: 0,2-4,6 m (ISO Auto)
Groothoek: 0,5-1,2 m (ISO Auto)
Oplaadtijd Ongeveer 4-5 sec.
Beeldsensor
Type 1/2,33" (ongeveer 7,76 mm) BSI CMOS
Effectieve pixels Ongeveer 16,31 megapixel
Totaal aantal pixels Ongeveer 17,01 megapixel
Lens
Brandpuntsafstand
Samsung Lens f = 4,5-22,5 mm
(equivalent van 35-mm film: 25-125 mm)
Diafragmabereik F2.5 (W)-F6.3 (T)
Zoom
Fotomodus: 1,0-5,0X
(optische zoom X digitale zoom: 25,0X,
optische zoom X Intelli-zoom: 10,0X)
Display
Type AMOLED
Functionaliteit 3,31" (8,41 cm), WVGA (800 x 480)
Scherpstelling
Type
TTL-autofocus (Centrum AF, Multi AF, One Touch-
opname, Smart Touch AF, Gezichtsdetectie AF,
Slimme gez.herkenning AF)
Bijlagen
160
Cameraspecificaties
Trillingsreductie
Optische beeldstabilisatie (OIS)
Effect
Opnamemodus
voor foto's
Fotofilter (Smart filter): Miniatuur, Vignetten,
Softfocus, Oude film, Halftoonstip, Schets,
Visoog, Klassiek, Retro, Olieverf, Aquarel, Cartoon,
Kruisfilter, Zoomopname
Beeld aanpassen: Scherpte, Contrast, Kleurverz.
Opnamemodus
voor video's
Filmfilter (Smart filter): Miniatuur, Vignetten,
Halftoonstip, Schets, Visoog, Klassiek, Retro,
Paleteffect 1, Paleteffect 2, Paleteffect 3,
Paleteffect 4
Witbalans
Auto witbalans, Daglicht, Bewolkt, TL-licht H, TL-licht L, Kunstlicht,
Aangep. instelling
Datering
Datum/tijd, Datum, Uit
Opnemen
Foto's
Modi: Smart Auto (Portret, Nachtportret,
Portretfoto met tegenlicht, Nacht, Tegenl.,
Landschap, Wit, Natuurlijk groen, Blauwe lucht,
Zonsondergang, Macro, Macro tekst, Macro kleur,
Statief, Actie, Vuurwerk, Kaars, Spotlight, Spotlight
(macro), Spotlight (portret)), Programma, Scène
(Landschap, Zon onder, Dageraad, Tegenl.,
Strand/sneeuw, Tekst), Live Panorama,
Gebarenopname, Opname bij weinig licht,
Beautypalet, Beautyshot, HDR Plus, Fotofilter,
Beeld in beeld, Gesplitste opname, Magisch
kader, Mijn Magisch kader, Artistieke pen, Foto in
beweging, 3D-foto
Serieopnamen: 1 opname, Continu
(Serieopname (3 fps), Serieopname (5 fps),
Serieopname (10 fps)), AEB
Timer: Uit, 10 sec, 2 sec, Dubbel (10 sec, 2 sec)
Video's
Modi: Slimme film (Landschap, Blauwe lucht,
Natuurlijk groen, Zonsondergang), Film, Beeld in
beeld, Filmfilter
Indeling: MP4 (H.264) (Max. opnametijd: 20 min)
Formaat: 1920 X 1080 full HD, 1280 X 720 HD,
640 X 480 SD, 320 X 240, Om te delen
Framesnelheid: 120 fps, 30 fps, 15 fps
Sound Alive: Sound Alive Aan, Sound Alive Uit,
Dempen
OIS: Aan, Uit
Video bewerken (intern): pauzeren tijdens
opnemen, foto's maken
Bijlagen
161
Cameraspecificaties
Afspelen
Foto's
Type: Eén foto, Miniaturen, Diashow met muziek
en effecten, Video, Smart Album*
* Smart Album-categorie: Alles, Datum,
Gezichtenlijst, Best.type
Bewerken: Res.wijz, Draaien, Beeld aanpassen,
Smart filter, Bijsnijden
Effect: Beeld aanpassen (Helderheid, Contrast,
Kleurverzadiging, ACB, Gezichtretouch., Anti-rode
ogen), Smart filter (Normaal, Miniatuur, Vignetten,
Softfocus, Oude film, Halftoonstip, Schets,
Visoog, Klassiek, Retro, Olieverf, Aquarel, Cartoon,
Kruisfilter, Zoomopname)
Video's Bewerken: foto's maken, tijd bijsnijden
Opslag
Media
Extern geheugen (optioneel):
microSD-kaart (1-2 GB gegarandeerd),
microSDHC-kaart (tot 32 GB gegarandeerd),
microSDXC-kaart (tot 64 GB gegarandeerd)
Bestandsindeling
Foto: JPEG (DCF), EXIF 2.21, DPOF 1.1, GIF,
MPO
Videoclip: MP4 (Video: MPEG-4.AVC/H.264,
Audio: AAC)
Beeldformaat
Voor 2 GB microSD: aantal foto's
Superhoog Hoog Normaal
4608 X 3456
211 409
598
4608 X 3072
235 455
663
4608 X 2592
279 540
792
3648 X 2736
331 629
910
2592 X 1944
629 1151
1605
1984 X 1488
1000 1743
2346
1920 X 1080
1386 2346
3211
1024 X 768
2773 4068
4693
Deze waarden zijn gemeten onder de
standaardcondities van Samsung en kunnen
variëren, afhankelijk van opnameomstandigheden en
camera-instellingen.
Bijlagen
162
Cameraspecificaties
Afmetingen (B x H x D)
98,5 x 59,95 x 17,2 mm (zonder uitstekende delen)
Gewicht
132 g (zonder batterij en geheugenkaart)
Bedrijfstemperatuur
0-40 °C
Bedrijfsluchtvochtigheid
5-85 %
Software
iLauncher
Specificaties kunnen zonder kennisgeving worden gewijzigd voor betere
prestaties.
Draadloos netwerk
MobileLink, Remote Viewfinder, Delen op sociale netwerken, E-mail,
AllShare Play, Automatische back-up, Cloud, Wi-Fi Direct
Interface
Digitale uitvoer USB 2.0
Audio-invoer/-
uitvoer
Interne luidspreker (mono), Microfoon (mono)
Video-uitvoer
A/V: NTSC, PAL (instelbaar)
HDMI 1.3: NTSC, PAL (selecteerbaar)
Gelijkstroom
aansluiting
4,2 V
Voedingsbron
Oplaadbare batterij Lithium-ionbatterij (BP88B, 880 mAh)
Connectortype Micro USB (5-pins)
Afhankelijk van uw regio kan de voedingsbron verschillen.
Bijlagen
163
Woordenlijst
Compositie
Met compositie wordt de plaatsing van de verschillende
elementen in het beeld bedoeld. Meestal levert een compositie
volgens de regel van derden een plezierig resultaat.
DCF (Design rule for Camera File system)
Een specificatie voor het definiëren van een bestandsindeling
en bestandssysteem voor digitale camera's die is ontwikkeld
door de Japan Electronics and Information Technology Industries
Association (JEITA).
Scherptediepte
De afstand tussen het dichtstbijzijnde en verste punt waarop kan
worden scherpgesteld in een foto. De scherptediepte verschilt
per diafragma, brandpuntsafstand en afstand tussen de camera
en het onderwerp. Als u bijvoorbeeld een kleiner diafragma
selecteert, wordt de scherptediepte vergroot en wordt de
achtergrond van een compositie vaag.
Digitale zoom
Een functie die op kunstmatige wijze de beschikbare hoeveelheid
zoom met de zoomlens vergroot (optisch zoomen). Als u de
digitale zoomfunctie gebruikt, wordt de beeldkwaliteit minder
wanneer de vergroting wordt verhoogd.
ACB (Automatische contrastverbetering)
Deze functie verbetert automatisch het contrast van uw beelden
wanneer het onderwerp tegenlicht heeft of als er veel contrast is
tussen uw onderwerp en de achtergrond.
AEB (Opnamereeks met verschillende belichtingen)
Deze functie maakt automatisch meerdere beelden met
verschillenden belichtingen om u te helpen een goedbelicht beeld
te maken.
AF (Autofocus)
Een systeem dat automatisch de cameralens scherpstelt op het
onderwerp. Uw camera gebruikt het contrast om automatisch
scherp te stellen.
Diafragma
Het diafragma bepaalt de hoeveelheid licht die de sensor van de
camera bereikt.
Bewegingsonscherpte (vaag)
Als de camera wordt bewogen wanneer de sluiter is geopend,
kan het volledige beeld vaag lijken. Dit komt vaker voor wanneer
de sluitertijd laag is. Voorkom bewegingsonscherpte door de
gevoeligheid te verhogen, de flitser te gebruiken of een hogere
sluitertijd. U kunt ook een statief of de DIS- of OIS-functie
gebruiken om de camera te stabiliseren.
Bijlagen
164
Woordenlijst
Belichting
De hoeveelheid licht die de sensor van de camera mag bereiken.
Belichting wordt bepaald door een combinatie van sluitertijd,
diafragma en ISO-waarde.
Flitser
Een flitslamp die ervoor zorgt dat er voldoende belichting is in
omstandigheden met weinig licht.
Brandpuntsafstand
De afstand van het brandpunt van de lens tot het beeldvlak
(in millimeters). Grotere brandpuntsafstanden resulteren in een
kleinere beeldhoek en een grotere weergave van het onderwerp.
Kleinere brandpuntsafstanden resulteren in een grotere
beeldhoek.
H.264/MPEG-4
Een video-indeling met hoge compressie die is ontwikkeld door
de internationale standaardisatieorganisaties ISO/IEC en ITU-T.
Deze codec zorgt ervoor dat goede videokwaliteit wordt geleverd
met lage bitsnelheden ontwikkeld door het Joint Video Team
(JVT).
DPOF (Digitale afdrukbestelling)
Een indeling voor het schrijven van afdrukgegevens, zoals
geselecteerde beelden en het aantal afdrukken, op een
geheugenkaart. Printers die compatibel zijn met DPOF, soms
verkrijgbaar in fotowinkels, kunnen de informatie lezen van de
kaart voor eenvoudig afdrukken.
EV (Belichtingswaarde)
Alle combinaties van de camerasluitertijd en diafragma die
resulteren in dezelfde belichting.
EV-compensatie
Met deze functie kunt u snel de belichtingswaarde aanpassen
die wordt berekend door de camera, in beperkte stappen, om de
belichting van uw foto's te verbeteren. Stel de EV-compensatie in
op -1,0 EV om de waarde een stap donkerder in te stellen en op
1,0 EV om de waarde een stap lichter te maken.
Exif (Exchangeable Image File Format)
Een specificatie voor het definiëren van een
beeldbestandsindeling voor digitale camera's die is gemaakt door
de Japan Electronic Industries Development Association (JEIDA).
Bijlagen
165
Woordenlijst
Macro
Met deze functie kunt u close-upfoto's maken van zeer kleine
voorwerpen. Als u de macrofunctie gebruikt, kan de camera goed
scherpstellen op kleine voorwerpen met een verhouding op bijna
ware grootte (1:1).
Lichtmeting
De lichtmeting heeft betrekking op de manier waarop een camera
de hoeveelheid licht meet om de belichting in te stellen.
MJPEG (Motion JPEG)
Een video-indeling die wordt gecomprimeerd als een JPEG-
beeld.
MPO (Multi Picture Object)
Een indeling voor beeldbestanden waarbij een bestand meerdere
beelden bevat. Een MPO-bestand levert een 3D-effect op MPO-
compatibele schermen, zoals 3D-televisies of 3D-monitors.
Ruis
Verkeerd geïnterpreteerde pixels in een digitaal beeld die mogelijk
worden weergegeven als verkeerd geplaatste of willekeurige,
heldere pixels. Ruis treedt meestal op wanneer foto's worden
gemaakt met een hoge gevoeligheid of wanneer de gevoeligheid
automatisch wordt ingesteld op een donkere locatie.
Beeldsensor
Het fysieke deel van een digitale camera die een fotosite bevat
voor elke pixel in het beeld. Elke fotosite neemt de helderheid
van het licht op dat de fotosite bereikt tijdens een belichting.
Algemene sensortypen zijn CCD (Charge-coupled Device) en
CMOS (Complementary Metal Oxide Semiconductor).
ISO-waarde
De gevoeligheid van een camera voor licht, gebaseerd op de
equivalente filmsnelheid gebruikt in een filmcamera. Met hogere
ISO-waarden gebruikt de camera een hogere sluitertijd, waardoor
vervaging kan worden verminderd die wordt veroorzaakt door het
bewegen van de camera en weinig licht. Beelden met een hoge
gevoeligheid zijn echter veel gevoeliger voor ruis.
JPEG (Joint Photographic Experts Group)
Een lossy-methode van compressie voor digitale beelden. JPEG-
beelden worden gecomprimeerd om de algehele bestandsgrootte
te verminderen met minimale afname van de beeldresolutie.
LCD (Liquid Crystal Display)
Een visuele display die algemeen wordt gebruikt in consumenten
elektronica. Dit display heeft een aparte achtergrondverlichting
nodig zoals CCFL of LED, om kleuren te kunnen reproduceren.
Bijlagen
166
Woordenlijst
Sluitertijd
De sluitertijd is de hoeveelheid tijd die nodig is om de sluiter
te openen en te sluiten. Dit is een belangrijke factor voor de
helderheid van een foto, aangezien hiermee de hoeveelheid licht
wordt geregeld die door het diafragma op de beeldsensor valt.
Met een kortere sluitertijd valt er minder licht naar binnen en wordt
de foto donkerder, maar is het ook eenvoudiger om de beweging
van het onderwerp te bevriezen.
Vignetten
Een vermindering van de helderheid of de verzadiging van een
beeld bij de randen in vergelijking met het midden van het beeld.
Vignetten kan de aandacht richten op onderwerpen die in het
midden van een beeld zijn geplaatst.
Witbalans (kleurbalans)
Een aanpassing van de intensiteit van kleuren (meestal de
primaire kleuren rood, groen en blauw) in een beeld. Het doel van
het aanpassen van de witbalans, of kleurbalans, is de kleuren van
een beeld correct weergeven.
OIS (Optische beeldstabilisatie)
Deze functie compenseert in real-time trillingen en schudden
tijdens de opname. Er treedt geen kwaliteitsvermindering van het
beeld op in vergelijking met de functie Digitale beeldstabilisatie.
Optische zoom
Dit is een algemene zoomfunctie waarmee beelden kunnen
worden vergroot met een lens en waarmee de beeldkwaliteit niet
vermindert.
Quality
Een uitdrukking van het compressieniveau dat is gebruikt in
een digitaal beeld. Beelden met een hogere kwaliteit hebben
een lager compressieniveau, wat meestal resulteert in grotere
bestanden.
Resolutie
Het aantal pixels in een digitaal beeld. Beelden met hoge resolutie
bevatten meer pixels en bevatten meer details dan beelden met
lage resolutie.
Bijlagen
167
Correcte verwijdering van dit product
(elektrische & elektronische afvalapparatuur)
(Van toepassing in landen waar afval gescheiden wordt
ingezameld)
Dit merkteken op het product, de accessoires of het informatiemateriaal
duidt erop dat het product en zijn elektronische accessoires (bv.
lader, headset, USB-kabel) niet met ander huishoudelijk afval
verwijderd mogen worden aan het einde van hun gebruiksduur. Om
mogelijke schade aan het milieu of de menselijke gezondheid door
ongecontroleerde afvalverwijdering te voorkomen, moet u deze artikelen
van andere soorten afval scheiden en op een verantwoorde manier
recyclen, zodat het duurzame hergebruik van materiaalbronnen wordt
bevorderd.
Huishoudelijke gebruikers moeten contact opnemen met de winkel
waar ze dit product hebben gekocht of met de gemeente waar ze
wonen om te vernemen waar en hoe ze deze artikelen milieuvriendelijk
kunnen laten recyclen.
Zakelijke gebruikers moeten contact opnemen met hun leverancier
en de algemene voorwaarden van de koopovereenkomst nalezen.
Dit product en zijn elektronische accessoires mogen niet met ander
bedrijfsafval voor verwijdering worden gemengd.
PlanetFirst duidt op het streven van Samsung
Electronics naar een duurzame ontwikkeling en
sociale verantwoordelijkheid door middel van een
milieubewuste bedrijfsvoering.
Correcte behandeling van een gebruikte accu
uit dit product
(Van toepassing in landen waar afval gescheiden
wordt ingezameld)
Dit merkteken op de accu, handleiding of verpakking geeft aan dat de
accu in dit product aan het einde van de levensduur niet samen met
ander huishoudelijk afval mag worden weggegooid. De chemische
symbolen Hg, Cd of Pb geven aan dat het kwik-, cadmium- of
loodgehalte in de accu hoger is dan de referentieniveaus in de Richtlijn
2006/66/EC. Indien de gebruikte accu niet op de juiste wijze wordt
behandeld, kunnen deze stoffen schadelijk zijn voor de gezondheid van
mensen of het milieu.
Ter bescherming van de natuurlijke hulpbronnen en ter bevordering van
het hergebruik van materialen, verzoeken wij u afgedankte accu’s en
batterijen te scheiden van andere soorten afval en voor recycling aan
te bieden bij het gratis inzamelingssysteem voor accu’s en batterijen in
uw omgeving.
Deze apparatuur mag in alle EU-landen worden gebruikt.
In Frankrijk mag deze apparatuur alleen binnenshuis worden gebruikt.
Bijlagen
168
Index
A
Aansluiten op een computer
Mac 108
Windows 110
AEB 80
Afdruk 142
AF-geluid 139
AF-hulplampje
Instellingen 143
Locatie 15
AF-lamp 143
Afspeelknop 20
Afspeelmodus 87
Afzonderlijke beelden uit een
video opslaan 98
AllShare Play 128
Artistieke pen-modus 57
Automatische back-up 131
Automatische
contrastverbetering (ACB)
Afspeelmodus 102
Opnamemodus 77
A/V-poort 15
B
Batterij
Let op 153
Opladen 20
Plaatsen 19
Beautypalet, modus 47
Beautyshot-modus 49
Beeldaanpassing
ACB 102
Contrast
Afspeelmodus 101
Opnamemodus 81
Helderheid
Afspeelmodus 101
Opnamemodus 76
Kleurverzadiging
Afspeelmodus 101
Opnamemodus 81
Rode ogen 102
Scherpte 81
Beeld in beeld-modus 53
Beeldkwaliteit 63
Beginafbeelding 139
Belichting 76
Bestanden beveiligen 93
Bestanden overbrengen
Automatische back-up 131
E-mail 125
Mac 108
Windows 110
Bestanden weergeven
Bewegende foto's 96
Diashow 96
Map 91
Miniaturen 92
Panoramafoto’s 95
Smart Album 91
Televisie 104
Bestanden wissen 93
Bewegingsdetectie 88
C
Camera loskoppelen 107
Cameraonderhoud 147
Cameraspecificaties 159
Classificeren 74
Contrast
Afspeelmodus 101
Opnamemodus 81
Bijlagen
169
Index
D
Datum/tijd aanpassen 141
Diashow 96
Digitale afdrukbestelling
(DPOF) 103
Digitale zoom 32
Draadloos netwerk 115
E
Externe zoeker 121
F
Filmfiltermodus 52
Filmmodus 41
Flitser
Anti-rode ogen 66
Auto 65
Invulflits 66
Langzame synchronisatie 66
Rode ogen 66
Uit 65
Formatteren 143
Fotofiltermodus 51
Foto in beweging 58
Foto's bewerken 99
Foutmeldingen 145
G
Gebarenopname, modus 46
Gebruikersknoppen 40
Geheugenkaart
Aandachtspunt 151
Plaatsen 19
Geluid 139
Gesplitste opnamemodus 55
Gezichten retoucheren
Afspeelmodus 102
Opnamemodus 49
H
HDR Plus, modus 50
HDTV 105
Helderheid
Afspeelmodus 101
Opnamemodus 76
Helderheid scherm 139
Helpmodus 30
Het aanraakscherm gebruiken
Aanraken 24
Bladeren 24
Vegen 24
I
Instellingen 141
Intelligent zoomen 33
ISO-waarde 67
K
Kleurverzadiging
Afspeelmodus 101
Opnamemodus 81
Knipperen 72
L
Lichtmeting
Centr. gewogen 77
Multi 77
Spot 77
Bijlagen
170
Index
M
Macro 68
Mijn Magisch kader,
modus 56
Mijn ster
Classificeren 90
Registreren 73
Miniaturen 92
Modus Live Panorama 44
Modus Magisch kader 56
O
One Touch-opname 70
Ontspanknop 15
Ontspanknop half
indrukken 35
Opladen 20
Opname bij weinig licht,
modus 47
Optionele accessoires 14
Optische beeldstabilisatie
(OIS) 34
P
Pictogrammen
Afspeelmodus 89
Opnamemodus 23
Startscherm 26
Portretten maken
Anti-rode ogen 66
Gezichtsdetectie 71
Knipperen 72
Rode ogen 66
Slimme gez.herkenning 72
Smile shot 71
Power-knop 15
Programmamodus 39
R
Registreren 73
Reinigen
Camerabody 147
Lens 147
Scherm 147
Reset 143
Resolutie
Afspeelmodus 99
Opnamemodus 62
Richtlijn 139
Rode ogen
Afspeelmodus 102
Opnamemodus 65
S
Scènemodus 43
Scherpstelgebied
Centrum AF 70
Multi AF 70
Scherpte 81
Serieopnamen 80
Servicecenter 156
Slimme gez.herkenning 72
Smart Album 91
Smart Auto-modus 38
Smart filmmodus 39
Smart filter
Afspeelmodus 100
Opnamemodus voor foto's 51
Video-opname, modus 52
Smart Link-knop 18
Smart Touch AF 70
Smile shot 71
Bijlagen
171
Index
Snel tonen 140
Spaarstand 140
Startknop 26
Startscherm 26
Statiefbevestigingspunt 15
Statuslampje 16
T
Taalinstellingen 141
Tijdinstellingen 21
Tijdzone-instellingen 21, 141
Timer
Opnamemodus 64
Timerlampje 15
U
Uitpakken 14
USB-poort 15
V
Vergroten 94
Verwijderen 74
Video
Afspeelmodus 97
Opnamemodus 41
Video's bewerken
Bijsnijden 98
Opnemen 98
W
Website
Foto's of video's
uploaden 123
Openen 123
Witbalans 78
Z
Zelfportretmodus 17
Zoom
Zoomfunctie gebruiken 32
Zoomgeluidinstellingen 82
Zoomknop 16
3
3D-fotomodus 59
3D-televisie 106
Raadpleeg voor klantenservice of bij vragen de garantie-
informatie die met het product is meegeleverd of bezoek onze
website www.samsung.com.

Documenttranscriptie

In deze gebruiksaanwijzing vindt u uitgebreide aanwijzingen voor het gebruik van uw camera. Lees deze gebruiksaanwijzing aandachtig door. Klik op een onderwerp Algemene problemen oplossen Beknopt overzicht Inhoud Gebruiksaanwijzing Basisfuncties Uitgebreide functies MV900F Opnameopties Afspelen/bewerken Draadloos netwerk Instellingen Bijlagen Index Informatie over gezondheid en veiligheid Houd u altijd aan de volgende voorzorgsmaatregelen en gebruikstips om gevaarlijke situaties te vermijden en ervoor te zorgen dat de camera optimaal werkt. Voorkom oogletsel bij het nemen van foto's. Gebruik de flitser van de camera niet vlakbij (op minder dan 1 m afstand van) de ogen van mensen of dieren. Als u de flitser dicht bij de ogen van het onderwerp gebruikt, kunt u tijdelijke of permanente schade aan het gezichtsvermogen veroorzaken. Waarschuwing—situaties die bij u of anderen letsel kunnen veroorzaken Haal de camera niet uit elkaar en probeer de camera niet te repareren. Dit kan een schok veroorzaken of de camera beschadigen. Houd de camera buiten het bereik van kleine kinderen en huisdieren. Houd de camera en alle bijbehorende onderdelen en accessoires buiten het bereik van kleine kinderen en huisdieren. Kleine onderdelen vormen verstikkingsgevaar of kunnen schadelijk zijn wanneer deze worden ingeslikt. Bewegende onderdelen en accessoires kunnen ook fysiek gevaar opleveren. Gebruik de camera niet dichtbij ontvlambare of explosieve gassen en vloeistoffen. Dit kan brand of een schok veroorzaken. Plaats geen ontvlambare materialen in de camera en bewaar dergelijke materialen niet in de buurt van de camera. Dit kan brand of een schok veroorzaken. Stel de camera niet gedurende lange tijd aan direct zonlicht of hoge temperaturen bloot. Langdurige blootstelling aan zonlicht of extreme temperaturen kan permanente schade aan interne onderdelen van het toestel veroorzaken. Raak de camera niet met natte handen aan. Dit kan een schok veroorzaken. 1 Informatie over gezondheid en veiligheid Voorkom dat de camera of oplader wordt bedekt door kleden of kleding. Dit kan oververhitting van de camera of brand veroorzaken. Vermijd storing van pacemakers. Bewaar minimaal 15 cm afstand tussen de camera en pacemakers om mogelijke storing van de pacemaker te voorkomen, overeenkomstig de aanbevelingen van de onafhankelijke onderzoeksgroep Wireless Technology Research. Als u vermoedt dat de camera storing veroorzaakt bij een pacemaker of ander medisch apparaat, moet u de camera onmiddellijk uitschakelen en voor instructies contact op te nemen met de fabrikant van de pacemaker of het medische apparaat. Gebruik het netsnoer en de oplader niet tijdens een onweersbui. Dit kan een elektrische schok veroorzaken. Als er vloeistoffen of vreemde voorwerpen in de camera komen, moet u meteen alle voedingsbronnen, zoals de batterij of oplader, loskoppelen en vervolgens contact opnemen met een servicecenter van Samsung. Houd u aan alle regelgeving die het gebruik van camera's in bepaalde omgevingen beperkt. • Voorkom storing met andere elektronische apparatuur. • Schakel de camera uit voordat u aan boord van een vliegtuig gaat. De camera kan storing in de apparatuur van het vliegtuig veroorzaken. Houd u aan alle voorschriften van de luchtvaartmaatschappij en zet de camera uit als dit door het vliegtuigpersoneel wordt gevraagd. • Schakel de camera uit in de nabijheid van medische apparatuur. De camera kan storing veroorzaken in medische apparaten in ziekenhuizen of zorginstellingen. Volg alle voorschriften, waarschuwingsmededelingen en aanwijzingen van medisch personeel. 2 Informatie over gezondheid en veiligheid Raak de flitser niet aan wanneer deze wordt gebruikt. De flitser wordt zeer heet en kan brandwonden veroorzaken. Voorzichtig—situaties die kunnen resulteren in beschadiging van de camera of andere apparatuur Als u de AC-oplader gebruikt, moet u de camera uitschakelen voor u de voedingsbron van de AC-oplader loskoppelt. Anders kunt u brand of een schok veroorzaken. Haal de batterijen uit de camera wanneer u deze voor langere tijd opbergt. Batterijen in het batterijvak kunnen na verloop van tijd gaan lekken of roesten en ernstige schade aan uw camera veroorzaken. Laat de stekker van de oplader niet in het stopcontact zitten als u de oplader niet gebruikt. Dit kan brand of een schok veroorzaken. Gebruik uitsluitend authentieke, door de fabrikant aanbevolen lithium-ionbatterijen ter vervanging. Zorg dat u de batterij niet beschadigt of verhit. Hierdoor kan brand ontstaan of persoonlijk letsel worden veroorzaakt. Gebruik voor het opladen van de batterijen geen elektriciteitssnoeren of stekkers die beschadigd zijn, of een loshangend stopcontact. Dit kan brand of een schok veroorzaken. Gebruik alleen door Samsung goedgekeurde batterijen, opladers, kabels en accessoires. • Niet-goedgekeurde batterijen, opladers, kabels of accessoires kunnen de camera beschadigen, letsel veroorzaken of ertoe leiden dat batterijen exploderen. • Samsung is niet aansprakelijk voor schade of letsel veroorzaakt door niet-goedgekeurde batterijen, opladers, kabels of accessoires. Zorg dat de AC-oplader niet in contact komt met de plus- en minpolen van de batterij. Dit kan brand of een schok veroorzaken. Laat de camera niet vallen en stel deze niet bloot aan grote schokken. Hierdoor kunnen het scherm en externe of interne onderdelen beschadigd raken. Gebruik batterijen niet voor doeleinden waarvoor de batterijen niet zijn bedoeld. Dit kan brand of een schok veroorzaken. 3 Informatie over gezondheid en veiligheid Wees voorzichtig bij het aansluiten van snoeren en adapters en het plaatsen van batterijen en geheugenkaarten. Door het forceren van aansluitingen, het niet op de juiste manier aansluiten van snoeren of het niet op de juiste manier plaatsen van batterijen en geheugenkaarten kunt u poorten, aansluitingen en accessoires beschadigen. Steek het smalle uiteinde van de USB-kabel in de camera. Als u de kabel omgekeerd aansluit, kunnen de bestanden beschadigen. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor enig verlies van gegevens. Voorkom storing met andere elektronische apparatuur. De camera zendt RF-signalen (Radio Frequency) uit die storing kunnen veroorzaken in elektronische apparatuur die niet of niet voldoende is beschermd, zoals pacemakers, gehoorapparaten, medische apparatuur en andere apparatuur thuis of in de auto. Vraag advies bij de fabrikant van uw elektronische apparatuur om mogelijke problemen met storing op te lossen. Gebruik alleen door Samsung goedgekeurde apparaten of accessoires om ongewenste storingen te voorkomen. Houd kaarten met magnetische stroken uit de buurt van het camera-etui. Informatie die is opgeslagen op de kaart kan worden beschadigd of gewist. Gebruik nooit een beschadigde oplader, batterij of geheugenkaart. Dit kan een schok, camerastoring of brand veroorzaken. Gebruik de camera in de normale gebruikspositie. Raak de interne antenne van de camera niet aan. Plaats de camera niet in of in de buurt van magnetische velden. Dit kan ervoor zorgen dat de camera niet goed meer werkt. Gegevensoverdracht en verantwoordelijkheden Gebruik de camera niet als het scherm beschadigd is. Als het glas of acrylaatonderdelen gebroken zijn, gaat u naar een servicecenter van Samsung Electronics om te camera te laten repareren. • Gegevens die via een WLAN worden verzonden, kunnen in verkeerde handen vallen, dus vermijd het verzenden van gevoelige gegevens in openbare ruimten of via open netwerken. • De fabrikant van de camera is niet aansprakelijk voor gegevensoverdracht waarmee inbreuk wordt gemaakt op auteursrechten, handelsmerken, intellectueleeigendomsrechten of regelgeving met betrekking tot de openbare zedelijkheid. Controleer voor gebruik of de camera naar behoren functioneert. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor verlies van bestanden of schade die kan voortkomen uit defecten aan de camera of onjuist gebruik. 4 Overzicht van de gebruiksaanwijzing Basisfuncties Copyrightinformatie • Microsoft Windows en het Windows-logo zijn geregistreerde handelsmerken van Microsoft Corporation. • Mac is een geregistreerd handelsmerk van Apple Corporation. • HDMI, het HDMI-logo en de term 'High Definition Multimedia Interface' zijn handelsmerken of geregistreerde handelsmerken van HDMI Licensing LLC. • microSD™, microSDHC™ en microSDXC™ zijn geregistreerde handelsmerken van SD Association. • Wi-Fi®, het Wi-Fi CERTIFIED-logo en het Wi-Fi-logo zijn geregistreerde handelsmerken van de Wi-Fi Alliance. • Handelsmerken en handelsnamen in deze gebruiksaanwijzing zijn het eigendom van de betreffende eigenaars. 13 Hier vindt u informatie over de indeling en pictogrammen van de camera en basisfuncties voor het maken van opnamen. Uitgebreide functies 37 Hier vindt u informatie over het maken van foto's en het opnemen van video's door een modus te selecteren. Opnameopties 61 Hier vindt u informatie over het instellen van de opties in de opnamemodus. Afspelen/bewerken 86 Hier vindt u informatie over hoe u foto's en video's kunt weergeven of afspelen en hoe u foto's en video's kunt bewerken. Ook leest u hier hoe u de camera op een computer of televisie (HDTV of 3D-tv) aansluit. • Cameraspecificaties of de inhoud van deze gebruiksaanwijzing kunnen bij een upgrade van camerafuncties zonder kennisgeving worden gewijzigd. • U kunt de camera het beste gebruiken in het land waar u deze hebt aangeschaft. • Gebruik deze camera op een verantwoorde manier en leef alle wet- en regelgeving met betrekking tot het gebruik van de camera na. • Het is niet toegestaan om enig deel van deze gebruiksaanwijzing zonder vooraf gegeven toestemming te hergebruiken of verspreiden. Draadloos netwerk 114 Hier wordt beschreven hoe u verbinding kunt maken met WLAN-netwerken en functies kunt gebruiken. Instellingen 137 Hier vind u opties om de instellingen van uw camera te configureren. Bijlagen Hier vindt u informatie over foutmeldingen, specificaties en onderhoud. 5 144 Onderwerp, achtergrond en compositie • Onderwerp: het hoofdobject van een scène, zoals een persoon, dier of stilleven • Achtergrond: de objecten rond het onderwerp • Compositie: de combinatie van onderwerp en achtergrond Symbolen in deze gebruiksaanwijzing Symbool Functie Aanvullende informatie Veiligheidsvoorschriften en waarschuwingen [ ] Cameraknoppen. [Ontspanknop] staat bijvoorbeeld voor de sluiterknop. ( ) Paginanummer van verwante informatie “ De volgorde van de opties of menu's die u moet selecteren om een stap uit te voeren; bijvoorbeeld: raak Gezichtsdetectie “ Normaal aan (betekent aan Gezichtsdetectie en raak vervolgens Normaal aan). * Voetnoot Achtergrond Compositie Onderwerp Belichting (Helderheid) De hoeveelheid licht die de camera binnenkomt, bepaalt de belichting. De belichting kan worden aangepast met sluitertijd, diafragmawaarde en ISO-waarde. Wanneer u de belichting verandert, worden de foto's donkerder of lichter. Uitdrukkingen in deze gebruiksaanwijzing Op de ontspanknop drukken • Druk de [Ontspanknop] half in: druk de sluiterknop tot halverwege in • Druk op de [Ontspanknop]: druk de sluiterknop helemaal in S Normale belichting Druk de [Ontspanknop] half in Druk op de [Ontspanknop] 6 S Overbelicht (te helder) Algemene problemen oplossen Hier vindt u informatie waarmee u algemene problemen kunt oplossen door opnameopties in te stellen. De ogen van het Dit wordt veroorzaakt door een reflectie van de flitser van de camera. onderwerp zijn rood. • Stel de flitsoptie in op Rode ogen of Anti-rode ogen. (pag. 65) • Als de foto al is gemaakt, selecteert u Anti-rode ogen in het bewerkingsmenu. (pag. 102) Foto's bevatten stofvlekken. Als u de flitser gebruikt, worden stofdeeltjes in de lucht mogelijk vastgelegd op foto's. • Schakel de flitser uit of neem geen foto's op stoffige plaatsen. • Pas de ISO-waarde aan. (pag. 67) Foto's zijn onscherp. Dit kan worden veroorzaakt doordat u foto's maakt bij weinig licht of doordat u de camera niet goed vasthoudt. Gebruik de functie OIS of druk de [Ontspanknop] half in om scherp te stellen op het onderwerp. (pag. 35) Bij nachtopnamen zijn foto's onscherp. Om meer licht binnen te laten, gebruikt de camera een langere sluitertijd. Hierdoor kan het moeilijk worden om de camera lang genoeg stabiel te houden om een duidelijke foto vast te leggen en kan de camera gaan trillen. • De modus Opname bij weinig licht gebruiken. (pag. 47) • Schakel de flitser in. (pag. 65) • Pas de ISO-waarde aan. (pag. 67) • Gebruik een statief om te voorkomen dat de camera beweegt. Het onderwerp is te donker door tegenlicht. Als de lichtbron zich achter het onderwerp bevindt of als er een groot contrast is tussen de lichte en donkere gebieden, kan het onderwerp te donker worden. • Maak geen foto's tegen de zon in. • Selecteer Tegenl. in de modus Scène. (pag. 43) • Stel de flitseroptie in op Invulflits. (pag. 65) • Pas de belichting aan. (pag. 76) • Stel de optie Automatische contrastverbetering (ACB) in. (pag. 77) • Stel de lichtmeting in op Spot als een onderwerp zich in het midden van het kader bevindt. (pag. 77) 7 Beknopt overzicht Foto's van mensen maken Zelfportret, modus f 17 Gebarenopname, modus f 46 Beautypalet, modus f 47 Beautyshot, modus f 49 Beeld in beeld, modus f 53 Rode ogen/Anti-rode ogen (rode ogen voorkomen of corrigeren) f 65 • Gezichtsdetectie f 71 • • • • • • 's Nachts of in het donker foto's maken • Modus Scène > Zon onder, Dageraad f 43 • Opname bij weinig licht, modus f 47 • Flitseropties f 65 De belichting aanpassen (helderheid) • ISO-waarde (de lichtgevoeligheid aanpassen) f 67 • EV (de belichting aanpassen) f 76 • ACB (compenseren voor onderwerpen tegen heldere achtergronden) f 77 • L.meting f 77 • AEB (3 foto's van dezelfde scène maken, maar met verschillende belichtingen) f 80 Foto's van de omgeving maken • Modus Scène > Landschap f 43 • Live Panorama, modus f 44 Effecten toepassen op foto's • ISO-waarde (de lichtgevoeligheid aanpassen) f 67 Actiefoto's maken • Serieopnamen f 80 Foto's van tekst, insecten en bloemen maken • Modus Scène > Tekst f 43 • Macro f 68 • • • • • • • • HDR Plus, modus f 50 Fotofilter, modus f 51 Gesplitste opname, modus f 55 Magisch kader, modus f 56 Mijn Magisch kader, modus f 56 Artistieke pen, modus f 57 Foto in beweging, modus f 58 Beeld aanpassen (om Scherpte, Contrast of Kleurverz. aan te passen) f 81 8 Effecten toepassen op video's • Filmfilter, modus f 52 Bewegingsonscherpte voorkomen • Optische beeldstabilisatie (OIS) f 34 • Bestanden op categorie bekijken in Smart Album f 91 • Bestanden weergeven als miniaturen f 92 • Alle bestanden op de geheugenkaart verwijderen f 94 • Foto's als diashow weergeven f 96 • Bestanden weergeven op een televisie (HDTV of 3D-tv) f 104 • De camera op een computer aansluiten f 107 • Websites voor het delen van foto's of video's gebruiken f 123 • Foto's of video's via e-mail verzenden f 126 • Geluid en volume aanpassen f 139 • De helderheid van het scherm aanpassen f 139 • De schermtaal wijzigen f 141 • De datum en tijd instellen f 141 • Voordat u contact opneemt met een servicecenter f 156 Inhoud Basisfuncties..................................................................... 13 Uitgebreide functies ......................................................... 37 Uitpakken .................................................................... Indeling van de camera ............................................... Het scherm gebruiken ................................................ De Smart Link-knop gebruiken .................................... De batterij en geheugenkaart plaatsen ....................... De batterij opladen en de camera inschakelen .......... De batterij opladen ..................................................... De camera inschakelen .............................................. De eerste instellingen uitvoeren .................................. Uitleg over de pictogrammen ...................................... Het aanraakscherm gebruiken .................................... Het startscherm gebruiken .......................................... Het startscherm openen ............................................. Pictogrammen op het startscherm ............................... Bladeren op het startscherm ....................................... Pictogrammen opnieuw indelen ................................... Achtergrond instellen .................................................. De Helpmodus gebruiken ........................................... Foto's maken ............................................................... Zoomen .................................................................... Bewegingsonscherpte voorkomen (OIS) ....................... Tips om betere foto's te maken .................................. Opnamemodi gebruiken .............................................. De Smart Auto-modus gebruiken ................................. De Programmamodus gebruiken ................................. De Filmmodus gebruiken ............................................ De Scènemodus gebruiken ......................................... De modus Live Panorama gebruiken ............................ De modus Gebarenopname gebruiken ........................ De modus Opname bij weinig licht gebruiken ................ De modus Beautypalet gebruiken ............................... Effectmodi gebruiken .................................................. De Beautyshot-modus gebruiken ................................ De modus HDR Plus gebruiken ................................... De Fotofiltermodus .................................................... De Filmfiltermodus gebruiken ...................................... De modus Beeld in beeld gebruiken ............................ De modus Gesplitste opname gebruiken ...................... De Magische kadermodus gebruiken ........................... De modus Mijn Magisch kader gebruiken ..................... De modus Artistieke pen gebruiken .............................. De modus Foto in beweging gebruiken ........................ De 3D-fotomodus gebruiken ....................................... 14 15 17 18 19 20 20 20 21 23 24 26 26 26 28 29 29 30 31 32 34 35 9 38 38 39 41 43 44 46 47 47 49 49 50 51 52 53 55 56 56 57 58 59 Inhoud Helderheid en kleur aanpassen ................................... De belichting handmatig aanpassen (EV) ...................... Compenseren voor tegenlicht (ACB) ............................ De lichtmeetmethode wijzigen ..................................... Een instelling voor Witbalans selecteren ....................... Serieopnamen ............................................................. Afbeeldingen aanpassen ............................................. Het geluid van de zoom verminderen ......................... Opnameopties voor de spaarstand wijzigen .............. Beschikbare opname-instellingen per opnamemodus ............................................................ Opnameopties .................................................................. 61 De resolutie en beeldkwaliteit selecteren .................... De resolutie selecteren ............................................... Een beeldkwaliteit selecteren ....................................... De timer gebruiken ...................................................... Opnamen in het donker maken ................................... Rode ogen voorkomen ............................................... De flitser gebruiken ..................................................... De ISO-waarde aanpassen ......................................... De scherpstelling aanpassen ...................................... Macro gebruiken ........................................................ Meebewegende autofocus gebruiken .......................... One Touch-opname gebruiken .................................... Het scherpstelgebied aanpassen ................................. Gezichtsdetectie gebruiken ........................................ Gezichten detecteren ................................................. Een foto van een lachend gezicht maken ..................... Knipperende ogen detecteren ..................................... Slimme gezichtsherkenning gebruiken .......................... Gezichten als favoriet registreren (Mijn ster) ................... Tips voor gezichten detecteren .................................... 62 62 63 64 65 65 65 67 68 68 69 70 70 71 71 71 72 72 73 75 10 76 76 77 77 78 80 81 82 83 84 Inhoud Afspelen/bewerken........................................................... 86 Draadloos netwerk ......................................................... 114 Foto's of video's weergeven in de afspeelmodus ...... 87 De afspeelmodus starten ............................................ 87 Foto's weergeven ....................................................... 94 Een video afspelen ..................................................... 97 Foto's bewerken .......................................................... 99 Het formaat van een foto wijzigen ................................. 99 Een foto draaien ......................................................... 99 Een foto bijsnijden .................................................... 100 Smart filter-effecten toepassen .................................. 100 Foto's aanpassen ..................................................... 101 Een afdrukbestelling maken (DPOF) ........................... 103 Bestanden weergeven op een televisie (HDTV of 3D-tv) ......................................................... 104 Bestanden naar een computer overbrengen ............ 107 Bestanden naar een Windows-computer overbrengen ............................................................ 107 Bestanden naar een Mac-computer overbrengen ....... 108 Programma's op de computer gebruiken ................. 109 iLauncher installeren ................................................. 109 iLauncher gebruiken ................................................. 110 Verbinding maken met een WLAN en netwerkinstellingen configureren .............................. Verbinding maken met een WLAN ............................. De aanmeldingsbrowser gebruiken ............................ Tips over netwerkverbinding ...................................... Tekst invoeren .......................................................... Foto's of video's verzenden naar een smartphone ............................................................... Een smartphone gebruiken als externe ontspanknop .............................................................. Websites voor het delen van foto's of video's gebruiken ................................................................... Een website openen ................................................. Foto's of video's uploaden ........................................ Foto's of video's via e-mail verzenden ..................... E-mailinstellingen wijzigen .......................................... Foto's of video's via e-mail verzenden ........................ Bestanden verzenden met AllShare Play ................. Foto's uploaden naar de online opslagruimte ............. Foto's of video's weergeven op tv's die AllShare Play ondersteunen .......................................................... Automatische back-up gebruiken om foto's of video's te verzenden ................................................ Het programma voor Automatische back-up installeren op uw pc ................................................. Foto's of video's verzenden naar een pc ..................... Foto's uploaden naar een cloudserver ..................... Foto's verzenden via Wi-Fi Direct ............................. Over de WOL-functie Wake on LAN ......................... 11 115 115 117 117 118 120 121 123 123 123 125 125 126 128 128 129 131 131 131 133 134 135 Inhoud Instellingen ...................................................................... 137 Instellingenmenu ....................................................... Het instellingenmenu openen .................................... Geluid ..................................................................... Display .................................................................... Connectiviteit ........................................................... Algemeen ................................................................ 138 138 139 139 140 141 Bijlagen ............................................................................ 144 Foutmeldingen ........................................................... Cameraonderhoud .................................................... De camera reinigen .................................................. De camera gebruiken of opbergen ............................. Geheugenkaarten .................................................... De batterij ................................................................ Voordat u contact opneemt met een servicecenter ............................................................. Cameraspecificaties .................................................. Woordenlijst ............................................................... Index .......................................................................... 145 147 147 148 149 152 156 159 163 168 12 Basisfuncties Hier vindt u informatie over de indeling en pictogrammen van de camera en basisfuncties voor het maken van opnamen. Uitpakken …………………………………… 14 Indeling van de camera …………………… 15 Het scherm gebruiken …………………… 17 De Smart Link-knop gebruiken …………… 18 De batterij en geheugenkaart plaatsen … 19 De batterij opladen en de camera inschakelen ………………………………… 20 De batterij opladen ……………………… 20 De camera inschakelen …………………… 20 De eerste instellingen uitvoeren ………… 21 Uitleg over de pictogrammen …………… 23 Het aanraakscherm gebruiken …………… 24 Het startscherm gebruiken ……………… Het startscherm openen ………………… Pictogrammen op het startscherm ……… Bladeren op het startscherm ……………… Pictogrammen opnieuw indelen ………… Achtergrond instellen ……………………… 26 26 26 28 29 29 De Helpmodus gebruiken ………………… 30 Foto's maken ……………………………… 31 Zoomen …………………………………… 32 Bewegingsonscherpte voorkomen (OIS) … 34 Tips om betere foto's te maken ………… 35 Uitpakken De productverpakking bevat de volgende onderdelen. Optionele accessoires Camera Oplaadbare batterij AC-adapter/USB-kabel Camera-etui A/V-kabel HDMI-kabel Geheugenkaart/ Geheugenkaartadapter Polslus • De afbeeldingen kunnen enigszins afwijken van de onderdelen die Snelstartgids bij uw product zijn geleverd. • Afhankelijk van het model kunnen er verschillende items in de doos zitten. • U kunt optionele accessoires aanschaffen bij een wederverkoper of een servicecenter van Samsung. Samsung is niet verantwoordelijk voor problemen die door het gebruik van niet-goedgekeurde accessoires ontstaan. Basisfuncties 14 Indeling van de camera Zorg dat u vertrouwd bent met de diverse onderdelen en functies van de camera voordat u begint. Power-knop Ontspanknop Microfoon Flitser AF-hulplampje/Timerlampje Lens Interne antenne* * Vermijd contact met de interne antenne tijdens het gebruik van het draadloze netwerk. Luidspreker HDMI-aansluiting Voor aansluiting van HDMI-kabel Statiefbevestigingspunt USB- en A/V-aansluiting Voor aansluiting van USB-kabel en A/V-kabel Batterijklep Een geheugenkaart en batterij plaatsen Basisfuncties 15 Indeling van de camera Smart Link-knop Een vooraf ingestelde Wi-Fi-functie starten. Zoomknop • In de opnamemodus: in- en uitzoomen • In de afspeelmodus: inzoomen op een deel van de foto of bestanden als miniaturen weergeven Statuslampje • Knippert: wanneer de camera verbinding maakt het WLAN of een foto verzendt, als het beeld onscherp is of als er een probleem is met het opladen van de batterij, wanneer de camera een foto of video opslaat of het geheugen wordt gelezen door een computer • Licht op: wanneer de camera is aangesloten op een computer, wanneer de batterij wordt opgeladen of wanneer het beeld is scherpgesteld De polslus bevestigen Scherm Startknop Het startscherm openen Afspeelknop Naar de afspeelmodus gaan Basisfuncties 16 x y Indeling van de camera 3 Het scherm gebruiken U kunt een zelfportret maken terwijl u uzelf op het scherm bekijkt door het scherm omhoog te klappen en de sluiterknop aan de achterkant van de camera te gebruiken. Het scherm kan 180 omhoog worden geklapt. Raak het framegebied op het scherm aan. • Drie seconden na de scherpstelling, activeert de camera automatisch de ontspanknop. 180˚ Ontspanknop De modus Zelfportret gebruiken In de modus Smart Auto en Programma kunt u het scherm omhoog klappen en een zelfportret maken terwijl u uzelf bekijkt op het scherm. 1 2 Raak of • Klap het scherm in als u het niet gebruikt. • Klap het scherm niet meer dan 180 graden omhoog, anders kan het breken. • Gebruik een statief als u de camera niet met uw handen kunt vasthouden en het scherm omhoog is geklapt. Als u dit niet doet, kan de camera worden beschadigd. aan op het startscherm. Klap het scherm omhoog. Basisfuncties 17 Indeling van de camera De Smart Link-knop gebruiken U kunt de Wi-Fi-functie gemakkelijk inschakelen met [Smart Link]. • Druk op [Smart Link] om de ingestelde Wi-Fi-functie te activeren. De camera activeert de ingestelde functie. Druk nogmaals op [Smart Link] om terug te gaan naar de vorige modus. Een optie voor een Smart Link-knop instellen U kunt een Wi-Fi-functie selecteren die moet worden gestart wanneer u op [Smart Link] drukt. 1 2 3 Raak aan op het startscherm. Raak Algemeen “ Smart Link (Wi-Fi-knop). Selecteer een optie. (pag. 141) Basisfuncties 18 De batterij en geheugenkaart plaatsen Hier vindt u informatie over het in de camera plaatsen van de batterij en een optionele geheugenkaart. De batterij en geheugenkaart verwijderen Duw voorzichtig tegen de kaart totdat deze uit de camera loskomt en trek de kaart vervolgens uit de sleuf. Geheugenkaart Zorg dat bij het plaatsen van een geheugenkaart de goudkleurige contactpunten omhoog zijn gericht. Batterijvergrendeling Geheugenkaart Plaats de batterij met het Samsung-logo omhoog gericht. Schuif de vergrendeling naar boven om de batterij los te maken. Oplaadbare batterij Oplaadbare batterij Basisfuncties 19 De batterij opladen en de camera inschakelen De batterij opladen De camera inschakelen Voordat u de camera voor het eerst gaat gebruiken, moet de batterij worden opgeladen. Sluit het kleine uiteinde van de USBkabel aan op de camera en sluit het andere uiteinde van de USBkabel aan op de AC-adapter. Druk op [POWER] om de camera in- of uit te schakelen. • Het scherm voor de eerste instellingen verschijnt wanneer u de camera voor het eerst inschakelt. (pag. 21) • Wanneer u de camera inschakelt, wordt de laatste gebruikte opnamemodus weergegeven. Statuslampje • Rode lampje brandt: bezig met opladen • Rode lampje uit: volledig opgeladen • Rode lampje knippert: fout opgetreden De camera inschakelen in de afspeelmodus Houd [p] ingedrukt. De camera wordt ingeschakeld en gaat direct naar de afspeelmodus. Gebruik alleen de AC-adapter en de USB-kabel die bij de camera zijn geleverd. Als u een andere AC-adapter (zoals SAC-48) gebruikt, is het mogelijk dat de batterij van de camera niet kan worden opgeladen of niet correct werkt. Als u uw camera inschakelt door [p] ingedrukt te houden totdat het statuslampje knippert, geeft de camera geen enkel geluid. Basisfuncties 20 De eerste instellingen uitvoeren Wanneer het scherm voor de eerste instellingen verschijnt, volgt u de onderstaande stappen om de basisinstellingen van de camera te configureren. De standaardtaal is vooraf ingesteld voor het land of de regio waarin de camera wordt verkocht. U kunt de taal naar wens aanpassen door Language aan te raken. 1 2 5 Raak Tijdzone aan. Raak Thuis en vervolgens z of x aan om een tijdzone te selecteren. Raak de pijlen omhoog en omlaag aan om de datum in te stellen. Datum/tijd aanpassen • Als u naar een ander land reist, kunt u Bezoek aanraken en Maand een nieuwe tijdzone selecteren. Dag Jaar Tijdzone • Het scherm kan afwijken, afhankelijk van de geselecteerde taal. Londen 3 4 Raak o aan om op te slaan. Raak Datum/tijd aanpassen aan. Basisfuncties 21 De eerste instellingen uitvoeren 6 Raak aan en raak de pijl omhoog of omlaag aan om de tijd in te stellen. Datum/tijd aanpassen Uur • Raak 7 8 9 Min. Zomertijd aan als u zomertijd wilt instellen. Raak o aan om op te slaan. Raak o aan om instellingen op te slaan. Raak OK aan in het pop-upvenster. Basisfuncties 22 Uitleg over de pictogrammen Welke pictogrammen worden weergegeven op het scherm, is afhankelijk van de geselecteerde modus en de ingestelde opties. Symbool Beschrijving Symbool Beschrijving Timer Fotoresolutie Autofocuskader Videoresolutie Bewegingsonscherpte Lichtmeting Zoomindicator Framesnelheid Zoomverhouding Optische beeldstabilisatie (OIS) 1 Instellingenpictogrammen (aanraken) Fotoresolutie als de intelligente zoomfunctie is ingeschakeld Sound Alive is ingeschakeld Symbool Beschrijving Rasterlijnen 1 2 3 Flitsoptie m ISO-waarde Autofocusinstelling ** Raak het pictogram aan om een korte beschrijving van de geselecteerde modus weer te geven. Optie voor type serieopname 3 Statuspictogrammen Type reeksopnamen Opname-instellingen Symbool Beschrijving Flitser One Touch-opname-optie* * Het pictogram wordt alleen in de modus Smart Auto weergegeven. 2 Statuspictogrammen Symbool Belichtingswaarde aangepast Beschrijving Huidige opnamemodus** Huidige datum Huidige tijd Diafragmawaarde Sluitertijd Witbalans Resterend aantal foto's Beschikbare opnametijd Beeld aanpassen Geheugenkaart niet geplaatst*** Intelligent zoomen ingeschakeld Geheugenkaart geplaatst Gezichtsdetectie • : volledig opgeladen • : gedeeltelijk opgeladen • : leeg (opladen) • : opladen (aangesloten op de lader) Basisfuncties 23 Autofocus *** U moet een geheugenkaart plaatsen om foto's op te slaan. Druk meerdere keren op het scherm om het type weergave te wijzigen. Het aanraakscherm gebruiken Hier vindt u informatie waarmee u het aanraakscherm leert gebruiken. U kunt menu's of opties selecteren door een pictogram op het scherm aan te raken. Het aanraakscherm werkt het beste wanneer u het aanraakt met de punt van uw vinger. Raak het scherm niet aan met scherpe voorwerpen, zoals pennen en potloden. Anders kunt u het scherm beschadigen. Aanraken Vegen Raak een pictogram aan om een menu of optie te selecteren. Smart Auto Programma Film Live Gebarenopname Opname bij Panorama weinig licht Veeg voorzichtig met uw vinger over het scherm. Scène Beautypalet Slepen Raak een gedeelte van het scherm aan en sleep vervolgens met uw vinger. ACB L.meting Timer Snelheid Beeld aanpassen Basisfuncties 24 Het aanraakscherm gebruiken Een optie selecteren • Als u meerdere items tegelijk aanraakt, herkent het aanraakscherm uw • Sleep de optielijst omhoog of omlaag tot de gewenste optie invoer mogelijk niet. • Wanneer u het scherm aanraakt of over het scherm sleept met de wordt weergegeven. Raak de optie aan. schermpen, kunnen er verkleuringen optreden. Dit is geen defect, maar een eigenschap van het aanraakscherm. De verkleuring is minimaal als u bij deze handelingen het scherm slechts licht aanraakt. • Als u de camera gebruikt in zeer vochtige omgevingen, werkt het aanraakscherm mogelijk niet correct. • Als u beschermfolie of ander accessoires aanbrengt op het aanraakscherm, werkt het scherm mogelijk niet correct. • Afhankelijk van de kijkhoek kan het scherm donker lijken. Pas de helderheid of de kijkhoek aan om de resolutie te verbeteren. ACB L.meting Timer Snelheid Beeld aanpassen • Raak een optie aan die u wilt in- of uitschakelen. ACB Uit Aan Als u aanraakt, wordt een pop-upvenster weergegeven met informatie over functies en instellingen. Basisfuncties 25 Het startscherm gebruiken Met de pictogrammen op het startscherm kunt u een modus of functie selecteren of het instellingenmenu openen. Het startscherm openen Pictogrammen op het startscherm Druk in de opname- of afspeelmodus op [h]. Druk nogmaals op [h] om naar de vorige modus terug te keren. Symbool Beschrijving Smart Auto: een foto maken met een Scènemodus die automatisch door de camera is geselecteerd. (pag. 38) Programma: een foto maken met instellingen die u handmatig hebt aangepast. (pag. 39) Film: een video opnemen. (pag. 41) Scène: een foto maken met vooraf ingestelde opties voor een specifieke scène. (pag. 43) Live Panorama: een serie foto's maken en deze combineren om een panoramisch beeld te maken. (pag. 44) Smart Auto Programma Film Live Gebarenopname Opname bij Panorama weinig licht Nr. Scène 1 Gebarenopname: foto's maken via handgebaren. (pag. 46) 2 Opname bij weinig licht: in omstandigheden met weinig licht zonder flitser meerdere foto's maken. De camera combineert deze foto's tot een heldere afbeelding die scherper is en minder beeldruis bevat. (pag. 47) Beautypalet Beschrijving 1 Raak een pictogram aan om een modus of functie weer te geven. • Sleep of veeg uw vinger over het scherm om naar een andere pagina te gaan. 2 Het nummer van de huidige pagina. ( ) Basisfuncties 26 Beautypalet: een portretfoto maken en vervolgens verschillende beauty-effecten toepassen om het portret te verfraaien. (pag. 47) Het startscherm gebruiken Symbool Beschrijving Symbool Beschrijving MobileLink: foto's of video's verzenden naar een smartphone. (pag. 120) Fotofilter: een foto maken met verschillende filtereffecten. (pag. 51) Remote Viewfinder: een smartphone gebruiken als externe ontspanknop en een voorbeeld op uw smartphone weergeven van een afbeelding op uw camera. (pag. 121) Filmfilter: een video opnemen met verschillende filtereffecten. (pag. 52) Delen op sociale netwerken: foto's of video's uploaden naar websites voor het delen van bestanden. (pag. 123) E-mail: foto's of video's die op de camera zijn opgeslagen, verzenden via e-mail. (pag. 125) AllShare Play: foto's uploaden naar de online AllShare Play-opslagruimte of bestanden weergeven op een breedbeeld-tv. (pag. 128) Automatische back-up: foto's of video's die u met de camera hebt opgenomen, draadloos verzenden naar een pc. (pag. 131) Cloud: foto's uploaden naar een cloudserver. (pag. 133) Beautyshot: een portretfoto maken met opties voor het verbergen van onvolkomenheden in het gezicht. (pag. 49) HDR Plus: met het effect HDR Plus (High Dynamic Range) kunt u foto's vastleggen met een groter bereik van kleurtinten. (pag. 50) Basisfuncties 27 Beeld in beeld: een achtergrondfoto vastleggen en een kleinere foto of video op de voorgrond invoegen. (pag. 53) Gesplitste opname: meerdere foto's maken en deze indelen met voorgedefinieerde indelingen. (pag. 55) Magisch kader: een foto maken met verschillende kadereffecten. (pag. 56) Mijn Magisch kader: een foto maken en een gedeelte selecteren dat u transparant wilt maken. Vervolgens kunt u een nieuwe foto maken die in het transparante gedeelte verschijnt. (pag. 56) Artistieke pen: een foto maken en vervolgens een video bekijken waarin wordt uitgelegd hoe u een filtereffect kunt toepassen. (pag. 57) Foto in beweging: een serie foto's maken en combineren en vervolgens een gebied selecteren om een GIF-animatie te maken. (pag. 58) 3D-foto: een foto met 3D-effecten maken voor een 3D-tv. (pag. 59) Het startscherm gebruiken Bladeren op het startscherm Symbool Beschrijving Album: bestanden op categorie weergeven in Smart Album. (pag. 91) Foto-editor: foto's bewerken met verschillende effecten. (pag. 99) Achtergronden: een afbeelding selecteren die u wilt instellen als achtergrond van het startscherm. (pag. 29) Help: de Help weergeven en leren hoe u de camera kunt gebruiken. (pag. 30) Instellingen: instellingen aanpassen aan uw voorkeuren. (pag. 138) Basisfuncties 28 Draai op het startscherm de [Zoomknop] naar links om alle pagina's van het startscherm weer te geven. Raak een pagina aan om deze op het volledige scherm weer te geven. Het startscherm gebruiken Pictogrammen opnieuw indelen Achtergrond instellen U kunt de pictogrammen op het startscherm opnieuw indelen in elke gewenste volgorde. U kunt een afbeelding selecteren die u wilt instellen als achtergrond van het startscherm. 1 1 2 Raak een pictogram aan en blijf dit aanraken. Raak aan op het startscherm. Selecteer een optie. Symbool Beschrijving Smart Auto Programma Film Live Gebarenopname Opname bij Panorama weinig licht 2 Scène Selecteer de gewenste achtergrond in de standaardgalerie. Stel een foto die u hebt gemaakt, in als achtergrond. • U kunt een opgegeven gebied instellen als achtergrond. Beautypalet Sleep het pictogram naar een nieuwe locatie. 3 • Sleep een pictogram naar de linker- of rechterzijde van het U kunt de foto die u bekijkt, ook instellen als achtergrond door in de afspeelmodus m “ Achtergrond instellen “ o aan te raken. scherm als u het pictogram naar een andere pagina wilt verplaatsen. Als u het pictogram op een nieuwe locatie plaatst, schuiven de andere pictogrammen aan de kant. Smart Auto Programma Film Selecteer de gewenste achtergrond en raak o aan. Scène Opname bij Beautypalet weinig licht Basisfuncties 29 De Helpmodus gebruiken U kunt in de modus Help een eenvoudige beschrijving van de applicatie en een gebruikstip weergeven. 1 Raak aan op het startscherm. 2 Selecteer een optie. • Selecteer de gewenste optie lijst van de subsectie. Beschrijvingen camerafuncties Album Foto-editor Achtergronden Help Programma Instellingen • Raak • Raak om terug te keren naar de lijst. of aan om door de beschrijvingen en tips te bladeren. 3 Basisfuncties 30 Raak aan wanneer u een applicatiebeschrijving bekijkt om een modus te openen. Foto's maken Hier vindt u informatie over hoe u snel en eenvoudig foto's kunt maken in de modus Smart Auto. 1 2 Raak aan op het startscherm. Plaats het onderwerp in het kader. 4 Druk de [Ontspanknop] volledig in om een foto te maken. 5 Druk op [p] om de gemaakte foto weer te geven. • Raak 6 “ Ja aan om de foto te verwijderen. Druk op [p] om terug te gaan naar de opnamemodus. Zie pagina 35 voor tips om betere foto's te maken. 3 Druk de [Ontspanknop] half in om scherp te stellen. • Een groen kader betekent dat het onderwerp scherp in beeld is. • Een rood kader betekent dat het onderwerp niet scherp in beeld is. Basisfuncties 31 Foto's maken Digitale zoom Zoomen U kunt close-upfoto's maken door in te zoomen. De digitale zoomfunctie wordt standaard ondersteund in de opnamemodus. Als u inzoomt op een onderwerp in de opnamemodus en de zoomaanduiding bevindt zich in het digitale bereik, gebruikt de camera de digitale zoomfunctie. U kunt tot 25 keer inzoomen als u zowel de optische zoomfunctie (5X) als de digitale zoomfunctie (5X) gebruikt. Optisch bereik Zoomverhouding Uitzoomen Zoomindicator Digitaal bereik Inzoomen • De digitale zoomfunctie is alleen beschikbaar in de modi Programma en Scène (met uitzondering van Tekst). • De digitale zoomfunctie is niet beschikbaar voor de opties One Touch- Wanneer u de zoomknop draait, kan de zoomverhouding op het scherm ongelijk worden gewijzigd. opname en Smart Touch AF. • Als u een foto maakt met de digitale zoomfunctie, kan de fotokwaliteit lager zijn dan normaal. Basisfuncties 32 Foto's maken Intelligent zoomen Intelligent zoomen instellen Als de zoomindicator zich in het bereik voor intelligent zoomen bevindt, gebruikt de camera de intelligente zoomfunctie. De resolutie van de foto verschilt afhankelijk van de zoomverhouding als u de intelligente zoomfunctie gebruikt. U kunt tot 10 keer inzoomen als u zowel de optische als de intelligente zoomfunctie gebruikt. Optisch bereik 1 2 Fotoresolutie als de intelligente zoomfunctie is ingeschakeld Zoomindicator Bereik intelligent zoomen • De intelligente zoomfunctie is alleen beschikbaar in de modi Smart Auto (4:3 ratio), Programma en Scène (behalve Tekst). • De intelligente zoomfunctie is niet beschikbaar voor de opties One Touch-opname en Smart Touch AF. • Met de intelligente zoomfunctie kunt u foto's maken met minder kwaliteitsverlies dan met de digitale zoomfunctie. De fotokwaliteit kan echter wel minder zijn dan bij gebruik van de optische zoomfunctie. • De intelligente zoomfunctie is alleen beschikbaar als u de 4:3-beeldverhouding instelt. Als u een andere beeldverhouding instelt terwijl de intelligente zoomfunctie is ingeschakeld, wordt de intelligente zoomfunctie automatisch uitgeschakeld. Basisfuncties 33 Raak in de opnamemodus m aan. Raak Intelli-zoom aan en raak vervolgens de gewenste optie aan om deze in o uit te schakelen. Symbool Beschrijving Uit: de intelligente zoomfunctie is uitgeschakeld. Aan: de intelligente zoomfunctie is ingeschakeld. Foto's maken Bewegingsonscherpte voorkomen (OIS) • In de volgende omstandigheden werkt OIS mogelijk niet goed: In de opnamemodus kunt u de bewegingsonscherpte optisch beperken. - Wanneer u de camera beweegt om een bewegend onderwerp te volgen. - Wanneer u de digitale zoomfunctie gebruikt. - Wanneer de camera te veel trilt. - Wanneer u een langzame sluitertijd gebruikt (bijvoorbeeld voor nachtopnamen). - Wanneer de batterij bijna leeg is. - Wanneer u een close-upfoto maakt. • Als u de OIS-functie met een statief gebruikt, kunnen de foto's onscherp worden door de trilling van de OIS-sensor. Schakel de OIS-functie uit wanneer u een statief gebruikt. • Als de camera valt of een schok krijgt, wordt het scherm wazig. Als dit gebeurt, moet u de camera uitschakelen en weer inschakelen. S Vóór correctie 1 2 S Na correctie Raak in de opnamemodus m aan. Raak OIS aan en raak vervolgens de gewenste optie aan om deze in of uit te schakelen. Symbool Beschrijving Uit: OIS is uitgeschakeld. Aan: OIS is ingeschakeld. Basisfuncties 34 Tips om betere foto's te maken De camera op de juiste manier vasthouden Bewegingsonscherpte voorkomen Zorg ervoor dat niets de lens, flitser of microfoon blokkeert. Stel de OIS-optie (Optische beeldstabilisatie) in om de bewegingsonscherpte optisch te reduceren. (pag. 34) Als De ontspanknop half indrukken Druk de [Ontspanknop] half in en pas de scherpstelling aan. De camera past de scherpstellingen en belichting automatisch aan. De camera stelt de diafragmawaarde en sluitertijd automatisch in. wordt weergegeven Bewegingsonscherpte Zorg dat bij opnamen in het donker de flitseroptie niet is ingesteld op Langz sync of Uit. Het diafragma blijft langer open en het kan moeilijk zijn om de camera lang genoeg stabiel te houden om een scherpe foto Scherpstelkader • Druk de [Ontspanknop] volledig te maken. in om een foto te maken als het • Gebruik een statief of stel de flitser in op Invulflits. (pag. 65) scherpstelkader groen is. • Pas de ISO-waarde aan. (pag. 67) • Pas de compositie aan en druk de [Ontspanknop] nogmaals half in als het scherpstelkader rood is. Basisfuncties 35 Voorkomen dat het onderwerp niet scherp is In de volgende gevallen kan het moeilijk zijn om scherp te stellen op het onderwerp: - Er is weinig contrast tussen het onderwerp en de achtergrond (als het onderwerp bijvoorbeeld kleren draagt met kleuren die lijken op de achtergrondkleur). - De lichtbron achter het onderwerp is te fel. - Het onderwerp glanst of weerspiegelt. - Het onderwerp heeft horizontale patronen, zoals bij jaloezieën het geval is. - Het onderwerp bevindt zich niet in het midden van het kader. • Als u foto's maakt bij weinig licht Schakel de flitser in. (pag. 65) • Als onderwerpen snel bewegen De functie voor serieopnamen gebruiken. (pag. 80) De scherpstelvergrendeling gebruiken Druk de [Ontspanknop] half in om scherp te stellen. Wanneer het onderwerp scherp in beeld is, kunt u het kader verschuiven om de compositie aan te passen. Druk wanneer u klaar bent de [Ontspanknop] volledig in om een foto te maken. Basisfuncties 36 Uitgebreide functies Hier vindt u informatie over het maken van foto's en het opnemen van video's door een modus te selecteren. Opnamemodi gebruiken ………………… De Smart Auto-modus gebruiken ………… De Programmamodus gebruiken ………… De Filmmodus gebruiken ………………… De Scènemodus gebruiken ……………… De modus Live Panorama gebruiken …… De modus Gebarenopname gebruiken … De modus Opname bij weinig licht gebruiken ………………………………… De modus Beautypalet gebruiken ……… 38 38 39 41 43 44 46 47 47 Effectmodi gebruiken ……………………… 49 De Beautyshot-modus gebruiken ………… De modus HDR Plus gebruiken ………… De Fotofiltermodus ……………………… De Filmfiltermodus gebruiken …………… De modus Beeld in beeld gebruiken ……… De modus Gesplitste opname gebruiken … De Magische kadermodus gebruiken …… De modus Mijn Magisch kader gebruiken ………………………………… De modus Artistieke pen gebruiken ……… De modus Foto in beweging gebruiken … De 3D-fotomodus gebruiken …………… 49 50 51 52 53 55 56 56 57 58 59 Opnamemodi gebruiken Maak foto's en video's door de beste opnamemodus voor de omstandigheden te selecteren. De Smart Auto-modus gebruiken Symbool Beschrijving In de modus Smart Auto kiest de camera automatisch camerainstellingen die bij het gedetecteerde type scène passen. De modus Smart Auto is handig als u niet bekend bent met de camera-instellingen voor de diverse scènes. 1 2 Raak aan op het startscherm. Landschappen Scènes met een helderwitte achtergrond Landschappen 's nachts (wanneer de flitser uit is) Portretten 's nachts Plaats het onderwerp in het kader. Landschappen met tegenlicht • De camera selecteert automatisch een scène. Het pictogram voor de desbetreffende scène wordt linksboven in het scherm weergegeven. De pictogrammen worden hieronder weergegeven. Portretten met tegenlicht Portretten Close-upfoto's van objecten Close-upfoto's van tekst Zonsondergangen Binnen, donker Gedeeltelijk verlicht Close-up met spotlight Portretten met spotlight Heldere luchten Bossen Uitgebreide functies 38 Opnamemodi gebruiken De Programmamodus gebruiken Symbool Beschrijving Close-upfoto's van gekleurde onderwerpen De camera is gestabiliseerd op een statief en het onderwerp beweegt niet gedurende een bepaalde tijd. (bij opnamen in het donker) Onderwerpen die veel bewegen In de modus Programma kunt u de meeste opties instellen, met uitzondering van de sluitertijd en de diafragmawaarde, die automatisch worden ingesteld door de camera. 1 2 aan op het startscherm. Raak m aan en stel de gewenste opties in. • Zie 'Opnameopties' voor een lijst met opties. (pag. 61) Vuurwerk (als een statief wordt gebruikt) 3 4 Raak Druk de [Ontspanknop] half in om scherp te stellen. Druk op de [Ontspanknop] om een foto te maken. • Raak “ aan en raak vervolgens het onderwerp aan om een foto te maken. • Als u een video wilt opnemen, raakt u aan. De camera schakelt automatisch over naar de modus Slimme film. Als u de opname wilt stoppen, raakt u aan. • Als u een video opneemt, raakt u aan om de opname te onderbreken of om de opname te hervatten. • Als de camera geen geschikte scènemodus detecteert, worden de • • • • standaardinstellingen voor de modusSmart Auto gebruikt. Zelfs als er een gezicht wordt gedetecteerd, is het mogelijk dat de camera geen portretmodus selecteert, afhankelijk van de positie van het onderwerp en de lichtval. Afhankelijk van de opnameomstandigheden, zoals het trillen van de camera, de lichtval en de afstand tot het onderwerp, kan het voorkomen dat de camera de juiste scène niet selecteert. Zelfs als u een statief gebruikt, kan het voorkomen dat de camera de niet detecteert als het onderwerp beweegt. modus In de Smart Auto-modus verbruikt de camera meer batterijlading, omdat de camera de instellingen vaak wijzigt om de juiste scènes te selecteren. 3 Plaats het onderwerp in het kader en druk de [Ontspanknop] half in om scherp te stellen. 4 Druk op de [Ontspanknop] om een foto te maken. Uitgebreide functies 39 Opnamemodi gebruiken 3 De gebruikersknoppen instellen Raak OK aan om op te slaan. In de modus Programma kunt u snelkoppelingen toevoegen voor uw favoriete opties aan de linkerkant van het scherm. 1 Raak in de opnamemodus m “ Mijn scherm “OK aan. 2 Selecteer een van de pictogrammen aan de rechterkant en sleep het pictogram naar het gewenste vak aan de linkerkant. • Als u de snelkoppelingen wilt verwijderen, sleept u een pictogram naar rechts. U kunt maximaal 3 snelkoppelingen maken. Mijn scherm OK Annuleer Reset Uitgebreide functies 40 Opnamemodi gebruiken De Filmmodus gebruiken In de modus Film kunt u instellingen aanpassen om full-HDvideo's (1920 X 1080) van maximaal 20 minuten op te nemen. De camera slaat opgenomen video's op als MP4 (H.264)bestanden. • H.264 (MPEG-4 part10/AVC) is een video-indeling met • • • • • hoge compressie die is ontwikkeld door de internationale standaardisatieorganisaties ISO-IEC en ITU-T. Als u geheugenkaarten gebruikt met lage schrijfsnelheden, slaat de camera video's mogelijk niet correct op. Video-opnamen zijn mogelijk beschadigd of worden niet correct afgespeeld. Geheugenkaarten met een lage schrijfsnelheid ondersteunen geen video’s met een hoge resolutie of een hoge snelheid. Gebruik voor het opnemen van video’s met een hoge resolutie of een hoge snelheid geheugenkaarten met een hogere schrijfsnelheid. Als u de OIS-functie activeert terwijl u een video opneemt, neemt de camera mogelijk het bedieningsgeluid van de OIS-functie op. Als u de zoomfunctie gebruikt wanneer u een video opneemt, neemt de camera mogelijk het geluid van de zoomfunctie op. Gebruik de Sound Alive-functie om het geluid van de zoomfunctie te beperken. (pag. 82) Als u tijdens het opnemen van een video 5 minuten lang geen bewerkingen uitvoert, schakelt de camera automatisch over op de spaarstand. In de spaarstand beweegt u de camera, raakt u het scherm aan of drukt u op een knop om de camera weer te gebruiken. (pag. 83) 1 2 Raak aan op het startscherm. Raak m aan en stel de gewenste opties in. • Zie 'Opnameopties' voor een lijst met opties. (pag. 61) 3 4 Raak aan om te beginnen met opnemen. Raak aan om de opname te stoppen. Video's met hoge snelheid opnemen U kunt video's met hoge snelheid opnemen door de framesnelheid in te stellen op (maximaal 10 seconden). Video's met hoge snelheid worden in slow motion afgespeeld op 30 fps, ongeacht de framesnelheid van de video. Als u een video met hoge snelheid wilt opnemen, moet u het filmformaat instellen op door m “ Filmformaat “ aan te raken. Uitgebreide functies 41 • Geheugenkaarten met langzame schrijfsnelheden bieden geen ondersteuning voor video's met hoge snelheid. • Wanneer u video's met hoge snelheid opneemt, wordt het geluid niet opgenomen. • De beeldkwaliteit van een video met hoge snelheid is mogelijk lager dan die van een video op normale snelheid. • Als u video's met hoge snelheid opneemt, kunt u de opties voor witbalans en de zoomfuncties niet gebruiken en geen foto's vastleggen. Opnamemodi gebruiken Opnemen onderbreken Foto's vastleggen terwijl u een video opneemt U kunt tijdens het opnemen van een video de opname tijdelijk onderbreken. Met deze functie kunt u verschillende scènes opnemen in één video. U kunt foto's vastleggen terwijl u een video opneemt zonder over te schakelen naar de fotostand (maximaal 6 foto's). • Druk de [Ontspanknop] in om foto's vast te leggen tijdens het • Raak • Raak aan om de opname te pauzeren. aan om te hervatten. opnemen van een video. • Vastgelegde foto's worden automatisch opgeslagen. • Het formaat van de vastgelegde foto's verschilt afhankelijk van het formaat van de opgenomen video. • U kunt geen foto's vastleggen terwijl u video's met hoge snelheid opneemt. • U kunt geen foto's vastleggen wanneer u de video-opname onderbreekt. • Foto's die u hebt vastgelegd tijdens het opnemen van een video, hebben mogelijk een lagere kwaliteit dan de foto's die u op de normale wijze hebt gemaakt. • U kunt geen foto's vastleggen als de modus Slimme film of Filmfilter is geselecteerd. • Als u het formaat van de vastgelegde foto wilt wijzigen, raakt u m “ Formaat voor dubbele opname aan. Uitgebreide functies 42 Opnamemodi gebruiken De Scènemodus gebruiken Optie Beschrijving In de modus Scène kunt u een foto maken met opties die al vooraf zijn ingesteld voor een bepaalde scène. Landschap Stillevens en landschapsfoto's maken. Zon onder Zonsondergangen met natuurlijke rood- en geeltinten vastleggen. Dageraad Zonsopgangen vastleggen. Tegenl. Onderwerpen met tegenlicht vastleggen. 1 2 Raak aan op het startscherm. Selecteer een scène. Onderbelichting van onderwerpen beperken Strand/sneeuw die wordt veroorzaakt door zonlicht dat wordt gereflecteerd door zand of sneeuw. Tekst Landschap Zon onder Dageraad Tegenl. Tekst in drukwerk of elektronische documenten duidelijk leesbaar vastleggen. 3 Plaats het onderwerp in het kader en druk de [Ontspanknop] half in om scherp te stellen. 4 Druk op de [Ontspanknop] om een foto te maken. Uitgebreide functies 43 Opnamemodi gebruiken 5 De modus Live Panorama gebruiken In de modus Live Panorama kunt u een brede panoramascène vastleggen in één foto. U kunt een 2D-panoramafoto of 3D-panoramafoto maken die kan worden weergegeven op een 3D-tv. • Als de modus 3D-panorama is geselecteerd, kan de panoramaopname alleen in horizontale richting worden gemaakt. • Er worden pijltjes in de richting van de beweging weergegeven en de gehele opnameafbeelding wordt weergegeven in het voorbeeldvak. • Wanneer de beeldzoeker is uitgelijnd met de volgende scène, legt de camera de volgende foto automatisch vast. S Opnamevoorbeeld 1 2 Raak 3 Plaats het onderwerp in het kader en druk de [Ontspanknop] half in om scherp te stellen. Houd de [Ontspanknop] ingedrukt en beweeg de camera langzaam in de richting waarin de rest van de panoramaopname moet worden vastgelegd. aan op het startscherm. Raak (modus 2D-panorama) of 3D-panorama). (modus Trillen • Breng de camera op één lijn met de uiterste linker-, rechter-, onder- of bovenkant van de scène die u wilt vastleggen. 4 Houd de [Ontspanknop] ingedrukt om de opname te starten. 6 Wanneer u klaar bent, laat u de [Ontspanknop] los. • Wanneer u alle benodigde opnamen heeft vastgelegd, combineert de camera deze tot één panoramafoto. Uitgebreide functies 44 Opnamemodi gebruiken • Voor de beste resultaten bij het vastleggen van panoramafoto's moet • • • • u het volgende vermijden: - De camera te snel of te langzaam bewegen. - De camera te weinig bewegen om het volgende beeld vast te leggen. - De camera met ongelijkmatige snelheden bewegen. - De camera schudden. - Opnemen op donkere locaties. - Bewegende onderwerpen in de buurt vastleggen. - Opnameomstandigheden waar de helderheid of kleur van het licht verandert. Gemaakte foto's worden automatisch opgeslagen en het opnemen wordt gestopt onder de volgende omstandigheden: - Als u de opnamerichting wijzigt wanneer u opneemt. - Als u de camera te snel beweegt. - Als u de camera niet beweegt. Als u de modus Live Panorama selecteert, worden de digitale en optische zoomfuncties uitgeschakeld. Als u de modus Live Panorama selecteert terwijl de lens is ingezoomd, zoomt de camera automatisch uit naar de standaardpositie. In de modus Live Panorama zijn bepaalde opnameopties niet beschikbaar. Mogelijk legt de camera in de modus Live Panorama de laatste scène niet volledig vast als u de camerabeweging niet exact stopt op het punt waar u de scène wilt beëindigen. Als u de volledige scène wilt vastleggen, beweegt u de camera iets verder dan het punt waar u de scène wilt eindigen. Uitgebreide functies 45 • In de modus 3D-panorama legt de camera mogelijk het begin van het einde van een scène niet vast wegens de aard van het 3D-effect. Als u de volledige scène wilt vastleggen, beweegt u de camera iets voorbij het begin- en eindpunt dat u wilt vastleggen. • In de modus 3D-panorama worden foto's vastgelegd met de JPEGen MPO-bestandsindelingen. • U kunt een MPO-bestand dat het 3D-effect ondersteunt, alleen weergeven op een MPO-compatibel scherm, zoals een 3D-tv of 3D-monitor. Op het scherm van de camera kunt u alleen JPEGbestanden weergeven. • Gebruik een 3D-bril wanneer u een MPO-bestand weergeeft op een 3D-tv of 3D-monitor. Opnamemodi gebruiken 4 5 De modus Gebarenopname gebruiken In deze modus kunt u de [Ontspanknop] en zoomfuncties bedienen met handgebaren. 1 Plaats het onderwerp in het kader. Maak het juiste handgebaar in de richting van de camera. • Als u wilt inzoomen, draait u uw hand rechtsom • Als u wilt uitzoomen, draait u uw hand linksom Plaats uw camera op een statief en klap het scherm omhoog. 6 . . Beweeg uw hand twee keer omhoog en omlaag om de timer te starten. • Drie seconden nadat de camera het gebaar heeft herkend, wordt automatisch de ontspanknop gebruikt. • Zorg dat het onderwerp zich op een afstand tussen 50 cm en 5 m van de cameralens bevindt. • Zorg dat het onderwerp zich op het scherm bevindt. • De camera reageert mogelijk ook op andere bewegingen. • Als u handgebaren gebruikt voor bediening van de zoomfunctie, gaat 2 3 Raak aan op het startscherm. Lees de instructies over algemene handgebaren en raak o aan. • Het pop-upvenster verdwijnt wanneer u een van de handgebaren uitvoeren, zelfs als u o niet aanraakt. Uitgebreide functies 46 de waarde voor de zoomverhouding rood knipperen wanneer het maximale zoomniveau is bereikt. • Pas het formaat van handgebaren aan de zoomverhouding aan. Als u handgebaren buiten de rand van het scherm uitvoert, kan de camera deze niet detecteren. Opnamemodi gebruiken De modus Opname bij weinig licht gebruiken De modus Beautypalet gebruiken In omstandigheden met weinig licht kunt u zonder de flitser te gebruiken meerdere foto's maken en deze combineren tot een heldere afbeelding die scherper is en minder beeldruis bevat. In de modus Beautypalet kunt u een portretfoto maken en vervolgens verschillende beauty-effecten toepassen om het portret te verfraaien. 1 2 Raak 1 2 Raak 3 Druk op de [Ontspanknop] om een foto te maken. 3 Druk de [Ontspanknop] volledig in om een foto te maken. aan op het startscherm. Plaats het onderwerp in het kader en druk de [Ontspanknop] half in om scherp te stellen. • U kunt de resolutie instellen op of een lagere waarde. • Snel tonen is niet beschikbaar in de modus Opname bij weinig licht. aan op het startscherm. Plaats het onderwerp in het kader en druk de [Ontspanknop] half in om scherp te stellen. • Raak om een beauty-effect toe te passen op een opgeslagen foto. 4 5 Raak Instellen aan. Selecteer een beauty-effect. Normaal Glanzend Onschuldig Aantrekkelijk • Als u een foto opnieuw wilt maken, raakt u Uitgebreide functies 47 aan. Opnamemodi gebruiken 6 Raak aan om de foto op te slaan. • Als de camera geen gezicht detecteert in de foto, kunt u de modus Beautypalet niet gebruiken. • De camera kan slecht één gezicht tegelijk detecteren. Als meerdere gezichten op een foto staan, moet u een gezicht selecteren om een beautyeffect toe te passen. • Mogelijk herkent de camera het gezicht van het onderwerp niet afhankelijk van de structuur van het gezicht. • Als een afbeelding is gedraaid, kan de camera het gezicht van een onderwerp alleen herkennen als gezicht zich onder een hoek van 90°, 180° of 270° ten opzichte van de normale stand bevindt. • U krijgt betere resultaten voor gezichtsherkenning als het gezicht van het onderwerp groter is dan 1/12 van het scherm. Uitgebreide functies 48 Effectmodi gebruiken Foto's maken of video's opnemen met verschillende effecten. De Beautyshot-modus gebruiken In de modus Beautyshot kunt u een portretfoto maken met opties voor het verbergen van onvolkomenheden in het gezicht. 1 2 Raak 3 Plaats het onderwerp in het kader en druk de [Ontspanknop] half in om scherp te stellen. 4 Druk op de [Ontspanknop] om een foto te maken. aan op het startscherm. Sleep de schuifregelaars of raak de pictogrammen +/- aan om Gezichtstint en Gezichtretouch. aan te passen. • Verhoog bijvoorbeeld de instelling Gezichtstint om de huid lichter te laten lijken. Gezichtstint Gezichtretouch. Uitgebreide functies 49 Als u de modus Beautyshot gebruikt, wordt de scherpstelafstand ingesteld op Auto macro. Effectmodi gebruiken De modus HDR Plus gebruiken In de modus HDR Plus (High Dynamic Range) past de camera de verlichting of verzadiging aan zodat u foto's met gedetailleerde kleurtonen (HDR) kunt maken of een artistieke uitstraling instellen (HDR art). 1 2 3 Raak aan op het startscherm. Raak (HDR) of 4 5 Druk op de [Ontspanknop] om een foto te maken. (HDR art) aan. Plaats het onderwerp in het kader en druk de [Ontspanknop] half in om scherp te stellen. Controleer de foto met het HDR-effect. In de modus HDR Plus wordt de uiteindelijke afbeelding die ontstaat nadat het effect of is toegepast, opgeslagen. S Voor S Na S Voor S Na Uitgebreide functies 50 Effectmodi gebruiken De Fotofiltermodus Pas allerlei filtereffecten op uw foto's toe om unieke afbeeldingen te maken. Miniatuur Visoog Vignetten 1 2 Raak aan op het startscherm. Selecteer een effect. Optie Beschrijving Miniatuur Een effect toepassen om het onderwerp in miniatuur weer te geven. Vignetten Retro-kleuren, een hoog contrast en sterke vignettering van Lomo-camera's toepassen. Softfocus Onzuiverheden op het gezicht verhullen of droomachtige effecten toevoegen. Oude film Het effect van een oude film toepassen. Halftoonstip Een halftooneffect toepassen. Schets Een schetseffect van een pen toepassen. Visoog Objecten die in de buurt zijn, vervormen om de visuele effecten van een vissenooglens te imiteren Klassiek Een zwart-witeffect toepassen. Retro Een sepiatinteffect toepassen. Schets Uitgebreide functies 51 Effectmodi gebruiken 3 4 Optie Beschrijving De Filmfiltermodus gebruiken Olieverf Het effect van een olieverfschilderij toepassen. Aquarel Het effect van een waterverfschilderij toepassen. Pas allerlei filtereffecten op uw video's toe om unieke afbeeldingen te maken. Cartoon Het effect van een striptekening toepassen. Kruisfilter Lijnen toevoegen die naar buiten lopen van heldere objecten om het visuele effect van een kruisfilter te imiteren. Zoomopname De randen van een foto vervagen om de onderwerpen in het midden te benadrukken. 1 2 Raak aan op het startscherm. Selecteer een effect. Optie Beschrijving Miniatuur Een effect toepassen om het onderwerp in miniatuur weer te geven. Plaats het onderwerp in het kader en druk de [Ontspanknop] half in om scherp te stellen. Vignetten Retro-kleuren, een hoog contrast en sterke vignettering van Lomo-camera's toepassen. Halftoonstip Een halftooneffect toepassen. Druk de [Ontspanknop] volledig in om een foto te maken. Schets Een schetseffect van een pen toepassen. Visoog Objecten die in de buurt zijn, vervormen om de visuele effecten van een vissenooglens te imiteren Klassiek Een zwart-witeffect toepassen. Retro Een sepiatinteffect toepassen. • Afhankelijk van de optie die u selecteert, kan de resolutie automatisch worden gewijzigd in of lager. • Als u filtereffecten wilt toepassen op opgeslagen foto's, raakt u aan. Uitgebreide functies 52 Effectmodi gebruiken 3 4 Optie Beschrijving De modus Beeld in beeld gebruiken Paleteffect 1 Een heldere look maken met een scherp contrast en sterke kleur. Paleteffect 2 Scènes helder en duidelijk maken. In de modus Beeld in beeld kunt u een achtergrondfoto op volledige grootte maken of selecteren en een kleinere foto of video invoegen op de voorgrond. Paleteffect 3 Een zachte bruine tint toepassen. Paleteffect 4 Een koud en eenkleurig effect toepassen. Raak aan om te beginnen met opnemen. Raak aan om de opname te stoppen. 1 2 Raak aan op het startscherm. Druk de [Ontspanknop] half in om scherp te stellen en druk vervolgens op de [Ontspanknop] om een achtergrondfoto te maken. • Als u een achtergrondfoto wilt selecteren bij de opgeslagen foto's, raakt u aan. U kunt geen videobestanden of foto's selecteren die zijn vastgelegd in de modus Live Panorama of 3D-foto. • Als u Miniatuur selecteert, wordt de afspeelsnelheid verhoogd. • Als u Miniatuur selecteert, kunt u geen geluid voor de video opnemen. • Afhankelijk van de optie die u selecteert, kan de opnamesnelheid worden gewijzigd in . De opnameresolutie kan automatisch worden gewijzigd in of lager. 3 Raak Instellen aan om de foto in te stellen als achtergrondafbeelding. • Als u een achtergrondfoto opnieuw wilt maken, raakt u Opnieuw aan. 4 Versleep het scherm voor zelfportretten om het naar de gewenste locatie te verplaatsen. Uitgebreide functies 53 Effectmodi gebruiken 5 6 Als u het formaat wilt aanpassen, raakt u het scherm voor zelfportretten aan en sleept u de hoek van het vak dat er omheen wordt weergegeven. Klap het scherm om en maak een zelfportret. • In de modus Beeld in beeld wordt de resolutie automatisch ingesteld op • • Het venster voor invoegen wordt groter wanneer u de [Ontspanknop] indrukt zodat u kunt bepalen of het onderwerp scherp in beeld is. • Raak aan om een video op te nemen. Raak aan om de opname te stoppen en de video in te voegen. • Als u een video opneemt, raakt u aan om de opname te onderbreken of om de opname te hervatten. • Als u een achtergrondfoto opnieuw wilt maken, raakt u Exit aan. • • • • • • Uitgebreide functies 54 . • De uiteindelijke foto's of video's voor Beeld in beeld worden opgeslagen als één gecombineerd bestand. De ingevoegde foto's en video's worden niet afzonderlijk opgeslagen. Wanneer u een video invoegt, wordt de resolutie voor het gecombineerde bestand automatisch ingesteld op . Wanneer u een achtergrondfoto vastlegt, wordt een foto die in de verticale positie wordt vastgelegd, niet automatisch gedraaid. De maximale grootte van het venster voor invoegen is 320 X 240 en de beeldverhouding blijft gelijk wanneer u de grootte aanpast. De maximale lengte voor een video die u wilt invoegen, is 20 minuten in de 4:3-beeldverhouding. Het beschikbare zoombereik in de modus Beeld in beeld is mogelijk kleiner dan in andere opnamemodi. Wanneer u een van uw opgeslagen foto's selecteert als achtergrondfoto, kunnen zwarte balken worden weergegeven aan de randen van de afbeelding, afhankelijk van de beeldverhouding. Als u het scherm omklapt en een zelfportret maakt, wordt de zelfportretfoto horizontaal gedraaid. Effectmodi gebruiken De modus Gesplitste opname gebruiken In de modus Gesplitste opname kunt u meerdere foto's maken en deze indelen met voorgedefinieerde indelingen. 1 2 Raak aan op het startscherm. Selecteer een stijl voor splitsen. • Als u de scherpte van de scheidingslijn wilt aanpassen, raakt 3 Plaats het onderwerp in het kader en druk de [Ontspanknop] half in om scherp te stellen. 4 Druk de [Ontspanknop] volledig in om een foto te maken. • Herhaal stap 3 en 4 om de rest van de foto' te maken. • Als u een foto opnieuw wilt maken, raakt u aan. u m “ Lijnvervaging “ een gewenste waarde aan. • In de modus Gesplitste opname wordt de resolutie automatisch • Als u de grootte van het kader wilt aanpassen, sleept u de scheidingslijn. Raak aan om uw wijzigingen te annuleren. ingesteld op of lager. • Het beschikbare zoombereik in de modus Gesplitste opname is mogelijk kleiner dan in andere opnamemodi. • De standaard opnamevolgorde is van boven naar beneden en van links naar rechts. Als u het scherm draait, wijzigt de volgorde van boven naar beneden en van rechts naar links. • Als u een Smart filter-effect wilt toepassen op een gedeelte van de opnamen, raakt u “ een effect “ o aan. U kunt verschillende Smart filter-effecten toepassen of de afzonderlijke gedeelten van de opname. • Raak aan voor informatie over de afzonderlijke opties. Uitgebreide functies 55 Effectmodi gebruiken De Magische kadermodus gebruiken De modus Mijn Magisch kader gebruiken In de modus Magisch kader kunt u verschillende kadereffecten toepassen op uw foto's. De vorm en het uiterlijk van de foto's verandert afhankelijk van het kader dat u selecteert. In de modus Mijn Magisch kader kunt u een gedeelte van de foto transparant maken en vervolgens een nieuwe foto maken binnen het transparante gebied. 1 2 1 2 Raak 3 Raak Instellen aan. Raak aan op het startscherm. Selecteer het gewenste kader. aan op het startscherm. Druk de [Ontspanknop] half in om scherp te stellen en druk vervolgens op de [Ontspanknop] om een achtergrondfoto te maken. • Als u een achtergrondfoto opnieuw wilt maken, raakt u Opnieuw aan. Muurkunst Old Film2 Golven • Als u een achtergrondfoto wilt selecteren bij de opgeslagen Volle maan aan. U kunt geen videobestanden of foto's foto's, raakt u selecteren die zijn vastgelegd in de modus Live Panorama of 3D-foto. 3 Plaats het onderwerp in het kader en druk de [Ontspanknop] half in om scherp te stellen. 4 Druk op de [Ontspanknop] om een foto te maken. 4 In de modus Magisch kader wordt de resolutie automatisch ingesteld op Selecteer het gewenste kader. . • Als u een nieuw kader wilt tekenen en de dikte van de pen wilt instellen, raakt u Uitgebreide functies 56 aan. Effectmodi gebruiken 5 6 Sleep het geselecteerde kader naar de gewenste locatie. De modus Artistieke pen gebruiken Als u het formaat wilt aanpassen, raakt u het geselecteerde kader aan en sleept u de hoek van het vak dat er omheen wordt weergegeven. In de modus Artistieke pen kunt u een foto maken en vervolgens een video bekijken waarin wordt uitgelegd hoe u een filtereffect kunt toepassen. 7 8 Raak o aan. 9 Plaats het onderwerp in het kader en druk de [Ontspanknop] half in om scherp te stellen. 10 Druk de [Ontspanknop] volledig in om een foto te maken. Sleep de schuifregelaars op raak de pictogrammen +/aan om de transparantie aan te passen. 1 2 Raak aan op het startscherm. Selecteer een filter. Aquarel Cartoon Schets • Als u een achtergrondfoto opnieuw wilt maken, raakt u Exit “ Ja. • In de modus Mijn Magisch kader zijn beperkte opnameopties beschikbaar. • Naarmate het transparant weergegeven gebied groter wordt, duurt het langer om de foto op te slaan. • Bij gebruik van de modus Mijn Magisch kader wordt scherpgesteld op het gebied binnen het kader dat transparant wordt weergegeven. • De resolutie is vast ingesteld op in de modus Mijn Magisch kader. Optie Beschrijving Aquarel Het effect van een waterverfschilderij toepassen. Cartoon Het effect van een striptekening toepassen. Schets Een schetseffect van een pen toepassen. Uitgebreide functies 57 Effectmodi gebruiken 3 4 Plaats het onderwerp in het kader en druk de [Ontspanknop] half in om scherp te stellen. De modus Foto in beweging gebruiken In de modus Foto in beweging kunt u een serie foto's maken en combineren en vervolgens een gebied selecteren om een GIFanimatie te maken. Druk de [Ontspanknop] volledig in om een foto te maken. • Nadat u de foto hebt gemaakt, wordt automatisch de video gestart waarin wordt uitgelegd hoe u het filtereffect kunt toepassen. • Raak “ “ Ja om een foto vast te leggen wanneer u de video afspeelt in de afspeelmodus. • In de modus Artistieke pen wordt de resolutie automatisch ingesteld • • • • • 1 2 Raak 3 Druk op de [Ontspanknop] om een foto te maken. aan op het startscherm. Plaats het onderwerp in het kader en druk de [Ontspanknop] half in om scherp te stellen. • De camera maakt meerdere foto's terwijl het statuslampje op of lager. in de modus Artistieke pen wordt het scherpstelgebied automatisch ingesteld op Multi AF. In de modus Artistieke pen worden de foto met het filtereffect en de video waarin wordt uitgelegd hoe u het filter toepast, allebei opgeslagen. Het beschikbare zoombereik in de modus Artistieke pen is mogelijk kleiner dan in andere opnamemodi. In de modus Artistieke pen kan het opslaan van bestanden langer duren. U kunt een video die is vastgelegd in de modus Artistieke pen, niet uploaden via de draadloze netwerkfunctie op uw camera. Uitgebreide functies 58 knippert. Effectmodi gebruiken 4 Teken op het scherm een gebied waarvan u een animatie wilt maken. De 3D-fotomodus gebruiken • Raak het pictogram +/- aan om de bewegingssnelheid aan te passen. om de dikte van de pen aan te passen. aan om opnieuw het gebied te tekenen waarvan u een animatie wilt maken. • Als u een foto opnieuw wilt maken, raakt u aan. • Raak • Raak U kunt 3D-beelden opnemen in de modus 3D-foto voor weergave op een 3D-tv of 3D-monitor. 1 2 Raak 3 Druk op de [Ontspanknop] om een foto te maken. aan op het startscherm. Plaats het onderwerp in het kader en druk de [Ontspanknop] half in om scherp te stellen. • De camera legt 2 foto's vast in de JPEG- en MPO- bestandsindelingen. • In de modus 3D-foto zijn beperkte opnameopties beschikbaar. • Een MPO-bestand voor 3D-effecten kan alleen worden weergegeven 5 Raak aan om de foto op te slaan. • De camera slaat een GIF-animatiebestand op en een JPG- bestand met de eerste scène van het GIF-bestand. U kunt het JPG-bestand niet weergeven op uw camera. Als u het bestand wilt weergeven, sluit u uw camera aan op een pc. • In de modus Foto in beweging wordt de resolutie automatisch ingesteld op . • Gebruik een statief om te voorkomen dat de camera beweegt. • In de modus Foto in beweging kan het opslaan van bestanden langer duren. Uitgebreide functies 59 op apparaten die de MPO-indeling ondersteunen (3D-tv en 3D-monitor), terwijl de camera alleen normale JPEG-bestanden kan weergeven. • Als u het 3D-effect van MPO-bestanden wilt bekijken op een 3D-tv of 3D-monitor, moet u een 3D-bril dragen die door de fabrikant wordt verstrekt. • De resolutie is vast ingesteld op in de modus 3D-foto. Effectmodi gebruiken Info over 3D-diepteviewer De 3D-diepteviewer geeft 3D-effecten weer met kleurwaarden voor 3D-opnamen. Raak m “ 3D-diepteviewer aan om de optie in of uit te schakelen. 3D-diepte Ver Dichtbij Wit Zwart Uitgebreide functies 60 Opnameopties Hier vindt u informatie over het instellen van de opties in de opnamemodus. De resolutie en beeldkwaliteit selecteren …………………………………… 62 De resolutie selecteren …………………… 62 Een beeldkwaliteit selecteren …………… 63 De timer gebruiken ………………………… 64 Opnamen in het donker maken ………… Rode ogen voorkomen …………………… De flitser gebruiken ……………………… De ISO-waarde aanpassen ……………… De scherpstelling aanpassen …………… Macro gebruiken ………………………… Meebewegende autofocus gebruiken …… One Touch-opname gebruiken …………… Het scherpstelgebied aanpassen ………… 65 65 65 67 68 68 69 70 70 Gezichtsdetectie gebruiken ……………… 71 Gezichten detecteren …………………… Een foto van een lachend gezicht maken … Knipperende ogen detecteren …………… Slimme gezichtsherkenning gebruiken …… Gezichten als favoriet registreren (Mijn ster) ………………………………… Tips voor gezichten detecteren …………… 71 71 72 72 73 75 Helderheid en kleur aanpassen …………… 76 De belichting handmatig aanpassen (EV) … Compenseren voor tegenlicht (ACB) ……… De lichtmeetmethode wijzigen …………… Een instelling voor Witbalans selecteren … 76 77 77 78 Serieopnamen ……………………………… 80 Afbeeldingen aanpassen ………………… 81 Het geluid van de zoom verminderen …… 82 Opnameopties voor de spaarstand wijzigen ……………………………………… 83 Beschikbare opname-instellingen per opnamemodus …………………………… 84 De resolutie en beeldkwaliteit selecteren Hier vindt u informatie over hoe u instellingen voor de resolutie en beeldkwaliteit kunt aanpassen. De videoresolutie instellen De resolutie selecteren Als u de resolutie verhoogt, zullen de foto's en video's meer pixels bevatten en daardoor groter kunnen worden afgedrukt en weergegeven. Bij een hoge resolutie neemt ook de bestandsgrootte toe. De fotoresolutie instellen 1 2 1 Raak in de opnamemodus voor video's m “ Filmformaat aan. 2 Selecteer een optie. Symbool Beschrijving Raak in de opnamemodus m “ Fotoformaat aan. 1920 X 1080: HD-bestanden van hoge kwaliteit om af te spelen op een HDTV. Selecteer een optie. 1280 X 720 HQ: bestanden van hoge kwaliteit om af te spelen op een HDTV. Symbool Beschrijving 4608 X 3456: afdrukken op A1-papier. 1280 X 720: HD-bestanden om af te spelen op een HDTV. 4608 X 3072: afdrukken op A1-papier in de verhouding 3:2 (breed). 640 X 480: SD-bestanden om af te spelen op een analoge TV. 4608 X 2592: afdrukken op A1-formaat in panoramaverhouding (16:9) of weergeven op een HDTV. 320 X 240: plaatsen op een webpagina. Om te delen: op een website plaatsen via het draadloos netwerk (maximaal 30 seconden). 3648 X 2736: afdrukken op A2-papier. 2592 X 1944: afdrukken op A4-papier. 1984 X 1488: afdrukken op A5-papier. 1920 X 1080: afdrukken op A5-formaat in panoramaverhouding (16:9) of weergeven op een HDTV. 1024 X 768: bij een e-mail voegen. Opnameopties 62 De resolutie en beeldkwaliteit selecteren De videokwaliteit instellen Een beeldkwaliteit selecteren De camera comprimeert de video's die u opneemt en slaat ze op in de indeling MP4 (H.264). De kwaliteitsinstellingen voor de foto en video instellen. Een hogere beeldkwaliteit resulteert in grotere bestanden. De fotokwaliteit instellen De camera comprimeert de foto's die u maakt en slaat deze op in JPEG-indeling. 1 2 1 Raak in de opnamemodus voor video's m “ Framesnelheid aan. 2 Selecteer een optie. • Bij een hoger aantal frames doet de actie natuurlijker aan, Raak in de opnamemodus m “ Kwalit. aan. maar wordt het bestand ook groter. Selecteer een optie. Symbool Beschrijving Symbool Beschrijving Superhoog: foto's maken met superhoge kwaliteit. 120 fps: 120 frames per seconde opnemen. (120 fps is alleen beschikbaar voor 320 X 240) 30 fps: 30 frames per seconde opnemen. Hoog: foto's maken met hoge kwaliteit. 15 fps: 15 frames per seconde opnemen. Normaal: foto's maken met normale kwaliteit. Opnameopties 63 De timer gebruiken Hier vindt u informatie over hoe u de zelfontspanner instelt om met een vertraging een foto te maken. 1 2 3 Raak in de opnamemodus m “ Timer aan. Druk op de [Ontspanknop] om de timer te starten. • Het AF-hulplampje/timerlampje gaat knipperen. De camera Selecteer een optie. maakt na de ingestelde tijdsduur automatisch een foto. Symbool Beschrijving • Druk op de [Ontspanknop] om de timer te annuleren. • Afhankelijk van de optie die u hebt geselecteerd voor gezichtsdetectie, Uit: de timer is niet actief. zijn mogelijk de timerfunctie of bepaalde opties daarvan niet beschikbaar. • Als u opties voor serieopnamen instelt, zijn er geen timeropties beschikbaar. 10 sec: een foto maken na een vertraging van 10 seconden. 2 sec: een foto maken na een vertraging van 2 seconden. Dubbel: een foto maken na een vertraging van 10 seconden en nog een foto maken na een vertraging van 2 seconden. Afhankelijk van de opnameomstandigheden kunnen de beschikbare opties verschillen. Opnameopties 64 Opnamen in het donker maken Hier vindt u informatie over hoe u 's nachts of bij weinig licht foto's kunt maken. Rode ogen voorkomen De flitser gebruiken Als de flitser afgaat wanneer u in het donker een foto van een persoon neemt, kan er een rode gloed in de ogen verschijnen. U kunt dit voorkomen door Rode ogen of Anti-rode ogen te selecteren. Zie 'De flitser gebruiken' voor de flitseropties. Gebruik de flitser wanneer u foto's in het donker maakt of wanneer u meer licht in de foto's wilt hebben. 1 Raak in de opnamemodus m “ Flitser aan. Flitser Uit Auto Rode ogen S Vóór correctie Invulflits S Na correctie Deze optie is beschikbaar in de modi Programma en Beautyshot. Langz sync 2 Selecteer een optie. Symbool Beschrijving Uit: • Er wordt niet geflitst. • De camera geeft een waarschuwing weer dat de camera beweegt wanneer u foto's maakt bij weinig licht. Auto: de flitser wordt automatisch gebruikt wanneer het onderwerp of de achtergrond donker is. Opnameopties 65 Opnamen in het donker maken • Als u opties voor serieopnamen instelt of Knipperen selecteert, zijn er Symbool Beschrijving Rode ogen: • De flitser gaat twee keer af als het onderwerp of de achtergrond te donker is om het rode-ogeneffect te verminderen. • Er zit een korte tijd tussen de twee flitsen. Beweeg de camera niet totdat de tweede flits is uitgevoerd. Invulflits: • Er wordt altijd geflitst. • De camera past automatisch de intensiteit van het licht aan. Langz sync: • Er wordt geflitst en de sluiter blijft langer open. • Deze optie wordt aanbevolen wanneer u het omgevingslicht wilt gebruiken om meer details in de achtergrond zichtbaar te maken. • Gebruik een statief om te voorkomen dat de foto's onscherp worden. • De camera geeft een waarschuwing weer dat de camera beweegt wanneer u foto's maakt bij weinig licht. Anti-rode ogen: • De flitser wordt geactiveerd wanneer het onderwerp of de achtergrond donker is en de camera corrigeert de rode ogen met de geavanceerde software-analyse. • Er zit een korte tijd tussen de twee flitsen. Beweeg de camera niet totdat de tweede flits is uitgevoerd. Afhankelijk van de opnameomstandigheden kunnen de beschikbare opties verschillen. Opnameopties 66 geen flitseropties beschikbaar. • Zorg ervoor dat uw onderwerp zich binnen de aanbevolen afstand van de flitser bevindt. (pag. 159) • Als licht van de flitser wordt gereflecteerd of als er veel stof in de lucht is, kunnen er kleine vlekjes op de foto komen. Opnamen in het donker maken De ISO-waarde aanpassen De ISO-waarde is een eenheid voor de mate waarin film gevoelig is voor licht, zoals gedefinieerd door de International Organization for Standardization (ISO). Hoe hoger de ISO-waarde, des te gevoeliger wordt de camera voor licht. Gebruik een hogere ISOwaarde om betere foto's te maken en bewegingsonscherpte te voorkomen wanneer u de flitser niet gebruikt. 1 2 Raak in de opnamemodus m “ ISO aan. Selecteer een optie door de draaiknop op het scherm te slepen en raak o aan. • Selecteer om een geschikte ISO-waarde te gebruiken op basis van de helderheid van het onderwerp en de lichtval. ISO Hogere ISO-waarden kunnen zorgen voor meer ruis in beelden. Opnameopties 67 De scherpstelling aanpassen Hier vindt u informatie over het aanpassen van de scherpstelling van de camera om deze aan te passen aan het onderwerp en de opnameomstandigheden. Macro gebruiken Gebruik macro om foto's van dichtbij te maken, bijvoorbeeld van bloemen of insecten. 1 2 Raak in de opnamemodus m “ Focus aan. Raak Macro aan om de optie selecteren. Focus Autofocus (normaal) Macro Symbool Beschrijving Autofocus (normaal): scherpstellen op een onderwerp dat zich op een afstand van meer dan 80 cm van de lens bevindt. Of op een afstand van 250 cm of meer, wanneer u gebruikmaakt van de zoom. Macro: scherpstellen op een onderwerp dat zich 5-80 cm van de camera bevindt. 100-250 cm wanneer u de zoom gebruikt. • Probeer de camera stevig vast te houden, om te voorkomen dat de foto's onscherp worden. • Schakel de flitser uit als de afstand tot het onderwerp minder dan 40 cm bedraagt. Afhankelijk van de opnameomstandigheden kunnen de beschikbare opties verschillen. Opnameopties 68 De scherpstelling aanpassen Meebewegende autofocus gebruiken • Als u geen scherpstelgebied selecteert, wordt het scherpstelkader Met Tracking AF kunt u het onderwerp volgen en automatisch scherp in beeld houden, ook wanneer u beweegt. • Het volgen van een onderwerp kan in de volgende gevallen mislukken: weergegeven in het midden van het scherm. - 1 Raak in de opnamemodus m “ Scherpstelgebied aan. 2 3 Raak Smart Touch AF aan om de optie te selecteren. • Raak het onderwerp aan dat u wilt bijhouden in het aanraakgedeelte. • • Er verschijnt een scherpstelkader rond het onderwerp dat het onderwerp volgt als u de camera beweegt. • • • Een wit kader betekent dat de camera het onderwerp volgt. • Een groen kader wanneer u de [Ontspanknop] half indrukt, betekent dat het onderwerp scherp in beeld is. 4 Druk op de [Ontspanknop] om een foto te maken. Opnameopties 69 Het onderwerp is te klein. Het onderwerp beweegt te veel. Er is sprake van tegenlicht of u maakt foto's op een donkere plaats. Het onderwerp heeft horizontale patronen, zoals bij jaloezieën het geval is. - De camera trilt erg. Wanneer een onderwerp niet kan worden gevolgd, wordt het scherpstelkader weergegeven als een kader met één witte lijn ( ). Als de camera het onderwerp niet volgt, moet u het te volgen onderwerp opnieuw selecteren. Als de camera niet kan scherpstellen, wordt het scherpstelkader weergegeven als een kader met één rode lijn ( ). Als u deze functie gebruikt, is het niet mogelijk om de opties voor gezichtsdetectie, timer, serieopnamen en Intelli-zoom in te stellen. De scherpstelling aanpassen One Touch-opname gebruiken Het scherpstelgebied aanpassen U kunt met één vingeraanraking een foto maken. Wanneer u het onderwerp aanraakt, stelt de camera automatisch scherp op het onderwerp en wordt de foto gemaakt. U kunt betere foto's krijgen door een scherpstelgebied te kiezen op basis van de locatie van het onderwerp in de scène. 1 Raak in de opnamemodus m “ Scherpstelgebied aan. 2 Raak One Touch-opname aan om de optie te selecteren. 3 Raak een onderwerp aan om de foto op te maken. 1 Raak in de opnamemodus m “ Scherpstelgebied aan. 2 Selecteer een optie. Symbool Beschrijving Centrum AF: scherpstellen op het midden van het kader (voor onderwerpen die zich in het midden of in de buurt van het midden bevinden). Multi AF: scherpstellen op een of meer van 9 mogelijke gebieden. One Touch-opname: scherpstellen op het onderwerp en een foto maken door de afbeelding op het scherm aan te raken. (pag. 70) Smart Touch AF: scherpstellen op het onderwerp dat u op het scherm aanraakt en het onderwerp volgen. (pag. 69) Als u deze functie gebruikt, is het niet mogelijk om de timer, intelligente zoomfunctie en serieopties in te stellen. Afhankelijk van de opnameomstandigheden kunnen de beschikbare opties verschillen. Opnameopties 70 Gezichtsdetectie gebruiken Bij gebruik van de opties voor gezichtsdetectie worden de gezichten van mensen automatisch door de camera gedetecteerd. Wanneer u op een menselijk gezicht scherpstelt, past de camera de belichting automatisch aan. Gebruik Knipperen om gesloten ogen te detecteren of Smile shot om een lachend gezicht op te nemen. Ook kunt u Slimme gez.herkenning gebruiken om gezichten te registreren en ze bij het scherpstellen prioriteit te geven. Gezichten detecteren Een foto van een lachend gezicht maken De camera kan automatisch maximaal 10 gezichten in één scène detecteren. De camera neemt automatisch een foto wanneer er een lachend gezicht wordt gedetecteerd. 1 2 3 1 2 3 Raak in de opnamemodus m “ Gezichtsdetectie aan. Raak Normaal aan om de optie selecteren. Druk op de [Ontspanknop] om een foto te maken. Raak in de opnamemodus m “ Gezichtsdetectie aan. Raak Smile shot aan om de optie te selecteren. Stel de opname samen. • De camera neemt automatisch een foto wanneer er een lachend gezicht wordt gedetecteerd. Het dichtstbijzijnde gezicht wordt in een wit scherpstelkader weergegeven, de andere gezichten in grijze kaders. • Hoe dichter u bij de onderwerpen bent, des te sneller de camera gezichten detecteert. • Als u wilt scherpstellen op een onderwerp in een grijs scherpstelkader, raakt u het gezicht in het kader aan. • Afhankelijk van de opnameopties die u hebt geselecteerd, zijn de opties voor Gezichtsdetectie mogelijk niet beschikbaar. Opnameopties 71 De camera herkent de lach eerder wanneer het onderwerp breeduit lacht. Gezichtsdetectie gebruiken Knipperende ogen detecteren Slimme gezichtsherkenning gebruiken Als de camera gesloten ogen detecteert, worden er automatisch 3 foto's na elkaar gemaakt. De camera registreert automatisch gezichten die u vaak fotografeert. De functie Slimme gezichtsherkenning stelt automatisch eerst scherp op die gezichten en op favoriete gezichten. 1 2 3 Raak in de opnamemodus m “ Gezichtsdetectie aan. Raak Knipperen aan om de optie te selecteren. Druk op de [Ontspanknop] om een foto te maken. 1 2 Raak in de opnamemodus m “ Gezichtsdetectie aan. 3 Druk op de [Ontspanknop] om een foto te maken. Raak Slimme gez.herkenning aan om de optie te selecteren. • : gezichten die u hebt geregistreerd als favorieten. (Zie pagina 73 voor informatie over het registreren van gezichten als favorieten.) • : gezichten die automatisch door de camera zijn geregistreerd. Opnameopties 72 Gezichtsdetectie gebruiken Gezichten als favoriet registreren (Mijn ster) • De camera herkent en registreert gezichten mogelijk niet goed in extreme lichtomstandigheden, bij grote veranderingen in de houding of gezichtsuitdrukking van het onderwerp of als het onderwerp al dan niet een bril draagt. • De camera kan maximaal 14 gezichten automatisch registreren. Als de camera een nieuw gezicht herkent terwijl er al 14 gezichten zijn geregistreerd, vervangt de camera automatisch het gezicht met de laagste prioriteit door het nieuwe gezicht. • De camera kan maximaal favoriete 5 gezichten in een scène detecteren. U kunt uw favoriete gezichten registreren om deze gezichten bij de scherpstelling en belichting prioriteit te geven. 1 2 3 Raak in de opnamemodus m “ Smart FR wijzigen aan. Raak aan Mijn ster om de optie te selecteren. Lijn het gezicht van het onderwerp uit met de ovalen richtlijn en druk op de [Ontspanknop] om het gezicht te registreren. • Maak bij het registreren van gezichten een foto per persoon tegelijk. • Maak 5 foto's van het gezicht van het onderwerp voor de beste resultaten: van de voorkant, van links, van rechts, van boven en van onderen. • Wanneer u foto's maakt van links, van rechts, van boven en van onderen, moet u het onderwerp vertellen zijn of haar gezicht niet meer dan 30 graden te draaien. • U kunt een gezicht registreren, zelfs als u maar één foto van het gezicht van het onderwerp maakt. Opnameopties 73 Gezichtsdetectie gebruiken 4 Een favoriet gezicht verwijderen Raak aan wanneer de gezichtenlijst wordt weergegeven. • Uw favoriete gezichten worden in de gezichtenlijst met een 1 Raak in de opnamemodus m “ Smart FR wijzigen aan. 2 3 4 Raak Gezichtenlijst aan om de optie te selecteren. gemarkeerd. • U kunt maximaal 6 favoriete gezichten registreren. • De flitser wordt niet geactiveerd wanneer u een favoriet gezicht registreert. • Als u een gezicht twee keer registreert, kunt u een van deze gezichten uit de lijst verwijderen. Raak Wanneer het pop-upvenster verschijnt, raakt u Ja aan. Zie 'Een favoriet gezicht verwijderen' op pagina 90 als u een favoriet gezicht wilt verwijderen in de afspeelmodus. De rangorde van uw favoriete gezichten wijzigen 1 Raak in de opnamemodus m “ Smart FR wijzigen aan. 2 3 Raak Gezichtenlijst aan om de optie te selecteren. 4 “ een gezicht “ o aan. Raak “ Ja aan en sleep het gezicht naar een nieuwe locatie. Raak o aan om op te slaan. Zie 'Uw favoriete gezichten classificeren' vanaf pagina 90 als u de rangorde van uw favoriete gezichten wilt wijzigen in de afspeelmodus. Opnameopties 74 Gezichtsdetectie gebruiken • Als u de optie Slimme gez. herkenning instelt en foto's van Tips voor gezichten detecteren • Wanneer de camera een gezicht detecteert, wordt het • • • • • • gedetecteerde gezicht automatisch gevolgd. Gezichtsdetectie is mogelijk in de volgende gevallen niet effectief: - De afstand tussen de camera en het onderwerp is te groot (het scherpstelkader wordt oranje weergegeven voor Smile shot en Knipperen). - Het is te licht of te donker. - Het onderwerp kijkt niet in de richting van de camera. - Het onderwerp draagt een zonnebril of een masker. - De gezichtsuitdrukking van het onderwerp verandert drastisch. - Het onderwerp heeft tegenlicht of de lichtomstandigheden zijn veranderlijk. Gezichtsdetectie is niet beschikbaar als u opties voor Beeld aanpassen of Smart Touch AF instelt. Afhankelijk van de opname-instellingen kunnen de beschikbare opties voor gezichtsdetectie verschillen. Afhankelijk van de geselecteerde opties voor gezichtsdetectie, is de timerfunctie mogelijk niet beschikbaar. Als opties voor gezichtsdetectie instelt, wordt het AF-gebied automatisch ingesteld op Multi AF. Afhankelijk van de opties voor gezichtsherkenning die u hebt geselecteerd, zijn serieopties niet beschikbaar. gedetecteerde gezichten neemt, worden ze in de gezichtenlijst geregistreerd. • In de afspeelmodus kunt u geregistreerde gezichten op volgorde van prioriteit weergeven. (pag. 91) Ook als gezichten zijn geregistreerd, worden ze mogelijk niet geclassificeerd in de afspeelmodus. • Een gezicht dat met de optie Slimme gez. herkenning wordt gedetecteerd, komt mogelijk niet in de gezichtenlijst of in Smart Album voor. Opnameopties 75 Helderheid en kleur aanpassen Hier vindt u informatie over hoe u instellingen voor de helderheid en kleur kunt aanpassen om een betere beeldkwaliteit te bereiken. De belichting handmatig aanpassen (EV) Afhankelijk van de intensiteit van het omgevingslicht kunnen foto's te licht of te donker uitvallen. U kunt dan de belichting aanpassen om een beter resultaat te krijgen. 1 2 Raak in de opnamemodus m “ EV aan. Selecteer de gewenste belichtingswaarde door de schuifregelaar te slepen of de pictogrammen +/- aan te raken en vervolgens o aan te raken. • De foto wordt lichter naarmate de belichting wordt verhoogd. EV S Donkerder (-) S Neutraal (0) S Helderder (+) • Nadat u de belichting hebt aangepast, wordt deze instelling automatisch opgeslagen. Mogelijk moet dit later weer worden aangepast om onder- of overbelichting te voorkomen. • Als u niet weet wat de juiste belichting moet zijn, selecteert u AEB (Auto Exposure Bracket). De camera neemt 3 foto's achter elkaar, elk met een andere belichting: normaal, onderbelicht en overbelicht. (pag. 80) Opnameopties 76 Helderheid en kleur aanpassen Compenseren voor tegenlicht (ACB) De lichtmeetmethode wijzigen Wanneer de lichtbron zich achter uw onderwerp bevindt of er sprake is van hoog contrast tussen het onderwerp en de achtergrond, ziet het onderwerp er in de foto waarschijnlijk donker uit. Schakel in dat geval de optie Auto Contrast Balance (ACB) in. De lichtmetingsmodus heeft betrekking op de manier waarop een camera de hoeveelheid licht meet. De helderheid en belichting van de foto's varieert met de gekozen lichtmeetmethode. 1 2 Raak in de opnamemodus m “ L.meting aan. Selecteer een optie. Symbool Beschrijving SZonder ACB 1 2 Multi: • De camera verdeelt het frame onder in diverse gebieden en meet de lichtintensiteit in elk gebied. • Geschikt voor algemene foto's. SMet ACB Spot: • De camera meet alleen de lichtintensiteit in het uiterste midden van het kader. • Als een onderwerp zich niet midden in het beeld bevindt, kan de foto verkeerd belicht worden. • Geschikt voor een onderwerp met tegenlicht. Raak in de opnamemodus m aan. Raak ACB aan en raak vervolgens Aan of Uit aan. Symbool Beschrijving Uit: automatische contrastverbetering (ACB) is uitgeschakeld. Aan: automatische contrastverbetering (ACB) is ingeschakeld. • De functie ACB is altijd ingeschakeld in de modi Smart Auto, Scène (Strand/sneeuw). • De functie ACB is niet beschikbaar wanneer u opties voor serieopnamen instelt. Opnameopties 77 Centr. gewogen: • De camera bepaalt een gemiddelde voor de lichtmeting van het gehele beeld, maar met nadruk op het midden. • Geschikt voor foto's waarbij het onderwerp zich in het midden van het beeld bevindt. Helderheid en kleur aanpassen Een instelling voor Witbalans selecteren De kleur van uw foto is afhankelijk van het type en de kwaliteit van de lichtbron. Als u wilt dat uw foto's realistische kleuren hebben, selecteert u een witbalansinstelling die geschikt is voor de lichtomstandigheden, zoals Auto witbalans, Daglicht, Bewolkt of Kunstlicht. 1 2 Raak in de opnamemodus m “ Witbalans aan. Raak een gewenste witbalansoptie aan en raak o aan. Symbool Beschrijving Auto witbalans: automatisch de witbalans instellen op basis van de lichtomstandigheden. Daglicht: voor foto's buitenshuis op een zonnige dag. Bewolkt: voor foto's buitenshuis op een bewolkte dag of in de schaduw. TL-licht H: voor foto's bij daglichtlampen of driewegfluorescentielampen. Auto witbalans Daglicht TL-licht L: voor foto's bij wit TL-licht. Kunstlicht: voor foto's binnenshuis bij gloeilamp- of halogeenlampverlichting. Aangep. instelling: instellingen voor de witbalans gebruiken die u hebt ingesteld. (pag. 79) Bewolkt Kunstlicht Opnameopties 78 Helderheid en kleur aanpassen Uw eigen witbalansinstelling instellen U kunt de witbalans aanpassen door een foto te maken van een wit oppervlak, zoals een stuk papier, onder de lichtomstandigheden waarin u een foto wilt maken. De functie voor witbalans helpt u om de kleuren in uw foto te laten overeenkomen met de werkelijke scène. 1 2 3 Raak in de opnamemodus m “ Witbalans aan. Raak Aangep. instelling om de optie te selecteren. Richt de lens op een wit stuk papier en druk op de [Ontspanknop]. Opnameopties 79 Serieopnamen Het kan lastig zijn foto's te maken van snel bewegende onderwerpen, of natuurlijke gezichtsuitdrukkingen en gebaren van uw onderwerpen in foto's vast te leggen. Het kan ook moeilijk zijn om de belichting correct aan te passen en een juiste belichtingsbron te selecteren. Selecteer in deze gevallen een van de opties voor serieopnamen. 3 Plaats het onderwerp in het kader en druk de [Ontspanknop] half in om scherp te stellen. 4 Houd de [Ontspanknop] ingedrukt. • Terwijl u de [Ontspanknop] ingedrukt houdt, blijft de camera achter elkaar foto's maken. 1 2 Raak in de opnamemodus m “ Snelheid aan. • U kunt de flitser, timer, ACB en Gezichtsdetectie alleen gebruiken Selecteer een optie. • Het kan langer duren om de foto's op te slaan afhankelijk van de wanneer u 1 opname selecteert. capaciteit en prestaties van de geheugenkaart. • De camera geeft altijd de gemaakte foto's weer voordat deze weer Symbool Beschrijving teruggaat naar de opnamemodus. 1 opname: één foto maken. Serieopname (3 fps): achter elkaar 3 foto's per seconde maken. (U kunt maximaal 6 foto's in een serie maken.) Serieopname (5 fps): achter elkaar 5 foto's per seconde maken. (U kunt maximaal 6 foto's in een serie maken.) Serieopname (10 fps): achter elkaar 10 foto's per seconde maken. (U kunt maximaal 6 foto's in een serie maken.) AEB: • 3 foto's achter elkaar maken, elk met een andere belichting: normaal, onderbelicht en overbelicht. • Het maken van de foto kan langer duren. Gebruik een statief voor optimale resultaten. Opnameopties 80 Afbeeldingen aanpassen U kunt de scherpte, kleurverzadiging en het contrast van uw foto's aanpassen. 1 Raak in de opnamemodus m “ Beeld aanpassen aan. Contrast Beschrijving - De kleuren en helderheid verlagen. + De kleuren en helderheid verhogen. Beeld aanpassen Scherpte Kleurverzadiging Contrast - De kleurverzadiging verlagen. + De kleurverzadiging verhogen. Beschrijving Kleurverz. 3 2 Raak o aan om de instellingen op te slaan. Selecteer de gewenste waarde door de schuifregelaar te slepen of de pictogrammen +/- aan te raken. Scherpte Beschrijving - De randen van uw foto's verzachten (geschikt voor fotobewerking op de computer). + De randen verscherpen om de foto's duidelijker te maken. (Hierdoor kan ook de beeldruis in de foto's toenemen). Opnameopties 81 Selecteer 0 als u geen effect wilt toepassen (geschikt voor afdrukken). Het geluid van de zoom verminderen Wanneer u tijdens het opnemen van video's gebruikmaakt van de zoom, kan de camera het geluid van de zoom in de video' opnemen. Gebruik de functie Sound Alive om het zoomgeluid te verminderen. 1 Raak in de opnamemodus voor video's m “ Spraak aan. 2 Selecteer een optie. Symbool Beschrijving Sound Alive Aan: de Sound Alive-functie inschakelen om het zoomgeluid te verminderen. Sound Alive Uit: de Sound Alive-functie uitschakelen om het zoomgeluid op te nemen. Dempen: er wordt geen geluid opgenomen. • Blokkeer de microfoon niet wanneer u de functie Sound Alive gebruikt. • Opnamen die worden gemaakt met Sound Alive, kunnen anders klinken dan de daadwerkelijke geluiden. • In de modus Beeld in beeld kunt u geen opties instellen voor Sound Alive. Opnameopties 82 Opnameopties voor de spaarstand wijzigen Als u tijdens het opnemen van een video 5 minuten lang geen bewerkingen uitvoert, schakelt de camera automatisch over op de spaarstand. 1 Raak in de opnamemodus voor video's m “ Stroombesparende opname aan. 2 Selecteer een optie. Symbool Beschrijving Uit: Stroombesparende opname is uitgeschakeld. Aan: Stroombesparende opname is ingeschakeld. • In de spaarstand beweegt u de camera, raakt u het scherm aan of drukt u op een knop om de camera weer te gebruiken. • Het scherm wordt 3 minuten na de laatste bewerking gedimd om stroom te besparen. Opnameopties 83 Beschikbare opname-instellingen per opnamemodus Zie 'Opnameopties' voor meer informatie over opname-instellingen. (pag. 61) Smart Auto Resolutie O Programma Film O O O Kwaliteit Timer U O U Flitser U O - ISO-waarde - O - Macro - O Scherpstelgebied - O Gezichtsdetectie - EV - ACB - Lichtmeting - Witbalans Snelheid Scène Live Gebarenopname Panorama O O O O O Beautypalet Beautyshot HDR Plus O O O O O O U - - - - O - U - U U - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - U O - - - - O O - - - - - - - O - - - - - - - - O O - - - - - - O - O O - - - O - - - - O - - - - - - - - Smart filter - - - - - - - - - - Beeld aanpassen - O - - - - - - - - Sound Alive - - O - - - - - - - Digitale zoom - O - U - - - - - - U - U - - - - - - O O - - - O - - - Intelligent zoomen OIS - O Opname bij weinig licht O - O: de optie is beschikbaar in deze modus. U: in deze modi zijn sommige opties beperkt. : in deze modi wordt een bepaalde optie als standaard ingesteld en heeft de standaardinstelling een vaste waarde. –: de optie is niet beschikbaar in deze modus. Opnameopties 84 Beschikbare opname-instellingen per opnamemodus Fotofilter Filmfilter Beeld in beeld Gesplitste opname Magisch kader Mijn Magisch kader Artistieke pen Foto in beweging 3D-foto Resolutie U U U Kwaliteit O U O O O U O Timer O U U U O U U - U Flitser U - U U U U U - U ISO-waarde - - - - - - - - - Macro - - - - - - - O - Scherpstelgebied - - - - - - - - - Gezichtsdetectie - - - - - - - - - EV - - - - - - - - - ACB - - - - - - - - - Lichtmeting - - - - - - - - - Witbalans - - - - - - - - - Snelheid - - - - - - - - - Smart filter - - - O - - - - - Beeld aanpassen - - - - - - - - - Sound Alive - U - - - - - - - Digitale zoom - - - - - - - - - Intelligent zoomen - - - - - - - - - OIS - - - - - - - - - O: de optie is beschikbaar in deze modus. U: in deze modi zijn sommige opties beperkt. : in deze modi wordt een bepaalde optie als standaard ingesteld en heeft de standaardinstelling een vaste waarde. –: de optie is niet beschikbaar in deze modus. Opnameopties 85 Afspelen/bewerken Hier vindt u informatie over hoe u foto's en video's kunt weergeven of afspelen en hoe u foto's en video's kunt bewerken. Ook leest u hier hoe u de camera op een computer of televisie (HDTV of 3D-tv) aansluit. Foto's of video's weergeven in de afspeelmodus ……………………………… 87 Bestanden naar een computer overbrengen ……………………………… 107 De afspeelmodus starten ………………… 87 Foto's weergeven ………………………… 94 Een video afspelen ……………………… 97 Bestanden naar een Windows-computer overbrengen …………………………… 107 Bestanden naar een Mac-computer overbrengen …………………………… 108 Foto's bewerken …………………………… 99 Het formaat van een foto wijzigen ………… 99 Een foto draaien ………………………… 99 Een foto bijsnijden ……………………… 100 Smart filter-effecten toepassen ………… 100 Foto's aanpassen ……………………… 101 Een afdrukbestelling maken (DPOF) …… 103 Bestanden weergeven op een televisie (HDTV of 3D-tv) ………………………… 104 Programma's op de computer gebruiken ………………………………… 109 iLauncher installeren …………………… 109 iLauncher gebruiken …………………… 110 Foto's of video's weergeven in de afspeelmodus Hier vindt u informatie over hoe u foto's, video's en spraakmemo's kunt afspelen en hoe u bestanden beheert. De afspeelmodus starten Bekijk foto's en video's en beluister spraakmemo's die in de camera zijn opgeslagen. 1 Druk op [p]. • Het recentste bestand wordt weergegeven. • Als de camera is uitgeschakeld, wordt deze ingeschakeld en wordt het recentste bestand weergegeven. • Als u de bestanden op categorie wilt weergeven, raakt u aan op het startscherm. (pag. 91) 2 Sleep de afbeelding naar links of rechts om naar een ander bestand te gaan. • U kunt de schuifregelaar ook naar links of rechts slepen om naar het vorige of volgende bestand te gaan. U kunt bestanden die zijn opgenomen met andere camera's, mogelijk niet bewerken of afspelen, wegens niet-ondersteunde formaten (afbeeldingsformaat, enzovoort) of codecs. Gebruik een computer of ander apparaat om deze bestanden te bewerken of af te spelen. • Als u snel door bestanden wilt bladeren, kantelt u de camera in de richting waarin u bestanden wilt doorbladeren. (pag. 88) • U kunt ook de linkerrand of de rechterrand van het scherm vasthouden om snel door de bestanden te bladeren. Afspelen/bewerken 87 Foto's of video's weergeven in de afspeelmodus • Bewegingsdetectie werkt mogelijk niet goed als u de camera Bestanden weergegeven met bewegingsdetectie U kunt bestanden weergeven door de camera te kantelen in de afspeelmodus. met het scherm parallel aan de grond houdt. • Als u de camera 90° of 180° draait terwijl u een foto weergeeft, wijzigt de camera automatisch de stand van de weergegeven foto. (pag. 142) • Raak m “ Gebarenoverzicht “ Uit aan om bewegingsdetectie uit te schakelen. Afspelen/bewerken 88 Foto's of video's weergeven in de afspeelmodus Het scherm in de afspeelmodus Symbool Beschrijving Beveiligd bestand Afdrukbestelling ingesteld (DPOF) Bestanden wissen (pag. 93) Bestanden als miniaturen weergeven (pag. 92) Bestandsgegevens Bestanden uploaden naar de geselecteerde website voor delen of bestanden verzenden per e-mail (pag. 123) Video's afspelen (pag. 97) Symbool Beschrijving Lengte van de video Foto's gemaakt in een modus voor snelle serieopnamen (zie 'Bestanden weergeven als een map', pag. 91) Mapnaam – Bestandsnaam GIF-bestand Video bevat foto's die zijn gemaakt tijdens het opnemen Foto gemaakt in 3D-fotomodus Afspelen/bewerken 89 Als u bestandsinformatie op het scherm wilt weergeven, raakt u m “ Bestandsgegevens “ Aan aan. Foto's of video's weergeven in de afspeelmodus Uw favoriete gezichten classificeren Een favoriet gezicht verwijderen U kunt uw favoriete gezichten classificeren. U kunt uw favoriete gezichten verwijderen. 1 1 Raak in de afspeelmodus m “ Gezichtenlijst aan. 2 3 Raak Raak in de afspeelmodus m “ Gezichtenlijst aan. • Raak in de miniatuurweergave of in Smart Album m “ • Raak in de miniatuurweergave of in Smart Album m “ Gezichtenlijst aan. Gezichtenlijst aan. Gezichtenlijst 2 Raak “ Ja aan en sleep het gezicht naar een nieuwe locatie. 3 Raak o aan om de instellingen op te slaan. “ een gezicht “ o aan. Wanneer het pop-upvenster verschijnt, raakt u Ja aan. Raak aan als u alleen uw favoriete gezicht in de gezichtenlijst wilt weergeven. Afspelen/bewerken 90 Foto's of video's weergeven in de afspeelmodus Bestanden weergeven als een map Bestanden op categorie bekijken in Smart Album Foto's gemaakt in een modus voor snelle serieopnamen worden weergegeven als een map. Geef bestanden weer op categorie, zoals datum, gezicht of bestandstype. 1 Sleep in de afspeelmodus de foto naar links of rechts of gebruik de schuifregelaar om naar de gewenste map te gaan. 1 • De camera geeft automatisch de foto's in de map weer. 2 2 3 Raak de map aan om deze te openen. 4 Raak Raak aan op het startscherm. • U kunt ook Smart Album openen door aan te raken of in de afspeelmodus de [Zoomknop] naar links te draaien. Raak “ een optie voor een categorie aan. Symbool Beschrijving Sleep de afbeelding naar links of rechts of gebruik de schuifregelaar om naar een ander bestand te gaan. aan om terug te gaan naar de afspeelmodus. Bestanden normaal weergeven. Bestanden weergeven op volgorde van opslagdatum. Bestanden weergeven op herkende en favoriete gezichten. Bestanden weergeven op bestandstype. Afspelen/bewerken 91 Foto's of video's weergeven in de afspeelmodus 3 Bestanden als miniatuur weergeven Raak de gewenste lijst aan om deze te openen. • Draai de [Zoomknop] naar rechts om terug te gaan naar de Bekijk miniaturen van bestanden. afspeelmodus. 4 Raak een bestand aan om dit op het volledige scherm weer te geven. • Het kan enige tijd duren voordat de camera Smart Album opent, de categorie wijzigt of de bestanden opnieuw indeelt. Draai de afspeelmodus de [Zoomknop] naar links om miniaturen weer te geven (12 per keer). Draai de [Zoomknop] nog een of twee keer naar links om meer miniaturen weer te geven (20 of 48 per keer). Draai de [Zoomknop] naar rechts om naar de vorige weergave terug te keren. • Als u een categorie verwijdert, worden alle bestanden in de categorie verwijderd. Raak een bestand aan om dit op het volledige scherm weer te geven. Versleep het scherm omhoog of omlaag om naar de volgende of vorige pagina met miniaturen te gaan. Afspelen/bewerken 92 Foto's of video's weergeven in de afspeelmodus Bestanden beveiligen Bestanden wissen Beveilig uw bestanden om te voorkomen dat ze per ongeluk worden verwijderd. 1 Selecteer de bestanden die u wilt beveiligen en raak vervolgens m aan. 2 Raak Beveiligen “Aan aan. U kunt een beveiligd bestand niet verwijderen of draaien. Selecteer bestanden die u wilt verwijderen in de afspeelmodus. Eén bestand verwijderen U kunt één bestand selecteren en dit verwijderen. 1 Ga in de afspeelmodus naar het bestand dat u wilt verwijderen en raak aan. 2 Wanneer het pop-upvenster verschijnt, raakt u Ja aan. • U kunt ook meerdere bestanden wissen in de afspeelmodus door m “ Wissen “ Wissen “ Ja aan te raken. • Als u bestanden weergeeft als een map, raakt u aan om alle foto's in de map te verwijderen. • Als u een bepaalde foto in een map wilt verwijderen, opent u de map, selecteert u een bestand en raakt u aan. Afspelen/bewerken 93 Foto's of video's weergeven in de afspeelmodus Meerdere bestanden verwijderen U kunt meerdere bestanden selecteren en deze tegelijk verwijderen. Foto's weergeven Vergroot een deel van een foto of geef foto's weer als diashow. Een foto vergroten 1 2 Raak in de miniatuurweergave 3 Wanneer het pop-upvenster verschijnt, raakt u Ja aan. aan. Selecteer de bestanden die u wilt verwijderen en raak aan. Draai in de afspeelmodus de [Zoomknop] naar rechts om een deel van een foto te vergroten. Draai de [Zoomknop] naar links om uit te zoomen. Vergroot gebied Als u bestanden sorteert op categorie en een categorie verwijdert, worden alle bestanden in die categorie verwijderd. Versleep het scherm om een ander deel van de foto weer te geven. Alle bestanden verwijderen U kunt alle bestanden selecteren en deze tegelijk verwijderen. 1 Raak in de afspeelmodus m “ Wissen aan. • Als u bestanden weergeeft in Smart Album of de miniatuurweergave, raakt u m “ Wissen aan om de bestanden te verwijderen. 2 3 Symbool Beschrijving Raak Alles wissen. De foto bijsnijden (de foto wordt als een nieuw bestand opgeslagen). Wanneer het pop-upvenster verschijnt, raakt u Ja aan. • Alle niet-beveiligde bestanden worden verwijderd. Het bestand wissen. Terug naar de originele weergave. Afspelen/bewerken 94 Foto's of video's weergeven in de afspeelmodus 3 Panoramafoto's weergeven Raak aan om terug te gaan naar de afspeelmodus. Bekijk foto's die zijn gemaakt in de modus Live Panorama. 1 • U kunt de panoramafoto alleen afspelen door Sleep in de afspeelmodus de afbeelding naar links of rechts om naar een gewenste panoramafoto te gaan. • De volledige panoramafoto wordt weergegeven op het scherm. 2 Raak aan. • De camera scrollt automatisch van links naar rechts door de foto voor een horizontale panoramafoto en van boven naar beneden voor een verticale panoramafoto. De camera schakelt vervolgens over naar de afspeelmodus. • Raak tijdens het afspelen van een panoramafoto aan of het afspelen te onderbreken of raak aan om het afspelen te hervatten. • Als het afspelen van een panoramafoto wordt onderbroken, sleept u de afbeelding om de foto horizontaal of verticaal te verplaatsen, afhankelijk van de richting waarin u bewoog bij het maken van de foto. Afspelen/bewerken 95 aan te raken als de langste rand van de foto twee of meer keer langer is dan de kortste rand. • Op het scherm van uw camera wordt een foto die is gemaakt in de 3D-panoramamodus weergegeven als een 2D-panoramafoto. Als u het 3D-effect wilt bekijken, moet u de camera aansluiten op een 3D-televisie of een 3D-monitor. (pag. 106) Foto's of video's weergeven in de afspeelmodus Bewegende foto's weergeven * Standaard GIF-animatiebestanden herhaaldelijk weergeven die zijn vastgelegd in de modus Foto in beweging. Optie 1 Sleep in de afspeelmodus de afbeelding naar links of rechts om naar het gewenste GIF-bestand te gaan. Interval 2 3 Raak aan. Muziek Raak aan om terug te gaan naar de afspeelmodus. • Het interval tussen foto's instellen. Een diashow afspelen 4 5 6 Raak Opties voor diashow aan. • Ga naar stap 5 als u een diashow zonder effecten wilt. 3 Selecteer een effect voor de diashow. * Standaard Optie Beschrijving Afsp.mod. Instellen of de diashow wordt herhaald. (Eenmaal afspelen*, Herhalen) Achtergrondmuziek instellen. • Een scèneovergangseffect instellen tussen foto's. Effecten en audio toevoegen aan een diashow met uw foto's. De diashowfunctie werkt niet voor video's en GIF-bestanden. Raak in de afspeelmodus m aan. (1 sec*, 3 sec, 5 sec, 10 sec) • U moet de optie Effect instellen op Uit om een interval in te stellen. Effect 1 2 Beschrijving Raak (Uit, Kalm*, Zonnig, Ontspannen, Levendig, Zacht) • Selecteer Uit om de effecten te annuleren. • Als u de optie Effect gebruikt, wordt het interval tussen foto's ingesteld op 1 seconde. aan. Raak Diashow starten aan. Geef de diashow weer. • Raak • Raak aan om de diashow te onderbreken. aan om de diashow te hervatten. • Raak het scherm aan en raak vervolgens aan om de diashow te stoppen en terug te gaan naar de afspeelmodus. • Raak aan om het volumeniveau aan te passen. Afspelen/bewerken 96 Foto's of video's weergeven in de afspeelmodus Een video afspelen Symbool Beschrijving In de afspeelmodus kunt u een video weergeven en vervolgens delen van de afgespeelde video opnemen of bijsnijden. U kunt de opgenomen of bijgesneden segmenten opslaan als nieuwe bestanden. 1 2 Ga in de afspeelmodus naar een video en raak aan. Geef de video weer. Symbool Beschrijving Afspelen. Terugspoelen. / Het afspelen onderbreken of hervatten. Afspelen/bewerken 97 Vooruitspoelen. Het volume aanpassen of het geluid dempen. Terugkeren naar de afspeelmodus. Bij het afspelen van een film kunnen de functies voor vooruitspoelen/ terugspoelen/pauzeren na twee seconden worden gebruikt. Foto's of video's weergeven in de afspeelmodus Een video bijsnijden Afzonderlijke beelden uit een video opslaan 1 Raak tijdens het afspelen van een video aan op het punt waarop u het bijsnijden wilt beginnen. 2 3 Raak “ aan. Raak aan op het punt waarop u het bijsnijden wilt beëindigen. 1 Raak tijdens het afspelen van een video punt waarop u een beeld wilt opnemen. 2 3 Raak • De resolutie van het opgenomen beeld is gelijk aan die van de originele video. bijgesneden door de grepen te verplaatsen die op de voortgangsbalk worden weergegeven. Raak aan. Wanneer het pop-upvenster verschijnt, raakt u Ja aan. • U kunt ook de scène aanpassen die moet worden 4 5 aan op het • Het opgenomen beeld wordt als nieuw bestand opgeslagen. aan. Wanneer het pop-upvenster verschijnt, raakt u Ja aan. • De oorspronkelijke video moet ten minste 10 seconden lang zijn. • De camera slaat de bewerkte video op als nieuw bestand en brengt geen wijzigingen aan in de oorspronkelijke video. Afspelen/bewerken 98 Foto's bewerken Hier vindt u informatie over het bewerken van foto's. • De camera slaat bewerkte foto's op als nieuwe bestanden. • Wanneer u foto's bewerkt, converteert de camera deze automatisch naar een lagere resolutie. Foto's die handmatig worden gedraaid of waarvan het formaat handmatig wordt aangepast, worden niet automatisch geconverteerd naar een lagere resolutie. • U kunt een foto niet bewerken terwijl u een map bekijkt. Als u een foto in een map wilt bewerken, raakt u de map aan om deze te openen en gaat u naar de foto. • U kunt geen foto's bewerken die in bepaalde modi zijn gemaakt zoals 3D-panorama, 3D-foto en Foto in beweging. Het formaat van een foto wijzigen Een foto draaien U kunt het formaat van een foto wijzigen en de foto als een nieuw bestand opslaan. 1 1 2 Ga in de afspeelmodus naar een foto en raak m aan. Raak Res.wijz aan en selecteer een formaatoptie. Res.wijz 2688 X 1512 Raak aan op het startscherm. • Het recentste bestand wordt weergegeven. 2 3 4 Raak aan en selecteer een foto. Raak aan en selecteer een optie voor draaien. Raak aan om op te slaan. 1920 X 1080 Draaien Uit Rechts 90 gr. Links 90 gr. 180 gr. De beschikbare opties voor formaat wijzigen verschillen, afhankelijk van het originele formaat van de foto. • De camera overschrijft het originele bestand. • Raak in de afspeelmodus m “ Draaien aan om een foto te draaien. Afspelen/bewerken 99 Foto's bewerken Een foto bijsnijden 1 Smart filter-effecten toepassen Pas speciale effecten toe op uw foto's. Raak aan op het startscherm. 1 • Het recentste bestand wordt weergegeven. 2 3 Raak 4 Raak aan op het startscherm. • Het recentste bestand wordt weergegeven. aan en selecteer een foto. Raak aan en selecteer vervolgens het gebied dat u wilt slepen en bijsnijden. aan om op te slaan. Raak 2 3 4 Raak aan en selecteer een foto. Raak aan. Selecteer een filter en raak o aan. Smart filter Normaal Miniatuur Vignetten Softfocus Optie Beschrijving Normaal Geen effect Miniatuur Een effect toepassen om het onderwerp in miniatuur weer te geven. Vignetten Retro-kleuren, een hoog contrast en sterke vignettering van Lomo-camera's toepassen. Afspelen/bewerken 100 Foto's bewerken Optie Beschrijving Foto's aanpassen Softfocus Onzuiverheden op het gezicht verhullen of droomachtige effecten toevoegen. Oude film Het effect van een oude film toepassen. Halftoonstip Een halftooneffect toepassen. Hier vindt u informatie over het aanpassen van de helderheid, contrast of verzadiging of het corrigeren van het rode-ogeneffect. Als het midden van een foto donker is, kunt u deze lichter maken. De camera slaat een bewerkte foto op als een nieuw bestand, maar converteert de foto mogelijk naar een lagere resolutie. Schets Een schetseffect van een pen toepassen. Visoog Objecten die in de buurt zijn, vervormen om de visuele effecten van een vissenooglens te imiteren Klassiek Een zwart-witeffect toepassen. Retro Een sepiatinteffect toepassen. Olieverf Het effect van een olieverfschilderij toepassen. Aquarel Het effect van een waterverfschilderij toepassen. Cartoon Het effect van een striptekening toepassen. Kruisfilter Lijnen toevoegen die naar buiten lopen van heldere objecten om het visuele effect van een kruisfilter te imiteren. Zoomopname De randen van een foto vervagen om de onderwerpen in het midden te benadrukken. • U kunt tegelijk de helderheid, het contrast en de kleurverzadiging aanpassen en Smart filter-effecten toepassen. • U kunt niet tegelijk de effecten ACB, Gezichtretouch. en Anti-rode ogen toepassen. De helderheid, het contrast en de kleurverzadiging aanpassen 1 Raak aan op het startscherm. • Het recentste bestand wordt weergegeven. 2 3 Raak aan en selecteer een foto. Selecteer een optie voor aanpassen. Symbool Beschrijving 5 Raak aan om op te slaan. Helderheid Contrast Kleurverz. Afspelen/bewerken 101 Foto's bewerken 4 Sleep de schuifregelaars of raak de pictogrammen +/aan om de optie aan te passen. 5 6 Raak o aan. Raak aan om op te slaan. Donkere onderwerpen aanpassen (ACB) 1 Raak Gezichten retoucheren 1 Raak 2 3 4 aan op het startscherm. aan en selecteer een foto. aan op het startscherm. • Het recentste bestand wordt weergegeven. Raak aan en selecteer een foto. Raak m “ Gezichtretouch. aan. Sleep de schuifregelaars of raak de pictogrammen +/aan om de optie aan te passen. • Hoe hoger het nummer, des te helderder de huidskleur. • Het recentste bestand wordt weergegeven. 2 3 4 Raak 5 Raak aan om op te slaan. Raak m “ ACB aan. Raak aan om op te slaan. Rode ogen verwijderen 1 Raak aan op het startscherm. • Het recentste bestand wordt weergegeven. 2 3 4 Raak aan en selecteer een foto. Raak m “ Anti-rode ogen aan. Raak Afspelen/bewerken 102 aan om op te slaan. Foto's bewerken Een afdrukbestelling maken (DPOF) Selecteer foto's die u wilt afdrukken en sla afdrukopties op in de DPOF-indeling (Digital Print Order Format). Deze gegevens worden opgeslagen in de map MISC op uw geheugenkaart zodat u eenvoudig kunt afdrukken op printers die compatibel zijn met DPOF. 1 2 3 Ga in de afspeelmodus naar een foto en raak m aan. Raak DPOF aan. Raak de pictogrammen +/- aan om het aantal exemplaren te selecteren en raak o aan. • U kunt de geheugenkaart meenemen naar een printshop die DPOF (Digital Print Order Format) ondersteunt, maar u kunt ook uw foto's thuis rechtstreeks op een DPOF-compatibele printer afdrukken. • Foto's met afmetingen die groter zijn dan het papier, worden mogelijk afgesneden aan de linker- en rechterkant. Zorg ervoor dat de afmetingen van uw foto overeenkomen met het papier dat u selecteert. Afspelen/bewerken 103 Bestanden weergeven op een televisie (HDTV of 3D-tv) U kunt foto's of video's bekijken door de camera met de A/V-kabel op een televisie aan te sluiten. 1 2 3 4 5 Raak aan op het startscherm. Raak Connectiviteit “ Video aan. Selecteer een video-uitvoersignaal voor uw land of regio. (pag. 140) 6 Schakel de televisie in en selecteer de A/V-videobron met de afstandsbediening van de televisie. 7 Schakel de camera in. • De camera schakelt automatisch over naar de afspeelmodus als u deze aansluit op een televisie. 8 Schakel de camera en de televisie uit. Sluit de camera met de A/V-kabel op de televisie aan. Bekijk foto's of speel video's af met de camera. • Afhankelijk van het model van televisie wordt er mogelijk digitale ruis weergegeven of wordt een deel van het beeld niet weergegeven. Audio Video • Afhankelijk van de televisie-instellingen kan het voorkomen dat de beelden niet gecentreerd op het scherm worden weergegeven. Afspelen/bewerken 104 Bestanden weergeven op een televisie (HDTV of 3D-tv) 6 Bestanden op een HDTV weergeven U kunt ongecomprimeerde foto's of video's van hoge kwaliteit op een HDTV bekijken met behulp van de optionele HDMI-kabel. HDMI (High Definition Multimedia Interface) wordt door de meeste HDTV's ondersteund. 1 2 3 4 5 Raak • Als u een HDTV van Samsung hebt die Anynet+ ondersteunt en u de Anynet+-functie van de camera hebt ingeschakeld, wordt de HDTV automatisch ingeschakeld en wordt het camerascherm weergegeven, terwijl de camera automatisch naar de modus Afspelen schakelt. • Als Anynet+ is uitgeschakeld op uw camera of uw televisie niet beschikt over Anynet+, schakelt de televisie niet automatisch in. Schakel de televisie handmatig in. aan op het startscherm. Raak Connectiviteit “ HDMI-formaat aan. Selecteer een HDMI-resolutie. (pag. 141) 7 Schakel de camera en HDTV uit. Sluit de camera op de HDTV aan met behulp van een optionele HDMI-kabel. Controleer of de HDTV en camera zijn ingeschakeld en selecteer de HDMI-modus op de HDTV. Bekijk de video's en foto's met de camera. • Als uw HDTV het profiel Anynet+(CEC) ondersteunt, schakelt u Anynet+ in het instellingenmenu van de camera in (pag. 140) om de camera en de televisie te bedienen met de afstandsbediening van de televisie. • Met Anynet+ kunt u alle aangesloten Samsung A/V-apparaten bedienen met de afstandsbediening van de televisie. • Hoe lang het duurt voordat de camera verbinding heeft gemaakt met uw HDTV, kan verschillen afhankelijk van het type geheugenkaart dat u gebruikt. Een snellere geheugenkaart resulteert niet noodzakelijk in een snellere HDMI-overdracht, omdat de belangrijkste functie van de kaart het verbeteren van de overdrachtssnelheid tijdens het opnemen is. Afspelen/bewerken 105 Bestanden weergeven op een televisie (HDTV of 3D-tv) 6 Bestanden op een 3D-televisie weergeven 1 2 3 4 5 Raak Schakel de camera in. • Als u een 3D-TV van Samsung hebt die Anynet+ ondersteunt U kunt foto's die zijn gemaakt in de modus 3D-foto of 3D-panorama, weergeven op een 3D-tv. en u de Anynet+-functie van de camera hebt ingeschakeld, wordt de 3D-TV automatisch ingeschakeld en wordt het camerascherm weergegeven, terwijl de camera automatisch naar de modus Afspelen schakelt. • Als Anynet+ is uitgeschakeld op uw camera of uw televisie niet beschikt over Anynet+, schakelt de televisie niet automatisch in. Schakel de televisie handmatig in. aan op het startscherm. Raak Connectiviteit “ HDMI-formaat aan. Selecteer een HDMI-resolutie. (pag. 141) 7 Schakel de camera en de 3D-televisie uit. Sluit de camera op de 3D-tv aan met een optionele HDMI-kabel. Raak aan om over te schakelen naar 3D-tv-modus. • Raak nogmaals aan om over te schakelen naar 2D-tv-modus. 8 Schakel de 3D-functie van uw televisie in. • Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van de televisie voor meer informatie. 9 Bekijk 3D-foto's met het aanraakscherm op de camera of de afstandsbediening van de 3D-tv als de televisie Anynet+ ondersteunt. • U kunt een MPO-bestand niet weergeven in 3D-effect op televisies die deze indeling niet ondersteunen. • Gebruik een 3D-bril wanneer u een MPO-bestand weergeeft op een 3D-televisie. Bekijk de 3D-afbeeldingen die zijn vastgelegd met uw camera, niet gedurende langere tijd op een 3D-televisie of 3D-monitor. Dit kan onaangename symptomen tot gevolg hebben, zoals vermoeide ogen, vermoeidheid, misselijkheid, en meer. Afspelen/bewerken 106 Bestanden naar een computer overbrengen Sluit de camera aan op de computer om bestanden over te brengen van de geheugenkaart van de camera naar de computer. Bestanden naar een Windows-computer overbrengen 5 Sluit de camera aan op de computer als verwisselbare schijf. 6 Selecteer op de computer Deze computer “ Verwisselbare schijf “ DCIM “ 101PHOTO. 7 Sleep de bestanden naar de computer of sla ze op de computer op. Windows XP, Windows Vista of Windows 7 moet worden uitgevoerd op uw computer als u de camera wilt aansluiten als verwisselbare schijf. 1 2 3 4 Raak Schakel de camera in. • De camera wordt automatisch herkend. aan op het startscherm. De camera loskoppelen (voor Windows XP) Raak Connectiviteit “ Pc-software “ Uit aan. Voor Windows Vista en Windows 7 gelden vergelijkbare methoden voor het loskoppelen van de camera. Schakel de camera uit. Sluit de camera op de computer aan met de USB-kabel. U moet het kleine uiteinde van de USB-kabel aansluiten op uw camera. Als u de kabel omgekeerd aansluit, kunnen de bestanden beschadigen. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor enig verlies van gegevens. 1 Als het statuslampje op de camera knippert, wacht u tot het knipperen ophoudt. 2 Klik op op de werkbalk rechtsonder in het scherm van de computer. 3 4 Klik op het pop-upbericht. 5 Verwijder de USB-kabel. Klik op het berichtveld waarin wordt aangegeven dat het apparaat veilig is verwijderd. Afspelen/bewerken 107 Bestanden naar een computer overbrengen 3 Bestanden naar een Mac-computer overbrengen Schakel de camera in. • De computer herkent de camera automatisch en geeft een Wanneer u de camera op een Mac-computer aansluit, wordt het apparaat automatisch door de computer herkend. U kunt de bestanden rechtstreeks van de camera naar de computer overbrengen, zonder dat het nodig is om programma's te installeren. pictogram van een verwisselbare schijf weer. 4 5 Dubbelklik op het pictogram van de verwisselbare schijf. Sleep de bestanden naar de computer of sla ze op de computer op. Mac OS 10.5 of hoger wordt ondersteund. 1 2 Schakel de camera uit. Sluit de camera met de USB-kabel op een Mac-computer aan. U moet het kleine uiteinde van de USB-kabel aansluiten op uw camera. Als u de kabel omgekeerd aansluit, kunnen de bestanden beschadigen. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor enig verlies van gegevens. Afspelen/bewerken 108 Programma's op de computer gebruiken Met iLauncher kunt u bestanden afspelen met Multimedia Viewer en kunt u via koppelingen nuttige programma's downloaden. 5 6 iLauncher installeren 1 2 3 4 Raak aan op het startscherm. Schakel de camera in. Selecteer een doelmap op de computer en selecteer Ja. • Wanneer u de camera aansluit op een computer waarop iLauncher is geïnstalleerd, wordt het programma automatisch gestart. Raak Connectiviteit “ Pc-software “ Aan aan. Schakel de camera uit. Sluit de camera op de computer aan met de USB-kabel. U moet het kleine uiteinde van de USB-kabel aansluiten op uw camera. Als u de kabel omgekeerd aansluit, kunnen de bestanden beschadigen. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor enig verlies van gegevens. 7 Volg de instructies op het scherm om de installatie te voltooien. • Er wordt een snelkoppeling voor iLauncher weergegeven op de computer. • Voordat u het programma installeert, moet u ervoor zorgen dat de pc is verbonden met een netwerk. • Klik op Apparaten → iLauncher → Mac → iLinker om iLauncher te installeren op uw Mac-computer. Afspelen/bewerken 109 Programma's op de computer gebruiken Beschikbare programma's tijdens het gebruik van iLauncher iLauncher gebruiken Optie Beschrijving Multimedia Viewer Met Multimedia Viewer kunt u bestanden weergeven. Wanneer u de camera aansluit op een computer waarop iLauncher is geïnstalleerd, wordt Multimedia Viewer automatisch gestart. Firmware Upgrade Hiermee kunt u de firmware van uw camera bijwerken. PC Auto Backup iLauncher bevat een koppeling waarmee u het programma PC Auto Backup kunt downloaden wanneer u de camera aansluit op een computer. U kunt foto's of video's die u met de camera hebt opgenomen, draadloos verzenden naar een pc. Met iLauncher kunt u bestanden afspelen met Multimedia Viewer en kunt u via een koppeling het programma PC Auto Backup downloaden. • De vereisten zijn alleen aanbevelingen. iLauncher werkt mogelijk niet correct, zelfs wanneer de computer voldoet aan de vereisten, afhankelijk van de toestand van de computer. • Als uw computer niet voldoet aan de vereiste, worden video's mogelijk niet correct afgedrukt. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor schade die wordt veroorzaakt door het gebruik van niet-geschikte computers zoals samengestelde computers. Als u een Mac-computer gebruikt, is alleen Firmware bijwerken beschikbaar. Afspelen/bewerken 110 Programma's op de computer gebruiken Vereisten voor Mac OS Vereisten voor Windows OS Item Vereisten Item Processor Intel® Core™ 2 Duo 1,66 GHz of hoger/ AMD Athlon X2 Dual-Core 2,2 GHz of hoger Besturingssysteem Mac OS 10.5 of hoger RAM Minimaal 512 MB RAM (1 GB of meer aanbevolen) Besturingssysteem* Windows XP SP2, Windows Vista of Windows 7 Vaste-schijfruimte Vereisten RAM Minimaal 256 MB RAM (512 MB of meer aanbevolen) Schijfruimte Minimaal 110 MB Overig USB 2.0-poort 250 MB of meer (1 GB of meer aanbevolen) • 1024 X 768 pixels, beeldscherm met Overig ondersteuning voor 16-bits kleuren (1280 X 1024 pixels, ondersteuning voor 32-bits kleuren aanbevolen) • USB 2.0-poort • nVIDIA Geforce 7600GT of hoger/ ATI X1600-reeks of hoger • Microsoft DirectX 9.0c of hoger iLauncher openen Selecteer op de computer start “ Alle programma's “ Samsung “ iLauncher “ Samsung iLauncher. Of klik op Programma's “ Samsung “ iLauncher op uw Maccomputer. * Een 32-bits versie van iLauncher wordt geïnstalleerd; zelfs op 64-bits edities van Windows XP, Windows Vista en Windows 7. Afspelen/bewerken 111 Programma's op de computer gebruiken Multimedia Viewer gebruiken Met Multimedia Viewer kunt u bestanden afspelen. Dubbelklik in het scherm van Samsung iLauncher op Multimedia Viewer. • Multimedia Viewer ondersteunt de volgende bestandstypen: - Video's: MP4 (Video: H.264, Audio: AAC), WMV (WMV 7/8/9), AVI (MJPEG) - Foto's: JPG, GIF, BMP, PNG, TIFF, MPO • Bestanden die zijn opgenomen met apparaten van andere fabrikanten worden mogelijk niet vloeiend afgespeeld. Foto's weergeven 1 Nr. 66% 2 3 ! 0 9 8 7 6 5 4 Afspelen/bewerken 112 Beschrijving 1 Best.naam 2 Vergroot gebied 3 Histogram 4 Het geselecteerde bestand openen. 5 Histogram-knop 6 Naar links draaien/naar rechts draaien. 7 Naar het vorige bestand gaan/naar het volgende bestand gaan. 8 Het formaat van de foto aanpassen aan het scherm. 9 De foto op origineel formaat weergeven. 0 Inzoomen/uitzoomen ! Schakelen tussen 2D- en 3D-modus. Programma's op de computer gebruiken Video's bekijken 1 Nr. 2 8 7 6 5 4 3 De firmware bijwerken Dubbelklik in het scherm van Samsung iLauncher op Firmware Upgrade. Het programma PC Auto Backup downloaden Dubbelklik in het scherm van Samsung iLauncher op PC Auto Backup. Zie pagina 131 voor meer informatie over het installeren van het programma PC Auto Backup. Afspelen/bewerken 113 Beschrijving 1 Best.naam 2 Het volume aanpassen. 3 Het geselecteerde bestand openen. 4 Naar het volgende bestand gaan. 5 Stop 6 Pauze 7 Naar het vorige bestand gaan. 8 Voortgangsbalk Draadloos netwerk Hier wordt beschreven hoe u verbinding kunt maken met WLAN-netwerken en functies kunt gebruiken. Verbinding maken met een WLAN en netwerkinstellingen configureren ……… 115 Verbinding maken met een WLAN …… De aanmeldingsbrowser gebruiken …… Tips over netwerkverbinding …………… Tekst invoeren ………………………… Bestanden verzenden met AllShare Play …………………………… 128 115 117 117 118 Foto's uploaden naar de online opslagruimte …………………………… 128 Foto's of video's weergeven op tv's die AllShare Play ondersteunen …………… 129 Foto's of video's verzenden naar een smartphone ……………………………… 120 Automatische back-up gebruiken om foto's of video's te verzenden ………… 131 Een smartphone gebruiken als externe ontspanknop …………………………… 121 Het programma voor Automatische back-up installeren op uw pc ………… 131 Foto's of video's verzenden naar een pc ……………………………………… 131 Websites voor het delen van foto's of video's gebruiken ……………………… 123 Een website openen …………………… 123 Foto's of video's uploaden …………… 123 Foto's uploaden naar een cloudserver ……………………………… 133 Foto's of video's via e-mail verzenden ………………………………… 125 Foto's verzenden via Wi-Fi Direct ……… 134 E-mailinstellingen wijzigen ……………… 125 Foto's of video's via e-mail verzenden … 126 Over de WOL-functie Wake on LAN … 135 Verbinding maken met een WLAN en netwerkinstellingen configureren Hier wordt beschreven hoe u verbinding maakt via een toegangspunt wanneer u zich binnen het bereik van een WLAN bevindt. U kunt ook netwerkinstellingen configureren. Verbinding maken met een WLAN 1 Raak , , startscherm. , of Symbool/Optie aan op het Beveiligd toegangspunt WPS-toegangspunt • Druk op [Smart Link] om de ingestelde Wi-Fi-functie Signaalsterkte te activeren. De camera activeert de ingestelde functie. (pag. 18) 2 Opties voor de netwerkinstelling openen. Raak m “ Wi-Fi-instelling aan. • In sommige modi raakt u Toegangspunten vernieuwen waarmee verbinding kan worden gemaakt. aan om het scherm Wi-Fi-instelling te openen. • De camera zoekt automatisch naar beschikbare toegangspunten. 3 Raak een toegangspunt aan. Wi-Fi-instelling Samsung 1 Samsung 2 Samsung 3 Draadloos netwerk toevoegen WPS knopverbinding Beschrijving Ad-hoctoegangspunt Draadloos netwerk toevoegen WPS knopverbinding Handmatig een toegangspunt toevoegen. Verbinding maken met een WPStoegangspunt. • Wanneer u een beveiligd toegangspunt selecteert, wordt een pop- upvenster weergegeven. Geef de vereiste wachtwoorden in om verbinding te maken met de WLAN. Zie 'Tekst invoeren' voor meer informatie over het ingeven van tekst. (pag. 118) • Wanneer een aanmeldingspagina verschijnt, zie 'De aanmeldingsbrowser gebruiken'. (pag. 117) • Als u een toegangspunt selecteert dat wordt ondersteund door het WPS-profiel, selecteert u WPS PIN-verbinding en geeft u een PIN-code in op het toegangspunt. U kunt ook verbinding maken met een toegangspunt dat wordt ondersteund door het WPSprofiel door WPS knopverbinding te selecteren op de camera en vervolgens op de knop WPS op het toegangspunt te drukken. Draadloos netwerk 115 Verbinding maken met een WLAN en netwerkinstellingen configureren Netwerkopties instellen Het IP-adres handmatig instellen 1 Ga op het scherm Wi-Fi-instelling naar een toegangspunt en raak aan. 1 Ga op het scherm Wi-Fi-instelling naar een toegangspunt en raak aan. 2 Selecteer elke optie en geef de vereiste informatie in. 2 3 Raak IP-instelling “ Handmatig aan. Optie Beschrijving Netwerk vergeten Het geselecteerde toegangspunt verwijderen uit de lijst. (Deze optie wordt alleen weergegeven wanneer u een opgeslagen toegangspunt selecteert.) Selecteer elke optie en geef de vereiste informatie in. Optie Beschrijving IP Hier voert u het statische IP-adres in. Subnetmasker Hier voert u het subnetmasker in. Verificatie Selecteer een netwerkverificatietype. Gateway Hier voert u de gateway in. Gegevenscod. Selecteer een coderingstype. DNS-server Hier voert u het DNS-adres in. Netwerksleutel Geef het netwerkwachtwoord in. IP-instelling Het IP-adres handmatig instellen. WPS PIN-verbinding Een PIN-code ingeven op het toegangspunt. Draadloos netwerk 116 Verbinding maken met een WLAN en netwerkinstellingen configureren De aanmeldingsbrowser gebruiken Tips over netwerkverbinding U kunt uw aanmeldingsgegevens ingeven via de aanmeldingsbrowser wanneer u verbinding maakt met bepaalde toegangspunten, sites voor delen of cloudservers. • De kwaliteit van de netwerkverbinding wordt bepaald door het toegangspunt. • Hoe groter de afstand tussen uw camera en het toegangspunt, hoe langer het duurt om verbinding te maken met het netwerk. • Als een apparaat in de buurt hetzelfde radiofrequentiesignaal gebruikt als uw camera, kan uw verbinding hierdoor worden verstoord. • Als uw toegangspunt geen Nederlandse naam heeft, kan de camera mogelijk het apparaat niet vinden of kan de naam onjuist worden weergegeven. • Neem contact op met uw netwerkbeheerder of netwerkserviceprovider voor netwerkinstellingen of een wachtwoord. • Als een WLAN moet worden geverifieerd door de serviceprovider, kunt u mogelijk geen verbinding met het betreffende WLAN maken. Neem contact op met uw netwerkserviceprovider om verbinding te maken met het WLAN. • Afhankelijk van het coderingstype kan het aantal cijfers in het wachtwoord verschillen. • Een WLAN-verbinding is wellicht niet mogelijk in alle omgevingen. • Mogelijk geeft de camera een WLAN-printer weer in de lijsten met toegangspunten. U kunt echter geen verbinding met het netwerk maken via een printer. • U kunt uw camera niet tegelijkertijd verbinden met een netwerk en aansluiten op een tv. U kunt ook geen foto's of video's op een tv bekijken wanneer u verbinding hebt gemaakt met een netwerk. • Er kunnen aanvullende kosten gelden om verbinding te maken met een netwerk. De kosten verschillen op basis van de voorwaarden van uw abonnement. • Als u geen verbinding met een WLAN kunt maken, probeert u een ander toegangspunt uit de lijst met beschikbare toegangspunten. Symbool Beschrijving Het toegangspunt instellen. Naar de vorige pagina gaan. Naar de volgende pagina gaan. Stoppen met het laden van de pagina. De pagina opnieuw laden. De aanmeldingsbrowser sluiten. • Bepaalde items kunt u niet selecteren afhankelijk van de pagina waarmee u bent verbonden. Dit is normaal en wijst niet op een defect. • De aanmeldingsbrowser wordt mogelijk niet automatisch gesloten nadat u zich hebt aangemeld bij bepaalde pagina's. In dat geval sluit u de aanmeldingsbrowser door aan te raken en gaat u verder met de gewenste bewerking. • Het laden van de aanmeldingspagina kan langer duren wegens het paginaformaat of de netwerksnelheid. In dit geval wacht u tot het invoervenster voor aanmeldingsgegevens wordt weergegeven. Draadloos netwerk 117 Verbinding maken met een WLAN en netwerkinstellingen configureren • In bepaalde landen kunt u ook verbinding maken met gratis WLAN's. • Er kan een aanmeldingspagina worden weergegeven wanneer u gratis WLAN's selecteert die worden geleverd door bepaalde netwerkproviders. Geef uw gebruikersnaam en wachtwoord in om verbinding te maken met de WLAN. Neem contact op met de netwerkproviders voor informatie over het registreren of de service. • Wees voorzichtig wanneer u persoonlijke gegevens ingeeft om verbinding te maken met een toegangspunt. Geef geen betalingsof creditcardgegevens in op uw camera. De fabrikant is niet aansprakelijk voor problemen die ontstaan wanneer u dergelijke informatie ingeeft. • De beschikbare netwerkverbindingen kunnen verschillen per land. • De WLAN-functie van uw camera moet voldoen aan de wetten op het gebied van radiozendingen in uw regio. We raden u daarom aan de WLAN-functie alleen te gebruiken in het land waar u de camera hebt gekocht. • De procedure voor het aanpassen van de netwerkinstellingen kan verschillen, afhankelijk van de netwerkomstandigheden. • Probeer geen toegang te krijgen tot een netwerk dat u niet mag gebruiken. • Voordat u verbinding maakt met een netwerk, moet u ervoor zorgen dat de batterij volledig is opgeladen. • Wanneer een DHCP-server niet beschikbaar is, moet u een bestand autoip.txt maken en dit kopiëren naar de geplaatste geheugenkaart om verbinding met het netwerk te maken met Auto IP. Tekst invoeren Hier wordt beschreven hoe u tekst kunt invoeren. Met de symbolen in de onderstaande tabel kunt u de cursor verplaatsen, schakelen tussen hoofdletters en kleine letters, enzovoort. Annuleren Symbool Gereed Beschrijving De laatste letter verwijderen. De cursor verplaatsen. In de ABC-modus schakelt u hoofdletters in of uit. Annuleren • U kunt geen bestanden uploaden of verzenden die zijn gemaakt in de modi 3D-foto en 3D-panorama. • Bestanden die u overzet naar een ander apparaat, worden mogelijk niet ondersteund door het apparaat. In dit geval gebruikt u een computer om de bestanden af te spelen. Draadloos netwerk 118 Ophouden met het ingeven van tekst en terugkeren naar de vorige pagina. Schakelen tussen de symboolstand en ABC-stand. Verbinding maken met een WLAN en netwerkinstellingen configureren Symbool Beschrijving Geef '.com' in. Een spatie invoeren. Gereed De weergegeven tekst opslaan. • U kunt alleen tekst in het Engelse alfabet invoeren, ongeacht de schermtaal. • U kunt maximaal 128 tekens ingeven. • Het scherm kan afwijken, afhankelijk van de geselecteerde taal. Draadloos netwerk 119 Foto's of video's verzenden naar een smartphone De camera kan via een WLAN verbinding maken met smartphones die de functie MobileLink ondersteunen. U kunt eenvoudig foto's of video's verzenden naar uw smartphone. • De functie MobileLink wordt ondersteund door smartphones van de Galaxy-serie met het besturingssysteem Android 2.2 of hoger. Als uw smartphone het • • • • 1 besturingssysteem Android 2.1 gebruikt, werkt u uw smartphone bij naar Android 2.2 of hoger. Deze functie wordt ook ondersteund door de 7-inch en 10,1-inch Galaxy Tab. U moet de applicatie Samsung MobileLink installeren op uw telefoon of apparaat voordat u deze functie gebruikt. U kunt de applicatie downloaden van Samsung Apps of Play Store. Als het camerageheugen geen foto's bevat, kunt u deze functie niet gebruiken. U kunt max. 1000 best. weergeven en max. 100 best. tegelijk verzenden. Full HD-video's die u overzet naar een ander apparaat via MobileLink, worden mogelijk niet ondersteund door het apparaat. Raak aan op het startscherm van de camera. • Als het pop-upvenster wordt weergegeven dat u vraagt om de applicatie te downloaden, raakt u Volgende aan. 2 Raak Alle afbeeldingen of Geselect. afbeeld. aan op de camera om bestanden te selecteren die u wilt delen met de smartphone. 4 5 Raak Ja aan op de camera. 6 Raak Kopiëren aan op de smartphone. Selecteer vanaf de smartphone de bestanden die u van de camera naar de smartphone wilt verzenden. • De camera verzendt de bestanden. • Als u Geselect. afbeeld. hebt geselecteerd, raakt u Delen aan op de camera nadat u de bestanden voor delen hebt geselecteerd. • Als u Geselect. afbeeld. hebt geselecteerd, worden alleen de geselecteerde bestanden weergegeven op de smartphone. 3 Schakel de applicatie Samsung MobileLink in op uw smartphone. • Lees de instructies op het scherm zorgvuldig om uw camera te selecteren en aan te sluiten. • De smartphone kan maar met één camera tegelijk verbinding maken. Draadloos netwerk 120 Een smartphone gebruiken als externe ontspanknop De camera maakt verbinding met een smartphone via een WLAN. Gebruik de smartphone als externe ontspanner met de functie Remote Viewfinder. De opgenomen foto wordt weergegeven op de smartphone. • De functie Remote Viewfinder wordt ondersteund door smartphones van de Galaxy-serie met het besturingssysteem Android 2.2 of hoger. Als uw smartphone het besturingssysteem Android 2.1 gebruikt, werkt u uw smartphone bij naar Android 2.2 of hoger. Deze functie wordt ook ondersteund door de 7-inch en 10,1-inch Galaxy Tab. • U moet de applicatie Externe zoeker installeren op het apparaat voordat u deze functie gebruikt. U kunt de applicatie downloaden van Samsung Apps of Play Store. 1 Raak 3 aan op het startscherm van de camera. • Als het pop-upvenster wordt weergegeven dat u vraagt om de Stel de volgende opnameopties in op de smartphone. Symbool Beschrijving applicatie te downloaden, raakt u Volgende aan. 2 Flitsoptie Schakel de functie Remote Viewfinder in op uw smartphone. Timerinstelling • Lees de instructies op het scherm zorgvuldig om uw camera Fotoformaat te selecteren en aan te sluiten. • De smartphone kan maar met één camera tegelijk verbinding maken. • Wanneer u gebruikmaakt van deze functie, zijn sommige knoppen niet beschikbaar op uw camera. • De zoomknop en de ontspanknop op uw smartphone werken niet als u deze functie gebruikt. • De modus Remote Viewfinder ondersteunt alleen de fotoformaten Draadloos netwerk 121 en . Een smartphone gebruiken als externe ontspanknop 4 Blijf aanraken op de smartphone om scherp te stellen. • De scherpstelling is automatisch ingesteld op Multi AF. 5 Druk op om de foto te maken. • De foto wordt opgeslagen in uw camera. • Raak de foto onder aan het scherm aan om de foto op te slaan op de smartphone. Het formaat van de foto wordt gewijzigd in 640 X 360. • Als u deze functie gebruikt, kan de ideale afstand tussen de camera en de smartphone variëren, afhankelijk van de omgeving. • De smartphone moet zich binnen een afstand van 7 m van de camera bevinden als u deze functie wilt gebruiken. • Het duurt enige tijd om de foto te maken nadat u op op de smartphone hebt gedrukt. • De functie Remote Viewfinder wordt in de volgende gevallen uitgeschakeld: - Er is een inkomende oproep op de smartphone. - De camera of de smartphone wordt uitgeschakeld. - Het geheugen is vol. - De verbinding van een van de apparaten met het WLAN is verbroken. - De Wi-Fi-verbinding is zwak of instabiel. Draadloos netwerk 122 Websites voor het delen van foto's of video's gebruiken Upload uw foto's of video's naar websites voor het delen van bestanden. Beschikbare websites worden weergegeven op de camera. Een website openen Foto's of video's uploaden 1 2 1 2 Raak aan op het startscherm. Selecteer een website. • De camera probeert automatisch verbinding te maken Selecteer te uploaden bestanden in de lijst. • U kunt maximaal 20 foto's selecteren en de totale grootte mag met een WLAN via het toegangspunt waarmee het laatst verbinding is gemaakt. • Als de camera niet eerder verbinding heeft gemaakt met een WLAN, wordt er gezocht naar beschikbare toegangspunten. (pag. 115) 3 Open de website met uw camera. maximaal 10 MB zijn. 3 Raak Upload aan. • Als u bent verbonden met Facebook, raakt u Upload “ Uploaden aan. • Als u verbinding hebt gemaakt met Facebook, kunt u uw Geef uw gebruikersnaam en wachtwoord in en raak Aanmelding “ OK aan. opmerkingen ingeven door het vak Opmerking aan te raken. Lees voor meer informatie over het ingeven van tekst 'Tekst invoeren'. (pag. 118) • Lees voor meer informatie over het ingeven van tekst 'Tekst invoeren'. (pag. 118) • U kunt een gebruikersnaam in de lijst selecteren door “ een gebruikersnaam aan te raken. • Als u zich eerder bij de website hebt aangemeld, wordt u mogelijk automatisch aangemeld. Als u deze functie wilt gebruiken, moet u een bestaande account op de website voor het delen van bestanden hebben. Draadloos netwerk 123 Websites voor het delen van foto's of video's gebruiken • U kunt geen bestanden uploaden als de bestandsgrootte de limiet • • • • • • overschrijdt. De maximale fotoresolutie die u kunt uploaden, is 2M, en de langste video die u kunt uploaden, duurt 30 seconden bij een resolutie van of is een video die is opgenomen met . Als de geselecteerde foto een hogere resolutie dan 2M heeft, wordt deze automatisch verkleind tot een lagere resolutie. De manier waarop foto's of video's moeten worden geüpload, is afhankelijk van de geselecteerde website. Als u door een firewall of gebruikersverificatie-instellingen geen toegang tot een website krijgt, neemt u contact op met uw netwerkbeheerder of uw netwerkserviceprovider. De datum waarop geüploade foto's of video's zijn opgenomen, kan automatisch worden gebruikt als naam voor de foto's of video's. De snelheid waarmee u foto’s kunt uploaden en webpagina’s kunt openen, is afhankelijk van de snelheid van uw internetverbinding. Als het camerageheugen geen foto's bevat, kunt u deze functie niet gebruiken. U kunt in de afspeelmodus ook foto's of video's uploaden naar websites voor het delen van bestanden door m “ Delen aan te raken en vervolgens een gewenste website te selecteren. In de afspeelmodus wordt het symbool voor de geselecteerde website aan de linkerkant weergegeven. U kunt foto's en video's uploaden door het symbool aan te raken. Draadloos netwerk 124 Foto's of video's via e-mail verzenden U kunt de instellingen in het e-mailmenu wijzigen en foto's die op de camera zijn opgeslagen, verzenden via e-mail. Een e-mailwachtwoord instellen E-mailinstellingen wijzigen In het e-mailmenu kunt u de instellingen voor het opslaan van uw gegevens of het opslaan van e-mailadressen wijzigen. U kunt ook het e-mailwachtwoord instellen of wijzigen. Lees voor meer informatie over het ingeven van tekst 'Tekst invoeren'. (pag. 118) Raak Raak “ m aan op het startscherm. Raak Wachtwoord instellen “ Aan aan. • Selecteer Uit om het wachtwoord uit te schakelen. 3 Uw gegevens opslaan 1 2 3 1 2 “ m aan op het startscherm. Raak OK aan wanneer het pop-upvenster wordt weergegeven. • Het pop-upvenster verdwijnt automatisch, ook als u OK niet aanraakt. Raak Instelling afzender aan. 4 5 6 Raak het vak Naam aan, geef uw naam in en raak vervolgens Done aan. Instelling afzender Naam Voer een wachtwoord van 4 cijfers in. Voer het wachtwoord nogmaals in. Raak Bevestig aan wanneer het pop-upvenster wordt weergegeven. • Het pop-upvenster verdwijnt automatisch, ook als u Bevestig niet aanraakt. E-mail Als u uw wachtwoord bent vergeten, kunt u dit opnieuw instellen door m “ Wachtwoord wijzigen “ Reset aan te raken. Wanneer u de informatie reset, worden de eerder opgeslagen gebruikersinstellingen, het e-mailadres en de lijst met recent verzonden e-mailberichten verwijderd. Opslaan 4 Raak het vak E-mail aan, geef uw adres in en selecteer Done. 5 Raak Opslaan aan om de wijzigingen op te slaan. Draadloos netwerk 125 Foto's of video's via e-mail verzenden Het e-mailwachtwoord wijzigen 1 2 3 4 5 6 Raak Foto's of video's via e-mail verzenden U kunt foto's die op de camera zijn opgeslagen, verzenden via e-mail. Zie 'Tekst invoeren' voor meer informatie over het ingeven van tekst. (pag. 118) “ m aan op het startscherm. Raak Wachtwoord wijzigen aan. 1 Voer uw huidige wachtwoord van 4 cijfers in. met een WLAN via het toegangspunt waarmee het laatst verbinding is gemaakt. • Als de camera niet eerder verbinding heeft gemaakt met een WLAN, wordt er gezocht naar beschikbare toegangspunten. (pag. 115) Voer het nieuwe wachtwoord nogmaals in. Raak Bevestig aan wanneer het pop-upvenster wordt weergegeven. Bevestig niet aanraakt. aan op het startscherm. • De camera probeert automatisch verbinding te maken Voer een nieuw wachtwoord van 4 cijfers in. • Het pop-upvenster verdwijnt automatisch, ook als u Raak 2 Raak het vak Afzender aan, geef uw e-mailadres in en raak vervolgens Done aan. • Als u uw gegevens eerder hebt opgeslagen, worden deze automatisch ingevoegd. (pag. 125) • Als u een adres uit een lijst met eerdere afzenders wilt gebruiken, raakt u Draadloos netwerk 126 “ een adres aan. Foto's of video's via e-mail verzenden 3 Raak het vak Ontvanger aan, geef een e-mailadres in en raak vervolgens Done aan. • Als u een adres uit de lijst met eerdere ontvangers wilt gebruiken, raakt u “ een adres aan. aan om meer ontvangers toe te voegen. U kunt maximaal 30 ontvangers invoeren. • Raak aan om een adres uit te lijst te verwijderen. • Raak 4 5 • Zelfs als het erop lijkt dat een foto is overgedragen, kunnen fouten met • • Raak OK aan. Selecteer de te uploaden bestanden in de lijst en raak Next aan. • • U kunt maximaal 20 bestanden selecteren. De totale grootte • mag maximaal 7 MB zijn. 6 Raak het opmerkingsvak aan, geef uw opmerkingen in en raak Gereed aan. 7 Raak Verzenden aan. • De camera verzendt de e-mail. Draadloos netwerk 127 • de e-mailaccount van de ontvanger ervoor zorgen dat de foto wordt geweigerd of herkend als spam. U kunt geen e-mail verzenden als er geen netwerkverbinding beschikbaar is of als de instellingen van uw e-mailaccount onjuist zijn. U kunt geen e-mail verzenden als de bestandsgrootte de limiet overschrijdt. De maximale fotoresolutie die u kunt verzenden, is 2M, en de langste video die u kunt uploaden, duurt 30 seconden bij een resolutie van of is een video die is opgenomen met . Als de geselecteerde foto een hogere resolutie dan 2M heeft, wordt deze automatisch verkleind tot een lagere resolutie. Als u door een firewall of gebruikersverificatie-instellingen geen e-mail kunt verzenden, neemt u contact op met uw netwerkbeheerder of uw netwerkserviceprovider. Als het camerageheugen geen foto's bevat, kunt u deze functie niet gebruiken. U kunt in de afspeelmodus ook een e-mailbericht verzenden door m “ Delen “ E-mail aan te raken. Bestanden verzenden met AllShare Play U kunt bestanden van uw camera uploaden naar de online opslag AllShare Play of bestanden overzetten naar AllShare-apparaten. Foto's uploaden naar de online opslagruimte 1 Raak 3 aan op het startscherm. Geef uw gebruikersnaam en wachtwoord in en raak Aanmelding “ o aan. • Lees voor meer informatie over het ingeven van tekst 'Tekst invoeren'. (pag. 118) • Als u het formaat voor geüploade foto's wilt wijzigen, raakt u m “ Uploadgrootte afb. aan. • Als u meer dan één webopslag hebt geregistreerd, kunt u een keuze maken in de lijst door m “ Webopslag wijzigen aan te raken. 2 • U kunt een gebruikersnaam in de lijst selecteren door Raak Webopslag aan. Als u deze functie wilt gebruiken, moet u een AllShare Play-account en een account bij een gelieerde online opslagservice maken op uw pc. Nadat u de accounts hebt gemaakt, voegt u uw online opslagaccount toe aan AllShare Play. • Als het begeleidende bericht wordt weergegeven, raakt u o aan. • De camera probeert automatisch verbinding te maken met een WLAN via het toegangspunt waarmee het laatst verbinding is gemaakt. • Als de camera niet eerder verbinding heeft gemaakt met een WLAN, wordt er gezocht naar beschikbare toegangspunten. (pag. 115) “ een gebruikersnaam aan te raken. • Als u zich eerder bij de website hebt aangemeld, wordt u mogelijk automatisch aangemeld. 4 Selecteer de bestanden die u wilt uploaden en raak Upload aan. • U kunt geen videobestanden uploaden naar de online AllShare Playopslagruimte. • Als het camerageheugen geen foto's bevat, kunt u deze functie niet gebruiken. • U kunt in totaal 10 MB of 20 bestanden uploaden naar de online opslagruimte. Draadloos netwerk 128 Bestanden verzenden met AllShare Play 4 Foto's of video's weergeven op tv's die AllShare Play ondersteunen 1 2 Raak • Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van de tv voor informatie aan op het startscherm. Raak Apparaten in de buurt aan. • Als het begeleidende bericht wordt weergegeven, raakt u o aan. • De camera probeert automatisch verbinding te maken met een WLAN via het toegangspunt waarmee het laatst verbinding is gemaakt. • Als de camera niet eerder verbinding heeft gemaakt met een WLAN, wordt er gezocht naar beschikbare toegangspunten. (pag. 115) 3 Zoek op de tv naar de camera en blader door de gedeelde foto's of video's. over het zoeken naar de camera en het bladeren door foto's of video's op de tv. • Afhankelijk van het type tv of de netwerkverbinding kan het voorkomen dat video's niet vloeiend worden afgespeeld. Als dit gebeurt, neemt u de video opnieuw op met de kwaliteit of en speelt u de video opnieuw af. Als video's niet vloeiend op uw televisie worden afgespeeld via de draadloze verbinding, sluit u de camera met een A/V-kabel aan op de televisie. Maak op uw tv verbinding met een draadloos netwerk via een toegangspunt. • Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van de tv voor meer informatie. AP Draadloos netwerk 129 Bestanden verzenden met AllShare Play • U kunt maximaal 1000 foto's of video's delen. • Op een tv-scherm kunt u alleen foto's of video's bekijken die u met de • • • • • • • • • • camera hebt opgenomen. Het bereik van de draadloze verbinding tussen uw camera en een tv kan verschillen, afhankelijk van de specificaties van het toegangspunt. Als de camera is verbonden met 2 tv's, wordt er mogelijk langzamer afgespeeld. Foto's of video's worden met hun originele grootte gedeeld. U kunt deze functie alleen gebruiken met tv's die AllShare Play ondersteunen. Gedeelde foto's of video's worden niet opgeslagen op de tv, maar u kunt ze opslaan volgens de tv-specificaties. Het overbrengen van foto's of video's naar de tv kan enige tijd duren, afhankelijk van de netwerkverbinding, het aantal bestanden dat u wilt delen of de grootte van de bestanden. Als u de camera op ongebruikelijke wijze uitschakelt terwijl u foto's of video's op een tv bekijkt (bijvoorbeeld door de batterij te verwijderen), gaat de tv ervan uit dat de verbinding met de camera nog intact is. De volgorde van foto's of video's op de camera kan afwijken van die op de tv. Afhankelijk van het aantal foto's of video's dat u wilt delen, kan het enige tijd duren om uw foto's of video's te laden en de instelprocedure uit te voeren. Als u tijdens de weergave van foto's of video's op de tv voortdurend de afstandsbediening van de tv gebruikt of andere handelingen op de tv uitvoert, werkt deze functie mogelijk niet correct. Draadloos netwerk 130 • Als u bestanden op de camera sorteert of de volgorde van de bestanden wijzigt terwijl u de bestanden op een tv bekijkt, moet u de instelprocedure herhalen om de lijst met bestanden op de tv bij te werken. • Als het camerageheugen geen foto's bevat, kunt u deze functie niet gebruiken. • U kunt het beste een netwerkkabel gebruiken om uw tv aan te sluiten op het toegangspunt. Hiermee kunt u haperende videobeelden bij het streamen van inhoud tot een minimum beperken. Automatische back-up gebruiken om foto's of video's te verzenden U kunt foto's of video's die u met de camera hebt opgenomen, draadloos verzenden naar een pc. De functie Automatische back-up werkt alleen met het Windows-besturingssysteem. Het programma voor Automatische back-up installeren op uw pc 1 2 3 Foto's of video's verzenden naar een pc 1 Klik op OK in het pop-upvenster. op de pc. Volg de instructies op het scherm om de installatie te voltooien. Verwijder de USB-kabel. Sluit de camera weer met de USB-kabel op de pc aan. • De camera slaat informatie over de pc op, zodat de camera bestanden kan verzenden naar de pc. Voordat u het programma installeert, moet u ervoor zorgen dat de pc is verbonden met een netwerk. aan op het startscherm van de camera. functie Automatische back-up te gebruiken. Zie 'Het programma voor Automatische back-up installeren op uw pc' voor meer informatie. (pag. 131) • Als u uw pc automatisch wilt uitschakelen nadat de overdracht is voltooid, raakt u complete, touch Pc afsluiten na back-up aan. • Als u de Help voor de functie Automatische back-up wilt weergeven, raakt u aan. Sluit de camera met de USB-kabel op de pc aan. • Het programma Automatische back-up wordt geïnstalleerd 4 5 Raak • U moet de informatie voor de back-up-pc configureren om de Installeer iLauncher op de pc. 2 Raak o aan om de back-up te starten. • Als u het verzenden wilt annuleren, raakt u Annuleren aan. • U kunt geen afzonderlijke bestanden selecteren om back-ups van te maken. Deze functie maakt alleen een back-up van nieuwe bestanden op de camera. • De voortgang van de back-up wordt weergegeven op de monitor van de pc. • Wanneer de overdracht is voltooid, wordt de camera na ongeveer 30 seconden automatisch uitgeschakeld. Raak Annuleren aan om terug te gaan naar het vorige scherm en te voorkomen dat de camera automatisch wordt uitgeschakeld. Draadloos netwerk 131 Automatische back-up gebruiken om foto's of video's te verzenden • Als de pc de WOL-functie (Wake on LAN) ondersteunt, kunt u de pc • • • • • • • • • • • automatisch inschakelen door op uw camera naar de pc te zoeken. (pag. 135) Wanneer u op de camera verbinding maakt met het WLAN, selecteert u het toegangspunt dat is verbonden met de pc. De camera zoekt naar de beschikbare toegangspunten, zelfs als u weer verbinding maakt met hetzelfde toegangspunt. Als u de camera uitschakelt of de batterij verwijdert terwijl u bestanden verzendt, wordt de bestandsoverdracht onderbroken. U kunt slechts één camera tegelijk verbinden met de pc om bestanden te verzenden. De back-up wordt mogelijk geannuleerd vanwege netwerkomstandigheden. Foto' of video' kunnen maar één keer naar een pc worden verzonden. Bestanden kunnen niet opnieuw worden verzonden, zelfs niet als u uw camera opnieuw aansluit op een andere pc. Als het camerageheugen geen foto's bevat, kunt u deze functie niet gebruiken. U moet Windows Firewall en eventuele andere firewalls uitschakelen voordat u deze functie gebruikt. U kunt maximaal 1000 bestanden verzenden. In de pc-software moet de servernaam worden ingegeven in het Latijnse alfabet en mag de naam niet meer dan 48 tekens bevatten. Wanneer meerdere bestandstypen tegelijk worden gemaakt, worden alleen de afbeeldingsbestanden (JPG) naar de pc verzonden met deze functie. Draadloos netwerk 132 Foto's uploaden naar een cloudserver U kunt uw foto's uploaden naar SkyDrive. Om foto's te uploaden, moet u de Microsoft-website bezoeken en u registreren voordat u uw camera aansluit. 1 2 Raak 4 aan op het startscherm van de camera. Raak SkyDrive aan. Selecteer de te uploaden bestanden in de lijst en raak Upload aan. • Als het pop-upvenster wordt weergegeven waarin u wordt gevraagd om een account te maken, raakt u OK aan. • De camera probeert verbinding te maken met een WLAN via het toegangspunt waarmee het laatst verbinding is gemaakt. • Als de camera niet eerder verbinding heeft gemaakt met een WLAN, wordt er gezocht naar beschikbare toegangspunten. (pag. 115) 3 Meld u aan met uw gebruikersnaam en wachtwoord. • Lees voor meer informatie over het ingeven van tekst 'Tekst invoeren'. (pag. 118) • Zie 'De aanmeldingsbrowser gebruiken' als u bent verbonden met SkyDrive. (pag. 117) Draadloos netwerk 133 • U kunt in de afspeelmodus ook foto's uploaden naar een cloudserver door m “ Delen aan te raken en een cloudserver te selecteren. • Als het camerageheugen geen foto's bevat, kunt u deze functie niet gebruiken. • Wanneer u foto's uploadt naar SkyDrive, wordt het formaat van de foto's gewijzigd in 2M terwijl de oorspronkelijke verhouding behouden blijft. Foto's verzenden via Wi-Fi Direct Als de camera via een WLAN is verbonden met een apparaat dat de functie Wi-Fi Direct ondersteunt, kunt u foto's verzenden naar het apparaat. Deze functie wordt mogelijk niet ondersteund op bepaalde apparaten. 1 2 3 5 Schakel op het toestel de optie Wi-Fi Direct in. Selecteer een foto op de camera in de afspeelmodus. Raak m aan en raak vervolgens Delen “ Wi-Fi Direct aan. Geef op het apparaat de camera toestemming om verbinding te maken met het apparaat en verzend het bestand. • De geselecteerde foto wordt verzonden naar het apparaat. • In de weergave met één afbeelding kunt u slechts één foto tegelijk verzenden. • In de miniatuurweergave kunt u meerdere foto's selecteren door miniaturen aan te raken. Raak Send aan wanneer u klaar bent met het selecteren van foto's. 4 Selecteer het apparaat in de lijst met Wi-Fi Directapparaten op de camera. • Zorg ervoor dat de optie Wi-Fi Direct van het apparaat is ingeschakeld. • U kunt ook uw camera selecteren in de lijst met Wi-Fi Direct- apparaten op het apparaat. Draadloos netwerk 134 • U kunt maximaal 20 bestanden in één keer verzenden. • Als het camerageheugen geen foto's bevat, kunt u deze functie niet gebruiken. • Als u geen verbinding kunt maken met een Wi-Fi Direct-toestel, moet u het toestel bijwerken met de nieuwste firmware. Deze functie wordt mogelijk niet ondersteund op bepaalde apparaten. Over de WOL-functie Wake on LAN Met de WOL-functie kunt u een pc automatisch inschakelen of wekken met uw camera. Deze functie is beschikbaar voor desktop-pc's van Samsung uit de afgelopen 5 jaar (niet beschikbaar voor all-in-one-pc's). Als u andere wijzigingen dan de beschreven wijzigingen aanbrengt in de BIOS-instellingen van uw pc, kan uw pc worden beschadigd. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor schade als gevolg van het wijzigen van de BIOS-instellingen van uw pc. De pc instellen om wakker te worden uit de slaapmodus 1 2 Klik op Start en open het Control Panel (Configuratiescherm). 3 Klik met de rechtermuisknop op Local Area (LAN-verbinding) en klik op Properties (Eigenschappen). 4 Klik op Configure (Configureren) “ het tabblad Power manage (Energiebeheer) “ Allow this device to wake the computer (Dit apparaat mag de computer uit standby halen). 5 6 Klik op OK. Configureer de netwerkverbinding. • Windows 7: Klik op Network and Internet (Netwerk en internet) “ Network and Sharing Center (Netwerkcentrum) “ Change adapter settings (Adapterinstellingen wijzigen). • Windows Vista: Klik op Network and Internet (Netwerk en internet) “ Network and Sharing Center (Netwerkcentrum) “ Manage network connections (Netwerkverbindingen beheren). • Windows XP: Klik op Network and Internet Connection (Netwerken Internet-verbindingen) “ Network Connection (Netwerkverbindingen). Start de pc opnieuw op. Draadloos netwerk 135 Over de WOL-functie Wake on LAN De pc instellen om te worden ingeschakeld 1 Schakel de pc in en druk op F2 terwijl de pc wordt opgestart. • Het BIOS-instelmenu wordt weergegeven. 2 Selecteer het tabblad Advanced (Geavanceerd) “ Power management Setup (Energiebeheer instellen). 3 Selecteer Resume on PME (Hervatten bij PME) “ Enabled (Ingeschakeld). 4 Druk op F10 om uw wijzigingen op te slaan en door te gaan met opstarten. 5 Klik op Start en open het Control Panel (Configuratiescherm). 6 Configureer de netwerkverbinding. 7 8 Selecteer stuurprogramma's voor de netwerkadapter. Klik op het tabblad Advanced (Geavanceerd) en stel de WOL-menu's in. • U kunt deze functie niet gebruiken met een firewall of als er een beveiligingsprogramma is geïnstalleerd. • Als u de computer wilt inschakelen met de WOL-functie, moet de • Windows 7: Klik op Network and Internet (Netwerk en internet) “ Network and Sharing Center (Netwerkcentrum) “ Change adapter settings (Adapterinstellingen wijzigen). • Windows Vista: Klik op Network and Internet (Netwerk en internet) “ Network and Sharing Center (Netwerkcentrum) “ Manage network connections (Netwerkverbindingen wbeheren). • Windows XP: Klik op Network and Internet Connection (Netwerken Internet-verbindingen) “ Network Connection (Netwerkverbindingen). computer een actieve verbinding hebben met het LAN. Zorg ervoor dat het lampje op de LAN-poort van de computer brandt, wat aangeeft dat de LAN-verbinding actief is. • Afhankelijk van het model van uw pc is het mogelijk dat de camera de pc alleen kan wekken. • Afhankelijk van het besturingssysteem of de stuurprogramma's van uw pc kunnen de namen van het WOL-instelmenu verschillen. - Voorbeelden van het instellen van menunamen: Enable PME, Wake on LAN enzovoort. - Voorbeelden van het instellen van menuwaarden: Enable, Magic packet enzovoort. Draadloos netwerk 136 Instellingen Hier vind u opties om de instellingen van uw camera te configureren. Instellingenmenu ……………………………………… 138 Het instellingenmenu openen ……………………… 138 Geluid ……………………………………………… 139 Display ……………………………………………… 139 Connectiviteit ………………………………………… 140 Algemeen …………………………………………… 141 Instellingenmenu Hier vindt u informatie waarmee u de instellingen van de camera kunt configureren. 3 Het instellingenmenu openen 1 2 Raak Selecteer een item. Geluid aan op het startscherm. Selecteer een menu. Instellingen Volume Middel Piepjes Aan Sl.toon Geluid Begingeluid 1 Uit Display Connectiviteit 4 Algemeen Selecteer een optie. Volume Optie Beschrijving Uit Geluid: verschillende camerageluiden en het volume instellen. (pag. 139) Laag Middel Display: de scherminstellingen aanpassen. (pag. 139) Hoog Connectiviteit: hiermee kunt u de verbindingsopties instellen. (pag. 140) Algemeen: hiermee kunt u de instellingen voor het camerasysteem aanpassen, zoals geheugenindeling en standaardbestandsnaam. (pag. 141) 5 Instellingen 138 Raak aan om terug te gaan naar het vorige scherm. Instellingenmenu Geluid Display * Standaard Item Beschrijving Volume Hiermee stelt u het volume van alle geluiden in. (Uit, Laag, Middel*, Hoog) Piepjes Hiermee stelt u een geluid in dat wordt afgespeeld als u op de knoppen drukt of het scherm aanraakt. (Uit, Aan*) Sl.toon Hiermee stelt u in dat de camera een geluid afspeelt als u op de ontspanknop drukt. (Uit, 1*, 2, 3) Begingeluid Hiermee stelt u in dat de camera een geluid afspeelt als u de camera inschakelt. (Uit*, Vliegen, Lasershow, Wolken) AF-geluid Instellen dat een geluid wordt afgespeeld wanneer u de ontspanknop half indrukt. (Uit, Aan*) * Standaard Item Beschrijving Beginafbeelding Hier stelt u in of er een afbeelding wordt weergegeven wanneer de camera wordt ingeschakeld en zo ja, welke. • Uit*: er wordt geen afbeelding weergegeven. • Logo: een standaardafbeelding weergeven. • Gebr.afb: selecteer Gebr.afb. uit de foto's die u hebt vastgelegd in het geheugen. Richtlijn Hiermee selecteert u een raster om u te helpen bij de compositie van een scène. (Uit*, 3 X 3, 2 X 2, Kruis, Diagonaal) Datum/tijd weergeven Instellen of de datum en tijd op het scherm van de camera worden weergegeven. (Uit*, Aan) Helderh. scherm Instellingen 139 Hiermee past u de helderheid van het scherm aan. (Auto*, Donker, Normaal, Licht) Normaal is de vaste waarde voor de afspeelmodus, zelfs als Auto is geselecteerd. Instellingenmenu * Standaard Item Beschrijving Snel tonen Hiermee stelt u in hoe lang een gemaakte foto wordt weergegeven voordat u teruggaat naar de opnamemodus. (Uit, Aan*) Spaarstand Connectiviteit * Standaard Item Beschrijving Video Het video-uitgangssignaal voor uw land of regio instellen. • NTSC: Canada, Japan, Korea, Mexico, Taiwan, VS enzovoort • PAL (ondersteunt alleen B/D/G/H/I): Australië, België, China, Denemarken, Duitsland, Engeland, Finland, Frankrijk, Italië, Koeweit, Maleisië, Nederland, Nieuw-Zeeland, Noorwegen, Oostenrijk, Singapore, Spanje, Thailand, Zweden, Zwitserland enzovoort Anynet+ (HDMI-CEC) Instellen of de camera wordt worden bediend met de afstandsbediening van de televisie wanneer u de camera aansluit op een HDTV die het profiel Anynet+ (HDMI-CEC) ondersteunt. • Aan*: de camera bedienen met de afstandsbediening van een HDTV. • Uit: bestanden weergeven zonder de afstandsbediening van een HDTV te gebruiken. Als u 30 seconden lang geen bewerkingen uitvoert, schakelt de camera automatisch over op de spaarstand. (Uit*, Aan) Raak in de spaarstand het scherm aan of druk op een andere knop dan [POWER] om de camera weer te gebruiken. Instellingen 140 Instellingenmenu * Standaard Item Beschrijving HDMI-formaat Hiermee kunt u de resolutie van foto's instellen wanneer de camera bestanden afspeelt op een HDTV via de HDMI-kabel. • NTSC: 1080i*, 720p, 480p, 576p (is alleen beschikbaar als PAL is geselecteerd) Als de geselecteerde resolutie niet door de HDTV wordt ondersteund, wordt automatisch de onderliggende resolutiewaarde geselecteerd. Pc-software Hier kunt u instellen dat iLauncher automatisch wordt gestart wanneer u de camera op uw computer aansluit. (Uit, Aan*) Algemeen * Standaard Item Beschrijving Netwerkinformatie Het Mac-adres en serienummer van de camera weergeven. Language Een taal voor de tekst op het scherm instellen. Tijdzone De tijdzone voor uw locatie instellen. Als u naar een ander land gaat, selecteert u Bezoek en selecteert u de juiste tijdzone. (Thuis*, Bezoek) Datum/tijd aanpassen Hiermee stelt u de datum en tijd in. Datumtype Hiermee stelt u een datumnotatie in. (JJJJ/MM/DD, MM/DD/JJJJ*, DD/MM/JJJJ) De standaarddatumnotatie kan afwijken, afhankelijk van de geselecteerde taal. Smart Link (Wi-Fi-knop) Instellingen 141 Een vooraf ingestelde Wi-Fi-functie starten door op [Smart Link] te drukken. (MobileLink*, Remote Viewfinder, Delen op sociale netwerken, E-mail, Cloud, Automatische back-up, AllShare Play) Instellingenmenu * Standaard Item Beschrijving De naamgeving van bestanden opgeven. • Op nul: instellen dat de bestandsnummering weer bij 0001 begint wanneer er een nieuwe geheugenkaart wordt geplaatst, een geheugenkaart wordt geformatteerd of alle bestanden worden verwijderd. • Serie*: instellen dat de bestandsnummering doorloopt wanneer er een nieuwe geheugenkaart wordt geplaatst, een geheugenkaart wordt geformatteerd of alle bestanden worden verwijderd. Bestandsnr. * Standaard Item Beschrijving Autom. draaien Instellen dat foto’s automatisch meedraaien als u de camera draait. (Uit, Aan*) Instellen of de datum en tijd moeten worden weergegeven op gemaakte foto's. (Uit*, Datum, Datum/tijd) • De datum en tijd worden in de Afdruk • De standaardnaam van de eerste map is • • • • 100PHOTO en de standaardnaam van het eerste bestand is SAM_0001. Het bestandsnummer wordt steeds met één verhoogd, van SAM_0001 tot SAM_9999. Het mapnummer wordt steeds met één verhoogd, van 100PHOTO tot 999PHOTO. Het maximum aantal bestanden dat in een map kan worden opgeslagen, is 9999. De camera definieert bestandsnamen volgens de DCF-norm (Design rule for Camera File system). Als u bestandsnamen wijzigt, kan de camera deze bestanden mogelijk niet meer weergeven. rechterbenedenhoek van de foto weergegeven. • Mogelijk drukken sommige printermodellen de datum en tijd niet correct af. • De datum en tijd worden niet op de foto weergegeven als: - U Tekst selecteert in de modus Scène. - U Beautypalet, Mijn Magisch kader, 3D-foto, Live Panorama, Beeld in beeld of Foto in beweging selecteert. Hiermee stelt u in dat de camera automatisch wordt uitgeschakeld als u gedurende een bepaalde periode geen bewerkingen uitvoert. (Uit, 1 min, 3 min*, 5 min, 10 min) • Uw instellingen worden niet gewijzigd Automatisch uit Instellingen 142 wanneer u de batterij vervangt. • De camera wordt niet automatisch uitgeschakeld als de camera is aangesloten op een computer, is verbonden met een WLAN of wanneer u een diashow of video's afspeelt. Instellingenmenu * Standaard Item Beschrijving AF-lamp Instellen dat op donkere locaties automatisch een lampje wordt ingeschakeld zodat u beter kunt scherpstellen. (Uit, Aan*) Formatteer de geheugenkaart. Wanneer u formatteert, worden alle bestanden verwijderd, ook beveiligde bestanden. (Ja, Nee) Formatt. Er kunnen fouten optreden als u een geheugenkaart door een ander merk camera, door een computer of in een geheugenkaartlezer laat formatteren. Formatteer geheugenkaarten in de camera voordat u ze gebruikt om beelden op te slaan. Reset Reset menu's en opnameopties. De instellingen voor datum en tijd, taal en videouitvoer worden niet gereset. (Ja, Nee) Open bron-licenties De informatie over de Open Source-licentie weergeven. Instellingen 143 Bijlagen Hier vindt u informatie over foutmeldingen, specificaties en onderhoud. Foutmeldingen ………………………………………… 145 Cameraonderhoud …………………………………… 147 De camera reinigen ………………………………… 147 De camera gebruiken of opbergen ………………… 148 Geheugenkaarten …………………………………… 149 De batterij …………………………………………… 152 Voordat u contact opneemt met een servicecenter ………………………………………… 156 Cameraspecificaties ………………………………… 159 Woordenlijst …………………………………………… 163 Index …………………………………………………… 168 Foutmeldingen Als een van de volgende foutmeldingen verschijnt, kunt u de onderstaande oplossingen proberen. Foutmelding Mogelijke oplossingen • Schakel de camera uit en weer in. Kaartfout • Verwijder de geheugenkaart en plaats deze weer terug. • Formatteer de geheugenkaart. Kaart wordt niet ondersteund. De geplaatste geheugenkaart wordt niet ondersteund door de camera. Plaats een microSD-, microSDHC-, of microSDXCgeheugenkaart. Foutmelding Mogelijke oplossingen Apparaat losgekoppeld. De netwerkverbinding is verbroken tijdens het overbrengen van foto's. Selecteer opnieuw een apparaat dat AllShare Play ondersteunt. Bestandsfout Verwijder het beschadigde bestand of neem contact op met een servicecenter. Bestandssysteem wordt niet ondersteund. De FAT-bestandsstructuur van de geplaatste geheugenkaart wordt niet ondersteund door de camera. Formatteer de geheugenkaar in de camera. Initialisatie mislukt. De camera kan een apparaat dat AllShare Play ondersteunt, niet vinden. Schakel apparaten in het netwerk in die AllShare Play ondersteunen. Ongeldig wachtwoord. Het wachtwoord voor het overdragen van bestanden naar een andere camera is onjuist. Voer het juiste wachtwoord in. Batterij bijna leeg Plaats een opgeladen batterij of laad de batterij op. Geheugen vol Verwijder onnodige bestanden of plaats een nieuwe geheugenkaart. • De camera kan geen verbinding met het Verbinding is niet gelukt. DCF Full Error netwerk maken via het geselecteerde toegangspunt. Selecteer een ander toegangspunt en probeer het opnieuw. • De camera kan geen verbinding maken met de andere apparaten. Probeer opnieuw verbinding te maken. Bestandsnamen komen niet met de DCFnorm overeen. Breng de bestanden op de geheugenkaart over naar een computer en formatteer de kaart. Open vervolgens het menu Instellingen en raak Algemeen “ Bestandsnr. aan en “ Op nul. (pag. 142) Bijlagen 145 Foutmeldingen Foutmelding Mogelijke oplossingen Geen foto Maak foto's of plaats een geheugenkaart met foto's in de camera. Foto-overdracht mislukt. De netwerkverbinding is verbroken tijdens het overbrengen van foto's. Probeer de functie AllShare Play opnieuw te starten. • De camera kan een foto niet verzenden naar de andere apparaten. Probeer opnieuw te verzenden. Overdracht mislukt. • De camera kan geen e-mail verzenden of foto's overdragen naar een apparaat dat AllShare Play ondersteunt. Controleer de netwerkverbinding en probeer het opnieuw. Bijlagen 146 Cameraonderhoud De camera reinigen Cameralens en -scherm Camerabody Veeg de behuizing voorzichtig schoon met een zachte, droge doek. Verwijder stof met behulp van een blaaskwastje en veeg de lens met een zachte doek voorzichtig af. Voor eventueel achtergebleven stof brengt u lensreinigingsvloeistof op een stuk lensreinigingspapier aan en veegt u de lens voorzichtig schoon. • Gebruik nooit benzeen, thinner of alcohol om het apparaat te reinigen. Deze oplosmiddelen kunnen de camera beschadigen of defecten veroorzaken. • Druk niet op de lenskap en gebruik geen blaaskwastje op de lenskap. Bijlagen 147 Cameraonderhoud Camera voor langere tijd opbergen De camera gebruiken of opbergen • Als u de camera langere tijd opbergt, moet u de camera samen Ongeschikte plaatsen voor het gebruiken of opbergen van de camera • Stel de camera niet bloot aan zeer hoge of lage temperaturen. • Gebruik de camera niet in zeer vochtige omgevingen of omgevingen waar de luchtvochtigheid snel verandert. • Stel de camera niet bloot aan direct zonlicht en bewaar de • • • • camera niet op warme locaties met slechte ventilatie, zoals in een auto die in de zon staat. Bescherm de camera en het scherm tegen stoten, ruw gebruik en sterke trillingen om ernstige schade te voorkomen. Gebruik of bewaar de camera niet op stoffige, vuile, vochtige of slecht-geventileerde plaatsen, om schade aan bewegende en interne onderdelen te voorkomen. Gebruik de camera niet in de buurt van brandstoffen, brandbare stoffen of ontvlambare chemicaliën. Bewaar geen ontvlambare vloeistoffen, gassen en explosief materiaal in dezelfde ruimte als de camera of de accessoires van de camera. Berg de camera niet op met mottenballen. Gebruik op het strand of aan de waterkant met absorberend materiaal, zoals silicagel, in een afgesloten houder plaatsen. • Haal de batterijen uit de camera wanneer u de camera langere tijd opbergt. Batterijen in het batterijvak kunnen na verloop van tijd gaan lekken of roesten en ernstige schade aan uw camera veroorzaken. • Batterijen die niet worden gebruikt, ontladen zich na verloop van tijd en moeten vóór gebruik opnieuw worden opgeladen. • De huidige datum en tijd kunnen worden geïnitialiseerd wanneer de camera wordt ingeschakeld nadat de camera en batterij gedurende langer dan 40 uur gescheiden zijn geweest. Wees voorzichtig bij gebruik in vochtige omgevingen Als u de camera overbrengt van een koude naar een warme omgeving, kan er condensvorming optreden op de lens of de interne onderdelen van de camera. In dit geval moet u de camera uitschakelen en ten minste 1 uur wachten. Als er condensvorming optreedt op de geheugenkaart, moet u de kaart uit de camera halen en wachten tot al het vocht is verdampt voordat u de kaart terugplaatst. Overige aandachtspunten • Bescherm de camera tegen zand en vuil wanneer u deze op • Zwaai de camera niet aan de polslus heen en weer. Hierdoor het strand of in een andere, soortgelijke omgeving gebruikt. • Uw camera is niet waterbestendig. Gebruik de batterij, adapter of geheugenkaart niet met natte handen. Als u de camera gebruikt met natte handen, kan de camera beschadigd raken. kunt u uzelf of anderen verwonden of schade aan uw camera veroorzaken. • Verf de camera niet, omdat verf tussen de bewegende onderdelen kan gaan zitten en de werking van het apparaat kan beïnvloeden. • Schakel de camera uit als u deze niet gebruikt. Bijlagen 148 Cameraonderhoud • De camera bevat kwetsbare onderdelen. Zorg daarom dat u de camera niet blootstelt aan schokken. • Bewaar de camera in de houder om het scherm te beschermen tegen externe druk. Houd de camera uit de buurt van zand, scherp gereedschap of kleingeld om te voorkomen dat er krassen op de camera komen. • Gebruik de camera niet als het scherm gebarsten of • • • • • • beschadigd is. Gebarsten glas of acryl kan letsel aan uw handen en gezicht veroorzaken. Breng de camera naar een servicecenter van Samsung om de camera te laten repareren. Leg camera's, batterijen, opladers of accessoires nooit in de buurt van, op of in verwarmingsapparaten, zoals magnetrons, kachels of radiatoren. Deze apparaten kunnen worden vervormd en oververhit raken en brand of een ontploffing veroorzaken. Stel de lens niet bloot aan direct zonlicht. Hierdoor kan de beeldsensor verkleuren of defect raken. Bescherm de lens tegen vingerafdrukken en krassen. Reinig de lens met een zachte, schone doek. Als de camera een schok opvangt, wordt de camera mogelijk uitgeschakeld. Dit gebeurt om de geheugenkaart te beschermen. Schakel de camera weer in om de camera te gebruiken. De camera kan warm worden tijdens het gebruik. Dit is normaal en is niet van invloed op de levensduur of prestaties van uw camera. Bij lage temperaturen kan het langer duren voordat de camera is ingeschakeld, kunnen kleuren tijdelijk veranderen of kunnen nabeelden worden weergegeven. Deze omstandigheden duiden niet op defecten en worden verholpen als u de camera weer bij normale temperaturen gebruikt. • Verf of metaal aan de buitenzijde van de camera kan allergieën, jeuk, eczeem of bultjes veroorzaken bij mensen met een gevoelige huid. Als u last hebt van een van deze symptomen, stop dan onmiddellijk met het gebruik van de camera en raadpleeg een arts. • Steek geen vreemde voorwerpen in de compartimenten, sleuven en openingen van de camera. Schade als gevolg van onjuist gebruik wordt mogelijk niet door de garantie gedekt. • Laat geen ongekwalificeerd personeel reparatie- of onderhoudswerkzaamheden aan de camera uitvoeren en probeer dit ook niet zelf te doen. Alle schade die voortvloeit uit ongekwalificeerd onderhoud of reparatie, wordt niet gedekt door de garantie. Geheugenkaarten Ondersteunde geheugenkaarten Uw camera biedt ondersteuning voor de geheugenkaarten microSD (Secure Digital), microSDHC (Secure Digital High Capacity) of microSDXC (Secure Digital eXtended Capacity). Bijlagen 149 Als u gegevens wilt lezen met een computer of een geheugenkaartlezer, moet u de geheugenkaart plaatsen in een geheugenkaartadapter. Cameraonderhoud Capaciteit van de geheugenkaart Video De geheugencapaciteit verschilt, afhankelijk van de opnamemodus, de opnameomstandigheden of de geheugenkaart. De volgende capaciteiten zijn gebaseerd op een microSD-kaart van 2 GB: Formaat 1920 X 1080 Foto Formaat 1280 X 720 HQ Superhoog Hoog Normaal 211 409 598 235 455 663 279 540 792 331 629 910 629 1151 1605 1000 1743 2346 1386 2346 3211 2773 4068 4693 1280 X 720 640 X 480 320 X 240 Om te delen 120 fps 30 fps 15 fps - Ongeveer 11' 19" Ongeveer 21' 53" - Ongeveer 20' 30" Ongeveer 41' 01" - Ongeveer 24' 52" Ongeveer 49' 44" - Ongeveer 55' 38" Ongeveer 105' 53" Ongeveer 55' 26" Ongeveer 221' 47" Ongeveer 400' 18" - Ongeveer 221' 47" Ongeveer 400' 18" De bovenstaande cijfers zijn gemeten zonder gebruik van de zoomfunctie. Bij gebruik van de zoomfunctie kan de beschikbare opnametijd afwijken van de vermelde waarden. Om de totale opnameduur te bepalen, zijn er verschillende video's achter elkaar opgenomen. Bijlagen 150 Cameraonderhoud Aandachtspunten bij gebruik van geheugenkaarten • Vermijd blootstelling van geheugenkaarten aan zeer lage of • • • • • • • • hoge temperaturen (onder 0 °C/32 °F en boven 40 °C/104 °F). Extreme temperaturen kunnen ervoor zorgen dat geheugenkaarten niet goed werken. Plaats een geheugenkaart in de juiste richting. Als u een geheugenkaart in de verkeerde richting plaatst, kunnen camera en geheugenkaart worden beschadigd. Gebruik geen geheugenkaarten die in een andere camera of door een computer zijn geformatteerd. Formatteer een dergelijke geheugenkaart opnieuw in uw eigen camera. Schakel de camera uit wanneer u een geheugenkaart plaatst of verwijdert. Verwijder de geheugenkaart niet en schakel uw camera niet uit wanneer het lampje knippert, omdat de gegevens hierdoor kunnen worden beschadigd. Wanneer de levensduur van een geheugenkaart is verlopen, kunt u geen foto's meer opslaan op de kaart. Gebruik een nieuwe geheugenkaart. Zorg dat geheugenkaarten niet buigen, vallen of aan zware klappen of druk worden blootgesteld. Zorg dat u geheugenkaarten niet gebruikt of opbergt in de buurt van krachtige magnetische velden. Zorg dat u geheugenkaarten niet gebruikt op locaties met hoge temperaturen of luchtvochtigheid of in de buurt van bijtende stoffen. • Voorkom dat geheugenkaarten in contact komen met vloeistoffen, vuil of vreemde stoffen. Veeg zo nodig de geheugenkaart met een zachte doek schoon voordat u de geheugenkaart in de camera plaatst. • Voorkom dat geheugenkaarten en de geheugenkaartsleuf in contact komen met vloeistoffen, vuil of vreemde stoffen. Dergelijke stoffen kunnen ervoor zorgen dat geheugenkaarten of de camera niet goed meer werken. • Wanneer u een geheugenkaart bij u draagt, moet u een hoesje gebruiken om de kaart tegen elektrostatische ontlading te beschermen. • Breng belangrijke gegevens over naar andere media, zoals een vaste schijf, CD of DVD. • Als u de camera langere tijd gebruikt, kan de geheugenkaart warm worden. Dit is normaal en wijst niet op een defect. Bijlagen 151 De fabrikant is niet verantwoordelijk voor enig verlies van gegevens. Cameraonderhoud Levensduur van de batterij De batterij Gebruik alleen door Samsung goedgekeurde batterijen. Gemiddelde opnameduur/ Aantal foto's Batterijspecificaties Specificatie Beschrijving Model BP88B Type Lithium-ionbatterij Capaciteit 880 mAh Voltage 3,7 V Oplaadtijd* (wanneer de camera is uitgeschakeld) Ongeveer 210 min. Testomstandigheden (bij een volledig geladen batterij) De levensduur van de batterij is gemeten onder de volgende omstandigheden: in de modus Programma, in het donker, met de resolutie , met de kwaliteit Hoog en met OIS ingeschakeld. Foto's Ongeveer 105 min./ ongeveer 210 foto's 1. Stel de flitser in op Invulflits, maak één foto en zoom in of uit. 2. Stel de flitser in op Uit, maak één foto en zoom in of uit. 3. Voer stap 1 en 2 uit. Wacht 30 seconden tussen de stappen. Herhaal het proces na 5 minuten en schakel de camera 1 minuut uit. * Duurt mogelijk langer als u de batterij aansluit op een computer om de batterij op te laden. 4. Herhaal stap 1 tot 3. Ongeveer Video's 70 min. Neem video's op met de resolutie en 30 fps. • De bovenstaande cijfers zijn volgens de normen van Samsung gemeten en kunnen afwijken van resultaten bij daadwerkelijk gebruik. • Er zijn verschillende video's achter elkaar opgenomen om de totale opnameduur te bepalen. • Wanneer u netwerkfuncties gebruikt, raakt de batterij sneller leeg. Bijlagen 152 Cameraonderhoud Melding Batterij bijna leeg Aandachtspunten voor het gebruik van de batterij Als de batterij volledig is ontladen, wordt het batterijpictogram rood en verschijnt de melding 'Batterij bijna leeg'. Bescherm batterijen, opladers en geheugenkaarten tegen schade Voorkom dat batterijen in aanraking komen met metalen voorwerpen. Dit kan een verbinding vormen tussen de plus- en minpolen van uw batterijen en tijdelijke of permanente schade aan de batterijen en brand of een schok veroorzaken. De batterij gebruiken • Vermijd blootstelling van batterijen aan zeer lage of hoge • • • • temperaturen (onder 0 °C/32 °F en boven 40 °C/104 °F). Extreme temperaturen kunnen de laadcapaciteit van de batterijen beperken. Als u de camera langere tijd gebruikt, kan het gebied rond de batterijklep warm worden. Dit heeft geen invloed op de normale werking van de camera. Trek niet aan het netsnoer om de stekker uit het stopcontact te halen om te voorkomen dat u brand of een schok veroorzaakt. Bij temperaturen onder 0 °C/32 °F kunnen de capaciteit en gebruiksduur van de batterij afnemen. Bij lage temperaturen kan de batterijcapaciteit afnemen, maar de gewone capaciteit wordt hersteld bij gebruik bij hogere temperaturen. De batterij opladen • Controleer als het indicatielampje uit is of de batterij op de juiste wijze is geplaatst. • Als camera tijdens het opladen is ingeschakeld, wordt de • • • • batterij mogelijk niet volledig opgeladen. Schakel de camera uit voordat u de batterij oplaadt. Gebruik de camera niet als de batterij wordt opgeladen. Dit kan brand of een schok veroorzaken. Trek niet aan het netsnoer om de stekker uit het stopcontact te halen om te voorkomen dat u brand of een schok veroorzaakt. Wacht ten minste 10 minuten voordat u de camera inschakelt nadat de batterij is opgeladen. Als u de camera aansluit op een externe voedingsbron terwijl de batterij helemaal leeg is, wordt de camera uitgeschakeld wanneer u bepaalde functies gebruikt die veel stroom verbruiken. Laad de batterij op om de camera op normale wijze te gebruiken. Bijlagen 153 Cameraonderhoud • Als u de voedingskabel opnieuw aansluit nadat de batterij • • • • • volledig is opgeladen, brandt het statuslampje ongeveer 30 minuten. Met het gebruik van de flitser en het opnemen van video's raakt de batterij snel leeg. Laad de batterij op totdat het rode indicatielampje uitgaat. Als het indicatielampje knippert of niet brandt, sluit u de kabel opnieuw aan of verwijdert u de batterij en plaatst u deze opnieuw in de camera. Als u de batterij oplaadt wanneer de kabel oververhit is of de temperatuur te hoog is, kan het indicatielampje rood knipperen. Nadat de batterij is afgekoeld, wordt het opladen gestart. Als u batterijen overlaadt, kan de gebruiksduur van de batterij korter worden. Wanneer het opladen is voltooid, haalt u de kabel uit de camera. Buig het netsnoer niet en plaats geen zware voorwerpen op het netsnoer. Als u dit wel doet, kan het netsnoer worden beschadigd. Behandel batterijen en opladers voorzichtig en voer deze af volgens de voorschriften • Gooi batterijen nooit in open vuur. Houd u aan alle lokale regelgevingen bij het weggooien van gebruikte batterijen. • Leg batterijen of camera's nooit in of op verwarmingsapparaten, zoals een magnetron, kachel of radiator. Batterijen kunnen exploderen als ze te heet worden. De batterij opladen terwijl er een computer is aangesloten • Gebruik alleen de meegeleverde USB-kabel. • In de volgende gevallen wordt de batterij mogelijk niet opgeladen: - Wanneer u een USB-hub gebruikt. - Wanneer er andere USB-apparaten op de computer zijn aangesloten. - Wanneer u de kabel op de poort aan de voorzijde van de computer aansluit. - Wanneer de USB-poort van de computer de stroomuitvoernorm niet ondersteunt (5 V, 500 mA). Bijlagen 154 Cameraonderhoud • Haal de batterij niet uit elkaar of maak er geen gaten in Onzorgvuldig of verkeerd gebruik van de batterij kan lichamelijk letsel of de dood tot gevolg hebben. Volg voor uw eigen veiligheid de onderstaande instructies voor het juiste gebruik van de batterij: • De batterij kan vlam vatten of exploderen als deze niet op de juiste wijze wordt gebruikt. Als u vervormingen, scheuren of andere afwijkingen in de batterij opmerkt, stopt u onmiddellijk het gebruik hiervan en neemt u contact op met een servicecenter. • Gebruik alleen authentieke, door de fabrikant aanbevolen batterijopladers en -adapters en laad de batterij alleen op volgens de procedures die in deze gebruiksaanwijzing zijn vermeld. • Plaats de batterij niet te dicht bij warmtebronnen en stel de batterij niet bloot aan extreem warme omgevingen, zoals een gesloten auto in de zon. • Plaats de batterij niet in een magnetron. • Bewaar of gebruik de batterij niet in een hete, vochtige omgeving, zoals een badkamer of douche. • Plaats de batterij niet langere tijd op ontvlambare oppervlakken, zoals matrassen, tapijten of elektrische dekens. • Als het apparaat is ingeschakeld, moet u het niet langere tijd in een afgesloten ruimte achterlaten. • Zorg ervoor dat de polen van de batterij niet in contact komen met metalen voorwerpen, zoals halskettingen, munten, sleutels en horloges. • Gebruik uitsluitend authentieke, door de fabrikant aanbevolen lithium-ionbatterijen ter vervanging. met een scherp voorwerp. • Stel de batterij niet bloot aan hoge druk of extreme krachten. • Stel de batterij niet bloot aan hevige klappen, bijvoorbeeld door deze van grote hoogte te laten vallen. • Stel de batterij niet bloot aan temperaturen boven de 60 °C (140 °F). • Stel de batterij niet bloot aan vocht of vloeistoffen. • De batterij mag niet worden blootgesteld aan overmatige warmte zoals zonneschijn, vuur of dergelijke zaken. Richtlijnen voor afvoer • Wees zorgvuldig als u de batterij weggooit. • Gooi de batterij nooit in een open vuur. • Regelgeving kan per land of regio verschillen. Zorg dat u zich houdt aan alle lokale en nationale regelgevingen wanneer u de batterij weggooit. Richtlijnen voor het opladen van de batterij Laad de batterij alleen op volgens de procedure in deze gebruiksaanwijzing. De batterij kan ontbranden of exploderen als deze niet op de juiste wijze wordt opgeladen. Bijlagen 155 Voordat u contact opneemt met een servicecenter Wanneer u problemen met de camera ondervindt, kunt u eerst de volgende procedures uitvoeren voordat u contact opneemt met een servicecenter. Als u het probleem hiermee niet kunt oplossen, kunt u contact opnemen met uw plaatselijke dealer of servicecenter. Wanneer u uw camera naar een servicecenter brengt, neem dan ook de onderdelen mee die de oorzaak kunnen zijn van de fout, zoals de geheugenkaart of de batterij. Situatie Mogelijke oplossingen Situatie • Controleer of de batterij in de camera is De camera kan niet worden ingeschakeld. • Er is geen ruimte op de geheugenkaart. geplaatst. • Controleer of de batterij correct in de camera is geplaatst. (pag. 19) • Laad de batterij op. • Er kunnen geen foto's worden gemaakt. • Laad de batterij op. • De camera bevindt zich mogelijk in de De camera wordt plotseling uitgeschakeld. • • modus Automatisch uit. (pag. 142) • De camera wordt mogelijk uitgeschakeld om te voorkomen dat de geheugenkaart door een harde schok beschadigd raakt. Schakel de camera weer in. • • (onder 0 °C/32 °F) sneller leeg. Houd de batterij warm door deze in uw zak te steken. • Als u de flitser gebruikt of video's opneemt, raakt de batterij snel leeg. Laad de batterij indien nodig weer op. • Batterijen zijn verbruiksartikelen die na verloop van tijd moeten worden vervangen. Koop een nieuwe batterij als de gebruiksduur van de batterij aanzienlijk afneemt. Verwijder onnodige bestanden of plaats een nieuwe kaart. Formatteer de geheugenkaart. De geheugenkaart is defect. Koop een nieuwe geheugenkaart. Controleer of de camera is ingeschakeld. Laad de batterij op. Controleer of de batterij op de juiste wijze is geplaatst. De camera loopt vast. Verwijder de batterij en plaats deze weer terug. De camera wordt warm. De camera kan warm worden tijdens het gebruik. Dit is normaal en is niet van invloed op de levensduur of prestaties van uw camera. • De batterij raakt bij lage temperaturen De batterij raakt snel leeg. Mogelijke oplossingen • Mogelijk is de flitseroptie ingesteld op Uit. De flitser werkt niet. Bijlagen 156 (pag. 65) • In sommige modi kunt u de flitser niet gebruiken. Voordat u contact opneemt met een servicecenter Situatie Mogelijke oplossingen Er wordt onverwachts geflitst. De flitser wordt mogelijk geactiveerd vanwege statische elektriciteit. Dit duidt niet op een defect van de camera. Situatie De datum en tijd zijn onjuist. Stel de datum en tijd in bij de scherminstellingen. (pag. 141) Het scherm of de knoppen werken niet. Verwijder de batterij en plaats deze weer terug. Het camerascherm reageert niet goed. Als u de camera bij zeer lage temperaturen gebruikt, kan het camerascherm verkleuren of slecht functioneren. Voor betere prestaties van het scherm moet de camera bij normale temperaturen worden gebruikt. • Controleer of de ingestelde De foto is onscherp. deze weer terug. Er is een fout met de geheugenkaart opgetreden. • Formatteer de geheugenkaart. Er kunnen geen bestanden worden afgespeeld. Als u de naam van een bestand wijzigt, kan de camera het bestand mogelijk niet afspelen (de bestandsnaam moet voldoen aan de DCF-norm). In dergelijke gevallen kunt u de bestanden op een computer afspelen. Zie 'Aandachtspunten bij gebruik van geheugenkaarten' voor meer informatie. (pag. 151) scherpsteloptie voor close-upfoto's geschikt is. (pag. 68) • Controleer of de lens schoon is. Reinig de lens indien nodig. (pag. 147) • Zorg ervoor dat het onderwerp zich binnen het bereik van de flitser bevindt. (pag. 159) Een onjuiste witbalans kan voor De kleuren in de foto onrealistische kleuren zorgen. Selecteer zijn anders dan de de juiste witbalansoptie voor de lichtbron. daadwerkelijke kleuren. (pag. 78) De foto is te licht. De foto is overbelicht. • Schakel de flitser uit. (pag. 65) • Pas de ISO-waarde aan. (pag. 67) • Pas de belichtingswaarde aan. (pag. 76) De foto is te donker. De foto is onderbelicht. • Schakel de flitser in. (pag. 65) • Pas de ISO-waarde aan. (pag. 67) • Pas de belichtingswaarde aan. (pag. 76) • Schakel de camera uit en weer in. • Verwijder de geheugenkaart en plaats Mogelijke oplossingen Bijlagen 157 Voordat u contact opneemt met een servicecenter Situatie De foto's worden niet op de televisie weergegeven. Mogelijke oplossingen Situatie • Sluit iLauncher af en start het programma televisie is aangesloten met de A/V-kabel. • Controleer of de geheugenkaart foto's bevat. • Controleer of Pc-software is ingesteld opnieuw. • Controleer of de USB-kabel op de juiste De computer herkent de camera niet. Mogelijke oplossingen • Controleer of de camera correct op de wijze is geplaatst. • Controleer of de camera is ingeschakeld. • Controleer of het besturingssysteem iLauncher werkt niet correct wordt ondersteund. De computer verbreekt de verbinding met de camera tijdens het overbrengen van bestanden. De bestandsoverdracht kan door statische elektriciteit worden gestoord. Koppel de USB-kabel los en sluit deze weer aan. De computer kan geen video's afspelen. Video's kunnen mogelijk niet worden afgespeeld met bepaalde videospelers. Als u videobestanden wilt afspelen die zijn gemaakt met uw camera, gebruikt u het Multimedia Viewer-programma dat u met het programma iLauncher op uw computer kunt installeren. op Aan in het instellingenmenu. (pag. 141) • Afhankelijk van de specificaties en omgeving van de computer wordt het programma mogelijk niet automatisch gestart. Klik in dit geval op start “ Alle programma's “ Samsung “ iLauncher “ Samsung iLauncher op uw computer. Of klik op Toepassingen “ Samsung “ iLauncher op uw computer met Mac OS. Uw televisie of computer kan geen foto's of video's weergeven die zijn opgeslagen op een microSDXCgeheugenkaart. microSDXC-geheugenkaarten gebruiken het exFAT-bestandssysteem. Zorg ervoor dat het externe apparaat compatibel is met het exFAT-bestandssysteem voordat u de camera aansluit op het apparaat. Uw computer herkent een microSDXCgeheugenkaart niet. microSDXC-geheugenkaarten gebruiken het exFAT-bestandssysteem. Als u microSDXC-geheugenkaarten wilt gebruiken op een Windows XP-computer, kunt u het stuurprogramma voor het exFATbestandssysteem downloaden en bijwerken via de website van Microsoft. Bijlagen 158 Cameraspecificaties Beeldsensor Type 1/2,33" (ongeveer 7,76 mm) BSI CMOS Effectieve pixels Ongeveer 16,31 megapixel Bereik Totaal aantal pixels Ongeveer 17,01 megapixel Groothoek (G) Tele (T) 80 cm - oneindig 250 cm - oneindig Macro 5-80 cm 100-250 cm Auto macro 5 cm - oneindig 100 cm - oneindig Sluitertijd Lens Brandpuntsafstand Normaal (AF) Samsung Lens f = 4,5-22,5 mm (equivalent van 35-mm film: 25-125 mm) Diafragmabereik F2.5 (W)-F6.3 (T) Zoom Fotomodus: 1,0-5,0X (optische zoom X digitale zoom: 25,0X, optische zoom X Intelli-zoom: 10,0X) • Auto: 1/8-1/2000 sec. • Programma: 1-1/2000 sec. • Nacht: 8-1/2000 sec. (AEB, Continu: 1/4-1/2000 sec.) Belichting Display Type AMOLED Functionaliteit 3,31" (8,41 cm), WVGA (800 x 480) Programma AE Lichtmeting Multi, Spot, Centr. gewogen, Gezichtsdetectie Compensatie ±2EV (1/3 EV Stap) ISO-equivalent Auto, ISO 100, ISO 200, ISO 400, ISO 800, ISO 1600, ISO 3200 Flitser Scherpstelling Type Regeling TTL-autofocus (Centrum AF, Multi AF, One Touchopname, Smart Touch AF, Gezichtsdetectie AF, Slimme gez.herkenning AF) Modus Uit, Auto, Rode ogen, Invulflits, Langz sync, Anti-rode ogen Bereik • Groothoek: 0,2-4,6 m (ISO Auto) • Groothoek: 0,5-1,2 m (ISO Auto) Oplaadtijd Ongeveer 4-5 sec. Bijlagen 159 Cameraspecificaties Trillingsreductie Opnemen Foto's • Modi: Smart Auto (Portret, Nachtportret, Portretfoto met tegenlicht, Nacht, Tegenl., Landschap, Wit, Natuurlijk groen, Blauwe lucht, Zonsondergang, Macro, Macro tekst, Macro kleur, Statief, Actie, Vuurwerk, Kaars, Spotlight, Spotlight (macro), Spotlight (portret)), Programma, Scène (Landschap, Zon onder, Dageraad, Tegenl., Strand/sneeuw, Tekst), Live Panorama, Gebarenopname, Opname bij weinig licht, Beautypalet, Beautyshot, HDR Plus, Fotofilter, Beeld in beeld, Gesplitste opname, Magisch kader, Mijn Magisch kader, Artistieke pen, Foto in beweging, 3D-foto • Serieopnamen: 1 opname, Continu (Serieopname (3 fps), Serieopname (5 fps), Serieopname (10 fps)), AEB • Timer: Uit, 10 sec, 2 sec, Dubbel (10 sec, 2 sec) Video's • Modi: Slimme film (Landschap, Blauwe lucht, Natuurlijk groen, Zonsondergang), Film, Beeld in beeld, Filmfilter • Indeling: MP4 (H.264) (Max. opnametijd: 20 min) • Formaat: 1920 X 1080 full HD, 1280 X 720 HD, 640 X 480 SD, 320 X 240, Om te delen • Framesnelheid: 120 fps, 30 fps, 15 fps • Sound Alive: Sound Alive Aan, Sound Alive Uit, Dempen • OIS: Aan, Uit • Video bewerken (intern): pauzeren tijdens opnemen, foto's maken Optische beeldstabilisatie (OIS) Effect Opnamemodus voor foto's • Fotofilter (Smart filter): Miniatuur, Vignetten, Softfocus, Oude film, Halftoonstip, Schets, Visoog, Klassiek, Retro, Olieverf, Aquarel, Cartoon, Kruisfilter, Zoomopname • Beeld aanpassen: Scherpte, Contrast, Kleurverz. Opnamemodus voor video's Filmfilter (Smart filter): Miniatuur, Vignetten, Halftoonstip, Schets, Visoog, Klassiek, Retro, Paleteffect 1, Paleteffect 2, Paleteffect 3, Paleteffect 4 Witbalans Auto witbalans, Daglicht, Bewolkt, TL-licht H, TL-licht L, Kunstlicht, Aangep. instelling Datering Datum/tijd, Datum, Uit Bijlagen 160 Cameraspecificaties Afspelen Foto's Video's Voor 2 GB microSD: aantal foto's • Type: Eén foto, Miniaturen, Diashow met muziek en effecten, Video, Smart Album* * Smart Album-categorie: Alles, Datum, Gezichtenlijst, Best.type • Bewerken: Res.wijz, Draaien, Beeld aanpassen, Smart filter, Bijsnijden • Effect: Beeld aanpassen (Helderheid, Contrast, Kleurverzadiging, ACB, Gezichtretouch., Anti-rode ogen), Smart filter (Normaal, Miniatuur, Vignetten, Softfocus, Oude film, Halftoonstip, Schets, Visoog, Klassiek, Retro, Olieverf, Aquarel, Cartoon, Kruisfilter, Zoomopname) Beeldformaat Bewerken: foto's maken, tijd bijsnijden Opslag Media Extern geheugen (optioneel): microSD-kaart (1-2 GB gegarandeerd), microSDHC-kaart (tot 32 GB gegarandeerd), microSDXC-kaart (tot 64 GB gegarandeerd) Bestandsindeling • Foto: JPEG (DCF), EXIF 2.21, DPOF 1.1, GIF, MPO • Videoclip: MP4 (Video: MPEG-4.AVC/H.264, Audio: AAC) Superhoog Hoog Normaal 4608 X 3456 211 409 598 4608 X 3072 235 455 663 4608 X 2592 279 540 792 3648 X 2736 331 629 910 2592 X 1944 629 1151 1605 1984 X 1488 1000 1743 2346 1920 X 1080 1386 2346 3211 1024 X 768 2773 4068 4693 Deze waarden zijn gemeten onder de standaardcondities van Samsung en kunnen variëren, afhankelijk van opnameomstandigheden en camera-instellingen. Bijlagen 161 Cameraspecificaties Draadloos netwerk Afmetingen (B x H x D) MobileLink, Remote Viewfinder, Delen op sociale netwerken, E-mail, AllShare Play, Automatische back-up, Cloud, Wi-Fi Direct 98,5 x 59,95 x 17,2 mm (zonder uitstekende delen) Gewicht Interface 132 g (zonder batterij en geheugenkaart) Digitale uitvoer USB 2.0 Audio-invoer/uitvoer Interne luidspreker (mono), Microfoon (mono) 0-40 °C • A/V: NTSC, PAL (instelbaar) • HDMI 1.3: NTSC, PAL (selecteerbaar) Bedrijfsluchtvochtigheid Video-uitvoer Gelijkstroom aansluiting 4,2 V Bedrijfstemperatuur 5-85 % Software iLauncher Voedingsbron Oplaadbare batterij Lithium-ionbatterij (BP88B, 880 mAh) Connectortype Micro USB (5-pins) Specificaties kunnen zonder kennisgeving worden gewijzigd voor betere prestaties. Afhankelijk van uw regio kan de voedingsbron verschillen. Bijlagen 162 Woordenlijst ACB (Automatische contrastverbetering) Deze functie verbetert automatisch het contrast van uw beelden wanneer het onderwerp tegenlicht heeft of als er veel contrast is tussen uw onderwerp en de achtergrond. Compositie Met compositie wordt de plaatsing van de verschillende elementen in het beeld bedoeld. Meestal levert een compositie volgens de regel van derden een plezierig resultaat. AEB (Opnamereeks met verschillende belichtingen) Deze functie maakt automatisch meerdere beelden met verschillenden belichtingen om u te helpen een goedbelicht beeld te maken. DCF (Design rule for Camera File system) Een specificatie voor het definiëren van een bestandsindeling en bestandssysteem voor digitale camera's die is ontwikkeld door de Japan Electronics and Information Technology Industries Association (JEITA). AF (Autofocus) Een systeem dat automatisch de cameralens scherpstelt op het onderwerp. Uw camera gebruikt het contrast om automatisch scherp te stellen. Diafragma Het diafragma bepaalt de hoeveelheid licht die de sensor van de camera bereikt. Bewegingsonscherpte (vaag) Als de camera wordt bewogen wanneer de sluiter is geopend, kan het volledige beeld vaag lijken. Dit komt vaker voor wanneer de sluitertijd laag is. Voorkom bewegingsonscherpte door de gevoeligheid te verhogen, de flitser te gebruiken of een hogere sluitertijd. U kunt ook een statief of de DIS- of OIS-functie gebruiken om de camera te stabiliseren. Scherptediepte De afstand tussen het dichtstbijzijnde en verste punt waarop kan worden scherpgesteld in een foto. De scherptediepte verschilt per diafragma, brandpuntsafstand en afstand tussen de camera en het onderwerp. Als u bijvoorbeeld een kleiner diafragma selecteert, wordt de scherptediepte vergroot en wordt de achtergrond van een compositie vaag. Digitale zoom Een functie die op kunstmatige wijze de beschikbare hoeveelheid zoom met de zoomlens vergroot (optisch zoomen). Als u de digitale zoomfunctie gebruikt, wordt de beeldkwaliteit minder wanneer de vergroting wordt verhoogd. Bijlagen 163 Woordenlijst DPOF (Digitale afdrukbestelling) Een indeling voor het schrijven van afdrukgegevens, zoals geselecteerde beelden en het aantal afdrukken, op een geheugenkaart. Printers die compatibel zijn met DPOF, soms verkrijgbaar in fotowinkels, kunnen de informatie lezen van de kaart voor eenvoudig afdrukken. Belichting De hoeveelheid licht die de sensor van de camera mag bereiken. Belichting wordt bepaald door een combinatie van sluitertijd, diafragma en ISO-waarde. Flitser Een flitslamp die ervoor zorgt dat er voldoende belichting is in omstandigheden met weinig licht. EV (Belichtingswaarde) Alle combinaties van de camerasluitertijd en diafragma die resulteren in dezelfde belichting. EV-compensatie Met deze functie kunt u snel de belichtingswaarde aanpassen die wordt berekend door de camera, in beperkte stappen, om de belichting van uw foto's te verbeteren. Stel de EV-compensatie in op -1,0 EV om de waarde een stap donkerder in te stellen en op 1,0 EV om de waarde een stap lichter te maken. Exif (Exchangeable Image File Format) Een specificatie voor het definiëren van een beeldbestandsindeling voor digitale camera's die is gemaakt door de Japan Electronic Industries Development Association (JEIDA). Brandpuntsafstand De afstand van het brandpunt van de lens tot het beeldvlak (in millimeters). Grotere brandpuntsafstanden resulteren in een kleinere beeldhoek en een grotere weergave van het onderwerp. Kleinere brandpuntsafstanden resulteren in een grotere beeldhoek. H.264/MPEG-4 Een video-indeling met hoge compressie die is ontwikkeld door de internationale standaardisatieorganisaties ISO/IEC en ITU-T. Deze codec zorgt ervoor dat goede videokwaliteit wordt geleverd met lage bitsnelheden ontwikkeld door het Joint Video Team (JVT). Bijlagen 164 Woordenlijst Beeldsensor Het fysieke deel van een digitale camera die een fotosite bevat voor elke pixel in het beeld. Elke fotosite neemt de helderheid van het licht op dat de fotosite bereikt tijdens een belichting. Algemene sensortypen zijn CCD (Charge-coupled Device) en CMOS (Complementary Metal Oxide Semiconductor). Macro Met deze functie kunt u close-upfoto's maken van zeer kleine voorwerpen. Als u de macrofunctie gebruikt, kan de camera goed scherpstellen op kleine voorwerpen met een verhouding op bijna ware grootte (1:1). ISO-waarde De gevoeligheid van een camera voor licht, gebaseerd op de equivalente filmsnelheid gebruikt in een filmcamera. Met hogere ISO-waarden gebruikt de camera een hogere sluitertijd, waardoor vervaging kan worden verminderd die wordt veroorzaakt door het bewegen van de camera en weinig licht. Beelden met een hoge gevoeligheid zijn echter veel gevoeliger voor ruis. JPEG (Joint Photographic Experts Group) Een lossy-methode van compressie voor digitale beelden. JPEGbeelden worden gecomprimeerd om de algehele bestandsgrootte te verminderen met minimale afname van de beeldresolutie. LCD (Liquid Crystal Display) Een visuele display die algemeen wordt gebruikt in consumenten elektronica. Dit display heeft een aparte achtergrondverlichting nodig zoals CCFL of LED, om kleuren te kunnen reproduceren. Lichtmeting De lichtmeting heeft betrekking op de manier waarop een camera de hoeveelheid licht meet om de belichting in te stellen. MJPEG (Motion JPEG) Een video-indeling die wordt gecomprimeerd als een JPEGbeeld. MPO (Multi Picture Object) Een indeling voor beeldbestanden waarbij een bestand meerdere beelden bevat. Een MPO-bestand levert een 3D-effect op MPOcompatibele schermen, zoals 3D-televisies of 3D-monitors. Ruis Verkeerd geïnterpreteerde pixels in een digitaal beeld die mogelijk worden weergegeven als verkeerd geplaatste of willekeurige, heldere pixels. Ruis treedt meestal op wanneer foto's worden gemaakt met een hoge gevoeligheid of wanneer de gevoeligheid automatisch wordt ingesteld op een donkere locatie. Bijlagen 165 Woordenlijst OIS (Optische beeldstabilisatie) Deze functie compenseert in real-time trillingen en schudden tijdens de opname. Er treedt geen kwaliteitsvermindering van het beeld op in vergelijking met de functie Digitale beeldstabilisatie. Optische zoom Dit is een algemene zoomfunctie waarmee beelden kunnen worden vergroot met een lens en waarmee de beeldkwaliteit niet vermindert. Sluitertijd De sluitertijd is de hoeveelheid tijd die nodig is om de sluiter te openen en te sluiten. Dit is een belangrijke factor voor de helderheid van een foto, aangezien hiermee de hoeveelheid licht wordt geregeld die door het diafragma op de beeldsensor valt. Met een kortere sluitertijd valt er minder licht naar binnen en wordt de foto donkerder, maar is het ook eenvoudiger om de beweging van het onderwerp te bevriezen. Vignetten Een vermindering van de helderheid of de verzadiging van een beeld bij de randen in vergelijking met het midden van het beeld. Vignetten kan de aandacht richten op onderwerpen die in het midden van een beeld zijn geplaatst. Quality Een uitdrukking van het compressieniveau dat is gebruikt in een digitaal beeld. Beelden met een hogere kwaliteit hebben een lager compressieniveau, wat meestal resulteert in grotere bestanden. Resolutie Het aantal pixels in een digitaal beeld. Beelden met hoge resolutie bevatten meer pixels en bevatten meer details dan beelden met lage resolutie. Witbalans (kleurbalans) Een aanpassing van de intensiteit van kleuren (meestal de primaire kleuren rood, groen en blauw) in een beeld. Het doel van het aanpassen van de witbalans, of kleurbalans, is de kleuren van een beeld correct weergeven. Bijlagen 166 Correcte verwijdering van dit product (elektrische & elektronische afvalapparatuur) (Van toepassing in landen waar afval gescheiden wordt ingezameld) Correcte behandeling van een gebruikte accu uit dit product (Van toepassing in landen waar afval gescheiden wordt ingezameld) Dit merkteken op het product, de accessoires of het informatiemateriaal duidt erop dat het product en zijn elektronische accessoires (bv. lader, headset, USB-kabel) niet met ander huishoudelijk afval verwijderd mogen worden aan het einde van hun gebruiksduur. Om mogelijke schade aan het milieu of de menselijke gezondheid door ongecontroleerde afvalverwijdering te voorkomen, moet u deze artikelen van andere soorten afval scheiden en op een verantwoorde manier recyclen, zodat het duurzame hergebruik van materiaalbronnen wordt bevorderd. Huishoudelijke gebruikers moeten contact opnemen met de winkel waar ze dit product hebben gekocht of met de gemeente waar ze wonen om te vernemen waar en hoe ze deze artikelen milieuvriendelijk kunnen laten recyclen. Dit merkteken op de accu, handleiding of verpakking geeft aan dat de accu in dit product aan het einde van de levensduur niet samen met ander huishoudelijk afval mag worden weggegooid. De chemische symbolen Hg, Cd of Pb geven aan dat het kwik-, cadmium- of loodgehalte in de accu hoger is dan de referentieniveaus in de Richtlijn 2006/66/EC. Indien de gebruikte accu niet op de juiste wijze wordt behandeld, kunnen deze stoffen schadelijk zijn voor de gezondheid van mensen of het milieu. Ter bescherming van de natuurlijke hulpbronnen en ter bevordering van het hergebruik van materialen, verzoeken wij u afgedankte accu’s en batterijen te scheiden van andere soorten afval en voor recycling aan te bieden bij het gratis inzamelingssysteem voor accu’s en batterijen in uw omgeving. Zakelijke gebruikers moeten contact opnemen met hun leverancier en de algemene voorwaarden van de koopovereenkomst nalezen. Dit product en zijn elektronische accessoires mogen niet met ander bedrijfsafval voor verwijdering worden gemengd. PlanetFirst duidt op het streven van Samsung Electronics naar een duurzame ontwikkeling en sociale verantwoordelijkheid door middel van een milieubewuste bedrijfsvoering. Deze apparatuur mag in alle EU-landen worden gebruikt. In Frankrijk mag deze apparatuur alleen binnenshuis worden gebruikt. Bijlagen 167 Index A Aansluiten op een computer Mac 108 Windows 110 AEB 80 Afdruk 142 Instellingen 143 Locatie 15 AF-lamp 143 Afspeelknop 20 Afspeelmodus 87 Afzonderlijke beelden uit een video opslaan 98 ACB 102 Contrast Artistieke pen-modus 57 Automatische back-up 131 Automatische contrastverbetering (ACB) Afspeelmodus 102 Opnamemodus 77 AF-geluid 139 AF-hulplampje Beeldaanpassing AllShare Play 128 A/V-poort 15 B Batterij Let op 153 Opladen 20 Plaatsen 19 Beautypalet, modus 47 Beautyshot-modus 49 Afspeelmodus 101 Opnamemodus 81 Helderheid Afspeelmodus 101 Opnamemodus 76 Kleurverzadiging Afspeelmodus 101 Opnamemodus 81 Rode ogen 102 Scherpte 81 Bestanden weergeven Bewegende foto's 96 Diashow 96 Map 91 Miniaturen 92 Panoramafoto’s 95 Smart Album 91 Televisie 104 Bestanden wissen 93 Bewegingsdetectie 88 Beeld in beeld-modus 53 C Beeldkwaliteit 63 Camera loskoppelen 107 Beginafbeelding 139 Cameraonderhoud 147 Belichting 76 Cameraspecificaties 159 Bestanden beveiligen 93 Classificeren 74 Bestanden overbrengen Contrast Automatische back-up 131 E-mail 125 Mac 108 Windows 110 Bijlagen 168 Afspeelmodus 101 Opnamemodus 81 Index D Datum/tijd aanpassen 141 Diashow 96 Digitale afdrukbestelling (DPOF) 103 Digitale zoom 32 Draadloos netwerk 115 E Externe zoeker 121 Geheugenkaart Flitser Anti-rode ogen 66 Auto 65 Invulflits 66 Langzame synchronisatie 66 Rode ogen 66 Uit 65 Formatteren 143 Fotofiltermodus 51 Foto in beweging 58 Filmfiltermodus 52 Filmmodus 41 Instellingen 141 Intelligent zoomen 33 Gesplitste opnamemodus 55 ISO-waarde 67 Gezichten retoucheren K Kleurverzadiging Afspeelmodus 101 Opnamemodus 81 H Foto's bewerken 99 HDR Plus, modus 50 HDTV 105 Helderheid G Gebarenopname, modus 46 Gebruikersknoppen 40 I Geluid 139 Afspeelmodus 102 Opnamemodus 49 Foutmeldingen 145 F Aandachtspunt 151 Plaatsen 19 Afspeelmodus 101 Opnamemodus 76 Helderheid scherm 139 Helpmodus 30 Het aanraakscherm gebruiken Aanraken 24 Bladeren 24 Vegen 24 Bijlagen 169 Knipperen 72 L Lichtmeting Centr. gewogen 77 Multi 77 Spot 77 Index M Opladen 20 R S Macro 68 Opname bij weinig licht, modus 47 Registreren 73 Scènemodus 43 Reinigen Scherpstelgebied Mijn Magisch kader, modus 56 Mijn ster Classificeren 90 Registreren 73 Optionele accessoires 14 Optische beeldstabilisatie (OIS) 34 Reset 143 Miniaturen 92 P Modus Live Panorama 44 Pictogrammen Modus Magisch kader 56 O One Touch-opname 70 Ontspanknop 15 Ontspanknop half indrukken 35 Camerabody 147 Lens 147 Scherm 147 Resolutie Afspeelmodus 99 Opnamemodus 62 Afspeelmodus 89 Opnamemodus 23 Startscherm 26 Portretten maken Anti-rode ogen 66 Gezichtsdetectie 71 Knipperen 72 Rode ogen 66 Slimme gez.herkenning 72 Smile shot 71 Centrum AF 70 Multi AF 70 Scherpte 81 Serieopnamen 80 Servicecenter 156 Slimme gez.herkenning 72 Richtlijn 139 Smart Album 91 Rode ogen Smart Auto-modus 38 Afspeelmodus 102 Opnamemodus 65 Power-knop 15 Smart filmmodus 39 Smart filter Afspeelmodus 100 Opnamemodus voor foto's 51 Video-opname, modus 52 Smart Link-knop 18 Smart Touch AF 70 Programmamodus 39 Smile shot 71 Bijlagen 170 Index Snel tonen 140 V Z Spaarstand 140 Vergroten 94 Zelfportretmodus 17 Startknop 26 Verwijderen 74 Zoom Startscherm 26 Video Statiefbevestigingspunt 15 Statuslampje 16 Video's bewerken Bijsnijden 98 Opnemen 98 T Taalinstellingen 141 W Tijdzone-instellingen 21, 141 Website Opnamemodus 64 Timerlampje 15 3 3D-fotomodus 59 3D-televisie 106 Tijdinstellingen 21 Timer Zoomfunctie gebruiken 32 Zoomgeluidinstellingen 82 Zoomknop 16 Afspeelmodus 97 Opnamemodus 41 Foto's of video's uploaden 123 Openen 123 Witbalans 78 U Uitpakken 14 USB-poort 15 Bijlagen 171 Raadpleeg voor klantenservice of bij vragen de garantieinformatie die met het product is meegeleverd of bezoek onze website www.samsung.com.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132
  • Page 133 133
  • Page 134 134
  • Page 135 135
  • Page 136 136
  • Page 137 137
  • Page 138 138
  • Page 139 139
  • Page 140 140
  • Page 141 141
  • Page 142 142
  • Page 143 143
  • Page 144 144
  • Page 145 145
  • Page 146 146
  • Page 147 147
  • Page 148 148
  • Page 149 149
  • Page 150 150
  • Page 151 151
  • Page 152 152
  • Page 153 153
  • Page 154 154
  • Page 155 155
  • Page 156 156
  • Page 157 157
  • Page 158 158
  • Page 159 159
  • Page 160 160
  • Page 161 161
  • Page 162 162
  • Page 163 163
  • Page 164 164
  • Page 165 165
  • Page 166 166
  • Page 167 167
  • Page 168 168
  • Page 169 169
  • Page 170 170
  • Page 171 171
  • Page 172 172
  • Page 173 173

Samsung SAMSUNG MV900F Handleiding

Type
Handleiding