Samsung SAMSUNG MV800 Handleiding

Categorie
Bridge camera's
Type
Handleiding
In deze gebruiksaanwijzing vindt u
uitgebreide aanwijzingen voor het
gebruik van uw camera. Lees deze
gebruiksaanwijzing aandachtig door.
Algemene problemen oplossen
Beknopt overzicht
Inhoud
Basisfuncties
Uitgebreide functies
Opname-instellingen
Weergeven en bewerken
Instellingen
Aanvullende informatie
Index
User Manual
MV800
Klik op een onderwerp
1
Houd de camera buiten het bereik van kleine kinderen en
huisdieren.
Houd de camera en alle bijbehorende onderdelen en accessoires
buiten het bereik van kleine kinderen en huisdieren. Kleine
onderdelen vormen verstikkingsgevaar of kunnen schadelijk zijn
wanneer deze worden ingeslikt. Bewegende onderdelen en
accessoires kunnen ook fysiek gevaar opleveren.
Stel de camera niet gedurende lange tijd aan direct zonlicht of
hoge temperaturen bloot.
Langdurige blootstelling aan zonlicht of extreme temperaturen
kan permanente schade aan interne onderdelen van het toestel
veroorzaken.
Voorkom dat de camera of oplader wordt bedekt voor kleden
of kleding.
Dit kan oververhitting van de camera of brand veroorzaken.
Als er vloeistoffen of vreemde voorwerpen in de camera komen,
moet u meteen alle voedingsbronnen, zoals de batterij of
oplader, loskoppelen en vervolgens contact opnemen met een
servicecenter van Samsung.
Informatie over gezondheid en veiligheid
Houd u altijd aan de volgende voorzorgsmaatregelen en gebruikstips om gevaarlijke situaties te vermijden en ervoor te zorgen dat de
camera optimaal werkt.
Waarschuwing—situaties die bij u of anderen letsel kunnen
veroorzaken
Haal de camera niet uit elkaar en probeer de camera niet te
repareren.
Dit kan een schok veroorzaken of de camera beschadigen.
Gebruik de camera niet dichtbij ontvlambare of explosieve
gassen en vloeistoffen.
Dit kan brand of een schok veroorzaken.
Plaats geen ontvlambare materialen in de camera en bewaren
dergelijke materialen niet in de buurt van de camera.
Dit kan brand of een schok veroorzaken.
Raak de camera niet met natte handen aan.
Dit kan een schok veroorzaken.
Voorkom oogletsel bij het nemen van foto's.
Gebruik de flitser van de camera niet vlakbij (op minder dan 1
m afstand van) de ogen van mensen of dieren. Als u de flitser
dicht bij de ogen van het onderwerp gebruikt, kunt u tijdelijke of
permanente schade aan het gezichtsvermogen veroorzaken.
2
Voorzichtig—situaties die kunnen resulteren in beschadiging
van de camera of andere apparatuur
Haal de batterijen uit de camera wanneer u deze voor langere
tijd opbergt.
Batterijen in het batterijvak kunnen na verloop van tijd gaan lekken
of roesten en ernstige schade aan uw camera veroorzaken.
Gebruik uitsluitend authentieke, door de fabrikant aanbevolen
lithium-ionbatterijen ter vervanging. Zorg dat u de batterij niet
beschadigt of verhit.
Dit kan brand ontstaan of persoonlijk letsel veroorzaken.
Gebruik alleen door Samsung goedgekeurde batterijen,
opladers, kabels en accessoires.
• Niet-goedgekeurde batterijen, opladers, kabels of accessoires
kunnen de camera beschadigen, letsel veroorzaken of ertoe
leidden dat batterijen exploderen.
• Samsung is niet aansprakelijk voor schade of letsel veroorzaakt
door niet-goedgekeurde batterijen, opladers, kabels of
accessoires.
Gebruik batterijen niet voor doeleinden waarvoor de batterijen
niet zijn bedoeld.
Dit kan brand of een schok veroorzaken.
Raak de flitser niet aan wanneer deze wordt gebruikt.
De flitser wordt zeer heet en kan brandwonden veroorzaken.
Als u de AC-oplader gebruikt, moet u de camera uitschakelen
voor u de voedingsbron van de AC-oplader loskoppelt.
Anders kunt u brand of een schok veroorzaken.
Laat de stekker van de oplader niet in het stopcontact zitten als
u de oplader niet gebruikt.
Dit kan brand of een schok veroorzaken.
Gebruik voor het opladen van de batterijen geen
elektriciteitssnoeren of stekkers die beschadigd zijn, of een
loshangend stopcontact.
Dit kan brand of een schok veroorzaken.
Zorg dat de AC-oplader niet in contact komt met de plus- en
minpolen van de batterij.
Dit kan brand of een schok veroorzaken.
Informatie over gezondheid en veiligheid
3
Informatie over gezondheid en veiligheid
Wees voorzichtig bij het aansluiten van snoeren en adapters en
het plaatsen van batterijen en geheugenkaarten.
Door het forceren van aansluitingen, het niet op de juiste manier
aansluiten van snoeren of het niet op de juiste manier plaatsen
van batterijen en geheugenkaarten kunt u poorten, aansluitingen
en accessoires beschadigen.
Houd kaarten met magnetische stroken uit de buurt van het
camera-etui.
Informatie die is opgeslagen op de kaart kan worden beschadigd
of gewist.
Gebruik nooit een beschadigde oplader, batterij of
geheugenkaart.
Dit kan een schok, camerastoring of brand veroorzaken.
Controleer voor gebruik of de camera naar behoren
functioneert.
De fabrikant is niet verantwoordelijk voor verlies van bestanden of
schade die kan voortkomen uit defecten aan de camera of onjuist
gebruik.
Wanneer u de USB-kabel op de camera aansluit, zorg er dan
voor dat u de juiste USB-connector op de camera aansluit.
Als u de kabel omgekeerd aansluit, kunnen de bestanden
beschadigen. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor enig
verlies van gegevens.
Plaats de camera niet in of in de buurt van een magnetisch veld.
Als de camera bij een magnetisch voorwerp wordt geplaatst,
treedt er mogelijk een storing op in het apparaat.
Zorg ervoor dat u de camera niet laat vallen of de behuizing van
de camera ergens tegenaan stoot.
• Hierdoor kan het scherm van de camera beschadigd raken.
• Als u de camera laat vallen, kan de behuizing beschadigd raken
of kunnen interne onderdelen breken.
Wees voorzichtig wanneer het scherm van de camera is
beschadigd.
• Bij beschadiging van glazen of acryl onderdelen, laat u de
camera eerst repareren door een servicecentrum van Samsung
Electronics voordat u het weer in gebruik neemt. Dit om het
risico op ongelukken en letsel te voorkomen.
• Gebruik de camera alleen voor die doeleinden waarvoor het is
bedoeld.
4
Copyrightinformatie
• Microsoft Windows en het Windows-logo zijn
geregistreerde handelsmerken van Microsoft
Corporation.
• Mac is een geregistreerd handelsmerk van Apple
Corporation.
• HDMI, het HDMI-logo en de term
"High Definition Multimedia Interface"
zijn handelsmerken of geregistreerde
handelsmerken van HDMI Licensing LLC.
• microSD™ en microSDHC™ zijn geregistreerde
handelsmerken van SD Association.
• Handelsmerken en handelsnamen in deze
gebruiksaanwijzing zijn het eigendom van de betreffende
eigenaars.
• Cameraspecificaties of de inhoud van deze
gebruiksaanwijzing kunnen bij een upgrade van
camerafuncties zonder kennisgeving worden
gewijzigd.
• Het is niet toegestaan om enig deel van deze
gebruiksaanwijzing zonder vooraf gegeven
toestemming te hergebruiken of verspreiden.
Overzicht van de gebruiksaanwijzing
Basisfuncties 12
Hier vindt u informatie over de indeling van de camera
en basisfuncties voor het maken van opnamen.
Uitgebreide functies 36
Informatie over het maken van foto's en het opnemen
van video's door een modus te selecteren.
Opname-instellingen 58
Hier vindt u informatie over het instellen van de opties in
de opnamemodus.
Weergeven en bewerken 84
Hier vindt u informatie over hoe u foto's en video's kunt
weergeven of afspelen en hoe u foto's en video's kunt
bewerken. Ook leest u hier hoe u de camera op een
computer, fotoprinter, televisie, HDTV of 3D-tv aansluit.
Instellingen 111
Hier vind u opties om de instellingen van uw camera te
configureren.
Aanvullende informatie 118
Hier vindt u informatie over foutmeldingen, specificaties
en onderhoud.
5
Pictogrammen in deze gebruiksaanwijzing
Pictogram Functie
Aanvullende informatie
Veiligheidsvoorschriften en waarschuwingen
[ ] Cameraknoppen. [Ontspanknop] staat bijvoorbeeld voor de sluiterknop.
( ) Paginanummer van verwante informatie
De volgorde van de opties of menu's die u moet selecteren om een stap uit te
voeren, bijvoorbeeld: Raak
Fotoformaat aan (staat voor Raak , aan en
raak vervolgens Fotoformaat aan).
* Voetnoot
6
Op de ontspanknop drukken
• Druk de [Ontspanknop] half in: druk de sluiterknop tot
halverwege in
• Druk op de [Ontspanknop]: druk de sluiterknop helemaal in
Druk de [Ontspanknop] half in Druk op de [Ontspanknop]
Onderwerp, achtergrond en compositie
• Onderwerp: het hoofdobject van een scène, zoals een
persoon, dier of stilleven
• Achtergrond: de objecten rond het onderwerp
• Compositie: de combinatie van onderwerp en achtergrond
Compositie
Achtergrond
Onderwerp
Belichting (Helderheid)
De hoeveelheid licht die de camera binnenkomt bepaalt de
belichting. De belichting kan worden aangepast met sluitertijd,
diafragmawaarde en ISO-waarde. Wanneer u de belichting
verandert, worden de foto's donkerder of lichter.
Normale belichting Overbelicht (te helder)
Uitdrukkingen in deze gebruiksaanwijzing
7
Algemene problemen oplossen
Hier vindt u informatie waarmee u algemene problemen kunt oplossen door opnameopties in te stellen.
De ogen van het
onderwerp zijn rood.
Dit wordt veroorzaakt door een reflectie van de flitser van de camera.
•
Stel de flitsoptie in op Rode ogen of Anti-rode ogen. (pag. 62)
•
Als er al een foto is genomen, selecteert u in het bewerkingsmenu de optie Anti-rode ogen in het
menu voor bewerken. (pag. 97)
Foto's bevatten
stofvlekken.
Als u de flitser gebruikt, worden stofdeeltjes in de lucht mogelijk vastgelegd op foto's.
•
Schakel de flitser uit of neem geen foto's op stoffige plaatsen.
•
Pas de ISO-waarde aan. (pag. 64)
Foto's zijn onscherp.
Dit kan worden veroorzaakt doordat u foto's maakt bij weinig licht of doordat u de camera niet goed vasthoudt.
•
Gebruik de functie OIS of druk de [Ontspanknop] half in om scherp te stellen op het onderwerp.
(pag. 33)
•
Gebruik de DUAL IS-modus. (pag. 43)
Bij nachtopnamen
zijn foto's onscherp.
Om meer licht binnen te laten, gebruikt de camera een langere sluitertijd. Het kan dan lastig zijn de
camera stil te houden, waardoor de foto's bewogen kunnen worden.
•
Selecteer de modus Nachtopname. (pag. 41)
•
Schakel de flitser in. (pag. 62)
•
Pas de ISO-waarde aan. (pag. 64)
•
Gebruik een statief om te voorkomen dat de camera beweegt.
Het onderwerp
is te donker door
tegenlicht.
Als de lichtbron zich achter het onderwerp bevindt of als er een groot contrast is tussen de lichte en
donkere gebieden, kan het onderwerp te donker worden.
•
Maak geen foto's tegen de zon in.
•
Selecteer Tegenl. in de modus Scène. (pag. 41)
•
Stel de flitseroptie in op Invulflits. (pag. 62)
•
Pas de belichting aan. (pag. 73)
•
Stel de optie Automatische contrastbalans (ACB) in. (pag. 74)
•
Stel de lichtmeting in op Spot als er een helder onderwerp in het midden van het kader staat.
(pag. 74)
8
Beknopt overzicht
Foto's van mensen maken
•
Modus Beautyshot
51
•
Rode ogen/Anti-rode ogen
(om rode ogen te voorkomen of te corrigeren)
62
•
Gezichtsdetectie
68
•
Poseerhulpmodus
48
•
Opnamemodus Automatisch zoomen
48
•
Zelfportretmodus
49
•
Modus Intelligent portret
50
•
Modus Beeld In Beeld
50
's Nachts of in het donker foto's
maken
•
Modus Scène > Zon onder, Dageraad
41
•
Modus Nachtopname
41
•
Flitseropties
62
•
ISO-waarde (de lichtgevoeligheid aanpassen)
64
Actiefoto's maken
•
Continu, Bewegingsopname
77
De belichting aanpassen (helderheid)
•
ISO-waarde (de lichtgevoeligheid aanpassen)
64
•
EV (de belichting aanpassen)
73
•
ACB (compenseren voor onderwerpen tegen lichte
achtergronden)
74
•
L.meting
74
•
AEB (3 foto's van dezelfde scène maken, maar met
verschillende belichtingen)
77
Foto's maken van tekst, insecten en
bloemen
•
Modus Scène > Tekst
41
•
Modus Close-up
42
•
Macro
65
De belichting aanpassen (helderheid)
•
Modus Live Panorama
39
Effecten toepassen op foto's
•
Modus Wazige achtergrond
52
•
Modus Magisch kader
53
•
Modus Mijn magisch kader
53
•
Modus Grappig gezicht
54
•
Modus Fotofilter
55
•
Modus Vignetten
57
•
Intelligente filtereffecten
78
•
Beeld aanpassen (om Scherpte, Contrast of Kleurverz.
aan te passen)
80
Effecten toepassen op video's
•
Modus Filmfilter
56
•
Modus Vignetten
57
Bewegingsonscherpte voorkomen
•
OIS (Optical Image Stabilization)
33
•
Modus DUAL IS
43
•
Bestanden op categorie
weergeven in Smart
Album
88
•
Bestanden weergeven als
miniaturen
89
•
Bestanden op de
geheugenkaart wissen
91
•
Foto's als diashow
weergeven
92
•
Bestanden op een televisie of
HDTV weergeven
100
•
De camera op een computer
aansluiten
103
•
Geluid en volume
bijstellen
113
•
De helderheid van het
scherm bijstellen
114
•
De schermtaal
wijzigen
115
•
De datum en tijd
instellen
115
•
Voordat u contact
opneemt met een
servicecenter
128
9
Inhoud
Uitgebreide functies
........................................................ 36
Opnamemodi gebruiken ............................................... 37
De Smart Auto-modus gebruiken .................................. 37
De modus 3D-foto gebruiken ....................................... 38
De modus Live Panorama gebruiken ............................. 39
De Scènemodus gebruiken .......................................... 41
De Nachtmodus gebruiken .......................................... 41
De Close-upmodus gebruiken ...................................... 42
De Timeropnamemodus gebruiken ............................... 42
De modus Touch-opname gebruiken ............................ 43
De DUAL IS-modus gebruiken ...................................... 43
De Programmamodus gebruiken .................................. 44
De Filmmodus gebruiken ............................................. 46
De Slimme filmmodus gebruiken ...................................47
De portretmodi gebruiken ............................................ 48
De modus Poseerhulp gebruiken .................................. 48
De modus Automatisch zoomen gebruiken ................... 48
De modus Zelfportret gebruiken .................................... 49
De modus Intelligent portret gebruiken ........................... 50
De modus Beeld In Beeld gebruiken ............................. 50
De Beautyshot-modus gebruiken .................................51
Effectmodi gebruiken ................................................... 52
De modus Wazige achtergrond gebruiken ..................... 52
De modus Magisch kader gebruiken ............................. 53
De modus Mijn magisch kader gebruiken ...................... 53
De modus Grappig gezicht gebruiken ........................... 54
De Fotofiltermodus ...................................................... 55
De Filmfiltermodus gebruiken ........................................ 56
De Vignettenmodus gebruiken ...................................... 57
Basisfuncties
.................................................................... 12
Uitpakken ..................................................................... 13
Onderdelen en knoppen van de camera ..................... 14
Het scherm gebruiken ................................................. 16
De batterij en geheugenkaart plaatsen ........................ 17
De batterij opladen en de camera inschakelen ...........18
De batterij opladen ...................................................... 18
De camera inschakelen ............................................... 18
De eerste instellingen uitvoeren ................................... 19
Uitleg over de pictogrammen ....................................... 21
Het aanraakscherm gebruiken ..................................... 22
Het geluid instellen ....................................................... 24
Het startscherm gebruiken ........................................... 25
Het startscherm openen .............................................. 25
Pictogrammen op het startscherm ................................ 25
Pictogrammen opnieuw indelen .................................... 27
Achtergrond instellen ................................................... 27
De Helpmodus gebruiken ............................................ 29
Beschrijving van de toepassing openen ......................... 29
De gebruiksaanwijzing weergeven ................................ 29
Foto's maken ................................................................ 30
Zoomen ..................................................................... 31
Bewegingsonscherpte voorkomen (OIS) ....................... 33
Tips om betere foto's te maken ................................... 34
10
Inhoud
Opname-instellingen
....................................................... 58
Resolutie en beeldkwaliteit selecteren ......................... 59
De resolutie selecteren ................................................ 59
De beeldkwaliteit selecteren ......................................... 60
Opnamen in het donker maken .................................... 62
Rode ogen voorkomen ................................................ 62
De flitser gebruiken ...................................................... 62
De ISO-waarde aanpassen .......................................... 64
De scherpstelling aanpassen ....................................... 65
Macro gebruiken ......................................................... 65
Smart Touch AF gebruiken ........................................... 66
Het scherpstelgebied aanpassen .................................. 67
Gezichtsdetectie gebruiken ......................................... 68
Gezichten detecteren ..................................................68
Een zelfportret maken .................................................. 69
Een foto van een lachend gezicht maken ...................... 69
Knipperende ogen detecteren ...................................... 70
Slimme gezichtsherkenning gebruiken ........................... 70
Gezichten als favoriet registreren (Mijn ster) .................... 71
Helderheid en kleur aanpassen .................................... 73
De belichting handmatig aanpassen (EV) ....................... 73
Compenseren voor tegenlicht (ACB) ............................. 74
De lichtmeetmethode wijzigen ...................................... 74
Een lichtbron selecteren (Witbalans) .............................. 75
Serieopnamen .............................................................. 77
Effecten toepassen/Beelden aanpassen ..................... 78
Intelligente filtereffecten toepassen ................................ 78
Foto's aanpassen ........................................................ 80
Het zoomgeluid instellen .............................................. 81
Beschikbare opname-instellingen per opnamemodus
.. 82
Weergeven en bewerken
................................................ 84
Foto's of video's weergegeven in de afspeelmodus ... 85
De afspeelmodus starten ............................................. 85
Foto's weergeven ........................................................ 91
Een video afspelen ......................................................93
Foto's bewerken ........................................................... 95
Het formaat van foto's aanpassen ................................. 95
Een foto draaien .......................................................... 95
Intelligente filtereffecten toepassen ................................ 96
Foto's aanpassen ........................................................ 96
Storyboard maken ....................................................... 98
Een afdrukbestelling maken (DPOF) .............................. 99
Bestanden op een tv, HDTV of 3D-tv bekijken ..........100
Bestanden naar een Windows-computer overbrengen
.. 103
Bestanden overbrengen met Intelli-studio .................... 104
Bestanden overbrengen door de camera als een
verwisselbare schijf aan te sluiten
................................ 106
De camera loskoppelen (Windows XP) ........................ 107
Bestanden naar een Mac-computer overbrengen .... 108
Foto's met een PictBridge-fotoprinter afdrukken ...... 109
11
Inhoud
Instellingen
.....................................................................111
Instellingenmenu ........................................................ 112
Het instellingenmenu openen ..................................... 112
Geluid ......................................................................113
Display ..................................................................... 113
Connectiviteit ............................................................ 114
Algemeen .................................................................115
Aanvullende informatie
................................................. 118
Foutmeldingen ............................................................119
Cameraonderhoud .....................................................120
De camera reinigen ...................................................120
De camera gebruiken of opbergen ..............................121
Geheugenkaarten ..................................................... 122
De batterij .................................................................124
Voordat u contact opneemt met een servicecenter .. 128
Cameraspecificaties ................................................... 131
Woordenlijst ................................................................135
Index ...........................................................................140
Uitpakken
………………………………… 13
Onderdelen en knoppen van de camera
14
Het scherm gebruiken
………………… 16
De batterij en geheugenkaart plaatsen
17
De batterij opladen en de camera
inschakelen
……………………………… 18
De batterij opladen
……………………… 18
De camera inschakelen
…………………… 18
De eerste instellingen uitvoeren
……… 19
Uitleg over de pictogrammen
………… 21
Het aanraakscherm gebruiken
………… 22
Het geluid instellen
……………………… 24
Het startscherm gebruiken
……………… 25
Het startscherm openen
………………… 25
Pictogrammen op het startscherm
……… 25
Pictogrammen opnieuw indelen
………… 27
Achtergrond instellen
……………………… 27
De Helpmodus gebruiken
……………… 29
Beschrijving van de toepassing openen
29
De gebruiksaanwijzing weergeven
……… 29
Foto's maken
…………………………… 30
Zoomen
…………………………………… 31
Bewegingsonscherpte voorkomen (OIS)
33
Tips om betere foto's te maken
………… 34
Basisfuncties
Hier vindt u informatie over de indeling van de camera en basisfuncties voor het maken van opnamen.
Basisfuncties
13
Uitpakken
De productverpakking bevat de volgende onderdelen.
Camera AC-adapter/USB-kabel
Oplaadbare batterij Polslus
Snelstartgids
Optionele accessoires
Camera-etui HDMI-kabel A/V-kabel
Batterijoplader Geheugenkaart/
Geheugenkaartadapter
• De illustraties kunnen afwijken van de werkelijke artikelen.
• U kunt door Samsung goedgekeurde accessoires die compatibel zijn met uw
camera aanschaffen bij het servicecentrum of de winkel waar u de camera
hebt aangeschaft. Wij zijn niet aansprakelijk voor schade als gevolg van het
gebruik van artikelen van andere fabrikanten.
Basisfuncties
14
Onderdelen en knoppen van de camera
Zorg dat u vertrouwd bent met de diverse onderdelen en functies van de camera voordat u begint.
Ontspanknop
Power-knop
AF-hulplampje/Timerlampje
Flitser
Lens
Microfoon
Zoomknop
•
In de opnamemodus: In- en uitzoomen
•
In de afspeelmodus: Inzoomen op een deel van
de foto of bestanden als miniaturen weergeven
Batterijklep
Plaatsing van batterij en geheugenkaart
Statiefbevestigingspunt
USB- en A/V-aansluiting
Voor aansluiting van USB- of A/V-kabel
HDMI-aansluiting
Voor aansluiting van HDMI-kabel
Basisfuncties
15
Onderdelen en knoppen van de camera
Indicatielampje
• Knippert: Wanneer de camera een foto
of video opslaat, wordt gelezen door
een computer of printer of wanneer de
afbeelding niet scherp is
• Brandt: Bij het maken van verbinding met
de computer, als het onderwerp niet scherp
is of bij het opladen van de batterij
Afspeelknop
Aanraakscherm
Startknop
De polslus bevestigen
1
2
Luidspreker
Basisfuncties
16
Onderdelen en knoppen van de camera
Het scherm gebruiken
U kunt een zelfportret maken terwijl u uzelf op het scherm bekijkt
door het scherm omhoog te klappen en de sluiterknop aan de
achterkant van de camera te gebruiken. Het scherm kan 180
omhoog worden geklapt.
Ontspanknop
• Klap het scherm in als u het niet gebruikt.
• Klap het scherm niet meer dan 180 graden omhoog, anders kan
het breken.
Basisfuncties
17
De batterij en geheugenkaart plaatsen
Hier vindt u informatie over het in de camera plaatsen van de batterij en van een optionele geheugenkaart.
De batterij en geheugenkaart verwijderen
Duw voorzichtig tegen de
kaart totdat deze uit de
camera loskomt en trek
de kaart vervolgens uit de
sleuf.
Druk op de vergrendeling
om de batterij los te
maken.
• Het interne geheugen kan worden gebruikt als tijdelijk opslagmedium
als er geen geheugenkaart is geplaatst.
• Plaats een geheugenkaart in de juiste richting. Als u een
geheugenkaart in de verkeerde richting plaatst, kan dit uw camera en
geheugenkaart beschadigen.
Geheugenkaart
Oplaadbare batterij
Batterij
vergrendeling
Zorg dat bij het plaatsen
van een geheugenkaart de
goudkleurige contactpunten
omhoog zijn gericht.
Zorg dat bij het plaatsen van
de batterij het Samsung-logo
omhoog is gericht.
Geheugenkaart
Oplaadbare batterij
Basisfuncties
18
De batterij opladen en de camera inschakelen
De camera inschakelen
Druk op [POWER] om de camera in- of uit te schakelen.
• Het scherm voor de eerste instellingen verschijnt wanneer u de
camera voor het eerst inschakelt. (pag. 19)
De camera inschakelen in de afspeelmodus
Druk op [Afspelen]. De camera wordt ingeschakeld en gaat
direct naar de afspeelmodus.
Als u uw camera inschakelt door [Afspelen] ongeveer 5 seconden ingedrukt
te houden, geeft de camera geen enkel camerageluid.
De batterij opladen
Voordat u de camera voor het eerst gaat gebruiken, moet de
batterij worden opgeladen. Wanneer u de USB-kabel op de
camera aansluit, sluit u de kleine connector aan op de camera.
De andere connector sluit u aan op de voedingsadapter.
Indicatielampje
•Rode lampje brandt: Bezig met opladen
•Rode lampje is uit: Volledig opgeladen
Gebruik alleen de netvoedingsadapter en USB-kabel die is meegeleverd
met uw camera. Als u een andere netvoedingsadapter gebruikt (zoals de
SAC-48), wordt de batterij van de camera mogelijk niet opgeladen of werkt
deze mogelijk niet naar behoren.
Basisfuncties
19
1
Raak Language aan.
Language
Time Zone
Date/Time Set
English
Home
General
2
Selecteer een taal.
3
Raak aan om terug te gaan naar het scherm voor
de eerste instelling.
4
Raak Tijdzone aan.
De eerste instellingen uitvoeren
Wanneer het scherm voor de eerste instellingen verschijnt, volgt u de onderstaande stappen om de basisinstellingen van de camera te
configureren.
5
Raak Thuis en vervolgens of aan om een tijdzone
te selecteren.
•
Als u naar een ander land reist, kunt u Bezoek aanraken en
een nieuwe tijdzone selecteren.
Londen
Tijdzone
6
Raak aan om op te slaan.
7
Raak Datum/tijd aanpassen aan.
Basisfuncties
20
De eerste instellingen uitvoeren
8
Raak de pijlen omhoog en omlaag aan om de datum in
te stellen.
Datum/tijd aanpassen
Jaar
Maand Dag
•
Het scherm kan afwijken, afhankelijk van de geselecteerde taal.
9
Raak aan en stel de tijd in.
Datum/tijd aanpassen
Uur Min
•
Raak aan als u zomertijd wilt instellen.
10
Raak aan om op te slaan.
11
Raak aan om instellingen op te slaan.
12
Raak aan in een pop-upvenster.
Basisfuncties
21
Pictogram Beschrijving
•
: volledig opgeladen
•
: gedeeltelijk opgeladen
•
: leeg (opladen)
Fotoresolutie
Videoresolutie
Lichtmeting
Framesnelheid
Optische beeldstabilisatie (OIS)
Geluid uit
Belichtingswaarde aangepast
ISO-waarde
Witbalans
Type serieopnamen
Flitser
Intelligent zoomen ingeschakeld
Smart filter
Beeld aanpassen
Gezichtsdetectie
Autofocus
Uitleg over de pictogrammen
Welke pictogrammen worden weergegeven op het scherm, is afhankelijk van de geselecteerde modus en de ingestelde opties.
Pictogram Beschrijving
Diafragmawaarde
Sluitertijd
Timer
Autofocuskader
Bewegingsonscherpte
Zoomindicator
Zoomverhouding
Fotoresolutie als intelligent
zoomen in ingeschakeld
Rasterlijnen
3
Statuspictogrammen
Pictogram Beschrijving
Resterend aantal foto's
Beschikbare opnametijd
Geheugenkaart niet geplaatst
(intern geheugen)
Geheugenkaart geplaatst
1
Instellingenpictogrammen (aanraken)
Pictogram Beschrijving
Flitsoptie
Autofocusinstelling
Timerinstelling
Opname-instellingen
2
Statuspictogrammen
Pictogram Beschrijving
Opnamemodus
Huidige datum
Huidige tijd
2
3
1
Basisfuncties
22
Het aanraakscherm gebruiken
Hier vindt u informatie waarmee u het aanraakscherm leert gebruiken. Het aanraakscherm werkt het beste met het zachte gedeelte van de
vinger.
Raak het scherm niet aan met scherpe voorwerpen, zoals pennen en potloden. Anders kunt het scherm beschadigen.
Vegen
Veeg voorzichtig met uw vinger over het scherm.
Aanraken
Raak een pictogram aan om een menu of optie te selecteren.
Smart Auto
Live
Panorama
Slimme film
3D-foto
Programma
Zelfportret
Film
Scène
Slepen
Raak een gedeelte van het scherm aan en sleep vervolgens met uw vinger.
Multi
Spot
Centr. gewogen
L.meting
Als u aanraakt, wordt een pop-upvenster weergegeven met
informatie over functies en instellingen.
Basisfuncties
23
Het aanraakscherm gebruiken
•
Als u meerdere items tegelijk aanraakt, herkent het aanraakscherm
uw invoer mogelijk niet.
•
Wanneer u het scherm aanraakt of over het scherm sleept met de
schermpen, kunnen er verkleuringen optreden. Dit is geen defect,
maar een eigenschap van het aanraakscherm. Het effect is minimaal
als u bij deze handelingen het scherm slechts licht aanraakt.
•
Als u de camera gebruikt in vochtige omgevingen, werkt het
aanraakscherm mogelijk niet correct.
•
Als u beschermfolie of ander accessoires aanbrengt op het
aanraakscherm, werkt het scherm mogelijk niet correct.
•
Afhankelijk van de kijkhoek kan het scherm donker lijken. Pas de
helderheid of de kijkhoek aan om de resolutie te verbeteren.
Een optie selecteren
• Sleep de optielijst omhoog of omlaag tot u de gewenste optie
vindt. Raak de optie vervolgens aan.
Multi
Spot
Centr. gewogen
L.meting
• Raak de gewenste optie aan om de instelling in of uit te
schakelen.
Uit
Aan
OIS
Basisfuncties
24
Het geluid instellen
U kunt instellen dat de camera geluiden afspeelt als u functies uitvoert.
1
Raak aan op het startscherm.
2
Raak Geluid aan.
3
Raak Piepjes aan.
4
Raak de gewenste optie aan om de pieptoon in of uit te
schakelen.
Piepjes
Uit
Aan
Basisfuncties
25
Het startscherm gebruiken
Met de pictogrammen op het startscherm kunt u een opnamemodus selecteren of het instellingenmenu openen.
Het startscherm openen
Druk in de opname- of afspeelmodus op [HOME].
1
2
Smart Auto Slimme film
3D-foto
Programma
Scène
3D-foto
Live
Panorama
Zelfportret
Nr. Beschrijving
1
Raak een pictogram aan om een modus of functie weer
te geven.
•
Sleep of veeg op het aanraakscherm om naar een
andere pagina te bladeren.
2
Het nummer van de huidige pagina. ( )
Pictogrammen op het startscherm
Pictogram
Beschrijving
Smart Auto: hiermee maakt u een foto waarbij de
camera automatisch een geschikte modus voor de scène
selecteert. (pag. 37)
Programma: hiermee stelt u handmatig opties in voor de
foto die u maakt. (pag. 44)
Slimme film: hiermee kunt u een video opnemen waarbij
de camera automatisch een geschikte modus voor de
scène selecteert. (pag. 47)
Film: hiermee kunt u een video opnemen. (pag. 46)
Scène: hiermee maakt u een foto met vooraf ingestelde
opties voor een specifieke scène. (pag. 41)
3D-foto: Een foto met 3D-effecten maken voor een 3D-tv.
(pag. 38)
Live Panorama: Met deze modus kunt u een foto brede
scène maken. (pag. 39)
Zelfportret: hiermee kunt u een zelfportret nemen terwijl
u na]ar uzelf kijkt door het scherm rechtop te zetten.
(pag. 49)
Beeld in beeld: hiermee combineert u een zelfportret met
de gewenste achtergrondafbeelding tot één foto. (pag. 50)
Magisch kader: hiermee kunt u een foto maken met
verschillende kadereffecten. (pag. 53)
Basisfuncties
26
Het startscherm gebruiken
Pictogram
Beschrijving
Automatische zoomopname: Automatisch de zoom
aanpassen aan het gedetecteerde gezicht. (pag. 48)
Timeropname: hiermee maakt u automatisch een foto
door de timer in te stellen. (pag. 42)
Touch-opname: hiermee maakt u een foto met een druk.
(pag. 43)
Poseerhulp: hiermee kunt u het onderwerp uitlijnen met
de geleiderlijn die wordt weergegeven op het scherm en
een foto maken met de gewenste houding. (pag. 48)
Album: hiermee kunt u bestanden op categorie
weergeven in Smart Album. (pag. 88)
Thema-album: hiermee kunt u bestanden weergeven met
een effect dat lijkt op het omslaan van pagina's. (pag. 89)
Diashow: hiermee kunt u foto's weergeven als een
diashow met effecten en muziek. (pag. 92)
Foto-editor: hiermee kunt u foto's bewerken met
verschillende effecten. (pag. 95)
Storyboardmaker: hiermee past u een kadereffect met
diverse kaders en randen toe op een foto. (pag. 98)
Achtergronden: hiermee stelt u de achtergrondafbeelding
voor het startscherm in. (pag. 27)
Help: hiermee kunt u de Help weergeven en leren hoe u
de camera kunt gebruiken. (pag. 29)
Instellingen: hiermee kunt instellingen aanpassen aan uw
voorkeuren. (pag. 112)
Pictogram
Beschrijving
Mijn Magisch kader: Een foto maken, deze gedeeltelijk
transparant maken en vervolgens als overlay gebruiken op
een nieuw gemaakte foto. (pag. 53)
Grappig gezicht: hiermee kunt u een foto maken met
grappige gezichtseffecten. (pag. 54)
Fotofilter: hiermee kunt u een foto maken met
verschillende filtereffecten. (pag. 55)
Filmfilter: hiermee kunt u een video opnemen met
verschillende filtereffecten. (pag. 56)
Vignetten: hiermee kunt u een foto maken of een video
opnemen met een vigneteffect. (pag. 57)
Beautyshot: hiermee kunt u een portretfoto maken met
opties voor het verhullen van onzuiverheden op het gezicht.
(pag. 51)
Wazige achtergrond:
hiermee maakt u een foto waarbij
de achtergrond van het onderwerp vervaagd is. (pag. 52
)
Nachtopname: hiermee kunt u nachtelijke opnamen
maken door de sluitersnelheid en diafragmawaarde aan te
passen. (pag. 41)
Close-up: hiermee maakt u close-upfoto's van
onderwerpen. (pag. 42)
DUAL IS: hiermee kunt u bewegingsonscherpte optisch en
digitaal beperken om wazige foto's te voorkomen. (pag. 43)
Intelligent portret : hiermee slaat u automatisch
2 aanvullende portretten op door een gezicht te
detecteren. (pag. 50)
Basisfuncties
27
Het startscherm gebruiken
Pictogrammen opnieuw indelen
U kunt de pictogrammen op het startscherm opnieuw indelen in
elke gewenste volgorde.
1
Raak een pictogram aan en blijf dit aanraken.
Smart Auto
Live
Panorama
Slimme film
3D-foto
Programma
Zelfportret
Film
Scène
2
Sleep het pictogram naar een nieuwe locatie.
•
Sleep een pictogram naar de linker- of rechterzijde van het
scherm als u het pictogram naar een andere pagina wilt
verplaatsen. Als u het pictogram op een nieuwe locatie
plaatst, schuiven de andere pictogrammen aan de kant.
Smart Auto
Live
Panorama
Slimme filmProgramma
Zelfportret
Film
Scène
Achtergrond instellen
De achtergrond van het startscherm instellen met de gewenste
afbeelding.
1
Raak aan op het startscherm.
Album
Help
Diashow
Achtergronden
Thema-
album
Instellingen
Foto-editor
Storyboardmaker
2
Raak de gewenste achtergrond aan in de standaard
Galerie met achtergronden.
•
Raak aan om een door de gebruiker gemaakte foto in te
stellen als achtergrond.
•
Stel een bepaald gedeelte in als achtergrond door het te
vergroten/verkleinen wanneer u een afbeelding uit het album
instelt als achtergrond.
•
Als u het menu Achtergrond instellen selecteert na de knop
te hebben aangeraakt in de weergavemodus, kunt u een
specifiek deel van de afbeelding als achtergrond instellen door
de gemaakte opname te slepen.
Basisfuncties
28
Het startscherm gebruiken
3
Raak aan om op te slaan.
Album
Help
Diashow
Achtergronden
Thema-
album
Instellingen
Foto-editor
Storyboardmaker
Basisfuncties
29
De Helpmodus gebruiken
U kunt een eenvoudige beschrijving van de toepassing en een gebruiksaanwijzing weergeven in de Helpmodus.
Beschrijving van de toepassing openen
1
Raak aan op het startscherm.
Album
Help
Diashow
Achtergronden
Thema-
album
Instellingen
Foto-editor
Storyboardmaker
2
Raak of aan om van de ene Beschrijving van
toepassing naar de andere te gaan.
•
Selecteer de gewenste modus in de lijst door aan te
raken.
Beschrijving toepassing Handleiding
3
Raak aan om een modus of functie te gebruiken.
De gebruiksaanwijzing weergeven
1
Raak aan op het startscherm.
2
Raak Handleiding aan.
3
Raak of aan om van de ene Handleiding naar de
andere te gaan.
Beschrijving toepassing Handleiding
4
Raak aan om een modus of functie te gebruiken.
Basisfuncties
30
Foto's maken
Hier vindt u informatie over hoe u snel en eenvoudig foto's kunt in de Smart Auto-modus.
3
Druk de [Ontspanknop] half in om scherp te stellen.
•
Een groen kader betekent dat het onderwerp scherp in beeld is.
•
Een rood kader betekent dat het onderwerp niet scherp in
beeld is.
4
Druk de [Ontspanknop] volledig in om een foto te
maken.
Zie pagina 34 voor tips om betere foto's te maken.
1
Raak aan op het startscherm.
Smart Auto Slimme film
3D-foto
Programma
Scène
3D-foto
Live
Panorama
Zelfportret
2
Plaats het onderwerp in het kader.
Klap het scherm in als u het niet uitgeklapt nodig hebt.
Basisfuncties
31
Foto's maken
Digitale zoom
Als de zoomindicator zich in het digitale bereik bevindt, gebruikt
de camera de digitale zoomfunctie. U kunt tot 25 keer inzoomen
als u zowel de optische als de digitale zoomfunctie gebruikt.
Optisch bereik
Digitaal bereik
Zoomindicator
•
De digitale zoomfunctie is alleen beschikbaar in de modi Programma
en Scène (met uitzondering van Tekst).
•
De digitale zoom is niet beschikbaar met het effect Smart filter of One
Touch-opname en de opties voor Smart Touch AF.
•
Als u een foto maakt met de digitale zoomfunctie, kan de fotokwaliteit
minder worden.
Zoomen
U kunt close-upfoto's maken door in te zoomen. De camera kan
optisch en digitaal 5X inzoomen en heeft tevens een intelligente
zoomfunctie voor 2X inzoomen. De intelligente en digitale
zoomfunctie kunnen niet gelijktijdig worden gebruikt.
Zoomverhouding
InzoomenUitzoomen
Basisfuncties
32
Foto's maken
Intelligent zoomen
Als de zoomindicator zich in het bereik voor intelligent zoomen
bevindt, gebruikt de camera de intelligente zoomfunctie. De
resolutie van de foto verschilt afhankelijk van de zoomverhouding
als u de intelligente zoomfunctie gebruikt. U kunt tot 10 keer
inzoomen als u zowel de optische als de intelligente zoomfunctie
gebruikt.
Fotoresolutie als de
intelligente zoomfunctie
is ingeschakeld
Optisch bereik
Bereik intelligent zoomen
Zoomindicator
•
De intelligente zoomfunctie is alleen beschikbaar in de modi Smart
Auto, Programma en Scène (met uitzondering van Tekst).
•
De intelligente zoomfunctie is niet beschikbaar met het effect Smart filter of
de opties One Touch-opname en Smart Touch AF.
•
De intelligente zoomfunctie is alleen beschikbaar als u de
4:3-beeldverhouding instelt. Als u een andere beeldverhouding
instelt terwijl de intelligente zoomfunctie is ingeschakeld, wordt de
intelligente zoomfunctie automatisch uitgeschakeld.
•
Met de intelligente zoomfunctie kunt u foto's maken met minder
kwaliteitsverlies dan met de digitale zoomfunctie. De fotokwaliteit kan
echter wel minder zijn dan bij gebruik van de optische zoomfunctie.
Intelligent zoomen instellen
1
Raak in de opnamemodus aan.
2
Raak Intelli-zoom aan en raak vervolgens de gewenste
optie aan om deze in te schakelen.
Basisfuncties
33
Foto's maken
Bewegingsonscherpte voorkomen (OIS)
In de opnamemodus kunt u de bewegingsonscherpte optisch
beperken.
Vóór correctie Na correctie
1
Raak in de opnamemodus aan.
2
Raak OIS aan en raak vervolgens de gewenste optie aan
om deze in te schakelen.
Uit
Aan
OIS
•
OIS werkt mogelijk in de volgende omstandigheden niet goed:
- wanneer u de camera beweegt om een bewegend onderwerp
te volgen
- wanneer u de digitale zoomfunctie gebruikt
- wanneer de camera te veel trilt
- wanneer u een lager sluitersnelheid gebruikt (bijvoorbeeld voor
nachtopnamen)
- wanneer de batterij bijna leeg is
- wanneer u een close-up neemt
•
Als u de OIS-functie met een statief gebruikt, kunnen de foto's
onscherp worden door de trilling van de OIS-sensor. Schakel de OIS-
functie bij gebruik van een statief uit.
•
Als de camera valt of een schok krijgt, wordt het scherm wazig. Als
dit gebeurt, moet u de camera uitschakelen en weer inschakelen.
Basisfuncties
34
De camera op de juiste manier vasthouden
Controleer of er niets
voor de lens zit.
De ontspanknop half indrukken
Druk de [Ontspanknop] half in en pas
de scherpstelling aan. De camera past
de scherpstellingen en belichting
automatisch aan.
De camera stelt de
diafragmawaarde en sluitersnelheid
automatisch in.
Scherpstelkader
•
Druk op de [Ontspanknop]
om de foto te maken als het
scherpstelkader groen is.
•
Pas de compositie aan en druk
de [Ontspanknop] nogmaals
half in als het scherpstelkader
rood is.
Tips om betere foto's te maken
Bewegingsonscherpte voorkomen
•
Stel de OIS-optie (Optical Image Stabilization)
in om de bewegingsonscherpte optisch te
reduceren. (pag. 33)
•
Selecteer de DUAL IS-modus om de
bewegingsonscherpte zowel optisch als digitaal
te beperken. (pag. 43)
Als wordt weergegeven
Bewegingsonscherpte
Zorg dat bij opnamen in het donker de flitser niet is ingesteld op
Langz sync of Uit. Het diafragma blijft dan langer open, waardoor het
moeilijker is om de camera stil te houden.
•
Gebruik een statief of stel de flitser in op Invulflits. (pag. 62)
•
Pas de ISO-waarde aan. (pag. 64)
Basisfuncties
35
Voorkomen dat het onderwerp niet scherp is
In de volgende gevallen kan het moeilijk zijn om op het onderwerp
scherp te stellen:
-
er is weinig contrast tussen het onderwerp en de achtergrond
(als het onderwerp bijvoorbeeld kleren draagt met kleuren die lijken
op de achtergrondkleur)
-
de lichtbron achter het onderwerp is te fel
-
het onderwerp glanst of weerspiegelt
-
het onderwerp heeft horizontale patronen, zoals bij jaloezieën het geval is
-
het onderwerp bevindt zich niet in het midden van het kader
Gebruik de scherpstelvergrendeling
Druk de [Ontspanknop] half in om scherp te stellen.
Wanneer het onderwerp scherp in beeld is, kunt u het kader
verschuiven om de compositie aan te passen. Druk wanneer
u klaar bent de [Ontspanknop] volledig in om een foto te
maken.
•
Als u foto's maakt bij weinig licht
Schakel de flitser in.
(pag. 62)
•
Als onderwerpen snel bewegen
Gebruik de
functie Continu of
Bewegingsopname.
(pag. 77)
Uitgebreide functies
Informatie over het maken van foto's en het opnemen van video's door een modus te selecteren.
Opnamemodi gebruiken
……………… 37
De Smart Auto-modus gebruiken
………… 37
De modus 3D-foto gebruiken
…………… 38
De modus Live Panorama gebruiken
…… 39
De Scènemodus gebruiken
……………… 41
De Nachtmodus gebruiken
……………… 41
De Close-upmodus gebruiken
…………… 42
De Timeropnamemodus gebruiken
……… 42
De modus Touch-opname gebruiken
…… 43
De DUAL IS-modus gebruiken
………… 43
De Programmamodus gebruiken
………… 44
De Filmmodus gebruiken
………………… 46
De Slimme filmmodus gebruiken
………… 47
De portretmodi gebruiken
……………… 48
De modus Poseerhulp gebruiken
……… 48
De modus Automatisch zoomen gebruiken
48
De modus Zelfportret gebruiken
………… 49
De modus Intelligent portret gebruiken
…… 50
De modus Beeld In Beeld gebruiken
…… 50
De Beautyshot-modus gebruiken
………… 51
Effectmodi gebruiken
…………………… 52
De modus Wazige achtergrond gebruiken
52
De modus Magisch kader gebruiken
…… 53
De modus Mijn magisch kader gebruiken
53
De modus Grappig gezicht gebruiken
…… 54
De Fotofiltermodus
……………………… 55
De Filmfiltermodus gebruiken
…………… 56
De Vignettenmodus gebruiken
………… 57
Uitgebreide functies
37
Opnamemodi gebruiken
Maak foto's en video's door de beste opnamemodus voor de omstandigheden te selecteren.
Pictogram Beschrijving
Portretten 's nachts
Landschappen met tegenlicht
Portretten met tegenlicht
Portretten
Close-upfoto's van objecten
Close-upfoto's van tekst
Zonsondergang
Heldere luchten
Bossen
Close-upfoto's van gekleurde onderwerpen
De camera is gestabiliseerd of op een statief
geplaatst (bij opnamen in het donker)
Onderwerpen die veel bewegen
Vuurwerk (als een statief wordt gebruikt)
De Smart Auto-modus gebruiken
In de Smart Auto-modus kiest de camera automatisch camera-
instellingen die bij het gedetecteerde type scène passen. De
Smart Auto-modus is handig als u niet bekend bent met de
camera-instellingen voor de diverse scènes.
1
Raak aan op het startscherm.
2
Plaats het onderwerp in het kader.
•
De camera selecteert automatisch een scène. Het pictogram
voor de desbetreffende modus wordt linksboven in het
scherm weergegeven. De pictogrammen worden hieronder
weergegeven.
Pictogram Beschrijving
Landschappen
Scènes met een helderwitte achtergrond
Landschappen 's nachts (wanneer de flitser uit is)
Uitgebreide functies
38
Opnamemodi gebruiken
3
Druk de [Ontspanknop] half in om scherp te stellen.
4
Druk op de [Ontspanknop] om een foto te maken.
•
Als de camera geen geschikte scènemodus detecteert, worden de
standaardinstellingen voor de Smart Auto-modus gebruikt.
•
Ook als er een gezicht wordt gedetecteerd, is het mogelijk dat de
camera geen portretmodus selecteert. Dit hangt af van de positie van
het onderwerp en de lichtval.
•
Door verscheidene opnameomstandigheden kan het gebeuren dat
de camera de juiste scène niet kan selecteren, bijvoorbeeld door het
trillen van de camera, de lichtval en de afstand tot het onderwerp.
•
Zelfs als u een statief gebruikt, kan het voorkomen dat de camera de
modus niet detecteert als het onderwerp beweegt.
•
In de Smart Auto-modus verbruikt de camera meer batterijlading,
omdat de camera de instellingen vaak wijzigt om de juiste scènes
te selecteren.
•
U kunt een film opnemen door de opnameknop aan te raken op het
scherm in de modus Smart Auto.
•
In een Smart Auto-modus wordt een film opgenomen met de
standaardinstellingen voor de modus Slimme film.
De modus 3D-foto gebruiken
U kunt 3D-beelden opnemen in de 3D-fotomodus voor weergave
op een 3D-tv of 3D-monitor.
1
Raak aan op het startscherm.
2
Plaats het onderwerp in het kader en druk de
[Ontspanknop] half in om scherp te stellen.
3
Druk op de [Ontspanknop] om een foto te maken.
•
De camera maakt 2 foto's, beide in de bestandsindelingen
JPEG en MPO.
•
In de 3D-fotomodus zijn beperkte opnameopties beschikbaar.
•
Een MPO-bestand voor 3D-effecten kan alleen worden weergegeven
op apparaten die de MPO-indeling ondersteunen (3D-tv en
3D-monitor), terwijl de camera alleen normale JPEG-bestanden kan
weergeven.
•
Als u het 3D-effect van MPO-bestanden wilt bekijken op een 3D-tv
of 3D-monitor, moet u een 3D-bril dragen die door de fabrikant wordt
verstrekt.
•
De resolutie staat vast op in de 3D-fotomodus.
Uitgebreide functies
39
Opnamemodi gebruiken
Info over 3D-diepteviewer
De 3D-diepteviewer geeft 3D-effecten weer met kleurwaarden
voor 3D-opnamen.
3D-diepteviewer
Ver
Dichtbij
wit
zwart
De modus Live Panorama gebruiken
U kunt een panoramaopname maken met behulp van één
enkele foto in de modus Live Panorama. Maak een normale
panoramafoto of een 3D panoramafoto die kan worden bekeken
op een 3D-tv.
Voorbeelden
1
Raak aan op het startscherm.
2
Raak 2D of 3D aan.
3
Kadreer het onderwerp en druk [Ontspanknop] half in
om scherp te stellen.
4
Druk op [Ontspanknop] om de panorama-opname te
starten.
Uitgebreide functies
40
Opnamemodi gebruiken
5
Terwijl u op de [Ontspanknop] drukt en deze ingedrukt houdt,
beweegt u langzaam de camera in de gewenste richting.
•
Als de modus 3D-panorama is geselecteerd, kan de
panoramaopname alleen in horizontale richting worden
gemaakt.
•
Er worden pijltjes in de richting van de beweging weergegeven
en de gehele opnameafbeelding wordt weergegeven in het
voorbeeldvak.
6
Laat de [Ontspanknop] los om het opnemen te
beëindigen.
•
De opgenomen scène wordt opgeslagen als één foto.
•
Als u de [Ontspanknop] loslaat tijdens het maken van een
opname, wordt de panorama-opname beëindigd en worden
de gemaakte foto's opgeslagen.
•
Afhankelijk van de camerabeweging of onderstaande
opnameomstandigheden kunnen foto's niet vloeiend verbonden zijn:
- Wanneer de camera met onregelmatige snelheid is bewogen
- Wanneer de camera heeft getrild
- Wanneer de opnameomgeving te donker is
- Wanneer u een bewegend object van dichtbij opneemt
- Wanneer u opneemt met knipperend licht zoals een TL-lamp
- Wanneer de helderheid, tint of focus sterk wordt gewijzigd
•
Gemaakte foto's worden automatisch opgeslagen en het opnemen
wordt gestopt onder de volgende omstandigheden:
- Wanneer u tijdens het opnemen de opnamerichting verandert
- Wanneer u de camera te snel beweegt
- Wanneer de camera niet beweegt
•
Als u een close-up maakt in de modus Live Panorama, is het tafereel
mogelijk geen vloeiend aangesloten geheel.
•
Aangezien mogelijk het laatste tafereel in de modus Live Panorama
niet wordt opgenomen vanwege de kwaliteit van de foto als het
opnemen wordt onderbroken, wordt aanbevolen op te nemen tot
voorbij het gewenste eindpunt.
•
Delen van het begin- en eindpunt worden mogelijk niet weergegeven
om het 3D-effect in de modus 3D-panorama weer te geven. Het
wordt aanbevolen een groter opnamebereik te kiezen dan het
gewenste bereik.
•
Foto's die zijn gemaakt in de 3D-panoramamodus worden
opgeslagen in zowel JPEG- als MPO-bestanden.
•
Een MPO-bestand voor 3D-effecten kan alleen worden weergegeven
op apparaten die de MPO-indeling ondersteunen (3D-tv en 3D-monitor),
terwijl de camera alleen normale JPEG-bestanden kan weergeven.
•
Als u het 3D-effect van MPO-bestanden wilt bekijken op een 3D-tv
of 3D-monitor, moet u een 3D-bril dragen die door de fabrikant wordt
verstrekt.
Uitgebreide functies
41
Opnamemodi gebruiken
De Scènemodus gebruiken
In de Scènemodus kunt u een foto maken met opties die al
vooraf zijn ingesteld voor een bepaalde scène.
1
Raak aan op het startscherm.
2
Selecteer een scène.
Optie Beschrijving
Landschap: stillevens en landschapsfoto's maken.
Zon onder: zonsondergangen met natuurlijke rood- en
geeltinten vastleggen.
Dageraad: zonsopgangen vastleggen.
Tegenl.: onderwerpen met tegenlicht vastleggen.
Strand/sneeuw: onderbelichting voorkomen door de
reflectie van zonlicht op zand of sneeuw.
Tekst: tekst in drukwerk of elektronische documenten
duidelijk leesbaar vastleggen.
3
Plaats het onderwerp in het kader en druk de
[Ontspanknop] half in om scherp te stellen.
4
Druk op de [Ontspanknop] om een foto te maken.
De Nachtmodus gebruiken
In de Nachtmodus kunt u een lange sluitertijd gebruiken om
de sluiter langer open te laten staan. Gebruik een hogere
diafragmawaarde om overbelichting te voorkomen.
1
Raak aan op het startscherm.
2
Sleep de regelaars op het scherm in de richting van de
pijlen om de sluitertijd en de diafragmawaarde aan te
passen.
Sluitertijd
Diafragma
3
Plaats het onderwerp in het kader en druk de
[Ontspanknop] half in om scherp te stellen.
4
Druk op de [Ontspanknop] om een foto te maken.
Gebruik een statief om onscherpe foto's te voorkomen.
Uitgebreide functies
42
Opnamemodi gebruiken
De Close-upmodus gebruiken
In de Close-upmodus kunt u close-ups maken van onderwerpen
zoals bloemen of insecten.
1
Raak aan op het startscherm.
2
Plaats het onderwerp in het kader en druk de
[Ontspanknop] half in om scherp te stellen.
3
Druk op de [Ontspanknop] om een foto te maken.
De Timeropnamemodus gebruiken
In de modus Timeropname kunt u de timer instellen zodat de
camera automatisch een foto maakt na een opgegeven aantal
seconden.
1
Raak aan op het startscherm.
2
Selecteer een optie door de instelknop in de richting te
slepen die wordt aangegeven met de pijl.
Pictogram Beschrijving
Uit: de zelfontspanner is niet actief.
10 sec: een foto maken na een vertraging van
10 seconden.
2 sec: een foto maken na een vertraging van
2 seconden.
Dubbel: een foto maken na een vertraging van
10 seconden en nog een foto maken na een
vertraging van 2 seconden.
Uitgebreide functies
43
Opnamemodi gebruiken
3
Druk op de [Ontspanknop] om de timer te starten.
•
Het AF-hulplampje/timerlampje gaat knipperen en de camera
maakt na de ingestelde tijdsduur automatisch een foto.
Druk op [Ontspanknop] om de timer te annuleren.
De modus Touch-opname gebruiken
In de modus Touch-opname kunt u foto's maken via een simpele
aanraking met uw vinger.
1
Raak aan op het startscherm.
2
Raak een onderwerp op het scherm aan om de foto te
maken.
•
Wanneer u een zelfportret maakt door het scherm omhoog
te klappen, wordt automatisch een foto gemaakt 3 seconden
nadat er is scherpgesteld.
De DUAL IS-modus gebruiken
U kunt bewegingsonscherpte beperken en onscherpe foto's
voorkomen met de functies OIS (Optical Image Stabilization) en
DIS (Digital Image Stabilization), respectievelijk optische en digitale
beeldstabilisatie.
Vóór correctie Na correctie
1
Raak aan op het startscherm.
2
Plaats het onderwerp in het kader en druk de
[Ontspanknop] half in om scherp te stellen.
Uitgebreide functies
44
Opnamemodi gebruiken
3
Druk op de [Ontspanknop] om een foto te maken.
•
De digitale zoomfunctie en intelligente zoomfunctie zijn niet
beschikbaar in de DUAL IS-modus.
•
De camera corrigeert de foto's alleen optisch als de lichtbron
helderder is dan TL-verlichting.
•
Als het onderwerp snel beweegt, kan de foto onscherp worden.
•
Schakel de OIS-optie in om bewegingsonscherpte in verschillende
opnamemodi tegen te gaan. (pag. 33)
De Programmamodus gebruiken
In de Programmamodus kunt u de meeste opties instellen,
met uitzondering van de sluitertijd en de diafragmawaarde, die
automatisch worden ingesteld door de camera.
1
Raak aan op het startscherm.
2
Raak aan en stel de gewenste opties in.
(Zie pagina 58 voor een lijst met opties.)
3
Plaats het onderwerp in het kader en druk de
[Ontspanknop] half in om scherp te stellen.
4
Druk op de [Ontspanknop] om een foto te maken.
Uitgebreide functies
45
Opnamemodi gebruiken
Mijn scherm instellen
In de Programmamodus kunt u snelkoppelingen toevoegen voor
uw favoriete opties aan de linkerkant van het scherm.
1
Raak in de opnamemodus Mijn scherm →
aan.
2
Blijf een van de pictogrammen aan de rechterkant
aanraken.
OK Reset
Mijn scherm
EV
Annuleer
3
Sleep het pictogram naar het gewenste vak aan de
linkerkant.
•
Als u de snelkoppelingen wilt verwijderen, sleept u een
pictogram naar rechts.
OK Reset
Mijn scherm
Annuleer
EV
4
Raak aan om op te slaan.
U kunt maximaal 3 snelkoppelingen maken.
Uitgebreide functies
46
Opnamemodi gebruiken
De Filmmodus gebruiken
In de Filmmodus kunt u video's met high-definition kwaliteit
opnemen van maximaal 20 minuten. De camera slaat
opgenomen video's op als MP4-bestanden (H.264-bestanden).
•
H.264 (MPEG-4 part10/AVC) is een video-indeling met
hoge compressie die is ontwikkeld door de internationale
standaardisatieorganisaties ISO-IEC en ITU-T.
•
Sommige geheugenkaarten ondersteunen mogelijk geen opname
met high-definition kwaliteit. Stel in dat geval een lagere resolutie in.
•
Geheugenkaarten met een lage schrijfsnelheid ondersteunen geen
video’s met een hoge resolutie of een hoge snelheid. Gebruik voor
het opnemen van video’s met een hoge resolutie of een hoge
snelheid geheugenkaarten met een hogere schrijfsnelheid.
•
Als u optische beeldstabilisatie hebt ingeschakeld, kan de camera de
geluiden opnemen die de OIS-functie maakt tijdens het gebruik.
1
Raak aan op het startscherm.
2
Raak aan en stel de gewenste opties in.
(Zie pagina 58 voor een lijst met opties.)
3
Druk op de [Ontspanknop] of raak aan om te
beginnen met opnemen.
4
Druk nogmaals op de [Ontspanknop] of raak aan om
te stoppen met opnemen.
Opnemen onderbreken
U kunt tijdens het opnemen van een video de opname tijdelijk
onderbreken. Met deze functie kunt u verschillende scènes
opnemen in één video.
00:05
00:02
• Raak aan om de opname te pauzeren.
• Raak aan om te hervatten.
Uitgebreide functies
47
Opnamemodi gebruiken
De Slimme filmmodus gebruiken
In de Slimme filmmodus kiest uw camera automatisch de juiste
camera-instellingen op basis van de scène die is gedetecteerd.
1
Raak aan op het startscherm.
2
Plaats het onderwerp in het kader.
•
De camera selecteert automatisch een scène. Het pictogram
voor de desbetreffende modus wordt linksboven in het
scherm weergegeven. De pictogrammen worden hieronder
weergegeven.
Pictogram Beschrijving
Landschappen
Zonsondergang
Heldere luchten
Bossen
3
Druk op de [Ontspanknop] of raak aan om te
beginnen met opnemen.
4
Druk nogmaals op de [Ontspanknop] of raak aan om
te stoppen met opnemen.
•
Als de camera geen geschikte scènemodus detecteert, worden de
standaardinstellingen voor de Slimme filmmodus gebruikt.
•
Door verscheidene opnameomstandigheden kan het gebeuren dat
de camera de juiste scène niet kan selecteren, bijvoorbeeld door het
trillen van de camera, de lichtval en de afstand tot het onderwerp.
•
In de Slimme filmmodus kunt u geen intelligente filtereffecten
instellen.
Uitgebreide functies
48
De portretmodi gebruiken
Selecteer de opnamemodus voor portretfoto's.
De modus Poseerhulp gebruiken
In de modus Poseerhulp geeft de camera een voorbeeld van de houding weer die u
hebt geselecteerd. Lijn het onderwerp uit met het voorbeeld voordat u de foto maakt.
1
Raak aan op het startscherm.
Pictogram Beschrijving
Informatie over de houding.
Andere houding.
2
Als u de pose wilt wijzigen, raakt u aan.
3
Selecteer een poseerhulp en raak aan.
4
Lijn uw onderwerp uit met het voorwerp op het scherm.
5
Druk de [Ontspanknop] half in om scherp te stellen.
6
Druk op de [Ontspanknop] om een foto te maken.
De modus Automatisch zoomen gebruiken
In de opnamemodus Automatisch zoomen detecteert de camera
automatisch het onderwerp en past het toestel de zoomfactor van
het gedetecteerde gezicht aan als het moeilijk is de zoom handmatig
in te stellen of de positie van het onderwerp te veranderen.
1
Raak aan op het startscherm.
2
Selecteer deze modus om scherp te stellen op een
gezicht.
3
Druk op de [Ontspanknop] om een foto te maken.
•
De camera neemt automatisch een foto wanneer er een
lachend gezicht wordt gedetecteerd.
•
Alleen een gezicht dat naar voren is gericht wordt gedetecteerd.
•
Er kunnen maximaal 10 gezichten worden gedetecteerd in één
scène, waarbij de zoom wordt scherpgesteld op het dichtstbijzijnde
gezicht of een gezicht in het midden.
•
Als u op de zoomknop drukt tijdens het gebruik van de opnamemodus
Automatisch zoomen, wordt de functie voor automatisch zoomen
gestopt en wordt het zoompictogram weergegeven.
•
Als u het zoompictogram aanraakt na gebruik te hebben gemaakt van de
zooknop, verandert de modus terug in de opnamemodus Automatisch zoomen.
Uitgebreide functies
49
De portretmodi gebruiken
De modus Zelfportret gebruiken
U kunt eenvoudig een zelfportret maken met een optimale
zoomverhouding en verschillende voorbeeldhoudingen. U kunt
een foto maken zonder de sluiterknop in te drukken door het
framegebied om het scherp aan te raken om een zelfontspanner
van 3 seconden te activeren.
1
Raak aan op het startscherm.
2
Kantel het scherm omhoog.
3
Raak het scherm Hulp bij zelf poseren aan.
4
Selecteer de gewenste voorbeeldhouding.
•
Als u selecteert, wordt een willekeurige voorbeeldhouding
weergegeven wanneer u op de ontspanknop drukt.
5
Raak het framegebied op het scherm aan.
•
3 seconden na de scherpstelling, maakt de camera automatisch
een foto.
De Hulp bij zelf poseren kan niet 90 of 270 graden worden gedraaid.
Uitgebreide functies
50
De portretmodi gebruiken
De modus Intelligent portret gebruiken
In de modus Intelligent portret worden automatisch 2 extra
portretten opgeslagen doordat een gezicht wordt gedetecteerd,
in aanvulling op de oorspronkelijke foto die u hebt gemaakt. U
kunt deze modus gebruiken als u een portret wilt opslaan uit een
foto in liggende stand.
1
Raak aan op het startscherm.
2
Plaats het onderwerp in het kader en druk de
[Ontspanknop] half in om scherp te stellen.
3
Druk op de [Ontspanknop] om een foto te maken.
•
Raak in de opnamemodus aan om een op de modus
Intelligent portret lijkend effect toe te passen op de
opgeslagen foto.
•
De oorspronkelijke foto en de 2 bijgesneden foto's worden
opgeslagen met opeenvolgende bestandsnamen.
•
De modus Intelligent portret werkt niet en slaat alleen de
oorspronkelijke foto op als meer dan 2 gezichten worden
gedetecteerd of als het gedetecteerde gezichtsgebied groter is dan
een bepaalde verhouding.
•
De bijgesneden foto's behouden dezelfde hoogte-breedteverhouding
(16:9) als de oorspronkelijke foto, of de omgekeerde hoogte-
breedteverhouding (9:16).
De modus Beeld In Beeld gebruiken
In de modus Beeld In Beeld kunt u een foto opslaan door een
zelfportret te combineren met de gewenste achtergrondopname.
1
Raak aan op het startscherm.
2
Selecteer de gewenste achtergrond en druk vervolgens
op [Ontspanknop].
•
Raak aan om een door de gebruiker gemaakte foto uit de
lijst te kiezen als achtergrond.
3
Raak Instellen aan.
•
Het scherm Zelfportret wordt op de achtergrond weergegeven.
4
Een zelfportret maken door het scherm verticaal te
positioneren.
•
Sleep het scherm Zelfportret om het naar de gewenste locatie
te verplaatsen.
•
Raak het scherm Zelfportret nogmaals aan om de grootte van
het scherm te wijzigen.
Uitgebreide functies
51
De portretmodi gebruiken
5
Raak aan om de achtergrondafbeelding opnieuw te
nemen.
•
Wanneer u een achtergrondafbeelding opneemt, worden alle foto's
die u maakt automatisch opgeslagen.
•
Wanneer u een achtergrondafbeelding opneemt, worden verticale
beelden die in verticale positie zijn opgenomen horizontaal
weergegeven, zonder automatisch draaien.
•
In de modus Beeld In Beeld wordt de uiteindelijke afbeelding na het
combineren met het zelfportret met de achtergrond opgeslagen.
•
De maximale grootte van het scherm Zelfportret is 1/4 van het gehele
scherm en wanneer u de grootte ervan wijzigt blijft de hoogte-/
breedteverhouding aan de hand van het scherm behouden.
•
De resolutie is vast ingesteld op in de modus Beeld In Beeld.
•
De achtergrondafbeelding wordt opgeslagen in de tegenovergestelde
richting als het zelfportret.
De Beautyshot-modus gebruiken
In de Beautyshot-modus kunt u een portret maken met opties
voor het verdoezelen van onzuiverheden op het gezicht.
1
Raak aan op het startscherm.
2
Sleep de schuifregelaars of raak de voorbeeldfoto's aan
om Gezichtstint en Gezichtretouch. aan te passen.
•
Verhoog bijvoorbeeld de instelling Gezichtstint om de huid
lichter te laten lijken.
Gezichtretouch.
Gezichtstint
3
Plaats het onderwerp in het kader en druk de
[Ontspanknop] half in om scherp te stellen.
4
Druk op de [Ontspanknop] om een foto te maken.
Als u de Beautyshot-modus gebruikt, wordt de scherpstelafstand ingesteld
op Auto macro.
Uitgebreide functies
52
De modus Wazige achtergrond gebruiken
Met de modus Wazige achtergrond wordt het onderwerp
herkenbaarder gemaakt door de scherptediepte aan te passen.
1
Raak aan op het startscherm.
2
Plaats de camera volgens de optimale afstand die is
weergegeven op het scherm.
•
De optimale afstand verschilt, afhankelijk van de gebruikte
zoomverhouding.
3
Sleep de schuifregelaars of raak de voorbeeldfoto's aan
om Wazig en Tint aan te passen.
Wazig
Tint
4
Druk de [Ontspanknop] half in om scherp te stellen.
•
Als de camera het objectmarkeringseffect kan toepassen,
wordt
weergegeven.
•
Als de camera het objectmarkeringseffect niet kan toepassen,
wordt
weergegeven. Als dit gebeurt, moet u de afstand
aanpassen tussen de camera en het onderwerp.
5
Druk op de [Ontspanknop] om een foto te maken.
•
Beschikbare resoluties in de modus Wazige achtergrond zijn
en .
•
Als de opnameafstand niet binnen het optimale bereik is, kunt u een
foto maken, maar wordt het objectmarkeringseffect niet toegepast.
•
Het objectmarkeringseffect kan niet worden gebruikt op donkere
plekken.
•
Het objectmarkeringseffect kan niet worden gebruikt met de optische
zoom op stand 3X of hoger.
•
Digitale zoom is niet beschikbaar in de modus Wazige achtergrond.
•
Gebruik een statief om te voorkomen dat de camera schudt wanneer
er 2 foto's achter elkaar worden gemaakt om het effect toe te
passen.
•
Het contrastverschil tussen het onderwerp en de achtergrond moet
zeer duidelijk zijn.
•
Onderwerpen moeten ver van de achtergrond worden geplaatst voor
het beste effect.
Effectmodi gebruiken
Foto's maken of video's opnemen met verschillende effecten.
Uitgebreide functies
53
Effectmodi gebruiken
De modus Mijn magisch kader gebruiken
In de modus Mijn magisch kader kunt u een gedeelte van de foto
transparant maken en vervolgens een nieuwe foto maken binnen
het transparante gebied.
1
Raak aan op het startscherm.
2
Selecteer de gewenste achtergrond en druk vervolgens
op [Ontspanknop].
•
Raak aan om een door de gebruiker gemaakte foto uit de
lijst te kiezen als achtergrond.
3
Raak Instellen aan.
4
Selecteer het gedeelte om weer te geven als transparant.
•
Sleep , of om ze naar de gewenste locatie te
verplaatsen.
•
Raak , of nogmaals aan om de grootte van het
scherm aan te passen.
•
Door te selecteren, kan de gebruiker het gewenste
kadergebied en de pendikte instellen.
De modus Magisch kader gebruiken
In de modus Magisch kader kunt u verschillende kadereffecten
toepassen op uw foto's. De vorm en het uiterlijk van de foto's
verandert al naar gelang het kader dat u selecteert.
1
Raak aan op het startscherm.
2
Selecteer het gewenste kader.
3
Plaats het onderwerp in het kader en druk de
[Ontspanknop] half in om scherp te stellen.
4
Druk op de [Ontspanknop] om een foto te maken.
In de modus Magisch kader wordt de resolutie automatisch ingesteld op .
Uitgebreide functies
54
Effectmodi gebruiken
5
Raak aan.
6
Pas Transparantie aan door schuifbalk te verplaatsen.
•
De transparantie binnen het kader wordt verhoogd naarmate
het getal verhoogt.
EXIT
Transparantie
7
Plaats het onderwerp in het kader en druk de
[Ontspanknop] half in om scherp te stellen.
8
Druk op de [Ontspanknop] om een foto te maken.
•
In de modus Mijn magisch kader zijn beperkte opnameopties
beschikbaar.
•
Naarmate het transparant weergegeven gebied groter wordt, duurt
het langer om de foto op te slaan.
•
Bij gebruik van de modus Mijn magisch kader wordt scherpgesteld
op het gebied binnen het kader dat transparant wordt weergegeven.
•
De resolutie is vast ingesteld op in de modus Mijn magisch
kader.
De modus Grappig gezicht gebruiken
Maak een foto met effecten waarmee het gezicht wordt vervormd
in de modus Grappig gezicht.
1
Raak aan op het startscherm.
2
Detecteer een gezicht door een opnamecompositie te
selecteren.
3
Raak het gewenste effect aan.
•
Bij gebruik van het effect Handmatig kunt u het gezicht
wijzigen door elk deel van het gezicht rechtstreeks te
verslepen.
4
Raak aan.
5
Raak Vervormingsniveau, aan en pas het
vervormingsniveau aan met de schuifregelaar.
6
Druk de [Ontspanknop] half in om scherp te stellen.
7
Druk op de [Ontspanknop] om een foto te maken.
•
De modus Grappig gezicht werkt niet als er geen gezicht wordt
gedetecteerd.
•
Wanneer meerdere gezichten worden gedetecteerd, wordt het effect
alleen op het dichtstbijzijnde gezicht toegepast.
Uitgebreide functies
55
Effectmodi gebruiken
De Fotofiltermodus
In de Fotofiltermodus kunt u verschillende filtereffecten toepassen
op uw foto's.
Miniatuur Vignetten
Visoog Schets
1
Raak aan op het startscherm.
2
Raak het gewenste filter aan.
Optie Beschrijving
Miniatuur
Een effect toepassen om het onderwerp in
miniatuur weer te geven.
Vignetten
Retro-kleuren, een hoog contrast en sterke
vignettering van Lomo-camera's toepassen.
Softfocus
Onzuiverheden op het gezicht verhullen of
droomachtige effecten toevoegen.
Oude film
Het effect van een oude film toepassen.
Halftoonstip
Een halftooneffect toepassen.
Schets
Een schetseffect van een pen toepassen.
Visoog
De randen van het kader donkerder maken
en nabije objecten vervormen om de visuele
effecten van een vissenooglens te imiteren.
Klassiek
Een zwart-witeffect toepassen.
Retro
Een sepiatinteffect toepassen.
Olieverf
Hiermee past u een olieverfeffect toe.
Aquarel
Hiermee past u een inkttekeningeffect toe.
Uitgebreide functies
56
Effectmodi gebruiken
Optie Beschrijving
Cartoon
Hiermee vereenvoudigt u een foto om er een
cartoon van te maken.
Kruisfilter
Licht verspreiden vanuit de bron, zoals bij een
kruisfilter.
Zoomopname
Hiermee creëert u een trechtereffect op het
scherpstelgebied door de omgeving vager te
maken.
3
Plaats het onderwerp in het kader en druk de
[Ontspanknop] half in om scherp te stellen.
4
Druk op de [Ontspanknop] om een foto te maken.
•
Als u filtereffecten wilt toepassen op opgeslagen foto's, raakt u aan.
•
Als u Schets, Visoog, Olieverf, Aquarel, Cartoon, Kruisfilter,
Zoomopname selecteert, wordt de resolutie gewijzigd in en
lager.
De Filmfiltermodus gebruiken
In de Filmfiltermodus kunt u video's opnemen met verschillende
filtereffecten.
1
Raak aan op het startscherm.
2
Raak het gewenste filter aan.
Optie Beschrijving
Miniatuur
Een effect toepassen om het onderwerp in
miniatuur weer te geven.
Vignetten
Retro-kleuren, een hoog contrast en sterke
vignettering van Lomo-camera's toepassen.
Halftoonstip
Een halftooneffect toepassen.
Schets
Een schetseffect van een pen toepassen.
Visoog
Objecten die in de buurt zijn, vervormen om
de visuele effecten van een vissenooglens te
imiteren.
Uitgebreide functies
57
Effectmodi gebruiken
Optie Beschrijving
Klassiek
Een zwart-witeffect toepassen.
Retro
Een sepiatinteffect toepassen.
Paleteffect 1
Een heldere look maken met een scherp contrast
en rode kleur.
Paleteffect 2
Scènes helder en strak maken door een zachte
blauw tint toe te voegen.
Paleteffect 3
Een zachte bruine tint toepassen.
Paleteffect 4
Een koud en eenkleurig effect toepassen.
3
Druk op de [Ontspanknop] of raak aan om te
beginnen met opnemen.
4
Druk nogmaals op de [Ontspanknop] of raak aan om
te stoppen met opnemen.
•
Als u Miniatuur selecteert wanneer u een video opneemt, neemt de
afspeelsnelheid van de video toe.
•
Als u tijdens een video-opname Miniatuur selecteert, wordt het
geluid niet opgenomen.
•
Als u Miniatuur, Vignetten, Halftoonstip, Schets, of Visoog
selecteert, wordt de opnamesnelheid ingesteld op en wordt de
opnameresolutie ingesteld op minder dan .
De Vignettenmodus gebruiken
In de modus Vignetten kunt u een foto maken of een video
opnemen met vigneteffect.
1
Raak aan op het startscherm.
2
Selecteer (foto) of (film).
3
Sleep de schuifregelaars of raak de voorbeeldfoto's aan
om Niveau, Helderheid en Contrast aan te passen.
•
Als u de originele foto wilt weergeven, raakt u Voor aan.
•
Als u de foto met het vigneteffect wilt weergeven, raakt u Na
aan.
Niveau
Helderheid
Voor
Na
Contrast
4
Plaats het onderwerp in het kader en druk de
[Ontspanknop] half in om scherp te stellen.
5
Druk op de [Ontspanknop] om een foto te maken.
Als u het vigneteffect wilt toepassen op opgeslagen foto's, raakt u aan.
Resolutie en beeldkwaliteit selecteren
…… 59
De resolutie selecteren
………………… 59
De beeldkwaliteit selecteren
……………… 60
Opnamen in het donker maken
………… 62
Rode ogen voorkomen
…………………… 62
De flitser gebruiken
……………………… 62
De ISO-waarde aanpassen
……………… 64
De scherpstelling aanpassen
…………… 65
Macro gebruiken
………………………… 65
Smart Touch AF gebruiken
…………… 66
Het scherpstelgebied aanpassen
………… 67
Gezichtsdetectie gebruiken
…………… 68
Gezichten detecteren
…………………… 68
Een zelfportret maken
…………………… 69
Een foto van een lachend gezicht maken
69
Knipperende ogen detecteren
…………… 70
Slimme gezichtsherkenning gebruiken
…… 70
Gezichten als favoriet registreren
(Mijn ster)
………………………………… 71
Helderheid en kleur aanpassen
………… 73
De belichting handmatig aanpassen (EV)
73
Compenseren voor tegenlicht (ACB)
……… 74
De lichtmeetmethode wijzigen
…………… 74
Een lichtbron selecteren (Witbalans)
……… 75
Serieopnamen
……………………………… 77
Effecten toepassen/Beelden aanpassen
78
Intelligente filtereffecten toepassen
……… 78
Foto's aanpassen
……………………… 80
Het zoomgeluid instellen
……………… 81
Beschikbare opname-instellingen per
opnamemodus
…………………………… 82
Opname-instellingen
Hier vindt u informatie over het instellen van de opties in de opnamemodus.
Opname-instellingen
59
Resolutie en beeldkwaliteit selecteren
Hier vindt u informatie over hoe u instellingen voor de resolutie en beeldkwaliteit kunt aanpassen.
Pictogram Beschrijving
4608 X 3456: Afdrukken op A1-papier.
4608 X 3072: Afdrukken op A1-papier in de
verhouding 3:2 (breed).
4608 X 2592: Afdrukken op A1-formaat in
panoramaverhouding (16:9) of weergeven op een
HDTV.
3648 X 2736: Afdrukken op A2-papier.
2592 X 1944: Afdrukken op A4-papier.
1984 X 1488: Afdrukken op A5-papier.
1920 X 1080: Afdrukken op A5-formaat in
panoramaverhouding (16:9) of weergeven op een
HDTV.
1024 X 768: Bij een e-mail voegen.
De resolutie selecteren
Als u de resolutie verhoogt, zullen de foto's en video's meer
pixels bevatten en daardoor groter kunnen worden afgedrukt
en weergegeven. Bij een hoge resolutie neemt ook de
bestandsgrootte toe.
Een fotoresolutie instellen
1
Raak in de opnamemodus Fotoformaat aan.
2
Raak de gewenste optie aan.
4608 X 3456
4608 X 3072
4608 X 2592
3648 X 2736
Fotoformaat
Opname-instellingen
60
Resolutie en beeldkwaliteit selecteren
Een videoresolutie instellen
1
Raak in de opnamemodus Filmformaat aan.
2
Raak de gewenste optie aan.
1280 X 720 HQ
1280 X 720
640 X 480
320 X 240
Filmformaat
Pictogram Beschrijving
1280 X 720 HQ: Bestanden met hoge kwaliteit
afspelen op een HDTV.
1280 X 720: Afspelen op een HDTV.
640 X 480: Afspelen op een analoge tv.
320 X 240: Plaatsen op een webpagina.
De beeldkwaliteit selecteren
De kwaliteitsinstellingen voor de foto en video instellen. Een
hogere beeldkwaliteit resulteert in grotere bestanden.
De kwaliteit voor een foto instellen
De camera comprimeert de foto's die u maakt en slaat deze op in
JPEG-indeling.
1
Raak in de opnamemodus Kwalit. aan.
2
Raak de gewenste optie aan.
Superhoog
Hoog
Normaal
Kwalit.
Pictogram Beschrijving
Superhoog: foto's maken met superhoge kwaliteit.
Hoog: foto's maken met hoge kwaliteit.
Normaal: foto's maken met normale kwaliteit.
Opname-instellingen
61
Resolutie en beeldkwaliteit selecteren
De kwaliteit voor een video instellen
De camera comprimeert de beelden die u opneemt en slaat ze
op in de indeling MP4 (H.264).
1
Raak in de opnamemodus Framesnelheid aan.
2
Raak de gewenste optie aan.
•
Bij een hoger aantal frames doet de actie natuurlijker aan,
maar wordt het bestand ook groter.
30 fps
15 fps
Framesnelheid
Pictogram Beschrijving
30 fps: 30 frames per seconde opnemen.
15 fps: 15 frames per seconde opnemen.
Opname-instellingen
62
Opnamen in het donker maken
Hier vindt u informatie over hoe u 's nachts of bij weinig licht foto's kunt maken.
De flitser gebruiken
Gebruik de flitser wanneer u foto's in het donker maakt of
wanneer u meer licht in de foto's wilt hebben.
1
Raak in de opnamemodus Flitser aan.
2
Raak de gewenste optie aan.
Uit
Auto
Rode ogen
Invulflits
Flitser
Pictogram Beschrijving
Uit:
•
Er wordt geen flits afgevuurd.
•
De camera geeft een waarschuwing weer dat de
camera beweegt (
) wanneer u foto's maakt bij
weinig licht.
Auto: De flitser wordt automatisch gebruikt wanneer
het onderwerp of de achtergrond donker zijn.
Rode ogen voorkomen
Als de flitser afgaat wanneer u in het donker een foto van een
persoon neemt, kan er een rode gloed in de ogen verschijnen.
U kunt dit voorkomen, door Rode ogen of Anti-rode ogen te
selecteren. Zie "De flitser gebruiken" voor de flitseropties.
Deze optie is beschikbaar in de modi Programma, Beautyshot en
Nachtopname.
Opname-instellingen
63
Opnamen in het donker maken
Pictogram Beschrijving
Anti-rode ogen:
•
De flitser wordt geactiveerd wanneer het
onderwerp of de achtergrond donker is en
de camera corrigeert de rode ogen met de
geavanceerde software-analyse.
•
Er zit een korte tijd tussen twee keer flitsen.
Beweeg de camera niet totdat de tweede flits is
uitgevoerd.
Afhankelijk van de opnamemodus kunnen de beschikbare opties
verschillen.
•
Er zijn geen flitseropties beschikbaar bij serieopnamen of als u
Zelfportret of Knipperen selecteert.
•
Zorg dat uw onderwerp zich binnen de aanbevolen afstand van de
flitser bevindt. (pag. 132)
•
Als licht van de flitser wordt gereflecteerd of als er veel stof in de lucht
is, kunnen er kleine vlekjes op de foto komen.
Pictogram Beschrijving
Rode ogen:
•
De flitser gaat twee keer af als het onderwerp
of de achtergrond te donker zijn om het
rode-ogeneffect te verminderen.
•
Er zit een korte tijd tussen twee keer flitsen.
Beweeg de camera niet totdat de tweede flits is
uitgevoerd.
Invulflits:
•
Er wordt altijd een flits geactiveerd.
•
De camera past automatisch de intensiteit van
het licht aan.
Langz sync:
•
Er wordt geflitst en de sluiter blijft langer open.
•
Deze optie wordt aanbevolen wanneer u het
omgevingslicht wilt gebruiken om meer details in
de achtergrond zichtbaar te maken.
•
Gebruik een statief om te voorkomen dat de foto's
onscherp worden.
•
De camera geeft een waarschuwing weer dat de
camera beweegt (
) wanneer u foto's maakt bij
weinig licht.
Opname-instellingen
64
Opnamen in het donker maken
De ISO-waarde aanpassen
De ISO-waarde is een eenheid voor de mate waarin film gevoelig
is voor licht, zoals gedefinieerd door de International Organisation
for Standardisation (ISO). Hoe hoger de ISO-waarde, des te
gevoeliger wordt de camera voor licht. Met een hogere
ISO-waarde kunt u gemakkelijker foto's zonder flits maken.
1
Raak in de opnamemodus ISO aan.
2
Selecteer een optie en raak aan.
•
Selecteer om een geschikte ISO-waarde te gebruiken op
basis van de helderheid van het onderwerp en de lichtval.
ISO
Hogere ISO-waarden kunnen zorgen voor meer ruis in beelden.
Opname-instellingen
65
De scherpstelling aanpassen
Hier vindt u informatie over het aanpassen van de scherpstelling van de camera om deze aan te passen aan het onderwerp en de
opnameomstandigheden.
1
Raak in de opnamemodus Focus aan.
2
Raak Macro aan.
Autofocus (normaal)
Macro
Focus
Pictogram Beschrijving
Autofocus (normaal): Scherpstellen op een
onderwerp dat zich op een afstand van 80 cm of
meer bevindt (meer dan 150 cm bij het gebruik van
de zoomfunctie).
Macro: Handmatig scherpstellen op een onderwerp
dat zich 5-80 cm van de camera bevindt (100-150 cm
wanneer u de zoomfunctie gebruikt).
Macro gebruiken
Gebruik macro om foto's van dichtbij te maken, bijvoorbeeld van
bloemen of insecten.
•
Probeer de camera stevig vast te houden, om te voorkomen dat de
foto's onscherp worden.
•
Schakel de flitser uit als de afstand tot het onderwerp minder dan 40
cm bedraagt.
Opname-instellingen
66
De scherpstelling aanpassen
•
Als u geen enkel gedeelte van het scherm aanraakt, verschijnt het
scherpstelkader midden in het beeld.
•
Het volgen van een onderwerp kan in de volgende gevallen
mislukken:
- het onderwerp is te klein
- het onderwerp beweegt te veel
- er is sprake van tegenlicht of u maakt foto's op een donkere plaats
- kleuren of patronen van het onderwerp komen met de achtergrond
overeen
- de camera trilt erg
•
Wanneer een onderwerp niet kan worden gevolgd, wordt het
scherpstelkader weergegeven als een kader met één witte lijn ( ).
•
Als de camera het onderwerp niet volgt, moet u het te volgen
onderwerp opnieuw selecteren.
•
Als de camera niet kan scherpstellen, wordt het scherpstelkader
weergegeven als een kader met één rode lijn ( ).
•
Als u deze functie gebruikt, is het niet mogelijk om de opties voor
zelfontspanning, gezichtsdetectie en Smart filtereffecten in te stellen.
Smart Touch AF gebruiken
Met Smart Touch AF kunt u het onderwerp volgen en automatisch
scherp in beeld houden, ook wanneer u beweegt.
1
Raak in de opnamemodus Scherpstelgebied
aan.
2
Raak Smart Touch AF aan.
3
Raak het onderwerp aan dat u wilt bijhouden in het
aanraakgedeelte.
•
Het scherpstelkader wordt op het onderwerp weergegeven.
Wanneer u de camera beweegt, beweegt het scherpstelkader
mee met het onderwerp.
•
Een wit kader betekent dat de camera het onderwerp volgt.
•
Een groen kader wanneer u de [Ontspanknop] half indrukt,
betekent dat het onderwerp scherp in beeld is.
4
Druk op de [Ontspanknop] om een foto te maken.
Opname-instellingen
67
De scherpstelling aanpassen
Het scherpstelgebied aanpassen
U kunt betere foto's krijgen door een scherpstelgebied te kiezen
op basis van de locatie van het onderwerp in de scène.
1
Raak in de opnamemodus Scherpstelgebied
aan.
2
Raak de gewenste optie aan.
Centrum AF
Multi AF
One Touch-opname
Smart Touch AF
Scherpstelgebied
Pictogram Beschrijving
Centrum AF: scherpstellen op het midden van het
kader (voor onderwerpen die zich in het midden of in
de buurt van het midden bevinden).
Multi AF: scherpstellen op een of meer gebieden
(max. 9).
One Touch-opname: scherpstellen op het
onderwerp en een foto maken door het beeld op het
scherm aan te raken. (pag. 43)
Smart Touch AF: scherpstelling op en volgen van
het onderwerp dat u op het scherm aanraakt.
(pag. 66)
Opname-instellingen
68
Gezichtsdetectie gebruiken
Bij gebruik van de opties voor gezichtsdetectie worden de gezichten van mensen automatisch door de camera gedetecteerd. Wanneer u
op een menselijk gezicht scherpstelt, past de camera de belichting automatisch aan. Gebruik Knipperen om gesloten ogen te detecteren
of Smile shot om een lachend gezicht op te nemen. Ook kunt u Slimme gez.herkenning gebruiken om gezichten te registreren en ze bij
het scherpstellen prioriteit te geven.
Gezichten detecteren
De camera kan automatisch maximaal 10 gezichten in een scène
detecteren.
1
Raak in de opnamemodus Gezichtsdetectie aan.
2
Raak Normaal aan.
Voor het dichtstbijzijnde gezicht en een gezicht in midden wordt
er een wit scherpstelkader weergegeven. Voor alle andere
gezichten wordt er een grijs scherpstelkader weergegeven
•
Hoe dichter u bij de onderwerpen bent, des te sneller detecteert de
camera gezichten.
•
Als u wilt scherpstellen op een onderwerp in een grijs
scherpstelkader, raakt u het gezicht in het kader aan.
•
De gedetecteerde gezichten worden mogelijk niet geregistreerd als u
reeksopties zoals Continu, Bewegingsopname, AEB instelt.
•
De camera houdt automatisch het geregistreerde gezicht bij.
•
Gezichtsdetectie is mogelijk in de volgende gevallen niet effectief:
- de afstand tussen de camera en het onderwerp is te groot (het
scherpstelkader wordt oranje weergegeven voor Smile shot en
Knipperen)
- het is te licht of te donker
- het onderwerp kijkt niet in de richting van de camera
- het onderwerp draagt een zonnebril of een masker
- de gezichtsuitdrukking van het onderwerp verandert drastisch
- het onderwerp heeft tegenlicht of de lichtomstandigheden zijn
veranderlijk
•
Gezichtsdetectie is niet beschikbaar wanneer u Smart filter-effecten,
opties voor Beeld aanpassen of Smart Touch AF instelt.
•
Afhankelijk van de opname-instellingen kunnen de opties voor
gezichtsdetectie verschillen.
•
Afhankelijk van de opties voor gezichtsdetectie die u hebt
geselecteerd, is de timerfunctie mogelijk niet beschikbaar of kunnen
de beschikbare timerfuncties verschillen.
•
Als u opties voor gezichtsdetectie instelt, zijn sommige serieopties
niet beschikbaar.
•
Als u foto's neemt van gedetecteerde gezichten, worden ze in de
gezichtenlijst geregistreerd.
•
In de afspeelmodus kunt u geregistreerde gezichten op volgorde van
prioriteit weergeven. (pag. 87) Ook als gezichten zijn geregistreerd,
worden ze mogelijk In de afspeelmodus niet geclassificeerd.
•
Een gezicht dat in de opnamemodus wordt gedetecteerd, komt
mogelijk niet in de gezichtenlijst of in Smart Album voor.
•
Als Gezichtsdetectie is geselecteerd, wordt het AF-gebied gewijzigd
in Multi AF.
Opname-instellingen
69
Gezichtsdetectie gebruiken
Een foto van een lachend gezicht maken
De camera neemt automatisch een foto wanneer er een lachend
gezicht wordt gedetecteerd.
1
Raak in de opnamemodus Gezichtsdetectie aan.
2
Raak Smile shot aan.
3
Stel de opname samen.
•
De camera neemt automatisch een foto wanneer er een
lachend gezicht wordt gedetecteerd.
De camera herkent de lach eerder wanneer
het onderwerp breeduit lacht.
Een zelfportret maken
Maak foto's van uzelf. De scherpstelafstand wordt ingesteld op
close-up en u hoort een pieptoon.
1
Raak in de opnamemodus Gezichtsdetectie aan.
2
Raak Zelfportret aan.
3
Wanneer u een korte piep hoort, drukt u op de
[Ontspanknop].
Wanneer gezichten zich
in het midden bevinden,
piept de camera snel.
Als u Volume uitschakelt in de geluidsinstellingen, geeft de camera geen
pieptoon weer. (pag. 113)
Opname-instellingen
70
Gezichtsdetectie gebruiken
Slimme gezichtsherkenning gebruiken
De camera registreert automatisch gezichten die u vaak
fotografeert. De functie Slimme gezichtsherkenning stelt
automatisch eerst scherp op die gezichten en op favoriete
gezichten. De functie Slimme gezichtsherkenning is alleen
beschikbaar bij gebruik van een geheugenkaart.
1
Raak in de opnamemodus Gezichtsdetectie aan.
2
Raak Slimme gez.herkenning aan.
• : gezichten die u hebt geregistreerd als favorieten.
(Zie pagina 71 voor informatie over het registreren van
gezichten als favorieten.)
• : gezichten die automatisch door de camera worden
geregistreerd.
Knipperende ogen detecteren
Als de camera gesloten ogen detecteert, worden er automatisch
2 foto's na elkaar gemaakt.
1
Raak in de opnamemodus Gezichtsdetectie aan.
2
Raak Knipperen aan.
•
Houd de camera stil terwijl "Bezig met vastleggen" op het scherm
wordt weergegeven.
•
Als de knipperdetectie mislukt, wordt het bericht "Foto gemaakt
met gesloten ogen" weergegeven. Maak nog een foto.
Opname-instellingen
71
Gezichtsdetectie gebruiken
Gezichten als favoriet registreren (Mijn ster)
U kunt uw favoriete gezichten registreren om deze gezichten bij
de scherpstelling en belichting prioriteit te geven. Deze functie is
alleen bij gebruik van een geheugenkaart beschikbaar.
1
Raak in de opnamemodus Smart FR wijzigen aan.
2
Raak Mijn ster aan.
3
Plaats het onderwerp met de ovalen kaderlijn in het kader
en druk op de [Ontspanknop] om het gezicht te registreren.
•
Maak bij het registreren van gezichten een foto per persoon tegelijk.
•
Maak 5 foto's van het gezicht van het onderwerp voor de beste resultaten:
van de voorkant, van links, van rechts, van boven en van onderen.
•
Wanneer u foto's maakt van links, van rechts, van boven en van
onderen, moet u het onderwerp vertellen zijn of haar gezicht niet
meer dan 30 graden te draaien.
•
U kunt een gezicht registreren, zelfs als u maar één foto van het
gezicht van het onderwerp maakt.
•
De camera herkent en registreert gezichten mogelijk niet goed in
extreme lichtomstandigheden, bij grote veranderingen in de houding
of gezichtsuitdrukking van het onderwerp of als het onderwerp al dan
niet een bril draagt.
•
De camera kan maximaal 14 gezichten automatisch registreren. Als
de camera een nieuw gezicht herkent terwijl er al 14 gezichten zijn
geregistreerd, zal de camera automatisch het gezicht met de laagste
prioriteit door het nieuwe vervangen.
•
De camera kan maximaal favoriete 5 gezichten in een scène
detecteren.
Opname-instellingen
72
Gezichtsdetectie gebruiken
4
Raak aan wanneer de gezichtenlijst wordt weergegeven.
•
Uw favoriete gezichten worden in de gezichtenlijst met een
gemarkeerd.
•
U kunt maximaal 6 favoriete gezichten registreren.
•
De flitser wordt niet geactiveerd wanneer u een favoriet gezicht registreert.
•
Als u een gezicht twee keer registreert, kunt u een van deze
gezichten uit de lijst verwijderen.
Uw favoriete gezichten weergeven
1
Raak in de opnamemodus Smart FR wijzigen aan.
2
Raak Gezichtenlijst aan.
•
U kunt Gezichtenlijst niet selecteren als er geen gezicht is
geregistreerd.
•
Als u de classificatie van uw favoriete gezichten wilt aanpassen, raakt
u aan. (pag. 87)
•
Als u een favoriet gezicht wilt verwijderen, raakt u aan.
Opname-instellingen
73
•
Nadat u de belichting hebt aangepast, wordt deze instelling
automatisch opgeslagen. Mogelijk moet dit later weer worden
bijgesteld om onder- of overbelichting te voorkomen.
•
Als u niet weet wat de juiste belichting zou zijn, selecteert u AEB
(Auto Exposure Bracket). De camera neemt 3 foto's achter elkaar,
elk met een andere belichting: normaal, onderbelicht en overbelicht.
(pag. 77)
Helderheid en kleur aanpassen
Hier vindt u informatie over hoe u instellingen voor de helderheid en kleur kunt aanpassen om een betere beeldkwaliteit te bereiken.
De belichting handmatig aanpassen (EV)
Afhankelijk van de intensiteit van het omgevingslicht kunnen foto's
te licht of te donker uitvallen. U kunt dan de belichting aanpassen
om een beter resultaat te krijgen.
Donkerder (-)
Neutraal 0)
Helderder (+)
1
Raak in de opnamemodus EV aan.
2
Selecteer de gewenste belichtingswaarde door de
schuifregelaar te verplaatsen met de linker en rechter
+/- pictogrammen en raak vervolgens
aan.
•
De foto wordt lichter naarmate de belichting wordt verhoogd.
•
Als u de waarde voor de belichting aanpast, wordt het
pictogram als volgt weergegeven.
Opname-instellingen
74
Helderheid en kleur aanpassen
•
De ACB-functie is altijd ingeschakeld in de modi Smart Auto,
Scène (Strand/sneeuw).
•
De ACB-functie is niet beschikbaar als u de opties Continu,
Bewegingsopname of AEB instelt.
De lichtmeetmethode wijzigen
De lichtmetingsmodus heeft betrekking op de manier waarop een
camera de hoeveelheid licht meet. De helderheid en belichting
van de foto's varieert met de gekozen lichtmeetmethode.
1
Raak in de opnamemodus L.meting aan.
2
Raak de gewenste lichtmeetmethode aan.
Multi
Spot
Centr. gewogen
L.meting
Compenseren voor tegenlicht (ACB)
Wanneer de lichtbron zich achter uw onderwerp bevindt of
er sprake is van hoog contrast tussen het onderwerp en de
achtergrond, ziet het onderwerp er in de foto waarschijnlijk donker
uit. Schakel in dat geval de optie Auto Contrast Balance (ACB) in.
Zonder ACB Met ACB
1
Raak in de opnamemodus aan.
2
Raak ACB aan en raak vervolgens een optie aan om
deze in te schakelen.
Uit
Aan
ACB
Opname-instellingen
75
Helderheid en kleur aanpassen
Een lichtbron selecteren (Witbalans)
De kleur van uw foto is afhankelijk van het type en de kwaliteit van
de lichtbron. Als u wilt dat uw foto's realistische kleuren hebben,
selecteert u een passende lichtomstandigheid om de witbalans
mee te kalibreren, zoals Auto witbalans, Daglicht, Bewolkt of
Kunstlicht.
Auto witbalans
Daglicht
Bewolkt
Kunstlicht
Pictogram Beschrijving
Multi:
•
De camera verdeelt het frame onder in diverse
gebieden en meet de lichtintensiteit in elk gebied.
•
Geschikt voor algemene foto's.
Spot:
•
De camera meet alleen de lichtintensiteit in het
uiterste midden van het kader.
•
Als een onderwerp zich niet midden in het beeld
bevindt, kan de foto verkeerd belicht worden.
•
Geschikt voor een onderwerp met tegenlicht.
Centr. gewogen:
•
De camera bepaalt een gemiddelde voor de
lichtmeting van het gehele beeld, maar met
nadruk op het midden.
•
Geschikt voor foto's waarbij het onderwerp zich in
het midden van het beeld bevindt.
Opname-instellingen
76
Helderheid en kleur aanpassen
1
Raak in de opnamemodus Witbalans aan.
2
Selecteer een optie en raak aan.
Witbalans
Pictogram Beschrijving
Auto witbalans: automatisch de witbalans instellen
op basis van de lichtomstandigheden.
Daglicht: voor foto's buitenshuis op een zonnige
dag.
Bewolkt: voor foto's buitenshuis op een bewolkte
dag of in de schaduw.
TL-licht H: voor foto's bij daglichtlampen of drie-
wegfluorescentielampen.
TL-licht L: voor foto's bij wit TL-licht.
Kunstlicht: voor foto's binnenshuis bij gloeilamp- of
halogeenlampverlichting.
Aangep. instelling: instellingen voor de witbalans
gebruiken die u hebt ingesteld.
Uw eigen witbalansinstelling configureren
U kunt de witbalans aanpassen door een foto te maken
van een wit oppervlak, zoals een stuk papier, onder de
lichtomstandigheden waarin u een foto wilt maken. De functie
voor witbalans helpt u om de kleuren in uw foto te laten
overeenkomen met de werkelijke scène.
1
Raak in de opnamemodus Witbalans aan.
2
Raak Aangep. instelling aan.
3
Richt de lens op een wit stuk papier en druk op de
[Ontspanknop].
Opname-instellingen
77
Serieopnamen
Het kan lastig zijn foto's te maken van snel bewegende onderwerpen, of natuurlijke gezichtsuitdrukkingen en gebaren van uw onderwerpen
in foto's vast te leggen. Selecteer in dergelijke gevallen een van de modi voor serieopnamen om snel meerdere foto's te nemen.
Pictogram Beschrijving
1 opname: Eén foto maken.
Continu:
•
Terwijl u de [Ontspanknop] ingedrukt houdt, blijft
de camera achter elkaar foto's maken.
•
Het maximumaantal foto's is afhankelijk van de
capaciteit van de geheugenkaart.
Bewegingsopname: Terwijl u de [Ontspanknop]
ingedrukt houdt, maakt de camera VGA-foto's
(6 foto's per seconde, met een maximum van
30 foto's).
AEB:
•
3 foto's achter elkaar maken, elk met een andere
belichting. normaal, onderbelicht en overbelicht.
•
Gebruik een statief om onscherpe foto's te
voorkomen.
•
U kunt de flitser, timer, ACB en Smart filter alleen gebruiken wanneer
u 1 opname selecteert.
•
Als u Bewegingsopname selecteert, stelt de camera de resolutie in
op VGA en de ISO-waarde op Auto.
•
Afhankelijk van de geselecteerde optie voor gezichtsdetectie zijn
bepaalde opties voor serieopnamen niet beschikbaar.
1
Raak in de opnamemodus Snelheid aan.
2
Raak de gewenste reeksoptie aan.
1 opname
Continu
Bewegingsopname
AEB
Snelheid
Opname-instellingen
78
Effecten toepassen/Beelden aanpassen
Beschikbare filters in de Programmamodus
Pictogram Beschrijving
Normaal: Geen effect.
Miniatuur: Een effect toepassen om het onderwerp in
miniatuur weer te geven.
Vignetten: Retro-kleuren, een hoog contrast en sterke
vignettering van Lomo-camera's toepassen.
Softfocus: Onzuiverheden op het gezicht verhullen of
droomachtige effecten toevoegen.
Oude film: Het effect van een oude film toepassen.
Halftoonstip: Een halftooneffect toepassen.
Schets: Een schetseffect van een pen toepassen.
Visoog: De randen van het kader donkerder maken en
nabije objecten vervormen om de visuele effecten van
een vissenooglens te imiteren.
Klassiek: Een zwart-witeffect toepassen.
Retro: Een sepiatinteffect toepassen.
Olieverf: Hiermee past u een olieverfeffect toe.
Aquarel: Hiermee past u een inkttekeningeffect toe.
Cartoon: Hiermee vereenvoudigt u een foto om er een
cartoon van te maken.
Intelligente filtereffecten toepassen
Pas allerlei filtereffecten op uw foto's en video's toe om unieke
afbeeldingen te maken.
Miniatuur Vignetten
Visoog Schets
1
Raak in de opnamemodus Smart filter aan.
2
Raak de gewenste intelligente filteroptie aan.
Opname-instellingen
79
Effecten toepassen/Beelden aanpassen
Pictogram Beschrijving
Kruisfilter: Licht verspreiden vanuit de bron, zoals bij
een kruisfilter.
Zoomopname: Hiermee creëert u een trechtereffect op
het scherpstelgebied door de omgeving vager te maken.
Beschikbare filters in de Filmmodus
Pictogram Beschrijving
Normaal: Geen effect.
Miniatuur: Een effect toepassen om het onderwerp in
miniatuur weer te geven.
Vignetten: Retro-kleuren, een hoog contrast en sterke
vignettering van Lomo-camera's toepassen.
Halftoonstip: Een halftooneffect toepassen.
Schets: Een schetseffect van een pen toepassen.
Visoog: Objecten die in de buurt zijn, vervormen om de
visuele effecten van een vissenooglens te imiteren.
Klassiek: Een zwart-witeffect toepassen.
Retro: Een sepiatinteffect toepassen.
Paleteffect 1: Een heldere look maken met een scherp
contrast en rode kleur.
Paleteffect 2: Scènes helder en strak maken door een
zachte blauw tint toe te voegen.
Pictogram Beschrijving
Paleteffect 3: Een zachte bruine tint toepassen.
Paleteffect 4: Een koud en eenkleurig effect toepassen.
•
Als u Miniatuur selecteert wanneer u een video opneemt, neemt de
afspeelsnelheid van de video toe.
•
Als u tijdens een video-opname Miniatuur selecteert, wordt het
geluid niet opgenomen.
•
Als u Miniatuur, Vignetten, Halftoonstip, Schets, of Visoog
selecteert terwijl een video wordt opgenomen, wordt de
opnamesnelheid ingesteld op en wordt de opnameresolutie
ingesteld op minder dan .
•
Als u Smart filtereffecten instelt, kunt u de opties voor
gezichtsherkenning, ACB, serieopties, opties voor beeldaanpassing,
de intelligente zoomfunctie of Smart Touch AF niet gebruiken.
•
Als u Schets, Visoog, Olieverf, Aquarel, Cartoon, Kruisfilter,
Zoomopname selecteert, wordt de resolutie gewijzigd in en
lager.
Opname-instellingen
80
Effecten toepassen/Beelden aanpassen
Foto's aanpassen
U kunt de scherpte, kleurverzadiging en het contrast van uw
foto's aanpassen.
1
Raak in de opnamemodus Beeld aanpassen
aan.
2
Selecteer de gewenste correctiewaarde door de
schuifbalk te verplaatsen.
Scherpte
Contrast
Kleurverz.
Beeld aanpassen
3
Raak aan om de wijzigingen op te slaan.
Scherpte
Beschrijving
-
Verzacht randen in de foto (geschikt voor
fotobewerking op de computer).
+
Verscherp randen om de foto duidelijker te
maken. Hierdoor kan ook de beeldruis in de
foto's toenemen.
Contrast
Beschrijving
-
Verminder kleuren en helderheid.
+
Verhoog kleuren en helderheid.
Kleurverzadiging
Beschrijving
-
Verminder de kleurverzadiging.
+
Verhoog de kleurverzadiging.
•
Selecteer 0 als u geen effect wilt toepassen (geschikt voor
afdrukken).
•
Als u aanpassingsfuncties instelt, kunt u de Smart filteropties niet
gebruiken.
Opname-instellingen
81
Het zoomgeluid instellen
Als u de zoomfunctie gebruikt wanneer u video's opneemt, kan het zoomgeluid worden opgenomen in video's. Gebruik de functie Sound
Alive om het zoomgeluid te verminderen.
1
Raak in de Opnamemodus voor video's Spraak
aan.
2
Raak de gewenste optie aan.
Sound Alive Aan
Sound Alive Uit
Dempen
Spraak
Pictogram Beschrijving
Sound Alive Aan: De Sound Alive-functie
inschakelen.
Sound Alive Uit: De Sound Alive-functie
uitschakelen.
Dempen: Er wordt geen geluid opgenomen.
•
Blokkeer de microfoon niet wanneer u de functie Sound Alive
gebruikt.
•
Opnamen die worden gemaakt met Sound Alive, kan anders klinken
dan de daadwerkelijke geluiden.
Opname-instellingen
82
Beschikbare opname-instellingen per opnamemodus
Zie 'Opname-instellingen' voor meer informatie over opname-instellingen.
Smart
Auto
3D-foto
Live
Panorama
Scène
Nachtopname
Close-
up
Timeropname
Touch-
opname
DUAL IS
Programma
Film
Slimme
film
Poseerhulp
Resolutie
Kwaliteit
- - -
Timer
- -
Flitser
-
-
- - -
ISO-waarde
- - - - - - - - - - - -
Macro
- -
-
- - -
-
Scherpstelgebied
- - - - - - - - - - - -
Gezichtsdetectie
- -
- - - - - - - -
EV
- - - - - - - - - - -
ACB
- -
- - - - - - - -
Lichtmeting
- - - - - - - - - - -
Witbalans
- - - - - - - - - - -
Snelheid
- - - - - - - - - - - -
Smart filter
- - - - - - - - - - -
Beeld aanpassen
- - - - - - - - - - - -
Sound Alive
- - - - - - - - - - -
Digitale zoom
- - -
- - - - - - -
Intelligent zoomen
- -
- - - - -
- - -
OIS
-
: In deze modi zijn sommige opties beperkt of is een bepaalde optie standaard ingesteld.
O
: De optie is beschikbaar in deze modus.
Opname-instellingen
83
Beschikbare opname-instellingen per opnamemodus
Automatische
zoomopname
Zelfportret
Intelligent
portret
Beeld in
beeld
Beautyshot
Wazige
achtergrond
Magisch
kader
Mijn
Magisch
kader
Grappig
gezicht
Fotofilter Filmfilter
Vignetten
(foto)
Vignetten
(film)
Resolutie
Kwaliteit
- -
Timer
Flitser
-
-
-
ISO-waarde
- - - - - - - - - - - - -
Macro
- - - -
- - - - - - - -
Scherpstelgebied
- - - - - - - - - - - - -
Gezichtsdetectie
- -
- - - - - - -
EV
- - - - - - - - - - - - -
ACB
- - - - - - - - - - - - -
Lichtmeting
- - - - - - - - - - - - -
Witbalans
- - - - - - - - - - - - -
Snelheid
- - - - - - - - - - - - -
Smart filter
- - - - - - - - - - -
Beeld aanpassen
- - - - - - - - - - - - -
Sound Alive
- - - - - - - - - -
-
Digitale zoom
- - - - - - - - - - - - -
Intelligent zoomen
- - - - - - - - - - - - -
OIS
- - -
: In deze modi zijn sommige opties beperkt of is een bepaalde optie standaard ingesteld.
O
: De optie is beschikbaar in deze modus.
Foto's of video's weergegeven in de
afspeelmodus
…………………………… 85
De afspeelmodus starten
……………… 85
Foto's weergeven
……………………… 91
Een video afspelen
…………………… 93
Foto's bewerken
………………………… 95
Het formaat van foto's aanpassen
……… 95
Een foto draaien
………………………… 95
Intelligente filtereffecten toepassen
……… 96
Foto's aanpassen
……………………… 96
Storyboard maken
……………………… 98
Een afdrukbestelling maken (DPOF)
……… 99
Bestanden op een tv, HDTV of 3D-tv
bekijken
………………………………………100
Bestanden naar een Windows-computer
overbrengen
…………………………………103
Bestanden overbrengen met Intelli-studio
104
Bestanden overbrengen door de camera als
een verwisselbare schijf aan te sluiten
106
De camera loskoppelen (Windows XP)
107
Bestanden naar een Mac-computer
overbrengen
…………………………………108
Foto's met een PictBridge-fotoprinter
afdrukken
……………………………………109
Weergeven en bewerken
Hier vindt u informatie over hoe u foto's en video's kunt weergeven of afspelen en hoe u foto's en
video's kunt bewerken. Ook leest u hier hoe u de camera op een computer, fotoprinter, televisie, HDTV
of 3D-tv aansluit.
Weergeven en bewerken
85
Foto's of video's weergegeven in de afspeelmodus
Hier vindt u informatie over hoe u foto's en video's kunt afspelen en hoe u bestanden beheert.
2
Sleep de afbeelding naar links of rechts om naar een
ander bestand te gaan.
•
Als u snel door bestanden wilt bladeren, kantelt u de camera
in de richting dat u bestanden wilt doorbladeren. (pag. 86)
•
U kunt ook de linkerrand of de rechterrand van het scherm
vasthouden om snel door de bestanden te bladeren.
•
U kunt de schuifregelaar ook naar links of rechts slepen om
naar het vorige of volgende bestand te gaan.
De afspeelmodus starten
Bekijk foto's en video's die in de camera zijn opgeslagen.
1
Druk op [Afspelen].
•
Het recentste bestand wordt weergegeven.
•
Als de camera is uitgeschakeld, wordt deze ingeschakeld en
wordt het recentste bestand weergegeven.
Als u de bestanden op categorie wilt weergeven, raakt u aan op het
startscherm. (pag. 88)
Weergeven en bewerken
86
Foto's of video's weergegeven in de afspeelmodus
• Bewegingsdetectie werkt mogelijk niet goed als u de camera
met het scherm parallel aan de grond houdt.
• Als u de camera 90° of 180° draait terwijl u een foto weergeeft,
wijzigt de camera automatisch de stand van de weergegeven
foto.
(pag. 116)
• Als u de functie voor bewegingsdetectie wilt activeren, raakt u
Gebarenoverzicht Aan aan.
•
Als u bestanden in het interne geheugen wilt weergeven, verwijdert u
de geheugenkaart.
•
U kunt bestanden die zijn opgenomen met andere camera's, mogelijk
niet bewerken of afspelen, wegens niet-ondersteunde formaten
of codecs. Gebruik een computer of ander apparaat om deze
bestanden te bewerken of af te spelen.
Bestanden weergegeven met bewegingsdetectie
U kunt bestanden weergeven door de camera te kantelen in de
afspeelmodus.
Weergeven en bewerken
87
Foto's of video's weergegeven in de afspeelmodus
Uw favoriete gezichten classificeren
U kunt uw favoriete gezichten classificeren of ze verwijderen. De
functie voor favoriete gezichten is alleen beschikbaar als u een
geheugenkaart in de camera hebt geplaatst.
1
Raak in de afspeelmodus Gezichtenlijst aan.
•
Raak in de miniatuurweergave of Smart-album
Gezichtenlijst aan.
Gezichtenlijst
Het scherm in de afspeelmodus
Bestandsgegevens
Bestandslocatie
Pictogram Beschrijving
Video's (pag. 93)
Mapnaam – Bestandsnaam
Lengte van de video
3D-weergavebestand
Beveiligd bestand
Afdrukbestelling ingesteld (DPOF)
Bestanden verwijderen (pag. 90)
Een diashow afspelen (pag. 92)
Bestanden als miniaturen weergeven (pag. 89)
Als u bestandsgegevens op het scherm wilt weergeven, raakt u
Bestandsinformatie Aan aan.
Weergeven en bewerken
88
Foto's of video's weergegeven in de afspeelmodus
Bestanden weergeven in Smart Album als miniaturen
Bestanden op categorie weergeven, zoals datum, gezicht of
bestandstype.
1
Raak aan op het startscherm.
2
Raak een optie voor een categorie aan.
Pictogram Beschrijving
Alle bestanden weergeven.
Bestanden weergeven op volgorde van opslagdatum.
Bestanden weergeven op herkende en favoriete
gezichten.
Bestanden weergeven op bestandstype.
•
Het kan enige tijd duren voordat Smart Album op de camera is geopend
of de categorie is gewijzigd en de bestanden opnieuw zijn geordend.
•
Als u een categorie verwijdert, worden alle bestanden in de categorie
verwijderd.
2
Als u een gezicht wilt classificeren, raakt u Ja aan
en sleept u het gezicht naar een nieuwe locatie.
Rangorde wijzigen
3
Raak aan om de wijzigingen op te slaan.
•
Als u een gezicht uit de lijst wilt verwijderen, raakt u aan,
raakt u een gezicht aan en vervolgens
.
Raak aan als u alleen uw favoriete gezicht in de gezichtenlijst wilt
weergeven.
Weergeven en bewerken
89
Foto's of video's weergegeven in de afspeelmodus
Bestanden weergeven met een effect dat lijkt op het
omslaan van pagina's
U kunt door pagina's bladeren door uw vinger over het scherm
te slepen of vegen. U kunt ook het effect van pagina's omslaan
toevoegen aan een diashow.
1
Raak aan op het startscherm.
2
Raak een thema aan (Reizen, Bruiloft of Feest).
3
Sleep afbeeldingen naar links of rechts om naar het
vorige of volgende bestand te gaan.
Pictogram Beschrijving
Een diashow afspelen.
•
Raak het scherm aan om de diashow te pauzeren
en het volume aan te passen of te dempen.
•
Raak aan om de diashow te stoppen.
Terugkeren naar het selectiescherm voor thema's.
U kunt alleen foto's weergeven als u het effect voor pagina's omslaan gebruikt.
Bestanden als miniatuur weergeven
U kunt snel miniaturen van bestanden bekijken.
Draai de afspeelmodus de [Zoomknop] naar links
om miniaturen weer te geven (9 per keer). Draai de
[Zoomknop] nog een of twee keer naar links om meer
miniaturen weer te geven (16 of 36 per keer). Draai de
[Zoomknop] naar rechts om naar de vorige weergave
terug te keren.
Raak een bestand aan
om deze in volledige
schermweergave
weer te geven.
Pictogram Beschrijving
Bestanden wissen
Videobestand
Sleep het scherm omhoog of omlaag om naar de volgende of vorige pagina
met miniaturen te gaan.
Weergeven en bewerken
90
Foto's of video's weergegeven in de afspeelmodus
Bestanden wissen
Bestanden selecteren die u wilt wissen in de afspeelmodus.
Afzonderlijke bestanden wissen
U kunt een afzonderlijk bestand selecteren en dit wissen.
1
Ga in de afspeelmodus naar het bestand dat u wilt
verwijderen en raak
aan.
2
Wanneer het pop-upvenster verschijnt, raakt u Ja aan.
U kunt ook een bestand verwijderen door Wissen Wissen Ja
aan te raken.
Meerdere bestanden wissen
U kunt meerdere bestanden selecteren en deze tegelijk wissen.
1
Raak in de miniatuurweergave aan.
2
Selecteer de bestanden die u wilt verwijderen en raak
aan.
3
Wanneer het pop-upvenster verschijnt, raakt u Ja aan.
Als u bestanden sorteert op categorie en een categorie verwijdert, worden
alle bestanden in die categorie verwijderd.
Bestanden beveiligen
U kunt uw bestanden beveiligen om te voorkomen dat ze per
ongeluk worden gewist.
1
Ga in de afspeelmodus naar het bestand dat u wilt
beveiligen en raak
aan.
2
Raak Beveiligen aan en raak vervolgens de gewenste
optie aan om deze in te schakelen.
Uit
Aan
Beveiligen
U kunt een beveiligd bestand niet verwijderen of draaien.
Weergeven en bewerken
91
Foto's of video's weergegeven in de afspeelmodus
Foto's weergeven
Deel van een foto vergroten of foto's als diashow bekijken.
Een foto vergroten
Draai in de afspeelmodus de [Zoomknop] naar rechts
om een deel van een foto te vergroten. Draai de
[Zoomknop] naar links om uit te zoomen.
Sleep het scherm
om een ander deel
van de foto weer te
geven.
Pictogram Beschrijving
Het bestand wissen.
De foto bijsnijden (de foto wordt als een nieuw bestand
opgeslagen).
Terug naar de originele weergave.
Alle bestanden verwijderen
U kunt alle bestanden selecteren en deze tegelijk verwijderen.
1
Raak in de afspeelmodus Wissen aan.
•
Raak in de miniatuurweergave of Smart-album
Wissen aan.
2
Raak Alles wissen aan.
3
Wanneer het pop-upvenster verschijnt, raakt u Ja aan.
Bestanden naar een geheugenkaart kopiëren
Bestanden van het interne geheugen naar een geheugenkaart
kopiëren.
1
Raak in de afspeelmodus aan.
•
Raak in de miniatuurweergave of Smart-album Kopie
aan.
2
Raak Kopie aan.
3
Wanneer het pop-upvenster verschijnt, raakt u Ja aan.
Weergeven en bewerken
92
Foto's of video's weergegeven in de afspeelmodus
Een diashow afspelen
Effecten en audio toevoegen aan een diashow met uw foto's. De
diashowfunctie werkt niet voor video's.
1
Raak aan op het startscherm.
Alles afsp.
2
Raak aan en selecteer foto's die u wilt opnemen in
de diashow.
•
Raak aan om alles te selecteren.
•
Raak aan om de selectie te annuleren.
•
U kunt geen videobestanden selecteren.
•
U kunt maximaal 2000 bestanden selecteren.
3
Raak aan.
4
Raak aan en stel een diashoweffect in.
Panoramafoto’s bekijken
Bekijk foto's die zijn gemaakt in de modus Live Panorama.
1
Sleep in de weergavemodus de afbeelding naar links of
rechts om naar een gewenste panoramafoto te gaan.
•
De volledige panoramafoto verschijnt op het scherm.
2
Raak aan.
•
De camera schuift automatisch horizontaal of verticaal door
de foto, afhankelijk van de richting waarin u bewoog bij het
maken van de foto. De camera schakelt vervolgens over naar
de weergavemodus.
•
Raak tijdens het weergeven van een panoramafoto aan om
te pauzeren of
om verder te gaan.
•
Als de weergave van een panoramafoto wordt onderbroken,
sleept u de afbeelding om de foto horizontaal of verticaal te
verplaatsen, afhankelijk van de richting waarin u bewoog bij
het maken van de foto.
3
Raak aan om terug te keren naar de
weergavemodus.
•
De camera schuift alleen automatisch door de panoramafoto als de
langste rand van de foto twee of meer keer langer is dan de kortste
rand.
•
Op het display van uw camera wordt een foto die is opgenomen in
de modus 3D-panorama weergegeven als een 2D-panoramafoto.
Als u het 3D-effect wilt bekijken, sluit u de camera aan op een 3D-tv
of 3D-monitor. (pag. 102)
Weergeven en bewerken
93
Foto's of video's weergegeven in de afspeelmodus
* Standaard
Pictogram Beschrijving
Afsp.mod.: Instellen of de diashow wordt herhaald.
(Eenmaal afspelen*, Herhalen)
Interval:
•
Het interval tussen foto's instellen.
(1 sec *, 3 sec , 5 sec , 10 sec )
•
U moet de effectoptie instellen op om het
interval in te stellen.
Muziek: Achtergrondmuziek instellen.
Effect:
•
Een scèneovergangseffect instellen tussen foto's.
(Uit, Kalm*, Zonnig, Ontspannen, Levendig,
Zacht)
•
Selecteer om effecten te annuleren.
•
Als u de effectoptie gebruikt, wordt het interval
tussen foto's ingesteld op 1 seconde.
5
Raak aan om de diashow te starten.
•
Raak het scherm om de diashow te pauzeren.
•
Raak om het volume in te stellen.
•
Raak aan om de diashow te stoppen.
Een video afspelen
In de afspeelmodus kunt u een video weergegeven en vervolgens
delen van de afgespeelde video opnemen of bijsnijden. U kunt de
opgenomen of bijgesneden segmenten opslaan als nieuwe bestanden.
1
Ga in de afspeelmodus naar een video en raak aan.
2
Geef de video weer.
Pictogram Beschrijving
Terugspoelen.
/
Het afspelen onderbreken of hervatten.
Vooruitspoelen.
Het volume aanpassen of het geluid dempen.
Terugkeren naar de afspeelmodus.
Bij het afspelen van een film kunnen de functies voor snel vooruit/
terugspoelen/pauzeren na seconden worden gebruikt.
Weergeven en bewerken
94
Foto's of video's weergegeven in de afspeelmodus
Afzonderlijke beelden uit een video opslaan
1
Raak tijdens het afspelen van een video aan op het
punt waarop u een beeld wilt opnemen.
2
Raak aan.
3
Wanneer het pop-upvenster verschijnt, raakt u Ja aan.
•
De bestandsgrootte van de opgenomen afbeelding is gelijk aan die
van de originele video.
•
Het opgenomen beeld wordt als nieuw bestand opgeslagen.
Een video bijsnijden
1
Raak tijdens het afspelen van een video aan op het
punt waarop u het bijsnijden wilt beginnen.
2
Raak aan.
3
Raak aan op het punt waarop u het bijsnijden wilt
beëindigen.
•
U kunt ook de scène aanpassen die moet worden
bijgesneden door de grepen te verplaatsen die op de
voortgangsbalk worden weergegeven.
4
Raak aan.
5
Wanneer het pop-upvenster verschijnt, raakt u Ja aan.
•
De oorspronkelijke video moet ten minste 10 seconden lang zijn.
•
De camera slaat het bewerkte bestand op als een nieuw bestand.
Weergeven en bewerken
95
Foto's bewerken
Hier vindt u informatie over het bewerken van foto's.
•
De camera slaat bewerkte foto's op als nieuwe bestanden.
•
Bij het bewerken van een foto kan de grootte van de foto alleen worden gewijzigd in een formaat dat kleiner is dan het origineel. Foto's die handmatig worden
gedraaid of waar het formaat handmatig van wordt aangepast, worden niet automatisch geconverteerd naar een lagere resolutie.
Een foto draaien
1
Ga in de afspeelmodus naar een foto en raak aan.
2
Raak Draaien aan en selecteer een optie voor draaien.
Draaien
3
Raak aan om op te slaan.
De camera overschrijft het originele bestand.
Het formaat van foto's aanpassen
U kunt het formaat van een foto wijzigen en de foto als een
nieuw bestand opslaan. U kunt instellen dat een foto wordt
weergegeven wanneer de camera wordt ingeschakeld.
1
Ga in de afspeelmodus naar een foto en raak aan.
2
Raak Res.wijz aan en selecteer een formaatoptie.
•
Selecteer Beginafb. om de foto als beginafbeelding op te
slaan. (pag. 113)
2688 X 1512
1920 X 1080
Beginafb.
Res.wijz
De beschikbare opties voor formaat wijzigen verschillen, afhankelijk van de
originele grootte van de foto.
Weergeven en bewerken
96
Foto's bewerken
Intelligente filtereffecten toepassen
Speciale effecten toepassen op uw foto's.
1
Raak aan op het startscherm.
•
Het recentste bestand wordt weergegeven.
2
Raak een foto aan.
3
Raak aan.
4
Selecteer een filter en raak aan.
•
Als u beschikbare filteropties wilt weergegeven, gaat u naar
pagina 78.
Smart filter
5
Raak aan om de wijzigingen op te slaan.
Foto's aanpassen
Hier vindt u informatie over het aanpassen van de helderheid,
contrast of verzadiging of het corrigeren van het rode-ogeneffect.
Als het midden van een foto donker is, kunt u deze lichter maken.
De camera slaat een bewerkte foto op als een nieuw bestand,
maar converteert de foto mogelijk naar een lagere resolutie.
•
U kunt tegelijk de helderheid, het contact en de kleurverzadiging
aanpassen en intelligente filtereffecten toepassen.
•
U kunt niet tegelijk de effecten ACB, Gezichtretouch. en Anti-rode
ogen toepassen.
De helderheid, het contrast en de kleurverzadiging
aanpassen
1
Raak aan op het startscherm.
•
Het recentste bestand wordt weergegeven.
2
Raak een foto aan.
3
Selecteer een aanpasoptie.
Pictogram Beschrijving
Helderheid
Contrast
Kleurverzadiging
Weergeven en bewerken
97
Foto's bewerken
4
Sleep de schuifregelaars of raak de voorbeeldfoto's aan
om de huidtint aan te passen.
•
Wanneer de schuifregelaar naar rechts wordt verschoven,
wordt de huidtint helderder.
5
Raak aan om de wijzigingen op te slaan.
Rode ogen verwijderen
1
Raak aan op het startscherm.
•
Het recentste bestand wordt weergegeven.
2
Raak een foto aan.
3
Raak Anti-rode ogen aan.
4
Raak aan om de wijzigingen op te slaan.
Bijsnijden
1
Raak aan op het startscherm.
•
Het recentste bestand wordt weergegeven.
2
Raak een foto aan.
3
Raak aan en selecteer vervolgens het gebied dat u
wilt slepen en bijsnijden.
4
Raak aan om de wijzigingen op te slaan.
4
Sleep de schuifregelaars of raak de voorbeeldfoto's aan
om de optie aan te passen.
5
Raak aan.
6
Raak aan om de wijzigingen op te slaan.
Donkere onderwerpen aanpassen (ACB)
1
Raak aan op het startscherm.
•
Het recentste bestand wordt weergegeven.
2
Raak een foto aan.
3
Raak ACB aan.
4
Raak aan om de wijzigingen op te slaan.
Gezichten retoucheren
1
Raak aan op het startscherm.
•
Het recentste bestand wordt weergegeven.
2
Raak een foto aan.
3
Raak Gezichtretouch. aan.
Weergeven en bewerken
98
Foto's bewerken
Draaien
1
Raak aan op het startscherm.
•
Het recentste bestand wordt weergegeven.
2
Raak een foto aan.
3
Raak aan en selecteer vervolgens een van de draai-
opties.
4
Raak aan om de wijzigingen op te slaan.
Storyboard maken
U kunt een kadereffect toepassen op een gewone foto door
diverse kaders en randen te gebruiken.
1
Raak aan op het startscherm.
2
Selecteer maximaal 5 foto's en raak vervolgens aan.
•
Er wordt een storyboard gegenereerd met vakken voor het
aantal geladen afbeeldingen.
3
Raak aan, selecteer het gewenste kader en raak
aan.
4
Raak aan, selecteer de gewenste rand en raak
aan.
5
Raak de foto aan binnen het kader om de positie en
schaal ervan aan te passen.
•
U kunt foto's rechtstreeks naar een ander kader slepen.
•
U kunt de grootte van de foto in het kader wijzigen door of
te selecteren.
Weergeven en bewerken
99
Foto's bewerken
6
Druk op om de foto als nieuwe foto op te slaan.
•
U kunt de functie Cartoon alleen gebruiken als de geplaatste
geheugenkaart meer dan één beeld bevat.
•
U kunt geen panoramabeelden of videobestanden gebruiken.
•
De opgeslagen storyboardafbeelding kan worden bekeken op het
weergavescherm.
•
Het geselecteerde beeld wordt gedeeltelijk weergegeven op het
scherm op basis van de beeldverhouding of het frametype.
•
Als de verhouding van het toegepaste beeld groter is dan de
framegrootte, kunt u het beeld niet vergroten of verkleinen.
•
Het opslaan van de volledige storyboardafbeelding kan enige tijd
duren, omdat de oorspronkelijke foto's moeten worden geladen.
Een afdrukbestelling maken (DPOF)
Selecteer foto's die u wilt afdrukken en sla afdrukopties op in
de DPOF (Digital Print Order Format). Deze gegevens worden
opgeslagen in de map MISC op uw geheugenkaart zodat u
eenvoudig kunt afdrukken op printers die compatibel zijn met DPOF.
1
Ga in de afspeelmodus naar een foto en raak aan.
2
Raak DPOF aan.
3
Raak / aan om het aantal exemplaren te selecteren
en raak
aan.
•
U kunt de geheugenkaart meenemen naar een printshop die DPOF
(Digital Print Order Format) ondersteunt, maar u kunt ook uw foto's
thuis rechtstreeks op een DPOF-compatibele printer afdrukken.
•
Foto's met afmetingen die groter zijn dan het papier, worden mogelijk
afgesneden aan de linker- en rechterkant. Zorg ervoor dat de
afmetingen van uw foto overeenkomen met het papier dat u selecteert.
•
U kunt geen DPOF-opties instellen voor foto's in het interne
geheugen.
Weergeven en bewerken
100
Bestanden op een tv, HDTV of 3D-tv bekijken
U kunt foto's of video's bekijken door de camera met de A/V-kabel op een tv aan te sluiten.
7
Schakel de camera in.
•
De camera schakelt automatisch over naar de afspeelmodus
als u deze aansluit op een televisie.
8
Geef met behulp van het aanraakscherm op de camera
de gewenste foto's en video's weer.
•
Afhankelijk van het model van tv, wordt er mogelijk digitale ruis
weergegeven of wordt een deel van het beeld niet weergegeven.
•
Afhankelijk van de tv-instellingen kan het voorkomen dat de beelden
niet gecentreerd op het scherm worden weergegeven.
1
Raak aan op het startscherm.
2
Raak Connectiviteit Video aan.
3
Selecteer een video-uitvoersignaal voor uw land of regio.
(pag. 114)
4
Schakel de camera en de televisie uit.
5
Sluit de camera met de A/V-kabel op de tv aan.
AudioVideo
6
Schakel de tv in en selecteer de video-uitvoermodus met
de afstandsbediening van de tv.
Weergeven en bewerken
101
Bestanden op een tv, HDTV of 3D-tv bekijken
Bestanden op een HDTV weergeven
U kunt ongecomprimeerde foto's of video's van hoge kwaliteit
op een HDTV bekijken met behulp van de optionele HDMI-kabel.
HDMI (High Definition Multimedia Interface) wordt ondersteund
door de meeste HDTV's.
1
Raak aan op het startscherm.
2
Raak Connectiviteit HDMI-formaat aan.
3
Selecteer een HDMI-resolutie. (pag. 115)
4
Schakel de camera en HDTV uit.
5
Sluit de camera op de HDTV aan met behulp van een
optionele HDMI-kabel.
6
Schakel de camera in.
•
Als u een HDTV van Samsung hebt die Anynet+ ondersteunt
en u de Anynet+-functie van de camera hebt ingeschakeld,
wordt de HDTV automatisch ingeschakeld en wordt het
camerascherm weergegeven, terwijl de camera automatisch
naar de modus Afspelen schakelt.
•
Als u Anynet+ uitschakelt, wordt de HDTV niet automatisch
ingeschakeld.
7
Bekijk bestanden met behulp van de afstandsbediening
van de camera of van de HDTV.
•
Als de HDTV het profiel Anynet+(CEC) ondersteunt, schakelt u
Anynet+ in het instelmenu van de camera in (pag. 114) om de
camera en televisie te bedienen met de afstandsbediening van de
televisie.
•
Met Anynet+ kunt u alle aangesloten Samsung A/V-apparaten
bedienen met de afstandsbediening van de televisie.
•
Hoe lang het duurt voordat de camera verbinding maakt met
de HDTV, kan verschillen afhankelijk van het type microSD- of
microSDHC-kaart dat u gebruikt. Een snellere microSD- of
microSDHC-kaart resulteert niet noodzakelijkerwijs in een snellere
HDMI-overdracht, omdat de belangrijkste functie van de kaart het
verbeteren van de overdrachtssnelheid tijdens het opnemen is.
Weergeven en bewerken
102
Bestanden op een tv, HDTV of 3D-tv bekijken
Bestanden op een 3D-tv bekijken
Als u de camera aansluit op een 3D-tv, kunt u 3D-foto's bekijken
die zijn opgenomen in zowel de 3D-opnamemodus als de
3D-panoramamodus in de modus Live Panorama.
1
Raak aan op het startscherm.
2
Raak Connectiviteit HDMI-formaat aan.
3
Selecteer een HDMI-resolutie. (pag. 115)
4
Schakel de camera en 3D TV uit.
5
Sluit de camera op de 3D TV aan met behulp van een
optionele HDMI-kabel.
6
Schakel de camera in.
•
Als u over een 3D-tv van Samsung beschikt die Anynet+
ondersteunt en de Anynet+-functie van de camera hebt
ingeschakeld, wordt de 3D-tv automatisch ingeschakeld en
wordt het camerascherm weergegeven, terwijl de camera
automatisch de weergave stand activeert.
•
Als u Anynet+ uitschakelt op uw camera, wordt de 3D-tv niet
automatisch ingeschakeld.
7
Raak aan om over te schakelen naar de 3D TV-modus.
•
Raak nogmaals aan om over te schakelen naar de 2D
TV-modus.
8
Schakel de 3D-functie van de tv in.
•
Raadpleeg de gebruikershandleiding bij de tv voor meer
informatie.
9
Bekijk 3D-foto's met behulp van het aanraakscherm op
de camera of de afstandsbediening van de tv.
•
U kunt geen MPO-bestand bekijken met 3D-effect op tv's die deze
bestandsindeling niet ondersteunen.
•
Gebruik een geschikte 3D-bril bij het bekijken van een MPO-bestand
op een 3D-tv.
•
Als u de knop links/rechts aanraakt in de 3D TV-modus, worden
alleen 3D-bestanden weergegeven.
•
Bekijk geen 3D-opnamen die zijn gemaakt met deze camera
gedurende lange tijd op een monitor die 3D ondersteunt. U
ondervindt mogelijk ongemak zoals vermoeide ogen, uitputting of
misselijkheid als u lange tijd naar dergelijke beelden kijkt.
Weergeven en bewerken
103
Bestanden naar een Windows-computer overbrengen
Bestanden overbrengen naar een Windows-computer, de bestanden bewerken met Intelli-studio en ze uploaden naar het web.
•
De vereisten zijn slechts aanbevelingen. Het werkt mogelijk niet
correct wanneer de computer voldoet aan de vereisten, afhankelijk
van de toestand van de computer.
•
Als uw computer niet aan de vereisten voldoet, worden video's
mogelijk niet naar behoren afgespeeld of duurt het langer om video's
te bewerken.
•
Installeer DirectX 9.0c of een nieuwere versie voordat u het
programma gebruikt.
•
Windows XP, Windows Vista of Windows 7 moet worden uitgevoerd
op uw computer als u de camera wilt aansluiten als verwisselbare
schijf. (pag. 106)
De fabrikant is niet verantwoordelijk voor schade die wordt veroorzaakt door
het gebruik van niet-geschikte computers zoals samengestelde computers.
Vereisten
Onderdeel Vereisten
Processor
Intel Pentium 4, 3,2 GHz of hoger/
AMD Athlon™ FX 2,6 GHz of hoger
RAM
Minimaal 512 MB RAM
(1 GB of meer aanbevolen)
Besturingssysteem
Windows XP SP2, Windows Vista of Windows 7
(32-bits edities)
Schijfruimte
Minimaal 250 MB RAM
(1 GB of meer aanbevolen)
Overig
•
Cd-romstation
•
1024 X 768 pixels, monitor met
ondersteuning voor 16-bits kleuren
(1280 X 1024 pixels, ondersteuning voor
32-bits kleuren aanbevolen)
•
USB 2.0-poort
•
nVIDIA Geforce 7600GT of hoger/
ATI X1600-reeks of hoger
•
Microsoft DirectX 9.0c of hoger
* De programma's werken mogelijk niet goed onder de 64-bits versies van
Windows XP, Windows Vista en Windows 7.
Weergeven en bewerken
104
Bestanden naar een Windows-computer overbrengen
5
Schakel de camera in.
•
De computer herkent de camera automatisch en Intelli-studio
wordt automatisch gestart.
Als u de USB-optie instelt op Selecteer een modus, selecteert u
Computer in het pop-upvester.
6
Selecteer een doelmap op de computer en selecteer Ja.
•
Nieuwe bestanden die worden opgeslagen op de camera,
worden automatisch overgedragen naar de geselecteerde
map.
•
Als de camera geen nieuwe bestanden bevat, zal het
pop-upvenster voor het opslaan van nieuwe bestanden niet
verschijnen.
Voor Windows Vista en Windows 7: selecteer Run iStudio.exe in het
venster voor automatisch starten om Intelli-studio te starten.
Bestanden overbrengen met Intelli-studio
Intelli-studio wordt automatisch gestart wanneer u de camera met
de USB-kabel op uw computer aansluit.
Terwijl de camera met de USB-kabel op de computer is aangesloten, wordt
de batterij opgeladen.
1
Raak aan op het startscherm.
2
Raak Connectiviteit Pc-software Aan aan.
3
Schakel de camera uit.
4
Sluit de camera op de computer aan met de USB-kabel.
Wanneer u de USB-kabel op de camera aansluit, zorg er dan voor
dat u de juiste USB-connector op de camera aansluit. Als u de kabel
omgekeerd aansluit, kunnen de bestanden beschadigen. De fabrikant is niet
verantwoordelijk voor enig verlies van gegevens.
Weergeven en bewerken
105
Bestanden naar een Windows-computer overbrengen
Intelli-studio gebruiken
Intelli-Studio is een ingebouwd programma waarmee u bestanden kunt afspelen, weergeven of bewerken. Selecteer Help Help in de
werkbalk van het programma voor meer informatie.
•
U kunt de firmware van uw camera bijwerken door Web Support Upgrade firmware for the connected device te selecteren op de programmawerkbalk.
•
Als u Intelli-Studio op de computer installeert, start het programma sneller. Om het programma te installeren, selecteert u Tool Install Intelli-studio on PC.
•
Bestanden kunnen niet in de camera worden bewerkt. Breng bestanden naar een map op de computer over om ze te bewerken.
•
Intelli-Studio ondersteunt de volgende bestandstypen:
- Video's: MP4 (Video: H.264, Audio: AAC), WMV (WMV 7/8/9), AVI (MJPEG)
- Foto's: JPG, GIF, BMP, PNG, TIFF
5 4 3
6
7
9
10
11
8
15
12
13
14
1 2
Weergeven en bewerken
106
Bestanden naar een Windows-computer overbrengen
Nr. Beschrijving
1
Hiermee opent u menu's.
2
Hiermee geeft u bestanden in de geselecteerde map weer.
3
Hiermee gaat u naar de Fotobewerkingsmodus.
4
Hiermee gaat u naar de Videobewerkingsmodus.
5
Hiermee gaat u naar de Deelmodus. (bestanden per
e-mail verzenden of uploaden naar websites zoals Flickr
of YouTube).
6
Hiermee vergroot of verkleint u de miniaturen in de lijst.
7
Hiermee selecteert u een bestandstype.
8
Hiermee geeft u bestanden in de geselecteerde map op
de computer weer.
9
Hiermee kunt u bestanden op de aangesloten camera
weergeven of verbergen.
10
Hiermee kunt u bestanden in de geselecteerde map op de
camera weergeven.
11
Hiermee kunt u bestanden als miniaturen of op een kaart
weergeven.
12
Hiermee kunt u bladeren door mappen die zijn opgeslagen
op de camera.
13
Hiermee kunt u bladeren door mappen die zijn opgeslagen
op de computer.
14
Hiermee gaat u naar de vorige of volgende map.
15
Hiermee drukt u bestanden af, geeft u bestanden weer op
een kaart, slaat u bestanden in op Mijn map of registreert
u gezichten.
Bestanden overbrengen door de camera als
een verwisselbare schijf aan te sluiten
U kunt de camera op de computer aansluiten als een
verwisselbare schijf.
1
Raak aan op het startscherm.
2
Raak Connectiviteit Pc-software Uit aan.
3
Schakel de camera uit.
4
Sluit de camera op de computer aan met de USB-kabel.
Wanneer u de USB-kabel op de camera aansluit, zorg er dan voor
dat u de juiste USB-connector op de camera aansluit. Als u de kabel
omgekeerd aansluit, kunnen de bestanden beschadigen. De fabrikant is niet
verantwoordelijk voor enig verlies van gegevens.
Weergeven en bewerken
107
Bestanden naar een Windows-computer overbrengen
De camera loskoppelen (Windows XP)
Met Windows Vista en Windows 7 lijken de manieren waarop de
camera moet worden losgemaakt sterk op elkaar.
1
Als het statuslampje op de camera knippert, wacht u tot
het knipperen ophoudt.
2
Klik op op de werkbalk rechtsonder in het scherm
van de computer.
3
Klik op het pop-upbericht.
4
Klik op het berichtveld waarin wordt aangegeven dat het
apparaat veilig is verwijderd.
5
Verwijder de USB-kabel.
De camera kan niet veilig worden verwijderd zolang Intelli-Studio actief is. Sluit
het programma af voordat u de camera losmaakt.
5
Schakel de camera in.
•
De camera wordt automatisch herkend.
Als u de USB-optie instelt op Selecteer een modus, selecteert u
Computer in het pop-upvester.
6
Selecteer op de computer Deze computer
Verwisselbare schijf DCIM →100PHOTO.
7
Sleep de bestanden naar de computer of sla ze op de
computer op.
Weergeven en bewerken
108
Bestanden naar een Mac-computer overbrengen
Wanneer u de camera op een Macintosh-computer aansluit, wordt het apparaat automatisch door de computer herkend. U kunt de
bestanden rechtstreeks van de camera naar de computer overbrengen, zonder dat het nodig is om programma's te installeren.
Mac OS 10.4 of hoger wordt ondersteund.
2
Schakel de camera in.
•
De computer herkent de camera automatisch en geeft een
pictogram van een verwisselbare schijf weer.
Als u de USB-optie instelt op Selecteer een modus, selecteert u
Computer in het pop-upvester.
3
Dubbelklik op het pictogram van de verwisselbare schijf.
4
Sleep de bestanden naar de computer of sla ze op de
computer op.
1
Sluit de camera met de USB-kabel op een Macintosh-
computer aan.
Wanneer u de USB-kabel op de camera aansluit, zorg er dan voor
dat u de juiste USB-connector op de camera aansluit. Als u de kabel
omgekeerd aansluit, kunnen de bestanden beschadigen. De fabrikant is niet
verantwoordelijk voor enig verlies van gegevens.
Weergeven en bewerken
109
Foto's met een PictBridge-fotoprinter afdrukken
U kunt foto's met een PictBridge-compatibele printer afdrukken door de camera rechtstreeks op de printer aan te sluiten.
7
Raak aan om af te drukken.
•
Raak aan om alle foto's af te drukken.
8
Wanneer het pop-upvenster verschijnt, raakt u Ja aan
om te beginnen met afdrukken.
•
Als u het afdrukken wilt annuleren, raakt u Annuleer aan in
het pop-upvenster.
1
Raak aan op het startscherm.
2
Raak Connectiviteit USB Printer aan.
3
Schakel de printer in en sluit de camera aan op de
printer met een USB-kabel.
4
Als de camera is uitgeschakeld, drukt u op de [POWER]
of [Afspelen] om deze in te schakelen.
•
De printer herkent de camera automatisch.
5
Selecteer een bestand om af te drukken.
6
Raak / aan om het aantal exemplaren te selecteren.
•
Als u printeropties wilt instellen, raakt u aan. (pag. 110)
Weergeven en bewerken
110
Foto's met een PictBridge-fotoprinter afdrukken
Afdrukopties instellen
Druk op om de afdrukinstellingen op te geven.
Formaat
Lay-out
Type
Kwalit.
Pictogram Beschrijving
Formaat: het afdrukformaat instellen.
Lay-out: het aantal foto's instellen dat op een vel papier
moet worden afgedrukt.
Type: de papiersoort instellen.
Kwalit.: de afdrukkwaliteit instellen.
Datum: instellen of de datum moet worden afgedrukt.
Best.naam: instellen of de bestandsnaam moet worden
afgedrukt.
Als u Ja selecteert in het pop-upvenster dat wordt weergegeven nadat u
Reset hebt aangeraakt, kunt u de afdrukinstellingen initialiseren.
Bepaalde opties worden mogelijk niet door alle printers ondersteund.
Instellingenmenu
……………………………………… 112
Het instellingenmenu openen
……………………… 112
Geluid
……………………………………………… 113
Display
……………………………………………… 113
Connectiviteit
………………………………………… 114
Algemeen
…………………………………………… 115
Instellingen
Hier vind u opties om de instellingen van uw camera te
configureren.
Instellingen
112
Instellingenmenu
Hier vindt u informatie waarmee u de instellingen van de camera kunt configureren.
3
Raak een item aan.
Volume
Piepjes
Sl.toon
Begingeluid
Geluid
Middel
Aan
1
Uit
4
Raak de gewenste optie aan.
Piepjes
Uit
Aan
5
Raak aan om terug te gaan naar het vorige scherm.
Het instellingenmenu openen
1
Raak aan op het startscherm.
2
Raak een menu aan.
Instellingen
Geluid
Display
Connectiviteit
Algemeen
Pictogram Beschrijving
Geluid: hier stelt u de geluiden van de camera en
het volume in. (pag. 113)
Display: hiermee kunt u de scherminstellingen
aanpassen. (pag. 113)
Connectiviteit: hiermee kunt u de verbindingsopties
instellen. (pag. 114)
Algemeen: hier past u de instellingen voor het
camerasysteem aan, zoals geheugenindeling en
standaardbestandsnaam. (pag. 115)
Instellingen
113
Instellingenmenu
Geluid
* Standaard
Onderdeel Beschrijving
Volume
Hiermee stelt u het volume van alle geluiden in.
(Uit, Laag, Middel*, Hoog)
Piepjes
Hiermee kunt instellen dat geluiden worden
afgespeeld als u het scherm aanraakt of schakelt
tussen modi. (Uit, Aan*)
Sl.toon
Hiermee stelt u in dat de camera een geluid
afspeelt als u op de ontspanknop drukt.
(Uit, 1*, 2, 3)
Begingeluid
Hiermee stelt u in dat de camera een geluid
afspeelt als u de camera inschakelt. (Uit*, 1, 2, 3)
AF-geluid
Hiermee stelt u een geluid in dat wordt afgespeeld
als u de ontspanknop half indrukt. (Uit, Aan*)
Display
* Standaard
Onderdeel Beschrijving
Beginafbeelding
Hier stelt u in of er een afbeelding wordt
weergegeven wanneer de camera wordt
ingeschakeld en zo ja, welke.
•
Uit*: Er wordt geen afbeelding weergegeven.
•
Logo: Een standaardafbeelding uit het interne
geheugen weergeven.
•
Gebr.afb: Een aangepaste afbeelding
weergeven. (pag. 95)
•
De camera slaat per keer slechts één
gebruikersfoto in het interne geheugen op.
•
Als u een nieuwe foto selecteert als
gebruikersfoto of als u de camera opnieuw
instelt, wordt de huidige afbeelding gewist.
Richtlijn
Hiermee stelt u een raster in om u te helpen bij de
compositie van een scène.
(Uit*, 3 X 3, 2 X 2, Kruis, Diagonaal)
Datum/tijd
weergeven
Hier kunt u instellen of de datum en tijd moeten
worden weergegeven in de display van de
camera. (Uit*, Aan)
Instellingen
114
Instellingenmenu
Onderdeel Beschrijving
Helderh. scherm
Hiermee kunt u de helderheid van het scherm
aanpassen. (Auto*, Donker, Normaal, Licht)
Normaal is de vaste waarde voor de
afspeelmodus, zelfs als Auto is geselecteerd.
Beeldresolutie
Stel de weergave resolutie van het scherm in.
(Hoog*, Standaard)
Snel tonen
Hiermee stelt u in hoe lang een gemaakte
foto wordt weergegeven voordat naar de
opnamemodus wordt teruggekeerd. (Uit, Aan*)
Spaarstand
Als u 30 seconden lang geen bewerkingen
uitvoert, schakelt de camera automatisch over op
de spaarstand. (Uit*, Aan)
•
Druk in de spaarstand op een andere knop
dan de [POWER] om de camera weer te
gebruiken.
•
Zelfs als u de spaarstand niet inschakelt,
wordt het scherm 30 seconden na de laatste
bewerking gedimd om stroom de besparen.
Connectiviteit
* Standaard
Onderdeel Beschrijving
Video
Hiermee stelt u het video-uitgangssignaal voor uw
land of regio in.
•
NTSC*: VS, Canada, Japan, Korea, Taiwan,
Mexico
•
PAL (ondersteunt alleen BDGHI): Australië,
Oostenrijk, België, China, Denemarken,
Engeland, Finland, Duitsland, Italië, Koeweit,
Maleisië, Nederland, Nieuw Zeeland,
Noorwegen, Singapore, Spanje, Zweden,
Zwitserland, Thailand
Anynet+
(HDMI-CEC)
Stel in als u de weergavefunctie van de camera
wilt bedienen met de afstandsbediening van een tv
wanneer de camera is aangesloten op een HDTV
of 3D-tv die Anynet+(CEC) ondersteunt.
•
Aan*: de camera gebruiken met een HDTV-
afstandsbediening.
•
Uit: bestanden weergeven zonder een HDTV-
afstandsbediening te gebruiken.
* Standaard
Instellingen
115
Instellingenmenu
Onderdeel Beschrijving
HDMI-formaat
De resolutie van foto's instellen wanneer de
camera bestanden afspeelt op een HDTV via de
HDMI-kabel. (NTSC: 1080i*, 720p, 480p/
PAL: 1080i*, 720p, 576p)
•
Als de geselecteerde resolutie niet door
de HDTV wordt ondersteund, wordt
automatisch de onderliggende resolutiewaarde
geselecteerd.
•
Als u 480p of 576p selecteert, zijn de
afspeelmenu's en Smart Album niet
beschikbaar wanneer u de camera aansluit op
een televisie.
USB
Hiermee selecteert u de modus die wordt gebruikt
als u de camera met een USB-kabel aansluit op
een computer of printer.
•
Computer*: sluit de camera op een computer
aan om bestanden over te brengen.
•
Printer: sluit de camera op een printer aan om
bestanden af te drukken.
•
Selecteer een modus: selecteer handmatig
de USB-modus wanneer u de camera aansluit
op een apparaat.
Pc-software
Hier kunt u instellen dat Intelli-studio automatisch
wordt gestart wanneer u de camera op uw
computer aansluit. (Uit, Aan*)
Algemeen
* Standaard
Onderdeel Beschrijving
Language
Hier stelt u een taal in voor de tekst op het
scherm.
Tijdzone
Hiermee stelt u de tijdzone voor uw locatie in.
Als u naar een ander land reist, kunt u Bezoek
aanraken en de juiste tijdzone selecteren.
Datum/tijd
aanpassen
De datum en tijd instellen.
Datumtype
Hier kunt u een datumnotatie instellen.
(JJJJ/MM/DD*, MM/DD/JJJJ, DD/MM/JJJJ)
Het standaardtype datum kan afwijken, afhankelijk
van de geselecteerde taal.
* Standaard
Instellingen
116
Instellingenmenu
Onderdeel Beschrijving
Bestandsnr.
Stelt de naamgeving van bestanden in.
•
Op nul: Hier kunt u instellen dat de
bestandsnummering weer bij 0001 begint
wanneer er een nieuwe geheugenkaart
wordt geplaatst, een geheugenkaart wordt
geformatteerd of alle bestanden worden
gewist.
•
Serie*: Hier kunt u instellen dat de
bestandsnummering doorloopt wanneer er
een nieuwe geheugenkaart wordt geplaatst,
een geheugenkaart wordt geformatteerd of alle
bestanden worden gewist.
•
De standaardnaam van de eerste map is
100PHOTO en de standaardnaam van het
eerste bestand is SAM_0001.
•
Het bestandsnummer wordt steeds met één
verhoogd, van SAM_0001 tot SAM_9999.
•
Het mapnummer wordt steeds met één
verhoogd, van 100PHOTO tot 999PHOTO.
•
Het maximum aantal bestanden dat in een map
kan worden opgeslagen, is 9999.
•
De camera definieert bestandsnamen volgens
de DCF-norm (Design rule for Camera File
system). Als u bestandsnamen wijzigt, kan de
camera deze bestanden mogelijk niet meer
weergeven.
Onderdeel Beschrijving
Autom. draaien
Hiermee stelt u in dat foto’s automatisch
meedraaien als u de camera draait. (Uit, Aan*)
Afdruk
Hiermee bepaalt u of de datum en tijd moeten
worden weergegeven op gemaakte foto's.
(Uit*, Datum, Datum/tijd)
•
De datum en tijd worden in de
rechterbenedenhoek weergegeven.
•
Mogelijk drukken sommige printermodellen de
datum en tijd niet correct af.
•
Als u Tekst selecteer in de modus Scène,
kan de camera de datum en tijd niet correct
weergeven.
•
De datum en tijd worden niet weergegeven
op foto's die zijn gemaakt in de modi Live
Panorama, Grappig gezicht, 3D-foto, Intelligent
portret, Beeld in beeld, Mijn Magisch kader.
Automatisch uit
Hiermee stelt u in dat de camera automatisch
wordt uitgeschakeld als u gedurende een
bepaalde periode geen bewerkingen uitvoert.
(Uit, 1 min, 3 min*, 5 min, 10 min)
•
Als u de batterij vervangt, blijven deze
instellingen behouden.
•
De camera wordt niet automatisch
uitgeschakeld als de camera is aangesloten
op een computer of printer, als u een diashow
of video's afspeelt.
* Standaard * Standaard
Instellingen
117
Instellingenmenu
Onderdeel Beschrijving
AF-lamp
Hiermee stelt u in dat op donkere locaties
automatisch een lampje wordt ingeschakeld
zodat u beter kunt scherpstellen. (Uit, Aan*)
Formatt.
Hiermee formatteert u het interne geheugen en
de geheugenkaart (bij het formatteren worden
alle bestanden, inclusief beveiligde bestanden,
gewist). (Ja, Nee)
Er kunnen fouten optreden als u een geheugenkaart
door een ander merk camera, door een computer
of in een geheugenkaartlezer laat formatteren.
Formatteer geheugenkaarten in de camera voordat u
er beelden op vastlegt.
Reset
Hiermee zet u de standaardinstellingen voor
menu's en opnameopties terug (datum en tijd,
taal en video-uitvoerinstellingen worden niet op
de standaardinstellingen teruggezet). (Ja, Nee)
* Standaard
Foutmeldingen
………………………………………… 119
Cameraonderhoud
…………………………………… 120
De camera reinigen
………………………………… 120
De camera gebruiken of opbergen
………………… 121
Geheugenkaarten
…………………………………… 122
De batterij
…………………………………………… 124
Voordat u contact opneemt met een servicecenter
128
Cameraspecificaties
………………………………… 131
Woordenlijst
………………………………………… 135
Index
……………………………………………… 140
Aanvullende informatie
Hier vindt u informatie over foutmeldingen, specificaties en onderhoud.
Aanvullende informatie
119
Foutmeldingen
Als een van de volgende foutmeldingen verschijnt, kunt u de onderstaande oplossingen proberen.
Foutmelding Mogelijke oplossing
Kaartfout
•
Schakel de camera uit en weer in.
•
Verwijder de geheugenkaart en plaats deze
weer terug.
•
Formatteer de geheugenkaart.
Kaart wordt niet
ondersteund.
De geplaatste geheugenkaart wordt niet
ondersteund door de camera. Plaats een
microSD- of microSDHC-geheugenkaart.
DCF Full Error
Bestandsnamen komen niet overeen met
de DCF-norm. Breng de bestanden op de
geheugenkaart over naar een computer en
formatteer de kaart.
Bestandsfout
Wis het beschadigde bestand of neem contact
op met een servicecenter.
Bestandssysteem
wordt niet
ondersteund.
De FAT-bestandsstructuur van de geplaatste
geheugenkaart wordt niet door de camera
ondersteund. Formatteer de geheugenkaar in
de camera.
Batterij bijna leeg
Plaats een opgeladen batterij of laad de batterij
op.
Geheugen vol
Wis onnodige bestanden of plaats een nieuwe
geheugenkaart.
Geen foto
Maak foto's of plaats een geheugenkaart met
een aantal foto's in de camera.
Aanvullende informatie
120
Cameraonderhoud
Camerabody
Veeg deze voorzichtig met een zachte droge doek af.
•
Gebruik nooit benzeen, thinner of alcohol om het toestel te reinigen.
Deze oplosmiddelen kunnen de camera beschadigen of defecten
veroorzaken.
•
Druk niet op de lenskap en gebruik geen blaasborsteltje op de
lenskap.
De camera reinigen
Cameralens en aanraakscherm
Verwijder stof met behulp van een blaaskwastje en veeg
de lens met een zachte doek voorzichtig af. Voor eventueel
achtergebleven stof brengt u lensreinigingsvloeistof op een stuk
reinigingspapier aan en veegt u de lens voorzichtig schoon.
Aanvullende informatie
121
Cameraonderhoud
Gebruik op het strand of aan de waterkant
• Bescherm de camera tegen zand en vuil wanneer u deze op het
strand of in een andere, soortgelijke omgeving gebruikt.
• Uw camera is niet waterbestendig. Gebruik de batterij, adapter of
geheugenkaart niet met natte handen. Als u de camera gebruikt
met natte handen kan de camera beschadigd raken.
Camera voor langere tijd opbergen
• Als u de camera voor langere tijd opbergt, moet u de camera
samen met absorberend materiaal, bijvoorbeeld silicagel, in een
afgesloten houder plaatsen.
• Haal de batterijen uit de camera wanneer u deze voor langere
tijd opbergt. Batterijen in het batterijvak kunnen na verloop van
tijd gaan lekken of roesten en ernstige schade aan uw camera
veroorzaken.
• Batterijen die niet worden gebruikt, ontladen zich na verloop van
tijd en moeten voor gebruik opnieuw worden opgeladen.
Wees voorzichtig bij gebruik in vochtige omgevingen
Als u de camera overbrengt van een koude omgeving naar
een warme, kan er condensvorming optreden op de lens of de
interne onderdelen van de camera. In dit geval moet u de camera
uitschakelen en minstens 1 uur wachten. Als er condensvorming
optreedt op de geheugenkaart, moet u de kaart verwijderen uit de
camera en wachten tot al het vocht is verdampt voordat u de kaart
terugplaatst.
De camera gebruiken of opbergen
Ongeschikte plaatsen voor het gebruiken of opbergen
van de camera
• Stel de camera niet bloot aan zeer hoge of lage temperaturen.
• Gebruik de camera niet in zeer vochtige omgevingen of
omgevingen waar de luchtvochtigheid snel verandert.
•
Stel de camera niet bloot aan direct zonlicht en bewaar
de camera niet op warme locaties met slechte ventilatie,
bijvoorbeeld een auto die in de zon staat.
• Bescherm de camera en het scherm tegen stoten, ruw gebruik
en sterke trillingen om ernstige schade te voorkomen.
• Gebruik of bewaar de camera niet op stoffige, vuile, vochtige of
slecht-geventileerde plaatsen, om schade aan bewegende en
interne onderdelen te voorkomen.
• Gebruik de camera niet in de buurt van brandstoffen, brandbare
stoffen of ontvlambare chemicaliën. Bewaar geen ontvlambare
vloeistoffen, gassen en explosief materiaal in dezelfde ruimte als
de camera of de accessoires van de camera.
• Berg de camera niet op met mottenballen.
Aanvullende informatie
122
Cameraonderhoud
Overige aandachtspunten
• Zwaai de camera niet aan de polslus heen en weer. Hierdoor
kunt u uzelf of anderen verwonden of schade aan uw camera
veroorzaken.
• Verf de camera niet, omdat verf tussen de bewegende
onderdelen kan gaan zitten en de werking van het apparaat kan
beïnvloeden.
• Schakel de camera uit als u deze niet gebruikt.
• De camera bevat kwetsbare onderdelen. Zorg daarom dat u de
camera niet blootstelt aan schokken.
• Bewaar de camera in het etui om het scherm te bescherm tegen
externe krachten. Houd de camera uit de buurt van zand, scherp
gereedschap of kleingeld om te voorkomen dat er krassen op de
camera komen.
• Stel de lens niet aan direct zonlicht bloot. Hierdoor kan de
beeldsensor verkleuren of defect raken.
• Bescherm de lens tegen vingerafdrukken en krassen. Reinig de
lens met een zachte, schone doek.
• Als de camera een schok opvangt, wordt de camera mogelijk
uitgeschakeld. Dit gebeurt om de geheugenkaart te beschermen.
Schakel de camera weer in om de camera te gebruiken.
• De camera kan warm worden tijdens het gebruik. Dit is normaal
en is niet van invloed op de levensduur of prestaties van uw
camera.
• Bij lage temperaturen kan het langer duren voor de camera is
ingeschakeld, kunnen kleuren tijdelijk veranderen of kunnen
nabeelden worden weergegeven. Deze omstandigheden duiden
niet op defecten en worden verholpen als u de camera weer bij
normale temperaturen gebruikt.
• Verf of metaal aan de buitenzijde van de camera kan allergieën,
jeuk, eczeem of bultjes veroorzaken bij mensen met een
gevoelige huid. Als u last hebt van een van deze symptomen,
stop dan onmiddellijk met het gebruik van de camera en
raadpleeg een arts.
• Steek geen vreemde voorwerpen in de compartimenten, sleuven
en toegangspunten van de camera. Schade als gevolg van
onjuist gebruik wordt mogelijk niet door de garantie gedekt.
•
Laat geen ongekwalificeerd personeel reparatie- of
onderhoudswerkzaamheden aan de camera uitvoeren en probeer dit
ook niet zelf te doen. Alle schade die voortvloeit uit ongekwalificeerd
onderhoud of reparatie wordt niet door de garantie gedekt.
Geheugenkaarten
Ondersteunde geheugenkaarten
De camera ondersteunt de volgende typen geheugenkaarten:
microSD (Secure Digital) en microSDHC (Secure Digital High
Capacity).
Als u gegevens wilt lezen met een computer of
een geheugenkaartlezer, moet u de geheugenkaart
plaatsen in een geheugenkaartadapter.
Aanvullende informatie
123
Cameraonderhoud
Aandachtspunten bij gebruik van geheugenkaarten
• Vermijd blootstelling van de geheugenkaarten aan zeer lage
of hoge temperaturen (lager dan 0 ºC/32 ºF of hoger dan
40 ºC/104 ºF). Extreme temperaturen kunnen problemen met
de geheugenkaart veroorzaken.
• Plaats een geheugenkaart in de juiste richting. Als u een
geheugenkaart in de verkeerde richting plaatst, kunnen zowel
camera als geheugenkaart hierdoor beschadigen.
• Gebruik geen geheugenkaarten die in een andere camera of
door een computer zijn geformatteerd. Formatteer een dergelijke
geheugenkaart opnieuw in uw eigen camera.
•
Schakel de camera uit wanneer u een geheugenkaart plaatst of verwijdert.
•
Verwijder de geheugenkaart niet en schakel uw camera niet uit wanneer
het lampje knippert. Hierdoor kunnen de gegevens beschadigen.
•
Wanneer de levensduur van een geheugenkaart is verlopen, kunt u geen
foto’s meer op de kaart opslaan. Gebruik een nieuwe geheugenkaart.
• Zorg dat geheugenkaarten niet buigen, vallen of aan zware
klappen of druk worden blootgesteld.
• Zorg dat u geheugenkaart niet gebruikt of opbergt in de buurt van
krachtige magnetische velden.
•
Zorg dat u geheugenkaarten niet gebruikt op locaties met hoge
temperaturen of luchtvochtigheid of in de buurt van bijtende stoffen.
•
Voorkom dat geheugenkaarten in contact komen met vloeistoffen,
vuil of vreemde stoffen. Veeg zo nodig de geheugenkaart met een
zachte doek schoon voor u de geheugenkaart in de camera plaatst.
• Voorkom dat geheugenkaarten, of de sleuf voor
geheugenkaarten, in contact komen met vloeistoffen, vuil of
vreemde stoffen. Dergelijke stoffen kunnen ervoor zorgen dat
geheugenkaarten of de camera niet goed meer werken.
Capaciteit van de geheugenkaart
De geheugencapaciteit verschilt, afhankelijk van de opnamemodus
en de opnameomstandigheden. De volgende capaciteiten zijn
gebaseerd op een microSD-kaart van 1 GB:
Grootte Superhoog Hoog Normaal 30 fps 15 fps
F
o
t
o
'
s
105 206 303 - -
117 230 337 - -
140 275 406 - -
166 323 469 - -
319 607 858 - -
522 954 1336 - -
742 1336 1878 - -
1582 2505 3006 - -
*
V
i
d
e
o
'
s
- - -
Ongeveer
13 min.
08 sec.
Ongeveer
22 min.
57 sec.
- - -
Ongeveer
14 min.
55 sec.
Ongeveer
25 min.
54 sec.
- - -
Ongeveer
34 min.
55 sec.
Ongeveer
65 min.
40 sec.
- - -
Ongeveer
134 min.
34 sec.
Ongeveer
231 min.
14 sec.
* Bij gebruik van de zoomfunctie kan de beschikbare opnametijd afwijken van de
vermelde waarden. Om de totale opnameduur te bepalen, zijn er verschillende
video's achter elkaar opgenomen.
Aanvullende informatie
124
Cameraonderhoud
Werkduur van de batterij
Gemiddelde opnameduur/
Aantal foto's
Testomstandigheden
(bij een volledig geladen batterij)
Foto's
Ongeveer
100 min./
Ongeveer
200 foto's
Dit is onder de volgende
omstandigheden gemeten: in de
programmamodus, in het donker, bij een
resolutie van
en de kwaliteit Hoog.
Procedure:
1. Stel de flitser in op Invulflits, maak
één foto en zoom in of uit.
2. Stel de flitser in op
Uit, maak één foto
en zoom in of uit.
3. Voer stap 1 en 2 gedurende 30
seconden uit en herhaal dit 5 minuten
lang. Schakel de camera vervolgens
1 minuut uit.
4. Herhaal stap 1 tot 3.
Video's
Ongeveer
70 min.
Neem video's op bij een resolutie van
1280 X 720 HQ en met 30 fps.
•
De bovenstaande cijfers zijn volgens de normen van Samsung gemeten en
kunnen afwijken van resultaten bij daadwerkelijk gebruik.
•
Om de totale opnameduur te bepalen, zijn er verschillende video's achter elkaar
opgenomen.
• Wanneer u een geheugenkaart bij u draagt, moet u een hoesje
gebruiken om de kaart tegen elektrostatische ontlading te
beschermen.
• Breng belangrijke gegevens over naar andere dragers, zoals een
harde schijf of cd/dvd.
• Als u de camera langere tijd gebruikt, kan de geheugenkaart
warm worden. Dit is normaal en wijst niet op een defect.
De fabrikant is niet verantwoordelijk voor enig verlies van gegevens.
De batterij
Gebruik alleen door Samsung goedgekeurde batterijen.
Batterijspecificaties
Specificatie Beschrijving
Model
BP70A
Type
Lithium-ionbatterij
Capaciteit
700 mAh
Voltage
3,7 V
Oplaadtijd*
(wanneer de camera is uitgeschakeld)
Ongeveer 150 min
* Duurt mogelijk langer als u de batterij aansluit op een computer om de
batterij op te laden.
Aanvullende informatie
125
Cameraonderhoud
Aandachtspunt voor het gebruik van de batterij
Bescherm batterijen, opladers en geheugenkaarten tegen
schade
Voorkom dat batterijen in aanraking komen met metalen
voorwerpen. Dit kan een verbinding vormen tussen de plus- en
minpolen van uw batterijen en tijdelijke of permanente schade aan
de batterijen en brand of een schok veroorzaken.
De batterij opladen
• Controleer als het indicatielampje uit is of de batterij op de juiste
wijze is geplaatst.
• Als camera tijdens het opladen is ingeschakeld, wordt de
batterij mogelijk niet volledig opgeladen. Schakel de camera uit
alvorens de batterij op te laden.
• Gebruik de camera niet als de batterij wordt opgeladen. Dit kan
brand of een schok veroorzaken.
• Trek niet aan het netsnoer om de stekker uit het stopcontact te
halen om te voorkomen dat u brand of een schok veroorzaakt.
• Wacht minstens tien minuten voor u de camera inschakelt
nadat de batterij is opgeladen.
• Als u de camera aansluit op een externe voedingsbron terwijl
de batterij helemaal leeg is, wordt de camera uitgeschakeld
wanneer u bepaalde functies gebruikt die veel stroom
verbruiken. Laad de batterij op om de camera op normale wijze
te gebruiken.
Melding Batterij bijna leeg
Als de batterij volledig is ontladen, wordt het batterijpictogram
rood en verschijnt de melding 'Batterij bijna leeg'.
De batterij gebruiken
•
Vermijd blootstelling van de batterijen aan zeer lage of hoge
temperaturen (lager dan 0 ºC/32 ºF of hoger dan 40 ºC/104 ºF).
Door extreme temperaturen kan de laadcapaciteit en de
batterijen achteruitgaan.
• Als u de camera langere tijd gebruikt, kan het gebied rond de
batterijklep warm worden. Dit heeft geen invloed op de normale
werking van de camera.
• Trek niet aan het netsnoer om de stekker uit het stopcontact te
halen om te voorkomen dat u brand of een schok veroorzaakt.
• Bij temperaturen onder 0 ºC kunnen de capaciteit en
levensduur van de batterij afnemen.
• Bij lage temperaturen kan de batterijcapaciteit afnemen, maar
de gewone capaciteit wordt hersteld bij gebruik bij hogere
temperaturen.
Aanvullende informatie
126
Cameraonderhoud
• Met het gebruik van de flitser en het opnemen van video's
raakt de batterij snel leeg. Laad de batterij op totdat het rode
indicatielampje wordt uitgeschakeld.
• Als het indicatielampje niet brandt, sluit u de kabel opnieuw
aan of verwijdert u de batterij en plaatst u deze opnieuw in de
camera.
• Te lang opladen van batterijen kan de levensduur daarvan
bekorten. Wanneer het opladen is voltooid, dient u de kabel van
de camera los te koppelen.
• Knik de voedingskabel niet en plaats er geen zware voorwerpen
op. Hierdoor zou de kabel kunnen beschadigen.
De batterij opladen terwijl er een computer is aangesloten
• Gebruik alleen de meegeleverde USB-kabel.
• De batterij wordt mogelijk in de volgende gevallen niet
opgeladen:
-
wanneer u een USB-hub gebruikt
-
wanneer er andere USB-apparaten op de computer zijn
aangesloten
-
wanneer u de kabel op de poort aan de voorzijde van de
computer aansluit
-
wanneer de USB-poort van de computer de stroomuitvoernorm
niet ondersteunt (5 V, 500 mA)
Behandel batterijen en oplader voorzichtig en voer
deze af volgens de voorschriften
• Gooi batterijen nooit in open vuur. Houd u aan alle lokale
regelgevingen bij het weggooien van gebruikte batterijen.
• Leg batterijen of camera's nooit in of op verwarmingsapparaten,
zoals een magnetron, kachel of radiator. Batterijen kunnen
exploderen als ze te heet worden.
Aanvullende informatie
127
Cameraonderhoud
Onzorgvuldig of verkeerd gebruik van de batterij kan
lichamelijk letsel of de dood tot gevolg hebben. Volg
voor uw eigen veiligheid de onderstaande instructies
voor het juiste gebruik van de batterij:
•
De batterij kan vlam vatten of exploderen als deze niet
op de juiste wijze wordt gebruikt. Als u vervormingen,
scheuren of andere afwijkingen in de batterij opmerkt,
stopt u onmiddellijk het gebruik hiervan en neemt u
contact op met een servicecenter.
•
Gebruik alleen authentieke, door de fabrikant aanbevolen
batterijopladers en -adapters en laad de batterij alleen op
volgens de procedures die in deze gebruiksaanwijzing
zijn vermeld.
•
Plaats de batterij niet te dicht bij warmtebronnen en stel
de batterij niet bloot aan extreem warme omgevingen,
zoals een gesloten auto in de zon.
•
Plaats de batterij niet in een magnetron.
•
Bewaar of gebruik de batterij niet in een hete, vochtige
omgeving, zoals een badkamer of douche.
•
Plaats de batterij niet voor langere tijd op ontvlambare
oppervlakken, zoals matrassen, tapijten of elektrische dekens.
•
Laat het toestel, als het is ingeschakeld, niet voor
langere tijd in een afgesloten ruimte.
•
Zorg ervoor dat de polen van de batterij niet in contact
komen met metalen voorwerpen, zoals halskettingen,
munten, sleutels en horloges.
•
Gebruik uitsluitend authentieke, door de fabrikant
aanbevolen lithium-ionbatterijen ter vervanging.
•
Haal de batterij niet uit elkaar te halen of maak er geen
gat in met een scherp voorwerp.
•
Stel de batterij niet bloot aan hoge druk of extreme
krachten.
•
Stel de batterij niet bloot aan hevige klappen,
bijvoorbeeld door deze van grote hoogte te laten vallen.
•
Stel de batterij niet bloot aan temperaturen boven de
60 °C.
•
Stel de batterij niet bloot aan vocht of vloeistoffen.
•
De batterij mag niet worden blootgesteld aan overmatige
warmte zoals zonneschijn, vuur of dergelijke zaken.
Richtlijnen voor afvoer
•
Wees zorgvuldig als u de batterij weggooit.
•
Werp de batterij nooit in een open vuur.
•
Regelgeving kan per land of regio verschillen. Zorg dat
u zich houdt aan alle lokale en nationale regelgeving
wanneer u de batterij weggooit.
Richtlijnen voor het opladen van de batterij
Laad de batterij alleen op volgens de procedure in
deze gebruiksaanwijzing. De batterij kan ontbranden
of exploderen als deze niet op de juiste wijze wordt
opgeladen.
Aanvullende informatie
128
Voordat u contact opneemt met een servicecenter
Wanneer u problemen met de camera ondervindt, kunt u eerst de volgende procedures uitvoeren voordat u contact opneemt met een
servicecenter. Als u het probleem hiermee niet kunt oplossen, kunt u contact opnemen met uw plaatselijke dealer of servicecenter.
Wanneer u uw camera naar een servicecentrum brengt, breng dan ook de onderdelen mee die de oorzaak kunnen zijn van de fout, zoals bijvoorbeeld de geheugenkaart of de
batterij.
Situatie Mogelijke oplossing
Er kunnen geen foto's
worden gemaakt
•
Er is geen ruimte op de geheugenkaart.
Wis onnodige bestanden of plaats een
nieuwe kaart.
•
Formatteer de geheugenkaart.
•
De geheugenkaart is defect. Koop een
nieuwe geheugenkaart.
•
Controleer of de camera is ingeschakeld.
•
Laad de batterij op.
•
Controleer of de batterij op de juiste wijze
is geplaatst.
De camera loopt vast
Verwijder de batterij en plaats deze weer
terug.
De camera wordt warm
De camera kan warm worden tijdens het
gebruik. Dit is normaal en is niet van invloed
op de levensduur of prestaties van uw
camera.
De flitser werkt niet
•
Mogelijk is de flitser uitgeschakeld.
(pag. 62)
•
In bepaalde modi kunt u de flitser niet
gebruiken.
Situatie Mogelijke oplossing
De camera kan niet
worden ingeschakeld
•
Controleer of de batterij in de camera is
geplaatst.
•
Controleer of de batterij correct in de
camera is geplaatst. (pag. 17)
•
Laad de batterij op.
De camera
wordt plotseling
uitgeschakeld
•
Laad de batterij op.
•
De camera bevindt zich mogelijk in de
spaarstand. (pag. 114)
•
De camera wordt mogelijk uitgeschakeld
om te voorkomen dat de geheugenkaart
door een harde schok beschadigd raakt.
Schakel de camera weer in.
De batterij raakt snel
leeg
•
Bij lage temperaturen (onder 0 °C) kan
de batterij sneller leeg raken. Houd de
batterij warm door deze in uw zak te
steken.
•
Met het gebruik van de flitser en het
opnemen van video's raakt de batterij
snel leeg. Laad de batterij indien nodig
weer op.
•
Batterijen zijn verbruiksartikelen die na
verloop van tijd moeten worden vervangen.
Koop een nieuwe batterij als de levensduur
drastisch afneemt.
Aanvullende informatie
129
Voordat u contact opneemt met een servicecenter
Situatie Mogelijke oplossing
De flitser gaat
onverwachts af
De flitser wordt mogelijk geactiveerd vanwege
statische elektriciteit. Dit duidt niet op een
defect van de camera.
De datum en tijd
kloppen niet
Stel de datum en tijd in bij de
scherminstellingen. (pag. 115)
Het aanraakscherm of
de knoppen werken
niet
Verwijder de batterij en plaats deze weer
terug.
Het camerascherm
reageert niet goed
Als u de camera bij zeer lage temperaturen
gebruikt, kan het camerascherm verkleuren
of slecht functioneren. Voor betere prestaties
van het scherm moet de camera bij normale
temperaturen worden gebruikt.
De geheugenkaart
heeft een fout
•
Schakel de camera uit en weer in.
•
Verwijder de geheugenkaart en plaats
deze weer terug.
•
Formatteer de geheugenkaart.
Zie 'Aandachtspunten bij gebruik van
geheugenkaarten' voor meer informatie.
(pag. 123)
Er kunnen geen
bestanden worden
afgespeeld of
weergegeven
Als u de naam van een bestand wijzigt,
kan de camera dit bestand mogelijk niet
afspelen of weergeven (de bestandsnaam
moet aan de DCF-normen voldoen). In
dergelijke gevallen kunt u de bestanden op
een computer afspelen of weergeven.
Situatie Mogelijke oplossing
De foto's zijn onscherp
•
Controleer of de ingestelde scherpsteloptie
voor close-upfoto's geschikt is. (pag. 65)
•
Controleer of de lens schoon is. Reinig de
lens indien nodig. (pag. 120)
•
Zorg dat het onderwerp zich binnen het
bereik van de flitser bevindt. (pag. 132)
De kleuren in de foto
zijn anders dan de
daadwerkelijke kleuren
Een onjuiste witbalans kan voor
onrealistische kleuren zorgen. Selecteer
de juiste witbalansoptie voor de lichtbron.
(pag. 75)
De foto is te licht
De foto is overbelicht.
•
Schakel de flitser uit. (pag. 62)
•
Pas de ISO-waarde aan. (pag. 64)
•
Pas de belichtingswaarde aan. (pag. 73)
De foto is te donker
De foto is onderbelicht.
•
Schakel de flitser in. (pag. 62)
•
Pas de ISO-waarde aan. (pag. 64)
•
Pas de belichtingswaarde aan. (pag. 73)
Aanvullende informatie
130
Voordat u contact opneemt met een servicecenter
Situatie Mogelijke oplossing
De foto's worden
niet op de televisie
weergegeven
•
Controleer of de camera correct op de
televisie is aangesloten met de A/V-kabel.
•
Controleer of de geheugenkaart foto's
bevat.
De computer herkent
de camera niet
•
Controleer of de USB-kabel op de juiste
wijze is geplaatst.
•
Controleer of de camera is ingeschakeld.
•
Controleer of het besturingssysteem wordt
ondersteund.
Tijdens het
overbrengen van
bestanden verbreekt
de computer de
verbinding
De bestandsoverdracht kan door statische
elektriciteit worden gestoord. Koppel de
USB-kabel los en sluit deze weer aan.
De computer kan geen
video's afspelen
Video's kunnen mogelijk niet afgespeeld
met bepaalde videospelers. Installeer
en gebruik het programma Intelli-Studio
op uw computer voor het afspelen van
videobestanden die u met uw camera hebt
opgenomen. (pag. 105)
Situatie Mogelijke oplossing
Intelli-studio werkt niet
naar behoren
•
Sluit Intelli-Studio af en start het
programma opnieuw.
•
Intelli-studio kan niet op Macintosh-
computers worden gebruikt.
•
Controleer of Pc-software in het
instellingenmenu is ingeschakeld.
(pag. 115)
•
Afhankelijk van de specificaties en
instellingen van de computer wordt het
programma mogelijk niet automatisch
gestart. Klik in dat geval op u computer op
Start Deze computer Intelli-Studio
iStudio.exe.
Aanvullende informatie
131
Beeldsensor
Type 1/2,3 inch (Ongeveer 7,76 mm) CCD
Effectieve pixels Ongeveer 16,15 megapixel
Totaalaantal pixels Ongeveer 16,44 megapixel
Lens
Brandpuntsafstand
Schneider-KREUZNACH f = 4,7 mm-23,5 mm
(35 mm equivalent: 26 mm-130 mm)
Diafragmabereik F3,3 (G)-F5,9 (T)
Digitale zoom
Fotomodus: 1,0X-5,0X
(Optische zoom x Digitale zoom: 25,0X)
Scherm
Type TFT LCD
Functionaliteit 3,0 inch (7,62 cm), 288K(WQVGA)
Scherpstelling
Type
TTL-autofocus (Multi AF, Centrum AF, Slimme
gezichtsherkenning-AF, Gezichtsdetectie-AF, Smart
Touch AF, One Touch-opname-AF)
Bereik
Groothoek (G) Tele (T)
Autofocus
(normaal)
80 cm - oneindig 150 cm - oneindig
Macro 5 cm - 80 cm 100 cm - 150 cm
Auto macro 5 cm - oneindig 100 cm - oneindig
Sluitertijd
•
Smart Auto: 1/8-1/2000 sec.
•
Programma: 1-1/2000 sec.
•
Nachtopname: 16-1/2000 sec. (AEB, Continu: 1/4-1/2000 sec.)
Belichting
Regeling Programma AE
Lichtmeting Multi, Spot, Centr. gewogen, Gezichtsdetectie
Compensatie ±2EV (1/3 EV Stap )
ISO-equivalent
Auto, ISO 80, ISO 100, ISO 200, ISO 400,
ISO 800, ISO 1600, ISO 3200
Cameraspecificaties
Aanvullende informatie
132
Cameraspecificaties
Flitser
Modus
Auto, Rode ogen, Invulflits, Langz sync, Uit,
Anti-rode ogen
Bereik
•
Groothoek: 0,2 m-3,2 m (ISO Auto)
•
Tele: 1,0 m-1,8 m (ISO Auto)
Oplaadtijd Ongeveer 4 sec.
Trillingsreductie
DUAL IS [Optical Image Stabilization (OIS) + Digital Image Stabilization (DIS)]
Effect
Opnamemodus
voor foto's
•
Fotofilter (Smart filter): (
Normaal), Miniatuur,
Vignetten, Softfocus, Oude film, Halftoonstip,
Schets, Visoog, Klassiek, Retro, Olieverf, Aquarel,
Cartoon, Kruisfilter, Zoomopname
•
Beeld aanpassen
:
Scherpte
,
Contrast
,
Kleurverz
Opnamemodus
voor video's
Filmfilter (Smart filter)
: (Normaal),
Miniatuur
,
Vignetten
,
Halftoonstip
,
Schets
,
Visoog
,
Klassiek
,
Retro
,
Paleteffect 1, Paleteffect 2, Paleteffect 3, Paleteffect 4
Witbalans
Auto witbalans, Daglicht, Bewolkt, TL-licht H, TL-licht L, Kunstlicht, Aangep.
instelling
Datering
Uit, Datum, Datum/tijd
Opname
Foto's
•
Modi: Smart Auto*, Programma, Scène*, 3D-foto,
Live Panorama, Zelfportret, Beeld in beeld,
Magisch kader, Mijn Magisch kader, Grappig
gezicht, Fotofilter, Vignetten, Beautyshot, Wazige
achtergrond, Nachtopname, Close-up, DUAL IS,
Intelligent portret, Automatische zoomopname,
Timeropname, Touch-opname, Poseerhulp
* Smart Auto:
Macro, Macro tekst, Portret, Wit, Landschap,
Actie, Statief, Nacht, Nachtportret, Tegenl.,
Portretfoto met tegenlicht, Blauwe lucht,
Zonsondergang, Macro kleur, Natuurlijk groen,
Vuurwerk
* Scène:
Landschap, Tekst, Zon onder, Dageraad, Tegenl.,
Strand/sneeuw
•
Scherpstelstand: 1 opname, Continu,
Bewegingsopname, AEB
•
Timer: Uit, 10 sec, 2 sec, Dubbel
Aanvullende informatie
133
Cameraspecificaties
Video's
•
Modi: Film, Slimme film*,
Vignetten
, Filmfilter
* Slimme film:
Landschap, Blauwe lucht, Natuurlijk groen,
Zonsondergang
•
Bestandsindeling: MP4(H.264)
(Maximale opnametijd: 20 min.)
•
Formaat: 1280 X 720 HQ, 1280 X 720, 640 X 480,
320 X 240
•
Framesnelheid: 30 fps, 15 fps
•
Spraak: Dempen, Sound Alive Aan, Sound Alive Uit
•
OIS: Aan, Uit
•
Video bewerken (intern): pauzeren tijdens opnemen
Afspelen
Foto's
•
Type: Eén foto, Miniaturen, Diashow met muziek en
effecten, Filmclip, Smart Album*, Thema-album
* Smart Album-categorie: Type, Datum, Gezicht
•
Bewerken: Res.wijz, Draaien, Beeld aanpassen,
Bijsnijden, Smart filter
•
Effect: Beeld aanpassen (Gezichtretouch.,
Helderheid, Kleurverz., Contrast, Anti-rode ogen,
ACB), Smart filter (Normaal, Miniatuur, Vignetten,
Softfocus, Oude film, Halftoonstip, Schets,
Visoog, Klassiek, Retro, Olieverf, Aquarel, Cartoon,
Kruisfilter, Zoomopname), Storyboardmaker
Video's Bewerken: foto's maken, tijd bijsnijden
Opslag
Media
•
Intern geheugen: Ongeveer 10 MB
•
Extern geheugen (optioneel):
microSD-kaart (tot 2 GB gegarandeerd),
microSDHC-kaart (tot 32 GB gegarandeerd)
De interne geheugencapaciteit kan van deze
specificaties afwijken.
Bestandsindeling
•
DCF, EXIF 2.21, DPOF 1.1, PictBridge 1.0
•
Foto: JPEG (DCF), MPO
•
Videoclip: MP4 (Video: MPEG-4.AVC/H.264,
Audio: AAC)
Aanvullende informatie
134
Cameraspecificaties
Beeldformaat
Voor microSD van 1 GB: Aantal foto's
Superhoog Hoog Normaal
4608 X 3456 105 206 303
4608 X 3072 117 230 337
4608 X 2592 140 275 406
3648 X 2736 166 323 469
2592 X 1944 319 607 858
1984 X 1488 522 954 1336
1920 X 1080 742 1336 1878
1024 X 768 1582 2505 3006
Deze waarden zijn gemeten onder standaardcondities
en kunnen variëren, afhankelijk van
opnameomstandigheden en camera-instellingen.
Interface
Digitale uitvoer USB 2.0
Audio-invoer/-
uitvoer
Interne luidspreker (mono), microfoon (mono)
Video-uitvoer
•
A/V: NTSC, PAL (instelbaar)
•
HDMI 1.3: NTSC, PAL (instelbaar)
Gelijkstroom-
aansluiting
5 V
Voedingsbron
Oplaadbare batterij Lithium-ionbatterij (BP70A, 700 mAh)
Type aansluiting Micro USB (5-pins)
Afhankelijk van uw regio kan de voedingsbron verschillen.
Afmetingen (B X H X D)
92 x 56,2 x 18,3 mm (zonder uitsteeksels)
Gewicht
130 g (zonder batterij en geheugenkaart)
Bedrijfstemperatuur
0-40 °C
Bedrijfsluchtvochtigheid
5-85 %
Software
Intelli-Studio
Specificaties kunnen zonder kennisgeving worden gewijzigd voor betere
prestaties.
Aanvullende informatie
135
Woordenlijst
Compositie
Met compositie wordt de plaatsing van de verschillende
elementen in het beeld bedoeld. Meestal levert een compositie
volgens de regel van derden een plezierig resultaat.
DCF (Design rule for Camera File system)
Een specificatie voor het definiëren van een bestandsindeling
en bestandssysteem voor digitale camera's die is gemaakt door
de Japan Electronics and Information Technology Industries
Association (JEITA).
Scherptediepte
De afstand tussen het dichtstbijzijnde en verste punt waarop kan
worden scherpgesteld in een foto. De scherptediepte verschilt
per diafragma, brandpuntsafstand en afstand tussen de camera
en het onderwerp. Als u bijvoorbeeld een kleiner diafragma
selecteert, wordt de scherptediepte vergroot en wordt de
achtergrond van een compositie vaag.
Digitale zoom
Een functie die op kunstmatige wijze de beschikbare hoeveelheid
zoom met de zoomlens vergroot (optische zoom). Als u de
digitale zoomfunctie gebruikt, wordt de beeldkwaliteit minder
wanneer de vergroting wordt verhoogd.
Automatische contrastverbetering (ACB)
Deze functie verbetert automatisch het contrast van uw beelden
wanneer het onderwerp tegenlicht heeft of als er veel contrast is
tussen uw onderwerp en de achtergrond.
Opnamereeks met verschillende belichtingen (AEB)
Deze functie maakt automatisch meerdere beelden met
verschillenden belichtingen om u te helpen een goedbelicht beeld
te maken.
Autofocus (AF)
Een systeem dat automatisch de cameralens scherpstelt op het
onderwerp. Uw camera gebruikt het contrast om automatisch
scherp te stellen.
Diafragma
Het diafragma bepaalt de hoeveelheid licht die de sensor van de
camera bereikt.
Bewegingsonscherpte (vaag)
Als de camera wordt bewogen wanneer de sluiter is geopend,
kan het volledige beeld vaag lijken. Dit komt vaker voor wanneer
de sluitertijd laag is. Voorkom bewegingsonscherpte door de
gevoeligheid te verhogen, de flitser te gebruiken of een hogere
sluitertijd. U kunt ook een statief of de DIS- of OIS-functie
gebruiken om de camera te stabiliseren.
Aanvullende informatie
136
Woordenlijst
Digitale afdrukbestelling (DPOF)
Een indeling voor het schrijven van afdrukgegevens, zoals
geselecteerde beelden en het aantal afdrukken, op een
geheugenkaart. Printers die compatibel zijn met DPOF, soms
verkrijgbaar in fotowinkels, kunnen de informatie lezen van de
kaart voor eenvoudig afdrukken.
Belichtingswaarde (EV)
Alle combinaties van de camerasluitertijd en diafragma die
resulteren in dezelfde belichting.
EV-compensatie
Met deze functie kunt u snel de belichtingswaarde aanpassen
die wordt berekend door de camera, in beperkte stappen, om de
belichting van uw foto's te verbeteren. Stel de EV-compensatie in
op -1,0 EV om de waarde een stap donkerder in te stellen en op
1,0 EV om de waarde een stap lichter te maken.
Exif (Exchangeable Image File Format)
Een specificatie voor het definiëren van een beeldbestandindeling
voor digitale camera's die is gemaakt door de Japan Electronic
Industries Development Association (JEIDA).
Belichting
De hoeveelheid licht die de sensor van de camera mag bereiken.
Belichting wordt bepaald door een combinatie van sluitertijd,
diafragma en ISO-waarde.
Flitser
Een flitslamp die ervoor zorgt dat er voldoende belichting is in
omstandigheden met weinig licht.
Brandpuntsafstand
De afstand van het brandpunt van de lens tot het beeldvlak
(in millimeters). Grotere brandpuntsafstanden resulteren in een
kleinere beeldhoek en een grotere weergave van het onderwerp.
Kleinere brandpuntsafstanden resulteren in een grotere
beeldhoek.
H.264/MPEG-4
Een video-indeling met hoge compressie die is ontwikkeld door
de internationale standaardisatieorganisaties ISO/IEC en ITU-T.
Deze codec zorgt ervoor dat goede videokwaliteit wordt geleverd
met lage bitsnelheden ontwikkeld door het Joint Video Team
(JVT).
Beeldsensor
Het fysieke deel van een digitale camera die een fotosite bevat
voor elke pixel in het beeld. Elke fotosite neemt de helderheid
van het licht op dat de fotosite bereikt tijdens een belichting.
Algemene sensortypen zijn CCD (Charge-coupled Device) en
CMOS (Complementary Metal Oxide Semiconductor).
Aanvullende informatie
137
Woordenlijst
ISO-waarde
De gevoeligheid van een camera voor licht, gebaseerd op de
equivalente filmsnelheid gebruikt in een filmcamera. Met hogere
ISO-waarden gebruikt de camera een hogere sluitertijd, waardoor
vervaging kan worden verminderd die wordt veroorzaakt door het
bewegen van de camera en weinig licht. Beelden met een hoge
gevoeligheid zijn echter veel gevoeliger voor ruis.
JPEG (Joint Photographic Experts Group)
Een lossy-methode van compressie voor digitale beelden. JPEG-
beelden worden gecomprimeerd om de algehele bestandsgrootte
te verminderen met minimale afname van de beeldresolutie.
LCD (Liquid Crystal Display)
Een visuele display die algemeen wordt gebruikt in consumenten
elektronica. Dit display heeft een aparte achtergrondverlichting
nodig zoals CCFL of LED, om kleuren te kunnen reproduceren.
Macro
Met deze functie kunt u close-upfoto's maken van zeer kleine
voorwerpen. Als u de macrofunctie gebruikt, kan de camera goed
scherpstellen op kleine voorwerpen met een verhouding op bijna
ware grootte (1:1).
Lichtmeting
De lichtmeting heeft betrekking op de manier waarop een camera
de hoeveelheid licht meet om de belichting in te stellen.
MJPEG (Motion JPEG)
Een video-indeling die wordt gecomprimeerd als een JPEG-
beeld.
MPO (Multi Picture Object)
Bij MPO-bestanden worden meerdere beelden opgeslagen in
één bestand. Als u dit bestandstype gebruikt, kunt u 3D-beelden
bekijken die zijn gemaakt met twee opnamen. U kunt deze echter
alleen bekijken op apparaten die de MPO-indeling ondersteunen.
Ruis
Verkeerd geïnterpreteerde pixels in een digitaal beeld die mogelijk
worden weergegeven als verkeerd geplaatste of willekeurige,
heldere pixels. Ruis treedt meestal op wanneer foto's worden
gemaakt met een hoge gevoeligheid of wanneer de gevoeligheid
automatisch wordt ingesteld op een donkere locatie.
Optische zoom
Dit is een algemene zoomfunctie waarmee beelden kunnen
worden vergroot met een lens en waarmee de beeldkwaliteit niet
vermindert.
Kwaliteit
Een uitdrukking van het compressieniveau dat is gebruikt in
een digitaal beeld. Beelden met een hogere kwaliteit hebben
een lager compressieniveau, wat meestal resulteert in grotere
bestanden.
Aanvullende informatie
138
Woordenlijst
Resolutie
Het aantal pixels in een digitaal beeld. Beelden met hoge resolutie
bevatten meer pixels en bevatten meer details dan beelden met
lage resolutie.
Sluitertijd
De sluitertijd is de hoeveelheid tijd die nodig is om de sluiter
te openen en te sluiten. Dit is een belangrijke factor voor de
helderheid van een foto, aangezien hiermee de hoeveelheid licht
wordt geregeld die door het diafragma op de beeldsensor valt.
Met een kortere sluitertijd valt er minder licht naar binnen en wordt
de foto donkerder, maar is het ook eenvoudiger om de beweging
van het onderwerp te bevriezen.
Vignetten
Een vermindering van de helderheid of de verzadiging van een
beeld bij de randen in vergelijking met het midden van het beeld.
Vignetten kan de aandacht richten op onderwerpen die in het
midden van een beeld zijn geplaatst.
Witbalans (kleurbalans)
Een aanpassing van de intensiteit van kleuren (meestal de
primaire kleuren rood, groen en blauw) in een beeld. Het doel van
het aanpassen van de witbalans, of kleurbalans, is de kleuren van
een beeld correct weergeven.
Aanvullende informatie
139
Correcte verwijdering van dit product
(elektrische & elektronische afvalapparatuur)
Dit merkteken op het product, de accessoires of het informatiemateriaal
duidt erop dat het product en zijn elektronische accessoires (bv.
lader, headset, USB-kabel) niet met ander huishoudelijk afval
verwijderd mogen worden aan het einde van hun gebruiksduur. Om
mogelijke schade aan het milieu of de menselijke gezondheid door
ongecontroleerde afvalverwijdering te voorkomen, moet u deze artikelen
van andere soorten afval scheiden en op een verantwoorde manier
recyclen, zodat het duurzame hergebruik van materiaalbronnen wordt
bevorderd. Huishoudelijke gebruikers moeten contact opnemen met
de winkel waar ze dit product hebben gekocht of met de gemeente
waar ze wonen om te vernemen waar en hoe ze deze artikelen
milieuvriendelijk kunnen laten recyclen. Zakelijke gebruikers moeten
contact opnemen met hun leverancier en de algemene voorwaarden
van de koopovereenkomst nalezen. Dit product en zijn elektronische
accessoires mogen niet met ander bedrijfsafval voor verwijdering
worden gemengd.
Correcte behandeling van een gebruikte accu uit dit
product
(Van toepassing op de Europese Unie en andere Europese
landen met afzonderlijke inzamelingssystemen voor accu’s
en batterijen)
Dit merkteken op de accu, gebruiksaanwijzing of verpakking geeft aan
dat de accu in dit product aan het einde van de levensduur niet samen
met ander huishoudelijk afval mag worden weggegooid. De chemische
symbolen Hg, Cd of Pb geven aan dat het kwik-, cadmium- of
loodgehalte in de accu hoger is dan de referentieniveaus in de Richtlijn
2006/66/EC. Indien de gebruikte accu niet op de juiste wijze wordt
behandeld, kunnen deze stoffen schadelijk zijn voor de gezondheid van
mensen of het milieu.
Ter bescherming van de natuurlijke hulpbronnen en ter bevordering van
het hergebruik van materialen, verzoeken wij u afgedankte accu’s en
batterijen te scheiden van andere soorten afval en voor recycling aan
te bieden bij het gratis inzamelingssysteem voor accu’s en batterijen in
uw omgeving.
PlanetFirst duidt op het streven van Samsung
Electronics naar een duurzame ontwikkeling en sociale
verantwoordelijkheid door middel van milieubewuste
bedrijfsvoering.
Aanvullende informatie
140
B
Batterij
aandachtspunt 125
opladen 18
plaatsen 17
Beautyshot-modus 51
Beeldaanpassing
contrast
Afspeelmodus 96
Opnamemodus 80
Draaien 98
helderheid
Afspeelmodus 96
Opnamemodus 73
kleurverzadiging
Afspeelmodus 96
Opnamemodus 80
rode ogen 97
scherpte 80
Trimmen 97
Beeldkwaliteit 60
Beeldresolutie 114
Beginafbeelding 95, 113
Bestanden beveiligen 90
Contrast
Afspeelmodus 96
Opnamemodus 80
D
Datum/tijd aanpassen 115
Datum/tijd weergeven 113
De camera losmaken 107
Diafragmawaarde 41
Diavoorstelling 92
Digitale zoom 31
Digital Print Order Format
(DPOF) 99
Draaien 95
DUAL IS-modus 43
F
Filmfiltermodus 56
Index
A
Aanraakscherm 15
Aansluiten op een computer
Mac 108
Windows 103
Afdruk 116
AF-geluid 113
AF-hulplampje
instellingen 117
locatie 14
AF-lamp 117
Afspeelknop 15
Afspeelmodus 85
Anynet+ 114
Automatische
contrastverbetering (ACB)
Afspeelmodus 97
Opnamemodus 74
A/V-poort 14
Bestanden overbrengen
Mac 108
Windows 103
Bestanden weergeven
diavoorstelling 92
miniaturen 89
pagina's omslaan, effect 89
Panoramafoto’s 92
Smart Album 88
TV 100
Bestanden wissen 90
Bewegingsdetectie 86
Bewegingsopname 77
C
Cameraonderhoud 120
Cameraspecificaties 131
Close-upopname
Close-upmodus 42
macro 65
Aanvullende informatie
141
Flitser
Anti-rode ogen 63
Auto 62
Invulflits 63
Langz sync 63
Rode ogen 63
Uit 62
Formatteren 117
Fotofiltermodus 55
Foto's afdrukken 109
Foto's bewerken 95
Foutmeldingen 119
G
Gebruikersknoppen 45
Geheugenkaart
aandachtspunt 123
plaatsen 17
Geluidsinstellingen 24
Gezichten retoucheren
Afspeelmodus 97
Opnamemodus 51
Gezichtsdetectie 68
H
HDMI-formaat 115
HDTV 101
Helderheid
Afspeelmodus 96
Opnamemodus 73
Helderheid scherm 114
Het aanraakscherm gebruiken
aanraken 22
bladeren 22
vegen 22
I
Indicatielampje 15
Instellingen 112
Intelligente zoomfunctie 32
Intelli-studio 105
ISO-waarde 64
K
Kleurverzadiging
Afspeelmodus 96
Opnamemodus 80
Knipperen 70
L
Lichtmeting
Centr. gewogen 75
Multi 75
Spot 75
M
Macro 65
Mijn ster
classificatie 87
registreren 71
Miniaturen 88
Modus 3D-foto 38
Modus Beeld In Beeld 50
Modus Grappig gezicht 54
Modus Help 29
Modus Intelligent portret 50
Modus Live Panorama 39
Modus Magisch kader 53
Modus Mijn magisch kader
53
Modus Poseerhulp 48
Modus Timeropname 42
Modus Touch-opname 43
Modus Wazige achtergrond
52
Modus Zelfportret 49
N
Nachtmodus 41
O
Ontspanknop 14, 16
Ontspanknop half indrukken
34
Index
Aanvullende informatie
142
Opladen 18
Opnamemodus Automatisch
zoomen 48
Opnamereeks met
verschillende belichtingen
(AEB) 77
Optionele accessoires 13
Optische beeldstabilisatie
(OIS) 33
P
PictBridge 109
Pictogrammen
Afspeelmodus 87
Opnamemodus 21
Startscherm 25
Portretten maken
Anti-rode ogen 63
Beautyshot-modus 51
Gezichtsdetectie 68
Knipperen 70
Rode ogen 63
Slimme gez.herkenning 70
Smile shot 69
Zelfportret 69
Power-knop 14
Programmamodus 44
R
Reinigen
aanraakscherm 120
camerabody 120
lens 120
Reset 117
Resolutie
Afspeelmodus 95
Opnamemodus 59
Richtlijnen 113
Rode ogen
Afspeelmodus 97
Opnamemodus 62
S
Scènemodus 41
Scherpstelgebied
Centrum AF 67
Intelligente aanraking-AF 67
Multi AF 67
One Touch-opname 67
Scherpstelgeluid 113
Scherpte 80
Serieopnamen
Auto Exposure Bracket
(opnamereeks met
verschillende belichtingen) 77
Bewegingsopname 77
Continu 77
Servicecenter 128
Slimme filmmodus 47
Slimme gez.herkenning 70
Smart Album 88
Smart Auto-modus 37
Smart Filter
Afspeelmodus 96
Opnamemodus 78
Smile shot 69
Snel tonen 114
Spaarstand 114
Startknop 15
Startscherm 25
Statiefbevestigingspunt 14
Storyboardmaker 98
T
Taalinstellingen 115
Tijdinstellingen 19, 115
Tijdzone-instellingen 19, 115
Timer
Timerlampje 14
U
Uitleg over de pictogrammen
21
Uitpakken 13
USB-poort 14
Index
Aanvullende informatie
143
V
Vergroten 91
Video
afspelen 93
opnemen 46
Video's bewerken
bijsnijden 94
opnemen 94
Vignettenmodus 57
W
Witbalans 75
Z
Zelfportretopname 69
Zoomen
zoomfunctie gebruiken 31
zoomgeluidinstellingen 81
zoomknop 14
3
3D TV 102
Index
Raadpleeg voor klantenservice of bij vragen de garantie-informatie
die met het product is meegeleverd of bezoek onze website
http://www.samsung.com/.

Documenttranscriptie

In deze gebruiksaanwijzing vindt u uitgebreide aanwijzingen voor het gebruik van uw camera. Lees deze gebruiksaanwijzing aandachtig door. Klik op een onderwerp Algemene problemen oplossen User Manual MV800 Beknopt overzicht Inhoud Basisfuncties Uitgebreide functies Opname-instellingen Weergeven en bewerken Instellingen Aanvullende informatie Index Informatie over gezondheid en veiligheid Houd u altijd aan de volgende voorzorgsmaatregelen en gebruikstips om gevaarlijke situaties te vermijden en ervoor te zorgen dat de camera optimaal werkt. Houd de camera buiten het bereik van kleine kinderen en huisdieren. Houd de camera en alle bijbehorende onderdelen en accessoires buiten het bereik van kleine kinderen en huisdieren. Kleine onderdelen vormen verstikkingsgevaar of kunnen schadelijk zijn wanneer deze worden ingeslikt. Bewegende onderdelen en accessoires kunnen ook fysiek gevaar opleveren. Waarschuwing—situaties die bij u of anderen letsel kunnen veroorzaken Haal de camera niet uit elkaar en probeer de camera niet te repareren. Dit kan een schok veroorzaken of de camera beschadigen. Gebruik de camera niet dichtbij ontvlambare of explosieve gassen en vloeistoffen. Dit kan brand of een schok veroorzaken. Stel de camera niet gedurende lange tijd aan direct zonlicht of hoge temperaturen bloot. Langdurige blootstelling aan zonlicht of extreme temperaturen kan permanente schade aan interne onderdelen van het toestel veroorzaken. Plaats geen ontvlambare materialen in de camera en bewaren dergelijke materialen niet in de buurt van de camera. Dit kan brand of een schok veroorzaken. Voorkom dat de camera of oplader wordt bedekt voor kleden of kleding. Dit kan oververhitting van de camera of brand veroorzaken. Raak de camera niet met natte handen aan. Dit kan een schok veroorzaken. Als er vloeistoffen of vreemde voorwerpen in de camera komen, moet u meteen alle voedingsbronnen, zoals de batterij of oplader, loskoppelen en vervolgens contact opnemen met een servicecenter van Samsung. Voorkom oogletsel bij het nemen van foto's. Gebruik de flitser van de camera niet vlakbij (op minder dan 1 m afstand van) de ogen van mensen of dieren. Als u de flitser dicht bij de ogen van het onderwerp gebruikt, kunt u tijdelijke of permanente schade aan het gezichtsvermogen veroorzaken. 1 Informatie over gezondheid en veiligheid Raak de flitser niet aan wanneer deze wordt gebruikt. De flitser wordt zeer heet en kan brandwonden veroorzaken. Voorzichtig—situaties die kunnen resulteren in beschadiging van de camera of andere apparatuur Als u de AC-oplader gebruikt, moet u de camera uitschakelen voor u de voedingsbron van de AC-oplader loskoppelt. Anders kunt u brand of een schok veroorzaken. Haal de batterijen uit de camera wanneer u deze voor langere tijd opbergt. Batterijen in het batterijvak kunnen na verloop van tijd gaan lekken of roesten en ernstige schade aan uw camera veroorzaken. Laat de stekker van de oplader niet in het stopcontact zitten als u de oplader niet gebruikt. Dit kan brand of een schok veroorzaken. Gebruik uitsluitend authentieke, door de fabrikant aanbevolen lithium-ionbatterijen ter vervanging. Zorg dat u de batterij niet beschadigt of verhit. Dit kan brand ontstaan of persoonlijk letsel veroorzaken. Gebruik voor het opladen van de batterijen geen elektriciteitssnoeren of stekkers die beschadigd zijn, of een loshangend stopcontact. Dit kan brand of een schok veroorzaken. Gebruik alleen door Samsung goedgekeurde batterijen, opladers, kabels en accessoires. • Niet-goedgekeurde batterijen, opladers, kabels of accessoires kunnen de camera beschadigen, letsel veroorzaken of ertoe leidden dat batterijen exploderen. • Samsung is niet aansprakelijk voor schade of letsel veroorzaakt door niet-goedgekeurde batterijen, opladers, kabels of accessoires. Zorg dat de AC-oplader niet in contact komt met de plus- en minpolen van de batterij. Dit kan brand of een schok veroorzaken. Gebruik batterijen niet voor doeleinden waarvoor de batterijen niet zijn bedoeld. Dit kan brand of een schok veroorzaken. 2 Informatie over gezondheid en veiligheid Wees voorzichtig bij het aansluiten van snoeren en adapters en het plaatsen van batterijen en geheugenkaarten. Door het forceren van aansluitingen, het niet op de juiste manier aansluiten van snoeren of het niet op de juiste manier plaatsen van batterijen en geheugenkaarten kunt u poorten, aansluitingen en accessoires beschadigen. Wanneer u de USB-kabel op de camera aansluit, zorg er dan voor dat u de juiste USB-connector op de camera aansluit. Als u de kabel omgekeerd aansluit, kunnen de bestanden beschadigen. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor enig verlies van gegevens. Plaats de camera niet in of in de buurt van een magnetisch veld. Als de camera bij een magnetisch voorwerp wordt geplaatst, treedt er mogelijk een storing op in het apparaat. Houd kaarten met magnetische stroken uit de buurt van het camera-etui. Informatie die is opgeslagen op de kaart kan worden beschadigd of gewist. Zorg ervoor dat u de camera niet laat vallen of de behuizing van de camera ergens tegenaan stoot. • Hierdoor kan het scherm van de camera beschadigd raken. • Als u de camera laat vallen, kan de behuizing beschadigd raken of kunnen interne onderdelen breken. Gebruik nooit een beschadigde oplader, batterij of geheugenkaart. Dit kan een schok, camerastoring of brand veroorzaken. Controleer voor gebruik of de camera naar behoren functioneert. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor verlies van bestanden of schade die kan voortkomen uit defecten aan de camera of onjuist gebruik. Wees voorzichtig wanneer het scherm van de camera is beschadigd. • Bij beschadiging van glazen of acryl onderdelen, laat u de camera eerst repareren door een servicecentrum van Samsung Electronics voordat u het weer in gebruik neemt. Dit om het risico op ongelukken en letsel te voorkomen. • Gebruik de camera alleen voor die doeleinden waarvoor het is bedoeld. 3 Overzicht van de gebruiksaanwijzing Basisfuncties Copyrightinformatie • Microsoft Windows en het Windows-logo zijn geregistreerde handelsmerken van Microsoft Corporation. • Mac is een geregistreerd handelsmerk van Apple Corporation. • HDMI, het HDMI-logo en de term "High Definition Multimedia Interface" zijn handelsmerken of geregistreerde handelsmerken van HDMI Licensing LLC. • microSD™ en microSDHC™ zijn geregistreerde handelsmerken van SD Association. • Handelsmerken en handelsnamen in deze gebruiksaanwijzing zijn het eigendom van de betreffende eigenaars. 12 Hier vindt u informatie over de indeling van de camera en basisfuncties voor het maken van opnamen. Uitgebreide functies 36 Informatie over het maken van foto's en het opnemen van video's door een modus te selecteren. Opname-instellingen 58 Hier vindt u informatie over het instellen van de opties in de opnamemodus. Weergeven en bewerken 84 Hier vindt u informatie over hoe u foto's en video's kunt weergeven of afspelen en hoe u foto's en video's kunt bewerken. Ook leest u hier hoe u de camera op een computer, fotoprinter, televisie, HDTV of 3D-tv aansluit. • Cameraspecificaties of de inhoud van deze Instellingen gebruiksaanwijzing kunnen bij een upgrade van camerafuncties zonder kennisgeving worden gewijzigd. • Het is niet toegestaan om enig deel van deze gebruiksaanwijzing zonder vooraf gegeven toestemming te hergebruiken of verspreiden. 111 Hier vind u opties om de instellingen van uw camera te configureren. Aanvullende informatie Hier vindt u informatie over foutmeldingen, specificaties en onderhoud. 4 118 Pictogrammen in deze gebruiksaanwijzing Pictogram Functie Aanvullende informatie Veiligheidsvoorschriften en waarschuwingen [ ] Cameraknoppen. [Ontspanknop] staat bijvoorbeeld voor de sluiterknop. ( ) Paginanummer van verwante informatie → De volgorde van de opties of menu's die u moet selecteren om een stap uit te voeren, bijvoorbeeld: Raak → Fotoformaat aan (staat voor Raak , aan en raak vervolgens Fotoformaat aan). * Voetnoot 5 Uitdrukkingen in deze gebruiksaanwijzing Op de ontspanknop drukken • Druk de [Ontspanknop] half in: druk de sluiterknop tot halverwege in • Druk op de [Ontspanknop]: druk de sluiterknop helemaal in Belichting (Helderheid) De hoeveelheid licht die de camera binnenkomt bepaalt de belichting. De belichting kan worden aangepast met sluitertijd, diafragmawaarde en ISO-waarde. Wanneer u de belichting verandert, worden de foto's donkerder of lichter. Normale belichting Druk de [Ontspanknop] half in Druk op de [Ontspanknop] Onderwerp, achtergrond en compositie • Onderwerp: het hoofdobject van een scène, zoals een persoon, dier of stilleven • Achtergrond: de objecten rond het onderwerp • Compositie: de combinatie van onderwerp en achtergrond Achtergrond Compositie Onderwerp 6 Overbelicht (te helder) Algemene problemen oplossen Hier vindt u informatie waarmee u algemene problemen kunt oplossen door opnameopties in te stellen. De ogen van het Dit wordt veroorzaakt door een reflectie van de flitser van de camera. onderwerp zijn rood. • Stel de flitsoptie in op Rode ogen of Anti-rode ogen. (pag. 62) • Als er al een foto is genomen, selecteert u in het bewerkingsmenu de optie Anti-rode ogen in het menu voor bewerken. (pag. 97) Foto's bevatten stofvlekken. Als u de flitser gebruikt, worden stofdeeltjes in de lucht mogelijk vastgelegd op foto's. • Schakel de flitser uit of neem geen foto's op stoffige plaatsen. • Pas de ISO-waarde aan. (pag. 64) Foto's zijn onscherp. Dit kan worden veroorzaakt doordat u foto's maakt bij weinig licht of doordat u de camera niet goed vasthoudt. • Gebruik de functie OIS of druk de [Ontspanknop] half in om scherp te stellen op het onderwerp. (pag. 33) • Gebruik de DUAL IS-modus. (pag. 43) Bij nachtopnamen zijn foto's onscherp. Om meer licht binnen te laten, gebruikt de camera een langere sluitertijd. Het kan dan lastig zijn de camera stil te houden, waardoor de foto's bewogen kunnen worden. • Selecteer de modus Nachtopname. (pag. 41) • Schakel de flitser in. (pag. 62) • Pas de ISO-waarde aan. (pag. 64) • Gebruik een statief om te voorkomen dat de camera beweegt. Het onderwerp is te donker door tegenlicht. Als de lichtbron zich achter het onderwerp bevindt of als er een groot contrast is tussen de lichte en donkere gebieden, kan het onderwerp te donker worden. • Maak geen foto's tegen de zon in. • Selecteer Tegenl. in de modus Scène. (pag. 41) • Stel de flitseroptie in op Invulflits. (pag. 62) • Pas de belichting aan. (pag. 73) • Stel de optie Automatische contrastbalans (ACB) in. (pag. 74) • Stel de lichtmeting in op Spot als er een helder onderwerp in het midden van het kader staat. (pag. 74) 7 Beknopt overzicht Foto's van mensen maken • Modus Beautyshot  51 • Rode ogen/Anti-rode ogen (om rode ogen te voorkomen of te corrigeren)  62 • Gezichtsdetectie  68 • Poseerhulpmodus  48 • Opnamemodus Automatisch zoomen  48 • Zelfportretmodus  49 • Modus Intelligent portret  50 • Modus Beeld In Beeld  50 • • • • 's Nachts of in het donker foto's maken Modus Scène > Zon onder, Dageraad  41 Modus Nachtopname  41 Flitseropties  62 ISO-waarde (de lichtgevoeligheid aanpassen)  64 Actiefoto's maken • Continu, Bewegingsopname  77 De belichting aanpassen (helderheid) • ISO-waarde (de lichtgevoeligheid aanpassen)  64 • EV (de belichting aanpassen)  73 • ACB (compenseren voor onderwerpen tegen lichte achtergronden)  74 • L.meting  74 • AEB (3 foto's van dezelfde scène maken, maar met verschillende belichtingen)  77 Foto's maken van tekst, insecten en bloemen • Modus Scène > Tekst  41 • Modus Close-up  42 • Macro  65 De belichting aanpassen (helderheid) • Modus Live Panorama  39 Effecten toepassen op foto's • • • • • • • • Modus Wazige achtergrond  52 Modus Magisch kader  53 Modus Mijn magisch kader  53 Modus Grappig gezicht  54 Modus Fotofilter  55 Modus Vignetten  57 Intelligente filtereffecten  78 Beeld aanpassen (om Scherpte, Contrast of Kleurverz. aan te passen)  80 Effecten toepassen op video's • Modus Filmfilter  56 • Modus Vignetten  57 Bewegingsonscherpte voorkomen • OIS (Optical Image Stabilization)  33 • Modus DUAL IS  43 8 • Bestanden op categorie weergeven in Smart Album  88 • Bestanden weergeven als miniaturen  89 • Bestanden op de geheugenkaart wissen 91 • Foto's als diashow weergeven  92 • Bestanden op een televisie of HDTV weergeven  100 • De camera op een computer aansluiten  103 • Geluid en volume bijstellen  113 • De helderheid van het scherm bijstellen  114 • De schermtaal wijzigen  115 • De datum en tijd instellen  115 • Voordat u contact opneemt met een servicecenter  128 Inhoud Basisfuncties .................................................................... 12 Uitgebreide functies ......................................................... 36 Uitpakken ...................................................................... 13 Onderdelen en knoppen van de camera ...................... 14 Het scherm gebruiken .................................................. 16 De batterij en geheugenkaart plaatsen ......................... 17 De batterij opladen en de camera inschakelen ............ 18 De batterij opladen ....................................................... 18 De camera inschakelen ................................................ 18 De eerste instellingen uitvoeren .................................... 19 Uitleg over de pictogrammen ....................................... 21 Het aanraakscherm gebruiken . .................................... 22 Het geluid instellen ........................................................ 24 Het startscherm gebruiken ........................................... 25 Het startscherm openen ............................................... 25 Pictogrammen op het startscherm ................................. 25 Pictogrammen opnieuw indelen . ................................... 27 Achtergrond instellen .................................................... 27 De Helpmodus gebruiken ............................................. 29 Beschrijving van de toepassing openen ......................... 29 De gebruiksaanwijzing weergeven ................................. 29 Foto's maken . ............................................................... 30 Zoomen ...................................................................... 31 Bewegingsonscherpte voorkomen (OIS) . ...................... 33 Tips om betere foto's te maken .................................... 34 Opnamemodi gebruiken ............................................... 37 De Smart Auto-modus gebruiken .................................. 37 De modus 3D-foto gebruiken ........................................ 38 De modus Live Panorama gebruiken ............................. 39 De Scènemodus gebruiken .......................................... 41 De Nachtmodus gebruiken ........................................... 41 De Close-upmodus gebruiken ...................................... 42 De Timeropnamemodus gebruiken ................................ 42 De modus Touch-opname gebruiken ............................. 43 De DUAL IS-modus gebruiken ...................................... 43 De Programmamodus gebruiken ................................... 44 De Filmmodus gebruiken .............................................. 46 De Slimme filmmodus gebruiken ................................... 47 De portretmodi gebruiken ............................................. 48 De modus Poseerhulp gebruiken .................................. 48 De modus Automatisch zoomen gebruiken .................... 48 De modus Zelfportret gebruiken .................................... 49 De modus Intelligent portret gebruiken ........................... 50 De modus Beeld In Beeld gebruiken .............................. 50 De Beautyshot-modus gebruiken .................................. 51 Effectmodi gebruiken .................................................... 52 De modus Wazige achtergrond gebruiken ...................... 52 De modus Magisch kader gebruiken ............................. 53 De modus Mijn magisch kader gebruiken ....................... 53 De modus Grappig gezicht gebruiken ............................ 54 De Fotofiltermodus ....................................................... 55 De Filmfiltermodus gebruiken ........................................ 56 De Vignettenmodus gebruiken ...................................... 57 9 Inhoud Opname-instellingen ........................................................ 58 Effecten toepassen/Beelden aanpassen ...................... 78 Intelligente filtereffecten toepassen ................................. 78 Foto's aanpassen ........................................................ 80 Het zoomgeluid instellen ............................................... 81 Beschikbare opname-instellingen per opnamemodus ... 82 Resolutie en beeldkwaliteit selecteren . ........................ 59 De resolutie selecteren ................................................. 59 De beeldkwaliteit selecteren .......................................... 60 Opnamen in het donker maken .................................... 62 Rode ogen voorkomen ................................................. 62 De flitser gebruiken . ..................................................... 62 De ISO-waarde aanpassen ........................................... 64 De scherpstelling aanpassen ........................................ 65 Macro gebruiken .......................................................... 65 Smart Touch AF gebruiken ............................................ 66 Het scherpstelgebied aanpassen .................................. 67 Gezichtsdetectie gebruiken .......................................... 68 Gezichten detecteren ................................................... 68 Een zelfportret maken ................................................... 69 Een foto van een lachend gezicht maken ....................... 69 Knipperende ogen detecteren ....................................... 70 Slimme gezichtsherkenning gebruiken ........................... 70 Gezichten als favoriet registreren (Mijn ster) . ................... 71 Helderheid en kleur aanpassen .................................... 73 De belichting handmatig aanpassen (EV) ........................ 73 Compenseren voor tegenlicht (ACB) .............................. 74 De lichtmeetmethode wijzigen ....................................... 74 Een lichtbron selecteren (Witbalans) . ............................. 75 Serieopnamen ............................................................... 77 Weergeven en bewerken ................................................. 84 Foto's of video's weergegeven in de afspeelmodus .... 85 De afspeelmodus starten .............................................. 85 Foto's weergeven . ....................................................... 91 Een video afspelen ....................................................... 93 Foto's bewerken . .......................................................... 95 Het formaat van foto's aanpassen . ................................ 95 Een foto draaien . ......................................................... 95 Intelligente filtereffecten toepassen ................................. 96 Foto's aanpassen ........................................................ 96 Storyboard maken ....................................................... 98 Een afdrukbestelling maken (DPOF) ............................... 99 Bestanden op een tv, HDTV of 3D-tv bekijken ........... 100 Bestanden naar een Windows-computer overbrengen .. 103 Bestanden overbrengen met Intelli-studio ..................... 104 Bestanden overbrengen door de camera als een verwisselbare schijf aan te sluiten ................................ 106 De camera loskoppelen (Windows XP) . ....................... 107 Bestanden naar een Mac-computer overbrengen ..... 108 Foto's met een PictBridge-fotoprinter afdrukken . ..... 109  10 Inhoud Instellingen ...................................................................... 111 Instellingenmenu ......................................................... 112 Het instellingenmenu openen ...................................... 112 Geluid ....................................................................... 113 Display ...................................................................... 113 Connectiviteit ............................................................. 114 Algemeen . ................................................................ 115 Aanvullende informatie .................................................. 118 Foutmeldingen ............................................................ 119 Cameraonderhoud ...................................................... 120 De camera reinigen .................................................... 120 De camera gebruiken of opbergen .............................. 121 Geheugenkaarten ...................................................... 122 De batterij .................................................................. 124 Voordat u contact opneemt met een servicecenter ... 128 Cameraspecificaties . .................................................. 131 Woordenlijst ................................................................. 135 Index ............................................................................ 140  11 Basisfuncties Hier vindt u informatie over de indeling van de camera en basisfuncties voor het maken van opnamen. Uitpakken ……………………………………… 13 Het startscherm gebruiken … ……………… 25 Onderdelen en knoppen van de camera …… 14 Het startscherm openen … ………………… Pictogrammen op het startscherm … ……… Pictogrammen opnieuw indelen … ………… Achtergrond instellen ………………………… Het scherm gebruiken … …………………… 16 De batterij en geheugenkaart plaatsen … … 17 De batterij opladen en de camera inschakelen … ………………………………… 18 De batterij opladen … ……………………… 18 De camera inschakelen ……………………… 18 De eerste instellingen uitvoeren … ………… 19 Uitleg over de pictogrammen … …………… 21 Het aanraakscherm gebruiken ……………… 22 Het geluid instellen …………………………… 24 25 25 27 27 De Helpmodus gebruiken …………………… 29 Beschrijving van de toepassing openen … … 29 De gebruiksaanwijzing weergeven … ……… 29 Foto's maken … ……………………………… 30 Zoomen ……………………………………… 31 Bewegingsonscherpte voorkomen (OIS) …… 33 Tips om betere foto's te maken … ………… 34 Uitpakken De productverpakking bevat de volgende onderdelen. Optionele accessoires Camera AC-adapter/USB-kabel Camera-etui Oplaadbare batterij HDMI-kabel A/V-kabel Polslus Batterijoplader Snelstartgids • De illustraties kunnen afwijken van de werkelijke artikelen. • U kunt door Samsung goedgekeurde accessoires die compatibel zijn met uw camera aanschaffen bij het servicecentrum of de winkel waar u de camera hebt aangeschaft. Wij zijn niet aansprakelijk voor schade als gevolg van het gebruik van artikelen van andere fabrikanten. Basisfuncties 13 Geheugenkaart/ Geheugenkaartadapter Onderdelen en knoppen van de camera Zorg dat u vertrouwd bent met de diverse onderdelen en functies van de camera voordat u begint. Zoomknop • In de opnamemodus: In- en uitzoomen • In de afspeelmodus: Inzoomen op een deel van de foto of bestanden als miniaturen weergeven Ontspanknop Microfoon Power-knop Flitser AF-hulplampje/Timerlampje Lens HDMI-aansluiting Voor aansluiting van HDMI-kabel Statiefbevestigingspunt Batterijklep Plaatsing van batterij en geheugenkaart USB- en A/V-aansluiting Voor aansluiting van USB- of A/V-kabel Basisfuncties 14 Onderdelen en knoppen van de camera Indicatielampje • Knippert: Wanneer de camera een foto of video opslaat, wordt gelezen door een computer of printer of wanneer de afbeelding niet scherp is • Brandt: Bij het maken van verbinding met de computer, als het onderwerp niet scherp is of bij het opladen van de batterij Aanraakscherm Luidspreker 2 Startknop Afspeelknop 1 De polslus bevestigen Basisfuncties 15 Onderdelen en knoppen van de camera Het scherm gebruiken U kunt een zelfportret maken terwijl u uzelf op het scherm bekijkt door het scherm omhoog te klappen en de sluiterknop aan de achterkant van de camera te gebruiken. Het scherm kan 180 omhoog worden geklapt. Ontspanknop • Klap het scherm in als u het niet gebruikt. • Klap het scherm niet meer dan 180 graden omhoog, anders kan het breken. Basisfuncties 16 De batterij en geheugenkaart plaatsen Hier vindt u informatie over het in de camera plaatsen van de batterij en van een optionele geheugenkaart.   De batterij en geheugenkaart verwijderen  Duw voorzichtig tegen de kaart totdat deze uit de camera loskomt en trek de kaart vervolgens uit de sleuf. Geheugenkaart Geheugenkaart Batterij vergrendeling Zorg dat bij het plaatsen van een geheugenkaart de goudkleurige contactpunten omhoog zijn gericht. Zorg dat bij het plaatsen van de batterij het Samsung-logo omhoog is gericht. Druk op de vergrendeling om de batterij los te maken. Oplaadbare batterij Oplaadbare batterij Basisfuncties 17 • Het interne geheugen kan worden gebruikt als tijdelijk opslagmedium als er geen geheugenkaart is geplaatst. • Plaats een geheugenkaart in de juiste richting. Als u een geheugenkaart in de verkeerde richting plaatst, kan dit uw camera en geheugenkaart beschadigen. De batterij opladen en de camera inschakelen De batterij opladen Voordat u de camera voor het eerst gaat gebruiken, moet de batterij worden opgeladen. Wanneer u de USB-kabel op de camera aansluit, sluit u de kleine connector aan op de camera. De andere connector sluit u aan op de voedingsadapter. De camera inschakelen Druk op [POWER] om de camera in- of uit te schakelen. • Het scherm voor de eerste instellingen verschijnt wanneer u de camera voor het eerst inschakelt. (pag. 19)   De camera inschakelen in de afspeelmodus  Druk op [Afspelen]. De camera wordt ingeschakeld en gaat direct naar de afspeelmodus. Indicatielampje • Rode lampje brandt: Bezig met opladen • Rode lampje is uit: Volledig opgeladen Gebruik alleen de netvoedingsadapter en USB-kabel die is meegeleverd met uw camera. Als u een andere netvoedingsadapter gebruikt (zoals de SAC-48), wordt de batterij van de camera mogelijk niet opgeladen of werkt deze mogelijk niet naar behoren. Basisfuncties 18 Als u uw camera inschakelt door [Afspelen] ongeveer 5 seconden ingedrukt te houden, geeft de camera geen enkel camerageluid. De eerste instellingen uitvoeren Wanneer het scherm voor de eerste instellingen verschijnt, volgt u de onderstaande stappen om de basisinstellingen van de camera te configureren. 1 Raak Language aan. 5 Raak Thuis en vervolgens of aan om een tijdzone te selecteren. General Language English Time Zone Home • Als u naar een ander land reist, kunt u Bezoek aanraken en een nieuwe tijdzone selecteren. Tijdzone Date/Time Set 2 Selecteer een taal. Londen 6 Raak aan om op te slaan. 7 Raak Datum/tijd aanpassen aan. 3 Raak aan om terug te gaan naar het scherm voor de eerste instelling. 4 Raak Tijdzone aan. Basisfuncties 19 De eerste instellingen uitvoeren 8 Raak de pijlen omhoog en omlaag aan om de datum in te stellen. Datum/tijd aanpassen Jaar Maand Dag • Het scherm kan afwijken, afhankelijk van de geselecteerde taal. 9 Raak aan en stel de tijd in. Datum/tijd aanpassen Uur • Raak 10 Raak 11 Raak 12 Raak Min aan als u zomertijd wilt instellen. aan om op te slaan. aan om instellingen op te slaan. aan in een pop-upvenster. Basisfuncties 20 Uitleg over de pictogrammen Welke pictogrammen worden weergegeven op het scherm, is afhankelijk van de geselecteerde modus en de ingestelde opties. Pictogram Beschrijving Diafragmawaarde Sluitertijd Timer Autofocuskader 1 2 Bewegingsonscherpte 3 Zoomindicator Zoomverhouding 1 Instellingenpictogrammen (aanraken) Pictogram Beschrijving Fotoresolutie als intelligent zoomen in ingeschakeld Flitsoptie Rasterlijnen • • • : volledig opgeladen : gedeeltelijk opgeladen : leeg (opladen) Fotoresolutie Videoresolutie Lichtmeting Framesnelheid Optische beeldstabilisatie (OIS) Geluid uit Belichtingswaarde aangepast 3 Statuspictogrammen Witbalans Beschrijving Type serieopnamen Resterend aantal foto's Flitser Beschikbare opnametijd Intelligent zoomen ingeschakeld Beschrijving Geheugenkaart niet geplaatst (intern geheugen) Smart filter Opnamemodus Geheugenkaart geplaatst Beeld aanpassen Opname-instellingen 2 Statuspictogrammen Pictogram Beschrijving ISO-waarde Autofocusinstelling Timerinstelling Pictogram Pictogram Huidige datum Gezichtsdetectie Huidige tijd Autofocus Basisfuncties 21 Het aanraakscherm gebruiken Hier vindt u informatie waarmee u het aanraakscherm leert gebruiken. Het aanraakscherm werkt het beste met het zachte gedeelte van de vinger. Raak het scherm niet aan met scherpe voorwerpen, zoals pennen en potloden. Anders kunt het scherm beschadigen.   Aanraken    Vegen  Raak een pictogram aan om een menu of optie te selecteren. Veeg voorzichtig met uw vinger over het scherm. Smart Auto Programma Scène 3D-foto Slimme film Film Live Panorama Zelfportret   Slepen  Raak een gedeelte van het scherm aan en sleep vervolgens met uw vinger. L.meting Multi Spot Centr. gewogen Als u aanraakt, wordt een pop-upvenster weergegeven met informatie over functies en instellingen. Basisfuncties 22 Het aanraakscherm gebruiken   Een optie selecteren  • Sleep de optielijst omhoog of omlaag tot u de gewenste optie vindt. Raak de optie vervolgens aan. • Als u meerdere items tegelijk aanraakt, herkent het aanraakscherm uw invoer mogelijk niet. • Wanneer u het scherm aanraakt of over het scherm sleept met de schermpen, kunnen er verkleuringen optreden. Dit is geen defect, maar een eigenschap van het aanraakscherm. Het effect is minimaal als u bij deze handelingen het scherm slechts licht aanraakt. • Als u de camera gebruikt in vochtige omgevingen, werkt het aanraakscherm mogelijk niet correct. • Als u beschermfolie of ander accessoires aanbrengt op het aanraakscherm, werkt het scherm mogelijk niet correct. • Afhankelijk van de kijkhoek kan het scherm donker lijken. Pas de helderheid of de kijkhoek aan om de resolutie te verbeteren. L.meting Multi Spot Centr. gewogen • Raak de gewenste optie aan om de instelling in of uit te schakelen. OIS Uit Aan Basisfuncties 23 Het geluid instellen U kunt instellen dat de camera geluiden afspeelt als u functies uitvoert. 1 Raak aan op het startscherm. 2 Raak Geluid aan. 3 Raak Piepjes aan. 4 Raak de gewenste optie aan om de pieptoon in of uit te schakelen. Piepjes Uit Aan Basisfuncties 24 Het startscherm gebruiken Met de pictogrammen op het startscherm kunt u een opnamemodus selecteren of het instellingenmenu openen. Het startscherm openen Pictogrammen op het startscherm Druk in de opname- of afspeelmodus op [HOME]. Pictogram Beschrijving Smart Auto: hiermee maakt u een foto waarbij de camera automatisch een geschikte modus voor de scène selecteert. (pag. 37) Programma: hiermee stelt u handmatig opties in voor de foto die u maakt. (pag. 44) Slimme film: hiermee kunt u een video opnemen waarbij de camera automatisch een geschikte modus voor de scène selecteert. (pag. 47) Film: hiermee kunt u een video opnemen. (pag. 46) Smart Auto Programma Slimme film Scène 3D-foto Live Panorama 3D-foto Scène: hiermee maakt u een foto met vooraf ingestelde opties voor een specifieke scène. (pag. 41) 1 3D-foto: Een foto met 3D-effecten maken voor een 3D-tv. (pag. 38) Zelfportret Live Panorama: Met deze modus kunt u een foto brede scène maken. (pag. 39) 2 Nr. Zelfportret: hiermee kunt u een zelfportret nemen terwijl u na]ar uzelf kijkt door het scherm rechtop te zetten. (pag. 49) Beschrijving 1 Raak een pictogram aan om een modus of functie weer te geven. • Sleep of veeg op het aanraakscherm om naar een andere pagina te bladeren. 2 Het nummer van de huidige pagina. ( Beeld in beeld: hiermee combineert u een zelfportret met de gewenste achtergrondafbeelding tot één foto. (pag. 50) Magisch kader: hiermee kunt u een foto maken met verschillende kadereffecten. (pag. 53) ) Basisfuncties 25 Het startscherm gebruiken Pictogram Beschrijving Pictogram Beschrijving Mijn Magisch kader: Een foto maken, deze gedeeltelijk transparant maken en vervolgens als overlay gebruiken op een nieuw gemaakte foto. (pag. 53) Grappig gezicht: hiermee kunt u een foto maken met grappige gezichtseffecten. (pag. 54) Automatische zoomopname: Automatisch de zoom aanpassen aan het gedetecteerde gezicht. (pag. 48) Timeropname: hiermee maakt u automatisch een foto door de timer in te stellen. (pag. 42) Touch-opname: hiermee maakt u een foto met een druk. (pag. 43) Fotofilter: hiermee kunt u een foto maken met verschillende filtereffecten. (pag. 55) Filmfilter: hiermee kunt u een video opnemen met verschillende filtereffecten. (pag. 56) Poseerhulp: hiermee kunt u het onderwerp uitlijnen met de geleiderlijn die wordt weergegeven op het scherm en een foto maken met de gewenste houding. (pag. 48) Vignetten: hiermee kunt u een foto maken of een video opnemen met een vigneteffect. (pag. 57) Album: hiermee kunt u bestanden op categorie weergeven in Smart Album. (pag. 88) Beautyshot: hiermee kunt u een portretfoto maken met opties voor het verhullen van onzuiverheden op het gezicht. (pag. 51) Thema-album: hiermee kunt u bestanden weergeven met een effect dat lijkt op het omslaan van pagina's. (pag. 89) Wazige achtergrond: hiermee maakt u een foto waarbij de achtergrond van het onderwerp vervaagd is. (pag. 52) Nachtopname: hiermee kunt u nachtelijke opnamen maken door de sluitersnelheid en diafragmawaarde aan te passen. (pag. 41) Diashow: hiermee kunt u foto's weergeven als een diashow met effecten en muziek. (pag. 92) Foto-editor: hiermee kunt u foto's bewerken met verschillende effecten. (pag. 95) Storyboardmaker: hiermee past u een kadereffect met diverse kaders en randen toe op een foto. (pag. 98) Close-up: hiermee maakt u close-upfoto's van onderwerpen. (pag. 42) Achtergronden: hiermee stelt u de achtergrondafbeelding voor het startscherm in. (pag. 27) DUAL IS: hiermee kunt u bewegingsonscherpte optisch en digitaal beperken om wazige foto's te voorkomen. (pag. 43) Help: hiermee kunt u de Help weergeven en leren hoe u de camera kunt gebruiken. (pag. 29) Intelligent portret : hiermee slaat u automatisch 2 aanvullende portretten op door een gezicht te detecteren. (pag. 50) Instellingen: hiermee kunt instellingen aanpassen aan uw voorkeuren. (pag. 112) Basisfuncties 26 Het startscherm gebruiken Pictogrammen opnieuw indelen Achtergrond instellen U kunt de pictogrammen op het startscherm opnieuw indelen in elke gewenste volgorde. De achtergrond van het startscherm instellen met de gewenste afbeelding. 1 Raak een pictogram aan en blijf dit aanraken. 1 Raak Smart Auto Programma Scène 3D-foto Slimme film Film Live Panorama Zelfportret 2 Sleep het pictogram naar een nieuwe locatie. • Sleep een pictogram naar de linker- of rechterzijde van het Album Scène Slimme film Film Live Panorama Zelfportret Themaalbum Storyboardmaker Achtergronden Diashow Foto-editor Help Instellingen 2 Raak de gewenste achtergrond aan in de standaard Galerie met achtergronden. scherm als u het pictogram naar een andere pagina wilt verplaatsen. Als u het pictogram op een nieuwe locatie plaatst, schuiven de andere pictogrammen aan de kant. Smart Auto Programma aan op het startscherm. • Raak aan om een door de gebruiker gemaakte foto in te stellen als achtergrond. • Stel een bepaald gedeelte in als achtergrond door het te vergroten/verkleinen wanneer u een afbeelding uit het album instelt als achtergrond. • Als u het menu Achtergrond instellen selecteert na de knop te hebben aangeraakt in de weergavemodus, kunt u een specifiek deel van de afbeelding als achtergrond instellen door de gemaakte opname te slepen. Basisfuncties 27 Het startscherm gebruiken 3 Raak Album aan om op te slaan. Themaalbum Storyboardmaker Achtergronden Diashow Foto-editor Help Instellingen Basisfuncties 28 De Helpmodus gebruiken U kunt een eenvoudige beschrijving van de toepassing en een gebruiksaanwijzing weergeven in de Helpmodus. Beschrijving van de toepassing openen De gebruiksaanwijzing weergeven 1 Raak 1 Raak aan op het startscherm. 2 Raak Handleiding aan. 3 Raak of aan om van de ene Handleiding naar de Album aan op het startscherm. Themaalbum Storyboardmaker Achtergronden Diashow Foto-editor Help Instellingen andere te gaan. Beschrijving toepassing Handleiding 2 Raak of aan om van de ene Beschrijving van toepassing naar de andere te gaan. • Selecteer de gewenste modus in de lijst door aan te raken. Beschrijving toepassing 3 Raak Handleiding 4 Raak aan om een modus of functie te gebruiken. Basisfuncties 29 aan om een modus of functie te gebruiken. Foto's maken Hier vindt u informatie over hoe u snel en eenvoudig foto's kunt in de Smart Auto-modus. 1 Raak aan op het startscherm. 3 Druk de [Ontspanknop] half in om scherp te stellen. • Een groen kader betekent dat het onderwerp scherp in beeld is. • Een rood kader betekent dat het onderwerp niet scherp in beeld is. Smart Auto Programma Slimme film Scène 3D-foto Live Panorama 3D-foto Zelfportret 2 Plaats het onderwerp in het kader. 4 Druk de [Ontspanknop] volledig in om een foto te maken. Zie pagina 34 voor tips om betere foto's te maken. Klap het scherm in als u het niet uitgeklapt nodig hebt. Basisfuncties 30 Foto's maken Zoomen   Digitale zoom  U kunt close-upfoto's maken door in te zoomen. De camera kan optisch en digitaal 5X inzoomen en heeft tevens een intelligente zoomfunctie voor 2X inzoomen. De intelligente en digitale zoomfunctie kunnen niet gelijktijdig worden gebruikt. Als de zoomindicator zich in het digitale bereik bevindt, gebruikt de camera de digitale zoomfunctie. U kunt tot 25 keer inzoomen als u zowel de optische als de digitale zoomfunctie gebruikt. Digitaal bereik Zoomindicator Optisch bereik • De digitale zoomfunctie is alleen beschikbaar in de modi Programma Zoomverhouding en Scène (met uitzondering van Tekst). • De digitale zoom is niet beschikbaar met het effect Smart filter of One Touch-opname en de opties voor Smart Touch AF. Uitzoomen • Als u een foto maakt met de digitale zoomfunctie, kan de fotokwaliteit Inzoomen minder worden. Basisfuncties 31 Foto's maken   Intelligent zoomen    Intelligent zoomen instellen  Als de zoomindicator zich in het bereik voor intelligent zoomen bevindt, gebruikt de camera de intelligente zoomfunctie. De resolutie van de foto verschilt afhankelijk van de zoomverhouding als u de intelligente zoomfunctie gebruikt. U kunt tot 10 keer inzoomen als u zowel de optische als de intelligente zoomfunctie gebruikt. 1 Raak in de opnamemodus aan. 2 Raak Intelli-zoom aan en raak vervolgens de gewenste Bereik intelligent zoomen Zoomindicator Optisch bereik Fotoresolutie als de intelligente zoomfunctie is ingeschakeld • De intelligente zoomfunctie is alleen beschikbaar in de modi Smart Auto, Programma en Scène (met uitzondering van Tekst). • De intelligente zoomfunctie is niet beschikbaar met het effect Smart filter of de opties One Touch-opname en Smart Touch AF. • De intelligente zoomfunctie is alleen beschikbaar als u de 4:3-beeldverhouding instelt. Als u een andere beeldverhouding instelt terwijl de intelligente zoomfunctie is ingeschakeld, wordt de intelligente zoomfunctie automatisch uitgeschakeld. • Met de intelligente zoomfunctie kunt u foto's maken met minder kwaliteitsverlies dan met de digitale zoomfunctie. De fotokwaliteit kan echter wel minder zijn dan bij gebruik van de optische zoomfunctie. Basisfuncties 32 optie aan om deze in te schakelen. Foto's maken Bewegingsonscherpte voorkomen (OIS) • OIS werkt mogelijk in de volgende omstandigheden niet goed: In de opnamemodus kunt u de bewegingsonscherpte optisch beperken. Vóór correctie Na correctie 1 Raak in de opnamemodus aan. 2 Raak OIS aan en raak vervolgens de gewenste optie aan om deze in te schakelen. OIS Uit Aan Basisfuncties 33 -- wanneer u de camera beweegt om een bewegend onderwerp te volgen -- wanneer u de digitale zoomfunctie gebruikt -- wanneer de camera te veel trilt -- wanneer u een lager sluitersnelheid gebruikt (bijvoorbeeld voor nachtopnamen) -- wanneer de batterij bijna leeg is -- wanneer u een close-up neemt • Als u de OIS-functie met een statief gebruikt, kunnen de foto's onscherp worden door de trilling van de OIS-sensor. Schakel de OISfunctie bij gebruik van een statief uit. • Als de camera valt of een schok krijgt, wordt het scherm wazig. Als dit gebeurt, moet u de camera uitschakelen en weer inschakelen. Tips om betere foto's te maken      De camera op de juiste manier vasthouden       Bewegingsonscherpte voorkomen  • Stel de OIS-optie (Optical Image Stabilization) Controleer of er niets voor de lens zit. in om de bewegingsonscherpte optisch te reduceren. (pag. 33) • Selecteer de DUAL IS-modus om de bewegingsonscherpte zowel optisch als digitaal te beperken. (pag. 43)      Als      De ontspanknop half indrukken  wordt weergegeven  Druk de [Ontspanknop] half in en pas de scherpstelling aan. De camera past de scherpstellingen en belichting automatisch aan. De camera stelt de diafragmawaarde en sluitersnelheid automatisch in. Scherpstelkader • Druk op de [Ontspanknop] om de foto te maken als het scherpstelkader groen is. • Pas de compositie aan en druk de [Ontspanknop] nogmaals half in als het scherpstelkader rood is. Bewegingsonscherpte Zorg dat bij opnamen in het donker de flitser niet is ingesteld op Langz sync of Uit. Het diafragma blijft dan langer open, waardoor het moeilijker is om de camera stil te houden. • Gebruik een statief of stel de flitser in op Invulflits. (pag. 62) • Pas de ISO-waarde aan. (pag. 64) Basisfuncties 34      Voorkomen dat het onderwerp niet scherp is  In de volgende gevallen kan het moeilijk zijn om op het onderwerp scherp te stellen: -- er is weinig contrast tussen het onderwerp en de achtergrond (als het onderwerp bijvoorbeeld kleren draagt met kleuren die lijken op de achtergrondkleur) -- de lichtbron achter het onderwerp is te fel -- het onderwerp glanst of weerspiegelt -- het onderwerp heeft horizontale patronen, zoals bij jaloezieën het geval is -- het onderwerp bevindt zich niet in het midden van het kader • Als u foto's maakt bij weinig licht Schakel de flitser in. (pag. 62) • Als onderwerpen snel bewegen Gebruik de functie Continu of Bewegingsopname. (pag. 77) Gebruik de scherpstelvergrendeling Druk de [Ontspanknop] half in om scherp te stellen. Wanneer het onderwerp scherp in beeld is, kunt u het kader verschuiven om de compositie aan te passen. Druk wanneer u klaar bent de [Ontspanknop] volledig in om een foto te maken. Basisfuncties 35 Uitgebreide functies Informatie over het maken van foto's en het opnemen van video's door een modus te selecteren. Opnamemodi gebruiken … ………………… 37 De portretmodi gebruiken …………………… 48 De Smart Auto-modus gebruiken …………… De modus 3D-foto gebruiken … …………… De modus Live Panorama gebruiken … …… De Scènemodus gebruiken … ……………… De Nachtmodus gebruiken … ……………… De Close-upmodus gebruiken ……………… De Timeropnamemodus gebruiken … ……… De modus Touch-opname gebruiken … …… De DUAL IS-modus gebruiken ……………… De Programmamodus gebruiken …………… De Filmmodus gebruiken … ………………… De Slimme filmmodus gebruiken … ………… De modus Poseerhulp gebruiken …………… De modus Automatisch zoomen gebruiken …… De modus Zelfportret gebruiken … ………… De modus Intelligent portret gebruiken ……… De modus Beeld In Beeld gebruiken … …… De Beautyshot-modus gebruiken …………… 37 38 39 41 41 42 42 43 43 44 46 47 48 48 49 50 50 51 Effectmodi gebruiken ………………………… 52 De modus Wazige achtergrond gebruiken …… De modus Magisch kader gebruiken … …… De modus Mijn magisch kader gebruiken …… De modus Grappig gezicht gebruiken … …… De Fotofiltermodus … ……………………… De Filmfiltermodus gebruiken … …………… De Vignettenmodus gebruiken ……………… 52 53 53 54 55 56 57 Opnamemodi gebruiken Maak foto's en video's door de beste opnamemodus voor de omstandigheden te selecteren. De Smart Auto-modus gebruiken Pictogram Beschrijving In de Smart Auto-modus kiest de camera automatisch camerainstellingen die bij het gedetecteerde type scène passen. De Smart Auto-modus is handig als u niet bekend bent met de camera-instellingen voor de diverse scènes. Portretten 's nachts 1 Raak aan op het startscherm. 2 Plaats het onderwerp in het kader. Portretten Landschappen met tegenlicht Portretten met tegenlicht Close-upfoto's van objecten • De camera selecteert automatisch een scène. Het pictogram voor de desbetreffende modus wordt linksboven in het scherm weergegeven. De pictogrammen worden hieronder weergegeven. Close-upfoto's van tekst Zonsondergang Heldere luchten Bossen Close-upfoto's van gekleurde onderwerpen De camera is gestabiliseerd of op een statief geplaatst (bij opnamen in het donker) Onderwerpen die veel bewegen Vuurwerk (als een statief wordt gebruikt) Pictogram Beschrijving Landschappen Scènes met een helderwitte achtergrond Landschappen 's nachts (wanneer de flitser uit is) Uitgebreide functies 37 Opnamemodi gebruiken 3 Druk de [Ontspanknop] half in om scherp te stellen. 4 Druk op de [Ontspanknop] om een foto te maken. • Als de camera geen geschikte scènemodus detecteert, worden de standaardinstellingen voor de Smart Auto-modus gebruikt. • Ook als er een gezicht wordt gedetecteerd, is het mogelijk dat de camera geen portretmodus selecteert. Dit hangt af van de positie van het onderwerp en de lichtval. • Door verscheidene opnameomstandigheden kan het gebeuren dat de camera de juiste scène niet kan selecteren, bijvoorbeeld door het trillen van de camera, de lichtval en de afstand tot het onderwerp. • Zelfs als u een statief gebruikt, kan het voorkomen dat de camera de modus niet detecteert als het onderwerp beweegt. • In de Smart Auto-modus verbruikt de camera meer batterijlading, omdat de camera de instellingen vaak wijzigt om de juiste scènes te selecteren. • U kunt een film opnemen door de opnameknop aan te raken op het scherm in de modus Smart Auto. • In een Smart Auto-modus wordt een film opgenomen met de standaardinstellingen voor de modus Slimme film. De modus 3D-foto gebruiken U kunt 3D-beelden opnemen in de 3D-fotomodus voor weergave op een 3D-tv of 3D-monitor. 1 Raak aan op het startscherm. 2 Plaats het onderwerp in het kader en druk de [Ontspanknop] half in om scherp te stellen. 3 Druk op de [Ontspanknop] om een foto te maken. • De camera maakt 2 foto's, beide in de bestandsindelingen Uitgebreide functies 38 JPEG en MPO. • In de 3D-fotomodus zijn beperkte opnameopties beschikbaar. • Een MPO-bestand voor 3D-effecten kan alleen worden weergegeven op apparaten die de MPO-indeling ondersteunen (3D-tv en 3D-monitor), terwijl de camera alleen normale JPEG-bestanden kan weergeven. • Als u het 3D-effect van MPO-bestanden wilt bekijken op een 3D-tv of 3D-monitor, moet u een 3D-bril dragen die door de fabrikant wordt verstrekt. • De resolutie staat vast op in de 3D-fotomodus. Opnamemodi gebruiken   Info over 3D-diepteviewer  De 3D-diepteviewer geeft 3D-effecten weer met kleurwaarden voor 3D-opnamen. 3D-diepteviewer Ver Dichtbij wit zwart De modus Live Panorama gebruiken U kunt een panoramaopname maken met behulp van één enkele foto in de modus Live Panorama. Maak een normale panoramafoto of een 3D panoramafoto die kan worden bekeken op een 3D-tv. ▲ Voorbeelden 1 Raak aan op het startscherm. 2 Raak 2D of 3D aan. 3 Kadreer het onderwerp en druk [Ontspanknop] half in om scherp te stellen. 4 Druk op [Ontspanknop] om de panorama-opname te starten. Uitgebreide functies 39 Opnamemodi gebruiken 5 Terwijl u op de [Ontspanknop] drukt en deze ingedrukt houdt, beweegt u langzaam de camera in de gewenste richting. • Als de modus 3D-panorama is geselecteerd, kan de panoramaopname alleen in horizontale richting worden gemaakt. • Er worden pijltjes in de richting van de beweging weergegeven en de gehele opnameafbeelding wordt weergegeven in het voorbeeldvak. 6 Laat de [Ontspanknop] los om het opnemen te beëindigen. • De opgenomen scène wordt opgeslagen als één foto. • Als u de [Ontspanknop] loslaat tijdens het maken van een opname, wordt de panorama-opname beëindigd en worden de gemaakte foto's opgeslagen. Uitgebreide functies 40 • Afhankelijk van de camerabeweging of onderstaande opnameomstandigheden kunnen foto's niet vloeiend verbonden zijn: - Wanneer de camera met onregelmatige snelheid is bewogen - Wanneer de camera heeft getrild - Wanneer de opnameomgeving te donker is - Wanneer u een bewegend object van dichtbij opneemt - Wanneer u opneemt met knipperend licht zoals een TL-lamp - Wanneer de helderheid, tint of focus sterk wordt gewijzigd • Gemaakte foto's worden automatisch opgeslagen en het opnemen wordt gestopt onder de volgende omstandigheden: - Wanneer u tijdens het opnemen de opnamerichting verandert - Wanneer u de camera te snel beweegt - Wanneer de camera niet beweegt • Als u een close-up maakt in de modus Live Panorama, is het tafereel mogelijk geen vloeiend aangesloten geheel. • Aangezien mogelijk het laatste tafereel in de modus Live Panorama niet wordt opgenomen vanwege de kwaliteit van de foto als het opnemen wordt onderbroken, wordt aanbevolen op te nemen tot voorbij het gewenste eindpunt. • Delen van het begin- en eindpunt worden mogelijk niet weergegeven om het 3D-effect in de modus 3D-panorama weer te geven. Het wordt aanbevolen een groter opnamebereik te kiezen dan het gewenste bereik. • Foto's die zijn gemaakt in de 3D-panoramamodus worden opgeslagen in zowel JPEG- als MPO-bestanden. • Een MPO-bestand voor 3D-effecten kan alleen worden weergegeven op apparaten die de MPO-indeling ondersteunen (3D-tv en 3D-monitor), terwijl de camera alleen normale JPEG-bestanden kan weergeven. • Als u het 3D-effect van MPO-bestanden wilt bekijken op een 3D-tv of 3D-monitor, moet u een 3D-bril dragen die door de fabrikant wordt verstrekt. Opnamemodi gebruiken De Scènemodus gebruiken De Nachtmodus gebruiken In de Scènemodus kunt u een foto maken met opties die al vooraf zijn ingesteld voor een bepaalde scène. In de Nachtmodus kunt u een lange sluitertijd gebruiken om de sluiter langer open te laten staan. Gebruik een hogere diafragmawaarde om overbelichting te voorkomen. 1 Raak aan op het startscherm. 2 Selecteer een scène. Optie 1 Raak aan op het startscherm. 2 Sleep de regelaars op het scherm in de richting van de Beschrijving Landschap: stillevens en landschapsfoto's maken. pijlen om de sluitertijd en de diafragmawaarde aan te passen. Zon onder: zonsondergangen met natuurlijke rood- en geeltinten vastleggen. Dageraad: zonsopgangen vastleggen. Tegenl.: onderwerpen met tegenlicht vastleggen. Sluitertijd Strand/sneeuw: onderbelichting voorkomen door de reflectie van zonlicht op zand of sneeuw. Tekst: tekst in drukwerk of elektronische documenten duidelijk leesbaar vastleggen. 3 Plaats het onderwerp in het kader en druk de [Ontspanknop] half in om scherp te stellen. 4 Druk op de [Ontspanknop] om een foto te maken. Diafragma 3 Plaats het onderwerp in het kader en druk de [Ontspanknop] half in om scherp te stellen. 4 Druk op de [Ontspanknop] om een foto te maken. Gebruik een statief om onscherpe foto's te voorkomen. Uitgebreide functies 41 Opnamemodi gebruiken De Close-upmodus gebruiken De Timeropnamemodus gebruiken In de Close-upmodus kunt u close-ups maken van onderwerpen zoals bloemen of insecten. In de modus Timeropname kunt u de timer instellen zodat de camera automatisch een foto maakt na een opgegeven aantal seconden. 1 Raak aan op het startscherm. 1 Raak aan op het startscherm. 2 Selecteer een optie door de instelknop in de richting te slepen die wordt aangegeven met de pijl. 2 Plaats het onderwerp in het kader en druk de [Ontspanknop] half in om scherp te stellen. 3 Druk op de [Ontspanknop] om een foto te maken. Pictogram Beschrijving Uit: de zelfontspanner is niet actief. 10 sec: een foto maken na een vertraging van 10 seconden. 2 sec: een foto maken na een vertraging van 2 seconden. Dubbel: een foto maken na een vertraging van 10 seconden en nog een foto maken na een vertraging van 2 seconden. Uitgebreide functies 42 Opnamemodi gebruiken 3 Druk op de [Ontspanknop] om de timer te starten. • Het AF-hulplampje/timerlampje gaat knipperen en de camera maakt na de ingestelde tijdsduur automatisch een foto. Druk op [Ontspanknop] om de timer te annuleren. De DUAL IS-modus gebruiken U kunt bewegingsonscherpte beperken en onscherpe foto's voorkomen met de functies OIS (Optical Image Stabilization) en DIS (Digital Image Stabilization), respectievelijk optische en digitale beeldstabilisatie. De modus Touch-opname gebruiken In de modus Touch-opname kunt u foto's maken via een simpele aanraking met uw vinger. 1 Raak aan op het startscherm. 2 Raak een onderwerp op het scherm aan om de foto te maken. • Wanneer u een zelfportret maakt door het scherm omhoog te klappen, wordt automatisch een foto gemaakt 3 seconden nadat er is scherpgesteld. Vóór correctie Na correctie 1 Raak aan op het startscherm. 2 Plaats het onderwerp in het kader en druk de [Ontspanknop] half in om scherp te stellen. Uitgebreide functies 43 Opnamemodi gebruiken 3 Druk op de [Ontspanknop] om een foto te maken. • De digitale zoomfunctie en intelligente zoomfunctie zijn niet De Programmamodus gebruiken beschikbaar in de DUAL IS-modus. • De camera corrigeert de foto's alleen optisch als de lichtbron helderder is dan TL-verlichting. • Als het onderwerp snel beweegt, kan de foto onscherp worden. • Schakel de OIS-optie in om bewegingsonscherpte in verschillende opnamemodi tegen te gaan. (pag. 33) In de Programmamodus kunt u de meeste opties instellen, met uitzondering van de sluitertijd en de diafragmawaarde, die automatisch worden ingesteld door de camera. 1 Raak 2 Raak aan op het startscherm. aan en stel de gewenste opties in. (Zie pagina 58 voor een lijst met opties.) 3 Plaats het onderwerp in het kader en druk de [Ontspanknop] half in om scherp te stellen. 4 Druk op de [Ontspanknop] om een foto te maken. Uitgebreide functies 44 Opnamemodi gebruiken   Mijn scherm instellen  In de Programmamodus kunt u snelkoppelingen toevoegen voor uw favoriete opties aan de linkerkant van het scherm. 1 3 Sleep het pictogram naar het gewenste vak aan de linkerkant. • Als u de snelkoppelingen wilt verwijderen, sleept u een pictogram naar rechts. → Mijn scherm → Raak in de opnamemodus aan. EV Mijn scherm OK Annuleer 2 Blijf een van de pictogrammen aan de rechterkant aanraken. EV Mijn scherm 4 Raak OK Annuleer Reset aan om op te slaan. Reset U kunt maximaal 3 snelkoppelingen maken. Uitgebreide functies 45 Opnamemodi gebruiken De Filmmodus gebruiken   Opnemen onderbreken  In de Filmmodus kunt u video's met high-definition kwaliteit opnemen van maximaal 20 minuten. De camera slaat opgenomen video's op als MP4-bestanden (H.264-bestanden). U kunt tijdens het opnemen van een video de opname tijdelijk onderbreken. Met deze functie kunt u verschillende scènes opnemen in één video. • H.264 (MPEG-4 part10/AVC) is een video-indeling met hoge compressie die is ontwikkeld door de internationale standaardisatieorganisaties ISO-IEC en ITU-T. • Sommige geheugenkaarten ondersteunen mogelijk geen opname met high-definition kwaliteit. Stel in dat geval een lagere resolutie in. • Geheugenkaarten met een lage schrijfsnelheid ondersteunen geen video’s met een hoge resolutie of een hoge snelheid. Gebruik voor het opnemen van video’s met een hoge resolutie of een hoge snelheid geheugenkaarten met een hogere schrijfsnelheid. • Als u optische beeldstabilisatie hebt ingeschakeld, kan de camera de geluiden opnemen die de OIS-functie maakt tijdens het gebruik. 1 Raak 2 Raak 00:02 • Raak • Raak aan op het startscherm. aan en stel de gewenste opties in. (Zie pagina 58 voor een lijst met opties.) 3 Druk op de [Ontspanknop] of raak aan om te beginnen met opnemen. 4 Druk nogmaals op de [Ontspanknop] of raak aan om te stoppen met opnemen. Uitgebreide functies 46 00:05 aan om de opname te pauzeren. aan om te hervatten. Opnamemodi gebruiken De Slimme filmmodus gebruiken In de Slimme filmmodus kiest uw camera automatisch de juiste camera-instellingen op basis van de scène die is gedetecteerd. aan op het startscherm. 1 Raak 2 Plaats het onderwerp in het kader. 3 Druk op de [Ontspanknop] of raak 4 Druk nogmaals op de [Ontspanknop] of raak aan om te stoppen met opnemen. • De camera selecteert automatisch een scène. Het pictogram voor de desbetreffende modus wordt linksboven in het scherm weergegeven. De pictogrammen worden hieronder weergegeven. 00:05 Pictogram aan om te beginnen met opnemen. Beschrijving Landschappen Zonsondergang Heldere luchten Bossen Uitgebreide functies 47 • Als de camera geen geschikte scènemodus detecteert, worden de standaardinstellingen voor de Slimme filmmodus gebruikt. • Door verscheidene opnameomstandigheden kan het gebeuren dat de camera de juiste scène niet kan selecteren, bijvoorbeeld door het trillen van de camera, de lichtval en de afstand tot het onderwerp. • In de Slimme filmmodus kunt u geen intelligente filtereffecten instellen. De portretmodi gebruiken Selecteer de opnamemodus voor portretfoto's. De modus Poseerhulp gebruiken De modus Automatisch zoomen gebruiken In de modus Poseerhulp geeft de camera een voorbeeld van de houding weer die u hebt geselecteerd. Lijn het onderwerp uit met het voorbeeld voordat u de foto maakt. In de opnamemodus Automatisch zoomen detecteert de camera automatisch het onderwerp en past het toestel de zoomfactor van het gedetecteerde gezicht aan als het moeilijk is de zoom handmatig in te stellen of de positie van het onderwerp te veranderen. 1 Raak aan op het startscherm. 1 Raak aan op het startscherm. 2 Selecteer deze modus om scherp te stellen op een gezicht. Pictogram Beschrijving Informatie over de houding. 3 Druk op de [Ontspanknop] om een foto te maken. Andere houding. • De camera neemt automatisch een foto wanneer er een 2 Als u de pose wilt wijzigen, raakt u aan. 3 Selecteer een poseerhulp en raak aan. 4 Lijn uw onderwerp uit met het voorwerp op het scherm. 5 Druk de [Ontspanknop] half in om scherp te stellen. 6 Druk op de [Ontspanknop] om een foto te maken. Uitgebreide functies 48 lachend gezicht wordt gedetecteerd. • Alleen een gezicht dat naar voren is gericht wordt gedetecteerd. • Er kunnen maximaal 10 gezichten worden gedetecteerd in één scène, waarbij de zoom wordt scherpgesteld op het dichtstbijzijnde gezicht of een gezicht in het midden. • Als u op de zoomknop drukt tijdens het gebruik van de opnamemodus Automatisch zoomen, wordt de functie voor automatisch zoomen gestopt en wordt het zoompictogram weergegeven. • Als u het zoompictogram aanraakt na gebruik te hebben gemaakt van de zooknop, verandert de modus terug in de opnamemodus Automatisch zoomen. De portretmodi gebruiken 5 Raak het framegebied op het scherm aan. De modus Zelfportret gebruiken U kunt eenvoudig een zelfportret maken met een optimale zoomverhouding en verschillende voorbeeldhoudingen. U kunt een foto maken zonder de sluiterknop in te drukken door het framegebied om het scherp aan te raken om een zelfontspanner van 3 seconden te activeren. 1 Raak • 3 seconden na de scherpstelling, maakt de camera automatisch een foto. aan op het startscherm. 2 Kantel het scherm omhoog. 3 Raak het scherm Hulp bij zelf poseren aan. 4 Selecteer de gewenste voorbeeldhouding. De Hulp bij zelf poseren kan niet 90 of 270 graden worden gedraaid. • Als u selecteert, wordt een willekeurige voorbeeldhouding weergegeven wanneer u op de ontspanknop drukt. Uitgebreide functies 49 De portretmodi gebruiken De modus Intelligent portret gebruiken De modus Beeld In Beeld gebruiken In de modus Intelligent portret worden automatisch 2 extra portretten opgeslagen doordat een gezicht wordt gedetecteerd, in aanvulling op de oorspronkelijke foto die u hebt gemaakt. U kunt deze modus gebruiken als u een portret wilt opslaan uit een foto in liggende stand. In de modus Beeld In Beeld kunt u een foto opslaan door een zelfportret te combineren met de gewenste achtergrondopname. 1 Raak aan op het startscherm. 2 Plaats het onderwerp in het kader en druk de op [Ontspanknop]. • Raak aan om een door de gebruiker gemaakte foto uit de lijst te kiezen als achtergrond. [Ontspanknop] half in om scherp te stellen. 3 Raak Instellen aan. 3 Druk op de [Ontspanknop] om een foto te maken. • Raak in de opnamemodus aan om een op de modus Intelligent portret lijkend effect toe te passen op de opgeslagen foto. • De oorspronkelijke foto en de 2 bijgesneden foto's worden opgeslagen met opeenvolgende bestandsnamen. • De modus Intelligent portret werkt niet en slaat alleen de 1 Raak aan op het startscherm. 2 Selecteer de gewenste achtergrond en druk vervolgens • Het scherm Zelfportret wordt op de achtergrond weergegeven. 4 Een zelfportret maken door het scherm verticaal te positioneren. • Sleep het scherm Zelfportret om het naar de gewenste locatie te verplaatsen. • Raak het scherm Zelfportret nogmaals aan om de grootte van oorspronkelijke foto op als meer dan 2 gezichten worden gedetecteerd of als het gedetecteerde gezichtsgebied groter is dan een bepaalde verhouding. • De bijgesneden foto's behouden dezelfde hoogte-breedteverhouding (16:9) als de oorspronkelijke foto, of de omgekeerde hoogtebreedteverhouding (9:16). Uitgebreide functies 50 het scherm te wijzigen. De portretmodi gebruiken 5 Raak aan om de achtergrondafbeelding opnieuw te De Beautyshot-modus gebruiken In de Beautyshot-modus kunt u een portret maken met opties voor het verdoezelen van onzuiverheden op het gezicht. nemen. • Wanneer u een achtergrondafbeelding opneemt, worden alle foto's die u maakt automatisch opgeslagen. • Wanneer u een achtergrondafbeelding opneemt, worden verticale beelden die in verticale positie zijn opgenomen horizontaal weergegeven, zonder automatisch draaien. • In de modus Beeld In Beeld wordt de uiteindelijke afbeelding na het combineren met het zelfportret met de achtergrond opgeslagen. • De maximale grootte van het scherm Zelfportret is 1/4 van het gehele scherm en wanneer u de grootte ervan wijzigt blijft de hoogte-/ breedteverhouding aan de hand van het scherm behouden. • De resolutie is vast ingesteld op in de modus Beeld In Beeld. • De achtergrondafbeelding wordt opgeslagen in de tegenovergestelde richting als het zelfportret. 1 Raak aan op het startscherm. 2 Sleep de schuifregelaars of raak de voorbeeldfoto's aan om Gezichtstint en Gezichtretouch. aan te passen. • Verhoog bijvoorbeeld de instelling Gezichtstint om de huid lichter te laten lijken. Gezichtstint Gezichtretouch. 3 Plaats het onderwerp in het kader en druk de [Ontspanknop] half in om scherp te stellen. 4 Druk op de [Ontspanknop] om een foto te maken. Als u de Beautyshot-modus gebruikt, wordt de scherpstelafstand ingesteld op Auto macro. Uitgebreide functies 51 Effectmodi gebruiken Foto's maken of video's opnemen met verschillende effecten. De modus Wazige achtergrond gebruiken Met de modus Wazige achtergrond wordt het onderwerp herkenbaarder gemaakt door de scherptediepte aan te passen. 1 Raak aan op het startscherm. 2 Plaats de camera volgens de optimale afstand die is weergegeven op het scherm. 4 Druk de [Ontspanknop] half in om scherp te stellen. • Als de camera het objectmarkeringseffect kan toepassen, wordt weergegeven. • Als de camera het objectmarkeringseffect niet kan toepassen, wordt weergegeven. Als dit gebeurt, moet u de afstand aanpassen tussen de camera en het onderwerp. 5 Druk op de [Ontspanknop] om een foto te maken. • De optimale afstand verschilt, afhankelijk van de gebruikte zoomverhouding. 3 Sleep de schuifregelaars of raak de voorbeeldfoto's aan om Wazig en Tint aan te passen. • Beschikbare resoluties in de modus Wazige achtergrond zijn en . • Als de opnameafstand niet binnen het optimale bereik is, kunt u een foto maken, maar wordt het objectmarkeringseffect niet toegepast. • Het objectmarkeringseffect kan niet worden gebruikt op donkere plekken. • Het objectmarkeringseffect kan niet worden gebruikt met de optische zoom op stand 3X of hoger. Wazig • Digitale zoom is niet beschikbaar in de modus Wazige achtergrond. • Gebruik een statief om te voorkomen dat de camera schudt wanneer er 2 foto's achter elkaar worden gemaakt om het effect toe te passen. • Het contrastverschil tussen het onderwerp en de achtergrond moet zeer duidelijk zijn. • Onderwerpen moeten ver van de achtergrond worden geplaatst voor het beste effect. Tint Uitgebreide functies 52 Effectmodi gebruiken De modus Magisch kader gebruiken De modus Mijn magisch kader gebruiken In de modus Magisch kader kunt u verschillende kadereffecten toepassen op uw foto's. De vorm en het uiterlijk van de foto's verandert al naar gelang het kader dat u selecteert. In de modus Mijn magisch kader kunt u een gedeelte van de foto transparant maken en vervolgens een nieuwe foto maken binnen het transparante gebied. 1 Raak aan op het startscherm. 2 Selecteer het gewenste kader. 1 Raak aan op het startscherm. 2 Selecteer de gewenste achtergrond en druk vervolgens op [Ontspanknop]. • Raak aan om een door de gebruiker gemaakte foto uit de lijst te kiezen als achtergrond. 3 Raak Instellen aan. 4 Selecteer het gedeelte om weer te geven als transparant. • Sleep , of om ze naar de gewenste locatie te verplaatsen. • Raak , of nogmaals aan om de grootte van het scherm aan te passen. • Door te selecteren, kan de gebruiker het gewenste kadergebied en de pendikte instellen. 3 Plaats het onderwerp in het kader en druk de [Ontspanknop] half in om scherp te stellen. 4 Druk op de [Ontspanknop] om een foto te maken. In de modus Magisch kader wordt de resolutie automatisch ingesteld op . Uitgebreide functies 53 Effectmodi gebruiken 5 Raak aan. 6 Pas Transparantie aan door schuifbalk te verplaatsen. • De transparantie binnen het kader wordt verhoogd naarmate het getal verhoogt. De modus Grappig gezicht gebruiken Maak een foto met effecten waarmee het gezicht wordt vervormd in de modus Grappig gezicht. 1 Raak aan op het startscherm. 2 Detecteer een gezicht door een opnamecompositie te selecteren. 3 Raak het gewenste effect aan. • Bij gebruik van het effect Handmatig kunt u het gezicht wijzigen door elk deel van het gezicht rechtstreeks te verslepen. Transparantie EXIT aan. 4 Raak 5 Raak Vervormingsniveau, aan en pas het 7 Plaats het onderwerp in het kader en druk de [Ontspanknop] half in om scherp te stellen. vervormingsniveau aan met de schuifregelaar. 8 Druk op de [Ontspanknop] om een foto te maken. • In de modus Mijn magisch kader zijn beperkte opnameopties beschikbaar. • Naarmate het transparant weergegeven gebied groter wordt, duurt 6 Druk de [Ontspanknop] half in om scherp te stellen. 7 Druk op de [Ontspanknop] om een foto te maken. het langer om de foto op te slaan. • Bij gebruik van de modus Mijn magisch kader wordt scherpgesteld op het gebied binnen het kader dat transparant wordt weergegeven. • De resolutie is vast ingesteld op in de modus Mijn magisch kader. Uitgebreide functies 54 • De modus Grappig gezicht werkt niet als er geen gezicht wordt gedetecteerd. • Wanneer meerdere gezichten worden gedetecteerd, wordt het effect alleen op het dichtstbijzijnde gezicht toegepast. Effectmodi gebruiken De Fotofiltermodus In de Fotofiltermodus kunt u verschillende filtereffecten toepassen op uw foto's. Miniatuur Visoog Vignetten Schets 1 2 Raak het gewenste filter aan. Raak aan op het startscherm. Optie Beschrijving Miniatuur Een effect toepassen om het onderwerp in miniatuur weer te geven. Vignetten Retro-kleuren, een hoog contrast en sterke vignettering van Lomo-camera's toepassen. Softfocus Onzuiverheden op het gezicht verhullen of droomachtige effecten toevoegen. Oude film Het effect van een oude film toepassen. Halftoonstip Een halftooneffect toepassen. Schets Een schetseffect van een pen toepassen. Visoog De randen van het kader donkerder maken en nabije objecten vervormen om de visuele effecten van een vissenooglens te imiteren. Klassiek Een zwart-witeffect toepassen. Retro Een sepiatinteffect toepassen. Olieverf Hiermee past u een olieverfeffect toe. Aquarel Hiermee past u een inkttekeningeffect toe. Uitgebreide functies 55 Effectmodi gebruiken Optie Beschrijving De Filmfiltermodus gebruiken Cartoon Hiermee vereenvoudigt u een foto om er een cartoon van te maken. In de Filmfiltermodus kunt u video's opnemen met verschillende filtereffecten. Kruisfilter Licht verspreiden vanuit de bron, zoals bij een kruisfilter. Zoomopname Hiermee creëert u een trechtereffect op het scherpstelgebied door de omgeving vager te maken. 1 Raak aan op het startscherm. 2 Raak het gewenste filter aan. 00:20 3 Plaats het onderwerp in het kader en druk de [Ontspanknop] half in om scherp te stellen. 4 Druk op de [Ontspanknop] om een foto te maken. • Als u filtereffecten wilt toepassen op opgeslagen foto's, raakt u aan. • Als u Schets, Visoog, Olieverf, Aquarel, Cartoon, Kruisfilter, Zoomopname selecteert, wordt de resolutie gewijzigd in lager. en Optie Beschrijving Miniatuur Een effect toepassen om het onderwerp in miniatuur weer te geven. Vignetten Retro-kleuren, een hoog contrast en sterke vignettering van Lomo-camera's toepassen. Halftoonstip Een halftooneffect toepassen. Schets Een schetseffect van een pen toepassen. Visoog Objecten die in de buurt zijn, vervormen om de visuele effecten van een vissenooglens te imiteren. Uitgebreide functies 56 Effectmodi gebruiken Optie Beschrijving De Vignettenmodus gebruiken Klassiek Een zwart-witeffect toepassen. Retro Een sepiatinteffect toepassen. In de modus Vignetten kunt u een foto maken of een video opnemen met vigneteffect. Paleteffect 1 Een heldere look maken met een scherp contrast en rode kleur. Paleteffect 2 Scènes helder en strak maken door een zachte blauw tint toe te voegen. Paleteffect 3 Een zachte bruine tint toepassen. Paleteffect 4 Een koud en eenkleurig effect toepassen. 3 Druk op de [Ontspanknop] of raak 1 Raak aan op het startscherm. 2 Selecteer (foto) of (film). 3 Sleep de schuifregelaars of raak de voorbeeldfoto's aan om Niveau, Helderheid en Contrast aan te passen. • Als u de originele foto wilt weergeven, raakt u Voor aan. • Als u de foto met het vigneteffect wilt weergeven, raakt u Na aan om te aan. beginnen met opnemen. 4 Druk nogmaals op de [Ontspanknop] of raak Niveau aan om te stoppen met opnemen. Helderheid Contrast • Als u Miniatuur selecteert wanneer u een video opneemt, neemt de afspeelsnelheid van de video toe. • Als u tijdens een video-opname Miniatuur selecteert, wordt het geluid niet opgenomen. • Als u Miniatuur, Vignetten, Halftoonstip, Schets, of Visoog selecteert, wordt de opnamesnelheid ingesteld op en wordt de opnameresolutie ingesteld op minder dan . Voor Na 4 Plaats het onderwerp in het kader en druk de [Ontspanknop] half in om scherp te stellen. 5 Druk op de [Ontspanknop] om een foto te maken. Als u het vigneteffect wilt toepassen op opgeslagen foto's, raakt u Uitgebreide functies 57 aan. Opname-instellingen Hier vindt u informatie over het instellen van de opties in de opnamemodus. Resolutie en beeldkwaliteit selecteren ……… 59 De resolutie selecteren … …………………… 59 De beeldkwaliteit selecteren ………………… 60 Opnamen in het donker maken … ………… 62 Rode ogen voorkomen ……………………… 62 De flitser gebruiken … ……………………… 62 De ISO-waarde aanpassen … ……………… 64 De scherpstelling aanpassen … …………… 65 Macro gebruiken … ………………………… 65 Smart Touch AF gebruiken … ……………… 66 Het scherpstelgebied aanpassen …………… 67 Gezichtsdetectie gebruiken … ……………… 68 Gezichten detecteren … …………………… Een zelfportret maken … …………………… Een foto van een lachend gezicht maken …… Knipperende ogen detecteren … …………… Slimme gezichtsherkenning gebruiken ……… Gezichten als favoriet registreren (Mijn ster) … ………………………………… 68 69 69 70 70 71 Helderheid en kleur aanpassen ……………… 73 De belichting handmatig aanpassen (EV) …… Compenseren voor tegenlicht (ACB) ………… De lichtmeetmethode wijzigen … …………… Een lichtbron selecteren (Witbalans) ………… 73 74 74 75 Serieopnamen ………………………………… 77 Effecten toepassen/Beelden aanpassen …… 78 Intelligente filtereffecten toepassen … ……… 78 Foto's aanpassen …………………………… 80 Het zoomgeluid instellen … ………………… 81 Beschikbare opname-instellingen per opnamemodus … …………………………… 82 Resolutie en beeldkwaliteit selecteren Hier vindt u informatie over hoe u instellingen voor de resolutie en beeldkwaliteit kunt aanpassen. De resolutie selecteren Pictogram Als u de resolutie verhoogt, zullen de foto's en video's meer pixels bevatten en daardoor groter kunnen worden afgedrukt en weergegeven. Bij een hoge resolutie neemt ook de bestandsgrootte toe.   Een fotoresolutie instellen  1 Raak in de opnamemodus 2 Raak de gewenste optie aan. → Fotoformaat aan. Beschrijving 4608 X 3456: Afdrukken op A1-papier. 4608 X 3072: Afdrukken op A1-papier in de verhouding 3:2 (breed). 4608 X 2592: Afdrukken op A1-formaat in panoramaverhouding (16:9) of weergeven op een HDTV. 3648 X 2736: Afdrukken op A2-papier. 2592 X 1944: Afdrukken op A4-papier. 1984 X 1488: Afdrukken op A5-papier. Fotoformaat 4608 X 3072 1920 X 1080: Afdrukken op A5-formaat in panoramaverhouding (16:9) of weergeven op een HDTV. 4608 X 2592 1024 X 768: Bij een e-mail voegen. 4608 X 3456 3648 X 2736 Opname-instellingen 59 Resolutie en beeldkwaliteit selecteren De beeldkwaliteit selecteren   Een videoresolutie instellen  1 Raak in de opnamemodus 2 Raak de gewenste optie aan. → Filmformaat aan. De kwaliteitsinstellingen voor de foto en video instellen. Een hogere beeldkwaliteit resulteert in grotere bestanden.   De kwaliteit voor een foto instellen  De camera comprimeert de foto's die u maakt en slaat deze op in JPEG-indeling. Filmformaat 1280 X 720 HQ 1 Raak in de opnamemodus 2 Raak de gewenste optie aan. 1280 X 720 640 X 480 320 X 240 → Kwalit. aan. Kwalit. Superhoog Pictogram Beschrijving Hoog 1280 X 720 HQ: Bestanden met hoge kwaliteit afspelen op een HDTV. Normaal 1280 X 720: Afspelen op een HDTV. 640 X 480: Afspelen op een analoge tv. 320 X 240: Plaatsen op een webpagina. Pictogram Beschrijving Superhoog: foto's maken met superhoge kwaliteit. Hoog: foto's maken met hoge kwaliteit. Normaal: foto's maken met normale kwaliteit. Opname-instellingen 60 Resolutie en beeldkwaliteit selecteren   De kwaliteit voor een video instellen  De camera comprimeert de beelden die u opneemt en slaat ze op in de indeling MP4 (H.264). 1 Raak in de opnamemodus 2 Raak de gewenste optie aan. → Framesnelheid aan. • Bij een hoger aantal frames doet de actie natuurlijker aan, maar wordt het bestand ook groter. Framesnelheid 30 fps 15 fps Pictogram Beschrijving 30 fps: 30 frames per seconde opnemen. 15 fps: 15 frames per seconde opnemen. Opname-instellingen 61 Opnamen in het donker maken Hier vindt u informatie over hoe u 's nachts of bij weinig licht foto's kunt maken. Rode ogen voorkomen De flitser gebruiken Als de flitser afgaat wanneer u in het donker een foto van een persoon neemt, kan er een rode gloed in de ogen verschijnen. U kunt dit voorkomen, door Rode ogen of Anti-rode ogen te selecteren. Zie "De flitser gebruiken" voor de flitseropties. Gebruik de flitser wanneer u foto's in het donker maakt of wanneer u meer licht in de foto's wilt hebben. 1 Raak in de opnamemodus 2 Raak de gewenste optie aan. → Flitser aan. Flitser Uit Auto Rode ogen Deze optie is beschikbaar in de modi Programma, Beautyshot en Nachtopname. Invulflits Pictogram Beschrijving Uit: • Er wordt geen flits afgevuurd. • De camera geeft een waarschuwing weer dat de camera beweegt ( ) wanneer u foto's maakt bij weinig licht. Auto: De flitser wordt automatisch gebruikt wanneer het onderwerp of de achtergrond donker zijn. Opname-instellingen 62 Opnamen in het donker maken Pictogram Beschrijving Pictogram Rode ogen: • De flitser gaat twee keer af als het onderwerp of de achtergrond te donker zijn om het rode-ogeneffect te verminderen. • Er zit een korte tijd tussen twee keer flitsen. Beweeg de camera niet totdat de tweede flits is uitgevoerd. Invulflits: • Er wordt altijd een flits geactiveerd. • De camera past automatisch de intensiteit van het licht aan. Langz sync: • Er wordt geflitst en de sluiter blijft langer open. • Deze optie wordt aanbevolen wanneer u het omgevingslicht wilt gebruiken om meer details in de achtergrond zichtbaar te maken. • Gebruik een statief om te voorkomen dat de foto's onscherp worden. • De camera geeft een waarschuwing weer dat de camera beweegt ( ) wanneer u foto's maakt bij weinig licht. Beschrijving Anti-rode ogen: • De flitser wordt geactiveerd wanneer het onderwerp of de achtergrond donker is en de camera corrigeert de rode ogen met de geavanceerde software-analyse. • Er zit een korte tijd tussen twee keer flitsen. Beweeg de camera niet totdat de tweede flits is uitgevoerd. Afhankelijk van de opnamemodus kunnen de beschikbare opties verschillen. Opname-instellingen 63 • Er zijn geen flitseropties beschikbaar bij serieopnamen of als u Zelfportret of Knipperen selecteert. • Zorg dat uw onderwerp zich binnen de aanbevolen afstand van de flitser bevindt. (pag. 132) • Als licht van de flitser wordt gereflecteerd of als er veel stof in de lucht is, kunnen er kleine vlekjes op de foto komen. Opnamen in het donker maken De ISO-waarde aanpassen De ISO-waarde is een eenheid voor de mate waarin film gevoelig is voor licht, zoals gedefinieerd door de International Organisation for Standardisation (ISO). Hoe hoger de ISO-waarde, des te gevoeliger wordt de camera voor licht. Met een hogere ISO-waarde kunt u gemakkelijker foto's zonder flits maken. 1 Raak in de opnamemodus 2 Selecteer een optie en raak → ISO aan. aan. • Selecteer om een geschikte ISO-waarde te gebruiken op basis van de helderheid van het onderwerp en de lichtval. ISO Hogere ISO-waarden kunnen zorgen voor meer ruis in beelden. Opname-instellingen 64 De scherpstelling aanpassen Hier vindt u informatie over het aanpassen van de scherpstelling van de camera om deze aan te passen aan het onderwerp en de opnameomstandigheden. Macro gebruiken Gebruik macro om foto's van dichtbij te maken, bijvoorbeeld van bloemen of insecten. 1 Raak in de opnamemodus 2 Raak Macro aan. → Focus aan. Focus Autofocus (normaal) Macro Pictogram Beschrijving Autofocus (normaal): Scherpstellen op een onderwerp dat zich op een afstand van 80 cm of meer bevindt (meer dan 150 cm bij het gebruik van de zoomfunctie). • Probeer de camera stevig vast te houden, om te voorkomen dat de foto's onscherp worden. • Schakel de flitser uit als de afstand tot het onderwerp minder dan 40 cm bedraagt. Opname-instellingen 65 Macro: Handmatig scherpstellen op een onderwerp dat zich 5-80 cm van de camera bevindt (100-150 cm wanneer u de zoomfunctie gebruikt). De scherpstelling aanpassen Smart Touch AF gebruiken • Als u geen enkel gedeelte van het scherm aanraakt, verschijnt het Met Smart Touch AF kunt u het onderwerp volgen en automatisch scherp in beeld houden, ook wanneer u beweegt. • Het volgen van een onderwerp kan in de volgende gevallen 1 Raak in de opnamemodus → Scherpstelgebied aan. 2 Raak Smart Touch AF aan. 3 Raak het onderwerp aan dat u wilt bijhouden in het aanraakgedeelte. • Het scherpstelkader wordt op het onderwerp weergegeven. Wanneer u de camera beweegt, beweegt het scherpstelkader mee met het onderwerp. • Een wit kader betekent dat de camera het onderwerp volgt. • Een groen kader wanneer u de [Ontspanknop] half indrukt, betekent dat het onderwerp scherp in beeld is. 4 Druk op de [Ontspanknop] om een foto te maken. Opname-instellingen 66 scherpstelkader midden in het beeld. mislukken: -- het onderwerp is te klein -- het onderwerp beweegt te veel -- er is sprake van tegenlicht of u maakt foto's op een donkere plaats -- kleuren of patronen van het onderwerp komen met de achtergrond overeen -- de camera trilt erg • Wanneer een onderwerp niet kan worden gevolgd, wordt het scherpstelkader weergegeven als een kader met één witte lijn ( ). • Als de camera het onderwerp niet volgt, moet u het te volgen onderwerp opnieuw selecteren. • Als de camera niet kan scherpstellen, wordt het scherpstelkader weergegeven als een kader met één rode lijn ( ). • Als u deze functie gebruikt, is het niet mogelijk om de opties voor zelfontspanning, gezichtsdetectie en Smart filtereffecten in te stellen. De scherpstelling aanpassen Het scherpstelgebied aanpassen U kunt betere foto's krijgen door een scherpstelgebied te kiezen op basis van de locatie van het onderwerp in de scène. 1 Raak in de opnamemodus → Scherpstelgebied aan. 2 Raak de gewenste optie aan. Scherpstelgebied Centrum AF Multi AF One Touch-opname Smart Touch AF Pictogram Beschrijving Centrum AF: scherpstellen op het midden van het kader (voor onderwerpen die zich in het midden of in de buurt van het midden bevinden). Multi AF: scherpstellen op een of meer gebieden (max. 9). One Touch-opname: scherpstellen op het onderwerp en een foto maken door het beeld op het scherm aan te raken. (pag. 43) Smart Touch AF: scherpstelling op en volgen van het onderwerp dat u op het scherm aanraakt. (pag. 66) Opname-instellingen 67 Gezichtsdetectie gebruiken Bij gebruik van de opties voor gezichtsdetectie worden de gezichten van mensen automatisch door de camera gedetecteerd. Wanneer u op een menselijk gezicht scherpstelt, past de camera de belichting automatisch aan. Gebruik Knipperen om gesloten ogen te detecteren of Smile shot om een lachend gezicht op te nemen. Ook kunt u Slimme gez.herkenning gebruiken om gezichten te registreren en ze bij het scherpstellen prioriteit te geven. • De camera houdt automatisch het geregistreerde gezicht bij. • Gezichtsdetectie is mogelijk in de volgende gevallen niet effectief: -- de afstand tussen de camera en het onderwerp is te groot (het scherpstelkader wordt oranje weergegeven voor Smile shot en Knipperen) -- het is te licht of te donker -- het onderwerp kijkt niet in de richting van de camera -- het onderwerp draagt een zonnebril of een masker -- de gezichtsuitdrukking van het onderwerp verandert drastisch -- het onderwerp heeft tegenlicht of de lichtomstandigheden zijn veranderlijk • Gezichtsdetectie is niet beschikbaar wanneer u Smart filter-effecten, opties voor Beeld aanpassen of Smart Touch AF instelt. • Afhankelijk van de opname-instellingen kunnen de opties voor gezichtsdetectie verschillen. • Afhankelijk van de opties voor gezichtsdetectie die u hebt geselecteerd, is de timerfunctie mogelijk niet beschikbaar of kunnen de beschikbare timerfuncties verschillen. • Als u opties voor gezichtsdetectie instelt, zijn sommige serieopties niet beschikbaar. • Als u foto's neemt van gedetecteerde gezichten, worden ze in de gezichtenlijst geregistreerd. • In de afspeelmodus kunt u geregistreerde gezichten op volgorde van prioriteit weergeven. (pag. 87) Ook als gezichten zijn geregistreerd, worden ze mogelijk In de afspeelmodus niet geclassificeerd. • Een gezicht dat in de opnamemodus wordt gedetecteerd, komt mogelijk niet in de gezichtenlijst of in Smart Album voor. • Als Gezichtsdetectie is geselecteerd, wordt het AF-gebied gewijzigd in Multi AF. Gezichten detecteren De camera kan automatisch maximaal 10 gezichten in een scène detecteren. 1 Raak in de opnamemodus 2 Raak Normaal aan. → Gezichtsdetectie aan. Voor het dichtstbijzijnde gezicht en een gezicht in midden wordt er een wit scherpstelkader weergegeven. Voor alle andere gezichten wordt er een grijs scherpstelkader weergegeven • Hoe dichter u bij de onderwerpen bent, des te sneller detecteert de camera gezichten. • Als u wilt scherpstellen op een onderwerp in een grijs scherpstelkader, raakt u het gezicht in het kader aan. • De gedetecteerde gezichten worden mogelijk niet geregistreerd als u reeksopties zoals Continu, Bewegingsopname, AEB instelt. Opname-instellingen 68 Gezichtsdetectie gebruiken Een zelfportret maken Een foto van een lachend gezicht maken Maak foto's van uzelf. De scherpstelafstand wordt ingesteld op close-up en u hoort een pieptoon. De camera neemt automatisch een foto wanneer er een lachend gezicht wordt gedetecteerd. → Gezichtsdetectie aan. 1 Raak in de opnamemodus 2 Raak Zelfportret aan. 3 Wanneer u een korte piep hoort, drukt u op de 1 Raak in de opnamemodus 2 Raak Smile shot aan. 3 Stel de opname samen. [Ontspanknop]. → Gezichtsdetectie aan. • De camera neemt automatisch een foto wanneer er een lachend gezicht wordt gedetecteerd. Wanneer gezichten zich in het midden bevinden, piept de camera snel. De camera herkent de lach eerder wanneer het onderwerp breeduit lacht. Als u Volume uitschakelt in de geluidsinstellingen, geeft de camera geen pieptoon weer. (pag. 113) Opname-instellingen 69 Gezichtsdetectie gebruiken Knipperende ogen detecteren Slimme gezichtsherkenning gebruiken Als de camera gesloten ogen detecteert, worden er automatisch 2 foto's na elkaar gemaakt. De camera registreert automatisch gezichten die u vaak fotografeert. De functie Slimme gezichtsherkenning stelt automatisch eerst scherp op die gezichten en op favoriete gezichten. De functie Slimme gezichtsherkenning is alleen beschikbaar bij gebruik van een geheugenkaart. 1 Raak in de opnamemodus 2 Raak Knipperen aan. → Gezichtsdetectie aan. → Gezichtsdetectie aan. 1 Raak in de opnamemodus 2 Raak Slimme gez.herkenning aan. • Houd de camera stil terwijl "Bezig met vastleggen" op het scherm wordt weergegeven. • Als de knipperdetectie mislukt, wordt het bericht "Foto gemaakt met gesloten ogen" weergegeven. Maak nog een foto. • : gezichten die u hebt geregistreerd als favorieten. (Zie pagina 71 voor informatie over het registreren van gezichten als favorieten.) • : gezichten die automatisch door de camera worden geregistreerd. Opname-instellingen 70 Gezichtsdetectie gebruiken • De camera herkent en registreert gezichten mogelijk niet goed in extreme lichtomstandigheden, bij grote veranderingen in de houding of gezichtsuitdrukking van het onderwerp of als het onderwerp al dan niet een bril draagt. • De camera kan maximaal 14 gezichten automatisch registreren. Als de camera een nieuw gezicht herkent terwijl er al 14 gezichten zijn geregistreerd, zal de camera automatisch het gezicht met de laagste prioriteit door het nieuwe vervangen. • De camera kan maximaal favoriete 5 gezichten in een scène detecteren. Gezichten als favoriet registreren (Mijn ster) U kunt uw favoriete gezichten registreren om deze gezichten bij de scherpstelling en belichting prioriteit te geven. Deze functie is alleen bij gebruik van een geheugenkaart beschikbaar. → Smart FR wijzigen aan. 1 Raak in de opnamemodus 2 Raak Mijn ster aan. 3 Plaats het onderwerp met de ovalen kaderlijn in het kader en druk op de [Ontspanknop] om het gezicht te registreren. • Maak bij het registreren van gezichten een foto per persoon tegelijk. • Maak 5 foto's van het gezicht van het onderwerp voor de beste resultaten: van de voorkant, van links, van rechts, van boven en van onderen. • Wanneer u foto's maakt van links, van rechts, van boven en van onderen, moet u het onderwerp vertellen zijn of haar gezicht niet meer dan 30 graden te draaien. • U kunt een gezicht registreren, zelfs als u maar één foto van het gezicht van het onderwerp maakt. Opname-instellingen 71 Gezichtsdetectie gebruiken 4 Raak aan wanneer de gezichtenlijst wordt weergegeven. • Uw favoriete gezichten worden in de gezichtenlijst met een gemarkeerd. • U kunt maximaal 6 favoriete gezichten registreren. • De flitser wordt niet geactiveerd wanneer u een favoriet gezicht registreert. • Als u een gezicht twee keer registreert, kunt u een van deze gezichten uit de lijst verwijderen.   Uw favoriete gezichten weergeven  1 Raak in de opnamemodus 2 Raak Gezichtenlijst aan. → Smart FR wijzigen aan. • U kunt Gezichtenlijst niet selecteren als er geen gezicht is geregistreerd. • Als u de classificatie van uw favoriete gezichten wilt aanpassen, raakt u aan. (pag. 87) • Als u een favoriet gezicht wilt verwijderen, raakt u aan. Opname-instellingen 72 Helderheid en kleur aanpassen Hier vindt u informatie over hoe u instellingen voor de helderheid en kleur kunt aanpassen om een betere beeldkwaliteit te bereiken. De belichting handmatig aanpassen (EV) • Nadat u de belichting hebt aangepast, wordt deze instelling Afhankelijk van de intensiteit van het omgevingslicht kunnen foto's te licht of te donker uitvallen. U kunt dan de belichting aanpassen om een beter resultaat te krijgen. Donkerder (-) 1 2 Neutraal 0) Helderder (+) Raak in de opnamemodus → EV aan. Selecteer de gewenste belichtingswaarde door de schuifregelaar te verplaatsen met de linker en rechter +/- pictogrammen en raak vervolgens aan. • De foto wordt lichter naarmate de belichting wordt verhoogd. • Als u de waarde voor de belichting aanpast, wordt het pictogram als volgt weergegeven. Opname-instellingen 73 automatisch opgeslagen. Mogelijk moet dit later weer worden bijgesteld om onder- of overbelichting te voorkomen. • Als u niet weet wat de juiste belichting zou zijn, selecteert u AEB (Auto Exposure Bracket). De camera neemt 3 foto's achter elkaar, elk met een andere belichting: normaal, onderbelicht en overbelicht. (pag. 77) Helderheid en kleur aanpassen Compenseren voor tegenlicht (ACB) • De ACB-functie is altijd ingeschakeld in de modi Smart Auto, Scène (Strand/sneeuw). Wanneer de lichtbron zich achter uw onderwerp bevindt of er sprake is van hoog contrast tussen het onderwerp en de achtergrond, ziet het onderwerp er in de foto waarschijnlijk donker uit. Schakel in dat geval de optie Auto Contrast Balance (ACB) in. • De ACB-functie is niet beschikbaar als u de opties Continu, Bewegingsopname of AEB instelt. De lichtmeetmethode wijzigen De lichtmetingsmodus heeft betrekking op de manier waarop een camera de hoeveelheid licht meet. De helderheid en belichting van de foto's varieert met de gekozen lichtmeetmethode. Zonder ACB Met ACB aan. 1 Raak in de opnamemodus 2 Raak ACB aan en raak vervolgens een optie aan om → L.meting aan. 1 Raak in de opnamemodus 2 Raak de gewenste lichtmeetmethode aan. deze in te schakelen. L.meting Multi Spot ACB Centr. gewogen Uit Aan Opname-instellingen 74 Helderheid en kleur aanpassen Pictogram Beschrijving Een lichtbron selecteren (Witbalans) Multi: • De camera verdeelt het frame onder in diverse gebieden en meet de lichtintensiteit in elk gebied. • Geschikt voor algemene foto's. De kleur van uw foto is afhankelijk van het type en de kwaliteit van de lichtbron. Als u wilt dat uw foto's realistische kleuren hebben, selecteert u een passende lichtomstandigheid om de witbalans mee te kalibreren, zoals Auto witbalans, Daglicht, Bewolkt of Kunstlicht. Spot: • De camera meet alleen de lichtintensiteit in het uiterste midden van het kader. • Als een onderwerp zich niet midden in het beeld bevindt, kan de foto verkeerd belicht worden. • Geschikt voor een onderwerp met tegenlicht. Centr. gewogen: • De camera bepaalt een gemiddelde voor de lichtmeting van het gehele beeld, maar met nadruk op het midden. • Geschikt voor foto's waarbij het onderwerp zich in het midden van het beeld bevindt. Auto witbalans Daglicht Bewolkt Kunstlicht Opname-instellingen 75 Helderheid en kleur aanpassen 1 Raak in de opnamemodus 2 Selecteer een optie en raak   Uw eigen witbalansinstelling configureren  → Witbalans aan. U kunt de witbalans aanpassen door een foto te maken van een wit oppervlak, zoals een stuk papier, onder de lichtomstandigheden waarin u een foto wilt maken. De functie voor witbalans helpt u om de kleuren in uw foto te laten overeenkomen met de werkelijke scène. aan. Witbalans → Witbalans aan. 1 Raak in de opnamemodus 2 Raak Aangep. instelling aan. 3 Richt de lens op een wit stuk papier en druk op de [Ontspanknop]. Pictogram Beschrijving Auto witbalans: automatisch de witbalans instellen op basis van de lichtomstandigheden. Daglicht: voor foto's buitenshuis op een zonnige dag. Bewolkt: voor foto's buitenshuis op een bewolkte dag of in de schaduw. TL-licht H: voor foto's bij daglichtlampen of driewegfluorescentielampen. TL-licht L: voor foto's bij wit TL-licht. Kunstlicht: voor foto's binnenshuis bij gloeilamp- of halogeenlampverlichting. Aangep. instelling: instellingen voor de witbalans gebruiken die u hebt ingesteld. Opname-instellingen 76 Serieopnamen Het kan lastig zijn foto's te maken van snel bewegende onderwerpen, of natuurlijke gezichtsuitdrukkingen en gebaren van uw onderwerpen in foto's vast te leggen. Selecteer in dergelijke gevallen een van de modi voor serieopnamen om snel meerdere foto's te nemen. Pictogram Beschrijving 1 opname: Eén foto maken. Continu: • Terwijl u de [Ontspanknop] ingedrukt houdt, blijft de camera achter elkaar foto's maken. • Het maximumaantal foto's is afhankelijk van de capaciteit van de geheugenkaart. → Snelheid aan. 1 Raak in de opnamemodus 2 Raak de gewenste reeksoptie aan. Bewegingsopname: Terwijl u de [Ontspanknop] ingedrukt houdt, maakt de camera VGA-foto's (6 foto's per seconde, met een maximum van 30 foto's). Snelheid AEB: • 3 foto's achter elkaar maken, elk met een andere belichting. normaal, onderbelicht en overbelicht. • Gebruik een statief om onscherpe foto's te voorkomen. 1 opname Continu Bewegingsopname AEB • U kunt de flitser, timer, ACB en Smart filter alleen gebruiken wanneer u 1 opname selecteert. • Als u Bewegingsopname selecteert, stelt de camera de resolutie in op VGA en de ISO-waarde op Auto. • Afhankelijk van de geselecteerde optie voor gezichtsdetectie zijn bepaalde opties voor serieopnamen niet beschikbaar. Opname-instellingen 77 Effecten toepassen/Beelden aanpassen Intelligente filtereffecten toepassen Beschikbare filters in de Programmamodus Pas allerlei filtereffecten op uw foto's en video's toe om unieke afbeeldingen te maken. Pictogram Beschrijving Normaal: Geen effect. Miniatuur: Een effect toepassen om het onderwerp in miniatuur weer te geven. Vignetten: Retro-kleuren, een hoog contrast en sterke vignettering van Lomo-camera's toepassen. Miniatuur Softfocus: Onzuiverheden op het gezicht verhullen of droomachtige effecten toevoegen. Vignetten Oude film: Het effect van een oude film toepassen. Halftoonstip: Een halftooneffect toepassen. Schets: Een schetseffect van een pen toepassen. Visoog Visoog: De randen van het kader donkerder maken en nabije objecten vervormen om de visuele effecten van een vissenooglens te imiteren. Schets → Smart filter aan. 1 Raak in de opnamemodus Raak de gewenste intelligente filteroptie aan. 2 Klassiek: Een zwart-witeffect toepassen. Retro: Een sepiatinteffect toepassen. Olieverf: Hiermee past u een olieverfeffect toe. Aquarel: Hiermee past u een inkttekeningeffect toe. Cartoon: Hiermee vereenvoudigt u een foto om er een cartoon van te maken. Opname-instellingen 78 Effecten toepassen/Beelden aanpassen Pictogram Beschrijving Pictogram Kruisfilter: Licht verspreiden vanuit de bron, zoals bij een kruisfilter. Zoomopname: Hiermee creëert u een trechtereffect op het scherpstelgebied door de omgeving vager te maken. Beschrijving Paleteffect 3: Een zachte bruine tint toepassen. Paleteffect 4: Een koud en eenkleurig effect toepassen. • Als u Miniatuur selecteert wanneer u een video opneemt, neemt de afspeelsnelheid van de video toe. Beschikbare filters in de Filmmodus Pictogram • Als u tijdens een video-opname Miniatuur selecteert, wordt het geluid niet opgenomen. Beschrijving • Als u Miniatuur, Vignetten, Halftoonstip, Schets, of Visoog Normaal: Geen effect. Miniatuur: Een effect toepassen om het onderwerp in miniatuur weer te geven. Vignetten: Retro-kleuren, een hoog contrast en sterke vignettering van Lomo-camera's toepassen. Halftoonstip: Een halftooneffect toepassen. Schets: Een schetseffect van een pen toepassen. Visoog: Objecten die in de buurt zijn, vervormen om de visuele effecten van een vissenooglens te imiteren. Klassiek: Een zwart-witeffect toepassen. Retro: Een sepiatinteffect toepassen. Paleteffect 1: Een heldere look maken met een scherp contrast en rode kleur. Paleteffect 2: Scènes helder en strak maken door een zachte blauw tint toe te voegen. Opname-instellingen 79 selecteert terwijl een video wordt opgenomen, wordt de opnamesnelheid ingesteld op en wordt de opnameresolutie ingesteld op minder dan . • Als u Smart filtereffecten instelt, kunt u de opties voor gezichtsherkenning, ACB, serieopties, opties voor beeldaanpassing, de intelligente zoomfunctie of Smart Touch AF niet gebruiken. • Als u Schets, Visoog, Olieverf, Aquarel, Cartoon, Kruisfilter, Zoomopname selecteert, wordt de resolutie gewijzigd in en lager. Effecten toepassen/Beelden aanpassen Foto's aanpassen U kunt de scherpte, kleurverzadiging en het contrast van uw foto's aanpassen. 1 Raak in de opnamemodus 3 Raak Scherpte → Beeld aanpassen aan. 2 Selecteer de gewenste correctiewaarde door de schuifbalk te verplaatsen. aan om de wijzigingen op te slaan. Beschrijving - Verzacht randen in de foto (geschikt voor fotobewerking op de computer). + Verscherp randen om de foto duidelijker te maken. Hierdoor kan ook de beeldruis in de foto's toenemen. Contrast Beschrijving - Verminder kleuren en helderheid. Scherpte + Verhoog kleuren en helderheid. Contrast Kleurverzadiging Beeld aanpassen Kleurverz. Beschrijving - Verminder de kleurverzadiging. + Verhoog de kleurverzadiging. • Selecteer 0 als u geen effect wilt toepassen (geschikt voor afdrukken). • Als u aanpassingsfuncties instelt, kunt u de Smart filteropties niet gebruiken. Opname-instellingen 80 Het zoomgeluid instellen Als u de zoomfunctie gebruikt wanneer u video's opneemt, kan het zoomgeluid worden opgenomen in video's. Gebruik de functie Sound Alive om het zoomgeluid te verminderen. 1 Raak in de Opnamemodus voor video's → Spraak aan. 2 Raak de gewenste optie aan. Spraak Sound Alive Aan Sound Alive Uit Dempen Pictogram Beschrijving Sound Alive Aan: De Sound Alive-functie inschakelen. Sound Alive Uit: De Sound Alive-functie uitschakelen. Dempen: Er wordt geen geluid opgenomen. • Blokkeer de microfoon niet wanneer u de functie Sound Alive gebruikt. • Opnamen die worden gemaakt met Sound Alive, kan anders klinken dan de daadwerkelijke geluiden. Opname-instellingen 81 Beschikbare opname-instellingen per opnamemodus Zie 'Opname-instellingen' voor meer informatie over opname-instellingen. Smart Auto 3D-foto Live Scène Panorama ○ -   Kwaliteit - Timer   Flitser   ISO-waarde - Macro  ○ - Resolutie Scherpstelgebied - Gezichtsdetectie  EV - ACB  Lichtmeting Digitale zoom - Intelligent zoomen  OIS ○ Witbalans Snelheid Smart filter Beeld aanpassen Sound Alive Nachtopname ○ ○ ○ ○ ○ ○   - ○      ○ CloseTouchTimeropname DUAL IS Programma up opname ○ ○ ○  ○ ○ ○ ○ ○ ○ -   ○ ○ ○  : In deze modi zijn sommige opties beperkt of is een bepaalde optie standaard ingesteld. O : De optie is beschikbaar in deze modus. Opname-instellingen 82 ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○  ○ Film Slimme Poseerhulp film ○ ○ ○ ○   ○ ○ ○ ○ ○ ○ ○  ○ ○ ○ ○ ○  ○ Beschikbare opname-instellingen per opnamemodus Mijn Automatische Intelligent Beeld in Wazige Magisch Vignetten Vignetten Grappig Zelfportret Beautyshot Magisch Fotofilter Filmfilter zoomopname portret beeld achtergrond kader (foto) (film) gezicht kader ○ ○ ○ ○ ○ ○    ○ ○ ○  Kwaliteit ○ ○ ○ Timer        Flitser       ISO-waarde Gezichtsdetectie  EV ○ ○ ○ ○ ○ - Scherpstelgebied - - - Resolutie Macro ACB Lichtmeting Witbalans Snelheid Smart filter Beeld aanpassen Sound Alive Digitale zoom Intelligent zoomen OIS   ○  : In deze modi zijn sommige opties beperkt of is een bepaalde optie standaard ingesteld. O : De optie is beschikbaar in deze modus. Opname-instellingen 83   ○ ○ -  ○ ○ ○    - ○ ○ ○ ○  ○  ○ ○ ○ ○  ○ ○  ○ ○ Weergeven en bewerken Hier vindt u informatie over hoe u foto's en video's kunt weergeven of afspelen en hoe u foto's en video's kunt bewerken. Ook leest u hier hoe u de camera op een computer, fotoprinter, televisie, HDTV of 3D-tv aansluit. Foto's of video's weergegeven in de afspeelmodus … ……………………………… 85 Bestanden naar een Windows-computer overbrengen ……………………………………103 De afspeelmodus starten … ………………… 85 Foto's weergeven …………………………… 91 Een video afspelen … ……………………… 93 Bestanden overbrengen met Intelli-studio …… 104 Bestanden overbrengen door de camera als een verwisselbare schijf aan te sluiten … … 106 De camera loskoppelen (Windows XP) …… 107 Foto's bewerken ……………………………… 95 Het formaat van foto's aanpassen … ……… Een foto draaien … ………………………… Intelligente filtereffecten toepassen … ……… Foto's aanpassen …………………………… Storyboard maken …………………………… Een afdrukbestelling maken (DPOF) ………… 95 95 96 96 98 99 Bestanden op een tv, HDTV of 3D-tv bekijken …………………………………………100 Bestanden naar een Mac-computer overbrengen ……………………………………108 Foto's met een PictBridge-fotoprinter afdrukken ………………………………………109 Foto's of video's weergegeven in de afspeelmodus Hier vindt u informatie over hoe u foto's en video's kunt afspelen en hoe u bestanden beheert. 2 Sleep de afbeelding naar links of rechts om naar een De afspeelmodus starten ander bestand te gaan. Bekijk foto's en video's die in de camera zijn opgeslagen. 1 Druk op [Afspelen]. • Als u snel door bestanden wilt bladeren, kantelt u de camera • Het recentste bestand wordt weergegeven. • Als de camera is uitgeschakeld, wordt deze ingeschakeld en wordt het recentste bestand weergegeven. in de richting dat u bestanden wilt doorbladeren. (pag. 86) • U kunt ook de linkerrand of de rechterrand van het scherm vasthouden om snel door de bestanden te bladeren. • U kunt de schuifregelaar ook naar links of rechts slepen om naar het vorige of volgende bestand te gaan. Als u de bestanden op categorie wilt weergeven, raakt u startscherm. (pag. 88) aan op het Weergeven en bewerken 85 Foto's of video's weergegeven in de afspeelmodus • Als u bestanden in het interne geheugen wilt weergeven, verwijdert u de geheugenkaart. • U kunt bestanden die zijn opgenomen met andere camera's, mogelijk niet bewerken of afspelen, wegens niet-ondersteunde formaten of codecs. Gebruik een computer of ander apparaat om deze bestanden te bewerken of af te spelen. • Bewegingsdetectie werkt mogelijk niet goed als u de camera met het scherm parallel aan de grond houdt.   Bestanden weergegeven met bewegingsdetectie  U kunt bestanden weergeven door de camera te kantelen in de afspeelmodus. • Als u de camera 90° of 180° draait terwijl u een foto weergeeft, wijzigt de camera automatisch de stand van de weergegeven foto. (pag. 116) • Als u de functie voor bewegingsdetectie wilt activeren, raakt u → Gebarenoverzicht → Aan aan. Weergeven en bewerken 86 Foto's of video's weergegeven in de afspeelmodus   Het scherm in de afspeelmodus    Uw favoriete gezichten classificeren  U kunt uw favoriete gezichten classificeren of ze verwijderen. De functie voor favoriete gezichten is alleen beschikbaar als u een geheugenkaart in de camera hebt geplaatst. 1 Raak in de afspeelmodus Bestandsgegevens Gezichtenlijst aan. Bestandslocatie Pictogram Beschrijving Video's (pag. 93) Mapnaam – Bestandsnaam Lengte van de video 3D-weergavebestand Beveiligd bestand Afdrukbestelling ingesteld (DPOF) Bestanden verwijderen (pag. 90) Een diashow afspelen (pag. 92) Bestanden als miniaturen weergeven (pag. 89) Als u bestandsgegevens op het scherm wilt weergeven, raakt u Bestandsinformatie → Aan aan. → Gezichtenlijst aan. • Raak in de miniatuurweergave of Smart-album → Weergeven en bewerken 87 Gezichtenlijst → Foto's of video's weergegeven in de afspeelmodus 2 Als u een gezicht wilt classificeren, raakt u → Ja aan en sleept u het gezicht naar een nieuwe locatie. Rangorde wijzigen 3 Raak   Bestanden weergeven in Smart Album als miniaturen  Bestanden op categorie weergeven, zoals datum, gezicht of bestandstype. 1 Raak 2 Raak aan op het startscherm. → een optie voor een categorie aan. aan om de wijzigingen op te slaan. • Als u een gezicht uit de lijst wilt verwijderen, raakt u raakt u een gezicht aan en vervolgens aan, . Raak aan als u alleen uw favoriete gezicht in de gezichtenlijst wilt weergeven. Pictogram Beschrijving Alle bestanden weergeven. Bestanden weergeven op volgorde van opslagdatum. Bestanden weergeven op herkende en favoriete gezichten. Bestanden weergeven op bestandstype. • Het kan enige tijd duren voordat Smart Album op de camera is geopend of de categorie is gewijzigd en de bestanden opnieuw zijn geordend. • Als u een categorie verwijdert, worden alle bestanden in de categorie verwijderd. Weergeven en bewerken 88 Foto's of video's weergegeven in de afspeelmodus   Bestanden weergeven met een effect dat lijkt op het omslaan van pagina's    Bestanden als miniatuur weergeven  U kunt snel miniaturen van bestanden bekijken. U kunt door pagina's bladeren door uw vinger over het scherm te slepen of vegen. U kunt ook het effect van pagina's omslaan toevoegen aan een diashow. Draai de afspeelmodus de [Zoomknop] naar links om miniaturen weer te geven (9 per keer). Draai de [Zoomknop] nog een of twee keer naar links om meer miniaturen weer te geven (16 of 36 per keer). Draai de [Zoomknop] naar rechts om naar de vorige weergave terug te keren. 1 Raak aan op het startscherm. 2 Raak een thema aan (Reizen, Bruiloft of Feest). 3 Sleep afbeeldingen naar links of rechts om naar het vorige of volgende bestand te gaan. Raak een bestand aan om deze in volledige schermweergave weer te geven. Pictogram Pictogram Beschrijving Bestanden wissen Beschrijving Een diashow afspelen. • Raak het scherm aan om de diashow te pauzeren en het volume aan te passen of te dempen. • Raak aan om de diashow te stoppen. Videobestand Sleep het scherm omhoog of omlaag om naar de volgende of vorige pagina met miniaturen te gaan. Terugkeren naar het selectiescherm voor thema's. U kunt alleen foto's weergeven als u het effect voor pagina's omslaan gebruikt. Weergeven en bewerken 89 Foto's of video's weergegeven in de afspeelmodus   Bestanden beveiligen    Bestanden wissen  U kunt uw bestanden beveiligen om te voorkomen dat ze per ongeluk worden gewist. Bestanden selecteren die u wilt wissen in de afspeelmodus. 1 Ga in de afspeelmodus naar het bestand dat u wilt Afzonderlijke bestanden wissen U kunt een afzonderlijk bestand selecteren en dit wissen. beveiligen en raak aan. 2 Raak Beveiligen aan en raak vervolgens de gewenste optie aan om deze in te schakelen. Beveiligen Uit Aan 1 Ga in de afspeelmodus naar het bestand dat u wilt verwijderen en raak aan. 2 Wanneer het pop-upvenster verschijnt, raakt u Ja aan. U kunt ook een bestand verwijderen door aan te raken. → Wissen → Wissen → Ja Meerdere bestanden wissen U kunt meerdere bestanden selecteren en deze tegelijk wissen. U kunt een beveiligd bestand niet verwijderen of draaien. 1 Raak in de miniatuurweergave aan. 2 Selecteer de bestanden die u wilt verwijderen en raak aan. 3 Wanneer het pop-upvenster verschijnt, raakt u Ja aan. Als u bestanden sorteert op categorie en een categorie verwijdert, worden alle bestanden in die categorie verwijderd. Weergeven en bewerken 90 Foto's of video's weergegeven in de afspeelmodus Alle bestanden verwijderen U kunt alle bestanden selecteren en deze tegelijk verwijderen. 1 Raak in de afspeelmodus → Wissen aan. • Raak in de miniatuurweergave of Smart-album Wissen aan. → Foto's weergeven Deel van een foto vergroten of foto's als diashow bekijken.   Een foto vergroten  Draai in de afspeelmodus de [Zoomknop] naar rechts om een deel van een foto te vergroten. Draai de [Zoomknop] naar links om uit te zoomen. 2 Raak Alles wissen aan. 3 Wanneer het pop-upvenster verschijnt, raakt u Ja aan.   Bestanden naar een geheugenkaart kopiëren  Sleep het scherm om een ander deel van de foto weer te geven. Bestanden van het interne geheugen naar een geheugenkaart kopiëren. 1 Raak in de afspeelmodus aan. • Raak in de miniatuurweergave of Smart-album aan. → Kopie 2 Raak Kopie aan. 3 Wanneer het pop-upvenster verschijnt, raakt u Ja aan. Pictogram Beschrijving Het bestand wissen. De foto bijsnijden (de foto wordt als een nieuw bestand opgeslagen). Terug naar de originele weergave. Weergeven en bewerken 91 Foto's of video's weergegeven in de afspeelmodus   Panoramafoto’s bekijken    Een diashow afspelen  Bekijk foto's die zijn gemaakt in de modus Live Panorama. Effecten en audio toevoegen aan een diashow met uw foto's. De diashowfunctie werkt niet voor video's. 1 Sleep in de weergavemodus de afbeelding naar links of rechts om naar een gewenste panoramafoto te gaan. 1 Raak aan op het startscherm. • De volledige panoramafoto verschijnt op het scherm. 2 Raak aan. Alles afsp. • De camera schuift automatisch horizontaal of verticaal door de foto, afhankelijk van de richting waarin u bewoog bij het maken van de foto. De camera schakelt vervolgens over naar de weergavemodus. • Raak tijdens het weergeven van een panoramafoto aan om te pauzeren of om verder te gaan. • Als de weergave van een panoramafoto wordt onderbroken, sleept u de afbeelding om de foto horizontaal of verticaal te verplaatsen, afhankelijk van de richting waarin u bewoog bij het maken van de foto. 3 Raak aan om terug te keren naar de weergavemodus. • De camera schuift alleen automatisch door de panoramafoto als de langste rand van de foto twee of meer keer langer is dan de kortste rand. • Op het display van uw camera wordt een foto die is opgenomen in de modus 3D-panorama weergegeven als een 2D-panoramafoto. Als u het 3D-effect wilt bekijken, sluit u de camera aan op een 3D-tv of 3D-monitor. (pag. 102) 2 Raak aan en selecteer foto's die u wilt opnemen in de diashow. • • • • Raak aan om alles te selecteren. Raak aan om de selectie te annuleren. U kunt geen videobestanden selecteren. U kunt maximaal 2000 bestanden selecteren. 3 Raak 4 Raak Weergeven en bewerken 92 aan. aan en stel een diashoweffect in. Foto's of video's weergegeven in de afspeelmodus * Standaard Pictogram Beschrijving Afsp.mod.: Instellen of de diashow wordt herhaald. (Eenmaal afspelen*, Herhalen) Interval: • Het interval tussen foto's instellen. (1 sec *, 3 sec , 5 sec , 10 sec ) • U moet de effectoptie instellen op interval in te stellen. om het Een video afspelen In de afspeelmodus kunt u een video weergegeven en vervolgens delen van de afgespeelde video opnemen of bijsnijden. U kunt de opgenomen of bijgesneden segmenten opslaan als nieuwe bestanden. 1 Ga in de afspeelmodus naar een video en raak 2 Geef de video weer. Muziek: Achtergrondmuziek instellen. Effect: • Een scèneovergangseffect instellen tussen foto's. (Uit, Kalm*, Zonnig, Ontspannen, Levendig, Zacht) • Selecteer om effecten te annuleren. • Als u de effectoptie gebruikt, wordt het interval tussen foto's ingesteld op 1 seconde. 5 Raak Pictogram Beschrijving Terugspoelen. aan om de diashow te starten. / • Raak het scherm om de diashow te pauzeren. • Raak om het volume in te stellen. • Raak aan om de diashow te stoppen. Het afspelen onderbreken of hervatten. Vooruitspoelen. Het volume aanpassen of het geluid dempen. Terugkeren naar de afspeelmodus. Bij het afspelen van een film kunnen de functies voor snel vooruit/ terugspoelen/pauzeren na seconden worden gebruikt. Weergeven en bewerken 93 aan. Foto's of video's weergegeven in de afspeelmodus   Een video bijsnijden    Afzonderlijke beelden uit een video opslaan  1 Raak tijdens het afspelen van een video 1 Raak tijdens het afspelen van een video 2 Raak 3 Raak 2 Raak aan. 3 Wanneer het pop-upvenster verschijnt, raakt u Ja aan. aan op het punt waarop u het bijsnijden wilt beginnen. → aan. aan op het punt waarop u het bijsnijden wilt beëindigen. • U kunt ook de scène aanpassen die moet worden bijgesneden door de grepen te verplaatsen die op de voortgangsbalk worden weergegeven. aan op het punt waarop u een beeld wilt opnemen. • De bestandsgrootte van de opgenomen afbeelding is gelijk aan die van de originele video. • Het opgenomen beeld wordt als nieuw bestand opgeslagen. 4 Raak aan. 5 Wanneer het pop-upvenster verschijnt, raakt u Ja aan. • De oorspronkelijke video moet ten minste 10 seconden lang zijn. • De camera slaat het bewerkte bestand op als een nieuw bestand. Weergeven en bewerken 94 Foto's bewerken Hier vindt u informatie over het bewerken van foto's. • De camera slaat bewerkte foto's op als nieuwe bestanden. • Bij het bewerken van een foto kan de grootte van de foto alleen worden gewijzigd in een formaat dat kleiner is dan het origineel. Foto's die handmatig worden gedraaid of waar het formaat handmatig van wordt aangepast, worden niet automatisch geconverteerd naar een lagere resolutie. Het formaat van foto's aanpassen Een foto draaien U kunt het formaat van een foto wijzigen en de foto als een nieuw bestand opslaan. U kunt instellen dat een foto wordt weergegeven wanneer de camera wordt ingeschakeld. aan. 1 Ga in de afspeelmodus naar een foto en raak 2 Raak Res.wijz aan en selecteer een formaatoptie. aan. 1 Ga in de afspeelmodus naar een foto en raak Raak Draaien aan en selecteer een optie voor draaien. 2 Draaien • Selecteer Beginafb. om de foto als beginafbeelding op te slaan. (pag. 113) Res.wijz 2688 X 1512 1920 X 1080 3 Raak Beginafb. aan om op te slaan. De camera overschrijft het originele bestand. De beschikbare opties voor formaat wijzigen verschillen, afhankelijk van de originele grootte van de foto. Weergeven en bewerken 95 Foto's bewerken Intelligente filtereffecten toepassen Foto's aanpassen Speciale effecten toepassen op uw foto's. Hier vindt u informatie over het aanpassen van de helderheid, contrast of verzadiging of het corrigeren van het rode-ogeneffect. Als het midden van een foto donker is, kunt u deze lichter maken. De camera slaat een bewerkte foto op als een nieuw bestand, maar converteert de foto mogelijk naar een lagere resolutie. 1 Raak aan op het startscherm. • Het recentste bestand wordt weergegeven. 2 Raak → een foto aan. 3 Raak aan. 4 Selecteer een filter en raak • U kunt tegelijk de helderheid, het contact en de kleurverzadiging aanpassen en intelligente filtereffecten toepassen. • U kunt niet tegelijk de effecten ACB, Gezichtretouch. en Anti-rode aan. ogen toepassen. • Als u beschikbare filteropties wilt weergegeven, gaat u naar pagina 78.   D  e helderheid, het contrast en de kleurverzadiging aanpassen  Smart filter 1 Raak aan op het startscherm. • Het recentste bestand wordt weergegeven. 5 Raak 2 Raak → een foto aan. 3 Selecteer een aanpasoptie. aan om de wijzigingen op te slaan. Pictogram Beschrijving Helderheid Contrast Kleurverzadiging Weergeven en bewerken 96 Foto's bewerken 4 Sleep de schuifregelaars of raak de voorbeeldfoto's aan om de optie aan te passen. 5 Raak 6 Raak 4 Sleep de schuifregelaars of raak de voorbeeldfoto's aan om de huidtint aan te passen. • Wanneer de schuifregelaar naar rechts wordt verschoven, aan. aan om de wijzigingen op te slaan. wordt de huidtint helderder. 5 Raak aan om de wijzigingen op te slaan.   Donkere onderwerpen aanpassen (ACB)    Rode ogen verwijderen  1 Raak 1 Raak aan op het startscherm. • Het recentste bestand wordt weergegeven. 2 Raak 3 Raak 4 Raak → een foto aan. → ACB aan. aan om de wijzigingen op te slaan. 2 Raak 3 Raak 4 Raak   Gezichten retoucheren    Bijsnijden  1 Raak 1 Raak aan op het startscherm. • Het recentste bestand wordt weergegeven. 2 Raak 3 Raak → een foto aan. → Gezichtretouch. aan. aan op het startscherm. • Het recentste bestand wordt weergegeven. → een foto aan. → Anti-rode ogen aan. aan om de wijzigingen op te slaan. aan op het startscherm. • Het recentste bestand wordt weergegeven. 2 Raak 3 Raak → een foto aan. 4 Raak aan om de wijzigingen op te slaan. aan en selecteer vervolgens het gebied dat u wilt slepen en bijsnijden. Weergeven en bewerken 97 Foto's bewerken Storyboard maken   Draaien  1 Raak U kunt een kadereffect toepassen op een gewone foto door diverse kaders en randen te gebruiken. aan op het startscherm. • Het recentste bestand wordt weergegeven. 2 Raak 3 Raak → een foto aan. aan en selecteer vervolgens een van de draai- opties. 4 Raak 1 Raak aan op het startscherm. 2 Selecteer maximaal 5 foto's en raak vervolgens aan. • Er wordt een storyboard gegenereerd met vakken voor het aantal geladen afbeeldingen. aan om de wijzigingen op te slaan. 3 Raak aan, selecteer het gewenste kader en raak 4 Raak aan, selecteer de gewenste rand en raak aan. aan. 5 Raak de foto aan binnen het kader om de positie en schaal ervan aan te passen. • U kunt foto's rechtstreeks naar een ander kader slepen. • U kunt de grootte van de foto in het kader wijzigen door te selecteren. Weergeven en bewerken 98 of Foto's bewerken 6 Druk op om de foto als nieuwe foto op te slaan. • U kunt de functie Cartoon alleen gebruiken als de geplaatste geheugenkaart meer dan één beeld bevat. • U kunt geen panoramabeelden of videobestanden gebruiken. • De opgeslagen storyboardafbeelding kan worden bekeken op het weergavescherm. • Het geselecteerde beeld wordt gedeeltelijk weergegeven op het scherm op basis van de beeldverhouding of het frametype. • Als de verhouding van het toegepaste beeld groter is dan de framegrootte, kunt u het beeld niet vergroten of verkleinen. • Het opslaan van de volledige storyboardafbeelding kan enige tijd duren, omdat de oorspronkelijke foto's moeten worden geladen. Een afdrukbestelling maken (DPOF) Selecteer foto's die u wilt afdrukken en sla afdrukopties op in de DPOF (Digital Print Order Format). Deze gegevens worden opgeslagen in de map MISC op uw geheugenkaart zodat u eenvoudig kunt afdrukken op printers die compatibel zijn met DPOF. aan. 1 Ga in de afspeelmodus naar een foto en raak 2 Raak DPOF aan. 3 Raak / aan om het aantal exemplaren te selecteren en raak aan. • U kunt de geheugenkaart meenemen naar een printshop die DPOF (Digital Print Order Format) ondersteunt, maar u kunt ook uw foto's thuis rechtstreeks op een DPOF-compatibele printer afdrukken. • Foto's met afmetingen die groter zijn dan het papier, worden mogelijk afgesneden aan de linker- en rechterkant. Zorg ervoor dat de afmetingen van uw foto overeenkomen met het papier dat u selecteert. • U kunt geen DPOF-opties instellen voor foto's in het interne geheugen. Weergeven en bewerken 99 Bestanden op een tv, HDTV of 3D-tv bekijken U kunt foto's of video's bekijken door de camera met de A/V-kabel op een tv aan te sluiten. 1 Raak aan op het startscherm. 2 Raak Connectiviteit → Video aan. 3 Selecteer een video-uitvoersignaal voor uw land of regio. (pag. 114) 4 5 Sluit de camera met de A/V-kabel op de tv aan. Schakel de camera en de televisie uit. Video 7 Schakel de camera in. • De camera schakelt automatisch over naar de afspeelmodus als u deze aansluit op een televisie. 8 Geef met behulp van het aanraakscherm op de camera de gewenste foto's en video's weer. • Afhankelijk van het model van tv, wordt er mogelijk digitale ruis weergegeven of wordt een deel van het beeld niet weergegeven. • Afhankelijk van de tv-instellingen kan het voorkomen dat de beelden niet gecentreerd op het scherm worden weergegeven. Audio 6 Schakel de tv in en selecteer de video-uitvoermodus met de afstandsbediening van de tv. Weergeven en bewerken 100 Bestanden op een tv, HDTV of 3D-tv bekijken   Bestanden op een HDTV weergeven  U kunt ongecomprimeerde foto's of video's van hoge kwaliteit op een HDTV bekijken met behulp van de optionele HDMI-kabel. HDMI (High Definition Multimedia Interface) wordt ondersteund door de meeste HDTV's. 1 Raak aan op het startscherm. 2 Raak Connectiviteit → HDMI-formaat aan. 3 Selecteer een HDMI-resolutie. (pag. 115) 4 Schakel de camera en HDTV uit. 5 Sluit de camera op de HDTV aan met behulp van een optionele HDMI-kabel. 6 Schakel de camera in. • Als u een HDTV van Samsung hebt die Anynet+ ondersteunt en u de Anynet+-functie van de camera hebt ingeschakeld, wordt de HDTV automatisch ingeschakeld en wordt het camerascherm weergegeven, terwijl de camera automatisch naar de modus Afspelen schakelt. • Als u Anynet+ uitschakelt, wordt de HDTV niet automatisch ingeschakeld. 7 Bekijk bestanden met behulp van de afstandsbediening van de camera of van de HDTV. • Als de HDTV het profiel Anynet+(CEC) ondersteunt, schakelt u Anynet+ in het instelmenu van de camera in (pag. 114) om de camera en televisie te bedienen met de afstandsbediening van de televisie. • Met Anynet+ kunt u alle aangesloten Samsung A/V-apparaten bedienen met de afstandsbediening van de televisie. • Hoe lang het duurt voordat de camera verbinding maakt met de HDTV, kan verschillen afhankelijk van het type microSD- of microSDHC-kaart dat u gebruikt. Een snellere microSD- of microSDHC-kaart resulteert niet noodzakelijkerwijs in een snellere HDMI-overdracht, omdat de belangrijkste functie van de kaart het verbeteren van de overdrachtssnelheid tijdens het opnemen is. Weergeven en bewerken 101 Bestanden op een tv, HDTV of 3D-tv bekijken   Bestanden op een 3D-tv bekijken  Als u de camera aansluit op een 3D-tv, kunt u 3D-foto's bekijken die zijn opgenomen in zowel de 3D-opnamemodus als de 3D-panoramamodus in de modus Live Panorama. 1 Raak aan op het startscherm. 2 Raak Connectiviteit → HDMI-formaat aan. 3 Selecteer een HDMI-resolutie. (pag. 115) 4 Schakel de camera en 3D TV uit. 5 Sluit de camera op de 3D TV aan met behulp van een optionele HDMI-kabel. 6 Schakel de camera in. • Als u over een 3D-tv van Samsung beschikt die Anynet+ ondersteunt en de Anynet+-functie van de camera hebt ingeschakeld, wordt de 3D-tv automatisch ingeschakeld en wordt het camerascherm weergegeven, terwijl de camera automatisch de weergave stand activeert. • Als u Anynet+ uitschakelt op uw camera, wordt de 3D-tv niet automatisch ingeschakeld. 7 Raak aan om over te schakelen naar de 3D TV-modus. • Raak nogmaals aan om over te schakelen naar de 2D TV-modus. 8 Schakel de 3D-functie van de tv in. • Raadpleeg de gebruikershandleiding bij de tv voor meer informatie. 9 Bekijk 3D-foto's met behulp van het aanraakscherm op de camera of de afstandsbediening van de tv. • U kunt geen MPO-bestand bekijken met 3D-effect op tv's die deze bestandsindeling niet ondersteunen. • Gebruik een geschikte 3D-bril bij het bekijken van een MPO-bestand op een 3D-tv. • Als u de knop links/rechts aanraakt in de 3D TV-modus, worden alleen 3D-bestanden weergegeven. • Bekijk geen 3D-opnamen die zijn gemaakt met deze camera gedurende lange tijd op een monitor die 3D ondersteunt. U ondervindt mogelijk ongemak zoals vermoeide ogen, uitputting of misselijkheid als u lange tijd naar dergelijke beelden kijkt. Weergeven en bewerken 102 Bestanden naar een Windows-computer overbrengen Bestanden overbrengen naar een Windows-computer, de bestanden bewerken met Intelli-studio en ze uploaden naar het web.   Vereisten  • De vereisten zijn slechts aanbevelingen. Het werkt mogelijk niet Onderdeel Vereisten Processor Intel Pentium 4, 3,2 GHz of hoger/ AMD Athlon™ FX 2,6 GHz of hoger RAM Minimaal 512 MB RAM (1 GB of meer aanbevolen) Besturingssysteem Windows XP SP2, Windows Vista of Windows 7 (32-bits edities) Schijfruimte Minimaal 250 MB RAM (1 GB of meer aanbevolen) • Cd-romstation • 1024 X 768 pixels, monitor met Overig ondersteuning voor 16-bits kleuren (1280 X 1024 pixels, ondersteuning voor 32-bits kleuren aanbevolen) • USB 2.0-poort • nVIDIA Geforce 7600GT of hoger/ ATI X1600-reeks of hoger • Microsoft DirectX 9.0c of hoger correct wanneer de computer voldoet aan de vereisten, afhankelijk van de toestand van de computer. • Als uw computer niet aan de vereisten voldoet, worden video's mogelijk niet naar behoren afgespeeld of duurt het langer om video's te bewerken. • Installeer DirectX 9.0c of een nieuwere versie voordat u het programma gebruikt. • Windows XP, Windows Vista of Windows 7 moet worden uitgevoerd op uw computer als u de camera wilt aansluiten als verwisselbare schijf. (pag. 106) De fabrikant is niet verantwoordelijk voor schade die wordt veroorzaakt door het gebruik van niet-geschikte computers zoals samengestelde computers. * De programma's werken mogelijk niet goed onder de 64-bits versies van Windows XP, Windows Vista en Windows 7. Weergeven en bewerken 103 Bestanden naar een Windows-computer overbrengen Bestanden overbrengen met Intelli-studio Intelli-studio wordt automatisch gestart wanneer u de camera met de USB-kabel op uw computer aansluit. Terwijl de camera met de USB-kabel op de computer is aangesloten, wordt de batterij opgeladen. 1 Raak aan op het startscherm. 2 Raak Connectiviteit → Pc-software → Aan aan. 3 Schakel de camera uit. 4 Sluit de camera op de computer aan met de USB-kabel. Wanneer u de USB-kabel op de camera aansluit, zorg er dan voor dat u de juiste USB-connector op de camera aansluit. Als u de kabel omgekeerd aansluit, kunnen de bestanden beschadigen. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor enig verlies van gegevens. 5 Schakel de camera in. • De computer herkent de camera automatisch en Intelli-studio wordt automatisch gestart. Als u de USB-optie instelt op Selecteer een modus, selecteert u Computer in het pop-upvester. 6 Selecteer een doelmap op de computer en selecteer Ja. • Nieuwe bestanden die worden opgeslagen op de camera, worden automatisch overgedragen naar de geselecteerde map. • Als de camera geen nieuwe bestanden bevat, zal het pop-upvenster voor het opslaan van nieuwe bestanden niet verschijnen. Voor Windows Vista en Windows 7: selecteer Run iStudio.exe in het venster voor automatisch starten om Intelli-studio te starten. Weergeven en bewerken 104 Bestanden naar een Windows-computer overbrengen   Intelli-studio gebruiken  Intelli-Studio is een ingebouwd programma waarmee u bestanden kunt afspelen, weergeven of bewerken. Selecteer Help → Help in de werkbalk van het programma voor meer informatie. • U kunt de firmware van uw camera bijwerken door Web Support → Upgrade firmware for the connected device te selecteren op de programmawerkbalk. • Als u Intelli-Studio op de computer installeert, start het programma sneller. Om het programma te installeren, selecteert u Tool → Install Intelli-studio on PC. • Bestanden kunnen niet in de camera worden bewerkt. Breng bestanden naar een map op de computer over om ze te bewerken. • Intelli-Studio ondersteunt de volgende bestandstypen: -- Video's: MP4 (Video: H.264, Audio: AAC), WMV (WMV 7/8/9), AVI (MJPEG) -- Foto's: JPG, GIF, BMP, PNG, TIFF 1 2 3 4 5 15 6 14 7 13 8 9 12 10 11 Weergeven en bewerken 105 Bestanden naar een Windows-computer overbrengen Nr. Bestanden overbrengen door de camera als een verwisselbare schijf aan te sluiten Beschrijving 1 Hiermee opent u menu's. 2 Hiermee geeft u bestanden in de geselecteerde map weer. 3 Hiermee gaat u naar de Fotobewerkingsmodus. 4 Hiermee gaat u naar de Videobewerkingsmodus. 5 Hiermee gaat u naar de Deelmodus. (bestanden per e-mail verzenden of uploaden naar websites zoals Flickr of YouTube). 6 Hiermee vergroot of verkleint u de miniaturen in de lijst. 7 Hiermee selecteert u een bestandstype. 8 Hiermee geeft u bestanden in de geselecteerde map op de computer weer. 9 Hiermee kunt u bestanden op de aangesloten camera weergeven of verbergen. 10 Hiermee kunt u bestanden in de geselecteerde map op de camera weergeven. 11 Hiermee kunt u bestanden als miniaturen of op een kaart weergeven. 12 Hiermee kunt u bladeren door mappen die zijn opgeslagen op de camera. 13 Hiermee kunt u bladeren door mappen die zijn opgeslagen op de computer. 14 Hiermee gaat u naar de vorige of volgende map. 15 Hiermee drukt u bestanden af, geeft u bestanden weer op een kaart, slaat u bestanden in op Mijn map of registreert u gezichten. U kunt de camera op de computer aansluiten als een verwisselbare schijf. 1 Raak aan op het startscherm. 2 Raak Connectiviteit → Pc-software → Uit aan. 3 Schakel de camera uit. 4 Sluit de camera op de computer aan met de USB-kabel. Wanneer u de USB-kabel op de camera aansluit, zorg er dan voor dat u de juiste USB-connector op de camera aansluit. Als u de kabel omgekeerd aansluit, kunnen de bestanden beschadigen. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor enig verlies van gegevens. Weergeven en bewerken 106 Bestanden naar een Windows-computer overbrengen 5 Schakel de camera in. De camera loskoppelen (Windows XP) • De camera wordt automatisch herkend. Met Windows Vista en Windows 7 lijken de manieren waarop de camera moet worden losgemaakt sterk op elkaar. Als u de USB-optie instelt op Selecteer een modus, selecteert u Computer in het pop-upvester. 1 Als het statuslampje op de camera knippert, wacht u tot het knipperen ophoudt. 6 Selecteer op de computer Deze computer → 2 Klik op op de werkbalk rechtsonder in het scherm van de computer. Verwisselbare schijf → DCIM → 100PHOTO. 7 Sleep de bestanden naar de computer of sla ze op de computer op. 3 Klik op het pop-upbericht. 4 Klik op het berichtveld waarin wordt aangegeven dat het apparaat veilig is verwijderd. 5 Verwijder de USB-kabel. De camera kan niet veilig worden verwijderd zolang Intelli-Studio actief is. Sluit het programma af voordat u de camera losmaakt. Weergeven en bewerken 107 Bestanden naar een Mac-computer overbrengen Wanneer u de camera op een Macintosh-computer aansluit, wordt het apparaat automatisch door de computer herkend. U kunt de bestanden rechtstreeks van de camera naar de computer overbrengen, zonder dat het nodig is om programma's te installeren. Mac OS 10.4 of hoger wordt ondersteund. 1 Sluit de camera met de USB-kabel op een Macintoshcomputer aan. 2 Schakel de camera in. • De computer herkent de camera automatisch en geeft een pictogram van een verwisselbare schijf weer. Wanneer u de USB-kabel op de camera aansluit, zorg er dan voor dat u de juiste USB-connector op de camera aansluit. Als u de kabel omgekeerd aansluit, kunnen de bestanden beschadigen. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor enig verlies van gegevens. Als u de USB-optie instelt op Selecteer een modus, selecteert u Computer in het pop-upvester. 3 Dubbelklik op het pictogram van de verwisselbare schijf. 4 Sleep de bestanden naar de computer of sla ze op de computer op. Weergeven en bewerken 108 Foto's met een PictBridge-fotoprinter afdrukken U kunt foto's met een PictBridge-compatibele printer afdrukken door de camera rechtstreeks op de printer aan te sluiten. 1 Raak aan op het startscherm. 2 Raak Connectiviteit → USB→ Printer aan. 3 Schakel de printer in en sluit de camera aan op de 7 Raak • Raak aan om af te drukken. aan om alle foto's af te drukken. printer met een USB-kabel. 8 Wanneer het pop-upvenster verschijnt, raakt u Ja aan om te beginnen met afdrukken. 4 Als de camera is uitgeschakeld, drukt u op de [POWER] of [Afspelen] om deze in te schakelen. • Als u het afdrukken wilt annuleren, raakt u Annuleer aan in het pop-upvenster. • De printer herkent de camera automatisch. 5 Selecteer een bestand om af te drukken. 6 Raak / aan om het aantal exemplaren te selecteren. • Als u printeropties wilt instellen, raakt u aan. (pag. 110) Weergeven en bewerken 109 Foto's met een PictBridge-fotoprinter afdrukken   Afdrukopties instellen  Druk op om de afdrukinstellingen op te geven. Formaat Lay-out Type Kwalit. Pictogram Beschrijving Formaat: het afdrukformaat instellen. Lay-out: het aantal foto's instellen dat op een vel papier moet worden afgedrukt. Type: de papiersoort instellen. Kwalit.: de afdrukkwaliteit instellen. Datum: instellen of de datum moet worden afgedrukt. Best.naam: instellen of de bestandsnaam moet worden afgedrukt. Als u Ja selecteert in het pop-upvenster dat wordt weergegeven nadat u Reset hebt aangeraakt, kunt u de afdrukinstellingen initialiseren. Bepaalde opties worden mogelijk niet door alle printers ondersteund. Weergeven en bewerken 110 Instellingen Hier vind u opties om de instellingen van uw camera te configureren. Instellingenmenu ………………………………………… 112 Het instellingenmenu openen … ……………………… 112 Geluid … ……………………………………………… 113 Display … ……………………………………………… 113 Connectiviteit …………………………………………… 114 Algemeen … …………………………………………… 115 Instellingenmenu Hier vindt u informatie waarmee u de instellingen van de camera kunt configureren. 3 Raak een item aan. Het instellingenmenu openen 1 Raak aan op het startscherm. 2 Raak een menu aan. Geluid Instellingen Geluid Volume Middel Piepjes Aan Sl.toon 1 Begingeluid Uit Display 4 Raak de gewenste optie aan. Connectiviteit Algemeen Piepjes Pictogram Uit Beschrijving Aan Geluid: hier stelt u de geluiden van de camera en het volume in. (pag. 113) Display: hiermee kunt u de scherminstellingen aanpassen. (pag. 113) Connectiviteit: hiermee kunt u de verbindingsopties instellen. (pag. 114) 5 Raak Algemeen: hier past u de instellingen voor het camerasysteem aan, zoals geheugenindeling en standaardbestandsnaam. (pag. 115) Instellingen 112 aan om terug te gaan naar het vorige scherm. Instellingenmenu Geluid Display * Standaard * Standaard Onderdeel Beschrijving Onderdeel Volume Hiermee stelt u het volume van alle geluiden in. (Uit, Laag, Middel*, Hoog) Piepjes Hiermee kunt instellen dat geluiden worden afgespeeld als u het scherm aanraakt of schakelt tussen modi. (Uit, Aan*) Sl.toon Hiermee stelt u in dat de camera een geluid afspeelt als u op de ontspanknop drukt. (Uit, 1*, 2, 3) Begingeluid Hiermee stelt u in dat de camera een geluid afspeelt als u de camera inschakelt. (Uit*, 1, 2, 3) • De camera slaat per keer slechts één AF-geluid Hiermee stelt u een geluid in dat wordt afgespeeld als u de ontspanknop half indrukt. (Uit, Aan*) • Als u een nieuwe foto selecteert als Beginafbeelding Beschrijving Hier stelt u in of er een afbeelding wordt weergegeven wanneer de camera wordt ingeschakeld en zo ja, welke. • Uit*: Er wordt geen afbeelding weergegeven. • Logo: Een standaardafbeelding uit het interne geheugen weergeven. • Gebr.afb: Een aangepaste afbeelding weergeven. (pag. 95) gebruikersfoto in het interne geheugen op. gebruikersfoto of als u de camera opnieuw instelt, wordt de huidige afbeelding gewist. Richtlijn Hiermee stelt u een raster in om u te helpen bij de compositie van een scène. (Uit*, 3 X 3, 2 X 2, Kruis, Diagonaal) Datum/tijd weergeven Hier kunt u instellen of de datum en tijd moeten worden weergegeven in de display van de camera. (Uit*, Aan) Instellingen 113 Instellingenmenu Connectiviteit * Standaard Onderdeel Helderh. scherm Beschrijving * Standaard Onderdeel Beschrijving Video Hiermee stelt u het video-uitgangssignaal voor uw land of regio in. • NTSC*: VS, Canada, Japan, Korea, Taiwan, Mexico • PAL (ondersteunt alleen BDGHI): Australië, Oostenrijk, België, China, Denemarken, Engeland, Finland, Duitsland, Italië, Koeweit, Maleisië, Nederland, Nieuw Zeeland, Noorwegen, Singapore, Spanje, Zweden, Zwitserland, Thailand Anynet+ (HDMI-CEC) Stel in als u de weergavefunctie van de camera wilt bedienen met de afstandsbediening van een tv wanneer de camera is aangesloten op een HDTV of 3D-tv die Anynet+(CEC) ondersteunt. • Aan*: de camera gebruiken met een HDTVafstandsbediening. • Uit: bestanden weergeven zonder een HDTVafstandsbediening te gebruiken. Hiermee kunt u de helderheid van het scherm aanpassen. (Auto*, Donker, Normaal, Licht) Normaal is de vaste waarde voor de afspeelmodus, zelfs als Auto is geselecteerd. Beeldresolutie Stel de weergave resolutie van het scherm in. (Hoog*, Standaard) Snel tonen Hiermee stelt u in hoe lang een gemaakte foto wordt weergegeven voordat naar de opnamemodus wordt teruggekeerd. (Uit, Aan*) Als u 30 seconden lang geen bewerkingen uitvoert, schakelt de camera automatisch over op de spaarstand. (Uit*, Aan) Spaarstand • Druk in de spaarstand op een andere knop dan de [POWER] om de camera weer te gebruiken. • Zelfs als u de spaarstand niet inschakelt, wordt het scherm 30 seconden na de laatste bewerking gedimd om stroom de besparen. Instellingen 114 Instellingenmenu Algemeen * Standaard Onderdeel Beschrijving De resolutie van foto's instellen wanneer de camera bestanden afspeelt op een HDTV via de HDMI-kabel. (NTSC: 1080i*, 720p, 480p/ PAL: 1080i*, 720p, 576p) * Standaard Onderdeel Beschrijving Language Hier stelt u een taal in voor de tekst op het scherm. Tijdzone Hiermee stelt u de tijdzone voor uw locatie in. Als u naar een ander land reist, kunt u Bezoek aanraken en de juiste tijdzone selecteren. Datum/tijd aanpassen De datum en tijd instellen. • Als de geselecteerde resolutie niet door HDMI-formaat de HDTV wordt ondersteund, wordt automatisch de onderliggende resolutiewaarde geselecteerd. • Als u 480p of 576p selecteert, zijn de afspeelmenu's en Smart Album niet beschikbaar wanneer u de camera aansluit op een televisie. USB Hiermee selecteert u de modus die wordt gebruikt als u de camera met een USB-kabel aansluit op een computer of printer. • Computer*: sluit de camera op een computer aan om bestanden over te brengen. • Printer: sluit de camera op een printer aan om bestanden af te drukken. • Selecteer een modus: selecteer handmatig de USB-modus wanneer u de camera aansluit op een apparaat. Pc-software Hier kunt u instellen dat Intelli-studio automatisch wordt gestart wanneer u de camera op uw computer aansluit. (Uit, Aan*) Datumtype Instellingen 115 Hier kunt u een datumnotatie instellen. (JJJJ/MM/DD*, MM/DD/JJJJ, DD/MM/JJJJ) Het standaardtype datum kan afwijken, afhankelijk van de geselecteerde taal. Instellingenmenu * Standaard Onderdeel Beschrijving Stelt de naamgeving van bestanden in. • Op nul: Hier kunt u instellen dat de bestandsnummering weer bij 0001 begint wanneer er een nieuwe geheugenkaart wordt geplaatst, een geheugenkaart wordt geformatteerd of alle bestanden worden gewist. • Serie*: Hier kunt u instellen dat de bestandsnummering doorloopt wanneer er een nieuwe geheugenkaart wordt geplaatst, een geheugenkaart wordt geformatteerd of alle bestanden worden gewist. Bestandsnr. * Standaard Onderdeel Beschrijving Autom. draaien Hiermee stelt u in dat foto’s automatisch meedraaien als u de camera draait. (Uit, Aan*) Hiermee bepaalt u of de datum en tijd moeten worden weergegeven op gemaakte foto's. (Uit*, Datum, Datum/tijd) • De datum en tijd worden in de rechterbenedenhoek weergegeven. • Mogelijk drukken sommige printermodellen de Afdruk kan de camera de datum en tijd niet correct weergeven. • De datum en tijd worden niet weergegeven op foto's die zijn gemaakt in de modi Live Panorama, Grappig gezicht, 3D-foto, Intelligent portret, Beeld in beeld, Mijn Magisch kader. • De standaardnaam van de eerste map is 100PHOTO en de standaardnaam van het eerste bestand is SAM_0001. • Het bestandsnummer wordt steeds met één verhoogd, van SAM_0001 tot SAM_9999. • Het mapnummer wordt steeds met één verhoogd, van 100PHOTO tot 999PHOTO. • Het maximum aantal bestanden dat in een map kan worden opgeslagen, is 9999. • De camera definieert bestandsnamen volgens de DCF-norm (Design rule for Camera File system). Als u bestandsnamen wijzigt, kan de camera deze bestanden mogelijk niet meer weergeven. datum en tijd niet correct af. • Als u Tekst selecteer in de modus Scène, Hiermee stelt u in dat de camera automatisch wordt uitgeschakeld als u gedurende een bepaalde periode geen bewerkingen uitvoert. (Uit, 1 min, 3 min*, 5 min, 10 min) Automatisch uit Instellingen 116 • Als u de batterij vervangt, blijven deze instellingen behouden. • De camera wordt niet automatisch uitgeschakeld als de camera is aangesloten op een computer of printer, als u een diashow of video's afspeelt. Instellingenmenu * Standaard Onderdeel Beschrijving AF-lamp Hiermee stelt u in dat op donkere locaties automatisch een lampje wordt ingeschakeld zodat u beter kunt scherpstellen. (Uit, Aan*) Hiermee formatteert u het interne geheugen en de geheugenkaart (bij het formatteren worden alle bestanden, inclusief beveiligde bestanden, gewist). (Ja, Nee) Formatt. Reset Er kunnen fouten optreden als u een geheugenkaart door een ander merk camera, door een computer of in een geheugenkaartlezer laat formatteren. Formatteer geheugenkaarten in de camera voordat u er beelden op vastlegt. Hiermee zet u de standaardinstellingen voor menu's en opnameopties terug (datum en tijd, taal en video-uitvoerinstellingen worden niet op de standaardinstellingen teruggezet). (Ja, Nee) Instellingen 117 Aanvullende informatie Hier vindt u informatie over foutmeldingen, specificaties en onderhoud. Foutmeldingen …………………………………………… 119 Cameraonderhoud ……………………………………… 120 De camera reinigen … ………………………………… 120 De camera gebruiken of opbergen … ………………… 121 Geheugenkaarten ……………………………………… 122 De batterij … …………………………………………… 124 Voordat u contact opneemt met een servicecenter …… 128 Cameraspecificaties … ………………………………… 131 Woordenlijst ……………………………………………… 135 Index ……………………………………………………… 140 Foutmeldingen Als een van de volgende foutmeldingen verschijnt, kunt u de onderstaande oplossingen proberen. Foutmelding Mogelijke oplossing • Schakel de camera uit en weer in. Kaartfout • Verwijder de geheugenkaart en plaats deze weer terug. • Formatteer de geheugenkaart. Kaart wordt niet ondersteund. De geplaatste geheugenkaart wordt niet ondersteund door de camera. Plaats een microSD- of microSDHC-geheugenkaart. DCF Full Error Bestandsnamen komen niet overeen met de DCF-norm. Breng de bestanden op de geheugenkaart over naar een computer en formatteer de kaart. Bestandsfout Wis het beschadigde bestand of neem contact op met een servicecenter. Bestandssysteem wordt niet ondersteund. De FAT-bestandsstructuur van de geplaatste geheugenkaart wordt niet door de camera ondersteund. Formatteer de geheugenkaar in de camera. Batterij bijna leeg Plaats een opgeladen batterij of laad de batterij op. Geheugen vol Wis onnodige bestanden of plaats een nieuwe geheugenkaart. Geen foto Maak foto's of plaats een geheugenkaart met een aantal foto's in de camera. Aanvullende informatie 119 Cameraonderhoud De camera reinigen   Camerabody  Veeg deze voorzichtig met een zachte droge doek af.   Cameralens en aanraakscherm  Verwijder stof met behulp van een blaaskwastje en veeg de lens met een zachte doek voorzichtig af. Voor eventueel achtergebleven stof brengt u lensreinigingsvloeistof op een stuk reinigingspapier aan en veegt u de lens voorzichtig schoon. • Gebruik nooit benzeen, thinner of alcohol om het toestel te reinigen. Deze oplosmiddelen kunnen de camera beschadigen of defecten veroorzaken. • Druk niet op de lenskap en gebruik geen blaasborsteltje op de lenskap. Aanvullende informatie 120 Cameraonderhoud De camera gebruiken of opbergen   Gebruik op het strand of aan de waterkant    Ongeschikte plaatsen voor het gebruiken of opbergen van de camera  • Stel de camera niet bloot aan zeer hoge of lage temperaturen. • Gebruik de camera niet in zeer vochtige omgevingen of omgevingen waar de luchtvochtigheid snel verandert. • Stel de camera niet bloot aan direct zonlicht en bewaar de camera niet op warme locaties met slechte ventilatie, bijvoorbeeld een auto die in de zon staat. • Bescherm de camera en het scherm tegen stoten, ruw gebruik en sterke trillingen om ernstige schade te voorkomen. • Gebruik of bewaar de camera niet op stoffige, vuile, vochtige of slecht-geventileerde plaatsen, om schade aan bewegende en interne onderdelen te voorkomen. • Gebruik de camera niet in de buurt van brandstoffen, brandbare stoffen of ontvlambare chemicaliën. Bewaar geen ontvlambare vloeistoffen, gassen en explosief materiaal in dezelfde ruimte als de camera of de accessoires van de camera. • Berg de camera niet op met mottenballen. • Bescherm de camera tegen zand en vuil wanneer u deze op het strand of in een andere, soortgelijke omgeving gebruikt. • Uw camera is niet waterbestendig. Gebruik de batterij, adapter of geheugenkaart niet met natte handen. Als u de camera gebruikt met natte handen kan de camera beschadigd raken.   Camera voor langere tijd opbergen  • Als u de camera voor langere tijd opbergt, moet u de camera samen met absorberend materiaal, bijvoorbeeld silicagel, in een afgesloten houder plaatsen. • Haal de batterijen uit de camera wanneer u deze voor langere tijd opbergt. Batterijen in het batterijvak kunnen na verloop van tijd gaan lekken of roesten en ernstige schade aan uw camera veroorzaken. • Batterijen die niet worden gebruikt, ontladen zich na verloop van tijd en moeten voor gebruik opnieuw worden opgeladen.   Wees voorzichtig bij gebruik in vochtige omgevingen  Als u de camera overbrengt van een koude omgeving naar een warme, kan er condensvorming optreden op de lens of de interne onderdelen van de camera. In dit geval moet u de camera uitschakelen en minstens 1 uur wachten. Als er condensvorming optreedt op de geheugenkaart, moet u de kaart verwijderen uit de camera en wachten tot al het vocht is verdampt voordat u de kaart terugplaatst. Aanvullende informatie 121 Cameraonderhoud   Overige aandachtspunten  • Zwaai de camera niet aan de polslus heen en weer. Hierdoor kunt u uzelf of anderen verwonden of schade aan uw camera veroorzaken. • Verf de camera niet, omdat verf tussen de bewegende onderdelen kan gaan zitten en de werking van het apparaat kan beïnvloeden. • Schakel de camera uit als u deze niet gebruikt. • De camera bevat kwetsbare onderdelen. Zorg daarom dat u de camera niet blootstelt aan schokken. • Bewaar de camera in het etui om het scherm te bescherm tegen externe krachten. Houd de camera uit de buurt van zand, scherp gereedschap of kleingeld om te voorkomen dat er krassen op de camera komen. • Verf of metaal aan de buitenzijde van de camera kan allergieën, jeuk, eczeem of bultjes veroorzaken bij mensen met een gevoelige huid. Als u last hebt van een van deze symptomen, stop dan onmiddellijk met het gebruik van de camera en raadpleeg een arts. • Steek geen vreemde voorwerpen in de compartimenten, sleuven en toegangspunten van de camera. Schade als gevolg van onjuist gebruik wordt mogelijk niet door de garantie gedekt. • Laat geen ongekwalificeerd personeel reparatie- of onderhoudswerkzaamheden aan de camera uitvoeren en probeer dit ook niet zelf te doen. Alle schade die voortvloeit uit ongekwalificeerd onderhoud of reparatie wordt niet door de garantie gedekt. • Stel de lens niet aan direct zonlicht bloot. Hierdoor kan de beeldsensor verkleuren of defect raken. Geheugenkaarten • Bescherm de lens tegen vingerafdrukken en krassen. Reinig de lens met een zachte, schone doek.   Ondersteunde geheugenkaarten  • Als de camera een schok opvangt, wordt de camera mogelijk uitgeschakeld. Dit gebeurt om de geheugenkaart te beschermen. Schakel de camera weer in om de camera te gebruiken. De camera ondersteunt de volgende typen geheugenkaarten: microSD (Secure Digital) en microSDHC (Secure Digital High Capacity). • De camera kan warm worden tijdens het gebruik. Dit is normaal en is niet van invloed op de levensduur of prestaties van uw camera. • Bij lage temperaturen kan het langer duren voor de camera is ingeschakeld, kunnen kleuren tijdelijk veranderen of kunnen nabeelden worden weergegeven. Deze omstandigheden duiden niet op defecten en worden verholpen als u de camera weer bij normale temperaturen gebruikt. Aanvullende informatie 122 Als u gegevens wilt lezen met een computer of een geheugenkaartlezer, moet u de geheugenkaart plaatsen in een geheugenkaartadapter. Cameraonderhoud   Capaciteit van de geheugenkaart    Aandachtspunten bij gebruik van geheugenkaarten  De geheugencapaciteit verschilt, afhankelijk van de opnamemodus en de opnameomstandigheden. De volgende capaciteiten zijn gebaseerd op een microSD-kaart van 1 GB: • Vermijd blootstelling van de geheugenkaarten aan zeer lage of hoge temperaturen (lager dan 0 ºC/32 ºF of hoger dan 40 ºC/104 ºF). Extreme temperaturen kunnen problemen met de geheugenkaart veroorzaken. • Plaats een geheugenkaart in de juiste richting. Als u een geheugenkaart in de verkeerde richting plaatst, kunnen zowel camera als geheugenkaart hierdoor beschadigen. • Gebruik geen geheugenkaarten die in een andere camera of door een computer zijn geformatteerd. Formatteer een dergelijke geheugenkaart opnieuw in uw eigen camera. • Schakel de camera uit wanneer u een geheugenkaart plaatst of verwijdert. • Verwijder de geheugenkaart niet en schakel uw camera niet uit wanneer het lampje knippert. Hierdoor kunnen de gegevens beschadigen. • Wanneer de levensduur van een geheugenkaart is verlopen, kunt u geen foto’s meer op de kaart opslaan. Gebruik een nieuwe geheugenkaart. • Zorg dat geheugenkaarten niet buigen, vallen of aan zware klappen of druk worden blootgesteld. • Zorg dat u geheugenkaart niet gebruikt of opbergt in de buurt van krachtige magnetische velden. • Zorg dat u geheugenkaarten niet gebruikt op locaties met hoge temperaturen of luchtvochtigheid of in de buurt van bijtende stoffen. • Voorkom dat geheugenkaarten in contact komen met vloeistoffen, vuil of vreemde stoffen. Veeg zo nodig de geheugenkaart met een zachte doek schoon voor u de geheugenkaart in de camera plaatst. • Voorkom dat geheugenkaarten, of de sleuf voor geheugenkaarten, in contact komen met vloeistoffen, vuil of vreemde stoffen. Dergelijke stoffen kunnen ervoor zorgen dat geheugenkaarten of de camera niet goed meer werken. Grootte Superhoog F o t o ' s * V i d e o ' s Hoog Normaal 30 fps 15 fps 105 206 303 - - 117 230 337 - - 140 275 406 - - 166 323 469 - - 319 607 858 - - 522 954 1336 - - 742 1336 1878 - - 1582 2505 3006 - - - - - - - - - - - - Ongeveer 13 min. 08 sec. Ongeveer 14 min. 55 sec. Ongeveer 34 min. 55 sec. Ongeveer 134 min. 34 sec. Ongeveer 22 min. 57 sec. Ongeveer 25 min. 54 sec. Ongeveer 65 min. 40 sec. Ongeveer 231 min. 14 sec. * Bij gebruik van de zoomfunctie kan de beschikbare opnametijd afwijken van de vermelde waarden. Om de totale opnameduur te bepalen, zijn er verschillende video's achter elkaar opgenomen. Aanvullende informatie 123 Cameraonderhoud • Wanneer u een geheugenkaart bij u draagt, moet u een hoesje gebruiken om de kaart tegen elektrostatische ontlading te beschermen. • Breng belangrijke gegevens over naar andere dragers, zoals een harde schijf of cd/dvd.   Werkduur van de batterij  Gemiddelde opnameduur/ Aantal foto's Dit is onder de volgende omstandigheden gemeten: in de programmamodus, in het donker, bij een resolutie van en de kwaliteit Hoog. • Als u de camera langere tijd gebruikt, kan de geheugenkaart warm worden. Dit is normaal en wijst niet op een defect. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor enig verlies van gegevens. Procedure: Foto's De batterij Gebruik alleen door Samsung goedgekeurde batterijen. Ongeveer 100 min./ Ongeveer 200 foto's Beschrijving Model BP70A Type Lithium-ionbatterij Capaciteit 700 mAh Voltage 3,7 V 1. Stel de flitser in op Invulflits, maak één foto en zoom in of uit. 2. Stel de flitser in op Uit, maak één foto en zoom in of uit. 3. Voer stap 1 en 2 gedurende 30 seconden uit en herhaal dit 5 minuten lang. Schakel de camera vervolgens 1 minuut uit.   Batterijspecificaties  Specificatie Testomstandigheden (bij een volledig geladen batterij) 4. Herhaal stap 1 tot 3. Video's Ongeveer 70 min. Neem video's op bij een resolutie van 1280 X 720 HQ en met 30 fps. • De bovenstaande cijfers zijn volgens de normen van Samsung gemeten en kunnen afwijken van resultaten bij daadwerkelijk gebruik. Oplaadtijd* Ongeveer 150 min (wanneer de camera is uitgeschakeld) • Om de totale opnameduur te bepalen, zijn er verschillende video's achter elkaar opgenomen. * Duurt mogelijk langer als u de batterij aansluit op een computer om de batterij op te laden. Aanvullende informatie 124 Cameraonderhoud   Melding Batterij bijna leeg    Aandachtspunt voor het gebruik van de batterij  Als de batterij volledig is ontladen, wordt het batterijpictogram rood en verschijnt de melding 'Batterij bijna leeg'. Bescherm batterijen, opladers en geheugenkaarten tegen schade Voorkom dat batterijen in aanraking komen met metalen voorwerpen. Dit kan een verbinding vormen tussen de plus- en minpolen van uw batterijen en tijdelijke of permanente schade aan de batterijen en brand of een schok veroorzaken.   De batterij gebruiken  • Vermijd blootstelling van de batterijen aan zeer lage of hoge temperaturen (lager dan 0 ºC/32 ºF of hoger dan 40 ºC/104 ºF). Door extreme temperaturen kan de laadcapaciteit en de batterijen achteruitgaan. • Als u de camera langere tijd gebruikt, kan het gebied rond de batterijklep warm worden. Dit heeft geen invloed op de normale werking van de camera. • Trek niet aan het netsnoer om de stekker uit het stopcontact te halen om te voorkomen dat u brand of een schok veroorzaakt. • Bij temperaturen onder 0 ºC kunnen de capaciteit en levensduur van de batterij afnemen. • Bij lage temperaturen kan de batterijcapaciteit afnemen, maar de gewone capaciteit wordt hersteld bij gebruik bij hogere temperaturen.   De batterij opladen  • Controleer als het indicatielampje uit is of de batterij op de juiste wijze is geplaatst. • Als camera tijdens het opladen is ingeschakeld, wordt de batterij mogelijk niet volledig opgeladen. Schakel de camera uit alvorens de batterij op te laden. • Gebruik de camera niet als de batterij wordt opgeladen. Dit kan brand of een schok veroorzaken. • Trek niet aan het netsnoer om de stekker uit het stopcontact te halen om te voorkomen dat u brand of een schok veroorzaakt. • Wacht minstens tien minuten voor u de camera inschakelt nadat de batterij is opgeladen. • Als u de camera aansluit op een externe voedingsbron terwijl de batterij helemaal leeg is, wordt de camera uitgeschakeld wanneer u bepaalde functies gebruikt die veel stroom verbruiken. Laad de batterij op om de camera op normale wijze te gebruiken. Aanvullende informatie 125 Cameraonderhoud • Met het gebruik van de flitser en het opnemen van video's raakt de batterij snel leeg. Laad de batterij op totdat het rode indicatielampje wordt uitgeschakeld. • Als het indicatielampje niet brandt, sluit u de kabel opnieuw aan of verwijdert u de batterij en plaatst u deze opnieuw in de camera. • Te lang opladen van batterijen kan de levensduur daarvan bekorten. Wanneer het opladen is voltooid, dient u de kabel van de camera los te koppelen. • Knik de voedingskabel niet en plaats er geen zware voorwerpen op. Hierdoor zou de kabel kunnen beschadigen.   B  ehandel batterijen en oplader voorzichtig en voer deze af volgens de voorschriften  • Gooi batterijen nooit in open vuur. Houd u aan alle lokale regelgevingen bij het weggooien van gebruikte batterijen. • Leg batterijen of camera's nooit in of op verwarmingsapparaten, zoals een magnetron, kachel of radiator. Batterijen kunnen exploderen als ze te heet worden.   De batterij opladen terwijl er een computer is aangesloten  • Gebruik alleen de meegeleverde USB-kabel. • De batterij wordt mogelijk in de volgende gevallen niet opgeladen: -- wanneer u een USB-hub gebruikt -- wanneer er andere USB-apparaten op de computer zijn aangesloten -- wanneer u de kabel op de poort aan de voorzijde van de computer aansluit -- wanneer de USB-poort van de computer de stroomuitvoernorm niet ondersteunt (5 V, 500 mA) Aanvullende informatie 126 Cameraonderhoud Onzorgvuldig of verkeerd gebruik van de batterij kan lichamelijk letsel of de dood tot gevolg hebben. Volg voor uw eigen veiligheid de onderstaande instructies voor het juiste gebruik van de batterij: • De batterij kan vlam vatten of exploderen als deze niet op de juiste wijze wordt gebruikt. Als u vervormingen, scheuren of andere afwijkingen in de batterij opmerkt, stopt u onmiddellijk het gebruik hiervan en neemt u contact op met een servicecenter. • Gebruik alleen authentieke, door de fabrikant aanbevolen batterijopladers en -adapters en laad de batterij alleen op volgens de procedures die in deze gebruiksaanwijzing zijn vermeld. • Plaats de batterij niet te dicht bij warmtebronnen en stel de batterij niet bloot aan extreem warme omgevingen, zoals een gesloten auto in de zon. • Plaats de batterij niet in een magnetron. • Bewaar of gebruik de batterij niet in een hete, vochtige omgeving, zoals een badkamer of douche. • Plaats de batterij niet voor langere tijd op ontvlambare oppervlakken, zoals matrassen, tapijten of elektrische dekens. • Laat het toestel, als het is ingeschakeld, niet voor langere tijd in een afgesloten ruimte. • Zorg ervoor dat de polen van de batterij niet in contact komen met metalen voorwerpen, zoals halskettingen, munten, sleutels en horloges. • Gebruik uitsluitend authentieke, door de fabrikant aanbevolen lithium-ionbatterijen ter vervanging. Aanvullende informatie 127 • Haal de batterij niet uit elkaar te halen of maak er geen gat in met een scherp voorwerp. • Stel de batterij niet bloot aan hoge druk of extreme krachten. • Stel de batterij niet bloot aan hevige klappen, bijvoorbeeld door deze van grote hoogte te laten vallen. • Stel de batterij niet bloot aan temperaturen boven de 60 °C. • Stel de batterij niet bloot aan vocht of vloeistoffen. • De batterij mag niet worden blootgesteld aan overmatige warmte zoals zonneschijn, vuur of dergelijke zaken. Richtlijnen voor afvoer • Wees zorgvuldig als u de batterij weggooit. • Werp de batterij nooit in een open vuur. • Regelgeving kan per land of regio verschillen. Zorg dat u zich houdt aan alle lokale en nationale regelgeving wanneer u de batterij weggooit. Richtlijnen voor het opladen van de batterij Laad de batterij alleen op volgens de procedure in deze gebruiksaanwijzing. De batterij kan ontbranden of exploderen als deze niet op de juiste wijze wordt opgeladen. Voordat u contact opneemt met een servicecenter Wanneer u problemen met de camera ondervindt, kunt u eerst de volgende procedures uitvoeren voordat u contact opneemt met een servicecenter. Als u het probleem hiermee niet kunt oplossen, kunt u contact opnemen met uw plaatselijke dealer of servicecenter. Wanneer u uw camera naar een servicecentrum brengt, breng dan ook de onderdelen mee die de oorzaak kunnen zijn van de fout, zoals bijvoorbeeld de geheugenkaart of de batterij. Situatie Mogelijke oplossing De camera kan niet worden ingeschakeld • Controleer of de batterij in de camera is geplaatst. • Controleer of de batterij correct in de Situatie camera is geplaatst. (pag. 17) • Formatteer de geheugenkaart. • Laad de batterij op. De camera wordt plotseling uitgeschakeld • Laad de batterij op. • De camera bevindt zich mogelijk in de spaarstand. (pag. 114) • De camera wordt mogelijk uitgeschakeld om te voorkomen dat de geheugenkaart door een harde schok beschadigd raakt. Schakel de camera weer in. Er kunnen geen foto's worden gemaakt de batterij sneller leeg raken. Houd de batterij warm door deze in uw zak te steken. • Met het gebruik van de flitser en het opnemen van video's raakt de batterij snel leeg. Laad de batterij indien nodig weer op. • Batterijen zijn verbruiksartikelen die na verloop van tijd moeten worden vervangen. Koop een nieuwe batterij als de levensduur drastisch afneemt. • De geheugenkaart is defect. Koop een nieuwe geheugenkaart. • Controleer of de camera is ingeschakeld. • Laad de batterij op. • Controleer of de batterij op de juiste wijze is geplaatst. De camera loopt vast Verwijder de batterij en plaats deze weer terug. De camera wordt warm De camera kan warm worden tijdens het gebruik. Dit is normaal en is niet van invloed op de levensduur of prestaties van uw camera. • Bij lage temperaturen (onder 0 °C) kan De batterij raakt snel leeg Mogelijke oplossing • Er is geen ruimte op de geheugenkaart. Wis onnodige bestanden of plaats een nieuwe kaart. De flitser werkt niet Aanvullende informatie 128 • Mogelijk is de flitser uitgeschakeld. (pag. 62) • In bepaalde modi kunt u de flitser niet gebruiken. Voordat u contact opneemt met een servicecenter Situatie Mogelijke oplossing De flitser gaat onverwachts af De flitser wordt mogelijk geactiveerd vanwege statische elektriciteit. Dit duidt niet op een defect van de camera. Situatie De datum en tijd kloppen niet Stel de datum en tijd in bij de scherminstellingen. (pag. 115) Het aanraakscherm of de knoppen werken niet Verwijder de batterij en plaats deze weer terug. Het camerascherm reageert niet goed Als u de camera bij zeer lage temperaturen gebruikt, kan het camerascherm verkleuren of slecht functioneren. Voor betere prestaties van het scherm moet de camera bij normale temperaturen worden gebruikt. De foto's zijn onscherp De kleuren in de foto zijn anders dan de daadwerkelijke kleuren De foto is te licht Er kunnen geen bestanden worden afgespeeld of weergegeven • Verwijder de geheugenkaart en plaats deze weer terug. • Formatteer de geheugenkaart. Zie 'Aandachtspunten bij gebruik van geheugenkaarten' voor meer informatie. (pag. 123) • Controleer of de lens schoon is. Reinig de lens indien nodig. (pag. 120) • Zorg dat het onderwerp zich binnen het bereik van de flitser bevindt. (pag. 132) • Schakel de camera uit en weer in. De geheugenkaart heeft een fout Mogelijke oplossing • Controleer of de ingestelde scherpsteloptie voor close-upfoto's geschikt is. (pag. 65) De foto is te donker Als u de naam van een bestand wijzigt, kan de camera dit bestand mogelijk niet afspelen of weergeven (de bestandsnaam moet aan de DCF-normen voldoen). In dergelijke gevallen kunt u de bestanden op een computer afspelen of weergeven. Aanvullende informatie 129 Een onjuiste witbalans kan voor onrealistische kleuren zorgen. Selecteer de juiste witbalansoptie voor de lichtbron. (pag. 75) De foto is overbelicht. • Schakel de flitser uit. (pag. 62) • Pas de ISO-waarde aan. (pag. 64) • Pas de belichtingswaarde aan. (pag. 73) De foto is onderbelicht. • Schakel de flitser in. (pag. 62) • Pas de ISO-waarde aan. (pag. 64) • Pas de belichtingswaarde aan. (pag. 73) Voordat u contact opneemt met een servicecenter Situatie De foto's worden niet op de televisie weergegeven De computer herkent de camera niet Mogelijke oplossing Situatie Mogelijke oplossing • Controleer of de camera correct op de televisie is aangesloten met de A/V-kabel. • Sluit Intelli-Studio af en start het programma opnieuw. • Controleer of de geheugenkaart foto's bevat. • Intelli-studio kan niet op Macintoshcomputers worden gebruikt. • Controleer of de USB-kabel op de juiste wijze is geplaatst. • Controleer of de camera is ingeschakeld. Intelli-studio werkt niet naar behoren • Controleer of het besturingssysteem wordt ondersteund. Tijdens het overbrengen van bestanden verbreekt de computer de verbinding De bestandsoverdracht kan door statische elektriciteit worden gestoord. Koppel de USB-kabel los en sluit deze weer aan. De computer kan geen video's afspelen Video's kunnen mogelijk niet afgespeeld met bepaalde videospelers. Installeer en gebruik het programma Intelli-Studio op uw computer voor het afspelen van videobestanden die u met uw camera hebt opgenomen. (pag. 105) Aanvullende informatie 130 • Controleer of Pc-software in het instellingenmenu is ingeschakeld. (pag. 115) • Afhankelijk van de specificaties en instellingen van de computer wordt het programma mogelijk niet automatisch gestart. Klik in dat geval op u computer op start → Deze computer → Intelli-Studio → iStudio.exe. Cameraspecificaties Beeldsensor Type Scherpstelling 1/2,3 inch (Ongeveer 7,76 mm) CCD Effectieve pixels Ongeveer 16,15 megapixel Totaalaantal pixels Ongeveer 16,44 megapixel Type Lens Brandpuntsafstand Schneider-KREUZNACH f = 4,7 mm-23,5 mm (35 mm equivalent: 26 mm-130 mm) Diafragmabereik F3,3 (G)-F5,9 (T) Digitale zoom Fotomodus: 1,0X-5,0X (Optische zoom x Digitale zoom: 25,0X) Scherm Type TFT LCD Functionaliteit 3,0 inch (7,62 cm), 288K(WQVGA) Bereik TTL-autofocus (Multi AF, Centrum AF, Slimme gezichtsherkenning-AF, Gezichtsdetectie-AF, Smart Touch AF, One Touch-opname-AF) Groothoek (G) Tele (T) Autofocus (normaal) 80 cm - oneindig 150 cm - oneindig Macro 5 cm - 80 cm 100 cm - 150 cm Auto macro 5 cm - oneindig 100 cm - oneindig Sluitertijd • Smart Auto: 1/8-1/2000 sec. • Programma: 1-1/2000 sec. • Nachtopname: 16-1/2000 sec. (AEB, Continu: 1/4-1/2000 sec.) Belichting Regeling Programma AE Lichtmeting Multi, Spot, Centr. gewogen, Gezichtsdetectie Compensatie ±2EV (1/3 EV Stap ) ISO-equivalent Auto, ISO 80, ISO 100, ISO 200, ISO 400, ISO 800, ISO 1600, ISO 3200 Aanvullende informatie 131 Cameraspecificaties Datering Flitser Modus Auto, Rode ogen, Invulflits, Langz sync, Uit, Anti-rode ogen Bereik • Groothoek: 0,2 m-3,2 m (ISO Auto) • Tele: 1,0 m-1,8 m (ISO Auto) Oplaadtijd Ongeveer 4 sec. Uit, Datum, Datum/tijd Opname Trillingsreductie DUAL IS [Optical Image Stabilization (OIS) + Digital Image Stabilization (DIS)] Effect Opnamemodus voor foto's • Fotofilter (Smart filter): (Normaal), Miniatuur, Vignetten, Softfocus, Oude film, Halftoonstip, Schets, Visoog, Klassiek, Retro, Olieverf, Aquarel, Cartoon, Kruisfilter, Zoomopname • Beeld aanpassen: Scherpte, Contrast, Kleurverz Opnamemodus voor video's Filmfilter (Smart filter): (Normaal), Miniatuur, Vignetten, Halftoonstip, Schets, Visoog, Klassiek, Retro, Paleteffect 1, Paleteffect 2, Paleteffect 3, Paleteffect 4 Foto's Witbalans Auto witbalans, Daglicht, Bewolkt, TL-licht H, TL-licht L, Kunstlicht, Aangep. instelling Aanvullende informatie 132 • Modi: Smart Auto*, Programma, Scène*, 3D-foto, Live Panorama, Zelfportret, Beeld in beeld, Magisch kader, Mijn Magisch kader, Grappig gezicht, Fotofilter, Vignetten, Beautyshot, Wazige achtergrond, Nachtopname, Close-up, DUAL IS, Intelligent portret, Automatische zoomopname, Timeropname, Touch-opname, Poseerhulp * Smart Auto: Macro, Macro tekst, Portret, Wit, Landschap, Actie, Statief, Nacht, Nachtportret, Tegenl., Portretfoto met tegenlicht, Blauwe lucht, Zonsondergang, Macro kleur, Natuurlijk groen, Vuurwerk * Scène: Landschap, Tekst, Zon onder, Dageraad, Tegenl., Strand/sneeuw • Scherpstelstand: 1 opname, Continu, Bewegingsopname, AEB • Timer: Uit, 10 sec, 2 sec, Dubbel Cameraspecificaties Video's • Modi: Film, Slimme film*, Vignetten, Filmfilter * Slimme film: Landschap, Blauwe lucht, Natuurlijk groen, Zonsondergang • Bestandsindeling: MP4(H.264) (Maximale opnametijd: 20 min.) • Formaat: 1280 X 720 HQ, 1280 X 720, 640 X 480, 320 X 240 • Framesnelheid: 30 fps, 15 fps • Spraak: Dempen, Sound Alive Aan, Sound Alive Uit • OIS: Aan, Uit • Video bewerken (intern): pauzeren tijdens opnemen Opslag Media • Intern geheugen: Ongeveer 10 MB • Extern geheugen (optioneel): microSD-kaart (tot 2 GB gegarandeerd), microSDHC-kaart (tot 32 GB gegarandeerd) De interne geheugencapaciteit kan van deze specificaties afwijken. Bestandsindeling • DCF, EXIF 2.21, DPOF 1.1, PictBridge 1.0 • Foto: JPEG (DCF), MPO • Videoclip: MP4 (Video: MPEG-4.AVC/H.264, Audio: AAC) Afspelen Foto's • Type: Eén foto, Miniaturen, Diashow met muziek en effecten, Filmclip, Smart Album*, Thema-album *S  mart Album-categorie: Type, Datum, Gezicht • Bewerken: Res.wijz, Draaien, Beeld aanpassen, Bijsnijden, Smart filter • Effect: Beeld aanpassen (Gezichtretouch., Helderheid, Kleurverz., Contrast, Anti-rode ogen, ACB), Smart filter (Normaal, Miniatuur, Vignetten, Softfocus, Oude film, Halftoonstip, Schets, Visoog, Klassiek, Retro, Olieverf, Aquarel, Cartoon, Kruisfilter, Zoomopname), Storyboardmaker Video's Bewerken: foto's maken, tijd bijsnijden Aanvullende informatie 133 Cameraspecificaties Voedingsbron Voor microSD van 1 GB: Aantal foto's Beeldformaat Superhoog Hoog Normaal 4608 X 3456 105 206 303 4608 X 3072 117 230 337 4608 X 2592 140 275 406 3648 X 2736 166 323 469 2592 X 1944 319 607 858 1984 X 1488 522 954 1336 1920 X 1080 742 1336 1878 1024 X 768 1582 2505 3006 Deze waarden zijn gemeten onder standaardcondities en kunnen variëren, afhankelijk van opnameomstandigheden en camera-instellingen. Interface Oplaadbare batterij Lithium-ionbatterij (BP70A, 700 mAh) Type aansluiting Micro USB (5-pins) Afhankelijk van uw regio kan de voedingsbron verschillen. Afmetingen (B X H X D) 92 x 56,2 x 18,3 mm (zonder uitsteeksels) Gewicht 130 g (zonder batterij en geheugenkaart) Bedrijfstemperatuur 0-40 °C Bedrijfsluchtvochtigheid 5-85 % Software Digitale uitvoer USB 2.0 Audio-invoer/uitvoer Interne luidspreker (mono), microfoon (mono) Video-uitvoer • A/V: NTSC, PAL (instelbaar) • HDMI 1.3: NTSC, PAL (instelbaar) Gelijkstroomaansluiting 5V Intelli-Studio Specificaties kunnen zonder kennisgeving worden gewijzigd voor betere prestaties. Aanvullende informatie 134 Woordenlijst Automatische contrastverbetering (ACB) Deze functie verbetert automatisch het contrast van uw beelden wanneer het onderwerp tegenlicht heeft of als er veel contrast is tussen uw onderwerp en de achtergrond. Compositie Met compositie wordt de plaatsing van de verschillende elementen in het beeld bedoeld. Meestal levert een compositie volgens de regel van derden een plezierig resultaat. Opnamereeks met verschillende belichtingen (AEB) Deze functie maakt automatisch meerdere beelden met verschillenden belichtingen om u te helpen een goedbelicht beeld te maken. DCF (Design rule for Camera File system) Een specificatie voor het definiëren van een bestandsindeling en bestandssysteem voor digitale camera's die is gemaakt door de Japan Electronics and Information Technology Industries Association (JEITA). Autofocus (AF) Een systeem dat automatisch de cameralens scherpstelt op het onderwerp. Uw camera gebruikt het contrast om automatisch scherp te stellen. Diafragma Het diafragma bepaalt de hoeveelheid licht die de sensor van de camera bereikt. Bewegingsonscherpte (vaag) Als de camera wordt bewogen wanneer de sluiter is geopend, kan het volledige beeld vaag lijken. Dit komt vaker voor wanneer de sluitertijd laag is. Voorkom bewegingsonscherpte door de gevoeligheid te verhogen, de flitser te gebruiken of een hogere sluitertijd. U kunt ook een statief of de DIS- of OIS-functie gebruiken om de camera te stabiliseren. Scherptediepte De afstand tussen het dichtstbijzijnde en verste punt waarop kan worden scherpgesteld in een foto. De scherptediepte verschilt per diafragma, brandpuntsafstand en afstand tussen de camera en het onderwerp. Als u bijvoorbeeld een kleiner diafragma selecteert, wordt de scherptediepte vergroot en wordt de achtergrond van een compositie vaag. Digitale zoom Een functie die op kunstmatige wijze de beschikbare hoeveelheid zoom met de zoomlens vergroot (optische zoom). Als u de digitale zoomfunctie gebruikt, wordt de beeldkwaliteit minder wanneer de vergroting wordt verhoogd. Aanvullende informatie 135 Woordenlijst Digitale afdrukbestelling (DPOF) Een indeling voor het schrijven van afdrukgegevens, zoals geselecteerde beelden en het aantal afdrukken, op een geheugenkaart. Printers die compatibel zijn met DPOF, soms verkrijgbaar in fotowinkels, kunnen de informatie lezen van de kaart voor eenvoudig afdrukken. Flitser Een flitslamp die ervoor zorgt dat er voldoende belichting is in omstandigheden met weinig licht. Belichtingswaarde (EV) Alle combinaties van de camerasluitertijd en diafragma die resulteren in dezelfde belichting. Brandpuntsafstand De afstand van het brandpunt van de lens tot het beeldvlak (in millimeters). Grotere brandpuntsafstanden resulteren in een kleinere beeldhoek en een grotere weergave van het onderwerp. Kleinere brandpuntsafstanden resulteren in een grotere beeldhoek. EV-compensatie Met deze functie kunt u snel de belichtingswaarde aanpassen die wordt berekend door de camera, in beperkte stappen, om de belichting van uw foto's te verbeteren. Stel de EV-compensatie in op -1,0 EV om de waarde een stap donkerder in te stellen en op 1,0 EV om de waarde een stap lichter te maken. H.264/MPEG-4 Een video-indeling met hoge compressie die is ontwikkeld door de internationale standaardisatieorganisaties ISO/IEC en ITU-T. Deze codec zorgt ervoor dat goede videokwaliteit wordt geleverd met lage bitsnelheden ontwikkeld door het Joint Video Team (JVT). Exif (Exchangeable Image File Format) Een specificatie voor het definiëren van een beeldbestandindeling voor digitale camera's die is gemaakt door de Japan Electronic Industries Development Association (JEIDA). Beeldsensor Het fysieke deel van een digitale camera die een fotosite bevat voor elke pixel in het beeld. Elke fotosite neemt de helderheid van het licht op dat de fotosite bereikt tijdens een belichting. Algemene sensortypen zijn CCD (Charge-coupled Device) en CMOS (Complementary Metal Oxide Semiconductor). Belichting De hoeveelheid licht die de sensor van de camera mag bereiken. Belichting wordt bepaald door een combinatie van sluitertijd, diafragma en ISO-waarde. Aanvullende informatie 136 Woordenlijst ISO-waarde De gevoeligheid van een camera voor licht, gebaseerd op de equivalente filmsnelheid gebruikt in een filmcamera. Met hogere ISO-waarden gebruikt de camera een hogere sluitertijd, waardoor vervaging kan worden verminderd die wordt veroorzaakt door het bewegen van de camera en weinig licht. Beelden met een hoge gevoeligheid zijn echter veel gevoeliger voor ruis. JPEG (Joint Photographic Experts Group) Een lossy-methode van compressie voor digitale beelden. JPEGbeelden worden gecomprimeerd om de algehele bestandsgrootte te verminderen met minimale afname van de beeldresolutie. LCD (Liquid Crystal Display) Een visuele display die algemeen wordt gebruikt in consumenten elektronica. Dit display heeft een aparte achtergrondverlichting nodig zoals CCFL of LED, om kleuren te kunnen reproduceren. Macro Met deze functie kunt u close-upfoto's maken van zeer kleine voorwerpen. Als u de macrofunctie gebruikt, kan de camera goed scherpstellen op kleine voorwerpen met een verhouding op bijna ware grootte (1:1). Lichtmeting De lichtmeting heeft betrekking op de manier waarop een camera de hoeveelheid licht meet om de belichting in te stellen. MJPEG (Motion JPEG) Een video-indeling die wordt gecomprimeerd als een JPEGbeeld. MPO (Multi Picture Object) Bij MPO-bestanden worden meerdere beelden opgeslagen in één bestand. Als u dit bestandstype gebruikt, kunt u 3D-beelden bekijken die zijn gemaakt met twee opnamen. U kunt deze echter alleen bekijken op apparaten die de MPO-indeling ondersteunen. Ruis Verkeerd geïnterpreteerde pixels in een digitaal beeld die mogelijk worden weergegeven als verkeerd geplaatste of willekeurige, heldere pixels. Ruis treedt meestal op wanneer foto's worden gemaakt met een hoge gevoeligheid of wanneer de gevoeligheid automatisch wordt ingesteld op een donkere locatie. Optische zoom Dit is een algemene zoomfunctie waarmee beelden kunnen worden vergroot met een lens en waarmee de beeldkwaliteit niet vermindert. Kwaliteit Een uitdrukking van het compressieniveau dat is gebruikt in een digitaal beeld. Beelden met een hogere kwaliteit hebben een lager compressieniveau, wat meestal resulteert in grotere bestanden. Aanvullende informatie 137 Woordenlijst Resolutie Het aantal pixels in een digitaal beeld. Beelden met hoge resolutie bevatten meer pixels en bevatten meer details dan beelden met lage resolutie. Sluitertijd De sluitertijd is de hoeveelheid tijd die nodig is om de sluiter te openen en te sluiten. Dit is een belangrijke factor voor de helderheid van een foto, aangezien hiermee de hoeveelheid licht wordt geregeld die door het diafragma op de beeldsensor valt. Met een kortere sluitertijd valt er minder licht naar binnen en wordt de foto donkerder, maar is het ook eenvoudiger om de beweging van het onderwerp te bevriezen. Vignetten Een vermindering van de helderheid of de verzadiging van een beeld bij de randen in vergelijking met het midden van het beeld. Vignetten kan de aandacht richten op onderwerpen die in het midden van een beeld zijn geplaatst. Witbalans (kleurbalans) Een aanpassing van de intensiteit van kleuren (meestal de primaire kleuren rood, groen en blauw) in een beeld. Het doel van het aanpassen van de witbalans, of kleurbalans, is de kleuren van een beeld correct weergeven. Aanvullende informatie 138 Correcte verwijdering van dit product (elektrische & elektronische afvalapparatuur) Dit merkteken op het product, de accessoires of het informatiemateriaal duidt erop dat het product en zijn elektronische accessoires (bv. lader, headset, USB-kabel) niet met ander huishoudelijk afval verwijderd mogen worden aan het einde van hun gebruiksduur. Om mogelijke schade aan het milieu of de menselijke gezondheid door ongecontroleerde afvalverwijdering te voorkomen, moet u deze artikelen van andere soorten afval scheiden en op een verantwoorde manier recyclen, zodat het duurzame hergebruik van materiaalbronnen wordt bevorderd. Huishoudelijke gebruikers moeten contact opnemen met de winkel waar ze dit product hebben gekocht of met de gemeente waar ze wonen om te vernemen waar en hoe ze deze artikelen milieuvriendelijk kunnen laten recyclen. Zakelijke gebruikers moeten contact opnemen met hun leverancier en de algemene voorwaarden van de koopovereenkomst nalezen. Dit product en zijn elektronische accessoires mogen niet met ander bedrijfsafval voor verwijdering worden gemengd. Correcte behandeling van een gebruikte accu uit dit product (Van toepassing op de Europese Unie en andere Europese landen met afzonderlijke inzamelingssystemen voor accu’s en batterijen) Dit merkteken op de accu, gebruiksaanwijzing of verpakking geeft aan dat de accu in dit product aan het einde van de levensduur niet samen met ander huishoudelijk afval mag worden weggegooid. De chemische symbolen Hg, Cd of Pb geven aan dat het kwik-, cadmium- of loodgehalte in de accu hoger is dan de referentieniveaus in de Richtlijn 2006/66/EC. Indien de gebruikte accu niet op de juiste wijze wordt behandeld, kunnen deze stoffen schadelijk zijn voor de gezondheid van mensen of het milieu. Ter bescherming van de natuurlijke hulpbronnen en ter bevordering van het hergebruik van materialen, verzoeken wij u afgedankte accu’s en batterijen te scheiden van andere soorten afval en voor recycling aan te bieden bij het gratis inzamelingssysteem voor accu’s en batterijen in uw omgeving. PlanetFirst duidt op het streven van Samsung Electronics naar een duurzame ontwikkeling en sociale verantwoordelijkheid door middel van milieubewuste bedrijfsvoering. Aanvullende informatie 139 Index A B Aanraakscherm 15 Batterij Aansluiten op een computer Mac 108 Windows 103 Afdruk 116 AF-geluid 113 AF-hulplampje instellingen 117 locatie 14 AF-lamp 117 Afspeelknop 15 Afspeelmodus 85 Anynet+ 114 Automatische contrastverbetering (ACB) Afspeelmodus 97 Opnamemodus 74 A/V-poort 14 Bestanden overbrengen Contrast Mac 108 Windows 103 aandachtspunt 125 opladen 18 plaatsen 17 Afspeelmodus 96 Opnamemodus 80 Bestanden weergeven Beautyshot-modus 51 Beeldaanpassing contrast Afspeelmodus 96 Opnamemodus 80 diavoorstelling 92 miniaturen 89 pagina's omslaan, effect 89 Panoramafoto’s 92 Smart Album 88 TV 100 Bestanden wissen 90 Draaien 98 helderheid Bewegingsdetectie 86 Afspeelmodus 96 Opnamemodus 73 Bewegingsopname 77 kleurverzadiging Afspeelmodus 96 Opnamemodus 80 rode ogen 97 scherpte 80 Trimmen 97 D Datum/tijd aanpassen 115 Datum/tijd weergeven 113 De camera losmaken 107 Diafragmawaarde 41 Diavoorstelling 92 Digitale zoom 31 Digital Print Order Format (DPOF) 99 C Draaien 95 Cameraonderhoud 120 DUAL IS-modus 43 Cameraspecificaties 131 Close-upopname Beeldkwaliteit 60 Close-upmodus 42 macro 65 Beeldresolutie 114 Beginafbeelding 95, 113 Bestanden beveiligen 90 Aanvullende informatie 140 F Filmfiltermodus 56 Index Flitser Anti-rode ogen 63 Auto 62 Invulflits 63 Langz sync 63 Rode ogen 63 Uit 62 Formatteren 117 Gezichtsdetectie 68 H Helderheid L Afspeelmodus 96 Opnamemodus 73 Het aanraakscherm gebruiken aanraken 22 bladeren 22 vegen 22 Foutmeldingen 119 G Centr. gewogen 75 Multi 75 Spot 75 M Macro 65 Gebruikersknoppen 45 I Geheugenkaart Indicatielampje 15 Mijn ster classificatie 87 registreren 71 Instellingen 112 Intelligente zoomfunctie 32 Intelli-studio 105 ISO-waarde 64 Modus Live Panorama 39 Modus Magisch kader 53 Modus Mijn magisch kader 53 Modus Poseerhulp 48 Lichtmeting Foto's bewerken 95 Afspeelmodus 97 Opnamemodus 51 Modus Intelligent portret 50 Knipperen 70 HDTV 101 Helderheid scherm 114 Gezichten retoucheren Kleurverzadiging Afspeelmodus 96 Opnamemodus 80 Foto's afdrukken 109 Geluidsinstellingen 24 Modus Help 29 HDMI-formaat 115 Fotofiltermodus 55 aandachtspunt 123 plaatsen 17 K Modus Timeropname 42 Modus Touch-opname 43 Modus Wazige achtergrond 52 Modus Zelfportret 49 N Nachtmodus 41 Miniaturen 88 O Modus 3D-foto 38 Ontspanknop 14, 16 Modus Beeld In Beeld 50 Ontspanknop half indrukken 34 Modus Grappig gezicht 54 Aanvullende informatie 141 Index Opladen 18 Opnamemodus Automatisch zoomen 48 Opnamereeks met verschillende belichtingen (AEB) 77 Optionele accessoires 13 Optische beeldstabilisatie (OIS) 33 P PictBridge 109 Pictogrammen Afspeelmodus 87 Opnamemodus 21 Startscherm 25 Portretten maken Anti-rode ogen 63 Beautyshot-modus 51 Gezichtsdetectie 68 Knipperen 70 Rode ogen 63 Slimme gez.herkenning 70 Scherpstelgebied Smile shot 69 Zelfportret 69 Power-knop 14 Programmamodus 44 R Reinigen aanraakscherm 120 camerabody 120 lens 120 Reset 117 Resolutie Afspeelmodus 95 Opnamemodus 59 Centrum AF 67 Intelligente aanraking-AF 67 Multi AF 67 One Touch-opname 67 Spaarstand 114 Startknop 15 Startscherm 25 Scherpte 80 Statiefbevestigingspunt 14 Serieopnamen Storyboardmaker 98 Auto Exposure Bracket (opnamereeks met verschillende belichtingen) 77 Bewegingsopname 77 Continu 77 Servicecenter 128 Slimme filmmodus 47 Slimme gez.herkenning 70 Rode ogen Smart Album 88 S Snel tonen 114 Scherpstelgeluid 113 Richtlijnen 113 Afspeelmodus 97 Opnamemodus 62 Smile shot 69 T Taalinstellingen 115 Tijdinstellingen 19, 115 Tijdzone-instellingen 19, 115 Timer Timerlampje 14 Smart Auto-modus 37 U Smart Filter Uitleg over de pictogrammen 21 Afspeelmodus 96 Opnamemodus 78 Scènemodus 41 Uitpakken 13 USB-poort 14 Aanvullende informatie 142 Index V 3 Vergroten 91 3D TV 102 Video afspelen 93 opnemen 46 Video's bewerken bijsnijden 94 opnemen 94 Vignettenmodus 57 W Witbalans 75 Z Zelfportretopname 69 Zoomen zoomfunctie gebruiken 31 zoomgeluidinstellingen 81 zoomknop 14 Aanvullende informatie 143 Raadpleeg voor klantenservice of bij vragen de garantie-informatie die met het product is meegeleverd of bezoek onze website http://www.samsung.com/.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132
  • Page 133 133
  • Page 134 134
  • Page 135 135
  • Page 136 136
  • Page 137 137
  • Page 138 138
  • Page 139 139
  • Page 140 140
  • Page 141 141
  • Page 142 142
  • Page 143 143
  • Page 144 144
  • Page 145 145

Samsung SAMSUNG MV800 Handleiding

Categorie
Bridge camera's
Type
Handleiding